OVERZICHT De Ronde 01-10-2013 Aanvang: 18:00 Tijd
B&W-kamer 1.25
18:00 Fractievoorzittersoverleg
vrz: Van Wijngaarden gr: Van der Vlies secr: Pen
19:00 Tijd
Raadzaal 1.02
19:00 Stand van Zaken grondexploitaties vrz: Barske pfh: Buijtelaar secr: Van Kan
Molendijkzaal 0.01
Meet & Discover, Stadsring 2
Beweging in het sociaal domein: toegang, sturing en bekostiging pfh: Lubbinge secr: Bongers
Beleidsevaluatie Economie (deel I) vrz: Land pfh: Van den Berg/Van der Werff secr: Pen
20:00 20:30 21:00 Presentatie begroting vrz: Kennedy-Doornbos pfh: Buijtelaar secr: Pen 22:00
1
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 1 oktober 2013 19:00
Stand van Zaken grondexploitaties Informatie Presentatie begroting Informatie
Stand van Zaken grondexploitaties Informatie Inhoud Agendapunt Stand van zaken Grondexploitaties (pdf) Presentatie 1 oktober 2013 - Zomerraportage grondexploitaties en strategisch vastgoed (pdf) Motie M-2.3 Vaste grond onder de voeten (25 juni 2013) (pdf) Besluitenlijst Stand van zaken grondexploitaties (pdf) Audioverslag
-
Presentatie begroting Informatie Inhoud Agendapunt Presentatie begroting 2014-2017 (pdf) *Raadsvoorstel Gemeentebegroting 2014-2017 (pdf) Bijlage - *Begroting 2014-2017 (pdf) Bijlage - Behandeling Begroting 2014-2017 (pdf) *Presentatie Begroting 2014-2017 (pdf) Bijlage - Planning / stukken begrotingsproces op de website Bijlage - *Beantwoording Feitelijke vragen Begroting 2014-2017 (pdf) Besluitenlijst Presentatie begroting 2014-2017 (pdf) Audioverslag
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject
Stand van zaken Grondexploitaties 1 oktober 2013 Ambtelijk contact College van B&W
Reg.nr.
4492767
Van Kooten (033-469 4547)
Buijtelaar Op 25 juni heeft de raad via de motie “Vaste grond onder de voeten” (D66, VVD, GL, SP) besloten dat hij voorafgaand aan de begrotingsbehandeling geïnformeerd wil worden over alle ontwikkelingen in de grondexploitaties. In een presentatie wordt een toelichting gegeven op de ontwikkelingen in de grondexploitaties. De grondexploitaties worden ook beschreven in de Zomerrapportage (halfjaarrapportage) die binnenkort beschikbaar komt. Soort document Informatie n.v.t. Motie M-2.3 “Vaste grond onder de voeten” , d.d. 25 juni 2013 - Kennis te nemen van de informatie - Vragen te stellen en in gesprek te gaan over het onderwerp Grondexploitatiecijfers vormen onderdeel van de nog te verschijnen zomerrapportage.
Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten
Achterliggende documenten
Besluitenlijst *Presentatie 1-10-2013: Zomerraportage grondexploitaties en strategisch vastgoed Motie M-2.3”Vaste grond onder de voeten” d.d. 25 juni 2013
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
*toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie
#4492767 v2 - AGENDAPUNT DR 1-10-2013 STAND VAN ZAKEN GRONDEXPLOITATIES
Zomerrapportage Grondexploitaties en strategisch vastgoed Oktober 2013
Motie: vaste grond onder de voeten •Halverwege het jaar aangenomen •Voorafgaand aan de begrotingsbehandeling: Informatie over de grondexploitaties
Raad: Gemeentebegroting 2014-2017
Besluitvorming 1e kw.
4e kw.
Beleid verantwoor ding continu
Zomerrapportage 2013/grote projectenrapportage /tussentijdse herziening
Lente- en 2e kw. herfstrapportage 3e kw.
Projectbesluiten, bestemmingsplannen etc.
Jaarrapportage 2013/ Herziening grondexploitaties
Grondexploitaties - Vastgoed • Vastgestelde gemeentelijke grondexploitaties › Woningbouw (inclusief Amersfoort Vernieuwt) › bedrijventerreinen • Strategisch vastgoed • Publieke Private grondexploitaties
Situatie op de woningmarkt Amersfoort
• Informatie NVM
Situatie op de woningmarkt
• Informatie Vereniging Eigen Huis
Woningbouwprogramma gemeentelijke exploitaties Kop Gildekwartier Eemplein Zevenhuizerstraat Noorderwierweg Bloeidaal Lichtenberg totaal Amersfoort Vernieuwt
aantallen 87 42 7 18 23 140
opbrengst 2,5 1,6 1,2 0,4 5,4 31,9
317
43
1.147
planning 2015 2015 2013-2014 2014 2013-2018 2015-2019
Parameters woningbouw
Opbrengstdaling woningbouw: t/m 2015 -1% daarna 0% Rente: 4,5%
Effecten: - extra daling prijzen met 1%: gevolg ca. 0,5 miljoen - 1 jaar vertraging in verkopen: gevolg ca. 2 miljoen
Indicatie verloop grondexploitatie Lichtenberg
totale kosten incl. kostenstijging totale opbrengst incl. opbrengststijging Rente Saldo netto contante waarde Bedragen * € 1.000.0000
Vastgestelde Voorlopige grondexploitatie herziening 2012 september 2013 29,1 29,8 33,9 31,2 -3,7 -3,7 0,8 -1,7
Situatie op de bedrijvenmarkt (landelijk)
• Informatie NVM / DTZ
Situatie op de bedrijvenmarkt (Amersfoort)
Programma bedrijventerreinen gemeentelijke exploitaties
Middelhoefse weg Bloeidaal Wieken Zuid Wieken Noord Vathorst
m2's 10.000 12.529 72.667 26.763 189.594
opbrengst 2,1 1,7 18 6,2 48,7
totaal
311.553
77
planning 2014-2016 2014-2019 2013-2023 2021-2026 2013-2023
Parameters bedrijventerreinen Opbrengststijging/-daling Wieken t/m 2015 0% daarna 1% Vathorst t/m 2015 -1% daarna 0% (was 0%) Rente: 4,5% Effecten: - extra daling prijzen met 1%: gevolg ca. 1 miljoen - 1 jaar vertraging in verkopen: gevolg ca. 3,5 miljoen
Indicatie verloop grondexploitatie Resultaat (ncw X € 1 mln)
saldo jaarrekening 2012/Begroting basis 2014 scenario
scenario, 1 jaar extra vertraging
Bestaand stedelijk Gebied Lichtenberg
-14,7 0
-14,8 -1,7
-15,5 -2,8
Vathorst Bedrijven Wieken - Bloeidaal
-1,7 -11,9
-2 -13,4
-3,8 -14,6
0
0
0
-28,3
-31,9 -3,60
-36,7 -8,4
Amersfoort Vernieuwt saldo verschil tov jaarrekening 2012 Bedragen * € 1.000.0000
(Strategisch) Vastgoed
Publiek Private Samenwerkingen • Ontwikkelingsbedrijf Vathorst • VOF Podium • CSG Eemkwartier BV
Publiek Private Samenwerkingen • Ontwikkelingsbedrijf Vathorst Toelichting: 8 oktober
Publiek Private Samenwerkingen • VOF Podium › geïnformeerd via RIB’s • Laatste vastgestelde grondexploitatie = 2010 • Lopende rechtszaak: de afname verplichting van de gronden van het OBV • Maximaal risico voor de VOF ca. € 30 miljoen
Publiek Private Samenwerkingen • CSG Eemkwartier • BV is opgeheven, gemeente voert resterende taken uit • Trapezium: nog 4 miljoen opbrengst geraamd, rente afgedekt tot 2020
Reserveringen in de begroting •Begroting: • vanaf 2014 structureel € 1 miljoen t.b.v. tekorten grondexploitaties • vanaf 2015 structurele bezuiniging € 1 miljoen op vastgoed
•Voorstel extra reserveren in de begroting: vanaf 2014 € 1 miljoen en t/m 2017 met € 0,5 miljoen ophogen.
Vragen ?
Besluitenlijst De Ronde datum:
1 oktober 2013
vergaderruimte: Raadzaal (1.02) Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.00 uur 4
Reg.nr. 4502274 Stand van zaken Grondexploitaties Soort verslag College van B&W Besluitenlijst Soort activiteit Informatie Presentatie Op 25 juni heeft de raad via de motie “Vaste grond onder de voeten” (D66, VVD, GL, SP) besloten dat hij voorafgaand aan de begrotingsbehandeling geïnformeerd wil worden over alle ontwikkelingen in de grondexploitaties. In een presentatie wordt een toelichting gegeven op de ontwikkelingen in de grondexploitaties. De grondexploitaties worden ook beschreven in de Zomerrapportage (halfjaarrapportage) die binnenkort beschikbaar komt. Portefeuillehouder Buijtelaar Barske Opsteller Van Kan Van Kooten Portefeuillehouder Buijtelaar Dijksterhuis (CU), Hinloopen (PvdA), Ambtenaren Nederkoorn (D66), Paffen-Zeenni (CDA), Van Kooten Prins (GL), Schoenmaker (SP), Smit (Groep Van Vliet), Vogels (VVD), Van Wegen (BPA) De portefeuillehouder heeft in een presentatie een toelichting gegeven op de ontwikkelingen in de grondexploitaties. Tijdens en na de presentatie hebben de woordvoerders vragen gesteld.
Woordvoerders zijn tevreden met de gegeven informatie en zien dit graag jaarlijks terugkomen (zoals opgedragen in motie M-2.3), met de kanttekening dat dit inderdaad ruim voorafgaand aan de begrotingsbehandeling gebeurt. Advies aan presidium: Voldoende besproken Toezeggingen / Afspraken
Portefeuillehouder zegt: - gedetailleerde informatie (afgezet per jaar) over grondexploitatie Lichtenberg toe; - toe de raad jaarlijks, minimaal een week voor de presentatie van de begroting, te informeren over de stand van zaken grondexploitaties.
Aantekeningen voor verslag
#4502274 v1 - BESLUITENLIJST DR 1-10-2013 STAND VAN ZAKEN GRONDEXPLOITATIES
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Doel activiteit Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject
Reg.nr. 4492889 Presentatie begroting 2014-2017 1 oktober 2013 Ambtelijk contact College van B&W Ormel (033-469 4234) Buijtelaar Op 1 oktober wordt de begroting 2014-2017 en het daarbij behorende raadsvoorstel door het college openbaar gemaakt. In De Ronde van 1 oktober geeft de portefeuillehouder een toelichting op de begroting om raadsleden op hoofdlijnen te informeren. Raadsleden kunnen hierbij verduidelijkende vragen stellen. Op een later moment is er ruimte voor feitelijke vragen. Feitelijke vragen over de begroting s.v.p. zo spoedig mogelijk inleveren, doch uiterlijk vrijdag 11 oktober 9.00 uur bij de griffie. Antwoorden van het college volgen uiterlijk vrijdag 18 oktober om 16.00 uur. Soort activiteit Informatie Presentatie De raad stelt in november de begroting vast. De presentatie van de begroting maakt onderdeel uit van de voorbereiding hierop.
-
-
Kennis te nemen van de informatie. Vragen te stellen. Op 15 oktober vindt het gesprek met de stad plaats: Parallelle rondetafelgesprekken van 19:00 – 22:00 uur in De Ronde. Begrotingsprogramma’s worden verdeeld over tijdsblokken en vergaderzalen. Per programma vindt een gesprek plaats tussen woordvoerders, portefeuillehouders en inwoners/organisaties uit de stad. Op 5 november is de begrotingsdag: ’s middags behandeling in Het Besluit (statements, debat, moties, amendementen). Op 12 november vindt besluitvorming over de begroting en moties en amendementen plaats.
Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten
Achterliggende documenten
Besluitenlijst Raadsvoorstel (volgt) Begroting 2014-2017 (volgt) Presentatie De Ronde (volgt) Behandeling begroting 2014-2017 Planning / stukken begrotingsproces op de website
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
#4492889 v1 - AGENDAPUNT DR 1-10-2013 PRESENTATIE BEGROTING 2014-2017
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: 01-10-2013 : 01-10-2013 : 05-11-2013 :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4491234 : 17 september 2013 : HB-7
15-10-2013 12-11-2013
TITEL Gemeentebegroting 2014-2017
BESLISPUNTEN 1. de gemeentebegroting 2014-2017, met daarin opgenomen de subsidieplafonds voor 2014, vast te stellen; 2. de voor taakmutaties via de algemene uitkering te ontvangen bedragen toe te voegen aan de betreffende budgetten.
AANLEIDING Voor u ligt de meerjarenbegroting 2014-2017. Een begroting met een bijzonder karakter. Het jaar 2014 is immers het laatste begrotingsjaar van ons College. In maart 2014 zijn er gemeenteraadsverkiezingen en is het aan de burger van onze gemeente om een nieuwe Raad te kiezen. In de loop van het jaar zal dan ook een nieuw College aantreden. Dat betekent dat wij wel een aantal noodzakelijke keuzes voor de komende meerjaren periode hebben gemaakt, maar ook dat wij voor de langere termijn de invulling van een aantal richtinggevende keuzes over willen laten aan het nieuwe College dat volgend jaar aan zal treden. Aangezien wij ons wel laten voorstaan op een prudent en solide financieel begrotingsbeleid, ligt een begroting voor, waarvan de jaarschijf 2014 structureel sluitend is en de jaarschijf 2015 een licht tekort vertoont. Daarmee presenteren we in ieder geval voor 2014 een begroting waarin we concrete oplossingen bieden voor de financiële opgave waar we voor staan. Bovendien voldoen we daarmee aan de regelgeving terzake. Voor de jaren na 2015 resteert nog een taakstelling, welke wij aan het nieuwe College en de nieuwe Raad over laten om in te vullen. Die keuzes hebben wij (omdat wij niet over ons graf heen willen regeren) niet willen maken. Wel hebben wij er voor gezorgd dat het nieuwe bestuur van deze stad ruim voldoende tijd heeft om die keuzes te maken. De Kadernota als vertrekpunt voor de meerjarenbegroting 2014 - 2017 Op 11 juni 2013 heeft de gemeenteraad de Kadernota voor 2014 tot en met 2017 vastgesteld. Het accent ligt deze collegeperiode op het uitvoeren van de voorgenomen activiteiten en het behalen van concrete resultaten. Dat doen we samen met de stad en de regio. Een sterke regio is goed voor alle Amersfoorters. Daarnaast leggen wij de nadruk op de ontwikkelingen in het sociale domein. Er komen de komende jaren nieuwe en forse taken op de gemeente af op het gebied van jeugd, zorg en arbeid. Daar is ook veel geld mee gemoeid, maar ten opzichte van de huidige uitgaven aan deze domeinen, past het Rijk een forse efficiencykorting toe op de middelen die naar de gemeenten gaan. Daarom is het goed om zaken tijdig in beweging te zetten. We willen de voorzieningen zo dicht mogelijk bij de burgers realiseren en de burger betrekken bij de zorg voor hun buurt en voor elkaar. Daarom realiseren we op korte termijn een aantal STIPs, Steun- en InformatiePunten in de wijk, waar mensen terecht kunnen met vragen e.d. Inlichtingen bij :
drs.H.S. Westra, CM/CF, (033) 469 47 58
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4491234 pagina 2
Budgettaire nullijn en de consequenties voor de organisatie In de Kadernota heeft uw Raad besloten om de budgetten in de begroting 2014 niet te corrigeren voor loonen prijsstijgingen. Een uitzondering daarop hebt u gemaakt voor de cultuurbudgetten. Wij hebben daarbij aangegeven dat wij voor 2014 de cultuurbudgetten zullen compenseren vanuit het knelpuntenbudget. De gesubsidieerde instellingen hebben we geïnformeerd over de consequenties voor de te ontvangen subsidie voor 2014. Met onze contractpartners zijn we in gesprek over de toepassing van de nullijn. De eigen organisatie heeft, afgezien van de budgettaire nullijn, een extra taakstelling van € 1,5 miljoen, omdat wij ervan uitgaan dat ondanks het feit dat de salarissen niet worden verhoogd, er toch sprake zal zijn van een kostenstijging vanwege de stijging van de sociale premies. Wij vangen dit op door een aantal concrete besparingen door te voeren, die wij in deze begroting ook al concreet hebben toegewezen. Voor een bedrag van € 0,3 miljoen vinden we dekking in de vorm van de reductie van managementfuncties. Daarnaast zijn wij gestart om een 11-tal gemeentebrede processen te analyseren. Wij hebben een besparing van € 1,2 miljoen toegewezen aan de verschillende trajecten. Het betreft hier concreet de volgende trajecten: • Financiële bedrijfsvoering; • Beleid & bestuurlijke stukken; • Informatievoorziening; • Vergunningen; • Belastingen; • Uitkeringen (en activering); • Klantprocessen; • Juridische ondersteuning; • Beheer; • Facilitaire processen; • Management / bestuursondersteuning. Extra financiële middelen via de algemene uitkering voor diverse taken (de zogenaamde taakmutaties) Los van de inschattingen die we in deze begroting hebben gedaan voor de rijkskortingen en die we hebben vertaald in een lagere algemene uitkering, ontvangen we van het rijk ook financiële middelen (via de algemene uitkering) voor specifieke taken. Dit zijn de zogenaamde taakmutaties die leiden tot bijstellingen van de diverse budgetten waar deze betrekking op hebben. Door een formele wijziging van de begroting 2014 wordt voorkomen dat deze bedragen in de Zomerrapportage en jaarrekening 2014 als begrotingsafwijkingen moeten worden gesignaleerd. Wij stellen u derhalve voor om akkoord te gaan met het wijzigen van de betreffende budgetten, als gevolg van de taakmutaties, die u als bijlage bij dit raadsvoorstel aantreft. Subsidieplafonds In de paragraaf subsidies zijn de onderscheiden subsidieplafonds opgenomen. Met de vaststelling van de gemeentebegroting worden ook de subsidieplafonds voor 2014 vastgesteld.
BEOOGD EFFECT Een door de raad tijdig vastgestelde begroting die voldoet aan de criteria voor repressief toezicht door de Provincie. Uw raad heeft ermee ingestemd om eerst en vooral de jaarschijf 2014 van de nieuwe meerjarenbegroting sluitend te maken. Onze begroting is in 2014 reëel en structureel sluitend. Dat wil zeggen dat de ramingen realistisch zijn en dat tegenover de structurele lasten, structurele baten staan. Daarmee voldoen we aan de regelgeving. Verder wordt door een formele wijziging van de begroting 2014 voorkomen dat de bedragen voor de zogenaamde taakmutaties in de Zomerrapportage en jaarrekening 2014 als begrotingsafwijkingen moeten worden gesignaleerd.
ARGUMENTEN 1. Op grond van artikel 191 van de Gemeentewet dient de gemeenteraad vóór 15 november de begroting van het daarop volgende jaar vast te stellen. 2. Indien de begroting niet tijdig wordt vastgesteld en/of de ramingen 2014 niet reëel sluitend zijn, dan kan dit ertoe leiden dat de gemeente onder preventief toezicht van de provincie wordt gesteld.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4491234 pagina 3
BETROKKEN PARTIJEN In De Stadsberichten en op de website van de gemeente worden, conform artikel 190 van de Gemeentewet, de inwoners van Amersfoort geïnformeerd over het uitkomen van de begroting en over de belangrijkste punten daaruit. Via de website van de gemeente kan de begroting worden ingezien. Voorts wordt door de raad op 15 oktober voor burgers en organisaties een ‘’gesprek met de stad’’ georganiseerd.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- Taakmutaties algemene uitkering 2014-2017 - Raadsbesluit
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4491234 pagina 4
Bijlage: taakmutaties algemene uitkering 2014-2017 Bedragen x 1.000 euro Transitiekosten WMO Uitvoeringskosten inburgering Scootmobielen Maatschappelijke stages WMO Maatschappelijke opvang Jeugd en gezin Invoeringskosten jeugdzorg Combinatiefuncties Bodemsanering Vrouwenopvang Digitaal klantendossier Totaal taakmutaties
2014 269 -238
891 171 44 60 90 -71 75 9 1.300
2015
2016
2017
-238 -120 -250
-238 -200 -250
-238 -400 -250
139 44
139 44
139 44
90
90
90
9 -326
9 -406
9 -606
Toelichting Transitiekosten WMO Deze extra middelen zijn bedoeld om gemeenten te compenseren voor de transitiekosten die samenhangen met de inwerkingtreding van de nieuwe WMO per 2015. Uitvoeringskosten inburgering Door een wijziging van de Wet Inburgering zijn nieuwkomers zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Hierin ligt dus geen taak meer voor de gemeente. Scootmobielen Hulpmiddelen zoals rolstoelen en scootmobiel worden verstrekt door gemeenten binnen de Wmo. Hiervoor geldt voortaan een plicht tot hergebruik. Maatschappelijke stages De wettelijk verplichte maatschappelijke stage voor voortgezet onderwijs wordt per 2015 afgeschaft. WMO Het voordeel in 2014 is het gevolg van actualisering van de maatstaven. Daarnaast is besloten een eerder aangekondigde korting niet door te voeren. Vanaf 2015 is een korting gepland op de huishoudelijke hulp. De omvang hiervan is nog niet bekend. Maatschappelijke opvang Het voordeel is het gevolg van actualisering van de maatstaven. Omdat het model wordt geëvalueerd gaan we er voorlopig van uit dat een deel van dit voordeel incidenteel is. Jeugd en gezin Het voordeel is het gevolg van een actualisering van de maatstaven. Invoeringskosten jeugdzorg Voor de invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg is extra geld beschikbaar. Combinatiefuncties De brede impuls combinatiefuncties richt zich op de realisatie van combinatiefuncties, inclusief buurtsportcoaches. Dit extra bedrag van €90.000 is ook in 2012 en 2013 ontvangen. Toen gingen we er vanuit dat deze voordelen incidenteel waren. Deze blijken nu structureel.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4491234 pagina 5
Bodemsanering Het gaat hier om extra middelen in 2013en 2014 voor uitvoering van het “Convenant bodemontwikkeling en aanpak spoedlocaties”. Vrouwenopvang De decentralisatie-uitkering is in 2013 en 2014 verhoogd voor centrumgemeenten. Centrumgemeenten stellen samen met hun regiogemeenten een regiovisie op waarin aandacht wordt besteed aan alle vormen van geweld in huiselijke kring. Digitaal klantendossier VNG heeft onderdelen van het digitaal klantendossier in beheer. De bijdrage die de VNG hiervoor ontvangt is en weer toegevoegd aan de algemene uitkering.
Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4491234
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 september 2013, sector CM/CF (nr.4491234); b e s l u i t:
1. de gemeentebegroting 2014-2017, met daarin opgenomen de subsidieplafonds voor 2014, vast te stellen; 2. de voor taakmutaties via de algemene uitkering te ontvangen bedragen toe te voegen aan de betreffende budgetten. Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier
de voorzitter
KLIK OP EEN TUK HOOFDSIRECT OM ER D TE HEEN GAAN
INLEIDING Leeswijzer
Hoe komt de gemeente aan haar geld?
Inleiding
Waar geven we het aan uit?
1. FINANCIEEL BEELD
2. PROGRAMMA’S
3. PARAGRAFEN
De meerjarenbegroting
1. Algemeen bestuur en
Duurzaamheid
2014-2017
public affairs
Onderuitputting
2. Veiligheid en handhaving
Meicirculaire gemeentefonds
3. Stedelijk beheer en milieu
Wijkse Voorzieningen Vathorst
4. Zorg, welzijn en
Woonlasten Risico’s en weerstandsvermogen Reserves Voorzieningen Investeringen Uitgangspunten begroting Door de raad te autoriseren begrotingsbedragen 2014-2017
Amersfoort 2.0 Vathorst Stadshart
wijkontwikkeling
Jeugd
5. Onderwijs
Amersfoort Vernieuwt
6. Sport
Subsidies
7. Ruimtelijke ontwikkeling
Lokale lasten
8. Mobiliteit
Treasury
9. Cultureel klimaat
Gemeentelijk grondbeleid
10. Economie en wonen
Onderhoud van kapitaalgoederen
11. Werk en inkomen
Bedrijfsvoering Communicatie Risicomanagement en weerstandsvermogen Verbonden partijen
Begroting 2014-2017 Stad met een hart 1
Voorzijde
Leeswijzer Dit document bevat de beknopte gemeentebegroting 2014–2017. Het bevat alle door de gemeenteraad vast te stellen onderdelen. Op www.amersfoort.nl/financiën vindt u de achtergronden en specificaties bij de begroting. Net als vorig jaar wordt het boekje niet gedrukt. Om het digitaal bladeren makkelijker te maken, opent het boekje meteen met de inhoudsopgave en kunt u vanaf daar naar ieder gewenst hoofdstuk klikken. Vanaf iedere pagina in het boekje kunt u terugklikken naar de inhoudsopgave.
Fotografie De foto’s in dit boekje zijn gemaakt door Hans Niezen. Met uitzondering van de volgende foto’s: Pagina 50: Dirk Verwoerd Pagina 52: Wil Groenhuijsen
2
Begroting 2014-2017
Inleiding Deze meerjarenbegroting 2014-2017 is opgesteld op basis van de nota uit april 2013 waarin het collegeprogramma voor 2013 en de kadernota voor 2014 werden uitgewerkt, met een doorkijk naar 2015 en verder. De ondergrond hiervoor is het coalitieakkoord 2013-2014 ‘Samenwerken in vertrouwen’. Deze begroting beschrijft wat ons college voor en met de stad wil bereiken en hoe we dat betalen.
Samenwerken in vertrouwen
De titel van het coalitieakkoord is een weergave van de manier waarop het college uitvoering wil geven aan de gezamenlijke opgaven die wij hebben: in samenwerking met de raad, de stad, en de regio. We hechten waarde aan de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bieden tegelijk ook een vangnet voor mensen die dat nodig hebben. De kennis en kunde van inwoners, ondernemers en organisaties laten we tot hun recht komen. Niet alleen door hen uit te nodigen om mee te praten, denken en doen in gemeentelijke projecten. De gemeente wil hier ook invulling aan geven door deelnemer te zijn in initiatieven die uit de stad naar boven komen en waar mensen in de stad de trekkers van zijn. Zoals in het coalitieakkoord is beschreven, staat het betrekken van inwoners, ondernemers en organisaties bij bestuurlijke keuzes niet op zichzelf. De nopende bezuinigingen maken het ook noodzakelijk te zoeken naar vernieuwing in bestuur en gemeentelijke werkwijzen, en steeds meer gebruik te maken van de kracht van de samenleving. Een stevige band met buurgemeenten in de regio, met provincie en waterschappen is onmisbaar om opgaven op te pakken die verder strekken dan onze gemeentegrens. Deze samenwerking is noodzakelijk aangezien veel gemeenten en andere overheden voor dezelfde opgaven staan. Samen weten we meer en kunnen we meer, het levert ons efficiency en effectiviteit op. Kortom: regionale samenwerking is goed voor de Amersfoorters. Dat zien we al in de samenwerking binnen de beweging op het sociale domein, regionale aanpak van woonruimteverdeling en de economische agenda.
Aandacht voor de wijken
Het college wil meer voorzieningen dichter bij de mensen in de wijken organiseren. Dat krijgt vorm in de komst van de STIP’s, een aantal stedelijke activiteitencentra en de sociale wijkteams. Aandacht voor de wijken is er ook binnen het programma Amersfoort Vernieuwt. Zo wordt in de projecten Hogekwartier, de Ganskuil, Liendert hard gewerkt aan het aantrekkelijk maken van wijken en buurten met passende woningen, aandacht en zorg voor de mensen, een prettige openbare ruimte, ruimte voor werken en voldoende voorzieningen. Wijkgerichter werken in de gemeentelijke organisatie maakt het mogelijk beter in te spelen op de betrokkenheid van mensen bij hun buurtgenoten en dagelijkse leefomgeving.
De vitale, groene en aantrekkelijke stad
Amersfoort is een vitale, groene en aantrekkelijke stad en op verschillende terreinen is onze inzet nodig om die kwaliteiten te behouden. De overheveling van rijkstaken op het gebied van jeugd, zorg en arbeidsparticipatie naar gemeenten vraagt onze dringende aandacht. Voor hen die door persoonlijke of economische tegenspoed worden geraakt, zorgen we ook in deze tijd van bezuinigingen dat er een vangnet is en maken daar extra middelen voor vrij. Duurzaamheid houdt een plek in alle besluiten van de gemeente. Met een integraal en duurzaam plan voor onderwijshuisvesting zorgen we ervoor dat onze jongeren in primair en voortgezet onderwijs een passende plek hebben voor hun ontwikkeling. Een versteviging van samenwerking tussen culturele instellingen zorgt voor een aantrekkelijk en tegelijk solide aanbod in de stad. Aan de hand van een geactualiseerd sportbeleid, blijft ook het brede aanbod van sportactiviteiten voor jong en oud op peil.
3
Voorzijde
De economische groei wordt gestimuleerd met de uitvoering van de economische agenda, aanpak van leegstand en de Economic Board Utrecht. Amersfoort werkt samen met betrokken inwoners aan behoud van het groene kapitaal in de stad. Bijvoorbeeld in de projecten Elisabeth groen en park Schothorst, maar ook in de ontwikkeling van zelfbeheer. Om als vestigingslocatie aantrekkelijk te blijven moet regio Amersfoort goed bereikbaar blijven. Dat doen we ondermeer met de aanpak van knooppunt Hoevelaken, de Westelijke ontsluiting, de Kersenbaan, fietsparkeren bij OV-punten en de bereikbaarheidsprojecten binnen VERDER.
Begroting 2014-2017
Dit college wil in deze relatief korte collegeperiode 2013-2014 veel voortgang maken en de afspraken uit het coalitieakkoord zodanig solide uitvoeren dat zich een stevige basis vormt voor een strategie op middellange en langere termijn. Deze meerjarenbegroting heeft wel een bijzonder karakter. Op 19 maart 2014 zijn er gemeenteraadsverkiezingen en is het aan de inwoners van onze stad om een nieuwe raad te kiezen. Hierna zal vervolgens een nieuw college aantreden. Met de keuzes die dit college maakt, willen wij daarom niet al te zeer over ons graf heen regeren, maar toch een prudent en solide financieel beleid voeren. In de kadernota hebben beschreven we wat de gevolgen van de Rijksbezuinigingen zijn op verschillende terreinen. Uit de onlangs gepresenteerde Rijksbegroting wordt duidelijk dat de gemeente Amersfoort daarnaast voor aanvullende bezuinigingen staat. Dat vraagt om nieuwe en veelal moeilijke keuzes voor 2015 en daarna. Wij leggen een reële en structureel sluitende begroting voor 2014 aan uw raad voor, waarin ook noodzakelijke keuzes voor de komende meerjarenperiode worden gemaakt. Dat wil zeggen dat de ramingen realistisch zijn en dat tegenover de structurele lasten, structurele baten staan. Uw raad heeft ermee ingestemd om eerst en vooral de jaarschijf 2014 van de nieuwe meerjarenbegroting sluitend te maken. Daarmee voldoen we aan de regelgeving. Tegelijk laten we ruimte voor het nieuwe college dat volgend jaar aantreedt om op basis van een nieuw coalitieakkoord keuzes te maken. In deze meerjarenbegroting sluit de jaarschijf van 2014 in ieder geval met een voordelig saldo. De jaarschijf 2015 vertoont een licht tekort. Voor de jaren na 2015 resteert nog een taakstelling, die wij aan het nieuwe college en de nieuwe raad over laten om in te vullen. Wij hebben er voor gezorgd dat het nieuwe bestuur van deze stad ruim voldoende tijd heeft om die keuzes te maken.
4
Begroting 2014-2017
Hoe komt de gemeente aan haar geld?
BELASTINGEN € 59.481.724
SPECIFIEKE UITKERINGEN € 69.587.500
BIJDRAGE DERDEN € 25.345.307
HOE KOMT DE GEMEENTE AAN HAAR GELD? TOTAAL: € 378.205.327
GRONDEXPLOITATIES € 42.885.150
LEGES & RETRIBUTIES € 2.634.350 ALGEMENE UITKERING € 158.366.696
RENTE & DIVIDENDEN € 19.904.600
Hoe wordt het geld besteed? PROGRAMMA 01 ALGEMEEN BESTUUR EN PUBLIC AFFAIRS € 24.108.139
PROGRAMMA 12 FINANCIEN EN BELASTINGEN € 29.462.775
PROGRAMMA 02 VEILIGHEID EN HANDHAVING € 16.047.313 WERK EN INKOMEN € 88.283.800
PROGRAMMA 03 STEDELIJK BEHEER EN MILIEU € 61.770.970
HOE WORDT HET GELD BESTEED? TOTAAL: € 391.809.487
PROGRAMMA 10 ECONOMIE EN WONEN € 5.497.116
PROGRAMMA 04 ZORG WELZIJN EN WIJKONTWIKKELING € 48.472.928
PROGRAMMA 09 CULTUREEL KLIMAAT € 16.946.830 PROGRAMMA 08 MOBILITEIT € 19.221.446 PROGRAMMA 07 RUIMTELIJK ONTWIKKELING € 49.262.809
PROGRAMMA 05 ONDERWIJS € 26.240.050 PROGRAMMA 06 SPORT € 6.495.311
In deze overzichten is geen rekening gehouden met ontrekkingen of totvoegingen aan de reserves. Dit veroorzaakt het verschil tussen het eerste en het tweede diagram.
5
Voorzijde
Financieel beeld Aanvullende bezuinigingen
Ondanks de warme, droge en mooie zomer is het economisch gezien nog steeds kil en guur in ons land en regende het de afgelopen maanden slecht nieuws omtrent de nationale begrotingscijfers. Vanwege de tegenvallende economische cijfers voor Nederland in 2013 en 2014 stevenen we volgens het Centraal Planbureau af op een begrotingstekort van 3,3% van het BBP in 2014. Dat is ruim boven de norm van 3% die de Europese landen gezamenlijk hebben afgesproken als begrotingstekort. Het kabinet is daarom voornemens aanvullende bezuinigingsmaatregelen te nemen. Het Oranjeakkoord, waar eerder dit jaar sprake van was, is destijds in de ijskast gezet omdat het kabinet een akkoord gesloten had met de sociale partners. In augustus zou bezien worden of de bezuinigingen alsnog doorgang zouden moeten vinden. Minister Dijsselbloem heeft inmiddels aangegeven een bedrag van € 6 miljard te willen ombuigen, bestaande uit lastenverzwaringen en uitgavenverminderingen. Hierdoor zal het oranjeakkoord vermoedelijk weer uit de ijskast gehaald worden. Het oranjeakkoord behelsde een totaalpakket van bezuinigingsmaatregelen van € 4 miljard. Het effect daarvan voor onze gemeente was becijferd op ongeveer € 1,8 miljoen. Nu er geen € 4 miljard maar € 6 miljard bezuinigd gaat worden in 2014, verwachten wij dat ons aandeel in de bezuinigingsoperatie toe zal nemen. Een van de onderdelen van het oranjeakkoord betreft het niet uitkeren van de loon- en prijsbijstelling van het Rijk. In ons Collegeprogramma hebben wij de bezuinigingsopgave van het oranjeakkoord nog niet cijfermatig verwerkt, laat staan van de extra bezuiniging van € 2 miljard die daar nog bovenop gekomen is. Bij het opstellen van deze begroting waren wij nog in afwachting van de exacte cijfers van Prinsjesdag. We hebben echter in lijn met de Kadernota, ruimte gecreëerd om de effecten van het oranjeakkoord op te kunnen vangen binnen onze meerjarenbegroting; in ieder geval voor het begrotingsjaar 2014.
De Kadernota als vertrekpunt voor de meerjarenbegroting 2014 - 2017
Op 11 juni 2013 heeft de gemeenteraad de Kadernota voor 2014 tot en met 2017 vastgesteld. Het accent ligt deze collegeperiode op het uitvoeren van de voorgenomen activiteiten en het behalen van concrete resultaten. Dat doen we samen met de stad en de regio. Een sterke regio is goed voor alle Amersfoorters. Daarnaast leggen wij de nadruk op de ontwikkelingen in het sociale domein. Er komen de komende jaren nieuwe en forse taken op de gemeente af op het gebied van jeugd, zorg en arbeid. Daar is ook veel geld mee gemoeid, maar ten opzichte van de huidige uitgaven aan deze domeinen, past het Rijk een forse efficiencykorting toe op de middelen die naar de gemeenten gaan.
Randvoorwaarden vanuit de Kadernota
In de kadernota is een aantal randvoorwaarden en uitgangspunten geschetst voor de opstelling van de meerjarenbegroting 2014-2017: a. De ontwikkelingen ten aanzien van de reeds bekende rijksbezuinigingen worden als volgt ingeschat: 2014: -/- 2,1 miljoen; 2015: -/- 4,5 miljoen; 2016: -/- 8,8 miljoen; 2017: -/- 11,7 miljoen; b. De financiële opgave voortvloeiende uit het coalitieakkoord bedraagt € 1,1 miljoen voor elk van de jaren 2014 tot en met 2017; c. Naast een eerdere opname van € 1 miljoen, een extra reservering op te nemen voor risico’s inzake de grondexploitaties en het vastgoed die oploopt van € 1 miljoen in 2014 tot € 2,5 miljoen in 2017; d. Een extra reservering op te nemen ten behoeve van de risico’s die gepaard gaan met het mogelijk niet realiseren van de bezuinigingstaakstelling op het stadhuis van structureel € 1 miljoen met ingang van 2017, uitgaande van de huidige situatie; e. De begroting 2014 dient reëel en structureel sluitend te zijn;
6
Begroting 2014-2017
f. De budgetten in de begroting 2014 worden niet bijgesteld voor loon- en prijsinflatie (budgettaire nullijn). De hiervoor gereserveerde middelen (vanuit de algemene uitkering en de inflatoire bijstelling van de OZB) vallen vrij. g. Als gevolg van de afbouw van uitvoering van de centrumgemeente-taak door Veenendaal inzake de maatschappelijke opvang een bedrag van € 0,1 miljoen kan worden vrijgemaakt; h. Voor de concentratie van de ambtelijke diensten met ingang van 2015 de huuropbrengst in de begroting met € 0,2 miljoen kan worden opgehoogd en het ontbrekende bedrag voor 2014 te dekken ten laste van de centrale huisvestingsbudgetten; i. De gereserveerde middelen binnen de wijkse voorziening Vathorst voor uitbreiding ambtelijke organisatie / Het Nieuwe Werken voor de periode tot en met 2017 kunnen vrijvallen, waardoor budgettaire ruimte van € 500.000 wordt gerealiseerd; j. Als gevolg van het volledig kostendekkend maken van het rioolrecht, een bedrag van € 0,8 miljoen ingeboekt kan worden; k. De organisatie wordt een extra taakstelling op gelegd van € 300.000 structureel; l. Als gevolg van Het Nieuwe Perspectief ten behoeve van dienstverlening met ingang van 2014 een structurele besparing in te boeken van € 100.000 m. Voor 2015 als inzet wordt genomen dat de korting op het gemeentefonds inzake de onderwijshuisvesting, wordt doorvertaald naar de schoolbesturen. n. De taakstelling versobering grote projecten vooralsnog in te vullen met eventuele voordelige aanbestedingsresultaten. o. Binnen de reserve Wijkse Voorzieningen Vathorst geen middelen oormerken voor Laak-2 cluster, Zwembad Vathorst en areaal Openbare ruimte. Vanaf 2015 worden er door het Rijk taken op gebied van de Jeugdzorg, Awbz en arbeidsparticipatie overgeheveld. Deze decentralisaties gaan gepaard met aanzienlijke bezuinigingen, die bovendien voor een belangrijk deel al in 2015 door het Rijk zijn ingeboekt. De bezuinigingen gaan zowel over re integratie middelen (halvering van de beschikbare budgetten), de middelen voor de WSW als ook over Jeugdzorg en AWBZ/WMO. Dat betekent dat in een relatief korte periode een ingrijpende beweging binnen het Sociaal domein noodzakelijk is om met een vernieuwende manier van werken deze bezuiniging op te vangen. De decentralisaties gaan bovendien gepaard met wijzigingen in de financiering en verdeelmodellen, waardoor grote onzekerheid bestaat over de uiteindelijke structurele omvang van de beschikbare budgetten. De benodigde vernieuwing in de manier van werken binnen het sociaal domein kost tijd en gaat gepaard met invoering- en frictiekosten. Daarbij stelt het rijk maar zeer beperkt middelen beschikbaar voor de invoering- en frictiekosten. Bij de Tussenbalans is voor verwachte tekorten op de WSW dekking opgenomen; deels door een taakstellende verbetering van het operationeel resultaat van Amfors, deels ten laste van de re integratie middelen en de algemene middelen. In het coalitieakkoord 2013-2014 is aangegeven dat de coalitie bereid is geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de Participatiewet voor de betreffende doelgroep te verzachten. Voor het overige is er in de Kadernota 2014-2017 vanuit gegaan dat de rijksbezuinigingen binnen het sociale domein worden opgevangen binnen de betreffende beleidsterreinen zelf. Dat betekent dat de taken binnen de beschikbare budgetten zullen moeten worden uitgevoerd. Dit uitgangspunt gaat gepaard met forse zorginhoudelijke- en financiële risico’s, waarvan in de risicoparagraaf in de begroting verslag wordt gedaan.
Budgettaire nullijn en de consequenties voor de organisatie
Bij vaststelling van het Collegeprogramma 2013-2014 is besloten voor 2014 een budgettaire nullijn te hanteren voor loon- en prijsontwikkelingen. Tegelijkertijd is een knelpuntenbudget ingesteld, bedoeld om waar nodig de mogelijke effecten als gevolg van de budgettaire nullijn in 2014 incidenteel op te vangen/ te verzachten. Het knelpuntenbudget bedraagt € 1,5 miljoen. Bij de behandeling van het Collegeprogramma is een amendement en een motie aangenomen, te weten: “Geen nullijn voor cultuur” (A-9.1a) en “Knelpuntenfonds”(M-4.2a). Middels Raadsinformatiebrief 2013-67 hebben wij u geïnformeerd over de wijze waarop wij amendement en motie uitvoeren. Bij de begrotingsbehandeling wordt u middels een raadsinformatiebrief geïnformeerd over de voorgenomen benutting van het knelpuntenfonds.
7
Voorzijde
De eigen organisatie heeft, mede in het kader van de budgettaire nullijn, een taakstelling van € 1,5 miljoen, omdat wij ervan uitgaan dat ondanks het feit dat de salarissen niet worden verhoogd, er toch sprake zal zijn van een kostenstijging vanwege de stijging van de sociale premies. Wij vangen dit op door een aantal concrete besparingen door te voeren, die wij in deze begroting ook al concreet hebben toegewezen. Voor een bedrag van € 0,3 miljoen vinden we dekking in de vorm van de reductie van managementfuncties. Daarnaast zijn wij gestart om een 11-tal gemeentebrede processen te analyseren. Wij hebben een besparing van € 1,2 miljoen toegewezen aan de verschillende trajecten. Het betreft hier concreet de volgende trajecten: • • • • • • • • • • •
Financiële bedrijfsvoering Beleid & bestuurlijke stukken Informatievoorziening Vergunningen Belastingen Uitkeringen (en activering) Klantprocessen Juridische ondersteuning Beheer Facilitaire processen Management / bestuursondersteuning
De begroting bestaand beleid
In de Kadernota zijn we er van uitgegaan dat de begroting bestaand beleid sluitend dient te zijn. Dat houdt in dat het totaal van alle vervangingsinvesteringen, areaalbudgetten en autonome ontwikkelingen taakstellend gedekt dient te worden door de (extra) inkomsten vanuit de algemene uitkering en de onroerende zaakbelasting. De begroting bestaand beleid geeft het volgende beeld:
Overzicht budgetbeslag begroting bestaand beleid (bedragen x € 1 miljoen) Omschrijving
2014
2015
2016
2017
-0,1
-0,2
-0,3
0,4
0.3
1,1
1,8
1,2
Formatienormering Sociale Zaken
-0,5
-0,6
-0,6
-0,6
BTW stijging onderwijs/WMO/investeringen
-0,7
-0,7
-0,7
-0,7
Prijsstijging WMO-vervoer
-0,1
Vervangingsinvesteringen en vrijval Kapitaallasten Areaalbudgetten
Ontwikkelingen bijstand
0,5
Cameratoezicht
-0,1
-0,1
-0,1
-0,1
Aanpassing De Flint
-0,1
-0,3
-0,2
-0,2
0,2
0,3
0,3
0.1
0,2
0,1
-0,5
-0,7
-0,4
0,3
-0,2
Extra voordeel budgettaire nullijn Overige autonome ontwikkelingen Totaal budgetbeslag
8
Begroting 2014-2017
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
0,4
-0,1
-0,3
-0,1
-0,1
-0,3
-0,4
0,0
Rente
1.3
0.7
1.1
0.8
Totaal dekkingsmiddelen
1,6
0,3
0,4
0,7
Saldo begroting bestaand beleid
0,9
-0,1
0,7
0,5
Algemene uitkering Onroerende Zaakbelasting
Ter toelichting bij deze posten het volgende: a. Als gevolg van het geplande investeringsvolume, lopen de kapitaallasten langzaam op. b. De stad groeit minder snel dan verwacht, als gevolg van de achterblijvende huizenbouw. Hierdoor zijn er minder areaalbudgetten nodig, wat een (oplopend) positief effect oplevert. c. Als gevolg van de bestaande systematiek van de Formatienormering bij Sociale Zaken groeit de formatie mee met het aantal bijstandscliënten. Uitgangspunt is dat dit in het lopende jaar bekeken wordt en dan jaarlijks structureel geraamd wordt. d. De kosten van de BTW-verhoging naar 21% zijn grotendeels te compenseren via het BTW-compensatiefonds. Dat geldt echter niet voor de uitgaven aan onderwijs en voor de individuele verstrekkingen. Dit betekent dus structureel een nadeel voor de begroting van ongeveer € 0,7 miljoen. e. Het WMO-vervoer heeft, onder andere als gevolg van de stijging van brandstofkosten en -accijnzen, te maken met hogere kosten van € 0,1 miljoen in 2014. Wij gaan er vooralsnog van uit dat deze kostenverhoging incidenteel is. f. Als gevolg van een onder andere relatief gunstige ontwikkeling van het aantal bijstandsgerechtigden heeft Amersfoort de afgelopen jaren voordelen op het inkomensdeel van de WWB weten te realiseren. Daarom is het mogelijk in 2014 incidenteel € 500.000 voordeel te ramen. g. In juni bent u reeds via een Raadsinformatiebrief geïnformeerd over het opnemen van aanvullende middelen in de begroting voor het cameratoezicht. Dit leidt tot een structureel nadeel van € 90.000. h. Ten aanzien van de Flint zijn er bovenop de reeds geplande onderhoudsinvesteringen, extra investeringen nodig ten behoeve van een aantal noodzakelijke aanpassingen van De Flint. Dit kost gemiddeld genomen structureel € 0,2 miljoen. Dit is echter nog onder voorbehoud van goedkeuring van uw raad. i. De budgettaire nullijn levert iets meer op dan bij de Kadernota verondersteld werd. j. De overige autonome ontwikkelingen bestaan onder andere uit een nadeel in 2017 vanwege het verplicht hergebruiken van scootmobielen. Deze maatregel hadden we in Amersfoort al genomen en het voordeel ingeboekt. Het Rijk verplicht nu het hergebruik van (o.a.) scootmobielen en kort daar de gemeenten voor, wat een nadelig effect betekent. Daarnaast zijn er structureel hogere lasten verbonden aan het uitvoeren van het amendement dat bij de begroting 2012 is aangenomen inzake het gehandicaptenparkeren. Tot slot is er nog een aantal kleinere, positieve, ontwikkelingen. k. Als gevolg van diverse uiteenlopende aantallenontwikkelingen, vertoont de algemene uitkering uit het gemeentefonds meerjarig een nadeel. l. Aangezien de groei van de stad achter blijft bij de eerder geformuleerde verwachtingen, heeft dit niet alleen gevolgen voor het gemeentefonds, maar ook voor de OZB-opbrengst. Immers: minder OZB-objecten dan verwacht, betekent ook een lagere OZB-opbrengst dan verwacht. m. De rente levert een voordelig effect op voor de komende jaren. Deze zaken tezamen leiden tot een (met uitzondering van de jaarschijf 2015) overwegend voordelig saldo van de begroting bestaand beleid.
9
Voorzijde
De meerjarenbegroting 2014-2017 De totale financiële opgave uit de Kadernota voor 2014-2017 is als volgt:
De totale financiële opgave cf Kadernota (bedragen x € 1 miljoen) Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Gevolgen rijksbezuinigingen
-2,1
-4,5
-8,8
-11,7
Oranjeakkoord
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Coalitieakkoord
-1,1
-1,1
-1,1
-1,1
Overige financiële Ontwikkelingen
-1,0
-1,5
-2,0
-3,5
Totaal
-4,2
-7,1
-11,9
-16,3
Hier bovenop komen de ontwikkelingen van de begroting bestaand beleid en de effecten van de meicirculaire. De effecten van de meicirculaire worden verderop in dit hoofdstuk nader toegelicht.
Totale financiële opgave meerjarenbegroting (bedragen x € 1 miljoen) Omschrijving
2014
2015
2016
2017
-4,2
-7,1
-11,9
-16,3
0,9
-0,1
0,7
0,5
Saldo mei-circulaire
-0,8
-2,3
-2,0
-3,0
Totaal
-4,1
-9,5
-13,2
-18,8
Financiële opgave Kadernota Saldo begroting bestaand beleid
In de Kadernota is qua dekking de volgende oplossing van de financiële opgave aangegeven. Hierbij is reeds rekening gehouden met het amendement waarin uw Raad ons opdroeg om de vrijval van middelen ten gunste van Economische Zaken als gevolg van de invoering van de toeristenbelasting te schrappen.
Financiële dekking meerjarenbegroting 2014-2017 (Bedragen x € 1 miljoen) Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Budgettaire nullijn
4,0
4,0
4,0
4,0
Veenendaal
0,1
0,1
0,1
0,1
0,2
0,2
0,2
Concentratie Ambtelijke diensten Inzet centrale huisvestingsbudgetten
0,2
Stelpost Vathorst
0,5
0,5
0,5
0,5
Rioolheffing
0,8
0,8
0,8
0,8
Extra taakstelling organisatie
0,3
0,3
0,3
0,3
Dienstverlening (Nieuw Perspectief)
0,1
0,1
0,1
0,1
Totaal beschikbare dekkingsmiddelen
6,0
6,0
6,0
6,0
10
Begroting 2014-2017
In de Kadernota heeft uw Raad besloten dat voor 2015 de inzet is om de korting op het gemeentefonds van € 2,2 miljoen inzake de onderwijshuisvesting, door te vertalen naar de schoolbesturen. In de nota zelf hebben wij aangegeven dat wij voornemens zijn om de uitname van € 2,2 miljoen uit het gemeentefonds per 1 januari 2015 ten laste te brengen van het programmaonderdeel onderwijsvoorzieningen, zodat per saldo de middelen voor onderwijshuisvesting bij gemeente en schoolbesturen gezamenlijk gelijk blijven. Aangezien binnen de gemeentebegroting alle middelen belegd zijn kan de korting alleen worden gecompenseerd als de onderwijsbesturen de taken overnemen die met deze middelen worden gefinancierd. Tot en met de Kadernota gingen wij er vanuit dat er sprake zou zijn van een “generieke uitname” uit het Gemeentefonds. Inmiddels blijkt uit de meicirculaire dat de uitname verdeeld wordt via het cluster Onderwijs. Dat houdt in dat een relatief jonge stad als Amersfoort daarin een groter aandeel heeft. Dat betekent dat ons aandeel in de korting ook relatief groter is. De korting valt daardoor € 0,9 miljoen hoger uit dan eerder ingeschat. Wij nemen nog steeds als inzet om de korting volledig door te vertalen naar het onderwijsveld. Anders dan in de Kadernota willen wij de focus niet alleen richten op het onderdeel onderwijshuisvesting. Wij willen één en ander bezien binnen het kader van de taken van het onderwijsveld en van de totale onderwijsbegroting van de gemeente Amersfoort. Dit is mede ingegeven door het feit dat deze middelen ‘lump sum’ van gemeenten naar de schoolbesturen overgeheveld worden. Het onderzoek naar het takenpakket van de schoolbesturen en het overleg hierover met het onderwijsveld wordt nog in 2013 opgestart. We realiseren ons echter dat de haalbaarheid hiervan met de nodige risico’s is omgeven. Derhalve hebben wij dit onderdeel ook toegevoegd aan onze risicoparagraaf. Dat levert dan de volgende beschikbare dekking op:
Totale financiële dekking meerjarenbegroting (bedragen x € 1 miljoen) Omschrijving Financiële dekking Kadernota
2014
2015
2016
2017
6,0
6,0
6,0
6,0
3,1
3,1
3,1
9,1
9,1
9,1
Doorvertalen korting onderwijshuisvesting Totaal
6,0
Wanneer we de oplossingen tegenover het totale budgetbeslag zetten, ontstaat het volgende beeld van de meerjarenbegroting:
Recapitulatie meerjarenbegroting 2014-2017 (Bedragen x € 1 miljoen) Omschrijving Totaal budgetbeslag Beschikbare dekkingsmiddelen
2014
2015
2016
2017
-4,1
-9,5
-13,2
-18,8
6,0
9,1
9,1
9,1
3,7
8,1
-0,4
-1,6
Bezuinigingstaakstelling o.g.v. Kadernota Saldo (te verevenen via de saldireserve)
1,9
-0,4
Dit betekent dat de eerste jaarschijf van de meerjarenbegroting (jaarschijf 2014) een positief saldo laat zien. Daarmee is er sprake van een structureel sluitende begroting.
Structurele begrotingsramingen
Op grond van het besluit Begroting en Verantwoording presenteren we een overzicht van incidentele baten en lasten bij de begroting. De bedoeling van dit voorschrift is om inzicht te krijgen in de variabele posten in de
11
Voorzijde
begroting. Onder de structurele baten en lasten wordt in ieder geval verstaan die baten en lasten die in beginsel jaarlijks in de begroting, meerjarenraming en jaarrekening worden opgenomen. Indien de structurele lasten gedekt worden door structurele baten, is er sprake van een “materieel” begrotingsevenwicht. Dit is ook met name van belang voor de provinciale toezichthouder, die het begrotingssaldo corrigeert voor de incidentele posten. In onderstaand overzicht geven wij aan in hoeverre er sprake is van een materieel begrotingsevenwicht, ofwel in hoeverre de structurele lasten ook gedekt worden door structurele lasten. Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Saldo van toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
-13,6
-10,1
-2,8
-1,3
1,3
1,5
1,5
1,5
-12,3
-8,6
-1,3
0,2
Waarvan structurele onttrekkingen (reserve afdekking kapitaallasten) Saldo van incidentele toevoegingen / onttrekkingen aan reserves
Zoals ook uit het overzicht van de (meerjarige ontwikkeling van de) reserves blijkt, onttrekken we jaarlijks dus meer aan de reserves dan dat we toevoegen. Omschrijving
2014
2015
Projecten Reserve Ruimtelijke Investeringen (RRI)
0,9
0,4
Projecten bodembescherming / stads-vernieuwing
0,2
1,0
Investeringen Bereikbaarheid (RSV-1)
9,7
8,6
Investeringen comp. Groen (RSV-1)
0,7
0,7
Investeringen Groen Blauw / Studenten-huisvesting (RSV-1)
0,9
0,9
Verkiezingen
0,8
0,3
Sloop Beekdal
5,0
Inrichting Beekdal
1,5
Duurzaamheid /economische agenda
0,7
Leasekosten stadhuis
0,6
Prijsstijging WMO-vervoer
0,1
Projecten VERDER
2,3
1,0
Taakstelling besparing projecten
-1,0
-1,0
Totaal incidentele posten in de begroting
22.4
Saldo van incidentele toevoegingen / onttrekkingen aan reserves Structureel begrotingssaldo
2016
2017
1,0
0,9
0,9
0,5
2,0
1,5
11.9
3.9
2,9
-12.3
-8.6
-1.3
0.2
10,1
3,3
2,6
3.1
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de incidentele lasten groter zijn dan de incidentele baten. Dit betekent dat structurele baten gebruikt worden om incidentele lasten mee te dekken.
12
Begroting 2014-2017
Onderuitputting Renteramingen
Tot nu toe hadden wij in de meerjarenbegroting een stelpost voor “onderuitputting” opgenomen van € 5 miljoen voor de jaren 2014 en 2015. Vanaf 2016 bedraagt deze post € 3 miljoen. Dit houdt in dat we in de begroting er op voorhand van uitgaan dat er gedurende het jaar voor dit bedrag aan meevallers zullen optreden. Op deze wijze beogen we te voorkomen dat er op voorhand niet onnodig bezuinigd wordt, of de belastingen niet onnodig te hoog worden vastgesteld. De realisatie van deze stelpost staat al een paar jaar onder druk. Ook de provincie heeft in haar rol als toezichthouder op de begroting ons hier op gewezen en ons geadviseerd om deze stelpost op voorhand te concretiseren, c.q. nader toe te wijzen. Steevast geven de renteramingen in de jaarrekening ieder jaar een voordeel te zien ten opzichte van de begroting. Deze meevaller draagt ieder jaar in belangrijke mate bij aan de realisatie van de onderuitputtingspost. Analyse wijst uit dat de ramingen op een paar onderdelen kunnen worden bijgesteld: De huidige leningenportefeuille kent een rente van gemiddeld ongeveer 4,5%. De huidige marktrente voor 10 jaar ligt beduidend lager. Een vooruitberekening leert dat als gevolg van de herfinanciering de komende jaren een rentevoordeel van ongeveer € 2,8 miljoen kan worden behaald. Hierbij is ingecalculeerd dat de rente de komende jaren weer enigszins gaat stijgen. Zowel de ijzeren voorraad aan reserves die renteopbrengsten genereert, als het werkkapitaal, is ieder jaar hoger dan waarmee in de rente-exploitatie wordt gerekend. In de ramingen houden we rekening met een aflopend voordeel. In de vorige meerjarenbegroting stond de geldmarktrente vanaf 2016 geraamd op 3,5%. In de huidige begroting houden we rekening met een meer realistisch niveau van 0,6% in 2016 en 0,8% in 2017. De voordelen die hieruit ontstaan worden voor een deel ingezet ter dekking van de lopende begroting en voor een belangrijk deel ten behoeve van de afboeking van de onderuitputtingspost. Samenvattend geeft één en ander het volgende beeld: Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Herfinanciering vaste leningen
2,3
2,4
2,8
3,0
Rente werkkapitaal / eigen reserves
2,0
1,3
0,5
0,0
0,8
0,8
Lagere geldmarktrente Totaal Rente-effect
4,3
3,7
4,1
3,8
Waarvan ten behoeve van de begroting
1,3
0,7
1,1
0,8
Waarvan ten behoeve van de onderuitputting
3,0
3,0
3,0
3,0
Sociale Zekerheid
De zomerrapportage over 2013 geeft aan dat ten aanzien van de bijstandsuitkeringen over het lopende jaar een positief saldo verwacht wordt van ruim € 4 miljoen. In de meerjarenbegroting houden we structureel rekening met een nulsaldo (de rijksvergoeding is toereikend om de uitkeringen te verstrekken). Zouden we de lijn uit 2013 structureel verwerken in de begroting, wat door de provinciale toezichthouder wordt toegestaan, dan zou het begrotingsbeeld verbeteren. Wij hebben daar niet voor gekozen, gelet op de onzekerheden die hiermee gepaard gaan. Het rechtvaardigt evenwel wel het opnemen van een stelpost voor onderuitputting. Wij gaan daarbij uit van een voordeel in orde van grootte van de helft van het voordeel over 2013.
13
Voorzijde
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Rente-ontwikkelingen
3,0
3,0
3,0
3,0
Sociale Zekerheid
2,0
2,0
Totaal onderuitputting
5,0
5,0
3,0
3,0
Begrote onderuitputting
5,0
5,0
3,0
3,0
Daarmee is de stelpost onderuitputting met ingang van 2014 volledig ingevuld en kan daarmee als zodanig vervallen. In de risicoparagraaf bij de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit zal hiermee worden gerekend.
14
Begroting 2014-2017
Meicirculaire gemeentefonds In de Kadernota is de structurele financiële opgave geschetst voor Amersfoort als gevolg van de Rijksbezuinigingen. De bedragen die hierin zijn genoemd, baseerden wij op de decembercirculaire 2012 waarin reeds een aantal ontwikkelingen op hoofdlijnen waren geschetst. Inmiddels is de meicirculaire uitgekomen en is er meer duidelijkheid over deze ontwikkelingen en de uitwerking voor Amersfoort. Wij schetsen hieronder de budgettaire ontwikkelingen ten opzichte van de kadernota.
Budgettaire ontwikkelingen Ten opzichte van de bedragen genoemd in de kadernota geeft de meicirculaire 2013 de volgende ontwikkelingen aan. Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Accres en overige ontwikkelingen
-0,3
-0,3
-0,2
-1,0
Suppletie-uitkering OZB
-1,1
-1,1
-1,1
-1,1
Uitname vanwege opschalen van gemeenten Korting BTW-compensatiefonds
0,1 0,6
Extra uitname onderwijshuisvesting Totaal
-0,8
0,1 -0,9
-0,9
-0,9
-2,3
-2,0
-3,0
De bedragen zijn in constante prijzen, rekening houdend met een loon- en prijsstijging van 2,5%. De structurele korting in 2017 is € 3 miljoen groter dan in kadernota voorspeld. Het accres (inclusief overige ontwikkelingen) volgt ongeveer de lijn zoals voorspeld in de kadernota. Alleen voor 2017 geeft de mei-circulaire een fors lager accres aan. Daarnaast zorgen vooral een hogere uitname voor de onderwijshuisvesting en de suppletie-uitkering OZB voor een tegenvaller ten opzichte van de kadernota. De korting op de onderwijshuisvesting heeft te maken met een overheveling van een bedrag uit het gemeentefonds naar de begroting van OCW ten behoeve van de scholen in het primair en voortgezet onderwijs. In de decembercirculaire gingen we er van uit dat dit een generieke korting zou zijn. Inmiddels is bekend dat deze korting loopt via de maatstaven van het cluster onderwijs. Omdat Amersfoort een jonge stad is, hebben wij relatief veel jongeren en daardoor meer nadeel van deze korting. Sinds 2007 ontvangt de gemeente Amersfoort via het gemeentefonds een suppletie-uitkering vanwege de afschaffing van een deel van de OZB. Deze tijdelijke regeling wordt afgebouwd als in mei van een jaar de raming van het accres voor het volgende jaar in reële termen positief uitvalt. Dat is voor 2014 het geval. Hierdoor krijgen wij per saldo € 1,1 miljoen minder aan suppletie-uitkering. De gemeente Amersfoort heeft in 2006 besloten om de jaarlijkse suppletie-uitkering te storting in RSV-2. Door de lagere suppletie-uitkering vervalt een deel van de dekking van de storting in RSV-2. De in de meicirculaire vermelde taakmutaties, zullen we via een begrotingswijziging verwerken.
15
Voorzijde
Wijkse Voorzieningen Vathorst De cost gaet voor de baet uyt
De kapitaal- en exploitatielasten van de voorzieningen die wij in Vathorst realiseren, bekostigen wij uit de extra middelen die de gemeente ontvangt vanwege de groei van Vathorst (vanwege een hoger aantal woningen en inwoners, ontvangen we extra OZB en een hogere gemeentefondsuitkering). Sinds enige jaren melden wij dat deze reserve door een sterk negatief dal zal gaan, omdat we de voorzieningen realiseren voordat de mensen er zijn. Al enkele jaren moeten we de groeicijfers naar beneden bijstellen. In de laatste begroting presenteerden we een scenario met een groei van Vathorst van gemiddeld 350 woningen per jaar, voortgezet tot na de huidige meerjarenperiode. In dat scenario zou Vathorst rond 2023 tot een afronding komen. Inmiddels is duidelijk dat we de komende jaren ver onder dit aantal van 350 woningen per jaar zullen uitkomen.
Het groeitempo is bijgesteld
De groeicijfers zijn verder naar beneden bijgesteld. De jongste prognoses gaan uit van een groei van 150 woningen per jaar voor de komende paar jaren. In dat scenario gaan we er wel van uit dat na 2017 het woningbouwtempo in Vathorst weer op 350 woningen per jaar komt.
16
Begroting 2014-2017
Wanneer Vathorst op een later moment tot afronding komt dan waar voorheen op gerekend werd, betekent dit dus ook dat de structurele dekkingsmiddelen later beschikbaar komen. Het grootste deel van de structurele lasten zijn echter al wel gemaakt. De Reserve Wijkse Voorzieningen Vathorst valt daardoor verder negatief uit. Het gevolg daarvan is dat er geen middelen voor onderhoud Openbare ruimte beschikbaar kunnen worden gesteld. Over de periode tot en met 2025 gaat het om € 6 miljoen (incidenteel). Na 2025 zullen deze middelen wel weer volledig beschikbaar komen. Vathorst is een jonge wijk waar de onderhoudslasten in den beginne ook relatief laag zijn. Het moet dus mogelijk zijn om enige fasering op te kunnen vangen. De vraag is echter of dat in dezelfde mate kan. Het betekent wel een bezuiniging op de beschikbare budgetten voor onderhoud en noopt ook tot het versoberen van de aanleg van nieuwe voorzieningen. Wij blijven dit uiteraard volgen en zullen zo nodig eventuele nieuwe voorstellen aan uw raad voorleggen. Zoals we in de kadernota hebben aangegeven, is er in die periode evenmin ruimte beschikbaar voor het Laak-2-cluster en het Zwembad.
Overzicht reserve Wijkse Voorzieningen Vathorst
Pas ultimo 2026 is de reserve weer uit de rode cijfers. Administratief kan dit worden opgevangen door een combinatie te maken met andere (positieve) reserves, zodat het totaal in de plus komt en er ook vanuit het provinciale toezicht sprake is van een acceptabele situatie.
Overzicht realisatie Wijkse Voorzieningen Vathorst (bedragen x € 1 miljoen)
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 Stand per 1/1
-3,9
-4,3
-5,8
-7,2
-8,6
-9,8 -10,8 -11,1 -10,8
-9,8
-8,1
-5,5
-1,9
Rente
-0,2
-0,2
-0,3
-0,3
-0,4
-0,4
-0,5
-0,5
-0,5
-0,4
-0,4
-0,2
-0,1
-1,5
-1,0
-0,7
-0,6
-0,3
0,0
0,6
1,3
2,0
2,7
3,5
4,3
5,1
Onttrekking groei organisatie
0,0
-0,5
-0,5
-0,5
-0,5
-0,5
-0,5
-0,5
-0,5
-0,5
-0,5
-0,5
-0,5
Incidentele onderuitputting
0,3
0,2
0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
-4,3
-5,8
-7,2
-8,6
-9,8 -10,8 -11,1 -10,8
-9,8
-8,1
-5,5
-1,9
2,7
Overheveling Bestaand beleid
Stand per 31/12
0,9
In deze begroting zijn de jaarschijven 2014 t/m 2017 uit dit overzicht verwerkt. Bij de volgende begroting vraagt de jaarschijf 2018 om een nieuwe afweging. Dat zal dan worden bezien in het licht van de dan geldende prognoses ten aanzien van deze reserve.
17
Voorzijde
Woonlasten Bij de Tussenbalans in 2012 is besloten om meevallers uit afval en riool gedurende drie jaren (2013, 2014 en 2015) voor een bedrag van € 0,9 miljoen per jaar terug te geven. In het coalitieakkoord is afgesproken om deze teruggaaf niet door te zetten. In 2014 wordt nagegaan hoe de uitvoering van het huidige kwijtscheldingsbeleid verder kan worden geïntensiveerd en het bereik ervan kan worden vergroot.
OZB
De tariefontwikkeling van de OZB is bij het vaststellen van de Kadernota bepaald op 2,5%. Dit betekent dat de belastingaanslag voor de OZB voor zowel woningen als niet-woningen gemiddeld genomen 2,5% hoger is dan in 2013. De OZB-aanslag zal derhalve in 2014 voor een gemiddeld huishouden met ongeveer € 35,- stijgen.
Afvalstoffenheffing
Het is in onze gemeente reeds vele jaren het beleid om de kosten voor afvalverwijdering en -verwerking door te berekenen in de afvalstoffenheffing. Dit beleid van volledige kostendekking continueren wij ook in 2014. Eveneens continueren wij de gehanteerde heffingssystematiek met twee tarieven, een (lager) tarief voor eenpersoonshuishoudens en een (hoger) tarief voor meerpersoonshuishoudens. Bij de besluitvorming inzake de Tussenbalans vorig jaar heeft uw Raad bepaald dat de egalisatiereserve afval wordt opgeheven en voor € 1 miljoen in drie jaar aan de burger wordt teruggegeven. Daarnaast was er op de jaarrekening 2011 een overschot van € 1,5 miljoen. Dit betekende dat voor de tariefsberekening drie jaar lang de kostenbasis zou worden verlaagd met € 0,8 miljoen. Bij de Kadernota is echter besloten de laatste twee jaar van deze terugbetaling niet te effectueren en de kostenbasis niet te verlagen. Daarmee wordt de afvalstoffenheffing technisch weer 100% kostendekkend. De genoemde maatregelen en overige ontwikkelingen (zoals de BTW-verhoging naar 21%) leiden ertoe dat de tarieven afvalstoffenheffing in 2014 met gemiddeld ongeveer € 20,- zullen stijgen.
Rioolrecht
Net zoals bij de afvalstoffenheffing, is ook bij het rioolrecht sinds vele jaren het beleid om de kosten voor beheer en onderhoud van het gemeentelijk rioleringsstelsel door te berekenen in de rioolheffing. Sinds 2011 zijn de kosten van kwijtschelding, oninbaarverklaringen en het grondwaterbeheer in de heffing betrokken. Met ingang van 2014 willen wij ook een deel (50%) van de kosten voor straatreiniging en zwerfafval in de rioolheffing verdisconteren. De totale kosten van straatreiniging bedragen op jaarbasis € 3 miljoen. In de afvalstoffenheffing is reeds € 0,7 miljoen opgenomen. Bij de Kadernota is besloten de resterende € 0,8 miljoen aan de kostenbasis van de rioolheffing toe te voegen. In 2008 is de tariefsegalisatiereserve riolen ingesteld. Bij de Tussenbalans van 2012 is echter besloten ook de egalisatiereserve rioolheffing op te heffen. Concreet betekende dit dat de beschikbaar gekomen € 0,15 miljoen in hetzelfde stramien als bij de afvalstoffenheffing in drie jaar tijd zou worden terugbetaald aan burgers en bedrijven. In 2013 is het eerste deel (ter grootte van € 50.000) terugbetaald. De resterende € 0,1 miljoen wordt echter na besluitvorming bij de Kadernota niet meer terugbetaald. Daarmee wordt de rioolheffing ook weer technisch 100% kostendekkend. De genoemde maatregelen en overige ontwikkelingen (zoals de BTW-verhoging naar 21%) leiden ertoe dat de gemiddelde aanslag rioolheffing in 2014 met gemiddeld ongeveer € 5,- zal stijgen.
Toeristenbelasting
Bij de Kadernota is besloten tot herinvoering van de toeristenbelasting. De tarieven worden conform de wens van uw Raad vastgesteld op € 1,- per persoon per overnachting. De totale geprognosticeerde opbrengst wordt daarmee € 0,1 miljoen. De aanslagen kunnen pas na afloop van het belastingjaar worden opgelegd, aangezien het aantal overnachtingen van het voorafgaande jaar dan pas bekend is.
18
Begroting 2014-2017
Risico’s en weerstandsvermogen Weerstandsratio
De ratio tussen de weerstandscapaciteit die nodig is om de risico’s op te kunnen vangen en de weerstandscapaciteit die daarvoor beschikbaar is, heet het weerstandsvermogen. De weerstandscapaciteit die nodig is om de risico’s op te kunnen vangen, volgt uit de risico-inventarisatie en bedraagt voor 2014 € 77,5 mln. De weerstandscapaciteit die beschikbaar is bestaat uit onze reserves minus de reserve stadhuiscomplex, minus de dekkingsreserve, minus de reserve dekking kapitaallasten minus de buffer onderuitputting. Voor 2014 komt dit uit op € 29,4 mln. Het weerstandsvermogen bedraagt in 2014 0,38. Het weerstandsvermogen heeft een belangrijke signaalwaarde. Het betekent immers dat als alle risico’s zich voor zouden doen, conform de verwachting van de risico-simulatie, we onvoldoende kunnen teruggrijpen op de beschikbare reserves om de risico’s op te kunnen vangen. In dat geval zullen we andere middelen moeten inzetten, zoals het verhogen van de belastingen of extra bezuinigen.
Meerjarige ontwikkeling weerstandsratio Ontwikkeling Weerstandsratio (bedragen x € 1 miljoen) Omschrijving
Begroting 2014
2015
2016
2017
84,0
73,9
71,1
69,9
0
0
0
0
-5,3
-1,4
0
0
minus dekking kapitaallasten
-48,4
-46,9
-45,4
-43,9
minus buffer onderuitputting
0
0
0
0
Beschikbare weerstandscapaciteit
30,3
25,6
25,7
26,0
Benodigde weerstandscapaciteit
77,5
77,5
77,5
77,5
0,33
0,33
Totaal reserves minus stadhuiscomplex minus dekkingsreserve
Weerstandsvermogen
0,39
0,34
Het bovenstaande overzicht toont aan dat bij een gelijkblijvend risicoprofiel de weerstandsratio, die nu al ver onder de gewenste norm van 1 zit, de komende jaren verder zal dalen. Een van de oorzaken van deze daling betreft de overheveling van de reserve Eemhuis van de reserves voor beleidsprioriteiten naar de reserve dekking kapitaallasten. Onze norm van 1 (reserves toereikend om risico’s geheel op te vangen) is geen harde boven of ondergrens, maar een signaalwaarde. Wanneer we uitkomen onder de norm betekent dat dat we, als deze risico’s zich feitelijk voordoen, eerder zullen moeten overstappen op de andere twee opties: bezuinigen of lastenverzwaring. Om in 2014 een weerstandsvermogen van 1 te kunnen behalen, zouden we nog € 48,1 miljoen aan extra weerstandscapaciteit moeten hebben. Dit vraagt om een even grote bezuiniging, welke zeker niet op deze korte termijn realiseerbaar is. Overigens is het aannemelijk dat met het afronden van de diverse projecten op de middellange termijn, ook ons risicoprofiel en daarmee de benodigde weerstandscapaciteit afneemt. Zoals eerder is aangegeven reserveren we een bedrag van maximaal € 3,5 miljoen per jaar/structureel voor risico’s inzake grondexploitaties en de realisatie van de taakstelling voor Vastgoed. Wanneer dit bedrag wordt omgezet in een incidenteel budget, neemt de beschikbare weerstandscapaciteit op termijn toe met € 40 miljoen.
19
Voorzijde
Daarbij gaan we er wel van uit dat dit volledig kan worden ingezet voor de reeds geïnventariseerde risico’s. Eén en ander geeft het volgende beeld:
Berekening weerstandsvermogen, rekening houdend met gereserveerde budget voor grondexploitaties (Bedragen x € 1 miljoen) Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Beschikbare weerstandscapaciteit
30,3
25,6
25,7
26,0
Reservering grondexploitaties
26.0
32.5
39.0
39,0
Saldo
56,3
58,1
64,7
65,0
Benodigde weerstandscapaciteit
77.5
77.5
77.5
77,5
0,75
0,83
Weerstandsvermogen
0,73
0,84
Belangrijkste risico’s
Hieronder gaan wij in op een aantal majeure risico’s. Voor meer informatie over deze risico’s en de invloed op het risicoprofiel, verwijzen wij u naar de paragraaf Risicomanagement & weerstandsvermogen verderop in deze begroting.
Grondexploitaties Voor alle drie categorieën: Gemeentelijke grondexploitaties, Publiek Private Samenwerking en Strategisch Vastgoed lopen de risico’s verder op.. Van de 10.000 woningen in Vathorst moeten er nog 3.000 ontwikkeld en gebouwd worden. Vanwege de situatie op de woningmarkt stagneert die ontwikkeling en moet rekening worden gehouden met verliezen. Dit laatste risico hangt vooral samen met risico’s rondom het afzettempo (faserings- en rentekosten) en het opbrengstenniveau (voornamelijk in het duurdere woningsegment). De besprekingen met onze partners in Vathors zijn nog gaande. Onze inspanningen zijn er op gericht – in de lijn van het door de raad verleende mandaat – te komen tot een sluitende grondexploitatie voor Vathorst Bestaand, afspraken te maken over de beheersing van de resterende risico’s gedurende de planperiode (tot 2025) en over het nemen van maatregelen in proces en werkwijze van Vathorst om de productie verder te stimuleren. Wij hopen uw raad in oktober a.s. te kunnen informeren over het bereikte onderhandelingsresultaat voor Vathorst Bestaand en van u een uitspraak vragen of dat resultaat passend is binnen het aan ons meegegeven mandaat. Wij verwachten nog gedurende het proces van de behandeling van de gemeentebegroting de gevolgen van het onderhandelingsresultaat inzake Vathorst voor de gemeentebegroting te kunnen inbrengen. Vanwege het dure bouwprogramma en de grote investeringen kent ook de grondexploitatie Lichtenberg grote risico’s rondom het afzettempo en het opbrengstniveau. Het moeizame verloop van de ontwikkeling van de kantorenlocatie Podium met oplopende risico’s heeft zijn weerslag op de samenwerking tussen partijen in de Vennootschap. De verhouding tussen partijen staat onder druk. Partijen verschillen van mening over de hardheid van de afspraken om de gronden van het Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV) af te nemen. De aandeelhouders van OBV hebben ermee ingestemd dat OBV een juridische procedure is gestart om de afname van de grond af te dwingen.
20
Begroting 2014-2017
De afzet van de kavels op de bedrijventerreinen is gestagneerd. Marktonderzoek naar de afzet en afzetbaarheid van de bedrijventerreinen Vathorst, Wieken Zuid en Wieken Noord geeft aan dat er te weinig vraag is om het huidige aanbod van de genoemde bedrijventerreinen op te nemen. Dit zorgt voor vertragingen en verlagingen van grondprijzen en daarmee ook dalende saldi van de grondexploitaties. Wat de overige risico’s betreft, verwijzen wij kortheidshalve naar de projecten- en risicorapportage die u separaat wordt aangeboden. In de Tussenbalans van 2012 is een bedrag gereserveerd van € 1 miljoen structureel om (op termijn) de vorming van een risicovoorziening mogelijk te maken. Wij stellen voor om daar bovenop een extra structurele reservering op te nemen om eventuele risico’s met betrekking tot grondexploitaties en maatschappelijk vastgoed op te kunnen vangen. Voor elke euro die we structureel opnemen, kunnen we ongeveer 13 euro incidenteel afboeken. In de verwachting dat in de komende jaren nog gefaseerd afgeboekt zal moeten worden, nemen wij in 2014 € 1 miljoen extra op. De jaren daarna laten we dit bedrag tot en met 2017 telkens stijgen met € 0,5 miljoen. Daarmee hebben we (op termijn) incidentele budgettaire ruimte om maximaal voor € 45 miljoen incidenteel af te boeken. Op dit moment gaan wij er van uit dat de verwachte verliezen binnen dit kader kunnen worden opgevangen.
Decentralisaties De komende jaren komen er nieuwe taken op de gemeente af. Zo krijgen we extra taken op het gebied van de Jeugdzorg, krijgen we binnen de WMO meer taken en treedt ook de nieuwe Participatiewet in werking. Bij al deze nieuwe taken is ons uitgangspunt dat we de taken uitvoeren met de middelen die we er voor krijgen, ondanks de bezuinigingen aan rijkszijde. Het is echter geenszins zeker of dat ook gaat lukken. Binnen de huidige WMO bestaat al het probleem van de open-einde regeling, waarbij de uitgaven aan de WMO min of meer een autonome groei kennen. Daarbij is het de vraag of de binnen onze gemeentebegroting aanwezige middelen voldoende zijn om de vraag naar individuele verstrekkingen binnen de WMO op te kunnen vangen. Ook is het onzeker of de autonome groei door het Rijk gecompenseerd wordt. De in de reserve WMO beschikbare middelen zijn in ieder geval niet voldoende voor het (structureel) opvangen van eventuele overschrijdingen. Ten aanzien van de Jeugdzorg krijgen we pas in mei 2014 te horen welk budget we kunnen verwachten. Er zijn nog diverse ontwikkelingen gaande die invloed hebben op de budgetten, waardoor het momenteel nog niet te zeggen is hoeveel geld welke gemeente ontvangt. Aangezien dit pas op een zeer laat moment duidelijk wordt, behelst dit een redelijk groot risico voor onze gemeente. In het Sociaal Akkoord is afgesproken dat de nieuwe Participatiewet op 1 januari 2015 in werking treedt. De invoering van de Participatiewet gaat gepaard met bezuinigingen op de WSW en het re-integratiebudget. Er resteert één budget voor de Wwb, WSW en de Wajong’ers met arbeidsvermogen. De afbouw van de WSW-middelen gaat gepaard met behoudt van rechten van de bestaande doelgroep. Dit zal leiden tot hogere subsidietekorten. Deze tekorten zullen gedekt moeten worden uit de algemene middelen en/of het participatiebudget. In dat laatste geval blijft er minder budget over voor de re-integratie van bestaande en nieuwe doelgroepen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de invoering van het nieuwe verdeelmodel voor de re-integratie- en WSW-middelen per 2015, leidt tot negatieve herverdeeleffecten voor ons.
21
Voorzijde
Reserves De meerjarige ontwikkeling van de reserves ziet er als volgt uit: (bedragen x € 1.000) saldo vermeer- verminbegin deringen deringen 2014 2014 2014
saldo vermeer- verminbegin deringen deringen 2015 2015 2015
saldo vermeer- verminbegin deringen deringen 2016 2016 2016
saldo vermeer- verminbegin deringen deringen 2017 2017 2017
saldo begin 2018
A. Reserve ter afdekking risico’s
11.813
2.898
1.044
13.667
1.484
1.936
13.215
900
1.352
12.764
1.327
126
13.965
B. R eserves ivm meerjarig beleid
7.167
1.118
3.912
4.373
0
2.535
1.839
0
2.101
-263
0
1.666
-1.929
C. R eserves voor beleidsprioriteiten
14.558
17.090
23.572
8.077
11.956
14.220
5.813
8.497
5.095
9.215
5.180
4.220
10.175
D. Egalisatiereserves
1.217
0
0
1.217
0
0
1.217
0
0
1.217
0
0
1.217
61.153
498
6.781
54.870
0
5.946
48.925
0
3.637
45.287
0
1.750
43.537
1.696
100
0
1.796
1.100
0
2.896
0
0
2.896
0
0
2.896
97.604
21.704
35.308
84.000
14.540
24.636
73.905
9.397
12.185
71.117
6.507
7.762
69.862
saldo vermeerbegin deringen 2016 2016
verminringen 2016
saldo vermeer- verminbegin deringen deringen 2017 2017 2017
saldo begin 2018
E. Financieeltechnische reserves F. Overige reserves
Totaal reserves
Voorzieningen (bedragen x € 1.000) saldo vermeer- verminbegin deringen deringen 2014 2014 2014 A. Onderhoudsegalisatie
saldo vermeer- verminbegin deringen deringen 2015 2015 2015
21.371
11.652
13.671
19.352
12.194
11.120
20.425
12.725
10.851
22.299
12.540
10.083
24.756
B. Middelen derden
437
0
50
387
0
50
337
0
50
287
0
0
287
C. Verplichtingen, verliezen, risico’s
4.500
100
117
4.483
100
101
4.482
100
101
4.482
100
101
4.481
26.308
11.752
13.838
24.222
12.294
11.271
25.245
12.825
11.002
27.068
12.640
10.184
29.524
Totaal Voorzieningen
22
Begroting 2014-2017
Investeringen In onderstaand overzicht zijn de investeringsbedragen opgenomen en niet de kapitaallasten (rente en afschrijving) van de investeringen.
Overzicht investeringen per programma (bedragen x € 1.000,-)
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
1. Algemeen bestuur en public affairs
Raming 2017
Stemmachines
195
Modernisering GBA
313
Audiovisuele middelen raadszaal
217
PC’s raadsleden
33
Verkiezingen raad
200
450
508
0
0
Totaal aan investeringen 2. Veiligheid en handhaving
Totaal aan investeringen
0
0
0
0
3. Stedelijk beheer en milieu
Herstelprogramma kademuren
Totaal aan investeringen
295
295
295
295
295
295
295
295
4. Zorg, welzijn en wijkontwikkeling
Vervanging en renovatie welzijnspanden
150
Aanpassingen wijkaccomodaties
100
100
100
250
100
0
100
Totaal aan investeringen
23
Voorzijde
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
5. Onderwijs
Modernisering schoolgebouwen
1e inrichting meubilair en onderwijsleerpakket
Raming 2017
1.050
1.050
230
230
ABC scholen
8.000
1.280
9.280
0
1.000
Totaal aan investeringen 6. Sport
Vervangingsinvesteringen:
• vervanging/renovatie div. sportlocaties
1.000
159
• tribune Midland
100
• toplaag kunstvoetbalvelden (Hgl’veen, CJVV, VOP, Cobu Boys)
177
177
354
• renovatie kunstgrasveld hockey AHMC
460
• renovatie waterkunstgrasveld hockey AMHC
116
619
177
293
454
Totaal aan investeringen 7. Ruimtelijke ontwikkeling
Totaal aan investeringen
0
0
0
0
8. Mobiliteit
Jaarschijf VVP voeding RSV
Vervanging verkeersregelinstallaties
Totaal aan investeringen
24
1.553
1.553
305
305
305
305
1.858
1.858
305
305
Begroting 2014-2017
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
9. Cultureel klimaat en stadshart
Meerjaren onderhoudsplan De Flint
Raming 2017
881
1.073
1.739
314
(waaronder energiebesparingsmaatregelen)
Vervanging/renovatie Flehite
1.606
St. Aegtenkapel: lift, inv.toilet, gel.isol. etc.
242
Meerjaren onderhoudsplan St. Aegtenkapel
85
17
73
17
Masterplan Flint*
3.167
273
582
4.375
1.363
1.812
2.519
Totaal aan investeringen 10. Economie en wonen
Totaal aan investeringen
0
0
0
0
11. Werk en inkomen
Totaal aan investeringen
0
0
0
0
12. Financiën en belastingen
Totaal facilitaire zaken
Totaal ICT
156
156
206
42
1.910
943
3.084
1.888
Totaal overigen
0
61
206
125
Veerensmederij: restauratie
1.400
(kapitaallasten worden gedekt door huuropbrengsten)
3.466
1.160
3.496
2.055
Totaal aan investeringen
12.593
14.741
6.201
6.728
Totaal Generaal
* Dit is echter nog onder voorbehoud van goedkeuring van uw raad.
25
Voorzijde
Uitgangspunten begroting De volgende uitgangspunten liggen ten grondslag aan deze begroting: • De loonkosten 2014 zijn ongewijzigd ten opzichte van de begroting 2013; dat wil zeggen de loonbijstelling bedraagt 0%; • Het loongevoelige deel van de gesubsidieerde instellingen is ongewijzigd ten opzichte van de begroting 2013; dat wil zeggen de loonbijstelling van de subsidies bedraagt 0%; • De prijzen van de gemeentelijke uitgaven 2014 zijn ongewijzigd ten opzichte van de begroting 2013; dat wil zeggen de prijsbijstelling bedraagt 0%; • Het prijsgevoelige deel van de gesubsidieerde instellingen is ongewijzigd ten opzichte van de begroting 2013; dat wil zeggen de prijsbijstelling van de subsidies bedraagt 0%; • De ramingen zijn in constante prijzen. Dat wil zeggen dat de bedragen van de jaarschijven 2015 tot en met 2017 gebaseerd zijn op het loon- en prijspeil van 2014; • De rente over de nieuwe investeringen bedraagt 4,5%; • De rente-omslag van de activa per 1 januari 2014 bedraagt 4,5%; • De gehanteerde rente bij de grondexploitaties bedraagt 4,00%; • De prognose voor de woningbouw is als volgt: in 2013 worden 500 nieuwe woningen opgeleverd; in 2014 500 en in de jaren 2015 en 2016 elk 600; • Voor de afschrijving van de activa verwijzen wij naar de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen; • Voor de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen onderscheiden we drie voorzieningen: • Een voorziening voor wachtgelden c.a. vanwege de reorganisatie per 1 januari 1997; • Een voorziening voor wachtgelden van ex-wethouders • Een voorziening voor de pensioenen van wethouders. • Aangezien de overige jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen jaarlijks van vergelijkbaar volume zijn, zijn hiervoor geen voorzieningen gevormd maar zijn deze via de begroting afgedekt.
26
Begroting 2014-2017
Door de raad te autoriseren begrotingsbedragen 2014-2017 (bedragen x € 1.000,-) Rekening 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
01. Algemeen bestuur en public affairs
24.064
23.793
24.109
23.587
23.234
23.129
02. Veiligheid en handhaving
18.466
16.961
16.047
15.957
15.957
15.928
03. Stedelijk beheer en milieu
55.540
54.989
61.771
54.550
53.788
53.987
04. Zorg, welzijn en wijkontwikkeling
54.934
49.094
48.473
47.577
47.607
47.659
05. Onderwijs
26.850
30.012
26.240
22.940
22.980
22.745
7.632
7.889
6.495
6.478
6.439
6.440
56.786
58.722
49.263
31.318
34.771
29.692
9.466
22.366
19.221
16.901
9.214
8.673
20.422
20.847
16.947
16.301
16.268
16.197
6.690
5.449
5.497
5.238
5.229
4.887
11. Werk en inkomen
91.079
88.873
88.284
88.405
89.143
89.089
12. Financiën en belastingen
25.547
18.514
29.463
29.983
27.978
25.110
397.476
397.509
391.810
359.235
352.608
343.536
01. Algemeen bestuur en public affairs
3.743
3.051
3.080
3.283
3.283
3.283
02. Veiligheid en handhaving
4.289
2.999
2.816
2.787
2.789
2.780
03. Stedelijk beheer en milieu
8.458
5.295
5.118
5.203
5.258
5.258
04. Zorg, welzijn en wijkontwikkeling
6.946
3.756
2.956
2.956
2.956
2.956
05. Onderwijs
4.542
5.436
5.398
5.398
5.398
5.398
337
326
0
0
0
0
40.681
53.035
42.885
25.585
30.199
25.195
4.928
4.495
4.495
4.570
3.016
3.016
860
2.640
968
968
968
968
1.680
638
873
873
873
873
69.665
64.866
66.064
66.446
67.105
67.105
12. Financiën en belastingen
243.997
235.835
243.552
231.071
227.974
225.449
Totaal baten
390.126
382.372
378.205
349.140
349.819
342.281
Lasten (exclusief toevoegingen reserves)
06. Sport 07. Ruimtelijke ontwikkeling 08. Mobiliteit 09. Cultureel klimaat 10. Economie en wonen
Totaal lasten Baten (exclusief onttrekkingen reserves)
06. Sport 07. Ruimtelijke ontwikkeling 08. Mobiliteit 09. Cultureel klimaat 10. Economie en wonen 11. Werk en inkomen
27
Voorzijde
Rekening 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
01. Algemeen bestuur en public affairs
20.321
20.742
21.029
20.304
19.951
19.846
02. Veiligheid en handhaving
14.177
13.962
13.231
13.170
13.168
13.148
03. Stedelijk beheer en milieu
47.082
49.694
56.653
49.347
48.530
48.729
04. Zorg, welzijn en wijkontwikkeling
47.988
45.338
45.517
44.621
44.651
44.703
05. Onderwijs
22.308
24.576
20.842
17.542
17.582
17.347
7.295
7.563
6.495
6.478
6.439
6.440
16.105
5.687
6.378
5.733
4.572
4.497
4.538
17.871
14.726
12.331
6.198
5.657
19.562
18.207
15.979
15.333
15.300
15.229
5.010
4.811
4.624
4.365
4.356
4.014
21.414
24.007
22.220
21.959
22.038
21.984
-218.450
-217.321
-214.089
-201.088
-199.996
-200.339
Saldo exclusief mutaties reserves
7.350
15.137
13.605
10.095
2.789
1.255
Saldo exclusief mutaties reserves
7.350
15.137
13.605
10.095
2.789
1.255
Toevoegingen reserves
38.195
28.003
21.967
14.541
9.397
6.508
Onttrekkingen reserves
48.482
43.140
35.572
24.636
12.186
7.763
Saldo inclusief mutaties reserves
-2.937
0
0
0
0
0
Saldo (exclusief mutaties reserves)
06. Sport 07. Ruimtelijke ontwikkeling 08. Mobiliteit 09. Cultureel klimaat 10. Economie en wonen 11. Werk en inkomen 12. Financiën en belastingen
28
Begroting 2014-2017
Programma’s 1. Algemeen bestuur en public affairs Inleiding
Op 19 maart 2014 vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats. Dat betekent dat eind maart een nieuwe gemeenteraad wordt geïnstalleerd. In de weken na 19 maart zullen de onderhandelingen plaats vinden over een nieuwe coalitie en een coalitieakkoord. Ongeacht de politieke uitkomsten van de verkiezingen zal in het komende jaar aandacht bestaan voor een aantal bestuurlijke ontwikkelingen en vernieuwingen. De personele wisselingen die zich zullen voordoen maken hernieuwde kennismaking en netwerkvorming nodig, zowel in regionaal verband als ten behoeve van de Public Affairs. Het belang van een goede externe en interne communicatie kan nauwelijks worden overschat. Aan communicatie is elders een aparte paragraaf gewijd. Een en ander past in de organisatie ontwikkeling naar een meer open en responsieve overheid.
Publieksdienstverlening
In de periode 2006-2010 is vanuit Attent Amersfoort hard gewerkt aan de kwaliteit van onze dienstverlening. Die inspanningen hebben hun vruchten afgeworpen: de dienstverlening van de gemeente Amersfoort scoort goed in allerlei onderzoeken. In de benchmark Publiekszaken 2013 van TNS/NIPO scoort onze baliedienstverlening een 8 (gedeelde 3e plaats van alle 55 deelnemende gemeenten) en onze telefonische dienstverlening een 7,5.
29
Voorzijde
De ambitie om onze dienstverlening verder te verbeteren is als gevolg van de bezuinigingsopgaven omgebogen naar de ambitie om goede dienstverlening te realiseren tegen lagere kosten. Dat doen we door zoveel mogelijk klantcontacten in één keer goed af te doen, maar ook door in te zetten op ‘online gemak’. Waar het kan verlenen we een product of dienst het liefst digitaal via onze website, waar dat (nog) moet via persoonlijke contact aan balie of telefoon.
Zichtbare resultaten in 2014 Bestuur
1. Samenspel raad, college, ambtelijke organisatie en burgerinitatieven In 2014 wordt verder gewerkt aan een goed samenspel tussen raad, college en ambtelijke organisatie. Ook zal de nieuwe raad moeten bepalen hoe inwoners kunnen worden betrokken bij het werk van de raad en hoe de raad betrokken wil zijn bij burgerinitiatieven, waaronder het burgerinitiatief Het Nieuwe Samenwerken. 2. Regionale Samenwerking Het belang van regionale samenwerking neemt toe om meerdere redenen. Rijkstaken worden gedecentraliseerd en moeten regionaal worden opgepakt. De onderlinge verwevenheid (‘daily urban system’) maakt afstemming wenselijk, op ruimtelijk-economische beleidsterreinen maar ook ten aanzien van voorzieningen, veiligheid, groen enzovoort. Europese subsidies worden steeds meer gereserveerd voor regio’s. Het college kiest voor een sterke en aantrekkelijke regio (onder andere vanwege de decentralisaties die nopen tot regionale samenwerking). In 2014 zal bestuurlijke en ambtelijke inzet nodig zijn voor de versterking van die regionale samenwerking, zeker omdat raden en colleges zich vernieuwen. 3. Public Affairs In een tijd van een toenemende (financiële) afhankelijkheid van anderen is Public Affairs van groot belang. Een deel daarvan is lobby, gericht op subsidieverwerving. De raad heeft zich in een motie uitgesproken over de wenselijkheid van inkomstenverwerving anders dan door lastenverzwaring. In 2013 is een subsidiecoördinator aangesteld, wat in 2014 tot aantoonbare resultaten moet leiden. Voorkomen dat toegezegde middelen worden wegbezuinigd of subsidies moeten worden terugbetaald is in de huidige omstandigheden al evenzeer van belang. 4. Nieuwe Planning & Control cyclus In 2014 start, na de verkiezingen en de vorming van een nieuw College, een nieuwe cyclus van Planning en Control met het Collegeprogramma. Het Collegeprogramma is voor de komende vier jaren de opmaat voor de nieuwe cyclus van begroting, tussenrapportage en jaarrekening. We streven daarbij naar een goede verantwoording over het gevoerde beleid, met zo min mogelijk financiële en administratieve last voor het gemeentebestuur en de organisatie. Een belangrijk onderdeel van de Vernieuwde P&C is de beleidsevaluatie. ‘Het gesprek’ tussen gemeenteraad, collegeleden en maatschappelijke partijen staat daarin centraal. In dat gesprek wordt niet alleen teruggekeken, maar ook veel aandacht besteed aan lessen voor de toekomst.
Publieksdienstverlening 1. Versterking dienstverlening via internet We gaan onze digitale dienstverlening verder uitbouwen, zodat méér producten en diensten 24/7 beschikbaar zijn en vanuit huis kunnen worden afgenomen. Het streven is dat we in 2015 alle producten en diensten van de gemeente digitaal aan kunnen bieden. We gebruiken 2014 dan ook vooral om dit technisch te realiseren. Ook gaan we onze (mobiele) website verder verbeteren: die moet duidelijker en gebruiksvriendelijker worden zodat méér bezoekers zelf de juiste informatie/producten en diensten kunnen vinden, waardoor ze niet meer naar de gemeente hoeven te bellen
30
Begroting 2014-2017
2. In één keer goed Waar het kan verlenen we een product of dienst digitaal via onze website. Waar dat (nog) moet via persoonlijke contact aan balie of telefoon. Telefonische vragen komen vooral binnen op het Klant Contact Centrum (KCC) via telefoonnummer 14 033. We streven ernaar dat het KCC steeds meer van die vragen direct afdoet, dus zonder tussenkomst van andere gemeentelijke afdelingen. Dit realiseren wij vooral door het nog beter trainen en toerusten van onze medewerkers in het KCC. En door goede samenwerkingsafspraken te maken met de vakafdelingen binnen het Stadhuis. 3. Thuisbezorgen producten Burgerzaken In 2013 zijn we gestart met een proef waarin paspoorten – tegen extra betaling – ook thuis kunnen worden bezorgd. We gaan dit evalueren en bekijken of en hoe we dit in 2014 kunnen voortzetten. In overleg met het Ministerie van Verkeer en Rijkswaterstaat wordt onderzocht of ook rijbewijzen bij wijze van proef kunnen worden thuisbezorgd.
AMBTELIJKE ORGANISATIE BUREAU REGIO AMERSFOORT
TOTAAL 24.108
BURGERZAKEN (PASPOORTEN ETC.)
17.909 214 2.388
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
210
GRIFFIE
183
OVERIGE RAAD
2.753 451
31
Voorzijde
2. Veiligheid en handhaving Inleiding Sociale veiligheid
Onze veiligheidsaanpak kenmerkt zich door een thematische en persoonsgerichte aanpak. In de persoonsgerichte aanpak speelt het Veiligheidshuis een grote rol. De thematische aanpak (het focussen op geprioriteerde veiligheidsthema’s) wordt voor een groot deel op wijk, buurt of straatniveau uitgevoerd. Hoewel overleg met onze veiligheidspartners en formele besluitvorming hierover nog moet plaatsvinden, lijken in ieder geval de thema’s woninginbraken, jeugdoverlast en woonoverlast in 2014 extra aandacht te verdienen. Ook het bewust maken en stimuleren van de eigen rol en verantwoordelijkheid van bewoners in het voorkomen van criminaliteit blijft in 2014 een nadrukkelijk aandachtspunt.
Fysieke veiligheid
In de begroting van de VRU worden de prestatieafspraken – zowel regionaal als lokaal – met de VRU vastgelegd (voorheen was dit een Dienstverleningsovereenkomst). Voor de gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie geldt dat deze in 2014 opnieuw wordt ingericht volgens landelijke en regionale normen. Er is naast de basiszorg op het gebied van brandweer en geneeskundige hulpverlening aandacht voor thema’s als (vervoer) gevaarlijke stoffen en risico- en crisiscommunicatie. In 2014 krijgt de nieuwe financiering van de VRU vorm.
Vergunningen Toezicht en Handhaving
Wij zijn verantwoordelijk voor alle vergunningen en handhaving daarop in de fysieke leefomgeving. Voorbeelden zijn vergunningen met betrekking tot bouwen, slopen, evenementen en horeca. Informatie hierover kan
32
Begroting 2014-2017
gevonden worden via de website of het vergunningenloket in de hal van het gemeentehuis. Het team Handhaving Openbare Ruimte (Stadstoezicht Amersfoort) is verantwoordelijk voor de afhandeling van meldingen en klachten van overlast in de openbare ruimte. Wij geven uitvoering aan de jaarlijks door het College vastgestelde handhavingsprioriteiten. Samen met onze ketenpartners, waaronder de politie, zien wij toe op het heel en veilig houden van de stad. Wij hebben een speciaal team straatcoaches dat belast is met de bestrijding van overlast veroorzaakt door hangjongeren. Overlastgevende jongeren worden aangesproken, gewaarschuwd en waar nodig bekeurd. Omdat deze aanpak succesvol is gebleken, zetten we deze werkwijze de komende periode voort.
Zichtbare resultaten in 2014 Sociale veiligheid
1. Vaststellen van nieuw vierjarig beleid: het Integraal Veiligheidsprogramma 2015-2018. 2. Uitvoeren van het Jaarplan 2014 van het Integraal Veiligheidsprogramma 2011-2014 met het doel: • de veelvoorkomende criminaliteit te verminderen; • het aantal woninginbraken terug te dringen; • de jeugdoverlast (verder) tegen te gaan; • woonoverlast adequaat aan te pakken om zodoende de overlast eerder te signaleren, te stoppen of in ieder geval sterk te verminderen.
Fysieke veiligheid
• Er is in 2014 een begroting met lokale bijlage waarin de prestatieafspraken en de daarmee gemoeide kosten op het gebied van fysieke veiligheid zijn vastgelegd. • In 2014 gaat de nieuwe regionaal georganiseerde gemeentelijke crisisbeheersing van start. Begin 2014 wordt het nieuwe regionale dekkingsplan vastgesteld in het bestuur van de VRU. • In 2014 wordt een nieuw crisisplan van kracht.
Vergunningen Toezicht en Handhaving
Digitalisering Ook in 2014 stimuleren we de mogelijkheid om via de website digitaal een vergunningaanvraag of verzoek om handhaving in te dienen. Het procesverloop van de vergunningaanvraag is op de website te volgen. Daarnaast blijft het fysieke vergunningenloket open.
Handhavingstrategie
In het Handhavings Uitvoering Programma 2013-2014 (HUP) hebben we vastgelegd: de keuzen voor de wettelijke taken, de basistaken en de themagerichte handhavingzaken gekoppeld aan de inzet van beschikbare middelen. Voor 2015 maken we een nieuw HUP, gebaseerd op een aangepaste strategie.
33
Voorzijde
Servicebureau|Gemeenten (SBG) en Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
In dienstverleningsovereenkomsten met het SBG en de VRU hebben we vastgelegd welke taken zij voor de gemeente uitvoeren: • op het gebied van vergunningverlening en handhaving aangaande milieuactiviteiten en brandveiligheid; • tegen welke prijs- en prestatieverhouding. In het jaarlijks door het college vastgestelde HUP staan de concrete taken beschreven.
Regionale uitvoeringsdienst (RUD)
Om de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht te waarborgen, in het bijzonder op het gebied van milieutaken, wordt op z’n vroegst per 1 januari 2014 een Regionale UitvoeringsDienst gevormd met de provincie en (enkele) andere gemeenten.
ALGEMEEN BEHEER AMBTELIJKE ORGANISATIE CRISISBEHEERSING
TOTAAL 16.048
HANDHAVING IN DE OPENBARE RUIMTE KOSTEN HORECA EN EVENEMENTEN (IE VERGUNNINGEN) KOSTEN OMGEVINGSVERGUNNINGEN ONTVLECHTING BRANDWEER VEILIGHEID VEILIGHEIDSREGIO UTRECHT
34
151 5.098 54 957 92 758 72 762 8.105
Begroting 2014-2017
3. Stedelijk beheer en milieu Inleiding Stedelijk Beheer
Het beleidskader voor het kwaliteitsniveau van de stad is de Nota Kwaliteit Openbare Ruimte. Een goed onderhouden openbare ruimte is het fundament voor een leefbare stad. We zorgen dat onze riolen, wegen, bruggen, kademuren en openbare verlichting goed zijn onderhouden. Deze grote onderhoudswerken besteden we aan en plannen die in een jaarperiode. Op die manier blijft de stad technisch in een goede conditie. Daarnaast verrichten we dagelijks onderhoud, dat zijn werkzaamheden met een korte doorlooptijd zoals zwerfafval opruimen, afvalbakken legen, onkruid verwijderen en werkzaamheden aan bomen en groen. Als het glad is strooien we de hoofdroutes, winkelcentra, schoolroutes en bushaltes. Niet alleen de fysieke werkzaamheden bepalen de kwaliteit van de stad, óók de samenwerking met bewoners draagt daaraan bij. In Amersfoort ondersteunen veel vrijwilligers ons bij het onderhouden van groengebieden en ecologische verbindingszones. Bij dit specialistische werk zetten zij ‘de kers op de taart’, want door hun inzet bereiken we mooie resultaten. Beheren van de openbare ruimte is niet alleen een zaak van techniek, maar biedt mogelijkheden in het sociale domein door verbinding en uitwisseling van kennis en kunde.
Milieu
In mei 2013 is in de gemeenteraad het huidige milieubeleidplan geëvalueerd. Dit heeft input opgeleverd voor het nog vast te stellen nieuwe beleid (Toekomstagenda Milieu 2014-2020), waarbij we keuzes moeten maken voor onze inzet over de volgende vijf principes: • een veilige en gezonde stad • een CO2-neutrale stad • een biodiverse en groene stad • een afvalloze stad • een klimaatbestendige stad Aan deze principes werken we samen met inwoners, organisaties en bedrijven in de stad. Soms hebben wij hierin een groot eigen aandeel, zoals bij het uitvoeren van wet- en regelgeving op milieugebied. Daarin zijn we als gemeente zelf aan zet. En soms faciliteren we, bijvoorbeeld bij energiebesparing en duurzame energie. Bewustwording, communicatie, participatie en co-creatie spelen daarin een belangrijke rol.
Zichtbare resultaten in 2014 Stedelijk beheer
In de Berkenlaan, Dommel- en Diezestraat, Fanzatenstraat, Houtmanstraat, Wagnerstraat en Woestijgerweg wordt de riolering gewijzigd in een gescheiden stelsel. Er wordt een rioolbuis bijgelegd. Het regen- en vuil water worden hierdoor gescheiden. Vervolgens worden de voetpaden en rijwegen helemaal hersteld met bestaand materiaal. Prins Frederiklaan en Wilhelminalaan Relinen van de bestaande rioolbuizen. Dit is het aanbrengen van een coating in de buizen. Daarnaast worden buizen bijgelegd om het regen en vuile water te scheiden. Het regenwater wordt geïnfiltreerd in de bodem, omdat in deze omgeving (Bergkwartier) weinig oppervlakte water is. Hiermee wordt verdroging voorkomen. Met de gemeentelijke afdelingen en omwonenden overleggen we vervolgens over de reconstructie van de lanen. De planvoorbereiding en gedeeltelijke uitvoering start in 2014. Voor het bosgebied Nimmerdor wordt het beheerplan geactualiseerd. Dit gebeurt in samenwerking met het bestuur van de stichting Behoud Nimmerdor, omwonenden en organisaties. Het beheerplan Park Schothorst is vastgesteld. Met bewonersgroepen start de uitwerking van eenmalige maatregelen in Park Schothorst.
35
Voorzijde
Milieu
1. Uitvoeringsprogramma Milieu Na vaststelling van de Toekomstagenda Milieu wordt een daarop gebaseerd Milieu uitvoeringsplan ( MUP) opgesteld.
Hieronder volgen acties die al zijn opgestart en die verder lopen in 2014.
2. Actualiseren geluidnota De geluidnota wordt aangepast. De noodzaak daartoe komt voort uit gedeeltelijk gewijzigde wet- en regelgeving. Ook enkele beleidsuitgangspunten moeten we aangepassen. 3. Duurzaamheidslening voor woningeigenaren In 2013 is het fonds voor de duurzaamheidslening aangevuld waardoor in 2014 nieuwe aanvragen weer gehonoreerd kunnen worden. Dit draagt bij aan de CO2-reductie van de stad. De duurzaamheidslening is bedoeld voor particuliere woningeigenaren die energiebesparende maatregelen willen uitvoeren, maar het geld zelf niet direct beschikbaar hebben. Voorwaarde is dat het energielabel met twee klassen verbetert. Daarnaast wordt met de projecten ‘Energieneutraal renoveren’ en ‘Uitrol zonnepanelen op maatschappelijk vastgoed’ uit het programma Duurzame Ontwikkeling gewerkt aan CO2-reductie van de stad. 4. Grondstoffenplan: communicatietraject en uitvoeringsprogramma Het nieuwe Grondstoffenplan 2014-2020 ‘van afval naar grondstof’ wordt in december 2013/januari 2014 voorgelegd aan de raad. We benutten 2014 als een overgangsjaar om te komen tot een andere, door de stad gedragen afvalinzamelstructuur. In het Grondstoffenplan werken we een aantal varianten voor een
36
Begroting 2014-2017
andere inzamelstructuur van huishoudelijk afval uit voorzien van financiële consequenties. De raad kan in december 2013 aangeven welke variant de voorkeur heeft. Die wordt vervolgens verder uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Dit programma stellen de afdelingen Milieu en Stedelijk Beheer gezamenlijk op met ROVA. Daarna start ROVA de uitvoering in 2015. 5. Nieuwbouw Centrum voor Natuur en Milieu Educatie Eind 2013 is de nieuwbouw van het CNME gestart. Dit centrum gaat fungeren als een duurzame en groene ontmoetingsplek in de stad. Eind 2014 is het gebouw gereed. 6. Dierenwelzijn In 2014 blijven we bij projecten in de ruimtelijke omgeving aandacht besteden aan dit onderwerp. Een voorbeeld hiervan loopt door in 2014: het ontwikkelen van een landelijk protocol voor het behoud van vleermuizen bij na-isolatie van gebouwen. Eind 2012 is met de totstandkoming van de samenwerkingsovereenkomst met de dierenbescherming en dierenambulance de hele keten van achterliggende specialistische dierenopvang geborgd.
Wat beheren we zoal?
Groningen
Berlijn
Warschau
Nürnberg Brussel
Praag
Parijs
Bern
Hoofdriolering: 1015 km Wegen: 650 km Voetpaden: 850 km Fietspaden: 200 km Waterlopen: 160 km Bomen in wijken en parken: 770 km (om de 10 m een boom) Lichtmasten: 500 km (om de 25 m een lichtmast) Strooiroutes: 650 km (1 ronde strooien op wegen en fietspaden
37
Voorzijde
AFVALPREVENTIE AFWATERING CIVIEL
1.106
AMBTELIJKE ORGANISATIE
6.087
BEGRAVEN EN CREMEREN
2.032
CENTRUM VOOR NATUUR- EN MILIEU-EDUCATIE
TOTAAL 61.771
38
471
384
KOSTEN AFVALVERWIJDERING
9.897
KOSTEN RIOOL
8.907
MILIEUBEHEER
1.584
ONDERHOUD OPENBAAR GROEN
7.205
ONDERHOUD OPENBARE RUIMTES
2.122
OPENBARE VERLICHTING
2.080
OVERIGE
9.662
SERVICE BUREAU GEMEENTEN
1.187
STRAATREINIGING
2.610
WEGEN EN VERKEERSBORDEN
6.439
Begroting 2014-2017
4. Zorg, welzijn en wijkontwikkeling Inleiding
In de afgelopen periode hebben we ons zowel in praktische als inhoudelijke zin voorbereid op de decentralisatie van de jeugdzorg per 2015, de invoering van de Wet werken naar Vermogen en de decentralisatie van de Awbz per 2015 (de 3D’s). Los van de vraag of en wanneer welke taken naar de gemeente toe komen, is het sociale domein de komende jaren flink in beweging. De kern van deze beweging is het goedkoper, integraler en dichter bij de inwoners organiseren van zorg en maatschappelijke ondersteuning. We willen hiermee beter aansluiten bij de behoeften van mensen en uitgaan van ondersteuning van eigen kracht en ons richten op wat mensen zelf kunnen. We hebben oog voor de ondersteuning van de kwetsbare inwoners die het op eigen kracht niet redden. Ook zij doen mee. Niet de vraag welke beperking iemand heeft staat centraal, maar de vraag wat iemand wél kan. Iedereen kan op eigen niveau bijdragen en participeren. Vooruitlopend op de aankomende decentralisaties kiezen wij er in onze visie op de beweging in het sociale domein voor om aan te sluiten bij de behoeften van onze inwoners en om waar efficiënt en effectief zoveel mogelijk zaken op wijkniveau te organiseren. Dichtbij huis en in de omgeving die vertrouwd voor hen is. Op dat niveau denken wij het best aan te kunnen sluiten bij informele netwerken en de eigen kracht van inwoners. De STIPs, Wijkteams en Activiteitencentra vormen de weerslag van deze beweging die we willen maken op het niveau van de wijk. We ontwikkelen deze drie functies (informatie/advies, hulp en ontmoeting) in samenhang met elkaar.
39
Voorzijde
Informatie/advies en hulp – STIP en Wijkteams
We willen onze inwoners nabij en laagdrempelig informatie, advies en hulp aanbieden waardoor mensen zelf verder kunnen of hun problemen vroegtijdig gesignaleerd worden en een onnodig beroep op dure zorg voorkomen wordt. Om dit mogelijk te maken ontwikkelen we met de inwoners en professionals in onze stad een werkwijze op (ondermeer) wijkniveau voor de functies informatie/ advies (de STIP) en ondersteuning voor het ontwikkelen van eigen kracht en zorg (de Wijkteams). STIP De STIP is een laagdrempelige, voor iedereen toegankelijke voorziening (jong en oud) voor informatie en advies. De STIP beantwoordt eenvoudige vragen, verwijst door naar professionals waar dat nodig is en kan helpen om een klacht, melding of verwijzing te doen. In de STIP werken vrijwilligers en zij vervullen de rol van Goede Buur die een luisterend oor biedt en even de helpende hand reikt. Een STIP kan in alle wijken een functie vervullen. We kiezen ervoor om te starten in de prioriteitswijken, omdat we mede op basis van de wijkagenda’s verwachten dat de behoefte aan informatie en advies in de prioriteitswijken het grootst is. Na de opening van de eerste STIP’s in 2013 in Kruiskamp en Liendert/Rustenburg volgen de andere wijken in 2014. Wijkteams De Wijkteams bieden professionele ondersteuning bij het bouwen op eigen kracht en zorg en vormen een belangrijk onderdeel van de sociale infrastructuur waarlangs we beweging in het sociaal domein organiseren. Met de wijkteams organiseren we maatschappelijke ondersteuning en zorg integraler, goedkoper en dichter bij de inwoners. In het Soesterkwartier zijn we al begonnen met een proeftuin voor een wijkteam en de komende maanden zetten we nieuwe proeftuinen in andere wijken op. De proeftuinen zijn bedoeld om te leren hoe we een wijkteam goed kunnen laten functioneren. Dit vormt de basis om in de loop van 2014 te kiezen voor een meer definitieve invulling van de wijkteams voor de hele stad.
Ontmoeting – Activiteitencentra
Voor de verdere versterking van welzijn en de sociale cohesie in de stad zien wij een belangrijke rol voor activiteitencentra in de wijk of in een combinatie van wijken. Uitgangspunt is dat we aansluiten bij initiatieven van inwoners voor activiteitencentra en deze binnen de financiële mogelijkheden versterken of borgen door tijdelijk en waar nodig en gewenst (financieel) te ondersteunen. De Activiteitencentra vormen een open en laagdrempelig ‘hart in de wijk’ voor inloop, ‘losse’ ontmoeting en activiteiten. Bewoners, eventueel tijdelijk ondersteund door professionals, leveren een bijdrage aan het beheer en de exploitatie van een activiteitencentrum. De activiteiten in het centrum zijn gericht op en sluiten aan bij de behoefte van wijkbewoners: maatwerk. Voor het einde van de coalitieperiode willen we minimaal vier activiteitencentra via zelfbeheer door bewoners en/of betrokken partijen ontwikkelen. Een wending in ons bestaande welzijnsbeleid is dat wij inwoners bij deze ontwikkeling waar nodig (financiële) ondersteuning bieden. Groeimodel op wijkniveau Deze basisonderdelen voor onze wijkgerichte manier van werken (STIP en Wijkteams, Activiteitencentra) zien wij niet als blauwdruk maar als groeimodel. Wijken verschillen immers van elkaar in aard, omvang, vraag, doelgroepen, problematiek en aanwezige potentie en organisatiekracht. We leren werkenderweg wat het beste werkt. Om te kijken wat werkt en omdat wijken van elkaar verschillen, zal onze aanpak dan ook variëren: maatwerk. De samenhang en samenwerking tussen de verschillende functies is evident maar zal in de praktijk geleidelijk vorm en inhoud krijgen.
Zichtbare resultaten in 2014 1. Activiteitencentra Minimaal vier activiteitencentra gerealiseerd of in ontwikkeling door bewonersinitiatieven en/of betrokken partijen in Randenbroek/Schuilenburg, Zielhorst, Liendert, Soesterkwartier en Hoogland. Uitgangspunt is het activiteitencentrum dat via zelfbeheer wordt georganiseerd door bewonersorganisaties en/of betrokken partijen. Wij ondersteunen tijdelijk actief en bouwen tijd in.
40
Begroting 2014-2017
2. Diversiteit: Verbinding met een diverse stad We verbinden ons met een diverse stad door een goede bondgenoot te zijn en borgen aandacht voor diversiteit in regulier beleid. Specifieke inzet: • plan van aanpak Sociale acceptatie en veiligheid van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender inwoners van Amersfoort 2012-2014; • mee ontwikkelen van een nieuwe landelijke participatieovereenkomst voor nieuwe inwoners die hen wijst op hun rechten en plichten; • het invullen van onze zorgplicht voor (bijna) uitgeprocedeerde asielzoekers; • het stimuleren van dialoog. 3. Vrijwilligers en mantelzorgers We bieden een ondersteunende en stimulerende infrastructuur voor vrijwilligers(werk) en mantelzorgers. De staatssecretaris wil met gemeenten en partners uit het veld werken aan een Agenda voor de Toekomst en wil gemeenten verantwoordelijk maken voor de waardering van mantelzorgers. Wij volgen deze ontwikkelingen op de voet.
Kwetsbare groepen
4. Maatschappelijke (daklozen)opvang Voorbereiden van de realisatie van twee alternatieve opvanglocaties voor dak- en thuislozen en alcoholverslaafde dak- en thuislozen. 5. Actieplan WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) Actieplan maatschappelijke opvang, verslavingszorg, OGGZ (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg), huiselijk geweld en vrouwenopvang (als uitvoering van het WMO-beleidskader).
Zorg
6. Toekomst GGD De gemeenten moeten een besluit nemen over de toekomst van de GGD door van de wettelijke eis voor territoriale congruentie (Wet Veiligheidsregio’s). Volgens deze wet moeten de GGD’s qua gebied overeenkomen met de veiligheidsregio’s. Streven is om met ingang van 1 januari 2014 territoriale congruentie te bereiken door de veiligheidsgerelateerde taken van de GGD Midden-Nederland en de GG&GD Utrecht bij elkaar te voegen. 7. Beleidskader WMO In het beleidskader WMO zijn de uitgangspunten voor ons WMO-beleid vastgelegd. Op dit moment wordt de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning opgesteld. Hieruit vloeit de verplichting voor gemeenten voort om een nieuw beleidskader WMO op te stellen. Dit beleidskader wordt naar verwachting in het 1e kwartaal 2014 aan de gemeenteraad voorgelegd. 8. Decentralisatie dagbesteding, individuele begeleiding en persoonlijke verzorging AWBZ Vanaf 1 januari 2015 worden de functies dagbesteding, individuele begeleiding en persoonlijke verzorging uit de AWBZ overgeheveld naar de WMO. Wij treffen in 2014 de voorbereiding voor de implementatie. Waar nodig en zinvol wordt een relatie gelegd naar de andere twee decentralisaties. De beleidsmatige uitgangspunten voor een te organiseren of te vernieuwen ondersteuningsaanbod nemen wij op in het nieuwe WMO-beleidskader. 9. Extramuralisering In de periode 2013-2016 wordt de scheiding tussen wonen en zorg verder doorgevoerd. Dit betekent dat in de toekomst alleen mensen met een zware zorgbehoefte nog terecht kunnen in intramurale locaties. Veel meer dan nu zullen mensen met een zorgvraag zelfstandig wonen. Dit heeft gevolgen voor ons beleid zowel op het terrein van wonen als van zorg.
Jeugd
10. Voorbereiding decentralisatie Jeugdzorg De voorbereiding op de decentralisatie van de jeugdzorg doen wij in samenhang met de decentralisatie van de van de AWBZ, de Participatie wet en Passend Onderwijs. 41
Voorzijde
Onderdeel van de voorbereiding is het wijkgericht werken. Wij gaan het wijkgericht werken vormgeven door het organiseren van tenminste 6 wijkteams. De manier waarop de teams zich moeten vormen en ontwikkelen willen wij leren van de praktijk en niet van te voren vastleggen. Vanuit de teams moet onder meer de burgerkracht versterkt worden en de relatie met de huisartsen en de samenwerking met de zorg binnen het onderwijs verstevigd worden. In het kader van de experimenteerregeling van de Provincie wordt in 2014 een voorschot genomen op overheveling van provinciale taken naar de gemeente. Hiertoe worden in Amersfoort 5 projecten uitgevoerd die bijdragen aan de ontwikkeling van het toekomstig beleidskader ‘zorg voor de jeugd’. Dit beleidskader moet eind 2013 gereed zijn en vormt de basis voor de nadere uitwerking van vraagstukken, zoals de toegang, inrichting, aansturing, bekostiging, cliëntparticipatie, overgangsregelingen etc. Daar moeten wij in 2014 een voorlopig antwoord op hebben. Hierbij spelen de afspraken rondom de samenhang binnen het sociaal domein, regionale samenwerking , regionale en bovenregionale arrangementen en de resultaten van de wijkteams een belangrijke rol. 11. Rol onderwijs binnen een samenhangend jeugdbeleid Onderwijs is een van de belangrijke partners binnen het jeugd(zorg)beleid. Door de invoering van het Passend Onderwijs in augustus 2014 en de decentralisatie van de jeugdzorg op 1 januari 2015 (en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen) is een goede, efficiënte en effectieve samenwerking tussen alle partners bij de zorg voor het kind nog urgenter geworden. Onze ambitie is om dit op een zodanige wijze vorm te geven dat de ontwikkelingen elkaar versterken en dat dit leidt tot zoveel mogelijk positieve effecten voor de jeugd in Amersfoort.
42
Begroting 2014-2017
12. Jongerenpool Vanaf 2014 ontwikkelen de combinatiefunctionarissen, jongerenwerkers en sportbuurtwerkers een methodiek voor het eenduidig signaleren, analyseren, intervenieren en verwijzen. Deze methodiek sluit aan op de werkwijze van de wijkteams.
Wijkontwikkeling
13. STIP’s Met de ervaringen van de eerste twee STIP’s, de wijkteams en de activiteitencentra willen we in 2014 doorgaan met het realiseren van nog meer STIP’s. Dit is maatwerk: wijken verschillen van elkaar in aard, omvang, vraag, doelgroepen, problematiek en aanwezige potentie en organisatiekracht. 14. Wijkagenda’s Samen met bewoners(groepen), de wijkteams en andere professionele partners in de wijk signaleren en agenderen we wat er in de wijk speelt. Gezamenlijk worden prioriteiten toegekend en per wijk wordt in 2014 een agenda opgesteld voor de periode 2015-2016. De wijkagenda’s geven richting aan iedereen die zich wil inzetten voor de wijk en die werkzaam is voor de wijk. Onderdeel van de wijkagenda is de sociale agenda die sturend is voor de inzet van het welzijnswerk (conform de Welzijnsvisie).
TOTAAL 48.473
ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK
1.066
ALGEMENE GEZONDHEIDSZORG
1.265
AMBTELIJKE ORGANISATIE
2.418
AMERSFOORT VERNIEUWT
-103
BUURTWERK
2.450
CENTRUM JEUGD EN GEZIN
2.369
HUISHOUDELIJKE ZORG
9.758
JEUGDZORG
3.484
JONGERENWERK
2.788
MAATSCHAPPELIJKE OPVANG / VROUWENOPVANG
5.493
OUDERENBELEID OVERIGE PARTICIPATIEBUDGET INBURGERING PERSOONSGEBONDEN BUDGET
643 4.714 418 1.253
PEUTERSPEELZALEN
232
UITVOERINGSKOSTEN SOCIAAL DOMEIN
874
VERSLAVINGSZORG
2.453
VERSTREKKINGEN LEEFVOORZIENINGEN
4.113
VERVOERSCONTINUUM
1.045
VRIJWILLIGERSWERK
820
WIJKONTWIKKELING ALGEMEEN MO
918
43
Voorzijde
5. Onderwijs Scholen kunnen een belangrijke rol vervullen als bruisend ontmoetingspunt voor bewoners in de wijk. Bij de invulling hiervan zijn ook andere beleidsterreinen inhoudelijk nauw betrokken, zoals welzijn, sport, cultuur (bibliotheek) en de decentralisatie van onder meer de jeugdzorg. In het jeugdprogramma Operatie Amersfoort Jong II, inclusief de Lokaal Educatieve Agenda 2012-2015, zijn de afspraken met de onderwijsorganisaties vastgelegd over waar we de komende jaren inhoudelijk met elkaar op inzetten, wat we willen bereiken en wie waar verantwoordelijk voor is. Jaarlijks evalueren we de resultaten van het afgelopen jaar en maken we afspraken voor het komende jaar. De zorg in en rond de school is een belangrijke rode draad in de Lokaal Educatieve Agenda. Voor- en vroegschoolse educatie en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten zijn daarnaast belangrijke thema’s. Binnen het centraal stellen van ‘zorg’ past ook speciale aandacht voor de systeemwijziging ‘passend onderwijs’ en de relatie daarvan met de decentralisatie van de jeugdzorg. Dit alles ondersteund door een zo optimaal mogelijke passende onderwijshuisvesting.
Zichtbare resultaten in 2014 1. Omvorming peuterspeelzaalwerk naar voorschoolse educatie binnen de kinderopvang Het reguliere peuterspeelzaalwerk is per 2013 afgeschaft. De organisaties die sinds 1 januari 2013 voorschoolse educatie aanbieden doen dat in de vorm van een voorziening die onder de Wet kinderopvang valt. De wijze waarop we dit gedaan hebben is redelijk uniek en leidt tot grote belangstelling bij andere gemeenten. We monitoren de implementatie. In 2012 is het Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie ondertekend. De afspraken die gemaakt zijn met voor- en vroegschoolse voorzieningen en de GGD Midden Nederland worden geïmplementeerd. Dit moet leiden tot het vergroten van de onderwijskansen voor de jonge kinderen in Amersfoort. We volgen de
44
Begroting 2014-2017
AMBTELIJKE ORGANISATIE
1.204
GYMNASTIEKONDERWIJS
1.649
HUREN / SUBSIDIES
TOTAAL 26.240
LASTEN SCHOOLGEBOUWEN LEERLINGENVERVOER
18 10.290 2.272
ONDERWIJSACHTERSTANDEN
6.619
OVERIGE
3.820
SCHOOLZWEMMEN VANDALISME
15 354
kinderen door middel van een VVE-monitor om te kijken wat de effecten van de maatregelen zijn. Op basis hiervan wordt het beleid eventueel bijgesteld. 2. Integrale Huisvestingsplan onderwijs Nadat eerder in overleg met alle betrokken schoolbesturen een visie op onderwijs en een visie op onderwijshuisvesting werd vastgesteld is begin 2014 een integraal huisvestingsplan met investeringsplan beschikbaar. Dit is gebaseerd is op beide visies en de bijbehorende kaderstelling. Hiermee worden de afspraken uit de LEA ondersteund. De gevolgen van de doordecentralisatie onderwijshuisvesting voor het Primair Onderwijs worden hierin meegenomen. Het Integraal Huisvestingsplan kan alleen tot stand komen in samenwerking met de schoolbesturen. 3. Rol onderwijs binnen een samenhangend jeugdbeleid Onderwijs is een van de belangrijke partners binnen het jeugd(zorg)beleid. Door de invoering van Passend Onderwijs in augustus 2014 en de decentralisatie van de jeugdzorg op 1 januari 2015 (en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen) is een goede, efficiënte en effectieve samenwerking tussen alle partners bij de zorg voor het kind nog urgenter geworden. De ambitie is om dit op een zodanige wijze vorm te geven dat de ontwikkelingen elkaar versterken en dat dit leidt tot zoveel mogelijk positieve effecten voor de jeugd in Amersfoort. 4. Rol scholen binnen het sociale domein Het hele sociale domein is volop in ‘beweging’. Het stimuleren van eigen kracht en wijkgericht werken zijn belangrijke uitgangspunten. De (ABC-)school heeft een rol van betekenis in de wijk, die we de komende tijd met het onderwijs ook verder willen ontwikkelen. We zien daarnaast een rol voor de scholen bij het verder vormgeven en uitrollen van een pedagogische aanpak en het stimuleren van ouderbetrokkenheid. Deze activiteiten sluiten aan bij de ontwikkelingen in het sociale domein. Om de pedagogische aanpak goed vorm te geven en een duidelijke plek te geven in de wijk die verder reikt dan de school, is het van belang dat de school een afspiegeling is van de wijk. 5. Nieuwe afspraken aanpak voortijdig schoolverlaten In 2012 is een nieuw convenant aanpak voortijdig schoolverlaten afgesloten. De doelstelling is dat er eind 2016 landelijk jaarlijks nog maximaal 25.000 nieuwe schoolverlaters zijn. Nadrukkelijk aandachtspunt is de groep 18 plussers, omdat uitval onder deze groep groot blijkt. De activiteiten zijn dan ook voor een aanzienlijk deel op hen gericht. We betrekken daarin ook de aanpak van de jongeren die al langer voortijdig schoolverlater zijn, de zogenoemde oude VSV-ers. Onderdeel van de activiteiten is dat we in 2014 een aantal (interne) werkprocessen veranderen.
45
Voorzijde
6. Sport Inleiding
Amersfoort is een stad met sportieve inwoners. De sportdeelname is hoger dan gemiddeld in Nederland. Het aandeel sporters dat minimaal één keer per week aan sport doet is in Amersfoort 64% (circa 96.000), landelijk is dit percentage 53%. Jongeren in Amersfoort sporten nog vaker: 80% van de jongeren tussen de 10 en 22 jaar is minstens één keer per week actief bezig met sport. Veel Amersfoorters sporten in verenigingsverband. Uit gegevens van NOC*NSF over 2011 blijkt dat Amersfoort toen 40.741 lidmaatschappen telde van diverse sportbonden. Dit betekent dat van de circa 96.000 Amersfoorters die minimaal één keer per week aan sport doen, circa 55.000 hun sportactiviteit buiten verenigingsverband beoefenen. Het is onze hoofdambitie om zoveel mogelijk Amersfoorters aan het sporten te krijgen en te houden. De actualisatienota ‘Amersfoort F!t’ is voor ons het handvat om deze ambitie te realiseren. Sterke, brede sportverenigingen vormen voor ons daarbij de kern van de Amersfoortse sportinfrastructuur. Daarvoor moet de basis op orde zijn en faciliteren wij de sport met de ‘hardware’ (sportvoorzieningen) en de ‘software’ (sportkader, combinatiefuncties/buurtsportcoaches). Voor wat betreft de ‘hardware’ wordt 2014 een belangrijk jaar in verband met de gunning voor het ontwerp en de bouw van het sportcomplex Hogekwartier. Wij nemen hierover rond de zomer een besluit. Tegelijkertijd hebben wij oog voor het sporten en bewegen buiten verenigingsverband, richten wij ons met het sportstimuleringsbeleid op groepen die niet of weinig aan sport doen en maken wij gebruik van kansen voor de sportieve recreatie bij de (her)ontwikkeling en inrichting van de openbare ruimte (het sportinclusief denken). Daarbij is de rol van de gemeente meer en meer die van regisseur en makelaar. In ons sportbeleid gaan wij meer ruimte bieden aan initiatieven vanuit de samenleving, zowel van sportverenigingen als van particuliere en eventueel commerciële initiatiefnemers.
Zichtbare resultaten in 2014 Sport
In de actualisatienota “Amersfoort F!t” hebben wij onze ambities voor de komende periode verwoord. Deze zijn: • Zoveel mogelijk Amersfoorters sporten en bewegen; • Sterke, brede sportverenigingen die de ruimte krijgen; • Efficiënt en effectief gebruik van sportvoorzieningen; • Sportinclusief denken
Wat gaan we doen 1. Een toegankelijk sportaanbod voor iedereen Wij vinden dat iedereen mee moet kunnen doen. Dit betekent dat wij in ons sportstimuleringsbeleid extra aandacht schenken aan inwoners die nu nog onvoldoende bewegen en drempels ervaren bij de sportbeoefening. We maken deze richting concreet door ons in ons sportstimuleringsbeleid te richten op : • inactieve jeugd; • senioren, met name 65+; • mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking. Wij willen samen met onze partners in de stad de drempels slechten die de sportdeelname belemmeren. Wij willen de sportaanbieders – en met name de sportverenigingen – ‘verleiden’ om ons daarin te ondersteunen. Wij faciliteren en ondersteunen de sportverenigingen daarin. Ook het Jeugdsportfonds is daarin een instrument.
46
Begroting 2014-2017
2. Sterke brede sportverenigingen die de ruimte krijgen Sportverenigingen hebben een belangrijke rol bij onze ambitie om zoveel mogelijk Amersfoorters te laten sporten en bewegen. Wij vinden dat de continuïteit hiervan vooral gewaarborgd is bij sterke, brede sportverenigingen. In 2014 worden samen met de ASF criteria opgesteld voor de ontwikkeling van brede sportverenigingen. Op basis van deze criteria wordt de ondersteuning van sterke, brede sportverenigingen verder vorm gegeven. Om ondernemende verenigingen de ruimte te geven gaan wij de mogelijkheden voor onderverhuur verruimen. De bestaande subsidieregelingen (1/3e-regeling, bijzondere sportevenementen, grootschalige sportevenementen) willen wij gerichter inzetten ten behoeve van het realiseren van onze ambities en de ondersteuning van sterke,brede spo rtverenigingen daarbij. Daarvoor ontwikkelen wij in 2014 één subsidieregeling. 3. Inzet van combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches Bij de ondersteuning van sterke, brede sportverenigingen is de inzet van combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches belangrijk. Daarmee worden verenigingen in staat gesteld zichzelf verder te ontwikkelen en wordt op den duur ook een aanvullend, laagdrempelig sportaanbod voor de verschillende doelgroepen via de verenigingen mogelijk gemaakt. Het met de ASF en SRO opstelde uitvoeringsplan vormt de basis voor de inzet van deze functionarissen.
AMBTELIJKE ORGANISATIE
TOTAAL 6.495
129
BINNENSPORT
849
BUITENSPORT
1.142
GROOTSCHALIGE SPORTEVENEMENT
100
SPORTSTIMULERING
807
SUBSIDIE 1/3 REGELING
325
SUBSIDIE SPORTEVENEMENTEN ZWEMBADEN
54 3.089
47
Voorzijde
7. Ruimtelijke ontwikkeling Inleiding
‘Amersfoort ontwikkelt zich verder tot een vitale, aantrekkelijke en duurzame stad als onderdeel van de Randstad en met een centrumfunctie voor de regio Amersfoort.’ Dit is de ambitie van de Structuurvisie Amersfoort 2030 die het ruimtelijke ontwikkelingskader en toetsingskader vormt. In 2013 is de nieuwe structuurvisie vastgesteld. In 2014 willen wij de ruimtelijke sturingsfilosofie met de uitnodigingsplanologie en Amersfoort Principes van de Structuurvisie Amersfoort 2030 verder uitwerken. Daarnaast onderzoeken we welke mogelijkheden er zijn om bestemmingsplannen globaler en/of flexibeler te maken met aandacht voor ontwikkelingen in het omgevingsrecht die door het Rijk zijn ingezet: vereenvoudiging en verbetering. Er is nog geen zicht op verbetering van de situatie op de vastgoedmark. De woningbouwproductie is nog steeds laag, met name in Vathorst. Met betrekking tot de bedrijventerreinen in ontwikkeling constateren we een lage vraag naar nieuwe locaties en langdurige onderhandelingstrajecten. Deze nieuwe realiteit vraagt van ons maatwerk, creativiteit en flexibiliteit. Onze rol is daarbij vooral faciliterend en minder risicodragend dan in het verleden. Door de slechte vastgoedmarkt blijft het financiële resultaat van de lopende grondexploitaties sterk onder druk staan. In 2010 is een plan van aanpak Vastgoed vastgesteld. Daarin staan de volgende doelstellingen: • het terugbrengen van vastgoed naar een kernvoorraad; • het optimaliseren van het rendement van het vastgoed; • het zoeken naar nieuwe ontwikkellocaties.
48
Begroting 2014-2017
TOTAAL 49.263
AMBTELIJKE ORGANISATIE
2.368
AMERSFOORT VERNIEUWT HOGEWEGZONE / RANDENBROEK
1.172
BINNENSTEDELIJK GEBIED DE LICHTENBERG
1.736 23.297
VATHORST
9.987
WIEKEN VINKENHOEF
7.267
STIMULERING STEDELIJKE VERNIEUWING
1.412
GROENE STAD VASTGOEDBEHEER OVERIG
628 1.076 319
Op basis van dit plan van aanpak is een proces van afstoten en eventueel herontwikkelen van gemeentelijk niet meer benodigd strategisch vastgoed in gang gezet. Hiertoe behoren inmiddels ook panden vanuit de portefeuille maatschappelijk vastgoed. De slechte marktomstandigheden betekenen dat we veel inzet moeten plegen om daadwerkelijk tot verkopen te komen en vervolgens leidt dit tot tegenvallende opbrengsten. Om tot een efficiënter beheer van het vastgoed te komen is het voorheen versnipperde beheer vastgoed binnen de gemeente nu geconcentreerd. De uitwerking van deze reorganisatie loopt tot in 2014 door.
Zichtbare resultaten in 2014 Ruimtelijke ontwikkeling 1 Structuurvisie Wij komen met een uitwerking van de ruimtelijke sturingsfilosofie. 2. Bestemmingsplannen • In 2014 hebben we een actueel bestand van bestemmingsplannen. • Ook de Binnenstad beschikt over een actueel bestemmingsplan. Er wordt een nieuwe cyclus voor de herziening van bestemmingsplannen voorgesteld, waarbij we binnen het kader van de huidige wetgeving aansluiting zoeken bij het gedachtegoed van de structuurvisie en bij actuele vragen en ontwikkelingen, zoals flexibiliteit in plannen en uitnodigingsplanologie.
Groene stad
4. Park Randenbroek Herinrichten van Park Randenbroek. 5. Recreatiezone (Laakzone) Ontwikkelen van een recreatiezone voor wandelen, fietsen en varen langs en op de Laak en Rengerswetering. 6. Grebbelinie Herstel van de Grebbelinie van Maatweg tot in Hoogland-West, inclusief een fiets- en wandelpad langs de Eem.
49
Voorzijde
Grondexploitaties, initiële projecten en strategisch vastgoed
7. Gemeentelijke grondexploitaties In het kader van de vaststelling van de jaarrekening actualiseren we de grondexploitaties jaarlijks per 1 november. Gezien de zeer slechte vastgoedmarktmarkt en de daaruit voortvloeiende verslechteringen van de grondexploitatieprojecten, monitoren wij voortdurend en houden wij u tussentijds op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en inzichten. Op verzoek van de raad informeren wij de raad nu ook bij de zomerrapportage over de stand van zaken van de grondexploitaties. 8. Hoewel er nog steeds sprake is van een groot aantal ontwikkelingen binnen de grondexploitatieprojecten constateren wij wel vertragingen en daardoor soms ook oplopende boekwaarden. Wij denken in dat verband vooral aan de bedrijventerreinen Wieken/Bloeidaal en Vathorst en de planontwikkeling voor bedrijventerrein Wieken-Noord. Mede op basis van in 2013 verrichte haalbaarheidstoetsen verwachten we wel dat in 2014 tal van particuliere ontwikkelingen van de grond komen. Onze rol is daarbij vooral een faciliterende. 9. Vastgoed Het proces van afstoten en eventueel herontwikkelen van gemeentelijk (niet meer benodigd) vastgoed zetten we in 2014 voort. Dit betreft zowel gronden en panden die in het verleden om ruimtelijke (strategische) redenen zijn verworven, als om af te stoten maatschappelijk vastgoed. De huidige slechte vastgoedmarkt en de diversiteit aan vastgoed vormen een risico voor de afzetbaarheid. Door bij verkoop eventueel bestemmingsverruiming als mogelijkheid aan te bieden trachten we goed aan te sluiten bij marktvragen. Indien verkoop niet (spoedig) lukt worden ook opties voor langer ‘tijdelijk gebruik’ ingezet.
50
Begroting 2014-2017
8. Mobiliteit Inleiding
Binnen het programma Mobiliteit werken we aan een toekomstvaste bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid van de stad en het regionaal verkeer- en vervoernet waarvan Amersfoort deel uitmaakt. Specifiek betekent dit werken aan een optimaal verkeer- en vervoerssysteem voor: • voetgangers • fietsers • automobilisten • gebruikers openbaar vervoer Uiteraard doen we dit niet alleen. Vanuit de context van het coalitieakkoord geven we in samenspraak met de inwoners/gebruikers in de stad en in samenwerking met onze regiopartners uitvoering aan projecten die bijdragen aan de verbetering van de bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid.
Zichtbare resultaten in 2014 Bereikbaarheid
1. Kersenbaan De uitvoering voor de Kersenbaan is in 2013 aanbesteed. 2014 is het jaar van de uitvoering, waarbij uiteindelijke openstelling van het project is voorzien in 2015. 2. VERDER-maatregelen • Voorbereiding uitvoering Westelijke ontsluiting: op basis van de in 2013 gekozen voorkeursvariant lopen we in samenwerking met de provincie Utrecht de ruimtelijke procedure door. • Voorbereiding uitvoering Energieweg: deze wordt als 2x2 gerealiseerd. • Voorbereiding en uitvoering van diverse fietsprojecten. • Voorbereiding en uitvoering van uitbreiden fietsparkeren bij stations.
51
Voorzijde
• Afhankelijk van planontwikkeling Laak 3: uitvoering Station Vathorst ‘ontwikkeling tot regionale OV-knoop’ en realisatie P&R-voorzieningen. 3. Planstudie Knooppunt Hoevelaken Met planstudie Knooppunt Hoevelaken wordt gewerkt aan een toekomstvaste oplossing voor de verbetering van de doorstroming van het hoofdwegennet en een verbetering van de bereikbaarheid van de regio Amersfoort. In 2013 hebben we een bestuursovereenkomst gesloten met het Rijk, de provincies Utrecht en Gelderland en de gemeente Nijkerk. Daarin zijn afspraken vastgelegd over de contouren waarbinnen de verbeteringen uitgevoerd moeten worden en over het wensenpakket dat bij de aanbesteding wordt betrokken. Naast het verbeteren van de bereikbaarheid en de doorstroming voor het verkeer is bij het wensenpakket ook aandacht besteed aan het verbeteren van de leefbaarheid en een goede inpassing. Voor het wensenpakket is in de bestuursovereenkomst door gemeente Amersfoort 10 miljoen euro (prijspeil 2013) toegezegd. Dit bedrag moet in 2022 worden betaald. Bij de vaststelling van de bestuursovereenkomst in de gemeenteraad is afgesproken in 2014 hiervoor € 300.000 vrij te maken in de begroting en vanaf 2015 tot en met 2022 jaarlijks een bedrag van € 600.000. Voor de helft komt dit uit de aanpassing van de Onroerend Zaak Belasting en voor de andere helft ten laste van verkeersbudgetten. Aankomende jaren worden gebruikt voor het opstellen van een aanbestedingsdossier, de selectie van een marktpartij voor de realisatie en het doorlopen van de procedures van de Tracéwet. De uitvoering is gepland in de periode 2017-2022. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het proces en is opdrachtgever. 4. Beter Benutten In aanvulling op VERDER is het programma Beter Benutten opgesteld. Dat hebben we gedaan samen met het Rijk, regionale partners en het bedrijfsleven. Beter Benutten is een op zichzelf staand programma. Net als VERDER heeft Beter Benutten als doel de bereikbaarheid te verbeteren. Maar Beter Benutten richt zich op de periode 2012-2014 en dient vóór 2015 te zijn uitgevoerd. Het gaat met name om maatregelen die we kunnen treffen om het gebruik van de bestaande infrastructuur te optimaliseren/verbeteren. Er zijn vier maatregelen waarvoor Amersfoort het bevoegd gezag is. Voor deze maatregelen is binnen het programma
52
Begroting 2014-2017
een bijdrage gereserveerd. Uitvoering en financiering van deze projecten gebeurt na een verkenning naar de haalbaarheid door rijk en regio. Het gaat om de volgende maatregelen. • Fietsparkeren op station Amersfoort: een structurele oplossing (in combinatie met de maatregel fietsparkeren uit het VERDER pakket). • Westelijke ontsluiting: bijdrage aan de realisatie van de ongelijkvloerse kruising met het spoor. De bijdrage komt bovenop de bijdrage vanuit VERDER. De einddatum 2015 is voor dit project niet van toepassing. • Verbeteren doorstroming Hogeweg: binnen dit project verbeteren we voor bus- en autoverkeer de doorstroming. • Groene golven op doorstroomroutes: op een aantal belangrijke routes in de stad wordt de doorstroming verbeterd door aanpassingen aan/afstemming van de verkeerslichten. 5. Mobiliteitsmanagement/dynamisch verkeersmanagement In 2013 zijn de eerste regelscenario’s voor de regio Amersfoort geoperationaliseerd en de eerste maatregelen vanuit het project Gebiedsgerichte Uitwerking en van het programma Beter Benutten uitgevoerd. Het inwinsysteem voor verkeersintensiteiten en reistijden wordt verder uitgebreid en ontsloten in de regionale verkeerscentrale. De in 2013 in gang gezette operationalisering van regionaal verkeersmanagement wordt in 2014 verder voortgezet.
Verkeersveiligheid/leefbaarheid
6. Vergroten verkeersveiligheid • Wegnemen van (nieuwe) blackspots/ongevalsconcentraties. • Verkeerseducatie/voorlichting: verkeersveilig gedrag stimuleren met aandacht voor diverse kwetsbare groepen. • Schoolomgevingen: op basis van de in 2013 uitgevoerde inventarisatie verdere inzet op vergroten van de verkeersveiligheid voor schoolgaande jeugd. Hierbij valt vooral te denken aan kleine verkeersmaatregelen, gedragsbeïnvloeding en aansluiting bij pilotprojecten uit het VVP. 7. Vervanging selectieve toegang In 2014 wordt de selectieve toegang (afsluiting kernwinkelgebied) vervangen. De huidige bollards (verzinkbare palen) worden vervangen door een camerasysteem. Camera’s zijn aanzienlijk goedkoper. De exacte omvang van de besparing wordt duidelijk na de aanbesteding. Deze besparing wenden we aan voor de dekking van de in Bestuursovereenkomst Hoevelaken overeengekomen bijdrage van 10 miljoen euro voor ‘het regionale wensenpakket’.
TOTAAL 19.221
AMBTELIJKE ORGANISATIE
1.263
OVERIGE
1.307
PARKEERSERVICE AMERSFOORT N.V.
1.984
PARKEREN STEDELIJK VERKEER VERKEERS- EN VERVOERSPLAN
909 12.103 1.654
53
Voorzijde
9. Cultureel klimaat Inleiding
De grote uitdaging in de komende periode is om het culturele klimaat op peil te houden en verschraling zoveel mogelijk te beperken. Hoewel de rol van de gemeente als subsidiegever uiteraard belangrijk blijft voor de culturele basisinfrastructuur en het stimuleren van een vitaal cultureel klimaat, wordt de financiële rol van de gemeente relatief bescheidener. Dit betekent een belangrijke accentverschuiving in werkwijze en sturingsfilosofie van de gemeente. De gemeente gaat zich meer richten op een gevarieerder palet aan rollen zoals stimuleren, voorwaarden scheppen, ondersteunen, verbinden, samenwerking en samenspel organiseren. De accenten waar we voor kiezen in het herijkte cultuurbeleid zijn: 1. samenwerken en verbinden; 2. ruimte voor (jong) talent; 3. cultuureducatie en –participatie; 4. Stadshart en Vathorst; 5. festivals en evenementen; 6. cultureel ondernemerschap. De Back, een onafhankelijke adviescommissie waarin verschillende kwaliteiten en expertises uit de cultuursector vertegenwoordigd zijn, adviseert bij de verdeling van de incidentele subsidies. Ook brengt de Back eens in de 4 jaar een inhoudelijk advies uit over de aanvragen van de Meerjarenvoorzieningen (subisidie voor 4 jaar). Met het Monumenten- en archeologiebeleid maken we zichtbaar dat het cultureel erfgoed wordt gekoesterd. De gemeente wil een inbedding van Monumentenzorg en Archeologie in de ruimtelijke ordeningsprocessen.
54
Begroting 2014-2017
Zichtbare resultaten in 2014 Kunst en cultuur
1. Eemhuis In het eerste kwartaal van 2014 gaan de deuren van het Eemhuis open en na de inhuizing van de organisaties wordt het Eemhuis in juni officieel geopend. Het Eemhuis wordt de culturele hotspot van Amersfoort. Met vier belangrijke cultuur- en erfgoedfuncties onder één dak ligt er een prima basis om de nieuwe locatie het hart te laten zijn van het culturele leven in Amersfoort en omstreken. Ook wordt het Eemhuis de aanjager van de culturele levendigheid van het Eemplein en draagt daarmee bij aan uitbreiding van het stadscentrum naar de noordzijde van het spoor. Om deze ambities waar te kunnen maken moet de clustering van vier onderscheiden functies op het gebied van cultuur en erfgoed meer zijn dan de som der delen, zowel in uitstraling als publieksbereik. 2. Poppodium In het laatste kwartaal van 2013 is besluitvorming gepland over de wijze waarop De Kelder zich kan ontwikkelen tot een duurzame en goed functionerende popfunctie met een sterke en gezonde organisatie. Afhankelijk van de besluitvorming vindt de realisatie hiervan plaats in de eerste helft van 2014 3. Cultuureducatie Met ingang van schooljaar 2013/2014 wordt het nieuwe programma Cultuureducatie met Kwaliteit geïmplementeerd. In de eerste helft van 2013 is onder regie van Scholen in de Kunst hard gewerkt om lokale inhoud te geven aan dit rijksprogramma. De komende jaren staan in het teken van de overgang van een centraal georganiseerd, voornamelijk receptief aanbod naar een interactief, vraaggericht aanbod. Daarbij wordt co-productie tussen onderwijs- en culturele instellingen en een verankering van kwalitatief hoogwaardige cultuureducatie binnen onderwijsinstellingen beoogd.
55
Voorzijde
4. Festivalbeleid In het najaar van 2013 is het Evenementenbeleid geactualiseerd. Met festivalorganisaties, de Stichting Citymarketing en het bedrijfsleven kijken we in 2014 of alle (financiële) samenwerkingsmogelijkheden optimaal worden benut. We onderzoeken mogelijkheden om festivals die prominent aansluiten bij de culturele, toeristische en economische waarden van de stad een versterkte positie in citymarketing te geven.
Cultureel erfgoed
5. Bescherming rijksstadsgezichten Op 11 juni is het bestemmingsplan Berg met een geactualiseerde historische paragraaf door de raad vastgesteld. Op grond van de Cultuurhistorische Analyse Binnenstad bereiden we in 2013 het bestemmingsplan Binnenstad voor. Daarmee worden de monumentale waarden beschermd. Na vaststelling van dit plan, vermoedelijk begin 2014, zijn de cultuurhistorische waarden voor de gehele stad in de ruimtelijke ordeningsprocessen verankerd. 6. Monumenten Aanwijzing nieuwe monumenten In het voorjaar van 2013 zijn 25 panden op de Berg door het college op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Naar verwachting is de plaatsingsronde van de laatste panden op de Berg in het najaar 2013 afgerond. Inmiddels heeft voor panden uit de Wederopbouwperiode een eerste informatieronde plaatsgevonden als voorbereiding op de plaatsingsvoorstellen eind 2013. In 2014 staan Industrieel Erfgoed en boerderijen gepland. 7. Behoud en beheer belangrijke archeologische vindplaatsen. Waar behoud in de grond niet haalbaar is: archeologisch onderzoek en publicatie.
AMBTELIJKE ORGANISATIE ARCHIEF EEMLAND
TOTAAL 16.947
696
BIBLIOTHEKEN
3.215
CULTUUREDUCATIE
3.314
EEMCENTRUM
369
LOKALE OMROEPEN
137
MONUMENTENZORG
56
1.849
306
MUSEA EN EXPOSITIERUIMTEN
2.640
OVERIGE
1.224
THEATERS EN ANDERE PODIA
3.198
Begroting 2014-2017
10. Economie en wonen Inleiding
Amersfoort blinkt nu al uit als plek voor het combineren van wonen en werken, dienstverlening, zorgtaken en carrière. De stad is een gewilde vestigingsplaats voor mens én bedrijf door het aantrekkelijke woonklimaat. Er zijn goede voorzieningen, de cultuur, het groen en blauw, de veiligheid, de banen. De stad profiteert van de centrale ligging in Nederland, nabij Utrecht en Amsterdam. Bovendien is vrijwel de hele stad aangesloten op een glasvezelnetwerk. Om deze positie van Amersfoort te behouden en te versterken wil de coalitie de economische groei faciliteren. De inzichten uit de economische visie van de Commissie Van Ek blijven hierbij het uitgangspunt.
Economie
Economische groei is geen automatisme. Zeker niet in deze tijd. Toch zijn er volop kansen. Kansen die we beter kunnen benutten. Want Amersfoort zit economisch op een gouden bodem. De centrale ligging, de historische binnenstad, de aantrekkelijke groene woonomgeving, het goede business and people climate, de jonge, hoog opgeleide beroepsbevolking en de ruimte voor ondernemen maken de regio Amersfoort tot een uitstekende vestigingsplek voor bedrijven en instellingen. Als gemeente kunnen wij goede randvoorwaarden scheppen en het is uiteindelijk het bedrijfsleven dat voor economische groei zorgt. Voor ons economisch beleid is de inbreng van ondernemers en (economische) partners in woord en daad cruciaal. De initiatieven rond de Economische agenda en de Uitvoeringsagenda binnenstad zijn daar voorbeelden van. Hier gaan we slagvaardig mee verder.
Wonen
De huidige woningmarkt maakt een moeilijke periode door. Er worden weinig nieuwbouwwoningen opgeleverd en de doorstroming in de bestaande voorraad stagneert. Het aanbod aan sociale huurwoningen is te klein om aan de vraag te voldoen. De marktsituatie en het rijksbeleid dat wijzigt maken het lastig om als lokale overheid invloed uit te oefenen. We stimuleren een woningmarkt met een gevarieerd woningaanbod voor onze (toekomstige) bewoners. Door afspraken met woningcorporaties en andere marktpartijen wordt het aanbod voor verschillende woonwensen verbeterd. Hiervoor wordt de woonruimteverdeling geregionaliseerd. Via één inschrijving kunnen woningzoekenden in aanmerking komen voor vrijkomende woningen in alle deelnemende gemeenten. Daarnaast gaan we werken aan het verkorten van de wachttijd voor actief woningzoekenden. In 2014 gaan we hiervoor loting invoeren als een aanvullende verdelingswijze voor een deel van het woningaanbod. We faciliteren jongeren- en studentenhuisvesting. In 2014 is het resultaat bekend van het onderzoek van de afdeling Onderzoek en Statistiek naar jongerenhuisvesting en is duidelijk of er bij jongeren sprake is van een kwantitatieve of meer kwalitatieve woonvraag. Bij nieuwbouw proberen we aansluiting te zoeken bij de woningbehoefte van ouderen. Dit bevordert de doorstroming op de woningmarkt.
Toerisme
We werken aan een krachtige profilering als aantrekkelijke stad voor toeristisch-recreatief bezoek en voor zakelijke bijeenkomsten. Hiermee willen we Amersfoort als toeristische bestemming meer (landelijke) bekendheid geven. We ondersteunen initiatieven voor uitbreiding en/of vernieuwing van het toeristisch aanbod. Tot slot wensen we een gevarieerd aanbod van recreatieve voorzieningen. We willen hiervoor de recreatieve infrastructuur versterken en groenvoorzieningen beter benutten.
57
Voorzijde
Zichtbare resultaten in 2014 Economie
1. Economische Agenda Sinds enkele jaren werken we samen met bedrijfsleven & instellingen aan de Economische Agenda op basis van het rapport van de commissie Van Ek. De uitgangspunten van dat rapport zijn onverminderd actueel. We zetten onze succesvolle aanpak op het gebied van accountmanagement voort. Een aanpak die gewaardeerd wordt door het bedrijfsleven. In overleg met het bedrijfsleven hebben we in de Economische Agenda focus aangebracht door vanuit drie invalshoeken aanvalsplannen te benoemen. 1. Smoel: be good and tell it: Het bedrijfsleven ziet economisch veel kansen die beter benut kunnen worden. We gaan dit beter voor het voetlicht brengen om zo meer partijen in beweging te krijgen. Aanvalsplan 2013-2014: Marketing van de regio. 2. Rode Loper: warm welkom en prettig verblijf: Als nieuwe bedrijven zich willen vestigen of als gevestigde bedrijven plannen hebben, leggen we de rode loper voor ze uit. Acquisitie, accountmanagement, dienstverlening en flexibel beleid zijn van groot belang om kansen die zich aandienen ook daadwerkelijk te benutten. Aanvalsplannen 2013-2014: Acquisitie + Ondernemersplaza + Verruiming vestigingsbeleid (Visie Werklocaties + Nota Detailhandel) 3. Economische pijlers: stimuleren en groeien: Voor een duurzame economische groei worden het innovatieklimaat en de arbeidsmarkt steeds belangrijker. Samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen, onderwijs en overheid is van belang. Aanvalsplannen 2013-2014: Clusters verbinden + Beter van onderwijs naar werk
58
Begroting 2014-2017
2. Uitvoeringsagenda binnenstad Met de economische uitvoeringsagenda voor de binnenstad geven we uitvoering aan de toekomstvisie voor het economisch functioneren van de binnenstad zoals vastgesteld in de Economische Verkenning Voorzieningenkern Binnenstad: ‘De binnenstad is duurzaam vitaal en heeft een sterke functie voor de stad en haar regio.’ De Uitvoeringsagenda Binnenstad bevat diverse samenwerkingsprojecten met partners. De partners zijn verenigd in het Platform Economie Binnenstad (PEB). Concrete resultaten in 2014 zijn onder andere: • een duurzaam vervolg op het Ondernemersfonds, zodat de partijen in de binnenstad ook projecten kunnen financieren; • het rijden van een toeristentreintje tussen het station, via het Eemplein, naar de binnenstad; • het verder uitrollen van een project (‘Amersfoort Stadshart’) waarmee het online en offline winkelen wordt gecombineerd om de Amersfoortse binnenstad verder op de kaart te krijgen.
Wonen
1. Prestatie-afspraken 2014 We stellen een gezamenlijke agenda op met de corporaties, waarin we per onderwerp afspraken maken. Hierbij gaat het om zorgen voor voldoende woningaanbod, doorstroming bevorderen, prestatiekwaliteitsafspraken woningbouw, regionalisering en verkoopafspraken. De agenda ontwikkelt zich per jaar. Afgeronde afspraken kunnen vervallen en we bespreken welke nieuwe afspraken we kunnen toevoegen. Wat we in 2014 hierin kunnen bereiken is mede afhankelijk van regelgeving vanuit de rijksoverheid. De volgende onderwerpen staan in 2014 op de agenda. • Regionale woonruimteverdeling Om het voor woningzoekenden makkelijker te maken zich in de gehele regio te kunnen vestigen realiseren we een systeem voor regionale woonruimteverdeling. Daarmee is één inschrijving voor de hele regio voldoende. Nu moet een woningzoekende zich hiervoor nog in elke gemeente afzonderlijk inschrijven.
59
Voorzijde
• Actieve zoekersregeling door loting De zoektijd voor mensen die op zoek zijn naar een sociale huurwoning loopt al enige jaren op. Omdat we terughoudend zijn met het verstrekken van urgenties, is er een groep woningzoekenden die wel een concrete en actuele woonvraag heeft, maar niet in aanmerking komt voor een urgentie. Daarom willen wij specifiek in Amersfoort de woonruimteverdeling aanpassen, zodat woningzoekenden die actief reageren op het woningaanbod een grotere kans krijgen op een woning. Voor die actieve zoekers gaan we een deel van het woningaanbod (in eerste instantie 20%) via loting toewijzen. Regionale woonruimteverdeling en een actieve zoekersregeling zullen het totaal aantal sociale huurwoningen niet vergroten. We verwachten wel dat dit ten goede komt aan de keuzevrijheid voor en de beschikbaarheid van sociale huurwoningen voor de mensen die actief naar een woning zoeken. • Plan voor doorstroming Een probleem op de huidige woningmarkt is het gebrek aan doorstroming. Om die te bevorderen werken we al samen met onder meer de corporaties bij het verstrekken van startersleningen. Aanvullend hebben we met de corporaties afgesproken dat ze een plan voor doorstroming ontwikkelen, waarin ze omschrijven welke activiteiten ze hiervoor (kunnen) ondernemen. • Woonlasten Door isolatie en energiebesparende maatregelen trachten we de woonlasten in onze stad te verlagen. 2. Duurzaamheid In 2014 wordt de intentieverklaring ‘energieneutraal renoveren in Amersfoort’ geconcretiseerd. 3. Toerisme en recreatie Het ondersteunen van initiatieven voor toeristische ontwikkeling zorgt voor uitvoering van nieuwe projecten, zoals: • het toeristentreintje tussen station en binnenstad via het Eemplein; • de Amersfoortse Havendagen; • een extra aanlegplaats voor de rondvaartboten.
AMBTELIJKE ORGANISATIE HAVEN
TOTAAL 5.497
MARKTEN OVERIGE RECREATIE TOERISME WONEN
60
1.815 63 153 1.023 140 710 1.594
Begroting 2014-2017
11. Werk en inkomen Context
Ook op het beleidsterrein Werk en Inkomen is een trend zichtbaar op het versterken van zelfredzaamheid en participatie van de burger, als onderdeel van de brede overgangsbeweging van verzorgingsstaat naar participatiestad. Deze ontwikkeling vindt plaats in een arbeidsmarkt die steeds flexibeler wordt, met name aan de onderkant Daarnaast is de verwachting dat de economische recessie nog enige tijd aanhoudt. De komende jaren verwacht het Centraal Planbureau een stijging van de werkloze beroepsbevolking en ook meer inwoners die afhankelijk worden van bijstand.
Dienstverlening
De ondersteuning die wij bieden is gericht op maatschappelijke participatie, bij voorkeur door werk. Wij richten deze ondersteuning in het bijzonder op kwetsbare inwoners die onvoldoende grip op eigen leven hebben. Voor inwoners die onder het bestaansminimum geraken hebben we het financieel vangnet. Wij zetten sterk in op handhaving van de plichten die behoren bij het ontvangen van een uitkering. Wij zijn ‘streng aan de poort’ . Het beleid is primair gericht op het participeren via werk. Werk zorgt voor financiële zelfredzaamheid en participatie. Om zoveel mogelijk inwoners met een uitkering aan werk te helpen zetten we naast ondersteuning vanuit arbeidsintegratie ook het Werkgeversservicepunt in. In het kader van ‘social return on investment’ maken we concrete afspraken met ondernemers. Als werk (nog) niet haalbaar is stimuleren we zelfredzaamheid en participatie, onder meer door het stimuleren van vrijwilligerswerk. Waar nodig zetten we zorgtrajecten in. Wij gaan mee in de ontwikkeling van een meer integrale werkwijze van zorg- en hulpverlening binnen het sociaal domein. De gemeente kan deze doelen overigens niet alleen realiseren. Re-integratie vraagt bijvoorbeeld om voldoende werk voor laagopgeleiden. Het stimuleren van de economische ontwikkeling die ook gericht is op banen voor laagopgeleiden, is in de regio Amersfoort van cruciaal belang.
Bijstand: van vangnet naar trampoline
BETAALD WERK MET ONDERSTEUNING
ONBETAALD WERK
G AA VR N
T CH RE
G RAA ANV N A VA
EN GE
EN ZI AF
AA
BETAALD WERK
SNEL NAA R WER K
BETAALD WERK
ND TA JS BI
DEELNAME GEORGANISEERDE ACTIVITEITEN
SOCIALE CONTACTEN
INTAKE
ONDERSTEUNING NAAR WERK INKOMEN MAATWERK VANGNET AANPAK FRAUDE
61
Voorzijde
Wij werken aan het maximaal gebruik maken van de eigen inzet van bewoners en maatschappelijke initiatieven en zetten onze activiteiten kosteneffectief in.
Zichtbare resultaten in 2014 1. Implementatie van de Participatiewet/Sociaal Akkoord Per 1 januari 2015 wordt de Participatiewet ingevoerd. Het kabinet beoogt met deze wet één regime voor iedereen met arbeidsvermogen die voorheen een beroep zou doen op WSW, Wajong of WWB. Het is de bedoeling dat iedereen werkt naar zijn/haar vermogen, bij voorkeur bij een reguliere werkgever. In 2014 treffen wij voorbereidingen (o.a. ontwikkelen nieuwe instrumenten) om de wet vanaf 2015 goed te kunnen uitvoeren. Daarnaast heeft het Sociaal Akkoord (afgesloten in april 2013) ingrijpende consequenties op de uitvoering van sociale zekerheid en de decentralisatie in het Sociaal Domein. In 2014 treffen wij voorbereidingen voor een goede uitvoering vanaf 2015. 2. Uitvoering geven aan het actieplan Jeugdwerkloosheid In 2014 geven wij verdere uitvoering aan het in 2013 vastgestelde actieplan Jeugdwerkloosheid. 3. Uitvoering en monitoring minimabeleid/WMO beleid Ook in 2014 geven wij onze aanpak armoedebestrijding verder vorm en inhoud. Dit doen wij in samenhang en samenwerking met initiatieven van de stad en het Sociaal Fonds om te komen tot een maximaal bereik en effect, met name voor kinderen. Effecten van deze aanpak blijven wij monitoren.
62
Begroting 2014-2017
3. Actualiseren nieuwe visie op handhaving In 2014 wordt de visie op handhaving geactualiseerd. Daarnaast gaat in 2014 een tweede Wijk Interventie Team van start, dit maal in de binnenstad. Dit team richt zich bij ondernemingen op correcte afdracht van belastingen. Dit in combinatie met het zwart laten werken van uitkeringsgerechtigden en/of de arbeidsomstandigheden van de werknemers. Bij uitkeringsgerechtigden gaat het bijvoorbeeld om niet wonen waar ze ingeschreven staan en/of een briefadres aanhouden in een pand met kamerbewoning. Ook wordt gekeken naar kamerverhuur in het kader van de huisvestingsverordening en (brand)veiligheid.
AMBTELIJKE ORGANISATIE BIJSTAND VOOR ZELFSTANDIGEN
TOTAAL 88.248
UITKERINGEN LEVENSONDERHOUD EN STARTERS
12.318 1.059 37.527
MINIMABELEID
5.648
KWIJTSCHELDING MINIMABELEID
1.015
ARBEIDSINTEGRATIE
3.941
WSW OVERIGE
24.239 2.538
63
Voorzijde
Paragrafen Duurzaamheid Inleiding
De beweging naar een duurzame stad Amersfoort is op gang. Samen met partners werken we aan een toekomstbestendige balans tussen sociaal-culturele, economische en ecologische aspecten. Maar we zijn er nog niet. De voorliggende opgave is onverminderd groot en de beschikbare middelen vanuit de gemeente zijn beperkt. Dit betekent dat we de hoge ambities alleen waar kunnen maken door de initiatieven van inwoners, bedrijven, organisaties en instellingen te faciliteren.
Zichtbare resultaten in 2014
Vanuit het programma zetten we in op het ondersteunen van de beweging in de stad en het inzetten van (communicatie)instrumenten om dit te bewerkstelligen. Hierdoor verbinden, versterken en versnellen wij initiatieven in de stad. Naast het feit dat duurzaamheid een steeds vanzelfsprekender onderdeel van alle beleidsprogramma’s wordt, zetten we ook in 2014 in op een aantal integrale projecten om de beweging naar een duurzame stad te versterken.
Uitrol zonnepanelen op maatschappelijk vastgoed
In 2013 hebben we een inventarisatie laten uitvoeren naar de geschiktheid van daken van maatschappelijk vastgoed voor het plaatsen van zonnepanelen. Bedrijven kunnen hier een aantrekkelijke businesscase voor opstellen. In samenwerking met lokale partijen zoals schoolbesturen, 100%Eemstroom en Zon@School willen we in 2014 deze kansen verzilveren.
64
Begroting 2014-2017
Van energiezuinige naar energieneutrale gebouwen
Een grote opgave voor de CO2-reductie ligt in het energiezuiniger maken van gebouwen. Verschillende partners in de stad (woningcorporaties, 033Energie) zijn actief met het renoveren naar meer energiezuinige gebouwen (2 labelsprongen of label B). Om een daadwerkelijke stap naar een CO2-neutrale stad te maken moet de ambitie worden opgeschaald van label B naar energieneutraal. Gelijkblijvende kosten zijn hierbij randvoorwaarden. In 2014 zetten we ons actief in om de stadsbrede beweging naar energieneutraal renoveren met woningcorporaties, 033Energie en schoolbesturen te ondersteunen.
Smart-Grid Rendement voor iedereen
Gemeente Amersfoort levert samen met gemeente Utrecht en provincie Utrecht een financiële bijdrage aan het regionale project ‘Smart grids rendement voor iedereen’. Op 15 februari 2012 is dit project officieel van start gegaan. Taskforce Innovatie Regio Utrecht is opdrachtnemer voor de uitvoering van het project en doet dit samen met een consortium van marktpartijen en kennisinstellingen. Er is ook een ‘publieke’ component: in gemeente Amersfoort en Utrecht worden binnen het project ‘smart-grid pilots’ uitgevoerd met inwoners. In Amersfoort zijn inmiddels 100 huishoudens aangesloten. Eind 2014 zijn acht opschaalbare businesscases rondom smart grids gerealiseerd. Daarbij is sprake van ‘rendement voor alle betrokkenen’( bedrijven, bewoners, kennisinstellingen, overheden). Het project is onderscheidend ten opzichte van andere smart-grid projecten in Nederland door in de pilots bewoners centraal te stellen. In Amersfoort hebben we daarbij bovendien gekozen voor een bottom-up aanpak.
65
Voorzijde
Amersfoort 2.0 Informatiebeleid en informatietechnologie
Met onze informatievoorziening leveren we toegevoegde waarde aan de gemeentelijke dienstverlening. We doen dit door het digitaliseren van onze dienstverlening en het digitaliseren van onze werkprocessen. Onze dienstverlening is waar mogelijk digitaal. Door het digitaliseren van onze diensten verlagen wij de kosten en maken het aanvragen makkelijker. Met het project e-dienstverlening worden alle belangrijke en hoogvolume diensten op een standaard wijze digitaal aangeboden. De decentralisaties in het sociale domein vragen vooral om de effectieve uitwisseling van gegevens. Een flexibele IT omgeving helpt ons deze uitwisseling te realiseren. We willen een papierarme organisatie Met het project digitale documenten wordt dit binnen de gemeentelijke organisatie gerealiseerd. Werkprocessen worden met Lean projecten efficiënter gemaakt, waar nodig door ze te digitaliseren. Met de invoering van de basisregistraties volgen wij het landelijke programma iNUP. Daarbij richten wij ons op het verhogen van de kwaliteit van onze data en verbeteren we de efficiency van onze bedrijfsprocessen. De komende jaren ligt de focus onder meer op het project Moderniseren van de GBA en het project Basisregistratie Grootschalige Topografie. Om onze IT voorzieningen toekomstvast en efficiënt te houden richten we ons op complexiteitsreductie (compact en flexibel), duurzaamheid (minder energieverbruik en printen) en het inzetten van cloud oplossingen waar mogelijk. Zo creëren we een IT omgeving die makkelijk meebeweegt bij de snel veranderende vraag vanuit de organisatie en de stad. Goed beveiligde informatie blijft bij elke oplossing het uitgangspunt. We willen samenwerken met andere organisaties als dit waarde toevoegt aan onze gemeentelijke dienstverlening. Daarbij richten we ons primair op andere gemeenten in de regio, maar ook andere samenwerkingsmogelijkheden (andere overheidsorganisatie, instellingen of bedrijven) sluiten we niet uit.
66
Begroting 2014-2017
Vathorst Inleiding
Een wereld van verschil. Dat was en blijft de ambitie voor Vathorst, ook in de huidige moeilijke financiële omstandigheden en slechte woningmarkt. We werken voor deze opgave samen met alle mensen die het verschil willen maken in Vathorst. Hiervoor creëren we ruimte binnen Vathorst. De feitelijke ontwikkeling van Vathorst is in handen van het Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV), een publiek-private samenwerking (PPS) van de gemeente met een vijftal private partijen, verenigd in Vathorst Beheer. Het OBV zorgt voor bouwrijpe grond. Vathorst Beheer is de voornaamste afnemer van de grond en bouwt voor eigen rekening en risico woningen. In Vathorst zijn 7.000 woningen opgeleverd. Dit betekent dat er nog ongeveer 3.000 woningen in de planning staan. De woningmarkt is ook in Vathorst op substantiële onderdelen veranderd. Dit vraagt om een andere aanpak, om ervoor te zorgen dat de grond wordt verkocht. Onze inschatting is dat een belangrijk deel van de nog te realiseren woningen die voorzien zijn in het dure/duurdere segment in de huidige markt niet wordt gerealiseerd. Dat heeft zowel financiële als planningstechnische gevolgen voor de grondexploitatie. In overleg met Vathorst Beheer wordt verkend hoe wij Vathorst de komende jaren op een goede wijze kunnen afronden met behoud van kwaliteit en beheersing van de financiële risico’s. Vathorst loopt door alle programma’s van deze begroting heen. Dat is ook logisch, we werken samen aan een compleet stadsdeel. Voor de voornemens op de verschillende beleidsterreinen voor Vathorst verwijzen wij u naar de in de begroting beschreven programma’s. Wij verrichten samen met de aandeelhouders nu een verkenning naar de afronding in Vathorst, waarbij financiële risicobeheersing centraal staat. Via verschillende raadsinformatiebrieven bent u daarover geïnformeerd. Lopende deze verkenning is de herziening van de grondexploitaties van Vathorst (2012 en 2013 aangehouden). In het voorjaar van 2013 zijn de eerste resultaten besproken in de Raad. Onze wederzijdse (Vathorst Beheer en gemeente) inspanningen zijn er op gericht – in de lijn van het door de raad verleende mandaat – te komen tot een sluitende grondexploitatie voor Vathorst Bestaand, afspraken te maken over de beheersing van de resterende risico’s gedurende de planperiode (tot 2025) en over het nemen van maatregelen in proces en werkwijze van Vathorst om de productie verder te stimuleren. Naar verwachting kunnen wij de raad in oktober a.s. informeren over het bereikte onderhandelingsresultaat voor Vathorst Bestaand en van u een uitspraak vragen of dat resultaat passend is binnen het aan ons meegegeven mandaat.
67
Voorzijde
Stadshart Inleiding 2014
Amersfoort heeft de afgelopen decennia een metamorfose ondergaan. Niet alleen aan de buitenkant met alle nieuwe wijken, maar ook aan de binnenkant is de stad veranderd en fors gegroeid. Al die veranderingen in het centrum van Amersfoort en de groei van de stad maken het ontstaan van een Stadshart tot een logische ontwikkeling. Het Stadshart wordt gevormd door die plekken waar de voorzieningen te vinden zijn die je in een stadscentrum meestal vindt. In vroeger jaren waren die in Amersfoort vooral te vinden in de historische binnenstad. Tegenwoordig en in de toekomst zijn die voorzieningen in een groter gebied te vinden: het Stadshart. De binnenstad, het Eemplein en de Eemhaven, het Oliemolenkwartier, Stadhuisgebied, Stationsgebied, Wagenwerkplaats en de Zonnehof zijn de kamers die het Stadshart vormen. Het programma Stadshart geldt als een richtsnoer voor toekomstige ontwikkelingen en zorgt voor samenhang en afstemming van activiteiten in het centrumgebied. Met het gereedkomen van het Eemplein zijn de inspanningen in 2014 nadrukkelijk gericht op het realiseren van een goede verbinding tussen het Eemplein en de binnenstad. Maar ook de verbinding tussen station en binnenstad krijgt prioriteit.
Zichtbare resultaten in 2014
• Samenhang in activiteiten in het Stadshart in lijn met de uitgangspunten van het programma Stadshart • Planontwikkeling en start uitvoering Stationsplein en omgeving
68
Begroting 2014-2017
Jeugd Inleiding Algemeen
In een kind- en gezinsvriendelijke omgeving doet en telt iedereen mee. Een dergelijk omgeving maakt meedoen, meedenken en meebeslissen mogelijk en daagt daartoe uit. Dit vraagt voor jong en oud ruimte voor opgroeien en ontplooien. En een beroep op iedereen tot het (naar eigen vermogen) leveren van een bijdrage. Uitgangspunt is dat voor jeugdigen hun woonplaats een goede plek is om op te groeien. Daarbij moeten zij kunnen rekenen op de (lokale) gemeenschap (samenleving en overheid), voldoende goede basisvoorzieningen en een adequate zorgstructuur. Samen bieden ouders en de gemeenschap zo de voor de kinderen en jeugdigen gewenste en noodzakelijke ruimte voor en ondersteuning bij het spelen, leren, experimenteren, ontplooien, presteren en participeren. Overheid en samenleving bieden samen ondersteuning in de vorm van diensten en voorzieningen om te recreëren, te leren, te socialiseren etc. De zorg en bescherming zijn in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van ouders of verzorgers. Daar waar ouders/verzorgers onvoldoende hun verantwoordelijkheid (kunnen) nemen bieden gemeenten en instellingen aanvullende ondersteuning of zorg waarbij de inzet van de sociale context wordt benut. Daar waar de veiligheid van het kind in het geding is, worden ouders/verzorgers gemotiveerd en eventueel gedwongen om mee te werken. De aanpak van problemen is niet vrijblijvend. Bij tegenstrijdige belangen tussen ouders en kinderen staat het belang van het kind voorop en wordt ingegrepen, zo nodig met een kinderbeschermingsmaatregel.
Jeugd als onderdeel van het brede sociale domein
Gemeenten staan voor de opgave een nieuw stelsel van maatschappelijke ondersteuning te bouwen. De Participatiewet, de Jeugdwet en de nieuwe WMO geven gemeenten meer verantwoordelijkheden. De overheveling van taken en middelen gaat gepaard met een korting op de bestaande budgetten. Dit noodzaakt tot een ander stelsel. Onder andere meer regionale samenwerking, integrale dienstverlening
69
Voorzijde
aan burgers, wijkgericht werken, een fundamentele aanpassing van werkprocessen, informatisering en bekostigingssystemen en bovenal een andere manier van denken en handelen zijn nodig. Participatie en eigen kracht zijn sleutelbegrippen. De voorbereiding op de decentralisatie van de jeugdzorg doen wij in samenhang met de decentralisatie van de AWBZ, de Participatiewet en Passend Onderwijs. De decentralisaties en de komst van de Jeugdwet creëren een kans en de noodzaak om te bewegen van onder meer aanbod- en systeemgericht naar vraag- en mensgericht, van problematiseren naar ontzorgen en normaliseren. Wij willen een ondersteuningsstelsel bouwen dat minder versnipperd en minder bureaucratisch is en dat uit gaat van wat mensen ( en hun omgeving) zelf nog kunnen. Voor het realiseren van deze ambitieuze doelstellingen geldt dat we ook na 2015 nog forse stappen moeten zetten.
Zichtbare resultaten in 2014 1. Voorbereiding decentralisatie Jeugdzorg We bereiden de decentralisatie van de jeugdzorg voor in samenhang met de decentralisatie van de AWBZ, de Participatiewet en Passend Onderwijs. Kern van het nieuwe stelsel zijn de wijkteams. Hier hebben wij in 2013 een start mee gemaakt en de komende jaren moeten de wijkteams verder worden ontwikkeld. De manier waarop de teams zich moeten vormen en ontwikkelen willen wij leren van de praktijk en niet van te voren vastleggen. Vanuit de teams moet onder meer de burgerkracht versterkt worden en de relatie met de huisartsen en de samenwerking met de zorg binnen het onderwijs verstevigd. In het kader van de experimenteerregeling van de Provincie nemen we in 2014 een voorschot op overheveling van provinciale taken naar de gemeente. Hiertoe worden in Amersfoort vijf projecten uitgevoerd die bijdragen aan de doorontwikkeling van het toekomstig beleidskader ‘zorg voor de jeugd’. De basis van dit beleidskader is eind 2013 gereed en geeft richting aan de nadere uitwerking van vraagstukken, zoals de toegang, inrichting, aansturing, bekostiging, cliëntparticipatie, overgangsregelingen etc. Daar moeten wij in 2014 een voorlopig antwoord op hebben. Hierbij spelen de afspraken rondom de samenhang binnen het sociaal domein, regionale samenwerking, regionale en bovenregionale arrangementen en de resultaten van de wijkteams een belangrijke rol. Operatie Amersfoort Jong II gaat het derde jaar in en de doelstellingen uit dit programma moeten het proces van de beweging in het sociaal domen versterken. Daarnaast wordt in 2014 uitvoering gegeven aan het ‘Afsprakenkader experimenteermiddelen jeugdzorg Provincie Utrecht’. 2. Omvorming peuterspeelzaalwerk naar voorschoolse educatie binnen de kinderopvang Het reguliere peuterspeelzaalwerk is per 2013 afgeschaft. De organisaties die sinds 1 januari 2013 voorschoolse educatie aanbieden doen dat in de vorm van een voorziening die onder de Wet kinderopvang valt. De wijze waarop we dit gedaan hebben is redelijk uniek en leidt tot grote belangstelling bij andere gemeenten. We monitoren de implementatie. In 2012 is het Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie ondertekend. De afspraken die gemaakt zijn met voor- en vroegschoolse voorzieningen en de GGD Midden Nederland worden geïmplementeerd. Dit moet leiden tot het vergroten van de onderwijskansen voor de jonge kinderen in Amersfoort. We volgen de kinderen met een VVE-monitor om te kijken wat de effecten van de maatregelen zijn. Op basis hiervan wordt het beleid zo nodig bijgesteld. 3. Integraal huisvestingsplan onderwijs Nadat eerder in overleg met alle betrokken schoolbesturen een visie op onderwijs en een visie op onderwijshuisvesting werd vastgesteld, komt begin 2014 een integraal huisvestingsplan met investeringsplan beschikbaar. Dit is gebaseerd op beide visies en de bijbehorende kaderstelling. Hiermee worden de afspraken uit de LEA ondersteund. De gevolgen van de doordecentralisatie onderwijshuisvesting voor het Primair Onderwijs worden hierin meegenomen. Het Integraal Huisvestingsplan kan alleen tot stand komen in samenwerking met de schoolbesturen.
70
Begroting 2014-2017
4. Rol onderwijs binnen een samenhangend jeugdbeleid Onderwijs is een van de belangrijke partners binnen het jeugd(zorg)beleid. Door de invoering van het Passend Onderwijs in augustus 2014 en de decentralisatie van de jeugdzorg op 1 januari 2015 (en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen) is een goede, efficiënte en effectieve samenwerking tussen alle partners bij de zorg voor het kind nog urgenter geworden. De ambitie is om dit op een zodanige wijze vorm te geven dat de ontwikkelingen elkaar versterken en dat dit leidt tot zoveel mogelijk positieve effecten voor de jeugd in Amersfoort. 5. Rol scholen binnen het sociale domein Het gehele sociale domein is volop in ‘beweging’. Het stimuleren van eigen kracht en wijkgericht werken zijn belangrijke uitgangspunten. De (ABC-)school heeft een rol van betekenis in de wijk, die we de komende tijd met het onderwijs ook verder willen ontwikkelen. We zien daarnaast een rol voor de scholen bij het verder vormgeven en uitrollen van een pedagogische aanpak en het stimuleren van ouderbetrokkenheid. Deze activiteiten sluiten aan bij de ontwikkelingen in het sociale domein. 6. Nieuwe afspraken aanpak voortijdig schoolverlaten In 2012 is een nieuw convenant aanpak voortijdig schoolverlaten afgesloten. De doelstelling is dat er eind 2016 landelijk jaarlijks nog maximaal 25.000 nieuwe schoolverlaters zijn. Nadrukkelijk aandachtspunt is de groep 18 plussers, omdat uitval onder deze groep groot blijkt. De activiteiten zijn dan ook voor een aanzienlijk deel op hen gericht. We betrekken daarin ook de aanpak van de jongeren die al langer voortijdig schoolverlater zijn, de zogenoemde oude VSV-ers. Onderdeel van de activiteiten is dat we in 2014 een aantal (interne) werkprocessen veranderen. 7. Jongerenparticipatie Meer ruimte en gelijke ontplooiingskansen bieden aan jongeren door o.a. meer betrokkenheid bij de politiek en het bestuur van de stad. We willen niet aanbodgericht maar meer vraaggericht te werk gaan. Hiervoor hebben we in 2013 een jongerenpeiling uitgezet waarmee we in beeld willen krijgen wat jongeren in Amersfoort bezighoudt en wat ze willen. Met de uitkomsten van de peiling gaan we aan de slag om samen met de jongeren vorm te geven aan jongerenparticipatie, het betrekken van jongeren bij de politiek en het bestuur van de stad. 8. Jongerenpool In 2014 wordt door de combinatiefunctionarissen, jongerenwerkers en sportbuurtwerkers de werkwijze voor het eenduidig signaleren, analyseren, interveniëren en verwijzen aangescherpt. De werkwijze sluit aan op de werkwijze van de wijkteams.
71
Voorzijde
Amersfoort Vernieuwt Inleiding
Amersfoort Vernieuwt (AV) heeft zijn succes te danken aan de onderlinge samenhang, integrale aanpak en het continue proces met de woningcorporaties de Alliantie Eemvallei en Portaal Eemland. Het programma Amersfoort Vernieuwt is in 2011 herijkt. Het resultaat daarvan is dat meer wordt ingezet op de eigen kracht van bewoners en dat de focus is verlegd van wijkaanpak naar buurtaanpak waar zich specifieke problemen voordoen. De gemeente Amersfoort kiest haar rol zorgvuldig en laat taken en projecten aan marktpartijen over wanneer deze niet specifiek bij de rol van de overheid passen. Binnen het programma Amersfoort Vernieuwt zetten we vooral in op de thema’s wonen, veiligheid, onderwijs en wijkeconomie (werk). De samenwerking met de woningcorporaties blijft van belang voor de totaalaanpak. Via de wijkatlassen in 2012 en 2014 meten we in hoeverre de geformuleerde doelstellingen van het Amersfoort Vernieuwt programma zijn behaald.
Zichtbare resultaten in 2014 1. Metingen Amersfoort Vernieuwt Op verzoek van de raad zijn in 2008 de doelstellingen van AV scherper geformuleerd en hebben we afspraken gemaakt over wijze waarop de resultaten en effecten van het programma in de tijd worden gevolgd. Daarvoor zijn per thema één of meer beleidsdoelen met bijbehorende indicator geformuleerd (raadsbesluit 8 juli 2008). Deze thema’s zijn samenleven, wonen, werken, onderwijs, leefbaarheid en veiligheid en voorzieningen. In 2009 en 2012 zijn de eerste metingen uitgevoerd. Aan de hand van deze metingen hebben we voor 2013 en 2014 wijkagenda’s opgesteld. In 2014 worden opnieuw de resultaten en effecten gemeten en vergeleken met de vastgestelde doelstellingen (Derde meting AV). Deze meting is input voor de wijkagenda’s van 2015 en daarna.
72
Begroting 2014-2017
2. Uitvoering programma Amersfoort Vernieuwt 2011-2014 en landelijk beleid Voor het thema wonen zetten we in op gebiedsontwikkelingen en herontwikkeling van locaties. Bij het thema veiligheid, leggen we de nadruk op het stimuleren van bewoners om zelf stappen te zetten (eigen kracht). Voor het thema onderwijs bouwen we de ABC-school in Liendert. We bevorderen de wijkeconomie door AV-werkt. Na Liendert voeren we deze aanpak ook uit in Randenbroek/Schuilenburg, Kruiskamp en het Soesterkwartier. Belangrijk onderwerp bij de uitvoering van het Programma Amersfoort Vernieuwt is de landelijke besluitvorming over de positie en de rol van de corporaties en de daaruit voortvloeiende financiële gevolgen. Mogelijk is dit van invloed op projecten in Amersfoort. 3. Hogekwartier In het Hogekwartier worden 48 appartementen gebouwd, waarvan 24 koop en 24 sociale huur. Daarnaast wordt ca 2000 m2 aan maatschappelijk vastgoed gerealiseerd. De bouwwerkzaamheden starten in 2013 en de appartementen worden naar verwachting begin 2015 opgeleverd. In 2014 loopt de aanbesteding van het sportcomplex en zwembad. We verwachten de gunning van dit project in het 3e kwartaal van 2014. In 2014 vinden nog geen bouwactiviteiten plaats. Voor Hogeweg en Buurtas staan in 2014 alleen wat groenvoorziening en het bouwrijp maken van de Buurtas in de planning. De realisatie van de tunnel wordt in 2013 afgerond. 4. Operaplein In 2014 start de bouw van 31 eengezinswoningen (22 sociale huur en 9 koop). 5. Randenbroek-Zuid Nadat in 2013 de eerste woningen aan de Driehoek in Randenbroek-Zuid zijn opgeleverd, verwachten we in 2014 de oplevering van 19 koop eengezinswoningen (afhankelijk van de voorverkoop). Daarnaast starten we aan de Weberstraat (fase 2 van Randenbroek-Zuid) met de sloop van de portiek-etageflats en de bouw van 42 huurappartementen in de vrije sector en 48 eengezinswoningen (koop en huur). Een groot deel van de heringerichte openbare ruimte is in 2014 klaar. 6. Liendertseweg In 2014 leveren we 48 eengezinshuurwoningen op, waarvan 42 sociale huurwoningen en 6 in de vrije sector. Dit is de eerste fase van de Liendertseweg. In de tweede helft van 2014 starten we met de tweede fase. Dan worden 72 woningen gesloopt waar 39 eengezinswoningen voor terugkomen (32 koopwoningen en 7 sociale huurwoningen). 7. Gebiedsontwikkeling ABC Liendert Op de plek van speeltuin Het Vogelnest start in 2014 de bouw van een appartementencomplex. In dit complex komen 15 wooneenheden voor jongeren en jongvolwassenen met autisme en 9 sociale huurappartementen. Verder start de bouw van de nieuwe ABC-school. 8. Liendert: de Horsten In 2014 ronden we het verbeterproject van de woningen met oneven nummers in de Havikshorst af. Deze 62 woningen hebben dan energielabel B. Daarnaast starten we in 2014 met het verbeterproject van de 66 woningen met even nummers in de Arendshorst. 9. Ganskuijl Het voornemen is de stedelijke vernieuwing in de Ganskuijl te starten met deels een renovatie van de galerijflats en deels nieuwbouw van 18 eengezinswoningen sociale huur en 7 eengezinswoningen koop (afhankelijk van de voorverkoop).
73
Voorzijde
Subsidies De gemeente Amersfoort heeft een structurele subsidierelatie met ruim 100 instellingen en verleent daarnaast ongeveer 300 incidentele subsidies per jaar. Het wettelijk kader is vastgelegd in de Algemene subsidieverordening 2013 (ASV) en de nadere subsidieregelingen.
Subsidiestaat structurele subsidies
Subsidies worden verstrekt op basis van de in de gemeentebegroting opgenomen programma’s. Onderstaand een overzicht van de voorgenomen maximale structurele subsidies voor 2014: Naam instelling
Maximaal
Programma 3 Stedelijk beheer en milieu Stadsboerderij de Vosheuvel
€ 120.754
Natuurboerderij De Brinkhorst
€ 144.919
Programma 4 Zorg, welzijn en wijkontwikkeling NVBS Afdeling Gooi Eemland
€ 540
PCOB
€ 600
GGMD
€ 700
Seniorenvereniging Ons Genoegen
€ 1.500
Seniorensociëteit Hoogland
€ 2.520
Anonieme Alcoholisten
€ 2.800
Scouting Soekwa
€ 2.900
Scouting St. Jozef
€ 3.400
Scouting St. Ansfridus
€ 3.500
Vereniging Scouting Mondriaan
€ 3.528
Protestants Sociaal Recreatief Ouderenwerk
€ 4.000
Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen
€ 5.000
Speeltuinvereniging Vriendenkring
€ 7.490
Speeltuinvereniging Rivierenwijk
€ 7.520
Speeltuinvereniging Het Soesterkwartier
€ 8.000
Speeltuinvereniging Het Kruiskampkwartier
€ 8.030
LFB
€ 10.568
Cliëntenraad WMO
€ 12.700
Seniorenraad Amersfoort
€ 14.900
Stichting WHAM
€ 16.800
Prago Avondschool
€ 24.800
Speel-O-theek Eemland
€ 25.900
Gehandicapten en Patiëntenplatform (GPPA)
€ 29.500
Slachtofferhulp Nederland
€ 33.700
74
Begroting 2014-2017
Naam instelling
Maximaal
Stichting Present Amersfoort
€ 35.400
Birkhoven Zorggoed
€ 38.500
Stichting Timon
€ 41.700
Amfors groep
€ 55.700
Stichting Aanzet
€ 55.700
Stichting Cliënten Contact Eemland
€ 58.400
GGZ Centraal
€ 85.700
MEE Utrecht, Gooi & Vecht
€ 87.400
Artikel 1 Midden Nederland
€ 96.100
RIAGG Amersfoort e.o.
€ 109.900
Stichting Kamerbreed
€ 210.032
Stichting Matchpoint
€ 294.200
Centrum voor Wonen, Zorg & Welzijn
€ 307.200
Versa Welzijn
€ 364.733
Stichting Ravelijn
€ 796.600
Stichting Victas
€ 2.181.030
Stichting Kwintes
€ 3.584.990
Welzin
€ 3.714.155
Programma 5 Onderwijs Sovee
€ 2.047.000
Programma 6 Sport ASF SRO Amersfoort
€ 5.100 € 4.852.400
Programma 9 Cultureel klimaat Oranjevereniging Hooglanderveen
€ 1.200
Stichting Oranjecomité Hoogland
€ 1.400
Regionale Omroepvereniging De Golfbreker
€ 9.400
Amersfoortse Oranje Vereniging
€ 10.100
Amersfoortse Contact Commissie
€ 10.500
Stichting Mediagroep Eemland, Vallei en Amersfoort
€ 85.400
Stichting Evenementen & Congressen
€ 163.100
Stichting Cultureel Podium De Kelder
€ 435.500
Theater Film Cafe De Lieve Vrouw
€ 659.600
Theater en Congrescentrum De Flint NV
€ 1.698.800
75
Voorzijde
Naam instelling
Maximaal
Amersfoort in C
€ 2.159.100
Scholen in de Kunst
€ 3.316.427
Stichting Bibliotheken Eemland
€ 3.605.520
Programma 10 Economie en wonen Stichting Levende Historie
€ 58.710
Stichting Toeristische Informatieverstrekking Amersfoort
€ 247.400
Programma 11 Werk en inkomen Cliëntenraad Wsw
€ 17.000
Cliëntenraad SZ
€ 19.700
SRO
€ 27.000
Stichting Het Burgerweeshuis Amersfoort
€ 50.000
Ex ID prestatiesubsidies
€ 90.000
Jeugdcultuurfonds Utrecht
€ 90.000
Jeugdsportfonds Utrecht
€ 258.750
RWA (reïntegratie)
€ 550.000
Stadsring 51
€ 2.117.826
RWA (WSW)
€ 22.321.800
Overzicht subsidieregelingen en subsidieplafonds
De volgende subsidieregelingen en bijbehorende subsidieplafonds zijn voor 2014 van toepassing: Nr.
Naam regeling
Doel/Activiteiten
Doelgroep, subsidieplafond
1.
Subsidieregeling sportvoorzieningen 2010
• Kosten van aanleg, nieuwbouw, verbouwing, uitbreiding, ‘upgrading’ en aankoop van sportaccommodaties, incl. gebouwen/lokaliteiten gebruikt als bestuurs- en vergaderruimte, kantine, tribune, als kleedwasaccommodatie, de kosten van aankoop, aanleg, ‘upgrading’ en uitbreiding van veldverlichting en dug-outs; • Kosten van (aanpassing van) voorzieningen gericht op het (mede) geschikt maken voor de gehandicaptensport van sportaccommodaties; • Kosten duurzaam sportinventaris.
Vereniging of stichting die is aangesloten bij een door NOC*NSF erkende sportbond, die zonder winstoogmerk activiteiten organiseert, initiëert en/of stimuleert op het terrein van sportbeoefening, binnen Amersfoort en voor de inwoners van Amersfoort.
76
Subsidieplafond 2014: € 325.000 Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling sportvoorzieningen 2010
Begroting 2014-2017
Nr.
Naam regeling
Doel/Activiteiten
Doelgroep, subsidieplafond
2.
Subsidieregeling sporttechnisch jeugdkader 2008
Kosten van sporttechnisch jeugdkader.
In Amersfoort gevestigde verenigingen of instellingen die ingeschreven staan bij de KvK en die lid zijn van een bij NOC*NSF aangesloten sportbond. Subsidieplafond 2014: € 130.000 Voor de verdeelregels zie: Subsidieregeling sporttechnisch jeugdkader 2008
3.
4.
Subsidieregeling bijzondere sportevenementen 2008
Subsidieregeling grootschalige sportevenementen 2012
Organiseren van bijzondere sportevenementen zoals: • Nationale of internationale kampioenschappen voor de hoogste afdeling van de desbetreffende tak van sport; • Wedstrijden, toernooien, demonstraties: – waaraan nationale of internationale topteams of topatleten deelnemen; – die een eenmalig karakter hebben en van dermate hoog niveau zijn, dat deze van een belangrijke propagandistische waarde voor de betreffende tak van sport zijn.
In Amersfoort gevestigde verenigingen of instellingen die ingeschreven staan bij de KvK en die lid zijn van een bij NOC*NSF aangesloten sportbond. Subsidieplafond 2014: € 54.300 Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling bijzondere sportevenementen 2008
Organisatoren van grootschalige Mogelijk maken van grootschalige sportevenementen binnen de gemeente. sportevenementen. Subsidieplafond 2014: € 99.700 Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling grootschalige sportevenementen 2012
5.
Subsidieregeling deskundigheidsbevordering vrijwilligers 2013
Scholing en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers.
Organisaties op het hele maatschappelijke terrein, uitgezonderd religieuze instellingen waarvan het doel het stimuleren van het geloof is en politieke partijen, die (ook) met vrijwilligers werken. Subsidieplafond 2014: € 11.200 Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling deskundheidsbevordering vrijwilligers 2013
77
Voorzijde
Nr.
Naam regeling
Doel/Activiteiten
Doelgroep, subsidieplafond
6.
Subsidieregeling voorschoolse educatie Amersfoort 2013
Voorschoolse educatie toegankelijk maken voor niet VE-geïndiceerde kinderen waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.
Kindercentrum zoals bedoeld in de Wet Kinderopvang, anders dan gastouderopvang. Subsidieplafond 2014: € 2.515.000 Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling voorschoolse educatie Amersfoort 2013
7.
Subsidieregeling incidentele subsidie cultureel klimaat
Incidentele activiteiten of producten die bijdragen aan de ontwikkeling en versterking van het cultureel klimaat op het gebied van de beeldende kunst en vormgeving, podiumkunst, cultuurproductie en –participatie van, voor en door jongeren.
Rechtspersonen voor de organisatie op het gebied van beeldende kunst en vormgeving, podiumkunst, cultuurproductie en -participatie van, voor en door jongeren. Subsidieplafond 2014: beeldende kunst/vormg.1* € 30.700 podiumkunst* € 66.400 (incl. incid. subsidies amateurkunst) Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling incidentele subsidie cultureel klimaat
8.
Subsidieregeling meerjarige subsidies cultureel klimaat 2013
Subsidies voor terugkerende activiteiten en meerjarige voorzieningen op het gebied van beeldende kunst en vormgeving, podiumkunst, culturele festivals en evenementen.
Rechtspersonen voor de organisatie van beeldende kunst en vormgeving, podiumkunst, culturele festivals, evenementen. Subsidieplafond 2014: beeldende kunst/vormg.* € 80.300 podiumkunst* € 180.900 culturele festivals en evenementen* € 279.200. Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling meerjarige subsidies cultureel klimaat 2013
9.
Subsidieregeling incidentele subsidies amateurkunst 2013
Activiteiten van: • amateurkunstenaars • (semi-) professionele kunstenaars op het gebied van toneel, muziek, dans, letteren en film
Subsidieplafond 2014: zie nr 7. Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling incidentele subsidies amateurkunst 2013
* Als gevolg van Amendement 9.1a bij de Kadernota 2014 kunnen culturele instellingen, indien zij in 2014 wordt geconfronteerd met loon- en prijsbijstellingen, voor 2014 onderbouwd een beroep doen op extra incidentele subsidie om deze kostenstijging op te vangen. De subsidieplafonds waarbij naar deze voetnoot wordt verwezen, zijn inclusief de maximale toe te kennen extra incidentele subsidie vanwege loon- en prijsbijstellingen.
78
Begroting 2014-2017
Nr.
Naam regeling
Doel/Activiteiten
Doelgroep, subsidieplafond
10.
Subsidieregeling structurele subsidie voor amateurkunstverenigingen 2013
Activiteiten in verenigingsverband gericht op de voorbereiding van voorstellingen op het gebied van muziek, zang, dans, toneel en beeldende kunst waarbij de activiteiten gericht zijn op enigerlei vorm van presentatie aan de voorstelling aan het publiek.
Rechtspersonen met als voornaamste doel de beoefening van amateurkunst in verenigingsverband.
Huursuppletieregeling voor amateurkunstverenigingen 2013
Amersfoortse amateurkunstverenigingen een huursuppletie te bieden voor het huren van een zaal van de Flint.
Subsidieplafond 2014: € 14.000
Subsidieovergangsregeling presentatie Armando Collectie 2012
Het mogelijk maken van de overgang van het exposeren van de Collectie van de Armando Stichting en de Kerncollectie van de gemeente Amersfoort naar het Museum Oud Amelisweerd.
Subsidieplafonds : 2014 € 130.000 2015 € 100.000 2016 € 75.000
Voor initiatieven die: • zich richten op het maken van (ver) nieuw(end)e content voor de lokale media in Amersfoort; • op innovatieve wijze de (bestaande) content onder de aandacht brengt bij inwoners of specifieke doelgroepen in Amersfoort.
Alleen rechtspersonen kunnen subsidie aanvragen.
Activiteiten die tot doel hebben: • Het behoud en de verbetering van de leefbaarheid en sociale cohesie; • Mogelijk maken dat bewoners meedoen; • Zorgen dat bewoners zich betrokken voelen bij de buurt(bewoners). Structurele kosten zijn niet subsidiabel.
Bewonersorganisaties die rechtspersoon zijn en die voldoen aan de gestelde eisen.
11.
12.
13.
14.
Subsidieregeling incidentele subsidie media-innovatie 2012
Subsidieregeling Buurtbudget 2012
Subsidieplafond 2014:* € 122.800 Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling structurele subsidie voor amateurkunstverenigingen 2013
Voor verdeelregels zie: Huursuppletieregeling voor amateurkunstverenigingen 2013
Zie Subsidieovergangsregeling presentatie Armando Collectie 2012
Subsidieplafond 2014:* € 42.900 Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling incidentele subsidie media-innovatie 2012
Subsidieplafond 2014: € 305.200 Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling Buurtbudget 2012
79
Voorzijde
Nr.
Naam regeling
Doel/Activiteiten
Doelgroep, subsidieplafond
15.
Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Amersfoort 2007
Doelen: • Beschikbaar stellen van geld om voldoende ruimte (capaciteit) beschikbaar te hebben om alle leerlingen onderwijs te kunnen laten volgen. • Beschikbaar stellen van geld voor noodzakelijk onderhoud aan onderwijsgebouwen om te voortgang van het onderwijsproces te garanderen. • Aanpassing aan gebouwen om te kunnen voldoen aan nieuwe wettelijke eisen. • Aanpassing aan gebouwen als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen en nieuwe onderwijskundige inzichten.
Schoolbesturen.
Realiseren van huisvesting met bij jongeren en studenten passende huurprijzen. De subsidie is een bijdrage in onrendabele investeringen bij nieuw te bouwen woningen of verbouw van bestaande woningen of kantoorpanden tot onzelfstandige kamers, zelfstandige 1-kamerwoningen of zelfstandige woningen.
Jongeren en studenten.
Sanering van de bodem van een bedrijfsterrein dat gebruikt wordt en in gebruik blijft.
Zowel rechtspersonen als natuurlijke personen.
16.
17.
Subsidieregeling jongeren en studentenhuisvesting 2013
Subsidieregeling Bodemsanering bedrijfsterreinen 2008
Subsidieplafond 2014: • capaciteit € 560.000 • onderhoud € 1.923.000 • aanpassingen € 0 • onderwijskundige ontwikkelingen € 0 Zie Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Amersfoort 2007
Subsidieplafond, gerekend vanaf de begroting 2003: € 4.500.000. Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling jongeren en studentenhuisvesting 2013
Subsidieplafond 2014: geen. Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling Bodemsanering bedrijfsterreinen 2008
18.
80
Subsidieregeling De kosten voor het treffen van monumenten en voorzieningen ten behoeve van: beeldbepalende • restauratie van rijksmonumenten met panden, Amersfoort 2013 grote monumentale waarde en waarbij tevens sprake is van een restauratieurgentie; • gemeentelijke monumenten; • beeldbepalende gebouwen.
Zowel rechtspersonen als natuurlijke personen die eigenaar zijn van een monument of beeldbepalend gebouw in Amersfoort. Subsidieplafond 2014: € 75.300 Voor verdeelregels zie: Subsidieregeling monumenten en beeldbepalende panden, Amersfoort 2013
Begroting 2014-2017
Ontwikkelingen Beheer & borging
In 2013 is vervolg gegeven aan het project Vereenvoudiging subsidies, in de vorm van het programma Subsidies. Het programma heeft twee aandachtsgebieden: • Zorgen dat alles geregeld is rondom subsidies, zodat de dagelijkse afhandeling van subsidies doorgang kan vinden. • Doorontwikkeling van hulpmiddelen en processen rondom subsidies. Met het programma zijn in 2013 een aantal verbeteringen afgerond of ingezet, zoals: • de aanscherping van de financiële controle bij subsidieverantwoording met behulp van een controleprotocol en controleverklaring, conform de Algemene subsidieverordening (ASV); • gemeentebreed gebruik van standaard beschikkingen en brieven; • social return voor subsidierelaties is voorbereid, naar voorbeeld van social return voor inkoop (uitwerking van artikel 21 uit de ASV); • het aanpassen van de subsidieregelingen en beleidsregels aan de ASV; • het aanpassen van de subsidiemodule (digitaal workflow systeem), ter ondersteuning van het subsidieproces. Voor 2014 gaat het programmateam verder met het inzetten van verbeteringen. Daarnaast meten we de effecten van de verbeteringen die in 2013 zijn ingezet. Met een effectmeting willen we beoordelen of de verbeteringen voldoende zijn geborgd.
Verdere digitalisering
Alle subsidies worden intern digitaal afgewikkeld met behulp van de subsidiemodule, een onderdeel van het financiële systeem. Hieruit wordt wekelijks een overzicht gegenereerd van vastgestelde en verleende subsidies. Publicatie van dit overzicht is te vinden via www.amersfoort.nl/subsidieregister.html. Onderdelen van het subsidieproces die nog niet (geheel) zijn gedigitaliseerd, is het indienen van een subsidieaanvraag en het indienen van de subsidieverantwoording. In 2014 zal de focus liggen op het onderzoeken van de mogelijkheden van gehele digitalisering van het subsidieproces. Waar mogelijk zal verdere digitalisering worden doorgevoerd.
81
Voorzijde
Lokale lasten Inleiding
In de Kadernota is afgesproken de OZB met 2,5% te verhogen en het saldo van de tariefegalisatiereserves riool en afval niet terug te geven aan de burger. De gemeente zet zich in voor een tijdige en correcte verzending van waardebeschikkingen en belastingaanslagen. Beschikkingen en aanslagen zullen zoveel mogelijk met dagtekening 31 januari 2014, maar uiterlijk met dagtekening 28 februari 2014 worden verzonden. Ook de afhandeling van bezwaar-en beroepschriften moet tijdig plaatsvinden. De termijn voor het doen van uitspraak is het einde van het kalenderjaar, maar Amersfoort wil dat traject vóór 1 oktober 2014 hebben afgerond. Het kwijtscheldingsbeleid wordt uitgevoerd, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van de wettelijke toegestane mogelijkheden. Verzoeken zullen binnen een gemiddelde termijn van 50 dagen worden afgehandeld.
Kengetallen Streefwaarden Omschrijving
Bron
Realisatie
2014
2015
2016
2017
Gemeentelijk jaarverslag
-0,6% 2012
+6,8%
Lastenontwikkeling Gemeentelijk meerpersoonshuishoudens jaarverslag (eigenaren/bewoners)
-0,9% 2012
+5,5%
Lastenontwikkeling bedrijven (eigenaren/ gebruikers)
Gemeentelijk jaarverslag
+1,4% 2012
+3,8%
Kostendekkendheid afvalstoffenheffing
Gemeentelijk jaarverslag
94,7% 2012
100%
100%
100%
100%
Kostendekkendheid rioolheffing
Gemeentelijk jaarverslag
100% 2012
100%
100%
100%
100%
Effectindicatoren Lastenontwikkeling eenpersoonshuishoudens (eigenaren/bewoners)
In bovenstaande tabellen is kernachtig weergegeven welke doelstellingen wij terzake van de gemeentelijke belastingen en heffingen hebben en welke effecten wij willen bereiken in 2014. In deze paragraaf lichten wij onze beleidsvoornemens nader toe.
OZB Tariefsontwikkeling
Bij de behandeling van de Kadernota is vastgesteld dat de OZB voor 2014 met 2,5% zal worden verhoogd ten opzichte van 2013. Deze afspraak is doorgevoerd in in de tarieven.
Macro-norm
Sinds 2008 hanteert het rijk een macronorm voor de lokale lastenontwikkeling. Deze norm, die bepaalt met welk percentage de opbrengst van de OZB landelijk gemiddeld mag stijgen, geldt niet voor gemeenten afzonderlijk, maar voor alle gemeenten samen. Voor 2014 is bij het redigeren van deze tekst nog geen macronorm vastgesteld. In het Bestuurlijk Overleg Financiele Verhoudingen (BOFV) van 22 mei 2013 heeft de VNG met minister Plasterk afgesproken samen op zoek te gaan naar een nieuwe indicator voor het vervangen van de huidige macronorm. De inperking van de
82
Begroting 2014-2017
tariefsontwikkeling van de OZB wordt, zeker in economisch moeilijke omstandigheden, als onwenselijk geacht. Deze nieuwe indicator, wat die ook is, zou op 1 januari 2014 van kracht moeten zijn.
Herwaardering
Voor het belastingjaar 2014 zal de OZB worden gebaseerd op de nieuwe taxatiewaarden per 1 januari 2013. Naar verwachting zal de herwaardering ook ditmaal tot lagere waarden leiden. Echter, voor de OZB-aanslag die de gemiddelde belastingplichtige zal ontvangen is de gemiddelde waarde-ontwikkeling tussen 1/1/2012 en 1/1/2013 niet relevant. Bij de tariefsaanpassing voor 2014 zullen wij ervoor zorgen dat als gevolg van de herwaardering de tarieven in procenten weliswaar hoger zijn, maar dat de aanslag OZB in centen gelijk blijft. Wel kan het natuurlijk zo zijn dat bepaalde typen onroerend goed een waarde-ontwikkeling laten zien die van het gemiddelde afwijkt, hetgeen dan ook tot een hogere of lagere belastingaanslag zal leiden. Onze planning is erop gericht de herwaardering op een zodanig tijdstip af te ronden dat de raad de definitieve tariefsvoorstellen nog dit jaar kan vaststellen.
Afvalstoffenheffing Algemeen
Het is in onze gemeente reeds vele jaren het beleid om de kosten voor afvalverwijdering en -verwerking door te berekenen in de afvalstoffenheffing. Met ingang van 2011 gebeurt dit volledig. Toen zijn namelijk ook de kosten van kwijtschelding, oninbaarverklaringen en het straatvegen in de heffing betrokken. Dit beleid van volledige kostendekking continueren wij ook in 2014. Eveneens continueren wij de gehanteerde heffingssystematiek met twee tarieven, een (lager) tarief voor eenpersoonshuishoudens en een (hoger) tarief voor meerpersoonshuishoudens.
Kostenontwikkelingen
In de kostenbasis van de afvalstoffenheffing doen zich, los van de extra kosten als gevolg van areaaluitbreiding en de verhoging van de BTW van 19% naar 21%, momenteel geen ontwikkelingen voor die per saldo tot een wijziging van de kostenbasis leiden. De kostenbasis van de afvalstoffenheffing ziet er in 2014 als volgt uit: (bedragen x € 1.000,-) Kosten Rova
6.952
Kosten AVU
2.945
Kosten zwerfafval
700
Overige afvalkosten
371
Kosten kwijtschelding
800
Oninbaarverklaring
90 11.858
Compensabele BTW Kostenbasis 2014
2.214 14.072
Tarieven en egalisatiereserve
Bij de besluitvorming inzake de tussenbalans vorig jaar is bepaald dat de egalisatiereserve afval wordt opgeheven en voor € 1 miljoen in drie jaar aan de burger wordt terugbetaald. Daarnaast was er op de rekening 2011 een overschot van € 1,5 miljoen. Een en ander betekende dat voor de tariefsberekening drie jaar lang de kostenbasis zou worden verlaagd met € 0,833 miljoen. Bij de Kadernota is besloten de laatste twee jaar van deze terugbetaling niet te effectueren en de kostenbasis niet te verlagen. Daarmee wordt de afvalstoffenheffing
83
Voorzijde
ook technisch weer 100% kostendekkend. De genoemde maatregelen en ontwikkelingen leiden ertoe dat de tarieven afvalstoffenheffing in 2014 met zo’n € 20 zullen stijgen.
Rioolheffing Algemeen
Ook in de rioolheffing is het reeds vele jaren beleid om de kosten voor beheer en onderhoud van het gemeentelijk rioleringsstelsel door te berekenen in de rioolheffing. Sinds 2011 zijn de kosten van kwijtschelding, oninbaarverklaringen en het grondwaterbeheer in de heffing betrokken. Met ingang van 2014 nemen wij ook een deel van de kosten voor straatreiniging/zwerfafval in de rioolheffing op. Blijkens recente jurisprudentie bestaat de mogelijkheid om van de straatreiniging 50% in de heffingen te verdisconteren. De totale kosten van straatreiniging bedragen op jaarbasis € 3 miljoen. In de afvalstoffenheffing is reeds € 0,7 miljoen opgenomen. Bij de Kadernota is besloten € 0,8 miljoen aan de kostenbasis rioolheffing toe te voegen.
Kostenontwikkelingen
De kostenbasis neemt toe door de areaaluitbreidingen, de toerekening van een deel van de kosten voor straatreiniging, de verhoging van de BTW van 19% naar 21% en de reguliere peilaanpassingen. In het totaaloverzicht van belastinginkomsten aan het einde van deze paragraaf valt op te merken dat er sprake is van een forse daling van de kostenbasis rioolheffing. Die daling wordt veroorzaakt door het vrijvallen van kapitaallasten in dat jaar. De kostenbasis van de rioolheffing ziet er in 2014 als volgt uit: (bedragen x € 1.000,-) Kapitaallasten oude investeringen
1.729
Dotatie aan investeringsvoorziening
4.160
Onderhoudskosten
3.179
Kosten grondwaterbeheersing
65
Kosten kwijtschelding
97
Oninbaarverklaringen
55
Straatreiniging
800 10.085
Compensabele BTW Kostenbasis 2014
1.160 11.245
Tariefsegalisatiereserve
In 2008 is de tariefsegalisatiereserve riolen ingesteld. Bij de tussenbalans vorig jaar is echter besloten ook de egalisatiereserve rioolheffing op te heffen. Concreet betekende dit dat de beschikbaar gekomen € 0,15 miljoen in hetzelfde stramien als bij de afvalstoffenheffing in drie jaar tijd zou worden terugbetaald aan burgers en bedrijven. In 2013 is het eerste deel terugbetaald, groot € 50.000. De resterende € 0,1 miljoen wordt door besluitvorming bij de Kadernota niet meer terugbetaald. De rioolheffing wordt daarmee technisch 100% kostendekkend. De genoemde maatregelen en ontwikkelingen leiden ertoe dat de gemiddelde aanslag rioolheffing in 2014 met zo’n € 5 zal stijgen.
Herwaardering
Omdat de tarieven van de rioolheffing gekoppeld zijn aan de waarde van het onroerend goed zullen de feitelijke tarieven pas kunnen worden bepaald indien de resultaten van de herwaardering bekend zijn. Ook bij de
84
Begroting 2014-2017
rioolheffing hanteren wij uiteraard budgettaire neutraliteit, dat wil zeggen de tarieven verhogen (c.q. verlagen) met het percentage van de gemiddelde waardedaling (c.q. –stijging).
Toeristenbelasting
Bij de Kadernota is besloten tot herinvoering van de toeristenbelasting. Met inachtneming van het amendement A10.1a worden de tarieven gesteld op € 1 per overnachting, daarmee een totale opbrengst genererend van € 0,1 miljoen. De aanslagen kunnen overigens pas na afloop van het belastingjaar (dus in 2015) worden opgelegd. Het aantal overnachtenden is immers pas dan bekend.
Overige belastingen en rechten
De hondenbelasting en de precariobelasting worden in 2014 met 2% verhoogd. Deze verhoging is gelijk aan de voor 2014 geraamde prijsstijging. Voor de hondenbelasting geldt dat er begin 2013 een uitspraak van het Gerechtshof in Den Bosch is geweest, waarin is aangegeven dat gemeenten geen hondenbelasting zouden kunnen heffen als er geen directe relatie is tussen inkomsten uit de hondenbelasting en kosten van hondenbeleid. Het ministerie van BZK heeft daarop gereageerd dat gemeenten gewoon moeten blijven heffen. Inmiddels heeft in de cassatieprocedure volgend op de hofuitspraak de Advocaat-Generaal conclusie genomen en de Hoge Raad geadviseerd de uitspraak van het Hof in Den Bosch te vernietigen. Gemeenten zouden gewoon hondenbelasting moeten kunnen heffen, omdat relatie tussen inkomsten en uitgaven bij de hondenbelasting wettelijk niet is vereist. In de meeste gevallen wordt de conclusie van de A-G door de Hoge Raad opgevolgd. Het arrest van de Hoge Raad wordt eind 2013 verwacht. Bij vrijwel alle overige heffingen zijn de tarieven gebaseerd op 100% kostendekking. Dit betekent dat daarin in 2014 alle kostenontwikkelingen ten opzichte van 2013 zijn verwerkt. Bij de paspoorten/identiteitskaarten is dit niet het geval, aangezien het rijk hiervoor maximumtarieven heeft vastgesteld. Ook voor rijbewijzen wordt door het Rijk een maximumtarief ingesteld. Per 1 januari 2014 mag voor een rijbewijs niet meer dan € 38,48 worden gerekend. Het tekort op deze leges wordt gedekt uit de algemene middelen.
Lastenontwikkeling burgers
In het volgende overzicht is aangegeven hoe de ontwikkelingen in de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing, uitgaande van de hiervoor uiteengezette beleidsvoornemens, bij benadering voor de gemiddelde burger uitwerken. Wij benadrukken dat het hier gaat om het statistische begrip gemiddelde burger in een woning van € 231.000 (gemiddelde WOZ-waarde per 1/1/2012). Voor individuele burgers zal de feitelijke lastenontwikkeling anders kunnen zijn dan hieronder vermeld, afhankelijk van enerzijds de economische waarde van de betreffende woning en anderzijds de vraag of hij / zij in aanmerking komt voor kwijtschelding. Verder zal de feitelijke lastenontwikkeling uiteraard afhankelijk zijn van de nieuwe WOZ-waarden. De lasten van burgers met een meer dan gemiddelde stijging (c.q. minder dan gemiddelde daling) van de WOZ-waarde van hun woning zullen meer dan gemiddeld stijgen en omgekeerd.
85
Voorzijde
Met deze kanttekeningen ontstaat het volgende beeld van de lastenontwikkeling in 2014: Eenpersoonshuishoudens (bedragen x € 1,-)
2013
2014
2014 (fictief zonder maatregelen)
0
0
0
46
50
46
Afvalstoffenheffing
173
194
178
Lasten huurders
219
244
224
OZB-eigenarendeel
270
277
277
57
62
57
546
583
558
0
0
0
46
50
46
Afvalstoffenheffing
223
240
228
Lasten huurders
269
290
274
OZB-eigenarendeel
270
277
277
57
62
57
596
629
608
OZB-gebruikersdeel Rioolheffing-gebruikersdeel
Rioolheffing-eigenarendeel Lasten eigenaren / bewoners Meerpersoonshuishoudens OZB-gebruikersdeel Rioolheffing-gebruikersdeel
Rioolheffing-eigenarendeel Lasten eigenaren / bewoners
Uit dit overzicht blijkt dat de woonlasten voor huurders meer stijgt dan die van eigenaren, wat voornamelijk wordt ingegeven door het feit dat huurders geen OZB betalen. Huurders zijn de afgelopen jaren, ook in 2013, ontzien. De ontwikkeling van de woonlasten van huurders is met de beoogde verhoging van 2014 sinds 2008 voor alleenwonenden – 5% en voor meerpersoonshuishoudens -10%.
86
Begroting 2014-2017
Lastenontwikkeling bedrijven
Hieronder geven wij aan hoe de jaarlijkse gemeentelijke lasten zich in 2014 voor een gemiddeld bedrijf ontwikkelen. Wij zijn daarbij uitgegaan van een gemiddelde waarde van een bedrijfspand van € 755.000 (WOZ-waarde per 1/1/2012). Overigens gelden bij dit overzicht dezelfde kanttekeningen als gemaakt bij de lastenontwikkeling van de burgers. Bedrijven (cq niet-woningen) (bedragen x € 1,-)
2013
2014
2014 (fictief zonder maatregelen)
OZB-gebruikersdeel
1.382
1.417
1.417
336
365
336
Lasten huurders
1.718
1.782
1.753
OZB-eigenarendeel
1.692
1.734
1.734
453
493
453
Lasten eigenaren
2.145
2.227
2.187
Lasten eigenaren/gebruikers
3.863
4.009
3.940
Rioolheffing-gebruikersdeel
Rioolheffing-eigenarendeel
Voor bedrijven is de lastenontwikkeling, vanwege het feit dat bedrijven geen afvalstoffenheffing betalen, gematigder dan bij inwoners. Naast de trendmatige verhoging van de OZB wordt de stijging van de lasten voor bedrijven veroorzaakt door de ontwikkeling van de rioolheffing.
Kwijtschelding van belastingen
Kwijtschelding is mogelijk voor de OZB, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting (max.1 hond). Of kwijtschelding wordt verleend hangt af van de betalingscapaciteit van belastingplichtigen. Bij de bepaling daarvan houden wij rekening met 100% van de kosten van levensonderhoud zoals die normatief zijn opgenomen in de landelijke richtlijnen voor het kwijtscheldingsbeleid. Van de mogelijkheid om lagere normen (90% of 95%) te hanteren maken wij welbewust geen gebruik teneinde ruimhartige kwijtschelding te kunnen verlenen. Aan bijstandsgerechtigden, inwoners die uitsluitend een AOW-uitkering hebben en ondernemers met een BBZ-uitkering wordt als regel geautomatiseerd kwijtschelding verleend.
Opbouw belastingramingen (bedragen x € 1.000,-)
2012
2013
2014
2015
2016
2017
rekening Afvalstoffenheffing
12.719
12.862
14.071
14.196
14.341
14.491
Rioolrecht/-heffing
10.250
10.280
11.245
11.165
9.653
9.729
OZB
29.441
32.028
33.079
33.578
34.687
35.107
Hondenbelasting
605
581
593
593
593
593
Precariobelasting
146
111
113
113
113
113
0
0
100
100
100
100
53.161
55.862
59.203
59.750
59.493
60.133
Toeristenbelasting
87
Voorzijde
Treasury Inleiding
Amersfoort geeft uitvoering aan de treasuryfunctie binnen de normen van de Wet FIDO en het Treasurystatuut. De liquiditeitsontwikkeling van de gemeente en de renteontwikkelingen op de gelden van de kapitaalmarkt in Nederland wordt gevolgd. Op basis hiervan wordt besloten op welke wijze de financiering (kort en lang geld) optimaal gerealiseerd kan worden.
Wettelijk kader
Het gemeentelijk financieringsbeleid is er op gericht om: • te voorzien in de financieringsbehoefte op korte en lange termijn; • het beheersen van de risico’s die met deze transacties verbonden zijn; • het zoveel mogelijk beperken van de rentekosten van de leningen; • het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities. De uitvoering van het financieringsbeleid vindt plaats binnen de kaders zoals gesteld in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO). Om vooral de financieringsrisico’s te beperken is in de Wet FIDO een tweetal instrumenten opgenomen, te weten de rente risiconorm en de kasgeldlimiet. Daarnaast praten we binnenkort met elkaar over onze eigen normen en ijkpunten aan de hand van een ijkpuntennotitie die we naar uw raad verstuurd hebben.
Kengetallen
(bedragen x € 1.000.000,-) Realisatie Omschrijving
Bron
Streefwaarden
2012
2014
2015
2016
2017
Effectindicatoren Renterisiconorm
Wet FIDO
15,0
< 78,5
< 72,0
< 71,0
< 69,0
Kasgeldlimiet
Wet FIDO
28,9
< 33,3
< 30,6
< 30,2
< 29,3
Schatkistbankieren drempel Wet FIDO
-
< 2,9
< 2,7
< 2,7
< 2,6
Geen gelden uitgezet
Triple A
Triple A
Triple A
Triple A
Kredietwaardigheid financiële instellingen uitgezette middelen
Renterisiconorm
Treasury statuut
De renterisiconorm bepaalt dat jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal onderhevig mag zijn aan renteherziening en herfinanciering. Hiermee is een maximumgrens gesteld aan het renterisico op de langlopende leningportefeuille. Van renteherziening is sprake als in de leningsovereenkomst is bepaald dat de rente gedurende de looptijd in een bepaald jaar zal worden aangepast. Herfinanciering is het aangaan van een nieuwe lening om de oude af te lossen. De rente risiconorm beperkt dus de aflossingen op de bestaande leningenportefeuille. Op een begrotingstotaal in 2014 van € 392,3 miljoen bedraagt de rente risiconorm voor onze gemeente € 78,5 miljoen. In 2014 vindt voor € 27,7 miljoen aan aflossingen en renteherziening van bestaande leningen plaats. Er is dus nog ruimte voor het aantrekken van nieuwe langlopende leningen voor € 50,8 miljoen.
88
Begroting 2014-2017
Verwacht renterisico (bedragen x € 1.000,-)
2014
2015
2016
2017
392.277
360.093
354.832
344.840
2. Renterisiconorm 20% (van 1)
78.500
72.000
71.000
69.000
3. Aflossingen en renteherzieningen (netto)
27.700
25.500
26.100
24.900
4. Ruimte onder de risiconorm (2-3)
50.800
46.500
44.900
44.100
1. Omvang begroting
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is in de wet FIDO opgenomen om de directe gevolgen van een snelle rentestijging te beperken. De kasgeldlimiet bepaalt dat gemeenten hun financieringsbehoefte voor slechts een beperkt bedrag met kort geld (looptijd < 1 jaar) mogen financieren. De norm is in de wet gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal aan lasten (excl. de stortingen in de reserves). Voor Amersfoort bedraagt de limiet in 2014 € 33,3 miljoen. Wij proberen de kasgeldlimiet optimaal te benutten vanuit de gedachte dat rente van kortlopend geld (bijv. daggeld en kasgeld) vrijwel altijd lager is dan van langlopende leningen.
Schatkistbankieren
De in het begrotingsakkoord voor 2013 door het kabinet voorgestelde maatregel om in 2013 verplicht schatkistbankieren zonder leenfaciliteiten voor alle gedecentraliseerde overheden in te voeren, is op 4 juli 2013 door de Tweede Kamer aangenomen. Thans ligt het wetsvoorstel ter behandeling bij de Eerste Kamer. Het streven is er op gericht om de Wet voor het einde van 2013 van kracht te laten worden. Doel van deze Wet is een verlagend effect te verkrijgen op de EMU-schuld van de totale Nederlandse overheid, doordat de lagere overheden worden verplicht alle geldelijke overschotten bij het Ministerie van Financiën te parkeren. Uit oogpunt van doelmatigheid is in de Wet een drempelbedrag opgenomen. Hiermee kan een bepaald bedrag buiten de schatkist worden gehouden. Tot een begrotingstotaal van € 500 miljoen is het drempelbedrag bepaald op 0,75% met een minimum van € 250.000. Voor begrotingstotalen boven € 500 miljoen geldt een additionele drempel van 0,2% over dat deel dat de € 500 miljoen overstijgt. Voor Amersfoort geldt als drempel voor 2014 0,75% van € 392,3 miljoen is € 2,9 miljoen. Gelet op onze rekening-courantpositie, alsmede het drempelbedrag, gaan wij er vanuit dat in 2014 geen werkelijke storting in de schatkist zal worden gedaan.
Rente
In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een rente voor nieuwe investeringen van 4,5%. Bij de totstandkoming van deze tekst (augustus 2013) bedroeg de rente voor langlopende geldleningen (looptijd 20 jaar; rentevast) onder de 4,0%. Voor het begrotingsjaar 2014 zijn wij er van uitgegaan dat de geraamde langlopende financieringsbehoefte tegen 2,5% kan worden gerealiseerd. Voor de jaren 2015 t/m 2017 is, in een iets oplopende markt, uitgegaan van rentepercentages van respectievelijk 2,75%, 3,0% en 3,25%. Voor de kortlopende rente is in de meerjarenbegroting in de jaren 2014, 2015, 2016 en 2017 gerekend met respectievelijk 0,2%, 0,4%, 0,6% en 0,8%.
89
Voorzijde
Rentevisie
Op dit moment zijn de economische vooruitzichten nog steeds onzeker. Bekend is dat de overheid in Nederland en daarbuiten aanzienlijk zal moeten bezuinigen om het huishoudboekje weer op orde te brengen. Wij verwachten vanaf 2014 een herstel van de economie en gaan daarom uit van een (licht) oplopende rente op zowel de geld- als kapitaalmarkt. Het berekende EMU-saldo op basis van de begroting komt voor 2014 uit op -/- € 9,7 miljoen en voor 2015 op -/- € 0,3 miljoen. Onze ervaring leert echter dat het EMU-saldo bij de jaarrekening vaak (veel) lager uitvalt dan eerder begroot. Dit o.a. vanwege het achterblijven van investeringen. Dit heeft een dempend effect op het EMU-saldo. Wij verwachten dan ook dat bij de jaarrekening 2014 het EMU-saldo lager zal zijn dan de nu berekende -/- € 9,7 miljoen.
90
Begroting 2014-2017
Gemeentelijk grondbeleid Inleiding
In de structuurvisie en de diverse beleidsnota’s is een keuze gemaakt waar en op welke wijze de stad Amersfoort zou moeten ontwikkelen. De structuurvisie geeft een nieuwe ruimtelijke sturingsfilosofie waarbij gebruik gemaakt wordt van uitnodigingsplanologie. De structuurvisie is geen blauwdruk maar een visie waarmee de stad en de markt wordt uitgenodigd om de stad verder te ontwikkelen. De rol van de gemeente bij de ontwikkeling van de stad is veranderd. Het grondbeleid zal daar op moeten aansluiten en daarom wordt een nieuwe nota grondbeleid voorbereid. Het beleid zal zich meer richten op regisseren, verbinden en verleiden en minder zelfstandig ontwikkelingen realiseren. Gebruik maken van de kracht van de stad en de markt met maatwerk per ontwikkeling. De raad zal bij de start van een ontwikkeling de gewenste principes benoemen en zich uitspreken over de gewenste rol in het proces. Een actieve rol van de gemeente kan gevraagd worden om een gebiedsontwikkeling op gang te brengen. Of als een sterke beleidswens niet door de stad/markt opgepakt wordt. Een actieve rol zal altijd vooraf gegaan worden door een uitgebreide risico- en financiële analyse. En besluitvorming door de Raad. Ook dan zal de keuze voor het in te zetten grondbeleidinstrument maatwerk zijn. De gemeente zal in de faciliterende of regisserende rol gebruik maken van de mogelijkheden binnen de regelgeving van de Wro.
Context:
De afgelopen 3 jaar zijn gemiddeld 740 woningen opgeleverd. De oplevering nieuwbouwwoningen bleef dus nog enigszins op peil. Echter afgelopen jaren is vooral in Vathorst de verkoop van bouwrijpe grond sterk achtergebleven en zal de oplevering van de nieuwbouwwoningen komende jaren onder druk staan. De markt voor koopwoningen wordt gekenmerkt door lage verkoopaantallen, lange verkooptijden en nog steeds verder dalende prijzen. Het vierde kwartaal van 2012 kende een opleving in de aantallen verkochte woningen en een mindere daling van de verkoopprijs. Dat heeft zeer waarschijnlijk te maken gehad met het aanscherpen van de hypotheekregels waardoor de gemiddelde hypotheeklasten per 1-1-2013 15% meer geworden zijn. In het eerste half jaar van 2013 zijn de verkoopprijzen wederom gedaald maar is de krimp geringer dan werd verwacht. De analyses van banken en andere partijen in het vastgoed geven voor 2013 nog een somber beeld. Door de voortkwakkelende economie en de oplopende werkeloosheid is het consumentenvertrouwen laag. Koop blijft uit. Bovendien verkeert de bouwsector in zwaar weer. De mogelijkheden van ontwikkelende en bouwende partijen om te investeren en financiële risico’s te nemen zijn sterk verminderd. De aangescherpte regelingen voor de woningcorporaties maken ontwikkelingen lastiger. Na 2013/2014 wordt licht herstel verwacht. Dit zal zich niet direct uiten in hogere prijzen maar eerst in een stabilisatie van de verkoopaantallen en kortere verkooptijden. Succesvolle gebiedsontwikkelingen zijn kleiner, flexibeler, hebben een duidelijke identiteit en zijn sterk gefocust op de eindgebruiker. Dit vraagt creativiteit en grote mate van flexibiliteit in het ontwikkeling- en bouwproces. Grote ontwikkellocaties zoals Vathorst hebben het hierdoor extra moeilijk. De kantorenmarkt blijft een moeilijke markt. Het vertrek van een grote partij als Achmea laat het leegstandspercentage van bestaande kantoorgebouwen oplopen. Amersfoort blijft ondanks de lastige situatie een aantrekkelijke vestigingsplaats. De behoefte is echter verschoven richting kantoorpanden met een eigen identiteit en op kleinere schaal. Door deze meer genuanceerde vraag naar kantoorruimte en de toenemende leegstand komen de huurprijzen, met name van grote kantoorpanden, steeds verder onder druk te staan. De markt voor bedrijventerreinen heeft natuurlijk ook te maken met een economische situatie waarin minder geïnvesteerd wordt. Er is in de regio een behoorlijk aanbod aan bedrijfslocaties, de leegstand op bedrijventerreinen is echter lager dan op kantorenlocaties. Bij leegstand van bedrijfspanden gaat het vaak om deelverhuur of om grote incourante panden. De verkoop van bedrijventerreinen laat een grillig beeld zien. Het grote regionale aanbod en de beperkte afname zorgen voor langere faseringen in de uitgifte van nieuwe terreinen.
91
Voorzijde
Ook de grondexploitaties in Amersfoort hebben last van de huidige situatie. Het financieel perspectief van de ruimtelijke ontwikkelingen Amersfoort is niet rooskleurig. En het is bovendien een beeld met de nodige onzekerheden en onvoorspelbaarheden. Wij voeren daarom een terughoudend beleid ten aanzien van strategische aankopen en streven naar een reductie van (financiële) risico’s.
Parameters:
In verband met de situatie op de woningmarkt is bij de herziening van de grondexploitaties voor de jaarrekening 2012 het percentage van de jaarlijks geraamde opbrengstijging voor de woningbouw voor de jaren 2013-20142015 op -1% gehouden en daarna met een lichte stijging op 0%. De bedrijventerreinen hebben minder te maken met prijsdalingen, maar wel met een langere afnameperiode. De parameter voor de opbrengststijging voor bedrijvenpark Vathorst is voor alle jaren 0% en bij de Wieken voor de komende 3 jaar op 0% gehouden en daarna een lichte stijging tot 1%. De prijsdaling in de grondverzet-, wegen- en waterbouwsector heeft zich niet voortgezet. Daardoor is het noodzakelijk gebleken het percentage van de kostenstijging te handhaven op 2,5%.
Uitvoering en actuele prognoses:
Ten behoeve van de jaarrekening zijn de cijfers van het strategisch vastgoed (niet in exploitatie genomen gronden), de initiële projecten, de vastgestelde grondexploitaties en de exploitatieplannen/particuliere grondexploitaties herzien. Tijdens het jaar wordt in de rapportages “Grote projecten” de actuele stand van de belangrijkste projecten gerapporteerd. Bij de zomerrapportage worden eventuele afwijkingen meegenomen. In deze begroting wordt aangesloten bij de getallen in de jaarrekening. De grondexploitaties van de Publiek Private Samenwerkingen OBV Vathorst en VOF Podium zijn opgenomen in de Paragraaf Verbonden Partijen.
Strategisch vastgoed (niet in exploitatie genomen gronden)
De gemeente beschikt over een grote hoeveelheid vastgoed voor diverse doeleinden. • Maatschappelijk vastgoed (sport, cultuur, welzijnspanden en gronden) • Monumenten • Strategisch vastgoed – Vastgoed t.b.v. gebiedsontwikkelingen (initieel en in grondexploitaties) – Overig (te verkopen vastgoed) In het kader van efficiëntie vindt momenteel een reorganisatie van het vastgoedbeheer plaats en wordt de gehele vastgoedportefeuille opnieuw bekeken en beoordeeld. De boekwaarde van het strategisch vastgoed bedraagt per 1 januari 2013 ca. € 30,8 miljoen. Het strategisch vastgoed is bij de waardering, met goedkeuring van de accountant, als één sluitend complex gezien. In 2012 is “de stadsmakelaar” gestart met de website www.amersfoort.nl/stadsmakelaar. Alle gemeentelijke panden die verkocht worden, worden hierop te koop aangeboden. In de huidige vastgoedmarkt is de verkoop van het gemeentelijk vastgoed een flinke opgave. Daar komt bij dat het te verkopen vastgoed een grote diversiteit kent met bijzondere bestemmingen. Om oplopende kosten te vermijden zal naast verkoop ook gekeken worden naar de mogelijkheden van tijdelijke verhuur.
Initiële projecten
Initiële projecten zijn projecten in voorbereiding waarvoor nog geen bestemmingsplan en grondexploitatie is vastgesteld. Voor deze projecten worden wel planontwikkelingskosten gemaakt. Jaarlijks worden de gemaakte kosten geïnventariseerd en wordt er afgewogen of er een reële kans bestaat dat de kosten terugverdiend kunnen worden door middel van grondexploitaties dan wel overeenkomsten met derden.
92
Begroting 2014-2017
De belangrijkste initiële projecten zijn; Amersfoort Vernieuwt projecten, voor zover niet in vastgestelde grondexploitaties verwerkt, de Kop van Isselt, Vathorst West en - Noord. Amersfoort Vernieuwt betreft voornamelijk gereserveerde middelen ter hoogte van • € 4,7 miljoen (credit) voor de bijdrage van € 7.200 per nieuwbouwwoning voor de inrichting van de openbare ruimte. De boekwaarde (gerealiseerde baten – gerealiseerde lasten) per 31 december 2012 van de overige initiële projecten bedraagt € 1,6 miljoen. Per saldo bedraagt de boekwaarde • € 3,1 miljoen.
Vastgestelde Grondexploitaties
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan worden de financiële kaders van een ontwikkeling vastgelegd in een grondexploitatie. Ten behoeve van het opstellen van de jaarrekening zijn de exploitaties (per 1-11) geactualiseerd. Exploitaties zijn getoetst aan de huidige marktsituatie: zowel het prijsniveau als de planningen zijn, waar nodig, bijgesteld. Het verloop van grondexploitaties is telkens minder voorspelbaar geworden. Planningen worden beïnvloed door de (achterblijvende) verkoop en (afnemende) financieringsmogelijkheden van het toekomstige vastgoed. Afgelopen jaren zijn de exploitaties hier op aangepast. Het blijft een onzekere factor die van grote invloed is op het uiteindelijke saldo. Vaak hebben aangepaste planningen negatieve (financiële) effecten. De grondexploitatie Lichtenberg is in 2012 vastgesteld en wordt vanaf dit jaar ook verantwoord in de jaarrekening.
Grondexploitaties:
Per 2013 zijn 5 vastgestelde grondexploitaties operationeel: • Amersfoort Vernieuwt; • Bestaand Stedelijk Gebied (BSG en CSG); • Lichtenberg; • Vathorst - Bedrijventerrein; • Wieken - Bloeidaal. bedragen x 1.000.000
boekwaarde (gerealiseerde baten -/lasten per 1-11-2012
Te verwachten (na 1-11-2012)
Inkomsten
Uitgaven
Eindwaarde
NCW (per 1-1-2013)
5,9
25,2
31,1
0
0
Bestaand Stedelijk Gebied
-27,5
35,0
27,0
-19,5
-14,7
Bedrijventerrein Vathorst
-22,6
48,0
28,1
-2,7
-1,7
Wieken / Bloeidaal
-32,3
47,1
28,5
-13,6
-11,9
Totaal grondexploitaties
-76,4
155,3
114,7
-35,8
-28,3
Amersfoort Vernieuwt
De negatieve saldi van de grondexploitaties (exclusief de grondexploitatie Lichtenberg) bedraagt € 28,3 miljoen. Dit tekort is gedekt door de Voorziening voorraad onderhanden werk. Als gevolg van het toegenomen tekort zal de voorziening worden aangevuld met € 7,7 miljoen.
93
Voorzijde
Het saldo van de grondexploitatie Lichtenberg is door de nieuwe parameters, aanpassingen van de grondprijzen a.g.v. de btw verhoging € 2,5 miljoen gezakt (van positief € 0,8 miljoen naar een tekort van € 1,7 miljoen). Toch zal voor deze exploitatie nog geen voorziening worden getroffen omdat de gronden in 2013 nog niet aangekocht worden. Net als voor het Elisabethterrein zal in 2014 dit geld wel beschikbaar moeten zijn. In de paragraaf Vathorst en in de paragraaf Verbonden partijen wordt een nadere toelichting over de grondexploitatie Vathorst gegeven.
Exploitatieplannen / Particuliere grondexploitaties
Ten behoeve van de gebiedsontwikkeling Hogeweg is een exploitatieplan opgesteld. Wettelijk zou deze jaarlijks herzien moeten worden. Maar vanwege de lopende onteigeningstrajecten zal het exploitatieplan verder niet gebruikt worden en vervalt de noodzaak voor de herziening hiervan.
Risico’s en weerstandsvermogen
Ruimtelijke ontwikkelingen zijn vaak complexe, langjarige trajecten waar veel geld mee gemoeid is. Dergelijke projecten kennen grote risico’s. Bij de herzieningen van de grondexploitaties worden de risico’s gekwantificeerd om uiteindelijk op concernniveau het benodigde weerstandsvermogen te kunnen bepalen. Voor de risico’s van de grondexploitaties is geen afzonderlijke reserve aanwezig. Deze risico’s worden opgenomen in het gemeentebrede weerstandvermogen. Het risicomanagement is afgelopen jaar verder uitgewerkt. Met behulp van de Rismanmethodiek zijn de risico’s voor alle grote projecten nader geïdentificeerd en voorzien van beheersmaatregelen. Hierdoor kan nog beter gestuurd worden op de projecten.
Reserve Ruimtelijke Investeringen (RRI)
De RRI is één van de (financiële) instrumenten die wordt ingezet voor het realiseren van gebiedsontwikkeling.
Stand van zaken Reserve Ruimtelijke Investeringen (bedragen x € 1.000.000) RRI
2013
2014 ev
beginstand 1 januari 2013
2,89
1,31
onttrekkingen
bestemmingsplan woonschepen
-0,48
relatie Eemplein-Binnenstad
-0,10
initiële plankosten
-0,23
-0,30
• plankosten coördinatie
-0,10
-0,38
• fysieke projecten
-0,67
-0,10
-0,50
1,31
0,03
Amersfoort vernieuwt:
• operaplein Saldo
94
Begroting 2014-2017
Relaties binnen de begroting:
Paragraaf Verbonden partijen: De grondexploitaties die zijn ondergebracht in een Publiek-Private Samenwerking (PPS), te weten Ontwikkelingsbedrijf Vathorst CV en de deelneming in de VOF Podium Kantorenpark Vathorst worden verantwoord in deze paragraaf. Paragraaf Risicomanagement en weerstandsvermogen: In deze paragraaf wordt het totale overzicht van risico’s voor de gemeente inclusief de risico’s van de grondexploitatie weergegeven.
95
Voorzijde
Onderhoud van kapitaalgoederen Inleiding
De gemeente zet zich in voor een openbare ruimte die veilig en heel is. Amersfoort geeft uitvoering aan verschillende beheerplannen (groen en civiel) en er vinden onderhoudsmaatregelen plaats aan de kapitaalgoederen zoals vervanging van bruggen, werkzaamheden aan de riolering op verschillende locaties en het vervangen van verlichtingsarmaturen.
Context en achtergronden
Zie ook programma 3, onderdeel Stedelijk beheer Voor het onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte zetten we in op veiligheid, functionaliteit en het voorkomen van kapitaalvernietiging. De dekking hiervoor is deels geregeld in de “Voorziening openbare ruimte”. De beschikbare budgetten gebruiken we in het bijzonder voor levensduurverlengend onderhoud. Het uitstellen van vervangingsinvesteringen betekent dat onze inzet en budgetten vooral voor beheer en onderhoud worden gebruikt. Als gevolg van de in 2011 vastgestelde bezuinigingen is in de begroting minder geld beschikbaar voor wegen, groen, water, speelvoorzieningen, etc. Nu de budgetten afnemen, is er reden om het beheer- en onderhoudsbeleid daarop aan te passen. Dit betekent dat we vervanging uitstellen door meer in te zetten op levensduurverlengend onderhoud. Met levensduurverlengend onderhoud kan het moment waarop vervanging zou moeten plaatsvinden, worden uitgesteld. Dat levert over het algemeen besparingen op. Aan de andere kant loopt, door uitstel van vervanging, de kwaliteit van de voorziening terug, neemt het comfort voor de gebruikers af en nemen de kosten van dagelijks beheer en periodiek onderhoud toe. De vraag is dan: hoe lang kun je doorgaan met uitstel? Die grens bepalen we aan de hand van een drietal criteria: veiligheid, functionaliteit en kapitaalvernietiging. Zolang de veiligheid en de functionaliteit niet in het geding zijn en er geen sprake is van kapitaalvernietiging, kunnen vervangingsinvesteringen in principe worden uitgesteld. Bij het onderzoek art. 213a is een overzicht toegezegd in de begroting over de verwachte kwaliteitsontwikkeling van de verschillende “beheersaspecten” van de openbare ruimte voor 2012-2015. Voor verschillende aspecten van de openbare ruimte zijn door landelijke kennisinstituten, zoals CROW, RIONED en NSVV, gestandaardiseerde kwaliteitsnormen opgesteld. Deze normen gebruiken we als toetsingskader. Algemeen wordt gewerkt met 4 kwaliteitsklassen: hoog, basis, laag en zeer laag. Hieronder staat het overzicht, waarbij ook het huidige kwaliteitsniveau inzichtelijk is. De basiskwaliteit (rapportcijfer 7) wordt gerealiseerd als dagelijks beheer, periodiek onderhoud en vervanging plaatsvindt volgens de levenscyclus van het betreffende onderdeel van de openbare ruimte. De levenscyclus wordt bepaald door de levensduur, het gebruik en de inspectieresultaten. Als de ondergrens van veiligheid, functionaliteit en kapitaalvernietiging wordt gehanteerd, zal de waardering van de beeldkwaliteit afnemen. Per “beheeraspect” is bekeken wat de gevolgen zijn van uitstel van vervangingsinvesteringen en waar de grens ligt van het nog verder uitstellen. Voor riolering is de basiskwaliteit een ondergrens. Immers, volksgezondheid en milieuzorg vragen een hoogwaardige rioleringszorg. Voor oevers is de basiskwaliteit een bovengrens. Zelfs als de beschoeiing helemaal is vergaan is er veelal nog geen sprake van een onveilige situatie of verlies van functionaliteit van de vijver of watergang. Ook kapitaalvernietiging is niet aan de orde: het vernieuwen van de beschoeiing kost evenveel als de beschoeiing bijna versleten is of helemaal is vergaan. Uiteraard heeft niet tijdig vervangen wel gevolgen voor de beeldkwaliteit: de oever zal er anders uit gaan zien dan het oorspronkelijke ontwerp.
96
Begroting 2014-2017
Beheeraspect
Beoordelingskader
Kwaliteit o.b.v. schouwresultaten Huidige kwaliteit
Prognose bij levensduurverlengend onderhoud 2014
2015
2016
2017
Bomen
VTA
6,9
6,4
6,2
6,2
6,2
Overig groen
Inspectie
6,7
6,2
6,3
6,3
6,2
Oevers
Leeftijd + inspectie
5,5
4,9
4,8
4,7
6,2
Speelvoorzieningen
Attractiebesluit
7,3
7,0
7,0
7,0
7,0
Wegen
CROW
6.7
6,6
6,5
6.4
6.3
Riolering
NEN
7.5
7.5
7.5
7.4
7.3
Water/bagger
Slibdikte
6.0
6.0
6.0
6.5
7.5
Kunstwerken
Leeftijd + inspectie
7,2
7,5
7,5
7,3
7,2
Verlichting
ROVL-2011
6.6
6.6
6.6
6.6
6.5
Toelichting per “beheeraspect” Bomen
Bomen worden volgens de Kwaliteitseisen Beheerrichtlijnen Bomen (KBB 2007) beheerd. Als bomen toch vervangen moeten worden, kijken we allereerst naar de groeikansen. Liever minder bomen met voldoende groeikansen, dan veel bomen met minder groeikansen en een korte levensduur.
Overig groen
Voor het overige groen werken we met de CROW kwaliteitscatalogus. In de beleidsvisie Groen Blauwe Structuur is de gewenste ontwikkeling van het stedelijk groen vastgelegd. Voor grotere groengebieden zijn groenbeheerplannen opgesteld, met de uitvoering over een langere periode. Beheerplannen zijn bij uitstek een instrument om zicht te krijgen op noodzakelijke en gewenste vervangingsinvesteringen en kapitaalvernietiging te voorkomen. Uitvoering van groenbeheer biedt kansen voor verdere uitbouw van bewonersinzet (“de kracht van de stad”).
Oevers
In het ontwerp voor watergangen en vijvers is gekozen voor aanleg van harde beschoeiingen of natuurlijke oevers. De komende periode zijn nogal wat oeverbeschoeiingen in Amersfoort Noord aan vervanging toe. Hiervoor is onvoldoende budget beschikbaar. Zolang er geen problemen zijn met paden langs de oever en de functionaliteit voor het afvoeren van het water niet in gevaar komt, is er functioneel geen probleem en kunnen we de vervangingsinvesteringen uitstellen.
Speelvoorzieningen
De Amersfoortse Beleidsregel Spelen geeft het streefbeeld voor speelplekken in de stad. Bij aanleg en herstructurering van een wijk, is de beleidsregel de norm voor de ruimte die beschikbaar moet zijn als speelruimte voor kinderen. De eisen waaraan speeltoestellen moeten voldoen zijn vastgelegd in het Attractiebesluit. Vooral door uitvoering van de Operatie Amersfoort Jong 2006-2010 is het mogelijk geweest fors te investeren in speel- en sportvoorzieningen. Daarnaast is vanuit de buurtbudgetten geïnvesteerd. In beide gevallen betreft het incidentele middelen. Als de voorzieningen versleten zijn, is er geen geld voor vervanging. Door de toename van het aantal speel- en sportvoorzieningen is het structureel beschikbare beheerbudget nodig voor beheer- en onderhoud volgens de normen van het Attractiebesluit. Als de kwaliteit niet meer voldoet aan het Attractiebesluit moeten speelvoorzieningen worden weggehaald of vernieuwd. Daarbij wordt voorrang gegeven aan het in stand houden van voorzieningen voor jongeren boven de 12 jaar. Zie ook het Werkdocument aanpak speelvoorzieningen
97
Voorzijde
Wegen
Na gemiddeld 15 jaar zijn de toplagen van asfaltwegen versleten. Die periode is afhankelijk van het soort asfalt en de verkeersbelasting. Stil asfalt moet al na ongeveer 7 jaar vervangen worden, gewoon asfalt kan bij levensduurverlengend onderhoud ook 20 tot 25 jaar meegaan. Naarmate het asfalt ouder wordt, ontstaan er meer en sneller scheuren en gaten in de toplaag. Vooral de kans op vorstschade neemt dan toe. Door scheuren en gaten onmiddellijk te repareren, kan het vervangen van de toplaag worden uitgesteld en schade aan de onderconstructie voorkomen. Dit soort (nood)reparaties maakt de weg minder vlak, minder comfortabel om op te rijden en de kans op nieuwe schade neemt toe, maar de veiligheid komt niet in het geding. Voor de kwaliteitsaanduiding van de wegen in Amersfoort is de hoofdinfrastructuur maatgevend voor het totaal. In stand houden van de hoofdinfrastructuur heeft prioriteit.
Riolering
De Wet Milieubeheer verplicht de gemeente tot vaststellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan. Meest recent is het Gemeentelijk rioleringsplan 2012 – 2021. Rioleringsplannen gaan niet alleen meer over de werking van het riool, maar ook over maatregelen voor regenwater en grondwater. Naast genoemde wet moet het rioolstelsel voldoen aan NEN-normen en Europese normen. Voor uitvoering van het rioleringsplan betekent inzet op levensduurverlengend onderhoud dat rioolvervanging minder vaak zal voorkomen. In eerste instantie wordt waar mogelijk van binnenuit een kunststofbekleding aangebracht, waardoor bestaande buizen weer tientallen jaren meekunnen, het zogenoemde “relinen. Veiligheid en de functionaliteit zijn niet in het geding. Het niet of later vervangen van riolering kan in de praktijk betekenen dat maatregelen voor het beperken van wateroverlast en gemeentelijke milieudoelstellingen voor scheiding van regen- en afvalwater niet of later worden uitgevoerd. Door het relinen van riolen ontstaat financiële druk op het onderhoud van wegen, want (herinrichtings-) werkzaamheden aan riolen, groen,wegen en verlichting worden niet meer integraal aangepakt . In verband daarmee wordt er met ingang van 2016 jaarlijks een bedrag van € 400.000 extra toegevoegd aan het wegenfonds.
Water/bagger
Voor watergangen met een belangrijke waterafvoerende functie is het op diepte houden van de bodem essentieel. De belangrijkste functie van de overige gemeentelijke watergangen is het tijdelijk bergen van water. Daarvoor is de diepte van de watergang niet echt van belang. De waterdiepte en de sliblaag zijn wel belangrijk voor de ecologische kwaliteit van het water. De doelstellingen voor waterbeheer en baggeren zijn vastgelegd in respectievelijk het Waterplan Amersfoort 2005 - 2015 en het Baggerplan Amersfoort. Voor watergangen geldt als basiskwaliteit maximaal 20 cm slib met een minimale waterdiepte van 1 meter. De slibaanwas in watergangen is niet beïnvloedbaar. De sliblaag wordt ieder jaar zo’n 1,5 cm dikker. Door een dikkere sliblaag te accepteren, kan het baggeren worden uitgesteld.
Kunstwerken
Civiele kunstwerken als bruggen, viaducten en kademuren moeten voldoen aan algemeen geldende, wettelijke eisen rond veiligheid en aansprakelijkheid, zowel constructief, als in gebruik. Bij toepassing van levensduurverlengend onderhoud wordt eerst onderzocht of kan worden volstaan met het vervangen van belangrijke onderdelen. Bij vervanging van houten bruggen wordt in principe gekozen voor duurzamer materialen als staal en beton. De investeringskosten zijn dan wel hoger, maar de levensduur is veel langer en de beheerkosten zijn lager. Soms kan ook gekozen worden voor vervanging door een eenvoudiger voorziening, zoals een brug door een dam met een duiker.
Verlichting
Het beleidskader voor verlichting is vastgelegd in de nota Verlicht Amersfoort 2007 - 2012 De kwaliteit van de verlichting moet zowel de verkeers- als de veiligheid van de verblijfsfunctie van de openbare ruimte ondersteunen. De ontwikkelingen om verlichting energie-efficiënter te maken gaan snel, zoals LED-verlichting
98
Begroting 2014-2017
en vraaggestuurde verlichtingsniveaus. Toepassen van moderne verlichtingstechniek levert een lager energieverbruik en lagere onderhoudskosten op. Om die nieuwe technieken toe te passen zijn echter hoge investeringen nodig. Om hierin goede afwegingen te kunnen maken wordt het verlichtingsplan geactualiseerd .
Voorziening Openbare Ruimte
Via de Voorziening Openbare Ruimte worden bedragen planmatig gereserveerd en besteed voor kapitaalgoederen in de openbare ruimte zoals wegen, riolering, groen, water en verlichting. Het betreft groot onderhoud, instandhouding en/of vervangingen. De voorziening kan schommelingen in bestedingen en de stortingen over de jaren opvangen. De voorziening heeft ieder jaar tenminste een neutrale stand.
Overzicht Voorziening Openbare ruimte (bedragen x € 1.000,-)
2014
2015
2016
2017
4.160
4.160
4.160
4.160
742
742
742
742
2.929
2.929
3.329
3.329
• Water (bagger)
673
611
611
611
• Verlichting
362
587
605
617
8.865
9.029
9.447
9.459
6.178
5.961
4.724
4.173
835
798
671
660
3.175
1.996
3.093
2.759
• Water (bagger)
531
588
608
910
• Verlichting
914
797
774
600
Totaal Onttrekking
11.633
10.140
9.870
9.102
Stand per 1 januari
14.698
11.930
10.819
10.396
Stand per 31 december
11.930
10.819
10.396
10.753
Voeding • Riolering • Groen • Wegen
Totaal Voeding Onttrekking • Riolering • Groen • Wegen
Gebouwen
Via de Raadsinformatiebrief 2011-35 heeft het College van B&W de Raad geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van (strategisch beheer van) gemeentelijk vastgoed.
Onderhoud gebouwen met een maatschappelijke functie
De gemeente heeft de regie over het beheer van een groot aantal panden met een maatschappelijke functie. Daarbij moet gedacht worden aan o.a. sporthallen, sportparken, zwembaden en panden van SRO Amersfoort NV. Hiervoor zijn huurovereenkomsten opgesteld waarin ook zaken als staat van onderhoud en exploitatierisico zijn opgenomen.
99
Voorzijde
Daarnaast heeft de gemeente het economisch claimrecht op de onderwijsgebouwen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs. De gemeente is vanuit de onderwijswetgeving verantwoordelijk voor het onderhoud aan de buitenkant van de gebouwen. Het intern onderhoud is de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Om het noodzakelijk onderhoud in beeld te brengen wordt periodiek van alle schoolgebouwen een onderhoudsrapport opgesteld. Jaarlijks wordt in het Onderwijshuisvestingsplan aangegeven welke onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Hiervoor wordt jaarlijks een bedrag in het onderhoudsfonds gestort.
Monumentaal of beeldbepalend vastgoed Beleidskader
De uit 2005 daterende nota “Permanent beheer van private gemeente eigendommen op orde” ligt ten grondslag aan het uit te voeren beleid. De gemeente heeft circa 24 monumentale objecten in eigendom, o.a. de OLV-toren en Monnikendam. Het betreft met name objecten die een cultuurhistorische en/of maatschappelijke functie binnen de gemeente hebben. Het eigendom is onlosmakelijk aan de gemeente Amersfoort verbonden, waardoor de gemeente verplicht is om deze goed te beheren en zo goed mogelijk in stand te houden. De exploitatie van deze groep panden kan door hun kenmerkende karakter niet kostendekkend gebeuren. Dit komt vooral door het specialistische onderhoud en het niet- of slechts gedeeltelijk kunnen verhuren van deze objecten. Om het tekort op de exploitatie in deze groep te verkleinen is een structurele bijdrage in de begroting gereserveerd. Het restant van het exploitatietekort dient gedekt te worden uit de verkoop van niet te behouden onroerend goed.
Onderhoud gebouwen en installaties Stadhuiscomplex
Door middel van een voorziening worden de kosten van groot onderhoud van het stadhuiscomplex over de jaren heen geëgaliseerd. Uitgangspunten van het beheer van de gebouwen en installaties zijn soberheid en doelmatigheid. Hiervoor is een meerjaren onderhoudsplan opgesteld. Dit plan is bedoeld om prognoses te maken voor het groot onderhoud op korte, middellange en lange termijn (tot 15 jaar). Zo kunnen we de functionaliteit van het gebouw en zijn voorzieningen waarborgen en is de besteding van beschikbare middelen beter te beheersen. Op deze manier voldoen we ook aan de door het ABP in de huurovereenkomst opgenomen voorwaarde dat voor de kantoorgebouwen meerjaren onderhoudsplannen worden opgesteld en uitgevoerd. In 2011 en 2012 zijn plannen ontwikkeld over de huisvesting van de ambtelijke organisatie. Op verzoek van de raad zijn een aantal scenario’s uitgewerkt die varieerden van renovatie van de gebouwen Stadhuisplein 1 en 3 en Molenstraat 2 tot huisvesting in een nieuw gebouw. Onderdeel van de plannen vormde de overgang naar een innovatief (flexibel) huisvestingsconcept en het uitvoeren van maatregelen die leiden tot meer duurzaamheid en CO2-neutraliteit. In het coalitieakkoord 2013-2014 is over het stadhuis bepaald dat de komende periode alleen de hoogstnoodzakelijke onderhoudsmaatregelen en aanpassingen uitgevoerd worden. Daarnaast is opgenomen dat er door concentratie van ambtelijke diensten aan het Stadhuisplein en afstoten van decentrale panden kosten kunnen worden bespaard. In het collegeprogramma 2013-2014 is aangegeven dat wij mogelijkheden zien om met ingang van 2015 Arbeidsintegratie in het stadhuis te huisvesten. Dit levert een meeropbrengst op van € 150.000 structureel. De incidentele opgave die dan voor 2014 resteert willen we overbruggen door verlaging van de gemeentebrede huisvestingsbudgetten. Wij werken op dit moment op basis van het coalitieakkoord een plan uit voor het hoogstnoodzakelijke onderhoud aan het stadshuis op de korte termijn. Het gaat om de periode 2013-2017. In deze periode vindt geen grootschalige renovatie plaats. Wij zullen alleen de hoogstnoodzakelijke onderhoudsmaatregelen en aanpassingen uitvoeren. In onze planvorming houden wij in het bijzonder rekening met de mogelijkheden om de duurzaamheid van het pand te verbeteren. Ons uitgangspunt hierbij is dat de wij voor duurzame alternatieven zullen kiezen voor zover deze zich in periode 2013-2017 terug verdienen.
100
Begroting 2014-2017
Wij verwachten in september 2013 de plannen af te ronden en zullen uw Raad informeren over de resultaten door middel van een presentatie in De Ronde. In de nieuwe raadsperiode 2014 -2018 zullen wij uw Raad een principebesluit vragen over de huisvesting op lange termijn. Wij doen uw raad hiertoe een voorstel op een dusdanig tijdstip dat realisatie van een nieuw gebouw of ander gebouw c.q. de renovatie van het bestaande gebouw in 2017 kan worden gestart.
Waardering en afschrijving van activa Investeringen
Bij gemeenten worden twee soorten investeringen onderscheiden namelijk investeringen met een meerjarig economisch nut en investeringen met een maatschappelijk, maar geen economisch nut. Investeringen met een economisch nut moeten worden geactiveerd en afgeschreven. In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) worden deze investeringen gedefinieerd als die investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of die verhandelbaar zijn. Het gaat hierbij nadrukkelijk om de mogelijkheid middelen te verwerven. Het hoeft dus niet. Een vergelijkbare redenering geldt voor de verhandelbaarheid. Het gaat om de mogelijkheid de activa te verkopen, niet om de vraag of de gemeente het actief ook daadwerkelijk wil verkopen. Op investeringen met een economisch nut mogen geen reserves in mindering worden gebracht. Daarnaast mag er op deze investeringen niet resultaatafhankelijk extra worden afgeschreven. Wel is het volgens het BBV mogelijk om bijdragen van derden die in directe relatie staan met een actief op de waardering van het actief in mindering te brengen. Dit kan betekenen dat het te activeren bedrag daarmee per saldo op nul uitkomt en niet wordt geactiveerd en afgeschreven. Wat investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut betreft, maar geen economisch nut, geldt dat deze geactiveerd mogen worden mits gedaan in de openbare ruimte. Wel is het wenselijk dat, indien dergelijke investeringen worden geactiveerd, de afschrijving binnen een redelijke termijn plaatsvindt. Dat is de reden dat op deze investeringen reserves in mindering mogen worden gebracht en dat er ook resultaat afhankelijk op mag worden afgeschreven. Nieuwe investeringen in de openbare ruimte worden niet geactiveerd maar ineens gedekt via de grondexploitaties. Ook de vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte worden niet geactiveerd maar ineens gedekt uit de “voorziening openbare ruimte”. Alleen investeringen in verkeersregelinstallaties, kademuren en bruggen en op beperkte schaal in wegen worden nog geactiveerd. De kapitaallasten (afschrijving en rente) van te activeren investeringen, worden in het eerste jaar voor de helft begroot. De veronderstelling die hieraan ten grondslag ligt is dat gemiddeld genomen een investering halverwege het jaar zal plaatsvinden. In de volgende jaren worden de jaarlijkse kapitaallasten volledig in aanmerking genomen totdat de investering geheel is afgeschreven.
101
Voorzijde
Overzicht meest gangbare afschrijvingstermijnen Categorieën Immateriële vaste activa
Afschrijvingstermijn maximaal 5 jaar
Materiële vaste activa Automatisering: Netwerkbekabeling ‘Thin clients’ en overige systemen Servers, software en licenties Printers
10 jaar 6 jaar 3 à 5 jaar 4 jaar
Inventaris: Meubilair Overige voorzieningen
10 jaar 5 à 15 jaar
Vervoermiddelen: Voertuigen brandweer Dienstauto’s
7 à 15 jaar 5 jaar
Gebouwen: Scholen Sporthallen/gymzalen Theatervoorzieningen en overige gebouwen
40 à 60 jaar 40 jaar 25 à 50 jaar
Kleed- en wasaccommodaties
25 jaar
Noodlokalen
15 jaar
Diverse installaties
10 à 25 jaar
Dakbedekking
20 jaar
Luchtbehandelinginstallaties
15 jaar
Gevelwasinstallaties
10 jaar
102
Begroting 2014-2017
Categorieën
Afschrijvingstermijn
Terreinen: Sportterreinen
40 jaar
Speelterreinen
25 jaar
Zwembaden en bijbehorende installaties
15 à 40 jaar
Infrastructuur: Reconstructie wegen
40 jaar
Kademuren/bruggen
40 jaar
Verkeersregelinstallaties
10 jaar
103
Voorzijde
Bedrijfsvoering Personeel en organisatie Inleiding
De gemeente Amersfoort is een organisatie die in staat is om burgers en bedrijven zo goed mogelijk te blijven bedienen in de context van een toegankelijke, samenwerkende en terugtrekkende betaalbare overheid. Een organisatie die in staat is om het college deskundig, snel en integraal adviseren; met een hoge mate van bestuurlijke- en politieke sensitiviteit. Amersfoort is een goede werkgever; een organisatie waar talentvolle mensen met veel plezier en betrokkenheid een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan het beter maken van de stad. Voor de organisatie ontwikkeling verwijzen we hier naar de paragraaf over Amersfoort 2.0. Dit traject neemt in ons P&O beleid voor de komende periode een centrale plaats in. Daarnaast zijn de volgende strategische P&O thema’s van belang.
Brede inzetbaarheid en mobiliteit
In de komende periode zien we aanhoudende bezuinigingen op de gemeentebegroting, toenemende werkloosheid en versobering van WW-rechten. Het zal nodig blijven om medewerkers van werk naar werk te begeleiden. Daarom blijft het van groot belang dat medewerkers en werkgever stevig investeren in loopbaanbeleid, brede inzetbaarheid en (vrijwillige) mobiliteit. We willen de flexibele inzet van de eigen medewerkers vergroten. De focus moet verschuiven van functiegericht werken (uitgangspunt is de functiebeschrijving en de eigen afdeling) naar opdrachtgericht werken (uitgangspunt is de integrale opdracht/project). Om loopbaankansen voor medewerkers te vergroten, blijven we ook investeren in het regionaal P&O samenwerkingsverband ‘Hart van Nederland’ (samen met diverse overheidsorganisaties in de regio Utrecht).
Investeren in goed werkgeverschap
We hebben geconstateerd dat het personeelsbestand van de gemeente vergrijst en ontgroent. Innovatie is juist gebaat bij diversiteit en vers bloed. Daar waar instroom mogelijk is, zullen we gericht plekken moeten vrijmaken voor jonge nieuwe medewerkers. Op dit moment is het niet al te lastig om talentvolle nieuwe medewerkers te werven (uitzonderingen daargelaten). Maar als de arbeidsmarkt weer aantrekt zal het lastiger worden om talent aan te trekken en te behouden. Daarom is het verstandig om nu te investeren in goed werkgeverschap. Daarbij horen in ieder geval de volgende verbeterpunten: • Stimuleren van instroom van jonge nieuwe medewerkers. • Binden van talentvolle medewerkers door het bieden van voldoende ontwikkel- en doorgroeimogelijkheden. • Duurzame inzetbaarheid: oudere medewerkers in staat stellen om betrokken, gezond en vitaal langer door te werken. • De balans tussen werk/privé mogelijk maken door ruimte te geven aan flexibiliteitswensen en het vergroten van de mogelijkheden voor tijd- en plaatsonafhankelijk werken.
Vernieuwing flexibele arbeidsrelaties
In deze tijd van bezuinigingen wordt de inzet van flexibel (extern ingehuurd) personeel tot een minimum beperkt. We zien echter in toenemende mate dat mensen niet meer voor één organisatie willen werken maar voor meerdere opdrachtgevers. Ze kiezen er bewust voor om als ZZP-er te werken. Binnen de overheid ontstaat de Zelfstandige Publieke Professional (ZPP) die in dienst is van één overheidsorganisatie, maar die tegen een publiek tarief ook voor andere overheidsorganisatie werkt. Ons personeelsbeleid is nog voornamelijk gericht op de medewerker in vaste ambtelijke dienst. Het is maar de vraag of we dit kunnen volhouden, gezien de bovengenoemde ontwikkelingen. Moeten we meer ruimte geven aan flexibele arbeidsrelaties om professionals aan ons te binden? Hoe kunnen we de omvang en kosten van de flexibele schil goed blijven verantwoorden?
104
Begroting 2014-2017
Het resultaat van dit thema is dat we een kader voor flexibele arbeidsrelaties ontwikkelen. Dit moet een toetsingskader zijn voor leidinggevenden ten aanzien van de flexibele inzet van personeel; daarbinnen kunnen we experimenteren met vernieuwende arbeidsrelaties. Bijdrage leveren aan ‘Vangnet met meerwaarde’ De gemeente is een grote werkgever in de stad. Het is logisch dat we ook vanuit onze rol als werkgever een bijdrage leveren aan het ‘Vangnet met meerwaarde’, door werk te bieden aan mensen in een uitkeringssituatie. Als de werkgever gemeente Amersfoort een serieuze bijdrage wil leveren hieraan, dan is een voorrangspositie voor uitkeringsgerechtigden WWB/WSW, zoals die nu afgesproken is, onvoldoende. We zullen dan meer (beschut) werk moeten verbijzonderen in onze werkorganisatie en afspraken moeten maken over o.a. tijdelijkheid, ondervangen van werkgeversrisico’s, looncompensatie en interne begeleiding van kandidaten.
Kengetallen Realisatie Omschrijving
Streefwaarden
Bron
( jaar)
2014
2015
2016
2017
Intern
4,8%
4%
4%
4%
4%
Effectindicatoren Ziekteverzuimpercentage
Organisatie-ontwikkeling (Samen-foort)
Veranderingen in de samenleving, maar zeker ook bezuinigingen en structurele beheersing van de uitgaven maken een nieuw perspectief noodzakelijk op het functioneren van de overheid in relatie tot de omgeving. Daarvoor zijn ook veranderingen in cultuur en aansturing van de gemeentelijke organisatie nodig en een beter onderling samenspel. Alleen dan kunnen maatschappelijke opgaven worden waargemaakt. Daar komt een gaandeweg oplopende bezuinigingsopgave bovenop. Wij geven reeds aan dat wij – in het verlengde van ook het advies ‘Loslaten in Vertrouwen’ van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) – de gemeentelijke werkwijze en de rolverdeling tussen samenleving en overheid tegen het licht willen houden. Zo wordt benadrukt dat ambtenaren, veel sterker dan voorheen, procesgerichte en communicatieve competenties moeten inzetten. Het organisatie ontwikkeltraject is begin 2013 van start gegaan onder de naam ‘Samen-foort, Werken aan waarde’. De missie van Samen-foort is dat mensen en organisatie open staan naar elkaar, het bestuur en de samenleving. Dat betekent dat wij anderen actief bevragen vanuit gelijkwaardigheid als mens en met respect voor de kennis, ervaring en inbreng van anderen, die wij per definitie als mogelijk waardevol beschouwen. Wij communiceren vanuit die gelijkwaardigheid (luisteren, waarderen en aanspreken). Mensen in onze organisatie die al zo handelen worden ondersteund, gewaardeerd en geholpen. De organisatieontwikkeling krijgt gestalte in het concrete werk van alle medewerkers van de gemeente en op dit niveau is het ontwikkelingsproces pragmatisch opgepakt, verbonden aan opgaven die we nu hebben. Ook veranderingen in de wijze waarop het werk en de sturing is georganiseerd, zoals wijkgerichte sturing, programmasturing en “van buiten naar binnen” sturing, worden hierin opgepakt, vanuit de ambities in het coalitie akkoord. Cultuur en aansturing staan voorop, de nodige aanpassingen van de organisatiestructuur zijn daarvan een afgeleide. Eind 2013 is de opbrengt van het organisatie ontwikkeltraject op het gebied van cultuur, aansturing, structuur, leiderschap en de bezuinigingen duidelijk. Op dat moment stellen we een ontwikkelplan vast voor de jaren 2014-2015 (inclusief de bezuinigingseffecten op de organisatie). Hiermee komt een einde aan de eerste fase van de organisatieontwikkeling. En stappen we in op een permanente wijze van ontwikkelen. De ontwikkeling wordt zodanig stap voor stap ingezet, dat het college goed wordt ondersteund in het besturen van de stad.
105
Voorzijde
Planning en Control
Het aanleveren van kwalitatief hoogwaardige informatie zodat de gemeenteraad in staat is haar kaderstellende en controlerende taak uit te oefenen. De gemeentebegroting en jaarverslag omvatten een compact boekwerk met daarin de financiële situatie op hoofdlijnen en de beeldbepalende activiteiten voor het komende jaren. Daarnaast is er een digitaal deel met daarin de achtergronden en specificaties. Naast de begroting en jaarrekening, maken we jaarlijks een tussenrapportage: de Zomernota. Daarin geven we een prognose voor het te verwachten resultaat van het lopende jaar.
Juridische kwaliteitszorg
Systematische borging en verbetering van de juridische kwaliteit van het gemeentelijk handelen. De juristen die verantwoordelijk zijn voor de juridische kwaliteitszorg in de organisatie komen maandelijks bijeen om het beleid en de projecten op het gebied van juridische kwaliteitszorg op elkaar af te stemmen. Dit overleg heet het juridische kwaliteitszorgoverleg (JKO). De leden van het JKO zijn betrokken bij de voorbereiding van bestuurlijke stukken van de sectoren. Het JKO beheert en actualiseert de toolkit bestuurlijke stukken. Deze toolkit bevat alle formats en juridische checklist die kunnen worden gebruikt bij het opstellen van bestuurlijke documenten. In 2014 rond het JKO de implementatie van de Wet Markt en Overheid af en wordt onderzocht hoe het systeem van mandaat- en volmachtverlening vereenvoudigd kan worden.
Kengetallen Realisatie Omschrijving
Bron
Streefwaarden
( jaar)
2014
2015
2016
2017
Gemeente Amersfoort
89% (2012)
85%
85%
85%
85%
Oordeel accountant Accountant rechtmatigheid jaarrekening
Positief
Positief
Positief
Positief
Positief
Prestatie-indicatoren Percentage houdbare beslissingen in beroep
Inkoop
Amersfoort koopt doelmatig, rechtmatig en duurzaam in. Amersfoort koopt structureel duurzaam in op milieu en op sociaal gebied. In 2012 is het Social Return beleid vastgesteld. De inkoopkennis wordt op peil worden gehouden door middel van opleidingen, presentaties en overleggen zodat een ieder weet waar hij aan moet voldoen bij het voorbereiden van een aanbesteding. De gemeente ondersteunt de organisatie bij het behalen van goede inkoopresultaten en zorgt dat aanbestedingen resulteren in goede prijs-kwaliteitverhoudingen waarbij rekening wordt gehouden met de kansen voor het MKB. In 2013 zal het inkoopbeleid ververst worden en geactualiseerd aan de Aanbestedingswet. Hierdoor zullen meer aanbestedingen meervoudig onderhands worden uitgevraagd in plaats van openbaar.
106
Begroting 2014-2017
Kengetallen Realisatie Omschrijving
Bron
( jaar)
Streefwaarden 2014
2015
2016
2017
Effectindicatoren Score audit inkoopvolwassenheid
Audit extern bureau
Beoordeling rechtmatigheid Accountant inkoopproces
24 (2009*) Goed
35 Goed
Goed
Goed
Goed
* Resultaat van audit 2013 nog niet bekend.
107
Voorzijde
Communicatie Inleiding
De gemeente voert vanaf 2013 het geactualiseerde communicatiebeleid uit. De (wijk)wethouders zijn aanspreekbaar en de bestuurstijl slagvaardig. Amersfoort voert acties uit op de visie op online media, waaronder internet portal, webcare, digitale participatie, open data, meer digitale dienstverlening en gepersonaliseerde informatie. Er worden citymarktingactiviteiten uitgevoerd samen met partners uit de stad op het gebied van wonen, bedrijvenacquisitie, (zakelijk) toerisme en vrijetijdsmarketing.
Kengetallen
In de begrotingsprogramma’s zijn doelen opgenomen waarin communicatie een (hoofd)rol speelt en als beleidsinstrument wordt ingezet. Voor een aantal doelen zijn ook resultaatcijfers meetbaar en beschikbaar. De belangrijkste zijn: • % inwoners dat vindt voldoende te zijn betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van gemeentelijke plannen; • % inwoners dat vertrouwen heeft in het college van B&W; • Tevredenheidscijfer van contacten via de balie, telefoon, digitaal en schriftelijk; • % inwoners dat vindt dat de gemeente te weinig aandacht heeft voor problemen in de buurt; • % inwoners dat zich verantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid in de buurt; • Het aantal toeristische bezoeken aan Amersfoort. In de beoordeling van de gemeentelijke communicatiekwaliteit zullen deze cijfers betrokken worden. Daarnaast is nog één andere effectindicator beschikbaar die niet al elders wordt genoemd: Omschrijving
Bron
Streefwaarde
Realisatie 2011
Realisatie 2013
70%
68%1
66%2
Effectindicator (dit onderwerp wordt tweejaarlijks gemeten) % inwoners dat vindt dat de gemeente over het algemeen duidelijke informatie geeft.
Stadspeiling
1 In het vorige rapport was nog een percentage voor 2011 genoemd van 70%. Dit kwam doordat toen is gewerkt met een weging, die voor de Burgerpeiling destijds was voorgeschreven. Dit is nu losgelaten. O&S heeft voor 2013 gekozen voor een meer nauwkeurige weging. Het % voor 2011 komt daardoor iets lager uit. 2 Dit is exclusief ‘weet niet / geen mening’. De rest van de inwoners die hier wel een mening over heeft is hier neutraal over (24%) of vindt de informatie over het algemeen niet duidelijk (10%).
108
Begroting 2014-2017
Risicomanagement en weerstandsvermogen Risicomanagement Ambities (wat willen we bereiken)
Op basis van het Beleid voor Risicomanagement wil de gemeente inzicht krijgen in de risico’s die zij loopt en daarmee eventuele risico’s afdekken. Er moet worden gezorgd dat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van het bestaande beleid. Amersfoort wil het risicobewustzijn (van medewerkers) in de organisatie verder stimuleren en maatregelen treffen ter voorkoming of beperking van risico’s. Daarnaast beoordeelt de gemeente het weerstandsvermogen.
Onze Inzet (wat gaan we daarvoor doen)
Ter voorbereiding op de jaarafsluiting voeren we een uitgebreide risico-inventarisatie uit. Hiertoe voeren we gesprekken met afdelingshoofden. Daarnaast maken we voor de zomerrapportage en voor de begroting een update van deze inventarisatie. Naast een gemeentebrede inventarisatie wordt er ook jaarlijks een specifiek thema onder de loep genomen. Risico’s met financiële effecten worden meegenomen bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Bewustwording van risico’s is een belangrijke stap in het beheersen van risico’s. Daarom is het van belang regelmatig stil te staan bij de risico’s die het bereiken van de doelstellingen in de weg staan en het gesprek hierover te organiseren. Met name de cultuur rondom het beheersen en sturen op risico’s krijgt de komende tijd extra aandacht.
Kengetallen Omschrijving
Bron
Streefwaarde 2014
Realisatie 2012
Effectindicatoren Weerstandsvermogen (=beschikbare weerstandscapaciteit Gemeentebrede risico-analyse gedeeld door benodigde weerstandscapaciteit)
1,0*
0,7
* Deze streefwaarde van 1,0 geldt in zijn algemeenheid. Gezien de aanhoudende economische crisis is dit echter niet meer realistisch om een waarde van 1,0 na te streven.
109
Voorzijde
Benodigde weerstandscapaciteit De top 10 aan risico’s is als volgt
1
Risico
Acties en toelichting
Deelneming OBV Vathorst Van de 10.000 woningen moeten er nog 3.000 ontwikkeld en gebouwd worden. Vanwege de situatie op de woningmarkt stagneert die ontwikkeling zodanig dat rekening moet worden gehouden met grote verliezen in de grondexploitatie. Dit laatste risico hangt voornamelijk samen met risico’s rondom het afzettempo (faseringsen rentekosten) en het opbrengstenniveau (voornamelijk in het duurdere woningsegment). Daarnaast lopen wij risico’s vanuit onze deelname in de publiekprivate samenwerking (bijstortingsplicht, hoofdelijke aansprakelijkheid financieringsovereenkomst OBV/BNG)
Acties: Wij verrichten samen met de aandeelhouders nu een verkenning naar de afronding in Vathorst, waarbij financiële risicobeheersing centraal staat. Zie ook de RIBs 2012-101 en 2012-114. Lopende deze verkenning is de herziening van de grondexploitaties van Vathorst (2012 en 2013 aangehouden). In het voorjaar van 2013 zijn de eerste resultaten besproken in de Raad.
bijdrage aan weerstandscapaciteit 32%
In het najaar van 2013 vindt er bestuurlijk overleg plaats over de financiële risico’s en de wijze van afdekking daarvan. Naar verwachting zal het dan dalen. Toelichting: Zie ook projectenrapportage grote fysieke projecten 2013-2 Risico is gelijk gebleven
2
Deelneming Podium Risico’s: 1. Positie van partijen binnen de vof, ING heeft te kennen gegeven afscheid te nemen. Dit geeft onzekerheid en kans op een juridische procedure. 2. Verlaagde of vertraagde grondopbrengst door marktomstandigheden en/of overaanbod van kantoren in de regio. 3. VOF Podium voldoet niet aan contractuele verplichtingen. Via grondexploitatiebedrijf Amersfoort BV wordt deelgenomen in deze VOF.
Acties: 1. Risico heeft zich voorgedaan – juridische procedure loopt. 2. Binnen de VOF meer aandacht voor marketing en acquisitie en meer flexibiliteit 3. Gemeente loopt als aandeelhouder van het OBV risico indien de grond door de VOF Podium niet wordt afgenomen. OBV heeft daarom een juridische procedure aangespannen om te komen tot afname van de gronden door VOF Podium. Toelichting: Zie ook projectenrapportage grote fysieke projecten 2013-2 Risico is gelijk gebleven
110
10%
Begroting 2014-2017
3
4
Risico
Acties en toelichting
Strategisch vastgoed Bij initiële projecten worden strategische objecten verworven. Een risico is dat de hiermee gemoeide kosten niet volledig worden terugverdiend via de grondexploitatie dan wel de verkoop van het vastgoed. Risico’s: 1. De waarde van het vastgoed daalt omdat de vastgoedmarkt niet aantrekt of verder inzakt. 2. De verkoop van vastgoed duurt langer, als gevolg van de markt en omdat de processen voor herontwikkeling van diverse locaties de nodige tijd vergen. 3. Door langere verkooptijden nemen de rente en beheerslasten toe.
Acties: 1. Het risico ligt buiten de invloedssfeer van de gemeente. 2. Er wordt ingezet op maatwerk met ruimte voor ideeën uit de markt. 3. Gezocht wordt naar mogelijk andere vormen van tijdelijk beheer om de kosten meer te kunnen dekken.
Dreigend tekort op lopende grondexploitatie: Vathorst bedrijventerrein.
Toelichting: Betreft 1 van de 5 lopende grondexploitaties.
bijdrage aan weerstandscapaciteit 7%
Toelichting: De kans is toegenomen omdat uit ervaring blijkt dat verkoop van vastgoed moeizaam gaat en het zeer de vraag is of de vraagprijzen gehaald gaan worden. Zie ook projectrapportage grote fysieke projecten 2013-2. 6%
Zie projectenrapportage grote fysieke projecten 2013-2 5
Wmo: In zijn algemeenheid is er sprake van een open-einde-regeling en een autonome groei van de uitgaven ten behoeve van de Wmo. Onzeker is of de binnen de begroting aanwezige middelen voldoende zijn om de vraag naar individuele verstrekkingen op te kunnen vangen. Ook is onzeker of de autonome groei door het Rijk gecompenseerd wordt. De in de reserve Wmo beschikbare middelen zijn niet voldoende voor het (structureel) opvangen van eventuele overschrijdingen.
Acties: Wij bereiden nieuwe beleidsmaatregelen voor. Deze zullen echter het voorzieningenniveau verder aantasten. Het open-einde-karakter blijft naar verwachting bestaan. Gedetailleerdere informatie is te vinden in de RIB’s 2012-05, 2012-133 en 134, 2012156.
4%
Toelichting: Meer duidelijkheid over de plannen van het Rijk heeft geleid tot een verlaging van de kans van optreden van het risico.
Bijzonder risicovol zijn de volgende aspecten: a. Om de bezuinigingen op de individuele verstrekkingen op te vangen hanteren wij een draagkrachtprincipe op basis van individuele toetsing; de juridische houdbaarheid hiervan is nog onduidelijk; b. Vanaf 2015 wordt de hulp bij het huishouden naar alle waarschijnlijkheid met 40% gekort en alleen toegankelijk voor mensen die het zelf niet kunnen betalen. Omdat wij al een vorm van draagkracht hanteren kunnen wij deze bezuiniging moeilijk opvangen;
111
Voorzijde
Risico
Acties en toelichting
bijdrage aan weerstandscapaciteit
c. Vanaf 2015 decentraliseert het Rijk een aantal functies uit de Awbz naar de Wmo; deze decentralisatie gaat gepaard met een korting van 25% op de over te hevelen taken. Onduidelijk is nog welke taken overgaan naar de gemeenten. Eveneens is onduidelijk is welke overgangstermijnen gaan gelden. Het risico voor de realisatie ligt bij de gemeente, evenals de onzekerheid m.b.t. het tempo van besluitvorming door het Rijk. d. Vanaf 2016 treedt een nieuw verdeelmodel in werking voor de gedecentraliseerde taken vanuit het Rijk. Onduidelijk is of dit grote wijzigingen met zich mee gaat brengen t.o.v. de huidige verdeling. e. Vanaf 1 januari 2013 zijn de ZZP’s 1-3 afgeschaft. Dit betekent dat mensen langer thuis blijven wonen en een groter beroep op de WMO zullen doen (huishoudelijke hulp en woningaanpassingen). Voor 2013 heeft de gemeente hiervoor extra middelen ontvangen. Onduidelijk is of de gemeenten na 2013 hiervoor ook gecompenseerd zullen worden en of dit toereikend is. 6
7
Onderwijshuisvesting Uitname uit het gemeente fonds (motie van Haersema Buma) voor Onderwijshuisvesting ad. € 3,1 mio zonder dat taken op gebied van onderwijs kunnen worden afgestoten.
Acties Lobby en onderzoeken mogelijkheden korting op te vangen i.o.m. schoolbesturen
Dreigend tekort op lopende grondexploitatie: Lichtenberg.
Toelichting: Betreft 1 van de 5 lopende grondexploitaties.
4%
Toelichting Is een nieuw risico 3%
Zie projectenrapportage grote fysieke projecten 2013-2 8
Dreigend tekort op lopende grondexploitatie: De Wieken-Bloeidaal.
Toelichting: Betreft 1 van de 5 lopende grondexploitaties. Zie projectenrapportage grote fysieke projecten 2013-2
112
3%
Begroting 2014-2017
9
Risico
Acties en toelichting
Participatiewet: In het Sociaal Akkoord is afgesproken dat de nieuwe Participatiewet op 1 januari 2015 in werking treedt. De invoering van de Participatiewet gaat gepaard met bezuinigingen op de Wsw en het re-integratiebudget. Er komt één budget voor de Wwb, Wsw en de Wajong-ers met arbeidsvermogen. Voor de doelgroep met loonwaarde tot 80% wordt een systeem van loonkostensubsidie mogelijk gemaakt. Mogelijke risico’s zijn: De afbouw van de WSW middelen binnen het participatiebudget gaat gepaard met behoudt van de rechten van de bestaande doelgroep. Dit zal leiden tot hogere subsidietekorten. In de begroting is er vanuit gegaan dat deze voor een belangrijk deel worden opgevangen door sterk verbeterde positieve exploitatieresultaten van Amfors Als de positieve exploitatie resultaten niet- of maar deels worden gerealiseerd door Amfors zullen de tekorten gedekt moeten worden uit de algemene middelen en/of het participatiebudget.In dat laatste geval blijft er minder budget over voor re-integratie van bestaande en de nieuwe doelgroepen (Wajong- ers met arbeidsvermogen en doelgroep beschut werken);
Acties: Monitoren en zo nodig bijsturen begroting en bedrijfsplan Amfors. Aanscherpen reintegratie instrumenten. Zorg dragen voor een adequate financiële buffer, bijvoorbeeld in de vorm van de voorziening W-deel.
bijdrage aan weerstandscapaciteit 3%
Toelichting Maatregelen regeerakkoord zijn verwerkt: aanvullende bezuinigingen op het re integratiebudget en WSW budget. De inschatting van het financiële gevolg is afgenomen.
De invoering van nieuwe verdeelmodel voor de re integratie en WSW middelen per 2015 kan leiden tot negatieve herverdeeleffecten; 10
Algemene uitkering gemeentefonds Er komt vanuit de algemene uitkering minder geld binnen dan waarmee we in de meerjarenbegroting rekening hebben gehouden. Bovendien komt er in 2015 een integrale herverdeling van het gemeentefonds. Wij kunnen hierbij zowel voordeel- als nadeelgemeente zijn.
Acties: In de gaten houden van de ontwikkelingen op dit terrein onder andere ook in samenwerking met andere gemeenten via het 100.000+ overleg.
2%
Risico is gelijk gebleven.
Op basis van de risico-inventarisatie bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit, bij een zekerheidspercentage van 90%, € 77,5 miljoen. Dit betekent dat er bij een beschikbare weerstandscapaciteit van € 77,5 miljoen, we voor 90% zeker zijn dat we voldoende middelen hebben om de risico’s financieel af te dekken.
113
Voorzijde
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Amersfoort bestaat uit: • Algemene – en bestemmingsreserves, behalve: – De post “exploitatie stadhuiscomplex” die de kosten van dit complex afdekt. – De algemene dekkingsreserve. De rente hierover wordt namelijk gebruikt als dekkingsbron voor de begroting. – Reserve dekking kapitaallasten. Deze dekt de kapitaallasten van de investeringen. – € 1 miljoen van de saldireserve vanwege de post onderuitputting. • Bezuinigingsmogelijkheden van maximaal de structurele rente op reserves en voorzieningen. Wij houden in de begroting rekening met structurele rente op reserves en voorzieningen. Voor 2014 is dit € 2 miljoen. Mocht dit bedrag lager uitvallen, dan gaan we ervan uit dat we dit op kunnen vangen met bezuinigingen. (bedragen x € 1.000,-) Totaal reserves
84,0
Af: Exploitatie stadhuiscomplex
0
Af: Algemene dekkingsreserve
5,3
Af: Reserve dekking kapitaallasten
48,4
Af: Buffer i.v.m. onderuitputting
0
Beschikbare weerstandscapaciteit
30,3
Dit betekent dat we ruim € 37 aan reserves hebben om de risico’s financieel af te dekken. Voor het weerstandsvermogen betekent dit een ratio van 0,48. Dit is minder dan de gewenste 1,0. Zoals eerder is aangegeven reserveren we een bedrag van maximaal € 3,5 miljoen per jaar/structureel voor risico’s inzake grondexploitaties en de realisatie van de taakstelling voor Vastgoed. Wanneer dit bedrag wordt omgezet in een incidenteel budget, neemt de beschikbare weerstandscapaciteit op termijn toe met € 40 miljoen. Daarbij gaan we er wel van uit dat dit volledig kan worden ingezet voor de reeds geïnventariseerde risico’s. Eén en ander geeft het volgende beeld:
Berekening weerstandsvermogen, rekening houdend met gereserveerde budget voor grondexploitaties (Bedragen x € 1 miljoen) Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Beschikbare weerstandscapaciteit
30,3
25,6
25,7
26,0
Reservering grondexploitaties
26.0
32.5
39.0
39,0
Saldo
56,3
58,1
64,7
65,0
Benodigde weerstandscapaciteit
77.5
77.5
77.5
77,5
0,75
0,83
Weerstandsvermogen
114
0,73
0,84
Begroting 2014-2017
Verbonden partijen Inleiding
De gemeente wil een actieve participatie als aandeelhouder en deelnemer. Er vindt minimaal twee keer per jaar met de directie van de verbonden partijen een overleg plaats. De gemeente bepaalt en monitort binnen haar bevoegdheden de strategische koers van een bedrijf conform het Amersfoortse deelnemingenbeleid. Wij maken als opdrachtgever gebruik van de juridische mogelijkheid om op basis van inbesteding opdrachten onderhands te gunnen aan onze verbonden partijen. Amersfoort toetst daarbij de marktconformiteit van de aanbieding van de verbonden partij. Wij doen dit bijvoorbeeld door een onafhankelijke contra expertise te laten uitvoeren op de offerte van de verbonden partij. Een andere manier om de marktconformiteit te toetsen, is om een deel van het werkpakket aan te besteden.
Bestuurlijke ontwikkelingen
• De Flint: Het strategisch plan voor de periode 2011-2015 wordt uitgevoerd. Centraal doel hierbij is om De Flint prominenter op de culturele kaart van Amersfoort en de regio te plaatsen. In dit kader onderzoeken wij de mogelijkheid voor de revitalisatie van De Flint op de huidige locatie. • RWA/Amfors: Het kabinet heeft in grote lijnen de plannen voor de nieuwe Participatiewet 2015 aangekondigd, maar de precieze invulling is nog niet bekend. In 2014 bekijken wij hoe we deze wet gaan implementeren en welke consequenties dit heeft voor Amfors en voor de uitvoering van het bedrijfsplan 2012-2015. • Servicebureau gemeenten: De verplichte overdracht van de wettelijke taken op het gebied van leefomgeving naar de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht is in voorbereiding en de ambitie is om nog voor 1 januari 2014 een bestuurlijke RUD te vormen. De organisatorische en operationele start volgt daarna. Met Raadsinformatiebrief 2013-86 hebben we u geïnformeerd over de maatregelen die zijn getroffen om dit uiteindelijk in de vorm van één RUD voor de provincie Utrecht te kunnen realiseren. De toetreding tot de gemeenschappelijke regeling zullen we te zijner tijd voor toestemming aan u voorleggen. Naast de voorwaarden voor het toetreden tot de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht zullen we ook de bijbehorende financiële consequenties aangeven, inclusief de kosten van desintegratie bij het Servicebureau Gemeenten en de gevolgen daarvan voor onze gemeente. • GGD: Binnen Het bestuur van de GGD bereidt een herstructurering van het takenpakket in de regio. Deze herstructurering wordt nader vormgegeven in 2014. • Recreatieschap: Op basis van de Koersnotitie van de Stuurgroep Toekomst Recreatie(schappen) heeft het Algemeen Bestuur van het schap op de vergadering van 4 juli 2013 besloten tot het opstellen van een Plan van Aanpak Liquidatie recreatieschap. Begin 2014 verwacht het AB dit plan van aanpak met een concreet advies tot opheffing van het schap, inclusief alle consequenties, ter besluitvorming te kunnen voorleggen aan de deelnemers c.q. raden en staten.
115
Voorzijde
Overzicht van de verbonden partijen
In onderstaand overzicht is uitgegaan van de werkelijke cijfers over 2012, tenzij anders aangegeven. (bedragen x € 1.000,-) Verbonden partij
Rechtsvorm
Belang
Resultaat
Eigen
Vreemd
2012
Vermogen
vermogen
eind 2012
eind 2012
NV SRO
Naamloze vennootschap
50%
€1.504
€ 8.359
€ 14.240
NV De Flint
Naamloze vennootschap
100%
€2
€ 351
€ 1.957
NV ROVA
Naamloze vennootschap
18%
€ 5.204
€ 22.322
€ 51.580
NV REMU-Houdstermaatschappij
Naamloze vennootschap
5%
-€ 9
€ 1.434
€9
Parkeerservice Amersfoort Holding NV
Naamloze vennootschap
100%
€ 634
€ 7.8421
€ 1.965
ParkeerService Coöperatie UA
Coöperatie UA
1/12
€ 401
€ 683
€ 2.861
Vitens NV
Naamloze vennootschap
2,62%
€ 29.600
€ 386.100
€ 1.296.000
Amfors Holding
Besloten vennootschap
16%
- € 5.180
€ 2.467
€ 7.102
NV NUON Energy
Naamloze vennootschap
0,007%
€ 716.000
€ 3.333.000
€ 3.501.000
Alliander (netwerk)
Naamloze vennootschap
0,007%
€ 224.000
€ 3.203.000
€4.211.000
Bank Nederlandse Gemeenten
Naamloze vennootschap
0,5%
€ 332.000
€ 2.752.000
€ 139.476.000
Grondexploitatiebedrijf Amersfoort BV
Besloten vennootschap
100%
- € 1.8
€ 713
€ 1.6
Ontwikkelingsbedrijf Vathorst CV
Commanditaire vennootschap
50%
nihil
€ 45
€ 138.946
Besloten vennootschap
50%
€9
€ 410
€ 92
33,3%
€ -31
€ 5.434
€ 1.178
let op: (gebroken) boekjaar van juni 2010 tot juni 2012.
(cijfers 2011) Ontwikkelingsbedrijf Vathorst BV (cijfers 2011) VOF Podium (cijfers 2011)
Vennootschap onder Firma
Servicebureau gemeenten
Gemeenschappelijke regeling
51%
€ -123
€ 158
€ 15.184
GGD Midden Nederland
Gemeenschappelijke regeling
16%
-141
€ 1.945
€ 11.260
Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Gemeenschappelijke regeling
14%
0
0
€ 10.626
Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Gemeenschappelijke regeling
8,7%
€ 193
€ 2.123
€ 54.555
Recreatieschap
Gemeenschappelijke regeling
5,78%
€207
€ 734
€ 1.079
RWA
Gemeenschappelijke regeling
70%
€0
€0
€ 18.658
(cijfers 2011)
1
Betreft vermogen vóór winstbestemming; op AvA juni 2013 is besloten € 780.000 dividend uit te keren.
116
Begroting 2014-2017
Verbonden partijen
Verplichte afdekking van het tekort
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal1
NV SRO (Amersfoort)
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV.
• Aandelenkapitaal van N.V.T. € 45.000,-; • Wachtgeld- verplichtingen voor een deel van het personeel bij faillissement of betalingsonmacht • Gezamenlijke inspannings- verplichting bij calamiteiten waaronder gerekend wordt een substantiële wijziging van het takenpakket SRO als gevolg van een verandering in de afname van producten / diensten door de gemeente Amersfoort.
• Exploitatie en beheer van de accommodaties komen weer voor rekening van de gemeente; • De gemeente loopt het risico dat de betreffende voorzieningen door de financiële druk slecht worden onder houden.
Beoordeling van begroting en jaarrekening.
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV.
• Aandelen kapitaal N.V.T. van € 45.000,-; • Achtergestelde lening van € 136.134 • Wachtgeld verplichtingen voor deel van het personeel bij faillissement of betalingsonmacht;
• Exploitatie en beheer van het theater komt weer voor rekening van de gemeente; • De gemeente loopt het risico dat het theater door de financiële druk slecht wordt onderhouden; • Voor de prestaties moet een andere exploitant voor het theater worden gezocht.
Beoordeling van begroting en jaarrekening;
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV.
• Aandelenkapitaal van € 174.032-; • Opgebouwd vermogen in ROVA is omgezet in een achtergestelde lening waarvan per 31 december 2012 nog een bedrag van afgerond € 3,4 miljoen resteert.
Voor de uit te voeren prestaties moet een andere leverancier worden gezocht.
Beoordeling van de begroting en de jaarrekening;
NV De Flint (Amersfoort)
NV ROVA (Zwolle)
NV REMU Houdstermaatschappij (Utrecht)
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV.
Risico’s afgedekt door andere partners
Deelnemende gemeenten hebben een evenredig pakket aan aandelen.
De vennootschap heeft N.V.T. in 2003 haar aandelen in REMU NV in eigendom overgedragen aan NV ENECO.
Overige risico’s bij fail- Monitoring van risico’s lissement
Beoordeling van het nakomen van prestaties (inclusief het op een voldoende niveau houden van de voor zieningen).
Beoordeling van het nakomen van prestaties (inclusief het op een voldoende niveau houden van het theater).
Beoordeling van het nakomen van de prestaties.
Na afwikkeling van de verkoop aandelen REMU NV in 2007, beperkt de rol van de Houdstermaatschappij zich thans tot die van belangenbehartiger in het kader van een eventueel nog van ENECO te ontvangen vergoeding Momenteel vindt overleg plaats met Eneco over deze privatiseringsvergoeding.
117
Voorzijde
Verbonden partijen
Verplichte afdekking van het tekort
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal1
ParkeerService Amersfoort Holding NV (Amersfoort)
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV.
• Aandelenkapitaal van N.V.T. € 4.995.000,-;
ParkeerService Nee, de gemeente Coöperatie UA is niet aansprakelijk voor schulden van de coöperatie
Jaarlijkse LidmaatN.V.T. schapsbijdrage van € 20. 000 welke wordt verrekend met DVO ParkeerService NV heeft een lening verstrekt aan de coöperatie. Hierop vindt een jaarlijkse aflossing plaats in tien termijnen. In 2012 heeft een extra aflossing plaatsgevonden van € 867.000. Het restant van de lening bedraagt € 718.098.
Vitens NV (Utrecht)
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV.
Aandelenkapitaal van € 131.691,-
Amfors BV
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV.
Aandelenkapitaal van € 18.000
NUON energy
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV.
Aandelenkapitaal van € 18.000
Alliander (Amsterdam)
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV.
Aandelenkapitaal van € 45.000,-
Bank Nederlandse Gemeenten (Den Haag)
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV.
Aandelenkapitaal van € 680.550,-
118
Risico’s afgedekt door andere partners
Overige risico’s bij fail- Monitoring van risico’s lissement • Voor de uitvoering van het contract moet een andere leverancier worden gezocht; • Er bestaat het risico dat onder de financiële druk de garages slecht worden onderhouden.
Goedkeuring begroting en jaarverslag;
Voor de uitvoering van het contract moet een andere leverancier worden gezocht; • Er bestaat het risico dat onder de financiële druk de garages slecht worden onderhouden.
Goedkeuring begroting en jaarverslag;
Beoordeling van het nakomen van prestaties.
Beoordeling van het nakomen van prestaties.
Voorzieningen in het Zie opmerking onder kader van de WSW kopje ‘bestuurlijke in de regio moet bij ontwikkelingen’ andere partijen worden ingekocht/afgenomen Aandeel NUON wordt verkocht in vier tranches en zal per 1 juli 2015 geheel zijn overgedragen aan Vattenfall
Begroting 2014-2017
Verbonden partijen
Verplichte afdekking van het tekort
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal1
Risico’s afgedekt door andere partners
Grondexploitatie- bedrijf Amersfoort BV (Amersfoort)
Nee, de aandeelhouder van een besloten vennootschap is niet aansprakelijk voor de schulden van de BV.
• Aandelenkapitaal van Zie 4e aandachtspunt € 45.000,-; vorige kolom. • Via deze BV wordt deelgenomen in Eemkwartier CV, Vathorst CV en VOF Podium; • Garantie van € 1,2 miljoen ten behoeve van de deelneming in VOF Podium; • Gemeente staat garant voor de nakoming van de verplichting van de BV in VOF Podium (met verhaalrecht van 2/3 op de partners in VOF).
N.V.T.
Ontwikkelingsbedrijf Vathorst CV (Amersfoort) Zie ook Ontwikkelingsbedrijf Vathorst BV
De beherend vennoot, Ontwikkelingsbedrijf Vathorst BV, is aansprakelijk voor de schulden van de CV.
Participatie via grondexploitatiebedrijf Amersfoort BV (stille vennoot) en via Ontwikkelingsbedrijf Vathorst BV (beherend vennoot)
1. De vennootschap Goedkeuring jaarverslag kan niet aan haar en grondexploitatie; verplichtingen voldoen wat leidt tot een bijstortingsplicht voor de gemeente 2. Niet realiseren van het geplande afzettempo wat leidt tot een langere doorloop en hogere faseringsen rentekosten. 3. Realisatie geplande grondopbrengsten, voornamelijk in het duurdere woningsegment.
Ontwikkelingsbedrijf Vathorst BV (Amersfoort)
Nee, de aandeelhouder van een besloten vennootschap is niet aansprakelijk voor de schulden van de BV.
• De gemeente is samen met Ontwikkelings-bedrijf Vathorst CV een financieringsovereenkomst tot een maximum van € 175 miljoen aangegaan met BNG. • Aandelenkapitaal van € 9.000,-; • Via deze BV wordt deelgenomen in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst CV.
De private partners hebben gezamenlijk eveneens een aandelenkapitaal van € 9.000,- ingebracht.
Overige risico’s bij fail- Monitoring van risico’s lissement
• Er is sprake van een niet afgemaakte wijk. Wellicht moet een nieuwe grondexploitatie worden opgestart, met een mogelijk tekort, c.q. grote risico’s; • De gemeente kan de aangekochte gronden niet inbrengen in de grondexploitatie. De aanwezige boekwaarde moet (gedeeltelijk) als verlies worden afgeboekt.
Goedkeuring jaarverslag en grondexploitatie; Van te voren omschreven aandeelhoudersbesluiten moeten aan de gemeente worden voorgelegd.
119
Voorzijde
Verbonden partijen
Verplichte afdekking van het tekort
VOF Podium (Amersfoort)
Risico’s afgedekt door andere partners
Overige risico’s bij fail- Monitoring van risico’s lissement
Hoofdelijke aan• Zie grondexploitatiesprakelijkheid van bedrijf Amersfoort Grondexploitatiebedrijf BV; Amersfoort BV met • Gemeente staat een verhaalsrecht van borg voor een lening 2/3 deel op de private opgenomen door VOF partners. Podium ad € 19 miljoen.
Hoofdelijke aansprakelijkheid van de private partners met een verhaalsrecht van 1/3 deel op Grondexploitatiebedrijf Amersfoort BV.
De gemeente is weer Beoordeling exploitatieverplicht om de gron- overzicht en jaarverslag. den ten behoeve van de kantorenlocatie van OBV af te nemen, met als risico geen kostendekkende ontwikkeling van de gronden.
Servicebureau gemeenten
Ja, de deelnemers in een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel.
Gemeenten moeten het tekort aanvullen.
Beoordeling begroting en jaarrekening.
GGD Midden Nederland
Ja, de deelnemers in een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Bekostiging via jaarlijkse bijdrage
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel.
Gemeenten moeten het tekort aanvullen.
Beoordeling begroting en jaarrekening.
Afvalverwijdering Utrecht (Nieuwegein)
Ja, de deelnemers in een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Bekostiging via jaarlijkse bijdrage.
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel.
Gemeenten moeten het tekort aanvullen.
Beoordeling begroting en jaarrekening.
Veiligheidsregio Utrecht (Utrecht)
Ja, de deelnemers in een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Bekostiging via jaarlijkse bijdrage.
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel.
Gemeenten moeten het tekort aanvullen.
Beoordeling begroting en jaarrekening.
Recreatieschap Ja, de deelnemers in (Utrecht) een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Bekostiging via jaarlijkse bijdrage.
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel.
Gemeenten moeten het tekort aanvullen.
Beoordeling begroting en jaarrekening.
Regionaal werkvoorzieningschap Amersfoort en omstreken (RWA) (Amersfoort)
Jaarlijkse bijdrage aan Andere gemeenten de gemeenschappelijke nemen naar regeling is tot op heden evenredigheid deel. nihil.
Ja, de deelnemers in een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal1
Gemeenten moeten Beoordeling begroting het tekort aanvullen. en jaarrekening. Zie ook kopje ‘bestuurlijke ontwikkelingen’)
1 NB: voor alle partijen die op grond van de Algemene subsidieverordening susbidie ontvangen, geldt dat de calamiteitenregeling uit de beleidsregels ‘financiële spelregels subsidiëring van toepassing is (zie www.amersfoort.nl).
Risico’s
De risico’s zoals die benoemd zijn in de paragraaf verbonden partijen worden meegenomen in de risicoinventarisatie bij de paragraaf Risicomanagement en weerstandsvermogen.
120
Begroting 2014-2017
121
Gemeente Amersfoort Concernmiddelen Afdeling Concernfinanciën Oktober 2013
122
Postadres Postbus 4000 3800 ea Amersfoort
Bezoekadres Stadhuisplein 1 3811 lm Amersfoort
t 14 033 f 033 469 54 54 e
[email protected] i www.amersfoort.nl/begroting
Behandeling Begroting 2014-2017 Van: Aan: CC: Datum: Docsnr.:
Presidium Raadsleden College- en GMT-leden september 2013 4481282
1. Inleiding Van begin oktober tot half november staat het raadswerk in het teken van de begroting 2014-2017. Hierbij de uitwerking van de planning die past binnen het vergaderrooster 2013. De belangrijkste data zijn: - 1 oktober Presentatie begroting - 15 oktober Gesprek met betrokkenen uit de stad (hoorzitting) - 5 november Begrotingsdag - 12 november Besluitvorming over begroting
oktober wk
40
41
42
43
44
wk
14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27
28 29 30 31
m
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12 13
m d w d v z z
november 44
45
46
47
48
1 2 3
4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
d w d v z z
1 oktober: presentatie begroting
5 november: begrotingsdag*
15 oktober: hoorzitting begroting
12 november: begroting besluit * de begrotingsdag begint 's middags
reces
De Raad tussenliggende dinsdag
2.
Stapsgewijze planning
1 oktober
8 oktober 11 oktober 15 oktober
22 oktober 18 oktober 29 oktober
Verzending begroting 2014-2017 aan de raad. Bekendmaking begroting 2014-2017 via persbericht. In De Ronde toelichting op de begroting door wethouder Financiën. Aansluitend reguliere De Ronde (tussenliggende). Reguliere raadsavond: De Ronde en Het Besluit. Deadline indienen feitelijke vragen begroting, via
[email protected] uiterlijk 9:00 uur. Parallelle rondetafelgesprekken van 19:00 – 22:00 uur in De Ronde. Begrotingsprogramma’s worden verdeeld over tijdsblokken en vergaderzalen. Per programma vindt een gesprek plaats tussen woordvoerders, portefeuillehouders en inwoners/organisaties uit de stad. Insprekers krijgen gelegenheid om kort, zo’n twee minuten, een mening over begrotingsvoornemens naar voren te brengen. Vervolgens is er ruimte voor een gesprek/discussie tussen raadsleden, collegeleden en inwoners. Mede afhankelijk van het aantal aanmeldingen van insprekers wordt een zaalen tijdsindeling voor de avond gemaakt. De indeling wordt maandag 14 oktober aan het eind van de dag gepubliceerd op de website. Herfstreces Beantwoording feitelijke vragen inzake begroting ’s middags via de Dagmail. Commissie B&V bespreekt de begroting. 1
29 oktober 31 oktober 31 oktober 5 november
8 november 12 november 12 november
Aanleveren concept moties en amendementen bij griffie i.v.m. advies en vormcheck, via
[email protected] uiterlijk 10:00 uur. Reactie volgt zoveel mogelijk dezelfde dag. Deadline voor het inleveren van bijdrage voor Stadsberichten (max. 150 woorden), via
[email protected]. Deadline aanleveren concept moties en amendementen bij griffie via
[email protected], uiterlijk 12:00 uur. Kennisgeving aan raad en college. In Het Besluit algemene beschouwingen. Agendavoorstel: - 16:00 – 17:30 uur - Statements + toelichting concept moties en amendementen - 17:30 – 18:45 uur – Pauze, maaltijd in restaurant Stadhuis - 18:45 – 19:00 uur – Algemene reactie college - 19:00 – 21:00 uur – Debat over statements + moties en amendementen - 21:00 – 21:30 uur – Pauze, overleg binnen/tussen fracties - 21:30 – 23:00 uur – Vervolg debat over statements + moties en amendementen Schriftelijke reactie van college op moties/amendementen, ’s middags via de Dagmail. Deadline indienen definitieve moties en amendementen, via
[email protected], uiterlijk 10:00 uur. In Het Besluit slotdebat en besluitvorming over begroting. Agendavoorstel: - 20:30 – 21:30 uur – Slotdebat - 21:30 – 21:45 uur – Pauze - 21:45 - 23:00 uur – Besluitvorming raadsvoorstel, moties en amendementen Voorafgaand reguliere De Ronde
3. Spreektijdenregeling 5 november Voor de algemene beschouwingen (statements en debat over statements + moties en amendementen) op 5 november bedraagt de totale tijd voor debat 300 minuten (5 uur). Tijdens het debat geldt een spreektijdenregeling (zie tabel). Op 12 november geldt geen spreektijdenregeling. In geval van tijdnood kan de voorzitter besluiten alsnog een beperking van de spreektijd in te voeren conform artikel 28 van het reglement van orde. Fracties
Leden
Spreektijd (minuten) 26 min basistijd + 1 min per lid
VVD PvdA D66 GroenLinks CDA ChristenUnie Groep Van Vliet BPA SP Lijst Özcan Totaal
7 6 5 5 5 3 3 2 2 1 39
33 32 31 31 31 29 29 28 28 27 299
4. Moties en amendementen Het presidium verzoekt fracties om voorafgaand aan het indienen van moties en amendementen zoveel mogelijk informeel met andere fracties af te stemmen. Daardoor kan het aantal moties en amendementen mogelijk worden beperkt. Op moties en amendementen die ter plekke in Het 2
Besluit worden ingediend zonder vooraankondiging (‘invliegers’) komt geen reactie. Bij gebrek aan tijdige voorbereiding s.v.p. tegenstemmen, behoudens heel bijzondere redenen.
5. Inleveren statements voor Stadsberichten In de Stadsberichten van woensdag 6 november is er voor de fracties de gelegenheid om hun statements over de begroting te geven. Dit is dus na de algemene beschouwingen en voor de besluitvorming. Deadline voor het inleveren van de bijdrage is donderdag 31 oktober voor 9.00 uur. Aanleveren via de mail bij
[email protected]. De bijdrage mag maximaal 150 woorden zijn. Te lange teksten worden door de redactie ingekort.
3
Begroting 2014-2017 Dinsdag 1 oktober 2013
Onderwerpen 1. Vertrekpunt 2. Zomerrapportage 3. Begroting ›
Regels / richtlijnen
›
Gemeentefonds
›
Lokale lasten
›
Grondexploitaties
4. Bezuinigingen 2014 5. IJkpunten
VERTREKPUNT
Inzet van het college • Concrete resultaten boeken in 2013 / 1Q14 › Voortgang op zware dossiers › Voorbereiding transities Sociale Domein
• Reëel en structureel sluitende begroting voor 2014 • Inhoudelijke en financiële doorkijk naar 2015 en volgende jaren
Macro-economische ontwikkelingen • Begrotingstekort > Brusselse norm van 3% • Aanvullende bezuinigingen Rijk van € 6 mld. • Effecten voor gemeenten via gemeentefonds • Decentralisaties gaan door in 2015; bedragen nog niet bekend
• Herverdeling gemeentefonds ook in 2015
Onderzoek COELO • Tot 2017 verschil verwachte inkomsten en uitgaven › O.g.v. bestaand beleid:
-/- 2,7 mld.
› A.g.v. decentralisaties
-/- 2,9 mld.
› Aandeel gem.fonds in rijksbezuiniging
-/- 0,5 mld. ------------------
-/- 6,1 mld.
ZOMERRAPPORTAGE
Zomerrapportage • Eenvoudige opzet • Projectenrapportage • Risicorapportage (bij de begroting)
Hoofdlijnen Zomerrapportage Voordelen • Bijstand/minima/toeslagen
€ 5,2 mln.
• Onderuitputting kapitaallasten
€ 2,2 mln.
• Rente en dividend
€ 1,7 mln.
• Diversen
€ 4,1 mln.
Nadelen
• Algemene uitkering
€ 4,3 mln.
• Overig
€ 0,9 mln.
Totalen
Saldo
-----------
-----------
+ € 13,2 mln.
-/- € 5,2 mln.
+ € 8,0 mln.
Consequenties begroting 2014
• Onderuitputting kapitaallasten • Bijstand • Rente
Conclusies • Batig saldo t.b.v. verhogen weerstandsvermogen • Risico‟s in het vooruitzicht • Mogelijke overhevelingen
• Definitieve beslissing bij de jaarrekening
BEGROTING
REGELS / RICHTLIJNEN
Nieuwe BBV-regels • Inzicht in incidentele baten en lasten • Meerjarig overzicht reserves • Voorziening voor riolering • Schatkistbankieren • Lijst verbonden partijen opnemen
Richtlijnenbrief Provincie • Sluitende begroting indien 2014 óf 2017 reëel en materieel in evenwicht is • Geen bezuinigingsstelposten • Structurele lasten gedekt met structurele baten • Begroting o.b.v. meicirculaire
GEMEENTEFONDS
Compensatieregeling OZB • 2006: Compensatie „nadeelgemeenten„ voor afschaffing OZB tlv „voordeelgemeenten‟ • Amersfoort: 2,1 miljoen per jaar t.b.v. RSV-2 • Meicirculaire: › Forse verlaging in 2013 / 2014 groeit t.o.v. 2013 › Netto afbouw van 1,1 miljoen
• Septembercirculaire: › Afbouw in zes jaar naar nul
Korting onderwijs m.i.v. 2015 • Regeerakkoord › Uitname van € 256 mln. uit gemeentefonds (huisvesting)
• Kadernota (€ 2,2 mln.) › Korting 1-op-1 naar onderwijsveld (huisvesting) › Betrekken bij doorcentralisatieopdracht
• Begroting (€ 3,1 mln.) › Lump sum toekenning aan onderwijsveld
Uitkomsten meicirculaire
Compensatieregeling OZB
2014
2015
2016
2017
-1.1
-1.1
-1.1
-1.1
-0.9
-0.9
-0.9
0.3
-0.3
0.0
-1.0
-0.8
-2.3
-2.0
-3.0
Onderwijs Overige Totaal
Onderuitputting • Stelpost: op voorhand meevallers inboeken • Advies provincie: concretiseren • 2014 / 2015: 5 mio, 2016/2017: 3 mio. • Concretisering via: › Renteontwikkelingen
› Sociale zekerheid (bijstand)
Stand meerjarenbegroting 2014
2015
2016
2017
Stand Kadernota
1.8
-1.1
-5.9
-10.3
Mutaties bestaand beleid
0.9
-0.3
0.6
0.4
Meicirculaire
-0.8
-2.3
-2.0
-3.0
Totaal
1.9
-3.7
-7.3
-12.9
3.1
3.1
3.1
-0.6
-4.2
-9.8
Onderwijskorting Saldo (NB: Exclusief Prinsjesdag)
1.9
Hoe komen we aan ons geld? Specifieke uitkeringen 69,6 mln.
Belastingen 59,5mln.
Bijdrage derden 25,3mln.
Grondexploitaties 42,9 mln.
Algemene uitkering 158,4 mln.
Leges / retributies 2,6 mln.
Rente / dividenden 19,9 mln.
Hoe wordt het geld besteed? Financiën / belastingen 29,5 mln.
Alg. bestuur / public affairs 24,1 mln. Veiligheid / handhaving 16,0 mln.
Stedelijk beheer / milieu 61,8 mln.
Werk en Inkomen 88,3 mln.
Zorg, welzijn / wijkontwikkeling 48,5 mln.
Economie / Wonen 5,5 mln. Cultureel klimaat 16,9 mln.
Onderwijs 26,2 mln.
Mobiliteit 19,2 mln. Ruimtelijke ontwikkeling 49,3 mln.
Sport 6,5 mln.
LOKALE LASTEN
Belastingen en tarieven • Afspraken conform Kadernota: › OZB (2,5%) › Afvalstoffen / Rioolheffing
• Invoeren Toeristenbelasting › Motie kadernota
› Vervolgacties
Woonlastenplaatje
GRONDEXPLOITATIES
Financieel kader grex • Structureel beschikbaar • Risico vastgoed (50%)
3,5 mln. -/- 0,5 mln. -----------------
• Resteert (structureel) • = Incidenteel
3 mln. 40 mln.
• Voldoende buffer voor opvangen verliezen › Vathorst / Podium / Trapezium / Overige
Grondexploitatie Vathorst • Onderhandelingen Vathorst Beheer › sluitende grex / risicoverdeling: › Kostenverlaging › Herfinanciering
• Proces Vathorst parallel aan begrotingsproces • Provinciale toezichthouder
Risico‟s en Weerstandsratio • Grondexploitaties • Onderwijshuisvesting • Decentralisaties • Weerstandsratio in 2014: 0,73
VOORTGANG BEZUINIGINGEN 2014
Bezuinigingen 2014 • Nullijn extern 2,5 mln. › Stand van zaken › Acties
• Nullijn intern 1,5 mln. › Stand van zaken › Lean Six Sigma
› Acties en ramingen › Inhuur externen: onderzoek
IJKPUNTEN FINANCIËLE POSITIE
IJkpuntennotitie • Nota reserves en voorzieningen • Stresstest • Begrotingsnormen • Weerstandsvermogen • Samengevoegd in IJkpuntennotitie
Aanleiding IJkpuntennotitie • Gemeentefinanciën onder druk • Weerstandsratio daalt • Behoefte aan meer inzicht en normering • Doel: betere beoordeling financiële positie
Drie typen ijkpunten
Vervolg ijkpunten • Bespreken in Commissie B&V • Normen hebben vooral een “signaleringsfunctie” • Kunnen behulpzaam zijn bij: › De politieke afweging
› Inzicht in de financiële positie
Planning begrotingsbehandeling oktober
11 15 18 23 29 31
Schriftelijke vragen Hoorzitting Beantwoording vragen Ronde behandeling Cie B&V Indienen Moties en Amendementen
november
6 8 12
Algemene beschouwingen Reactie College op moties Besluitvorming
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017 Onderwerp
: Begroting 2014-2017
Beh. afdeling
: CM-FIN
DOCS open
:4512385
Nr.
Vragensteller (partij)
Sector
Vraag
Antwoord
1.
GroenLinks
CM/MO/ SOB
Algemeen Wat zijn de (belangrijkste) effecten geweest van de bezuinigingen van afgelopen jaren voor de verschillende beleidsterreinen/ beleidsdoelstellingen? Dit is belangrijk voor het kunnen inschatten van de gevolgen van de maatregelen die opgenomen zijn in de begroting 2014-2017.
2.
GroenLinks
CM/MO/ SOB
Wat zullen de effecten/knelpunten zijn voor de verschillende beleidsterreinen /beleidsdoelstellingen van de bezuinigingen zoals voorgesteld in de begroting 2014-2017 (zie ook p. 7)?
3.
GroenLinks
CM
Welk deel van de €391.809.487 (totaal bedrag dat in Amersfoort besteed zal worden, p. 5) is beïnvloedbaar?
In de verschillende bezuinigingsnota’s, en met name in die van de 20miljoensoperatie, hebben we de te verwachten effecten geschetst van de bezuinigingen. Grosso modo kan worden geconstateerd dat de vooraf ingeschatte effecten ook daadwerkelijk zijn opgetreden. Kortheidshalve wordt daarom verwezen naar de bezuinigingsnota’s.(10-miljoensoperatie en 20-miljoensoperatie en de Tussenbalans). De belangrijkste bezuiniging in de begroting 2014 is het toepassen van de nullijn over de totale gemeentebegroting, zulks overeenkomstig het besluit van de gemeenteraad bij de behandeling van de kadernota. Wij proberen dit zoveel mogelijk op te vangen door zelf efficiencymaatregelen te treffen (bijv. daar waar het de eigen organisatie betreft), onze partners (zowel de contractpartners, als de gesubsidieerde instellingen en de verbonden partijen) te bewegen om de prijsstijgingen op te vangen door efficiëncymaatregelen en daar waar dat niet mogelijk is, gaan we in gesprek over aanpassing van de prestaties. In dat laatste geval bestaat de mogelijkheid dat er concessies gedaan moeten worden aan het kwaliteitsniveau. Bij de afgelopen bezuinigingsoperaties hebben wij als beïnvloedbaar aangemerkt die begrotingsonderdelen die bekostigd worden uit de algemene uitkering en de ozb, minus de kapitaallasten. Uitgaande van die definitie bedraagt het totaal aan beïnvloedbare uitgaven ongeveer € 160 miljoen.
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
4.
5.
GroenLinks
GroenLinks
MO
CM
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Financieel beeld (p. 6 – 28) Op p. 7 wordt aangegeven dat volgens het coalitieakkoord 2013-2014 de coalitie bereid is geld uit de algemene middelen in te zetten voor het verzachten van de gevolgen van de Participatiewet. Waar is dat terug te zien in de meerjarenbegroting? Voor de andere twee decentralisaties is er vanuit gegaan dat rijksbezuinigingen worden opgevangen binnen het betreffende domein. Op p. 24 wordt echter aangegeven dat het geenszins zeker is dat dat gaat lukken. Zou het niet beter zijn de prognoses ten aanzien van de financiën met betrekking tot de drie decentralisaties in de meerjarenbegroting op te nemen in plaats van ze slechts te noemen bij de risico’s?
Op p. 8 wordt aangegeven dat een besparing van € 1,2 miljoen wordt toegewezen aan verschillende trajecten, waaronder “Uitkeringen (en activering)”. Wat betekent dit voor de kwaliteit van de prestaties, per traject?
De uitspraak in het coalitieakkoord inzake de Participatiewet is opgenomen in de door de raad op 9 juli vastgestelde Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein. Aangezien er nog onvoldoende duidelijkheid is over de gevolgen van de Participatiewet, was het nog niet mogelijk om in de voorliggende begroting onderbouwd aanvullende middelen te reserveren. Wij hebben er niet voor gekozen om voor de Participatiewet op voorhand een specifieke reserve te vormen. Er is op dit moment ook nog onvoldoende zekerheid over de financiële middelen die naar de gemeente toe komen voor de decentralisatie van de AWBZ en de Jeugdzorg en de mate waarin de te verrichten taken kunnen worden gerealiseerd binnen de door het Rijk beschikbare te stellen budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen . Derhalve zijn de decentralisaties thans als risico geformuleerd. In de kadernota en begroting voor 2015-2018 is het naar verwachting mogelijk begroting en dekking met voldoende zekerheid op te nemen. In de Zomerrapportage hebben wij voorgesteld om een eventueel positief saldo van de jaarrekening met voorrang te gebruiken om onze reservepositie te verbeteren teneinde dit soort gesignaleerde risico’s op te kunnen vangen. Wij willen de besparing van € 1,2 miljoen realiseren door een elftal gemeentebrede trajecten efficiënter te gaan vormgeven. Dat gaan wij door middel van de lean six sigma methode. Op afdelingsniveau hebben wij hier de afgelopen twee jaren al resultaten mee geboekt. Wij willen dit nu implementeren over een aantal gemeentebrede processen. Het is onze insteek dat processen efficiënter worden vormgegeven en dat de kwaliteit minimaal gelijk blijft of zelfs verbetert.
6.
GroenLinks
MO
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Op p. 11 wordt aangegeven dat de extra korting van € 0,9 miljoen doorvertaald wordt naar het onderwijsveld. Welke problemen voorziet het college als gevolg van deze extra korting voor het onderwijsveld?
De 0,9 miljoen is het extra bedrag dat voor onderwijshuisvesting uit het gemeentefonds wordt genomen. In principe is dit budget dat via Rijk naar de schoolbesturen gaat. In totaal vindt er op onderwijshuisvesting derhalve een uitname van € 3,1 mln. (€ 2,2 +€ 0,9) plaats. In de Kadernota heeft uw Raad besloten dat voor 2015 de inzet is om de korting op het gemeentefonds van € 2,2 miljoen inzake de onderwijshuisvesting, door te vertalen naar de schoolbesturen. In de begroting hebben wij aangegeven dat wij voornemens zijn om de uitname uit het gemeentefonds per 1 januari 2015 ten laste te brengen van het programma Onderwijs, zodat per saldo de middelen voor onderwijs bij gemeente en schoolbesturen gezamenlijk gelijk blijven. Aangezien binnen de gemeentebegroting alle middelen belegd zijn kan de korting alleen worden gecompenseerd als de onderwijsbesturen de taken overnemen die met deze middelen worden gefinancierd. Met het onderwijsveld gaan wij derhalve bespreken welke taken/activiteiten zij van de gemeente overnemen. Aangezien het Rijk geen taken overdraagt kunnen de schoolbesturen zelfstandig een keuze maken. Wij willen derhalve n en ander bezien binnen het kader van de taken van het onderwijsveld en van de totale onderwijsbegroting van de gemeente Amersfoort. Dit is mede ingegeven door het feit dat deze middelen ‘lump sum’ van gemeenten naar de schoolbesturen overgeheveld worden. Het onderzoek naar het takenpakket van de schoolbesturen en het overleg hierover met het onderwijsveld wordt nog in 2013 opgestart. We realiseren ons echter dat de haalbaarheid hiervan met de nodige risico’s is omgeven. Derhalve hebben wij dit onderdeel ook toegevoegd aan onze risicoparagraaf.
7.
GroenLinks
CM
Op p. 13 onderaan wordt aangegeven dat ten aanzien van de bijstandsuitkeringen er voor 2013 een positief saldo verwacht wordt van ruim € 4 miljoen. Daarbij wordt vermeld: “Het rechtvaardigt evenwel het opnemen van een stelpost voor onderuitputting.” Waarom is dat het geval? Waarom wordt uitgegaan van een voordeel van de helft van 2013 voor 2014 en 2015? Betekent dit dat over de bestemming van het positief saldo ten aanzien van de bijstandsuitkeringen over 2013 wordt besloten bij de behandeling van de jaarrekening 2013 en dat het positief saldo van 2014 en 2015 (twee keer €2 miljoen) naar de algemene middelen gaat?
8.
GroenLinks
CM
Voorgaande jaren hebben we onderuitputting gehad op jaarrekening 2010, 2011 en 2012. Waaruit bestond die post onderuitputting in 2010, 2011, en 2012, of, met andere woorden, welke programma’s betrof het en voor welke bedragen? Wat is hiervoor de prognose voor 2013? Hoe verhouden deze bedragen per programma zich met de toewijzing van de onderuitputting 2014, 2015, 2016?
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Op dit moment hebben we in de begroting een stelpost voor onderuitputting staan van € 5 miljoen voor de jaren 2014 en 2015. Vanaf 2016 bedraagt die stelpost € 3 miljoen. We nemen een dergelijke post op, omdat de ervaring leert dat er ieder jaar meevallers optreden, of uitgaven worden uitgesteld, die vooraf bij de vaststelling van de begroting nog niet konden worden voorzien. Omdat de budgetten onder druk staan heeft de provincie aangegeven dat wij vooraf het opnemen van de stelpost moeten onderbouwen, c.q. nader moeten toewijzen. Doen we dat niet, dan corrigeert de provincie het begrotingssaldo voor dat bedrag en dat kan mogelijk gevolgen hebben voor de provinciale goedkeuring en het toezichtsregime dat daaruit voortvloeit. Wij kunnen de stelpost toeschrijven aan twee grote componenten: de rentevoordelen die op zullen treden als gevolg van de herfinanciering en het feit dat het saldo tussen van de bijstandsuitkeringen en de rijksvergoeding die daar tegenover staat in de begroting conservatiever ramen, dan de ontwikkelingen in 2012 en 2013 aangeven. Wij hebben daarmee op voorhand een onderbouwing gegeven van de stelpost onderuitputting. Voorzichtigheidshalve zijn we in de onderbouwing uitgegaan van de helft van het voordeel dat in 2013 optreedt. In wezen geeft het bruto rekeningssaldo aan of er ten opzichte van de (sluitende) begroting de onderuitputting per saldo is goedgemaakt. De saldi van de jaarrekeningen bedroeg de afgelopen jaren: 2010: € 4,8 miljoen positief; 2011: € 13,3 miljoen negatief; 2012: € 2,9 miljoen positief De situatie in 2011 was in die zin een bijzondere vanwege de afboeking van € 13 miljoen voor Vathorst-West, waarvoor we in de begroting structureel middelen hadden gereserveerd. Als we dat aspect buiten beschouwing laten, dan was ook in dat jaar de onderuitputting goedgemaakt. Dat betekent dat we weliswaar nog steeds de onderuitputting realiseren, maar we moeten wel constateren dat het geen vanzelfsprekendheid meer is. Reden waarom ook is besloten om deze stelpost op termijn af te bouwen.
9.
GroenLinks
CM
Op p. 15 onderaan staat dat de supletie-uitkering wordt afgebouwd als in mei van een jaar de raming van het accres voor het volgend jaar in reële termen positief uitvalt. Graag ontvangen we over dit punt een nadere toelichting. Wat zijn de gevolgen van het vervallen van een deel van de dekking van de storting in RSV-2?
10.
GroenLinks
CM
Op p. 18 onderaan wordt de toeristenbelasting besproken. Welke berekening van de kosten en baten ligt ten grondslag aan de geprognoticeerde opbrengst van € 0,1 miljoen?
11.
GroenLinks
CM
Op p. 21 wordt gesproken over de vorming van een risicovoorziening. Is het correct dat daar voor de jaren 2015-2017 nog geen dekking voor is, omdat er voor die jaren op dit moment geen sprake is van een sluitende begroting?
12.
GroenLinks
CM
Op p. 22 wordt een overzicht gegeven van de reserves en voorzieningen. Wij ontvangen graag een nadere specificatie van de categorieën A tot en met F. Bij B ontstaat in 2018 een negatieve reserve. Is dat een probleem met de huidige regelgeving?
13.
GroenLinks
MO
Op p. 23, bij punt 4 Zorg, welzijn en wijkontwikkeling, wordt aangegeven dat er investeringen van € 250.000 zijn begroot voor vervanging en renovatie welzijnspanden en aanpassingen wijkaccommodaties. Waar hebben deze investeringen specifiek betrekking op? Zijn deze in overeenstemming met de minimaal vier maar feitelijk vijf aktiviteitencentra die in het programma Zorg, Welzijn en Wijkontwikkeling op p. 40 zijn beschreven?
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Bij het afschaffen van het gebruikersdeel ozb op woningen in 2006 is een suppletie-uitkering geïntroduceerd om te voorkomen dat gemeenten er door die afschaffing reëel op achteruit zouden gaan. Deze uitkering wordt stapsgewijs afgebouwd. De afbouw deze uitkering zou niet hoger zijn dan de toename van het reële accres zodat geen enkele gemeente er in een jaar op achteruit gaat. Vijf jaar geleden is deze uitkering voor het laatste afgebouwd. Inmiddels is in de septembercirculaire besloten de koppeling met de accresontwikkeling los te laten. Deze suppletie-uitkering loopt nu vanaf 2015 in zes jaar af naar nul. Wanneer de suppletie-uitkering OZB zou vervallen, betekent dit dat de dekking van de storting in de RSV-2 verdwijnt. De voorgenomen stortingen zullen dan op een andere manier gedekt moeten worden. In de voorliggende meerjarenbegroting zijn de stortingen in de RSV-2 wel reeds verwerkt. Prognose is dat er tussen de 100.00 en 110.000 overnachtingen zullen plaatsvinden. Met een tarief van € 1 levert dat een inkomsten op tussen € 100.000 en € 110.000. De kosten van opleggen en innen van aanslagen, alsmede het controleren van de aangifte worden geschat op € 5.000 € 10.000. Nee. Er is wel sprake van dekking. Met de middelen die nu in de begroting gereserveerd staan, oplopend van € 2 miljoen in 2014 tot € 3,5 miljoen structureel in 2017, kan een risicovoorziening gevormd worden van € 26 miljoen per ultimo 2013, oplopend tot € 45 miljoen per ultimo 2016. Nee, dat is geen probleem. Deze specificatie staat op pagina 163 en verder van de achtergronden en specificaties bij de begroting 2014-2017. Indien de komende jaren (vóór 2018) de negatieve reserve omgebogen kan worden naar een positief saldo, zal er geen probleem zijn met de regelgeving. Dit bedrag heeft te maken met kleine aanpassingen tbv van het gebruik/wettelijke aanpassingen (Arbo)/duurzaamheid/toegankelijkheid gehandicapten en een dakvervanging van bisschopsweg 167. Dit bedrag heeft geen direct verband met de activiteitencentra die in programma Zorg, Welzijn en Wijkontwikkeling op pagina 40 zijn beschreven.
14.
GroenLinks
MO
15.
GroenLinks
MO
16.
GroenLinks
CM
17.
GroenLinks
SOB
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Op p. 25 wordt aangegeven dat er in 2017 geïnvesteerd wordt met betrekking tot Flehite. Gaat er pas in 2017 iets met Flehite gebeuren of al eerder? Indien eerder, waarom zien we dat hier dan niet terug. We hadden al eerder dan 2017 een investering verwacht, gezien de recente ontwikkelingen (verzakking).
Waardoor worden de verschillen per programma tussen raming 2013 en raming 2014 veroorzaakt (bijvoorbeeld bij Cultureel Klimaat)? Programma’s Algemeen bestuur Een goede planning en controlcyclus is geformuleerd als een inspanningsverplichting en niet zozeer als een resultaatverplichting. Met andere woorden, wat wordt er verstaan onder "een goede verantwoording"? Zie ook de ons inziens te summiere beschrijving van de P&C-cyclus op p. 106. Hoe staat de ontwikkeling rondom de P&C-cyclus er in 2014 en volgende jaren voor?
Ruimtelijke ontwikkeling Bij punt 8 op p. 50 wordt beweerd: “Mede op basis van in 2013 verrichte haalbaarheidstoetsen verwachten we wel dat in 2014 tal van particuliere ontwikkelingen van de grond komen. Onze rol is daarbij vooral een faciliterende.” Wat wordt daar precies mee bedoeld? Waarvan is de haalbaarheid getoetst? Om welke particulerende ontwikkelingen gaat het?
Voorzien is dat eind oktober de werkzaamheden voor stabilisatie en fundatie kademuren starten. De aanpak, dekking en financiering van de werkzaamheden is beschreven in RIB 2013-101. De eerste fase van de herstelwerkzaamheden (fundering en stabilisatie) zijn geschat op € 300.000 en zijn gedekt uit de Onderhoudsreserve bij SRO. Derhalve zijn deze niet zichtbaar in de Begroting 2014-2017. Het college heeft voor de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden van de kademuur en gevels en daken de benodigde investering van € 1,6 miljoen opgenomen. Deze is nu geraamd in 2017. Nader zal worden bezien of de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden eerder kunnen worden uitgevoerd dan in 2017. Zie bijlage aan eind van deze lijst. In 2014 start, na de verkiezingen en de vorming van een nieuw College, een nieuwe cyclus van Planning en Control met het Collegeprogramma. Het Collegeprogramma is voor de komende vier jaren de opmaat voor de nieuwe cyclus van begroting, tussenrapportage en jaarrekening. In het Collegeprogramma staat de missie en de ambities voor de komende vier jaren. Op basis van die geformuleerde missie en ambities wordt een vierjarenbegroting gemaakt, een tussenrapportage en als verantwoording een jaarrekening, waarbij het College verantwoording aflegt aan de Raad over het in het afgelopen jaar gevoerde beleid. Een belangrijk onderdeel van de Vernieuwde P&C is en blijft de beleidsevaluatie. Daarin staat ‘het gesprek’ tussen gemeenteraad, collegeleden en maatschappelijke partijen centraal. In dat gesprek wordt niet alleen (beleidsmatig) teruggekeken, maar ook veel aandacht besteed aan de lessen en het beleid voor de toekomst. Het instrument haalbaarheidstoets (HBT) bestaat al enkele jaren. Hierbij worden in kort tijdsbestek particuliere initiatieven die niet passen in het bestemmingsplan getoetst op ruimtelijk relevante aspecten. Wij faciliteren op deze wijze de totstandkoming van dit soort initiatieven tegen een relatief beperkte vergoeding van kosten en met een in het algemeen relatief korte doorlooptijd. Wij verwachten onder meer dat in 2014 tot stand komen: Stadsring 65 -69 (omzetten kantoor naar wonen en horeca), Sportlaan 30 (tribune VVV Hoogland), Stationsstraat 10 (shortstay), Utrechtseweg 80 (omzetten kantoor naar wonen) en Hamsweg 70 (particulier opdrachtgeverschap).
18.
GroenLinks
SOB
Mobiliteit Op p. 53 staat: “Groene golven op doorstroomroutes: op een aantal belangrijke routes in de stad wordt de doorstroming
verbeterd door aanpassingen aan/afstemming van de verkeerslichten.” Wordt de doorstroming verbeterd voor de fiets en voetganger of voor de auto?
Deze maatregel uit het programma Beter Benutten is een maatregel voor doorstroming van het autoverkeer. Overigens is niet op alle trajecten ook langzaam verkeer of openbaar vervoer aanwezig. De maatregelen verschillen per traject en daardoor verschillen ook de effecten van de maatregel. Door toepassing van slimme nieuwe technieken kunnen groene golven flexibeler worden ingezet. Tijdens de piek in de spits zal het langzaam verkeer hierdoor soms langer moeten wachten, maar in de aanloop van de spits en in de daluren kan het langzaam verkeer juist extra profiteren. Op andere plekken worden extra maatregelen ingezet om het langzaam verkeer te verbeteren.
19.
GroenLinks
SOB
Punt 5 op p. 53 behoeft uitleg.
In Amersfoort is dit jaar een proef gedaan met het regelscenario Koppelbrug. Met dit scenario werd verkeer geïnformeerd over de opening van de Koppelbrug en werd het verkeer omgeleid. Ook rond de N237/A28 is een regelscenario actief geweest om het verkeer optimaal te laten doorstromen. Diverse maatregelen rond de aanpassingen aan verkeerslichten uit het programma Beter Benutten en VERDER zijn uitgevoerd, waaronder de plaatsing van de verkeerslichten op de kruising Daam Fockemalaan – Stichtse Rotonde. Gegevens over reistijden en verkeersintensiteiten worden verzameld en “real time” doorgestuurd naar de regionale verkeerscentrale. Van daaruit kan het verkeer door regelscenario’s worden bijgestuurd.
20.
GroenLinks
CM
Paragrafen Op p. 109 wordt aangegeven dat een streefwaarde van 1,0 als weerstandsvermogen niet meer realistisch is als gevolg van de aanhoudende economische crisis. Wat is wel realistisch en waarom?
De streefwaarde blijft uiteraard 1,0. Tegelijkertijd is het ook duidelijk dat we deze streefwaarde, als gevolg van de economische crisis, de komende jaren niet gaan halen. Op pagina 19 van de begroting staat hierover het volgende: “Onze norm van 1 (reserves toereikend om risico’s geheel op te vangen) is geen harde boven of ondergrens, maar een signaalwaarde. Wanneer we uitkomen onder de norm betekent dat dat we, als deze risico’s zich feitelijk voordoen, eerder zullen moeten overstappen op de andere twee opties: bezuinigen of lastenverzwaring. Om in 2014 een weerstandsvermogen van 1 te kunnen behalen, zouden we nog € 48,1 miljoen aan extra weerstandscapaciteit moeten hebben. Dit vraagt om een even grote bezuiniging, welke zeker niet op deze korte termijn realiseerbaar is.“ Overigens is Amersfoort daar niet uniek in, dit speelt bij vrijwel alle gemeenten. Een ratio van kleiner dan 1,0 is acceptabel, mits er zicht is op een toename van deze ratio en dat die binnen een redelijke termijn weer boven de 1,0 uit gaat komen.
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
21.
GroenLinks
CM
Op p. 113 staat: “De inschatting van het financiële gevolg is afgenomen.” Wat wordt daar mee bedoeld?
22.
D66
SOB
Algemeen: Woningbouw 500 in 2013, 500 in 2014 en 2015 en 2016 elk 600. Is dat reëel als nu al blijkt dat er nog geen 150 woningen worden verkocht?
23.
D66
SOB
Uit de onderhandeling met Vathorst beheer is gebleken dat er geen andere partijen mee mogen doen naast de bestaande bouwers. Houdt dit dan ook in dat daar geen particulier opdrachtgeverschap mogelijk is?
Er is en er komt meer ruimte voor (collectief) particulier opdrachtgeverschap in Vathorst. Dat staat los van de gesprekken die wij met Vathorst Beheer voeren over betrokkenheid van derden ontwikkelaars.
24.
D66
SOB
Zijn de tegenvallende kosten van de Lichtenberg (nu nog 1,7 miljoen) niet gereserveerd en moet daar nog geld voor gevonden worden?
Er is nog geen geld gereserveerd voor het tekort van Lichtenberg. Dit tekort zal bij jaarrekening voorzien moeten worden. Mogelijk dat de structurele reservering van € 1miljoen voor tekorten op de grex hiervoor ingezet kan worden.
25.
D66
CM
Behorende bij: Begroting 2012-2017 Pagina 14 Hier staat dat de onderuitputting de facto vervalt (er komt immers een vaste dekking voor te staan). Is het college van mening dat er ook positieve kanten zitten aan het opnemen van een post voor onderuitputting? Zo ja, welke? En zo ja, waarom wordt dan toch besloten om het te laten vervallen?
Reden waarom we ooit zijn overgegaan tot het opnemen van een stelpost voor onderuitputting was gelegen in het feit dat toentertijd in de jaarrekeningen steevast sprake was van grote overschotten. Dat betekent dat we in de begroting daaraan voorafgaand of bepaalde wensen onnodig niet gehonoreerd waren of dat de gemeentelijke lasten te hoog waren vastgesteld voor het noodzakelijke uitgavenniveau. Sinds het uitbreken van de crisis staat de begroting steeds meer onder druk en is er veel minder sprake van meevallers gedurende de loop van het jaar. De provincie heeft daarop gereageerd door te stellen dat een dergelijke stelpost vooraf concreet moet zijn ingevuld, cq nader moet zijn onderbouwd. Dat is ook de reden waarom we besloten hebben om de stelpost te laten vervallen.
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Bij het de beoordeling van een risico maken we een inschatting van de kans dat het risico optreedt en de mogelijke financiële gevolgen daarbij. Ten opzichte van de vorige inventarisatie (bij het jaarverslag 2012) is onze inschatting van het mogelijke financiële gevolg naar beneden bijgesteld. Dit omdat de exploitatieresultaten van Amfors zijn verbeterd. Het is een prognose voor de gehele stad, niet alleen voor Vathorst. Hoe verder weg in de tijd hoe onzekerder de aantallen worden. Dit vindt plaats tegen een achtergrond van een nog steeds aanwezige behoefte aan woningen, maar een vanwege diverse oorzaken achterblijvende vraag. Ervaring tot nu toe laten nog steeds substantiële aantallen opleveringen zien. In 2012 waren dat er bijvoorbeeld nog 698.
26.
D66
CM
Pagina 14 Kan er een overzicht gegeven worden van de onderuitputting van de afgelopen 10 jaar?
Zie ook het antwoord op vraag 8 waarin de onderuitputting vanaf 2010 is weergegeven. In wezen geeft het bruto rekeningssaldo aan of er ten opzichte van de (sluitende) begroting de onderuitputting per saldo is goedgemaakt. De saldi van de jaarrekeningen bedroeg de afgelopen jaren: 2002: 2003: 2004: 2005: 2006: 2007: 2008: 2009: 2010: 2011: 2012:
27.
D66
CM
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Pagina 18 In de Tussenbalans staat de volgende tekst: “De afvalstoffenheffing is voor meerpersoonshuishoudens sterker gedaald dan voor eenpersoonshuishoudens. Niettemin zullen wij ten aanzien van de belastingmaatregelen 2013/2016 er voor zorgen dat eenpersoonshuishoudens niet zwaarder worden belast dan de meerpersoonshuishoudens. Wij zullen de tariefsberekening zodanig opzetten dat er geen ongewenste effecten optreden. Dat kan eenvoudig plaatsvinden door een kleine verschuiving tussen de tarieven van de afvalstoffenheffing voor meerpersoonshuishoudens en eenpersoonhuishoudens.“ In de huidige begroting stijgen de lasten voor eenpersoonshuishouden echter relatief meer dan die van meerpersoonshuishoudens. Kan het college aangeven hoe de verdeelsleutel werkt tussen eenpersoons- en meerpersoonshuishouden? Hoe worden specifiek de kosten verdeeld? Hoe worden bijvoorbeeld de zwerfafvalkosten toeberekend aan eenpersoons- en meerpersoonshuishouden
€ 12.1 miljoen positief € 16.3 miljoen positief € 6.5 miljoen positief € 15.8 miljoen positief € 24.9 miljoen positief € 23.3 miljoen positief € 13.6 miljoen positief € 12.8 miljoen positief € 4,8 miljoen positief € 13,3 miljoen negatief € 2,9 miljoen positief
De verantwoording van de tariefopbouw maakt onderdeel uit van de Belastingvoorstellen. In de daarbij behorende bijlage wordt de tariefopbouw uiteengezet. In de tarieven geldt een basis van afvalinzameling en een deel afvalverwerking. Bij de inzameling wordt ervan uitgegaan dat dit voor ieder huishouden gelijk is (kosten Rova). De differentiatie wordt aangebracht in het deel afvalverwerking, waarbij er een aanname is dat gemiddeld genomen een meerpersoonshuishouden 2 keer zo veel afval produceert als een eenpersoonshuishouden (alle overige kosten). Die verhouding wordt ook in de tarieven als zodanig berekend. De kosten van zwerfafval vallen dus onder de kosten van verwerking.
28.
D66
CM
Pagina 18 Is de afgelopen jaren onderzocht of het rioolrecht ook gedifferentieerd kan worden naar eenpersoon- en meerpersoonshuishoudens? Wat zijn eventuele bezwaren om dit niet te doen?
29.
D66
CM
Pagina 18 Hier staat de opbrengst van de toeristenbelasting. Is dit de opbrengst van 100.000 euro vóór of na alle kosten?
30.
D66
CM
Pagina 26 uitgangspunten begroting: de gehanteerde rente bij GREX bedraagt 4% ? En waarom geen 4,5%?
31.
D66
MO
Pagina 30 Er wordt bij de streefwaarden gesproken over het aantal plaatsen, echter zegt het bezettingspercentage (daadwerkelijk gebruik) meer over prestaties (nut en noodzaak) kunt u de bezettingspercentages weergeven en deze vanaf nu standaard in de begroting opnemen?
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
In principe is het mogelijk om bij een gebruikersbelasting rioolheffing één- en meerpersoonstarieven te hanteren. Dat kan alleen bij woningen. De rioolheffing in Amersfoort beslaat echter ook eigenaren en bedrijven. Het overstappen naar één- en meerpersoonstarieven zou voor inwoners een enorme lastenverzwaring betekenen. Tot 2006 werd het beheer en onderhoud van het riool uit de inkomsten OZB bekostigd. In 2006 is de OZB gebruikersbelasting voor woningen afgeschaft, waardoor een deel van de inkomsten riool ook zou verdwijnen. Er is destijds voor gekozen het aandeel rioolkosten uit de OZB te halen en als rioolheffing verder te laten gaan. Met de WOZ-waarde als maatstaf werd lastenverschuiving voorkomen. Prognose is dat er tussen de 100.00 en 110.000 overnachtingen zullen plaatsvinden. Met een tarief van € 1 levert dat een inkomsten op tussen € 100.000 en € 110.000. De kosten van opleggen en innen van aanslagen, alsmede het controleren van de aangifte worden geschat op € 5.000 € 10.000. Zie ook het antwoord op vraag 10. De richtlijnenbrief van de provincie geeft aan dat aan de grondexploitaties maximaal 4% mag worden toegerekend, omdat de toezichthouder van oordeel is dat bij een hogere rente er een subsidiëring van de begroting plaats vindt ten laste van de grondexploitaties en dat verstoort het structureel begrotingsbeeld. De bezettingspercentages zijn beschikbaar: streefwaarde 2012: voor alle vormen van opvang 90% voor de dagopvang geldt maximaal 45 bezoekers tegelijk, gemiddeld 30 per dag. Resultaat 2012: dagopvang: gemiddeld 29 bezoekers per dag nachtopvang 108% (vanwege tijdelijke winteropvang) crisisopvang 99% kortdurend begeleid wonen jongeren 91% kortdurend begeleid wonen individuele volwassenen 97,5% kortdurend begeleid wonen gezinnen 120% (overgang van begeleid wonen naar ambulant niet goed geregistreerd, daarom hoger dan 100%) begeleid wonen 8-24 maanden: streefcijfer 92%, realisatie 116% (inclusief nazorg) vrouwenopvang Blijf van mijn lijf: 106% (overlap: cliënt vertrekt ’s ochtends, ’s avonds opname nieuwe cliënt) tienermoederopvang 99%
32.
D66
MO
Pagina 40 Welk percentage van V(s)) scholen doen mee aan de verwijsindex? Kunnen we terecht opmaken dat dit 100% is? Waarom is er een onderscheid tussen percentage (PO) en absoluut V(S)O?
33.
D66
MO
Pagina 45 Integrale huisvestingsplannen onderwijs. Worden hier, zoals verzocht in een motie in juni dit jaar, de gevolgen van de landelijke motie Van Haersma Buma in meegenomen? Hoe staat het met de nulmeting?
34a.
D66
MO
Pagina 45 Er wordt hier een algemene opmerking geplaatst over het landelijke besluit tot het mogelijk doordecentraliseren van huisvesting voor het Primair Onderwijs. Ondertussen staat er in het coalitieakkoord een opdracht om doordecentralisatie spoedig mogelijk te maken. Hoe staat het ermee? Zijn er al gesprekken hierover gevoerd met het onderwijsveld?
34b.
D66
SOB
35.
D66
MO
Pagina 49 Wat wordt bedoeld met concentratie van beheer vastgoed. Wat gebeurt er dan precies? Pagina 49 Wat zijn de huisvestingskosten van de instellingen?
36.
D66
SOB
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Pagina 53 Op welke structurele oplossing voor het fietsparkeren bij het station wordt gedoeld?
De kengetallen zijn voor het PO abusievelijk niet in de definitieve begrotingstekst opgenomen. De percentages zijn: Realisatie 2012: 92 Streefwaarde 2014 en 2015: 93 Streefwaarde 2016 en 2017: 94 Het is inderdaad niet logisch het kengetal PO in een percentage uit te drukken en het andere in absolute aantallen. Wij zullen dit de volgende begroting aanpassen. Door de uitname uit het gemeentefonds verbonden aan de motie van Van Haersma Buma verschuift budget van gemeenten naar onderwijsbesturen onderwijs (zie ook vraag 4). Vanuit de zorgplicht voor onderwijshuisvesting blijft de gemeente een verantwoordelijkheid houden voor onderwijshuisvesting. De uitname uit het gemeentefonds wordt meegenomen in het overleg met de schoolbesturen over het IHP. In samenwerking met de schoolbesturen wordt de nulmeting nu uitgevoerd. Het voorgenomen landelijke beleid om het buitenonderhoud van Primair Onderwijs (PO) en Speciaal Onderwijs (SO) over te hevelen van gemeente naar schoolbesturen (=doordecentralisatie) wordt meegenomen in het IHP. Het betreft een taakmutatie van gemeente naar schoolbesturen waar het budget (via het Rijk) mee overgaat. Het is alleen niet duidelijk hoe het bedrag dat wordt uitgenomen uit de gemeentebegroting wordt verdeeld over de schoolbesturen. Het wachten is op landelijke wetgeving hieromtrent. Er is goed en continue overleg met de schoolbesturen over de opzet van het Integraal huisvestingsplan (IHP). Het buitenonderhoud is een onderdeel van de doordecentralisatie zoals genoemd in het coalitieakkoord. Het beheer van het gemeentelijk vastgoed was verspreid over verschillende sectoren. Dit is nu ondergebracht bij SOB-PO. De gemeente subsidieert activiteiten. De huisvestingkosten zijn onderdeel van de bedrijfsvoering van de instellingen en worden als zodanig – een enkele uitzondering daargelaten -niet afzonderlijk gesubsidieerd. Veelal zijn gegevens wel opgenomen in de begrotingen en verantwoordingen van instellingen Deze gegevens kunnen op afspraak worden ingezien bij het gemeentebrede Programmateam Subsidies. Het gaat om het structureel uitbreiden van het aantal fietsparkeerplaatsen bij Station Amersfoort zodat de huidige tekorten maar ook toekomstige groei kunnen worden opgevangen. Uw raad zal hierover binnenkort worden gepeild.
37.
D66
SOB
Pagina 60 Hier wordt gesproken over een intentieverklaring energieneutraal renoveren, wat is dat?
In 2014 wordt de intentieverklaring ‘energieneutraal renoveren in Amersfoort’ geconcretiseerd. Eind juni is de intentieverklaring Stadsbreed energieneutraal renoveren getekend. Hiermee spreken naast VVE/033 energie en schoolbesturen, o.a. de drie woningcorporaties die actief zijn in Amersfoort de intentie uit om minimaal 1000 woningen energieneutraal te renoveren. Voor de volledige tekst: http://www.amersfoort.nl/Redacteuren/documenten/woonomgeving/ milieu/Intentieverklaring%20energieneutraal%20renoveren%20in%20A mersfoort_27-6-2013.pdf
38.
D66
SOB
39.
D66
MO
40.
D66
SOB
Pagina 92 Wordt het leegstaand vastgoed dan niet (tijdelijk) verhuurd?
41.
D66
SOB
Behorende bij: Achtergronden en Specificaties Pagina 16 Hoe wil het college het aantal aanvragen voor de omgevingsvergunning zo sterk omlaag krijgen?
Sinds de economische crisis is een duidelijke daling en het aantal bouwprojecten en daarmee een daling in het aantal aanvragen voor een omgevingsvergunningen te zien. Wij verwachten dat het dieptepunt bereikt is en het aantal aanvragen de komende jaren stabiliseert. Het aantal aanvragen voor kleinere projecten is duidelijk toegenomen t.o.v. voorgaande jaren en grotere projecten afgenomen.
42.
D66
CM
Pagina 69 Kunnen de gegevens hier geactualiseerd worden?
De metingen vinden niet jaarlijks plaats. Zodra er nieuwe informatie beschikbaar is, zullen we dit aanpassen.
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Pagina 64 Hier wordt gesproken over de uitrol van zonnepanelen. Hierbij stelt u dat bedrijven hier een aantrekkelijke businesscase voor op kunnen stellen. Daarnaast geeft u aan dat u dit met lokale partijen deze kansen wil verzilveren. Kunt u aangeven hoe u denkt bedrijven hiervoor te interesseren en wat de opbrengsten zouden kunnen zijn? Pagina's 82 t/m 88 Verschillende streefwaarden liggen lager dan reeds gerealiseerd. Bent u van mening dat deze streefcijfers weinig ambitie tonen? Kunt u per effectindicatoren en/of prestatie-indicator aangeven waarom deze lager ligt dan eerder gerealiseerd en waarom deze naar benden wordt bijgesteld?
We hebben de opdracht gegeven de businesscase voor een groot aantal daken op te stellen (sporthallen en scholen). Wij willen via lokale coöperaties, zoals 100% Eemstroom en Zon@school, inwoners de gelegenheid te geven te investeren in lokaal opgewekte zonnestroom, waardoor de revenuen ook lokaal terugstromen. Alle indicatoren zijn neerwaarts bijgesteld op basis van prognoses van het CBP. In 2014 zal er nog geen verbetering van de arbeidsmarkt zijn, deze reageert vertraagd op de economie. Met een oplopende werkloosheid zullen er meer inwoners een beroep doen op de bijstand, en zijn er voor de cliënten in de bijstand minder kansen zijn op uitstroom. De doorstroom is hierdoor ook minder. Panden die bedoeld zijn voor herontwikkeling of verkoop worden niet verhuurd ter voorkoming van huurrechten waardoor verkoop of herontwikkeling moeilijk is. De panden worden in gebruik gegeven via de huisoppasdienst. Hiervoor ontvangen wij geen vergoeding. (anders is er sprake van verhuur en huurrechten).
43.
D66
MO
Pagina 82/83 Weinig ambitieuze cijfers. Waarom geen ambitie bij percentage dat stijgt op de ladder? Bij uitstroom naar regulier werk (graag meer uitleg dan nu)?
44.
VVD
MO
p. 9 - h, wanneer kan de raad een dit voorstel over investeringen in de Flint tegemoet zien en in welke vorm?
45.
VVD
GRF
p 23 programma 1, welke investeringen voor AV in de raadszaal zijn voorzien? Welke aanpassingen zijn recent gedaan?
Het bedrag van € 217.000 voor 2014-2017 is vergelijkbaar met de hoogte van het krediet voor de periode 2010-2014. In de komende maanden bereidt de griffie een plan van aanpak voor om verbeteringen aan te brengen in de audiovisuele voorzieningen. Hierin worden o.a. maatregelen voorgesteld voor vernieuwing van camera’s in de Raadzaal en worden mogelijkheden onderzocht voor audio/videouitzending van Rondevergaderingen. Vooralsnog is rekening gehouden met een investering van ruim € 200.000, maar de werkelijke kosten zullen afhangen van de ingrepen die nodig zijn. Het krediet audiovisuele voorzieningen voor 2010-2013 bedroeg € 215.350. Na aftrek van bezuinigingen (€ 40.000), beheerskosten facilitaire zaken (€ 26.350) en investeringen in voorzieningen in de Molendijkzaal en Vermeerzaal (€ 114.852) resteert een bedrag van € 34.148.
46.
VVD
GRF
p 23 programma 1, een reservering van 33.000 voor PC's voor raadsleden , zijn deze kosten reeel gezien de overgang naar tablets?
Een budget van € 33.000 maakt het mogelijk om per raadslid maximaal € 850,- bruto in een raadsperiode te vergoeden. In de lopende periode was dit € 1.350 netto. In de lopende raadsperiode is er een forse overschrijding geweest op het budget PC-vergoedingen, omdat a) in veel gevallen het maximum bedrag is gedeclareerd, en b) de bedragen bruto werden uitbetaald omdat de Belastingdienst dergelijke vergoeding als ‘loon in natura’ beschouwt. Om een overschrijding op deze post te voorkomen zal de Verordening geldelijke voorzieningen voor raadsleden, commissieleden en fracties in de gemeente Amersfoort 2013 moeten worden aangepast. Dit is momenteel onderwerp van bespreking in het fractievoorzittersoverleg. Na afronding van die gesprekken zal aan de raad een voorstel worden voorgelegd.
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Zie ook vraag 39. Doordat de totale uitstroom bestaat uit een deel niet beïnvloedbaar (bijvoorbeeld verhuizen of overlijden) en een deel beïnvloedbaar (werk en scholing) zal bij verminderde uitstroomkansen het aandeel naar werk afnemen. Verder komt dit door de zoektermijn die nu breed wordt ingezet bij de poort. Hierdoor worden met name kansrijke werklozen nog voor de uitkering naar werk begeleid. Zij tellen hierdoor niet meer mee in de uitstroom (er is immers geen uitkering toegekend). Op zeer korte termijn zullen wij u, met een Raadsinformatiebrief, informeren over de plannen en geraamde investeringsbehoefte voor revitalisering van De Flint.
47.
VVD
MO
p 25 programma 9. Kan het college aangeven welke investeringen er zijn voorzien in de Flint en de Aegtenkapel. Wanneer en hoe wordt hier besluitvorming over voorzien?
Voor het meerjarenonderhoudsplan (MOP) De Flint is in de periode 20142017 € 4.007.000 aan investering geraamd. Hiervan is reeds € 1.729.000 geautoriseerd bij de vorige begroting 2013-2016. In de voorliggende begroting wordt uw Raad gevraagd op basis van een nieuw opgesteld MOP aanvullend € 2.278.000 te autoriseren. Op basis van het MOP wordt uw Raad middels voorliggende begroting gevraagd € 192.000 in de periode 2014-2017 te autoriseren voor onderhoud aan de St. Aegtenkapel en € 242.000 voor overige investeringen (lift, invalidentoilet,geluidsisolatie,etc.) Voor het plan De Vernieuwde Flint is in periode 2014-2017 € 4.022.000 aan investeringen geraamd. De hieruit vloeiende lasten staan op pagina 9 van de begroting (achter Aanpassing de Flint). Hierover wordt aparte besluitvorming door de raad voorbereid. De hiervoor genoemde investeringen maken onderdeel uit van de Begroting bestaand beleid (actualisering kapitaallasten), waarvoor in de Kadernota is gesteld dat deze sluitend moet zijn. Autorisatie door de Raad vindt plaats door goedkeuren van de Begroting 2014-2017. Bij vraag 44 wordt aangegeven dat de raad op korte termijn informatie tegemoet kan zien over de plannen en investeringen voor De Flint.
48.
VVD
SOB
p 25 programma 11 financiën en belastingen, waarom staat 1,4 mln genoteerd voor restauratie van de Veerensmederij in programma 11?
Verhuurd vastgoed wordt verantwoord in programma 12 financiën en belastingen.
49.
VVD
S&B
P 30 3. public affairs. Op wat voor type subsidies van welke omvang doelt het college. Welke kosten en opbrengsten worden voor 2014 voorzien?
De subsidie-coördinator heeft zich in het eerste halfjaar ingespannen voor met name Europese (langlopende) subsidies, met een totaalbedrag van ruim 10 miljoen euro, deels met het afwenden van dreigende korting of intrekking op eerdere toewijzingen. De mogelijke omvang van de nieuwe subsidiebeschikkingen in 2014 is zo’n 2 miljoen. De kosten van de (externe) subsidiecoördinator bedragen €60.000 p.j.
50.
VVD
CM
Dit zullen wij aanpassen.
51.
VVD
MO
p 56. Kan het college de cirkeldiagrammen in de begroting van percentages voorzien? Kan het college de uitsplitsing van de kosten voor ambtelijke organisatie, theaters en podia, monumentenzorg, musea en overige laten zien? p. 79 Heeft het college in 2013 een subsidie aan het MOA gegeven? Zo ja, van welke omvang?
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Ja, € 182.000 op grond van collegebesluit van 18 december 2012, conform Raadsbesluit van 6 december 2011 (#3931924).
52.
VVD
SOB
p. 99 Waarom voorziet het college een sterke stijging van de kosten voor verlichting in 2015? Welke voortgang boekt het college in de overgang naar meer duurzame verlichting zoals led?
Na 2015 en zeker na 2020 zullen de kosten voor vervanging van lichtmasten sterk stijgen om dat dan vervanging aan de orde is in de groeiwijken die na 1975 zijn ontwikkeld. Een lichtmast gaat gemiddeld zo’n 40 jaar mee. Naar aanleiding van de motie M-3.5a veilig en duurzaam besparen op straatverlichting, door de raad aangenomen op 6 november 2012, is het verlichtingsbeleid geëvalueerd en de aanpak tot 2022 in kaart gebracht. Omdat de aanpak een complexe mix is van beheer en duurzaamheid gekoppeld aan een lager budget, is de desbetreffende rapportage ontwikkeld in eigen beheer. Daardoor heeft een en ander meer tijd gekost dan voorzien. Het is de bedoeling uw raad hierover nog dit jaar te informeren door middel van een RIB.
53.
CU
MO
Op p. 16 staat een sterke stijging van het aantal aanvragen APV, Horeca en Evenementen van 232 in 2011 naar 993 in 2012. Waardoor is dit veroorzaakt? Hoeveel klachten en verzoeken tot handhaving waren er?
Het is niet precies duidelijk waarop de vragensteller precies doelt en zullen met de vragenstellen contact opnemen.
54.
CU
SOB
P. 22: Waarom staat de informatie over Centrumontwikkelingen en Amersfoort Vernieuwt in de paragraaf duurzaamheid? Welke projecten worden hieruit gefinancierd die duurzaamheid bevorderen?
Het betreft hier niet de paragraaf duurzaamheid, maar een toelichting van de bestedingen uit de Reserve “Uitvoering bodembescherming en Stedelijke vernieuwing”.
55.
CU
MO
P. 27: Waarom is het percentage volwassenen met depressieve klachten gestegen van 18% in 2009 naar 49% in 2012 en het percentage ouderen met depressieve klachten van 22% naar 41%? Wat was de vraagstelling waardoor het percentage zo hoog is geworden?
De vraagstelling is veranderd. In de vragenlijst is nu een index opgenomen die het risico op angststoornissen en depressieve klachten meet. Wij zullen de omschrijving in de begroting aanpassen.
56.
CU
MO
P. 28: Waarom wilt u het percentage mantelzorgers omlaag brengen van 14% in 2012 naar 11% in 2014? Hoe wilt u dat bereiken?
De percentages zijn niet goed opgenomen in de begroting. Er moet staan: 2013/14: 14%, 2015/16: 15%, 2017: 16%. Dit wordt aangepast.
57.
CU
MO
P. 29 en 30: Waarom zegt u dat de doorstroom in de maatschappelijke opvang is bevorderd, als de gemiddelde verblijfsduur van zowel de opvang als de woonbegeleiding met een maand is toegenomen vergeleken met de vorige meting?
58.
CU
MO
Gaat u de extra gelden van 1.404.000 euro die vermeld staan op pagina 163 gebruiken om de doorstroom in de maatschappelijke opvang te bevorderen? Waar komt dit geld vandaan? Is dit een gevolg van de herijking van het verdeelmodel in 2014? Hoe gaat u die gelden aanwenden?
Wij hebben ter bevordering van de doorstroom in de maatschappelijke opvang een aantal maatregelen genomen. Te denken valt aan een betere afstemming van de verschillende zorgverleners. Ook wordt gedacht aan differentiatie binnen doelgroepen. De verblijfsduur is echter ook erg afhankelijk van de mogelijkheden van uitstroom. Omdat die mogelijkheden nog wel eens te gering zijn, stokt de uitstroom af en toe. De reserve maatschappelijke opvang is bedoeld voor de uitbreiding van de dagopvang aan het Smallepad met nacht- en winteropvang en voor het realiseren van een aantal aanpassingen aan de Kleine Haag (verslavingsopvang Victas) ter voorkoming/vermindering van overlast voor omwonenden. Zie ook Raadvoorstel Bestemming rekeningsaldo 2012, raadsvergadering 25-06-2013
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
59.
CU
MO
P. 31: Waarom is de recidive van criminelen verhoogd van 178 in 2010 naar 223 in 2012 (binnen een jaar) en van 336 in 2010 naar 360 in 2012 (langer dan een jaar)? Wat gaat u doen om de afname die u ambieert te bewerkstelligen?
60.
CU
MO
P. 31: Waarom zijn er geen prestatie-indicatoren geformuleerd om te beoordelen of het seniorenbeleid effectief is? Gaat u die nog formuleren of wilt u dit niet weten?
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Recidive in deze tabel betreft een nieuw incident huiselijk geweld bij een huishouden waarvan al een melding bekend was. Door de aard van de problematiek kan het lang duren voordat in een huishouden weer een stabiele situatie is ontstaan. Helaas kan het daardoor gebeuren dat er ook tijdens een hulptraject nieuwe incidenten zijn. Steeds wordt dan gekeken of het hulptraject aangepast moet worden. Zolang hulp in het vrijwillige kader wordt geboden kunnen mensen hulp ook weigeren. Met dwang en drang wordt geprobeerd dan toch hulp te bieden. Als er minderjarigen betrokken zijn, zijn hiervoor meer mogelijkheden dan bij volwassenen. In 2012 zijn meer cases besproken dan in 2010 (861 tov 822) Daarmee zijn er ook meer cases geweest waarbij recidive plaats kan vinden. Doordat door de jaren heen steeds meer cases bekend zijn is de kans dat recidive wordt geconstateerd ook groter. De verschillen kunnen ook komen doordat er in 2012 ernstiger cases speelden, of wellicht ook door de wijze van registratie. Doel blijft herhaling zoveel mogelijk tegen te gaan. In 2013 zijn de werkwijzen aangepast mede met het doel om sneller toe te kunnen leiden naar hulp. Werken met wijkteams biedt ook meer mogelijkheden om snel dichtbij ondersteuning te bieden en signalen te blijven opvangen als een hulptraject niet meer loopt. Belangrijk bij de aanpak van huiselijk geweld is om eerder te signaleren, voordat situaties uit de hand zijn gelopen. De meldcode en het daarvoor ontwikkelde digitale handelingsprotocol ondersteunt daarbij, ook het uitdragen dat mensen hulp kunnen krijgen en het onderwerp bespreekbaar blijven maken helpt daarbij. We benutten daarvoor bijvoorbeeld de jaarlijkse Week zonder Geweld Seniorenbeleid is onderdeel van het Wmo-beleid. Prestaties geleverd door instellingen zijn over het algemeen generiek. Een beperkt aantal activiteiten is specifiek op senioren gericht, zoals het ouderenwerk, de ondersteuning van de ouderenadviseur en de laagdrempelige opvang voor senioren. Zij leveren een bijdrage aan de doelstellingen die zijn geformuleerd onder ‘Senioren’. Met de instellingen die deze activiteiten uitvoeren maken wij afspraken over prestaties, zowel kwalitatief als kwantitatief. Deze komen echter niet terug in de begroting. Eens in de vier jaar voert de GGD een Seniorenmonitor uit. Deze geeft een breed beeld van senioren t.a.v. gezondheid en welbevinden. Hiervan maken wij gebruik bij het formuleren en evalueren van ons beleid.
61.
CU
MO
P. 32: Waarom zijn er geen prestatie-indicatoren geformuleerd om te beoordelen of het diversiteitsbeleid effectief is? Welke minderheden worden het meest gediscrimineerd? Is de verdeling van subsidies om discriminatie tegen te gaan gericht op de minderheden die het meest worden gediscrimineerd? Gaat u die nog indicatoren formuleren om te beoordelen of de subsidies het gewenste effect hebben?
De kanteling van specifiek integratiebeleid naar diversiteitsbeleid waarin we de aandacht voor diversiteit borgen in regulier beleid en een bondgenoot zijn voor de partners in de stad, vraagt om een andere wijze van evalueren. Wij gaan met O&S in overleg over de mogelijkheden om indicatoren op te stellen die meegenomen kunnen worden in de reguliere onderzoeken van O&S, of anders als een andere wijze van evalueren meer passend is. Het vóórkomen van discriminatie heeft vele oorzaken en is daardoor niet uitsluitend te relateren aan lokaal beleid. Effecten meten is daardoor complex. Uit diverse onderzoeken is af te leiden dat er sprake is van onderrapportage van discriminatie, waardoor het eerste streven is om meer van wat er gebeurt in beeld te krijgen. Gemeenten zijn wettelijk verplicht burgers toegang te verlenen tot een antidiscriminatiewetvoorziening. De subsidie wordt verstrekt voor wettelijk bepaalde taken. In Amersfoort wordt de antidiscriminatiewetvoorziening ingevuld door Art. 1 Midden Nederland. Deze stichting verzorgt de cijfers over meldingen van discriminatie. De aantallen zijn te klein om uitspraken te kunnen doen over welke minderheden het meest gediscrimineerd worden. De meest voorkomende discriminatiegronden zijn ras, leeftijd en geslacht (periode 2009 - 2012) en kent een spreiding van melders qua herkomst. De meeste discriminatiemeldingen gaan over het maatschappelijk terrein ‘arbeidsmarkt’. Aanvullend verlenen wij subsidie voor inzet die wij samen met de organisatie bepalen aan de hand van ontwikkelingen die zich gedurende het jaar voordoen. Art 1 Midden Nederland biedt ons daarmee een inhoudelijke duiding van de cijfers die wij benutten om na te gaan welke inzet waar inzet nodig is. Als de meeste klachten over discriminatie bijvoorbeeld voorkomen op de arbeidsmarkt, zet Art. 1 MN bijvoorbeeld extra in op aandacht voor gelijke behandeling bij stakeholders die op dit terrein actief zijn. De voorgaande vragen over de prestatieindicatoren leert ons dat het aan te bevelen is om met u in gesprek te gaan over de aard en de omvang van de prestatieindicatoren.
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
62.
CU
MO
P. 35: Klopt het dat de getallen in de tabel bij de Rekening 2013 onderdeel Lasten voor Zorg (9.358) en Wijkwelzijn en wijkontwikkeling (29.583) zijn omgewisseld? Zo niet, kunt u de verschillen met de daaropvolgende jaren verklaren?
Ja, dat klopt. De getallen in de tabel zijn per abuis omgewisseld. Dat zullen wij aanpassen.
63.
CU
MO
P. 38: 2014 wordt een belangrijk jaar in de aanpak jeugdwerkloosheid. Dit actieplan is volgens de begroting vastgesteld in 2013. Heeft de gemeenteraad dit actieplan goedgekeurd? Of stond alle info die wij hierover krijgen in RIB 2013-91?
Het Actieplan jeugdwerkloosheid is een regionaal plan dat door de betrokken regionale partijen gezamenlijk is vastgesteld en door de coördinerend wethouder namens de regio is ingediend. De raad is over het plan met Rib 2013-91 geïnformeerd.
64.
CU
MO
P. 40: Waarom staat er een bijna leeg kengetallentabel op deze pagina?
De oorspronkelijke voetnoten, waarin wordt uitgelegd waarom deze kerngetallen niet langer worden opgenomen, zijn abusievelijk niet meegenomen in de uiteindelijke begrotingstekst. De voetnoot bij Terugdringen VSV luidt: Deze streefcijfers waren opgenomen in het VSV-convenant 2008-2011. In het nieuwe convenant 2012-2015 zijn zulke gedetailleerde streefcijfers opgenomen (per schoolsoort, onder- en bovenbouw etc.), dat dit leidt tot een onoverzichtelijk geheel. In het kader van het streven het aantal kengetallen te verminderen wordt voorgesteld de streefcijfers hier niet op te nemen. Voetnoot 2 bij Maatschappelijke stages: Kan vervallen: de maatschappelijke stages zijn landelijk afgeschaft.
65.
CU
SOB
P. 52: In de financiële tabel staat bij het onderdeel lasten op de regel Groene Stad voor het jaar 2014 lasten van 761.000 euro, terwijl dat bij de vorige begroting 7.844.000 euro was. Evenzo staat dit jaar bij Grondexploitaties 44.855.000 euro, terwijl dat vorig jaar 28.686.000 euro was. Waarom deze verschuivingen in lasten?
66.
CU
SOB
P. 78: Waarom is het aantal toeristische bezoeken afgenomen van 2,5 miljoen naar 2,1 miljoen?
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Dit zullen wij aanpassen. Groene Stad: in de begroting 2013-2016 was in programma 7 (RO) voor 2014 de kosten opgenomen voor sloop en inrichting Elisabethterrein. In de begroting 2014-2017 is dat opgenomen in programma 3 (stedelijk beheer en milieu). Totale kosten ca. 7.040.000 euro. Bij de getallen van de grondexploitatie is de Lichtenberg toegevoegd. Deze is in 2012 ingesteld en was in vorige jaren nog niet opgenomen. De kosten zijn met name sloop en verwerving. In de begroting 2014 zijn de eerdere streefwaarden bijgesteld. Vanwege de crisis daalden in de afgelopen jaren de bezoekcijfers in de meeste Nederlandse steden. In 2012 had Amersfoort 2.098.000 toeristische bezoeken. Bij het opstellen van de begroting 2014 zijn we van dat niveau uitgegaan en voor de jaren erna van enige groei.
67.
CU
MO
P. 105: Waarom krijgt het Burgerweeshuis Amersfoort subsidie? Welke gemeentelijke doelstelling wordt hiermee gediend? Hoeveel procent van de eigen inkomsten van het Burgerweeshuis bestaat uit deze subsidie? Is deze wijze van subsidiering vergelijkbaar met andere liefdadigheidsorganisaties in Amersfoort?
Het bestuur van Het Burgerweeshuis Amersfoort heeft namens de stuurgroep Pact Sam-Sam een subsidie aangevraagd voor 2013. Pact Sam-Sam is een samenwerkingsverband in de Armoedebestrijding. De doelstelling is om particuliere hulporganisaties – die draaien op vrijwilligers – in Amersfoort te verenigen en de hulp aan minderbedeelden te stroomlijnen en te professionaliseren. De gemeente Amersfoort ondersteunt deze doelstelling met 49.500 euro per jaar. Omdat het Burgerweeshuis participeert in Pact Sam-Sam en de subsidie wordt verstrekt t.b.v. de stuurgroep van Pact Sam-Sam kan de subsidie niet worden gerelateerd aan de eigen inkomsten van de reguliere activiteiten van het Burgerweeshuis Amersfoort.
68.
CU
MO
P. 105: Wat houdt de subsidie aan ex ID prestatiesubsidies in? Hoe lang blijft deze subsidie gehandhaafd?
De subsidie voor ex-ID medewerkers is geleidelijk afgebouwd om instellingen de gelegenheid te geven zorgvuldig de medewerkers te laten afvloeien of in dienst te houden met eigen middelen. In 2015 eindigt voor alle instellingen de bijdrage voor ex- ID-ers uit het reintegratiebudget. In 2014 wordt het bedrag nog besteed aan medewerkers bij Amersfoort in C en bij de Lieve Vrouw.
69.
CU
MO
P. 107: Welke organisaties hebben al gebruik gemaakt van de Subsidieregeling deskundigheidsbevordering vrijwilligers?
70.
CU
SOB
P. 111: Welke projecten zijn al gefinancierd en staan op stapel vanuit de Subsidieregeling jongeren en studentenhuisvesting? Hoeveel leegstaande kantoorpanden zijn hierdoor studentenhuisvesting geworden?
71.
CU
MO
P. 81: Waarom wordt de instroom in de WWB-uitkering gehandhaafd op 1000 personen, terwijl we weten dat de invoering van de Participatiewet de instroom sterk zal doen toenemen? Waarom blijft het de ambitie om 51% van de uitkeringsaanvragen te voorkomen, terwijl wij juist voor de mensen die uit de Wajong komen een zorgplicht hebben?
De effecten van de participatiewet zijn nog niet op genomen in de begroting, aangezien alleen de contouren van de nieuwe wetgeving bekend zijn. Op grond hiervan hebben wij nog geen prestatie-indicatoren gewijzigd. De gewijzigde indicatoren zullen we zo mogelijk in de begroting van 2015 opnemen.
72.
CU
MO
P. 81: Hoe gaat u de ambitie realiseren om de sterke stijging van het voorkomen van uitkeringsaanvragen (van 43% in 2011 naar 51% in 2014 e.v.) te bewerkstelligen? Wat gaat er veranderen in de manier waarop de Sociale Dienst mensen benaderd die een uitkering willen aanvragen?
De werkwijze is in 2013 al gewijzigd door de uitbreiding van de zoektermijn naar een bredere doelgroep. Cliënten met een startkwalificatie komen hierdoor slechts zeer beperkt in de uitkering. Tijdens de zoektermijn worden met name kansrijke werklozen nog voor de uitkering via workfast naar werk begeleid waarbij tevens een deel afziet van de uitkering. De meesten vinden nog voor toekenning van de uitkering een baan.
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Kortheidshalve wordt verwezen naar het subsidieregister. Zie hiervoor:.http://www.amersfoort.nl/4/subsidieregister/Actueeloverzicht-subsidies-(PDF).pdf programma 4, vrijwilligers, subsidies met omschrijving ‘deskundigheidsbevordering’ Het project Achter de kamp 22 met jongerenwoningen is in ontwikkeling, oplevering vindt oktober 2013 plaats. Via Wonen boven winkels is boven Duthler kantoorruimte omgezet naar jongerenhuisvesting.
73.
CU
MO
P. 84: Waarom daalt het aandeel binnen 4 weken afgehandelde aanvragen voor een bijstandsuitkering van 73% (huidige situatie) naar 50% (2014 e.v.)?
De doorlooptijd van de aanvragen is neerwaarts bijgesteld omdat door de zoektermijn de aanvragen pas na drie weken in behandeling worden genomen (indien nog nodig). De streefwaarden zijn neerwaarts bijgesteld op basis van de realisatiecijfers van het nieuwe minimabeleid. Het gebruik van de bijzondere bijstand is sterk afgenomen doordat medische kosten alleen nog in uitzonderlijke situaties wordt vergoed. De actieve aanpak met o.a. minimacoaches en intermediairs is gericht op het ondersteunen van de meest kwetsbaren waarbij op basis van maatwerk ondersteuning wordt geboden. Hierbij is het streven niet om een hoog bereik in de doelgroep te realiseren maar om gericht het beleid uit te voeren.
74.
CU
MO
P. 87: In een tijd waarin er steeds meer wordt bezuinigd om de inkomensondersteuning en voorzieningen voor minima, chronisch zieken en gehandicapten, is de bijzondere bijstand de enige manier voor velen om nog een beroep te kunnen doen op de gemeente. Waarom formuleert u dan een ambitie om het bereik van de minima met deze regelingen te verminderen van 96% in 2012 naar 70% vanaf 2014 en het beroep op bijzondere bijstand van 42% in 2012 naar 20% vanaf 2015?
75.
CU
CM
P. 129: Hoe gaat u de snelle stijging van 0% in 2010 naar 100% in 2015 realiseren betreffende het percentage bedrijfsprocessen waarvan de documenten volledig en uitsluitend digitaal is opgeslagen? Betekent dit dat er in 2015 geen papier meer is te vinden op het stadhuis?
Er is in 2013 een leverancier geselecteerd voor de levering van een nieuw Document Managementsysteem. Dit systeem wordt in 2013 en 2014 ingevoerd en voorziet in een digitale postkamer, een digitaal zaaksysteem, digitale aansluiting op de grote gemeentelijke procesapplicaties en digitale archivering. Hiermee kunnen alle papierstromen voor onze bedrijfsprocessen digitaal plaatsvinden. Papieren post wordt bij binnenkomst gescand en digitaal gedistribueerd. Medewerkers kunnen hun digitaal aangemaakte documenten aan een zaak toevoegen. Afgedane zaken kunnen naar het digitale archief worden overgebracht. Helemaal papierloos zal het niet worden. Bepaald drukwerk zal niet gescand hoeven worden en de correspondentie aan burgers en bedrijven zal nog op papier plaatsvinden zolang deze niet uitdrukkelijk toestemming geven voor digitaal verkeer.
76.
CU
SOB
Kan ik de uitspraak op p. 168 (en p. 100 van de publieksversie), dat de incidentele opbrengsten uit de verkoop van woningen (en niet te behouden onroerend goed) wordt aangewend ter dekking van de structurele uitvoeringskosten voortvloeiend uit de nota Monumentenzorg, zien als een overtreding van de BBV-regel dat de begroting materieel in evenwicht moet zijn, omdat alle structurele lasten door structurele baten moeten worden gedekt?
Om misverstanden te voorkomen: Er is geen sprake van een publieksversie. Het betreft hier de officieel door de raad vast te stellen begroting. In de begroting staat “ Het restant van het exploitatietekort dient gedekt te worden uit de verkoop van niet te behouden onroerend goed” In het verleden zijn incidenteel baten gerealiseerd. Deze baten maken nu onderdeel uit van de boekwaarde van het strategisch vastgoed. Met deze baten uit het verleden is het langjarig onderhoud de komende jaren verzekerd. Daarmee is de begroting dan ook materieel in evenwicht. Eventuele resultaten op ons strategisch vastgoed worden overigens tegenwoordig bestemd voor de RRI. Er is derhalve geen overtreding van de betreffende BBV-regel.
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
77.
CU
78.
CM
P. 149: Wat is het verschil tussen ‘in de meerjarenbegroting is rekening gehouden met’ een rente van 4,5% en de uitspraak dat het college in de jaren 2015-2017 is ‘uitgegaan van rentepercentages van respectievelijk 2,75%, 3,0% en 3,25%’. Bepaalt de eerste zin de berekeningen en weergave in de begroting en de tweede zin de berekening van de opbrengsten voor de post onderuitputting?
MO
P. 104 van de publieksversie: De gemeente Amersfoort wil als werkgever meer mensen uit de WWB/WSW aannemen. Welk percentage van de huidige werknemers zijn afkomstig uit deze doelgroep? Hoe kun je deze ambitie waarmaken als je moet bezuinigen op de ambtelijke organisatie zonder taakvermindering?
CU
Het eerste heeft betrekking op de rente die wij toerekenen aan nieuwe investeringen. Dat percentage staat gelijk aan het rekenrentepercentage voor de andere investeringen in de begroting, nl: 4,5%. De andere percentages hebben betrekking op de rentekosten die wij maken over ons financieringstekort. In de berekeningen van onze renteexploitatie gaan we er van uit dat we nieuwe leningen kunnen aantrekken voor 2,75%, oplopend in de volgende jaren tot 3,25%. De afgelopen jaren hebben wij 8 mensen vanuit de WWB bij de gemeente geplaatst, onder andere bij het Crematorium/Begraafplaats, CNME en op functies bij de administratie en receptie. Ook zijn er enkele stages geweest voor mensen in de WWB. Daarnaast hebben we het besluit genomen dat bij vacatures van de gemeente de afdeling Sociale Zekerheid de mogelijkheid krijgt om – vóórafgaand aan externe werving kandidaten uit het WWB/WSW-bestand voor te dragen. Werkzaamheden in het kader van schoonmaak van het stadskantoor en repro/drukwerk hebben we uitbesteed aan Amfors, deze worden uitgevoerd door WSW medewerkers. Om verder invulling te geven aan onze ambitie en werkgeversverantwoordelijkheid in het kader van de Participatiewet onderzoeken we de mogelijkheid om het werk anders te organiseren, waardoor meer (aangepast/beschut) werk voor arbeidsgehandicapten kan worden verbijzonderd in onze organisatie.
79.
CU
MO
P. 114 van de publieksversie: Het college houdt in de begroting rekening met structurele rente op reserves en voorzieningen? Op welke voorzieningen krijgen we rente-inkomsten?
Ja we houden hier rekening mee. Zowel de reserves als de voorzieningen genereren rente zolang ze nog niet zijn aangewend.
80.
CU
CM
Waar wordt het geld weggezet dat we reserveren (maximaal 3,5 miljoen per jaar) voor risico’s inzake grondexploitaties? In een aparte reservering of voorziening? Of wordt het reeds omgezet in een incidenteel budget door de Reserve Kapitaallasten te verminderen?
Wij zijn voornemens om daarvoor in de jaarrekening een aparte voorziening voor te treffen, analoog aan de wijze waarop dat ook is vorm gegeven bij de afboeking van de gronden van Vathorst-West (verrekening met de reserve afdekking kapitaallasten).
81.
SP
SOB
Op welke wijze is, exact in euro's weergegeven en per begrotingspost gespecificeerd, het project "De Kersenbaan" zowel direct als indirect (dus voortvloeiend uit het project) in de begroting 2014-2017 verwerkt?
SOB
Voor exact welk deel hiervan zijn op het moment van beantwoording dwingende verplichtingen aangegaan en voor welk deel niet?
Voor het project “Kersenbaan” hebben we in totaal € 27,2 mln opgenomen in de begroting. Over de kosten en de risico’s en de daarbij behorende dekking heeft het college op 19 maart 2013 een besluit genomen. De daarbij behorende gespecificeerde begrotingsposten zijn vervolgens onder geheimhouding aan uw raad ter inzage gelegd. De gunning heeft inmiddels plaatsgevonden (collegebesluit d.d. 8 okt. 2013), waardoor er voor het volledige bedrag , met uitzondering van de post onvoorzien, een dwingende verplichting is aangegaan.
82. SP
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
83.
SP
SOB
Op welke wijze is, exact in euro's weergegeven en per begrotingspost gespecificeerd, het project "zwembad Hogekwartier" zowel direct als indirect (dus voortvloeiend uit het project) in de begroting 2014-2017 verwerkt?
Op zeer korte termijn ontvangt u een raadsinformatiebrief met onze reactie op de op 9 juli 2013 aangenomen moties en amendementen. In deze raadsinformatiebrief leest u wat de gevolgen zijn daarvan voor het krediet. Reeds rekening houdend met de informatie uit die raadsinformatiebrief is kan de begroting van het project “zwembad Hogekwartier” als volgt worden gespecificeerd: Uit incidentele middelen (x1.000): € 17.887 waarvan de grootste bijdrage komt uit de volgende twee posten; de reservering RSV en de verkoop Sporthal Schuilenburg. Uit structurele middelen (x1.000):: € 16.119 waarvan de grootste bijdrage komt uit het vervallen van de kapitaallast huidige zwembaden en het vervallen exploitatie zwembad Liendert. Totaal projectkosten (x1.000):
€ 34.006
Zie ook raadsbesluit van 9 juli 2013 (reg.nr. 4331153)
84.
SP
SOB
Voor exact welk deel hiervan zijn op het moment van beantwoording dwingende verplichtingen aangegaan en voor welk deel niet?
Dwingende verplichtingen: 1. Grondkosten : € 1.270.000,-2. Verstrekte opdrachten en aangegane verplichtingen tot nu toe: € 790.000,-Resteert € 31.946.000,--
85.
SP
SOB
Op welke wijze is, exact in euro's weergegeven en per begrotingspost gespecificeerd, het project "Het Huis van de Watersport", zowel direct als indirect (dus voortvloeiende uit het project) in de begroting 2014-2017 verwerkt?
De gemeentelijke bijdrage aan de nieuwbouw Hemus (raadsbesluit d.d. 6 december 2011, docsnr. 3944972) blijkt niet direct uit de begroting 20142017. De bijdrage ad 1.100.000 euro is gereserveerd. In de Reserve 1/3 regeling Sport is 300.000 euro gereserveerd; in RSV2 is 800.000 euro gereserveerd.
86.
SP
SOB
Voor exact welk deel hiervan zijn op het moment van beantwoording dwingende verplichtingen aangegaan en voor welk deel niet?
Bij raadsbesluit van 6 december 2011 is voor het volledige bedrag van 1.100.000 euro een verplichting aangegaan en de in voorbereiding verkerende plannen van de diverse betrokken partijen gaan nu uit van deze realisatie.
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
87.
SP
SOB
Op welke wijze is, exact in euro's weergegeven en per begrotingspost gespecificeerd, de Amersfoortse bijdrage aan VERDER zowel direct als indirect (dus voortvloeiend uit het project) in de begroting 2014-2017 verwerkt?
In de begroting 2014- 2017 is in totaal € 13 mln. opgenomen voor Verder projecten. In de daarop volgende jaren moet nog een bedrag van € 9,2 mln. worden vrijgemaakt. De Amersfoortse bijdrage zijn niet specifiek gekoppeld aan bepaalde projecten. Het is een bijdrage aan het totale programma. Dit betreft de bijdrage aan de aanvullende maatregelen.
88.
SP
MO
Op welke wijze is, exact in euro's weergegeven en per begrotingspost gespecificeerd, beleid specifiek gericht op de opvang van zogenaamde "Nieuwe Armen" (verkoop koophuis met restschuld door werkloosheid of echtscheiding en ZZP'ers), nu inmiddels een kwart van het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening (vorig jaar 10%), in de begroting 2014-2017 verwerkt?
89.
SP
MO
In het raadsvoorstel 4444249 d.d. 18 september 2013 betreffende de RWAbegroting 2014-2017 geeft u aan dat financiële consequenties van het plan van verbetering in de begroting verwerkt zullen worden door middel van een begrotingswijziging. Exact welke begrotingspost(en) overweegt u in dat geval te belasten?
90.
SP
SOB
Op welke wijze is, exact in euro's weergegeven en per begrotingspost gespecificeerd, het project "Elisabeth Groen" zowel direct als indirect (dus voortvloeiend uit het project) in de begroting 2014-2017 verwerkt?
Binnen de begroting voor schuldhulpverlening, minimabeleid, bijstand, bijstandsverlening aan zelfstandigen en re-integratie zijn geen specifieke bedragen opgenomen voor de opvang van de zogenaamde nieuwe armen. In samenwerking met het Geldloket van Stadsring 51 wordt op dit moment een aanpak ontwikkeld waarmee de dienstverlening voor ‘nieuwe armen’ wordt versterkt. Dit gaat onderdeel uitmaken van ons voorstel over de invulling van de sociale maatregelen, dat aan de Raad zal worden voorgelegd N.a.v. een voorziene verslechtering van het operationeel resultaat voor 2013 is met de directie van Amfors afgesproken een verbeterplan op te stellen. Deze afspraak wordt door uw Raad in de zienswijze aan het bestuur van de RWA vastgelegd. De directie verwacht dat met de aanpassingen in het verbeterplan de begroting van RWA 2014 kan worden gerealiseerd. Indien de inschatting van de directie bij de uitwerking van het verbeterplan onverhoopt niet wordt bewaarheid is in de zienswijze tevens verzocht een begrotingswijziging van de begroting RWA 2014 op te stellen en deze aan de Raad voor te leggen. Indien dit leidt tot een extra bijdrage aan de RWA overwegen wij dit op te vangen binnen het programmaonderdeel Werk van het programma Werk en inkomen. Voor aankoop is € 12 miljoen gereserveerd. Voor sloopkosten een bedrag van € 5 miljoen. Het budget voor inrichting, € 1,5 miljoen, is gereserveerd in programma 3, deelproject openbaar groen en recreatieve voorzieningen. Voor de besteding van dit budget verwijzen we naar raadsinformatiebrief 2013-103 d.d. 3 september 2013 met als onderwerp “ontwerpbestemmingsplan en inrichtingschets Elisabethlocatie.”
91.
SP
SOB
Op grond van welke overwegingen is er voor het project "Westelijke Ontsluiting" in Beter Benutten (blz. 52) een uitzondering gemaakt wat betreft 2015 als uitvoeringsgrens?
Het is een regionaal belangrijk project dat in grote mate bijdraagt aan de doelstelling van Beter Benutten in knelpuntgebied C (knooppunt Hoevelaken/ Amersfoort).
92.
SP
SOB
Is hier daadwerkelijk een besluit over genomen en - zo ja - op welk niveau?
De minister van Infrastructuur en Milieu en gedeputeerde van provincie Utrecht hebben hierover een afspraak gemaakt in het BO MIRT.
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
93.
SP
SOB
Wat is de opvatting van andere betrokken overheden over dit uitstel?
Het Utrechts Verkeer- en Vervoerberaad (UVVB) heeft de voortgangsrapportage waarin dit is gemeld, goedgekeurd. Andere partijen hebben ook projecten die langer doorlopen dan eind 2014.
94.
SP
SOB
Op welke wijze is dit uitstel met de gemeenteraad gecommuniceerd en in welke vorm?
In begroting 2013-2016, en in de jaarrekening 2012 hebben we aangegeven dat we nog in overleg waren met het rijk over de hardheid van de einddatum van eind 2014.
95.
SP
SOB
Op blz. 57 wordt geconstateerd dat "het aanbod aan sociale huurwoningen te klein is om aan de vraag te voldoen". In de paragraaf Amersfoort Vernieuwt (blz. 73) zien we voorbeelden van het teruglopen van het aantal sociale huurwoningen. Verder worden er op blz. 59 zorgen uitgesproken over het onvoldoende aanbod. Op welke wijze is, exact in euro's weergegeven en per begrotingspost gespecificeerd, beleid dat moet leiden tot behoud c.q. uitbreiding van het aantal sociale huurwoningen in Amersfoort in de begroting 2014-2017 verwerkt?
Het grootste gedeelte van onze sociale woningbouw vindt plaats in het kader van Amersfoort Vernieuwt en in Vathorst (grondexploitatie). We hebben hierover concrete meerjarige programma-afspraken. Die gaan primair over aantallen en geven niet de informatie zoals hier gevraagd. Daarnaast werken we met de corporaties aan een optimale verdeling van de vrijkomende sociale woonruimte, via Regionale Woonruimteverdeling met in Amersfoort een deel via loting (naast urgenties en toewijzing op basis van wachttijd).
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
96.
SP
MO
Op welke wijze, exact in euro's weergegeven en per begrotingspost gespecificeerd, zijn er in de begroting 2014-2017 voorzieningen getroffen ter compensatie van de verwachte kortingen op de rijksbijdragen ten behoeve van WMO, Jeugdzorg en Participatiewet?
In de door de Raad op 9 juli vastgestelde Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein is vastgesteld dat ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen wordt vormgegeven. Tevens is aangegeven dat kortingen op deze budgetten niet worden gecompenseerd vanuit de gemeentelijke begroting. Tot slot is aangegeven dat zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet (zie ook antwoord op vraag 4). Wij realiseren ons dat dit uitgangspunt gaat gepaard met forse zorginhoudelijke- en financiële risico’s, Wij hebben er niet voor gekozen om op voorhand een specifieke reserve of voorziening voor de drie decentralisaties te vormen. Wij beseffen ons dat dit betekent dat zo nodig een beroep dient te worden gedaan op de Algemene reserve. Bij de Tussenbalans is binnen het programmaonderdeel Werk voor verwachte tekorten op de WSW als gevolg van de voorgenomen invoering van de wet Werken naar vermogen dekking opgenomen; deels door een taakstellende verbetering van de operationele resultaten van Amfors, deels ten laste van de re integratie middelen en de algemene middelen. Omdat de wijzigingen voortkomend vanuit de Participatiewet nog onvoldoende duidelijk zijn, zijn deze bedragen nog niet aangepast. Begroting 2014: dekking tekorten WSW Jaar
re integratie
algemene middelen
(b edragen x € 1.000)
2014 2015 2016 2017
1.300* 1.600 1.500 1.400
600 700 800 700
*) tot de invoering van de Participatiewet is het niet toegestaan de re integratie middelen voor dekking te gebruiken.
Voor het overige zijn in de begroting 2014 geen voorzieningen getroffen ter compensatie van de kortingen op de rijksbijdragen ten behoeve van WMO, Jeugdzorg en Participatiewet. In het coalitieakkoord 2013–2014 is aangegeven dat de coalitie bereid is geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de Participatiewet voor de betreffende doelgroepen te verzachten. Voor de WMO zijn geen voorzieningen getroffen (alleen in de reserve WMO zit een beperkt bedrag van 6 ton). Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
97.
CDA
MO
Hoofdstuk Financieel Beeld Kopje Investeringen, blz. 23: Punt 4, zorg, welzijn en wijkontwikkeling, aanpassing wijkaccommodaties: waarom is er voor 2016 geen investering en in 2017 wel investering opgenomen in aanpassingen wijkaccommodaties? Geldt ook voor onderwijs, modernisering schoolgebouwen: waarom alleen in 2014 en 2015? PC raadsleden: moet het bedrag niet 60 zijn i.p.v. 33 duizend? Zo nee, waarom is het niet 60 duizend euro? Hoe is de 33000 berekend?
In 2016 is voor aanpassing van wijkaccommodaties en voor modernisering schoolgebouwen geen investering opgenomen. Bij het opstellen van de Kadernota is rekening gehouden met fasering van deze investeringen.
98.
CDA
GRF
99.
CDA
O&S
Hoofdstuk PROGRAMMA'S Algemeen Bestuur en dienstverlening Onder achtergronden en specificaties >>digitaal: van wanneer is deze stadspeiling? Stedelijk beheer en milieu Wat is ons beleid t.a.v. gescheiden riolering? Waarom zijn deze straten uitgekozen voor 2014, op grond van welk beleid? Op grond van welke beslissing is gekozen tot een gescheiden stelsel?
De indicatoren zijn gemeten in de stadspeiling 2013, gehouden in de periode mei – juni.
100.
CDA
SOB
101.
CDA
SOB
Pagina 36, kopje actualiseren geluid >> aan welke beleidsuitgangspunten moeten we denken?
Het betreft onder andere beleidsuitgangspunten ten aanzien van de toepassing van stillere wegdekken en het hogere waarden beleid zoals dat door de gemeente Amersfoort wordt gehanteerd, bijvoorbeeld eisen die we stellen aan geluidluwe gevels.
102.
CDA
SOB
Beheer>> hoe hoog is het bedrag van het wegenfonds?
Op 1 januari 2013 (de laatst gemeten stand) is er in het wegenfonds € 4,8 mln aanwezig. Op dit moment (oktober 2013) worden ten laste van dat bedrag projecten voorbereid en uitgevoerd voor een bedrag van 3,9 mln euro.
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
In mei 2011 heeft de raad besloten om € 75.000 te bezuinigen op de budgetten van raad, griffie en rekenkamercommissie. In de maanden daarna heeft een werkgroep van fractievoorzitters en voorzitter presidium voorstellen uitgewerkt om dit bedrag in te vullen. Een van de voorstellen was om het bedrag voor de PC-regeling fors te verlagen. Uitgaande van het huidige bestedingspatroon (raadsleden gebruiken de regeling in de meeste gevallen maximaal) en de brutering van PCvergoeding (omdat die door de Belastingdienst wordt beschouwd als loon in natura) is er al enige tijd een forse overschrijding. Om het bedrag van € 33.000 mogelijk te maken is een wijziging van de Verordening geldelijke voorzieningen voor raadsleden, commissieleden en fracties in de gemeente Amersfoort 2013 noodzakelijk. Dit wordt momenteel met fractievoorzitters besproken. Na afronding van die gesprekken wordt een voorstel aan de raad voorgelegd.
Amersfoort heeft sinds de jaren ’70 gekozen voor aanleg van een gescheiden stelsel bij vervanging van riolering. Bestuurlijk is dat vastgelegd in de opeenvolgende rioleringsplannen. Het laatste Gemeentelijk Rioleringsplan (GRPIV) is door uw raad vastgesteld op 2 oktober 2012. In hoofdstuk 5 van dit plan wordt beschreven aan de hand van welke criteria wordt besloten tot aanpak van concrete wijken en straten.
103.
CDA
MO
104.
CDA
MO
105.
CDA
MO
106.
CDA
MO
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Zorg, welzijn en wijkontwikkeling: Gedacht wordt aan een model voor doorverwijzing woningen aan overlastgevende huurders: aan welk model denkt het college? Ontmoeting en activiteitencentra: hoeveel extra ondersteuning is er als gevolg van de wending? Hoeveel extra financiële ondersteuning kan worden geboden en hoeveel is beschikbaar voor bestaande verzelfstandigde initiatieven? Onderwijs Waar bestaat die speciale aandacht voor passend onderwijs uit?
Wij zijn met de corporaties in overleg om te kijken of er mogelijkheden zijn om overlastgevende huurders door te verwijzen naar woningen die zodanig zijn gesitueerd dat de overlast naar verwachting zal verminderen. Kortheidshalve verwijzen wij u naar RIB 2013-74, waarin wij u hebben geïnformeerd over de wijze waarop wij de Activiteitencentra realiseren.
Is er een evaluatie in Amersfoort gedaan van de nieuwe wet voor VVE?
Wij gaan ervan uit dat hiermee gedoeld wordt op de bestuursafspraken die wij met het rijk hebben gemaakt onder de noemer ‘Effectief benutten van vve en extra leertijd voor jonge kinderen’. Wij zijn bezig met de implementatie van deze afspraken. Via een VVE-monitor volgen we de zogeheten VE-geïndiceerde kinderen in de periode van 2 ½ jaar tot en met groep 2 op de basisschool. De Onderwijsinspectie houdt in het laatste kwartaal van 2013 ook een Inspectieronde in Amersfoort. De resultaten hiervan zullen ondermeer gebruikt worden voor het eventueel bijstellen van beleid.
Zoals aangegeven op pagina 42 en 71 is er een duidelijke samenhang tussen passend onderwijs en de decentralisatie van de jeugdzorg. Gemeenten en onderwijs worden door respectievelijk de overheveling van taken rondom jeugdzorg en de invoering van passend onderwijs gezamenlijk verantwoordelijk voor het opvoeden en opgroeien van de jeugd in stad en regio. De speciale aandacht bestaat op dit moment uit gesprekken met het onderwijsveld, afstemming met wethouders uit de regio en het gezamenlijk voorbereiden van het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) over de onderwijsondersteuningsplannen en het regionale beleidskader jeugdzorg. Dit OOGO is een wettelijke verplichting en zal voor het eerst plaatsvinden in het eerste kwartaal van 2014: streefdatum eind januari 2014.
107.
CDA
MO
Kopje 5, blz. 45, gaat de nadrukkelijke aandacht voor 18-plussers ten koste van de groep 18-minners? En hoe groot is de groep oude VSV'ers op dit moment?
108.
CDA
MO
Sport Wanneer heeft de raad besloten om de 1/3e regeling af te schaffen? En of wanneer gaat de raad dit beslissen? Op basis van welk beleid wordt de 1/3e regeling afgeschaft?
109.
CDA
SOB
Mobiliteit Onder kopje 4 Beter benutten: waarom wordt bij verbetering fietsparkeren station Schothorst niet genoemd?
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
De nadrukkelijke aandacht voor 18plus gaat niet ten koste van de groep 18min. De Leerplichtwet maakt het mogelijk handhavend op te treden tegen jongeren onder de 18 die zonder startkwalificatie uitvallen van school. Hierdoor is de groep uitvallers verschoven naar 18+. Uit analyse blijkt dat onze regio met name winst kan boeken in VSV reductie bij de groep 18+. Daarnaast is in de vorige convenantperiode (2009-2012) vooral aandacht besteed aan de groep 18-. Het positieve gevolg hiervan is dat de aanpak voor deze groep goed geborgd is in de regionale aanpak van voortijdig schoolverlaten. Dat laat onverlet dat aandacht voor beide groepen noodzakelijk blijft. Op dit moment (teldatum 1 oktober) zijn er in Amersfoort 271 voortijdig schoolverlaters in de leeftijd 12 tot 23 jaar. De meeste VSV-ers in deze groep zijn 18+. Het betreft zowel jongeren die recent zijn uitgevallen als jongeren die al langere tijd niet naar school jaar gaan. Jongeren die uitvallen of uit dreigen te vallen worden allemaal actief benaderd door leerplicht of Trajectbureau Opleiding en Werk. Het aantal van 271 zal naar verwachting nog behoorlijk naar beneden worden bijgesteld, zodra wij van de van DUO ontvangen formele inschrijvingen per 1 oktober 2013 hebben verwerkt in de gemeentelijke leerlingenadministratie. De regeling “subsidiëring sportvoorzieningen” is in december 2005 door het college vastgesteld. Over de afschaffing van deze regeling is nog geen besluit genomen. Na de vaststelling van de actualisatie van het sportbeleid “Amersfoort F!t” door de raad, naar verwachting in het 4e kwartaal van 2013 , gaan wij uitvoering geven aan ons voornemen de bestaande subsidieregelingen gerichter in te zetten ten behoeve van het realiseren van onze ambities. Zowel de accommodatievraagstukken, als eventuele kaderondersteuning en evenementen worden in een nader te ontwikkelen regeling ondergebracht. Een voorstel voor een dergelijke regeling leggen wij aan de raad voor. Met de inzet van onze subsidieregelingen focussen wij nadrukkelijk op de facilitering van sterke en brede sportverenigingen. Omdat ‘verbetering fietsparkeren station Schothorst’ geen Beter Benuttenproject is. Beter benutten is een investeringsprogramma waarin Rijk en Regio gezamenlijk urgente bereikbaarheidsknelpunten oplossen (voor 1 jan. 2015 gerealiseerd). Voor het hele programma is een gelimiteerd budget beschikbaar, waardoor projecten in MiddenNederland geprioriteerd zijn op basis van: urgentie en effectiviteit. Het project fietsparkeren Station Schothorst scoorde in deze afweging onvoldoende ten opzichte van andere projecten om in aanmerking te komen voor Beter Benutten.
110.
CDA
MO
Cultureel klimaat Wijzigt het meerjarenvoorzieningenplan onderhoud als het masterplan Flint doorgaat? Kom dan het bedrag voor 2014 te vervallen? Wanneer is besluit raad voorzien?
111.
CDA
MO
Werk en inkomen Hoeveel heeft wijkteam Soesterkwartier opgeleverd? Waarom kiezen we niet om het in meerder wijken uit te rollen?
112.
CDA
MO
113.
VVD
MO
Sociaal Fonds: wat behelst dit sociaal fonds heel concreet? En hoe gaat dit verder na 19 maart 2014, met de komst van een nieuw college? Blz. 24 voor de renovatie kunstgrasveld hockey AHMC staat voor 2014 € 460.000,- gepland? Gaat het hier om een of meerdere kunstgrasvelden? Voor 2016 staat voor renovatie waterkunstgrasveld hockey AMHC voor € 116.000,- gepland. Voor beide investeringen: Is dit regulier onderhoud? Hoe lang is het geleden dat de velden zijn aangelegd of het groot onderhoud is geweest en over hoeveel jaar is het volgende grote onderhoud gepland?
114.
VVD
S&B
115.
PvdA
CM
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Blz. 30 Waarom wordt aangegeven dat de raad moet beslissen over nieuwe vormen van samenwerken met burgerinitiatieven, maar wordt specifiek genoemd het burgerinitiatief 'Het Nieuwe Samenwerken' specifiek genoemd? Het is een burgerinitiatief en door in alle stukken de naam van dit initiatief terug te laten komen bestaat de kans dat het een speciale status krijgt: bent u het met de VVD eens dat dit niet de bedoeling kan zijn? Hoe is in de voorliggende begroting omgegaan met het incidenteel afboeken van de kosten van het Eemhuis
Voor het plan voor de Vernieuwde Flint wordt aparte besluitvorming door de raad voorbereid. Zie ookj antwoord op vraag 44. Het bedrag voor het meerjarenonderhoudsplan blijft conform de voorliggende begroting. Het investeringsbedrag voor De Vernieuwde Flint zal onder andere door aanscherping en optimalisering met het meerjarenonderhoudsplan lager worden. Op dit moment wordt een tussenevaluatie uitgevoerd naar de effecten van de werkwijze van het wijkteam Soesterkwartier. Wij verwachten eind december een inschatting te kunnen maken over de efficiëntie en effectiviteit van de werkwijze van het wijkteam. Op basis van deze evaluatie wordt gemonitord wat de uiteindelijke resultaten zijn voor de langere termijn. Eind december beschikken wij over de rapportage van de tussenevaluatie. Het college heeft besloten om in 2013 6 wijkteams te realiseren. Op basis van de evaluatie en ervaringen met de wijkteams zal in 2014 vastgesteld worden hoeveel wijkteams in welke samenstelling er in de stad gerealiseerd gaan worden. De raad is hierover geïnformeerd in de RIB 2013-92. Een voorstel over de invulling van het sociaal fonds wordt in november aan de raad voorgelegd Het gaat om 2 velden. Beide kunstgrasvelden bij AMHC zijn aangelegd in 1985. In 2000 heeft er een toplaagrenovatie plaatsgevonden. Onderbouw en bovenbouw worden in 2014 gerenoveerd. In 2005 is een waterveld aangelegd. Het deel wat ooit door de gemeente was gereserveerd voor de vervanging van een toplaag zandingestrooid veld is door de vereniging zelf aangevuld zodat een waterveld aangelegd kon worden. In 2016 is dit aan vervanging toe. De meerkosten van een waterveld t.o.v. een zandingestrooid veld komen weer t.l.v. de vereniging. Afhankelijk van gebruik/bezetting gaan die velden dan weer gemiddeld 12 jaar mee. De wijze van omgang met burgerinitiatieven is aan de raad. Dit geldt ook voor ‘Het Nieuwe Samenwerken’. Dit burgerinitiatief wordt hier als voorbeeld genoemd omdat dit gaat over de samenwerking zelf. Wij beogen allerminst dit burgerinitiatief voor te dragen als de moeder aller burgerinitiatieven. Integendeel: juist in de zgn. ‘doe-democratie’ zijn de meer praktisch georiënteerde burgerinitiatieven van groot belang. In de voorliggende begroting zijn geen incidentele middelen voorhanden om de investering van het Eemhuis versneld af te boeken. Om dit voor 2014 te effectueren kan worden overwogen om uit de beschikbare incidentele middelen bij de jaarrekening versneld af te boeken. Het college heeft in de zomerrapportage aangegeven evenwel te willen kiezen voor versterking van het weerstandsvermogen.
Antwoord op vraag 15: Ondanks de nullijn zijn er toch verschillen tussen 2013 en 2014, onder meer voortkomend uit de doorwerking van eerdere bezuinigingsbesluiten, minder kapitaallasten in programma’s vanwege bundeling baten/lastenvastgoed in programma 12) en taakmutaties). Een gemeentebrede oorzaak, die op alle programma’s betrekking heeft, is daarnaast de doorwerking van de bezuinigingen op de ambtelijke organisatie. De belangrijkste oorzaken per programma zijn: Programma 1 (alleen Publieke dienstverlening) De toename in de lasten heeft te maken met een hogere doorbelasting van de overheadkosten . Programma 2 (exclusief VTH) Fysieke veiligheid: Lagere bijdrage VRU € 0,4 miljoen in 2014 (ingeboekte bezuiniging tranche 2014). Sociale veiligheid: Vervallen GSB gelden t.b.v. sociale veiligheid 2011, deze gelden zijn t/m 2013 incidenteel aangevuld vanuit gemeentelijke middelen totaal minder € 0,3 miljoen. Programma 4 De wijzigingen in het saldo op programma 4 worden veroorzaakt door: Als gevolg wegvallen van de inkomsten en uitgaven Wet inburgering als onderdeel van het participatiebudget (onderdeel Integratie) extra middelen als gevolg van bijzondere kostenstijgingen ( niet compensabele BTW-verhoging) en excessieve prijsstijging vervoer (onderdeel Zorg) extra middelen september circulaire 2012 voor de WMO en JGZ (taakmutaties) (onderdeel Zorg) wegvallen van een incidenteel bedrag in2013 t.b.v. jongerenwerk en lagere afschrijvingen (onderdeel Wijkwelzijn en wijkontwikkeling) lagere subsidie SWA (buurtwerk; tranche bezuinigingsronde 2012-2015) Minder kapitaallasten in programma, vanwege bundeling baten/lasten vastgoed opgenomen in programma 12). Programma 5 De afname van het saldo op het programma heeft als oorzaken: Minder kapitaallasten in programma, vanwege bundeling baten/lasten vastgoed in programma 12). Doorvoering van reeds eerder besloten bezuiniging op peuterscholen Programma 6 De afname van het saldo op het programma wordt veroorzaakt door: Geen kapitaallasten meer in het programma, vanwege bundeling baten/lasten vastgoed in programma 12). Lagere subsidie SRO (tranche 2014 bezuinigingsronde 2012-2015) Programma 9 (excl. Cultureel erfgoed) Afname saldo programmaonderdeel Kunst en Cultuur wordt veroorzaakt door: Lagere subsidie bij aantal instellingen (tranche 2014 bezuinigingsronde 2012-2015) Geen kapitaallasten meer in programma, vanwege bundeling baten/lasten vastgoed in programma 12). Programma 11 De afname van het saldo op het programma heeft als oorzaken: Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
de verwachting is dat meer inwoners afhankelijk worden van de bijstand op de rijksbudgetten die de gemeente ontvangt wordt het principe “trap op, trap af” toegepast (onderdeel Inkomen). een verlaging en beperking op de vergoeding van diverse minimaregelingen. Daarnaast komt de nadruk meer op participatie te liggen, en minder op inkomensondersteuning (onderdeel Minimabeleid) een daling van de budgetten voor re-integratie (onderdeel Werk).
Feitelijke vragen Begroting 2014-2017
Besluitenlijst De Ronde datum:
1 oktober 2013
vergaderruimte: Raadzaal (1.02) Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
21.00 tot
aantal bezoekers:
22.00 uur 18
Reg.nr. 4503062 Presentatie begroting 2014-2017 Soort verslag College van B&W Besluitenlijst Soort activiteit Informatie Presentatie De raad stelt in november de begroting vast. De presentatie van de begroting maakt onderdeel uit van de voorbereiding hierop. Op 1 oktober wordt de begroting 2014-2017 en het daarbij behorende raadsvoorstel door het college openbaar gemaakt. In De Ronde van 1 oktober geeft de portefeuillehouder een toelichting op de begroting om raadsleden op hoofdlijnen te informeren. Raadsleden kunnen hierbij verduidelijkende vragen stellen. Portefeuillehouder Buijtelaar Kennedy-Doornbos Opsteller Pen Ormel -
Adli (PvdA), Ballast-Tatarian (VVD), Barske Portefeuillehouder Van den Berg, (VVD), Van den Berg (CDA), Van Bruggen Buijtelaar, Van Eijk, (PvdA), Dijksterhuis (CU), Hessels (VVD), Lubbinge, Van Hinloopen (PvdA), Houwing (D66), Hunink Muilekom (CU), Killi (PvdA), Van Koningsveld (CDA), Ormel Kraanen (VVD), Land (GL), Meijer (SP), Ambtenaren Nederkoorn (D66), Offereins (CDA), PaffenZeenni (CDA), Prins (GL), Roelé (Groep Van Vliet), Sanders (D66), Smit (Groep Van Vliet), Smits Alvarez (PvdA), Smulders (PvdA), Van Vliet (GL), Vogels (VVD), Voogt (VVD), Van Wegen (BPA Wethouder Buijtelaar heeft de hoofdpunten en context van de begroting 2014-2017 toegelicht. Desgevraagd heeft de wethouder aangegeven dat de Zomerrapportage 2013 en de Nota IJkpunten Financiële Positie binnenkort beschikbaar komen voor de raad, zodat raadsleden die kunnen gebruiken bij de voorbereiding van schriftelijke vragen over de begroting. Raadsleden hebben enkele feitelijke vragen gesteld, o.a. over de middelen voor de bijstand (SP), de tekorten op de grondexploitaties (BPA) en korting op onderwijs (D66). Deze vragen zijn ter plekke beantwoord. De PvdA-fractie heeft gevraagd of het verwachte resultaat van € 8 mln voor 2013 ook gebruikt moet worden om € 5 mln tekort op het Eemhuis te dekken. Eerder was afgesproken dat € 5 mln dekking van het tekort van € 10 structureel zou worden gevonden in de begroting. De andere € 5 mln zou incidenteel worden gedekt bij een meevaller. De wethouder heeft toegezegd deze vraag op een later moment te zullen beantwoorden. Advies aan presidium: Terug in De Ronde: op 15 oktober gesprek met de stad, op 29 oktober behandeling in B&V, op 5 november algemene beschouwingen en op 12 november slotdebat/besluitvorming.
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
Beantwoording vraag van PvdA-fractie over gevolgen van verwacht resultaat 2013 voor dekking van tekort op Eemhuis. -
#4503062 v1 - BESLUITENLIJST DR 1-10-2013 PRESENTATIE BEGROTING 2014-2017
Besluitenlijst Presentatie begroting 2014-2017
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 1 oktober 2013 19:00
Beweging in het sociaal domein: toegang, sturing en bekostiging Informatie
Besluitenlijst Presentatie begroting 2014-2017
Beweging in het sociaal domein: toegang, sturing en bekostiging Informatie Inhoud Agendapunt Beweging in het sociaal domein - toegang, sturing en bekostiging (pdf) Raadsvoorstel en raadsbesluit Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein (9-7-2013) (pdf) Raadsinformatiebrief - RIB 2013-92 Realisatie 6 lerende Wijkteams (pdf) *Presentatie 1 oktober 2013 - Toeleiding en Toegang, Sturing en Bekostiging Beweging in het Sociaal Domein (pdf) *Casuistiek bij presentatie Presentatie 1 oktober 2013 - Toeleiding en Toegang, Sturing en Bekostiging Beweging in het Sociaal Domein (pdf) Besluitenlijst Beweging in het sociaal domein - toegang, sturing en bekostiging (pdf) Audioverslag
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
4492679 Beweging in het sociaal domein: toegang, Reg.nr. sturing en bekostiging 1 oktober Ambtelijk contact College van B&W Van Leur (033-469 4328 ) Lubbinge De komende jaren willen we als gemeente een forse beweging in het sociale domein maken. De uitgangspunten voor deze beweging zijn op 9 juli door de gemeenteraad vastgesteld. Deze uitgangspunten moeten worden vertaald naar een wijze waarop het (brede) sociale domein op hoofdlijnen wordt georganiseerd (= organisatieontwerp). Vragen die in dit verband bijvoorbeeld aan de orde zijn: ‘Wat is de concrete rol van de wijkteams, hoe stuurt de gemeente dit en wat voor een bekostigingssysteem wordt gehanteerd?’ Deze vragen moeten, mede op basis van de ervaring die wordt opgedaan in de proeftuinen (RIB 2013-92 Realisatie 6 lerende Wijkteams) worden beantwoord. Vervolgens worden deze keuzes verder zorginhoudelijk ingevuld in de inrichtingsplannen per decentralisatie (voorzien in de raad van 26/11). Op basis hiervan gaan we de implementatiefase in.
Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
Wethouder Lubbinge geeft een toelichting. Soort document Informatie n.v.t. Informatie maakt onderdeel uit van voorbereiding op de peiling over dit onderwerp. Kennis te nemen van de stand van zaken en de verschillende te maken keuzes. Op basis hiervan vervolgens vragen te stellen en gesprek te voeren over de onderwerpen sturing en bekostiging. Peiling in De Ronde
Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten
Besluitenlijst Raadsbesluit Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein, 9 juli 2013 Raadsinformatiebrief 2013-92 Realisatie 6 lerende Wijkteams
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
#4492679 v1 - AGENDAPUNT DR 1-10-2013 STURING EN BEKOSTIGING SOCIAAL DOMEIN
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouders B.J. Lubbinge, R.G.H. van Muilekom, en C. van Eijk
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
21-05-2013 04-06-2013 09-07-2013 09-07-2013
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4384952 : 14 mei 2013 : HB-4
11-06-2013 Met inachtneming aangenomen amendementen
TITEL Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein
BESLISPUNTEN 1. De kaders voor de beweging in het sociale domein vast te stellen, inhoudende: 1. De inhoudelijke uitgangspunten Zelfredzaamheid voorop De omgeving doet mee Voorkomen is beter dan genezen Oplossingen per persoon, soms samen We laten niemand vallen Hulp dichtbij huis Één huishouden, één plan 2. De organisatorische principes Wijkgericht werken De toegang tot nulde en eerstelijnszorg primair te beleggen bij de wijkteams Waar mogelijk de toegang tot overige ondersteuning concentreren op één plek in de stad Regionale samenwerking vanuit het principe: lokaal doen wat kan en (boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan. 3. De sturingsprincipes Professionele ondersteuning op regionaal niveau inkopen Financiële kaders: de door rijk beschikbaar gestelde middelen en middelen binnen gemeentebegroting Inzet van middelen ontschotten 2. Het college op basis van de vastgestelde kaders de opdracht te geven de beweging in het sociale domein uit te werken, de invulling van onze nieuwe taken vorm te geven en beleidsmatige keuzes aan u voor te leggen.
AANLEIDING Maatschappelijke ontwikkelingen geven ons aanleiding om met de stad een flinke beweging te maken in het sociale domein. Zorg en ondersteuning voor mensen die dat nodig hebben, kost steeds meer en lijkt tegelijk niet altijd aan te sluiten bij dat wat mensen echt nodig hebben. In de huidige economische omstandigheden gaan naar verwachting meer mensen een (tijdelijk) beroep doen op het vangnet bij de overheid. De komende jaren worden taken op het gebied van de jeugdzorg, de AWBZ, passend onderwijs en werk en inkomen (Participatiewet) door het Rijk gedecentraliseerd naar de gemeente. Dit gaat gepaard met forse bezuinigingen door het Rijk. Inlichtingen bij :
M. van Leur, MO/ZCS, (033) 469 43 28
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 2
Om deze nieuwe taken op een goede manier over te nemen van het Rijk hebben wij met uw Raad over de verschillende decentralisaties gesproken. Met uw Raad zijn wij van mening dat wij -om tot een goede invulling te komen en de beweging te bewerkstelligen die nodig is- de verschillende taken niet los van elkaar, maar als één geheel moeten benaderen. Alleen dan is het mogelijk ondersteuning dichtbij mensen te brengen en om bureaucratisering, versnippering en onnodige medicalisering tegen te gaan. Een samenhangende benadering dus die de beweging in het sociaal domein mogelijk maakt. Ook met de manier waarop wij onze taken uitvoeren op onderwerpen als veiligheid, fysieke leefomgeving, en wijken willen we die beweging ondersteunen. Deze beweging maken we in een situatie waarin er de nodige onzekerheid, onduidelijkheid en nieuwe ontwikkelingen zijn. De totstandkoming van het Sociaal Akkoord en het Zorgakkoord en vooral de onduidelijkheden die er zijn over de concrete invulling daarvan illustreren dit. Wij kiezen ervoor om niet te wachten totdat er meer duidelijkheid komt van het Rijk, maar om nu concreet aan de slag te gaan. Doen we dat niet dan zijn we niet op tijd klaar om de taken per 2015 over te nemen. Wij vragen u daarom de richting te bepalen en een aantal keuzes maken. Dit gaat om een visie, inhoudelijke uitgangspunten, organisatorische principes en sturingsprincipes. In dit raadsvoorstel leggen wij u deze achtereenvolgens voor.
BEOOGD EFFECT Met dit raadsvoorstel leggen wij u onze visie en uitgangspunten op de beweging in het sociaal domein voor. Dit is het kader waarbinnen wij de invulling van onze nieuwe taken vormgeven en beleidsmatige keuzes aan u voor te leggen. Dit voorstel is voor ons de basis voor een verantwoorde invulling van taken die op ons afkomen en het vertrekpunt voor de beweging die wij in het sociale domein voorstaan. We schrijven met nadruk ‘basis’. Veel is nog onzeker en in ontwikkeling. Willen we op tijd voldoende voorbereid zijn dan kunnen we simpelweg niet wachten tot alles zeker is. We markeren met dit voorstel dan ook een vertrekpunt waarbij het eind nog niet altijd even helder is. Dit vraagt om flexibiliteit, ruimte en vertrouwen in de verdere uitwerking.
VISIE OP DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN De komende jaren willen we als gemeente een forse beweging in het sociale domein maken. Willen omdat een aantal zaken beter kan worden geregeld dan deze nu zijn geregeld, en omdat we het dichter bij de burger willen organiseren. Vraagstukken die we willen aanpakken zijn: De (jeugd)zorg staat nu te ver van mensen af, is te versnipperd, problematiseert en medicaliseert onnodig, kan kwalitatief beter en is duur. De verkokering in de zorg doorbreken en meer inzetten op preventie en vroegsignalering. Mensen naar vermogen laten meedoen in de samenleving. Bij voorkeur door naar vermogen werkzaam te zijn bij een reguliere werkgever, en als dat niet lukt in de vorm van het vervullen van een maatschappelijke tegenprestatie. Daardoor kunnen meer mensen deelnemen aan het maatschappelijk leven en aan de arbeidsmarkt. Noodzakelijk ook omdat het Rijk belangrijke taken decentraliseert: op het gebied van de jeugdzorg, de AWBZ en werk en inkomen. Het Rijk decentraliseert deze taken omdat ze op gemeentelijk niveau beter en dichter bij onze inwoners kunnen worden uitgevoerd en gaat er vanuit dat de taken kwalitatief beter en met minder middelen door gemeenten kunnen worden uitgevoerd. Ook wordt het passend onderwijs gedecentraliseerd naar de samenwerkingsverbanden van schoolbesturen. Passend onderwijs kent een sterke samenhang met de jeugdzorg. De uitvoering van al deze taken moet minder bureaucratisch worden, dichter bij de burger, in vertrouwen en met oog op rechtmatigheid en handhaving worden georganiseerd. Dit biedt mogelijkheden om kwaliteit en kostenvermindering hand in hand te laten gaan. De eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners komt meer centraal te staan. Dit gaat verder dan alleen het sociale domein en geldt bijvoorbeeld ook voor onderwerpen als veiligheid, de fysieke leefomgeving en wijkbeheer- en ontwikkeling. Centraal staat wat mensen zelf kunnen, alleen of met behulp van naaste
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 3
familie, vrienden of buren. Wij doen een beroep op de inzet van de eigen mogelijkheden van mensen. En we vinden dat we van een hulpbehoefte niet meteen een onnodig ingewikkeld probleem moeten maken, dat door professionals moet worden opgelost. We blijven wel zorgen voor een vangnet voor wie ondersteuning nodig heeft, en we maken van het vangnet zoveel mogelijk een springplank naar zelfredzaamheid en volwaardige participatie in de samenleving. Wij vinden dat professionals zich moeten inzetten voor die taken waarvoor ze nodig zijn. Dat zijn taken die niet door mensen zelf of hun omgeving kunnen worden opgepakt omdat deze bijvoorbeeld te zwaar of complex zijn. We willen dat het aantal hulpverleners in één huishouden zo beperkt mogelijk is. Wij willen dat mensen zelf, samen met hun omgeving en vrijwilligers, en als dat indien noodzakelijk samen met professionals doen wat nodig is: van een broodje smeren tot het begeleiden naar een activiteit; van helpen met aan- en uitkleden tot verplegen. Daarbij staat niet de instelling waar de professional voor werkt centraal, maar de Amersfoorter die ondersteuning nodig heeft. De wijkverpleegkundige, wijkagent, onderwijzer, huisarts, welzijnswerker en hulpverlener krijgen alle ruimte om hun werk met elkaar slimmer en beter te doen. Het ondersteunen en toerusten van (soms nu al actieve) vrijwilligers en het bieden van steun aan onze inwoners om ieders eigen mogelijkheden te benutten staat daarbij voorop. De beweging in het sociale domein gaat dus niet alleen over mensen die de weg niet zelf kunnen vinden en ondersteuning nodig hebben, het gaat ons allemaal aan! Er zijn immers volop Amersfoorters die hun buren of familie en vrienden (willen) helpen met sneeuw vegen of grasmaaien, met naar de dokter gaan, de kinderen naar school brengen als de ouders dat even niet zelf kunnen, of ouders ondersteunen bij het opvoeden van hun kinderen. Zulke vrijwilligers zijn voor ons het fundament van de Amersfoortse samenleving. Veel (ondersteunende) activiteiten zouden niet kunnen worden uitgevoerd als onze inwoners niet belangeloos de handen uit de mouwen steken. Denk aan sport, speeltuinen, politieke of culturele activiteiten, maar ook aan het ondersteunen van zieken en mensen met een beperking thuis of in instellingen. Ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vragen wij om een rol te spelen bij het bieden van ondersteuning aan mensen die dat nodig hebben. Daarbij maken we gebruik van de mogelijkheden die de Participatiewet geeft. We willen zoveel mogelijk doen in de wijken, zodat iedereen die wil en kan binnen zijn mogelijkheden in zijn eigen omgeving zijn bijdrage kan leveren. Bij voorkeur zonder een rol van de gemeente, indien nodig gestimuleerd of ondersteund vanuit de STIPS (Steun- en Informatiepunten in de wijk), wijkteams of bijvoorbeeld de eigen buurtonderneming. Wat we in de wijken en in de stad effectief en efficiënt kunnen organiseren, doen we daar ook. Alleen als het niet anders kan, organiseren we het met de regio of op bovenregionaal niveau. Om deze beweging in het sociaal domein samen met onze inwoners, professionals en bedrijven te maken is tijd nodig en moeten we de dialoog met elkaar aan blijven gaan. Het vergt een omslag in cultuur, structuur en werkwijzen en vertrouwen van een ieder. Dat kan alleen als we bereid zijn om over bestaande schotten heen te denken en te werken, we bereid zijn om nieuwe dingen uit te proberen en we accepteren dat er dingen fout kunnen gaan.
INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN VOOR DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN Op 3 juli 2012 heeft uw Raad de uitgangspunten en leidende principes voor de Jeugdzorg vastgesteld. De transformatie die wij op het gebied van Jeugd – inclusief Passend Onderwijs - voorstaan, is in essentie gelijk aan de transformatie op het gebied van Zorg en het terrein van Werk & Inkomen. We starten vandaag – ondanks alle onzekerheden op Rijksniveau– met de professionals in de wijk aan een nieuwe manier van werken, zoals in de pilot Jeugdzorg Soesterkwartier. Deze transformatie, ofwel ‘beweging in het sociaal domein’ kenmerkt zich door trefwoorden als nabije zorg, eigen verantwoordelijkheid, participatie en het tegengaan van versnippering, problematisering, medicalisering en bureaucratisering. Op basis van de leidende principes uit de jeugdzorg, hanteren wij de volgende uitgangspunten die gelden voor de beweging in het sociale domein.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 4
1. Zelfredzaamheid voorop Als ondersteuning gevraagd wordt, dan kijken we eerst wat iemand zelf kan. We bouwen op, vergroten de zelfredzaamheid en benutten en versterken de contacten met de omgeving. We nemen het probleem daarbij niet over, maar zorgen dat iemand zelf aan het stuur blijft.
2. De omgeving doet mee ‘Iedereen doet mee’ in Amersfoort. Dat geldt niet alleen voor de mensen die hulp nodig hebben, maar voor iedereen. Buurtbewoners, familie, de gemeente, hulpverleners, de politiek en bijvoorbeeld ook werkgevers. Iemand die hulp of ondersteuning nodig heeft, staat nooit alleen. De omgeving is vaak meer dan bereid om te helpen. Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Het kan nodig zijn dat iemand helpt organiseren dat de omgeving mee doet in de oplossing van het probleem of de vraag. Een belangrijk uitgangspunt is dus dat we altijd eerst zoeken naar oplossingen in de eigen omgeving: het gezin, het eigen netwerk, de buurt.
3. Voorkomen is beter dan genezen Als we op tijd kunnen signaleren dat er bij iemand een vraag om hulp is, en daar goed op inspelen kunnen we problemen voorkomen. Dat is natuurlijk prettiger voor de mensen waar het om gaat en ook nog eens goedkoper. Daarbij is het nodig dat we oog hebben voor de mensen die geen vraag (durven te) stellen, niet weten dat ze hem kunnen stellen of niet weten waar. We rekenen hierbij op de signalerende rol van zowel formele als informele organisaties en mensen in de persoonlijke omgeving.
4. Oplossingen per persoon, soms samen Het is belangrijk om per persoon te kijken hoe iemand het best geholpen is. Dat betekent niet dat elke oplossing ook persoonlijk hoeft te zijn. De oplossing kan soms juist liggen in het gebruik maken van activiteiten die voor een groep bedoeld zijn. Denk bijvoorbeeld aan een buurtmaaltijd in plaats van bezorging aan huis. Deelnemen aan een groep geeft de mogelijkheid om contact op te doen met andere mensen. Het ontmoeten van andere mensen is niet alleen prettig, maar kan ook weer nieuwe informatie of hulp opleveren.
5. We laten niemand vallen Als iemand hulp nodig heeft, moet hij of zij eerst proberen om dat zelf in zijn omgeving te regelen. Maar dat is niet altijd wenselijk, of kan of lukt niet altijd meteen. Als het echt niet kan, moet de hulp van professionals komen. Er moet altijd ondersteuning zijn voor mensen die het moeilijk hebben. Die professionele hulp komt alleen nooit in de plaats van de eigen verantwoordelijkheid van mensen. 6. Hulp dichtbij huis Als mensen hulp en ondersteuning nodig hebben, zoeken we die dichtbij huis. In het eigen netwerk, de straat, buurt of wijk. En we maken daarbij gebruiken van het aanbod van zorg en welzijn in de buurt. Ondersteuning in de buurt of wijk is makkelijk te vinden via één ingang, snel toegankelijk en gebundeld.
7.
Eén huishouden, één plan
Er zijn huishoudens die geholpen moeten worden omdat zij meerdere problemen tegelijk kennen. Deze mensen zijn niet geholpen door op verschillende onderdelen van het dagelijks leven iets te organiseren, maar juist door een plan te maken om alle problemen in 1 keer aan te pakken. Ook in het geval van gezinnen kijken we naar wat de gezinsleden zelf wel kunnen doen en welke mogelijkheden er zijn voor hulp in de omgeving.
ORGANISATORISCHE PRINCIPES VOOR DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN Ondanks de onzekerheden over de Rijkskaders voor de overdracht van taken, willen we nu de kansen pakken die er zijn om de lange termijn beweging die nodig is in het sociaal domein te stimuleren. Immers om zorg dichtbij mensen te brengen en om bureaucratisering, versnippering en onnodige medicalisering tegen te gaan moet er het nodige veranderen. Professionals moeten op een andere manier met elkaar leren samenwerken en de tijd hebben om deze nieuwe manier van werken te ontwikkelen. Om de daarbij
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 5
behorende ontwikkelopgaven in te kunnen vullen, gaan we uit van de volgende principes. Deze zijn gebaseerd op de inhoudelijke uitgangspunten zoals verwoord in de vorige paragraaf. 1. Wijkgericht werken is een van de uitgangspunten voor de drie decentralisaties. We ontwikkelen met inwoners, professionals en instellingen een aanpak die goed aansluit bij de kenmerken en behoeften van bewoners en ondernemers in de wijk. We toetsen onder andere met behulp van proeftuinen in de praktijk wat de beste vorm en schaal is voor wijkgericht werken. Uiteraard blijven we oog houden voor netwerken van onze inwoners die anders zijn dan de geografische schaal van de wijk. Als het werken via deze netwerken effectief is, past een andere dan de wijkgerichte benadering. 2. De toegang voor onze inwoners tot algemene basisvoorzieningen beleggen we primair bij de wijkteams en steunpunten in de wijk (STIPS). Daar waar het effectief en efficiënt is organiseren we ook de toegang voor de tweedelijnszorg op die manier. 3. De toegang voor de ondersteuning die niet is belegd bij de wijkteams en/of STIPS concentreren we zo mogelijk op één plek in de stad. We onderzoeken of en op welke manier de huidige loketten van bijvoorbeeld UWV, WMO en Sociale Zekerheid zouden kunnen worden samengebracht. 4. Ondersteuning die niet effectief en efficiënt in de wijk of in de stad kan worden georganiseerd, organiseren we in de regio Amersfoort en als dat niet kan op schaal van de provincie Utrecht. De Regio Amersfoort bestaat uit negen gemeenten: Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Nijkerk, Soest, Woudenberg. Daar waar bovenregionale inkoop nodig is vormt de Regio Amersfoort voor ons het vertrekpunt. Dat doen we via bestaande, logische verbanden waarbij de inhoud leidend is. De lokale autonomie, kracht en diversiteit van de samenwerkende gemeenten is uitgangspunt. Waar mogelijk voeren de samenwerkende gemeenten taken zelf uit, zo dichtbij onze inwoners als mogelijk. De kern is dat we lokaal uitvoeren wat lokaal kan en (boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan worden uitgevoerd. We verkennen samen met de regiogemeenten het onderscheid wat we op de verschillende niveaus doen.
STURINGSPRINCIPES VOOR DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN 1. In uitwerking op ons uitgangspunt met betrekking tot regionale samenwerking (4) geldt dat voor sommige vormen van ondersteuning het niet efficiënt is deze op lokaal niveau in te kopen. We kopen1 deze ondersteuning en instrumenten in met de gemeente in de Regio Amersfoort. 2. We geven ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn). Kortingen op deze budgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting, m.u.v. Participatiewet. Dit laatste is in lijn met het coalitieakkoord en het collegeprogramma 2013/2014 en de kadernota. 3. We geven ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn). Kortingen op deze budgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting. Gezien het coalitieakkoord wordt zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet. Ter zake is in het Coalitieakkoord opgenomen: “de coalitie is bereid geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de participatiewet voor de betreffende mensen te verzachten”. Indien uit het nieuwe wetsvoorstel Participatiewet blijkt dat vanaf 1 januari 2015 aanvullende maatregelen nodig zijn zal het college ter zake een voorstel aan de raad voorleggen. Hierbij wordt primair bezien of de maatregelen zijn te financieren door herschikking binnen het ontschotte budget voor het sociaal domein.
1
De term ‘inkopen’ moet hier gezien worden in de brede zin van het woord. Hieronder worden verschillende varianten van financiering verstaan waaronder subsidiering, ‘klassiek’ aanbesteden en bestuurlijk aanbesteden.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 6
DE BEWEGING IN HET SOCIAAL DOMEIN IN BEELD
De beweging in het sociale domein is hierboven in een piramide weergegeven. De visie, inhoudelijke uitgangspunten, organisatorische principes en sturingsprincipes vormen de kern waar vanuit we dit gaan vormgeven. Daarbij staat voorop dat we willen voorkomen dat mensen onnodig gebruik moeten maken van de lokale basis(zorg)voorziening of van de tweedelijnszorg. Als mensen daar toch in terecht komen is alles er op gericht om daar zo kortstondig mogelijk gebruik van te hoeven maken. We investeren daarom vooral in de onderkant van de piramide: de burgerkracht/kracht van de omgeving. Dan gaat het op individueel niveau om mensen die vaardig zijn in het oplossen en aanpakken van problemen. Op groepsniveau kan het bijvoorbeeld gaan om buurtbewoners die initiatieven nemen om de leefbaarheid in de wijk te verbeteren, een familie die samen mantelzorg biedt aan een familielid of ouders die ouders met opvoedproblemen helpen. Ondersteuning op dit niveau komt altijd uit de omgeving, niet van professionals. Als gemeente staan we voor het samen met inwoners, professionals, bedrijven en instellingen inrichten en organiseren van een effectieve en efficiënte lokale basis(zorg)infrastructuur. Deze is ondersteunend aan de burgerkracht. Ondersteuning op dit niveau is bijvoorbeeld gericht op informatie en advies en doorverwijzing, ondersteuning van burgerinitiatieven, ondersteuning van mantelzorgers, coördinatie van vrijwilligers, signaleren van problemen en het toeleiden naar passende zwaardere of specialistische(re) vormen van hulp. Beroepskrachten signaleren en lossen samen met burgers problemen op. Zij worden hierbij bijvoorbeeld ondersteund door leden uit de wijkteams en professionals op de ‘werk- en vindplaatsen’.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 7
Tot slot nemen we als gemeente onze rol om een solide vangnet (de top van de piramide) in te richten als burgerkracht en de lokale basis(zorg)infrastructuur niet toereikend zijn. Het vangnet is gericht op individuen of gezinnen met problemen op een of meerdere levensgebieden die zij niet op eigen kracht kunnen aanpakken. Zij hebben voor korte of lange tijd intensieve ondersteuning nodig. Vaak is een vorm van regie nodig om te zorgen dat deze problemen volgens een duidelijk plan in samenhang worden aangepakt. Ook op dit niveau gelden nog steeds de principes van ondersteuning van eigen kracht en benutten van de mogelijkheden van het informele netwerk, ook kunnen lichtere vormen van ondersteuning uit de andere cirkels een rol blijven spelen. De toegang tot het vangnet is veelal georganiseerd via indicatiestelling. Regionale samenwerking op dit terrein evenals op het terrein van inkoop ligt voor de hand.
ARGUMENTEN 1.1 Visie en uitgangspunten zijn nu nodig om ons goed voor te bereiden op nieuwe taken In augustus 2014 wordt het passend onderwijs naar samenwerkingsverbanden van schoolbesturen gedecentraliseerd. Op 1 januari 2015 worden de taken op het gebied van jeugdzorg en de AWBZ gedecentraliseerd en treedt de Participatiewet in werking. Om klaar te zijn voor de overdracht van de taken van het Rijk en om de gewenste beweging in het sociale domein te maken, is het nodig dat we nu een flink aantal stappen zetten op verschillende sporen en in goede samenhang met elkaar. Deze beweging blijft niet beperkt tot het sociale domein, maar vraagt ook dat we de samenhang en verbinding met het economische en fysieke domein opzoeken en vorm geven.
1.2 Samenwerken met inwoners, professionals en instellingen Een grote ontwikkelopgave ligt in een andere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden en de manier waarop de gemeente samenwerkt met professionele partijen en inwoners. De beweging kunnen we immers alleen maken als we dit doen in een goed samenspel met de bewoners, de professionals en de raad. Dat vraagt tijd, een wijze van opereren die dat samenspel alle ruimte geeft en ondersteunt en heldere kaders van uw Raad waarbinnen wij dit kunnen doen. Hierbij gaan we niet voorbij aan de stappen die we moeten zetten om aan onze wettelijke taken en verplichtingen te voldoen en bezuinigingsopgaven te behalen.
KANTTEKENINGEN 1.1 Onduidelijkheid over wetgeving Over de wetgeving rond de Jeugdzorg, Passend onderwijs, de Participatiewet, en de AWBZ bestaat nog
veel onduidelijkheid. Door niet op duidelijkheid te wachten maar nu al te beginnen aan de ontwikkelopgaven vanuit een aantal leidende principes kan het zijn dat we werkwijzen of beleid ontwikkelen dat niet (meteen) passend is binnen de uiteindelijke wettelijke kaders.
1.2 Onduidelijkheid over financieel kader vanuit het Rijk Door de voortdurende onzekerheden over de budgetten van het Rijk en de provincies die met de taken mee komen, is het mogelijk dat er financiële tegenvallers of meevallers zijn die het noodzakelijk maken om de ambities en beoogde werkwijze bij te stellen. We werken op basis van een zo reëel mogelijke inschatting van de budgetten,
1.3 Onduidelijkheid over de inwoners die het aangaat Het Rijk heeft tot nog toe onvoldoende informatie beschikbaar gesteld om te kunnen bepalen welke inwoners de beweging in het sociaal domein aangaan en die hulpbehoefte hebben. Deze aantallen kunnen dus mee- of tegenvallen. We werken op basis van een zo reëel mogelijke inschatting van de aantallen. Per decentralisatie zijn startfoto’s gemaakt waarvan de cijfers ook zijn opgenomen in de bijlagen per decentralisatieopgave bij dit Raadsvoorstel.
1.4 Er kunnen dingen mislukken We willen zaken heel anders gaan doen en zien dus een groot aantal ontwikkelopgaven. Daarvoor is ruimte om te leren van successen en mislukkingen nodig. Als die ruimte er niet is, is de kans groot dat de benodigde vernieuwing niet tot stand komt. Een goed proces met inwoners, professionals en instellingen is
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 8
alleen mogelijk als zij daarvoor open staan. Het is dus van belang om helder te communiceren over de visie, onze uitgangspunten en ruimte te geven aan dit proces. 1.5 Er zitten grenzen aan ‘eigen kracht’ van onze inwoners We zouden misschien graag onbegrensd willen geloven in de draagkracht en capaciteit van ‘de eigen kracht’ van onze inwoners. We geloven immers dat beter is voor ‘de mens’ en ook nog eens beter voor de overheidsportemonnee. Echter, de realiteit is dat er beperkingen zijn aan wat onze inwoners met eigen kracht en hun eigen netwerk kunnen oplossen. We zijn er van overtuigd dat we onze inwoners moeten aanmoedigen deze grens op te zoeken en soms op te rekken. Niet te snel moeten we denken dat het niet kan. Tegelijkertijd is er wel het besef van de begrenzing van wat je van mensen mag/kunt verwachten. Hoe voorkomen we dat we mensen uit het oog verliezen? Dat de focus juist komt te liggen op die groep mondige en assertieve mensen met genoeg vrije tijd en kennis? Juist het besef en oog voor deze begrenzing, versterkt naar onze mening de eigen kracht. Door de grens te (h)erkennen en zekerheid te bieden dat mensen worden opgevangen als ze het op eigen kracht niet redden, durven mensen meer hun eigen kracht – en die van anderen – aan te spreken.
FINANCIËN Er is op dit moment nog grote onzekerheid over de definitieve budgetten die beschikbaar zullen zijn en het aantal Amersfoorters dat thans ondersteuning krijgt en in de toekomst nodig heeft. Onze huidige inschatting is dat het thans gaat om de volgende budgetten en aantallen: Jeugd
AWBZ (WMO Hulp bij het Huishouden
AWBZ (WMO) Ondersteuning, begeleiding en verzorging aan huis (per 1-12015) 2200 (begeleiding
2500 cliënten (schatting op basis van landelijke cijfers 6-8% van de jongeren)
3000 (cliënten hulp bij het huishouden)
Korting op huidig budget
17%
40%
25%
Schatting resterend budget
€ 25 miljoen
€ 5,2 miljoen
€ 38 miljoen
Aantal Amersfoorters
2000 (persoonlijke verzorging)
Participatiewet (per 1-1-2015)
2756 WWB uitkeringen ( april 2013) + 50 à 75 cliënten vanuit nieuwe doelgroep Participatiewet ( in de schatting is de herkeuring uit het Sociaal Akkoord van de huidige groep Wajongers niet meegenomen)
Re-integratie: er wordt een doelmatigheidskorting op het huidig budget doorgevoerd. Aan het huidig budget worden middelen toegevoegd voor de begeleiding van nieuwe doelgroepen participatiewet. Hiermee dient wel een grotere doelgroep bediend te worden WSW: efficiencykorting regeerakkoord; ca. 13%) en uitstroom WSW (ca. 45 per jaar). Verder is onduidelijk welke middelen worden toegevoegd voor het organiseren van beschut werk. Totaaleffect op budget is onduidelijk i.v.m. uitwerking Sociaal Akkoord.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 9
We geven ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn). Kortingen op deze budgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting. Gezien het coalitieakkoord wordt zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet. Ter zake is in het Coalitieakkoord opgenomen: “de coalitie is bereid geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de participatiewet voor de betreffende mensen te verzachten”. Indien uit nieuwe wetsvoorstel Participatiewet blijkt dat vanaf 1 januari 2015 aanvullende maatregelen nodig zijn zal het college ter zake een voorstel aan de raad voorleggen. Hierbij wordt primair bezien of de maatregelen zijn te financieren door herschikking binnen het ontschotte budget voor het sociaal domein.
RISICO’S Het mag helder zijn dat er door de grote onzekerheden de nodige risico’s zijn die deels beperkt kunnen worden beheerst. De risicorapportage die voor Jeugdzorg is gemaakt en beschikbaar is gesteld aan uw Raad biedt hier een goed eerste overzicht van de risico’s die samenhangen met de overdracht van alle taken van het Rijk naar de gemeente. In de rapportage worden naast risico’s ook beheersmaatregelen genoemd. Hieronder beperken we ons tot het benoemen van de 10 grootste risico’s en laten we onder verwijzing naar de risicorapportage over Jeugdzorg de beheersmaatregelen hier achterwege: 1. Heftige reactie op incidenten na 1 januari 2015. 2. Gemeente is niet in staat om de inkoop en aanbesteding van zorg tijdig te realiseren. 3. Er is onvoldoende budget om het benodigde zorgaanbod te realiseren. 4. De informatie van Rijk en provincies komt te laat om de beleidsontwikkeling tijdig af te ronden voor de begroting 2015. 5. Benodigde samenwerkingsverbanden op regionaal en bovenregionaal niveau komen niet of niet tijdig tot stand. 6. Er ontstaat discontinuïteit tussen het huidige en het gewenste zorgaanbod door de overdracht van de taken naar de gemeente. 7. Er is een groter zorgvraag dan waar rekening mee is gehouden. 8. De kosten voor lopende zorgtrajecten van voor 2015 lopen door na 2015. 9. Cliëntgegevens komen bij onbevoegde personen terecht. 10. De ICT-infrastructuur is niet tijdig gereed om o.a. de kosten te beheersen. De Raad wordt via de reguliere en afgesproken rapportages geïnformeerd over de belangrijkste risico’s en beheersmaatregelen.
COMMUNICATIE De beweging die wordt ingezet in het sociaal domein is een beweging die veel mensen op verschillende manieren raakt. Deze beweging vraagt om zorgvuldige communicatie. Maar zeker ook om communicatie die flexibel is en oog heeft voor individuele behoeftes en maatschappelijke ontwikkelingen. Aan de basis van onze communicatie-inzet staat een degelijke informatievoorziening die past bij de informatiebehoefte in de stad. Om op korte termijn een gezicht en een stem te geven aan de mensen om wie het gaat, starten we met het vertellen van persoonlijke verhalen. Daarnaast stellen we per decentralisatie een communicatieplan op met daarin onder andere een planning van de belangrijke informatiemomenten. Naast tijdige en gerichte informatie, zijn ook verschillende vormen van interactie belangrijk in onze communicatie. Inzet van deze interactie is het gebruik maken van kennis in de stad en het samen ontwikkelen van nieuwe manieren van werken. Er worden binnen de decentralisaties verschillende vormen van interactie gepland en ingezet: van gesprekken met oudergroepen, tot dialoogsessies met professionals en van het delen van proeftuinervaringen tot een frisse blikken panel. Ook het samenstellen van een stadsbrede kopgroep is een van de vormen van interactie. Zo’n stadsbrede groep van professionals en ervaringsdeskundigen kan een voortrekkersrol vervullen in het sociaal domein door samen te zorgen voor inspiratie, onverwachte verbindingen en initiatieven.
VERVOLG In de bijlagen bij dit Raadsvoorstel is per decentralisatieopgave een kernbeschrijving en planning opgenomen. Hieronder vindt u een integrale mijlpalenplanning t.a.v. besluitvorming in uw Raad. De
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 10
planning voor Werk & Inkomen wordt verder ingevuld als er meer duidelijkheid is op Rijksniveau over de invulling van het Sociaal Akkoord. Integrale opgave beweging in het sociaal domein 2013 Juni/Juli Juni/Juli
Juli
Kwartaal 2
Kwartaal 3 Kwartaal 4
Werk & Inkomen (Participatiewet)
Regionaal transitiearrangement Jeugdzorg
Peiling over rol gemeente sociaal domein, sturing, bekostiging en kwaliteitsbewaking
Peiling over transformatieproces: hoe te komen tot de gewenste verandering Vaststellen begroting 2014 door Raad Peiling over het aanbod: resultaten op cliëntniveau en toegang
Concept beleidsplan en concept uitvoeringsplan in de Raad
December
2014 Kwartaal 1
AWBZ (WMO)
Raadsvoorstel beweging in het sociaal domein ter besluitvorming in de Raad Informeren over STIPS en nieuwe wijkteams Eerste organisatieontwerp bespreken in de Raad
Augustus September Oktober
November November
Jeugdzorg
Resultaat pilot tegenprestatie in de Raad
Evaluatie wijkteams bespreken met Raad Gemeenteraadsverkiezingen Vaststellen beleidsplan en uitvoeringsplan in de Raad Tussenrapportage voortgang beweging sociaal domein bespreken in Raad Nieuwe taken en budgetten in de begroting 2015 Vaststellen Vaststellen beleidskader en beleidskader en uitvoeringsplan verordening door door Raad Raad Vaststellen begroting 2015 door Raad
Vaststellen beleidskader en verordening door Raad
Taak formeel overgedragen 2015 Januari Belangrijk onderdeel is dat we dit najaar met u in gesprek willen over de principes van sturing en bekostiging. Het gaat hierbij o.a. om de invulling van de (regie)-rol van de gemeente in het sociaal domein, de vorm van inkoop/subsidiering van zorg/diensten (sturing en bekostiging) en de kwaliteitsbewaking.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 11
Naast de momenten in de mijlpalenplanning informeren we u over de ervaringen die we opdoen met vernieuwende werkwijzen, wijkteams, STIPS etc. Op basis van deze ervaringen en opgedane kennis is het aan een volgend college en een nieuwe Raad om na de verkiezingen in maart 2014 de definitieve beleidskaders en resterende verordeningen voor de uitvoering van deze taken vast te stellen.
BETROKKEN PARTIJEN Inwoners in de stad, vrijwilligers, cliëntenraden, zorginstellingen professionals in de ondersteuning. Wij stellen een kopgroep in waarin een aantal van de betrokkenen op persoonlijke titel kunnen plaatsnemen en met ons kunnen meedenken over de wijze waarop we de beweging in het sociaal domein vormgeven.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- Kernbeschrijving Werk & Inkomen (Participatiewet). - Kernbeschrijving WMO/AWBZ - Kernbeschrijving Jeugdzorg, inclusief Passend onderwijs
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4384952
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 2013, sector MO/ZCS (nr.4384952); b e s l u i t: 1. de kaders voor de beweging in het sociale domein vast te stellen, inhoudende: 1. De inhoudelijke uitgangspunten - Zelfredzaamheid voorop - De omgeving doet mee - Voorkomen is beter dan genezen - Oplossingen per persoon, soms samen - We laten niemand vallen - Hulp dichtbij huis - Één huishouden, één plan - Snelle interventies als hulp nodig is 2. De organisatorische principes - Wijkgericht werken - De toegang tot nulde en eerstelijnszorg primair te beleggen bij de wijkteams - Waar mogelijk de toegang tot overige ondersteuning concentreren op één plek in de stad - Regionale samenwerking vanuit het principe: lokaal doen wat kan en (boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan - Voortbouwen op en/of uitbreiden van de bestaande activiteiten, voorzieningen en bewonersinitiatieven in de wijken - Zorgbehoevenden die langdurige zorg nodig hebben, krijgen keuzevrijheid in het selecteren van zorgaanbieders die bij hen passen 3. De sturingsprincipes - Professionele ondersteuning op regionaal niveau inkopen - Financiële kaders: de door rijk beschikbaar gestelde middelen en middelen binnen gemeentebegroting - Inzet van middelen ontschotten 2. het college op basis van de vastgestelde kaders de opdracht te geven de beweging in het sociale domein uit te werken, de invulling van onze nieuwe taken vorm te geven en beleidsmatige keuzes aan u voor te leggen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 9 juli 2013. de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF 2013-92 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder B.J. Lubbinge
Reg.nr. Datum Programma
: 4405768 : 10 juli 2013 : 4. Zorg, welzijn en wijkontwikkeling
TITEL Realisatie 6 lerende Wijkteams
KENNISNEMEN VAN De wijze waarop wij lerende Wijkteams inrichten.
AANLEIDING Zoals beschreven in ons raadsvoorstel ‘Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein’ en de RIBs 2013-73 en 2013-74 kiezen wij ervoor om aan te sluiten bij de behoeften van onze inwoners. Waar efficiënt en effectief organiseren we zaken op wijkniveau. Het maken van de beweging in het sociale domein vraagt echter meer dan het organiseren van voorzieningen op wijkniveau. In de betreffende RIBs hebben wij toegelicht hoe wij aankijken tegen de ontwikkeling van STIPs en de realisatie van activiteitencentra. Samen met de ontwikkeling van wijkteams is dit de weerslag van de beweging zoals we die op het wijkniveau willen maken. Wij zegden u toe u op korte termijn te informeren over de ontwikkeling van de wijkteams.
KERNBOODSCHAP De wijkteams vormen een belangrijk onderdeel van de organisatie waarmee we de beweging in het sociale domein op wijkniveau willen maken. Met de inzet van wijkteams beogen we: 1. De (toegang tot) ondersteuning dichtbij mensen te brengen, zoveel mogelijk gebruik makend van hun eigen kracht en mogelijkheden in hun eigen omgeving. 2. Bureaucratisering, versnippering en onnodige medicalisering tegen te gaan. 3. Onze (beperkte) financiële middelen zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten waardoor we ons spaarzame budget kunnen inzetten voor die mensen die het zelf echt niet redden. Met behulp van zes lerende wijkteams (proeftuinen) willen we in de praktijk leren wat de beste vorm en schaal is voor het werken met wijkteams en hoe we deze het beste kunnen laten functioneren. De 6 lerende wijkteams willen we gefaseerd realiseren voor het einde van dit jaar.
TOELICHTING Uitgangspunten De lerende wijkteams worden gerealiseerd aan de hand van de volgende uitgangspunten: 1. De wijkteams vormen een belangrijk onderdeel van de organisatie waarmee we de beweging in het sociaal domein willen maken. Een wijkteam werkt vanuit de inhoudelijke principes die zijn geformuleerd voor de beweging in het sociaal domein. Het werkt integraal (kijkend naar het geheel van hulpvragen in samenhang met elkaar), generalistisch (brede aanpak van vragen door een en dezelfde persoon) en contextgebonden (eigen kracht, omgeving, de wijk etc.) werkt. Als ondersteuning gevraagd wordt, dan wordt eerst gekeken wat iemand zelf kan. Vervolgens zoeken professionals samen met een bewoner en/of diens
Inlichtingen bij:
I.M. Hooijschuur, MO/ZCS, (033) 469 46 97
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4405768 pagina 2
naasten naar oplossingen in de eigen omgeving: het gezin, het eigen netwerk, de buurt. Er is altijd een integraal plan per huishouden. Professionals nemen daarbij problemen niet over, maar zorgen dat iemand zelf aan het stuur blijft. We ontwikkelen samen met inwoners, professionals en instellingen een aanpak die goed aansluit bij de kenmerken en behoeften van bewoners en ondernemers. We toetsen onder andere wat de beste vorm en schaal is voor het organiseren van (de toegang tot) zorg en ondersteuning. 2. Wijkteams hebben als functies : signalering, vraagverheldering, doorverwijzing en ambulante ondersteuning Het wijkteam is een schakelfunctie tussen de verschillende lagen:burgerkracht en algemene voorzieningen in de basis en specialistische zorg in de top. Het wijkteam is de kern van de professionele ondersteuning en heeft als functie signalering, vraagverheldering, doorverwijzing en ondersteuning. Om deze functies te kunnen waarmaken zijn de mensen die in zo’n team werken generalisten naar buiten en specialisten naar binnen. Het wijkteam: 1. Duwt (en ondersteunt) waar mogelijk ‘naar beneden’ (richting eigen kracht en algemene voorzieningen); 2. Pakt waar nodig en mogelijk zelf problemen op; 3. Werkt samen met en stuurt door naar specialistische vormen van hulp waar zij niet in staat is die hulp zelf te bieden. STIPs en wijkteams hebben een andere (elkaar aanvullende) functie. Vanuit de informatie en adviesfunctie vormen de STIPs één van de voorportalen richting de wijkteams. Het is niet het voorportaal in die zin dat mensen perse alleen via de STIPs, naar een wijkteam worden verwezen. 3. De wijkteams zijn voor iedereen met een hulpvraag Het wijkteam richt zich op hulpvragen, die niet door uitsluitend vrijwilligers zijn op te pakken. Dit betekent niet dat alle hulpvragen alleen via een wijkteam worden opgepakt. Bewoners kunnen hiertoe zelf het initiatief nemen bijvoorbeeld via het eigen netwerk, internet, de huisarts of anderen. 4. Wij nemen een sturende rol op ons bij de verdere ontwikkeling van de wijkteams De gemeente stuurt door kaders aan te geven en de ontwikkeling te initiëren. Uitgangspunt is dat de nieuwe werkwijze de oude vervangt. Dit uitgangspunt geldt ook al in de pilotfase. Daarbinnen geven we veel ruimte aan professionals voor de inhoudelijke ontwikkeling. Het is een proces dat we al lerende doorlopen. Een van de vraagstukken is dan ook op welke wijze wij de regierol van de gemeente invullen. Samenhang tussen de wijkteams en de STIPs De beweging in het sociale domein is in onderstaande piramide weergegeven. In deze piramide willen we een beweging ‘naar beneden’ tot stand brengen (richting eigen kracht en algemene voorzieningen). Zoals in uitgangspunt 2 (de functies) omschreven, vervult het wijkteam hierin een belangrijke rol.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4405768 pagina 3
De invulling van deze rol hangt samen met het geheel aan voorzieningen en initiatieven in de wijk, waaronder de mogelijk aanwezigheid van STIPs en de wijkcentra. De samenhang en samenwerking tussen deze functies is evident en zal werkenderweg vorm krijgen. Hierbij gaan we uit van de volgende principes: - De wijkteams, STIPs en de activiteitencentra zijn niet onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daar waar zij wel samen voorkomen en deel uitmaken van het voorzieningenniveau in de wijk, moet afstemming gewaarborgd zijn. - Waar effectief en efficiënt, wordt gekeken naar mogelijkheden voor gedeelde fysieke locaties, dit is echter geen voorwaarde. - STIPs en wijkteams hebben een andere (elkaar aanvullende) functie. Vanuit de informatie en adviesfunctie vormen de STIPs één van de voorportalen richting de wijkteams. Het is niet het voorportaal in die zin dat mensen perse alleen via de STIPs, naar een wijkteam worden verwezen. - Zowel bij STIPs als wijkteams zijn vrijwilligers betrokken. Echter op een verschillende manier en met een verschillende functie. Waar de STIPs (grotendeels) draaien op vrijwilligers kunnen vrijwilligers voor de wijkteams een zinvolle en waardevolle aanvulllende rol voor een wijkteam vervullen. Vrijwilligers in de Stips kunnen signalen opvangen en mensen toeleiden naar het wijkteam. Al dan niet via Stips kunnen vrijwilligers gevraagd worden voor eenvoudige klussen en diensten of als maatje. Verder kan een wijkteam een groep van vrijwilligers om zich heen verzamelen die langduriger inzetbaar zijn als stut- en steuncontact voor mensen/gezinnen met problemen of beperkingen. Denk ook aan de inzet van Present met Steungezin in de Buurt. Bij dergelijke vrijwilligers is wel training en coaching belangrijk.
De aanpak De 6 lerende wijkteams die we willen realiseren hebben het karakter van een proeftuin en hebben gevarieerde vormen en opzetten. In de proeftuinen kunnen professionals op een andere manier met elkaar leren samenwerken en krijgen zij de tijd om een nieuwe manier van werken te ontwikkelen, die integraal, generalistisch en contextgebonden is. Hiermee ontwikkelen we werkende weg. Op basis van de ervaringen met de zes wijkteams willen we eind 2013 bekijken wat voor een vorm van organisatieontwerp het beste aansluit bij onze ambities op het sociale domein en bepalen of hieruit
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4405768 pagina 4
een basisontwerp voor de verdere uitrol van de werkwijze wijkteams mogelijk is. We schatten in dat er niet één basisontwerp voor de wijkteams is. Immers, wijken verschillen van elkaar in aard, vraagstukken, doelgroepen, problematiek en aanwezige potentie. We leren werkende weg wat het beste werkt. Om te kijken wat het beste werkt en omdat wijken van elkaar verschillen, variëren onze aanpak en de ontwikkelvragen die we binnen de verschillende proeftuinen willen beantwoorden. Een groot deel van deze ontwikkelvragen is relevant voor alle wijkteams, maar er zijn ook accentverschillen aan te brengen in de ontwikkelvragen voor de wijkteams. Wat we in ieder geval (gevarieerd) gaan toetsen is in een of meerdere wijken: o o o
Geografische variëteit/schaalgrootte Inhoudelijke breedte Variatie in mandaat
Verder komen in alle wijken aan de orde ontwikkelvragen als: o Verbinden/rol huisarts o Verhouding stedelijk/wijk Proces De 6 lerende wijkteams willen we gefaseerd realiseren, te starten met de doorontwikkeling van 3 lopende wijkteams (proeftuin Jeugd Soesterkwartier, wijkteams in Kruiskamp/Koppel en Schothorst van initiatiefnemers in de stad) aangevuld met de vorming van een wijkteam in Vathorst. De keus voor Vathorst heeft o.a. te maken met de mogelijkheid om hier op korte termijn met een wijkteam van Buurtzorg Jong aan de slag te gaan in samenwerking met het onderwijs en de huisartsen (gezondheidscentrum). In de loop van dit jaar worden nog 2 wijkteams gerealiseerd. De keuze daarvoor moet nog worden bepaald. De wijkteams in de proeftuinen worden gemonitord en er vindt een effectmeting plaats. De resultaten/adviezen uit de effectmeting worden verwerkt in het ontwerp. Stap Voorlopig basisontwerp wijkteams - Samenstelling teams - Ontwikkelvragen per team Voorstel keuze wijken en opzet teams 5 en 6 Voorlopige resultaten wijkteams Resultaten effectmeting wijkteams Voorstel vervolg, ontwerp
Wanneer Juli 2013
September 2013 December 2013 Januari 2014
De ervaringen uit de wijkteams willen wij op verschillende momenten en manieren met uw Raad delen. Zo betrekken wij de proeftuinen bijvoorbeeld in ons gesprek over de sturings- en bekostigingsprincipes welke wij met u in het najaar hebben voorzien.
CONSEQUENTIES Nieuw voor oud: De huidige infrastructuur van hulp- en dienstverlening aan deze burgers wordt met de inrichting van wijkteams opnieuw geordend. Het is geen toevoeging aan de bestaande infrastructuur maar vervangt uiteindelijk bestaande vormen van hulp- en dienstverlening in de betreffende wijken. De proeftuinen worden, voor zover mogelijk, uitgevoerd met de thans beschikbare middelen (gemeente, Jeugdzorg, AWBZ en provincie).
BETROKKEN PARTIJEN De ontwikkeling van de sociale wijkteams is een proces waarbij veel verschillende partijen zijn betrokken. Externe partijen zijn instellingen die werken in onze stad op het gebied van welzijn, (jeugd)zorg, onderwijs en werk en inkomen en belanghebbende wijkbewoners in de betreffende wijken.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4405768 pagina 5
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Toeleiding & Toegang, Sturing & Bekostiging Beweging in het Sociaal Domein Informatiebijeenkomst ronde 1 oktober 2013
Opbouw presentatie en discussie • Doel van de presentatie: informatie delen met raad • Stand van zaken
• Vertrekpunt Raadsvoorstel • Toeleiding/toegang, sturing en bekostiging: de praktijk • Keuze 1: hoe organiseren we toeleiding/toegang
• Keuze 2: functies wijkteam • Keuze 3: functies stedelijke infrastructuur/regio en SBG
• Keuze 4: rolverdeling gemeente en wijkteams • Keuze 5: sturing & bekostiging wijkteams en vorming wijkbudgetten
Stand van zaken • Voor de zomer Raadsbesluit beweging in het Sociaal Domein vastgesteld • 5 wijkteams gaan binnenkort van start, 4 STIP’s in voorbereiding. • Regionale transitiearrangementen Jeugdzorg
• Rijksbezuiniging huishoudelijke hulp geschrapt en wellicht wijziging rond knip verzorging/verpleging • Participatiewet eind dit jaar in de Tweede Kamer
• Samenwerking binnen regio Amersfoort
Inhoudelijke uitgangspunten Raadsvoorstel
De inhoudelijke uitgangspunten • Zelfredzaamheid voorop
• De omgeving doet mee • Voorkomen is beter dan genezen • Oplossingen per persoon, soms samen
• We laten niemand vallen • Hulp dichtbij huis
• Één huishouden, één plan, één regisseur
Sturingsprincipes uit Raadsvoorstel
De sturingsprincipes
• Professionele ondersteuning op regionaal niveau inkopen • Financiële kaders: de door rijk beschikbaar gestelde middelen en middelen binnen gemeentebegroting • Inzet van middelen ontschotten
Organisatorische principes uit Raadsvoorstel De organisatorische principes • Wijkgericht werken
• Keuzevrijheid langdurig zorgbehoevenden (toegevoegd door Raad) • De toeleiding (verwijzing) tot algemene (gemeentelijke) basisvoorzieningen primair beleggen bij de wijkteams.
• Daar waar het effectief en efficiënt is organiseren we ook de toegang voor de (gemeentelijke) tweedelijnszorg op die manier. • Waar mogelijk de toegang tot overige ondersteuning concentreren op één plek in de stad • Regionale samenwerking vanuit het principe: lokaal doen wat kan en (boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan.
Toeleiding/toegang, sturing en bekostiging: hoe gaat het straks in de praktijk: casuistiek. • 3 casussen die worden toegelicht
Casus I: Mevrouw A • Mevrouw A. is een jonge, alleenstaande moeder met een schoolgaande dochter van. Mevrouw is licht verstandelijk beperkt. Zij is in Nederland opgegroeid (spreekt accentloos Nederlands). Mevrouw woont zelfstandig in een flat in Schothorst. • Zij werkt niet, maar gaat sinds kort twee ochtenden in de week naar de Koppeling van Amfors (een reintegratieproject voor allochtone vrouwen). Mevrouw heeft en Wajong-uitkering.
Casus II: Oma en kleinzoon • Wordt ingebracht in het ondersteuningsteam. Er zijn zorgen vanuit de basisschool. Wie pakt dit op? Zoontje woont bij oma. JGTS-er heeft aangeboden om bij oma thuis een gesprek te voeren. Oma is Vanuit voedselbank naar CJG gestuurd, vanuit CJG naar het JGTS gestuurd. • Oma heeft zelf gebeld naar het JGTS. Aanstaande donderdag is er een afspraak. Oma zegt dat vader aanwezig zal zijn. Moeder woont in Zutphen. Oma en moeder zijn zwak. Zoontje is 7 jaar en wellicht is er sprake van emotionele verwaarlozing. Kinderbijslag van zoontje wordt niet door moeder gegeven.
Casus III: De heer B. • De heer P. is een alleenstaande man van 81 jaar. Hij woont in een eengezinswoning in Liendert. Zijn vrouw en zoon zijn overleden. Hij ontvangt AOW plus een klein aanvullend pensioen. De laatste jaren wordt het voor de heer P. steeds zwaarder om zichzelf goed te redden , door allerlei lichamelijke ongemakken. Hij komt nauwelijks de deur uit, de boodschappen doen wordt steeds lastiger.
• De heer P. komt niet in aanmerking voor opname in een verzorgingshuis. Hij is nog goed in staat de dingen zelf te regelen. Hij zou het wel willen, dan spreekt hij nog eens iemand en is van al het geregel af.
De beweging in het sociale domein: NU
STRAKS 0e lijn
1e lijn 2e lijn
Burgerkracht (Civil society) Basis(zorg)infrastructuur Wijkteams als spil Specialistische zorg
Keuze 1: Toegang en toeleiding spilfuncties wijkteams Specialistische zorg
TOEGANG
residentieel, JB/JR, Faktteams,SZ etc.
Wijkteam (s) differentiatie eventueel op basis van populatie en zorgvraag
Lokale basis (zorg) infrastructuur STIPS algemene voorzieningen en vindplaatsen: scholen, kinderopvang, welzijnsinstellingen, sportvereniging, huisartsen, GGD, kerken, steunpunt huiselijk geweld, vrijwilligers in georganiseerd verband
Burgerkracht (civil society) Familie, vrienden, gezin, buurt, kerken, vrijwilligers
TOELEIDEN
Keuze 1: Hoe regelen we de TOEGANG 1. Stedelijk + Bundeling + Efficiënter + Uniforme werkwijze
2. Wijkteams + Laagdrempelig + Maatwerk in de wijk
-Drempel voor inwoners -Institutionalisering -Beperkte aansluiting informele netwerken
-Minder efficiënt -Uniforme werkwijze -versnippering
3. Wijkteams (integraal) en stedelijk (enkelvoudig) + Laagdrempelig + Waar nodig opschalen voor robuustheid + Geen drempel voor inwoners + Specialistische kennis ontsluiten
Daarnaast huisarts, jeugdzorg, gedwongen kader en GGZ (eigenstandige bevoegdheid, afspraken nodig)
Keuze 2: kernfuncties van de Wijkteams 1. Het voeren van regie met doorzettingsmacht in het kader van één huishouden, één plan, één regisseur 2. Vraagverheldering. 3. Eigen kracht versterken. 4. Toeleiden (verwijzen) naar voorzieningen in de basis(zorg)infrastructuur. 5. Toegang verlenen tot alle specialistische voorzieningen, met uitzondering van bepaalde voorzieningen die via stedelijk loket worden toegekend. 6. Uitvoering van ‘ambulante zorg en ondersteuning’: betreft JGZ, AMW, opvoedondersteuning, GGZ/LVG, individuele begeleiding en vwb SZ* minimacoach, schuldhulpverlening, activering (* ontwikkelvraagstuk) 7. Signalering mede in relatie tot de voorzieningen in de basis(zorg)infrastructuur.
Keuze 3 Functies Stedelijke Infrastructuur/Regio Stedelijke voorziening • Digitaal loket • Toegang tot inkomensvoorziening, fraudebestrijding, schuldhulpverlening en arbeidsintegratie • Eventueel Toegang tot specifieke Wmo voorzieningen • Specialistische kennis voor complexe vragen en ondersteunende expertise ten behoeve van wijkteam • Backoffice voor de administratie, inkoop en contractering, kwaliteitsen budgetbewaking. Regio • Mogelijke meerwaarde regionale samenwerking Vraag is welke organisatievorm het meest geschikt is Consequenties SbG: huidige indicatiefunctie verdwijnt, mogelijke gevolgen voor loketfunctie en backoffice
Keuze 4: drie modellen positionering wijkteams 1. Sociale wijkteams onderdeel gemeente + Directe aansturing + Leren kennen nieuwe taak + Eenduidige rolverdeling -Geen expertise in eigen huis -Institutionalisering -Sluit niet aan bij regiewerkwijze
2. Sociale wijkteams zijn samenwerking gemeente en instellingen + Leren kennen nieuwe taak + Profiteren van kennis instellingen + Op termijn naar model 3 - Risico’s bij hybride rolafbakening
3. Vorming wijkteams wordt ‘uitbesteed” aan instellingen + Professional in de lead + Sturen op kosten + Past bij regiewerkwijze +Eenduidige rolverdeling -Wel verantwoordelijk, maar geen directe sturing -Opdrachtverlening zonder kennis - Doorbreken huidige situatie in het veld
Keuze 4: wel of geen groeimodel positionering wijkteams
1. Kiezen we nu voor één model 2. Of voor een groeimodel, welk pad? 3. We leggen de rolverdeling tussen gemeente en instellingen vast in de contractering en eventuele subsidiëring.
Keuze 5: Vier bekostigingsmodellen • Functiegerichte bekostiging (beschikbaarheid voorziening): betalen voor het aanbod mede op basis van omvang en kenmerken van de populatie.
• Populatiebekostiging: betalen voor het resultaat op basis van omvang en kenmerken van de populatie • Bekostiging van de productie: leveren van een product, activiteit of traject aan een cliënt (P x Q) • Bekostiging van het resultaat per cliënt: een bepaald bedrag voor een omschreven pakket te bereiken resultaten (cliënt kan zelf budgethouder zijn, PGB)
Keuze 5: Ook hier de keuze voor wel of geen groeimodel, Bij voorbeeld: •Bij de start: functiegerichte bekostiging wijkteam en prestatie/productiebekostiging (PxQ) specialistisch aanbod. •Sturing via contractering, subsidiering en kwaliteits- en budgetbewaking. Startmodel bekostiging Wijkteams zelf worden functiegericht bekostigd (detachering binnen bestaande contracten met instellingen)
Sterke gemeentelijke P&C Het specialistische zorg wordt productiegericht (PxQ)/ resultaat per cliënt) bekostigd.
Keuze 5:…vervolgens vorming wijkbudget: de budgetten van het startmodel worden samengevoegd tot een wijkbudget, op basis van populatiebekostiging? STARTMODEL LATER Basiszorginfra Budget Wijkteam
Specialistische zorg
Basiszorginfrastructuur Wijkbudget : Budget Wijkteam + budget specialistische zorg, op basis van populatiebekostiging
Dit mede in relatie tot parallelle ontwikkelingen wat betreft populatiebekostiging in de 1e lijn/bij zorgverzekeraars.
Discussiepunten • Toegang tot specialistische voorzieningen primair via wijkteams, maar ook via een stedelijke infrastructuur Toeleiding naar basis(zorg)infrastructuur is tweede spilfunctie wijkteams
• 7 kernfuncties wijkteam, inclusief uitvoering van ambulante zorg en ondersteuning op het gebied van WMO, JZ en SZ • Stedelijke infrastructuur voor ondersteuning van de wijkteams met expertise en enkele stedelijke functies op het gebied van SZ en WMO en digitale infrastructuur. Besluitvorming over regionale rol. • Rolafbakening gemeente/wijkteams: groeimodel? • Bekostiging bij de start: wijkteams functiegericht (detachering binnen bestaande contracten) en specialistische zorg op basis van productie/prestatie? Groeimodel naar populatiebekostiging, in relatie tot parallelle ontwikkeling in de 1e lijnszorg en bij zorgverzekeraars?
Vervolg? Oktober 29 oktober Peiling sturing en bekostiging November: Peiling ‘inrichting van de zorg’ Awbz/Wmo en Jeugd RIB Regionaal transitiearrangement Jeugdzorg December: Concept-beleidsplan en uitvoeringsplan Jeugdzorg Resultaten pilot tegenprestatie (Werk & Inkomen) Februari 2014 Beleidsplannen Wmo en Jeugdzorg Eerste kwartaal 2014 Evaluatie wijkteams
Casuistiek bij presentatie Informatiebijeenkomst ronde 1 oktober
In onderstaande casuistiek komen kernfuncties van het wijkteam terug: -
Een huishouden een plan een regisseur Versterken eigen kracht Rol van de basisinfrastructuur Ambulante ondersteuning vanuit het team 2e lijn
1. Mevrouw A. Mevrouw A. is een jonge, alleenstaande moeder met een schoolgaande dochter. Mevrouw is licht verstandelijk beperkt. Zij is in Nederland opgegroeid (spreekt accentloos Nederlands), en heeft een allochtone achtergrond. Mevrouw woont zelfstandig in een flat in Schothorst. Zij werkt niet, maar gaat sinds kort twee ochtenden in de week naar de Koppeling van Amfors (een re-integratieproject voor allochtone vrouwen). Mevrouw heeft en Wajong-uitkering. Huidige ondersteuning De begeleiding is erop gericht mevrouw zo goed mogelijk te ondersteunen in het dagelijks leven. Post wordt doorgenomen, het persoonlijk functioneren van mevrouw wordt besproken, de opvoeding van de dochter. Zij kan niet goed ordenen. Mevrouw krijgt huishoudelijke hulp via Wmo. Het is de bedoeling dat zij samen het huis schoonmaken. De begeleidster heeft hiervoor de aanvraag verzorgd. Financiën worden beheerd door een broer. De moeder en de zus van mevrouw bieden veel praktische ondersteuning. Het laatste gesprek gaat over de dochter van mevrouw. Na de vakantie gaat ze naar een andere school. De begeleidster vraagt hoe ze dat gaan doen: hoe laat moet ze naar school, brengt ze haar weg of kan ze alleen? Samen zoeken ze op internet de schooltijden op. Het bezoek aan De Koppeling komt aan de orde. Het gaat goed, zegt mevrouw, ze vindt het er plezierig. Misschien kan ze binnenkort nog een ochtend gaan. Er is geen post die aandacht vraagt. Het meest wordt geregeld door de broer van mevrouw. Dat vindt ze prima. Aan het eind van het bezoek komt de huishoudelijke hulp. Mevrouw A. doet open en heeft geen aandacht meer voor haar begeleidster. De aandacht verdelen gaat haar moeilijk af. De afspraak voor de volgende week is al gemaakt. De ondersteuning in het nieuwe systeem Mevrouw A. is meegaand en accepteert gemakkelijk hulp. De vraag om ondersteuning zal waarschijnlijk door haar omgeving worden gesteld of komt aan de orde bij de analyse van haar inkomenssituatie. Het wijkteam wordt ingeschakeld (via Stip, huisarts of SZ). Een generalist neemt samen met mevrouw haar situatie door. Zij heeft een inkomen (specialistische hulp SZ), dagactivering is geregeld (specialistische hulp Wmo), een gespecialiseerde huishoudelijke hulp is er voor het organiseren van het huishouden en het dagelijks leven (specialistische hulp Wmo). De familie regelt financiën en praktische zaken. Alles maakt deel uit van 1 plan, waarover het wijkteam de regie heeft. Het wijkteam komt opnieuw in actie als dingen veranderen.
1
2. Casus Oma en kleinkind Wordt ingebracht in het ondersteuningsteam. Er zijn zorgen vanuit de school. Wie pakt dit op? Zoontje woont bij oma. JGTS-er heeft aangeboden om bij oma thuis een gesprek te voeren. Oma is Vanuit voedselbank naar CJG gestuurd, vanuit CJG naar het JGTS gestuurd. Oma heeft zelf gebeld naar het JGTS. Aanstaande donderdag is er een afspraak met oma om 15:45. Oma zegt dat vader aanwezig zal zijn. Moeder woont in Zutphen. Oma en moeder zijn zwak. Zoontje is 7 jaar en wellicht is er sprake van emotionele verwaarlozing. Kinderbijslag van zoontje wordt niet door moeder gegeven.
23/4: Donderdag gesprek om 16.30 op school. Zoontje is erg chaotisch op school. hij is erg lief, maar gaat niet goed op school. Hulpvraag: financieel situatie, op school gaat het niet goed. maar verder lukt het niet om een hulpvraag te formuleren. Vader heeft schulden bij de IBgroep. hij heeft geen zorg verzekering. Zoontje wel? advies: naar UWV inschrijven en naar Stadsring 51 om mee te denken wat er nodig is? Oma is bezig met meubels te verkopen om geld te krijgen. Wat heeft zoontje nodig? Vader pakt zijn vaderrol niet? 7/5: School wil meer duidelijkheid over de thuissituatie en wat erop dit moment in zoontjes leven speelt. Oma is moeder des huizes, vader zit er een beetje voor spek en bonen bij. Hij volgt wel alles en alles lijkt binnen te komen. De JGTS-er had het gevoel de twee juffen er op te moeten attenderen dat ze niet alleen richting oma moeten praten in het gesprek maar ook richting vader. Vader lijkt ergens wel wat zwak, maar misschien is hij ook wel hele dagen stoned? Op school wiebelt zoontje veel op de stoel, is snel afgeleid en scoort laag. Ze houden hem nu nog in groep 2. Als hij over een halfjaar geen stijgende ontwikkeling laat zien dan gaan ze hem onderzoeken. Dit vindt oma niet ok. Oma wil graag dat er iemand thuis komt voor hulp met ontwikkeling van zoontje. Ze willen graag dat kinderbijslag op de naam van de vader komt te staan, die staat nu op de naam van moeder. De sociale dienst zei dat vader niet ingeschreven staat op het adres van oma en dat zij dus niets kunnen doen. Over vader is weinig bekend. Het enige wat we weten is dat hij het gezag heeft en vader veel schulden heeft. Moeder is vaker benaderd door JGTS-er via de telefoon maar neemt nooit op. Volgende stap is evt. een brief schrijven. Voor nu wordt de eerste stap uitzoeken waar vader nu woont. Svb kinderbijslag kan vader zelf regelen samen met moeder met aanwezigheid van de JGTSer. De JGTS-er kan zich gaan richten op de ontwikkeling van zoontje,zij zal daarna kijken of evt. Homestart ingezet kan worden.
2
3. De heer B. De heer B. is een alleenstaande man van 81 jaar. Hij woont in een eengezinswoning in Liendert. Zijn vrouw en zoon zijn overleden. Hij ontvangt AOW plus een klein aanvullend pensioen. De laatste jaren wordt het voor de heer B. steeds zwaarder om zichzelf goed te redden , door allerlei lichamelijke ongemakken. Hij komt nauwelijks de deur uit, de boodschappen doen wordt steeds lastiger. De heer B. komt niet in aanmerking voor opname in een verzorgingshuis. Hij is nog goed in staat de dingen zelf te regelen. Hij zou het wel willen, dan spreekt hij nog eens iemand en is van al het geregel af. Huidige ondersteuning Een paar keer per week komt er iemand van de thuiszorg met hem doornemen wat hij die dag/week kan doen. Als het nodig is wordt hij geholpen met douchen. Een keer in de week heeft hij hulp in de huishouding voor het zware werk. Drie maal per week wordt de heer B. op gehaald met een busje om naar de dagverzorging te gaan van De Koperhorst. Daar krijgt hij ook een warme maaltijd. Voor de andere dagen krijgt hij maaltijden aan huis bezorgd. De wijkverpleegkundige komt dagelijks langs om zijn ‘open benen’ te verzorgen. De ondersteuning in het nieuwe systeem De huisarts neemt contact op met het wijkteam. Daaraan is ook een wijkverpleegkundige verbonden. Zij neemt met de heer B. door hoe hij zijn leven het beste zou kunnen inrichten. Van de ouderensoos van De Koperhorst (voorheen opvang) kan dhr. B. twee dagen per week gebruik blijven maken (basisinfra, Wmo). Daar eet hij ook op basis van een eigen bijdrage. De andere dagen krijgt hij maaltijden thuis bezorgd. Dit regelt en betaalt e heer B. zelf. Een derde middag gaat hij klaverjassen, in de wijk (vereniging). Vervoer is geregeld met een vrijwilliger uit de wijk. Dit heeft het wijkteam geregeld via de Stip. Bij de ouderensoos heeft de heer B. een moment om even met iemand te praten over de dagelijkse gang van zaken, en eventuele paperassen door te nemen. Een wijkziekenverzorgende komt langs voor de verzorging van de wond en als het nodig is helpt zij de heer B. bij het douchen (specialistische hulp Wmo of ZVW). De wijkverpleegkundige heeft het mandaat deze hulp in te zetten (Wmo en ZVW via samenwerkingsafspraken met zorgverzekeraar). Huishoudelijk hulp is geregeld via een geselecteerde aanbieder. De heer betaalt deze hulp zelf, omdat zijn inkomen dat toelaat. Alle hulp maakt onderdeel uit van 1 plan. Als er zich veranderingen voordoen gaat de wikverpleegkundige weer met de heer B. in gesprek.
3
Besluitenlijst De Ronde datum:
1 oktober 2013
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01) Titel Van Doel activiteit Voorstel
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.00 uur 6
Reg.nr. 4502362 Beweging in het sociaal domein: toegang, sturing en bekostiging Soort verslag College van B&W Besluitenlijst Soort activiteit Informatie De komende jaren willen we als gemeente een forse beweging in het sociale domein maken. De uitgangspunten voor deze beweging zijn op 9 juli door de gemeenteraad vastgesteld. Deze uitgangspunten moeten worden vertaald naar een wijze waarop het (brede) sociale domein op hoofdlijnen wordt georganiseerd (= organisatieontwerp).
Vragen die in dit verband bijvoorbeeld aan de orde zijn: ‘Wat is de concrete rol van de wijkteams, hoe stuurt de gemeente dit en wat voor een bekostigingssysteem wordt gehanteerd?’ Deze vragen moeten, mede op basis van de ervaring die wordt opgedaan in de proeftuinen (RIB 2013-92 Realisatie 6 lerende Wijkteams) worden beantwoord. Vervolgens worden deze keuzes verder zorginhoudelijk ingevuld in de inrichtingsplannen per decentralisatie (voorzien in de raad van 26/11). Op basis hiervan gaan we de implementatiefase in.
Voorzitter
Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
Van de raadsleden wordt gevraagd kennis te nemen van de stand van zaken en de verschillende te maken keuzes. Op basis hiervan vervolgens vragen te stellen en gesprek te voeren over de onderwerpen sturing en bekostiging. Portefeuillehouder Van Eijk, Lubbinge Van der Vlies (technisch) Opsteller Kennedy-Doornbos (pro-forma) Van Leur Bongers Portefeuillehouder Van Eijk, Lubbinge Ballast-Tatarian (VVD), Van Bruggen Ambtenaren (PvdA), Houwing (D66), Hunink (CU), Van Leur Kennedy-Doornbos (CU), Killi (PvdA), Van Koningsveld (CDA), Meijer (SP), Van Vliet (GL) Wethouders hebben presentatie gegeven over de vijf thema's - toeleiding/toegang; - functies wijkteam; - functies stedelijke infrastructuur/regio en SBG; - rolverdeling gemeente en wijkteams; - sturing & bekostiging wijkteams en vorming wijkbudgetten.
Zij hebben een toelichting gegeven op de keuzemogelijkheden die op een later moment in een peiling aan de raadsleden worden voorgelegd. Daarna hebben woordvoerders verduidelijkende vragen gesteld. Voldoende besproken Vervolgstap college (peiling in De Ronde) Toezeggingen / Afspraken
Wethouder Lubbinge heeft toegezegd in de uitwerking van de peilnota de tekst op grond van het ingetrokken amendement 4.6 aan te passen. Wethouders stellen uitgebreide casusbeschrijving, zoals die ook is toegelicht tijdens De Ronde, aan de raadsleden ter beschikking.
#4502362 v1 - BESLUITENLIJST DR 1-10-2013 BEWEGING IN HET SOCIAAL DOMEIN: TOEGANG, STURING EN BEKOSTIGING
Aantekeningen voor verslag
#4502362 v1 - BESLUITENLIJST DR 1-10-2013 BEWEGING IN HET SOCIAAL DOMEIN: TOEGANG, STURING EN BEKOSTIGING
Besluitenlijst Beweging in het sociaal domein - toegang, sturing en bekostiging
Intern Datum: Aanvang:
dinsdag 1 oktober 2013 18:00
Fractievoorzittersoverleg Intern
Besluitenlijst Beweging in het sociaal domein - toegang, sturing en bekostiging
Fractievoorzittersoverleg Intern
Besluitenlijst Beweging in het sociaal domein - toegang, sturing en bekostiging
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 1 oktober 2013 19:00
Beleidsevaluatie Economie (deel I) Informatie, rondetafelgesprek
Besluitenlijst Beweging in het sociaal domein - toegang, sturing en bekostiging
Beleidsevaluatie Economie (deel I) Informatie, rondetafelgesprek Inhoud agendapunt Beleidevaluatie Economie (deel I) (pdf) *Presentatie 1 oktober 2013 - Beleidsevaluatie Economie (pdf) *Collegevoorstel beleidsevaluatie economie (pdf) Bijlage - Financieel overzicht programma Economie 2010-2017 (pdf) Raadsbesluit - Raadsvoorstel- en besluit Economische Agenda 8-12-2009 (pdf) Bijlage - Notitie ontwikkeling werkgelegenheid Onderzoek en Statistiek, 17 september 2013 (pdf) Raadsinformatiebrief 2011-44 Resultaten van de Economische Agenda (pdf) Raadsinformatiebrief 2011-68 Actualisatie Economische Agenda 2011-2012 (pdf) Raadsinformatiebrief - RIB 2013-72 Actualisatie Economische Agenda 2013-2014 (pdf) Collegevoorstel Economic Board Utrecht en doorontwikkeling en opschaling AmersfoortBreed 16-7-2013 (pdf) Bijlage - Samenvatting Clusteronderzoek Regio Amersfoort (pdf) Bijlage - Notitie Vestigingsplaatsfactoren bedrijven (pdf) Bijlage - Rapport Commissie Van Ek, “Een vitale stad in een vitale regio”, januari 2009 Bijlage - Adviezen REO EBU Agenda Bijlage - Monitor Economische Ontwikkeling REO/Kamer van Koophandel Bijlage - *Rapportage ZZP BV Bijlage - *Jaarverslag Citymarketing *AmersfoortBreed jaarverslag Bijlage - *Visie werklocaties Amersfoort Bijlage - *Samen Sterk Regio Amersfoort Bijlage - *Convenant Bedrijventerreinen regio Amersfoort Bijlage - *Verbinden in de Amersfoortse regio *Verslag WTCAA locatie Amersfoort (pdf) Bijlage - *Rapportage Accountmanagement (pdf) Verslag Rondetafelgesprek Beleidsevaluatie Economie (deel I) (pdf) Besluitenlijst Beleidsevaluatie Economie (deel I) (pdf)
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Reg.nr. 4492776 Beleidevaluatie Economie (deel I) 1 oktober 2013 Ambtelijk contact College van B&W De Boer (033-469 4585) Van der Werff/Van den Berg Overeenkomstig de planning van beleidsevaluaties die de raad in februari 2013 heeft vastgesteld, vindt in de tweede helft van 2013 de beleidsevaluatie Economie plaats. Een beleidsevaluatie heeft twee doelen: - terugkijken op de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid uit de afgelopen vier jaren, en - vooruitkijken naar de toekomst van het beleid.
Bij de beleidsevaluatie Economie focussen raad en college op de resultaten van de Economische Agenda. De scope van de Economische Agenda beslaat namelijk het grootste deel van het werkveld van economie. Binnen de Economische Agenda wordt gefocust op de (beleids)onderdelen citymarketing (Smoel), vestigingsbeleid, dienstverlening, accountmanagement & acquisitie (Rode Loper) en innovatiebeleid (Economische pijlers: stimuleren en groeien). Het terugkijken staat centraal in de eerste bijeenkomst op 1 oktober. Deze bijeenkomst organiseert het college samen met partners. Resultaten van een aantal projecten staan centraal, evenals een presentatie van de belangrijkste ontwikkelingen, de kosten en opbrengsten van het beleid uit de afgelopen jaren. Vervolgens is er gelegenheid voor discussie en vragen. In november vindt de tweede bijeenkomst plaats. Dan wordt de toekomst van de Economische Agenda besproken. Op basis van een peiling wordt de raad gevraagd in gesprek te gaan over de verwachtingen ten aanzien van het nieuwe beleid. Op basis van dit gesprek kan het college het beleid verder aanscherpen. Doel activiteit Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject
Soort document N.v.t. Informatie, rondetafelgesprek De raad heeft in januari 2013 besloten om in de tweede helft van 2013 Economie (onderdeel programma 10) te evalueren. De evaluatie kan lessen opleveren om nieuw beleid verder aan te scherpen. In gesprek te gaan met de wethouder, genodigden en elkaar
2e Rondebijeenkomst in november
Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten
Verslag *Presentatie De Ronde 1 oktober *Collegevoorstel beleidsevaluatie economie Financieel overzicht programma Economie 2010-2017 Raadsvoorstel/besluit “Economische Agenda”, 8 december 2009 Notitie ontwikkeling werkgelegenheid Onderzoek & Statistiek, 17 september 2013 RIB 2011-44 Resultaten van de Economische Agenda RIB 2011-68 Actualisatie Economische Agenda 2011-2012 RIB 2013-72 Actualisatie Economische Agenda 2013-2014
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
#4492776 v7 - AGENDAPUNT DR 1-10-2013 BELEIDSEVALUATIE ECONOMIE (DEEL I)
Achterliggende documenten
Collegevoorstel Economic Board Utrecht en doorontwikkeling en opschaling AmersfoortBreed, 16 juli 2013 Samenvatting clusteronderzoek Vitale bedrijvenclusters in de regio Amersfoort Notitie vestigingsplaatsfactoren Rapport Commissie Van Ek, “Een vitale stad in een vitale regio”, januari 2009 Adviezen REO
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
EBU Agenda Monitor Economische Ontwikkeling REO/Kamer van Koophandel *Rapportage ZZP BV *Jaarverslag Citymarketing *AmersfoortBreed jaarverslag *Visie werklocaties *Samen Sterk Regio Amersfoort *Convenant Bedrijventerreinen regio Amersfoort *Verbinden in de Amersfoortse regio *Verslag WTCAA Locatie Amersfoort *Rapportage Accountmanagement
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
X BIS
Raadsstukken
Fractie
*toegevoegd/gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie
#4492776 v7 - AGENDAPUNT DR 1-10-2013 BELEIDSEVALUATIE ECONOMIE (DEEL I)
Economische Agenda
Beleidsevaluatie Economie – gemeenteraad 1e bijeenkomst ‘terugkijken’
1 oktober 2013 Janny de Boer
Programma • Presentatie: Wat wilden we bereiken? Wat heeft het ons opgeleverd? Wat is anders gelopen? Welke middelen hadden we?
• Lessen
• Toelichting partners op werkwijze • Vragen en discussie
Meerjarenbegroting: programma Economie
Meerjarenbegroting: programma’s Werk en Inkomen & Onderwijs
Markt en Haven Uitvoeringsagenda Binnenstad Detailhandelsnota, Horecanota 1) Smoel
Marketing & Promotie
Economische Agenda
2) Rode Loper
Dienstverlening & Accountmanagement & Acquisitie
Visie Werklocaties
3) Pijlers
Kennis & Innovatie
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Wat wilden we bereiken? • Banengroei • Samenwerking partners • Verbeteren vestigingsklimaat
Wat heeft het ons opgeleverd? 1) Banengroei
Wat heeft het ons opgeleverd? 2) Samenwerking met partners • Amersfoortse partners • REO • Regio Amersfoort: http://youtu.be/3OZGiHeNmm0 • Federatie van Bedrijvenkringen Regio Amersfoort • EBU
Wat heeft het ons opgeleverd? 3) Verbeteren randvoorwaarden vestigingsklimaat 1) Smoel
2) Rode Loper
3) Pijlers
O.a.: - Oprichten Stichting Citymarketing - Locatie Amersfoort - Tijd voor Amersfoort - Ondernemen Regio Amersfoort
O.a.: - Verbeterplan dienstverlening - Ondernemersplaza - Accountmanagement - Grote Bedrijvenlunches - Visie Werklocaties - De Hoef 2.0 - Acquisitie activiteiten - Rode Loperdagen
O.a.: - SOMT University - Fiber to the home - ZZP BV - Amersfoort Creatieve Stad - AmersfoortBreed - GEO ICT - Vakcolleges regio Amersfoort - Brancheservicepunt Zorg&Welzijn - Regionale arbeidsmarktmonitor - Platform Duurzaam Bouwen - Clusteronderzoek regio A’foort - Zorgeconomie - Energiebesparing bedrijven
Voorbeeld Smoel
Voorbeeld Rode Loper: accountmanagement • http://youtu.be/6O9zsH_mVYU
Voorbeeld economische pijlers:
• Ontwikkeling innovatieve diensten (zorg, cultuur, sport, media, onderwijs)
• 17 maatschappelijke partners, bewonersnetwerken & bedrijven
Resultaten AmersfoortBreed • Nieuwe diensten
• Landelijke opschaling: erfgoedopdekaart
• Hecht kennisnetwerk • Bewonersinitiatieven oa wijkTV • Nieuwe business (private investeringen, banen)
• Sterke regionale rol Amersfoort in regionale samenwerking rond diensteninnovatie en EBU
Wat is anders gelopen? • Zorgeconomie • AmersfoortInc: http://youtu.be/jSgqq_bVFc4
Welke middelen hadden we?
Lessen • Meer focus • Lange adem • Concreet en doen
Vervolg • Partners aan het woord • Vragen & discussie
Gemeente Amersfoort
Collegevoorstel
Sector
:
Opsteller
:
Telefoon
:
User-id
:
SB J. de Boer (033) 469 45 85 BOEJ
Reg.nr. :
4491802
Datum
17 september 2013
:
Onderwerp
Beleidsevaluatie Economie Voorstel:
1. De beleidsevaluatie Economie te richten op de tot nu behaalde resultaten en de toekomst van de Economische Agenda. 2. Binnen de Economische Agenda te focussen op de (beleids)onderdelen citymarketing (Smoel), vestigingsbeleid, dienstverlening, accountmanagement & acquisitie (Rode Loper) en innovatiebeleid (Economische pijlers: stimuleren en groeien) 3. De raadsbijeenkomsten in te vullen volgens de voorgestelde opzet.
AANLEIDING De permanente beleidsevaluatie Economie maakt onderdeel uit van de vernieuwing van de planning & control cyclus. Deze evaluatie houdt in dat een programmaonderdeel eens in de vier jaar wordt geëvalueerd. In enkele evaluatiebijeenkomsten wordt gesproken over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid in de laatste vier jaar en wat de richting voor het toekomstig beleid zou moeten zijn. In januari heeft de raad een definitieve planning 2013 en voorlopige planning 2014-2017 vastgesteld. Een van de beleidsprogramma’s die in de tweede helft 2013 worden geëvalueerd is Economie. De aanpak van de evaluatie is aan de orde geweest tijdens de Ronde op 18 juni, bij SOMT University. Tijdens die avond, waar bijna alle fracties aanwezig waren, hebben vier raadsleden zich aangemeld om de opzet van de evaluatie nader te bespreken. Op 16 juli is vervolgens met deze raadsleden (namens VVD, GroenLinks, Christen Unie, PvdA) van gedachten gewisseld over de opzet. Hun suggesties en aandachtspunten hebben we meegenomen bij de uitwerking van onze aanpak.
BEOOGD EFFECT -
Inzicht in resultaten van de Economische Agenda van de afgelopen jaren Verantwoording over besteding van middelen Fracties kunnen zich uitspreken over de gewenste koers van de Economische Agenda voor de toekomst
TOELICHTING Een beleidsevaluatie heeft twee doelen: terugkijken op de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid uit de afgelopen vier jaren en vooruitkijken naar de toekomst van het beleid. Bij de beleidsevaluatie Economie focussen we op de resultaten van de Economische Agenda. Dit doen we omdat de scope van de Economische Agenda het grootste deel van het werkveld van economie beslaat. Binnen de Economische Agenda focussen we bij de evaluatie op de (beleids)onderdelen citymarketing (Smoel), vestigingsbeleid, dienstverlening, accountmanagement & acquisitie (Rode Loper) en innovatiebeleid (Economische pijlers: stimuleren en groeien). -1-
Collegevoorstel Reg.nr : 4491802 Datum :
Gemeente Amersfoort
17 september 2013
Sinds het verschijnen van het rapport van de commissie Van Ek (2009) werken we met partners aan de uitvoering van dat rapport via de Economische Agenda. Voor de uitvoering zijn incidentele middelen tot en met 2014 beschikbaar (zie het evaluatiedossier voor een financieel overzicht). Belangrijk onderdeel van de evaluatie is dan ook om de raad inzicht te geven in de resultaten die met deze middelen zijn behaald en te bespreken in hoeverre ook na 2014 continuering van de inzet wenselijk is. Doelstelling 1e bijeenkomst (01-10-2013): Tijdens de eerste bijeenkomst kijken we met partners terug op de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Economische Agenda van de afgelopen jaren. Hoe staan we er economisch voor? Wat hebben we de afgelopen jaren gedaan om de economie te stimuleren? Wat is succesvol, wat niet? Wat hebben de inspanningen aan inzet gekost? Doelstelling 2e bijeenkomst (medio november 2013): Tijdens de tweede bijeenkomst kijken we naar de toekomst van de Economische Agenda. Zijn de uitgangspunten van de Economische Agenda nog steeds urgent en actueel? Zijn er ontwikkelingen die vragen om verandering van focus? Doel is om hiermee input te genereren voor de actualisering van de Economische Agenda van 2014 en verder. Voor deze bijeenkomst bieden we de gemeenteraad een raadspeiling aan. Het evaluatietraject wordt afgesloten met een raadsvoorstel of RIB (eind 4e kwartaal), waarin we de belangrijkste conclusies (terugkijken) en aanbevelingen en ontwikkelingsrichtingen (vooruitkijken) vastleggen. Opzet 1e bijeenkomst 1 oktober 2013 Voorafgaand aan de eerste bijeenkomst bieden we de raadsleden een evaluatiedossier aan. Hierin nemen we informatie op over de stand van zaken van de economie in Amersfoort en geven we beleidsinhoudelijke informatie, zoals het rapport van de commissie Van Ek, raadsinformatiebrieven over de Economische Agenda, de adviezen van de REO en een overzicht van de ingezette middelen. De bijeenkomst geven we samen met partners vorm. De avond bestaat uit 2 delen: op locatie in de stad (dichtbij stadhuis) blikken we samen met partners terug op een aantal projecten van de Economische Agenda. Daarna wordt een korte presentatie gegeven over de resultaten van de Economische Agenda en is er gelegenheid voor discussie & vragen.
ARGUMENTEN 1.1 De beleidsevaluatie Economie vindt plaats op een belangrijk moment. De huidige Economische Agenda loopt door tot en met 2014. Daarna zijn er nog geen middelen gereserveerd voor continuering van de aanpak en werkwijze van de Economische Agenda. De conclusies uit de beleidsevaluatie nemen we mee in de jaarlijkse actualisatie van de Economische Agenda.
KANTTEKENINGEN 1.1 De Economische Agenda heeft een brede scope, variërend van citymarketing, innovatie tot relatie arbeidsmarkt en onderwijs. We kunnen niet alles goed evalueren. Dat betekent dat we keuzes moeten maken in de onderwerpen waarop we dieper ingaan. Mede gezien de suggesties van de raadsleden over het belang van focus, leggen we de focus op de (beleids)onderdelen citymarketing (Smoel), vestigingsbeleid, dienstverlening, accountmanagement & acquisitie (Rode Loper) en innovatiebeleid (Economische pijlers: stimuleren en groeien).
-2-
Collegevoorstel Reg.nr : 4491802
Gemeente Amersfoort
17 september 2013
Datum :
DUURZAAMHEID Via de projecten van de Economische Agenda leveren we een bijdrage aan een duurzame economische ontwikkeling van de stad en regio Amersfoort. Dit heeft zich de afgelopen jaren geuit in diverse projecten waarbij people, planet en profit een rol hebben gespeeld. Een aantal sprekende voorbeelden: het Platform Duurzaam Bouwen is opgericht en er is gewerkt aan energiebesparing in de wijken. Vanuit de relatie arbeidsmarkt en onderwijs is ingezet op het Brancheservicepunt Zorg en Welzijn en het vergroten van de inzetbaarheid van mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Ook vanuit het ZZP BV project is de Vereniging Amersfoortse Zelfstandigen ontstaan, een duurzaam vervolg. Binnen AmersfoortBreed zijn nieuwe diensten ontwikkeld die hebben geleid tot verbeteringen in bijvoorbeeld de zorg en in wijken. Samen met het programma Duurzame Ontwikkeling heeft in 2011 de conferentie over duurzame economie plaatsgevonden (evaluatiedossier).
FINANCIËN Deze beleidsevaluatie heeft geen financiële consequenties.
VERVOLG De resultaten van de evaluatie worden meegenomen bij de verdere uitvoering en actualisatie van de Economische Agenda.
COMMUNICATIE Over het proces rond de permanente beleidsevaluatie wordt niet actief met de stad gecommuniceerd, uitgezonderd de diverse stakeholders die een actieve rol vervullen in de 1e bijeenkomst (excursie).
Bijlage :
-
Ontwikkeling werkgelegenheid Amersfoort en benchmark Provincie Utrecht en rest van Nederland Vestigingsmotieven van bedrijven – deel van het clusteronderzoek Regio Amersfoort Samenvatting clusteronderzoek Regio Amersfoort Financieel overzicht programma Economie 2010-2014 Link naar RIB’s Economische Agenda, REO adviezen, rapport Van Ek, EBU agenda, monitor Economische Ontwikkeling REO/Kamer van Koophandel en afzonderlijke projecten van de Economische Agenda.
-3-
Financieel overzicht programma Economie 2010-2017 17 september 2013; docs 4490906
1) Beschikbare budgetten Budget In onderstaand overzicht zijn de beschikbare budgetten (afgerond) voor Economie weergegeven, opgesplitst naar structureel budget en incidenteel budget inclusief subsidies vanuit Europa en het Rijk. Budget (x 1.000) Structureel: Werkbudget Incidenteel: Economische Agenda Uitvoeringsagenda binnenstad1 Restant GSB III (subsidie) EFRO (subsidie) GSB wijkeconomie (subsidie)
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
€ 165
€ 240
€ 280
€ 290
€ 290
€ 290
€ 290
€ 290
€ 300
€ 400
€ 400
€ 320
€ 280
-
-
-
-
€ 100
€ 100
€ 80
€ 70
-
-
-
2010 – 2013: € 670
-
-
-
-
2009 – 2013: € 5.200
-
-
-
-
-
-
-
-
2010-2012: € 1.000
-
De grootste inzet wordt momenteel gepleegd met incidenteel budget. Sinds het verschijnen van het rapport van de commissie Van Ek (2009) werken we met partners aan de uitvoering van dat rapport via de Economische Agenda. Voor de uitvoering zijn incidentele middelen tot en met 2014 beschikbaar. Belangrijk onderdeel van de evaluatie is dan ook om de raad inzicht te geven in de resultaten die met deze middelen zijn behaald en te bespreken in hoeverre ook na 2014 continuering van de inzet wenselijk is. Personeel De vaste formatieruimte voor Economie gedekt uit onze gemeentebegroting bedraagt 6,5 fte (exclusief leiding). Daarnaast beschikt Markt en Haven over 4,7 fte (waarvan 0,7 fte vooralsnog tijdelijk) gedekt uit markt- en havengelden. Vanuit het incidentele budget Economische Agenda hebben we tot en met 2014 drie (parttime) accountmanagers aangesteld.
2) Bestedingen Algemeen
1
De Uitvoeringsagenda Binnenstad is verder geen onderdeel van het evaluatiedossier. Uw raad ontvangt jaarlijks een Raadsinformatiebrief over de voortgang van de Uitvoeringsagenda Binnenstad.
Document2
Met het werkbudget worden reguliere taken uitgevoerd, zoals advisering en onderzoek (bijvoorbeeld ten behoeve van beleidsvorming), algemene dienstverlening (bijvoorbeeld Rode Loperdagen) en samenwerking in kleine projecten (vaak in de vorm van opstart- of aanjaagbudget, bijvoorbeeld voor de binnenstad). Het budget van de Economische Agenda wordt vooral aangewend voor extra inzet op accountmanagement en acquisitie; en daarnaast voor (een bijdrage aan) citymarketing, innovatiebeleid, REO en overhead (programmamanagement, conferenties en communicatie). De subsidies vanuit Europa en het Rijk zijn beschikbaar gesteld voor specifieke activiteiten. Het restant GSB III is aangewend voor participatie in de Taskforce Innovatie (TFI) en WTCAA. EFRO is aangewend voor Amersfoort Creatieve Stad en AmersfoortBreed. GSB wijkeconomie is aangewend voor ZZP BV. Bestedingen grootste projecten Onderstaande tabel geeft een overzicht van de Economie bestedingen (afgerond) van de financieel meest omvangrijke projecten en activiteiten van de Economische Agenda (2010-2012: gerealiseerde uitgaven; 2013 e.v.: begrote uitgaven): Besteding (x 1.000) Accountmanagement en acquisitie Visie Werklocaties ZZP BV Amersfoort Creatieve Stad AmersfoortBreed WTCAA Citymarketing TFI EBU REO Overhead Economische Agenda
2010 € 65
2011 € 65
2012 € 150
€ 35 € 30 2010 – 2012: € 1.200 2009-2013: € 1.670
€ 85 € 125 € 25 € 40
-
2009 – 2013: € 2.780 € 85 € 10 € 50 € 125 € 125 € 25 € 45 € 40 € 40
2013 € 165
2014 € 165
2015 e.v. pm
-
-
-
pm € 115 € 45 € 40
pm pm pm pm
€ 60 € 125 € 15 € 45 € 40
Inzet derden / multiplier Een belangrijke doelstelling van de Economische Agenda is het genereren van inzet van derden (menskracht of financieel). Bovenstaande tabel met bestedingen geeft alleen weer welke uitgaven zijn gedaan vanuit Economie. Aan de meeste projecten hebben echter ook derden bijgedragen en sommige projecten zijn volledig door derden gefinancierd (hier niet opgenomen). Het multiplier effect treedt vooral op als we participeren in een groter samenwerkingsverband (zoals bijvoorbeeld de participatie in TFI en nu haar opvolger de EBU) of als we ons geld inzetten als co-financiering voor subsidie (zoals bijvoorbeeld de EFRO subsidie).
Document2
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder G. Boeve
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 3273641 : 24 november 2009 : HB-7
24-11-2009 --08-12-2009 08-12-2009
TITEL Economische Agenda BESLISPUNTEN De volgende acht thema’s als kader voor de Economische Agenda vast te stellen: 1. Regionale samenwerking 2. Dienstverlening en accountmanagement 3. Ruimte en bereikbaarheid 4. Ondernemerschap, kennis, onderwijs en innovatie 5. Arbeidsmarktbeleid 6. Citymarketing en vrijetijdseconomie 7. Duurzaamheid 8. Zorgeconomie AANLEIDING In de Ronde van 22 september jl. hebben wij bij u de inhoudelijke hoofdlijnen en een concept-overzicht van projecten voor de Economische Agenda gepeild. Samen met onze partners hebben wij de systematiek van de Economische Agenda (kaders, aard, werkwijze e.d.) en de concrete invulling met projecten voor 2010 uitgewerkt. U wordt gevraagd de kaders voor de Economische Agenda vast te stellen. Op basis van deze kaders (de acht inhoudelijke thema’s) geven wij concreet invulling aan de Economische Agenda. Dit is een dynamisch en continu proces. Gaandeweg kunnen projecten op de economische agenda worden aangepast, vernieuwd of afgevoerd als de doelen zijn bereikt. De Economische Agenda 2010 is een ambitieuze start van een vernieuwde werkwijze, voor onszelf en voor de samenwerking met onze partners. Daarbij willen wij leren door te doen en onze eerste ervaringen meegeven aan het college in de volgende raadsperiode. Het nieuwe college kan de werkwijze verder verfijnen. BEOOGD EFFECT Economie als voorwaarde voor een aantrekkelijk woon- en leefklimaat ‘Economische groei is geen doel op zich, maar een bloeiende economie is een onmisbare voorwaarde voor een aantrekkelijk woon- en leefklimaat.’ Dit citaat komt uit het rapport ‘Een vitale stad in een complete regio, economische visie Amersfoort 2030’ van de commissie Van Ek. Met onze partners willen wij werk maken van dit rapport. Deze visie vormt dan ook het inhoudelijk kader voor onze activiteiten. Amersfoort staat richting 2030 voor drie centrale hoofdopgaven: - meer regionale samenwerking; Inlichtingen bij:
R. Hoogzaad, SOB/EW, (033) 469 47 16
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3273641 pagina 2
- een goede balans tussen wonen en werken; - duurzame economische groei. Van doel naar concrete invulling Vele activiteiten die we al doen, passen binnen de visie. Daarnaast geeft het rapport inspiratie die zich laat zien in nieuwe, ambitieuze projecten. De Economische Agenda maakt zichtbaar welke activiteiten wij samen met onze partners met prioriteit op willen pakken om de drie centrale hoofdopgaven te realiseren. Dit zijn de nieuwe projecten, maar ook projecten die voortkomen uit al langer lopende activiteiten waar wij belangrijke en/of vernieuwende stappen in zetten. Sinds het verschijnen van de visie zijn er al meerdere quick wins behaald (zie de Raadsinformatiebrief d.d. 16 juni 2009) Bij de samenstelling van de Economische Agenda selecteren wij projecten met de volgende criteria als leidraad: - Het project past inhoudelijk in de visie ‘Een vitale stad in een complete regio.’ - Het project is voldoende concreet en kent een heldere aanpak. Zo moet duidelijk zijn welke organisatie trekker is, welk doel wordt beoogd en welke planning er is. Daarmee is ook goede monitoring mogelijk. - Het project heeft een brede uitstraling. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat meerdere partijen erbij betrokken zijn; en/of het in hoge mate vernieuwend is; en/of het meerdere thema’s bestrijkt. Naast de projecten op de Economische Agenda doen wij nog vele andere activiteiten om de economie te stimuleren. Het kader: acht thema’s Om structuur en overzicht te geven aan de Economische Agenda hebben wij de projecten ingedeeld in acht inhoudelijke thema’s. Deze thema’s vormen het kader en dekken de lading van de visie ‘Een vitale stad in een complete regio’. Ook op lange termijn blijft zo gewaarborgd dat de economische agenda voldoende divers en compleet is. U wordt gevraagd de volgende acht thema’s als kader voor de Economische Agenda vast te stellen: 1) Regionale samenwerking 2) Dienstverlening en accountmanagement 3) Ruimte en bereikbaarheid 4) Ondernemerschap, kennis, onderwijs en innovatie 5) Arbeidsmarktbeleid 6) Citymarketing en vrijetijdseconomie 7) Duurzaamheid 8) Zorgeconomie Monitoring Wij werken samen met de Kamer van Koophandel aan een systematiek om de voortgang en resultaten goed te kunnen monitoren. Door middel van Key Performance Indicatoren (KPI’s) gaan we de voortgang van de economische ontwikkeling monitoren. Voor de Economische Agenda werken wij aan een stoplichtmethodiek om te volgen of er per project voldoende voortgang is (groen), er haperingen dreigen (oranje) of dat een project onvoldoende voortgang kent (rood). Hierbij tekenen wij aan dat onze inzet zich niet altijd direct laat vertalen in concrete resultaten als banengroei. Wij zien voor onszelf een rol als partner om partijen bij elkaar te brengen en waar mogelijk te ondersteunen. Uiteindelijk is het aan het bedrijfsleven om de daadwerkelijke economische groei te realiseren. Wel zijn wij van mening dat we met onze inzet de omstandigheden verbeteren waaronder dat kan gebeuren. Hoe houden we u op de hoogte van de voortgang van de Economische Agenda? Wij informeren u periodiek over de voortgang en de samenhang van de projecten van de Economische Agenda. Daarbij sluiten we zoveel mogelijk aan bij de bestaande rapportage- en besluitvormingscyclus en maken indien nodig Raadsinformatiebrieven. Voor specifieke projecten of activiteiten kan u tevens separaat geïnformeerd worden danwel leggen wij besluiten ter vaststelling aan u voor. Bij deze willen wij u informeren hoe wij voor 2010 de Economische Agenda op basis van de acht thema’s willen invullen:
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3273641 pagina 3
Project per thema
Motivering
Thema 1: Regionale samenwerking 1 Uitvoeren bestuursopdracht Wij willen de regionale samenhang versterken en ons economisch economie Regio Amersfoort beleid beter op elkaar afstemmen. 2 Versterken regionale Het bedrijfsleven wil zich regionaal beter organiseren en samenwerking bedrijvenkringen gesprekspartner zijn van de regiogemeenten. Thema 2: Dienstverlening en accountmanagement 3 Verbeteren gemeentelijke Wij willen op basis van de resultaten van het TNS NIPO onderzoek dienstverlening naar bedrijven bedrijven nog beter van dienst zijn door het ambtelijk accountmanagement te versterken. Daarbij zetten wij ook in op het versterken van ons acquisitiebeleid. 4 Opzetten bestuurlijk Wij willen nog betere bestuurlijke contacten met bedrijven van accountmanagement bijzondere betekenis voor Amersfoort. 5 Verminderen regeldruk Wij willen op basis van het onderzoek van BMC minder en eenvoudigere regels voor bedrijven. 6 Opzetten Ondernemersplein Kamer van Koophandel wil aan bedrijven haar dienstverlening en die van partners als de gemeente verbeteren. 7 Organiseren Grote VAB wil de betrokkenheid van grote bedrijven vergroten door vaker Bedrijvenlunches (vier keer per jaar) een Grote Bedrijvenlunch te organiseren. Thema 3: Ruimte en bereikbaarheid 8 Opstellen Visie Werklocaties Wij willen op basis van een heldere visie voldoende en passende ruimte voor bedrijvigheid realiseren om banengroei mogelijk te maken. Het gaat om de kantoren- en bedrijventerreinen, de mogelijkheden voor inbreiding door functiemenging en de regionale samenhang. Het bedrijfsleven heeft onlangs haar visie op Isselt aangeboden. 9 Opstellen Visie De Hoef door Het bedrijfsleven wil net als voor Isselt haar eigen visie op De Hoef bedrijfsleven uitwerken en daarover in gesprek gaan met de gemeente en andere betrokken partners. 10 Versoepelen Regeling Wij willen de schaarse ruimte in de stad optimaal benutten en bedrijven en beroepen aan huis werkgelegenheid in de wijken stimuleren door de regels te versoepelen. 11 Versterken Het bedrijfsleven wil de bereikbaarheid van de stad verbeteren en mobiliteitsmanagement werkt aan alternatieven voor / naast de auto, zoals telewerken en thuiswerken (flexibele werktijden). 12 Stimuleren Fiber to the Home Wij willen alle huishoudens in Amersfoort laten voorzien van glasvezel. Marktpartijen realiseren de glasvezelverbindingen. In navolging van BreedNet (zakelijke markt) wordt hiermee de volledige verglazing van de stad afgerond. Thema 4: Ondernemerschap, kennis, onderwijs en innovatie 13 Uitvoeren ZZP BV Wij willen de kansrijke doelgroep ZZP’ers optimaal faciliteren en de groei van het aantal ZZP’ers stimuleren. 14 Uitvoeren EFRO-aanvraag Wij willen de kansrijke doelgroep creatieve industrie en ICT optimaal Amersfoort Innovatief Sterk faciliteren. Om onze activiteiten op dit vlak verder uit te bouwen en te werken aan verdere groei van de doelgroep hebben wij EFRO-subsidie aangevraagd. Naar verwachting horen wij nog in 2009 of dit is gehonoreerd. 15 Onderzoeken / Realiseren HU Amersfoort wil ondernemerschap en innovatie bevorderen door AmersfoortInc kennis en ondersteuning te bieden aan (veelal jonge) bedrijven. Daarmee ontstaat ook een directe relatie met het universiteitscomplex Uithof en het daar gevestigde UtrechtInc (voorheen Centrum voor Ondernemerschap en Innovatie). 16 Onderzoeken / Realiseren WTC (World Trade Center) wil internationaal ondernemen in de regio WTC Almere Amersfoort bevorderen en als organisatie haar werkgebied uitbreiden tot Amersfoort. 17 Verbeteren aansluiting Diverse partijen willen de relatie onderwijs, bedrijfsleven en onderwijs - bedrijfsleven – arbeidsmarkt verbeteren, o.a. via betere opleidingen, leerwerkplaatsen, arbeidsmarkt stages en betere samenwerking tussen MBO, HBO en bedrijfsleven. 18 Onderzoeken vakcollege regio Wij willen stimuleren dat goede vakmensen worden opgeleid op basis Amersfoort van behoeften bij werkgevers. Thema 5: Arbeidsmarktbeleid 19 Realiseren Transferpunt Zorg
Beweging 3.0 wil werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt behouden / creëren, specifiek gericht op de
Trekker
Amersfoort en regiogemeenten Kamer van Koophandel
Gemeente
Gemeente Gemeente Kamer van Koophandel VAB
Gemeente
VAB
Gemeente Platform Mobiliteitsmanagement Gemeente
Gemeente Gemeente
HU Amersfoort
WTCAA
Diverse trekkers
Gemeente Amersfoort
Beweging 3.0
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3273641 pagina 4
20 Stimuleren professionalisering personeelsbeleid
personeelsvoorziening in de zorg. Wij willen stimuleren dat kleine bedrijven hun personeelsbeleid kunnen professionaliseren.
Thema 6: Citymarketing en vrijetijdseconomie 21 Uitvoeren Wintertijd in Wij willen in de winterperiode meer mensen naar de binnenstad halen Amersfoort om de levendigheid te verbeteren. 22 Oprichten Stichting Onder het motto ‘be good and tell it’ willen wij werk maken van de Citymarketing profilering van Amersfoort en de kwaliteiten van de stad beter uitdragen om zo meer bezoekers, inwoners en bedrijven aan de stad te binden. Thema 7: Duurzaamheid 23 Oprichten Platform Duurzaam Bouwen 24 Vervolg geven aan campagne energiebesparing bedrijven
Thema 8: Zorgeconomie 25 Onderzoeken kansen Zorgexperience Amersfoort
26 Organiseren ronde tafel zorgeconomie regio Amersfoort
Gemeente Amersfoort
Gemeente Gemeente
Bedrijven willen met alle betrokken partijen uit de bouwketen duurzaam bouwen bevorderen door knelpunten te definiëren en te werken aan oplossingen. Wij willen het bedrijfsleven voorbereiden op de kansen op de energiebesparingsmarkt en een vervolg geven op de succesvol verlopen campagne waarin wij bedrijven een cursus hebben aangeboden.
Heilijgers en Lomans Beheer BV Gemeente
Samen met de Kamer van Koophandel en Provincie Utrecht willen wij nieuwe kansen rond zorgeconomie benutten en onderzoeken daartoe de haalbaarheid van het initiatief Zorgexperience Amersfoort.
Kamer van Koophandel, Provincie Utrecht, Gemeente Ernst & Young
Ernst & Young Amersfoort wil partijen bij elkaar brengen die zich kunnen inzetten voor versterking van zorgeconomie in de regio Amersfoort.
In de bijlage is een overzicht opgenomen met per project nadere informatie over het doel en de aanpak. ARGUMENTEN 1.1 De acht thema’s houden de Economische Agenda divers en compleet De thema’s komen voort uit de visie ‘Een vitale stad in een complete regio.’ Door te werken met thema’s als kader, blijft de Economische Agenda voldoende divers en compleet. 1.2 De Economische Agenda krijgt een flexibele invulling Een belangrijke voorwaarde voor succes is de mate waarin de gemeente kan samenwerken met partners en kan reageren op nieuwe kansen die zich voordoen. Dit vraagt flexibiliteit in de activiteiten die wij onder de paraplu van de Economische Agenda kunnen oppakken, met name daar waar partijen in de stad betrokken zijn. Door de projecten te plaatsen binnen vaste thema’s, kunnen we flexibel met nieuwe inzichten omgaan en toch de focus voor de lange termijn vasthouden. 1.3 De Economische Agenda geeft concrete invulling aan onze ambities Met de Economische Agenda maken wij met onze partners de vertaalslag van visie en ambitie naar doen. 1.4 De Economische Agenda kent een breed draagvlak Diverse partners zijn betrokken bij de Economische Agenda. De nieuwe werkwijze heeft zich deels al bewezen door enkele ambitieuze initiatieven waar partijen hun schouders onder willen zetten. Enkele voorbeelden van die samenwerking zijn ZZP BV, AmersfoortInc, WTC Almere Amersfoort, de visies van het bedrijfsleven op Isselt (reeds aangeboden) en De Hoef (in wording), de regionale samenwerking, de samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven, Ondernemersplein, zorgeconomie en duurzaamheid. KANTTEKENINGEN 1.1 Het is een middel, maar geen wonderdoekje De Economische Agenda is een instrument om te werken aan de economische vitaliteit. Wij beseffen dat de gemeentelijk rol het scheppen van goede randvoorwaarden is. Daartoe werken wij nauw samen met partners. Dat faciliteren wij onder andere via de Economische Agenda. Het is uiteindelijk het bedrijfsleven die de gewenste economische groei moet realiseren.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3273641 pagina 5
FINANCIËN De lopende projecten worden uit de reguliere middelen in de begroting gefinancierd. Voor nieuwe activiteiten is in de meerjarenbegroting 2010-2013 incidenteel € 300.000 opgenomen voor 2010. Dit willen wij inzetten voor accountmanagement, de visie werklocaties en het faciliteren van de Raad voor Economische Ontwikkeling. We hebben € 1 miljoen subsidie gekregen voor ZZP BV Amersfoort. Verder zijn we bezig met een EFRO-subsidieaanvraag voor een programma van € 6,7 miljoen, waarvan € 1,2 miljoen gemeentelijke co-financiering uit de begroting. Indien de subsidie deifinitief gehonoreerd wordt, kunnen we aan de slag met het programma. Tot slot zijn we voor meerdere activiteiten met de provincie in gesprek over een mogelijke bijdrage, zoals voor het versterken van de regionale samenwerking, innovatie en internationaal ondernemen. Naast onze inzet uit de begroting of via subsidies leveren partijen hun eigen inzet in diverse projecten. Indien nieuwe projecten zich aandienen waarvoor onvoldoende financiële middelen zijn, zullen wij u voorstellen ter integrale afweging bij de kadernota voorleggen. VERVOLG Begin 2010 volgt een brede bijeenkomst met partners over de Economische Agenda. Daarvoor worden de leden van de gemeenteraad ook uitgenodigd. Over de voortgang van de Economische Agenda wordt u periodiek geïnformeerd. BETROKKEN PARTIJEN De afgelopen maanden hebben we gemerkt dat veel partners samen met ons de schouders eronder willen zetten. Het urgentiegevoel wordt breed gedeeld. We maken onderscheid tussen partners die zich committeren aan de gehele Economische Agenda en projectpartners die meedoen aan een of enkele projecten. Met de Kamer van Koophandel, de Vereniging Amersfoortse Bedrijven (VAB), de Vereniging Amersfoortse Ondernemers (VAO), de Provincie Utrecht, de Hogeschool Utrecht, ROC ASA, ROC Midden Nederland, Meander Medisch Centrum, Portaal en De Alliantie zijn we in gesprek om tot een samenwerkingsconvenant rond de Economische Agenda te komen. Daarnaast kennen we vele projectpartners. Een overzicht van de tot nu toe betrokken partners treft u aan in de bijlage met een overzicht van de projecten op de Economische Agenda 2010. Wij streven er naar steeds meer partners aan projecten van de Economische Agenda te verbinden. Met de gemeenten Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest en Woudenberg vormen wij de Regio Amersfoort. Gezamenlijk werken wij aan de bestuursopdracht economie. Ook de Valleigemeenten Nijkerk en Barneveld nemen hieraan deel als ‘agendalid’. Daarnaast werken we intensief met de Provincie Utrecht, en houden we ook de ontwikkelingen in de omliggende provincies Gelderland, Flevoland en NoordHolland in de gaten. Met nieuw elan pakken wij de regionale economische samenwerking op. De visie ‘Een vitale stad in een complete regio’ vormt het vertrekpunt. Op 24 november is de Raad voor Economische Ontwikkeling (REO) geïnstalleerd. Deze onafhankelijke adviesraad gaat de gemeente en de partners gevraagd en ongevraagd adviseren over de Economische Agenda. Ze heeft een rol in het kanaliseren van projecten of nieuwe voorstellen die zich kunnen gaan aandienen. De leden zijn onafhankelijk en kritisch, ambassadeur van de regio, aanjager van projecten en de waakhond van de visie. U bent daar per Raadsinformatiebrief d.d. 24 november 2009 over geïnformeerd.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
H. Huitink
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit - Overzicht projecten Economische Agenda 2010
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .3273641
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 november 2009, sector SOB/EW (nr.3273641);
b e s l u i t: De volgende acht thema’s als kader voor de Economische Agenda vast te stellen: 1. Regionale samenwerking 2. Dienstverlening en accountmanagement 3. Ruimte en bereikbaarheid 4. Ondernemerschap, kennis, onderwijs en innovatie 5. Arbeidsmarktbeleid 6. Citymarketing en vrijetijdseconomie 7. Duurzaamheid 8. Zorgeconomie
Vastgesteld in de openbare vergadering van 8 december 2009. de griffier
de voorzitter
Notitie ontwikkeling werkgelegenheid Onderzoek & Statistiek – Arie Korpershoek
17 september 2013
2008-2012 Amersfoortse banengroei In de grafiek is het aantal geïndiceerd weergegeven banen in 2008 op 100 gesteld voor Amersfoort, de provincie en Nederland. De ontwikkeling in de tijd (tot 2012) is aan die stand gerelateerd. Het aantal banen in Amersfoort is ten opzichte van 2008 toegenomen. In de provincie is de werkgelegenheid licht gestegen, terwijl deze voor Nederland juist is afgenomen.
geïndiceerde ontwikkeling totaal aantal banen volgens LISA (index 2008=100) 104,0 103,0 102,0
101,0 100,0 99,0 98,0 97,0
Amersfoort
prov. Utrecht
2008
2009
2010
Nederland
2011
2012
Bron: LISA
Ontwikkeling banen 2000-2012 Amersfoort laat vanaf 2000 een langzame maar zekere stijging zien van ruim 57.000 in 2000 tot iets meer dan 70.000 in 2012.
Amersfoort: aantal banen (>12 u/pw) 80.000 70.000 60.000
50.000 40.000 30.000 20.000 10.000
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
0
Bron: PAR
2000 2001 2002 2003 2004
57.663 61.243 62.579 63.589 62.422
0,67 0,71 0,71 0,72 0,70
85.483 86.618 87.640 88.403 89.455
Banenontwikkeling sinds rapport Van Ek De gemiddelde banengroei sinds het verschijnen van het rapport Van Ek is (afgerond) 500 banen per jaar (2008-2012). Dat is lager dan de doelstelling (1.000 tot 1.700 banen per jaar), al was toen ook de kanttekening geplaatst dat - als gevolg van de economische crisis - deze doelstelling waarschijnlijk pas op termijn haalbaar zou zijn.
2005 2006 2007 2008 2009
64.409 64.999 66.646 69.660 71.266
0,71 0,71 0,71 0,73 0,74
90.689 92.114 93.746 95.169 96.560
De banenindex – de verhouding tussen de omvang van de potentiële beroepsbevolking en het aantal fulltime banen – lijkt de laatste vijf jaar licht te dalen.
2010 71.127 0,73 2011 72.155 0,73 2012 71.664 0,72 Bron: PAR (totaal banen) GBA (omvang beroepsbevolking)
97.581 98.648 99.075
PAR: totaal fulltime banen (>12 u/pw) jaar totaal banenindex
DOCS#4489468
omvang beroepsbevolking
Sociaal-economische index: Amersfoort op 4 De 50 qua inwonertal grootste steden in Nederland zijn op een aantal aspecten met elkaar vergeleken in de Atlas voor gemeenten. Wat betreft de score op de sociaal-economische index staat Amersfoort, na een aantal jaren op 3 te e hebben gestaan, de laatste paar jaar op een 4 plaats (1=hoogste positie, 50 =laagste positie).
Score soc.-econ. Index Amersfoort jaar
score
2004 2005 2006 2007 2008
4 3 3 3 3
2009 2010 2011 2012 2013 Bron: Atlas voor Gemeenten
3 3 4 4 4
werkloosheid in % (WW+Bijstand)
werkloosheid: Amersfoort onder landelijk gemiddelde In de grafiek hiernaast is aan de hand van CBScijfers het aantal werklozen gedefinieerd als het aantal personen dat een WW-uitkering heeft, plus het aantal mensen in de bijstand. Gerelateerd aan de bevolking van 15 tot 65 jaar is het werkloosheidspercentage berekend en in beeld gebracht.
10% 8% 6% 4% 2% 0% 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Amersfoort
Bron: CBS
DOCS#4489468
provincie Utrecht
Nederland
Het werkloosheidspercentage ligt begin 2012 iets onder de 7% (begin 2000 circa 6%). Nederland ligt begin 2012 met ruim 7% boven het Amersfoorts niveau. De werkloosheid in de provincie Utrecht ten slotte ligt in deze berekening iets lager dan het Amersfoort gemiddelde .
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF 2011-44 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder G. Boeve
Reg.nr. Datum Programma
: 3767263 : 3 mei 2011 : 10. Economie en wonen
TITEL Resultaten van de Economische Agenda KENNISNEMEN VAN De resultaten die zijn geboekt met de projecten van de Economische Agenda. De Economische Agenda bestaat uit een reeks concrete projecten waarin bedrijfsleven, overheid en instellingen samenwerken aan het versterken van de regio Amersfoort. AANLEIDING In het raadsvoorstel Economische Agenda (nr. 327364 november 2009), waarin u de kaders van de Economische Agenda hebt vastgesteld, hebben wij toegezegd u jaarlijks te informeren over de voortgang van de projecten uit de Economische Agenda. Dat hebben wij voor diverse projecten op afzonderlijke momenten gedaan. In deze raadsinformatiebrief geven wij een totaaloverzicht van de resultaten van de Economische Agenda. KERNBOODSCHAP Via de Economische Agenda willen wij goede randvoorwaarden creëren die bijdragen aan een sterke economische regio Amersfoort. Voor een gezond sociaaleconomisch klimaat is het essentieel de in de toekomst benodigde banengroei te verwezenlijken. We boeken resultaten met de Economische Agenda, maar we zien tegelijkertijd dat Amersfoort in 2010 een daling van de werkgelegenheid laat zien. Uit de laatste cijfers van het PAR (Provinciaal Arbeidsplaatsen Register) blijkt namelijk een daling van de werkgelegenheid met bijna 1000 banen. Reden te meer om te blijven investeren in een goed vestigingsklimaat, waarbij we beseffen dat de rol van de overheid ligt in het creëren van de juiste randvoorwaarden, het faciliteren en het bij elkaar brengen van partijen. Het is uiteindelijk het bedrijfsleven die de gewenste economische groei zal moeten realiseren. Samenvatting van de resultaten: op alle fronten vorderingen geboekt De thema’s en projecten uit de Economische Agenda beslaan een breed terrein. Van regionale samenwerking, dienstverlening en accountmanagement, ruimte en bereikbaarheid tot arbeidsmarktbeleid, citymarketing, duurzaamheid, zorgeconomie en ondernemerschap, innovatie, onderwijs en kennis. Op alle fronten zijn vorderingen geboekt, enkele resultaten lichten we hieronder toe. Rode draad van de Economische Agenda is dat we de projecten zoveel mogelijk met andere partners uitvoeren en financieren. We denken en doen steeds meer regionaal. Een aantal weken geleden hebben alle colleges van B&W, inclusief onze Gelderse buurgemeenten Nijkerk en Barneveld, ingestemd met de regionale samenwerkingsagenda werklocaties ‘Samen Sterk’. In deze agenda heeft de Regio Amersfoort een forse ambitie geformuleerd voor de regionale balans tussen wonen en werken en afspraken gemaakt over de werklocaties. De visie werklocaties van Amersfoort is ook onlangs vastgesteld, waarin kwaliteit, duurzaamheid en functiemenging centraal staan. We zien merkbare effecten van onze inspanningen voor een betere dienstverlening aan ondernemers en de start van het accountmanagement. De waardering voor onze dienstverlening is van 2008 tot 2010 gestegen (bron: Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat, Ministerie van Economische
Inlichtingen bij:
J. de Boer, CST/SCM, (033) 469 45 85
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3767263 pagina 2
Zaken). Op advies van de Raad voor Economische Ontwikkeling (REO) is de gemeente gestart met accountmanagement. Accountmanagement is een speciale vorm van dienstverlening voor een selecte groep bedrijven en instellingen. We hebben deze vorm van dienstverlening nodig om het bestaande bedrijfsleven blijvend te binden aan onze stad. Dit doen we door proactief contact te leggen met de grootste en snelst groeiende bedrijven, samenwerking tussen gemeente en bedrijfsleven te bevorderen en daarmee een bijdrage te leveren aan een krachtig vestigingsklimaat. Er zijn echter ook aandachtspunten. Werkgelegenheid We zien van 2009 tot 2010 een daling van de werkgelegenheid met bijna duizend banen: van ruim 72.000 naar ruim 71.000. De effecten van de economische crisis zien we nu ook terug in de totale werkgelegenheid. Het beeld verschilt per sector: Tabel: Aantal werkzame personen Amersfoort (fulltime, dwz meer dan 12u p/w) SECTOR landbouw, industrie, bouw handel, vervoer, horeca commerciële diensten openbaar bestuur, maatsch. diensten
Banen 2009 7.917 16.274 24.571
Banen 2010 Toe/afname Toe/afname 8.570 653 8,2% 15.812 -462 -2,8% 23.238 -1.333 -5,4%
23.619
23.776
157
0,7%
TOTAAL 72.381 bron: Provinciaal Arbeidsplaatsen Register
71.396
-985
-1,4%
Hiermee verloopt de economische crisis volgens het gebruikelijke beeld. Aan het begin van de crisis waren de effecten vooral zichtbaar in de industrie en bouw, al snel gevolgd door handel en transport. Met enige vertraging zien we nu de effecten in de dienstensectoren. Normaliter treedt het herstel als eerste in bij industrie en bouw, gevolgd door handel en diensten. De banengroei in de industrie en bouw met 8,2% is dan ook positief, maar of daarmee ook het einde van de crisis in zicht is, valt nog niet te zeggen. Wij voelen nu vooral het totale verlies aan banen. Vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt blijven we zorgen houden. Er ligt hierover een stevig advies van de REO dat wij nog met u gaan bespreken en waar wij een vervolg aan willen geven. De kantorenmarkt blijft moeizaam functioneren en bestaande werklocaties hebben nieuwe, duurzame impulsen nodig. Er zijn daarnaast concrete projecten die moeizaam van de grond komen. Bijvoorbeeld de oprichting van AmersfoortInc, het project gericht op het stimuleren van ondernemerschap en innovatie door kennisvalorisatie, komt langzamer van de grond dan gedacht. REO houdt ons bij de les Gelijktijdig met het ontstaan van de Economische Agenda is de REO in het leven geroepen. De REO heeft een belangrijke aanjaagfunctie gehad in de regionale samenwerking. Meerdere keren zijn REO leden aanwezig geweest bij discussies en als ‘ambassadeurs’ van de Economische Agenda hebben zij hun eigen netwerk ingezet voor de regionale verbreding van projecten. Binnenkort wordt het advies over acquisitie aangeboden. Financiën Afgelopen jaar was er incidenteel 300.000 euro beschikbaar voor het programma Economische Agenda. Dit bedrag is besteed aan het opstarten van accountmanagement en de visie werklocaties van de gemeente, ondersteuning van de REO, de conferentie van 10 februari 2010 in Leusden en de communicatie over de Economische Agenda. Ook is een deel besteed aan het ingediende project van de Provincie Utrecht voor smart grids, in het kader van Pieken in de Delta. Een groot deel van de
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3767263 pagina 3
projecten binnen de Economische Agenda worden uit andere lopende budgetten gefinancierd en door partners gefinancierd. Vervolg Op dit moment werken wij, in overleg met onze partners, aan de actualisatie van de Economische Agenda. Wij informeren u hier nog voor de zomer over. BETROKKEN PARTIJEN De convenantpartners van de Economische Agenda zijn: Vereniging Amersfoortse Bedrijven, Vereniging Amersfoortse Ondernemers, Kamer van Koophandel, HU Amersfoort, ROC Midden Nederland, ROC ASA, Portaal, De Alliantie, Meander Medisch Centrum. Daarnaast zijn vele partners actief in diverse projecten, zoals de Taskforce Innovatie, Regio Amersfoort, Bereikbaar Amersfoort, Beweging 3.0., WTC-AA locatie Amersfoort, Platform Duurzaam Bouwen en Provincie Utrecht. Vanzelfsprekend is ook de REO betrokken bij de Economische Agenda.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
Resultaten van de projecten van de Economische Agenda - eerste jaar De economische agenda bevat concrete projecten van partners in stad en regio die bijdragen aan een sterke economische regio Amersfoort. Thema Project Met wie Doel Resultaat Regionale samenwerking
Dienstverlening en accountmanageme
Inlichtingen bij:
Uitvoeren bestuursopdracht economie Regio Amersfoort
Gemeenten Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg, provincies Utrecht en Gelderland, Kamer van Koophandel en de REO
Een sterke economische Regio Amersfoort blijven, nu en in de toekomst, door middel van het creëren van sterke (duurzame en kwalitatief hoogstaande) werklocaties in de Regio Amersfoort.
Versterken regionale samenwerking bedrijvenkringen
Bedrijvenkringen uit Regio Amersfoort, Kamer van Koophandel
Door het vormen van een federatie van regionale bedrijvenkringen ontstaat meer regionale samenwerking tussen lokale bedrijvenkringen, met als doel gezamenlijk te werken aan een sterke economische Regio Amersfoort.
Verbeteren gemeentelijke
Gemeente Amersfoort
Op basis van het TNS NIPO onderzoek uit 2009 wordt de dienstverlening
J. de Boer, CST/SCM, (033) 469 45 85
Op 17 maart 2011 is de samenwerkingsagenda werklocaties Regio Amersfoort ‘Samen Sterk’ aangeboden aan vertegenwoordigers van het bedrijfsleven van de Regio Amersfoort. De agenda is eveneens aan een delegatie van de REO aangeboden. Regio Amersfoort gaat nauw samenwerken op het terrein van werklocaties. Werklocaties zijn die plekken in steden of dorpen waar gewerkt wordt: bedrijventerreinen, kantoorlocaties, gemengde economische zones en het werken in de wijk. In de samenwerkingsagenda is afgesproken om zachte plannen voor bedrijventerreinen en kantoorlocaties regionaal te heroverwegen. Op initiatief van de Kamer van Koophandel zijn in 2010 de bedrijvenkringen van Regio Amersfoort 5 keer bijeen geweest. Dit wordt gecontinueerd in 2011. De bedrijvenkringen hebben aangegeven meer regionaal te willen samenwerken met o.a. de bestuurders Economische Zaken van Regio Amersfoort. Door het oprichten van een federatie van bedrijvenkringen wordt de bijdrage van bedrijven aan een krachtige regio Amersfoort vergroot. Uit het benchmark onderzoek van bureau Ecorys blijkt dat het
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3767263 pagina 5
Thema
Project
nt
dienstverlening naar bedrijven
Met wie
Doel
Resultaat
richting ondernemers verbeterd zodat ondernemerschap gemakkelijker tot bloei kan komen. De gemeente kiest er voor zich primair te richten op de ondernemer als klant, als afnemer van gemeentelijke producten en diensten.
ondernemersklimaat in Amersfoort significant beter wordt beoordeeld dan een paar jaar geleden. Eveneens is in 2010 Amersfoort in de benchmark van TNS/NIPO in de top 10 beland. De website www.amersfoort.nl/ondernemen is flink uitgebreid met informatie over bedrijfshuisvesting, feiten en cijfers uit de regio, internationaal en innovatief ondernemen, het starten en beëindigen van een bedrijf en projecten en regelingen. Mede dankzij een bijdrage van de KvK is o.a. op het verzoek van het bedrijfsleven een start gemaakt met het behalen van het Bewijs van Goede Dienst. Dit bewijs meet de kwaliteit van de dienstverlening aan het MKB, bij het bewijs hoort ook een verbeterplan. In 2010 heeft de REO een advies uitgebracht over de invoering van accountmanagement bij de gemeente Amersfoort. Afgelopen jaar is een start met de uitvoering gemaakt door oa. de burgemeesterlunches (kennismaking grote bedrijven met nieuwe burgemeester), ontwikkeling van een online platform voor de doelgroep ‘snelle groeiers’ en de Rode Loperdagen voor een aantal nieuwe bedrijven in de stad. De adviezen uit het BMC advies Amersfoort Attent én Ontregeld (2009) zijn grotendeels uitgevoerd. Ook is er een start gemaakt met het behalen van het ‘Bewijs van Goede Dienst’. Op 30
Opzetten accountmanagement Amersfoort
Gemeente Amersfoort
Door het beter faciliteren van de bedrijven in Amersfoort wil de stad de binding van bedrijven en instellingen vergroten en bevordert daarmee behoud en versterking van haar economische basis.
Verminderen regeldruk
Gemeente Amersfoort, Kamer van Koophandel, vertegenwoordigers bedrijfsleven
Door vereenvoudiging en vermindering van de regels de regeldruk die ondernemers ervaren verminderen. Deregulering is meer dan het schrappen van regels. Belangrijker is de houding
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3767263 pagina 6
Thema
Ruimte en bereikbaarheid
Project
Met wie
Doel
Resultaat
bij het toepassen van regels. Daarom valt deregulering ook niet los te zien van een betere dienstverlening.
november 2010 is de gemeenteraad per Raadsinformatiebrief geïnformeerd over de stand van zaken rond deregulering en dienstverlening. In 2010 zijn de voorbereidingen getroffen voor het opzetten van het Ondernemersplaza (de Amersfoortse variant van het ondernemersplein). Zo is er voor front office medewerkers een stageprogramma opgezet zodat iedereen geïnformeerd is over de producten en diensten van de betrokken organisaties bij het Ondernemersplaza. Het Ondernemersplaza wordt in 2011, bij de Kamer van Koophandel geopend. In 2010 is er een goed bezochte lunch georganiseerd door de VAB over het onderwerp duurzaamheid.
Opzetten Ondernemersplein
Kamer van Koophandel, Belastingdienst, Werkgeversservicepun t- 033, WTCAAlocation Amersfoort, Taskforce Innovatie, Gemeente Amersfoort
One stop shop voor ondernemers realiseren. Betere dienstverlening naar het bedrijfsleven, door informatie van verschillende instanties via 1 locatie te ontsluiten en waar nodig ‘warm’ door te verwijzen.
Organiseren Grote Bedrijvenlunches
VAB, Bedrijven uit de regio Amersfoort
Betrokkenheid van grote bedrijven in de regio Amersfoort vergroten bij deelnemers van de Economische Agenda.
Opstellen Visie Werklocaties
Gemeente Amersfoort, met input van vertegenwoordigers van o.a. het bedrijfsleven en de REO
Verbetering van de ruimtelijke randvoorwaarden zodat er voldoende en passende bedrijvigheid in Amersfoort kan plaatsvinden. Het gaat in de visie werklocaties om bedrijvigheid op bedrijventerreinen, in kantoren, in wijken, in gemengde economische zones en op andere plekken in de stad.
Opstellen Visie De Hoef door bedrijfsleven
VAB, Kamer van Koophandel, bedrijven gevestigd op De Hoef
Door de ondernemers zelf te ontwikkelen duurzame, toekomstbestendige visie voor bedrijventerrein De Hoef.
In de visie werklocaties, die in april door de gemeenteraad is vastgesteld, wordt aandacht besteed aan de volgende thema’s: de kwaliteit van de bedrijventerreinen en kantoorlocaties, functiemenging in de wijken, flexibilisering van bestemmingsplannen, aandacht voor duurzaamheid en multifunctionaliteit van (kantoor)panden. De visie van het bedrijfsleven op bedrijventerrein De Hoef is op 17 maart aangeboden aan het college van B&W. Het rapport heeft 5 speerpunten: 1. Pak kantorenleegstand aan, 2. Verbeter kwaliteit openbare ruimte, 3. Maak het
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3767263 pagina 7
Thema
Ondernemerschap
Project
Met wie
Doel
Versoepelen Regeling bedrijven en beroepen aan huis
Gemeente Amersfoort
Eenvoudiger maken voor mensen die aan huis een bedrijfje willen starten. Verruiming van de mogelijkheid om aan huis te werken.
Versterken mobiliteits management
Bereikbaar Amersfoort, gemeenten Amersfoort, Baarn, Leusden en Soest
De bereikbaarheid in de Regio Amersfoort vergroten door, in aanvulling op bestaande plannen, te werken aan Slim Reizen: voor/naast de auto, zoals het stimuleren van fiets- en OV- gebruik, thuiswerken (flexibele werktijden), versterking van de fietsinfrastructuur en bushaltes.
Stimuleren Fiber to the Home
Gemeente Amersfoort en gemeente Leusden
Alle huishoudens in Amersfoort voorzien van een glasvezel verbinding. Via het supersnelle glasvezelnetwerk kunnen inwoners straks allerlei diensten op gebied van internet, telefonie, radio en televisie afnemen.
ZZP BV Amersfoort
Gemeente
Met 4500 individuele ondernemers zijn
Resultaat terrein levendig en pas functiemenging toe, 4. Maak het terrein duurzaam, 5. Vermarkt De Hoef. Deze aandachtspunten zijn meegenomen in de visie werklocaties. Deze regeling is in het voorjaar 2010 versoepeld. Voor de aanpassing was een ontheffing nodig voor een beroep of bedrijf aan huis. In de nieuwe regeling is dat meestal niet meer nodig, mag je twee werknemers huisvesten, zijn internetwinkels onder voorwaarden toegestaan en zijn de leges gereduceerd. In het afgelopen jaar zijn er 12 nieuwe organisaties aangesloten bij het mobiliteitsplatform, waaronder bedrijven en overheden uit Soest, Baarn en Leusden. Voor de bedrijven heeft stichting VNM Slimmer op weg vijf themabijeenkomsten georganiseerd, o.a. over Het Nieuwe Werken, Persoonlijk Mobiliteitsbudget en Duurzame mobiliteit. Deze themabijeenkomsten zijn goed bezocht. De noordelijke wijken van Amersfoort beschikken inmiddels allemaal over glasvezel. De komende jaren wordt de gehele stad voorzien van glasvezel. Het afgelopen jaar is gestart met de wijken Zielhorst en Kattenbroek. De gemeente Leusden doet ook mee met het Fiber to the Home project, op basis van vraagbundeling. In 2010 stond het programma ZZP BV
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3767263 pagina 8
Thema
Project
, kennis, onderwijs en innovatie
Uitvoeren Amersfoort Innovatief Sterk
Onderzoeken/realiser en AmersfoortInc
Met wie
Doel
Resultaat
Amersfoort, Hogeschool Utrecht, Schipper Bosch, Kamer van Koophandel, Portaal, De Alliantie, Stichting Discover!, Netwerkkantoor, Helden & Partners Gemeente Amersfoort, Provincie Utrecht, Europese Unie, partners in de stad en regio Amersfoort
de ZZP’ers het grootste bedrijf van Amersfoort. Het doel van ZZP BV is ZZP’ers in de wijken faciliteren met passende voorzieningen (netwerk, dienstverlening en huisvesting). Amersfoort wil deze economische doelgroep behouden, versterken en laten groeien.
HU Amersfoort, gemeente Amersfoort, TFI, Kamer van Koophandel, provincie Utrecht
De partners willen ondernemerschap en innovatie bevorderen door kennisvalorisatie en ondersteuning te bieden aan startende ondernemers. Daarmee ontstaat ook een directe relatie met de Uithof in Utrecht en
vooral in het teken van verbinden en versterken van de ZZP’ers onderling ( o.a. per branche) dat heeft geresulteerd in een sterk netwerk. Er is een huisvestingsonderzoek gedaan onder ZZP’ers waaruit blijkt dat een flink aantal ZZP’ers behoefte heeft aan externe huisvesting. Dat is één van de aandachtspunten voor 2011. In 2010 heeft Amersfoort voor het project Amersfoort Innovatief Sterk een subsidie van de Europese Unie ontvangen van ruim 2,5 miljoen euro. In totaal is voor dit driejarige project een bedrag van 6,3 miljoen euro beschikbaar. Amersfoort Creatieve Stad is één van de activiteiten binnen het project waarbij netwerkvorming tussen creatieve bedrijven onderling wordt gestimuleerd. In 2011 wordt start gemaakt met een nieuw label, Meet & Minds, waarbij de verbinding met (grote)adviesbureaus en positionering van Amersfoort als kennisstad centraal staat. Het project AmersfoortBreed (innoveren met digitale diensten) is in februari 2011 officieel gestart tijdens een kick-off met alle 16 maatschappelijke partners. De voorbereidingen voor de start van AmersfoortInc zijn getroffen. Het doel is om in 2011 te kunnen starten met AmersfoortInc. Hiertoe is een consortium van kennisinstellingen, bedrijven en overheid nodig om van
Versterking van creatief ondernemerschap en innovatie in de regio Amersfoort. Concreet wordt binnen dit programma gewerkt aan Amersfoort Creatieve Stad en wordt de ontwikkeling van innovatieve breedbanddiensten gestimuleerd vis AmersfoortBreed.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3767263 pagina 9
Thema
Project
Met wie
Doel
Resultaat
Uitvoeren Programma Economische Internationalisering WTCAA-locatie Amersfoort
World Trade Center Almere Area, Kamer van Koophandel, Taskforce Innovatie, Ontwikkelingsmaatsch appij Flevoland, provincies Flevoland en Utrecht, gemeente Amersfoort
Utrecht Inc. Bevorderen van internationaal ondernemen in de regio Amersfoort door de groei van internationale handel in de regio te vergroten, creëren van een aantrekkelijk internationaal investeringsklimaat voor buitenlandse investeerders, het stimuleren en optimaliseren van internationale zakelijke contacten en kennisuitwisseling.
Verbeteren aansluiting onderwijs bedrijfsleven arbeidsmarkt
Ecabo, ROC Midden Nederland, Vicrea, Xcellent, Redlinesystems en Wennekes Multimedia en andere ICT bedrijven en partners
Verbetering van de aansluiting tussen ICT onderwijs, arbeidsmarkt en bedrijfsleven. Meer stageplaatsen voor ICT studenten creëren.
Onderzoeken vakcollege regio Amersfoort
ROC’s & voortgezet onderwijs en gemeente Amersfoort
Vakmanschap blijft noodzakelijk, ook in een kennis en diensteneconomie. Goede vakmensen worden schaars en bedrijven ondervinden problemen om de juiste vakmensen te vinden. In een vakcollege worden leerlingen via een doorlopende, vloeiende leerlijn tot vakman of vakvrouw opgeleid.
start te kunnen gaan. In mei 2010 is accountmanager WTCAA voor Amersfoort aangesteld en zijn samenwerkings-verbanden aangegaan met KvK, HU Amersfoort en de projecten ZZP BV, Amersfoort Creatieve Stad, AmersfoortBreed etc. Verder is er een start gemaakt met het programma: - Executive table CEO - Handelsmissie Frankfurter Buchmesse - Expat bijeenkomst Amersfoort - Roundtable International corporate social responsibility - Deelname Game in the city - Begeleiding inkomende handelsmissie St Petersburg - In 2011 wordt de handelsmissie Canada begeleidt Er ligt een concept Onderwijs-ICT agenda, met een ruim draagvlak van partijen. Het is aan partijen uitvoering te geven aan de agenda. In 2010 is geprobeerd om co-finaciering te verkrijgen. Dat is nog niet gelukt. In 2011 gaan partijen verder. ROC Midden Nederland coördineert het project. Het Meridiaancollege in Amersfoort heeft een vakcollege en samen met het ROC wordt gekeken hoe er een vloeiende leerlijn komt tussen VO en ROC en of er meerdere vakcolleges kunnen worden opgericht in de regio Amersfoort.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3767263 pagina 10
Thema
Project
Met wie
Doel
Resultaat
Arbeidsmarktbelei d
Realiseren Brancheservicepunt Zorg&Welzijn Amersfoort
Beweging 3.0. Amerpoort, Koperhorst, Meander Medisch Centrum, UWV Werkbedrijf, Werkgeversservicepun t-033, gemeente Amersfoort
Het Brancheservicepunt Zorg & Welzijn brengt vraag en aanbod in de zorg bij elkaar. Het stimuleert de samenwerking tussen ketenpartners in de regio ter bevordering van extra instroom van nieuwe medewerkers. Het doel van deze samenwerking is om zoveel mogelijk goed gekwalificeerd personeel te behouden en te werven.
Stimuleren professionalisering personeelsbeleid
Gemeente Amersfoort, WerkgeversservicePun t, Hoofdbedrijfsschap Detailhandel
Verbeterde personeelsvoorziening in de detailhandel.
In het najaar van 2010 is het Brancheservicepunt Zorg en Welzijn regio Amersfoort van start gegaan. Vooralsnog zijn werkgevers in de kinderopvang en de ouderenzorg actief aangesloten bij het Brancheservicepunt. Het aantal werkgevers dat mee wil doen neemt toe. Er is een operationeel plan van aanpak geformuleerd waaraan de stuurgroep – bestaande uit vooral werkgeversbestaande uit vooral werkgevers – zijn goedkeuring heeft gegeven. De nadruk ligt op instroom in de sector, twee verschillende onderzoeken naar jobcarving en mobiliteit binnen de sector. In 2010 zijn de voorbereidingen gestart van een samenwerking tussen WerkgeversservicePunt, Hoofdbedrijfsschap Detailhandel en ondernemers Binnenstad om personeelsbeleid van winkeliers in de binnenstad te ondersteunen. De overeenkomst wordt in het eerste kwartaal van 2011 gesloten.
Uitvoeren Wintertijd in Amersfoort
Culturele organisaties, hoteliers, horeca, ondernemers en tientallen andere bedrijven en instellingen in Amersfoort.
Door middel van collectieve marketinginspanningen meer bezoekers en meer inkomsten genereren in Amersfoort. In 2014 moet dit resulteren in 5% meer dagbezoeken, 5% meer overnachtingen en de gemiddelde bestedingen moeten minimaal op het landelijk gemiddelde (voor de 30 grootste steden) liggen. Ondernemers,
Citymarketing en vrijetijds economie
Tientallen aanbieders uit Amersfoort hebben zich gepresenteerd met gezamenlijke communicatie. Dit heeft bijvoorbeeld geresulteerd in een evenementengids (oplage 240.000) en de portal www.tijdvooramersfoort.nl. In de eerste 12 maanden dat het marketingconcept ‘Tijd voor Amersfoort’ is ingezet, zijn onder meer
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3767263 pagina 11
Thema
Duurzaamheid
Project
Met wie
Doel
Resultaat
culturele instellingen en organisatoren van evenementen presenteren een hartverwarmend programma met muziek, cultuur, theater, horeca, winkelen en kinderactiviteiten.
de volgende resultaten behaald: Advertenties in landelijke tijdschriften als de Margriet, NL30, Viva en Flair; Free publicity in kranten als De Telegraaf, de Pers, het Parool en tijdschriften als Libelle; Iedere week een volledige pagina in regionale kranten met een totale oplage van 116.000. Op 1 augustus 2010 is de Stichting Citymarketing Regio Amersfoort opgericht. De stichting kent een PPS-constructie, waarbij overheid en stakeholders samenwerken.
Oprichten Stichting Citymarketing
Gemeenten Amersfoort en Leusden, vertegenwoordigers van de grotere bedrijven, zakelijk toerisme, vrijetijdssector & cultuur, vastgoedbranche en binnenstad/MKB
De ideale plek om werken en wonen te combineren: zo wil Amersfoort zich de komende jaren verder profileren. Als stad, maar ook met de regio. De combinatie van een aantrekkelijke woonstad met veel voorzieningen en voldoende werk- en carrièremogelijkheden, is een ijzersterke troef die de nieuwe stichting Citymarketing Amersfoort in handen heeft om stad en regio beter op de kaart te zetten.
Oprichten Platform Duurzaam Bouwen
Initiatiefnemers zijn bouwbedrijven Lohmans en Heijligers in Amersfoort.
Duurzaam bouwen bevorderen door in de hele keten rond bouwen met elkaar samen te werken.
Het platform duurzaam bouwen is een initiatief van Heilijgers en Lomans BV en is opgericht in 2009. Hierin zijn bedrijven uit de gehele bouwkolom, corporaties en de Hogeschool Utrecht vertegenwoordigd. In 2010 is het platform vijf keer bij elkaar gekomen en zijn initiatieven ontplooid op terrein van de verduurzaming van het vastgoed. En zijn werkgroepen bijeen geweest in het kader van “het vermarkten” en “de financiering” van duuurzaam bouwen. In november heeft een seminar plaatsgevonden over duurzaam bouwen in samenwerking met
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3767263 pagina 12
Thema
Project
Met wie
Doel
Vervolg geven aan campagne energiebesparing voor bedrijven
(installatie) bedrijven, wijkbewoners en gemeente Amersfoort.
Meer met Minder Energie is de landelijke aanpak van energiebesparing in bestaande woningen en andere gebouwen. Het doel van het project Energiebesparing in de wijk is bestaande woningen gemiddeld 20 à 30% energiezuiniger te maken. Meer energiebesparing in de wijken van Amersfoort behalen door o.a. maatwerkadvies aan huiseigenaren aan te bieden. Het project Energiebesparing in de wijk is het vervolg op de in 2009 gehouden Meer met Minder campagne, waarbij het bedrijfsleven actief werd benaderd over de kansen op de energiebesparingsmarkt.
Zorgeconomie
Onderzoeken kansen Zorgexperience Amersfoort
Kamer van Koophandel, Provincie Utrecht, gemeente Amersfoort, Dirkse Anders Zorgen
Economische kansen en haalbaarheid van ‘zorgexperience’ in beeld krijgen. Zorgexperience is de ontwikkeling van een grootschalig zorggerelateerd shoppingcentre in het midden van het land.
Organiseren ronde tafel zorgeconomie regio Amersfoort
Ernst & Young, REO, TFI, gemeente Amersfoort.
Verkennen van de kansen in de zorgeconomie in de regio Amersfoort. Zorgeconomie staat voor de economische waarde van zorg en zorggerelateerde activiteiten. Deze economische waarde groeit en zal naar verwachting verder toenemen, bijvoorbeeld door vergrijzing, de toenemende welvaart en de aandacht
Resultaat SamenDuurzaam. In 2009 is er een succesvolle cursus Meer met Minder Energie voor installatiebedrijven in regio Amersfoort gehouden. Voortkomend uit die cursus is de coöperatie E.nu Midland opgericht. Deze coöperatie en een aantal andere bedrijven die de Meer met Minder Energie cursus hebben gevolgd zijn nu partner in het project energiebesparing in de wijk. In 2010 organiseerden gemeente, bewoners en bedrijven voorlichtingsbijeenkomsten in verschillende wijken. In zes wijken werd een isolatiepakket verloot en een modelwoning ingericht. 2500 Huiseigenaren hebben een maatwerkadvies voor hun woning laten opstellen. In 2010 is met diverse partijen gesproken over de mogelijkheid om een zorgexperience in de regio Amersfoort tot stand te laten komen. Uit deze rondgang is gebleken dat er op dit moment onvoldoende draagvlak is voor de realisatie van zorgexperience. Op 3 november 2010 heeft de Ronde Tafel Versterking Zorgeconomie in de regio Amersfoort plaatsgevonden. Twintig vertegenwoordigers uit de zorgeconomie gingen met elkaar in gesprek over de kansen voor de zorgeconomie in de regio Amersfoort. De TFI en gemeente Amersfoort werken een aantal voorstellen nader uit, die in
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3767263 pagina 13
Thema
Project
Met wie
Doel
Resultaat
voor de gezondheid. Volgens de REO biedt zorgeconomie kansen voor de economische vitaliteit van Amersfoort en de regio.
2011 tot concrete samenwerking moeten leiden.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3767263 pagina 14
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF 2011-68 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder G. Boeve
Reg.nr. Datum Programma
: 3845922 : 16 augustus 2011 : 10. Economie en wonen
TITEL Actualisatie Economische Agenda 2011 - 2012
KENNISNEMEN VAN De actualisatie van de Economische Agenda, met focus op vijf thema’s.
AANLEIDING Jaarlijks stellen wij de Economische Agenda vast. Per Raadsinformatiebrief van 3 mei 2011 (http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2011/RIB/Raadsinformatiebrief%202011%20nr.%2044%2C %20Resultaten%20van%20de%20Economische%20Agenda.pdf) hebben wij u geïnformeerd over de resultaten van de Economische Agenda 2010 en aangekondigd u te informeren over de actualisatie.
KERNBOODSCHAP Met de Economische Agenda willen we nog gerichter aan de slag en daarom concentreren wij ons op vijf thema’s. Via deze thema’s geven wij komend jaar uitvoering aan de verschillende projecten. Met de projecten van de Economische Agenda willen wij goede randvoorwaarden creëren voor een sterke economische Regio Amersfoort. Zo zijn bedrijven en instellingen beter in staat om te groeien en de balans tussen wonen en werken in de regio te behouden. Hiervoor zijn de komende jaren in de gemeente Amersfoort gemiddeld 1.000 tot 1.700 extra banen per jaar nodig. De daling van de werkgelegenheid van 2009 naar 2010 (zie ook de eerder genoemde Raadsinformatiebrief ‘Resultaten van de Economische Agenda’) is gezien de economische crisis niet onverwachts en er werd in het rapport van de commissie Van Ek al rekening mee gehouden, maar toont aan dat we onze extra inzet op economie nog lang moeten volhouden (economische groei is geen automatisme). De kaders van de Economische Agenda zijn inhoudelijk niet gewijzigd, u zult daarom veel herkennen. Wel zijn er accentverschillen: meer focus, meer regionale projecten (binnen Regio Amersfoort) en alle projecten dragen bij aan een duurzame economie. We benadrukken de gezamenlijke verantwoordelijkheid die wij en onze partners hebben om te werken aan een sterke economische Regio Amersfoort. Naar vijf thema’s Om te benadrukken dat we randvoorwaarden willen verbeteren en om tot meer focus te komen, hebben wij de indeling van de Economische Agenda naar thema’s iets gewijzigd. Inhoudelijk blijven de kaders hetzelfde. We hanteren nu vijf thema’s (in plaats van acht): Thema
In welke behoefte wordt voorzien?
1 Dienstverlening en accountmanagement 2 Ruimte en bereikbaarheid 3 Ondernemerschap, kennis en innovatie
Inlichtingen bij:
Bedrijven hebben behoefte aan goede dienstverlening van de gemeente en wij zetten hiervoor o.a. onze accountmanagers in. Bedrijven willen een goede en bereikbare vestigingsplek. Bedrijven profiteren van netwerken en andere faciliteiten die ondernemerschap, toegang tot kennis en innovatie bevorderen.
R. Hoogzaad, SOB/EW, (033) 469 47 16
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3845922 pagina 2
4 Arbeidsmarkt en onderwijs
Bedrijven hebben geschikt personeel nodig.
5 Citymarketing en vrijetijdseconomie
Bedrijven hebben er baat bij als Amersfoort op de kaart staat en bewoners, bedrijven en bezoekers blijvend aan de stad worden gebonden.
Regionale samenwerking en duurzaamheid als voorwaarden De overige drie thema’s die voorheen ook apart op de Economische Agenda stonden, krijgen op een andere manier een plek. De thema’s ‘regionale samenwerking’ en ‘duurzaamheid’ blijven belangrijk en zijn nu voorwaarden voor alle projecten: projecten moeten bijdragen aan duurzame economische groei (hier ligt ook een directe relatie met het programma duurzame ontwikkeling) en projecten moeten – waar het kan – regionaal worden opgepakt. Het thema ‘zorgeconomie’ is niet langer een afzonderlijk thema, maar komt terug in concrete projecten. Nieuw: kweekvijver Projecten op de Economische Agenda zijn vernieuwend en concreet: er is een duidelijk doel en de aanpak is helder. De ervaring leert dat hierin soms een tegenstelling schuilt: zeer vernieuwende projecten zijn soms nog niet concreet genoeg. De Economische Agenda is ook bedoeld voor experimenten en verkenningen die we willen aanjagen. Wij hebben daarom voor projecten die inhoudelijk waardevol zijn, maar nog onvoldoende rijp de categorie ‘Kweekvijver’ toegevoegd. Relatie inzet – resultaten Op 28 juni jl. heeft u naar aanleiding van de raadsvragen van Groep Van Vliet in De Ronde gesproken over de resultaten van de Economische Agenda en in het bijzonder in relatie tot de inzet die wij plegen en de meetbaarheid van effecten. Resultaten meten we op twee niveaus: per project op basis van de vooraf geformuleerde projectdoelen (type indicator verschilt per project) en overall op basis van een aantal economische kernindicatoren (banengroei, woon – werkbalans, waardering gemeentelijk ondernemingsklimaat door ondernemers en dergelijke). Bij de overall indicatoren is de directe relatie tussen onze inzet en de resultaten niet altijd meetbaar. Zo is bijvoorbeeld de banenontwikkeling afhankelijk van vele factoren waar wij geen (directe) invloed op hebben. De overall indicatoren voor de Economische Agenda zijn onderdeel van de meerjarenbegroting. Ook gezien de aandachtspunten die u in De Ronde naar voren heeft gebracht, willen wij beter tot uiting laten komen dat wij randvoorwaarden kunnen verbeteren en daarop enkel relevante, meetbare indicatoren formuleren. Bij de behandeling van de meerjarenbegroting dit najaar ziet u dit terug. Projecten van de Economische Agenda 2011 – 2012 Naast gecontinueerde inzet op bijvoorbeeld de verdere uitbouw van dienstverlening, accountmanagement, innovatieprojecten en arbeidsmarktprojecten hebben we ook enkele nieuwe projecten opgezet.Bij het thema ‘ruimte en bereikbaarheid’ gaat dat bijvoorbeeld om duurzame werklocaties (o.a. regionale marktkansen herstructurering, verduurzaming vastgoed, aanpak van De Hoef, ondernemersfonds Isselt). Bij het thema ‘ondernemerschap, kennis en innovatie’ gaat het om projecten met de GEO-sector en met het op De Hoef gevestigde opleidingsinstituut SOMT. Bij het thema ‘citymarketing en vrijetijdseconomie’ gaat het om projecten over zakelijk toerisme en collectieve vastgoedmarketing richting jonge hoogopgeleiden. In de bijlage staat een overzicht van de projecten per thema van de Economische Agenda 2011 - 2012. Daarbij maken we onderscheid tussen projecten die door ons als gemeente worden getrokken, die door een partner worden getrokken of projecten die nog in de kweekvijver zitten (kan van de gemeente of van een partner zijn). Voor de volledigheid is in de bijlage ook aangegeven welke projecten van de Economische Agenda 2010 zijn afgerond of nog een vervolg krijgen. REO-adviezen De Raad voor Economische Ontwikkeling (REO) heeft ons meerdere adviezen aangeboden, waar wij een vervolg op geven. Zo zijn we volop aan de slag met het advies over accountmanagement en het
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3845922 pagina 3
recente advies over acquisitie sluit daar op aan. Dit is ook terug te zien in projecten onder het thema ‘Dienstverlening en accountmanagement’. Het advies over arbeidsmarktbeleid bespreken wij 23 augustus 2011 met uw gemeenteraad. Daarna bekijken wij hoe we het advies kunnen opvolgen met concrete projecten. Enkele nieuwe projecten over het thema ‘arbeidsmarkt en onderwijs’ zijn al in de kweekvijver opgenomen.
CONSEQUENTIES De gemeentelijke inzet bij de projecten past binnen de meerjarenbegroting.
BETROKKEN PARTIJEN De convenantpartners van de Economische Agenda zijn: Vereniging Amersfoortse Bedrijven, Vereniging Amersfoortse Ondernemers, Kamer van Koophandel, HU Amersfoort, ROC Midden Nederland, ROC ASA, Portaal, De Alliantie, Meander Medisch Centrum. Daarnaast zijn vele partners actief in diverse projecten, zoals de Taskforce Innovatie, Regio Amersfoort, Bereikbaar Amersfoort, Beweging 3.0., WTC-AA locatie Amersfoort, Platform Duurzaam Bouwen en Provincie Utrecht. Vanzelfsprekend is ook de REO betrokken bij de Economische Agenda. Om zoveel mogelijk (nieuwe) partners te betrekken, organiseren wij in het najaar een brede conferentie rond de Economische Agenda, het programma Duurzame Ontwikkeling en Citymarketing is samenwerking met de Kamer van Koophandel.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3845922 pagina 4
BIJLAGE: Projecten Economische Agenda 2011 – 2012
Project
Gemeente Dienstverlening en accountmanagement 1. Behalen van bewijs van goede dienst X 2. Grote Bedrijvenlunches Regio Amersfoort 3. Ondernemersplaza 4. Accountmanagement X 5. Uitvoering regionale acquisitie Ruimte en bereikbaarheid 6. Marktkansen herstructurering werklocaties Regio X Amersfoort 7. Verduurzaming vastgoed 8. De Hoef 2.0. 9. Mobiele dienst rond bereikbaarheid X 10. Ruimtebehoeftescan bedrijven Regio Amersfoort X 11. Profiel Regio Amersfoort 12. Ondernemersfonds Isselt 13. Vervolg Ronde Tafel Alliantie wonen en werken Ondernemerschap, kennis & innovatie 14. Amersfoort Breed X 15. Amersfoort Inc 16. ZZP BV Regio Amersfoort 17. SOMT 18. Vervolg Ronde Tafel GEO sector 19. Vervolg Ronde Tafel zorgeconomie Arbeidsmarktbeleid & onderwijs 20. Uitvoering Brancheservicepunt Zorg en Welzijn 21. Onderzoek Brancheservicepunt Detailhandel 22. Manifest Lerende Regio 23. Ontwikkelen regionale arbeidsmarktmonitor X Citymarketing & vrijetijdseconomie 24. Zakelijk toerisme X 25. Collectieve vastgoedmarketing
Partner
Kweekvijver
X X X
X X
X X X
X X X X X X X X
X
Korte beschrijving per project: 1. Behalen van bewijs van goede dienst Doel: Zichtbaar maken van dienstverlening, dienstverlening meetbaar maken en verbetering plan opstellen door het behalen van het Bewijs van Goede Dienst. Projectleider is de Gemeente Amersfoort. Partners: De Kamer van Koophandel (draagt ook financieel bij), programma Amersfoort 2.0, ondernemersorganisaties. Stand van zaken: Het bewijs van goede dienst is behaald in juni. Vervolg wordt voorbereid. 2. Grote Bedrijvenlunches Regio Amersfoort Doel: Zorgen dat grote bedrijven in de regio elkaar en stakeholders leren kennen, en hiermee betrokkenheid en regionale samenhang te vergroten. Vernieuwend voor 2011 hierin is de regionale aanpak, er wordt samengewerkt met diverse bedrijvenkringen in de regio. VAB is projectleider. Genodigden zijn de Top 50 bedrijven uit Amersfoort en de zakelijke dienstverleners. Stand van zaken: In het najaar van 2011 is er een nieuwe lunch gepland, in de regio (Soest).
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3845922 pagina 5
3. Ondernemersplaza Doel: Het Ondernemersplaza wil de dienstverlening van verschillende regionale partners bundelen en zo bijdragen aan duurzame economische groei. Nieuw bij dit project is het microfinancieringspunt. Projectleider is de Kamer van Koophandel. Partners zijn de Belastingdienst, WTCAA locatie Amersfoort, TFI, Werkgeversservicepunt, ZZP BV, Amersfoort Creatieve Stad en gemeente Amersfoort. Stand van zaken: In het najaar wordt het nieuwe microfinancieringspunt geopend. 4. Accountmanagement Doel: Bedrijven te faciliteren en daarmee de binding met de stad vergroten voor behoud en versterking van economische basis. Nieuw aan dit project is het online platform Amersfoortse Zaken. Projectleider is de Gemeente Amersfoort. Partners zijn WTCAA locatie Amersfoort, TFI, Provincie Utrecht, ZZP BV, Amersfoort Creatieve Stad. Stand van zaken: Het online platform Amersfoortse Zaken gaat in juni live, voor snel groeiende bedrijven. Verder worden er nog steeds een aantal keer per maand bedrijfsbezoeken gepland met de burgemeester of wethouder. 5. Uitvoering regionale acquisitie Project: Het actief aantrekken van nieuwe bedrijvigheid door middel van acquisitie, dit kan extra groei opleveren. Dit wordt opgepakt door Regio Amersfoort. Stand van zaken: Op basis van het REO advies over acquisitie wordt e.e.a. uitgewerkt over de mogelijkheden rond ‘regionalisering’ van accountmanagement en acquisitie. 6. Marktkansen herstructurering werklocaties Regio Amersfoort Project: Het in kaart brengen van de marktkansen van werklocaties in Regio Amersfoort. Naar aanleiding van de Samenwerkingsagenda voert bureau STEC een onderzoek uit naar zes werklocaties in de Regio: Isselt, Kop van Isselt en De Hoef (Amersfoort), De Kronkels (Bunschoten), Parallelweg (Woudenberg) en Noordschil (Baarn). Projectleider is Regio Amersfoort in samenwerking met de Kamer van Koophandel. Stand van zaken: Het onderzoek van STEC is afgerond. In september wordt het onderzoek aangeboden aan de directeur van de OMU (Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht). 7. Verduurzaming vastgoed Project: Werkgroep die als doel heeft bedrijven aan te moedigen om hun panden te verduurzamen. Doel is een concept schrijven zodat ook andere bedrijven dan de bedrijven in de pilots dit kunnen gebruiken. Op dit moment komt de projectleider vanuit DHV, binnenkort vanuit Wolter&Dros. Andere partners zijn de gemeente Amersfoort, Dura Vermeer BV en Rabobank. Stand van zaken: Afronding fase 1 (inventarisatie en conclusies trekken uit de projecten rondom 5 kantoorgebouwen) eind mei. Met ‘lessons learned’ uit fase 1 wordt begonnen met fase 2 (uitbreiding naar grotere panden waar de gebruiker niet de investeerder is). 8. De Hoef 2.0 Doel: Het creëren van een beter toekomstperspectief van De Hoef. De aanpak van De Hoef is een van de prioriteiten in de Visie Werklocaties. Er is een initiatiefgroep die aanpak van leegstand onderzoekt en De Hoef als pilotgebied heeft geselecteerd. Partners: Ondernemers, VAB, VAO, Kamer van Koophandel, marktpartijen en stakeholders, TFI. Stand van zaken: Momenteel wordt een plan van aanpak uitgewerkt en wordt bekeken hoe verschillende initiatieven op elkaar kunnen aansluiten. 9. Mobiele dienst rond bereikbaarheid Project: Mobiele diensten bedenken en ontwikkelen die ervoor zorgen dat gebruikers overal via de telefoon op de hoogte zijn van de verkeerssituatie, d.m.v. kaarten e.d. Projectleider is gemeente Amersfoort. Stand van zaken: Gemeente Amersfoort is bezig bij wijze van pilot, om een mobiele toepassing te maken om een deel van de gemeentelijke website beschikbaar te maken voor smartphones. Het eerste prototype is af. 10. Ontwikkeling ruimtebehoeftescan bedrijven Regio Amersfoort Project: Een representatief inzicht krijgen in de actuele ruimtebehoefte van regionaal actieve bedrijven, kwantitatief maar vooral ook kwalitatief. Projectleider is Regio Amersfoort in samenwerking met de Kamer van Koophandel. Stand van zaken: Dit project is gestart. Medio oktober zijn de resultaten van het onderzoek bekend.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3845922 pagina 6
11. Profiel Regio Amersfoort Project: Opstellen economisch profiel voor de regio, waarin kwaliteiten en kernprofielen van alle werkgebieden van Regio Amersfoort in kaart worden gebracht. Stand van zaken: Deze actie maakt onderdeel uit van de Samenwerkingsagenda Regio Amersfoort. 12. Ondernemersfonds Isselt Doel: Realiseren van een ondernemersfonds Isselt. Er lijkt hiervoor voldoende behoefte en initiatief aanwezig te zijn. De initiatiefnemer is Bedrijvenkring Isselt. Stand van zaken: Beoogde activiteiten van dit ondernemersfonds zijn: een verduurzamingplan ontwikkelen over de inkoop van energie, KVO-traject, uitgebreidere planontwikkeling en leefbaarheidsactiviteiten. 13. Vervolg Ronde Tafel Alliantie wonen en werken Project: Op 8 maart heeft de Ronde tafel plaatsgevonden over de balans tussen wonen en werken in de Regio Amersfoort. Stand van zaken: Advies over wonen en werken op basis van het onderzoek van Gerard Marlet is in de maak. 14. Amersfoort Breed Project: Het project AmersfoortBreed is een initiatief van de gemeente Amersfoort om samen met ruim 16 maatschappelijke partners te werken aan breedbanddiensten op het gebied van zorg, onderwijs, media, cultuur en sport voor de bewoners van Amersfoort en Leusden. Ambitie: Regio Amersfoort gaat in de komende 3 jaar een top 5 positie in Nederland verkrijgen op het gebied van diensteninnovatie op breedbandnetwerken. 15. Amersfoort Inc Project: Amersfoort ondernemende kennisstad door een optimaal klimaat te scheppen aan faciliteiten voor een versnelde groei van innovatieve bedrijvigheid. Projectleider is de Hogeschool Utrecht. Partners zijn de Kamer van Koophandel, Gemeente Amersfoort en TFI. Stand van zaken: Het verwachtte Business plan is er (maart 2011). TFI gaat partners voor het consortium zoeken en selecteren. 16. ZZP BV Project: ZZP’ers faciliteren met een programma voor dienstverlening, huisvesting en netwerkvorming. Specifieke aandacht voor de belangen van de grote groep ZZP-ers is van belang voor het ontstaan van banengroei. Gemeente Amersfoort is projectleider, partners zijn de Kamer van Koophandel, Hogeschool Utrecht, Woningcorporatie Portaal, Woningbouwcorporatie De Alliantie, Syntens, Senter-Novem, het netwerkkantoor, Schipper-Bosch, van Helden en Partners, de Netwerkorganisatie. Stand van zaken: Project wordt in januari 2012 afgesloten met groot landelijk congres in Amersfoort. Een nieuw resultaat van dit project is een verduurzamingplan over de toekomst van ZZP BV. 17. SOMT Project: SOMT verzorgt een wetenschappelijke opleiding in de zorg die de zorgeconomie in Amersfoort kan versterken. Op dit moment wordt 80% van de specialistische fysiotherapeuten opgeleid door SOMT. Partners: Philips, TNO, Vrije Universiteit Amsterdam, Vrije Universiteit Brussel, Katholieke Universiteit Leuven, Meander Ziekenhuis, Wetenschappelijke Vereniging van Huisartsen e.d. Verwachte resultaten: Een aantal van 1500 fulltime en 2000 parttime studenten (in 2012), de eerste Engelstalige Bacheloropleiding, de opening van het Benelux Ultra Sound Centra in Amersfoort, een fysiotherapie lab en trainingscentra e.d. 18. Vervolg Ronde Tafel GEO sector Doel: toetsen of regionale bedrijven die GEO ‘maken’ of gebruiken Amersfoort zien als locatie om zich te clusteren tot een ‘Geo-Vallei’. Projectleiders Geonovum, DHV en de gemeente Amersfoort. Stand van zaken: De Ronde Tafel heeft plaatsgevonden op 6 april 2011. 6 oktober is de volgende gepland, er zijn werkgroepen ingesteld rond 5 thema’s. 19. Vervolg Ronde Tafel Zorgeconomie Project: Het doel is om te onderzoeken welke positie de zorgeconomie in Amersfoort en of er behoefte bestaat bij instellingen die met zorg te maken hebben om samen te werken. Projectleiders zijn de TFI, gemeente Amersfoort ism de REO. Partners zijn o.a. RIAGG, de ROC’s, GGD, Rabobank, RIAGG, SOMT, Fonds Psychische Gezondheid, Amerpoort, Meander ziekenhuis.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3845922 pagina 7
Stand van zaken: Een vervolgbijeenkomst in november 2011, waarbij de ontwikkelingen sinds de Ronde Tafel zorg worden besproken en het conceptverslag van het REO advies. Ook wordt er onderzocht of er behoefte is aan een regionaal ‘innovatieloket’. 20. Uitvoering Brancheservicepunt Zorg en Welzijn Project: Zoveel mogelijk goed en gekwalificeerd personeel te behouden en te werven voor de zorgsector. Iedereen moet bij het Brancheservicepunt terecht kunnen: herintreders, werkzoekenden, medewerkers, uitkeringsgerechtigden etc. Projectleider is de Gemeente Amersfoort. Partners zijn Beweging 3.0, Amerpoort, Koperhorst, Meander Medisch Centrum, UWV, Werkbedrijf, Werkgeversservicepunt 033. 21. Onderzoek Brancheservicepunt Detailhandel Project: Onderzoeken of er behoefte en geïnteresseerde partijen zijn die belang hebben bij een Brancheservicepunt Detailhandel. Het gaat specifiek om detailhandel in de binnenstad van Amersfoort. Doel van dit Brancheservicepunt zou zijn: Een kwaliteitsslag maken in de detailhandel, meer en goed gekwalificeerd personeel aantrekken en behouden. Projectleider is het Werkgeversservicepunt. Partners: UBV, gemeente Amersfoort, detailhandelaren, Ondernemers Vereniging Binnenstad. 22. Manifest Lerende Regio Project: Gemeenschappelijke regionale visie opzetten met onderwijs-arbeidsmarktpartijen. Projectleider is gemeente Amersfoort. Partners zijn ROC ASA, ROC Midden Nederland, Hogeschool Utrecht, Beweging 3.0, Tempoteam, Polynorm, Voortgezet Onderwijs en andere partijen. 23. Ontwikkelen Regionale Arbeidsmonitor Doel is ontwikkelen van een nieuwe regionale arbeidsmarktmonitor (opvolger rapport Regioplan). De gehele arbeidsmarkt staat centraal. Projectleider is gemeente Amersfoort. Stand van zaken: met de voorbereidingen van de arbeidsmonitor is gestart. Eind 2011/begin 2012 is de nieuwe monitor gereed. 24. Zakelijk toerisme Doel: Door middel van collectieve marketing bij te dragen aan een groei van 5% omzet in zakelijk toerisme in het najaar 2012. Projectleider is Citymarketing Regio Amersfoort. Partners: Gemeente Amersfoort, Gemeente Leusden, Provincie Utrecht en veel marktpartijen, o.a.: Dierenpark Amersfoort, de Flint, de Eemlandhoeve, Hilton Soestduinen, Museum Spakenburg, Vitanova, VVV Leusden en NH Hoteles. Stand van zaken: De eerste resultaten zijn er eind 2011. 25. Collectieve Vastgoedmarketing Doel: Door middel van collectieve marketing de woonintentie voor Amersfoort onder jonge hoogopgeleiden te laten stijgen van 16% naar 20% in 2015. Projectleider is Citymarketing Regio Amersfoort. We willen dit project oppakken met de vastgoedorganisaties die in onze regio actief zijn, en alle stakeholders die belang hebben bij een aandeel van 10% jong, hoogopgeleid talent.
Afgeronde projecten en vervolgprojecten van de Economische Agenda 2010 De projecten die inmiddels zijn afgerond (zie voor meer informatie per project de eerder genoemde Raadsinformatiebrief ‘Resultaten van de Economische Agenda’): - Versterken regionale samenwerking bedrijvenkringen. - Opstellen Visie Werklocaties. - Opstellen Visie De Hoef door bedrijfsleven. - Versoepeling Regeling bedrijven en beroepen aan huis. - Versterken Mobiliteitsmanagement. - Uitvoeren Amersfoort Innovatief Sterk - Uitvoeren Programma Economische Internationalisering WTCAA. - Onderzoeken vakcollege regio Amersfoort. - Uitvoeren Wintertijd in Amersfoort. - Oprichten Stichting Citymarketing - Oprichten Platform Duurzaam Bouwen - Vervolg geven aan campagne energiebesparing bedrijven
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3845922 pagina 8
De projecten waar resultaten zijn behaald en die nog een concreet vervolg krijgen op Economische Agenda 2011 – 2012: -
-
Uitvoeren bestuursopdracht economie. Resultaat: Samenwerkingsagenda Werklocaties. Vervolg: deelprojecten van de Samenwerkingagenda Werklocaties (marktkansen herstructurering, ruimtebehoeftescan, profiel Regio Amersfoort). Verbeteren gemeentelijke dienstverlening naar bedrijven. Resultaat: uitvoering adviezen TNS NIPO onderzoek. Vervolg: actieplan Bewijs van Goede Dienst. Opzetten accountmanagement Amersfoort. Resultaat: start gemaakt. Vervolg: uitbouwen. Verminderen regeldruk. Resultaat: adviezen BMC grotendeels uitgevoerd. Vervolg: onderdeel van actieplan Bewijs van Goede Dienst. Opzetten ondernemersplein. Resultaat: voorbereiding in vergevorderd stadium. Vervolg: realisatie Ondernemersplaza. Organiseren Grote Bedrijvenlunches. Resultaat: uitgevoerd. Vervolg: regionaal maken. Stimuleren fiber to the home. Resultaat: glasvezel wordt aangelegd. Vervolg: Amersfoort Breed. Stimuleren professionalisering personeelsbeleid, vervolg Onderzoek brancheservicepunt Detailhandel Verbeteren aansluiting onderwijs – bedrijfsleven – arbeidsmarkt, vervolg ondermeer in Manifest Lerende Regio Uitvoeren ZZP BV Amersfoort. Resultaat: uitgevoerd. Vervolg: regionaal maken. Onderzoeken / realiseren AmersfoortInc. Resultaat: voorbereidingen getroffen. Vervolg: realisatie. Realiseren Brancheservicepunt Zorg & Welzijn Amersfoort. Resultaat: uitgevoerd. Vervolg: uitbouwen. Organiseren ronde tafel zorgeconomie regio Amersfoort. Resultaat: uitgevoerd. Vervolg: Vervolg ronde tafel zorgeconomie.
Het project ‘Zorgexperience Amersfoort’ is niet haalbaar gebleken.
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF 2013-72 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad Wethouder G.J. van der Werff : Wethouder P. van den Berg
Reg.nr. Datum
: 4409263 : 25 juni 2013
Programma
: 10. Economie en wonen
TITEL Actualisatie Economische Agenda 2013-2014 KENNISNEMEN VAN De ambities en concrete plannen van de Vereniging Amersfoortse Bedrijven, Vereniging Amersfoortse Ondernemers, Vereniging Amersfoortse Zelfstandigen, Kamer van Koophandel en gemeente Amersfoort in de Economische Agenda 2013 - 2014 en de resultaten van de Economische Agenda 2012. AANLEIDING Amersfoort behoort nog altijd tot de economisch meest sterke regio’s van Nederland, al staat deze positie onder druk. Enerzijds staan we nog altijd in de top vijf van steden met de grootste banenontwikkeling in de periode 2008-2012. Volgens de Atlas voor Gemeenten staan we op de ranglijst van de sociaal economische index op de vierde plaats. Deze sterke, stabiele positie dankt de stad aan de relatief jonge en goed opgeleide beroepsbevolking en het relatief hoge aandeel huishoudens met een gemiddeld of hoog inkomen. Anderzijds zien we de leegstand in kantoren toenemen, grote werkgevers die besluiten de stad te verlaten, oplopende werkloosheid en oordelen ondernemers negatiever over het economische klimaat dan een jaar geleden (bron: Monitor Economische Ontwikkeling 2012, Kamer van Koophandel). De actualiteit laat zien dat economische groei geen automatisme is, integendeel. Nog meer dan voorheen hebben we samen met het bedrijfsleven de ambities bepaald van de Economische Agenda. Wat vinden we echt belangrijk voor deze regio? Waar liggen de gezamenlijke prioriteiten en leggen we accenten? Met deze raadsinformatiebrief informeren we u daarover. KERNBOODSCHAP Economische groei is geen automatisme. Zeker niet in deze tijd. Toch zijn er volop kansen. Kansen die we beter kunnen benutten. Want Amersfoort zit economisch op gouden bodem. De centrale ligging, de aantrekkelijke groene woonomgeving, het goede business en people climate, de jonge, hoog opgeleide beroepsbevolking en de ruimte voor ondernemen maken de regio Amersfoort tot een uitstekende vestigingsplek voor bedrijven en instellingen. Samen met het bedrijfsleven hebben we een aantal concrete aanvalsplannen opgesteld. Plannen die leiden tot een verbetering van ons vestigingsklimaat en meer focus in de Economische Agenda.
Inlichtingen bij:
J. de Boer, SB, (033) 469 45 85
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4407111 pagina 2
Toelichting Sinds enkele jaren werken we samen met bedrijfsleven & instellingen aan de Economische Agenda op basis van het rapport van de commissie Van Ek. De uitgangspunten van dat rapport zijn onverminderd actueel. We zetten onze succesvolle aanpak op het gebied van accountmanagement voort , een aanpak die gewaardeerd wordt door het bedrijfsleven. In overleg met het bedrijfsleven hebben we in de Economische Agenda focus aangebracht door vanuit drie invalshoeken aanvalsplannen te benoemen: 1. Smoel: be good and tell it: Het bedrijfsleven ziet economisch veel kansen, die beter benut kunnen worden als we dit beter voor het voetlicht brengen en zo meer partijen in beweging brengen. 2. Rode Loper: warm welkom en prettig verblijf: Als nieuwe bedrijven zich willen vestigen of als gevestigde bedrijven plannen hebben, leggen we de rode loper voor ze uit. Acquisitie, accountmanagement en dienstverlening zijn van groot belang om kansen die zich aandienen ook daadwerkelijk te benutten. 3. Economische pijlers: stimuleren en groeien: Voor een duurzame economische groei worden het innovatieklimaat en de arbeidsmarkt steeds belangrijker. Samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen, onderwijs en overheid is van belang. Zes aanvalsplannen De basis voor de Economische Agenda 2013 - 2014 wordt gevormd door zes aanvalsplannen. Plannen die ambitie uitstralen, concreet zijn en die alle leiden tot de door partijen nagestreefde economische versterking van de regio Amersfoort. De daadwerkelijke economische groei zal door het bedrijfsleven moeten worden gerealiseerd, gemeente en partners kunnen de randvoorwaarden verbeteren. De zes aanvalsplannen zijn: Smoel: be good and tell it - 1. Marketing van de regio Amersfoort: be good and tell it Rode Loper: warm welkom en prettig verblijf - 2. Acquisitie: warm welkom - 3. Excellente dienstverlening en prettig verblijf: Ondernemersplaza - 4. Ruimte voor ondernemen: verruiming vestigingsbeleid Economische pijlers: stimuleren en groeien: - 5. Clusters verbinden: innovatie en duurzaamheid - 6. Beter van onderwijs naar werk: duurzame arbeidsmarktregio Amersfoort In bijlage 1 treft u een overzicht van de zes aanvalsplannen, met concrete doelen en trekkers per plan. Bij de uitvoering van een aantal plannen zijn we als gemeente in de lead. Dit is het geval bij de aanvalsplannen ‘Ruimte voor ondernemen:verruiming vestigingsbeleid’; ‘Acquisitie: warm welkom en bij het aanvalsplan; ‘Beter van onderwijs naar werk: duurzame arbeidsmarktregio Amersfoort.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4407111 pagina 3
Samen met het bedrijfsleven monitoren we de aanvalsplannen. Dit doen we twee keer per jaar tijdens het bestuurlijk overleg bedrijfsleven. Resultaten 2012 In 2012 stonden 22 projecten op de Economische Agenda. Er zijn 8 projecten succesvol afgerond, 11 projecten worden nog uitgevoerd (als onderdeel van de zes aanvalsplannen of separaat) en 3 projecten zijn stop gezet (AmersfoortInc: onvoldoende financiering; Cross Care Innovatiecafe’s: onvoldoende behoefte bij doelgroep; E-portfolio: uit verkenning bleek dat dit een prima instrument voor bepaalde doelgroepen is, maar zal door marktpartijen opgepakt moeten worden). Project
Overheid (Amersfoort of Regio) Dienstverlening en accountmanagement 1. Uitvoering verbeteracties X dienstverlening ondernemers 2. Bedrijvenlunches Regio Amersfoort 3. Ondernemersplaza 4. Regionaal accountmanagement en X acquisitiemanagement Ruimte en bereikbaarheid 5. Duurzame werklocaties: convenant X werklocaties Regio Amersfoort 6. Vitaliteit en de Hoef X 7. Verkenning regionale afstemming detailhandel 8. Clusteronderzoek Regio Amersfoort X
Partner
X X
X
9. Wonen werkt regio Amersfoort X Ondernemerschap, kennis & innovatie 10. Amersfoort Breed X 11. Amersfoort Inc 12. ZZP BV Regio Amersfoort X 13. Ontwikkeling Geo Vallei 14. SOMT University Amersfoort 15. Cross Care innovatiecafés Arbeidsmarktbeleid & onderwijs 16. Uitvoering Brancheservicepunt Zorg X en Welzijn 17. Werkschool Regio Amersfoort X 18. Ontwikkeling inzetbaarheidscontracten X 19. E-portfolio Regio Amersfoort X 20. Ontwikkeling regionale arbeidsmarktmonitor Citymarketing & vrijetijdseconomie 21. Collectieve vastgoedmarketing X 22. Zakelijk toerisme X
X X X X
X
status
Welk schaalniveau
loopt
Amersfoort
afgerond loopt loopt
Regio Amersfoort Regio Amersfoort Regio Amersfoort
afgerond
Regio Amersfoort
loopt loopt
Amersfoort Regio Amersfoort
afgerond
Regio Amersfoort
afgerond
Regio Amersfoort
loopt stopgezet afgerond loopt loopt stopgezet
Regio Amersfoort/Utrecht Regio Amersfoort/ Regio Utrecht Regio Amersfoort Regio Amersfoort Amersfoort Amersfoort
afgerond
Regio Amersfoort
loopt loopt stopgezet afgerond
Regio Amersfoort Regio Amersfoort Regio Amersfoort Regio Amersfoort
loopt loopt
Regio Amersfoort Amersfoort
Zie voor een nadere toelichting bijlage 2. Verschillende schaalniveaus: stad, regio Amersfoort en regio Utrecht Zoals Amersfoort nauw verbonden is met Regio Amersfoort, zo is de regio Amersfoort weer nauw verbonden met de regio Utrecht en de Noordvleugel van de Randstad. Samenwerking vindt plaats op verschillende schaalniveaus. Vanuit de Economische Agenda geven we mede vorm aan de samenwerking binnen Regio Amersfoort en met de Economic Board Utrecht (EBU). Overigens wordt verkend hoe EBU gefinancierd wordt vanaf 2014 en welke eventuele bijdrage van de participanten wordt gevraagd. Ook de Raad voor Economische Ontwikkeling regio Amersfoort (REO) houdt ons scherp met gevraagde en ongevraagde adviezen. Zo bereidt de REO momenteel adviezen voor over de
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4407111 pagina 4
aanpak van de leegstand in de kantorenmarkt en versterking van het regionale winkellandschap. CONSEQUENTIES / VERVOLG In de meerjarenbegroting zijn extra incidentele middelen voor de Economische Agenda gereserveerd tot en met 2014. Van 2010 tot en met 2012 was jaarlijks € 400.000 beschikbaar. In 2013 is dat € 320.000 en voor 2014 € 280.000. In het najaar 2013 bespreken we met uw raad de beleidsevaluatie van het programma Economie. Op dinsdagavond 18 juni 2013 heeft een deel van uw raad een bezoek gebracht aan SOMT, een voorbeeld van een geslaagd project van de Economische Agenda. Tijdens dat werkbezoek hebben we ook met u gesproken over het proces rond de beleidsevaluatie dit najaar. Dan blikken we terug op de resultaten van de projecten van de Economische Agenda en kijken met u vooruit naar de toekomstige economische ambities (o.a. EBU). Deze raadsinformatiebrief biedt daarvoor achtergrondinformatie. BETROKKEN PARTIJEN /COMMUNICATIE Vereniging Amersfoortse Bedrijven, Vereniging Amersfoortse Ondernemers, Vereniging Amersfoortse Zelfstandigen regio Amersfoort, Kamer van Koophandel, Ondernemersplaza, Federatie van Bedrijvenkringen regio Amersfoort, onderwijsinstellingen regio Amersfoort en de Raad voor Economische Ontwikkeling (REO). Deze plannen en behaalde resultaten zijn besproken met bovenstaande partijen. Twee keer per jaar bespreken we de voortgang en monitoring tijdens het bestuurlijk overleg Bedrijfsleven.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4407111 pagina 5
Bijlage 1: Zes aanvalsplannen Aanvalsplan 1: Marketing regio Amersfoort: be good and tell it Wat is het doel: Gerichte marketingcampagnes starten op het gebied van ondernemen in Amersfoort en de regio met als doel meer bedrijven naar deze regio te halen Wat is daarvoor nodig? 1. Structurele fondsenwerving (middel) realiseren voor de Stichting Citymarketing Regio Amersfoort, zodat er in de toekomst meer marketingcampagnes kunnen worden opgezet. Daarvoor is draagvlak onder het bedrijfsleven nodig om te verkennen of een OZB-verhoging ten behoeve van de structurele financiering van de Stichting Citymarketing Regio Amersfoort mogelijk is. De Vereniging Amersfoortse Bedrijven is initiatiefnemer van dit plan. 2. Stichting Citymarketing Regio Amersfoort gaat een marketingcampagne uitvoeren in samenwerking met Economische Zaken van de Gemeente Amersfoort. Hierbij wordt nadrukkelijk de samenwerking met het bedrijfsleven gezocht. 3. Via Bureau Regio Amersfoort wordt onderzocht of er op regionale schaal kan worden samengewerkt bij het aantrekken van bedrijven en instellingen. Concreet 1. Structurele financiering Citymarketing Trekker: Vereniging Amersfoortse Bedrijven (VAB) Doel: Structurele fondsenwerving Stichting Citymarketing Regio Amersfoort Start: juni 2013 2. Marketing campagne Amersfoort Trekker: Stichting Citymarketing Regio Amersfoort Doel: Marketingcampagne opzetten om ondernemen in Amersfoort te vermarkten Start campagne: juli 2013 Gereed: doorlopend 3.Regionale samenwerking op gebied van ondernemen Trekker: Stichting Citymarketing Regio Amersfoort in opdracht van Regio Amersfoort Doel: Samenwerking binnen Regio Amersfoort bevorderen bij aantrekken van bedrijven, o.a. d.m.v. een gezamenlijke website. Start: mei 2013 Website gereed: juli 2013 Aanvalsplan 2: Acquisitie: warm welkom Wat is het doel? Het aantrekken van bedrijven die zich willen vestigen in de Regio Amersfoort. Regio Amersfoort is een aantrekkelijke locatie voor bedrijven om zich te vestigen. Vorig jaar werd Amersfoort in het blad Intermediair verkozen tot tweede werkstad van Nederland (na Haarlem). Dit vanwege het gunstige vestigingsklimaat. Daarnaast blijkt uit andere onderzoeken dat meer bedrijven dan ooit op zoek zijn naar huisvesting. Contracten lopen af en bedrijven willen in of dichtbij de Randstad zitten en willen beschikken over flexibele bedrijfsruimte. In Amersfoort en omgeving is voldoende ruimte voor de wensen van deze bedrijven. Voldoende panden (groot en klein), een innovatief
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4407111 pagina 6
ecosysteem van ondernemers met een goed netwerk, waarin gezamenlijke opdrachten tot stand komen en nieuwe business wordt gegenereerd. Wat is daarvoor nodig? Zichtbaarheid van de regio en de stad vergroten, door meer trotse ondernemers uit onze eigen regio aan het woord te laten over het vestigingsklimaat. Doorlopend gerichte acquisitie voeren in samenwerking met zakelijke dienstverleners & gevestigde bedrijven met focus op de kansrijke clusters zorg, ict, advies en bouw. Met de organisatie van een campagne rond de ‘maand van de acquisitie’(werktitel) in het najaar zichtbaar maken aan ZZP’ers en MKB bedrijven van buiten onze regio waarom regio Amersfoort zo geschikt is voor vestiging. Concreet Doorlopende acquisitieactiviteiten i.s.m. met gevestigde bedrijven Trekker: gemeente i.s.m. gevestigde bedrijfsleven Datum: doorlopend Maand van de acquisitie Trekker: VAZ, VAO en VAB Start: mei 2013 Gereed: november 2013 Partners: gemeente Amersfoort, Kamer van Koophandel Acquisitieoverleg zakelijke dienstverleners Trekker: gemeente Amersfoort Datum: juni 2013
Aanvalsplan 3: Excellente dienstverlening en prettig verblijf: Ondernemersplaza Wat is het doel? Excellente dienstverlening aan bestaande en nieuwe bedrijven. In het Ondernemersplaza werkt de Kamer van Koophandel samen met een aantal partners, zoals de belastingdienst, Microfinanciering, ondernemersverenigingen, banken en de gemeente Amersfoort aan een betere dienstverlening voor ondernemers. Het Ondernemersplaza is dé ontmoetingsplek voor (nieuwe) ondernemers uit de regio waarbij dienstverlening is gebaseerd op de fase waarin het bedrijf zich bevindt: Starten (1), Doorzetten en groeien (2), Vastlopen en vlottrekken (3) Wat is daarvoor nodig? De dienstverlening van de verschillende partners in het Ondernemersplaza moet beter op elkaar worden afgestemd waardoor de ondernemer in één keer wordt geholpen en niet naar meerdere loketten wordt doorverwezen. VAO, VAZ, KvK en gemeente Amersfoort gaan het programma ‘Amersfoort Aangenaam voor ondernemers’ actualiseren. Dit programma is bedoeld voor alle nieuw gevestigde ondernemers om ze wegwijs te maken in Amersfoort en omgeving. Concreet
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4407111 pagina 7
Ondernemersplaza: programma’s gericht op ‘Vastlopen en vlottrekken’, Starten & ‘Doorzetten en groeien’ Trekker: Kamer van Koophandel Start: april 2013 Gereed: najaar 2013 Partners: VAZ, VAB, VAO, gemeente Amersfoort Nieuwe invulling ‘Amersfoort Aangenaam: Amersfoort werkt‘ Trekker: VAO & VAZ Start: mei 2013 Gereed: november 2013 Partners: Kamer van Koophandel, gemeente Amersfoort en VAB Aanvalsplan 4 :Ruimte voor Ondernemen: verruiming vestigingsbeleid Wat is het doel? Verruiming van vestigingsmogelijkheden voor bedrijven om economische vitaliteit te vergroten. De belangrijkste knel- en verbeterpunten die uit gesprekken en casussen naar voren zijn gekomen betreffen het kantorenbeleid, het beleid en regelgeving rond industrie en functiemenging (met name op Isselt West), perifere detailhandel, parkeernormen en beeldkwaliteitseisen. Wat is daarvoor nodig? Om vestigingsmogelijkheden te verruimen, is een aanpassing van beleid en bestemmingsplan noodzakelijk. Het gaat dan om vestigingsbeleid (gebiedsniveau: welke typen bedrijven kunnen zich op welke locaties vestigen op basis van bijvoorbeeld de visie werklocaties en de detailhandelsnota) en om inpassingsregels (perceelniveau: hoe kan een bedrijf goed worden ingepast in de omgeving qua bijvoorbeeld milieuwetgeving, parkeren, stedenbouw, veiligheid etc.). Momenteel is het bestemmingsplan bedrijventerreinen in procedure. Voor 1 juli 2013 wordt dit vastgesteld. Hierin is reeds de nodige flexibiliteit opgenomen qua vestigingsbeleid, in lijn met de Visie Werklocaties (met meer flexibiliteit voor bijvoorbeeld leisure, zorg, onderwijs, perifere detailhandel, horeca e.d.). Met de volgende drie acties wordt in 2013 een extra slag gemaakt: 1. Actualisatie vestigingsbeleid, met name gericht op verruiming van het beleid voor kantoren / bestaand vastgoed (Visie Werklocaties) en perifere detailhandel (Nota Detailhandel) 2. Maatwerkstudie naar industrie en functiemenging op Isselt West, waarbij wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor functiemenging met voldoende behoud van het industriële klimaat voor bestaande bedrijven. 3. Een vervolg op de huidige actualisatie van het bestemmingsplan: nader onderzoek naar de mogelijkheden om flexibeler te bestemmen, waarbij het ook gaat over inpassingsregels. Besluitvorming vindt plaats in de gemeenteraad. Concreet Actualisatie vestigingsbeleid
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4407111 pagina 8
Trekker: Gemeente Amersfoort Start: juli 2013 Gereed: najaar 2013 Maatwerkstudie industrie en functiemenging Trekker: Gemeente Amersfoort Start: april 2013 Gereed: juli 2013 Flexibel bestemmen Trekker: Gemeente Amersfoort Start: 2e helft 2013 Gereed: afhankelijk van nog uit te werken opzet en de daarvoor benodigde planologischjuridische procedure Aanvalsplan 5: Clusters verbinden: innovatie en duurzaamheid Wat is het doel? Op regionale schaal stimuleren van economische dynamiek door bedrijven uit kansrijke clusters te verbinden met andere bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen en overheden. De basis vormt het clusteronderzoek waarin vier kansrijke clusters zijn benoemd: ICT, Advies, Bouw en Zorg. Binnen en tussen deze clusters kunnen op specifieke thema’s verbindingen ontstaan die leiden tot meer samenwerking, kennisdeling en innovatie. Thema’s zijn bijvoorbeeld duurzaam bouwen, diensteninnovatie en GEO-ICT. Sommige thema’s zijn reeds onderdeel van het lopende Innovatieprogramma met projecten als AmersfoortBreed en Amersfoort Creatieve Stad. Onder de werktitel ‘Service Academy’ wordt in de regio een vervolg gegeven op het Amersfoortse diensteninnovatieprogramma. Het clusteronderzoek is concreet gemaakt door de Federatie van Bedrijvenkringen Regio Amersfoort. In het rapport ‘Verbinden in de Amersfoortse Regio’, zijn per cluster opgaven en concrete acties opgenomen. Op hoger schaalniveau is het clusteronderzoek input voor de participatie van Regio Amersfoort in de Economic Board Utrecht (EBU). In de Economische Agenda van de EBU ligt de focus op vergroening van de economie, gezond leven en diensteninnovatie. Wat is daarvoor nodig? Stimulering van economische dynamiek binnen en tussen clusters vraagt om samenwerking tussen bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen en overheden. Samenwerking moet zich richten op koplopers en doorbraakprojecten. Het gaat om willen en kunnen. Voor dit laatste is een faciliterende infrastructuur nodig (denk aan netwerkbijeenkomsten, kennisdeling, financiering, scholing, een cultuur van zoeken – leren – experimenteren etc.). De ontwikkeling van de EBU lijkt daarvoor de beste mogelijkheden te gaan bieden. Qua financiering wordt onder andere gekeken naar de mogelijkheden voor Europese subsidie in de nieuwe EFRO periode. Concreet Innovatie en duurzaamheid Trekker: Federatie van Bedrijvenkringen Regio Amersfoort Start: april 2013
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4407111 pagina 9
Gereed: najaar 2013 Partners: Onderwijsinstellingen, Kamer van Koophandel, gemeente Amersfoort, Regio Amersfoort gemeenten, VAZ, VAO Aanvalsplan 6: Beter van onderwijs naar werk: duurzame arbeidsmarktregio Amersfoort Wat is het doel? Een arbeidsmarkt waarin iedereen meedoet, waar meer jongeren aan het werk komen in banen waarvoor ze goed zijn opgeleid. Wat is daarvoor nodig? Overheid, onderwijsinstellingen, kenniscentra en werkgevers werken gezamenlijk aan versterking van de verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Daarbij is extra aandacht voor kwetsbare groepen jongeren noodzakelijk. Er wordt dit jaar een regionaal actieplan voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid opgesteld. Vanuit het kabinet is er voor alle arbeidsmarktregio’s geld beschikbaar (25 miljoen) gesteld voor de uitvoering van deze plannen. De hoofdlijnen voor het actieplan zijn: - aandacht voor knelpunten rond stageplaatsen en leerbanen - aandacht voor jongeren die tussen wal en schip vallen - versterking van de huidige infrastructuur rond voorkomen en bestrijden van jeugdwerkloosheid. Dit plan wordt opgesteld in samenwerking met regiogemeenten, ATC, Sovee, Onderwijsinstellingen regio Amersfoort, S-BB,UWV, Leerwerkloket/Werkgeversservicepunt. Naast de uitvoering van het actieplan jeugdwerkloosheid, wordt ook ingezet op een Stimuleringsplan voor arbeidsplaatsen, leerwerk- en coachingstrajecten (ook voor jonggehandicapten). Concreet Actieplan Jeugdwerkloosheid Trekker: Gemeente Amersfoort namens de regio, in samenwerking met onderwijsinstellingen en werkgevers Start planvorming: april tot juni 2013 Gereed: september 2013 Stimuleringsplan voor arbeidsplaatsen, leerwerk- en coachingstrajecten Trekker: gemeente Amersfoort samen met werkgevers en onderwijsinstellingen Start: april/mei 2013 Gereed: juli 2013
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4407111 pagina 10
Bijlage 2: Resultaten projecten Economische Agenda 2012 De Economische Agenda is opgebouwd uit een reeks projecten. Projecten van gemeente en partners uit de stad en regio die bijdragen aan de economische versterking van de Regio Amersfoort. In 2011 hebben we uw raad (regnr 3845922) geïnformeerd over de vijf thema’s van de Economische Agenda. Met de projecten die binnen de vijf thema’s van de Agenda vallen, willen wij goede randvoorwaarden creëren voor een sterke economische Regio Amersfoort. De vijf thema’s van de Economische Agenda zijn: - Dienstverlening en accountmanagement - Ruimte en bereikbaarheid - Ondernemerschap, kennis en innovatie - Arbeidsmarkt en onderwijs - Citymarketing en vrijetijdseconomie Het is uiteindelijk het bedrijfsleven die voor een robuuste economische ontwikkeling zorgt, maar de gemeente en partners uit stad en regio dragen door middel van de projecten bij aan het versterken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor een gezonde economie. Samenvatting van de resultaten 2012 De trend over de jaren 2008 tot en met 2012 laat een stijging van het aantal banen zien met 3 %. (van 82.390 banen naar 84.860; dat zijn 2.470 extra banen, bron LISA). Dit is in vergelijking met de rest van de Provincie Utrecht (0,4% stijging van werkgelegenheid) en de rest van Nederland (daling van 0.3%) relatief goed. Zoomen we in op het jaar 2012, dan laat het Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR) zien dat er in Amersfoort bijna 500 banen minder zijn dan in 2011. Dit is vooral een gevolg van de economische crisis. We zien een lichte toename van banen in de sectoren handel, onderwijs en zorg. De afname is te zien in de sectoren logistiek en advisering (bron PAR 2012). Volgens het PAR beschikt Amersfoort in 2012 71.664 banen. Dit zijn de banen vanaf 12 uur per week. NB. In de LISA-bestanden worden banen kleiner dan 12 uur per week ook meegeteld. Dit verklaart het verschil in aantal banen tussen LISA en PAR. Uit de Monitor Economische Ontwikkeling (eerste halfjaar 2012) van de Kamer van Koophandel blijkt dat ondernemers negatiever over het economisch klimaat oordelen dan een jaar geleden. Ook hier lijkt de oorzaak te liggen in de aanhoudende economische crisis. Het werkloosheidspercentage (het zogeheten NWW percentage (niet- werkende werkzoekenden) van de Regio Amersfoort is in 2012 lager dan het landelijk gemiddelde. Voor de regio Utrecht Oost (de arbeidsmarktregio waartoe Regio Amersfoort behoort) bedraagt dit eind januari 2013 5,8%, terwijl het landelijke percentage 7,7% bedraagt. Echter, de afgelopen maanden is er wel een flinke stijging geweest van het aantal werkzoekenden, vooral onder mensen met een MBO opleidingsniveau. Dit baart zorgen. (bron UWV regionale arbeidsmarktinformatie januari 2013). Citymarketing en vrijetijdseconomie: gunstige banenontwikkeling Het algemene beeld over 2012 is qua banenontwikkeling niet gunstig. Maar op onderdelen zien we wel een stijging van het aantal banen. Mede dankzij de succesvolle campagne van de Stichting Citymarketing Regio Amersfoort om het zakelijk toerisme te versterken (Locatie Amersfoort, where minds meet), is het aantal banen in deze sector gestegen met 280 voltijdbanen. Ook zijn ten opzichte van 2009 de inkomsten uit zakelijke evenementen (vergaderingen en congressen) ruim 10% gestegen in de regio. In vergelijking met de rest van Provincie Utrecht en Nederland scoort de regio Amersfoort hier beter op.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4407111 pagina 11
Arbeidsmarkt Gericht op de onderkant van de arbeidsmarkt is in 2012 het instrument inzetbaarheidcontract ontwikkeld door het Werkgeversservicepunt. Met dit contract neemt een werkgever verantwoordelijkheid voor het in dienst nemen van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. In 2012 is met Post.nl het eerste contract afgesloten, voor 35 arbeidsplaatsen. Ondernemerschap, kennis en Innovatie Het project AmersfoortBreed heeft nieuwe innovatieve diensten ontwikkeld op het gebied van onderwijs, cultuur, zorg, media en sport. Concrete voorbeelden zijn de ontwikkeling van de eerste lokale mediahub van Nederland en Erfgoed op de kaart van het Archief Eemland. Het archief Eemland is een van de meest innovatieve archiefdiensten van Nederland. Meer voorbeelden zijn te vinden op www.amersfoortbreed.nl. Met dit project behoort Amersfoort tot de landelijke koplopers van de ontwikkeling van nieuwe innovatieve diensten. Het clusteronderzoek Regio Amersfoort is in 2012 afgerond. In dit onderzoek is een analyse gemaakt van kansrijke innovatieve economische clusters in de regio Amersfoort. Uitkomst van het onderzoek laat zien dat de regio een viertal sterke economische sectoren heeft (ICT, zakelijke adviesdiensten, zorg en bouw). Juist in de cross overs tussen deze sectoren liggen de kansen voor innovatieve groei. In 2012 is het succesvolle project ZZP BV afgerond. In een afsluitend congres is de kennis die is opgedaan gedeeld met de regiogemeenten. Het merendeel van de door ZZP BV in gang gezette activiteiten is overgenomen door de Vereniging Amersfoortse Zelfstandigen (VAZ). De VAZ richt zich op de belangenbehartiging, kennisontwikkeling, netwerkvorming en versterking van ZZP’ers in de Regio Amersfoort. Vanaf 2014 opent SOMT University haar deuren in Amersfoort. Naast de post HBO opleidingen in fysiotherapie, wordt er vanaf 2014 ook een universitaire opleiding aangeboden. De gemeente heeft een verzoek van SOMT voor een financiële garantstelling gehonoreerd. De komst van de universiteit betekent een versterking van het huidige onderwijsaanbod en biedt directe werkgelegenheid van onderwijzend personeel en indirecte werkgelegenheid van toeleveranciers en inhuur van derden. De volgende stap is de ontwikkeling van een gezondheidscampus rondom SOMT op bedrijventerrein De Hoef (SOMT campus Amersfoort). Met naast de universiteit een R&D center, een topsportcomplex en studentenwoningen. Dienstverlening en accountmanagement Het team accountmanagers van de gemeente is in 2012 uitgebreid. Hierdoor zijn meer bedrijven benaderd en kan de gemeente beter inspelen op acquisitiekansen. Ondernemersplaza laat in 2012 een verdubbeling zien van het aantal bezoekers. Samen met MKB Nederland en de Kamer van Koophandel monitoren we de dienstverlening aan ondernemers. In 2012 is ingezet op de verbetering van de telefonische bereikbaarheid, de digitale informatievoorziening en flexibilisering van regels. Ruimte en bereikbaarheid De problematiek op de kantorenmarkt is weerbarstig. Ondanks initiatieven op bijvoorbeeld bedrijventerrein De Hoef, zijn er nog geen gezamenlijke oplossingen gevonden. Dit vraagt blijvende aandacht van zowel aanbieders als gebruikers van vastgoedpanden. Regionale samenwerking
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4407111 pagina 12
De regionale economische samenwerking is verder versterkt in 2012. Het convenant bedrijventerreinen Regio Amersfoort 2012- 2030 is tot stand gekomen, waarin afspraken zijn opgenomen over de kwaliteit en kwantiteit van de bedrijventerreinen. Deze afspraken zijn samen met Kamer van Koophandel en Provincie Utrecht gemaakt. Daarnaast heeft Regio Amersfoort geparticipeerd in het clusteronderzoek Regio Amersfoort, samen met de gemeente Amersfoort, de Raad voor Economische Ontwikkeling, de Federatie van Bedrijvenkringen Regio Amersfoort, de Kamer van Koophandel en de Taskforce Innovatie Regio Utrecht. REO Regio Amersfoort De afgelopen periode heeft de Raad voor Economische Ontwikkeling twee adviezen uitgebracht. ‘Verleiden om te investeren’, over de structuurvisie van de gemeente Amersfoort en het advies ‘Wonen werkt’. Waardevolle adviezen die ons als college scherp houden. Het merendeel van de projecten die we in 2011 en 2012 zijn gestart zijn afgerond of krijgen een vervolg. Een aantal is stopgezet. Zo is het initiatief om cross care innovatiecafés te organiseren niet van de grond gekomen. Ook is een zelfstandig Amersfoort Inc niet realiseerbaar gebleken. Wel kijken we of we kunnen samenwerken met Utrecht Inc. Het project E-Portfolio Regio Amersfoort – een digitaal instrument gericht op het meer transparant maken van de competenties van werkzoekenden- wordt niet langer door de gemeente gefaciliteerd. Dit kan een prima instrument voor bepaalde doelgroepen zijn, maar zal door marktpartijen opgepakt moeten worden. In 2012 stonden de volgende projecten op de Economische Agenda: Project
Overheid Partner (Amersfoort of Regio) Dienstverlening en accountmanagement 1. Uitvoering verbeteracties X dienstverlening ondernemers 2. Bedrijvenlunches Regio Amersfoort X 3. Ondernemersplaza X 4. Regionaal accountmanagement en X acquisitiemanagement Ruimte en bereikbaarheid 5. Duurzame werklocaties: convenant X werklocaties Regio Amersfoort 6. Vitaliteit en de Hoef X 7. Verkenning regionale afstemming X detailhandel 8. Clusteronderzoek Regio Amersfoort X 9. Wonen werkt regio Amersfoort X Ondernemerschap, kennis & innovatie 10. Amersfoort Breed X 11. Amersfoort Inc 12. ZZP BV Regio Amersfoort X 13. Ontwikkeling Geo Vallei 14. SOMT University Amersfoort 15. Cross Care innovatiecafés Arbeidsmarktbeleid & onderwijs 16. Uitvoering Brancheservicepunt Zorg X en Welzijn 17. Werkschool Regio Amersfoort X 18. Ontwikkeling inzetbaarheidscontracten X 19. E-portfolio Regio Amersfoort X 20. Ontwikkeling regionale arbeidsmarktmonitor Citymarketing & vrijetijdseconomie 21. Collectieve vastgoedmarketing X 22. Zakelijk toerisme X
X X X X
X
status
Welk schaalniveau
loopt
Amersfoort
afgerond loopt loopt
Regio Amersfoort Regio Amersfoort Regio Amersfoort
afgerond
Regio Amersfoort
loopt loopt
Amersfoort Regio Amersfoort
afgerond
Regio Amersfoort
afgerond
Regio Amersfoort
loopt stopgezet afgerond loopt loopt stopgezet
Regio Amersfoort/ Utrecht Regio Amersfoort/ Regio Utrecht Regio Amersfoort Regio Amersfoort Amersfoort Amersfoort
afgerond
Regio Amersfoort
loopt loopt stopgezet afgerond
Regio Amersfoort Regio Amersfoort Regio Amersfoort Regio Amersfoort
loopt loopt
Regio Amersfoort Amersfoort
Bijlagen Collegevoorstel Reg.nr. : 4438482 Datum :
Gemeente Amersfoort
Collegevoorstel
Sector
:
Opsteller
:
Telefoon
:
User-id
:
SB J. de Boer (033) 469 45 85 BOEJ
Reg.nr. : Datum
:
4438482 16 juli 2013
Onderw erp
Economic Board Utrecht en doorontwikkeling en opschaling AmersfoortBreed Voorstel:
1. In te stemmen met de visie, ambitie en dynamische werkagenda van de Economic Board Utrecht (EBU) en in 2014 incidenteel 100.000 euro beschikbaar te stellen. 2. Bij de volgende Kadernota (2015) af te wegen of we meerjarige financiering voor de EBU mogelijk maken. 3. Kennis te nemen van onze verkenning rond de doorontwikkeling en opschaling van AmersfoortBreed naar de regio: Service Academy (diensteninnovatie).
AANLEIDING Eind vorig jaar is de Economic Board Utrecht (EBU) opgericht: een nieuw regionaal platform waar kennisinstellingen, bedrijven en overheden (de zogeheten triple helix instellingen) samenwerken aan versterking van de regionale economie. Amersfoort neemt hieraan deel. Enkele weken geleden heeft de EBU haar visie en ambitie en bijbehorende werkagenda voor 2013 en 2014 bekend gemaakt. Deelname aan de EBU vraagt ook een financiële bijdrage. Dit is de afgelopen weken concreet geworden. Mede dankzij het succesvolle project AmersfoortBreed behoort de regio Amersfoort tot de landelijke koplopers op het gebied van de ontwikkeling van innovatieve digitale diensten. Diensten die oplossingen bieden voor maatschappelijke vraagstukken en tegelijk nieuwe marktkansen creëren voor het bedrijfsleven. De afgelopen jaren is veel kennis en ervaring opgebouwd bij Amersfoortse instellingen en bedrijven over diensteninnovatie. En dat is niet onopgemerkt gebleven in de regio Utrecht. Opschaling van het AmersfoortBreed project naar de rest van de regio Utrecht biedt kansen. Kansen voor Amersfoort om haar koploperspositie te versterken én uit te bouwen naar de regio Utrecht. Dit sluit bovendien goed aan bij de agenda van de EBU, want diensteninnovatie is één van de drie speerpunten waar de EBU zich de komende jaren op richt. BEOOGD EFFECT Wij verwachten via deelname aan de EBU met deze agenda onze economie als onderdeel van de regio Utrecht te versterken. Met onze verkenning van de mogelijkheden rond de doorontwikkeling en opschaling van AmersfoortBreed tot Service Academy voor de regio willen we onze positie als koploper op het terrein van diensteninnovatie versterken. Dit creëert nieuwe marktkansen voor onze (MKB)bedrijven en biedt oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. TOELICHTING OP BEOOGD EFFECT 1.EBU - agenda De aanleiding tot oprichting van de EBU is de wens een steviger geluid vanuit de regio Utrecht in de Noordvleugel (Amsterdam) te laten horen en in andere regio’s (zoals bijvoorbeeld regio Eindhoven). De EBU biedt kansen voor samenwerking en kennisdeling met nieuwe partners uit de regio Utrecht en met andere regio’s in en buiten Nederland.
1
Bijlagen Collegevoorstel Reg.nr. : 4438482 Datum :
Gemeente Amersfoort
Ons college is één van de initiatiefnemers tot de oprichting van de Economic Board Utrecht. Burgemeester L. Bolsius heeft zitting in de EBU. Voor een compleet overzicht van alle EBU leden zie www.economicboardutrecht.nl Relatie met Economische Agenda Enkele weken geleden hebben we ingestemd met de actualisatie van de Economische Agenda. In deze agenda focust de gemeente, samen met partners uit het bedrijfsleven, op zes aanvalsplannen vanuit drie invalshoeken: 1. Smoel: be good and tell it: gericht op de marketing van de regio Amersfoort. 2. Rode Loper: warm welkom en prettig verblijf: gericht op acquisitie & accountmanagement, dienstverlening en ruimte voor ondernemen. 3. Economische pijlers: stimuleren en groeien: gericht op innovatie en duurzaamheid en het verbinden van economisch sterke clusters. En gericht op een duurzame arbeidsmarktregio. De ambities en doelen van de EBU passen goed binnen onze eigen Economische Agenda, met name bij 3. Economische pijlers: stimuleren en groeien. Daarnaast sluiten ze uitstekend aan bij het profiel van de Amersfoortse regio. Samenvatting agenda EBU U treft de visie en ambitie en bijbehorende werkagenda voor 2013 en 2014 van de EBU (document Stepping Stones) in de bijlage aan. De economie staat aan de vooravond van een structurele verandering. Meer dan ooit wordt een beroep gedaan op de economie om oude en nieuwe sectoren met elkaar te verbinden, om oplossingen te bieden voor maatschappelijke vraagstukken. Vraagstukken waar ook de grootste marktkansen liggen. Het afgelopen jaar is met 300 regionale werkgevers gesproken over deze marktkansen. Uit die consultatie is de agenda van de EBU ontstaan. Werkgevers gaven een beeld van de transities waartoe zij zich uitgedaagd zien: 1.Zuiniger met energie en grondstoffen omgaan; 2.Betaalbare basisvoorzieningen leveren; 3.Optimaal benutten van technologische mogelijkheden op een maatschappelijk aanvaardbare manier. Onder het motto ‘Samenwerken aan de meest leefbare economie van Europa’ focust de EBU zich de komende jaren op drie speerpunten:
Deze drie speerpunten kennen een aantal actielijnen: Actielijnen groene economie: - Energiepositief wonen en werken - Duurzame herontwikkeling stedelijk gebied - Circulaire economie Actielijnen diensteninnovatie - Versnellen ‘next generation’(ICT) infra en info structuren - Ontwikkeling en opschaling (innovatieve) diensten - Versterking kennis en vaardigheden
2
Bijlagen Collegevoorstel Reg.nr. : 4438482 Datum :
Gemeente Amersfoort
Actielijnen gezond leven - Zelfmanagement en langdurig thuis wonen - Preventie en bestrijding van infectieziekten - Voeding en gezondheid - Versterken valorisatieketen Life Sciences De ambitie van de EBU past goed bij het profiel van de stad en regio Amersfoort. De werkagenda van de EBU is een dynamische agenda, hier kunnen altijd kansrijke initiatieven aan toegevoegd worden. De huidige werkagenda biedt veel kansen voor Amersfoort, vooral op de thema’s diensteninnovatie en groene economie. Dit vertaalt zich in de betrokkenheid van Amersfoort bij de volgende initiatieven. Groene economie: Smart grids (slimme elektriciteitsnetwerken): rendement voor iedereen: In de wijk Nieuwland doen 100 huishoudens mee aan een pilot over slim energieverbruik. Door inwoners uit Nieuwland worden methodes getest. Ambitie EBU is deze nieuwe methode breed te gaan toepassen in de regio. Energiebesparing bestaande bouw: Amersfoortse bestaande projecten zijn 033 energie en de Blok voor Blok aanpak (energiezuinig maken van bestaande woningen). Ambitie is om succesvolle aanpakken in de regio op te schalen. Diensteninnovatie: Service Academy/doorontwikkeling en opschaling Amersfoort Breed. Zie tweede deel van het collegevoorstel. Gezond leven: Op dit moment zien we in de actielijnen van de EBU nog geen concrete Amersfoortse initiatieven staan. Maar dat betekent niet dat er geen relevante Amersfoortse ontwikkelingen zijn. Er is in onze stad veel aandacht voor preventie, beweging en gezond leven. Een concreet voorbeeld is ons BSlimproject, gericht op gezond gewicht bij jongeren. In dit project werken we samen met FrieslandCampina. Amersfoort heeft voor dit project als eerste in Nederland een wetenschappelijke erkenning gekregen van het RIVM. Ook gezien andere ontwikkelingen in het sociale domein, is het thema gezond leven relevant in de toekomst. Middelen Op dit moment levert Amersfoort bestuurlijke en ambtelijke capaciteit. Ook zijn wij financieel betrokken bij de bovengenoemde initiatieven. Andere stakeholders van de EBU die capaciteit leveren en betrokken zijn bij EBU: gemeente Utrecht, TNO, Provincie Utrecht, TFI, Utrecht Life Sciences, Izovator, UMC Utrecht, HKU en Hogeschool Utrecht. U10 (voorheen het Bestuur Regio Utrecht) is voornemens 395.000 euro ter beschikking te stellen voor de EBU. De Provincie Utrecht is voornemens de komende jaren structureel ruim 2 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de EBU. De vraag om een meerjarige bijdrage aan de EBU ligt nu voor. Op dit moment hebben we incidentele middelen beschikbaar waarmee we een toezegging voor 2014 kunnen doen. Ondertussen kan de EBU agenda concreter worden en kan de deelname van bedrijven zichtbaarder vorm krijgen. In 2014 wegen we af of we meerjarige financiering aan de EBU kunnen geven. 2. Doorontwikkeling en opschaling AmersfoortBreed naar de regio: Service Academy AmersfoortBreed is onderdeel van de Economische Agenda en we zien kansen om dit project in regionaal verband verder uit te bouwen. Het is een voorbeeldproject voor diensteninnovatie. Concrete nieuwe diensten zijn de afgelopen periode ontwikkeld binnen dit project. Daarbij is veel kennis en expertise opgebouwd. Het succes van het project zit hem in de aanpak en de resultaten. - Maatschappelijke innovatie: concrete en innovatieve digitale diensten die een oplossing bieden voor maatschappelijke vraagstukken en problemen. - Economische ontwikkeling: betrokken MKB-ers (met name ICT en creatieve bedrijven) krijgen nieuwe marktkansen en -perspectieven. Zij kunnen zich ontwikkelen en groeien door de nieuwe klantrelaties, de opschaling van diensten en door het opbouwen van unieke praktijkkennis. - Werkwijze blijkt succesvol: publiek-private samenwerking waarbij co-creatie centraal staat met als resultaat een robuust proof-of-concept. Dit is een werkende dienst die klaar is voor de markt en voor opschaling.
3
Bijlagen Collegevoorstel Reg.nr. : 4438482 Datum :
-
Gemeente Amersfoort
Eén concreet voorbeeld van een nieuwe dienst: Samzo Wat is Samzo Een innovatieve communicatiedienst voor SAMen ZOrgen (Samzo). Het maakt de communicatie en samenwerking tussen mantelzorgers, zorgprofessionals en verzorgenden beter en efficiënter. Welk vraagstuk Zorginstelling Beweging 3.0 uit Amersfoort wil a) de kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg overeind houden b) de omslag maken van ‘zorg verlenen’ naar ‘zorg ondersteunen’ en c) mantelzorgers beter faciliteren met inzet ICT waardoor zij efficiënter en prettiger kunnen werken. Hoe aangepakt Het adviesbureau Ideate uit Amersfoort heeft volgens methodiek van Service Design de dienst ontwikkelt in nauwe samenwerking met medewerkers en cliënten. Het ICT-bedrijf ENRISE uit Amersfoort heeft de applicatie ontwikkeld. Nieuw perspectief Deze dienst is klaar om opgeschaald te worden in Nederland. Doelstelling is dit jaar vijf zorginstellingen die de dienst overnemen en ook investeren in de doorontwikkeling. Hierdoor profiteren deze instellingen direct van de dienst maar ontstaan ook nieuwe businesskansen voor de betrokken MKB-ers.
Door concrete nieuwe diensten te ontwikkelen is de regio Amersfoort erin geslaagd een koploperspositie op te bouwen op het gebied van diensteninnovatie. Er is interesse vanuit zowel de private hoek als publieke instellingen voor een vervolg en opschaling van AmersfoortBreed tot Service Academy: diverse gemeenten uit de regio Utrecht ( oa. Hilversum, Utrecht, Veenendaal en Woerden), MKB bedrijven uit de regio, maatschappelijke instellingen die als launching customer willen fungeren, TNO en de EBU. Bovendien zijn er diverse Europese subsidieprogramma’s die mogelijk financiering bieden voor de invulling van de Service Academy. Wat houdt de Service Academy precies in? De Service Academy is een samenhangend programma om diensteninnovatie te ondersteunen, te versnellen en voor iedereen efficiënter te maken. Uit het voorbeeld van Samzo blijkt dat deze ontwikkeling ontstaat door publiek-private samenwerking. De Service Academy bestaat uit de volgende onderdelen: - Kennis, opleiding en technologie. - Netwerkvorming tussen bedrijven, onderwijs, instellingen en bewonersnetwerken - Pilots en projecten. - Werkplaats voor instellingen en bedrijven die willen investeren in nieuwe diensten, zogenaamde launching customers. - Het opschalen en uitwisselen van succesvolle diensten om het wiel niet opnieuw uit te vinden. Kansrijke Europese programma’s: o.a. Future Internet Public Private Programma Het Europese programma Future Internet Public Private Programme biedt op dit moment concrete kansen voor een deel van de financiering van de Service Academy. Dit programma biedt MKB bedrijven budget (tussen de 5 tot 8 miljoen euro) voor het ontwikkelen van nieuwe diensten binnen een technologieplatform. Voor zover nu bekend is, wordt dit programma voor 100% gefinancierd. Maar er bestaat de kans dat er een co-financiering van 25% wordt gevraagd. In samenwerking met onder andere de gemeente Utrecht wordt bekeken of Amersfoort voor het einde van het jaar een aanvraag kan indienen. Naast dit programma wordt de komende maanden verkend of het bedrijfsleven, regionale overheden en maatschappelijke instellingen een bijdrage kunnen leveren aan de Service Academy. ARGUMENTEN 1.1 EBU agenda past bij Amersfoort De focus op groene economie, gezond leven en diensteninnovatie past uitstekend bij de ambities van de Amersfoortse regio en kunnen deze versterken in de toekomst.
4
Bijlagen Collegevoorstel Reg.nr. : 4438482 Datum :
Gemeente Amersfoort
2.1 De doorontwikkeling en opschaling van AmersfoortBreed tot de Service Academy biedt kansen. KANTTEKENINGEN 1.1 EBU samenwerking vergt commitment en financiële middelen van bedrijven en kennisinstellingen Voor het realiseren van de doelen van de EBU agenda is commitment en investeringsbudget van het bedrijfsleven en de kennisinstellingen nodig. Dit moet de komende periode concreter worden. FINANCIËN Voor de EBU leveren we al uren, aanvullend ligt nu de vraag voor om een meerjarige bijdrage. Voor 2014 stellen we een incidentele bijdrage beschikbaar van 100.000 euro, te dekken uit het budget van de Economische Agenda. De portefeuillehouder maakt hier nadere afspraken over. In 2014, bij de bespreking van de Kadernota (2015), wegen we af of we meerjarige financiering aan de EBU mogelijk maken. De verkenning rond de doorontwikkeling en opschaling van AmersfoortBreed tot Service Academy dekken we vanuit het resterende budget van Amersfoort Innovatief Sterk (EFRO-project). DUURZAAMHEID Via de speerpunten groene economie, gezond leven en diensteninnovatie en de bijbehorende projecten leveren we een belangrijke bijdrage aan een duurzame economische ontwikkeling van onze stad en regio. VERVOLG We zullen onze samenwerking in EBU-verband de komende tijd uitbouwen. Onze verkenning rond de doorontwikkeling en opschaling van AmersfoortBreed ronden we in 2013 af. Als dit kansrijk blijkt, geven we hier een vervolg aan. COMMUNICATIE Binnen EBU-verband en AmersfoortBreed werken we met een groot en divers aantal partijen samen. De communicatie over de EBU met de diverse stakeholders wordt verzorgd door de EBU. De communicatie over het project AmersfoortBreed doen we zelf. Bijlage : Visiedocument Stepping Stones, visie en ambitie Economic Board Utrecht 2013 -2018, w erkagenda Economic Board 2013-2014
--
5
Vitale bedrijvenclusters in de regio Amersfoort – Samenvatting clusteronderzoek 16-10-2012 Vooraf Van september 2011 tot juli 2012 is onderzoek gedaan naar de economische kansen van Regio Amersfoort (gemeenten Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg). Het onderzoek ‘Vitale bedrijvenclusters in de regio Amersfoort’ staat bekend als het clusteronderzoek. Het is uitgevoerd door Universiteit Utrecht en Erasmus Universiteit Rotterdam, in opdracht van Regio Amersfoort, Kamer van Koophandel Gooi, Eem- en Flevoland, Taskforce Innovatie regio Utrecht en Raad voor Economische Ontwikkeling regio Amersfoort. Het onderzoeksteam van beide universiteiten heeft samengewerkt met een begeleidingscommissie met vertegenwoordigers van de opdrachtgevers en regionale bedrijvenkringen. Wat was de aanleiding voor het clusteronderzoek? Er was behoefte bij de opdrachtgevers en bij het bedrijfsleven om scherper in beeld te krijgen wat de kracht van de regionale economie is, welke kansen er liggen voor stimulering van de economie en hoe de regio zich sterker kan profileren. Het clusteronderzoek is daarmee een belangrijke verdieping op het rapport van de commissie Van Ek (2009). Commissie Van Ek De commissie Van Ek deed drie treffende aanbevelingen om de economie nog sterker en vitaler te maken. In de eerste plaats werd aanbevolen om de regionale samenhang te vergroten. Samen sta je sterker en vul je elkaar aan. Het gaat dan niet alleen om gemeentelijke samenwerking, maar ook en vooral om samenwerking van het bedrijfsleven en kennis- en onderwijsinstellingen. De tweede aanbeveling was dat de regio haar balans tussen wonen en werken moet behouden. Een aantrekkelijk woon- en werkklimaat gaan hand in hand. Ten derde werd aanbevolen om in te zetten op duurzame economische groei door specialisatie en diversificatie van de kenniseconomie. Specialisatie en diversificatie Specialisatie is de theorie die zegt dat een regio in één of enkele sectoren sterk moet zijn en daarin de beste moet worden. Inmiddels weten we dat teveel specialisatie een economie kwetsbaar maakt. De andere theorie is diversificatie en die zegt dat er zoveel mogelijk verschillende bedrijven moeten zijn. Inmiddels is ook bekend dat diversificatie alleen zinvol is als het gaat om bedrijven die iets met elkaar hebben, anders is een regio als los zand. Men moet elkaar kunnen versterken. Het clusteronderzoek gaat dan ook uit van een nieuwe, recentere theorie die zegt dat een sterke, vitale economie specialisatie en diversificatie combineert tot wat wordt genoemd ‘gerelateerde variatie’. Wat wordt bedoeld met gerelateerde variatie? Een regio is sterk en vitaal als er voldoende economische activiteiten zijn die elkaar kunnen versterken. De variatie aan activiteiten is dan gerelateerd: ze hebben iets met elkaar. Als je weet welke typen bedrijven iets met elkaar hebben, dan weet je de kracht van je regionale economie en kun je met beleid en samenwerking je regionale economie versterken. Sterke clusters en gerelateerde variatie in Regio Amersfoort De economie van Regio Amersfoort blijkt heel divers met de nadruk op kennis- en diensteneconomie. Er zijn zes clusters benoemd die relatief groot zijn in de regio. De grootste is Kennis- en adviesdiensten, gevolgd door Bouw en ontwerp, Zorg, ICT, Voedsel en Logistiek. Vervolgens is gekeken welke van deze clusters nu regionaal kansrijk zijn door te onderzoeken welke clusters elkaar en andere bedrijven kunnen versterken. Dan blijken de kansen voor Regio Amersfoort vooral te liggen bij Kennis- en adviesdiensten (vooral management en organisatie adviesbureaus), Bouw en ontwerp (vooral ingenieursbureaus, installatiebedrijven en architecten), ICT (vooral software en
diensten) en Zorg (vooral leveranciers van zorgdiensten). De clusters Voedsel en Logistiek zijn wel belangrijk omdat er best veel van dit soort bedrijven zijn, diverse bedrijven zijn landelijk toonaangevend en ze bieden belangrijke werkgelegenheid voor lageropgeleiden. Bovendien heeft Regio Amersfoort goede banden met regio FoodValley. Er wordt dan ook aanbevolen om deze samenwerking verder uit te bouwen. Maar binnen Regio Amersfoort blijken Voedsel en Logistiek nogal op zichzelf te staan: ze hebben weinig met andere clusters en zijn vooral lokaal van betekenis. Hoe is onderzocht of bedrijven ‘iets met elkaar hebben’? Door middel van interviews met ruim vijftig bedrijven is gekeken of bedrijven zakelijke relaties en kennisrelaties met elkaar hebben. Bij zakelijke relaties gaat het om het afnemen van producten of diensten van elkaar. Bij kennisrelaties wisselen bedrijven kennis uit of werken samen aan het verbeteren van hun producten of diensten. Beide relaties zijn van belang voor een regionale economie, waarbij met name kennisrelaties voor vernieuwing en innovatie zorgen. Om niet alleen te weten hoe bedrijven nu feitelijk met elkaar samenwerken, maar ook om te kijken waar de meeste kansen liggen voor nieuwe vormen van samenwerking, is er onderzoek gedaan naar arbeidsmobiliteit. Arbeidsmobiliteit en skill relatedness Bij het onderzoek naar arbeidsmobiliteit is gekeken hoe vaak werknemers van het ene cluster een nieuwe baan krijgen in een ander cluster. Als dit vaak gebeurt, zullen die werknemers beschikken over kennis en vaardigheden die in beide clusters bruikbaar zijn. Als werknemers vergelijkbare kennis en vaardigheden hebben, dan zijn die bedrijven ‘skill related’ (letterlijk vertaald ‘gerelateerde vaardigheden’). ‘Skill related’ bedrijven zouden hun kennis en vaardigheden onderling kunnen uitwisselen om van elkaar te leren of samen met elkaar te innoveren. In dat geval hebben die clusters iets met elkaar en kunnen ze elkaar versterken. ‘Skill relatedness’ is van belang voor de arbeidsmarkt en voor innovatie. Het belang voor de arbeidsmarkt Als een regio veel ‘skill related’ bedrijven heeft, dan is zo’n regio zeer aantrekkelijk voor inwoners en bedrijven om zich daar te vestigen. Immers, werknemers weten zich verzekerd van veel bedrijven waar ze met hun specifieke kennis en vaardigheden zouden kunnen werken; en bedrijven weten zich in hun omgeving verzekerd van veel geschikt personeel. Dit aspect wordt alleen maar belangrijker voor het succes van een regio, omdat de arbeidsmarkt verandert: het vinden van geschikt personeel zal steeds moeilijker worden. Een regio met een hoge ‘skill relatedness’ heeft goede uitgangspunten voor de arbeidsmarkt. Het belang voor innovatie ‘Skill related’ bedrijven kunnen veel aan elkaar hebben doordat hun werknemers vergelijkbare kennis en vaardigheden hebben. Als die bedrijven ook daadwerkelijk met elkaar gaan samenwerken, kan er een enorme impuls aan vernieuwing en innovatie ontstaan. Wat is de belangrijkste aanbeveling van het clusteronderzoek? Voor het stimuleren van de economische vitaliteit moet Regio Amersfoort uitgaan van de huidige sterke punten en die verder uitbreiden. Bedrijven uit de clusters Kennis- en adviesdiensten, Bouw en ontwerp, ICT en Zorg vormen samen ongeveer 45% van de economie van Regio Amersfoort en blijken in hoge mate ‘skill related’. De belangrijkste aanbeveling van het clusteronderzoek is dat overheden, bedrijfsleven en kennis- en onderwijsinstellingen de krachten bundelen om deze clusters te versterken, en vooral de samenwerking tussen die clusters. Hoe meer bedrijven uit deze clusters gaan samenwerken met andere bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen, hoe sterker en vitaler de economie van Regio Amersfoort wordt. De vier clusters en hun kansen voor de regio zijn weergegeven in de Amersfoortse Ruit:
Versterken door verbinden De vier clusters vormen de kern van de Amersfoortse Ruit. De onderzoekers bevelen aan vooral in te zetten op het verbinden van bedrijven uit deze clusters met andere bedrijven. Op de verbindingslijnen tussen de clusters staan thema’s waarover samenwerking tussen bedrijven zou kunnen gaan. Voor een deel zijn dit thema’s waar partijen in Regio Amersfoort al op samenwerken, bijvoorbeeld ICT bedrijven die samenwerken met zorginstellingen voor ‘Telecare’ of met bouwbedrijven voor ‘Geo-ICT’. Olievlek: ook relaties met andere typen bedrijven Uiteindelijk moet de inzet leiden tot een olievlek die de hele economie stimuleert. Het vertrekpunt is thema’s die passen bij de vier kern clusters, maar deze thema’s kunnen ook interessant zijn voor andere typen bedrijven. Zo staan aan de randen van de Ruit kleinere subclusters die ook ‘skill related’ zijn met de vier grotere clusters. Bijvoorbeeld zorgverzekeraars delen kennis met zorginstellingen en adviesbureaus die zijn gespecialiseerd in de zorg. Deze bedrijven zouden kunnen samenwerken om nieuwe diensten of werkprocessen te bedenken die leiden tot nieuwe verdienmodellen, zodat de zorg betaalbaar blijft. De kleinere subclusters maken duidelijk dat vanuit allerlei hoeken samenwerking mogelijk is. En de hier gepresenteerde subclusters zijn kansrijke voorbeelden, maar laten zeker niet alle kansen zien. Wie is aan zet? Bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen weten heel goed waar hun kansen liggen. Dit blijkt ook uit de interviews met bedrijven. In het rapport staan diverse kansrijke initiatieven die er al zijn of nieuwe ideeën die leven. Er wordt al veel samengewerkt, binnen en ook veel buiten de regio. In het bijzonder wordt het belang aangegeven van zogenaamde ‘leader firms’: grote bedrijven die in staat
zijn om samenwerking te bevorderen. Overheden komen vaak in beeld als bedrijven of kennis- en onderwijsinstellingen wel ideeën of ambities hebben, maar de benodigde samenwerking komt niet vanzelf of moeizaam tot stand. Overheden kunnen dan soms een duwtje in de rug geven zodat partijen met elkaar verder kunnen. Dat vergt een goed samenspel tussen bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen en overheden. Concrete aanbevelingen om kansen te verzilveren Elk cluster kent zijn eigen kansen waardoor de aanbevelingen per cluster verschillen. Genoemde voorbeelden van concrete activiteiten zijn het nog meer en gerichter bij elkaar brengen van partijen; het aantrekken van nieuwe relevante opleidingen; het bieden van scholingsfaciliteiten; het creëren van stageplaatsen; het creëren van ruimtes voor starters inclusief specifieke faciliteiten om starters te begeleiden; het uitvoeren van activiteiten die innovatie bevorderen zoals begeleiding, innovatie vouchers of prijsvragen. Tot slot gaat het ook om basale zaken als goede gemeentelijke dienstverlening, bereikbaarheid en een aantrekkelijk woon- en werkklimaat. Bovenregionale samenwerking De economie van Regio Amersfoort houdt niet op bij de regio grenzen. Veel bedrijven uit de regio hebben al kennisrelaties met bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen door heel Nederland. Het rapport doet dan ook aanbevelingen om samenwerking met andere regio’s te bevorderen om zo nog meer kennis van buiten naar binnen te halen. Voor alle clusters is Utrecht van belang. De vorming van de Economic Board Regio Utrecht sluit daar goed op aan. Daarnaast zou voor de clusters Kennis en adviesdiensten en Zorg samenwerking met Amsterdam nieuwe impulsen kunnen geven. Bij ICT is ook Hilversum relevant. Samenwerking met FoodValley is van belang gezien de nabijheid en aanwezigheid van veel bedrijven in het cluster voedsel. Kansen voor betere profilering De centrale ligging van Regio Amersfoort is en blijft een van de meest sterke punten, maar daarop zal de regio zich niet voldoende scherp kunnen profileren. Ook de diversiteit en ‘skill relatedness’ van de bedrijvigheid is een sterk punt van de regio, maar een duidelijke focus ontbreekt. Het aantrekkelijke woon- en leefklimaat is een ander sterk punt van de regio, evenals de goede ICT infrastructuur, hoogopgeleide beroepsbevolking en positieve arbeidsmoraal. De onderzoekers geven aan dat het goede ‘people climate’ van Regio Amersfoort wellicht haar beste verkooppunt is om nieuwe inwoners aan te trekken en acquisitie te plegen richting nieuwe bedrijven. Het rapport biedt echter geen pasklaar profiel waarmee Regio Amersfoort zich naar buiten toe beter kan tonen. Profilering vraagt nadere verkenning. Wat is in het kort de conclusie van het clusteronderzoek? De kracht van Regio Amersfoort ligt in een sterke combinatie van factoren. Als bedrijfsleven, kennisen onderwijsinstellingen en overheden nog vaker en gerichter gaan samenwerken, liggen er grote kansen om vanuit bestaande kracht de economische vitaliteit van Regio Amersfoort verder te versterken.
3
Vestigingsplaatsfactoren
3.1
Inleiding
Per focusgebied zijn bij bedrijven mondelinge interviews afgenomen. Gevraagd is waarom het bedrijf in de regio Amersfoort is gevestigd en hoe men het productiemilieu waardeert. De bedoeling is om achter de belangrijkste vestigingsplaatsfactoren te komen. Daarnaast is gevraagd of het bedrijf kennis uitwisselt met andere bedrijven en instellingen. De antwoorden op de laatst genoemde vragen zijn verwerkt in hoofdstuk 5. In totaal zijn 51 ondernemers ondervraagd, waarbij per focusgebied minstens acht ondernemers zijn geïnterviewd (met uitzondering van het zorgcluster, waarvan zes ondernemers zijn geïnterviewd). Er is geen a-selecte steekproef getrokken. De geïnterviewde ondernemers zijn in samenspraak met de begeleidingscommissie geselecteerd. In totaal zijn er 108 bedrijven voor een interview benaderd, waarvan dus 51 bedrijven aan het onderzoek hebben meegedaan (zie bijlage 5 voor een overzicht). Het belang van vestigingsplaatsfactoren is onderzocht op twee schalen: nationaal en regionaal. Nationale factoren hebben betrekking op de positie van de regio in Nederland, regionale factoren slaan op het productiemilieu in de regio Amersfoort zelf. De factoren kunnen worden gecategoriseerd naar ‘harde’ en ‘zachte’ factoren. Typische harde locatiefactoren zijn bereikbaarheid en grondprijzen. Bij zachte locatiefactoren spelen esthetiek en gevoel een rol.
3.2
Vestigingsplaatsfactoren per cluster
3.2.1
Bouw cluster: civiele techniek, ontwerp, installatie
De concentratie van bedrijven in dit cluster langs de A1 en de A28 komt terug in de vestigingsplaatsfactoren. Centrale ligging in Nederland, nabijheid tot de twee snelwegen en bereikbaarheid per auto worden het vaakst genoemd. Bereikbaarheid is een door veel bedrijven genoemde randvoorwaarde van het regionale bedrijfsmilieu. Het gaat de bedrijven niet alleen om het wegwerken van de files, maar ook om betere openbaar vervoersverbindingen en de ontsluiting per openbaar vervoer van industrieterreinen. Dit is van belang voor de bereikbaarheid van het bedrijf voor de werknemers. Tabel 3.1:
Nationaal Regionaal
Belangrijke vestigingsplaatsfactoren in het bouw cluster Harde factoren Centrale ligging Bereikbaarheid Huurprijzen in vergelijking met Utrecht
Zachte factoren
Prettige leefomgeving ‘Know how’ in bouw Ondernemingsklimaat 29
Ook de prettige leefomgeving is een veelgenoemde vestigingsplaatsfactor. De combinatie van dichtbij de Randstad en het buitengebied onder handbereik, is volgens de bedrijven in dit cluster een sterk punt van de regio. “Je bent hier eigenlijk in ‘no time’ van natuur, tot aan zeilen/zwemmen, tot aan werken.” Veel medewerkers van de bouwgerelateerde bedrijven zijn woonachtig in de regio, vooral als ze een gezin hebben. Die prettige leefomgeving gaat echter niet op voor alle (potentiële) werknemers. Jonge werknemers geven de voorkeur om in Utrecht of Amsterdam te wonen. Zij vinden Amersfoort te klein en te rustig. “Maar het is natuurlijk toch een dorp, Amersfoort, het is niet de grote stad.” Voor één geïnterviewd bedrijf is dit de belangrijkste reden om de regio Amersfoort binnenkort te verlaten. Om zichzelf een meer stedelijk, creatiever imago aan te meten en om meer kans te maken op jong talent verhuist men met het hoofdkantoor naar een grotere stad in de Randstad, naar Amsterdam of Utrecht. Een ander bedrijf, met meerdere vestigingen in het land, gaat uit kostenoverwegingen op termijn een aantal kantoren sluiten. Ontwikkelingen als het Nieuwe Werken hebben voor dit bedrijf de behoefte weggenomen om dichtbij (potentiële) opdrachtgevers en werknemers gevestigd te zijn. Tegelijkertijd verwacht het bedrijf in de toekomst moeilijker aan goed technisch gekwalificeerd personeel te komen. Men overweegt de vestiging in de regio Amersfoort te sluiten ten gunste van een kantoor dichter bij een universiteit of andere kennisinstellingen. Het bedrijf geeft aan dat die overweging vooral met imago en de aanzuigende werking van sociale netwerken te maken heeft in plaats van fysieke vestigingsplaatsfactoren. Er zijn voldoende technologische mogelijkheden om op afstand met elkaar samen te werken. “Kijk, kennisontwikkeling doen wij ook met een universiteit in Wageningen. Maar wil je daar echt met elkaar voor roepen ‘wij gaan samen als partner hier iets in betekenen’, dan moet je ook iets voor de studenten in Wageningen kunnen teruggeven. En dan helpt het natuurlijk wel als je in de buurt zit.” Veel bouwgerelateerde bedrijven hebben grote zorgen over de aansluiting van de samenstelling van de regionale arbeidsmarkt op de behoefte van het bedrijfsleven. Zij geven aan nu al veel moeite te hebben geschikt personeel te vinden. Dan gaat het vooral om technische functies op zowel laag als hoog niveau. Men ziet dit overigens niet zozeer als een specifiek regionaal probleem, maar meer als onderdeel van een landelijke trend dat er steeds minder aanbod is van technici en dat er steeds minder jongeren kiezen voor een opleiding in de techniek. Vooral specialistische functies zijn moeilijk in te vullen. Zo is men hard op zoek naar procestechnologen, gasfitters, projectmanagers en contractmanagers. De regio Amersfoort staat weliswaar bekend als een regio met veel hoogopgeleid personeel, maar de geïnterviewde bedrijven ervaren dat niet als een voordeel omdat het veelal mensen betreffen die geen technische achtergrond hebben. Drie bedrijven noemen arbeidsmarkt als het belangrijkste speerpunt voor verbetering van het regionale productiemilieu.
30
Twee geïnterviewde bedrijven ervaren de aanwezigheid van veel bouw- en bouwgerelateerde activiteiten in de regio als een belangrijk vestigingsvoordeel. De overige acht geïnterviewde bedrijven zeggen overigens dat zij daar geen specifieke voordelen uithalen. “Er zit hier voor ons een concentratie van know-how waar we dagelijks mee werken en behoefte aan hebben.”
Het ondernemingsklimaat wordt als een belangrijke ‘asset’ van de regio Amersfoort gezien. Veel bedrijven zien Amersfoort als een regio met veel ondernemerschap en met een bruisend aanbod aan netwerkplatforms en verenigingen. “Wat je vroeger in de stad had, dan denk je aan Rotterdam en Amsterdam, heb je dat nu hier gewoon in deze regio heel sterk, die netwerken en mensen die elkaar ontmoeten.” Men waardeert ook het contact met ambtenaren van de gemeente. Bezoeken van wethouders die komen buurten eenvoudigweg om te peilen waar bedrijven tevreden en ontevreden over zijn met betrekking tot het lokale beleid en waar ze nog behoefte aan hebben. Dat wordt zeer op prijs gesteld. Men vindt dat gemeentelijke ondersteuning van het, door het bedrijfsleven zelf opgezette Platform Duurzaam Bouwen, moet worden voortgezet. Veel bedrijven zien kansen om Amersfoort als duurzame regio op de kaart te zetten, onder meer vanwege het project Amersfoort Vathorst en de bouwkolom die met al haar schakels in de regio vertegenwoordigd is. “In Vathorst is nu de zaak tot stilstand gekomen, daar heb je dus echt kansen om naar een ander soort van inrichting van wijken te gaan, ander soort bouwen, ander soort focus van energiezuinigheid. Daarnaast is er veel leegstand van kantoren in Amersfoort, boven het landelijk gemiddelde. Dus daar zul je ook iets mee moeten doen: hergebruiken, innovatie etc. Dus met alle kansen die Amersfoort heeft, met een goede locatie/ligging en het neerleggen van voldoende ambities, zijn er veel mogelijkheden. In principe heb je hier geen leemtes zitten in de hele rij van bedrijven die je nodig hebt om dit soort dingen rond te trekken.” Niettemin ervaren een aantal bedrijven het Platform Duurzaam Bouwen op dit moment als een log gebeuren waarin alleen maar gepraat wordt, maar niets concreet bewerkstelligd. Zij zouden graag zien dat de gemeentes ook daadwerkelijk budget voor duurzaam beleid vrijmaken en echt werk gaan maken van wetgeving om bestemmingsplannen te versoepelen en daarmee ondernemers meer mogelijkheden te geven vastgoed te transformeren tot andere bestemmingen. Twee bedrijven zien weinig in initiatieven waarin verschillende partijen bij elkaar worden gebracht. Naar hun mening hebben bedrijven, als ze elkaar versterken, elkaar al lang gevonden. Het ene bedrijf oppert, dat wil de regio haar innovatieklimaat verbeteren, zij moet proberen (niches van) kennisinstellingen proberen aan te trekken. Het andere bedrijf suggereert dat de samenwerking met Utrecht moet worden gezocht, waarbij de regio zich als ‘Groot Utrecht’ presenteert.
31
Verder vinden vier geïnterviewde bedrijven dat de regio meer werk moet maken van haar promotie naar buiten toe. Daarin moeten kwaliteiten als het prettige woonklimaat en de aanwezigheid van hoofdkantoren van enkele landelijke spelers benadrukt worden. Los daarvan vindt men dat de regio zich een duidelijker profiel moet aanmeten. Zo wordt Helmond tegenwoordig vereenzelvigd met Automotive, Leiden met Biosciences en Eindhoven met Hightech. Amersfoort ontbeert een dergelijk herkenbaar profiel. Op de vraag wat voor profiel dat dan zou moeten zijn, weten de geïnterviewde bedrijven overigens geen antwoord te geven. “Ik denk dat Amersfoort daar misschien meer voor een thema moet gaan kiezen voor de toekomst. Want alleen met bereikbaarheid en een centrale ligging, waar ze altijd op hebben kunnen buigen, ja, dat is niet meer van deze tijd, dat is in mijn beleving niet meer voldoende.”
3.2.2
Logistiek cluster: warehousing, logistieke diensten
Ook in het logistieke cluster worden centrale ligging en bereikbaarheid, met de A1 en de A28 nabij, verreweg het vaakst genoemd als belangrijkste voordelen van vestiging in de regio Amersfoort. Vijf van de acht geïnterviewde bedrijven noemen bereikbaarheid, meer en bredere snelwegen, ook als de belangrijkste randvoorwaarde die verbeterd moet worden om de sector logistiek in de regio te versterken. Men verwacht op lange termijn een groei van de nationale en internationale goederenstromen en beschouwt in dat kader de regio Amersfoort met zijn centrale ligging als een ideale vestigingsplaats. Verbetering van de bereikbaarheid en – ook vaak genoemd – de mogelijkheden om fysiek uit te breiden zijn dan wel vereisten om die potentie optimaal te benutten. Overigens wordt vaak opgemerkt dat de overheid werk maakt van het uitbreiden van de snelwegen, maar graag zou men zien dat daarin meer tempo wordt gemaakt. Tabel 3.2:
Nationaal
Belangrijke vestigingsplaatsfactoren in het logistiek cluster Harde factoren Centrale ligging Bereikbaarheid
Zachte factoren
Regionaal
Arbeidsmoraal Prettige leefomgeving Goed georganiseerd bedrijfsleven
De arbeidsmoraal onder de regionale bevolking wordt ook veelvuldig genoemd als vestigingsvoordeel. Men roemt de regionale mentaliteit van hard werken en ‘niet zeuren, maar doen’. “Wij krijgen heel veel chauffeurs uit de Randstad over de vloer. Die lopen liever achteruit als dat ze vooruit lopen, daar zit niet zo veel peper in. De mentaliteit hier is veel en veel beter, daar durf ik mijn hand voor in het vuur te steken.”
32
“Als je mensen uit Almere en Lelystad moet gaan werven voor dezelfde activiteiten, dan zouden wij daar licht nerveus van worden.” Alle bedrijven zijn op dit moment tevreden over de omvang en samenstelling van de regionale arbeidsmarkt. Wel verwachten de meeste dat het op lange termijn steeds moeilijker wordt om personeel te werven, enerzijds door de vergrijzing en anderzijds omdat steeds minder jongeren voor een carrière in de logistiek kiezen. Ook in dat kader wordt de centrale ligging in Nederland als een voordeel gezien, omdat het ‘wervingsgebied’ in potentie groot is. Vooral Nederlandse chauffeurs die internationale trajecten willen rijden worden schaarser. Door onder meer zelf mensen op te leiden, intensiever samen te werken met arbeidsbureaus en meer vrouwen voor een carrière in de logistiek te interesseren probeert men dat probleem te tackelen. Dat er in de regio Amersfoort veel hogeropgeleiden wonen, beschouwt men niet als een specifiek voordeel. Veel functies in de logistiek vereisen geen hogere opleiding. Enkele bedrijven zien de prettige woonomgeving ook als een vestigingsvoordeel, evenals het feit dat er veel gezonde bedrijven in de regio gevestigd zijn die tevens via lokale en regionale bedrijvenkringen sterk georganiseerd zijn. Dit aspect komt in het logistiek cluster echter minder prominent naar voren dan in het bouwcluster. Dit doet vermoeden dat bedrijven in het logistiek cluster in mindere mate op samenwerking met andere bedrijven en instellingen zijn gericht. Netwerkvorming in het logistieke cluster ligt mogelijk niet voor de hand. Dit punt komt in hoofdstuk 5 aan bod.
3.2.3
KIBS: managementadvies, organisatieadvies
Ook in dit cluster worden centrale ligging en bereikbaarheid in ruime zin als belangrijkste vestigingsvoordelen van de regio Amersfoort gezien. Men werkt vaak op locatie van de klant en die klant kan overal in Nederland gevestigd zijn. De centrale ligging en goede bereikbaarheid maken dat de klant snel kan worden bereikt. Voor één bedrijf gaat het dan niet alleen om de fysieke bereikbaarheid, maar ook om de bereikbaarheid in ‘beeld’: “Dan vinden we een bereikbaarheid van Amersfoort ideaal, omdat het voor Groningen net niet te ver weg is en voor Amsterdam nog net niet teveel boers is.” Een ander bedrijf ziet in dat verband de ligging van de regio Amersfoort tussen enerzijds de Randstad en anderzijds ‘overig’ Nederland als een specifiek voordeel. “... we werken in de Randstad, maar we zijn net niet helemaal de Randstad. Dus er zit ook iets degelijks, ik zou bijna zeggen, iets gereformeerds in dit bureau. Dat zie je voor een deel niet, maar voor een deel ook wel. Vragen als zingeving en dergelijke, dat speelt hier wel en ergens heb ik ook weleens het gevoel dat dat het bureau hier houdt. Dus op de rand van de Randstad en het is wat dat betreft ook een mooie plek.”
33
Tabel 3.3:
Nationaal
Belangrijke vestigingsplaatsfactoren in het KIBS cluster Harde factoren Centrale ligging Bereikbaarheid
Zachte factoren
Regionaal
Prettige leefomgeving
Met de intrede van het Nieuwe Werken wordt het eigen kantoor steeds meer als ontmoetingsplek gezien voor contact met collega’s en opdrachtgevers. Ook in dat opzicht is de centrale ligging van de regio Amersfoort een belangrijk voordeel. “Ik ga naar kantoor niet alleen om te werken, maar ook om mensen te ontmoeten, collega’s. Om te sparren over opdrachten, waar loop je tegen aan etc.? Dan helpt het als dat kantoor zo centraal ligt dat het niet uitmaakt wat ik doe, ik kom er eigenlijk altijd wel langs, is het niet met de auto dan is het wel met de trein. Dus dan is de drempel om uit te stappen, om naar kantoor te gaan, veel kleiner. Daarmee helpt het om aan kruisbestuiving te doen.” Het belang van de centrale ligging van de regio Amersfoort is op zich duidelijk voor bedrijven in het KIBS cluster. De vraag is echter hoe duurzaam dit voordeel is vanuit het perspectief van de regio zelf. Bedrijven geven aan dat de regio Amersfoort zich op dit punt niet per definitie onderscheidt van andere regio’s in Nederland. Centrale ligging van de regio als ‘asset’ blijkt van gering belang te zijn. “In een straal van 30 tot 40 kilometer rond midden Nederland is iedere plek even goed.” Een ander veelgenoemd vestigingsvoordeel is de prettige leefomgeving. We kwamen dit aspect ook al tegen bij bedrijven in het bouw cluster. Wel anders dan in het bouwcluster is het feit dat de omvang en samenstelling van de regionale arbeidsmarkt voor veel KIBS bedrijven niet ter zake doet. Zij werven immers landelijk voor het invullen van adviesfuncties. Ondersteunend personeel wordt wel, naar volle tevredenheid, in de regio gerekruteerd. Eén bedrijf had, als het op het aantrekken van nieuwe medewerkers aankomt, liever in Amsterdam gevestigd geweest: “De mensen die wij aantrekken zijn vrijwel altijd jonger dan 30, die hebben in de regel nog geen gezin en die wonen dus in de regel nog in een grote stad. […] Diezelfde mensen vinden Utrecht al een dorp [...] En Amersfoort is weer geen Utrecht, op het niveau van voorzieningen, van cultuur, het hele uitgaansgebeuren, restaurants.” Naast de bereikbaarheid, wordt door sommige geïnterviewde bedrijven het creëren van zakelijke ontmoetingsplekken genoemd als een belangrijke randvoorwaarde om de sector in de regio te versterken. Die plekken kunnen dan als facilitator van samenwerking met bedrijven uit andere (gerelateerde) sectoren dienen. In de hoofdstukken 4 en 5 gaan we in op de vraag welke soort bedrijven dit zijn.
34
3.2.4
Voedsel cluster: verwerkende industrie en groothandel in kip, vis en brood
Ook voor voedsel gerelateerde bedrijven zijn de centrale ligging en de goede bereikbaarheid belangrijke vestigingsvoordelen, omdat de klanten binnen Nederland over het hele land zijn verspreid. Sommige bedrijven zijn wereldwijd actief en zien de centrale ligging in Nederland als een voordeel vanwege de nabijheid van luchthaven Schiphol. In dat kader beschouwt men tevens de aanwezigheid van goede hotelvoorzieningen als een pre. Tabel 3.4:
Nationaal Regionaal
Belangrijke vestigingsplaatsfactoren in het voedsel cluster Harde factoren Centrale ligging Bereikbaarheid Hotelvoorzieningen
Zachte factoren
Sectorspecifieke knowhow Sterk imago (kip) Arbeidsmoraal Coöperatieve overheid
Uit het locatiepatroon (zie hoofdstuk 2) kwam naar voren dat er vanouds belangrijke concentraties zijn in de voedselverwerkende industrie in Bunschoten-Spakenburg, Nijkerk en Barneveld. De specifieke locale ‘know how’ over de producten kip en vis, wordt door bedrijven van groot belang geacht. “Er zijn veel bedrijven als de onze in Barneveld en omgeving. Dus dat is een toegevoegde waarde, men heeft verstand van kippen.” Deze ‘know how’ ligt opgesloten in de regionale beroepsbevolking. “Voor ons is het van belang – Spakenburg is vanuit historie natuurlijk een vissersdorp – dat we vrij veel mensen hebben die affiniteit hebben met de vishandel en daarmee niet onbekend zijn.” Daarnaast heeft het voor sommige bedrijven toegevoegde waarde dat de regio geassocieerd wordt met de sector waarin men actief is. “Als je zegt Barneveld in de wereld, dan denkt iedereen wel aan de kip en het ei om het zo maar te zeggen.” Verder zijn arbeidsmoraal (regionale beroepsbevolking met mentaliteit van ‘hard werken’) en een overheid die zich coöperatief opstelt (bijvoorbeeld bij uitbreiding) door enkele bedrijven als vestigingsvoordeel genoemd. Vijf van de acht bedrijven hebben moeite om in de regio geschikt personeel te vinden. Het tekort aan technische mensen wordt vooral als een landelijk probleem gezien, maar het feit dat huidige generaties minder affiniteit hebben met kip, vis en brood vooral als een regionaal probleem. Op langere termijn verwacht men dat het steeds moeilijker wordt gekwalificeerd personeel te rekruteren. Sommige bedrijven spelen daar nu al op in door via uitzendbureaus buitenlandse werknemers in dienst te nemen. 35
De bedrijven beschikken voor het merendeel over lagergeschoold personeel. Aan het feit dat er in de regio veel hogeropgeleiden wonen, hechten zij dan ook weinig belang. Dit komt ook omdat die hogeropgeleiden niet een achtergrond hebben, die bij hun activiteiten aansluit. Zo is men dringend op zoek naar mensen met een hogere opleiding in voedselveiligheid, maar deze mensen zijn in de regio niet voorhanden. Bereikbaarheid, beschikbaarheid van vestigingsruimte om uit te breiden en arbeidsmarkt (waaronder woonoplossingen voor aangetrokken personeel uit het buitenland) worden het vaakst genoemd als randvoorwaarden die moeten worden verbeterd om voedsel gerelateerde bedrijven te versterken. De bedrijven in kip bedienen vooral buitenlandse markten en verwachten een sterke groei van hun sector. “Pluimveevlees is een gezond stukje vlees, vetarm, cholesterolarm, in de toekomst gaan mensen daar steeds meer op letten.” In dit kader pleiten zij vooral voor (internationale) promotie van de regio als voedselregio, een overheid die nog alerter inspeelt op verzoeken tot aanpassing/uitbreiding van de vestigingsruimte en een innovatiebeleid dat er op gericht is de regionale sectorspecifieke ‘know how’ in kip te beschermen en nog sterker internationaal te exporteren.
3.2.5
Zorg cluster: leveranciers zorgdiensten
De centrale ligging en de bereikbaarheid worden het vaakst als vestigingsvoordelen van de regio Amersfoort genoemd. Voor een fysiotherapeutisch opleidingsinstituut levert ze het voordeel op dat ze in staat is studenten uit heel Nederland (van Groningen tot Maastricht) aan te trekken. Een grote patiëntenorganisatie die in Amersfoort is gehuisvest, profiteert ervan omdat ze vrijwilligers door het hele land heeft. Tabel 3.5:
Nationaal
Belangrijke vestigingsplaatsfactoren in het zorg cluster Harde factoren Centrale ligging Bereikbaarheid
Zachte factoren
Regionaal
Coöperatieve overheid Regionale ambitie Amersfoort ‘goede doelen centrum’
Ook zijn, hoewel minder dan centrale ligging en bereikbaarheid, de regionale ambitie van de lokale overheden, de coöperatieve opstelling van overheden en de regio Amersfoort als ‘goede doelen centrum’ als vestigingsvoordelen genoemd. Bij het eerste gaat het er om dat de lokale overheden hun beleid op regionaal niveau afstemmen. 36
“Ik merk wel dat er een regio agenda is en dat ze verder kijken dan de eigen muren. Dat is ook voor een organisatie als de mijne heel belangrijk, omdat wij zorg leveren van Hilversum tot aan Woudenberg en alles daarbinnen, dus dat gaat verder dan Amersfoort.” De coöperatieve opstelling van de lokale overheid heeft onder meer betrekking op de aanstelling van accountmanagers die fungeren als eerste aanspreekpunt van de gemeente voor het lokale bedrijfsleven. Het is voor een bedrijf de belangrijkste reden om in de regio Amersfoort gevestigd te blijven. “Toen de discussie in onze Raad van Toezicht echt volop was of we nu wel of niet uit Amersfoort zouden weggaan, toen heeft zelfs de burgemeester zich er persoonlijk mee bemoeid. Toen hebben wij veel meer ondersteuning gekregen voor bouwactiviteiten, voorzieningen etc., terwijl dat voorheen echt een crime was. Toen we zo’n accountmanager kregen die voor ons bij de gemeente alle poorten openden, toen ging dat wonderwel snel allemaal.” Een grote patiëntenorganisatie ziet de regio Amersfoort zich ontwikkelen tot nationaal centrum van de goede doelen sector, waarin die ‘goede doelen’ inhoudelijk samenwerken, bijvoorbeeld in hun lobby richting Den Haag. “KWF en Hartstichting zitten in Den Haag en Amsterdam, die zullen hier niet naar toe komen, maar je ziet dat clubs die een beetje in de omgeving zitten, in Nieuwegein, in Bunnik, dat er wel langzamerhand een neiging zal zijn om hier naar toe te komen. Hier is immers langzamerhand het centrum ontstaan van die goede doelen sector.” De meeste locale concentraties in het zorg cluster bevinden zich op de Utrechtse Heuvelrug. Het is in dit verband opvallend dat geen van de geïnterviewde bedrijven refereert aan de ‘healing environment’ in de regio. Dit punt komt wel op een andere manier naar voren. Zo pleit een geïnterviewde organisatie er voor dat de regio Amersfoort zich gaat profileren als ‘gezonde stad/regio’, onder meer door bussen op aardgas te laten rijden en een rookvrij Stationsplein te realiseren. Ze verwacht dat wanneer Amersfoort een ‘gezond imago’ creëert, er sneller organisaties als de hare naar de regio Amersfoort zullen verhuizen. Ook enkele andere instellingen pleiten voor een ‘gezonde’ regio Amersfoort, omdat er bijvoorbeeld veel sportclubs zijn, er opleidingen zijn gehuisvest gerelateerd aan gezondheid en bewegen (namelijk een masteropleiding fysiotherapie) en er een grote zorgverzekeraar als Agis huisvest. Dan gaat het niet alleen om het bewerkstelligen van een ‘gezond’ imago, maar ook om het leggen van verbindingen tussen de verschillende aan zorg gerelateerde organisaties en bedrijven, bijvoorbeeld om een sterkere lobby richting Den Haag te realiseren. De instellingen/organisaties die hiervoor pleiten, zouden graag zien dat de lokale overheden het initiatief nemen om al deze partijen op een ‘gestructureerde’ manier bij elkaar te zetten. “Er zit hier in Amersfoort veel, Agis zit hier om de hoek, wij zitten hier, ziekenhuizen zijn hier uitgebreid. Ik zou denken van ‘ga eens met die partners om tafel zitten’.” Verder geven veel geïnterviewde instellingen/organisaties aan dat ze in de regio Amersfoort moeilijk personeel kunnen vinden. 37
“Als ik het dat wat dat betreft vergelijk met het Zuiden of het Noorden of Oosten van Nederland, dan zie je dat in het Westen, waar ik ons tot reken, de arbeidsmarkt een andere balans heeft dan in de andere delen van Nederland. Dus voor mij is het wel moeilijker om aan mensen te komen dan wanneer ik mijn organisatie in Brabant zou hebben. Dan gaat het om mensen in de zorg, dus dan hebben we het over verpleegkundigen, mensen met een MBO+ dan wel een HBO-opleiding.”
3.2.6
ICT cluster: leveranciers van ICT-diensten
Ook in het ICT-sector zijn de centrale ligging en de bereikbaarheid de belangrijkste vestigingsvoordelen van de regio Amersfoort. Klanten en samenwerkingspartners zijn namelijk door het hele land gevestigd. Eén bedrijf ziet tevens in de ligging tussen de Randstad enerzijds en ‘overig’ Nederland anderzijds een specifiek voordeel, in de zin dat haar medewerkers niet gedwongen zijn om in de Randstad te wonen. Als het bedrijf in Amsterdam had gezeten, was die mogelijkheid veel minder groot geweest. Tabel 3.6:
Nationaal Regionaal
Belangrijke vestigingsplaatsfactoren in het ICT cluster Harde factoren Centrale ligging Bereikbaarheid Lage m2 prijs kantoorruimte Snelle technische infrastructuur
Zachte factoren
Veel mensen in ICT werkzaam Prettige leefomgeving
Vier ICT gerelateerde bedrijven noemen ook de m2 prijs kantoorruimte. Die is lager dan in Utrecht, dat ook centraal in het land gelegen en goed bereikbaar is. Daarnaast worden de prettige leefomgeving, helemaal voor gezinnen, en de snelle technische infrastructuur (snelle internetverbindingen) als vestigingsvoordelen gezien. In de regio Amersfoort zijn veel ICT-bedrijven gevestigd. Geen enkel geïnterviewd bedrijf ziet daar een direct voordeel in. Dit punt speelt hooguit indirect, namelijk omdat men gebruik maakt van dezelfde ‘pool’ aan arbeidskrachten in de regio. Over de omvang en samenstelling van het arbeidsaanbod in de regio zijn de meeste bedrijven positief, ook naar de toekomst toe. “Wij zoeken met name mensen die hier in de regio c.q. in Amersfoort wonen. De regio Amersfoort is groot genoeg en heeft voldoende kennis om daar wat uit te halen.” Voor het invullen van specifiekere functies kan men vaak niet uit de regionale arbeidsmarkt putten, mede omdat het de regio aan een hoger opleidingsinstituut in ICT ontbreekt. Opnieuw blijken dan de centrale ligging en goede bereikbaarheid een voordeel en meer dan voldoende om die tekortkoming teniet te doen. “We kunnen ze [personeel] van buiten de regio Amersfoort naar Amersfoort halen, want we liggen centraal. Amersfoort is voor veel mensen acceptabel.” 38
Dit voordeel kan zich ook op langere termijn doen gelden, omdat de meeste bedrijven verwachten dat de werkgelegenheid in de ICT-sector, ondanks ‘offshoring’ van eenvoudigere ICT-functies, op de lange termijn zal groeien. Wat betreft randvoorwaarden die de regionale ICT-sector kunnen versterken, noemen veel bedrijven bereikbaarheid en klimaat voor innovatie. Bij klimaat voor innovatie gaat het volgens hen onder meer om het creëren van ruimtes voor startende bedrijven, het (blijven) organiseren van netwerkbijeenkomsten, een ‘portal’/makelaar van bedrijven, een regionale overheid die als ‘launching customer’ optreedt, het creëren van zakelijke ontmoetingsplekken en het in standhouden van accountmanagers bij lokale overheden als eerste aanspreekpunt voor het regionale bedrijfsleven. Een overheidsinstelling die actief is op het gebied van Geo-ICT ziet potentie om de regio Amersfoort zich te laten ontwikkelen tot ‘Geo-Valley’, waarin regionale bedrijven en instellingen op het gebied van GeoICT en ruimtelijke inrichting kennis en kunde met elkaar delen. Een geïnterviewd bedrijf ondersteunt dat idee, op voorwaarde dat ook Utrecht in die samenwerking wordt betrokken. Daar zit immers wel een universiteit en een HBO-opleiding. Samen met Utrecht zouden dan meer Geo-ICT overheidsinstellingen, de grootste afnemers van Geo-ICT diensten en producten, naar de regio Amersfoort gehaald kunnen worden.
39
WTC in AMERSFOORT 2010 - 2013
Met de komst van het WTCAA naar het Ondernemersplaza in Amersfoort in oktober 2010 werd de beoogde bijdrage van het WTCAA aan de versterking van de economische structuur van Amersfoort door middel van economische internationalisering fysiek bekrachtigd. Arianne de Lange, Account & Event manager location Amersfoort: “De nadruk ligt hier op economische groei, op het faciliteren van een internationaal ondernemersklimaat. Via onze activiteiten, waaronder themabijeenkomsten en landenspecifieke events, willen we vooral awareness bij de ondernemers creëren dat er over de grens mogelijkheden liggen. Vice versa nodigen we buitenlandse zakenlieden uit om ze kennis te laten maken met de regio en de handelsmogelijkheden hier.”
WTCAA in het kort: Het World Trade Center Almere Area (WTCAA) streeft ernaar om samen met andere partijen: • de groei van de internationale handel in de regio Gooi, Eemland en Flevoland te vergroten • een aantrekkelijk internationaal vestigingsklimaat voor buitenlandse investeerders te creëren • internationale zakelijke contacten en kennisuitwisseling te stimuleren Het WTCAA is aangesloten bij de wereldwijd opererende World Trade Centers Association (WTCA) te New York met meer dan 300 WTC vestigingen in ruim 100 landen en 750.000 aangesloten bedrijven.
Doelstellingen WTCAA location Amersfoort: BIEDT ondersteuning aan ondernemers,
PROMOOT Amersfoort als
met name starters en MKB, die een
internationale regio.
internationale groeiambitie hebben. BEVORDERT kenniscirculatie FACILITEERT internationale onder-
tussen bedrijfsleven, kennis-
nemingen die zich in de regio
instellingen en overheid om inter-
vestigen of gevestigd zijn.
nationaliseringskansen te creëren.
Met het Programma Economische Internationalisering 2010 - 2013 WTCAA Location Amersfoort is een solide basis gelegd voor het ontplooien van economische internationaliseringsactiviteiten. Vijf programmalijnen bieden een praktische structuur waarbinnen gebouwd wordt aan Amersfoorts internationale groeipotentie.
Programmalijnen
“Op 6 december mochten wij voor het WTCAA/ IBC gastheer zijn voor ruim 30 bedrijven uit de regio Amersfoort. Het bood ons de mogelijkheid om te laten zien hoe wij ons eigen kantoor uit 1970 helemaal hebben verduurzaamd. De aansluitende discussie over internationaal zakendoen gaf de deelnemers nieuwe inzichten. Bij de borrel werden veel visitekaartjes uitgewisseld. Voor ons een geslaagd evenement!” Hans Snel SMP Corporate Marketing & Communications Royal HaskoningDHV Nederland B.V.
“WTCAA’s bijeenkomsten bij Amerfoortse bedrijven zijn zeer nuttig. Ze zijn leerzaam. Tegelijkertijd is er voldoende gelegenheid tot kennismaking en tot netwerken met andere WTCAA-ers. Ik ervaar het WTCAA als proactief in het tot stand brengen van ondernemerscontacten tussen WTCAA-ers alhier en ondernemers in het buitenland.” Hans Jonkhout Advocaat en partner Marree en Dijxhoorn
1
De International Business Club (IBC) en het International Business Network Program (IBNP) De IBC is sinds 2001 een gerenommeerd regionaal platform voor zakelijke ontmoetingen en informatieve netwerkbijeenkomsten ten behoeve van aangesloten leden. Dit zijn bedrijven uit de regio Gooi, Eemland en Flevoland met interesse in (regionale) internationalisering. IBC-leden zijn automatisch lid van de internationale World Trade Centers Association (WTCA) en kunnen gebruik maken van de faciliteiten van de WTCA en alle WTC’s in de wereld. Het succes van de IBC zal de komende jaren inspiratiebron zijn om de IBC uit te bouwen en nieuwe internationaliseringsactiviteiten voor onze leden te ontplooien. De IBC is complementair aan het IBNP en biedt daaraan een ondersteunende functie. De kennis en netwerken die binnen de IBC aanwezig zijn, worden ingezet voor de activiteiten van de overige internationaliseringsprojecten van het WTCAA. Het IBNP richt zich op de optimalisatie van internationale handel en bevordert de kennis over internationalisering en innovatieve ontwikkelingen, activeert handelsnetwerken en creëert en stimuleert handelsmogelijkheden.
3 2
Met het EISC wil het WTCAA de expat zich snel thuis laten voelen in onze regio. Het EISC biedt een full-service informatie- en dienstencentrum aan buitenlandse bedrijven, ondernemers, HR-managers en kennis- en arbeidsmigranten die zich vestigen in ’t Gooi, Eemland of Flevoland of dit overwegen te doen. We maken de expats wegwijs in de regio en organiseren speciaal op de expat en zijn/haar partner gerichte events met een informatief en sociaal karakter.
Het International Business Information Center (IBIC) Het IBIC biedt praktische en flexibele hulp om internationale handel vanuit en naar Nederland laagdrempeliger te maken en hiermee het percentage van de omzet uit internationale activiteiten te vergroten. De dienstverlening bestaat uit consultancy voor het schrijven van uiteenlopende business-, marketing- en salesplannen, expertise over legal issues, maar bijvoorbeeld ook advies bij contractbesprekingen. Daarnaast kan een internationaliseringscoach voor begeleiding tijdens het gehele proces worden ingezet. Waar nodig wordt het IBIC ondersteund door gespecialiseerde servicepartners, zoals coaches of consultants. De diensten van het IBIC bieden buitenlandse ondernemers die zich in de regio willen vestigen praktische hulp om de eerste periode in onze regio voor hen makkelijker te maken. Deze dienstverlening bestaat onder meer uit het bieden van kantoorruimte met een tijdelijk contract, HR-management en ondersteuning op het gebied van boekhouding en sales & marketing. Ondernemers die internationaal zaken willen doen uit binnen- of buitenland kunnen sinds oktober 2009 gebruik maken van ons Support Counter: een fysiek loket gevestigd in de kantoren van het WTCAA dat op afspraak bezocht kan worden. Naast praktische ondersteuning biedt het IBIC tevens online informatie. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van het omvangrijke eigen wereldwijde WTCAA-netwerk en van de Exportcircle van de Kamer van Koophandel.
Het Expat Information Center (EISC)
4
Het International Incubator Center (IIC) Het IIC is een innovation lab voor internationale starters met een innovatief businessplan met als doel hen versneld internationaal zaken te laten doen. Coaching, expertbegeleiding, hightech faciliteiten en toegang tot het uitgebreide netwerk van de IBC worden ingezet om de deelnemers aan het IIC doelgericht een internationaal beleid te laten ontwikkelen.
5
De International Business Academy (IBA) De IBA richt zich op personen die een internationale loopbaan hebben of ambiëren en is er voor zowel ondernemers en hun werknemers als voor studenten. Het WTCAA slaat met de IBA een brug tussen kennisinstellingen en het internationale bedrijfsleven. We doen dit door middel van het bieden van diverse soorten voorlichting, scholing en het geven van advies over internationalisering in het onderwijs aan docenten en management van onderwijsinstellingen. WTCAA breidde in 2010 zijn website uit met een speciale stagesectie voor studenten.
72%
van de respondenten van de enquête heeft aangegeven ambities te hebben om internationale activiteiten te ontplooien.
Activiteiten WTCAA location Amersfoort per jaar: 2009 > WTCAA voegt een lid vanuit de gemeente Amersfoort toe aan de Raad van Advies 2010 > Aanstelling Account & Event manager > Opening kantoor binnen het Ondernemersplaza Amersfoort > 1 EISC event > 5 IBNP events > 13 IIC events > 9 Amersfoortse IBC leden > 2 beurzen 2011 > 6 IBNP events > 4 IBC events > 4 IBA events > 1 IIC event > Ontvangst Turkse ambassadeur > Enquête uitgevoerd > 1 beurs > 13 Amersfoortse IBC leden
WTCAA media > Tweemaandelijkse elektronische nieuwsbrief > Business Magazine > Crossborder > Bedrijfsfilm > www.wtcaa.nl Financiers > Gemeente Amersfoort > Provincie Utrecht Partners > Kamer van Koophandel > IND
> CWI > Expatcenter Amsterdam > Netherlands Foreign Investment Agency > Amersfoort Creatieve Stad > VAB > ZZP BV > Utrechtse Ondernemers Academie > Hogeschool Utrecht Amersfoort > Business Company > Provincie Flevoland > Gemeente Almere
2012 > 1 IBNP event > 5 IBC events > 2 IBA events > 1 IIC event > 1 EISC event > 10 Amersfoortse IBC leden
Bedrijfsbezoek • Ontbijtsessie/bedrijfsbezoek bij Yokogawa: 10 oktober 2012, 20 personen aanwezig
Highlights uit de vijf programmalijnen
“Als één van de wereldmarktleiders op het gebied van industriële automatisering ziet Yokogawa het WTCAA als vooraanstaande supporter en leverancier van internationale samenwerking en de ontwikkeling van internationaal zakendoen.” Harry Hauptmeijer CEO Yokogawa Europe B.V. Op woensdagochtend 10 oktober 2012 vond bij Yokogawa in Amersfoort een informatieve ontbijtsessie voor ondernemers uit de International Business Club plaats. Tijdens dit ontbijt werd een presentatie gegeven door onder andere de marketingmanager van het bedrijf over goed gastheerschap. Yokogawa organiseert iedere twee jaar een Customer Day waarop het bedrijf zijn klanten bedankt voor het kiezen van Yokogawa als leverancier. Op die dag worden er presentaties gegeven om kennis te delen. Deze Customer Day wordt ieder jaar ergens in de wereld op een mooie locatie georganiseerd. Er wordt voor gezorgd dat het de klanten aan niets ontbreekt. Een mooi voorbeeld van hoe goed gastheerschap kan worden neergezet. Het uitgebreide ontbijt bij het gastvrije Yokogawa werd bijgewoond door zo´n twintig ondernemers uit de IBC. Programmalijn IBC
Handelsmissie Canada • Een inkomende handelsmissie uit Canada, 8 maart 2011, 31 personen Amersfoort ontving op 8 maart 2011 met succes een inkomende handelsmissie uit Canada, uit de Provincie Nova Scotia. Samen met het World Trade Center in Halifax, de hoofdstad van Nova Scotia, organiseerde het WTCAA deze geslaagde missie. De handelsmissie was bedoeld als eerste kennismaking met Nederland als mogelijkheid tot internationaal zakendoen in het algemeen en Amersfoort als ideale vestigingsplaats hiervoor in het bijzonder. “Nederland is voor Canadese bedrijven de ideale toegangspoort tot Europa”, zegt delegatieleider Bill Aasvanger. De missie, elf bedrijven sterk, oriënteerde zich in de Amersfoortse Regardz Mariënhof vooral op logistieke, fiscale, juridische en distributieaangelegenheden waar het gaat om vestiging in dan wel zaken doen met Nederland/Europa. Direct handeldrijven was niet het oogmerk; oriënteren en leren was waar het om ging. Delegatieleider Aasvanger is lovend over de ontvangst in Nederland. “De deelnemers aan deze missie komen
uit allerlei sectoren van het Canadese bedrijfsleven. Wij hebben in hoog tempo geweldig veel feedback gehad. Tijdens onze wandeltocht door Amersfoort genoten we van het centrum met zijn prachtige monumentale oude panden.” Burgemeester Lucas Bolsius prees Amersfoort aan als prima plaats van vestiging voor buitenlandse bedrijven. “Amersfoort heeft uitstekende verbindingen, over de weg en over het spoor. Wij stimuleren en faciliteren als overheid de samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen en omarmen de creatieve industrie. Amersfoort heeft goede culturele voorzieningen en ligt in een groene omgeving niet ver van Amsterdam en Rotterdam”, aldus Bolsius. Ook wees hij de Canadese gasten op de goede verbindingen van Amersfoort met Europa, getuige de aanwezigheid van de hoofdkantoren van bedrijven als Yokogawa, Dr.Oetker, DHV, Friesland Campina en Johnson & Johnson. Programmalijn IBNP
Ondernemersplaza • Aanwezigheid WTCAA in het Ondernemersplaza Amersfoort Om de internationale bedrijvigheid in de regio Eemland extra te stimuleren, opende wethouder Boeve WTCAA location Amersfoort. Sinds oktober 2010 heeft het WTCAA een vestiging binnen het Ondernemersplaza van de Kamer van Koophandel in Amersfoort. “We willen awareness creëren dat er over de grens mogelijkheden liggen.” zegt Arianne de Lange, Account & Event manager location Amersfoort. De officiële intentieverklaring voor WTCAA location Amersfoort werd al in 2009 ondertekend door samenwerkingspartners WTCAA en de gemeente Amersfoort. Het programma voor Amersfoort 2010 - 2013 omvatte onder meer de ondersteuning van starters, bemiddeling bij stageplekken, ontwikkeling van onderwijs en opleidingen, het faciliteren van expats en de organisatie van bijeenkomsten. Progrrammalijn IBIC
Expat Event • Expat Event : 26 januari, 50 bezoekers
Op 29 januari 2013 is er in samenwerking met de Provincie Utrecht/ InvestUtrecht en de HU Amersfoort een Expat Event georganiseerd. Doelstelling van de bijeenkomst was het versterken van het netwerk van Expats in de regio. Het expat event werd mede georganiseerd door studenten van de HU Amersfoort onder verantwoordelijkheid van het WTCAA. Als thema werd gebruikt ‘Around the World @Home’ met als doelstelling op een laagdrempelige manier expats uit de omgeving van de provincie Utrecht kennis te laten maken met de regio en de mogelijkheden in
de regio. Uiteraard waren er ook mogelijkheden om andere expats te leren kennen. Om dit op een ludieke manier mogelijk te maken, waren er in de hal van HU Amersfoort diverse informatieve stands opgezet met bedrijven uit de regio die de expats iets kunnen bieden in hun vrije tijd. Het evenement werd bezocht door zo’n 50 expats en iniatiefnemer InvestUtrecht sprak over een succesvol evenement dat zeker nog opgevolgd zal worden door maandelijkse bijeenkomsten waarbij de expats opnieuw worden uitgenodigd. Programmalijn EISC
Colleges HU Amersfoort • 4 Colleges/dagdelen Internationale Marketing HU Amersfoort: mei 2011, deelnemers 62 Het WTCAA location Amersfoort heeft op 10 en 17 mei 2011 in samenwerking met de HU Amersfoort en Amersfoort Creatieve Stad colleges georganiseerd over Internationale Marketing. De colleges zijn gegeven door Hans Engbers, Senior Lecturer International business en co-auteur van het boek “internationale marketing”. De colleges zijn bezocht door studenten, ondernemers en ZZP’ers die interesse hebben in internationaal ondernemerschap. Onderwerpen die aan de orde kwamen, waren marktverkenning en -analyse, marktentreestrategieën en -distributie en het leren pitchen van een international businessstrategie. De verschillende groepen aanwezigen waren enthousiast over de workshops. Voor de studenten was het een goede en plezierige aanvulling op de reguliere lessen. Programmalijn IBA
Internationaliseringsvouchers • Scholingsvouchers Met het project Internationaliseringsvouchers werd ondersteuning geboden aan ondernemers uit Amersfoort en andere gemeenten in de provincie Utrecht met advies op maat. Bij wijze van pilot heeft het WTCAA location Amersfoort ondernemers uit de regio de kans geboden om met een voucher gericht diensten in te kopen bij het WTCAA of zijn partners die de ondernemer helpen bij het internationaliseren van zijn onderneming. Een internationaliseringsvoucher had een waarde van € 1.000,en kon gebruikt worden voor verschillende doeleinden: • Marktverkenning: kosten voor het laten uitvoeren van een marktscan, landenkeuzerapport of exportadvies • Juridisch advies op het gebied van internationaal ondernemen • Het zoeken naar geschikte distributeurs en handelsagenten • Advies over import en/of sourcing uit het buitenland • Cursussen en/of workshops gericht op internationaal ondernemen Programmalijn IIC
Tot slot Het bestuur van het WTCAA stelt het bijzonder op prijs door de gemeente Amersfoort en de provincie Utrecht in staat te zijn gesteld zich sinds begin 2010 in Amersfoort en omgeving te profileren. In de jaren 2010 - 2013 is het WTCAA erin geslaagd een gevarieerd programma op het gebied van economische internationalisering in Amersfoort voor het voetlicht te brengen. Daarmee is een basis gelegd voor verdere activiteiten van het WTCAA in Amersfoort en omgeving. De focus zal daarbij liggen op de inzet en uitbouw van de International Business Club, die het middelpunt vormt van het WTCAA en van waaruit de activiteiten worden georganiseerd.
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven
Stad met een hart
Inleiding
Accountmanagement voor bedrijven
Amersfoort is hard gegroeid sinds de jaren tachtig. De status als groeistad zorgde voor een belangrijke impuls en het gunstige vestigingsklimaat droeg hier aan bij. Inmiddels is de stad qua inwonersaantal bijna verdubbeld naar 150.000 mensen en zijn 12.000 bedrijven hier gevestigd.
Accountmanagement is een bijzondere vorm van dienstverlening aan een geselecteerde groep bedrijven. De ondernemer heeft via de accountmanager één vaste contactpersoon binnen de gemeente voor vragen, advies of knelpunten. De accountmanager bouwt een relatie op, onderhoudt namens de gemeente de contacten met het bedrijf en helpt de ondernemer bij vragen. De ondernemer wordt niet ‘van het kastje naar de muur’ gestuurd, maar krijgt slagvaardige ondersteuning en service op maat. Vanuit een klantgerichte en probleemoplossende houding fungeert de accountmanager als schakel tussen ondernemer en relevante gemeentelijke afdelingen.
Van een ‘vanzelfsprekende’ economische groei is de laatste jaren geen sprake meer en de balans tussen wonen en werken is verstoord geraakt. Een bloeiende en dynamische economie is echter onmisbaar voor een aantrekkelijk woon- en leefklimaat. Succesvol ondernemerschap is voor de stad dan ook van groot belang. Mede op aanbeveling van de Commissie Van Ek zet de gemeente Amersfoort extra in op een goede dienstverlening aan ondernemers. Naast diverse algemene verbeteringen is eind 2010 gestart met een bijzondere vorm van dienstverlening voor een geselecteerde groep ondernemers: accountmanagement.
De accountmanager legt ook verbindingen met anderen zoals het onderwijsveld, collega-ondernemers of cultureel-maatschappelijke organisaties en attendeert de ondernemer op interessante ontwikkelingen.
Het accountmanagement heeft vanaf het begin de focus gericht op de grote werkgevers en snelle groeiers. De grote bedrijven waren al snel in beeld door werkgelegenheid- en omzetcijfers. Met snelle groeiers was al contact vanuit een eerder ontwikkeld programma voor deze doelgroep.
Deze rapportage geeft inzicht in de start, ontwikkeling, activiteiten en resultaten van accountmanagement voor bedrijven. Medio 2010 hebben wij als REO het college van B&W geadviseerd over het accountmanagement. Het verheugt me te zien hoe de gemeente daar de afgelopen jaren aan heeft gewerkt. Steeds meer ondernemers kunnen inmiddels profiteren van deze bijzondere, persoonlijke vorm van dienstverlening. Zij kunnen daardoor gemakkelijker zaken regelen. Het is ook goed voor de binding van ondernemers met elkaar en onze stad en het levert een positieve bijdrage aan het vestigingsklimaat.’ Ellen Peper, Directeur Twijnstra Gudde Lid Raad voor de Economische Ontwikkeling regio Amersfoort (2010 - medio 2013)
2
Fotobron: Akimoto
Knelpunten worden door de accountmanager gesignaleerd en ‘lessons learned’ worden gedeeld met het gemeentebestuur en de organisatie met als doel om de dienstverlening aan alle ondernemers te verbeteren. Accountmanagement brengt ‘buiten naar binnen’ en ‘binnen naar buiten’ en helpt zo de samenwerking tussen gemeente en bedrijfsleven te verbeteren. Door bij te dragen aan wederzijds begrip en waardering probeert de accountmanager de sociaalmaatschappelijke betrokkenheid en binding van bedrijven met de stad en regio te vergroten.
Geselecteerde groep bedrijven
Na de pioniersfase heeft accountmanagement inmiddels een structureel karakter gekregen en is het team in 2012 uitgebreid.
‘
Burgemeester en wethouders worden bij bedrijfscontacten door de accountmanager ondersteund en geadviseerd. Om de overheidsvragen richting ondernemer te stroomlijnen is de accountmanager binnen de gemeentelijke organisatie daarvoor eerste aanspreekpunt.
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven
Inmiddels zijn ook ‘smaakmakers’ als het Huis voor de Gezondheid, Ronald Mc Donald Kinderfonds en Veilig Verkeer Nederland toegevoegd: organisaties met landelijke bekendheid, een groot netwerk en aantrekkingskracht voor vergelijkbare organisaties. Zij zijn vaak in Amersfoort gevestigd vanwege de centrale ligging en goede bereikbaarheid.
De focus op snelle groeiers is losgelaten. Niet alleen vanwege de economische werkelijkheid, maar ook door uitbreiding van het team. Daarmee kon de aandacht worden uitgebreid naar (meer) MKB bedrijven. Bij de selectie van bedrijven voor accountmanagement wordt niet alleen gekeken naar meetbare zaken als aantal werknemers, jaarcijfers, groeipotentie e.d., maar ook naar innovatiekracht, (inter) nationale activiteiten en betrokkenheid bij stad en regio. Het belangrijkste is dat de ondernemer zelf de toegevoegde waarde in ziet van het hebben van één contactpersoon binnen de gemeente.
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven3
ACCOUNT MANAGEMENT
FACTS & FIGURES
2011 2012 RODE LOPER WELKOM DAGEN WORDEN GEORGANISEERD VOOR
07 NIEUW GEVESTIGDE ONDERNEMINGEN
4
BESTUUR EN ACCOUNTMANAGEMENT BRENGEN MEER DAN
20
BEDRIJVEN WORDEN BIJ HUN VESTIGING OF UITBREIDING IN AMERSFOORT DOOR ACCOUNTMANAGEMENT BEGELEID.
DE BEDRIJVEN BRENGEN DE STAD CIRCA
2200
NIEUWE ARBEIDSPLAATSEN.
TIJDENS BURGEMEESTERLUNCHES VINDEN ONTMOETINGEN PLAATS TUSSEN
60
BESTUUR EN ACCOUNTMANAGERS WONEN
230 75 X
NETWERKBIJEENKOMSTEN BIJ.
EEN BEZOEK AAN BEDRIJVEN IN AMERSFOORT
DIRECTIELEDEN VAN MEEST UITEENLOPENDE ORGANISATIES.
VIA ACCOUNTMANAGEMENT IS EEN RELATIE MET
150 ACCOUNTS ZIJ VERTEGENWOORDIGEN RUIM
40%
Onderwerpen Uitgangspositie van accountmanagement is de verbindende en dienstverlenende rol naar de ondernemer. De vraag en behoefte van de ondernemer staan centraal. Op diverse manieren wordt de relatie onderhouden, wordt informatie gegeven en worden problemen gesignaleerd.
Concrete voorbeelden zijn: •
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
•
Reclamevergunningen
•
Duurzaamheid
•
Bedrijfsgebonden kantoor
•
Mobiliteit personeel
•
Bestemmingsplannen
•
Horecavergunning
•
Huisvesting werknemer
•
Aanleg wandelpad
•
Veilige voetgangersoversteek
•
Asbestverwijdering
•
Stageplaatsen
•
Begeleiding ontslag personeel
•
Vergunning aanleg glasvezel
•
Plaatsen abri
•
Inkoop en aanbesteding
•
Uitbreiding en/of verplaatsing
•
Verbeteren infrastructuur
•
Groene vergunningen
VAN HET TOTAAL AANTAL ARBEIDSPLAATSEN
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven5
Activiteiten Accountgesprekken In een kennismakingsfase probeert de accountmanager het bedrijf te leren kennen en een vertrouwensband op te bouwen. De accountmanager vervult een verbindende rol; indien gewenst of nodig kunnen signalen en informatie doorgegeven worden aan collega-afdelingen (vergunningen, praktische regelingen, aanpassingen op gebied van infrastructuur). In sommige gevallen leidt het signaal tot een contact dat op bestuurlijk niveau verder opgepakt of uitgebouwd kan worden. Accountmanagement heeft als effect dat problemen van bedrijven eerder gesignaleerd worden (bijvoorbeeld m.b.t. de aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs). Hierop kan de accountmanager dan gericht actie ondernemen richting collega’s en/of bestuur.
In een goed contact tussen accountmanager en ondernemer kan een accountmanager de ondernemer suggesties aanreiken om zich sterker te verbinden met de stad en/of regio Amersfoort en attenderen op voor het account interessante netwerken, mogelijke subsidies of relaties met andere ondernemingen. De relatie is echter altijd vraaggericht; de vraag van de ondernemer staat centraal, de accountmanager is dienstverlenend. Goede relaties kunnen met zich meebrengen dat de ondernemer optreedt als ambassadeur voor de stad richting andere bedrijven. Positieve ervaringen van de ondernemer worden dan gedeeld met bedrijven die zich mogelijk willen vestigen in Amersfoort.
Burgermeesterslunches De komst van de ‘nieuwe burgemeester’ was een mooie aanleiding voor een zestal kennismakingslunches met de CEO’s van grote bedrijven. Dit waren informele lunches in een klein gezelschap bij een van de bedrijven. De lunch had plaats in de boardroom maar werd soms ook in het magazijn geserveerd. Gewapend met een grote picknickmand arriveerde burgemeester Bolsius en trakteerde de ondernemers op een lekkere en gezonde lunch. De afwas ging weer mee naar het
6
stadhuis. Tijdens de lunches maakten de ondernemers kennis met de nieuwe burgemeester maar ook met elkaar. Diverse onderwerpen kwamen spontaan ter tafel en bijzondere verbindingen werden gelegd. Een mooi begin voor een duurzame relatie.
Bedrijfsbezoeken vormen een belangrijke basis voor accountmanagement Foto: Ruud van der Graaf fotografie
Bedrijfsbezoeken Burgemeester en wethouders brengen regelmatig een bezoek aan bedrijven. Aanleiding is soms een actuele ontwikkeling of feestelijk moment maar ook worden bezoeken gepland om meer in het algemeen te weten te komen wat ondernemers bezig houdt, waar men tegenaan loopt en hoe het de bedrijven economisch vergaat.
Yokogawa Europe kregen een nadere kennismaking met historisch, culinair en cultureel Amersfoort zodat zij hun internationale gasten en medewerkers daarover kunnen informeren. Regio
Bijzondere momenten waren bijvoorbeeld de viering van het 50-jarig bestaan van Johnson & Johnson Medical , de opening van het VolkerWessels Huis en het 10-jarig jubileum van dochterbedrijf VolkerWessels Telecom . Applied Medical Europe opende haar deuren al snel na de eerste paal, Prénatal opende een flagstore aan de A1, Kees Smit Tuinmeubelen startte enkele maanden na het bereiken van het hoogste punt en de eerste paal voor een vestiging van Ranzijn Tuin & Dier werd begin 2013 geslagen.
City Marketing organiseerde de tour die “erg positief is
‘
ontvangen”.
Het project voorziet in het beschikbaar stellen van
Sinds mei 2011 zijn we gevestigd in Amersfoort en het meest opvallende verschil is het directe en open contact met de gemeente. In de vorige gemeente(s) was het enige contact met de lokale brandweer of de bordjes wel goed hingen en of wij voldeden aan de overige voorschriften. In Amersfoort voelen wij ons als onderneming welkom en wij zijn vanuit het stadhuis ondersteund door het ambtelijk apparaat en het college! Ook voor de toekomst is dit belangrijk vast te houden, want leven, wonen en werken gaan hand in hand en geeft een betrokken en dynamische stad!”
overheidsdata aan het bedrijfsleven.
Ludolf van der Veen, Directeur Addcomm
Bestuur en accountmanagement brachten een ontwikkelaar van applicaties voor mobiele apparaten. Accountmanagement benaderde het bedrijf om te participeren in het ‘open data’ project en de betrokkenheid in lokale netwerken te vergroten.
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven
Marketing/Sales en Management Support van
bezoek aan het snelgroeiende Service2Media,
Dit idee is vastgehouden en jaarlijks wordt een lunch georganiseerd voor de nieuwe CEO van bestaande accounts of CEO’s van nieuwe accounts.
De medewerkers van
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven7
Rode Loper dagen
Verbinden
Voor nieuwe bedrijven rolt de gemeente graag de Rode Loper uit. In nauw overleg met het bedrijf wordt een programma op maat georganiseerd voor medewerkers en eventueel hun familie. In vogelvlucht maken zij kennis met de pareltjes in de stad wat vaak leidt tot enthousiasme over hun nieuwe werklocatie.
De accountmanager is op de hoogte van ontwikkelingen bij verschillende bedrijven en vervult daarom vaak een rol bij het leggen van nieuwe verbindingen. Gemaakt in Amersfoort is het podium van creatief ondernemers uit Amersfoort. Tijdens een ‘Gemaakt in Amersfoort’ promotietour maakten wethouder en creatief ondernemers
Voor Prénatal Hearts werd
een rondje langs vertegenwoordigers
de rode welkomstloper op 8
van enkele grote Amersfoortse bedrij-
september 2011 uitgerold. Met
ven en overhandigden het Gemaakt
de bus, lopend en via het water
in Amersfoort boek waarin zo’n 100
werd Amersfoort ontdekt. In
creatief ondernemers hun talent en
een stad met veel jonge gezin-
ondernemersschap presenteren.
nen vormen Amersfoort en
Nadat FrieslandCampina zich had gevestigd in Amersfoort gaf de organisatie aan zich
Prénatal een prima match, zo
via sponsoring te willen verbinden aan een
bleek ook na deze dag. Een
culturele organiatie in de stad. Accountma-
reactie achteraf: “Een mooi
nagement maakte een inventarisatie en zorgde
welkom in de stad”.
ervoor dat er een unieke verbinding tot stad kwam met Holland Opera op de Wagenwerk-
Rode Loper dag voor Prénatal Foto: Roelof Pot
plaats. Bij de opening van Holland Opera door – toen nog – Prinses Maxima, werd een aantal
Netwerken Elkaar regelmatig ontmoeten is belangrijk om signalen op te vangen, te horen hoe het gaat, en wat er leeft. Daarom zijn bestuurders en accountmanagers regelmatig aanwezig en aanspreekbaar bij de bijeenkomsten van de Vereniging van Amersfoortse Ondernemers (VAO), Vereniging van Amersfoortse Bedrijven (VAB), Vereniging van Amersfoortse Zelfstandigen (VAZ), Amersfoort Creatieve Stad (ACS) maar ook bij Game in the City en De Maatschappij. Een bezoek aan de beurs Provada leverde veel (nieuwe) contacten op en een interessante account: ADC ArcheoProjecten.
Netwerken in Amersfoort Foto’s: Paul van Heel, Anita Berghoef
8
Overhandiging Gemaakt in Amersfoort boek Foto: Steven van Kooijk
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven
accounts uitgenodigd om met hun kind aanwezig te zijn. FrieslandCampina verbindt zich met Holland Opera Foto’s: fotoarchief FrieslandCampina
De Stichting Opleidingen
University te kunnen ves-
bij aan extra werkgele-
Musculoskeletale Therapie
tigen en hoofdsponsors te
genheid en bestedingen,
(SOMT) op bedrijventer-
verwerven verzocht SOMT
versterking van de kennis-
rein De Hoef, verzorgt
de gemeente Amersfoort
en innovatiekracht van de
post HBO fysiotherapie-
om een garantstelling.
regio, terugdringing van
opleidingen. SOMT ontwik-
Accountmanagement
leegstand op bedrijventer-
kelt een internationaal
begeleidde dit verzoek en
rein De Hoef en stimuleert
Center of Excellence in
zorgde ervoor dat de juiste
en versterkt het onderne-
Human Movement. Een
gemeentelijke processen
merschap.
academische leeromge-
zijn doorlopen. In februari
ving is daarvoor cruciaal.
2013 ging de gemeente-
Vanaf 2014 start SOMT
raad akkoord met een
dan ook met universitair
garantstelling aan SOMT.
fysiotherapie-onderwijs.
De komst van SOMT Uni-
Om in Amersfoort SOMT
versity Amersfoort draagt
‘
Als algemeen directeur van SOMT heb ik niets dan lof over voor de vernieuwde aanpak van de gemeente om bedrijven te faciliteren bij het ondernemen.” Willy Smeets, Directeur SOMT
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven9
@marcvandentweel Ga met kantoor verhuizen nr. #Amersfoort. Snel, adequaat aanbod gemeente v. hulp. Super. Goede benchmark v. andere gemeenten! #accountmngt.
PostNL opende een nieuw depot in Amersfoort.
Met diverse vestigingen in
De Amfors Groep zorgt voor een deel van de
heel Nederland, vestigde het
bemanning van dit depot. Circa dertig Amfors
holdingkantoor van de Beelen
medewerkers gaan elke ochtend aan de slag om
groep zich in 2012 vanwege de
te pakketten te sorteren en distribueren. Account-
gunstige geografische ligging
management legde de contacten tussen de beide
op een zichtlocatie langs de A1
organisaties.
in Amersfoort.
Voormalig Directeur Marc van den Tweel via Twitter
Zodra bekend was dat het hoofdkantoor van het Ronald McDonald Kinderfonds zich zou vestigen in Amersfoort is contact gezocht met de directeur. Accountmanagement maakte het goede doel wegwijs in Amersfoort en verzorgde een warm welkom. Burgemeester Lucas Bolsius, ambassadeur van het Ronald McDonald Kinderfonds Robert ten Brink en toenmalig voorzitter van de Raad van Toezicht van het Kinderfonds Ed Nijpels verrichtRonald McDonald en kinderen Foto-archief Ronald McDonald
ten de officiële opening.
In 2012 fuseerde DHV Groep met Royal Haskoning. Het bericht dat het hoofdkantoor in Amersfoort
‘
kwam werd door het gemeentebestuur enthousiast ontvangen. Royal HaskoningDHV behoort wereldwijd tot de top 10 van onafhankelijke, niet beursgenoteerde ingenieursbureaus. Vanwege de toename van het aantal medewerkers en bezoekers is ingezet op een betere bereikbaarheid van het hoofdkantoor.
Felicitaties na fusie Royal Haskoning en DHV Foto: Vincent Kroese, LVB Networks
10
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven
Foto: PostNL
Mede door de inzet van accountmanagers binnen de gemeente hebben wij sinds lange tijd weer de indruk als ‘klant’ te worden behandeld door de gemeente Amersfoort. Gedurende mijn redelijk lange retailervaring heb ik een dergelijke succesvolle benadering niet eerder meegemaakt. Geen ‘van het kastje naar de muur’ maar 1 ingang naar de gemeente. Chapeau!”
Tijdens het congres ‘Help!, ik wil een groen gebouw’ werden de Green Building Awards 2012 uitgereikt. Optigroen Dak- en Gevelbegroeiing uit Amersfoort kwam als grote winnaar uit de bus. Voor accountmanagement een reden om het bedrijf te bezoeken. Na het bezoek werd het bedrijf verder in contact ge-
Charles Paape,
bracht met andere bedrijven en netwerkorganisaties
The Phone House Netherlands
in Amersfoort.
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven11
AddComm Group
WARM WELKOM IN AMERSFOORT
www.addcomm.nl
Het VolkerWessels Huis
Accountmanagement begeleidde 20 bedrijven bij
www.volkerwessels.com
Beelen Groep
de vestiging of uitbreiding
www.beelen.nl
van hun activiteiten in
Prénatal Hearts
Amersfoort. In totaal ging
www.prenatal.nl
het daarbij om ruim 2.200 nieuwe arbeidsplaatsen voor de stad.
eFocus
Kees Smit Tuinmeubelen
www.efocus.nl
www.keessmit.nl
Huis voor de Gezondheid
Oogziekenhuis Zonnestraal www.oogziekenhuiszonnestraal.nl
Ronald McDonald Kinderfonds
Johnson & Johnson Medical
www.kinderfonds.nl
www.jnjmedical.nl
Micros
BVA Auctions
www.micros.nl
www.bva-auctions.com
Philadelphia www.philadelphia.nl
Rol bij acquisitie
ARCADIS
Het accountmanagement is primair
www.arcadis.nl
Applied Medical Europe www.appliedmedical.com
FrieslandCampina
opgezet vanuit het idee ‘te koesteren wat je hebt’: het vasthouden van bedrijven voor (de regio) Amersfoort. Het accountteam dacht en hielp mee als een bedrijf wilde uitbreiden of ver-
www.frieslandcampina.com
plaatsen of een dochterbedrijf dichter bij het hoofdkantoor wilde vestigen.
ASP4all
Post NL
www.asp4all.nl
www.postnl.nl
countmanagers zich ook in om be-
SOMT
Royal HaskoningDHV
www.somt.nl
www.royalhaskoningdhv.com 12
In toenemende mate zetten de ac-
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven
drijven te ondersteunen die interesse hebben om zich in Amersfoort te vestigen.
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven13
SAMENWERKING
OM BEDRIJVEN OPTIMALE SERVICE TE VERLENEN WERKT ACCOUNTMANAGEMENT INTENSIEF SAMEN MET DIVERSE PARTIJEN IN DE REGIO.
ZAKELIJKE DIENSTVERLENERS Accountants, bedrijfsmakelaars, notarissen en advocaten zijn vaak de eerste die op de hoogte zijn van (huisvestings)ontwikkelingen van ondernemers. Door hen vanuit het accountteam te faciliteren in hun ambassadeursrol hoopt de gemeente vroeger in te kunnen spelen op kansen voor nieuwe bedrijfsvestigingen.
REGIONAAL ACCOUNTMANAGEMENT Met vertegenwoordigers uit alle gemeenten uit de regio (inclusief de Gelderse gemeenten Barneveld en Nijkerk) zijn gesprekken gevoerd om de samenwerking te verkennen en ideeën te polsen rondom regionaal accountmanagement. Het opzetten van regionaal accountmanagement moet zo praktisch mogelijk worden opgezet en gericht zijn op (verbetering) van concrete dienstverlening aan bedrijven.
CITYMARKETING REGIO AMERSFOORT Om ondernemen in Amersfoort meer op de kaart te zetten en geïnteresseerde ondernemers op weg te helpen wordt in het najaar de website www.amersfoortbusiness.nl gelanceerd. De website presenteert het economisch profiel van de regio Amersfoort op aantrekkelijke wijze, inclusief de werklocaties, netwerk- en brancheorganisaties. Daarnaast biedt de site nieuwsitems over samenwerkingen, activiteiten en bijeenkomsten, benoemingen en nieuw gevestigde bedrijven in de regio.
14
WERKGEVERSSERVICEPUNT033 Om de (toekomstige) vraag, flexibiliteit en mobiliteit van personeel in de regio goed op elkaar te laten aansluiten is het Werkgeversservicepunt033 opgericht. Hier kunnen bedrijven terecht met al hun vragen en wensen over passend personeel, scholing, sociale zekerheid of de arbeidsmarkt. Het Werkgeversservicepunt033 (Wsp033), is een gezamenlijk initiatief van het UWV WERKbedrijf regio Amersfoort en de gemeente Amersfoort.
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven
RAAD VOOR ECONOMISCHE ONTWIKKELING De Raad voor de Economische Ontwikkeling regio Amersfoort (REO) is een adviesorgaan dat gevraagd en ongevraagd adviezen geeft aan het Amersfoortse gemeentebestuur, regiogemeenten, partnerorganisaties en bedrijfsleven. De leden zijn zeer ervaren bestuurders en ondernemers die een band met Amersfoort of de regio hebben. De raad houdt daarbij de Economische Visie van de commissie Van Ek goed in het oog. In mei 2011 bracht de REO een advies uit waarin het belang van acquisitie en accountmanagement expliciet werd benoemd.
ECONOMIC BOARD UTRECHT Op 31 oktober 2012 is de Economic Board Utrecht opgericht. Een organisatie met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden in de regio Utrecht. De Economic Board Utrecht zorgt voor verbinding en bundeling van al aanwezige krachten en bouwt aan een regionaal netwerk op bestuursen directieniveau: ‘Get connected’. De samenwerking van de gemeente Amersfoort met de Economic Board Utrecht vindt plaats via het Boardlidmaatschap van burgemeester Lucas Bolsius en via de betrokkenheid van accountmanagement bij contacten van de Board met het lokale bedrijfsleven.
ONDERNEMERSPLAZA Eind 2011 werd Ondernemersplaza geopend in het verbouwde kantoor van de Kamer van Koophandel in Amersfoort. Een uniek samenwerkingsverband tussen diverse partners: Kamer van Koophandel Gooi-, Eem, en Flevoland, Gemeente Amersfoort, Belastingdienst, Qredits, WTCAA, Taskforce Innovatie, UWV, WerkgeversServicepunt etc. Maar ook een inspirerende ontmoetingsplek. Omdat medewerkers van de partners vanuit één plek werken kan sneller betere service worden verleend. Of het nu gaat om een starter, een gevestigd bedrijf of een ondernemer die met zijn bedrijf wil stoppen. Ook de accountmanagers werken regelmatig vanuit het Ondernemersplaza.
INVEST UTRECHT Invest Utrecht is hét provinciale loket (one stop shopping) voor buitenlandse bedrijven om informatie en praktische ondersteuning te verkrijgen bij de keuze voor een locatie in de provincie Utrecht, bij de daadwerkelijke vestiging en voor after sales service. De accountmanagers van Amersfoort hebben regelmatig afstemming met de accountmanagers van Invest Utrecht om op de hoogte te blijven van kansen voor acquisitie van nieuwe bedrijven. Soms wordt een gezamenlijk werkbezoek gepland aan een internationale onderneming die gevestigd is in Amersfoort, zoals Johnson & Johnson Medical.
Rapportage Accountmanagement voor bedrijven15
Vooruitblik De werkgelegenheid in onze stad en regio is van cruciaal belang en een goede dienstverlening draagt daaraan bij. Om banen vast te houden en in aantal te laten groeien zijn wij eind 2010 gestart met het accountmanagement. Inmiddels is dit uitgegroeid tot een belangrijk instrument, dat door de ondernemers zeer wordt gewaardeerd. Daarom wil ik het accountmanagement de komende jaren verder uitbouwen en vaker inzetten om nieuwe bedrijven aan te trekken. Met de know-how, ervaring en inzet van alle gemeentelijke afdelingen werken wij zo aan nieuwe verbindingen, versnellen van zaken en het oplossen van eventuele problemen. Bedrijfsbezoeken, bijwonen van netwerkbijeenkomsten en organiseren van ontmoetingen blijven eveneens belangrijk om zo goed mogelijk te kunnen inspelen op de behoeften van bedrijven.
Accountmanagement Wethouder Bert van der Werff Accountmanagers Tom Willebrandts, 06 52535583 Caroline Eekhart, 06 51092246 Camiel Weijzen, 06 52535557 Yvette Ditmer,
Specifieke aandacht is er voor het intensiveren van contacten met zakelijke dienstverleners als accountants, makelaars en vastgoedontwikkelaars. Zij zijn een belangrijke schakel naar ondernemers binnen en buiten de stad. Medewerkers van nieuw gevestigde bedrijven verwelkomen we met een Rode Loperdag. Zo rollen we binnenkort de loper uit voor Philadelphia. In november zijn de onlangs gestarte MKB-ers en ZZP-ers aan de beurt. Samen met de Kamer van Koophandel, VAO en VAZ organiseren we voor hen een inspirerende dag om kennis te maken met de stad en collegaondernemers.
06 52535600
Acquisitie van bedrijven krijgt een extra impuls. Dit najaar starten we met Stichting Citymarketing een campagne, gericht op ondernemers die overwegen zich in Amersfoort te vestigen. Daarbij gaan we onder andere specifieke gebieden onder de aandacht brengen, te beginnen met het Stationsgebied en bedrijventerrein De Hoef. Dat doen wij uiteraard in nauwe samenwerking met de daar gevestigde ondernemers. Zij zijn immers de beste ambassadeurs voor de stad! September 2013, Bert van der Werff Wethouder Economie, Citymarketing en Vathorst Gemeente Amersfoort
Postadres Postbus 4000 3800EA Amersfoort
Opmaak: AKIMOTO
Bezoekadres Stadhuisplein 1 3811 LM Amersfoort
T 033 4694849 E
[email protected] I www.amersfoort.nl
Verslag De Ronde op 1 oktober 2013: Rondetafelgesprek Beleidsevaluatie Economie (deel I) Voorzitter: Land Secretaris: Pen Aanwezig: Van Hamersveld, Hessels, Hunink, Smits Alvarez Pers: nee Publiek: 6 Conceptverslag: MKW secretariaatsservices Portefeuillehouder: Van den Berg/Van der Werff Ambtenaar/Gast: De Boer (gemeente Amersfoort, programmamanager economische agenda), Broks (EBU en REO), Gorissen (Ver. Amersfoortse Ondernemers (VAO)), Van Helden (Ver. Amersfoortse Zelfstandigen (VAZ)), Pot (Ver. Amersfoortse Bedrijven (VAB)), Voortman (Kamer van Koophandel) Reg. nr.: 4506078 Tel. nr.: (033) 4694379 E-mail:
[email protected] Punt
Inhoud
Actie
De Ronde: Rondetafelgesprek Beleidsevaluatie Economie (deel I) Doel: Van de raadsleden wordt gevraagd in gesprek te gaan met de wethouder, genodigden en elkaar. Wethouder (Van der Werff): - In deze setting is al eerder gesproken. Ook is tussendoor overlegd met raadsleden. - Wil komen tot een toekomstvisie economische beleid. Eind 2013 wordt een soortgelijke sessie georganiseerd. Gemeente Amersfoort, programmamanager Economische Agenda (De Boer): - Kijkt met presentatie terug op economie. - Nodigt partners uit te reageren. - Scope van programma Economie is breder (Markt en Haven, Uitvoeringsagenda Binnenstad, Detailhandelsnota), focust voor deze evaluatie op de Economische Agenda. Relatie arbeidsmarkt en onderwijs is van groot belang voor economische ontwikkeling. Deze programma's worden in 2014 en 2015 geëvalueerd. - Wat wilden we bereiken? Toont foto rapport Van Ek (2009) met economische visie voor 2030 met als doel: banengroei, samenwerking met partners (stad en regio) en verbeteren vestigingsklimaat. - Wat heeft het ons opgeleverd? 1. Banengroei: Verwijst naar overzicht bij collegevoorstel van onderzoek en statistiek. Toont grafiek van banengroei. Het is de afgelopen jaren, vergeleken met de rest van Nederland, niet slecht gegaan in de regio. Per jaar zijn ongeveer 500 banen gerealiseerd; 2. Samenwerking met partners: Amersfoortse partners, Raad voor Economische Ontwikkeling (REO), regio Amersfoort, Federatie van Bedrijvenkringen Regio Amersfoort, Economic Board Utrecht (EBU); 3. Verbeteren randvoorwaarden vestigingsklimaat: Toont overzicht van aantal projecten met drie pijlers: Smoel (marketing en promotie); Rode Loper (Dienstverlening, Accountmanagement, Acquisitie/Visie Werklocaties); Economische Pijlers (Kennis en Innovatie). Voorbeeld Smoel: "Locatie Amersfoort: where minds meet". Campagne van stichting Citymarketing Regio Amersfoort gericht op zakelijk toerisme. Uit monitor Toerisme en Recreatie blijkt dat aantal zakelijke bestedingen sterker is gegroeid dan in provincie Utrecht en Nederland. Dit heeft geleid tot 280 extra banen in Amersfoort en 90 in Leusden. Voorbeeld Rode Loper: accountmanagement: Toont rapportage 2012-2013. Accountteam bereikt 150 bedrijven die 40% van aantal arbeidsplaatsen vertegenwoordigen. Afgelopen periode zijn 20 nieuwe bedrijven gekomen die
1
-
-
2200 arbeidsplaatsen vertegenwoordigen. Dit is in gang gezet met budget Economische agenda. Voorbeeld economische pijlers: "Amersfoort Breed". Project waardoor nieuwe innovatieve diensten zijn ontstaan (zorg, cultuur, sport, media, onderwijs) met 17 maatschappelijke partners en bedrijven. Dit heeft geleid tot nieuwe diensten, hecht kennisnetwerk, nieuwe bewonersinitiatieven, nieuwe business (private investeringen, banen). Effect: landelijke opschaling (erfgoedopdekaart) en sterke regionale rol Amersfoort in regionale samenwerking rond diensteninnovatie en EBU. Wat is anders gelopen? 1. AmersfoortInc: ambitie "UtrechtInc" ook in Amersfoort te starten. Hogeschool Utrecht en taskforce Innovatie hebben geprobeerd dit tot stand te brengen. AmersfoortInc is niet tot stand gekomen. 2. Zorgeconomie: ambitie meer werk maken van zorgeconomie. Gewenste resultaat is niet bereikt, maar nieuwe ontwikkelingen zijn wel ontstaan, zoals bijvoorbeeld SOMT laat zien. Welke middelen hadden we? Toont overzicht met budgetten dat ook bij stukken is gevoegd. Budget Economische Agenda: financiering onderzoeken, organisatie conferenties, ondersteuning REO; accountmanagement. Lessen: meer focus (gestart is met 25 projecten; nu gericht op 6); lange adem (netwerk heeft tijd nodig); concreet en doen (visie rapport Van Ek is nog actueel en moet worden uitgevoerd).
Voorzitter (Land): - Vraagt partners in te gaan op: Wat hebben we bereikt? Wat is goed geweest? Wat moeten we niet kwijtraken? Wil de doeltreffendheid daarbij betrekken. Is de uitvoering goed gegaan? EBU en REO (Broks): - Andere regio's zijn jaloers op aantal zaken, zoals bestuurlijk overleg in de regio en federatie. - REO heeft als taak monitoren rapport Van Ek. Gemeente Amersfoort heeft dat opgepakt en ervan geleerd: meer focus, niet teveel tegelijk en prioritering. - REO geeft gevraagde en ongevraagde adviezen. Niet alle adviezen zijn even goed opgepakt. REO kan taak van gemeente niet overnemen, maar moet in gesprek blijven met gemeente over wat met adviezen gebeurt. - Sterke steden hebben goede kwaliteit van onderwijs en aansluiting op arbeidsmarkt. - Amersfoort heeft prominente plaats in EBU en is met vier mensen vertegenwoordigd. Slagkracht en middelen zijn enorm. Amersfoortse ondernemers en ambtenaren moeten daarvan op de hoogte zijn en profiteren. Amersfoort moet ook financieel bijdragen. In 2014/2015 worden vruchten daarvan geplukt. Ver. Amersfoortse Ondernemers (VAO) (Gorissen): - Belangrijkste succes is dat partijen nu bijeen zitten. Bestuurlijk overleg maakt contacten tussen partijen goed en lijnen korter met als resultaat prettige samenwerking. Dit moet in stand worden gehouden. - In bestuurlijk overleg is agenda korter gemaakt en worden dingen aangepakt.
2
Kamer van Koophandel (Voortman): - Onderstreept vorige sprekers: gemeente en bedrijfsleven hebben fantastisch, concreet samenwerkingsverband gericht op bereiken van goede doelen. Er zitten veel vrijwilligers. Er wordt veel tijd besteed door mensen met onderneming. Wil dit vasthouden. - Gefocust moet worden waar het meeste verschil kan worden gemaakt. Wellicht kan dat insteek van tweede bijeenkomst zijn. Ver. Amersfoortse Zelfstandigen (VAZ) (Van Helden): - Samenwerking is zinvol en bijzonder voor ZZP'ers. VAZ is grootste lokale belangenbehartigingsvereniging voor ZZP'ers. - Aantal ZZP'ers is gestegen van 4500 in 2009 naar 7450 nu. Een derde wil geen ZZP'er zijn en heeft slecht sociaal vangnet, een derde zit al in financiële problemen. - Is blij met sterk verband in de stad. Koppelt ZZP'ers. - Heeft contacten met mensen met afgeronde geslaagde carrière die ZZP'ers willen helpen naar bedrijven. Ver. Amersfoortse Bedrijven (VAB) (Pot): - Amersfoort is unieke regio door samenwerking tussen politiek, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. Is blij dat toon in overleggen naar concrete acties is gegaan. Provincie Utrecht is meest competitieve regio van Europa. - Sheets zijn eenzijdig belicht. Verwijst naar ontwikkeling zakelijk onroerend goed en leegstand. Slechte cijfers hadden moeten worden meegenomen. - Wil goede overleg in stand houden en tot actie overgaan. Wil kijken naar de lagen in het gemeentehuis. - Citymarketing op zakelijk toerisme is succesvol. Amersfoort heeft meer te bieden dan gemiddelde Nederlander weet. Maak duidelijk wat je te bieden hebt! Economie moet centraal worden gesteld. - Mist zakelijke aanpak bij aantrekken nieuwe bedrijven. Dit kan worden verbeterd door samenwerking met bedrijfsleven. - Binnen drie jaar gaat werkgelegenheid achteruit met circa 10.000 arbeidsplaatsen. PvdA (Smits Alvarez): - Wat behelst zakelijke aanpak (binnenhalen van bedrijven) in relatie tot nietzakelijke aanpak van gemeente? Ver. Amersfoortse Bedrijven (VAB) (Pot): - Als bedrijf zich in Amersfoort wil vestigen, moet op tien onderwerpen worden getoetst. Zakelijke aanpak probeert "nee's" op te lossen. Gemeentelijke aanpak betekent "nee is nee". - Iedere gemeente zoekt bedrijfsleven. Twee soorten regio's ontstaan: regio's waar bedrijven willen zitten en regio's waar bedrijven weglopen. - Er moet snel (kunnen) worden geschakeld. Begrijpt niet dat wethouder niet zelf besluiten kan nemen, maar terug moet naar gemeenteraad. PvdA (Smits Alvarez): - Welke regels/welke zaken zijn knellend? Waarin moet worden versoepeld? Waardoor kunnen extra banen worden gecreëerd en bedrijven worden aangetrokken? Welk klimaat versterkt de rode loper? Kamer van Koophandel (Voortman): - Probeert meer flexibiliteit te krijgen voor bedrijven. Dit gaat langzaam goede richting in. Procedures duren lang. Grip die gemeente wil houden op plan-
3
-
nen is onverkort groot. Pleit voor snellere doorlooptijd van veranderingen van regels als daarover overeenstemming is.
Wethouder (Van der Werff): - Bepaalde beslissingen moeten door stad worden gedragen, zeker door gemeenteraad. - Conclusie naar aanleiding van rapport Van Ek: "koester ondernemers". Dat zijn voorsprekers om nieuwe ondernemingen aan te trekken. Heeft goede afdeling met accountmanagers opgezet. Contacten met bestaande bedrijfsleven zijn goed. Wil nieuwe bedrijven binnenhalen. Dat is moeizaam proces. - Wellicht moet meer en sneller worden gereageerd op feiten. "Be good en tell it". - Met accountmanagement wordt redelijk beantwoord aan wat wordt gezegd. Mensen die zich melden, worden beetgepakt en door organisatie geleid. Wil zaak in balans houden. Gemeenteraad en wethouders hebben verantwoordelijkheid. Proces moet als locomotief werken. - Realiseert zich dat grote bedrijven wegtrekken. Door crisis trekken deze zich terug naar moederbedrijf of ander pand. - Wil Amersfoort nog zulke grote bedrijven? Beleid moet daarop worden afgestemd. Hiermee moet slim worden omgegaan om juist te scoren. EBU en REO (Broks): - Wat moet veranderen zodat er geen belemmeringen meer zijn? Niet alles kan. Ambtenaren werken volgens kaders. De "nee's" die eruit komen moeten worden besproken en beoordeeld of ze binnen doelstellingen passen. "Nee" moet veranderen in "ja". Gemeente moet toetsen en sneller en creatiever zijn. Wethouder (Van den Berg): - Bedrijfsleven vertegenwoordigt geen algemeen belang, maar bedrijfsbelang. Ongeduld mag meer doorklinken in ambtelijke en bestuurlijke organisatie. Wil permanent in gesprek blijven over instrumentalisatie van voorzieningen en condities. - Vergunningen worden op kavelniveau bekeken. Regels zijn bedoeld om te kijken of iets wel mogelijk is. - Raad moet kaders kunnen controleren. Doorzettingsmacht op collegeniveau is nodig om snelheid mogelijk te maken. Dit kan ertoe leiden dat mandaat hoger moet worden neergelegd. Ver. Amersfoortse Zelfstandigen (VAZ) (Van Helden): - Doet gemeente Amersfoort bij binnenhalen van bedrijven gemiddeld moeilijker dan andere gemeenten? Ver. Amersfoortse Bedrijven (VAB) (Pot): - Amersfoort heeft meer te bieden dan landelijk gemiddelde. Waarom is dat nog niet verzilverd? Die munten moeten worden opgepakt. Wethouder (Van den Berg): - Gezamenlijk met bedrijfsleven zijn flexibilisering, vergunningen en loket opgepakt. Amersfoort doet heel veel goed. Uitkomst is bepalend voor gevoel. ChristenUnie (Hunink): - Is enthousiast over wat hij heeft gelezen en hoort. Ziet uit naar discussie over toekomst.
4
-
Gemeenteraad moet over kaders gaan en niet over details. College moet ruimte krijgen om uit te voeren.
D66 (Van Hamersveld): - Ziet veel leegstand en vertraging. - Mist regionaal denken. Laat zien hoe goed we zijn. Mist uitnutten van kracht van Amersfoort. Waar is dat mis gegaan? Bedrijvenkringen gaan goed samen, maar dat is onvoldoende zichtbaar. Hoe kan zichtbaar worden dat bedrijf zich in deze regio moet vestigen? Ver. Amersfoortse Bedrijven (VAB) (Pot): - Amersfoort was groeigemeente toen Utrecht op slot zat. Dat zorgde voor automatische aanzuiging, omdat in Amersfoort ruimte was. Gemeente heeft te weinig en te laat gerealiseerd dat attitude moest veranderen. EBU en REO (Broks): - Accountmanagement en acquisitie plegen zijn wezenlijk verschillend. Amersfoort is goed in accountmanagement, maar niet in acquisitie plegen. Van belang zijn regionale connecties en meer samenwerken. "Als je niet in beeld bent, kunnen ze je niet vinden". Ver. Amersfoortse Ondernemers (VAO) (Gorissen): - In federatie voor Regionale Bedrijvenkringen zitten alle kringen uit de regio. Daar is resultaat van onderzoek van Atzema opgepakt (Amersfoortse ruit). Op niveau van ondernemers wordt samenwerking gezocht, maar op gemeenteniveau niet. Regionaal denken is grenzen loslaten. Wethouder (Van der Werff): - Stemt met collega-wethouders af over vestiging van bedrijven. Kamer van Koophandel (Voortman): - In afgelopen periode zijn speerpunten geweest. Amersfoort is dé ZZP-stad van Nederland. Wat moet volgende stap zijn? Hoe wordt dit vastgehouden? - Zakelijke dienstverlening doet het goed. Er is ingezet op concrete sectoren die hier goede voedingsbodem hadden. Is dat voor komende tijd ook zo? - Wil paaltjes slaan en concretere doelen formuleren (Amersfoortse ruit). Focus aanbrengen is absoluut nodig. Ver. Amersfoortse Zelfstandigen (VAZ) (Van Helden): - Amersfoortse ruit laat zich moeilijker vertalen dan bijvoorbeeld Foodvalley. - Gebruik duidelijke labels om het te vertellen. Wethouder (Van den Berg): - Is in gesprek met Almere over lessen uit Floriade. Spreekt op bestuurlijk niveau over Foodvalley. In kader van bereikbaarheid is gesproken over afslag Nijkerk. Dit betreft regionale samenwerking. - Wil focussen op condities om bedrijven in Amersfoort te krijgen. Wat betekent cultureel klimaat voor vestigingsklimaat? Convenant is inclusief regionale woningmarkt. Spreekt met wethouders van Lunteren en Leusden over kantoren. Wil bereikbaar zijn naar Schiphol (Nachtnet). Bedrijven vestigen zich op plekken waar condities vanzelfsprekend zijn. PvdA (Smits Alvarez): - Worden accountmanagement en acquisitie betaald uit incidentele Economische Agendagelden en niet uit reguliere middelen?
5
Gemeente Amersfoort (Van Nijen): - Een deel wordt betaald uit reguliere middelen, het grootste gedeelte komt uit Economische Agendagelden. - Twee jaar geleden is gekozen voor inzet op accountmanagement gericht op de hier gevestigde bedrijven om beperkte middelen zo goed en effectief mogelijk in te zetten. PvdA (Smits Alvarez): - Amersfoort is best bewaarde geheim van Nederland. Hoe kan dat worden doorbroken? Welke stappen moeten worden gezet voor nodige bekendheid? Ver. Amersfoortse Bedrijven (VAB) (Pot): - Is Amersfoort beste geheim van Nederland? Als daarover geen overeenstemming is, hebben vervolgstappen geen zin. Er is geen unanieme mening dat Amersfoort best bewaarde geheim is van Nederland. - Hoe is bekendheid in het land? VVD (Hessels): - Dit heeft betrekking op randvoorwaarden. Waar dit niet zo is, moet dit zo snel mogelijk worden opgelost. D66 (Van Hamersveld): - Eerst moet duidelijk zijn waarom men vindt dat dit niet zo is, zodat daaraan kan worden gewerkt. PvdA (Smits Alvarez): - Welke geluiden zijn er dat Amersfoort niet best bewaarde geheim van Nederland is? Ver. Amersfoortse Bedrijven (VAB) (Pot): - Vindt dat Amersfoort best bewaarde geheim van Nederland is. Haalt tweemaal per jaar groepen naar Amersfoort. Men heeft geen gevoel wat Amersfoort te bieden heeft. Wethouder (Van der Werff): - Amersfoort had in het verleden veel garnizoenen. Veel mensen komen terug naar plaatsen waar ze gelegerd zijn geweest. Wellicht is dat een item. VVD (Hessels): - Veel lichten staan op groen. Nog steeds weten onvoldoende mensen wat Amersfoort heeft te bieden. - Op welke punten kiest ondernemer, die wel weet dat Amersfoort aantrekkelijk is, soms toch voor een andere vestigingsplaats? Welke verandering kan gemeenteraad technisch beter regelen? ChristenUnie (Hunink): - EFRO subsidie is substantieel geweest, maar stopt. Is er zicht op iets vergelijkbaars? Gemeente Amersfoort (Van Nijen): - Vergelijkbare projecten moeten in EBU-verband worden opgezet. Hierbij is sprake van cofinanciering van subsidiemogelijkheden.
6
Wethouder (Van den Berg): - In evaluatiedossier is overzicht met bedragen opgenomen. - Raad moet afweging maken bij coalitieakkoord. Welk rendement is gescoord? Heeft het budget dat daarvoor beschikbaar is gemaakt zijn geld opgeleverd? Wat heeft raad er komende tijd voor over? Kamer van Koophandel (Voortman): - Wil graag spreken over privaat-publieke succes Ondernemersplaza. Wil dit op langere termijn voor stad behouden. Ver. Amersfoortse Ondernemers (VAO) (Gorissen): - Rode loper: er is programma in de maak. Op 28 november a.s. wordt getoond waarom Amersfoort een goede stad is om zich te vestigen. Conclusie: - Naar verwachting wordt in november 2013 de vervolgsessie belegd: Beleidsevaluatie Economie deel II. Dan wordt vooral vooruitgekeken naar de toekomst van het beleid.
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 december 2013 de griffier,
de voorzitter,
7
Besluitenlijst De Ronde datum:
1 oktober 2013
vergaderruimte: Meet & Discover, Stadsring 2 Titel
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.30 uur 6
Notulist
Reg.nr. 4503070 Beleidsevaluatie Economie (deel I) Soort verslag College van B&W Verslag Soort activiteit Informatie Rondetafelgesprek De raad heeft in januari 2013 besloten om in de tweede helft van 2013 Economie (onderdeel programma 10) te evalueren. De evaluatie kan lessen opleveren om nieuw beleid verder aan te scherpen. Portefeuillehouder Van den Berg, Van Land Pen der Werff Opsteller MKW De Boer
Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
Van Hamersveld (D66), Hessels (VVD), Hunink (CU), Land (GL, tevens in voorzittersrol), Smits Alvarez (PvdA)
Inspreker(s)
Wethouder Van der Werff heeft een korte inleiding gegeven. Mevrouw De Boer, programmamanager economische agenda, heeft een presentatie gegeven over de doelen, resultaten en middelen van het economische beleid uit de afgelopen jaren. Vertegenwoordigers van het georganiseerde bedrijfsleven hebben hier op gereageerd. Woordvoerders hebben vragen gesteld aan deze vertegenwoordigers en aan de wethouders. In de tweede bijeenkomst, die naar verwachting in november wordt gehouden, wordt vooruitgeblikt op de toekomst van het economische beleid.
Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris
Conclusie voorzitter
Portefeuillehouder
Ambtenaren
Van den Berg, Van der Werff De Boer
Advies aan presidium: Terug in De Ronde, deel II van de beleidsevaluatie, wordt eind november verwacht Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
Deelnemers aan het rondetafelgesprek: H. van Helden (Vereniging Amersfoortse Zelfstandigen - VAZ), mw. R. Gorissen (Vereniging Amersfoortse Ondernemers VAO), T. Voortman (Kamer van Koophandel), W. Pot (Vereniging Amersfoortse Bedrijven - VAB) en mw. P. Broks (Economic Board Utrecht - EBU) Een woordelijk verslag van deze bijeenkomst is beschikbaar.
#4503070 v1 - BESLUITENLIJST DR 1-10-2013 BELEIDEVALUATIE ECONOMIE (DEEL I)