Feiten en cijfers
Jaarverslag 2011 stichting Fundeon
Jaarverslag 2011 Stichting Fundeon
Stichting Fundeon Statutair gevestigd te Harderwijk Versie: definitief Vastgesteld te Harderwijk op 22 mei 2012 door het bestuur van Stichting Fundeon
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Directieverslag Stichting Fundeon 2.1 Doelstelling en strategische positionering 2.1.1 Algemeen 2.1.2 Samenwerking tussen Stichting Fundeon KBBI en Stichting Fundeon 2.1.3 Missie en visie 2.1.4 ‘Gedeelde Ambities’ en veranderende rol 2.2 Activiteiten en resultaten 2.2.1 Inhoudelijke activiteiten c.q. ontwikkelingen 2.2.2 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten 2.2.3 ACO 2.2.4 Overige (financiële) resultaten 2.3 Organisatie 2.3.1 Algemeen 2.3.2 Organisatorische ontwikkelingen 2.3.3 Ondersteunde diensten en stafafdelingen 2.3.4 Kwaliteitszorg 2.4 Bestuur 2.4.1 Samenstelling bestuur in 2011 2.4.2 Evaluatie besturen in het kader van Good Governance 2.5 Toestand op balansdatum 2.6 Begroting 2012 Stichting Fundeon 2.7 Ondertekening directie
4 4 4 4 5 7 7 10 19 20 21 21 21 23 26 27 27 28 30 33 34
3. Jaarrekening Stichting Fundeon Balans per 31 december 2011 (na resultaatbestemming) Staat van baten lasten over 2011 Kasstroomoverzicht Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2011 Toelichting op de staat van baten en lasten per 31 december 2011
36 37 38 40 45 53
4. Overige gegevens: • Statutaire bepalingen inzake winstbestemming • Resultaatbestemming • Gebeurtenissen na balansdatum • Bestedingsdoelen O&O-fonds • Controleverklaring • Ondertekening bestuur Stichting Fundeon
56 56 56 56 57 59
2
1. Inleiding In dit jaarverslag treft u aan het directieverslag en de (financiële) jaarrekening over het jaar 2011 van Stichting Fundeon. Stichting Fundeon is opgericht per 1 januari 2006 en heeft haar statutaire zetel in de Gemeente Harderwijk.
3
2. Directieverslag Stichting Fundeon 2.1
Doelstelling en strategische positionering
2.1.1 Algemeen Fundeon is het Kenniscentrum Beroepsonderwijs voor de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij. Stichting Fundeon is de naam van een rechtspersoon van de organisatie Fundeon gevestigd te Harderwijk. Stichting Fundeon is opgericht om ten dienste van de sectoren B&U, Infra en GA een goede aansluiting tussen onderwijs en beroepspraktijk te bewerkstelligen. Meer in het bijzonder is Stichting Fundeon belast met de bedrijfstaktaken op dit terrein. Stichting Fundeon Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bouw en Infra (KBBI) is opgericht ter uitvoering van de wettelijke taken van Fundeon, zoals vastgelegd in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). De wettelijke taken zijn nauw verbonden met de bedrijfstaktaken van Stichting Fundeon. Stichting Fundeon Fonds is specifiek opgericht om een sectorale tegemoetkomingregeling uit te voeren voor de beroepsbegeleidende leerweg en om een aantal subsidieregelingen te coördineren. 2.1.2 Samenwerking tussen Stichting Fundeon KBBI en Stichting Fundeon Stichting Fundeon KBBI is opgericht ter uitvoering van de wettelijke taken van Fundeon, zoals vastgelegd in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. De bedrijfstaktaken van Stichting Fundeon sluiten grotendeels aan op de taken van Stichting Fundeon KBBI. Zo wordt naast de erkenning (wettelijke taak) ook inhoudelijke ondersteuning geboden aan de leerbedrijven (bedrijfstaktaak). Verder heeft de bedrijfstak eigen kwaliteitseisen vastgesteld ter borging van de kwaliteit van de leermeesters in de bedrijven, onder meer door de scholing en nascholing van de leermeesters (bedrijfstaktaak). Naast het opzetten en onderhouden van de kwalificatiestructuur (wettelijke taak) worden ook leermiddelen en toetsproducten gemaakt voor de opleidingen die gebaseerd zijn op de kwalificatiestructuur (bedrijfstaktaak). Op deze wijze is de organisatie Fundeon in staat om meer kwaliteit te bieden dan bij de uitvoering van de wettelijke taken. Bij al deze taken worden medewerkers ingezet, zowel voor de uitvoering van wettelijke taken als van bedrijfstaktaken. Stichting Fundeon heeft vanuit dit uitgangspunt dan ook een structurele samenwerkingsrelatie met Stichting Fundeon KBBI. Zo worden door Stichting Fundeon KBBI ondersteunende back office activiteiten en ontwikkelcapaciteit ingekocht bij Stichting Fundeon. Vanuit Stichting Fundeon KBBI wordt het (bovenwettelijke) deel van de kosten van de adviseurs opleidingsbeleid bedrijven en van de adviseurs opleidingsbeleid scholen en opleidingsbedrijven doorbelast aan Stichting Fundeon. Vanaf 2011 is de hierboven beschreven samenwerking in een andere context komen te staan als gevolg van het rapport ‘Gedeelde Ambities’. Voor een inhoudelijke weergave op hoofdlijnen van dit rapport zie hieronder (2.1.4). 2.1.3 Missie en visie Aan de basis van de diensten van Fundeon staat de vraag uit de bedrijfstak bouw en infra. De bedrijfstak verlangt een brede en hoogwaardige dienstverlening op het gebied van werving, scholing en behoud van personeel. Fundeon biedt uiteenlopende producten en diensten voor de branches gericht op arbeidsmarkt en scholing. Bovenstaande is als volgt verwoord in de missie van Fundeon: "Het in opdracht van de sectoren bouw & infra regisseren, ontwikkelen en leveren van producten en diensten op het terrein van scholing en loopbaanbeleid, met als doel een goede aansluiting tussen
4
arbeidsmarkt en beroepsonderwijs te bewerkstelligen met inbegrip van voldoende loopbaanperspectief. Hiermee realiseren we toegevoegde waarde voor de bedrijfstak om haar onmisbare positie in de samenleving met succes te kunnen vervullen." Dat doet Fundeon niet alleen, maar samen met het onderwijs en de opleidings- en leerbedrijven. Fundeon is namelijk van, voor en door de bedrijfstak en het onderwijs. De missie definieert de plaats van Fundeon binnen Bouwend Nederland en de maatschappij. Deze missie laat zich eenvoudig vertalen in de begrippen: Beter Onderwijs. Betere werknemers. Betere bedrijven. Betere sector. 2.1.4 ‘Gedeelde Ambities’ en veranderende rol De vaststelling van het rapport ‘Gedeelde Ambities’ (juni 2010) door de besturen van de Stichting Fundeon en de Stichting Fundeon KBBI betekende een andere rol voor Fundeon: van een beleidsvormende organisatie naar een uitvoerende organisatie voor zover het bedrijfstaktaken betreft. Voor wat betreft de wettelijke taakstelling als kenniscentrum is de situatie, zoals die al jaren bestond, in stand gehouden. Dat wil zeggen: uitvoering geven aan bestaande wettelijke taken en indien gewenst de totstandkoming van nieuw beleid mede beïnvloeden. Deze herpositionering heeft gevolgen gehad voor de rol- en taakstelling van de Fundeon organisatie en was operationeel vanaf 2011. Kern van het rapport 'Gedeelde Ambities' was: - Scheiding tussen wettelijke taken en bedrijfstaktaken Zowel in bestuurlijke als in operationele zin heeft er een scheiding plaatsvinden tussen wettelijke taken en bedrijfstaktaken. Stichting Fundeon KBBI en Stichting Fundeon hebben voor de uitvoering van hun kerntaken zoveel mogelijk eigen werknemers in dienst. Naar buiten toe functioneert Fundeon wel als één organisatie. - Van beleidsorganisatie naar uitvoeringsorganisatie Van beleidsorganisatie naar uitvoeringsorganisatie op het terrein van de bedrijfstaktaken voor opleiding en scholing voor de sectoren bouw en infra, die tot taak heeft gekregen het door stakeholders geformuleerde beleid ten uitvoer te brengen. - Herijking van de taken: meer focus op kerntaken Naast de verschuiving naar meer uitvoerende (bedrijfstak)taken is er ook sprake geweest van herijking van taken als gevolg van de opgelegde bezuinigingen. Hierbij gaat het zowel om taken die in opdracht van de bedrijfstak worden uitgevoerd als ook om de wettelijke taken. De kerntaken van de Stichting Fundeon KBBI bestaan uit (2 kerntaken, 4 wettelijke taken): Kerntaak 1: Afstemming onderwijs en bouwarbeidsmarkt. Kerntaak 2: Advisering leerbedrijven. De kerntaken van de Stichting Fundeon en de Stichting Fundeon Fonds bestaan uit (4 kerntaken, 16 bedrijfstaktaken): Kerntaak 1: Afstemming onderwijs en bouwarbeidsmarkt. Kerntaak 2: Advisering leerbedrijven en werknemers. Kerntaak 3: Promotie en bevordering instroom en behoud personeel. Kerntaak 4: Uitvoering subsidiebeleid.
5
Ambities 2011 De besturen van Stichting Fundeon en Stichting Fundeon KBBI hebben met de vaststelling van het rapport ‘Gedeelde Ambities’ eveneens de doelstellingen en aanwending van de middelen voor het bereiken van de doelen (het beleid) voor 2011 vastgesteld. Die doelstellingen zijn helder vastgelegd in te behalen targets in de vorm van eenduidig meetbare Key Performance Indicatoren. Daarmee is het voor de uitvoeringsorganisatie Fundeon duidelijk geworden welke prestaties zij dient te leveren en aan welke kwaliteitseisen zij moet voldoen. In vergelijking met 2010 zijn de targets voor 2011 daarmee veel resultaat gerichter geworden, met een hoog doch realistisch ambitieniveau. Het kwalitatieve deel van de KPI’s is gebaseerd op onafhankelijk marktonderzoek (tevredenheidmeting), waarbij de geformuleerde targets tenminste op en in vrijwel alle gevallen boven het niveau van 2010 zijn gesteld (rapportcijfers).
6
2.2
Activiteiten en resultaten
De activiteiten van Fundeon zijn in het beleidsplan 2011 ingedeeld op basis van de in de vorige paragraaf genoemde wettelijke - en bedrijfstaktaken. Allereerst wordt ingegaan op de inhoudelijke activiteiten en ontwikkelingen en vervolgens op de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten (voor zover het de bedrijfstaktaken betreft). 2.2.1
Inhoudelijke activiteiten c.q. ontwikkelingen
Samenwerking technische kenniscentra Het actieplan mbo heeft het gevoel van urgentie tot samenwerking versterkt. Daarom zijn mede op initiatief van Fundeon in 2011 de acht technische kenniscentra gestart met een verkenning van de mogelijkheden tot (nadere) samenwerking. Naast Fundeon gaat het daarbij om de volgende kenniscentra: Kenteq, Innovam, VOC, PMLF/VAPRO, SVGB, SH&M en Savantis. In het kader van deze samenwerking zijn acht onderwerpen benoemd om verder te verkennen: 1. Indikken kwalificatiestructuur 2. Ontwikkelafdelingen 3. Digitalisering van leermiddelen 4. Kwaliteitsbevordering 5. Examinering 6. Subsidies 7. Nieuwe beroepen 8. Employability (eigen medewerkers) Met betrekking tot de onderwerpen 1, 2, 3, 5 en 8 is in 2011 goede voortgang geboekt en aan het eind van het jaar zijn de activiteiten, na ongeveer negen maanden samenwerking, geëvalueerd. Hierbij is geconcludeerd dat het onderling vertrouwen is gegroeid en de reeds uitgewerkte onderwerpen laten zien dat er goede mogelijkheden zijn om te komen tot (een intensievere) samenwerking. Tevens is afgesproken dat op het moment er concrete resultaten zijn ook de besturen van de kenniscentra zullen worden uitgenodigd voor een gezamenlijk overleg. Ten slotte is nadrukkelijk de intentie uitgesproken om deze samenwerking in 2012 voort te zetten. Onderwijskundige vernieuwing en digitalisering van leermiddelen Fundeon faciliteert de opleidingen met leermiddelen en examenproducten. Voor elk kwalificatiedossier (behoudens middenkader) met de daarbij behorende uitstromen (kwalificaties) ontwikkelt en levert Fundeon een compleet pakket aan leermiddelen. Een pakket omvat lesmateriaal, begeleiding- en examineringproducten. In een enkel geval worden afspraken gemaakt met sectoren of scholen over productie door henzelf. In alle gevallen is er sprake van overleg dan wel samenwerking daarin. Het lesmateriaal van Fundeon bestaat uit werkboekjes voor iedere beroepstaak, projectmateriaal en een set vakboeken. In het najaar van 2010 is er een start gemaakt met de ontwikkeling van digitale leermiddelen en in de loop van 2011 zijn de digitale beroepstaken voor de opleidingen assistent timmeren, metselen en infra en vakman GWW beschikbaar gekomen. Deze digitale beroepstaken bevatten de achtergrondinformatie (filmpjes, beeldmateriaal, spraak en tekst) en interactieve verwerkingsopdrachten. In januari 2012 is door het besuur van Fundeon het businessplan ‘digitalisering leermiddelen’ besproken en vastgesteld. Doelstelling van dit plan is om binnen een periode van 5 jaar voor de meest arbeidsmarktrelevante kwalificaties een volledig pakket aan digitale leermiddelen beschikbaar te hebben. Fundeon wil deze ambitie bereiken in nauwe samenwerking met het onderwijs en kiest voor een gefaseerde invoering. Na de implementatie van de opleidingen assistent timmeren, metselen en Infra en
7
vakman GWW, worden de opleidingen timmeren niveau 2 en allround vakman GWW volledig ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd. Daarna vindt de uitrol naar andere opleidingen plaats. Examinering Fundeon is leverancier en dienstverlener op het gebied van examinering. Naar aanleiding van ‘Gedeelde Ambities’ heeft Fundeon zich in het voorjaar van 2011 bezonnen op haar examineringstaken. Zo zijn als gevolg hiervan onder andere het examineringsproces en de dienstverlening aan roc’s herijkt. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe Jaarcyclus Examinering. Deze jaarcyclus beschrijft onder meer de levering van examenproducten, de uitvoering van de praktijktoetsing en de methodiek rondom het gezamenlijk vormgeven van een cyclisch verbeterproces. De samenwerkingsovereenkomsten met roc’s zijn in 2011 weer voor twee jaar afgesloten. Ook zijn in dit kader de afdeling Ontwikkeling en de adviseurs samen opgetrokken om de beschreven taken op het gebied van examinering verder vorm en inhoud te geven. Voorbeelden hiervan zijn dat eind 2011 er voor 42 competentiegerichte opleidingen een theorietoetsen aanbod beschikbaar was en dat aan alle toetsplannen een hoofdstuk normering is toegevoegd. Met betrekking tot de excellente kwaliteit zijn enkele examenprocessen tegen het licht gehouden en is met name gekeken naar het terugdringen van verspilling en borging van kwaliteit. Dit heeft onder andere geleid tot een nieuwe procedure voor het ontwikkelen van nieuwe toetsvragen en een kwaliteitshandboek data-entry (stijlboek TSS). Met de Inspectie van het Onderwijs is regelmatig overlegd over het borgen van de kwaliteit en de wijze waarop het aanbod van Fundeon kan voldoen aan de eisen gesteld door de Inspectie. Eind 2011 is door Inspectie het nieuw toezichtskader 2012 toegelicht: minder standaarden en naast het jaarlijkse gesprek met de leverancier een driejaarlijkse audit. Ook is het landelijke keurmerk van de baan: in overleg met de BTG-BHI-infra is de zogenaamde inkoopaudit bedacht die in 2012 geoperationaliseerd zal worden. Scholing van adviseurs beroepsonderwijs op het gebied van de nieuwe standaarden, productaanbod inclusief verantwoording naar kwalificatiedossier en de nieuwe werkwijze bij borging van de praktijktoetsing, moest er aan bijdragen dat alle roc’s de examenproducten van Fundeon afnamen en gebruikten. Daarnaast werden de adviseurs examinering ook geschoold op hun nieuwe taak. Het in BTG-BHI-infra verband ontwikkelde beoordelingssysteem voor de middenkaderfunctionaris is in 2011 verbeterd en Fundeon heeft in navolging daarvan ook voor kaderfunctionarisopleidingen een soortgelijk instrument ontwikkeld. Vanaf het najaar 2010 was Fundeon actief betrokken bij de ontwikkeling van het sectorale examenprofiel; zij trok daar samen op met SH&M. Het sectorale examenprofiel bouw/hout/infra is in maart 2011 opgeleverd. In augustus is gestart met een overleg tussen technische kenniscentra om te onderzoeken of er samen te werken is op het thema examinering Dit heeft geleid tot een quickscan bij de betrokken kenniscentra op het gebied ict-ondersteuning bij examenprocessen. Advisering bedrijven Omdat het praktijkleren een steeds belangrijker plaats inneemt in de opleiding is ook in 2011 veel aandacht besteed aan het verbeteren van de kwaliteit hiervan. Fundeon heeft in de eerste plaats de taak er voor te zorgen dat wettelijke taken rond praktijkleren goed worden uitgevoerd. De focus daarbij ligt steeds meer op de kwaliteit van de bedrijven die de deelnemers opleiden. In 2010 heeft het bestuur een nieuwe visie op (verdere) professionalisering van de praktijkopleider vastgesteld. Kern daarvan was dat iedere deelnemer, die op de bouwplaats van een erkend leerbedrijf wordt opgeleid, begeleid moet worden door een daarvoor speciaal opgeleide vakman: de leermeester. Deze één op één relatie draagt bij aan een krachtige bpv-leeromgeving voor de deelnemer en doet recht aan iedere deelnemer die een opleiding in de bouw & infra volgt.
8
Naar aanleiding hiervan is de erkenningsregeling vernieuwd, welke als ingangsdatum 1 juli 2011 kende. Voor de erkende leerbedrijven en nog nieuw te erkennen leerbedrijven betekent dit dat er meer vakmensen geschoold moeten gaan worden dan nu al het geval is. Dat vraagt het nodige van de bedrijven, maar ook van de vakmensen. Belangrijke voorwaarde hierbij was en is uiteraard dat alle belanghebbenden niet alleen goed geïnformeerd worden en zijn over de nieuwe kwaliteitseisen, maar ook dat bedrijven de aandacht en ondersteuning krijgen die men nodig heeft. De ervaringen sinds 1 juli 2011 hebben tot het inzicht geleid dat er specifieke situaties zijn waarin niet aan de eisen kan worden voldaan. Zonder het uiteindelijke doel los te laten van kwaliteitsverbetering van de leerbedrijven zal de komende periode (mede naar aanleiding van regionale bijeenkomsten in februari 2012 met bedrijven die bezwaren kenbaar hebben gemaakt tegen de nieuwe erkenningsregeling) nagedacht worden over maatwerkoplossingen voor deze situaties. Om het opleidings- en scholingsbeleid binnen de bedrijven verder te ontwikkelen, ondersteunen de adviseurs personeelsontwikkeling de bedrijven daarbij in de vorm van het geven van gedegen bedrijfsadviezen die worden vastgelegd in een bedrijfsopleidingsplan. Het advies heeft betrekking op de inrichting van de leeromgeving voor werknemers, loopbaanbeleid, EVC en certificering van de nog niet gekwalificeerde werknemers. De advisering beperkt zich tot het opleiden van werknemers en behelst niet het totale HRM-beleid binnen het bedrijf. Voor bedrijven is en wordt het steeds belangrijker om het personeel te scholen, maar staan tegelijkertijd de collectieve middelen hiervoor steeds meer onder druk. Onder deze omstandigheden zullen bedrijven blijvend gestimuleerd dienen te worden om scholing van het personeel op de agenda te krijgen en te houden. De beoogde bedrijfsbezoeken en in het verlengde hiervan de beoogde bedrijfsopleidingsplannen zijn in 2011 niet gerealiseerd. Dit is (mede) toe ter schrijven aan de nieuw doorgevoerde wijzigingen in het takenpakket van de adviseurs. Anti Cyclisch Opleiden (ACO) Het project anti cyclisch opleiden ‘Bouw door, Leer verder’ (ACO) gestart in 2009 is beëindigd op 15 november 2011. Tot en met 4 maart 2012 was er nog uitvoering van de scholing mogelijk. Dit project, dat door de werkgeversorganisatie Bouwend Nederland en de vakbonden FNV Bouw en CNV Vakmensen in het leven is geroepen, had tot doel om het vakmanschap van werknemers in de bouw en infra op een hoger peil te brengen en tegelijkertijd de opleiding van jonge mensen te stimuleren. In dit project kregen bedrijven de kosten vergoed van scholing en het verlet van werknemers die cursussen volgen tijdens werktijd, tot maximaal veertig dagen per jaar. Het ging hierbij om vakgerichte cursussen op niveau 2, 3 en 4. De cursussen werden uitgevoerd door opleidingsbedrijven bouw & infra en aan de bouw gerelateerde opleidingsinstituten zoals SBO, Bouwradius T&A, BGA, OCBI, KOB en BOB. Tegenover deze scholingsmogelijkheden stond de verplichting dat bedrijven leerlingen bbl 2 en of bbl 3 opleiden of gingen opleiden. De uitvoering van het project was in handen van Fundeon. Adviseurs van Fundeon gingen op bezoek bij geïnteresseerde bedrijven en zetten de mogelijkheden op een rij. Verder regelde Fundeon de administratie. Ook het uitbetalen van de verletvergoeding was een taak voor Fundeon. EVC en loopbaantrajecten De bedrijfstak heeft belangrijke maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat werknemers zich blijvend kunnen ontwikkelen, scholen en certificeren. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de infrastructuur, die nu op volle kracht werkt. Naast het adviseren van bedrijven betreffende het loopbaan- en EVC-beleid voor de werknemers wordt ook de uitvoering van het loopbaan- en EVC beleid vormgegeven door Fundeon. Dit gebeurt vanuit separate loketten voor loopbaanbeleid en EVC-beleid. Respectievelijk 28 loketten voor loopbaanbeleid en 3 loketten voor EVC-beleid.
9
Vanaf 2011 is het Loopbaantraject actief op Social Media (LinkedIn, Twitter). Ook probeert zij de doelgroep te bereiken door middel van de informatiefilm ‘Had hij maar voor de bouw gekozen’ via de site. In de periode september tot en met november 2011 is er een audit uitgevoerd door de Examenkamer naar de kwaliteit van de evc-procedures en de uitvoering daarvan. Het beoordelingsrapport met bevindingen door de Examenkamer is door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van het Ministerie van OCW goedgekeurd en heeft geleid tot afgifte van een evc-verklaring voor hercertificering voor een termijn van drie jaar tot december 2014. Ook zijn 69 evc-documenten geactualiseerd: deze werden aangepast op de nieuwste kwalificatiedossiers en de beoordelingscriteria van de bewijslast werden waar nodig aangescherpt. Financiële ontwikkelingen Zowel vanuit de bedrijfstak als vanuit de overheid was er in 2011 minder budget beschikbaar: • Als gevolg van dalende inkomsten (minder premieafdracht) is er minder geld beschikbaar voor opleidings- en scholingsactiviteiten. Om die reden heeft het O&O-fonds een bezuinigingstaakstelling opgelegd aan Fundeon (daling lumpsum van € 1,46 miljoen ten opzichte van 2010) waaraan invulling is gegeven in het rapport ‘Gedeelde Ambities’: zowel de doelstellingen en targets als ook de middelen en fte’s zijn uitgewerkt en vastgesteld. • Door de overheid zijn aan de kenniscentra (en dus ook Fundeon) voor de uitvoering van hun wettelijke taken bezuinigingen opgelegd. Zo is reeds vanaf 2010 sprake van een dalend macrobudget. Voor Fundeon KBBI betekende dat € 1,3 miljoen minder inkomsten in 2011. Hoe de nieuwe bezuinigingen door het kabinet zullen uitpakken voor kenniscentra is nog niet helder, maar in ieder geval zullen zij generiek meegaan in de efficiencykorting op instellingen (naar verwachting vanaf 2012). Deze bezuinigingen zullen consequenties hebben voor de uitvoering van wettelijke taken van Fundeon. Tevens moet Fundeon rekening houden met een bezuiniging vanwege de herverdeling van het macrobudget binnen Colo/SBB (vanaf 2013).
2.2.2 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten In het beleidsplan 2011 zijn de onderstaande meetbare targets opgenomen. Bij iedere target is (voor zover mogelijk) nader uitgewerkt per KPI de ambitie voor 2011. Tenslotte worden de bereikte resultaten in 2011 weergegeven. Met een worden targets weergegeven die gehaald zijn. Met een worden targets weergegeven die (ruimschoots) niet gehaald zijn. Met een worden targets weergegeven die niet gehaald zijn, maar wel bijna. Als criterium daarbij wordt een marge van 15% op de kwantitatieve targets en een marge van 0,2% punt op de kwalitatieve targets gehanteerd.
10
Bedrijfstaktaken 1. Afstemming onderwijs en bouwarbeidsmarkt
Taak 1. Bevordering vraaggerichte organisatie (organisatie van sectorplatforms en accountmanagement onderwijs)
2. Opzet en onderhoud bedrijfstakkwalificatiestructuur
3. Afstemming beschikbaarheid behoefte op de arbeidsmarkt en instroom in de vakopleiding
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Ieder door het bestuur goedgekeurd sectorplan is tot stand gekomen door overleg met de sectoren B&U, GA en Infra op basis van 3 bijeenkomsten per sector/per jaar. - 80% van alle potentiële branches in de sectoren nemen deel aan het sectorplatform en waarderen dit overleg hoger dan 7,5. Hierbij is het presentiepercentage minimaal 70%. - De goedgekeurde sectorplannen worden jaarlijks verwerkt in de ontwikkelagenda van de organisatie. - Met het onderwijs worden in jaarlijks 3 bijeenkomsten afspraken gemaakt over de realisatie van de ontwikkelagenda. - De deelnemers aan het overleg vanuit het onderwijs waarderen het overleg boven 7,5. - 163 beroepscompetentieprofielen en 4 kwalificatiedossiers zijn actueel en voldoen aan de daaraan gestelde eisen. - Alle afspraken in sectorplannen over vernieuwing en onderhoud op basis van BCP-onderzoek zijn ultimo jaar gerealiseerd. - Voor alle 25 kwalificatiedossiers zijn in een rapport de gegevens met betrekking tot beschikbaarheid van potentiële kandidaten en de behoefte op de arbeidsmarkt valide en betrouwbaar jaarlijks voor 1 april beschikbaar. - Deze rapportage wordt door de interne gebruikers gewaardeerd boven 7,5 en door de externe gebruikers boven 7,0.
Realisatie
74% deelname 6,7 gem. waardering 70% gemiddeld
6,8
7,6 intern 7,2 extern
De sectorplannen zijn het resultaat van collectieve bijeenkomsten en van individuele gesprekken, die de Fundeon sectorcoördinator met de participanten aan de sectorplatforms heeft gevoerd. De sectorplatforms B&U, GA en Infra zijn in 2011 bijeen gekomen in maart, juni en oktober. In het overleg
11
van oktober zijn de sectorplannen 2012 besproken en vastgesteld. De stuurgroep onderwijs is in 2011 zes maal bijeen geweest. In november is het activiteitenplan 2012 vastgesteld. In dit plan zijn de afspraken opgenomen over de realisatie van de ontwikkelagenda 2012. Wanneer de sectorplannen naast de ontwikkelagenda gelegd worden, kan geconcludeerd worden dat alle voorgenomen activiteiten zijn verwerkt in de ontwikkelagenda van Fundeon. De sectorcoördinatoren hebben een lijst opgesteld van alle potentiële branches die aan het sectorplatform behoren deel te nemen. Op basis van presentielijsten is berekend dat 74% actief deelneemt. Hierbij moet de opmerking gemaakt worden dat de sectorcoördinatoren met alle branches minimaal één keer per jaar individueel overleg hebben. Met iedereen wordt dus een relatie onderhouden, al neemt niet iedereen actief deel aan het platform, omdat ze dit niet willen of kunnen. Het presentiepercentage van de leden van de sectorplatforms is gemiddeld 70. Onder de leden van de sectorplatforms en de stuurgroep van het onderwijsplatform is een enquête gehouden over de waardering, inhoud en uitvoering van het platform. De deelnemers B&U, GA en Infra en deelnemers Onderwijs waarderen het overleg gemiddeld met een 6,7.
Taak 4. Vervaardigen van leermiddelen/examineringproducten
5. Arrangeren en distribueren van leermiddelen en examenproducten
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Voor 72 uitstroomrichtingen en 76 opleidingen op basis van 25 kwalificatiedossiers is er een volledig pakket leermiddelen en examineringproducten beschikbaar. - Waardering van de gebruikers van de producten is boven 7,0. - Alle afnemers hebben het bestelde pakket op het afgesproken moment, op de overeengekomen plek en wijze beschikbaar gekregen. Bij steekproef bij de afnemers is de score 100% op uitlevering van de pakketten.
Realisatie
6,9
Fundeon vervaardigt in principe voor alle opleidingen in de bouw en infra leermiddelen en examineringproducten. In 2011 waren voor alle opleidingen conform gemaakte afspraken leermiddelen en producten beschikbaar. Het gaat daarbij om: trajectmap, praktijktoets, toetsplan, lesstof en theorietoets. De waardering voor de leermiddelen en examineringproducten is in 2011 gemeten bij leerlingen, leermeesters, docenten en instructeurs van opleidingsbedrijven. De gemiddelde waardering was een 6,9. Daarmee ligt de waardering nipt onder de kpi. Onder de afnemers van leermiddelen en examenproducten is een digitale enquête gehouden. Hieruit is gebleken dat: • 91% van de afnemers de pakketten op tijd heeft ontvangen; • 97% van de afnemers de pakketten op de overeengekomen plek heeft ontvangen; • 97% van de afnemers de pakketten op de gewenste wijze heeft ontvangen. Hiermee is de kpi (score 100%) niet gehaald.
12
Taak 6. Examinering
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Voor alle leerlingen in de B&U, Infra en GA worden praktijkexamens zoals opgenomen in de samenwerkingsovereenkomsten op tijd georganiseerd, uitgevoerd, gecontroleerd en geregistreerd. - Leermeester, leerlingen en bedrijf waarderen het proces van examinering en de tijdigheid boven 7,1. - Het aantal geregistreerde klachten is minder dan 1% van de uitgevoerde examens.
Realisatie
7,0
0,0067%
Leerlingen in uitvoerende beroepen in de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij doen de meeste praktijktoetsen op de bouwplaats. In het toetsplan staat een advies over het aantal af te leggen praktijktoetsen bij het opleidingsbedrijf. Voor de infra staat in het toetsplan welke toetsen verplicht moeten worden afgelegd in de examenhal van Fundeon in Harderwijk. Voor de meeste praktijktoetsen geldt dat de deelnemer in overleg met de leermeester zelf bepaalt wanneer de praktijktoets wordt afgenomen. In die zin is de deelnemer dus zelf verantwoordelijk voor de tijdigheid van het examen. De leermeester – of instructeur – beoordeelt of de leerling de praktijktoets goed uitvoert. Om te zien of dat proces goed verloopt en om dat proces te ondersteunen, controleren adviseurs examinering van Fundeon steekproefsgewijs praktijktoetsen. In 2011 zijn er op de bouwplaats ruim 26.000 praktijktoetsen uitgevoerd. Hierbij waren ruim 4.600 leermeesters betrokken. De adviseurs examinering hebben in totaal 3.902 steekproeven uitgevoerd. De target van 3.600 is daarmee gerealiseerd. Voor de infra zijn er in de examenhal van Fundeon 4.484 praktijkexamens afgelegd door 1.769 bbl deelnemers. Bij het afnemen van deze examens zijn 200 examinatoren betrokken geweest. De waardering voor het proces van examinering en de tijdigheid is in 2011 gemeten bij aannemers, leerlingen en leermeesters en is uitgekomen op een 7,0. Daarmee ligt de waardering net onder de kpi. Opvallend hierbij zijn de hoge waardering in de sector infra (gemiddeld 7,3) en bij leerlingen (gemiddeld 7,5).
13
Taak 7. Advisering van scholen
8. Advisering van opleidingsbedrijven
9. Ondersteuning regionale opleidingsstructuur (RCB-bouw)
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Alle 43 ROC’s en haar vestigingen/100% van de ROC’s met BBL-opleidingen B&U, Infra en GA nemen de leermiddelen en examineringproducten af, gebruiken deze zoals bedoeld en waarderen deze hoger dan 7,5. - Ambitie is om in 2012 50% van de ROC’s met een BOL-4 opleiding Bouw en Infra te bedienen met het nieuwe product BPV-net (BPV-instrument en examendossier) en zij gebruiken deze zoals bedoeld en waarderen deze hoger dan 7,5. - Adviseurs leggen op jaarbasis hiervoor 1.000 reguliere bezoeken af aan ROC’s. - De waardering voor de advisering door de adviseur is boven 7,5. - Alle 74 opleidingsbedrijven/100% maken gebruik van de trajectmap zoals deze is bedoeld en maken voor 100% gebruik van de procedure praktijktoetsing en waarderen deze producten boven de 7,5. - Adviseurs leggen op jaarbasis ten behoeve hiervan 1.000 bezoeken af aan de opleidingsbedrijven. - De waardering voor de advisering van de adviseur is boven 7,5. - Per RCB-bouw ondersteunt de adviseur 4 bijeenkomsten per jaar met een maximum van 20 uur per RCB. Totaal gaat het om 37 RCB’s en om 740 uur ondersteuning. - De waardering voor de ondersteuning van de adviseur is hoger dan 7,5.
Realisatie 100 %
6,7
5,9
1.338
7,4
6,9
957
98 % trajectmap 85% praktijktoetsing
360 uur
6,8
7,1
Met alle roc’s is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten voor het afnemen van leermiddelen en examineringproducten. Voor de leermiddelen en examineringproducten zijn aan de gebruikers bij de roc’s vragen gesteld over de trajectmap, theorietoetsen, lesstof en toetsplannen. Het uiteindelijke waarderingscijfer voor deze kpi is een gemiddelde waardering voor deze vier producten. Met een gemiddelde waardering van 6,7 voor de leermiddelen en examineringsproducten is de kpi niet gehaald. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de lagere waardering van de theorietoetsen en de lesstof (respectievelijk een waardering van gemiddeld 6,3 en 6,5). De waardering voor BPV-net is gemeten bij de coördinatoren en docenten van de roc’s. BPV-net en is uitgekomen op een 5,9, hetgeen fors onder de kpi van 7,5 ligt. De verklaring hiervoor is de grote diversiteit in waardering: negentien procent van de gebruikers waardeert BPV-net met een acht, terwijl ruim een derde van de gebruikers BPV-net waardeert met een vijf of lager. De waardering van de advisering door de adviseur beroepsonderwijs is met een 7,4 net niet gehaald.
14
De grootste winst in de contacten met de roc’s is naar verwachting nog te behalen in het bieden van maatwerk voor het individuele roc. Verdere suggesties van roc’s om de dienstverlening te verbeteren zijn de volgende: het inplannen van afspraken op vaste tijdstippen met vaste onderwerpen, meer voorlichting over (onderwijs)veranderingen en het vergroten van de kennis van de adviseurs daarover. Daarnaast willen de roc’s graag tijdig voorafgaand aan het nieuwe schooljaar nieuwe lesstof aangeleverd krijgen (indien aan de orde). In 2011 is het gebruik van de trajectmap uitgekomen op 98% en het gebruik van de praktijktoetsen bij de beoordeling op 85%. De instructeurs van de opleidingsbedrijven waarderen de trajectmap met een 6,9 en de praktijktoetsen met een 6,8. Met 957 bezoeken aan opleidingsbedrijven is het target van 1.000 bezoeken net niet gehaald. N.B. In 2011 was het target voor het aantal bezoeken voor de adviseur beroepsonderwijs 2.000, waarbij de verdeling tussen de roc’s en de opleidingsbedrijven evenredig was verdeeld. De ervaringen in 2011 hebben geleid tot een andere verhouding voor 2012: 1.300 bezoeken aan roc’s en 700 bezoeken aan opleidingsbedrijven. De waardering voor de advisering van de adviseur beroepsonderwijs was gemiddeld 7,1. De aspecten aangename gesprekspartner, de deskundigheid van de gesprekspartner en het nakomen van afspraken worden het hoogst gewaardeerd met een 7,7 en een 7,5. De frequentie van het contact wordt met een 6,4 het laagst gewaardeerd. In het kader van Gedeelde Ambities zijn er vanaf 2011 minder uren voor de ondersteuning door de adviseurs van de RCB’s beschikbaar dan in het verleden. In 2011 is door de adviseurs beroepsonderwijs in het totaal 360 uur ondersteuning verleend aan de RCB’s. De gemiddelde waardering voor de ondersteuning van de adviseur is een 6,8 en daarmee is deze kpi niet gehaald. Belangrijkste reden hiervoor is dat veel RCB’s de beschikbare uren voor ondersteuning minimaal vinden. Er is over het algemeen wel waardering voor de informatievoorziening.
2. Advisering leerbedrijven en werknemers Key Performance Indicator Taak 10. Advisering bedrijven: opleidingsadvies (initiële en functionele scholing)
11. Kwaliteitsbevordering leerbedrijven
Doelstelling/targets - 1.500 bedrijven krijgen jaarlijks een gedegen opleidingsadvies vastgelegd in een bedrijfsopleidingsplan. - Adviseurs leggen jaarlijks 6.000 bedrijfsbezoeken af. - De advisering door de adviseur wordt door de bedrijven gewaardeerd boven 7,1. - Voor 2400 nieuwe leermeesters worden cursussen georganiseerd en uitgevoerd. - Voor 5.500 bestaande leermeesters wordt een nascholing georganiseerd en uitgevoerd. - De waardering van de leermeesters voor de cursus is boven 7,5.
Realisatie 1.235
4.200
7,4
1.580
5.262 7,4
In 2011 zijn in totaal 1.235 bedrijfsopleidingsplannen opgesteld. De verwachting was dat in het tweede halfjaar het aantal aangeboden bedrijfsopleidingsplannen duidelijk hoger zou liggen dan in het eerste
15
halfjaar. Het aanbieden van de plannen is echter geleidelijker verlopen dan verwacht met een piek in de maanden oktober en november. In deze maanden heeft de deadline voor het melden van nieuwe scholingsplannen in het kader van ACO een positief effect gehad op het aantal aangeboden bedrijfsopleidingsplannen. Belangrijkste oorzaken voor het niet halen van het target zijn geweest dat de adviseur personeelsontwikkeling heeft moeten wennen aan de nieuwe rol van generalist naar specialist en dat een groot aantal bedrijven (nog) niet toe is aan opleidingsplannen of -adviezen. Het totaal aantal bezoeken van de adviseur personeelsontwikkeling was 4.200. Het aantal te verwachten bezoeken voor het eerste half jaar lag hoger dan het tweede half jaar in de veronderstelling dat in deze periode de contacten worden opgebouwd en in het tweede half jaar onderhouden. In beide perioden bleef het aantal echter achter. Net als bij de bedrijfsopleidingsplannen lag in verband met het aflopen van ACO de piek in oktober en november. De adviseurs personeelsontwikkeling hebben ervaren dat het maken van afspraken veel tijd kost en ze zijn hiervoor deels afhankelijk van de samenwerking met de andere typen adviseurs. Dit proces heeft tijd nodig en begint inmiddels steeds meer vorm aan te nemen. De aannemers waarderen het opleidingsadvies van de adviseur met een 7,4. De hoge waardering voor het opleidingsadvies van de adviseur personeelsontwikkeling komt, omdat deze als een aangename en deskundige gesprekspartner wordt gezien. Het aantal nieuw geschoolde leermeesters is uitgekomen op 1.580. Het resultaat over 2011 ligt op het niveau van 2009. Ook in 2011 lijkt het dalende aantal leerlingen en de economische crisis de behoefte en de bereidheid tot het opleiden van leermeesters negatief te hebben beïnvloed. Evenals de initiële scholing blijft ook de nascholing in 2011 achter en wel met 5% (5.262 ten opzichte van 5.500). Wel is het aantal nascholingen ten opzichte van 2009 en 2010 gestegen. Bij alle cursussen wordt na afloop van de cursus door de docent een evaluatieformulier uitgereikt, welke ter plaatse door de deelnemers wordt ingevuld en ingenomen door de docent. Alle formulieren worden daarna verwerkt door het externe bureau IOWO. Voor alle leermeestercursussen is de waardering een 7,44 (gewogen gemiddelde), hiermee is deze kpi net niet gehaald.
Taak 12. Erkennen van leerlingbouwplaatsen
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Alle door de betrokken partijen aangedragen leerlingbouwplaatsen worden beoordeeld en, indien voldaan wordt aan de voorwaarden, erkend. - De waardering van de leerling voor het leren/werken op de leerlingbouwplaats is boven 7,5.
Realisatie 100 %
7,7
In 2011 zijn alle door de betrokken partijen aangedragen leerlingbouwplaatsen beoordeeld en, indien voldaan werd aan de voorwaarden, erkend. In het voorjaar van 2011 is bij de telefonische enquête onder 900 leerlingen gevraagd naar een waardering voor het leren en werken op een leerlingbouwplaats. Deze leerlingen waarderen de leerlingbouwplaats met een 7,7. Opvallend is dat de kwaliteit van de BPV-plaats in zijn totaliteit hoger wordt gewaardeerd dan het leren/werken op een leerlingbouwplaats in zijn totaliteit (respectievelijk 8,2 en 7,7). Daarbij moet wel vermeld worden dat leerlingen die op een leerlingbouwplaats werken een 8,3 voor de kwaliteit van de BPV-plaats geven ten opzichte van een 8,2 van leerlingen die niet op een leerlingbouwplaats leren en werken.
16
Key Performance Indicator Taak 13.a. Advisering aan werknemers
Doelstelling/targets - Per jaar worden 2.000 nieuwe instromers in loopbaantrajecten gerealiseerd. - Het aandeel ambitietrajecten dient 50% te zijn. - Tevens is 60% van de uitstroom een succesvol traject.
13.b. Advisering aan werknemers
- De waardering van de deelnemers binnen het loopbaantraject is boven 7,5. - Per jaar worden 600 EVC-trajecten gerealiseerd, waarvan 60% wordt afgesloten met ervaringscertificaten, ervaringsprofielen of diploma’s. - De waardering van de deelnemers in EVCtrajecten is boven 7,5. - Het EVC-traject wordt jaarlijks gecertificeerd.
Realisatie 2.035
64 %
78%
70 %
7,6
7,5 467
In 2011 is de instroomtarget van het Loopbaantraject B&I ruimschoots gehaald. De totale uitstroom voor 2011 is uitgekomen op 2.248, waarvan succesvol 1.762 (transitie/transitierijp/goed geholpen). Uit het (tweede) klanttevredenheidonderzoek blijkt dat de target voor tevredenheid van de deelnemers over het totale loopbaantraject is behaald met een 7,5 (2010; 7,7). Hier is wel sprake van een daling. De uitkomst van het onderzoek over de tevredenheid van de werkgevers over het totale loopbaantraject is met 0,1 gestegen naar 7,3. De instroomtarget voor EVC is in 2011 niet gerealiseerd (78%). Het niet realiseren van de instroomtarget heeft te maken met een aantal factoren: • de voortdurende recessie; • het opschonen en afwerken van langer lopende dossiers; • in 2011 lag de verantwoordelijkheid voor de instroom voor het eerst bij de (nieuwe) adviseurs personeelsontwikkeling, zij moesten in het begin van het jaar eerst ingewerkt worden in hun nieuwe rol en taken; • gebruikmaken van de levensloopregeling door twee evc-adviseurs (0,5 fte.). In 2011 zijn 607 trajecten beëindigd waarvan 422 succesvol (70%). De resultaten van het (tweede) tevredenheidonderzoek stemmen tot tevredenheid. De werknemers waarderen het totale evc-traject met een 7,6. De werkgevers waarderen het totale evc-traject 0,3 punten hoger dan vorig jaar met een 7,0. De beoogde kwaliteitsslag voor 2011 (aspecten als doorlooptijd, mate van invloed en toegevoegde waarde van het evc-traject voor het bedrijf) is dus behaald.
17
3. Promotie en bevordering instroom en behoud personeel
Taak 14. Het maken van communicatieproducten (brochures/periodieken/ folders/website/ intranet/etc.) ter ondersteuning van de drie kerntaken
15. Het adviseren en faciliteren van communicatieactiviteiten (beurzen/ evenementen/open dag/campagnes/etc.)
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Door de productie en het uitgeven van voorlichtingsproducten de bekendheid met de werkzaamheden van Fundeon bevorderen en instroom in opleidingen te stimuleren. Bij 70% van de contactpersonen bij de erkende bedrijven zijn de hoofdtaken van Fundeon bekend. 40% van de contactpersonen van de niet-erkende bedrijven kunnen in 2011 tenminste één van de hoofdtaken van Fundeon benoemen. - De waardering voor de voorlichtingsproducten bij degenen die ze kennen is boven 7,3. - Van degenen die deelgenomen hebben aan de activiteit is de waardering voor de activiteiten 7,0. - Degenen die geadviseerd en/of gefaciliteerd zijn voor hun communicatieactiviteit waarderen dit met een 7,0.
Realisatie
81%
18%
7,1
7,7
6,5
Bij een telefonische enquête in het najaar van 2011 onder erkende leerbedrijven is gevraagd welke van de hoofdtaken van Fundeon bekend zijn (erkennen bedrijven, advisering over opleidingsbeleid en bevorderen instroom van vakmensen). De totale bekendheid lag bij alle drie de hoofdtaken boven de 70% (gemiddeld 81%). Aan de niet erkende leerbedrijven is in een telefonische enquête gevraagd welke hoofdtaken Fundeon uitvoert. De bekendheid met minimaal één van de hoofdtaken is in totaal 18%. Dit ligt ruim onder de kpi van 40%. Opvallend hierbij is dat in de sector gespecialiseerde aannemerij de bekendheid slechts 7% is. Dit is veruit het laagste percentage. Voorts is in 2011 voor zeven verschillende communicatieproducten gevraagd naar de waardering bij de doelgroep van de communicatieproducten. Het uiteindelijke waarderingscijfer voor deze kpi is een gemiddelde waardering voor de zeven producten en deze was gemiddeld een 7,1. Dit betekent dat de kpi net niet is gehaald. In 2011 is de waardering gemeten van drie verschillende communicatieactiviteiten (beursstand op de InfraTech en Bouwbeurs, Landelijke dag 2011 van het Platform vmbo Bouwen, Wonen en Interieur en de Relatiedag 2011). Deze is uitgekomen op een 7,7. De contactpersonen van de opleidingsbedrijven waarderen het advies van Fundeon bij communicatieactiviteiten met een 6,5. Er kan geconcludeerd worden dat de kpi niet is gehaald. Van de contactpersonen die hebben meegewerkt aan dit onderzoek geeft 61% aan dat hun opleidingsbedrijf dit jaar geadviseerd is. Belangrijke reden voor het geven van dit rapportcijfer was dat de nieuwe voorlichtingslijn wel goed is, maar dat de frequentie van het contact erg laag ligt en dat de ondersteuning vroeger uitgebreider was.
18
4. Uitvoering subsidiebeleid
Taak 16. Door middel van subsidies stimuleren van instroom en behoud van personeel
Key Performance Indicator Doelstelling/targets - Voor alle daarvoor in aanmerking komende leerlingen zijn na correcte aanlevering van de benodigde gegevens tijdige en correcte betalingen gerealiseerd (binnen 2 weken na aanlevering volledige gegevens). - Uit controle van de administratie blijkt dat 95% van de betalingen tijdig en correct was en het aantal klachten blijft onder de 1% van het totaal van alle betalingen.
Realisatie
100%
0,00003%
De uitbetaling van de subsidie voor de bouw en infra opleidingen verloopt volgens een geautomatiseerd proces. Na het invoeren van de gegevens worden door middel van betalingruns de betalingen aangemaakt. De betalingruns worden minimaal eens in de twee weken uitgevoerd. In 2011 zijn er 55 betalingruns uitgevoerd met in totaal ruim 30.000 betalingen. Het aantal betalingruns in acht genomen zijn de betalingen binnen twee weken na invoering in de systemen uitgevoerd. Bij controle hiervan door middel van steekproeven zijn geen onregelmatigheden aangetroffen. In het klachtensysteem van Fundeon is slechts één klacht op de ruim 30.000 betalingen geregistreerd. Overall conclusies Geconstateerd kan worden dat veel KPI’s zijn gehaald. Geconcludeerd kan ook worden dat met de invoering van ‘Gedeelde Ambities’ en monitoring aan de hand van de KPI’s een enorme slag is gemaakt in verbetering van de Fundeon-organisatie. Er is meer focus en meer transparantie ontstaan. Desalniettemin zal de organisatie zich op een aantal punten moeten verbeteren. De meest essentiële hiervan zijn: • Het aantal audits bij leerbedrijven; • Waardering van de sectorplatforms; • Waardering van de leermiddelen en examenproducten; • Waardering van de kwaliteit van advisering aan opleidingsbedrijven; • Het aantal bedrijfsopleidingsplannen en het aantal bedrijfsbezoeken in dit kader. Inmiddels zijn met de verantwoordelijke managers afspraken gemaakt over het opstellen van verbeterplannen voor de achterblijvende targets. Dit zal in 2012 moeten leiden tot een significante verbetering ten opzichte van 2011. 2.2.3 ACO Over de behaalde resultaten van het project Bouw door, Leer verder (ACO) valt het volgende te melden. Aan het eind van 2011 was er een eindsprint van aanmeldingen. Er zijn in de maanden oktober en november ruim 250 bedrijfsopleidingsplannen (BOP’s) goedgekeurd. Uiteindelijk zijn er 819 BOP’s in het project goedgekeurd: 78% hiervan is B&U, 15% Infra en de overige 7% is GA. Het totaal aantal werknemers, dat aan de bedrijfsopleidingsplannen gekoppeld was bedroeg 7.939. 76% van het totaal aantal bedrijven heeft tussen 0 en 50 werknemers in dienst; 24% tussen 51 en 500. De leeftijdsopbouw laat zien dat veel oudere werknemers (tussen 40 en 65 jaar) aan dit project hebben deelgenomen. Het totaal aantal scholingsdagen bedroeg 169.875. De deelnemende bedrijven hadden daarmee een leerlingenverplichting om 2.619 bbl 2 en bbl 3 leerlingen te behouden of te laten instromen binnen het bedrijf.
19
Om de instroom nog verder de stimuleren kregen opleidingsbedrijven een bonus per ingestroomde bbl 2 leerling per jaar. De instroombonus werd uitbetaald indien de instroom in 2011 meer was dan 50% van de instroom van het gemiddelde over de jaren 2007/2008. Eind maart 2012 zullen de uiteindelijke cijfers en de resultaten van het project inzichtelijk worden. Daarop komen we in het jaarverslag 2012 terug. 2.2.4
Overige (financiële) resultaten
Gelderse Opleidingsvouchers Bouw Voor de Provincie Gelderland voerde Fundeon van 29 september 2009 tot en met 30 april 2011 het project “Gelderse Opleidingsvouchers Bouw” uit. Doel van het project is behoud van werknemers voor de Bouw & Infra in Gelderland door scholing. De middelen van de subsidieregeling Aansluiting Onderwijs Arbeidsmarkt – Vitaal Gelderland zijn ingezet in aanvulling op ACO voor UTA-medewerkers. Over de hele periode hebben 1.262 medewerkers van 114 Gelderse bedrijven 1.748 trainingen gevolgd voor een bedrag van bijna € 718.000. Fundeon declareerde in totaal een bijdrage voor de kosten voor projectmanagement van bijna € 53.000 waarvan bijna € 13.000 in 2011 geboekt is. ESF Actie D 22 augustus 2011 liep het project “Doorleren in de Bouw & Infra op maat 2010 - 2011” af. Voor de standaardvergoeding voor de praktijkinstructeurs van de ACO-vakmodules had de sector recht op 40% subsidie van ESF. Fundeon heeft een declaratie van bijna € 295.000 op 25 november 2011 online ingediend. Het O&O-fonds heeft een declaratie van € 45.000 van Fundeon ontvangen als vergoeding voor de gemaakte kosten voor de projectadministratie voor de gehele duur van het project van 18 maanden.
20
2.3
Organisatie
2.3.1
Algemeen
Juridische structuur De drie stichtingen Fundeon zijn per 1 januari 2006 opgericht. Het bestuur van de drie stichtingen wordt gevormd door vijf vertegenwoordigers namens de werkgeversorganisatie Bouwend Nederland en vijf vertegenwoordigers namens de werknemersorganisaties FNV Bouw en CNV Vakmensen. Namens de MBO Raad zijn daarnaast vijf bestuurders lid van het bestuur van Stichting Fundeon KBBI. Organisatiestructuur Fundeon heeft haar centrale kantoor in Harderwijk en daarnaast beschikt Fundeon over regiokantoren in Woerden, Zwolle en Helmond, van waaruit adviseurs opereren en worden ondersteund. Directievoering en verdere ondersteuning (personeelszaken, boekhouding, automatisering, etc.) worden verleend vanuit het centrale kantoor. Ultimo 2011 telde de gehele organisatie Fundeon 284 fte. Hiervan waren juridisch gezien 222 fte werkzaam voor Stichting Fundeon, onder te verdelen in 207 fte in vaste dienst en 15 fte in detachering en uitzendkrachten. Hiervan wordt 240 fte financieel verantwoord in Stichting Fundeon. Dit is inclusief 18fte gedetacheerde medewerkers vanuit KBBI. Tegenover 64 fte staat dekking vanuit projecten of detachering. Voor Stichting Fundeon KBBI waren werkzaam 62 fte, allen in vaste dienst. Hiervan wordt 44 fte financieel verantwoord in Stichting Fundeon KBBI, en 18 fte in Stichting Fundeon. Stichting Fundeon Fonds heeft geen personeel in dienst. Samenstelling Directie Naam Functie Aard Dienstverband Omvang dienstverband Beloning (incl. pensioenlasten)
S. van Bodegraven algemeen directeur
F.W.C.M. Kokke directeur Markt & Ontwikkeling
A. Kreulen directeur Financiën en Operaties
Titulair Vast 1,0fte € 159.673
Titulair Vast 1,0fte € 148.709
Titulair Vast 1,0fte € 148.905
De directiebeloning is getotaliseerd voor de drie stichtingen. 2.3.2 Organisatorische ontwikkelingen Herinrichting organisatie Fundeon De nieuwe taken en verantwoordelijkheden hebben (uiteraard) gevolgen voor de organisatie van Fundeon. De belangrijkste organisatorische veranderingen per 1 januari 2011 waren: - Vermindering van de omvang van het personeelsbestand De bezuinigingen en daarmee samenhangend de herziening van taken hebben grote gevolgen gehad voor het personeel. Per 1 januari 2011 is de totale omvang van het personeel met 28,6 fte gereduceerd. In overleg met de vakbonden en de ondernemingsraad is besloten om de formatie in te krimpen door met individuele medewerkers afspraken te maken over afvloeiing.
21
- Scheiding van wettelijke- en bedrijfstaktaken Vanaf 1 januari 2011 is er sprake van een striktere scheiding tussen de wettelijke - en bedrijfstaktaken. Niet alleen op het niveau van het bestuur, ook op het niveau van de verschillende functies. In principe zijn medewerkers die wettelijke taken uitvoeren in dienst van de Stichting Fundeon KBBI en medewerkers die bedrijfstaktaken uitvoeren in dienst van de Stichting Fundeon. In de uitwerking hiervan bleek dat in enkele gevallen niet altijd mogelijk te zijn. In die gevallen is gekozen voor een detacheringconstructie. Medewerkers die in ondersteunende diensten werkzaam zijn, zoals financiën en P&O, vallen onder Stichting Fundeon. Scheiding van taken betekent niet dat er ook twee organisaties zijn: Fundeon functioneert voor zowel de wettelijke- als de bedrijfstaktaken als één organisatie. - Aanpassing van het takenpakket binnen bestaande functies De voornaamste aanpassingen hebben plaatsgevonden binnen de adviseursfunctie en in mindere mate voor projectleiders ontwikkeling. Fundeon handhaaft één functie adviseur. De adviseur kan op vier hoofdactiviteiten worden ingezet met een eigen naamsduiding, te weten: • adviseur Beroepspraktijk: verantwoordelijk voor wettelijke kerntaken op het gebied van erkenning en kwaliteitsbevordering van leerbedrijven; • adviseur Personeelsontwikkeling: verantwoordelijk voor de brede bedrijfsadvisering; • adviseur Beroepsonderwijs: verantwoordelijk voor de advisering aan scholen en opleidingsbedrijven; • adviseur Examinering: verantwoordelijk voor de steekproefsgewijze controle op de uitvoering van de examinering. Deze adviseur neemt de taken over van de C8G-Ieden (Commissie Branche Gecommitteerden). Voor de beide andere adviseurs, te weten de traject- en EVC-adviseurs, is er inhoudelijk niets veranderd. -
Meer sturing in de vorm van meetbare targets op basis waarvan verantwoording wordt afgelegd aan de klanten en stakeholders Met het formuleren van eenduidige meetbare kwantitatieve en kwalitatieve targets per onderscheiden taak, werd een verdere stap gezet in de ontwikkeling van Fundeon als vraaggestuurde organisatie waar de klantvraag centraal staat. Dit vroeg wel om verdere aanpassing van werkprocessen en andere manieren van samenwerken binnen de organisatie. Kern daarvan is dat alle afdelingen reeds bij de start, bij het vertalen van de klantvraag naar concrete producten en diensten, gezamenlijk optrekken. Maar ook de omslag naar meetbare targets veronderstelt c.q. bevordert meer integraliteit binnen de organisatie. Niet alleen is bij het uitwerken ervan kennis en technologie voorwaardelijk, maar ook zullen medewerkers nadrukkelijker doordrongen worden van het belang dat ze gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het eindresultaat. Ook de komende jaren zal deze omslag nog wel de nodige inspanningen vergen. Kernwaarden Om een verdere stap te kunnen zetten in de ontwikkeling naar een vraaggestuurde organisatie waar de klantvraag centraal staat, is er meer nodig dan alleen een focus op de kerntaken. Uit een onderzoek naar het imago van Fundeon in 2010 kwam naar voren dat onze (keten)partners Fundeon nog te weinig transparant, slagvaardig en op samenwerking gericht vinden. Hoewel Fundeon als kennispartner gewaardeerd wordt, zal zij zich moeten verbeteren op deze kenmerken gezien de veranderingen die op stapel staan. ROC’s en (opleidings)bedrijven staan voor een stevige opgave waarvoor minder (collectieve) middelen beschikbaar zijn. Dit brengt onzekerheid met zich mee die vraagt om een flexibele organisatie die goed zicht heeft op de vraag en ontwikkelingen in de omgeving en het vermogen daar steeds adequaat op in te spelen. Intern en extern wordt een hogere mate van zelfbewustzijn gevraagd van Fundeon en haar mensen. Vervolgens zijn, mede naar aanleiding van gesprekken met onze (keten)partners en met de eigen medewerkers, door Fundeon in 2011 vijf kernwaarden bepaald, die sturend (zullen) zijn/worden in het
22
handelen van Fundeon. Samen beschrijven ze de identiteit van organisatie. De kernwaarden zijn: gangmaker, professionaliserend, vakmanschap, verantwoordelijk en ondernemend.
2.3.3
Ondersteunende diensten en stafafdelingen
Financiën en Operaties Automatisering steeds meer een primair proces De afdeling automatisering bestaat uit de onderdelen informatiemanagement en ICT. Informatiemanagement is verantwoordelijk voor de beheersing van automatiseringsprojecten en voor de integraliteit van alle systemen. ICT verzorgt de softwareontwikkeling en het beheer van de ICT middelen. De afdeling automatisering heeft zich in 2011 verder ontwikkeld tot een proactieve afdeling met een sterke blik naar buiten. Dat moet ook want Fundeon zoekt de samenwerking met andere kenniscentra en andere bedrijfstakgerelateerde instituten. Automatisering wordt hiermee meer en meer een onderdeel van het primaire proces van Fundeon. Het jaar 2011 stond in het teken van de grote projecten en de voorbereiding daarop. Om onze kerntaak afstemming onderwijs en bouwarbeidsmarkt goed uit te voeren is het proces van erkenningen geautomatiseerd. Na een lange voorbereiding zijn we begonnen met de grootscheepse digitalisering van ons lesmateriaal. In 2016 moet er voor 80% van onze doelgroep gedigitaliseerde leermiddelen beschikbaar zijn. Automatisering werkt in dit project nauw samen met de afdeling Ontwikkeling. De adviesfunctie van Fundeon is belangrijk. Dit jaar zijn wij gestart met de voorbereidingen voor de aanschaf van een nieuw CRM pakket. Dit pakket moet de adviseurs ondersteunen bij hun werk. In 2011 zijn 85% van de projecten tijdig en binnen budget opgeleverd. Dit is ruim boven de target. Volgend jaar zal de aandacht vooral uitgaan naar verdere verbetering van de projectmatige manier van werken en gaan we over op een nieuwe windows-omgeving. De afdeling Financiën heeft de kernwaarden van Fundeon goed geborgd ‘Gedeelde Ambities’ legt nadrukkelijk de focus op resultaten. De afdeling Financiën moet dus voldoende ondersteuning en inzicht bieden aan de directie en medewerkers van Fundeon. Het nieuwe financiële pakket Accountview helpt ons daarbij. We hebben dit jaar goed voldaan aan de eisen die we stellen aan onze interne en externe rapportageverplichtingen. De planning en control cyclus is op orde en laat een gestage verbetering zien. Dit wordt bevestigd door de managementletter van onze accountant PricewaterhouseCoopers. In 2011 heeft de afdeling 42 verbetertrajecten ingevoerd. Deze verbeteringen werden in een competitieve spelvorm aangedragen door de medewerkers van de afdeling. Op deze manier wordt er origineel en ondernemend gewerkt aan kwaliteit. Dit past prima bij de kernwaarden van Fundeon! Subsidieadviseur wordt netwerker Ter ondersteuning van het beleid heeft Fundeon middelen nodig uit andere financiële bronnen dan de bekostiging vanuit de bedrijfstak en de overheid. De subsidieadviseur zoekt actief naar deze gelden. De economische situatie in Nederland zorgt er voor dat er minder subsidies beschikbaar zijn. Het is dus belangrijk dat we het beleid van Fundeon goed onder de aandacht brengen. Goede contacten met subsidieverstrekkers is daarbij een must. We hebben veel tijd geïnvesteerd in het verder uitbouwen en inzichtelijk maken van het netwerk van Fundeon. In 2011 hebben we extra bijdragen gevonden in het kader van ESF en in gelden vanuit de provincie Gelderland. Verder ontvingen we gelden vanuit de stageboxregeling OCW.
23
Subsidiebeheer wordt ambulant Naast het subsidieadvies kennen we ook de afdeling subsidiebeheer. Deze afdeling is verantwoordelijk voor de uitbetaling van de diverse subsidieregelingen van de bedrijfstak. In 2011 is de nieuwe subsidiesystematiek van kracht geworden. De nieuwe regeling riep veel vragen op bij onze klanten. Bedrijven waarderen het dat wij naar hen toekomen als er onduidelijkheden zijn. Deze manier van werken zetten wij voort. Fundeon wil de bedrijven niet belasten met onnodig administratief werk. We hebben kritisch gekeken naar onze administratieve processen. Onnodige tussenschakels in het proces zijn er uitgehaald en waar mogelijk geautomatiseerd. De afdeling is in 2011 geconfronteerd met een aantal juridische procedures. De door DB Cao partijen aangescherpte regels rond winterscholing bracht op dit punt veel te weeg. Fundeon wordt modern gehuisvest Eind 2010 heeft het bestuur van Stichting Fundeon het definitieve ontwerp met betrekking tot de herhuisvesting van het Fundeon kantoor in Harderwijk goedgekeurd. De facilitaire afdeling heeft samen met de architect, een bestuurlijke werkgroep en de directie in 2011 de plannen verder uitgewerkt. Daarbij zijn onder andere de aanbestedingsrichtlijnen vastgesteld en heeft een kwalitatieve en kwantitatieve beoordeling van de aannemers plaatsgevonden die hadden ingeschrevenen. Op grond van prijs en kwaliteit is de verbouwingsopdracht uiteindelijk gegund aan bouwbedrijf Grootheest Bennekom. De verbouwing is inmiddels gestart (februari 2012). Verbouwen in een bestaand gebouw waar gewoon doorgewerkt wordt is een grote logistieke operatie. Het veroorzaakt veel interne verhuisbewegingen. Voor de technische ondersteuning van de verbouwing worden wij bijgestaan door Architectenbureau Op ten Noort Blijdenstein. De verbouwing zal eind 2012 afgerond worden. Communicatie In 2011 is een geheel nieuwe website tot stand gekomen, een lang gekoesterde wens, omdat de oude echt uit de tijd was geraakt. De nieuwe website van Fundeon is geheel afgestemd op en opgebouwd rondom de vijf doelgroepen die wij onderscheiden: werkgevers, werknemers, opleiders, leermeesters en leerlingen. Fundeon is ook actief geworden op de social media, met onder meer een Twitteraccount (@Fundeon) en een Facebookpagina. De social media helpen ons om op een andere, meer interactieve manier met doelgroepen te communiceren, om transparanter te opereren en kennis te delen. In dat opzicht zijn social media een goede en goedkope aanvulling op andere, traditionele communicatiemiddelen, zoals de periodieken die Fundeon uitgeeft. Begin 2011 is de eerste uitgave van een nieuw magazine verschenen, Bouwen. Het blad verschijnt vijf keer per jaar en gaat naar alle werknemers die onder de bouw-cao vallen. Bouwen is de opvolger van de uitgave Bouwen Nu en het loopbaanmagazine Wat Doe Jij Morgen. Bouwen gaat over de ontwikkeling van mensen, vaktechniek en beroepstrots. Personeel en Organisatie In 2011 is de lijn van het rapport Gedeelde Ambities gevolgd ten aanzien van de personeelsomvang, waarbij een kritische koers werd gevolgd ten aanzien van het al dan niet invullen van openstaande vacatures. In september is gestart met een nieuwe groep Trainees. In 2011 is gestuurd op het optimaliseren van de kwaliteit van functioneren door de medewerkers van Fundeon, waarbij periodiek overleg plaatsvond tussen directie, management, personeelsadviseurs en de Fundeon Academie gericht op de operationalisering van ‘Gedeelde Ambities” op het gebied van HRM. Helaas is niet kunnen voorkomen dat ten aanzien van een klein aantal werknemers een ontslagprocedure moest worden ingezet. In 2011 werd overleg gevoerd met de vakorganisaties ten behoeve van de aanpassing van de cao Fundeon. De harmonisatie van de aan deze cao verbonden pensioenregelingen is in 2011 zodanig gevorderd dat begin 2012 afronding in administratie en communicatie kan plaatsvinden. In samenwerking
24
met een extern adviesbureau is vormgegeven aan de invulling van het begrip ‘Kernwaarden Fundeon’, welke in 2012 verder worden geïmplementeerd. Fundeon Academie De Fundeon Academie zet zich in voor het permanent ontwikkelen en professionaliseren van alle medewerkers. In 2011 heeft 86% van het totale personeel van Fundeon deelgenomen aan een vorm van training/opleiding. Naast informeel leren dat begeleid wordt door de leidinggevende op de werkvloer zijn er interne en externe trainingen geweest. Op het gebied van interne training verzorgde de Fundeon Academie scholingsprogramma’s voor leidinggevenden, adviseurs en projectleiders Ontwikkeling. Zo werd in het management development programma aandacht besteed aan teamontwikkeling, coachen en resultaatgericht observeren. In het opleidingsaanbod voor adviseurs is er voor het eerst gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot EVC. Het betreft hier een voortraject van het post hbo programma. Verder is er specifieke scholing ontwikkeld voor de vier adviseursrollen: functionele bijscholing. Hierbij is onder andere gebruik gemaakt van een nieuwe opleidingsvorm die deelnemers in staat stelt hun eigen trainingsprogramma samen te stellen: de fit training. Bij het scholingsprogramma voor de afdeling Ontwikkeling zijn met succes een aantal technieken geïntroduceerd waardoor efficiënter wordt gewerkt: lean en scrum. In september startte een hernieuwd en verbeterd traineeprogramma voor toekomstige adviseurs en projectleiders. Verder was er een cursusaanbod voor alle medewerkers op basis van open inschrijving. In 2011 zijn per medewerker gemiddeld ruim 3 scholingsdagen geïnvesteerd. 2.3.4 Kwaliteitszorg Algemeen Eind 2007 werd aan Fundeon voor alle organisatieonderdelen het ISO-certificaat toegekend. In september 2011 heeft een externe audit door Certiked plaatsgevonden bij diverse onderdelen van de organisatie (controlebeoordeling). Door Certiked is opgemerkt dat Fundeon een organisatie is met veel enthousiaste en betrokken mensen. Een organisatie ook waarin vertrouwd wordt op de kennis, kunde en zelfstandigheid van medewerkers, zonder dat dit leidt tot een laisser-faire-cultuur. Gedeelde Ambities heeft een scala aan veranderingen in gang gezet, waaronder een grotere resultaatgerichtheid met veel eigen verantwoordelijkheden voor de medewerkers. Veel veranderingen waren ten tijde van het onderzoek nog gaande, waardoor sommige zaken niet meer of nog niet optimaal werkten. Alle gevallen daarvan die het beoordelend team tegenkwam, waren reeds bekend en onderhanden bij betrokkenen. Het beoordelend team constateert daarom dat de veranderingen adequaat beheerst worden. Het accent dat Gedeelde Ambities legt op de kwantitatieve, resultaatgerichte aspecten van de bedrijfsvoering is een belangrijke verandering. In de gehele organisatie is men voor het jaarplan 2012 en het middellange beleidsplan 2012 - 2014 op zoek naar een nieuwe balans, waarin ook weer expliciet kwalitatieve doelen worden benoemd. Deze zullen dan naast kwantitatieve doelen staan en niet, zoals in het verleden, in plaats van. Tijdens dit onderzoek heeft het beoordelend team vastgesteld dat de aanmerking van het onderzoek in 2011 adequaat is afgehandeld, maar dat er twee onderwerpen zijn die verbetering behoeven. Dit betreft de volgende aanmerkingen: - Tijdens de management review worden slechts beperkt inhoudelijke analyses gemaakt, waardoor er geen maatregelen voor verbetering zijn gedefinieerd; - Er is geen effectieve wijze waarop naar de ontwikkeling van medewerkers op langere termijn wordt gekeken. In samenspraak met het management is door het beoordelend team afgesproken dat, naast de reguliere onderwerpen, bij het eerstvolgende onderzoek in het bijzonder aandacht besteed zal worden aan:
25
-
-
-
de verbreding van organisatiedoelstellingen: in 2011 is de markt het enige thema waarop doelstellingen zijn geformuleerd, waarmee bijvoorbeeld organisatieverbetering als thema ontbreekt; de werkwijze van de adviseurs personeelsontwikkeling. Deze functie is nieuw in 2011 en aan de exacte functie wordt nog gesleuteld. In 2012 zou dit meer uitgekristalliseerd en adequaat geborgd moeten zijn; de wijze waarop de organisatieverandering vanaf 1 januari 2011 is/wordt geëvalueerd.
Klachten Door middel van een jaarlijkse rapportage over binnengekomen en afgehandelde klachten, krijgt Fundeon inzicht in de aard en omvang van deze klachten waardoor zij zich als organisatie kan verbeteren. De feiten en cijfers zeggen iets over de omvang en snelheid waarmee klachten worden verwerkt binnen Fundeon. In 2011 zijn er in totaal 24 klachten geregistreerd. Dit is er 1 meer dan in 2010 (totaal 23 klachten). De ontvangen klachten in 2011 zijn als volgt gerubriceerd: soort klacht EXI EXU OV
totaal examen inhoudelijk examen uitvoering overig
gereed 7 5 12
7 3 11
openstaand 0 2 1
Alle geregistreerde klachten zijn in 2011 afgehandeld. Ook zijn in 2011 nog enkele klachten uit 2010 afgehandeld die betrekking hadden op de winterscholing Infra. Dit had te maken met het verzoek van Cao-partijen in de Bouwnijverheid om hiernaar nader onderzoek te doen, op basis waarvan aanvullende besluitvorming heeft plaatsgevonden. Indien noodzakelijk zijn naar aanleiding van een klacht preventieve en/of corrigerende maatregelen getroffen, die moeten voorkomen dat dezelfde klacht zich nogmaals voordoet. Wat dat betreft is de conclusie gerechtvaardigd dat de procedure voor behandeling van klachten effectief is. Het verdient overigens wel aanbeveling om (blijvend) hoge prioriteit te geven aan het afhandelen van klachten en oorzaak/maatregel terug te koppelen naar de direct betrokkenen.
26
2.4
Bestuur
2.4.1
Samenstelling bestuur in 2011
Besturen Stichting Fundeon en Stichting Fundeon Fonds Namens Bouwend Nederland: • H.W.J. Bol (werkgeversvoorzitter, fungerend voorzitter 2011) • H. Klein Poelhuis • Mw. A.W.M. Scholten • A.J.C. Steevens (tot en met 31 maart 2011) • A.F.J. de Vries (vanaf 24 mei 2011) • A. Voogt (penningmeester) Namens FNV Bouw: • Mw. M.B. van Veldhuizen (werknemersvoorzitter) • J.W.M. Kerstens • Ch. R. Ramdas Namens CNV Vakmensen: • G. Lokhorst (secretaris) • A.A. van Wijngaarden Rooster van aftreden Alle bestuursleden zijn per 1 januari 2009 (her)benoemd tot en met 31 december 2011. Indien bestuursleden tussentijds worden benoemd nemen zij in het rooster van aftreden de plaats in van diegene die zij opvolgen. Van mevrouw Van Veldhuizen en Bol, Ramdas en De Vries was het de eerste termijn, die op 31 december 2011 afliep. Van alle overige bestuursleden was het de tweede termijn, die eveneens op 31 december 2011 afliep. Bestuursbeloning In 2011 heeft de volgende honorering plaatsgevonden van bestuurders (getotaliseerd voor de drie stichtingen): Vacatiegelden / reiskostenvergoeding leden bestuur: • • • • • • • • • • •
H.W.J. Bol (werkgeversvoorzitter) A. Voogt (penningmeester) Mw. A.W.M. Scholten H. Klein Poelhuis A.J.C. Steevens A.F.J. de Vries Mw. M.B. van Veldhuizen (werknemersvoorzitter) J.W.M. Kerstens Ch. R. Ramdas A.A van Wijngaarden G. Lokhorst (secretaris)
€ € € € € € € € € € €
4.104 2.637 2.212 1.871 1.169 3.371 1.727 3.474 2.649
27
2.4.2
Evaluatie besturen in het kader van Good Governance
Al vanaf 2008 voldoet Fundeon aan nagenoeg alle belangrijke eisen van de Governance Code van de Kenniscentra, aangesloten bij Colo. Deze code gaat over het besturen van kenniscentra, het interne toezicht daarop en de verantwoording daarover aan de overheid en stakeholders. Criteria die aan de code ten grondslag liggen zijn: checks and balances, transparantie, professionaliteit, onafhankelijkheid en onbevangenheid en tenslotte betrokkenheid van organisaties van werkgevers, werknemers en onderwijsinstellingen. Op basis van deze code is in het Fundeon bestuurs- en directiereglement, hoofdstuk 2, artikel 6.1 lid 13, opgenomen dat het bestuur periodiek de eigen inrichting en het eigen functioneren als collectief en de bijdrage van de afzonderlijke leden evalueert. Zoals bestuurlijk vastgelegd heeft deze evaluatie betrekking op de besturen en de bestuursleden van de drie Fundeon Stichtingen: Fundeon, Fundeon Fonds en Fundeon KBBI. Waar in dit hoofdstuk gesproken wordt van 'het bestuur', heeft dit aldus telkens betrekking op alle drie de genoemde besturen, tenzij dat anders wordt vermeld. De belangrijkste uitkomsten van de collectieve evaluatie zijn hieronder opgenomen. Evaluaties van de bijdrage van afzonderlijke leden, alsmede de leden van de directie, hebben in 2011 niet nadrukkelijk plaatsgevonden. Bestuurlijk model Fundeon heeft gekozen voor het bestuursmodel en niet voor het zogenaamde Raad van Toezicht-model. Fundeon en zijn rechtsvoorgangers worden al tientallen jaren op deze manier bestuurd door de sociale partners in de bouwnijverheid en het mbo-onderwijsveld. Partijen zijn dienaangaande zeer nauw inhoudelijk en financieel betrokken bij het beroepsonderwijs bouw en infra. Door deze betrokkenheid vanuit het collectieve beleid van de bedrijfstak inzake beroepsonderwijs, arbeidsmarkt en scholing vastgelegd in de cao Bouw - kan kwalitatief hoogwaardig beroepsonderwijs en scholing voor de bedrijfstak gerealiseerd worden, waarmee tevens zo optimaal mogelijk de kwantitatieve behoefte van de bedrijfstak aan personeel beantwoord wordt. Agendacommissie De agendacommissie is belast met het beheer van de agenda van de bestuursvergaderingen en is bevoegd onderwerpen te agenderen en stukken bij de agendapunten te voegen. De agendacommissie is echter niet bevoegd om de aangeleverde stukken inhoudelijk te bewerken. De agendacommissie komt gewoonlijk twee weken voorafgaand aan de besturenvergadering bijeen, waarbij de conceptagenda en de schriftelijke mededelingen worden besproken. De agendacommissie is in 2011 vijf maal bijeen geweest. In deze vergaderingen is de agenda voor de besturenvergadering vastgesteld. In het bestuurs- en directiereglement zijn de taken en bevoegdheden van de agendacommissie van het bestuur nader omschreven. Auditcommissie In 2011 is de auditcommissie drie keer bijeen geweest waarbij, in aanwezigheid van de accountant en de directeur F&O, overleg is gevoerd over onder andere de jaarrekeningen 2010, accountantsverslag 2010, halfjaarcijfers 2011, begrotingen 2012, penisoenen, btw-problematiek en diverse projectadministraties. Over de inhoud en de resultaten van deze overleggen zijn in de bestuursvergaderingen door de penningmeester (= voorzitter auditcommissie) gerapporteerd. De taken en bevoegdheden van de auditcommissie zijn in het bestuurs- en directiereglement nader omschreven.
28
N.B. Met betrekking tot zowel de agendacommissie als de auditcommissie is er in formele zin sprake van twee commissies (Fundeon/Fundeon Fonds en Fundeon KBBI). In de praktijk vinden door een personele unie in zowel de agendacommissies als de auditcommissies de vergaderingen gezamenlijk plaats, waarbij wel de formele verantwoordelijkheden in acht genomen worden. Bestuursvergaderingen (structuur, frequentie en besproken onderwerpen) Als gevolg van ‘Gedeelde Ambities’ is er besloten om ook de bestuursvergaderingen te splitsen. Vanaf 2011 vinden er derhalve gescheiden bestuursvergaderingen plaats. De vergaderfrequentie is daarbij bepaald op Fundeon en Fundeon Fonds 5 x per jaar en Fundeon KBBI 3 x per jaar, waarbij de vergaderingen op dezelfde dag plaatsvinden. In 2011 zijn vier besturenvergaderingen Fundeon en Fundeon Fonds, drie bestuursvergaderingen Fundeon KBBI en één gecombineerde besturenvergadering gehouden. In de bestuursvergaderingen zijn diverse andere onderwerpen aan de orde geweest en heeft besluitvorming plaatsgevonden. Voorbeelden van behandelde onderwerpen zijn: kwalificatiedossiers, (financiële) kwartaalrapportages, jaarrekeningen 2010 van de drie Stichtingen Fundeon, beleidsplan 2012, sectorplannen 2012 opgesteld door de drie zogenaamde sectorplatforms (B&U, Infra, GA) en het activiteitenplan 2012 van het Onderwijsplatform, begrotingen 2012 van de drie Stichtingen Fundeon, driejarenplan leerling-bouwplaatsen 2011-2012-2013, relatiedag Fundeon, onderwijsprijzen, ontwikkelingen met betrekking tot de nieuw op te richten Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), de nieuwe erkenningsregeling en erkenningsaanvragen van opleidingsbedrijven. Belangrijke onderwerpen waren verder de evc-centra Bouw en Infra en het Loopbaantraject Bouw en Infra. Daarnaast is ook aandacht geschonken aan het zogenaamde aco-project (anti cyclisch opleiden) 'Bouw door, Leer verder', dat in opdracht van cao-partijen door Fundeon wordt uitgevoerd. Eind 2011 is besloten om vanaf 2012 voor beide besturenvergaderingen een frequentie van vier keer per jaar te hanteren. Achtergrond hiervan is dat op deze manier beter aangesloten kan worden bij de kwartaalrapportages (financiële en kwantitatieve/kwalitatieve over KPI’s). Bestuursreglement en statuten Bij de besluitvorming over het rapport ‘Gedeelde Ambities’ is, naar aanleiding van een amendement van de onderwijsdelegatie, door de besturen van Fundeon en Fundeon KBBI tevens besloten opdracht te geven aan het bureau Governance Support om dit rapport te toetsen aan de vigerende Colo Governance code en de “Gemeenschappelijke intentieverklaring” en, meer in het bijzonder de scheiding tussen publiek en privaat. Door Governance Support is hierover gerapporteerd en voorgesteld om in ieder geval het bestuursreglement te herzien, omdat onder andere op onderdelen consistentie ontbreekt, het op onderdelen niet meer aansluit bij de (vernieuwde) statuten uit 2010 en de (nieuwe) verhoudingen tussen de stichtingen om aanpassingen vragen. Het bestuur heeft vervolgens in de vergadering van november 2010 besloten de directie opdracht te geven een nieuw bestuurs- en directiereglement op te stellen, waarin de aanbevelingen van Governance Support zijn verwerkt. In het voorjaar van 2011 is in nauw overleg met Van Doorne (advocaten - notarissen - fiscalisten) een nieuw bestuurs- en directiereglement opgesteld en zijn tevens, als uitvloeisel hiervan, de statuten aangepast. In de besturenvergadering van juni zijn deze besproken en, na enkele redactionele aanpassingen, heeft definitieve besluitvorming in de besturenvergadering van september plaatsgevonden.
29
2.5
Toestand op balansdatum
Financieel De stand van het eigen vermogen per 31 december 2011 bedraagt € 576.000 (2010: € 990.000). Het balanstotaal per 31 december 2011 bedraagt € 16.109.000 (2010: € 18.037.000). Het resultaat over het boekjaar 2011 bedraagt € 414.000 negatief (2010: € 880.000 negatief). Analyse financieel beleid Het resultaat over het boekjaar bedraagt € 414.000 negatief. In de begroting was rekening gehouden met € 628.000 negatief. Het negatieve resultaat bestaat in beide gevallen uit kosten voor E-learning, welke volledig uit de bestemmingsreserve worden gedekt. De belangrijkste afwijkingen ten opzichte van het voorgenomen beleid zaten in de opbrengsten op leermiddelen, samenwerkingsovereenkomsten en cursussen, die in totaal zo’n € 1,95 mln. minder bedroegen. Deze terugloop is vooral opgevangen in hogere (rente)baten (€ 0,5 mln.), directe kosten voor genoemde activiteiten (€ 0,3 mln.) en lagere overige bedrijfslasten (€ 1,25 mln.). Kengetallen
2011
2010
3,58%
5,49%
Current Ratio
1,04
1,09
Liquiditeit
0,31
0,17
Werkkapitaal
541
1.179
Solvabiliteit
De financiële positie van Stichting Fundeon is in 2011 ten opzichte van 2010 teruggelopen. In 2011 zijn wederom de onttrekkingen voor E-Learning via de resultaatbestemming ten laste van de bestemmingsreserves gebracht. De solvabiliteit is hierdoor verder teruggelopen. Als gevolg van de ingevoerde lumpsum financiering door Stichting O&O-fonds, waarbij geen opbouw van eigen vermogen is toegestaan, en de uitputting van de bestemmingsreserve zal de solvabiliteit uiteindelijk dalen naar 0%. Dit betekent niet direct dat Stichting Fundeon op lange termijn niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen, maar dat de verslechtering van deze positie wel een aandachtspunt is. Met name kredietverstrekkers (waaronder bijvoorbeeld ook leasemaatschappijen) gebruiken de solvabiliteit doorgaans als graadmeter voor hun zekerheid. De kengetallen (current ratio, liquiditeit en het positieve werkkapitaal) tonen dat Fundeon in staat is om aan haar kortlopende verplichtingen te voldoen. Organisatorisch Op de balansdatum zijn er geen belangrijke organisatorische wijzigingen ten opzichte van hetgeen in het voorgaande is beschreven. Gebeurtenissen na balansdatum Omzetbelasting Fundeon heeft begin 2012 een vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst gesloten inzake de wijze van het berekenen van terug te vorderen BTW. Op basis van deze overeenkomst kan Fundeon over de jaren 2010 en 2011 mogelijk nog BTW terugvorderen bij de Belastingdienst. Ten tijde van het vaststellen van deze jaarrekening zijn de suppleties nog niet ingediend bij de Belastingdienst. Gezien de complexiteit van de berekeningen en de onzekerheid die te allen tijde aan de inbaarheid van dergelijke vorderingen verbonden is, worden de eventuele additioneel terug te vorderen bedragen verantwoord in de
30
jaarrekening 2012. Op basis van eerste indicaties bedraagt de terugvordering mogelijk ongeveer € 0,5 mln. Er hebben zich verder geen gebeurtenissen na de balansdatum voorgedaan die van invloed zijn op de financiële positie van Stichting Fundeon per 31 december 2011. Belangrijkste risico’s en onzekerheden De meerjarenbegroting laat voor de jaren 2013 en 2014 een tekort zien. Dit tekort wordt enerzijds veroorzaakt door teruglopende opbrengsten op activiteiten (leermiddelen en cursussen) en op projecten. Op korte termijn valt hier vanwege de economische situatie geen groot herstel te verwachten, op middellange termijn is dat nog onzeker. Anderzijds zijn verdere bezuinigingen vanuit het O&O-fonds en OCW aangekondigd. Hoewel de exacte hoogte van de bezuinigingen nog onduidelijk is, zal een reorganisatie onvermijdelijk zijn. Medio 2012 buigen de besturen van Fundeon zich gezamenlijk over de vraag hoe de begroting van Fundeon weer structureel sluitend gemaakt kan worden.
31
Treasuryverslag Algemeen Het treasurybeleid betreft het vermogens- en liquiditeitenbeheer en is gericht op de realisatie van de doelstellingen van de organisatie. Daarbij speelt de verantwoording over de bedrijfstakmiddelen een grote rol.
De drie pijlers van dit beleid zijn: 1. Financieringsbeleid. Dit beleid is hierna opgenomen en is te onderscheiden in regels rond interne resp. externe geldstromen. 2. De bevoegdheden neergelegd in het treasurystatuut alsmede de procuratieregeling (separaat in het bestuur bekrachtigd) 3. Informatievoorziening. Middels de jaarrekening is reeds sprake van informatievoorziening. Vanuit het treasurybeleid wordt daar – jaarlijks aan het bestuur aan te bieden – financieringsinformatie aan toegevoegd. In 2009 is door het bestuur van Fundeon een treasurystatuut vastgesteld, waarin de kaders en de verantwoordelijkheid zijn voorgeschreven. Tijdens het boekjaar zijn de liquide middelen uitsluitend aangehouden op de rekening-courant van de huisbankier. Er zijn geen nieuwe leningen u/g verstrekt. Financieringsbeleid Het financieringsbeleid onderkent enerzijds de interne geldstromen binnen de juridische entiteiten en anderzijds de externe geldstromen. Externe geldstromen Voor externe geldstromen gelden de normen zoals die zijn vastgelegd in het treasurystatuut. Opgenomen gelden Kapitaalrekening O&O. Deze financiering van investeringen door het O&O-fonds wordt gebruikt binnen de daartoe door O&O gestelde kaders. Uitgezette gelden Beleggingen moeten immer hoofdsomgegarandeerd zijn. Tevens worden beleggingen met een looptijd langer dan één jaar eerst aangegaan nadat het dagelijks bestuur is ingelicht. Prijs-, krediet-, liquiditeits- en kasstroomrisico’s Fundeon tracht de risico’s uiteraard zoveel mogelijk af te dekken. Daar waar mogelijke prijsrisico’s bestaan wordt waar mogelijk gewerkt met langlopende overeenkomsten (bijvoorbeeld leasecontracten voor machines) of vastgestelde tarieven. Het kredietrisico wordt beperkt door het voeren van actief debiteurenbeheer, welke wordt uitgevoerd door Stichting Fundeon. Ten aanzien van het liquiditeits- en kasstroomrisico wordt geen actief beleid gevoerd daar de liquiditeitspositie daar vooralsnog geen aanleiding toe geeft.
32
2.6
Begroting 2012 Stichting Fundeon
Staat van Baten en Lasten (x € 1.000) LASTEN Kosten personeel Kosten afschrijving bedrijfsmiddelen Kosten reis- en verblijf Kosten huisvesting Kosten automatisering Kosten algemeen Kosten communicatie & voorlichting Kosten marktinformatie Kosten leerstofontwikkeling Kosten examinering Kosten cursussen Kosten boekenexploitatie Kosten Fundeon Academie Kosten ACO Kosten Loopbaantraject Kosten EVC Kosten overige projecten Regio specifieke kosten
Begroting 2012 14.851 1.060 1.375 2.090 650 1.438 689 252 734 891 960 1.061 331 9.867 10.867 2.167 633 499 50.415
Doorberekend van: Stichting Fundeon KBBI Doorberekend aan: Stichting Fundeon KBBI Saldo doorberekeningen
-4.379 -4.136
Totaal lasten
46.279
243
BATEN Subsidie O&O-onds Subsidie O&O-fonds ACO Subsidie O&O-fonds Loopbaantraject Subsidie O&O-fonds EVC Subsidie O&O-fonds overige projecten Opbrengst cursussen Opbrengst examinering Opbrengst dienstverleningscontracten Opbrengst boekenexploitatie Overige projectbaten Diverse overige bijdragen Dienstverlening aan derden
13.084 10.193 11.728 2.294 131 2.238 444 1.382 2.700 161 1.163 344
Totaal baten
45.864
EXPLOITATIERESULTAAT RESULTAATBESTEMMING E-LEARNING
-415 415
RESULTAAT
0
33
Financiële vooruitblik 2012 Voor 2012 wordt rekening gehouden met aanzienlijk lagere opbrengsten op de leermiddelen en cursussen. Ook de dekking uit projectgelden loopt verder terug. De begroting voor 2012 is sluitend, onder andere door medewerkers op de projecten af te laten vloeien en door een eenmalig verwachte bate van ongeveer € 0,5 mln. als gevolg van een teruggave van omzetbelasting over de jaren 2010 en 2011.
2.7
Ondertekening directie
Opgesteld te Harderwijk op 22 mei 2012.
S. van Bodegraven Algemeen directeur
F.W.C.M. Kokke Directeur Markt en Ontwikkeling
A. Kreulen Directeur Financiën en Operaties
34
Jaarrekening 2011 Stichting Fundeon
Stichting Fundeon Statutair gevestigd te Harderwijk
35
Stichting Fundeon Balans per 31 december (na resultaatbestemming) (bedragen x € 1.000)
ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa - Machines en installaties - Andere vaste bedrijfsmiddelen - Bedrijfsmiddelen Loopbaantraject
Financiële vaste activa - Financiering wagenpark - Pensioenen en VUT
VLOTTENDE ACTIVA Voorraad boeken Vorderingen en overlopende activa - Debiteuren - Rekening courant O&O-fonds - Overige vorderingen en overlopende activa
Liquide middelen
2011
1 2 3
4 5
6
7 8 9
10
45 2.941 22 3.008
218 22 240
1.292
2010
PASSIVA
5 2.743 7 2.755
EIGEN VERMOGEN - Kapitaal - Subsidie/bestemmingsreserves
2011
11 12
VOORZIENINGEN - VUT verplichtingen
13
LANGLOPENDE SCHULDEN - Kapitaalrekening investeringen
14
248 13 261
2010
1 575 576
1 989 990
-
200 200
3.213
3.005
1.911 398 1.548 8.463 12.320
1.800 524 3.686 7.832 13.842
16.109
18.037
1.387
754 6.068 2.914 9.736
901 8.221 4.484 13.606
1.833
28
16.109
18.037
KORTLOPENDE SCHULDEN - Crediteuren - Belastingen en premies sociale verzekeringen - Schulden aan verbonden partijen - Overige schulden en overlopende passiva
15 16 17 18
36
Stichting Fundeon Staat van baten en lasten (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 BATEN Subsidie O&O-fonds Subsidie O&O-fonds inzake projecten Subsidie O&O-fonds inzake fusiekosten Boekenverkoop Arrangementen Opbrengst cursussen en examinering Projectbaten overig Overige baten
19 20 21 22 23 24 25 26
13.184 25.311 122 2.821 1.321 2.710 483 1.650
Totaal baten LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen materiële vaste activa Huisvestingslasten Fusielasten Kostprijs verkopen boeken Kostprijs verkopen cursussen Projectlasten Overige bedrijfslasten
27 28 29 30 31 32 33 34
35
Exploitatieresultaat Resultaatbestemming Dotatie/onttrekking bestemmingsreserve
36
Realisatie 2010
12.842 71.323 399 4.297 1.418 3.093 149 1.332 47.602
Totaal lasten
Financieringsresultaat
Begroting 2011
13.469 518 1.778 394 976 2.302 24.787 3.980
14.122 29.541 709 3.975 1.417 2.639 2.716 1.214 94.853
13.832 548 1.986 399 1.296 2.287 70.434 4.749
56.333
13.860 731 1.648 758 1.563 2.010 30.215 6.442
48.204
95.531
57.227
-602
-678
-894
188
50
14
-414
-628
-880
414
628
880
37
Stichting Fundeon Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
2011 Kasstroom uit operationele activiteiten: Exploitatieresultaat Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Dotatie pensioen- en VUT-verplichtingen Veranderingen in werkkapitaal: Aanpassingen voor veranderingen in werkkapitaal: - Toename/afname voorraden - Toename/afname debiteuren - Toename/afname rekening courant O&O-fonds - Toename/afname overige vorderingen en overlopende activa - Toename/afname crediteuren - Toename/afname belastingen en premies sociale verzekeringen - Toename/afname schulden aan verbonden partijen - Toename/afname overige schulden en overlopende passiva
1-3 13
6 7 8 9 15 16 17 18
1+2 1-3
-414
-880
813 -200
835 -160
95 147 2.153 1.570 111 -126 -2.138 631
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten: Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa
2010
353 691 -1.466 -560 -181 -688 -2.043 3.791 2.443
-103
2.642
-308
-1.109 43
-1.841 208 -1.066
Aflossingen leningen u/g
Kaststroom uit investeringsactiviteiten
-
-1.633 733
-
733
-1.066
-900
38
Stichting Fundeon Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
2011 Kasstroom uit financieringsactiviteiten: Toename/afname kapitaalrekening investeringen Toename/afname pensioenen (FVA) Toename/afname financiering wagenpark
14 5 4
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutatie geldmiddelen Controle: Liquide middelen per 31-12 Liquide middelen per 01-01
10 10
2010
208 -9 30
876 86 98
229
1.060
1.805
-148
1.833 28 1.805
28 176 -148
39
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING ACTIVA EN PASSIVA EN BEPALING VAN HET RESULTAAT GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING ACTIVA EN PASSIVA Algemeen De stichting heeft de jaarrekening opgesteld volgens de Richtlijn 640 Organisaties zonder winststreven van de Raad voor de Jaarverslaggeving, alsmede specifieke bepalingen in de Leidraad Administratieve Voorwaarden van het O&Ofonds. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Activiteiten van de stichting De activiteiten van stichting Fundeon betreffen voornamelijk de bedrijfstak taken met betrekking tot het bewerkstelligen van een goede aansluiting tussen het onderwijs en de beroepspraktijk in de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerijsectoren. Één en ander te realiseren in het kader van ideële doelstellingen van de stichting (zie statuten). Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Wettelijk / Bovenwettelijk: doorbelastingen Fundeon en Fundeon KBBI De bedrijfstaktaken van Fundeon sluiten voor een groot deel nauw aan op de wettelijke taken van KBBI. Fundeon heeft in dit kader dan ook een structurele samenwerkingsrelatie met KBBI. De scheiding tussen wettelijke taken en bedrijfstaktaken is nadrukkelijk vorm gegeven in de duidelijke toewijzing van arbeid en kapitaal aan de taken waarbij gemeenschappelijke kosten zijn doorberekend. De systematiek die is gehanteerd voor de doorberekeningen komt er op neer dat binnen de entiteiten per afdeling is bepaald of er sprake is van wettelijke en/of bovenwettelijke taken of overhead. Ingeval er sprake is van pure bovenwettelijke taken zijn kosten direct verantwoord binnen Fundeon. Ingeval er sprake is van pure wettelijke taken zijn deze voor 100% verantwoord binnen KBBI. De overige gezamenlijke kosten zijn op basis van goedgekeurde verdeelsleutels onderling doorbelast. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van aanpassingen voor afschrijvingen en mutaties van de voorzieningen en verplichtingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Mutaties voor kapitaal investeringen, pensioenen en financiering wagenpark zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de stichting Fundeon en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.
Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.
40
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING ACTIVA EN PASSIVA EN BEPALING VAN HET RESULTAAT Consolidatie Op grond van de Leidraad Administratieve Voorwaarden van het O&O-fonds vindt in afwijking van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving geen consolidatie plaats met Stichting Fundeon KBBI en Stichting Fundeon Fonds. Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de leiding van Stichting Fundeon zich verschillende oordelen en schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningpost. Feitelijke vestigingsadres Het feitelijke vestigingsadres van de Stichting Fundeon is : Ceintuurbaan 2, 3847 LG te Harderwijk.
VASTE ACTIVA 1-3. Materiële vaste activa Machines en installaties en andere bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten.
Indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, worden de rentekosten opgenomen in de vervaardigingsprijs. De stichting beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld, Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde (op basis van een actieve markt) en de bedrijfswaarde (de contantmaking van de kasstromen tegen een disconteringsvoet van 4%). Een waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Het teruggenomen verlies wordt in de staat van baten en lasten verwerkt.
4-5. Financiële vaste activa De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen omvatten verstrekte leningen en overige vorderingen. Deze vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden deze leningen en overige vorderingen gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er bij de verstrekking van leningen sprake is van disagio of agio, wordt dit gedurende de looptijd ten gunste respectievelijk ten laste van het resultaat gebracht als onderdeel van de effectieve rente. Ook transactiekosten worden verwerkt in de eerste waardering en als onderdeel van de effectieve rente ten laste van het resultaat gebracht. Bijzondere waardeverminderingen worden in mindering gebracht op de geamortiseerde kostprijs en direct verantwoord in de winst-en-verliesrekening.
41
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING ACTIVA EN PASSIVA EN BEPALING VAN HET RESULTAAT VLOTTENDE ACTIVA 6. Voorraden De voorraden worden gewaardeerd op verkrijgingsprijzen onder toepassing van de FIFO-methode (first in, first out) of lagere opbrengstwaarde. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. 7-9. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. 10. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
EIGEN VERMOGEN Algemeen Het eigen vermogen van de stichting is ingedeeld in kapitaal en bestemmingsreserves. 12. Bestemmingsreserves Het bestuur van de stichting instelling heeft een deel van de reserves afgezonderd voor een speciaal doel. Alle vermogensmutaties worden in de staat van baten en lasten verantwoord. Uitgaven die worden gedekt uit bestemmingsreserves worden eveneens in de staat van baten en lasten verantwoord.
VOORZIENINGEN 12. Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De overige voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. 13. VUT-verplichtingen De VUT-verplichting betrof een voorziening voor de ten laste van Stichting Fundeon komende afspraken uit hoofde van prepensioenregelingen. Voor zover van toepassing werd de voorziening contant gemaakt op basis van een rekenrente van 4,0 % en werd rekening gehouden met vertrek- en sterftekansen.
42
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING ACTIVA EN PASSIVA EN BEPALING VAN HET RESULTAAT LANGLOPENDE SCHULDEN 14. Algemeen Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de staat van baten en lasten als interestlast verwerkt. 14. Kapitaalrekening investeringen De kapitaalrekeningen investeringen betreft de financiering van het O&O-fonds van de materiële vaste activa en de verstrekte financiering van een gedeelte van het wagenpark en is gewaardeerd tegen de boekwaarde van de activa.
KORTLOPENDE SCHULDEN 15-18. Kortlopende schulden Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Alle kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan een jaar.
GRONDSLAGEN VOOR BEPALING VAN HET RESULTAAT Algemeen Het saldo (resultaat) wordt bepaald als het verschil tussen het totaal der baten en het totaal der lasten. De baten worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; lasten reeds zodra zij voorzienbaar zijn. Baten die worden ontvangen in de vorm van zaken of diensten worden gewaardeerd tegen de reële waarde, voor zover deze bepaalbaar is. In dat geval worden zodanige baten in de staat van baten en lasten verantwoord. Baten waarvoor een bijzondere bestemming is aangewezen, worden in de staat van baten en lasten verwerkt; indien deze baten in het verslagjaar niet volledig zijn besteed, worden de nog niet bestede gelden opgenomen in de desbetreffende bestemmingsreserve resp. bestemmingsfonds. Een onttrekking aan bestemmingsreserve resp. fonds wordt als besteding (last) verwerkt in de staat van baten en lasten. 19-21. Subsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de stichting de condities voor ontvangst kan aantonen. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de staat van baten en lasten. 22-26. Overige baten De overige baten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
43
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING ACTIVA EN PASSIVA EN BEPALING VAN HET RESULTAAT 27. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbarebeloningen - Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen - Fundeon heeft alle pensioenregelingen verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord. 28. Afschrijvingen materiële vaste activa De afschrijvingen geschieden tijdsevenredig op basis van de verwachte economische levensduur. 29-34. Overige lasten De overige lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 35. Financieringsresultaat (rentebaten en rentelasten) Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Doorbelastingen aan en van Stichting Fundeon KBBI Bij het opstellen van de jaarcijfers 2011 is nadrukkelijk gekeken naar de herverdeling van de kosten (en baten) op basis van de wettelijke c.q. bovenwettelijke taken. Deze herverdeling leidt tot onderstaande doorbelastingen tussen Stichting Fundeon en Stichting Fundoen KBBI. Conform de voorschriften worden de doorbelasting niet afzonderlijk gepresenteerd, maar verwerkt in de van toepassing zijnde kostensoorten. Doorbelasting Stichting Fundeon aan Stichting Fundeon KBBI per kostensoort (x € 1000)
Realisatie
Begroting
Salariskosten
€
1.457
€
1.488
Sociale lasten
€
192
€
196
Pensioenlasten
€
328
€
206
Inhuur derden
€
275
€
218
Reis- en verblijfkosten
€
176
€
197
Opleidingskosten
€
66
€
66
Overige personeelskosten
€
45-
€
43
Afschrijvingslasten
€
285
€
301
Huisvestingskosten (en facilitaire kosten)
€
473
€
635
Kosten computerverwerking
€
360
€
295
Voorlichtingskosten
€
188
€
182
Overige algemene kosten
€
412
€
438
€
4.167
€
4.265
Doorbelasting Stichting Fundeon KBBI aan Stichting Fundeon per kostensoort Huisvestingslasten
Saldo doorbelasting Fundeon / KBB
€
216
€
275
€
216
€
275
€
3.951
€
3.990
44
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
ACTIVA 1-3. MATERIELE VASTE ACTIVA Inzake exploitatie
Machines en Installaties
Andere vaste bedrijfsmiddelen
Totaal
Cumulatieve aanschafwaarde per 1 januari Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari
9 -4 5
6.560 -3.817 2.743
6.569 -3.821 2.748
Boekwaarde per 1 januari Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijvingen desinvesteringen Boekwaarde per 31 december
5 49 -9 45
2743 1034 -71 -793 28 2.941
2.748 1.083 -71 -802 28 2.986
58 -13 45
7.523 -4.582 2.941
7.581 -4.595 2.986
Cumulatieve aanschafwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december
Afschrijvingspercentage (bandbreedte)
16%-20%
19%-25%
Inzake Loopbaantraject
Inventaris
Verbouwingen
Totaal
Cumulatieve aanschafwaarde per 1 januari Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari
31 -24 7
45 -45 -
76 -69 7
Boekwaarde per 1 januari Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijvingen desinvesteringen Boekwaarde per 31 december
7 26 -11 22
-45 45 -
7 26 -45 -11 45 22
Cumulatieve aanschafwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december
57 -35 22
-
57 -35 22
Afschrijvingspercentage (bandbreedte)
31%-35%
-%
45
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
Per 1 juli 2008 voert Stichting Fundeon het project Loopbaantraject uit. Het project wordt gefinancieerd met projectsubsidies afkomstig van het Scholings- en Aanvullingsfonds. Ten behoeve van de huisvesting van de medewerkers zijn in 2008 verbouwingen aan de huisvestingslocatie verricht. Ook is geinvesteerd in hard- en software. Voor de volledigheid van de materiële vaste activa worden de investeringen en afschrijvingen in de jaarrekening gepresenteerd. De afschrijving vloeit direct in de projectkosten en wordt in de staat van baten en lasten dus niet verantwoord onder de afschrijvingen. De mutatie op de boekwaarde wordt in tegenstelling tot overige vaste activa niet via de kapitaalrekening door het O&O-fonds gefinancierd. Teneinde de aansluiting met de kapitaalrekening inzichtelijk te houden, worden de activa afzonderlijk van de reguliere materiële vaste activa gepresenteerd.
FINANCIELE VASTE ACTIVA 2011 4. Financiering wagenpark Saldo per 1 januari Investeringen / Desinvesteringen (tegen aanschafwaarde) Afschrijvingen (afschrijvingen desinvesteringen) Saldo per 31 december
2010
248 -56 26 218
346 -59 -39 248
Op 18 juli 2001 is er een mantelovereenkomst operationele lease gesloten met Arval PHH te Nieuwegein. Tevens is er op 10 oktober 2001 een aanvullende overeenkomst gesloten met Arval PHH, krachtens welke Stichting Fundeon aan Arval PHH ten titel van lening een krediet heeft verleend. Arval PHH zal met behulp van dit krediet op eigen naam auto's kopen en in eigendom verwerven en vervolgens de betreffende auto's aan Stichting Fundeon leasen. In een akte, welke is geregistreerd bij de Inspectie der registratie en Successie overeenkomstig de Registratiewet 1970, is vastgelegd dat Stichting Fundeon op alle auto's een eerste pandrecht verwerft. Ultimo boekjaar vallen er 24 auto's onder het contract, waarvan 9 contracten ten behoeve van Stichting SOMA College. De kosten van deze auto's worden volledig aan SOMA doorbelast. De afschrijvingen vertonen in het verloopoverzicht in 2011 een positieve waarde doordat hierin de correctie van afschrijvingen op desinvesteringen zijn opgenomen. 2011 5. Pensioenen en VUT Saldo per 1 januari Dotaties Onttrekkingen Saldo per 31 december
2010 13 2 7 22
99 -86 13
Dit betreft de saldi van de rekening couranten van AEGON voor VUT-depot € nihil (2010: € -7.016) en pensioendepot € 21.798 (2010: € 20.298).
VLOTTENDE ACTIVA 2011 6. Voorraad boeken Voorraad leermiddelen Af: voorziening incourante leermiddelen
1.460 -168 1.292
2010 1.613 -226 1.387
46
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
Vorderingen en overlopende activa 2011 7. Debiteuren Conform subadministratie Af: voorziening dubieuze debiteuren
2010
780 -26 754
928 -27 901
8.221 -1.487 6.734
6.755
13.184 122 209 25.311 -2.843 -11.700 -2.116 -876 -21.957 -1.487 -2.153
14.291 709 876 8.629 -2.107 -11.448 -160 -9.324 1.466
Saldo per 31 december
6.068
8.221
Het saldo bestaat uit: Te ontvangen inzake exploitatiesubsidie vrg boekjaren Te ontvangen inzake exploitatiesubsidie Te ontvangen subsidie inzake fusiekosten* Te ontvangen inzake mutaties kapitaalrekening Te ontvangen projectsubsidie Saldo per einde boekjaar
-17 1.484 122 209 4.270 6.068
-17 2.843 2.116 876 2.403 8.221
8. Rekening Courant O&O-fonds: Saldo per 1 januari Reclassificatie Saldo per 1 januari Mutaties boekjaar: Te ontvangen exploitatiesubsidie Te ontvangen subsidie fusiekosten Mutaties kapitaalrekening Te ontvangen projectsubs O&O boekjaar Ontvangen exploitatiesubsidie vrg boekjaren Ontvangen exploitatiesubsidie boekjaar Ontvangen subsidie fusiekosten Afrekening kapitaalrekening Ontvangen projectsubsidies (voorschotten) Ontvangen projectsubsidies (vrg boekjaren)
6.755
47
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
*Ten behoeve van de verantwoording aan het O&O-fonds van de ontvangen subsidie inzake fusiekosten wordt deze afzonderlijk inzichtelijk gemaakt en toegelicht. Het bedrag te ontvangen per 31 december 2011 is als volgt opgebouwd:
Ontvangen/te ontvangen subsidie inzake fusiekosten
Realisatie
Realisatie
2011
2010
Te ontvangen subsidie fusiekosten 2005 (voormalig SBW)
518
518
Te ontvangen subsidie fusiekosten 2006
2.912
2.912
Te ontvangen subsidie fusiekosten 2007
2.745
2.745
Te ontvangen subsidie fusiekosten 2008
651
651
Te ontvangen subsidie fusiekosten 2009
981
981
Te ontvangen subsidie fusiekosten 2010
709
709
Te ontvangen subsidie fusiekosten 2011
122
-
8.638
8.516
8.516
6.400
122
2.116
Af: reeds ontvangen voorschotten Saldo te ontvangen subsidie fusiekosten
2011 9. Overige vorderingen en overlopende activa Nog te factureren arrangementen Voorschotten Stichting SOMA College Stichting SOMA Bedrijfsopleidingen Bouw en Infrapark B.V. Te vorderen omzetbelasting Nog te ontvangen projectsubsidies Vooruitbetaalde investeringskosten t.b.v. nieuwbouw/verbouw Vooruitbetaalde kosten en overige vorderingen
10. Liquide middelen ABN AMRO Postbank Kas
2010
643 4 661 14 171 195 1.226 2.914
701 47 -5 2 708 241 1.085 1.705 4.484
1.789 43 1 1.833
-10 37 1 28
De liquide middelen betreft direct opeisbare saldi bij de bank.
48
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
PASSIVA EIGEN VERMOGEN 2011 11. Kapitaal Saldo per 1 januari
12. Subsidiereserve per 1 januari Saldo per 1 januari
1
1
100
367
-
-188 -79 -267
100
100
Af: Vrijval t.b.v. dekking kosten Go Infra Af: Vrijval jaarlijkse aflossingsbedrag lening Bouw & Infrapark B.V. Mutatie boekjaar Saldo per 31 december
2010
De subsidiereserve bestaat uit een reservering voor de aangegane leningen met Bouw & Infrapark B.V..
2011 12. Bestemmingsreserve per 1 januari Saldo per 1 januari Af: Vrijval t.b.v. dekking kosten E-Learning Mutatie boekjaar Saldo per 31 december
2010
889
1502
-414 -414
-613 -613
475
889
De bestemmingsreserve geldt ter dekking van de kosten voor E-learning. Er zijn in 2011 geen dotaties ten gunste van de bestemmingsreserve gedaan. De gerealiseerde kosten voor E-learning ad € 414.000 zijn ten laste van de reserve gebracht. Het saldo voor E-learning betreft ultimo 2011 € 475.000 (2010: € 889.000).
VOORZIENINGEN 2011 13. Voorziening reorganisatiekosten Saldo per 1 januari Mutaties boekjaar Saldo per 31 december
0 490 490
2011 13. VUT verplichtingen Saldo per 1 januari Mutaties boekjaar Saldo per 31 december
2010
200 -200 -
0 0 0
2010 360 -160 200
49
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
LANGLOPENDE SCHULDEN 2011 14. Kapitaalrekening investeringen Saldo per 1 januari Investeringen MVA (excl Loopbaantraject) Desinvesteringen MVA (excl Loopbaantraject) Investeringen / desinvesteringen FVA Afschrijvingen MVA (excl Loopbaantraject) Afschrijvingen FVA Saldo per 31 december
3.005 1.083 -43 -56 -802 26 3.213
2010 2.129 1.826 -43 -59 -809 -39 3.005
Het saldo van de kapitaalrekening komt overeen met de boekwaarde ultimo 2011 van de aanwezige en door het O&Ofonds gefinancierde materiële en financiële vaste activa. Over de kapitaalrekening investeringen is geen rente verschuldigd. De activa gerelateerd aan het project Loopbaantraject wordt niet via de kapitaalrekening gefinancierd.
KORTLOPENDE SCHULDEN 2011 15. Crediteuren Conform subadministratie
16. Belastingen en premies sociale verzekeringen Te betalen loonheffingen Te betalen omzetbelasting Af te dragen aan belastingdienst
17. Schulden aan verbonden partijen Stichting Fundeon, kenniscentrum beroepsonderwijs bouw & infra Stichting Fundeon Fonds
18. Overige schulden en overlopende passiva Nog te betalen pensioenpremie Te betalen vakantiegeld en vakantiedagen Vooruitontvangen projectsubsidies Vooruitontvangen investeringsgelden t.b.v. nieuwbouw/verbouw Overige te betalen posten
2010
1.911
1.800
398 398
524 524
1.466 82 1.548
2.226 1.460 3.686
954 999 127 2.015 4.368 8.463
597 979 2.305 3.951 7.832
50
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Langlopende financiële verplichtingen Te betalen Binnen één jaar Tussen één jaar en vijf jaar Meer dan vijf jaar
Bedrag 159 204 44 407
Huurverplichtingen
Binnen één jaar Tussen één jaar en vijf jaar Meer dan vijf jaar
1.876 6.269 1.593 9.738
2013 2017 2020
Auto's (lease)
Binnen één jaar Tussen één jaar en vijf jaar Meer dan vijf jaar
775 1.200 1.975
2013 2017 nvt
Verbindingslijnen (lease)
Loopt tot 2013 2017 2020
Bankgaranties Per 31 december 2011 zijn de volgende bankgaranties verstrekt: (in hele euro's) Garantienummer 1224798170 1053484823 1012993029 1214867712
Bedrag € 25.341 € 23.436 € 2.904 € 21.883
Begunstigde Uni- Invest B.V. Blauwvingerveste B.V. Holdingsmij Hendriks B.V. Hanseatische Immobilien
Alle genoemde bankgaranties hebben betrekking op aangegane huurverplichtingen van regiokantoren. Pensioenen In december 2011 is een langlopende discussie met de pensioenverzekeraar in het voordeel van Fundeon beeindigd. Pensioenverzekeraar Nationale Nederlanden had aangegeven dat zij door de inwerkingtreding van de Pensioenwet geen onvoorwaardelijke indexatie van pensioenen voor 'slapers' en gepensioneerden meer kon uitvoeren. Fundeon zou in dat geval door middel van een koopsom de toekomstige indexatie volledig moeten affinancieren en Nationale Nederlanden stelde dat zij de hoogte van deze affinancieringen voor de toekomst niet betrouwbaar kon vaststellen. Fundeon had voor de 'actieven' de regeling reeds per 1 juli 2011 aangepast, waardoor het risico beperkt bleef tot een afgeschermde groep. Nationale Nederlanden heeft nu toegezegd de verwerkingswijze gelijk te houden aan het verleden, waardoor er geen additonele reservering in de jaarrekening 2011 getroffen hoeft te worden. De pensioenlasten worden verwerkt op basis van de ontvangen pensioennota's inclusief affinancieringen.
51
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
Omzetbelasting Fundeon heeft begin 2012 een vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst gesloten inzake de wijze van het berekenen van terug te vorderen BTW. Op basis van deze overeenkomst kan Fundeon over de jaren 2010 en 2011 mogelijk nog BTW terugvorderen bij de Belastingdienst. Ten tijde van het vaststellen van deze jaarrekening zijn de suppleties nog niet ingediend bij de Belastingdienst. Gezien de complexiteit van de berekeningen en de onzekerheid die te allen tijde aan de inbaarheid van dergelijke vorderingen verbonden is, worden de eventuele additioneel terug te vorderen bedragen verantwoord in de jaarrekening 2012. Op basis van eerste indicaties bedraagt de terugvordering mogelijk ongeveer € 0,5 mln. Overig Stichting Fundeon vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting Fundeon KBBI. Beide stichtingen zijn hoofdelijk aansprakelijk inzake de omzetbelasting.
52
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011
Begroting 2011
Realisatie 2010
BATEN 19. Subsidie O&O-fonds - Organisatiesubsidie O&O-fonds - Verlaging org. Subs. O&O-fonds ivm wijz. afschr.sys.
13.184 -
12.842 -
14.464 -342
Totaal lumpsum
13.184
12.842
14.122
In de beschikking van het O&O-fonds met kenmerk2086/10/MB/ro d.d. 13 december 2010 is een maximum lumpsum toegekend van € 13.184.000. Van deze bijdrage is € nihil (begroot; 342.000) aangewend ter dekking van de exploitatie van Stichting Fundeon KBBI. Vanaf 2012 zal het O&O-fonds voor de duur van 20 jaar een korting van € 100.000 toepassen op de organisatiesubsidie als terugbetaling op de door O&O-fonds voorgefinancierde investering van € 2.015.000 in de nieuwbouw/verbouw van de kantoorpanden. Realisatie 2011
Begroting 2011
Realisatie 2010
20. Subsidie O&O-fonds inzake projecten ACO De Leerling als Fundament EVC Skyline is Yours Loopbaantraject Bouwen Nu Platform VMBO
13.063 1.268 10.870 110
53.865 2.582 14.739 137
15.913 607 1.464 179 11.014 243 121
Totaal projectsubsidies O&O-fonds
25.311
71.323
29.541
122
399
709
38.617
84.564
44.372
22. Boekenverkoop
2.821
4.297
3.975
23. Arrangementen
1.321
1.418
1.417
2.134 576 2.710
2.571 522 3.093
2.034 605 2.639
483
149
2.716
21. Subsidie O&O-fonds inzake fusiekosten Fusiekosten boekjaar Totaal subsidie O&O-fonds
24. Opbrengst cursussen en examinering Leermeestercursussen Overige cursussen en examinering
25. Projectbaten
53
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
26. Overige baten Diensten gefactureerd aan verbonden partijen Overige baten
Realisatie 2011
Begroting 2011
Realisatie 2010
502 1.148 1.650
435 897 1.332
651 563 1.214
8.747 1.162 1.189 567 1.268 354 182 13.469
8.925 1.245 1.320 381 1.343 335 283 13.832
8.817 1.300 1.116 866 1.218 221 322 13.860
LASTEN 27. Personeelslasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Inhuur derden Reis-en verblijfslasten Opleidingslasten Overige personele lasten
Bij de stichting waren juridisch over 2011 gemiddeld 208fte in vaste dienst (2010: 203fte). De personele lasten zijn inclusief de lasten van gedetacheerde medewerkers vanuit KBBI en exclusief de lasten van gedetacheerde medewerkers naar KBBI. Dit betrof gemiddeld over 2011 18fte (2010: nvt). Totaal waren derhalve voor de stichting over 2011 gemiddeld 226fte werkzaam (2010: nvt).
Bestuurdersbeloning (getotaliseerd voor de 3 stichtingen) De honorering van bestuurders was als volgt: (in hele euro's) Vacatiegelden / reiskostenvergoeding leden Bestuur:
Realisatie
Realisatie
2011
2010
36.797
73.810
Directiebeloning (getotaliseerd voor de 3 stichtingen) De honorering van de directie was als volgt: (in hele euro's) Salariskosten (inclusief pensioenlasten) directie:
Realisatie
Realisatie
2011
2010
457.287
Realisatie 2011 28. Afschrijvingen materi ële vaste activa
518
343.755
Begroting 2011 548
Realisatie 2010 731
De totale afschrijvingen materiële vaste activa bedragen € 813.000. Hiervan is € 285.000 doorbelast aan Fundeon KBBI en € 10.000 verantwoord onder de projectlasten.
29. Huisvestingslasten
1.778
1.986
1.648
54
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
30. Fusielasten Gerealiseerde lasten Sociaal Plan Gerealiseerde automatiseringslasten
31. Kostprijs verkopen boeken
32. Kostprijs verkopen cursussen Leermeestercursussen Examinering
33. Projectlasten
34. Overige bedrijfslasten Lasten computerverwerking Voorlichtingslasten Lasten lesstofontwikkeling Bijkomende lasten voorschakeltraject Specifieke regiolasten (boekenpakketten; CBG; RCB) Algemene lasten
35. Financieringsresultaat Rentebaten Rentelasten
Realisatie 2011
Begroting 2011
Realisatie 2010
1 393 394
38 361 399
136 622 758
976
1.296
1.563
1.360 942 2.302
1.316 971 2.287
922 1.088 2.010
24.787
70.434
30.215
358 615 691 419 1.897 3.980
495 594 1.070 489 2.101 4.749
1.005 661 1.038 221 1634 1.883 6.442
188 188
50 50
14 14
55
4. OVERIGE GEGEVENS (bedragen x € 1.000)
STATUTAIRE BEPALINGEN INZAKE RESULTAATBESTEMMING In de statuten zijn geen specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de bestemming van het resultaat. RESULTAATBESTEMMING Het resultaat over het boekjaar wordt als volgt bestemd: 2011 Terugbetaling bestemmingsfonds O&O Onttrekking bestemmingsreserve inzake E-learning Onttrekking bestemmingsreserve inzake leningen u/g B&I Onttrekking bestemmingsreserve inzake Go Infra
2010 414 414
613 79 188 880
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Op 19 januari heeft Fundeon een vaststellingsovereenkomst gesloten met de belastingdienst. In deze overeenkomst is voor de jaren 2010 tot en met 2015 een afspraak gemaakt over toepassing van een vast percentage vooraftrek op de omzetbelasting. Voor de jaren 2010 en 2011 leidt dit tot een suppletieaangifte omzetbelasting met een opbrengst van in totaal € 0,5 mln. Tevens wordt steeds duidelijker dat vanwege het structurele tekort op de meerjarenbegroting en verdere bezuinigingen vanuit het O&O-fonds en OCW een reorganisatie onvermijdelijk wordt. Ter dekking van reorganisatiekosten is een voorziening gevormd. De dotatie die ten laste van het boekjaar 2011 is gebracht bedraagt € 0,5 mln. Er hebben zich verder geen gebeurtenissen na de balansdatum voorgedaan die van invloed zijn op de financiële positie van Stichting Fundeon per 31 december 2011. BESTEDINGSDOELEN SUBSIDIE O&O-FONDS totaal kosten
bijdragen derden
Subsidie t.b.v.: Organisatiekosten 2011 Projecten: ACO (scholing- en verlet) EVC (infrastructuur) Loopbaantraject (infrastructuur) Platform VMBO Overige projecten
Fusiekosten Totaal
O&O organisatiesubsidie
O&O bestedings doelen
22.835
8.502
13.184
A-2
12.746 1.114 10.030 110 787 24.787
483 483
13.063 1.268 10.870 110 25.311
S-3 S-3 S-3 A-2
394
34
122
A-2
48.016
9.019
38.617
Datum opstelling jaarrekening De jaarrekening is opgesteld d.d 22 mei 2012
56
57
58
4. OVERIGE GEGEVENS Ondertekening bestuur Stichting Fundeon Namens Bouwend Nederland De heer H.W.J. Bol (werkgeversvoorzitter, fungerend voorzitter 2011)
De heer G.A. Reus
Mevrouw A.W.M. Scholten
De heer A.F.J. de Vries De heer A. Voogt (penningmeester) Namens FNV Bouw Mevrouw M.B. van Veldhuizen (werknemersvoorzitter)
De heer J.W.M. Kerstens
De heer Ch. R. Ramdas Namens CNV Vakmensen De heer G. Lokhorst (secretaris)
De heer A.A. van Wijngaarden
59
Fundeon Fundeon is het kennis- en adviescentrum voor het opleiden en ontwikkelen van personeel in de bouw- en infrasector. Vanuit het centraal kantoor in Harderwijk en de drie regiokantoren werkt Fundeon aan vier kerntaken: › Afstemming onderwijs en bouwarbeidsmarkt › Promotie en bevordering instroom en behoud personeel › Advisering scholen, opleidings- en leerbedrijven en werknemers › Uitvoering subsidiebeleid
Zwolle Harderwijk
Woerden
C0266-201210
Helmond
CENTRAAL KANTOOR Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 499 E
[email protected]
REGIO ZUID Postbus 455 5700 AL Helmond T (0492) 507 107 E
[email protected]
REGIO NOORDOOST Postbus 30150 8003 CD Zwolle T (038) 426 83 68 E
[email protected]
REGIO WEST Korenmolenlaan 1G 3447 GG Woerden T (0348) 490 234 E
[email protected]
LOOPBAANTRAJECT BOUW & INFRA Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 378 E
[email protected]
EVC-CENTRA BOUW & INFRA Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 211 E
[email protected]
www.fundeon.nl