Fiscale actualiteiten onderwijsinstellingen januari 2014
Voorwoord In deze white paper gaan we in op de actuele fiscale ontwikkelingen die van belang zijn voor onderwijsinstellingen. In het voorjaar van 2013
is onze brochure ‘Onderwijsinstellingen en de fiscus’
uitgekomen, waarin wij onze relaties in het onderwijs geïnformeerd hebben over de fiscale wet- en regelgeving die van toepassing is op onderwijsinstellingen. Inmiddels is er in de wetgeving het nodige
veranderd. In deze white paper gaan we hier verder op in. Voor vragen over deze white paper of andere fiscale zaken kunt u contact opnemen met onze fiscalist Arjan van der Bok FB (
[email protected]).
Inhoudsopgave Loonbelasting en premieheffing
3
Omzetbelasting
4
Schenk- en erfbelasting
6
Overige
6
januari 2014
2
Loonbelasting en premieheffing Werkkostenregeling De werkkostenregeling zou met ingang van 2014 voor alle werkgevers gaan gelden. De overgangsregeling is echter met een jaar verlengd waardoor naar verwachting de werkkostenregeling met ingang van 2015 voor iedere werkgever verplicht wordt gesteld.
Stamrechtvrijstelling Met ingang van 1 januari 2014 is de stamrechtvrijstelling vervallen. Dit betekent in de praktijk dat een werknemer vanaf 1 januari 2014 in beginsel direct moet afrekenen als hij een ontslagvergoeding ontvangt. De stamrechtvrijstelling blijft onder voorwaarden wel gelden voor werknemers die uiterlijk op 31 december 2013 hun ontslag aangezegd hebben gekregen maar waarvan de werkelijke ontslagdatum vóór 1 juli 2014 ligt. Een mogelijkheid om toch belastingheffing over de ontslagvergoeding te voorkomen is om (een deel van) de ontslagvergoeding rechtstreeks te storten in de pensioenregeling van de werknemer. Hierbij is wel van belang dat vooraf wordt getoetst of door deze extra storting de pensioenregeling fiscaal niet bovenmatig wordt met als gevolg afkoop van pensioen.
Afdrachtvermindering onderwijs Op 1 januari 2014 is de afdrachtvermindering onderwijs vervallen. Deze regeling is vervangen door de subsidieregeling praktijkleren. De subsidieregeling praktijkleren heeft tot doel om door middel van de verstrekking van subsidie werkgevers te stimuleren tot het bieden van praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen. Deze subsidie is een tegemoetkoming in de kosten van werkgevers voor de begeleiding van een leerling of een tegemoetkoming in de loonkosten of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding. Voor de nadere voorwaarden om gebruik te kunnen maken van deze subsidieregeling wordt verwezen naar het op 5 november 2013 in de Staatscourant gepubliceerde besluit onder nummer WJZ/560472 (10352).
januari 2014
3
Omzetbelasting Splitsing CRKBO in instellingen- en docentenregister Per 1 januari 2014 is het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs (CRKBO) gesplitst in een instellingenregister en een docentenregister. Het docentenregister is uitsluitend bedoeld voor natuurlijke personen die zelfstandig en op eigen verantwoordelijkheid beroepsonderwijs verzorgen aan onderwijsinstellingen. Het instellingenregister is bedoeld voor onderwijsinstellingen en natuurlijke personen die ‘direct op de markt’ beroepsonderwijs verzorgen. Personen die via de docentenaudit in het CRKBO zijn ingeschreven, zijn per 1 januari 2014 in het docentenregister opgenomen. Personen of instellingen die via de instellingsaudit in het CRKBO zijn ingeschreven, zijn per 1 januari 2014 automatisch in het instellingenregister opgenomen. Voor natuurlijke personen is het van belang te controleren of zij in het juiste register zijn opgenomen. Indien zij ‘direct op de markt’ onderwijs verzorgen, moeten zij namelijk verzoeken om inschrijving in het instellingenregister om het onderwijs btw-vrijgesteld te kunnen blijven aanbieden. Een inschrijving in het instellingenregister omvat automatisch ook een inschrijving in het docentenregister.
Detachering personeel onderwijssector De detachering van onderwijsgevend personeel door een onderwijsinstelling aan een onderwijsinstelling is onder voorwaarden vrijgesteld van btw-heffing. De detachering van niet-onderwijsgevend personeel is in beginsel belast met btw. Recent is echter door de rechter uitgesproken dat de detachering van een basisschooldirecteur aan te merken is als een nauw met het onderwijs samenhangende activiteit en daarom is te rangschikken onder de onderwijsvrijstelling. De directeur is namelijk een functionaris die, in feite nog meer dan een docent, de kwaliteit van het onderwijs waarborgt. In een andere uitspraak heeft de rechter geoordeeld dat de detachering van onderwijsondersteunend personeel (zoals ambulante medewerkers en een ambtelijk secretaris) door een schoolstichting aan een Regionaal Expertise Centrum (REC), waarvan de school onderdeel uitmaakt, niet kwalificeert als een dienst voor de btw en daarom buiten de btw-heffing valt, aangezien de diensten binnen de ‘eigen kring’ worden verricht.
januari 2014
4
Afschaffing integratieheffing Per 1 januari 2014 is de integratieheffing, ook wel interne levering genoemd, afgeschaft. De interne levering deed zich voor wanneer een btw-ondernemer, zoals een onderwijsinstelling, binnen de eigen organisatie een goed, zoals een schoolgebouw, vervaardigde en (mede) in gebruik nam voor vrijgestelde prestaties. In dat geval moest over de totale voortbrengingskosten btw op aangifte worden voldaan. Hier stond tegenover dat de onderwijsinstelling de btw op de (bouw)kosten van de aannemer en dergelijke in aftrek mocht brengen. Voor instellingen voor wettelijk geregeld onderwijs gold – kort gezegd – de mogelijkheid om af te zien van de interne levering. Voor btw-ondernemers die in 2014 een in eigen bedrijf vervaardigd goed (mede) voor nietaftrekgerechtigde prestaties in gebruik nemen, geldt dat de btw die in 2013 en vorige jaren vanwege de integratieheffing is teruggevraagd door middel van de herzieningsregels wordt gecorrigeerd.
Koop-/aannemingsovereenkomst Bij de bouw van een nieuw schoolgebouw sluiten onderwijsinstellingen in veel gevallen een koop-/aannemingsovereenkomst. Deze overeenkomst bevat in beginsel twee handelingen: de levering van de grond en de oplevering van een gebouw op deze grond. Voorheen werden deze handelingen voor de btw als afzonderlijke leveringen behandeld, waardoor de aankoop van de onbebouwde grond met 6% overdrachtsbelasting in plaats van 21% btw kon plaatsvinden. Op grond van recente jurisprudentie moeten deze handelingen, uitgevoerd door dezelfde ondernemer, echter worden beschouwd als één handeling, namelijk de met 21% btw belaste levering van een nieuw gebouw. Onderwijsinstellingen die de grond met 6% overdrachtsbelasting willen aankopen, zullen dit daarom zorgvuldig moeten inkleden, door de grond bijvoorbeeld van een andere ondernemer dan de aannemer aan te kopen.
januari 2014
5
Schenk- en erfbelasting Transparantie-eisen ANBI Een onderwijsinstelling kan onder voorwaarden door de belastingdienst worden aangemerkt als een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). De ANBI-status heeft als voordeel dat een mogelijke schenking of erfenis is vrijgesteld van schenk- of erfbelasting. De voorwaarden om als ANBI te kwalificeren zijn met ingang van 1 januari 2014 verder aangescherpt. Deze aanscherping betreft de zogenaamde transparantie-eisen waar een ANBI aan moet voldoen. De
achterliggende gedachte hierbij is dat een derde zich een onafhankelijk oordeel moet kunnen vormen over de vraag of het gewenst is een gift te verstrekken aan de instelling. Dit betekent voor de onderwijsinstelling dat bepaalde gegevens op een website moeten worden geplaatst. Voor uitgebreide informatie verwijzen wij naar de bijgevoegde notitie “nieuwe transparantieeisen ANBI per 1 januari 2014”.
Overige Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI) Per 1 juli 2012 is de WAADI in werking getreden. Met de invoering van deze wet wil de Nederlandse overheid beter zicht krijgen op de wijze waarop arbeidskrachten te werk worden gesteld. Deze wet kan ook van toepassing zijn binnen een onderwijsinstelling. De WAADI heeft consequenties voor iedereen die arbeidskrachten verhuurt (uitlener) en voor iedereen die arbeidskrachten inhuurt (inleners), ook als dit maar incidenteel gebeurt. Uitleners moeten vanaf 1 juli 2012 in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel een aantekening laten opnemen dat ze
arbeidskrachten ter beschikking stellen. Voor inleners geldt dat zij geen gebruik mogen maken van de diensten van uitleners die niet op de juiste wijze staan geregistreerd. De registratie is door een inlener eenvoudig te controleren via de website van de Kamer van Koophandel. Het niet voldoen aan deze wetgeving kan grote gevolgen hebben. Uitleners kunnen van de Inspectie SZW een boete krijgen tot maximaal € 12.000 per werknemer. Ook inleners kunnen deze boete krijgen. Bij een tweede overtreding wordt deze boete verhoogd tot € 24.000 en bij een derde overtreding tot zelfs € 36.000 per werknemer. Het is derhalve zaak dat een onderwijsinstelling bij de inhuur van derden vooraf vaststelt of de uitlener zich op de juiste wijze heeft laten registreren bij de Kamer van
Koophandel.
januari 2014
6