Actualiteiten omgevingsrecht mr. T.E.P.A. Lam Advocaat Hekkelman Advocaten / senior-onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen Arnhem | 20 september 2012
Thema’s • •
• • • • • • • • •
Stand van zaken: ‘Omgevingswet’, Wet Natuurbescherming, Besluit uitvoering Chw (derde tranche), ‘Permanent maken Chw’ (pChw) Wetswijzigingen Wro c.a., w.o.: – digitale eisen ruimtelijke plannen – provinciaal medebewind en ontheffingsbevoegdheid Elektronische kennisgeving ontwerpbesluiten; bezwaar per e-mail Jurisprudentie provinciale/nationale RO Art. 1.5a Invoeringswet Wabo; (overgangsrecht) ‘separate’ projectbesluiten Planschade (vergoeding in natura, zelfstandige schadecausa, ‘normaal maatschappelijk risico’) Jurisprudentie Chw Wet aanpassing bestuursprocesrecht (Wab) Relativiteit ex art. 1.9 Chw; passeren gebreken & RO ex art. 1.5 Chw, 6:22 Awb Artikel 6:18/19 Awb; procedure wijzigingsbesluiten Ontbrekende vs. onjuiste rechtsmiddelenverwijzing en art. 6:11 Awb
2
Stand van zaken... (1) •
Kamerbrief ‘Voortgang Omgevingswet’ (d.d. 24 augustus 2012) – – – –
Instemming betrokken bewindslieden met voortgang en aanpak Nu: informele consultatie en ‘botsproeven’ Nieuwe impuls: verdere integratie- en vernieuwingsslag... Planning (nog steeds): wetsvoorstel voorjaar 2013 naar RvS
• Wet Natuurbescherming – 20 augustus 2012: indiening wetsvoorstel (Kamerstukken II 2011-2012, 33 348, nrs. 1 t/m 4) • Samenvoeging Nbw 1998, Ffw en Boswet tot één wet • Eén integraal en vereenvoudigd kader voor gebiedsbescherming en bescherming planten en dieren (o.m. vereenvoudiging vergunningverlening -> werken met generieke regels) • Europees recht = uitgangspunt • Provincie bevoegd gezag 3
Stand van zaken... (2) • Besluit uitvoering Chw (derde tranche) (Stb. 2012, 350) – In werking getreden op 25 juli jl. – Toevoeging ‘ontwikkelingsgebieden’ (artikel 2) – Toevoeging artikel 2a: specificatie wettelijke bepalingen waarvan ex art 2.3 lid 5 Chw voor ontwikkelingsgebieden kan worden afgeweken Artikel 2a Besluit uitvoering Chw ‘De bepalingen, bedoeld in artikel 2.3, vijfde lid, van de wet, zijn: [...] b. artikel 5.18, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht, met dien verstande dat de termijn, bedoeld in dat lid, op ten hoogste vijftien jaar wordt gesteld; 4
Stand van zaken... (3) d. de hoofdstukken V en VI van de Wet geluidhinder voor zover de betrokken bepalingen een ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting inhouden; e. de artikelen 4.9 tot en met 4.16 van het Besluit geluidhinder voor zover die bepalingen een ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting inhouden [...]’
• Wetsvoorstel ‘permanent maken Chw’ (pChw) – Op valreep vóór zomerreces aangenomen door Tweede kamer – Nu dus bij Eerste Kamer... – Vgl. Kamerstukken I 2011-2012, 33 135, nr. A...
5
pChw: gewijzigd wetsvoorstel (1) 1. Voorgestelde artikel 2.31a Wabo (‘verlaten grondslag aanvraag’) ‘verplaatst’ -> van ‘pChw’ naar wetsvoorstel implementatie Richtlijn industriële emissies (vgl. Kamerstukken II 2011-2012, 33 197, nr. 7 en Kamerstukken II 2011-2012, 33 135, nr. 25, onderdeel J) – Artikel 2.31a Wabo: bij actualiseringswijziging voorschriften milieuomgevingsvergunning is bevoegd gezag niet langer gebonden aan grondslag oorspronkelijke aanvraag -> bevoegd gezag kan andere technieken voorschrijven
2. Ontwikkelingsgebieden (afdeling 2.1 Chw) – Ontwikkelingsgebieden: beschikbare milieugebruiksruimte opnieuw verdelen en maximaal 10 jaar van wettelijke normen afwijken – Zie ook Besluit uitvoering Chw (derde tranche) en, hierna, AbRS 1 augustus 2012, LJN BX3299 (Maasdonk)
6
pChw: gewijzigd wetsvoorstel (2) – Zie ook: Interimwet stad-en-milieubenadering – bestemmingsplan ‘Goese schans’; transformatie havengebied -> woonwijk; geluidsoverlast; AbRS 22 december 2010, JM 2011, 17: tijdelijke overschrijding grenswaarde in bp (‘overgangsperiode’) = onvoldoende verzekerd -> vernietiging (goedkeuring) bp – In wetsvoorstel-pChw zat reeds: ‘gebiedsontwikkelingsplan’ ex art. 2.3 Chw vervalt als bijzondere rechtsfiguur -> ‘integratie’ in bestemmingsplan / doel blijft hetzelfde: creëren milieugebruiksruimte (‘experimenteren’) -> daarom: ‘bijzonder bestemmingsplan’ – Bovendien: niet meer beperkt tot ‘bestaand stedelijk gebied’/ ‘bestaand bedrijventerrein’ -> óók landelijk gebied – Amendement: tóch beperking tot ‘bestaand stedelijk gebied’ en ‘bestaand bedrijventerrein’ (én haven Rotterdam) -> níet ook ‘buitengebied’ (Kamerstukken II 2011-2012, 33 135, nr. 55)
7
pChw: gewijzigd wetsvoorstel (3) – Bovendien: Nota van wijziging – wijziging art. 2.3 Chw: bevoegdheden B&W toedeling en herverdeling milieugebruiksruimte in ontwikkelingsgebieden (aanvullend wettelijk instrumentarium voor concrete uitvoering optimalisering milieugebruiksruimte) (lid 3, 4 en 5) • w.o. (ambtshalve) wijziging milieuomgevingsvergunning ‘ter optimalisering van milieugebruiksruimte binnen ontwikkelingsgebied’ -> met toepassing art. 2.31a Wabo (‘verlaten grondslag’, zie hiervóór)! • lid 5: ‘bestaande rechten’ en herverdeling milieugebruiksruimte -> wijziging van bestaande rechten alleen mogelijk, voor zover van bestaande rechten (= overbodig surplus aan milieugebruiksruimte) gedurende drie jaar bij normale bedrijfsuitoefening géén gebruik is gemaakt én géén reële uitbreidingsmogelijkheden -> eventueel compensatie via art. 4.2 Wabo (voorheen: art. 15.20 Wm) (zie Kamerstukken II 2011-2012, 33 135, nr. 25, onderdeel C)
8
pChw: gewijzigd wetsvoorstel (4) 3. Artikel 19db Nbw 1998 (19d Nbw-vergunning en ontwikkelingsgebieden) – Aanvankelijk (Nota van wijziging): vrijstelling vergunningplicht ex art. 19d Nbw -> toetsing ‘natuurwaarden’ op planniveau (bestemmingsplan voor ontwikkelingsgebied ex art. 2.3 e.v. Chw) en niet ‘nogmaals’ op projectniveau • Alleen indien project voldoet aan ‘beschrijvingen van kenmerken van projecten’ zoals opgenomen in bestemmingsplan -> ‘passende beoordeling’ op planniveau (art. 19j Nbw) • Vaststeller bestemmingsplan beoordeelt; instemming bevoegd gezag 19d nbw-vergunning (GS); toetsing op actualiteitswaarde ‘passende beoordeling’ (Zie Kamerstukken 2011-2012, 33 135, nr. 25, onderdeel F)
9
pChw: gewijzigd wetsvoorstel (5) −
Gewijzigde vaststelling (amendement): géén vrijstelling vergunningplicht, máár bestemmingsplan als toetsingskader voor 19d Nbw-vergunning (zie Kamerstukken II 2011-2012, 33 135, nr. 54)
−
Máár let dus op (!) – Tenzij: bestemmingsplan / ‘passende beoordeling’ niet meer actueel (als toetsingskader vergunningverlening)
10
Wet ruimtelijke ordening (Wro) • Inwerkingtreding 1 oktober 2012: – Wijziging Bro en Bor; digitale eisen ruimtelijke plannen (Stb. 2012, 332) – Wijziging Wro; provinciaal medebewind en ontheffingsbevoegdheid algemene regels (Stb. 2012, 306) – Wijziging Barro/Bro (Stb. 2012, 388)
11
Wijziging Barro/Bro (Stb. 2012, 388) • Juridische verankering onderwerpen SVIR (toevoeging nationale ruimtelijke belangen) • Artikel 3.1.6 Bro: ‘ladder voor duurzame verstedelijking’ -> indien bestemmingsplan / provinciale planologische verordening voorzien in nieuwe ‘stedelijke ontwikkeling’, dan in toelichting bij deze besluiten verantwoording ‘actuele regionale behoefte’ => verantwoording nut en noodzaak t.b.v. zorgvuldige benutting beschikbare ruimte
- vgl. ‘SER-ladder’ - zie nog AbRS 22 augustus 2012, LJN BX5276, r.o. 2.8 (Emmen) 12
Wijziging Bro en Bor; digitale eisen ruimtelijke plannen (Stb. 2012, 332) (1) • Twee soorten wijzigingen – 1) betere informatievoorziening over ruimtelijke besluiten via ‘landelijke voorziening’ ex art. 1.2.2 Bro (art. 1.2.1 lid 2 Bro (nieuw)) -> www.ruimtelijkeplannen.nl – 2) wegnemen onduidelijkheden; herziening paragraaf 1.2 Bro, wijziging art. 6.14 Bor
• Betere informatievoorziening – verplichte elektronische beschikbaarstelling ontwerpbesluiten op www.ruimtelijkeplannen.nl (art. 1.2.1a) • Zie ook art. 3.8 lid 1 onder a Wro / 1.2.1a Bro: in ieder geval op www.ruimtelijkeplannen.nl; daarnaast, indien gewenst, op bijv. gemeentelijke website
13
Wijziging Bro en Bor; digitale eisen ruimtelijke plannen (Stb. 2012, 332) (2) • N.B. Verschil met stukken ex art. 3:11 Awb -> elektronische beschikbaarstelling op www.ruimtelijkeplannen.nl betreft ‘slechts’ ontwerpbesluit (= verbeelding en planregels), toelichting en bijlagen daarbij; níet onderliggende stukken • Alle stukken ex art. 3:11 Awb digitaal beschikbaar stellen, mág (en kan) wél, máár: terinzagelegging mag niet uitsluitend elektronisch (aldus NvT; vgl. hierna ook – over elektronische kennisgeving – Afdelingsuitspraken 15 augustus jl.)
– ‘Status’ ruimtelijk plan kenbaar via www.ruimtelijkeplannen.nl (art. 1.2.1 lid 3) • Niet in werking getreden (onderdelen), onherroepelijkheid • Volgens NvT: ook informatie meedelen over de uitspraak van AbRS of reactieve aanwijzing ex art. 3.8 lid 6 Wro die leidt tot uitgestelde of gedeeltelijke inwerkingtreding
14
Wijziging Bro en Bor; digitale eisen ruimtelijke plannen (Stb. 2012, 332) (3) • Bij ministeriële regeling ex art. 1.2.6 lid 2 (nieuw) kunnen nadere regels worden gesteld • Overgangsrecht (art. 8.1.3a Bro): pas verplicht vanaf 1 juli 2013 – want elektronische beschikbaarstelling van ‘status’ is alleen mogelijk o.b.v. Ministeriële regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012 (-> vervangt de ‘2008-versie’ / SVBP) – en gebruik van standaarden ex Rsro 2012 is pas vanaf 1 juli 2013 verplicht (zie art. 2 lid 2 Rsro 2012: overgangstermijn RO-standaarden 2008 -> ROstandaarden 2012: van 1 oktober 2012 tot 1 juli 2013) – Ook Rsro 2012 (incl. SVBP 2012) treedt op 1 oktober a.s. in werking
15
Wijziging Bro en Bor; digitale eisen ruimtelijke plannen (Stb. 2012, 332) (4) • Verduidelijking: projectomgevingsvergunning (art. 6.14 lid 1 Bor) – Doel art. 3.12 lid 2 onder b Wabo jo art. 6.14 Bor: vergelijkbare regeling voor bestemmingsplan en projectomgevingsvergunning ex art. 2.12 lid 1 sub a onder 3o Wabo – Herstel omissie: mededeling moet tevens langs elektronische weg worden gedaan (artikel I Stb. 2012, 332) – Vgl. art. 3.8 lid 1 onder a en lid 3 Wro (voor ‘bestemmingsplan’) – Verhouding met artikel 2.9a lid 2 Wabo: opschorting/verval invordering rechten als geen/niet tijdig elektronische mededeling...?! 16
Wijziging Bro en Bor; digitale eisen ruimtelijke plannen (Stb. 2012, 332) (5) • Verduidelijking: herziening art. 1.2.1 Bro – Samenvoeging art. 1.2.1 en 1.2.2 – Doel: alle Wro-besluiten moeten elektronisch beschikbaar en raadpleegbaar zijn op www.ruimtelijkeplannen.nl – Onverminderd: bestemmingsplan zoals elektronisch vastgesteld is juridisch bindende plan (vgl. art. 1.2.3 lid 2 Bro) – Toevoeging: exploitatieplan (máár artikel 8.1.3a Bro! -> 1 juli 2013) – Onder ‘aanwijzing als bedoeld in artikel 4.2 of 4.4 van de wet’ valt óók reactieve aanwijzing ex art. 3.8 lid 6 Wro – Lid 4: inzagerecht; elektronisch en/of ‘op papier’ (vgl. reeds art. 1.2.1 lid 3 en 4 Bro) – Lid 4: bestuursorgaan kan andere plaats voor inzage aanwijzen (meer flexibiliteit) 17
Wijziging Bro en Bor; digitale eisen ruimtelijke plannen (Stb. 2012, 332) (6) • Verduidelijking: herformulering art. 1.2.3 Bro – ‘verbeelding’ werd (wordt) in de praktijk opgevat als ‘plankaart’, maar is breder bedoeld -> ‘weergave stuk als zodanig’
• Reparatie overgangsrecht art. 8.1.2 – Artikel 8.1.2 Bro luidt thans: ‘Tenzij toepassing is gegeven aan artikel 8.1.4, zijn de artikelen 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4 niet van toepassing op: [...] b. een herziening van een bestemmingsplan, mits dat bestemmingsplan in ontwerp ter inzage is gelegd voor 1 januari 2010 en de herziening niet betrekking heeft op het vervangen van een in dat plan voorkomende bestemming’ – Toevoeging lid 2: óók als bij herziening bestemmingsplan sprake is van nieuwe bestemming en deze nieuwe bestemming gevolg is van vernietiging AbRS, mag plan ‘integraal’ in papieren vorm worden vastgesteld (= verbreding overgangsrecht)
18
Wijziging Bro en Bor; digitale eisen ruimtelijke plannen (Stb. 2012, 332) (7) • Zie nog: AbRS 7 maart 2012, TBR 2012, 88, m.nt. Nijmeijer: 2 versies bestemmingsplan digitaal beschikbaar gesteld -> strijd rechtszekerheid; vernietiging bestemmingsplan en opdracht tot verwijdering van website
19
Elektronische kennisgeving ontwerpbesluiten AbRS 15 augustus 2012, LJN BX4675, BX4676, BX4681 (Revisievergunning Losser; Revisievergunning Deventer; Hoogwatergeul Well-Aijen Limburg) − art. 3:12 lid 1 Awb -> bestuursorganen komt een zekere vrijheid toe bij bepalen van wijze waarop van ontwerpbesluit wordt kennisgegeven, mits kennisgeving ‘al diegenen kan bereiken die naar verwachting bedenkingen hebben tegen ontwerpbesluit’; − kennisgeving via internet kan ‘andere geschikte wijze van kennisgeving’ zijn (vgl. AbRS 10 december 2008, MenR 2009, 67); − art. 2:14 lid 2 jo art. 3:12 lid 1 Awb; van ontwerpbesluit dient op minimaal één niet-elektronische wijze te worden kennisgegeven, − tenzij ‘bij wettelijk voorschrift’ anders is bepaald -> ‘wettelijk voorschrift’ kan óók een wettelijk voorschrift van decentrale overheid zijn...
20
Over elektronisch bestuurlijk verkeer gesproken...: bezwaar per e-mail (1) • AbRS 29 augustus 2012, LJN BX5972 (Amsterdam) – binnen termijn per e-mail bezwaar gemaakt, maar buiten termijn schriftelijk bezwaar afgegeven bij bestuursorgaan – elektronische weg stond niet open – dan éérst herstelmogelijkheid bieden, indien: • met e-mail is beoogd bezwaar te maken en • e-mail verzonden naar officiële e-mailadres of zakelijk e-mailadres ‘betrokken’ ambtenaar (zie art. 6:6, aanhef en onder b, Awb)
21
Over elektronisch bestuurlijk verkeer gesproken...: bezwaar per e-mail (2) • AbRS 5 september 2012, LJN BX6475 (Verlaging subsidie SZW) – verblijf in buitenland; op laatste dag bezwaartermijn per e-mail bezwaar gemaakt – telefonische uitlatingen medewerker ministerie; advies: bezwaar per e-mail, mededeling dat nader bericht zal worden ontvangen -> vertrouwen appellant? – verwijzing naar AbRS 29 augustus 2012, LJN BX5972: bieden herstelmogelijkheid -> herstelverzuimbrief per post verzonden naar appellant; geen (tijdig) herstel door appellant – appellant mocht er niet op vertrouwen dat herstelverzuimbrief per e-mail zou worden toegezonden; géén toezegging/afspraak; appellant had maatregelen moeten treffen om van ‘nader bericht’ op de hoogte te geraken 22
Wijziging Wro; provinciaal medebewind en ontheffingsbevoegdheid (Stb. 2012, 306) (1) • Zie eerst AbRS 6 juni 2012, AB 216 (Langedijk) en AbRS 13 juni 2012, AB 217 (Hollands Kroon): – bevoegdheid ex art. 4.1 lid 1 Wro om algemene regels vast te stellen omvat bevoegdheid om in algemene regels uitvoeringsbevoegdheden aan gs toe te kennen – ontheffingsbevoegdheid ≠ ‘voorafgaand toezicht of goedkeuring’, dus géén uitdrukkelijke wettelijke grondslag vereist – Rechtsbescherming ontheffing • verlening ontheffing: geconcentreerde rechtsbescherming -> tegen ontheffingverlening kunnen eerst in kader van besluit waarop ontheffing ziet, rechtsmiddelen worden aangewend; dus géén voorafgaand bezwaar tegen ontheffingverlening
23
Wijziging Wro; provinciaal medebewind en ontheffingsbevoegdheid (Stb. 2012, 306) (2) • weigering ontheffing: zelfstandige rechtsbescherming -> - vanwege samenhang met bestemmingsplan, acht Afdeling zich bevoegd, indien ontheffing is aangevraagd met oog op bestemmingsplan - daaraan voorafgaand éérst bezwaar ex art. 7:1 Awb, tenzij ontheffing voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 Awb (uov) -> ingevolge art. 3:10 lid 1 Awb is uov op ontheffing in beginsel niet van toepassing
– Procedure ontheffing • Aanvragen om ontheffing maken onderdeel uit van de procedure van de besluiten met het oog waarop ontheffing wordt gevraagd • ontheffingverlening dient in beginsel, als ‘stuk’ ex art. 3:11 Awb, met ontwerpbestemmingsplan ter inzage te worden gelegd • máár uitstel terinzagelegging niet nodig -> wel vermelding in toelichting, zodat men desgewenst zienswijzen naar voren kan brengen 24
Wijziging Wro; provinciaal medebewind en ontheffingsbevoegdheid (Stb. 2012, 306) (3) • Wetsvoorstel ‘32 821’ • Twee onderwerpen: – 1. provinciaal medebewind – 2. grondslag ontheffingsbevoegdheid
• Provinciaal medebewind – wettelijke grondslag in art. 4.3 lid 1 Wro (nieuw) – bij ‘planologische amvb’ (lees: Barro) kunnen ps verplicht worden ruimtelijke regels van nationaal belang nader uit te werken – ‘schakelfunctie’ provincie
25
Wijziging Wro; provinciaal medebewind en ontheffingsbevoegdheid (Stb. 2012, 306) (4) • Grondslag ontheffingsbevoegdheid (art. 4.1a en 4.3a Wro) – ps kunnen bepalen dat ontheffing van ‘lid 1-regels’ kan worden verleend • (vgl. voor ‘lid 3-regels’: ‘c-vergunning’; art. 4.1 lid 3 Wro)
– door gs; op aanvraag b&w – slechts bedoeld voor ‘bijzondere situaties’; ‘niet voorzienbare omstandigheden’ -> voor ‘redelijkerwijs voorzienbare situaties’ moet regeling in verordening of amvb zelf worden getroffen; onevenredigheid gemeentelijk beleid vs. provinciaal belang • Vgl. Verordening ruimte Noord-Brabant 2012; reeds op geanticipeerd...
– voorschriften aan ontheffing – ontheffing = vvgb ex art. 2.27 Wabo, indien ontheffing aangevraagd ‘voor’ projectomgevingsvergunning
26
Wijziging Wro; provinciaal medebewind en ontheffingsbevoegdheid (Stb. 2012, 306) (5) • Rechtsbescherming ontheffing – géén voorafgaand bezwaar ex art. 7:1 Awb tegen (weigering) ontheffing (art. 8.1, aanhef en onder d Wro (nieuw)) – AbRS in eerste en enige aanleg bevoegd, voor zover (weigering) ontheffing ziet op bestemmingsplan (art. 8.2 lid 1 onder i en j Wro (nieuw)) – concentratie van rechtsbescherming, voor zover ontheffing ziet op bestemmingsplan (art. 8.3 lid 4 Wro (nieuw)) •
-> meerwaarde na AbRS 6 juni 2012, AB 216 (Langedijk) en AbRS 13 juni 2012, AB 217 (Hollands Kroon)?
27
Verhouding provinciale planologische verordening en Rwc(-plan) •
AbRS 22 augustus 2012, LJN BX5239 (Bladel) en AbRS 22 augustus 2012, LJN BX5237 (Helmond), m.nt. Paul Bodden in Agr.r. (te verschijnen) – Verordening ruimte Noord-Brabant níet onverbindend vanwege strijd met Reconstructiewet concentratiegebieden (Rwc) – Uitbreiding intensieve veehouderijen in overeenstemming met beleidsuitspraken Rwc-plan, maar in strijd met verordening (waarbij beleidsuitspraken zijn gewijzigd/aangescherpt) – Planologische medewerking mag met beroep op strijd verordening worden geweigerd, omdat van beleidsuitspraken ex Rwc mag worden afgeweken – beleidsuitspraken ‘slechts’ betrekken bij planologische besluitvorming – zónder dat daarbij de Rwc-procedure hoeft te worden gevolgd
•
Kan ook anders: AbRS 18 juli 2012, LJN BX1827, r.o. 2.12 (Reactieve aanwijzing Ommen) 28
Provinciale en nationale ruimtelijke belangen • Vzr. Rb. Den Bosch 17 juli 2012, LJN BX1691 (Projectomgevingsvergunning caravanloods Best) – GS Noord-Brabant ‘gepasseerd’ m.b.t. zienswijzemogelijkheid en eventuele reactieve aanwijzing ex art. 3.13 Wabo – GS belanghebbende ex art. 1:2 lid 2 Awb – Schending art. 6.12 lid 1 Bro
• AbRS 22 augustus 2012, LJN BX5251 (Hoogspanningsverbinding Pijnacker-Nootdorp) – Verhouding rijksinpassingsplan–bestemmingsplan – Art. 3.28 Wro: uitsluiting bevoegdheid raad – In casu bestemmingsplan onbevoegd genomen -> vernietiging • N.B. ‘pChw’ voorziet in wijziging/verduidelijking art. 3.28 Wro 29
Overgangsrecht ‘separate’ projectbesluiten •
‘Reparatiewet’ Chw (‘32 588’, Stb. 2011, 675): art. 1.5a en 1.5b Invoeringswet Wabo – reparatie overgangsrecht voor ‘separate’ projectbesluiten ex art. 3.10 Wro (oud) resp. ‘separate’ art. 19 WRO-vrijstellingen, opdat bruikbaarheid ook ná inwerkingtreding Wabo omgevingsvergunning is verzekerd – voordien: slechts gelijkstelling ex art. 1.5 jo art. 1.2 Inv.w. Wabo van onherroepelijke projectbesluiten – artikel 1.5a Inv.w. Wabo: gelijkstelling ‘separaat’ projectbesluit met projectomgevingsvergunning-eerste fase
•
Rb. Den Haag 4 juli 2012, LJN BX2179 (‘Separaat’ projectbesluit en bouwomgevingsvergunning Den Haag) – toepassing art. 1.5a Inv.w. Wabo -> één omgevingsvergunning voor twee activiteiten, dus twee besluitonderdelen – aanvraag om bouwomgevingsvergunning níet voorbereid ex art. 1.5a lid 3 – echter: appellant komt uitsluitend op tegen besluitonderdeel ‘projectbesluit’ 30
Beleid ‘kruimelomgevingsvergunningen’ • AbRS 12 september 2012, LJN BX7118 (Kruimelomgevingsvergunning garage Alkmaar) – Terugkomen (in bezwaar) van verlening omgevingsvergunning uitsluitend ingevolge ‘vrijstellingenbeleid’ – ‘Vrijstellingenbeleid’ onder WRO tot stand gekomen (beleid ex art. 19 lid 3 WRO) – Na inwerkingtreding Wro/Wabo beleid níet bekrachtigd – Bevoegdheid ex art. 2.12 lid 1 sub a onder 2o Wabo = voorzetting bevoegdheid ex art. 3.23 Wro (oud) = voorzetting bevoegdheid ez art. 19 lid 3 WRO, máár... – Beleidsregels ex art. 19 lid 3 WRO ≠ beleidsregels ex art. 2.12 lid 1 sub a onder 2o Wabo, want: niet eenzelfde bevoegdheid -> toepassingsmogelijkheden ex art. 4 bijlage II Bor ‘komen niet dermate overeen’ met die ex art. 20 lid 1 Bro 1985 31
Bouwomgevingsvergunning – ‘bouwen van een bouwwerk’ • AbRS 12 september 2012, LJN BX7117 (Gespannen net Amersfoort) – AbRS overweegt expliciet (r.o. 2.2): betekenis begrip ‘bouwwerk’ is onder Wabo – t.o.v. Woningwet – níet gewijzigd -> aansluiten bij definitie modelbouwverordening / jurisprudentie blijft relevant -> ‘constructie van enige omvang, bedoeld om ter plaatse te functioneren’ – Toepassing blijft casuïstisch: i.c. is over gehele achtertuin met straaldraden gespannen net die dient als gebruiksruimte voor dieren ‘bouwwerk’ – Zie bijv. ook: Vz. AbRS 30 maart 2012, LJN BW0750 (recreatiewoonschepen = ‘bouwwerk’), AbRS 4 april 2012, LJN BW0743 (verrijdbaar berghok / opslagplaats = ‘bouwwerk’), AbRS 11 april 2012, LJN BW1560 (kunststofgrasmat ≠ ‘bouwwerk’), AbRS 18 april 2012, BR 109 (demontabele springtoestellen ≠ ‘bouwwerk’)
32
Omgevingsvergunningvrij bouwen – art. 2 en 3 bijlage II Bor • AbRS 8 augustus 2012, AB 2012, 286, m.nt. Nijmeijer (Overkapping Hellendoorn) – ‘Lesje’ AbRS over omgevingsvergunningvrij bouwen en/of gebruiken ex artikel 2 en 3 bijlage II Bor – Nogmaals: onderscheid art. 2 / 3 – bouwen én gebruiken / bouwen -> N.B. ‘Gebruiken’ = gebruik in ruime zin; bouw- en gebruiksregels – Voortzetting jurisprudentie ex Woningwet (oud) en WRO – Niet meetellen vergunningvrije bouwwerken ex art. 2 bijlage II Bor bij ‘planologische toets’ (maximale bouwoppervlakte), voor zover aan criteria art. 2 wordt voldaan (vgl. bijv. ’50%-eis’) – Wél meetellen vergunningvrije bouwwerken ex art. 3 bijlage II Bor
33
Planschade (1) • AbRS 18 juli 2012, LJN BX1863 (Wegbestemd zomerhuizencomplex Ommen) – vergoeding niet in geld, maar in natura: vergoeding voldoende ‘anderszins verzekerd’? – Herstelde bouwmogelijkheden; kosten planologische mutatie voor gemeente – Zie ook AbRS 27 april 2005, Gst. 2005, 85 (Raalte) – In casu echter (nog) géén vaststelling vooraf van eventuele compensatie in geld -> AbRS: voorafgaande vaststelling is niet noodzakelijk - met voldoende zekerheid staat vast dat, mocht compensatie in natura niet plaatsvinden, hoogte geldelijke compensatie door ter zake kundige, onafhankelijke adviseurs zal worden vastgesteld
34
Planschade (2) • AbRS 1 augustus 2012, LJN BX3316 (Woonzorgcomplex Utrechtse Heuvelrug) – WRO vs. Wro: introductie van – onder meer – flexibiliteitsbepalingen als afzonderlijke/zelfstandige schadeoorzaak (zie art. 6.2 lid 2 Wro) – Onder WRO: binnenplanse vrijstelling ‘meenemen’ bij planvergelijking – Onder Wro: binnenplanse ontheffing / omgevingsvergunning = zelfstandige schadeoorzaak, dus buiten beschouwing laten bij planvergelijking; aan ‘beide zijden’ planvergelijking -> dus: pas planschadeverzoek na daadwerkelijk verlenen omgevingsvergunning ex art. 2.12 lid 1 sub a onder 1o Wabo
35
Planschade (3) • Herhaald in AbRS 5 september 2012, LJN BX6493, r.o. 9.1 (Giessenlanden) • Zie nog: verduidelijking artikel 6.1 lid 2 Wro en toevoeging zesde lid door wetsvoorstel-pChw (artikel 2.3.3, onderdeel C) Artikel 6.1 lid 6 Wro (nieuw): ‘6. Schade als gevolg van een bepaling als bedoeld in artikel 3.3 of artikel 3.6, eerste lid, onder c, of artikel 3.38, derde of vierde lid, wordt eerst vastgesteld op grond van een krachtens die bepalingen genomen besluit’
36
Planschade (4) • AbRS 5 september 2012, LJN BX6492 (Heiloo) – Art. 6.2 Wro: ‘normaal maatschappelijk risico’ – zie ook: AbRS 29 februari 2012, JB 2012, 90, m.nt. Tycho Lam (Berkel-Enschot) – Lid 1: binnen het ‘normaal maatschappelijk risico’ vallende schade wordt niet vergoed – Lid 2: forfait / ‘2%-regel’ – Lid 1 heeft zelfstandige betekenis -> éérst onderzoek naar ‘normaal maatschappelijk risico’ – Zo nodig daarna onderzoek bijzondere omstandigheden verhoging forfait 37
Planschade (5) • Zie nog: AbRS 1 augustus 2012, LJN BX3259, r.o. 2.9 (Wierden) – art. 6.2 Wro (‘normaal maatschappelijk risico’) ≠ ‘bepaling van openbare orde’ -> géén ambtshalve toetsing
• AbRS 5 september 2012, LJN BX6492 (Heiloo) - vervolg – invulling ‘normaal maatschappelijk risico’ • rekening houden met ‘alle van belang zijnde omstandigheden van het geval’ • normale maatschappelijke ontwikkeling waarmee benadeelde rekening had kunnen houden in die zin dat die ontwikkeling in lijn der verwachting lag, ook al bestond geen concreet zicht op omvang, plaats en moment van schadelijke ontwikkeling (te onderscheiden dus van ‘voorzienbaarheid’ ex art. 6.3 Wro) >>>
38
Planschade (6) • AbRS 5 september 2012, LJN BX6492 (Heiloo) - vervolg • van betekenis: mate waarin ontwikkeling naar aard en omvang past binnen ruimtelijke structuur omgeving en planologisch beleid • verder van belang: afstand / aard en omvang veroorzaakte nadeel
– Vgl. AbRS 29 februari 2012, JB 2012, 90 (Berkel-Enschot) – Zie voorts Rb. Utrecht 20 juli 2012, LJN BX5445, r.o. 10-12 (Stadhuis Vianen)
• In planschadejurisprudentie tendens van benadrukken en vooropstellen ‘normaal maatschappelijk risico’? • Past – in elk geval – bij bedoeling Wro-wetgever
39
Crisis- en herstelwet (Chw) (1) • AbRS 1 augustus 2012, LJN BX3299 (Maasdonk) – Eerste uitspraak over eerste gebiedsontwikkelingsplan ex art. 2.3. e.v. Chw – Herstructurering bedrijventerrein en woningbouw – Geluidhinder recyclingbedrijf – ‘maatregel voor goede milieukwaliteit’ ex art. 2.3 lid 2 onder b Chw: beëindiging bedrijfsactiviteiten vóór 2014; koopovereenkomst / overdracht eigendom – Afdeling sanctioneert – Máár: was voorziene ontwikkeling niet ook zónder Chw mogelijk?
40
Crisis- en herstelwet (Chw) (2) • AbRS 2 mei 2012, LJN BW4515 (Roermond): ‘herstructurering woon- en werkgebied’ ex art. 3.1 bijlage I Chw – Duidelijk moet zijn welke concrete projecten vereist zijn voor planologische herstructurering
• AbRS 5 september 2012, LJN BX6496: wegverbredingsproject (verdubbeling aantal rijstroken) en toepasselijkheid Chw -> let op! – zie onderdeel 3.4 bijlage I Chw – Afdeling zegt er niets over in uitspraak...
41
Wet aanpassing bestuursprocesrecht (Wab-voorstel) (1) • Wetsvoorstel ‘Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht (Wet aanpassing bestuursprocesrecht)’ • Wetsvoorstel ‘32 450’; op 27 maart 2012 aangenomen door Tweede Kamer -> ligt nu bij Eerste Kamer • Vgl. Kamerstukken I 2011-2012, 32 450, nr. A (Gewijzigd voorstel van wet; herdruk) • Uiteraard ook relevant voor omgevingsrecht
42
Wet aanpassing bestuursprocesrecht (Wab-voorstel) (2) • •
• •
•
•
Doel: een slagvaardiger, ‘moderner’, bestuursprocesrecht Naar een meer geconcentreerd, sneller en effectiever (lees: finaler) bestuursprocesrecht – stroomlijning procedures – bevordering effectieve en definitieve geschilbeslechting Nog meer accentueren van het bestuursproces(recht) als een recours subjectif Daarbij passen efficiënte en finale geschilbeslechting: binnen redelijke termijn schept bestuursrechter duidelijkheid over rechtspositie belanghebbenden en worden geschillen daarover zo mogelijk definitief beslecht Vgl. bijv. ook reeds Wet bestuurlijke lus (artikel 8:51a-51c en 8:80a-80b Awb) en Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (artikel 4:1720, 6:12 en 8:55b-55f Awb) ‘Snelheid’ zelfstandige waarde naast ‘zorgvuldigheid’ 43
Wet aanpassing bestuursprocesrecht (Wab-voorstel) (3) • Enige wijzigingen: – relativiteitseis (art. 8:69a Awb) • vgl. artikel 1.9 Chw
– passeren formele én materiële gebreken (wijziging art. 6:22 Awb) • vgl. art. 1.5 Chw
– wijziging artikel 6:18-19 Awb – beperking hoorplicht in bezwaar c.a.
44
Wab – relativiteitseis (1) •
Artikel 8:69a Awb (nieuw)
•
Géén ontvankelijkheidsvereiste (via belanghebbendebegrip ex artikel 1:2 Awb) -> máár... geen vernietiging van bestreden besluit door bestuursrechter als geschonden norm kennelijk niet strekt tot bescherming van ingeroepen belangen Nodig is dus een verband tussen de aangevoerde beroepsgrond en de daadwerkelijke (achterliggende) reden om een besluit in rechte te bestrijden (Primaire) doel = voorkómen van ‘oneigenlijk gebruik’ van beroepsmogelijkheden Eis van ‘kennelijkheid’ wordt ook thans reeds in jurisprudentie gesteld: tegenwerping relativiteitseis als ingeroepen rechtsnorm ‘evident’ niet strekt tot bescherming onderliggend belang
•
• •
45
Wab – relativiteitseis (2) • • • • • • • •
Beschermingsbereik bestuursrechtelijke normen -> eenvoudig te bepalen...?! -> zie echter jurisprudentie artikel 1.9 Chw... Ambtshalve door bestuursrechter te toetsen Niet van toepassing in zienswijzenfase en evenmin in bezwaar Kritiek RvS (Kamerstukken II 2009-2010, 32 450, nr. 4, p. 3 e.v.; vgl. ook Kamerstukken II 2011-2012, 33 135, nr. 4) Amendement ‘schrappen art. 8:69a Awb’ (Kamerstukken II 2010-2011, 32 450, nr. 9 en 15) -> niet gehaald! Wél specifieke evaluatiebepaling (vgl. Kamerstukken II 2010-2011, 32 450, nr. 12 en 16) Overigens in kader van Chw (vgl. art. 5.9 Chw) inmiddels art. 1.9 Chw geëvalueerd (vgl. Kamerstukken II 2011-2012, 32 127, nr. 160) Aanbeveling onderzoekers: art. 1.9 Chw (nog) niet veralgemeniseren; éérst meer ervaring opdoen met toepassing relativiteitseis... 46
Relativiteitseis (1.9 Chw) (1) •
‘Lijn’ AbRS 19 januari 2011, AB 2011, 47, m.nt. A.A.J. de Gier en B.W.N. de Waard (Elzenbos Brummen) welbeschouwd voortgezet
•
Relativiteit en Nbw 1998: AbRS 27 juni 2012, StAB 2012, afl. 3, m.nt. Tycho Lam (Bestemmingsplan ‘Windpark Zierikzee’) (te verschijnen) – Herhaling AbRS 13 juli 2011, MenR 189, r.o. 2.7.9 (Bestemmingsplan ‘Tuibrug’ Hoorn) − normen Nbw hebben ten doel om algemene belang van bescherming natuur en landschap te beschermen; − individuele belangen van burgers die in of in onmiddellijke nabijheid van Natura 2000-gebied wonen bij behoud van goede kwaliteit van hun directe leefomgeving kunnen zodanig verweven zijn met algemene Nbw-belang dat niet gezegd kan worden dat Nbw-normen kennelijk niet strekken tot bescherming van hun belangen − Moet dus wél gaan om ‘directe leefomgeving’ bij Natura 2000-gebied -> i.c. wonen appellanten op ‘aanzienlijke afstand’– in elk geval méér dan 1,4 km 47
Relativiteitseis (1.9 Chw) (2) • AbRS 18 juli 2012, TBR 2012, 165 (Gemeentehuis Zeist) – bij bepalen relativiteit normen ex Mon.w. 1998 aansluiten bij benadering relativiteit ex Nbw? • AbRS 18 juli 2012, NJB 2012, 1776 (Gemeentehuis Zeist) – bij toepassing van de relativiteitseis komt aan formele b.b.b. géén zelfstandige betekenis toe; voor de inroepbaarheid daarvan is het beschermingsbereik van de onderliggende materiële norm bepalend
48
Wab – passeren gebreken (1) • Artikel 6:22 Awb: thans (nog) ‘slechts’ passeren vormvoorschriften • Wab-voorstel (in lijn met art. 1.5 Chw): óók schendingen van materiële (on)geschreven rechtsregels en algemene rechtsbeginselen • Maar zal passeren van materiële gebreken vaak mogelijk zijn (denk aan ‘benadelingscriterium’)...? • Voordeel: geen discussie meer (nodig) over of sprake is van een ‘vormvoorschrift’
49
Wab – passeren gebreken (2) • Versoepeling ‘benadelingscriterium’: – reeds passeren gebrek als aannemelijk is dat belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld – vgl. echter ook thans reeds jurisprudentie; zie bijv. ook jurisprudentie art. 1.5 Chw • Bovendien: criterium blijft -> vaststaat dat bij naleving norm geen ander besluit zou zijn genomen • Evaluatie art. 1.5 Chw (vgl. Kamerstukken II 2011-2012, 32 127, nr. 160): brengt risico’s mee uit oogpunt van juridische kwaliteit, maar is voor passeren kleine, niet ernstige gebreken acceptabel, omdat praktijk daaraan behoeft heeft
50
Passeren gebreken (1.5 Chw) (1) •
AbRS 28 december 2011, TBR 2012, 75 (Exploitatieplan Deventer): - taxatierapporten inbrengwaarden niet ter inzage gelegd; passeren ex art. 1.5 Chw; - niet aannemelijk dat andere belanghebbenden dan appellant hebben afgezien van naar voren brengen zienswijze vanwege gebrekkige terinzagelegging - taxatierapporten vermeld in toelichting ontwerpbesluit/vaststellingsbesluit - aangenomen mag worden dat eventuele andere belanghebbenden zienswijzen naar voren zouden hebben gebracht waarin zou zijn gewezen op gebrekkige terinzagelegging
51
Passeren gebreken (1.5 Chw) (2) -
ook appellanten niet benadeeld omdat taxatierapporten later alsnog aan dossier toegevoegd en aan appellanten toegezonden, zodat appellanten hiertegen beroepsgronden hebben kunnen aanvoeren
•
Vergelijkbaar, maar dan ex 6:22 Awb: AbRS 29 februari 2012, LJN BV7289 (Exploitatieplan Gorinchem): – o.a. planschaderisicoanalyses niet samen met ontwerpplan ter inzage gelegd
•
AbRS 2 mei 2012, LJN BW4554 (Projectplan Diefdijklinie) – locatiekeuze stabiliteitsscherm; keuze waterschap doorkruist onverharde op- en afrit appellant; verwijdering karakteristieke fruitboom noodzakelijk -> schending art. 3:2 Awb... 52
Passeren gebreken (1.5 Chw) (3) •
AbRS 2 mei 2012, LJN BW4554 (Projectplan Diefdijklinie) (vervolg) – ...niettemin: passeren: • stabiliteitsscherm noodzakelijk voor waterveiligheid • (niet onderzochte) alternatief appellant leidt tot doorkruising twee verharde op- en afritten • AbRS: niet is gebleken dat de colleges ‘indien zij op de hoogte waren geweest van de juiste feitelijke situatie en het alternatief van appellant [...] goedkeuring hadden onthouden aan het projectplan’ -> daarom is niet aannemelijk dat belanghebbenden door schending art. 3:2 Awb zijn benadeeld
•
Vz. AbRS 27 april 2012, LJN BW4529: verzuim kennisgeving ontwerpbestemmingsplan in Staatscourant níet passeren ex art. 6:22 Awb
53
Wab – wijziging art. 6:18/19 Awb (1) • •
Artikel 6:18 wordt geschrapt; artikel 6:19 wordt gewijzigd Samenvoeging 6:18 en 19 Awb en codificatie jurisprudentie
•
‘Tenzij-formule’ wijzigt: − VAN: 6:18-besluit komt aan bezwaar/beroep geheel tegemoet − NAAR: partijen hebben onvoldoende (proces)belang bij nieuwe besluit -> Verschil?!
•
Ook beroep van rechtswege als bezwaar/beroep ná intrekking, wijziging of vervanging Ook ‘besluit tot vervanging’; vanwege (jurisprudentie over) thans (nog) artikel 6:18, lid 3 Awb (dat dus vervalt) Hogerberoepsrechter neemt kennis van nieuwe besluit; rechter in eerste aanleg onbevoegd; vgl. art. 6:19, lid 4 Awb
• •
54
Wab – wijziging art. 6:18/19 Awb (2) • N.B. AbRS 22 februari 2012, JB 2012, 85 (Bestemmingsplan Bedrijventerrein Halderberge) – wijzigingsbesluit ex art. 6:19 Awb dient in beginsel, evenals oorspronkelijke vaststellingsbesluit, te worden voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 Awb – uitzonderingen echter mogelijk (afdeling 3.4 Awb niet opnieuw ‘doorlopen’) • aanpassingen zijn naar aard en omvang niet zodanig groot dat een wezenlijk ander plan wordt vastgesteld • wijzigingsbesluit bevat wijzigingen van ondergeschikte aard
55
Rechtsmiddelenverwijzing en art. 6:11 Awb (1) • Ter herinnering: AbRS 21 september 2011, AB 2011, 299: – ontbreken rechtsmiddelverwijzing bij besluit of uitspraak leidt in beginsel tot verschoonbaarheid termijnoverschrijding, als belanghebbende zich daarop beroept en stelt dat termijnoverschrijding daarvan gevolg is – uitzondering: belanghebbende wist tijdig van termijn of had daarvan moeten weten, bijv. omdat bijgestaan door professionele rechtsbijstandverlener – uitzondering op uitzondering: gerede twijfel over ‘besluitkarakter’ van door bestuursorgaan aan belanghebbende verzonden stuk •
Ontbreken vs. onjuistheid rechtsmiddelenclausule...
56
Rechtsmiddelenverwijzing en art. 6:11 Awb (2) • AbRS 5 september 2012, LJN BX6500 (Almelo): – onjuiste rechtsmiddelenverwijzing kan níet op één lijn worden gesteld met ontbreken daarvan – behoudens kennelijke misslagen, mag op de inhoud van een rechtsmiddelenverwijzing worden vertrouwd -> rechtszekerheid – óók als appellant wordt bijgestaan door professionele rechtsbijstandverlener
57
Uitnodiging Seminar ‘Toekomst van de intensieve veehouderij’ Recente bestuursrechtelijke ontwikkelingen
Breda, 23 oktober Bakkeveen, 30 oktober Oldenzaal, 8 november Paul Bodden
Willem Bruil
U kunt zich inschrijven tijdens de pauze en de borrel