Feiten en cijfers
Jaarverslag 2012 stichting Fundeon
Jaarverslag 2012 Stichting Fundeon
Stichting Fundeon Statutair gevestigd te Harderwijk Versie: definitief Vastgesteld te Harderwijk op 28 mei 2013 door het bestuur van Stichting Fundeon
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Directieverslag Stichting Fundeon 2.1 Doelstelling en strategische positionering 2.1.1 Algemeen 2.1.2 Samenwerking tussen Stichting Fundeon KBBI en Stichting Fundeon 2.1.3 Missie en visie 2.1.4 Ontwikkelingen 2.2 Activiteiten en resultaten 2.2.1 Inhoudelijke activiteiten c.q. ontwikkelingen 2.2.2 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten 2.2.3 ACO 2.2.4 Overige (financiële) resultaten 2.3 Organisatie 2.3.1 Algemeen 2.3.2 Organisatorische ontwikkelingen 2.3.3 Ondersteunde diensten en stafafdelingen 2.3.4 Kwaliteitszorg 2.4 Bestuur 2.4.1 Samenstelling bestuur in 2012 2.4.2 Evaluatie besturen in het kader van Good Governance 2.5 Toestand op balansdatum 2.6 Begroting 2013 Stichting Fundeon 2.7 Ondertekening directie
4 4 4 4 5 6 6 10 19 20 21 21 21 22 25 26 26 27 29 32 33
3. Jaarrekening 2012 Stichting Fundeon Balans per 31 december (na resultaatbestemming) Staat van baten lasten Kasstroomoverzicht Grondslagen voor waardering activa en passiva en bepaling van het resultaat Toelichting op de balans per 31 december Toelichting op de staat van baten en lasten per 31 december
35 36 37 39 44 52
4. Overige gegevens: x Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming x Resultaatbestemming x Gebeurtenissen na balansdatum x Bestedingsdoelen subsidie O&O-fonds x Controleverklaring van de onafhankelijke accountant x Ondertekening bestuur Stichting Fundeon
55 55 55 55 56 58
1. Inleiding In dit jaarverslag treft u aan het directieverslag en de (financiële) jaarrekening over het jaar 2012 van Stichting Fundeon. Stichting Fundeon is opgericht per 1 januari 2006 en heeft haar statutaire zetel in de Gemeente Harderwijk.
2. Directieverslag Stichting Fundeon 2.1
Doelstelling en strategische positionering
2.1.1 Algemeen Fundeon is het Kenniscentrum Beroepsonderwijs voor de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij. Stichting Fundeon is de naam van een rechtspersoon van de organisatie Fundeon gevestigd te Harderwijk. De Stichting Fundeon is opgericht om ten dienste van de sectoren B&U, Infra en GA een goede aansluiting tussen onderwijs en beroepspraktijk te bewerkstelligen. Meer in het bijzonder is de Stichting Fundeon belast met de bedrijfstaktaken op dit terrein. De Stichting Fundeon Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bouw en Infra (KBBI) is opgericht ter uitvoering van de wettelijke taken van Fundeon, zoals vastgelegd in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). De wettelijke taken zijn nauw verbonden met de bedrijfstaktaken van de Stichting Fundeon. Stichting Fundeon Fonds is specifiek opgericht om een sectorale tegemoetkomingregeling uit te voeren voor de beroepsbegeleidende leerweg en om een aantal subsidieregelingen te coördineren. 2.1.2 Samenwerking tussen Stichting Fundeon KBBI en Stichting Fundeon De Stichting Fundeon KBBI is opgericht ter uitvoering van de wettelijke taken van Fundeon, zoals vastgelegd in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. De bedrijfstaktaken van de Stichting Fundeon sluiten grotendeels aan op de taken van de Stichting Fundeon KBBI. Zo wordt naast de erkenning (wettelijke taak) ook inhoudelijke ondersteuning geboden aan de leerbedrijven (bedrijfstaktaak). Verder heeft de bedrijfstak eigen kwaliteitseisen vastgesteld ter borging van de kwaliteit van de leermeesters in de bedrijven, onder meer door de scholing en nascholing van de leermeesters (bedrijfstaktaak). Naast het opzetten en onderhouden van de kwalificatiestructuur (wettelijke taak) worden ook leermiddelen en toetsproducten gemaakt voor de opleidingen die gebaseerd zijn op de kwalificatiestructuur (bedrijfstaktaak). Op deze wijze is de organisatie Fundeon in staat om meer kwaliteit te bieden dan bij de uitvoering van de wettelijke taken. Bij al deze taken worden medewerkers ingezet zowel voor de uitvoering van wettelijke taken als van bedrijfstaktaken. De Stichting Fundeon heeft vanuit dit uitgangspunt dan ook een structurele samenwerkingsrelatie met de Stichting Fundeon KBBI. Zo worden door de Stichting Fundeon KBBI ondersteunende back office activiteiten en ontwikkelcapaciteit ingekocht bij de Stichting Fundeon. Vanuit de Stichting Fundeon KBBI wordt het (bovenwettelijke) deel van de kosten van de adviseurs opleidingsbeleid bedrijven en van de adviseurs opleidingsbeleid scholen en opleidingsbedrijven doorbelast aan de Stichting Fundeon. Vanaf 2011 is de hierboven beschreven samenwerking in een andere context komen te staan als gevolg van het rapport ‘Gedeelde Ambities’. 2.1.3 Missie en visie Aan de basis van de diensten van Fundeon staat de vraag uit de bedrijfstak bouw en infra. De bedrijfstak verlangt een brede en hoogwaardige dienstverlening op het gebied van werving, scholing en behoud van personeel. Fundeon biedt uiteenlopende producten en diensten voor de branches gericht op arbeidsmarkt en scholing. Bovenstaande is als volgt verwoord in de missie van Fundeon: "Het in opdracht van de sectoren bouw & infra regisseren, ontwikkelen en leveren van producten en diensten op het terrein van scholing en loopbaanbeleid, met als doel een goede aansluiting tussen arbeidsmarkt en beroepsonderwijs te bewerkstelligen met inbegrip van voldoende loopbaanperspectief.
Hiermee realiseren we toegevoegde waarde voor de bedrijfstak om haar onmisbare positie in de samenleving met succes te kunnen vervullen." Dat doet Fundeon niet alleen, maar samen met het onderwijs en de opleidings- en leerbedrijven. Fundeon is namelijk van, voor en door de bedrijfstak en het onderwijs. De missie definieert de plaats van Fundeon binnen bouwend Nederland en de maatschappij. Deze missie laat zich eenvoudig vertalen in de begrippen: Beter Onderwijs. Betere werknemers. Betere bedrijven. Betere sector. 2.1.4 Ontwikkelingen De bouw en infra hebben en krijgen te maken met een toenemende verschraling van het arbeidsaanbod. Fors minder jongeren kiezen voor een opleiding en loopbaan in de bouw en infra, waardoor zij-instroom steeds belangrijker gaat worden, die veelal een lager aanvangsniveau heeft. Daarnaast worden vanuit zowel het onderwijs als bedrijfstak hogere kwaliteitseisen gesteld aan kennis en basis- en vakvaardigheden. Hiervoor zijn tegelijkertijd minder financiële middelen beschikbaar. Het draagvlak voor collectieve financiering neemt steeds verder af. Werkgevers en werknemers worden steeds meer zelf verantwoordelijk voor hun verdere ontwikkeling en loopbaan. De budgetten staan onder druk. Het moet goedloper, maar wel met behoud van kwaliteit. Dit heeft in 2012 geleid tot een bezuinigingstaakstelling van 3,2 miljoen euro, oplopend tot 2014. De personele en organisatorische aanpassingen die dit tot gevolg had, hadden nog geen gevolgen voor de (kern)taken, voortkomend uit Gedeelde Ambities (2010). De kerntaken van de Stichting Fundeon KBBI bestaan uit (2 kerntaken, 4 wettelijke taken): Kerntaak 1: Afstemming onderwijs en bouwarbeidsmarkt. Kerntaak 2: Advisering leerbedrijven. De kerntaken van de Stichting Fundeon en de Stichting Fundeon Fonds bestaan uit (4 kerntaken, 16 bedrijfstaktaken): Kerntaak 1: Afstemming onderwijs en bouwarbeidsmarkt. Kerntaak 2: Advisering leerbedrijven en werknemers. Kerntaak 3: Promotie en bevordering instroom en behoud personeel. Kerntaak 4: Uitvoering subsidiebeleid. In het regeerakkoord van eind oktober 2012 is wederom een forse bezuinigingstaakstelling opgenomen voor de kenniscentra. Kenniscentra worden samengevoegd tot één kenniscentrum en “waar mogelijk” worden de wettelijke taken ofwel ondergebracht bij de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) ofwel bij de mbo-instellingen. Wat precies de impact van dit regeerakkoord voor Fundeon is in de komende periode, is nu nog niet te overzien. Maar dat het grote invloed zal hebben is wel duidelijk. Voor 2013 en later vraagt dat om een brede herbezinning op de taken en kerntaken van Fundeon. Ambities 2012 Evenals in 2011 hebben de besturen van de Stichting Fundeon en de Stichting Fundeon KBBI op basis van het rapport ‘Gedeelde Ambities’ de doelstellingen en aanwending van de middelen voor het bereiken van de doelen (het beleid) voor 2012 vastgesteld. Die doelstellingen zijn helder vastgelegd in te behalen targets in de vorm van eenduidig meetbare Key Performance Indicatoren. Daarmee is het voor de uitvoeringsorganisatie Fundeon duidelijk geworden welke prestaties zij dient te leveren en aan welke kwaliteitseisen zij moet voldoen. Het kwalitatieve deel van de KPI’s is gebaseerd op onafhankelijk marktonderzoek (tevredenheidmeting), waarbij de geformuleerde targets tenminste op en in vrijwel alle
gevallen boven het niveau van 2011 zijn gesteld (rapportcijfers). Dit ambitieniveau voor 2012 was hoog, maar wel realistisch. Op basis van de prestaties van 2011 lag voor 2012 de belangrijkste verbeterslag op het gebied van: x x x x x
Voldoende audits afleggen bij leerbedrijven (wettelijke taak); Beter scoren bij de sectorplatforms (bedrijfstaktaak); Beter scoren met de leermiddelen en examenproducten (bedrijfstaktaak); De waardering onder de opleidingsbedrijven moet omhoog (bedrijfstaktaak); Meer bedrijfsopleidingsplannen maken (bedrijfstaktaak).
In paragraaf 2.2. worden de resultaten hiervan inzichtelijk gemaakt.
2.2
Activiteiten en resultaten
De activiteiten van Fundeon zijn in het beleidsplan 2012 ingedeeld op basis van de in de vorige paragraaf genoemde wettelijke - en bedrijfstaktaken. Allereerst wordt ingegaan op de inhoudelijke activiteiten en ontwikkelingen en vervolgens op de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten (voor zover het de bedrijfstaktaken betreft). 2.2.1 Inhoudelijke activiteiten c.q. ontwikkelingen Onderwijskundige vernieuwing en digitalisering van leermiddelen (aantrekkelijk en flexibel) Fundeon faciliteert de opleidingen met leermiddelen en examenproducten. Voor elk kwalificatiedossier (behoudens middenkader) met de daarbij behorende uitstromen (kwalificaties) ontwikkelt en levert Fundeon een compleet pakket aan leermiddelen. Een pakket omvat lesmateriaal, begeleiding- en examineringproducten. In een enkel geval worden afspraken gemaakt met sectoren of scholen over productie door henzelf. In alle gevallen is er sprake van overleg dan wel samenwerking daarin. Het lesmateriaal van Fundeon bestaat uit werkboekjes voor iedere beroepstaak, projectmateriaal en een set vakboeken In januari 2012 is door het bestuur van Fundeon het businessplan ‘digitalisering leermiddelen’ besproken en vastgesteld. Doelstelling van dit plan is om binnen een periode van 5 jaar voor de meest arbeidsmarktrelevante kwalificaties een volledig pakket aan digitale leermiddelen beschikbaar te hebben. Digitale leermiddelen zorgt voor aantrekkelijker onderwijs en biedt de beste de garantie om jongeren, maar ook zij-instroom te boeien en te binden. En dat is hard nodig gezien de sterk dalende instroom. Fundeon wil deze ambitie bereiken in nauwe samenwerking met het onderwijs en kiest voor een gefaseerde invoering. Na de implementatie van de opleidingen assistent timmeren, metselen en Infra en vakman GWW, worden de opleidingen timmeren niveau 2 en allround vakman GWW volledig ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd. Daarna vindt de uitrol naar andere opleidingen plaats. De ontwikkeling van digitale leermiddelen voor de meest arbeidsmarktrelevante kwalificaties is in 2012 op basis van dit businessplan goed op gang gekomen. Voor de opleidingen assistent timmeren,- metselen en - Infra, vakman GWW en allround vakman GWW en voor de opleidingen timmeren niveau 2 en de uitvoedersopleiding Bouw en Infra zijn de leermiddelen ontwikkeld en geïmplementeerd. De opleidingen kunnen sinds de zomer van 2012 worden afgespeeld in een nieuwe afspeelomgeving in Bouwinfranet. Het format dat gebruikt wordt voor de ontwikkeling van de digitale leermiddelen is met gebruikers in het onderwijs geëvalueerd en aangepast op basis van ervaringen van deze gebruikers. Het product wordt nu nog dichter op de praktijk ontwikkeld en kent nu naast een digitaal deel ook een deel op papier in de vorm
van en opdrachten map. De praktijkgerichte opdrachten stimuleren de zelfstandigheid en de samenwerking van deelnemers en bereidt hen voor op de praktijk. Voor 2013 is er gestart met de ontwikkeling voor de opleidingen Tegelzetten niveau 2, Allround Timmeren op niveau 3 en Metselen niveau 2. Per beroepstaak wordt een deel van het materiaal rechtstreeks op de bouwplaats ontwikkeld. Auteurs, filmers en fotografen halen hier de meest actuele content op in de omgeving van de vakman. Docenten bewerken het materiaal vervolgens onder leiding van een projectleider, tot een didactisch geheel. De feedback uit het onderwijsveld geeft aan dat de producten goed aanslaan bij de gebruikers. Het beeld- en geluidmateriaal, de woordenlijst en de afwisseling in de methode scoren goed. Ze zijn aantrekkelijk voor leerlingen en flexibel in het gebruik. Samenwerking technische kenniscentra Mede op initiatief van Fundeon zijn in 2011 de acht technische kenniscentra gestart met een verkenning van de mogelijkheden tot (nadere) samenwerking. Naast Fundeon gaat het daarbij om de volgende kenniscentra: Kenteq, Innovam, VOC, PMLF/VAPRO, SVGB, SH&M en Savantis. In 2012 zijn verdere stappen gezet. Doel van deze samenwerking is om gebruik te maken van elkaars kennis en ervaring. De directe aanleiding hiervoor - de maatregelen vanuit het actieplan mbo, de komst van Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en de bezuinigingen op de overheidsbekostiging - zijn nog onverminderd van kracht. Het regeerakkoord stuurt nu aan op fusie tussen alle kenniscentra en fors minder middelen. We verwachten belangrijke meerwaarde te realiseren met de inhoudelijke samenwerking. In het kader van deze samenwerking zijn acht onderwerpen benoemd om verder te verkennen: 1. Indikken kwalificatiestructuur 2. Ontwikkelafdelingen 3. Digitalisering van leermiddelen 4. Kwaliteitsbevordering 5. Examinering 6. Subsidies 7. Nieuwe beroepen 8. Employability (eigen medewerkers) Op het gebied van de kwalificatiestructuur zijn al concrete stappen gezet. Vanaf het najaar van 2012 werken de ontwikkelaars van de kwalificatiestructuur nauwer samen. Een dag per week is een gezamenlijke werkdag, waarop werkgroepen thema’s onderzoeken, vergelijken en met gezamenlijke uitwerkingen komen. Het gaat om thema’s als gezamenlijke kwalificaties, gezamenlijke keuzedelen, formulering van vakkennis en vaardigheden, verschil tussen algemene en specifieke kwalificaties en typerende beroepssituaties. Op het gebied van bpv is onder alle kenniscentra een eerste inventarisatie opgemaakt, resulterend in een actieplan bpv. Er zijn al veel overeenkomsten. Een techniekbrede samenwerking op het gebied van bpv is niet alleen inhoudelijk wenselijk maar ook noodzakelijk, gezien de plannen in het regeerakkoord. Wel zullen we de huidige, sterke sectorale verankering met het bedrijfsleven goed moeten blijven borgen. Examinering Fundeon levert niet alleen examenproducten, maar ondersteunt ook de uitvoering van de praktijktoetsing of verzorgt die zelfs geheel, inclusief de borging op die uitvoering. De huidige invulling ervan staat steeds meer onder druk. De toenemende kwaliteitseisen vanuit de overheid/inspectie, verdere standaardisering van de beroepsgerichte examens en de grotere nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van het onderwijs voor (de uitvoering van) examinering, zetten de huidige werkwijze waarop Fundeon vorm en inhoud geeft aan examinering onder druk.
Voornaamste aandachtpunt is de examinering in de praktijk. 2012 stond dan ook van verdere kwaliteitsborging en –verbetering van onder meer het proces van examineren, de kwaliteit van de leermeester en de onafhankelijke beoordeling. Zo werd de steekproefcontrole door adviseurs examinering op de praktijktoetsing in het werk verder ingericht. De coaching on the job werd verder vormgegeven. En werd er gewerkt aan een goede, zoveel mogelijk geautomatiseerde, rapportage van de bevindingen en ondernomen acties vanuit de steekproef voor de examencommissies van de roc’s . Er werd fors ingezet op ondersteuning van roc’s ten aanzien van productenaanbod en verantwoording naar inspectie. Inzet van adviseurs beroepsonderwijs en medewerkers van ontwikkeling leidden in deze meerdere malen tot succes. Knelpunten die zich voordeden binnen de praktijkexaminering infra zijn door een projectgroep onderzocht en van verbeteracties voorzien. Binnen de afdeling ontwikkeling heeft in 2012 nadere professionalisering plaatsgevonden op het gebied van maken van toetsmatrijzen en de verkaveling. Dit laatste moet ervoor zorgen dat voorkomen wordt dat leermiddelen en examens te veel uiteenlopen. Om professionalisering van de ontwikkelafdeling op het gebied van examinering verder mogelijk te maken is vanaf het najaar een team examinering ingericht bestaande uit vier personen. In 2012 organiseerden wij in opdracht van het Onderwijsplatform voor het eerst een ‘inkoopaudit’. Deskundigen in het beroepsonderwijs beoordeelden onze examenproducten en -diensten. Belangrijkste aandachtspunt was de wijze waarop de praktijkexaminering is geregeld. Noodzakelijke verbeteringen zijn vertaald naar korte- en lange termijn acties en worden meegenomen in het proces van heroriëntatie op de examinering in het algemeen. De inkoopaudit zelf is goed verlopen en positief beoordeeld. Het biedt het onderwijs nog meer grip op en betrokkenheid bij de totale examineringcyclus. We gaan dan ook zeker voorlopig door met inkoopaudits. Al met al is de waardering voor onze examineringsproducten en -diensten nog niet wat we willen bereiken. Parallel hieraan is de discussie rondom het kwaliteitskeurmerk nog steeds actueel. Hoe dat verder wordt uitgewerkt, zal in 2013 duidelijk worden. Fundeon levert voor dit project de projectleider. Naar aanleiding van het gedateerd raken van het automatiseringssysteem binnen Fundeon is gestart met een verkenning van nieuwe toetsservicesystemen, waarbij ook de roc’s zijn gevraagd naar hun wensen. Het hiervoor ingerichte project “Herijking ISBO/TSS” heeft geleid tot een bredere aanpak. In het najaar is begonnen met het schrijven van een businessplan en het in kaart brengen van verschillende scenario’s voor examinering en de mogelijk rollen die Fundeon daarin kan en wil vervullen. De scenario’s lopen uiteen van bestaand examenaanbod en -diensten handhaven tot slechts een rol als uitgever van examenproducten. Dit moet resulteren in een advies aan het bestuur in mei 2013. Bij deze scenariodiscussie worden ook de verschillende mogelijkheden van praktijkexaminering beschouwd en gewogen. Advisering bedrijven 2012 was (wederom) voor bedrijven niet makkelijk. Het vooruitzien heeft plaatsgemaakt voor overleven. Ondanks deze omstandigheden zijn de adviseurs personeelsontwikkeling er in geslaagd om het opleidings- en scholingsbeleid binnen de bedrijven verder te ontwikkelen en te ondersteunen middels adviezen en bedrijfsopleidingsplannen. Voor bedrijven is en wordt het steeds belangrijker om het personeel te scholen, maar staan tegelijkertijd de collectieve middelen hiervoor steeds meer onder druk. Onder deze omstandigheden moeten bedrijven blijvend gestimuleerd worden om scholing van het personeel op de agenda te krijgen en te houden.
Anti Cyclisch Opleiden (ACO) Het project anti cyclisch opleiden ‘Bouw door, Leer verder’ (ACO) gestart in 2009 is beëindigd op 15 november 2011. Maar tot en met 4 maart 2012 was er nog uitvoering van de scholing mogelijk. De stuurgroep ACO heeft de eindrapportage besproken in juni 2012. In de eindrapportage zijn de kwantitatieve- en kwalitatieve bevindingen van het project beschreven van de afgelopen drie jaar. Dit project, dat door de werkgeversorganisatie Bouwend Nederland en de vakbonden FNV Bouw en CNV Vakmensen in het leven is geroepen, had tot doel om het vakmanschap van werknemers in de bouw en infra op een hoger peil te brengen en tegelijkertijd de opleiding van jonge mensen te stimuleren. In dit project kregen bedrijven de kosten vergoed van scholing en het verlet van werknemers die cursussen volgen tijdens werktijd, tot maximaal veertig dagen per jaar. Het ging hierbij om vakgerichte cursussen op niveau 2, 3 en 4. De cursussen werden uitgevoerd door opleidingsbedrijven bouw & infra en aan de bouw gerelateerde opleidingsinstituten zoals SBO, Bouwradius T&A, BGA, OCBI, KOB en BOB. Tegenover deze scholingsmogelijkheden stond de verplichting dat bedrijven leerlingen bbl 2 en of bbl 3 opleiden of gingen opleiden. De uitvoering van het project was in handen van Fundeon. Adviseurs van Fundeon gingen op bezoek bij geïnteresseerde bedrijven en zetten de mogelijkheden op een rij. Verder regelde Fundeon de administratie. Ook het uitbetalen van de verletvergoeding was een taak voor Fundeon. EVC en loopbaantrajecten De bedrijfstak heeft belangrijke maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat werknemers zich blijvend kunnen ontwikkelen, scholen en certificeren. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de infrastructuur, die nu op volle kracht werkt. De Fundeon adviseurs in de regio adviseren de werkgevers over het nut en de noodzaak van een goed het loopbaan- en EVC-beleid voor hun werknemers. De werknemers die van deze sectorale diensten gebruik willen maken kunnen terecht bij de individuele traject- en/of evc-adviseur. Het Loopbaantraject werkt vanuit 28 adviescentra, verspreid over heel Nederland. De zes evc-adviseurs verzorgen hun dienstverlening ook met een landelijke dekking, maar daarbij wordt niet vanuit vaste loketten wordt gewerkt. Vanaf 2011 zijn beide voorzieningen actief op Social Media (LinkedIn, Twitter). Voor zowel het Loopbaantraject als de Evc-Centra Bouw & Infra zijn voorlichtingsfilmpjes ontwikkeld die zowel voor de werkgever als de werknemer kunnen worden ingezet. Deze filmpjes zijn beschikbaar via de website. Ook zijn in 2012 69 evc-instrumenten, die als basis dienen voor het portfolio, geactualiseerd. Deze werden aangepast op de nieuwste kwalificatiedossiers en de beoordelingscriteria van de bewijslast en werden waar nodig aangescherpt. Financiële ontwikkelingen Ook Fundeon is in het jaar 2012 hard geraakt door de crisis. De financiering van ons instituut door de bedrijfstak Bouw en door de Overheid stond onder druk. Dit heeft in 2012 geleidt tot een forse bezuiniging binnen Fundeon. Naast het terug dringen van onze zogenaamde out of pocket uitgaven is er fors gesneden in het personeel. Dit heeft geleid tot een personeelsreductie van circa 28 fte. Door tijdig te anticiperen op deze ontwikkeling, onder andere door het nemen van maatregelen op het gebied van efficiency en door de digitalisering van onze producten, kunnen we tot op heden onze overheids- en bedrijfstak taken blijven uitvoeren. Fundeon wacht echter een onzekere toekomst. In het nieuwe regeerakkoord wordt een bezuiniging op de kenniscentra aangekondigd van uiteindelijk 80 miljoen in het jaar 2016. Dit is 80% van het beschikbare macrobudget. Dit raakt direct de Stichting Fundeon KBBI. Het zal echter ook consequenties hebben voor de Stichting Fundeon. Een aanzienlijk deel van onze infrastructuur (backoffice) wordt mede gefinancierd
door de Stichting Fundeon KBBI. Inmiddels zijn bestuur en directie in overleg over de ontstane situatie en bezien zij op welke wijze zij kunnen anticiperen op deze ontwikkeling.
2.2.2 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten In het beleidsplan 2012 zijn de onderstaande meetbare targets opgenomen. Bij iedere target is (voor zover mogelijk) nader uitgewerkt per kpi de ambitie voor 2012. Tenslotte worden de bereikte resultaten in 2012 weergegeven. Met een - worden targets weergegeven die gehaald zijn. Met een / worden targets weergegeven die (ruimschoots) niet gehaald zijn. Met een . worden targets weergegeven die niet gehaald zijn, maar wel bijna. Als criterium daarbij wordt een marge van 15% op de kwantitatieve targets en een marge van 0,2% punt op de kwalitatieve targets gehanteerd. Overall conclusies Het algemene beeld is dat de prestaties van de organisatie in 2012 aanzienlijk beter zijn dan de prestaties in 2011. Bij de afsluiting van 2011 werd geconstateerd dat de prestaties bij vijf prestatiegebieden verbeterd moesten worden: x Het aantal audits bij leerbedrijven (wettelijke taak, zie jaarverslag Fundeon KBBI); x Waardering van de sectorplatforms (bedrijfstaktaak); x Waardering van de leermiddelen en examenproducten (bedrijfstaktaak); x Waardering van de kwaliteit van advisering aan opleidingsbedrijven (bedrijfstaktaak); x Het aantal bedrijfsopleidingsplannen en het aantal bedrijfsbezoeken in dit kader (bedrijfstaktaak). De waardering van de sectorplatforms is in 2012 flink verbeterd, de gemiddelde waardering is van 6,8 naar 7,3 gestegen, daarmee is de target van 7,5 in zicht. De nieuwe aanpak waarbij duidelijker afspraken zijn gemaakt over rollen en verwachtingen wordt door de deelnemers gewaardeerd. Ten aanzien van de waardering van leermiddelen en examenproducten is het beeld t.o.v. 2011 nauwelijks verandert. Het gemiddelde is gestegen van 6,9 tot een 7,0. Een marginaal verschil met een positieve tendens. In 2012 is gestart met een (zeer) gedoseerde uitlevering van de nieuwe generatie leermiddelen voor onder meer Timmeren en Vakman GWW. De verwachting is dat dit in 2013 zichtbaar moet worden in de waardering van deze nieuwe producten, bij presentaties werd overwegend enthousiast gereageerd. Op basis van de uitkomsten van het uitgevoerde onderzoek heeft de afdeling al twee maatregelen bedacht die moeten leiden tot een grotere tevredenheid van gebruikers. Er zal bij het ontwikkelen van examenmateriaal meer aandacht besteedt worden aan de taal om daarmee de aansluiting bij de doelgroep te verbeteren. Bij de BPV zullen leermeesters beter geïnstrueerd worden op gebruik van de trajectmap, hetgeen zal leiden tot tevredener docenten. De waardering van de kwaliteit van de advisering van opleidingsbedrijven is licht gestegen maar daarmee nog niet op het gewenste niveau. De target voor het aantal bedrijfsopleidingsplannen is in 2012 ruimschoots gehaald. Het aantal bedrijfsbezoeken is voor 2012 met 11% achtergebleven op de doelstelling, maar aanzienlijk beter dan de prestatie in 2011. Op basis van het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat ondanks alle onzekerheid in 2012 de organisatie zich positief ontwikkeld heeft.
Bedrijfstaktaken 1. Afstemming onderwijs en bouwarbeidsmarkt
Taak 1. Bevordering vraaggerichte organisatie (organisatie van sectorplatforms en accountmanagement onderwijs)
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Ieder door het bestuur goedgekeurd sectorplan is tot stand gekomen door overleg met de sectoren B&U, GA en Infra op basis van 3 bijeenkomsten per sector/per jaar. - 80% van alle potentiële branches in de sectoren nemen deel aan het sectorplatform en waarderen dit overleg 7,5. Hierbij is het presentiepercentage minimaal 70%. - De goedgekeurde sectorplannen worden jaarlijks verwerkt in de ontwikkelagenda van de organisatie. - Met het onderwijs worden in jaarlijks 3 bijeenkomsten afspraken gemaakt over de realisatie van de ontwikkelagenda. - De deelnemers aan het overleg vanuit het onderwijs waarderen het overleg 7,5.
-
Realisatie
- . -
80% deelname 7,3 gem. waardering 70% gemiddeld
-
.
7,3 gem. waardering
De sectorplannen zijn het resultaat van collectieve bijeenkomsten en van individuele gesprekken, die de Fundeon sectorcoördinator met de participanten aan de sectorplatforms heeft gevoerd. De sectorplatforms B&U, GA en Infra zijn in 2012 bijeen gekomen in maart, juni en oktober. In het overleg van oktober zijn de sectorplannen 2013 besproken en vastgesteld. . Er is voor het eerst een gebundelde integrale versie van de matrices van de drie sectorplannen gemaakt, die als bijlage bij het beleidsplan 2013 in het bestuur van Fundeon is besproken en vastgesteld. De stuurgroep onderwijs is in 2012 zes maal bijeen geweest. In oktober is het activiteitenplan 2013 vastgesteld. In dit plan zijn de afspraken opgenomen over de realisatie van de ontwikkelagenda 2013. De sectorcoördinatoren hebben een lijst opgesteld van alle potentiële branches die aan het sectorplatform behoren deel te nemen. Op basis van presentielijsten is het percentage berekend dat actief deelneemt, dit is 80% (vorig jaar 74%). Hierbij moet de opmerking gemaakt worden dat de sectorcoördinatoren met alle branches minimaal één keer per jaar individueel overleg hebben. Met iedereen wordt dus een relatie onderhouden, al neemt niet iedereen actief deel aan het platform omdat ze dit niet willen of kunnen. Om ontwikkelagenda en sectorplannen nog beter op elkaar af te stemmen is in 2012 het beleidsproces aangepast: de vraag van de sectoren is eerder in het jaar opgehaald, zodat de consequenties voor het ‘wat’ (ontwikkelagenda) en het ‘hoe’ (activiteitenplan onderwijs) goed op elkaar konden worden afgestemd. De betrokkenheid van het onderwijs is hierdoor toegenomen. Wanneer de sectorplannen naast de ontwikkelagenda gelegd worden, kan geconcludeerd worden dat alles dat in de sectorplannen staat verwerkt is in de ontwikkelagenda van de organisatie.
De waardering van de sectorplatforms is in 2012 flink verbeterd, de gemiddelde waardering is van 6,8 naar 7,3 gestegen. Daarmee is de target van 7,5 in zicht. De nieuwe aanpak waarbij duidelijker afspraken zijn gemaakt over rollen en verwachtingen wordt door de deelnemers gewaardeerd.
Taak 2. Opzet en onderhoud bedrijfstakkwalificatiestructuur
3. Afstemming beschikbaarheid behoefte op de arbeidsmarkt en instroom in de vakopleiding
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - 163 beroepscompetentieprofielen en 4 kwalificatiedossiers zijn actueel en voldoen aan de daaraan gestelde eisen. - Alle afspraken in sectorplannen over vernieuwing en onderhoud op basis van BCP-onderzoek zijn ultimo jaar gerealiseerd. - Voor alle 25 kwalificatiedossiers zijn in een rapport de gegevens met betrekking tot beschikbaarheid van potentiële kandidaten en de behoefte op de arbeidsmarkt valide en betrouwbaar jaarlijks voor 1 april beschikbaar. - Deze rapportage wordt door de interne gebruikers gewaardeerd HQGRRUGH H[WHUQHJHEUXLNHUV
Realisatie
-
7,5 intern 7,1 extern
-
De vier bedrijfstakkwalificaties zijn vanaf 2010 operationeel en er is vanuit dit oogpunt was er geen noodzaak de kwalificaties te onderzoeken in 2012. Het onderhoud van de beroepscompetentieprofielen (BCP) maakt sinds 2011 onderdeel uit van het cyclisch onderhoud van de kwalificatiestructuur. In 2012 zijn de BCP’s behorende bij de kwalificatiedossiers middenkaderfunctionaris bouw en infra, kaderfunctionaris bouw en infra en infratechniek onderzocht en de uitkomsten van het onderzoek voorgelegd aan betrokken sociale partners. In de rapportage Arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie 2012 is in het hoofdstuk ‘Instroombehoefte’ de instroombehoefte 2012 per kwalificatie opgenomen. Dit rapport was gereed voor 1 april en is vervolgens intern en extern verspreid. De Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie 2012 is gemeten onder interne en externe doelgroepen. De waardering door de interne gebruikers voor de arbeidsmarktrapportage 2012 was een 7,5. De gemiddelde waardering voor de rapportage door externe gebruikers was een 7,1.
Taak 4. Vervaardigen van leermiddelen/examineringproducten
5. Arrangeren en distribueren van leermiddelen en examenproducten
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Voor 72 uitstroomrichtingen en 76 opleidingen op basis van 25 kwalificatiedossiers is er een volledig pakket leermiddelen en examineringproducten beschikbaar. - Waardering van de gebruikers van alle producten is 7,2. - Alle afnemers hebben het bestelde pakket op het afgesproken moment, op de overeengekomen plek en wijze beschikbaar gekregen. Bij steekproef bij de afnemers is de score 100% op uitlevering van de pakketten.
-
Realisatie
.
7,0
.
91%
Fundeon vervaardigt in principe voor alle opleidingen in de bouw en infra leermiddelen en examineringsproducten. In toenemende mate vervaardigt Fundeon digitale leermiddelen. In 2012 waren voor alle opleidingen conform gemaakte afspraken leermiddelen en producten beschikbaar. Met de branches natuursteen en dakdekken bitumineus, die niet onder de Cao Bouw vallen, en de branche betonstaalverwerken zijn individuele afspraken gemaakt over welke producten ontwikkeld worden. De waardering voor de leermiddelen en examineringsproducten is in 2012 gemeten bij vier doelgroepen, namelijk bij leerlingen, leermeesters, docenten van roc’s en instructeurs van opleidingsbedrijven. De leermiddelen en examineringsproducten zijn gespecificeerd in overleg met de afdeling Ontwikkeling. Ten aanzien van de waardering van de leermiddelen en examenproducten is het beeld ten opzicht van 2011 nauwelijks veranderd. Het gemiddelde is gestegen van 6,9 naar 7,0. Op basis van de uitkomsten zijn er enkele concrete maatregelen genomen die moeten leiden tot een grotere tevredenheid van de gebruiker. Onder een aantal roc’s, opleidingsbedrijven en overigen - zijnde de afnemers van leermiddelen en examenproducten - is een digitale enquête gehouden. Uit dat onderzoek is het volgende gebleken: x 22% van de afnemers heeft de pakketten niet op tijd ontvangen, de meest genoemde reden hiervoor is dat een bestelling in zijn geheel wordt uitgesteld als een bepaald leermiddel niet voorradig is; x Gunstig is dat alle afnemers de pakketten op de overeengekomen plek hebben ontvangen; x 96% van de afnemers heeft de pakketten op de gewenste wijze ontvangen, de rest weet het niet. Deze kpi is hiermee niet gehaald. Uit de gehouden steekproef komt een gemiddeld percentage van 91.
Taak 6. Examinering
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Voor alle leerlingen in de Infra worden praktijkexamens op tijd georganiseerd, uitgevoerd, gecontroleerd en geregistreerd. - Voor de b&u en de ga geldt het volgende: adviseurs voeren op jaarbasis 3.600 steekproeven uit in het kader van examinering. - De waardering voor het werk van de adviseur examinering is 7,3. - Het aantal geregistreerde klachten is minder
-
Realisatie
-
3.742
.
7,1
dan 1% van de uitgevoerde examens.
-
0,00067%
Leerlingen in uitvoerende beroepen in de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij doen de meeste praktijktoetsen op de bouwplaats. In het toetsplan staat een advies over het aantal af te leggen praktijktoetsen bij het opleidingsbedrijf. Voor de infra staat in het toetsplan welke toetsen verplicht moeten worden afgelegd in de examenhal van Fundeon in Harderwijk. Voor de meeste praktijktoetsen geldt dat de deelnemer in overleg met de leermeester zelf bepaalt wanneer de praktijktoets wordt afgenomen. In die zin is de deelnemer dus zelf verantwoordelijk voor de tijdigheid van het examen. De leermeester – of instructeur – beoordeelt of de leerling de praktijktoets goed uitvoert. Om te zien of dat proces goed verloopt en om dat proces te ondersteunen, controleren adviseurs examinering van Fundeon steekproefsgewijs praktijktoetsen. In 2012 zijn er op de bouwplaats ruim 24.000 praktijktoetsen uitgevoerd. Hierbij waren ruim 4.600 leermeesters betrokken. De adviseurs examinering hebben in totaal 3.742 steekproeven uitgevoerd. De target van 3.600 is daarmee gerealiseerd. Op het examencentrum in Harderwijk zijn in totaal 2.920 praktijktoetsen infra afgenomen. De laatste twee jaar zijn de aantallen op het examencentrum afgenomen. Dit is deels te verklaren uit de teruglopende leerlingen aantallen en deels uit het feit dat praktijktoetsing infra (CGO) voor een deel op de bouwplaats plaatsvindt. In 2012 zijn er 1.625 infra toetsen op de bouwplaats uitgevoerd. Bij het afnemen van deze examens zijn 190 examinatoren betrokken geweest. De waardering voor het proces van examinering en de tijdigheid is in 2012 gemeten bij aannemers, leerlingen en leermeesters en is uitgekomen op een 7,1.
Taak 7. Advisering van scholen
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Alle 43 ROC’s en haar vestigingen/100% van de ROC’s met BBL-opleidingen B&U, Infra en GA nemen de leermiddelen en examineringproducten af en gebruiken deze zoals bedoeld. - Docenten geven aan dat de adviseur beroepsonderwijs het gebruik van producten goed ondersteunt. 75% is hier tevreden over. - Ambitie is om in 2012 50% van de ROC’s met een BOL-4 opleiding Bouw en Infra te bedienen met het nieuwe product BPV-net (BPV-instrument en examendossier) en zij gebruiken deze zoals bedoeld en waarderen deze 7,2. - Adviseurs leggen op jaarbasis hiervoor 1.300 reguliere bezoeken af aan ROC’s. - De waardering voor de advisering door de adviseur is 7,5.
-
Realisatie 100%
-
100%
-
77%
/
16%
/
88% 5,8
-
1.496
-
7,7
8. Advisering van opleidingsbedrijven
9. Ondersteuning regionale opleidingsstructuur (RCB-bouw)
- Alle 74 opleidingsbedrijven/100% maken gebruik van de trajectmap en maken voor 100% gebruik van de procedure praktijktoetsing. - Instructeurs geven aan dat de adviseur beroepsonderwijs het gebruik van de producten goed ondersteunt. 75% is hier tevreden over. - Adviseurs leggen op jaarbasis ten behoeve hiervan 700 bezoeken af aan de opleidingsbedrijven. - De waardering voor de advisering van de adviseur is 7,5. - Per RCB-bouw ondersteunt de adviseur 4 bijeenkomsten per jaar met een maximum van 20 uur per RCB. Totaal gaat het om 37 RCB’s en om 740 uur ondersteuning. - De waardering voor de ondersteuning van de adviseur is 7,5.
100% trajectmap
90% praktijktoetsing
- . -
83%
-
844
/ -
7,2
354 uur
-
7,8
In 2011 is met alle roc’s is een tweejarige samenwerkingsovereenkomst afgesloten voor het afnemen van leermiddelen en examineringproducten. Met twee roc’s zijn specifieke afspraken gemaakt omtrent de producten voor de machinisten en met één roc voor de producten van de monteurs. Uit een meting onder docenten, die sinds het schooljaar 2012/2013 lesgeven met de nieuwe lesmethoden voor de opleidingen Assistent bouw en infra, Timmerman, Vakman gww, Allround vakman gww en Kaderfunctionaris uitvoering bouw en infra, blijkt als gevolg van een combinatie van een docentenhandleiding en de ondersteuning van de adviseur dat de producten gebruikt worden zoals deze bedoeld zijn en dat 77% van tevreden tot zeer tevreden is met de ondersteuning van de adviseur Beroepsonderwijs bij het gebruik van leermiddelen en examineringsproducten. In 2012 boden 38 roc’s de opleiding bol 4 bouw & infra aan, 6 daarvan maken gebruik van BPV net, dat is ongeveer 16%. Daarmee is deze kpi niet gehaald. Ten dele zit dit in kritiek op het instrument BPV net, maar de hoofdoorzaak is het feit dat veel roc’s andere (eigen) leermiddelen en monitoringsinstrumenten gebruiken die niet van Fundeon komen. De verwachting voor komend jaar is dat nog enkele roc’s gebruik gaan maken van BPVnet. Uit een meting onder docenten die gebruik maken van BPVnet blijkt dat de combinatie van een docentenhandleiding en de ondersteuning van de adviseur slechts één docent BPVnet niet te kunnen gebruiken zoals deze bedoeld is. Derhalve is deze KPI gehaald. De waardering voor BPVnet is gemeten bij de coördinatoren en docenten van de roc’s en deze is met een 5,8, fors onder de kpi van 7,2. Ten opzichte van vorig jaar is de waardering voor BPVnet stabiel gebleven. Deze lage waardering wordt met name gegeven omdat de respondenten BPVnet gebruiksonvriendelijk vinden. Gelet op bovenstaande resultaten zal in 2013 een heroriëntatie plaats vinden op het aanbieden van BPVnet. Uit de enquête onder instructeurs blijkt dat 100% van de opleidingsbedrijven met de trajectmap van Fundeon werkt, bijna 83% aangeeft dat er geen onduidelijkheden zijn en dat de map alle informatie bevat die gebruikers nodig hebben om de begeleiding van de leerlingen voldoende te kunnen vormgeven.
Voorts blijkt uit de enquête dat 90% gebruik maakt van de praktijktoetsen beschreven in de trajectmap. De waardering van de kwaliteit van de advisering van opleidingsbedrijven is licht gestegen maar nog niet op het gewenste niveau. Het aantal bezoeken aan ROC’s is voor 2012 ruimschoots gehaald en de waardering is met 0,3 gestegen ten opzichte van 2011 en boven het gestelde target. In het kader van Gedeelde Ambities zijn er vanaf 2011 minder uren voor de ondersteuning door de adviseurs van de RCB’s beschikbaar dan in het verleden. In 2012 is door de adviseurs beroepsonderwijs in het totaal 354 uur ondersteuning verleend aan de RCB’s. De rcb’s waarderen de ondersteuning van de adviseur met een 7,8 en hiermee is de kpi ruimschoots behaald. Opvallend hierbij is dat het cijfer een vol punt hoger is dan vorig jaar.
2. Advisering leerbedrijven en werknemers Key Performance Indicator Taak 10. Advisering bedrijven: opleidingsadvies (initiële en functionele scholing)
11. Kwaliteitsbevordering leerbedrijven
Doelstelling/targets - 1.500 bedrijven krijgen jaarlijks een gedegen opleidingsadvies vastgelegd in een bedrijfsopleidingsplan. - Adviseurs leggen jaarlijks 6.000 bedrijfsbezoeken af. - De advisering door de adviseur wordt door de bedrijven gewaardeerd 7,1. - Er worden 1.925 nieuwe leermeesters (niveau 1 tot en met 4) geschoold en/of gecertificeerd. - Er worden 5.500 bestaande leermeesters nageschoold en/of gecerticeerd. - De waardering van de leermeesters voor de cursus is 7,5.
-
Realisatie 1.549
.
5.334
-
7,6
-
2.527
-
5.782 7,5
In 2012 zijn er 1.549 bedrijfsopleidingsplannen aangeboden dit zijn er circa 300 meer dan in 2011 en daarmee hebben de adviseurs personeelsontwikkeling de kpi behaald. Het totaal aantal bezoeken van de adviseur personeelsontwikkeling is uitgekomen op 5.334. Dit aantal ligt wel beduidend hoger dan de 4.200 bezoeken in 2011, maar de target is niet gehaald. De voornaamste verklaringen hiervoor zijn vacatures en (langdurige) ziekte. De aannemers waarderen het opleidingsadvies van de adviseur met een 7,6. Dit is zowel hoger dan de NSL DOVKHWUHVXOWDDWLQ Het aantal nieuw geschoolde leermeesters is uitgekomen op 2.527 en ligt hiermee ruim boven het gestelde target. Ook bij nascholing van reeds bestaande leermeesters is de KPI behaald en deze is uitgekomen op 5.782. Over alle leermeestercursussen heen is de waardering een 7,5 (gewogen gemiddelde), hiermee is deze kpi behaald.
Taak 12. Erkennen van leerlingbouwplaatsen
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Alle door de betrokken partijen aangedragen leerlingbouwplaatsen worden beoordeeld en, indien voldaan wordt aan de voorwaarden, erkend. - De waardering van de leerling voor het leren/werken op de leerlingbouwplaats is 7,5.
-
Realisatie 100 %
-
7,6
In 2012 zijn alle door de betrokken partijen aangedragen leerlingbouwplaatsen beoordeeld en, indien voldaan werd aan de voorwaarden, erkend. De leerlingen waarderen het leren/werken op een leerlingbouwplaats met een 7,6. Opvallend is dat de kwaliteit van de BPV-plaats in zijn totaliteit hoger wordt gewaardeerd dan het leren/werken op een leerlingbouwplaats in zijn totaliteit (respectievelijk 8,2 en 7,6).
Key Performance Indicator Taak 13.a. Advisering aan werknemers
Doelstelling/targets - Per jaar worden 2.000 nieuwe instromers in loopbaantrajecten gerealiseerd. - Het aandeel ambitietrajecten dient 50% te zijn. - Tevens is 60% van de uitstroom een succesvol traject.
13.b. Advisering aan werknemers
- De waardering van de deelnemers binnen het loopbaantraject is 7,5. - Per jaar worden 600 EVC-trajecten gerealiseerd, waarvan 60% wordt afgesloten met ervaringscertificaten, ervaringsprofielen of diploma’s. - De waardering van de deelnemers in EVCtrajecten is 7,5. - Het EVC-traject wordt jaarlijks gecertificeerd.
-
Realisatie 2.179
-
70%
-
74%
. -
7,8 557 68%
-
7,6
-
In 2012 is de instroomtarget van het Loopbaantraject B&I ruimschoots gehaald. De totale uitstroom voor 2012 is uitgekomen op 2.135, waarvan succesvol 1.571 (transitie/transitierijp/goed geholpen). De waardering van de deelnemers voor het traject is met 0,3 gestegen en is met een 7,8 een prachtige prestatie. Deze stijging is onder andere te verklaren door de beduidend hogere beoordeling voor de snelheid van de trajecten en de stijging in tevredenheid over de mate van invloed op het traject. De instroomtarget voor EVC is in 2012 bijna gerealiseerd (93%). Het niet realiseren van de instroomtarget had te maken met een aantal factoren: x Waarschijnlijk de belangrijkste is de economische crisis. Hierdoor konden veel potentiële deelnemers niet meedoen omdat ze op het moment van aanmelden net werkloos waren geworden;
x
De andere reden is dat Fundeon in vergelijking met vorig jaar nu de vruchten begint te plukken van alle acquisitieactiviteiten en verbeteringen in het werkproces, maar dat dit effect nog net niet voldoende heeft doorgewerkt om de target te halen.
In 2012 zijn 518 trajecten afgesloten, waarvan 350 succesvol (68%). Deelnemers aan het EVC-traject Bouw & Infra geven het traject een gemiddelde waardering van een 7,6. De deelnemers zijn ten opzichte van 2011 significant meer tevreden geworden met de snelheid van het traject, de duidelijkheid bij de intake en de hoeveelheid tijd tussen aanmelding en start van het traject.
3. Promotie en bevordering instroom en behoud personeel
Taak 14. Het maken van communicatieproducten (brochures/periodieken/ folders/website/ intranet/etc.) ter ondersteuning van de drie kerntaken
15. Het adviseren en faciliteren van communicatieactiviteiten (beurzen/ evenementen/open dag/campagnes/etc.)
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Door de productie en het uitgeven van voorlichtingsproducten de bekendheid met de werkzaamheden van Fundeon bevorderen en instroom in opleidingen te stimuleren. Bij 70% van de contactpersonen bij de erkende bedrijven zijn de hoofdtaken van Fundeon bekend. 40% van de contactpersonen van de onder de bouw-cao vallende niet-erkende bedrijven kunnen in 2012 tenminste één van de hoofdtaken van Fundeon benoemen. - De waardering voor de voorlichtingsproducten bij degenen die ze kennen is 7,3. - Van degenen die deelgenomen hebben aan de activiteit is de waardering voor de activiteiten 7,0. - Degenen die geadviseerd en/of gefaciliteerd zijn voor hun communicatieactiviteit waarderen dit 7,0.
Realisatie
-
88%
.
36%
/
6,8
-
7,4
/
6,7
De totale bekendheid met de hoofdtaken ligt bij alle drie boven de 70% (gemiddeld 88%) en dus ook boven de kpi. De bekendheid met de hoofdtaken is nog steeds groeiende. De groei is voornamelijk te vinden in de spontane bekendheid van de advisering over opleidingsbeleid (2011: 28%; 2012: 47%) en in de spontane bekendheid van de ondersteuning instroom van vakmensen (2011: 12%; 2012: 25%). De bekendheid met minimaal één van de hoofdtaken is in totaal 36%. Dit ligt nipt onder de kpi van 40% en is een stuk hoger dan het resultaat van 2011 (18%). Een verklaring hiervoor is de aanpassing van de definitie van de niet-erkende bedrijven. In 2012 is alleen gemeten onder bouw-cao vallende niet-erkende bedrijven. In 2012 zijn vijf verschillende communicatieproducten gemeten over het gehele jaar. Het uiteindelijke waarderingscijfer voor deze kpi is een gemiddelde waardering worden over deze vijf producten. De communicatieproducten zijn gespecificeerd in overleg met de afdeling Communicatie. De waardering van de vijf verschillende communicatieproducten is gemiddeld een 6,8.
In 2012 is de waardering gemeten van drie verschillende communicatieactiviteiten (docentendag timmeren, Landelijke dag 2012 van het Platform vmbo Bouwen, Wonen en Interieur en de Relatiedag 2012). Deze is uitgekomen op een 7,4. De contactpersonen van de opleidingsbedrijven waarderen het advies van Fundeon bij communicatieactiviteiten met een 6,7. Van de contactpersonen die hebben meegewerkt aan dit onderzoek geeft 64% aan dat hun opleidingsbedrijf dit jaar geadviseerd is.
4. Uitvoering subsidiebeleid
Taak 16. Door middel van subsidies stimuleren van instroom en behoud van personeel
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Voor alle daarvoor in aanmerking komende leerlingen zijn na correcte aanlevering van de benodigde gegevens tijdige en correcte betalingen gerealiseerd (binnen 2 weken na aanlevering volledige gegevens). - Uit controle van de administratie blijkt dat 95% van de betalingen tijdig en correct was en het aantal klachten blijft onder de 1% van het totaal van alle betalingen.
-
Realisatie
-
100%
-
0,00045%
De uitbetaling van de subsidie voor de bouw en infra opleidingen verloopt volgens een geautomatiseerd proces in de systemen Isbo, SWBi en Subsidies. Na het invoeren van de gegevens genereren de systemen middels betalingsruns betalingen. Betaling vinden minimaal eens in de twee weken plaats. In 2012 zijn er 64 betalingsruns uitgevoerd met in totaal ruim 22.000 betalingen. Het aantal betalingruns in acht genomen zijn de betalingen binnen twee weken na invoering in de systemen uitgevoerd. Bij controle hiervan d.m.v. steekproeven zijn geen onregelmatigheden aangetroffen. In het klachtensysteem zijn tien klachten geregistreerd op de ruim 22.000 betalingen geregistreerd.
2.2.3 ACO Over de behaalde resultaten van het project Bouw door, Leer verder (ACO) valt het volgende te melden. In totaal zijn er 819 BOP’s (bedrijfsopleidingsplannen) in het project goedgekeurd: 78% hiervan is B&U, 15% Infra en de overige 7% is GA. Het totaal aantal werknemers, dat aan de bedrijfsopleidingsplannen gekoppeld was bedroeg 7939. 76% van het totaal aantal bedrijven heeft tussen 0 en 50 werknemers in dienst; 24% tussen 51 en 500. De leeftijdsopbouw laat zien dat veel oudere werknemers (tussen 40 en 65 jaar) aan dit project hebben deelgenomen. Het totaal aantal scholingsdagen bedroeg 169.410. De deelnemende bedrijven hadden daarmee een leerlingenverplichting om 2.619 bbl 2 en bbl 3 leerlingen te behouden of te laten instromen binnen het bedrijf. Om de instroom nog verder de stimuleren kregen opleidingsbedrijven een bonus per ingestroomde bbl 2 leerling per jaar. De instroombonus werd uitbetaald indien de instroom in 2011 meer was dan 50% van de instroom van het gemiddelde over de jaren 2007/2008. Op basis van bovenstaande is de conclusie gerechtvaardigd dat sprake is van een prima resultaat. Het project is een enorme impuls geweest voor de bedrijfstak Bouw en Infra.
2.2.4
Overige (financiële) resultaten
Europees Sociaal Fonds (ESF) Actie E Sociale Innovatie – Vitale bedrijven: “Projecten beter in lijn” In februari ontvangt Fundeon de beschikking subsidieverlening van het Agentschap ESF in het kader van ESF E Sociale Innovatie – Vitale Bedrijven voor het project “Projecten beter in lijn” van de Fundeon Academie. In december declareert Fundeon een bedrag van € 18.000 voor het adviesrapport “Achteruitkijkspiegel”, waarvan 75% subsidie, een bedrag van € 13.500. Europees Sociaal Fonds Actie D: Vakmodules ACO Begin november 2012 vindt de accountantscontrole van het Agentschap ESF plaats voor het ESF D project voor de vakmodules van ACO die in 2011 is afgerond. De projectadministratie is geheel compleet en correct (!), de deelnemersadministratie ook, mede door de aanvullende verklaring met het opleidingsniveau bij aanvang. Onduidelijkheid blijkt er nog te zijn over de marktconformiteit van het betaalde standaardtarief per dag, voor Fundeon blijft dat zonder gevolgen. Technisch Bureau Bouwnijverheid: ESF D & J Om het Scholingsfonds te ontlasten brengt Fundeon op verzoek van het Technisch Bureau Bouwnijverheid (een deel van) de leermeestercursus en (een deel van) de vakmodules en vakstappenplannen van ACO onder in de lopende, sectorale projecten van ESF Actie D en J. In totaal betreft dat ruim € 3,8 mln, waarvan 40% subsidie, ruim € 1,5 mln. De kosten voor de uren van 2012 voor subsidieadvies, controlling, marktinformatie en ICT om dat voor te bereiden en te implementeren van € 45.000 vergoedt het Technisch Bureau Bouwnijverheid. Europees Sociaal Fonds (ESF) Actie E Sociale Innovatie – Duurzame Inzetbaarheid: Duurzame Inzetbaarheidscan & Intersectorale Mobiliteit Op 1 mei 2012 dient AC Adviseurs voor Fundeon en namens het Technisch Bureau Bouwnijverheid twee subsidieaanvragen voor ESF E Sociale Innovatie in. In augustus worden beide projecten goedgekeurd. Het betreft het project “Intersectorale Mobiliteit” met OOM voor een projectsom van € 320.000 en subsidie van € 160.000 en het project “Duurzame InzetbaarheidsScan" (DIS) samen met ARBOUW met een projectsom van € 214.000 en € 107.000 subsidie. De projecten duren van 1 mei 2012 tot en met 31 juli 2013. Het project “Intersectorale Mobiliteit” is helaas nog niet begonnen om OOM moverende redenen. De opbrengsten voor DIS voor 2012 zijn ruim € 21.000. Intelligent Energy Europe – Built Up Skills Netherlands Fundeon is partner in het project Build Up Skills Netherlands. In 2012 heeft het bijgedragen aan de communicatie, de analyse van de stand van zake en een workshop georganiseerd in BUS NL. Dat is een Europees project voor een analyse inzake de innovaties vanuit duurzaamheid in de brede bouw, de daarvoor benodigde vaardigheden bij bouwplaatsmedewerkers en de mogelijkheden tot opleiding daartoe. Opbrengsten in 2012 zijn bijna ruim € 19.000. Dat is minder dan gepland omdat het beroepscompetentieprofielonderzoek door de afdeling Marktinformatie is uitgesteld tot het voorjaar van 2013. Het project loopt door tot mei 2013. Op 23 april 2013 is de slotconferentie.
2.3
Organisatie
2.3.1
Algemeen
Juridische structuur De drie stichtingen Fundeon zijn per 1 januari 2006 opgericht. Het bestuur van de drie stichtingen wordt gevormd door vijf vertegenwoordigers namens de werkgeversorganisatie Bouwend Nederland en vijf vertegenwoordigers namens de werknemersorganisaties FNV Bouw en CNV Vakmensen. Namens de MBO Raad zijn daarnaast vijf bestuurders lid van het bestuur van de Stichting Fundeon KBBI. Organisatiestructuur Fundeon heeft haar centrale kantoor in Harderwijk en daarnaast beschikt Fundeon over regiokantoren in Woerden, Zwolle en Helmond, van waaruit adviseurs opereren en worden ondersteund. Directievoering en verdere ondersteuning (personeelszaken, boekhouding, automatisering, etc.) worden verleend vanuit het centrale kantoor. Ultimo 2012 telde de gehele organisatie Fundeon 272 fte. Hiervan waren juridisch gezien 211 fte werkzaam voor Stichting Fundeon, onder te verdelen in 198 fte in vaste dienst en 13 fte in detachering en uitzendkrachten. Van het totaal aantal wordt 228 fte financieel verantwoord in Stichting Fundeon. Dit is inclusief 17 fte gedetacheerde medewerkers vanuit Stichting Fundeon KBBI. Tegenover 37 fte staat dekking vanuit projecten of detachering. Voor Stichting Fundeon KBBI waren werkzaam 61 fte, allen in vaste dienst. Hiervan wordt 44 fte financieel verantwoord in Stichting Fundeon KBBI en 17 fte in Stichting Fundeon. Stichting Fundeon Fonds heeft geen personeel in dienst. Samenstelling Directie Naam Functie Aard Dienstverband Omvang dienstverband Beloning (totale lasten) Toegerekend aan Fundeon
S. van Bodegraven algemeen directeur
F.W.C.M. Kokke directeur Markt & Ontwikkeling
A. Kreulen directeur Financiën en Operaties
Statutair Vast 1,0fte € 173.168 € 110.221
Titulair Vast 1,0fte € 150.127 € 95.556
Titulair Vast 1,0fte € 151.542 € 96.456
De directie is in dienst van Stichting Fundeon. De directiebeloning is deels toegerekend aan Stichting Fundeon KBBI op basis van de verhouding lumpsum O&O-fonds / Rijksbijdrage OCW. 2.3.2 Organisatorische ontwikkelingen Fundeon is een organisatie in beweging. In de eerste plaats bewegen we voor de klant: de medewerkers zijn intrinsiek zeer gedreven om kwaliteit te leveren voor de klant (zowel de branches en de bedrijven, als de werknemers en leerlingen). Men stáát voor de waarde die men heeft voor de bedrijfstak. In de tweede plaats bewegen we ook intern. Logischerwijs is dat weer zichtbaar geworden in de recente reorganisatie die formeel op 1 januari 2013 in werking treedt, maar informeel al in de laatste maanden van 2012 was gestart. Maar het is ook waar te nemen in de manier waarop verbeteringen zijn en worden
gesignaleerd en aangepakt: zoekend naar de meest effectieve (en dus soms ingrijpende) mogelijkheden. Sterke werkwijzen worden behouden en uitgebouwd. Al eerder is er op gewezen dat de maatregelen uit het regeerakkoord nu weliswaar nog niet te overzien zijn, maar fors zullen ingrijpen in de organisatie. Dat zal veel wederom veel vragen van de weerbaarheid en wendbaarheid van de organisatie. De uitkomsten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek dat in 2012 is uitgevoerd, bieden hiervoor belangrijke handvatten. Dit onderzoek is uitgevoerd door een extern bureau dat jaarlijks veel onderzoek doet bij een scala van bedrijven en instellingen. Uit dit onderzoek bleek een grote betrokkenheid bij het e werk. Met een tevredenheidscore van 7,8 werd Fundeon beloond met een eervolle 19 plek in de top 50. Met het oog op de onzekerheden in verband met de bezuinigingen een prima prestatie. Met het vormgeven van de in het rapport gedane aanbevelingen is in 2012 een start gemaakt. Er zijn vier kernthema’s benoemd: 1. We gaan meer gebruik maken van de kennis en expertise van de medewerkers. 2. We gaan meer ruimte geven aan en verantwoordelijkheid leggen bij de medewerkers. 3. We zetten ons in om het werkproces over minder schijven laten lopen en daarmee de werkorganisatie meer efficiënt te maken. 4. We gaan ons richten op het versterken van het integraal samenwerken op alle niveaus.
2.3.3
Ondersteunende diensten en stafafdelingen
Financiën en Operaties Automatisering, een stabiele partner Sinds het jaar 2009 hebben zich binnen de afdeling automatisering grote veranderingen voorgedaan. Er is gekozen om zelf aan het roer te staan en de afdeling automatisering sterk te professionaliseren. We verwachten een pro actieve houding van mensen die gericht is op de koers van Fundeon. Dit past heel goed bij de kernwaarden van Fundeon. In 2012 heeft dit geleid tot een moderne, stabiele goed functionerende infrastructuur. Dit is tevens een goede basis om onze dienstverlening aan collega instituten in de bouw te handhaven en/of uit te breiden om zo voldoende schaalgrootte te behouden. Binnen de afdeling automatisering is Informatiemanagement goed betrokken bij de ontwikkelingen rond de samenwerking tussen de kenniscentra onderling. De afdeling automatisering werkt gestaag door aan de ICT projecten vastgelegd in onze “roadmap ICT” Dit jaar is een belangrijke fase van het grote project digitalisering leermiddelen samen met de afdeling ontwikkeling afgerond. Een goed voorbeeld van integrale samenwerking! Fundeon vindt het belangrijk om een goed CRM pakket te hebben. Dit project (onderdeel van onze roadmap) is vorig jaar gestart en zal begin 2013 opgeleverd worden. De afdeling Financiën een stevig fundament In het roerige 2012 heeft de afdeling laten zien dat zij over een zeer goede basis beschikt. Er wordt veel flexibiliteit van hen gevergd. Het jaar 2012 stond in het teken van de grote bezuinigingsoperatie die binnen Fundeon doorgevoerd is. Dit heeft een behoorlijk tijdsbeslag gelegd op de afdeling. In het jaar 2012 zijn de maand-, kwartaal- en jaarcyclus verder verbeterd. Door kort op afdelingen te zitten en met hen mee te denken is het financieel beheer van Fundeon solide. Onze succesvolle administratieve bijdrage aan de sectorale ESF projecten zijn daar een goed voorbeeld van. Dit jaar mochten we Stichting Arbouw als nieuwe klant verwelkomen. Ook voor de afdeling Financiën is het belangrijk dat zij voldoende schaalgrootte kan behouden in economisch mindere tijden. Alleen op die manier kan de nodige kwaliteit voor sector geborgd blijven.
Subsidieadviseur is netwerker Het accent van de werkzaamheden van de subsidieadviseur lag in het afgelopen jaar op het verkennen en versterken van het netwerk van subsidieverstrekkende organisaties op het gebied van de arbeidsmarkt, onderwijs(-innovatie), sociale innovatie, duurzame inzetbaarheid / vitaliteit en op het verkennen en eventueel inzetten van de subsidieregelingen op die gebieden, met name het Europees Sociaal Fonds (ESF). In 2012 heeft Fundeon met name gelden ontvangen in het kader van de Stageboxregeling en ESF. Fundeon is partner in het project Build Up Skills Netherlands. In 2012 heeft het bijgedragen aan de communicatie, de analyse van de stand van zake en een workshop georganiseerd in BUS NL. Dat is een Europees project voor een analyse inzake de innovaties vanuit duurzaamheid in de brede bouw, de daarvoor benodigde vaardigheden en de mogelijkheden tot opleiding daartoe. Subsidiebeheer en efficiency Naast het subsidieadvies kennen we ook de afdeling subsidiebeheer. Deze afdeling is verantwoordelijk voor de uitbetaling van de diverse subsidieregelingen van de bedrijfstak. Fundeon vindt efficiënte afhandeling van subsidies en goede informatieverstrekking hierover belangrijk. In het afgelopen jaar is met name gekeken naar verbeteringen op dit punt. Onnodige schakels zijn er tussen uit gehaald en de schriftelijke informatieverstrekking aan onze klanten is aangepakt. Intussen hebben bedrijven ook rechtstreeks inzicht in hun subsidietegoeden via de subsidiemodule van Fundeon. Deze module is dit jaar in samenwerking met ICT gebouwd. Ook in het komende jaar zullen we de administratieve lastendruk zowel intern als extern zoveel mogelijk terugdringen. De nieuwe subsidieregeling in de bedrijfstak roept veel vragen op. Door het Bestuur van Fundeon is een adviescommissie tegemoetkomingen ingesteld. De commissie bestaat onder andere uit de secretaris van het O&O fonds, bestuurders van Fundeon en DB Cao partijen. De commissie behandelt klachten over de regeling. Fundeon zakelijk en modern gehuisvest In 2012 is de intensieve verbouwing van ons hoofdkantoor afgerond. Fundeon wilde een gebouw met een goede kwaliteit en een uitstraling die zakelijk, maar toch warm genoemd mag worden. De open uitstraling en de nieuwe ingang hebben zeker bijgedragen aan de zichtbaarheid en toegankelijkheid van het gebouw op het Bouw en Infra park. De medewerkers van Fundeon zijn eveneens blij met het resultaat. De werkplekken zijn flexibel en de sfeer van het interieur wordt als heel prettig ervaren. De mensen zijn zichtbaar en de indeling van het gebouw is logischer dan voorheen. Dit komt de interne samenwerking ten goede. Door de flexibiliteit is het gebouw weer geschikt voor de toekomst en klaar voor alle veranderingen. De verbouwing is binnen de financiële kaders en binnen de planning opgeleverd. Communicatie De wereld van de communicatie verandert snel. Social media zorgen ervoor dat iedereen voortdurend communiceert, vragen stelt en meningen uitwisselt. Organisaties moeten hier hun weg in zien te vinden, en dat geldt ook voor Fundeon. In het verslagjaar zijn de inspanningen van Fundeon op de social media en met digitale communicatiemiddelen verder toegenomen. Wij leren steeds beter gebruik te maken van deze moderne communicatiemiddelen. Alleen informatie verspreiden en ‘zenden’ is uit, het gaat om dialoog en interactie. Via Twitter wordt extra aandacht gegenereerd voor pers- en nieuwsberichten die Fundeon verspreidt, of voor berichten die wij weer opvangen op dit openbare ‘mini-blog’. Met grote regelmaat plaatst Fundeon ook ‘stories’ op Facebook van medewerkers die via een video- of fotoverslag laten zien wat hun werk inhoudt. Zo proberen wij op een andere manier te laten zien aan onze relaties en onze omgeving wat wij
doen en hoe wij dat doen. Het bereik hiervan is misschien nog niet altijd even groot, maar dat gaat de komende tijd zeker verder groeien. Met digitale nieuwsbrieven houden wij de diverse doelgroepen (leermeesters, opleiders en werkgevers) op de hoogte van voor hen relevante ontwikkelingen en informatie. Papier maakt steeds meer plaats voor digitale middelen. In 2012 verscheen ons relatiemagazine Fundament nog, in 2013 moet het plaatsmaken voor uitsluitend de digitale nieuwsbrieven waarmee we in dat jaar ook al waren begonnen. Voor leermeesters is er het blad Vakkracht dat in 2012 vijf keer verscheen. Hier is ook een digitale versie van die naast het papieren exemplaar wordt toegestuurd aan hen die zich daarop hebben geabonneerd (gratis). Het idee is dat ook Vakkracht op termijn alleen nog als digitale nieuwsbrief uitkomt. De afdeling Communicatie van Fundeon maakt verder het blad Bouwen, dat beoogt werknemers te stimuleren na te denken over hun loopbaan. Er staan verhalen in over mensen die een loopbaanstap maken, of een evc-traject volgen. Tevens bevat het magazine verhalen over projecten en bouwtechniek, want het doel is ook om trots uit te stralen over wat de bouw vermag en zo mensen aan de sector te binden. Het magazine wordt verspreid onder alle werknemers (en hun werkgever) die onder de bouw-cao vallen. Personeel en Organisatie Algemeen Het jaar 2012 heeft in het teken gestaan van de voorbereiding en realisatie van de reorganisatie die heeft geresulteerd in onder meer een reductie van circa 28 fte per 1 januari 2013. Bij deze afslanking is het aantal gedwongen ontslagen beperkt gebleven, mede door de in 2011 ingezette kritische koers ten aanzien van het al dan niet invullen van openstaande vacatures. De uitvoering van het met de vakorganisaties overeengekomen sociaal plan is in goed overleg en binnen de gestelde budgetten gerealiseerd. De in 2011 ingezette koers ten aanzien van het optimaliseren van de kwaliteit van functioneren door de medewerkers van Fundeon is voortgezet, waarbij periodiek overleg plaatsvond tussen directie, management, personeelsadviseurs en de Fundeon Academie. Ook is in 2012 weer overleg gevoerd met de vakorganisaties t.b.v. de aanpassing van de cao Fundeon. Aan het einde van het jaar is een start gemaakt met de voorbereidingen voor de pensioenregeling 2014 en de invoering van de Werkkostenregeling 2014. Tevens is de implementatie van een nieuw personeelsinformatie- en salarissysteem eind december met succes afgerond. Fundeon Academie Certiked onderzocht in 2012 het kwaliteitsmanagementsysteem en bestempelde de academie als zeer positief: ‘De Fundeon Academie levert een grote bijdrage aan de professionalisering van de medewerkers.’ In 2012 nam 78% van het totale personeel van Fundeon deel aan een vorm van training/opleiding. Per medewerker werd gemiddeld 1,6 aan interne scholingsdagen geïnvesteerd. Er was een forse stijging in het volgen van externe opleidingen. Op het gebied van interne training verzorgde de Fundeon Academie scholingsprogramma’s voor leidinggevenden, adviseurs en projectleiders Ontwikkeling. Focus bij de leidinggevenden lag bij het professionaliseren in de uitvoering van de beoordelings- en ontwikkelcyclus. Adviseurs volgden enthousiast fit trainingen: een opleidingsvorm die deelnemers in staat stelt hun eigen trainingsprogramma samen te stellen. Twaalf adviseurs behaalden de post hbo-opleiding Competentieontwikkelings- en Performance adviseur. De afdeling ontwikkeling rondde een driejarig opleidingsprogramma af. De Fundeon Academie reikte twintig certificaten uit tijdens de slotbijeenkomst met eindpresentaties, externe sprekers en gasten. Het cursusaanbod voor alle medewerkers op basis van open inschrijving werd uitgebreid met ‘Assertieve technieken’, ‘Brieven en e-mails schrijven’, ‘Het effect veranderen’ en ‘Roos van Leary’. Verder deed de Fundeon Academie met een ESF-subsidie onderzoek naar verbeteringen op het gebied van afdelingsoverstijgend projectmatig werken. Daarnaast werd er een onderzoek gedaan het leerrendement van de academie waarbij twee cursussen onder de loep werden genomen. De Fundeon
Academie stelde het eigen cursusaanbod open voor de samenwerkende kenniscentra in de techniek. Dit was het begin van de T8 Academie. Een initiatief dat zeer werd gewaardeerd door de deelnemers van de verschillende technische kenniscentra. De Fundeon Academie publiceerde hierover in Tijdschrift voor Ontwikkeling in Organisaties (TVOO, nr. 4 dec. 2012) ‘T8 Academie: Samenwerken stimuleert inzetbaarheid’.
2.3.4 Kwaliteitszorg Algemeen Eind 2007 werd aan Fundeon voor alle organisatieonderdelen het ISO-certificaat toegekend. In september 2012 heeft een externe audit door Certiked plaatsgevonden bij diverse onderdelen van de organisatie (controlebeoordeling). De slag naar een organisatie met oog voor gerealiseerde resultaten is ingezet met Gedeelde Ambities. Anno september 2012 constateert Certiked dat deze slag in elk geval in zoverre effectief is gemaakt dat de kpi’s naar alle organisatiedelen zijn door vertaald en dat iedereen in de organisatie zijn bijdrage daaraan kent. Bovendien is er een verbeterplan opgesteld voor alle “rode” scores uit de rapportage over 2011. Certiked onderstreept overigens de reeds door de organisatie vastgestelde noodzaak om daarnaast sterker in te zetten op doelstellingen die op persoonlijke en organisatieontwikkeling zijn gericht. Tijdens dit onderzoek heeft het beoordelend team vastgesteld dat voor de twee aanmerkingen uit 2011 wel verbetermaatregelen zijn geformuleerd, maar dat deze nog niet afdoende in werking zijn. Beide komen dan ook terug als aanmerking. Daarnaast zijn drie nieuwe aanmerkingen geformuleerd. Deze aanmerkingen worden bij het eerstvolgende onderzoek getoetst op de ondernomen activiteiten en op het effect van deze activiteiten. In samenspraak met het management is door het beoordelend team afgesproken dat, naast de reguliere onderwerpen, bij het eerstvolgende onderzoek in het bijzonder aandacht besteed zal worden aan: x de manier waarop ‘people’ een belangrijker element is geworden van de doelstellingen op de verschillende niveaus, bijvoorbeeld in kwalitatieve en verbeterdoelstellingen; x de afronding van innovatietrajecten; x leveranciersbeoordeling bij ondersteunende afdelingen zoals Communicatie; x hoe vorm is gegeven aan kennismanagement vanuit strategisch perspectief (welke (branche)kennis en vaardigheden zijn op (middel)lange termijn nodig, hoe wordt dit omgezet in plannen en gemonitord). Klachten Door middel van een jaarlijkse rapportage over binnengekomen en afgehandelde klachten, krijgt Fundeon inzicht in de aard en omvang van deze klachten waardoor zij zich als organisatie kan verbeteren. De feiten en cijfers zeggen iets over de omvang en snelheid waarmee klachten worden verwerkt binnen Fundeon. In 2012 zijn er in totaal 24 klachten geregistreerd. Dit is hetzelfde aantal als 2011. De ontvangen klachten in 2012 zijn als volgt gerubriceerd: soort klacht EXI EXU ACO SUB OV
totaal examen inhoudelijk examen uitvoering anticyclisch opleiden subsidies overig
gereed 1 3 4 10 6
1 3 4 10 6
openstaand 0 0 0 0 0
Alle geregistreerde klachten zijn in 2012 afgehandeld. Indien noodzakelijk zijn naar aanleiding van een klacht preventieve en/of corrigerende maatregelen getroffen, die moeten voorkomen dat dezelfde klacht zich nogmaals voordoet. Wat dat betreft is de conclusie gerechtvaardigd dat de procedure voor behandeling van klachten effectief is. Het verdient overigens wel aanbeveling om (blijvend) hoge prioriteit te geven aan het afhandelen van klachten en oorzaak/maatregel terug te koppelen naar de direct betrokkenen.
2.4
Bestuur
2.4.1
Samenstelling bestuur in 2012
Besturen Stichting Fundeon en Stichting Fundeon Fonds Namens Bouwend Nederland: x H.W.J. Bol (werkgeversvoorzitter) x G.A. Reus x Mw. A.W.M. Scholten x A.F.J. de Vries x A. Voogt (penningmeester) Namens FNV Bouw: x Mw. M.B. van Veldhuizen (werknemersvoorzitter, fungerend voorzitter 2012) x J.W.M. Kerstens (tot 30 september 2012) x Mw. S.H. ter Maat (vanaf 20 november 2012) x Ch. R. Ramdas Namens CNV Vakmensen: x G. Lokhorst (secretaris) x A.A. van Wijngaarden Rooster van aftreden Alle bestuursleden zijn per 1 januari 2012 (her)benoemd tot en met 31 december 2014. Indien bestuursleden tussentijds worden benoemd nemen zij in het rooster van aftreden de plaats in van diegene die zij opvolgen. Van mevrouw Ter Maat en de heer Reus is het de eerste termijn, die op 31 december 2014 afloopt. Van alle overige bestuursleden is het de tweede dan wel derde termijn, die eveneens op 31 december 2014 afloopt. Bestuursbeloning In 2012 heeft de volgende honorering plaatsgevonden van bestuurders: Vacatiegelden / reiskostenvergoeding leden bestuur: x x
H.W.J. Bol (werkgeversvoorzitter) A. Voogt (penningmeester)
Getotaliseerd voor de 3 stichtingen
Totaal voor Stichting Fundeon
€ €
€ €
4.015 7.720
2.690 5.172
x x x x x x x x x
Mw. A.W.M. Scholten G.A. Reus A.F.J. de Vries Mw. M.B. van Veldhuizen (werknemersvoorzitter) J.W.M. Kerstens Mw. S.H. ter Maat Ch. R. Ramdas A.A van Wijngaarden G. Lokhorst (secretaris)
€ € € € € € € € €
3.317 2.384 3.012 4.973 459 468 2.355 1.699 5.339
€ € € € € € € € €
2.222 1.597 2.018 3.332 308 314 1.578 1.138 3.577
De honorering is toegerekend aan Stichting Fundeon op basis van de bestuursverhouding (10:5). 2.4.2
Evaluatie besturen in het kader van Good Governance
Al vanaf 2008 voldoet Fundeon aan alle belangrijke eisen van de Governance Code van de Kenniscentra. Deze code gaat over het besturen van kenniscentra, het interne toezicht daarop en de verantwoording daarover aan de overheid en stakeholders. Criteria die aan de code ten grondslag liggen zijn: checks and balances, transparantie, professionaliteit, onafhankelijkheid en onbevangenheid en tenslotte betrokkenheid van organisaties van werkgevers, werknemers en onderwijsinstellingen. Op basis van deze code is in het Fundeon bestuurs- en directiereglement, hoofdstuk 2, artikel 6.1 lid 13, opgenomen dat het bestuur periodiek de eigen inrichting en het eigen functioneren als collectief en de bijdrage van de afzonderlijke leden evalueert. Zoals bestuurlijk vastgelegd heeft deze evaluatie betrekking op de besturen en de bestuursleden van de drie Fundeon Stichtingen: Fundeon, Fundeon Fonds en Fundeon KBBI. Waar in dit hoofdstuk gesproken wordt van 'het bestuur', heeft dit aldus telkens betrekking op alle drie de genoemde besturen, tenzij dat anders wordt vermeld. Bestuursmodel Bij Fundeon is gekozen voor het zogenaamde Bestuursmodel (optie II) uit de Govenance Code (GC) voor de Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Dit betekent het volgende: ”Het bestuur is eindverantwoordelijk en aansprakelijk voor het besturen van het kenniscentrum, maar heeft de bestuurlijke taken vergaand gedelegeerd aan de directie. Het bestuur houdt toezicht op de uitvoering van de gedelegeerde taken door de directie. Het bestuur blijft de bestuurder in de zin van het stichting- en verenigingenrecht (boek 2 BW)”. Fundeon en zijn rechtsvoorgangers worden al tientallen jaren op deze manier bestuurd door de sociale partners in de bouwnijverheid en het mbo-onderwijsveld. Partijen zijn dienaangaande zeer nauw inhoudelijk en financieel betrokken bij het beroepsonderwijs bouw en infra. Door deze betrokkenheid vanuit het collectieve beleid van de bedrijfstak inzake beroepsonderwijs, arbeidsmarkt en scholing vastgelegd in de cao Bouw - kan kwalitatief hoogwaardig beroepsonderwijs en scholing voor de bedrijfstak gerealiseerd worden, waarmee tevens zo optimaal mogelijk de kwantitatieve behoefte van de bedrijfstak aan personeel beantwoord wordt. Bestuursevaluatie In Hoofdstuk III Bestuur en Toezicht van de GC is in artikel 3.3 i het volgende opgenomen: “Periodiek evalueert het bestuur de eigen inrichting en het eigen functioneren als collectief en de bijdrage van de afzonderlijke leden. De conclusies en afspraken worden vastgelegd in een dossier dat wordt beheerd door of namens het bestuur”.
De evaluatie over 2012 heeft plaatsgevonden aan de hand van een (nieuwe) vragenlijst, die was uitgesplitst in de volgende vier subthema’s: 1. Functioneren bestuur als geheel; 2. Functioneren individueel bestuurslid; 3. Functioneren van de voorzitter(s) van het bestuur; 4. Samenspel tussen bestuur en directie. De belangrijkste uitkomsten van de collectieve evaluatie zijn: Ad 1 functioneren bestuur als geheel Er is sprake van een open vergadercultuur, waarbij alle leden van het bestuur zich vrij voelen hun opvattingen en gevoelens uit te spreken. Er manifesteert zich thans geen schadelijke rivaliteit tussen de leden van het bestuur onderling, maar gelet op huidige tijdgeest en belangentegenstellingen moet het bestuur blijvend investeren in onderlinge relaties en betrokkenheid. Het bestuur is van mening dat de samenstelling van het bestuur evenwichtig en in overeenstemming met de behoeften van de organisatie is, waarbij door de onderwijsbestuursleden werd aangetekend dat zij een voorkeur hebben voor een paritair Fundeon KBBI-bestuur. Ad 2 functioneren individueel bestuurslid Het functioneren van de individuele bestuursleden werd als goed beoordeeld, evenals de aanwezigheid alsmede de inzet ook buiten de vergaderingen voor de Fundeon-organisatie. Gepleit werd wel, vanwege het feit dat nieuwe bestuursleden lange tijd nodig hebben om de complexe Fundeon-organisatie te leren kennen, voor een (inhoudelijk) inwerkprogramma voor bestuursleden. Ad 3 functioneren van de voorzitter(s) van het bestuur In het algemeen was het bestuur van mening dat de voorzitter ervoor zorgt dat de belangrijke onderwerpen op het juiste moment en op de juiste wijze worden geagendeerd. Ook ziet de voorzitter er op toe dat de vergaderingen op een adequate wijze worden voorbereid (n.b. beide punten via de agendacommissie samen met algemeen directeur en ambtelijk secretaris). Ook zorgt de voorzitter ervoor dat alle leden worden uitgedaagd tot het leveren van een actieve bijdrage aan oordeelsvorming en besluitvorming. Ad 4 samenspel tussen bestuur en directie Het samenspel tussen bestuur en directie werd als positief beoordeeld. Dit betreft onder andere de informatievoorziening, de heldere rolverdeling en het wederzijds respect en waardering. In het uitzonderlijke geval dat de directie niet constructief en defensief op positief-kritische vragen en suggesties van het bestuur reageert wordt daarop meteen actie ondernomen. Agendacommissie De agendacommissie is belast met het beheer van de agenda van de bestuursvergaderingen en is bevoegd onderwerpen te agenderen en stukken bij de agendapunten te voegen. De agendacommissie is echter niet bevoegd om de aangeleverde stukken inhoudelijk te bewerken. De agendacommissie komt gewoonlijk twee weken voorafgaand aan de besturenvergadering bijeen, waarbij de conceptagenda en de schriftelijke mededelingen worden besproken. De agendacommissie is in 2012 vijf maal bijeen geweest. In deze vergaderingen is de agenda voor de besturenvergadering vastgesteld. In het bestuurs- en directiereglement zijn de taken en bevoegdheden van de agendacommissie van het bestuur nader omschreven.
Auditcommissie In 2012 is de auditcommissie twee keer bijeen geweest waarbij, in aanwezigheid van de accountant en de directeur F&O, overleg is gevoerd over onder andere de jaarrekeningen 2011, accountantsverslag 2011, halfjaarcijfers 2012, begrotingen 2013, penisoenen en diverse projectadministraties. Over de inhoud en de resultaten van deze overleggen zijn in de bestuursvergaderingen door de penningmeester (= voorzitter auditcommissie) gerapporteerd. De taken en bevoegdheden van de auditcommissie zijn in het bestuursen directiereglement nader omschreven. N.B. Met betrekking tot zowel de agendacommissie als de auditcommissie is er in formele zin sprake van twee commissies (Fundeon/Fundeon Fonds en Fundeon KBBI). In de praktijk vinden door een personele unie in zowel de agendacommissies als de auditcommissies de vergaderingen gezamenlijk plaats, waarbij wel de formele verantwoordelijkheden in acht genomen worden. Bestuursvergaderingen (structuur, frequentie en besproken onderwerpen) Als gevolg van ‘Gedeelde Ambities’ is er besloten om ook de bestuursvergaderingen te splitsen. Vanaf 2011 vinden er derhalve gescheiden bestuursvergaderingen plaats. De vergaderfrequentie is daarbij bepaald op Fundeon en Fundeon Fonds 5 x per jaar en Fundeon KBBI 3 x per jaar, waarbij de vergaderingen op dezelfde dag plaatsvinden. Eind 2011 is besloten om vanaf 2012 voor beide besturenvergaderingen een frequentie van vier keer per jaar te hanteren. Achtergrond hiervan is dat op deze manier beter aangesloten kan worden bij de kwartaalrapportages (financiële en kwantitatieve/kwalitatieve over KPI’s). In 2012 zijn vier besturenvergaderingen Fundeon en Fundeon Fonds, vier bestuursvergaderingen Fundeon KBBI, twee extra gecombineerde besturenvergadering (businessplan digitaal leren; bezuinigingen) en één studiebijeenkomst gehouden. In de bestuursvergaderingen zijn diverse onderwerpen aan de orde geweest en heeft besluitvorming plaatsgevonden. Voorbeelden van behandelde onderwerpen zijn: (financiële) kwartaalrapportages, jaarrekeningen 2011 van de drie Stichtingen Fundeon, beleidsplan 2013, sectorplannen 2013 opgesteld door de drie zogenaamde sectorplatforms (B&U, Infra, GA) en het activiteitenplan 2013 van het Onderwijsplatform, begrotingen 2013 van de drie Stichtingen Fundeon, driejarenplan leerlingbouwplaatsen 2013-2014-2015, (aanpassingen van de) erkenningsregeling, (aanpassingen van de) kwalificatiestructuur/kwalificatiedossiers, onderwijsprijzen, ontwikkelingen met betrekking tot de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) (transitieplan), project Kwalificerend Modulair Opleiden en erkenningsaanvragen van opleidingsbedrijven. Belangrijke onderwerpen waren verder de evc-centra Bouw en Infra en het Loopbaantraject Bouw en Infra. De extra vergaderingen hebben in het teken gestaan van het businessplan digitaal leren en de bezuinigingen.
2.5
Toestand op balansdatum
Financieel De stand van het eigen vermogen per 31 december 2012 bedraagt € 246.000 (2011: € 576.000). Het balanstotaal per 31 december 2012 bedraagt € 12.742.000 (2011: € 16.109.000). Het resultaat over het boekjaar 2012 bedraagt € - 330.000 (2011: € - 414.000).
Analyse financieel beleid Het resultaat over het boekjaar bedraagt € 330.000 negatief. In de begroting was rekening gehouden met € 415.000 negatief. Het negatieve resultaat bestaat in beide gevallen uit kosten voor E-learning, welke volledig uit de bestemmingsreserve worden gedekt. De belangrijkste afwijkingen ten opzichte van het voorgenomen beleid zaten in de opbrengsten op leermiddelen, die in totaal zo’n € 0,7 mln. minder bedroegen. Ook de kosten voor lesstofontwikkeling zijn mede als gevolg van de ontwikkeling van de digitale lesmethode hoger uitgevallen. Deze terugloop is vooral opgevangen in hogere rentebaten (€ 0,14 mln.), hogere overige baten (€ 0,2 mln.), directe kosten voor genoemde activiteiten (€ 0,2 mln.), lagere personeellasten (€ 0,2 mln.), lagere cursuskosten (€ 0,1 mln.) en lagere huisvestingslasten (€ 0,1 mln). Kengetallen
2012
2011
1,93%
3,58%
Current Ratio
1,60
1,04
Liquiditeit
0,41
0,31
3.410
541
Solvabiliteit
Werkkapitaal
De financiële positie van Stichting Fundeon is in 2012 ten opzichte van 2011 teruggelopen. In 2012 zijn wederom de onttrekkingen voor E-Learning via de resultaatbestemming ten laste van de bestemmingsreserves gebracht. De solvabiliteit is hierdoor verder teruggelopen. Als gevolg van de ingevoerde lumpsum financiering door Stichting O&O-fonds, waarbij geen opbouw van eigen vermogen is toegestaan, en de uitputting van de bestemmingsreserve zal de solvabiliteit uiteindelijk dalen naar 0%. Dit betekent niet direct dat Stichting Fundeon op lange termijn niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen, maar dat de verslechtering van deze positie wel een aandachtspunt is. Met name kredietverstrekkers (waaronder bijvoorbeeld ook leasemaatschappijen) gebruiken de solvabiliteit doorgaans als graadmeter voor hun zekerheid. De kengetallen (current ratio, liquiditeit en het positieve werkkapitaal) zijn verbeterd ten opzichte van 2011 en tonen dat Fundeon in staat is om aan haar kortlopende verplichtingen te voldoen. Organisatorisch Op de balansdatum zijn er geen belangrijke organisatorische wijzigingen ten opzichte van hetgeen in het voorgaande is beschreven. Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich verder geen gebeurtenissen na de balansdatum voorgedaan die van invloed zijn op de financiële positie van Stichting Fundeon per 31 december 2012. Belangrijkste risico’s en onzekerheden Vanwege teruglopende afdrachten aan de sectorfondsen staat de financiering vanuit de bedrijfstak nog altijd onder druk. Ook het regeerakkoord van kabinet Rutte II behelst risico’s voor Fundeon. Vanuit KBBI wordt een deel van de overheadlasten gefinancierd. Wanneer de continuïteit van KBBI als gevolg van wettelijke maatregelen in het geding komt, schuilen daar derhalve ook risico’s voor Fundeon. Treasuryverslag Algemeen Het treasurybeleid betreft het vermogens- en liquiditeitenbeheer en is gericht op de realisatie van de doelstellingen van de organisatie. Daarbij speelt de verantwoording over de bedrijfstakmiddelen een grote rol.
De drie pijlers van dit beleid zijn: 1. Financieringsbeleid. Dit beleid is hierna opgenomen en is te onderscheiden in regels rond interne resp. externe geldstromen. 2. De bevoegdheden neergelegd in het treasurystatuut alsmede de procuratieregeling (separaat in het bestuur bekrachtigd) 3. Informatievoorziening. Middels de jaarrekening is reeds sprake van informatievoorziening. Vanuit het treasurybeleid wordt daar – jaarlijks aan het bestuur aan te bieden – financieringsinformatie aan toegevoegd. In 2009 is door het bestuur van Fundeon een treasurystatuut vastgesteld, waarin de kaders en de verantwoordelijkheid zijn voorgeschreven. Tijdens het boekjaar zijn de liquide middelen uitsluitend aangehouden op de rekening-courant van de huisbankier. Er zijn geen nieuwe leningen u/g verstrekt. Financieringsbeleid Het financieringsbeleid onderkent enerzijds de interne geldstromen binnen de juridische entiteiten en anderzijds de externe geldstromen. Externe geldstromen Voor externe geldstromen gelden de normen zoals die zijn vastgelegd in het treasurystatuut. Opgenomen gelden Kapitaalrekening O&O. Deze financiering van investeringen door het O&O-fonds wordt gebruikt binnen de daartoe door O&O gestelde kaders. Uitgezette gelden Beleggingen moeten immer hoofdsom gegarandeerd zijn. Tevens worden beleggingen met een looptijd langer dan één jaar eerst aangegaan nadat het dagelijks bestuur is ingelicht. Prijs-, krediet-, liquiditeits- en kasstroomrisico’s Fundeon tracht de risico’s uiteraard zoveel mogelijk af te dekken. Daar waar mogelijke prijsrisico’s bestaan wordt waar mogelijk gewerkt met langlopende overeenkomsten (bijvoorbeeld leasecontracten voor machines) of vastgestelde tarieven. Het kredietrisico wordt beperkt door het voeren van actief debiteurenbeheer, welke wordt uitgevoerd door Stichting Fundeon. Ten aanzien van het liquiditeits- en kasstroomrisico wordt geen actief beleid gevoerd daar de liquiditeitspositie daar vooralsnog geen aanleiding toe geeft.
2.6
Begroting 2013 Stichting Fundeon
Staat van Baten en Lasten
(bedragen x € 1.000)
LASTEN Lasten personeel Lasten afschrijving bedrijfsmiddelen Lasten reis- en verblijf Lasten huisvesting Lasten automatisering Lasten algemeen Lasten communicatie & voorlichting Lasten marktinformatie Lasten leerstofontwikkeling Lasten marktbewerking Lasten examinering Lasten cursussen Lasten boekenexploitatie Lasten Fundeon Academie Lasten Loopbaantraject Lasten EVC Lasten overige projecten Regiospecifieke lasten Doorberekend van: Stichting Fundeon KBB Doorberekend aan: Stichting Fundeon KBB Saldo doorberekeningen
13.796 1.309 1.063 1.996 497 1.661 410 203 684 159 792 824 743 261 10.527 1.447 377 34 36.783 232 -4.564 -4.332
Totaal lasten BATEN Subsidie O&O fonds Subsidie O&O fonds Loopbaantraject Subsidie O&O fonds EVC Subsidie O&O fonds overige projecten Baten cursussen Baten examinering Baten dienstverleningscontracten Baten boekenexploitatie Overige projectbaten Diverse overige bijdragen Dienstverlening aan derden
32.451
Totaal baten
31.786
EXPLOITATIERESULTAAT RESULTAATBESTEMMING E-LEARNING VRIJVAL VOORZIENING SOCIAAL PLAN 2012 RESULTAAT
12.016 11.543 1.624 105 1.818 538 1.056 2.300 66 327 393
-665 141 524 -
Financiële vooruitblik 2013 Voor 2013 kan dankzij de in 2012 ingezette reorganisatie gewerkt worden met een sluitende begroting. Het is nog onduidelijk of het regeerakkoord van kabinet Rutte II ook de exploitatie van de bedrijfstaktaken gaat raken. Vanuit KBBI wordt een deel van de overheadkosten gefinancierd. Wanneer deze financiering ophoudt zal dat consequenties hebben voor de exploitatie.
2.7
Ondertekening directie
Opgesteld te Harderwijk op 28 mei 2013.
S. van Bodegraven Algemeen directeur
F.W.C.M. Kokke Directeur Markt en Ontwikkeling
A. Kreulen Directeur Financiën en Operaties
Jaarrekening 2012 Stichting Fundeon
Stichting Fundeon Statutair gevestigd te Harderwijk
9a
10
Liquide middelen
9
8
7
6
VLOTTENDE ACTIVA Voorraad boeken
Vorderingen en overlopende activa - Debiteuren - Rekening courant O&O-fonds - Vorderingen op verbonden partijen - Overige vorderingen en overlopende activa
5
4
3
2
1
Financiële vaste activa - Financiering wagenpark - Pensioenen
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa - Machines en installaties - Andere vaste bedrijfsmiddelen - Bedrijfsmiddelen Loopbaantraject
ACTIVA
(bedragen x € 1.000)
Stichting Fundeon
1.833
16.109
12.742
754 6.068 2.914 9.736
1.292
218 22 240
45 2.941 22 3.008
2011
681
894 4.352 458 1.925 7.629
766
116 281 397
37 3.221 11 3.269
2012
KORTLOPENDE SCHULDEN - Crediteuren - Belastingen en premies sociale verzekeringen - Schulden aan verbonden partijen - Overige schulden en overlopende passiva
LANGLOPENDE SCHULDEN - Kapitaalrekening investeringen
VOORZIENINGEN - Sociaal plan 2012 - VUT - Pensioenen
EIGEN VERMOGEN - Kapitaal - Subsidiereserve - Bestemmingsreserve
PASSIVA
Balans per 31 december (na resultaatbestemming)
18
17
16
15
14
13b
13a
13
12a
12
11
12.742
1.862 383 901 2.520 5.666
3.383
3.166 281 3.447
1 100 145 246
2012
16.109
1.911 398 1.548 8.463 12.320
3.213
-
1 100 475 576
2011
330 36
100
237
414
-414
-514
-567
46.257
46.771
14.083 686 1.669 1.061 2.244 23.534 3.494
13.084 24.346 3.093 1.382 2.682 365 1.305
Begroting 2012
44.651
44.084
Resultaatbestemming Dotatie/onttrekking bestemmingsreserve
17.421 605 1.686 805 2.139 18.788 3.207
16.528 19.671 2.217 1.217 2.750 189 1.512
-330
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
25
24
23
22
21
20
19
Realisatie 2012
Exploitatieresultaat
Financieringsresultaat
Totaal lasten
LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen materiële vaste activa Huisvestingslasten Fusielasten Kostprijs verkopen boeken Kostprijs verkopen cursussen Projectlasten Overige bedrijfslasten
Totaal baten
BATEN Subsidie O&O-fonds Subsidie O&O-fonds inzake projecten Subsidie O&O-fonds inzake fusiekosten Leermiddelen Arrangementen Cursussen en examinering Projectbaten overig Overige baten
(bedragen x € 1.000)
Stichting Fundeon Staat van baten en lasten
13.469 518 1.778 394 976 2.302 24.787 3.980
13.184 25.311 122 2.821 1.321 2.710 483 1.650
Realisatie 2011
414
-414
188
-602
48.204
47.602
Kaststroom uit investeringsactiviteiten
Aflossingen leningen u/g
Kasstroom uit investeringsactiviteiten: Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa
Kasstroom uit operationele activiteiten
Veranderingen in werkkapitaal: Aanpassingen voor veranderingen in werkkapitaal: - Toename/afname voorraden - Toename/afname debiteuren - Toename/afname rekening courant O&O-fonds - Toename/afname vorderingen aan verbonden partijen - Toename/afname overige vorderingen en overlopende activa - Toename/afname crediteuren - Toename/afname belastingen en premies sociale verzekeringen - Toename/afname schulden aan verbonden partijen - Toename/afname overige schulden en overlopende passiva
1-3
1+2
18
17
16
15
9a
9
8
7
6
13b
13a
13
526 -140 1.716 -458 989 -49 -15 -647 -5.943
-
-1.217 2
-1.215
-
-1.215
50
-4.021
954 3.166 0 281
Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Dotatie reorganisatie/Sociaal Plan 2012 - Dotatie VUT voorziening - Dotatie pensioenvoorziening 1-3
-330
2012
Kasstroom uit operationele activiteiten: Exploitatieresultaat
(bedragen x € 1.000)
Kasstroomoverzicht
Stichting Fundeon
-
-1.109 43
95 147 2.153 1.570 111 -126 -2.138 631
2011
-1.066
-
-1.066
2.642
2.443
813 -200 0
-414
Controle: Liquide middelen per 31 december Liquide middelen per 1 januari
Mutatie geldmiddelen
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Kasstroom uit financieringsactiviteiten: Toename/afname kapitaalrekening investeringen Toename/afname pensioenen (FVA) Toename/afname financiering wagenpark
10
10
4
5
14
681 1.833 -1.152
-1.152
13
170 -259 102
1.833 28 1.805
1.805
229
208 -9 30
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING ACTIVA EN PASSIVA EN BEPALING VAN HET RESULTAAT GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING ACTIVA EN PASSIVA Algemeen De stichting heeft de jaarrekening opgesteld volgens de Richtlijn 640 Organisaties-zonder-winststreven van de Raad voor de Jaarverslaggeving, alsmede specifieke bepalingen in de Leidraad Administratieve Voorwaarden van het O&O-fonds. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Activiteiten van de stichting De activiteiten van stichting Fundeon betreffen voornamelijk de bedrijfstak taken met betrekking tot het bewerkstelligen van een goede aansluiting tussen het onderwijs en de beroepspraktijk in de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerijsectoren. Één en ander te realiseren in het kader van ideële doelstellingen van de stichting (zie statuten). Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Wettelijk / Bovenwettelijk: doorbelastingen Fundeon en Fundeon KBBI De bedrijfstaktaken van Fundeon sluiten voor een groot deel nauw aan op de wettelijke taken van KBBI. Fundeon heeft in dit kader dan ook een structurele samenwerkingsrelatie met KBBI. De scheiding tussen wettelijke taken en bedrijfstaktaken is nadrukkelijk vorm gegeven in de duidelijke toewijzing van arbeid en kapitaal aan de taken waarbij gemeenschappelijkelasten zijn doorberekend. De systematiek die is gehanteerd voor de doorberekeningen komt er op neer dat binnen de entiteiten per afdeling is bepaald of er sprake is van wettelijke en/of bovenwettelijke taken of overhead. Ingeval er sprake is van pure bovenwettelijke taken zijn lasten direct verantwoord binnen Fundeon. Ingeval er sprake is van pure wettelijke taken zijn deze voor 100% verantwoord binnen KBBI. De overige gezamenlijke lasten zijn op basis van goedgekeurde verdeelsleutels onderling doorbelast. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van aanpassingen voor afschrijvingen en mutaties van de voorzieningen en verplichtingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Mutaties voor kapitaal investeringen, pensioenen en financiering wagenpark zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de stichting Fundeon en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.
Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.
Consolidatie Op grond van de Leidraad Administratieve Voorwaarden van het O&O-fonds vindt in afwijking van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving geen consolidatie plaats met Stichting Fundeon KBBI en Stichting Fundeon Fonds. Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de leiding van Stichting Fundeon zich verschillende oordelen en schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningpost. Feitelijke vestigingsadres Het feitelijke vestigingsadres van de Stichting Fundeon is : Ceintuurbaan 2, 3847 LG te Harderwijk.
VASTE ACTIVA 1-3. Materiële vaste activa Machines en installaties en andere bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare lasten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingslasten van grond- en hulpstoffen en lasten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatielasten.
Indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, worden de rentelasten opgenomen in de vervaardigingsprijs. De stichting beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld, Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde (op basis van een actieve markt) en de bedrijfswaarde (de contantmaking van de kasstromen tegen een disconteringsvoet van 4%). Een waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Het teruggenomen verlies wordt in de staat van baten en lasten verwerkt.
4-5. Financiële vaste activa De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen omvatten verstrekte leningen en overige vorderingen. Deze vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden deze leningen en overige vorderingen gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er bij de verstrekking van leningen sprake is van disagio of agio, wordt dit gedurende de looptijd ten gunste respectievelijk ten laste van het resultaat gebracht als onderdeel van de effectieve rente. Ook transactielasten worden verwerkt in de eerste waardering en als onderdeel van de effectieve rente ten laste van het resultaat gebracht. Bijzondere waardeverminderingen worden in mindering gebracht op de geamortiseerde kostprijs en direct verantwoord in de winst-en-verliesrekening.
VLOTTENDE ACTIVA 6. Voorraden De voorraden worden gewaardeerd op verkrijgingsprijzen onder toepassing van de FIFO-methode (first in, first out) of lagere opbrengstwaarde. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkooplasten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. 7-9. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. 10. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan een jaar. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
EIGEN VERMOGEN Algemeen Het eigen vermogen van de stichting is ingedeeld in kapitaal en bestemmingsreserves. 12. Bestemmingsreserves Het bestuur van de stichting instelling heeft een deel van de reserves afgezonderd voor een speciaal doel. Alle vermogensmutaties worden in de staat van baten en lasten verantwoord. Uitgaven die worden gedekt uit bestemmingsreserves worden eveneens in de staat van baten en lasten verantwoord.
VOORZIENINGEN 12. Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De overige voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. 13. Voorziening Sociaal Plan 2012 De voorziening Sociaal Plan 2012 betreft een voorziening voor de verwachte totale lasten van het Sociaal plan dat is overeengekomen in het kader van de reorganisatie. Deze reorganisatie is in 2012 aangekondigd en gestart. Lasten die voortvloeien uit het sociaal plan 2012 worden direct ten laste van de voorziening gebracht. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde
13a. VUT-verplichtingen De VUT-verplichting betrof een voorziening voor de ten laste van Stichting Fundeon komende afspraken uit hoofde van prepensioenregelingen. Voor zover van toepassing werd de voorziening contant gemaakt op basis van een rekenrente van 4,0 % en werd rekening gehouden met vertrek- en sterftekansen. 13b. Pensioenverplichtingen De pensioenvoorziening betreft een voorziening voor de toekomstige voorwaardelijke indexatieverplichtingen op de pensioenaanspraken. Vanwege het voorwaardelijke karakter worden deze verantwoord tot maximaal de beschikbare middelen die beschikbaar zijn in de door Aegon en Nationale Nederlanden beheerde depots, welke zijn opgenomen in deze jaarrekening. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde.
LANGLOPENDE SCHULDEN 14. Algemeen Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactielasten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactielasten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de staat van baten en lasten als interestlast verwerkt. 14. Kapitaalrekening investeringen De kapitaalrekeningen investeringen betreft de financiering van het O&O-fonds van de materiële vaste activa en de verstrekte financiering van een gedeelte van het wagenpark en is gewaardeerd tegen de boekwaarde van de activa.
KORTLOPENDE SCHULDEN 15-18. Kortlopende schulden Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Alle kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan een jaar.
GRONDSLAGEN VOOR BEPALING VAN HET RESULTAAT Algemeen Het saldo (resultaat) wordt bepaald als het verschil tussen het totaal der baten en het totaal der lasten. De baten worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; lasten reeds zodra zij voorzienbaar zijn. Baten die worden ontvangen in de vorm van zaken of diensten worden gewaardeerd tegen de reële waarde, voor zover deze bepaalbaar is. In dat geval worden zodanige baten in de staat van baten en lasten verantwoord. Baten waarvoor een bijzondere bestemming is aangewezen, worden in de staat van baten en lasten verwerkt; indien deze baten in het verslagjaar niet volledig zijn besteed, worden de nog niet bestede gelden opgenomen in de desbetreffende bestemmingsreserve resp. bestemmingsfonds. Een onttrekking aan bestemmingsreserve resp. fonds wordt als besteding (last) verwerkt in de staat van baten en lasten. 19-21. Subsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde lasten zijn gemaakt of baten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de stichting de condities voor ontvangst kan aantonen.
Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de staat van baten en lasten. 22-26. Overige baten De overige baten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 27. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbarebeloningen - Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen - Fundeon heeft alle pensioenregelingen verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord. 28. Afschrijvingen materiële vaste activa De afschrijvingen geschieden tijdsevenredig op basis van de verwachte economische levensduur. 29-34. Overige lasten De overige lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 35. Financieringsresultaat (rentebaten en rentelasten) Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactielasten op ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Doorbelastingen aan en van Stichting Fundeon KBBI Bij het opstellen van de jaarcijfers is nadrukkelijk gekeken naar de herverdeling van de lasten (en baten) op basis van de wettelijke c.q. bovenwettelijke taken. Deze herverdeling leidt tot onderstaande doorbelastingen tussen Stichting Fundeon en Stichting Fundoen KBBI. Conform de voorschriften worden de doorbelasting niet afzonderlijk gepresenteerd, maar verwerkt in de van toepassing zijnde kostensoorten. Doorbelasting Stichting Fundeon aan Stichting Fundeon KBBI per kostensoort (x € 1000)
Realisatie
Begroting
2012
2012
Realisatie 2011
Lonen en salarissen
€
1.446
€
1.513
€
Sociale lasten
€
200
€
220
€
1.457 192
Pensioenlasten
€
541
€
189
€
328
Inhuur derden
€
213
€
220
€
275
Reis- en verblijflasten
€
169
€
220
€
176
Opleidingslasten
€
54
€
52
€
66
Overige personeelslasten
€
95
€
72
€
Afschrijvingslasten
€
338
€
381
€
45285
Huisvestingslasten (en facilitaire lasten)
€
591
€
374
€
473
Lasten computerverwerking
€
115
€
218
€
360
Communicatie/voorlichtingslasten
€
82
€
106
€
188
Overige algemene lasten
€
566
€
814
€
412
€
4.410
€
4.379
€
4.167
Doorbelasting Stichting Fundeon KBBI aan Stichting Fundeon per kostensoort Huisvestingslasten
Saldo doorbelasting Fundeon / KBB
€
201
€
243
€
216
€
201
€
243
€
216
€
4.209
€
4.136
€
3.951
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
ACTIVA 1-3. MATERIELE VASTE ACTIVA Inzake exploitatie
Machines en Installaties
Cumulatieve aanschafwaarde per 1 januari 2012 Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari 2012
Boekwaarde per 1 januari 2012 Investeringen Investeringen (verbouwing) Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijvingen desinvesteringen Boekwaarde per 31 december 2012
Cumulatieve aanschafwaarde per 31 december 2012 Cumulatieve afschrijvingen per 31 december 2012
Andere vaste bedrijfsmiddelen
Totaal
58 -13 45
7.523 -4.582 2.941
7.581 -4.595 2.986
45 -8 37
2941 1108 109 -7 -935 5 3.221
2.986 1.108 109 -7 -943 5 3.258
58 -21 37
8.733 -5.512 3.221
8.791 -5.533 3.258
Afschrijvingspercentage (bandbreedte)
16%-20%
21%-25%
Bedrijfsmiddelen Loopbaantraject
Inventaris
Verbouwingen
Totaal
Cumulatieve aanschafwaarde per 1 januari 2012 Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari 2012
57 -35 22
-
57 -35 22
Boekwaarde per 1 januari 2012 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijvingen desinvesteringen Boekwaarde per 31 december 2012
22 -11 11
-
22 -11 11
Cumulatieve aanschafwaarde per 31 december 2012 Cumulatieve afschrijvingen per 31 december 2012
57 -46 11
-
57 -46 11
Afschrijvingspercentage
50%
-%
Per 1 juli 2008 voert Stichting Fundeon het project Loopbaantraject uit. Het project wordt gefinancieerd met projectsubsidies afkomstig van het Scholings- en Aanvullingsfonds. Ten behoeve van de huisvesting van de medewerkers zijn in 2008 verbouwingen aan de huisvestingslocatie verricht. Ook is geinvesteerd in hard- en software. Voor de volledigheid van de materiële vaste activa worden de investeringen en afschrijvingen in de jaarrekening gepresenteerd. De afschrijving vloeit direct in de projectlasten en wordt in de staat van baten en lasten dus niet verantwoord onder de afschrijvingen. De mutatie op de boekwaarde wordt in tegenstelling tot overige vaste activa niet via de kapitaalrekening door het O&O-fonds gefinancierd. Teneinde de aansluiting met de kapitaalrekening inzichtelijk te houden, worden de activa afzonderlijk van de reguliere materiële vaste activa gepresenteerd.
FINANCIELE VASTE ACTIVA 2012 4. Financiering wagenpark Saldo per 1 januari Investeringen / Desinvesteringen (tegen aanschafwaarde) Afschrijvingen (afschrijvingen desinvesteringen) Saldo per 31 december
2011
218 -354 252 116
248 -56 26 218
Op 18 juli 2001 is er een mantelovereenkomst operationele lease gesloten met Arval PHH te Nieuwegein. Tevens is er op 10 oktober 2001 een aanvullende overeenkomst gesloten met Arval PHH, krachtens welke Stichting Fundeon aan Arval PHH ten titel van lening een krediet heeft verleend. Arval PHH zal met behulp van dit krediet op eigen naam auto's kopen en in eigendom verwerven en vervolgens de betreffende auto's aan Stichting Fundeon leasen. In een akte, welke is geregistreerd bij de Inspectie der registratie en Successie overeenkomstig de Registratiewet 1970, is vastgelegd dat Stichting Fundeon op alle auto's een eerste pandrecht verwerft. Ultimo boekjaar vallen er 9 auto's onder het contract (2011: 24 auto's), waarvan 3 contracten ten behoeve van Stichting SOMA College (2011: 9 contracten). De lasten van deze auto's worden volledig aan SOMA doorbelast.
De afschrijvingen vertonen in het verloopoverzicht in 2012 een positieve waarde doordat hierin de correctie van afschrijvingen op desinvesteringen zijn opgenomen. 2012 5. Pensioenen Aegon depot Nationale Nederlanden depot 84425 Nationale Nederlanden depot 84426 Nationale Nederlanden depot 87354 Saldo per 31 december
2011 22 198 18 43 281
22 22
Dit betreft de saldi van depots die door Aegon en Nationale Nederlanden worden beheerd ten behoeve van toekomstige voorwaardelijke indexatieverplichtingen op de pensioenaanspraken. Voor deze indexatieverplichtingen is eveneens een voorziening ter grootte van de beschikbare middelen in de depots opgenomen in deze jaarrekening.
VLOTTENDE ACTIVA
6. Voorraad boeken Voorraad leermiddelen Af: voorziening incourante leermiddelen
31 december 2012
31 december 2011
1.225 -459 766
1.460 -168 1.292
993 -99 894
780 -26 754
Vorderingen en overlopende activa 7. Debiteuren Conform subadministratie Af: voorziening dubieuze debiteuren
2012 8. Rekening Courant O&O-fonds: Saldo per 1 januari Reclassificatie Saldo per 1 januari
2011
6.068 6.068
8.221 -1.487 6.734
17 16.528 170 19.671 -1.484 -12.400 -122 -209 -21.325 -2.562 -1.716
13.184 122 209 25.311 -2.843 -11.700 -2.116 -876 -21.957 -1.487 -2.153
Saldo per 31 december
4.352
6.068
Het saldo bestaat uit: Te ontvangen inzake exploitatiesubsidie vrg boekjaren Te ontvangen inzake exploitatiesubsidie Te ontvangen subsidie inzake fusielasten Te ontvangen inzake mutaties kapitaalrekening Te ontvangen projectsubsidie Saldo per einde boekjaar
4.128 170 54 4.352
-17 1.484 122 209 4.270 6.068
Mutaties boekjaar: Te ontvangen exploitatiesubsidie vrg boekjaren Te ontvangen exploitatiesubsidie Te ontvangen subsidie fusielasten Mutaties kapitaalrekening Te ontvangen projectsubs O&O boekjaar Ontvangen exploitatiesubsidie vrg boekjaren Ontvangen exploitatiesubsidie boekjaar Ontvangen subsidie fusielasten Afrekening kapitaalrekening Ontvangen projectsubsidies (voorschotten) Ontvangen projectsubsidies (vrg boekjaren)
9. Vorderingen op verbonden partijen Stichting Fundeon Fonds Stichting VUT SBW/SOMA
9a. Overige vorderingen en overlopende activa Nog te factureren arrangementen Voorschotten Bouw en Infrapark B.V. Te vorderen omzetbelasting Nog te ontvangen projectsubsidies Vooruitbetaalde investeringslasten t.b.v. nieuwbouw/verbouw Vooruitbetaalde lasten en overige vorderingen
10. Liquide middelen ABN AMRO Postbank Kas
31 december 2012
31 december 2011
49 409 458
-
588 614 297 99 327 1.925
643 4 661 14 171 195 1.226 2.914
673 7 1 681
1.789 43 1 1.833
De liquide middelen betreft direct opeisbare saldi bij de bank.
PASSIVA EIGEN VERMOGEN 2012 11. Kapitaal Saldo per 31 december 2012
12. Subsidiereserve Saldo per 1 januari Bij: Voorlopig resultaat boekjaar Af: Vrijval jaarlijkse aflossingsbedrag lening Bouw & Infrapark B.V. Mutatie boekjaar Saldo per 31 december
2011 1
1
100
100
-
-
100
100
De subsidiereserve bestaat uit een reservering voor de aangegane leningen met Bouw & Infrapark B.V..
2012 12a. Bestemmingsreserve Saldo per 1 januari Af: Vrijval t.b.v. dekking lasten E-Learning Mutatie boekjaar
2011 475
889
-330 -330
-414 -414
145
475
Saldo per 31 december
De bestemmingsreserve geldt ter dekking van de lasten voor E-learning. Er zijn in 2012 geen dotaties ten gunste van de bestemmingsreserve gedaan. De gerealiseerde lasten voor E-learning ad € 330.000 zijn ten laste van de reserve gebracht.
VOORZIENINGEN 2012 13. Sociaal plan 2012 Saldo per 1 januari
2011 -
-
Bij: Dotatie boekjaar Af: Onttrekking boekjaar Mutatie boekjaar
3.500 -334 3.166
-
Saldo per 31 december
3.166
-
De verwachte totale lasten van het Sociaal plan dat is overeengekomen in het kader van de reorganisatie die in 2012 is aangekondigd en gestart bedragen naar schatting € 3,5 mln. Voor deze lasten is een voorziening gevormd. Lasten die voortvloeien uit het sociaal plan 2012 worden direct ten laste van de voorziening gebracht. Het O&O-fonds heeft een voorschot van € 3,5 mln. toegezegd, welke door middel van verrekening met de lumpsum zal worden terugbetaald.
2012 13a. VUT Saldo per 1 januari Mutaties boekjaar Saldo per 31 december
13b. Pensioenen Aegon indexatieverplichting t.l.v. depot Nationale Nederlanden indexatieverplichting t.l.v. depot 84425 Nationale Nederlanden indexatieverplichting t.l.v. depot depot 84426 Nationale Nederlanden indexatieverplichting t.l.v. depot 87354 Saldo per 31 december
2011 -
200 -200 -
22 198 18 43 281
0 0 0 0 0
Dit betreft de toekomstige voorwaardelijke indexatieverplichtingen op de pensioenaanspraken. Vanwege het voorwaardelijke karakter worden deze verantwoord tot maximaal de beschikbare middelen die beschikbaar zijn in de door Aegon en Nationale Nederlanden beheerde depots, welke zijn opgenomen in deze jaarrekening.
LANGLOPENDE SCHULDEN 2012 14. Kapitaalrekening investeringen Saldo per 1 januari Investeringen MVA (excl Loopbaantraject) Investeringen MVA (verbouwing) Desinvesteringen MVA (excl Loopbaantraject) Investeringen / desinvesteringen FVA Afschrijvingen MVA (excl Loopbaantraject) Afschrijvingen FVA Saldo per 31 december
2011
3.213 1.108 109 -2 -354 -943 252 3.383
3.005 1.083 -43 -56 -802 26 3.213
Het saldo van de kapitaalrekening komt overeen met de boekwaarde ultimo 2012 van de aanwezige en door het O&Ofonds gefinancierde materiële en financiële vaste activa. Over de kapitaalrekening investeringen is geen rente verschuldigd. De activa gerelateerd aan de voorziening Loopbaantraject wordt niet via de kapitaalrekening gefinancierd.
KORTLOPENDE SCHULDEN
15. Crediteuren Conform subadministratie
16. Belastingen en premies sociale verzekeringen Te betalen loonheffingen Te betalen omzetbelasting Af te dragen aan belastingdienst
31 december 2012
31 december 2011
1.862
1.911
383 383
398 398
31 december 2012
31 december 2011
901 901
1.466 82 1.548
778 960 174 608 2.520
954 999 127 2.015 4.368 8.463
17. Schulden aan verbonden partijen Stichting Fundeon, kenniscentrum beroepsonderwijs bouw & infra Stichting Fundeon Fonds
18. Overige schulden en overlopende passiva Nog te betalen pensioenpremie Te betalen vakantiegeld en vakantiedagen Vooruitontvangen projectsubsidies Vooruitontvangen investeringsgelden t.b.v. verbouwing Overige te betalen posten
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Langlopende financiële verplichtingen Te betalen Binnen één jaar Tussen één jaar en vijf jaar Meer dan vijf jaar
Bedrag 164 210 30 404
Huurverplichtingen
Binnen één jaar Tussen één jaar en vijf jaar Meer dan vijf jaar
1.760 5.796 264 7.820
2014 2018 2020
Auto's (lease)
Binnen één jaar Tussen één jaar en vijf jaar Meer dan vijf jaar
901 1.853 2.754
2014 2018 nvt
Verbindingslijnen (lease)
Loopt tot 2014 2018 2020
Bankgaranties Per 31 december 2012 zijn de volgende bankgaranties verstrekt: (in hele euro's) Garantienummer NLHG4798170 NLHG3484823 1012993029 NLHG4867712
Bedrag € 25.341 € 28.401 € 2.904 € 21.883
Begunstigde Uni- Invest B.V. Blauwvingerveste B.V. Holdingsmij Hendriks B.V. Hanseatische Immobilien
Alle genoemde bankgaranties hebben betrekking op aangegane huurverplichtingen van regiokantoren.
Pensioenen In december 2011 is een langlopende discussie met de pensioenverzekeraar in het voordeel van Fundeon beeindigd. Pensioenverzekeraar Nationale Nederlanden had aangegeven dat zij door de inwerkingtreding van de Pensioenwet geen onvoorwaardelijke indexatie van pensioenen voor 'slapers' en gepensioneerden meer kon uitvoeren. Fundeon zou in dat geval door middel van een koopsom de toekomstige indexatie volledig moeten affinancieren en Nationale Nederlanden stelde dat zij de hoogte van deze affinancieringen voor de toekomst niet betrouwbaar kon vaststellen. Fundeon had voor de 'actieven' de regeling reeds per 1 juli 2011 aangepast, waardoor het risico beperkt bleef tot een afgeschermde groep. Nationale Nederlanden heeft nu toegezegd de verwerkingswijze gelijk te houden aan het verleden, waardoor er geen additonele reservering in de jaarrekening getroffen hoeft te worden. De pensioenlasten worden verwerkt op basis van de ontvangen pensioennota's inclusief affinancieringen.
Overig Stichting Fundeon vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting Fundeon KBBI. Beide stichtingen zijn hoofdelijk aansprakelijk inzake de omzetbelasting.
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
BATEN 19. Subsidie O&O-fonds - Organisatiesubsidie O&O-fonds - Aanvullende subsidie O&O-fonds Sociaal Plan 2012 - Verlaging org. Subs. O&O-fonds 2012-2031 i.v.m. verbouwing - Verrekening positief resultaat boekjaar Totaal lumpsum
Realisatie 2012
Begroting 2012
13.184 3.500 -100 -56 16.528
Realisatie 2011
13.184 -100 0 13.084
13.184 0 13.184
In de beschikking van het O&O-fonds met kenmerk 1982/11/MB/ro d.d. 22 december 2011 is een maximum lumpsum toegekend van € 13.084.000. Van deze bijdrage is € nihil (begroot: nihil) aangewend ter dekking van de exploitatie van Stichting Fundeon KBBI. Tevens is een aanvullende subsidie toegekend van € 3.500.000 ter dekking van de lasten sociaal plan 2012. Vanaf 2012 zal het O&O-fonds voor de duur van 20 jaar een korting van € 100.000 toepassen op de organisatiesubsidie als terugbetaling van de door O&O-fonds ontvangen investeringsgelden ter grootte van € 2.015.000 voor de verbouwing van de kantoorpanden. Realisatie 2012
Begroting 2012
Realisatie 2011
20. Subsidie O&O-fonds inzake projecten ACO EVC Loopbaantraject Platform VMBO
7.736 1.302 10.536 97
10.193 2.294 11.728 131
13.063 1.268 10.870 110
Totaal projectsubsidies O&O-fonds
19.671
24.346
25.311
-
-
122
36.199
37.430
38.617
22. Leermiddelen
2.217
3.093
2.821
23. Arrangementen
1.217
1.382
1.321
2.186 564 2.750
2.238 444 2.682
2.134 576 2.710
189
365
483
21. Subsidie O&O-fonds inzake fusielasten Fusielasten boekjaar Totaal subsidie O&O-fonds
24. Cursussen en examinering Leermeestercursussen Overige cursussen en examinering
25. Projectbaten overig
Realisatie 2012 26. Overige baten Diensten gefactureerd aan verbonden partijen Overige baten
Begroting 2012
Realisatie 2011
501 1.011 1.512
346 959 1.305
502 1.148 1.650
8.583 1.202 1.229 3.500 467 449 1.273 297 421 17.421
9.071 1.320 1.171 450 1.413 279 379 14.083
8.747 1.162 1.189 567 1.268 354 182 13.469
LASTEN 27. Personeelslasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Sociaal plan Bijzondere VUT lasten Inhuur derden Reis-en verblijfslasten Opleidingslasten Overige personele lasten
Bij de stichting waren juridisch over 2012 gemiddeld 198 fte in vaste dienst (2011: 208 fte). De personele lasten zijn inclusief de lasten van gedetacheerde medewerkers vanuit KBBI en exclusief de lasten van gedetacheerde medewerkers naar KBBI. Dit betrof gemiddeld over 2012 17 fte (2011: 18 fte). Totaal waren derhalve voor de stichting over 2012 gemiddeld 215 fte werkzaam (2011: 226 fte).
Bestuurdersbeloning De honorering van bestuurders was als volgt: (in hele euro's)
Vacatiegelden / reislastenvergoeding leden Bestuur:
Getotaliseerd voor de 3 stichtingen Realisatie 2012 2011 58.010
Totaal bestuurders Stichting Fundeon Realisatie 2012 2011
36.797
23.946
15.553
Directiebeloning De honorering van de directie was als volgt: (in hele euro's)
Salarislasten (inclusief pensioenlasten) directie: - Algemeen directeur - Directeur Markt en Ontwikkeling - Directeur Financiën en Operaties
Getotaliseerd voor de 3 stichtingen Realisatie 2012 2011
173.168 150.127 151.542
Totaal directie Stichting Fundeon Realisatie 2012 2011
159.673 148.709 148.905
Realisatie 2012 28. Afschrijvingen materi ële vaste activa
605
110.221 95.556 96.456
Begroting 2012 686
102.191 95.174 95.299
Realisatie 2011 518
De totale afschrijvingen materiële vaste activa bedragen € 954.000. Hiervan is € 338.000 doorbelast aan Fundeon KBBI en € 11.000 verantwoord onder de projectlasten.
Realisatie 2012 29. Huisvestingslasten
30. Fusielasten Gerealiseerde lasten Sociaal Plan 2006 Gerealiseerde automatiseringslasten
31. Kostprijs verkopen boeken
32. Kostprijs verkopen cursussen Leermeestercursussen Examinering
33. Projectlasten
34. Overige bedrijfslasten Lasten computerverwerking Voorlichtingslasten Lasten lesstofontwikkeling Specifieke regiolasten (boekenpakketten; CBG; RCB) Algemene lasten
35. Financieringsresultaat Rentebaten Rentelasten
Begroting 2012
Realisatie 2011
1.686
1.669
1.778
-
-
1 393 394
805
1.061
976
1.324 815 2.139
1.353 891 2.244
1.360 942 2.302
18.788
23.534
24.787
480 448 909 378 992 3.207
427 582 734 497 1.254 3.494
358 615 691 419 1.897 3.980
237 237
100 100
188 188
4. OVERIGE GEGEVENS (bedragen x € 1.000)
STATUTAIRE BEPALINGEN INZAKE RESULTAATBESTEMMING In de statuten zijn geen specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de bestemming van het resultaat. RESULTAATBESTEMMING Het resultaat over het boekjaar wordt als volgt bestemd: 2012 Resultaat boekjaar Onttrekking bestemmingsreserve inzake E-learning
2011
-330 -330
-414 -414
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er hebben zich verder geen gebeurtenissen na de balansdatum voorgedaan die van invloed zijn op de financiële positie van Stichting Fundeon per 31 december 2012. BESTEDINGSDOELEN SUBSIDIE O&O-FONDS totaal kosten
bijdragen derden
Subsidie t.b.v.: Organisatiekosten 2012 Projecten: ACO (scholing- en verlet) EVC (infrastructuur) Loopbaantraject (infrastructuur) Platform VMBO Overige projecten
Totaal
O&O organisatiesubsidie
O&O bestedings doelen
25.626
7.696
16.528
A-2
7.466 1.139 9.692 88 403 18.788
189 189
7.736 1.302 10.536 97 19.671
S-3 S-3 S-3 A-2
44.414
7.885
36.199
Datum opstelling jaarrekening De jaarrekening is opgesteld d.d 28 mei 2013
4. OVERIGE GEGEVENS Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
.
4. OVERIGE GEGEVENS Ondertekening bestuur Stichting Fundeon Namens Bouwend Nederland De heer H.W.J. Bol (werkgeversvoorzitter) De heer G.A. Reus Mevrouw A.W.M. Scholten De heer A.F.J. de Vries De heer A. Voogt (penningmeester) Namens FNV Bouw Mevrouw M.B. van Veldhuizen (werknemersvoorzitter, fungerend voorzitter 2012) Mevrouw S.H. ter Maat De heer Ch. R. Ramdas Namens CNV Vakmensen De heer G. Lokhorst (secretaris) Vacature
Fundeon Fundeon is het kennis- en adviescentrum voor het opleiden en ontwikkelen van personeel in de bouw- en infrasector. Vanuit het centraal kantoor in Harderwijk en de drie regiokantoren werkt Fundeon aan vier kerntaken: › › › ›
Afstemming onderwijs en bouwarbeidsmarkt Promotie en bevordering instroom en behoud personeel Advisering leerbedrijven en werknemers Uitvoering subsidiebeleid
Zwolle Harderwijk
Woerden
C0301-201307
Helmond
CENTRAAL KANTOOR Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 499 E
[email protected]
REGIO ZUID Postbus 455 5700 AL Helmond T (0492) 507 107 E
[email protected]
REGIO NOORDOOST Postbus 30150 8003 CD Zwolle T (038) 426 83 68 E
[email protected]
REGIO WEST Korenmolenlaan 1G 3447 GG Woerden T (0348) 490 234 E
[email protected]
LOOPBAANTRAJECT BOUW & INFRA Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 378 E
[email protected]
EVC-CENTRA BOUW & INFRA Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 211 E
[email protected]
www.fundeon.nl