IMPRIMÉ / DRUKWERK
TNT Post Port betaald Port payé Pays-Bas
V E GHEPEYS EN KLOEKE DAET
D O
VERENIGING VAN OUD-LEERLINGEN VAN HET CHRISTELIJK LYCEUM TE BANDOENG Nr. 2, juni 2003
Indien onbestelbaar s.v.p. retourneren naar: Tineke Holleman-Bangert Gentiaanstraat 11, 1402 CP Bussum Nederland ± tel.: +31 35 6930650
[email protected]
VOORWOORD................................ ................................ ................................ ................................ ......... 1 VAN HET BESTUUR................................ ................................ ................................ ................................ 1 Welkom nieuwe leden ................................ ................................ ................................ ..................... 1 Tineke Holleman: erelid!................................ ................................ ................................ .................. 1 Vedo-archief................................ ................................ ................................ ................................ ....2 IN MEMORIAM................................ ................................ ................................ ................................ ......... 2 In memoriam Tan Eng Hauw ................................ ................................ ................................ ........... 2 MEDEDELINGEN EN BINNENGEKOMEN STUKKEN................................ ................................ ............. 3 Oproep ................................ ................................ ................................ ................................ ............ 3 Herdenking 15 augustus 1945................................ ................................ ................................ ......... 3 Dankwoord Tineke Holleman................................ ................................ ................................ ........... 4 VERSLAG REUNIE 26 april 2003................................ ................................ ................................ ............. 4 Tentoonstelling van Ellen van Noort-Liang ................................ ................................ ...................... 4 REUNIE 2003................................ ................................ ................................ ................................ ........... 5 Ingezonden reactie op onze reünie ................................ ................................ ................................ .9 VAN ONZE COPYWRITERS................................ ................................ ................................ .................... 9 DE TOESTAND IN INDONESIA - Hauw Nio ................................ ................................ ............................ 9 VEDO-RONDREIS DOOR THAILAND ( 2 ) - Walter Burger ................................ ................................ ...13 FANNY ± A.B.M. Holleman-Haije ................................ ................................ ................................ ........... 16 BEZOEKERSLIJST REUNIE 26 april 2003 ................................ ................................ ............................ 19 ALGEMENE GEGEVENS ................................ ................................ ................................ ...................... 21 Bestuur en Redactie................................ ................................ ................................ ...................... 21 Lidmaatschap:................................ ................................ ................................ ............................... 21 Bankrelatie: ................................ ................................ ................................ ................................ ...21 N.b. Ingezonden mededelingen worden buiten verantwoordelijkheid van bestuur en redactie geplaatst. Verzoeke kopij voor de volgende uitgave vóór 1 september 2003 per post te zenden naar Tineke Holleman-Bangert: Gentiaanstr. 11, 1402 CP Bussum of per e-mail naar
[email protected] Adreswijzigingen en berichten van overlijden gelieve u eveneens naar bovenstaand adres te zenden te zenden. Website VEDO: http://home.planet.nl/~ehollema
Indien u contributie-achterstand heeft, staat dit vermeld op de adressticker waarmee dit blad is dubbelgevouwen. Wilt u het vermelde bedrag z.s.m. overmaken naar girorekening 537857 t.n.v. Vereniging Oud-Leerlingen, VEDO te Bussum. U bespaart ons hiermee administratiekosten.
VOORWOORD Fijn dat velen, alléén of met hun partners de zeer geanimeerde reünie van 26 april 2003 hebben bezocht. Zij die met ziekte te kampen hebben, wensen wij veel beterschap. Helaas hebben wij ook afscheid moeten nemen van een aantal Vedoanen, dat zij rusten in vrede. Dank zij de voorbereidingen en inzet van het bestuur, alsmede het enthousiasme van onze reunisten kunnen wij terugbukken op een zeer geslaagde bijeenkomst. Op deze dag hebben wij aan ons credo "Voor En Door Ons" inhoud gegeven. Tenslotte wensen wij u allen nog een goede vakantie en een behouden thuiskomst toe. De redactie VAN HET BESTUUR Welkom nieuwe leden Als nieuw lid mogen wij verwelkomen; Carla Meek-Eijsma, Hannie Huber-de Jong in Australië, Eugêne Daems, Feitse Boeiwinkel, Poeleke Pattiwael en Gertie Fienieg. Poeleke was al een van de deelnemers aan de retinie. Hopelijk ontmoeten wij de anderen ook gauw eens op een van onze bijeenkomsten, al vrezen wij dat dat voor Hannie wat moeilijker zal zijn. Tineke Holleman: erelid! De Algemene Ledenvergadering heeft op 26 april 2003 Tineke Holleman-Bangert op grond van haar verdiensten benoemd tot erelid.
Tineke is sinds haar bestuurslidmaatschap in 1990, van 1992 tot 2002 voorzitter geweest en bekleedt thans het secretariaat. Vanaf de verschijning van Ghepeys en Kloeke Daet in 1996 is zij hoofdredacteur De huidige Vedo naamlijsten zijn voornamelijk door haar initiatief en doorzettingsvermogen tot stand gekomen. Op vele bijeenkomsten heeft zij Vedo op waardige wijze vertegenwoordigd. Zij heeft in grote mate bijgedragen aan de bloei en groei van Vedo. Namens alle leden wensen wij Tineke van harte geluk met deze benoeming, die zij ten volle verdient. Rob Westbroek
Tineke aanvaardt het erelidmaatschap en dankt de Algemene Ledenvergadering.
1
Vedo-archief Op de reünie hebben wij alle aanwezigen gevraagd, of men alles wat men van/over of met betrekking tot het Christelijk Lyceum en Vedo bezit aan ons ter beschikking wil stellen voor ons archiet c.q. ervoor wil zorgen dat het t.z.t. te onzer beschikking komt door het aan Vedo na te laten/te legateren. Voor hen die niet op onze reünie aanwezig waren, herhalen wij bij deze dit verzoek. N.B. Dit Vedo-archief zal later worden overgedragen aan het Indisch Wetenschappelijk Instituut (IWI). IN MEMORIAM In memoriam Tan Eng Hauw Ik heb Tan Eng Hauw meegemaakt als mijn atletiektrainer op het veldje voor de Chinese tempel (klenteng) voor het huis van mijn oma. Dat was in de bezettingsjaren begin jaren '40 in de vorige eeuw. Hij was wel wat ouder dan wij, een stelletje ongeregelde Chinese jongens, die niets anders te doen hadden in die tijd, dan ons uit te sloven met atletiek, waar Eng Hauw zeker wel in bedreven was. Ik was een "All rounder", d.w.z. ik kon alles een beetje, maar niet goed, zodat ik met hoogspringen bijv. probeerde hoger te springen door eroverheen te duiken en met een koprol op het zand te belanden. We hebben een keer meegedaan met een atletiekwedstrijd, waarbij ik nog mocht meedoen op de 400 m. Ik eindigde in de achterhoede, waarschijnlijk als laatste. Eng Hauw was toen al een echte sportman en ook een ³martial art´-bedrijver. Voor zijn huis hoorde ik op de gesloten binnenplaats de trainingsgeluiden van de ³kun-tao´ (letterlijk ³Hoofd van de vuist´ = een Hokkian vechtkunst) en hij was de enige basketballspeler die toen meespeelde in het Chinese Bandoeng team, die geen Chinees sprak, net als ik, omdat we Hollands geschoold waren. In Nederland had ik hem enkel één keer ontmoet bij een basketballwedstrijd in Amsterdam, waarschijnlijk in 1948/49. Ik hoorde wel later, dat hij was gepromoveerd in Amerika en dat hij docent was bij Nijenrode; wel een strenge volgens een ex-leerling. Jammer, dat we dus nooit meer van elkaar wat hoorden, maar dat gebeurt nu eenmaal. Ik zou weleens willen weten wat hij dacht van Taiji Quan. Met Dr. Tan Eng Hauw is een goede sportman van ons heengegaan. Nio Tjoe Hauw In de vorige G&KD hebben wij vergeten te vermelden, dat Ineke Oliemans-Statius Muller op 27 november 2002 is overleden. Wij vernamen dat eind januari letje Schrek-Reijling is overleden (precieze datum is helaas niet bekend). Op 1 februari j.l. overleed op 90-jarige leeftijd mevrouw Margot Dozy-Schröter. Mevrouw Dozy bezocht het lyceum van 1926 - 1931 en behoorde dus tot de eerste lyceïsten. Twee jaar geleden mochten wij haar nog op onze jubileum-reünie begroeten, waar zij kwam kijken naar de expositie van de knipsels van mevrouw Marietje Posthumus-Kampman, een zeer goede vriendin van haar. Het was Margot's moeder die voor de schoolkrant de naam Ghepeys & Kloeke Daet bedacht. Wij ontvingen een rouwkaart van het overlijden van Armand Snabiljé op 4 februari. Van Liza Harun-Boutmy hoorden wij dat haar broer Tjalling Boutmy op 13 maart is overleden. Joyce Soenario-Batten liet weten dat op 13 maart j.l. Ilse van der Sar-Soenario is gestorven. Tot onze grote ontsteltenis is op 18 maart plotseling ons zeer trouwe lid John Arps overleden. John was Vedo zeer toegedaan en sloeg zelden een reünie over. De spreuk boven John's rouwkaart luidde: ³niemand heeft grotere liefde, dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden" (Joh. 15:13). Dat John altijd geprobeerd heeft naar deze spreuk te leven en daar ook zeer wel in geslaagd is, bleek uit de enorme belangstelling tijdens zijn uitvaartdienst. Vele vrienden, niet alleen van Vedo, maar ook uit zijn studietijd en collegae kwamen hier om John de laatste eer te bewijzen. 2
Wij hopen dat Annette en John's kinderen hieruit enige troost kunnen putten en wensen hen veel kracht bij het dragen van hun verlies. In de krant lazen wij de overlijdensadvertentie van Jan C.F. Spiering. Hij overleed op 23 maart j.l. Een van onze leden gaf door dat op 19 april Willy Neuerburg-van Batenburg de Jong is overleden. Op 21 april overleed vlak voor onze reünie ons lid Ruud Reintjens. Ruud was een zeer vriendelijke en beminnelijke man, die zich o.a. als kascommissaris verdienstelijk heeft gemaakt. Hij was een trouw bezoeker van onze reünie en daar een graag geziene gast. Wij zullen zijn aanwezigheid dan ook zeer missen. Rollo, Ron en Margriet betuigen wij ons oprecht medeleven met het verlies van zo'n lieve broer en zwager. Wij ontvingen een bericht van het overlijden van Jopie de Steur-Deul op 22 mei 2003. Op 3 juni j.l. overleed Marianne Six Dijkstra-de Ruyter. Na Kees' overlijden was Marianne enige jaren lid van Vedo. N.a.v. het verschijnen van de nieuwe adreslijst werd ons meegedeeld dat Toos Matthijse-d'Huy, Hetty Kreis-Schoonheyt en Boy Schoonheyt inmiddels zijn overleden. Wij condoleren allen die hen na staan en wij hopen dat zij de kracht mogen vinden hun verlies te dragen. MEDEDELINGEN EN BINNENGEKOMEN STUKKEN Oproep Wij ontvingen een e-mail van Piet Menting uit Amerika, waarvan we een deel hieronder afdrukken. "Hi guys, Ik las jullie advertentie in "de Indo" en besloot om wat van me te laten horen. Mijn naam is Piet Menting en ik heb van het einde van de oorlog tot '48 op het Lyceum gezeten. Mijn laatste jaar was in 3B met o.a. Hans Setjo, Kees Janssen, Gerda Ravenslag, Puck Reiger en Olga Petrochefsky(?). Ik meen dat er ook een Tan Hong Lim was. Verder kan ik me geen andere namen herinneren. Ik speelde in het hockey-elftal en heb gekiept voor ons laatste handbal wedstrijd tegen de 5de klas, dat we wonnen. Ik ben in '48 naar de Zeevaart School in Makassar gegaan om het volgende jaar naar Nederland te gaan om daar verder de studie af te maken. In '50 ben ik bij de Shell gaan varen waardoor ik alle contacten heb verloren aangezien ik elk contract minstens een jaar weg was. Ben in '56 getrouwd en in '61 naar de USA geëmigreerd. Zou graag de reünie willen bijwonen maar dat kan ik helaas niet bolwerken. Laat me wat horen van de oude Vedo-ers, misschien herinneren sommigen me nog wel. Beste groeten van uit the US of A! Piet Menting
[email protected] ³ De brief spreekt voor zich, dus schrijf / e-mailt u Piet eens!! Herdenking 15 augustus 1945 Op donderdag 15 augustus a.s. vindt in Den Haag de jaarlijkse herdenking plaats. De herdenking begint 's morgens met een herdenkingsbijeenkomst in het Nederlands Congrescentrum, waarna een ceremoniële plechtigheid bij het Indisch Monument plaats vindt. Na afloop bestaat de mogelijkheid om tegen contante betaling een Indische maaltijd te nuttigen. Aan deelname aan deze dag zijn administratiekosten verbonden t.w. ¼ 6,-- per persoon.
3
Uw opgave voor deelname aan deze herdenking gelieve u zich zo spoedig mogelijk per PTTbriefkaart te zenden naar: Stichting Herdenking 15 augustus 1945 Postbus 85 747; 2508 CK Den Haag Op deze briefkaart dient u uw naam, adres, postcode en woonplaats en uw telefoonnummer te vermelden. Na ontvangst van uw aanmelding, ontvangt u een antwoordkaart met gedetailleerde gegevens. Mocht u reeds donateur/trice zijn van de Stichting Herdenking 15 augustus 1945, dan behoeft u bovengenoemde PTT-briefkaart niet in te zenden. Als donateur ontvangt u automatisch een rechtstreekse uitnodiging. Dankwoord Tineke Holleman Toen Margot Westbroek mij uit de vergadering riep, had ik absoluut geen idee dat er iets bijzonders zou gebeuren. Dat veranderde toen ik de smoes te horen kreeg, dat ik uit de vergadering was gehaald om "op adem te komen". Aangezien er vorig jaar bij mijn afscheid als voorzitter Vedoanen waren, die vonden dat er weinig aandacht was besteed aan het feit, dat ik de eerste vrouwelijk voorzitter was geweest, dacht ik dat dit wellicht alsnog gememoreerd zou worden met een speciale toespraak of lied met refrein, waarvan de tekst nog even snel aan de aanwezigen moest worden uitgedeeld. Echter, de mogelijkheid van een erelidmaatschap kwam niet in mij op, omdat ik ervan uitging dat dat was voorbehouden voor exbestuursleden. Sinds mijn aantreden als bestuurslid heb ik het niet meer dan normaal gevonden mijn bestuurstaak zo goed mogelijk te vervullen en ik heb het altijd met genoegen gedaan. Daarom was ik uitermate verbaasd en verrast te horen dat Rob Westbroek mij had voorgedragen als erelid. Ik vind het een grote eer dat u, Vedoanen, Rob's voordracht hebt aanvaard en mij tot erelid hebt benoemd. Hiervoor wil ik u allen heel hartelijk danken! Tineke Holleman-Bangert VERSLAG REUNIE 26 april 2003 Tentoonstelling van Ellen van Noort-Liang Ellen heeft zich sinds 1980 bekwaamd in alle teken- en schildertechnieken. Zij heeft cursussen gevolgd bij verschillende opleidingsinstituten o.a. de Vrije Academie te Vlaardingen, de Volkshogeschool en de Stichting Kunstzinnige Vorming te Rotterdam. In 1991 richtte zij met nog drie andere cursisten de vrije schildersgroep op: "Impressionistisch, Abstract en Naïef" (IMABNA). Met haar echtgenoot Wim van Noort heeft zij reizend door de VS geprobeerd deze Hollandse schildersgroep te promoten en wel in Houston en San Francisco. Het resultaat was een expositie in o.a. Galerie Gibson Riley te Houston en diverse individuele schilderopdrachten. Zo werden van deze groep ook varende exposities verzorgd op het cruiseschip Statendam van de Holland America Line, op schepen van de Stenaline en de KD German Rhine Line. Sinds 2001 bekleedt zij het docentschap tekenen en schilderen, geeft les aan o.a. senioren in het wijkgebouw Oleander te Rotterdam en is zij opgenomen in de groep van Maassluise Kunstenaars. In 2002 wordt Ellen coördinator van tentoonstellingen in de stadsbibliotheek Vlaardingen. Vanaf 2001 volgen er vele groeps- en solo-exposities. Ellen heeft met haar schilderijen, waarin vele motieven uit Indïe waren verwerkt, aan onze reünie de nodige fleur en kleur gegeven.
4
De
voorzitter heeft Ellen hartelijk bedankt met een bloeiende orchidee
REUNIE 2003 Reeds vroeg in de ochtend van 26 april waren bestuursleden en medewerkers druk bezig met het treffen van de nodige voorbereidingen. Er werd rekening gehouden met een opkomst van circa 300 personen.
Spekkoeksnijdsters: Irene; Thelma; Margot Westbroek; Caroline en Magda in actie
5
Tegen 12 uur kwamen de eerste reünisten binnen en werd het allengs drukker.
Enveloppencontrole: Thelma; Pit Hienekamp; Nicoline en Magda
Ontvangst van gasten
6
Onder het genot van koffie/thee en spekkoek of een glas wijn vonden de eerste ontmoetingen plaats.
Weet je nog wel««..?
Om circa 14.30 uur opende onze nieuwe voorzitter Evert Meyn de vergadering en heette hij allen van harte welkom, in het bijzonder ons erelid mw.Thijsse, ons lid van verdienste mw. Edauw en de deputaties van andere schoolverenigingen.
De bestuurstafel v.l.n.r. Walter, Tineke, Evert, Eric en Thelma
7
Aan het einde van de vergadering werden alle medewerkers door het bestuur bedankt en verrast met een cadeaubon. Het volledige verslag van deze vergadering wordt weergegeven in G&KD nr.1 van 2004.
Tineke reikt de cadeaubonnen uit aan Hannie de Vos, Pit Hienekamp en Magda Burger
Tijdens ³borreltijd´ en nog later op de avond kon men onder de zeer geanimeerde muziek van het trio ³Partners in Music´ dansen.
Evert en partner Nicoline op de dansvloer
8
Nadat een ieder van een heerlijke Indische maaltijd en een hoorntje ijs had genoten, trad het angklung orkest ³Perwarindo´ op, waarmede een bijzondere muzikale omlijsting werd gegeven aan deze reunie. Omstreeks 22.30 werd deze zeer geslaagde bijeenkomst besloten. Ingezonden reactie op onze reünie Hieronder leest u een in reactie in dicht-vorm van Masja Dragt-Kalkman over onze reünie. Ha Walter, Nog even officieel en zwart-op-wit: wat heb ik weer genoten afgelopen Zaterdag - het was "AF". Ik heb e.e.a. proberen samen te vatten als volgt: 1949 - 1953/4 Bandoeng Als Tieners kwamen we Als Seniors gingen we met een zwaar hart "naar Huis". 2003 Ede Als Seniors kwamen we Als Tieners gingen we lachend terug naar huis. Hartelijke groeten en nogmaals dank, Masja Dragt-Kalkman VAN ONZE COPYWRITERS DE TOESTAND IN INDONESIA - Hauw Nio Inleiding Bij het schrijven van mijn autobiografie, begonnen in 1997 nadat ik een 'onverbiddelijke opdrachtgever' kreeg in mijn jongste zoon, voegde ik af en toe cursief-stukjes bij om uitgebreider in te gaan op een bepaald onderwerp. Dit stukje over Indonesische toestanden is Nr. 11 en is geschreven op 14/042001 min of meer om de ondergang van Wahid wat perspectief te geven. Het is dus wel wat verouderd, achterhaald door de onvermijdelijke veranderingen, maar de wetmatigheden zijn wel gebleven. Als oud leerling van het Christelijk Lyceum vanaf 1941 in 1C, samen o.a. met Rob Westbroek en Chris Nommensen en na de oorlog afgemaakt in 5A in 1948, waar ook Thelma van Dort toen zat, voelde ik me geneigd om mijn kijk op het gebeuren in mijn geboorteland ook te vertellen aan de Vedoanen middels 'Ghepeys en kloeke Daet'. Het is een stukje van een betrokkene, die toentertijd, op de tineilanden werkzaam was, en ook als 'figurant' meespeelde in het 'GESTAPU'-drama met de val van Sukarno als gevolg. De toestand in Indonesia De titel van dit stukje is ook bedoeld als hommage aan G.B.J. Hilterman, de befaamde Nederlandse politieke commentator, die jarenlang tot op hoge leeftijd zijn visie over het wereldgebeuren voor de AVRO op de radio had verkondigd. Zijn wekelijkse commentaren, bijna onafgebroken waren betiteld als 'De toestand in de wereld'. Met zijn duidelijke en sonore stem spuide hij zijn visie en wijsheid over het wel en wee op deze aardbol, vaak met veel inzicht en soms verassend voorspellend.
9
Mijn bedoeling is niet de veelzijdigheid van hem te benaderen, maar wel om meer inzicht te geven in het hoe en waarom van al die problemen die zich nu afspelen in het Indonesische eilandenrijk, wat onlosmakelijk is verbonden met de andere Aziatische toestanden. Niet helemaal vergelijkbaar met de andere ontwikkelingslanden zoals die in Afrika en Zuid Amerika, ofschoon er wel basisovereenkomsten zijn, zoals de zucht naar geld en macht, maar die heb je ook bij de meer ontwikkelde landen, waar de menselijke natuur ook nog steeds uit is deze behoeften te vervullen zonder ophouden. In het boek Mencius (één van de vier verplichte klassieke boeken in het keizerlijke China) staat: "shih se hsing yeh" [Wade-Giles spelling] "Eating and Sex are human nature"1. De Hollandse filosoof Dr. K. van der Leeuw vertaalde het in: "Honger en Lust, dat is de natuur"2. Shih is 'eten of voedsel' en se betekent 'kleur', maar ook 'uiterlijke schoonheid' of 'zinnelijk genot', hsing is vertaalbaar als 'menselijke natuur', terwijl yeh een toevoegsel is om de zin als een bewering te maken. Mijn 'eigenwijze' vertaling zou dus zijn: "Food and fun are human nature". Dit klinkt leuker en omvat alle mensen van geboorte af tot in het graf. Behalve deze basisbehoeften zijn er natuurlijk veel meer andere factoren, die in een samenleving tot ontwikkeling kwamen om stand te kunnen houden tegen de buitenwereld en ook tussen de eigen mensen zelf. Geloof, wetten en normen enz. te veel om op te noemen, laat staan om er overal verstand van te hebben. Wel is het duidelijk, dat het onwaarschijnlijk is dat al die samenlevingen overal hetzelfde patroon hebben gevolgd, zodat je in bijv. Nederland dezelfde omstandigheden zou kunnen verwachten als in Indonesia, of als een Amerikaan die zijn 'way of life' zou willen voortzetten in Japan. Dat is dom en onmogelijk! Toch wordt het voortdurend gedaan, niet (alleen) door de gewone mensen, maar (ook) door de geleerde mensen, zoals economen, bankiers, journalisten enz., die de toestanden in andere landen en werelddelen bekijken en beoordelen naar hun eigen maatstaven en normen. Karel van Wolferen, ooit correspondent geweest in Japan, heeft er een boek over geschreven: 'The Enigma of Japanese Power' in 1989, waarna hij wereldwijd als een autoriteit over Japan werd gezien, ook door de Japanners zelf. Zijn analyse is tegendraads: "Er is heel veel geschreven over de Japanse economie, en heel veel daarvan is onzin". [Interview Karel van Wolferen door Tijn Sadée in SAFE, april 2001]. Van Wolferen ergert zich over de verkeerde voorstelling van zaken in het Westen, zoals de crisis van de Japanse economie en de betiteling en betutteling van 'crony-kapitalisme' door de verstrengeling van politiek met economie. "Het hanteren van de term op zich geeft aan dat men in het westen niet in staat is om de Aziatische situatie, van Indonesië tot Japan goed uit te leggen". Hij geeft in zijn interview treffend aan het verschil in politiek, economie en cultuur, die je aantreft in Japan met die in het westen, zoals in Europa en de U.S.A. De term 'crony-kapitalisme' werd voor het eerst geïntroduceerd voor het beschrijven wat president Marcos de Filippijnen had aangedaan. Dat was toen het meest ontwikkelde land van Azië, maar Marcos had het de grond in geboord door intimidatie van zijn rivalen en het om zich heen verzamelen van cronies, die delen van de industrie in handen kregen. Precies wat in Indonesia gebeurde en nog gebeurt met de sobat (voor crony)-kapitalisme of economie. Een andere zeer goede Azië kenner is prof. Murray Weidenbaum, hoogleraar en voorzitter van 'The Center for the Study of American Business' bij de Washington-universiteit in St. Louis. Zijn artikel 'The Bamboo network' in het tijdschrift 'Strategy & Bussiness' van Booz Allen & Hamilton, 1ste kwartaal 1998, geeft een indringend inzicht en een, óók voor mij, opzienbare onthulling over het reilen en zeilen van deze overzeese Chinezen (in mijn voorvader's oorsprongtaal Hokkian aangeduid als Hoa-kiao).
1 2
Uitgever: Shandong Friendship Press, 1st ed., 1st pr. Dec. 1993; Book XI Gaozi (Part A) sub 11.4 "Het Chinese Denken", uitgever Boom Amsterdam 2de druk 1997
10
Deze geëmigreerde Chinezen hebben in Azië machtige familie-conglomeraten opgebouwd, gebaseerd op vertrouwen en traditie, zoals de 'SALIM'-groep van Indonesia, die toen (in 1998) meer dan 60 bedrijven controleerde in Hongkong, Singapore en uiteraard Indonesia, zoals de 'blue chip' maatschappijen: Indocement, Indosteel en Indomilk. Salim is het voorbeeld van de transnationale natuur van het Bamboo netwerk met het beheer van twee havens in China samen met een Singapore bedrijf. Toen was de, op de Amsterdamse Beurs genoteerde, Nederlandse Hagemeyer groep ook deels van Salim, via hun Hongkong firma 'First Pacific Company'. De tentakels van de Salim groep strekten zich toen uit over 25 landen in Asia, Noord-Amerika en Europa. Verder waren er samenwerkingen met de Kuok familiegroep van Malaysia en ook met de Charoen Pokphand groep van Thailand. Aldus de professor. Niet gek voor de arme Chinese emigrant Liem Sioe Liong, die waarschijnlijk net als mijn opa Nio Boen Kie, zonder een cent op zak en enkel met de kleren aan zijn lijf naar Java trok. Beiden kwamen van de kustprovincie Hokkian (herkenbaar aan de namen), enkel was mijn opa al in de 19de eeuw uit China vertrokken en Liem pas in 1938. Liem kreeg te maken met de onafhankelijkheidsoorlog die uitbrak na de Japanse bezetting, waarbij hij de vooruitziende blik had (of domweg het geluk) om de plaatselijke militaire commandant Soeharto te steunen. Als ik het goed heb onthouden, noemde mijn vader een Chinese entrepreneur die zo'n machthebber financierde de 'Tjoe-Kong'. Deze symbiose floreerde, vooral nadat Soeharto president werd, waardoor hij Salim kon belonen met allerlei soorten lucratieve concessies, die hemzelf of zijn familie ook geen windeieren legde. Mevrouw Tien Soeharto, werd niet voor niets Mevrouw 10% genoemd. In Indonesia, werkte dus de combinatie sobat-kapitalisme van de machthebbers in symbiose met het Bamboo netwerk, waarbij de machthebbers zelf het best georganiseerde netwerk van Indonesia waren en nog zijn. Deze angkatan bersenjata (gewapende macht), de 'men behind the guns' oefenden letterlijk soms hun macht uit achter de loop van hun geweer en zijn nog het best georganiseerd in dit chaotische land. Ze vormden geen homogene éénheid en onderling tussen leger (TNI), marine (ALRI) en lucht-macht (AURI) was er rivaliteit, waarbij volgens mijn ervaring de marine wel netter was dan het leger, en de luchtmacht het meest behulpzaam kon zijn. Het ergste echter was (en waarschijnlijk nog is) de afwe-zigheid van discipline, d.w.z. dat de 'man in the field' de bevelen van zijn hogeren aan zijn laars lapt(e). Dat gebeurde van hoog tot laag: de ALRI commandant van Riau verscheurde het telegram van zijn baas admiraal Martadinata voor mijn ogen, waarin werd verzocht om aan het tinbedrijf de emplacementen op Karimun eiland terug te geven. "Als U wat nodig hebt, moet U bij mij komen en niet in Jakarta zijn", was zijn waarschuwing. Geen wonder dat zijn ondergeschikten ook hun eigen gang gingen ten koste van de weerloze bevolking. Dagelijks kreeg ik de verhalen te horen, hoe de mensen direct 'belasting' moesten betalen, waarbij men bij een controle door een 'baju hijau (groen hemd = soldaat, of in de Riau archipel een marinier) - wat praktisch overal kan plaats vinden, zoals op het vliegveld, bij het koffers openen - zeker wat moest afstaan aan de controleur. Ook ik kwam er niet ongeschonden vanaf, zelfs niet toen ik in Jakarta werd afgehaald door de adjudant van jendral Pringgadie. Want juist die 'letnan' Kamarudin eigende zich als zijn loon (voor het afhalen) de sloffen sigaretten en wat dies meer toe, die eigenlijk bedoeld waren voor zijn baas. Zo waren er legio voorbeelden van deze machtswellust en totale absentie van discipline. Als laatste voorbeeld het geval van onze boot Dabo, die wekelijks pendelde naar Singapore voor onze benodigdheden op Singkep. Op een dag kwam de ALRI commandant mij vragen of een groep scholieren mee mocht varen voor een wedstrijd in Tandjung Pinang. Dat kon natuurlijk wel, maar mijn boots-gezagvoerder 'kapten' Ali was er helemaal niet blij mee. Hij zei, dat hij Tg. Pinang meed als de pest, want eenmaal aan de pier daar, moest hij wel minstens een dag wachten of soms dagen. Dat kon best gefikst worden, dus kreeg hij van de Singkep Alri commandant een brief mee en werd hem plechtig verzekerd, dat zijn komst en haast om direct weer te vertrekken was aangekondigd met een telegram van de ALRI zelf. Bij zijn terugkomst van Singapore vroeg ik Kapten Ali naar zijn bevindingen. Hij kon alleen zijn hoofd schudden en mij vertellen, dat bij zijn aankomst in Tg. Pinang hij direct met het briefje van de ALRI zwaaiend de kinderen van boord wilde laten gaan. Helaas kwam de dienstdoende KKO (marinier) op de pier naar het schip en beval, zonder acht te slaan op het briefje of de woorden van Ali: "Tunggu" (wacht). 11
Dus wachtten ze daar allemaal op het schip van de ochtend tot de middag, totdat gelukkig een officier langs kwam en het schip zag. "Wat doen jullie hier nog?", vroeg hij "we hebben het telegram van Singkep ontvangen, dat de kinderen zouden aankomen en dat het schip direct gaat doorvaren". Aldus geschiedde. Als er geen officier was geweest, die op de hoogte was, waren ze nog langer vastgehouden, of hadden ze 'tol' moeten betalen voordat ze weg mochten. Dat was de manier van de Chinezen, die kapitaalkrachtig genoeg waren om hun weg los te kopen. Toen een, ook in Nederland beroemde, Indonesische generaal eens voor de radio een lofrede afstak over de TNI, dat de soldaten met hun karige loon als helden vochten om Indonesia te behoeden, had hij voor mij afgedaan. Hij was een grote hypocriet of te dom om te weten dat zijn soldaten links en rechts hun soldij wel goed aanvulden. Niet als toeschouwer, maar als medespeler of beter gezegd figurant, heb ik toen de toestand daar mee gemaakt. Daarom kan ik ook wel meeleven met Wiranto, die nu verantwoordelijk wordt gesteld voor de Oost-Timor bloedbaden; met of zonder zijn bevel of toestemming kon de plaatselijke commandant doen en laten wat hij wilde. Dat gebeurt nu nog in alle brandhaarden daar (en elders ook), zolang het gezag van boven niet kan worden geëffectueerd. Op dinsdagochtend 10/04-01 had de VPRO een discussie over Indonesia, waarbij op mij een Hollandse journalist Gerrit de Boer, met jarenlange ervaring in Jakarta, de meeste indruk maakte door te stellen, dat Indonesia het meest gebaat kon worden door het leger te professionaliseren, zodat ze behoorlijk worden betaald en daardoor niet afhankelijk zijn van voor zichzelf te zorgen. Volgens de Papua deelnemer in dat gesprek zouden de economische belangen van het Indonesische leger in Irian goed zijn voor 60% van hun financiering daar. Geld zou wat kunnen helpen, maar de moraal zou je niet zo veranderen. Je moet wel rekenen op een jarenlange proces om de 'mores' om te turnen. Op de tineilanden was mijn streven geweest om de onderlinge verhoudingen in het bedrijf te 'verzakelijken'. Ik predikte dat een bedrijf een Westerse uitingsnorm was en daardoor alleen zakelijk kon blijven voortbestaan; dus geen sprake van een sobat-cultuur. Er kon geen rekening worden gehouden met en daardoor het voortrekken of ontzien van vrienden, wat ook gold voor familieleden. In theorie uiteraard, bij de toepassing in de praktijk werden de scherpe kanten wel wat gevijld, wat overal, ook in het Westen, gebeurt. Verder besprak ik op bedrijfsvergaderingen ook de aanvaardbare gedragsregels, zoals over het aannemen van cadeautjes, giften, 'oleh-oleh' etc. In de Oosterse samenleving is het de gewoonte (geweest?) om elkaar uit vriendschap of dankbaarheid wat te geven waarbij eigenlijk wederkerigheid werd verwacht, zoiets van 'you scratch my back and I scratch yours'. Maar zelfs in mijn tijd was het al verwaterd of misbruikt, zoals wij op wijlen mijn zwager rekenden om elke keer de bioscoop te betalen. Wat ik probeerde was het terugdringen, zoveel mogelijk minimaliseren van het omkoopcultuur, door de redelijkheid als richtlijn te gebruiken en daardoor zelf te oordelen wat aanvaardbaar was. Hierbij onderscheidde ik 3 fasen: 1. Correctie, om fatsoenlijk te kunnen leven. 2. Corruptie, om in weelde te baden. 3. Misdaad, om overdadig te zwelgen in rijkdom. Deze classificatie was subjectief, de grenzen vaag en afhankelijk van de perceptie van de betrokkenen. Wat heet fatsoenlijk en wanneer verviel je in weelde? Helaas was en is dus nodig een basiscultuur van normen en beschaving. Van oudsher had men dat in China door de klassieke opvoeding, maar dat heeft zich ook beperkt tot enkel een dunne bovenlaag van 'beschaafde Mandarijnen'. Volgens 'Morrison of Peking' was er geen beschaafder persoon dan een Chinese 'geleerde' in een massa van onbeschofte gevoelsarme landgenoten, (of woorden van die trant). Als Australische ontdekkingsreiziger, buitenlandse correspondent, politieke adviseur en medeoprichter van de Chinese Republiek in 1911 onder Dr. Sun Yat-Sen kon Morrison het weten na zoveel jaren in China geleefd en gewerkt te hebben (in Beijing was er voorheen zelfs een straat naar hem genoemd).
12
Tot slot even wat meer perspectief over Oost en West, of de twee ooit zullen ontmoeten, d.w.z. kunnen, normen, waarden, democratie etc. getransplanteerd worden? Corruptie en incompetentie zijn daar nog steeds endemisch aanwezig, zoals ook wel in de meer 'beschaafdere' gebieden. Dit verklaart het gehannes van Wahid en ook de verhouding met Megawati, die blijkbaar krampachtig ook nog probeert vast te houden aan het éénheidsstaat-ideaal van haar vader. Een grote factor in al deze zaken is de angst voor 'gezichtsverlies', vertoond bij de schuldbekentenis van pres. Bush tijdens zijn bezoek aan China (april 2001). Dus daarom tot slot een 'GROOK' van de Deense 'dichter/filosoof' Piet Hein3: The noble Art of losing Face, May one day save the human race. And turn into eternal merit, what weaker minds would call Disgrace.
VEDO-RONDREIS DOOR THAILAND ( 2 ) - Walter Burger Van 7 tot 30 januari 2001 maakten 9 Vedoanen een unieke en onvergetelijke rondreis door (Zuid-)Thailand. Dit is het vervolg van mijn verslag dat in G&KD nummer 3 van jaargang 2002 is geplaatst. Als geheugensteuntje eerst even een herhaling van de deelnemers aan deze rondreis: (tussen haakjes de schoolperiode op het Christelijk Lyceum) 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Tjoa Liong Seng (1951 ± 1954), initiatiefnemer, gids en tolk; Sonja Huisman ± Vrijburg (1949 ± 1954), de verloren dochter; Jane v.d. Engh ± Bronkhorst, weduwe van Rudy v.d. Engh (1949 ± 1955), miss riboet; Dick Wolff Schoemaker (1952 ± 1954), de koppenteller; Elly Go (1951 ± 1955), bijgenaamd bommetje; Eric Holleman (1951 ± 1953), gewoon meneer Holleman, geef neks; Tineke Holleman ± Bangert (1954 ± 1955), mede organisatrice van de reis; Magda Burger ± Timm, penningmeester; Walter Burger (1951 ± 1954), verslaggever.
Vanuit Hua Hin reden we zuidwaarts naar Surat Thani - dat door Dick meteen werd omgedoopt tot ³boerenbrief´ - om daar de veerboot te nemen naar het eiland Koh Samui. De hele dag viel er regen die ¶s avonds overging in echte ouderwetse tropische stortbuien; die hadden we lang niet meer meegemaakt. Toen we voor het avondeten een restaurant gingen opzoeken werden we dan ook kletsnat. De volgende dag pas beseften we hoe dankbaar we moesten zijn voor die regenbuien, want we bezochten een tweetal watervallen waar het water werkelijk naar beneden denderde. En toch waren ze nog niets vergeleken met de Dago watervallen, althans zoals wij ons die herinneren.
3
Piet Hein, pseudoniem van de Deense natuurkundige en schrijver-dichter Kumbel(l). Als natuurkundige was hij de ontwerper van de zgn. "super-ellips". Als dichter publiceerde hij o.a. vele "Grook", ook wel "Gruk" (welk woord hij wellicht ook zelf 'uitgevonden' heeft). Een Grook is te omschrijven als: "een dagelijkse waarheid in een paar (dicht)regels samengevat". Kumbel(l) beweerde verwant te zijn aan Piet Hein, vandaar dit pseudoniem.
13
We aanschouwden ook nog hoe een olifant onder zijn poot een klapper kraakte door zijn gewicht op die poot over te brengen. Omdat onze penningmeester aankondigde dat ³de pot´ bijna leeg was, moest er hoognodig een flappentap worden opgezocht, maar die was - zoals altijd in zulke gevallen niet te vinden. Dan maar de volgende dag afgewacht, want die ging volgens de plannen naar de hoofdstad Nathon. Toen de geldvoorraad weer was aangevuld konden we genieten van een eenvoudige, maar zeer smakelijke lunch op het strand bij ³Annie´, een vrolijke Thaise die redelijk goed Engels sprak en op en top zakenvrouw bleek te zijn. Naast het restaurant verhuurde ze een aantal huisjes en organiseerde ze ook nog excursies en boottochten. Na Koh Samui zochten we weer het vasteland op en reden richting Krabi, waar we die avond - alweer aan het strand - genoten van ³live seafood´, zoals baracuda, red en white snapper en zelfs haai, naar keuze gebakken of gegrild op z¶n Thais. Hier werden Elly en ik hechte visvriendjes, want we aten zowat onze en elkaars vingers er bij op. Toen ze eenmaal de smaak te pakken kreeg, sloot ook Jane zich aan als visvriendje. De reis ging verder naar Phuket en daar namen we een longtailboot naar het James Bond eiland, het decor van één van de James Bond films. Overigens is dit eiland, evenals vele andere eilanden in de omgeving, niet wat wij ons van een eiland voorstellen; het zijn behoorlijk hoge, vrijwel vertikaal uit zee oprijzende rotsen, waarop dus geen bewoning mogelijk is.
v.l.n.r. Dick, Magda, Walter, Annie en Jane
De volgende dag werd voor de afwisseling de reisgroep in tweeën gedeeld: Liong Seng, Sonja, Magda en Dick brachten een bezoek aan Phuket-stad, waar Liong Seng in de Chinese wijk veel herinneringen kon ophalen en waarover hij de anderen honderduit kon vertellen. Elly, Jane, Tineke, Eric en ik gingen snorkelen bij Coral island. De heenweg per longtailboot verliep zonder problemen, ook het snorkelen boven het prachtige koraal en tussen de veelkleurige vissen was een succes. Maar halverwege de terugreis met dezelfde longtailboot sloeg het noodlot toe: met een enorme knal brak de aandrijfas en daar lagen we stuurloos te dobberen in open zee. Jane vertelde later dat ze het op dat moment ³zowat in haar broek deed´ van angst, maar ze heeft in haar grote tas altijd schoon ondergoed bij zich; maar ja wat heb je daaraan met vijf anderen in een open boot. Op ongeveer een kilometer afstand zat een visser in zijn boot, maar zwaaien en roepen brachten geen reactie teweeg, totdat Tineke haar mond opendeed. Even later werden we door deze visser op sleeptouw genomen en konden we ongeschonden de vaste wal bereiken. 14
Een dag later klommen we op olifanten voor een jungletocht; we werden behoorlijk heen en weer en op en neer geschud, maar gelukkig hadden we toen nog geen doerian gegeten. Het is niet zo dat we alleen maar pret maakten en van de ene eettent naar de andere gingen, al mocht u misschien die indruk hebben gekregen. We zijn echt ook cultureel bezig geweest. Zo bezochten we een orchideeënkwekerij, waar overigens ook andere tropische bloemen werden gekweekt zoals de zalmroze kembang sepatu; we gingen naar het zeebiologisch museum waar een grote collectie vissen, schelpen en stukken koraal op educatieve wijze zijn tentoongesteld en we zouden een vlinderfarm bezoeken, maar dat ging niet door. Toen we naar de entreeprijs informeerden bij de lokettiste werd ons een belachelijk hoog bedrag genoemd en dat bleek nog per persoon te zijn ook! Toen we terugliepen naar onze bus kwam de baas(?) ons achterna en bood ons een beduidend lagere entreeprijs, maar ook die vonden wij te hoog. Uiteindelijk zei de man: zeg maar hoeveel u betalen wil. Dat had hij nou net niet moeten doen, want toen hadden we onze buik al vol van de vlinders. Ook maakten we een boottocht over de (uit kruiswoordpuzzels bekende) Kra, de grensrivier met Birma (nu Myanmar geheten). Omdat voor een visum $ 10,- per persoon moest worden betaald, zijn we de grens niet overgestoken en hebben we alleen op de Kra die ter plaatse kilometers breed is, gevaren. In Prachuap Khirikhan (door Dick omgedoopt in kiri-kanan) hadden we vijf kamers met balkon op het Oosten. Dus de volgende ochtend vroeg opgestaan om de werkelijk prachtige zonsopkomst te bewonderen en te fotograferen. De avond tevoren werden we in het hotel nog getrakteerd op een optreden van twee schaars geklede zangeressen, maar dat had ³niet veel om het lijf´. In de foodmarket van een warenhuis ontdekten we bandros, een soort poffertjes op basis van santen (cocosmelk). Eerst kochten we er tien, maar die werden binnen enkele tellen verorberd; toen kochten we er nog twintig; uiteindelijk gingen we met een doos van vijftig weer naar buiten, maar ook die waren snel opgepeuzeld. Toen we op de laatste dag weer eens tegen borreltijd (oorspronkelijk vijf uur, maar al gauw vier uur en zelfs wel drie uur, want dan is het ergens in de wereld wel al vijf uur!) bij het hotelzwembad zaten te genieten van ramboetan en manggistan, werden we door Jane verrast met een terugblik annex dankwoord op rijm. Daarna hebben de anderen ook hun zegje gedaan over de al weer bijna achter de rug zijnde rondreis. Het avondeten hebben we met beide chauffeurs genoten in hetzelfde restaurant als waar we de eerste avond zo¶n voortreffelijke Thaise maaltijd voorgeschoteld hadden gekregen en weer smulden we van krab, vis, garnalen, kip, eend en niet te vergeten de kangkungschotel. Om tien uur ¶s avonds vertrokken we naar het vliegveld voor de thuisreis, zonder Liong Seng want die ging nog wat zaken doen. In het vliegtuig werd nog lang nagepraat over de unieke en onvergetelijke rondreis van klas- en schoolgenoten uit Bandoeng van circa vijftig jaar geleden! Bedankt: Liong Seng voor je onontbeerlijke gids- en tolkfunctie; Sonja voor je scherpzinnigheid en uitgebalanceerde analyses; Jane voor je heerlijke humor en je uitbundige lachbuien; Dick voor je aantekeningen en voor het compleet houden van de groep; Elly voor je onbevangenheid en ongecompliceerdheid; Eric voor de onnavolgbare wijze waarop je Thaise meisjes aantrok; Tineke voor je organisatietalent en je relativeringsvermogen; Magda voor het onberispelijk beheren van het reiskapitaal. Walter Burger
15
Mijn moeder verbleef van 1941 tot 1945 in het interneringskamp Tha Prachand op het terrein van de Thammasat Universiteit aan de oever van de Chao Phraya in Bangkok. In die tijd schreef ze 10 opstellen over het bestaan in het kamp en haar gevoelens ten aanzien van de oorlog. In het kamp zaten voornamelijk Britten. Dit is waarschijnlijk de reden dat zij de opstellen in het Engels schreef. Twee daarvan (Solitary Confinement en Intermezzo) verschenen in eerdere uitgaven van deze krant. In onderstaande opstel willen de Britten hun morele superioriteit bewijzen door een proces wegens dierenmishandeling te voeren terwijl aan de overkant van de rivier Engelse bommenwerpers hele wijken van Bangkok plat bombarderen. Eric Holleman
FANNY ± A.B.M. Holleman-Haije The gentlemen who went to the icebox that morning to get the family bottle of milk saw something strange on the lawn in front of building A and drew nearer to study it. Those bachelors who used to toddle to the philanthropist in building A, who brewed coffee at 6 o'clock in the morning and held it ready for his customers at 10 setang a piece, halted at the steps, looked and joined the party. With the swiftness of radio waves the news was transmitted from mouth to ear and from room to room through all the five buildings: 'Fanny is dead. Old Owen bashed her head with a piece of iron.' Fanny was a dog. Dogs were not very popular in those early days in camp. There were about a dozen mongrels snooping around the fence at daytime and at night they came inside. They chased as dark shadows over the lawn. After people had gone to bed, they entered the buildings. One heard their nails click-clacking on the boards in the passage. Rènggg... with a startling noise a garbage tin was overthrown on the stones of the hall, the lid rolling somewhere away. One heard strong teeth gnashing bones. And in the morning one found the mess, the place littered with the left-overs. Sometimes there was a fight, furious rushing and barking that startled people out of their beauty sleep. A few cats had been found stiff and dead in the morning, killed by the dogs. No, most decidedly dogs were not popular in the camp. But Fanny was an exception. She was no beauty, a mongrel like the others. But she had an affectionate nature and perhaps her evident pregnancy made people behave kindly to her. They stroked her head, gave her bits to eat. Fanny alone enjoyed the protection of the camp, while all the other dogs were furiously shoo-ed away. When her six puppies were born someone locked them up in a room together with their mother and cared for them. A week afterwards the puppies were gone. The story rang that another dog had broken into the room and killed them. People drew up their eyebrows when they heard that story. And now, 4 days later, Fanny was killed... Of course Owen was a Muslim and dogs were unclean to him but still... The excitement grew as the day wore on. Pro- and anti-Owen groups were formed. Animated discussions with much gesticulation went on in the groups. A notification was pasted that there would be a general meeting after dinner. The internees gathered on the back verandah of the dining room. The sun had set in streaks of gold and red. Dusk was falling. From the river came the noises of steamers passing, the loud hallowing from passengers for the ferry. Sampans were passing, a man or a woman at the bow bending over the heavy pole. They became silhouettes against the lighter water, passing noiseless as a moving picture made after some old Egyptian frieze, the same form of boats and poles. The same pose of arm, body and feet. That was the setting of this modern comedy.
16
The chairman took his place behind the wooden table. Mr. Owen was sitting on his right. Judge Brinkhouse, the man who had proclaimed this meeting on his left. The chairman gave a brief summary of what had happened. This morning Mr. Owen had bashed Fanny's head with a piece of iron. The two vets in the camp had seen the dog and had agreed that she had died instantaneously. Now he gave the word to Mr. Brinkhouse. Mr. Brinkhouse stood up. Tall, lean, dark, well over fifty, with a vulture like face, he had all the tricks of his profession at his disposal. 'Ladies and gentlemen,' he began, 'the dog that has been so cruelly and wantonly killed this morning was a lovable and affectionate creature. I named her Fanny. I heard people referring to her as "Brinkhouse's dog". She always passed a part of the day with me and my family. What harm had she done to be so cruelly tortured and slain? I don't know about this country, but in England there is a law protecting the animal against cruelty. We are an English community. This compound where we live has been given to us. It is English territory. I claim the British law against this man Owen. In England he would be summoned before a tribunal. He would get a severe punishment. He is a man of a mentality not fit to sit here in our midst. We can't enforce the English law on him, but I want this house to vote that we hand him over to the Thai authorities to be punished according to their laws and that we sign a petition in which we ask that he be repelled from our camp community.' He sat down, pleased with himself, amidst cheers and hisses. A voice out of the dark cried: 'If I had known that the dog was going to be killed, I would I have found her a home in town. Sure I would.' Near the railing a tall man in flowing white garments and a russet beard sprang up and moved forward. It was Mr. Osborn, a Muslim like Mr. Owen. The two of them had their prayer mats side by side and three times a day they could be observed doing the prescribed genuflection to Mecca. 'Mr. chairman,' he began, 'when Mr. Owen is going to be expelled from this camp I want you to note down my request that I be allowed to go with him. Maybe the Thai authorities could be persuaded to let us go out on parole, maybe the Grand Mufti....' A loud laughter from the house at this ingenious request drowned his next words. But he kept his own. 'It is not easy for us Muslims to live here among all the people and go about doing our religious duties without hindrance. People are forever making jokes about us. Now about this dog business. You know that dogs are unclean to us. We are forbidden to touch them. We have asked the general committee several times to take steps to eliminate the dogs from the camp. Nothing has been done about it. I can't blame Mr. Owen that he at last has taken the law into his own hands.' Several cheers and bravo's were heard while he was retreating to his corner. The chairman stood up. 'Mr. Brinkhouse made the remark,' he said, 'that the dog had been tortured. However I gathered from the experts' report that she has been killed at the first blow. Will one of the experts confirm this statement?' and he peered searchingly into the crowd. Mr. Jones, K.J. as he was called by his friends, the elderly veterinary, a kind of dry humorist in his own way, stood up. 'That is right' he said. 'We were on the spot nearly immediately after the incident and examined her. She had only one mark on her head, no other signs of violence.' Judge Brinkhouse jumped up. 'And what about the piece of rope that was found round her neck with which he had tried to strangle her first?' 'The piece of rope might have been there before' said Mr. Jones. 'She certainly did not show signs of strangulation.' And with that he sat down. The chairman looked to his right. 'Now it is Mr. Owen's turn to defend himself' he said. Mr. Owen stood up and moved a few steps forward. He was certainly a picturesque figure as he stood there under the lamplight. He wore a pair of black velvet slippers heavily embroidered with silver, the white baggy trousers of the Arab and a short black satin coat. His long curly black hair was crowned with a magnificent white turban. His black square cut beard framed the face of a dreamer and a fanatic. He had been a professor of language at the Thai university and he was a born orator. He stood immobile while speaking, his arms hanging slack by his sides. His voice was soft but clear and penetrating and held that strange quality often called magic. He always held his listeners spellbound as long as he talked. 'Ladies and gentlemen,' he began, 'I have to apologize, if I have hurt the feelings of any of you. In particular I am very sorry for the gentleman who said he could have given Fanny a home. If I had known that, I surely would have asked him to do so.' He bowed politely into the direction whence the voice had come. 'But, as Mr. Osborn pointed out to you, things had gone to far and notwithstanding our repeated requests, the authorities took no steps in the matter. What would you do?' Here his voice increased slightly in volume. 'What would you do if 17
your religion told you that a dog was unclean and you found the beast day after day on your prayer mat. If your religion forbids you to touch a dog and the animal crawls in your bed, as happened a few times. Ladies and gentlemen, when I saw that there was no hope for help from outside I decided to finish the matter myself. I did not want to be cruel. I did not want to torture her. I wanted to get rid of her in the cleanest possible way. I had thought it all out thoroughly. I found a short heavy piece of iron and I knew exactly where I would hit her. This morning I met her and did as I had planned to do. She was looking at me and I saw her eyes fill over after I had hit her. She sank down and died without a sound. Without one sound, ladies and gentlemen.' With these words he calmly retreated to his chair and sat down again. There came an increasing volume of sound from the house. Heated discussions had started again. Laughter and angry voices could be heard on all sides. The chairman sat looking around waiting for a clue. Then a figure rose and a sudden 'hush' was heard. It was professor Hutchington, one of the most conspicuous types in the camp. Well past 50 with a florid red face and iron gray whiskers, he bore him-self erect in the good old-fashioned military style. Though a shy man in ordinary life, who preferred to keep his opinions to himself, he was a born speaker in the grand-opera manner. When he started, people knew some good fun was coming even if the fun consisted only in observing the mannerisms and form of speech of the man. He used to walk up and down while speaking and unconsciously people had already cleared a space around him. He always began with his hands clasped in front of him, but in becoming more and more animated he started gesticulating theatrically or stood still suddenly in the middle of a sentence with a dramatic gesture and gazed accusingly into the crowd. His speeches itself always bore a faint scent of the past, maybe it was the turn of a sentence or the choice or pronunciation of a word. Still he was a personality and what he said bore weight in the camp. 'Ladies and gentlemen,' he said, 'I must apologize for my audacity to try and speak to you upon so serious a subject. But ladies and gentlemen, are we grown up or are we children, that we have already spent nearly an hour discussing the fate of a dog. Are you aware, ladies and gentlemen, that there is a war going on outside, that we are surrounded by spying eyes and ears. Do you realize how much advantage the authorities could take, if they wished so, from a scene like this: Englishmen divided amongst themselves about a dog and generally behaving like fools! 'I beg your pardon ladies, I am very sorry about that' he said in a sudden aside to a few laughing women in the front row. 'Do let us try and see things in proportion and recognize the whole affair as a blown bubble, a storm in a glass of water. Don't think I am callous and heartless. I am as sorry as Mr. Brinkhouse and the other gentlemen about this event, but let us stop this nonsense. Mr. Owen has made his apologies. Let us accept them gracefully and have done with the whole affair.' Amidst thunderous applause he sat down again. Mr. Brinkhouse, seeing victory retreating from him, jumped up in excitation and shouted: 'Mr. Chairman, may I now ask the house to vote re my motion that Mr. Owen be handed over to the Thai authorities and be taken away from the camp?' 'Very well' said the Chairman. 'Will those in favour of the motion raise their hands?' About 30, 40 hands went up and he stood looking around for a while, counting them. 'All right' he said at last. 'Will now those against the motion raise hands?' From all sides hands flew up amidst laughter, cries and cheers. Without counting them - the majority was too overwhelming - the Chairman said: 'W ell ladies and gentlemen, I think that the question is settled then. The motion is rejected. I adjourn this meeting.' That was the end of the official part of that particular event, but of course discussions went on and on till bed time. A little group of Dutch people who had been sitting on the railing next to Osborn, had been rather rowdy in their remarks (in Dutch) and laughter. This had drawn the sour remark from Mr. Wood, the ex-consul, who himself had been very much in favour of the attitude of judge Brinkhouse: 'Of course the Dutch will vote against' and so they did indeed, unanimously. While going away one of them said: 'I am glad old Hutchington got up and threw oil over the troubled waters. I am still aghast at the mentality of these English.' 'They are out of their mind.' someone else interrupted crudely, 'Their skulls are filled with pea soup.' 'Shut up' said the first speaker. 'What I wanted to say is: they are so utterly illogical and muddle headed and indeed, unconscious of what they are doing. Now take judge Brinkhouse. He has been judge for over 20 years I reckon. I wonder how many sentences of death he has pronounced over criminals, but perhaps also over a few harassed victims of destiny. And all the others who were sobbing their hearts out over Fanny! Day after day I hear them gloating over the number of enemy 18
planes shot down, over the amount of bombs dropped on German towns and cities. Over the number of Japanese ships sunk in the Atlantic. Do they realize that there are human lives, mostly even innocent human lives involved? Are they so utterly sadistic, that they can revel in the thought of German children being blown to pieces, or poor sailors gasping for breath the last time and then going under to be torn by the sharks? Or is it just lack of imagination? Here they are with a dead dog at their feet and they sob and cry out in indignation at its murderer and on the other hand they enjoy the thousands of "enemy nationals" killed every day and call their pilots "most honourable men".' 'I often wonder how they would react,' one of the women said, 'when one of these things that they talk about was going to happen here before their eyes. If a Japanese plane crashed here in the camp and the mangled bodies of the crew were taken out - what would they do? Would they start a war dance and trample on them. Or would they stay solemnly around, talking in conventional phrases about the nobleness of death and have the padre read the service for the dead for them?'
BEZOEKERSLIJST REUNIE 26 april 2003 Hieronder volgt een lijst van de deelnemers aan de reünie van 26 april 2003 in De Reehorst te Ede. Altena, Jenny van Alting Siberg, Ed Alting Siberg, Erna Amersbeek, Nonny Arps, Charles Assink, Bep Bakker, Ton Balfour von Burleigh, John Bangert, Caroline Bangert, Tineke Barentz, Conny Barkey, Wally Bartels, Jan Bartheld, Frits von Bartheld, Maurice von Bastiaanse, Walter Beek, Jill van Bellingwout, Muis Berg, Irene v.d. Bergema, Betty Bergman, Dini Bersma, Rudy Birkenfeld, Sigi Bisschop, Bob Blogg, Fred Blom, Tom Bock, Nita/Mops Bont, Jetty de Boon von Ochssee, John Boot, Kees Bouwens, Frank Brink, Emil v.d. Brouwer, Wulf Bruyn Kops, Ati de Bruyn Kops, Kees de Bucker, Mary Buijteweg, Midzi Buld, Bertje v.d. Burger, Walter Burger-Timm, Magda Bus, Frits Cardon, Loekie Claasen, Rob Cooke, Wil
Corsmit, Theo Coumou, Piet Dahmen, Edith Dake, Leo Dake, Hetty Debrichy, Frieda Debrichy, Marcel Deetman, Fred Dickerscheid, Mien Dijkwel, Lenie Dincklage, Herbord von Dort, Thelma van Duren, Donald Duren, Rein Duren, Wil Edauw, Muis Edauw-Bos, Suze Ee, Micky van Eijk, Theo van Einthoven, Katy Emanuels, Jules Engh, Jane v.d. Fischer, Hans Folmer, Joke Frieser, Jane Gadroen, Iske Gaemers, Jack Gaster, Loe Geul, Herman Geuns, Vonnie van Gevers, Els Go, Elly Go, Louis Go, Lidy Grabner, Wally Groote, Maurits/Wim de Haaren, Door van Ham, Ruud van Heemskerk, Ria Heijne, Terry Helwig, Greet Hendriks, Itte Hendriks, Bomber Hens, Mary
Hens, Go Hermans, Marie-Eugénie Heuvelsland, Ceciel Heyting, Katie Hienekamp, Kees Hienekamp, Pit Hogestijn, Wim Hol, Joke Hol, Libert Holleman, Eric Hoolboom, Truus Houbolt, Kees Idema, Ad Jansen, Haydee Jansen, Nel Jonker, Gerard Kalkman, Mas Kiliaan, Noesje Kiliaan, Bonthy Ko Sian Hwa, Christine Koesveld, Ineke van Korthout, Nancy Kreemers, James Krugten, Frans van Kwee, Kiem Han Leeden, Henny v.d. Leeuwen, Lily van Lels, Paulien Lelyveld, Boudewijn van Liang, Ellen Liem Kiem Tjing, Irene Lim Giok Lan, Sally Lindeijer, Greet Lindeijer, Wim Loeber, Inge Logchem, Dick van Loman, Wally Loon, Sonja van Luidinga, Frans Lutzow, Orle Mackay, Elsie Mackay, Maud Mackenzie, Sylvia Made, Els v.d.
19
Maire, Bep le Marijn, Boy Meelhuijsen, Ron Meijer, Joop Menick, Ernst Meyn, Evert Mijer, Leo Mijne, Ellen Mulder, Evert Muller, Tineke Nemmers, Edith Niels, Cherna Niels, Sven Noort, Wim van Northolt, Maurits Ockeloen, Sonja Offringa, Pieterke Ortt, Anneke Overweel, Corrie Oyen, Tini van Pacejka, Hans Pattiwael, Poeleke Planque, C.W. de Mw. de Planque Ploeg, Mels v.d. Pols, Cor v.d. Posthumus, Froukje Posthumus, Marijke Raaff, Willy Rasing, Elly Rasing, Ems Rasing, Marijke Ravenschlag, G. Rheenen, Bart van Rheenen, Sylvia van
20
Ridwan, Ton Rodrigues, Rob Rooswinkel, Gerrit Rosmalen, Connie van Rusche, Hans Rusche, Meke Saleh, Wendy Schalkwijk, Wilma Scheepe, Frans Schomper, Ben Setjo, Hans Sie Dhian Ho, Han Smith, Rudy Soesman, Nico Song, Lilian Spenneman, Bert Steur, Annie de Steur, Greet v.d. Straatman, Regien Stroeve, Ab Strubbe, Diet Stumpf, Harry Suchtelen, Gonneke van Tan Hong Bin, Max Tanis, Rutger Thiele, Max Thijsse, Ineke Thijssen, Ans/Frans Thung, Paul Tjoa Kong Seng, Kong Tjoa Liong Seng, Liong Tuinenburg, Peter Tumbuan, Lex Tumbuan, Eddy Ujlaki, Agnes
Verdooren, Rudi Visser, Tony Visser, Baukje Visser, Ockje Voogd, Ronald Vos, Hannie de Vree, Doddy Vries, Ada de Vries, Pautje de Vries, Meta de Vries, Wally de Vrijburg, Hilleke Vrijburg, Sonja Vuyk, Inge Vuyk, Jan Wal, Peter v.d. Ward, Peter Weele, Puck v.d. Weiffenbach, Max Werkum, John van Westbroek, Rob Westbroek, Margot Wijk, Hans van Wijnhamer, Molly Wilm, Leo Winter, Lenny Wolff Schoemaker, Dick Woltjer, Bas Woltjer, Lous Woude, Harro v.d. Yap Ay Lien, Hilda Zijlstra, Tom Zikken, Tups
ALGEMENE GEGEVENS Bestuur en Redactie Evert Meyn, voorzitter De Grienden 5 1394 KS Nederhorst den Berg Telefoon: 029 425 1958 E-mail:
[email protected] Tineke Holleman-Bangert, secretaris Gentiaanstraat 11, 1402 CP Bussum Telefoon: 035 693 0650 E-mail:
[email protected] Eric Holleman, penningmeester Gentiaanstraat 11, 1402 CP Bussum Telefoon: 035 693 0650 E-mail:
[email protected]
Walter R. Burger, feestcommissaris Meloenstraat 140, 2564 TL Den Haag Telefoon: 070 323 5651 E-mail:
[email protected] Thelma W. Jellema-van Dort, lid Klaverweide 210, 2272 BZ Voorburg Telefoon: 070 355 7597 E-mail:
[email protected] Rob Westbroek, redacteur G&KD Dordogne 12; 3831 EK Leusden Telefoon: 033 494 1419 E-mail:
[email protected] Web-site: www.vedo-world.nl
Lidmaatschap: Het lidmaatschap staat open voor oud-curatoren, oud-docenten en oud-scholieren van het Christelijk Lyceum te Bandoeng, alsmede voor hun partners, ex-partners en weduwen / weduwnaars. Contributie bedraagt ¼ 7,50 per jaar en is bij vooruitbetaling verschuldigd. Opzegging dient te geschieden voor 1 december van het voorgaande jaar. U wordt vriendelijk doch dringend verzocht de contributie binnen een maand te voldoen. Het bestuur geeft er de voorkeur aan dat u dit doet d.m.v. de acceptgiro die u aan het begin van het jaar wordt toegezonden, aangezien hierop uw naam, lidnummer en eventueel achterstallige contributie vermeld zijn. Indien u de contributie op andere wijze voldoet, wordt u verzocht daarbij uw naam en lidnummer te vermelden.
Bankrelatie: Postgirorekening 537.857 t.n.v. Vereniging van Oud-Leerlingen VEDO, Bussum
21