AFSTUDEERLEIDRAAD
BACHELOROPLEIDING HBO-ICT
AFSTUDEERRICHTINGEN BUSINESS IT & MANAGEMENT SOFTWARE ENGINEERING INFORMATION ENGINEERING SYSTEM AND NETWORK ENGINEERING TECHNISCHE INFORMATICA
VOLTIJD / DEELTIJD / DUAAL STUDIEJAAR 2015 - 2016
Hogeschool Utrecht Faculteit Natuur en Techniek Institute for ICT Versie 12.03 / 6-10-2015 Akkoord MT ICT: 7-7-2015
INHOUDSOPGAVE Hfd
blz
1.
Inleiding 1.1 Afstudeercoördinator 1.2 Afstudeercommissie 1.3 Studieadviseur 1.4 Docentbegeleider 1.5 College van Toezicht 1.6 Bedrijfsbegeleider 1.7 Examencommissie 1.8 Afstudeeradministratie 1.9 Informatiesystemen 1.10 Afdrukken van scripties
1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2
2.
De periodes waarin kan worden afgestudeerd
3
3.
Stappenplan voor het afstuderen
4
4.
Het afstudeerproject 4.1 Doel en inhoud 4.2 Context van het afstudeerproject 4.3 Onderzoek als onderdeel van het afstuderen 4.4 Afstudeeronderwerpen 4.4.1 Afstudeeronderwerpen voor de afstudeerrichting SIE 4.4.2 Afstudeeronderwerpen voor de afstudeerrichting SNE 4.4.3 Afstudeeronderwerpen voor de afstudeerrichting TI 4.4.4 Afstudeeronderwerpen voor de afstudeerrichting BIM
5 5 5 6 6 6 8 8 10
5.
Excelleren binnen de afstudeeropdracht
11
6.
De voorbereiding op het afstudeerproject 6.1 Plaats van uitvoering van het afstudeerproject 6.2 Goedkeuringsprocedure afstudeervoorstel 6.3 Nog niet alle studiepunten gehaald aan het einde van de afstudeerperiode 6.4 Duo-opdrachten 6.5 Afstuderen bij een eigen bedrijf
12 12 12 13 13 14
7.
Het voorstel voor een afstudeerproject en het plan van aanpak 7.1. Het afstudeervoorstel 7.2 De start van het afstudeerproject 7.3 Het plan van aanpak 7.4 Het afstudeercontract
15 15 16 16 17
8.
De uitvoering en de begeleiding van het afstudeerproject 8.1 Het leerteam 8.2 Taak docentbegeleider 8.3 Taak bedrijfsbegeleider
19 19 19 20
9.
De scriptie 9.1 Inhoud scriptie 9.2 Inlevering van de scriptie 9.3 Beoordeling van de scriptie 9.4 Plagiaat 9.4.1 Definitie plagiaat 9.4.2 Ephorus 9.4.3 Criteria en procedure 9.4.4 Privacy en geheimhouding
20 21 22 22 23 23 23 23 24
10.
De afstudeerzitting
25
11.
De beoordeling
26
12.
Herkansing
28
13.
Geheimhouding
29
14.
Uitschrijven na het afstuderen
30
Bijlage 1: Beoordelingsformulier afstudeervoorstel
31
Bijlage 2: Kwaliteitscriteria beoordeling afstudeervoorstel
34
Bijlage 3: Beoordelingsformulier plan van aanpak
36
Bijlage 4: Kwaliteitscriteria voor het plan van aanpak
39
Bijlage 5: Formulier contract afstudeeropdracht
42
Bijlage 6: Formulier beoordeling bedrijfsbegeleider(s)
45
Bijlage 7: Proces-verbaal van de afstudeerzitting
51
Bijlage 8: Compendium kwaliteitscriteria afstuderen ict A. Kwaliteitscriteria beschrijving en verantwoording gerealiseerde aanpak B. Kwaliteitscriteria uitvoering C. Kwaliteitscriteria opgeleverde eindproducten D. Kwaliteitscriteria presentatie en discussie
55 55 57 59 60
Bijlage 9: Kalender afstuderen studiejaar 2015 – 2016
61
Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Periode 5 Periode 1 (cursusjaar 2016 – 2017)
61 62 63 64 65 66
1.
Inleiding
Het doel van dit document is studenten voltijd, deeltijd en duaal van de bacheloropleiding HBO-ICT te informeren over de regelingen en de gang van zaken rond het afstuderen. In dit document zijn de eisen vastgelegd waaraan het afstudeervoorstel, het plan van aanpak en de scriptie moeten voldoen en worden de beoordelingscriteria beschreven die worden gehanteerd bij de beoordeling ervan. Ook wordt beschreven welke procedure studenten moeten volgen voor het verkrijgen van goedkeuring om te starten met afstuderen. Deze leidraad is van toepassing op alle afstudeeractiviteiten die starten in het cursusjaar 2015-2016. In het vervolg van dit hoofdstuk worden de taken beschreven van verschillende personen die zijn betrokken bij het afstuderen. Wanneer in deze leidraad ‘student’, ‘stagiair’, ‘kandidaat’, ‘docent’ of een andere mannelijke vorm staat, wordt zowel de mannelijke als de vrouwelijke vorm bedoeld.
1.1
Afstudeercoördinator
De afstudeercoördinator is verantwoordelijk voor de organisatie van het afstudeerproces, waaronder het geven van voorlichting aan studenten, het bepalen van de periode waarin de student mag afstuderen, het toewijzen van docentbegeleiders, het maken van roosters voor de afstudeerzittingen en het organiseren van diploma-uitreikingen. Voor alle algemene zaken betreffende het afstuderen kan een student terecht bij de afstudeercoördinator, maar voor zaken die specifiek zijn voor een bepaalde afstudeerrichting kan beter direct contact worden opgenomen met de betreffende studieadviseur. Marten Wensink Nijenoord 1, Instituutsplein ICT C02 M. 06 38150434 / T. 088 481 8591 E-mail:
[email protected]
1.2
Afstudeercommissie
Iedere afstudeerrichting, of variant daarvan, heeft een eigen commissie die de afstudeervoorstellen van de studenten beoordeelt. Zodra een afstudeervoorstel, voorzien van de noodzakelijk gegevens, is ingediend via het CRM, wordt de afstudeercommissie van de betreffende afstudeerrichting daarvan automatisch op de hoogte gesteld en zal het voorstel worden beoordeeld. De afstudeercommissie beslist tevens of de student voldoende studiepunten heeft om te mogen starten met afstuderen (zie H6.2).
1.3
Studieadviseur
De studieadviseur is de contactpersoon voor de afstudeercommissie en heeft als bijzondere taak het adviseren bij het verlenen van goedkeuring om te starten met afstuderen (zie H6.2).
1.4
Docentbegeleider
De docentbegeleider is een door de school aangewezen docent die de student van advies voorziet tijdens het afstudeertraject. Indien een student voorkeur heeft voor de begeleiding door een bepaalde docent, dan kan hij dat, nadat hij dit met de betreffende docent heeft besproken, per e-mail doorgegeven aan de afstudeercoördinator. Gezien de beperkte capaciteit, kan helaas niet worden gegarandeerd dat de voorkeur ook wordt gehonoreerd. De docentbegeleider heeft een budget van ongeveer 20 uren om de student te begeleiden en dient de student minimaal een keer op zijn afstudeerbedrijf te bezoeken. Het advies is om dat te doen zodra het concept-plan van aanpak is geschreven. Het initiatief voor het maken van afspraken ligt bij de student. De docentbegeleider is ook degene die het plan van aanpak en daarmee de afstudeeropdracht, definitief goedkeurt. Dit doet hij door het mede-ondertekenen van het afstudeercontract. De docentbegeleider is meestal (zie H8) ook de tweede examinator tijdens de afstudeerzitting.
1.5 College van Toezicht Het College van Toezicht (CvT) is een groep van door de hogeschool benoemde externe deskundigen die aanwezig zijn bij de afstudeerzittingen. De taak van het CvT is het monitoren van de kwaliteit van het beoordelingsproces en het afstudeerwerk en het adviseren van de examinatoren m.b.t. de beoordeling.
-1-
1.6
Bedrijfsbegeleider
De bedrijfsbegeleider is een werknemer die is aangewezen door het bedrijf of de instelling waar het afstudeerproject wordt uitgevoerd. De bedrijfsbegeleider is verantwoordelijk voor de inhoudelijke begeleiding tijdens het afstuderen en dient daarom voldoende inhoudelijke kennis, op minimaal HBO-niveau, te hebben om de afstudeerder te kunnen begeleiden. Indien gewenst, kan het bedrijf meerdere begeleiders aanwijzen, mits deze ook voldoende kennis op minimaal HBO-niveau hebben. De bedrijfsbegeleider is mede-ondertekenaar van het afstudeercontract. Aan het einde van het afstudeertraject wordt de bedrijfsbegeleider gevraagd om een schriftelijk beoordelingsadvies in te leveren. Hij wordt tevens uitgenodigd aanwezig te zijn bij de afstudeerzitting.
1.7
Examencommissie
Deze commissie stelt voor alle afstudeerrichtingen vast of een student voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de bachelor of niet en schrijft, indien de student is geslaagd, het diploma uit. De examencommissie is eveneens de instantie waarbij een student bezwaar kan indienen als hij het niet eens is met de gang van zaken tijdens het afstudeertraject, de afstudeerzitting of met de beoordeling die door de examinatoren is gegeven voor (een onderdeel van) het afstudeerwerk. Verder stelt de examencommissie vast of de student, in geval van bijzondere omstandigheden, uitstel kan worden verleend voor het inleveren van het plan van aanpak, de scriptie en deelname aan een afstudeerzitting. Zie voor contact de site van de examencommissie.
1.8
Afstudeeradministratie
De afstudeeradministratie heeft een ondersteunende functie bij het afstuderen, waaronder:
correspondentie met bedrijven en studenten; in ontvangst nemen, registratie en archivering van de afstudeercontracten, plannen van aanpak en afstudeerscripties en de verspreiding daarvan onder de examinatoren en CvT-leden; maken van een rooster voor de afstudeerzittingen en de verspreiding ervan; administratieve verwerking van de processen-verbaal van de afstudeerzittingen.
Gegevens afstudeeradministratie: Onderwijsbureau kamer A.00 Medewerker afstudeeradministratie Institute for ICT Hogeschool Utrecht Nijenoord 1 Postbus 182 - 3500AD Utrecht Zie de Afstudeersite voor nadere gegevens voor deze medewerker.
1.9
Informatiesystemen
CRM Dit is het administratiesysteem dat wordt gebruikt voor het afstuderen. Studenten maken gebruik van dit systeem om een afstudeervoorstel in te dienen via extern.crm.hu.nl/stage/. Ook wordt vanuit dit systeem het bericht van toewijzing van een docentbegeleider gestuurd. HBO Kennisbank Een systeem waarin verschillende hogescholen scripties publiceren en waar ook ict-studenten hun scriptie dienen te plaatsen. Een scriptie wordt alleen gepubliceerd als deze is beoordeeld met minimaal het cijfer 7. Het wordt de student dringend verzocht om niet af te zien van publicatie van de scriptie, zodat toekomstige afstudeerders er hun voordeel mee kunnen doen. Voor inzage van scripties: www.hbo-kennisbank.nl Voor plaatsen van scripties: onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/hubreed/hbo-kennisbank/default.aspx. Afstudeersite In deze leidraad wordt daarmee de Sharepoint-site voor het afstuderen bedoeld. Op deze site staat informatie over het afstuderen. De site is bereikbaar via het menu-item Afstuderen van de portal van elk van de afstudeerrichtingen of rechtstreeks via: onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fnt/cluster_ict/afstuderen/default.aspx. Jaarrooster: HBO-ICT - studiegids:
1.10
Bereikbaar via: onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fnt/Cluster_ICT/Jaarroosters/ Bereikbaar via: www.studiekeuze.hu.nl/los/ICT/Studiegidsen.aspx.
Afdrukken van scripties
Scripties kunnen, tegen betaling, worden afgedrukt bij de Xerox-shop bij het onderwijsbureau op Nijenoord 1 Let er wel op dat het vlak voor de inlevertermijn druk kan zijn! -2-
2.
De periodes waarin kan worden afgestudeerd
Het afstudeerproject is in de regel het laatste onderdeel van het curriculum van de hoofdfase van de studie. Met het afstudeerproject (inclusief het verwerven van een afstudeeropdracht, het schrijven van een afstudeervoorstel, het schrijven van een plan van aanpak en het schrijven van een scriptie) is een studiebelasting van maximaal 840 studiebelastinguren (30 EC’s) gemoeid. Deze studiepunten worden alleen toegekend als het afstudeerproject met een voldoende wordt beoordeeld. In de studiegids is de plaats aangegeven van het afstudeerproject binnen het eindexamenprogramma. Per studiejaar zijn er vijf periodes waarin het afstudeerproject kan worden uitgevoerd: Periode 1: Periode 2: Periode 3: Periode 4: Periode 5: [1] Periode 1 :
start laatste week mei 2015 start laatste week aug. 2015 start tweede week nov. 2015 start eerste week febr. 2016 start tweede week maart 2016 start laatste week mei 2016
afstudeerzitting in nov. 2015 afstudeerzitting in jan. 2016 afstudeerzitting in apr. 2016 afstudeerzitting in jun. 2016 afstudeerzitting in aug. 2016 afstudeerzitting in nov. 2016
De periode is gerelateerd aan de periode in het jaarrooster waarin de afstudeerzitting is gepland. B.v. afstuderen in periode 1 (start 25 mei 2015) betekent een afstudeerzitting doen aan het eind van de periode die in het jaarrooster is aangegeven als periode 1 (d.w.z. op 3, 4, 5 of 6 november 2015).
Afwijkende regeling voor deeltijd / duaal Voor een deeltijd- of duale student is het niet altijd noodzakelijk om de hierboven genoemde 840 uur ook daadwerkelijk aan het project te besteden. Immers een belangrijk deel van de kennis die nodig is om het project te realiseren, hoeft niet meer tijdens het project te worden vergaard omdat die al bij de student aanwezig is. Zou iemand van buiten de betreffende werkomgeving eenzelfde project moeten uitvoeren dan zou wellicht meer tijd nodig zijn om zich in te werken in het onderwerp. Als vuistregel kan worden gehanteerd: 2-3 werkdagen per week met een doorlooptijd van circa 5 maanden en daarnaast de nodige activiteiten voor het vervaardigen van de scriptie in privétijd. Het afstudeerproject zal in het geval van studenten deeltijd of duaal meestal worden uitgevoerd in het bedrijf of organisatie waar de student werkzaam is. Dit heeft als consequentie dat de totale doorlooptijd van het afstudeertraject veelal niet exact op 5 maanden te bepalen is. Als vuistregel kan worden gehanteerd: het project moet in een tijdsbestek van 4 tot 7 maanden worden uitgevoerd en afgerond. Een docentbegeleider wordt echter maar voor één afstudeerperiode toegewezen. De exacte termijn dient te worden vastgelegd in het plan van aanpak.
1
Cursusjaar 2016 - 2017
-3-
3.
Stappenplan voor het afstuderen
Het afstuderen bestaat uit een groot aantal stappen dat moet worden uitgevoerd. In onderstaande tabel staat een overzicht van deze stappen en de persoon of personen die verantwoordelijk zijn voor en/of betrokken zijn bij de uitvoering ervan. Stap Voorlichting afstuderen
Wie [2]
Afstudeercoördinator
Indienen studieplan bij studieadviseur
Student
Afstudeeropdracht verwerven
Student
Voorstel voor een afstudeeropdracht schrijven i.s.m. met opdrachtgever / bedrijfsbegeleider
Student en opdrachtgever / bedrijfsbegeleider
Indienen afstudeervoorstel via CRM en evt. iteraties uitvoeren per e-mail totdat het voorstel is goedgekeurd door de afstudeercommissie
Student en afstudeercommissie
Toewijzing docentbegeleider (tevens tweede examinator) en eerste examinator na goedkeuring voorstel, informeren afstudeerbedrijf. Dit is het startsignaal voor het afstuderen
Afstudeercoördinator
Inschrijven in Osiris voor de cursus afstuderen
Student
Startbijeenkomst afstudeerleerteams
Student, docenten
Afspraak maken met docentbegeleider
Student
Start uitvoering afstudeerproject
Student
Voorbereiden plan van aanpak
Student, bedrijfsbegeleider, docentbegeleider
Bijeenkomst afstudeerleerteams over PvA
Student, docenten
Tekenen contract afstudeeropdracht
Bedrijfsbegeleider, docentbegeleider, student
Inleveren contract afstudeeropdracht
Student
Uitvoering afstudeerproject en scriptie schrijven en laten reviewen
Student, docentbegeleider, bedrijfsbegeleider
Bijeenkomst afstudeerleerteams over scriptie
Student, docenten
Inleveren scriptie bij de afstudeeradministratie en plaatsen PDF op HBO Kennisbank en in de inleverbox voor plagiaatcontrole. Inleveren bedrijfsbeoordeling
Student, afstudeeradministratie
Rooster afstudeerzittingen maken en verspreiden
Afstudeercoördinator en roosterbureau
Afstudeerzitting
Student, eerste en tweede examinator, lid College van Toezicht en bedrijfsbegeleider
Vastelling of afstudeerder is geslaagd
Examencommissie
Indien nodig, uitschrijven voor de opleiding
Student
Diploma-uitreiking (alleen in februari en september)
Examencommissie, afstudeercoördinator, docent, student en zijn gasten
Alle data betreffende de afstudeerperiodes zijn te vinden op de Afstudeersite en de belangrijkste data staan ook in het jaarrooster van het Institute for ICT (zie ook bijlage 9).
2
De afstudeervoorlichting vindt twee keer per jaar plaats. De data worden via de monitoren op de afdeling bekendgemaakt. Studenten die, op het moment dat de datum van de voorlichting wordt vastgesteld, volgens Osiris 90 of meer studiepunten hebben gehaald in de bachelorfase van de opleiding, krijgen van de afstudeercoördinator een uitnodiging per e-mail.
-4-
4.
Het afstudeerproject
In dit hoofdstuk worden doel en inhoud van het afstudeerproject beschreven, met in het bijzonder de rol van het onderzoek daarin en de mogelijke context. Per afstudeerrichting worden voorbeelden gegeven van mogelijke afstudeeronderwerpen met hoofd- en deelvragen voor het bijbehorende onderzoek. Een student die wil excelleren tijdens het afstuderen dient daarvoor een aantal extra stappen uit te voeren (zie Excelleren).
4.1
Doel en inhoud
Het doel van het afstuderen is dat de student aantoont dat hij de vereiste professional skills bezit om de bij zijn afstudeerprofiel behorende ict-beroepstaken uit te voeren op HBO-niveau (zie H.2.1.3 van de studiegids). Daarbij hoort ook het uitvoeren van een onderzoek (zie H4.3). Het afstudeerproject moet zodanig complex zijn, en mate van zelfstandigheid vereisen, dat professional skills op eindniveau nodig zijn het project uit te kunnen voeren. Het is echter niet mogelijk alle ict-beroepstaken en professional skills op eindniveau te verenigen in één project. Daarom gelden de volgende minimumeisen voor een afstudeerproject:
Beheersingsniveaus van de afstudeerrichting: minimaal twee ICT beroepstaken op niveau 3 (in één architectuurlaag) van de HBO-ICT afstudeerrichting (zie de tabel met beheersingsniveaus in H.2.1.3 van de studiegids); Professional skills: Creatief probleem oplossen én Analyse en informatieverwerking én Planning & organisatie op eindniveau S (Situatiegericht) (zie H.2.1.3 van de studiegids). De overige professional skills minimaal op niveau P (Probleemgericht).
Het afstudeeronderwerp moet liggen in het verlengde van de studie en een uitdaging zijn voor de student. Bovendien zal het onderwerp zodanig gekozen moeten worden dat de student zijn speciale expertise op een bepaald terrein naar voren kan laten komen. Het afstudeerproject moet een aantal producten opleveren waarop de student kan worden beoordeeld. Hiertoe behoort in ieder geval de scriptie, die gezien moet worden als het document waarin het project in al zijn facetten beschreven, geanalyseerd en verantwoord wordt (zie H9). Daarnaast moet nog een tweede product, het z.g. beroepsproduct, worden opgeleverd. Dit kan zijn een adviesrapport, een geheel of gedeeltelijk gerealiseerd informatiesysteem of een infrastructuur met documentatie. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om een technisch rapport voor een bedrijf of om een ontwerpdocument. Kortom het beroepsproduct is het belangrijkste product dat voor het bedrijf in kwestie wordt opgeleverd. Een student moet het afstudeerproject zelfstandig uitwerken en voltooien (zie ook Duo-opdrachten). Hij is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de voortgang van het afstuderen en de inhoud van de scriptie. De begeleiders (bedrijfsbegeleider en docentbegeleider) hebben alleen de taak van adviseur, dus zij zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteit van de scriptie en de uitvoering en de kwaliteit van het beroepsproduct. Een student moet in staat zijn met de mensen uit de omgeving waarin hij zijn project uitvoert samen te werken en effectief te communiceren. Een student dient in staat te zijn tijdens de afstudeerzitting zijn werk mondeling te presenteren en daarover een discussie te voeren met deskundigen. Voorts dient een student in staat te zijn afstand te nemen van de specifieke opdracht en in algemene zin conclusies over gelijksoortige problemen te kunnen trekken.
4.2
Context van het afstudeerproject
Voor wat betreft de context van het afstudeerproject zijn in feite drie situaties denkbaar: Het afstudeerproject is een op zichzelf staand project. Het afstudeerproject maakt deel uit van een groter geheel en is a.h.w. een deelproject In dit geval is het belangrijk duidelijk onderscheid te maken tussen het grote project en het afstudeerproject. Het grote project moet globaal worden beschreven om aldus de context van het afstudeerproject te schetsen. Het afstuderen heeft betrekking op een project dat al voor een deel is gerealiseerd. Hierbij is het dikwijls zo dat het nog te realiseren deel op zich niet voldoende is om op af te studeren. Maar het betrekken van het al gerealiseerde deel bij het afstuderen wil nog wel eens soulaas bieden. Het al voltooide deel moet dan worden gezien als ‘object van studie’. Dit wordt a.h.w. een bedrijfscasus die geanalyseerd moet worden en waarover uitspraken in de zin van conclusies en aanbevelingen moeten worden gedaan. Een dergelijke combinatie van een onderzoek naar een bestaand deel en een nog te realiseren deel is goed mogelijk.
-5-
4.3
Onderzoek als onderdeel van het afstuderen
Tijdens het afstuderen dient een deel van de tijd te worden besteed aan het uitvoeren van een onderzoek. Onder een onderzoek wordt het volgende verstaan: [3]
‘Onderzoek is het methodisch beantwoorden van vragen dat leidt tot relevante kennis’ (Andriessen, 2014 ). Voor een HBO-bachelor geldt: ‘Relevante kennis is informatie, inzicht en kennis die nieuw is voor de opdrachtgever en de student en relevant voor de specifieke afstudeeropdracht’. [4]
De vragen uit het onderzoek zijn een hoofdvraag met daaruit voortvloeiende deelvragen die moeten worden beantwoord om het afstudeerproject uit te voeren (in H4.4 staan voorbeelden). Het type afstudeeropdracht wordt bepaald door het soort beroepsproduct dat moet worden opgeleverd. Voor een afstudeeropdracht in het ict-domein worden de in de volgende tabel genoemde typen onderscheiden. Het type afstudeeropdracht bepaalt in belangrijke mate de onderzoeksvragen - hoofd- en deelvragen (zie de voorbeelden in H4.4). Type afstudeeropdracht
Beroepsproduct
Kenmerken
Onderzoeksopdracht
Onderzoeksrapport met eventuele aanbevelingen Ontwerpdocument of adviesrapport
Antwoorden en conclusies Suggesties voor oplossingsrichtingen De verbeelding (proof of concept) van een eindproduct Onderbouwde en uitgewerkte oplossing voor een probleem Fysieke of digitale uitwerking van een ontwerp
Ontwerp-/adviesopdracht
Productopdracht
Bruikbaar eindproduct of proof of concept
In het afstudeervoorstel dient het type opdracht met een toelichting op het type te zijn opgenomen, alsmede de hoofdvraag. De onderzoeksvragen die kunnen worden gesteld bij een opdracht worden bepaald door de aard van de opdracht (zie de voorbeelden in de volgende paragrafen). Bij een productopdracht kunnen, afhankelijk van de opdracht, o.a. de volgende deelvragen worden gesteld: Wat zijn de functionele en niet-functionele eisen waaraan het product moet voldoen? Welke oplossingen zijn er al m.b.t. het product en is daar een geschikte oplossing bij? Welke architectuur is het meest geschikt voor het product? Welke frameworks zijn geschikt om het product te realiseren? Welke informatie moet aan de gebruiker worden getoond? Wat is de beste manier om de informatie te tonen aan de gebruiker?
4.4
Afstudeeronderwerpen
Hieronder volgen per afstudeerrichting voorbeelden van afstudeeronderwerpen. Het verdient aanbeveling om ook scripties van succesvol afgeronde afstudeerprojecten in te zien. Zie hiervoor de HBO Kennisbank.
4.4.1
Afstudeeronderwerpen voor de afstudeerrichting Software and Information Engineering
Software and Information Engineers bedenken, ontwerpen, ontwikkelen en testen ict-oplossingen voor complexe bedrijfsvraagstukken. Ze ontwikkelen applicaties waarmee bedrijfsprocessen efficiënter en/of effectiever verlopen. Zij maken bij het ontwikkelen van deze ict-oplossingen gebruik van hun creativiteit, actuele technologieën en standaardmethoden. Het onderscheid in type opdracht wordt gemaakt op basis van de focus waarop het onderzoeksdeel van de afstudeeropdracht ligt. In alle gevallen wordt een technisch beroepsproduct opgeleverd waarmee de student aantoont over de vereiste skills te beschikken. Voor de drie typen opdracht kan men denken aan:
Het ontwikkelen van software, waarin het gehele traject van analyse, het ontwerpen, en het realiseren van applicaties wordt doorlopen. Er wordt verwacht dat het ontwerpen en bouwen een eindproduct of een proof of concept is van de analyse, die door de student zelfstandig wordt uitgevoerd, waarin mogelijkheden door de student worden onderzocht die aan een oplossing kunnen bijdragen. (productopdracht);
3
Andriessen, D. (2014). Praktisch relevant én methodisch grondig? Dimensies van onderzoek in het HBO. Inaugurele rede bij aanvaarding lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek bij de Hogeschool Utrecht. Utrecht: Hogeschool Utrecht. 4 Ook wel centrale vraag genoemd.
-6-
In een technische omgeving een opdracht uitvoeren waarbij het hoofddoel niet het opleveren van software is, maar iets anders. Daarbij kan het bv. gaan om het maken van een ontwerp voor een infrastructuur of gebruikersinterface of een onderzoek dat moet leiden tot aanbevelingen betreffende (software-) technologie of ict-ondersteuning van bedrijfsprocessen (ontwerp-/adviesopdracht);
In een bedrijfskundige omgeving een opdracht uitvoeren waarbij het hoofddoel niet is het opleveren van software, maar het doen van (bedrijfskundig) onderzoek met een informaticacomponent (onderzoeksopdracht).
Hieronder volgen voorbeelden van onderwerpen voor bovenstaande typen opdracht:
Inrichten issue management proces (productopdracht) Binnen de afdeling systeemontwikkeling van een verzekeringsmaatschappij worden twee verschillende systemen gebruikt voor het melden van bugs en gewenste software-aanpassingen. Ontwerp een nieuw, geïntegreerd proces voor het managen van deze issues op basis van interviews met zowel de business als de developers. Onderzoek welke technische mogelijkheden het issue management systeem Jira biedt om dit proces te ondersteunen en bepaal wat de beste wijze is om dit te doen. Configureer Jira op basis van deze bevindingen en bouw een webformulier waarmee de business issues kan aanmelden in Jira. Hoofdvraag Hoe kan het issue management proces duidelijker en efficiënter ingericht worden en hoe kan Jira vervolgens geconfigureerd worden om het ontworpen proces optimaal te ondersteunen? Deelvragen Hoe ziet het issue management proces er nu uit? Wat zijn in het huidige proces de knelpunten qua efficiëntie? Op welke standaard (ASL of ITIL) kan het nieuwe proces het beste gebaseerd worden? Hoe ziet een op nieuw, op ASL/ITIL gebaseerd, proces eruit? Hoe lost het nieuwe proces de knelpunten op? Welke configureerbare componenten heeft Jira? Hoe kan het ontworpen proces met deze componenten in Jira worden afgedwongen? Met welke techniek kan het webformulier waarmee issues gemeld kunnen worden het beste gerealiseerd worden?
Structureren van data van productleveranciers (ontwerp-/adviesopdracht) In deze opdracht wordt onderzocht hoe vermarktbaar een branchegerichte SaaS oplossing is waarin data van leveranciers van webwinkels wordt geregistreerd. Eerst wordt onderzocht wat de voor- en nadelen zijn van een centrale datapool-oplossing en wat de mogelijkheden zijn voor het dynamisch uitlezen van databestanden met totaal verschillende structuren door middel van één module. Vervolgens wordt bepaald wat de beste technische strategie is om deze oplossing te realiseren. Uiteindelijk wordt een proof-ofconcept gemaakt op basis van de uitkomsten van het onderzoek, in combinatie met de wensen en eisen van potentiële klanten. Hoofdvraag Hoe vermarktbaar is een branche-gerichte SaaS oplossing inclusief data van leveranciers op het gebied van webwinkels en wat is de meest efficiënte manier om dit zo'n oplossing te realiseren? Deelvragen Wat zijn de voor- en nadelen van een centrale datapool-oplossing? Welke alternatieven zijn er naast een SaaS oplossing voor het gebruik van de data uit een datapool? Wat zijn de mogelijkheden voor het dynamisch uitlezen van databestanden met totaal verschillende structuren door middel van één module? Welke populaire SaaS aanbieders (concurrenten) zijn er en wat zijn hun unique selling points? Welke wensen/eisen heeft een potentiële klant wat betreft een SaaS oplossing? Welke technische eisen zijn er voor een data pool?
Verbeteren eventafhandeling van een gameplatform (onderzoeksopdracht) Het vermoeden is dat de manier waarop events nu worden afgehandeld kan worden verbeterd, zodat de huidige en nieuwe spellen die gebaseerd zijn op het platform eenvoudiger zijn te ontwikkelen en makkelijker onderhoudbaar zijn. Hoofdvraag Hoe kan de eventafhandeling tussen de software en de hardware in een gameplatform voor een fysieke skateramp ingericht worden, zodat huidige en nieuwe spellen eenvoudig te ontwikkelen en onderhouden zijn? Deelvragen Hoe verloopt de eventafhandeling op dit moment binnen de huidige spellen? Wat zijn de eisen en wensen waaraan de software voor de eventafhandeling moet voldoen? Welke middelen zijn beschikbaar voor het ontwikkelen van software waarmee op een efficiënte manier eventafhandeling plaats kan vinden binnen het gameplatform? Welke van de beschikbare middelen is het meest geschikt voor dit project? Welke vorm (API/library/framework) van de eventafhandelingssoftware biedt de meeste mogelijkheden qua uitbreidbaarheid en onderhoudbaarheid? Welke verbeteringen in de eventafhandeling levert de nieuwe software op?
-7-
4.4.2
Afstudeeronderwerpen voor de afstudeerrichting System and Network Engineering
Afstudeeropdrachten voor de afstudeerrichting System and Network Engineering zijn te verdelen in een aantal hoofdgroepen:
Het ontwerpen of verbeteren van een ict-infrastructuur bestaande uit systemen en/of netwerken. Het advies wordt vaak ondersteund met een proof of concept (ontwerp-/adviesopdracht);
Het realiseren of migreren van een ict-infrastructuur bestaande uit systemen en/of netwerken (productopdracht);
Ontwerp van nieuwe of optimalisatie van bestaande ict-beheerprocessen (ontwerp-/adviesopdracht);
Ontwerp en implementatie van een software omgeving op basis van een bepaalde ict-architectuur (ontwerp-/adviesopdracht).
Hieronder volgen voorbeelden van concrete onderwerpen die binnen de hoofdgroepen vallen:
Server consolidatie en virtualisatie; Ontwerpen van een systeem voor monitoring van de ict-infrastructuur; Migratie van een complex systeem, bv. migratie van Lotus Notes naar MS Exchange; Ontwerpen van processen voor incident management, problem management, change management m.b.v. ITIL; Onderzoek doen naar de beveiliging van een groot bedrijfsnetwerk en het maken van een ontwerp voor de beveiliging van het netwerk; Ontwerp en realisatie van een complexe VoIP-toepassing, rekening houdend met eisen t.a.v. prestaties, betrouwbaarheid en veiligheid. Herontwerpen van de huidige point-to-point verbindingen in een ict-architectuur (‘AS IS’) en deze verbindingen daadwerkelijk vervangen door de implementatie van bv. een enterprise service bus (ESB) als middleware oplossing (‘TO BE’). Ontwerpen van een identitity managementsysteem in combinatie met single sign on;
Twee voorbeelden met daarbij een hoofdvraag:
Software defined networking (ontwerp-/adviesopdracht); Hoofdvraag Welke verbeteringen kunnen worden gerealiseerd in het netwerk en op welke manier kan de flexibiliteit van het netwerk worden verbeterd en de kosten voor het beheer worden verminderd door het gebruik van software defined networking bij bedrijf X? (Het gaat hier om een vraag met zowel een inhoudelijk als procesmatig karakter). Centraliseren van logging (ontwerp-/adviesopdracht); Hoofdvraag Op welke manier kunnen alle relevante logbestanden van systemen bij bedrijf Y centraal worden opgeslagen en verwerkt zodat log management wordt vereenvoudigd en wordt voldaan aan de eisen van de auditors van het bedrijf?
Bovenstaande afstudeeronderwerpen dienen ter illustratie. Uiteraard zijn er tal van onderwerpen die hier niet genoemd zijn. Wel is het zo dat het onderwerp in één van de hoofdgroepen moet vallen en de aard, omvang en complexiteit van de organisatie recht doet aan het HBO-niveau.
4.4.3
Afstudeeronderwerpen voor de afstudeerrichting Technische Informatica
De afstudeerrichting TI bevindt zich tussen drie verwante opleidingen te weten: ict, industriële automatisering en elektrotechniek. Het zal bij de keuze van een afstudeeropdracht voorkomen dat er overlap is met de domeinen van genoemde drie opleidingen. Een student zal bij het indienen van een afstudeervoorstel met een flinke overlap met een van de genoemde domeinen ook moeten aangeven waarom de opdracht voor zijn persoonlijke ontwikkeling wenselijk is om als afstudeerwerk te dienen. Daar komt bij dat de criteria van het HBO-niveau van de opdracht gehandhaafd moeten blijven. Mogelijke afstudeeropdrachten zijn ruwweg te verdelen in drie groepen, te weten:
Het ontwikkelen van technische software, waarin het gehele traject van analyse, ontwerpen en realiseren van een technische software applicatie wordt doorlopen (productopdracht);
Het in een technische omgeving maken van een ontwerp voor een infrastructuur of het doen van een onderzoek dat moet leiden tot aanbevelingen betreffende de (software-)technologie (ontwerp-/adviesopdracht);
Het in een technische omgeving doen van onderzoek met een informaticacomponent (onderzoeksopdracht).
-8-
De volgende onderwerpen geven een meer gedetailleerd beeld van afstudeeronderwerpen binnen technische informatica. Aangezien bij alle afstudeeropdrachten onderzoek moet worden gedaan om tot een goed resultaat te komen, zijn bij de onderwerpen ook onderzoeksvragen geformuleerd.
Biometriesystemen voor toegangscontrole (onderzoeksopdracht) Onderzocht wordt hoe bestaande biometriesystemen werken en hoe de betrouwbaarheid te verbeteren is door zowel op het gebied van hardware als software aanpassingen te maken. Ook wordt onderzocht hoe een combinatie van biometriesystemen de betrouwbaarheid kan verhogen. Hoofdvraag Hoe is de betrouwbaarheid van biometriesystemen te verbeteren? Deelvragen Wat is het effect van het combineren van biometriesystemen op het percentage false positives (onterecht toegang geven) en false negatives (onterecht toegang weigeren)? Welke combinatie van AND, OR en systeemtypen geeft de beste oplossing? Welke andere verbeteringen zijn nog mogelijk?
Leap-motioncontroller toepassing (ontwerp-/adviesopdracht) De leap-motioncontroller is een nieuw apparaat dat onlangs op de markt gekomen is en dat hand- en vingerbewegingen kan detecteren. Er dient te worden gezocht naar de mogelijkheden die een nieuwe technologie biedt. In principe worden applicaties gebouwd op basis van deze nieuwe technologie. Ontwerp een applicatie waarmee presentaties kunnen worden gemaakt en weergegeven. Vergelijkbaar met Powerpoint of Prezi. De applicatie moet ook 3D objecten kunnen tonen. Als extra mogelijkheid dient de applicatie in plaats van met de muis, bediend te kunnen worden met handbewegingen waarbij dan gebruik gemaakt wordt van de leap-motion-controller. Hoofdvraag How can the leap-motioncontroler be used to develop new applications? Deelvragen How can functional and beautiful presentations be created in the browser? How can complex 3D objects be shown in the browser? How can the leap motion controller be used to interact with objects in the browser? How can simple gestures interact with objects on the screen? How can hand tracking as opposed to finger tracking be used as a way of input? How can movements from the leap in the browser be used in a visual way? What would be the best way to present these movements visually to the user? Which presentation frameworks are available and are flexible enough to be used as the presentation engine for this project?
Plaatsbepaling van een onbemande quadcopter (ontwerp-/adviesopdracht) Een onbemande quadcopter (een helicopter met vier rotors) kan binnen in een hal of gebouw geen gebruik maken van GPS om zijn positie te bepalen. Bij deze opdracht wordt gekeken of met een Kinect, gemonteerd op het toestel, een 3D model van de omgeving samengesteld kan worden waarin de quadcopter zijn positie kan bepalen. Er moet ook een proof of concept voor de gekozen oplossing gebouwd worden. Hoofdvraag Hoe kan de Kinect worden gebruikt als positiesensor? Deelvragen Welke informatie is beschikbaar als gebruik wordt gemaakt van de Kinect? Hoe kan met deze informatie real-time een beeld worden gevormd ? Hoe snel zijn de algoritmen die daarvoor nodig zijn? Hoe kan een combinatie van een grondstation, waarop de zware rekenprocessen draaien, en een lichte besturing op de quadcopter worden gerealiseerd?
Software voor de controle van een hyperthermie-apparaat (productopdracht) Hyperthermie is een methode die in de medische wetenschap gebruikt wordt ter bestrijding van kanker. Feitelijk wordt plaatselijk de temperatuur binnen het menselijk lichaam verhoogd, waardoor kwaadaardige cellen, die minder bestand zijn tegen een hoge temperatuur, afsterven. Voor deze opdracht moet een applicatie worden gebouwd waarmee dit behandelsysteem kan worden aangestuurd. Het betreft hier dus de ontwikkeling van technische software. Hoofdvraag Hoe kan een applicatie gerealiseerd worden die het hyperthermie-apparaat kan aansturen? Deelvragen Hoe kan een applicatie gekoppeld worden aan het hyperthermie-apparaat? Welke functionele eisen worden gesteld aan de applicatie? Welke eisen worden gesteld aan het bedienen van het hyperthermie-apparaat? Welke wensen en eisen hebben de eindgebruikers omtrent de bediening? Welke technische eisen worden gesteld aan het hyperthermie-apparaat? Hoe wordt de betrouwbaarheid van de werking gegarandeerd? Welk platform vormt de basis van het hyperthermie-apparaat?
-9-
4.4.4
Afstudeeronderwerpen voor de afstudeerrichting Business IT & Management
De ideale afstudeeropdracht lost een bedrijfskundig probleem op door het inzetten van ict-hulpmiddelen. Zo komen zowel de opgedane bedrijfskundige kennis, alsook de ict-kennis, goed tot hun recht. In de praktijk variëren opdrachten echter van zeer bedrijfskundig met een ’vleugje’ ict, tot bijna uitsluitend ict met een ‘vleugje’ bedrijfskunde. In het algemeen kan gesteld worden dat voor de afstudeerrichting BIM het accent ligt op de bedrijfsprocessen. In een goede afstudeeropdracht wordt met behulp van modellen een huidige situatie bepaald. Vervolgens worden er oplossingsalternatieven bedacht en afgewogen. Een gefundeerde keuze bepaalt welke oplossingsrichting wordt uitgewerkt tot een rapport, ict-oplossing of product. Tenslotte wordt de oplossing voorzien van een implementatieplan om de organisatie uit te leggen wat de gevolgen zijn van de voorgestelde oplossing. Bij de opdrachten voor de afstudeerrichting Business IT & Management kan men denken aan:
management informatiesystemen; analyse en herontwerp (geautomatiseerde) bedrijfsprocessen; selectie en implementatie standaard software; functioneel ontwerp software systeem; ontwerp business intelligence oplossing; inrichting beheerorganisatie; informatiemanagement; ict-outsourcingsvraagstukken; aanbeveling voor te hanteren methoden en technieken voor software ontwerp, beheer of testen.
Hieronder volgen voorbeelden uit een deel van bovenstaande categorieën:
Ontwerp-/adviesopdrachten Herontwerpen van bedrijfsprocessen als gevolg van invoering van een nieuw ERP systeem; Het inrichten van functioneel beheer voor een gemeentelijke organisatie; Het inrichten van een eenduidige testprocedure voor de software ontwikkeld binnen een bank; Een aanbeveling voor een systeem en procedures t.b.v. het kennismanagement binnen een consultancy organisatie; Het ontwerpen van een business intelligence oplossing; Het ontwerpen van een model dat het management ondersteunt bij de beslissing wanneer software vervangen moet worden (economische levensduur bepalen); Het opstellen van een business case voor het ontwikkelen van software die wordt aangeboden als webservice; Het opstellen van functionele specificaties voor een voorraadbeheersysteem; Het selecteren van een CRM systeem (pakketselectie, aanbeveling en implementatieplan).
Onderzoeksopdrachten Een onderzoek naar de mogelijke voordelen van het toepassen van service oriented architecture voor een organisatie (vanuit business perspectief); Een onderzoek naar de ict support organisatie; afweging shared service center of decentraal; zelf doen of outsourcen;
Een voorbeeld van een onderzoeksopdracht met hoofd- en deelvragen:
Een onderzoek naar de mogelijkheden om de ict-omgeving van bedrijf ABC te verbeteren.
Hoofdvraag Welke verbeteringen kunnen met behulp van ICT in proces X worden aangebracht, teneinde de efficiency met Y en/of effectiviteit met Z te verhogen? Deelvragen IST Hoe verloopt het huidig proces X? Hoe verloopt de interactie van proces X met andere relevante processen? Hoe is de huidige infrastructuur en informatievoorziening van proces X geregeld? Wat zijn de knelpunten binnen proces X en de huidige infrastructuur en informatievoorziening? SOLL Wat zijn de nieuwe eisen en wensen van de interne- en externe stakeholders? Welke oplossingsrichtingen zijn er om de knelpunten te verbeteren? Welke oplossing voldoet het beste (en waarom)? Wat zijn de kenmerken van de oplossing (van functional requirements tot prototype/mock-up)? Wat zijn de (eventueel) verwachte kosten en opbrengsten voor de ontworpen oplossing? Wat zijn de stappen om de oplossing te implementeren?
-10-
5
Excelleren binnen de afstudeeropdracht
De HU biedt de student de mogelijkheid om ook in het kader van de afstudeeropdracht te excelleren. De basis voor excellentie wordt gevormd door het Sterrensysteem. Aan de hand van het profiel van de startende excellente beroepsoefenaar zijn vijf aspecten van excelleren gedefinieerd die nader zijn geoperationaliseerd in beoordelingscriteria (zie excellentiecriteria). Deze vijf aspecten zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
Vakmanschap: interdisciplinaire basiskennis en reflectie op eigen handelen; Innovatie en disseminatie: bijdrage leveren aan de professionalisering van de beroepspraktijk; Internationalisering: beroep en werkzaamheden plaatsen in internationaal perspectief; Gedrevenheid: gedreven om je eigen kwaliteit en die van de beroepsgroep te optimaliseren; Leiderschapskwaliteiten: waaronder plannings- en samenwerkingsvaardigheden.
De student kiest op welke van deze vijf aspecten (een of meer) hij een excellente prestatie wil leveren tijdens de uitvoering van het afstudeerproject en vermeldt dit bij voorkeur al in het plan van aanpak. Het is echter mogelijk om nog in een later stadium een aanvraag in te dienen om excellent te kunnen afstuderen. In beide gevallen is het van belang hierover overleg te hebben met de docentbegeleider. Voor een bijzondere prestatie krijgt de student erkenning in de vorm van een ‘Sterverklaring’. De student kan hiervoor een aanvraag doen via Excelleren op de FNT - Hoe doe ik mee?
-11-
6.
De voorbereiding op het afstudeerproject
Het uitvoeren van een afstudeeropdracht vergt een gedegen voorbereiding. Allereerst moet een bedrijf of instelling worden gezocht waar een opdracht kan worden uitgevoerd. Vervolgens dient een afstudeervoorstel te worden geschreven dat moet worden goedgekeurd door de afstudeercommissie. De goedkeuring is mede afhankelijk van het aantal studiepunten dat de student heeft gehaald. Voor duo-opdrachten en het afstuderen in het eigen bedrijf gelden enkele bijzondere regels.
6.1 Plaats van uitvoering van het afstudeerproject Een afstudeerproject wordt in opdracht van een bedrijf of ander soort organisatie (verder ook bedrijf genoemd) uitgevoerd. De student zoekt zelf een bedrijf waar een afstudeerproject kan worden uitgevoerd en waar hij wordt begeleid door iemand met kennis op minimaal HBO-niveau. In bijzondere gevallen kan worden toegestaan dat een afstudeerproject niet in opdracht van een bedrijf wordt uitgevoerd. Wel wordt als eis gesteld dat een (externe) onafhankelijke belanghebbende/geïnteresseerde van minimaal HBO-niveau als opdrachtgever / begeleider optreedt. In de stageleidraad (zie de Stagesite) staat een aantal adviezen voor het vinden van een geschikt bedrijf. Bij de opleiding worden ook regelmatig stage- en afstudeeropdrachten aangemeld. Zie hiervoor de Stagebank. Lukt het niet om een geschikt bedrijf te vinden, neem dan contact op met de afstudeercoördinator of de contactpersoon van de afstudeercommissie van je afstudeerrichting.
6.2
Goedkeuringsprocedure afstudeervoorstel
Nadat een geschikt bedrijf is gevonden waar een afstudeerproject kan worden uitgevoerd, moet goedkeuring worden verkregen voor een afstudeervoorstel. De procedure voor het verkrijgen van goedkeuring is als volgt:
De student schrijft in overleg met de bedrijfsbegeleider een afstudeervoorstel dat de onderdelen bevat zoals beschreven in H7 en dient dit, voorzien van naam en studentnummer, in via CRM.
De afstudeercommissie van de afstudeerrichting van de student vraagt advies aan de studieadviseur van de betreffende afstudeerrichting of de student voldoende studiepunten heeft om te mogen starten met afstuderen
Indien de studieadviseur een negatief advies geeft, wordt de student daarvan op de hoogte gesteld.
Indien de studieadviseur positief adviseert, beoordeelt de afstudeercommissie het voorstel. Voor de goedkeuring gebruikt de afstudeercommissie de criteria zoals genoemd in bijlage 2. De bevindingen van de afstudeercommissie worden vastgelegd in een Beoordelingsformulier afstudeervoorstel (zie bijlage 1) en per e-mail naar de student gestuurd.
Indien de afstudeercommissie van mening is dat het voorstel geen perspectief biedt om te worden goedgekeurd, dan dient de student een nieuwe afstudeeropdracht te zoeken;
Indien het voorstel wel perspectief biedt, krijgt de student de gelegenheid om aan de hand van de opmerkingen in het beoordelingsformulier het voorstel te verbeteren. Het aangepaste voorstel dient de student per e-mail te sturen naar het lid van de afstudeercommissie waarvan hij het beoordelingsformulier heeft ontvangen. Dit wordt herhaald totdat het voorstel voldoet aan de eisen.
Indien de studieadviseur een positief advies heeft gegeven en het voorstel voldoet aan de eisen, dan wordt de student hiervan op de hoogte gesteld middels een Beoordelingsformulier afstudeervoorstel (zie bijlage 1). De afstudeercommissie stelt tevens de afstudeercoördinator op de hoogte.
Een afstudeervoorstel wordt goedgekeurd als aan het volgende is voldaan: 1. de student heeft het P-diploma behaald; [*] 2. alle verplichte studiepunten van de hoofdfase, behalve die van het afstuderen, zijn gehaald; 3. het afstudeervoorstel voldoet aan de eisen. [*] Omdat ten tijde van het indienen van het afstudeervoorstel meestal nog niet alle benodigde studiepunten zijn gehaald, dient de student in dat geval, tegelijk met het indienen van het afstudeervoorstel, per e-mail een studieplan in te leveren bij de studieadviseur van zijn afstudeerrichting. De studieadviseur adviseert op basis van het ingediende studieplan. In dit studieplan geeft de student voor de nog openstaande vakken aan wanneer en hoe hij denkt die vakken te halen. Verder geeft de student aan hoe hij denkt dit te kunnen combineren met het afstuderen.
-12-
Als de student twijfelt of het studieplan wel realistisch is, is het verstandig om vroegtijdig een afspraak te maken met de studieadviseur om het studieplan te bespreken. Hiermee kan teleurstelling worden voorkomen in het geval dat al wel een afstudeerplaats gevonden is, maar vervolgens geen toestemming gegeven wordt om met het afstuderen te starten. Bij de beoordeling van het studieplan kunnen de volgende situaties worden onderscheiden: 1. de student denkt voor de start van het afstudeerproject zijn P-diploma en alle nog ontbrekende studiepunten gehaald te hebben; 2. de student is in het bezit van zijn P-diploma en denkt voor het einde van zijn afstudeerproject (gedeeltelijk voor de start en gedeeltelijk tegelijk met het afstudeerproject) alle nog ontbrekende studiepunten gehaald te hebben; 3. de student denkt voor het einde van zijn afstudeerperiode niet alle nog ontbrekende studiepunten gehaald te hebben. Ad 1. In principe adviseert de studieadviseur positief als hij het studieplan realistisch vindt en adviseert de afstudeercommissie om het afstudeervoorstel in behandeling te nemen. Nadat het voorstel is goedgekeurd en toestemming is verleend door de afstudeercoördinator mag de student starten met afstuderen, onder de voorwaarde dat hij bij aanvang van het afstuderen inderdaad in het bezit is van zijn P-diploma. Ad 2. De studieadviseur beoordeelt of het ingediende studieplan realistisch is en geeft op basis daarvan een advies aan de afstudeercommissie. De afstudeercommissie beslist vervolgens om het afstudeervoorstel wel of niet in behandeling te nemen. Ad 3. In principe krijgt de student geen toestemming om met het afstuderen te starten. In bijzondere situaties, bv. als de studievoortgang in het geding is, kan de student aan de examencommissie toestemming vragen om toch met het afstudeerproject te mogen starten. Als de student hiervoor in aanmerking wil komen moet hij, voordat hij een afstudeeropdracht gaat zoeken, eerst een afspraak maken met de studieadviseur om het studieplan te bespreken. De studieadviseur adviseert de student, naar aanleiding van dit gesprek, om de examencommissie toestemming te vragen om toch te mogen starten met het afstudeerproject of adviseert het afstuderen minimaal een periode uit te stellen om eerst voldoende studiepunten te halen.
6.3
Nog niet alle studiepunten gehaald aan het einde van de afstudeerperiode
Indien een student aan het einde van de afstudeerperiode toch niet alle studiepunten heeft gehaald, omdat bv. nog een practicum moet worden afgerond of een tentamen gedaan, dan moeten alle nog openstaande studiepunten uiterlijk de laatste zittingsdag van het afstuderen (zie bijlage 9) in Osiris zijn geadministreerd om nog dezelfde periode het diploma uitgereikt te kunnen krijgen. Indien de student na de laatste zittingsdag van de periode waarin hij zijn afstudeerzitting heeft gedaan nog studiepunten voor één of meer cursussen moet halen, dan zal de examencommissie telkens in de opvolgende periode opnieuw vaststellen of alle studiepunten zijn gehaald. Indien dan wel alle studiepunten zijn gehaald kan, na ontvangst van een afhaalbericht, het diploma bij de balie van het onderwijsbureau worden opgehaald. Ook kan de student ervoor kiezen om het diploma bij de eerstvolgende diploma-uitreiking af te halen. Hiervoor dient hij contact op te nemen met de afstudeercoördinator.
6.4
Duo-opdrachten
Een duo-opdracht is niet per definitie onmogelijk en wordt bij uitzondering toegestaan. Dit kan bv. het geval zijn wanneer de opdracht niet kan worden gesplitst in twee afzonderlijke opdrachten. Voorwaarde blijft altijd dat de inbreng van de individuele student duidelijk herkenbaar en toetsbaar blijft. Vanzelfsprekend moeten omvang en complexiteit zodanig zijn dat uitvoering door twee afstudeerders gerechtvaardigd is. Als een van de twee studenten van het duo niet voldoet aan de regels van H6.2, kan de duo-opdracht in principe geen doorgang vinden. In geval van een duo-opdracht, dienen beide studenten hetzelfde afstudeervoorstel in via het CRM. In het voorstel dient duidelijk te worden aangegeven dat het gaat om een duo-opdracht en dient te worden vermeld met welke collega-student de opdracht zal worden uitgevoerd. Het duo kan gezamenlijk een plan van aanpak indienen waarin wordt aangegeven wie voor welk deel van het afstudeerwerk verantwoordelijk zal zijn.
-13-
Beide studenten leveren een scriptie in die voor het grootste deel zelf is geschreven en waarin helder wordt wat de inbreng is van de student in het afstudeerwerk. Het is toegestaan om, met vermelding, een aantal gemeenschappelijke delen op te nemen zoals de inleiding, de context, de kwestie, de opdrachtomschrijving, de doelstellingen en de verantwoordelijkheden (zie inhoud scriptie). De andere delen van de scriptie, ook voor delen van het afstudeerwerk waarvoor het duo gezamenlijke verantwoordelijkheid heeft, worden door iedere student in eigen woorden beschreven. De afstudeerzittingen van een duo zullen aansluitend worden ingeroosterd zodat, indien gewenst, een gemeenschappelijke presentatie kan worden gegeven. Het resterende deel van de afstudeerzitting wordt voor beide studenten afzonderlijk gehouden.
6.5
Afstuderen bij een eigen bedrijf
Een student mag in principe afstuderen bij zijn eigen bedrijf (de student is de eigenaar), onder de voorwaarde dat hij wordt begeleid door een onafhankelijke (externe) begeleider met kennis op minimaal HBO-niveau. Hiervoor kan de student b.v. contact opnemen met StudentsInc om te informeren of daar iemand is om als begeleider op te treden. Indien dat niet het geval is, zal hij in zijn eigen netwerk moeten zoeken naar een geschikte onafhankelijke begeleider. De geschiktheid van deze begeleider wordt vastgesteld door de afstudeercommissie.
-14-
7.
Het voorstel voor een afstudeerproject en het plan van aanpak
Ieder afstudeerproject moet worden goedgekeurd. Het proces van goedkeuring bestaat uit twee stappen: De eerste stap is het schrijven en indienen van een afstudeervoorstel. De goedkeuring van het afstudeervoorstel is tevens de voorlopige goedkeuring van het afstudeerproject. Nadat de afstudeercoördinator het groene licht heeft gegeven begint de tweede stap, het opstellen van een plan van aanpak. Dit krijgt na goedkeuring van de docentbegeleider de status van afstudeercontract. Pas als de docentbegeleider dit contract heeft getekend, is het afstudeerproject definitief goedgekeurd.
7.1.
Het afstudeervoorstel
De student dient een afstudeervoorstel in dat een zodanige beschrijving geeft van het afstudeerproject dat de afstudeercommissie zich een goed beeld kan vormen van de opdracht, de omgeving waarin de opdracht moet worden uitgevoerd en de kennis en vaardigheden die de student daarvoor nodig heeft. De ervaring leert dat vaak meer dan een gesprek met de beoogde bedrijfsbegeleider nodig is om alle informatie over het afstudeerproject boven tafel te krijgen die nodig is om een goed afstudeervoorstel te kunnen schrijven. Dit kan voorkomen dat de afstudeercommissie het voorstel (in eerste instantie) afkeurt. Het afstudeervoorstel dient te worden opgebouwd volgens de structuur die is beschreven in H7 (of 8) van het boek [5] Leren communiceren van Steehouder . Het afstudeervoorstel moet minimaal de volgende onderdelen bevatten:
een voorblad (de kaft) met de naam van de student en het studentnummer en, in geval van een duoopdracht, de naam en het studentnummer van de medestudent, de naam van het bedrijf; een inleiding (wat is de kern/onderwerp dat in het document aan de orde komt) ; de context waarbinnen het afstudeerproject zal plaatsvinden, d.w.z: een beschrijving van de organisatie/afdeling waar de opdracht wordt uitgevoerd; de positie/taken/verantwoordelijkheden van de student binnen de organisatie; de relatie van het afstudeerproject met eventuele andere projecten; een kernachtige formulering van de verstrekte afstudeeropdracht en, indien die onderdeel uitmaakt van een groter project, een afbakening t.o.v. het grotere project; de kwestie (aanleiding, het op te lossen probleem, de te vervullen behoefte of de te benutten kans); de doelstelling van de opdracht het soort opdracht (product-, ontwerp-/advies- of onderzoeksopdracht); de producten die naar verwachting worden opgeleverd; concept-versie van de hoofdvraag: een samenvattende vraag die zicht geeft op de kwestie, het gewenste eindresultaat en de centrale begrippen; theoretisch kader dat vereist is om de opdracht uit te kunnen voeren; bijvoorbeeld door het opnemen van een voorlopige lijst met (te bestuderen) literatuur; de globale aanpak en de te gebruiken (onderzoeks)methoden; een aantal inhoudelijk trefwoorden/begrippen waarmee de opdracht wordt gekarakteriseerd; b.v: inrichten dienstverlening, netwerkarchitectuur, security, pakketselectie, ITIL of: projectmanagementapplicatie, advies, functioneel ontwerp, CMS, ASP.NET; de relatie van de opdracht met de hoofdfase van de studie (waarom past de opdracht bij de studie van de student); [6] een onderbouwing dat de beoogde bedrijfsbegeleider(s) in staat is om de student inhoudelijk op minimaal HBO-niveau te begeleiden (moet duidelijk worden uit een gesprek van de student met de bedrijfsbegeleider); een beschrijving van andere betrokkenen en hun relatie tot de opdracht; de bedrijfs-/persoonsgegevens (d.w.z. naam, e-mailadres, telefoonnummer van betrokkenen). indien beschikbaar dient het LinkedIn-account van de bedrijfsbegeleider te worden vermeld; een globale planning; risico’s die het slagen van de opdracht mogelijk in gevaar brengen. (behalve ziekte/uitval student of opdrachtgever); eventuele vertrouwelijkheids- en geheimhoudingsaspecten; mogelijke ethische afwegingen; de belangrijkste persoonlijke uitdagingen op het gebied van professional skills (de kwestie, inhoudelijk, onderzoek, de samenwerking, organisatorisch); een beschrijving van het vernieuwende van de opdracht.
Het afstudeervoorstel dient te worden ingediend via het webformulier van het CRM.
5
6
Leren Communiceren, Steehouder c.s, Noordhoff Uitgevers, ISBN 978-90-01-54702-8 (of EAN 9789001788926) Hoofdstuk 7 (of 8 nieuwste druk) heeft betrekking op het maken van een rapport/scriptie. De student moet zelf iemand (bijvoorbeeld chef of opdrachtgever) benaderen en bereid vinden om als bedrijfsbegeleider op te treden. De student dient zich ervan te overtuigen dat de beoogde bedrijfsbegeleider hem adequaat kan begeleiden.
-15-
De afstudeercommissie van de afstudeerrichting van de student zal binnen 15 werkdagen (exclusief vakantiedagen) na het indienen van het voorstel reageren. De afstudeercommissie probeert zich aan de hand van het afstudeervoorstel een beeld te vormen van de werkzaamheden die de student zal gaan uitvoeren. Het voorstel wordt beoordeeld op de volgende twee hoofdaspecten, waarbij de criteria worden gehanteerd die zijn beschreven in bijlage 2:
opzet en beschrijving van het afstudeervoorstel;
aard, niveau en haalbaarheid van het afstudeervoorstel.
Naar aanleiding van de beoordeling kunnen zich vijf situaties voordoen: 1. Het voorstel wordt goedgekeurd. 2. Het voorstel wordt teruggegeven aan de student met het verzoek de aangegeven punten te verduidelijken, aan te vullen etc. In dit geval is het oordeel van de commissie dat de opdracht perspectieven biedt. 3. Het voorstel bevat nog zoveel onduidelijkheden dat een gesprek met de student noodzakelijk is om e.e.a. te verduidelijken en toe te lichten. Het aangepaste voorstel wordt daarna opnieuw ingediend (of de conclusie kan zijn dat het project geen perspectieven biedt). 4. Het voorstel is onvoldoende maar kan wellicht worden uitgebreid of verdiept. 5. Het voorstel wordt afgewezen omdat het onvoldoende perspectieven biedt. De student moet een andere opdracht zoeken.
7.2
De start van het afstudeerproject
Zoals al gezegd, mondt deze eerste stap in de goedkeuring van het afstudeerproject uit in een door de afstudeercommissie goedgekeurd afstudeervoorstel. De student krijgt daarna via de afstudeercoördinator een docentbegeleider toegewezen (zie H8) en krijgt daarmee het groene licht om met het project te starten. Om in een bepaalde periode te mogen starten met afstuderen, dient de student ervoor te zorgen dat hij tijdig (zie de deadlines in bijlage 9) in het bezit is van een goedgekeurd afstudeervoorstel. Nadat de afstudeercommissie het afstudeervoorstel heeft goedgekeurd, dient de student te wachten op een bericht van de afstudeercoördinator. In dit bericht wordt de docentbegeleider toegewezen en is het tijdstip vermeld waarop de scriptie moet zijn ingeleverd. Dit tijdstip bepaalt de periode (zie bijlage 9) waarin de student afstudeert en waarin de afstudeerzitting is gepland. Na de toewijzing van de docentbegeleider verloopt de communicatie over het afstudeerproject via de docentbegeleider. Bij eventuele problemen t.a.v. het afstuderen is de afstudeercoördinator het eerste aanspreekpunt.
7.3.
Het plan van aanpak
Het feit dat het afstudeervoorstel door de afstudeercommissie is goedgekeurd, wil nog niet zeggen dat dit ook automatisch leidt tot een goed(gekeurd) afstudeerproject. Daarvoor bevat het voorstel in dat stadium nog teveel onzekerheden. Bovendien moet de docentbegeleider er nog zijn ‘licht over laten schijnen’ en moet deze de ruimte krijgen om het afstudeervoorstel nog zodanig aan te laten passen dat het zijn goedkeuring kan wegdragen. In geval van twijfel raadpleegt de docentbegeleider de eerste examinator. Pas als de docentbegeleider het afstudeercontract heeft getekend, is het afstudeerproject definitief goedgekeurd. De onzekerheden in het goedgekeurde afstudeervoorstel moeten in de eerste maand na de start van het project worden weggenomen. In goed overleg met de docentbegeleider en de bedrijfsbegeleider moet de student na circa zes weken een plan van aanpak inleveren (zie bijlage 9 voor de uiterste inleverdatum). Het plan van aanpak dient te worden opgebouwd volgens de structuur die is beschreven in H7 (of 8) van het boek [7] Leren communiceren van Steehouder . Mocht tijdens de uitvoering van het afstudeerproject blijken dat het plan van aanpak moet worden aangepast, dan is dit in overleg met de bedrijfs- en docentbegeleider mogelijk, mits het niet een geheel andere opdracht wordt. Voorts dienen de aanpassingen te worden beschreven en gemotiveerd in de scriptie
7
Leren Communiceren, Steehouder c.s, Noordhoff Uitgevers, ISBN 978-90-01-54702-8 (of EAN 9789001788926) Hoofdstuk 7 (of 8 nieuwste druk) heeft betrekking op het maken van een rapport/scriptie.
-16-
Het plan van aanpak moet minimaal de volgende onderdelen bevatten:
een titelblad met de titel van de afstudeeropdracht, naam van de afstudeerder en het studentnummer en, in geval van een duo-opdracht, de naam en het studentnummer van de medestudent, naam van het bedrijf; de aanleiding tot de opdracht; een beknopte context (beschrijving van de organisatie van de opdrachtgever en de plaats van de student daarin); een kwestie (aanleiding, het op te lossen probleem, de te vervullen behoefte of de te benutten kans); de doelstellingen (wat moet na afloop van het afstudeerproject zijn bereikt); het type opdracht; de onderzoeksvragen, hoofdvraag met daaruit voortvloeiende deelvragen die moeten worden beantwoord; een beschrijving van de belangrijkste literatuur die onderzocht zal worden (optioneel); de op te leveren producten met kwaliteitscriteria; de te gebruiken methoden/technieken/middelen (ook van het onderzoek) en, indien van toepassing, de methode van kwaliteitsbewaking, zoals bv. testen; deelvragen voorkomend uit de gekozen ontwerpmethode (optioneel); de afstudeeropdracht met mogelijke deelopdrachten, met vermelding van de projectgrenzen en randvoorwaarden en, indien het afstudeerproject onderdeel uitmaakt van een groter project, de afbakening t.o.v. het grotere project; de projectorganisatie; de projectactiviteiten met een beschrijving van de onderlinge samenhang, de mijlpalen en een fasering in de tijd met een schatting van de te besteden uren voor de verschillende uit te voeren activiteiten; de eventuele risico’s met maatregelen; twee data voor het inleveren van concepten van de scriptie (circa 6 resp. 3 weken voor de inleverdatum van de definitieve versie van de scriptie); de bedrijfs-/persoonsgegevens (d.w.z. naam, e-mailadres, telefoonnummer van alle betrokkenen); de bronvermeldingen (literatuur, manuals, websites, andere bronnen) volgens APA-richtlijnen.
De docenbegeleider zal aan de hand van het plan van aanpak vaststellen of hij het beschreven afstudeerproject haalbaar vindt en of het van voldoende niveau is. Het plan van aanpak wordt beoordeeld op de volgende twee hoofdaspecten, waarbij de criteria worden gehanteerd die zijn beschreven in bijlage 4:
opzet en beschrijving van het plan van aanpak;
aard, niveau en haalbaarheid van het plan van aanpak.
De bevindingen van de docentbegeleider worden vastgelegd in een Beoordelingsformulier plan van aanpak (zie bijlage 3). Dit formulier wordt door de docentbegeleider per e-mail toegestuurd aan de student. Indien het plan van aanpak wordt afgekeurd (een of meer aspecten op het beoordelingsformulier zijn onvoldoende), dan dient de student het plan van aanpak aan te passen op de punten die door de docentbegeleider zijn aan gegeven. In sommige gevallen kunnen enkele iteraties nodig zijn om goedgekeuring te verkrijgen. Indien de docenbegeleider van oordeel is dat het plan van aanpak, mogelijk na een aantal iteraties, onvoldoende e basis biedt voor een voldoende afstudeeropdracht, dan zal hij, eventueel na overleg met de 1 examinator, de afstudeeropdracht definitief afkeuren en zal de student een nieuwe afstudeeropdracht moeten zoeken. In het geval goedkeuring is verleend (alle aspecten op het beoordelingsformulier zijn voldoende), kan de student het afstudeercontract opmaken, laten ondertekenen en inleveren.
7.4
Het afstudeercontract
Het afstudeercontract is een formele bevestiging van de overeenstemming over het plan van aanpak tussen de afstudeerder, de bedrijfsbegeleider en de docentbegeleider. Dit contract bestaat uit:
het formulier Contract afstudeeropdracht (zie bijlage 5), voorzien van alle handtekeningen.
Het afstudeercontract wordt ondertekend door de student, zijn bedrijfsbegeleider en docentbegeleider. Door het tekenen van het contract afstudeeropdracht verklaren de student, het bedrijf en de hogeschool akkoord te gaan met de inhoud van het plan van aanpak. Tevens verklaart de bedrijfsbegeleider hiermee dat hij/zij, en de eventuele mede-begeleiders, de vereiste kennis op minimaal HBO-niveau bezitten om te opdracht te kunnen begeleiden. De student, zijn bedrijfsbegeleider en docentbegeleider behouden ieder een exemplaar van het contract. Het resterende exemplaar levert de student in hard copy in bij de afstudeeradministratie (verzenden per post kan ook, mits het is ondertekend en duidelijk is aangegeven dat het is bestemd voor de afstudeeradministratie van ICT). De student is verantwoordelijk voor het verkrijgen van de handtekeningen. Bovendien dient de student ervoor te zorgen dat de bedrijfsbegeleider en docentbegeleider in het bezit zijn van een digitale versie van het goedgekeurde plan van aanpak. -17-
Het contract afstudeeropdracht is samen met het plan van aanpak, dat als bijlage moet worden gebundeld met de scriptie, van belang bij de afstudeerzitting. Aan de hierin geformuleerde opdracht zal het eindresultaat worden getoetst. Het niet tijdig inleveren (zie de data in bijlage 9) van het afstudeercontract betekent dat de student in principe is gezakt voor zijn afstuderen.
-18-
8.
De uitvoering en de begeleiding van het afstudeerproject
Afstuderen is een intensief traject dat door de student grotendeels zelfstandig moet worden uitgevoerd. Er zijn strenge eisen aan de opzet en inhoud van het plan van aanpak en de scriptie. Het vraagt daarom veel van de afstudeerder. Om de student te ondersteunen bij zijn werk wordt gebruik gemaakt van leerteams met een leerteamdocent. Dit naast de docentbegeleider die elke student krijgt toegewezen en verder nog de bedrijfsbegeleider.
8.1
Het leerteam
Een leerteam is een groepje van ongeveer 6 studenten die in dezelfde fase van het afstuderen zitten. De studenten in een leerteam kunnen elkaar helpen met het beantwoorden van de vragen en het oplossen van de problemen waar elk van de teamleden tegenaan kan lopen. Om de teams goed te ondersteunen, worden ze gekoppeld aan een leerteamdocent. Er worden tijdens de afstudeerperiode drie sessies belegd, samen met een leerteamdocent. Tijdens die sessies is er ruimte om in te gaan op de persoonlijke situatie van elk van de studenten en op de documenten die zij hebben geproduceerd. Een leerteamsessie duurt 3 uur. Voor elke leerteamsessie wordt gemeld wat aan voorbereiding moet worden gedaan, zoals b.v. het bekijken van online materiaal. Wij moedigen de studenten aan om naast de drie georganiseerde sessies, vaker met hun leerteam bij elkaar te komen om elkaar te helpen, elkaars werk te bekijken en elkaar van feedback te voorzien. De drie georganiseerde sessies zijn (zie het rooster in bijlage 9 en de mededelingen op de Afstudeersite): 1.
Een start-sessie vlak voor het begin van de afstudeerperiode. Dit is een algemene sessie met alle studenten die op korte termijn zullen beginnen met de uitvoering van hun afstudeerwerk. De betreffende studenten zullen hiervoor een uitnodiging ontvangen. Tijdens de start-sessie zullen alle details, planning, verwachtingen etc. van het afstudeerproces aan de orde komen. Tijdens deze sessie worden ook de leerteams samengesteld. Direct aansluitend op het algemene deel van de sessie, gaan de (net samengestelde) leerteams uiteen onder leiding van een leerteamdocent. In de aparte leerteams kunnen dan de vragen worden beantwoord die er nog zijn en wordt ingegaan de procedures rond het afstuderen.
2.
Een PvA-sessie ongeveer drie weken voor de inlevering van het afstudeercontract. In deze tweede sessie wordt met de leerteamdocent het plan van aanpak besproken en is er gelegenheid om feedback te geven op elkaars plan van aanpak.
3.
De scriptie-sessie enkele weken voor het opleveren van de eerste concept-scriptie. In deze sessie wordt met de leerteamdocent de opzet van de scriptie besproken en is er gelegenheid om feedback te geven op elkaars concept-scriptie.
8.2
Taak docentbegeleider
Van de zijde van de hogeschool wordt door de afstudeercoördinator, nadat het afstudeervoorstel is goedgekeurd door de afstudeercommissie, de periode vastgesteld waarin de student zijn afstudeerproject kan uitvoeren en een docentbegeleider aan de student toegewezen. Zodra de student hiervan op de hoogte is gesteld, neemt hij contact op met de docentbegeleider. De docentbegeleider begeleidt de student tijdens het afstuderen. Voor een doeltreffende begeleiding zal regelmatig contact tussen docentbegeleider en student nodig zijn om te communiceren over de voortgang van het afstudeerproject, zijn vorderingen met de op te leveren producten en de inhoud van de op te leveren documenten. De student is verantwoordelijk voor het tot stand komen van de contactmomenten. De docentbegeleider heeft ook de taak om de twee concept-scripties te reviewen die de student op de in het plan van aanpak genoemde data zal aanleveren. De docentbegeleider dient zijn bevindingen uiterlijk 7 werkdagen na aanlevering van een concept-scriptie aan de student te melden. Met de begeleiding van de zijde van school wordt er vanuit gegaan, dat het afstudeerproject in één afstudeerperiode wordt uitgevoerd. In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Een verzoek daarvoor moet worden ingediend bij de examencommissie. Behalve dat de afstudeercoördinator een docentbegeleider toewijst, die ook de rol van tweede examinator vervult, wordt ook een eerste examinator toegewezen. Examinatoren zijn docenten waarvan de benoeming tot examinator is geaccordeerd door de examencommissie. Indien de docentbegeleider geen benoemde examinator is, wordt een andere docent - een benoemde examinator toegewezen als tweede examinator. De docentbegeleider is wel aanwezig bij de afstudeerzitting en moet door de examinatoren om een beoordelingsadvies worden gevraagd. -19-
8.3
Taak bedrijfsbegeleider
Naast de begeleiding vanuit de hogeschool, is er de begeleiding vanuit het bedrijf. Het is de taak van de bedrijfsbegeleider om de student wegwijs te maken binnen de organisatie, de student tijdens het afstudeertraject (inhoudelijk) te ondersteunen en aan het einde van het project te beoordelen. De beoordeling van de bedrijfsbegeleider dient als advies aan de examinatoren bij de vaststelling van de eindbeoordeling.
-20-
9.
De scriptie
Een belangrijk product dat moet worden opgeleverd aan het einde van het afstudeerproject is de scriptie. In dit document dient het afstudeerproject in al zijn facetten te worden beschreven, geanalyseerd en verantwoord. Dit hoofdstuk beschrijft wat de inhoud van de scriptie moet zijn en hoe deze moet worden ingeleverd.
9.1
Inhoud scriptie
Het uiteindelijke afstudeerverslag (de scriptie) dient goed gestructureerd van opzet te zijn en te zijn geschreven in correct Nederlands of Engels. De scriptie dient te worden opgebouwd volgens de structuur die is beschreven in H7 [8] (of 8) van het boek Leren communiceren van Steehouder . De scriptie dient de volgende onderdelen te bevatten: een titelblad (de kaft), voorzien van titel, naam afstudeerder, studentnummer, eerste examinator en eventueel ‘vertrouwelijk’ (zie ook H13), naam van het bedrijf, in het geval van een duo-opdracht, de naam en het studentnummer van de medestudent; een voorwoord (optioneel); een managementsamenvatting (1 à 2 A-4's); een inhoudsopgave (hoofdstuk 1 bevat de inleiding); een inleiding met het doel en de kern van het document en een vooruitblik; een beschrijving van de organisatie van de opdrachtgever en de plaats van de afstudeerder daarin; de opdracht; een analyse van de kwestie (aanleiding, op te lossen probleem of te vervullen behoefte of de te benutten kans) met een beschrijving van de context; de doelstelling(en) van het project; de hoofdvraag en deelvragen met de methode(n) van onderzoek/beantwoorden; een beschrijving van de verwachte resultaten: bij een descriptieve onderzoeksopdracht (type 1): het onderzoeksresultaat en eventuele aanbevelingen; bij een advies-/ ontwerpopdracht (type 2): het adviesrapport of het ontwerp van de oplossing met implementatieplan (indien beloofd); bij een productopdracht (type 3): de opgeleverde producten, onderzoeksresultaten of proof of concept; onderbouwing van de gemaakte keuzes in samenhang met de ontwerp- en analysemethoden, gebruikte theorieën, technieken en middelen; verantwoording in hoeverre de resultaten aan de in het plan van aanpak beloofde kwaliteitscriteria voldoen; de werking van de gerealiseerde programmatuur (optioneel); de conclusies, die kernachtig en nauwkeurig antwoord geven op de hoofdvraag; de aanbevelingen; een evaluatie van de procesgang; de bronvermeldingen (literatuur, manuals, websites, andere bronnen) volgens APA-richtlijnen; een of meer bijlagen; een kopie van het eerder ingediende plan van aanpak is verplicht als bijlage 1 en dient te worden gebundeld met de scriptie; in een separate bijlage van de scriptie geeft de student een zelfreflectie. Onderwerpen die zijn aangeduid als optioneel, hoeven alleen aanwezig te zijn als ze van toepassing zijn. Het op beperkte schaal (d.w.z. enige regels) overnemen van teksten van derden in de scriptie is toegestaan, mits de bronnen worden vermeld. Het zonder bronvermelding overnemen van teksten wordt beschouwd als een onregelmatigheid (zie Plagiaat). Gevallen van vermoedelijke onregelmatigheid worden aan de examencommissie voorgelegd. Deze kan besluiten om een sanctie op te leggen (zie art. 38.1 van de OER). De scriptie dient gelezen en begrepen te kunnen worden door lezers met minimaal een HBO ict-achtergrond, zonder dat het lezen van de bijlagen noodzakelijk is. Er dient zoveel mogelijk een zinvol gebruik gemaakt te worden van schema's, figuren en grafieken. Het doel hiervan is ellenlange teksten te vermijden waardoor de leesbaarheid en inzichtelijkheid verhoogd worden. De omvang van de scriptie zal doorgaans tussen de 30 en 50 pagina's bedragen (exclusief bijlagen). Een aantal van 50 pagina’s (exclusief bijlagen) is het maximum.
8
Leren Communiceren, Steehouder c.s, Noordhoff Uitgevers, ISBN 978-90-01-54702-8 (of EAN 9789001788926) Hoofdstuk 7 (of 8 nieuwste druk) heeft betrekking op het maken van een rapport/scriptie.
-21-
9.2
Inlevering van de scriptie
In de e-mail voor toewijzing van de docentbegeleider is aangegeven op welk tijdstip de scriptie ingeleverd moet worden. Dit tijdstip valt enkele weken voor de afstudeerzitting. Voor de exacte data van de afstudeerzittingen wordt verwezen naar de Afstudeersite of het jaarrooster. In het algemeen wordt geen uitstel verleend voor het inleveren van de scriptie of voor het deelnemen aan de afstudeerzitting. Mocht door bijzondere omstandigheden (zie artikel 34 lid 6 van de OER) uitstel noodzakelijk zijn, dan kan de student uitstel aanvragen bij de examencommissie. In een dergelijk geval kan de student, na overleg met zijn bedrijfs- en docentbegeleider, via de Sharepoint-site van de examencommissie een gemotiveerd verzoek indienen. De examencommissie zal, na raadpleging van de docentbegeleider en/of decaan, een beslissing nemen over het wel of niet verlenen van het uitstel. In alle overige gevallen waarin de student de scriptie niet, of niet tijdig heeft ingeleverd, of besluit niet deel te nemen aan de afstudeerzitting, is de student gezakt en beslist de examencommissie over het vervolg van het afstudeertraject. De scriptie, met bijlagen, dient als volgt te worden ingeleverd: 1) Op papier, in drievoud, bij de afstudeeradministratie; 2) In PDF-formaat, op CDROM, DVD of USB-stick bij de afstudeeradministratie. De CDROM of DVD dient in een mapje of cassette te worden ingeleverd. Een USB-stick dient te zijn verpakt in een standaardenveloppe (A6). Zowel de CDROM of DVD als de verpakking van de CDROM, DVD of USB-stick dienen te zijn voorzien van de titel van de scriptie, de naam van de student en zijn studentnummer; 3) In PDF-formaat, exclusief de bijlage met de zelfreflectie, te uploaden naar HBO Kennisbank. De student wordt dringend verzocht om bij het uploaden expliciet toestemming te geven voor publicatie, zodat toekomstige afstudeerders kennis kunnen nemen van het werk. Bij het inleveren van de scripties dient een screendump als bewijs van uploaden te worden ingeleverd. 4) In PDF-formaat, de scriptie - zonder bijlagen - uploaden via de Sharepoint-pagina die is te bereiken via de link: https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fnt/55/afstuderenFNT/default.aspx. Het onderwijsbureau zorgt voor de verspreiding van de papieren scripties onder de examinatoren en CvT-leden. De student overhandigt zelf een exemplaar aan de bedrijfsbegeleider. Opmerkingen 1. 2. 3.
4. 5. 6.
9.3
De scriptie moet zijn ingebonden, maar in verband met de verzending per post naar CvT-leden, mag geen ordner of map met een harde kaft worden gebruikt. Indien is ingestemd met geheimhouding (zie H13), wordt op het voorblad (kaft) van de scriptie aangegeven dat deze vertrouwelijk is. In geval van geheimhouding worden ook drie papieren exemplaren ingeleverd. Deze exemplaren zullen na afloop van de afstudeerzitting aan de student worden teruggegeven. De student dient tevens een digitale versie, in PDF-formaat, van de scriptie met bijlagen op CDROM, DVD of USB-stick in te leveren. Deze wordt bewaard in het archief van de school en na de bewaartermijn van 7 jaar vernietigd. De scriptie moet, indien deze valt onder geheimhouding, niet worden geüpload naar HBO Kennisbank. De bijlage met het plan van aanpak wordt gebundeld met de scriptie. De bijlage met de zelfreflectie dient los van de scriptie te worden ingeleverd.
Beoordeling van de scriptie
De beoordeling van de scriptie vindt plaats op basis van de criteria die zijn beschreven in de paragraaf Kwaliteitscriteria beschrijving en verantwoording gerealiseerde aanpak (zie bijlage 8.A) van het Compendium kwaliteitscriteria afstuderen ict.
-22-
9.4
Plagiaat
Fraudepreventie is een belangrijk onderdeel van het toetsbeleid. Immers, frauduleus handelen kan direct leiden tot onterechte positieve beoordelingen. Daarom zal een systematische controle van de afstudeerscriptie op plagiaat plaatsvinden.
9.4.1
Definitie plagiaat
Plagiaat is het meer dan incidenteel, en met het redelijk vermoeden van opzet doen van: 1. Het knippen en plakken van tekst van digitale bronnen, internet en gedrukt materiaal zonder aanhalingstekens en verwijzing. 2. Het opnemen van een vertaling van bovengenoemde teksten zonder aanhalingstekens en verwijzing. 3. Het opnemen in de scriptie van een parafrase van bovengenoemde teksten zonder verwijzing. Let op dat een parafrase nooit mag bestaan uit het louter vervangen van enkele woorden door synoniemen. 4. Het gebruiken van foto’s, video’s of geluidsfragmenten zonder toestemming en verwijzing. 5. Het overnemen van werk van andere studenten en dit door laten gaan voor eigen werk. Indien dit gebeurt met toestemming van de andere student zijn beiden schuldig aan plagiaat. 6. Het zonder uitdrukkelijke toestemming van de docent indienen van essays of werkstukken die al in een andere cursus zijn gebruikt. 7. Eerder eigen werk gebruiken als basis voor een nieuw werkstuk zonder naar het oorspronkelijke werk te verwijzen. 8. Het indienen van werkstukken die verworven zijn van een commerciële instelling (zoals een internetsite met uittreksels of papers) of die tegen betaling door iemand anders zijn geschreven. Van verwijtbaar plagiaat is sprake als bovenstaande meer dan incidenteel voorkomt. Het is ter beoordeling van de eerste examinator of sprake is van een vermoeden van plagiaat. Een vermoeden van plagiaat dient te worden gemeld aan de examencommissie die een definitief oordeel uitspreekt.
9.4.2
Ephorus
De Hogeschool Utrecht maakt gebruik van Ephorus (zie: www.ephorus.com) om te controleren op plagiaat. Ephorus vergelijkt het ingeleverde werk met bronnen op het internet en eerder ingeleverd werk. De tool detecteert hierbij overeenkomsten, maar doet geen uitspraak over (een vermoeden van) plagiaat. Op basis van de vergelijking komt Ephorus met een rapportage. Hierin staat o.a. het percentage aan tekst dat in andere bronnen gevonden is (potentieel plagiaat) en de bron waarin dat gevonden is. Het vergt dan wel een analyse van de resultaten voordat ‘(een vermoeden van) plagiaat’ kan worden geconcludeerd. Studenten kunnen niet zelf hun scriptie uploaden naar Ephorus en controleren op plagiaat. Dit dient te gebeuren door de eerste examinator. Deze is ook verantwoordelijk voor het interpreteren van de rapportage die Ephorus levert. De student is verantwoordelijk voor het tijdig, via de inleverbox, inleveren van zijn scriptie in PDF-formaat.
9.4.3
Criteria & procedure
Ephorus geeft een plagiaat-score af (0-100%), afhankelijk van de gevonden overeenkomsten tussen het ingeleverde werk en geraadpleegde bronnen. Ephorus zelf stelt geen (mogelijk) plagiaat vast: dat is een inhoudelijk waardeoordeel dat voorbehouden is aan de eerste examinator. De procedure daarvoor is als volgt: Ephorus-score
Eerste examinator
Examencommissie
<10%
In principe geen aanleiding tot nader plagiaatonderzoek, tenzij er andere omstandigheden zijn die plagiaat doen vermoeden.
Geen rol, tenzij de eerste examinator na onderzoek een vermoeden van plagiaat heeft, schakelt hij de examencommissie in.
>=10%
Onderzoek door eerste examinator naar de oorzaak van de score.
Indien de eerste examinator na onderzoek een vermoeden van plagiaat heeft, schakelt hij de examencommissie in.
Het onderzoek van de eerste examinator bestaat uit het verifiëren van de bevindingen van Ephorus en het vergelijken daarvan met de definitie van plagiaat. Indien de eerste examinator oordeelt dat er (mogelijk) sprake is van plagiaat stelt hij een aanbeveling op en stuurt deze door naar de examencommissie voor verdere definitieve besluitvorming en mogelijke sanctionering. Hierbij is artikel 38 uit de Onderwijs- en Examenregeling (zie de OER) van toepassing.
-23-
9.4.4
Privacy en geheimhouding
Iedere Ephorus-klant (onderwijsinstelling) krijgt een eigen database waar al zijn documenten en rapportages in worden geplaatst. De klant is en blijft altijd eigenaar van die database, alle documenten, alle rapportages, alle persoonsgegevens en alle eventuele andere gegevens in die database. Ephorus geeft nooit gegevens door aan een derde partij, tenzij daar nadrukkelijk en schriftelijk toestemming voor is gegeven door de klant. Gegevens betreffen hier documenten, rapportages, persoonsgegevens en alle andere eventuele data in de database van de klant. Voor vertrouwelijke documenten bestaat de optie om ze als ‘vertrouwelijk’ te uploaden. Vertrouwelijk betekent dat het document als ‘onzichtbaar’ wordt gemarkeerd. Daarmee wordt het document niet gebruikt als bronmateriaal voor plagiaatscans en kan het document dus nooit getoond worden of toegankelijk zijn via rapportages of andere wegen. De naar Sharepoint geüploade digitale versie van een vertrouwelijke scriptie wordt door de eerste examinator, na de plagiaatcontrole, gewist.
-24-
10.
De afstudeerzitting
Het afstudeerproject wordt afgesloten met een afstudeerzitting waar de student zijn afstudeerwerk presenteert en bediscussieert met de examinatoren. Voor de deelname aan een afstudeerzitting moet de kandidaat in het bezit zijn van zijn P-diploma en is tijdige inschrijving, via Osiris, voor de cursus Afstuderen, code TICT-AFSTUD-12, vereist. Indien de student niet in het bezit is van het P-diploma en/of niet is ingeschreven in Osiris, mag de student niet deelnemen aan een afstudeerzitting. Een aantal weken voordat de afstudeerzitting plaatsvindt wordt het rooster van de afstudeerzittingen gepubliceerd. Indien de bedrijfsbegeleider op bepaalde tijden gedurende de periode van de afstudeerzittingen niet beschikbaar is, wordt de student verzocht dit zo spoedig mogelijk na de start van het afstudeerproject per e-mail te melden bij de afstudeeradministratie. De afstudeerzitting bestaat uit vier onderdelen, te weten een presentatie, een discussie, een beoordeling en het bekend maken van de uitslag. Tijdens de afstudeerzitting dient apparatuur voor mobiele communicatie te zijn uitgeschakeld. De presentatie mag maximaal 20 minuten duren. De kandidaat krijgt hierbij de gelegenheid zijn resultaten te presenteren en toe te lichten. De precieze inhoud van de presentatie wordt door de student zelf bepaald. Deze presentatie is openbaar, tenzij sprake is van geheimhouding (zie H13). Na de presentatie volgt, in een besloten zitting, een discussie van ca. 20 minuten, waarin aan de hand van vragen van de examinatoren, en mogelijk van het CvT-lid en de bedrijfsbegeleider, met de afstudeerder wordt gediscussieerd over allerlei zaken rond het afstudeerproject. Daarna bespreken de examinatoren in het bijzijn van het lid van het CvT en (indien aanwezig) de bedrijfsbegleider, en in afwezigheid van de student, de beoordeling. Vervolgens wordt de uitslag aan de student bekend gemaakt, waarbij de toegekende cijfers voor de verschillende aspecten worden gemotiveerd. Tijdens de afstudeerzitting zijn in principe aanwezig: De eerste examinator Hij is de voorzitter van de afstudeerzitting en neemt het voortouw bij de beoordeling van de afstudeerscriptie, de uitvoering, de eindproducten, de presentatie en de discussie tijdens de afstudeerzitting. De docentbegeleider Deze is de tweede examinator; hij beoordeelt mede de scriptie, de uitvoering, de eindproducten, de presentatie en de discussie tijdens de afstudeerzitting. Indien de docentbegeleider geen door de opleiding benoemde examinator is, wordt een derde persoon - een door de opleiding benoemde examinator - aangewezen als tweede examinator. In dit laatste geval is de docentbegeleider als adviseur aanwezig bij de afstudeerzitting. Een lid van het College van Toezicht (CvT) Deze heeft primair een controlerende en kwaliteitsbewakende functie. Het CvT-lid wordt gevraagd om een advies te geven m.b.t. de beoordeling van de student. De eerste examinator kan het CvT-lid de gelegenheid geven tot het stellen van vragen. De aanwezigheid van een CvT-lid is vereist. De bedrijfsbegeleider Het is wenselijk, maar niet noodzakelijk, dat de bedrijfsbegeleider bij de afstudeerzitting aanwezig is. Deze geeft desgevraagd advies over de beoordeling van de student (een schriftelijke beoordeling heeft de bedrijfsbegeleider al gegeven; zie ook H11). In gevallen van onverwachte afwezigheid (door ziekte of andere onvoorziene omstandigheden) van een van de examinatoren of het CvT-lid, probeert de afstudeercoördinator een vervanger te vinden, mits daarvoor nog voldoende tijd is. Indien dat niet lukt, zal de zitting worden afgelast en op een later moment, mogelijk pas tijdens de afstudeerzittingen van de volgende afstudeerperiode, plaatsvinden.
-25-
11.
De beoordeling
De bedrijfsbegeleider rapporteert, voorafgaand aan de afstudeerzitting, schriftelijk over de afstudeerperiode. Dit houdt in dat de bedrijfsbegeleider een oordeel geeft over de wijze waarop de student het afstudeerproject heeft uitgevoerd en de producten die hij heeft opgeleverd. De beoordeling door de bedrijfsbegeleider wordt gegeven op een speciaal voor dit doel bestemd formulier (zie bijlage 6). De student is ervoor verantwoordelijk dat een getekende papieren versie van de beoordeling van de bedrijfsbegeleider tegelijk met de scriptie bij de afstudeeradministratie wordt ingeleverd.Tevens dient een digitale versie van de bedrijfsbeoordeling per e-mail te worden toegestuurd aan de beide examinatoren.
Het afstudeerproject wordt beoordeeld op de volgende vier aspecten: A. Beschrijving en verantwoording gerealiseerde aanpak (de scriptie). Zie de beoordelingscriteria in bijlage 8.A. De structuur en de opzet van de scriptie wordt beoordeeld bij het object Communicatieve verzorging. B. Uitvoering (wordt o.a. beoordeeld op basis van de inhoud van de scriptie). Zie de beoordelingscriteria in bijlage 8.B. C. Opgeleverde eindproducten. Zie de beoordelingscriteria in bijlage 8.C. D. Presentatie en discussie. Zie de beoordelingscriteria in bijlage 8.D. Het lid van het College van Toezicht zal worden gevraagd om vier werkdagen voor de zitting per e-mail zijn oordeel over de scriptie aan de examinatoren mee te delen. De eerste- en tweede examinator dienen uiterlijk drie werkdagen voor de zitting de scriptie te beoordelen. Indien de examinatoren tot de conclusie komen dat het uitgesloten is dat de scriptie en/of de uitvoering ter zitting met een voldoende wordt beoordeeld, kan worden besloten de zitting af te gelasten en is de kandidaat gezakt. In dat geval wordt alleen de beoordeling van aspect A en/of B op het Proces-verbaal van de afstudeerzitting (zie bijlage 7) ingevuld en wordt in Osiris het laagste cijfer voor de aspecten A en/of B genoteerd. De afgelasting wordt in principe drie werkdagen voorafgaand aan de afstudeerzitting aan de kandidaat kenbaar gemaakt. Het doorgaan van een afstudeerzitting is echter geen garantie dat de scriptie en/of uitvoering met een voldoende beoordeeld zal worden of dat de kandidaat is geslaagd. Indien de examinatoren twijfelen of de kandidaat zal slagen, dan kunnen ze hem tot drie werkdagen voor de zitting adviseren zich terug te trekken. Een kandidaat die zich terugtrekt is gezakt. In dat geval wordt in Osiris het resultaat NA genoteerd. De afstudeerzitting vindt plaats onder toezicht van een lid van het College van Toezicht. De eerste examinator doet een cijfervoorstel voor de verschillende beoordelingsaspecten van het afstudeerproject en bespreekt dit met de tweede examinator. Zowel aan het lid van het College van Toezicht als de bedrijfsbegeleider kan tijdens de zitting om advies worden gevraagd. De eerste en tweede examinator stellen echter de cijfers vast. Voor de vaststelling van een cijfer wordt gebruik gemaakt van de volgende beoordelingscategorieën en bijbehorende cijfers: afgerond onvoldoende 1 - 5.4 1, 2, 3, 4 of 5 voldoende, maar geen bijzondere prestatie 5.5 - 6.4 6 ruim voldoende, redelijk werk 6.5 - 7.4 7 goed werk, bijzondere eigen inbreng van student 7.5 - 8.4 8 uitstekend, met veel eigen ideeën en inzichten 8.5 - 9.4 9 uitmuntend 9.5 - 10 10 De cijfers voor de vier beoordelingsaspecten worden op het Proces-verbaal van de afstudeerzitting (zie bijlage 7) ingevuld. Het eindcijfer in één decimaal nauwkeurig. Op de cijferlijst bij het diploma wordt echter het afgeronde eindcijfer vermeld. De cijfers worden vastgesteld in afwezigheid van de student.
-26-
Bij de bepaling van het eindcijfer worden de volgende wegingsfactoren gehanteerd: A. B. C. D.
Beoordelingsaspect Beschrijving en verantwoording aanpak Uitvoering Opgeleverde eindproducten Presentatie en discussie
Voorwaarde:
Wegingsfactor 3 2 2 3
De deelcijfers voor apect A en B moeten beide voldoende zijn (>=5.5)
Als het deelcijfer voor aspect A en/of aspect B onvoldoende is (< 5.5), wordt als eindcijfer het laagste van de cijfers voor de aspecten A en B genomen. Als de examinatoren geen overeenstemming bereiken over het deelcijfer voor een of meer beoordelingsaspecten, ook nadat zij hiervoor een beoordelingsadvies van het CvT-lid en de mogelijk aanwezige bedrijfsbegeleider hebben gevraagd, dan worden de deelcijfers van de twee examinatoren voor die beoordelingsaspecten gemiddeld. In dit geval worden per beoordelingsaspect, behalve het gemiddelde deelcijfer, ook de deelcijfers die door elk van de twee examinatoren zijn toegekend op het proces-verbaal vastgelegd. De examinatoren en het lid van het CvT tekenen het proces-verbaal. De cijfers worden vervolgens aan de student medegedeeld en gemotiveerd. Daarna tekent de student het procesverbaal voor gezien, ook al is hij het niet eens met het cijfer. De student kan eventueel, op verzoek, na de afstudeerzitting een kopie laten maken van het proces-verbaal en na de zittingsdag een afspraak maken met de docentbegeleider voor het vragen om een nadere toelichting. Indien de student het niet eens is met de beoordeling kan hij een bezwaar indienen bij de examencommissie. Op het aparte formulier Rapportage College van Toezicht dat ter beschikking wordt gesteld aan het lid van het CvT, kan deze zijn of haar beoordeling en opmerkingen m.b.t. het verloop van de afstudeerzitting geven.
-27-
12.
Herkansing
Indien een afstudeerder niet slaagt, dat wil zeggen wanneer:
aangevraagd uitstel voor inlevering van de scriptie of deelname aan de afstudeerzitting niet is verleend en niet tijdig een scriptie is ingeleverd; de afstudeerder niet tijdig een scriptie heeft ingeleverd; de afstudeerzitting door de eerste en tweede examinator is afgelast; de afstudeerder niet deelneemt aan de afstudeerzitting; het afstudeerproject tijdens de afstudeerzitting beoordeeld is met een onvoldoende, dan heeft hij eenmalig het recht op een herkansing om af te studeren op hetzelfde project. De student krijgt één herkansing voor het afstudeerproject in de eerstvolgende afstudeerperiode. Echter indien de eerstvolgende zittingen in augustus plaatsvinden, dan kan de student er ook voor kiezen om te worden ingeroosterd voor deelname aan een zitting in de daaropvolgende periode (okt/nov). Voor deelname aan de herkansing moet de student zich opnieuw in Osiris inschrijven voor de cursus Afstuderen, code TICT-AFSTUD-12. Bij deelname in oktober/november dient de student zich eveneens in te schrijven voor het nieuwe studiejaar. Indien een student deelneemt aan een herkansing komen de deelcijfers die zijn toegekend bij de eerste afstudeerzitting te vervallen. Er moet altijd opnieuw een afstudeerzitting plaatsvinden waarbij alle aspecten opnieuw worden beoordeeld. Indien de student na de herkansing nog niet is geslaagd, moet een nieuwe afstudeeropdracht worden uitgevoerd. Alleen in bijzondere gevallen kunnen de examinatoren de examencommissie adviseren de student nog een extra kans te geven.
-28-
13.
Geheimhouding
Indien een bedrijf een afstudeeropdracht laat uitvoeren door een student, kan daarbij door het bedrijf om geheimhouding worden verzocht. Een gemotiveerd verzoek hiertoe dient door de student bij de start van het afstudeerproject per e-mail bij de afstudeercoördinator te worden ingediend. De datum waarop de school heeft ingestemd met het geheimhoudingsverzoek, dient te worden vermeld op het formulier Contract afstudeeropdracht (zie bijlage 5). Deze geheimhouding heeft de volgende consequenties: 1. Er dienen drie papieren exemplaren van de scriptie met bijlagen te worden ingeleverd en een digitale versie in PDF-formaat op een CDROM, DVD of USB-stick. De papieren exemplaren gaan na afloop van de afstudeerzitting terug naar het bedrijf. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de afstudeerder. De CDROM, DVD of USB-stick wordt, i.v.m. de archiveerplicht, in de kluis van de Hogeschool Utrecht bewaard en na de bewaartermijn van 7 jaar vernietigd. De plicht tot het uploaden van een digitale versie van de scriptie naar HBO Kennisbank vervalt. 2.
De presentatie is in beginsel niet openbaar. In overleg met het afstudeerbedrijf kan besloten worden dat toch publiek aanwezig mag zijn.
3.
Bij de discussie zijn zoals gebruikelijk aanwezig: de eerste examinator, de tweede examinator, het lid van het CvT en de bedrijfsbegeleider. Ook de leden van de examencommissie hebben te allen tijde het recht om bij de discussie aanwezig te zijn. De kandidaat kan zich bij zo'n besloten bijeenkomst nimmer beroepen op geheimhoudingsplicht m.b.t. het beantwoorden van de gestelde vragen.
4.
Publicaties door de kandidaat en / of school mogen over dit type afstudeeropdrachten nimmer worden gedaan.
5.
De geheimhouding mag geen belemmering zijn voor het afstuderen en / of de beoordeling van het afstudeerwerk.
6.
De afstudeercommissie, de examinatoren, het lid van het CvT en eventueel aanwezige leden van de examencommissie zijn gebonden aan de geheimhouding.
7.
De digitale versie van een vertrouwelijke scriptie wordt door de eerste examinator na de plagiaatcontrole gewist.
8.
De gearchiveerde scriptie ligt gedurende de bewaartermijn ter inzage voor de examencommissie en instanties die betrokken zijn bij de audit en accreditatie van de opleiding.
Indien een bedrijf zich niet kan verenigen met bovenstaande regels voor de scriptie, dan kan de opdracht niet worden geaccepteerd als afstudeeropdracht.
-29-
14.
Uitschrijven na het afstuderen
Wat moet je doen, wat betreft uitschrijving bij de HU en de studiefinanciering, zodra je ZEKER weet dat het resultaat van je laatste studie-activiteit leidt tot het diploma?
Als je tussen 1 september en 31 mei afstudeert, heb je recht op teruggave van een deel van het collegegeld. De datum op het diploma is bepalend voor het tijdstip vanaf wanneer je recht hebt op teruggave van e collegegeld (1/12 deel voor elke maand die je niet staat ingeschreven). Over de maanden juli en augustus wordt geen restitutie verleend. Voorbeeld: 27 januari is de datum op je diploma (= datum laatste onderwijsactiviteit), dan kun je uiterlijk op e 31 januari een verzoek tot uitschrijving doen en vanaf 1 februari teruggave collegegeld (7/12 deel krijg je terug; februari t/m augustus). e Een student kan zelf bepalen wanneer hij wordt uitgeschreven, dit is vanaf de 1 van de maand volgend op het verzoek van de student. Aan het einde van het studiejaar, dus per 31 augustus, word je automatisch uitgeschreven
Een verzoek tot uitschrijving doe je via Studielink. In bovenstaand voorbeeld kun je per 1 februari worden uitgeschreven en heb je per 1 februari dus ook geen recht meer op studiefinanciering (beëindigen via de site van DUO) en ook niet op het gebruik van het studentenreisproduct. Dit laatste moet je uiterlijk binnen vijf werkdagen na 31 januari deactiveren. In dit voorbeeld ben je al in januari afgestudeerd, maar als je pas in april een verzoek tot uitschrijving doet, dan word je per 1 mei uitgeschreven en heb je per 1 mei geen recht meer op studiefinanciering en gebruik van je studentenreisproduct. Collegegeld is dan verschuldigd tot 1 mei.
Indien je geen verzoek tot uitschrijving indient, blijf je ingeschreven tot en met 31 augustus. Je studiefinanciering kun je dan ook tot uiterlijk die datum laten doorlopen, als je daar nog recht op hebt. Een lening moet je altijd terug betalen.
Je studiefinanciering beëindigen moet jezelf regelen via www.duo.nl > inloggen Mijn DUO. Informatie over het deactiveren van het studentenreisproduct kun je ook lezen op de DUO-site. Voor verdere vragen kun je ook terecht bij het Servicekantoor van DUO, Herman Gorterstraat 40, Utrecht. Je kan ook mailen of bellen naar het studentendecanaat:
[email protected]
Bovenstaande regels zijn onderhevig aan wijzigingen. Raadpleeg daarom ook de SharePoint site van Bureau Inschrijvingen.
N.B.
Aan bovenstaande regels kunnen geen rechten worden ontleend.
-30-
BIJLAGE 1
Beoordelingsformulier afstudeervoorstel Institute for ICT Nijenoord 1, 3552 AS, UTRECHT Datum : Naam student
:
Naam bedrijf
:
Afstudeerrichting
Studentnummer:
:
Variant: voltijd / deeltijd / duaal
Lid afstudeercommissie : Aan alle beoordelingsaspecten moet zijn VolDaan voor het verkrijgen van goedkeuring voor het afstudeervoorstel. Prof. Skill
Beoordelingsaspecten en criteria
VD/ Toelichting in termen van de NVD kwaliteitscriteria
Opzet en beschrijving
Doelstelling van de opdracht is: helder, richtinggevend en afgebakend. Globale aanpak en methoden zijn: in beeld. Aard van het eindresultaat is: specifiek. Hoofdvraag is: in concept aanwezig.
Aard, niveau en haalbaarheid
Creatief problemen oplossen
Aanleiding en kwestie zijn: kernachtig beschreven.
Hoofdvraag / Opdracht is: relevant, precies, functioneel en afgebakend op niveau afstudeerrichting.
-31-
Opzet en beschrijving Aard, niveau en haalbaarheid
Analyse en informatieverwerking
Prof. Beoordelingsaspecten en criteria Skill
Kennisdomein in relatie tot de ictberoepstaken is: helder.
Voorlopige literatuurlijst: aanwezig.
Hoofdvraag / Opdracht is: inhoudelijk verankerd in theoretisch kader dat past binnen de HBO-ICT afstudeerrichting.
Opzet en beschrijving
Opzet en niveau van de bedrijfsbegeleiding is: helder.
Aard, niveau en haalbaarheid
Prof. Beoordelingsaspecten en criteria Skill
Leiderschap, samenwerken en communicatie
VD/ Toelichting in termen van de NVD kwaliteitscriteria
Actoren zijn: in beeld en benaderbaar voor student.
VD/ Toelichting in termen van de NVD kwaliteitscriteria
Rollen van andere betrokkenen zijn: helder. Afstudeervoorstel is: goed gecommuniceerd, volledig en verzorgd.
Begeleider voldoet aan: criteria HBO-niveau.
-32-
Opzet en beschrijving Aard, niveau en haalbaarheid
Planning & organisatie, ethiek
Prof. Beoordelingsaspecten en criteria Skill
Organisatorische context: kernachtig beschreven. Risico’s en planning zijn: kernachtig beschreven. Ethische ruimte is: helder.
De planning is: haalbaar. De risico’s zijn: hanteerbaar. Er is ruimte voor ethische afwegingen.
Aard, niveau en haalbaarheid
Opzet en beschrijving
Prof. Beoordelingsaspecten en criteria Skill Leren & persoonlijke ontwikkeling
VD/ Toelichting in termen van de NVD kwaliteitscriteria
VD/ Toelichting in termen van de NVD kwaliteitscriteria
Persoonlijke uitdaging is: helder.
Opdracht heeft: voldoende uitdaging.
Algemene opmerkingen
-33-
BIJLAGE 2
Kwaliteitscriteria voor het afstudeervoorstel De kwaliteitscriteria die worden gebruikt voor de beoordeling van het afstudeervoorstel zijn gesplitst in criteria voor de beschrijving en criteria voor de aard, het niveau en de haalbaarheid. Het afstudeervoorstel moet allereerst goed beschreven zijn. Op basis daarvan kan een go/no-go beslissing over aard, niveau en haalbaarheid genomen worden. De criteria zijn daardoor anders van aard. Een goed beschreven opdracht kan bijvoorbeeld van te laag niveau zijn. Voor het geven van feedback op tussenversies en het uiteindelijke oordeel is het beter deze beoordelingsaspecten uit elkaar te trekken.
Opzet en beschrijving
Object
Criterium
Indicatoren
Verstrekte opdracht
Feitelijk
Aanleiding van de kwestie Kwestie
Kernachtig Kernachtig
Doelstelling
Helder
Weergave van de opdracht zoals oorspronkelijk door de organisatie is aangedragen. Gebeurtenissen die aanleiding zijn geweest voor de opdrachtgever om een opdracht te formuleren. Beschrijving van de kwestie door de ogen van de student. Dit is bij een aanvraag nog summier en kan verschillen van de opdracht zoals verstrekt door de opdrachtgever: Wat is de kwestie? Voor wie is het een kwestie? Is het een probleem of een kans? Bij een probleem: Waaraan zie je dat het een probleem is? Wat zijn mogelijke oorzaken van het probleem? Wat zijn de gevolgen van het probleem? Bij een kans: Wat wil de organisatie met de kans bereiken? Hoe wil de organisatie de kans bereiken? Wat is daarvoor nodig? Wat is: de doelstelling/missie voor de opdrachtgever. Waarom pakt hij/zij de kwestie op? de doelstelling van deze opdracht. Welk deel van de doelstelling van de opdrachtgever moet opgelost zijn om de opdracht geslaagd te noemen? De oplossingsruimte is beschreven. Het soort opdracht is duidelijk. 1. Descriptief onderzoek: het antwoord op een descriptieve vraag met eventueel een aanbeveling hoe iets verbeterd kan worden. 2. Advies/Ontwerp: een onderbouwd en uitgewerkt advies hoe iets verbeterd kan worden en/of ontwerp voor een systeem, apparaat, software etc. eventueel met implementatieplan. 3. Product/Proof of concept: ontwerp en realisatie van een systeem, product, software.
Richtinggevend Afgebakend
Eindresultaat
Specifiek
Globale aanpak en methoden Concept hoofdvraag of opdracht in enkele zinnen
In beeld Aanwezig
Aard, Hoofdvraag/Opdracht Relevant niveau en haalbaarheid Precies Afgebakend op niveau van de HBO-ICT afstudeerrichting
(De aard van) het gewenste resultaat/product van deze opdracht is helder en specifiek beschreven. Er is in grote lijnen zicht op de aanpak en de daarbij te gebruiken methoden om tot het eindresultaat te komen. Concept-versie in enkele consistente samenvattende zinnen die zicht geven op de kwestie, het gewenste eindresultaat, de centrale begrippen en de te gebruiken methode (soort opdracht). Probleem is nog niet opgelost voor de opdrachtgever. Beoogde oplossing is de moeite waard in de probleemcontext. (Beoogde oplossing is maatschappelijk/praktisch de moeite waard). Gewenste resultaat is specifiek te beschrijven. De oplossing zit niet al in de doelstelling ingebouwd. Complexiteit: minimaal 2 ict-beroepstaken op niveau 3 (in één architectuurlaag) van de HBO-ICT afstudeerrichting; Zelfstandigheid professional skills: Creatief probleem oplossen én Analyse en informatieverwerking én Planning & organisatie: Situatiegericht; de overige minimaal: Probleemgericht. Er is nog ruimte om op zoek te gaan naar de oorzaak van het probleem en de verstrekte opdracht daarop bij te stellen. Realiseren van de doelstelling vereist onderzoek door de student waarin verschillende opties worden onderzocht en afgewogen. Bij eventuele geheimhouding moeten de examinatoren wel alle relevante stukken in kunnen zien.
-34-
Opzet en beschrijving
Functioneel
Het soort opdracht is helder beschreven als: descriptief onderzoek óf advies/ontwerp óf product/proof of concept.
Kennisdomein in relatie tot de ictberoepstaken
Helder
Voorlopige literatuurlijst
Aanwezig
Beschreven wordt bij welk kennisdomein de vraag aansluit. Beschreven wordt in welk kennisdomein de oplossing gezocht wordt. Op basis hiervan moet (door de beoordelaar) de doelstelling van de opdracht kunnen worden vertaald naar de ictberoepstaken en het niveau daarvan. Literatuur die de student verwacht te moeten bestuderen en gedeeltelijk al doorgenomen heeft. APA-notatie. Kennis ict-beroepstaken valt binnen de afstudeerrichting.
Aard, Hoofdvraag/Opdracht Inhoudelijk niveau en verankerd binnen haalbaarheid afstudeerrichting Opzet en beschrijving
Actoren
Helder
Communicatieve verzorging
Inhoud goed gecommuniceerd Volledig Verzorgd
Aard, Actoren niveau en haalbaarheid
Opzet en beschrijving
Organisatorische context van de kwestie
Kernachtig
Planning
Kernachtig
Ethische afweging van de doelstelling
Helder
Risico’s
Kernachtig
Aard, Planning niveau en haalbaarheid
Opzet en beschrijving
In beeld en benaderbaar voor student Opleidingsniveau
Haalbaar
Vraag/Opdracht
Ethisch afgewogen
Risico
Hanteerbaar
Persoonlijke ontwikkeling
Helder
Aard, Persoonlijke niveau en ontwikkeling haalbaarheid
Voldoende uitdaging
Functie en opleidingsniveau bedrijfsbegeleider (indien mogelijk met verwijzing naar LinkedIn). Andere betrokkenen en hun benaderbaarheid. Objectief, precies, zorgvuldig, helder, beknopt, zakelijk, correct taalgebruik (zie de criteria bij communicatieve verzorging voor een toelichting op deze indicatoren). Voldoet aan inhoudsrichtlijnen in afstudeerleidraad (zie inhoud afstudeervoorstel). Voldoet aan regels voor: spelling en interpunctie, redactionele vormgeving, literatuurlijst en bronvermelding. Aanwezigheid bedrijfsbegeleider. Andere betrokkenen. Bedrijfsbegeleider heeft minimaal HBO-niveau. Korte beschrijving van soort, omvang en structuur van de organisatie die de opdracht heeft gegeven. Korte beschrijving van het onderdeel waarvan de opdracht afkomstig is. Plaats van de student in de organisatie. Afspraken over looptijd van de opdracht, inzet van uren en ruimte voor terugkomdagen en rapportages aan school. In het voorstel wordt aandacht besteed aan relevante maatschappelijke, normatieve en ethische aspecten waaronder duurzaamheid. Beschrijving van belangrijkste risico(’s) voor het slagen van het project naast ziekte/uitvallen student of opdrachtgever. Beantwoorden van de vraag moet voldoende werk opleveren gedurende de onderzoeksperiode, rekening houdend met de beschikbaarheid van informatie en het aantal betrokkenen, afdelingen en processen. Beantwoorden van de vraag moet haalbaar zijn in de onderzoeksperiode, gegeven de hiervoor genoemde factoren. De opdrachtgever biedt een omgeving waarin ruimte is voor een afweging van relevante maatschappelijke, normatieve en ethische aspecten waaronder duurzaamheid. De risico’s zijn van dien aard dat de afstudeeropdracht met hooguit één periode uitstel haalbaar is. De student beschrijft helder en overtuigend waarin de persoonlijke uitdaging op het gebied professional skills ligt (creatief probleem oplossen, informatieverwerking en analyse, leiderschap, samenwerken, communiceren, plannen en organiseren en/of ethisch handelen). (Op basis hiervan en de doelstelling moet de beoordelaar kunnen inschatten wat het niveau van de professional skills voor de opdracht is). Opdracht sluit aan bij persoonlijke ontwikkeling.
-35-
BIJLAGE 3
Beoordelingsformulier plan van aanpak Institute for ICT Nijenoord 1, 3552 AS, UTRECHT Datum : Naam student
:
Naam bedrijf
:
Afstudeerrichting :
Studentnummer:
Variant: voltijd / deeltijd / duaal
Docentbegeleider : Alle beoordelingsaspecten moeten VolDoende zijn voor het verkrijgen van goedkeuring voor het starten met de afstudeeropdracht. Prof. Skill
Beoordelingsaspecten en criteria
VD/ Toelichting in termen van de NVD kwaliteitscriteria
Kwestie: inzichtelijk.
Opzet en beschrijving
Doelstelling van de opdracht: helder, onderbouwd, afgebakend. Eindresultaten met criteria: precies, onderbouwd, meetbaar, herleidbaar, afgebakend. (Ontwerp)methode(n): geëxpliciteerd, volledig, passend, onderbouwd. Deelresultaten: precies, relevant, inhoudelijk verankerd, functioneel.
Aard, niveau en haalbaarheid
Creatief problemen oplossen
Doelstelling opdrachtgever: helder.
Opdracht / Hoofdvraag is: relevant, precies, functioneel, afgebakend op niveau van de HBOICT afstudeerrichting, consistent.
-36-
Opzet en beschrijving Aard, niveau en haalbaarheid
VD/ Toelichting in termen van de NVD kwaliteitscriteria
Theoretisch kader: precies, relevant, inhoudelijk verankerd, kritisch. Deelvragen: precies, relevant, inhoudelijk verankerd. Onderzoeksmethoden: functioneel, geëxpliciteerd, passend, onderbouwd.
Hoofdvraag / Opdracht: inhoudelijk verankerd in het theoretisch kader dat past binnen het afstudeerprofiel.
Beoordelingsaspecten en criteria
Opzet en beschrijving
Leiderschap, samenwerken en communicatie
Prof. Skill
Beoordelingsaspecten en criteria
Aard, niveau en haalbaarheid
Analyse en informatieverwerking
Prof. Skill
VD/ Toelichting in termen van de NVD kwaliteitscriteria
Samenwerking en communicatie met de opdrachtgever, opleiding en stakeholders: beschreven.
Communicatieve verzorging: inhoud goed gecommuniceerd, volledig en verzorgd.
Samenwerking en communicatie met de opdrachtgever, opleiding en andere stakeholders: verantwoord en geborgd.
-37-
Prof. Skill
Beoordelingsaspecten en criteria
VD/ Toelichting in termen van de NVD kwaliteitscriteria
Organisatorische context: inzichtelijk.
Opzet en beschrijving
(Deel)vragen: gepland. Twee concept scripties: gepland. Communicatie: gepland. Randvoorwaarden: beschreven. Kwaliteitsbewaking: beschreven. Risico’s: beschreven. Ethische afwegingen: beschreven.
Aard, niveau en haalbaarheid
Planning & organisatie, ethiek
(Deel)resultaten: gepland.
Planning: haalbaar en de risico’s zijn hanteerbaar. Ontwerpmethoden: haalbaar. Onderzoeksmethoden: haalbaar. Opdracht / Hoofdvraag is: ethisch afgewogen.
-38-
BIJLAGE 4
Kwaliteitscriteria voor het plan van aanpak De kwaliteit van het plan van aanpak bepaalt of de student goedkeuring krijgt voor de afstudeeropdracht.
Object Opzet en Aanleiding kwestie beschrijving Analyse kwestie
Criterium Inzichtelijk Inzichtelijk
Doelstelling/missie van de opdrachtgever
Helder
Doelstelling van deze opdracht
Helder
Onderbouwd
Afgebakend
Eindresultaten met kwaliteitscriteria
Precies Onderbouwd Meetbaar Herleidbaar
Afgebakend
(Ontwerp)methode(n)
Geëxpliciteerd Volledig Passend
Onderbouwd
(Deel)resultaten
Precies Relevant
Inhoudelijk verankerd
Indicatoren Overzicht van de gebeurtenissen die aanleiding zijn geweest voor de opdrachtgever om de opdracht te formuleren. Analyse van de kwestie door de ogen van de student. (Door voortschrijdend inzicht kan dit anders zijn dan de opdracht zoals verstrekt door de organisatie of het projectvoorstel). Wat is de kwestie? Voor wie is het een kwestie? Is het een probleem of een kans? Bij een probleem: Waaraan zie je dat het een probleem is? Wat zijn mogelijke oorzaken van het probleem? Wat zijn de gevolgen van het probleem? Bij een kans: Wat wil de organisatie met de kans bereiken? Hoe wil de organisatie de kans bereiken? Wat is daarvoor nodig? Wat is de doelstelling/missie van de opdrachtgever/bedrijf? Waarom pakt de opdrachtgever de kwestie op? Wat is de doelstelling van deze opdracht? Welk deel van de doelstelling van de opdrachtgever moet opgelost zijn om de opdracht geslaagd te noemen? Er wordt beredeneerd hoe de doelstelling van deze opdracht volgt uit de doelstelling van de opdrachtgever en de analyse van de kwestie. Het soort opdracht is duidelijk. 1. Descriptief onderzoek: het antwoord op een descriptieve vraag met eventueel een aanbeveling hoe iets verbeterd kan worden. 2. Advies/Ontwerp: een onderbouwd en uitgewerkt advies hoe iets verbeterd kan worden en/of een ontwerp voor een systeem, apparaat, software etc., eventueel met implementatieplan. 3. Product/Proof of concept: ontwerp en realisatie van een systeem, product, software. De gewenste eindresultaten van deze opdracht zijn helder en specifiek beschreven. Er wordt beredeneerd hoe de resultaten volgen uit de doelstelling van de opdracht en de analyse van de kwestie. De eindresultaten zijn meetbaar aan de hand van kwaliteitscriteria. De kwaliteitscriteria voor de eindresultaten zijn gebaseerd op: (onderzoek naar) wensen van de opdrachtgever; (onderzoek naar ) wensen van de gebruiker; normen en richtlijnen uit het vakgebied; normen van de wetgever. De criteria voor de eindresultaten zijn begrensd op het gebied van functionaliteit, mate van gedetailleerdheid van het resultaat, etc. (Bijvoorbeeld aan de hand van MoSCoW). Soms in de vorm van eindresultaten die zeker niet worden gerealiseerd. Student geeft aan via welke methodische stappen het eindresultaat wordt gerealiseerd en evt. getest. Beslaat de volledige keten van kwestie naar eindresultaat. Past bij de doelstelling. Past binnen de randvoorwaarden. Past bij de organisatie. Student beargumenteert waarom de gekozen methode passend is. Student verwijst hierbij naar literatuur. De (deel)resultaten en hun onderlinge samenhang zijn helder beschreven. (Deel)resultaten zijn dekkend: alle (deel)resultaten tezamen zijn noodzakelijk en volledig om de eindresultaten te bereiken. Er zijn niet meer (deel)resultaten gepland dan nodig is. De begrippen, modellen en methoden zijn verankerd in het theoretisch kader.
-39-
Functioneel Aard, Hoofdvraag/Opdracht niveau en haalbaarheid
Consistente samenvatting
Relevant
Precies Afgebakend op niveau van de HBO-ICT afstudeerrichting
Functioneel
Consistent
Opzet en Theoretisch kader beschrijving
Precies
Relevant Inhoudelijk verankerd
Kritisch Deelvragen
Precies Relevant
Onderzoeksmethoden
Inhoudelijk verankerd Functioneel
Geëxpliciteerd Passend
Onderbouwd
Het resultaat is te behalen met de gekozen (ontwerp)methode. Enkele consistente samenvattende zinnen die zicht geven op de kwestie, het gewenste eindresultaat, de doelstelling, de centrale begrippen en het soort vraag/opdracht. (Onderbouwende informatie staat in tekst eromheen. Daarop wordt beoordeeld of de hoofdvraag/opdracht daadwerkelijk relevant, precies, afgebakend, functioneel en consistent is). De kwestie is nog niet opgelost: de beoogde oplossing is nieuw in deze context; de beoogde oplossing is maatschappelijk/praktisch de moeite waard. Het gewenste eindresultaat is beschreven en is te beoordelen aan de hand van geformuleerde criteria. Complexiteit ict-beroepstaken: minimaal 2 ict-beroepstaken op niveau 3 (in één architectuurlaag) van de HBO-ICT afstudeerrichting; Zelfstandigheid professional skills: Creatief probleem oplossen én Analyse en informatieverwerking én Planning & organisatie: Situatiegericht; de overige minimaal: Probleemgericht Realiseren van het eindresultaat omvat minstens één relevante deelvraag die methodisch onderzocht wordt. De oplossing zit niet al in de opdracht. Bij eventuele geheimhouding moeten de examinatoren wel alle relevante stukken in kunnen zien. De (ontwerp)methode(n) met deelresultaten en deelvragen vormen onderbouwd de volledige keten van kwestie naar eindresultaat. Het eindresultaat past bij de kwestie. De kwestie past bij de (ontwerp)methode. De (ontwerp)methode past bij het theoretisch kader. Het theoretisch kader past bij het eindresultaat. Het eindresultaat past bij de (ontwerp)methode. Het theoretisch kader past bij de kwestie. Duidelijkheid wordt verschaft over: de centrale begrippen, modellen en methoden en hun definitie; de eventuele relatie tussen de centrale begrippen; de gehanteerde bergrippen, modellen en methoden zijn effectief en voor collega-professionals inzichtelijk beschreven. Er is een afweging gemaakt over bruikbaarheid van bronnen. De gehanteerde begrippen, modellen en methoden zijn aantoonbaar gebaseerd op voldoende actuele literatuur of internetbronnen die gebaseerd zijn op verifieerbare externe bronnen (liefst wetenschappelijk). Tegengestelde opvattingen in de literatuur worden benoemd en uiteengezet. De deelvragen zijn afgeleid uit de hoofdvraag of de gehanteerde ontwerpmethode. Deelvragen zijn dekkend: het antwoord op de deelvragen geeft alle informatie voor de hoofdvraag of de gehanteerde ontwerpmethode. Er zijn geen ‘mollen’: Alle deelvragen dragen bij aan het beantwoorden van de hoofdvraag of het gebruik van de gehanteerde ontwerpmethode. De begrippen, modellen en methoden zijn verankerd in het theoretisch kader. De onderzoeksfunctie van elke deelvraag is aangegeven: descriptief (definiëren, beschrijven, vergelijken, evalueren, verklaren); prescriptief (ontwerpen). Per deelvraag is aangegeven via welke methoden van dataverzameling en analyse het antwoord wordt gezocht. Beargumenteerd wordt waarom de gekozen onderzoeksmethode past bij de functie van de deelvraag; de randvoorwaarden; de organisatie. De onderzoeksmethode is gebaseerd op theoretisch kader
-40-
Aard, Hoofdvraag/Opdracht niveau en haalbaarheid
Inhoudelijk verankerd
Het theoretisch kader: beschrijft en verankert de hoofdbegrippen, modellen en methoden sluit aan bij de HBO-ICT afstudeerrichting.
Opzet en Communicatie en beschrijving samenwerking met opdrachtgever en andere betrokkenen Communicatie met de opleiding
Beschreven
Er is beschreven hoe de communicatie en samenwerking met de opdrachtgever en andere betrokkenen gaat verlopen.
Beschreven
Er is beschreven hoe de communicatie met de opleiding gaat verlopen.
Inhoud goed gecommuniceerd
Objectief, precies, zorgvuldig, helder, beknopt, zakelijk, correct taalgebruik(zie de criteria bij communicatieve verzorging voor een toelichting op deze indicatoren). Voldoet aan de inhoudsrichtlijnen in de afstudeerleidraad. (zie inhoud plan van aanpak). Voldoet aan de regels voor: spelling en interpunctie, redactionele vormgeving, literatuurlijst en bronvermelding. Er is overtuigend beschreven dat de communicatie met de betrokkenen goed gaat verlopen. De communicatie en afstemming met alle betrokkenen is door mijlpalen en afstemmingsmomenten geborgd.
Communicatieve verzorging
Volledig Verzorgd Aard, Communicatieplan met Verantwoord niveau en betrokkenen haalbaarheid Geborgd
Opzet en Organisatorische beschrijving context
Aard, niveau en haalbaarheid
Inzichtelijk
(Deel)resultaten
Gepland
Deelvragen
Gepland
Concept-scripties
Gepland
Communicatieactiviteiten Randvoorwaarden
Gepland
Kwaliteitsbewaking Risico’s
Beschreven Beschreven
Ethisch afweging van de opdracht/vraag Planning
Beschreven
Ontwerpmethode(n)
Haalbaar
Beschreven
Haalbaar
Onderzoeksmethode(n) Haalbaar Risico’s
Hanteerbaar
Hoofdvraag/Opdracht
Ethisch afgewogen
Beschrijving van soort, omvang en structuur van de organisatie die de opdracht heeft gegeven. Beschrijving van het onderdeel waarvan de opdracht afkomstig is. Plaats van de student in de organisatie. Alle (deel)resultaten zijn beschreven met de mijlpalen en een fasering in de tijd met een schatting van de te besteden uren. Alle (deel)vragen zijn beschreven met de mijlpalen en een fasering in de tijd met een schatting van de te besteden uren. Er zijn twee data voor het inleveren van een concept-scriptie in de planning opgenomen. Alle communicatieactiviteiten zijn beschreven met mijlpalen en een fasering in de tijd. Hoe worden de organisatorische randvoorwaarden die de voortgang van de opdracht mogelijk moeten maken bewaakt en verkregen? Hoe worden de (functionele) kwaliteitscriteria bewaak? Welke risico’s zijn er en hoe worden eventuele risico’s opgevangen? Er is een afweging gemaakt van maatschappelijke, normatieve en ethische aspecten waaronder duurzaamheid. Het uitvoeringsproces is met de gewenste kwaliteit uit te voeren binnen de tijd en met de beschikbare uren gezien randvoorwaarden en risico’s. Is haalbaar binnen de tijd, beschikbare uren en organisatorische randvoorwaarden. Is haalbaar binnen de tijd, beschikbare uren en organisatorische randvoorwaarden. De risico’s zijn van dien aard dat de afstudeeropdracht met hooguit één periode uitstel haalbaar is. Er is met de opdrachtgever een kritische afweging gemaakt van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten waaronder duurzaamheid.
-41-
BIJLAGE 5
Contract afstudeeropdracht Institute for ICT Nijenoord 1, 3552 AS, UTRECHT
Naam student : Afstudeerrichting:
Variant: voltijd / deeltijd / duaal
Adres student : Postcode / Woonplaats student : Studentnummer
:
Telefoonnummer privé : E-mailadres
:
Naam bedrijf (afstuderen) Adres bedrijf
:
:
Postcode / Woonplaats bedrijf
:
Naam bedrijfsbegeleider
:
Telefoonnummer bedrijfsbegeleider : E-mailadres bedrijfsbegeleider
:
Beoogde maand van afstuderen :
maand en jaar invullen
Geheimhouding geaccordeerd door HU op :
indien van toepassing
Inleverdata van twee concept-scripties :
/
-42-
Beschrijving van de afstudeeropdracht Geef hier in enkele zinnen weer wat de afstudeeropdracht inhoudt.
Hoofd- een deelvragen van het uit te voeren onderzoek Noteer hier de hoofdvraag met deelvragen van het onderzoek dat voor het uitvoeren van de afstudeeropdracht moeten worden uitgevoerd.
Op te leveren producten Beschrijf hier de producten die aan het einde van het afstudeerproject moeten zijn opgeleverd.
-43-
Akkoordverklaringen Ondergetekenden verklaren akkoord te gaan met de afstudeeropdracht, de hoofd- en deelvragen van het uit te voeren onderzoek en de op te leveren producten zoals hiervoor beschreven. Bovendien verklaren zij dat op basis van deze gegevens door de student een plan van aanpak is geschreven dat door betrokkenen is goedgekeurd.
Handtekeningen
Datum :
Student :
Docentbegeleider
Bedrijfsbegeleider
9
:
[9]
:
Door ondertekening van dit formulier verklaart de bedrijfsbegeleider (en eventuele mede-begeleiders) over voldoende kennis te beschikken, op minimaal HBO-niveau, om de afstudeerder te begeleiden. -44-
BIJLAGE 6
FACULTEIT NATUUR & TECHNIEK Institute for ICT
Beoordeling afstudeeropdracht door de bedrijfsbegeleider(s) Naam student: Afstudeerrichting:
Variant: voltijd / deeltijd / duaal
Opdracht uitgevoerd bij: Onder leiding van: Eerste examinator: De bedrijfsbegeleider(s) wordt gevraagd om voor de aspecten A, B en C in de rechter kolom per criterium d.m.v. O (onvoldoende), V (voldoende), G (goed) of Z (zeer goed) een oordeel te geven, rekening houdend met de aangegeven indicatoren. Criteria die niet van toepassing zijn, kunnen natuurlijk buiten beschouwing worden gelaten. Onder iedere tabel is ruimte gelaten om desgewenst het oordeel nader toe te lichten.
A.
Beschrijving en verantwoording aanpak (scriptie) Object
Criterium
Kwestie
Inzichtelijk
Doelstelling
Helder
Onderbouwd Afgebakend
Methoden
Geëxpliciteerd Volledig Passend
Indicatoren Overzicht van de gebeurtenissen die aanleiding zijn geweest voor de opdrachtgever om de opdracht te formuleren. Analyse van de kwestie door de ogen van de student. Wat is de kwestie? Voor wie is het een kwestie? Is het een probleem of een kans? Bij een probleem: Waaraan zie je dat het een probleem is? Wat zijn mogelijke oorzaken van het probleem? Wat zijn de gevolgen van het probleem? Bij een kans: Wat wil de organisatie met de kans bereiken? Hoe wil de organisatie de kans bereiken? Wat is daarvoor nodig? Wat is de doelstelling/missie van de opdrachtgever/bedrijf? Waarom pakt de opdrachtgever de kwestie op? Wat is de doelstelling van deze opdracht? Welk deel van de doelstelling van de opdrachtgever moet opgelost zijn om de opdracht geslaagd te noemen? Er wordt beredeneerd hoe de doelstelling van deze opdracht volgt uit de doelstelling van de opdrachtgever en de analyse van de kwestie. Het soort opdracht is duidelijk 1. Descriptief onderzoek: het antwoord op een descriptieve vraag met eventueel een aanbeveling hoe iets verbeterd kan worden. 2. Advies/Ontwerp: een onderbouwd en uitgewerkt advies hoe iets verbeterd kan worden en / of ontwerp voor een systeem, apparaat, software etc. Eventueel met implementatieplan. 3. Product/Proof of concept: ontwerp en realisatie van een systeem, product, software. Student geeft aan via welke methodische stappen het eindresultaat wordt gerealiseerd en evt. getest. Beslaat de volledige keten van kwestie naar eindresultaat. Past bij de doelstelling. Past binnen de randvoorwaarden. Past bij de organisatie.
-45-
O/V/ G/Z
Onderbouwd Functioneel (Deel)resultaten
Precies
Onderbouwd Meetbaar Herleidbaar
Afgebakend
Relevant
Inhoudelijk verankerd Hoofdvraag/Opdrach Relevant t Precies Functioneel Consistent
Theoretisch kader
Precies
Relevant Inhoudelijk verankerd
Kritisch Deelvragen
Precies Relevant
Onderzoeksmethoden
Inhoudelijk verankerd Functioneel
Geëxpliciteerd Passend
Onderbouwd
Student beargumenteert waarom de gekozen methode passend is. Student verwijst hierbij naar literatuur. De (deel)resultaten zijn te behalen met de gekozen (ontwerp)methode(n). Het gewenste eindresultaat(en) van de opdracht is helder en specifiek beschreven. De (deel)resultaten en hun onderlinge samenhang zijn helder beschreven. Er wordt beredeneerd hoe de resultaten volgen uit doelstelling van de opdracht en de analyse van de kwestie. De eindresultaten zijn meetbaar aan de hand van kwaliteitscriteria. De kwaliteitscriteria voor de eindresultaten zijn gebaseerd op: (onderzoek naar) wensen van de opdrachtgever; (onderzoek naar ) wensen van de gebruiker; normen en richtlijnen uit het vakgebied; normen van de wetgever. De criteria voor de eindresultaten zijn begrensd op het gebied van functionaliteit, mate van gedetailleerdheid van het resultaat, etc. (Bijvoorbeeld aan de hand van MoSCoW). Soms in de vorm van eindresultaten die zeker niet worden gerealiseerd. (Deel)resultaten zijn dekkend: alle (deel)resultaten tezamen zijn noodzakelijk en volledig om de eindresultaten te bereiken. Er zijn niet meer (deel)resultaten gepland dan nodig is. De begrippen, modellen en methoden zijn verankerd in het theoretisch kader. De kwestie was nog niet opgelost: beoogde oplossing is nieuw in deze context; beoogde oplossing is maatschappelijk/praktisch de moeite waard. Het gewenste eindresultaat is beschreven en is te beoordelen aan de hand van geformuleerde criteria. De (ontwerp)methode(n) met deelresultaten en deelvragen vormen onderbouwd de volledige keten van kwestie naar eindresultaat. Het eindresultaat past bij de kwestie. De kwestie past bij de (ontwerp)methode. De (ontwerp)methode past bij het theoretisch kader. Het theoretisch kader past bij het eindresultaat. Het eindresultaat past bij de (ontwerp)methode. Het theoretisch kader past bij de kwestie. Duidelijkheid wordt verschaft over: de centrale begrippen, modellen en methoden en hun definitie; de eventuele relatie tussen de centrale begrippen; de gehanteerde bergrippen, modellen en methoden zijn effectief en voor collega professionals inzichtelijk beschreven. Er is een afweging gemaakt over bruikbaarheid van bronnen. De gehanteerde begrippen, modellen en methoden zijn aantoonbaar gebaseerd op voldoende actuele literatuur of internetbronnen die gebaseerd zijn op verifieerbare externe bronnen (liefst wetenschappelijk). Tegengestelde opvattingen in de literatuur worden benoemd en uiteengezet. De deelvragen zijn afgeleid uit de hoofdvraag of de gehanteerde ontwerpmethode. Deelvragen zijn dekkend: het antwoord op de deelvragen geeft alle informatie voor de hoofdvraag of de gehanteerde ontwerpmethode. Er zijn geen ‘mollen’: Alle deelvragen dragen bij aan de beantwoording van de hoofdvraag of de gehanteerde ontwerpmethode. De begrippen, modellen en methoden zijn verankerd in het theoretisch kader. De onderzoeksfunctie van elke deelvraag is aangegeven: descriptief (definiëren, beschrijven, vergelijken, evalueren, verklaren); prescriptief (ontwerpen). Per deelvraag is aangegeven via welke methoden van dataverzameling en analyse het antwoord wordt gezocht. Beargumenteerd wordt waarom gekozen onderzoeksmethode past bij: de deelvraag; de randvoorwaarden; de organisatie. De onderzoeksmethode is gebaseerd op het theoretisch kader
-46-
Communicatie met betrokkenen Verzorging scriptie
Beschreven en Er is overtuigend beschreven en verantwoord hoe de communicatie met verantwoord de betrokkenen is verlopen. Inhoud goed Objectief 1e persoon vermeden. gecommuniceerd Lezer niet direct aangesproken. Lijdende vorm gebruikt. Geen oordelen tenzij helder is wat de norm is. Precies Activiteiten specifiek beschreven. Als het kan, getallen gebruikt. Zorgvuldig Zaken van verschillende kanten bekeken. Recht gedaan aan bronnen. Helder Aangesloten bij de kennis van de lezer zodat die de tekst kan begrijpen. Beknopt De lezer niet langer lastig gevallen dan nodig. De lengte van het document dient aan te sluiten bij de scope van het project, d.w.z. geen overbodige uitweidingen, alleen voor het onderzoek relevante literatuur besprekingen, etc. Zakelijk Stijl van schrijven is gebruikelijk in vakbladen in de betreffende beroepspraktijk. Correct Goede spelling, grammatica, zinsopbouw.(maximaal 3 taalgebruik fouten (stijl, spelling, grammatica) op een willekeurige bladzijde). Verzorgd Voldoet aan regels voor: spelling en interpunctie, redactionele vormgeving, literatuurlijst en bronvermelding.
Organisatorische Context
Inzichtelijk
Randvoorwaarden / Beschreven Kwaliteitsbewaking / Risico’s Planning Ethische afweging
Afwijkingen zijn verantwoord Afgewogen
Reflectie op proces
Volledig Kritisch
Zelfreflectief
Beschrijving van soort, omvang en structuur van de organisatie die de opdracht heeft gegeven. Beschrijving van het onderdeel waarvan de opdracht afkomstig is. Plaats van de student in de organisatie. Beschreven is hoe de organisatorische randvoorwaarden die de voortgang van de opdracht mogelijk maakten zijn verkregen en bewaakt. Beschreven is hoe de (functionele) kwaliteitscriteria zijn bewaakt. Beschreven is hoe de risico’s die zich voordeden zijn opgevangen. Afwijkingen in het uitvoeringsproces ten aanzien van de gewenste kwaliteit, tijd en beschikbare zijn verantwoord. Er is met de opdrachtgever een kritische afweging gemaakt van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten waaronder duurzaamheid. Geeft een evaluatie van de procesgang. Geeft een genuanceerd beeld van verschillen tussen beoogde en gerealiseerde procesgang. Geeft de gevolgen aan van deze verschillen voor de eindresultaten. Geeft inzicht in eigen werkwijze en het proces. Bevat een reflectie over de eigen plaats in het project. Geeft inzicht in wat de student heeft geleerd.
Ruimte voor nadere toelichting op aspect A (Scriptie)
-47-
B.
Uitvoering Object
Realiseren (deel)resultaten
Criterium Vakkundig
Creatief
Logisch
Controleerbaar
Beantwoorden (deel)vragen
Vakkundig
Betrouwbaar
Logisch
Controleerbaar
Persoonlijk leiderschap
Initiatiefrijk
Samenwerking
Coöperatief
Communicatie
Transparant
Werken volgens plan Betrouwbaar van aanpak
Controleerbaar
10
Indicatoren De gekozen ontwerpmethode en de eventuele realisatie is zo uitgevoerd dat deze: effectief was, dus heeft geleid tot het gewenste (deel)resultaat; efficiënt was, dus met minimaal mogelijke inspanning; toelaatbaar was, dus voldeed aan in het vakgebied gebruikelijke gedragsregels. Door exploratie en inventiviteit zijn alternatieve (deel)oplossingen bedacht. De voorgestelde oplossingen getuigen van: originaliteit, eigenheid, out of the box aanpak, ideeën kunnen genereren, gevoel voor innovatie. Tussen de oplossingen is een bewuste keuze gemaakt of is doorgezocht naar betere oplossingen. Redeneringen zijn: compleet; taal- en rekenkundig kloppend; vrij van onzakelijke argumenten en gegoochel met betekenissen. Compleet. Achteraf nog gedetailleerd te volgen. Transparant, duidelijk gecommuniceerd. De gekozen onderzoeksmethode is zo uitgevoerd dat deze: effectief was, dus heeft geleid tot beantwoording van de (deel)vraag; efficiënt was, dus met minimaal mogelijke inspanning; toelaatbaar waren, dus voldeden aan de Gedragscode praktijkgericht onderzoek voor het HBO. De uitvoering van het onderzoek is niet ongewenst beïnvloed door de toevallige: voorgeschiedenis of gesteldheid van de onderzoeker; onvolkomenheden in instrument of procedure; context waarin of het toevallige tijdstip waarop het onderzoek plaatsvond. De keten van bewijsvoering is: compleet; taal- en rekenkundig kloppend; vrij van onzakelijke argumenten en gegoochel met betekenissen. Compleet. Achteraf nog gedetailleerd te volgen. Transparant, duidelijk gecommuniceerd. Neemt initiatief om de gestelde doelen te bereiken en kiest afhankelijk van de situatie een leidinggevende rol. Is zich bewust van de verschillende stijlen, conflictmodellen en onderhandelingstactieken. Kan anderen met argumenten goed overtuigen. Durft beslissingen te nemen in onzekere situaties en neemt weloverwogen risico’s. Neemt het initiatief tot samenwerking met anderen en vraagt uit zichzelf hoe hij/zij hulp kan bieden in het team. Vraagt om inbreng van de teamleden, wisselt informatie, kennis en ideeën uit. Werkt verder met de inbreng van anderen. Creëert een omgeving die het meest gunstig is voor zichzelf en het team. Spreekt en schrijft vloeiend en correct Nederlands op niveau (C1)[10]. Spreekt en schrijft indien van toepassing effectief Engels (B2)[10]. Uitgangspunt is dat efficiënt en effectief gewerkt wordt volgens planning: afwijkingen worden onderbouwd en verantwoord; afwijkingen zijn goedgekeurd door de opdrachtgever en docentbegeleider. De voortgang van het werk wordt inzichtelijk gemaakt voor de betrokkenen.
http://taalunieversum.org/onderwijs/gemeenschappelijk_europees_referentiekader/3/3/
-48-
O/V/ G/Z
Ruimte voor nadere toelichting op aspect B (Uitvoering)
C.
Opgeleverde eindproducten Product
Beroepsproducten (kunnen ook diensten zijn)
Criterium Adequaat
Valide Creatief
Aanbevelingen
Adequaat
(in aanvulling op de afgesproken producten of diensten en indien van toepassing)
Verankerd Haalbaar
Creatief
Ethisch afgewogen
Indicatoren Voldoen aan de in het plan van aanpak afgesproken criteria (rekening houdend met hierover formeel afgesproken wijzigingen). Voor zover in plan van aanpak geen criteria zijn afgesproken gelden de volgende criteria: leveren daadwerkelijk een oplossing binnen het doel van de opdracht; voldoen aan normen en richtlijnen uit het vakgebied.; voldoev aan normen van de wetgever; zijn duurzaam. Geaccepteerd door de opdrachtgever. Acceptabel voor betrokkenen. De voorgestelde oplossingen getuigen van: originaliteit, eigenheid, out of the box aanpak, onafhankelijk denken, ideeën kunnen genereren, gevoel voor innovatie. Leveren een daadwerkelijke bijdrage aan de doelstellig van de opdrachtgever. Voldoen aan normen en richtlijnen uit het vakgebied. Voldoen aan normen van de wetgever. Zijn gebaseerd op de verzamelde gegevens, bevindingen en conclusies. De voorgestelde aanbevelingen zijn te realiseren gegeven de: omgeving waarin ze moeten functioneren; de mensen die ze moeten uitvoeren; beschikbare tijd, budget etc. De voorgestelde aanbevelingen getuigen van: originaliteit, eigenheid, out of the box aanpak, onafhankelijk denken, ideeën kunnen genereren, gevoel voor innovatie. Verouderen niet te snel. Zijn weinig belastend voor natuur en milieu.
Kennis
Grondig beschreven Overdraagbaar
Antwoorden op onderzoeksvragen uit het plan van aanpak zijn voor vakgenoten voldoende onderbouwd. Antwoorden op onderzoeksvragen uit het plan van aanpak zijn voor vakgenoten helder beschreven. Hierbij gebruikte begrippen, modellen, methoden en oplossingen zijn gebaseerd op voor vakgenoten verifieerbare bronnen.
Impact
Gewenste impact
Presentatie
Adequaat
Oplevering eindproducten, scriptie
Op tijd
Volgens de planning en de afspraken.
Binnen budget
Inzet van uren. Middelen. De eindresultaten voldoen aantoonbaar aan de kwaliteitscriteria in het plan van aanpak en zijn in lijn met gemaakte ethische afwegingen en keuzes.
Goed
Betrokkenen zijn overtuigd van de bruikbaarheid van de resultaten. Betrokkenen gebruiken de resultaten. Doelmatige inzet van audiovisuele hulpmiddelen. Leesbaarheid, verstaanbaarheid, taalgebruik en vormgeving vormen geen belemmering voor de communicatie en presentatie. De presentatie is verantwoord afgestemd op het aanwezige publiek.
-49-
O/V/ G/Z
Ruimte voor nadere toelichting op aspect B (Eindproducten)
Handtekening bedrijfsleider(s):
Dit formulier dient door de afstudeerder tegelijk met de scriptie te worden ingeleverd. Bovendien dient een ingescande versie per e-mail te worden toegestuurd aan de beide examinatoren.
-50-
BIJLAGE 7
FACULTEIT NATUUR & TECHNIEK Institute for ICT Proces-verbaal van de afstudeerzitting Datum afstudeerzitting: Naam student:
Studentnummer:
Afstudeerrichting:
Variant: voltijd / deeltijd / duaal
Examinatoren:
/
Lid College van Toezicht: Beoordeling afstudeeropdracht (weegfactor 3): __ , __ [*]
(__ , __/__ , __)[•]
B. Uitvoering
(weegfactor 2): __ , __ [*]
(__ , __/__ , __)
C. Opgeleverde eindproducten
(weegfactor 2): __ , __
(__ , __/__ , __)
D. Presentatie en discussie
(weegfactor 3): __ , __
(__ , __/__ , __)
A. Beschrijving en verantwoording gerealiseerde aanpak (scriptie)
Eindcijfer afstudeerproject:
__ , __ (met 1 decimaal)
[*] De cijfers voor de uitvoering en de scriptie moeten voldoende zijn; indien dat niet het geval is wordt als eindcijfer het laagste van de cijfers voor de uitvoering en de scriptie ingevuld.
[•] Alleen in te vullen als de examinatoren geen overeenstemming bereiken over een deelcijfer.
___________________
_______________________
Eerste examinator
Lid College van Toezicht
_____________________
_______________________
Tweede examinator
Examinandus (voor kennisname)
N.B. Dit formulier, ingevuld en ondertekend, dient na afloop van de zitting, samen met de andere formulieren die ter inzage zijn gegeven, te worden ingeleverd bij de afstudeeradministratie.
-51-
Beoordelingsmatrix eindbeoordeling afstudeeropdracht ict
Planning & organisatie Ethiek
Leiderschap Samenwerken Communicatie
Analyse en informatieverwerking
Creatief problemen oplossen
Prof. Toelichting in termen van Beoordelingsaspecten Oordeel Cijfer skills de kwaliteitscriteria Beschrijving en verantwoording A O/V/G/Z A: gerealiseerde aanpak (scriptie) Kwestie: inzichtelijk. Doelstelling: helder, onderbouwd, afgebakend. Methoden: geëxpliciteerd, volledig, passend, functioneel, onderbouwd. (Deel)resultaten: precies, onderbouwd, meetbaar, herleidbaar, afgebakend, relevant, inhoudelijk verankerd. Hoofdvraag / Opdracht: relevant, precies, functioneel, verankerd, consistent, afgebakend op niveau van de HBO-ICT afstudeerrichting. Theoretisch kader: precies, relevant, inhoudelijk verankerd, kritisch. (Deel)vragen: precies, relevant, inhoudelijk verankerd. Onderzoeksmethoden: functioneel, geëxpliciteerd, passend, onderbouwd. Samenwerking en communicatie met de opdrachtgever, opleiding en stakeholders: beschreven, verantwoord.
Creatief problemen oplossen
Realiseren (deel)resultaten: vakkundig, creatief, logisch en controleerbaar.
Analyse en informatieverwerking
Beantwoorden (deel)vragen: vakkundig, betrouwbaar, logisch en controleerbaar.
Leiderschap Samenwerken Communicatie
Uitvoering
Samenwerking met opdrachtgever, opleiding en andere betrokkenen: neemt initiatief, communiceert passend.
Planning & organisatie Ethiek
B
Scripties: goed gecommuniceerd, volledig en verzorgd. Organisatorische context: inzichtelijk. Randvoorwaarden, kwaliteitsbewaking en risico’s: beschreven. Planning: afwijkingen zijn verantwoord. Ethische afwegingen: afgewogen. Reflectie: volledig, kritisch en zelfreflectief.
Werken volgens plan van aanpak: betrouwbaar en controleerbaar.
O/V/G/Z
-52-
B:
Prof. Beoordelingsaspecten skills
Planning & organisatie Ethiek
Leiderschap Samenwerken Communicatie
Analyse en informatieverwerking
Creatief problemen oplossen
C
Planning & organisatie Ethiek
Leiderschap Samenwerken Communicatie
Analyse en informatieverwerking
Creatief problemen oplossen
D
Opgeleverde eindproducten
Oordeel
Toelichting in termen van de kwaliteitscriteria
Cijfer
O/V/G/Z
C:
O/V/G/Z
D:
Producten en diensten: adequaat, valide en creatief. Eventuele aanbevelingen: verankerd, adequaat, haalbaar, duurzaam en creatief.
Kennis: grondig beschreven en overdraagbaar.
Gewenste impact resultaten: betrokkenen zijn overtuigd, betrokkenen gebruiken de resultaten. Presentatie: adequaat.
Eindresultaten: op tijd, binnen budget (uren), goed (ook ethisch).
Presentatie en discussie Beantwoording hoofdvraag / uitvoering opdracht: geëxpliciteerd. Gemaakte keuzes: geëxpliciteerd, onderbouwd en logisch.
Analyse informatie: helder. Bevindingen en conclusies: volledig, verankerd en valide.
Presentatie: adequaat. Discussie en verdediging: interactief en onderbouwd.
Reflectie op proces: volledig, kritisch en zelfreflectief.
-53-
Procedure voor het invullen van de beoordeling Van kwaliteitscriteria naar beoordeling In de beoordelingsmatrix van het proces-verbaal wordt, per deelaspect, door de examinatoren gezamenlijk d.m.v. een aantal kernachtige termen een oordeel gegeven. Hierbij worden de kwaliteitscriteria gebruikt zoals beschreven in bijlage 8 van de afstudeerleidraad. Per deelaspect worden alleen de punten beoordeeld waarvan de examinatoren vinden dat ze van belang zijn. Per set van deelaspecten horende bij elk beoordelingsapect (A/B/C/D) wordt een deelcijfer toegekend. Elke beoordelingsaspect van de matrix moet een integraal oordeel O, V, G of Z van de examinatoren krijgen. De weging van de verschillende criteria is niet in een formule te vatten. Het vraagt het ‘timmermansoog’ van in het vak gekwalificeerde examinatoren om ze in samenhang te beoordelen. Het oordeel moet echter, om het voor de student en collega’s inzichtelijk te maken, wel onderbouwd worden aan de hand van de criteria. Bij deze procedure kan advies worden gevraagd aan het lid van het CvT en aan de mogelijk aanwezige bedrijfsbegeleider. Betekenis van de schaalpunten: O V
Onvoldoende: Voldoende:
G Z
Goed: Zeer goed:
het resultaat voldoet niet aan de kwaliteitscriteria; het resultaat voldoet niet op alle punten aan de kwaliteitscriteria maar is wel voldoende om mee te werken; het resultaat voldoet op vrijwel alle punten aan de kwaliteitscriteria; best practice, het resultaat voldoet op alle punten aan de kwaliteitscriteria en overtreft de standaard.
Het deelcijfer voor elk afzonderlijk beoordelingsaspect (A/B/C/D) komt tot stand door te kijken naar de beoordeling op O / V / G / Z voor de verschillende deelaspecten. Zie onderstaande tabel. Om op basis van de gegeven beoordeling d.m.v. O / V / G / Z een cijfer te bepalen, kan gebruik worden gemaakt van een Excel-sheet dat is te vinden op de Sharepoint-site van het afstuderen.
Onvoldoende (aantal)
Voldoende (aantal)
Goed (aantal)
Zeer Goed (aantal)
Beoordeling (Cijfer)
3-4 2 1 1* 0 0 0 0 0 0
0-1 0-2 0–3 0 - 3* 4 2-3 1 0 0 0
0-1 0-2 0-3 0 - 3* 0 0-2 0-3 3-4 1-2 0
0-1 0-2 0-3 0 - 3* 0 0-2 0-3 0-1 2-3 4
3 4 5 6* 6 7 8 8 9 10
[*] Bij één Onvoldoende wordt het cijfer 6 gegeven als Creatief problemen oplossen (blauw) én Analyse en informatieverwerking (groen) Voldoende, Goed of Zeer Goed zijn Als de examinatoren geen overeenstemming bereiken over het deelcijfer voor een of meer beoordelingsaspecten, ook nadat zijn hiervoor een beoordelingsadvies van het CvT-lid en de mogelijk aanwezige bedrijfsbegeleider hebben gevraagd, dan worden de deelcijfers van de twee examinatoren voor die beoordelingsaspecten gemiddeld. In dit geval worden per beoordelingsaspect, behalve het gemiddelde deelcijfer, ook de deelcijfers die door elk van de twee examinatoren zijn toegekend op het proces-verbaal vastgelegd. Op het voorblad van het protocol worden de (gemiddelde) deelcijfers ingevuld en vervolgens met gebruikmaking van de wegingsfactoren het eindcijfer op één decimaal nauwkeurig vastgesteld. Op het aparte formulier Rapportage College van Toezicht dat aan het lid van het CvT is uitgereikt kan deze zijn of haar opmerkingen m.b.t. het verloop van de afstudeerzitting geven.
-54-
BIJLAGE 8
Compendium kwaliteitscriteria afstuderen ict Op deze en de volgende pagina’s zijn de kwaliteitscriteria beschreven voor de verantwoording, de uitvoering, de eindproducten, de presentatie en de discussie.
A. Kwaliteitscriteria beschrijving en verantwoording gerealiseerde aanpak Object
Criterium
Aanleiding kwestie
Inzichtelijk
Analyse kwestie
Inzichtelijk
Doelstelling/missie Helder van de opdrachtgever Doelstelling van deze opdracht
Helder Onderbouwd Afgebakend
Eindresultaten met kwaliteitscriteria
Precies Onderbouwd Meetbaar Herleidbaar
Afgebakend
(Ontwerp)methode(n)
Geëxpliciteerd Volledig Passend
Onderbouwd
(Deel)resultaten
Functioneel Precies Relevant
Inhoudelijk verankerd Hoofdvraag/Opdracht Consistente samenvatting
Indicatoren Overzicht van de gebeurtenissen die aanleiding zijn geweest voor de opdrachtgever om de opdracht te formuleren. Analyse van de kwestie door de ogen van de student. Wat is de kwestie? Voor wie is het een kwestie? Is het een probleem of een kans? Bij een probleem: Waaraan zie je dat het een probleem is? Wat zijn mogelijke oorzaken van het probleem? Wat zijn de gevolgen van het probleem? Bij een kans: Wat wil de organisatie met de kans bereiken? Hoe wil de organisatie de kans bereiken? Wat is daarvoor nodig? Wat is de doelstelling/missie van de opdrachtgever/bedrijf? Waarom pakt de opdrachtgever de kwestie op? Wat is de doelstelling van deze opdracht? Welk deel van de doelstelling van de opdrachtgever moet opgelost zijn om de opdracht geslaagd te noemen? Er wordt beredeneerd hoe de doelstelling van deze opdracht volgt uit de doelstelling van de opdrachtgever en de analyse van de kwestie. Het soort opdracht is duidelijk 4. Descriptief onderzoek: het antwoord op een descriptieve vraag met eventueel een aanbeveling hoe iets verbeterd kan worden. 5. Advies/Ontwerp: een onderbouwd en uitgewerkt advies hoe iets verbeterd kan worden en / of ontwerp voor een systeem, apparaat, software etc. Eventueel met implementatieplan. 6. Product/Proof of concept: ontwerp en realisatie van een systeem, product, software. Het gewenste eindresultaat(en) van deze opdracht is helder en specifiek beschreven. Er wordt beredeneerd hoe de resultaten volgen uit doelstelling van de opdracht en de analyse van de kwestie. De eindresultaten zijn meetbaar aan de hand van kwaliteitscriteria. De kwaliteitscriteria voor de eindresultaten zijn gebaseerd op: (onderzoek naar) wensen van de opdrachtgever; (onderzoek naar ) wensen van de gebruiker; normen en richtlijnen uit het vakgebied; normen van de wetgever. De criteria voor de eindresultaten zijn begrensd op het gebied van functionaliteit, mate van gedetailleerdheid van het resultaat, etc. (Bijvoorbeeld aan de hand van MoSCoW). Soms in de vorm van eindresultaten die zeker niet worden gerealiseerd. Student geeft aan via welke methodische stappen het eindresultaat wordt gerealiseerd en evt. getest. Beslaat de volledige keten van kwestie naar eindresultaat. Past bij de doelstelling. Past binnen de randvoorwaarden. Past bij de organisatie. Student beargumenteert waarom de gekozen methode passend is. Student verwijst hierbij naar literatuur. De (deel)resultaten zijn te behalen met de gekozen (ontwerp)methode(n). De (deel)resultaten en hun onderlinge samenhang zijn helder beschreven. (Deel)resultaten zijn dekkend: alle (deel)resultaten tezamen zijn noodzakelijk en volledig om de eindresultaten te bereiken. Er zijn niet meer (deel)resultaten gepland dan nodig is. De begrippen, modellen en methoden zijn verankerd in het theoretisch kader. Enkele consistente samenvattende zinnen die zicht geven op de kwestie, het gewenste eindresultaat, de doelstelling, de centrale begrippen en het soort vraag/opdracht.
-55-
Relevant
Precies Afgebakend op niveau van de HBO-ICT afstudeerrichting
Functioneel Consistent
Theoretisch kader
Precies
Relevant Inhoudelijk verankerd
Deelvragen
Kritisch Precies Relevant
Inhoudelijk verankerd Onderzoeksmethoden Functioneel
Geëxpliciteerd Passend
Onderbouwd Hoofdvraag/Opdracht Inhoudelijk verankerd
(Onderbouwende informatie staat in tekst eromheen. Daarop wordt beoordeeld of de hoofdvraag/opdracht daadwerkelijk relevant, precies, afgebakend, functioneel en consistent is). De kwestie was nog niet opgelost: beoogde oplossing is nieuw in deze context; beoogde oplossing is maatschappelijk/praktisch de moeite waard. Het gewenste eindresultaat is beschreven en is te beoordelen aan de hand van geformuleerde criteria. Complexiteit: minimaal 2 ict-beroepstaken op niveau 3 (in één architectuurlaag) van de HBO-ICT afstudeerrichting; Zelfstandigheid professional skills: Creatief probleem oplossen én Analyse en informatieverwerking én Planning & organisatie: Situatiegericht; de overige minimaal: Probleemgericht. Realiseren van het eindresultaat omvat minstens één relevante deelvraag die methodisch onderzocht is. De oplossing zat niet al in de opdracht. Bij eventuele geheimhouding moeten de examinatoren wel alle relevante stukken in kunnen zien. De (ontwerp)methode(n) met deelresultaten en deelvragen vormen onderbouwd de volledige keten van kwestie naar eindresultaat. Het eindresultaat past bij de kwestie. De kwestie past bij de (ontwerp)methode. De (ontwerp)methode past bij het theoretisch kader. Het theoretisch kader past bij het eindresultaat. Het eindresultaat past bij de (ontwerp)methode. Het theoretisch kader past bij de kwestie. Duidelijkheid wordt verschaft over: de centrale begrippen, modellen en methoden en hun definitie; de eventuele relatie tussen de centrale begrippen; de gehanteerde bergrippen, modellen en methoden zijn effectief en voor collega professionals inzichtelijk beschreven. Er is een afweging gemaakt over bruikbaarheid van bronnen. De gehanteerde begrippen, modellen en methoden zijn aantoonbaar gebaseerd op voldoende actuele literatuur of internetbronnen die gebaseerd zijn op verifieerbare externe bronnen (liefst wetenschappelijk). Tegengestelde opvattingen in de literatuur worden benoemd en uiteengezet. De deelvragen zijn afgeleid uit de hoofdvraag of de gehanteerde ontwerpmethode. Deelvragen zijn dekkend: het antwoord op de deelvragen geeft alle informatie voor de hoofdvraag of de gehanteerde ontwerpmethode. Er zijn geen ‘mollen’: Alle deelvragen dragen bij aan de beantwoording van de hoofdvraag of de gehanteerde ontwerpmethode. De begrippen, modellen en methoden zijn verankerd in het theoretisch kader. De onderzoeksfunctie van elke deelvraag is aangegeven: descriptief (definiëren, beschrijven, vergelijken, evalueren, verklaren); prescriptief (ontwerpen). Per deelvraag is aangegeven via welke methoden van dataverzameling en analyse het antwoord wordt gezocht. Beargumenteerd wordt waarom de gekozen onderzoeksmethode past bij de deelvraag; de randvoorwaarden; de organisatie. De onderzoeksmethode is gebaseerd op het theoretisch kader Het theoretisch kader: beschrijft en verankert de hoofdbegrippen, modellen en methoden sluit aan bij de HBO-ICT afstudeerrichting.
-56-
Communicatie met betrokkenen Communicatieve verzorging
Beschreven en verantwoord Inhoud goed gecommuniceerd
Volledig Verzorgd
Organisatorische Context
Inzichtelijk
Randvoorwaarden
Beschreven
Kwaliteitsbewaking Risico’s Planning
Beschreven Beschreven Afwijkingen zijn verantwoord Afgewogen
Ethische afweging
Reflectie op proces
Volledig Kritisch
Zelfreflectief
Er is overtuigend beschreven en verantwoord hoe de communicatie met de betrokkenen is verlopen. Objectief 1e persoon vermeden. Lezer niet direct aangesproken. Lijdende vorm gebruikt. Geen oordelen tenzij helder is wat de norm is. Precies Activiteiten specifiek beschreven. Als het kan, getallen gebruikt. Zorgvuldig Zaken van verschillende kanten bekeken. Recht gedaan aan bronnen. Helder Aangesloten bij de kennis van de lezer zodat die de tekst kan begrijpen. Beknopt De lezer niet langer lastig gevallen dan nodig. De lengte van het document dient aan te sluiten bij de scope van het project, d.w.z. geen overbodige uitweidingen, alleen voor het onderzoek relevante literatuur besprekingen, etc. Lengte scriptie, zonder bijlagen, is max. 50 pagina’s. Zakelijk Stijl van schrijven is gebruikelijk in vakbladen in de betreffende beroepspraktijk. Correct Goede spelling, grammatica, zinsopbouw.(maximaal 3 taalgebruik fouten (stijl, spelling, grammatica) op een willekeurige bladzijde). Voldoet aan inhoudsrichtlijnen in afstudeerleidraad. (zie inhoude scriptie). Voldoet aan regels voor: spelling en interpunctie, redactionele vormgeving, literatuurlijst en bronvermelding. Beschrijving van soort, omvang en structuur van de organisatie die de opdracht heeft gegeven. Beschrijving van het onderdeel waarvan de opdracht afkomstig is. Plaats van de student in de organisatie. Beschreven is hoe de organisatorische randvoorwaarden die de voortgang van de opdracht mogelijk maakten zijn verkregen en bewaakt. Beschreven is hoe de (functionele) kwaliteitscriteria zijn bewaakt. Beschreven is hoe de risico’s die zich voordeden zijn opgevangen. Afwijkingen in het uitvoeringsproces ten aanzien van de gewenste kwaliteit, tijd en beschikbare zijn verantwoord. Er is met de opdrachtgever een kritische afweging gemaakt van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten waaronder duurzaamheid. Geeft een evaluatie van de procesgang. Geeft een genuanceerd beeld van verschillen tussen beoogde en gerealiseerde procesgang. Geeft de gevolgen aan van deze verschillen voor de eindresultaten. Geeft inzicht in eigen werkwijze en het proces. Bevat een reflectie over de eigen plaats in het project. Geeft inzicht in wat de student heeft geleerd.
-57-
B. Kwaliteitscriteria uitvoering Object Realiseren (deel)resultaten
Criterium Vakkundig
Creatief
Logisch
Controleerbaar
Beantwoorden (deel)vragen
Vakkundig
Betrouwbaar
Logisch
Controleerbaar
Persoonlijk leiderschap
Initiatiefrijk
Samenwerking
Coöperatief
Communicatie
Transparant
Werken volgens plan van aanpak
Betrouwbaar
Controleerbaar
11
Indicatoren De gekozen ontwerpmethode en de eventuele realisatie is zo uitgevoerd dat deze: effectief was, dus heeft geleid tot het gewenste (deel)resultaat; efficiënt was, dus met minimaal mogelijke inspanning; toelaatbaar was, dus voldeed aan in het vakgebied gebruikelijke gedragsregels. Door exploratie en inventiviteit zijn alternatieve (deel)oplossingen bedacht. De voorgestelde oplossingen getuigen van: originaliteit, eigenheid, out of the box aanpak, ideeën kunnen genereren, gevoel voor innovatie. Tussen de oplossingen is een bewuste keuze gemaakt of is doorgezocht naar betere oplossingen. Redeneringen zijn: compleet; taal- en rekenkundig kloppend; vrij van onzakelijke argumenten en gegoochel met betekenissen. Compleet. Achteraf nog gedetailleerd te volgen. Transparant, duidelijk gecommuniceerd. De gekozen onderzoeksmethode is zo uitgevoerd dat deze: effectief was, dus heeft geleid tot beantwoording van de (deel)vraag; efficiënt was, dus met minimaal mogelijke inspanning; toelaatbaar waren, dus voldeden aan de Gedragscode praktijkgericht onderzoek voor het HBO. De uitvoering van het onderzoek is niet ongewenst beïnvloed door de toevallige: voorgeschiedenis of gesteldheid van de onderzoeker; onvolkomenheden in instrument of procedure; context waarin of het toevallige tijdstip waarop het onderzoek plaatsvond. De keten van bewijsvoering is: compleet; taal- en rekenkundig kloppend; vrij van onzakelijke argumenten en gegoochel met betekenissen. Compleet. Achteraf nog gedetailleerd te volgen. Transparant, duidelijk gecommuniceerd. Neemt initiatief om de gestelde doelen te bereiken en kiest afhankelijk van de situatie een leidinggevende rol. Is zich bewust van de verschillende stijlen, conflictmodellen en onderhandelingstactieken. Kan anderen met argumenten goed overtuigen. Durft beslissingen te nemen in onzekere situaties en neemt weloverwogen risico’s. Neemt het initiatief tot samenwerking met anderen en vraagt uit zichzelf hoe hij/zij hulp kan bieden in het team. Vraagt om inbreng van de teamleden, wisselt informatie, kennis en ideeën uit. Werkt verder met de inbreng van anderen. Creëert een omgeving die het meest gunstig is voor zichzelf en het team. Spreekt en schrijft vloeiend en correct Nederlands op hoog niveau (C1)[11]. Spreekt en schrijft indien van toepassing effectief Engels (B2)[11]. Uitgangspunt is dat efficiënt en effectief gewerkt wordt volgens planning: afwijkingen worden onderbouwd en verantwoord; afwijkingen zijn goedgekeurd door de opdrachtgever en docentbegeleider. De voortgang van het werk wordt inzichtelijk gemaakt voor de betrokkenen.
http://taalunieversum.org/onderwijs/gemeenschappelijk_europees_referentiekader/3/3/
-58-
C. Kwaliteitscriteria opgeleverde eindproducten Product Beroepsproducten (kunnen ook diensten zijn)
Criterium Adequaat
Valide Creatief
Aanbevelingen
Adequaat
(in aanvulling op de afgesproken producten of diensten en indien van toepassing)
Verankerd Haalbaar
Creatief
Ethisch afgewogen
Indicatoren Voldoen aan de in het plan van aanpak afgesproken criteria (rekening houdend met hierover formeel afgesproken wijzigingen). Voor zover in plan van aanpak geen criteria zijn afgesproken gelden de volgende criteria: leveren daadwerkelijk een oplossing binnen het doel van de opdracht; voldoen aan normen en richtlijnen uit het vakgebied.; voldoev aan normen van de wetgever; zijn duurzaam. Geaccepteerd door de opdrachtgever. Acceptabel voor betrokkenen. De voorgestelde oplossingen getuigen van: originaliteit, eigenheid, out of the box aanpak, onafhankelijk denken, ideeën kunnen genereren, gevoel voor innovatie. Leveren een daadwerkelijke bijdrage aan de doelstellig van de opdrachtgever. Voldoen aan normen en richtlijnen uit het vakgebied. Voldoen aan normen van de wetgever. Zijn gebaseerd op de verzamelde gegevens, bevindingen en conclusies. De voorgestelde aanbevelingen zijn te realiseren gegeven de: omgeving waarin ze moeten functioneren; de mensen die ze moeten uitvoeren; beschikbare tijd, budget etc. De voorgestelde aanbevelingen getuigen van: originaliteit, eigenheid, out of the box aanpak, onafhankelijk denken, ideeën kunnen genereren, gevoel voor innovatie. Verouderen niet te snel. Zijn weinig belastend voor natuur en milieu.
Kennis
Grondig beschreven Overdraagbaar
Antwoorden op onderzoeksvragen uit het plan van aanpak zijn voor vakgenoten voldoende onderbouwd. Antwoorden op onderzoeksvragen uit het plan van aanpak zijn voor vakgenoten helder beschreven. Hierbij gebruikte begrippen, modellen, methoden en oplossingen zijn gebaseerd op voor vakgenoten verifieerbare bronnen.
Impact
Gewenste impact
Presentatie
Adequaat
Oplevering eindproducten, scriptie
Op tijd Binnen budget
Goed
Betrokkenen zijn overtuigd van de bruikbaarheid van de resultaten. Betrokkenen gebruiken de resultaten. Doelmatige inzet van audiovisuele hulpmiddelen. Leesbaarheid, verstaanbaarheid, taalgebruik en vormgeving vormen geen belemmering voor de communicatie en presentatie. De presentatie is verantwoord afgestemd op het aanwezige publiek. Volgens de planning en de afspraken. 30EC = 840 uur van student. Overige inzet van uren. Middelen. De eindresultaten voldoen aantoonbaar aan de kwaliteitscriteria in het plan van aanpak en zijn in lijn met de gemaakte ethische afwegingen en keuzes.
-59-
D. Kwaliteitscriteria presentatie en discussie Object
Criterium
Beantwoording Hoofdvraag/Opdracht
Geëxpliciteerd
Gemaakte keuzes
Geëxpliciteerd Onderbouwd
Logisch
Analyse informatie
Helder
Bevindingen en conclusies
Volledig Verankerd Valide
Presentatie
Adequaat
Discussie/verdediging Interactief onderbouwd
Reflectie op proces
Volledig Kritisch
Zelfreflectief
Indicatoren Geeft aan in hoeverre de keten van deelopdrachten en deelvragen aantoonbaar antwoord geeft op de hoofdvraag en/of voldoet aan de opdracht. Indien niet volledig beantwoord of voldaan dan is dit helder en worden de gemaakte keuzes verantwoord. De belangrijkste keuzes die in het ontwerpproces zijn gemaakt worden expliciet gepresenteerd. De keuzes die in het ontwerpproces zijn gemaakt worden onderbouwd met gegevens die vanuit het theoretisch kader of onderzoek naar deelvragen zijn verzameld. De redeneringen leiden logisch van het gewenste eindresultaat via ontwerp en eventueel realisatie naar gemaakte keuzes.
Ordening van hoofd- en bijzaken. Overzichtelijk en eenduidig. Kernachtig. Geven een antwoord op deelvragen. Gebaseerd op geaccepteerde begrippen, modellen en methodes. Zijn gebaseerd op de verzamelde gegevens.
Doelmatige inzet van audiovisuele hulpmiddelen. Leesbaarheid, verstaanbaarheid, taalgebruik en vormgeving vormen geen belemmering voor de communicatie en de presentatie. De presentatie is verantwoord afgestemd op het aanwezige publiek. Presentatie heeft een toegevoegde waarde in relatie tot de scriptie. Vragen over het proces en de resultaten worden mondeling voorzien van een duidelijk en beredeneerd antwoord en eventuele onduidelijkheid wordt verhelderd. Toont daarbij een lerende houding: maakt in discussie optimaal gebruik van opgedane kennis, vaardigheden en houding en speelt in op vragen. Geeft met heldere grenzen aan waar inzicht, kennis en attitude eventueel verbeterd en/of uitgebreid kunnen worden. Geeft een evaluatie van de procesgang. Geeft een genuanceerd beeld van verschillen tussen beoogde en gerealiseerde procesgang. Geeft de gevolgen aan van deze verschillen voor de eindresultaten. Geeft inzicht in eigen werkwijze en het proces. Bevat een reflectie over de eigen plaats in het project. Geeft inzicht in wat de student heeft geleerd.
-60-
BIJLAGE 9
Kalender afstuderen studiejaar 2015 – 2016 Afstudeerperiode 1:
mei 2015 - november 2015
Zie ook de Afstudeersite. Actie
Tijdstip
Wie
Resultaat (formulier/eisen)
Inschrijven in Osiris voor de cursus afstuderen Bootcamp scriptie schrijven Inleveren scripties bij de afstudeeradministratie en plaatsen PDF op HBO Kennisbank en inleverbox voor plagiaaatcontrole. Inleveren bedrijfsbeoordeling (papier en email). Rooster afstudeerzittingen maken
September 2015
Student
Voltooide inschrijving
16 september 2015 Uiterste inleverdatum 13 oktober 2015 om 12.00u
Student, docenten Student
Oktober 2015
Afstudeerzitting
3 t/m 6 november 2015
Diploma-uitreiking
Afhalen na bericht examencommissie of bij diplomauitreiking op 19 februari 2016
Afstudeercoördinator en afstudeeradministratie Student, eerste en tweede examinator, bedrijfsbegeleider en lid van het CvT Examencommissie, student
-61-
Scriptie met bijlagen in drievoud, CDROM/DVD/USB en bewijs van upload in bezit van afstudeeradministratie. Scriptie in inleverbox. Beoordeling bedrijf in bezit van afstudeeradministratie en examinatoren. Definitief rooster
Presentatie Discussie Beoordeling Diploma met cijferlijst
Afstudeerperiode 2:
augustus 2015 - januari 2016
Zie ook de Afstudeersite. Actie
Tijdstip
Wie
Resultaat (formulier/eisen)
Indienen voorstel voor een afstudeeropdracht via CRM
April – juni 2015. Uiterlijk 26 juni 2015 moet de aanvraag zijn goedgekeurd Juli 2015
Student
De reactie van de afstudeercommissie op het voorstel
Afstudeercommissie en afstudeercoördinator
Juli 2015 augustus 2015 Week van 24 [12] augustus 2015 31 augustus 2015 September 2015
Student
Toegewezen eerste examinator en docentbegeleider / tweede examinator E-mail en leidraad naar afstudeerbedrijf Gemaakte afspraak
Week van 21 [12] september 2015 September 2015 Oktober 2015
Student, docenten
Inleveren contract afstudeeropdracht
Uiterste inleverdatum 16 oktober 2015
Student
Leerteam scriptie
Week van 26 [12] oktober 2015 Uiterste inleverdatum 16 december 2015
Student, docenten
December 2015
Afstudeercoördinator en afstudeeradministratie Student, eerste en tweede examinator, bedrijfsbegeleider en lid van het CvT Examencommissie, afstudeercoördinator, docent, student
Toewijzing eerste examinator, docentbegeleider (tweede examinator) en informeren afstudeerbedrijf Afspraak maken met de docentbegeleider Leerteam start Start afstuderen Inschrijven in Osiris voor de cursus Afstuderen Leerteam PvA Uitwerken plan van aanpak Tekenen contract afstudeeropdracht
Inleveren scripties bij de afstudeeradministratie en plaatsen PDF op HBO Kennisbank en inleverbox voor plagiaaatcontrole. Inleveren bedrijfsbeoordeling (papier en email). Rooster afstudeerzittingen maken Afstudeerzitting
12 t/m 22 januari 2016
Diploma-uitreiking
Afhalen na bericht examencommissie of bij diplomauitreiking op 19 februari 2016
12
Student, docenten Student Student
Student Student, docentbegeleider, bedrijfsbegeleider
Student
Datum nog nader bekend te maken.
-62-
Voltooide inschrijving
Concept plan van aanpak Goedgekeurd PvA, getekend contract afstudeeropdracht. PvA naar docentbegeleider en bedrijfsbegeleider 1 x inleveren bij afstudeeradministratie, 1x naar bedrijfsbegeleider, 1x naar docentbegeleider en 1x voor jezelf.
Scriptie met bijlagen in drievoud, CDROM/DVD en bewijs van upload in bezit van de afstudeeradministratie. Scriptie in inleverbox. Beoordeling bedrijf in bezit van afstudeeradministratie en examinatoren. Definitief rooster
Presentatie Discussie Beoordeling Diploma met cijferlijst
Afstudeerperiode 3:
november 2015 - april 2016
Zie ook de Afstudeersite. Actie
Tijdstip
Wie
Resultaat (formulier/eisen)
Indienen studieplan bij studieadviseur Afstudeeropdracht verwerven Indienen voorstel voor een afstudeeropdracht via CRM
September – oktober 2015 September – oktober 2015 September - oktober 2015. Uiterlijk 16 oktober 2015 moet de aanvraag zijn goedgekeurd November 2015
Student
Ingediend studieplan
November 2015
Student
Maandag 9 november 2015 10 november 2015 November 2015
Student, docenten
Week van 23 [13] november 2015 November – december 2015 December 2015
Student, docenten
Inleveren contract afstudeeropdracht
Uiterste inleverdatum 15 december 2015
Student
Leerteam scriptie
Week van 25 januari [13] 2016 Uiterste inleverdatum 15 maart 2016
Student, docenten
Maart 2015
Afstudeercoördinator en afstudeeradministratie Student, eerste en tweede examinator, bedrijfsbegeleider en lid van het CvT Examencommissie, afstudeercoördinator, docent, student
Toewijzing eerste examinator, docentbegeleider (tweede examinator) en informeren afstudeerbedrijf Afspraak maken met de docentbegeleider Leerteam start Start afstuderen Inschrijven in Osiris voor de cursus Afstuderen Leerteam PvA Uitwerken plan van aanpak Tekenen contract afstudeeropdracht
Inleveren scripties bij de afstudeeradministratie en plaatsen PDF op HBO Kennisbank en inleverbox voor plagiaaatcontrole. Inleveren bedrijfsbeoordeling (papier en email). Rooster afstudeerzittingen maken Afstudeerzitting
Diploma-uitreiking
13
29 t/m 31 maart 2016
Afhalen na bericht examencommissie of bij diplomauitreiking op 30 september 2016
Student Student
De reactie van de afstudeercommissie op het voorstel
Afstudeercommissie en afstudeercoördinator
Toegewezen eerste examinator en docentbegeleider / tweede examinator E-mail en leidraad naar afstudeerbedrijf Gemaakte afspraak
Student Student
Voltooide inschrijving
Student
Concept plan van aanpak
Student, docentbegeleider, bedrijfsbegeleider
Goedgekeurd PvA, getekend contract afstudeeropdracht. PvA naar docentbegeleider en bedrijfsbegeleider 1 x inleveren bij afstudeeradministratie, 1x naar bedrijfsbegeleider, 1x naar docentbegeleider en 1x voor jezelf.
Student
Datum nog nader bekend te maken.
-63-
Scriptie met bijlagen in drievoud, CDROM/DVD en bewijs van upload in bezit van de afstudeeradministratie. Scriptie in inleverbox. Beoordeling bedrijf in bezit van afstudeeradministratie en examinatoren. Definitief rooster Presentatie Discussie Beoordeling Diploma met cijferlijst
Afstudeerperiode 4:
februari 2016 - juni 2016
Zie ook de Afstudeersite. Actie
Tijdstip
Wie
Resultaat (formulier/eisen)
Indienen studieplan bij studieadviseur Afstudeeropdracht verwerven Indienen voorstel voor een afstudeeropdracht via CRM
November december 2015 November – december 2015 November 2015 januari 2016. Uiterlijk 15 januari 2016 moet de aanvraag zijn goedgekeurd Januari 2016
Student
Ingediend studieplan
Januari 2016
Student
Week van 18 januari [14] 2016 1 februari 2016 Februari 2016
Student, docenten
Week van 15 [14] februari 2016 Februari – maart 2016 Maart 2016
Student, docenten
Inleveren contract afstudeeropdracht
Uiterste inleverdatum 18 maart 2016
Student
Leerteam scriptie
Week van 4 april [14] 2016 Uiterste inleverdatum 31 mei 2016
Student, docenten
Mei 2016
Afstudeercoördinator en afstudeeradministratie Student, eerste en tweede examinator, bedrijfsbegeleider en lid van het CvT Examencommissie, afstudeercoördinator, docent, student
Toewijzing eerste examinator, docentbegeleider (tweede examinator) en informeren afstudeerbedrijf Afspraak maken met de docentbegeleider Leerteam start Start afstuderen Inschrijven in Osiris voor de cursus Afstuderen Leerteam PvA Uitwerken plan van aanpak Tekenen contract afstudeeropdracht
Inleveren scripties bij de afstudeeradministratie en plaatsen PDF op HBO Kennisbank en inleverbox voor plagiaaatcontrole. Inleveren bedrijfsbeoordeling (papier en email). Rooster afstudeerzittingen maken Afstudeerzitting
Diploma-uitreiking
14
7 t/m 17 juni 2016
Afhalen na bericht examencommissie of bij diplomauitreiking op 30 september 2016
Student Student
De reactie van de afstudeercommissie op het voorstel
Afstudeercommissie en afstudeercoördinator
Toegewezen eerste examinator en docentbegeleider / tweede examinator E-mail en leidraad naar afstudeerbedrijf Gemaakte afspraak
Student Student
Voltooide inschrijving
Student
Concept plan van aanpak
Student, docentbegeleider, bedrijfsbegeleider
Goedgekeurd PvA, getekend contract afstudeeropdracht. PvA naar docentbegeleider en bedrijfsbegeleider 1 x inleveren bij afstudeeradministratie, 1x naar bedrijfsbegeleider, 1x naar docentbegeleider en 1x voor jezelf.
Student
Datum nog nader bekend te maken.
-64-
Scriptie met bijlagen in drievoud, CDROM/DVD en bewijs van upload in bezit van de afstudeeradministratie. Scriptie in inleverbox. Beoordeling bedrijf in bezit van afstudeeradministratie en examinatoren. Definitief rooster Presentatie Discussie Beoordeling Diploma met cijferlijst
Afstudeerperiode 5:
maart 2016 - augustus 2016
Zie ook de Afstudeersite. Actie
Tijdstip
Wie
Resultaat (formulier/eisen)
Indienen studieplan bij studieadviseur Afstudeeropdracht verwerven Indienen voorstel voor een afstudeeropdracht via CRM
December 2015
Student
Ingediend studieplan
December 2015 – januari 2016 December 2015 februari 2016. Uiterlijk 19 februari 2016 moet de aanvraag zijn goedgekeurd Februari 2016
Student
Februari 2016
Student
Week van 22 [15] februari 2016 7 maart 2016 Maart 2016
Student, docenten
Week van 11 april [15] 2016 April – mei 2016
Student, docenten Student
Concept plan van aanpak
Mei 2016
Student, docentbegeleider, bedrijfsbegeleider
Inleveren contract afstudeeropdracht
Uiterste inleverdatum 13 mei 2016
Student
Goedgekeurd PvA, getekend contract afstudeeropdracht. PvA naar docentbegeleider en bedrijfsbegeleider 1 x inleveren bij afstudeeradministratie, 1x naar bedrijfsbegeleider, 1x naar docentbegeleider en 1x voor jezelf.
Leerteam scriptie
Week van 9 mei [15] 2016 Uiterste inleverdatum 5 juli 2016
Student, docenten
Juni – juli 2016
Afstudeercoördinator en afstudeeradministratie Student, eerste en tweede examinator, bedrijfsbegeleider en lid van het CvT Examencommissie, afstudeercoördinator, docent, student
Toewijzing eerste examinator, docentbegeleider (tweede examinator) en informeren afstudeerbedrijf Afspraak maken met de docentbegeleider Leerteam start Start afstuderen Inschrijven in Osiris voor de cursus Afstuderen Leerteam PvA Uitwerken plan van aanpak Tekenen contract afstudeeropdracht
Inleveren scripties bij de afstudeeradministratie en plaatsen PDF op HBO Kennisbank en inleverbox voor plagiaaatcontrole. Inleveren bedrijfsbeoordeling (papier en email). Rooster afstudeerzittingen maken Afstudeerzitting
Diploma-uitreiking
15
23 t/m 26 augustus 2016
Afhalen na bericht examencommissie of bij diplomauitreiking op 30 september 2016
Student
De reactie van de afstudeercommissie op het voorstel
Afstudeercommissie en afstudeercoördinator
Toegewezen eerste examinator en docentbegeleider / tweede examinator E-mail en leidraad naar afstudeerbedrijf Gemaakte afspraak
Student Student
Student
Datum nog nader bekend te maken.
-65-
Voltooide inschrijving
Scriptie met bijlagen in drievoud, CDROM/DVD en bewijs van upload in bezit van de afstudeeradministratie. Scriptie in inleverbox. Beoordeling bedrijf in bezit van afstudeeradministratie en examinatoren. Definitief rooster Presentatie Discussie Beoordeling Diploma met cijferlijst
Afstudeerperiode 1 (cursusjaar 2016-2017): mei 2016 - november 2016 (onder voorbehoud: voor deze periode zijn nog geen exacte data vastgesteld)
Zie ook de Afstudeersite. Actie
Tijdstip
Wie
Resultaat (formulier/eisen)
Indienen studieplan bij studieadviseur Afstudeeropdracht verwerven Indienen voorstel voor een afstudeeropdracht via CRM
Maart 2016
Student
Ingediend studieplan
Maart 2016 – mei 2016 Maart 2016 - meii 2016. Uiterlijk 13 mei 2016 moet de aanvraag zijn goedgekeurd Mei 2016
Student
Meii 2016
Student
Week van 16 mei [16] 2016 30 mei 2016 September 2016
Student, docenten
Week van 27 juni [16] 2016 Juni – augustus 2016 Augustus 2016
Student, docenten
Inleveren contract afstudeeropdracht
Uiterste inleverdatum half augustus 2016
Student
Leerteam scriptie
Week van 5 [16] september 2016 Uiterste inleverdatum half oktober 2016
Student, docenten
Oktober 2016
Afstudeercoördinator en afstudeeradministratie Student, eerste en tweede examinator, bedrijfsbegeleider en lid van het CvT Examencommissie, afstudeercoördinator, docent, student
Toewijzing eerste examinator, docentbegeleider (tweede examinator) en informeren afstudeerbedrijf Afspraak maken met de docentbegeleider Leerteam start Start afstuderen Inschrijven in Osiris voor de cursus Afstuderen Leerteam PvA Uitwerken plan van aanpak Tekenen contract afstudeeropdracht
Inleveren scripties bij de afstudeeradministratie en plaatsen PDF op HBO Kennisbank en inleverbox voor plagiaaatcontrole. Inleveren bedrijfsbeoordeling (papier en email). Rooster afstudeerzittingen maken Afstudeerzitting
Diploma-uitreiking
16
November 2016
Afhalen na bericht examencommissie of bij diplomauitreiking in februari 2017
Student
De reactie van de afstudeercommissie op het voorstel
Afstudeercommissie en afstudeercoördinator
Toegewezen eerste examinator en docentbegeleider / tweede examinator E-mail en leidraad naar afstudeerbedrijf Gemaakte afspraak
Student Student
Voltooide inschrijving
Student
Concept plan van aanpak
Student, docentbegeleider, bedrijfsbegeleider
Goedgekeurd PvA, getekend contract afstudeeropdracht. PvA naar docentbegeleider en bedrijfsbegeleider 1 x inleveren bij afstudeeradministratie, 1x naar bedrijfsbegeleider, 1x naar docentbegeleider en 1x voor jezelf.
Student
Datum nog nader bekend te maken.
-66-
Scriptie met bijlagen in drievoud, CDROM/DVD en bewijs van upload in bezit van de afstudeeradministratie. Scriptie in inleverbox. Beoordeling bedrijf in bezit van afstudeeradministratie en examinatoren. Definitief rooster Presentatie Discussie Beoordeling Diploma met cijferlijst