FLORONIA NIEUWSBRIEF VAN FLORON DISTRICTEN 9 GELDERLAND WEST 22 GELDERLAND MIDDEN
afzender: Gruttoweide 36 6708 BJ Wageningen
Bestemd voor:
2
Colofon Floronia is het blad van de Florondistricten 9 en 22. De coördinatoren van die districten zijn respectievelijk: Gelderland-west (d9) Ineke Jansonius Gruttoweide 36 6708 BJ Wageningen 0317-413884 (06-12325994, alleen bij excursies)
[email protected]
Gelderland-midden (d22) Johan Peters G. v. Prinstererstraat 99 6702 CR Wageningen 06-49806439
[email protected]
Alle andere delen van Nederland hebben ook een coördinator; informeer bij Johan of Ineke of kijk op www.floron.nl. Een abonnement op de digitale versie van Floronia is gratis. Deelnemers aan activiteiten kunnen een papieren versie aanvragen. Neem voor wijziging van je abonnement contact op met je DC. Om kosten en moeite te sparen, versturen wij bij voorkeur digitale versies van Floronia.
Inhoudsopgave Voorwoord..............................................................................
3
Diverse mededelingen Digitaal waarnemingen doorgeven........................................ Wie maakt er nog dia’s?.........................................................
3 4
Verslagen 2008 Verslag kamp Elst.................................................................. Dagexcursie Loenermark....................................................... Dagexcursie Warnsborn......................................................... Dagexcursie Deest................................................................. Enkele plantenvondsten in 2008 door Dirk Prins................... Enkele bijzondere waarnemingen in district 9........................ Bijzondere waarnemingen 2008 in district 22......................... Algemeen verslag district 9.....................................................
4 7 9 9 10 13 14 14
Aan de slag in 2009 Selectiehokken voor 2009 - district 9...................................... Het nieuwe seizoen in 2009 – district 22................................. Onderzoek naar de verspreiding van koolzaad...................... Inventarisatie Fruitpark Ochten............................................... Wie vindt Ruige weegbree en Ruige leeuwetand?.................. Varens in drinkputten............................................................... Excursieprogramma.................................................................
14 15 15 17 18 19 20
Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
3 Voorwoord Voor jullie ligt het voorjaarsnummer van 2009. We brengen jullie op de hoogte van de waarnemingen van 2008 en de plannen voor 2009. We gaan natuurlijk door met het strepen in selectiehokken. Kies snel iets uit en meld je bij ons, want wie het eerst haalt, die het eerst maalt. We blijven het op prijs stellen wanneer je contact met de DC houdt over het uitzoeken van hokken en het inleveren van (kopieën van) gegevens. Doordat de landelijk ingevoerde gegevens op dit moment niet snel teruggeleverd worden is het voor ons anders onmogelijk overzicht over de inventarisatiewerkzaamheden te houden. Daarnaast zijn er aanvullende inventarisatiemogelijkheden in het Fruitpark van Ochten, in boerendrinkputten en via de koolzaadfietsroutes. Hierover meer in dit nummer. Over de landelijke organisatie is na de Nieuwsbrief van december 2008 nog weinig nieuws te melden. Sinds 1 januari is Jos Teeuwisse, directeur van de Zoogdiervereniging VZZ, interim directeur. Hij is belast met de reorganisatie van de organisatie en het aanboren van nieuwe financieringsbronnen voor de vrijwilligersondersteuning. Door een aantal DC’s wordt gewerkt aan het voorjaarsnummer van de landelijke Nieuwsbrief. Deze zal rond 1 april verschijnen. De Nieuwsbrief wordt in principe verzonden aan iedereen die de afgelopen 2 jaar heeft deelgenomen aan een Floronactiviteit of voornemens is dit in 2009 te doen. Krijg je deze nieuwsbrief tot nu toe niet en wil je in het verzendbestand opgenomen worden, neem dan z.s.m. contact met ons op. Wanneer je de Nieuwsbrief verwacht, maar per abuis toch niet ontvangt, vraag dan een van onze reserveexemplaren. We wensen jullie veel leesplezier en een goed veldseizoen toe! Johan en Ineke
Digitaal waarnemingen doorgeven. Nu Floron moeite heeft de eindjes financieel aan elkaar te knopen en genoeg tijd vrij te maken voor de ondersteuning van de vrijwilligers is het prettig als de vrijwilligers een steentje kunnen bijdragen aan de verwerking van de gegevens. Een van de mogelijkheden is het digitaal aanleveren van je gegevens, waarbij het prettig is als je ook je streeplijst inlevert t.b.v latere controle van de gegevens. De site die de gezamenlijke PGO’s hiervoor in het leven hebben geroepen is www.telmee.nl. Je kunt hier terecht voor het doorgeven van losse waarnemingen. Na een controle procedure worden je gegevens direct opgenomen in de Nationale Databank Flora en Fauna. Er is een goede mogelijkheid om de locatie van je waarneming exact vast te leggen. Een gemakkelijke vervanging van de losse waarnemingenkaartjes. Beperking aan www.telmee.nl is het feit dat de DC nog geen overzichten van waarnemingen in zijn district kan inzien. Bijzondere waarnemingen dus graag nog apart melden in het district. Mogelijk komt er in de loop van 2009 een vast excel-formaat, dat te gebruiken is om (al dan niet zelf) in één keer via telmee een heleboel tegelijk te uploaden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om waarnemingen vast te leggen via www.waarneming.nl. Deze site is in eerste instantie in het leven geroepen voor waarnemers die hun vondsten met anderen waar ook ter wereld willen delen. De gegevens worden aan Floron doorgeleverd. Wanneer je je Floronwaarnemersnummer invoert, kunnen je waarnemingen door Floron verwerkt worden. Waarnemingen die je via www.waarneming.nl invoert zijn openbaar (wees voorzichtig met waarnemingen van uitsteekgevoelige soorten) en kun je zelf terugzoeken. Je kunt ook je eigen waarnemingen selecteren en in een bestand bewaren. Dit bestand kun je ter kennisgeving naar de DC mailen. Streeplijsten en detailgegevens kun je in het veld invoeren, tenminste als je een pda hebt. Lees meer Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
4
over de mogelijkheden via www.,floron.nl/downloads. Er is ook een invoerprogramma van waarneming.nl voor pda (Wnpda) en mobiele telefoon (Wnsmart). Kijk voor meer info op waarneming.nl/pda. Voor streeplijsten is er op dit moment nog geen internet-invoer. Deze kunnen via Plantago aangeleverd worden. De laatste versie van het invoerprogramma Plantago kun je downloaden van www.floron.nl/downloads. Graag op de streeplijst aantekenen wanneer je dit gedaan hebt. We stellen het op prijs wanneer je deze bestanden naar de DC stuurt, zodat er ook in het district overzicht van de gestreepte hokken is. Wij sturen ze dan door naar het landelijk bureau. Het is de bedoeling in de nabije toekomst een streeplijst module aan telmee.nl toe te voegen. En dan maar hopen dat jullie in de wintermaanden bereid zijn achter de pc te duiken om de landelijke administratie te verlichten. De beloning zal zijn dat je gegevens voor jezelf toegankelijk(er) zijn en eerder in de centrale database een rol kunnen spelen, bijvoorbeeld bij bescherming van soort of groeiplaats. Zodra internet-invoer van streeplijsten, detailformulieren en BSP-formulieren mogelijk is worden jullie daarvan op de hoogte gebracht.
Wie maakt er nog dia’s? Afgelopen winter hebben wij onze diacollectie bekeken en uitgedund. De raampjes die we over hebben liggen nog op zolder. Zijn er mensen die nog dia’s maken en graag raampjes willen hebben? Dan probeer ik ze op een handige manier bij je te krijgen. Ineke
Verslag van het Floronkamp in Elst – 18 tot 20 juli 2008 Half juli was de stayokay (jeugdherberg) van Elst uitvalsbasis voor een Floronkamp. Met 22 deelnemers en een aantal dagbezoekers was het een vrij klein kamp, maar hier gold duidelijk “klein, maar fijn”. De sfeer was prima, de stay okay, het weer helaas iets minder. Er zijn 18 streeplijsten ingeleverd met in totaal 2861 strepen en 11 detailformulieren. Excursie Kwintelooijen De meeste floristen waren al vrijdagmiddag 18 juli aanwezig voor een excursie naar een van de botanische rariteiten in de omgeving: de voormalige zandafgraving Kwintelooijen. Het is een diepe afgraving met steile hellingen en diepe erosiegeulen. Door intensieve recreatie zijn er veel open plekken, waar onder andere Grondster (Illecebrum verticillatum) groeit. Maar er is ook een natuurgedeelte zonder intensieve recreatie. Hoewel je je hier – met een wijds uitzicht – op de Utrechtse Heuvelrug waant, bestaat de ondergrond uit gestuwde rivierafzettingen. Dit is aan de flora onder andere te zien aan het voorkomen van Fraai en Echt duizendguldenkruid (Centaurium pulchellum en C. erythraea) en Slijkgroen (Littorella uniflora). Het gebied is uitgebreid geïnventariseerd door KNNV Wageningen en we werden door Han Runhaar langs de hoogtepunten van het gebied geleid. Dit was tevens een goede opwarmer voor hetgeen we de komende dagen konden verwachten. In de greppels rond het recreatieterrein vonden we al snel Duits viltkruid (Filago vulgaris) en Dwergviltkruid (Filago minima). En een eindje verderop op een vochtig pad Bosdroogbloem (Gnaphalium sylvaticum). Voor de Grote keverorchis waren we te laat in het jaar, maar een bosje verderop stond het Rond wintergroen (Pyrola rotundifolia) te pronken als nooit tevoren. Nadat we de meest bijzondere dingen hadden gezien, splitste de groep in de chauffeurs en de lopers. De chauffeurs waren zo vriendelijk de auto’s weer terug te rijden, de lopers namen de kortste weg over de Remmerdense heide. Hierbij moest nog wel een flink hoogteverschil Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
5 overwonnen worden. Halverwege de helling vonden we Kleine tijm (Thymus vulgaris) , op de Remmerdense heide Klein warkruid (Duivelsnaaigaren) (Cuscuta epithymum). We waren precies op tijd voor de warme maaltijd, die door de stayokay geserveerd werd en het bier, dat we opeens toch zelf mochten inslaan omdat de bar dicht was.
Op zoek naar duizendguldenkruid en slijkgroen – foto Wout van der Slikke
Dagexcursie met PKN Op zaterdag werden we versterkt door een aantal leden van de Plantensociologische Kring Nederland. Helaas was het ze niet gelukt de zon mee te nemen en ook de toegang voor de Amerongse Bovenpolder was niet te regelen. We vertrokken daarom in de regen naar de Bosscherwaarden bij Wijk bij Duurstede voor het maken van een aantal vegetatieopnamen. Zo werden de floristen ingewijd in het speuren op de vierkante centimeter. We zwermden in vier groepen uit langs een zomerkade met naast gelegen wiel, dat dienst deed als opvangbekken voor weggeslagen golfballen. Floristen-luiheid in de zin van “ik heb alle poa’s al, ik hoef niet meer te kijken” was niet meer aan de orde. Elke spriet moest benoemd worden en daarna moesten we oefenen in het schatten van hoeveelheden. Dat leverde nog wel enige discussie op. Al die grassprieten lijken niet te bedekken, maar het totaal moest toch zo’n 90% worden! ‘s Middags lagen de rollen omgekeerd. De floristen mochten de PKN’ers inwijden in het strepen. Over het algemeen werd de uitwisseling als zeer positief ervaren. Het was jammer dat de PKN de opengevallen plekken door afzeggingen niet had weten in te vullen, zodat de verhouding wat scheef was. Ook waren sommige PKN’ers een beetje teleurgesteld omdat ze hadden verwacht naar de Amerongse Bovenpolder te gaan. De uitwisseling is zeker voor herhaling vatbaar. Een meer gezamenlijke voorbereiding, kan de waarde van de uitwisseling vergroten. Van mij had het een gezamenlijk kamp mogen zijn in plaats van een eendaags bezoek, zodat je ook een gezamenlijke avond hebt. De Betuwe Om logistieke redenen, kregen alle groepen zaterdagmiddag een hok tussen Wijk bij Duurstede en Elst, de meeste in de Betuwe. Met nog meer regenbuien, maar ook zonnige perioden, kwamen vrijwel alle groepen met een onvolledige lijst terug. De reacties waren verdeeld van “leuk die Betuwe” Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
6
tot “wat een saaie aangeharkte dorpen”. Feit is in ieder geval dat er verschillende leukere “riviersoorten” gevonden zijn zoals Groot warkruid (Cuscuta europaea), Stinkende ballote (Ballota nigra subsp meridionalis), Kamgras (Cynosurus cristatus), Doornappel (Datura stramonium), Echte kruisdistel (Eryngium campestre), Gewone steenraket (Erysimum cheiranthoides), Viltig kruiskruid (Jacobaea
Vegetatie-opname langs de Waal – foto Wout van der Slikke
erucifolia), Kaal breukkruid (Herniaria glabra), Engelse alant (Inula brittannica), Grote bevernel (Pimpinella major), Echt bitterkruid (Picris hieracioides), Heelblaadjes (Pulicaria dysenterica), Klein vlooienkruid (Pulicaria vulgaris), Aardbeiklaver (Trifolium fragiferum), Heen (Bolboschoenus maritimus), Late stekelnoot (Xanthum strumarium), Rode ogentroost (Odontites vernus subsp. serotinus), Kattendoorn (Ononis repens subsp. spinosa) en Esdoornganzenvoet (Chenopodium hybridum). De doelsoort Bermooievaarsbek (Geranium pyrenaicum) is in deze regio geen grote zeldzaamheid, gedurende het weekend is de soort 6 keer gestreept. De soortenaantallen varieerden van 96 tot 245 (na een kleine aanvulling in de week na het kamp). De meeste hokken hadden tussen de 140 en 170 soorten. De afsluiter Op zondag was er mogelijkheid een hok te kiezen. Er waren liefhebbers voor bos en heide, Betuweliefhebbers en bezoekers van Veenendaal. Het urbaan district bood Grijskruid (Berteroa incana) en Amerikaanse kruidkers (Lepidium virginicum) en ligt met het voorkomen van Gekielde dravik (Ceratochloa carinata) in de omgeving van Wageningen. Verder is Veenendaal geen opwindende plaats op zondagmorgen. De zandhazen hadden de minste soorten, maar wel een paar Rode Lijstsoorten. Het was leuk dat verschillende soorten van Kwintelooijen ook werden gevonden op het Leersumse Veld: Klein warkruid en Bosdroogbloem. Dankzij het opfrissen van het zoekbeeld? De groep die naar het Egelmeer was gegaan, heeft de Klokjesgentiaan gemist, maar vond wel Witte en Bruine snavelbies (Rhyngospora alba en R. fusca), Veenbies (Trichophorum cespitosum subsp. germanicum) en Kleine zonnedauw (Drosera intermedia).
Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
7
Na een dag buiten was het goed toeven in ons groepsverblijf – foto Wout van der Slikke
De groep die naar landgoed Zoelen is geweest vond Groot heksenkruid (Circaea lutetiana). Deze was de dag ervoor gevonden in de landgoederenzone langs de Langbroeker wetering. Het Betuwe hok was een van de meest soortenrijke hokken. Voor wie de juiste overgangen tussen nat en droog of de mooiste kwelplekken weet te vinden, is hier nog heel veel te halen! Al met al kijken we terug op een wat nat, maar erg gezellig Floronkamp. Alle deelnemers heel erg bedankt! Ineke Jansonius
Dagexcursie Loenermark - 7 juni 2008 De dag begon wat mistig maar al snel brak de zon door en werd het behoorlijk warm op dit mooie deel van de Veluwe. We waren met zijn drieën, een klein groepje dat het kilometerhok 195-457 ging inventariseren. In dit hok zijn droge heide, een wildakker en gemengde en loofbossen in een behoorlijk geaccidenteerd terrein de verschillende biotopen waarop onze aandacht zich richtte. De droge heide die op verschillende plekken was geplagd, leverde weinig op. De Jeneverbessen (Juniperus communis) zijn hier blikvangers en bleken zowaar te kiemen. En dat deden ze niet op open zand maar merkwaardig genoeg onder solitair staande Berken aan de kant van een breed pad dat door het centrale heideveld loopt. Hier stonden (vrij) recent gekiemde planten soms in een dicht mos- en grastapijt en ze gedijden zo te zien goed. Zijn ze hier terecht gekomen door in de bomen zittende vogels die de onverteerbare pitten uitpoepen en ze zo met wat mest een klaarblijkelijk goede start in het barre bestaan geven? Welk ander voordeel hebben ze van de bomen? Schaduw, vocht wellicht? Het Klein warkruid (Cuscuta epithymen) een soort die exclusief voor geplagde heide is, vonden we niet. Is het een te droog biotoop voor deze opvallende Rode lijstsoort? Wel stonden er enkele kleine exemplaren van de Stekelbrem (Genista anglica) eveneens een Rode lijstsoort. Langs het pad stond hier en op andere plekken langs paden het Tandjesgras (Danthonia Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
8
decumbens) met zijn opvallend verschillende bladkleuren. De onderkant is glanzend donkergroen en de bovenkant grijsmat. Een soort die vegetatief dus nogal makkelijk te herkennen is. De bossen leverden niet veel op. De Kraaiheide (Empetrum nigrum) staat er samen met de twee Bosbessensoorten, de Blauwe en de Rode Bosbes (Vaccinium myrtillus en V. vitis-idaea). De eerste verliest zijn bladen ’s winters de tweede niet. De hybride (Vaccinium x intermedium) zit er wat dit betreft tussen in maar die vonden we niet. Hij schijnt vooral ’s winters goed op te vallen door zijn gele habitus. De leukste soorten bleken op het wildakkertje te staan. Een kleine Composiet trok onze aandacht en alhoewel hij niet bloeide door het aanvankelijk wat betrokken weer ( deze plant bloeit voor de middag als de zon schijnt ), brachten we hem op naam als Glad biggenkruid (Hypochaeris glabra). Deze zeldzame Rodelijstsoort staat op een aantal binnenlandse groeiplaatsen (reservaten) als akkerplant op zandige graanakkers. Daar groeit hij tussen het graan redelijk hoog op en heeft daar een andere habitus dan hier. Is de graasdruk van het wild er debet aan dat de plantjes hier zo klein zijn en daardoor erg deden denken aan de mini- exemplaren zoals ze ook in de duinen van bijvoorbeeld Vlieland groeien? Een Baardgras bereikte hier ook minimale afmetingen en bleek Eekhoorngras (Vulpia bromoides) te zijn. Dit zeldzamere familielid (aandachtsoort) van het vooral in steden alom tegenwoordige Gewoon langbaardgras (Vulpia myuros) onderscheidt zich onder andere door een tweezijdige bloempluim. Op open plekken stond de Grondster (Illecebrum verticillatum) ook een Rode lijstsoort met plat tegen de grond gedrukte stengels met opvallende, witte bloempjes. Er restte ons nog een laatste Rode lijstverrassing en wel de Akkerandoorn (Stachys arvensis) een onopvallende soort die nog niet bloeide, uiteindelijk vonden we een bloempje in knop, maar zich verraadt door zijn aparte, gesteelde bladeren. Ook een soort die zich in onze regio her en daar kan handhaven en wel eens op ruderale, omgewerkte plekken in gebieden waar hij vroeger ongetwijfeld veel meer groeide, verschijnt. Het betreft dan meestal een enkel exemplaar dat als de groeiplaats zich op de een of andere wijze stabiliseert, weer verdwijnt en bij vernieuwde activiteit weer kan opduiken. Staatsbosbeheer heeft een mooie akker in Elst vlakbij de plek waar in juli het Floron zomerkamp gehouden is waar aan de akkerrand vele exemplaren van deze soort groeien samen met Akkerleeuwenbek (Misopates orontium). Een aantal andere planten van akkers en zandige plekken groeiden hier ook: Kleine leeuwenklauw (Aphanes australis) en Akkerviooltje (Viola arvensis) maar alles in mini uitvoering. Johan had ons lekker gemaakt met de Kleine wolfsklauw (Lycopodium tristachyum), een zeer zeldzame soort van droge zandgrond vnl. stuifzandgebieden. Helaas vonden we dit kleinood niet. Wel staat het op een ander terrein van het Geldersch Landschap, De Haere bij Nunspeet waar het niet ver van de autosnelweg sinds jaar en dag groeit in een grote heksenkring. In Wilde Planten van Westhoff staat een zwart witfoto van deze groeiplaats van deze bijzondere plant. Al met al een geslaagde excursie met in totaal 101 soorten waaronder een aantal zeker niet alledaagse. Jan Pellicaan Op de heide (met ook Kraaihei en Gewone dophei) zagen we nog: Borstelgras (Rode Lijst GE) en Dwergviltkruid (Rode Lijst GE). Soorten die men hier ook wel kan verwachten. Veel verrassender vond ik de vondst langs een groot pad van de Eenstijlige meidoorn ( 1 exemplaar) en de Knolboterbloem (talrijke exemplaren). Totaal 101 soorten waarvan 7 Rode Lijst soorten. Johan Peters Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
9 Dagexcursie Warnsborn - 21 juni 2008 Het was ideaal weer om te inventariseren en 6 floristen gingen het veld in. Het is een hok met allerlei biotopen en streept dus lekker door. Veel alledaagse soorten maar ook enkele opvallende waarnemingen. Op een graslandje vlakbij het huis Warnsborn vonden we een kamille met een zeer sterke geur. Bij nakijken in de flora’s bleek dat het waarschijnlijk ging om de Stinkende kamille, gezien de geur, maar ook de literatuur (verspreiding, hoewel eigenlijk vooral een kleiplant) en uiteraard de determinatiekenmerken. Dirk Prins heeft materiaal gedroogd en opgestuurd naar het Rijksherbarium voor definitieve determinatie. Onlangs meldde Wout Holverda: “Ik kan geen goed ontwikkelde stroschubben of nootjes ontdekken en kan hier geen naam aan hechten”. Langs de bospaden vonden we o.a. Bosaardbei (Rode Lijst GE), Liggend hertshooi en op enkele plaatsen Witte veldbies. Volgens de Nederlandse Oecologische Flora van Weeda/Westra is de Witte veldbies “een Midden- en Zuidoosteuropese gebergteplant, die in Noord- en Noordwest Europa op tal van plaatsen met zadenmengsels ingevoerd en ingeburgerd is. In Nederland is zij inheems in Zuid Limburg en vermoedelijk ook op enkele plaatsen in het oosten van het land: bij Nijmegen, op de zuidelijke Veluwe en in Oost Twente”. Op de heide kwamen we weer diverse Rode Lijst soorten tegen: Stekelbrem (Rode Lijst GE), Kruipbrem (Rode Lijst KW), Klein warkruid (Rode Lijst KW), Dwergviltkruid (Rode Lijst GE) , Jeneverbes (Rode Lijst GE). Totaal 213 soorten waarvan 6 Rode Lijst soorten. Johan
Dagexcursie Deest – 6 september 2008 Begin september was er een excursie naar de Waalstranden en kribben bij Deest. Ongeveer gelegen tussen Wageningen en Nijmegen was de opkomst vooral uit (de omgeving) van deze plaatsen afkomstig. Er waren 10 deelnemers.We verzamelden in het dorp en zijn vandaar zo snel mogelijk naar de dijk en het buitendijks gebied gelopen. We hebben daarmee maar een klein deel van het hok bezocht. Met 208 soorten hebben we veel gezien, al waren de meeste soorten niet heel bijzonder. De meest bijzondere soort vond ik Fijne ooievaarsbek (Geranium columbinum), te miezerig voor het nationaal herbarium. Een zeldzame rivierensoort die ook wel adventief gevonden wordt. In 2002 nog niet in ons district gevonden, voor de periode daarna moet ik de digitale gegevens nog ontsluiten. We hebben ons gebogen over een zuring met lange tanden. In het veld kwamen we op Moeraszuring (Rumex palustris), maar na het bekijken van de foto’s is het toch Goudzuring (Rumex maritimus). Voor de Goudzuring geldt volgens de Heukels dat de langste tanden langer zijn dan de knobbels op de kleppen en de foto laat dat zien.Bovendien zijn de twee “blaadjes’’ aan de voet van de vrucht bij Goudzuring veel korter dan de tanden, zoals ook te zien is bij de vrucht rechtsonder op de foto. Andere leuke soorten waren Kattendoorn (Ononis repens spinosa), Riviertandzaad (Bidens radiatia), Goudhaver (Trisetum flavescens), Duinteunisbloem (Oenothera oakesiana), Smal vlieszaad (coryspermum intermedium), Kaal breukkruid (Herniaria glabra), IJzerhard (Verbena officinalis), Welriekende ganzenvoet (Chenopodium ambroisoides) en Druifkruid (Chenopodium botrys). Ineke
Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
10
Goudzuring bij Deest – foto Gertjan van Mill
Enkele plantenvondsten in 2008, door Dirk Prins. In 2007 had ik een eigen km.hok nabij Rossum en de sluis van St.Andries, daar 'waar Maas en Waal (bijna!) tezamen vloeien' en het was toen best interessant om eens bij twee andere rivieren dan de Nederrijn te gaan inventariseren - hoewel de Waaloever juist toen na een zomerhoogwater praktisch helemaal kaal bleef. In een vorige Floronia heb ik er over bericht. De score was toen 308 soorten. Ook in 2008 was er daar in de buurt een km.hok beschikbaar en dus togen mijn vrouw Ans en ik wederom een aantal malen die kant op. Het betrof nu de westzijde van Lith aan de zuidoever van de Maas inclusief een klein stukje Maasoever aan de noordzijde. Opnieuw waren we gecharmeerd van het landschap, de rivier en het stadje, maar de vondsten vielen wat tegen. De totaallijst omvatte na 5 gespreide bezoeken wel 276 soorten maar daarbij waren weinig bijzondere. Op het Floron Detailformulier noteerde ik met moeite 4 namen w.o. 3 niet al te bijzondere van de Rode Lijst 2000, te weten Doffe ereprijs (Veronica opaca), Goudhaver (Trisetum flavescens) en Kruisbladwalstro (Cruciata laevipes), plus de doelsoort Bitter barbarakruid (Barbarea intermedia). De eerstgenoemde groeide met 2 exemplaren in een tuintje nabij het dijkasfalt en bracht me weer bij de gedachte dat het toch wel typerend voor de rivierengebieden is dat ik daar nog al eens enkele zeldzamere ereprijssoorten aantref. Dat werd nog ondersteund door het vinden van de Gladde ereprijs (V. polita). Bitter barbarakruid stond met 2 exemplaren in een extensief beheerde strook uiterwaardgrasland aan de noordoever en kon door zijn gewimperde bladoortjes en dikke korte en stompe vruchtsnavels worden onderscheiden van het Gewoon barbarakruid (B. vulgaris) dat daar ook groeide. De Goudhaver stond er eveneens en wel met honderden exemplaren. In 2007 had ik deze in de dijkberm tussen Rossum en St.Andries in 2007 ook al en nog massaler aangetroffen. Het Kruisbladwalstro was met slechts enkele exemplaren aanwezig. Als ook nog wel enigszins interessant namelijk als aandachtssoort kan ik voor de noordoever nog noemen: Beekpunge (Veronica beccabunga, 2 exemplaren), Heelblaadjes (Pulicaria dysenterica, 1 groepje planten), Grasklokje (Campanula rotundifolia, enkele plekjes), Echte kruisdistel (Eryngium campestre, veel), Poelruit (Thalictrum flavum, veel) en Groot warkruid (Cuscuta europaea, veel). Nabij en in de bebouwde kom van Lith waren afgezien van de 2 al genoemde ereprijssoorten zowel Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
11 straatranden, bermen, sloten als de Maasoever niet zo bijzonder interessant. Langs een dijkfietspad trof ik wel Duist (Alepocurus myosuroides) aan, een soort die ik ook elders nog nauwelijks gezien heb, vergezeld van een pekeladventief, Hertshoornweegbree (Plantago coronopus). Toen we het industrieterrein doorkruisten konden we nog wel heel goed scoren qua aantal dankzij de vele ruderale en verwilderde soorten die we op allerlei braakliggende (opslag)terreintjes en bermen tussen en achter de kantoren en loodsen aantroffen. Geen R.L. soorten, maar bijvoorbeeld wel de toch niet alledaagse Ingesneden dovenetel (Lamium hybridum), Akkerklokje (Campanula rapunculoides), Sofiekruid (Descurainia sophia), Vlinderstruik (Buddleja davidii), Fraaie vrouwenmantel (Alchemilla mollis) en Grijs kattenkruid (Nepeta x faassenii). De laatste 3 soorten zie ik steeds vaker verwilderen en/of uit tuinafval opslaan. Voorts maar liefst 4 soorten Kaasjeskruid, Groot (Malva sylvestris), Klein (M. neglecta), Muskus- (M. moschata), en Vijfdelig kaasjeskruid (M. alcea).
Duist – foto Dirk Prins
Ook meld ik kort nog enkele losse vondsten. Allereerst weer een Alsemambrosia (Ambrosia artemisiifolia), ditmaal aan de rand van een bouwput in centrum Rhenen, langs een zanderige krater die ontstond na afbraak van een villa en diep uitgraven van de zandbodem. De vraag blijft: is dit telkenmale nieuwe opslag uit vogelvoer of eigen voortplanting, oftewel gaat deze plant inheems worden….?! Langs die zandrand stond ook een aantal enorm uitgegroeide exemplaren van Doornappel (Datura stramonium), ook al zo'n opportunistische soort. Eveneens in de bebouwde kom van Rhenen tweemaal een waarneming van Duits viltkruid (Filago vulgaris), telkens tussen de stenen van straatranden. Als je de Atlas van de Nederlandse flora er op naslaat is deze soort in Nederland nooit talrijk geweest en groeide hij het meest tussen Rhenen en Amerongen op de zuidwesthelling van de Heuvelrug. Ik zag hem de laatste 10 jaar op veel plekken verschijnen, ook op de Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
12
zuidwestelijke Veluwe, en misschien heeft dat wel te maken met zijn explosieve toename in de Plantage Willem III toen dit gebied vanaf 1995 natuurgebied werd. Het lichte pluizige zaad kan zich denk ik gemakkelijk met de wind verspreiden.
Ingesneden dovenetel – foto Dirk Prins
Akkerandoorn (Stachys arvensis) is een soort die ik vroeger op meerdere plekken nabij Rhenen aantrof, maar dat is wel steeds minder geworden. Dan is het leuk om te zien hoe deze kwetsbare aan extensief akkerbeheer gebonden soort zich nog op tenminste een plek goed kan handhaven. Dat kun je met enkele honderden exemplaren toch wel zeggen hoewel deze nu wel alle stonden op een onverhard zandig tractorpad nabij enkele kuilhopen aan het begin van een maïsakker aan de westzijde van Rhenen op de Heuvelrug. Je weet bij een dergelijke situatie nooit of het beheer stabiel is. 20 Jaar geleden vond ik deze soort op deze plek voor het eerst maar toen stond hij met vele exemplaren alleen boven op de met grond afgedekte kuilhoop en daar zijn ze nu niet meer. Op 2 plaatsen in roggeakkers ten westen en ten oosten van Rhenen heb ik de Akkerandoorn vroeger ook wel met enkele exemplaren aangetroffen maar de laatste jaren niet meer en hetzelfde geldt voor de Plantage Willem III waar uiteraard nu niet meer sprake is van bewerkte grond. Ook interessant blijft mijns inziens een melding van Vijfdelig kaasjeskruid (Malva alcea) die ik met enkele exemplaren fraai zag bloeien zag in een rand tussen een akker en berm in Elst. De interessantste vondsten zouden eigenlijk nu nog moeten volgen want die trof ik aan als deelnemer van de Plantenwerkgroep van de KNNV afdeling Wageningen tijdens ons intensieve inventariseren in 2007 en 2008 in het zogenaamde VlinderDas gebied van de gemeente Ede (Veluwe, Ginkel). Ik zal er toch kort over zijn door te verwijzen naar het rapport van de brede flora en fauna inventarisaties in dit gebied waarvan het eerste exemplaar is uitgereikt op 29 januari aan de betreffende wethouder op het Edese gemeentehuis. Om de lezer toch even te laten watertanden noem ik er enkele planten van, voor het gemak even zonder de wetenschappelijke namen: Vlottende bies, Ondergedoken moerasscherm, Stippelvaren, Koningsvaren, Dubbelloof, Sterzegge, Stijve moerasweegbree, Bruine snavelbies, Moeraswolfsklauw, Kleine en Ronde zonnedauw, Veelstengelige waterbies, Waterscheerling, Gele maskerbloem, Overblijvende hardbloem, Gaspeldoorn, Dwergviltkruid, Kruidvlier, enz. enz. Dat lijkt me, naast alle andere gegevens over flora Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
13 en fauna, voldoende aansporing om dat rapport eens nieuwsgierig te gaan lezen ….! Mijn allerlaatste opmerking betreft de eveneens brede KNNV inventarisatie van de Bennekomse Hooilanden en Meent die we in 2008 hebben verricht en die ook veel interessante gegevens heeft opgeleverd, alleen al wat betreft de vele bijzondere zeggen. De verschijning van dat rapport zal in de loop van 2009 zijn.
Enkele bijzondere waarnemingen in 2008 (d9) Vele leuke en bijzondere waarnemingen heb ik gezien op de streeplijsten die ik in handen heb gehad. Ik heb een kleine selectie gemaakt, zonder de intentie te hebben dat ik volledig ben. IVN-Oss vond in km-hok 165/421 Stekend loogkruid (Salsola kali). Deze plant van zeereep en strand is een zeldzame verschijning in ons district. Waarschijnlijk is er op deze plaats duinzand aangevoerd. De vondst behoort tot de categorie waarnemingen waarvan het verstandig is bewijsmateriaal te verzamelen (takje of duidelijke foto). Het verschil met Zacht loogkruid (Salsola tragus) is volgens de oecologische flora niet altijd zo scherp als het in de Heukels beschreven is. KNNV-Wageningen heeft zich gebogen over een onbekende plant uit de nachtschadefamilie (km 174/433). Na een mailwisseling met foto kwam de verlossende naam: Goudbes (Physalis peruviana), beter bekend van de groentenman. De plant is familie van de Echte lampionplant. De bloemkroon is wijd klokvormig, gelig met vijf paarse vlekken aan de voet. De vruchtkelk is niet zo mooi oranje, maar de bes is eetbaar in tegenstelling tot die van de lampionplant. Tot nu toe is Goudbes bekend van de Waal ten oosten van de A50. De zaden zijn nu dus iets verder stroomafwaarts aangekomen. Bijzonder waren de twee meldingen van Zwartsteel (Asplenium adiantum-nigrum), voor zover ik kan nagaan een nieuwe soort voor district 9. Menno Soes vond het varentje op de muur van een tuinschuurtje in Wageningen, Marc Sosef in km-hok 173/435 (Dodewaard). Van een varen van halfbeschaduwde lösshellingen en langs holle wegen is het een soort van het urbaan district geworden. Zwartsteel is beschermd en zeer zeldzaam, maar wel toenemend. Opvallend was ook het massaal voorkomen van Wede (Isatis tinctoria) bij Dodewaard. Wede wordt regelmatig gevonden langs de Waal, maar meestal slechts een beperkt aantal planten. De oproep om waarnemingen van Waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora) door te geven heeft geleid tot een waarneming bij Wijk bij Duurstede (150/442) van Jan Pellicaan. In hetzelfde hok stond ook Kruidvlier (Sambucus ebulus). Verspreid , vrijwel altijd eenzaam en alleen, komt Weidekervel (Silaum silaus) langs de Waal voor. Daarom is het altijd leuk als iemand hem weet te vinden. Dit jaar kwam er een melding van Jan Pellicaan uit hok 172/434 (Afferdense en Deestse Waarden). Weidekervel staat meest in de uiterwaarden op plaatsen waar de rivierklei door een zandige bovenlaag wordt bedekt. Tenslotte vond Frank Lippe langs de Grift bij Veenendaal (171/442) tijdens een vakantiefietstocht een rijk bloeiend exemplaar van Oostelijk kruiskruid (Senecio vernalis). Dit is een zeldzame, meestal onbestendige soort, dus ik ben benieuwd of hij er volgend jaar nog staat. Ineke
Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
14
Bijzondere waarnemingen 2008 – d22 Voor mij was 2008 het derde jaar dat ik de binnengekomen streeplijsten heb verwerkt. Ik merk dat er steeds minder hokken worden gereserveerd en er dus ook steeds minder (bijzondere) waarnemingen bij mij terecht komen. Ik vermoed dat dit te maken heeft met de populariteit van website’s als waarneming.nl en telmee.nl. Als je zin hebt ga je het veld in te gaan, na thuiskomst vul je de waarnemingen digitaal in en klaar is kees. Op zich een mooi systeem maar voor mij als DC lastig. Ik weet niet welke hokken gedaan worden en de waarnemingen zie ik ook niet. Er zijn dan ook geen waarnemingen binnengekomen van “nieuwe” bijzondere soorten. Uiteraard was de Florawerkgroep van de Hoge Veluwe weer de grootste leverancier van streeplijsten. Johan
Verslag 2008 – district 9 In 2008 heb ik een kamp en een excursie georganiseerd. Van beide staat elders in deze Floronia een verslag. Daarnaast zijn er 13 individuele waarnemers geweest en 17 waarnemers via de IVN-afdelingen Tiel en Oss. Gezamenlijk hebben zij 25 streeplijsten met ongeveer 4500 waarnemingen ingeleverd. Daarnaast waren er 11 detailformulieren en 25 kaartjes met losse waarnemingen. Dit is beduidend minder dan vorig jaar. Dit komt omdat enkele trouwe waarnemers elders geïnventariseerd hebben of andere bezigheden hadden. Gelukkig hadden we een kamp, waardoor er in 2008 toch aardig wat gegevens verzameld zijn. Bij elkaar zijn er ongeveer 60 mensen in ons district actief geweest. Dat is een flinke groep floristen! Zelf ben ik buiten kamp en excursies niet in het veld actief geweest. De organisatie van het kamp heeft meer tijd gekost dan ik vooraf had verwacht. Van de 87 selectiehokken voor district 9 zijn er na 3 jaar 43 gedaan. Daarmee zijn we ongeveer op de helft van het werk in 60% van de tijd. Door problemen op het landelijk bureau en mijn keuze voor een apple-computer lukt het me niet om over actuele verspreidingsgegevens te beschikken. De gegevens zijn niet bijgewerkt voor de laatste jaren en het programma dat ze zichtbaar moet maken werkt niet naar tevredenheid. Mocht de toelevering van de software verbeteren dan overweeg ik de verbetering van de hardware om jullie weer van kaartjes te kunnen voorzien. Tot die tijd ben ik erg blij met de kopieën van de streeplijsten die ik maak, zodat de gegevens van de vrijwilligers van de laatste jaren terug te vinden zijn. Ineke
Selectiehokken voor 2009 district 9 Voor de periode 2006 tot en met 2010 heeft Floron 90 hokken geselecteerd voor district 9. Dit zijn hokken die verspreid door het district liggen, de verschillende biotopen vertegenwoordigen en in het verleden goed geïnventariseerd zijn, zodat een tweede ronde vergelijkingsmateriaal biedt. 90 hokken in 5 jaar, zo’n 18 hokken per jaar lijkt een uitvoerbare klus. Toch zijn we wat achterop geraakt. Diverse waarnemers hebben andere bezigheden of moeten het iets rustiger aandoen. Ook biedt actief bezoek in het verleden geen garantie dat er nu ook floristen in de buurt wonen. We hebben dus nog wat te doen. Voor het komende jaar heb ik de volgende hokken op het programma staan:
Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
15 155/427 156/429 156/440 157/441 163/421 164/449 166/421 166/425 166/446 167/435 167/448 168/445 168/447 169/429 169/442 170/441 172/423 172/426 172/434 172/443 175/447 177/424 177/427 177/444 177/446 178/429 179/427
Stiftsche uiterwaarden bij Tiel, aanvullend (in 2006 107 soorten) Stiftsche uiterwaarden bij Tiel ZW van Maurik Maurik Oss Veenendaal Oss Megen (aan de zuidoever van de Maas) Veenendaal Ochten Veenendaal Binnenveld-west (ten zuiden van Veenendaal) ten oosten van Veenendaal buitengebied Horssen (ten zuiden van de Heerlijkheid) Binnenveld-west (ten oosten van Achterberg) Binnenveld rond de Grift ten noordoosten van Grebbeberg buitengebied bij Ravenstein buitengebied bij Batenburg uiterwaarden Druten + Dodewaard, aanvullend (2006/2007 alleen N-oever) Binnenveld bij Wageingen Hoekelum Wijchen buitengebied tussen Hernen en Wijchen bos tussen Wageningen-Hoog en Renkum bos bij Bennekom (Dikkenberg) rond A73 bij Beuningen buitengebied ten noorden van Wijchen
Voor 2010 resten ons nog 15 hokken + de hokken die dit jaar blijven liggen. Ik zou het op prijs stellen wanneer je je hokken reserveert, zodat dubbelwerk zoveel mogelijk voorkomen kan worden. Ook wanneer je andere plannen hebt en een vrij hok wilt kiezen. Ineke
Het nieuwe seizoen 2009 in district 22. Als je van plan bent in 2009 een of meerdere hokken te gaan doen, neem dan even contact op, dan kunnen we bekijken wat de beste keus is. Johan
Onderzoek naar de verspreiding van koolzaad Vanuit het Landelijk bureau ontvingen we de volgende informatie van Sheila Luijten over een project dat de verspreiding van Koolzaad en Raapzaad “in het wild” onderzoekt. We willen het graag in deze Floronia onder jullie aandacht brengen, omdat het belangrijk is dat deelnemers zich zo snel mogelijk opgeven. Het is een project dat je op de fiets uitvoert in een periode dat het voor het strepen nog een beetje vroeg kan zijn. Een keer iets anders en hopelijk een leuke aanvulling op de lopende Floronprojecten. Wil je je rechtstreeks bij Sheila opgeven met een cc naar de DC?
Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
16
Aanleiding In 2008 is een onderzoek gestart naar de vestiging van Koolzaad in Nederland door het Instituut Biologie Leiden (IBL) in samenwerking met Centrum voor Milieukunde Leiden (CML) en Stichting FLORON. Dit onderzoek wordt gefinancierd door de COGEM (Commissie Genetische Modificatie) en zij adviseert de regering over mogelijke risico’s van genetische gemodificeerde organismen (ggo’s) voor mens en milieu. Er is veel discussie over mate van voorkomen van Koolzaad in de natuur. Heeft Koolzaad zich nu massaal gevestigd in de Nederlandse natuur of zien we voor namelijk Raapzaad in onze bermen? De mate van vestiging van Koolzaad in onze natuur is bepalend bij de besluitvorming of ook GMKoolzaad geteeld kan worden in Nederland. Uit FlorBase (periode 1975-2005) blijkt dat Koolzaad veel algemener is dan Raapzaad. Tot 1990 zijn er nauwelijks meldingen van Raapzaad (5%), maar zeer veel van Koolzaad (95%). Vanaf 1990 is het aantal Raapzaad-waarnemingen explosief toegenomen. Het totale aantal waarnemingen is nu ongeveer gelijk, 60% Koolzaad en 40% Raapzaad. Figuur 1. Het totaal aantal waarnemingen van Koolzaad (links) en Raapzaad (rechts) in de periode van 1990 tot 2005.
Actualisatie van de verspreiding van Koolzaad en Raapzaad Uit een inventarisatie in de lente van 2008 bleek echter het omgekeerde. Dat onze indruk uit 2008 niet overeenkomt met de gegevens in FlorBase is wel vreemd, daarom hebben we een beter verspreidingsbeeld nodig van beide koolsoorten. In plaats van kmhokinventarisatie stellen we voor om een grotere afstand te inventariseren op de fiets. Aangezien de soorten vooral in bermen groeien, is de fiets het ideale middel om snel overzicht van de verspreiding te krijgen in een groter gebied. We willen daarom een kort, snel inventarisatieproject in 2009 uitvoeren.
Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
17 Plan van aanpak Wij stellen voor: • Waar mogelijk per florondistrict 2-3 fietsroutes van 10-15 km om vast te stellen waar de soorten in bermen voorkomen; de routes worden door ons uitgezet. • Te rijden tussen 15 april en 31 mei 2009. • Waar: in potentieel "Koolzaadhabitat" en daar waar Koolzaad of Raapzaad veel is waargenomen. Voor een snelle afwerking van dit korte project leveren wij: • Website met informatie over het project (www.floron.nl/koolzaad). Deze informatie is net op het web gezet en zal de komende tijd nog worden aangepast. Hier is te vinden: 1. aangepaste soortsbeschrijvingen met foto's van Koolzaad en Raapzaad en een deelsleutel voor de gele kruisbloemingen met hauwen (vruchten minstens 3x zo lang als breed). 2. Informatie over de ligging van de fietsroutes. 3. Invulformulieren. • Een insteekkaart voor in de Flora met een determinatiesleutel voor Koolzaad en Raapzaad en enkele algemene gele kruisbloemigen waarmee verwarring kan optreden. Wij streven er naar om zoveel mogelijk fietsroutes te rijden, maar daarnaast zijn losse waarnemingen ook welkom. Alvorens wij fietsroutes kunnen uitzetten is het belangrijk dat deelnemers zich aanmelden bij mij, Sheila Luijten (
[email protected]) of evt. bij Floron (
[email protected]). Nadat men zich aangemeld heeft, zullen wij de deelnemers een routebeschrijving en invulformulier toesturen. Dit kan per mail of desgewenst per post. Voor losse waarnemingen hoeven waarnemers zich niet aan te melden. Zij kunnen worden doorgegeven via www.telmee.nl of www.waarneming.nl of indien niet anders mogelijk is met een formulier. Bij losse waarnemingen is het van belang om bij het doorgeven van de ene soort (bijv. Raapzaad) te kijken of de andere (bijv. Koolzaad) er niet toevallig tussendoor staat. Om zoveel mogelijk ogen in het land te hebben, zullen wij binnenkort iedere waarnemer van FLORON een insteekkaart toesturen met kenmerken van beide koolsoorten en onderscheidende kenmerken van enkele andere gelijkende gele kruisbloemigen. Aan deze kaart wordt momenteel gewerkt. Als er twijfel bestaat omtrent de determinatie van Koolzaad of Raapzaad, dan kan er een vraag of een foto van de gevonden soort naar mij (Sheila Luijten) worden gestuurd. Hopelijk kan ik dan wel zeggen over welke soort het gaat. Eind november 2009 (deadline contract) zal er een rapport moeten verschijnen waarin deze gegevens gebruikt gaan worden. Het is dus belangrijk om snel de gegevens bij mij in te leveren, het liefst voor de zomer 2009. Dan is het ook mogelijk om snel terug te rapporteren naar deelnemende vrijwilligers. Sheila Luijten
Inventarisatie Fruitpark Ochten Stichting Nationaal Fruitpark Ochten ontwikkelt een toeristisch-educatief park in Ochten, waar mensen kunnen vertoeven, een echte boomgaard kunnen ervaren en tegelijk iets leren over de Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
18
geschiedenis, de toepassing en het onderhoud van het (hoogstam)fruit. Het is voor een breed publiek opgezet: recreanten, scholen, toevallige voorbijgangers en andere geïnteresseerden. In het park ligt een perceel met twee recent aangelegde poelen. Het perceel is in 2006 aangekocht en was tot die tijd extensief in gebruik als weide en hooiland. Vanaf de aankoop is het gras regelmatig gemaaid. Het viel hierbij op dat de grond zeer vochtig was en er waren dan ook volop kikkers aanwezig in de greppels. Het graafwerk is in september 2007 begonnen met het verwijderen van de toplaag van het grootste deel van het perceel. De grond die vrij kwam bij het graven van de poelen is weer over het perceel verdeeld. In deze grond zaten nog resten van wat waarschijnlijk ooit een broekbos is geweest. De poelen zijn verbonden met een laag middenstuk. Het was het plan dat ze alleen bij veel regenval een geheel zouden zijn. Door de regenval en mogelijk kwel staat tot nu toe het middenstuk continu onder water. Naast de poelen zijn al een jaar eerder verschillende watergangen gegraven op 2 percelen die voor de poelen liggen. Daarnaast is er een bestaande sloot in het fruitpark waar een meer natuurlijk evenwicht nagestreefd wordt. Het doel is om naast een mooi en natuurlijk geheel zoveel mogelijk ruimte te bieden aan natuurlijke vijanden van de schadelijke insecten in het fruitpark. De beheerder wil graag de ontwikkeling van de vegetatie rond de poelen en sloten volgen. Er ligt een verzoek om te helpen bij de inventarisatie, met name voor de grassen en russen. Ik zoek hiervoor een liefhebber. Mocht er geen liefhebber zijn voor het zelfstandig aannemen van de klus, dan organiseer ik een excursie op de eerste vrijdag in juni. Ook hiervoor kun je je aanmelden bij mij. Het fruitpark is gelegen in kilometerhok 170-436 (Eldiksche Veld). Ineke
Wie vindt Ruige weegbree en Ruige leeuwetand? In deze Floronia wil ik graag jullie aandacht vragen voor twee ruige soorten die de laatste jaren niet of maar weinig gemeld zijn. Volgens de flora is Ruige weegbree (Plantago media) vrij algemeen in het fluviatiel district. In Florbase 1975-2000 is Ruige weegbree bekend van zo’n 80 km-hokken in d9 en 48 hokken in d22. Al jaren krijg ik geen meldingen binnen, waardoor ik me afvraag of deze soort nog voorkomt binnen onze districtsgrenzen. Soms duik ik vol verwachting op een iets roze aangelopen weegbree maar altijd zijn de bladeren te smal. Soms kan Smalle weegbree erg mooi bloeien! Dus loop je deze zomer door de uiterwaarden of over een dijk met bloemrijke hellingen, let dan eens op alle weegbreeplanten en meld een Ruige weegbree altijd (liefst met foto). In het districtsblad van Floron district 10 vond ik een stukje over de verschillen tussen Kleine leeuwentand en Ruige leeuwentand. Omdat beide soorten in onze omgeving voorkomen en ik bang ben dat er ook hier fouten bij de determinatie gemaakt worden, wil ik het graag van Egbert de Boer overnemen. De overeenkomsten tussen beide soorten zijn: alleenstaande hoofdjes, voor de bloei knikkend; onvertakte stengels met 0-2 schubben; bladen met 2- of 3- toppige haren (gaffelharen), en al/niet enkelvoudige haren; randbloemen meestal met blauwgrijze streep op onderzijde.
Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
19 Vervolgens de verschillen:
Omwindselbladen
Pappus randstandige bloemen (loep) Randstandige nootjes (loep)
Kleine leeuwentand Kaal of weinig behaard Met een opvallende donkere rand (“gotische ramen”) Korte schubben
Gekromd en ongesnaveld
Ruige leeuwentand Meestal opvallend behaard Zonder donkere rand 2-rijen haren, binnenste geveerd, buitenste fijn getand Recht, gesnaveld
Het eerste verschilkenmerk staat niet in de Heukels en kan zonder loep waargenomen worden. Verschillen met andere gele composieten zijn: Gewoon biggenkruid stengel onbebladerd, bloemhoofdjes met stroschubben Vertakte leeuwentand stengel onbebladerd, bloemhoofdjes zonder stroschubben Klein streepzaad stengel bebladerd, meerdere bloemhoofdjes Ik wens jullie een “ruig” veldseizoen toe en ben benieuwd naar jullie vondsten, Ineke
Varens in drinkputten In 2007 is Floron druk geweest met de inventarisatie van varens in straatputten. Nu zijn er in Nederland nog meer putten en die zijn mogelijk ook interessant voor varens. Louis-Jan van den Berg wil komend jaar graag varens inventariseren in boeren waterputten. Maar misschien ook echoputten? Kortom weet je een drinkput met varens, neem dan contact op met Louis-Jan van den Berg, 0544372594 of
[email protected]
Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1
20
Excursie programma 2009 Vrijdag 5 juni – Fruitpark Ochten (d9, onder voorbehoud) Deze vrijdag reserveer ik voor het inventariseren van grassen, russen en alle andere soorten in het fruitpark. Voor deze excursie moet je je opgeven bij Ineke, want bij slecht weer of vertraagd groeiseizoen wordt de excursie uitgesteld. Ook organiseer ik de excursie niet wanneer anderen de inventarisatie op zich genomen hebben. Zaterdag 6 juni – Wolfheze (d22) We gaan naar km-hok 183-444, een van de selectiehokken. Heide, bos, bebouwing, grasland. Dus meer dan 200 soorten moet hier mogelijk zijn. We starten om 10.00 uur op de kruising van de Kasteelweg en de Utrechtse weg in Doorwerth. (coördinaten ongeveer 182,8 – 444,3). Info en opgave: Johan Peters Zaterdag 20 juni - Landgoed Biljoen (d22). Deze keer gaan we een ander afwisselend hok 196–445 doen, kasteel Biljoen en directe omgeving. Ook dit is een selectiehok. In het verleden zijn hier meer dan 200 soorten gevonden, maar dat is al meer dan 10 jaar geleden, hoog tijd voor een nieuwe ronde. We starten om 10.00 uur bij de rotonde aan de Zutphense Straatweg in Velp (coördinaten ongeveer 196,3– 445,8). Info en opgave: Johan Peters Zaterdag 11 juli – Ochten (d9) Inventarisatie van selectiehok 167/435. Een groot deel van dit hok wordt ingenomen door het dorp Ochten. Maar er zijn ook uiterwaarden en binnendijkse agrarische gebieden. In 2001 waren echte riviersoorten als Klein vlooienkruid, Engelse alant, Grootwarkruid en Kruisbladwalstro aanwezig. Op de streeplijst van 1997 staan 178 soorten, waaronder Glad breukkruid. Genoeg leuks om dit hok opnieuw te bezoeken. Verzamelen: 10.00 uur bij de kerk aan de Kerkstraat, Ochten. Info en opgave: Ineke Jansonius. Zaterdag 5 september – Uiterwaarden Wamel (d9) Inventarisatie van hokken 158/432 en 159/432. Uiterwaardengebied aan de zuidkant van de Waal. Het zijn twee soortenrijke hokken, die in 1995/97 voor het laatst gestreept zijn. Het westelijke hok is in 2000 in het kader van het LMF-project bezocht. Toen zijn er voor ons district bijzondere soorten als Klavervreter, Weidekervel en Grote pimpernel gevonden. Vanuit de Gelderse Poort nemen langs de Waal diverse soorten duidelijk toe. Denk hierbij aan Kleine ratelaar, Brede ereprijs, Zacht vetkruid, Peperkers, Springzaadveldkers, Hokjespeul etc. Wellicht zijn deze nu ook te vinden bij Wamel. Verzamelen: 10.00 bij ’t Veerhuis, Wamel. Vanuit Tiel bereikbaar met voetveer. Info en opgave: Ineke Jansonius
Floronia - Nieuwsbrief Floron district 9 & 22, nr. 2009-1