OVERZICHT De Ronde 14-02-2012 Aanvang: 19:00 Tijd
Raadzaal 1.02
Molendijkzaal 0.01
Vermeerzaal 1.03
19:00
RWA/Amfors scenario’s (deel 1) vrz: Nederkoorn pfh: Buijtelaar/Van ’t Erve secr: Rochat
20:30
Commissie Begroting en Verantwoording
21:30
vrz: Prins pfh: Buijtelaar secr: Rochat
PvdA: Raadsinformatiebrief 2012-06: Evaluatie en nieuwe aanpak verkeersveiligheid vrz: Kennedy-Doornbos pfh: Buijtelaar
22:30
1
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 14 februari 2012 19:00
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 14 februari 2012 19:00
RWA/Amfors scenario’s (deel 1) Informatie, rondetafelgesprek Commissie Begroting en Verantwoording PvdA: Raadsinformatiebrief 2012-06: Evaluatie en nieuwe aanpak verkeersveiligheid Informatie
RWA/Amfors scenario’s (deel 1) Informatie, rondetafelgesprek Inhoud agendapunt Toekomstscenario s RWA - Amfors (pdf) Raadsinformatiebrief 2012-10 Toekomstscenario’s RWA - Amfors (pdf) Bijlage - Rapport RWA Amfors, versie 2 (pdf) Bijlagenboek RWA Amfors (pdf) M-7.1 Motie scenario s RWA (pdf) Bijlage - Presentatie Toekomstscenario s Wet Werken naar Vermogen (WWnV) (pdf) Besluitenlijst RWA - Amfors scenario’s (deel 1) (pdf) Verslag RWA - Amfors scenario’s (deel 1) (pdf) Audioverslag
Commissie Begroting en Verantwoording Agenda commissie B&V 14 februari 2012 (pdf) Besluitenlijst commissie B&V 14 februari 2012 definitief (pdf)
PvdA: Raadsinformatiebrief 2012-06: Evaluatie en nieuwe aanpak verkeersveiligheid Informatie Inhoud agendapunt Raadsinformatiebrief 2012-06 - Evaluatie en nieuwe aanpak verkeersveiligheid (pdf) Bijlage - Evaluatie Plan van aanpak verkeersveiligheid 2008 – 2011 (pdf) Bijlage - Collegebesluit - Evaluatie en nieuwe aanpak Verkeersveiligheid (pdf) Raadsinformatiebrief 2012-06 Evaluatie en nieuwe aanpak Verkeersveiligheid (pdf) Bijlage - Plan van aanpak verkeersveiligheid Amersfoort 2008-2011 (pdf) Bijlage - Evaluatie fietsersbond Plan van aanpak verkeersveiligheid 2008 – 2011 (pdf) Bijlage - Beantwoording feitelijk vragen PvdA, Evaluatie en nieuwe aanpak verkeersveiligheid (pdf)
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Reg.nr. 4019182 Toekomstscenario’s RWA/Amfors 14 februari 2012 Ambtelijk contact College van B&W Opstelten (033-469 5537) Wethouders van ’t Erve en Buijtelaar De invoering van de Wet Werken naar Vermogen stelt Amersfoort voor de opgave om de hieruit voortvloeiende financiële problematiek (zie onder het kopje Aanleiding in RIB 2012-10) betreffende Wet sociale werkvoorziening op te lossen.
Het bijgaande RWA rapport ‘Wet Werken naar Vermogen en scenario’s voor RWA/Amfors’ (opgesteld door BMC/Divosa) biedt inzicht in mogelijke lange termijn strategieën gericht op maximaal resultaat voor de betrokken WSW doelgroep en de daaraan verbonden financiële consequenties. De genoemde opties zoals verwoord in de aangenomen motie (M-7.1 op 10 januari 2012) worden ook in het gesprek betrokken. Maurits Depla van BMC/Divosa is aanwezig bij deze bespreking. Doel activiteit Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
Informatie/Rondetafel- Soort document Raadsinformatiebrief 2012gesprek 10 Informatie maakt onderdeel uit van voorbereiding op besluitvorming over de toekomst van Amfors binnen de Wet werken naar vermogen. Op basis van de keuze van de raad kan een aanvraag worden ingediend voor de herstructureringsfaciliteit die het Rijk beschikbaar stelt. Deze aanvraag moet voor 30 april 2012 worden gedaan. - Kennis te nemen van het rapport “Wet Werken naar Vermogen en scenario’s voor RWA/Amfors” - Vragen te stellen Voorlopige planning (zie ook RIB 2012-10): 28 februari 2e bespreking in De Ronde 13 maart vaststelling voorgenomen besluit door het college 27 maart voorbereiding besluit in De Ronde 10 april besluitvorming door de raad
Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten
Verslag Raadsinformatiebrief 2012-10 Toekomstscenario’s RWA/Amfors RWA Rapport “Wet Werken naar Vermogen en scenario’s voor RWA/Amfors” Samenvatting RWA Rapport Bijlagenboek Motie 7.1 RWA scenario’s
xBundel
xBIS xRaadskast
Fractiekamer
Bundel
xBIS xRaadskast
Fractiekamer
x Bundel
xBIS xRaadskast
Fractiekamer
Bundel
xBIS xRaadskast
Fractiekamer
xBundel
xBIS xRaadskast
Fractiekamer
#4019182 v1 - AGENDAPUNT DR 14-2-2012 TOEKOMSTSCENARIO'S RWA/AMFORS
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF 2012-10 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouders van ’t Erve en Buijtelaar
Reg.nr. Datum Programma
: 4013374 : 31 januari 2012 : 11 en 12
TITEL Toekomstscenario’s RWA/Amfors KENNISNEMEN VAN - Het RWA rapport ‘Wet Werken naar Vermogen en scenario’s voor RWA/Amfors’ - Besluitvormingsproces betreffende keuze toekomstscenario RWA/Amfors AANLEIDING De invoering van de Wet Werken naar Vermogen (hierna WWnV) stelt de gemeenten in Nederland voor de opgave om de hieruit voortvloeiende financiële problematiek betreffende Wet Sociale Werkvoorziening (hierna WSW) op te lossen. Op 13 september 2011 bent u voor ’t eerst geïnformeerd over de financiële consequenties voor de gemeente Amersfoort. In essentie komt de problematiek op het volgende neer: - De rijkssubsidie wordt met €5.000 per Standaard Eenheid verminderd (van €27.000 naar €22.000); - De re-integratiemiddelen zijn door het Rijk gehalveerd; - De doelgroep die de gemeenten te bedienen krijgen neemt met ongeveer 37% toe; en - De bestaande rechten voor de huidige groep WSW-ers blijven behouden, waaronder de CAOverplichtingen, ontslagbescherming en indicatie. Daarnaast kent de CAO WSW een relatief hoge beloning en dure aanvullende regelingen. Voor de korte termijn heeft het Algemeen Bestuur van RWA aan Amfors verzocht haar bedrijfsvoering verder aan te scherpen met het oog op risicobeperking. Daarnaast heeft het RWA en Amfors Groep BMC/Divosa opdracht gegeven tot het ontwikkelen van scenario’s voor de lange termijn voor RWA/Amfors. Op 22 december 2011 bent u in hoofdlijnen door het Algemeen Bestuur RWA geïnformeerd over de onderzochte richtingen (scenario studie) waarin het bedrijf Amfors zich zou kunnen ontwikkelen, inclusief de financiële consequenties en het rapport dat daarover uitgebracht zou worden. Bijgaand rapport is inmiddels aangeboden aan de colleges van de RWA-gemeenten. KERNBOODSCHAP Het RWA rapport ‘Wet Werken naar Vermogen en scenario’s voor RWA/Amfors’ biedt inzicht in mogelijke lange termijn strategieën gericht op maximaal resultaat voor de betrokken WSW doelgroep en de daaraan verbonden financiële consequenties. Wij schetsen u de wijze waarop wij met u tot een grondig en afgewogen besluit willen komen betreffende de rol die RWA/Amfors moet gaan spelen in de uitvoering van de WWnV. Het is uiteraard aan uw Raad om te bepalen of het hieronder geschetste besluitvormingsproces ook daadwerkelijk te volgen. Om de Raad de gelegenheid te bieden het RWA rapport goed te kunnen doorgronden willen wij graag op 14 februari 2012 met u hierover van gedachten wisselen. Doel van deze bespreking is inzicht te krijgen in welke vragen er leven naar aanleiding van het rapport en vragen te beantwoorden. De genoemde opties, zoals verwoord in de aangenomen motie (M-71, dd. 10 januari 2012), worden daarbij ook betrokken. Op 28 februari 2012 willen wij u een tweede gelegenheid bieden om van gedachten te wisselen over de inhoud van het rapport, de genoemde opties door de Raad en de antwoorden op de gestelde (uitwerkings-)vragen. De bespreking in de Rondes gebruiken wij bij de Inlichtingen bij:
A.N. Opstelten, MO/SZ, (033) 469 55 37
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4013374 pagina 2
voorbereiding van ons voorstel aan uw Raad over de rol die RWA/Amfors gaat spelen in de uitvoering van de WWnV. Afhankelijk van de bespreking in de Raad zijn wij voornemens dit besluit op 13 maart aan u voor te leggen. Uw Raad zou dan op zijn vroegst op 10 april tot besluitvorming kunnen overgaan over de rol die RWA/Amfors gaat spelen in de uitvoering van de WWnV. Dit voorstel bespreken wij graag met u op 27 maart in de Ronde. Dit moet er uiteindelijk toe leiden dat wij op basis van uw keuze een aanvraag kan worden ingediend voor de herstructureringsfaciliteit die het Rijk beschikbaar stelt. Deze aanvraag moet worden gedaan voor 30 april aanstaande. Samengevat ziet het besluitvormingsproces dat wij u voorstellen er als volgt uit: Datum Processtap 7 februari 2012 Informeel overleg met de woordvoerders van de Raadsfracties 14 februari 2012 1e bespreking in de Ronde 28 februari 2012 2e bespreking in de Ronde 13 maart 2012 Vaststelling voorgenomen besluit door het college 27 maart 2012 Bespreking voorgenomen besluit in de Ronde 10 april 2012 Besluitvorming in de Raad CONSEQUENTIES Indien de besluitvorming over de rol die RWA/Amfors gaat spelen in de uitvoering van de WWnV niet voor 30 april wordt genomen is het niet mogelijk tijdig een aanvraag te doen voor de herstructureringsfaciliteit van het Rijk. Financiën Om een aanvraag voor de herstructureringsfaciliteit te kunnen indienen wordt 25% cofinanciering van de RWA-gemeenten gevraagd. Aangezien er in de begroting van de betrokken gemeenten nog geen voorziening is getroffen, betreft dit een financieel risico. Het college onderzoekt momenteel op welke wijze de cofinanciering mag worden ingevuld en wat dit betekent voor de gemeentelijke begroting. Risico afstemming RWA-gemeenten Om een aanvraag voor de herstructureringsfaciliteit te kunnen indienen moeten de RWA gemeenten tot overeenstemming komen over de koers voor de korte en lange termijn. Opgave is dus om in alle gemeenten te komen tot tijdige besluitvorming én inhoudelijke overeenstemming. Lukt dit niet dan kan de herstructureringsfaciliteit niet worden aangevraagd. BETROKKEN PARTIJEN RWA/Amfors, deelnemende gemeenten
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Wet werken naar vermogen en scenario’s voor RWA/Amfors
Rapport RWA/Amfors Groep
BMC/Divosa januari 2012 ir. M.F. Depla drs. G. van Dijk Projectnummer: 017690 Correspondentienummer: AD-2001-54215
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
INHOUD HOOFDSTUK 1
SAMENVATTING
2
HOOFDSTUK 2
AANLEIDING EN AANPAK
6
HOOFDSTUK 3
2.1
Aanleiding
6
2.2
Nieuwe regels voor lokale sociale zekerheid
7
2.3
Aanpak scenario-onderzoek
8
2.4
Leeswijzer
9
VIER BASISSCENARIO’S
10
3.1
Strategische keuzes voor RWA/Amfors
10
3.2
Twee assen, vier basisscenario’s
10
3.3
Huidige SW-populatie blijft buiten de scenario’s
12
3.4
Scenario’s: hulpmiddel
13
HOOFDSTUK 4
TOETSINGSKADER
14
HOOFDSTUK 5
VAN BASISSCENARIO’S NAAR VOORKEURSCENARIO
16
5.1
Waardevolle elementen uit de basisscenario’s
16
5.2
Scenario ‘Privaat werkbedrijf’ beoordeeld
16
5.3
Scenario ‘Publiek werkbedrijf’ beoordeeld
18
5.4
Scenario’s ‘Privaat beschermd werk’ en ‘Publiek beschut werk’ beoordeeld 20
5.5
Voorkeurscenario
BIJLAGE 1
LIJST GEÏNTERVIEWDEN
BIJLAGE 2
GEDEELDE BEELDEN EN SWOT
BIJLAGE 3
UITGANGSPUNTEN VOOR BEOORDELING SCENARIO’S RWA/AMFORS
BIJLAGE 4
COMMISSIE-WESTERLAKEN
BIJLAGE 5
SCENARIO ‘PUBLIEK WERKBEDRIJF’
BIJLAGE 6
SCENARIO ‘PUBLIEK WERKBEDRIJF’
BIJLAGE 7
SCENARIO ‘PRIVAAT BESCHERMD WERK’
BIJLAGE 8
SCENARIO ‘PUBLIEK BESCHUT WERK’
1/24
22
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Hoofdstuk 1 Samenvatting In opdracht van de regiegroep RWA/Amfors (samengesteld uit vertegenwoordigers van gemeenten die deelnemen in RWA en Amfors Groep)1 is onderzoek gedaan naar scenario’s voor een levensvatbare strategie voor RWA/Amfors in relatie tot het door de RWA-gemeenten te voeren beleid in het kader van de Wet werken naar vermogen (WWNV). Bij het bepalen van de strategie voor RWA/Amfors in de toekomst moeten in ieder geval de volgende twee vragen beantwoord worden: 1. Is RWA/Amfors er in de toekomst alleen voor de groep ‘beschut werken’ of richt RWA/Amfors zich juist op de groep die (met ondersteuning) op de reguliere arbeidsmarkt kan werken? 2. Is RWA/Amfors dé dienstverlener van de RWA-gemeenten of is RWA/Amfors één van de bedrijven waarmee gemeenten zaken doen? Deze twee keuzes zijn vertaald in een viertal basisscenario’s voor een toekomstige rol voor RWA/Amfors bij de uitvoering van de WWNV: 1. Privaat werkbedrijf In dit scenario zet RWA/Amfors klanten met een loonwaarde beneden 100% WML aan het werk in eigen bedrijven of via detachering bij andere werkgevers. Dat doet RWA/Amfors in concurrentie met andere bedrijven. 2. Publiek werkbedrijf In dit scenario werken de trajectbegeleiders en klantmanagers van de gemeenten in één organisatie met jobcoaches, werkleiders en opleiders van RWA/Amfors. Het bedrijf heeft de publieke taak om klanten uit de doelgroep WWNV naar de arbeidsmarkt te begeleiden. 3. Privaat beschermd werk bedrijf In dit scenario verwerft RWA/Amfors in concurrentie de opdracht om de volgende doelgroepen activiteiten aan te bieden: WSW-beschut, dagbesteding en klanten met een ‘WWNV-uitkering’ met zeer beperkte verdiencapaciteit. 4. Publiek beschut werkbedrijf In dit scenario voert RWA/Amfors de publieke taak uit om te zorgen voor beschutte werkplekken voor de klanten met een SW-indicatie. (Zie verder hoofdstuk 3 van dit rapport + de bijlagen 5-8 voor een toelichting op de basisscenario’s.)
1
Leden van de regiegroep RWA/Amfors: mevrouw Y.C. Kemmerling (wethouder gemeente Soest, bestuurslid RWA), de heer. G. Koops (wethouder Bunschoten, bestuurslid RWA), de heer S.W. van ’t Erve (wethouder Amersfoort, voorzitter RWA-bestuur), de heer J.C. van Ek (op voorzitter raad van commissarissen Amfors Groep, op persoonlijke titel), mevrouw L.M.B. Maas (directeur RWA/Amfors), de heer H. Huitink (gemeentesecretaris Amersfoort), de heer H.J. Karrenbelt (hoofd Sociale Zekerheid Amersfoort).
2/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Aan de hand van deze basisscenario’s zijn de consequenties van de te maken keuzes in beeld gebracht. Om de verschillen tussen de vier scenario’s goed zichtbaar te maken zijn de scenario’s uitgewerkt met de nieuwe doelgroepen en voorwaarden (uit de WWNV) als uitgangspunt. Om de uitkomsten van de scenario’s te kunnen wegen, heeft de regiegroep een toetsingskader opgesteld. De vier basisscenario’s zijn beoordeeld aan de hand van dit toetsingskader (zie hoofdstuk 4 van dit rapport voor een toelichting op het toetsingskader). Privaat werkbedrijf OMVANG Aantal SE Aantal dagbesteding Aantal trajecten Volume opdrachten INHOUD Doeltreffend voor de doelgroep(en)
Effectieve werkgeversbenadering Verantwoordelijkheidsverdeling Innovatie Flexibiliteit FINANCIËN Efficiency Efficiencyprikkel Kostenbeheersing huidige SW-populatie Resultaat (x ! 1.000,—) Bespaarde uitkeringen (x ! 1.000,—) Frictiekosten (! 1.000,—) TRANSITIE Frictiekosten Taken die resten voor gemeenten
Publiek werkbedrijf
700
1.365
0
600 ++
Verdiencapaciteit blijvend tussen 20-80% WML: +
+
Verdiencapaciteit blijvend tussen 20-80% WML: + Verdiencapaciteit tijdelijk < 100% WML: +/+
Privaat beschermd werkbedrijf
Publiek beschut werkbedrijf
650 84
390
+
0
Beschut werk (SW): + Verdiencapaciteit 20-40% WML: + Dagbesteding: +
Beschut werk (SW): +
n.v.t.
n.v.t.
+
+/-
+
+
+ +
+/-
+ +
-
+ + +
+ +
+ + 0
+/0
- 499 3.900
- 1.437 7.600
- 1.485 -
- 1.484 -
14.600
6.600
16.100
16.400
+/-
+ +
-
+/-
De uitkomsten van de scenariostudie laten zien dat er met de doelgroep ‘beschut’ (de doelgroep van de nieuwe WSW) ook in de toekomst een negatief bedrijfsresultaat wordt gerealiseerd. Hierbij is rekening gehouden met de lagere SW-subsidie én de soberder arbeidsvoorwaarden die in de toekomst zullen gelden. Er is ook uitgegaan van een bedrijfsvoering die lean en mean is. Er zit nog een gat tussen de loonkosten en de SW-subsidie. En de lage toegevoegde waarde die met deze doelgroep gerealiseerd wordt, maakt de noodzakelijke kosten voor begeleiding niet helemaal goed. Wordt het beschut werken gecombineerd met het bieden van arbeidsmatige dagbesteding, dan verbetert het resultaat enigszins. Dit effect is echter beperkt, omdat wij op basis van de nu beschikbare gegevens inschatten dat de groep burgers die hiervoor in aanmerking komt beperkt in omvang is.
3/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
In beide scenario’s waarin de rol van RWA/Amfors beperkt wordt tot beschut werk zijn de frictiekosten fors, omdat het aantal SW’ers krimpt tot eenderde van de huidige omvang en het stafpersoneel krimpt met zo’n 80%. De scenariostudie laat verder zien dat RWA/Amfors alleen met de doelgroep van de WWNV die met loondispensatie aan het werk gaat een bescheiden verlies draait. Hiertegenover staat een veel grotere vermindering van uitgaven aan WWNVuitkeringen. Omdat betrokken klanten loon verdienen bij RWA/Amfors2, kan de WWNV-uitkering verlaagd worden tot een aanvullende uitkering. Hoewel er ook andere bedrijven zijn waar deze doelgroep aan de slag kan, is het niet te verwachten dat er op korte termijn voldoende werkplekken bij reguliere werkgevers zijn waar deze doelgroep met een verdiencapaciteit van minder dan 100% WML aan de slag kan. De frictiekosten van de twee scenario’s, waarin RWA/Amfors zich toelegt op de doelgroepen die (eventueel met inzet van het instrument loondispensatie) aan het werk kunnen op de reguliere arbeidsmarkt, lopen uiteen. De private variant is kleiner dan de publieke variant, waardoor er meer stafpersoneel moet afvloeien, waardoor de afvloeiingskosten hoger zijn. De afvloeiingskosten voor personeel zijn een belangrijke component van de frictiekosten. Op basis van deze analyse is de regiegroep tot het oordeel gekomen dat geen van de vier basisscenario’s op zichzelf een gewenste toekomststrategie voor RWA/Amfors biedt. Door elementen uit de basisscenario’s te combineren komt de regiegroep tot een voorkeurscenario voor RWA/Amfors, waarin de volgende elementen zitten: 1. RWA/Amfors is de uitvoerder voor beschut werken in het kader van de WSW (huidige WSW en toekomstige WSW) voor de RWA-gemeenten. 2. RWA/Amfors is één van de bedrijven waar mensen uit de RWA-gemeenten met loondispensatie aan het werk gaan. 3. Onderzoek de mogelijkheden om ook arbeidsmatige dagbesteding voor de RWA-gemeenten bij RWA/Amfors te beleggen. Benut daarbij de resultaten van het lopende experiment. Dit voorkeurscenario is niet volledig uitgewerkt in het kader van deze studie. Er is wel een beeld van te vormen op basis van de basisscenario’s. Het is een combinatie van het publieke beschutwerkenbedrijf met het private werkbedrijf. De omvang lijkt op het huidige RWA/Amfors: 1.100 mensen uit de doelgroep aan het werk (400 beschut werken en 700 met loondispensatie). Op grond van de uitkomsten van de basisscenario’s is dit het meest rationele scenario: beschut werken als publieke voorziening en werken met loondispensatie in concurrentie met andere bedrijven. Deze combinatie leidt weliswaar niet tot een ‘nulscenario’, maar daar staat tegenover dat er (voor de doelgroep ‘niet-beschut’) ook in dit scenario bespaard wordt op de WWNV-uitkeringen.
2
We gaan er hierbij van uit dat deze mensen anders in de uitkering zouden zitten, omdat ze een verdiencapaciteit van minder dan 100% WML hebben. Het is ongewis of betrokken gemeenten hierdoor ‘overhouden’ op de rijksbijdrage voor WWNV-uitkeringen. Deze zijn gebaseerd op het macrobudget. Dat is afhankelijk van hoeveel er landelijk wordt uitgegeven aan WWNV-uitkeringen. Dit wordt beïnvloed door de prestaties van alle gemeenten samen bij het aan het werk helpen van klanten met een WWNV-uitkering.
4/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Er zijn wel frictiekosten, omdat RWA/Amfors ook in het voorkeurscenario iets minder mensen uit de doelgroep aan het werk heeft, de organisatie leaner en meaner is ingericht en er geen re-integratietrajecten uitgevoerd worden. Het aantal stafmedewerkers krimpt hierdoor. Dit zorgt voor afvloeiingskosten. De regiegroep vat zijn conclusies over de toekomstige rol van RWA/Amfors bij de uitvoering van de WWNV als volgt samen. De doelgroep van de WWNV loopt zeer uiteen. Naarmate de doelgroep dichter tegen de reguliere arbeidsmarkt aan zit, zou de markt een grotere rol moeten spelen. Naarmate de doelgroep minder verdienvermogen heeft, ligt publieke uitvoering meer voor de hand. Dit kan worden samengevat in het volgende plaatje:
Toelichting: • De percentages op de horizontale as geven de verschillende categorieën verdienvermogen weer. De doelgroep ‘dagbesteding’ heeft een verdienvermogen van minder dan 20%. De doelgroep ‘beschut werken’ heeft een verdienvermogen van naar schatting 20-40% WML. Werken met loondispensatie zal in de praktijk vooral gebeuren door de klanten met een verdienvermogen van tussen circa 40 en 80%. Boven de 100% WML is er sprake van regulier werk zonder loondispensatie. • Naarmate de doelgroepen meer naar rechts staan (grotere verdiencapaciteit), ligt uitvoering door de markt meer voor de hand. Voor de groepen met de minste verdiencapaciteit is publieke uitvoering gewenst. • De rol van RWA/Amfors strekt zich uit van het bieden van beschut werken (publieke taak) tot het werken met loondispensatie (in concurrentie).
5/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Hoofdstuk 2 Aanleiding en aanpak 2.1
Aanleiding Heroriëntatie noodzakelijk De veranderingen in de SW-sector als gevolg van ontwikkelingen in beleid (WWNV) én budget (voor de WSW en re-integratie) vragen om een fundamentele heroriëntatie op de strategie van SW-bedrijven. Dat geldt ook voor RWA/Amfors. De SW-subsidie daalt met ! 5.000,— per SW’er (van ! 27.500,— in 2010 naar ! 22.050,— in 2015). De cao-verplichtingen blijven vooralsnog gelijk. De WSW wordt beperkt tot WSW-beschut (op termijn is de SW nog maar eenderde van het volume van de huidige WSW-populatie). Gemeenten zijn een belangrijke opdrachtgever voor SW-bedrijven. Dat geldt ook voor Amfors. Gemeenten moeten fors bezuinigen, waardoor opdrachten in groenonderhoud onder druk staan. En gemeenten bezuinigen op re-integratieopdrachten aan SW-bedrijven, omdat het re-integratiebudget in 2012 gehalveerd wordt. Voor gemeenten geldt dat het huidige beleid voor de onderkant van de arbeidsmarkt niet vol te houden is, gegeven de wijzigingen in wetgeving (WWNV), de vergroting van de doelgroep waar gemeenten verantwoordelijk voor worden (+37%) en de halvering van het re-integratiebudget. Dit probleem is geen uniek RWA-probleem. In het hele land worstelen gemeenten en SW-bedrijven met deze radicale aanpassing van de (budgettaire) spelregels door het Rijk. Het is niet voor niets dat er géén akkoord is tussen VNG en kabinet over het onderdeel uit het bestuursakkoord dat over de aanpassingen in de SW gaat. Nieuwe strategie voor beleid en bedrijf Gemeenten en Amfors zijn op zoek naar een nieuwe strategie voor beleid en bedrijf voor de onderkant van de arbeidsmarkt, zodat met de beschikbare instrumenten en financiële middelen een maximaal resultaat voor de doelgroep bereikt wordt. Een duurzame strategie voor het bedrijf Amfors is een strategie die past bij het nieuwe beleid van de gemeenten voor de onderkant van de arbeidsmarkt én bij de kwaliteiten en mogelijkheden van het bedrijf Amfors. Gemeenten en Amfors hebben een onderscheiden verantwoordelijkheid, maar hebben samen een regiegroep gevormd om de opties voor het beleid van gemeenten en de strategie voor RWA/Amfors in samenhang te onderzoeken. Doelstelling van dit onderzoek is: een onderbouwde, gezamenlijke conclusie van de regiegroep over één of twee voorkeurscenario’s voor de strategie van RWA/Amfors in het licht van het beleid dat gemeenten willen voeren voor de onderkant van de arbeidsmarkt, in het licht van de nieuwe regels voor de lokale sociale zekerheid. Met dit onderzoek lopen de RWA-gemeenten en RWA/Amfors voorop in het ontwikkelen van een strategie voor het SW-bedrijf in het licht van het nieuwe beleid voor de onderkant van de arbeidsmarkt.
6/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
2.2
Nieuwe regels voor lokale sociale zekerheid In de zes gemeenten die deelnemen in RWA doen in 2010 in totaal 7.785 mensen een beroep op Wwb (inclusief WIJ), WSW of Wajong. Als de WWNV ingaat per 1 januari 2013, wordt de WSW beperkt tot beschut werken en is de Wajong alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. De Wwb wordt vervangen door de WWNV. Als deze nieuwe regels nu zouden gelden, zouden de mensen die nu in Wwb, WSW of Wajong zitten als volgt verdeeld zijn over de nieuwe regelingen: Regeling Wwb (inclusief WIJ) WSW Wajong WWNV Geen uitkering Totaal
2010
Nieuw
3.865 1.170 2.750
7.785
0 390 1.032 5.309 1.054 7.785
Doelgroepen naar verdienvermogen In de WWNV staat het begrip ‘verdienvermogen’ centraal. Er kunnen verschillende doelgroepen worden onderscheiden aan de hand van dit begrip. Mensen met een gering verdienvermogen zijn aangewezen op beschut werk en dagbesteding. Naarmate mensen meer verdienvermogen hebben, kunnen zij (eventueel met ondersteuning) aan de slag op de reguliere arbeidsmarkt. De mensen die volgens de nieuwe regels tot de doelgroep van de WWNV zouden behoren zijn, naar verwachting, als volgt verdeeld naar categorie verdienvermogen3:
Doelgroep 1 Doelgroep 2 Doelgroep 3 Doelgroep 4 Totaal WWNV
Verdienvermogen ! 100% WML Tijdelijk < 100% WML Blijvend 20-80% WML Blijvend < 20% WML
Aantal WWNV 740 1.144 2.692 733 5.309
Naast de doelgroep van de WWNV behoort tot de potentiële doelgroep van RWA/Amfors: ‘WSW beschut’ (de ‘nieuwe’ WSW). In de structurele situatie (in 2050) zijn dat naar verwachting nog 390 personen. Deze situatie wordt pas bereikt na een lange overgangsperiode, omdat de huidige populatie SW’ers haar rechten behoudt. Het verdienvermogen van deze doelgroep wordt geschat op tussen de 20 en 40% WML.
3
Er is geen betrouwbare meting van het theoretisch verdienvermogen van de mensen in deze regelingen. Deze cijfers voor de Eemlandgemeenten zijn gebaseerd op de analyse in het rapport Eén regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt; Meedoen naar vermogen, belonen van inzet; Divosa, september 2010. In dit Divosa/BMCrapport worden de gepresenteerde inschattingen afgeleid van secundaire gegevens. Door de beleidsgroep RWA/Amfors zijn opmerkingen gemaakt bij deze inschattingen. Met name de inschatting dat in Wwb en WSW 10% van de huidige doelgroep een verdienvermogen van 100% WML heeft werd in twijfel getrokken. Dit zou leiden tot een iets kleinere doelgroep 1 en dus iets grotere doelgroepen 2-4.
7/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
AWBZ: op grond van een inventarisatie van de gemeente Amersfoort schatten wij voorlopig in dat de doelgroep die in aanmerking komt voor ‘arbeidsmatige dagbesteding’ rond 800 personen groot is.4 2.3
Aanpak scenario-onderzoek Bij de uitvoering van het onderzoek is nauw samengewerkt met de leden van de regiegroep, alsmede met de leden van de werkgroepen Beleid en Financiën. In deze werkgroepen zaten medewerkers van de betrokken gemeenten én van Amfors. Door hen is veel van het uitvoerend werk voor dit onderzoek gedaan. In het onderzoek zijn de volgende stappen gezet: Stap 1: gedeelde beelden Om de gezamenlijke strategiebepaling voor beleid en bedrijf te kunnen bouwen moet er een gedeeld beeld zijn van de uitgangssituatie. In de eerste stap van het onderzoek hebben we de sleutelspelers, betrokken bij RWA/Amfors, geïnterviewd.5 Gecombineerd met het beschikbare feitenmateriaal hebben we deze beelden vertaald in een SWOT van RWA/Amfors. Een beschrijving van de opgehaalde beelden en de vertaling daarvan in een SWOT van RWA/Amfors is opgenomen in bijlage 2. Stap 2: beleidsvisie onderkant arbeidsmarkt Een duurzame strategie voor het bedrijf Amfors moet aansluiten bij de visie van de betrokken gemeenten op het beleid voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Een gemengde groep van beleidsmakers bij gemeenten en Amfors heeft, op basis van het beleid voor zover dat op dat moment was vastgesteld, uitgangspunten geformuleerd waaraan een bedrijfsstrategie van RWA/Amfors zou moeten voldoen. Uitgangspunten voor beoordeling scenario’s, werkgroep beleid is opgenomen in bijlage 3. Stap 3: strategische opties voor Amfors: vier basisscenario’s Om tot een gezamenlijk oordeel te komen over de toekomstige rol van RWA/Amfors heeft de regiegroep een gedeeld toetsingskader vastgesteld (waarop beoordelen we de alternatieven?) en is er een inschatting gemaakt van de consequenties van verschillende strategische opties (beschrijving en doorrekening basisscenario’s). De selectie van de vier basisscenario’s wordt toegelicht in hoofdstuk 3. De beschrijving van de vier basisscenario’s is opgenomen in de bijlagen 5-8. Het toetsingskader is opgenomen en toegelicht in hoofdstuk 4. Stap 4: voorkeurscenario(‘s) Door de beschrijving van de vier basisscenario’s te confronteren met het toetsingskader heeft de regiegroep een gezamenlijke conclusie getrokken over een voorkeurscenario voor de toekomstige rol van RWA/Amfors binnen het beleid voor de onderkant van de arbeidsmarkt. 4 5
Er is geen betrouwbaar cijfermateriaal beschikbaar over deze doelgroep. Hiervoor is nader onderzoek naar de kenmerken van huidige AWBZ-doelgroep begeleiding nodig. Zie voor lijst met geïnterviewden: bijlage 1.
8/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Deze analyse staat in hoofdstuk 5 van dit rapport. Stap 5: voorbereiding besluitvorming In de regiegroep zijn de belangrijkste spelers rondom RWA/Amfors vertegenwoordigd. De regiegroep neemt echter geen formele besluiten. Meerdere besluitvormingsorganen zullen zich over de toekomstige strategie van Amfors moeten uitspreken: bestuur GR RWA (en de colleges en raden daarachter), raad van commissarissen Amfors Groep en de vergadering van aandeelhouders. Dit rapport wordt gebruikt als onderlegger voor de besluitvorming over de langetermijnstrategie van RWA/Amfors. 2.4
Leeswijzer De kern van dit rapport bestaat uit een beoordeling van de vier basisscenario’s in het licht van het toetsingskader van de regiegroep RWA/Amfors. Dit vindt u in hoofdstuk 5 van dit rapport. Als u meer wilt weten over de vier basisscenario’s zelf (inclusief de doorrekeningen) verwijzen wij u naar de bijlagen 5-8 bij dit rapport. Voor een toelichting op de selectie van de vier basisscenario’s verwijzen wij u naar hoofdstuk 3.
9/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Hoofdstuk 3 Vier basisscenario’s 3.1
Strategische keuzes voor RWA/Amfors In de eerste stap van dit onderzoek hebben we vastgesteld dat de verschillende partijen uiteenlopende beelden hebben over welke rol RWA/Amfors zou moeten spelen. De opvattingen lopen met name uiteen bij het antwoord op de volgende twee vragen: • Moet RWA/Amfors gezien worden als marktpartij of als een publieke organisatie, nauw verbonden met de gemeente? • Moet RWA/Amfors zich toeleggen op beschut werk en dagbesteding voor de zwakste doelgroep of moet RWA/Amfors zich toeleggen op (toeleiden naar) de reguliere arbeidsmarkt? Markt of publieke uitvoering? De kern van de gedachte achter RWA/Amfors als marktpartij is: de gemeente bepaalt, op basis van diagnose, wat nodig is voor een individuele klant en zoekt daar de meest geschikte aanbieder bij. RWA/Amfors is een van de bedrijven die zulke diensten aanbiedt. De gemeenten hebben de beleidsregie en uitvoeringsregie, de uitvoering wordt ingekocht volgens het principe: beste prijs voor de beste kwaliteit. De kern van de gedachte achter RWA/Amfors als publieke uitvoerder is: het maakt niet uit of de gemeenten bepalen of RWA/Amfors bepaalt wat er met een klant moet gebeuren, als het maar helder is wat de bestuurlijke opdracht is. In dit scenario zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de beleidsregie (opdrachtgeverschap). In het nieuw te vormen publieke bedrijf worden uitvoeringsregie en feitelijke uitvoering gedeeld. Arbeidsmarkt of ‘activiteiten/dagbesteding’? Op deze as staat regulier betaald werk tegenover dagbesteding en beschut (volledig gesubsidieerd) werk. Ligt het accent op de reguliere arbeidsmarkt? Dan legt RWA/Amfors zich toe op het (toeleiden naar) ‘echt’ werk. Door opleiden, re-integratietrajecten of door detachering en jobcoaching. Ligt het accent op ‘activiteiten/dagbesteding’, dan zorgt RWA/Amfors voor de activering van burgers door beschut werk, dagbesteding of een zinvolle onbetaalde tegenprestatie voor een uitkering.
3.2
Twee assen, vier basisscenario’s Door de uitersten op de assen markt/publiek en arbeidsmarkt/activiteiten te combineren ontstaan er vier basisscenario’s. Door die scenario’s te beschrijven krijgen we inzicht in wat het betekent voor RWA/Amfors en de gemeenten als er gekozen wordt voor een van die uitersten.
10/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Aan de hand van het toetsingskader dat de regiegroep RWA/Amfors heeft vastgesteld kan een oordeel geveld worden over een voorkeurscenario of een combinatie van elementen uit de basisscenario's in een nieuw voorkeurscenario. Dat kan vervolgens worden uitgewerkt in een bedrijfsplan, eventueel met verschillende varianten.
Activiteiten Dagbesteding
arbeidsmarkt
In onderstaand plaatje zijn de vier basisscenario’s weergegeven. Markt
Publieke uitvoering
Privaat werkbedrijf
Publiek werkbedrijf
Privaat beschermd werk
Publiek beschut werk
Privaat werkbedrijf: toeleiding naar regulier werk in de markt. In dit scenario zet RWA/Amfors klanten met een loonwaarde beneden 100% WML aan het werk in eigen bedrijven of via detachering bij andere werkgevers. RWA/Amfors kan ook wel aangeduid worden als ‘uitzendorganisatie voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’. RWA/Amfors is in dit scenario een reguliere werkgever, die mensen met beperkte loonwaarde productief maakt. Publiek werkbedrijf: toeleiding naar regulier werk door publieke organisatie In dit scenario werken trajectbegeleiders (of werkcoach of klantmanager) in één organisatie met jobcoaches, werkleiders en opleiders van RWA/Amfors. De opdracht om mensen uit de doelgroep ‘WWNV’ naar de arbeidsmarkt te brengen wordt integraal aan dit werkbedrijf gegeven. Ook wel aangeduid als ‘publieke uitzendorganisatie voor alle mensen die in de markt onvoldoende aan bod komen’. Privaat beschermd werk: organisatie in de markt. In dit scenario verwerft RWA/Amfors in concurrentie opdrachten om de volgende doelgroepen activiteiten aan te bieden: ‘WSW-beschut’, ‘dagbesteding’ (arbeid), ‘WWNV met zeer beperkte verdiencapaciteit’. In het kader van een participatiedoelstelling willen gemeenten dat ook mensen met een beperkte verdiencapaciteit een tegenprestatie leveren, en zinvol meedoen en bijdragen. Gemeenten kiezen daarvoor partijen die dat tegen zo laag mogelijke kosten kunnen organiseren. Ook wel aangeduid als ‘werkbedrijf en uitzendorganisatie voor community-jobs’.
11/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Publiek beschut werk: organisatie van beschut werk in de publieke sector. In dit scenario heeft RWA/Amfors de opdracht om te zorgen voor beschutte werkplekken voor alle burgers met een SW-indicatie. Vier basisscenario’s RWA/Amfors en Commissie-Westerlaken De twee assen sluiten ook aan bij twee aanbevelingen in het rapport van de Commissie-Westerlaken: • Maak onderscheid tussen detacheringsfaciliteit (arbeidsmarkt) en beschermd werken (activiteiten). • Creëer een heldere scheiding tussen opdrachtgeverschap, uitvoering en toezicht, met governancecode. Westerlaken c.s. laat overigens meerdere opties open bij de invulling. In de scenario’s voor RWA/Amfors worden mogelijke invullingen uitgewerkt. (Zie samenvatting van de aanbevelingen van Commissie-Westerlaken in bijlage 4)
3.3
Huidige SW-populatie blijft buiten de scenario’s De vier basisscenario’s zijn de meest uitgesproken strategische opties voor RWA/Amfors. Om de consequenties van de keuze voor een van deze strategische opties op de lange termijn goed in zicht te brengen, hebben we de kosten/opbrengsten van de huidige populatie SW’ers buiten beschouwing gelaten. Hierna is een overzicht opgenomen van het subsidieresultaat (verschil tussen loonkosten en rijkssubsidie) voor de huidige groep SW’ers die werkt bij Amfors. Dit tekort neemt eerst toe door de dalende subsidie per SE (en gelijkblijvende loonkosten), daarna neemt het langzaam af door uitstroom van deze groep SWwerknemers. !"#$%&%'('$")*++* !"#"$%&'()*)*
,-.,
,-./
,-.0
,-.1
,-.2
,-.3
""""""""""""""""""""+,-./ """"""""""""""""""""+0-./ """"""""""""""""""""+.-1/ """"""""""""""""""""+.-2/ """"""""""""""""""""+.-3/ """"""""""""""""""""+.-4/
De basisscenario’s gaan over de toekomstige strategie van RWA/Amfors. De kosten en opbrengsten van de huidige doelgroep zouden in alle scenario’s zwaar op de resultaten van RWA/Amfors drukken. Om inzichtelijk te maken tot welke verschillende uitkomsten de verschillende scenario’s leiden, worden de kosten en opbrengsten van de zittende SW-populatie daarbuiten gehouden. RWA/Amfors blijft, ongeacht welke langetermijnstrategie er gekozen wordt, verantwoordelijk voor de groep huidige SW’ers. Het terugdringen van het tekort als gevolg van het fors negatieve subsidieresultaat is een opgave op zichzelf. Hiervoor worden aparte maatregelen voorzien. In het kader van de scenariostudie is het wel van belang of de keuze voor een bepaald scenario het makkelijker of moeilijker maakt om dit tekort op de huidige SW-populatie aan te pakken.
12/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
3.4
Scenario’s: hulpmiddel De vier basisscenario’s die hierna beschreven worden zijn geen voorspellingen of bedrijfsplannen. Het zijn hulpmiddelen om te doordenken hoe RWA/Amfors zich ontwikkelt als er gekozen wordt voor dat scenario. We doen dat op basis van actuele gegevens uit de bedrijfsvoering van Amfors. Daarop zijn allerlei aannames losgelaten. Die zijn steeds expliciet gemaakt. Maar het blijven aannames. De scenario’s zijn een hulpmiddel om de discussie over toekomstige modellen voor RWA/Amfors zo veel mogelijk onderbouwd met transparante aannames te voeren. Per scenario zijn de verwachte kosten en opbrengsten doorgerekend op basis van de volgende uitgangspunten: • De scenario’s zijn doorgerekend met nieuwe voorwaarden (loonkosten en subsidie SW). Dat leidt dan tot een negatief subsidieresultaat voor medewerkers met een WSW-aanstelling. • Alle scenario’s zijn doorgerekend met een lean-and-meanbezetting van de staf. De doorrekeningen zijn wel gebaseerd op de bedrijfsvoering van RWA/Amfors, maar er is niet gerekend met de actuele kosten van RWA/Amfors (2011). • Personeelsbezetting staf: omwille van kosten en opbrengsten is in de twee marktscenario’s uitgegaan van zo veel mogelijk niet-ambtelijke medewerkers, (dit leidt tot lagere kosten in de exploitatie, maar tot hogere frictiekosten.) In de publieke scenario’s zijn zo veel mogelijk ambtenaren gehandhaafd (dit leidt tot hogere kosten in de exploitatie, maar tot lagere frictiekosten). • In de doorrekeningen betaalt RWA/Amfors loon aan de doelgroep WWNV op basis van hun (gemiddeld) ingeschatte verdienvermogen6. Inverdienen door uitkeringsbesparing wordt apart zichtbaar gemaakt in de beschrijving van de vier scenario’s.
6
Hierbij is uitgegaan van de volgende inschatting van het gemiddelde verdienvermogen per doelgroep: WSWbeschut: ± 20% WML; AWBZ/dagbesteding: ± 20% WML; Groep 1 WWNV: 100% WML; Groep 2 WWNV: trajecten; Groep 3 WWNV: gemiddeld 40% WML; Groep 4 WWNV: ± 20% WML. De inschatting van de verdiencapaciteiten zijn aannames, gebaseerd op ervaringen in de SW-sector. Het gaat hierbij om de in de praktijk gerealiseerde loonwaarde.
13/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Hoofdstuk 4 Toetsingskader Het toetsingskader van de regiegroep is het instrument waarmee de basisscenario’s systematisch en vergelijkbaar kunnen worden beoordeeld. Het toetsingskader is opgebouwd uit drie invalshoeken: • inhoudelijke criteria; • financiële criteria; • criteria in verband met de transitie. Criterium Inhoud Doeltreffendheid
Omschrijving
Toelichting
Biedt RWA/Amfors in dit scenario een effectieve voorziening om de beoogde sociale doelstelling per doelgroep te realiseren? In een voldoende omvang?
Onderscheid: • Kan zelfstandig WML verdienen (groep 1) > kortste weg naar regulier werk • Kan tijdelijk niet zelfstandig WML verdienen (groep 2) > kortste weg naar regulier werk • Kan structureel niet zelfstandig WML verdienen (groep 3) > realiseren maximale loonwaarde • Structureel afhankelijk van dagbesteding, zorg of beschut werk (groep 4) > zinvolle activiteiten • Huidige WSW-populatie > realiseren maximale loonwaarde
Effectieve benadering van werkgever
Welke relatie onderhoudt RWA/Amfors met ondernemers? Is een heldere rolverdeling mogelijk?
Verantwoordelijkheidsverdeling
Innovatie
Flexibiliteit
14/24
Prikkelt het scenario innovatie van instrumenten? Flexibiliteit om in te spelen op veranderende behoeften van gemeenten, arbeidsmarkt en klanten
Maak hierbij onderscheid tussen: • beleidsregie • uitvoeringsregie • uitvoering Instrumenten in het kader van arbeidsintegratie
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Criterium Financiën Efficiency
Efficiencyprikkel Kostenbeheersing huidige SW-populatie
Transitie Frictiekosten
Taken die resten voor gemeenten
15/24
Omschrijving
Toelichting
Kosten en opbrengsten in verhouding tot de geboden voorziening (zijn ze marktconform?) Prikkelt het scenario tot verminderen kosten? Bijdrage aan versnelde uitstroom SW’ers Bijdrage aan verminderen tekort op huidige SW’ers
Naast het bedrijfsresultaat wordt de uitkeringsbesparing apart zichtbaar gemaakt
Hoogte te verwachten frictiekosen en incidentele kosten
Gekwantificeerd zijn de kosten van: • afvloeiing personeel • afwaardering onroerend goed • inkoopcontracten Voor de doelgroepen die niet bediend worden in het betreffende scenario moeten alternatieve voorzieningen worden geregeld
Voor welke doelgroep(en) moeten gemeenten nog een voorziening regelen?
Subsidietekort voor deze doelgroep loopt op. Mogelijkheden om dit te compenseren met exploitatieresultaat of door uitstroom van SW’ers naar reguliere arbeidsmarkt
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Hoofdstuk 5 Van basisscenario’s naar voorkeurscenario 5.1
Waardevolle elementen uit de basisscenario’s Als we door de bril van het toetsingskader naar de vier basisscenario’s kijken, komen we tot de volgende conclusie: géén van de vier basisscenario’s biedt in zichzelf voldoende perspectief. Kiezen uit een van de vier is dus geen optie. De vier basisscenario’s bevatten elementen die waardevol zijn. En de vier basisscenario’s laten zien waar de pijn zit. Door de waardevolle elementen uit de basisscenario’s te halen komen we tot een voorkeurscenario.
5.2
Scenario ‘Privaat werkbedrijf’ beoordeeld ‘Privaat’ betekent in dit verband: de doelgroep ‘werken met loondispensatie’ gaat niet op voorhand naar RWA/Amfors. RWA/Amfors moet steeds laten zien dat de gerealiseerde loonwaarde hoog genoeg is ten opzichte van andere werkgevers (regulier en detacheerders). Doeltreffende voorziening? ‘Privaat werkbedrijf’ is een doeltreffende voorziening: mensen met loonwaarde rond 40% WML kunnen die loonwaarde realiseren in dit werkbedrijf. Het is zeer onzeker of en in welke omvang dat (zeker op korte termijn) gerealiseerd kan worden buiten RWA/Amfors. De verwachting is wel dat er meer bedrijven op zullen staan die zich hierop gaan toeleggen. Het is onzeker of reguliere bedrijven zulke mensen in dienst gaan nemen. Het is daarom doeltreffend om een bedrijf voor deze doelgroep in de lucht te houden, naast de mogelijkheid om deze doelgroep te plaatsen bij (andere) private bedrijven. Doelmatige voorziening? ‘Privaat werkbedrijf’ is doelmatig, omdat er tegen beperkte nettokosten (! 500 K) een flinke loonwaarde gerealiseerd wordt (! 6,3 miljoen). En daarmee ! 3,9 miljoen uitkeringslasten bespaard worden.7 De doelmatigheid van de voorziening moet steeds bewezen worden: realiseert RWA/Amfors meer/minder loonwaarde met de doelgroep dan andere bedrijven? Het is in dit licht logisch om te focussen op de werksoorten waarin RWA/Amfors zich bewezen heeft (groen, schoonmaak, detachering). De doelmatigheid kan mogelijk omhoog door joint ventures aan te gaan met ondernemingen uit deze sectoren. Het is niet op voorhand aan te nemen en evenmin uit te sluiten, dat RWA/Amfors ook in andere werksoorten een doelmatige voorziening voor deze doelgroep kan bieden.
7
Hierbij gaan we ervan uit dat deze doelgroep, met een verdiencapaciteit van minder dan 100% WML, zonder deze voorziening niet aan het werk zou zijn, en dus een beroep zou doen op een volledige uitkering. Het realiseren van verdiencapaciteit leidt, voor zover nu bekend, niet tot een directe korting door het Rijk op het lokale I-deel. Dit loopt via het macrobudget: naarmate er landelijk minder beroep gedaan wordt op uitkeringen, zal het macro-I-deel dalen. En daarmee het lokale I-deel.
16/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Financieel resultaat Het financiële resultaat van dit bedrijf is weliswaar licht negatief, maar daar staat een grote uitkeringsbesparing tegenover, waarvan twijfelachtig is of die zonder dit bedrijf gerealiseerd wordt. Frictiekosten Het is, vanuit beperking van frictiekosten, rationeel om RWA/Amfors in te zetten voor de doelgroep ‘werken met loondispensatie’. Verbinding met de drie decentralisaties De verbinding met de andere decentralisaties (jeugdzorg, AWBZ/begeleiding) is beperkt. Voorziening voor de huidige doelgroep Dit scenario biedt de mogelijkheid om de zittende SW’ers loonwaarde te laten realiseren en daarmee de kosten te drukken. Het negatieve subsidieresultaat wordt overigens niet goedgemaakt. De afnemende populatie zittende SW’ers wordt langzaam vervangen door nieuwe instroom. De omvang van het werkbedrijf blijft daardoor op peil. Flexibiliteit en innovatie Gemeenten behouden een behoorlijke flexibiliteit bij het plaatsen van de doelgroep ‘werken met loondispensatie’ bij diverse werkgevers. RWA/Amfors is een van de bedrijven waar ze zaken mee doen. Op de langere termijn zijn de bij RWA/Amfors gerealiseerde loonwaarden doorslaggevend. Vallen die tegen ten opzichte van andere bedrijven, dan zullen er toch steeds meer mensen bij die andere bedrijven gaan werken. Andersom: als RWA/Amfors dat juist goed doet, kan het bedrijf groeien. Net als andere bedrijven die deze doelgroep in dienst nemen, zal dit bedrijf naar verwachting aan de gemeenten vragen om werkopdrachten (groen, drukwerk, post, enzovoort) van de gemeenten in ruil voor het aannemen van mensen uit de doelgroep. Dit is het spiegelbeeld van social return on investment (vanuit het perspectief van bedrijven). Verantwoordelijkheidsverdeling De beleidsregie en uitvoeringsregie liggen bij de gemeenten. Het is aan gemeenten om de beleidsdoelen vast te stellen en te beslissen over de inzet van instrumenten op klantniveau. Gecoördineerde werkgeversbenadering RWA/Amfors is in de eerste plaats zelf werkgever. Daarnaast benadert RWA/Amfors detacheringsbedrijven om mensen te detacheren. Dat vraagt om afstemming met de werkgeversbenadering van gemeenten en UWV.
17/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
5.3
Scenario ‘Publiek werkbedrijf’ beoordeeld In het publieke werkbedrijf wordt het klantmanagement, dat nu bij de sociale dienst gebeurt, geïntegreerd in één bedrijf met trajectbegeleiding en het bieden van werk (met loondispensatie). In beginsel is de hele populatie van de WWNV daarmee klant van het publieke werkbedrijf. Doeltreffende voorziening De doeltreffendheid van deze voorziening voor doelgroep 3 lijkt op de doeltreffendheid van die van het private werkbedrijf: loonwaarde realiseren in het werkbedrijf. Kanttekening: om een doeltreffende voorziening te bieden voor de gehele doelgroep 3 moeten er (vanwege het volume) ook nieuwe bedrijven worden ontwikkeld (bijvoorbeeld aansluitend bij de zorg). Voor die werksoorten heeft RWA/Amfors nog geen track record. Het publieke werkbedrijf in dit scenario zou zich op nieuwe markten moeten ‘invechten’, markten waar ook andere aanbieders actief zijn voor doelgroep 3. Over de doeltreffendheid van de voorziening voor doelgroep 2 (toeleiden naar reguliere baan zonder loondispensatie) zijn gemeenten wisselend positief en kritisch ten aanzien van RWA/Amfors. Men is met name kritisch op de door RWA/Amfors gerealiseerde plaatsingspercentages en doorlooptijden. Het is daarom de vraag hoe dit zich in de toekomst ontwikkelt als RWA/Amfors op zou gaan in een publiek werkbedrijf. Doelmatige voorziening De doelmatigheid van de voorziening voor doelgroep 3 is iets minder dan de doelmatigheid van die van het private werkbedrijf (hogere kosten en lagere opbrengsten). Dit heeft ook met de omvang van het werkbedrijf te maken: in een krimpende markt moet een groter volume gerealiseerd worden. De doelmatigheid van de voorziening voor doelgroep 2 (toeleiden naar reguliere baan zonder loondispensatie): gemeenten zijn kritisch over de trajectprijzen van RWA/Amfors in vergelijking met andere aanbieders. Hiertegenover staat een grotere doelmatigheid van het publieke werkbedrijf, doordat bespaard kan worden op overdrachten en dubbelingen in de keten van re-integratie (waarbij klanten worden overgedragen van de gemeente naar Amfors en waarbij sprake is van dubbelingen bij intake en diagnose). Op basis van de vooronderstellingen in het scenario wordt geschat dat hiermee een besparing van ! 184K te realiseren is. Financieel resultaat Het financiële resultaat van het publieke werkbedrijf is per werkplek wat minder gunstig dan in het private werkbedrijf. Bij de doorgerekende omvang is het bedrijfsresultaat ! 1,4 miljoen negatief. Daar staat ! 7,6 miljoen aan bespaarde uitkeringen tegenover. Dit alles in de veronderstelling dat de begrote omzet (die veel hoger is dan de huidige RWA/Amfors-omzet) gerealiseerd kan worden.
18/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Frictiekosten De frictiekosten als gevolg van afvloeiing van personeel zijn in dit scenario beperkt, doordat alleen niet-ambtelijk stafpersoneel afvloeit. Daar staan naar verwachting aanzienlijke reorganisatiekosten tegenover. Die moeten gemaakt worden om de sociale diensten van de RWA-gemeenten te ontvlechten uit de huidige gemeentelijke organisatie (en de gemeenschappelijke sociale dienst Baarn Bunschoten Soest) en te integreren met RWA/Amfors. Deze kosten zijn niet gekwantificeerd. Verder krijgen gemeenten te maken met vermindering van de dekking van overheadkosten door het uitlichten van de afdeling Sociale Zaken uit de gemeentelijke organisatie. Verbinding met de drie decentralisaties De verbinding met de andere decentralisaties (jeugdzorg, dagbesteding) is beperkt, omdat dit werkbedrijf geen voorzieningen biedt aan de doelgroepen met zeer beperkte verdiencapaciteit (beschut werk, groep 4 WWNV, dagbesteding). Dit model hoeft een integrale intake niet in de weg te staan. Voorziening voor de huidige doelgroep Dit bedrijf biedt de mogelijkheid om de zittende SW’ers loonwaarde te laten realiseren en daarmee de kosten te drukken. Het negatieve subsidieresultaat voor deze doelgroep wordt overigens niet goedgemaakt. Flexibiliteit en innovatie Flexibiliteit en innovatie moeten in dit scenario van binnen komen. De ervaring van gemeenten is dat innovatie en flexibiliteit in re-integratiedienstverlening sneller gaan als gebruikgemaakt wordt van externe aanbieders. De omvang van het publieke werkbedrijf vraagt om een flinke opdrachtenstroom vanuit de aangesloten gemeenten. Op dat terrein wordt de flexibiliteit dus ook beperkt. Gezien de omvang van de groenopdrachten in de aangesloten gemeenten zal de omzetuitbreiding ook op de markt buiten gemeenten gevonden moeten worden. Verantwoordelijkheidsverdeling Het publieke werkbedrijf is een uitvoeringsorganisatie. Uitvoering en uitvoeringsregie zijn in één hand. Sturing van de uitvoeringsorganisatie op klantniveau is niet meer mogelijk. Sturing moet plaatsvinden op het niveau van de doelgroep(en) (beleidsregie). Op dat niveau kan gestuurd worden op effectiviteit (resultaat) en efficiency (marktconformiteit) door benchmarking. Gecoördineerde werkgeversbenadering Door alle werkactiviteiten van gemeenten en RWA/Amfors te integreren in één werkorganisatie ontstaat er per definitie een gecoördineerde werkgeversbenadering.
19/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
5.4
Scenario’s ‘Privaat beschermd werk’ en ‘Publiek beschut werk’ beoordeeld De volgende overwegingen vanuit het toetsingskader maken het logisch om de voorziening voor de doelgroep ‘beschut werken’ als publieke taak bij RWA/Amfors te beleggen. Dit betekent dat in beginsel alle mensen in het GR-gebied die zijn aangewezen op beschut werken naar RWA/Amfors gaan8 (publieke uitvoering: geen concurrentiemodel). Doeltreffende voorziening? RWA/Amfors biedt een doeltreffende (effectieve) voorziening voor de doelgroep ‘beschut’. RWA/Amfors heeft op dit terrein bewezen kwaliteit. Er is op dit moment geen markt voor deze functie (werk voor de doelgroep ‘beschut’). Het is dus onzeker of er een doeltreffende voorziening ontstaat voor deze doelgroep als het ‘op de markt gezet’ zou worden. Doelmatige voorziening? Er is geen markt voor beschut werken. Het is daarom niet met zekerheid te zeggen of de manier waarop RWA/Amfors het organiseert de meest efficiënte voorziening is om voor deze doelgroep werk te organiseren. We weten wel dat de voorziening minder efficiënt wordt als het aantal werknemers kleiner wordt. De kosten van private uitvoering zijn naar verwachting lager dan bij publieke uitvoering (door lagere salariskosten en overige kosten). Daar staat tegenover dat de frictiekosten bij private uitvoering van deze functie hoog zijn. Financieel resultaat Op basis van de huidige inzichten schrijven zowel het private als het publieke bedrijf voor de functie ‘beschut werk’ structureel verlies (privaat iets minder dan publiek). Hierbij is al uitgegaan van lage loonkosten (WML) voor de doelgroep. Het verlies wordt veroorzaakt doordat er een (beperkt) negatief subsidieresultaat wordt geboekt en begeleidingskosten worden gemaakt (die niet gedekt worden door de veronderstelde netto-omzet). Dit zijn de nettokosten om de doelgroep ‘WSWbeschut’ te activeren. Verbinding met de andere decentralisaties (dagbesteding AWBZ, jeugdzorg) In het scenario ‘privaat bedrijf beschermd werk’ was ook de activiteit ‘dagbesteding’ opgenomen. Onder de huidige voorwaarden (AWBZ) draagt dat positief bij aan het bedrijfsresultaat. De omvang van deze activiteit (en dus de bijdrage aan het resultaat) zal echter, naar onze inschatting op dit moment, beperkt blijven. Het uitvoeren van deze functie voor de doelgroep ‘arbeidsmatige dagbesteding’ zou ook toegevoegd kunnen worden als publieke taak voor een publiek SW-bedrijf voor beschut werk. Voorziening voor huidige doelgroep Het publieke SW-bedrijf biedt werk aan het zwakkere deel van de zittende SW-populatie. Uitstroom uit het SW-bedrijf als gevolg van natuurlijk verloop wordt opgevangen met nieuwe instroom WSW beschut. Het draagt niet bij aan uitstroom van de huidige SW’ers in ‘beschut’ (niet-realistisch) en leidt niet tot een vermindering van het tekort op deze doelgroep. 8
Dit laat onverlet dat afzonderlijke gemeenten kunnen besluiten om een deel van de doelgroep bij andere uitvoerders te plaatsen.
20/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Als RWA/Amfors verder zou gaan als privaat beschermdwerkenbedrijf zal een deel van de huidige doelgroep SW’ers die aangewezen is op beschut werken overgeplaatst moeten worden naar andere aanbieders. De sociale effecten hiervan zijn moeilijk in te schatten. Flexibiliteit en innovatie Als gekozen wordt voor een publiek SW-bedrijf beperkt dat de flexibiliteit om voor andersoortige voorzieningen of andere uitvoerders te kiezen. Het is in theorie denkbaar dat er ook andere aanbieders voor beschut werk op de markt komen (met nieuwe concepten, goedkopere uitvoering). Die markt zal zich niet ontwikkelen als er gekozen wordt voor publieke uitvoering van beschut werken.
21/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Heldere verantwoordelijkheidsverdeling Een bedrijf dat beschut werk biedt is een uitvoeringsorganisatie: de uitvoering ligt bij deze organisatie. Beleidsregie (beleidsmatige doelstellingen) en uitvoeringsregie (welke klant gaat met welk oogmerk naar de voorziening?) liggen bij de gemeenten. Gecoördineerde werkgeversbenadering Beperkt relevant. Frictiekosten De frictiekosten (kosten bij inkrimpen van RWA/Amfors tot privaat bedrijf voor beschermd werken of publiek bedrijf voor beschut werken) zijn vergelijkbaar voor beide scenario’s (! 16 miljoen). Ze worden met name veroorzaakt doordat een veel kleinere doelgroep bediend wordt en het bedrijf dus veel kleiner wordt. Tegenover de berekende frictiekosten als gevolg van het afstoten van bedrijfsonderdelen ‘niet-beschut’ kunnen inkomsten staan uit de verkoop van die onderdelen. Frictiekosten kunnen ook beperkt worden als gemeenten personeel overnemen (bijvoorbeeld omdat ze een deel van de afgestoten taken zelf uit gaan voeren). 5.5
Voorkeurscenario Op basis van de toepassing van het toetsingskader op de vier basisscenario’s komt de regiegroep tot de conclusie dat geen van de vier basisscenario’s in zichzelf een gewenste toekomststrategie voor RWA/Amfors is. Door elementen uit de basisscenario’s te combineren komt de regiegroep tot een voorkeurscenario waarin het private werkbedrijf en het publieke beschutwerkenbedrijf gecombineerd worden in RWA/Amfors. De regiegroep stelt voor om nader te onderzoeken op welke wijze en in welke omvang dit gecombineerd kan worden met arbeidsmatige dagbesteding. Dit voorkeurscenario is niet volledig uitgewerkt en doorgerekend in het kader van deze studie. Er is wel een beeld van te vormen op basis van de basisscenario’s. Het is een combinatie van het publieke beschutwerkenbedrijf met het private werkbedrijf. De omvang lijkt op het huidige RWA/Amfors: 1.100 mensen uit de doelgroep aan het werk (400 beschut werken en 700 met loondispensatie). Op grond van de uitkomsten van de basisscenario’s is het de verwachting dat ook het resultaat van het voorkeurscenario negatief is. Ook in het voorkeurscenario worden er (voor de doelgroep ‘niet-beschut’) uitkeringen bespaard. Er zijn wel frictiekosten, omdat RWA/Amfors ook in het voorkeurscenario iets minder mensen uit de doelgroep aan het werk heeft, de organisatie leaner en meaner is ingericht en er geen reintegratietrajecten uitgevoerd worden. De overwegingen voor het voorkeurscenario zijn: 1. De regiegroep ziet geen marktpartijen die de functie van beschut werken doeltreffender en/of doelmatiger aanbieden dan RWA/Amfors dat kan. Het inkrimpen van Amfors, om daarmee ruimte te maken voor potentiële nieuwe aanbieders van ‘beschut’, brengt aanzienlijke frictiekosten (financieel en sociaal) met zich mee.
22/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
2. De regiegroep acht het realistisch dat meerdere bedrijven in staat zijn om de doelgroep met een verdiencapaciteit beneden 80% WML met behulp van het instrument loondispensatie regulier werk te laten verrichten. Om mensen naar maximaal vermogen te laten werken is een diversiteit aan en concurrentie tussen bedrijven nodig. Tegelijkertijd is het niet realistisch om te verwachten dat er op de markt voldoende plekken zijn voor de omvangrijke doelgroep die hierop is aangewezen. De regiegroep kiest daarom voor het in stand houden van de onderdelen van RWA/Amfors die dit soort werk bieden. RWA/Amfors moet hierbij met andere (reguliere) bedrijven concurreren om de doelgroep. Naarmate RWA/Amfors erin slaagt om met deze doelgroep een hogere loonwaarde te realiseren dan andere bedrijven, kan RWA/Amfors groeien. Als RWA/Amfors daar juist minder in presteert, komen er minder mensen uit de doelgroep werken en wordt dit onderdeel van RWA/Amfors kleiner. Het in stand houden van deze onderdelen van RWA/Amfors beperkt de frictiekosten. 3. Het is op dit moment nog niet duidelijk in hoeverre RWA/Amfors een doeltreffende en doelmatige voorziening voor arbeidsmatige dagbesteding kan bieden. Er wordt op dit moment mee geëxperimenteerd. De regiegroep adviseert om op basis van de uitkomsten van deze experimenten te bezien of het uitvoeren van arbeidsmatige dagbesteding bij RWA/Amfors een voor de doelgroep adequate voorziening oplevert tegen aanvaardbare kosten. In een plaatje weergegeven ziet het voorkeurscenario voor de rol van RWA/Amfors er als volgt uit:
23/24
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Toelichting: • De percentages op de horizontale as geven de verschillende categorieën verdienvermogen weer. De doelgroep ‘dagbesteding’ heeft een verdienvermogen van minder dan 20%. De doelgroep ‘beschut werken’ heeft een verdienvermogen van naar schatting 20-40% WML. Werken met loondispensatie zal in de praktijk vooral gebeuren door de klanten met een verdienvermogen van tussen circa 40 en 80%. Boven de 100% WML is er sprake van regulier werk zonder loondispensatie. • Naarmate de doelgroepen meer naar rechts staan (grotere verdiencapaciteit) ligt uitvoering door de markt meer voor de hand. Voor de groepen met de minste verdiencapaciteit is publieke uitvoering gewenst. • De rol van RWA/Amfors strekt zich uit van het bieden van beschut werken (publieke taak) tot het werken met loondispensatie (in concurrentie).
24/24
Scenario’s onderkant arbeidsmarkt en RWA/Amfors
Bijlagenboek RWA/Amfors Groep
BMC/Divosa januari 2012 ir. M.F. Depla drs. G. van Dijk Projectnummer: 017690 Correspondentienummer: AD-2001-54215
SCENARIO’S ONDERKANT ARBEIDSMARKT EN RWA/AMFORS
INHOUD BIJLAGE 1
LIJST GEÏNTERVIEWDEN
2
BIJLAGE 2
GEDEELDE BEELDEN EN SWOT
3
BIJLAGE 3
UITGANGSPUNTEN VOOR BEOORDELING SCENARIO’S RWA/AMFORS
5
BIJLAGE 4
COMMISSIE-WESTERLAKEN
8
BIJLAGE 5
SCENARIO ‘PUBLIEK WERKBEDRIJF’
9
BIJLAGE 6
SCENARIO ‘PUBLIEK WERKBEDRIJF’
13
BIJLAGE 7
SCENARIO ‘PRIVAAT BESCHERMD WERK’
17
BIJLAGE 8
SCENARIO ‘PUBLIEK BESCHUT WERK’
21
1/23
SCENARIO’S ONDERKANT ARBEIDSMARKT EN RWA/AMFORS
Bijlage 1 Lijst geïnterviewden Mevrouw Y.C. Kemmerling De heer G. Koops De heer S.W. van ’t Erve De heer H. Huitink De heer H.J. Karrenbelt Mevrouw L.M.B. Maas De heer T. Rolle De heer P. de Kruif De heer J. de Wilde De heer J.C. Buijtelaar De heer T. Jansma De heer J. de Wilde De heer J.C. van Ek De heer P.J. Spierenburg De heer J.M. van den Wall Bake De heer E. Eyck
2/23
Wethouder Soest (bestuur RWA) Wethouder Bunschoten (bestuur RWA) Wethouder Amersfoort (bestuur RWA) Gemeentesecretaris Amersfoort Hoofd Sociale Zaken Amersfoort Directeur RWA/Amfors Wethouder Leusden (bestuur RWA) Wethouder Woudenberg (bestuur RWA) Wethouder Baarn (bestuur RWA) Wethouder Amersfoort (AVA Amfors Groep) Wethouder Leusden (AVA Amfors Groep) Wethouder Baarn (bestuur RWA) Voorzitter raad van commissarissen Amfors Groep Lid raad van commissarissen Amfors Groep Lid raad van commissarissen Amfors Groep 3M (manufacturing manager Netherlands)
SCENARIO’S ONDERKANT ARBEIDSMARKT EN RWA/AMFORS
Bijlage 2 Gedeelde beelden en SWOT Op basis van de interviews zijn de volgende conclusies te trekken over de beelden die er leven over RWA/Amfors: In de beelden die nu over RWA/Amfors bestaan, wordt vaak gerefereerd aan de beelden over wat RWA/Amfors in het verleden was: ‘een klassiek SW-bedrijf om trots op te zijn’. ‘Het schreef altijd zwarte cijfers, dus het was goed.’ Daar staan kwalificaties tegenover als: ‘RWA/Amfors had zich ontwikkeld tot een log bedrijf met veel overhead.’ En dat kon zo bestaan, omdat het niet blootgesteld werd aan aanbestedingen (van groenopdrachten) en omdat de SW-subsidies nog hoog waren. In de afgelopen jaren is er veel veranderd in SW-land. SW-bedrijven werden mensontwikkelbedrijven. De beweging van binnen naar buiten werd in gang gezet. Ook SW-bedrijven moeten meedoen in aanbestedingen om opdrachten te verwerven. En recentelijk is een forse verlaging van de SW-subsidies in gang gezet. Deze veranderingen in de omgeving van RWA/Amfors leiden ook tot veel veranderingen bij RWA/Amfors zelf. De beelden die er leven over het RWA/Amfors van nu lopen daarbij op onderdelen uiteen. Zo wordt de omslag van klassiek SW-bedrijf naar mensontwikkelbedrijf door de één getypeerd als ‘nog niet zichtbaar’ terwijl anderen benadrukken dat RWA/Amfors ‘op de goede weg is’. De één vindt dat de bezuinigingen op bedrijfskosten nog onvoldoende vruchten afwerpen, terwijl de ander benadrukt hoe hard RWA/Amfors daarmee bezig is. En over de marktpositie van RWA/Amfors: die is verzwakt, ze zijn te duur en niet goed. Daartegenover staat dat RWA/Amfors in het verleden opdrachten niet in concurrentie hoefde te verkrijgen. Tot slot over de prestaties van RWA/Amfors op het terrein van arbeidsontwikkeling: ‘niet goed’ staat tegenover ‘verbeteringen komen eraan’. Op basis van de interviews stellen we vast dat de relatie tussen de gemeenten en RWA/Amfors gekenmerkt wordt door tegenstrijdige en wisselende beelden: • Zolang RWA/Amfors zwarte cijfers schrijft is alles goed en is de afstand gegroeid. Nu er – door de verlaging van subsidies – ineens rode cijfers geschreven worden, ontstaat er discussie over wiens probleem dat eigenlijk is: van de gemeenten of van Amfors? • Soms wordt RWA/Amfors behandeld als een willekeurig bedrijf. Soms wordt het behandeld als ‘ons eigen’ bedrijf, al ware het een onderdeel van de gemeenten. • Op basis van de interviews ontstaat het beeld dat het idee van een gedeelde (financiële en sociale) opgave van gemeenten en RWA/Amfors maar beperkt beleefd wordt. • In de relatie tussen gemeenten en RWA/Amfors wordt veel gebaseerd op beelden en lang niet altijd op feiten.
3/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
We hebben de beelden, zoals die leven onder de sleutelspelers, vertaald in een SWOT-schema: Sterk: • Productiefaciliteiten • Productgerichtheid • Netwerk bij ondernemers Zwak: • Commerciële slagkracht • Prijs/prestatie groen • Afstand tot gemeenten • Track record arbeidsontwikkeling • Kosten
4/23
Kansen: • Werken naar vermogen • Ondernemers ontzorgen • Knelpunten arbeidsmarkt • Markt voor dagbesteding gaat open Bedreigingen: • Gemeenten houden handen vrij • Eigen infrastructuur re-integratie van gemeenten • Bezuinigingen werk/re-integratie • Bezuinigingen groen • Afzetmarkten onder druk • Beelden bepalen beleid
SCENARIO’S ONDERKANT ARBEIDSMARKT EN RWA/AMFORS
Bijlage 3 Uitgangspunten voor beoordeling scenario’s RWA/Amfors Werkgroep beleid
Context: In het portefeuillehoudseroverleg Regio Amersfoort van 24 maart 2011 is een aantal uitgangspunten geformuleerd: • Doen waar je (bewezen) sterk in bent: organiseren van beschut werk als kerntaak (inclusief ‘jobcoaching’ en ‘jobcarving’). Kennis van bestaande organisaties moet optimaal worden benut. • Betaalbaarheid: minimaliseren van financiële risico’s op lange termijn. • Extra activiteiten versterken de uitvoering van de kerntaak, en dragen bij aan de betaalbaarheid. • Geen gedwongen winkelnering op afname extra activiteiten door gemeenten. • Regierol van gemeente bij opstellen en toewijzen van arbeidsontwikkelplan. • Op basis van diagnose wordt door de gemeente een plan opgesteld waarin opgenomen wordt wat er moet gebeuren, hoe dat wordt opgepakt en wie het plan uitvoert. Uitvoering van het plan wordt aan een partij toegewezen op basis van prijs-/kwaliteitsverhouding.
In de beleidsgroep is met inbreng van gemeenten en Amfors verder gesproken over de kaders en uitgangspunten. Dat heeft geleid tot formulering van tien punten, die in onderlinge samenhang beschouwd moeten worden. 1. Redeneren vanuit producten en diensten die nodig zijn voor de betrokken cliënten. Dit betekent dat er een helder en reëel inzicht moet ontstaan in de omvang, achtergrond en kenmerken (gedrag/vaardigheden/loonwaarde) van de betrokken (toekomstige) cliënten. Daarbij is eveneens van belang inzichtelijk te hebben met welke hoofdprocessen (bijvoorbeeld vanuit zorg, welzijn, inkomen) de klant te maken heeft. Bij de groepsindeling wordt aangesloten op de vierdeling (groep 1: zelfstandig WML kunnen verdienen; groep 2: tijdelijk niet zelfstandig WML kunnen verdienen; groep 3: structureel niet zelfstandig WML kunnen verdienen; groep 4: structureel lagere loonwaarde dan 20% WML). 2. In de toeleiding van uitkeringsgerechtigden naar werk en participatie kunnen we verschillende rollen onderscheiden: • Beleidsregie: keuze in welke mate we voor welke groepen ondersteuning verlenen. • Uitvoeringsregie: welke instrumenten voor wie tegen welke prijs-/kwaliteitverhouding worden ingezet. • Uitvoering: als opdrachtnemer ontwikkelen en uitvoeren van instrumenten.
5/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
3. De rol van de gemeentelijke overheid1 bestaat primair uit: • Diagnosticeren van de betrokken doelgroep (transparant maken wat mensen kunnen en niet kunnen), om tenminste de eigen kracht van cliënten verder te kunnen ontwikkelen. • Het stimuleren en ondersteunen van uitkeringsgerechtigden om aan het werk te komen of te participeren in de samenleving. • De gemeente heeft hierin de beleidsregie en uitvoeringsregie. Daarnaast dient er een maximale verbinding te liggen tussen het toekennen van een arbeidontwikkelplan en het bewaken van de rechtmatigheid op uitkeringsverstrekking. • Voor de meest kwetsbare groep biedt de overheid een structurele voorziening ‘beschut werken’. • RWA/Amfors heeft een opdrachtnemende rol, die tegen de juiste prijs-/ kwaliteitverhouding instrumentarium aanbiedt. 4. Directe ontmoeting tussen vraag en aanbod stimuleren. Een gecoördineerde werkgeversbenadering2. Bovenlokale gemeentelijke samenwerking, UWV, RWA/Amfors, andere partners. Partnerships met bedrijven ontwikkelen, investeren in de relatie, en het ontwikkelen van goede en voor de werkgever 'ontzorgende', risicoverlagende polisvoorwaarden. 5. Bij het eventueel inrichten van een ’instrumentarium’ dient zo veel mogelijk gebruikgemaakt te worden van de bestaande (kennis)infrastructuur3: • ‘werkmeester’ vanuit het bedrijfsleven; • ‘leermeester’ vanuit het onderwijs; • ‘bemiddeling/detachering’ vanuit de intermediaire markt; • ‘beschut werken’ vanuit dagbesteding en zorg. 6. Bewijzen van toegevoegde waarde: wat levert het de samenleving op om te investeren in de betrokken doelgroep? Aan de investering van de uitvoeringsorganisatie moet een degelijke maatschappelijke kosten-/ batenanalyse ten grondslag liggen. 7. Re-integratie wordt selectief toegepast en vraaggestuurd (‘5 focusvacatures van de regio’) ingericht. Arbeidsontwikkeling op een reguliere werkplek heeft de voorkeur, met gebruik van het instrument ‘loondispensatie’. 8. Voorkomen is beter dan genezen: uit het verleden blijkt dat het succes van de Wwb vooral is geweest dat mensen er geen gebruik van maken. Gemeente en UWV houden de poortwachtersfunctie. Van een sluitende aanpak naar een selectieve aanpak.
1 2
3
Deze rol hangt nauw samen met wat de WWNV voorschrijft. De werkgeversbenadering moet goed gecoördineerd uitgevoerd worden met meerdere partijen (gemeenten, bovenlokaal/arbeidsmarktgebied, UWV, RWA/Amfors, derden?) Er bestaat verschil van mening over de invulling van de coördinatierol: worden dit de gemeenten, wordt dit RWA/Amfors, of het UWV? Als extra optie is het idee geopperd om een ‘vluchtheuvelconstructie’ te organiseren. In deze constructie kunnen cliënten die bij de werkgever uitvallen, terugvallen op een werkplek bij de overheid, waardoor arbeidsritme in stand blijft en klanten gemakkelijk herplaatst kunnen worden. Dit is voor werkgevers een risicoverlagende factor bij het aannemen van WWNV-klanten.
6/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
9. Slim combineren van financieringsbronnen als AWBZ/WMO/WWNV/OCW. Dit betekent onder andere dat voor de groep met zeer beperkte loonwaarde gekeken moet worden op welke wijze AWBZ-financiering gecombineerd kan worden met begeleidingssubsidie uit WWNV. En bijvoorbeeld dat reguliere onderwijsfinanciering ook ondersteunend kan zijn voor terugkeer naar de arbeidsmarkt van werkloze werkzoekenden uit groep 2 en 3. 10. Gemeente geeft (maximaal) niet meer uit dan zij van het Rijk aan financiële middelen beschikbaar krijgt voor Werk en Inkomen. De financiële risico’s moeten worden geminimaliseerd.
7/23
SCENARIO’S ONDERKANT ARBEIDSMARKT EN RWA/AMFORS
Bijlage 4 Commissie-Westerlaken Recent is het rapport van de Commissie-Westerlaken gepubliceerd. De commissie ziet oplossingen voor het financiële probleem van de SW in hoofdstuk 6.1 van het bestuursakkoord, waar gemeenten niet mee hebben ingestemd. Maar dan moeten er wel een paar forse ingrepen in de WWNV komen. De kern is de eerste aanbeveling: maak een splitsing in twee domeinen: een detacheringsfaciliteit gericht op werken in een reguliere omgeving, naast een faciliteit Beschermd Werk voor mensen voor wie werk in een reguliere omgeving geen optie is. Het is een interessante suggestie, die aansluit bij het oorspronkelijke idee van VNG, Cedris en Divosa: één regeling aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Maar het is in strijd met het damwandje dat van de PVV om de WSW moest worden gezet in het regeerakkoord. De belangrijkste aanbevelingen die in relatie staan tot de opdracht bij RWA/Amfors zijn verder: • Handhaaf de mogelijkheid van leer-/werkplekken buiten de faciliteit Beschermd Werk. • Maximeer de periode dat mensen op een leer-/werkplek kunnen blijven. • Creëer een heldere scheiding tussen opdrachtgeverschap, uitvoering en toezicht, met governancecode. • Ontwikkel modelaanbestedings- en -tenderprocedures. • Laat het UWV de competenties van de huidige SW-populatie in beeld brengen, zodat werkgevers weten wat mensen kunnen. • Snelle, ingrijpende transitie: opbouw detacheringsfaciliteit en Beschermd Werk, overhevelen SW-bedrijfsonderdelen met productiviteit naar private partijen, beschut werk combineren met dagbesteding, stoppen met activiteiten met weinig toekomst. Maak hiervoor een centrale roadmap. • Benut de mogelijkheden van de cao maximaal om de kansen op werk te vergroten (benutten laagste loonschalen, secundaire arbeidsvoorwaarden toetsen op participatiekans, leeftijdsgebonden regelingen omzetten). • Ontwikkel een benchmark met betrekking tot de rechtspositie van vergelijkbare werknemers in andere sectoren (Wajong-regeling, Wwb-regelingen, regelingen voor dagbesteding in de zorgsector). Laat deze benchmark richtinggevend zijn voor de kostenontwikkeling en daarmee voor de kansen op de arbeidsmarkt. Bij te grote verschillen leidt dit tot de afspraak dat de kostenontwikkeling niet of nauwelijks zal plaatsvinden. • Een bijdrage van cao-partijen om kritisch de bestaande regelingen door te lichten op het effect van versnelling/vertraging van de omslag. Dit kan bijvoorbeeld vorm krijgen door de lonen en de bestaande rechten te ‘bevriezen’, om te voorkomen dat verschillen tussen oud en nieuw groter worden. • Compenseer de daling van de SW-loonkosten voor gebieden met veel SW’ers. • Richt een onafhankelijk herstructurerings- en transitiefonds in.
8/23
SCENARIO’S ONDERKANT ARBEIDSMARKT EN RWA/AMFORS
Bijlage 5 Scenario ‘Privaat werkbedrijf’ Activiteiten en doelgroepen In dit scenario zet RWA/Amfors mensen met een verdienvermogen beneden het WML aan het werk in haar eigen bedrijven of, via detachering, bij andere werkgevers. Behalve in detachering is RWA/Amfors actief in schoonmaak en groenonderhoud. Verdienmodel Onder de WWNV heeft een gemeente er belang bij dat de groep die blijvend geen WML kan verdienen tóch zijn loonwaarde realiseert. Het gaat bij deze doelgroep niet om ‘volledige uitstroom uit de uitkering naar regulier werk’, maar om ‘realiseren loonwaarde in regulier werk’. Voor deze doelgroep biedt RWA/Amfors werk en detachering aan. Het verdienmodel van deze activiteit: de toegevoegde waarde dekt (ten minste) de loonkosten van de doelgroep en de begeleidingskosten. Omdat het verdienvermogen van doelgroep 3 geschat is op gemiddeld 40% van het WML, bedragen de loonkosten voor RWA/Amfors ook 40% WML. Hierdoor besparen gemeenten een vergelijkbaar percentage op uitkeringen.4 Omvang In de doorrekening is ervan uitgegaan dat RWA/Amfors een kwart van de (uiteindelijke) potentiële doelgroep 3 in dienst heeft (= 700 personen). We zijn er daarbij van uitgegaan dat niet de gehele doelgroep aan het werk gaat (met inzet van het instrument loondispensatie) en dat er ook andere bedrijven zijn waar deze doelgroep werkt. Interne bedrijfsvoering Cruciaal in de bedrijfsvoering is: • Voor werk in eigen bedrijven: voor de werknemers die RWA/Amfors zelf in dienst heeft én aan het werk zet is het realiseren van een maximale toegevoegde waarde tegen minimale kosten doorslaggevend voor het bedrijfsresultaat. • Voor de groep werknemers die RWA/Amfors detacheert bij andere bedrijven: het beperken van de leegloop en het beheersen van de begeleidingskosten. Competenties • resultaatgerichtheid combineren met mensgerichtheid; • andere werkgevers bij wie de doelgroep gedetacheerd wordt ‘ontzorgen’; • commercieel: de mogelijkheden van de doelgroep verbinden met de behoeften van bedrijven. De bedrijfsvoering van RWA/Amfors is gericht op flexibiliteit tussen het organiseren van het eigen werkaanbod (schoonmaak en groenonderhoud) en detachering.
4
Loonkosten voor de werkgever bedragen op niveau 100% WML: € 22.500,—. De kosten per uitkering bedragen gemiddeld zo’n € 14.000,—.
9/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Partners Ondernemers: om te kunnen detacheren én om werk voor de eigen bedrijven binnen te halen zijn contacten met ondernemers cruciaal. In dit scenario is het goed denkbaar dat RWA/Amfors joint ventures aangaat met ondernemingen (bijvoorbeeld in schoonmaak en groenonderhoud), waarbij RWA/Amfors het personeel uit de doelgroep beschikbaar stelt en de bedrijfsvoering aan de partneronderneming wordt overgelaten. Gemeenten: gemeenten sturen werkzoekenden met beperkte loonwaarde naar deze werkgever, omdat hier de kans op het realiseren van loonwaarde groot is. Gemeenten zijn verder een belangrijke opdrachtgever van groenonderhoud (vergelijkbaar met de huidige omvang). Kosten/opbrengsten Op basis van de vooronderstellingen over het marktaandeel van RWA/Amfors in de tewerkstelling van de doelgroep (25% van doelgroep 3), de te realiseren toegevoegde waarde in schoonmaak, groen en detachering, én de te betalen loonkosten voor doelgroep 3 (gemiddeld geschat op 40% WML) realiseert RWA/Amfors in dit basisscenario een verlies op jaarbasis van € 500.000,—. Omdat RWA/Amfors € 6,3 miljoen loon betaalt aan de doelgroep WWNV, staat daartegenover dat de gemeenten € 3,9 miljoen besparen op uitkeringen voor doelgroep 3.5 Dit resultaat is gebaseerd op een inschatting van de opbrengsten zoals die nu binnen RWA/Amfors worden gerealiseerd met een vergelijkbare doelgroep. De kosten zijn niet gebaseerd op de huidige kosten, maar op de lean en mean ingerichte organisatie die nodig is om dit resultaat te realiseren.6 Het resultaat van dit scenario kan anders uitpakken door de volgende risico’s en kansen. Risico’s: het aantal werknemers valt tegen, de toegevoegde waarde komt onder druk te staan. Kansen: het resultaat kan mogelijk nog verbeterd worden door de omzet te verbeteren, door de span of control te verlagen en investeringen in opleidingen verder terug te schroeven. Frictiekosten De frictiekosten voor dit scenario zijn hoog: € 14,5 miljoen. In het bedrijf werken geen ambtenaren meer en veel minder niet-ambtelijke stafmedewerkers (90 in plaats van 158). Door de afvloeiingskosten zijn de frictiekosten hoog. Deze kunnen lager uitpakken naarmate er meer ambtenaren in dienst kunnen treden bij de gemeenten van de GR.7
5
De besparing op de uitkering komt overeen met het nettoloon. Dit is lager dan de loonkosten voor de werkgever. Voor de leidinggevende functies is uitgegaan van vervulling door reguliere arbeidskrachten (geen SW’ers). 7 In dit scenario worden de activiteiten ‘beschut werken’ afgestoten. Als de stafmedewerkers die bij deze activiteiten horen mee overgaan naar de nieuwe uitvoerder, worden de frictiekosten navenant beperkt. 6
10/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Wat blijft voor gemeenten In dit scenario beperkt RWA/Amfors zich tot het bieden van werk aan een kwart van doelgroep 3 (blijvend een verdiencapaciteit tussen 20% en 80% WML). Gemeenten moeten dus nog werkplekken zoeken voor het overige deel van doelgroep 3, voor de re-integratie van mensen met een verdienvermogen dat tijdelijk beneden 100% WML ligt (doelgroep 2) en gemeenten hebben de plicht beschut werk en dagbesteding op een alternatieve wijze te organiseren. Relatie met zittend SW-bestand Amfors kan in dit scenario het deel van de huidige SW-populatie dat niet is aangewezen op beschut werk, te werk stellen in eigen bedrijven of bij werkgevers. Door het positieve operationele resultaat dat hiermee geboekt wordt, wordt het oplopende negatieve subsidieresultaat beperkt. Relatie met SWOT Op basis van de huidige prestaties van RWA/Amfors is het realistisch om te veronderstellen dat dit scenario gerealiseerd kan worden. RWA/Amfors heeft bewezen ervaring met het organiseren van productieactiviteiten met en detachering van deze doelgroep. Doorrekening scenario privaat werkbedrijf !"#$%&'()*&'+%%,)-#&./#0&'123)4',5%$5674$,#$
))
!"#$"%&'( /0$$1&1230$&405&'(
8#,%"9#&'$5
)
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&)*+ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&,-6+++
!"#$%&'()*&'+%%,)-#&.)/#0&'12))0((&.#$'$5)>?)@)ABCCCD
8#,%"9#&'$5
)
!"9(($:%%.
)
;&(#$ )
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&,*+ &&&&&&&&&&&&&&&,-6*++
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&-++ &&&&&&&&&&&&&&&).67++
!"9(($:%%.
;&(#$
<(,%%=
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&.++
!4/,(,%%=
/0$$1&1230$&8&9&,6+++
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&-6)*+ &
&&&&&&&&&&&&&&&&&)6+)* &
&&&&&&&&&&&&&&&&&:6-.+ &
&&&&&&&&&&&&&&&,-6;<*
'"%"5=>?1>$0# @A05=B0&?1>$0# !C>DE5=FA=#B G#$50>$
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&.7+ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&,,* &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&<+ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&,<
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&;++ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&,<* &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&*+ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&,)
&&&&&&&&&&&&&&&&&)6*.. &&&&&&&&&&&&&&&&&,6:7* &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&;*+ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&:7
&&&&&&&&&&&&&&&&&-67;. &&&&&&&&&&&&&&&&&)6,** &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&.<+ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&,,*
@A05E0"H
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&)+;
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&,)7
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&*-,
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&:;;
@405"$=1#0%0&?1>$0#
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&,6,;; &
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&7-;
&&&&&&&&&&&&&&&&&*6.<)
&&&&&&&&&&&&&&&&&.6:<-
E7#&%,'($##=)@=,%%,)?)@)ABCCC E7#&%,'($##=)@=,%%,L=(($+(&:'$5)7#&)!M & !%=%&'6.(6,#$)Q-RS)?)@)ABCCC
))))))))))))))))))))))))FBCGH ))))))))))))))))))))))))GNOOP
)))))))))))))))))ABCGI )))))))))))))))))PNFJO )
)))))))))))))))))FBJFG )))))))))))))))))GNPJC )
)))))))))))))))))KBGCA )))))))))))))))))GNFGG
))))))))))))))))))))))))FBFKC
)))))))))))))))))ABOKC
)))))))))))))))))FBPCC
)))))))))))))))))JBOCC
))))))))))))))))))))))))))>AJJD )))))))))))))))))))))))>CNJJOD
)))))))))))))))))))>FJAD ))))))))))))))))>ANPOPD )
)))))))))))))))))))))>PFD ))))))))))))))))>CNFHCD )
)))))))))))))))))))>HIID ))))))))))))))))>CNPAFD
M?7=(',%,'#@=,%%,)?)@)ABCCC M?7=(',%,'#@=,%%,)7#&)!ML,&%1#", T&'",'#.(6,#$)?)@)ABCCC I&405>1#00%& &&&"2J$0#"50# &&&C"D=%=C15>
) )
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&,+6+++ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&,6.*) &&&&&&&&&&&&&&&,,6.*)
I&1#51050#H&B10H I&=#?114D1#$5"D$0#
&&&&&&&&&&&&&&&&&)6+++ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&:++
<(,%%=
)))))))))))))))AHBKKF
11/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Toelichting doorrekening Aantal SE: het aantal werkplekken in de verschillende bedrijfsonderdelen (op basis van de vooronderstellingen met betrekking tot de omvang van de doelgroep). Netto-omzet per SE: veronderstelde toegevoegde waarde (omzet minus directe kosten, zoals materiaal en kosten ingehuurde arbeid). Deze is gebaseerd op ervaringsgegevens van RWA/Amfors met een vergelijkbare doelgroep in deze bedrijfsactiviteiten. Netto omzet: totale toegevoegde waarde per bedrijfsonderdeel. Salariskosten: salariskosten van stafpersoneel (niet-doelgroep). Deze zijn onderbouwd op basis van een minimaal noodzakelijke bezetting voor de begeleiding van deze doelgroep en om het bedrijf te laten draaien (uitgangspunt lean en mean). Overige kosten: overige bedrijfskosten zoals energie, huur, onderhoud. Afschrijving: afschrijving productiemiddelen. Intrest: financieringskosten bedrijfskapitaal. Overhead: kosten van centrale functies (zoals directie, controller en dergelijke). (uitgangspunt lean en mean). Operationele kosten: optelsom van salariskosten, overige kosten, afschrijving, intrest en overhead. Operationeel resultaat: netto-omzet minus operationele kosten. Dat is de door de doelgroep gerealiseerde toegevoegde waarde. Tussen (...) is: negatief resultaat. Operationeel resultaat per SE: operationeel resultaat gedeeld door aantal SE. Tussen (...) is negatief resultaat per SE. Salariskosten WWNV: we hebben verondersteld dat de doelgroep die in deze bedrijfsonderdelen werkt een gemiddeld verdienvermogen heeft van 40% WML. Dat is € 9.000,— per persoon. Dit is een schatting. Het zijn kosten voor het bedrijf. Het is inkomen voor de betrokken medewerker. Daar staat dus een besparing van uitkeringslasten tegenover. De frictiekosten zijn gebaseerd op: Afvloeiingskosten ambtenaren: op basis van het verschil tussen benodigde formatie volgens doorrekening en huidige formatie x ervaringscijfers ambtelijke reorganisaties. Afvloeiingskosten facilifors: afvloeiingskosten niet-ambtelijk stafpersoneel zijn gebaseerd op de kantonrechtersformule. Onroerend goed: bij afstoten van onroerend goed moet het verschil tussen boekwaarde en marktwaarde worden verrekend. Inkoopcontracten: afkoop verplichtingen op basis van inkoopcontracten.
12/23
SCENARIO’S ONDERKANT ARBEIDSMARKT EN RWA/AMFORS
Bijlage 6 Scenario ‘Publiek werkbedrijf’ Activiteiten In dit scenario gaat RWA/Amfors met onderdelen van de sociale dienst van gemeenten op in een organisatie die de WWNV uitvoert voor de aangesloten gemeenten. Zowel de directe bemiddeling als de begeleiding naar de reguliere markt als om detachering van de groep die blijvend is aangewezen op loondispensatie wordt in één publieke organisatie uitgevoerd. In deze organisatie worden klantmanagement, trajectbegeleiding en trajectbegeleiding/jobcoaching ondergebracht. De werkfaciliteiten worden direct ingezet voor intake en diagnose en voor loonwaardebepaling. Daarnaast begeleidt dit publieke werkbedrijf klanten naar de arbeidsmarkt en biedt het detachering en werk aan de doelgroep WWNV. Dit publieke werkbedrijf voert het volledige klantmanagement voor Wwmv uit. In dit scenario is sprake van een integratie van het huidige RWA/Amfors en de sociale diensten. Dit scenario is geïnspireerd op voorbeelden elders in het land waar SW-bedrijf en sociale dienst ineengeschoven worden. Verdienmodel Het publieke werkbedrijf voert de WWNV uit. De kosten van de organisatie bestaan uit begeleidingskosten en bedrijfskosten. Deze worden gedekt uit re-integratiemiddelen, vergoeding voor uitvoeringskosten en de door de doelgroep gerealiseerde toegevoegde waarde. De verwachting is dat er door integratie van klantmanagement en trajectbegeleiding besparingen mogelijk zijn op de uitvoeringskosten. Daar staat tegenover dat er kosten ontstaan door het afscheiden van de uitvoering van WWNV van andere gemeentelijke activiteiten (zoals Wmo). Het is denkbaar dat voor de onderkant van doelgroep 3 (blijvende verdiencapaciteit tussen 20 en 80% WML) het werken gebeurt in de vorm van werken met behoud van uitkering. Dan zijn er geen loonkosten, maar ook geen besparingen op uitkeringslasten. Omvang De potentiële doelgroep is de gehele doelgroep WWNV, met uitzondering van de doelgroep die is aangewezen op beschut werk of dagbesteding. Dit zijn in de structurele situatie 4.575 personen. In de doorrekening van dit scenario is men ervan uitgegaan dat de helft van doelgroep 2 op traject zit en de helft van doelgroep 3 aan het werk is via het werkbedrijf. Wij hebben deze veronderstellingen gehanteerd omdat het op grond van praktijkervaringen niet te verwachten valt dat de doelgroepen voor 100% deelnemen aan een traject (groep 2) of met loondispensatie aan het werk zijn (groep 3). Interne bedrijfsvoering De interne bedrijfsvoering moet gericht zijn op maximale en snelle uitstroom naar regulier werk (doelgroep 2) en op het maximaal realiseren van verdiencapaciteit (doelgroep 3) tegen minimale (begeleidings)kosten. De interne bedrijfsvoering omvat de gehele keten en kan dus optimaal sturen op het ketenresultaat.
13/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Competenties • resultaatgerichtheid combineren met mensgerichtheid; • begeleiden van de doelgroep; • ontzorgen van werkgevers die de doelgroep in dienst neemt; • commercieel: het verbinden van de mogelijkheden van de doelgroep met de behoeften van bedrijven. Partners Onderaannemers: het publieke werkbedrijf schakelt onderaannemers in voor specifieke expertises bij de begeleiding van klanten (opleiden, gezondheid, activeren). Ondernemers: het publieke werkbedrijf onderhoudt een netwerk met werkgevers voor uitplaatsing, detachering én het binnenhalen van werk. De publieke werkgeversbenadering is een geïntegreerd onderdeel van het publieke werkbedrijf. Gemeenten: het publieke werkbedrijf is een verlengd onderdeel van de gemeenten (gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie voor de WWNV). Naast de uitvoering van de WWNV voert het werkzaamheden uit binnen de ’eigen’ gemeenten (bijvoorbeeld groenonderhoud). Gezien de omvang zal het echter zeker ook diensten en producten op de markt buiten gemeenten moeten vermarkten. Kosten/opbrengsten Het resultaat van dit scenario is mede gebaseerd op een inschatting van de besparing op uitvoeringskosten als gevolg van het ontdubbelen van processen. We hebben aangenomen dat hierdoor naar schatting een besparing van 25% op klantmanagement/trajectbegeleiding mogelijk is,8 op basis van het aantal. In de doorrekening zijn de activiteiten op het gebied van klantmanagement en uitkeringsverstrekking – die nu binnen gemeenten uitgevoerd worden – niet meegenomen. Aangenomen wordt dat het resultaat op deze activiteiten niet wijzigt ten opzichte van de huidige situatie. Over het mogelijk kostenverhogende effect van het afsplitsen van de socialedienstactiviteiten van andere gemeentelijke diensten aan burgers (denk aan de Wmo) is geen aanname gemaakt. In de doorrekening is niet expliciet de optie ‘werken met behoud van uitkering’ opgenomen. Wij schatten in dat de onderkant van doelgroep 3 in de praktijk vaak aan het werk zal gaan met behoud van uitkering. Binnen het werkbedrijf valt voor deze groep het nadeel van betaalde loonkosten weg tegen niet-bespaarde uitkeringen. 9
8
Op basis van huidige kosten van trajectbegeleiding (€ 1.000,— gemiddeld) is dat een bedrag van € 250,— per traject. Voor de mensen die met loondispensatie aan het werk zijn gaat het om de trajectbegeleiding naar die werkplek. We zijn er daarbij van uitgegaan dat jaarlijks 10% van de doelgroep begeleid wordt naar een (nieuwe) werkplek. 9 We gaan ervan uit dat voor deze groep ook buiten het publieke werkbedrijf geen loonwaarde gerealiseerd kan worden.
14/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Het exploitatieresultaat van het publieke werkbedrijf is negatief (-/- €1,4 miljoen). Daar staat een besparing op uitkeringen van naar schatting € 7,6 miljoen tegenover (omdat er € 12,2 miljoen loonkosten gemaakt worden voor de doelgroep). Daarnaast wordt er € 184K bespaard op uitvoeringskosten.10 Dit alles onder de aanname dat het publieke werkbedrijf 1.365 mensen met beperkte verdiencapaciteit productief aan het werk kan zetten in de markt. Dit is een onzekere veronderstelling: RWA/Amfors zou fors moeten groeien in markten die onder druk staan (groen) en ook geheel nieuwe markten ontwikkelen, aangezien de totale opdrachtportefeuille van gemeentelijk groen onvoldoende omzet genereert. Frictiekosten De frictiekosten van dit scenario bedragen € 6,6 miljoen. Daarvan is € 2 miljoen afschrijving op huisvesting. In dit scenario zijn de afvloeiingskosten van 66 nietambtelijke stafmedewerkers opgenomen. Er vloeien geen ambtenaren af. Buiten beschouwing zijn gebleven: de consequenties voor overheadkosten die ‘achterblijven’ binnen gemeenten als gevolg van het afsplitsen van de socialedienstactiviteiten, alsmede de reorganisatiekosten van de overgang van personeel naar de geïntegreerde organisatie. Wat blijft voor gemeenten In dit scenario is veel ruimte voor het inzetten van verantwoord aanbesteden, sociale doelstellingen in subsidierelaties en prestatieafspraken met maatschappelijke organisaties (social return), zodat het publieke werkbedrijf voldoende opdrachten heeft om de populatie rendabel aan het werk te zetten. Gemeenten moeten beschut werk en dagbesteding op een alternatieve wijze organiseren en blijven direct verantwoordelijk voor de arbeidsvoorwaarden van de WSW-geïndiceerden. Relatie met zittend SW-bestand RWA/Amfors kan in dit scenario het deel van de huidige SW-populatie dat niet is aangewezen op beschut werk te werk stellen in eigen bedrijven of (via detachering) bij reguliere werkgevers. Door het positieve operationele resultaat dat hiermee geboekt wordt, wordt het oplopende negatieve subsidieresultaat beperkt. Relatie met SWOT Een goede verbinding naar de SWOT van RWA/Amfors is moeilijk te maken. Het gaat hier immers om een volledige integratie van het huidige SW-bedrijf met de sociale diensten van de deelnemende gemeenten.
10
Dit verschil in resultaat ten opzichte van het private werkbedrijf wordt in de eerste plaats veroorzaakt door het verschil in omvang. Verder zijn de kosten naar verhouding hoger (meer ambtenaren, minder niet-ambtelijk stafpersoneel) en zijn de opbrengsten per fte wat lager verondersteld (minder concurrentieprikkels en prijsdruk wegens omvang werk in krimpmarkt).
15/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Doorrekening scenario publiek werkbedrijf !"#$%&'())*+,-'#.)/#&.,#0&'123)+'45%$56*+$4#$
))
!"#$"%&$'"()*$)# !"#$"%&-. 3)$$4&456)$&7)'&-.
7#4%"8#&'$5
)
!"8(($9%%.
)
:&(#$ )
!+,4(4%%-
)
;&%1#"4#$
)
;(4%%-
)
;(4%%-
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&+,, &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&/,, &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&1820/,
!"#$%&'()*+,-'#.)/#&.,#0&'123)0((&.#$'$5)<=)>)?@AAAB
7#4%"8#&'$5
)
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&0,, &&&&&&&&&&&&&&&102/,,
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&/+/ &&&&&&&&&&&&&&&8/29,+
!"8(($9%%.
:&(#$
&&&&&&&&&&&&&&&&&120+/ &&&&&&&&&&&&&&&&&82/,, !+,4(4%%-
)
;&%1#"4#$ & &
& &
3)$$4&456)$&:&;&12,,,
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&+21 &
&&&&&&&&&&&&&&&&&=2,/, &
&&&&&&&&&&&&&&&1/2=9= &
&&&&&&&&&&&&&&&8/2<,>
&&&&&&&&&&&&&&&&&12/,,
&&&&&&&&&&&&&&&8<28,>
-"%"'?@A4@$)# -"%"'?@A4@$)#&B?')*$ DE)'?F)&A4@$)# !G@*H'?(E?#F I#$')@$
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&12=0= &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&C &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&1>/ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&<, &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&=1
&&&&&&&&&&&&&&&&&12191 &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&C &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&8=/ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&& &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&01
&&&&&&&&&&&&&&&&&=2+>> &&&&&&&&&&&&&&&&&1288/ &&&&&&&&&&&&&&&&&020=, &&&&&&&&&&&&&&&&&128/, &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&8//
&&&&&&&&&&&&&&&&&<2010 &&&&&&&&&&&&&&&&&1288/ &&&&&&&&&&&&&&&&&02<9, &&&&&&&&&&&&&&&&&120>/ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&089
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&98/ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&C &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&88/ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&& &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&11
&&&&&&&&&&&&&&&&&92109 &&&&&&&&&&&&&&&&&1288/ &&&&&&&&&&&&&&&&&=2,,/ &&&&&&&&&&&&&&&&&12=<, &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&009
DE)'H)"B C#6*%&'$5)6%9#$D(#5'$5)"%6#9%$%5#9$4 D7)'"$?4#)%)&A4@$)#
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&011 ))))))))))))))))))))))))))))
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&8,= )))))))))))))))))))))))
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&<<> )))))))))))))))))))))
&&&&&&&&&&&&&&&&&128>0 )))))))))))))))))))))<EGB &&&&&&&&&&&&&&&1/20,,
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&& )))))))))))))))))))
&&&&&&&&&&&&&&&&&120+> )))))))))))))))))))
I*#&%4'($##-)+-4%%4)=)>)?@AAA I*#&%4'($##-)+-4%%4M-(($D(&9'$5)*#&)!N & !%-%&'6.(64#$)/QRS)=)>)?@AAA
))))))))))))))))))))))))G@?EJ ))))))))))))))))))))))))FOKJH
)))))))))))))))))K@EK? )))))))))))))))))JOJEF )
)))))))))))))))))E@LHA )))))))))))))))))POLLK )
)))))))))))))))?A@GAL ) )))))))))))))))))JOPKP )
))))))))))))))))))))GEL ) )
)))))))))))))))?A@FGF
))))))))))))))))))))))))G@HAA
)))))))))))))))))K@JAA
)))))))))))))))))H@AFH
)))))))))))))))?K@KFH )
))))))))))))))))))))))))))T )
)))))))))))))))?K@KFH
))))))))))))))))))))))))))<EPEB )))))))))))))))))))))))
)))))))))))))))))))<EJLB ))))))))))))))))
))))))))))))))))@?EHB ))))))))))))))))
))))))))))))))))@FJPB ))))))))))))))))
))))))))))))))))))))GEL )))))))))))))))))AOJE?
))))))))))))))))@GEJB ))))))))))))))))))))))))))T
N=*-('4%4'#+-4%%4)=)>)?@AAA N=*-('4%4'#+-4%%4)*#&)!NM4&%1#"4 U&'"4'#.(64#$)=)>)?@AAA C&7)'@4#))%& &&&"5J$)#"')# &&&G"*?%?G4'@
) )
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&C &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&029,8 &&&&&&&&&&&&&&&&&029,8
C&4#'4)')#B&F4)B C&?#A447*4#$'"*$)#
&&&&&&&&&&&&&&&&&82,,, &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&9,,
;(4%%-
)))))))))))))))))P@PAK
Toelichting doorrekening: zie bijlage 5.
16/23
SCENARIO’S ONDERKANT ARBEIDSMARKT EN RWA/AMFORS
Bijlage 7 Scenario ‘Privaat beschermd werk’ Activiteiten In dit scenario biedt RWA/Amfors ‘arbeidsmatige activiteiten’ voor de onderkant van de doelgroep: WSW-beschut, dagbesteding (arbeid) en activiteiten voor de doelgroep WWNV met zeer beperkte verdiencapaciteit (doelgroep 4). Met deze groepen worden vooral eenvoudige productiewerkzaamheden verricht, mogelijk aangevuld met wat eenvoudig groenonderhoud. Voor de doelgroep dagbesteding (AWBZ/Wmo) worden nieuwe activiteiten ontwikkeld met een verdiencomponent of er worden samenwerkingsrelaties aangegaan met zorgaanbieders. Zo wordt een combinatie van doelgroepen met zeer beperkte verdiencapaciteit mogelijk. Verdienmodel De inkomsten bestaan uit vergoedingen van de gemeentelijke opdrachtgevers voor het bieden van SW-beschutte werkplekken en dagbesteding en de (beperkte) toegevoegde waarde die de doelgroep realiseert. Daaruit moeten de loonkosten (WSW-beschut) en de begeleidingskosten (alle groepen) gedekt worden. Op dit moment biedt de gemeente Amersfoort nog een vergoeding van € 2.000,— per persoon voor activering (doelgroep 4: blijvend zeer beperkte verdiencapaciteit). De verwachting is dat deze vergoeding door de krimp van het re-integratiebudget terugloopt. Dan moeten de begeleidingskosten voor deze doelgroep terugverdiend worden met de gerealiseerde toegevoegde waarde. Omvang De omvang is afhankelijk van het ‘marktaandeel’ dat RWA/Amfors in dit scenario verwerft binnen de potentiële doelgroep. In de doorrekening is men ervan uitgegaan dat Amfors de helft van de doelgroep SW-beschut (= 50%*390), circa 10% van de relevante markt voor AWBZ arbeidsmatige dagbesteding (= 50 fulltime plekken, bezet door 85 personen) en de helft van de doelgroep WWNV met verdiencapaciteit < 20% (= 50%*733) bedient.11 De helft van de doelgroep SW-beschut is een beredeneerde aanname op basis van ervaringsgegevens van de huidige doelgroep. 10% van de AWBZ-doelgroep is een hele ruwe aanname op basis van CIZ-cijfers en de omschrijving van de huidige leeftijdsopbouw en categorie-indeling van mensen. De dagbestedingsactiviteiten voor mensen met psychiatrische en fysieke beperkingen leveren een zeer beperkte productiewaarde. Veelal gaat het om mensen met problematiek waarbij dagbesteding vooral kwaliteit in zorgaanbod betekent: snoezelruimtes voor zintuiglijk gehandicapten, creatieve therapie et cetera.
11
Gemeenten hebben niet alleen aangegeven dat ze naar verwachting geen vergoeding meer zullen betalen voor dit soort activiteiten, maar ook dat afgezien wordt van inspanningen om doelgroep 4 (buiten beschut werk en dagbesteding) te activeren. Het is dus de vraag of deze aantallen gehaald worden.
17/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
De helft van de doelgroep ‘WWNV met een zeer lage verdiencapaciteit’ is een aanname op basis van ervaringsgegevens en inschatting van financiële ruimte. Uit de doorrekening blijkt overigens dat deze vorm van werken met behoud van uitkering niet gratis is. ‘Werken met behoud van uitkering’ kost geld: met name begeleidings- en organisatiekosten. Interne bedrijfsvoering De sturing is in dit scenario gericht op lage kosten en maximale benutting van de capaciteit. Daarnaast vindt er strakke sturing plaats op de omvang van de begeleiding: de kosten mogen de gerealiseerde toegevoegde waarde en de begeleidingsvergoeding niet te boven gaan. Competenties • productiegerichtheid om, ondanks de beperkte verdiencapaciteit van de doelgroep, nog enige productiewaarde te realiseren; • strakke kostenbeheersing om de noodzakelijke begeleiding te kunnen bieden binnen budget; • omgang met de doelgroep: voldoende gericht op het bieden van zorgkwaliteit voor mensen die zijn aangewezen op arbeidsmatige dagbesteding; • commercieel: passende werkzaamheden binnenhalen; • creativiteit: zoeken naar innovatieve vormen, in samenwerking met zorginstellingen en maatschappelijke instellingen (persoonlijke dienstverlening, niches in kunstnijverheid en mode (knitting nanny's), kleinschalige projecten). Partners • afnemers van producten en diensten; • zorginstellingen: gedeelde klanten en aanvullende expertise; • maatschappelijke instellingen: plekken voor mensen, expositieruimte et cetera. Kosten/opbrengsten Onder de vooronderstellingen over het marktaandeel kan RWA/Amfors geen positief resultaat realiseren met deze doelgroepen. Het exploitatieresultaat voor beschut werken (onder de nieuwe voorwaarden: lagere beloning en lagere rijkssubsidie) is negatief (-/-€ 600K). Ook het exploitatieresultaat voor de doelgroep ‘werken met behoud van uitkering’ is negatief (-/- € 932k). De opbrengsten voor dagbesteding zijn wel positief (+ € 74K), maar te klein om het verlies op de andere doelgroepen te compenseren. De doorrekening voor het onderdeel dagbesteding is gebaseerd op de pilot die op dit moment draait bij RWA/Amfors. Het resultaat op dit onderdeel komt naar verwachting onder druk te staan als gemeenten dagbesteding anders gaan inkopen. Mogelijk dat een positiever resultaat kan worden bereikt met vormen van dagbesteding waarin de marge op de inkomsten fors kan worden vergroot, zoals in bijvoorbeeld kunst- en kunstnijverheidsprojecten, of innovatieve begeleiding van bijvoorbeeld Wajongeren in wijkwinkels en restaurants in verzorgingshuizen. Er staan geen besparingen op uitkeringen tegenover de kosten die gemaakt worden in dit scenario.
18/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Frictiekosten De frictiekosten bedragen in dit scenario € 16,1 miljoen. Dat komt omdat dit bedrijf fors kleiner is dan het huidige RWA/Amfors. De frictiekosten kunnen enigszins beperkt worden als af te vloeien ambtenaren over kunnen gaan naar gemeenten. Wat blijft voor gemeenten Gemeenten organiseren voor de doelgroep ‘WWNV met een verdiencapaciteit van meer dan 20%’ zelf de intake, diagnose en loonwaardebepaling met andere partners. Re-integratie en detachering wordt een grotere taak voor gemeenten: in dit scenario biedt het private RWA/Amfors alleen voor de doelgroep met een zeer bescheiden verdienvermogen een voorziening. ‘De rest’, alle mensen met een verdiencapaciteit van meer dan 20%, valt direct onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Relatie met zittend bestand SW RWA/Amfors kan in dit scenario werkplekken bieden voor dat deel van de huidige SW’ers dat is aangewezen op beschut werk. Daar wordt echter geen positief resultaat mee geboekt. Relatie met SWOT RWA/Amfors heeft laten zien dat ze eenvoudig werk tegen lage kosten voor deze doelgroep kan organiseren. ‘Arbeidsmatige dagbesteding’ is een activiteit die daar dicht tegenaan ligt. In dit scenario wordt niet gebruikgemaakt van het netwerk van RWA/Amfors richting ondernemers. Doorrekening privaat beschermd werk !"#$%&'()!*'(+&&,!-$.#/$'01!2$'34!5(,6&%6.75%,
%$8$.#/5,!9$'3
8$/)51!5(,3$'(%6
!""#$"%&'%()#$)#&*"+,)-$)*(#+& !"#$"%&./&,)-'01$&2)34 9)$$:&:;<)$&=)3&./
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&567 &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&>?@@@
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&877 &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&>?@@@
"#$%&'()!7'(+&&,!-$.#/$'01!2$'34!1))''$3$%(%6!!?!@!A!BCDDDE
:&6-$.,$1(%6
;),&&<
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!=>
8$.#/5,!9$'3
!
8$/)51!5(,3$'(%6
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&A :&6-$.,$1(%6
!
;),&&<
9)$$:&:;<)$&B&C&5?@@@
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&DE@
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5?>F@
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&A
&&&&&&&&&&&&&&&&&F?F@@
."%"3(-4:-$)# HI)3(+)&4:-$)# !J-'03(KI(#+ L#$3)-$
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&GED &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&87G &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&>5 &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&58
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5?F7@ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&G>6 &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&D> &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&F>
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&8@8 &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&F@@ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5F &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&7
&&&&&&&&&&&&&&&&&F?F>@ &&&&&&&&&&&&&&&&&5?F@7 &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5FD &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&>F
H=)3"$(:#)%)&4:-$)#
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5?@6D &
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5?66D
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&7F@ &
&&&&&&&&&&&&&&&&&8?G5>
F7$'&,()%$$
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!?GBHE
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!?IHHE
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!?IJDE !
!!!!!!!!!!!!!!!!?BC>B>E
"5-.(1($'$.5<,&&,
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!?J=GE
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!K
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!ILH
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!J=>
8$1'(MN.6$-)%1$%!7$'.)%$$<.3).,
%$!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!K
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!GII
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!K
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!GII
O@7<)(,&,($'$.5<,&&,!@!A!BCDDD O@7<)(,&,($'$.5<,&&,!7$'!"OQ#<($%, & S'(#,($3).,$%!@!A!BCDDD A&=)3-:#))%& &&&";,$)#"3)# &&&J"'(%(J:3-
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!?LDDE !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!?GRDHLE
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!?PGJE !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!?JRLJLE
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!>H
!!!!!!!!!!!!!!!!?BC>=IE !
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5@?@@@ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&8?FD6 &&&&&&&&&&&&&&&58?FD6
A&:#3:)3)#*&+:)* A&(#4::=':#$3"'$)#
&&&&&&&&&&&&&&&&&F?@@@ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&E@@
;),&&<
!!!!!!!!!!!!!!!BLCDHP
19/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Toelichting doorrekening: zie bijlage 5 Subsidieresultaat: het verschil tussen betaald loon en ontvangen SW-subsidie. Hierbij is uitgegaan van een SW-subsidie per SE van € 22.050,— en loonkosten op het niveau van het WML (€ 22.500,—) en bijkomende personeelskosten (€ 1.000,— per SE; denk aan: Arbo- en P&O-kosten). Deze laatste kosten moeten ook gemaakt worden voor de doelgroep ‘werken met behoud van uitkering’. De opbrengsten van dagbesteding zijn opgenomen op de regel ‘subsidieresultaat’. Deze zijn gebaseerd op de huidige vergoeding voor het bieden van arbeidsmatige dagbesteding per dagdeel, het gemiddeld aantal dagdelen en weken dat cliënten deelnemen aan dagbesteding.
20/23
SCENARIO’S ONDERKANT ARBEIDSMARKT EN RWA/AMFORS
Bijlage 8 Scenario ‘Publiek beschut werk’ Activiteiten In dit scenario biedt Amfors beschut werk voor de doelgroep van de ‘nieuwe WSW’. Dat doet ze in de vorm van eenvoudig productiewerk (binnen en buiten). Opdrachten komen vooral van gemeentelijke opdrachtgevers (beheer buitenruimte en dergelijke). Verdienmodel De inkomsten bestaan uit SW-subsidie en toegevoegde waarde uit productie. Daaruit moeten de loonkosten en de begeleidingskosten worden gedekt. In de doorrekening is voor deze doelgroep uitgegaan van een toegevoegde waarde van zo’n € 4.000,—. Dit is in de eerste plaats gebaseerd op de inschatting van Amfors over wat haalbaar is met beschut binnen. Ook in enkele andere – ons bekende – SW-bedrijven wordt met dit soort bedragen gerekend voor deze doelgroep.12 Omvang De omvang wordt bepaald door de omvang van de doelgroep SW-beschut. Die is nu rond 400 SE en in de structurele situatie is die 390. Interne bedrijfsvoering Sturing is gericht op zo laag mogelijke kosten en maximale benutting van de capaciteit. Competenties Productiegerichtheid (als privaat beschermd werk). Omgang en expertise met de doelgroep. Partners Afnemers van de eenvoudige producten en (ompak)werkzaamheden: bedrijven en gemeentelijke instellingen. Zorginstellingen: gedeelde klanten. Kosten/opbrengsten In de doorrekening van dit scenario is uitgegaan van opbrengsten die nu ook gerealiseerd worden in beschut binnen. Verder is uitgegaan van een bedrijf dat leaner en meaner is dan het huidige Amfors. Desondanks bedraagt het exploitatieresultaat ruim € 900k negatief. Daar komt nog negatief subsidieresultaat bij van € 566k. In totaal een resultaat van € 1,5 miljoen negatief.13 Dit resultaat kan onder druk komen staan bij een verslechtering van de markt voor eenvoudige productiewerkzaamheden onder invloed van de economische crisis. 12
In een artikel in Sociaal Bestek rekent adviesbureau K+V met toegevoegde waarde van € 2,— tot € 5,— per uur voor deze groep en € 6.000,— op jaarbasis. Wij achten de uurbedragen realistisch. Het jaarbedrag achten wij erg hoog voor de werkzaamheden beschut binnen. 13 Als we uitgaan van een toegevoegde waarde van € 6.000,— per persoon per jaar verbetert het exploitatieresultaat tot -/- € 139k. Het subsidieresultaat blijft -/-€ 566k. Zodat het totale resultaat op -/- € 704k uit zou komen.
21/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Verder is het sterk afhankelijk van de budgetten die de wetgever ter beschikking stelt. Het resultaat zou nog iets kunnen verbeteren door verdergaand te bezuinigen op praktijkbegeleiders. (-/- €100k) Frictiekosten De frictiekosten voor dit scenario bedragen € 16,4 miljoen. Het SW-bedrijf is veel kleiner dan het huidige RWA/Amfors. De frictiekosten betreffen voornamelijk afvloeiingskosten van personeel. Deze kunnen gematigd worden door werknemers ‘over te nemen’. Wat blijft voor gemeenten Gemeenten dragen de zorg voor de volledige doelgroep WWNV buiten beschut werk. Zij zullen daarvoor of rechtstreeks zaken moeten doen met werkgevers of daarvoor gespecialiseerde intermediairs in moeten schakelen. Intake, diagnose en loonwaardebepaling worden alternatief georganiseerd binnen of buiten de gemeente. Relatie naar zittend bestand SW RWA/Amfors biedt in dit scenario beschut werk aan ± 400 mensen. Dat komt overeen met de huidige omvang van de onderdelen beschut binnen RWA/Amfors. De structurele omvang van RWA/Amfors in dit scenario komt dus overeen met de huidige omvang van de onderdelen beschut. RWA/Amfors kan dus werkplek bieden aan de huidige doelgroep SW-beschut. Werkplekken die vrijkomen als gevolg van verloop kunnen worden gevuld met nieuwe instroom WSW beschut. RWA/Amfors draagt in dit scenario echter niet bij aan het verminderen van het tekort op de doelgroep ‘huidig bestand WSW’. Relatie naar SWOT RWA/Amfors heeft bewezen eenvoudig productiewerk voor de doelgroep beschut te kunnen organiseren tegen relatief lage kosten. Er wordt in dit scenario geen gebruik gemaakt van het netwerk van RWA/Amfors bij ondernemers.
22/23
WET WERKEN NAAR VERMOGEN EN SCENARIO’S VOOR RWA/AMFORS
Doorrekening publiek beschut werken bedrijf !"#$%&'()*+,-'#.),#/"0+1)2#&.3)+'14%$4/5+$1#$
6#/"0+1),'$$#$
!"#$"%&'( ,-$$.&./0-$&1-2&'(
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&)*+ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&34+++
!"#$%&'()*+,-'#.),#/"0+1)2#&.#$3)8((&.#$'$4)9:);)<=>>>?
6#/"0+1),'$$#$ )
7(1%%&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&)*+
7(1%%-
,-$$.&./0-$&
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5467+
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5467+
'"%"289:.9$-# ;<-28=-&:.9$-# !@9AB28C<8#= D#$2-9$
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5463) &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&>?+ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&*+ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&?6
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5463) &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&>?+ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&*+ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&?6
;1-2"$8.#-%-&:.9$-#
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&?43E* &
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&?43E*
@5#&%1'($##-)/+-1%%1
))))))))))))))))))))))))))9A
))))))))))))))))))))))))))9A
!+,/'8'#/+-1%%1
))))))))))))))))))))))))))9BCC?
))))))))))))))))))))))))))9BCC?
DE5-('1%1'#/+-1%%1)E);)<=>>> DE5-('1%1'#/+-1%%1)5#&)!D & J&'"1'#.(/1#$)E);)<=>>> F&1-29.#--%& &&&"/G$-#"2-# &&&@"A8%[email protected]
)))))))))))))))))))))))9<=FGF? )))))))))))))))))))))))9HIG>B?
)))))))))))))))))))))))9<=FGF? )))))))))))))))))))))))9HIG>B?
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5+4+++ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&)466* &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&5)466*
F&.#2.-2-#H&=.-H F&8#:..1A.#$2"A$-#
&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&?4+++ &&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&>++
7(1%%-
))))))))))))))))))))))
Toelichting doorrekening: zie bijlage 5.
23/23
Toekomstscenario Wet Werken naar Vermogen (WWnV)
Amersfoort, 14 februari 2012
Inhoudsopgave • Wat is er aan de hand? • Wat is het probleem bij ongewijzigd beleid • Opgaven korte termijn • Opgaven lange termijn • Aanvraag herstructureringsfaciliteit • Processtappen
1
Wat is er aan de hand?
Wat is er aan de hand? Wet werken naar vermogen(WWnV)
2
Financiering SW sterk onder druk • Verlaging subsidie met €5.000 per Standaard Eenheid (van €27.000 naar €22.000) • Verlaging al in gang gezet • Rechten van huidige WSW-ers blijven gerespecteerd (kosten huidige CAO ongeveer €29.000 per Standaard Eenheid) • Toegang tot WSW wordt sterk beperkt: tot 1/3 van het huidige volume
Uitdagingen Wet Werken naar Vermogen • In ieder geval ‘beschut werken’ voorziening creëren • 37% meer mensen komen in de WWnV • Loonwaarde van uitkeringsgerechtigden zoveel mogelijk direct benutten • Begeleidingssubsidie hiervoor wordt gehalveerd • Nieuw instrument ‘loondispensatie’ beschikbaar • WWnV maakt onderdeel uit van decentralisatie van taken (WWnV, Jeugdzorg, AWBZ)
3
Probleem: subsidietekort RWA loopt op
RWA (in € mln)
Amersfoort (in € mln)
2012
-3.6
-2.5
2013
-4.6
-3.2
2014
-6.0
-4.2
2015
-6.7
-4.7
2016
-6.5
-4.6
Operationeel resultaat Amfors onder druk; kan het subsidietekort slechts beperkt opvangen Jaar
Bedrag (€ mln)
Amersfoort (€ mln)
2012
0.4
0.3
2013
1.6
1.1
2014
1.5
1.1
2015
0.8
0.6
2016
0.8
0.6
4
Opgaven korte termijn • De tekorten op de subsidie terugdringen middels het verbeteren van het operationele resultaat • Aandeelhouders hebben opdracht gegeven aan directie Amfors om op korte termijn tot maximaal resultaat te komen • Aandeelhouder informeert de Raad in maart over de consequenties van dit bedrijfsplan
Twee opgaven lange termijn 1. Op welke wijze kan ‘beschut werken’ in de toekomst houdbaar worden ingericht? 2. Wat is er nodig om mensen met een beperkte loonwaarde aan het werk te helpen, welke voorziening is hiervoor nodig?
5
Invulling lange termijn • 28 februari Verkenning en Verdieping scenario’s Stellen aanvullende vragen • 27 maart Raadsvoorstel Toekomstscenario in de Ronde Aanscherping?
Aanvraag Herstructureringsfaciliteit • Vanuit Rijk ongeveer €5.1 mln ter beschikking (gespreid over 6 jaar) • 25% co-financiering door gemeenten • Rijk heeft toegezegd in 2014 op basis van evaluatie te bezien of extra geld moet worden ingezet voor herstructurering WSW (maximaal voor Amersfoort €1.0 mln) • Aanvraag herstructureringsfaciliteit (vóór 30 april)
6
Beslismomenten Korte termijn • De tekorten op het subsidieresultaat terugdringen middels het verbeteren van het operationele resultaat (bedrijfsplan korte termijn / maart 2012) • Aandeelhouder informeert de Raad over de consequenties van het bedrijfsplan • Aanvraag herstructureringsfaciliteit (vóór 30 april) • Gebaseerd (bij voorkeur) op korte termijn bedrijfsplan en toekomstscenario
Langere termijn • Het kiezen van een toekomstscenario voor RWA/Amfors in het licht van WwnV (besluitvorming Raad 10 april) • Uitwerking langere termijn (2de helft 2012)
Planning • Vanavond:
informatie, gedachten wisseling en ophalen vragen
• 28 februari: 2de gedachten wisseling in De Ronde – zoveel mogelijk antwoorden op de gestelde (uitwerkings)vragen • 13 maart:
vaststelling voorgenomen besluit college toekomstscenario
• 27 maart:
voorbereiding besluit in De Ronde toekomstscenario
• 10 april:
besluitvorming door de Raad toekomstscenario
7
Besluitenlijst De Ronde datum:
14 februari 2012
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01)
Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.00 uur 25
Reg.nr.
4030503 Verslag Soort activiteit Raadsinformatiebrief 2012-10 Informatie maakt onderdeel uit van voorbereiding op besluitvorming over de toekomst van Amfors binnen de Wet werken naar vermogen. Op basis van de keuze van de raad kan een aanvraag worden ingediend voor de herstructureringsfaciliteit die het Rijk beschikbaar stelt. Deze aanvraag moet voor 30 april 2012 worden gedaan. Van de raadsleden wordt gevraagd: Kennis te nemen van het rapport “Wet Werken naar Vermogen en scenario’s voor RWA/Amfors” en vragen te stellen. Portefeuillehouder Buijtelaar, Van ’t Nederkoorn Opsteller Rochat Erve, MKW RWA / Amfors scenario’s (deel 1) College van B&W Informatie / Rondetafelgesprek
Soort verslag
Portefeuillehouder Buijtelaar, Van ’t Beltman (SP), Houwing (D66), KennedyDoornbos (CU), Koet-Minis (GrL), Meijer Erve (SP), Den Ouden (Trots),Pongers (CDA), Smit Ambtenaren Opstelten (Groep Van Vliet), Tanamal (PvdA), Van Extern deskundige Depla van BMC Wegen (BPA) en Van Wijngaarden (VVD) Dit was een eerste inventarisatie van vragen. Een deel is beantwoord, maar raadsleden hebben meer antwoorden nodig om een goede afweging te kunnen maken. Fracties sturen deze week hun aanvullende vragen naar de griffie; ze worden verzameld, doorgestuurd en beantwoord vòòr de 2e gedachtenwisseling in de Ronde op 28 februari a.s. X Terug in De Ronde op 28 februari a.s.
Toezeggingen / Afspraken
Wethouder zegt toe dat de resterende vragen vòòr 28 februari a.s. zijn beantwoord, zodat we met elkaar meer inhoudelijk op de scenario’s kunnen ingaan.
Aantekeningen voor verslag
#4030503 v1 - BESLUITENLIJST DR 14-2-2012 RWA / AMFORS SCENARIO'S (DEEL 1)
Verslag De Ronde op 14 februari 2012: RWA/Amfors scenario's (deel 1) Voorzitter: Nederkoorn Secretaris: Rochat Aanwezig: Beltman, Houwing, Kennedy-Doornbos, Koet-Minis, Den Ouden, Pongers, Smit, Tanamal, Van Wegen, Van Wijngaarden Pers: ja Publiek: 25 Conceptverslag: MKW secretariaatsservices Portefeuillehouder: Buijtelaar, Van 't Erve Depla (BMC/Divosa), Opstelten (ambtenaar) Ambtenaar/Gast: Reg. nr.: 4032416 Tel. nr.: (033) 4694379 E-mail: [email protected] Punt
Inhoud
Actie
De Ronde: RWA/Amfors scenario's (deel 1) Doel: Van de raadsleden wordt gevraagd: - kennis te nemen van het rapport "Wet Werken naar Vermogen en scenario’s voor RWA/Amfors"; - vragen te stellen. Wethouder (Van 't Erve): - Vier wetten (Wajong, Wsw, WWB en WIJ) worden samengevoegd in de Wet Werken naar Vermogen (WWnV), waarbij de Wajongeren die duurzaam arbeidsongeschikt zijn en de huidige Wsw’ers blijven een aparte regeling houden. - Als iemand niet bij een reguliere werkgever kan werken is er Wsw of Wajong bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. - De subsidie wordt met € 5.000,00 per persoon verlaagd. Volgens het regeerakkoord blijven de rechten van de huidige Wsw’ers in stand. - Een voorziening voor "beschut werken" moet worden gecreëerd. - Door samenvoeging van regelingen krijgt gemeente meer verantwoordelijkheden. 37% meer mensen komen in WWnV. - Zoveel mogelijk loonwaarde moet worden gegenereerd. Verwijst naar pilot "loondispensatie". - De begeleidingssubsidie wordt gehalveerd. WWnV is een decentralisatie in het kader van het kabinetsakkoord. - Het subsidietekort loopt snel op. Vandaar de samenwerking tussen RWA en Amfors. Het operationeel resultaat van Amfors staat onder druk. Daarom is het moeilijk het subsidietekort op te vangen. - De gemeenten hebben in het kader van de bezuinigingen het aantal opdrachten bij Amfors teruggebracht. VVD (Van Wijngaarden): - Vraagt uitleg over de geprojecteerde bedragen. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Volgens de geprojecteerde cijfers maakt Amfors fors meer winst in 2013 en 2014. Waar komt dat vandaan? Wethouder (Buijtelaar): - In het verleden konden de winst en het eigen vermogen van Amfors het tekort op de gemeenschappelijke regeling opvangen. Bij een eigen vermogen tussen € 2,5-€ 4,5 miljoen draagt Amfors de helft bij van het tekort en de gemeenten de andere helft. Als het eigen vermogen van Amfors onder € 2,5
1
-
miljoen komt, moeten de gemeenten alles bijbetalen. In de aandeelhoudersvergadering is Amfors gevraagd het resultaat te verbeteren. Dit is onvoldoende om het verschil te dichten.
Wethouder (Van 't Erve): - Korte termijnopgave: Wat kan binnen de bestaande bedrijfssituatie worden gedaan om het resultaat te verbeteren? De raad wordt hierover in maart 2012 geïnformeerd. - Lange termijnopgave: Hoe kan "beschut werken" verantwoord en houdbaar worden ingericht? Hoe kunnen mensen met een beperkte loonwaarde aan het werk worden geholpen? - Wil op 28 februari 2012 alle inhoudelijke vragen, opties en kansen bespreken met specialisten. Wil het raadsvoorstel Toekomstscenario op 27 maart bespreken. - Herstructureringsfaciliteit: het rijk stelt € 5,1 miljoen beschikbaar over zes jaar, gemeenten moeten 25% bijleggen (cofinanciering). Het rijk beziet in 2014 of extra geld moet worden ingezet voor herstructurering. Het moet voor 30 april 2012 zijn aangevraagd. VVD (Van Wijngaarden): - Wat is het doel van de herstructureringsfaciliteit? D66 (Houwing): - Wordt op 30 april 2012 een compleet uitgewerkt plan verwacht? - Moeten de huidige gemeenten het RWA blijven vormen om voor subsidie in aanmerking te komen? PvdA (Tanamal): - Wat zijn de consequenties als een gemeenteraad niet akkoord is met de herstructureringsfaciliteit? - Wanneer is bekend of 25% cofinanciering een financieel risico is? Hoe groot is dat? - Wat betekent het voor aanvragen voor het herstructureringsfonds, als een gemeente afwijkt van andere gemeenten? BPA (Van Wegen): - Moeten bij het subsidietekort RWA de bedragen van € 3,6 en € 2,5 miljoen worden opgeteld? - Vraagt de cijfers voor de scenario's voor 2013-2023. - Wanneer doet het college een voorstel hoe de bezuiniging verder wordt ingevuld? SP (Beltman): - Een van de scenario's is het behoud van Amfors op de huidige wijze. Valt dat onder de definitie van herstructurering? Mag de nieuwe situatie een verbeterde versie van de oude zijn? Wethouder (Van 't Erve): - Omdat budgetten worden gekort, is een enorme reorganisatie noodzakelijk. SW-bedrijven moeten anders worden ingericht. Gemeenten moeten zelf bepalen in welke richting zij willen ontwikkelen. De plannen moeten zijn afgestemd met de gemeenteraad. Er moeten geen volledig uitgewerkte en door de ondernemingsraad goedgekeurde reorganisatieplannen liggen. - De gemeenten vragen subsidie aan. Denkt dat het logisch is als dit vanuit de RWA-gemeenten wordt gedaan.
2
-
Neemt de financiële vragen mee naar De Ronde van 28 februari 2012. Er hoeft niet per definitie aanvullend geld vanuit een gemeentebegroting tegenover te staan. Uittreden uit de gemeenschappelijke regeling betekent dat wie uittreedt, betaalt. Dat staat los van de aanvraag van de herstructureringsfaciliteit. De WWnV beoogt op een andere manier om te gaan met Wsw’ers. De huidige Wsw’ers behouden hun werkplek. Er komen alleen nog nieuwe mensen voor beschut werken. Er moet iets worden gevonden om het bedrijf rendabel te houden. Voorkomen moet worden dat mensen van een uitkering moeten gaan leven. Wellicht kan Amfors meer als een "gewone werkgever" gaan functioneren.
Wethouder (Buijtelaar): - Idealiter wordt in alle deelnemende raden ongeveer hetzelfde gedacht over hoe dat eruit moet zien. - In het meest negatieve scenario is 25% cofinanciering ongeveer € 1,3 miljoen van het totale bedrag dat voorhanden is. - Het subsidietekort RWA is 70% aandeel van Amersfoort in de gemeenschappelijke regeling. Dat is het bedrag dat moet worden betaald als niets wordt gedaan. Verwacht beter inzicht bij de vaststelling van de begroting 2013. Amfors moet haar bedrijfsresultaat verbeteren om een deel van het verlies te kunnen bijpassen. Hiervoor is de huidige reorganisatie bedoeld. Er moeten middelen worden gevonden om het gat te dichten. - Herstructureringsfaciliteit is alleen om de overgang te maken naar de nieuwe situatie. Daarvoor is vanuit het rijk € 5,1 miljoen beschikbaar (waarvan 25% eigen financiering). De getallen bij subsidietekort RWA hebben betrekking op het bedrijfsresultaat van de gemeenschappelijke regeling. Het resultaat van Amfors is onvoldoende om het subsidietekort goed te maken. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Heeft vernomen dat ook de Tweede Kamer rondetafelgesprekken organiseert en besluiten neemt nadat gemeenten besluiten hebben genomen. In hoeverre is dit uitgekristalliseerd? Zelfs de Raad van State kan zich niet vinden in deze wetgeving. Wethouder (Van 't Erve): - De voorzitter van de Raad van State wilde bij de totstandkoming van het bestuursakkoord niet naar de gemeenten luisteren. Er is terecht veel kritiek in de Tweede Kamer. Vraagt zich af of dit leidt tot beweging. - Stelt op 28 februari 2012 een diepere gedachtewisseling voor. Wil op 27 maart 2012 een concreet voorstel doen voor een toekomstscenario en op 10 april 2012 overgaan tot besluitvorming over het toekomstscenario. VVD (Van Wijngaarden): - Voor een goede beslissing zijn uitgewerkte, doorgerekende en volledige scenario's nodig. Verwijst naar het rapport van BMC waarin wordt aangegeven dat een aantal zaken niet is doorgerekend. Kan op basis daarvan geen beslissing nemen. De raad stuurt op hoofdlijnen, kaders en financiële cijfers. Verwacht volledige informatie voor de besluitvorming. - BMC gaat uit van "lean and mean" Amforsorganisatie. Dat zou in een bedrijfsplan moeten komen. Er zijn veel open einden waaraan invulling moet worden gegeven. Waar worden deze ingevuld? - Wat mag van het bedrijfsplan worden verwacht? Zijn alle werkmaatschappijen van Amfors meegenomen? Heeft Amfors een taakstelling gekregen? Wie bepaalt wanneer voldoende resultaat is behaald?
3
PvdA (Tanamal): - Het voorkeursscenario is niet volledig uitgewerkt en doorgerekend. Wethouder (Van 't Erve): - Heeft gerekend met de beste inschattingen. Wethouder (Buijtelaar): - Amfors is gevraagd om een nadere uitsplitsing per werkmaatschappij. Wil een nadere specificatie van directe kosten. Verwacht deze gegevens voor eind februari 2012. De raad ontvangt deze informatie ook. D66 (Houwing): - Het voorkeursscenario moet worden uitgewerkt. - Moet er een Plan van Aanpak zijn voor het gekozen scenario, voor de aanvraag van de herstructureringsfaciliteit? Moet het scenario voor 30 april 2012 worden vastgelegd? Op welk moment moet een concrete beslissing worden genomen? Wethouder (Van 't Erve): - Bij de aanvraag van de herstructureringsfaciliteit moet een aanzet worden gegeven om het bedrag van € 5,1 miljoen op te baseren. Dit zijn geen uitgewerkte bedrijfs- of reorganisatieplannen. BPA (Van Wegen): - Elk scenario komt uit in de bandbreedte van -€ 5/-€ 5,5 miljoen. Wethouder (Buijtelaar): - Vraagt zich af waarop BPA dat baseert. SP (Beltman): - Er is geen verzet tegen de kabinetsplannen. Waarom doet het college het zo? - Willen de overige fracties de kabinetsplannen volgen? - Hoe reëel is de omslag? Veel mensen komen terug bij Amfors. Hoe kan het werken? Is het geen zinloos experiment? Wethouder (Van 't Erve): - Moet zich aan de wet houden. Heeft zich verzet bij de totstandkoming van het bestuursakkoord. Probeert de wetgever maximaal te beïnvloeden. - De wet geeft de kaders waarbinnen de financiering tot stand komt. - Heeft veel respect voor mensen die geprobeerd hebben te functioneren in een reguliere werkomgeving. In de toekomst kunnen mensen niet meer terug. Mensen die nu recht hebben op toegang tot Wsw zijn mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Hoe zijn hiervoor werkgevers te vinden? Hoe kan worden voorkomen dat zij van een uitkering moeten leven? De afgelopen jaren is veel geprobeerd. Er is geen begeleiding beschikbaar. Heeft nog geen oplossing? BPA (Van Wegen): - In de regiegroep zitten experts voor de sociale kant van het probleem. - Op 28 februari 2012 moet het voorkeursscenario financieel zijn uitgewerkt. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos):
4
-
-
Uitstroom uit de Wsw lijkt onmogelijk. Mensen op de wachtlijst kunnen pas instromen als drie mensen zijn uitgestroomd. Wat voor inkomen hebben de mensen op de wachtlijst? Hoelang blijven zij op de wachtlijst als er geen uitstroom is? Mensen met meer dan 40% en minder dan 70% loonwaarde kosten veel aan reïntegratiemiddelen en begeleiding. Een uitkering is voor de gemeente al snel goedkoper. Hoe wordt voorkomen dat mensen onder 70% massaal op een bijstandsuitkering terechtkomen? Na negen jaar moet de loondispensatie aflopen. Hoe wordt in-/uitstroom voorkomen als een bedrijf niet bereid is om minimum inkomen te betalen?
Wethouder (Van 't Erve): - Met uitstroom wordt bedoeld de pensioenuitstroom. Daarom is het proces zo langdurig. - Dit jaar zijn veertig mensen van de wachtlijst gegaan, vanwege ophoging van het budget. Voor mensen die binnen WWnV en onder de huishoudentoets vallen, zijn weinig uitzonderingsgronden. Dit moet onder de aandacht worden gebracht bij de Tweede Kamer. - Is het niet eens dat een uitkering goedkoper is. Veel onderdelen van Amfors hebben mensen in dienst, waarvoor dat in de toekomst niet meer mogelijk is. Wellicht kunnen mensen die anders een uitkering krijgen, "gewoon" werk blijven doen. Zo kunnen bedrijven die krimpen door uitstroom overeind blijven. Wat wordt gedaan met mensen die buiten de Wsw gaan vallen? - Loondispensatie is gemaximeerd tot negen jaar. Na negen jaar is sprake van een vast arbeidscontract. Dat is niet uitgewerkt en een open eind. BMC/Divosa (Depla): - Voorgesteld wordt dat iemand loon krijgt van een werkgever naar rato van het verdienvermogen. De gemeente moet een inkomensaanvulling geven tot een totaal inkomen dat valt tussen de oude uitkering en het wettelijk minimum loon. Als iemand meer gaat werken, wordt het totaal inkomen hoger, zodat mensen worden gestimuleerd om productiever te worden. Na negen jaar moet het totaal inkomen worden aangevuld tot het wettelijk minimumloon. De werkgever betaalt het salaris dat iemand volgens een objectieve meetmethode waard is. GroenLinks (Koet-Minis): - Hoe worden bedrijven/instanties gestimuleerd om dit probleem op te lossen? Hoe krijgt de stad tools/prikkels om te voldoen aan de opgave? - Hoe worden groepen bij elkaar gebracht, zodat zij kunnen meedenken? - Mensen uit de stad moeten worden betrokken. PvdA (Tanamal): - De eigen gemeenten zijn kritisch op de gerealiseerde plaatsingspercentages, doorlooptijden en trajectprijzen. Wat heeft dat ermee te maken? Wethouder (Van 't Erve): - Volgens het kabinet is er sprake van vergrijzing en ontgroening waardoor ruimte ontstaat op de arbeidsmarkt. Er is ontwikkelingspotentieel aanwezig. Wil zoveel mogelijk mensen in staat stellen mee te doen in een werkende systematiek. - Een speerpunt in het reïntegratiebeleid is de samenwerking met bedrijven. Het overheidsinstrumentarium is natuurlijker dan de netwerkgedachte. - De prijs/kwaliteit is altijd belangrijk. Werken mensen in concurrentie? Daarom is het logisch als de gemeenten een groot deel van hun werk daar laten
5
uitvoeren. BMC/Divosa (Depla): - De passage die betrekking heeft op de prijs/kwaliteitverhouding die gemeenten waarnemen bij RWA/Amfors heeft betrekking op doelgroep 2. Bij het private werkbedrijf wordt een situatie geschetst dat RWA/Amfors mensen in dienst heeft die blijvend aangewezen zijn op ondersteuning en werken met loondispensatie en de daarbij behorende begeleiding. Hiervoor moet een voorziening zijn. Als ze het goed doen worden ze groter. In het scenario privaat werkbedrijf komt dit niet voor. - De conclusie van de regiegroep is dat wordt gekozen voor een combinatie van beschut werken voor de hele doelgroep en het aan het werk zetten van mensen met een loondispensatie (doelgroep 3) in concurrentie. Over doelgroep 2 wordt geen uitspraak gedaan. Ambtenaar (Opstelten): - Dat blijft bij gemeenten. Het is aan gemeenten per geval te beslissen aan wie ze het uitbesteden. PvdA (Tanamal): - Hoe wordt geëxperimenteerd met arbeidsplaatsen op een dagbesteding? Het maatschappelijke ondersteuningsbureau wordt opgeheven. Wethouder (Van 't Erve): - Op kleine schaal vindt arbeidsmatige dagbesteding plaats bij RWA/Amfors. - Gemeenten krijgen meer verantwoordelijkheid voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. De arbeidsmatige dagbesteding die nu wordt gefinancierd uit de AWBZ komt bij de gemeenten onder de Wmo. Er wordt geëxperimenteerd om te kijken of dat kansen biedt het samen te doen met het beschutte werk van de Wsw. Verstrekt de betreffende informatie. PvdA (Tanamal): - Waarom is de voorzitter van de Cliëntenraad niet meegenomen op de lijst van geïnterviewden? Het is nuttig als deze wordt uitgenodigd. BMC/Divosa (Depla): - Deze suggestie is niet eerder gedaan. Daar is zeker informatie te halen. Wethouder (Van 't Erve): - Het is logisch de werkgeversaanpak concreter te maken. Dat is niet doorslaggevend voor de politieke keuze over het scenario en de koers met betrekking tot de WWnV. Bij de uitwerking zijn alle netwerken welkom. PvdA (Tanamal): - Wat is gebeurd met de aanbevelingen van de commissie Westerlaken? - Lonen en bestaande rechten kunnen niet zomaar worden bevroren. Wethouder (Van 't Erve): - Commissie Westerlaken vraagt aandacht voor de afspraak in het regeerakkoord dat bestaande rechten gehandhaafd blijven. Zit niet aan de onderhandelingstafel. De huidige populatie met cao- en pensioenafspraken is een van de oorzaken van het financiële tekort. SP (Beltman): - Kijkt het college ook naar efficiencyslagen in breder verband? Is gekeken
6
-
-
naar de huisvesting in relatie tot leegstaande kantoren? Kan de situatie van het productiebedrijf en het leer-/werkbedrijf financieel worden vergeleken? Heeft het wegvallen van de omzet een economische reden of heeft het te maken met de omslag naar een leer-/werkbedrijf? Heeft de omslag naar leer-/werkbedrijf ermee te maken dat personeel meer tijd kwijt is? Heeft het verlies te maken met die ontwikkelingen? Onder de huidige werknemers is veel onduidelijkheid en onzekerheid. Vraagt aandacht hiervoor. Het ziekteverzuim is erg hoog.
Wethouder (Buijtelaar): - Het hoge ziekteverzuim is in de aandeelhoudersvergadering aan de orde geweest. - Huisvesting is specifiek. Vraagt zich af of dit kan worden vervreemd. Gegevens kunnen worden doorgerekend. - Gekomen moet worden tot een goede prijs-/kwaliteitverhouding. - Als van productie naar leer-/werk wordt gegaan, betekent dit iets voor de begeleiding. Die discussie moet worden gevoerd. Hoopt op korte termijn cijfers te hebben om die discussie gestaafd te kunnen voeren. Conclusie: - Dit was een eerste inventarisatie van vragen. Een deel is beantwoord, maar raadsleden hebben meer antwoorden nodig om een goede afweging te kunnen maken. Fracties sturen deze week hun aanvullende vragen naar de griffie; ze worden verzameld, doorgestuurd en beantwoord vòòr de 2e gedachtenwisseling in de Ronde op 28 februari a.s.
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 maart 2012 de griffier,
de voorzitter,
7
Agenda Commissie Begroting en Verantw oording
reg. 4020327
Aan de leden van de commissie Begroting en Verantwoording
Hierbij nodig ik u uit voor de vergadering van de commissie Begroting en Verantwoording op dinsdagavond 14 februari 2012 van 20:30 – 21:30 uur.
de portefeuillehouder Financiën is uitgenodigd voor het bijwonen van de vergadering
Datum vergadering: Tijd: Plaats: Soort vergadering:
dinsdag 14 februari 2012 20.30 – 21.30 uur Molendijkzaal (0.01) overleg
Secretariaat
Griffie/Jan Jaap Rochat (033) 469 4665 [email protected]
Agenda punt
Onderwerp
sector/ dienst
1.
Opening en mededelingen
-
2. +
Conceptbesluitenlijst 17 januari 2012, actiepunten en planning
GRF
+
Afdoening actiepunten: a. Plan van aanpak inzake het vastleggen van verplichtingen b. Advies griffie op raadsvoorstel vernieuwing Planning & Control
+
reg.nr./ besluit
4013628
4021017 4007890
AGENDAPUNTEN ZONDER UITGEBREIDE BESPREKING argumenten en opmerkingen zoveel mogelijk vooraf via e-mail met elkaar delen zodat uitgebreide bespreking niet nodig is
3.+
Raadsvoorstel benoeming accountant
GRF
4019223
4.+
Afstemming onderzoeken 2012
GRF
4020840
AGENDAPUNTEN MET BESPREKING
5.
Voorbereiding pilot Sport i.h.k.v. permanente beleidsevaluatie vernieuwing Planning & Controlcyclus aanvullende evaluatiecriteria bij de pilot Sport opzet van de pilot Sport op 6 maart a.s. rol van de fractiewoordvoerders op 6 maart a.s.
6.
Rondvraag
De voorzitter van de commissie Begroting en Verantwoording, Frans Prins
#4020327 Agenda commissie Begroting en Verantwoording 14 februari 2012
MO
Besluitenlijst Commissie Begroting & Verantwoording Datum vergadering: Tijd: Plaats:
dinsdag 14 februari 2012 20.30 – 21.30 uur Vermeerzaal (1.03)
Secretariaat
Griffie/Jan Jaap Rochat (033) 469 4665 [email protected]
Aanwezig: A.J.W. den Ouden (Trots), T. van der Weide (D66), M. Vogels (VVD), R. Smit (GVV), R. van Muilekom (PvdA), S. Kennedy (CU(), P. Nederkoorn (D66), F. Prins (GroenLinks en tevens voorzitter) en J.J. Rochat (secretaris) Afwezig: R.P. Offereins (CDA) en G. van Vliet (GVV) Verder aanwezig: H. Buytelaar (portefeuillehouder Financiën), E. Ormel (hoofd afdeling Financiën) Agenda punt
Onderwerp
sector/ dienst
1.
Opening en mededelingen
-
reg.nr. besluit
- Raphaël Smit vervangt Gerard van Vliet 2.
Conceptbesluitenlijst 17 januari 2012 en actiepuntenlijst Ongewijzijgd vastgesteld.
GRF
4013628
Afdoening actiepunten: a. Plan van aanpak verplichtingenadministratie Den Ouden vraagt hoe de 75% ambitie tot stand is gekomen en waarom geen 100%? Ormel antwoordt dat dit een streefcijfer is dat nu maximaal haalbaar is en 100% is een utopie om te halen. Het streven is wel “door te groeien” in 2013 naar 85%. De voortgang zal in het controllersoverleg worden gemonitoord en de commissie wordt op de hoogte gehouden.Van Muilekom zit er steviger in: hij wil toch naar die 100% en vraagt zich af wat de accountant ervan vindt? Wethouder Buijtelaar vindt 75%-85% het absolute minimum en is bereid om er nog wel een slag overheen te maken. Kennedy kan zich wel vinden in het voorgestelde streefniveau. Conclusie: commissie stemt in met dit plan van aanpak met het verzoek periodiek te worden geïnformeerd over de voortgang. b. Advies griffie op raadsvoorstel Vernieuwing Planning & Control Fractievoorzitters hebben dit advies overgenomen en is verwerkt in het raadsvoorstel, waarover de raad op 28 februari jl.een besluit neemt. AGENDAPUNTEN ZONDER UITGEBREIDE BESPREKING argumenten en opmerkingen zoveel mogelijk vooraf via e-mail met elkaar delen zodat uitgebreide bespreking niet nodig is
3.
Raadsvoorstel benoeming accountant
GRF
4019223
Van Muilekom vraagt naar de contactperiode. Die is voor de controle van de boekjaren 2012, 2013 en 2014 met een verlengingsoptie van 2 x 1 jaar. Als dan besloten wordt geen gebruik te maken van deze optie, volgt een nieuwe aanbesteding. Conclusie: commissie stemt in met het raadsvoorstel. 4.
Afstemmen onderzoeken 2012 De commissie stemt in met de notitie van de secretaris, waaruit blijkt dat er geen overlap is.
1 #4055393 v1 - BESLUITENLIJST COMMISSIE B&V 14 FEBRUARI 2012
Agenda punt
Onderwerp
5.
Voorbereiding pilot Sport op 6 maart (permanente beleidsevaluatie vernieuwing Planning & Control)
sector/ dienst
reg.nr. besluit
Presentatie: wethouder Buijtelaar zal een presentatie geven met terug- en vooruitblik. Commissie wil vooraf over deze presentatie beschikken, zodat deelnemers zich tijdig kunnen voorbereiden om te voorkomen dat tijdens de avond teveel vragen worden gesteld. Wethouder Buijtelaar zegt dit toe. Extern voorzitter: het voorstel is ook om een deskundige externe voorzitter aan te trekken, want het is een nieuwe gespreksvorm, waarmee niemand nog ervaring heeft. Het is wel nodig om de avond gestructureerd te laten verlopen en iedereen moet aan bod komen. Nederkoorn is van mening een raadslid te laten voorzitten, want na de pilots moeten we het toch zelf gaan doen. Vogels pleit voor een externe voorzitter: het is de eerste keer en dan is een echte deskundige voorzitter gewenst. Het is een Ronde, maar wel met een bijzonder karakter en doelstelling. Dat vraagt iets meer. Op 20 maart a.s. wel een raadslid als voorzitter. Van Muilekom vindt dat de procesmanager de voorzittersrol moet krijgen. Conclusie: pilot Sport met externe voorzitter en pilot WMO met raadslid als voorzitter aan de hand van de ervaringen van 6 maart. Informatief of meningsvormend? Volgens de beoogde opzet van de pilots in het raadsvoorstel Vernieuwing P&C is het beiden, maar de commissie vraagt zich af of dat lukt. Vogels en Nederkoorn willen het gescheiden houden en Van Muilekom wil vooral de sportvertegenwoordigers uit de stad een podium geven en op een later moment een voortgezette behandeling in de Ronde. Smit wil het gewoon laten gebeuren, want het is een pilot. Conclusie: de resultaten van deze pilot afwachten en bezien wat ze betekenen voor de tweede pilot, die er snel achteraan komt (20 maart). Algemene evaluatiecriteria: Smit vindt ze ambitieus en dat is meteen het risico. Kennedy vindt ze allemaal belangrijk. Conclusie: ze zijn allen goed en bruikbaar. Specifieke evaluatiecriteria: commissie en wethouder zijn van mening dat ze te weinig gerelateerd zijn aan de doelstellingen van het beleidsveld Sport. Conclusie: secretaris commissie B&V gaat samen met de betrokken ambtenaren deze criteria herformuleren. Bijbehorende documenten en achtergrondinformatie: wanneer zijn die beschikbaar? Commissie wil de benodigde informatie zo snel mogelijk digitaal beschikbaar hebben en op één plek op de website: het liefst deze week nog. Er is een webdossier Sport op internet, waarin alle relevante informatie beschikbaar komt en wel uiterlijk in de week voorafgaande aan 6 maart. Conclusie: de commissie gaat hiermee akkoord. Communicatie: Nederkoorn vraagt aandacht voor tijdige communicatie naar de stad. Dat vindt regulier plaats via de gemeentelijke website, want het is een Ronde, dus een openbare bijeenkomst. Het is een proef met een nieuwe werkvorm, waarvoor het nodig is beperkt uit te nodigen om de opzet werkbaar te houden. Daarnaast is de beschikbare vergaderlocatie beperkt en ook daarom wordt deze bijeenkomst niet breed aangekondigd. Conclusie: commissie kan zich vinden in deze aanpak. Hoe nu verder? Op 28 februari a.s. is er nog een Ronde, waarin (de keuze van) de geherformuleerde evaluatiecriteria worden besproken om ze op te nemen in het digitale evaluatieformulier, dat aan alle deelnemers wordt toegezonden.
2 #4055393 v1 - BESLUITENLIJST COMMISSIE B&V 14 FEBRUARI 2012
Agenda punt
Onderwerp
6.
Rondvraag en sluiting
sector/ dienst
reg.nr. besluit
Kennedy vraagt wanneer er wordt geëvalueerd na de 2e pilot? Commissie wil daarmee niet te lang wachten: voorstel is medio april. Voorzitter sluit om 21.35 de vergadering.
Actiepunten Datum 17-01-2012 17-01-2012 17-01-2012 17-01-2012 17-01-2012 14-02-2012 14-02-2012 14-02-2012 14-02-2012
Wat Advies op raadsvoorstel vernieuwing Planning & Control en agenderen voor fractievoorzittersoverleg d.d. 24-01-2012 Plan van aanpak inzake het vastleggen van verplichtingen Voorbereiding pilot Sport (i.h.k.v. permanente beleidsevaluatie) Positie gemeentecontroller: nog een keer agenderen met doorkijk naar mogelijke andere gemeentelijke controlmodellen Beleid reserves en voorzieningen (meenemen in Tussenbalans) Herformulering specifieke evaluatiecriteria pilot Sport in Ronde Presentatie wethouder opnemen in het webdossier Sport Evaluatie van de pilots Sport (6 maart) en WMO (20 maart) Voortgang streefcijfers verplichtingenadministratie
Commissievergaderingen 2012 Datum onderwerpen 20-03-2012 Vergadering vervalt vanwege pilot WMO 27-03-2012 Boardletter 27-03-2012 Planning jaarrekening 2011 en Tussenbalans 27-03-2012 Evaluatie pilots Sport(6 maart) en WMO(20 maart) 08-05-2012 Jaarrekening 09-05-2012 Herijking grondexploitaties/tussenbalans 09-05-2012 Grip op verbonden partijen 12-06-2012 Monitoring vernieuwing Planning & Control 12-06-2012 Vervolg positie gemeentecontroller 11-09-2012 Zomerrapportage 11-09-2012 Voorgang streefcijfers verplichtingenadministratie 10-10-2012 Begroting 2012-2015 13-11-2012 11-12-2012 Managementletter 2012 11-12-2012 Afstemmen geplande onderzoeken in 2013
wanneer afgedaan
wie Rochat
afgedaan afgedaan 09-05-2012
Ormel Rochat + Rochat +
09-05-2012 28-02-2012 z.s.m. 27-03-2012 11-09-2012
Ormel Rochat + Ormel Rochat + Ormel
(laatste wijziging: 14 maart 2012) bijzonderheden/opmerkingen nieuwe datum is 27 maart inhoudelijk op 8 mei resp. 9 mei oorspronkelijk gepland voor medio april zie vergaderrooster 2012 inclusief reserves en voorzieningen
zie ook bovenstaand actiepunt tussentijdse financiële rapportage zie ook bovenstaand actiepunt
met rekenkamercie, college, raad
Vastgesteld: 27 maart 2012
3 #4055393 v1 - BESLUITENLIJST COMMISSIE B&V 14 FEBRUARI 2012
Agendapunt De Ronde Titel
Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Raadsinformatiebrief 2012-06: Evaluatie en nieuwe aanpak verkeersveiligheid 14 februari 2012 Contact Raadsfractie PvdA
Reg.nr.
4018871
Smits Alvarez (06-48780447)
Buijtelaar Op 15 juli 2008 heeft het College het “Plan van aanpak Verkeersveiligheid 2008- 2011” vastgesteld. Het plan van aanpak geeft aan op welke wijze de verkeersveiligheid in de periode 2008-2011 wordt aangepakt. In de periode 2008-2011 zijn diverse maatregelen getroffen om de objectieve en subjectieve verkeersveiligheid te verbeteren, zoals invoeren 30 km zones, aanpak blackspots en ongevallenconcentraties en het bieden van permanente verkeerseducatie. Het College stelt voor geen plan van aanpak meer te maken maar elk jaar en de begroting en jaarverslag melding te maken van de stand van zaken. In coalitieakkoord staat o.a. dat verkeersveiligheid van belang is en zeker ook rondom scholen. Dit is niet helder terug te vinden in de door het College voorgestelde vervolgacties en prioriteiten.
Doel activiteit Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
Informatie
Soort document
Raadsinformatiebrief 201206 Vragen stellen aan het college over de evaluatie van het plan van aanpak 2008-2011 en mogelijke aandachtspunten voor verkeersveiligheid in Amersfoort richting de toekomst. informatie te krijgen over: - de evaluatie “Plan van aanpak Verkeersveiligheid 2008-2011” en de gerealiseerde doelen - het voorstel om geen specifiek plan van aanpak meer te maken m.b.t. verkeersveiligheid maar elk jaar bij de begroting en jaarverslag melding te maken van de stand van zaken - de verkeersveiligheid in Amersfoort specifiek rondom scholen de komende jaren Naar aanleiding van de beantwoording zal de PvdA-fractie zich beraden op mogelijke vervolgstappen.
Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten
Plan van aanpak Verkeersveiligheid Amersfoort 2008-2011 Collegebesluit “Evaluatie en nieuwe aanpak Verkeersveiligheid” Raadsinformatiebrief 2012-06 “Evaluatie en nieuwe aanpak Verkeersveiligheid”
xBundel
xBIS xRaadskast
Fractiekamer
Bundel
xBIS xRaadskast
Fractiekamer
xBundel
xBIS xRaadskast
Fractiekamer
#4018871 v1 - AGENDAPUNT DR 14-2-2012 RIB 2012-06 EVALUATIE EN NIEUWE AANPAK VERKEERSVEILIGHEID
ǀĂůƵĂƚŝĞWůĂŶǀĂŶĂĂŶƉĂŬǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚϮϬϬϴʹϮϬϭϭථථ ථථ ථථථ
ĂŶůĞŝĚŝŶŐථථ KƉϭϱũƵůŝϮϬϬϴŚĞĞĨƚŚĞƚĐŽůůĞŐĞŚĞƚWůĂŶǀĂŶĂĂŶƉĂŬsĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚϮϬϬϴʹϮϬϭϭǀĂƐƚŐĞƐƚĞůĚ ;ƌĞŐ͘Ŷƌ͘ϮϲϭϯϬϭϳ͕Z/ϮϬϬϴͲϵϳͿ͘,ŝĞƌŝŶƐƚĂĂŶŽŶĚĞƌǁĞƌƉĞŶĂůƐĚĞĂĂŶƉĂŬǀĂŶďůĂĐŬƐƉŽƚƐĞŶ ƐƚƌĞĞĨĐŝũĨĞƌƐǀŽŽƌǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚ͘ĞďĂƐŝƐǀŽŽƌĚŝƚƉůĂŶǀĂŶĂĂŶƉĂŬŝƐĞĞŶǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƐƉůĂŶ͘ ŝƚǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƐƉůĂŶŽŵǀĂƚĂŶĂůLJƐĞƐĞŶƵŝƚŐĂŶŐƐƉƵŶƚĞŶǁĞůŬĞĚŝĞŶĞŶĂůƐďĂƐŝƐǀŽŽƌĚĞ ŽŶĚĞƌǁĞƌƉĞŶŝŶŚĞƚƉůĂŶǀĂŶĂĂŶƉĂŬ͘ථථ ථථ /ŶŚĞƚsĞƌŬĞĞƌƐͲĞŶsĞƌǀŽĞƌƐƉůĂŶ;ssWͿϮϬϬϱŝƐĂĂŶŐĞŐĞǀĞŶĚĂƚĞƌĞĞŶƉůĂŶǀĂŶĂĂŶƉĂŬ ǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚŵŽĞƚǁŽƌĚĞŶŽƉŐĞƐƚĞůĚŵĞƚĚĂĂƌŝŶƚĞŶŵŝŶƐƚĞĚĞǀŽůŐĞŶĚĞŽŶĚĞƌǁĞƌƉĞŶ͗ථථ ͲĂĂŶƉĂŬǀĂŶďĞƐƚĂĂŶĚĞĞŶǀŽŽƌŬŽŵĞŶǀĂŶŶŝĞƵǁĞďůĂĐŬƐƉŽƚƐථථ ͲǁĞůŬĞǁŝũŬĞŶǁŽƌĚĞŶŝŶŐĞƌŝĐŚƚĂůƐϯϬŬŵnjŽŶĞථථ ͲǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƌŽŶĚƐĐŚŽůĞŶථථ ͲƐƚƌĞĞĨĐŝũĨĞƌƐǀŽŽƌŚĞƚƚĞƌƵŐĚƌŝŶŐĞŶǀĂŶǀĞƌŬĞĞƌƐŽŶǀĞŝůŝŐŚĞŝĚථථ ථථ ,ĞƚƉůĂŶǀĂŶĂĂŶƉĂŬŐĞĞĨƚĂĂŶŽƉǁĞůŬĞǁŝũnjĞĚĞǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚŝŶĚĞƉĞƌŝŽĚĞϮϬϬϴʹϮϬϭϭǁŽƌĚƚ ĂĂŶŐĞƉĂŬƚ͘ථĂĂƌŶĂĂƐƚǁŽƌĚƚĞƌŝŶŚĞƚƉůĂŶǀĂŶĂĂŶƉĂŬĂĂŶŐĞŐĞǀĞŶĚĂƚŚĞƚŝŶථϮϬϭϭǁŽƌĚƚ ŐĞģǀĂůƵĞĞƌĚ͘ථථ ථථ
ǀĂůƵĂƚŝĞථƉůĂŶǀĂŶĂĂŶƉĂŬϮϬϬϴͲϮϬϭϭථථ ĞĞǀĂůƵĂƚŝĞǀĂŶŚĞƚƉůĂŶǀĂŶĂĂŶƉĂŬĚĞǀŽůŐĞŶĚĞŽŶĚĞƌĚĞůĞŶ͗ථථ ϭ͘ ŝŶĨƌĂƐƚƌƵĐƚƵƵƌථථ Ϯ͘ ĞĚƵĐĂƚŝĞĞŶǀŽŽƌůŝĐŚƚŝŶŐථථ ϯ͘ ŚĂŶĚŚĂǀŝŶŐĞŶථථ ϰ͘ ŵŽŶŝƚŽƌŝŶŐ͘ථථ ථථ ϭ͘/ŶĨƌĂƐƚƌƵĐƚƵƵƌථථ ϭ͘ϭĂĂŶƉĂŬŽŶǀĞŝůŝŐŚĞŝĚŽƉŐĞďŝĞĚƐŽŶƚƐůƵŝƚŝŶŐƐǁĞŐĞŶ͗ǁĞƌŬŵĞƚǁĞƌŬŵĂŬĞŶථථ ĞŵĞĞƐƚŽŶǀĞŝůŝŐĞǁĞŐĞŶŝŶĚĞƐƚĂĚǁĂƌĞŶĚĞϱϬŬŵǁĞŐĞŶ͘ĂĂƌŬǁĂŵĞŶĚĞŵĞĞƐƚĞŬůĂĐŚƚĞŶŽǀĞƌ͘ ,ĞƚǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƐƉůĂŶϮϬϬϴʹϮϬϭϭŚĞĞĨƚĂůƐĚŽĞůĚĞnjĞǁĞŐĞŶĂĂŶƚĞƉĂŬŬĞŶ͘ /ŶĚĞƉĞƌŝŽĚĞϮϬϬϴͲϮϬϭϭŝƐĞĞŶĂĂŶƚĂůǀĂŶĚŝĞǁĞŐĞŶĂĂŶŐĞƉĂŬƚ͕ďŝũǀŽŽƌďĞĞůĚĚĞsŽŶĚĞůůĂĂŶĞŶĚĞ ǀĂŶZĂŶĚǁŝũĐŬůĂĂŶ͘ŝũĚĞnjĞƉƌŽũĞĐƚĞŶŐŝŶŐŚĞƚŽŵΗǁĞƌŬŵĞƚǁĞƌŬΗŵĂŬĞŶ͗ďŝũŐƌŽŽƚŽŶĚĞƌŚŽƵĚ ǁŽƌĚĞŶƚĞŐĞůŝũŬǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƐƉƵŶƚĞŶĂĂŶŐĞƉĂŬƚ͘ථථ ථථ ϭ͘ϮϯϬŬŵnjŽŶĞƐථථ ,ĞƚǁĂƐĚĞďĞĚŽĞůŝŶŐĚĂƚŝŶϮϬϭϭĂůůĞǁŝũŬĞŶǀĂŶŵĞƌƐĨŽŽƌƚŝŶŐĞƌŝĐŚƚnjŽƵĚĞŶnjŝũŶĂůƐϯϬŬŵnjŽŶĞ͘ථKƉ ĚĞǁŝũŬĞŶŝĞůŚŽƌƐƚ͕ZƵƐƚĞŶďƵƌŐ͕<ŽƉƉĞůĞŶ,ŽŽŐůĂŶĚŶĂ͕njŝũŶĂůůĞǁŝũŬĞŶŝŶŵĞƌƐĨŽŽƌƚŝŶŐĞƌŝĐŚƚĂůƐ ϯϬŬŵnjŽŶĞ͘ƌŝƐŐĞŬŽnjĞŶǀŽŽƌĞĞŶƐŽďĞƌĞŝŶƌŝĐŚƚŝŶŐǀĂŶĚĞnjĞǁŝũŬĞŶ͖ĚĞŝŶŐĂŶŐǀĂŶĚĞϯϬŬŵnjŽŶĞŝƐ ĚƵŝĚĞůŝũŬǀŽƌŵŐĞŐĞǀĞŶĞŶĂůůĞĞŶĚĞŐƌŽŽƚƐƚĞŬŶĞůƉƵŶƚĞŶŝŶĚĞĚĞƐďĞƚƌĞĨĨĞŶĚĞǁŝũŬnjŝũŶĂĂŶŐĞƉĂŬƚ͕ njŽĂůƐůŽĐĂƚŝĞƐǁĂĂƌǀĞĞůŽŶŐĞǀĂůůĞŶŐĞďĞƵƌĚĞŶŽĨďŝũƐĐŚŽŽůŽŵŐĞǀŝŶŐĞŶ͘ථhŝƚǀŽĞƌŝŶŐǀĂŶĚĞůĂĂƚƐƚĞ ǁŝũŬĞŶǀŝŶĚƚŝŶϮϬϭϮƉůĂĂƚƐ͘ ථථ ϭ͘ϯsĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƌŽŶĚƐĐŚŽůĞŶථථ /ŶĚĞƉĞƌŝŽĚĞϮϬϬϴͲϮϬϭϭnjŝũŶďŝũĂůůĞďĂƐŝƐƐĐŚŽůĞŶnjŽŐĞŶĂĂŵĚĞΗƐĐŚŽŽůnjŽŶĞƐΗŝŶŐĞǀŽĞƌĚ͘ŝƚŝƐĞĞŶ ĐŽŵďŝŶĂƚŝĞǀĂŶďŽƌĚĞŶĞŶŵĂƌŬĞƌŝŶŐĞŶŽŵĚĞƐĐŚŽŽůŽŵŐĞǀŝŶŐĞdžƚƌĂƚĞůĂƚĞŶŽƉǀĂůůĞŶ͘tĂĂƌŶŽĚŝŐŝƐ ĚŝƚŐĞĐŽŵďŝŶĞĞƌĚŵĞƚĂŶƚŝͲƉĂƌŬĞĞƌƉĂůĞŶ͘EĂĂƐƚǀĞĞůŬůĞŝŶĞŬŶĞůƉƵŶƚĞŶŝƐĞĞŶĂĂŶƚĂůŐƌŽƚĞƌĞ ŬŶĞůƉƵŶƚĞŶĂĂŶŐĞƉĂŬƚ͕ďŝũǀŽŽƌďĞĞůĚĚĞƐĐŚŽůĞŶŝŶEŝĞƵǁůĂŶĚ͕ĚĞ<ŝŶŐŵĂƐĐŚŽŽů͕ĚĞsŽƐŚĞƵǀĞů͕ĚĞ sŽŶĚĞůƐĐŚŽŽůĞŶĚĞWĂůůĂƐƚŚĞŶĞ͘ථථŝũĚĞsŽŶĚĞůƐĐŚŽŽůĞŶĚĞWĂůůĂƐƚŚĞŶĞǁŽƌĚƚĚĞƐƚƌĂĂƚƚŝũĚĞŶƐ ďƌĞŶŐͲĞŶŚĂĂůƚŝũĚĞŶĂĨŐĞƐůŽƚĞŶ͘ĞŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶǁŽƌĚĞŶĂůƚŝũĚĂĨŐĞƐƚĞŵĚŵĞƚĚĞǁŝũŬĂŐĞŶƚnjŽĚĂƚĚĞ ŚĂŶĚŚĂǀŝŶŐŽŽŬŐĞǁĂĂƌďŽƌŐĚŝƐ͘
EVALUATIE PLVA VKV_v4
ථථ ථථ ϭ͘ϰ<ůĞŝŶĞǀĞƌŬĞĞƌƐŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶථථ :ĂĂƌůŝũŬƐŝƐĞƌΦϰϱ͘ϬϬϬ͕ͲďĞƐĐŚŝŬďĂĂƌǀĂŶƵŝƚĚĞůŽƉĞŶĚĞďĞŐƌŽƚŝŶŐ;ĂůŐĞŵĞŶĞŵŝĚĚĞůĞŶͿǀŽŽƌŚĞƚ ƵŝƚǀŽĞƌĞŶǀĂŶŬůĞŝŶĞǀĞƌŬĞĞƌƐŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶ͘ĂƚŐĞůĚŝƐ;ĞŶǁŽƌĚƚͿŝŶŐĞnjĞƚŽŵĚŝƌĞĐƚŝŶƚĞŬƵŶŶĞŶ ƐƉĞůĞŶŽƉŬůĞŝŶĞǀĞƌŬĞĞƌƐƉƌŽďůĞŵĞŶ͕njŽĂůƐƐƚŽĞƉƉĂƌŬĞƌĞŶ͕ĨŝĞƚƐĞŶŽƉǀŽĞƚƉĂĚĞŶĞƚĐ͘ŝƚŝƐǀŽŽƌĂůǀĂŶ ďĞůĂŶŐǀŽŽƌŚĞƚďĞǀŽƌĚĞƌĞŶǀĂŶĚĞƐƵďũĞĐƚŝĞǀĞǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚ͘ථථ ථථ ϭ͘ϱ&ŝŶĂŶĐŝģŶĞŶƵŝƚǀŽĞƌŝŶŐƐƉƌŽŐƌĂŵŵĂŝŶĨƌĂƐƚƌƵĐƚƵƵƌථ ŝŶŶĞŶĚĞZĞƐĞƌǀĞ^ƚĞĚĞůŝũŬĞsŽŽƌnjŝĞŶŝŶŐ;Z^sͿ͕ĐŽŵƉĂƌƚŝŵĞŶƚďĞƌĞŝŬďĂĂƌŚĞŝĚ͕ථnjŝũŶƉƌŽũĞĐƚĞŶ ŽƉŐĞŶŽŵĞŶƚĞŶďĞŚŽĞǀĞǀĂŶǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƐŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶ͘ĞŶĚĞĞůǀĂŶĚĞŬŽƐƚĞŶŝƐŐĞĚĞŬƚ ǀĂŶƵŝƚĚĞƌĞĚĞŽĞůhŝƚŬĞƌŝŶŐ;hͿ͘/ŶŚĞƚƉůĂŶǀĂŶĂĂŶƉĂŬnjŝũŶǀŽŽƌĚĞůŽĐĂƚŝĞƐŽƉŐĞŶŽŵĞŶ͗ /RFDWLH
0DDWUHJHO
5HDOLVDWLH
'LYHUVHORFDWLHV%HUJNZDUWLHU 1RRUG
$DQOHJURWRQGHNUXLVLQJ:LOKHOPLQDODDQ²)UHGULNODDQHQ VQHOKHLGVUHPPHQGHPDDWUHJHOHQRSGLYHUVHORFDWLHVLQ%HUJ 1RRUG
1RRUGHUZLHUZHJ
6QHOKHLGVUHPPHQGHPDDWUHJHOHQ
6FKROHQ9RVKHXYHO
+HULQULFKWLQJYRRUWHUUHLQVFKROHQYRRUYHLOLJHUYHUNHHUVDIZLNNHOLQJ PHWKDOHQHQEUHQJHQ
+HWGRRUORSHQGYHUEHWHUHQYDQGHYHUNHHUVYHLOLJKHLGURQGVFKROHQ 9HUNHHUVYHLOLJKHLGURQGVFKROHQHQ HQLQGHZLMNHQ'LWJDDWRPUHODWLHINOHLQHPDDWUHJHOHQ]RDOVGH NQHOSXQWHQLQGHZLMNHQ VFKRRO]RQHVGLHEXLWHQKHWNDGHUYDQGHJURWHSURMHFWHQYDOOHQ %LQQHQVWDG.DWWHQEURHN 6FKRWKRUVW%HUJNZDUWLHU +RRJODQG5XVWHQEXUJ.RSSHO
+HWLQULFKWHQYDQGH]HZLMNHQDOVNP]RQH
² =LHOKRUVW+RRJODQG 5XVWHQEXUJ.RSSHOLQ
7UDMHFW9RQGHOODDQ*DVWKXLVODDQ
+HULQULFKWHQRDEHWHUHILHWVYRRU]LHQLQJHQYHUEHWHUHQ RYHUVWHHNEDDUKHLG
'HHO9RQGHOODDQYDQ &DPSHQVWUDDWUHDOLVDWLH
9DQ5DQGZLMFNODDQ/LHQGHUWHQ .UXLVNDPS
9HUEHWHUHQRYHUVWHHNEDDUKHLGHQILHWVYRRU]LHQLQJHQ9DQXLW569 ZRUGWHHQELMGUDJHJHGDDQDDQKHWGHHO/LHQGHUW
/LHQGHUW .UXLVNDPS
EĂĂƐƚďŽǀĞŶƐƚĂĂŶĚĞŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶnjŝũŶŽŽŬĂŶĚĞƌĞƉƌŽũĞĐƚĞŶŐĞƐƚĂƌƚ͕ďŝũǀŽŽƌďĞĞůĚŚĞƚ͚ƉĂĂůƚũĞƐ ƉƌŽũĞĐƚ͛͗ŚĞƚǀĞƌǁŝũĚĞƌĞŶǀĂŶŽǀĞƌďŽĚŝŐĞ;ĞŶŚŝŶĚĞƌůŝũŬĞͿƉĂĂůƚũĞƐĞŶŽďũĞĐƚĞŶŝŶĨŝĞƚƐƉĂĚĞŶ͘
ĞZĞƐĞƌǀĞ^ƚĞĚĞůŝũŬĞsŽŽƌnjŝĞŶŝŶŐ;Z^sͿ͕ĐŽŵƉĂƌƚŝŵĞŶƚďĞƌĞŝŬďĂĂƌŚĞŝĚ͕ůŽŽƉƚƚŽƚϮϬϭϱ͘ŝŶŶĞŶZ^s njŝũŶŐĞĞŶŵŝĚĚĞůĞŶŵĞĞƌďĞƐĐŚŝŬďĂĂƌŽŵ;ƚŽƚĚŝĞƚŝũĚͿŶŝĞƵǁĞǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƉƌŽũĞĐƚĞŶƚĞ ŝŶŝƚŝģƌĞŶ͘ƌŝƐǁĞůďƵĚŐĞƚŐĞƌĞƐĞƌǀĞĞƌĚǀŽŽƌ;ŽŶǀŽŽƌnjŝĞŶĞͿďůĂĐŬƐƉŽƚƐĞŶŽŶŐĞǀĂůůĞŶĐŽŶĐĞŶƚƌĂƚŝĞƐ͘ ĂĂƌŶĂĂƐƚďŝĞĚĞŶsZZͲƉƌŽũĞĐƚĞŶĚĞŐĞůĞŐĞŶŚĞŝĚĚĞǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƚĞǀĞƌďĞƚĞƌĞŶ ;ďŝũǀŽŽƌďĞĞůĚĞĞŶĨŝĞƚƐƚƵŶŶĞůŽŶĚĞƌĚĞƵŶƐĐŚŽƚĞƌƐƚƌĂĂƚ͕ĂĂŶƉĂƐƐĞŶǀĂŶĚĞŬƌƵŝƐŝŶŐZŝŶŐǁĞŐ ZĂŶĚĞŶďƌŽĞŬͲDŽnjĂƌƚǁĞŐͿ͘
ϭ͘ϲĂŶƉĂŬďůĂĐŬƐƉŽƚƐĞŶŽŶŐĞǀĂůĐŽŶĐĞŶƚƌĂƚŝĞƐථථ ůĂĐŬƐƉŽƚƐnjŝũŶŬƌƵŝƐƉƵŶƚĞŶǁĂĂƌŝŶĚƌŝĞũĂĂƌƚŝũĚnjĞƐŽĨŵĞĞƌŽŶŐĞǀĂůůĞŶnjŝũŶŐĞďĞƵƌĚŵĞƚŐĞǁŽŶĚĞŶ ŽĨĚŽĚĞůŝũŬĞƐůĂĐŚƚŽĨĨĞƌƐ͘/ŶĚĞƉĞƌŝŽĚĞϮϬϬϴͲϮϬϭϭnjŝũŶƚǁĞĞďůĂĐŬƐƉŽƚƐĞŶĞĞŶ ŽŶŐĞǀĂůůĞŶĐŽŶĐĞŶƚƌĂƚŝĞŶĂĂƌǀŽƌĞŶŐĞŬŽŵĞŶ͘ůĂĐŬƐƉŽƚƐ͗EŝũŬĞƌŬĞƌƐƚƌĂĂƚʹǀĂŶdƵLJůůƐƚƌĂĂƚĞŶĚĞ ŬƌƵŝƐŝŶŐĂĂŵ&ŽĐŬŵĂůĂĂŶʹ^ƚŝĐŚƚƐĞZŽƚŽŶĚĞ͘KŶŐĞǀĂůůĞŶĐŽŶĐĞŶƚƌĂƚŝĞ͗ĚĞŬƌƵŝƐŝŶŐZŝŶŐǁĞŐ <ƌƵŝƐŬĂŵƉʹ>ŝĞŶĚĞƌƚƐĞǁĞŐ͘ĞůŽĐĂƚŝĞƐnjŝũŶĚĂĂƌǁĂĂƌŵŽŐĞůŝũŬĚŝƌĞĐƚĂĂŶŐĞƉĂŬƚĞŶǀĞƌďĞƚĞƌĚ͘ ƌŝƐŽƉďĂƐŝƐǀĂŶĚĞůĂĂƚƐƚďĞŬĞŶĚĞŐĞŐĞǀĞŶƐŐĞĞŶďůĂĐŬƐƉŽƚŝŶŵĞƌƐĨŽŽƌƚ͘ථථ ථථ ϭ͘ϳ,ĞƚǀŽŽƌŬŽŵĞŶǀĂŶďůĂĐŬƐƉŽƚƐථථ
EVALUATIE PLVA VKV_v4
sĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐĞŝŶĨƌĂƐƚƌƵĐƚƵƵƌďĞƌĞŝŬũĞŶŝĞƚĂůůĞĞŶĚŽŽƌŶĂĂƌĚĞŝŶƌŝĐŚƚŝŶŐǀĂŶŬƌƵŝƐƉƵŶƚĞŶĞŶǁĞŐĞŶ ƚĞŬŝũŬĞŶ͕ŚĞƚŐĂĂƚŽŽŬŽŵǀĞƌŬĞĞƌƐƐƚƌŽŵĞŶ͘KŵĚĂƚǀŽŽƌnjŝĞŶŝŶŐĞŶ͕njŽĂůƐǁŽŶŝŶŐĞŶĞŶƐĐŚŽůĞŶ͕ njĞůĚĞŶǀůĂŬďŝũĞůŬĂĂƌůŝŐŐĞŶ͕ďƌĞŶŐƚĚĂƚǀĞƌƉůĂĂƚƐŝŶŐĞŶĞŶǀĞƌŬĞĞƌƐƐƚƌŽŵĞŶŵĞƚnjŝĐŚŵĞĞ͘ŝƚŬĂŶ ďŝũǀŽŽƌďĞĞůĚĚƌƵŬŬĞĨŝĞƚƐͲĞŶĂƵƚŽƐƚƌŽŵĞŶŵĞƚĞůŬĂĂƌŝŶĐŽŶĨůŝĐƚďƌĞŶŐĞŶ͕ǁĂĂƌĚŽŽƌŽŶǀĞŝůŝŐĞ ƐŝƚƵĂƚŝĞƐŽŶƚƐƚĂĂŶ͘ථ ථථ ŝũŚĞƚǀĞŝůŝŐĞƌŵĂŬĞŶǀĂŶŝŶĨƌĂƐƚƌƵĐƚƵƵƌǁŽƌĚƚŐĞďƌƵŝŬŐĞŵĂĂŬƚǀĂŶ͗ථථ • ĚĞƌŝĐŚƚůŝũŶĞŶĞŶƵŝƚŐĂŶŐƐƉƵŶƚĞŶǀĂŶƵƵƌnjĂĂŵsĞŝůŝŐථථ • ƌŝĐŚƚůŝũŶĞŶǀĂŶZKtථථ /ŶŚĞƚǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƐƉůĂŶϮϬϬϴͲϮϬϭϭŝƐĂĂŶŐĞŐĞǀĞŶĂĂŶǁĞůŬĞƵŝƚĞƌůŝũŬĞŬĞŶŵĞƌŬĞŶ ǀĞƌƐĐŚŝůůĞŶĚĞĐĂƚĞŐŽƌŝĞģŶǁĞŐĞŶŝŶŵĞƌƐĨŽŽƌƚŵŝŶŝŵĂĂůŵŽĞƚĞŶǀŽůĚŽĞŶ͕njŽĚĂƚĞƌŝŶĞůŬŐĞǀĂů ďŝŶŶĞŶĚĞƐƚĂĚƐƉƌĂŬĞŝƐǀĂŶƵŶŝĨŽƌŵŝƚĞŝƚŝŶĚĞǀŽƌŵŐĞǀŝŶŐ͘ථථ
/ŶĚĞƉƌĂŬƚŝũŬŝƐĞƌĞĞŶŐƌŽĞƉǁĞŐĞŶĚŝĞŶŝĞƚĞĞŶĚƵŝĚŝŐŝŶĞĞŶďĞƉĂĂůĚĞĐĂƚĞŐŽƌŝĞŝƐŝŶƚĞĚĞůĞŶ͘,Ğƚ ďĞƚƌĞĨƚĚĞŐĞďŝĞĚƐŽŶƚƐůƵŝƚŝŶŐƐǁĞŐĞŶĞŶĞƌĨƚŽĞŐĂŶŐƐǁĞŐĞŶďŝŶŶĞŶĚĞďĞďŽƵǁĚĞŬŽŵ͘ŝƚǁŽƌĚĞŶĚĞ ΗŐƌŝũnjĞΗǁĞŐĞŶŐĞŶŽĞŵĚ͘,ĞƚnjŝũŶǁĞŐĞŶŵĞƚĞĞŶǁŝũŬŽŶƚƐůƵŝƚĞŶĚĞĨƵŶĐƚŝĞǁĂĂƌďŝũĞĞŶǀŽƌŵŐĞǀŝŶŐ ǀŽůŐĞŶƐĚĞƌŝĐŚƚůŝũŶĞŶĂůƐŐĞďŝĞĚŽŶƚƐůƵŝƚŝŶŐƐǁĞŐŶŝĞƚŵŽŐĞůŝũŬŝƐ͕ŵĂĂƌǁĂĂƌŚĞƚƚŽĐŚŐĞǁĞŶƐƚŝƐŽŵ ĚĞǁĞŐŝŶƚĞĚĞůĞŶŝŶĚĞĐĂƚĞŐŽƌŝĞŐĞďŝĞĚƐŽŶƚƐůƵŝƚŝŶŐƐǁĞŐĞŶ͘sŽŽƌďĞĞůĚĞŶǀĂŶ͚ŐƌŝũnjĞ͛ǁĞŐĞŶŝŶ ŵĞƌƐĨŽŽƌƚĚŝĞnjŝũŶĂĂŶŐĞƉĂŬƚnjŝũŶ͗ථ ͻථථථ<ĂƉĞůǁĞŐ͖ͻථථ,ƵŐŽĚĞ'ƌŽŽƚůĂĂŶ͖ͻථŽƐǁĞŐ͖ͻථථථsĂŶZĂŶĚǁŝũĐŬůĂĂŶ͘ ථථ DĞĚŝŽϮϬϭϮnjĂůŚĞƚZKtĞĞŶƌŝĐŚƚůŝũŶƉƌĞƐĞŶƚĞƌĞŶŚŽĞŽŵƚĞŐĂĂŶŵĞƚĚĞ͚ŐƌŝũnjĞ͛ǁĞŐĞŶ͕ĞĞŶ ĂĂŶƐĐŚĞƌƉŝŶŐŽƉĚĞŚƵŝĚŝŐĞƌŝĐŚƚůŝũŶĞŶ͘ĞŝŶǀƵůůŝŶŐĚŝĞŵĞƌƐĨŽŽƌƚŚĞĞĨƚŐĞŐĞǀĞŶĂĂŶĚĞ ǁĞŐĐĂƚĞŐŽƌŝƐĞƌŝŶŐŬŽŵƚŚŝĞƌǀƌŝũǁĞůŵĞĞŽǀĞƌĞĞŶ͘ථ ϭ͘ϴdŽĞƉĂƐƐŝŶŐǀĂŶƐŶĞůŚĞŝĚƐƌĞŵŵĞŶĚĞŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶථථ /ŶϮϬϬϴŝƐďĞůĞŝĚǀĂƐƚŐĞƐƚĞůĚŽǀĞƌŚŽĞŽŵƚĞŐĂĂŶŵĞƚƐŶĞůŚĞŝĚƐƌĞŵŵĞŶĚĞŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶŽƉ ƵŝƚƌƵŬƌŽƵƚĞƐǀŽŽƌĚĞďƌĂŶĚǁĞĞƌĞŶŽƉƌŽƵƚĞƐǀŽŽƌŽƉĞŶďĂĂƌǀĞƌǀŽĞƌ͘ƌnjŝũŶĂĨƐƉƌĂŬĞŶŐĞŵĂĂŬƚŚŽĞ ŚŝĞƌƉƌŽĐĞƐŵĂƚŝŐĞŶŝŶŚŽƵĚĞůŝũŬ;ǁĞůŬƚLJƉĞƐŶĞůŚĞŝĚƐƌĞŵŵĞƌŽƉǁĞůŬĞůŽĐĂƚŝĞͿŵĞĞŽŵƚĞŐĂĂŶ͘Ğ ĂĨƐƉƌĂŬĞŶďĞǀĂůůĞŶŐŽĞĚ͕ĞƌŝƐŐĞĞŶďĞŚŽĞĨƚĞĚĞnjĞƚĞǀĞƌĂŶĚĞƌĞŶ͘ ථථ ථථ Ϯ͘ĚƵĐĂƚŝĞĞŶǀŽŽƌůŝĐŚƚŝŶŐථථ ĚƵĐĂƚŝĞĞŶǀŽŽƌůŝĐŚƚŝŶŐŝƐĞƌŽƉŐĞƌŝĐŚƚŽŵĚĞǁĞŐŐĞďƌƵŝŬĞƌŐŽĞĚŽƉŐĞůĞŝĚĞŶŐĞŢŶĨŽƌŵĞĞƌĚĚĞĞůƚĞ ůĂƚĞŶŶĞŵĞŶĂĂŶŚĞƚǀĞƌŬĞĞƌ͘ƌŝƐŝŶĚĞƉĞƌŝŽĚĞϮϬϬϴͲϮϬϭϭǀĞĞů;ƐƚƌƵĐƚƵƌĞůĞͿĂĂŶĚĂĐŚƚŐĞŐĞǀĞŶĂĂŶ ĞĚƵĐĂƚŝĞĞŶǀŽŽƌůŝĐŚƚŝŶŐ͘ƌŝƐĂĂŶŐĞŚĂĂŬƚďŝũWĞƌŵĂŶĞŶƚĞsĞƌŬĞĞƌƐĞĚƵĐƚŝĞ͕ĞĞŶůĂŶĚĞůŝũŬŝŶŐĞnjĞƚ ďĞůĞŝĚĚĂƚŝŶŚŽƵĚƚĚĂƚĞůŬĞǀĞƌŬĞĞƌƐĚĞĞůŶĞŵĞƌŐĞĚƵƌĞŶĚĞnjŝũŶŚĞůĞůĞǀĞŶůĞĞƌƚĞŶďůŝũĨƚďŝũůĞƌĞŶŽŵ njŝĐŚǀĞŝůŝŐŝŶŚĞƚǀĞƌŬĞĞƌƚĞŐĞĚƌĂŐĞŶ͘ŝũĞůŬĞůĞǀĞŶƐĨĂƐĞŚŽƌĞŶĂŶĚĞƌĞǀĞƌǀŽĞƌƐǁŝũnjĞŶ͕ĂŶĚĞƌ ǀĞƌƉůĂĂƚƐŝŶŐƐŐĞĚƌĂŐĞŶĚƵƐŽŽŬĂŶĚĞƌĞǀĂĂƌĚŝŐŚĞĚĞŶŽŵǀĞŝůŝŐĚĞĞůƚĞŶĞŵĞŶĂĂŶŚĞƚǀĞƌŬĞĞƌ͘ ŽƂƌĚŝŶĂƚŝĞ͕ŝŶǀƵůůŝŶŐĞŶƵŝƚǀŽĞƌŝŶŐǀĂŶĚĞWĞƌŵĂŶĞŶƚĞsĞƌŬĞĞƌƐĞĚƵĐĂƚŝĞůŝŐƚǀŽŽƌĞĞŶĚĞĞůďŝũĚĞ ŐĞŵĞĞŶƚĞ͘ථථ ථථ Ϯ͘ϭhŝƚǀŽĞƌŝŶŐƐƉƌŽŐƌĂŵŵĂĚƵĐĂƚŝĞĞŶsŽŽƌůŝĐŚƚŝŶŐථථ ŝŶŶĞŶƉĞƌŵĂŶĞŶƚĞsĞƌŬĞĞƌƐĞĚƵĐĂƚŝĞǁŽƌĚĞŶnjĞƐĚŽĞůŐƌŽĞƉĞŶŽŶĚĞƌƐĐŚĞŝĚĞŶ͗ථ ͻථථථϬʹϰũĂĂƌ͖ͻථථථϰʹϭϮũĂĂƌ͖ͻථථථϭϮͲϭϲũĂĂƌ͖ͻථථථϭϲͲϮϱũĂĂƌ͖ͻථථථϮϱͲϲϬũĂĂƌ͖ͻථථථŽƵĚĞƌĞŶǀĂŶĂĨϲϬ ũĂĂƌ͘ථ DĞƚŶĂŵĞŚĞƚůĂŶŐnjĂĂŵǀĞƌŬĞĞƌŝŶŵĞƌƐĨŽŽƌƚǀĞƌĚŝĞŶƚĚĞĂĂŶĚĂĐŚƚ͘,ĞƚŐĂĂƚŚŝĞƌŽŵĚĞ ďƌŽŵĨŝĞƚƐĞƌƐŝŶĚĞůĞĞĨƚŝũĚƐĐĂƚĞŐŽƌŝĞϭϲƚͬŵϭϳĞŶĨŝĞƚƐĞƌƐŝŶĚĞůĞĞĨƚŝũĚƐĐĂƚĞŐŽƌŝĞģŶϮϱƚͬŵϱϵĞŶϲϬ ũĂĂƌĞŶŽƵĚĞƌ͘,ĞƚĂĂŶĚĞĞůďƌŽŵĨŝĞƚƐŽŶŐĞǀĂůůĞŶďŝũϭϲĞŶϭϳũĂƌŝŐĞŶŝƐŚŽŽŐ͘DĂĂƚƌĞŐĞůĞŶŽƉŚĞƚ ŐĞďŝĞĚǀĂŶŐĞĚƌĂŐƐďĞŢŶǀůŽĞĚŝŶŐnjŝũŶŝŶϮϬϬϴͲϮϬϭϭǀŽŽƌŶĂŵĞůŝũŬŐĞƌŝĐŚƚŽƉĚĞnjĞŐƌŽĞƉĞŶĚŽŽƌ ƌŽĞŵ;ĐƵƌƐƵƐƌŝũǀĂĂƌĚŝŐŚĞŝĚͿ͕ƐĐŽŽƚ;ĐƵƌƐƵƐǀĞƌŬĞĞƌƐŝŶnjŝĐŚƚƐĐŽŽƚŵŽďŝĞůĞƌƐͿĞŶĨŝĞƚƐǀĞƌůŝĐŚƚŝŶŐ ĂĐƚŝĞƐ͘ථ
EVALUATIE PLVA VKV_v4
ථථ
Ϯ͘ϮLJŶĂŵŝƐĐŚĞƐŶĞůŚĞŝĚƐĚŝƐƉůĂLJƐථ ĞǁŝũŬ<ĂƚƚĞŶďƌŽĞŬŝƐŝŶŐĞƌŝĐŚƚĂůƐϯϬŬŵnjŽŶĞ͘ůƐŽŶĚĞƌĚĞĞůǀĂŶĚĂƚƉƌŽũĞĐƚŝƐĞĞŶƐŶĞůŚĞŝĚƐĚŝƐƉůĂLJ ŝŶŐĞďƌƵŝŬŐĞŶŽŵĞŶ͕ĞĞŶĞůĞŬƚƌŽŶŝƐĐŚƐĐŚĞƌŵĚĂƚĚĞĂƵƚŽŵŽďŝůŝƐƚůĂĂƚǁĞƚĞŶŽĨŚŝũnjŝĐŚĂĂŶĚĞ ŵĂdžŝŵĂůĞƐŶĞůŚĞŝĚŚŽƵĚƚ͘,ĞƚĚŽĞůŝƐŽŵĚĞĂƵƚŽŵŽďŝůŝƐƚďĞǁƵƐƚƚĞŵĂŬĞŶǀĂŶnjŝũŶƐŶĞůŚĞŝĚĞŶnjŽ ŶĂůĞǀŝŶŐǀĂŶĚĞŵĂdžŝŵƵŵƐŶĞůŚĞŝĚƚĞďĞƌĞŝŬĞŶ͘ĞĞƌǀĂƌŝŶŐĞŶŝŶĚĞǁŝũŬ<ĂƚƚĞŶďƌŽĞŬnjŝũŶƉŽƐŝƚŝĞĨ͕ ŚĞƚĚŝƐƉůĂLJǁŽƌĚƚŽŽŬĞůĚĞƌƐŝŶĚĞƐƚĂĚŐĞďƌƵŝŬƚ͘ථථ ථථ Ϯ͘ϯ&ŝŶĂŶĐŝģŶථථ sŽŽƌŐĞĚƌĂŐƐďĞŢŶǀůŽĞĚĞŶĚĞĂĐƚŝǀŝƚĞŝƚĞŶ;ĞĚƵĐĂƚŝĞĞŶǀŽŽƌůŝĐŚƚŝŶŐͿŝƐĞĞŶũĂĂƌďƵĚŐĞƚǀĂŶϭϴ͘ϱϬϬ ǀĂŶƵŝƚĚĞůŽƉĞŶĚĞũĂĂƌďĞŐƌŽƚŝŶŐďĞƐĐŚŝŬďĂĂƌ͘,ĞƚZĞŐŝŽŶĂĂůKƌŐĂĂŶsĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚhƚƌĞĐŚƚ;ZKsͿ ƐƵďƐŝĚŝĞĞƌƚƚŽƚĞŶŵĞƚϮϬϭϭĚĞnjĞĂĐƚŝǀŝƚĞŝƚĞŶǀŽŽƌϱϬйŵĞƚΦϬ͕ϮϬ͕ͲƉĞƌŝŶǁŽŶĞƌ͘,ĞƚďĞƐĐŚŝŬďĂƌĞ ũĂĂƌďƵĚŐĞƚĞŶĚĞƐƵďƐŝĚŝĞǀĂŶŚĞƚZKsnjŝũŶŝŶĚĞƉĞƌŝŽĚĞϮϬϬϴͲϮϬϭϭŬŽƐƚĞŶĚĞŬŬĞŶĚŐĞďůĞǀĞŶ͘sĂŶĂĨ ϮϬϭϮŐĂĂƚŚĞƚZKsĞĞŶĂŶĚĞƌĞĨŝŶĂŶĐŝģůĞĂĨŚĂŶĚĞůŝŶŐŚĂŶƚĞƌĞŶ͕ŶĂŵĞůŝũŬĂůůĞƵŝƚǀŽĞƌŝŶŐƐŬŽƐƚĞŶ ǀĞƌƐĐŚƵŝǀĞŶŶĂĂƌĚĞŐĞŵĞĞŶƚĞ͘ථŝŶĚϮϬϭϮďĞŐŝŶϮϬϭϯnjĂůĚĞnjĞŶŝĞƵǁĞĨŝŶĂŶĐŝĞƌŝŶŐƐLJƐƚĞŵĂƚŝĞŬ ǁŽƌĚĞŶŐĞģǀĂůƵĞĞƌĚ͘ථ ථථ ථථ ϯ͘,ĂŶĚŚĂǀŝŶŐථථ ,ĂŶĚŚĂǀŝŶŐŽƉǀĞƌŬĞĞƌƐŽǀĞƌƚƌĞĚŝŶŐĞŶŝƐĞĞŶďĞǀŽĞŐĚŚĞŝĚǀĂŶĚĞƉŽůŝƚŝĞ͘KƉŚĞƚŐĞďŝĞĚǀĂŶ ǀĞƌŬĞĞƌƐŚĂŶĚŚĂǀŝŶŐŚĞĞĨƚĚĞŐĞŵĞĞŶƚĞƚĞŵĂŬĞŶŵĞƚŝƐƚƌŝĐƚĞŵůĂŶĚƵŝĚ͕ĚĞǀĞƌŬĞĞƌƐƉŽůŝƚŝĞǀĂŶ ĚĞWŽůŝƚŝĞZĞŐŝŽhƚƌĞĐŚƚĞŶŚĞƚůĂŶĚĞůŝũŬWĂƌŬĞƚdĞĂŵsĞƌŬĞĞƌ;KDͿ͘hŝƚĚĞ ŬůĂŶŬďŽƌĚŐƌŽĞƉďŝũĞĞŶŬŽŵƐƚĞŶǀĂŶŚĞƚǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƐƉůĂŶϮϬϬϴͲϮϬϭϭďůĞĞŬƚĞŚĂƌĚƌŝũĚĞŶĞĞŶ ǀĞĞůŐĞŚŽŽƌĚĞŬůĂĐŚƚ͘KŵĚĂƚĚŝƚŶŝĞƚĂůƚŝũĚŵĞƚŝŶĨƌĂƐƚƌƵĐƚƵƌĞůĞŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶŬĂŶǁŽƌĚĞŶĂĂŶŐĞƉĂŬƚ͕ ŝƐŚĂŶĚŚĂǀŝŶŐƐŽŵƐŚĞƚŐĞģŝŐĞŶĚĞŵŝĚĚĞů͘ථථ ථථ ZĞŐŝŽŶĂůĞĂĨƐƚĞŵŵŝŶŐථථ ,ĞƚZKsŚĞĞĨƚƐĂŵĞŶŵĞƚĚĞsĞƌŬĞĞƌƐƉŽůŝƚŝĞĞŶŐĞŵĞĞŶƚĞŝŶŬĂĂƌƚŐĞďƌĂĐŚƚǁĂĂƌŝŶĚĞƌĞŐŝŽ;ǀŽŽƌ ŵĞƌƐĨŽŽƌƚĞŶŚĞƚŐĞďŝĞĚǀĂŶŚĞƚ'ĞǁĞƐƚĞŵůĂŶĚͿĚĞŐƌŽŽƚƐƚĞŬŶĞůƉƵŶƚĞŶůŝŐŐĞŶŽƉŐĞďŝĞĚǀĂŶ ǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚ͘ĞƉŽůŝƚŝĞŚĞĞĨƚĚŝƚŐĞďƌƵŝŬƚĂůƐŝŶƉƵƚǀŽŽƌŚĂĂƌŚĂŶĚŚĂǀŝŶŐƐƉůĂŶŶĞŶŽŵĚĞ ŚĂŶĚŚĂǀŝŶŐƐĐĂƉĂĐŝƚĞŝƚnjŽŽƉƚŝŵĂĂůŵŽŐĞůŝũŬŝŶƚĞnjĞƚƚĞŶ͘ථථ ථථ dĞĂŵ,ĂŶĚŚĂǀŝŶŐ^ƵďũĞĐƚŝĞǀĞKŶǀĞŝůŝŐŚĞŝĚථථ ŝŶŶĞŶŚĞƚůĂŶĚĞůŝũŬWĂƌŬĞƚdĞĂŵsĞƌŬĞĞƌŝƐŚĞƚƚĞĂŵ,ĂŶĚŚĂǀŝŶŐ^ƵďũĞĐƚŝĞǀĞKŶǀĞŝůŝŐŚĞŝĚ ǁĞƌŬnjĂĂŵ͘ŝƚƚĞĂŵĐŽŶƚƌŽůĞĞƌƚŽƉůŽĐĂƚŝĞƐǁĂĂƌŶŝĞƚǀĞĞůŽŶŐĞǀĂůůĞŶŐĞďĞƵƌĞŶ͕ŵĂĂƌǁĞůǀĞĞů ŬůĂĐŚƚĞŶnjŝũŶĞŶǀĞƌŬĞĞƌƐŐĞǀĂĂƌůŝũŬŐĞĚƌĂŐŝƐŐĞĐŽŶƐƚĂƚĞĞƌĚ;njŽĂůƐƚĞŚĂƌĚƌŝũĚĞŶͿ͘ŝƚƚĞĂŵnjĞƚnjŝĐŚ ǀŽŽƌĚĞŐĞŵĞĞŶƚĞŝŶǁĂŶŶĞĞƌĚĞŐĞŵĞĞŶƚĞnjŝĐŚĐŽŵŵŝƚƚĞĞƌƚŽŵ;ǁĂŶŶĞĞƌŶŽĚŝŐͿŝŶĨƌĂƐƚƌƵĐƚƵƌĞůĞ ŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶƚĞŶĞŵĞŶ͘ KƉϯϬũƵŶŝϮϬϬϵŝƐĚĞƌĂĂĚŵĞƚĞĞŶďƌŝĞĨ;Z/ϮϬϬϵͲϳϯͿŐĞŢŶĨŽƌŵĞĞƌĚŐĞĞŶŐĞďƌƵŝŬƚĞŵĂŬĞŶǀĂŶĚŝƚ ƚĞĂŵ͘DĞƚƌĞĚĞŶĚĂƚĚĞǀŽůŐŽƌĚĞĞĞƌƐƚŚĂŶĚŚĂǀĞŶĚĂŶĨLJƐŝĞŬĞŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶƉƌŝŶĐŝƉŝĞĞůŽŶũƵŝƐƚŝƐ͘ŝƚ ĚƌƵŝƐƚŝŶƚĞŐĞŶŚĞƚĂůŐĞŵĞŶĞƵŝƚŐĂŶŐƐƉƵŶƚĚĂƚŚĂŶĚŚĂǀŝŶŐƉůĂĂƚƐǀŝŶĚƚŶĂĚĂƚĚĞŝŶĨƌĂƐƚƌƵĐƚƵƵƌnjŽ ǀĞŝůŝŐŵŽŐĞůŝũŬŝƐŝŶŐĞƌŝĐŚƚ͘ĂĂƌŶĂĂƐƚŵŽĞƚĚĞŐĞŵĞĞŶƚĞĚĞƚŽĞnjĞŐŐŝŶŐĚŽĞŶĨŝŶĂŶĐŝģůĞŵŝĚĚĞůĞŶƚĞ ƌĞƐĞƌǀĞƌĞŶ;ŽŶŐĞǀĞĞƌΦϱϬ͘ϬϬϬ͕ͲƉƌŽũĞĐƚͿ͘Z^sůĂĂƚŚĞƚŶŝĞƚƚŽĞĞdžƚƌĂŐĞůĚƵŝƚƚĞƚƌĞŬŬĞŶǀŽŽƌ ŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶĚŝĞǀŽŽƌƚǀůŽĞŝĞŶƵŝƚĞĞŶƉƌŽũĞĐƚǀĂŶĚŝƚƚĞĂŵ͘ ŽůĂŶŐĚĞƐƉĞůƌĞŐĞůƐǀĂŶŚĞƚƚĞĂŵ,ĂŶĚŚĂǀŝŶŐ^ƵďũĞĐƚŝĞǀĞKŶǀĞŝůŝŐŚĞŝĚŶŝĞƚǀĞƌĂŶĚĞƌĞŶnjĂůĚĞ ŐĞŵĞĞŶƚĞŐĞĞŶŐĞďƌƵŝŬŵĂŬĞŶǀĂŶĚŝƚƚĞĂŵ͘
ϰ͘DŽŶŝƚŽƌŝŶŐĞŶĞǀĂůƵĂƚŝĞථථ hŝƚĚĞŽŶŐĞǀĂůĐŝũĨĞƌƐǁĂƐǀĞƌǁĂĐŚƚĚĂƚŵĞƌƐĨŽŽƌƚŝŶĚĞƉĞƌŝŽĚĞϮϬϬϴͲϮϬϭϭŵĞƌƐĨŽŽƌƚŝŶĚĞƉĂƐ ďůŝũĨƚůŽƉĞŶŵĞƚĚĞůĂŶĚĞůŝũŬĞƐƚƌĞĞĨĐŝũĨĞƌƐŽŵĚĞĂĂŶƚĂůůĞŶǀĞƌŬĞĞƌƐƐůĂĐŚƚŽĨĨĞƌƐǀĞƌĚĞƌƚĞƌƵŐƚĞ ĚƌŝŶŐĞŶ͘ථථĞǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƐƌĂƉƉŽƌƚĂŐĞŐĞĞĨƚŚĞƚǀŽůŐĞŶĚĞĂĂŶ͗
EVALUATIE PLVA VKV_v4
:ĂĂƌ ^ůĂĐŚƚŽĨĨĞƌƐ
ƌŶƐƚŝŐĞ ƐůĂĐŚƚŽĨĨĞƌƐ
ŽĚĞŶ njŝĞŬĞŶŚƵŝƐŐĞǁŽŶĚĞŶ
KǀĞƌŝŐĞ ŐĞǁŽŶĚĞŶ
ϮϬϬϴ Ϯϭϵ
ϴϭ
ϯ
ϳϴ
ϭϯϴ
ϮϬϬϵ ϮϮϳ
ϵϮ
Ϭ
ϵϮ
ϭϯϱ
ϮϬϭϬ ϲϱ
Ϯϯ
Ϯ
Ϯϭ
ϰϮ
'H]HJHJHYHQV]LMQQRJQLHW EHNHQG
;ŐĞŐĞǀĞŶƐ͗sĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚŵŽŶŝƚŽƌ͕sŝĂ^ƚĂƚͿ
KŶĚĂŶŬƐĞĞŶƐƚŝũŐŝŶŐŝŶĚĞŽŶŐĞǀĂůŐĞŐĞǀĞŶƐŝŶŚĞƚũĂĂƌϮϬϬϵŝƐĞĞŶĚƵŝĚĞůŝũŬĞĚĂůŝŶŐŝŶϮϬϭϬƚĞ ĐŽŶƐƚĂƚĞƌĞŶ͘ĞŽŽƌnjĂĂŬŚŝĞƌǀĂŶŝƐĞĞŶǁŝũnjŝŐŝŶŐǀĂŶĚĞŽŶŐĞǀĂůůĞŶƌĞŐŝƐƚƌĂƚŝĞĚŽŽƌĚĞƉŽůŝƚŝĞ͘ ,ŝĞƌĚŽŽƌŝƐǀĂŶĂĨϮϬϭϬŐĞĞŶǀĞƌŐĞůŝũŬŝŶŐƚĞŵĂŬĞŶŵĞƚĚĞŽŶŐĞǀĂůůĞŶŐĞŐĞǀĞŶƐǀĂŶǀŽŽƌŐĂĂŶĚĞũĂƌĞŶ͘ sŝĂ^ƚĂƚŝƐ͕ŝŶƐĂŵĞŶǁĞƌŬŝŶŐŵĞƚĚŝǀĞƌƐĞŐĞŵĞĞŶƚĞŶĞŶƉŽůŝƚŝĞ͕ĂĂŶŚĞƚŽŶĚĞƌnjŽĞŬĞŶŚŽĞĚĞ ǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚŵŽŶŝƚŽƌŬĂŶǁŽƌĚĞŶĂĂŶŐĞƉĂƐƚĚĂŶǁĞůǀĞƌďĞƚĞƌĚnjŽĚĂƚ͕ǀĞƌŐĞůŝũŬŵĞƚ ǀŽŽƌŐĂĂŶĚĞũĂƌĞŶǁĞůŵŽŐĞůŝũŬŝƐ͘ ĞŽŶŐĞǀĂůŐĞŐĞǀĞŶƐǀĂŶϮϬϭϭŬƵŶŶĞŶǁĞůŵĞƚĚĞŐĞŐĞǀĞŶƐǀĂŶϮϬϭϬǁŽƌĚĞŶǀĞƌŐĞůĞŬĞŶ͘
:ĂĂƌůŝũŬƐǀĞƌƐĐŚŝũŶĞŶĞŝŶĚĂƉƌŝůŶŝĞƵǁĞŽŶŐĞǀĂůĐŝũĨĞƌƐŽǀĞƌŚĞƚǀŽŽƌŐĂĂŶĚĞũĂĂƌ͘KƉďĂƐŝƐĚĂĂƌǀĂŶŬĂŶ ŝŶĚĞŐĂƚĞŶǁŽƌĚĞŶŐĞŚŽƵĚĞŶŚŽĞĚĞŽďũĞĐƚŝĞǀĞǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚnjŝĐŚŝŶĚĞƐƚĂĚŽŶƚǁŝŬŬĞůƚ͘ථථ DĞƚĞĞŶĚƌŝĞũĂĂƌůŝũŬƐĞƐƚĂĚƐƉĞŝůŝŶŐǁŽƌĚƚŽŶĚĞƌnjŽĐŚƚŚŽĞŚĞƚŵĞƚĚĞƐƵďũĞĐƚŝĞǀĞǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚ ŐĂĂƚ͘ථථ ථථ
ĚǀŝĞƐථ Ͳ /ŶĚĞƉĞƌŝŽĚĞϮϬϬϴͲϮϬϭϭnjŝũŶĚŝǀĞƌƐĞŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶŐĞƚƌŽĨĨĞŶŽŵĚĞŽďũĞĐƚŝĞǀĞĞŶƐƵďũĞĐƚŝĞǀĞ ǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƚĞǀĞƌďĞƚĞƌĞŶ͘ŵĞƌƐĨŽŽƌƚŚĞĞĨƚŝŶĚĞƉĞƌŝŽĚĞϮϬϬϴͲϮϬϭϭŐƌŽƚĞƉƌŽũĞĐƚĞŶ njŽĂůƐĚĞϯϬŬŵnjŽŶĞƐĂĂŶŐĞƉĂŬƚ͕ƵŝƚƌŽůƌĞƐƚĞƌĞŶĚĞǁŝũŬĞŶŝŶϮϬϭϮ͘ŽŽƌĚĞĂĂŶƉĂŬǀĂŶ ďůĂĐŬƐƉŽƚƐĞŶŽŶŐĞǀĂůůĞŶĐŽŶĐĞŶƚƌĂƚŝĞƐĞŶŚĞƚďŝĞĚĞŶǀĂŶƉĞƌŵĂŶĞŶƚĞ ǀĞƌŬĞĞƌƐĞĚƵĐĂƚŝĞƉƌŽũĞĐƚĞŶŝƐŐĞŢŶǀĞƐƚĞĞƌĚŝŶƐƚƌƵĐƚƵƌĞůĞǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐǀĂŶĚĞ ǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚŝŶĚĞƐƚĂĚ͘ථ
Ͳ
/ŶĚĞĂĨŐĞůŽƉĞŶǀŝĞƌũĂĂƌŝƐŐĞďůĞŬĞŶĚĂƚ͕ĚŽŽƌũĂĂƌůŝũŬƐĚĞŽŶŐĞǀĂůĐŝũĨĞƌƐƚĞĂŶĂůLJƐĞƌĞŶ͕ ĂĐƚƵĞĞůŝŶŐĞƐƉĞĞůĚǁŽƌĚƚŽƉĚĞǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚ;ƉƌŽďůĞŵĂƚŝĞŬͿŝŶĚĞƐƚĂĚ͘ŝŶŶĞŶZ^snjŝũŶ ŐĞĞŶ;ŶŝĞƵǁĞͿĨŝŶĂŶĐŝģůĞŵŝĚĚĞůĞŶŵĞĞƌďĞƐĐŚŝŬďĂĂƌŽŵŐƌŽƚĞƉƌŽũĞĐƚĞŶƚĞŝŶŝƚŝģƌĞŶ͘ƌŝƐ ďŝŶŶĞŶZ^sǁĞůďƵĚŐĞƚŐĞƌĞƐĞƌǀĞĞƌĚǀŽŽƌĞǀĞŶƚƵĞůĞďůĂĐŬƐƉŽƚƐĞŶŽŶŐĞǀĂůůĞŶĐŽŶĐĞŶƚƌĂƚŝĞƐ͕ ǁĞƌŬŵĞƚǁĞƌŬƉƌŽũĞĐƚĞŶ͘'ĞĚƌĂŐƐďĞŝŶǀůŽĞĚĞŶĚĞŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶǁŽƌĚĞŶǀĂŶƵŝƚĚĞ ũĂĂƌďĞŐƌŽƚŝŶŐŐĞĨŝŶĂŶĐŝĞƌĚ͘ĂĂƌŶĂĂƐƚďŝĞĚĞŶsZZͲƉƌŽũĞĐƚĞŶĚĞŐĞůĞŐĞŶŚĞŝĚĚĞ ǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƚĞǀĞƌďĞƚĞƌĞŶ͘
Ͳ
,ĞƚŽƉƐƚĞůůĞŶǀĂŶĞĞŶǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƉůĂŶϮϬϭϮͲϮϬϭϱŝƐŶŝĞƚŶŽĚŝŐ͘,ĞƚũĂĂƌůŝũŬƐŵŽŶŝƚŽƌĞŶ ǀĂŶŽďũĞĐƚŝĞǀĞǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚŐĞŐĞǀĞŶƐďŝĞĚƚŝŶnjŝĐŚƚŝŶďůĂĐŬƐƉŽƚƐ͕ ŽŶŐĞǀĂůůĞŶĐŽŶĐĞŶƚƌĂƚŝĞƐĞŶŝŶůĞĞĨƚŝũĚƐĐĂƚĞŐŽƌŝĞģŶǁĂĂƌ;ŵĞĞƌͿĂĂŶĚĂĐŚƚĂĂŶďĞƐƚĞĞĚŵŽĞƚ ǁŽƌĚĞŶĚŽŽƌǀĞƌŬĞĞƌƐĞĚƵĐĂƚŝĞ͘ථථƌǁŽƌĚƚŐĞǁĞƌŬƚĂĂŶĞĞŶŶŝĞƵǁsĞƌŬĞĞƌĞŶsĞƌǀŽĞƌƉůĂŶ͕ ǁĂĂƌŝŶŚĞƚŵŽŐĞůŝũŬŝƐŽŵǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚ͕ĚĞŵĞĞƌũĂƌĞŶǀŝƐŝĞ͕ƚĞǀĞƌĂŶŬĞƌĞŶ͘
Ͳ
:ĂĂƌůŝũŬƐ͕ŝŶŶŽǀĞŵďĞƌ͕ĚĞŽŶŐĞǀĂůŐĞŐĞǀĞŶƐĂŶĂůLJƐĞƌĞŶnjŽĚĂƚ͕ • ŚĞƚǀĞƌŬĞĞƌƐĞĚƵĐĂƚŝĞƉƌŽŐƌĂŵŵĂŚĞƚŬŽŵĞŶĚũĂĂƌĚĂĂƌŽƉŬĂŶĂŶƚŝĐŝƉĞƌĞŶ
EVALUATIE PLVA VKV_v4
• ĚĞǁŝũŬǀĞƌŬĞĞƌƐŬƵŶĚŝŐĞŶƚŝũĚŝŐŐĞŢŶĨŽƌŵĞĞƌĚnjŝũŶŽǀĞƌŵŽŐĞůŝũŬĞ;ŶŝĞƵǁĞͿ ƉƌŽďůĞĞŵͲůŽĐĂƚŝĞƐŝŶĚĞǁŝũŬ͘ĞnjĞůŽĐĂƚŝĞƐŬƵŶŶĞŶǁŽƌĚĞŶŽƉŐĞŶŽŵĞŶŝŶĚĞ ũĂĂƌƉůĂŶŶŝŶŐƚĞƌďĞŽŽƌĚĞůŝŶŐĞŶǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐǀĂŶĚĞǀĞƌŬĞĞƌƐǀĞŝůŝŐŚĞŝĚ͘
EVALUATIE PLVA VKV_v4
Gemeente Amersfoort
Collegebesluit Opsteller:
SOB/VV F. de Ligt-Huijser
User-id:
HUI3
Org. onderdeel:
Tel:
4471
Onderwerp:
EVALUATIE EN NIEUWE AANPAK VERKEERSVEILIGHEID Toelichting:
Op 15 juli 2008 heeft het college het Plan van aanpak Verkeersveiligheid 2008 - 2011 vastgesteld (reg.nr. 2613017). Het plan van aanpak geeft aan op welke wijze de verkeersveiligheid in de periode 2008 - 2011 wordt aangepakt. Het plan van aanpak is geevalueerd. In de periode 2008 - 2011 zijn diverse maatregelen getroffen om de objectieve en subjectieve verkeersveiligheid te verbeteren, zoals invoeren 30 km zones, aanpak blackspots en ongevallenconcentraties en het bieden van permanente verkeerseducatie. Uit de evaluatie blijkt dat het jaarlijks analyseren van de objectieve veiligheidgegevens de mogelijkheid biedt effectief en doelmatig te anticiperen op de verkeersveiligheid in de stad. Door het jaarlijks analyseren van de verkeersveiligheidgegevens is het opstellen van een Verkeersveiligheidsplan 2012 - 2015 niet nodig. Het college besluit:
1. De evaluatie van het plan van aanpak Verkeersveiligheid 2008 - 2011 vast te stellen; 2. de meerjarenvisie verkeersveiligheid te verankeren in het Verkeer en Vervoerplan; 3. de raad jaarlijks te informeren over de resultaten van de analyse van de objectieve verkeersveiligheidgegevens; 4. de raadsinformatiebrief Evaluatie en nieuwe aanpak Verkeersveligheid vast te stellen.
Reg.nr. Datum
3970290 25-01-2012
verantwoordelijken
datum
paraaf
……….. sectorcontroller directeur sector directeur sector …… juridisch advies gemeentecontroller staf VRK
d.d. 9-1-2012
Collegebehandeling agendastuk hamerstuk geheim embargo datum: vergadering
tijd: datum
agd.pnt paraaf
secretaris
Hamerstuk
akkoord
secretaris burgemeester weth. Van den Berg weth. Boeve weth. Buijtelaar weth. Van 't Erve weth. Tigelaar weth. Van ’t Erve Advies De Raad De Ronde Het Besluit Raadsinformatiebrief geen
Collegebesluit d.d.: 24-1-2012
conform aangehouden vervallen
Peiling Voorbereiding besluit
Gemeente Amersfoort
&ROOHJHYRRUVWHO
Sector
:
Opsteller
:
Telefoon
:
User-id
:
SOB F. de Ligt-Huijser (033) 469 44 71 HUI3
Reg.nr. :
3970296
Datum
2 december 2011
:
Onderwerp
Evaluatie en nieuwe aanpak Verkeersveiligheid Voorstel:
Voorgesteld wordt 1. De evaluatie Plan van aanpak Verkeersveiligheid 2008 – 2011 vast te stellen; 2. De meerjarenvisie verkeersveiligheid te verankeren in het Verkeer en Vervoerplan; 3. De raad jaarlijks te informeren over de resultaten van de analyse van de verkeersveiligheidsgegevens; 4. De raadsinformatiebrief Evaluatie en nieuwe aanpak Verkeersveiligheid vast te stellen.
AANLEIDING Op 15 juli 2008 heeft het college het Plan van aanpak Verkeersveiligheid 2008 – 2011 vastgesteld (registratie nr 2613017). Het plan van aanpak geeft aan op welke wijze de verkeersveiligheid in de periode 2008 – 2011 wordt aangepakt. Het plan van aanpak is nu geëvalueerd, zoals u in de bijlage aantreft. In de periode 2008 - 2011 zijn er diverse maatregelen getroffen om de objectieve en subjectieve verkeersveiligheid te verbeteren. Grote projecten zoals de 30 km-zones zijn aangepakt, de aanpak van blackspots en ongevallenconcentraties en het bieden van permanente verkeerseducatieprojecten hebben bijgedragen aan het verbeteren van de verkeersveiligheid in de stad.
BEOOGD EFFECT Inzicht geven in wat we hebben gedaan aan verkeersveiligheid in de periode 2008 – 2011 en welke resultaten dat heeft opgeleverd. In de periode 2008 – 2011 is gebleken dat door het jaarlijks analyseren van ongevalcijfers actueel wordt ingespeeld op de verkeersveiligheid in de stad. Het jaarlijks monitoren en analyseren van objectieve verkeersveiligheidsgegevens biedt inzicht in blackspots, ongevallenconcentraties, leeftijdscategorieën waar (meer) aandacht aan besteed moet worden middels verkeerseducatie. Door elk jaar te anticiperen op de objectieve verkeersveiligheidsgegevens en (elke drie jaar) de subjectieve veiligheidsbeleving worden maatregelen ten behoeve van verkeersveiligheid efficiënt en doelmatig ingezet. Het opstellen van een nieuw verkeersveiligheidsplan 2012 – 2015 is niet nodig. De Raad wordt elk jaar (middels gemeentebegroting en jaarverslag) geïnformeerd over de resultaten van de analyse.
-1-
Collegevoorstel Reg.nr : 3970296 Datum :
Gemeente Amersfoort
2 december 2011
Om in de toekomst efficiënter en effectiever te werken, verankeren we verkeersveiligheid in het Verkeer en Vervoerplan in plaats van in een nieuw verkeersveiligheidsplan.
ARGUMENTEN 2.1 Door een jaarlijkse analyse van objectieve verkeersveiligheidgegevens kan direct worden ingespeeld op (nieuwe) problemen in de wijken. Het monitoren en jaarlijks analyseren van de objectieve verkeersveiligheidgegevens biedt inzicht in blackspots, ongevallenconcentraties en leeftijdscategorieën waar zich problemen met verkeersveiligheid voordoen. Door elk jaar een analyse van deze gegevens uit te voeren kan in het nieuwe jaar direct, doelmatig en effectief worden ingespeeld op (nieuwe) problemen in de wijken. Daarnaast kan door deze analyse ook het verkeerseducatieprogramma effectief worden ingezet. Wanneer nodig wordt er meer aandacht besteed aan leeftijdscategorieën waar zich problemen tot verkeersveiligheid voordoen. Met een driejaarlijkse stadspeiling wordt onderzocht hoe het met de subjectieve verkeersveiligheid gaat. In de stadpeiling wordt onder andere onderzocht hoe de beleving van de verkeersveiligheid per wijk wordt gewaardeerd. De resultaten van de stadspeiling worden meegenomen in de jaarlijkse analyse van de objectieve verkeersveiligheidgegevens.
2.2 Het jaarlijks analyseren van de verkeersveiligheidgegevens is kosten besparend. Door het uitvoeren van een jaarlijkse analyse kan actief, effectief en efficiënt ingespeeld op de verkeersveiligheid in de stad. Hier is geen nieuw verkeersveiligheidsplan voor nodig. De meerjarenvisie verkeersveiligheid wordt vastgelegd in het Verkeer- en Vervoerplan dat nu voor de komende jaren wordt opgesteld. Dit is een strategisch document waar een langetermijnvisie over de verkeersveiligheid in de stad zeker thuis hoort. Het vastleggen van de verkeersveiligheidvisie in dit document is voldoende verankering van het verkeersveiligheidbeleid.
3.1 Door elk jaar de resultaten van de analyse te presenteren is de raad goed geïnformeerd over de actuele stand van zaken van de verkeersveiligheid in de stad. Door de raad elk jaar door middel van de gemeentebegroting en het jaarverslag te informeren over de verkeersveiligheid in de stad is zij op de hoogte van de actuele verkeersproblematiek in de verschillende wijken en welke maatregelen er getroffen gaan worden.
KANTTEKENINGEN 1.1Door de meerjarenvisie te verankeren in het Verkeer- en Vervoerplan bestaat er geen zelfstandig beleidsdocument voor verkeersveiligheid. Beleid voor verkeersveiligheid verandert niet zo snel, Amersfoort wil een veilige stad. Uitvoering van maatregelen voor verkeersveiligheid vraagt om in te spelen op actuele problemen in de wijken. Het vastleggen van beleid is belangrijk. Het is van belang dat dit beleid makkelijk te vinden is. Het Verkeer- en Vervoerplan is een geschikte en logische plek om het verkeersveiligheidbeleid in vast te leggen.
1.2 De minister van Veiligheid en Justitie heeft een voorstel gedaan om de gemeentewet te wijzigen. In het voorstel staat dat de gemeente elke vier jaar een integraal veiligheidsplan moet opstellen. Ons voorstel sluit daarmee aan op de nieuwe, verwachte wetgeving. Het voorstel om de gemeentewet te wijzigen houdt in dat eens in de vier jaar een integraal veiligheidsplan opgesteld moet worden. Dit veiligheidsplan richt zich op de sociale veiligheid. Er wordt voorgesteld om geen regels op te nemen ten aanzien van het beleid voor de fysieke veiligheid, de verkeersveiligheid. Het opnemen van beleid voor de fysieke veiligheid in het integraal veiligheidsplan wordt in dit voorstel als een keuze aan de gemeenteraad gelaten. De afgelopen vier jaar is gebleken dat het praktisch en efficiënt is om
-2-
Collegevoorstel Reg.nr : 3970296 Datum :
Gemeente Amersfoort
2 december 2011
maatregelen voor de verkeersveiligheid in te zetten op basis van de analyse van actuele verkeersveiligheidsgegevens. Verankering van de meerjarenvisie in het Verkeer- en Vervoerplan is voldoende.
FINANCIËN Binnen de Reserve Stedelijke Voorziening, compartiment Bereikbaarheid zijn geen (nieuwe) financiële middelen beschikbaar om grote projecten te initiëren. Er is wel budget gereserveerd voor eventuele nieuwe blackspots en ongevallenconcentraties. Gedragsbeïnvloedende maatregelen worden vanuit de jaarbegroting gefinancieerd. Daarnaast bieden VERDER-projecten de mogelijkheid om naast bereikbaarheid tevens de verkeersveiligheid verder te verbeteren.
COMMUNICATIE Elk jaar wordt de raad door middel van de gemeentebegroting en het jaarverslag geïnformeerd over de analyse van de verkeersveiligheidgegevens. Bijlagen:
Evaluatie plan van aanpak Raadsinformatiebrief
-3-
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar
Reg.nr. Datum Programma
: 3970288 : 24 januari 2012 : 8. Mobiliteit
TITEL Evaluatie en nieuwe aanpak Verkeersveiligheid.
KENNISNEMEN VAN De evaluatie van het Verkeersveiligheidsplan 2008 – 2011, zie bijlage.
AANLEIDING Op 15 juli 2008 heeft het college het Plan van aanpak Verkeersveiligheid 2008 – 2011 vastgesteld (reg.nr. 2613017, RIB 2008-nr 97). Het plan van aanpak geeft aan op welke wijze de verkeersveiligheid in de periode 2008 – 2011 wordt aangepakt.ௗHierbij wordt u geïnformeerd over de evaluatie van het plan van aanpak.
KERNBOODSCHAP In de periode 2008 - 2011 zijn diverse maatregelen getroffen om de objectieve en subjectieve verkeersveiligheid te verbeteren. Grote projecten zoals de 30 km-zones zijn aangepakt en worden in 2012 afgerond. Ook de aanpak van blackspots en ongevallenconcentraties en het bieden van permanente verkeerseducatieprojecten hebben bijgedragen aan de verbetering van de verkeersveiligheid in de stad. In de periode 2008 – 2011 is gebleken dat door het jaarlijks analyseren van ongevalcijfers actueel wordt ingespeeld op de verkeersveiligheid in de stad. Het jaarlijks monitoren en analyseren van objectieve verkeersveiligheidgegevens biedt inzicht in blackspots, ongevallenconcentraties, leeftijdscategorieën waar (meer) aandacht aan besteed moet worden middels verkeerseducatie. Binnen de Reserve Stedelijke Voorziening, compartiment Bereikbaarheid zijn geen (nieuwe) financiële middelen beschikbaar om grote projecten te initiëren. Er is wel budget gereserveerd voor eventuele nieuwe blackspots en ongevallenconcentraties. Gedragsbeïnvloedende maatregelen worden vanuit de jaarbegroting gefinancierd. Daarnaast bieden VERDER-projecten de mogelijkheid om naast bereikbaarheid tevens de verkeersveiligheid verder te verbeteren.
CONSEQUENTIES Wij kiezen ervoor om aan de hand van de ongevalcijfers actief in te spelen op de verkeersveiligheid in de stad. Er wordt geen nieuw Verkeersveiligheidsplan opgesteld. De meerjarenvisie verkeersveiligheid wordt opgenomen in het Verkeer- en Vervoerplan. Eind van elk jaar worden de ongevalgegevens geanalyseerd. De resultaten van deze analyse zijn input voor de afweging welk verkeerseducatieprogramma er in het komend jaar wordt uitgevoerd en welke (nieuwe) probleem locaties er in het komend jaar op de prioriteitenlijst. De Raad wordt door de gemeentebegroting en het jaarverslag jaarlijks geïnformeerd over de uitkomsten van de analyse van de verkeersveiligheidgegevens.
BETROKKEN PARTIJEN Er zijn geen externe partijen bij de evaluatie van het plan van aanpak betrokken.
Inlichtingen bij:
F. de Ligt-Huijser, SOB/VV, (033) 469 44 71
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3970288 pagina 2
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, De secretaris,
de burgemeester,
H. Bekkers
L.M.M. Bolsius
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF 2012-06 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar
Reg.nr. Datum Programma
: 3970288 : 24 januari 2012 : 8. Mobiliteit
TITEL Evaluatie en nieuwe aanpak Verkeersveiligheid.
KENNISNEMEN VAN De evaluatie van het Verkeersveiligheidsplan 2008 – 2011, zie bijlage.
AANLEIDING Op 15 juli 2008 heeft het college het Plan van aanpak Verkeersveiligheid 2008 – 2011 vastgesteld (reg.nr. 2613017, RIB 2008-nr 97). Het plan van aanpak geeft aan op welke wijze de verkeersveiligheid in de periode 2008 – 2011 wordt aangepakt.ௗHierbij wordt u geïnformeerd over de evaluatie van het plan van aanpak.
KERNBOODSCHAP In de periode 2008 - 2011 zijn diverse maatregelen getroffen om de objectieve en subjectieve verkeersveiligheid te verbeteren. Grote projecten zoals de 30 km-zones zijn aangepakt en worden in 2012 afgerond. Ook de aanpak van blackspots en ongevallenconcentraties en het bieden van permanente verkeerseducatieprojecten hebben bijgedragen aan de verbetering van de verkeersveiligheid in de stad. In de periode 2008 – 2011 is gebleken dat door het jaarlijks analyseren van ongevalcijfers actueel wordt ingespeeld op de verkeersveiligheid in de stad. Het jaarlijks monitoren en analyseren van objectieve verkeersveiligheidgegevens biedt inzicht in blackspots, ongevallenconcentraties, leeftijdscategorieën waar (meer) aandacht aan besteed moet worden middels verkeerseducatie. Binnen de Reserve Stedelijke Voorziening, compartiment Bereikbaarheid zijn geen (nieuwe) financiële middelen beschikbaar om grote projecten te initiëren. Er is wel budget gereserveerd voor eventuele nieuwe blackspots en ongevallenconcentraties. Gedragsbeïnvloedende maatregelen worden vanuit de jaarbegroting gefinancierd. Daarnaast bieden VERDER-projecten de mogelijkheid om naast bereikbaarheid tevens de verkeersveiligheid verder te verbeteren.
CONSEQUENTIES Wij kiezen ervoor om aan de hand van de ongevalcijfers actief in te spelen op de verkeersveiligheid in de stad. Er wordt geen nieuw Verkeersveiligheidsplan opgesteld. De meerjarenvisie verkeersveiligheid wordt opgenomen in het Verkeer- en Vervoerplan. Eind van elk jaar worden de ongevalgegevens geanalyseerd. De resultaten van deze analyse zijn input voor de afweging welk verkeerseducatieprogramma er in het komend jaar wordt uitgevoerd en welke (nieuwe) probleem locaties er in het komend jaar op de prioriteitenlijst. De Raad wordt door de gemeentebegroting en het jaarverslag jaarlijks geïnformeerd over de uitkomsten van de analyse van de verkeersveiligheidgegevens.
BETROKKEN PARTIJEN Er zijn geen externe partijen bij de evaluatie van het plan van aanpak betrokken.
Inlichtingen bij:
F. de Ligt-Huijser, SOB/VV, (033) 469 44 71
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3970288 pagina 2
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, De secretaris,
de burgemeester,
H. Bekkers
L.M.M. Bolsius
Plan van aanpak verkeersveiligheid Amersfoort 2008-2011 Vastgesteld dd. 15 juli 2008 door college van B&W
Het Plan van Aanpak heeft als doelstellingen: -
het verder terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers (objectieve verkeersonveiligheid) het terugdringen van het gevoel van verkeersonveiligheid (subjectieve verkeersonveiligheid)
Het Plan van Aanpak kent daarbij vier aandachtsgebieden: -
infrastructuur
-
educatie en voorlichting
-
handhaving
-
monitoring
1. Infrastructuur 1.1 Aanpak onveiligheid op gebiedsontsluitingswegen: werk met werk maken De meest onveilige wegen in de stad zijn de 50km-wegen. Daar komen ook de meeste klachten over. De komende jaren wordt een aantal van die wegen aangepakt, zoals het Traject Vondellaan-Gasthuislaan en de Van Randwijcklaan. Bij dit soort projecten gaat het vaak om “werk-met-werk” maken: bij groot onderhoud of herriollering worden tegelijkertijd verkeersveiligheidsknelpunten aangepakt. Hierbij wordt dus qua planning aangehaakt bij onderhoudswerken. Aantoonbaar onveilige locaties laten we niet “wachten” op groot onderhoud, deze worden snel aangepakt. Overigens kunnen projecten met een andere invalshoek, zoals de Kersenbaan, ook een bijdrage leveren aan de verkeersveiligheid. In het geval van de Kersenbaan bijvoorbeeld door de gelijktijdige aanpak van het kruispunt “Roethof”. 1.2 30km-zones In de periode t/m 2011 worden alle wijken van Amersfoort ingericht als 30km-zone. voor zover ze dat nog niet zijn. Daarbij wordt in eerste instantie gekozen voor een sobere inrichting. Dat betekent dat de ingangen van de 30km-zones duidelijk moeten zijn vormgegeven, en dat alleen de grootste knelpunten worden aangepakt (locaties waar veel ongevallen gebeuren, schoolomgevingen etc). Bij groot onderhoud of reconstructies kunnen dan in een later stadium eventueel aanvullende maatregelen worden genomen. 1.3 Verkeersveiligheid rond scholen In de afgelopen jaren zijn bij alle basisscholen zogenaamde “schoolzones” ingevoerd: een combinatie van borden en markering om de schoolomgeving extra te laten opvallen, waar nodig gecombineerd met anti-parkeerpalen. Daarnaast zijn veel kleine en een aantal grotere knelpunten aangepakt, zoals bij de scholen in Nieuwland en bij de Kingmaschool. In 2008 wordt de verkeerssituatie bij de Vosheuvel aangepakt. Bij een aantal grote infrastructurele projecten worden de komende jaren nog diverse onveilige situaties op schoolroutes opgelost. De komende jaren krijgt verkeersveiligheid rond scholen extra aandacht door het stimuleren van het Utrechts Verkeersveiligheidslabel (zie ook bij H2, Educatie en voorlichting) 1.4 Kleine verkeersmaatregelen Jaarlijks is € 45.000 beschikbaar vanuit de lopende begroting voor het uitvoeren van kleine verkeersmaatregelen. Dat geld is bedoeld om direct te kunnen spelen op kleine verkeersproblemen, zoals stoepparkeren, fietsen op voetpaden etc. Vooral voor het bevorderen van subjectieve verkeersveiligheid is deze aanpak van belang. #2793640 v1 - PLAN VAN AANPAK VERKEERSVEILIGHEID 2008-2011
1
1.5 Financiën en uitvoeringsprogramma infrastructuur Behalve voor bereikbaarheidsmaatregelen is de Reserve Stedelijke Voorzieningen, compartiment bereikbaarheid (RSV) ook voor infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen het meerjarenuitvoeringsprogramma. Een deel van de kosten wordt gedekt vanuit de Brede Doeluitkering. Tot en met 2011 staan in elk geval de volgende grotere verkeersveiligheidsprojecten gepland en is hiervoor geld gereserveerd in de RSV. Locatie
Maatregel
Divers locaties Bergkwartier Noord
Aanleg rotonde kruising WilhelminalaanFrederiklaan en snelheidsremmende maatregelen op diverse locaties in Berg-Noord Snelheidsremmende maatregelen Herinrichting voorterrein scholen voor veiliger verkeersafwikkeling met halen en brengen Het doorlopend verbeteren van de verkeersveiligheid rond scholen en in de wijken. Dit gaat om relatief kleine maatregelen, zoals de schoolzones, die buiten het kader van grote projecten vallen. Het inrichten van deze wijken als 30km-zone
Noordewierweg Scholen Vosheuvel Verkeersveiligheid rond scholen en knelpunten in de wijken
Binnenstad, Kattenbroek, Schothorst, Hoogland, Zielhorst, Bergkwartier, Rustenburg, Koppel Traject Vondellaan-Gasthuislaan Van Randwijcklaan (Liendert en Kruiskamp)
Herinrichting (o.a. betere fietsvoorzieningen verbeteren oversteekbaarheid) Verbeteren oversteekbaarheid en fietsvoorzieningen
Gepland jaar van uitvoering 2008
2008 2008 2008-2011
2008-2011
2008 e.v. 2009-2010
1.6 Aanpak van blackspots en ongevalsconcentraties Black spots zijn kruispunten waar in drie jaar tijd zes of meer ongevallen zijn gebeurd met gewonden of dodelijke slachtoffers. Sinds 2006 zijn er geen black spots meer. De laatste black spot was het kruispunt Stichtse Rotonde-Utrechtseweg. In 2005 is hier een rotonde aangelegd. Sindsdien is het aantal ongevallen hier drastisch afgenomen. Door monitoring van ongevalsgegevens (zie onder 4.) wordt bijgehouden of geen nieuwe black-spots ontstaan. 1.7 Het voorkomen van blackspots Verkeersveilige infrastructuur bereik je niet door alleen naar de inrichting van kruispunten en wegen te kijken. Het gaat ook over verkeersstromen. Omdat voorzieningen zoals woningen, scholen zelden vlak bij elkaar liggen brengt dat verplaatsingen en verkeersstromen met zich mee. Dit kan bijvoorbeeld drukke fiets- en autostromen met elkaar in conflict brengen, waardoor onveilige situaties ontstaan. Bestaand stedelijk gebied Bij het veiliger maken van infrastructuur in bestaand stedelijk gebied kan er vaak weinig of geen invloed worden uitgeoefend op locaties van voorzieningen. Er zijn dan ingesleten en daardoor moeilijk of niet bij te sturen verplaatsingspatronen. Vaak is er niet meer mogelijk dan het aanpakken van een kruispunt of een weg, met de bestaande verkeersstromen als gegeven. Daarbij wordt gebruik gemaakt van: - de richtlijnen en uitgangspunten van Duurzaam Veilig1 - richtlijnen van het CROW2 1
Met de term Duurzaam Veilig wordt aangeduid dat wegen zo worden ingericht dat vorm, functie en gebruik met elkaar in overeenstemming zijn. Dit moet ertoe leiden dat de weggebruiker zich als vanzelf gaat gedragen zoals op de betreffende weg is bedoeld (bijvoorbeeld zijn snelheid) en ook aan de weg kan “aflezen” wat er van hem wordt verwacht en wat hij kan verwachten (bijvoorbeeld hoe de voorrang is geregeld) 2 CROW = kennisinstituut voor o.a. verkeerskunde en verkeerstechniek #2793640 v1 - PLAN VAN AANPAK VERKEERSVEILIGHEID 2008-2011
2
In het Verkeersveiligheidsplan is aangegeven aan welke uiterlijke kenmerken verschillende categorieën wegen in Amersfoort minimaal moeten voldoen, zodat er in elk geval binnen de stad sprake is van uniformiteit in de vormgeving. Nieuwbouw/herontwikkeling In geval van nieuwbouw (Vathorst) of grootschalige herontwikkeling (zoals AmersfoortVernieuwt, CSG-Noord) is er vaak sprake van een “lege plattegrond”, waarbij je soms maar gedeeltelijk of helemaal niet hebt te maken met bestaande verkeersstromen. Hier is het van belang op structuurniveau goed na te denken over de locatie van voorzieningen, welke verkeersstromen die met zich meebrengen, en hoe die op een veilige manier worden samengebracht. In aanvulling op bestaande richtlijnen vanuit Duurzaam Veilig en het CROW is in het Verkeersveiligheidsplan een aantal aandachtspunten geformuleerd voor de verkeersaspecten van nieuwbouw of herontwikkeling. Dit gaat van verkeersstructuur tot en met straatniveau. Uiteindelijk moet er altijd sprake zijn van een integrale afweging van belangen die bepaalt in hoeverre een optimaal verkeersveilige inrichting kan worden bereikt. 1.8 Toepassing van snelheidsremmende maatregelen In 2008 wordt beleid vastgesteld over hoe om te gaan met snelheidsremmende maatregelen op uitrukroutes voor de brandweer en op routes voor openbaar vervoer. Snelheidsremmende maatregelen zijn vanuit verkeersveiligheidsoogpunt vaak gewenst, maar daarmee tegelijkertijd zeer hinderlijk voor brandweer (uitruktijden) en vervoersbedrijven (comfort, rijtijden). Steeds meer wegen worden voorzien van snelheidsremmende maatregelen en de consequenties hiervan voor hulpdiensten en OV worden steeds groter. Daarom zullen afspraken worden gemaakt over hoe we hier procesmatig (overleg, afstemming) en inhoudelijk (welk type snelheidsremmer wordt op welke locatie toegepast) mee omgaan. 2. Educatie en voorlichting De komende jaren wordt er structureel meer aandacht gegeven aan educatie en voorlichting, één van de drie pijlers van het verkeersveiligheidsbeleid. Educatie en voorlichting is er op gericht om de weggebruiker goed opgeleid en geïnformeerd te laten deelnemen aan het verkeer. Daarbij wordt aangehaakt bij Permanente Verkeerseducatie: een landelijk ingezet beleid dat inhoudt dat elke verkeersdeelnemer gedurende zijn hele leven leert en blijft bijleren om zich veilig in het verkeer te gedragen. Bij elke levensfase horen andere vervoerwijzen, ander verplaatsingsgedrag, en dus ook andere vaardigheden om veilig aan het verkeer deel te nemen. Permanente Verkeerseducatie richt zich op alle verschillende leeftijdsgroepen en vervoerwijzen. Dat begint bijvoorbeeld met simpele verkeerlesjes voor peuters en het voorlichten van ouders over het vervoer van kinderen, en gaat via verkeerseducatie op scholen en opfriscursussen voor rijbewijsbezitters, door tot aan bijvoorbeeld een scootmobielcursus voor bejaarden. De coördinatie, invulling en uitvoering van de Permanente Verkeerseducatie ligt voor een deel bij de gemeenten. 2.1 Uitvoeringsprogramma Educatie en Voorlichting In het Verkeersveiligheidsplan is geanalyseerd wat de kwetsbare groepen zijn in Amersfoort. Mede daarop zijn de projecten geënt die de komende jaren worden opgepakt. In bijlage 1 is een overzicht gegeven van projecten die gericht zijn op de verschillende doelgroepen met indicatieve bedragen. Dit programma heeft onder meer als ambitie dat in 2011 op alle peuterspeelzalen en kinderdagverblijven het project “Jongleren” wordt uitgevoerd, de helft van alle basisscholen in Amersfoort het Utrechts Verkeersveiligheidslabel heeft, en alle middelbare scholen aandacht geven aan verkeersveiligheid.
#2793640 v1 - PLAN VAN AANPAK VERKEERSVEILIGHEID 2008-2011
3
2.2. Dynamische snelheidsdisplays In 2008 wordt de wijk Kattenbroek ingericht als 30km-zone. Als onderdeel van dat project wordt een zogenaamde snelheidsdisplay in gebruik genomen: een elektronisch scherm dat de automobilist laat weten of hij zich aan de maximumsnelheid houdt. Doel is de automobilist bewust te maken van zijn snelheid en zo naleving van de maximumsnelheid te bereiken. Dit bord gaat in eerste instantie rouleren door de wijk Kattenbroek. Wanneer de ervaringen positief zijn, kan het aantal displays worden uitgebreid en elders in de stad worden toegepast. 2.3 Financiën Voor gedragsbeïnvloedende activiteiten (educatie en voorlichting) is er nu een jaarbudget van circa € 18.000 euro vanuit de lopende gemeentebegroting. Om dit pakket van gedragsbeïnvloedende activiteiten uit te voeren is uiteindelijk een structureel jaarbudget nodig dat oploopt tot circa € 60.000 per jaar in 2011. Het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Utrecht (ROV) subsidieert deze activiteiten voor 50% met € 0,20 per inwoner. Uiteindelijk zal in 2011 circa de helft van de totale uitvoeringskosten van € 60.000,- voor rekening van de gemeente zijn, de andere helft voor het ROV. Dat betekent dat in 2011 het jaarbudget moet stijgen van € 18.000 naar circa € 30.000. Dit wordt gedekt uit de Reserve Stedelijke Voorzieningen. 3. Handhaving De invoering van de bestuurlijke boete voor kleine verkeersovertredingen is voorlopig van de baan. Dit wetsvoorstel, dat gemeenten de bevoegdheid zou geven om te handhaven op bijvoorbeeld foutparkeren en fietsen op voetpaden, is door de Eerste Kamer verworpen. Handhaving op verkeersovertredingen blijft dus voorlopig een bevoegdheid van de politie. Op het gebied van verkeershandhaving heeft de gemeente te maken met het District Eemland Zuid, de Verkeerspolitie van de Politie Regio Utrecht en het Bureau Verkeershandhaving van het Openbaar Ministerie (BVOM) Uit de klankbordgroepbijeenkomsten voor het Verkeersveiligheidsplan blijkt dat te hard rijden vaak wordt genoemd als klacht. Te hard rijden is ook een veelgehoorde klacht van bewoners in het algemeen. Omdat dit niet overal met infrastructurele maatregelen kan worden aangepakt, is handhaving hiervoor het geëigende middel. Regionale afstemming Het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Utrecht heeft het initiatief genomen om samen met de Verkeerspolitie en gemeenten in kaart te brengen waar in de regio (voor Amersfoort het gebied van het Gewest Eemland) de grootste knelpunten liggen op verkeersveiligheidsgebied. De politie gebruikt dit als input voor haar handhavingsplannen om de handhavingscapaciteit zo optimaal mogelijk in te zetten. Dit onderzoek zal in 2008 gebeuren zodat de uitkomsten daarvan kunnen worden gebruikt voor de handhavingsplannen voor 2009. Team Handhaving Subjectieve Onveiligheid In 2005/2006 is het Team Handhaving Subjectieve Onveiligheid van het BVOM geruime tijd actief geweest in Amersfoort op de Emmalaan/Wilhelminalaan. Dit Team controleert op locaties waar niet veel ongevallen gebeuren maar wel veel klachten zijn en verkeersgevaarlijk gedrag is geconstateerd (zoals te hard rijden). Dit Team rouleert over gemeenten in de provincie Utrecht. Momenteel is overleg gaande met het Team Subjectieve Onveiligheid over vernieuwde inzet in de gemeente Amersfoort.
#2793640 v1 - PLAN VAN AANPAK VERKEERSVEILIGHEID 2008-2011
4
4 Monitoring en evaluatie In het Verkeersveiligheidsplan is geanalyseerd welke effecten geplande en al in gang gezette verkeersveiligheidsmaatregelen naar verwachting zullen hebben op de ontwikkeling van de ongevalscijfers in Amersfoort. Daaruit blijkt dat Amersfoort naar verwachting in de pas kan blijven lopen met de landelijke streefcijfers om de aantallen verkeersslachtoffers verder terug te dringen. Jaarlijks verschijnen eind april de nieuwe ongevalscijfers over het voorafgaande jaar. Op basis daarvan kan in de gaten worden gehouden hoe de objectieve verkeersveiligheid zich in de stad ontwikkelt. Met een driejaarlijkse stadspeiling wordt onderzocht hoe het gaat met de subjectieve verkeersveiligheid. Uitkomsten van ongevalsanalyses, stadpeilingen of andere ontwikkelingen kunnen aanleiding geven om het Plan van Aanpak tussentijds te wijzigen of andere accenten te leggen. In 2011 wordt het Plan van Aanpak geëvalueerd.
#2793640 v1 - PLAN VAN AANPAK VERKEERSVEILIGHEID 2008-2011
5
Evaluatie Plan van aanpak verkeersveiligheid 2008 – 2011 Opmerkingen Fietsersbond, 13 februari ’12. De evaluatie wordt op di. 14 februari’12 besproken in de Ronde van de gemeenteraad. De kerngroep van de Fietsersbond afdeling Amersfoort heeft het stuk op haar vergadering van 13 februari ’12 doorgenomen. Dat leverde hiernavolgende opmerkingen op. Infrastructuur Wij zijn blij met “30 km zones in alle wijken”. Wij hopen dat de invoering in 2012 zal zijn afgerond. Het voorkomen van nieuwe gevaarlijke situaties gebeurt onvoldoende. Een recent voorbeeld is de aansluiting van Vathorst op de Nijkerkerstraat. Hier is de situatie voor fietsers aanzienlijk verslechterd door twee extra oversteken van de Nijkerkerstraat. Niet logische routes en lange wachttijden lokken uit tot overtredingen en risicovol gedrag. Handhaving De handhaving van 30 km gebieden en schoolzones achten wij onvoldoende. Een minderheid verpest het voor de grote groep die wel met aangepaste snelheid rijdt. Er is een onderscheid in objectieve veiligheid en het subjectieve gevoel van onveiligheid. Het onveiligheidgevoel verhindert soms om de fiets te nemen en dan toch maar de auto. Wij betreuren zeer dat Amersfoort niet mee doet aan het Team Handhaving Subjectieve Onveiligheid. De argumenten daarvoor zijn gekunsteld. Het lijkt erop dat de gemeente het onveiligheidgevoel van de burgers niet serieus wil nemen. Het jaarlijks benodigde bedrag van € 50.000,- moet binnen RSV gevonden kunnen worden. Monitoring en evaluatie De resultaten van het verkeersveiligheid beleid worden slechts globaal aangegeven en nauwelijks getalsmatig. Door verandering in aanpak is onduidelijk of we de goede kant opgaan wat betreft het aantal slachtoffers. Verder ontbreekt de uitsplitsing in verschillende verkeerssoorten en een lijst met de gevaarlijkste locaties en routes. Het subjectieve gevoel van (on)veiligheid is vooral voor fietsers van groot belang volgens landelijke enquêtes. Cijfers hierover voor Amersfoort ontbreken geheel in deze evaluatie. Conclusie: deze monitoring is absoluut onvoldoende voor conclusies en als basis voor beleidsontwikkeling c.q. aanpassingen. Het advies: - Er wordt geïnvesteerd in verkeersveiligheid en dat is een goede zaak. Wat de resultaten zijn en of het voldoende is, wordt niet duidelijk uit deze evaluatie - Wij vinden dat er binnen RSV gelden moeten worden gevonden voor nieuwe veiligheidsprojecten en voor deelname aan het Team Handhaving Subjectieve Onveiligheid. - Het blijft nodig om de verkeers(on)veiligheid goed te monitoren en te rapporteren. Zowel de objectieve als de subjectieve (on)veiligheid. Op basis daarvan kunnen vervolgens maatregelen worden gepland. De raad dient hiervoor de vinger aan de pols te houden.
Feitelijke vragen ter voorbereiding De Ronde d.d. 14 februari 2012 Onderwerp
: PvdA: Raadsinformatiebrief 2012-06: Evaluatie en nieuwe aanpak verkeersveiligheid
Beh. afdeling
: SOB-VV
Reg.nr.: 4028768
Nr.
Vragensteller (partij)
Vraag
Antwoord
1.
Ramon Smits Alvarez (PvdA)
In het PvA van 2008 staat bij 1.1 "De meest onveilige wegen in de stad zijn de 50km-wegen. Daar komen ook de meeste klachten over. De komende jaren wordt een aantal van die wegen aangepakt, zoals het Traject VondellaanGasthuislaan en de Van Randwijcklaan. Bij dit soort projecten gaat het vaak om “werk-met-werk” maken: bij groot onderhoud of herriolering worden tegelijkertijd verkeersveiligheidknelpunten aangepakt. Hierbij wordt dus qua planning aangehaakt bij onderhoudswerken. Aantoonbaar onveilige locaties laten we niet “wachten” op groot onderhoud, deze worden snel aangepakt."
Het Plan van aanpak verkeersveiligheid 2008 – 2011 geeft aan ‘wat we wilden doen’ om de verkeersveiligheid te vergroten. Net als bij de gemeentebegroting staan hierin doelen geformuleerd, evenals de voorgenomen acties ‘wat gaan we ervoor doen’.
2.
Ramon Smits Alvarez (PvdA)
In de evaluatie komt bijna exact dezelfde tekst terug als evaluatie. Kan het College aangeven waaruit blijkt dat deze "copy paste" ook echt is geëvalueerd? In het PvA van 2008 staat bij 1.1 "Aantoonbaar onveilige locaties laten we niet “wachten” op groot onderhoud, deze worden snel aangepakt."Bij de evaluatie staat hier niets meer over in, wat heeft het College aantoonbaar gedaan hieraan en waarom staat hierover niets in de evaluatie?
BEANTWOORDING FEITELIJKE VRAGEN PVDA_v1
Een evaluatie van een Verkeersveiligheidsplan kan op verschillende manieren worden ingestoken. Gelet op de ervaringen die we hebben opgedaan met het verbeteren van de verkeersveiligheid door juist te letten op de actualiteit, hebben we besloten de evaluatie van het Verkeersveiligheidsplan niet al te uitgebreid te doen. De evaluatie dient immers niet meer het doel om te komen tot een nieuw Verkeersveiligheidsplan. De constatering dat vanuit het Plan van aanpak de evaluatie is opgezet klopt dan ook. In het evaluatiedocument staat daarom aangegeven wat we hebben gedaan, gebaseerd op de teksten en kopjes over wat we voornemens waren te doen. Hierbij is het adagium gehanteerd ‘liever uitvoeren dan plannen maken’. Door aandacht te blijven hebben voor de ongevalscijfers, maar zeker ook de stadspeiling ten aanzien van ‘subjectieve veiligheid’ en het luisteren naar signalen uit de stad geven wij continue aandacht aan het verbeteren van de verkeersveiligheid. Onder 1.6 in de evaluatie is aangegeven dat we black-spots en ongevallenconcentraties hebben aangepakt: bij de kruisingen Nijkerkerstraat-Van Tuyllstraat en Daam Fockemalaan-Stichtse Rotonde zijn maatregelen genomen. Het kruispunt Ringweg Kruiskamp-Liendertseweg heeft al verkeerslichten met roodlicht- en snelheidscamera’s. In het kader van het project Beter Benutten staat later dit jaar onderzoek gepland naar de mogelijkheid van betere doorstroming op de Ringweg Kruiskamp en daarin zal ook worden gekeken naar regeltechnische mogelijkheden om de veiligheid te verbeteren.
3.
4.
Ramon Smits Alvarez (PvdA)
Ramon Smits Alvarez (PvdA)
In het PvA van 2008 bij 1.2 staat "In de periode t/m 2011 worden alle wijken van Amersfoort ingericht als 30kmzone. Voor zover ze dat nog niet zijn." In 2008 waren 7 wijken en 1 dorp (Binnenstad, Kattenbroek, Schothorst, Hoogland, Zielhorst, Bergkwartier, Rustenburg, Koppel) nog niet ingericht als 30km-zone, in de evaluatie geeft men aan nog maar bij de helft klaar te zijn. In de evaluatie staat niet waardoor dit nog niet gerealiseerd is. Kunt u per gebied aangeven waarom dit nog niet gerealiseerd is? In het PvA van 2008 1.3 staat "In de afgelopen jaren zijn bij alle basisscholen zogenaamde “schoolzones” ingevoerd: een combinatie van borden en markering om de schoolomgeving extra te laten opvallen, waar nodig gecombineerd met antiparkeerpalen. Daarnaast zijn veel kleine en een aantal grotere knelpunten aangepakt, zoals bij de scholen in Nieuwland en bij de Kingmaschool." In de evaluatie staat dat deze in de periode 2008-2011 zijn uitgevoerd, dit bevreemd de PvdA omdat volgens vele andere documenten (begroting, sectorcontracten) aangeven dat wat er in de evaluatie staat onjuist is. Kan het College aangeven wat nu correct is?
5.
Ramon Smits Alvarez (PvdA)
In het PvA 1.3 staat "Bij een aantal grote infrastructurele projecten worden de komende jaren nog diverse onveilige situaties op schoolroutes opgelost." In de evaluatie komt dit helemaal niet terug. Kan het College SMART aangeven welke projecten dit waren.
BEANTWOORDING FEITELIJKE VRAGEN PVDA_v1
De vertraging werd veroorzaakt door de destijds nog aanwezige onduidelijkheid over aard en omvang van de bezuinigingen. Zie de tekst in de begroting 2011 – 2014 : Vanwege de bezuinigingsdiscussie is de inrichting tot 30 km gebieden in Zielhorst, Rustenburg en Hoogland vertraagd. Het college heeft daarna aan Hoogland prioriteit gegeven. De Vereniging Dorpsbelangen Hoogland is hier nauw bij bij betrokken. Zoals u bekend is op uitdrukkelijk verzoek van de Vereniging Dorpsbelangen een pas op de plaats gemaakt met de voorbereiding van de uitvoering.
In de periode 2008 2011 zijn voor alle scholen vergelijkbare maatregelen getroffen. Het verder verbeteren van de verkeersveiligheid rondom scholen is nu vooral ‘maatwerk’. Het is overigens een juiste constatering dat de maatregelen ‘Nieuwland’ en ‘Kingmaschool’ eerder zijn uitgevoerd. Monitoring van deze maatregelen heeft echter wel plaatsgevonden. Voorbeelden van maatwerk zijn: - Verbeteren parkeren voor halen/brengen: Vlindervallei, Van Almondestraat Prof. Groenschool, Evertsenstraat - Aanpassing oversteek Bieshaarlaan thv. De Bongerd De afdeling verkeer is en blijft in overleg met de scholen. Op dit moment wordt met de volgende scholen gesproken: - de Gondelier, - Pallas Athene, - de Vuurvogel, - de Regenboog, - het Coderiuscollege. Verkeersveiligheid (dus ook rondom scholen) is een onderdeel van de dagelijkse werkzaamheden. Het gaat hier bijvoorbeeld om - traject Gasthuislaan-Everhard Meijsterweg-Daltonstraat (Deel Vondellaan – van Campenstraat: aanpassen rotonde, aanleggen fietsstroken, aanleggen drempel) - Kruispunt Roethof (dit is een onderdeel van het project de Kersenbaan). - Utrechtseweg (aanleggen van fietstroken en drempels). - Noorderwierweg (aanpassen kruispunt
6.
Ramon Smits Alvarez (PvdA)
In het PvA 1.3 staat "De komende jaren krijgt verkeersveiligheid rond scholen extra aandacht door het stimuleren van het Utrechts Verkeersveiligheidslabel" In de evaluatie komt dit helemaal niet terug. Kan het College SMART aangeven wat zij in de afgelopen jaren hieraan hebben gedaan?
Noorderwierweg – Isseltseveld, , plateau bij de Kubusschool, aanleggen 3 drempels, aanpassen verkeerslichten) - Fietsroute Vathorst (het verbreden van het fietspad door het park, bij de sportvelden aanleggen van het fietspad in 2 richtingen). - Van Randwijcklaan (aanpassen van rotonde en aanleggen van fietsstroken). Via het onderwijsbegeleidingsdienst EDUNIEK is in samenwerking met het ROV een verkeerseducator aangesteld om scholen enthousiast te maken voor het behalen van het UVL-label.De scholen zijn benaderd via een informatieavond, per brief en telefonisch. De scholen die belangstelling hadden, daar werd een afspraak meegemaakt door de verkeerseducator van EDUNIEK. De verkeerseducator legt uit wat het UVL-label inhoudt en gaat vervolgens de leerkrachten instrueren hoe zij de verkeerslessen moeten geven. Dit betekent dus dat scholen moeten investeren in verkeerseducatie dit kost tijd, geld en cappaciteit. Tevens moeten zij aan bepaalde woorwaarden voldoen om het label te behalen. Scholen reageren enthousiast maar als het erop aankomt blijkt in de praktijk dat zij het niet echt willen oppakken omdat het teveel werk is en omdat men te weinig cappaciteit heeft. Va de 59 basisscholen hebben 13 scholen de keuze gemaakt een UVL label te behalen.
7.
Ramon Smits Alvarez (PvdA)
In het PvA 1.4 staat het volgende "Jaarlijks is € 45.000 beschikbaar vanuit de lopende begroting voor het uitvoeren van kleine verkeersmaatregelen. Dat geld is bedoeld om direct te kunnen spelen op kleine verkeersproblemen, zoals stoepparkeren, fietsen op voetpaden etc. Vooral voor het bevorderen van subjectieve verkeersveiligheid is deze aanpak van belang." In de evaluatie komt exact dezelfde tekst terug als evaluatie. Kan het College aangeven waar uit deze "copy paste" blijkt dat dit ook echt is geëvalueerd? Kan het college SMART aangeven wat er in de jaren 2008-2011 met deze middelen gebeurd is? Dit bedrag stond ook al in de evaluatie, is dit bedrag wel
BEANTWOORDING FEITELIJKE VRAGEN PVDA_v1
Vanaf 2012 worden scholen aan het begin van het jaar schriftelijk benaderd met de vraag of zij interesse hebben in het UVL label. Dit budget is en wordt ingezet voor het aanpakken van kleinschalige verkeersknelpunten die door bewoners worden aangedragen. Dat kan gaan om maatregelen die direct of indirect de verkeersveiligheid ten goede komen, zoals een paaltje tegen stoepparkeren, het instellen van een parkeerverbod, of een hekje tegen fietsen op voetpaden. Het kan ook gaan om bijvoorbeeld het verlagen van een trottoirband om de toegankelijkheid voor minder validen te verbeteren of het comfortabeler maken van een bochtje in een fietspad. Ook kleine maatregelen bij scholen, zoals bebording voor ‘spitsafsluitingen’ worden uit dit budget betaald. In november/december 2011 zijn onderstaande maatregelen getroffen: kvm puntenburgerlaan v.randwijckln. 81 weghalen fietssymbolen puntenburgerlaan verv. kleine haaientanden stationsplein aanbrengen wit kruis parkeerstrook stationsplein
geïndexeerd?
verpl.borden grenspolder/zijpenberg aanbrengen gele streep radonweg wk 45 tm 48 2011/ kruisp.bisschopsweg/ vermeerstr kvm's plaatsen borden e01 wielewaalstraat aanbr.bocht fietspad hoolesteeg aanbr.kruismarkering uitrit haydnstr.18 wit schilderen geleiders v.randwijckln/zangvogelweg verbreden uitrit met inritblokken verdiweg verpl.bord laan naar emiclaer appelweg 6 oktober aanduiding parkeerplaatsen achter de kamp aanbr.fietsstrook zuids/st.andriesstr borden stichtse rotonde aanbr. 3 st. kruismarkeringen achter davidshof stootbanden parkeervakken weg van de vrede
Zoals valt af te lezen: veel kleine maatregelen die veelal de verkeersveiligheid ten goede komen door verduidelijking (bebording/markering) dan wel kleine aanpassingen (bochtaanpassing/fietsstrook). Het voert te ver om de lijst te completeren voor de looptijd van het Plan van aanpak Verkeersveiligheid. De indexatie is (gemeente breed) al jaren zo goed als nihil dat heeft te maken met de gemeentebrede richtlijnen voor de begroting (waarbij matiging van uitgaven cq lasten wordt na gestreefd). 8.
Ramon Smits Alvarez (PvdA)
in het PvA 1.7 staat "In geval van nieuwbouw (Vathorst) of grootschalige herontwikkeling (zoals Amersfoort Vernieuwt, CSG-Noord) is er vaak sprake van een “lege plattegrond”, waarbij je soms maar gedeeltelijk of helemaal niet hebt te maken met bestaande verkeersstromen. Hier is het van belang op structuurniveau goed na te denken over de locatie van voorzieningen, welke verkeersstromen die met zich meebrengen, en hoe die op een veilige manier worden samengebracht. In aanvulling op bestaande richtlijnen vanuit Duurzaam Veilig en het CROW is in het Verkeersveiligheidsplan een
BEANTWOORDING FEITELIJKE VRAGEN PVDA_v1
Verkeersveiligheid is altijd een belangrijk uitgangspunt bij welk project dan ook: herinrichting van een bestaande situatie of nieuwbouw. Om volledig inzichtelijk te maken welke afwegingen (verkeerskundig maar ook bijvoorbeeld ruimtelijk, of financieel) worden gemaakt binnen projecten, vraagt om een uitgebreide analyse van elk project. Juist omdat wij ons bewust zijn van het belang van verkeersveiligheid in projecten, en de integrale benadering die wij hierbij hanteren, voert het te ver dat in de evaluatie van dit plan van aanpak verkeersveiligheid te doen. De hoeveelheid tijd en geld die gemoeid is met het uitgebreid in beeld brengen van een dergelijke analyse/evaluatie besteden wij liever aan het daadwerkelijk treffen van maatregelen waar nodig.
9.
Ramon Smits Alvarez (PvdA)
10.
Ramon Smits Alvarez (PvdA)
11.
Ramon Smits Alvarez (PvdA)
aantal aandachtspunten geformuleerd voor de verkeersaspecten van nieuwbouw of herontwikkeling. Dit gaat van verkeersstructuur tot en met straatniveau. Uiteindelijk moet er altijd sprake zijn van een integrale afweging van belangen die bepaalt in hoeverre een optimaal verkeersveilige inrichting kan worden bereikt." In de evaluatie komt dit helemaal niet terug. Kan het College SMART aangeven wat zij in de afgelopen jaren hieraan hebben gedaan? In de evaluatie staat bij 1.8 Er zijn afspraken gemaakt over hoe hier procesmatig en inhoudelijk (welk type snelheidsremmer op welke locatie) mee om te gaan. De afspraken bevallen goed, er is geen behoefte deze te veranderen" Kan het College ons stukken en de afspraken toe zenden waaruit dit blijkt? In het PvA staat bij hoofdstuk 2 "Permanente Verkeerseducatie richt zich op alle verschillende leeftijdsgroepen en vervoerwijzen. Dat begint bijvoorbeeld met simpele verkeerlesjes voor peuters en het voorlichten van ouders over het vervoer van kinderen, en gaat via verkeerseducatie op scholen en opfriscursussen voor rijbewijsbezitters, door tot aan bijvoorbeeld een scootmobielcursus voor bejaarden." Dit komt niet terug in de evaluatie. Kan het College SMART aangeven wat er met bovenstaande voorbeelden in de periode 2008-2011 is gebeurd? In het PvA 2.2 staat " In 2008 wordt de wijk Kattenbroek ingericht als 30km-zone. Als onderdeel van dat project wordt een zogenaamde
BEANTWOORDING FEITELIJKE VRAGEN PVDA_v1
De afspraken zijn vastgelegd in de ambtelijke nota “Toepassing en vormgeving snelheidsremmende maatregelen Amersfoort” en deze worden toegepast bij de afweging voor snelheidsremmende maatregelen in projecten. Deze nota is opgesteld in overleg met hulpdiensten (Politie, Brandweer, Ambulance) en Connexxion. Betreffende nota is toegepast bij eerdere uitwerkingen van de uitrol 30 km-zones.
In 2008, 2009, 2010 en 2011 zijn de volgende verkeerseducatieprojecten uitgevoerd: - Verkeersveiligheid rond scholen (gemiddel 6 scholen per jaar) - Scootmobiel (gemiddel 2x per jaar) - Bromfiets (gemiddeld 2x per jaar) Verkeerseducatie jongeren (gemiddeld 3x per jaar) - Streetwise (gemiddeld 7x per jaar) - Jongleren in hjet verkeer (gemiddeld 4x per jaar) - Fietscontrole (1x jaar) - Broemcursus (1x jaar) - Landelijke campagne (1xjaar) Aangezien deze projecten elk jaar (sommige meerdere malen) worden aangeboden leek het ons niet nodig dit in detail aan te geven. Een gedetailleerd overzicht (per jaar) is desgewenst te leveren. Ook in 2012 worden bovenstaande verkeerseducatieprojecten afgenomen.
Dat heeft te maken met de kosten. De aanschaf van een display bedraagt ca € 5000,- euro, en daarnaast zijn er jaarlijkse beheerkosten voor onderhoud, periodiek verplaatsen etc (circa € 4500,- per jaar). Om die reden is niet voor uitbreiding gekozen. De
12.
Ramon Smits Alvarez (PvdA)
snelheidsdisplay in gebruik genomen: een elektronisch scherm dat de automobilist laat weten of hij zich aan de maximumsnelheid houdt. Doel is de automobilist bewust te maken van zijn snelheid en zo naleving van de maximumsnelheid te bereiken. Dit bord gaat in eerste instantie rouleren door de wijk Kattenbroek. Wanneer de ervaringen positief zijn, kan het aantal displays worden uitgebreid en elders in de stad worden toegepast." In de evaluatie staat dat de ervaringen in de wijk Kattenbroek positief zijn en dat de display ook elders in de stad wordt gebruikt. Dus waarom is het aantal displays niet uitgebreid en waarom is dit niet vermeld in de evaluatie? In het PvA 2.3 staat "Om dit pakket van gedragsbeïnvloedende activiteiten uit te voeren is uiteindelijk een structureel jaarbudget nodig dat oploopt tot circa € 60.000 per jaar in 2011. Het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Utrecht (ROV) subsidieert deze activiteiten voor 50% met € 0,20 per inwoner. Uiteindelijk zal in 2011 circa de helft van de totale uitvoeringskosten van € 60.000,- voor rekening van de gemeente zijn, de andere helft voor het ROV. Dat betekent dat in 2011 het jaarbudget moet stijgen van € 18.000 naar circa € 30.000. Dit wordt gedekt uit de Reserve Stedelijke Voorzieningen. "Dit komt niet terug in de evaluatie, kan het college aangeven waarom dit niet in meegenomen? Uit de evaluatie blijkt dat er buiten inflatie geen extra middelen bij zijn gekomen zoals wel in het PvA is aangeven. Kan het College aangeven waarom dat zo is?
BEANTWOORDING FEITELIJKE VRAGEN PVDA_v1
bestaande display wordt ingezet door de hele stad.
In de evaluatie wordt aangegeven dat de finaciele afhandeling vanaf 2012 veranderd, namelijk alle uitvoeringskosten verschuiven naar de gemeente. Deze nieuwe werkwijze wordt eind 2012 begin 2013 gevalueerd. De verwachting is dat door deze nieuwe werkwijze de beschikbare € 18.500,voldoende is om alle verkeerseducatieprojecten uit te voeren. (En er dus geen sprake zal zijn van financiering van dergelijke projecten uit RSV-1)
BEANTWOORDING FEITELIJKE VRAGEN PVDA_v1
Bijlage - Beantwoording feitelijk vragen PvdA, Evaluatie en nieuwe aanpak . . .
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 14 februari 2012 19:00