Uitgave zomer 2012
BELEIDSONTWIKKELING- EN UITVOERING / ACTUALITEITEN Ideeën voor de invulling van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) positief ontvangen Onze voorzitter Teunis Jacob Slob is blij verrast met de reactie van staatssecretaris Bleker op de gezamenlijke brief van de koepels en pilotgebieden. In deze brief hebben de koepels en pilotgebieden hun ideeën en standpunten over de uitwerking van het nieuwe GLB uiteengezet voor de staatsecretaris. Uit de reactie van de staatssecretaris blijkt dat onze ideeën voor een groot deel worden ondersteund door het rijk. ‘De grootste winst’, aldus onze voorzitter Teunis Jacob, ‘vinden we in de bevestiging dat de staatssecretaris aangeeft de huidige inzet voor het agrarisch natuurbeheer in de tweede pijler van het GLB vanaf 2014 te willen continueren. Zo krijgen we toch de kans het agrarisch natuurbeheer te continueren’.
GLB – stand van zaken medio juli 2012 Met de herziening van het GLB in 2014 gaat de positie van gebiedscollectieven veranderen. In het plattelandsbeleid, althans bij het onderdeel landbouw-milieumaatregelen, krijgen zij in de Brusselse voorstellen expliciet de status van aanvrager, contractpartner en (eind)begunstigde. Ook in de eerste pijler, bij het onderdeel ‘vergroening’, kunnen en willen zij een rol spelen. Daarin is (nog) niet voorzien in de Brusselse voorstellen, maar de Nederlandse staatssecretaris heeft aangegeven dat hij daarvan voorstander is, althans voor de realisering van de zogeheten ecological focus areas (EFA’s). In het Europees Parlement gaan zelf stemmen op om het aandeel EFA’s te verlagen (van 7% naar 5%) als ze collectief worden gerealiseerd. Een ‘officiële’ rol voor gebiedscollectieven maakt tegelijk mogelijk dat het subsidiestelsel voor agrarisch natuurbeheer op een andere leest wordt geschoeid. Als collectieven contractpartner worden van de overheid (de ‘voordeur’), kan de fijnregeling van maatregelen plaatsvinden in de uitvoeringslaag tussen collectief en grondgebruikers (aan de ‘achterdeur’). Zo’n aanpak maakt een sterke vereenvoudiging van het subsidiestelsel mogelijk met lagere uitvoeringskosten, een betere detailaansturing van het beheer en een betere afstemming op ecologische doelstellingen en landbouwbedrijfsvoering. Op dit moment wordt er driftig nagedacht over de toekomstige rol(len) en posities van gebiedscollectieven zoals agrarische natuurverenigingen. Er lopen vier GLB-pilots om te oefenen met het ‘collectief zakendoen’ onder het nieuwe GLB. Alterra monitort en evalueert momenteel hun ervaringen in het eerste jaar. Daarnaast faciliteert het ministerie een aantal Communities of Practice (COP’s) waarin gebiedscollectieven in verschillende landsdelen discussiëren over hun (huidige en toekomstige) rol. De COP’s lopen nu op hun eind. Daarnaast heeft het ministerie diverse werkgroepen in het leven geroepen die zich buigen over de toekomstige positie van zowel het subsidiestelsel als de gebiedscollectieven. Al dit denkwerk vormt input voor het ministerie
INLEIDING Deze nieuwsbrief is een uitgave van Veelzijdig Boerenland en bevat informatie over agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Reacties kunt u richten aan: koeckhoven@ veelzijdigboerenland.nl, telefoon 023- 5343255.
Teunis Jacob S lob Bron: Melkvee.nl
HET TEAM Hans Hoek, directeur. Astrid Manhoudt, beleidsmedewerker. Freek van Leeuwen, beleidsmedewerker. José van Miltenburg, senior adviseur. Dave Dirks, adviseur. Olga Koeckhoven, officemanager. Daarnaast wordt op specifieke onderwerpen deskundigheid van freelancers ingezet.
IN EN ROND VEELZIJDIG BOERENLAND Het Jaarverslag 2011 is via de post verstuurd. Digitaal kunt u het terugvinden op onze website: www.veelzijdigboerenland.nl
voor de discussie met de Europese Commissie (bijvoorbeeld over de uitvoeringsverordeningen), het Nederlandse POP-3 en het toekomstige Subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer (SNL). Op dit moment (zomer 2012) begint redelijk uit te kristalliseren welk model of welke modellen van collectief zakendoen wenselijk en haalbaar zijn onder het nieuwe GLB. Er wordt gewerkt aan een ‘programma van eisen’ waaraan de collectieven moeten voldoen om hun nieuwe rol effectief te kunnen vervullen. Die nieuwe rol vergt nogal wat van de huidige gebiedscollectieven. Allereerst: een bezinning op hun nieuwe rol: wat eist die van het collectief, is daarvoor voldoende draagvlak, welke inspanningen zijn nodig om die rol goed te kunnen vervullen? Een vergelijkbare bezinning is nodig bij de koepelorganisaties voor agrarisch natuurbeheer: in het verlengde van de collectieven moeten ook zij hun rol(len) opnieuw bepalen. Daarnaast moet de feitelijke professionaliseringsslag van de collectieven voorbereid gaan worden, waarvoor het eerste traject de voeding moet leveren. Tijdens deze zomer wordt er hard gewerkt om deze twee trajecten voor te bereiden en uit te werken.
Ontvlechting agrarisch natuurbeheer binnen en buiten EHS Parallel aan de ontwikkelingen rond het GLB wordt er door de provincies hard gewerkt aan de uitwerking van de afspraken van het Bestuursakkoord voor de herijking van de EHS. Er wordt nu een voorstel gemaakt voor het ontvlechten van het agrarisch natuurbeheer binnen en buiten de EHS, ondanks dat nog niet duidelijk is hoe binnen het GLB het agrarisch natuurbeheer gecontinueerd kan worden. De consequenties van dit voorstel kunnen daarom veel gevolgen hebben voor de boeren die agrarisch natuurbeheer hebben op hun bedrijven.
Het Bestuursakkoord en het agrarisch natuurbeheer In het bestuursakkoord is de afspraak gemaakt dat de provincies verantwoordelijk worden voor de natuur binnen de EHS en het Rijk voor de natuur buiten de EHS. Deze verdeling geldt ook voor de financiering. De EHS wordt herijkt en kleiner dan eerder gepland. Het ziet ernaar uit dat er in totaal fors minder middelen voor het agrarisch natuurbeheer ter beschikking komen. Veelzijdig Boerenland zet de volgende kanttekeningen bij het gesloten akkoord: - De voortzetting van het agrarisch natuurbeheer onder het GLB is nog niet geregeld, toch stopt de provincie al met de uitvoering na het weidevogelseizoen in 2013. Wij maken ons zorgen om de voortzetting van het agrarisch natuurbeheer in 2014 en willen voorkomen dat alle beheerinspanningen voor de weidevogels teniet worden gedaan, doordat afspraken momenteel ontbreken voor de overdracht van provincie naar Rijk. - In West-Nederland ligt 90% van het weidevogelbeheer buiten de EHS. Dit is straks de verantwoordelijkheid van het Rijk. Tegelijkertijd levert het natuurbeheer een belangrijke bijdrage aan de totale kwaliteit van het landelijk gebied. Dit is weer een verantwoordelijkheid van de provincie. Daarnaast laat een groot deel van de natuur zich niet scheiden door de grenzen van de EHS. Wat buiten de EHS gebeurd zal invloed hebben op wat binnen de EHS gebeurt. De vraag die zich nu voordoet is: “Wie neemt de regie?” Alleen bij een goede afstemming tussen de verantwoordelijke overheden kan sprake zijn van effectief beheer. Wij denken dat er in deze een belangrijke rol is weggelegd voor de koepels en hun leden. Zij kunnen zorg dragen voor een effectief collectief beheer in een grotere regio. - Op het moment dat duidelijk werd dat de provincies straks niet meer verantwoordelijk zijn voor het agrarisch natuurbeheer buiten de EHS, is door een aantal provincies te snel, en misschien ook wel verkeerde, conclusies getrokken. Juist bij de provincies die jarenlang extra hebben geïnvesteerd in agrarisch natuurbeheer en daarmee optimaal resultaat hebben bewerkstelligd, lijkt het alsof ze per direct alles uit de handen laten vallen. Wij vinden dit onverantwoord gelet op de extra investeringen die jarenlang met gemeenschapsgeld zijn gedaan en adviseren de provincies daarom optimaal betrokken te blijven en hun extra inbreng te blijven leveren, ongeacht wie financiert. In de komende jaren zal er als gevolg van het herziene GLB veel veranderen. De provincies zijn gebaat bij sterke regionale collectieven die niet alleen de basis vormen voor efficiënt en effectief agrarisch natuurbeheer maar daarnaast ook in staat zijn een breed scala aan maatschappelijke diensten te leveren.
- Wij maken ons zorgen over de overdracht van Provincie naar Rijk. Het ziet ernaar uit dat de provincies agrarisch natuurbeheer inmiddels niet meer als hun verantwoordelijkheid zien. Zij trekken zich terug terwijl de Rijksoverheid niet aangeeft hoe zij het overnemen. Het gaat hierbij niet alleen om de inhoud van het beheer maar ook om de organisatie van het beheer. Er is op dit moment geen enkele duidelijkheid over de organisatiekostenvergoeding na half 2013. Alle partijen onderschrijven dat regionale collectieven en hun koepels cruciaal zijn bij de uitvoering van het beheer. Hierbij hoort dan ook duidelijkheid te bestaan over de organisatie en de financiering. - Aan de beleidskant zullen straks Rijk en Provincie onderling moeten afstemmen om het totale beheer goed te laten functioneren. Wij adviseren de overheden niet alleen onderling goed af te stemmen maar vooral ook aan de uitvoeringskant meer zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en mandaat toe te kennen. Koepels zouden een sterke rol kunnen spelen bij de verbinding tussen beleid en uitvoering.
De tarieven voor het agrarisch natuurbeheer bevroren voor 2012 én 2013 Eind 2011 heeft Veelzijdig Boerenland bezwaar gemaakt tegen het provinciale besluit om de tarieven voor het agrarisch natuurbeheer te bevriezen voor 2012. Tijdens de bezwaren procedure hebben de provincies om goedkeuring vanuit de EU te krijgen deze lijn ook doorgetrokken naar 2013. Hiermee is een basisafspraak van het nieuwe stelsel, dat de boeren een actuele vergoeding ontvangen voor hun inspanningen, geschonden. Het bezwaar van Veelzijdig Boerenland is helaas in alle drie de provincies niet-ontvankelijk verklaard, omdat de statuten niet voldoende specifiek zijn op dit punt. In Utrecht hadden echter ook 100 boeren en LTO bezwaar gemaakt: die bezwaren zijn ontvankelijk verklaard. De uitspraak is dubbel: de AWBcommissie heeft geadviseerd de bezwaren gegrond te verklaren en de tarieven voor 2012 niet te bevriezen. Echter GS heeft dit advies van de AWB-commissie niet overgenomen en houdt de bevriezing in stand voor 2012 en verder. In Utrecht gaat LTO-Noord beroep aantekenen namens de 100 boeren tegen dit GS-besluit. Veelzijdig Boerenland volgt deze procedure op de voet en waarmogelijk zullen zelf nog juridische stappen ondernomen worden.
Inzetten op de kwaliteitsverbetering van het weidevogelbeheer Veelzijdig Boerenland zet, mede dankzij een bijdrage van de provincie Noord-Holland, in 2012 sterk in op het thema verbetering van kwaliteit en effectiviteit van het weidevogelbeheer. In roerige tijden met veel bezuinigingen wordt er steeds kritischer naar de inzet van subsidies gekeken en naar de behaalde resultaten in het weidevogelbeheer. De vraag ‘Hoe kunnen we de kwaliteit van het weidevogelbeheer verder optimaliseren en verbeteren?’moet dan ook wel gesteld worden. Vanuit de koepel ondersteunen we de ANV’s om de maximale resultaten te behalen uit de te besteden beheerhelden. In juli is daarom de themamiddag ‘Toekomst weidevogels veilig gesteld?’ georganiseerd met drie presentaties. Dick Melman van onderzoeksinstituut Alterra (Wageningen UR) heeft de laatste onderzoeksresultaten van een studie naar kerngebieden voor weidevogels gepresenteerd. Ondanks alle investeringen om het weidevogelbeheer is de dalende trend in de weidevogels nog niet gekeerd. Mede daarom zoekt men naar betere oplossingen en is er een studie naar weidevogelkerngebieden uitgevoerd. Op basis van een analyse van openheid, beheer, waterpeil en andere factoren wordt met deze studie een voorstel gedaan voor een begrenzing van kerngebieden voor weidevogels. De Big Five: 1) openheid: ‘meer is beter’, 2) water: ‘hoog is beter’; 3) kruidenrijkdom/bemesting: ‘meer kruiden is beter’; 4) maaien: ‘laat is beter’; en 5) schaal: ‘groot is beter’; zijn de belangrijkste factoren in het weidevogelbeheer die kunnen bijdragen aan de instandhouding en het versterken van de weidevogelpopulatie. De kerngebiedenbenadering gaat echter pas werken als
aan alle randvoorwaarden van de Big Five is voldaan. Echter 40% van het huidige beheer ligt wel buiten de kerngebieden zoals deze in dit onderzoek worden voorgesteld. Dit zal daarom nog een behoorlijke investering vragen in beheer en inrichting van de weidevogelgebieden om de benodigde kwaliteit in de kerngebieden te realiseren. Hoe dit allemaal ingepast gaat worden in alle nieuwe ontwikkelingen rondom de Herijking EHS en het nieuwe GLB is op dit moment nog niet duidelijk. Met ‘Blije koeien, blije boeren, blije aarde en blije vogels’ heeft Frank Verhoeven van Boerenverstand uitgelegd hoe weidevogelbeheer een onderdeel van de kringloop van een modern melkveebedrijf kan zijn. Goed bodembeheer is de belangrijkste factor in de kringloop, waarbij een goede wortelstructuur zeer belangrijk is. Hiervoor is oud grasland essentieel en moet het grasland niet gescheurd worden. De kringloop op een bedrijf kan gesloten worden door meer variatie in het voer te brengen. Op deze manier wordt ook meteen het weidevogelbeheer beter inpasbaar, aangezien hiermee automatisch meer variatie in het grasland komt en daarmee ook in het voer. De boer moet een betere graslandmanager worden, waardoor hij én het weidevogelbeheer beter kan inpassen én ook een hogere voederefficiëntie bereikt. Omdat inmiddels bij iedereen wel duidelijk is dat er voorlopig niet meer geld bijkomt voor de kwaliteitsverbetering van het weidevogelbeheer, moet er vooral gekeken worden hoe het huidige beheer geoptimaliseerd kan worden. Met Lerend Beheren II heeft de koepel samen met Natuurbeleven BV een handleiding ontwikkeld voor de continue kwaliteitsbewaking van de collectieve beheerplannen. Door Astrid Manhoudt en Mark Kuiper is deze handleiding gepresenteerd op de themamiddag. Verbeteringen in het weidevogelbeheer moeten zich vooral gaan richten op de organisatie van de uitvoering van het beheer en de ligging van het beheer in relatie tot de vogels en de kwaliteit van het kuikenland. In de organisatie van het beheer is het belangrijk om de vogels te volgen, zij zijn de belangrijkste indicator voor het gebied. De u-bocht kan handig zijn om verbetering in beheer of de telling van te betalen. Uitgangspunt is dat geld verdienen en vogels goed samen gaan en dat kuikenland op elk bedrijf in te passen is. Voor het verbeteren van kuikenland zijn snelle resultaten mogelijk door het opzetten of aanpassen van het waterpeil. Voorbeelden hiervan zijn het uitzetten van de onderbemaling nadat de voorjaarswerkzaamheden zijn uitgevoerd, het instellen van nieuwe peilvakken waar de onderbemaling uit staat of het opzetten van het waterpeil. In deze peilvakken moeten alleen pakketten met rustperiode of kuikenland afgesloten worden. In de presentatie zijn maar een deel van de tips en mogelijkheden besproken, daarom is de handleiding ook uitgewerkt in een checklist en een stappenplan waarmee iedereen zelf aan de slag kan. De handleiding is digitaal beschikbaar en kan per mail opgevraagd worden bij Veelzijdig Boerenland via
[email protected] onder vermelding van handleiding Lerend Beheren.
Daarnaast werd er in januari ook een themadag georganiseerd: ‘Samen sterk voor kuikenoverleving’. Het ging daar vooral over het collectieve weidevogelbeheer en het belang van een goede communicatie tussen alle betrokken partijen op het juiste moment tijdens het weidevogelseizoen. Door het soms grote aantal betrokken partijen zijn de lijnen in de communicatie niet altijd automatisch helder. Een optimale samenwerking tussen alle betrokken partijen in het veld kan in sterke mate bijdragen aan effectief weidevogelbeheer.
Aad van Paassen van Landschapsbeheer Nederland gaf een toelichting op de website www.weidevogelbescherming.nl en de database voor de legselregistratie. Vrijwilligers of boeren kunnen hun veldgegevens in de landelijke database zetten. ANV’s kunnen toegang tot de database krijgen en de ingevoerde gegevens inzien. De database heeft ook een mogelijkheid om coördinaten van nesten in te voeren zodat een kaartbeeld ontstaat. Sinds 2011 kunnen ook gedragswaarnemingen worden ingevoerd. Ook de resultaten van combitellingen en alarmtellingen kunnen worden ingevoerd. Gedurende het seizoen kunnen de gebiedscoördinatoren in de database zien waar territoria en gezinnen voorkomen en of het beheer op de juiste plek ligt en waar last-minute of flexibel beheer nodig is. Samenwerking tussen vrijwilligers, boeren en de ANV is hierbij het sleutelwoord. Voor de communicatie in het broedseizoen heeft Veelzijdig Boerenland een handreiking opgesteld. Daarin wordt een ideaal beeld geschetst voor een standaard organisatie In de praktijk zijn zeker nog winstpunten te behalen in de samenwerking en communicatie. Advies is: neem eruit wat je kunt gebruiken en pas het zo aan dat het past binnen jouw organisatie in het gebied. De handreiking is digitaal beschikbaar en kan per mail opgevraagd worden bij Veelzijdig Boerenland via
[email protected] onder vermelding van handreiking samen sterk voor meer kuikenoverleving.
PROJECTEN Praktijknetwerk GPS en akkervogels Weide- en akkervogelnesten markeren, terugvinden en vervolgens de markeringen signaleren en beschermen vanuit de trekker, kan dat? Deze vraag staat centraal in het Praktijknetwerk GPS en Akkervogels dat dit voorjaar van start gaat. In het netwerk werken ANV de Lieuw, Landschapsbeheer Nederland, Landschap Noord-Holland, Vogelwerkgroep Texel, Arcate BV, en Veelzijdig Boerenland samen. Grotere tractoren met bredere machines zien vaak geplaatste nestmarkeringsstokjes over het hoofd. De uitdaging is een manier te vinden om de geplaatste stokjes te signaleren in de tractor. De oplossing wordt gezocht in moderne media: de applicatie op de smartphone. Doelstelling: Door het downloaden van de nestinformatie met een mobiele applicatie en een tijdig waarschuwingssignaal bij het naderen van het nest, kunnen boeren en loonwerkers nesten eerder waarnemen en daarmee beter beschermen. Daarvoor wordt een mobiele applicatie (App) voor de iPhone en Android toestellen ontwikkeld. De App maakt gebruik van GEO-locatie en GEO-fencing om de gebruikers vroegtijdig te kunnen waarschuwen bij de nadering van een nest. De applicatie verkeert momenteel in een testfase. De werkwijze wordt in de praktijk uitgeprobeerd, te beginnen met legsels op bouwland. Gevonden nesten worden via een smartphone met GPS ingevoerd op de website www.weidevogelbescherming.nl en ook gemarkeerd in het veld. Op de trekker kan de agrariër of loonwerker vervolgens deze gegevens via de App oproepen. Wanneer hij een legsel nadert, dan verschijnt een signaal (zowel in geluid als beeld), zodat ook in een rumoerige trekker de aandacht van de chauffeur wordt getrokken. Zodoende kan hij tijdig de legsels ontwijken. Hij is uiteraard ook geschikt voor weidevogels op grasland. De App is al ontwikkeld voor de iPhone en wordt getest in het veld. Daarna wordt ook een versie voor het Android besturingssysteem ontwikkeld. Na enkele testen in het veld zal de App worden bijgesteld. De definitieve versie zal in de Appstore verkrijgbaar zijn. Hij is uiteraard ook geschikt voor weidevogels op grasland.
Bloeiend Bedrijf Het teeltseizoen 2012 is alweer ver gevorderd. Nu is het tijd om de akkerranden van Bloeiend Bedrijf het nuttige werk te laten doen: populaties nuttige insecten helpen versterken. Vanaf juni staan er bijna 50 veldbijeenkomsten gepland om dat te gaan bekijken. Tijdens die bijeenkomsten zullen de deelnemers de hoeveelheid en identiteit van de nuttige insecten bespreken. Ook komen dan de praktische kanten van akkerrandbeheer en duurzame gewasbescherming aan bod, onderwerpen waar veel aangesloten ondernemers verschillende methoden voor uit proberen
Het doel van Bloeiend Bedrijf is om ervaring op te doen met nuttige insecten in de akkerbouw. Bloeiende akkerranden kunnen die insecten stimuleren omdat ze vaak nectar en stuifmeel nodig E hebben. Maar, die nuttige insecten hebben ook plaaginsecten nodig, anders hongeren ze uit! Een bloeiende akkerrand heeft dus geen nut voor een gewas waar absoluut geen lastige insecten in mogen zitten: gewassen met een “nul-tolerantie”. Voor de belangrijkste akkerbouwgewassen is er geen nul-tolerantie. Er mogen bijvoorbeeld heus wel wat bladluizen in zitten, en dat is essentieel om de nuttige insecten in stand te houden! Uit onderzoek en advies zijn objectieve richtlijnen (schadedrempels) naar voren gekomen voor hoeveel lastige insecten er in akkerbouwgewassen mogen zitten. In de praktijk gaat het echter vooral om de eigen perceptie van de deelnemers met betrekking tot het bepalen van de schadedrempel. Sturend hierin is de eigen risicobeleving. Die kan afhangen van bijvoorbeeld beschikbare informatie en eigen ervaring. Hoe verschillend akkerbouwers de risico’s van plagen beleven blijkt wel uit de eerste resultaten van Bloeiend Bedrijf. Sommige ondernemers blijven preventief spuiten, maar de meerderheid is langs de bloeiende akkerranden kritisch gaan beoordelen of het wel nodig is om tegen insecten te spuiten. Dát is de belangrijkste winst die de Bloeiend Bedrijf deelnemers bieden aan de natuur, de samenleving en het eigen bedrijf!
Gebiedsaanbod Ster van Loosdrecht De Ster van Loosdrecht is een bijzonder cultuurhistorisch gebiedje in de gemeente Wijdemeren. De Provincie Noord-Holland heeft al jaren plannen met het gebied gericht op natuurontwikkeling en instandhouding van Natura 2000 doelen. De polder maakt deel uit van Natura 2000 gebied de ‘Oostelijke Vechtplassen’. Na aanvankelijke scepsis, hebben de (vooral particuliere) grondeigenaren in het gebied vorig jaar besloten tot een meer pro-actieve benadering. Dit heeft geleid tot het opstellen van een collectief Gebiedsaanbod voor de Ster, dat op woensdag 14 maart 2012 is aangeboden aan de Gedeputeerde. Het aanbod bestaat uit een combinatie van investeringen, beheerafspraken en randvoorwaarden. Onderdelen van het plan zijn o.a. ca. 70 hectare particulier natuurbeheer, agrarisch randenbeheer en investeringen in recreatieve voorzieningen. De Provincie heeft al aangegeven te willen investeren in de Ster. Het opstellen van het Gebiedsaanbod gebeurde onder leiding van Paul Terwan, in samenwerking met Veelzijdig Boerenland, de Dienst Landelijk Gebied en ANV de Vechtvallei. De grondeigenaren in het Ster-gebied zijn doende om een eigen vereniging op te richten ten behoeve van de uitvoering van de plannen. Deze nieuwe vereniging zal waar mogelijk samenwerking zoeken met ANV de Vechtvallei.