FYSIOTHERAPIE STUDIEJAAR 2015 - 2016 Domein Health Instituut voor Paramedische Studies
LEVEN IS BEWEGEN Een directe bijdrage leveren aan het functioneren van mensen. Het verschil tussen niet werken en wel werken, sporten of niet sporten, een hobby uitoefenen of thuis blijven. Om maar een paar voorbeelden te noemen.
FYSIOTHERAPIE
ERGOTHERAPIE
LOGOPEDIE
VOEDING & DIËTETIEK
MONDZORGKUNDE
FYSIOTHERAPIE
Inhoudsopgave INLEIDING 3 1. Zo kijken wij naar onderwijs
2
4
2. Daarom horen deze beroepen bij elkaar
10
3. Het beroep Fysiotherapeut
12
4. Majorcompetenties Fysiotherapie
14
5. Onderwijsaanbod Fysiotherapie
17
6. Onderwijseenheden propedeuse Fysiotherapie
21
7. Onderwijseenheden Hoofdfase Fysiotherapie
45
8. Minoraanbod van het Instituut Paramedische Studies
71
9. Tentamens en examens
73
10. Studieloopbaanbegeleiding
75
Bijlage 1. Onderwijsprogramma Topsportklas
77
Lesdagen en vakanties/ Jaarplanning
81
Domein Health Instituut Paramedische Studies | Domein Nursing Instituut Verpleegkunde Studies
FYSIOTHERAPIE
INTERACTIEVE PAGINA
Download de gratis Layar App
Scan deze pagina
Ontdek de interactieve content
Inleiding Deze Studiegids is onderdeel van het Opleidingsstatuut van Instituut Paramedische Studies 2015-2016. Dit Opleidingsstatuut bestaat uit drie delen: 1. De studiegids 2. Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens en 3. Beschrijving van het onderwijs. Het Opleidingsstatuut is terug te vinden op de websites van de 5 IPS-opleidingen: voor Fysiotherapie op: http://specials.han.nl/themasites/ips-studiewijzer/fysiotherapie/studiegids/ Daarnaast geeft het Instituut Paramedische Studies voor elke opleiding een aparte studiegids uit. De hoofdstukken 1 t/m 10 van deze Studiegids zijn een uitwerking van deel 1 van het Opleidingsstatuut. Alle startende propedeuse-studenten krijgen de Studiegids van hun opleiding in een gedrukte Magazine-versie uitgereikt. Voor de hoofdfase studenten is deze studiegids online beschikbaar.
FYSIOTHERAPIE
3
FYSIOTHERAPIE
1. Zo kijken wij naar onderwijs Het beheersen van een vak heeft alles te maken met het toepassen van de theorie in de dagelijkse praktijk. Met boekenwijsheid kom je er niet. Om maar een voorbeeld te noemen: lezen over de behandeling van een aandoening is iets heel anders dan daadwerkelijk zelf behandelen. Je gaat de theorie in de praktijk toepassen en je begint daarmee, wat ons betreft, meteen al bij aanvang van je studie. Theorie en praktijk vormen dus de basis van je studie bij de HAN. We werken daarom bij de HAN met realistische beroepstaken.
Zelfstandig denken en doen
noemen we een competentie. Het zijn die bijkomende,
Je doet niet alleen nieuwe kennis op, maar spiegelt deze
maar altijd vakgerelateerde vaardigheden, die het verschil
ook aan de mening van anderen. Hierdoor verbind je
maken tussen een fysiotherapeut en een goede fysiothe-
nieuwe informatie aan dat wat je al weet en dat wat
rapeut. Bij de HAN vormen deze vaardigheden een
anderen weten. Op deze manier leer je zelfstandig keuzes
wezenlijk onderdeel van je studie.
te maken en een mening te vormen over je vakgebied. Dit digheden ook toepassen in nieuwe, onbekende en deels
Leven in de 21ste eeuw betekent blijven leren
onvoorziene situaties. De moderne maatschappij heeft
In de tijd waarin wij leven, veranderen allerlei zaken in een
behoefte aan vakmensen die nieuwe oplossingen kunnen
hoog tempo. Denk maar aan de veranderingen die de
bedenken voor bestaande of nieuwe problemen.
computer, het internet en de mobiele telefoon hebben
is straks belangrijk, je kunt dan je vakkennis en vakvaar-
Verschil fysiotherapeut en een goede fysiotherapeut
4
teweeggebracht. Daarnaast zijn en blijven de ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg ook belangrijke aandachtspunten. Zo verschuift de focus steeds meer van Ziekte en
Maar er komt nog wat bij. We verwachten, naast vakma-
Zorg naar Gezondheid en Gedrag. Deze veranderingen en
tige kennis, ook bepaalde vaardigheden van je. Deze
ontwikkelingen hebben niet alleen een grote invloed op
vaardigheden helpen je bij het zo goed mogelijk uitoefe-
ons werk, maar op heel ons leven. Om bij te blijven moet je
nen van je beroep. Om een goede diagnose te kunnen
in staat zijn om deze veranderingen te begrijpen en op
stellen moet je bijvoorbeeld goed leren luisteren naar je
bepaalde gebieden moet je misschien ook wel leidinggeven
cliënten. Daarbij is ook je houding – je attitude – van
aan of helpen bij de uitvoering van veranderingen. Om dit
groot belang. Een voorbeeld: je helpt mensen met een
te kunnen moet je blijven leren. Kennis en vaardigheden
handicap niet met medelijden. Door je professionele
die je vandaag leert, kunnen ‘morgen’ al weer verouderd
houding zoek je de beste manier om cliënten optimaal te
zijn. In ons onderwijs proberen we je daarom vaardigheden
laten functioneren in beroep en maatschappij. Deze
aan te leren die je helpen om te blijven werken aan je
samenhang tussen kennis, vaardigheden en attitude
professionele ontwikkeling.
FYSIOTHERAPIE
studenten. Zo kun je via een minor participeren in
De uitgangspunten van de studie:
buitenlandse projecten zoals het ‘ Theewaterskloofproject’ in Zuid Afrika of het ‘Skol Salu’ project op Curaçao. Je kunt ook een deel van je studie in het buitenland
• Je verwerft beroepscompetenties omdat de dagelijkse praktijk van je vak het uitgangspunt vormt van je studie. Dit komt zowel in de begeleiding als in de toetsing tot uitdrukking: je spiegelt je als student continu aan de eisen van het beroep. • Je ontwikkelt een houding waarin ‘life long learning’ (levenslang leren) een vanzelfsprekendheid is. • Je bent in toenemende mate in staat om je eigen leerproces te sturen. • De opleiding die je volgt, voert een continue dialoog met het werkveld. Er zijn nauwe contacten met het werkveld op alle niveaus van de opleiding. Zo zullen ook beroepsbeoefenaars uit het werkveld meewerken aan de beoordeling van jouw inspanningen. • Je leert voor een beroep waarin het vraaggericht handelen het paradigma is. • Een professional in de dienstverlening werkt vraaggericht. De vraag van de cliënt staat centraal bij het zoeken naar een oplossing. De professional helpt de cliënt de goede vraag te formuleren.
uitvoeren, door te studeren aan een andere hogeschool of universiteit in Europa of daarbuiten. Maar je kunt ook intern internationale ervaring opdoen: Internationalisering@home (I@H) betekent het leren in een internationale omgeving op de HAN in Nijmegen. Denk bijvoorbeeld aan digitale vergelijkingsopdrachten binnen onderwijseenheden met buitenlandse studenten, of uitwisselingsbijeenkomsten met buitenlandse studenten op de HAN. I@H is een speerpunt van de HAN, en krijgt binnen je opleiding de komende jaren steeds meer body. Iedere opleiding heeft een contactpersoon Internationalisering waar je terecht kunt voor informatie. Ook kun je met vragen terecht bij het International Office. Kom zeker langs op de jaarlijkse ‘ Wil Weg Dag’ in oktober op de HAN in Nijmegen.
Onderwijs in onderzoek – onderzoek in onderwijs In de beroepspraktijk van de fysiotherapeut neemt onderzoek een steeds belangrijkere plaats in. Je zult je als fysiotherapeut steeds beter moeten kunnen verantwoorden tegenover de cliënt en de zorgverzekeraar. Ook maatschappelijke ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de opkomst van e-health en de toenemende vergrijzing,
Je zult het druk krijgen en hard moeten werken, maar de
vragen niet alleen van jou, maar ook van het beroep zelf
beloning is hoog: je beheerst straks een prachtig vak waar
een voortdurende bereidheid tot verdere ontwikkeling. Je
je je hele leven plezier van hebt.
wordt opgeleid tot een fysiotherapeut die zijn beslissin-
Internationalisering
gen neemt op basis van het best beschikbare bewijs, in combinatie met de kennis en ervaring als therapeut en de
In je toekomstige beroep krijg je steeds meer te maken
waarden en voorkeur(en) van de individuele cliënt. Maar
met internationalisering. Denk maar aan de internationale
ook tot een fysiotherapeut die zichzelf kan blijven
literatuur die je gebruikt om je behandelplan te onder-
ontwikkelen en een bijdrage kan leveren aan de ontwikke-
bouwen of de deelname van je beroepsgroep aan
ling en innovatie van het eigen beroep.
internationale congressen of een Europese beroepsvereniging. Je kunt bij internationalisering ook denken aan de
In het onderwijs kom je vanaf het begin van je studie in
toekomstige cliënten met verschillende culturele achter-
aanraking met onderzoek en onderzoeksvaardigheden. Denk
gronden die je in je praktijk tegenkomt. Je opleiding
daarbij bijvoorbeeld aan het leren lezen en interpreteren
bereidt je voor op deze internationale omgeving. We
van (wetenschappelijke) artikelen, waar je een behandeling
hebben verschillende mogelijkheden voor uitgaande
of advies op kunt baseren. Of een hoorcollege waarin de
FYSIOTHERAPIE
5
FYSIOTHERAPIE
basis van onderzoeksvaardigheden worden gepresenteerd.
Moet er bijvoorbeeld ook aandacht zijn voor bedrijfsproces-
Ook leer je zoekvragen opstellen, zodat je zelf de theoreti-
sen, zoals roostering en cijferinvoer? Die vormen immers
sche verdieping en de meest recente ontwikkelingen kunt
onlosmakelijk onderdeel van de kwaliteit en de betrouwbaar-
vinden in bepaalde onderwerpen. Daarnaast leer je ook zelf
heid van onderwijs en onderzoek. Het groeien naar een PLG
onderzoek te doen, waarbij je een vraagstuk uit de praktijk
vraagt een open houding en veranderbereidheid. Op die
gaat beantwoorden en het product direct resultaat oplevert
manier werken we aan een inspirerend werkklimaat dat
voor de beroepspraktijk.
stimulerend en uitdagend is voor alle betrokkenen. Waarin ruimte wordt gemaakt voor leren en verbeteren. Ook
De lectoren en kenniskringen van de HAN verrichten
verwachten we dat studenten vanuit deze aanpak betere
dagelijks praktijkgericht onderzoek naar verschillende
resultaten bereiken op vakinhoudelijke kennis en vaardighe-
thema’s op het gebied van de gezondheidszorg. Om de meest
den, op het leren communiceren, op het leren problemen op
actuele kennis te verwerken in het onderwijs en om te
te lossen en op ethische en sociale aspecten van het beroep.
kunnen participeren in projecten vanuit de praktijk, werkt de
De PLG speelt daarmee een belangrijke rol in de studieloop-
opleiding fysiotherapie nauw samen met de lectoraten
baanbegeleiding van de student.
neurorevalidatie, musculoskeletale revalidatie, arbeid en gezondheid, langdurige zorg en lokale dienstverlening vanuit
Belangrijk aspecten van de PLG zijn voor ons in elk geval:
klantperspectief. Soms staat de lector dan ook letterlijk voor
• de veiligheid van de leersituatie,
de klas. Onderzoek lijkt nu misschien nog erg theoretisch en
• het bewust maken van studenten van hun eigen invloed,
ver weg, maar je zult zien dat het een praktische invulling
• de voorbeeldfunctie van de docent.
krijgt als het je helpt een behandeling vorm te geven of om de beroepspraktijk te verbeteren!
Professionele Leergemeenschap: een top zorgverlener vraagt een top samenwerking In de opleiding Fysiotherapie wordt toegewerkt naar een Professionele Leergemeenschap (PLG). Een PLG bestaat
Extra ondersteuning Soms zijn er omstandigheden waardoor je extra ondersteuning nodig hebt om je studie succesvol te kunnen volgen. Voorbeelden daarvan zijn: • Je wilt gebruikmaken van de faciliteiten voor topsporters. • Je hebt een functiebeperking, zoals dyslexie, dyscalculie, ADHD, een chronische ziekte of een psychische ziekte.
uit een groep studenten, docenten, onderzoekers, andere
• Je bent hoogbegaafd.
medewerkers en mensen vanuit het werkveld die intensief
• Je komt uit een ander land, bijvoorbeeld de Neder-
met elkaar samenwerken. Dit zie je tijdens de lessen, in
landse Antillen, en bent nog niet gewend in de
de praktijkcoaching, bij de student-studentbegeleiding,
Nederlandse maatschappij.
tijdens de beroepsvoorbereidende stage en in het afstudeertraject. De PLG-gedachte zit al in het didactisch
Je studieloopbaanbegeleider (SLB’er) is in deze gevallen de
concept van de opleiding: van intensieve begeleiding naar
persoon aan wie je je vraag kunt stellen. Als het nodig is kan
toenemende zelfsturing. Dit betekent dat studenten al
hij je verwijzen naar de senior SLB’er. Deze persoon kan je
tijdens hun opleiding als aankomend professional worden
verder op weg helpen bij jouw vraag naar extra ondersteuning.
bejegend en een actieve rol hebben in het eigen leerpro-
In sommige gevallen is het handig om je vraag in te
ces maar ook in dat van hun toekomstige collega’s. Er
brengen voordat je aan de studie begint. Als je bijvoor-
wordt daarmee veel van hen verwacht en gevraagd. Er is
beeld nu al weet dat je dyslectisch bent en om die reden
gedurende de gehele opleiding een actieve coaching op
extra tentamenfaciliteiten nodig hebt, dan is het
“zich ontwikkelende professionaliteit”. Het gerealiseerde
verstandig om die vraag te stellen vóórdat je aan de
eindniveau is een resultaat van deze samenwerking van
opleiding begint. Of je zit in een rolstoel en je hebt extra
student, docent en de begeleiding vanuit het werkveld.
aanpassingen nodig om bijvoorbeeld naar het toilet te kunnen. Of je wilt je studie combineren met je topsport-
6
Maar we willen de lat hoger leggen. Dus vinden er in diverse
activiteiten. Ook dan is het handig dat de voorzieningen
teams binnen de opleiding discussies plaats, over wat een
getroffen kunnen worden voordat jij de eerste dag op
PLG is en hoe we daar nog beter vorm aan kunnen geven.
school komt.
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Student Hoofdfase
“Ik dacht voordat ik aan het onderzoek begon, dat het erg vaag en theoretisch zou zijn. Ik zag er enorm tegenop. Maar nu ik klaar ben, ben ik eigenlijk best trots op het resultaat en vind ik het geweldig dat ik mee heb kunnen helpen deze vraag uit de praktijk op te lossen!”
FYSIOTHERAPIE
7
FYSIOTHERAPIE
Het voorkomt veel ongemak als je je vroegtijdig meldt.
Instroom
Dan kunnen de extra voorzieningen op tijd worden
Studenten hebben het naar hun zin op de HAN. Steeds
geregeld en daarmee voorkom je dat je meteen bij de
meer studenten Fysiotherapie melden zich aan bij ons
start van je studie al vertraging oploopt. Je hoeft niet te
opleidingsinstituut. Als je de cijfers hierna bekijkt, kun je
wachten tot je weet wie de SLB’ers zijn, maar kunt met je
zien dat het grootste deel van de studenten hun opleiding
vraag terecht bij Evelien Kinds:
[email protected].
bij ons ook afmaakt.
Instroom Instroom opleiding Fysiotherapie 2010
2011
2012
2013
2014
232
233
227
210
185
2011
2012
2013
2014
Fysio
Rendement Propedeuse-rendement na 2 jaar studie 2010
Fysio HAN 53%
60%
75%
59%
71%
59%
80%
59%
80%
59%
Hoofdfase-rendement 2010
2011
2012
2013
2014
Fysio HAN 80%
78%
83%
73%
80%
77%
81%
75%
86%
Zie ook www.hbo-raad.nl/hbo-raad/feiten-en-cijfers voor interessante gegevens, kijk bij Feiten en cijfers Onderwijs.
8
FYSIOTHERAPIE
71%
FYSIOTHERAPIE
Student Hoofdfase
“De toetsing van het werkplekleren is duidelijk vormgegeven. Wat ik ook goed vind is dat het mogelijk is om op een leerwerkplaats stage te lopen, een super aanvulling. Dit zou meer mogelijk moeten worden. ”
FYSIOTHERAPIE
9
FYSIOTHERAPIE
2. Daarom horen deze beroepen bij elkaar Het Instituut voor Paramedische Studies valt binnen het domein Health. De opleidingen in dit domein richten zich op het lichamelijke en geestelijke welzijn van de mens. Beroepsbeoefenaren in het domein proberen mensen te genezen en ze proberen te voorkomen dat mensen ziek worden. De competenties die studenten ontwikkelen binnen de opleidingen van het domein zijn vergelijkbaar en kunnen zelfs voor een deel hetzelfde zijn. Ergotherapie, Fysiotherapie, Logopedie, Mondzorgkunde en Voeding en Diëtetiek
preventie gaan. Dan ligt de focus op het voorkómen
Deze opleidingen zitten natuurlijk niet voor niets bij
optimaliseren van gezondheid.
elkaar in hetzelfde domein. Wat ze met elkaar gemeen
10
van klachten, of voorkomen dat klachten verergeren. Nog beter is het om in deze te spreken van het
hebben, is dat ze allemaal een aanvullende rol hebben
Interprofessioneel werken
naast de algemene medische zorg. Ze richten zich er
In deze beroepen werk je zelfstandig of in een organisa-
voornamelijk op mensen (weer) te laten deelnemen
tie. Je werkt voor individuele klanten, maar ook voor
aan de maatschappij, zodat ze weer mee kunnen doen
organisaties of personen die bij de behandeling,
na een ziekte of ongeluk. Maar het kan ook om
verzorging of begeleiding betrokken zijn. Je werkt dus
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
nauw samen met andere professionals (artsen, bedrijfs-
plaats, en kregen daarnaast drie opleidingen het extra
artsen, verpleegkundigen, psychologen en andere
predicaat ‘Topopleiding’.
paramedici). Zo lever je een bijdrage aan een keten van
Het werkelijke verschil tussen een gewone en een goede
zorg. Het belang van het functioneren in netwerken is
therapeut is zijn ondernemendheid; de mate waarin je
dan ook groot. Deze samenwerking tussen verschillende
pro-actief bent in je leren, initiatief neemt en actief in je
(para)medische beroepsbeoefenaren zal in de toekomst
werk en in je leven staat. Alle opleidingen van ons
alleen maar toenemen.
instituut vinden deze eigenschap belangrijk. Ergotherapie heeft als eerste opleiding in Nederland het Bijzondere
Uniek in Nederland is dat opleidingen van het Instituut
Kenmerk ‘ondernemen’ meegekregen; dat geeft de horizon
Paramedische Studies (IPS) gezamenlijke onderwijseenhe-
voor de andere opleidingen. Het geeft de maat voor de
den aanbieden, waarbij studenten niet alleen gezamen-
cultuur waarin we werken bij IPS.
lijke colleges volgen, maar ook multidisciplinair samenwerken in projecten en opdrachten. Om deze
Praktijkhuis
samenwerking te bevorderen, werken studenten binnen
Het Praktijkhuis is een moderne, multidisciplinaire
het Instituut Paramedische Studies aan het ontwikkelen
leeromgeving binnen de HAN. Het Instituut Verpleeg-
en versterken van gezamenlijke majorcompetenties.
kundige Studies en het Instituut Paramedische Studies hebben dit samen gerealiseerd. Als student leer je hier
Ons Instituut kenmerkt zich door de fijne sfeer; het is een
werken in realistische praktijksituaties die herkenbaar
plek waar je graag vertoeft. Docenten en studenten
zijn voor jouw vakgebied. Met je vragen kun je altijd
kennen elkaar, je bent geen nummer maar je wordt gezien
terecht bij bijvoorbeeld de praktijkcoach. Je ontmoet
voor wie je bent. We hebben aandacht voor jouw talent,
uiteraard studenten en docenten van je eigen opleiding
want we vinden dat een goede beroepsbeoefenaar gebruik
maar ook studenten van veel andere opleidingen die
maakt van zijn persoonlijke kwaliteiten. Daarvoor hebben
behoren tot de hierboven genoemde Instituten. Je
we speciale programma’s ontwikkeld, zoals het ‘honours-
maakt kennis met elkaars vakgebied en werkt samen in
programma’ Topzorg en het excellentieprogramma
diverse praktijkgerichte situaties. Dat is belangrijk
‘ondernemen en leiderschapsontwikkeling’.
omdat je straks in de beroepspraktijk elkaar met grote regelmaat zult tegenkomen. In het Praktijkhuis worden
De lat ligt hoog bij IPS. Iedere professional die we
ook regelmatig lezingen, demonstraties en workshops
afleveren, is de best denkbare. Dit is een wordingsproces,
gegeven over actuele ontwikkelingen in de gezondheids-
waarbij we de student als toekomstige collega aanspre-
zorg. Hier ontmoet je naast de zorgprofessionals uit het
ken. Hier horen waarden en normen bij, maar ook
werkveld, ook de lectoren die verbonden zijn aan de
collegialiteit. Natuurlijk bieden we ook de best denkbare
HAN. Het Praktijkhuis is dé plek waar studenten,
opleidingen aan. Niet voor niets staan onze opleidingen
docenten, patiënten/cliënten en het regionale werkveld
in de Keuzegids 2015 allemaal op de eerste of tweede
elkaar ontmoeten en inspireren.
Chiel Hamann, afgestudeerd als fysiotherapeut aan de HAN
“Het fijne van mijn studie was de combinatie van theorie en praktische vaardigheden, waarbij de docenten dicht bij je staan en altijd te raadplegen zijn om je te helpen een vakbekwame fysiotherapeut te worden.“
FYSIOTHERAPIE
11
FYSIOTHERAPIE
3. Het beroep Fysiotherapeut Als fysiotherapeut ben je gespecialiseerd in het begeleiden en beïnvloeden van het bewegend functioneren van de mens. Dat wordt actueel wanneer dat functioneren wordt belemmerd of dreigt te worden belemmerd. Op dat moment ontstaan er aan het bewegingsapparaat gerelateerde gezondheidsproblemen. Mensen ervaren deze problemen als belemmerend in hun dagelijkse leven. Daarbij kunnen ze een vraag hebben voor behandeling, begeleiding of ondersteuning.
12
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Je bent een coach Het is de taak van de fysiotherapeut om de hulpvraag in een gesprek met de cliënt helder te krijgen. Dit gesprek is bepalend voor de intensiteit van de begeleiding. Het zelfregulerende vermogen van de cliënt staat centraal. De rol van de fysiotherapeut is daarmee ook die van coach.
De omgeving van de cliënt De begeleiding van de fysiotherapeut richt zich niet alleen op de cliënt als individu, maar ook op de omgeving van de cliënt. Als fysiotherapeut geef je voorlichting aan de cliënt, maar ook aan zijn of haar omgeving. Zo kan je bijvoorbeeld een familielid leren hoe deze een cliënt kan
Fysiotherapeuten zijn ook actief als begeleider en
helpen bij een transfer. Zo kan je ook een ziekenverzor-
adviseur in organisaties waar specifieke eisen gesteld
gende leren hoe deze een cliënt een spastisch been kan
worden aan het bewegend functioneren, zoals bij
laten ontspannen tijdens de verzorging. Nog belangrijker
sportclubs. Fysiotherapeuten zijn direct toegankelijk
wordt het om de omgeving te helpen met de bevordering
(zonder verwijzing van een medicus) en stemmen hun
van de gezondheidssituatie van de cliënt als individu.
handelen proactief af op andere actoren in het veld. Dit komt tot uiting in een intensivering van bijvoorbeeld
De vraag naar sturing staat centraal in het gehele
doorverwijzingen naar gespecialiseerde fysiotherapeuten,
fysiotherapeutische proces. De mate waarin en de wijze
gerichte doorverwijzing naar medische specialisten,
waarop gebeurt in overleg. De fysiotherapeut is in
multiprofessionele samenwerkingsverbanden en transmu-
samenspraak met de cliënt (en diens omgeving) in staat
rale projecten.
om allerhande belangrijke aspecten op elkaar af te stemmen, dit noemen we shared decision making. Denk hierbij aan een rijk geschakeerd klinisch redeneerproces, referentiekaders, doelstellingen en de rolverdeling binnen
Beroepstaken en competenties
de relatie. Als fysiotherapeut creëer je altijd een veilige omgeving
Het beroepenveld verwacht nieuwe en andere
die zich kenmerkt door vertrouwen, rust en hygiëne.
kwaliteiten van hbo-afgestudeerden dan voor-
Waar kun je werken?
heen. Straks ben je als fysiotherapeut niet alleen vakbekwaam, maar ook in staat om nieuwe
Je kunt o.a. fysiotherapeut zijn in een:
kennis en oplossingen te produceren in soms
• Eerstelijns praktijk in een woonwijk
nieuwe, onbekende en deels onvoorziene
• Gezondheidscentrum
situaties. De HAN wil daar recht aan doen door
• Ziekenhuis
gebruik te maken van realistische beroepstaken,
• Revalidatiecentrum
waarvan de complexiteit naadloos aansluit bij de
• Verpleeghuis
praktijk. Het verwerven van de competenties die
• Instituut voor geestelijke gezondheidszorg
je nodig hebt voor het uitvoeren van deze
• School voor speciaal onderwijs
beroepstaken en het verbeteren van je vakbe-
• Bedrijf
kwaamheid zijn de kern van je opleiding.
• Sportcentra of -verenigingen
FYSIOTHERAPIE
13
FYSIOTHERAPIE
4. Majorcompetenties Fysiotherapie Elke hbo-studie bestaat uit een majordeel en een minordeel. In het majordeel leer je de basiskennis en basisvaardigheden van het toekomstige beroep. Het majordeel beslaat 210 studiepunten en is dus 7/8 deel van je studie. In het minordeel kies je, in overleg met je studieloopbaanbegeleider, een keuzevak of minor. Dit kan een minor zijn van je eigen opleiding, maar je kunt ook kiezen voor een minor van een andere opleiding van Paramedische Studies, bij een ander HAN-instituut of zelfs bij een andere Hogeschool of Universiteit. Op deze manier kun je je competenties verbreden of verdiepen op een manier die aansluit bij je eigen capaciteiten en interesses. Een minor bij de HAN beslaat altijd 30 studiepunten en is dus 1/8 deel van je studie.
Om de studie Fysiotherapie succesvol af te ronden, ga je op verschillende terreinen aan de slag. Je gaat leren om diverse aspecten van het vak onder de knie te krijgen. De opleiding Fysiotherapie neemt als vertrekpunt van haar onderwijs het KNGF beroepsprofiel. Het KNGF beroepsprofiel is tot stand gekomen door een samenwerking van de beroepsvereniging, het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) en het Studierichtingsoverleg Fysiotherapie (SROF). Deze beroepscompetenties zijn voor de opleiding Fysiotherapie de majorcompetenties.
Competentiegebieden en sleutelcompetenties Competenties zijn nodig om je beroep adequaat uit te voeren. Het beheersen van deze competenties op niveau 3 zijn de eindkwalificaties van de opleiding en als zodanig ook een uitwerking van hoofdstuk 7 van deel 3 van het Opleidingsstatuut. De opleiding fysiotherapie hanteert de volgende competentiegebieden en sleutelcompetenties :
14
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
competentiegebied
sleutelcompetenties1
1. Fysiotherapeutisch handelen
1.1 Screening 1.2 Diagnostiek 1.3 Behandelen 1.4 Afsluiten van behandelen
2. Communiceren
2.1 De fysiotherapeut bouwt een effectieve behandelrelatie met de cliënt op. 2.2 De fysiotherapeut luistert en verkrijgt doelmatig en doeltreffend cliëntinformatie en respecteert hierbij de privacy. 2.3 De fysiotherapeut bespreekt de informatie over doelen en behandeling met cliënt, zijn naasten en/of andere betrokkenen. 2.4 De fysiotherapeut doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over de cliënt
3. Samenwerken
3.1 De fysiotherapeut werkt samen met binnen het hulpverleningsproces betrokken professionele hulpverleners. 3.2 De fysiotherapeut verricht intercollegiale consulten. 3.3 De fysiotherapeut werkt samen met zorgverzekeraars. 3.4 De fysiotherapeut werkt samen met maatschappelijke, overheidsinstanties en/of beroepsverenigingen.
4. Kennis delen en wetenschap beoefenen
4.1 De fysiotherapeut bevordert de kennis van de cliënt, zijn naasten en/of andere betrokkenen, collegae en andere betrokken professionals en mantelzorgers. 4.2 De fysiotherapeut draagt bij aan wetenschappelijk onderzoek. 4.3 De fysiotherapeut past wetenschappelijke informatie kritisch toe. 4.4 De fysiotherapeut ontwikkelt en voert een persoonlijk ontwikkelplan uit.
5. Maatschappelijk handelen
5.1 De fysiotherapeut herkent determinanten van ziekte en gezondheid. 5.2 De fysiotherapeut bevordert de gezondheid van cliënten alsmede de volksgezondheid. 5.3 De fysiotherapeut handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen en beroepscode. 5.4 De fysiotherapeut treedt op bij negatieve effecten van hulpverlening en incidenten in de gezondheidszorg.
6. Organiseren
6.1 De fysiotherapeut plant en organiseert zijn eigen werkzaamheden, in overleg met de collega’s binnen dezelfde organisatie. 6.2 De fysiotherapeut werkt doeltreffend en doelmatig samen in interprofessionele netwerken. 6.3 De fysiotherapeut werkt doeltreffend en doelmatig binnen een gezondheidszorgorganisatie
7. Professioneel handelen
7.1 De fysiotherapeut toont zich in de relatie met de cliënt een professionele hulpverlener. 7.2 De fysiotherapeut toont zich binnen interprofessionele relaties een professionele hulpverlener. 7.3 De fysiotherapeut toont adequaat professioneel gedrag. 7.4 De fysiotherapeut oefent het beroep uit naar de gebruikelijke ethische normen van het beroep.
1
Voor een beschrijving van indicatoren per sleutelcompetentie zie pagina 29 t/m 37 van het KNGF beroepsprofiel 2014 FYSIOTHERAPIE
15
FYSIOTHERAPIE
De competentie gebieden en sleutelcompetenties staan uitgebreid beschreven in het beroepsprofiel van de opleiding Fysiotherapie. Je krijgt dit bij aanvang van je studie via HAN-Scholar uitgereikt.
16
1.
Kennis en inzicht aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied hebben, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is.
2.
Toepassen kennis en inzicht Is in staat om zijn kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.
3.
Oordeelsvorming Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten.
4.
Communicatie Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.
5.
Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.
FYSIOTHERAPIE
Professioneel handelen
Organiseren
Maatschappelijk handelen
Kennis delen en wetenschap beoefenen
Samenwerken
Communiceren
Competenties
Fysiotherapeutisch handelen
Dublin Descriptoren
FYSIOTHERAPIE
5. Onderwijsaanbod Fysiotherapie De studie Fysiotherapie duurt vier studiejaren. Elk jaar is verdeeld in vier periodes. Het eerste jaar, de propedeuse, wordt gevolgd door drie hoofdfasen. In elke fase volg je een aantal onderwijseenheden. Dit zijn modules die je volgt om je bepaalde beroepstaken eigen te maken. De vereiste competenties komen in deze onderwijseenheden aan bod. Voor elke onderwijseenheid kun je studiepunten (STP) behalen. Het aantal studiepunten kan per onderwijseenheid verschillen. Dit is afhankelijk van het aantal uur dat je (gemiddeld genomen) moet besteden aan de onderwijseenheid: het aantal studiebelastingsuren (SBU). In hoofdfase 2 begin je met de BVP1, de eerste beroepsvoorbereidende periode. In hoofdfase 3 eindig je met BVP2, de tweede en afsluitende beroepsvoorbereidende periode. Tussen deze twee BVP’s kun je kiezen: je volgt in het tweede semester van hoofdfase 2 of ‘Praktijkgericht onderzoek’ óf een minor. Datzelfde gebeurt in semester 1 van hoofdfase 3. De volgorde wordt bepaald door het moment waarop de minor van jouw keuze wordt aangeboden.
Topsportklas opleiding Fysiotherapie
ding geen vier, maar vijf jaar duurt. Bij een vijfjarige
De opleiding Fysiotherapie heeft voor topsporters met een
studieduur (inclusief de reguliere vakanties) ligt de
omvangrijk trainings- en wedstrijdprogramma een speciale
studiebelasting rond 35 uur per week. De studie sneller
voorziening: de Topsportklas Fysiotherapie. Lesrooster,
afronden dan in vijf jaar of juist wat extra verlenging,
locatie, onderwijsmethode en studiecontract zijn
hoort ook tot de mogelijkheden.
aangepast aan het topsportprogramma. De lessen vinden
Kenmerkend voor de Topsportklas is de intensieve
voor het grootste deel plaats op het CTO (Centrum voor
begeleiding, wat studeren ‘op maat’ mogelijk maakt:
Topsport en Onderwijs) op Papendal en voor een deel in
afgestemd op het Topsportprogramma. Zie ook het
Nijmegen, aan de opleiding Fysiotherapie. Het lesrooster
Onderwijsaanbodschema van de Topsportklas en de
is zodanig ingericht dat zowel in de ochtend als in de
OWE-beschrijvingen in bijlage 1.
namiddag kan worden getraind. De (vooral) praktijklessen zijn tussen 11.15 – 14.15 uur, met ervoor en erna een uur
Onderwijsaanbod Fysiotherapie
individuele begeleiding voor onder andere praktisch
In het schema hieronder staan alle onderwijseenheden
oefenen, vragen of bespreking van de studievoortgang.
weergegeven die je in de verschillende fases van je studie volgt. Het onderwijsaanbod dat hieronder
De wekelijkse studiebelasting ligt lager dan de studiebe-
beschreven is, is een uitwerking van hoofdstuk 1 uit
lasting van de reguliere opleiding, waardoor de oplei-
deel 3 van het Opleidingsstatuut. FYSIOTHERAPIE
17
FYSIOTHERAPIE
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Praktijkgericht onderzoek*
Hoofdfase 3
Beroepsvoorbereidende periode 2
(30 STP - 840 SBU)
(Integrale toets 3) Minor
(30 STP – 840 SBU)
*
(30 STP - 840 SBU) Hoofdfase 2
Minor (30 STP - 840 SBU)
Beroepsvoorbereidende Periode 1 (30 STP - 840 SBU)
Praktijkgericht Onderzoek (30 STP - 840 SBU)
Hoofdfase 1
Eerste lijn 2
Eerste lijn 3 (Integrale toets 2)
(15 STP - 420 SBU)
(15 STP -420 SBU) Revalidatiecentrum en
Ziekenhuis
Geriatrische Revalidatie
(15 STP - 420 SBU)
Propedeuse
*
(15 STP - 420 SBU)
Introductie Fysiotherapie:
Basis Fysiotherapie
Accent: Performance
Arbeid
(15 STP - 420 SBU)
(5 STP – 140 SBU)
Introductie
Introductie
Fysiotherapie:
Fysiotherapie:
Accent: Vaardigheden
Accent: Kennis
(7,5 STP–210 SBU)
(7,5 STP–210 SBU)
Basis Fysiotherapie Arbeid (5 STP – 140 SBU)
Basis Fysiotherapie 1 (5 STP – 140 SBU)
Basis Fysiotherapie 1 (5 STP – 140 SBU)
Na de beroepsvoorbereidende periode context 1, kun je kiezen.
Je volgt in de twee semesters hierna ‘Praktijkgericht Onderzoek’ of een Minor. Wanneer je start met een minor, volgt daarna ‘Praktijkgericht Onderzoek’. Andersom kan ook. De beroepsvoorbereidende periode, context 2, is het allerlaatste en afsluitende onderdeel van de opleiding Fysiotherapie.
18
Excellentieprogramma’s Instituut Paramedische Studies
Op dit moment zijn er binnen IPS vier verschillende
Naast het reguliere programma van de opleiding biedt
doen, namelijk: Honoursprogramma, Excellentieprogram-
het Instituut Paramedische Studies studenten die
ma ondernemendheid en leiderschap, Talentprogramma
meer kunnen en willen dan de normale leerroute van
onderzoek, Euregionaal programma.
hun opleiding, de mogelijkheid om excellentiepro-
De eerste drie programma’s zijn multidisciplinair, wat wil
gramma’s te volgen. In deze programma’s worden
zeggen dat studenten van verschillende opleidingen
studenten in staat gesteld om hun competenties te
samen kunnen werken aan programma-onderdelen. Het
verbreden en te verdiepen, vaak in een multi- of
Euregionaal programma is monodisciplinair en bestemd
interdisciplinaire setting.
voor Duitse en Nederlandse Logopedie-studenten. Daarom
FYSIOTHERAPIE
excellentieprogramma’s waar studenten aan mee kunnen
FYSIOTHERAPIE
is dit programma alleen opgenomen in de Studiegids van
Het lesprogramma vindt deels plaats in de avonduren,
Logopedie en niet in dit document.
aansluitend aan het reguliere onderwijs. Daarnaast moet
Honours Programma De studie Fysiotherapie past helemaal bij jou! Wellicht
je zelf ook extra tijd in je agenda vrijmaken om het Honours Programma succesvol te doorlopen.
diepgang of breedte in je studie om daarmee je talenten
Excellentieprogramma (EP) Ondernemendheid en Leiderschap
verder te ontwikkelen?
Voor de paramedische student die zich extra wil profile-
Speciaal voor studenten die extra in zichzelf willen
ren, is het ‘Excellent Programma Ondernemendheid en
investeren en die ook in de propedeuse hebben laten zien
Leiderschap ontwikkeld. Met dit programma kunnen
dat zij de studie ruimschoots aankunnen, heeft het
gemotiveerde en ondernemende studenten extra compe-
Instituut Paramedische Studies een specifiek opleidings-
tenties verwerven op het gebied van ondernemen en
programma ontwikkeld: het Honours Programma.
leidinggeven in multidisciplinaire settings binnen de
kun je deze studie gemakkelijk aan en wil je nog meer
(para)medische zorg. Het Instituut wil extra in je talenten investeren en door
Door het volgen van het programma ontwikkel je
middel van dit programma jou uitdagen “ambassadeur” van
competenties op het gebied van interprofessioneel samen-
je opleiding en je instituut te worden. Je verwerft een
werken, ondernemen, managen en leidinggeven.
surplus aan kennis, inzicht en zelfreflectieve vaardigheden
Het programma start in het eerste semester van hoofdfase 1
dat je een voorsprong geeft op je medestudenten.
en eindigt in het tweede semester van hoofdfase 1. Dit
Met andere toptalenten en topdocenten uit het werkveld
betekent een extra studielast van ongeveer 3 uur per week
en de opleidingen doorloop je in anderhalf jaar in een
gedurende 8 maanden. Wanneer je het programma succesvol
multidisciplinaire groep het Honours Programma.
hebt afgesloten, heb je 7,5 ECTS (studiepunten) extra verdient, bovenop de 240 ECTS van je complete hbo-opleiding.
Als je toegelaten wordt tot dit progamma besteed je
Je wordt toegelaten tot het programma op basis van een
vanaf de tweede helft van het tweede studiejaar gedu-
motivatiebrief en intakegesprek. Voorwaarde is wel, dat je
rende anderhalf jaar ongeveer 10 uur extra per week
geslaagd bent voor de propedeuse van je opleiding. Ook
buiten het normale lesprogramma aan je verdere ontwik-
moet je bereid zijn om een buitenlandse reis te maken als
keling. In totaal is de studielast voor dit programma 22,5
onderdeel van het programma.
studiepunten. Deze extra uitbreiding van studielast wordt vermeld op je bachelordiploma Fysiotherapie.
Er nemen 20 tot 40 studenten deel aan het programma. Naast groepsgewijze activiteiten zoals trainingen,
Je leert in het eerste deel om over de grenzen van je
werkbezoeken en hoorcolleges zijn er individuele
eigen vak heen te kijken en je ontwerpt een multidiscipli-
opdrachten. Tussentijdse toetsing geschiedt door middel
nair ‘topzorg’-behandelprogramma voor jouw patiënt die
van werkstukken en presentaties. Het programma wordt
je gedurende een half jaar regelmatig ontmoet. Aan het
afgesloten met een symposium.
einde van dit onderwijsblok organiseer je samen met je medestudenten een symposium waar je jouw ‘topzorg’-
De EP student ontvangt aan het einde van zijn opleiding
behandelprogramma presenteert.
naast zijn bachelordiploma een certificaat waaruit blijkt
In het tweede gedeelte van het programma ga je meer
dat hij/zij het EP heeft gevolgd en welke activiteiten hij/
grensoverschrijdend werken: interculturele en internatio-
zij daarin heeft uitgevoerd.
nale competenties worden daarbij vergeleken. Je werkt mono- of multidisciplinair aan de hand van opdrachten
Talentprogramma Onderzoek
met een internationale of interculturele insteek.
Voor de paramedische student die zich extra wil
Deel 3 staat in het teken van een hogere mate van
profileren op het thema onderzoek, is het Talentpro-
reflectie. Samen met je medestudenten, lectoren, promo-
gramma Onderzoek in ontwikkeling. Het programma zal
vendi en professionals die een rolmodel vervullen werk je
bestaan uit 3 modules van 7,5 EC elk. In studiejaar
aan projecten met een innovatief of onderzoekend karakter.
2015-2016 zal een van deze modules worden aangeboFYSIOTHERAPIE
19
FYSIOTHERAPIE
den; ‘Onderzoek in de breedte’ (7,5 EC). Door het volgen van
De modules 2 en 3 zullen zicht richten op het uitvoeren van
dit programma ontwikkel je met name de competentie Werken
onderzoek en communiceren over onderzoek.
aan Professionalisering. Centraal in deze module staan de
Wanneer je de module ‘Onderzoek in de breedte’ succesvol hebt
thema’s: onderzoeksvragen afleiden van problemen in de
afgesloten, heb je 7,5 ECTS (studiepunten) extra verdient,
beroepspraktijk, op basis van een onderzoeksvraag een
bovenop de 240 ECTS van je complete hbo-opleiding. Je wordt
onderzoeksopzet maken, methodes voor dataverzameling (o.a.
toegelaten tot het programma op basis van een motivatiebrief
interviewen, vragenlijsten) oefenen en verwerken (o.a.
en intakegesprek. Aan het einde van je opleiding ontvang je
kwalitatieve analyse, gebruik statistiek). Het programma
naast je bachelordiploma een certificaat waaruit blijkt dat je de
omvat een doorlopend programma, waarbij trainingen
module Onderzoek in de breedte van het Talentprogramma
afgewisseld worden met zelfstudie, gastcolleges, deelname
Onderzoek succesvol hebt doorlopen
aan symposia en werkveldbezoek.
Een uitgebreide beschrijving van het programma met daarin
De module Onderzoek in de breedte is bedoel voor studenten
o.a. de OWE-beschrijving is terug te vinden in de aparte
in semester 2 van de propedeuse. Het programma zal een
brochure van het Excellentprogramma. Contactpersoon: Elke
vervolg krijgen in semester 1 en 2 van het tweede studiejaar.
Naumann;
[email protected]
20
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
6. Onderwijseenheden propedeuse Fysiotherapie In dit hoofdstuk staan de onderwijseenheden (OWE’s) op een rij die je volgt in de propedeutische fase van je opleiding Fysiotherapie. De beschrijvingen zijn een onderdeel van Hoofdstuk 2 van deel 3 van het OER en als zodanig een uitwerking van art. 4.1 lid 2. Overal waar ‘hij’ staat, bedoelen we ook ‘zij’.
FYS-IFV (Introductie Fysiotherapie, accent Vaardigheden) Titel onderwijseenheid (OWE): FYS-VIFV (Introductie Fysiotherapie, accent Vaardigheden) Engels: FYS-VIFV Physiotherapy introduction, skills 1. Opleiding Fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijd propedeusestudenten (niveau 1)
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken met en voor cliënten
4. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten
5. (Beroeps)Producten In deze OWE wordt aan verschillende beroepsproducten gewerkt: • Verslag ministage • Diploma reanimatie • Verslag peerassessment • groepsfunctioneren Gedemonstreerde vaardigheden
6. Studiepunten/studielast De volledige OWE beslaat 7.5 studiepunten en dus 210 studiebelastingsuren, verdeeld over een onderwijsblok (= 10 kalenderweken). Wekelijks vinden er vijf praktijklessen van 90 minuten plaats. Twee lessen van 90 minuten in het kader van de leerlijn en drie les in het kader van toegepaste vaardigheden (RIV). In het kader van student-student begeleiding (SSB) worden kennis en vaardigheden wekelijks minimaal twee x 90 minuten geoefend. Daarnaast zijn er gedurende elke onderwijsweek drie x 90 minuten geroosterd waarin de studenten gebruik kunnen maken van gereserveerde praktijklokalen waar ze onder begeleiding van hun klassencoaches de aangeleerde vaardigheden kunnen oefenen.
7. Samenhang met andere OWE’s Deze OWE vorm de basis voor de praktijk van het fysiotherapeutisch handelen, inclusief de onderliggende competenties uit het Beroepsprofiel Fysiotherapeut. Deze OWE heeft een nauwe samenhang met de OWE Introductie Fysiotherapie, accent Theorie en de OWE Introductie Fysiotherapie, accent Performance. Deze OWE is voorbereidend op de OWE Eerste Lijn-1
FYSIOTHERAPIE
21
FYSIOTHERAPIE
8. Ingangseisen N.v.t.
9. Algemene omschrijving In deze OWE staat de oriëntatie op beroep en studie centraal. Na afloop weet de student wat het beroep inhoudt en op welke wijze de studie succesvol kan worden doorlopen. Naast oriënterende stages staat in de leerarrangementen het fysiotherapeutische handelen centraal, niet alleen wat betreft fysiotherapie in de eerste lijn, maar ook wat betreft fysiotherapie in ziekenhuis en andere intramurale instellingen. Fysiotherapeutisch handelen richt zich met name op diagnostiek en behandeling/begeleiding van cliënten uit verschillende leeftijdsgroepen.
10. Competenties 1. Fysiotherapeutisch handelen 2. Communiceren 4. Kennis delen en wetenschap beoefenen 5. Maatschappelijk handelen 7. Professioneel handelen
11. Beoordelingscriteria DPF De student toont aan een actieve bijdrage te leveren aan het (gezamelijke) onderwijs. VS (Vaardigheidsstation): 1. De student laat een goede uitgangshouding, lokalisatie, fixatie, dosering en gebruik van hulpmiddelen zien passend bij de doelstelling van de vaardigheid en afgestemd op het gezondheidsprobleem en wensen van de patiënt. Indien een hands off vaardigheid: De student laat effectieve gesprekstechnieken zien passend bij de daarbij behorende doelstelling en afgestemd op de patiënt en maakt evt gebruik van passende hulpmiddelen. 2. De student voert de vaardigheden vlot en vloeiend uit. 3. De student onderbouwt de werking en uitkomst van de vaardigheid op basis van relevante kennis en een logische en consistente redenering. 4. De student gaat professioneel om met patiënt en examinator (o.a. respectvol gedrag, duidelijke instructies/uitleg, veiligheid etc.)
12. Tentaminering
22
Tentamen
Digitaal Portfolio
Tentamencode
DPF
Toetsvorm
Beroepsproduct
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Voldaan/Niet voldaan
Cesuur
Er dient voldaan te zijn aan eis van authenticiteit en minimum aantal producten in het DPF.
Weging
N.v.t.
Minimaal vereiste resultaat
Voldaan/niet voldaan
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Tentamen
Vaardigheidsstation
Tentamencode
VS
Toetsvorm
Vaardigheidsopdrachten
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Aantal examinatoren
1
Instapeis
Een volledig gevuld DPF
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Alle 4 de beoordelingscriteria dienen voldoende te zijn.
Weging
N.v.t.
Minimaal vereiste resultaat
6.0
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
13. Verplichte literatuur • Boiten, J.C. e.a. (2009). Diagnostiek in de fysiotherapie. Pg 21-28. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. • Sassen S. (2007). Gezondheidsvoorlichting voor paramedici. Hoofdstuk 1 Gezondheid, gezondheidsindicatoren en volksgezondheid pg 13-21, 31-33. Maarssen: Elzevier Gezondheidszorg. • Burken Van P. (2010) Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. Hoofdstuk 1 Fysiotherapie in relatie tot het biopsychosociale model pg 20-22. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Burgt, Van der, M., Verhulst, F. (2009). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Morree, J.J. e.a. (2006). Inspanningsfysiologie oefentherapie en training. Hs 7, Hs 11pg 139-149 en Hs 12 pg 150-154. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Richtlijn Diagnostiek en behandeling van obesitas bij volwassenen en kinderen. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. • Bant, H., Beenen, P. (2008). Trainingscirkels. Nijmegen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. • Burken Van P. (2004) Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. deel 2 van Visie naar Intervisie. Hs 4 Motivationele processen pg 87-109. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • De stappenreeks en persoonsgebonden factoren, Fysiopraxis januari 2008 • Boiten, J.C. e.a. (2009). Diagnostiek in de fysiotherapie. Pg 21-28, 65-83. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. • Morree, J.J. e.a. (2006). Inspanningsfysiologie oefentherapie en training. Hs 13 Meten en testen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Wilmore, J.H. e.a. ( 2009) Inspannings- en sportfysiologie. Pg 489-503. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. • Burken Van P. (2010) Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. pg 184-188. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Burken Van P. (2000) Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. Hoofdstuk 7 de psychologie v stress pg 34-42. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Van Cranenburgh, B. Nieuwe wegen in Motorisch leren I en II. Haarlem: Instituut voorlichting voor toegepaste neurowetenschappen ITON • Bernards, J.A., Bouman, L.N. (1994). Fysiologie van de mens. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Morree, J.J. e.a. (2006). Inspanningsfysiologie oefentherapie en training. pg 150-159. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Wetering, Van de, B, Quernhorst, J. ea. Implementeren Graded Activity in eerstelijns praktijk, Graded Activity. Nijmegen: afstudeeropdracht Bachelor Fysiotherapie 2009-2010 • Burgt, Van der, M. , Verhulst, F. (2009). Doen en blijven doen. Hoofdstuk 1 en 2 Voorlichting en pg 74 leertheorieën. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
14. Aanbevolen literatuur N.v.t.
15. Software N.v.t.
16. Overige materialen Laken, handdoeken, massageolie
17. Activiteiten Elke leerarrangement bestaat uit een aantal voorbereidende studieopdrachten die uitgevoerd zijn alvorens de begeleide werkgroepsbijeenkomst start. Deze opdrachten betreffen het verwerven van noodzakelijke voorkennis en vaardigheden en het beschrijven van delen van onderzoek of behandeling Op basis van deze opdrachten wordt in de begeleide werkgroepen feedback op deze producten verstrekt en worden noodzakelijk vaardigheden in de context geoefend. In de aanpalende leerlijnen wordt de noodzakelijke voorkennis in verdiepende en verbredende zin aangeboden.
FYSIOTHERAPIE
23
FYSIOTHERAPIE
18. Werkvormen De volgende werkvormen vinden gedurende de OWE plaats: • Responsie-Instructie-Vaardigheden (RIV) • Responsiecollege (RC) • Student-Student-Begeleiding (SSB) Parallel aan de OWE vinden meerdere leerlijnen plaats waarbij de inhoud aansluit bij de OWE. Voor de leerlijnen zijn wekelijks hoorcolleges en vaardigheidslessen gepland.
19. Les-/ contacturen 9 lesweken 210 studiebelastingsuren 160 uur contacttijd
20. Onderwijsperiode De OWE is gepland in de eerste twee onderwijsblokken van de propedeuse (eerste semester)
21. Maximum aantal deelnemers Aantal deelnemers aan de OWE: de volledige jaargroep.
Introductie Fysiotherapie, accent Kennis Titel onderwijseenheid (OWE): FYS-VIFK (Introductie Fysiotherapie, accent Kennis) Engels: FYS-VIFK Physiotherapy introduction, knowledge 1. Opleiding Fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijd propedeusestudenten (niveau 1)
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken met en voor cliënten
4. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten
5. (Beroeps)Producten N.v.t. 6. Studiepunten/studielast De volledige OWE beslaat 7.5 studiepunten en dus 210 studiebelastingsuren, verdeeld over 2 onderwijsblokken (=20 kalenderweken). Studiepunten zijn als volgt over de 2 onderwijsblokken verdeeld: Na onderwijsblok 1: QMP-1 Na onderwijsblok 2: QMP-2 Wekelijks worden minimaal 4x90 minuten werkgroepbijeenkomsten en 4x90 minuten hoorcolleges verzorgd. Daarnaast vinden er wekelijks een responsiecollege van 45 minuten plaats. In elk leerarrangement zijn voorbereidende studieopdrachten en specifieke opdrachten (producten) opgenomen
7. Samenhang met andere OWE’s Deze OWE vorm de basis voor met name de theorie van het fysiotherapeutisch handelen, inclusief de onderliggende competenties uit het Beroepsprofiel Fysiotherapeut Deze OWE heeft een nauwe samenhang met de OWE Introductie Fysiotherapie, accent vaardigheden en de OWE Introductie Fysiotherapie, accent Performance. Deze OWE is voorbereidend op de OWE Eerste Lijn-1 24
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
8. Ingangseisen Er zijn geen ingangseisen
9. Algemene omschrijving In deze OWE staat de oriëntatie op beroep en studie centraal. Na afloop weet de student wat het beroep inhoudt en op welke wijze de studie succesvol kan worden doorlopen. Naast oriënterende stages staat in de leerarrangementen het fysiotherapeutische handelen centraal, niet alleen wat betreft fysiotherapie in de eerste lijn, maar ook wat betreft fysiotherapie in ziekenhuis en andere intramurale instellingen. Fysiotherapeutisch handelen richt zich met name op diagnostiek en behandeling/begeleiding van cliënten uit verschillende leeftijdsgroepen.
10. Competenties 1. Fysiotherapeutisch handelen 4. Kennis delen en wetenschap beoefenen
11. Beoordelingscriteria KT1: De student kent en herkent de basisprincipes betreffende anatomie, fysiologie, pathofysiologie en gedrag & communicatie die nodig zijn binnen het klinisch redeneren binnen de context Introductie Fysiotherapie periode 1. KT2: De student kent en herkent de basisprincipes betreffende anatomie, fysiologie, pathofysiologie en gedrag & communicatie die nodig zijn binnen het klinisch redeneren binnen de context Introductie Fysiotherapie periode 2.
12. Tentaminering Je krijgt voor deze OWE studiepunten toegekend als het eindcijfer een 5,5 of hoger is en je aan de minimale eisen van alle deeltentamens hebt voldaan. Berekening van het eindcijfer: Vermenigvuldig het cijfer van ieder deeltentamen met de bijbehorende wegingsfactor. Tel de uitkomsten van alle deeltentamens bij elkaar op. Deel de som van deze uitkomst vervolgens door honderd. Dit heet het ‘gewogen gemiddelde’.
Deeltentamen
Kennistoets
Tentamencode
KT1
Toetsvorm
Kennistoets
Aantal examinatoren
Geen
Beoordelingswijze
Geautomatiseerd
Cesuur
70%
Weging
50%
Minimaal vereiste resultaat
5,0
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Kennistoets
Tentamencode
KT2
Toetsvorm
Kennistoets
Aantal examinatoren
Geen
Beoordelingswijze
Geautomatiseerd
FYSIOTHERAPIE
25
FYSIOTHERAPIE
Cesuur
70%
Weging
50%
Minimaal vereiste resultaat
5,0
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
13. Verplichte literatuur • Boiten, J.C. e.a. (2009). Diagnostiek in de fysiotherapie. Pg 21-28. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. • Sassen S. (2007). Gezondheidsvoorlichting voor paramedici. Hoofdstuk 1 Gezondheid, gezondheidsindicatoren en volksgezondheid pg 13-21, 31-33. Maarssen: Elzevier Gezondheidszorg. • Burken Van P. (2010) Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. Hoofdstuk 1 Fysiotherapie in relatie tot het biopsychosociale model pg 20-22. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Burgt, Van der, M., Verhulst, F. (2009). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Morree, J.J. e.a. (2006). Inspanningsfysiologie oefentherapie en training. Hs 7, Hs 11pg 139-149 en Hs 12 pg 150-154. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Richtlijn Diagnostiek en behandeling van obesitas bij volwassenen en kinderen. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. • Bant, H., Beenen, P. (2008). Trainingscirkels. Nijmegen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. • Burken Van P. (2004) Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. deel 2 van Visie naar Intervisie. Hs 4 Motivationele processen pg 87-109. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • De stappenreeks en persoonsgebonden factoren, Fysiopraxis januari 2008 • Boiten, J.C. e.a. (2009). Diagnostiek in de fysiotherapie. Pg 21-28, 65-83. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. • Morree, J.J. e.a. (2006). Inspanningsfysiologie oefentherapie en training. Hs 13 Meten en testen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Wilmore, J.H. e.a. ( 2009) Inspannings- en sportfysiologie. Pg 489-503. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. • Burken Van P. (2010) Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. pg 184-188. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Burken Van P. (2000) Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. Hoofdstuk 7 de psychologie v stress pg 34-42. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Van Cranenburgh, B. Nieuwe wegen in Motorisch leren I en II. Haarlem: Instituut voorlichting voor toegepaste neurowetenschappen ITON • Bernards, J.A., Bouman, L.N. (1994). Fysiologie van de mens. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Morree, J.J. e.a. (2006). Inspanningsfysiologie oefentherapie en training. pg 150-159. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Wetering, Van de, B, Quernhorst, J. ea. Implementeren Graded Activity in eerstelijns praktijk, Graded Activity. Nijmegen: afstudeeropdracht Bachelor Fysiotherapie 2009-2010. • Burgt, Van der, M. , Verhulst, F. (2009). Doen en blijven doen. Hoofdstuk 1 en 2 Voorlichting en pg 74 leertheorieën. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
14. Aanbevolen literatuur N.v.t.
15. Software N.v.t.
16. Overige materialen N.v.t.
17. Activiteiten Elke leerarrangement bestaat uit een aantal voorbereidende studieopdrachten die uitgevoerd zijn alvorens de begeleide werkgroepsbijeenkomst start. Deze opdrachten betreffen het verwerven van noodzakelijke voorkennis en vaardigheden en het beschrijven van delen van onderzoek of behandeling Op basis van deze opdrachten wordt in de begeleide werkgroepen feedback op deze producten verstrekt en worden noodzakelijk vaardigheden in de context geoefend. In de aanpalende leerlijnen wordt de noodzakelijke voorkennis in verdiepende en verbredende zin aangeboden.
18. Werkvormen De volgende werkvormen vinden gedurende de OWE plaats: • Tutorgroep (TG) • Responsie-Instructie-Vaardigheden (RIV) • Hoorcollege (HC) • Responsiecollege (RC) • Student-Student-Begeleiding (SSB) Parallel aan de OWE vinden meerdere leerlijnen plaats waarbij de inhoud aansluit bij de OWE. Voor de leerlijnen zijn wekelijks hoorcolleges en vaardigheidslessen gepland. 26
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
19. Les-/ contacturen 19 lesweken 210 studiebelastingsuren 160 uur contacttijd
20. Onderwijsperiode De OWE is gepland in de eerste twee onderwijsblokken van de propedeuse (eerste semester)
21. Maximum aantal deelnemers Aantal deelnemers aan de OWE: de volledige jaargroep.
Introductie Fysiotherapie, accent Performance Titel onderwijseenheid (OWE): FYS-VIFP (Introductie Fysiotherapie, accent Performance) Engels: FYS-VIFP Physiotherapy introduction, performance 1. Opleiding Fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijd propedeusestudenten (niveau 1)
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken met en voor cliënten
4. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten
5. (Beroeps)Producten In deze OWE wordt aan één beroepsproduct gewerkt: Performance assessment, waarin de volgende competenties in een simulatie wordent getoetst: • Screenen • Diagnosticeren • Plannen • Therapeutisch handelen • Preventief handelen • Professioneel handelen
6. Studiepunten/studielast De volledige OWE beslaat 15 studiepunten en dus 420 studiebelastingsuren, verdeeld over twee onderwijsblokken (= 20 kalenderweken). Studiepunten zijn als volgt over de twee onderwijsblokken verdeeld: Wekelijks worden minimaal 4x90 minuten werkgroepbijeenkomsten en 4x90 minuten hoorcolleges verzorgd. Daarnaast vinden wekelijks lessen van 2x90 minuten plaats in het kader van de leerlijn. In het kader van student-student begeleiding (SSB) worden kennis en vaardigheden wekelijks minimaal twee x 90 minuten geoefend. Daarnaast zijn er gedurende elke onderwijsweek drie x 90 minuten geroosterd waarin de studenten gebruik kunnen maken van gereserveerde praktijklokalen waar ze onder begeleiding van hun klassencoaches de aangeleerde vaardigheden kunnen oefenen. In elk leerarrangement zijn voorbereidende studieopdrachten en specifieke opdrachten (producten) opgenomen, waarvan de studiebelasting wekelijks geschat wordt op 20-25 uur.
FYSIOTHERAPIE
27
FYSIOTHERAPIE
7. Samenhang met andere OWE’s Deze OWE vorm de basis voor zowel theorie als praktijk van het fysiotherapeutisch handelen, inclusief de onderliggende competenties uit het Beroepsprofiel Fysiotherapeut. Deze OWE heeft een nauwe samenhang met de OWE Introductie Fysiotherapie, accent vaardigheden en de OWE Introductie Fysiotherapie, accent Kennis. Deze OWE is voorbereidend op de OWE Eerste Lijn-1
8. Ingangseisen Er zijn geen ingangseisen
9. Algemene omschrijving In deze OWE staat de oriëntatie op beroep en studie centraal. Na afloop weet de student wat het beroep inhoudt en op welke wijze de studie succesvol kan worden doorlopen. Naast oriënterende stages staat in de leerarrangementen het fysiotherapeutische handelen centraal, niet alleen wat betreft fysiotherapie in de eerste lijn, maar ook wat betreft fysiotherapie in ziekenhuis en andere intramurale instellingen. Fysiotherapeutisch handelen richt zich met name op diagnostiek en behandeling/begeleiding van cliënten uit verschillende leeftijdsgroepen.
10. Competenties 1. Fysiotherapeutisch handelen 2. Communiceren 4. Kennis delen en wetenschap beoefenen 5. Maatschappelijk handelen 7. Professioneel handelen
11. Beoordelingscriteria PA: In een gesimuleerde situatie bij een patiënt met een eenvoudig gezondheidsprobleem (niveau 1) in de context van Introductie Fysiotherapie • De student verzamelt relevante gegevens en maakt een analyse op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om het gezondheidsprobleem te verhelderen. • De student stelt een behandelplan op en voert dit uit op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om een adequate behandeling te kunnen geven. • De student gaat op een professionele wijze om met een patiënt DPF De student toont aan een actieve bijdrage te leveren aan het (gezamelijke) onderwijs.
12. Tentaminering Je krijgt voor deze OWE studiepunten toegekend als het eindcijfer een 5,5 of hoger is en je aan de minimale eisen van alle deeltentamens hebt voldaan. Berekening van het eindcijfer: Vermenigvuldig het cijfer van ieder deeltentamen met de bijbehorende wegingsfactor. Tel de uitkomsten van alle deeltentamens bij elkaar op. Deel de som van deze uitkomst vervolgens door honderd. Dit heet het ‘gewogen gemiddelde’.
28
Tentamen
Performance assessment
Tentamencode
PA
Toetsvorm
Performance
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Alle te beoordelen criteria moeten minstens met ‘voldoende’ gescoord zijn.
Weging
100%
Minimaal vereiste resultaat
6
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Tentamen
Digitaal Portfolio
Tentamencode
DPF
Toetsvorm
Beroepsproduct
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Voldaan/Niet voldaan
Cesuur
Er dient voldaan te zijn aan eis van authenticiteit en minimum aantal producten in het DPF.
Weging
N.v.t.
Minimaal vereiste resultaat
Voldaan/niet voldaan
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t
13. Verplichte literatuur • Boiten, J.C. e.a. (2009). Diagnostiek in de fysiotherapie. Pg 21-28. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. • Sassen S. (2007). Gezondheidsvoorlichting voor paramedici. Hoofdstuk 1 Gezondheid, gezondheidsindicatoren en volksgezondheid pg 13-21, 31-33. Maarssen: Elzevier Gezondheidszorg. • Burken Van P. (2010) Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. Hoofdstuk 1 Fysiotherapie in relatie tot het biopsychosociale model pg 20-22. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Burgt, Van der, M., Verhulst, F. (2009). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Morree, J.J. e.a. (2006). Inspanningsfysiologie oefentherapie en training. Hs 7, Hs 11pg 139-149 en Hs 12 pg 150-154. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Richtlijn Diagnostiek en behandeling van obesitas bij volwassenen en kinderen. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. • Bant, H., Beenen, P. (2008). Trainingscirkels. Nijmegen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. • Burken Van P. (2004) Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. deel 2 van Visie naar Intervisie. Hs 4 Motivationele processen pg 87-109. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • De stappenreeks en persoonsgebonden factoren, Fysiopraxis januari 2008 • Boiten, J.C. e.a. (2009). Diagnostiek in de fysiotherapie. Pg 21-28, 65-83. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. • Morree, J.J. e.a. (2006). Inspanningsfysiologie oefentherapie en training. Hs 13 Meten en testen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Wilmore, J.H. e.a. ( 2009) Inspannings- en sportfysiologie. Pg 489-503. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. • Burken Van P. (2010) Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. pg 184-188. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Burken Van P. (2000) Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. Hoofdstuk 7 de psychologie v stress pg 34-42. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Van Cranenburgh, B. Nieuwe wegen in Motorisch leren I en II. Haarlem: Instituut voorlichting voor toegepaste neurowetenschappen ITON • Bernards, J.A., Bouman, L.N. (1994). Fysiologie van de mens. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Morree, J.J. e.a. (2006). Inspanningsfysiologie oefentherapie en training. pg 150-159. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. • Wetering, Van de, B, Quernhorst, J. ea. Implementeren Graded Activity in eerstelijns praktijk, Graded Activity. Nijmegen: afstudeeropdracht Bachelor Fysiotherapie 2009-2010 • Burgt, Van der, M. , Verhulst, F. (2009). Doen en blijven doen. Hoofdstuk 1 en 2 Voorlichting en pg 74 leertheorieën. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
14. Aanbevolen literatuur N.v.t.
15. Software N.v.t.
16. Overige materialen Laken, handdoeken, massageolie
FYSIOTHERAPIE
29
FYSIOTHERAPIE
17. Activiteiten Elke leerarrangement bestaat uit een aantal voorbereidende studieopdrachten die uitgevoerd zijn alvorens de begeleide werkgroepsbijeenkomst start. Deze opdrachten betreffen het verwerven van noodzakelijke voorkennis en vaardigheden en het beschrijven van delen van onderzoek of behandeling Op basis van deze opdrachten wordt in de begeleide werkgroepen feedback op deze producten verstrekt en worden noodzakelijk vaardigheden in de context geoefend. In de aanpalende leerlijnen wordt de noodzakelijke voorkennis in verdiepende en verbredende zin aangeboden.
18. Werkvormen De volgende werkvormen vinden gedurende de OWE plaats: • Tutorgroep (TG) • Responsie-Instructie-Vaardigheden (RIV) • Hoorcollege (HC) • Responsiecollege (RC) • Student-Student-Begeleiding (SSB) Parallel aan de OWE vinden meerdere leerlijnen plaats waarbij de inhoud aansluit bij de OWE. Voor de leerlijnen zijn wekelijks hoorcolleges en vaardigheidslessen gepland.
19. Les-/ contacturen 19 lesweken 420 studiebelastingsuren 320 uur contacttijd
20. Onderwijsperiode De OWE is gepland in het eerste twee onderwijsblokken van de propedeuse (eerste semester)
21. Maximum aantal deelnemers Aantal deelnemers aan de OWE: de volledige jaargroep.
Basis Fysiotherapie 1 Titel onderwijseenheid (OWE): FYS-VBF1 (Basis Fysiotherapie 1) Engels: FYS-VBF1 Physiotherapy basis 1. Opleiding Fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijdstudenten fysiotherapie
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken met en voor cliënten
4. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten
5. (Beroeps)Producten • Een schriftelijke analyses of behandelplan • Zoekstrategie + interpretatie gevonden literatuur • Fysiotherapeutische Vaardigheden uitvoeren
30
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
6. Studiepunten/studielast 5 STP, 140 SBU Geprogrammeerde contacttijd: 70 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfstudie: 70 uur De studiebelastingsuren zijn verdeeld over de OWE en de daaraan parallel lopende leerlijnen.
7. Samenhang met andere OWE’s Deze onderwijseenheid volgt op de OWE ‘Introductie Fysiotherapie’ Deze OWE gaat vooraf aan de OWE ‘Eerstelijn 2’. Deze OWE hoort bij de extramurale lijn.
8. Ingangseisen Geen
9. Algemene omschrijving Deze onderwijseenheid heeft als werkcontext een fysiotherapiepraktijk binnen de 1e lijns-gezondheidszorg. Centraal in Basis Fysiotherapie 1 staan het methodisch fysiotherapeutisch handelen en klinisch redeneren. Dit gebeurt bij de volgende thema’s: artrose knie/heup, aspecifieke lagerugpijn, enkelletsel (acuut en chronisch), menisectomie, primaire schouder impingement op basis van tendinose rotatorcuff, epicondylis lateralis en medialis, jumpers knee / patella tendinopathie, achillespees tendinose en polsfractuur, conservatief behandeld.
10. Competenties 1. Fysiotherapeutisch handelen 4. Kennis delen en wetenschap beoefenen
11. Beoordelingscriteria CT: 1. De student laat zien op basis van casusgegevens een fysiotherapeutische diagnose of behandelplan op te stellen volgens de richtlijn verslaglegging. 2. De student laat zien de gestelde conclusies, verbanden en keuzes te onderbouwen op basis van relevante up to date kennis uit ten minste door de opleiding aangereikte bronnen. KTFV: De student kent, herkent en begrijpt hoe fysiotherapeutische vaardigheden (doel, middel en uitkomst) binnen de context van de OWE Basis Fysiotherapie moeten worden uitgevoerd, laat zien de werking van de vaardigheden te begrijpen en laat zien hoe uitkomsten uit fysiotherapeutische vaardigheden geïnterpreteerd moeten worden. IV: De student laat zien methodisch en effectief literatuur te kunnen zoeken en interpreteren op kwaliteit en bruikbaarheid
12. Tentaminering Je krijgt voor deze OWE studiepunten toegekend als het eindcijfer een 5,5 of hoger is en je aan de minimale eisen van alle deeltentamens hebt voldaan. Berekening van het eindcijfer: Vermenigvuldig het cijfer van ieder deeltentamen met de bijbehorende wegingsfactor. Tel de uitkomsten van alle deeltentamens bij elkaar op. Deel de som van deze uitkomst vervolgens door honderd. Dit heet het ‘gewogen gemiddelde’. Bij de beoordeling van deeltentamens waarbij sprake is van een cesuur, wordt gebruik gemaakt van criteria. De criteria staan beschreven in de toetsformulieren van de deeltentamens, te vinden op de informatiesite toetsing van de opleiding Fysiotherapie.
Deeltentamen
Casustoets
Tentamencode
Prod1
Toetsvorm
Schriftelijke toets
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
55 punten is een voldoende
FYSIOTHERAPIE
31
FYSIOTHERAPIE
32
Weging
50%
Minimaal vereiste resultaat
5,0
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Kennistoets Fysiotherapeutische Vaardigheden
Tentamencode
KTFV
Toetsvorm
kennistoets
Aantal examinatoren
N.v.t.
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
70%
Weging
50%
Minimaal vereiste resultaat
5,0
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Informatie Vaardigheden
Tentamencode
IV
Toetsvorm
schriftelijk
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Voldoende / Onvoldoende
Cesuur
Minimaal behalen van 40 punten op processcore en minimaal 55 punten op totale score.
Weging
N.v.t.
Minimaal vereiste resultaat
Voldoende
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmidelen
N.v.t.
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
13. Verplichte literatuur • • • • • • •
KNGF richtlijn lage-rugpijn 2012, enkelletsel, meniscectomie, fysiotherapeutische verslaglegging 2011 en arthrose heup-knie KNGF evidencestatement subacromiale klachten Morree, J.J. de (2008). Dynamiek van het menselijk bindweefsel. Functie, beschadiging en herstel. (5e herziene druk). Huoten: Bohn Stafleu Van Loghem Morree, J.J. de, Jongert, M.W.A., Poel, G. van der (2006). Inspanningsfysiologie oefentherapie en training. Houten: Bohn Stafleu van Loghum Boiten, J.C. et al. (2009). Diagnostiek in de fysiotherapie. Proces en werkwijze. (3e druk). Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. Burgt, Van der, M. , Verhulst, F. (2009). Doen en blijven doen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Diverse artikelen opgenomen in de opdrachten van de OWE Eerstelijn 1
14. Aanbevolen literatuur • Diverse aanbevolen literatuur waarnaar verwezen wordt in de leerarrangementen van de OWE.
15. Software N.v.t.
16. Overige materialen Eigen bezit student: (waar gewenst meenemen naar SSB en riv-lessen) • Laken en handdoek voor op behandeltafel (zonder laken/handdoek geen toegang tot praktijkruimtes) • Huidpotlood, meetlint en goniometer • voorlichtingsmap • Videorecorder (Mag ook kwalitatief goede camera op smartphone zijn. Videocamera kan ook geleend worden bij de HAN. De filmpjes moeten in WM afgespeeld kunnen worden en van goede kwaliteit zijn) In bruikleen: • Alle door de opleiding beschikbaar gestelde materialen in de praktijklokalen.
17. Activiteiten In deze OWE maak je individuele opdrachten en groepsopdrachten. Veelal zijn het analyses en behandelplannen. De student geeft daarbij geregeld feedback op elkaars beroepsresultaten. Daarnaast vindt er tijdens de OWE een oriënterende snuffelstage plaats en doet de student een cursus informatievaardigheden.
18. Werkvormen De volgende werkvormen vinden gedurende de OWE plaats: • Tutorgroep (TG) • Responsie-Instructie-Vaardigheden (RIV) • Hoorcollege (HC) • Student-Student-Begeleiding (SSB) • Snuffelstage Parallel aan de OWE vinden meerdere leerlijnen plaats waarbij de inhoud aansluit aan de OWE Basis Fysiotherapie. Voor de leerlijnen zijn wekelijks hoorcolleges en vaardigheidslessen gepland.
19. Les-/ contacturen 10 lesweken 140 studiebelastingsuren 70 uur contacttijd
20. Onderwijsperiode Periode 3
21. Maximum aantal deelnemers N.v.t.
FYSIOTHERAPIE
33
FYSIOTHERAPIE
Basis Fysiotherapie Arbeid Titel onderwijseenheid (OWE): FYS- VBFA (Basis Fysiotherapie Arbeid) Engels: FYS-VBFA Physiotherapy basis, project Labor 1. Opleiding Fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijd propedeusestudenten fysiotherapie (niveau 1)
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken met en voor cliënten Werken in en voor een organisatie
4. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten
5. (Beroeps)Producten Portfolio
6. Studiepunten/studielast 5,0 STP, 140 SBU Geprogrammeerde contacttijd: 45 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfstudie: 95 uur
7. Samenhang met andere OWE’s Deze OWE behoort tot de extramurale lijn en loopt parallel aan de OWE’s Basis Fysiotherapie 1 en 2 uit dezelfde lijn. Deze OWE bereidt voor op de competenties samenwerken uit de hoofdfase OWE’s en op ondernemen uit de BVP (stage).
8. Ingangseisen Geen
9. Algemene omschrijving In deze OWE gaan de aankomend collega’s (studenten) interdisciplinair aan de slag met een beroepstaak die gericht is op arbeid en gezondheid. Dit doen ze door op basis van een consult een advies te verstrekken. Ze krijgen een adviesopdracht van een door ergotherapeuten opgestarte onderneming. Interdisciplinair concretiseren zij de adviesvraag. Om tot adviezen te komen doen studenten een onderzoek (met meetinstrumenten) naar arbeids-risico’s. De studenten schrijven een adviesrapport met aanbevelingen voor verbetering Het doel van het advies is het voorkomen en/of terugdringen van gezondheidsrisico’s bij een groep werknemers. Om veranderingen in de arbeidsomstandigheden te realiseren wordt invulling gegeven aan implementatie van adviezen. De mogelijke implementatie van het verstrekte advies wordt geëvalueerd.
10. Competenties 1. Fysiotherapeutisch handelen 3. Samenwerken 5. Maatschappelijk handelen 6. Organiseren 7.Professioneel handelen
34
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
11. Beoordelingscriteria De aankomend collega (student) laat het volgende zien: 1. Fysiotherapeutisch handelen • is zich ervan bewust dat de vraagstelling van de opdrachtgever uitgangspunt is voor de opdracht en heeft dit inzichtelijk gemaakt in het adviesproces. • heeft inzicht in de kenmerken van het bedrijf, kan een werkanalyse maken en conclusies trekken over arbeidsrisico’s. • onderbouwt de keuze van de meetinstrumenten en trekt conclusies op basis van de meetresultaten. • legt een duidelijke relatie tussen de uitkomsten uit de metingen en de uiteindelijke adviezen. • geeft aan op welke wijze het adviesrapport een antwoord geeft op de vraag/opdracht van de opdrachtgever en de gezondheidssituatie van de werknemer bevordert. • De student heeft een visie op de rol van fysiotherapie bij arbeid en heeft relevant bewijsmateriaal die de competentie-ontwikkeling ondersteunt. 3. Samenwerken • werkt op een effectieve en doelmatige wijze in teamverband samen en is zich hierbij bewust van de gevolgen van het eigen handelen voor andere betrokken hulpverleners • zet zijn expertise in om collega’s te adviseren • realiseert zich mogelijke belangenverstrengeling van verschillende partijen, weegt belangen van de berokken partijen af en handelt daarnaar volgens de geldende wet en regelgeving. 5. Maatschappelijk handelen • herkent en interpreteert factoren die de gezondheid beïnvloeden en betrekt deze in het advies 6.Organiseren • Plant, organiseert en regisseert zijn eigen werk binnen het project in termen van; o Aanwezigheid en beschikbaarheid o Uitvoerbaarheid o Vertrouwelijkheid • Onderhoudt en verbeterd zijn eigen deskundigheid • Neemt actief deel aan het interdisciplinaire team 7. Professioneel handelen • Toont zich vakbekwaam, aandachtig, ontvankelijk en gewetensvol • Handelt methodisch, expliciet en doelmatig • Draagt verantwoordelijkheid en is daarop aanspreekbaar. • Is kritisch reflectief naar eigen handelen, • is in staat ontwikkeling van eigen handelen in het project te expliciteren • is in staat aandachtspunten voor de (nabije) toekomst te expliciteren ten aanzien van eigen handelen.
12. Tentaminering Je krijgt voor deze OWE studiepunten toegekend als het eindcijfer een 5,5 of hoger is en je aan de minimale eisen van alle deeltentamens hebt voldaan. Berekening van het eindcijfer: Vermenigvuldig het cijfer van ieder deeltentamen met de bijbehorende wegingsfactor. Tel de uitkomsten van alle deeltentamens bij elkaar op. Deel de som van deze uitkomst vervolgens door honderd. Dit heet het ‘gewogen gemiddelde’. Bij de beoordeling van deeltentamens waarbij sprake is van een cesuur, wordt gebruik gemaakt van criteria. De criteria staan beschreven in de toetsformulieren van de deeltentamens, te vinden op de informatiesite toetsing van de opleiding Fysiotherapie.
Deeltentamen
Digitaal Portfolio
Tentamencode
DPF
Toetsvorm
DPF
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Alle vijf competenties zijn met een voldoende beoordeeld.
Weging
100%
FYSIOTHERAPIE
35
FYSIOTHERAPIE
Minimaal vereiste resultaat
Het cijfer moet minimaal 6 zijn
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
13. Verplichte literatuur • Kuiper, C., Heerkens, Y. et al Arbeid en gezondheid, preventie, behandeling, reïntegratie (2011) Lemma. ISBN 90 31343579
14. Aanbevolen literatuur Recente (wetenschappelijke) literatuur over Arbeid en gezondheid
15. Software N.v.t.
16. Overige materialen N.v.t.
17. Activiteiten In deze OWE werkt de aankomend collega (student) samen met aankomende ergotherapie collegae. De aankomende fysiotherapeut werkt als adviseur voor de aankomend ergotherapeut welke een onderneming heeft opgericht ten aanzien van arbeidsadvies.. Ze doen onderzoek naar werkomstandigheden, geven een advies en eventueel voorlichting. Ze krijgen hoorcolleges en werkcolleges aangeboden. Daarnaast organiseren ze veel bijeenkomsten met de opdrachtgever, en ook ook bij het bedrijf waar onderzoek wordt gedaan..
18. Werkvormen Werkvormen • Hoorcollege (HC) • Werkcolleges (WC) • Consultmomenten • Onderwijsgroepen
19. Les-/ contacturen De contacttijd bestaat uit: • werk / hoorcolleges. • Monodisciplinaire en interdisciplinaire bijeenkomsten. Deze bijeenkomsten zijn zowel begeleid als ongebeleid. Daarnaast zijn oudere jaars als begeleider betrokken Verder zijn docenten raadpleegbaar in consultmomenten Zelfstudie 95 uur 140 studiebelastingsuren
20. Onderwijsperiode Periode 3
21. Maximum aantal deelnemers N.v.t.
36
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Basis Fysiotherapie De Gezondheidsprofessional Titel onderwijseenheid (OWE): FYS-VBFGP (Basis Fysiotherapie De Gezondheidsprofessional) Engels: FYS-VBFGP Physiotherapy basis, project health professional 1. Opleiding Fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijd Propedeuse studenten niveau 1
3. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten (niveau 1)
4. Beroepstaak Werken in en voor een organisatie
5. Competenties • • • • •
2. Communiceren 3. Samenwerken 5. Maatschappelijk handelen 6. Organiseren 7. Professioneel handelen
6. (Beroeps)Producten Portfolio
7. Studiepunten Studielast 5 STP 140 SBU
8. Samenhang Deze OWE bouwt voort: OWE’s die in eerste jaar aan de orde zijn geweest met onderwerpen: Gezondheid, ICF, professionele identiteit, De onderwijseenheid is voorbereidend op: • op interprofessioneel samenwerken • de OWE’s waar gezondheid van cliënten centraal staat, • interprofessioneel samenwerken
9. Ingangseisen m.b.t. tentamens Geen ingangseisen
10. Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid staat de gezondheidsprofessional centraal. Iedere aankomend fysiotherapeut wordt naast fysiotherapeut ook gezondheidsprofessional en heeft daarmee een dubbele identiteit. In de onderwijseenheid wordt onderzocht wat deze dubbele identiteit inhoudt, wat betekent gezondheid vanaf 2015 en wat is de rol en meerwaarde van de verschillende gezondheidsprofessionals. Daarnaast speelt kennis van de organisatie van de Nederlandse gezondheidszorg in vergelijking met ten minste 2 andere landen een rol.
FYSIOTHERAPIE
37
FYSIOTHERAPIE
11. Beoordelingscriteria/Indicatoren De aankomend collega (student) laat het volgende zien: 2. Communiceren • Voert op methodische wijze gesprekken met andere gezondheidsprofessionals (nationaal en internationaal) afgestemd op de gesprekspartner • Voert constructieve gesprekken met andere gezondheidsprofessionals 3. Samenwerken • werkt op effectieve en doelmatige wijze in teamverband samen en is zich hierbij bewust van de gevolgen van eigen handelen voor andere betrokken hulpverleners • zet zijn expertise in om collega’s te adviseren 5. Maatschappelijk handelen • herkent en interpreteert factoren die de gezondheid beïnvloeden • kent en begrijpt het concept gezondheid zoals beschreven door Huber (2011) • kan consequenties van gezondheid zoals beschreven door Huber (2011) benoemen voor cliënten, voor eigen professie en voor andere gezondheidsprofessionals • herkent en kan de meerwaarde van eigen professie benoemen ten aanzien van de gezondheid van cliënten • herkent en kan de meerwaarde van ten minste 3 andere gezondheidsprofessionals benoemen ten aanzien van de gezondheid van cliënten • kent de organisatie van de Nederlandse gezondheidszorg in relatie met ten minste 2 andere landen (waarvan minimaal 1 binnen de EU). • begrijpt het belang van en denkt mee over innvoaties binnen de gezondheidszorg. 6.Organisen • Plant, organiseert en regisseert zijn eigen werk binnen het project in termen van; o Aanwezigheid en beschikbaarheid o Uitvoerbaarheid o Vertrouwelijkheid • Onderhoudt en verbeterd zijn eigen deskundigheid • Neemt actief deel aan interdisciplinaire samenwerken 8. Professioneel handelen • Toont zich vakbekwaam, aandachtig, ontvankelijk en gewetensvol • Handelt methodisch, expliciet en doelmatig • Draagt verantwoordelijkheid en is daarop aanspreekbaar. • Is kritisch reflectief naar eigen handelen, • is in staat ontwikkeling van eigen handelen in het project te expliciteren. • is in staat aandachtspunten voor de (nabije) toekomst te expliciteren ten aanzien van eigen handelen.
12. Tentaminering
38
Deeltentamen
Digitaal Portfolio
Tentamencode
DPF
Toetsvorm
DPF
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Alle vijf competenties zijn met een voldoende beoordeeld
Weging
100%
Minimaal vereiste resultaat
Het cijfer moet minimaal 6 zijn
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
13. Verplichte literatuur • Huber M, Knottnerus J A, Green L, Horst H van der, Jadad A R, Kromhout D et al. How should we define health? BMJ 2011; 343 :d4163 • Louis Bolk Instituut, Nieuw concept gezondheid, http://www.louisbolk.org/nl/voeding-en-gezondheid/onderzoek-integrative-medicine/nieuw-conceptgezondheid • Huber M et al. (2013) Positieve gezondheid in de praktijk, verslag invitational conference 19 november 2013, http://www.zonmw.nl/fileadmin/ documenten/Begip_Gezondheid/Rapport_verslag_invitational_conference_Positieve_Gezondheid__versie_14-02-2014_.pdf • ZONmw begrip gezondheid, http://www.zonmw.nl/nl/over-zonmw/begrip-gezondheid/ • ZONmw, factsheet positieve gezondheid, http://www.zonmw.nl/fileadmin/documenten/Begip_Gezondheid/Factsheet_Positieve_gezondheid.pdf • RVZ (2010) van zz naar gg, http://www.rvz.net/publicaties/bekijk/perspectief-op-gezondheid-20-20 , bekeken op • Nationale denktank 2013, uitgedokterd, 10 oplossingenvoor veerkrachtzorg, http://www.zorginstituutnederland.nl/binaries/content/documents/ zinl-www/documenten/rubrieken/beroepen-en-opleidingen/1312-uitgedokterd---10-oplossingen-voor-veerkrachtszorg-rapport-nationale-denktank/ Uitgedokterd+-+10+oplossingen+voor+veerkrachtszorg+%28rapport+De+Nationale+Denktank%29.pdf • The Health Systems and Policy Monitor, http://www.hspm.org/mainpage.aspx , • Schafer W et. Al . The Netherlands: health system review, Health Syst Transit. 2010;12(1):v-xxvii, 1-228.
14. Aanbevolen literatuur Zie scholar
15. Software N.v.t.
16. Overige materialen N.v.t.
17. Activiteiten • speed daten met andere gezondheidsprofessionals • maken van een promotie film gezondheid en bewegen >2015 met script
18. Werkvormen • • • • •
Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen Practica Project
19. Les-/ contacturen De contacttijd: bestaat uit werk / hoorcolleges. Monodisciplinaire en interdisciplinaire bijeenkomsten. Deze bijeenkomsten zijn zowel begeleid als ongebeleid. Daarnaast zijn ouderejaars als begeleider betrokken Verder zijn docenten raadpleegbaar in consultmomenten Zelfstudie 95 uur . Bij zelfstudie kan altijd begeleiding van hogere jaars studenten gevraagd worden 140 studiebelastingsuren
20. Onderwijsperiode Periode 4
21. Maximum aantal deelnemers Geen
FYSIOTHERAPIE
39
FYSIOTHERAPIE
Basis Fysiotherapie 2 Integrale toets Titel onderwijseenheid (OWE): FYS-VBF2 (Basis Fysiotherapie 2) Engels: FYS-VBF2 Physiotherapy basis 2 1. Opleiding Fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijdstudenten fysiotherapie Propedeuse (niveau 1)
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken met en voor cliënten Werken in en voor een organisatie Werken aan professionalisering
4. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten
5. (Beroeps)Producten • Een Performance bij een simulatiepatiënt • Feedback gegeven op beroepsproduct van een medestudent • Een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)
6. Studiepunten/studielast 15 STP, 420 SBU Geprogrammeerde contacttijd: 170 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfstudie: 250 uur De studiebelastingsuren zijn verdeeld over de OWE en de daaraan parallel lopende leerlijnen.
7. Samenhang met andere OWE’s Deze onderwijseenheid volgt op de OWE ‘Introductie Fysiotherapie’ Deze OWE gaat vooraf aan de OWE ‘Eerstelijn 2’. Deze OWE hoort bij de extramurale lijn.
8. Ingangseisen Geen
9. Algemene omschrijving Deze onderwijseenheid heeft als werkcontext een fysiotherapiepraktijk binnen de 1e lijns-gezondheidszorg. Centraal in Basis Fysiotherapie staan het methodisch fysiotherapeutisch handelen en klinisch redeneren. Dit gebeurt bij de volgende thema’s: artrose knie/heup, aspecifieke lagerugpijn, enkelletsel (acuut en chronisch), menisectomie, primaire schouder impingement op basis van tendinose rotatorcuff, epicondylis lateralis en medialis, jumpers knee / patella tendinopathie, achillespees tendinose en polsfractuur, conservatief behandeld.
10. Competenties 1. Fysiotherapeutisch handelen 2. Communiceren 3. Samenwerken 4. Kennis delen en wetenschap beoefenen 5. Maatschappelijk handelen 6. Organiseren 7. Professioneel handelen
40
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
11. Beoordelingscriteria PA: In een gesimuleerde situatie bij een patiënt met een eenvoudig gezondheidsprobleem (niveau 1) in de context van Basis Fysiotherapie • De student verzamelt relevante gegevens en maakt een analyse op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om het gezondheidsprobleem te verhelderen. • De student stelt een behandelplan op en voert dit uit op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om een adequate behandeling te kunnen geven. • De student gaat op een professionele wijze om met een patiënt FB: • De student laat zien concrete betekenisvolle feedback op een product van een mede student te geven • De student toont doormiddel van de feedback aan relevante kennis te hebben en te kunnen toepassen in de onderbouwing van een fysiotherapeutische diagnose of behandelplan KT: De student kent en herkent de basisprincipes betreffende anatomie, fysiologie, pathofysiologie en gedragswetenschappen die nodig zijn binnen het klinisch redeneren binnen de context Basis Fysiotherapie.
POP: De student laat zien • te reflecteren op het eigen handelen, • kritisch te zijn op het eigen handelen, • anderen feedback te vragen, • zicht te hebben op eigen kwaliteiten en verbeterpunten, • persoonlijke leerdoelen op te stellen en • een concreet en realistisch plan van aanpak bij op te stellen. OKFT: De student toont door deelname aan zelf gekozen activiteiten aan zich te willen verdiepen dan wel te verbreden in fysiotherapie gerelateerde (interdisciplinaire) onderwerpen en/of laat zien een bijdrage te willen leveren aan de kwaliteit van het onderwijs van medestudenten. Peerg: De student evalueert zijn/haar eigen rol in het groepsproces en levert concrete feedback op de rol van medestudenten in het groepsproces. De student maakt op basis van de feedback een leerdoel gericht op samenwerken en een plan van aanpak hoe het leerdoel te bereiken.
12. Tentaminering Je krijgt voor deze OWE studiepunten toegekend als het eindcijfer een 5,5 of hoger is en je aan de minimale eisen van alle deeltentamens hebt voldaan. Berekening van het eindcijfer: Vermenigvuldig het cijfer van ieder deeltentamen met de bijbehorende wegingsfactor. Tel de uitkomsten van alle deeltentamens bij elkaar op. Deel de som van deze uitkomst vervolgens door honderd. Dit heet het ‘gewogen gemiddelde’. Bij de beoordeling van deeltentamens waarbij sprake is van een cesuur, wordt gebruik gemaakt van criteria. De criteria staan beschreven in de toetsformulieren van de deeltentamens, te vinden op de informatiesite toetsing van de opleiding Fysiotherapie.
Deeltentamen
Performance assessment
Tentamencode
PA
Toetsvorm
Performance
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Alle te beoordelen criteria moeten minstens met ‘voldoende’ gescoord zijn.
Weging
40%
Minimaal vereist resultaat
Het cijfer moet minimaal 6,0 zijn
Aantal kansen per jaar
2
FYSIOTHERAPIE
41
FYSIOTHERAPIE
42
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Persoonlijk Ontwikkelingsplan
Tentamencode
POP
Toetsvorm
Presentatie en gesprek
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Voldoende / onvoldoende
Cesuur
Ten minste 3 van de 6 criteria zijn voldoende gescoord.
Weging
N.v.t.
Minimaal vereiste resultaat
Voldoende
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Feedbacklus
Tentamencode
Prod2
Toetsvorm
Schriftelijke toets
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
55 punten is een voldoende
Weging
20%
Minimaal vereiste resultaat
5,0
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Kennistoets
Tentamencode
KT
Toetsvorm
Schriftelijke toets
Aantal examinatoren
N.v.t.
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
70%
Weging
40%
Minimaal vereiste resultaat
5,0
Aantal kansen per jaar
2
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Opleiding Kwaliteitspunten Fysiotherapie
Tentamencode
OKFT
Toetsvorm
Registratie van activiteiten
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Voldaan / Niet Voldaan
Cesuur
Minimaal 60 te behalen OKFT punten. (onder voorbehoud)
Weging
N.v.t.
Minimaal vereiste resultaat
Voldaan
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Peerassessment groepsfunctioneren
Tentamencode
peerg
Toetsvorm
peerassessment
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Voldaan / Niet Voldaan
Cesuur
Minimaal 2x deelname aan peerg
Weging
N.v.t.
Minimaal vereiste resultaat
Voldaan
Aantal kansen per jaar
2
Topegestane hulpmiddelen
N.v.t.
13. Verplichte literatuur • • • • • • •
KNGF richtlijn lage-rugpijn 2012, enkelletsel, meniscectomie, fysiotherapeutische verslaglegging 2011 en arthrose heup-knie KNGF evidencestatement subacromiale klachten Morree, J.J. de (2008). Dynamiek van het menselijk bindweefsel. Functie, beschadiging en herstel. (5e herziene druk). Huoten: Bohn Stafleu Van Loghem Morree, J.J. de, Jongert, M.W.A., Poel, G. van der (2006). Inspanningsfysiologie oefentherapie en training. Houten: Bohn Stafleu van Loghum Boiten, J.C. et al. (2009). Diagnostiek in de fysiotherapie. Proces en werkwijze. (3e druk). Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. Burgt, Van der, M. , Verhulst, F. (2009). Doen en blijven doen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Diverse artikelen opgenomen in de opdrachten van de OWE Eerstelijn 1
14. Aanbevolen literatuur • Diverse aanbevolen literatuur waarnaar verwezen wordt in de leerarrangementen van de OWE.
15. Software N.v.t.
FYSIOTHERAPIE
43
FYSIOTHERAPIE
16. Overige materialen Eigen bezit student: (waar gewenst meenemen naar SSB en riv-lessen) • Laken en handdoek voor op behandeltafel (zonder laken/handdoek geen toegang tot praktijkruimtes) • Huidpotlood, meetlint en goniometer • voorlichtingsmap • Videorecorder (Mag ook kwalitatief goede camera op smartphone zijn. Videocamera kan ook geleend worden bij de HAN. De filmpjes moeten in WM afgespeeld kunnen worden en van goede kwaliteit zijn) In bruikleen: • Alle door de opleiding beschikbaar gestelde materialen in de praktijklokalen.
17. Activiteiten In deze OWE maak je individuele opdrachten en groepsopdrachten. Veelal zijn het analyses en behandelplannen. De student geeft daarbij geregeld feedback op elkaars beroepsresultaten. Daarnaast vindt er tijdens de OWE een oriënterende snuffelstage plaats en doet de student een cursus informatievaardigheden.
18. Werkvormen De volgende werkvormen vinden gedurende de OWE plaats: • Tutorgroep (TG) • Responsie-Instructie-Vaardigheden (RIV) • Hoorcollege (HC) • Student-Student-Begeleiding (SSB) • Snuffelstage Parallel aan de OWE vinden meerdere leerlijnen plaats waarbij de inhoud aansluit aan de OWE eerstelijn 1. Voor de leerlijnen zijn wekelijks hoorcolleges en vaardigheidslessen gepland.
19. Les-/ contacturen 19 lesweken 420 studiebelastingsuren 170 uur contacttijd
20. Onderwijsperiode Periode 3 en 4
21. Maximum aantal deelnemers N.v.t.
44
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
7. Onderwijseenheden Hoofdfase Fysiotherapie In dit hoofdstuk staan alle onderwijseenheden (OWE’s) op een rij die je volgt tijdens de drie hoofdfasen van je opleiding Fysiotherapie. In hoofdstuk 5 vind je deze onderwijseenheden terug in een schema. Zo zie je in welke fase elke onderwijseenheid thuishoort. De beschrijvingen zijn een onderdeel van Hoofdstuk 3 van deel 3 van het OER en als zodanig een uitwerking van art. 6.1 lid 2. Overal waar ‘hij’ staat, bedoelen we ook ‘zij’.
Ziekenhuis Titel onderwijseenheid (OWE): FYS-VZH (Ziekenhuis) Engels: FYS-VZH Hospital 1. Opleiding Fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijdstudenten Hoofdfase 1 (niveau 2)
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken met en voor cliënten
4. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten
5. (Beroeps)Producten • Een Videoboodschap die een onderbouwing geeft op het klinisch redeneerproces over de fysiotherapeutische diagnose of het behandelplan uit je beste zorgdossier. • Een Performance Assessment bij een simulatiepatiënt • One shot video’s van vaardigheden
6. Studiepunten/studielast 15 STP, 420 SBU Geprogrammeerde contacttijd: 120 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfstudie: 300 uur De studiebelastingsuren zijn verdeeld over de OWE en de daaraan parallel lopende leerlijnen.
7. Samenhang met andere OWE’s Deze OWE is onderdeel van de intramurale lijn. Deze OWE sluit aan op de OWE’s Introductie Fysiotherapie en is voorbereidend op de BVP.
8. Ingangseisen Geen
FYSIOTHERAPIE
45
FYSIOTHERAPIE
9. Algemene omschrijving Bij deze OWE staat de patiënt in de context van het ziekenhuis op de casusgebonden verpleegafdelingen centraal. Intensive (medium) care wordt summier onder de aandacht gebracht Het gaat het om de competentieontwikkeling op niveau 2 (stage-bekwaam) voor de beroepsrollen hulpverlener, adviseur en het managen van het primaire proces. Het ontwikkelen van het professioneel handelen en klinisch redeneren nemen een centrale plaats in. Tijdens de OWE wordt gestart met enkelvoudige casuïstiek en toegewerkt naar meervoudig en complexe casuïstiek die representatief is voor het ziekenhuis. De competentieontwikkeling binnen de rol van hulpverlener is vooral gericht op diagnostiek en behandeling, waarbij advisering naar patiënt en andere disciplines een aandachtspunt is.
10. Competenties 1 Fysiotherapeutisch Handelen 2 Communicatie 4 Kennisdelen en wetenschap beoefenen 7 Professioneel handelen
11. Beoordelingscriteria PA: In een gesimuleerde situatie bij een patiënt met een complex gezondheidsprobleem (niveau 2) in de context van Eerstelijn Ziekenhuis 2 • De student verzamelt relevante gegevens en maakt een analyse op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om het gezondheidsprobleem te verhelderen. • De student stelt een behandelplan op en voert dit uit op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om een adequate behandeling te kunnen geven. • De student gaat op een professionele wijze om met een patiënt VB: In de videoboodschap laat de student zien het klinisch redeneer proces op basis van relevante up to date kennis toe te kunnen passen op een fictieve casus. QMP5 en QMP6: De student kent en herkent de basisprincipes betreffende anatomie, fysiologie, pathofysiologie en gedragswetenschappen die nodig zijn binnen het klinisch redeneren binnen de context ZH en 1LN2.
12. Tentaminering Je krijgt voor deze OWE studiepunten toegekend als het eindcijfer een 5,5 of hoger is en je aan de minimale eisen van alle deeltentamens hebt voldaan. Berekening van het eindcijfer: Vermenigvuldig het cijfer van ieder deeltentamen met de bijbehorende wegingsfactor. Tel de uitkomsten van alle deeltentamens bij elkaar op. Deel de som van deze uitkomst vervolgens door honderd. Dit heet het ‘gewogen gemiddelde’. Bij de beoordeling van deeltentamens waarbij sprake is van een cesuur, wordt gebruik gemaakt van criteria. De criteria staan beschreven in de toetsformulieren van de deeltentamens, te vinden op de informatiesite toetsing van de opleiding Fysiotherapie.
46
Deeltentamen
Performance assessment
Tentamencode
PA
Toetsvorm
Performance
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Alle te beoordelen criteria moeten minstens met ‘voldoende’ gescoord zijn.
Weging
45%
Minimaal vereiste resultaat
Het cijfer moet minimaal 6 zijn
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Deeltentamen
Videoboodschap
Tentamencode
VB
Toetsvorm
Videobeoordeling
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Beoordelingsformulier bij dit schrijven nog in ontwikkeling. Bij start studiejaar is de cesuur terug te vinden in het beoordelingsformulier te vinden op de informatiesite toetsing van Scholar
Weging
25%
Minimaal vereiste resultaat
N.v.t.
Aantal kansen per jaar
2
Toegstane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Kennistoets blok 1
Tentamencode
QMP 5
Toetsvorm
Schriftelijke toets
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
70%
Weging
15%
Minimaal vereiste resultaat
5,0
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t
Deeltentamen
Kennistoets blok 2
Tentamencode
QMP 6
Toetsvorm
Schriftelijke toets
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
70%
Weging
15%
Minimaal vereiste resultaat
5,0
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t. FYSIOTHERAPIE
47
FYSIOTHERAPIE
13. Verplichte literatuur • KNGF richtlijnen (Verslaglegging, Beroerte, COPD, Hartrevalidatie, Beweeginterventie coronaire hartziekten, Postoperatief Lumbosacraal syndroom) • CBO richtlijnen (Diagnostiek, behandeling en zorg bij een beroerte, Lumbosacraal radiculair syndroom, Preventie van peri operatieve pulmonale complicaties) • Kuks J.B.M. e.a. Klinische Neurologie. BSL Zestiende herziene druk 2007. • Verhaar J.A.N. e.a. Orthopedie. BSL 1e druk, vierde oplage, 2005. • Orthopedic physical assessment, Magee, DJ. St. Louis: Saunders/Elsevier, 2008. • Physical rehabilitation, Cameron, MH. St. Louis: Saunders/Elsevier, 2007.
14. Aanbevolen literatuur De literatuurlijsten staan per opdracht op de Scholar omgeving van OWE Ziekenhuis
15. Software N.v.t.
16. Overige materialen Eigen bezit student: (waar gewenst meenemen naar SSB en riv-lessen) • Laken en handdoek voor op behandeltafel (zonder laken/handdoek geen toegang tot praktijkruimtes) • Huidpotlood, meetlint en goniometer • Voorlichtingsmap • Videorecorder (Mag ook kwalitatief goede camera op smartphone zijn. Videocamera kan ook geleend worden bij de HAN. De filmpjes moeten in WM afgespeeld kunnen worden en van goede kwaliteit zijn) In bruikleen: • Alle door de opleiding beschikbaar gestelde materialen in de praktijklokalen.
17. Activiteiten In deze OWE maak je individuele opdrachten en groepsopdrachten. Zie verder algemene omschrijving
18. Werkvormen De volgende werkvormen vinden gedurende de OWE plaats: • Tutorgroep (TG) • Responsie-Instructie-Vaardigheidslessen (RIV) • Hoorcollege (HC) • Gastcolleges • Patiëntendemonstraties • Student-Student-Begeleiding (SSB) Parallel aan de OWE vinden meerdere leerlijnen plaats waarbij de inhoud aansluit aan de OWE. Voor de leerlijnen zijn wekelijks hoorcolleges en vaardigheidslessen gepland.
19. Les-/ contacturen 19 lesweken 420 studiebelastingsuren 120 uur contacttijd
20. Onderwijsperiode Periode 1 en 2
21. Maximum aantal deelnemers N.v.t.
48
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Eerstelijn 2 Titel onderwijseenheid (OWE): FYS-V1LN2 (Eerstelijn 2) Engels: FYS-V1LN2 Private practice 2 1. Opleiding Opleiding fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijd studenten Hoofdfase 1 (niveau 2)
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken met en voor cliënten (hulpverlener)
4. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten (hulpverlener)
5. (Beroeps)Producten • Klinisch redeneren a.d.h.v. casuïstiek • Een Performance bij een simulatiepatiënt • One shot video’s van vaardigheden
6. Studiepunten/studielast 15 STP, 420 BSU Geprogrammeerde contacttijd: 120 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfstudie: 300 uur De studiebelastingsuren zijn verdeeld over de OWE en de daaraan parallel lopende leerlijnen.
7. Samenhang met andere OWE’s Deze onderwijseenheid volgt op de OWE ‘Eerstelijn 1’ Deze OWE gaat vooraf aan de OWE ‘Eerstelijn 3’. Deze OWE hoort bij de extramurale lijn.
8. Ingangseisen Geen
9. Algemene omschrijving De onderwijseenheid is gericht op het verwerven van kennis, vaardigheden en attitudes die de fysiotherapeut in de 1e lijn nodig heeft om adequate zorg te kunnen bieden. Daarbij staat het methodisch handelen centraal. • De cliënt met aspecifieke lage rugklachten • De cliënt met traumatische knieproblemen • De cliënt met arbeidsgerelateerde schouderpijn • De cliënt met traumatische nekklachten • De cliënt met arbeidsgerelateerde klachten van de nek en bovenste extremiteit CANS. • De cliënt met pols- en handproblemen
10. Competenties 1 Fysiotherapeutisch Handelen 2 Communicatie 4. Kennis delen en wetenschap beoefenen 5. Maatschappelijk handelen 7 Professioneel handelen
FYSIOTHERAPIE
49
FYSIOTHERAPIE
11. Beoordelingscriteria PA: In een gesimuleerde situatie bij een patiënt met een complex gezondheidsprobleem (niveau 2) in de context van de eerstelijnspraktijk • De student verzamelt relevante gegevens en maakt een analyse op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om het gezondheidsprobleem te verhelderen. • De student stelt een behandelplan op en voert dit uit op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om een adequate behandeling te kunnen geven. • De student gaat op een professionele wijze om met een patiënt Prod1 (casustoets): De student laat zien bij korte casusgegevens juiste keuzes te herkennen in het klinisch redeneerproces. Zowel in de diagnostische fase als de behandelfase.
12. Tentaminering Je krijgt voor deze OWE studiepunten toegekend als het eindcijfer een 5,5 of hoger is EN je aan de minimale eisen van ALLE deeltentamens hebt voldaan. Berekening van het eindcijfer: Vermenigvuldig het cijfer van ieder deeltentamen met de bijbehorende wegingsfactor. Tel de uitkomsten van alle deeltentamens bij elkaar op. Deel de som van deze uitkomst vervolgens door honderd. Dit heet het ‘gewogen gemiddelde’. Bij de beoordeling van deeltentamens waarbij sprake is van een cesuur, wordt gebruik gemaakt van criteria. De criteria staan beschreven in de toetsformulieren van de deeltentamens, te vinden op de informatiesite toetsing van de opleiding Fysiotherapie.
50
Deeltentamen
Performance assessment
Tentamencode
PA
Toetsvorm
Performance
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Alle te beoordelen criteria moeten minstens met ‘voldoende’ gescoord zijn.
Weging
50%
Minimaal vereiste resultaat
Het cijfer moet minimaal 6 zijn
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Casustoets
Tentamencode
Prod1
Toetsvorm
Casustoets
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
70% (onder voorbehoud)
Weging
50%
Minimaal vereiste resultaat
N.v.t.
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
13. Verplichte literatuur • • • •
KNGF richtlijnen aspecifieke lage rugklachten, fysiotherapeutische verslaglegging, KANS, Whiplash, Osteoporose KNGF Evidence Statement Subacromiale klachten Magee et al. Orthopedic Physical Assessment, Elsevier, 2007. Magee et al. Scientific foundations and principles of practice in musculoskeltal rehabitation. Chapter 1 Kapandji I.A. Bewegingsleer, deel I bovenste extremiteit, Bohn Stafleu van Loghum, 2009. • Kapandji I.A. Bewegingsleer deel II onderste extremiteit. Bohn Stafleu van Loghum, 2009 • Morree J.J. De dynamiek van het menselijk bindweefsel. Bohn Stafleu van Loghum, Houten – 2008.
14. Aanbevolen literatuur • Sassen, B. (2007). Gezondheidsvoorlichting voor paramedici. (2e druk). Maarsen: Elsevier gezondheidszorg. • Burgt, M. van der, & Verhulst F.J.C.M. (2003). Doen en blijven doen : voorlichting en compliancebevordering door paramedici (3e druk). Houten: Bohn, Stafleu, van Loghum. • Burken, P. van. (2000). Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut. Houten: Bohn, Stafleu, van Loghum.
15. Software N.v.t.
16. Overige materialen Eigen bezit student: (waar gewenst meenemen naar SSB en riv-lessen) • Laken en handdoek voor op behandeltafel (zonder laken/handdoek geen toegang tot praktijkruimtes) • Huidpotlood, meetlint en goniometer • Voorlichtingsmap • Digitale camera (mag ook kwalitatief goede camera op smartphone zijn. Digitale camera kan ook geleend worden bij de HAN. De filmpjes moeten in WM afgespeeld kunnen worden en van goede kwaliteit zijn) In bruikleen: • Alle door de opleiding beschikbaar gestelde materialen in de praktijklokalen
17. Activiteiten • College volgen • Werken aan probleemtaken • Werken aan strategietaken • Werken aan producten • Peer feedback geven en ontvangen • Praktisch oefenen onder begeleiding • Zelfstandig oefenen • Zelfstandig kennis verwerven • Patiëntendemonstraties bijwonen • Reflecteren
18. Werkvormen • Responsiecollege • Tutor-begeleide bijeenkomsten • Begeleide vaardigheidstraining • Student-student begeleiding • Patiëntdemonstratie
19. Les-/ contacturen 19 lesweken 420 studiebelastingsuren 120 uur contacttijd
20. Onderwijsperiode Periode 1 en 2
21. Maximum aantal deelnemers N.v.t.
FYSIOTHERAPIE
51
FYSIOTHERAPIE
Revalidatiecentrum en Geriatrische Revalidatie Titel onderwijseenheid (OWE): FYS-VRGR (Revalidatiecentrum en Geriatrische Revalidatie) Engels: FYS-VRGR Rehab centre and Geriatric Rehabilitation 1. Opleiding Opleiding fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijdstudenten Hoofdfase 1 (niveau 2)
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken met en voor cliënten
4. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten
5. (Beroeps)Producten • Een Performance bij een simulatiepatiënt • Feedback gegeven op beroepsproduct van een medestudent • One shot video’s van vaardigheden
6. Studiepunten/studielast 15 STP, 420 BSU Geprogrammeerde contacttijd: 120 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfstudie: 300 uur De studiebelastingsuren zijn verdeeld over de OWE en de daaraan parallel lopende leerlijnen.
7. Samenhang met andere OWE’s Deze OWE is onderdeel van de intramurale lijn. Deze onderwijseenheid volgt op de OWE ‘Ziekenhuis 2’ Deze OWE gaat vooraf aan de OWE ‘BVP 1’.
8. Ingangseisen Geen
9. Algemene omschrijving Deze OWE bestaat uit twee delen. Het eerste deel staat in het teken van Revalidatiecentrum. Het tweede deel staat in het teken van Geriatrische Revalidatie Bij Revalidatiecentrum staat de revaliderende cliënt centraal. De casuïstiek komt voort uit de context van het revalidatiecentrum. Er worden verschillende thema’s behandeld, zoals dwarslaesie, amputatie en centraal neurologisch lijden. Een belangrijk kenmerk van een revalidatiecentrum is het multidisciplinaire karakter. Een belangrijk thema-overstijgend onderdeel betreft kennis over motorische ontwikkeling en motorisch leren en de toepassing daarvan bij genoemde thema’s. Ook wordt er binnen de OWE gewerkt met de intramurale risico-analyse, waarbij de student een inschatting maken van het herstel van de patiënt. Bij Geriatrische revalidatie staat de geriatrische cliënt centraal. De casuïstiek komt voort uit de context van de dagbehandeling, de verpleegafdeling en de psychogeriatrische afdeling in het verpleeghuis. De rode draad is behoud van kwaliteit van leven bij de toenemende kwetsbaarheid van de patiënt door de bestaande comorbiditeit. Speciale aandacht gaat uit naar cognitie van de patiënt, multidisciplinair samenwerken in het team en mantelzorg.
10. Competenties 1 Fysiotherapeutisch Handelen 2 Communiceren 4 Kennisdelen en wetenschap beoefenen 7 Professioneel handelen
52
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
11. Beoordelingscriteria PA: In een gesimuleerde situatie bij een patiënt met een complex gezondheidsprobleem (niveau 2) in de context van RGR • De student verzamelt relevante gegevens en maakt een analyse op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om het gezondheidsprobleem te verhelderen. • De student stelt een behandelplan op en voert dit uit op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om een adequate behandeling te kunnen geven. • De student gaat op een professionele wijze om met een patiënt Prod1: De student laat zien concrete betekenisvolle feedback op een product van een mede student te geven en toont doormiddel van de feedback aan relevante kennis te hebben en te kunnen toepassen in de onderbouwing van een uitwerking van een patiëntendossier bij een fictieve casus Pvideo: In de One shot Pvideo laat de student in korte tijd een deel van een simulatiespel zien in de context van RGR • De student verzamelt relevante gegevens en maakt een analyse op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om het gezondheidsprobleem te verhelderen. of • De student stelt een behandelplan op en voert dit uit op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om een adequate behandeling te kunnen geven. en • De student gaat op een professionele wijze om met een patiënt
12. Tentaminering Je krijgt voor deze OWE studiepunten toegekend als het eindcijfer een 5,5 of hoger is en je aan de minimale eisen van alle deeltentamens hebt voldaan. Berekening van het eindcijfer: Vermenigvuldig het cijfer van ieder deeltentamen met de bijbehorende wegingsfactor. Tel de uitkomsten van alle deeltentamens bij elkaar op. Deel de som van deze uitkomst vervolgens door honderd. Dit heet het ‘gewogen gemiddelde’. Bij de beoordeling van deeltentamens waarbij sprake is van een cesuur, wordt gebruik gemaakt van criteria. De criteria staan beschreven in de toetsformulieren van de deeltentamens, te vinden op de informatiesite toetsing van de opleiding Fysiotherapie.
Deeltentamen
Performance assessment
Tentamencode
PA
Toetsvorm
Performance
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Alle te beoordelen criteria moeten minstens met ‘voldoende’ gescoord zijn.
Weging
40%
Minimaal vereiste resultaat
Het cijfer moet minimaal 6 zijn
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Portvideo – Geriatrische Revalidatie
Tentamencode
Pvideo
Toetsvorm
Schriftelijke toets
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Beide te beoordelen criteria moeten voldoende zijn. FYSIOTHERAPIE
53
FYSIOTHERAPIE
Weging
30%
Minimaal vereiste resultaat
1
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Feedback - Revalidatie
Tentamencode
Prod1
Toetsvorm
Schriftelijke toets
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Afhankelijk van de keuze van de student op welk beroepsproduct feedback gegeven moet worden. Beoordelingscriteria staan in de opdracht van ieder te kiezen beroepsproduct.
Weging
30%
Minimaal vereiste resultaat
1
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
13. Verplichte literatuur • KNGF richtlijnen (Verslaglegging, Beroerte, COPD, Hartrevalidatie, Beweeginterventie coronaire hartziekten) • CBO richtlijnen (Diagnostiek, behandeling en zorg bij een beroerte, Preventie van peri-operatieve pulmonale complicaties, Acute traumatische wervelletsels, Amputatie en prothesiologie onderste extremiteit ) • Kuks J.B.M.. Snoek J.W. Klinische neurologie. Bohn Stafleu Van Loghum 16e herziene druk 2007. • Verhaar J.A.N., Linden van der A.J. Orthopedie. Bohn Stafleu Van Loghum. 1e druk, vierde oplage, 2005. • Orthopedic physical assessment, Magee, DJ. St. Louis: Saunders/Elsevier, 2008 • Physical rehabilitation, Cameron, MH. St. Louis: Saunders/Elsevier, 2007 • Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit, Geertzen JHB. Den Haag: Boom/Lemma, 2008 • Hemiplegie, Davies, P.; Houten: BSL, 2001
14. Aanbevolen literatuur • Herwaarde van H., ’t Leven van N., Paramedische zorgverlening aan ouderen. Lemma 2008. (Thema 2 en Thema 3) • Eulderink F., Heeren T.J., Knook D.L. , Ligthart G.J. Inleiding gerontologie en geriatrie. Bohn Stafleu Van Loghum. Vierde, herziene druk. Hoofdstuk 5. • Cranenburgh van B. Neurowetenschappen, een overzicht. Elsevier Gezondheidszorg. 2e editie 1997.
15. Software N.v.t.
16. Overige materialen Eigen bezit student: (waar gewenst meenemen naar SSB en riv-lessen) • Laken en handdoek voor op behandeltafel (zonder laken/handdoek geen toegang tot praktijkruimtes) • Huidpotlood, meetlint en goniometer • Voorlichtingsmap • Videorecorder (Mag ook kwalitatief goede camera op smartphone zijn. Videocamera kan ook geleend worden bij de HAN. De filmpjes moeten in WM afgespeeld kunnen worden en van goede kwaliteit zijn) In bruikleen: • Alle door de opleiding beschikbaar gestelde materialen in de praktijklokalen
54
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
17. Activiteiten In deze OWE maak je diverse opdrachten, zowel individuele als groepsopdrachten
18. Werkvormen De volgende werkvormen vinden gedurende de OWE plaats: • Tutorgroep (TG) • Responsie-Instructie-Vaardigheidslessen (RIV) • Hoorcollege (HC) • Gastcolleges • Patiëntendemonstraties • Student-Student Begeleiding (SSB) • Werkveldoriëntatie • Bedligsessie, waarbij studenten fysiotherapie studenten van de opleiding IVS behandelen. Parallel aan de OWE vinden meerdere leerlijnen plaats waarbij de inhoud aansluit aan de OWE Revalidatie en Geriatrische Revalidatie. Voor de leerlijnen zijn wekelijks hoorcolleges en vaardigheidslessen gepland.
19. Les-/ contacturen 19 lesweken 420 studiebelastingsuren 120 uur contacttijd
20. Onderwijsperiode Periode 3 (Revalidatiecentrum) en periode 4 (Geriatrische Revalidatie)
21. Maximum aantal deelnemers N.v.t.
Eerstelijn 3 Integrale toets 2 Titel onderwijseenheid (OWE): FYS-V1LN3 (Eerste lijn 3) (integrale toets 2) Engels: FYS-V1LN3 Private practice 3 Integrated assessment 2 1. Opleiding Fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijdstudenten Hoofdfase 1 (niveau 2)
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken met en voor cliënten (hulpverlener) Werken in en voor een organisatie (manager) Werken aan professionalisering (beroepsontwikkelaar)
4. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten (hulpverlener) De studiebelastingsuren zijn verdeeld over de OWE en de daaraan parallel lopende leerlijnen.
5. (Beroeps)Producten • • • •
Een Performance bij een simulatiepatiënt Een EBP verslag Een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) One shot video’s van vaardigheden
FYSIOTHERAPIE
55
FYSIOTHERAPIE
6. Studiepunten/studielast 15 STP, 420 BSU Geprogrammeerde contacttijd: 120 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfstudie: 300 uur De studiebelastingsuren zijn verdeeld over de OWE en de daaraan parallel lopende leerlijnen.
7. Samenhang met andere OWE’s Deze onderwijseenheid volgt op de OWE Eerstelijn 2’ Deze OWE gaat vooraf aan de OWE ‘BVP 1’. Deze OWE hoort bij de extramurale lijn.
8. Ingangseisen Geen
9. Algemene omschrijving Deze OWE heeft als werkcontext een fysiotherapiepraktijk binnen de eerstelijns gezondheidszorg. Binnen het onderwijs worden gezondheidsproblemen behandeld die zich kenmerken door een matige tot grote complexiteit. Dat betekent dat er sprake is van belemmerende factoren en vertraagd herstel. Ook komen systeemaandoeningen, zoals reuma aan de orde. De gezondheidsproblemen komen uit de praktijk en de cases worden veelal aangeboden aan de hand van video-opnames. Er worden ook patiëntendemonstraties tijdens de lessen gegeven. Bij het oplossen van de gezondheidsproblemen wordt de student aangestuurd door een diversiteit aan opdrachten waarbij steeds op een verschillend onderdeel van het fysiotherapeutisch handelen wordt gefocust. Centraal in het eerste blok staat het onderbouwen van klinische beslissingen aan de hand van het best beschikbare (wetenschappelijke) bewijs. De student leert literatuur zoeken in wetenschappelijke databases en deze gebruiken bij de besluitvorming. De thema’s in deze onderwijseenheid zijn: Evidence Based Practice: het zoeken naar literatuur, het beoordelen van artikelen en het trekken van conclusies. Daarnaast worden patiënten met de volgende klachtenbeelden bestudeerd: M. Bechterew, Aspecifieke nekklachten, Frozen Schoulder, Bekkeninstabiliteit, Reuma, Fibromyalgie en het Complex Regionaal Pijnsyndroom.
10. Competenties 1 Fysiotherapeutisch Handelen 2 Communiceren 4. Kennis delen en wetenschap beoefenen 5. Maatschappelijk handelen 7 Professioneel handelen
11. Beoordelingscriteria PA: In een gesimuleerde situatie bij een patiënt met een complex gezondheidsprobleem (niveau 2) in de context van de eerstelijns setting volgens OWE 1LN3 • De student verzamelt relevante gegevens en maakt een analyse op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om het gezondheidsprobleem te verhelderen. • De student stelt een behandelplan op en voert dit uit op basis van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om een adequate behandeling te kunnen geven. • De student gaat op een professionele wijze om met een patiënt POP: De student laat zien • te reflecteren op het eigen handelen, • kritisch te zijn op het eigen handelen, • anderen feedback te vragen, • zicht te hebben op eigen kwaliteiten en verbeterpunten, • persoonlijke leerdoelen op te stellen en • een concreet en realistisch plan van aanpak bij op te stellen. EBP: • Fysiotherapeutisch handelen: Past EBP princiepes toe in een realistische praktijksetting • Onderzoeken: Kan een praktisch probleem vertalen naar een onderzoeksvraag, efficient zoeken naar wetenschappelijke literatuur en deze literatuur beoordelen op methodologische kwaliteit
56
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
QMP 7 & QMP 8: De student kent en herkent de basisprincipes betreffende anatomie, fysiologie, pathofysiologie en gedragswetenschappen die nodig zijn binnen het klinisch redeneren binnen de context Eerstelijns 3. OKFT: De student toont door deelname aan zelf gekozen activiteiten aan zich te willen verdiepen dan wel te verbreden in fysiotherapie gerelateerde (interdisciplinaire) onderwerpen en/of laat zien een bijdrage te willen leveren aan de kwaliteit van het onderwijs van medestudenten.
12. Tentaminering Je krijgt voor deze OWE studiepunten toegekend als het eindcijfer een 5,5 of hoger is EN je aan de minimale eisen van ALLE deeltentamens hebt voldaan. Berekening van het eindcijfer: Vermenigvuldig het cijfer van ieder deeltentamen met de bijbehorende wegingsfactor. Tel de uitkomsten van alle deeltentamens bij elkaar op. Deel de som van deze uitkomst vervolgens door honderd. Dit heet het ‘gewogen gemiddelde’. Bij de beoordeling van deeltentamens waarbij sprake is van een cesuur, wordt gebruik gemaakt van criteria. De criteria staan beschreven in de toetsformulieren van de deeltentamens, te vinden op de informatiesite toetsing van de opleiding Fysiotherapie.
Deeltentamen
Performance assessment
Tentamencode
PA
Toetsvorm
Performance
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Alle te beoordelen criteria moeten minstens met ‘voldoende’ gescoord zijn.
Weging
30%
Minimaal vereiste resultaat
Het cijfer moet minimaal 6 zijn
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Persoonlijk Ontwikkelingsplan
Tentamencode
POP
Toetsvorm
Presentatie en gesprek
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Voldoende / onvoldoende
Cesuur
Minimaal 5 van de 6 criteria zijn voldoende gescoord.
Weging
N.v.t.
Minimaal vereiste resultaat
Voldoende
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
FYSIOTHERAPIE
57
FYSIOTHERAPIE
58
Deeltentamen
EBP
Tentamencode
Prod1
Toetsvorm
Schriftelijke toets
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Beide te beoordelen competenties moeten voldoende zijn.
Weging
30%
Minimaal vereiste resultaat
N.v.t.
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Kennistoets blok 3
Tentamencode
QMP 7
Toetsvorm
Schriftelijke toets
Aantal examinatoren
n.v.t.
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
70%
Weging
20%
Minimaal vereiste resultaat
5,0
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Kennistoets blok 4
Tentamencode
QMP 8
Toetsvorm
Schriftelijke toets
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
70%
Weging
20%
Minimaal vereiste resultaat
5,0
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Deeltentamen
Opleiding Kwaliteitspunten Fysiotherapie
Tentamencode
OKFT
Toetsvorm
Registratie van activiteiten
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Voldaan / Niet Voldaan
Cesuur
Minimaal 60 te behalen OKFT punten. (onder voorbehoud)
Weging
N.v.t.
Minimaal vereiste resultaat
Voldaan
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
13. Verplichte literatuur • Magee, D.J. (2008). Orthopedic Physical Assessment. St. Louis: Saunders Elsevier. • Magee, D.J, Zachazeweski J.E, Quillen W.S. Scientific Foundation and principles of practice in musculoskeletal rehabilitation. St. Louis. Elsevier 2007. • KNGF Richtlijnen ; CBO-richtlijnen
14. Aanbevolen literatuur • Artikelen opgenomen in de opdrachten van de OWE Eerstelijn 3 • De studenten zorgen zelf voor aanvullende literatuur om zich hierin vaardig te trainen
15. Software N.v.t.
16. Overige materialen Eigen bezit student: (waar gewenst meenemen naar SSB en riv-lessen) • Laken en handdoek voor op behandeltafel (zonder laken/handdoek geen toegang tot praktijkruimtes) • Huidpotlood, meetlint en goniometer • Voorlichtingsmap • Digitale camera (mag ook kwalitatief goede camera op smartphone zijn. Digitale camera kan ook geleend worden bij de HAN. De filmpjes moeten in WM afgespeeld kunnen worden en van goede kwaliteit zijn) In bruikleen: • Alle door de opleiding beschikbaar gestelde materialen in de praktijklokalen • Diverse video’s van patiënten
17. Activiteiten Deze OWE bevat individuele opdrachten en groepsopdrachten. Daarnaast vinden er tijdens de OWE patiëntendemonstraties plaats. Er wordt een cliënt geobserveerd op video waarvan een EBP-verslag wordt gemaakt en er wordt een praktijkbezoek afgelegd. Ter afsluiting van het eerste blok van de OWE wordt een symposium georganiseerd door de studenten zelf. Daarbij kunnen gastsprekers worden uitgenodigd.
18. Werkvormen • Tutorgroepen • Responsie-Instructie-vaardigheden • Hoorcolleges • Student-student-begeleiding • Online peer assessment • Life performance peer assessment • Symposium
FYSIOTHERAPIE
59
FYSIOTHERAPIE
19. Les-/ contacturen 19 lesweken 420 studiebelastingsuren 120 uur contacttijd
20. Onderwijsperiode Periode 3 en 4
21. Maximum aantal deelnemers N.v.t.
Beroepsvoorbereidende Periode 1 Titel onderwijseenheid (OWE): FYS-VBVP1 (Beroepsvoorbereidende Periode 1) Engels: FYS-VBVP1 Practical placements 1 1. Opleiding Fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijdstudenten Hoofdfase 2 (beginniveau 3)
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken met en voor cliënten Werken in en voor een organisatie Werken aan professionalisering
4. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten
5. (Beroeps)Producten • Leeswijzer • Beoordeling van de stage • Fysiotherapeutische verslag • EBP-verslag • Product organiseren • Reflectieopdracht • 2x beoordeelde performance bij een patiënt uit de stage • Interview stagebegeleider • opdracht ‘moeilijke patient’
6. Studiepunten/studielast 30 STP, 840 BSU Geprogrammeerde contacttijd: 100 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfstudie en stage: 740 uur (waarvan 480 uur stage = 24 uur per week)
7. Samenhang met andere OWE’s BVP 1 is de eerste OWE waarbij in de beroepspraktijk gewerkt wordt op niveau 3. BVP 1 is voorbereidend voor BVP 2.
60
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
8. Ingangseisen Studenten hebben hun propedeuse + minimaal 45 studiepunten uit hoofdfase 1 behaald. Ook moet de student toelating hebben verkregen van de VVE.
9. Algemene omschrijving Kenmerkend voor deze onderwijseenheid is dat de student stage loopt en met beide benen in de praktijk staat. Naast de stage-uren zijn er wekelijkse terugkomactiviteiten in de vorm van ‘Action Learning’ met als werkvorm intervisie, werkgroepen en vakinhoudelijke hoorcolleges. Het doel is om zo veel mogelijk te leren van de ervaring die de student opdoet tijdens de stage-uren. Om dit voor elkaar te krijgen moet de student reflecteren op zijn eigen handelen. Dit wordt tijdens de intervisielessen gefaciliteerd. Tijdens praktijkcoaching werkt de student aan zijn competenties door middel van praktisch oefenen. In kleinschalige werkgroepen worden de door de student ingebrachte vragen behandeld.
10. Competenties 1. Fysiotherapeutisch handelen 2. Communiceren 3. Samenwerken 4. Kennis delen en wetenschap beoefenen 5. Maatschappelijk handelen 6. Organiseren 7. Professioneel handelen
11. Beoordelingscriteria DPF + ES De BVP student toont het beschreven gedrag bij onderstaande competenties bij echte patienten in de pratkijksetting (op niveau 3a) 1. Fysiotherapeutisch handelen: De student biedt op methodische wijze expliciet, gewetensvol en oordeelkundig hulp aan cliënten met een probleem met bewegen. Hij toont professioneel gedrag naar de stand van het vakgebied. Hij verzamelt en interpreteert gegevens, zodat hij in het screenings-, diagnostische en therapeutische proces volgens de principes van EBP beslissingen neemt binnen de grenzen van het beroep. Hij verleent up-to-date, effectieve, curatieve en preventieve zorg op ethisch verantwoorde wijze. 2. Communiceren: Teneinde een hoge kwaliteit van hulp aan cliënten en een hoge mate van cliënttevredenheid te waarborgen, onderhoudt de student een effectieve relatie met de cliënt en zijn naasten en/of andere betrokkenen. De student communiceert op heldere, transparante, effectieve en efficiënte wijze tijdens het fysiotherapeutisch handelen. Het gaat daarbij om zowel verbale als non-verbale communicatie. 3. Samenwerken: De student werkt, indien nodig, samen met betrokken professionals, zorgverzekeraars, maatschappelijke en overheidsinstanties, participeert in een netwerk van samenwerkingsrelaties en maakt optimaal gebruik van beschikbare expertise om te komen tot een hoge kwaliteit van hulpverlening. 4. Kennis delen en wetenschap beoefenen: De student handelt volgens de principes van Evidence Based Practice, levert een bijdrage aan de ontwikkeling van klinische expertise van zichzelf en anderen en levert indien van toepassing een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek. 5. Maatschappelijk handelen: De student weegt belangen van de cliënt af in relatie tot de belangen van andere hulpvragers en maatschappelijke belangen. Hij oefent op maatschappelijk verantwoorde wijze zijn beroep uit waarbij factoren als duurzaamheid, beroepsethiek, juridischkader en de sociaal-culturele context een rol spelen. 6. Organiseren: Teneinde als student efficiënt en effectief te functioneren, spant de student zich in voor een goede organisatie. In feite functioneert de student als manager van zijn eigen werkzaamheden, maar indien van toepassing ook in relatie tot werkzaamheden van andere zorgverleners treedt hij als manager op. De student neemt besluiten met betrekking tot het gebruik of de inzet van middelen en medewerkers, het stellen van doelen en prioriteiten en het maken van beleid. Hij organiseert zijn eigen werk, waarbij hij balans houdt tussen het beroepsmatig handelen en de behoefte aan verdere ontwikkeling van zichzelf en indien relevant, de zorgorganisatie waarin hij werkt. 7. Professioneel handelen: De student levert hoogstaande cliëntenzorg op een integere, oprechte en betrokken wijze. Hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn handelen en bewaart weloverwogen een balans tussen persoonlijke en professionele rollen. Hij kent de grenzen van zijn competenties en handelt daarbinnen, of schakelt andere deskundigen in. Hij stelt zich toetsbaar en transparant op. Hij onderkent ethische dilemma’s, heeft inzicht in ethische normen en houdt zich aan de wetgeving. Kennistoets De student kent en herkent de basisprincipes betreffende anatomie, fysiologie, pathofysiologie en gedragswetenschappen die nodig zijn binnen het klinisch redeneren als algemeen fysiotherapeut MP (Moeilijke patiënt) De student is lerende in het om gaan met de ‘moeilijke patiënt’ op basis van eigen ervaringen en ervaringen van medestudenten opgedaan in de stage van BVP1.
FYSIOTHERAPIE
61
FYSIOTHERAPIE
12. Tentaminering Je krijgt voor deze OWE studiepunten toegekend als het eindcijfer een 5,5 of hoger is EN je aan de minimale eisen van ALLE deeltentamens hebt voldaan. Bij de beoordeling van deeltentamens waarbij sprake is van een cesuur, wordt gebruik gemaakt van criteria. De criteria staan beschreven in de toetsformulieren van de deeltentamens, te vinden op de informatiesite toetsing van de opleiding Fysiotherapie.
62
Deeltentamen
DPF + eindgesprek
Tentamencode
DPF+ES
Toetsvorm
DPF + eindgesprek
Aantal examinatoren
2
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Alle te beoordelen competenties moeten voldoende zijn.
Weging
100%
Minimaal vereiste resultaat
Het cijfer moet minimaal 6 zijn
Aantal kansen per jaar
2
Topegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Kennistoets
Tentamencode
KT
Toetsvorm
Kennistoets
Aantal examinatoren
nvt
Beoordelingswijze
Voldaan / niet voldaan
Cesuur
Deelname is voldaan
Weging
0%
Minimaal vereiste resultaat
voldaan
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
Opdracht ‘moeilijke patient’
Tentamencode
MP
Toetsvorm
Opdracht
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
voldaan / niet voldaan
Cesuur
Deelname is voldaan
Weging
0%
Minimaal vereiste resultaat
voldaan
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
13. Verplichte literatuur Geen
14. Aanbevolen literatuur Geen
15. Software Geen
16. Overige materialen Geen
17. Activiteiten In deze OWE loopt de student 24 uur per week stage in de beroepspraktijk. Naast de stage-activiteiten volgt hij de terugkomactiviteiten die de opleiding aanbiedt. Deze bestaan uit: • Intervisiebijeenkomsten. Hiervoor schrijft de student 1 x per twee weken een casus ter bespreking tijdens de bijeenkomst • Werkgroepen (o.a. gericht op intramuraal, extramuraal, EBP, klinisch redeneren) • Hoorcolleges met daaraan gekoppeld studieopdrachten • Responsiecolleges, hier worden de opdrachten behorende bij de hoorcolleges besproken • Vaardigheden oefenen tijdens praktijkcoaching • Individuele opdrachten en groepsopdrachten • Bewijsmateriaal verzamelen om competenties aan te tonen in de dpf: daarvoor maakt de student diverse opdrachten zoals bijvoorbeeld een casestudy
18. Werkvormen • Stage • Intervisie • Werkgroepen • Hoorcollege • Praktijkcoaching • Schriftelijke opdrachten • Responsiecolleges
19. Les-/ contacturen 20 lesweken 840 studiebelastingsuren 100 uur contacttijd 480 uur stage
20. Onderwijsperiode Semester 1 of semester 2; is afhankelijk van de leerroute van de student
21. Maximum aantal deelnemers Geen
FYSIOTHERAPIE
63
FYSIOTHERAPIE
Praktijkgericht onderzoek Titel onderwijseenheid (OWE): IPS-VPO Praktijkgericht onderzoek Engels: IPS-VPO Practice oriented research 1. Opleiding Fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijdstudenten Hoofdfase 3 (Niveau 3)
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken in en voor een organisatie Werken aan professionalisering
4. Centrale beroepstaak Werken aan professionalisering
5. (Beroeps)Producten Een praktijkgericht product (bijvoorbeeld een artikel, een onderzoeksverslag of adviesrapport voor de opdrachtgever); Een schriftelijke verantwoording. Dit is een schriftelijk product waarin onderbouwing en afweging van keuzes voor het (onderzoeks)project zijn beschreven Een presentatie
6. Studiepunten/studielast 30 STP, 840 SBU Geprogrammeerde contacttijd: totaal 77 uur (53 uur ondersteunend onderwijs, 24 uur projectgroepbijeenkomsten) Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfstudie en het werken aan het project: 763 uur.
7. Samenhang met andere OWE’s De OWE is een verdieping op alle voorgaande OWE’s en de BVP fase. Competenties uit deze owe’s komen op een hoger niveau terug in de OWE Praktijkgericht Onderzoek.
8. Ingangseisen Voor deelname aan de onderwijseenheid moeten de propedeuse en hoofdfase 1 geheel behaald zijn. Ook moet BVP1 volledig zijn gevolgd plus getoetst. Het is echter niet noodzakelijk dat studiepunten aan de BVP1 zijn toegekend.
9. Algemene omschrijving Onderzoek neemt een steeds belangrijkere plaats in de beroepspraktijk van de paramedicus in. Maatschappelijke ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de opkomst van e-health en de groeiende vergrijzing, nodigen uit tot ontwikkeling en innovatie van de beroepen. In de bacheloropleidingen van de paramedische studies is praktijkgericht onderzoek dan ook een essentieel onderdeel in het majorprogramma. De student werkt in deze onderwijseenheid in een team bestaande uit een aantal studenten en een docentbegeleider. Dit projectteam werkt de hele periode samen aan een opdracht uit de beroepspraktijk. Het uitvoeren van dit onderzoek levert een bijdrage aan de oplossing van het betreffende praktijkprobleem. De ontwikkelde ‘toegepaste producten’ (onderzoeksartikel, onderzoeksrapport, adviesrapport, richtlijn, etc..) leveren een bijdrage aan de verhoging van de kwaliteit van zorg. Het team verantwoordt de gemaakte keuzes en geeft een eindpresentatie voor de opdrachtgever.
10. Competenties 3. Samenwerken 4. Kennis delen en wetenschap beoefenen 5. Maatschappelijk handelen 6. Organiseren 7. Professioneel handelen
64
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
11. Beoordelingscriteria (Voor een uitgebreide toelichting bij onderstaande criteria wordt verwezen naar de Toetshandleiding Praktijkgericht Onderzoek) E (eindproduct): • De student kan op methodische en systematische wijze een voor de praktijk/opdrachtgever relevante vraagstelling te beantwoorden, waarbij praktijkgerichtheid en onderzoekskwaliteit worden gewaarborgd • De student is in staat de projectaanpak en projectresultaten op een adequate manier schriftelijk te presenteren. I (individuele prestatie): • De student is in staat professioneel te handelen in de projectgroep en in de betrokken organisatie. Communicatief vaardig, ontwikkelingsgericht, zelfstandig, zorgvuldig, verantwoording nemen en ondernemendheid zijn hierbij de hoofdkenmerken. • De student is in staat de projectaanpak en projectresultaten op een adequate manier te presenteren.
12. Tentaminering De OWE is voldoende als alle twee de deelproducten voldoende zijn.
Deeltentamen
1: Beoordeling Eindproducten
Tentamencode
E
Toetsvorm
Schriftelijke beoordeling
Aantal examinatoren
2 (docent begeleider, onafhankelijke onderzoeksdeskundige
Beoordelingswijze
Beoordeling in cijfers
Cesuur
Minimaal 55% van het te behalen aantal punten
Weging deeltentamens
60%
Minimaal vereiste resultaat met deeltentamen
Minimaal 5.5
Aantal kansen per jaar
2 kansen per jaar
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
2: Beoordeling van de individuele prestatie van de studenten.
Tentamencode
I
Toetsvorm
Presentatie
Aantal examinatoren
2 (docent begeleider en onafhankelijke werkvelddeskundige)
Beoordelingwijze
Beoordeling in cijfers
Cesuur
Minimaal 55% van het te behalen aantal punten
Weging
40%.
Minimaal vereiste resultaat per deeltentamen
Minimaal 5.5
Aantal kansen per jaar
2 kansen per jaar
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
FYSIOTHERAPIE
65
FYSIOTHERAPIE
13. Verplichte literatuur • • • • • •
Vereniging van Hogescholen (2010). Gedragscode praktijkgericht onderzoek voor het HBO. Basisboek kwalitatief onderzoek . Auteur: Baarda Druk: 2 - 9789020733150 Basisboek methoden en technieken 49,95 3 3 Auteur: Baarda, D. Druk: 4 - 9789035228528 Implementatie 64,50 3 3 Auteur: Grol, R. Druk: 3 Ondernemen En Innoveren 12,50 3 3 Auteur: Pijnappels, C. Vries, K. De Druk: 1 Zorgbasics kwaliteitszorg 17,35 3 3 Auteur: Foendoe Aubel, G. Druk: 1
14. Aanbevolen literatuur Diverse literatuur op het gebied van onderzoek, kwaliteitszorg en ondernemen.
15. Software N.v.t.
16. Overige materialen N.v.t.
17. Activiteiten In deze onderwijseenheid staat projectmatig werken en het doen van praktijkgericht onderzoek centraal. Tijdens het project kunnen verschillende activiteiten je ondersteunen. Enerzijds heb je projectgroepbijeenkomsten en onderwijsgroepen waarin je het proces en de inhoud van het project bespreekt. Anderzijds krijg je ondersteuning in de vorm van cursussen op het gebied van onderzoek, kwaliteit en ondernemen en kun je experts raadplegen. Verder zijn de feedbackmomenten belangrijke mijlpalen tijdens het werken aan je project.
18. Werkvormen • Projectgroepbijeenkomsten (kenniskringbijeenkomsten en onderwijsgroepen) • Hoorcolleges en kennisclips projectmatig werken en onderzoek. • Workshops rondom kwalitatief onderzoek kwantitatief onderzoek, statistiek, kwaliteit van zorg en de ondernemende professional • Responsiecolleges • Individuele consultatie experts. • Scholar discussiegroepen.
19. Les-/ contacturen 18 lesweken 840 studiebelastingsuren 71 uur contacttijd
20. Onderwijsperiode Semester 1 of 2
21. Maximum aantal deelnemers N.v.t.
66
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Beroepsvoorbereidende Periode 2 Integrale toets 3 Titel onderwijseenheid (OWE): FYS-VBVP2 (Beroepsvoorbereidende Periode 2) (Integrale toets 3) Engels: FYS-VBVP2 Practical placements 2 (Integrated assessment 3) 1. Opleiding Fysiotherapie
2. Doelgroep Voltijdstudenten Hoofdfase 3 (eindniveau 3)
3. Beroepstaak/beroepstaken Werken met en voor cliënten Werken in en voor een organisatie Werken aan professionalisering
4. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten
5. (Beroeps)Producten Leeswijzer Beoordeling van de stage Fysiotherapeutische verslag EBP-verslag Zelf te kiezen product ondernemen Reflectieopdracht 2x beoordeelde performance bij een patiënt uit de stage
6. Studiepunten/studielast 30 STP, 840 BSU Geprogrammeerde contacttijd: 100 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfstudie en stage: 740 uur (waarvan 560 uur stage = 28 uur per week)
7. Samenhang met andere OWE’s BVP 2 hoort bij de afstudeerfase van de opleiding.
8. Ingangseisen Student moet Propedeuse, Hoofdfase 1 en BVP1 behaald hebben voordat hij kan starten met BVP2.
9. Algemene omschrijving Kenmerkend voor deze onderwijseenheid is dat de student stage loopt en met beide benen in de praktijk staat. Naast de stage-uren zijn er wekelijkse terugkomactiviteiten in de vorm van ‘Action learning’ met als werkvorm intervisie, werkgroepen en vakinhoudelijke hoorcolleges. Het doel is om zo veel mogelijk te leren van de ervaring die de student opdoet tijdens zijn stage-uren. Om dit voor elkaar te krijgen moet de student reflecteren op zijn eigen handelen. Dit wordt tijdens de intervisielessen gefaciliteerd. Tijdens praktijkcoaching werkt de student aan zijn competenties door middel van praktisch oefenen. In de kleinschalige werkgroepen worden de door de student ingebrachte vragen beantwoord.
10. Competenties 1. Fysiotherapeutisch handelen 2. Communiceren 3. Samenwerken 4. Kennis delen en wetenschap beoefenen 5. Maatschappelijk handelen 6. Organiseren 7. Professioneel handelen
FYSIOTHERAPIE
67
FYSIOTHERAPIE
11. Beoordelingscriteria DPF + ES De BVP student toont gedrag zoals beschreven bij onderstaande competenties bij echte patienten in de pratkijksetting (op niveau 3b) 1. Fysiotherapeutisch handelen: De student biedt op methodische wijze expliciet, gewetensvol en oordeelkundig hulp aan cliënten met een probleem met bewegen. Hij toont professioneel gedrag naar de stand van het vakgebied. Hij verzamelt en interpreteert gegevens, zodat hij in het screenings-, diagnostische en therapeutische proces volgens de principes van EBP beslissingen neemt binnen de grenzen van het beroep. Hij verleent up-to-date, effectieve, curatieve en preventieve zorg op ethisch verantwoorde wijze. 2. Communiceren: Teneinde een hoge kwaliteit van hulp aan cliënten en een hoge mate van cliënttevredenheid te waarborgen, onderhoudt de student een effectieve relatie met de cliënt en zijn naasten en/of andere betrokkenen. De student communiceert op heldere, transparante, effectieve en efficiënte wijze tijdens het fysiotherapeutisch handelen. Het gaat daarbij om zowel verbale als non-verbale communicatie. 3. Samenwerken: De student werkt, indien nodig, samen met betrokken professionals, zorgverzekeraars, maatschappelijke en overheidsinstanties, participeert in een netwerk van samenwerkingsrelaties en maakt optimaal gebruik van beschikbare expertise om te komen tot een hoge kwaliteit van hulpverlening. 4. Kennis delen en wetenschap beoefenen: De student handelt volgens de principes van Evidence Based Practice, levert een bijdrage aan de ontwikkeling van klinische expertise van zichzelf en anderen en levert indien van toepassing een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek. 5. Maatschappelijk handelen: De student weegt belangen van de cliënt af in relatie tot de belangen van andere hulpvragers en maatschappelijke belangen. Hij oefent op maatschappelijk verantwoorde wijze zijn beroep uit waarbij factoren als duurzaamheid, beroepsethiek, juridisch kader en de sociaal-culturele context een rol spelen. 6. Organiseren: Teneinde als student efficiënt en effectief te functioneren, spant de student zich in voor een goede organisatie. In feite functioneert de student als manager van zijn eigen werkzaamheden, maar indien van toepassing ook in relatie tot werkzaamheden van andere zorgverleners treedt hij als manager op. De student neemt besluiten met betrekking tot het gebruik of de inzet van middelen en medewerkers, het stellen van doelen en prioriteiten en het maken van beleid. Hij organiseert zijn eigen werk, waarbij hij balans houdt tussen het beroepsmatig handelen en de behoefte aan verdere ontwikkeling van zichzelf en indien relevant, de zorgorganisatie waarin hij werkt. 7. Professioneel handelen: De student levert hoogstaande cliëntenzorg op een integere, oprechte en betrokken wijze. Hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn handelen en bewaart weloverwogen een balans tussen persoonlijke en professionele rollen. Hij kent de grenzen van zijn competenties en handelt daarbinnen, of schakelt andere deskundigen in. Hij stelt zich toetsbaar en transparant op. Hij onderkent ethische dilemma’s, heeft inzicht in ethische normen en houdt zich aan de wetgeving. Kennistoets De student kent en herkent de basisprincipes betreffende anatomie, fysiologie, pathofysiologie en gedragswetenschappen die nodig zijn binnen het klinisch redeneren als algemeen fysiotherapeut OKFT (SSB kwaliteitsuren): De student levert een bijdrage aan de ontwikkeling van klinische expertise van zichzelf en anderen. (competentie kennis delen).
12. Tentaminering Je krijgt voor deze OWE studiepunten toegekend als het eindcijfer een 5,5 of hoger is EN je aan de minimale eisen van ALLE deeltentamens hebt voldaan. Bij de beoordeling van deeltentamens waarbij sprake is van een cesuur, wordt gebruik gemaakt van criteria. De criteria staan beschreven in de toetsformulieren van de deeltentamens, te vinden op de informatiesite toetsing van de opleiding Fysiotherapie.
68
Deeltentamen
DPF + eindgesprek
Tentamencode
DPF+ES
Toetsvorm
DPF + eindgesprek
Aantal examinatoren
2
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Alle te beoordelen competenties moeten voldoende zijn.
Weging
100%
Minimaal vereiste resultaat
Het cijfer moet minimaal 6 zijn
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Deeltentamen
Kennistoets
Tentamencode
KT
Toetsvorm
Kennistoets
Aantal examinatoren
nvt
Beoordelingswijze
Voldaan / niet voldaan
Cesuur
Deelname is voldaan
Weging
0%
Minimaal vereiste resultaat
voldaan
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Deeltentamen
SSB-kwaliteitsuren
Tentamencode
OKFT
Toetsvorm
Registratie van bestede uren.
Aantal examinatoren
1
Beoordelingswijze
Voldaan / Niet Voldaan
Cesuur
Minimaal besteden van 120 klokuren
Weging
N.v.t.
Minimaal vereiste resultaat
Voldaan
Aantal kansen per jaar
2
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
13. Verplichte literatuur Geen
14. Aanbevolen literatuur Geen
15. Software Geen
16. Overige materialen Geen
FYSIOTHERAPIE
69
FYSIOTHERAPIE
17. Activiteiten In deze OWE loop je 28 uur stage in de beroepspraktijk. Naast de stage-activiteiten volgt de student de terugkomactiviteiten aangeboden door de opleiding. Deze bestaan uit: • Intervisiebijeenkomsten. Hiervoor schrijft de student 1 x per twee weken een casus ter bespreking tijdens de bijeenkomst • Werkgroepen (o.a. gericht op intramuraal, extramuraal, EBP, klinisch redeneren) • Hoorcolleges met daaraan gekoppeld studieopdrachten • Responsiecolleges, hier worden de opdrachten behorende bij de hoorcolleges besproken • Vaardigheden oefenen tijdens praktijkcoaching • Individuele opdrachten en groepsopdrachten. • Bewijsmateriaal verzamelen om competenties aan te tonen in de dpf. Hiervoor maakt de student diverse opdrachten zoals bijvoorbeeld een casestudy
18. Werkvormen • Stage • Intervisie • Werkgroepen • Hoorcollege • Praktijkcoaching • Schriftelijke opdrachten • Responsiecolleges
19. Les-/ contacturen 20 lesweken 840 studiebelastingsuren 100 uur contacttijd 560 uur stage
20. Onderwijsperiode Semester 1 of semester 2; is afhankelijk van de leerroute van de student
21. Maximum aantal deelnemers Geen
70
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
8. Minoraanbod van het Instituut Paramedische Studies Deelname aan minoren en vrije minoren
een toestemmingsformulier bijgesloten waarmee je de
Voor het volgen van een minor moet je toestemming
examencommissies om toestemming kunt vragen voor het
vragen aan de studieloopbaanbegeleider en je vervolgens
volgen van een vrije minor. Een semester geeft twee
inschrijven bij het instituut van de HAN waar je de minor
periodes aan. S1 omvat periode 1 & 2, S2 omvat periode 3
gaat volgen. Voor een HAN-minor schrijf je je in op de
&4
minor in Alluris. De spelregels voor het volgen van een vrije minor vind je in de notitie ‘Regeling vrije minor en
Niet alle IPS-minoren zijn geschikt voor studenten van de
toestemmingsformulier’, te vinden op HAN-insite/
vijf opleidingen. Voor meer informatie over minoren, zie
minoren/welke soorten minoren zijn er? In die notitie is
tabel 2.
Tabel 1: Minoraanbod IPS 2015-2016 SIS code
Minor
Soort
Niveau
2014-2015
M_IPS04
Neurorevalidatie
Verdiepend
3
S1 en S2
M_IPS05
Manueel Therapeutisch Handelen
Verdiepend
3
S1
M_IPS06..
Kind & Omgeving: een multidisciplinaire aanpak
Verdiepend
3
S2
M_IPS08
Pijn voor health professionals
Verdiepend
3
S2
M_IPS09
Klinische Voeding
Verdiepend
3
S2
M_IPS10
Logopädische Therapie bei Kinder und Erwachsenen
Verdiepend
3
S1
M_IPS11
De stem centraal
Verdiepend
3
S1 + S2
M_IPS14
Sport Physiotherapy & Active Aging (SPAA)
Verdiepend
3
S2
M_IPS15
Health professionals in international perspective
Verdiepend
3
S2
M_IPS16
Gedrag bij leefstijl en gezondheid
Verdiepend
3
S2
M_IPS17
Die tand physical activity in ageing and disease
Verdiepend
3
S2
M_IPS18
Het kind centraal: een interdisciplinaire benadering van complexe stoornissen
Verdiepend
3
S2
MZK-MO9
Jeugd en mondzorg
Verdiepend
3
S2 14-15 en S1 15-16
MZK-M10
Mondzorg bij volwassenen in specifieke zorggroepen
Verdiepend
3
S2 15-16 en S1 16-17
FYSIOTHERAPIE
71
FYSIOTHERAPIE
Tabel 2: Doelgroep per IPS minor IPS Opleidingen SIS code
Minor
Ergo
Fysio
Logo
x
x
x
MZK
M_IPS04
Neurorevalidatie
M_IPS05
Manueel therapeutisch handelen
M_IPS06..
Kind en Omgeving: een multidisciplinaire aanpak
x
x
M_IPS08
Pijn voor health professionals
x
x
M_IPS09
Klinische Voeding
M_IPS10
Logopädische Therapie bei Kinder und Erwachsenen
x
M_IPS11
De stem centraal
x
M_IPS14
Sport Physiotherapy & Active Aging (SPAA)
M_IPS15
Health professionals in international perspective
x
x
x
M_IPS16
Gedrag bij leefstijl en gezondheid
x
x
x
M_IPS17
Diet and physical activity in ageing and disease
M_IPS18
Het kind centraal: een interdisciplinaire benadering van complexe stoornissen
MZK-M09
Jeugd en mondzorg
x
MZK-M010
Mondzorg bij volwassenen in specifieke zorggroepen
x
V&D
x x
x
x
x x
x x
x x
x
x
Voor de minoren van het Instituut voor Paramedische Studies geldt als instapvoorwaarde dat je tenminste 90 studiepunten hebt behaald voordat je aan een minor kunt meedoen. Ook heeft het de voorkeur dat je voorafgaand aan een minor stage-ervaring hebt opgedaan. Voor de monodisciplinaire minoren MTH en SPAA geldt daarnaast als instapvoorwaarde dat tenminste de BVP1-periode volledig moet zijn doorlopen. Een uitgebreidere beschrijving van de minoren vind je terug op de minorensite van de HAN, KiesOpMaat en in het volledige Opleidingsstatuut op www.han.nl. Het minoraanbod is gedurende dit studiejaar uitgebreid. Deze minor(en) moet(en) nog worden toegevoegd aan bovenstaande tabel.
Minor Manueel Therapeutisch Handelen (bron: HBO-Spiegel)
“Ga zo door! Ik heb op de Fontys al aan enkele docenten door laten schemeren dat de structuur van de minor een voorbeeld is van goed onderwijs...”
72
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
9. Tentamens en examens In je opleiding ontwikkel je competenties om de beroepstaken uit te kunnen voeren. Binnen de onderwijseenheden (OWE) werk je aan competenties die je in staat stellen om in je latere beroep de beroepstaken uit te kunnen voeren. Aan het eind van zo’n OWE stellen we vast of jouw competenties het vereiste niveau hebben bereikt. Dit doen we door tentamens of via integrale toetsen. Beroepstaken staan niet los van elkaar, ze hebben vaak
Dit bewijsmateriaal kun je gebruiken bij leerwegafhanke-
heel direct met elkaar te maken. De beroepstaak ‘werken
lijke- en leerwegonafhankelijke tentamens. Bij de
met cliënten’ bijvoorbeeld, zal door een fysiotherapeut
leerwegafhankelijke tentaminering beoordelen de
die werkzaam is in een ziekenhuis anders ingevuld worden
docenten die de tentamens afnemen of het bewijsmateri-
dan door een fysiotherapeut die een eigen praktijk heeft.
aal aan de voorwaarden voldoet. De examencommissie
In integrale toetsen wordt het verband tussen beroepsta-
bepaalt of het bewijsmateriaal wat je aandraagt aan de
ken getoetst. Integrale toetsen kunnen gekoppeld zijn
formele voorwaarden voldoet voor deelname aan leer-
aan onderwijseenheden, maar ook onafhankelijk zijn van
wegonafhankelijk tentamen. De examencommissie legt
de onderwijseenheden.
deze voorwaarden vast in de Uitvoeringsregeling van het
Tijdens de opleiding doorloop je een toetsprogramma,
HAN-reglement examencommissies.
waarin per onderwijseenheid een of meerdere tentamens zijn opgenomen.
Competenties bewijzen
Studiepunten Je krijgt studiepunten (STP) nadat je een OWE met een voldoende hebt afgerond. Hoeveel studiepunten aan een
Tijdens de hele opleiding voer je opdrachten uit, waarbij
onderwijseenheid gekoppeld zijn, kun je vinden in
we zoveel mogelijk de beroepspraktijk nabootsen. Je
hoofdstuk 5.
werkt dan vanaf het begin aan competenties die bij je beroep horen. Tijdens de opleiding moet je ook steeds
Tentamens
bewijsmateriaal verzamelen, zodat je kunt laten zien dat
Een tentamen kan bestaan uit deeltentamens
je de competenties beheerst.
Daarnaast zijn er tijdens de opleiding minimaal drie keer integrale toetsen: aan het eind van de propedeuse, aan
Er zijn vele typen bewijsstukken rondom de competentie-
het eind van de opleiding en nog één of meerdere keren
beheersing zoals:
tussen einde propedeuse en einde studie. Bij de opleiding
• Ervaringsverslagen
Fysiotherapie is dat aan het einde van HF1, net voor de
• Getuigschriften
start van de BVP1. Tentamens en integrale toetsen kun je
• Referenties
op twee manieren afleggen.
• Beroepsproducten • Reflectieverslagen
Tentamens verbonden aan de onderwijseenheden
• Feedback van studenten/docenten/praktijkbegeleiders
De studenten zullen gebruik maken van genoemde
• Werkstukken
tentamens verbonden aan de onderwijseenheden, om aan
• Certificaten en cursusbeschrijvingen van derden
te tonen dat ze de relevante competenties beheersen. Dit
• Observatie van het handelen en interviews.
is het zogenaamde leerwegafhankelijke tentamen.
• Video-opnamen van beroepshandelingen
FYSIOTHERAPIE
73
FYSIOTHERAPIE
Binnen IPS spreken we over beroepstaken. In het beroepsprofiel van het KNGF spreekt men van beroepsrollen. Deze zijn voor een groot deel hetzelfde. Wij gebruiken de beroepstaken en beroepsrollen naast elkaar. Voor studenten staan de beroepsrollen centraal. Integrale toets 1 ‘Basis Fysiotherapie 2’ De eerste integrale toets ‘Basis Fysiotherapie 2’ vindt plaats aan het eind van de Propedeuse (eerste studiejaar). Het verbindende verhaal waarin je de samenhang van de beroepstaken (rollen) beschrijft, is een integrale deeltoets van de integrale toets ‘Basis Fysiotherapie 2. De basis voor het beschrijven van het verbindende verhaal wordt gevormd door de onderwijseenheden, aangeboden
Leerwegonafhankelijk tentamen
in de propedeutische fase, de bewijsmaterialen die je gedurende het eerste studiejaar hebt verzameld en de
Je kunt ook bij de examencommissie aanvragen om op
ervaringen die je hierin hebt opgedaan. Het aangeboden
een andere manier dan de bij de onderwijseenheden
onderwijs in de propedeutische fase is voornamelijk op
horende tentamens aan te tonen over de relevante
niveau 1 (studiebekwaam).
competenties te beschikken. Dan toon je ten overstaan van de examinator(en) met andere bewijsstukken aan dat
Integrale toets 2 ‘Eerste lijn 3’
je de competenties beheerst.
De tweede integrale toets ‘Eerste lijn 3’ vindt plaats aan
Integrale toetsing
het eind van de Hoofdfase 1 (2e studiejaar). Het verbindende verhaal waarin je de
Het onderwijs van de opleiding Fysiotherapie is gebaseerd
samenhang van de beroepstaken (rollen) beschrijft, is een
op praktijkgerichte opdrachten uit de fysiotherapeutische
integrale deeltoets van de integrale toets ‘Eerste lijn 3’.
beroepspraktijk. In het onderwijs staan telkens één of
De basis voor het beschrijven van het verbindende verhaal
meerdere beroepstaken (beroepsrollen) centraal. We dagen
wordt gevormd door de onderwijseenheden uit Hoofdfase
je uit om in een realistische context, passend bij de
1, de bewijsmaterialen die je gedurende het tweede
beroepstaak/beroepstaken, competenties te ontwikkelen.
studiejaar hebt verzameld en de ervaringen die je hierin
Deze contexten zijn representatief voor de praktijk van de
hebt opgedaan. Het aangeboden onderwijs in Hoofdfase 1
fysiotherapeut. Vanaf het begin van de opleiding is het
is op niveau 2 (stagebekwaam).
onderwijs ingericht met gesimuleerde beroepssituaties en opdrachten, waarin je buitenschools leerervaringen opdoet.
Integrale toets 3 ‘Beroeps Voorbereidende Periode 2 (BVP2)’
74
Tijdens de opleiding zijn er drie integrale toetsen waarin
De derde integrale toets ‘BVP 2’ vindt plaats in Hoofdfase
je in een verbindend verhaal de samenhang van de
2 of 3. Het verbindende verhaal waarin je de samenhang
beroepstaken (beroepsrollen) beschrijft over meerdere
van de beroepstaken (rollen) beschrijft, is een integrale
onderwijseenheden. Iedere integrale toets is aan het eind
deeltoets van de integrale toets ‘BVP 2’. De basis voor het
van een studiefase, waarbij de beroepsontwikkeling in die
beschrijven van het verbindende verhaal wordt hier
fase beoordeeld wordt als overgang naar een nieuwe fase.
gevormd door de onderwijseenheden in Hoofdfase 2 en 3,
Uitgangspunt in dit verbindende verhaal zijn de beroeps-
de bewijsmaterialen die je gedurende deze periode hebt
taken (beroepsrollen) en competenties zoals beschreven
verzameld en de ervaringen die je hierin hebt opgedaan.
in het beroepsprofiel Fysiotherapie van het KNGF
Het aangeboden onderwijs in de Hoofdfase 2 en 3 is op
(Koninklijke Nederlands Genootschap Fysiotherapie).
niveau 3 (startbekwaam).
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
10. Studieloopbaanbegeleiding Aan het begin van je opleiding krijg je een studieloopbaanbegeleider (SLB’er) toegewezen. Dit is een docent die je begeleidt tijdens één of meer studiejaren. De studieloopbaanbegeleiding vindt plaats in individuele gesprekken én in groepsbijeenkomsten. Het is de ‘rode draad’ in jouw leerproces. Taken van de studieloopbaanbegeleider
Om je te begeleiden tijdens je leertraject, hebben we een
De studieloopbaanbegeleider fungeert als schakel
aantal instrumenten ontwikkeld. Opleidingen hebben zelf de
tussen jouw onderwijsvraag (POP) en het aanbod van
keus óf en hoe ze deze instrumenten inzetten. Het gebruik
de opleiding (toetsprogramma, onderwijseenheden).
maken van Alluris is voor een aantal zaken verplicht. Hierna
Hij houdt je leerproces in de gaten, helpt je bij het
zijn de belangrijkste instrumenten kort beschreven.
maken van keuzes en hij stimuleert of adviseert je wanneer zich problemen voordoen tijdens je studie.
Portfolio
Ook kan hij je begeleiden bij het ontwikkelen of
Het portfolio is een bewaarplaats van bestanden/
verbeteren van studievaardigheden.
documenten waarmee je jouw eigen individuele ontwikkeling (leerproces) zichtbaar maakt en het door jou
Hierbij zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:
behaalde niveau aantoont. In het portfolio verzamel je
• De opleiding is verantwoordelijk voor de waarborging
het bewijsmateriaal dat je wilt gebruiken voor tentamens
van de continuïteit van de begeleiding.
en examens. Het portfolio vervult verschillende functies:
• De student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces.
• Persoonlijke leerarchivering
• Er zijn groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken.
• Interactie tussen jou en de opleiding over jouw
• De studieloopbaanbegeleiding is zowel in de propedeuse als in de hoofdfasen intensief. • De studieloopbaanbegeleiding neemt over het algemeen in intensiteit af gedurende de opleiding. • Resultaatgerichte studieloopbaanbegeleiding: vastleggen van de studievoortgang in de SLB-voortgangsverslagen.
planning, ontwikkeling en prestaties • Beoordeling
Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) In het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) beschrijf je de manier waarop je jouw eigen opleidingsprogramFYSIOTHERAPIE
75
FYSIOTHERAPIE
ma wilt vormgeven. Het POP is regelmatig onderwerp
HAN studie-informatiesysteem
van gesprek met de studieloopbaanbegeleider
Het studie-informatiesysteem van de HAN (Alluris) is een
(SLB’er). Een belangrijk element in je begeleiding is
online informatie- en registratiesysteem dat competentie-
het leren reflecteren. In alle onderwijseenheden
gericht onderwijs ondersteunt. Met dit systeem kun je
reflecteer je samen met je docent(en) op de stand van
informatie oproepen over het onderwijsaanbod en je
zaken in de onderwijseenheid.
resultaten. Je kunt je studiecontract inzien en je kunt je
Studiecontract
inschrijven voor deelname aan leerroutes, onderwijseenheden en tentamens/examens. Docenten en examinatoren
In het studiecontract wordt vastgelegd op welke
gebruiken Alluris ook voor het vastleggen van tentamens/
tentamens/examens jij je in het komende halfjaar
examens, die je dan als student weer kunt bekijken.
gaat voorbereiden.
In de loop van studiejaar 2014-2015 is Alluris in de
In Hoofdfase 2-3 maak je een studiecontract op, met
plaats gekomen van HAN-SIS. HAN-SIS is nog wel
daarin de onderwijseenheden die je gaat volgen, de
beschikbaar voor eventueel benodigde nadere informatie
stage die je gaat lopen, welke minorkeuze je maakt en
76
of er andere (buitenschoolse) activiteiten zijn die je
Alluris is voor studenten overal bereikbaar via de link:
gaat ondernemen.
http://alluris.han.nl
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Bijlage 1. Onderwijsprogramma Topsportklas In september 2011 is de opleiding fysiotherapie gestart
4. De wekelijkse studiebelasting ligt lager dan in de
met een speciale voorziening voor officieel erkende
vierjarige opleiding en is ca. 35 uur per week (uitgaan-
topsporters met een omvangrijk trainings- en wedstrijd-
de van een 5-jarige studieduur en inclusief de reguliere
programma: de Topsportklas Fysiotherapie. De topsporters
vakanties). Dit zijn de genoemde lessen, aangevuld
die in aanmerking komen voor de topsportklas, (gaan) trainen op sportcentrum Papendal in Arnhem of hebben
met zelfstudie (ca. 10-15 uur per week). 5. De studieadvisering in de propedeuse is aangepast aan
een officiële topsportstatus van NOC*NSF (A-, B- of
het gehanteerde curriculumschema, waarbij jaarlijks
HP-status of status van Internationaal Talent). Je komt
minder studiepunten kunnen worden behaald.
ook in aanmerking voor een plaats in de topsportklas als je een intensief trainings- en wedstrijdprogramma volgt buiten het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) Papendal, dat gericht is op het halen van de internationale top. Je kunt bovendien bij ons aankloppen als je recentelijk je actieve topsportcarrière hebt beëindigd of binnen afzienbare tijd gaat beëindigen.
Dezelfde opleiding… Locatie, lesrooster en studieduur zijn aangepast aan het topsportprogramma. De inhoud van de opleiding en de toetsing zijn daarentegen ongewijzigd. Studenten uit de
6. We bekijken elk jaar opnieuw of we een topsportklas opstarten. Voor het studiejaar 2015-2016 geldt dat er niet wordt gestart met een Topsportklas Fysiotherapie. Dat betekent dat de topsportklas van studiejaar 2014-2015 en studiejaren daaraan voorafgaand blijft vallen onder het OS/OER van 2014/2015. 7. De klas is gericht op een specifieke doelgroep: topsporters met een omvangrijk trainings- en wedstrijdprogramma. Het selecteren van de studenten gebeurt via decentrale selectie en intakegesprekken. 8. Er zit veel flexibiliteit in je studieplanning en moment
topsportklas fysiotherapie krijgen hetzelfde studiepro-
van toetsing. Daarnaast profiteer je van veel individu-
gramma aangeboden als de niet-topsporters en worden op
ele begeleiding en maatwerk.
dezelfde manier en volgens dezelfde criteria getoetst.
… op maat gemaakt voor topsporters
9. E-learning maakt deel uit van het studieprogramma om studeren altijd en overal mogelijk te maken.
De belangrijkste verschillen met de reguliere opleiding zijn:
Voor de Topsportklas Fysiotherapie (voorziening binnen de
1. Het (dagelijks) lesrooster is aangepast aan een
opleiding fysiotherapie) geldt dat het curriculum volgens
trainingsprogramma waarin vroeg in de ochtend en aan
onderstaand schema kan worden doorlopen. Dit is het
het eind van de middag getraind wordt. De lessen vinden
onderwijsaanbod zoals dat van toepassing was voor
plaats tussen 11.15 en 14.15 uur met aan voor- en
studiejaar 2014 – 2015. In deTopsportklas start geen nieuwe
achterkant een extra uur individuele begeleiding.
eerstejaars groep in 2015 – 2016. Dit betekent dat het OS/
2. Het grootste deel van de lessen wordt op het CTO
OER 2014-2015 geldig is voor alle studenten die deelnemen
Papendal gegeven. 3. Het curriculum is zodanig ingericht, dat je in vijf jaar
aan de Topsportklas in 2015 – 2016. De uitwerking van de onderwijseenheden zoals beschreven in hoofdstuk 2 en 3 van
kunt afstuderen. Maar afstuderen in viereneenhalf jaar
deel 3 conform art. 4.1 lid 2 en 6.1 lid 2 zijn terug te vinden
of een verlenging naar zes jaar kan ook.
in de Studiegids 2014 – 2015 van Fysiotherapie.
FYSIOTHERAPIE
77
FYSIOTHERAPIE
Onderwijsaanbod Topsportklas Fysiotherapie Periode 1
Periode 2
Leerjaar 5:
Periode 3
Periode 4
Beroepsvoorbereidende periode context 2
Vervolg Hoofdfase 3
(Integrale toets 3)
(periode 17 t/m 20)
(30 STP – 840 SBU)
(Flexibel in te vullen afhankelijk van de studieroute van de
Afronden Minor/Praktijkgericht Onderzoek
individuele student)
Leerjaar 4: Vervolg Hoofdfase 2 Start Hoofdfase 3 (periode 13 t/m 16) (Flexibel in te vullen afhankelijk van de studieroute van de
Minor
Minor
(30 STP - 840 SBU)
(30 STP - 840 SBU)
of
of
Praktijkgericht onderzoek
Praktijkgericht onderzoek
(30 STP - 840 SBU)
(30 STP - 840 SBU)
individuele student)
Leerjaar 3: Vervolg Hoofdfase 1/
Eerste lijn 3 (vervolg) (Integrale toets 2)
Start Hoofdfase 2
(15 STP - 420 SBU)
(periode 9 t/m 12)
Periode 8: 3,75 stp
Beroepsvoorbereidende periode context 1
Leerjaar 3: 11,25 stp
(30 stp - 840 SBU)
Revalidatie en Geriatrische Revalidatie (15 STP - 420 SBU) Leerjaar 2: Vervolg Propedeuse/ Start Hoofdfase 1 (periode 5 t/m 8)
Eerstelijn 3 (start) Eerstelijn 1 (vervolg)
Eerstelijn 2
(Integrale Toets 1)
(15 stp - 420 SBU)
(Integrale toets 2) (15 STP - 420 SBU) Periode 8: 3,75 stp
(17,5 STP – 490 SBU)
Leerjaar 3: 11,25 stp
Periode 4: 2,5 stp Leerjaar 2: 15 stp
Ziekenhuis 2 (15 STP - 420 SBU)
Leerjaar 1:
Introductie Fysiotherapie
Eerstelijn 1 (start)
Propedeuse
(Via Vitalis, Life Long Health en Ziekenhuis 1)
(Integrale Toets 1)
(periode 1 t/m 4)
(30 stp - 840 SBU)
(17,5 STP – 490 SBU)
Periode 1 en 2: 22,5 stp
Periode 4: 2,5 stp
Periode 3: 7,5 stp
Leerjaar 2: 15 stp Ziekenhuis 2 (15 STP - 420 SBU)
78
FYSIOTHERAPIE
Samen Gezonder/ Werken Aan Kwaliteit (5 STP - 140 SBU)
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
79
FYSIOTHERAPIE
80
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
Lesdagen en vakanties/ Jaarplanning Jaarindeling studiejaar 2015-2016
Vastgesteld in CvB-vergadering d.d. 3-6-2014/CvB-besluitnr.2014/605
wk
datum
Onderwijsweek
bijzonderheden
34
17-aug-15
1
herkansing/opstart
35
24-aug-15
2
introductie
36
31-aug-15
3
Start 1e semester
37
7-sep-15
4
38
14-sep-15
5
39
21-sep-15
6
40
28-sep-15
7
41
5-okt-15
8
42
12-okt-15
9
43
19-okt-15
10
44
26-okt-15
Herfstvakantie
45
2-nov-15
11
46
9-nov-15
12
47
16-nov-15
13
48
23-nov-15
14
49
30-nov-15
15
50
7-dec-15
16
51
14-dec-15
17
52
21-dec-15
Kerstvakantie
Kerstmis, donderdag 25 december - vrijdag 26 december 2015
53
28-dec-15
Kerstvakantie
Nieuwjaarsdag, donderdag 1 januari 2015
1
4-jan-16
18
2
11-jan-16
19
3
18-jan-16
20
4
25-jan-16
21
5
1-feb-16
22
Start 2e semester
6
8-feb-16
Voorjaarsvakantie
Carnaval 7 t/m 9 februari 2016
7
15-feb-16
23
8
22-feb-16
24
9
29-feb-16
25
10
7-mrt-16
26
11
14-mrt-16
27
12
21-mrt-16
28
Goede vrijdag, vrijdag 25 maart 2016
13
28-mrt-16
29
2e Paasdag maandag 28 maart 2016
24 oktober t/m 1 november 2015 Herfstvakantie
FYSIOTHERAPIE
81
FYSIOTHERAPIE
82
14
4-apr-16
30
15
11-apr-16
31
16
18-apr-16
32
17
25-apr-16
33
Koningsdag woensdag 27 april 2016
18
2-mei-16
Meivakantie
Bevrijdingsdag, donderdag 5 mei; Hemelvaartsdag donderdag 5 mei
19
9-mei-16
34
20
16-mei-16
35
21
23-mei-16
36
22
30-mei-16
37
23
6-jun-16
38
24
13-jun-16
39
25
20-jun-16
40
26
27-jun-16
41
27
4-jul-16
42
Jaarafsluiting
28
11-jul-16
43
Jaarafsluiting
29
18-jul-16
Zomervakantie
Nijmeegse vierdaagse 19 juli t/m 22 juli 2016
30
25-jul-16
Zomervakantie
Zomervakantie 16 juli 2016 t/m 21 augustus 2016
31
1-aug-16
Zomervakantie
32
8-aug-16
Zomervakantie
33
15-aug-16
Zomervakantie
34
22-aug-16
Herkansing/opstart
35
29-aug-16
Introductie
36
5-sept-16
FYSIOTHERAPIE
Start studiejaar 2016/2017
2e Pinksterdag maandag 16 mei 2016
Maandag 5 september 2016
FYSIOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
83
Wil je meer informatie? Stuur dan een mail naar
[email protected] of bel tussen 09.00 en 17.00 uur naar (024) 35 30 500. Kijk ook op www.han.nl
Bezoekadres HAN-campus Nijmegen Kapittelweg 33 6525 EN Nijmegen