Feiten en cijfers
Jaarverslag 2010
stichting Fundeon KBBI
ouw op kennis
Jaarverslag 2010 Stichting Fundeon KBBI
Versie: definitief Vastgesteld te Harderwijk op 24 mei 2011 door het bestuur van Stichting Fundeon KBBI
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Directieverslag Stichting Fundeon KBBI 2.1 Doelstelling en strategische positionering 2.1.1 Algemeen 2.1.2 Samenwerking tussen Stichting Fundeon KBBI en Stichting Fundeon 2.1.3 Missie en visie 2.1.4 Veranderende rol 2.2 Activiteiten en resultaten 2.2.1 Inhoudelijke activiteiten c.q. ontwikkelingen 2.2.2 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten 2.2.3 ACO 2.2.4 Overige (financiële) resultaten 2.3 Organisatie 2.3.1 Algemeen 2.3.2 ‘Gedeelde Ambities’ 2.3.3 Organisatorische ontwikkelingen 2.3.4 Ondersteunde diensten en stafafdelingen 2.3.5 Kwaliteitszorg 2.4 Bestuur 2.4.1 Samenstelling bestuur en PAC in 2010 2.4.2 Evaluatie besturen in het kader van Good Governance 2.5 Toestand op balansdatum 2.6 Begroting 2011 Stichting Fundeon KBBI
4 4 4 4 4 5 6 6 9 22 22 24 24 24 26 27 30 32 32 34 37 39
3. Jaarrekening Stichting Fundeon KBBI Balans per 31 december 2010 (na resultaatbestemming) Staat van baten lasten over 2010 Kasstroomoverzicht Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2010 Toelichting op de staat van baten en lasten per 31 december 2010 Overige gegevens: Statutaire bepalingen inzake winstbestemming Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Bestedingsdoelen O&O-fonds Controleverklaring
40 41 42 43 44 45 48 50 50 50 50 50 51
2
1. Inleiding In dit jaarverslag treft u aan het directieverslag en de (financiële) jaarrekening over het jaar 2010 van Stichting Fundeon KBBI Stichting Fundeon KBBI is opgericht per 1 januari 2006 en heeft haar statutaire zetel in de Gemeente Harderwijk.
3
2. Directieverslag Stichting Fundeon KBBI 2.1
Doelstelling en strategische positionering
2.1.1 Algemeen Fundeon is het Kenniscentrum Beroepsonderwijs voor de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij. Stichting Fundeon is de naam van een rechtspersoon van de organisatie Fundeon gevestigd te Harderwijk. De Stichting Fundeon is opgericht om ten dienste van de sectoren B&U, Infra en GA een goede aansluiting tussen onderwijs en beroepspraktijk te bewerkstelligen. Meer in het bijzonder is de Stichting Fundeon belast met de bedrijfstaktaken op dit terrein. De Stichting Fundeon Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bouw en Infra (KBBI) is opgericht ter uitvoering van de wettelijke taken van Fundeon, zoals vastgelegd in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). De wettelijke taken zijn nauw verbonden met de bedrijfstaktaken van de Stichting Fundeon. Stichting Fundeon Fonds is specifiek opgericht om een sectorale tegemoetkomingregeling uit te voeren voor de beroepsbegeleidende leerweg en om een aantal subsidieregelingen te coördineren. 2.1.2 Samenwerking tussen Stichting Fundeon KBBI en Stichting Fundeon De Stichting Fundeon KBBI is opgericht ter uitvoering van de wettelijke taken van Fundeon, zoals vastgelegd in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. De bedrijfstaktaken van de Stichting Fundeon sluiten grotendeels aan op de taken van de Stichting Fundeon KBBI. Zo wordt naast de erkenning (wettelijke taak) ook inhoudelijke ondersteuning geboden aan de leerbedrijven (bedrijfstaktaak). Verder heeft de bedrijfstak eigen kwaliteitseisen vastgesteld ter borging van de kwaliteit van de leermeesters in de bedrijven, onder meer door de scholing en nascholing van de leermeesters (bedrijfstaktaak). Naast het opzetten en onderhouden van de kwalificatiestructuur (wettelijke taak) worden ook leermiddelen en toetsproducten gemaakt voor de opleidingen die gebaseerd zijn op de kwalificatiestructuur (bedrijfstaktaak). Op deze wijze is de organisatie Fundeon in staat om meer kwaliteit te bieden dan bij de uitvoering van de wettelijke taken. Bij al deze taken worden medewerkers ingezet zowel voor de uitvoering van wettelijke taken als van bedrijfstaktaken. De Stichting Fundeon heeft vanuit dit uitgangspunt dan ook een structurele samenwerkingsrelatie met de Stichting Fundeon KBBI. Zo worden door de Stichting Fundeon KBBI ondersteunende back office activiteiten en ontwikkelcapaciteit ingekocht bij de Stichting Fundeon. Vanuit de Stichting Fundeon KBBI wordt het (bovenwettelijke) deel van de kosten van de adviseurs opleidingsbeleid bedrijven en van de adviseurs opleidingsbeleid scholen en opleidingsbedrijven doorbelast aan de Stichting Fundeon (N.B. opleidingsbedrijven werden voorheen samenwerkingsverbanden genoemd). Vanaf 2011 komen de hierboven beschreven samenwerking in een andere context te staan als gevolg van het rapport ‘Gedeelde Ambities’. Voor een inhoudelijke weergave op hoofdlijnen van dit rapport verwijzen we hier naar hoofdstuk 2.3.2 van dit directieverslag. 2.1.3 Missie en visie Aan de basis van de diensten van Fundeon staat de vraag uit de bedrijfstak bouw en infra. De bedrijfstak verlangt een brede en hoogwaardige dienstverlening op het gebied van werving, scholing en behoud van personeel. Fundeon biedt uiteenlopende producten en diensten voor de branches gericht op arbeidsmarkt en scholing. Bovenstaande is als volgt verwoord in de missie van Fundeon:
4
"Het in opdracht van de sectoren bouw & infra regisseren, ontwikkelen en leveren van producten en diensten op het terrein van scholing en loopbaanbeleid, met als doel een goede aansluiting tussen arbeidsmarkt en beroepsonderwijs te bewerkstelligen met inbegrip van voldoende loopbaanperspectief. Hiermee realiseren we toegevoegde waarde voor de bedrijfstak om haar onmisbare positie in de samenleving met succes te kunnen vervullen. " Dat doet Fundeon niet alleen, maar samen met het onderwijs en de opleiding- en leerbedrijven. Fundeon is namelijk van, voor en door de bedrijfstak en het onderwijs. De missie definieert de plaats van Fundeon binnen bouwend Nederland en de maatschappij. Deze missie laat zich eenvoudig vertalen in de begrippen: Beter Onderwijs. Betere werknemers. Betere bedrijven. Betere sector. 2.1.4 Veranderende rol Vanwege het belang van scholing voor de bedrijfstak is er een sterk toegenomen besef bij sociale partners dat zij grotere invloed willen uitoefenen op het beleid ten aanzien van onderwijs en arbeidsmarkt voor de sector. Waar voorheen Fundeon mede een rol speelde in de ontwikkeling van het onderwijsbeleid, is nu de trend dat sociale partners het beleid veel meer zelf ontwikkelen. Daarmee verandert de rol van Fundeon van een beleidsvormende organisatie naar een uitvoeringsorganisatie. Daarnaast heeft het kabinet een fors aantal bezuinigingen aangekondigd, zo ook voor het (beroeps)onderwijs. In de eerste plaats kennen de kenniscentra al vanaf 2010 een dalend macrobudget. Voor Fundeon KBBI betekent dat € 1,3 mln. minder inkomsten in 2011. Hoe de nieuwe bezuinigingen door het nieuwe kabinet zullen uitpakken voor kenniscentra is nog niet helder, maar in ieder geval zullen zij generiek meegaan in de efficiencykorting op instellingen (naar verwachting vanaf 2012. Deze bezuinigingen zullen consequenties hebben op de uitvoering van wettelijke taken van Fundeon. Tevens moet Fundeon rekening houden met een bezuiniging vanwege de herverdeling van het macrobudget binnen Colo (vanaf 2013). Ten slotte zal vanaf 2011 ook vanuit het O&O-fonds een bezuiniging worden doorgevoerd vanwege de verminderde bijdragen aan collectieve voorzieningen in de bedrijfstak. Al deze ontwikkelingen hebben er toe geleid dat in juni 2010 het rapport ‘Gedeelde Ambities’, waarin andere prioriteiten zijn benoemd, is vastgesteld door het bestuur van Fundeon. Hierin is reeds geanticipeerd op de hierboven beschreven bezuinigingen. Voor een inhoudelijke weergave op hoofdlijnen van dit rapport verwijzen we hier naar hoofdstuk 2.3.2 van dit directieverslag.
5
2.2
Activiteiten en resultaten
De kerntaken en daarbij behorende activiteiten van Fundeon worden in het beleidsplan 2010 als volgt ingedeeld: · A) Activiteiten die te maken hebben met een betere aansluiting van het onderwijs op de (bouw) Arbeidsmarkt (Afstemmen); · B) Activiteiten die te maken hebben met de advisering van bedrijven, scholen en opleidingsbedrijven (Adviseren); · C) Activiteiten die te maken hebben met het bevorderen van instroom en het behoud van personeel (Promotie). Daarnaast worden nog onder D een aantal overige meetbare activiteiten beschreven. 2.2.1 Inhoudelijke activiteiten c.q. ontwikkelingen Doorontwikkeling kwalificatiestructuur Mede op verzoek van de overheid hebben de gezamenlijke kenniscentra, waaronder Fundeon, verder gewerkt aan het verbeteren van de kwalificatiestructuur. Volgens planning zijn alle 21 kwalificatiedossiers van de kwalificatiestructuur van de bouw & infra sectoren voorzien van meer gedetailleerd beschreven kennis en vaardigheden. Hoewel door de val van het kabinet nieuwe wetgeving, die o.m. de omslag naar de competentiegerichtheid zal regelen, is uitgebleven, zijn de meeste kwalificatiedossiers nu zodanig aangepast dat ze voor langere tijd mee kunnen gaan. De beoogde ingangsdatum is thans 1 augustus 2011. Mede op basis van twee adviezen die in de tweede helft 2010, in opdracht van de Minister van OCW, zijn verschenen (commissie Hermans/van Zijl en commissie Oudeman) is geconcludeerd dat de kwalificatiestructuur (voor het gehele mbo) nog verder vereenvoudigd kan en moet worden. Dit zal in 2011 verder uitgewerkt worden. Gemeenschappelijke intentieverklaring In maart 2010 hebben sociale partners, MBO Raad en Colo een gemeenschappelijke intentieverklaring ondertekend, om de verantwoordelijkheid voor beter beroepsonderwijs gezamenlijk op te pakken. Hierna hebben deze partijen de tijdelijke Stuurgroep Beroepsonderwijs Bedrijfsleven ingesteld, waarin behalve centrale sociale partners en MBO Raad ook Colo vertegenwoordigd is. De De Stuurgroep Beroepsonderwijs Bedrijfsleven werkt de contouren uit van een organisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (waarin taken van Colo op moeten gaan). In deze organisatie, waarvan de juridische entiteit nog bepaald moet worden, werken (centrale) sociale partners en beroepsonderwijs in gedeelde verantwoordelijkheid met de kenniscentra samen aan kwalitatief hoogwaardig en doelmatiger georganiseerd beroepsonderwijs. Begin 2011 heeft de Stuurgroep de kaders van de nieuwe structuur voorgelegd aan de achterbannen van de sociale partners en het beroepsonderwijs. Een belangrijk element hierin is dat de nieuw op te richten Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven straks, naar verwachting vanaf 1 januari 2012, de enige entiteit voor alle politiek strategische vraagstukken in het mbo is en als zodanig het enige aanspraakpunt voor de minister. Onderwijskundige vernieuwing en digitalisering van leermiddelen Fundeon faciliteert de opleidingen met leermiddelen en examenproducten. Als gevolg van de invoering van competentiegericht onderwijs zijn deze producten geheel vernieuwd en nagenoeg gereed voor alle competentiegerichte opleidingen. Alleen de infra sector blijft enigszins achter. Het gaat om nieuwe herkenbare opleidingsstructuren die gevalideerd zijn door branches en onderwijs. In
6
het najaar van 2010 is er een start gemaakt met de ontwikkeling van digitale leermiddelen. De komende jaren zal steeds meer digitale content beschikbaar komen. Examinering Fundeon is ook dienstverlener op het gebied van examinering. De dienstverlening op het gebied van examineringproducten en -diensten was in 2010 gelijk aan het jaar ervoor. Naast het leveren van examenproducten ondersteunen we de uitvoering van de praktijktoetsing of voeren die geheel uit en houden toezicht op de uitvoering. Fundeon sluit hiervoor samenwerkingsovereenkomsten af met roc's met een looptijd van twee jaar (2008 -2010). Voor bbl-opleidingen had Fundeon een overeenkomst met alle roc's. De jaarcyclus examinering kende een aangepaste procedure: de controle van de examenregelingen van de roc's (OER-controle) werd in 2010 door de adviseurs opleidingsbeleid scholen en opleidingsbedrijven uitgevoerd in plaats van door de medewerkers van de afdeling Ontwikkeling. Het aanbod van Fundeon, dat in nauwe afstemming met het onderwijs is en wordt ontwikkeld, voldeed in 2010 (wederom) aan de eisen gesteld door de Inspectie. Wat betreft het toezicht door de Inspectie Onderwijs zag 2010 er anders uit dan voorgaande jaren. Als gevolg van een andere werkwijze van Inspectie (aangepast toezichtkader), zullen vanaf 2011 examenleveranciers als Fundeon niet meer voorafgaand (aan de inkoop door instellingen) onderzocht worden door de Inspectie. Het onderzoek zal voortaan op de instellingen zelf plaats vinden. Dit heeft tot gevolg dat Fundeon geen gecertificeerd aanbod meer kan aanbieden. In Excenterverband werd en wordt hard gewerkt om deze certificering vooraf, in de vorm van een keurmerk, weer 'te herstellen'. Ook de Minister is hier voorstander van. Voor schooljaar 2011-2012 zullen we echter de ondersteuning aan de afnemende instellingen anders vorm moeten gaan geven. Overigens is de Inspectie in 2010 wel bij Fundeon geweest om het nieuwe toezichtkader, en met name de werkwijze van de inspectie bij onderzoek van ingekochte exameninstrumenten en diensten, toe te lichten en te inventariseren wat Fundeon als leverancier aan roc's te bieden heeft. Dit overzicht gebruikt de inspectie bij de steekproefsgewijze audits op de roc's. De afdeling Ontwikkeling was in 2010 druk met het ontwikkelen van trajectmappen voor alle opleidingen en de implementatie ervan. In die trajectmappen is, ten opzichte van voorgaande jaren, een sterke standaardisering in de praktijktoetsing en beoordeling doorgevoerd. Trajectmappen waren voor met name de Infra een nieuw fenomeen hetgeen om een zorgvuldige implementatie vroeg. Ook stond 2010 in het teken van ontwikkelen van voldoende theorietoetsen bij alle competentiegerichte opleidingen. Voorst is ook de eindtermengerichte theorietoetsing van de infra overgezet van de SBWitembank naar het Toetsservicesysteem. Vanaf eind december 2010 is voor de infra-opleidingen ook beeldschermtoetsing mogelijk. In BTG BHI-verband is een beoordelingssysteem ontwikkeld voor de middenkaderfunctionaris en is Fundeon vanaf het najaar 2010 weer actief betrokken bij de ontwikkeling van het sectorale examenprofiel. Advisering bedrijven Ook in 2010 is blijvend aandacht besteed aan het verbeteren van de kwaliteit van het praktijkleren Ondermeer door het vernieuwen van de erkenningsregeling en het vaststellen van een nieuwe visie op de verdere professionalisering van de praktijkopleider, die in de kern inhoudt dat iedere leerling recht heeft op begeleiding door een opgeleide leermeester. De implementatie ervan zal fasegewijs en meerdere jaren bestrijken en zal vanaf 1 juli 2011 van start gaan. Daarnaast is ingezet op verdere verbetering van de ondersteuning van bedrijven op het gebied van opleiding- en scholingsbeleid door middel van het geven van gedegen bedrijfsadviezen. Anti Cyclisch Opleiden (ACO) Het project anti cyclisch opleiden ‘Bouw door, Leer verder’ (ACO) is ook in 2010 gecontinueerd.
7
Dit project, dat door de werkgeversorganisatie Bouwend Nederland en de vakbonden FNV Bouw en CNV Vakmensen in het leven is geroepen, heeft tot doel om het vakmanschap van werknemers in de bouw en infra op een hoger peil te brengen en tegelijkertijd de opleiding van jonge mensen te stimuleren. In dit project krijgen bedrijven de kosten vergoed van scholing en het verlet van werknemers die cursussen volgen tijdens werktijd, tot maximaal veertig dagen per jaar. Het gaat hier om vakgerichte cursussen op niveau 2, 3 en 4. De cursussen worden uitgevoerd door opleidingsbedrijven bouw & infra en aan de bouw gerelateerde opleidingsinstituten zoals SBO, Bouwradius T&A, de BGA, de OCBI, de KOB en de BOB. Als verplichting voor deze scholingsmogelijkheden staat tegenover dat bedrijven leerlingen bbl 2 en of bbl 3 opleiden of gaan opleiden. De uitvoering van het project is in handen van Fundeon. Adviseurs van Fundeon gingen op bezoek bij geïnteresseerde bedrijven en zetten de mogelijkheden op een rij. Verder regelde Fundeon de administratie. Ook het uitbetalen van de verletvergoeding was een taak voor Fundeon. EVC en loopbaantrajecten De bedrijfstak heeft belangrijke maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat werknemers zich blijvend kunnen ontwikkelen, scholen en certificeren. EVC is thans per 1 januari 2011 een structurele voorziening geworden. In 2010 is de instroomtarget voor wat betreft loopbaantrajecten wel, maar voor EVC niet gerealiseerd. Het niet realiseren heeft deels te maken met de recessie en deels met het opschonen en afwerken van langer lopende dossiers. Eind 2010 is dit laatste afgerond. In 2010 is een eerste tevredenheidonderzoek uitgevoerd. De resultaten stemmen overwegend tot tevredenheid. Alleen de werkgevers waarderen de EVC-trajecten lager dan beoogd was. In 2011 zal met name een kwaliteitsslag gemaakt dienen te worden op aspecten als doorlooptijd, mate van invloed en toegevoegde waarde van het EVC-traject voor het bedrijf. Tegemoetkoming Het jaar 2010 werd gestart met de al jaren geldende tegemoetkomingsystematiek voor de bouw en infra. Terwijl reeds in 2009 voor de infra een zogenaamde evc-check voor leerlingen van 23 jaar en ouder werd ingevoerd, hebben Cao-partijen bepaald dat deze check vanaf 25 juni 2010 ook voor leerlingen in de bouw gaat gelden. Doordat er door het O&O-fonds bezuinigd moet worden is in 2010 door Cao-partijen besloten dat vanaf 2011 diverse aanvullende subsidieregelingen komen te vervallen. Hierover zijn alle direct betrokkenen tijdig geïnformeerd. Wel is een nieuwe subsidieregeling ‘Vak- en kaderopleidingen Bouwnijverheid’ ingesteld, die op verzoek van Cao-partijen door Fundeon Fonds zal worden uitgevoerd. Deze regeling houdt in dat onder bepaalde voorwaarden subsidie verstrekt wordt aan bedrijven die hun werknemers en opleiding laten volgen bij SBO (Soma Bedrijfsopleidingen) of bij de KOB (Kader- en Ondernemersopleiding in de Bouw). Verder heeft het jaar in het teken gestaan van de ontwikkeling van een nieuwe systematiek voor de tegemoetkomingen. Uitgangspunt hierbij was dat er voor de bouw en infra dezelfde regeling en tabellen zouden (gaan) gelden. Ook is zo veel mogelijk rekening gehouden met de ervaringen die de afgelopen jaren zijn opgedaan met betrekking tot het oneigenlijk gebruik van subsidies. De nieuwe regeling tegemoetkomingen is door Cao-partijen vastgesteld en het bestuur van de Stichting Fundeon Fonds heeft vervolgens op verzoek van Cao-partijen het reglement vastgesteld. Op diverse momenten gedurende het jaar zijn de belanghebbenden op de hoogte gebracht van deze nieuwe tegemoetkomingregeling. Als ondersteuning hiervoor is ook de folder ‘Leerling in dienst, tegemoetkoming vanuit de sector’ ontworpen en onder alle erkende leerbedrijven verspreid. 2.2.2
Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten
8
In het beleidsplan 2010 waren de onderstaande meetbare targets opgenomen. Bij iedere target was (voor zover mogelijk) nader uitgewerkt per KPI de ambitie voor 2010. Voor de indeling is uitgegaan van de drie in 2007 vastgestelde kerntaken. Daarnaast worden nog een aantal overige meetbare activiteiten beschreven onder D). Tenslotte zijn de bereikte resultaten in 2010 weergegeven. (N.B.: vanaf 2008 is voor het vaststellen van targets gekozen voor de volgende systematiek: - In Key Indicatoren (KI's) worden kerncijfers of gegevens genoemd die nodig zijn om een prestatie te kunnen meten; - In Key Performance Indicatoren (KPI's) wordt aangegeven welke prestatie er concreet wordt gemeten en wanneer.)
A Activiteiten die te maken hebben met een betere aansluiting van het onderwijs op de (bouw) arbeidsmarkt Taak 1. Qua schaal, samenstelling en frequentie een bij iedere branche passend overleg georganiseerd
Doelstelling/target KPI1) Ultimo 2010 vaststellen of alle actiepunten uit sectorplannen zijn uitgevoerd. KPI 2) Ultimo 2010 vaststellen of er vier sectorplannen voor 2011 zijn vastgesteld.
Alle actiepunten, zoals opgenomen in de sectorplannen 2010, zijn uitgevoerd dan wel in uitvoering genomen. Een aantal van de actiepunten kent een langere doorlooptijd en deze zijn derhalve ook nog in 2011 actueel. Op 30 november 2010 zijn door het bestuur de sectorplannen 2011 goedgekeurd en vastgesteld.
Taak 2. De bedrijfstakkwalificatiestructuur is compleet beschikbaar
Doelstelling/target KPI 1) Ultimo 2010: per kwalificatie in de BKS is voldaan aan de wettelijke verplichtingen. KPI 2) Ultimo 2010: per kwalificatie in de BKS is voldaan aan de vraag van partijen vastgelegd in de sectorplannen (realisatie op dit punt, onderhoud, uitbreiding, aanpassingen e.d.). Het accent zal in 2010 liggen op de B van de BKS.
Per kwalificatie in de BKS is in 2010 voldaan aan alle wettelijke verplichtingen. De vraag van partijen had betrekking op de (bedrijfstak)kwalificaties boormeester, bronbemaler en asfaltwegenbouwlaborant. Het kwalificatiedossier asfaltwegenbouwlaborant is in november 2010 gevalideerd en beschikbaar gekomen. De kwalificatiedossiers boormeester en bronbemaler zijn gevalideerd en beschikbaar gekomen in januari 2011. Deze iets latere beschikbaarheid had te maken met het feit dat het betrokken partijen niet lukte om eerder bijeen te komen voor een valideringsbijeenkomst. Taak
Doelstelling/target
9
3. Opleidingenaanbod regionaal gespreid
KPI 1) Afspraken in uitvoering om witte vlekken in opleidingenaanbod weg te werken.
In verband met ‘Gedeelde Ambities’ zijn de prioriteiten anders komen te liggen. Rond de zomer van 2011 zal via de website van Fundeon het aanbod van alle roc’s inzichtelijk worden gemaakt.
Taak 4. Samenwerkingsrelatie met kennisinstellingen in de bouw beschreven en vastgelegd KI 1: met alle kennisinstellingen in de bouw die raakvlakken hebben met de taakstelling van Fundeon inzake opleidingen en arbeidsmarkt zullen samenwerkingsafspraken zijn gemaakt.
Doelstelling/target
KPI 1) Evaluatie meerwaarde afspraken.
Door ‘Gedeelde Ambities’ is deze doelstelling in een ander daglicht komen te staan. Fundeon wordt daarin gepositioneerd als uitvoeringsorganisatie, die tot taak krijgt het door stakeholders geformuleerde beleid ten uitvoer te brengen. Dit zal effect hebben op de verhouding tussen Fundeon en andere in de bouw actieve uitvoeringsorganisaties en opleidingsinstituten. Fundeon zal ketenpartner worden, waardoor de samenwerking ook anders van inhoud en vorm zal worden.
Taak 5. Ondersteuning vormgeving duaal leren op mbo- en hbo-niveau KI 1: ultimo 2010 in beeld gebracht de afname per ROC van het aantal dienstverleningsovereenkomsten voor zowel bbl als bol, inclusief examinering.
Doelstelling/target
KPI 1) Dienstverlening BBL 100% en bol 80%. De insteek van Fundeon is er echter op gericht om afspraken te maken met het onderwijsveld over een andere wijze van samenwerking/gezamenlijke investering, waardoor geen individuele besprekingen op roc-niveau op dit punt meer nodig zijn.
Onderstaande tabel geeft inzicht in de regionale en landelijke realisatie. Dienstverleningscontracten 2010-2011 overzicht marktaandeel Regio
1. BBL 1 t/m 4 en BOL 1 en 2 markt contract % 15 16 14
Noord Oost West Zuid
Taak
15 16 14
100 100 100
markt 15 14 14
2. BOL 4 contract 14 13 13
% 93 93 93
Doelstelling/target
10
6. Leermiddelen en toetsen beschikbaar voor alle opleidingen KI 1: ultimo 2010 is per sector inzichtelijk welke leermiddelen en toetsen beschikbaar zijn en welke vervaardigd dienen te worden.
KIP 1) Aansluiten bij de in het Sectorplan 2010 hierover gemaakte afspraken.
De leermiddelen en toetsen zijn opgeleverd conform de gemaakte afspraken in de sectorplannen 2011 (ontwikkelagenda).
B
Activiteiten die te maken hebben met de advisering van bedrijven, scholen en opleidingsbedrijven
Taak 7. Bedrijven (op hun verzoek) voorzien van een advies inzake opleidingspotenties en behoefte KI 1: ultimo 2010 is van alle (erkende) bedrijven bekend het niveau waarop aan dat bedrijf door Fundeon momenteel advies wordt verstrekt en de verschuiving in relatie tot nulmeting in februari 2008. KI 2: ultimo 2010 in beeld per sector en per regio het totale aantal bedrijven en werknemers met de onderverdeling ‘erkend als leerbedrijf’ en ‘niet erkend als leerbedrijf’.
Doelstelling/target
KPI 1) Naast de reguliere taken van adviseurs 120 bedrijven op basis van verbeterplannen aantoonbaar en ontwikkeling in niveau laten doormaken.
KPI 2) Ultimo 2010 aantal erkende bedrijven gelijk aan het aantal ultimo 2009.
De target voor 2010 was dat van alle erkende bedrijven bekend diende te zijn in welke fase zij zich bevinden. Daarnaast was er de doelstelling dat landelijk 120 bedrijven, op basis van verbeterplannen, een aantoonbare ontwikkeling in niveau doormaken. In onderstaande tabel zijn de erkende bedrijven opgenomen per regio en fase voor de kalenderjaren 2008, 2009 en 2010. Erkende bedrijven naar fase stand per 31 december 2008, 2009 en 2010 Fase 2008 2009 2010 Fundeon
Totaal Fundeon Bron: BI-tool
1 2 3 4 niet ingedeeld
9.035 1.843 467 169 50 11.564
9.136 1.839 473 173 21 11.642
8.964 1.743 451 171 75 11.404
% mutatie 2010-2009 -2 -5 -5 -1 257 -2
Het totaal aantal erkende bedrijven ultimo 2010 is met twee procent gedaald ten opzichte van de stand ultimo 2009. Eind 2010 is van 99 procent van de bedrijven de fase-indeling bekend. Landelijk is er is voor 272 bedrijven een verbeterplan ontwikkeld, waarmee de target kwantitatief ruimschoots is behaald. Zowel verbeterplannen als de afname van het aantal erkende bedrijven geeft (per saldo) een minimale verschuiving in de fase-indeling.
11
Taak 8. Advies voor inrichting werkend leren in bedrijven beschikbaar KI 1: per 1 april 2008 is de ‘toolkit’ gereed met praktische instrumenten en documenten waarmee adviseurs bedrijven kunnen ondersteunen in het scheppen van krachtige locale leeromgevingen voor alle fasen van ontwikkeling.
Doelstelling/target
KPI 1) Toolbox verder uitgebouwd, klanttevredenheid ervan gemeten.
In het najaar van 2010 werd een evaluatie over de toolbox gehouden onder de adviseurs en contactpersonen. Het doel van de evaluatie was de mate van gebruik van de nieuwe toolbox en de waardering te achterhalen. Contactpersonen zijn bevraagd op hun rol als inhoudelijk verantwoordelijke. Een vijftal adviseurs zijn tevens contactpersoon. Adviseurs gebruiken vooral de informatie over (nascholing) leermeester- en praktijkbegeleiderscursussen. De waardering is een zeven. Aandachtspunten zijn met name de onduidelijke structuur en de zoekfunctie. Ook is de inhoud niet altijd actueel en ontbreekt er informatie (diepgang). Naar aanleiding van deze evaluatie is besloten dat de toolbox zal blijven gezien de behoefte en gebruik, maar dat de structuur opnieuw ingericht zal worden analoog aan de (nieuwe) adviseurrollen op basis van ‘Gedeelde Ambities’. In het eerste kwartaal van 2011 is een werkgroep geformeerd van betrokken adviseurs en de afdeling communicatie onder leiding van de afdeling marktinformatie om te komen tot een bruikbare structuur. Naar verwachting zal de rond de zomer van 2011 de toolbox gereed zijn volgens de nieuwe indeling en werkwijze.
Taak 9. De regio centraal KI 1: ultimo 2007 vastgelegd hoe de regionale structuur er uit ziet.
Doelstelling/target KPI 1: Vanaf begin 2008 alle vijf de regionale platforms operationeel.
Is gerealiseerd vanaf april 2008. In het rapport ‘Gedeelde Ambities’ is voorgesteld om de regionale platforms, vanwege het ontbreken van draagvlak hiervoor bij het onderwijs, op te heffen (met ingang van 1 januari 2011). In 2010 zijn de regionale platforms nog wel bijeen gekomen om met name de ontwikkelingen en voortgang met betrekking tot ACO te bespreken en te adviseren over het arbeidsmarktadvies 2010 en 2011.
Taak 10. Adviseren van werknemers Loopbaantrajecten KI 1: vanaf 2009 vastleggen per kwartaal het aantal werknemers per sector en per regio dat deelneemt in een loopbaantraject, met daarbij de gemiddelde doorlooptijd en het aantal afgeronde trajecten.
Doelstelling/target
KPI 1) In 2010 worden 2.000 nieuwe trajecten gestart.
12
EVC KI 2: vanaf de start vastleggen per kwartaal het aantal werknemers per sector en per regio dat deelneemt aan een EVC traject, het in dat kwartaal afgegeven aantal diploma’s of certificaten en het aantal in dat kwartaal afgeronde trajecten.
KPI 2) In 2010 worden 600 nieuwe trajecten gestart.
Loopbaantraject B&I De instroomtarget voor 2010 is gerealiseerd: 2029 nieuwe deelnemers zijn gestart. In de zomermaanden zijn diverse landelijke acties voorbereid op het gebied van communicatie & voorlichting om zo de instroom te bevorderen. De uitvoering heeft eind augustus en september plaatsgevonden. Ook de trajectadviseurs hebben in het najaar extra inspanningen verricht binnen hun regionale netwerk en op het terrein van voorlichting. De instroom van de laatste vier maanden is hierdoor positief beïnvloed. EVC-centra B&I In 2010 is de instroomtarget niet gerealiseerd. Eind 2010 bleef de instroom steken op 509 deelnemers: een kleine 85% van de target. Een deel is te wijten aan de recessie. Een deel heeft te maken met het opschonen en afwerken van dossiers de EVC-adviseurs als het EVC-secretariaat. Eind 2010 was dit op orde. Daarnaast is gebleken dat een flink aantal deelnemers uit voorgaande jaren geen tempo maakt met hun traject. Ook hierop is een inhaalslag gemaakt in 2010. Van de instroom uit 2008 is ultimo nog 4% in de afrondende fase van de portfolio/begeleiding. Begin 2010 was dit nog ruim 20%. Ook van de instroom 2009 is een inhaalslag gemaakt, waardoor eind 2010 nog 17% in de fase portfolio/begeleiding zat. Ondanks extra inspanningen in het najaar van 2010 om de instroom van deelnemers te verhogen, heeft dit helaas niet geleid tot het gewenste resultaat.
Taak 11. Adviseren van werkgevers KI 1: in het voorjaar per sector en per regio vastleggen de waardering van de klanten inzake de adviestaak.
Doelstelling/target KPI 1) Waardering adviestaak organisatie 1% punt hoger dan bij nulmeting in voorjaar 2007.
In het voorjaar van 2010 heeft USP een onderzoek uitgevoerd onder aannemers naar de kwaliteit van de dienstverlening en de adviesfunctie van Fundeon. Deze vierde meting was beperkter dan de voorgaande drie en een overbruggingsonderzoek naar het meten van de KPI’s 2011 in het kader van ‘Gedeelde Ambities’. In 2007 scoorde de organisatie Fundeon bij de nulmeting een 6,7 voor haar adviestaak. De inzet was toen om in drie jaar een vol punt hoger uit te komen, in 2010 was de doelstelling dan ook een 7,7. Echter, ook in 2010, evenals in de jaren 2008 en 2009 is de waardering een 6,7 gebleven. Belangrijkste oorzaak hiervoor was de economische crisis, die harder dan ooit de bouw trof. De verschillende metingen laten jaarlijks op onderdelen wel kleine verschuivingen (naar boven) zien. De beoogde waardering van een 7,7 in 2010 is echter niet gehaald. De tevredenheid over de adviseur lag in 2010 op 7,3, net als in 2007 en 2008, in 2009 was het 7,1. Ook hier is de economische crisis als een belangrijke oorzaak te noemen.
13
Over de resultaten was de werkorganisatie niet tevreden. Derhalve is, mede ook naar aanleiding van ‘Gedeelde Ambities’, gekozen voor een andere aanpak ten aanzien van de advisering waardoor naar verwachting verbeteringen zullen optreden.
Taak 12. Adviseren van opleiders (scholen en opleidingsbedrijven) KI 1: ultimo 2010 een plan van aanpak per opleider gereed en in uitvoering.
Doelstelling/target
KPI 1) Ultimo 2010 per adviseur S&O een plan van aanpak gereed en in uitvoering. a. Goede analyse van de kwaliteit van de opleider; b. Inzichtelijk per opleider welke producten van Fundeon worden gevraagd en hoe ze moeten zijn vormgegeven; c. Inzichtelijk het gebruik van de producten en het advies.
Via de Jaarcyclus Examinering zijn deze gegevens beschikbaar. Bij de vaststelling van de arrangementen is dit bij ieder roc vormgegeven. Ten aanzien van de levering van alle producten heeft bij alle roc’s zowel overleg als afstemming plaatsgevonden over het gebruik van deze producten. In 2010 heeft de werkorganisatie ook voor ieder roc een verklaring examinering afgegeven in het kader van de verantwoording van de oer. Naar aanleiding van ‘Gedeelde Ambities’ zijn er intern wel nieuwe afspraken gemaakt over de wijze waarop dit in de toekomst vormgegeven zal gaan worden.
C
Activiteiten die te maken hebben met het bevorderen van instroom en het behoud van personeel
Taak 13. Actuele en betrouwbare regionale gegevens beschikbaar voor alle beroepen in de bouw (instroom, doorstroom, uitval, benodigd volume op termijn) KI 1: ultimo 2008 vanuit regionale platforms de ontwikkeling van de vraagzijde in beeld gebracht.
Doelstelling/target
KPI 1) Ultimo 2010 een gedragen – door regionale platforms vastgesteld en op onderzoek gebaseerd – advies over instroom per kwalificatie ( niveau 1 t/m 5) vastgelegd (Arbeidsmarktadvies).
Arbeidsmarktadvies Het Arbeidsmarktadvies 2011 is opgeleverd en daarin is een (minimaal) instroomadvies gegeven voor alle kwalificaties in de (Bedrijfstak)Kwalificatiestructuur (BKS). Voor de berekening van de instroombehoefte 2011 is uitgegaan van het aantal baanopeningen in 2013/2014. Hierbij is rekening gehouden met de werkgelegenheidsontwikkeling in de sectoren B&U, Infra en GA. Voor instroomadvies op niveau 3 en 4 is ook rekening gehouden met de doorstroombehoefte van gediplomeerde deelnemers.
14
Instroom In onderstaande tabel wordt de realisatie van 2010 afgezet tegen de gerealiseerde instroom 2009 en de instroombehoefte 2010.
Sector
B&U
Totaal B&U Infra
Totaal Infra GA
Totaal GA Fundeon
Niveau
0 1 2 3 4
Instroom in de BBL 2008, 2009 en 2010 2008 2009 2010 % mutatie 2010 tov 2009 477 99 101 2 497 412 320 -22 3.121 1.870 1.651 -12 1.583 1.656 1.359 -18 367 271 269 -1 6.045 4.308 3.700 -14
Behoefte 2010
% realisatie behoefte
301 3.144 1.449 399 5.293
106 -47 -6 -33 -30
1* 2 3 4
97 1.230 853 35 2.215
61 1.327 776 11 2.175
24 1.131 629 0 1.784
-61 -15 -19 -100 -18
86 1.340 754 31 2.211
-72 -16 -17 -100 -19
2 3 4
712 88 41 841 477 594 5.063 2.524 443 9.101
470 96 32 598 99 473 3.667 2.528 314 7.081
530 156 29 715 101 344 3.312 2.144 298 6.199
13 63 -9 20 2 -27 -10 -15 -5 -12
1.281 104 19 1.404
-59 150 153 -49
387 4.484 2.203 430 7.504
-11 -26 -3 -31 -17
0 1 2 3 4 Totaal Fundeon Bron: BI-tool
* De instroom op niveau 1 betreft nog instroom in de oude niveau 1 opleiding infratechniek. Vanaf augustus 2009 worden de meeste deelnemers ingeschreven in de opleiding Assistent Bouw Infra die in dit overzicht onder de sector B&U is opgenomen.
In 2009 is de instroom in de bouwopleidingen flink gedaald als gevolg van de economische crisis. Opleidingsbedrijven waren niet in de positie om een gelijk aantal bbl-deelnemers aan te nemen als voorgaande jaren. Het afnemende productievolume heeft als gevolg dat er minder vraag was naar deelnemers bij de inlenende bedrijven. In 2010 nam de werkgelegenheid in de sector fors af. Deze ontwikkelingen in de sector hebben ook geleid tot een afnemende interesse van jongeren om te kiezen voor onze sector. Meerdere opleidingsbedrijven merkten in 2010 een afgenomen behoefte onder jongeren om te kiezen voor de sector. De totale instroom over alle sectoren en niveaus heen is in 2010 verder gedaald en komt 17 procent lager uit dan de minimale instroombehoefte. Hieronder wordt specifieker ingezoomd op de drie sectoren. B&U In de B&U daalde de bbl-instroom op alle niveaus verder door. In 2010 is het aantal deelnemers over alle niveaus met 14 procent afgenomen. Ten opzichte van 2008 was de daling ruim 45 procent. Infra De Infra werd in 2009 nauwelijks getroffen door een dalende instroom. Dit beeld kwam redelijk
15
overeen met het beeld van de productie waarin de Infra ook veel minder hard werd getroffen dan de B&U en de GA. Dit is veranderd in 2010. Op niveau 2 daalde de instroom met 15 procent en op niveau 3 met 17 procent. In percentages daalde het aantal deelnemers vakman asfalt het sterkst met 42 procent. De twee grootste opleidingen op niveau 2, de straatmaker en de vakman gww daalden beide met 18 procent. Op niveau 3 waren het de opleidingen infratechniek, machinist en vakman gww die het sterkst daalden. GA Anders dan in de B&U en de Infra kende de GA een stijging van achttien procent. Dit werd met name veroorzaakt door de stijging op niveau 3. De GA kende van oudsher geen niveau 3 opleidingen. Vanaf 2006 zijn de niveau 3 opleidingen gefaseerd ingevoerd. In 2010 was het met name de opleiding betonboren die spectaculair steeg van 7 deelnemers in 2009 naar 50 in 2010. Het positieve resultaat op niveau 2 werd veroorzaakt door een stijging in de opleidingen betonstaalverwerken, betonreparatie, steigerbouwen en voegen. Deze stijging compenseerde de daling in de opleidingen pannen & leien, natuursteenbewerken en tegelzetten Voorschakeltraject. De instroom in het voorschakeltraject heeft zicht gestabiliseerd na de forse terugval in 2009 als gevolg van de regeling dat het voorschakeltraject enkel nog toegankelijk is voor deelnemers vanaf 18 jaar. Vanaf juli 2011 zal geen instroom meer mogelijk zijn.
Taak 14. Benodigde en beschikbare BPV-plaatsen per opleiding en op alle niveaus in kaart gebracht KI 1: ultimo jaar het benodigde aantal BPV plaatsen = de instroomprognose uit het arbeidsmarktadvies. Dit eens per jaar.
Doelstelling/target
KPI 1) Ultimo 2010 aantal erkende leerbedrijven gelijk aantal ultimo 2009.
KI 2: het potentieel aan beschikbare BPV plaatsen aangeven. Dit kan ieder kwartaal. KI 3: aantal erkende leerbedrijven, per kwalificatie en per niveau, geclusterd per sector, met de status van de erkenning ultimo kwartaal. Onderstaande tabel geeft inzicht in de verhouding tussen de vraag en aanbod van bpv-plaatsen per sector. Om deze verhouding te bepalen wordt gekeken naar het aantal erkende bedrijven en het aantal deelnemers per uitstroomdifferentiatie. Met de volgende formule wordt bepaald of er een tekort, evenwicht of een overschot is aan bpvplaatsen: (aantal erkende bedrijven – aantal deelnemers)/aantal deelnemers x 100%
16
De uitkomst in percentages bepaald in welke van de onderstaande categorie de verhouding tussen vraag en aanbod valt. + +/= -/+ -
Meer dan 25% Tussen de 11 en 25% Tussen de -10% en 10% Tussen de -11% en – 25% Meer dan -25%
Veel kans Voldoende kans In evenwicht weinig kans niet beschikbaar
Match vraag en aanbod bpv ultimo 2010 B&U GA Infra Totaal Fundeon
284% 270% 324% 293%
+ + + +
Bron: BI-tool
Landelijk gezien is er per sector geen tekort aan bpv-plaatsen. Voor de komende jaren is het wel gewenst dat de instroom stijgt. Voor wat betreft het aantal erkende leerbedrijven verwijzen we hier naar taak/activiteit 7.
Taak 15. Aanbod aan initiële en postinitiële scholing in kaart gebracht KI 1: ultimo jaar: aantal deelnemers in opleiding per kwalificatie ROC.
Doelstelling/target
KPI 1) Realisatie van de instroomtargets als opgenomen in hoofdstuk 4 van het beleidsplan. Het aantal deelnemers in opleiding sec zal niet meer worden opgenomen als specifieke target.
KI 2: ultimo jaar: aantal gerealiseerde scholingsdagen bij opleidingsaanbieders per regio en per sector.
KPI 2) Aantal scholingsdagen ultimo 2010 gelijk aan dat van ultimo 2009.
KI 3: ultimo jaar: het rendement per roc en per samenwerkingsverband en van de individuele leerbedrijven gezamenlijk, per kwalificatie.
KPI 3) Ultimo 2010 het rendement gelijk aan dat van ultimo 2009, uitgesplitst per niveau, per leerweg en per regio.
Zie voor de instroom onder taak/activiteit 13. In onderstaande tabel worden de door het scholingsfonds vergoede scholingsdagen getoond. In de tabel wordt de stand in dagen van kalenderjaren 2008, 2009 en 2010 vergeleken. Het aantal scholingsdagen betreft het aantal dagen dat gevolgd, gedeclareerd en betaald is.
17
Scholingsdagen scholingsfonds kalenderjaren 2008, 2009 en 2010 2007
% markt aandeel
2008
2009
% markt aandeel
% markt aandeel
2010
% markt aandeel
% mutatie 2010/2009
Preferred suppliers * Bouwradius Training & Advies
23.920
58
4.047 37
Fundeon **
6.410
BOB B.V.
1.463 0
BouwCirkel Soma Bedrijfsopleidingen
BGA-Nederland Totaal grote aanbieders Overige aanbieders Totaal scholingsdagen
25.351
55
19.765
40
10
4.869
0
2.231
11
5.254
5
1.843
16 4
6.678
14
1.740
4
0
419
35.877
88
5.049
12
40.926
100
17.186
33
-13
11
6.018
12
15
4
2.304
4
25
13.215
27
15.489
30
17
1.421
3
952
2
-33
1
759
2
1.109
2
46
41.288
89
42.257
85
43.058
83
2
4.982
11
7.287
15
9.081
17
25
46.270
100
49.544
100
52.139
100
5
bron: Scholingsfonds * Bouwcirkel is vanwege de omzet opgenomen, maar is geen preferred supplier ** Dagen leermeestercursussen, spt-scholingsdagen en ACO scholingsdagen
De vijf preferred suppliers hebben gezamenlijk een marktaandeel van 71 procent. Het aantal dagen van Fundeon is vanaf 2009 sterk gestegen door de scholingsdagen ACO. Vanwege het feit dat het rendement van de opleidingen voornamelijk wordt bepaald door externe factoren waarop Fundeon weinig tot geen invloed kan uitoefenen is, mede ook naar aanleiding van ‘Gedeelde Ambities’, besloten om deze doelstelling niet meer expliciet in beeld te brengen.
Taak 16. Opleidingscapaciteit en deelnemersaantallen vmbo, mbo en hboniveau in kaart gebracht KI 1: vmbo: ultimo jaar het totale aantal leerlingen en totaal aantal leerlingen in de bouwopleidingen.
Doelstelling/target
KPI 1) vmbo/mbo en hbo: behoud van het marktaandeel ten opzichte van vorig schooljaar.
KI 2: mbo: ultimo jaar het totale aantal leerlingen en totaal aantal leerlingen in de bouwopleidingen. KI 3: hbo: ultimo jaar het totale aantal leerlingen en totaal aantal leerlingen in bouwopleidingen.
Onderstaand worden de deelnemersaantallen vmbo, mbo en hbo weergegeven. Voor het vmbo zijn thans nog geen deelnemers aantallen 2010 beschikbaar.
18
Deelnemers vmbo-mbo-hbo (stand per 1 oktober)
vmbo (Bouwtechniek en Bouwbreed) mbo (BOL + BBL) hbo (AD, Bachelor en Master) Totaal
2008
2009
2010
9.917 23.330 10.787 44.034
8.606 23.422 10.917 42.945
nnb 22.208 10.922
% mut 20102009 -5 0
Bron: Duo, HBO-raad en Fundeon Cijfers HBO 2010 zijn voorlopige cijfers
In 2010 dalen in het mbo voor het eerst in een aantal jaren de deelnemers in opleiding. De verklaring is duidelijk: in de jaren 2009 en 2010 is het aantal nieuw ingestroomde deelnemers sterk gedaald. De voorlopige cijfers voor het hbo laten op dit moment een stabiel beeld zien voor de jaren 2009, 2010 en 2011.
Taak 17. Integrale campagnes ontwikkelt ten behoeve van instroom, doorstroom en beperking uitstroom KI 1: ultimo jaar aangeven of er een integrale campagne is opgesteld met meetbare doelstellingen.
Doelstelling/target
KPI 1) Ultimo 2010 dienen de targets genoemd in de campagne The Skyline is Yours te zijn behaald.
Voor het jaar 2010 was de doelstelling om met 5.000 jongeren uit de primaire doelgroep (vmbo-t, havo/vwo) intensief contact te leggen via één van de lesarrangementen (film/game, gastles en/of excursie). Deze doelstelling is gerealiseerd. In het najaar van 2010 is ook een aanvang gemaakt met een kwalitatieve evaluatie van de totale campagne. Naar verwachting zullen in april 2011 de resultaten hiervan bekend zijn en worden besproken in de begeleidingscommissie. Daarna zullen de conclusies worden aangeboden aan het bestuur van Fundeon en aan Cao-partijen.
D
Overige meetbare doelstellingen in 2010
Taak 18. Leerlingbouwplaatsen KI 1: ultimo jaar inzichtelijk het aantal projecten, het aantal leerlingbouwplaatsweken, gespecificeerd naar bouw en infra, de gemiddelde bezetting, het aantal nieuwe opdrachtgevers, het aantal groepsopleidingen, het aantal restauratieleerlingbouwplaatsen en het aantal infraleerlingen.
Doelstelling/target KPI 1) 24.000 leerlingbouwplaatsweken gerealiseerd.
In onderstaande tabel is het aantal (bruto) gedeclareerde weken over de kalenderjaren 2008, 2009 en 2010 opgenomen versus de landelijke en regionale targets.
19
Leerlingbouwplaatsweken per kalenderjaar regio Noord Oost West Zuid Eindtotaal
2008 9.138 6.319 5.640
2009 9.599 5.727 4.656
2010 8.873 5.853 5.580
target 2010 8.500 7.750 7.750
21.097
19.982
20.306
24.000
% realisatie 4 -24 -28 -15
Bron: Isbo
Het effect van de economie heeft ook zijn weerslag op het aantal leerlingbouwplaatsen in 2010. De dalende bouwproductie, met name de sterk verminderde nieuwbouw, heeft zijn effect gehad op het aantal gerealiseerde leerlingbouwplaatsweken. Alleen regio Noord-Oost, die landelijk het hoogste target heeft, is er in geslaagd dit target te realiseren. De regio’s Zuid en West blijven circa een kwart achter op de gestelde targets. Landelijk is er in 2010 wel een lichte stijging van 1,6 procent te zien ten opzichte van 2009.
Taak 19. Cursussen KI 1: ultimo jaar vastgelegd het aantal gegeven leermeesters/praktijkbegeleiderscursussen per regio.
Doelstelling/target KPI 1) In aantallen deelnemers: 700 praktijkbegeleiders, 1.700 leermeester, 5.500 nascholing.
In 2010 was de doelstelling 1.700 nieuwe leermeesters te scholen en 4.800 leermeester na te scholen. Voor de praktijkbegeleiders is het aantal nieuw te scholen praktijkbegeleiders gesteld op 700 en het aantal nascholingsdeelnemers eveneens 700. In onderstaande tabel is het aantal cursussen en het aantal deelnemers opgenomen van de diverse praktijkopleiderscursussen voor de kalenderjaren 2008, 2009 en 2010. Tevens geeft de tabel inzicht in de gemiddelde groepsgrootte en de realisatie versus het gestelde target. Praktijkopleiderscursussen periode 1 januari - 31 december 2008 Naam
Regio
Leermeester
Landelijk GA
2009
2010
curs.
deeln.
curs.
deeln.
curs.
deeln.
5
60
4
55
4
53
Gem.
target 2010
Grootte
deeln.
Gerealiseerd % van target
13,3
137
39
Noord Oost
47
705
27
430
26
374
14,4
501
75
West
43
544
40
562
26
406
15,6
571
71
Zuid
38
431
32
456
20
347
17,4
491
71
133
1.740
103
1.503
76
1.180
15,5
1.700
69
Totaal Nascholing
Landelijk GA
6
140
18
270
8
139
17,4
100
139
Leermeester
Noord Oost
59
1.213
105
1.903
73
1.192
16,3
1.723
69
West
81
1.681
96
1.659
92
1.618
17,6
1.596
101
Zuid
79
1.715
40
651
83
1.879
22,6
1.382
136
225
4.749
259
4.483
256
4.828
18,9
4.801
101
12
241
13
232
20
225
11,3
221
102
4
62
8
148
19
241
12,7
200
121
Totaal Praktijkbegeleider
Noord Oost West
20
Zuid
18
324
8
116
15
178
11,9
251
71
Totaal
34
627
29
496
54
644
11,9
700
92
Nascholing
Landelijk GA
Praktijkbegeleider
Noord Oost
-
-
-
28
17
118
6,9
221
53
West
5
21
4,2
200
11
Zuid
13
85
6,5
251
34
Totaal
35
224
6,4
700
32
Bron:BI-tool
Algemeen De instroom van leerlingen is in 2010 t.o.v. 2009 weer met 30% gedaald. Het gevolg hiervan is dat zowel het benodigde aantal bvp-plaatsen als het benodigde aantal (nieuwe) leerbedrijven sterk is afgenomen. Het afnemen van de behoefte aan nieuwe bpv-plaatsen verklaart de afname van leermeestercursussen voor nieuwe leermeesters en praktijkbegeleiders. Voor de reeds erkende leerbedrijven zijn de nascholingscursussen op peil gebleven. Leermeesters De daling van het aantal nieuwe leermeester is in 2009 al ingezet. In 2010 is dit aantal nog verder gedaald naar 1.180 nieuwe leermeesters. Met dit aantal blijven we ruim vijfhonderd deelnemers onder het gewenste aantal van 1.700. Regionaal zijn er nauwelijks verschillen, alle drie de regio’s blijven ca 30 procent achter op de doelstelling. De scholing van nieuwe leermeesters in de GA blijft met 39 procent ruim achter. Voor de nascholing leermeesters is het beoogde aantal van 4.800 deelnemers wel gehaald. Praktijkbegeleiders Het gestelde target van 700 nieuwe praktijkbegeleiders werd bijna gehaald en met 644 deelnemers steeg het aantal deelnemers met circa 150 deelnemers ten opzichte van 2008. Het aantal na te scholen praktijkbegeleiders van 700 was een realistisch aantal gezien het aantal van in totaal 3.700 praktijkbegeleiders. Toch werd dit aantal niet gerealiseerd. Er werden in totaal 224 deelnemers nageschoold. Het nascholen van deze groep blijft een zorgpunt. Gevolg van het niet nascholen is dat 75 procent van de geregistreerde praktijkopleiders feitelijk niet meer gecertificeerd is.
Taak 20. Kwaliteitsbeheer KI 1: ISO certificaat voor alle bedrijfsonderdelen.
Doelstelling/target KPI 1) Behoud ISO certificaat, alle verbeteracties uitgevoerd.
Is gerealiseerd. Zie verder in hoofdstuk 2.5.3.
21
Taak 21. Volgen van bedrijfscontacten KI 1: ultimo jaar het aantal bedrijfscontacten/bezoeken per sector per adviseur vastgelegd.
Doelstelling/target KPI 1) 12.000 bedrijfsbezoeken.
Voor 2010 was er een target van 12.000 bezoeken vastgesteld voor de bedrijfstypen individuele bedrijven (wkg) en overig. Onder bedrijfstype overig vallen voornamelijk bedrijven die alleen erkend zijn voor middenkaderopleidingen (woningbouwverenigingen, architectenbureaus, etc.). In onderstaande tabel zijn de bedrijfsbezoeken opgenomen voor de kalenderjaren 2008, 2009 en 2010. Bedrijfsbezoeken 2008, 2009 en 2010 periode januari-december 2008 2009 2010 Fundeon
Totaal Fundeon
wkg overig opl.bedrijf roc totaal
8.351 355 740 266 9.712
11.633 427 980 349 13.389
14.843 536 748 246 16.373
% mutatie 2010 tov 2009 28 26 -24 -30 22
Bron: Isbo
Ultimo 2010 waren er in het totaal 16.373 bedrijfsbezoeken geregistreerd. Het aantal bedrijfsbezoeken voor de bedrijfstypen wkg en overig scoorden met 15.379 bezoeken ruim 28 procent boven de doelstelling van 12.000 bezoeken. Ten opzichte van 2008 was sprake van een groei van bijna 70%. De goede resultaten voor 2010 vonden voornamelijk hun oorzaak in de ondersteuning die de adviseurs aan de (leer)bedrijven hebben geboden om in de economische slechte tijd toch deelnemers te kunnen opleiden. 2.2.3 ACO Over de behaalde resultaten in 2010 van het project Bouw door, Leer verder (ACO) valt het volgende te melden. Aan het eind van 2010 waren er 481 bedrijfsopleidingsplannen goedgekeurd. Het aantal deelnemers, die aan de bedrijfsopleidingsplannen gekoppeld waren, bedroeg 4843. Het totaal aantal scholingsdagen bedroeg 127.983. De deelnemende bedrijven hadden daarmee een leerlingenverplichting om 1.528 bbl 2 en bbl 3 leerlingen te behouden of te laten instromen binnen het bedrijf. Om de instroom nog verder de stimuleren krijgen opleidingsbedrijven een bonus per ingestroomde bbl 2 leerling per jaar. In 2010 hebben van de 66 opleidingsbedrijven, die aangesloten zijn bij het project 34 een instroombonus ontvangen. De instroombonus werd uitbetaald indien de instroom in 2010 meer is dan 50% van de instroom van het gemiddelde over de jaren 2007/2008. 2.2.4 Overige (financiële) resultaten Stagebox Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) maakt het met de regeling stagebox beroepsonderwijs 2006 - 2011 voor instellingen voor beroepsonderwijs en kenniscentra financieel mogelijk om leerlingen intensief te begeleiden c.q. extra stageplaatsen te werven en praktijkbegeleiders bij leerbedrijven op te leiden. Het gaat vooral om moeilijk plaatsbare leerlingen, op niveau 1 en 2. Formeel geformuleerde doelstellingen voor de kenniscentra richten zich op het opleiden van praktijkbegeleiders en de inhoud en de inrichting van de opleidingsactiviteiten. Er is
22
echter een grote mate van vrijheid in de besteding van de middelen. Door de besluitvorming van het kabinet, dat ook voor 2011 middelen heeft toegezegd, is besteding mogelijk tot en met 2012. Voor de Kenniscentra speelt Colo een coördinerende rol richting OCW. Colo verwacht van alle Kenniscentra een meerjarenplan voor de inzet van de stageboxmiddelen tot en met 2012 en jaarlijks een verantwoording van de ingezette middelen en behaalde resultaten. Tot 2008 viel, met instemming van Colo, uitsluitend de DOT (Digitale Ondersteuning Trajectmap) onder de activiteiten die Fundeon met stageboxmiddelen bekostigde. Fundeon ontving in de jaren 2006 t/m 2010 € 2.811.021, waarvan per 31 december 2010 nog € 648.010 resteert. Voor het jaar 2011 is een beschikking ontvangen voor de Stagebox van € 572.250. Daarmee komt het totaal uit op € 3.383.271. Een en ander betekent dat Fundeon over de jaren 2011 en 2012 nog € 1.220.260 te besteden heeft. Stage Offensief Het project Anti Cyclisch Opleiden sluit goed aan bij het in juni 2009 in gang gezette 'Stage Offensief’ van Colo. Dit offensief komt voort uit het Nationaal Actieplan Jeugdwerkloosheid. Colo heeft weten te bewerkstelligen dat de kenniscentra een belangrijke rol krijgen toebedeeld als coördinator in de aansluiting en afstemming van de arbeidsmarkt op de onderwijsmarkt. Hiervoor heeft de overheid 23 miljoen euro voor twee jaar aan de kenniscentra beschikbaar gesteld. Nog eens 153 miljoen euro is vrijgemaakt voor gemeenten om op regionaal niveau stimuleringsmaatregelen te nemen ter voorkoming en terugdringing van de jeugdwerkloosheid. Ter ondersteuning van de sectorale crisisactiviteiten, zoals ACO, heeft Fundeon in 2009 en 2010 een subsidie van in totaal € 985.000 ontvangen. Hiervan is in 2010 € 874.000 verantwoord. ESF - Specialiseren en Verdiepen Het ESF Project Specialiseren en Verdiepen werd reeds in 2005 beëindigd, de financieel administratieve afhandeling heeft daarna heel lang geduurd, mede vanwege herstelacties die nog moesten plaatsvinden. Pas begin 2010 heeft het Agentschap ESF een definitieve beschikking op het project afgegeven en een subsidie vastgesteld van € 4.584.512. Dit was in lijn met de verwachtingen.
23
2.3
Organisatie
2.3.1
Algemeen
Juridische structuur De drie stichtingen Fundeon zijn per 1 januari 2006 opgericht. Het bestuur van de drie stichtingen wordt gevormd door vijf vertegenwoordigers namens de werkgeversorganisatie Bouwend Nederland en vijf vertegenwoordigers namens de werknemersorganisaties FNV Bouw en CNV Vakmensen. Namens de MBO Raad zijn daarnaast vijf bestuurders lid van het bestuur van de Stichting Fundeon KBBI. Organisatiestructuur Fundeon heeft haar centrale kantoor in Harderwijk en daarnaast beschikt Fundeon over regiokantoren in Woerden, Zwolle en Helmond, van waaruit adviseurs opereren en worden ondersteund. Directievoering en verdere ondersteuning (personeelszaken, boekhouding, automatisering, etc.) worden verleend vanuit het centrale kantoor. Ultimo 2010 telde de gehele organisatie Fundeon 298 fte. Hiervan waren 190 fte werkzaam voor Stichting Fundeon, onder te verdelen in 169 fte in vaste dienst en 21 fte in detachering en uitzendkrachten. Tegenover 42 fte staat dekking vanuit projecten of detachering. Voor Stichting Fundeon KBBI waren werkzaam 108 fte, onder te verdelen in 107 fte in vaste dienst en 1 fte in detachering en uitzendkrachten. Stichting Fundeon Fonds heeft geen personeel in dienst. Samenstelling Directie De directie bestaat per 31 december 2010 uit drie personen: S. van Bodegraven, algemeen directeur (vanaf 1 juni 2010) F.W.C.M. Kokke, directeur Markt en Ontwikkeling (M&O) A. Kreulen, directeur Financiën en Operaties (F&O) Tot 1 juni 2010 namen de directeuren M&O en F&O gezamenlijk de vacante functie van algemeen directeur waar, conform de in 2007 vastgestelde vervangingsregeling. Directiebeloning In 2010 heeft de volgende honorering plaatsgevonden van directie (getotaliseerd voor de drie stichtingen): Salariskosten (inclusief pensioenlasten) directie:
€
343.755.
2.3.2 'Gedeelde Ambities' In het voorjaar van 2006 werd door het bestuur de eerste Middellange Termijn Visie (MTV) ontwikkeld, voor de periode 2006 -2009. Begin 2009 zijn door het bestuur verkennende besprekingen gevoerd om te komen tot een nieuwe MTV voor de periode 2010 -2013, waarbij nadrukkelijk rekening gehouden is met de (hierboven beschreven) veranderende rol voor Fundeon. Mede naar aanleiding hiervan hebben de besturen vervolgens een bestuursevaluatie uitgevoerd naar het eigen functioneren. Vervolgens is in dit kader afgesproken om te komen tot meer zogenaamde bestuurlijke hygiëne, waarbij onder andere is besloten om een verdiepend onderzoek te doen ten aanzien van de Fundeon organisatie, gericht op effectiviteit en doelmatigheid van structuur en uitvoering (heroriëntatie).
24
Een bestuurlijke werkgroep is hiermee, met ondersteuning van de directie, aan de slag gegaan. In maart van 2010 heeft dit geleid tot het opleveren van het rapport 'Gedeelde Ambities'. Dit rapport is, na positieve advisering door de OR, op 29 juni 2010 definitief door het bestuur vastgesteld. Kern van het rapport 'Gedeelde Ambities' was: - Scheiding tussen wettelijke taken en bedrijfstaktaken Zowel in bestuurlijke als in operationele zin zal er een scheiding plaatsvinden tussen wettelijke taken en bedrijfstaktaken. De bestuurlijke samenstelling wordt daarop aangepast. De bestuurlijke samenstelling van de Stichting Fundeon, die zich bezighoudt met bedrijfstaktaken, bestaat uit werkgevers en werknemers. De bestuurlijke samenstelling van de Stichting Fundeon KBBI met de wettelijke taken bestaat uit werkgevers, werknemers en onderwijs. Binnen de Stichting Fundeon KBBI zal sprake zijn van een personele unie met de werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers in de Stichting Fundeon. De Stichting Fundeon KBBI en de Stichting Fundeon hebben voor de uitvoering van hun kerntaken zoveel mogelijk eigen werknemers in dienst. Naar buiten toe functioneert Fundeon wel als één organisatie. - Van beleidsorganisatie naar uitvoeringsorganisatie Van beleidsorganisatie naar uitvoeringsorganisatie op het terrein van de bedrijfstaktaken voor opleiding en scholing voor de sectoren bouw en infra, die tot taak krijgt het door stakeholders geformuleerde beleid ten uitvoer te brengen. Een en ander zal effect hebben op de verhouding tussen Fundeon en andere uitvoeringsorganisaties zoals opleiding- en leerbedrijven, bekostigde onderwijsinstellingen en andere opleidingsinstituten. Voor wat betreft de wettelijke taakstelling als kenniscentrum blijft de situatie, zoals die ook al gold tot 2010, in ieder geval bestaan. Dat wil zeggen: uitvoering geven aan bestaande wettelijke taken en indien gewenst de totstandkoming van nieuw beleid mede beïnvloeden, veelal via het bredere verband van Colo. - Herijking van de taken: meer focus op kerntaken Naast de verschuiving naar meer uitvoerende (bedrijfstak)taken zal er ook sprake van herijking van taken als gevolg van de opgelegde bezuinigingen. Dan gaat het zowel om taken die in opdracht van de bedrijfstak worden uitgevoerd als ook om de wettelijke taken. Wat dit laatste betreft zal Fundeon niet zozeer taken niet meer doen, maar zal wel scherp(er) gekeken worden wat op basis van de ontvangen bekostiging voor de reguliere taken uitgevoerd kan worden. De kerntaken voor de Stichting Fundeon KBBI bestaan uit ( 2 kerntaken, 4 wettelijke taken): Kerntaak 1: Afstemming van onderwijs en bouwarbeidsmarkt. Kerntaak 2: Advisering (opleiding- en leer)bedrijven. De kerntaken voor de Stichting Fundeon en de Stichting Fundeon Fonds bestaan uit ( 4 kerntaken, 16 bedrijfstaktaken): Kerntaak 1: Afstemming van onderwijs en bouwarbeidsmarkt. Kerntaak 2: Advisering scholen, opleiding- en leerbedrijven en werknemers. Kerntaak 3: Promotie c.q. bevordering instroom in bouw en infra opleidingen. Kerntaak 4: Uitvoering subsidiebeleid. Fundeon zal zich niet meer bezighouden met het regisseren van vraag en aanbod of het opzetten van infrastructuren (zoals bijvoorbeeld nieuwe opleidingen tot stand brengen voor specifiek doelgroepen, contacten tussen roc's en opleidingsbedrijven regelen of in standhouden), is geen kartrekker meer bij het afsluiten van convenanten en heeft geen rol meer als vormgever van pr en imago van de
25
bedrijfstak. 2.3.3 Organisatorische ontwikkelingen Herinrichting organisatie Fundeon De nieuwe taken en verantwoordelijkheden hebben (uiteraard) gevolgen voor de organisatie van Fundeon. Gedurende de tweede helft 2010 is de werkorganisatie aan de slag gegaan om deze veranderingen verder uit te werken en er voor te zorgen dat de organisatie per 1 januari 2011 van start kon gaan in de nieuwe structuur op basis van de aangepaste opdracht aan Fundeon. De belangrijkste organisatorische veranderingen per 1 januari 2011 waren: - Vermindering van de omvang van het personeelsbestand De bezuinigingen en daarmee samenhangend de herziening van taken heeft grote gevolgen gehad voor het personeel. Per 1 januari 2011 is de totale omvang van het personeel met 28,6 fte gereduceerd. In overleg met de vakbonden en de ondernemingsraad is besloten om de formatie in te krimpen door met individuele medewerkers afspraken te maken over afvloeiing. Een aantal medewerkers heeft gebruik gemaakt van vervroegde uittreding, van een aantal medewerkers is afscheid genomen wegens onvoldoende functioneren en met de overige kandidaten is individuele overeenstemming bereikt. De totale kosten voor afvloeiing van de medewerkers zullen naar verwachting maximaal € 2,2 mln. bedragen. Dit bedrag bestaat voor ongeveer € 1,0 mln. uit afkoopsommen en pensioen- en Vutaanvullingen, welke in 2010 betaald zijn. De overige kosten bestaan uit wachtgelden voor KBB’ers (maximaal zo’n € 0,5 mln.), (tijdelijke) doorbetaling van salarissen en eventueel overige kosten (employability en loopbaanbegeleiding). De wachtgelden zullen in de jaren 2011-2015 betaald dienen te worden aan medewerkers die er niet in slagen een andere dienstbetrekking te vinden. - Scheiding van wettelijke- en bedrijfstaktaken Per 1 januari 2011 is er sprake van een striktere scheiding tussen de wettelijke en bedrijfstaktaken. Niet alleen op het niveau van het bestuur, ook op het niveau van de verschillende functies. In principe zijn medewerkers die wettelijke taken uitvoeren in dienst van Fundeon KBBI en zij die bedrijfstaktaken uitvoeren zijn in dienst van Stichting Fundeon. In de uitwerking hiervan bleek dat in enkele gevallen niet altijd mogelijk te zijn. In die gevallen werd gekozen voor een detacheringconstructie. Medewerkers die in ondersteunende diensten werkzaam zijn, zoals financiën en P&O, vallen onder Stichting Fundeon. Scheiding van taken betekent niet dat er ook twee organisaties zijn: Fundeon functioneert voor zowel de wettelijke- als de bedrijfstaktaken als één organisatie. - Aanpassing van het takenpakket binnen bestaande functies De voornaamste aanpassingen hebben plaatsgevonden binnen de adviseursfunctie en in mindere mate voor projectleiders ontwikkeling. Fundeon handhaaft één functie adviseur. De adviseur kan op vier hoofdactiviteiten worden ingezet met een eigen naamsduiding, te weten: adviseur Beroepspraktijk: verantwoordelijk voor wettelijke kerntaken op het gebied van erkenning en kwaliteitsbevordering van leerbedrijven; adviseur Personeelsontwikkeling: verantwoordelijk voor de brede bedrijfsadvisering; adviseur Beroepsonderwijs: verantwoordelijk voor de advisering aan scholen en opleidingsbedrijven; adviseur Examinering: verantwoordelijk voor de steekproefsgewijze controle op de uitvoering van de examinering. Deze adviseur neemt de taken over van de C8G-Ieden (Commissie Branche Gecommitteerden). Voor de beide andere adviseurs, te weten de traject- en EVC-adviseurs, is er inhoudelijk niets veranderd.
26
-
Meer sturing in de vorm van meetbare targets op basis waarvan verantwoording wordt afgelegd aan de klanten en stakeholders Met het formuleren van eenduidige meetbare kwantitatieve en kwalitatieve targets per onderscheiden taak, werd een verdere stap gezet in de ontwikkeling van Fundeon als vraaggestuurde organisatie waar de klantvraag centraal staat. Een en ander vraagt om verdere aanpassing van werkprocessen en andere manieren van samenwerken binnen de organisatie. Kern daarvan is dat alle afdelingen reeds bij de start, bij het vertalen van de klantvraag naar concrete producten en diensten, gezamenlijk optrekken. Ondersteunende diensten, zoals ICT, worden steeds nauwer betrokken bij het primaire proces. Leermiddelen worden steeds meer gedigitaliseerd bijvoorbeeld. Maar ook de omslag naar meetbare targets veronderstelt c.q. bevordert meer integraliteit binnen de organisatie. Niet alleen is bij het uitwerken ervan kennis en technologie voorwaardelijk, maar ook zullen medewerkers nadrukkelijker doordrongen worden van het belang dat ze gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het eindresultaat. De opdracht waarvoor de organisatie zich gesteld ziet, het behalen van de in het rapport 'Gedeelde Ambities' opgenomen KPI’s, is alleen te realiseren vanuit een integrale benadering. Wanneer één schakel binnen de organisatie (deel)taken niet of niet tijdig realiseert, heeft dat direct gevolgen voor de andere afdelingen. Ontwikkeling, uitvoering en facilitaire afdelingen moeten nauw samenwerken om de opdracht succesvol uit te kunnen voeren. Deze omslag zal in 2011 en de jaren erna nog wel de nodige inspanningen vergen. 2.3.4
Ondersteunende diensten en stafafdelingen
Financiën en Operaties Algemeen De afdeling automatisering bestaat uit de onderdelen informatiemanagement en ICT. Deze laatste houdt zich bezig met softwareontwikkeling en met het beheer van ICT middelen. De medewerkers van de afdeling Informatie management zijn in het afgelopen jaar nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van een groot aantal projecten. Zij hebben daar op goede wijze een brug geslagen tussen de automatiseringsvragen van de organisatie en de uiteindelijke uitvoering door de afdeling ICT. Belangrijke projecten waren de implementatie van een Learning Content Management System (LCMS) en ons product Bouwinfranet. Naast deze projecten heeft ook de implementatie van 'Gedeelde Ambities' en de automatiseringsvraagstukken die daaruit voortvloeiden veel werk met zich meegebracht. Het binnen de afspraken opleveren van projecten blijft ook voor het jaar 2011 een punt van aandacht. De afdeling ICT heeft als het gaat om beheer van ICT middelen in het jaar 2010 de ICT infrastructuur gemoderniseerd en is klaar voor de eisen die de organisatie daar nu en in de toekomst aan stelt. Als het gaat om de softwareontwikkeling heeft de focus met name gelegen op de wijze waarin projecten ontwikkeld worden. Doel hierbij was om de ontwikkeling en bouw van automatiseringsoplossingen beter voorspelbaar te maken en de opdrachtgever dichter te betrekken bij de ontwikkeling. Dit heeft zichtbaar geleid tot een verbetering van het ontwikkelproces in de driehoek Informatiemanagement ICT opdrachtgever/gebruiker. Op financieel gebied mogen we vaststellen dat we aan alle rapportageverplichtingen zowel intern als extern hebben voldaan. De planning en control cyclus is dan ook op orde. Ook voor deze afdeling geldt dat de implementatie van 'Gedeelde Ambities' maar ook het project Anti Cyclisch Opleiden een behoorlijk beslag heeft gelegd op de capaciteit van de afdeling. Daar kwam bij dat in het afgelopen jaar een geheel nieuw boekhoudpakket geïmplementeerd is. Met ingang van 1 januari 2011 is dit succesvol afgerond.
27
Het zou goed zijn als we in het komend jaar minder zware projecten hebben die beslag leggen op de capaciteit van de afdeling Financiën zodat zij verder kunnen werken aan een verdieping van de kwaliteit van planning en control. Fundeon zoekt naast de bekostiging vanuit de bedrijfstak en de overheid ook naar andere financiële bronnen ter ondersteuning van de uitvoering van haar beleid. Een daartoe aangestelde subsidieadviseur zoekt actief naar middelen en onderhoudt contacten met subsidieverstrekkers om het beleid van Fundeon onder hun aandacht te brengen. In het jaar 2010 zijn er extra middelen gevonden in het kader van ESF-actie en gelden vanuit de provincie Gelderland. Beide regelingen leverde een financiële bijdrage aan het bedrijfstakproject Anti Cyclisch Opleiden. Verder werden er middelen ontvangen vanuit de stageboxregeling OCW, vanuit de projectdirectie Leren en Werken en vanuit het Nationaal Actieplan Jeugdwerkloosheid. Naast het subsidieadvies kennen we ook de afdeling subsidiebeheer. Deze afdeling is verantwoordelijk voor de uitbetaling van de diverse subsidieregelingen van de bedrijfstak. Het jaar 2010 heeft in het teken gestaan van de ontwikkeling van een nieuwe tegemoetkomingsystematiek. Vanwege bezuiniging in de sector is ook een aantal regelingen komen te vervallen. Veel aandacht is er geweest voor de informatiestroom naar de Stichting O&O-fonds als het gaat om ontwikkelingen en signaleringen rond het gebruik van subsidieregelingen. Op de valreep van het jaar 2010 heeft het bestuur van Stichting Fundeon besloten om de huisvesting van Fundeon aan te willen pakken. Zij hebben het definitieve ontwerp met betrekking tot de herhuisvesting goedgekeurd. De facilitaire afdeling heeft samen met de architect, een bestuurlijke werkgroep en de directie een grote bijdrage geleverd aan dit ontwerp. Ook bij de implementatie van 'Gedeelde Ambities' was er een rol weggelegd voor deze afdeling. Met name de verbetering van de processen dus de afdeling uitgeverij en de repro afdeling waren daarbij punt van aandacht. Ten slotte Vastgesteld kan worden dat de afdelingen die vallen onder de Unit Financiën en Operaties goed betrokken zijn geweest bij de organisatie ontwikkelingen binnen Fundeon en daar een goede bijdrage aan geleverd hebben. Het begrip integrale samenwerking is daarbij geen loze kreet geweest. Communicatie Algemeen Het jaar 2010 stond voor de afdeling Communicatie van Fundeon in het teken van 'Gedeelde Ambities'. De herpositionering van Fundeon en de herdefiniëring van haar taken leidden tot een bijna volledige vernieuwing van alle communicatieproducten. Het rapport 'Gedeelde Ambities' werd voor de buitenwereld toegankelijk gemaakt via de uitgave 'Fundeon in een notendop'. Om de dienstverlening naar het bedrijfsleven te accentueren verscheen de brochure 'Verbeter uw bedrijf met Fundeon'. De brochure geeft duidelijkheid over de advies- en ondersteuningsfunctie van Fundeon aan werkgevers en werknemers en beschrijft de verschillende soorten adviseurs opleidingsbeleid die Fundeon daarvoor inzet. Ook kwamen nieuwe folders uit over het Loopbaantraject Bouw & Infra en de EVCcentra Bouw & Infra. De informatie op de website van Fundeon, die in 2011 trouwens geheel wordt vernieuwd, werd aangepast. Ten slotte kwam een nieuw beursconcept tot stand, met een nieuwe beurswand en een ploeg speciaal daarvoor getrainde medewerkers van Fundeon. Onderwijsprijzen Tijdens de Relatiedag 2010 in Zwolle reikte Fundeon weer de jaarlijkse bouw- en infra onderwijsprijzen uit. De opzet van de prijs voor het Beste Leerbedrijf was anders dan voorgaande
28
jaren. Er werd gewerkt met vier categorieën waarin een bedrijf Beste Leerbedrijf van het jaar kon worden: Bouw Infra Gespecialiseerde Aannemerij Middenkader (gekoppeld aan de boI4-opleiding) Uit de drie regio's waarin Fundeon het land heeft onderverdeeld, kon in elke categorie één bedrijf worden voorgedragen. Uit de vier categoriewinnaars die op de Relatiedag bekend werden gemaakt, werd ten slotte nog een overall winnaar gekozen. Naast prijzen voor het Beste Leerbedrijf, kent Fundeon ook nog de prijs voor de Beste Leerlingbouwplaats en de prijs voor de Beste Praktijkopleider. De winnaars van de prijzen voor het Beste Leerbedrijf en de Beste Praktijkopleider werden bovendien voorgedragen voor de landelijke, bovensectorale verkiezing die Colo, de vereniging van gezamenlijke kenniscentra, elk jaar organiseert. De uitreiking van die prijs heeft op 3 maart 2011 plaatsgevonden, onder toeziend oog van prinses Maxima. De Fundeon Erespelden worden voortaan niet meer op de Relatiedag uitgereikt, maar bij voorkomende gelegenheden in de regio. De prijzen voor leerlingen worden vanaf 2010 niet meer uitgereikt. Hieronder staan alle prijswinnaars van 2010. Beste Leerbedrijf Bouw BURGY Bouw uit Leiden Beste Leerbedrijf Infra Wegenbouwmaatschappij J. Heijmans regio Zuid Beste Leerbedrijf Gespecialiseerde Aannemerij Bezemer Betonstaal uit Arkel Beste Leerbedrijf Middenkader Aannemersbedrijf Kormelink uit Rietmolen Beste Leerbedrijf Bouw & Infra BURGY Bouw uit Leiden. Dit bedrijf is voorgedragen, genomineerd en vervolgens op 3 maart 2011 verkozen tot beste leerbedrijf van Nederland! Beste Praktijkopleider Jos Corstjens van Adviesburo Snijders uit Valkenswaard (voorgedragen, maar niet genomineerd voor de landelijke, bovensectorale verkiezing van de Beste Praktijkopleider op 3 maart 2011) Beste Leerlingbouwplaats Project 'De Toekomst', Scheemda; aannemer: Simon Benus Bouw BV uit Stadskanaal Personeel en Organisatie Medio 2010 heeft Fundeon een heroriëntatie met betrekking tot het uit te voeren takenpakket afgerond. Met ingang van 1 januari 2011 kwamen daarbij taken te vervallen. Andere taken werden per de genoemde datum aangescherpt.
29
Leiding en medewerkers hebben in de tweede helft van het jaar de voorbereiding op het vastgestelde takenpakket succesvol afgerond. De benodigde omscholing en bijscholing werd verzorgd door de Fundeon Academie. In 2011 zal de Fundeon Academie de gewenste scholing verder op maat faciliteren. Daarnaast verviel als gevolg van de heroriëntatie een deel van de werkzaamheden waardoor een vermindering van de personeelsbezetting met 28,6 fte noodzakelijk werd. Ten slotte bracht de heroriëntatie met zich mee dat een aantal medewerkers met ingang van 1 januari 2011 werkzaam is bij een voor hen andere entiteit binnen Fundeon. Met de ondernemingsraad en vakorganisaties werd uitgebreid overleg gevoerd over de sociale voorwaarden rond de personeelsvermindering en de gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden bij overplaatsing naar een andere entiteit. Daarbij werd een akkoord gesloten dat als leidraad is gebruikt voor de gesprekken en afstemming met de betrokken medewerkers. Vervolgens zijn de boogde personeelsvermindering en de overplaatsingen per 1 januari 2011 gerealiseerd. In de eerste helft van 2010 werd het Management Development Programma succesvol afgerond. Het management is daardoor beter toegerust om de medewerkers te begeleiden bij de persoonlijke ontwikkeling gericht op een goede functie-uitoefening. 2.3.5 Kwaliteitszorg Algemeen Eind 2007 werd aan Fundeon voor alle organisatieonderdelen het ISO-certificaat toegekend. In de rapportage van Certiked (najaar 2009) ten behoeve van de ISO-certificering was geen aanmerkingen of tekortkoming opgenomen. Wel was met de directie afgesproken dat, naast de reguliere onderwerpen, bij het eerstvolgende onderzoek in het bijzonder aandacht besteed zou worden aan het volgende onderwerp: de afstemming in de procesketen van de vraag vanuit de sector, ontwikkeling, uitgeverij en leermiddelen logistiek. In augustus 2010 heeft een externe audit door Certiked plaatsgevonden bij alle onderdelen van de organisatie (herbeoordeling). Resultaat hiervan was dat het ISO-certificaat van Fundeon met drie jaar is verlengd. Door Certiked is opgemerkt dat in de afgelopen jaren Fundeon merkbaar veranderd is van een samenstel van delen en relatief losstaande afdelingen naar een integraal Fundeon. Afstemming tussen afdelingen en regio's is duidelijk verbeterd. Werkprocessen worden meer gestroomlijnd en sluiten beter op elkaar aan. Het kwaliteitsbesef is onverminderd hoog. Veranderingen worden op een doortastende wijze en consciëntieus opgepakt. Tijdens dit onderzoek is één aanmerking geconstateerd: het gedocumenteerde kwaliteitssysteem voldoet aan de norm, maar er zijn nog wel een paar kleine punten waarop verbetering mogelijk is. Ook de wijze waarop interne audits worden uitgevoerd voldoet aan de norm, maar het beoordelend team constateerde dat de audits nog in kracht kunnen winnen door tijdens de audit bij het zoeken en formuleren van bevindingen nog meer de verbinding te leggen met het bedrijfsbelang en de bedrijfsrisico's. Fundeon heeft al aangegeven een mogelijke professionaliseringsslag in het auditproces en auditteam te willen maken. In samenspraak met het management is door het beoordelend team voor 2011 een aandachtspunt gedefinieerd ten aanzien van de uitvoering van interne audits. Klachten Door middel van een jaarlijkse rapportage over binnengekomen en afgehandelde klachten, krijgt Fundeon inzicht in de aard en omvang van deze klachten waardoor zij zich als organisatie kan verbeteren. De feiten en cijfers zeggen iets over de omvang en snelheid waarmee klachten worden verwerkt binnen Fundeon. In 2010 zijn er in totaal 23 klachten geregistreerd. Dit is er 1 minder dan in 2009 (totaal 24 klachten).
30
De ontvangen klachten in 2010 zijn als volgt gerubriceerd:
soort klacht EXI EXU OV
totaal examen inhoudelijk examen uitvoering overig
gereed 3 7 13
3 7 5
openstaand 0 0 8
Van de geregistreerde klachten zijn er 8 in 2010 nog niet afgehandeld. Dit had te maken met het feit dat deze klachten allemaal in november zijn ontvangen en betrekking hadden op de winterscholing Infra. Op verzoek van Cao-partijen in de Bouwnijverheid is hiernaar nader onderzoek gedaan en heeft aanvullende besluitvorming plaatsgevonden. De definitieve afhandeling zal derhalve pas in 2011 gebeuren. Indien noodzakelijk zijn naar aanleiding van een klacht preventieve en/of corrigerende maatregelen getroffen, die moeten voorkomen dat dezelfde klacht zich nogmaals voordoet. Wat dat betreft is de conclusie gerechtvaardigd dat de procedure voor behandeling van klachten effectief is. Het verdient overigens wel aanbeveling om (blijvend) hoge prioriteit te geven aan het afhandelen van klachten en oorzaak/maatregel terug te koppelen naar de direct betrokkenen.
31
2.4
Bestuur
2.4.1
Samenstelling bestuur en PAC in 2010
Besturen Stichting Fundeon en Stichting Fundeon Fonds Namens Bouwend Nederland: H.W.J. Bol (werkgeversvoorzitter) H. Klein Poelhuis Mw. A.W.M. Scholten A.J.C. Steevens A. Voogt (penningmeester) Namens FNV Bouw: Mw. M.B. van Veldhuizen (werknemersvoorzitter, fungerend voorzitter 2010) J.W.M. Kerstens Ch. R. Ramdas Namens CNV Vakmensen: G. Lokhorst (secretaris) A.A. van Wijngaarden Bestuur Stichting Fundeon Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bouw & Infra Bovengenoemde leden namens werkgevers- en werknemersorganisaties en namens de MBO Raad: E. van den Berg O.S. Helder J.H.G. van de Langenberg Sj. Tuinier C.H. van Kamperdijk (tot 27 oktober 2010) Vacature (vanaf 27 oktober 2010) Rooster van aftreden Alle bestuursleden zijn per 1 januari 2009 (her)benoemd tot en met 31 december 2011. Indien bestuursleden tussentijds worden benoemd nemen zij in het rooster van aftreden de plaats in van diegene die zij opvolgen. Van mevrouw Van Veldhuizen en de heren Bol en Ramdas is het de eerste termijn, die op 31 december 2011 afloopt. Van alle overige bestuursleden is het de tweede termijn, die eveneens op 31 december 2011 afloopt Paritaire Adviescommissie (PAC) De Paritaire Adviescommissie heeft als voornaamste taak onder verantwoordelijkheid van het bestuur te adviseren over de ontwikkeling van de kwalificatiestructuur van de bouw- en infrasector. De samenstelling in 2010 was als volgt:
G. Deelman, onafhankelijk voorzitter
Namens Bouwend Nederland: A.F. de Vries
32
A. van der Wiel
Namens CNV Vakmensen: G.K. Wildeman Namens FNV Bouw: Mw. H. de Boer Namens de MBO-Raad: E. van Apeldoorn (tot 30 november 2010) K. de Leest (vanaf 30 november 2010) G. van Opstelten R. de Reuver J. Ooms Adviseur namens Platform vmbo Bouwtechniek: W. Verhoog Adviseur namens Hoger Onderwijs Groep Bouwen Ruimte: A.J. Huisman Bestuursbeloning In 2010 heeft de volgende honorering plaatsgevonden van bestuurders (getotaliseerd voor de drie stichtingen): Vacatiegelden / reiskostenvergoeding leden bestuur:
H.W.J. Bol (werkgeversvoorzitter) A. Voogt (penningmeester) Mw. A.W.M. Scholten H. Klein Poelhuis A.J.C. Steevens Mw. M.B. van Veldhuizen (werknemersvoorzitter) J.W.M. Kerstens Ch. R. Ramdas A.A van Wijngaarden G. Lokhorst (secretaris) O.S. Helder Sj. Tuinier J.H.G. van de Langenberg E. van den Berg C.H. van Kamperdijk J. Ooms L. Elzinga (nabetaling 2009) J. Hannink (begeleidingscommissie Gedeelde Ambities)
€ € € € € € € € € € € € € € € € € €
5.100 8.041 3.373 3.530 3.097 5.628 1.583 3.350 1.580 4.761 3.079 9.752 6.120 2.532 1.170 374 4.258 6.483
33
2.4.2
Evaluatie besturen in het kader van Good Governance
Reeds per 1 januari 2008 voldoet Fundeon aan alle eisen van de Governance Code van de Kenniscentra, aangesloten bij Colo. Deze code gaat over het besturen van kenniscentra, het interne toezicht daarop en de verantwoording daarover aan de overheid en stakeholders. Criteria die aan de code ten grondslag liggen zijn: Checks and balances Transparantie Professionaliteit Onafhankelijkheid en onbevangenheid Betrokkenheid van organisaties van werkgevers, werknemers en onderwijsinstellingen Op basis van deze code is in het Fundeon-bestuursreglement, hoofdstuk 2, artikel 1 lid 5, opgenomen dat het bestuur periodiek de eigen inrichting en het eigen functioneren als collectief en de bijdrage van de afzonderlijke leden evalueert. Zoals bestuurlijk vastgelegd heeft deze evaluatie betrekking op de besturen en de bestuursleden van de drie Fundeon Stichtingen: Fundeon, Fundeon Fonds en Fundeon KBBI. Waar in dit hoofdstuk gesproken wordt van 'het bestuur', heeft dit aldus telkens betrekking op alle drie de genoemde besturen, tenzij dat anders wordt vermeld. Bestuurlijk model Fundeon heeft gekozen voor het bestuursmodel en niet voor het zogenaamde Raad van Toezichtmodel. Fundeon en zijn rechtsvoorgangers worden al tientallen jaren op deze manier bestuurd door de sociale partners in de bouwnijverheid en het mbo-onderwijsveld. Partijen zijn dienaangaande zeer nauw inhoudelijk en financieel betrokken bij het beroepsonderwijs bouw en infra. Door deze betrokkenheid vanuit het collectieve beleid van de bedrijfstak inzake beroepsonderwijs, arbeidsmarkt en scholing -vastgelegd in de cao Bouw - kan kwalitatief hoogwaardig beroepsonderwijs en scholing voor de bedrijfstak gerealiseerd worden, waarmee tevens zo optimaal mogelijk de kwantitatieve behoefte van de bedrijfstak aan personeel beantwoord wordt. Agendacommissie De agendacommissie is belast met het beheer van de agenda van de bestuursvergaderingen en is bevoegd onderwerpen te agenderen en stukken bij de agendapunten te voegen. De agendacommissie is echter niet bevoegd om de aangeleverde stukken inhoudelijk te bewerken. De agendacommissie komt gewoonlijk twee weken voorafgaand aan de besturenvergadering bijeen, waarbij de conceptagenda en de schriftelijke mededelingen worden besproken. De agendacommissie is in 2010 zes maal bijeen geweest en één maal is per e-mail de agenda voor de besturenvergadering vastgesteld. In het bestuursreglement zijn de taken en bevoegdheden van de agendacommissie van het bestuur nader omschreven. Auditcommissie In 2010 is de auditcommissie drie keer bijeen geweest, waarbij in aanwezigheid van de accountant en de directeur F&O overleg is gevoerd over onder andere de jaarrekeningen 2009, accountantsverslag 2009, halfjaarcijfers 2010, begrotingen 2011 en diverse projectadministraties. Over de inhoud en de resultaten van deze overleggen zijn in de bestuursvergaderingen door de penningmeester (= voorzitter auditcommissie) gerapporteerd. Sinds september 2010 heeft ook een bestuurslid namens het onderwijs zitting in de auditcommissie. De taken en bevoegdheden van de auditcommissie zijn in het bestuursreglement nader omschreven.
34
Frequentie bestuursvergadering en besproken onderwerpen In 2010 zijn negen bestuursvergaderingen gehouden. Deze hogere frequentie kwam doordat twee extra vergaderingen hebben plaatsgevonden om het rapport 'Gedeelde Ambities' te bespreken. In hoofdstuk 2.3.2 van dit directieverslag is reeds nader op de inhoud hiervan ingegaan.
In de bestuursvergaderingen zijn daarnaast diverse andere onderwerpen aan de orde geweest en heeft besluitvorming plaatsgevonden. Voorbeelden van behandelde onderwerpen zijn: kwalificatiedossiers, (financiële) kwartaalrapportages, jaarrekeningen 2009 van de drie Stichtingen Fundeon, beleidsplan 2011, sectorplannen 2011 opgesteld door de vier zogenaamde sectorplatforms (B&U, Infra, GA en Onderwijs), begrotingen 2011 van de drie Stichtingen Fundeon, driejarenplan leerling-bouwplaatsen 2010-2011-2012, relatiedag Fundeon, professionalisering leermeesters, onderwijsprijzen, erkenningsregeling en erkenningsaanvragen van opleidingsbedrijven. Belangrijke onderwerpen waren verder de evc-centra Bouw en Infra en het Loopbaantraject Bouw en Infra. Daarnaast is ook uitvoerig aandacht geschonken aan het zogenaamde aco-project (anti cyclisch opleiden) 'Bouw door, Leer verder', dat in opdracht van cao-partijen door Fundeon wordt uitgevoerd. Bestuursreglement en statuten Bij de besluitvorming over het rapport ‘Gedeelde Ambities’ is, naar aanleiding van een amendement van de onderwijsdelegatie, tevens besloten dat de besturen van Fundeon en Fundeon KBBI opdracht geven aan een onafhankelijk en gezaghebbend instituut op het vlak van Governance en specifiek de afbakening publiek – privaat om het rapport “Gedeelde Ambities” te toetsen aan de vigerende Colo Governance code en de “Gemeenschappelijke intentieverklaring” en in het bijzonder de scheiding tussen publiek en privaat. Deze opdracht is verstrekt aan het bureau Governance Support. In de besturenvergadering van september 2010 is de rapportage “Scheiding tussen publieke en private taken bij Fundeon” van Governance Support besproken en zijn door het bestuur de conclusies van de rapportage onderschreven en is de rapportage vastgesteld. Voorst is besloten dat nadere uitwerking van de aanbevelingen zou geschieden, enerzijds in een ‘administratieve’ uitwerking (directiereglement, verdeelsleutels etc.) en anderzijds in een ‘bestuurlijke’ uitwerking (inrichting bestuur, organisatie, statuten, etc.). Op verzoek van de directie is aanvullend door Governance Support ook nog nagegaan in hoeverre de aanbevelingen in hun rapport reeds in bestaande documenten zijn vertaald en wat er nog ontbreekt. Door Governance Support is hierop voorgesteld om in ieder geval het bestuursreglement te herzien, omdat onder andere op onderdelen consistentie ontbreekt, het op onderdelen niet meer aansluit bij de (vernieuwde) statuten uit 2010 en de (nieuwe) verhoudingen tussen de stichtingen om aanpassingen vragen. Het bestuur heeft vervolgens in de vergadering van november 2010 besloten de directie opdracht te geven een nieuw bestuurs- en directiereglement op te stellen, waarin de aanbevelingen van Governance Support zijn verwerkt. Inmiddels is in het voorjaar van 2011 een nieuw bestuurs- en directiereglement opgesteld en zijn tevens, als uitvloeisel hiervan, de statuten aangepast. Bestuurlijke besluitvorming hierover zal binnenkort plaatsvinden. Paritaire Adviescommissie De paritaire commissie is ingesteld door het bestuur van Fundeon op 26 september 2006. De zittingstermijn van leden eindigt na drie jaar, herbenoeming is twee maal mogelijk. De paritaire commissie heeft in 2010 negen keer vergaderd. In verband met aangescherpte eisen zijn in alle kwalificatiedossiers wijzigingen aangebracht: vakkennis en vaardigheden zijn herzien en de vanuit het
35
beroep vereiste niveaus voor rekenen en Nederlands zijn geformuleerd in termen van de referentieniveaus. Alle kwalificatiedossiers zijn dan ook opnieuw behandeld door de paritaire commissie, nadat ze in valideringsbijeenkomsten besproken en beoordeeld zijn door betrokken werkgevers, werknemers en scholen. De Vereniging voor Aannemers in de Sloop (VERAS) en de Stichting Vakopleiding Sloopbedrijf (SVS) hebben een verzoek ingediend om een kwalificatiedossier Sloper te ontwikkelen. Dit verzoek werd onderschreven door drie roc's. De paritaire commissie heeft geadviseerd dit dossier te ontwikkelen en het vervolgens ter advisering voor te leggen de commissie. In de loop van het jaar heeft de paritaire commissie, voor eigen beeldvorming, van gedachten gewisseld over criteria voor het samenvoegen of splitsen van kwalificaties. Daarnaast heeft de paritaire commissie zich gebogen over de ontwikkelingen rond NLQF, de Nederlandse koppeling tussen de kwalificatiestructuur en het Europese raamwerk voor kwalificaties EQF. Voor het onderhoud aan kwalificatiedossiers in 2011 heeft de paritaire commissie adviezen geformuleerd m.b.t. de kwalificatiedossiers Natuursteenbewerker en Betonstaalverwerker. De heer E. van Apeldoorn (lid namens MBO Raad) heeft aan het einde van het jaar zijn zetel in de paritaire commissie ter beschikking gesteld in verband met wijziging van werkzaamheden. Hij is inmiddels opgevolgd door de heer K. de Leest.
36
2.5
Toestand op balansdatum
Financieel De stand van het eigen vermogen per 31 december 2010 bedraagt € 64.000. Het balanstotaal per 31 december 2010 bedraagt € 2.529.000. Het resultaat over het boekjaar 2010 bedraagt € nihil. Kengetallen
2010
2009
Solvabiliteit Current ratio Liquiditeit Werkkapitaal
2,53% 1,03 0,07 84
2,01% 1,03 0,02 85
De financiële toestand van Stichting Fundeon KBBI is in 2010 ten opzichte van 2009 enigszins verbeterd. Vanwege een door OCW voorgeschreven wijziging is de voorziening voor ouderenverlofregelingen (BAPO) verplicht vervallen. Deze is middels een stelselwijziging volledig toegevoegd aan de reserves. De Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving schrijven voor dat ingeval van een stelselwijziging de vergelijkende cijfers worden aangepast. Dit betekent dat de toevoeging van de voorziening aan de reserves feitelijk in deze vergelijkende cijfers verwerkt is. De solvabiliteit wijzigt hierdoor van -25,05% (jaarrekening 2009) naar 2,01% (jaarrekening 2010: vergelijkende cijfers 2009). De garantstelling voor het negatief eigen vermogen, dat ontstaan is door de in 2008 gevormde voorzieningen inzake ouderenverlofregelingen en jubilea (verplichting uit hoofde van RJ660) kan door de gewijzigde regelgeving vervallen, daar het eigen vermogen weer positief is geworden. De liquiditeitspositie is in 2010 ten opzichte van 2009 nagenoeg gelijk gebleven. Ultimo 2010 was het saldo liquide middelen wel hoger dan ultimo 2009, wat resulteert in een hogere liquiditeit. Organisatorisch Op de balansdatum zijn er geen belangrijke organisatorische wijzigingen ten opzichte van hetgeen in het voorgaande is beschreven (punt 5 en 6). Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na de balansdatum voorgedaan die van invloed zijn op de financiële positie van Stichting Fundeon KBBI per 31 december 2010.
Treasuryverslag Algemeen Het treasurybeleid betreft het vermogens- en liquiditeitenbeheer en is gericht op de realisatie van de doelstellingen van de organisatie. Daarbij speelt de verantwoording over de bedrijfstakmiddelen een grote rol. De drie pijlers van dit beleid zijn: 1. Financieringsbeleid. Dit beleid is hierna opgenomen en is te onderscheiden in regels rond interne resp. externe geldstromen.
37
2. De bevoegdheden neergelegd in het treasurystatuut alsmede de procuratieregeling (separaat in het bestuur bekrachtigd) 3. Informatievoorziening. Middels de jaarrekening is reeds sprake van informatievoorziening. Vanuit het treasurybeleid wordt daar – jaarlijks aan het bestuur aan te bieden – financieringsinformatie aan toegevoegd. In 2009 is door het bestuur van Fundeon een treasurystatuut vastgesteld, waarin de kaders en de verantwoordelijkheid zijn voorgeschreven. Tijdens het boekjaar zijn de liquide middelen uitsluitend aangehouden op de rekening-courant van de huisbankier. Er zijn geen nieuwe leningen u/g verstrekt. Financieringsbeleid Het financieringsbeleid onderkent enerzijds de interne geldstromen binnen de juridische entiteiten en anderzijds de externe geldstromen. Externe geldstromen Voor externe geldstromen gelden de normen zoals die zijn vastgelegd in het treasurystatuut. Opgenomen gelden Kapitaalrekening O&O. Deze financiering van investeringen door het O&O-fonds wordt gebruikt binnen de daartoe door O&O gestelde kaders. Uitgezette gelden Beleggingen moeten immer hoofdsomgegarandeerd zijn. Tevens worden beleggingen met een looptijd langer dan één jaar eerst aangegaan nadat het dagelijks bestuur is ingelicht. Prijs-, krediet-, liquiditeits- en kasstroomrisico’s Fundeon tracht de risico’s uiteraard zoveel mogelijk af te dekken. Daar waar mogelijke prijsrisico’s bestaan wordt waar mogelijk gewerkt met langlopende overeenkomsten (bijvoorbeeld leasecontracten voor machines) of vastgestelde tarieven. Het kredietrisico wordt beperkt door het voeren van actief debiteurenbeheer, welke wordt uitgevoerd door Stichting Fundeon. Ten aanzien van het liquiditeits- en kasstroomrisico wordt geen actief beleid gevoerd daar de liquiditeitspositie daar vooralsnog geen aanleiding toe geeft.
38
2.6
Begroting 2011 Stichting Fundeon KBBI
Staat van Baten en Lasten (bedragen x € 1.000) LASTEN Kosten personeel Kosten reis- en verblijf Kosten huisvesting Kosten algemeen Kosten voorlichting Kosten leerstofontwikkeling Kosten projecten Kosten regio
Begroting 2011 3.094 367 428 292 0 25 572 0 4.778
Doorberekende kosten van: Stichting Fundeon Doorberekend aan: Stichting Fundeon Saldo doorberekeningen
4.265 -275 3.990
Totaal lasten
8.768
BATEN Subsidie O&O fonds vast Subsidie OCW Subsidie OCW Actieplan Jeugdwerkloosheid Diverse overige bijdragen
342 7.350 0 1.076
Totaal baten
8.768
EXPLOITATIERESULTAAT
0
39
Jaarrekening 2010 Stichting Fundeon Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bouw & Infra
Stichting Fundeon KBBI Statutair gevestigd te Harderwijk
40
Stichting Fundeon, kenniscentrum beroepsonderwijs bouw & infra Balans per 31 december (na resultaatbestemming)
(bedragen x € 1.000)
ACTIVA
2010
2009
VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen en overlopende activa - Vorderingen op verbonden partijen - Overige vorderingen en overlopende activa
Liquide middelen
1 2
3
2.226 121 2.347
182
2.529
2.933 176 3.109
73
3.182
PASSIVA
2010
EIGEN VERMOGEN - Algemene reserve - Bestemmingsreserve OCW
4
VOORZIENINGEN - Voorziening inzake ouderenverlofregeling - Voorziening inzake jubilea
6
KORTLOPENDE SCHULDEN - Crediteuren - Belastingen en premies sociale verzekeringen - Overige schulden en overlopende passiva
5
7
8 9 10
2009
-411 475 64
-411 475 64
0 20 20
0 21 21
41 513 1.891 2.445
4 421 2.672 3.097
2.529
3.182
41
Stichting Fundeon, kenniscentrum beroepsonderwijs bouw & infra Staat van baten en lasten
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2010 BATEN Subsidie O&O-fonds Subsidie OCW Overige baten
13 14 15
169 9.580 121
Totaal baten LASTEN Personele lasten Huisvestingslasten Overige bedrijfslasten
56 9.876 0 9.870
16 17 18
Totaal lasten
Realisatie 2009
Begroting 2010
7.489 1.169 1.213
121 9.981 5 9.932
8.465 1.349 118
10.107
7.576 1.417 1.120
9.871
9.932
10.113
-1
0
-6
1
0
6
Exploitatieresultaat
0
0
0
Resultaatbestemming Dotatie / onttrekking algemene reserve
0
0
0
Rentebaten
19
42
Stichting Fundeon, kenniscentrum beroepsonderwijs bouw & infra Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
2010
2009
Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatieresultaat Aanpassingen voor: - Mutatie voorzieningen Aanpassingen voor veranderingen in het werkkapitaal: - Afname vorderingen op verbonden partijen - Afname overige vorderingen en overlopende activa - Toename crediteuren - Toename belastingen en premies sociale verzekeringen - Toename schulden aan verbonden partijen - Afname overige schulden en overlopende passiva
6/7
1 2 8 9
10
-
-
-1
-72
707 55 37 92 -781
512 -54 -62 135 -500 -503 110
-472
Kasstroom uit operationele activiteiten
109
-544
Kaststroom uit investeringsactiviteiten
-
-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-
-
109
-544
182 73 109
73 617 -544
Mutatie geldmiddelen Controle: Liquide middelen per 31-12 Liquide middelen per 01-01
3 3
43
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Algemeen De stichting heeft de jaarrekening opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en Richtlijn 640 en RJ660, alsmede specifieke bepalingen in de Leidraad Administratieve Voorwaarden van het O&Ofonds.
Stelselwijziging Met ingang van 1 januari 2010 is Richtlijn 660 jaarverslaggeving onderwijs gewijzigd. Dit heeft tot gevolg dat ingevolg de toepasselijkheid van RJ 271 Personeelsbeloningen de vorming van een voorziening voor de toekomstige verplichtingen uit de ouderenverlofregeling niet langer is toegestaan. De voorziening inzake ouderenverlofregeling is gevormd per 1 januari 2008 en is destijds ineens ten laste van het eigen vermogen gebracht. De voorziening is per 31.12.2009 berekend op een bedrag van € 861.000 (afgerond). Dit bedrag is per 01.01.2010 ten gunste van de algemene reserve gebracht.
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Debiteuren Debiteuren worden gewaardeerd tegen nominale waarde, voor zover nodig rekening houdend met oninbaarheid. Overige activa en passiva De overige activa en passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Baten en lasten De baten en lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
44
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000) ACTIVA VLOTTENDE ACTIVA 1. Vorderingen op verbonden partijen Stichting Fundeon
2. Overige vorderingen en overlopende activa Vorderingen op personeel Bouwradius Training & Advies B.V. Stichting SOMA college Overige te vorderen posten
3. Liquide middelen ABN AMRO
2010
2009
2.226 2.226
2.933 2.933
10 0 0 111 121
13 27 9 127 176
182
73
PASSIVA EIGEN VERMOGEN
2010
2009
4. Algemene reserve Saldo per 1 januari Mutaties boekjaar Saldo per 31 december Bij: dotatie voorziening ouderenverlofregeling Saldo per 31 december na stelselwijziging
-411 0 -411 0 -411
-1272 0 -1272 861 -411
5. Bestemmingsreserve OCW Saldo per 1 januari Mutaties boekjaar
475 0
475 0
Saldo per 31 december
475
475
Stichting Fundeon, kenniscentrum beroepsonderwijs bouw & infra wordt op lumpsum basis gefinancieerd door het Ministerie van OCW. De bestemmingsreserve is bedoeld om significante wijzigingen in de financiering van OCW op te vangen. De bestemmingsreserve zal niet hoger zijn dan maximaal 50% van de jaarlijkse OCW financiering. RJ660 schrijft voor dat een toelichting op het eigen vermogen gegeven dient te worden conform Model D. Volgens dit model ziet het verloop van het eigen vermogen er als volgt uit:
45
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000) Stand per 31 december 2010
Model D. Stand per 1 januari 2010 2.1.1. Algemene reserve Algemene reserve 2.1.2. Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve 2.1.3. Bestemmingsreserve (privaat) Bestemmingsreserve 2.1.4. Bestemmingsfonds (publiek) Bestemmingsfonds OCW 2.1.5. Bestemmingsreserve (privaat) Bestemmingsreserve 2.1.6. Herwaarderingsreserve Herwaarderingsreserve 2.1.7. Andere wettelijke reserves Andere wettelijke reserves 2.1.8. Statutaire reserves Statutaire reserves
Overige mutaties
411-
-
-
411-
475
-
-
475
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
64
VOORZIENINGEN
Resultaat boekjaar
64
2010
6. Voorziening inzake ouderenverlofregeling Saldo per 1 januari Mutaties boekjaar Saldo per 31 december Af: onttrekking voorziening t.g.v. algemene reserve Saldo per 31 december na stelselwijziging
2009
0 0 0 0 0
932 -71 861 -861 0
7. Voorziening inzake jubilea Saldo per 1 januari
21
22
Mutaties boekjaar
-1
-1
Saldo per 31 december
20
21
KORTLOPENDE SCHULDEN 8. Crediteuren Conform subadministratie 9. Belastingen en premies Te betalen loonheffing Te betalen pensioenpremies
2010
2009
41
4
411 102 513
329 92 421
46
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000) 10. Overige schulden en overlopende passiva Geoormerkte subsidies OCW * Vooruitontvangen projectgelden Vooruitontvangen ESF subsidies Te betalen vakantiegeld en vakantiedagen Overige te betalen posten
648 706 0 484 53 1.891
1.006 931 33 674 28 2.672
* RJ660 schrijft voor dat een toelichting op de geoormerkte subsidies gegeven dient te worden conform Model G. Het verloop van de geoormerkte doelsubsidies ziet er als volgt uit: Model G. Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW
Omschrijving Stage-offensief COLO Regeling stagebox Totaal
Saldo 31 december 2009
Ontvangen in 2010
Lasten 2010
Investering 2010
Saldo 31 december 2010
191 815
703 575
-894 -742
0 0
0 648
1.006
1.278
-1.636
0
648
11. Leaseverplichtingen Er zijn geen niet uit de balans blijkende verplichtingen wegens lease aanwezig bij Stichting Fundeon KBBI per 31 december 2010.
12. Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen Omzetbelasting Stichting Fundeon KBBI vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting Fundeon. Beide stichtingen zijn hoofdelijk aansprakelijk inzake de omzetbelasting. Wachtgelden Bij gehele of gedeeltelijke werkloosheid kunnen (gewezen) werknemers aanspraak maken op een uitkering ingevolge de WW indien zij voldoen aan de bepalingen van de WW, alsmede kunnen zij aanspraak maken op een bovenwettelijke uitkering ingevolge de BWR-kenniscentra indien en voor zover zij voldoen aan de bepalingen van de BWR-kenniscentra. Voor verplichtingen die in het kader van de regelingen na 2004 zijn ontstaan, is Stichting Fundeon KBBI eigen risicodrager. De administratieve afwikkeling van de regeling is in handen van Loyalis, die de lasten periodiek in rekening brengt. De verplichting stopt wanneer de maximale duur is bereikt of zoveel eerder wanneer een (gewezen) werknemer het recht op WW verliest. Aangezien niet is vast te stellen hoe lang de uitkering zal duren bestaat grote onzekerheid over de totale omvang van de verplichtingen. Een voorziening voor de toekomstig uit te keren verplichtingen wordt derhalve niet gevormd. De werkelijk betaalde verplichtingen worden ieder jaar als periodelast ten laste van de exploitatie gebracht. De maximale omvang van de verplichting bedraagt ultimo 2010 ongeveer € 0,5 miljoen en heeft betrekking op zes (gewezen) werknemers. Overige Er zijn geen andere niet uit de balans blijkende verplichtingen aanwezig bij Stichting Fundeon KBBI per 31 december 2010.
47
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN PER 31 DECEMBER (bedragen x € 1.000)
BATEN 13. Subsidie O&O-fonds Organisatiesubsidie O&O-fonds 14. Subsidie OCW Reguliere subsidie Doelsubsidies
15. Overige baten Overige baten
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
169
56
121
7.872 1.708 9.580
7.872 2.004 9.876
8.637 1.344 9.981
121
0
5
4.728 463 1.035 7 673 175 0 408 7.489
5.431 593 958 0 940 186 0 357 8.465
4.806 541 503 52 732 209 -72 805 7.576
LASTEN 16. Personele lasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Inhuur derden Reis- en verblijfslasten Opleidingslasten Dotatie voorzieningen Overige personele lasten
Bij de stichting waren in 2010 gemiddeld 107 fte (2009: 110 fte) in vaste dienst. Ultimo 2010 waren 107 fte in vaste dienst (2009: 111)
Bestuurdersbeloning (getotaliseerd voor de 3 stichtingen) (in hele euro's)
De honorering van bestuurders was als volgt:
Vacatiegelden / reiskostenvergoeding leden Bestuur: Vacatiegelden / reiskostenvergoeding leden Raad van Advies: Directiebeloning (getotaliseerd voor de 3 stichtingen) De honorering van de directie was als volgt:
Salariskosten (inclusief pensioenlasten) directie:
Realisatie 2010 73.810 0
Realisatie 2009 77.745 19.665
Realisatie 2010
Realisatie 2009
343.755
410.566
48
17. Huisvestingslasten Huisvestingslasten
18. Overige bedrijfslasten Lasten kwaliteitsverbetering BPV Projectlasten Algemene lasten & voorlichtinglasten
19. Financieringsresultaat Rentebaten
1.169 1.169
1.349 1.349
1.417 1.417
0 1.241 -28 1.213
100 0 18 118
103 1.007 10 1.120
1
0
6
49
OVERIGE GEGEVENS (bedragen x € 1.000) STATUTAIRE BEPALINGEN INZAKE RESULTAATBESTEMMING In de statuten zijn geen specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de bestemming van het resultaat.
RESULTAATBESTEMMING Het exploitatieresultaat over het boekjaar is nihil.
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er zijn verder geen gebeurtenissen na balansdatum die hier nader toegelicht dienen te worden. BESTEDINGSDOELEN SUBSIDIE O&O-FONDS totaal
bijdragen
O&O
O&O
kosten
derden
organisatie-
bestedings
subsidie
doelen
Subsidie t.b.v.:
Organisatiekosten 2010
9.870
9.701
169
Totaal
9.870
9.701
169
B-1
50
51
52
Fundeon Fundeon is het kennis- en adviescentrum voor het opleiden en ontwikkelen van personeel in de bouw- en infrasector. Vanuit het centraal kantoor in Harderwijk en de drie regiokantoren werkt Fundeon aan vier kerntaken: › Afstemming onderwijs en bouwarbeidsmarkt › Promotie en bevordering instroom en behoud personeel › Advisering scholen, opleidings- en leerbedrijven en werknemers › Uitvoering subsidiebeleid
Zwolle Harderwijk
Woerden
C0179-201107
Helmond
CENTRAAL KANTOOR Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 499 E
[email protected]
REGIO ZUID Postbus 455 5700 AL Helmond T (0492) 507 107 E
[email protected]
REGIO NOORDOOST Postbus 30150 8003 CD Zwolle T (038) 426 83 68 E
[email protected]
REGIO WEST Korenmolenlaan 1G 3447 GG Woerden T (0348) 490 234 E
[email protected]
LOOPBAANTRAJECT BOUW & INFRA Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 378 E
[email protected]
EVC-CENTRA BOUW & INFRA Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 211 E
[email protected]
www.fundeon.nl