Nieuwsbrief Gelderland Zuid Rijk van Nijmegen-Rivierenland
Nummer 7 - December 2014
‘Veroordeel niet, maar onderzoek’ Themadag Jihadisme druk bezocht Op woensdag 26 november vond er in het gemeentehuis van Tiel een themadag plaats over Jihadisme. Diverse sprekers spraken over het ontstaan van Jihadisme en de achtergronden ervan. Hoe herken je als (wijk)agent, jongerenwerker, ambtenaar Integrale Veiligheid de signalen, hoe gaan we bestuurlijk en/of strafrechtelijk gezien om met de Jihad. Een complexe materie, zo bleek. Het initiatief voor de themadag kwam onder andere vanuit het Netwerk Leefstijlen en Culturen. De belangstelling uit het veld was groot. Na de opening spraken diverse (ervarings)deskundigen over de inmiddels opgedane ervaringen, leermomenten in wijken en buurten, en hoe politiemedewerkers en andere direct betrokkenen naar signalen moeten
Opmerkingen? Heeft u opmerkingen, suggesties of artikelen die wij in de nieuwsbrief kunnen plaatsen? Mail naar:
[email protected]. Ook kunt u via dit e-mailadres uzelf afmelden of collega’s en andere geïnteresseerden aanmelden Adresgegevens Veiligheidshuis Locatie Nijmegen
Locatie Rivierenland
Stieltjesstraat 1
Kwelkade 2
6511 AB Nijmegen
4001 RM Tiel
024-3299270
0344-638030
leren kijken. Welke groeperingen bijvoorbeeld zijn er en wat zijn eigenlijk de gevaren of aandachtspunten bij terugkeer in Nederland? Wat is de actuele status van landelijke afspraken? Wat zijn de mogelijkheden ter voorkoming van een uitreis naar landen als Syrië en Irak? Hoe vertaalt zich de opgedane kennis naar een regionale aanpak? Wat kunnen ouders doen om ervoor te zorgen dat hun kinderen geen ‘domme dingen’ gaan doen? Een van de highlights was het bespreken van de voedingsbodem voor Jihadisme. Het leren begrijpen van de aanleiding blijkt een uitdaging. Drijfveren om ‘af te reizen’ kunnen zijn: teleurstelling, zich achtergesteld voelen in de Nederlandse samenleving. Ook beeldvorming speelt hierbij een rol. Hoe kijken we als samenleving naar elkaar? Onbegrip kan één van de triggers zijn voor jonge islamisten om zich bij de Jihad aan te sluiten. Een wijkagent uit één van de politieregio’s uit het land vertelde over zijn eigen ervaringen. Vooral op het gebied van preventie en het leren herkennen van de signalen. Als een jongere bijvoorbeeld heel lang op vakantie is, in een buurt intolerant gedrag vertoont, kunnen dit signalen zijn. De wijkagent haalde aan dat er kansen liggen in verbindingen maken met de leefgemeenschappen in stadsdelen, buurten of wijken. Ook het gedrag op social media haalde hij aan als trigger en communicatiekanaal. ‘Ga investeren in contact maken met professionals en gemeenschappen in de wijken. Dit kost tijd, maar de kans is groot dat je inzichten krijgt’. Zijn motto: veroordeel niet maar onderzoek. Wees open en eerlijk. Er is tussen ‘Nederlanders’ en potentiële Jihadisten nog veel onbegrip. Daar is nog veel in te winnen.
Casusoverleg De gemeenten worden gezien als regisseurs. Sinds eind oktober is op locatie Nijmegen een casusoverleg radicalisering actief. Directe aanleiding is het vertrek van een vijftal personen naar Syrië. Sindsdien zijn twaalf meldingen besproken en geanalyseerd. Begin 2015 is het de bedoeling dat dit casusoverleg alle gemeenten uit Gelderland-Zuid gaat bedienen. Netwerk Leefstijlen & Culturen is een netwerk van politiemensen met diverse culturele achtergronden (ook de Nederlandse)
Kamer Nazorg versterkt resocialisatie ‘Laat mensen niet onder de radar verdwijnen’ “Het delict loskoppelen van de gedetineerde. De mens centraal stellen. Dat vind ik één van de mooie aspecten van mijn werk”, zegt Medewerker Screening & Documentatie Senem Yanik. Samen met Ketenregisseur Huibert van Egdom houdt zij zich bezig met de Kamer Nazorg voor ex-gedetineerden bij het Veiligheidshuis. Hun inzet begint zich uit te betalen. De kans dat gedetineerden in hun oude gedrag terugvallen, is mede door de inzet van Kamer Nazorg kleiner geworden. Huibert van Egdom en Senem Yanik zien dat terug in de cijfers. Hun werk draagt bij aan recidivedaling. Kamer Nazorg is nu een kleine vier jaar operationeel. Doel: Coördineren van de vrijwillige gemeentelijke nazorg aan ex-gedetineerden, een bijdrage leveren aan een succesvolle terugkeer uit detentie, en de kans op recidive verkleinen. De werkwijze is nagenoeg gelijk met de overige 9 gemeenten. Belangrijk verschil is dat de nazorgcoördinator werkzaam is binnen de eigen gemeente. Indien er sprake is van complexe problematiek kunnen zij de ondersteuning vragen van het veiligheidshuis en wordt het nazorgplan vanuit het MDO gecoördineerd Huibert: ,,We pakken het breed aan. Direct na de start van de detentie krijgt de gedetineerde een brief met een uitgebreide uitleg over de opzet van de passende nazorg. Belangrijk natuurlijk hierbij is of de gedetineerde ervoor openstaat. Tegelijkertijd leggen we ook in de brief uit dat de persoon zelf verantwoordelijk is voor het eigen nazorgtraject. Met behulp van de casemanagers (in de penitentiaire inrichtingen) kunnen ze daarmee in detentie al starten.” Leefgebieden Senem: “Snel na de start van de detentie ga ik aan de slag met de screening van een betrokkene. Ik verzamel de beschikbare informatie op vijf centrale en cruciale leefgebieden van de gedetineerde: identiteitsbewijs, inkomen, schulden, huisvesting en zorg. Bovendien kijk ik ook of de zorg is geregeld voor eventueel achtergebleven kinderen.” Huibert analyseert vervolgens de informatie en stelt een advies op, met een prioritering van de doelen. Via het ‘stoplichtmodel’ wordt dan ook bepaald of er sprake is van complexe problematiek, en welke ondersteuning daarbij nodig is. Het is altijd maatwerk,
en afhankelijk van meerdere factoren. Bijvoorbeeld hoe lang iemand gedetineerd is. “Als iemand ‘negatief ‘ scoort’ op meer dan vier leefgebieden, zal het sein eerder op rood staan. Dan is er dus meer inzet nodig en wordt iemand mogelijk ook in het TopX-overleg geagendeerd”, legt Huibert uit. “Bij een groen stoplicht zijn we minder nodig. Niet iedereen heeft de extra aandacht nodig. Er gaat ook veel goed.” Een uitdaging, zo weten Huibert en Senem inmiddels uit ervaring, zijn gedetineerden die in het buitenland vast hebben gezeten. De mens centraal Senem: “Mij geeft het een voldaan gevoel als ik mensen kan helpen, en hen bewust maak van hun rechten en kansen. Ik zeg altijd: koppel het delict los van de persoon. Stel de mens centraal.” Huibert: ,,Het is prachtig als je de ex-gedetineerden een handje kan helpen om hun zelfredzaamheid te vergroten. Een van de belangrijkste punten bij ons werk: laat mensen na detentie niet zomaar onder de radar verdwijnen. Natuurlijk lukt dat niet bij iedereen, maar de effecten van Kamer Nazorg zijn al wel zichtbaar. Dat is mooi. Daar doen we het voor.” De coördinatoren werken nauw samen met verschillende partijen zoals: de IV-ambtenaren, gemeenten, penitentiaire inrichtingen, STMR, Stichting Exodus, verslavingszorg Iriszorg, het UWV, de Nachtopvang (RIBW) en Reclasseringsorganisaties. Recidivemeldingen De afgelopen drie jaar (periode 2012-2014) was er binnen de regio Rivierenland sprake van 512 meldingen. De landelijke norm voor recidive is 34%. Bij de regio Rivierenland is dat 18,3% (94x recidive). Meer weten? Neem contact op met Senem Yanik of Huibert van Egdom. Telefoon: 0344-638030.
Prison Gate Office: perspectief voor ex-gedetineerden Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft in 2014 een mogelijkheid geboden voor de aanvraag van een subsidie ten behoeve van begeleiding van ex-gedetineerden bij wonen en werk. De centrumgemeente Nijmegen heeft een aanvraag ingediend voor alle 18 gemeenten in de regio. Deze subsidie is gehonoreerd. Hiermee kan het Veiligheidshuis circa 17 trajecten inzetten. Wij hebben hiervoor PGO ingehuurd vanwege hun outreachende werkwijze. In dit artikel een interview over wat PGO omvat. Hoe voorkom je dat ex-gedetineerden in herhaling vallen of weinig perspectief op een positieve toekomst hebben? Prison Gate Office van het Leger des Heils is een belangrijke schakel in dit resocialisatieproces. Medewerkers Prison Gate Office Rumold Bouwman en Evert Graafland leggen het zelf uit. Het concept Prison Gate Office dateert al uit de jaren 80 van de 19e eeuw, en komt uit het brein van de oprichter van het Leger des Heils, William Booth. Onder zijn inspirerende leiding ontstonden er Prison Gate Houses zo dicht mogelijk bij gevangenissen. Ex-gedetineerden kregen naast ‘een bed, bad en brood’ ook kansen op werk. “Onze belangrijkste doel is voorkomen van recidive en het beperken van overlast”, begint Rumold te vertellen. “Ongeveer drie maanden voordat een gedetineerde vrijkomt, zoeken wij contact. Daarbij stellen we samen met de cliënt een intakeformulier op, met onderwerpen als: persoonsgegevens, huisvesting, lichamelijke- en psychische gesteldheid, mogelijke verslavingservaringen, sociaal functioneren, justitieel verleden en
financiële zaken.” Evert: “Het is geen verplichting om dit traject in te gaan. Meedoen gebeurt op vrijwillige basis maar vrijblijvend is het zeker niet.” Rumold en Evert stralen uit plezier in hun werk te hebben. Rumold: “Het is mooi om te doen. Kijk, wij willen gewoon graag dat het de ex-gedetineerde goed gaat. Dat we ze handvatten bieden voor een stabiele toekomst. Als er meer structuur in hun leven komt, is de recidivekans natuurlijk veel kleiner.” Komt de gedetineerde vrij, dan staat de PGO-er letterlijk bij de poort van de gevangenis. Rumold: “Wij zorgen voor de warme overdracht naar een instelling of opvang. Een belangrijke fase. Wij zeggen altijd: na de vrijlating doen wij ‘de eerste klap’. En dat geeft de ex-gedetineerde richting.” Evert: “Wezenlijk is verder: ons netwerk. Kennen en gekend worden bij maatschappelijke instellingen of achterliggende hulporganisaties, bevordert het proces. Zowel voor de betrokkene als voor ons zelf.” Rumold: “We zien overigens wel een toename van ernstige, gecompliceerde problematiek bij de mensen die uit detentie komen, en waarbij een beroep wordt gedaan op PGO. Dat vereist ervaring, empathisch vermogen en daadkracht. Belangrijk is ook: geloven in het positieve en de goede kant van de mens. Anders kun je dit prachtige werk niet doen.” Evert: “Soms krijgen we sms’jes van een cliënt, dat het goed met hem gaat. Dat is leuk.” Rumold: “Of een nieuwjaarswens. Super natuurlijk. Daar doen we het voor.” Cijfers In Nederland werken zeven medewerkers Prison Gate Office. Bij een instroom van 550 ex-gedetineerden droegen zij in 2013 zorg voor 470 plaatsingen. De ‘uitvalsbasis’ voor Rumold en Evert is het kantoor van het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering in Arnhem. Van hieruit werken ze in een wijde cirkel rond Arnhem, een gebied dat zich uitstrekt tot Grave en Zwolle. In Amsterdam en Veenhuizen bevinden zich de andere PGO’s. Info: www.legerdesheils.nl/nieuwe-start-na-gevangenisstraf
Studiedag over zorg bij geweld in gezinnen Een aantal medewerkers van partnerorganisaties binnen het Veiligheidshuis heeft op 6 november een studiedag bijgewoond in de Van der Hoevenkliniek te Utrecht. Deze studiedag was voorbereid door de NVRG (Nederlandse Vereniging voor Relatie en Gezinstherapie). Een korte impressie van de dag. Dr. Cees Hoefnagels bood een interessante inkijk in een onderzoek binnen de regio Zuid Holland Zuid: ‘Wat zijn voorspellers van herhaald geweld in de huiselijke kring?’ Een paar highlights hieruit: De kans op een hernieuwde melding Huiselijk Geweld (HG) is drie keer kleiner als de omgeving alert gemaakt wordt en betrokken raakt. Binnen een eenoudergezin is de kans op hernieuwde melding HG drie keer zo groot. Als er noodzaak is tot kindbegeleiding (bijvoorbeeld door BJZ), is de kans op herhaalde melding drie keer zo groot, ouders tonen moeite met ‘gezond opvoeden’ en reageren dat op elkaar af. De kans op hernieuwde melding HG is twee keer zo groot bij het bestaan van fysieke kindproblematiek. Van de omvang van HG wordt slechts een vijfde deel ‘afgevangen’ in de vorm van een signaal aan het AMHK of een melding aan de politie.
GIPS Drs. Linda Vogtländer (kinder- en jeugdpsychiater bij De Waag) gaf uitleg over GIPS (Gestructureerde & Gezinsgerichte Intersectorale Professionele Samenwerking). Met medefinanciering van Kinderpostzegels doet zij met de GIPS een pilot met 15 gezinnen bij Bureau Jeugdzorg te Utrecht. GIPS is gebaseerd op het principe 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur bij situaties van ernstige kindermishandeling. Die planvorming ontwikkelt zich in vijf fases.
Deze fases worden in de loop van het hulpverleningstraject van het gezin opgesteld tijdens vijf GIPS-overleggen, met alle hulpverleners die op dat moment bij het gezin betrokken zijn. Ouders, kinderen en het eigen netwerk worden betrokken bij het opstellen en verbeteren van het plan. Zij hebben ook toegang tot het beveiligde digitale gezinsdossier. De vijf fases zijn: 1. Veiligheidsfase: Veiligheid is een proces dat je moet ondersteunen en waar je de gezinsleden de tijd voor moet geven. Veiligheidstaxatie vanuit Signs of Safety; plan ontwikkelen voor veiligheid; het monitoren van de veiligheid gedurende het gehele hulpverleningstraject. 2. Hulpverleningsfase: Aandacht voor de oorzaken van geweld. Een hulpverleningsplan voor het hele gezin opstellen op basis van een gestructureerde risico taxatie. 3. Kindfase: Aandacht voor de gevolgen van geweld: stabilisatie, methodisch plan voor ieder kind. 4. Vervolgfase: Evalueren en bijstellen van alle werkdoelen. 5. Onderhoudsfase: Leren omgaan met terugval. Inzichten uit wetenschap en praktijk leren dat het volgende plan pas is in te richten, als het voorgaande is geborgd. Bij deze overlegmomenten worden de huisgenoten weliswaar ‘meegenomen’, maar hebben zij nog niet zelf de regie. Kortom: Tijd (met een Hoofdletter) in combinatie met Geduld, Deskundigheid en Adequaat schakelen naar de volgende fase is het medicijn. Meer informatie is te vinden bij www.gipsonline.org