2013 onds s t i c ht i ngFundeonF
Jaarverslag 2013 Stichting Fundeon Fonds
Stichting Fundeon Fonds Statutair gevestigd te Harderwijk Versie: definitief Vastgesteld te Harderwijk op 13 mei 2014 door het bestuur van Stichting Fundeon Fonds
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Directieverslag Stichting Fundeon Fonds 2.1 Doelstelling en strategische positionering 2.1.1 Algemeen 2.1.2 Samenwerking tussen Stichting Fundeon KBBI en Stichting Fundeon 2.1.3 Missie en visie 2.1.4 Ontwikkelingen 2.2 Activiteiten en resultaten 2.2.1 Inhoudelijke activiteiten c.q. ontwikkelingen 2.2.2 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten 2.3 Organisatie 2.3.1 Algemeen 2.3.2 Organisatorische ontwikkelingen 2.3.3 Ondersteunde diensten en stafafdelingen 2.3.4 Kwaliteitszorg 2.4 Bestuur 2.4.1 Samenstelling bestuur in 2013 2.4.2 Evaluatie besturen in het kader van Good Governance 2.5 Toestand op balansdatum 2.6 Begroting 2014 Stichting Fundeon Fonds 2.7 Ondertekening directie
4 4 4 4 5 7 7 8 10 10 11 11 14 16 16 17 20 22 22
3. Jaarrekening Stichting Fundeon Fonds Balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) Staat van baten lasten over 2013 Kasstroomoverzicht Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2013 Toelichting op de staat van baten en lasten per 31 december 2013
24 25 26 27 30 33
4. Overige gegevens: • Statutaire bepalingen inzake winstbestemming • Resultaatbestemming • Gebeurtenissen na balansdatum • Bestedingsdoelen O&O-fonds • Controleverklaring • Ondertekening bestuur • Bijlagen
36 36 36 36 37 39 40
2
1. Inleiding In dit jaarverslag treft u aan het directieverslag en de (financiële) jaarrekening over het jaar 2013 van Stichting Fundeon Fonds. Stichting Fundeon Fonds is opgericht per 1 januari 2006 en heeft haar statutaire zetel in de Gemeente Harderwijk.
3
2. Directieverslag Stichting Fundeon Fonds 2.1
Doelstelling en strategische positionering
2.1.1 Algemeen Fundeon is het Kenniscentrum Beroepsonderwijs voor de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij. Stichting Fundeon is de naam van een rechtspersoon van de organisatie Fundeon gevestigd te Harderwijk. Binnen de Stichting Fundeon worden de bedrijfstaktaken uitgevoerd ten behoeve van het realiseren van een goede aansluiting tussen onderwijs en beroepspraktijk. De Stichting Fundeon Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bouw en Infra (KBBI) richt zich op de uitvoering van de wettelijke taken van Fundeon, zoals vastgelegd in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). het gaat dan om taken op het gebied van de kwalificatiestructuur en de bpv. Stichting Fundeon Fonds is specifiek opgericht om een sectorale tegemoetkomingregeling uit te voeren voor de beroepsbegeleidende leerweg en om een aantal subsidieregelingen te coördineren. 2.1.2 Samenwerking tussen Stichting Fundeon KBBI en Stichting Fundeon De Stichting Fundeon KBBI sluiten grotendeels aan op de taken van de Stichting Fundeon KBBI. Zo wordt naast de erkenning (wettelijke taak) ook inhoudelijke ondersteuning geboden aan de leerbedrijven (bedrijfstaktaak). Verder heeft de bedrijfstak eigen kwaliteitseisen vastgesteld ter borging van de kwaliteit van de leermeesters in de bedrijven, onder meer door de scholing en nascholing van de leermeesters (bedrijfstaktaak). Naast het opzetten en onderhouden van de kwalificatiestructuur (wettelijke taak) worden ook leermiddelen en toetsproducten gemaakt voor de opleidingen die gebaseerd zijn op de kwalificatiestructuur (bedrijfstaktaak). Op deze wijze is de organisatie Fundeon in staat om meer kwaliteit te bieden dan bij de uitvoering van alleen de wettelijke taken mogelijk zou zijn. Bij al deze taken worden medewerkers ingezet zowel voor de uitvoering van wettelijke taken als van bedrijfstaktaken. De Stichting Fundeon heeft vanuit dit uitgangspunt dan ook een structurele samenwerkingsrelatie met de Stichting Fundeon KBBI. Zo worden door de Stichting Fundeon KBBI ondersteunende back office activiteiten en ontwikkelcapaciteit ingekocht bij de Stichting Fundeon. Vanuit de Stichting Fundeon KBBI wordt het (bovenwettelijke) deel van de kosten van de adviseurs opleidingsbeleid bedrijven en van de adviseurs opleidingsbeleid scholen en opleidingsbedrijven doorbelast aan de Stichting Fundeon. Vanaf 2011 is de hierboven beschreven samenwerking in een andere context komen te staan als gevolg van het rapport ‘Gedeelde Ambities’. 2.1.3 Missie en visie Aan de basis van de diensten van Fundeon staat de vraag uit de bedrijfstak bouw en infra. De bedrijfstak verlangt een brede en hoogwaardige dienstverlening op het gebied van werving, scholing en behoud van personeel. Fundeon biedt uiteenlopende producten en diensten voor de branches gericht op arbeidsmarkt en scholing. Bovenstaande is als volgt verwoord in de missie van Fundeon: Missie Fundeon Fundeon is het kennis- en adviescentrum voor het opleiden en ontwikkelen van personeel in de bouw- en infrasector. Bij Fundeon draait het om vakmanschap en professionalisering. We dragen bij aan betere opleidingen, vakkundiger personeel en daardoor betere bedrijven in de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij.
4
Dat doet Fundeon niet alleen, maar samen met het onderwijs en de opleidings- en leerbedrijven. Fundeon is namelijk van, voor en door de bedrijfstak en het onderwijs. De missie definieert de plaats van Fundeon binnen bouwend Nederland en de maatschappij. Deze missie laat zich eenvoudig vertalen in de begrippen: Beter Onderwijs. Betere werknemers. Betere bedrijven. Betere sector. 2.1.4 Ontwikkelingen De bouw en infra sectoren hebben en krijgen te maken met een toenemende verschraling van het arbeidsaanbod. Fors minder jongeren kiezen voor een opleiding en loopbaan in de bouw en infra, waardoor zij-instroom steeds belangrijker gaat worden, die veelal een lager aanvangsniveau heeft. Daarnaast worden vanuit zowel het onderwijs als de bedrijfstak hogere kwaliteitseisen gesteld aan kennis en basis- en vakvaardigheden. Hiervoor zijn tegelijkertijd minder financiële middelen beschikbaar. Het draagvlak voor collectieve financiering neemt steeds verder af. Werkgevers en werknemers worden steeds meer zelf verantwoordelijk voor hun verdere ontwikkeling en loopbaan. Ook hier staan de budgetten onder druk. Het moet goedkoper, maar wel met behoud van kwaliteit. De kerntaken van de Stichting Fundeon KBBI bestaan uit (2 kerntaken, 4 wettelijke taken): Kerntaak 1: Afstemming onderwijs en bouwarbeidsmarkt. Kerntaak 2: Advisering leerbedrijven. De kerntaken van de Stichting Fundeon en de Stichting Fundeon Fonds bestaan uit (4 kerntaken, 16 bedrijfstaktaken): Kerntaak 1: Afstemming onderwijs en bouwarbeidsmarkt. Kerntaak 2: Promotie en bevordering instroom en behoud personeel. Kerntaak 3: Advisering leerbedrijven en werknemers. Kerntaak 4: Uitvoering subsidiebeleid. In 2013 is meer duidelijkheid gekomen over de uitwerking van het regeerakkoord. Na lange onderhandelingen, waarbij diverse scenario’s de revue gepasseerd zijn, heeft de minister nu kleur bekend door positief te reageren op het samenwerkingsmodel dat de SBB heeft ontwikkeld. Een model dat nagenoeg naadloos aansluit bij de uitwerking van het regeerakkoord. Dit model houdt dat er één centrale uitvoeringsorganisatie komt voor de wettelijke taken (kwalificatiestructuur en bpv), waarin alle huidige kenniscentra opgaan. Via een aantal sectorkamers wordt de sectorale afstemming tussen het onderwijs en het sectorale bedrijfsleven geregeld. Het regeerakkoord boekt daarbij met ingang van 1 januari 2015 een taakstellende bezuiniging in, die in 2016 oploopt naar 80% van het huidige budget voor de kenniscentra. Hoewel de gevolgen voor de Fundeon organisatie nog niet in volle omvang te overzien zijn, is al wel duidelijk dat een en ander fors ingrijpt in de omvang van het personeel. Het kwijtraken van de wettelijke taken betekent niet alleen verlies van KBB medewerkers, maar werkt ook door naar andere afdelingen zoals bijvoorbeeld ICT, financiën en de staf. Een deel van de overhead van Fundeon wordt namelijk gedekt vanuit de budgetten voor de wettelijke taken. Fundeon heeft een analyse gemaakt van de gevolgen die het verdwijnen van de wettelijke taken en daarmee het budget, heeft voor de organisatie. Hieruit blijkt dat Fundeon, bij min of meer gelijkblijvende bedrijfstaken, een levensvatbare bedrijfstakorganisatie kan blijven en werkgelegenheid kan bieden aan circa 170 fte. Op de bestaande (vijf)bedrijfstaktaken is in totaal een besparing van bijna 3 miljoen euro te realiseren op de bijdrage van de bedrijfstak.
5
Andersom betekent dit dat de werkgelegenheid van circa 40 medewerkers op de ondersteunende afdelingen in het geding is. Dit uitgangspunt van gelijkblijvende bedrijfstaktaken en hiermee samenhangende budgetten staat momenteel echter ter discussie. In het kader van de nieuwe bouw-cao wordt ook het takenpakket van Fundeon tegen het licht gehouden. De directie gaat er vanuit dat hierover medio 2014 meer duidelijkheid is. Bestuur en de cao-partijen zullen de komende periode besluiten hierover gaan nemen. In de eerste helft 2014 worden er verschillende themabijeenkomsten gehouden rondom de huidige vijf bedrijfstaken te weten: bedrijfsadvisering; leermiddelen en examinering, loopbaan en evc; subsidieverstrekking en projecten en dienstverlening. Verder zijn we heel concreet met SH&M en Kenteq in gesprek over intensivering van de samenwerking. Het is de bedoeling dat de wettelijke taken van de kenniscentra op 1 augustus 2015 overgaan naar de stichting SBB. Voorwaarde hierbij is wel dat de frictiekosten die betrekking hebben op de afbouw en de overgang naar SBB van de wettelijke taken, door OCW worden gedragen. Hierover wordt momenteel volop overlegd tussen de werkgeversvereniging van de kenniscentra, SBB en OCW. Ambities 2013 Sinds 2011 hebben de besturen van de Stichting Fundeon en de Stichting Fundeon KBBI op basis van het rapport ‘Gedeelde Ambities’ de doelstellingen en aanwending van de middelen voor het bereiken van de doelen vastgesteld. Die doelstellingen zijn helder vastgelegd in te behalen targets in de vorm van eenduidig meetbare Key Performance Indicatoren. Daarmee is het voor de uitvoeringsorganisatie Fundeon duidelijk geworden welke prestaties zij dient te leveren en aan welke kwaliteitseisen zij moet voldoen. Het kwalitatieve deel van de KPI’s is gebaseerd op onafhankelijk marktonderzoek (tevredenheidmeting), waarbij de geformuleerde targets voor 2013 ten minste op en in vrijwel alle gevallen boven het niveau van 2012 waren gesteld. Naast het vasthouden van het algehele niveau eind 2012 stond 2013 in het teken van het doorvoeren van verbetermaatregelen voor taken die nog achterbleven op de doelstelling in 2012. Zoals hierna ook blijkt, zijn deze doelstellingen voor 2013 ook nagenoeg gehaald. Een prestatie om trots op te zijn in een periode van onrust en onzekerheid.
6
2.2
Activiteiten en resultaten
De activiteiten van Fundeon zijn in het beleidsplan 2013 ingedeeld op basis van de in de vorige paragraaf genoemde wettelijke - en bedrijfstaktaken. Allereerst wordt ingegaan op de inhoudelijke activiteiten en ontwikkelingen en vervolgens op de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten (voor zover het de bedrijfstaktaken betreft).
2.2.1 Inhoudelijke activiteiten c.q. ontwikkelingen Samenwerking technische kenniscentra Mede op initiatief van Fundeon zijn in 2011 de acht technische kenniscentra gestart met een verkenning van de mogelijkheden tot (nadere) samenwerking. Naast Fundeon gaat het daarbij om de volgende kenniscentra: Kenteq, Innovam, VOC, PMLF/VAPRO, SVGB, SH&M en Savantis (T8). Doel van deze samenwerking was om gebruik te maken van elkaars kennis en ervaring. De directe aanleiding hiervoor waren de maatregelen vanuit het actieplan mbo, de komst van Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en de bezuinigingen op de overheidsbekostiging. De uitgezette koers binnen de T8 is door het besluit van de minister om de wettelijke taken bij SBB onder te brengen in een ander daglicht komen te staan. Voor samenwerking op het gebied van de wettelijke taken is de T8 geen voertuig meer. Wel zijn er mogelijkheden om samen te op bedrijfstaktaken zoals ontwikkeling van leermiddelen en examenproducten. Zo is er in 2013 een gezamenlijk format voor een exameninstrumentarium ontwikkeld. Eind 2013 zijn er nu drie kenniscentra, te weten SH&M, Kenteq en Fundeon die de samenwerking serieus voortzetten. Binnen de T8 worden nog wel een aantal lopende activiteiten afgerond in 2014 zoals: • In gezamenlijkheid werken aan de nieuwe kwalificatiestructuur • Het maken van een gezamenlijke arbeidsmarktrapportage • Een gezamenlijk aanbod in kader van employability Vakmanschap in Stappen Vitaliteit en duurzaamheid worden steeds belangrijker. De sector heeft dat al vroeg ingezien met voorzieningen als evc en loopbaantrajecten. Daarnaast is het belangrijk dat de werknemers ook inhoudelijk goed geschoold blijven om te kunnen blijven voldoen aan de veranderende veelal hogere eisen in het vak. Ook dat is duurzaam inzetbaarheid. De huidige scholingsvoorzieningen zijn niet meer voldoende. Cao-partijen hebben daarom afspraken gemaakt gericht op kwalificerend vakmanschap. Fundeon heeft de opdracht gekregen om een tweejarige pilot op te zetten en te coördineren. De uitvoering gebeurt in nauwe samenwerking met opleidingsbedrijven en roc’s. Werknemers die al enige tijd in de branche werken, maar geen vakdiploma hebben, kunnen via Vakmanschap in Stappen alsnog dat diploma gaan halen. En zoals de naam al zegt: in stappen. Geen lange opleiding, maar via een aantal vakmodules van steeds een paar dagen. Zo kun je de opleiding volgen, op het moment en in het tempo dat u als werkgever of als werknemer het beste uitkomt. Het project is in 2013 uitgewerkt, ingericht en geïmplementeerd en op 1 november 2013 in uitvoering gegaan. Sectorplan bouw & infra Ook landelijk neemt de betekenis en het belang van deze maatregelen aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers toe. In het sectorplan bouw & infra, dat 18 december 2013 is aangeboden, investeren de sector en de overheid samen € 85 miljoen in de arbeidsmarkt. Het plan kent een looptijd van twee jaar. De sector verwacht twee jaar te moeten overbruggen om de gevolgen van de crisis op de korte termijn het hoofd te kunnen bieden en daarnaast maatregelen te treffen om voor de lange termijn de structurele tekorten op te vangen.
7
Sociale partners hebben aan Fundeon gevraagd om de uitvoering van het project te coördineren en is verantwoordelijk voor een deel van de uitvoerende maatregelen, zoals de loonkostensubsidies. Financiële ontwikkelingen Vanuit zowel de overheid als de bedrijfstak was en is er minder budget beschikbaar voor Fundeon. • Als gevolg van dalende inkomsten (minder premieafdracht) is er minder geld beschikbaar voor opleidings- en scholingsactiviteiten (O&O-fonds voor de Bouwnijverheid). Dit betekende dat o.a. een bezuiniging van Є 3,2 miljoen vanaf 2013 met een doorloop in 2014. Het draagvlak voor collectieve financiering neemt steeds verder af. Werkgevers en werknemers worden steeds meer zelf verantwoordelijk voor hun verdere ontwikkeling en loopbaan. De budgetten staan verder onder druk. Het moet goedkoper, maar wel met behoud van kwaliteit • De kenniscentra (en dus ook Fundeon) hadden voor de uitvoering van hun wettelijke taken reeds te maken met een efficiencykorting op het overheidsbudget voor de periode 2011 - 2016. Zoals ook hiervoor is aangegeven zullen per medio 2015 de wettelijke taken en daarmee het budget verdwijnen. In totaal gaat het om 7,5 mln. Het verlies van de wettelijke taken betekent een gat in de begroting van Stichting Fundeon (vanaf 2015), aangezien een deel van de overhead gedekt wordt uit de budgetten voor de wettelijke taken. In de rijksbegroting worden de bezuinigingen verdeeld over 2015 en 2016. Hoewel er afgesproken is om de transitie van de wettelijke taken op één moment te laten plaatsvinden (medio 2015) plaatsvinden, zal de bezuiniging al wel ingaan per 1 januari 2015. Dat betekent met andere woorden dat een bezuiniging op de wettelijke taken voor 2015 tot het moment van overdracht.
2.2.2 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten In het beleidsplan 2013 zijn de onderstaande meetbare targets opgenomen. Bij iedere target is (voor zover mogelijk) nader uitgewerkt per kpi de ambitie voor 2013. Tenslotte worden de bereikte resultaten in 2013 weergegeven. Met een worden targets weergegeven die gehaald zijn. Met een worden targets weergegeven die (ruimschoots) niet gehaald zijn. Met een worden targets weergegeven die niet gehaald zijn, maar wel bijna. Als criterium daarbij wordt een marge van 15% op de kwantitatieve targets en een marge van 0,2% punt op de kwalitatieve targets gehanteerd. Als gevolg van de bezuinigingstaakstelling zal ook het meten van deze prestatie-indicatoren efficiënter moeten gebeuren. Sinds 2013 zijn er minder kpi’s (van twintig naar zeventien) en meten we ook minder frequent. De kwantitatieve kpi’s worden elk kwartaal gemeten en de resultaten gerapporteerd aan directie en management. De waardering van de klanten (kwalitatieve kpi’s) wordt deels jaarlijks en deels elke twee jaar onderzocht. Ook met deze omvang blijft het goed mogelijk om het bestuur van adequate managementinformatie te voorzien.
8
Bedrijfstaktaken 4. Uitvoering subsidiebeleid
Taak 13. Door middel van subsidies stimuleren van instroom en behoud van personeel
Key Performance Indicator Doelstelling/targets Het aantal klachten blijft onder de 1% van het totaal van alle betalingen.
Realisatie
In het klachtensysteem is één klacht geregistreerd op de 12.446 betalingen. Een prima resultaat dus.
9
2.3
Organisatie
2.3.1
Algemeen
Juridische structuur De drie stichtingen Fundeon zijn per 1 januari 2006 opgericht. Het bestuur van de drie stichtingen wordt gevormd door vijf vertegenwoordigers namens de werkgeversorganisatie Bouwend Nederland en vijf vertegenwoordigers namens de werknemersorganisaties FNV Bouw en CNV Vakmensen. Namens de MBO Raad zijn daarnaast vijf bestuurders lid van het bestuur van de Stichting Fundeon KBBI. Organisatiestructuur Fundeon heeft haar centrale kantoor in Harderwijk en daarnaast beschikt Fundeon over regiokantoren in Woerden, Zwolle en Helmond, van waaruit adviseurs opereren en worden ondersteund. Directievoering en verdere ondersteuning (personeelszaken, boekhouding, automatisering, etc.) worden verleend vanuit het centrale kantoor. FTE Stichting Fundeon Fonds heeft geen personeel in dienst. Samenstelling Directie Naam Functie Aard Dienstverband Omvang dienstverband Beloning (incl. pensioenlasten)
Toegerekend aan Fundeon Fonds
S. van Bodegraven algemeen directeur
F.W.C.M. Kokke directeur Markt & Ontwikkeling
A. Kreulen directeur Financiën en Operaties
Statutair Vast 1,0fte
Titulair Vast 1,0fte
Titulair Vast 1,0fte
€ 167.871 € 0
€ 147.521 € 0
€ 149.490 € 0
De directiebeloning is getotaliseerd voor de drie stichtingen. 2.3.2 Organisatorische ontwikkelingen Fundeon is een organisatie in beweging. In de eerste plaats bewegen we voor de klant: de medewerkers zijn intrinsiek zeer gedreven om kwaliteit te leveren voor de klant (zowel de branches en de bedrijven, als de werknemers en leerlingen). Men stáát voor de waarde die men heeft voor de bedrijfstak. In de tweede plaats bewegen we ook intern. Logischerwijs is dat weer zichtbaar geworden in de recente reorganisatie eind 2012, begin 2013. Het kwijtraken van de wettelijke taken grijpt wederom fors in in de omvang van het personeel. Het betekent niet alleen verlies van KBB medewerkers, maar werkt ook door naar andere afdelingen zoals bijvoorbeeld ICT, financiën en de staf. Al eerder is aangegeven dat het om reductie van ongeveer 80 fte zal gaan, wanneer de bedrijfstaktaken gelijk blijven. Dit laatste is nog onderwerp van brede discussie bij bestuur en cao-partijen. Een aantal medewerkers kan mogelijk een plaats vinden in de SBB-organisatie. De directie gaat er vanuit dat niet eerder dan in het voorjaar 2014 meer duidelijkheid is over de exacte omvang van de personeelsreductie. Het jaar 2014 zal voor Fundeon dan ook vooral in het teken staan van de veranderingen die het gevolg zijn van het verlies van de wettelijke taken. We zetten dan ook fors in op de professionalisering en employability van de medewerkers, binnen of buiten Fundeon. Dat zal veel wederom veel vragen van de weerbaarheid en wendbaarheid van de organisatie.
10
In 2013 zijn we verder aan de slag gegaan met de verbeterpunten naar aanleiding van het medewerkerstevredenheidsonderzoek 2012. Het voornemen is om in de eerste helft van 2014 opnieuw een meting uit voeren. Om de ontwikkeling van de organisatie nog beter te kunnen sturen zijn er ook voor de ondersteunende afdelingen (P&O, ict e.d.) kpi’s geformuleerd voor 2013. Deze kpi’s zijn opgenomen in de verschillende werkplannen. Medio 2014 zal hiervan de balans worden opgemaakt
2.3.3
Ondersteunende diensten en stafafdelingen
Financiën en Operaties Algemeen Net als het voorgaande jaar hebben verschillende grote projecten een behoorlijke inspanning gevraagd van de afdelingen automatisering, F&O en subsidie-uitvoering. De werkzaamheden voor de bedrijfstak gaan in volle omvang door terwijl deze afdelingen als gevolg van het verdwijnen van KBB taken en dus overheaddekking in de toekomst moeten krimpen. Binnen dit spanningsveld hebben we in 2013 de opgebouwde kennis en expertise en dus kwaliteit weten te handhaven en weten te versterken. We hebben een stevig Fundament gelegd voor de mogelijke nieuwe toekomst van Fundeon. Wij hebben verder gebouwd aan een efficiëntere organisatie waar afdelingen integraal samenwerken. Met name ICT en Controlling hebben een actieve rol gehad bij de gesprekken over het toekomstig Fundeon. Financiën De aankomende bezuinigingen maken het nog meer noodzakelijk om efficiënter te werken. Het nieuwe Fundeon heeft behoefte aan nog meer financieel inzicht. Financiering zal in de toekomst minder collectief zijn en meer moeten komen van de directe afnemers van de producten en diensten van Fundeon. Het opstellen van goede business modellen en goed inzicht in de kostprijzen van onze producten worden van steeds groter belang. Een groot deel van de uitgevoerde projecten zijn in dit licht uitgevoerd. Informatiemanagement en ICT Ook deze afdelingen hebben een actieve rol op weg naar het nieuwe Fundeon die klaar moet zijn voor nieuwe taken en andere financieringsmodellen. Informatiemanagement ondersteunt de afdelingen bij projectmatig werken bij het realiseren van de voorgenomen efficiency doelstellingen door het actief in kaart brengen van hun processen alvorens deze geautomatiseerd worden. Grote projecten waren een nieuw CRM systeem en een nieuwe logistieke module inclusief web shop. De afdeling ICT faseert in gestaag tempo de oude automatiseringssystemen uit. Het grootste deel van hun projecten stonden in het teken van de vervanging c.q. vernieuwing van de systemen ISBO/SBWI. Dit jaar is ook het Fundeon beveilgingsbeleid verder aangescherpt en voldoet daarmee aan volwassenheidsniveau dat past de omvang van Fundeon Subsidiebeheer Deze afdeling is dit jaar verder gegroeid tot een afdeling die naast de uitvoering van de diverse regelingen ook de communicatie en de uitleg naar de gebruikers van subsidies voor haar rekening neemt. Voor deze afdeling was een grote rol weggelegd bij de totstandkoming en vastlegging van de regelgeving rond het Sectorplan Bouw. Zij werkt hierbij samen en in opdracht van cao partijen. In het komend jaar neemt de afdeling ook de uitvoering voor haar rekening. Subsidie advies Het accent van de werkzaamheden van de subsidieadviseur lag in het afgelopen jaar op het verkennen en versterken van het netwerk van subsidieverstrekkende organisaties op het gebied van de
11
arbeidsmarkt, onderwijs(-innovatie), sociale innovatie, duurzame inzetbaarheid / vitaliteit en op het verkennen en eventueel inzetten van de subsidieregelingen op die gebieden, met name het Europees Sociaal Fonds (ESF). In 2013 heeft Fundeon met name gelden ontvangen in het kader van ontvangen in het kader van de Stageboxregeling en ESF. Fundeon is partner in het project Build Up Skills Netherlands. Officemanagement Eind 2012 zijn de afdelingen facilitair en directiesecretariaat F&O samengevoegd tot een nieuwe afdeling officemanagement. Na de afronding van de intensieve verbouwing van onze kantoren was dit ook verantwoord. Met behoud van kwaliteit heeft deze afdeling een behoorlijke bezuiniging weten te realiseren. Repro Deze afdeling is inmiddels letterlijk in het hart van Fundeon geplaatst. De afdeling is nu transparant zichtbaar en ontwikkeld zich verder tot een professionele drukkerij. Het zogenaamde printing on demand principe van onze drukkerij zorgt voor lage voorraden en minder opslagkosten. Steeds meer externe partijen weten ons te vinden Communicatie Algemeen De wereld van de communicatie verandert snel en voortdurend. Social media zorgen ervoor dat iedereen voortdurend communiceert, vragen stelt en meningen uitwisselt. Organisaties moeten hier hun weg in zien te vinden, en dat geldt ook voor Fundeon. In het verslagjaar zijn de inspanningen van Fundeon op de social media en met digitale communicatiemiddelen verder toegenomen. Wij leren steeds beter gebruik te maken van deze moderne communicatiemiddelen. Alleen informatie verspreiden en ‘zenden’ is uit, het gaat om dialoog en interactie. Via Twitter wordt extra aandacht gegenereerd voor pers- en nieuwsberichten die Fundeon verspreidt, of voor berichten die wij weer opvangen op dit openbare ‘mini-blog’. Met grote regelmaat plaatst Fundeon ook ‘stories’ op Facebook van medewerkers die via een video- of fotoverslag laten zien wat hun werk inhoudt. Zo proberen wij op een andere manier te laten zien aan onze relaties en onze omgeving wat wij doen en hoe wij dat doen. Het bereik hiervan is misschien nog niet altijd even groot, maar dat gaat de komende tijd zeker verder groeien. Met digitale nieuwsbrieven houden wij de diverse doelgroepen (leermeesters, opleiders en werkgevers) op de hoogte van voor hen relevante ontwikkelingen en informatie. Papier maakt steeds meer plaats voor digitale middelen. Er zijn nog wel enkele uitzonderingen. In 2013 verscheen eenmalig het corporate magazine Opbouwend. Het was vooral bedoeld om mkb-bedrijven nog eens te wijzen op de dienstverlening die Fundeon hen biedt. In die opzet lijkt het een geslaagd experiment, getuige het cijfer van een 7,2 dat de aannemers het blad gaven. Voor leermeesters is er het blad Vakkracht dat vijf keer per jaar verschijnt, zowel als papieren uitgave als in de vorm van een digitale nieuwsbrief. Het idee is dat ook Vakkracht op termijn alleen nog als digitale nieuwsbrief uitkomt. De afdeling Communicatie van Fundeon maakt verder het blad Bouwen, dat beoogt werknemers te stimuleren na te denken over hun loopbaan. Er staan verhalen in over mensen die een loopbaanstap maken, of een evc-traject volgen. Tevens bevat het magazine reportages over projecten en bouwtechniek, want het doel is ook om trots uit te stralen over wat de bouw vermag en zo mensen aan de sector te binden. Het magazine wordt verspreid onder alle werknemers (en hun werkgever) die onder de bouw-cao vallen. In 2013 waren ook enkele specifieke projecten waar de aandacht van Communicatie maar is uitgegaan: Vakmanschap in Stappen en de loonkostensubsidies uit het sectorplan. Vakmanschap in Stappen kreeg
12
een eigen website. Daarnaast werd en wordt promotie voor deze nieuwe vorm van opleiden gemaakt via de social media. Op de website van Fundeon werden alle relevante informatie en documenten toegevoegd over de diverse loonkostensubsidies. Personeel en Organisatie Algemeen Het jaar 2013 heeft, naast de reguliere werkzaamheden, in het teken gestaan van: • de afronding van de reorganisatie van 1 januari 2013, waarbij de ingezette kritische koers van het al dan niet invullen van openstaande vacatures in 2013 is voortgezet, met het oog op de komende ontwikkelingen rond de Kenniscentra van 2015 en verder. • de voorbereidingen voor de reorganisatie als gevolg van de toekomstige overheveling van de wettelijke taken naar SBB en de bezuinigingen op de bijdrage van OCW vanaf het jaar 2015. Vanaf september 2013 is één van de personeelsadviseurs in dit kader betrokken als adviseur bij de Werkgeververeniging van de Kenniscentra. • de overstap van personeelsadministratie naar de afdeling Financiën en de verdere operationalisering van het personeelsinformatiesysteem Profit. De ingezette koers ten aanzien van het optimaliseren van de kwaliteit van functioneren door de medewerkers van Fundeon is voortgezet, waarbij periodiek overleg plaatsvond tussen directie, management, personeelsadviseurs en de Fundeon Academie. Fundeon Academie Focuspunt van de Fundeon Academie in 2013 was employability. Naast het bestaande budget voor de academie werd dit budget in de loop van het jaar uitgebreid met twee ton om extra te investeren in de employability van medewerkers. Dit heeft geleid tot een stijging in het volgen van externe opleidingen. Veel vaker kozen medewerkers naar opleidingsprogramma’s van meerdere jaren en leidend tot diplomering. Het cursusaanbod voor alle medewerkers op basis van open inschrijving werd uitgebreid met een fiks aantal employability cursussen zoals ‘Als ervaren medewerker jezelf managen’, ‘Personal development’, ‘Vanuit je sterke punten werken aan je loopbaan’, ‘Check je cv’, ‘Het merk ik’, ‘Hoe maak ik impact’, ‘Social media inzetten voor je loopbaan’ en ‘Sollicitatiebrieven, brieven en e-mails schrijven’. Naast het volgen van cursussen heeft de Fundeon Academie ook gezocht naar de inzet van een toegankelijke test die inzicht geeft in je employability. Na een pilot waarin een testgroep van medewerkers en leidinggevenden deelnamen is ervoor gekozen om de Employabilityscan PEGA van HetEigenVermogen breed in te zetten. Deze PEGA-test combineert persoonlijke voorkeuren met talenten, persoonlijkheid en leervermogen en de uitslag geeft concrete beroepen die bij de deelnemer zouden kunnen passen. In 2013 is deze test door 75 medewerkers gedaan. Op het gebied van interne training verzorgde de Fundeon Academie scholingsprogramma’s voor leidinggevenden, adviseurs en projectleiders Ontwikkeling. De leidinggevenden hebben zich verder geprofessionaliseerd in de uitvoering van de beoordelings- en ontwikkelcyclus. Daarnaast is er door de Academie aandacht besteed aan employability en de rol van leidinggevenden. Adviseurs volgden verschillende fit trainingen: een opleidingsvorm die deelnemers in staat stelt hun eigen trainingsprogramma samen te stellen. Daarnaast werd er een train-de-trainer-programma ontwikkeld voor adviseurs die leermeestercursussen geven. Voor de afdeling Ontwikkeling werd de opzet en inhoud van een opleidingsprogramma gemaakt dat in 2014 zal worden uitgerold. Het onderzoek naar het leerrendement van de academie van 2012 leidde tot de publicatie van het artikel ‘Effectmeting bij Fundeon Academie. Wat levert opleiden op?’ in Tijdschrift voor Ontwikkeling in Organisaties (nummer 2, juni 2013).
13
Het cursusaanbod van de Fundeon Academie stond ook in 2013 open voor de samenwerkende kenniscentra in de techniek: de T8 Academie. Ruim 160 deelnemers van Innovam, VOC, Savantis, PMLF, Kenteq, SVGB, SH&M volgden cursussen. In NSCU, het tijdschrift van Nederlandse Stichting voor Corporate Universities, werd het artikel ‘Fundeon Academie. Startmotor voor bredere samenwerking’ gepubliceerd (juni 2013). De Fundeon Academie heeft van Kenteq de opdracht gekregen om een posthbo programma loopbaanadviseur Kenteq te ontwikkelen en uit te voeren. Daarmee is in 2013 gestart. En dit programma wordt in 2014 afgerond.
2.3.4 Kwaliteitszorg Algemeen Een goed functionerend kwaliteitsmanagementsysteem vormt een belangrijk instrument voor de verdere ontwikkeling van de organisatie. Fundeon is organisatiebreed ISO-gecertificeerd en onlangs is weer een driejaarlijkse herbeoordeling uitgevoerd die positief is verlopen. De slag naar een organisatie met oog voor gerealiseerde resultaten is ingezet met Gedeelde Ambities. Tijdens deze herbeoordeling trof Certiked een organisatie aan die goed uitgelijnd is om haar wettelijke en bedrijfstaktaken uit te voeren. In het primaire proces heeft een goede uitvoering van de opdracht veel aandacht, mede dankzij de performance indicatoren. De ondersteunende afdelingen leveren daaraan een passende bijdrage: zie verder bij de sterke punten. Behalve de zeer sterke kwantitatieve focus van de performance indicatoren en de jaarwerkplannen, is de organisatie ook zeer mensgericht. De volgende punten zijn door Certiked als zeer positief bestempeld: 1. De stafafdelingen (waaronder onderdelen van F&O) leveren effectief ondersteuning aan de doelen van de organisatie; 2. Fundeon zet sterk in op de professionalisering en employability van haar medewerkers; 3. De afdeling EVC is opvallend sterk in het borgen en verbeteren van haar processen. De mensgerichte benadering kan meer geïntegreerd worden met de kwantitatieve focus. Er ontbreekt een heldere visie op kennismanagement. Welke kennis is noodzakelijk voor de organisatie om adequaat in kunnen spelen op de aanstaande veranderingen? De aanmerkingen in het vorige onderzoek zijn nagenoeg allemaal opgevolgd. Alleen het management review blijft een uitdaging. Tevens is de evaluatie van kritieke leveranciers onvoldoende georganiseerd en geborgd en is blijvende aandacht nodig om de klachtenprocedure goed onder de aandacht te houden, zowel intern als extern. Klachten Inzicht in de aard en omvang van deze klachten waardoor zij zich als organisatie kan verbeteren. De feiten en cijfers zeggen iets over de omvang en snelheid waarmee klachten worden verwerkt binnen Fundeon. In 2013 zijn er in totaal 19 klachten geregistreerd. Dit zijn er vijf minder dan in 2012. De ontvangen klachten in 2013 zijn als volgt gerubriceerd: soort klacht EXI EXU EVC SUB ERK LEV
totaal examen inhoudelijk examen uitvoering evc-centra subsidies erkenningsregeling levering leermiddelen
gereed 6 8 1 1 2 1
6 8 1 1 2 1
openstaand 0 0 0 0 0 0
14
en examenproducten Alle geregistreerde klachten zijn in 2013 afgehandeld. Indien noodzakelijk zijn naar aanleiding van een klacht preventieve en/of corrigerende maatregelen getroffen, die moeten voorkomen dat dezelfde klacht zich nogmaals voordoet. Als illustratie hiervoor dient een klacht over het niet toekennen van de opdrachtgeverssubsidie in het kader van het leerlingbouwplaatsbeleid vanwege het niet voldoen aan de subsidievoorwaarden. Bij nadere bestudering van de klacht is gebleken dat de tekst op de website van Fundeon niet correct was. Deze is daarop aangepast en de opdrachtgeverssubsidie is alsnog uitbetaald. Op basis van voorgaande is de conclusie gerechtvaardigd dat de procedure voor behandeling van klachten effectief is. Het verdient overigens wel aanbeveling om (blijvend) hoge prioriteit te geven aan het afhandelen van klachten en oorzaak/maatregel terug te koppelen naar de direct betrokkenen.
15
2.4
Bestuur
2.4.1
Samenstelling bestuur in 2013
Bestuur Stichting Fundeon en Fundeon Fonds Namens Bouwend Nederland: • H.W.J. Bol (werkgeversvoorzitter, fungerend voorzitter 2013) • Mw. M.J.T.P van der Post (vanaf 1 november 2013) • G.A. Reus • Mw. A.W.M. Scholten (tot en met 31 oktober 2013) • A.F.J. de Vries • A. Voogt (penningmeester) Namens FNV Bouw: • Mw. M.B. van Veldhuizen (werknemersvoorzitter) • Mw. S.H. ter Maat • Ch. R. Ramdas (tot en met 30 september 2013) • Mw. K. Ünlütürk (vanaf 1 oktober 2013) Namens CNV Vakmensen: • G. Lokhorst (secretaris) • H.A. van der Spek (vanaf 1 mei 2013) Rooster van aftreden Alle bestuursleden zijn per 1 januari 2012 (her)benoemd tot en met 31 december 2014. Indien bestuursleden tussentijds worden benoemd nemen zij in het rooster van aftreden de plaats in van diegene die zij opvolgen. Van de dames Ter Maat, Ünlütürk en Van der Post en de heren Reus en Van der Spek is het de eerste termijn, die op 31 december 2014 afloopt. Van alle overige bestuursleden is het de tweede of derde termijn, die eveneens op 31 december 2014 afloopt. Bestuursbeloning In 2013 heeft de volgende honorering plaatsgevonden van bestuurders (getotaliseerd voor de drie stichtingen): Vacatiegelden / reiskostenvergoeding leden bestuur: • • • • • • • • • • • •
Dhr. H.W.J. Bol (werkgeversvoorzitter) Dhr. A. Voogt (penningmeester) Mw. A.W.M. Scholten Dhr. G.A. Reus Dhr. A.F.J. de Vries Mw. M.J.T.P van der Post Mw. M.B. van Veldhuizen (werknemersvoorzitter) Mw. K. Ünlütürk Mw. S.H. ter Maat Dhr. Ch. R. Ramdas Dhr. H.A. van der Spek Dhr. G. Lokhorst (secretaris)
€ € € € € € € € € € € €
4.009 4.238 2.369 1.907 1.721 472 4.058 881 6.743 1.884 4.047 4.325
16
2.4.2
Evaluatie besturen in het kader van Good Governance
Al vanaf 2008 voldoet Fundeon aan alle belangrijke eisen van de Governance Code van de Kenniscentra. Deze code gaat over het besturen van kenniscentra, het interne toezicht daarop en de verantwoording daarover aan de overheid en stakeholders. Criteria die aan de code ten grondslag liggen zijn: checks and balances, transparantie, professionaliteit, onafhankelijkheid en onbevangenheid en tenslotte betrokkenheid van organisaties van werkgevers, werknemers en onderwijsinstellingen. Op basis van deze code is in het Fundeon bestuurs- en directiereglement, hoofdstuk 2, artikel 6.1 lid 13, opgenomen dat het bestuur periodiek de eigen inrichting en het eigen functioneren als collectief en de bijdrage van de afzonderlijke leden evalueert. Zoals bestuurlijk vastgelegd heeft deze evaluatie betrekking op de besturen en de bestuursleden van de drie Fundeon Stichtingen: Fundeon, Fundeon Fonds en Fundeon KBBI. Waar in dit hoofdstuk gesproken wordt van 'het bestuur', heeft dit aldus telkens betrekking op alle drie de genoemde besturen, tenzij dat anders wordt vermeld. Bestuursmodel Bij Fundeon is gekozen voor het zogenaamde Bestuursmodel (optie II) uit de Govenance Code (GC) voor de Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Dit betekent het volgende: ”Het bestuur is eindverantwoordelijk en aansprakelijk voor het besturen van het kenniscentrum, maar heeft de bestuurlijke taken vergaand gedelegeerd aan de directie. Het bestuur houdt toezicht op de uitvoering van de gedelegeerde taken door de directie. Het bestuur blijft de bestuurder in de zin van het stichting- en verenigingenrecht (boek 2 BW)”. Fundeon en zijn rechtsvoorgangers worden al tientallen jaren op deze manier bestuurd door de sociale partners in de bouwnijverheid en het mbo-onderwijsveld. Partijen zijn dienaangaande zeer nauw inhoudelijk en financieel betrokken bij het beroepsonderwijs bouw en infra. Door deze betrokkenheid vanuit het collectieve beleid van de bedrijfstak inzake beroepsonderwijs, arbeidsmarkt en scholing vastgelegd in de cao Bouw - kan kwalitatief hoogwaardig beroepsonderwijs en scholing voor de bedrijfstak gerealiseerd worden, waarmee tevens zo optimaal mogelijk de kwantitatieve behoefte van de bedrijfstak aan personeel beantwoord wordt. Bestuursevaluatie In Hoofdstuk III Bestuur en Toezicht van de GC is in artikel 3.3 i het volgende opgenomen: “Periodiek evalueert het bestuur de eigen inrichting en het eigen functioneren als collectief en de bijdrage van de afzonderlijke leden. De conclusies en afspraken worden vastgelegd in een dossier dat wordt beheerd door of namens het bestuur”. De evaluatie over 2012 heeft, begin 2013, plaatsgevonden aan de hand van een (nieuwe) vragenlijst, die was uitgesplitst in de volgende vier subthema’s: 1. Functioneren bestuur als geheel; 2. Functioneren individueel bestuurslid; 3. Functioneren van de voorzitter(s) van het bestuur; 4. Samenspel tussen bestuur en directie. De belangrijkste uitkomsten van de collectieve evaluatie zijn: Ad 1 functioneren bestuur als geheel
17
Er is sprake van een open vergadercultuur, waarbij alle leden van het bestuur zich vrij voelen hun opvattingen en gevoelens uit te spreken. Er manifesteert zich thans geen schadelijke rivaliteit tussen de leden van het bestuur onderling, maar gelet op huidige tijdgeest en belangentegenstellingen moet het bestuur blijvend investeren in onderlinge relaties en betrokkenheid. Het bestuur is van mening dat de samenstelling van het bestuur evenwichtig en in overeenstemming met de behoeften van de organisatie is, waarbij door de onderwijsbestuursleden werd aangetekend dat zij een voorkeur hebben voor een paritair Fundeon KBBI-bestuur. Ad 2 functioneren individueel bestuurslid Het functioneren van de individuele bestuursleden werd als goed beoordeeld, evenals de aanwezigheid alsmede de inzet ook buiten de vergaderingen voor de Fundeon-organisatie. Gepleit werd wel, vanwege het feit dat nieuwe bestuursleden lange tijd nodig hebben om de complexe Fundeon-organisatie te leren kennen, voor een (inhoudelijk) inwerkprogramma voor bestuursleden. Ad 3 functioneren van de voorzitter(s) van het bestuur In het algemeen was het bestuur van mening dat de voorzitter ervoor zorgt dat de belangrijke onderwerpen op het juiste moment en op de juiste wijze worden geagendeerd. Ook ziet de voorzitter er op toe dat de vergaderingen op een adequate wijze worden voorbereid (n.b. beide punten via agendacommissie samen met algemeen directeur en ambtelijk secretaris). Ook zorgt de voorzitter ervoor dat alle leden worden uitgedaagd tot het leveren van een actieve bijdrage aan oordeelsvorming en besluitvorming. Ad 4 samenspel tussen bestuur en directie Het samenspel tussen bestuur en directie werd als positief beoordeeld. Dit betreft onder andere de informatievoorziening, de heldere rolverdeling en wederzijds respect en waardering. In het uitzonderlijke geval dat de directie niet constructief en defensief op positief-kritische vragen en suggesties van het bestuur reageert wordt daarop meteen actie ondernomen. Door de agendacommissie is afgesproken om de bestuursevaluatie over 2013 in het voorjaar van 2014 te houden. Dit zal met behulp van dezelfde vragenlijst worden gedaan. Hieraan toegevoegd wordt een kolom ‘beter, hetzelfde, slechter’ als afgelopen jaar. Agendacommissie De agendacommissie is belast met het beheer van de agenda van de bestuursvergaderingen en is bevoegd onderwerpen te agenderen en stukken bij de agendapunten te voegen. De agendacommissie is echter niet bevoegd om de aangeleverde stukken inhoudelijk te bewerken. De agendacommissie komt gewoonlijk twee weken voorafgaand aan de besturenvergadering bijeen, waarbij de conceptagenda en de schriftelijke mededelingen worden besproken. De agendacommissie is in 2013 vier maal bijeen geweest. In deze vergaderingen is de agenda voor de besturenvergadering vastgesteld. In het bestuurs- en directiereglement zijn de taken en bevoegdheden van de agendacommissie van het bestuur nader omschreven. Auditcommissie In 2013 is de auditcommissie drie keer bijeen geweest waarbij, in aanwezigheid van de accountant en de directeur F&O, overleg is gevoerd over onder andere de jaarrekeningen 2013, accountantsverslag 2012, halfjaarcijfers 2013, begrotingen 2014, penisoenen en diverse projectadministraties. Over de inhoud en de resultaten van deze overleggen zijn in de bestuursvergaderingen door de penningmeester (= voorzitter auditcommissie) gerapporteerd. De taken en bevoegdheden van de auditcommissie zijn in het bestuursen directiereglement nader omschreven.
18
N.B. Met betrekking tot zowel de agendacommissie als de auditcommissie is er in formele zin sprake van twee commissies (Fundeon/Fundeon Fonds en Fundeon KBBI). In de praktijk vinden door een personele unie in zowel de agendacommissies als de auditcommissies de vergaderingen gezamenlijk plaats, waarbij wel de formele verantwoordelijkheden in acht genomen worden. Bestuursvergaderingen (structuur, frequentie en besproken onderwerpen) Als gevolg van ‘Gedeelde Ambities’ is er besloten om ook de bestuursvergaderingen te splitsen. Vanaf 2011 vinden er derhalve gescheiden bestuursvergaderingen plaats. De vergaderfrequentie is daarbij bepaald op Fundeon en Fundeon Fonds 5 x per jaar en Fundeon KBBI 3 x per jaar, waarbij de vergaderingen op dezelfde dag plaatsvinden. Eind 2011 is besloten om vanaf 2012 voor beide besturenvergaderingen een frequentie van vier keer per jaar te hanteren. Achtergrond hiervan is dat op deze manier beter aangesloten kan worden bij de kwartaalrapportages (financiële en kwantitatieve/kwalitatieve over KPI’s). In 2013 zijn vier besturenvergaderingen Fundeon en Fundeon Fonds, vier bestuursvergaderingen Fundeon KBBI en drie studiebijeenkomsten, van de drie gezamenlijke besturen, gehouden. In de bestuursvergaderingen zijn diverse onderwerpen aan de orde geweest en heeft besluitvorming plaatsgevonden. Voorbeelden van behandelde onderwerpen zijn: (financiële) kwartaalrapportages, jaarrekeningen 2012 van de drie Stichtingen Fundeon, beleidsplan 2014, sectorplannen 2014 opgesteld door de drie zogenaamde sectorplatforms (B&U, Infra, GA) en het activiteitenplan 2014 van het Onderwijsplatform, begrotingen 2014 van de drie Stichtingen Fundeon, driejarenplan leerlingbouwplaatsen 2014 – 2015 – 2016, (aanpassingen van de) kwalificatiestructuur/ kwalificatiedossiers, onderwijsprijzen, ontwikkelingen met betrekking tot de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) (transitieplan), project Vakmanschap in Stappen (VIS, voorheen Kwalificerend Modulair Opleiden), Techniek doet en erkenningsaanvragen van opleidingsbedrijven. Belangrijke onderwerpen waren verder de evc-centra Bouw en Infra en het Loopbaantraject Bouw en Infra. De studiebijeenkomsten hebben in het teken gestaan van de bezuinigingen op de kenniscentra als gevolg van regeerakkoord (overdracht wettelijke taken aan SBB, samenwerking T8 en Impactanalyse (visie directie op Fundeon 2015)).
19
2.5
Toestand op balansdatum
Financieel Stichting Fundeon Fonds heeft een kasfunctie. De diverse bedrijfstaksubsidies die ter beschikking gesteld worden voor opleidingen in de bedrijfstak worden in deze jaarrekening verantwoord. Hierbij worden de ter beschikking gestelde gelden een op een doorgegeven aan de belanghebbenden in de sector. De stand van het eigen vermogen per 31 december 2013 bedraagt € nihil (2012: € nihil). Het balanstotaal per 31 december 2013 bedraagt € 5.721.643 (2012: € 13.923.735). Het resultaat over het boekjaar 2013 bedraagt € nihil (2012: € nihil). Analyse financieel beleid Het resultaat over het boekjaar bedraagt € nihil. In de begroting was hiermee rekening gehouden. Kengetallen
2013
2012
1
0,00% 1,19 1,08 824
0,00% 1,07 1,03 925
Solvabiliteit 2 Current ratio 3 Liquiditeit 4 Werkkapitaal
De financiële positie van Stichting Fundeon Fonds is op basis van de kengetallen in 2013 ten opzichte van 2012 iets toegenomen. Ultimo 2013 was het saldo liquide middelen lager dan dat van voorgaand jaar. Echter de schulden op korte termijn zijn in 2013 met 0,8 mio afgenomen. Per saldo is de liquiditeitspositie in 2013 ten opzichte van 2012 afgenomen. Organisatorisch Op de balansdatum zijn er geen belangrijke organisatorische wijzigingen ten opzichte van hetgeen in het voorgaande is beschreven. Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die van invloed zijn op de financiële positie van Stichting Fundeon Fonds per 31 december 2013. Belangrijkste risico’s en onzekerheden Het aantal deelnemers neemt al een aantal jaren af. Met ingang van 1 januari 2011 is een nieuwe tegemoetkomingregeling van kracht geworden. Deze regeling kent strengere voorwaarden en lagere vergoedingen per deelnemer. Beide effecten zorgen er voor dat het totaal uitgekeerde bedrag aan tegemoetkomingen een dalende trend laat zien. Stichting Fundeon Fonds verricht uitsluitend kasactiviteiten. Er zijn derhalve geen belangrijke risico’s en onzekerheden. 1
Solvabiliteit = (eigen vermogen / totaal geïnvesteerd vermogen) * 100% Current ratio = (vlottende activa + liquide middelen) / schulden op korte termijn 3 Liquiditeit = (inbare debiteuren + courante voorraden + geldmiddelen) / schulden op korte termijn 4 Werkkapitaal = eigen vermogen + voorzieningen + langlopende schulden – vaste activa 2
20
Treasuryverslag Algemeen Het treasurybeleid betreft het vermogens- en liquiditeitenbeheer en is gericht op de realisatie van de doelstellingen van de organisatie. Daarbij speelt de verantwoording over de bedrijfstakmiddelen een grote rol. De drie pijlers van dit beleid zijn: 1. Financieringsbeleid. Dit beleid is hierna opgenomen en is te onderscheiden in regels rond interne resp. externe geldstromen. 2. De bevoegdheden neergelegd in het treasurystatuut alsmede de procuratieregeling (separaat in het bestuur bekrachtigd) 3. Informatievoorziening. Middels de jaarrekening is reeds sprake van informatievoorziening. Vanuit het treasurybeleid wordt daar – jaarlijks aan het bestuur aan te bieden – financieringsinformatie aan toegevoegd. In 2009 is door het bestuur van Fundeon een treasurystatuut vastgesteld, waarin de kaders en de verantwoordelijkheid zijn voorgeschreven. Tijdens het boekjaar zijn de liquide middelen uitsluitend aangehouden op de rekening-courant van de huisbankier. Er zijn geen nieuwe leningen u/g verstrekt. Financieringsbeleid Het financieringsbeleid onderkent enerzijds de interne geldstromen binnen de juridische entiteiten en anderzijds de externe geldstromen. Externe geldstromen Voor externe geldstromen gelden de normen zoals die zijn vastgelegd in het treasurystatuut. Opgenomen gelden Kapitaalrekening O&O. Deze financiering van investeringen door het O&O-fonds wordt gebruikt binnen de daartoe door O&O gestelde kaders. Uitgezette gelden Beleggingen moeten immer hoofdsomgegarandeerd zijn. Tevens worden beleggingen met een looptijd langer dan één jaar eerst aangegaan nadat het dagelijks bestuur is ingelicht. Prijs-, krediet-, liquiditeits- en kasstroomrisico’s Fundeon tracht de risico’s uiteraard zoveel mogelijk af te dekken. Daar waar mogelijke prijsrisico’s bestaan wordt waar mogelijk gewerkt met langlopende overeenkomsten (bijvoorbeeld leasecontracten voor machines) of vastgestelde tarieven. Het kredietrisico wordt beperkt door het voeren van actief debiteurenbeheer, welke wordt uitgevoerd door Stichting Fundeon. Ten aanzien van het liquiditeits- en kasstroomrisico wordt geen actief beleid gevoerd daar de liquiditeitspositie daar vooralsnog geen aanleiding toe geeft. Alle uitgekeerde bedragen worden volgens de goedgekeurde reglementen uitgekeerd en volledig door het O&O- fonds betaald.
21
22
Jaarrekening 2013
Stichting Fundeon Fonds
Stichting Fundeon Fonds Statutair gevestigd te Harderwijk Versie: voorlopig Vastgesteld te Harderwijk op 13 mei 2014 door het bestuur van Stichting Fundeon Fonds
23
Stichting Fundeon Fonds Balans per 31 december (na resultaatbestemming) (bedragen x € 1)
2013
ACTIVA VASTE ACTIVA Financiële vaste activa - Lening u/g
VLOTTENDE ACTIVA - Overige vorderingen en overlopende activa
Liquide middelen
1
2
3
480.737 480.737
451.319 451.319
2012
489.032 489.032
528.211 528.211
4.789.587
12.906.492
5.721.643
13.923.735
2013
PASSIVA LANGLOPENDE SCHULDEN - Egalisatierekening inzake geldstroom Bouw - Egalisatierekening inzake geldstroom Infra
KORTLOPENDE SCHULDEN - Te betalen aan verbonden partijen - Rekening courant O&O-fonds - Nog te betalen tegemoetkomingen - Overige schulden en nog te betalen kosten
4 5
6 7 8
2012
763.581 541.277 1.304.858
862.359 551.259 1.413.618
16.931 3.247.738 250.269 901.847 4.416.785
48.433 10.173.340 1.184.751 1.103.593 12.510.117
5.721.643,00
13.923.735
24
Stichting Fundeon Fonds Staat van baten en lasten over 2013 (bedragen x € 1)
Realisatie 2013 BATEN Bijdrage Stichting Fundeon Bijdrage O&O-fonds Subsidies overheid Bijdragen van derden Totaal baten
10 11 12 13
LASTEN Tegemoetkomingen inzake B&U: Tegemoetkomingen BBL-opleidingen Vergoeding bouwplaatsassistent Opdrachtgeverssubsidie leerlingbouwplaatsen
14
Tegemoetkomingen inzake Infra: BBL-opleidingen Subsidies werkenden
17
Aanvullende subsidies Infra: Ten behoeve van organisatie van opleidingen infra
Totaal lasten Exploitatieresultaat
15 16
18
19
Realisatie 2012
13.565.722 333.175 382.033 14.280.930
760 27.264.848 526.328 714.770 28.506.706
8.631.785 2.042 323.722 8.957.549
17.891.278 17.458 508.305 18.417.041
5.323.381 5.323.381
10.067.589 21.316 10.088.905
-
760 760
14.280.930
28.506.706
-
-
25
Stichting Fundeon Fonds Kasstroomoverzicht over 2013 (bedragen x € 1)
2013 Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatieresultaat Veranderingen in werkkapitaal: - Afname overige vorderingen en overlopende activa - Afname cq toename te betalen aan verbonden partijen - Afname cq toename rekening courant O&O-fonds - Afname te betalen tegemoetkomingen - Afname cq toename overige schulden en overlopende passiva
-
2 6 7 8 9
76.892 -31.502 -6.925.602 -934.482 -201.746
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten - Afname leningen u/g - Afname langlopende schulden
1 4+5
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen Controle: Liquide middelen per 1 januari Liquide middelen per 31 december Mutatie
2012
3 3
8.295 -108.760
-8.016.440 -8.016.440
-100.465 -100.465
-
388.298 130.408 1.822.489 -877.599 496.250
80.000 -1.829.703
1.959.846 1.959.846
-1.749.703 -1.749.703
-8.116.905
210.143
12.906.492 4.789.587 -8.116.905
12.696.349 12.906.492 210.143
26
Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen De stichting heeft de jaarrekening opgesteld volgens de Richtlijn 640 Organisaties-zonderwinststreven van de Raad voor de Jaarverslaggeving, alsmede specifieke bepalingen in de de Leidraad Administratieve Voorwaarden van het O&O-fonds. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Activiteiten van de stichting De stichting heeft ten doel het bevorderen van de educatie en het beroepsonderwijs in de bouwnijverheid met name door het verkrijgen en verstrekken van (financiële) tegemoetkomingen. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Vergelijkende cijfers Aangezien de begroting geen belangrijk sturingsinstrument is voor Stichting Fundeon Fonds, zijn de begrotingscijfers niet als vergelijkende cijfers opgenomen. Subsidies Subsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd tekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de stichting de condities voor ontvangst kan aantonen. Bijdrage O&O-fonds Voor zowel de bouw als de infra wordt in de resultatenrekening de in het boekjaar benodigde subsidie opgenomen. Omdat per instroomjaar wordt afgerekend is momenteel sprake van de, in de balansspecificatieopgenomen, nog openstaande subsidiejaren. (zie ‘rekening courant O&O-fonds’). Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van aanpassingen voor veranderingen in het werkkapitaal zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Mutaties voor kapitaal investeringen, langlopende schulden en leningen u/g zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de stichting Fundeon en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.
27
Grondslagen voor waardering van activa en passiva Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. Consolidatie Op grond van de Leidraad Administratieve Voorwaarden van het O&O-fonds vindt in afwijking van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving geen consolidatie plaats met stichting Fundeon en stichting Fundeon KBBI. Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de leiding van Stichting Fundeon Fonds zich verschillende oordelen en schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningpost. Feitelijke vestigingsadres Het feitelijke vestigingsadres van de stichting is : Ceintuurbaan 2, 3847 LG Harderwijk. VASTE ACTIVA 1. Financiële vaste activa De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen omvatten verstrekte leningen en overige vorderingen. Deze vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden deze leningen en overige vorderingen gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er bij de verstrekking van leningen sprake is van disagio of agio, wordt dit gedurende de looptijd ten gunste respectievelijk ten laste van het resultaat gebracht als onderdeel van de effectieve rente. Ook transactiekosten worden verwerkt in de eerste waardering en als onderdeel van de effectieve rente ten laste van het resultaat gebracht. Bijzondere waardeverminderingen worden in mindering gebracht op de geamortiseerde kostprijs en direct verantwoord in de winst-en-verliesrekening. VLOTTENDE ACTIVA 2. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Deze voorziening wordt bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. 3. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan een jaar. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde
28
Grondslagen voor waardering van activa en passiva LANGLOPENDE SCHULDEN 4-5. Algemeen Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de staat van baten en lasten als interestlast verwerkt 4-5. Egalisatierekening Bouw en Infra Met ingang van 1 juli 1998 zijn met het O&O-fonds wat betreft financiering van de geldstroomactiviteiten voor de sectoren Bouw en Infra afzonderlijke afspraken gemaakt. Per 1 januari 2007 worden de geldstroomsubsidies verkregen van het O&O-fonds verantwoord als exploitatiesubsidie in overeenstemming met RJ 274 paragraaf 103. Als gevolg van deze stelselwijziging is bij het opstellen van deze jaarrekening ervan uitgegaan dat alle voor rekening van het O&O-fonds komende uitbetaalde tegemoetkomingen door het O&O-fonds zullen worden vergoed. Pas bij de afrekening per instroom- respectievelijk cursusjaar blijkt het daadwerkelijke recht op subsidie. Eventuele tekorten en overschotten zullen dan als rechtstreekse mutatie in de egalisatierekening worden verwerkt. Voor besteding van in de egalisatierekening aanwezige middelen is vooraf toestemming nodig van het bestuur van het O&O-fonds.
29
Toelichting op de balans per 31 december (bedragen x € 1)
Activa FINANCIELE VASTE ACTIVA 1. Lening u/g Saldo per 1 januari Bij: nieuwe lening Af: Aflossing Saldo per 31 december
2013
489.032 8.295 480.737
2012
569.032 80.000 489.032
Het saldo van de financiële vaste activa bestaat uit: 1) Een geldlening, hoofdsom € 77.315, verstrekt op 1 mei 2008 aan Stichting samenwerkingsverband praktijk opleidingen te Nuth. Het is een renteloze lening voor een periode van 10 jaar. 2) Een geldlening, hoofdsom € 540.000, verstrekt op 22 maart 2010 aan Stichting Haagbouw te Den Haag. Het was een rentedragende lening (4% per jaar) voor een periode van 4 jaar. In het boekjaar is de leningperiode met een jaar verlengd.
VLOTTENDE ACTIVA 31 december 2013 2. Overige vorderingen en overlopende activa Stichting Scholingsfonds inzake SPT's Verstrekte voorschotten aan samenwerkingsverbanden Verrekening kosten advocaat Overige
193.116 42.667 114.649 100.887 451.319
Het O&O fonds heeft goedgekeurd dat de kosten die gemaakt worden voor juridische bijstand ten laste van de egalisatierekening gebracht mogen worden. Bij het sluiten van een dossier zal deze onttrekking plaatsvinden. 31 december 2013 3. Liquide middelen ABN AMRO
4.789.587 4.789.587
31 december 2012
175.750 46.166 132.549 173.746 528.211
31 december 2012
12.906.492 12.906.492
Het betreft direct opeisbare saldi bij de bank.
30
Vervolg toelichting balans per 31 december (bedragen x € 1)
Passiva EIGEN VERMOGEN
2013
2012
LANGLOPENDE SCHULDEN 4. Egalisatierekening inzake geldstroom bouw Het verloop kan als volgt worden weergegeven: Saldo per 1 januari Dotaties: Tegemoetkomingen primaire & voortgezette opleidingen Overige tegemoetkomingen - subsidie leerlingbouwplaatsen uitvoerende bedrijven - vergoeding API's - subsidies Bijlage 12 CAO - subsidie andere leerlingstelsel - subsidies instroombevordering deeln.afstand tot de arbeidsmarkt - subsidie vak en kaderscholing bouwnijverheid Vergoeding bouwplaatsassistent
Onttrekkingen: Tegemoetkomingen primaire & voortgezette opleidingen Overige tegemoetkomingen - subsidie leerlingbouwplaatsen uitvoerende bedrijven - vergoeding API's - subsidies Bijlage 12 CAO - subsidie andere leerlingstelsels - subsidies instroombevordering deeln.afstand tot de arbeidsmarkt - subsidie vak en kaderscholing bouwnijverheid Vergoeding bouwplaatsassistent Diverse onttrekkingen Correcties voorgaande jaren Afrekening subsidies tm instroomjaar 2006-2007 Saldo per 31 december
862.359
2.651.822
7.197.519
15.716.946
181.163 6.853 7.300 47.288 182.600 617.576 2.042
325.883 165.319 5.810 191.848 104.000 648.679 17.458
8.242.341
17.175.943
-7.197.519
-15.716.946
-181.163 -6.853 -7.300 -47.288 -182.600 -617.576 -2.042
-325.883 -165.319 -5.810 -191.848 -104.000 -648.679 -17.458
-68.640 -30.138
-21.646 -39.766
-8.341.119
-1.728.051 -18.965.406
763.581
862.359
De egalisatierekening geeft het tekort danwel overschot weer van de geldstromen. Het saldo van de egalisatierekening is bestemd voor het uitvoeren van genoemde subsidieregelingen.
31
Vervolg toelichting balans per 31 december (bedragen x € 1)
2013 5. Egalisatierekening inzake geldstroom infra Het verloop kan als volgt worden weergegeven: Saldo per 1 januari Diverse onttrekkingen Saldo per 31 december
551.259 -9.982 541.277
2012
591.499 -40.240 551.259
In enig jaar optredende overschotten of tekorten in de subsidieverstrekking worden toegevoegd respectievelijk onttrokken aan de egalisatiereserve. 31 december 31 december 2013 2012 6. Te betalen aan verbonden partijen Stichting Fundeon 16.931 48.433 16.931 48.433
7. Rekening courant O&O-fonds Het verloop kan als volgt worden samengevat Rekening courant O&O-FONDS inzake B&U: Saldo per 1 januari Bij: Subsidierecht O&O-fonds inzake tegemoetkomingen Diverse correcties voorgaande jaren Afrekening subsidies tm instroomjaar 2006-2007 Af: Ontvangsten Te betalen per 31 december inzake B&U Rekening courant O&O-FONDS inzake Infra: Saldo per 1 januari Bij: Subsidierecht O&O-fonds inzake tegemoetkomingen Overboeking naar egalisatierekening O&O-fonds
Ontvangsten Te ontvangen per 31 december inzake Infra Totaal te betalen per 31 december
2013
-14.086.705
-13.770.872
8.242.341 -30.138 8.212.203
17.175.943 -39.766 -1.728.051 15.408.126
-4.778.684 -10.653.186
-15.723.959 -14.086.705
3.913.365
5.420.021
5.323.381 -9.982 5.313.399
10.088.905 -40.240 10.048.665
-1.821.316 7.405.448
-11.555.321 3.913.365
3.247.738
10.173.340
31 december 2013 8. Overige schulden en nog te betalen kosten Ministerie BZK inzake stimuleringsregeling leerlingbouwplaatsen Overige
2012
900.510 1.337 901.847
31 december 2012 917.663 185.930 1.103.593
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Gezien de kasgeldfunctie van de Stichting Fundeon Fonds met betrekking tot de uitbetaling van subsidies wordt er geen rekening gehouden met een voorziening voor oninbare vorderingen. 32
Toelichting op de staat van baten en lasten (bedragen x € 1)
BATEN 10. Bijdrage Stichting Fundeon Dit betreft het gedeelte van de vergoeding organisatiekosten O&O-fonds welke wordt verantwoord bij Stichting Fundeon Fonds Bijdrage bijkomende kosten 11. Bijdrage O&O-fonds Bijdrage O&O-fonds inzake B&U: Subsidierecht inzake tegemoetkomingen Bijdrage O&O-fonds inzake Infra: Subsidierecht inzake tegemoetkomingen Totaal bijdrage O&O-fonds 12. Subsidies overheid Stimuleringsregeling leerlingbouwplaatsen 13. Bijdrage van derden Stichting Scholingsfonds inzake tegemoetkomingen SPT's Instroompremie primair tbv Cordares
Realisatie 2013
Realisatie 2012
-
760
8.242.341
17.175.943
5.323.381 13.565.722
10.088.905 27.264.848
333.175
526.328
382.260 -227 382.033
714.544 226 714.770
33
Toelichting op de staat van baten en lasten (bedragen x € 1)
LASTEN Lasten inzake B&U: 14. Tegemoetkomingen BBL-opleidingen Primaire opleidingen (BBL 2) - startvergoedingen - tentamenvergoedingen - vergoeding TussentijdsMeetMoment - diplomavergoedingen Voortgezette opleidingen (BBL3) - startvergoedingen - tentamenvergoedingen - vergoeding TussentijdsMeetMoment - diplomavergoedingen Voortgezette opleidingen (drempelloze instroom BBL3) - startvergoedingen - tentamenvergoedingen - diplomavergoedingen Crisismaatregelen (BBL3) - startvergoedingen - diplomavergoedingen Overige tegemoetkomingen - premie doorstroom voorschakelaars - vergoeding SPT's - subsidie leerlingbouwplaatsen uitvoerende bedrijven - vergoeding API's - subsidie andere leerlingstelsels - subsidies Bijlage 12 CAO - subsidies inzake de pilot "Uitzenden en opleiden" - subsidie instroom van deelnemers met afstand tot de arbeidsmarkt-2011 - subsidie instroom van deelnemers met afstand tot de arbeidsmarkt-2012 - subsidie vak en kaderscholing bouwnijverheid Totaal tegemoetkomingen BBL-opleidingen 15. Vergoeding bouwplaatsassistent 16. Opdrachtgeverssubsidie leerlingbouwplaatsen Totaal lasten inzake B&U
Realisatie 2013
Realisatie 2012
512.400 291.279 1.236.900 2.072.919 4.113.498
2.560.513 3.798.677 2.625.200 1.302.878 10.287.268
462.914 99.198 979.850 886.781 2.428.743
929.404 2.107.053 946.000 764.865 4.747.322
174.028 174.028
160.422 521.934 682.356
481.250 481.250
-
-227 382.260 190.616 6.853 47.288 7.300 147.600 35.000 617.576 1.434.266
226 714.544 343.906 165.319 191.848 2.160 3.650 97.000 7.000 648.679 2.174.332
8.631.785
17.891.278
2.042
17.458
323.722
508.305
8.957.549
18.417.041
34
Toelichting op de staat van baten en lasten (bedragen x € 1)
Realisatie 2013 Lasten inzake Infra: 17. Tegemoetkomingen BBL-opleidingen Primaire opleidingen (BBL 2) - startvergoedingen - vergoeding TussenTijdsMeetmoment - diplomavergoedingen
Realisatie 2012
592.242 830.200 2.153.855 3.576.297
1.485.617 772.100 5.628.017 7.885.734
404.554 521.400 705.130 1.631.084
540.994 271.500 1.369.361 2.181.855
111.500 4.500 116.000
-
5.323.381
10.067.589
18. Subsidies werkenden
-
21.316
Totaal lasten inzake infra
5.323.381
10.088.905
-
760 760
-
-
Voortgezette opleidingen (BBL3) - startvergoedingen - vergoeding TussenTijdsMeetmoment - diplomavergoedingen Crisismaatregelen (BBL3) - startvergoedingen - diplomavergoedingen Totaal tegemoetkomingen BBL-opleidingen
19. Aanvullende subsidies infra: - Ten behoeve van organisatie van opleidingen Infra (KBBI)
Exploitatieresultaat
35
4. Overige gegevens (bedragen x € 1)
Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming In de statuten zijn geen specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de bestemming van het resultaat. Resultaatbestemming Het exploitatieresultaat over het boekjaar is nihil.
Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen die hier nader behoeven te worden toegelicht. Bijzondere gebeurtenissen Er is geen sprake bijzondere gebeurtenissen. Bestedingsdoelen subsidie O&O-fonds totaal kosten
bijdragen derden
Tegemoetkomingen bouw & infra Tegemoetkomingen bouw & infra Tegemoetkomingen Vak en kaderscholing
13.290.249 373.105 617.576
715.208 -
Totaal
14.280.930
715.208
O&O O&O organisatie bestedings subsidie doelen 12.575.041 A1 373.105 A2 617.576 S1 13.565.722
Datum opstelling jaarrekening De jaarrekening is opgesteld d.d. 13 mei 2014
36
37
38
39
Specificatie tegemoetkomingen per instroomjaar (bedragen x € 1)
Tegemoetkomingen B&U: Primaire opleidingen (BBL 2) - startvergoedingen - tentamenvergoedingen - vergoeding TussentijdsMeetMoment - diplomavergoedingen Voortgezette opleidingen (BBL3) - startvergoedingen - tentamenvergoedingen - vergoeding TussentijdsMeetMoment - diplomavergoedingen Voortgezette opleidingen (drempelloze instroom BBL3) - startvergoedingen - tentamenvergoedingen - diplomavergoedingen Crisismaatregelen (BBL3) - startvergoedingen - diplomavergoedingen Overige tegemoetkomingen - doorstroompremie voorschakelaars - vergoeding SPT's - subsidie leerlingbouwplaatsen uitvoerende bedrijven - vergoeding API's - subsidie andere leerlingstelsels - subsidies inzake de pilot "Uitzenden en opleiden" - subsidie instroom van deelnemers met afstand tot de arbeidsmarkt-2011 - subsidie instroom van deelnemers met afstand tot de arbeidsmarkt-2012 - subsidie vak en kaderscholing bouwnijverheid
Bouwplaatsassistent Opdrachtgeversubsidie leerlingbouwplaatsen Totaal tegemoetkomingen B&U
Totaal betaald in 2013
512.400 291.279 1.236.900 2.072.919 4.113.498 462.914 99.198 979.850 886.781 2.428.743
instroom voor 1/7/2008
instroom 1/7/200930/6/2010
instroom 1/7/201030/6/2011
instroom 1/7/201130/6/2012
instroom 1/7/201230/6/2013
Bijlage 1 kalenderjaar 2013
instroom 1/7/201330/6/2014
30.810 25.252
17.287 20.247 37.534
3.52220.491 71.304 88.273
7.552 250.253 20.900 646.358 925.063
74.846 855.400 1.299.200 2.229.446
362.330 360.600 5.000 727.930
80.000 80.000
1.410 4.622 6.032
1.761 3.525 15.186 20.472
22.133 43.577 65.710
10.969 72.130 14.800 311.096 408.995
31.784 589.000 512.300 1.133.084
235.800 376.050 611.850
182.600 182.600
174.028 174.028
-
2.380 2.380
17.726 17.726
150.922 150.922
3.000 3.000
-
481.250 481.250
-
-
-
-
75.750 75.750
227382.260 190.616 6.853 47.288 7.300 147.600 35.000 617.576 1.434.266
8.8063.248
instroom 1/7/200830/6/2009
154 154
-
405.500 405.500 227382.260 190.616
77
77
2.002
4.312
2.002
4.312
154
154
-
154
154
-
47.288 7.300 147.600 35.000 617.576 1.427.413
2.042
-
-
-
-
-
-
-
2.042
323.722
-
-
-
-
-
-
-
323.722
31.438
60.463
8.957.549
173.711
1.489.292
3.365.684
1.415.684
668.100
40
1.753.177
Specificatie tegemoetkomingen per instroomjaar (bedragen x € 1)
Tegemoetkomingen infra: Primaire opleidingen (BBL 2) - startvergoedingen - vergoeding TussentijdsMeetMoment - diplomavergoedingen Voortgezette opleidingen (BBL3) - startvergoedingen - vergoeding TussentijdsMeetMoment - diplomavergoedingen Crisismaatregelen (BBL3) - startvergoedingen - diplomavergoedingen
Totaal tegemoetkomingen infra
TOTAAL GENERAAL
Totaal betaald in 2013
instroom voor 1/7/2008
instroom 1/7/200830/6/2009
instroom 1/7/200930/6/2010
592.242 830.200 2.153.855 3.576.297
318 318
9.35673.498 64.142
3.000 163.622 166.622
404.554 521.400 705.130 1.631.084
9.664 9.664
4.73653.435 48.699
3.687144.591 140.904
-
-
111.500 4.500 116.000
-
instroom 1/7/201030/6/2011
instroom 1/7/201130/6/2012
instroom 1/7/201230/6/2013
Bijlage 1 kalenderjaar 2013
instroom 1/7/201330/6/2014
51.080 139.000 1.473.135 1.663.215
72.242 545.400 440.300 1.057.942
357.558 145.800 3.300 506.658
117.400 117.400
21.433 65.100 321.440 407.973
64.644 352.000 176.000 592.644
245.900 104.300 350.200
81.000 81.000
2.250 2.250
39.250 2.250 41.500
72.250 72.250
-
5.323.381
9.982
112.841
307.526
2.071.188
1.652.836
898.358
270.650
14.280.930
41.420
173.304
481.237
3.560.480
5.018.520
2.314.042
938.750
41
-
1.753.177
Specificatie tegemoetkomingen per financier (bedragen x € 1)
Bijlage 2 Totaal lasten volgens jaarkening
Baten naar financier: Rijks Stichting Gebouwen ScholingsDienst fonds
Stichting O&O fonds
Cordares
Tegemoetkomingen B&U: Tegemoetkomingen primaire opleidingen (BBL 2)
4.113.498
4.113.498
-
-
-
Tegemoetkomingen voortgezette opleidingen (BBL3)
2.428.743
2.428.743
-
-
-
Tegemoetkomingen voortgezette opleidingen (drempelloze instroom BBL3)
174.028
174.028
-
-
-
Crisismaatregelen (BBL3)
481.250
481.250
-
-
-
Overige tegemoetkomingen - Doorstroompremie voorschakelaars Cordares - vergoeding SPT's - subsidie leerlingbouwplaatsen uitvoerende bedrijven - vergoeding API's - subsidie andere leerlingstelsels - subsidies inzake de pilot "Uitzenden en opleiden" - subsidie instroom van deelnemers met afstand tot de arbeidsmarkt-2011 - subsidie instroom van deelnemers met afstand tot de arbeidsmarkt-2012 - subsidie vak en kaderscholing bouwnijverheid
-227 382.260 190.616 6.853 47.288 7.300 147.600 35.000 617.576
181.163 6.853 47.288 7.300 147.600 35.000 617.576
9.453 -
382.260 -
-227 -
2.042
2.042
-
-
-
323.722
-
323.722
-
-
Totaal tegemoetkomingen B&U
8.957.549
8.242.341
333.175
382.260
-227
Tegemoetkomingen infra: Tegemoetkomingen primaire opleidingen (BBL 2)
3.576.297
3.576.297
-
-
-
Tegemoetkomingen voortgezette opleidingen (BBL3)
1.631.084
1.631.084
-
-
-
116.000
116.000
-
-
-
5.323.381
5.323.381
-
-
-
14.280.930
13.565.722
333.175
382.260
-227
Bouwplaatsassistent Opdrachtgeverssubsidie leerlingbouwplaatsen
Crisismaatregelen (BBL3) Totaal tegemoetkomingen infra TOTAAL GENERAAL
42
Detaillering rekening courant O&O-fonds 2013 (bedragen x € 1)
Bijlage 3
Cumulatieve standen per 1-1-2013
Mutaties in het jaar 2013
Cumulatieve standen per 31-12-2013
cumulatief
ontvangen
verschil
saldo
correcties
verstrekte
ontvangen
saldo
cumulatief
ontvangen
cum verschil
saldo
verstrekte
(-)
1e - 2e
per
voorgaan-
vergoe-
(-)
per
verstrekte
(-)
1e-2e
per
verg 2e
van O&O 1e
geldstroom
de
dingen
en betaald
verg 2e
van O&O 1e
geldstroom
geldstroom
geldstroom
1-1-2013
jaren
in 2013
in 2013
geldstroom
geldstroom
31-12-2013
1-1-2013
31-12-2013
31-12-2013
B&U: Loonkostensubsidies: opleidingstijdvak 1998-2000
26.412.296
-25.102.573
-1.309.723
-
-
-
-
-
26.412.296
-25.102.573
-1.309.723
-
opleidingstijdvak 1999-2001
27.531.403
-25.616.577
-1.914.826
-
-
-
-
-
27.531.403
-25.616.577
-1.914.826
-
opleidingstijdvak 2000-2002
26.760.451
-26.181.233
-579.218
-
-
-
-
-
26.760.451
-26.181.233
-579.218
-
opleidingstijdvak 2001-2003
24.650.535
-24.078.341
-572.194
-
-
-
-
-
24.650.535
-24.078.341
-572.194
-
opleidingstijdvak 2002-2004
22.954.298
-22.586.558
-367.740
-
-
-
-
-
22.954.298
-22.586.558
-367.740
-
opleidingstijdvak 2003-2005
18.917.681
-19.551.091
633.410
-
-
-
-
-
18.917.681
-19.551.091
633.410
-
opleidingstijdvak 2004-2006
20.211.358
-21.265.396
1.054.038
-
-
-
-
-
20.211.358
-21.265.396
1.054.038
-
opleidingstijdvak 2005-2007
22.212.593
-24.311.548
2.098.955
-
-
-
-
-
22.212.593
-24.311.548
2.098.955
-
opleidingstijdvak 2006-2008
24.720.690
-27.270.000
957.298
-1.592.012
-
-
-1.592.012
24.720.690
-27.270.000
957.298
-1.592.012
opleidingstijdvak 2007-2009
28.568.542
-33.300.000
-
-4.731.458
31.438
4.731.458
-
28.568.542
-28.568.542
opleidingstijdvak 2008-2010
25.499.541
-29.325.894
-
-3.826.353
60.463
-
-3.765.890
25.560.004
-29.325.894
-
opleidingstijdvak 2009-2011
19.604.833
-19.790.000
-
-185.167
173.711
-
-11.456
19.778.544
-19.790.000
-
-11.456
opleidingstijdvak 2010-2012
15.148.848
-16.800.000
-
-1.651.152
1.489.292
-1.297.732
-1.459.592
16.638.140
-18.097.732
-
-1.459.592
opleidingstijdvak 2011-2013
7.358.378
-9.900.000
-
-2.541.622
-154
3.365.684
-3.000.000
-2.176.092
10.723.908
-12.900.000
-
-2.176.092
opleidingstijdvak 2012-2014
669.250
-1.500.000
-
-830.750
-154
1.415.684
-1.800.000
-1.215.220
2.084.780
-3.300.000
-
-1.215.220
opleidingstijdvak 2013-2015
-31.438
- -3.765.890
-
-
-
-
668.100
-2.000.000
-1.331.900
668.100
-2.000.000
-
-1.331.900
311.220.697
-326.579.211
-
-15.358.514
-31.746
7.204.372
-3.366.274
-11.552.162
318.393.323
-329.945.485
-
-11.552.162
2009/2010
401.998
-401.998
-
-
-
-
-
-
401.998
-401.998
-
-
2010/2011
540.487
-540.487
-
-
-
-
-
-
540.487
-540.487
-
-
2011 2e halfjaar
197.073
-197.073
-
-
-
-
-
-
197.073
-197.073
-
-
2012
325.883
-1
-
325.882
-
-
-325.883
-1
325.883
-325.884
-
-1
2013
-
-
-
-
-
181.163
-
181.163
181.163
0
-
181.163
1.465.441
-1.139.559
-
325.882
-
181.163
-325.883
181.162
1.646.604
-1.465.442
-
181.162
2008/2009
837.498
-837.498
-
-
-
-
-
-
837.498
-837.498
-
-
2009/2010
241.403
-241.403
-
-
-
-
-
-
241.403
-241.403
-
-
2010/2011
187.354
-187.354
-
-
-
-
-
-
187.354
-187.354
-
-
1.266.255
-1.266.255
-
-
-
-
-
-
1.266.255
-1.266.255
-
-
Leerlingbouwplaatsen:
Voorschakeling:
43
Detaillering rekening courant O&O-fonds 2013 (bedragen x € 1)
Bijlage 3
Cumulatieve standen per 1-1-2013
Mutaties in het jaar 2013
Cumulatieve standen per 31-12-2013
cumulatief
ontvangen
verschil
saldo
correcties
verstrekte
ontvangen
saldo
cumulatief
ontvangen
cum verschil
saldo
verstrekte
(-)
1e - 2e
per
voorgaan-
vergoe-
(-)
per
verstrekte
(-)
1e-2e
per
verg 2e
van O&O 1e
geldstroom
dingen
en betaald
verg 2e
van O&O 1e
geldstroom
geldstroom
geldstroom
1-1-2013
in 2013
in 2013
geldstroom
geldstroom
31-12-2013
1-1-2013
jaren
31-12-2013
31-12-2013
Bouwplaatsassistent: 2009/2010
325.029
-325.029
-
-
-
-
-
-
325.029
-325.029
-
2010/2011
304.056
-304.056
-
-
-
-
-
-
304.056
-304.056
-
-
2011/2012
-
-
-
-
-2.042
2.042
-
-
-
-
-
-
629.085
-629.085
-
-
-2.042
2.042
-
-
629.085
-629.085
-
-
2011
313.911
-313.911
-
-
-
-
-
-
313.911
-313.911
-
-
2012
191.848
-
-
191.848
-
-
-191.848
-
191.848
-191.848
-
-
2013
-
-
-
-
-
47.288
-
47.288
47.288
-
-
47.288
505.759
-313.911
-
191.848
-
47.288
-191.848
47.288
553.047
-505.759
-
47.288
2011
103.290
-103.290
-
-
-
-
-
-
103.290
-103.290
-
-
2012
2.160
-2.160
-
-
-
-
-
-
2.160
-2.160
-
-
105.450
-105.450
-
-
-
-
-
-
105.450
-105.450
-
-
2012
-
-
-
-
3.650
-
-
3.650
3.650
-
-
3.650
2013
-
-
-
-
-
7.300
-
7.300
7.300
-
-
7.300
-
-
-
-
3.650
7.300
-
10.950
10.950
-
-
10.950
Niet ten overstaan van Fundeon afgesloten BPVO's:
Vergoedingen inzake protocol werkgelegenheid:
Pilot "Uitzenden en opleiden"
- subsidie instroom van deelnemers met afstand tot de arbeidsmarkt: 2011
98.400
-
-
98.400
-
147.600
-246.000
-
246.000
-246.000
-
-
2012
7.000
-
-
7.000
-
35.000
-
42.000
42.000
-
-
42.000
105.400
-
-
105.400
-
182.600
-246.000
42.000
288.000
-246.000
-
42.000
2009/2010
73.750
-73.750
-
-
-
-
-
-
73.750
-73.750
-
-
2010/2011
35.445
-35.445
-
-
-
-
-
-
35.445
-35.445
-
-
109.195
-109.195
-
-
-
-
-
-
109.195
-109.195
-
-
2012
648.679
-
-
648.679
-
-
-648.679
-
648.679
-648.679
-
-
2013
-
-
-
-
-
617.576
-
617.576
617.576
-
-
617.576
648.679
-
-
648.679
-
617.576
-648.679
617.576
1.266.255
-648.679
-
617.576
316.055.961
-330.142.666
-
-14.086.705
-30.138
8.242.341
-4.778.684
-10.653.186
324.268.164
-334.921.350
-
-10.653.186
Diagnostische toetsen
subsidie vak en kaderscholing bouwnijverheid
Totaal generaal B&U
44
Detaillering rekening courant O&O-fonds 2013 (bedragen x € 1)
Bijlage 3
Cumulatieve standen per 1-1-2013
Mutaties in het jaar 2013
Cumulatieve standen per 31-12-2013
cumulatief
ontvangen
verschil
saldo
correcties
verstrekte
ontvangen
saldo
cumulatief
ontvangen
cum verschil
saldo
verstrekte
(-)
1e - 2e
per
voorgaan-
vergoe-
(-)
per
verstrekte
(-)
1e-2e
per
verg 2e
van O&O 1e
geldstroom
dingen
en betaald
verg 2e
van O&O 1e
geldstroom
geldstroom
geldstroom
1-1-2013
in 2013
in 2013
geldstroom
geldstroom
31-12-2013
1-1-2013
jaren
31-12-2013
31-12-2013
Infra: Loonkostensubsidies: opleidingstijdvak 1998-2000
10.558.919
-10.558.919
-
-
-
-
-
-
10.558.919
-10.558.919
-
-
opleidingstijdvak 1999-2001
14.037.636
-14.037.636
-
-
-
-
-
-
14.037.636
-14.037.636
-
-
opleidingstijdvak 2000-2002
13.649.973
-13.649.973
-
-
-
-
-
-
13.649.973
-13.649.973
-
-
opleidingstijdvak 2001-2003
11.979.847
-11.979.847
-
-
-
-
-
-
11.979.847
-11.979.847
-
-
opleidingstijdvak 2002-2004
12.000.000
-12.000.000
-
-
-
-
-
-
12.000.000
-12.000.000
-
-
opleidingstijdvak 2003-2005
10.170.000
-10.170.000
-
-
-
-
-
-
10.170.000
-10.170.000
-
-
opleidingstijdvak 2004-2006
13.016.359
-13.016.359
-
-
-
-
-
-
13.016.359
-13.016.359
-
-
opleidingstijdvak 2005-2007
15.269.169
-15.269.169
-
-
-
-
-
-
15.269.169
-15.269.169
-
-
opleidingstijdvak 2006-2008
16.972.362
-16.972.362
-
0
-
-
-
-
16.972.362
-16.972.362
-
-
opleidingstijdvak 2007-2009
19.433.793
-20.121.651
-
-687.858
-9.982
9.982
687.858
-
19.433.793
-19.433.793
-
-
opleidingstijdvak 2008-2010
31.836.994
-27.090.000
-
4.746.994
-
112.841
-687.858
4.171.977
31.949.835
-27.777.858
-
4.171.977 4.123.906
opleidingstijdvak 2009-2011
24.536.380
-20.720.000
-
3.816.380
-
307.526
-
4.123.906
24.843.906
-20.720.000
-
opleidingstijdvak 2010-2012
13.512.610
-15.300.000
-
-1.787.390
-
2.071.188
-
283.798
15.583.798
-15.300.000
-
283.798
opleidingstijdvak 2011-2013
2.564.123
-4.300.000
-
-1.735.877
-
1.652.836
-100.000
-183.041
4.216.959
-4.400.000
-
-183.041
opleidingstijdvak 2012-2014
239.800
-700.000
-
-460.200
-
898.358
-1.100.000
-661.842
1.138.158
-1.800.000
-
-661.842
opleidingstijdvak 2013-2015
-
-
-
-
-
270.650
-600.000
-329.350
270.650
-600.000
-
-329.350
209.777.965
-205.885.916
-
3.892.049
-9.982
5.323.381
-1.800.000
7.405.448
215.091.364
-207.685.916
-
7.405.448
2011
28.178
-28.178
-
-
-
-
-
-
28.178
-28.178
-
-
2012
21.316
-
-
21.316
-
-
-21.316
-
21.316
-21.316
-
-
49.494
-28.178
-
21.316
-
-
-21.316
-
49.494
-49.494
-
-
Werkenden:
Niet ten overstaan van Fundeon afgesloten BPVO's: 2011
Totaal generaal Infra
13.130
-13.130
-
-
-
-
-
-
13.130
-13.130
-
-
13.130
-13.130
-
-
-
-
-
-
13.130
-13.130
-
-
209.840.589
-205.927.224
-
3.913.365
-9.982
5.323.381
-1.821.316
7.405.448
215.153.988
-207.748.540
-
7.405.448
525.896.550
-536.069.890
-
-10.173.340
-40.120
13.565.722
-6.600.000
-3.247.738
539.422.152
-542.669.890
-
-3.247.738
Totaal rekening courant O&O fonds:
45