Fiscale actualiteiten zorg

Fiscale actualiteiten zorg

september 2015


September 2015 Pagina 1


september 2015

Voorwoord Voor u ligt een beknopte, maar daarmee niet minder relevante nieuwsbrief. Allereerst vragen wij graag uw aandacht voor het goede nieuws dat de activiteiten van de sociale wijkteams met terugwerkende kracht tot 1 januari jl. alsnog btw-vrijgesteld zijn. Minder goed nieuws is dat een juridische fusie waarbij een zuivere vastgoedstichting opgaat in een andere stichting in beginsel leidt tot een heffing van overdrachtsbelasting. Ook blijkt het werken met vrijwilligers nog weleens tot onverwachte heffing van loonbelasting te leiden. Ten slotte is duidelijkheid gekomen op de vraag of een IPad een computer of een telefoon is. Het oordeel is vooral voor het verleden relevant en kan leiden tot naheffingen en/of vrijwillige correcties. Tot slot, ook deze maand is de WNT weer actueel. In deze nieuwsbrief informeren wij u over enkele veranderingen die naar voor verwachting voor 2016 aan de orde zullen zijn.

In dit nummer: Voorwoord Omzetbelasting Vrijstelling wijkgericht werken voor sociale wijkteams

Loonbelasting IPad als computer Vrijwilligers

Overdrachtsbelasting Juridische fusie met vastgoedstichting niet langer vrijgesteld

Wet Normering Topinkomens Klassenindeling zorg- en welzijnssector 2016 Wettelijke bezoldigingsmaximum 2016

2 3 3 3 3 4 4 4 5 5 6

“Fiscale actualiteiten zorg” is een uitgave van Verstegen accountants en belastingadviseurs, bestemd voor relaties in de gezondheidszorg. Voor logistieke vragen:

[email protected]

Voor inhoudelijke vragen:

mr. G.E. (Gosse) Hoekstra RB, [email protected]

Redactie:

L.G.J. (Bert) Mostert RA, [email protected]

Bij het samenstellen van deze uitgave is uiterste zorgvuldigheid in acht genomen. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijk onjuiste of onvolledige informatie of voor schade die als gevolg hiervan ontstaat. Gezien het algemene karakter van de uitgave kunnen wij niet instaan voor toepassingsmogelijkheden in specifieke situaties. Alle rechten voorbehouden

Pagina 2


september 2015

Omzetbelasting Vrijstelling wijkgericht werken voor sociale wijkteams De Belastingdienst stelde zich op het standpunt dat de participanten in, dan wel de sociale wijkteams zelf over de ontvangen bekostiging die betrekking heeft op activiteiten die niet direct te koppelen zijn aan een individueel zorgtraject van een patiënt belast zijn met 21% omzetbelasting. In onze nieuwsbrief van juni 2015 hebben we gemeld dat de staatssecretaris van Financiën voornemens was om deze activiteiten alsnog onder een vrijstelling voor de omzetbelasting te brengen. Bij besluit van 3 september 2015 heeft de staatssecretaris goed gekeurd dat wijkgerichte diensten zoals omschreven in de Beleidsregel BR/CU-7123 van de NZa buiten de heffing van omzetbelasting kunnen blijven. Volgens deze beleidsregel zijn de onderhavige activiteiten te kenschetsen als het verbinden van het medische en sociale domein waarbij signaleren, regisseren en coördineren de kern vormen. Opvallend is dat met de verwijzing naar de Beleidsregel niet gesproken wordt over (alleen) de inzet van een wijkverpleegkundige. De toezegging heeft terugwerkende kracht naar 1 januari 2015 en komt per 1 januari 2016 weer te vervallen. Naar verwachting zijn per die datum de onderhavige diensten opgenomen in Bijlage B onderdeel b, punt 24, behorende bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968. Daarmee kan dan de zogeheten sociaal-culturele vrijstelling worden toegepast. Waar toepassing van deze vrijstelling in de regel is uitgesloten als met de diensten winst wordt beoogd of gemaakt, is dat nu niet relevant.

Loonbelasting IPad is computer De Hoge Raad heeft op 11 september 2015 geoordeeld dat een IPad aangemerkt moet worden als een computer. Het is dus geen communicatiemiddel. Dit oordeel is echter alleen nog van belang voor de verstrekking van IPads in een periode waarin de werkkostenregeling (nog) niet werd toegepast. Vanaf 1 januari 2015 is toepassing van de WKR voor alle werkgevers verplicht. Onder de WKR kunnen IPads (en andere tablets) onbelast verstrekt worden, indien deze noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de werkzaamheden. Het oordeel van de Hoge Raad heeft tot gevolg dat in de periode voorafgaande aan de invoering van de WKR een IPad alleen belastingvrij verstrekt kon worden, ingeval deze voor meer dan 90% zakelijk gebruikt werd/wordt. Voor een communicatiemiddel was 10% zakelijk gebruik voldoende.

Pagina 3


september 2015

Vrijwilligers Een vrijwilliger wordt niet aangemerkt als werknemer voor zover hij/zij niet bij wijze van beroep arbeid verricht voor een ANBI, een sportorganisatie of een niet als zodanig aan te merken lichaam dat niet is onderworpen aan de vennootschapsbelasting of daarvan is vrijgesteld. Als aan voornoemde voorwaarden is voldaan, mag de inhouding en afdracht van loonbelasting (en premies) achterwege blijven mits een eventueel ontvangen vergoeding (in geld en/of natura) niet meer bedraagt dan € 150 per maand en niet meer dan € 1.500 per jaar. Maar zelfs als aan alle voornoemde voorwaarden is voldaan, blijft heffing toch niet altijd achterwege. Zo kan toch heffing verschuldigd zijn als u voor de verrichte werkzaamheden een vergoeding of verstrekking betaalt die hoger uitvalt dan € 4,50 per uur (of € 2,50 voor een vrijwilliger jonger dan 23 jaar). Onlangs heeft Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan inzake een door een lid van een stembureau ontvangen vergoeding van € 150. Volgens het hof was deze vergoeding in verhouding tot het aantal ‘gewerkte’ uren aan te merken als een marktconforme beloning.

Overdrachtsbelasting Juridische fusie met vastgoedstichting niet langer vrijgesteld Pas met ingang van 1 januari 2012 kan er bij een juridische fusie een beroep worden gedaan op een specifieke fusievrijstelling. Voorwaarde daarbij is dat de fusie is ingegeven door zakelijke overwegingen. Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat zakelijke overwegingen aanwezig verondersteld worden indien er bij de fuserende entiteiten sprake is van een zekere ‘substance’, waarbij de fusie leidt tot substantiële schaalvoordelen en synergie-effecten. De organisatie die door de fusie ontstaat moet meer zijn dan enkel een optelsom van de voor de fusie bestaande delen. In de fiscale literatuur werd al snel opgemerkt dat in deze toelichting niet is vermeld wat onder ‘substance’, ‘substantiële schaalvoordelen’ en ‘synergie-effecten’ moet worden verstaan. Tot voor kort werd bij alle door ons begeleide fusies het beroep op de fusievrijstelling gehonoreerd. Recent stelde de Belastingdienst zich echter op het standpunt dat bij een voorgenomen juridische fusie tussen een zorgstichting en een zuivere vastgoedstichting geen sprake is van zakelijke overwegingen. De betreffende vastgoedstichting bezit aanleunwoningen. De verhuur, het onderhoud etc. is daarbij in handen van de zorgstichting. De fusie was onder meer bedoeld om intraen extramurale appartementen onderling uitwisselbaar te maken. Volgens de Belastingdienst worden er bij een dergelijke juridische fusie geen substantiële schaalvoordelen gerealiseerd. Na de fusie resteert niet meer dan een optelsom van de bestaande onderdelen. Toepassing van de vrijstelling werd derhalve afgewezen. Pagina 4


september 2015

Volgens de betreffende inspecteurs is sprake van landelijk beleid, waarbij de in de parlementaire geschiedenis gegeven toelichting leidend is in de boordeling. Omdat de Belastingdienst nu pas zo’n letterlijke interpretatie hanteert die in de weg staat aan de voor de sector soms in hoge mate gewenste clustering van vastgoedactiviteiten hebben wij het Ministerie van Financiën benaderd. Het Ministerie heeft gemeld dat er geen sprake is van door het Ministerie geïnitieerd beleid. De Belastingdienst heeft haar oordeel gebaseerd op de wettelijke bepalingen en de door de wetgever gegeven toelichting. Wanneer een belastingplichtige zich daarmee niet kan verenigen, kan een rechtelijk oordeel gevraagd worden. Inmiddels is bekend dat een rechtbank voor een vergelijkbare situatie binnen het onderwijs heeft bevestigd dat de Belastingdienst de zakelijkheid op voornoemde gronden kan toetsen en afwijzen.

Wet Normering Topinkomens Klassenindeling zorg- en welzijnssector 2016 In verband met de Wet Verlaging bezoldigingsmaximum is het wettelijke bezoldigingsmaximum per 1 januari 2015 verlaagd van 130% van een ministersalaris naar 100% van een ministersalaris. De minister van Volksgezondheid heeft destijds aangegeven dat zij de resterende tijd vóór 1 januari 2015 te kort vond om op zorgvuldige wijze tot een evenwichtige nieuwe klassenindeling te komen. Om die reden zijn de bezoldigingsmaxima voor de zorg- en welzijnssector in 2015 gelijk gebleven aan de bezoldigingsmaxima 2014. Voor het jaar 2016 zal er naar verwachting een nieuwe klassenindeling voor de zorg- en welzijnssector in werking treden. De NVTZ heeft recent een voorstel voor een nieuwe klassenindeling gepresenteerd aan haar leden. In het voorstel wordt het aantal klassen, de bezoldigingsmaxima en de criteria die de indeling in de klassen bepalen gewijzigd ten opzichte van de huidige klassenindeling. De criteria waaraan moet worden getoetst zijn: de kennisintensiteit van het primaire proces van de instelling: van middelbaar beroeps (2 punten) tot academisch-plus (5 punten); het aantal financieringsstromen binnen de instelling (Wmo, Wlz, Zvw en Jeugdzorg (2 of 3 punten); wordt er alleen zorg verricht of ook (medische) opleidingen waarvoor de instelling een vergoeding ontvangt (1 of 2 punten); de omzet: afhankelijk van de omzet van de instelling wordt minimaal 1 punt en maximaal 5 punten toegekend. De beoordeling van het geografische gebied en media-aandacht van de instelling is in de voorgestelde regeling niet lager relevant.

Pagina 5


september 2015

Afhankelijk van het totaal aantal punten wordt de instelling ingedeeld in een klasse met bijbehorend bezoldigingsmaximum. Uit het voorstel van de NVTZ kan de onderstaande tabel worden ontleend: KLASSE I II III IV V

PUNTEN 6 7 8-9 10-11 12-15

BEZOLDINGSMAXIMUM € 98.000 € 120.000 € 145.000 € 165.000 € 178.000

Wij benadrukken dat de voornoemde regeling op dit moment slechts een voorstel van de NVTZ betreft. Het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Volksgezondheid om een definitieve ministeriële regeling vast te stellen. Op basis van de WNT zal de ministeriële regeling uiterlijk in november 2015 moeten worden gepubliceerd om per 1 januari 2016 in werking te kunnen treden. Wij houden u hier uiteraard over op de hoogte in onze fiscale nieuwsbrief.

Wettelijk bezoldigingsmaximum 2016 Bij instellingen in de publieke en semipublieke sector, die het bezoldigingsmaximum niet vaststellen op grond van een sectorale indeling, is het wettelijke bezoldigingsmaximum van toepassing. Het wettelijke bezoldigingsmaximum bedraagt in 2015 € 178.000. Het wettelijke bezoldigingsmaximum wordt jaarlijks herzien. Bij besluit van 3 september 2015 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties het wettelijke bezoldigingsmaximum voor 2016 vastgesteld op € 179.000.

Pagina 6

Fiscale actualiteiten zorg

Recommend Documents