Jaarverslag
2010 Feiten cijfers en
Jaarverslag Tilburg University 2010 Feiten & cijfers Stichting Katholieke Universiteit Brabant Warandelaan 2 5037 AB Tilburg 1
in-
houdsopgave 6 8 10 10 10 11 11 13
15 24
24 25 25 25 26
2
Verslag van het Stichtingsbestuur Voorwoord van het College van Bestuur 1 Organisatie 1.1 Organogram 1.2 Stichtingsbestuur 1.3 College van Bestuur 1.4 Risicobeheersing 1.5 Financiën
2 Bestuursagenda 2010 3 Ranking Tilburg University 3.1 Onderwijs 3.2 Onderzoek 3.2.1 Internationale rankings 3.2.2 Tilburg University Economics Ranking 3.3 Ranking TIASNIMBAS
3
27 27 27 27 28 29 30 31 32 32 33 34 35 36
36 37 38 38 40 40 41 42 43 43 43
45 45 46 50 54
59 59 63 67
4
4 Onderzoeksinstituten 4.1 Overzicht Onderzoekscentra 4.1.1 Babylon 4.1.2 CentERdata 4.1.3 Centrum voor Patristisch Onderzoek 4.1.4 CIR - Center for Innovation Research 4.1.5 CoRPS - Center of Research on Psychology in Somatic diseases 4.1.6 EBC - European Banking Center 4.1.7 ERISS - European Research Institute in Service Science 4.1.8 EVS - European Values Study 4.1.9 ILRS - Instituut voor Liturgische en Rituele Studies 4.1.10 INTERVICT - International Victimology Institute Tilburg 4.1.11 Netspar - Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement 4.1.12 R eflecT - Research Institute on Flexicurity Labour Market Dynamics and Social Cohesion at Tilburg University 4.1.13 Thomas Instituut 4.1.14 Tiber - Tilburg Institute for Behavioral Economics Research 4.1.15 TiCC - Tilburg center for Cognition and Communication 4.1.16 TILEC - Tilburg Law and Economics Center 4.1.17 TiLPS - Tilburg centre for Logic and Philosophy of Science 4.1.18 TILT - Tilburg Institute for Law, Technology, and Society 4.1.19 Tranzo - Wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn 4.1.20 TSC - Tilburg Sustainability Center 4.2 Gelieerde instituten 4.2.1 IVA 4.2.2 IVO
5 Onderzoek 5.1 Visitaties en kwaliteitszorg 5.2 Cijfermateriaal 5.3 Onderzoekssubsidies 5.4 Stichting Bijzondere Leerstoelen
6 Onderwijs 6.1 Accreditatie 6.2 Ontwikkelingen in onderwijs 6.3 Post experience onderwijs
71 71 72 76 77 83 83 84 85
92 92 94 96 98
99 99 100 102 104 106 106 107 107 108
109 109 110 113 116 119 143 145
147 149
7 Studenten 7.1 Voorlichtingsactiviteiten en toelating 7.2 Centraal klachten loket 7.3 Studentdecanen 7.4 Kengetallen 7.5 Center for knowledge transfer (CKT) 7.5.1 Inleiding 7.5.2 Samenwerking 7.5.3 Ontwikkelingen kernactiviteiten
8 Internationalisering 8.1 International Office 8.2 Uitgaande en inkomende studentenmobiliteit 8.3 Internationale sturdentenwerving 8.4 RISE
9 Personeel 9.1 Algemeen 9.2 Onderverdeling naar functies en geslacht 9.3 Tijdelijk personeel 9.4 Ontwikkeling leeftijdsopbouw 9.5 Voltijd en deeltijd personeel 9.6 Salarisschalen 9.7 Ontwikkeling ziekteverzuim < 1 jaar (in percentages) 9.8 Instroom en uitstroom 9.9 KCS en uitzendbureaus
10 Jaarrekening 2010 10.1 Kengetallen 10.2 Algemene toelichting 10.3 Waarderingsgrondslagen activa en passiva 10.4 Grondslagen voor bepaling exploitatiesaldo 10.5 Jaarrekening 10.6 Letter of representation 10.7 Accountantsverklaring
Bijlage 1 Lijst van afkortingen Bijlage 2 Nevenfuncties Stichtingsbestuur en College van Bestuur 5
Verslag van het Stichtingsbestuur Het Stichtingsbestuur vervult aan de universiteit twee hoofdtaken. Het bestuur oefent de wettelijke taken en bevoegdheden uit van een raad van toezicht bij openbare universiteiten. Daarnaast heeft het bestuur een speciale verantwoordelijkheid voor de bewaking van de bijzondere signatuur van de instelling. Voor de uitoefening van die taken en bevoegdheden onderhouden de leden van het Stichtingsbestuur nauwe banden met de universiteit, onder meer tot uitdrukking komend in een veelvuldig aantal contacten met het College van Bestuur en het bijwonen van academische zittingen en belangrijke evenementen.
De vicevoorzitter van het Stichtingsbestuur neemt deel aan de landelijke bijeenkomsten van de voorzitters van de Raden van Toezicht van de universiteiten. Tilburg, 21 maart 2011 Ruud Lubbers Voorzitter Stichtingsbestuur
In 2010 vergaderde het Stichtingsbestuur vijf keer in aanwezigheid van het College van Bestuur. Afhankelijk van de aard van het onderwerp adviseert het Stichtingsbestuur het College van Bestuur, neemt besluiten of verleent goedkeuring aan Collegebesluiten. Onderwerpen van bespreking tijdens de reguliere vergaderingen zijn strategische beleidsthema’s, de daaruit voortvloeiende financiële consequenties en het toezicht op de realisatie daarvan, evenals de relatie met de kerk en relevante wet- en regelgeving. Belangrijke onderwerpen die in 2010 in het Stichtingsbestuur zijn besproken betreffen de katholieke identiteit van de universiteit, de ontwikkelingen in het rijksbeleid en de financiële gevolgen daarvan, de plannen voor intensivering van het onderwijs en de wijziging van de Wet Versterking Besturing. Het Stichtingsbestuur heeft uitgebreid met het College van Bestuur overleg gevoerd over de politieke ontwikkelingen in de sector Hoger Onderwijs en de positionering van Tilburg University daarbinnen. Het Stichtingsbestuur staat achter de plannen van het College om een verdere profilering van de Tilburg University na te streven en intern de verhouding wetenschappelijke versus ondersteunende organisatieonderdelen opnieuw te herzien. In het kader van de relatie met de kerk heeft het Stichtingsbestuur overleg gevoerd met de bisschoppen medio 2010. Onderwerp van gesprek was een nadere uitwerking van de identiteit van Tilburg University. Kern van de identiteit is de emancipatiegedachte van Cobbenhagen, de relatie daarvan met de katholieke sociale leer en de voortdurende exploratie van identiteit in een universitaire gemeenschap. De identiteit zoals besproken is geïllustreerd aan de hand van concrete onderwijs- en onderzoeksactiviteiten aan Tilburg University. Het Stichtingsbestuur heeft in aanwezigheid van de accountant de jaarrekening 2010 besproken en geconstateerd dat de financiële huishouding van de universiteit goed op orde is. Het Stichtingsbestuur heeft daarbij gewezen op het belang van investeren, ombuigen en bezuinigen waar nodig om de te verwachten financiële veranderingen in het hoger onderwijs het hoofd te kunnen bieden. Er heeft tweemaal overleg plaatsgevonden met een vertegenwoordiging van de medezeggenschap. Belangrijke onderwerpen van bespreking tijdens dat overleg waren het Strategisch Plan, het Taken Middelen Plan (de universitaire ‘Voorjaarsnota’), de wijzigingen in de WHW, de begroting en de plannen voor intensivering van het onderwijs. De teneur van die besprekingen was positief. In 2010 heeft het Stichtingsbestuur na een zittingstermijn van acht jaar afscheid genomen van de heer drs. H. Borstlap. Het Stichtingsbestuur heeft de heer W.I.I. van Beek, lid van de Tweede Kamer, verwelkomd als nieuw lid. 6
7
Voorwoord van het College van Bestuur In het jaarverslag legt het College van Bestuur verantwoording af over het handelen van de universiteit. In dit jaarverslag vindt u de feiten en cijfers op het gebied van onderwijs, wetenschap en maatschappelijke dienstverlening.
Het is een van de ambities om ook de uitgaande mobiliteit te stimuleren. In 2010 heeft de universiteit het bestaande beleid daarvoor voortgezet.
Valorisatie: Social Innovation Ambities In 2010 is het nieuwe Strategisch Plan 2010 – 2013 van start gegaan. Dit plan plaatst de ambities voor deze periode in een maatschappelijke context die zich kenmerkt door een toenemende concurrentie binnen het hoger onderwijs en een groeiend belang van de (internationale) kenniseconomie. Veel aandacht gaat uit naar het onderwijs, opdat Tilburg University zich hierin als kwaliteitsinstelling verder profileert. De lijn van stimulering van toponderzoek wordt voortgezet, evenals de versterking van de aandacht voor maatschappelijke relevantie van de onderzoeksresultaten. Belangrijke ambitie is het profiel van Tilburg University in nationale en internationale context te versterken.
Bestuursagenda 2010 In haar bestuursagenda legt Tilburg University jaarlijks vast op welke wijze zij in het betreffende jaar uitvoering geeft aan het vigerende Strategisch Plan. Belangrijke onderwerpen in de Bestuursagenda 2010 waren verhoging van de kwaliteit van het onderwijs, ontwikkeling van Centers of Excellence, valorisatie, verhoging van het aandeel vrouwen in hogere functies, topsportbeleid, lancering van een nieuwe website en herverdeling van de taken van centrale diensten. Over de Bestuursagenda 2010 wordt verderop in dit verslag integraal gerapporteerd.
Intensivering van het onderwijs Tilburg University hecht er groot belang aan de onderwijskwaliteit verder te verhogen. De rendementen van de studieprestaties moeten omhoog, het percentage studie-uitval omlaag. Tilburg University zet zich in om het studiesucces, met name in de bachelorfase, te vergroten door de onderwijskwaliteit te verhogen. Bovendien krijgt excellentie in het onderwijs ruime aandacht. In 2010 heeft de universiteit geïnvesteerd in facultaire onderwijsplannen om deze intensivering te kunnen concretiseren. Bovendien is gestart met een heroriëntatie op de excellentieprogramma’s om meer differentiatie binnen het onderwijsaanbod mogelijk te maken.
Toponderzoek in internationaal verband Om in de nationale en internationale competitie voorop te kunnen lopen, wil het College van Bestuur enkele multidisciplinaire centra laten doorontwikkelen tot Centers of Excellence; internationale topinstituten met een bewezen excellente onderzoekskwaliteit van internationale faam. In 2010 is een eerste aanvraag voor een Center of Excellence gedaan. Onder leiding van een vooraanstaande commissie heeft eind 2010 de evaluatie plaatsgevonden. In 2011 wordt de bestuurlijke besluitvorming over dit onderwerp verwacht.
Internationale studenten Het aandeel internationale studenten aan Tilburg University steeg in 2010 opnieuw. Tilburg University is zeer verheugd over de groeiende internationale belangstelling. De verdere internationalisering van de campus heeft dan ook veel aandacht gekregen met als een van de resultaten de Engelstalige benaming van de universiteit, de faculteiten en de dienstonderdelen. 8
Met de slogan Understanding Society ziet Tilburg University het als haar taak een wetenschappelijke bijdrage te leveren aan de maatschappij. Als een van de key spelers in de regionale samenwerking Mid-point Brabant heeft de universiteit in 2010 gewerkt aan de contouren van een topinstituut Social Innovation. Door middel van multidisciplinair onderzoek en in nauwe samenwerking met overheid en bedrijfsleven wordt innovatie bevorderd op belangrijke maatschappelijke thema’s. In 2011 zal dit topinstituut worden gerealiseerd. Tilburg University heeft afgelopen jaar ook haar positie in Brainport, een samenwerkingsverband in de regio Zuidoost Brabant van internationaal bedrijfsleven en instellingen voor hoger onderwijs, versterkt. Het thema Social Innovation maakt deel uit van het strategisch plan van Brainport. Tevens zijn binnen de Brainportregio samenwerkingsmogelijkheden verkend met de TU/e en de Universiteit Maastricht.
Organisatie Een doorlichting van de financiële kolom heeft in 2010 geleid tot aanbevelingen op het vlak van de organisatie van de P&C - functie, de invulling van de strategische functie binnen de universiteit en de vaststelling van relevante stuurinformatie. De aanbevelingen hebben geleid tot projectvoorstellen die in 2011 zullen worden gerealiseerd. In 2010 is verder gewerkt aan een visietraject en een herstructurering van de diensten teneinde een verhoging van de kwaliteit van de dienstverlening te bewerkstelligen. Tevens wordt daarmee een verhoging van effectiviteit en efficiëntie nagestreefd en herbezinning op de interne verhouding tussen wetenschappelijke en ondersteunende organisatieonderdelen.
Financiën In het tot voor kort geldende Bama-bekostigingsmodel heeft Tilburg University door haar relatief zeer goede prestaties in de afgelopen jaren regelmatig forse begrotingsoverschotten gekend. Daarbij was het perspectief dat er in de jaren vanaf 2010 – 2011 een daling in de bekostiging zou optreden, dat met die overschotten zou kunnen worden gedicht. Wij voorzagen dan ook in 2010, 2011 en 2012 mogelijk forse tekortjaren. De verwachting was dat daarna inkomsten en uitgaven weer in evenwicht zouden komen. Door de forse Rijksbezuinigingen, die een aantal verschillende elementen kennen en die min of meer toevallig allemaal bij onze universiteit landen, is het financiële perspectief echter belangrijk gewijzigd. Om inkomsten en uitgaven weer in overeenstemming te brengen zijn daarom fikse bezuinigingen nodig. Bij het schrijven van het jaarverslag is binnen de instelling een begin met die bezuinigingen gemaakt. Het gaat daarbij om een zeer ingrijpende bezuiniging die ongeveer 15 procent van onze eerste geldstroom beslaat. Hieraan zal in 2011 en in de jaren die volgen nadere invulling worden gegeven. Hein van Oorschot, Voorzitter College van Bestuur 9
1 Organisatie 1.1 Organogram
Op 31 december 2010 was het Stichtingsbestuur als volgt samengesteld: Voorzitter: - Prof. drs. R.F.M. Lubbers
Board of Governors University Council
Doctorate Board
Executive Board
University Labor & Representation Board
Secretary General
Tilburg School of Economics and Management
University Office
Tilburg Law School
Office of Economic and Administrative Affairs
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences
Library and IT Services
Tilburg School of Humanities
Student Services
Tilburg School of Theology
Facility Services
TiasNimbas Business School
De onderzoeksinstituten verbonden aan Tilburg University zijn onderdeel van een of meerdere schools.
1.2 Stichtingsbestuur Tilburg University is een zogenaamde ‘bijzondere universiteit’. Anders dan de openbare universiteiten ressorteert Tilburg University onder een privaatrechtelijke stichting. Het Stichtingsbestuur bewaakt de doelstellingen van de stichting, waaronder de open katholieke identiteit. Ook benoemt het Stichtingsbestuur de leden van het College van Bestuur. Het Stichtingsbestuur oefent tevens de taken en bevoegdheden uit die de wet toekent aan de Raden van Toezicht bij openbare universiteiten. 10
Leden: - Mevr. Drs. R.I. Doerga RA (Directeur interne auditdienst APG Groep NV) - Mevr. Dr. A. Esmeijer (Directeur-bestuurder Prins Bernhard Cultuurfonds) - Drs. M.A.M. Leers (voormalig voorzitter Raad van Bestuur CZ Zorgverzekeringen) - Ir. B.W.M. Koeckhoven (Manager Achmea/Directeur NV Hagelunie) - De heer W.I.I. van Beek (lid Tweede Kamer) - Ing. J.P.C.M. van Zijl (Voorzitter MBO-raad) De commissie Remuneratie / Benoemingen van het stichtingsbestuur bestond op 31 december 2010 uit: - Prof. drs. R.F.M. Lubbers, voorzitter - Drs. M.A.M. Leers, plaatsvervangend voorzitter - Ing. J.P.C.M. van Zijl, plaatsvervangend lid Het Stichtingsbestuur wordt ondersteund door het hoofd Strategy & Policy / adjunct-secretaris van de universiteit, mevrouw dr. E.M.R. van der Heijden. Een overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de leden van het Stichtingsbestuur is opgenomen in bijlage 2.
1.3 College van Bestuur Het College van Bestuur (CvB) vormt het dagelijkse bestuur van de universiteit. Het is belast met alle bestuurlijke aangelegenheden en met het beheer van de universiteit. Het College van Bestuur is onder meer belast met het doelmatig beheer van financiën, de zorg voor het personeelsbeheer en het zorg dragen voor de veiligheid, de gezondheid en de overige arbeidsomstandigheden. Het College van Bestuur is verantwoording verschuldigd aan het Stichtingsbestuur. Per 31 december 2010 bestond het College van Bestuur uit twee personen: - Mr. H.M.C.M. van Oorschot, voorzitter - Prof.dr. Ph. Eijlander, rector magnificus Het College van Bestuur wordt ondersteund door de algemeen directeur / secretaris van de universiteit, de heer drs. H.A.R.R. Dekkers. Een overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de leden van het College van Bestuur is opgenomen in bijlage 2.
1.4 Risicobeheersing Management Control is gericht op het waarborgen van de realisatie van strategische beleidsdoelstellingen. Voor Tilburg University bestaat deze interne beheersing uit het stellen van strategische kaders en uit reglementen en procedures die gericht zijn op het identificeren, analyseren en beheersen van risico’s. Belangrijke risico’s zijn de ontwikkeling van de Rijksbijdrage, het niet bereiken van doelen uit het Strategisch Plan en de lange termijn huisvestingsrisico’s. 11
De belangrijkste instrumenten voor de interne beheersing binnen Tilburg University zijn (niet limitatief): • Het Strategisch Plan 2010 – 2013, waarin de strategische doelen voor de komende jaren zijn geformuleerd en dat als uitgangspunt dient voor de jaarlijkse bestuursagenda van de universiteit. • Het Bestuurs- en Beheersreglement waarin de bevoegdheden van de beheersfunctionarissen, aangesteld door het College van Bestuur, zijn geregeld. • De mandaatregeling waarin de bevoegdheden per faculteit en overige beheerseenheden zijn vastgelegd. • De financiële planning- en controlcyclus die bestaat uit het Taken Middelen Plan waarin meerjarige kaders worden gesteld en uit de decentrale meerjarenbegrotingen van faculteiten, diensten en gelieerde instituten die worden goedgekeurd door het College van Bestuur en als basis dienen voor de begroting van Tilburg University die wordt goedgekeurd door het Stichtingsbestuur. • Financiële managementrapportages die de beheerseenheden minimaal viermaandelijks indienen bij het College van Bestuur en waarin wordt gerapporteerd over de realisatie ten opzichte van de begroting, de verwachtingen voor de rest van het jaar en mogelijke risico’s en de beheersing daarvan. • Periodieke toetsing van de ontwikkeling van de financiële reserves (concern niveau en beheerseenheden) ten opzichte van de gestelde normen. • Cashflowprognoses die worden afgegeven door de treasurer. • De stuurkaarten onderwijs, onderzoek en personeel waarin prestatie-indicatoren zijn opgenomen afgeleid uit het Strategisch Plan. • Periodieke bilaterale overleggen tussen het College van Bestuur en de faculteiten waarin onder andere de targets en de realisatie van de prestatie-indicatoren op het gebied van onderwijs, onderzoek en personeel worden besproken. • Code of Conduct. Tilburg University heeft duidelijke waarden voor gedrag benoemd voor het werken en studeren bij de universiteit, deze waarden zijn: integriteit, respect, deskundigheid en betrokkenheid. • De Regeling Nevenwerkzaamheden. • Een door het College van Bestuur vastgesteld Treasury Statuut dat voldoet aan de Regeling Beleggen en Belenen. • De Letter of Representation. • De aanwezigheid van de afdeling Internal Audit. Review vindt plaats door de externe accountant die vervolgens een verklaring afgeeft bij de jaarrekening. • Periodieke doorlichtingen van de kolommen van de ondersteunende dienstverlening. • Personeelsenquête.
Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. Verder is Tilburg University van mening dat de huidige beheersstructuur en -mechanismen op dit moment toereikend zijn en voldoende waarborgen bieden om risico’s waaraan wij onderhevig zijn vroegtijdig te onderkennen en – indien mogelijk – te beheersen. Wij zijn ons er van bewust dat het systeem – mede in het licht van toekomstige ontwikkelingen – niet definitief af is en zijn van daaruit op zoek naar verdere doorontwikkeling en verbetering.
1.5 Financiën Begroting 2011
Baten
Rijksbijdrage OCW Correctie inkomensoverdrachten Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal van de baten
Lasten
Personele lasten Overige lasten Totaal van de lasten
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten
Financiële baten Financiële lasten
De rollen van het College van Bestuur en het Stichtingsbestuur op het gebied van interne beheersing voldeden in het verslagjaar aan de wettelijke kaders zoals deze zijn opgenomen in de Wet op het Hoger
Exploitatiesaldo
2.325 1.878
-12.410 Buitengewone baten Buitengewone lasten
Resultaat uit buitengewone bedrijfsvoering Aandeel derden -/-
151.266 58.297 209.563
447
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Buitengewone bedrijfsvoering
105.165 -4.795 21.600 57.585 17.151 196.706
-12.857
Saldo financiële baten en lasten
Het bewustzijn bestaat dat geen enkel systeem van interne beheersing volledige garantie geeft op het in zijn geheel behalen van gestelde strategische doelen en het voorkomen van fouten. Genoemde instrumenten van interne beheersing worden regelmatig getoetst en geëvalueerd. In 2010 is een concerncontroller aangesteld om verdere inhoud te geven aan onder andere risicomanagement en heeft de doorlichting plaatsgevonden van de financiële kolom. Ontwikkelpunt uit deze doorlichting betreft het verder versterken van de koppeling tussen strategie en financiën.
12
Begroting 2011 Geconsolideerd
(bedragen x € 1.000)
0 0 0 0 -12.410 13
2 Bestuursagenda 2010 Vergelijking met balansposten 2010
Bestuursagenda 2010
Het totale vermogen is met bijna m€ 11 toegenomen tot ruim m€ 274 per ultimo 2010. Het exploitatietekort (-m€ 6) is in mindering gebracht op het eigen vermogen. De toename van de langlopende schulden met m€ 13 hangt samen met een nieuwe lening ter financiering van een aantal huisvestingsprojecten. Door deze projecten is ook de waarde van de materiële vaste activa gestegen. De kortlopende schulden zijn door vooruitontvangen termijnen onderhanden werk met m€ 4 gestegen.
Met de vaststelling van het Strategisch Plan 2010 – 2013 zijn de hoofdonderwerpen van instellingsbeleid voor de periode 2010 – 2013 vastgesteld en is de richting aangegeven waarin deze worden uitgewerkt. Deze bestuursagenda geeft de uitwerking daarvan voor het begrotingsjaar 2010. Dit is het eerste jaar onder het Strategisch Plan 2010 – 2013. Tevens zijn in deze agenda die onderwerpen opgenomen die eerder zijn gepland, maar nog niet gerealiseerd in 2009.
Analyse kasstromen Per ultimo 2010 bedraagt de stand van de liquide middelen ruim m€ 106. Dit is een lichte groei ten opzichte van vorig jaar. Het saldo van inkomende en uitgaande kasstromen uit operationele activiteiten was in 2010 ruim m€ 9 positief. Er is voor een bedrag van m€ 20 geïnvesteerd in materiële vaste activa en financiële vaste activa. Voor de investering in materiële vaste activa is een nieuwe lening aangetrokken van m€ 15. Gesaldeerd met de aflossingen heeft dit een positieve kasstroom uit financieringsactiviteiten opgeleverd van m€ 13.
Bij een aantal onderwerpen wordt onder ‘middelen’ ‘Pro Memorie (PM)’ gemeld. Dit is een consequentie van de aard van de betreffende projecten: het gaat in de meeste gevallen om beleidsvoorbereiding die ten laste komt van de lopende exploitatie en die resulteert in een werkplan met begroting. De voor de uitvoering van het te ontwikkelen beleid benodigde middelen zijn met andere woorden meestal aan het eind van het beleidsvoorbereidende traject bekend. Onder ‘actie’ is aangegeven welk Collegelid het betreffende onderwerp in portefeuille heeft. Tevens is aangegeven welk organisatieonderdeel binnen de diensten in eerste instantie verantwoordelijk is voor het project in kwestie. Deze verantwoordelijkheid houdt tevens in dat het betreffende organisatieonderdeel verantwoordelijk is voor afstemming en coördinatie met andere organisatieonderdelen. Voor de uitvoering van de prioriteiten Strategisch Plan voor 2010 ten laste van het FBI is een bedrag van k€ 451 toegekend en staat k€ 1.549 gereserveerd. 1. Onderwijs Waardering van onderwijs Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Bevorderen van waardering voor onderwijs. Het betreft enerzijds het bevorderen van excellentie van docenten (basis- en seniorkwalificatie), anderzijds het belonen van onderwijskwaliteit. Resultaat: In 2010 zijn een coördinator en trainer Basiskwalificatie Onderwijs aangesteld. De eerste trainingen zijn gegeven aan beginnende docenten met een zeer goed resultaat. Ook zijn de facultaire onderdelen van dit docentprofessionaliseringstraject van start gegaan. Middelen: Regulier Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, Human Resources Tijdschema: 2010 e.v. Kwaliteit van onderwijs Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Verhogen van kwaliteit van onderwijs, bijtrekken van het onderwijsbeen door het treffen van maatregelen op het terrein van studievoortgang, studiebegeleiding en onderwijsprocessen, waaronder verhoging van de BSA-norm en pilots met intakegesprekken, en diverse deelprojecten op het gebied van activerend leren
14
15
Resultaat: In 2010 zijn diverse maatregelen genomen om de kwaliteit van het onderwijs te versterken. De verhoging van de BSA-norm naar 42 ECTS is een feit. Faculteiten hebben plannen ingediend om het onderwijs te kunnen intensiveren. Deze plannen zijn door het College geaccordeerd en van een startsubsidie voorzien. Bij twee faculteiten hebben pilots met intakegesprekken plaatsgevonden. De conclusies hiervan zijn begin 2011 bekend. Er zijn diverse initiatieven op het gebied van activerend leren genomen, waaronder het gebruik van stemkastjes tijdens colleges, het gebruik van weblectures en vormen van peer review. Middelen: FBI, regulier Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, faculteiten, Library and IT Services Tijdschema: 2010 e.v.
BaMa-structuur in internationale context Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Aanscherpen van BaMa-structuur in een internationale context Resultaat: Van het Ministerie van OCW hebben de Nederlandse universiteiten middelen gekregen ter stimulering van joint degrees. Deze middelen worden verspreid over de periode 2009-2013 toegekend. Tilburg University zal deze middelen gebruiken om een tweetal stimuleringsprogramma’s op te zetten: een programma dient ter stimulering van joint bachelor- en masterprogramma’s; het andere programma is bedoeld voor de stimulering van joint PhD programma’s. De uitwerking van beide stimuleringsplannen staat gepland voor 2011. Middelen: FBI, regulier Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, International Office, faculteiten Tijdschema: 2010 e.v. Actualiseren van onderwijs Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Actualisering van het onderwijsaanbod Resultaat: In 2010 is voor enkele masteropleidingen een macrodoelmatigheidstoets aangevraagd. Ook is met enkele opleidingen gestopt die niet kostendekkend waren, dan wel niet meer pasten in de nieuwe strategie van een faculteit. Om de relaties met het beroepenveld te versterken zijn er enkele initiatieven genomen op het terrein van stages voor studenten. Ook is de profilering van enkele bacheloropleidingen aangescherpt zodat de diversiteit onder de uitstroomprofielen kon worden vergroot. Het gaat hier met name om bacheloropleidingen van de Tilburg School for Humanities. Middelen: FBI, regulier Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, faculteiten Tijdschema: 2010 e.v.
16
ICT in het onderwijs Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Bevorderen van ICT in het onderwijs/Onderwijsinnovatie Resultaat: Via enkele initiatieven op het gebied van Blended Learning en door deelname in het landelijke OASE-project dat het gebruik van weblectures in het Hoger Onderwijs stimuleert wordt het gebruik van ICT in het onderwijs bevorderd. Door middel van ICTonderwijsbijeenkomsten wordt gestreefd naar optimale kennisdeling op het gebied van onderwijsinnovatie. Middelen: FBI (k€ 250), regulier Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, Library and IT Services Tijdschema: 2010 e.v. Organisatie onderwijsondersteuning Aanleiding / Kader: Strategisch plan 2010-2013 Doel /omschrijving: Projecten op het gebied van kwaliteitsverbetering en kwaliteitszorg vragen om gekwalificeerd ondersteunend personeel. Resultaat: De bundeling van onderwijsondersteuning op centraal niveau is verkend. Helder is dat door samenvoeging van kennis op het gebied van ICT in het Onderwijs, docentprofessionalisering en toetsexpertise, de voor onderwijsinnovatie noodzakelijke professionalisering kan worden gestimuleerd. Vooralsnog is gekozen voor een herplaatsing van enkele medewerkers. In 2011 zal in nauwe samenwerking met de faculteiten een optimale bundeling van onderwijsondersteuning worden vastgesteld en gerealiseerd. Middelen: PM Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy Tijdschema: Start in 2010 Diversiteitsbeleid Aanleiding / Kader: Strategisch Plan 2006-2009 en 2010-2013 Doel /omschrijving: Tilburg University wil bevorderen dat het aantal allochtone studenten toeneemt, de uitval vermindert en hun studieresultaten verbeteren door middel van het uitvoeren van projecten die leiden tot: • bevordering van sociale verbanden en voorzieningen van/voor allochtone studenten. • voorlichting gericht op de doelgroep en hun ouders. Resultaat: In 2010 zijn enkele initiatieven ontplooid om de allochtone student zich beter thuis te laten voelen op de universiteit. Specifiek is ingezet op een betere voorlichting voor deze studenten door enkele middelbare scholen te bezoeken. Ook is er een zeer succesvolle bijeenkomst georganiseerd ter gelegenheid van het Suikerfeest. Middelen: FBI (reservering is reeds gemaakt) Actie: Voorzitter, Strategy & Policy i.s.m. Student Services en Communications & Marketing Tijdschema: 2010 e.v. 17
2. Onderzoek Ontwikkeling Centers of Excellence Aanleiding / Kader: Strategisch plan 2010-2013 Doel /omschrijving: Om in de nationale en internationale competitie mee te kunnen doen zal Tilburg University de mogelijkheid scheppen om een aantal van onze multidisciplinaire onderzoekscentra door te laten ontwikkelen tot een universitair Center of Excellence. Resultaat: In 2010 is de eerste aanvraag voor een Center of Excellence gedaan door het instituut Intervict. Onder leiding van een vooraanstaande commissie hebben een evaluatie en site visit plaatsgevonden. In 2011 worden de conclusies van de commissie verwacht. Middelen: PM Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy Tijdschema: Start in 2010 Valorisatie Aanleiding / kader: Strategisch plan 2010-2013 Doel /omschrijving: Versterken van de impact van onderzoek. Versterking van verankering van Tilburg University in de regionale en nationale kennisinfrastructuur. Resultaat: In 2011 heeft de universiteit haar regionale positie versterkt binnen het kader van Midpoint Brabant. De contouren voor een topinstituut Social Innovation zijn ontworpen. Door multidisciplinair onderzoek en in nauwe samenwerking met overheid en het bedrijfsleven geeft de universiteit vorm aan innovatie op belangrijke maatschappelijke thema’s. In 2011 zal dit profiel van Social Innovation verder worden verdiept. Middelen: Regulier Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy Tijdschema: 2010 3. Personeel Internationale (top)medewerkers Kader: Strategisch plan 2010-2013, 11-puntenplan Human Resources 2009-2013 Doel: Aanpassing van onze werving, selectie en arbeidsvoorwaarden om effectief op de internationale onderzoeksmarkt te kunnen opereren. Resultaat: Werving en selectieprocessen zijn gedigitaliseerd, wat het solliciteren voor internationale medewerkers vergemakkelijkt. Samen met de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences is een draaiboek ontwikkeld voor de facilitering van internationale medewerkers tijdens werving- en selectieprocedures en de settling-in fase. Samen met VSNU wordt uitgezocht of er mogelijkheden zijn, en zo ja welke, om de arbeidsvoorwaarden meer af te stemmen op de behoeften van internationale kenniswerkers. Middelen: Regulier Actie: Voorzitter, Human Resources Tijdschema: 2010
18
Sturen op prestaties en talent Kader: Strategisch plan 2010-2013, 11-puntenplan Human Resources 2009-2013, P-enquête 2009 Doel: Sturing op talent, prestaties en competenties ter bevordering van de kwaliteit van werk. Resultaat: Binnen Tilburg University is commitment voor de noodzaak van prestatie- en ontwikkelingsgericht sturen. In 2010 zijn daarvoor de nodige instrumenten ontwikkeld. Leidinggevenden zullen in 2011 ondersteund worden bij de implementatie van dit nieuwe beleid. Een faculteit en een dienst hebben zich beschikbaar gesteld om als pilot te fungeren bij het invoeren van bewust belonen. Dit zal in 2013 worden geëvalueerd. Middelen: Regulier, PM Actie: Voorzitter, Human Resources Tijdschema: 2010-2011
Aandeel vrouwen in hogere functies (WP en OBP) Kader: Strategisch plan 2010-2013, 11-puntenplan Human Resources 2009-2013 Doel: Minimaal 15 procent van de hoogleraren binnen Tilburg University is in 2013 vrouw en vergroting van aandeel vrouwen in top van OBP-functies. In het kader van het Charter ‘Talent naar de Top’ evalueren en precieze targets formuleren. Resultaat: Tilburg University heeft haar doelstellingen voor 2010 gerealiseerd, zowel wat betreft het aantal vrouwen in hogere wetenschappelijke functies als voor het aantal vrouwen in hogere OBP functies. Middelen: Regulier, PM Actie: Voorzitter, Human Resources Tijdschema: 2010 e.v. 4. Organisatie International Campus fase 2 Kader: Strategisch plan 2010-2013 Doel: Verbetering en optimalisering van dienstverlening aan internationale studenten en medewerkers. Resultaat: In de tweede fase van het programma ‘Towards an International Campus’ is integratie een van de hoofdthema’s. In 2010 is de voorbereiding gestart voor de opzet van een geïntegreerde introductie voor alle nieuwe (internationale) studenten vanaf 2011. In het kader van het thema taal hebben sinds de start van het programma in 2007 meer dan 1200 medewerkers en 500 studenten aan de English Language Assessment deelgenomen om op basis daarvan het gebruik van het Engels te verbeteren. In 2010 heeft een recordaantal van 470 internationale studenten en medewerkers een cursus Nederlands gevolgd. Middels het derde thema, bevordering van de interculturele competentie, is in 2010 door 380 studenten een workshop gevolgd. 19
Middelen: Actie: Tijdschema:
FBI (nog geen reservering) naar schatting k€ 200 (matched funding) Rector Magnificus, International Office Start van deelprojecten vanaf 2010 met verschillende doorlooptijd.
Evaluatie Tilburg School of Theology Aanleiding / Kader: Afspraak met Nederlandse Bisschoppenconferentie, Tilburg School of Theology en Tilburg University. Doel: Bij het tot stand komen van de Tilburg School of Theology is afgesproken dat het convenant dat in verband daarmee tussen de Nederlandse Bisschoppenconferentie, de Tilburg School of Theology en Tilburg University is gesloten na drie jaar geëvalueerd zou worden. Deze evaluatie is voorzien voor 2011. Resultaat: Evaluatie Middelen: Regulier Actie: Voorzitter, Strategy & Policy Tijdschema: 2011 Topsportbeleid Kader: Strategisch Plan 2010-2013, Strategisch plan Student Services 2010-2013 Doel: Tilburg University aantrekkelijker maken voor studenten die hun studie willen combineren met topsport. Bijkomend effect kan zijn een grotere bekendheid van Tilburg als studentenstad en Tilburg University in het bijzonder Resultaat: In het najaar is de nota Topsport aanvaard. Hierin zijn twee kernsporten benoemd (hockey en roeien), die door een aantal gerichte maatregelen worden ondersteund en ontwikkeld. Verder is het de bedoeling de universiteit aantrekkelijker te maken voor studenten die hun studie willen combineren met topsport. Bijkomend effect kan zijn een grotere bekendheid van Tilburg als studentenstad en de universiteit in het bijzonder. Middelen: FBI. In 2009 zijn de financiële verplichtingen die voortvloeien uit de samenwerkingsovereenkomst met TMHC (Tilburg Mixed Hockey Club) nog via de exploitatie uit de reserves van Student Services gefinancierd. Actie: Voorzitter, Student Services Tijdschema: Voorjaar 2010 Herverdeling taken centrale diensten Aanleiding / Kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel: Voor het kwaliteitsniveau van de ondersteunende diensten wordt een 4 uit 5 nagestreefd. De structuur van de ondersteuning dient aan te sluiten bij deze ambitie. In het Strategisch Plan is reeds aangegeven dat er aanleiding bestaat om de taakverdeling tussen de verschillende centrale diensten te bezien. Met name het takenpakket van General Services is de laatste jaren sterk uitgebreid, met vooral uitvoerende werkzaamheden. Om tegemoet te komen aan de ambities, is de tijd rijp om ook te gaan kijken naar de structuur van de organisatie. 20
Resultaat: Organisatieplan Middelen: PM Actie: Voorzitter, Secretaris Universiteit Tijdschema: 2010 5. ICT Toekomst kantoorautomatisering Aanleiding / Kader: Beleids- en Organisatieplan Library and IT Services 2007-2010, vast te stellen ICT architectuurplan voor de gehele instelling Doel: Eind 2007 / begin 2008 is een concept van een nieuwe werkplek gepresenteerd. Deze nieuwe werkplek maakt gebruik van diverse Microsoft producten. In de laatste helft van 2008 is begonnen met de technische inrichting van deze omgeving ter voorbereiding op de uitrol. De invoering vindt in 2010 plaats. Resultaat In 2010 is de technische basisinfrastructuur voor ‘de nieuwe werkplek’ gerealiseerd. Het eerste, voor gebruikers zichtbare, resultaat was de introductie van een applicatie waardoor met usernaam en wachtwoord gebruik gemaakt kan worden van talloze applicaties. Eind 2010 zijn de eerste gebruikers overgezet naar de nieuwe mail/calendar/ to-do/contacts omgeving en is de procedure uitgewerkt zodat de eerste helft van 2011 alle medewerkers kunnen migreren. Middelen: Binnen het Subcompartiment ICT zijn middelen voor dit project ter beschikking gesteld. Actie Voorzitter, Library and IT Services Tijdschema: Start uitrol eind 2009 Nieuw bibliotheeksysteem Aanleiding / Kader: Advies SIA van 13 maart 2007 Doel: In 2008 / 2009 wordt de nieuwe search engine in het project ‘Beter zoeken en vinden van wetenschappelijke informatie‘ geïmplementeerd. Volgende stappen in het bij de tijd brengen van onze bibliotheeksystemen zijn de keuze van een nieuw lokaal bibliotheeksysteem voor het beheren van onze boekencollectie en de selectie van een systeem voor het beheren van de elektronische licenties. De laatste selectie zal gedaan worden samen met de UKB, de samenwerking van de universiteitsbibliotheken in Nederland. Resultaat: GetIT, de nieuwe zoekmachine voor wetenschappelijke informatie, is geïntroduceerd, waarmee via een zoekopdracht in diverse databases gezocht kan worden. Met GetIT is het mogelijk geworden om te zoeken middels facetten. Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar mogelijke opvolgers van het lokale bibliotheeksysteem. De definitieve keuze zal in 2011 worden gemaakt. Middelen: Kosten voor het selectieproces k€ 10. Aanschaf van een lokaal systeem plus bijdrage Tilburg University aan het door de UKB te kiezen systeem voor elektronische licenties: PM (reservering ICT-fonds in totaal k€ 250) Actie: Voorzitter, Library and IT Services Tijdschema: Selectieproces in 2010, start implementatie in 2011. 21
6. Communicatie en Marketing Internationale marketing Kader: Strategisch plan 2010-2013 en uitkomst projectgroep internationale marketing communicatie Doel: Verhoging van de instroom uit het buitenland, verbetering van de kwaliteit van de instroom uit het buitenland, verbetering van de onderlinge werkverdeling van faculteiten en diensten op dit terrein. Resultaat: De ontwikkeling van internationale marketing ligt op schema. Najaar 2010 is de eerste versie van de internationale website, primair gericht op studiezoekers, live gegaan. Ook wordt volop geëxperimenteerd met de toepassing van social media. De mobiele internationale wervingssite is in voorbereiding, net als de universiteitsbrede marketingstrategie. De focus op doellanden en verbetering van organisatie en samenwerking maken daar deel van uit. Middelen: FBI, regulier Actie: Rector Magnificus, International Office, Communications & Marketing Tijdschema: Vanaf 2010 tot eind van het project in 2012/2013. 7. Huisvesting Huisvesting Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Aanleiding / Kader: Lange termijn huisvestingsplan Doel: Nieuwbouw realiseren ten behoeve van Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Resultaat: Het programma van eisen is eind 2010 in concept afgerond. De economische situatie en intensivering onderwijs zijn aanleiding om het concept programma van eisen nog een keer te screenen in 2011. Er zijn verkennende gesprekken gevoerd met de gemeente. Het parkeren vraagt, zowel tijdens de bouwtijd als in de definitieve situatie, extra aandacht. Middelen: Planvorming ten laste van reguliere middelen; uiteindelijk subcompartiment Huisvesting Actie: Voorzitter, Facility Services Tijdschema: 2010 e.v.
Actie: Tijdsschema:
Voorzitter, Student Services in samenwerking met studenten 2010
Duurzaamheidsplan. Aanleiding / Kader: Maatschappelijke en interne ontwikkelingen (incl. aankondiging in de Universiteitsraad) Doel: Inventarisatie van bestaande activiteiten en bestaand beleid op het gebied van duurzaamheid en op basis daarvan komen tot een vernieuwing, aanvulling en meer geïntegreerde aanpak. Resultaat: In 2010 is een beleidsnotitie duurzaamheid vastgesteld door het College van Bestuur welke de basis vormt voor de verdere uitwerking van duurzaamheidsprojecten. Het eerste project; keuze van ‘Greencalc’ als duurzaamheidsmeetlat is bepaald. Tevens zijn enkele energiebesparende projecten in opdracht gegeven, waaronder energiebesparende besturing van liften, adiabatische koeling en led-verlichting. Middelen: Regulier Actie: Voorzitter, Facility Services Tijdschema: 2010 8. Facilitaire voorzieningen Aanbesteding cateringvoorzieningen Aanleiding / Kader: Afloop contract Albron, klanttevredenheidsonderzoek Doel: Realiseren van een nieuw cateringconcept met meer variatie en betere prijs/kwaliteitsverhouding Resultaat: In 2010 zijn overeenkomsten gesloten met drie leveranciers en met een vierde wordt nog onderhandeld. Er zijn verschillende cateringconcepten gerealiseerd met een gevarieerd aanbod aan cateringvoorzieningen in het Restaurant en gebouw Prisma. Weer een ander concept zal vanaf de opening in gebouw Academia begin 2011 operationeel zijn. Middelen: Reguliere middelen en subcompartiment huisvesting voor de bouwkundige aanpassingen. Actie: Voorzitter, Facility Services Tijdschema: 2010
Studentencentrum Binnenstad Aanleiding/kader: Studiereis van studenten naar Leuven, College van Bestuur en gemeentebestuur Doel: Om Tilburg Studentenstad een extra impuls te geven, te onderzoeken of het vestigen van een Studentencentrum in de binnenstad haalbaar is. In dit centrum kunnen een mensa, een studentencafé, studentenwerkplekken en vergaderruimten worden opgenomen. Resultaat: In 2010 is ingeschreven op de openbare verkoop door de gemeente van ‘het Duvelhok’. Tilburg University is hier als winnende partij uitgekomen. De uitwerkingen van het contract zijn nog in onderhandeling. Middelen: Regulier 22
23
3 Ranking Tilburg University 3.1 Onderwijs
3.2 Onderzoek
Elsevier 2010 Tilburg University is voor het vierde achtereenvolgende jaar uitgeroepen tot beste specialistische universiteit in het jaarlijks onderzoek van het weekblad Elsevier. Tilburg scoort volgens het oordeel van hoogleraren en docenten met vijf opleidingen als beste van Nederland: Economie, Econometrie en Operationele Research, Accountancy, Fiscaal Recht en Rechtsgeleerdheid . De tweede plaats in hun categorie scoorden de Tilburgse opleidingen Business Studies en Sociologie. Studenten vinden de opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen een eerste plaats waard.
3.2.1 Internationale rankings Social Science Research Network In de lijst van de ‘Top Economics Departments & Research Centers’ van het Social Science Research Network (SSRN) staat Tilburg University wereldwijd op de eerste plaats. De Tilburg School of Economics and Management laat hiermee een aantal klassieke topuniversiteiten als Harvard achter zich.
Bijna 2.500 hoogleraren en hoofddocenten van universiteiten en zestigduizend studenten deden mee aan het jaarlijkse onderzoek van Elsevier, dat voor de zestiende keer werd gehouden. Dertien universiteiten werden onder de loep genomen en onderverdeeld in drie groepen: brede, specialistische en technische universiteiten. De hoogleraren en hoofddocenten beoordeelden de kwaliteit van de docenten en hun wetenschappelijke werk en ook het programma van de bachelor- en masteropleidingen. De studenten legden de opleidingen langs de lat volgens de volgende criteria: de faciliteiten, het programma, de kwaliteit van het onderwijs en van de docenten, de manier van toetsen en de interne organisatie en communicatie. Ook werd gekeken naar de kansen voor afgestudeerden op de arbeidsmarkt. WO-monitor 2009 In het najaar van 2009 heeft de tweejaarlijkse meting voor de WO monitor plaatsgevonden onder masteralumni van Tilburg University. De resultaten van dit onderzoek zijn in 2010 gerapporteerd. De WOmonitor geeft inzicht in de ervaren kwaliteit van het onderwijs, de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en de huidige positie van de alumni op de arbeidsmarkt. Tilburg University scoort goede rapportcijfers als het gaat om de inhoudsdeskundigheid en de onderzoekservaring van de docenten. Minder tevreden zijn de respondenten over de voorbereiding op de actuele beroepspraktijk. Hier scoort Tilburg University lager dan landelijk gemiddeld. Van de onderzochte alumni heeft 88 procent betaald werk. Daarvan werkt 57 procent op een functie waarvoor minimaal WO-niveau is vereist. Gemiddeld verdienen alumni van Tilburg University twee jaar na het afstuderen een bedrag van 2.619 euro bruto per maand. Dit is 28 euro meer dan het landelijk gemiddelde. Keuzegids Masters 2010 Op 15 februari 2010 verscheen de Keuzegids Masters, met beoordelingen van masteropleidingen van Nederlandse WO- en HBO-instellingen. Van Tilburg University zijn in totaal 21 masters beoordeeld. Twee masters van de faculteit Rechtswetenschappen kwamen als beste uit de bus in de categorie WO Internationaal en Europees Recht: International Business Law en International and European Public Law. Volgens de gids staan deze masters bovenaan “met applaus voor de inhoud en samenhang van de programma’s, die ook goed haalbaar zijn in de gestelde tijd.”
24
Op de tiende plaats in dezelfde ranking staat onderzoeksinstituut TILEC, het Tilburg Law and Economics Center. In de SSRN-ranking voor de ‘Top International Law Schools’ scoort de Tilburg Law School als beste buiten de Verenigde Staten. In de wereldwijde ranking staat Tilburg Law School op een veertiende positie. Academic Ranking of World Universities Op de lijst van de beste universiteiten ter wereld binnen de Social Sciences van de Academic Ranking of World Universities heeft Tilburg University een positie bij de beste honderd gehaald. Binnen Europa staat Tilburg op de dertiende plaats. In het veld van Economics and Business doet de universiteit het zelfs nog wat beter: hier wordt een plek bij de beste 77 van de wereld gehaald en de twaalfde plaats binnen Europa. University of Dallas Ranking De Tilburg School of Economics and Management heeft net als vorig jaar de derde positie in de University of Dallas Ranking van Europese Business Schools behaald. Wereldwijd staat men op een 44e plaats, en is daarmee de hoogst genoteerde Nederlandse universiteit. Arizona State University Finance Ranking In de Arizona State University Finance Ranking van universiteiten op het gebied van finance, staat Tilburg University op de 66e plaats. Van alle Europese universiteiten neemt Tilburg een vierde positie in. Times Higher Education World University Rankings In de THE ranking van ‘Top Arts and Humanities Universities’ staat Tilburg University op de 48e plaats. Binnen Europa staat Tilburg op de zeventiende positie. 3.2.2 Tilburg University Economics Ranking De Tilburg School of Economics and Management heeft in 2009 haar eigen onderzoeksranking gepubliceerd. Deze ranking geeft een overzicht van de honderd beste onderzoeksscholen in de economie ter wereld. De lijst wordt aangevoerd door Harvard University. Tilburg staat zelf op de 23e positie in deze ranking en neemt de derde positie wat betreft Europese universiteiten in.
25
4 Onderzoeksinstituten 3.3 Ranking TiasNimbas Financial Times: Worldwide Full time MBA 2010, januari 2010: positie 89 wereldwijd, 24 in Europa. Custom Programmes 2010, mei 2010: positie 47 wereldwijd, 26 in Europa, 2 in Benelux. Open enrolment Programmes 2010, mei 2010: positie 59 wereldwijd, 23 in Europa. Masters in Management 2010, september 2010: positie 55 wereldwijd, 50 in Europa. International Executive MBA 2010, november 2010: positie 21 wereldwijd, 11 in Europa, 1 in Benelux. European Business Schools 2010, december 2010: positie 24 in Europa.
4.1 Overzicht onderzoekscentra 4.1.1 Babylon Babylon is in 2002 opgericht door de Tilburg School of Humanities en de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences als het multidisciplinaire en interfacultaire centrum voor onderzoek naar de multiculturele samenleving. Babylon is in 2010 uitgegroeid tot de coördinatiepoot van een groot internationaal consortium over taal en superdiversiteit, waaraan onderzoekers en centra deelnemen uit Duitsland, Groot-Brittannië, Denemarken, Finland, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Australië. Dit consortium is tevens een Max Planck Research Group geworden, geassocieerd met het Max Planck Institute for the Study of Ethnic and Religious Diversity in Göttingen, Duitsland. Met dit consortium is een vijfjarig werkplan ontwikkeld, met daarin een hele reeks projectaanvragen op diverse schaalniveaus en minstens twee internationale congressen. De intensiteit van uitwisseling, contact, onderzoek en publicaties is daardoor in een hogere versnelling geschakeld en Babylon speelt nu een rol op het allerhoogste internationale niveau. 4.1.2 CentERdata CentERdata is een non-profit instituut voor online dataverzameling en toegepast economisch en methodologisch onderzoek. Het instituut werkt voornamelijk voor wetenschappelijke organisaties, ministeries en overheidsinstellingen. Er wordt nauw samengewerkt met de faculteiten en andere instituten van Tilburg University, zodat een meerwaarde op het gebied van gegevensverzameling, theorievorming, methoden van onderzoek en interpretatie van onderzoeksresultaten ontstaat. Het in 2006 gestarte MESS (Measurement and Experimentation in the Social Sciences) project is in 2010 door een externe commissie tussentijds geëvalueerd. De commissie stelde met tevredenheid vast dat de kern van het project, het zogenaamde LISS panel, functioneert zoals werd beoogd en bekend is bij onderzoekers in binnen- en buitenland. Naar het oordeel van de commissie verloopt het project goed en verdere inzet ervan wordt aangemoedigd. Een aanvullende subsidie van k€ 750 werd toegekend. Ook het CentERpanel werd in 2010 veelvuldig ingezet voor tal van vragenlijsten en experimenten. Van het langstlopende onderzoek, de DNB Household Survey, werd in 2010 de 18e golf afgenomen. In het verlengde van de genoemde panels is CentERdata samen met de vakgroep Klinische Gezondheidspsychologie van de School of Social and Behavioral Sciences aan Tilburg University en het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) te Eindhoven in 2009 gestart met het opzetten van een vergelijkbare infrastructuur voor een studie naar het welbevinden van (ex-)kankerpatiënten. In 2010 is de infrastructuur opgeleverd en zijn de eerste data verzameld. Samen met het departement Econometrie & Operations Research werd een e-learning omgeving ontwikkeld voor het Wiskunde D project. Op internationaal terrein werden projecten uitgevoerd in het kader van het Europese SHARE project (Survey of Health, Ageing, and Retirement in Europe) en het IMPACT project (Impact Measurement and Performance Analysis of CSR) in opdracht van het National Centre for Social Research in Londen.
26
27
Het zwaartepunt van CentERdata’s toegepast economisch onderzoek lag in 2010 op het vlak van arbeidsmarktonderzoek. Het betreft onder meer arbeidsmarktramingen voor het Ministerie van OCW en een tweetal onderzoeken voor het Ministerie van SZW: één onderzoek naar aanleiding van het experiment bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders in de Wet Werk en Bijstand (WWB) en één onderzoek met betrekking tot de evaluatie van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ).
Prof. Paul van Geest gaf gastcolleges aan het Centre for Early Christian studies, Hebrew University, Jerusalem, Leuven, het Institutum Patristicum Augustinianum, Rome (6 mei) en in het Patristic Seminar van Oxford University (14-16 juni). In de maanden november- december was hij visiting professor aan de Theologische faculteit van de universiteit van Malta. Hij gaf er college in de research master en enkele masterclasses. In aanwezigheid van de president van Malta sprak hij de nationale Annual St. Augustine Lecture uit in het groot auditorium van de universiteit.
4.1.3 Centrum voor Patristisch Onderzoek Aan het Centrum voor Patristisch Onderzoek (CPO) van Tilburg University en de Vrije Universiteit Amsterdam werken 25 theologen, filologen en godsdienstwetenschappers van verschillende levensbeschouwelijke achtergronden samen aan om wetenschappelijk onderzoek te doen naar de vroege kerk in haar culturele en historische context. Ook het Leids Instituut voor Godsdienstwetenschap participeert in dit onderzoek.
In het jaar 2010 verschenen van de hand van medewerkers van het CPO vier wetenschappelijke monografieën in internationale reeksen (Brill: Leiden; Peeters: Leuven), vijf proceedings van eerder mede door het CPO georganiseerde congressen (Amsterdam, Leiden Rome), eveneens in internationale reeksen (Studia Ephemerides Augustiniana: Rome; Brill: Leiden; Peeters: Leuven). Verder werden er een dissertatie en twee oraties gepubliceerd. Ten slotte zijn er ook monografieën en zelfstandige publicaties verschenen voor een breder publiek.
Op 12 maart 2010 aanvaardde prof.dr. B. Koet aan Tilburg University zijn leeropdracht met het uitspreken van zijn oratie getiteld: Dromen tussen Jeruzalem en Rome. Over droomverhalen van Hieronymus en Monica. Prof. Koet bekleedt de aan het CPO gerelateerde leerstoel Vroegchristelijke exegese van de Schrift. De oratie werd voorafgegaan door een interdisciplinaire studiedag over de functie van dromen in theologische en filosofische werken. Aan deze studiedag namen 150 mensen deel; de oratie werd door meer dan 250 mensen bezocht. Op 9 april 2010 werd de First Dutch Annual Lecture in Patristics gehouden. In de Tinbergenzaal van de KNAW sprak prof.dr. h.c. Christoph Markschies, patristicus en rector magnificus van de Humboldt-Universität te Berlijn, een rede uit getiteld: ‘Does It Make Sense to Speak about a ‘Hellenization of Christianity’ in Antiquity?’ Deze lecture werd door meer dan 100 mensen bezocht. Hieraan voorafgaand vond onder leiding van Prof. Markschies een masterclass plaats voor de 8 promovendi, die hun onderzoek doen bij de directeur van het CPO. In het jaar 2009-2010 verzorgde Revd. Professor Andrew Louth FBA als gasthoogleraar aan de VU University Amsterdam verschillende lectures en was verbonden aan het CPO. Op 26 november promoveerde dr. Daniel Napier aan de VU University bij prof.dr. P. van Geest. Zijn proefschrift is getiteld: From the Circular Soul to the Cracked Self: A Genetic Historiography of Augustine’s Anthropology from Cassiciacum to the Confessiones. Napier blijft verbonden aan het CPO als senior research fellow. Dr. Emiliano Fiori, via het ERC project van dr. Hagit Amirav verbonden aan het CPO, heeft de John Templeton Award for Theological Promise gekregen, verbonden aan de Universiteit van Heidelberg. De prijs is ook verbonden met de Amerikaanse stichting die de jaarlijkse Templeton Prize uitreikt. In 2010 werden in het kader van expert meetings een aantal onderzoekers uit het buitenland uitgenodigd om aan het CPO de volgende lezingen te houden: Dr. Gavin Kelly (Edinburgh); Prof.dr. Craig Morrison (Biblicum, Rome); Jaesung Dr. Cha (Korea); Dr. Amerigo Miranda (Augustinianum, Rome): The definition of ‘spiritual man’ in the works of Chrysostom. 28
4.1.4 CIR - Center for Innovation Research Onderzoekers van CIR bestuderen de effecten die business en corporate strategie, organisatorische processen en het leervermogen van organisaties hebben op innovatie. 2010 was het derde jaar in het bestaan van CIR. In deze periode heeft het management team van CIR zich gericht op het verder uitbouwen van de activiteiten van het center. CIR heeft in 2010 drie PhD’s en een Postdoc aangesteld. Een van de Postdocs die al bij CIR in dienst was heeft een NWO Veni grant (k€ 250) ontvangen. Verder ontving CIR Fellow Bart Nooteboom, als eerste Nederlander ooit, de Schumpeter Prijs voor zijn boek A Cognitive Theory of the Firm; Learning, Governance and Dynamic Capabilities. Een belangrijke gebeurtenis was voorts het eerste grote CIR congres, dat van 10 tot 12 juni plaatsvond in Oisterwijk onder de titel ‘Innovation at the Intersection of Strategy, Organization and Learning’. In totaal 54 papers werden in parallelsessies gepresenteerd en drie plenaire sessies werden verzorgd door CIR Fellow Bart Nooteboom en door Andrew van de Ven (University of Minnesota) en Will Mitchell (Duke University). Het congres vond plaats in conferentieoord en hotel De Rosep en leidde tot veel enthousiaste reacties van de deelnemers. In 2012 zal het tweede CIR congres plaatsvinden. Ook in 2010 is er weer een aantal nieuwe onderzoeksprojecten opgestart. Een van deze projecten, ‘Adaptive aspirations in the German magazine industry from 1972 to 2009’, richt zich op het verband tussen aspiratieniveaus in strategieën en de prestaties en overlevingskansen van ondernemingen. Dit project wordt uitgevoerd door CIR Postdoc Daniela Blettner en CIR Fellow Zilin He. Een tweede NWO-project wordt uitgevoerd door CIR Postdoc Joris Knoben en heeft als titel ‘What do they know? Information inaccuracy in interorganizational networks’. Dit onderzoekproject kijkt kritisch naar de aanname dat partijen in een netwerk dat netwerk ook inderdaad kennen. De vraag zal centraal staan onder welke condities partijen in een netwerk meer of minder kennis van dat netwerk hebben, en wat de consequenties hiervan zijn. Een derde nieuw project dat gestart is in 2010 is ‘Interfirm Collaboration and Radical Innovation’. Veelal wordt aangenomen dat radical innovaties vooral voortgebracht worden door nieuwkomers in een bedrijfstak. Dit project echter onderzoekt de rol van gevestigde bedrijven bij de totstandkoming van radicale innovaties. 29
Het project wordt uitgevoerd door CIR promovendus Stefan Keijl, in samenwerking met CIR Fellows Geert Duijsters en Victor Gilsing en Postdoc Joris Knoben. Een CIR-PhD project dat is gestart in 2010 is: ‘Bridging Cognitive Distance in teams’ van Nicoleta Meslec, begeleid door Petre Curseu, Marius T.H. Meeus en Bart Nooteboom. Het project bouwt voort op het boekproject van Nooteboom en eerder werk van Curseu en Meeus. Drie verwante onderzoeksmodellen over Cognitieve Afstand (Nooteboom), Cognitieve Complexiteit (Curseu) en Interactief leren (Meeus) zullen worden gebruikt om deze vraag te modelleren. In laboratorium experimenten wordt getest: (a) Welke mate van cognitieve afstand bevordert het uitvoeren van hoog complexe taken, zodanig dat de beste innovatieresultaten kunnen worden behaald? (b) Hoe beïnvloedt de kwaliteit van de interactie in een team het effect van cognitieve afstand op innovatie en leren in een team? en (c) In welke mate modereert de veranderlijkheid in teamsamenstelling het verband tussen cognitieve afstand tussen teamleden en daarmee het leren en innoveren in teams? Een experimentele studie ‘Partner selection: network based versus node based selection’ van Jing Han (CIR fellow) in samenwerking met Curseu en Meeus is uitgevoerd in najaar 2010. De vraag is daar in hoeverre de aard van beschikbare informatie over potentiële partners (past peformance van de partners, netwerkpositie van de partners, gelijkenis van de partners), respectievelijk de precisie van de kennis over de netwerksamenstelling partnerkeuze in innovatienetwerken beïnvloedt. In het afgelopen jaar is het aantal publicaties op eenzelfde niveau gebleven als in het vorige jaar, maar er is een verschuiving opgetreden van boeken en hoofdstukken in boeken naar tijdschriftartikelen, en wel met name in de zeer goede toptijdschriften waarop de publicatiestrategie van CIR zich richt. CIR heeft in 2010 voor de eerste keer een Research Master cursus over innovatie gegeven, in samenwerking met de Università Commerciale Luigi Bocconi. Middels een videolink konden studenten vanuit Milaan en Tilburg gezamenlijk colleges bijwonen en over de collegestof discussiëren. De cursus zal ook in 2011 aangeboden worden. Verder heeft CIR in 2010 een rijke serie van seminars aangeboden. Acht gerenommeerde sprekers hebben het Center bezocht, waaronder Anita McGahan (University of Toronto), Melissa Schilling (New York University), Scott Shane (Case Western Reserve University), Georg von Krogh (ETH Zürich), and Oded Shenkar (Ohio State University). 4.1.5 CoRPS - Center of Research on Psychology in Somatic diseases Het onderzoek van CoRPS bevindt zich op het snijvlak van de medische en gedragswetenschappen. Bij het onderzoek zijn psychologen van het departement Medische en Neuropsychologie betrokken, onderzoekers van het departement Methoden en Technieken van Onderzoek, alsook artsen, medisch specialisten en psychologen vanuit de klinische praktijk. Het onderzoek richt zich op patiënten met (chronische) lichamelijke aandoeningen, zoals cardiovasculaire aandoeningen, diabetes en depressie, oncologische en neuropsychologische aandoeningen. 30
De onderzoeksvraagstellingen betreffen (psychologische) risicofactoren bij het ontstaan, het beloop en de behandeling van deze ziekten, de kwaliteit van leven van patiënten en behandelingsmethoden. Verder zijn de onderzoekers van CoRPS geïnteresseerd in de (biologische) mechanismen, die het verband tussen somatische ziekten en psychologische factoren kunnen verklaren. CoRPS is op 1 januari 2008 van start gegaan met een subsidie van het College van Bestuur, de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences, het St. Elisabeth ziekenhuis en het TweeSteden ziekenhuis te Tilburg. In de loop van 2008 zijn het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) en de huisartsenorganisatie PoZOB tot het samenwerkingsverband toegetreden. Deze instellingen leveren ook een financiële bijdrage aan CoRPS. De staf van CoRPS werd in 2010 uitgebreid met een hoogleraar Biobehavioral Processes in Health and Disease (dr. Willem Johan Kop), twee universitair docenten en een postdoc. In 2010 werden er negen nieuwe promovendi aangesteld deels gefinancierd uit verworven subsidies. In 2010 organiseerde CoRPS diverse symposia, zoals een symposium over implanteerbare defibrillatoren en een symposium over het medisch wetenschappelijk onderzoek dat verricht wordt bij het St. Elisabeth Ziekenhuis. In 2010 is de unieke, tweejarige opleiding Medische Psychologie door de NVAO geheraccrediteerd tot ten met augustus 2016. In 2010 hebben twee onderzoekers van CoRPS, dr. Floortje Mols en dr. Kim Smolderen, de prestigieuze Veni-subsidie toegekend gekregen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De subsidie van k€ 250 is bedoeld om gedurende een periode van drie jaar onderzoek te doen. CoRPS onderzoekers waren in 2010 verder zeer succesvol bij het binnenhalen van subsidies van o.a. het Diabetesfonds, ZonMW, KWF Kankerbestrijding en de Danish Heart Foundation. 4.1.6 EBC - European Banking Center Het European Banking Center in Tilburg richt zich sinds 2008 op bancair onderzoek door samenwerkingsverbanden binnen en buiten Tilburg University te ondersteunen. Met een drietal thematische peilers gericht op 1. Central Banking, Financial Regulation and Supervision, 2. Banking and Corporate Finance en 3. International Banking and Finance kadert het EBC haar onderzoeksactiviteiten. De missie van het EBC is het creëren van een omgeving waarin door academische samenwerking met financiële instituten excellent multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek ontstaat. Daarnaast ondersteunen de aangesloten wetenschappers bijdragen tot het internationale, Europese en nationale overheidsbeleid en stimuleren zij met regelmaat het publieke debat hierover. Aan het EBC zijn zowel wetenschappers vanuit de disciplines Algemene Economie als Financiering van de Tilburg School of Economics and Management verbonden. Ook zijn er interdisciplinaire contacten met de Tilburg Law School. Mede door deze en een variëteit aan extramurale samenwerkingverbanden met 31
topwetenschappers van gerenommeerde universiteiten is het EBC in staat hoogstaand onderzoek te initiëren. Het EBC organiseert conferenties en symposia - in 2010 organiseerde het EBC onder meer de tweede Financial Stability Conference. Daarnaast zijn er nauwe samenwerkingsverbanden met instituten waaronder het Centre for Economic Policy Research, het Center for Financial Studies en het International Monetary Fund. 4.1.7 ERISS - European Research Institute in Service Science ERISS voert innovatief en interdisciplinair onderzoek op het gebied van services uit. Initieel is de focus gericht op service value networks. Meer algemeen richt het instituut zich op de volgende zaken: • Een leidende rol in het ontwikkelen van standaarden en onderzoek; • Het promoten van het vakgebied en kennis en vaardigheden vergroten; • Het verhogen van de bekendheid van service onderzoek door innovatieve onderzoeksprojecten. ERISS heeft in 2010 haar projectportfolio verder uitgebouwd met drie EU projecten. Twee van deze projecten zijn gericht op onderzoek op het gebied van service science, terwijl het derde project een prestigieus internationaal onderwijsprogramma betreft. Deze projecten helpen ERISS om verder gestalte te geven aan haar missie, het onderzoeken, onderwijzen en verspreiden van kennis op het gebied van service science voor de samenleving in het algemeen en het bedrijfsleven en de overheid meer in het bijzonder. Naast een reeks van wetenschappelijke resultaten, waaronder artikelen in top journals en boeken, bieden deze projecten ERISS de mogelijkheid haar netwerk in Europa en Nederland verder uit te bouwen en te intensiveren, waaronder samenwerking met Tsjinghua University (China) en UC Berkeley (USA). 4.1.8 EVS - European Values Study De European Values Study is een groot, cross-nationaal en longitudinaal onderzoeksprogramma gebaseerd op menselijke waarden. Het geeft inzicht in ideeën, overtuigingen, voorkeuren, houdingen, waarden en meningen van burgers uit heel Europa. In het najaar van 2010 werd de geïntegreerde dataset van de vierde wave gepubliceerd. Dankzij bijdragen van vele sponsoren in binnen- en buitenland en van de EVS Foundation werd het vurig gewenste doel bereikt: een dataverzameling in alle 45 landen van Europa (voor zover ze meer dan 100.000 inwoners hebben), plus aparte onderzoeken in Noord-Ierland en Turks Cyprus. Dit maakt EVS tot het grootste Europese survey-onderzoek dat ooit is uitgevoerd. De geïntegreerde dataset is voor iedere wetenschapper gratis beschikbaar. Op een aantal fronten wordt er nu gepubliceerd: (1) artikelen in wetenschappelijke tijdschriften, (2) een serie van vergelijkende studies (Brill Publishers), (3) de tweede editie van de Atlas of European Values. In 2010 hebben drie workshops plaatsgevonden: in Keulen, Zagreb en Bilbao. Op 24-25 november 2011 worden de resultaten gepubliceerd op een internationaal congres dat plaatsvindt in Tilburg. De nieuwe Atlas wordt dan gepresenteerd en er wordt (in samenwerking met de Fontys Hogeschool) een interactieve website gelanceerd die de resultaten inzichtelijk maakt voor een breed publiek en voor onderwijsdoeleinden. 32
4.1.9 ILRS - Instituut voor Liturgische en Rituele Studies Het Instituut voor Liturgische en Rituele Studies is een interuniversitair en interfacultair onderzoeksinstituut, met als doelstelling het coördineren en stimuleren van het onderzoek op het terrein van de liturgische en rituele studies in Nederland. Als interuniversitair onderzoeksinstituut functioneerde het ILRS voor het 18e achtereenvolgende jaar. In 2010 beschikte het over vijf universitaire participanten en negen niet-universitaire participanten. Wegens het overlijden van dr. Ike de Loos was in de tweede helft van maart 2010 een vacature ontstaan voor de functie van coördinator. Per 1 september 2010 beschikt het ILRS over een nieuwe coördinator, dr. Petra Versnel-Mergaerts. In 2010 zijn er in totaal zes boeken uitgegeven door het ILRS. In de reeks Liturgia Condenda verschenen er twee nieuwe delen. In de reeks Meander is één deel uitgekomen. Wat betreft het Jaarboek voor Liturgieonderzoek/Yearbook for Liturgical and Ritual Studies, een gezamenlijke uitgave van het ILRS en het Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed (gevestigd aan de RUG), is deel 26 verschenen. Dit deel bevat tien artikelen en vier samenvattingen van proefschriften. In de reeks Netherlands Studies for Ritual and Liturgy, eveneens een gezamenlijke uitgave van het ILRS en het Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed, zijn twee nieuwe delen uitgekomen. Tot slot zijn er in 2010 twee Nieuwsbrieven verschenen die verspreid zijn over ca. 650 adressen. In 2010 zijn er vier studiedagen en symposia georganiseerd waarbij het ILRS betrokken is geweest. Zo organiseerde het ILRS, in samenwerking met de RUG en het museum Catharijneconvent, op 22 januari 2010 de goed bezochte studiemiddag ‘Ruimte voor ritueel’ in het auditorium van het museum Catharijneconvent te Utrecht. Aanleiding was het verschijnen van de wetenschappelijke congresbundel Holy Ground. Re-inventing Ritual Space in Modern Western Culture (Leuven 2010 = Liturgia condenda 24) en het nieuwe boek van prof.dr. Paul Post Voorbij het kerkgebouw. Over de speelruimte van een ander sacraal domein (Heeswijk 2010): twee boeken over ‘nieuwe rituele plekken’, die het schriftelijk resultaat vormden van een groot onderzoeksproject waaraan de Rijksuniversiteit van Groningen en Tilburg University vanaf 2005 hebben gewerkt onder leiding van prof.dr. Arie Molendijk (Groningen) en prof.dr. Paul Post (Tilburg). Op 7 mei 2010 vond aan de Radboud Universiteit te Nijmegen het expert seminar ‘Ritualizing Death: Endof-Life Care and Spirituality’ plaats dat door het Centrum voor Thanatologie (CT) en het Instituut voor Liturgische en Rituele Studies werd georganiseerd. Prof.dr. Douglas Davies van Durham University (UK), één van de meest geprofileerde auteurs op het gebied van rituelen rondom de dood, was gastspreker. Op 26 november 2010 vond te Tilburg het symposium ‘Worship wars. Contested ritual praxis.’ plaats, volledig georganiseerd door het ILRS. Vier internationaal gerenommeerde deskundigen op het terrein van cultuur, ritueel en liturgiewetenschap waren uitgenodigd om, ieder vanuit hun eigen specialisme, een reflectie te houden op de problemen en spanningen die veranderingen binnen rituelen oproepen. Hoofd(gast)spreker was John Baldovin s.j., professor aan de Boston College School of Theology and Ministry. 33
Tenslotte heeft het ILRS op 17 december 2010, eveneens in Tilburg, het mini-symposium ‘Patronen en Personen. Historiografie van de liturgiewetenschap in Nederland in de twintigste eeuw’ georganiseerd. Aanleiding was het verschijnen van het nieuwste deel in de Liturgia condenda-serie van het ILRS dat dezelfde titel draagt. Dit deel is geheel gewijd aan de ontwikkeling van de liturgiewetenschap in Nederland binnen de kerkelijke, maatschappelijke en wetenschappelijke context van de twintigste eeuw. Inzicht in en een overzicht van die ontwikkeling geschiedt in dit boek aan de hand van een portrettering van personen en bewegingen (patronen) die significant zijn geweest voor de ontwikkeling van het vakgebied. Hoofdgastspreker was prof.dr. Willem Frijhoff. Tot slot zijn in 2010 binnen het onderzoeksprogramma van het ILRS twee nieuwe projecten van start gegaan. In maart is een PhD-onderzoeksproject van start gegaan dat direct voortvloeit uit het in 2009 daterend pilot project Beyond the church building: a comparative exploration of the position of Christian church buildings in modern Europe. Dit PhD-onderzoeksproject wordt verzorgd door Inez Schippers (Tilburg University). Zij onderzoekt sacrale zones in de Utrechtse VINEX-wijk Leidsche Rijn. In mei is bij de leerstoel Music and christanity het post-doc project Religion? Music! van dr. Mirella Klomp (Tilburg University) van start gegaan. 4.1.10 INTERVICT - International Victimology Institute Tilburg INTERVICT promoot en doet interdisciplinair onderzoek dat bijdraagt aan omvangrijke en op bewijs gebaseerde kennis over het helpen en ondersteunen van slachtoffers van geweld en machtsmisbruik. In 2010 vierde INTERVICT zijn eerste lustrum. Het instituut is vijf jaar na de oprichting uitgegroeid tot een onderzoeksinstituut met brede nationale en internationale bekendheid. In 2010 vond een grondige evaluatie plaats van het onderzoeksprogramma gedurende de eerste vijf jaar, de toegekende subsidies en onderscheidingen, publicaties, georganiseerde conferenties en presentaties en de promoties van de eerste PhD-onderzoekers. Het totale werk en de prestaties van het instituut werden door de onderzoekscommissie gewaardeerd met een 5 (excellent). In 2010 is prof.dr. P. van der Velden benoemd tot hoogleraar op de bijzondere leerstoel ‘Psychologische gevolgen en gebruik van geestelijke gezondheidszorg na rampen en calamiteiten’. Voorts startten twee nieuwe PhD’s met hun promotieonderzoek en kon een post-doc worden aangetrokken in het kader van een door NWO gefinancierd onderzoek naar victimisatie van patiënten met ernstige psychiatrische problematiek. Verschillende senior onderzoekers van INTERVICT zijn ook in 2010 weer gevraagd om zitting te nemen in internationale expert groups en denk tanks, in het leven geroepen door bijvoorbeeld de Europese Commissie, de World Bank of UNODC en Victim Support Europe. In 2010 was INTERVICT succesvol in het verkrijgen van twee EU-subsidies. In samenwerking met de volgende partijen voert INTERVICT onderzoek uit:
34
• Human European Consultancy (NL), Universität Osnabrück (Duitsland) en de Child en de Women Abuse Study Unit van de London Metropolitan University (UK): ‘Feasibility Study EU Legislation Vilence against Women, Children and Sexual Identity Violence’. • European Forum for Restorative Justice (België), National Research Institute of Legal Policy (Finland), National Institute for Health and Welfare (Finland), University of Helsinki (Finland), Institute for the Sociology of Law and Criminology (Oostenrijk), Neustart (Oostenrijk), K.U. Leuven, Leuven Institute of Criminology (België), National Institute for Criminalistics and Criminology, (België): ‘Victims and Restorative Justice: An empirical study of the needs, experiences and position of victims within restorative justice practices’. NWO subsidies werden verkregen voor een onderzoek naar victimisatie van patiënten met ernstige psychiatrische problematiek, en een vergelijkend onderzoek naar seksueel misbruik en ongewenste seksuele ervaringen van jongeren met niet-Westerse cultureel-etnische achtergrond en Nederlandse jongeren. Voorts werden in 2010 onderzoeken gestart of afgerond in opdracht van de Provincie Noord-Brabant (Evaluatie Wet Tijdelijk Huisverbod), Raad voor de Rechtspraak (Dossieronderzoek kwalificerende slachtoffers) en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie (Secundaire Analyse Huiselijk Geweld; Procesevaluatie SoVa op Maat; Vervolg Kwaliteitsmeting Slachtofferzorg; Evaluatie Wet Invoering Spreekrecht). In 2010 is INTERVICT gestart met de voorbereidende activiteiten voor een eigen master ‘Victimology and Criminal Justice’. Naar verwachting wordt deze master in 2012 gestart. Andere onderwijsactiviteiten werden in 2010 voorbereid voor een start in 2011: Top Class Victimologie, Keuzevak Victimologie voor uitwisselingsstudenten, samenwerking met de bacheloropleiding rechtsgeleerdheid (vakken strafrecht) en de masteropleiding Forensische Psychologie. 4.1.11 Netspar - Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement Netspar is een netwerk van personen en organisaties uit de pensioenwetenschap en -praktijk. Netspar draagt door netwerkvorming en het formuleren en (doen) uitvoeren van wetenschappelijke onderzoekprogramma’s, in combinatie met activiteiten gericht op kennisdeling, bij aan de voortdurende verbetering van pensioenproducten, en van Europese pensioenvoorzieningen in het algemeen en het Nederlandse pensioenstelsel in het bijzonder. Het netwerk had in 2010 zo’n 700 leden, afkomstig van Nederlandse en buitenlandse universiteiten, verzekeraars, pensioenfondsen, ministeries en toezichthouders. Netspar investeert in kennisontwikkeling onder andere via het toekennen van subsidies aan onderzoekers voor grotere en kleinere projecten. In totaal ontvingen in 2010 ruim 125 onderzoekers een financiële bijdrage van Netspar. Voor wat betreft onderzoeksresultaten was het jaar 2010 het meest productieve jaar van Netspars bestaan. Netspar onderzoekers genereerden in totaal zo’n 275 publicaties; variërend van publicaties in wetenschappelijke tijdschriften tot uitgaven in de zogenaamde Panel- en NEA-paper-reeksen van Netspar, publicaties in vakbladen en PhD- en Master-Theses.
35
Via een evenementenprogramma rondom een breed scala aan pensioengerelateeerde onderwerpen geeft Netspar vorm aan zijn netwerkfunctie. Doel van deze evenementen is om kennis te delen tussen wetenschappers en beleidsmedewerkers uit de sector en ministeries. In de zogenaamde Netspar-werkgroepen werken onderzoekers en professionals uit de praktijk concreet samen aan belangrijke beleidsissues. In 2010 startten 25 studenten met de masteropleiding ‘Economics and Finance of Aging’, waarvan de helft afkomstig is uit het buitenland. Deze eenjarige opleiding werd voor de vijfde keer gegeven aan Tilburg University door wetenschappers en praktijkprofessionals verbonden aan Netspar. De Netspar - UM SBE Academy verzorgt postacademisch onderwijs en heeft in 2010 vier thematische modules verzorgd, gericht op bestuurders en professionals uit de pensioenpraktijk. Per module namen gemiddeld twintig personen deel. 4.1.12 ReflecT - Research Institute on Flexicurity Labour Market Dynamics and Social Cohesion at Tilburg University Het onderzoeksprogramma van ReflecT is gericht op vraagstukken die voortvloeien uit enerzijds de tendens naar meer flexibiliteit, dynamiek en efficiëntie op de arbeidsmarkt, binnen arbeidsverhoudingen en in de organisatie van het werk en anderzijds de noodzaak om sociale cohesie, bescherming, participatie en betrokkenheid in de samenleving te garanderen. Na een succesvolle start in 2009 heeft ReflecT zich in 2010 verder verankerd zowel binnen de universiteit als in de maatschappij. De belangrijkste thema’s in 2010 waren innovatie en kennisvalorisatie op het gebied van de arbeidsmarkt en economie, op verschillende niveaus. Medewerkers van ReflecT hebben een substantiële bijdrage geleverd aan de strategische agenda’s op het gebied van regionaal arbeidsmarkt beleid. Dit heeft onder andere geresulteerd in de oprichting van de ‘Taskforce regionale Arbeidsmarkt Midden Brabant’. Samen met afgevaardigden van regionale ondernemingen, onderwijs en overheid (de zogenaamde drie O’s) heeft ReflecT een actieagenda ontwikkeld om voor de komende 10 jaar de arbeidsmarktknelpunten in de regio aan te pakken. ReflecT heeft het afgelopen jaar vele bijeenkomsten georganiseerd om de eigen arbeidsmarkt kennis en ontwikkelde concepten uit te wisselen met vertegenwoordigers van overheden en bedrijfsleven uit onder andere Japan, Rusland en Macedonië. Daarnaast was er veel nadruk op het verder in detail uitwerken van het concept werkzekerheid vanuit een multi-disciplinair perspectief. ReflecT streeft ernaar om een inspirerende academische werkomgeving te zijn, waar we graag nieuwe en jonge onderzoekers uitnodigen om hun bijdrage te leveren. In de media kregen het onderzoek en de ideeën van ReflecT-medewerkers ook dit jaar veel aandacht, waarbij de crisis, de kabinetsplannen op het gebied van bezuinigingen en de gevolgen voor de arbeidsmarkt centraal stonden. 4.1.13 Thomas Instituut Binnen het Thomas Instituut te Utrecht (Tilburg University) wordt door Nederlandse theologen, wijsgeren en historici onderzoek gedaan naar het werk van de middeleeuwse theoloog Thomas van Aquino (1224/51274). Het onderzoeksprogramma van het instituut omvat individuele op elkaar afgestemde projecten. 36
Voorts zijn onderzoekers uit binnen- en buitenland bij het instituut betrokken, wier onderzoek buiten het instituutsprogramma wordt uitgevoerd. Tijdens maandelijkse bijeenkomsten gedurende het jaar 2010 kwamen de leden van de onderzoeksgroep bij elkaar om lopend onderzoek te bespreken. Studenten van de Research Master Theology namen in het kader van hun studieprogramma actief deel aan deze bijeenkomsten. Op 29 januari 2010 organiseerde het Thomas Instituut te Utrecht een goed bezochte studieochtend, getiteld ‘God met ons?’, over het thema transcendentie en immanentie van God in het werk van Thomas van Aquino. De bijdragen aan deze ochtend werden gepubliceerd in de 29e jaargang van het Jaarboek Thomas Instituut te Utrecht, dat in september verscheen. Ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van het instituut werd in april 2010 een nieuwe website gelanceerd. 4.1.14 Tiber - Tilburg Institute for Behavioral Economics Research Het interdisciplinaire onderzoekscentrum Tiber is een platform waar onderzoekers uit de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences en de Tilburg School of Economics and Management samenwerken. Er wordt onderzoek gedaan naar Behavioral Economics; economisch gedrag dus. In de economische theorie wordt economisch gedrag traditioneel verklaard op basis van nutsdenken, rationaliteit en beschikbaarheid van volledige informatie. We weten dat dit in de praktijk zo niet werkt. Mensen nemen economische beslissingen op vaak heel andere gronden. Emoties, beperkte informatie en sociale beïnvloeding spelen een grote rol. De recente financiële crisis is daar het levende bewijs voor. Dat is het centrale thema waar onderzoekers uit het domein van de economie en dat van de sociale psychologie elkaar proberen te versterken en trachten om samen tot nieuwe inzichten te komen. In 2010 is er voor de negende keer het Tiber Symposium on Psychology and Economics georganiseerd. Gastsprekers waren Deborah Small (University of Pennsylvania) en Matthias Sutter (University of Innsbruck). Verder wisten drie jonge onderzoekers in Tiber een Veni beurs van NWO in de wacht te slepen: dr. Joris Lammers, dr. Gijs van der Kuilen en dr. Stephan Trautmann. Dr. Niels van der Ven ontving uit handen van de rector magnificus van Tilburg University de prijs voor beste dissertatie van het academisch jaar 2009/2010. In november organiseerde Tiber onder auspiciën van Transforum (innovatieplatform van Ministerie van Landbouw voor duurzaamheid) en samen met Wageningen Universiteit een symposium over ‘Inducing behavioral change: How to induce sustainable behavior’. Toponderzoekers vanuit de gehele wereld presenteerden op dit symposium hun ideeën over hoe de laatste inzichten uit hun onderzoeksveld (zoals bijvoorbeeld sociologie, neuropsychologie, evolutionaire biologie, marketing) kunnen worden aangewend om duurzamer gedrag te induceren. Gastsprekers waren onder anderen Geoffrey Miller (New Mexico), Kathleen Vohs (Minnesota), Siegwart Lindenberg (Groningen), Travis Proulx (Canada) en Jeff Stone (Arizona).
37
4.1.15 TiCC - Tilburg center for Cognition and Communication In 2010 heeft de onderzoeksgroep Language, Communication en Cognition (LCC) zich aangesloten bij het TiCC (tot 1 april stond dit voor Tilburg center for Creative Computing (CC)). De aansluiting betekende een verdubbeling van het onderzoekspotentieel (van 30 naar 60) en een verandering van de betekenis van de letters TiCC. Vanaf 1 april 2010 staat TiCC voor Tilburg center for Cognition and Communication. TiCC heeft twee onderzoekslijnen: LCC en CC. Het TiCC wordt geleid door Professor Jaap van den Herik. TiCC streeft naar de ontwikkeling van e-Humanities. Dat is de onderzoekslijn waarbij geesteswetenschappen worden uitgedaagd om met geheel nieuwe, gedurfde onderzoeksvragen te komen, opdat ICT-onderzoekers binnen TiCC innovatieve methoden en technieken ontwikkelen om de geavanceerde vragen te beantwoorden.
was daarmee de op een na hoogste binnen de Tilburg Law School (TLS). De kwaliteit van het onderzoek werd met 4,75 beoordeeld, de productiviteit met 4,0, de relevantie met 4,25 en de vitaliteit met 5,0. De commissie schreef onder andere: “Het ambitieniveau ligt zeer hoog en heeft erin geresulteerd dat TILEC wordt gerekend tot de absolute top in Europa. Het programma kan gelden als een modelprogramma (...). Hoewel talloze onderzoeksprogramma’s in Nederland interdisciplinair onderzoek op de voorgrond zetten, is dit een van de weinige programma’s waarin economen en juristen effectief samenwerken”. In het najaar schreef het TILEC Management Team vervolgens een zelfevaluatierapport over de periode 2006-2010, dat dient als input voor de algehele evaluatie van TILEC in het voorjaar van 2011. De intentie is dat bij een positieve evaluatie TILEC gecontinueerd zal worden.
Het LCC programma onderzoekt cognitieve, functionele en sociale aspecten van menselijke communicatie in een multidisciplinaire omgeving. Het communicatieproces tussen zender en ontvanger wordt geanalyseerd in termen van inhoud, verpakking en context. Een belangrijk onderwerp bij de communicatie tussen mens en machine is de nadruk op flexibiliteit en adaptiviteit van sociale interactie met taal als communicatiemiddel (verbaal en non verbaal).
In 2010 is het aantal leden van TILEC verder gegroeid met 9 tot een totaal van 67, waaronder 17 promovendi. Laura Parret en Jun Zhou verdedigden hun proefschrift. Ongeveer 40 procent van de leden zijn verbonden aan Tilburg Law School, 60 procent aan Tilburg School of Economics and Management. Ook het aantal extramurale fellows (onderzoekers die bijdragen aan het programma van TILEC, maar die niet verbonden aan Tilburg University) werd uitgebreid, tot 19. Florian Schuett won een tweejarig Marie Curie Intra-European Fellowship voor zijn project ‘Incentives in the Patent System’.
Het CC programma richt zich op het computationeel modelleren van processen die betrekking hebben op taal, visuele beelden (vision) en serieuze spelen. De belangrijkste onderzoeksonderwerpen zijn machine learning en adaptatie. De nadruk bij het onderzoek ligt op de interpretatie van grote hoeveelheden data (tekst en visuele data). De onderzoekers ontwikkelen methoden voor automatisch vertalen, voor parafraseren, en voor tekstcorrectie. Daarenboven worden historische data geconverteerd naar databases om het geheel doorzoekbaar te maken (dat geldt ook voor WikiLeaks). Bij het onderzoek naar schilderijen (visuele beelden) is een doorbraak te vermelden bij het ontwikkelen van een methode voor het vaststellen van de authenticiteit van schilderijen (het vaststellen van een echte Van Gogh). Het onderzoek richt zich ook op karakteriseren van gebaren en gezichtsuitdrukkingen. In serious games betekent dit het analyseren van de handeling van groepen mensen. Daarbij gaat het om patroonherkenning en het nemen van preventieve maatregelen. Op 11 juni hield Professor Aske Plaat (leerstoel: informatie en complexe besluitvorming) zijn inaugurele rede (De Vlinder en de Mier) en op 18 juni hield Myriam Diocaretz (leerstoel: Humanism and the Digital Society) haar rede (The Human (,) the Digital: Being in the 21st Century). Vanaf de oprichting (1 september 2008) vonden 14 promoties plaats bij TiCC. Naast onderwijs en onderzoek organiseert TiCC bijeenkomsten waarin het publiek kennis kan maken met de in Tilburg ontwikkelde technologieën. Voorts was TiCC (mede)organisator van de 18th World Computer Chess Championship, the 15th Computer Olympiad, en de 7th Computers and Games Conference (CG2010) in Kanazawa, Japan, van 23 september – 2 oktober. 4.1.16 TILEC - Tilburg Law and Economics Center TILEC ondersteunt en stimuleert onderzoeksactiviteiten gerelateerd aan de economische regulatie van markten. Voor TILEC was 2010 een evaluatiejaar. In de zomer verscheen het visitatierapport over het juridisch onderzoek in Nederland over de periode 2003-2008. TILEC scoorde 4,75 (op een schaal van 1-5) en 38
In het verslagjaar verschenen 44 discussion papers met nieuwe resultaten van het TILEC-onderzoekprogramma ‘Market Governance’. Opnieuw werden een groot aantal publicaties in boeken en tijdschriften gerealiseerd, waaronder een aantal in toptijdschriften als de Common Market Law Review, European Law Review, American Economic Review en het Journal of Competition Law and Economics. Grotere onderzoeksprojecten werden gesponsord door NZa, Qualcomm, Microsoft en de Europese Commissie. Het project over regulering van financiële markten dat gedurende 5 jaar door de AFM gesteund werd, werd beëindigd. Onder leiding van Pierre Larouche werd gestart met het onderzoek voor GRASP (Growth and Sustainability Policies for Europe) in het Europese KP7 programma. Binnen GRASP is TILEC verantwoordelijk voor het onderzoek naar de coherentie van het Europese innovatiebeleid, met als streven te komen naar effectiever beleid. In 2010 werkten onderzoekers van TILEC aan twee grotere onderzoeken in opdracht van Nederlandse overheidsorganisaties. Onder leiding van Lapo Filistrucchi, en in samenwerking met advocatenkantoor Howrey, werd voor de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) onderzocht hoe fusiecontrole in tweezijdige markten vormgegeven zou moeten worden. De inzichten zullen door de NMa in haar beleid gebruikt worden. Met financiële ondersteuning van het Ministerie van Economische Zaken deden Bastian Henze, Florian Schuett en Jasper Sluijs een experimenteel onderzoek naar transparantie van de breedbandmarkt. Aangetoond werd dat transparantieverplichtingen op internetaanbieders (ISP’s) de marktwerking kan bevorderen. De resultaten van dit onderzoek zijn van belang in de Europese discussie over ‘netneutraliteit’, die ook in Nederland steeds meer aandacht krijgt. In 2010 werden een vijftal grotere conferenties en workshops georganiseerd: • ‘The Law and Economics of Search and Online Advertising’, met als hoofdsprekers onder andere Susan Athey (Harvard) en Ben Edelman (Harvard Business School) en als onderwerp onder meer of deze markt gereguleerd zou moeten worden; 39
• ‘The Pros and Cons of Private Ordering in the Shadow of the Law’ over het spanningsveld tussen zelfregulering en mededingingsbeleid, met keynote sprekers Lisa Bernstein (Chicago), Avinash Dixit (Princeton), Robert Gibbons (MIT) en Bentley McLeod (Columbia); • De eerste ‘MetaLaw TILEC Workshop’ over de grondslagen van de rechtseconomie, met onder andere Lewis Kornhauser (NYU); • De eerste TILEC-Tranzo conferentie over ‘Consumer Choice in Health Care Markets’, met onder andere Theo Langejan (NZa) en Ellen Nolte (RAND Europe) als gastsprekers.
Daarnaast geeft de site beter inzicht in wie de informatie te zien krijgt en gaat het ‘ontvrienden’ geleidelijker dan bij de andere sociale netwerken. In 2010 zijn twee EU KP7 projecten gestart waar TILT als partner aan deelneemt, VIRTUOSO (Versatile InfoRmation Toolkit for end-Users oriented Open Sources explOitation) en ENDORSE (Legal Technical Framework for Privacy Preserving Data Management). Binnen het VIRTUOSO project wordt gebouwd aan een prototype platform voor analyse van open source informatie ten behoeve van het veiligheidsdomein.
Verder werden samen met het Ministerie van Economische Zaken en het CPB twee workshops over marktwerking georganiseerd, met als thema’s de huizenmarkt en internationale afstemming in het mededingingsbeleid. Samen met EZ, NMa en CPB werden twee workshops over energiebeleid georganiseerd (over innovatie in milieu- en energiebeleid, en over de prioriteiten voor het nieuwe Nederlandse kabinet), terwijl samen met het Ministerie van VWS, CPB en NZa een workshop over de toekomst van de lange-termijn zorg georganiseerd werd. Daarnaast ontmoetten de TILEC-onderzoekers elkaar wekelijks om ontwikkelingen in beleid en wetenschap te bespreken en vond er maandelijks een seminar plaats waarbij twee externe sprekers een bepaald onderwerp vanuit economische en juridische invalshoek bediscussieerden.
Het ENDORSE project onderzoekt de juridische eisen voor gegevensbescherming en hoe regels daarvoor technisch geïmplementeerd kunnen worden. Tevens neemt TILT deel aan het COMMIT project, dat door Agentschap NL, van het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie wordt gesubsidieerd. Het project heeft een looptijd van vier jaar. Samen met Philips en enkele technische universiteiten zal onderzoek worden verricht naar de juridische en sociale aspecten van vertrouwen in elektronische health service portals voor communicatie en transactie tussen patiënten en zorgverleners. Gedurende het jaar zijn het onderzoek en onderwijs van TILT geëvalueerd en met gepaste trots kunnen we melden dat het onderzoek een waardering van 4.75 (uit 5) heeft gekregen. Het master programma Law en Technology (L&T) is beoordeeld als het beste internationale programma van Tilburg Law School. Op 16 april 2010 heeft Prof.dr. Ronald Leenes zijn inaugurele rede ‘Harde lessen: een apologie voor regulering door technologie’ gehouden. Prof.dr. Ronald Leenes is aangesteld als hoogleraar regulering door technologie.
4.1.17 TiLPS - Tilburg centre for Logic and Philosophy of Science TiLPS richt zicht op het onderzoek van logica en filosofie in al zijn vormen. TiLPS werkte ook in 2010 samen met vele internationale instellingen. In het kader van het onderzoeksproject ‘Modeling in the Social and Behavioral Sciences’ werkt TiLPS samen met onderzoeksgroepen van universiteiten uit Barcelona, Madrid, Philadelphia, Parijs (IHPST) en London (LSE). Verder participeert TiLPS samen met de universiteit van Groningen in het door NWO gefinancierde onderzoeksnetwerk Rationality and Decision. In 2010 organiseerde TiLPS een aantal internationale colloquia waaraan een scala van tien tot vijftig wetenschappers deelgenomen hebben. De sprekers op de colloquia waren afkomstig van gerenommeerde instituten uit de VS (Rhode Island College en Stanford University) en Australië (Sydney University). Samen met het Sydney Center for the Foundations of Science organiseerde TiLPS de conferentie ‘The Future of Philosophy of Science’ (Tilburg, 14-16 April 2010). Verder organiseert TiLPS om de twee jaar, waaronder vorig jaar, ‘Descartes Lectures’. Daarbij wordt er een internationaal erkend en gerenommeerde filosoof uitgenodigd om een aantal lezingen te houden. In 2010 had TiLPS het genoegen Ian Hacking te ontvangen. 4.1.18 TILT - Tilburg Institute for Law, Technology, and Society TILT is een prominent onderzoeksinstituut waarbinnen onderzoek wordt gedaan naar een groot aantal onderwerpen zoals ontwikkelingen in de ICT, biotechnologie en andere technologieën. Deze ontwikkelingen worden in de context gezet van de kenniseconomie, e-governement, e-commerce, e-health, privacy, identiteitsmanagement, security en intellectueel eigendom. In het kader van het EU KP7 project Primelife onderzoekt TILT privacy en security kwesties van bestaande sociale netwerken zoals Facebook en Hyves. Om bij te dragen aan een veiliger internet heeft TILT in 2010 haar eigen privacy vriendelijke sociale netwerk Clique gebouwd. Clique stelt je in staat verschillende profielen aan te maken zodat je kunt kiezen met wie je informatie deelt. 40
4.1.19 Tranzo - Wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn “Het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en praktijk”, een missie waar Tranzo al 10 jaar hard aan werkt. Als wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn slaat zij deze brug mede dankzij de academische werkplaatsen. Dit zijn duurzame samenwerkingsverbanden waarin zowel Tilburg University als praktijkinstellingen investeren. Maar ook de science practitioners, professionals die deels werken in de praktijk en deels binnen de universiteit, spelen een cruciale rol bij het slaan van die brug. Tranzo heeft in 2010 haar tienjarig bestaan gevierd met een groots lustrumsymposium ‘It takes three to tango’. Het symposium stond in het teken van de rol van de vraagzijde; interactie tussen wetenschap, praktijk en zorgvraag. Daarnaast heeft Tranzo in 2010 in totaal veertien grotere en kleinere symposia georganiseerd. Met succes hebben zeven promovendi hun proefschrift verdedigd, waaronder één cum laude. Ongeveer 80 internationale peer reviewed publicaties zijn verschenen en ongeveer 55 Nederlandse publicaties. En er is voor ruim k€ 4.500 aan subsidie verworven. Vier postacademische leergangen voor bestuurders, directeuren en professionals in de zorgsector zijn aangeboden. Daarnaast is hard gewerkt aan een accreditatieaanvraag voor een eigen master.
41
Twee nieuwe bijzonder hoogleraren hebben in 2010 hun oratie gehouden. Bert Vrijhoef als bijzonder hoogleraar ‘Chronische zorg’ en Jaap van Weeghel als bijzonder hoogleraar ‘Rehabilitatie en participatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen’. Twee nieuwe bijzonder hoogleraren zijn in 2010 benoemd: Ien van de Goor met als leerstoelopdracht ‘Effectiviteit van individuele preventie’ (leerstoelhouder CZ zorgverzekeraar) en Inge Bongers op de leerstoel ‘Evidence-Based Management in de (geestelijke) gezondheidszorg’ (leerstoelhouders IVA en GGzE). 4.1.20 TSC - Tilburg Sustainability Center Het doel van het TSC is de expertise op het gebied van duurzaamheid op Tilburg University te bundelen, te focussen en internationaal op de kaart te zetten. Onder leiding van Aart de Zeeuw en Hilde Baert zijn de eerste bouwstenen voor het centrum gelegd. Inmiddels zijn er zo’n tien hoogleraren, acht UD/UHD’s, vijf PhD studenten en een zevental onderzoekers actief in het centrum. TSC opereert als een interdisciplinair center voor duurzame ontwikkeling, en ambieert een internationaal leidend onderzoeksinstituut te worden, waarbij TSC bedrijven, de overheid en andere organisaties tracht te helpen bij duurzame ontwikkeling. Hiermee draagt TSC bij aan de slogan ‘Understanding Society’ en de wens om te komen tot een leefbare en tegelijkertijd welvarender wereld. TSC huisvest onderzoeksprojecten vanuit verschillende thema’s: milieu economie, milieurecht, maatschappelijk verantwoord ondernemen, finance en duurzaamheid en regionale duurzaamheid. Ten aanzien van de verbonden onderzoeksgroepen zijn er verschillende ontwikkelingen in 2010. Professor Reyer Gerlagh, Professor Sjak Smulders, Professor Daan van Soest, Professor Eline van der Heijden en Professor Aart de Zeeuw vormen de gerenommeerde groep milieu economen. In 2010 zijn zij actief geweest in advies aan Ministerie van EL&I, Planbureau voor Leefomgeving en met onderzoeksgroepen in Oslo. Professor Reyer Gerlagh is lid van het IPCC geworden en Sjak Smulders was co-voorzitter van het wetenschappelijk comité van het vierde wereldcongres (WCERE)’ Environmental and Resource Economists’ in Montreal, Canada. Professor Johan Graafland geeft de onderzoeksagenda op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) vorm, vanuit dit aspect neemt TSC deel aan een Europees onderzoeksproject IMPACT. Vanuit de Faculteit Rechtswetenschappen zijn professor Jonathan Verschuuren en professor Kees Bastmeijer betrokken. De leerstoel van Kees Bastmeijer wordt deels gefinancierd door de Brabantse natuurorganisaties. Daarnaast is ook Arie Trouwborst actief vanuit de Tilburg Law School en heeft in 2010 een Veni beurs ontvangen. Vanuit de Sociale faculteit helpen professor Hans Mommaas en dr. Tobias Goessling op respectievelijk het gebied van regionale duurzame ontwikkeling en MVO. De groep Finance en Sustainability wordt gevormd door Rachel Pownal Jeroen Derwall en Kees Koedijk. Deze groep is gevraagd vanuit het Holland Financial Center om een wereldwijd portal omtrent kennis over Finance en Duurzaamheid op te zetten. De Telos-onderzoekers – onderdeel van TSC – hebben gedurende 2010 naast een aantal onderzoeksprojecten de Duurzaamheidsbalans voor de Provincie Noord Brabant opgesteld. In de loop van het jaar 2010 heeft TSC de hoogleraren Roel in ’t Veld (Goverance and Sustainability) en Shelby Gerking (University of Central Florida) benoemd. Professor Meir Statman, Glenn Klimek Professor of Finance van de Leavey School of Business, Santa Clara University, heeft een aantal weken doorgebracht bij TSC in het kader van zijn guest professorship. 42
Gedurende 2010 heeft TSC verschillende activiteiten ontwikkeld, een 12 tal academic seminars waar de banden tussen de onderzoekers worden versterkt en ideeën opgedaan voor discipline overschrijdend onderzoek. Daarnaast zijn twee workshops georganiseerd in het kader van ‘All you wanted to know about...but were afraid to ask’, een reeks van interactieve workshops voor breed publiek. In 2010 vonden een tweede en derde lunchmeeting over respectievelijk het Nederlands klimaatbeleid en duurzaam bankieren plaats en werden druk bezocht in december door studenten, medewerkers, medewerkers van de gemeente en Provincie, onderzoekers en hoogleraren geïnteresseerd in het onderwerp. In oktober 2010 heeft Professor Reyer Gerlagh samen met Bernard ter Haar (Directeur Milieu op het Ministerie) een diner pensant met thema ‘duurzaamheid’ geleid in het kader van de UvT Sociëteit. Voor het eerst heeft onder leiding van het TSC een duurzaamheidsweek plaatsgevonden op de campus, waar een breed spectrum van activiteiten voor studenten, onderzoekers en hoogleraren heeft plaatsgevonden. In november 2010 heeft voormalig Vice President van de VS en nobelprijswinnaar Al Gore zijn eredoctoraat tijdens zijn toespraak ter gelegenheid van de Dies van de universiteit in november 2010 mogen ontvangen. Deze ceremonie was tevens het officiële moment van opening van het TSC. Meer dan 1000 mensen hebben zijn overweldigende speech gevolgd. Naast de onderzoeksambities steunt TSC ook initiatieven die van de Tilburg University campus een duurzamere omgeving maken en faciliteert zij de Groene Leonardo’s die als missie hebben om de campus ‘groener’ te maken. 4.2 Gelieerde instituten 4.2.1 IVA IVA verricht toegepast wetenschappelijk beleidsonderzoek in opdracht van overheden en andere marktpartijen en richt zich daarbij op maatschappelijke vraagstukken op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn, Human Resource Management en criminaliteit en veiligheid. Terwijl IVA het jaar 2009 nog met winst kon afsluiten, liep de orderportefeuille in 2010 snel terug. Een stagnerende economie en groeiende concurrentie eisten zijn tol. Dit resulteerde na de zomer in de prognose van een onverwacht groot verlies waardoor IVA zich genoodzaakt zag de personele formatie met 25 procent te krimpen. Door een verscherpte focus op de markt en de eigen kernkwaliteiten, in combinatie met een efficiëntere bedrijfsvoering, verwacht IVA in de toekomst weer gezond te kunnen opereren in de markt. 4.2.2 IVO Samenwerking met universiteiten in ontwikkelingslanden is een kernactiviteit van het Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken (IVO). Een voorbeeld hiervan is de samenwerking met Mbrara University of Science and Technology (MUST) in Oeganda. Dit is een vierjarig door de Nuffic gefinancierd project, gericht op ondersteuning van de Faculty Development Studies (FDS). Samen met een instituut van de Universiteit 43
5 Onderzoek van Antwerpen (IOB) is de eerste paar jaar van het project (dat is gestart in 2007) hard gewerkt aan het verbeteren van het curriculum, met name door de introductie van twee nieuwe master opleidingen. In de laatste twee jaar is de samenwerking meer verschoven naar onderzoekssamenwerking. Dit krijgt vooral vorm door de begeleiding van in totaal zes promovendi van FDS. De meest recente daarvan is een kandidaat die wordt begeleid samen met de Rechten Faculteit met als thema conflicten rond landgebruik (en eigendom) in Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Dit past in een nieuw onderzoeksthema dat het IVO aan het uitwerken is, de toegang tot en alternatieven voor (publieke) dienstverlening. Voor de promotie kandidaat is dat de toegang tot recht in een situatie waarin het formele rechtssysteem ernstig tekort schiet. De vraag is dan of een alternatief voorhanden is, in dit geval het concept microjustice dat is ontwikkeld binnen Tilburg Law School. In een andere sector, het krediet, is een eerste explorerend onderzoek gedaan door een stagiaire van het Departement Economie over de situatie van microkrediet. En in de gezondheidszorg wordt gekeken naar de toegang tot moeder en kindzorg, waarbij ook gekeken wordt of het mogelijk is samen te werken met Tranzo. Bovenstaande laat zien dat het IVO niet alleen samenwerkt met academische instellingen in ontwikkelingslanden, maar ook zoekt naar synergie met onderdelen van Tilburg University. De profilering van het IVO is de afgelopen jaren geleidelijk verschoven van een op samenwerkingsverbanden gerichte projectorganisatie naar een combinatie van onderzoeksprojecten en promotietrajecten. De landelijk na-ijlende bekostiging van promoties en de moeilijke marktomstandigheden voor onderzoeksprojecten veroorzaken een cashflow probleem waarvoor onder andere in overleg met de universiteit naar oplossingen gezocht wordt.
5.1 Visitaties en kwaliteitszorg Zeer goede beoordeling voor Rechten In 2009 zijn de onderzoeksprogramma’s van de Tilburg Law School door een externe evaluatiecommissie beoordeeld in het kader van een landelijke onderzoeksvisitatie. Pas in 2010 zijn de resultaten van deze onderzoeksvisitatie bekend gemaakt. De commissie was zeer positief over de faculteit in het algemeen en over de acht onderzoeksprogramma’s in het bijzonder. Hierbij wordt met name gewezen op de vooraanstaande internationale positie, het vermogen om externe financiering te verwerven, en het positieve onderzoeksklimaat dat de faculteit intern heeft weten te creëren. Tilburg Law School haalde de hoogste score van alle Nederlandse rechtenfaculteiten. Overzicht beoordelingen Kwaliteit
Productiviteit
Relevantie
Vitaliteit
Eindoordeel
TLS Center for Transboundary Legal Development (CTLD)
4,25
4,25
4,00
4,00
4,25
TLS Center for Company Law (CCL)
4,50
4,00
4,00
4,00
4,25
TLS Tilburg Institute for Interdisciplinary Studies of Civil Law and Conflict Resolution (TISCO)
5,00
4,50
5,00
5,00
5,00
TLS Centrum voor Wetgevingsvraagstukken (CvW)
4,00
4,00
3,75
-
4,00
TLS Centrum voor Procesrecht (CvP)
4,00
3,75
4,25
-
4,00
TLS Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT)
4,75
4,00
4,25
5,00
4,75
TLS Tilburg Law and Economics Center (TILEC)
4,75
4,00
4,25
5,00
4,75
TLS International Victimology Institute (INTERVICT)
5,00
4,00
5,00
4,75
4,75
Geplande visitaties in 2011 Voor 2011 zijn geen onderzoeksvisitaties gepland.
44
45
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences
5.2 Cijfermateriaal
Output volgens SEP-indeling Wetenschappelijke publicaties 1)
2008
2009
2008
2009
2010
TiSEM 2)
400
344
344,5
TLS
656
632
609
TiSSBeS 2)
562
512
543,5
TSH
314
329
355
TST
93
119
87
2025
1936
1939
Tilburg University
2010
Academic
In refereed journals
Publications
In other journals
Bookchapters
361
367
365
0
0
4
143
100
112
Totaal
504
467
481
Monographs en edited books
30
15
17
PhD Theses (diss. I en II)
27
30
47,5
89
88
79
1)
inclusief proefschriften, monographs en edited books
Professional publications and products
2)
TISEM en TiSSBeS hebben in 2010 een gezamenlijke promotie; TiSSBeS heeft in 2010 2 dubbelpromoties
Tilburg School of Humanities
Output per faculteit
Tilburg School of Economics and Management Output volgens SEP-indeling Academic
In refereed journals
Publications
In other journals
Bookchapters
Output volgens SEP-indeling
2008
2009
2010
257
230
248
6
5
3
97
79
63
Totaal
360
314
314
Monographs en edited books
13
13
7
PhD Theses (diss. I en II)
27
17
23,5
Professional publications and products
111
94
52
Tilburg Law School Output volgens SEP-indeling Academic
In refereed journals
Publications
In other journals
Bookchapters
Academic
In refereed journals
97
102
110
Publications
In other journals
12
14
10
Bookchapters
164
176
182
Totaal
273
302
Monographs en edited books
28
22
33
PhD Theses (diss. I en II)
13
15
20
Professional publications and products
64
45
66
Tilburg School of Theology
2008
2009
2010
2010
308
142
142
Academic
In refereed journals
17
28
21
-
146
124
Publications
In other journals
20
11
11
264
242
Bookchapters
40
64
48
249 557
552
508
Totaal
77
103
Monographs en edited books
83
60
82
Monographs en edited books
PhD Theses (diss. I en II)
16
20
19
PhD Theses (diss. I en II)
382
363
275
46
292
2009
Professional publications and products
2010
2008
Totaal
2009
Output volgens SEP-indeling
2008
Professional publications and products
80
12
13
7
2
3
0
92
65
53
47
Promoties
HOOP-gebieden (in FTE)
2008
2009
2010
27
17
23,5
TLS
16
20
19
TiSSBeS 1) 2)
27
30
47,5
TSH
13
15
20
TST
2
3
0
1
Recht
TiSEM
1)
TIAS NIMBAS Tilburg University
85
1)
TISEM en TiSSBeS hebben in 2010 een gezamenlijke promotie
2)
TiSSBeS heeft in 2010 twee dubbelpromoties
85
111
1e
2e
3e
geldstroom
geldstroom
geldstroom
112,4
29,2
17,7
159,2
127,7
39,5
44,6
86,8
44,0
19,4
8,4
80,7
13,4
0,0
2,0
131,3
297,5
87,9
72,7
458,0
2008
2009
2010
TiSEM
30.339
29.640
27.674
TLS
15.921
14.520
14.751
19.380
17.721
17.566
(aanlevering VSNU KUOZ) Economie T&C
G&M
Tilburg University
Totaal
Gemiddeld cumulatief promotierendement per HOOP-gebied
HOOP-
instroom
promotie
gebied
2000 t/m
<4jr
<5jr
>5jr
147
18%
59%
76%
TiSSBeS
87
5%
25%
39%
G&M
101
14%
43%
61%
TSH
13.131
13.003
13.301
T&C
66
5%
23%
58%
TST
5.174
5.223
4.481
401
12%
42%
61%
83.945
80.107
77.773
Economie Rechten
Tilburg University
2006
Toegewezen 1e geldstroom per faculteit in € x 1.000*
Totaal 1e geldstroom is totale 1e geldstroom (onderwijs en onderzoek)
Onderzoeksinzet 2010 (in FTE) School
1e
2e
3e
Totaal
geldstroom
geldstroom
geldstroom
112,4
29,2
17,7
159,2
48,6
16
17,9
71,4
79,1
23,5
26,7
15,4
44
19,4
8,4
80,7
13,4
0
2
131,3
297,5
87,9
72,7
458,0
TiSEM TSH TST TLS TiSSBeS Tilburg University 48
Ontvangsten 2e en 3e geldstroom per faculteit
2e geldstroom
3e geldstroom
2008
2009
2010
2008
2009
2010
TiSEM
5.199.937
5.371.273
5.745.620
5.631.853
6.644.327
6.435.204
TLS
1.930.463
1.095.175
951.375
4.249.849
4.470.594
5.259.708
TiSSBeS
2.549.783
2.030.241
2.841.675
2.888.161
2.886.263
3.879.706
TSH
1.123.016
1.301.023
1.178.378
594.007
801.750
734.616
TST
-
-
-
7.801
67.233
178.938
10.803.199
9.797.712
10.717.048
13.371.671
14.870.167
16.488.172
Totaal
49
5.3 Onderzoekssubsidies Tabel NWO 2008, 2009 en 2010
Tabel EU-subsidies 2010
Acroniem / Naam
Regeling
Aanvrager
TiSEM
COCKPIT
KP7 Cooperation, ICT
W.J. v.d. Heuvel
177.784
TiSEM
4CAAST
KP7 Cooperation, ICT
M. Papazoglou
416.560
Subsidie (aandeel Tilburg University)
2008
2009
2010
TiSEM
1.217.990
3.943.000
3.583.526
TLS
540.000
1.610.034
1.405.000
TiSSBeS
1.178.192
4.562.770
7.797.648
TSH
3.018.878
456.336
100.000
TST
-
-
-
TiSEM
IMPACT
KP7 Cooperation, SSH
J. Graafland
397.000
TiSEM
SHARE_M4
A. van Soest
312.000
5.955.060
10.572.140
12.886.174
KP7 Capacities, Infrastructures
TiSEM
EXPMAC
Marie Curie IEF
D. Pfajfar
182.000
TLS
ENDORSE
KP7 Cooperation, ICT
R. Leenes
480.000
TLS
VIRTUOSO
KP7 Cooperation, Security
C. Cuijpers
196.000
TLS
Detention in EU
DG Justice, JPEN
A. van Kalmthout
40.000
TLS
THB - Trafficking in human beings
DG Home Affairs, ISEC
C. Rijken
136.000
TLS
Victims and Restorative Justice
DG Justice, Criminal Justice A. Pemberton
60.000
TiSSBeS
TANGO
KP7 Cooperation, ICT
B. de Gelder
544.259
TiSSBeS
Circles Europe: Together for Safety
DG Justice, Daphne III
S. Bogaerts
42.014
CentERdata IMPACT
KP7 Cooperation, SSH
M. Das
103.000
CentERdata SHARE_M4
KP7 Capacities, Infrastructures
M. Das
1.408.000
Totaal
4.494.617
Totaal
De tabel laat het totaal van de toegekende subsidiebedragen vanuit NWO in de betreffende jaren in euro zien. Tabel NWO-subsidies, uitsplitsing 2010
Persoonsgebonden Overige NWOsubsidies subsidies overig
TiSEM
Totaal
2.750.000
833.526
3.583.526
200.000
1.205.000
1.405.000
2.500.000
5.297.648
7.797.648
TSH
-
100.000
100.000
TST
-
-
-
5.450.000
7.436.174
12.886.174
TLS TiSSBeS
Totaal Tabel EU-subsidies 2008, 2009 en 2010
2008
2009
2010
TiSEM
1.279.086
861.913
1.485.344
TLS
1.965.928
467.681
912.000
TiSSBeS
150.135
215.764
586.273
TSH
40.000
216.550
-
TST
-
-
-
Overige
-
-
1.511.000
3.435.149
1.761.908
4.494.617
Totaal
De tabel laat het totaal van de toegekende subsidiebedragen van EU-subsidies in de betreffende jaren zien. Het totaal van 2008 is inclusief de ERC Starting Grant bij Tilburg Law School van € 1.645.000.
50
51
In 2010 zijn er voor twaalf onderzoeksprojecten EU-subsidies toegekend. Het betreft hier zowel projecten bij het 7e Kaderprogramma (KP7) als projecten van andere Europese organisaties, waaronder tenders van de verschillende Directoraten-Generaal. Binnen de projecten IMPACT en SHARE_M4 participeren zowel Tilburg School of Economics and Management als het onderzoeksinstituut CentERdata. Van een aantal van deze twaalf projecten is hieronder een korte samenvatting te lezen. COCKPIT - Citizens Collaboration and Co-Creation in Public Sector Service Provision Binnen het project COCKPIT wordt onderzoek gedaan hoe sociale media en web 2.0 toepassingen gebruikt kunnen worden voor communicatie tussen burger en overheid. Bovendien kan hiermee worden geïnventariseerd wat de wensen van burgers zijn ten aanzien van de publieke dienstverlening. COCKPIT wil daarom een nieuw ‘governance’ model ontwikkelen voor deze nieuwe generatie van publieke diensten. Hierbij gaat men uit van de notie van een open overheid waarin burgers meer vertrouwen hebben in elkaar en in die overheid. Dit zal resulteren in beter toezicht op publieke diensten, een hogere mate van gebruik van diensten, lagere leveringskosten en meer innovatie. Het consortium bestaat uit twaalf partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg School of Economics and Management betrokken. De coördinatie ligt in handen van Intrasoft International SA (Luxemburg). 4CAAST - Building the PaaS Cloud of the Future Het 4CAAST project heeft als doel het creëren van een geavanceerd PaaS (Platform as a Service) Cloud platform dat de geoptimaliseerde en elastische hosting van multitier applicaties op Internetschaal ondersteunt. 4CAAST ontsluit alle noodzakelijke functies, versoepelt programmering van rich internet applications en maakt de creatie van een echt zakelijk ecosysteem mogelijk, waarbinnen applicaties van verschillende aanbieders voor verschillende gebruikers op maat kunnen worden gemaakt, kunnen worden samengevoegd en kunnen worden verhandeld. Het consortium bestaat uit 17 partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg School of Economics and Management betrokken. De coördinatie ligt in handen van Telefónica Investigación y Desarrollo (Spanje). IMPACT - Impact Measurement and Performance Analysis of CSR Binnen de EU is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) of Corporate Social Responsibility (CSR) gedefinieerd als de vrijwillige bijdrage van het bedrijfsleven aan het concurrentievermogen, sociale cohesie en het rentmeesterschap voor het milieu. De werkelijke toegevoegde waarde van MVO in het aanpakken van deze uitdagingen wordt echter nog betwist. Onderzoek naar MVO concentreerde zich tot dusver op de beoordeling van de voordelen voor en binnen ondernemingen. Maar welke baten en effecten brengt MVO daadwerkelijk, verder dan de grens van bedrijven, naar de economie en de samenleving als geheel? Hoe kunnen managers, beleidsmakers en belanghebbenden de effecten ervan beter meten en beoordelen? Wat betekent dit voor ‘smart mixes’ van overheidsbeleid en bedrijfsstrategie? Binnen het project IMPACT gaat men onderzoek verrichten naar deze en andere vragen rondom MVO. Het consortium bestaat uit 16 partners. Vanuit Tilburg University zijn Tilburg School of Economics and Management en CentERdata betrokken. De coördinatie ligt in handen van het Öko Institut (Institute for Applied Ecology) (Duitsland).
52
SHARE_M4 - Multinational Advancement of Research Infrastructures on Ageing Het SHARE_M4 project is ondersteunend aan het ook met Europese middelen gefinancierde SHARE project (Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe). Het omvat alle taken die van belang zijn om de toegevoegde waarde voor Europa van SHARE te handhaven en de zestien nationale enquêtes goed geïntegreerd te houden. Het doel is om de expertise en excellentie in dienstverlening alsmede in de wetenschap te bewaken. Dit gebeurt onder meer door het bevorderen van de cultuur van samenwerking tussen ontwerpers en gebruikers van SHARE, door verbetering van de multinationale diensten voor gebruikers en door het verder ontwikkelen van de ‘state-of-the-art’ in de bouw van interdisciplinaire panels. Het consortium bestaat uit dertien partners. Vanuit Tilburg University zijn Tilburg School of Economics and Management en CentERdata betrokken. De coördinatie ligt in handen van de University of Mannheim (Duitsland). EXPMAC - Experimental Macroeconomics: Expectations and Monetary Policy Design EXPMAC is een Marie Curie project, onder het subprogramma Intra-European Fellowships. Het onderzoek gaat uitgevoerd worden door Damjan Pfajfar bij Tilburg School of Economics and Management. Het doel van het voorstel is om drie punten te onderzoeken, die momenteel in de kern van het moderne macroeconomische debat spelen en dan meer specifiek binnen de monetaire economie. Deze kwesties zullen worden onderzocht met een nieuwe en innovatieve methode binnen dit domein, namelijk laboratoriumexperimenten. ENDORSE - Legal Technical Framework for Privacy Preserving Data Management Het ENDORSE project houdt zich bezig met het verstrekken van garanties voor databescherming voor zowel de gebruikers van de data als degenen waar de data betrekking op heeft. Het project beoogt een op regels gebaseerde taal, genaamd PRDL (Privacy Rules Definition Language) te definiëren, die kan worden gebruikt om wettelijke voorschriften, privacybeleid van organisaties en ‘user content’ uit te drukken. Hiervoor worden regels geformuleerd die ervoor moeten waken dat de privacyregels voldoen aan wettelijke vereisten. Het consortium bestaat uit negen partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg Law School betrokken. De coördinatie ligt in handen van het Waterford Institute of Techonology (Ierland). VIRTUOSO - Versatile InfoRmation Toolkit for end-Users oriented Open Sources explOitation VIRTUOSO heeft tot doel de autoriteiten op het gebied van veiligheid te voorzien van een geavanceerde geïntegreerde toolkit, ontwikkeld rondom een ‘open ‘ architectuur, waarmee open source informatie voor ondersteuning van besluitvorming kan worden benut. Bij elke stap van dit besluitvormingsproces wordt actiegerichte, beoordeelde en gevalideerde informatie verstrekt. Deze informatie wordt geïntegreerd in een open kader, waardoor andere bestaande of toekomstige instrumenten ook weer kunnen worden toegevoegd. De toolkit voldoet aan alle belangrijke juridische en ethische richtlijnen. Het consortium bestaat uit achttien partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg Law School betrokken. De coördinatie ligt in handen van de French Alternative Energies and Atomic Energy Commission (CEA) (Frankrijk). THB - Trafficking in Human Beings De belangrijkste doelstelling van het THB project is om de opsporing en vervolging van mensenhandel wegens uitbuiting op het werk te verbeteren en om de meest voorkomende problemen en best practices op dit terrein te identificeren. Om deze vorm van mensenhandel te bestrijden zijn specifieke vaardigheden, 53
kennis en het bewustzijn voor een effectieve opsporing en vervolging vereist. Ook andere actoren dan de politie en het Openbaar Ministerie (zoals de arbeidsinspectie en gemeenten) dienen betrokken te worden bij deze activiteiten. De betrokken actoren zijn vaak onbekend met de specifieke behoeften van de slachtoffers en zijn zich niet bewust van hoe netwerken rondom mensenhandel opereren. Het consortium bestaat uit zes partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg Law School betrokken. De coördinatie ligt in handen van Tilburg University. TANGO - Emotional interaction grounded in realistic context Veel alledaagse handelingen vinden plaats in een sociale en affectieve context en veronderstellen dat de actoren deze context delen. De huidige beweging synthese technieken, bijvoorbeeld in computer graphics, zijn echter vooral gericht op fysieke factoren. De rol van andere factoren, en in het bijzonder psychologische variabelen, wordt nog niet goed begrepen. Het doel van het TANGO-project is deze vertrouwde ideeën over affectieve communicatie een grote stap verder te brengen, door het ontwikkelen van een kader dat het essentiële interactieve karakter van sociale communicatie, gebaseerd op non-verbale communicatie met gezichts- en lichamelijke expressie, vertegenwoordigd. TANGO gaat verder dan de huidige stand van zaken in zowel theoretische omvang, als in de methodologische benaderingen en innovatieve toepassingen die worden verwacht. Het consortium bestaat uit zeven partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg School of Social and Behavioral Sciences betrokken. De coördinatie ligt in handen van Tilburg University. 5.4 Stichting Bijzondere Leerstoelen
Het overzicht van de bijzondere leerstoelen is geactualiseerd en naar de faculteiten gestuurd. In december 2010 heeft de secretaris van SBL gesprekken met de faculteiten gevoerd over de voortgang van de leerstoelen en de acties die in 2011 moeten worden ondernomen. De bijzondere leerstoelen ZoaIs gesteld, zijn in 2010 vijftien nieuwe bijzondere leerstoelen gevestigd. De vestigende instanties zijn De Nederlandsche Bank, Unesco, Arq Psychotrauma Expert Groep, de Stichting bestuursrecht en bestuurskunde, CZ Groep, GGZ Midden Brabant, RINO Zuid, Dichterbij, Stichting Religie in het Publieke Domein, Stichting Maatschappelijke Activering, Marga Klompé Stichting, De Nederlandse Jezuïeten, Stichting Adrianusfonds, PWC, GITP en Capgemini Consulting. Voor twee recent gevestigde leerstoelen worden nog kandidaten gezocht. Op alle andere leerstoelen zijn bijzonder hoogleraren benoemd. De Bijzondere leerstoel ‘Persoonlijke Financiële Planning’ van prof.dr. H.M. Prast is omgezet in een gewone leerstoel. Verder is de bijzondere leerstoel ‘Islam en Moderniteit’ overgeheveld van Tilburg School of Humanities naar Tilburg School of Theology en is een nieuwe leerstoelhouder benoemd na vertrek van de voorgaande hoogleraar. De bijzondere leerstoel ‘Global Sourcing’ bij Tilburg School of Economics and Management heeft een nieuwe vestigende instantie gekregen, namelijk EquaTerra in plaats van Accenture. Hieronder vindt u een overzicht van de nieuwe en beëindigde bijzondere leerstoelen en is de ontwikkeling van de bijzondere leerstoelen in de afgelopen vijf jaar (2006 – 2010) en de verhouding hoogleraar – bijzonder hoogleraar in 2010 weergegeven.
Activiteiten De werkzaamheden van de Stichting Bijzondere Leerstoelen (SBL) hadden in 2010 voornamelijk betrekking op de voorbereiding van de vestiging van bijzondere leerstoelen, de benoeming van bijzonder hoogleraren en het sluiten van overeenkomsten met de vestigende instanties. Tevens zijn evaluaties en verlengingen van de leerstoelen in gang gezet. Het bestuur SBL is gedurende dit verslagjaar tweemaal bijeengekomen, in het voorjaar en in het najaar. Daar is aandacht gegeven aan de criteria voor de vestiging van een bijzondere leerstoel. Daarvoor is advies gevraagd van de afdeling Juridische Zaken. Tevens is aan de afdeling Financiële Administratie gevraag om naar de fiscale aspecten te kijken (BTW) van bijzondere leerstoelen. Op grond hiervan zijn de criteria geherformuleerd op basis waarvan een vestiging van een bijzonder hoogleraar getoetst kan worden. Vervolgens is besloten om het College van Bestuur te adviseren een indexering toe te passen voor de financiële bijdrage van een externe instantie voor de vestiging van een bijzondere leerstoel. Er heeft de afgelopen vijf jaar geen indexering plaatsgevonden terwijl de salarislasten en overige kosten wel omhoog zijn gegaan. Voorgesteld werd om de bijdrage van € 40.000, - te verhogen naar € 45.000 per jaar voor 0,2 fte. Daarbij werd uitgegaan van een indexering van gemiddeld 2 procent per jaar gedurende de laatste vijf jaar. Verder werd voorgesteld om de financiële vergoeding van bijzondere leerstoelen jaarlijks met 2 procent te indexeren. 54
55
In 2010 zijn de volgende leerstoelen gevestigd: Tilburg School of Economics and Management (TISeM): Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. R.J. Berndsen Titel Financiële Infrastructuur en Systeemrisico Initiatiefnemer De Nederlandsche Bank Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. R. in ‘t Veld (m) Titel Substainability in Knowledge Democracy Initiatiefnemer Unesco Tilburg Law School: Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. P.G. van der Velden (m) Titel Psychologische gevolgen en gebruik van geestelijke gezondheidszorg na rampen en calamiteiten Initiatiefnemer Arq Psychotrauma Expert Groep Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TiSSBeS): Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. I. van de Goor (v) Titel Effectiviteit Individuele Preventie Initiatiefnemer CZ Groep Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. C.M. van der Feltz-Cornelis (v) Titel Sociale Psychiatrie Initiatiefnemer GGZ Midden Brabant Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. P. Embregts (v) Titel Beroepsopleiding tot gezondheidszorgpsycholoog Initiatiefnemer RINO Zuid Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. P. Embregts (v) Titel Mensen met een verstandelijke beperking: psychopathologie en behandeling Initiatiefnemer Dichterbij Tilburg School of Humanities (TSH): Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. S. van Bijsterveld (v) Titel Religie, rechtsstaat en samenleving Initiatiefnemer Stichting Religie in het Publieke Domein
56
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. A. Goossensen (v) Titel Presentie en Geestelijke Gezondheidszorg Initiatiefnemer Stichting Maatschappelijke Activering Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. M.M.E.H. Reisen (v) Titel Maatschappelijk verantwoord handelen vanuit de Katholieke Traditie Initiatiefnemer Marga Klompé Stichting Tilburg School of Theology (TST): Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. H. Witte (m) Titel Franciscus Xaverius Initiatiefnemer De Nederlandse Jezuïeten Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. M. Siddiqui (v) Titel Islam en Burgerschap Initiatiefnemer Stichting Adrianusfonds TiasNimbas: Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. S. Stevens (m) Titel Fiscale aspecten van maatschappelijk ondernemen Initiatiefnemer PWC Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. ir. Goodijk (m) Titel Governance in de Publieke Sector Initiatiefnemer GITP Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. M. Folpmers (m) Titel Financial Risk Management Initiatiefnemer Capgemini Consulting In 2010 zijn de volgende bijzondere leerstoel beëindigd: Tilburg School of Economics and Management (TISeM): Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. H.M. Prast Titel Persoonlijke Financiële Planning Initiatiefnemer Rabobank Reden: De benoeming van prof. Prast is omgezet in een gewone hoogleraar.
57
6 Onderwijs 6.1 Accreditatie
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TiSSBeS): Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. A.W. Gaillard Titel: Psychosociale stress Initiatiefnemer: Stichting voor onderzoek naar Psychosociale Stress
Ba en Ma opleidingen
geaccrediteerd t/m
Tilburg School of Economics and Management (TISeM)
Reden: emeritaat Ontwikkeling bijzonder hoogleraren in aantal 2006 - 2010
Ba Economics
februari 2017
Ba Economie en Bedrijfseconomie
februari 2017
Ba Bedrijfseconomie
februari 2017
Ba Econometrie en Operationele Research
februari 2017
Ba Fiscale Economie
februari 2017
Ba Economie en Informatica
februari 2017
Ba International Business
augustus 2012
2006
2007
2008
2009
2010
10
12
12
11
12
5
8
9
7
8
16
13
14
15
17
Ba International Business Administration
december 2013
TSH
6
8
11
13
15
Ma Accounting
februari 2017
TST
4
4
5
6
8
Ma Economics
februari 2011
Ma Fiscale Economie
februari 2017
TiasNimbas
2
1
2
4
7
Ma International Management
februari 2011
43
46
53
56
67
Ma Supply Chain Management
februari 2011
Ma Marketing Management
februari 2017
Ma Marketing Research
februari 2011
Ma Econometrics and Mathematical Economics
februari 2011
Ma Operations Research and Management Science
februari 2011
Ma Quantitative Finance and Actuarial Science
februari 2011
Ma Strategic Management
februari 2011
Ma Information Management
februari 2017
Ma Economics and Finance of Aging
november 2011
Ma Finance
februari 2011
TISeM TLS TiSSBeS
Totaal:
Cijfers verhouding hoogleraar-bijzonder hoogleraar in fte 2010
TISeM
TiSSBeS
TLS
TSH
TST
Totaal: 58
M
V
totaal
% bijz
reg
72,25
6,6
78,85
3,6 %
bijz
2,8
0
2,8
reg
24,65
5,7
30,35
bijz
2,4
1,65
4,05
reg
30,8
4
34,8
bijz
1,2
0,4
1,6
reg
21,1
2
23,1
bijz
2,3
0,8
3,1
reg
5,7
0
5,7
bijz
1,8
0,2
2,0
regulier: 172,8 bijzonder: 13,55
13%
4,6% Onderzoeksmasters 13,4%
35%
Research master in Business
augustus 2015
Research master in Economics
augustus 2015
Tilburg Law School (TLS) Ba Fiscaal Recht
maart 2012
Ba Internationaal en Europees Recht
maart 2012
reg – bijz: 7,8% 59
Ba Rechtsgeleerdheid
maart 2012
Onderzoeksmaster
Ba Bestuurskunde
april 2012
Research master Social and Behavioural Sciences
Ba Recht en Management
december 2013
Ma Fiscaal Recht
maart 2012
Tilburg School of Humanities (TSH)
Ma International and European Public Law
maart 2012
Ba Wijsbegeerte
februari 2017
Ma International Business Law
maart 2012
Ba Liberal Arts and Sciences
januari 2013
Ma Law and Technology
maart 2012
Ba Algemene Cultuurwetenschappen
december 2013
Ma Milieurecht
maart 2012
Ba Communicatie- en Informatiewetenschappen
december 2013
Ma Nederlands Strafrecht in Europa
maart 2012
Ba Religie in samenleving en Cultuur
mei 2014
Ma Rechtsgeleerdheid
maart 2012
Ma Wijsbegeerte
februari 2017
Ma Sociaal Recht en Sociale Politiek
maart 2012
Ma Wijsbegeerte van een bepaald Wetenschapsgebied
februari 2011
Ma Bestuurskunde
april 2012
Ma Algemene Cultuurwetenschappen
december 2013
Ma Recht en Management
december 2013
Ma Christendom en Islam
december 2013
Ma Master of Laws in European and International Taxation
mei 2014
Ma Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Religie in Samenleving en Cultuur
december 2013
Ma Religie in Samenleving en Cultuur
mei 2014
Onderzoeksmasters
december 2012
Research master Grondslagen en Methoden van de Rechtswetenschap
februari 2016
Ma Zorg, Ethiek en Beleid
december 2013
Research master Public Administration and Organizational Science
april 2017
Ma Communicatie- en Informatiewetenschappen
maart 2017
Onderzoeksmaster
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TiSSBeS) Ba Organisatiewetenschappen
december 2013
Research master Theology
februari 2016
Ba Personeelwetenschappen
december 2013
Research master Language and Communication
maart 2017
Ba Psychologie
december 2013
Research master Wijsbegeerte
februari 2016
Ba Sociologie
december 2013
Ba Vrijetijdwetenschappen
december 2013
Tilburg School of Theology (TST)
Ma Medische Psychologie
augustus 2017
Ba Theologie
maart 2013
Ma Human Resource Studies
december 2013
Ma Theologie
maart 2013
Ma Leisure Studies
december 2013
Ma Christianity and Society
maart 2013
Ma Organisation Studies
december 2013
Ma Psychologie en Geestelijke Gezondheid
december 2013
Onderzoeksmaster
Ma Social Psychology
december 2013
Research master Theology
Ma Sociology
december 2013
60
februari 2016
61
TiasNimbas Accreditatie De volgende instanties hebben programma’s van TiasNimbas geaccrediteerd; – The Association of MBAs (AMBA); – Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO); – Royal Institution of Chartered Surveyors (RICS); – Economic and Social Science Research Council (ESRC). NVAO Accreditatiegegevens TiasNimbas Business School
geaccrediteerd t/m
* EMFC Executive Master of Finance and Control
april 2012
* International MSc in Business Administration,
mei 2016
* Executive Master of Management and Organisation,
oktober 2016
* Executive Master in Finance,
november 2016
* Executive Master of Business Valuation
november 2016
Accreditatie Nieuwe opleidingen Tilburg University heeft in 2010 een aantal initiatieven in gang gezet voor het starten van nieuwe masteropleidingen. Een nieuwe opleiding wordt door het ministerie van OCW en de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) getoetst op respectievelijk macrodoelmatigheid en potentiële kwaliteit. Tilburg University heeft drie aanvragen voor de toets macrodoelmatigheid ingediend. Te weten, International Business Taxation, Kennistoepassing in zorg en welzijn en Victimology and Criminal Justice. Het ministerie van OCW heeft een positief besluit genomen over de opleiding International Business Taxation. Voor de andere twee opleidingen wordt in 2011 een besluit verwacht. Met betrekking tot potentiële kwaliteit heeft de NVAO heeft een positief besluit genomen voor een zestal Lerarenopleidingen: • Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Algemene Economie • Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Filosofie • Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Maatschappijleer • Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Nederlands • Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Wiskunde • Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Management en Organisatie Heraccreditatie Bestaande opleidingen worden om voor bekostiging van overheidswege in aanmerking te blijven zesjaarlijks beoordeeld door de NVAO. In 2010 heeft de NVAO de volgende opleidingen positief beoordeeld: • Ba Economie • Ba Economie en Informatica 62
• Ba Bedrijfseconomie • Ba Economie en Bedrijfseconomie • Ba Fiscale Economie • Ba Econometrie en Operationele Research • Ba Wijsbegeerte • Ma Accounting • Ma Information Management • Ma Accountancy • Ma Marketing Management • Ma Fiscale Economie • Ma Wijsbegeerte • Ma Communicatie- & Informatiewetenschappen • Ma Medische Psychologie Daarnaast zijn er drie researchmasters geheraccrediteerd: Research master Research in Public Administration and Organizational Science Research master Language and Communication Research master Theology De oorspronkelijke accreditatie van de researchmaster Social and Behavioural Sciences is met twee jaar verlengd. Op basis van de door de KNAW-commissie aangedragen verbeterpunten is een verbeterplan opgesteld. Het unanieme oordeel van de KNAW commissie was dat het verbeterplan in alle opzichte een uitstekend plan is, waarin tegemoet wordt gekomen aan de eerdere bezwaren van de commissie. Het verbeterplan dient te leiden tot een heraccreditatie van zes jaar.
6.2 Ontwikkelingen in onderwijs Universitaire Lerarenopleiding Tilburg Tilburg University startte in 2008 samen met OMO (Ons Middelbaar Onderwijs) met de voorbereiding van de Universitaire Lerarenopleiding (ULT). De ULT is een eerstegraads lerarenopleiding. In juni 2010 heeft de NVAO zes lerarenopleidingen officieel geaccrediteerd. De ULT gaat gefaseerd van start. In september 2011 starten de opleidingen Filosofie, Levensbeschouwing en Nederlands bij de Tilburg School of Humanities. Maatschappijleer start in september 2012 bij de Tilburg School of Social and Behavioural Sciences. In september 2013 volgen de opleidingen Economie, Management & Organisatie en Wiskunde bij de Tilburg School of Economics and Management. Onderwijs voor excellente studenten Afgelopen jaar is van start gegaan met het programma ‘Outreaching’. Tilburg University heeft voor dit programma subsidie ontvangen in het kader van het Sirius-programma, dat door OCW is opgezet voor het bevorderen van excellent onderwijs. Het programma is bedoeld voor excellente bachelorstudenten die een toppositie ambiëren in het bedrijfsleven, het openbaar bestuur of andere maatschappelijke organisaties, zowel nationaal als internationaal. In september is een groep van 50 ambitieuze studenten gestart met het programma. 63
Het Outreaching-programma bestaat onder meer uit een cursus in de toepassing van wetenschappelijke kennis vanuit een ondernemende houding, labs onder leiding van bijzondere hoogleraren met de aan hen gelieerde organisaties/bedrijven, masterclasses door personen in maatschappelijke topfuncties, een (internationale) stage en deelname aan intensieve trainingen door het bureau Krauthammer International. Ook wordt een fysieke en virtuele ‘gemeenschap’ gevormd, waarin de studenten elkaar, docenten en coaches ontmoeten. Het Outreaching-programma beslaat vier semesters vanaf het tweede bachelorjaar en is Engelstalig. Om ervoor in aanmerking te komen zullen studenten goede studieresultaten, ambitie en motivatie moeten tonen. Naast dit nieuw ontwikkelde Outreaching-programma biedt Tilburg University voor de ambitieuze en gemotiveerde student nog de volgende programma’s aan: een universiteitsbreed, multidisciplinair Honours Programma en disciplinair verdiepende facultaire topclasses bij de Law School en de Schools of Economics and Management en Social and Behavioral Sciences. Krachtig Meesterschap – Excellente leraren wizzkunde Dit project onder leiding van prof.dr. Herbert Hamers biedt VWO leerlingen en VO wiskundedocenten de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen in de wiskunde om in de toekomst te kunnen excelleren. In 2009 en 2010 zijn de volgende activiteiten ontplooid: 1. Wiskunde D lessen op Tilburg University aan 180 leerlingen VWO 5 en 6 afkomstig van het Beatrixcollege, Willem 2 College, Theresia Lyceum, Mill Hill College, 2College Cobbenhagen, St. Odulphus Lyceum en Stedelijk Gymnasium Den Bosch. 2. Wiskunde B lessen op Tilburg University aan 200 leerlingen VWO 5 afkomstig van dezelfde scholen als in item 1. 3. Scholing aan vijftien VWO wiskundedocenten op de onderwerpen Speltheorie (in 2009) en Financiële wiskunde (in 2010). 4. De volgende dictaten voor wiskunde D (omvang ongeveer 150 bladzijden per dictaat) zijn ontwikkeld in samenwerking met VO docenten: Speltheorie, Financiële wiskunde en Besliskunde. 5. De volgende dictaten voor wiskunde B (omvang ongeveer 30 bladzijden per dictaat) zijn ontwikkeld in samenwerking met VO docenten: Integralen, Algebraïsche vaardigheden, Coderingstheorie en Binaire getallen. 6. Er is een website ontwikkeld voor Wiskunde D (http://cdata3.uvt.nl/wiskunded/). 7. Mogelijkheden onderzocht voor e-learning omgeving voor ontwikkelde dictaten. De inhoud van het dictaat Speltheorie is bewerkt in een e-learning omgeving. De link is http://cdata3.uvt.nl/wiskunded/elearning.htmml. Aan andere dictaten wordt gewerkt om deze ook in een e-learning omgeving te zetten. Uitreiking thesisprijzen Tilburg University reikt jaarlijks prijzen uit voor de beste masterthesis en de beste researchmasterthesis van het voorgaande collegejaar. De faculteiten konden twee kandidaten voordragen voor de masterthesisprijs en één voor de researchmasterthesisprijs. De jury, bestaande uit de vice-decanen onderwijs onder voorzitterschap van de Rector Magnificus, heeft uit deze kandidaten drie prijswinnaars gekozen. 64
De tweede prijs is in 2010 gegaan naar een masterthesis die de jury omschrijft als een coherent, goed leesbaar en rijkelijk geïllustreerd verhaal. De thesis is tegelijkertijd onderhoudend én een degelijk en vernieuwend stuk onderzoek dat erin slaagt een bijdrage te leveren aan de toegepaste taalwetenschap en de sociolinguïstiek. In interactie met wetenschappelijke literatuur over onder andere semiotiek, geletterdheid, communicatie en etnografie slaagt de auteur erin om een zeer genuanceerd beeld te schetsen van geletterdheid in een Gambiaanse dorpsgemeenschap. Het betreft de thesis ‘Visuele communicatie en geletterdheid op het Gambiaanse platteland’ van Jannet Coppoolse. De thesis die de eerste prijs heeft gewonnen, gaat over een klassiek strafrechtelijk thema, te weten het onderscheid tussen moord en doodslag. De auteur heeft over dit onderscheid een rechtsvergelijkend onderzoek gedaan tussen Nederland en Duitsland. Naar het oordeel van de jury is dit op een methodologisch perfecte wijze gedaan. De auteur heeft niet alleen beide stelsels beschreven, maar ze ook kritisch benaderd. Het resultaat is een boeiend geschreven thesis die mede dankzij praktijkvoorbeelden goed toegankelijk is. Het betreft de thesis ‘Over de kwalificering van doodslag’ van Iris Haenen. De winnaar van de prijs voor de beste researchmasterthesis is Jochem de Bresser voor zijn thesis ‘Retirement replacement rate expectations of Dutch employees’. In deze thesis analyseert Jochem de pensioenverwachtingen van Nederlandse werknemers aan de hand van een representatief panel dat gedurende een aantal jaren ondervraagd is over wanneer zij met pensioen verwachten te gaan en wat zij verwachten van hun inkomen na pensionering. Deze analyse is gebaseerd op de nieuwste inzichten in de econometrie van het meten van verwachtingen. Volgens de jury laat Jochem zien de literatuur met betrekking tot zowel econometrie als ook pensioenverwachtingen goed te kennen. Hij gaat creatief en verantwoord om met econometrische technieken en koppelt het toepassen van geavanceerde econometrische technieken op een originele manier aan het beantwoorden van beleidsrelevante onderzoeksvragen. Intensivering onderwijs Het College van Bestuur is voornemens de BSA-norm met ingang van 1 september 2011 te verhogen naar 42 ECTS. Om te bevorderen dat studenten deze norm halen is aan de faculteiten gevraagd plannen te ontwikkelen voor intensivering van het onderwijs. Het college heeft daarvoor voor zes jaar middelen ter beschikking gesteld, toe te wijzen in twee tranches. De faculteiten dragen daar uit eigen middelen ten minste een zelfde bedrag aan bij. De in het najaar ingediende voorstellen van de Tilburg School of Economics and Management (Research Based Lerarning), Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (Actief Leren) en Tilburg School of Humanities (Academische schrijfvaardigheid) zijn allen gehonoreerd. Tilburg Law School zal in het voorjaar van 2011 een voorstel indienen. Docentprofessionalisering In 2009 heeft de door het college ingesteld projectgroep docentprofessionalisering een onderwijskwalificatietraject gepresenteerd, specifiek gericht op de onderwijssituatie op Tilburg University. Bij de uitwerking van het onderwijskwalificatietraject is uitgegaan van de vaardigheden die een docent volgens het UFOprofiel moet verwerven. Tevens is voortgebouwd op de reeds op Tilburg University aanwezige ervaring en expertise. Per 1 januari 2010 is dit kwalificatietraject verplicht voor alle nieuw aangestelde docenten en UD’s. in het voorjaar zijn een coördinator en een trainer aangesteld die het traject in uitvoering zijn gaan brengen. In september is gestart met de eerste trainingen. 65
Aansluiting HBO-WO Instellingsbreed is het aantal pre-masterstudenten de afgelopen jaren toegenomen. Om te inventariseren wat de studieresultaten van deze groep studenten zijn, is in 2010 een werkgroep HBO-instroom ingesteld. Geconstateerd is dat een deel van de HBO-bachelors weliswaar in het begin moeite heeft met aanpassing aan het academisch klimaat, maar dat de uiteindelijke studieresultaten van de hele groep niet veel verschillen van de WO-bachelors. De motivatie en werkhouding van de HBO-instromers is juist sterker en positiever. De werkgroep heeft een aantal aanbevelingen gepresenteerd met betrekking tot een vergelijkende analyse van scripties, het verzorgen van pre-mastervakken, schrijfvaardigheid en de mogelijkheid van selectie. Studiekeuzegesprekken Aan de hand van een notitie over de mogelijkheden van intakegesprekken aan Tilburg University heeft het College van Bestuur besloten pilots met kennismakingsgesprekken met eerstejaars studenten in de eerste zes weken van het collegejaar uit te voeren bij twee opleidingen. Gekozen is voor de opleidingen Psychologie en Rechten. Deze pilots zijn in het najaar van 2010 gehouden. Uitgangspunt bij de pilots is dat de faculteit een eigen invulling aan de pilot kan geven, waarbij zo veel mogelijk aangesloten wordt bij wat op de faculteit gangbaar is op het gebied van studiebegeleiding. Een evaluatie van de pilots wordt in het voorjaar van 2011 verwacht.
ICT en onderwijs Library Verreweg het belangrijkste wapenfeit in 2010 in voorzieningen voor studenten is de oplevering van het geheel gerenoveerde gebouw L (Library). Niet alleen heeft het gebouw van binnen een totale facelift ondergaan waardoor er, letterlijk, veel meer licht en ruimte in het gebouw is, maar ook zijn er fors meer studieplekken voor studenten gecreëerd en is de omvang per studieplek flink toegenomen. Tevens is er meer diversiteit in die studieplekken aangebracht: naast stilteplekken zijn er aanzienlijk meer samenwerkingsplekken dan voorheen, alsmede groepsruimtes die gereserveerd kunnen worden. De samenwerkingsplekken en de groepsruimten zijn voorzien van moderne ICT-middelen. Tenslotte is er een datalab, een teaching lab (gericht op docenten) en zijn er enkele speciaal ingerichte ruimten voor AV-bewerking (viewing, editing). Enkele cijfers over gebouw L: - 224 studieplaatsen zonder PC; - 498 studieplaatsen met PC; - 200 studieplaatsen op groepswerkplaatsen, uitgerust met 72 PC’s met dubbele schermen en laptopaansluiting. Totaal dus 922 studieplaatsen. Activerend leren De pilot met ‘e-voting’ op basis van stemkastjes in 2010 heeft aangetoond dat het principe succesvol genoemd mag worden maar dat de gekozen technologie voor veel logistieke en operationele problemen heeft gezorgd die hebben gemaakt dat van een doorslaand succes niet gesproken kan worden. 66
Dat actieve participatie van studenten aan het onderwijs door middel van ‘e-voting’ een vaste plaats dient te krijgen in het onderwijsinstrumentarium aan Tilburg University staat wel vast.
6.3 Post experience onderwijs Een belangrijke vorm van kennisoverdracht aan de samenleving is het executive of postervarings onderwijs. Tilburg University heeft het executive onderwijs ondergebracht in TiasNimbas Business School. TiasNimbas is zowel de business school van Tilburg University als van de Technische Universiteit Eindhoven en heeft vestigingen in Tilburg, Eindhoven, Utrecht, Bonn en Taipei. TiasNimbas streeft ernaar om door middel van kwalitatief hoogwaardige opleidingen toegevoegde waarde te creëren voor managers en hun organisaties. Onder het motto ‘Never Stop Asking’ combineert TiasNimbas de ‘frontiers of knowledge’ met ‘project based learning’. Dit alles leidt tot nieuwe inzichten en kennis in een omgeving waar service en persoonlijke aandacht centraal staat. Het product portfolio bestaat uit diverse MBA opleidingen, een DBA opleiding, executive master opleidingen, korte executive programma’s, een MSc opleiding en company specific programma’s. 2010 is een goed jaar voor TiasNimbas geweest. De meeste programma’s zijn succesvol van start gegaan wat een omzetstijging van 12 procent tot gevolg had. Daarnaast is TiasNimbas fors gestegen in de jaarlijkse Financial Times Ranking van European Business Schools en behoort inmiddels tot de top 25 businessscholen in Europa. TiasNimbas steeg met 25 plaatsen tot positie 24 (in 2009 positie 49). MBA programma’s TiasNimbas heeft een breed portfolio aan MBA programma’s voor professionals met minimaal drie jaar werkervaring. In 2010 heeft TiasNimbas, in partnership met Tilburg School of Economics and Management, een nieuw internationaal full-time MBA op de markt gebracht. Uniek aan dit programma is de koppeling tussen het academische curriculum, een ‘personal and career development programme’ en een ‘societal programme’. Dit laatste biedt de deelnemers de mogelijkheid om vanuit andere disciplines (neurologie, sport, kunst) of instituten (ngo’s, publieke organisaties) naar business management te kijken. Dit nieuwe programma zal in september 2011 voor het eerst van start gaan. Een belangrijk aspect voor elk full-time MBA programma is professionele en pro-actieve Career Services. In 2010 is het aanbod aan Career Services aanzienlijk uitgebreid met Career Preparation Days, carrière gerelateerde workshops, een digitaal career platform en company visits. Het Internationale Executive MBA dat een partnership is tussen TiasNimbas en graduate schools van Purdue University (USA), Central European University Budapest (Hongarije), en GISMA Business School Hannover (Duitsland) behoorde ook in 2010 tot de top 25 van de wereld en een wereldwijde nummer 1 positie op het aspect ‘International Course Experience’. Dit programma zal in het komende jaar worden vernieuwd onder andere door een structurele incorporatie van ‘blended learning’. Executive Master programma’s TiasNimbas biedt een breed portfolio van Executive Masters aan die leiden tot een verdieping, verbreding en toepassing van kennis. Zij zijn ontwikkeld voor professionals met een academisch denk- en werkniveau 67
en ruime (management)ervaring. Een belangrijke meerwaarde van deze programma’s is de heterogene samenstelling van de deelnemersgroep. Deelnemers zijn afkomstig uit verschillende sectoren en branches en hebben verschillende achtergronden en werkervaring. Hierdoor ontstaat een optimale situatie voor een ‘joint process of discovery’. In 2010 zijn een drietal programma’s door de NVAO als universitaire master geaccrediteerd (Master of Management and Organisation, Master in Finance en Master in Business Valuation), drie andere liggen ter besluitvorming bij de NVAO voor. Ook in september van dit jaar zijn de verschillende executive master programma’s zeer succesvol van start gegaan. In 2010 zijn twee nieuwe opleidingen gestart: de Executive Master of Actuarial Science ontwikkeld in samenwerking met Tilburg University en het Actuarieel Genootschap & Actuarieel Instituut en de Executive Master in Information Security Management. MSc programma’s Naast MBA programma’s en Executive Masters biedt TiasNimbas ook een internationaal MSc in Business Administration programma aan. Het full-time programma bestond in 2010 voor de helft uit internationale studenten die de mogelijkheid hadden te kiezen voor de specialisaties ‘Financial Management’ en ’International Business and Marketing Management’. Dit programma is afgelopen jaar zowel in de full-time variant als in de part-time variant succesvol van start gegaan, ondanks de niet altijd gunstige economische situatie. Focus voor 2010 was verdere internationalisering via de uitbreiding van exchange mogelijkheden en toename van het aantal internationale studenten. De international MSc in Business Administration is in 2010 voor het eerste opgenomen in de Financial Times ranking voor Masters in Management en heeft op dit moment een 55e positie wereldwijd. Executive Programmes Het portfolio van korte Executive Programmes is in 2010 net als in 2009 behoorlijk uitgebreid en is zeer succesvol gebleken. De omzet is in 2010 met 35 procent gegroeid. In 2010 is TiasNimbas voor de eerste keer opgenomen in de Financial Times ranking voor ‘open enrolment’ programma’s. TiasNimbas was in dit jaar nr. 59 in de wereld, nr. 27 in Europa en nr. 2 in de Benelux. De divisie heeft dit jaar een Strategic Advisory Board, bestaande uit vertegenwoordigers uit het veld van management en leiderschapsontwikkeling, ingesteld om de connectie tussen onderwijs en werkveld verder te versterken. Belangrijk onderdeel van de uitbreiding van de programmaportefeuille is de verdere ontwikkeling van een portfolio van general management programma’s met opleidingen voor jonge, middel en senior managers. Een voorbeeld hiervan is de succesvolle start van het programma ‘Building Superior Performance’ voor senior managers. Daarnaast zijn er ook diverse programma’s op het gebied van finance, ontwikkeld in samenwerking met de Tilburg School of Economics and Management, aan de portefeuille toegevoegd. In samenwerking met de provincie Noord-Brabant hebben ook in 2010 een aantal succesvolle innovation seminars onder leiding van (inter)nationale topfaculty plaatsgevonden, bijvoorbeeld Winning in Emerging Markets: Lessons from China, India and the Emerging World door prof. Tarun Khanna, Harvard Business School en The Entrepreneurial Venture as Vehicle for Creating Value door prof. Eric Woord, University of Cape Town. 68
Company Specific Programma’s De divisie Company Specific Programma’s specialiseert zich in het ontwikkelen van exclusieve, maatwerkprogramma’s voor organisaties. De programma’s voorzien in managementontwikkeling en in organisatorische ontwikkelingsdoelen, die een substantiële impact en verandering in de organisatie teweeg brengen. Het ontwerp en de organisatie van de maatwerkprogramma’s vindt plaats in nauwe samenwerking met onze klant (‘co-creatie’). Company Specific Programmas zijn flexibel in inhoud, lengte, formaat, methodologie en faculty . Alle programma’s worden door een toegewijd klantteam begeleid, dat verantwoordelijk is voor inhoud, logistiek en kwaliteitscontrole. Programma’s worden naar wens van onze klanten op zowel nationale als internationale locaties uitgevoerd. Maatwerk programma’s worden ontwikkeld op het gebied van Leiderschap, General Management, Strategie, Finance, Marketing, Technologie & Operational Excellence en Human Resource Management, voor zowel de profit als non-profit en publieke sector. Net als 2009 was ook 2010 een goed jaar, ongeveer de helft van de programma’s betrof nieuwe opleidingen voor bestaande klanten zoals Randstad en Stork. Daarnaast zijn in 2010 programma’s ontwikkeld voor nieuwe klanten zoals Mediq en Boskalis. In mei 2010 zijn de TiasNimbas Company Specific Programma’s door de Financial Times in de Europese top 25 en als beste in de Benelux op de criteria ‘Future Use’ en ‘Partner Schools’. Doctor of Business Administration Het DBA programma van TiasNimbas leidt tot een diploma van de University of Bradford. Ook in 2010 is dit programma met een zeer internationale groep gestart. Competence Centres Binnen TiasNimbas zijn verschillende compentence centres actief. • Globus (Instituut voor Globalisering en Duurzame ontwikkeling) richt zich op multidisciplinair onderzoek en onderwijs op het gebied van corporate global responsibility & governance. • Centrum voor het Bestuur van de Maatschappelijke Onderneming (CBMO) met een focus op onderzoeks- en onderwijsactiviteiten voor het bestuur en management van de maatschappelijke onderneming. • EIBIE (The European Institute for Business Innovation and Entrepreneurship) is een intiatief van TiasNimbas Business School en Philips Research. EIBIE richt zich op educatie, training en coaching van start-ups. Daarnaast zal EIBIE in de komende jaren een research programma ontwikkelen op het gebied van creatie en ontwikkeling van snel groeiende nieuwe ondernemingen. In 2010 is een nieuw competence centre op het gebeid van leiderschap opgezet en twee andere competence centres zullen in 2011 van start gaan. • Leadership Development Centre, is in november 2010 van start gegaan met de conferentie ‘Leading with integrity: on the psychology of ethical behaviour’ waarin promimente captains of industry en gerenommeerde (inter)nationale hoogleraren met elkaar in debat gingen over de ontwikkelingen in en toekomst van leiderschap. • People Management Centre (international HR research) is een samenwerking tussen TiasNimbas en de Tilburg School of Social Sciences and Behavior (department HR Studies) van Tilburg University. De missie is de valorisatie van academische kennis op het gebied van Human Resource Management en Leadership and Change Management. 69
7 Studenten • Real Estate LAB, een gezamenlijk initiatief van TiasNimbas, Tilburg University en de corporate partners Amvest, FGH Bank, PGGM en PwC. De missie is ‘to create a natural hotspot of new and relevant real estate knowledge’. 2006
2007
2008
2009
2010
133
127
162
156
144
Company specific programma’s
1012
973
539
530
535
Executive Master programma’s
292
337
407
326
353
Executive Programma’s
185
252
417
400
535
MSc/MA Programma’s
65
77
78
98
89
8
18
20
18
19
435
401
404
468
522
MBA programma’s
DBA Programma’s Aantal uitgegeven diploma’s
7.1 Voorlichtingsactiviteiten en toelating Voorlichtingsdagen Het bezoeken van voorlichtingsdagen op de universiteit is één van de oriëntatiemogelijkheden voor leerlingen uit 5 en 6 vwo om tot een juiste studiekeuze te komen. In 2010 bezochten rond de 5000 vwo-scholieren de universiteit. Ruim 2000 studenten (HBO en WO) kwamen naar de mastervoorlichting (twee avonden in februari en november). Proefstuderen Leerlingen die na het bezoeken van een voorlichtingsdag nader kennis willen maken met een vervolgopleiding, kunnen een dag komen proefstuderen. In 2010 namen bijna 1800 leerlingen deel aan de proefstudeerdagen. Daarnaast maken steeds meer scholieren gebruik van de mogelijkheid om een dagje met een huidige student mee te lopen. Aansluiting VO/WO Tilburg University streeft continu naar het verbeteren van de aansluiting van vwo naar universiteit. In dit kader heeft de universiteit regelmatig overleg met decanen, docenten en management van vwo-scholen. Om de aansluiting te verbeteren biedt Tilburg University een aantal activiteiten op aanvraag van een school aan. De activiteiten richten zich op leerlingen vanaf 3 vwo en betreffen: Profielkeuze 3 vwo Op verzoek organiseert Tilburg University voor 3 vwo-leerlingen een presentatie over de profielkeuze. Een van de belangrijkste boodschappen is dat de profielkeuze gevolgen zal hebben voor de latere studiekeuze en daarom een belangrijke keuze is. Verder wordt er ingegaan op de vaardigheden die een student moet hebben, het verschil tussen HBO en WO en een korte indruk van het studentenleven. In 2010 is op 49 vwo scholen een presentatie voor 3 vwo over profielkeuze verzorgd door studenten. Oriëntatiedag 4 vwo Voor leerlingen uit 4 vwo organiseert Tilburg University oriëntatiedagen. Deze dagen staan in het teken van de oriëntatie op vervolgonderwijs in het hoger onderwijs in het algemeen. De dag is bedoeld om de scholieren een eerste kennismaking met een universiteit te bieden. Daarnaast kunnen ze een indruk krijgen van de verschillende richtingen die ze kunnen inslaan met hun profiel. In 2010 namen 35 vwo scholen deel aan een oriëntatiedag. Voorlichting op school voor 5 en 6 vwo Veel scholen organiseren avonden waar scholieren en hun ouders meer informatie krijgen over verschillende studies. Studentvoorlichters van Tilburg University verzorgen inhoudelijke presentaties over hun opleiding. In 2010 hebben we in totaal 113 presentaties verzorgd op middelbare scholen. Tilburg School of Social and Behavioral Sciences en Tilburg School of Humanities waren ieder goed voor 27 presentaties, Tilburg Law School werd 23 keer vertegenwoordigd en de Tilburg School of Economics and Management is 36 keer gepresenteerd.
70
71
studenten van
af handeling door
studenten van
af handeling door
studenten van
af handeling door
studenten van
af handeling door
Volgen van colleges Excellente studenten uit 5 en 6 vwo kunnen kennismaken met Tilburg University door colleges van een bepaald vak te volgen en in dit vak tentamen te doen. In 2010 namen 17 leerlingen van negen verschillende scholen deel aan dit project.
2010
2010
2009
2009
2008
2008
2007*
2007*
TISEM
55
41
21
12
33
20
42
34
TiSSBeS
18
11
18
11
23
21
10
7
TLS
26
16
25
18
19
15
19
13
TSH
5
3
10
7
3
3
3
2
TST
1
-
-
-
-
-
-
-
DEA
-
18
-
15
-
10
-
12
DFB
-
8
-
2
-
6
-
-
DSZ
-
-
-
3
-
1
-
-
LIS
-
6
-
6
-
2
-
3
BU
-
1
-
0
-
-
-
1
CvB
-
-
-
-
-
-
-
1
CBE
-
1
-
-
-
-
-
-
(ingetrokken)
-
-
-
-
-
-
-
1
105
105
74
74
78
78
74
74
7.2 Centraal klachten loket Aantallen klachten Onderstaande tabel biedt een overzicht van de afhandeling van klachten in de periode 2007-2010. In 2010 kwamen 105 klachten binnen, dat is een opmerkelijke stijging ten opzichte van de voorgaande jaren waarin gemiddeld 75 klachten binnenkwamen. De groei is afkomstig van studenten van de Tilburg School of Economics and Management: 55 studenten van die faculteit dienden een klacht in; in 2009 waren dat er 21. Het aantal klachten afkomstig van studenten Tilburg Law School en Tilburg School of Social and Behavioral Sciences bleef gelijk, dat van studenten Tilburg School of Humanities nam met de helft af. Van de 55 klachten afkomstig van Tilburg School of Economics and Management studenten hadden er 14 betrekking op het functioneren van de diensten. Maar liefst 41 klachten betroffen het onderwijs van de faculteit, een forse stijging ten opzichte van het jaar ervoor (12). 71 klachten waren bestemd voor de faculteiten, 34 zijn voor afhandeling doorgestuurd naar de diensten. De groei in het aantal klachten betreft zaken die spelen binnen faculteiten. Van de klachten voor de diensten gaat het overgrote deel naar DEA (18 van de 34), het betreft klachten die te maken hebben met het werk van de studentenadministratie. LIS en DFB hebben ook een eigen klachtenprocedure. Onbekend is hoeveel klachten daar binnenkomen.
Totaal
Soort klachten In de volgende tabel zijn de klachten naar inhoud in zes hoofdcategorieën ingedeeld. Uit het overzicht blijkt dat opnieuw de meeste klachten (32; bijna een derde van het totaal aantal klachten) de planning en organisatie van tentamens betreffen. Daarna komen in volgorde van belang: de kwaliteit van algemene voorzieningen (17); niveau (representativiteit) van tentamens (15) en de onderwijsorganisatie (12).
72
73
Tentamens
bekendmaking uitslag
2
1
1
1
Tentamens
planning en organisatie
10
5
4
2
Tentamens
beoordeling (inhoudelijk)
2
3
1
6
Tentamens
niveau (representativiteit)
10
3
2
15
Examencommissie
beslissingen en procedure examencommissie
1
Medewerkers
gedrag, service
Voorzieningen
capaciteit ,kwaliteit en functioneren algemene voorzieningen
Totaal
5 10
1
32
TiSSBeS
TSH
2
TLS
1
klacht gegrond: probleem opgelost, tegemoet gekomen aan wens student
12
5
2
3
2
klacht ingetrokken
klager verwezen naar andere instantie (o.a. bezwaar/beroep) tekst en uitleg gegeven Totaal
1
1 1
41
3
3
2
25
24
2 7
4
2
3
10
4
1
1
6
2
41
16
1 1
11
19
3
0
3
3
3
18
8
6
12 18
1
1
105
2
1 1
16
3
5
klacht niet ontvankelijk verklaard klacht ongegrond, geen verdere actie
8
TOTAAL
1
12
2
Studenten-decanen
didactische vaardigheid docent
2
3
BU
Onderwijs
10
3
LIS
onderwijsorganisatie
3
DFB
Onderwijs
klacht gegrond: probleem (nog) niet opgelost, wordt aan gewerkt
DEA
1
6
TST
1
1
TOTAAL
begeleiding docent
1
TISEM
Studenten-decanen
Onderwijs
BU
2
3
LIS
2
DFB
onderwijsaanbod
DEA
Onderwijs
TST
1
TSH
diversen
TiSSBeS
Diversen
TLS
TISEM
11
5
3
0
18
2
1
5
6
4
17
8
6
1
1 105
Resultaat Uit de volgende tabel blijkt dat ongeveer 47 procent van de klachten terecht is ingediend (in 2009 55 procent). 20 procent is ‘ongegrond’ of ‘niet ontvankelijk’ verklaard (17 procent in 2009). In ruim 17 procent van de gevallen is tekst en uitleg verschaft over regelingen, voorzieningen, beslissingen (20 procent in 2009).
Af handeling Klachten moeten binnen zes weken worden afgehandeld. In onderstaande tabel is te zien dat in het verslagjaar 92 klachten binnen de termijn zijn afgehandeld. In dertien gevallen is de termijn overschreden. Dit resultaat is vergelijkbaar met vorig jaar. in week 1
AANTAL 36
in week 2
18
in week 3
8
in week 4
4
in week 5
15
in week 6
11
in week > 6
13
Totaal
105
Start van het Centraal Loket Geschillen en Klachten (CLGK) Op 1 september 2010 is de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek gewijzigd. De instellingen voor hoger onderwijs, dus ook Tilburg University, zijn vanaf die datum verplicht een centraal loket in te richten waar studenten terecht kunnen voor het inwinnen van advies over en het indienen van klachten, bezwaar- en beroepschriften. Het Studenten Advies Bureau, de afdeling Juridische Zaken en 74
75
SpITs hebben in de eerste helft van 2010 samengewerkt aan de totstandkoming van een virtueel loket (http://www.tilburguniversity.edu/nl/studenten/studeren/klacht-beroep/). Via dit loket kunnen studenten online klachten, bezwaar- en beroepschriften indienen. De studentendecanen en de medewerkers van Juridische Zaken beheren het loket. Het CLGK fungeert als een front office; klachtafhandeling vindt plaats door directeuren van de diensten en de hoofden van de onderwijsbureaus; afhandeling van bezwaarschriften en beroepschriften geschiedt als vanouds door de Commissie van Advies voor de Bezwaar- en Beroepschriften en het College van Beroep voor de Examens. Er hebben zich geen problemen voorgedaan in de startfase van het CLGK. Het lijkt wel verstandig om het functioneren over enige tijd te evalueren. Streven is om ook de jaarverslaggeving van de afhandeling van klachten, bezwaar- en beroepschriften te bundelen. Omdat het CLGK pas in september 2010 van start gegaan is er dit jaar voor gekozen om de jaarverslagen nog afzonderlijk te maken. Over een gezamenlijk jaarverslag moeten nog afspraken gemaakt worden.
7.3 Studentdecanen Totaal studentcontacten per jaar studentendecanen
2010
2009
e-mail/telefoon
1107
1027
spreekuur
1003
883
totaal
2110
1910
Nieuwe ontwikkelingen die erg veel tijd in beslag namen: • Uitbreiding Centraal Klachten Loket (CKL) met bezwaar- en beroepsmogelijkheden, in samenwerking met Juridische Zaken is een Centraal Loket voor geschillen en klachten opgezet. • Nieuwe collegegeldregeling: instellingstarief voor tweede studie. Opstellen nieuwe regeling en voorlichting daarover. • Uitbreiding Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (FOS) met voorziening voor buitenlandse studenten: profileringsfonds. Verder business as usual: • excellence scholarship (23 kandidaten, in 2009 14) • bsa-adviezen (194 studenten hebben bijzondere omstandigheden gemeld (2009: 143), waarover uiteindelijk 77 (2009: 340 adviezen zijn afgegeven) • adviezen aan College van Bestuur voor toekenning FOS; reductie collegegeld; tot 1-1-2011 beëindiging inschrijving • bestuursbeurzen (2283 maanden – in 2009 2216) • voorlichting aan ouders op voorlichtingsdagen (8 x) 76
Verwachting 2011: Alle aantallen lopen op. Aangekondigde maatregelen langstudeerders, beperking P-beurs tot bachelorfase en verhoging bsa-norm naar 42 studiepunten zullen leiden tot een steeds groter beroep op studentendecanen.
7.4 Kengetallen Aantal ingeschrevenen 2008/09
2009/10
2010/11
TiSEM
5408
5690
5927
TLS
2781
3061
3135
TiSSBeS
2467
2557
2605
TSH
1063
1215
1322
TST
181
155
164
11900
12678
13153
% buitenlandse ingeschrevenen
6,5%
7,2%
8,0%
Aantal eerstejaarsstudenten
3083
3522
3425
Marktaandeel 1e jaars bacheloropleidingen
7,4%
6,9%
6,9%
16,6%
17,1%
15,8%
2008/09
2009/10
2010/11
man
6323
6739
7027
vrouw
5577
5939
6126
voltijd
11333
12173
12668
567
505
485
jonger dan 20 jr
2268
2357
2335
20 t/m 25 jr
7748
8276
8673
26 t/m 30 jr
1186
1371
1438
31 t/m 39 jr
336
334
366
40 jr en ouder
362
340
341
Tilburg University
Marktaandeel 1e jaars masteropleidingen
deeltijd
77
Instroom buitenlandse studenten
Instroom eerstejaars instelling (WO-I) TiSEM
2008/09
2009/10
Bachelor
2010/11
1030
1020
997
EER exclusief Nederland
39
65
68
2%
3%
3%
premaster
262
378
360
niet EER landen
58
87
91
3%
4%
4%
master
133
189
196
Premaster
1425
1587
1553
EER exclusief Nederland
6
6
9
1%
1%
1%
44
19
26
7%
3%
3%
bachelor
bachelor
450
504
438
Master
premaster
140
178
207
EER exclusief Nederland
55
63
115
28%
24%
29%
72
107
79
niet EER landen
75
126
163
38%
48%
41%
662
789
724
bachelor
492
527
561
premaster
138
140
109
36
69
69
666
736
739
master
TSH
bachelor
183
205
199
premaster
104
157
158
21
30
24
308
392
381
master
Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd) (gemiddeld aantal EC binnen de opleiding)1) 2007/08 39
2008/09 39
2009/10 38
TLS
40
40
36
TiSSBeS
38
36
40
TSH
39
41
42
TST
34
34
31
Tilburg University
39
38
38
2007/08
2008/09
2009/10
0
9%
12%
12%
1 - 11
9%
8%
9%
12 - 23
7%
8%
8%
24 - 35
7%
7%
6%
36 - 41
8%
8%
8%
42 - 47
12%
9%
9%
48- 59
24%
21%
23%
60 of meer
25%
26%
25%
100%
100%
100%
TiSEM
1)
TST
Tilburg University
78
2010/11
2009/10
master
TiSSBeS
2009/10
2008/09
niet EER landen TLS
2010/11 2008/09
bachelor
17
12
16
premaster
4
4
4
master
1
2
8
22
18
28
bachelor
2172
2268
2211
premaster
648
857
838
master
263
397
376
3083
3522
3425
inclusief studenten met nul studiepunten
Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd) (frequentieverdeling behaalde studiepunten)
79
72%
69%
TLS
72%
70%
69%
TiSSBeS
77%
72%
80%
TSH
74%
75%
82%
TST
100%
100%
57%
75%
72%
73%
Tilburg University
TiSEM
743
21%
45%
57%
64%
67%
68%
TLS
353
23%
41%
50%
56%
57%
58%
TiSSBeS
489
25%
50%
61%
66%
67%
69%
TSH
103
29%
49%
55%
55%
56%
56%
TST
-
-
-
-
-
-
-
1688
23%
46%
57%
64%
66%
67%
0
TLS
63
0
0
TiSSBeS
41
0
0
TSH
26
1
0
TST
15
6
1
145
7
1
TiSEM
650
598
574
TiSEM
819
24%
46%
59%
66%
68%
TLS
335
354
301
TLS
397
27%
42%
50%
54%
57%
TiSSBeS
415
328
371
TiSSBeS
526
26%
51%
62%
67%
69%
TSH
51
73
104
TSH
95
32%
51%
56%
59%
64%
TST
23
20
15
TST
-
-
-
-
-
-
1474
1373
1365
1837
25%
47%
59%
65%
68%
TiSEM
733
877
884
TLS
348
387
491
TiSSBeS
471
431
473
TSH
146
162
151
TST
6
11
16
Tilburg University
1704
1868
2015
Totaal initiele opleidingen
3323
3839
3381
Postdoctorale opleidingen
72
57
72
aantal eerstejaars 2004/05
Masteropleidingen
TiSEM
865
20%
42%
55%
61%
TLS
420
23%
44%
53%
58%
TiSSBeS
486
20%
44%
52%
56%
TSH
71
34%
46%
51%
54%
TST
-
-
-
-
-
Tilburg University 1)
80
% geslaagd binnen 6 jaar
Tilburg University
% geslaagd binnen 5 jaar
Tilburg University
% geslaagd binnen 4 jaar
Bacheloropleidingen
% geslaagd binnen 3 jaar
Tilburg University
Tilburg University
% geslaagd binnen 7 jaar
0
TiSEM
% geslaagd binnen 6 jaar
0
Doctoraalopleidingen
% geslaagd binnen 5 jaar
2009/10
% geslaagd binnen 4 jaar
2008/09
% geslaagd binnen 3 jaar
2007/08
aantal eerstejaars 2003/04
Diploma’s
% geslaagd binnen 8 jaar
75%
% geslaagd binnen 7 jaar
TiSEM
% geslaagd binnen 6 jaar
2009/10
% geslaagd binnen 5 jaar
2008/09
% geslaagd binnen 4 jaar
2007/08
% geslaagd binnen 3 jaar
Rendement bachelor (voltijd) 1) aantal eerstejaars 2002/03
Positief bindend studieadvies
1842
21%
44%
55%
61%
Gewijzigde definitie, gebaseerd op instroom (WO-I) bij faculteiten respectievelijk Tilburg University 81
% geslaagd binnen 5 jaar
% geslaagd binnen 4 jaar
% geslaagd binnen 3 jaar
aantal eerstejaars 2005/06
22%
41%
54%
TLS
403
27%
46%
53%
TiSSBeS
426
32%
52%
62%
TSH
68
18%
44%
50%
TST
-
-
-
-
1795
25%
45%
57%
aantal eerstejaars 2006/07
Tilburg University
% geslaagd binnen 4 jaar
898
% geslaagd binnen 3 jaar
TiSEM
841
21%
39%
TLS
439
28%
48%
TiSSBeS
430
24%
46%
TSH
110
21%
49%
TST
23
13%
30%
1843
23%
44%
aantal eerstejaars 2007/08
Tilburg University
% geslaagd binnen 3 jaar
TiSEM
TiSEM
882
20%
TLS
405
20%
TiSSBeS
419
31%
TSH
117
35%
TST
9
44%
1832
23%
Tilburg University
7.5 Center for Knowledge Transfer (CKT) 82
7.5.1 Inleiding Het Center for Knowledge Transfer (CKT) geeft invulling aan de behoefte van de universiteit om haar ken nis beschikbaar te stellen aan de samenleving. Omgekeerd fungeert het CKT als de voelsprieten van de universiteit en signaleert, door het intensieve contact met sectoren in de samenleving, waar er behoefte is aan academisch onderzoek. De promotieonderzoeken van de Wetenschapswinkel die verderop besproken worden, zijn hier een mooi voorbeeld van. Het CKT beschikt inmiddels over 30 jaar ervaring in kennisdeling. Het is oorspronkelijk een samenvoeging van diverse groepen die zich hier op de universiteit mee bezighouden: de Wetenschapswinkel, het Loket MKB, Ondernemer en Recht, Tilburg Matchpoint, Starterslift en Ondernemerschap. Visie In 2010 is een aanzet gemaakt voor een nieuwe visienota en is er veel tijd besteed aan de interne stroomlijning en afstemming van werkprocessen. De groei van het CKT en de veranderingen in de wereld om ons heen maakten het noodzakelijk de organisatie kritisch onder de loep te nemen. Het huidige organisatiemodel, bestaande uit verschillende pijlers met een eigen merknaam, staat onder druk. Vanuit de maatschappij komt de roep om één centrale loketfunctie. In dit jaarverslag vindt u de verschillende pijlers van het CKT nog terug. Vanaf volgend jaar zal het jaarverslag geschreven worden vanuit het perspectief van de verschillende producten en diensten die het CKT aanbiedt. Uitbouwen Daarnaast stond het afgelopen jaar in het teken van het uitbouwen van de samenwerking met zowel inals externe partijen, waarover hieronder meer. Wederom was er in 2010 sprake van een groeiend aantal onderzoeksvragen. Er zijn maar liefst 449 onderzoeksvragen opgepakt en er zijn 60 starters ondersteund binnen de universiteit. Dat is in totaal een groei van bijna 15 procent ten opzichte van 2009. Het CKT zet nog steeds primair studenten vanuit studierichtingen en verenigingen in om de vragen uit de samenleving te beantwoorden. Het afgelopen jaar zijn echter ook steeds vaker wetenschappers en onderzoeksinstituten betrokken bij de beantwoording van vraagstukken. Lustrum In november vierde het CKT zijn dertigjarig bestaan. Vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, het midden- en kleinbedrijf en onderzoekers van Tilburg University waren tijdens een lunchbijeenkomst van het CKT bij elkaar om verbindingen te leggen en op zoek te gaan naar gemeenschappelijke belangen. Ruim 170 deelnemers bezochten in de middag het symposium met als thema ‘Kennis delen in de praktijk’. Tijdens dit symposium, dat samen met de Kamer van Koophandel en Syntens werd georganiseerd, werden in workshops thema’s vanuit de wetenschap en praktijk belicht. Bijzonder deze dag was ook de aankondiging van de eerste Tilburg University Valorisatieprijs. Deze prijs, die in 2011 voor het eerst zal worden uitgereikt, is een beloning voor het beste initiatief binnen onze universiteit op het gebied van kennisvalorisatie.
Tilburg Matchpoint 83
Tilburg Matchpoint is in 2010 bewust naar de achtergrond geschoven omdat het CKT niet tevreden is over de werking van deze database. Dat verklaart waarom de cijfers gedaald zijn, vooral het aantal door studenten geplaatste cv’s. Uit onderzoek dat UniPartners heeft uitgevoerd in opdracht van het CKT komen aanbevelingen voor een verbetering van deze dienstverlening. In 2011 zullen deze verbeteringen worden doorgevoerd en zal de database naar verwachting weer een prominentere plaats op de site krijgen. 7.5.2 Samenwerking In 2010 is geïnvesteerd in het uitbouwen van de samenwerking met in- en externe partners. Hieronder volgen enkele highlights. United Brains Midden-Brabant Het CKT heeft in 2010 met het ROC Tilburg, Fontys Tilburg en Avans Hogeschool binnen het samenwerkingsverband United Brains Midden-Brabant nieuwe stappen gezet. De partijen bundelen de krachten om organisaties in Midden-Brabant optimaal toegang te geven tot hun kennisaanbod. Op deze manier willen ze de slagkracht en het innovatievermogen van de regio vergroten en organisaties ondersteunen bij hun streven naar verdere professionalisering. In oktober is gestart met de eerste accountmanagers overleggen. In december 2010 werd een REAP1-subsidie voor United Brains Midden-Brabant toegekend. Cofinancierders van het project zijn de gemeente Tilburg en de betrokken kennisinstellingen. Tilburg University is penvoerder van het project. Ondernemerschap In de zomer van 2010 is gesproken met de Gemeente Tilburg, de Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging en de Kamer van Koophandel Brabant over samenwerking op het gebied van ondernemerschap. De genoemde partijen hebben aangegeven een verdergaande samenwerking te entameren. In het najaar van 2010 is dan ook een start gemaakt met het schrijven van een Business Case Ondernemerschap. Intern betrokken partijen: Brabant Center of Entrepreneurship, het Topinstituut Social Innovation en Instellingsbeleid. Extern betrokken: Starterslift. Valorisatie Ten aanzien van valorisatie is afgelopen jaar door de Stichting Starterslift in samenwerking met de universiteit, de NHTV en Avans Hogeschool een Valorisatieplan West- en Midden-Brabant geschreven en ingediend bij het Programma Valorisatie van TechnoPartner. Het Valorisatieplan ziet toe op een verdere samenwerking tussen Starterslift en de genoemde kennisinstellingen en wil een bijdrage leveren aan het realiseren van een excellent klimaat voor nieuwe bedrijvigheid, zodat Brabant uitgroeit tot de meest innovatieve regio van Europa. Student Career Center In 2010 is de projectgroep Student Career Center van start gegaan, een samenwerking tussen het Studenten Service Center en het CKT (beiden onderdeel van Student Services) en de economische faculteit.
1
84
Regionaal Economisch Actieprogramma Midden-Brabant.
Uitgangspunt van deze projectgroep is een goede afstemming tussen begeleiding op het gebied van universiteitsbrede en facultaire arbeidsmarktoriëntatie en het optimaal benutten van menskracht en middelen. De samenwerking - die als voorbeeld/pilot kan dienen voor andere faculteiten - moet uiteindelijk leiden tot een betere ondersteuning van studenten in hun gang naar de arbeidsmarkt. Ten behoeve van de pilot is een onderzoek gestart naar het beeld van studenten, bedrijven en faculteiten van de universiteit ten aanzien van Tilburg Matchpoint (de digitale marktplaats van het CKT) en hoe deze dienst het beste in kan spelen op de behoefte van bedrijven en studenten. De resultaten van het onderzoek zijn begin 2011 bekend. Bestuurlijke agenda Door de brugfunctie die het CKT heeft tussen kennisvragen uit de samenleving en de aanwezige kennis op de universiteit draagt het CKT bij aan de regionale verankering, positionering en profilering van de universiteit. Het CKT zet primair studenten en secundair wetenschappers en onderzoeksinstituten in voor het beantwoorden van kennisvragen. Op deze manier draagt het bij aan een kerntaak van de universiteit: de valorisatie van wetenschappelijke kennis. Tevens kunnen studenten via (opdrachten van) het CKT in contact komen met hun toekomstige beroepenveld (grootbedrijf, MKB, overheden, non-profit organisaties, ondernemerschap). Het CKT heeft daarnaast een signalerende functie ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen. Deze probeert het te vertalen naar (onderzoeks)projecten voor de universiteit. 7.5.3 Ontwikkelingen kernactiviteiten De ontwikkelingen in onze kernactiviteiten worden hieronder per pijler van het CKT weergegeven. Wetenschapswinkel De Wetenschapswinkel richt zich op beantwoording van vragen op wetenschappelijke basis voor non-profit organisaties in Zuid-Nederland. Onderzoeksresultaten zijn beschikbaar voor een breed publiek. Studenten vervullen hierin een belangrijke rol. In 2010 hebben weer meer maatschappelijke organisaties gebruik gemaakt van de diensten van de Wetenschapswinkel. Promotieonderzoeken Actuele maatschappelijke kwesties rond zorg, empowerment, vergrijzing en diversiteit staan centraal in langer lopende onderzoeksprojecten. Deze projecten worden geëntameerd en mede mogelijk gemaakt in samenwerking met faculteiten en externe organisaties. In 2010 werden drie promotieonderzoeken afgerond: • Een onderzoek naar de kwaliteit van trajecten van zorg- en dienstverlening voor mensen met een verstandelijke beperking. Ter gelegenheid hiervan vond in samenwerking met Tranzo een symposium plaats over het ontwikkelde instrument. • Een onderzoek naar en exploratie van ‘modularity’ in de langdurige ouderenzorg. Aanvullend werden mogelijkheden van modularity in zorgarrangementen vanuit cliëntperspectief onderzocht. • Een onderzoek naar de rol van religie bij maatschappelijk verantwoord ondernemen. In 2010 startten twee nieuwe promotieonderzoeken. Een onderzoek naar empowerment in de wijk en een onderzoek naar de werking en betekenis van de ‘Communities of Practitioners’ in het kader van het totale leren binnen het Elizabeth Ziekenhuis te Tilburg. 85
Studentonderzoeken Daarnaast is een toenemend aantal vragen voor korte onderzoeksprojecten vanuit regionale, maatschappelijke organisaties en groeperingen in behandeling genomen. Deze worden door studenten uitgewerkt in het kader van het onderwijsprogramma of als werkopdracht. Vermeldenswaard zijn twee druk bezochte symposia. Één naar aanleiding van het onderzoek naar het effect van uitzendingen van EDTV op Omroep Brabant, en één naar aanleiding van de evaluatie van online coachingsmethodieken. Daarnaast zijn vijf onderzoekspresentaties georganiseerd. Een voorbeeld daarvan is de presentatie in het Biesbosmuseum in Drimmelen van een onderzoek naar de toegankelijkheid van locaties in de recreatiesector en de meerwaarde van toegankelijkheid voor ondernemers in die sector. Dit was in samenwerking met Zet Respons, de Projectgroep Toegankelijkheid, de ondernemers in deze sector en de ANWB. Samenwerking Wetenschapswinkel Projecten Afgelopen jaar werd de samenwerking gecontinueerd met regionale, maatschappelijke organisaties in projecten als Brabant Bekent Kleur en de Dag van de Dialoog. Bij de programmering en uitvoering werd daarvoor binnen de universiteit samengewerkt met het Centrum voor Wetenschap en Samenleving, Bureau Internationale Betrekkingen en wetenschappers vanuit verschillende faculteiten.
Loket MKB Het Loket MKB is een laagdrempelig, regionaal toegangspunt voor ondernemers die informatievragen hebben of (onderzoeks)opdrachten en verzoeken tot de plaatsing van stagiaires, afstudeerders en werkstudenten bij de universiteit willen onderbrengen. Daling De economische situatie in 2010 heeft ook het MKB in Brabant getroffen waardoor de focus voor de meeste bedrijven vooral op het boven water houden van het eigen bedrijf lag, in plaats van op een verdiepingsslag met behulp van kennis. De opdrachten die wel bemiddeld zijn waren relatief grote en complexe opdrachten waar meer studenten per opdracht aan gewerkt hebben. Dat betekende voor het Loket MKB meer begeleidingsuren per opdracht. Dit alles heeft uiteindelijk geleid tot een afname van het aantal behandelde opdrachten in 2010. Efficiency Veel aandacht is uitgegaan naar het in kaart brengen van de interne processen met als doel om het interne proces en de tijd die gaat zitten in samenwerking met andere partijen (zoals Loket Ondernemer en Recht, UniPartners en Integrand) zo efficiënt mogelijk te kunnen besteden. Samenwerking Loket MKB
Thema’s In samenwerking met het Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing en diverse studieverenigingen is voor de universitaire gemeenschap een gespreksprogramma georganiseerd rond het thema ‘Tolerantie in de organisatie’ naar aanleiding van een onderzoek rond acceptatie van homoseksualiteit in Noord-Brabant. In 2010 werd een start gemaakt met het zoeken naar mogelijkheden om het vak filosofie voor kinderen in het onderwijsprogramma te bevorderen. Hierin wordt samengewerkt met het Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing, Studium Generale en het Wetenschapsknooppunt/Kinderuniversiteit. Kennistransfer De Wetenschapswinkel werkt nauw samen met faculteiten als het gaat om aanpak en inhoud van onderzoek. Daarnaast leveren wetenschappers regelmatig een bijdrage aan presentaties, symposia en workshops georganiseerd door de Wetenschapswinkel. Met maatschappelijke organisaties als Zet en K2 werd een uitbreiding van kennistransfer-mogelijkheden verkend. In 2010 maakte de coördinator van de Wetenschapswinkel deel uit van de jury voor de jaarlijkse BrabantZetOpenPrijs. De prijs wordt uitgereikt aan een organisatie die met zijn innovatieve project of idee de participatie van kwetsbare burgers bevordert en een voorbeeldfunctie heeft. Uitwisseling In het Landelijk Overleg Wetenschapswinkels werd met de Nederlandse en Belgische Wetenschapswinkels gebruik gemaakt van de mogelijkheid om naar elkaar door te verwijzen, mogelijke samenwerkingsverbanden te vormen en kennis uit te wisselen.
Nieuwe initiatieven Ook in 2010 heeft het Loket MKB, naast de reguliere bemiddeling, nieuwe initiatieven in samenwerking met partijen op en buiten de campus opgestart. De T-Challenges (een groep studenten werkt een week lang aan een opdracht van een bedrijf en komt met een bruikbaar advies) hebben in 2010 een vervolg gekregen. Naast de succesvolle T-Challenges over de T-Dome en de herbestemming van het Mollergebouw in 2010, is het Loket MKB ook betrokken geweest bij de opstart van het project BIGPIG2 (met Brabant Center of Entrepreneurship, Kamer van Koophandel Brabant, De Ideale Connectie, Brabants Zeeuwse Werkgevers, Syntens, The Progress Factor & Seedlinqs). Tevens is het Loket MKB actief betrokken geweest bij de Challenge in het International Entrepreneurship Program van de Tilburg University Summer School. Beide projecten sluiten aan bij de uitgangspunten van een T-Challenge. Kennis In samenwerking met onder andere de gemeente Tilburg is het Loket MKB participant in het project ‘Support bij (micro) financiering’. Het Loket MKB brengt hierbij de kenniscomponent namens de universiteit in. In samenwerking met Asset | Marketing heeft het Loket MKB regelmatig resultaten van enquêtes onder de leden van het Tilburgs Dienstverlenings initiatief (TDi) gepresenteerd tijdens de zogenaamde TDi lunchbijeenkomsten.
2
86
Zie www.bigpig.nl voor meer informatie over dit project.
87
Convenanten Intern is de samenwerking geïntensiveerd met KCS en Integrand. Door het sluiten van een convenant met KCS verlopen de administratieve processen aan beide zijden beter. Met Integrand is een convenant gesloten waarin staat dat zij zorgt voor de voorselectie van potentiële studentonderzoekers. Loket Ondernemer en Recht Het Loket Ondernemer en Recht richt zich op het inhoudelijk adviseren over en het signaleren van juridische problemen voor ondernemers. Het loket fungeert daarnaast als een wegwijzer in de juridische wereld. Studenten van de juridische faculteit van Tilburg University en studenten van de Juridische Hogeschool van Avans-Fontys zijn in dienst van het loket en werken samen aan het beantwoorden van de binnengekomen vragen en opdrachten. Kennisdeling Ook in het tweede jaar van zijn bestaan heeft Loket Ondernemer en Recht een bijdrage mogen leveren aan kennisdeling en het geven van invulling aan ons motto ‘Understanding Society’. In 2010 zijn 94 kennisvragen binnengekomen. Daarmee is het aantal binnengekomen kennisvragen ten opzichte van 2009 bijna verdubbeld. Aandacht Dat de dienstverlening door Loket Ondernemer en Recht op aandacht binnen de regio kan rekenen, blijkt wel uit het feit dat het Loket dit jaar was voorgedragen en opgenomen in de shortlist voor de Prix TDi, een prijs voor het beste initiatief op het gebied van dienstverlening in Tilburg en omstreken. Bijzondere aandacht verdient de uitbouw van spreekuren op locatie bij de Kamer van Koophandel. Hiermee heeft Loket Ondernemer en Recht letterlijk zijn vleugels uitgeslagen. Samenwerking Loket Ondernemer en Recht De banden met externe partners (Juridische Hogeschool, Tilburg Law School, gemeente en provincie, de Kamer van Koophandel, Van Iersel Luchtman advocaten, BDO en Holla advocaten) zijn in 2010 aangehaald. Dit heeft onder andere geresulteerd in kennisbijeenkomsten, niet alleen voor medewerkers van Loket Ondernemer en Recht maar ook voor andere studenten van de Juridische Hogeschool en Tilburg Law School. Starterslift en het Ondernemerscentrum Starterslift bij Tilburg University ondersteunt studenten, medewerkers en alumni van de universiteit die een kansrijk idee hebben bij het opzetten van een eigen bedrijf. Starterslift3 loopt een stukje mee op de weg die de startende ondernemer aflegt.
Werkwijze In 2010 is de werkwijze ten aanzien van startende ondernemers gewijzigd. Bij aanvang van de ondersteuning wordt door de projectmanager van Starterslift en de ondernemer het begeleidingstraject bepaald. Dit traject heeft onder andere betrekking op de onderdelen product, markt en de ondernemer. De rol van de projectmanager is daarbij proactief, waardoor de relatie tussen de projectmanager en de deelnemer sterker is dan daarvoor. Samenwerking Starterslift en Ondernemerscentrum Brabant Center of Entrepreneurship Starterslift heeft in 2010 de samenwerking met het Brabant Center of Entrepreneurship (BCE) verder uitgebouwd, met als doel de processen beter op elkaar af te stemmen en kennis met elkaar te delen. BCE richt zich voornamelijk op onderwijs en onderzoek rondom ondernemerschap, Starterslift richt zich juist op de ondersteuning van startende ondernemers. In het onderwijsprogramma van BCE zijn afgelopen jaar veertig studenten ingestroomd (twintig in de bachelor, twintig in de master). Een aantal van deze studenten zal vanaf januari 2011 kantoor gaan houden in het Ondernemerscentrum. Academic Business Club In 2010 is ook de samenwerking met de Academic Business Club (ABC) geïntensiveerd. Via de ABC (de netwerkclub van studentondernemers met zo’n 270 leden) kunnen ondernemende studenten in contact komen met andere ondernemers en veel van hun visie, ideeën en ervaringen leren. De medewerkers van Starterslift woonden het afgelopen jaar weer regelmatig de maandmeetings van de ABC bij. In het voorjaar heeft de ABC samen met ondermeer Starterslift een succesvol en goed bezocht symposium neergezet onder de titel ‘The art of entrepreneurship’. Meer dan 300 belangstellenden waren aanwezig in Theater Midi. Onder hen studentondernemers, starters en geïnteresseerde studenten van de universiteit, Avans Hogeschool en Fontys Hogescholen. Valorisatieplan Bij het vormgeven van het ‘Valorisatieplan West- en Midden-Brabant’ heeft Starterslift een belangrijke rol gespeeld bij het samenbrengen van het BCE, Avans Hogeschool en de NHTV. De drie kennisinstellingen gaan naast een samenwerking in Starterslift ook samenwerken in het ondernemerschapsonderwijs en -onderzoek.
Aantallen Starterslift heeft in het afgelopen jaar 60 starters ondersteuning geboden in de vorm van financiering, huisvesting, coaching, training, netwerk, advies en faciliteiten. Eind 2010 waren er drie bedrijven in het Ondernemerscentrum van de universiteit gevestigd, te weten: Boxplosive, Presensatie en Media Boys. Negen bedrijven hebben in 2010 regelmatig gebruik gemaakt van de flexplekken. 3
88
Waar in dit jaarverslag gesproken wordt over Starterslift wordt vanaf nu altijd het aan het CKT verbonden deel van Starterslift bedoeld.
89
Kengetallen Center for Knowledge Transfer Bemiddeling onderzoeksvragen en starters* Langerlopende onderzoeken Uitingen in de media Verschenen periodieken Totale oplage periodieken Congressen, studiedagen e.d. Totaal aantal bezoekers congressen, studiedagen e.d.
Kengetallen Tilburg Matchpoint 2006
2007
2008
2009
2010
594
887
998
1074
509
7
7
7
8
6
61
46
63
35
44
3
3
5
4
2
1850
2119
3835
2800
1650
8
28
18
11
8
1160
3090
2115
880
825
Onderzoekspresentaties**
5
Aantal verspreide publicaties
993
1060
3470
850
882
Omvang bureau CKT (in fte)
5,9
6,8
7,1
9,0
9,2
* Voorgaande jaren is het totaal aantal ondersteunde starters door Starterslift meegenomen in dit getal. Vanaf 2010 is ervoor gekozen alleen het aantal starters dat bij Tilburg University is ondersteund op te nemen. Daardoor komt dit getal beduidend lager uit dan voorgaande jaren. Als we dezelfde rekensom voor 2009 maken, dan komen we voor dat jaar uit op 444 onderzoeksvragen, opdrachten en starters. ** Voorgaande jaren is dit cijfer niet opgenomen bij de kengetallen. Kengetallen Wetenschapswinkel 2006
2007
2008
2009
2010
Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen
92
100
96
77
84
Beantwoorde en afgeronde onderzoeken
25
30
28
20
16
Aantal promoties
2
2
0
1
3
Lopende promotieonderzoeken per 31/12
7
7
7
9
6
2006
2007
2008
2009
2010
186
239
197
143
127
55
81
72
92
48
2008
2009
2010
Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen
7
57
109
Beantwoorde en afgeronde onderzoeken
-
29
39
2006
2007
2008
2009
2010
Door bedrijven geplaatste (bij)banen, stages en afstudeeronderzoeken
137
230
265
115
129
Door studenten geplaatste cv's
130
175
168
237
47
Aantal door studenten bekeken vacatures
3799
5535
6312
4571
4.556
Aantal door organisaties bekeken cv’s van studenten
1088
1259
1612
958
508
Kengetallen Ondernemerschap Starterlift 2006
2007
2008
2009
2010
18
24
44
52
60
2006
2007
2008
2009
2010
Aantal studentbedrijven per 31 december
3
10
11
7
3*
Aantal bedrijven op de flexplekken
-
-
-
5
9
Aantal pre-startende bedrijven per 31 december
2
7
2
3
1
Aantal studentondernemers per 31 december
5
21
19
23
4
Ondersteund binnen de universiteit
Ondernemerscentrum
* Eind 2010 zijn er vrijwel tegelijkertijd drie bedrijven uit het Ondernemerscentrum vertrokken, vandaar deze (tijdelijke) daling.
Kengetallen Loket MKB Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen Beantwoorde en afgeronde onderzoeken
Kengetallen Loket Ondernemer & Recht
90
91
8 Internationalisering 8.1 International Office Internationalisering blijft een dominant thema in de strategie van Tilburg University. Ook in 2010 speelde het International Office een belangrijke rol bij de voortzetting en intensivering van het internationaliseringsbeleid. Het International Office adviseert het College van Bestuur, faculteiten en diensten over de implementatie van de internationale strategie. Ook is het International Office verantwoordelijk voor de uitvoering van diensten c.q. projecten rondom internationalisering. Voorbeelden van diensten aan internationale studenten zijn de ondersteuning bij de aanvraag van visa en verblijfsvergunningen, huisvesting en de ‘Welcome week’. Deze activiteiten krijgen vorm in nauwe samenwerking met de faculteiten. Samenwerking met institutionele preferred partners Sinds 2003 wordt op instellingsniveau geïnvesteerd in het opzetten van internationale samenwerkingsverbanden. Na een eerste focus op China, Turkije, Zuid-Afrika en Indonesië, richt de blik zich sinds 2008 op instellingen in Latijns Amerika en Centraal Europa. In 2010 heeft er onder leiding van de rector magnificus een missie plaatsgevonden naar Argentinië en Colombia. In totaal is met vijf universiteiten gesproken over mogelijkheden tot samenwerking. In beide landen heeft de delegatie een bezoek gebracht aan de Nederlandse ambassade. In Colombia is bovendien een overeenkomst getekend met Colfuturo, een organisatie die beurzen verstrekt aan Colombiaanse studenten voor een studie in het buitenland. Hierdoor zullen er meer Colombiaanse studenten naar Tilburg University komen, zo is de verwachting. Het institutioneel partnerbeleid is in 2010 geëvalueerd. In de loop van de tijd zijn er overeenkomsten gesloten met 28 partners. Voor 23 van de 28 institutionele partners geldt dat er sprake is van een bestaande samenwerking of ambitie tot samenwerking vanuit meerdere Tilburgse faculteiten. De samenwerking richt zich voornamelijk op de uitwisseling van studenten en instroom in de masteropleidingen. Faculteiten zijn echter voornemens om de samenwerking te verbreden naar gezamenlijke programma’s op Phd-niveau. Geconcludeerd is dat het aangaan van internationale samenwerkingsverbanden op instellingsniveau als stimulans en ondersteuning werkt van samenwerkingsactiviteiten op facultair niveau. Gezamenlijke internationale programma’s Gezamenlijke internationale programma’s (joint programmes) verrijken het bestaande opleidingsaanbod. Studenten volgen een curriculum dat door meerdere universiteiten in verschillende landen wordt verzorgd. Zij zijn hierbij verplicht om te reizen, waardoor het programma bijdraagt aan de inkomende en uitgaande mobiliteit van zowel studenten als staf. Internationale programma’s dragen zodoende bij aan een internationale studieomgeving die ten goede komt aan de gehele studentenpopulatie van Tilburg University. Het gezamenlijk aanbieden van programma’s met gerenommeerde buitenlandse instellingen heeft een grote aantrekkingskracht op talentvolle studenten uit de hele wereld. Om deze reden biedt Tilburg University diverse internationale joint programmes aan; in de meeste gevallen als Erasmus Mundus programma. Dit prestigieuze Europese programma selecteert excellente programma’s die worden uitgevoerd door een internationaal consortium van universiteiten. De geselecteerde programma’s krijgen een budget waarmee studiebeurzen kunnen worden toegekend aan Europese en niet-Europese studenten. 92
In 2010 participeerde Tilburg University in drie Erasmus Mundus Master programma’s. In 2010 zijn de eerste studenten gestart in het Erasmus Mundus Master programma in Services Science (IMSE). Via een innovatieve e-campagne is de nieuwe opleiding in het voorjaar van 2010 wereldwijd gelanceerd. Een eerste cohort is in september 2010 gestart na een gezamenlijke kick-off bijeenkomst van de instellingen die participeren in IMSE: de University of Crete, University of Stuttgart en Tilburg University. Tegelijk met het eerste semester van IMSE in Stuttgart, zijn ook de voorbereidingen gestart voor de eerste IMSE-Summerschool waar de niet-Europese partners als Tsinghua University (China), UC Berkeley (VS) en de University of New South Wales (Sydney, Australië) een belangrijke rol spelen. Het tweede Erasmus Mundus programma, International Master in Management of IT, wordt sinds 2007 uitgevoerd met het IAE Aix Graduate School of Management, Université Paul Cezanne Aix-Marseille III (France) en Turku University (Finland). Het programma is gericht op het management van information technology. De studenten die zijn afgestudeerd hebben het programma bijzonder positief geëvalueerd. Vooral de mogelijkheid om binnen het kader van één opleiding vakken te volgen aan drie locaties in drie landen, wordt als belangrijke meerwaarde genoemd. Ook de rechtenfaculteit participeert in een Erasmus Mundus programma: European Master in Transnational Trade Law & Finance. De partnerinstellingen zijn universiteiten in Bilbao, Frankfurt en Straatsburg. Bijzonder aan dit programma is dat studenten na twee semesters kernvakken in Bilbao en Tilburg te hebben gevolgd, voor het tweede jaar de keuze hebben voor een specialisatie die gevolgd wordt in Straatsburg of Frankfurt. Een Erasmus Mundus aanvraag in 2010 voor een International Master in European Urban Culture is helaas afgewezen. Ondanks dat het programma niet in aanmerking komt voor de Erasmus Mundus status, zal het wel blijven worden aangeboden. Het betreft een joint programma dat wordt aangeboden door de Tilburg School of Social and Behavioural Sciences met universiteiten in Brussel, Manchester en Tallinn. In 2010 zijn de eerste studenten gestart met een gezamenlijk internationaal programma op het terrein van ‘Leadership, Organisational Psychology and Organisational Studies’. Deze opleiding wordt uitgevoerd door de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences in samenwerking met BI Norwegian School of Management in Oslo, Noorwegen. Na het succesvol afronden van deze tweejarige opleiding ontvangen de studenten een diploma van beide instellingen. De Tilburg Law School participeert al enkele jaren met de Katholieke Universiteit Leuven in het eenjarige advanced masterprogramma European Tax College. Daarnaast is er binnen de Research Master een intensieve samenwerking met de Katholieke Universiteit Leuven. Ook op bachelor niveau biedt Tilburg University een gezamenlijk internationaal programma. Tilburgse bachelor studenten van Tilburg School of Economics and Management konden zich aanmelden voor een joint programma op het gebied van Information Management. Na een eerste jaar in Tilburg, brengt het programma studenten naar Boston (Verenigde Staten), waarzij gedurende anderhalf jaar studeren aan de prestigieuze Bentley University en volgen zij gedurende een semester vakken bij de University of Deusto (Bilbao, Spanje). Studenten ontvangen voor hun verblijf in het buitenland een scholarship vanuit het 93
Uitgaande mobiliteit
2007/2008
2008/2009
2009/2010
166
124
137
0
1
1
Noord Amerika / Canada
38
40
34
8.2 Uitgaande en inkomende studentenmobiliteit
Midden/Zuid-Amerika
25
15
11
Een studieperiode in het buitenland heeft niet alleen een aanzienlijke impact op iemands internationale competenties, zoals kennis van andere landen, het vermogen om te kunnen samenwerken met mensen van andere culturen, maar het vergroot ook algemene competenties, zoals probleemoplossend vermogen, analytisch denkvermogen, initiatief en aanpassingsvermogen. Bovendien vragen complexe maatschappelijke vraagstukken zoals de economische crisis, de multiculturele samenleving en privacybescherming om analyses en oplossingen waarbij men verder kijkt dan de eigen landsgrenzen.
Afrika
8
8
17
Australië / Nieuw-Zeeland
19
18
18
Azië
28
20
20
284
226
238
Europese Atlantis programma dat zich richt op het bevorderen van trans-Atlantische samenwerking. Na het succesvol doorlopen van dit internationale curriculum ontvangen de studenten zowel een bachelordiploma van Bentley University als van Tilburg University,
Tilburg University heeft in 2009 de ambitie uitgesproken dat in 2013 30 procent van de afgestudeerde studenten een deel van de studie in het buitenland heeft gedaan. Het aantal studenten dat een deel van de opleiding in het buitenland bij een partnerinstelling volgt blijft nog achter bij de verwachtingen. Om deze ambitie te kunnen realiseren is in 2010 gestart met het intensiveren en verbeteren van de voorlichtingscampagnes over een verblijf in het buitenland. Veel studenten zien af van een periode in het buitenland vanwege het risico op studievertraging. Dit ontstaat wanneer buitenlandse vakken niet mee tellen voor het Tilburgse curriculum. Hieraan wordt door faculteiten gewerkt, bijvoorbeeld door het concentreren van vrije keuzevakken in een semester. Bij Tilburg Law School heeft men afspraken gemaakt met een groot aantal partners over standaardvrijstellingen op basis van in het buitenland behaalde vakken. Sommige studenten hebben de ambitie om na een bachelor in Tilburg, een volledige Master in het buitenland te volgen. Excellente uitgaande studenten zijn - net als buitenlandse studenten die terugkeren naar de Alma Mater - goede ambassadeurs voor onze universiteit. Daarom stimuleert Tilburg University deze uitgaande mobiliteit via o.a. de Excellence Scholarship. Dit is een beurs van Tilburg University waarmee excellente studenten een masteropleiding in het buitenland kunnen gaan volgen of een Research Master in Tilburg. Het International Office ondersteunt ook studenten in het verwerven van beurzen uit het Huygens Scholarship Programme of het VSB-fonds. Veel studenten uit Tilburg toonden belangstelling voor deze beurzen. De voordracht van kandidaten heeft plaatsgevonden na een interview, op basis van een uitgebreide motivatie. Uiteindelijk hebben 2 kandidaten een VSB-beurs ontvangen. Vier kandidaten zijn met een Huygens Scholarship gaan studeren aan een buitenlandse instelling.
Europa (EER) Overig Europa
Totaal
Tilburg University ontvangt jaarlijks nog steeds een toenemend aantal inkomende exchange-studenten. Deze groep draagt bij aan de internationalisering van de campus. Het ontvangen van uitwisselingsstudenten studenten kan ook leiden tot instroom in de masteropleidingen van Tilburg University. De instroom van studenten vindt plaats via universiteitsbrede of facultaire overeenkomsten. Het International Office verzorgt inkomende en uitgaande exchange voor de universiteitsbrede partners. Een bijzonder programma voor instroom van zowel exchange als degree-seeking studenten betreft het Erasmus Mundus Action 2 programma, waaraan Tilburg University sinds 2010 deelneemt. Dit programma omvat partnerschappen tussen 5 Europese instellingen en 13 Aziatische instellingen. Vanuit de Europese Unie zijn middelen beschikbaar om de inkomende mobiliteit van Aziatische studenten (bachelor, master, doctoraat en postdoctoraat) en personeel (academisch en administratief) mogelijk te maken. Naast een extra instroom van internationale studenten met een studiebeurs, gelooft Tilburg University in dit programma als een manier om meer studenten met verschillende nationaliteiten naar Tilburg te krijgen. Inkomende mobiliteit
2007/2008
2008/2009
2009/2010
235
211
260
4
5
1
Noord Amerika / Canada
36
46
47
Midden/Zuid-Amerika
25
23
19
Afrika
0
0
3
Australie / Nieuw-Zeeland
6
12
17
32
36
33
338
333
391
Europa (EER) Overig Europa
Azie Totaal
Internatonale studiebeurzen In 2010/2011 zijn opnieuw vijftig beurzen uitgereikt uit het Tilburg University Scholarship Programme (TUSP), bestaande uit een korting op het collegegeld tot instellingstarief en een bijdrage ten behoeve van het levensonderhoud van k€ 5 per jaar. De beurzen zijn toegekend aan excellente internationale studenten die instroomden in één van de master-programma’s van Tilburg University. Daarnaast hebben de faculteiten meerdere facultaire beurzen verstrekt aan getalenteerde studenten. Steeds meer inkomende studenten ontvangen een beurs van externe beursverstrekkers zoals Huygens Scholarship programme, Colfuturo (Zuid-Amerika) en bijvoorbeeld Stuned (Indonesië). 94
95
International Student Barometer Sinds 2007 wordt onder de internationale studentenpopulatie twee keer per jaar een uitgebreid tevredenheidsonderzoek afgenomen. Dit instrument zorgt enerzijds voor meting van de kwaliteit van de universiteit op onderwijs, leeromgeving en voorzieningen. Op basis van de uitkomst worden door faculteiten en diensten maatregelen ter verbetering ondernomen. In 2010 scoorde Tilburg onveranderd goed op de dienstverlening rond visa- en verblijfsvergunningen. Een positieve ontwikkeling is zichtbaar in de score op het academische deel van de leerervaring. Accommodatie en de integratie met Nederlandse studenten blijven punten van aandacht. Voor wat betreft de huisvesting van internationale studenten zijn in 2010 gesprekken gestart met woningbouwcorporaties om ook voor deze groep studenten accommodatie te kunnen bieden die zich kenmerkt door een hoge kwaliteit tegen een schappelijke prijs. Om de integratie te bevorderen is besloten vanaf 2011 de Welcome Week en de introductie week te combineren. Hierdoor komen beide groepen studenten direct vanaf de start van hun studie met elkaar in contact. Tilburg University Summer School gestart met 50 procent meer studenten Meer dan 150 studenten uit alle delen van de wereld volgen van 16 juli tot 13 augustus de Tilburg University Summer School (TUSS). De tweede editie van de Summer School kende een forse toename van het aantal studenten. De Tilburg University Summer School is gericht op internationale studenten uit binnen- en buitenland. Naast de gebruikelijke talencursussen en statistiek zijn er in 2010 twee nieuwe zomercursussen toegevoegd: Filosofie en Internationaal ondernemerschap. Speciaal voor de zomercursus Filosofie is de Amerikaanse hoogleraar Simon Critchley overgekomen uit New York. Hij is sinds 2009 in deeltijd verbonden aan Tilburg University. De nieuwe cursus Internationaal ondernemerschap is een initiatief van het Brabant Center of Entrepreneurship (BCE), een samenwerkingsverband tussen Tilburg University en de Technische Universiteit Eindhoven. Naast de zomercursussen is ook dit jaar weer voorzien in een sociaal programma zodat de studenten elkaar, de universiteit en Tilburg en omstreken beter leren kennen. Op zaterdag 17 juli werd de studenten een Tilburg City Quiz aangeboden door de gemeente Tilburg en wethouder van onderwijs Marieke Moorman verwelkomde hen in het Huis van de Wereld.
• De internationale marketing wordt gefocust op doellanden. • Het onderdeel ‘Internationale Marketing’ is per 1 maart 2010 overgeheveld van het International Office naar de afdeling Communications & Marketing. • Een nieuwe, voorlopige internationale Tilburg University website met een nieuw look-and-feel en gestructureerd naar zoekgedrag van studiekiezers is op 15 november 2010 gelanceerd. • Om webmarketing te kunnen ontwikkelen en uitbreiden is bij de afdeling Communications & Marketing een online marketeer aangesteld. In 2011 zal de universiteitsbrede samenwerking op het gebied van internationale marketing worden voortgezet en versterkt om de focus op de geselecteerde doellanden en de beweging van een offline naar online strategie verder uit te bouwen. De mobiele website voor internationale studiezoekers wordt dit jaar gelanceerd, evenals de definitieve internationale Tilburg University website. Afgesproken is eind 2011 tussentijds te evalueren en begin 2013 definitief te evalueren. In het kader van internationale marketing werd onderstaand persbericht gepubliceerd: “Tilburg University werft studenten met ‘s werelds grootste e-card” Publicatiedatum: 9 maart 2010 Tilburg University start een virale wervingscampagne voor een internationale masteropleiding via social media als Facebook en Twitter. In de campagne wordt getracht de grootste e-card ter wereld te maken. Met de e-card werft Tilburg University potentiële masterstudenten Service Engineering in de hele wereld. De tweejarige International Master in Service Engineering (IMSE) van Tilburg University start in september 2010. De opleiding wordt verzorgd door de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van Tilburg University in samenwerking met de Universiteit van Stuttgart (Duitsland) en de Universiteit van Kreta (Griekenland). De master leidt een nieuwe generatie ‘service engineers’ op: professionals die kunnen werken op het snijvlak van softwarediensten en nieuwe wereldwijde bedrijfsprocessen. De opleiding maakt deel uit van het prestigieuze Erasmus Mundus beurzenprogramma van de Europese Commissie voor toptalenten binnen en buiten de Europese Unie.
8.3 Internationale studentenwerving In januari 2010 is in de Universiteitsraad de besluitvorming afgerond over ontwikkeling, organisatie en bekostiging van internationale marketing. Besloten is te focussen op een beperkt aantal doellanden, een universiteitsbrede marketingstrategie te ontwikkelen met versterking van de online marketing en afbouw van offline activiteiten, met coördinatie door de afdeling Communications & Marketing. Faculteiten zijn verantwoordelijk voor recruitment in de doellanden. Zij leveren recruiters voor deelname aan onderwijsbeurzen, schoolbezoeken en overige activiteiten in de doellanden. International Office zorgt samen met faculteiten voor de relatie met preferred partnerlanden en -instellingen. In 2010 zijn de volgende zaken gerealiseerd:
96
Hello World Om de juiste doelgroep voor de master te bereiken is de virale campagne Hello World ontworpen. Het leuke van deze interactieve campagne is dat gestreefd wordt naar de grootste e-card ter wereld, bestaande uit de profielfoto’s uit Facebook van alle deelnemers. Hoe meer deelnemers, des te groter de e-card. De profielfoto’s worden bovendien automatisch groter naarmate de e-card vaker wordt doorgestuurd. De campagne is te zien op www. erasmusmundus-imse.eu/helloworld.
97
9 Personeel 8.4 RISE Het door Tilburg University geïnitieerde Europese netwerk RISE (Raising the Impact of the Social Sciences and Economics) heeft in 2010 het voorzitterschap van het netwerk overgedragen aan de London School of Economics. In 2010 heeft er een verdere aanscherping van de doelstellingen van RISE plaatsgevonden en is er een werkplan voor 2010 en 2011 vastgesteld. Daarin ligt de nadruk vooral op uitbreiden van de strategische allianties met de relevante partijen (zoals de European Science Foundation/Eurohorcs, de nationale agentschappen en funding agencies) en op het opzetten van een serie publicaties om het maatschappelijke debat in Europa vanuit de socio-economische wetenschappen te beïnvloeden. In 2010 heeft RISE middels een lezing (Evaluating the effectiveness of development policies) een bijdrage mogen leveren aan de conferentie Science Against Poverty, georganiseerd in het kader van het Spaanse voorzitterschap van de EU, door het ministerie van Wetenschap en Innovatie. Aansluitend aan de deelname aan de conferentie publiceerde RISE op haar website diverse artikelen over armoede in relatie tot andere thema’s, zoals Poverty and Economics, Poverty and Social Cohesion, Poverty and Education, Poverty and Post-Communism.
9.1 Algemeen Stand van zaken per 31 december 2010: aantal medewerkers in personen en fte onderverdeeld naar geslacht. 2008
2009
2010
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
Personen
1086
1004
2090
1141
1093
2234
1167
1158
2325
Fte’s
856,2
722,9
1579,1
897,0
794,7
1691,7
947,8
856,1
1803,9
De gemiddelde omvang van een dienstverband van een universiteitsmedewerker is 0,78. Dat betekent dat de gemiddelde medewerker ongeveer 29,5 uur per week werkt. Vrouwen werken gemiddeld 28,1 uur. Mannen werken gemiddeld iets meer (30,9 uur). Ontwikkeling personeelsformatie in fte
600,0 Diensten TISEM TLS TiSSBeS FCC FWW TST IBG TSH
500,0 400,0 300,0 200,0 100,0 0,0 2004 2005
2006 2007
2008 2009
2010
De universiteit is in het afgelopen jaar in omvang gegroeid (+6,6 procent). Tilburg School of Theology (+26 procent) en Tilburg School of Humanities (+14,3 procent) groeiden het hardst, terwijl de aantallen bij Tilburg Law School daalden met 8,6 procent.
98
99
Aantal medewerkers per faculteit en de diensten
WP, OBP en totaal in fte naar geslacht
700 600 500 400
vrouw man
300 200 100
V
WP totaal
M
V
OBP totaal
M
V
Totaal totaal
% WP
M TISEM
251,1
88,7
339,8
45,9
95,6
141,5
297,0
184,3
481,3
71%
TLS
114,5
100,2
214,7
11,6
48,2
59,8
126,1
148,4
274,5
78%
TiSSBeS
115,6
158,1
273,7
22,4
49,1
71,5
138,0
207,2
345,2
81%
TSH
92,6
50,2
142,8
15,9
34,6
50,5
108,5
84,8
193,2
74%
TST
29,3
6,6
35,8
6,9
7,8
14,7
36,1
14,4
50,5
71%
Diensten
4,2
5,2
9,4
238,0
211,8
449,8
242,2
217,0
459,2
2%
TOTAAL
607,2
408,9
1016,1
340,6
447,1
787,7
947,8
856,1
1803,9
56%
te n ie ns
In de laatste kolom is het percentage wetenschappelijk personeel opgenomen ten opzichte van het totaal aantal medewerkers (in fte). Van de faculteiten heeft TiSSBeS het hoogste percentage wetenschappers (81 procent).
D
TS T
TS H
Be S Ti SS
TL S
TI SE M
0
Tilburg School of Economics and Management is de faculteit die de meeste medewerkers in dienst heeft. Bij Tilburg School of Economics and Management werken 38 procent vrouwen. Tilburg School of Social and Behavioral Sciences is de faculteit waar naar verhouding de meeste vrouwen werkzaam zijn, namelijk 62 procent. Binnen Tilburg University is de verdeling man/vrouw gelijk namelijk 50 procent mannen en 50 procent vrouwen. Ontwikkeling personeelsbestand in fte en personele lasten In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling weergegeven van de personeelsaantallen in fte en de personele lasten. 2007
2008
2009
2010
1437
1579
1692
1804
Wetenschappelijk personeel
842 (59%)
931 (59%)
992 (59%)
1016(56%)
Ondersteunend beheerspersoneel
595 (41%)
648 (41%)
700 (41%)
788 (44%)
103
115
128
134
Personeelsbestand totaal (in fte’s)
Totaal personele lasten (in m€)
9.2 Onderverdeling naar functies en geslacht De volgende tabellen geven een beeld van de aantallen WP en OBP medewerkers in fte per faculteit en dienst onderverdeeld naar mannen en vrouwen. Tevens wordt in de volgende tabellen het wetenschappelijk personeel nader uitgesplitst naar functiecategorieën.
100
Wetenschappelijke functies hoogleraar, UHD en UD, in fte naar geslacht In de onderstaande grafiek wordt weergegeven hoe de ontwikkeling is van de functies hoogleraar, UHD en UD weergegeven in fte. Ook is gekeken naar de onderverdeling man/vrouw. Opvallend is vooral de stijging van het aantal (mannelijke) hoogleraren in de afgelopen periode, van 110 fte in 2004 (het laagste punt) naar 167 fte in 2010. De organisatieopbouw bij mannen is een omgekeerde piramide, waarbij echter wel sprake is van een sterkere toename van het aantal UD’s. Bij de vrouwen is dit juist omgekeerd: weinig hoogleraren, iets meer UHD’s en nog meer UD’s. Bij de vrouwen is sprake van een licht stijgend aantal, waarbij ook het aantal UD’s sterker toeneemt.
180,0 160,0 140,0 120,0 100,0 80,0 60,0 40,0 20,0 0,0
Hoogleraar m Hoogleraar v UHD m UHD v UD m
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
101
Promovendus en overig wetenschappelijk personeel in fte naar geslacht In de volgende grafiek worden de ontwikkelingen in de functies promovendus en overig wp geschetst. Overig wetenschappelijk personeel zijn onder andere de docenten en onderzoekers. Te zien is dat het aantal mannelijke promovendi in het afgelopen jaar behoorlijk is gestegen, terwijl het aantal vrouwelijke promovendi licht is gedaald. In tabel 3.3 is te zien dat niet alle faculteiten te maken hebben met een verhoogde instroom van promovendi. 180,0 160,0 140,0 120,0 100,0 80,0 60,0 40,0 20,0 0,0
Ontwikkeling WP in tijdelijke dienst (m.u.v. promovendi en student-assistenten) in fte (per 31 december) Als promovendi en student-assistenten buiten beschouwing worden gelaten, twee groepen die per definitie een tijdelijk contract hebben, dan had op 31 december 2010 20,6 procent van het wetenschappelijk personeel een tijdelijk contract. De functies van UD (tenure track), docent en onderzoeker zijn de grootste groepen. Het aantal hoogleraren en UHD’s met een taak voor bepaalde tijd is beperkt.
Promovendus m Promovendus v Overig wp m Overig wp v
2004
2008
2005 2006 2007 2008 2009 2010
9.3 Tijdelijk personeel De ontwikkeling van tijdelijk personeel in dienst van de universiteit, in verhouding tot het totale personeelsbestand (onderverdeeld naar mannen en vrouwen) wordt weergegeven in de volgende tabellen. Vooral de faculteiten hebben met hun promovendi en student-assistenten veel tijdelijk personeel in dienst. Ontwikkeling tijdelijk personeel in % van het personeelsbestand naar geslacht (per 31 december 2010) 2008
2009
Het totaal aantal medewerkers in tijdelijke dienst is ten opzichte van de vorige jaren iets toegenomen. Door een grotere omvang van door tweede en derde geldstroom gefinancierd onderzoek is de behoefte aan tijdelijke onderzoekers groter. Binnen het OBP krijgen nieuwe personeelsleden het eerste jaar een tijdelijk dienstverband aangeboden. Bij goed functioneren wordt dit dienstverband omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd. Daarnaast wordt er binnen de diensten een aantal projecten uitgevoerd, die met name worden uitgevoerd door personeelsleden met een tijdelijk dienstverband.
2009
2010
man
vrouw
totaal
Man
vrouw
totaal
Man
vrouw
Totaal
TISEM
48,1
24,4
72,5
59,3
29,2
88,5
67,3
29,9
97,2
TLS
33,8
42,3
76,1
38,9
31,3
70,2
37,6
34,0
71,6
TiSSBeS
27,4
38,2
65,2
31,9
50,4
82,3
29,9
49,2
79,0
TSH
7,5
4,5
12,0
11,2
5,2
16,4
12,0
12,1
24,1
TST
1,5
1,0
2,5
3,5
0,6
4,1
3,5
1,4
4,9
Diensten
0,7
0,7
1,4
0,7
0,7
1,4
0,0
0,7
0,7
TOTAAL
118,9
111,1
229,9
145,3
117,4
262,8
150,2
127,2
277,4
Ontwikkeling promovendi in fte (per 31 december) Het aantal promovendi is ook het afgelopen jaar gestegen. Tilburg School of Economics and Management is een van de grote stijgers; zij streven er naar de jaarlijkse instroom van promovendi te verdubbelen van 20 naar 40 per jaar. Bij de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences en Tilburg School of Humanities is een verhoogde instroom te zien. 2008
2010
2009
2010
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
Man
vrouw
totaal
TISEM
62,3
31,4
93,7
70,6
36,8
107,4
64,8
42,1
106,9
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
TISEM
48,1
50,6
49,0
50,7
55,4
52,5
52,5
54,4
53,2
TLS
19,4
32,1
51,5
19,9
35,5
55,4
18,8
26,5
45,3
TLS
46,6
61,1
54,4
48,3
57,5
53,3
48,8
54,6
52,0
TiSSBeS
24,0
56,7
80,7
22,4
66,1
88,5
24,6
76,2
100,8
TiSSBeS
44,7
73,4
60,4
46,1
74,2
62,5
46,9
73,0
62,6
TSH
18,9
18,4
37,3
20,5
16,2
36,7
23,8
19,9
43,7
TSH
35,4
41,3
37,9
37,4
43,3
39,8
42,1
52,6
46,7
TST
0,8
2,4
3,2
0,8
1,5
2,3
0,8
2,5
3,3
TST
7,8
48,0
15,4
14,6
54,1
23,1
12,9
45,6
22,2
Diensten
0,0
0,3
0,3
0,0
0,3
0,3
0,0
0,3
0,3
Diensten
16,8
17,7
17,2
17,6
17,2
17,4
19,1
23,4
21,1
TOTAAL
125,4
141,3
266,7
134,2
156,4
290,6
132,8
167,5
300,3
TOTAAL
36,6
48,3
41,9
38,8
49,9
44,0
39,9
50,8
45,1
102
103
Ontwikkeling student-assistenten in fte (per 31 december) Student-assistenten verrichten werkzaamheden ter ondersteuning van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. In deze tabel staan dus niet de werkstudenten weergegeven. Dit zijn studenten die ondersteunende werkzaamheden verrichten ten aanzien van het bestuur en beheer van de universiteit ten behoeve van voorlichting bijvoorbeeld, of studenten die boeken terugplaatsen in de bibliotheek of werken op een IT helpdesk. In deze tabel staan alleen de student-assistenten die een arbeidsovereenkomst hebben met de universiteit. Omdat Tilburg School of Economics and Management de student-assistenten aanstelt via KCS, zijn hiervan geen cijfers opgenomen in deze tabel. In tabel 9.2 wordt het totaal aantal student-assistenten via KCS aangegeven. Het totaal aantal student-assistenten is ten opzichte van vorig jaar licht gedaald. 2008
2009
Ontwikkeling leeftijdopbouw in procenten
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
60+> 50-59 40-49 30-39 <30
2005
2010
man
vrouw
totaal
Man
vrouw
totaal
Man
vrouw
totaal
TISEM
0,0
0,0
0,0
0,0
0,2
0,2
0,0
0,0
0,0
TLS
7,4
10,3
17,7
5,3
11,9
17,2
4,3
9,4
13,7
TiSSBeS
3,5
10,4
13,9
5,0
12,0
17,0
4,6
11,1
15,6
TSH
0,9
2,7
3,6
0,7
1,8
2,5
1,0
3,1
4,1
TST
0,2
0,2
0,4
0,3
0,5
0,8
0,4
0,5
0,9
Diensten
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
90%
TOTAAL
12,0
23,6
35,5
11,3
26,4
37,7
10,2
24,0
34,2
80%
9.4 Ontwikkeling leeftijdsopbouw In de ontwikkeling van de leeftijdsopbouw door de jaren heen is te zien dat de verdeling over de leeftijdsklassen redelijk gelijk blijft.
2006
2007
2008
2009
2010
Leeftijdsopbouw WP/OBP onderverdeeld naar geslacht in procenten
100%
70%
60+>
60%
50-59
50%
40-49
40%
30-39
30%
<30
20% 10% 0% man
vrouw WP
man
vrouw OBP
Het aandeel jonge vrouwen in de wetenschap blijft onverminderd hoog. Bijna 80 procent van de vrouwelijke wetenschappers is jonger dan 40 jaar. Bij de ondersteunende functies is te zien dat iets minder dan 45 procent van de mannen ouder is dan vijftig jaar. Bij de twee andere categorieën (WP mannen en OBP vrouwen) is een wat gelijkmatiger spreiding over de verschillende leeftijdsklassen te zien.
104
105
9.5 Voltijd en deeltijd personeel
9.7 Ontwikkeling ziekteverzuim < 1 jaar (in percentages)
voltijd en deeltijd personeel naar geslacht in personen
2006
2007
2008
2009
2010
3,2
2,9
2,5
2,5
2,5
0,97
0,98
0,92
0,93
0,87
15
14
11
11
13
Ziekteverzuimpercentage Meldingsfrequentie
800
Gemiddelde verzuimduur (in dagen)
700 600 500
Het verzuimcijfer voor de gehele universiteit is in het afgelopen jaren gedaald van 3,2 procent naar 2,5 procent. Verzuim heeft constant de aandacht van het management, niet alleen door gerichte verzuimbegeleidingcursussen voor leidinggevenden, maar ook door regelmatig overleg tussen leidinggevende, personeelsfunctionaris en bedrijfsarts.
voltijd deeltijd
400 300 200 100
9.8 Instroom en uitstroom
0
Voor de berekening van de in- en uitstroomcijfers worden vanaf 2008 gegevens uit de stuurkaart Personeel gebruikt. De instroomcijfers van dit jaar worden tevens als percentage uitgedrukt ten aanzien van de totale groep op 31 december 2010.
vrouw
man
Ruim 35 procent van de mannelijke medewerkers heeft een deeltijdaanstelling, en werkt dus minder dan gemiddeld 38 werkuren per week. Bij de vrouwen heeft ongeveer 60 procent van de medewerkers een deeltijdaanstelling.
9.6 Salarisschalen salarisopbouw per functiecategorie en geslacht in personen (per 31 december) WP
OBP
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
schaal 1 t/m 5
1
0
1
73
56
129
74
59
130
schaal 6 t/m 9
196
299
495
158
361
519
354
660
1014
schaal 10 t/m 12
257
205
462
139
162
301
396
367
763
schaal 13 en 14
99
36
135
15
11
26
114
47
161
schaal 15 en 16
119
19
138
9
2
11
128
21
149
schaal 17 en hoger
99
7
106
2
0
2
101
7
108
TOTAAL
771
566
1337
396
592
988
1167
1158
2325
106
Instroom in personen naar faculteiten en diensten 2007
2008
2009
2010
TISEM
110
118 (25%)
132 (25%)
120 (22%)
TLS
151
185 (43%)
159 (37%)
141 (36%)
TiSSBeS
148
153 (39%)
171 (38%)
163 (35%)
TSH
60
73 (33%)
69 (30%)
79 (31%)
TST
11
6 (11%)
14 (25%)
9 (13%)
Diensten
115
121 (23%)
131 (23%)
130 (22%)
TOTAAL
593
660 (32%)
676 (30%)
642 (28%)
2006
2007
2008
2010
73
61
81 (17%)
102 (18%)
TLS
114
138
149 (34%)
182 (46%)
TiSSBeS
86
109
115 (30%)
142 (30%)
TSH
108
76
57 (26%)
47 (18%)
TST
4
16
7 (13%)
5 ( 7%)
Diensten
109
90
100 (19%)
108 (19%)
TOTAAL
491
483
506 (24%)
586 (25%)
Uitstroom in personen naar faculteiten en diensten
TISEM
107
10 Jaarrekening 2010 9.9 KCS en uitzendbureaus
10.1 Kengetallen
Door de universiteit wordt gebruik gemaakt van KCS en van uitzendbureaus voor de inhuur van personeel. De exacte omvang daarvan in fte’s is moeilijk te bepalen, omdat deze niet in het personele informatiesysteem worden bijgehouden. Wel is de omvang in geld uit te drukken, en te relateren aan de totale personele lasten. In de volgende tabel worden deze cijfers gepresenteerd over de afgelopen vijf jaren.
Kengetallen 1) Jaren Studenten
Uitzendbureaus
2006
1.230 (1,2%)
1.080 (1,0%)
2007
2.012 (1,9%)
992 (1,0%)
2008
1.972 (1,7%)
1.513 (1,3%)
2009
2.574(2,0%)
1.642 (1,3%)
2010
3.307(2,5%)
912 (0,7%)
2008
2009
2010
2.771 11.326 275 2.352
3.083 11.900 270 2.112
3.562 12.678 236 2.408
3.425 13.153 193 2.640
doctoraal diploma’s postdoctoraal diploma’s bachelor diploma’s master diploma’s
250 58 1.733 1.713
145 72 1.474 1.704
7 57 1.373 1.868
1 72 1.365 2.015
promoties 4) wetenschappelijke publicaties5)
83 1.881
85 2.025
85 1.936
111 1.939
rijksbijdragen (in m€) college- en examengelden (in m€) overige baten (in m€) exploitatie resultaat (in m€)
92 17 61 19,3
117 17 68 21,1
108 19 70 3,8
106 20 73 -6,2
eigen vermogen (in m€) vreemd vermogen (in m€)
117 108
138 114
142 121
136 138
liquide middelen (in m€) netto werkkapitaal (in m€) current ratio current ratio alle universiteiten solvabiliteit solvabiliteit alle universiteiten
86 44 1,7 0,9 0,5 0,6
111 66 1,9 0,9 0,6 0,6
104 64 1,8 0,9 0,5 0,5
106 62 1,7 pm 0,5 pm
1.438 151 843 746 119
1.579 167 931 815 130
1.746 168 993 921 143
1.804 164 1.016 952 151
eerstejaars (WO/I) 4) ingeschrevenen initiële opleidingen ingeschrevenen postdoctorale opleidingen2) ingeschrevenen TiasNimbas Business School
Inhuur van derden in K€, en als % van de totale personele last KCS
2007
Onderwijs
Onderzoek Inhuur via KCS in fte en personen (tussen haakjes) per faculteit en diensten onderverdeeld naar functiecategorie WP(excl. OBP Student PhD’s TOTAAL PhD’s) assistenten TISEM
3,1 (14)
4,1 (29)
17,9 (229)
0 (0)
25,1(272)
TLS
0,8 (5)
1,0( 3)
0,5 (16)
0 (0)
2,3 (24)
TiSSBeS
1,2 (4)
0,4 ( 8)
0,1 (11)
0 (0)
1,7(23)
TSH
2,1 (9)
1,3 (20)
0,4 (10)
0 (0)
3,8(39)
TST
1,9 (3)
0,6( 5)
0 (0)
0 (0)
2,5 ( 8)
Diensten
0,0 (0)
32,5(362)
0 (0)
0 (0)
32,5 (362)
TOTAAL
9,1(35)
39,9(427)
18,9 (266)
0 (0)
67,9 (728)
Van de student-assistenten hebben er 229 een aanstelling bij Tilburg School of Economics and Management. De omvang en duur van de aanstelling varieert: van 0,05 fte tot fulltime, en van twee weken tot meer dan een jaar. Onder het OBP zijn in 2010 122 surveillanten opgenomen die samen 9,9 fte vertegenwoordigen.
108
Exploitatie
Vermogen
Liquiditeit
Personeel personeelsbestand UvT 3) personeelsbestand verbonden partijen wetenschappelijk personeel ondersteunend beheerspersoneel totale personeelslasten (in m€) 1)
De cijfers inclusief de gegevens van de deelnemingen en verbonden partijen.
2)
Exclusief TiasNimbas Business School.
3)
Fte’s op basis van Wopi-cijfers (peildatum 31/12).
4)
Inclusief dubbelprmoties; in afwijking van het aantal bekostigde proefschriften die in het TMP staan vermeld.
5)
Inclusief proefschriften, monographs en edited books
109
10.2 Algemene toelichting op de geconsolideerde jaarrekening Inleiding Deze geconsolideerde jaarrekening betreft de financiële verslaglegging 2010 van de Universiteit van Tilburg. Daarin zijn opgenomen de deelnemingen TiasNimbas Business School en UvT Holding (waaronder KCS B.V.), en de gelieerde instituten Stichting IVA, Vermogensstichting IVA, Stichting IVO en Universiteitsfonds Tilburg. Hierna volgt een korte analyse op hoofdlijnen, waarin zowel exploitatie als financiële kengetallen aan bod komen. Financiële exploitatie 2010 Het exploitatieresultaat 2010 is in lijn met de begroting. In het licht van de omvangrijke exploitatieoverschotten van de afgelopen jaren kan dit resultaat als acceptabel worden gekwalificeerd. Alhoewel het financiële weerstandsvermogen van de UvT voldoende sterk is om het tekort te kunnen opvangen is inmiddels een bezuinigingsoperatie en reorganisatie gestart om ook in de toekomst een gezonde financiële positie te waarborgen. De geconsolideerde exploitatie ziet er verkort als volgt uit: Geconsolideerde exploitatierekening Baten Rijksbijdragen OCW Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Belastingresultaat uit gewone bedrijfsvoering Aandeel derden Exploitatieresultaat 110
2010
Begroting 2010
99.972.713 20.459.802 57.633.321 15.008.220 193.074.056
98.792.000 20.000.000 59.738.000 16.329.000 194.859.000
150.463.213 9.364.355 8.841.743 32.088.883 200.758.194
150.743.000 8.773.000 12.123.000 31.301.000 202.940.000
-7.684.138
-8.081.000
1.747.859
689.000
112.730 25.664 -6.074.673
-7.392.000
Baten en lasten De stijging van de rijksbijdrage kan met name worden toegeschreven aan de gestegen studentenaantallen. De baten in opdracht van derden en de overige baten liggen onder het niveau van de begroting maar zijn wel gestegen ten opzichte van 2009. De omzet uit contractonderwijs (TiasNimbas) en de detachering van personeel (UvT-holding) is gestegen. De omzet uit contractonderzoek bij IVA en IVO is gedaald. De personele lasten en de overige lasten zijn nagenoeg op het niveau van de begroting uitgekomen. De daling van de huisvestingslasten is met name te verklaren door lagere energie- en onderhoudslasten. Het saldo financiële baten en lasten is hoger uitgevallen dan begroot. In de paragraaf Treasurybeleid is een toelichting op de onderscheiden posten opgenomen. TiasNimbas heeft 2010 met een positief resultaat afgesloten. IVA en IVO werden geconfronteerd met een verlies. IVA heeft in september besloten tot een reorganisatie. De financiële ontwikkeling gedurende het boekjaar Periodiek hebben de beheerseenheden een tussentijdse prognose opgesteld voor de ontwikkeling van hun exploitatieresultaat. Uit de beoordeling van de verschillenanalyses is gebleken dat de faculteiten en diensten afgelopen jaar bewust hebben gewerkt aan een verdere verbetering van de financial control. De verschillenanalyses tussen begroting, tussentijdse prognoses en realisatie zijn kwalitatief verbeterd en er zijn concrete verbeterpunten voor 2011 geformuleerd. Met ingang van 2010 is ook gerapporteerd over de uitputting van investeringsbudgetten huisvesting en ICT. Deze rapportages hebben bijgedragen aan een strakkere beheersing van de projecten waarvoor investeringsbudgetten uit het huisvestingscompartiment en/of ICT-compartiment zijn toegekend. Vooruitblik In de begroting 2011 is mede naar aanleiding van het tekort van ruim m€ 12 en de grote onzekerheid van het toekomstige middelenkader geconstateerd dat het financiële perspectief ten opzichte van de vorige meerjarenraming van de rijksbijdrage en collegegelden is verslechterd en dat interventies noodzakelijk zijn om de financiën op orde te houden en de universiteit in een goede uitgangspositie te manoeuvreren voor de Hoger Onderwijs plannen van de Commissie Veerman. Daarom wordt een reorganisatie voorbereid die moet leiden tot substantiële bezuinigingen in de ondersteunende dienstverlening aan het primair proces.
111
Ontwikkeling financiële kengetallen Het exploitatieresultaat als percentage van het eigen vermogen per ultimo voorgaand jaar komt voor 2010 uit op -4,2%. In 2009 bedroeg dit percentage op + 2,7%. Het negatieve resultaat is verwerkt in het eigen vermogen. In de volgende tabel zijn enkele financiële kengetallen opgenomen: Financiële kengetallen
2007
2008
2009
2010
liquide middelen (in m€)
86
111
104
106
netto werkkapitaal (in m€)
44
66
64
62
current ratio
1,7
1,9
1,8
1,7
current ratio alle universiteiten
0,9
0,9
0.9
pm
solvabiliteit
0,5
0,6
0,5
0,5
solvabiliteit alle universiteiten
0,6
0,6
0,5
pm
Treasurybeleid Grondslag voor het beleid zijn de (meer) jaren begroting en het Taken Middelen Plan van de Universiteit. Dit, naast historische informatie, vormt de basis voor de liquiditeits- en kasstroomprognoses voor de komende vier jaar. Daarnaast wordt volledig aangesloten bij de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek. Op grond van deze uitgangspunten worden de volgende beleggingen gerealiseerd. Een beleggingsportefeuille die ultimo 2010 bestaat uit obligaties. Bij de obligaties wordt gekozen voor aanschaffingen die voldoen aan de rendementsdoelstelling en aan de Regeling Beleggen en Belenen. Het overgrote deel van de te beleggen tijdelijk overtollige liquiditeiten wordt op deposito geplaatst. In tegenstelling tot 2009 werd de looptijd van de verlengde/nieuwe deposito’s in 2010 beperkt tot maximaal 12 maanden. De verwachting is dat in 2011 e.v. de ECB de rente langzaam aan weer laat stijgen. Door de gevolgen van de kredietcrisis is het een-maands euribor in 2010 uitzonderlijk laag geweest en heeft zich gestabiliseerd van overwegend 0,43% (januari) naar 0,79% (december). Parallel hieraan is ook de depositorente gedurende 2010 laag geweest. Dit betekende dat nieuw te plaatsen respectievelijk te verlengen deposito’s in 2010 tegen aanzienlijk lagere tarieven konden worden geplaatst. Door het plaatsen van 3 lange deposito’s in 2009 met een looptijd tot ver in 2011 kon optimaal geprofiteerd worden van de toen nog geldende hogere depositorente die daardoor de resultaten van 2010 en ook 2011 nog positief beïnvloeden. Om de neergang van de depositorente deels op te vangen is de obligatieportefeuille uitgebreid met aankopen die voor de korte- tot middellange termijn een effectief rendement genereren dat ruimschoots boven de huidige- en op korte termijn te verwachten depositorente zit. Het absolute resultaat van de beleggingsopbrengsten in 2010 is € 4,4 mio (2009 € 6,3 mio). Deze teruggang is voor het overgrote deel toe te schrijven aan een gemiddeld lagere depositorente en voor een beperkt deel in de terugloop van het beschikbare volume liquiditeiten. In verband met jaarrekening- en waarderingsvoorschriften moeten de koersen per ultimo voor de balans tegen de werkelijke waarde worden gewaardeerd. De hiervoor aanwezige herwaarderingsreserve effecten is ultimo 2010 opgewaardeerd met € 93.500. Tevens heeft deze waardering een negatief effect gehad op de beleggingsopbrengsten ad € 43.900 in verband met (ongerealiseerde) koersresultaten. 112
Uit de balans ultimo 2010 blijkt dat het vreemd vermogen in 2010 is uitgebreid met een lening van de BNG ad € 15 mio. Alhoewel de current ratio ultimo 2010 de indruk wekt dat deze lening niet noodzakelijk is, geeft onze kasstroompositie voor de komende vier jaren een ander beeld. In de periode 2010 t/m 2014 zijn er voor ongeveer € 60 mio investeringsplannen in gebouwen gepland. Zonder de current ratio structureel in gevaar te brengen, zijn deze investeringen niet volledig uit eigen liquiditeiten te financieren. Aangezien de kapitaalmarktrente in september 2010 op een uitzonderlijk laag niveau stond en een deel van de investeringen eind 2010 ingang zijn gezet respectievelijk zijn geëffectueerd, is met het aangaan van deze lening geanticipeerd op het totaal van de te realiseren/te verwachten investeringsplannen. De solvabiliteitsratio blijft hierdoor nog steeds boven het gewenste niveau. De effecten van de kredietcrisis hebben zich in 2010 gestabiliseerd respectievelijk de trage weg naar herstel is weer gevonden. De verwachting voor 2011 is een beleggingsopbrengst die lager zal zijn dan in 2010. Hierbij dient tevens te worden aangetekend dat de grote onduidelijkheid en eventuele effecten van de huidige kabinetsplannen omtrent de bekostiging van de universiteiten nog niet in de te verwachten beleggingsopbrengsten konden worden doorberekend. Helderheidsaspecten • Deelname eigen personeel aan opleidingen: In totaal hebben in 2010 157 medewerkers ingeschreven gestaan voor het volgen van onderwijs aan de eigen instelling. Betrokkenen hebben zelf hun collegegeldverplichting voldaan. • Aanwenden Rijksbijdrage voor private activiteiten: De UvT heeft in 2010 geen Rijksbijdrage aangewend voor de uitvoering van private activiteiten. • Uitbesteding (delen van) Croho-geregistreerde opleidingen: De UvT besteedde in 2010 geen (delen van) geregistreerde opleidingen uit aan private organisaties en andere instellingen. • Maatwerktrajecten voor bedrijven of organisaties: De UvT organiseerde in 2010 één maatwerktraject voor KPMG Meijburg & Co, Baker & McKenzie, Loyens & Loeff, Ministerie van Financiën / Belastingdienst, PriceWaterhouseCoopers en Ernst & Young ten behoeve van 45 studenten.
113
10.3 Waarderingsgrondslagen activa en passiva Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Grondslagen voor de consolidatie Verbonden partijen waarbij sprake is van een meerderheidsbelang dan wel van beslissende zeggenschap, zijn geconsolideerd in de geconsolideerde jaarrekening. Indien sprake is van een meerderheidsbelang van minder dan 100% dan is separaat een aandeel derden opgenomen. In de consolidatie zijn de volgende partijen betrokken: • Universiteit van Tilburg (UvT) • UvT Holding B.V. o KUB Career Services B.V. • TiasNimbas Business School B.V. o TIAS Business School Eindhoven B.V. o Nimbas Business School • Stichting Instituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek (IVA) o Stichting Stimuleringsinstituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek • Stichting Instituut voor ontwikkelingsvraagstukken (IVO) • Universiteitsfonds Tilburg Vanaf 2009 maakt het Universiteitsfonds Tilburg onderdeel uit van de consolidatiekring. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Immateriële vaste activa Goodwill De goodwill is gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met afschrijvingen. De goodwill wordt lineair afgeschreven over een periode van 10 jaar en 20 jaar. Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen 114
De terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde en worden niet afgeschreven. De gebouwen inclusief vaste installaties, alsmede de inrichting van terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en verwachte bedrijfseconomische levensduur. De bouwrente als gevolg van investeringen wordt geactiveerd, voorzover sprake is van financiering met vreemd vermogen. Apparatuur en inventarisgoederen Apparatuur en inventaris zijn geactiveerd voor zover de aanschafwaarde per activum groter is dan € 11.500. Geactiveerde apparatuur en inventaris zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en verwachte bedrijfseconomische levensduur. Technische vervangingen Technische vervangingen worden niet geactiveerd, maar in de exploitatie verantwoord. Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde. Effecten Effecten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden de onder financiële vaste activa opgenomen effecten gewaardeerd tegen reële waarde. Waardevermeerderingen van deze effecten worden rechtstreeks verwerkt in de herwaarderings¬reserve. Op het moment dat de desbetreffende effecten niet langer in de balans worden verwerkt, wordt de cumulatieve waardevermeerdering in het eigen vermogen verwerkt in de winst- en verliesrekening. Indien van een individueel effect de reële waarde onder de (geamortiseerde) kostprijs komt, wordt de waardevermindering verwerkt ten laste van de winsten-verliesrekening. Voor rentedragende financiële activa vindt verwerking van de rentebaten plaats tegen de effectieve-rentemethode. Voorraden De voorraden zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs. Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectopbrengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten. Zie hiervoor de grondslag in paragraaf 3.2). Indien van toepassing, worden de verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen hierop in mindering gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Indien nodig wordt een voorziening voor oninbaarheid getroffen. 115
Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur is aangebracht. Algemene reserve gebouwen Deze reserve is ontstaan uit het saldo eigen vermogen in materiële vaste activa in het kader van de Integrale Verantwoordelijkheid Huisvesting (IVH)-operatie per 1 januari 1995. De reserve muteert als gevolg van desinvesteringen. Algemene reserves Dit zijn de vrij besteedbare middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar. Bestemde reserves Dit zijn de reeds bestemde middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar. Herwaarderingsreserve Indien herwaarderingen in de herwaarderingsreserve zijn verwerkt, worden de gerealiseerde herwaarderingen ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.
10.4 Grondslagen voor bepaling exploitatiesaldo Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Baten Rijks- en overige bijdragen Dit betreft de rijksbijdrage die volgens de modelmatige verdeling door de minister is toegewezen, alsmede de toegekende doelsubsidies. College- en examengelden Dit betreft de ontvangen college- en examengelden voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden toegerekend. Opbrengst werk voor derden Dit betreft opbrengsten uit contractonderwijs en contractonderzoek met betrekking tot afgesloten projecten en opbrengsten van lopende projecten tot een bedrag van de gemaakte projectkosten. Eventuele positieve resultaten worden gerealiseerd bij afsluiting van het project.
Voorzieningen Wachtgelden De wachtgeldvoorziening is gebaseerd op de per balansdatum afgegeven beschikkingen in het kader van wachtgeld en (bovenwettelijke) WW-uitkeringen. De voorziening is bepaald op 75% van de berekende maximale verplichtingen. Uitzondering hierop vormen de beschikkingen van vóór 1991, die voor 100% zijn voorzien. Betaalde uitkeringen worden aan de voorziening onttrokken.
Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale project opbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de exploitatie verwerkt.
Jubilea Deze voorziening is gevormd in verband met de verplichtingen die samenhangen met toekomstige 25-jarige en 40-jarige jubileumuitkering van het personeel.
Rentebaten De rentebaten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.
Overige opbrengsten Dit betreft de opbrengsten uit alle andere activiteiten voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden toegerekend.
Spaarverlof De voorziening spaarverlof is gevormd in verband met verplichtingen die samenhangen met het meerjarig sparen van verlofdagen.
Lasten Personele lasten Hier zijn de lasten opgenomen in verband met de beloning voor verrichte arbeid, inclusief sociale lasten en pensioenpremies, alsmede overige personeelskosten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar.
WIA/WGA Eigen Risico De UvT is sinds 1 juli 2004 eigenrisicodrager voor de WIA/WGA. De voorziening is gebaseerd op de verplichtingen in verband met toegekende WIA/WGA-uitkeringen na (gedeeltelijk) ontslag wegens arbeidsongeschiktheid.
De Universiteit van Tilburg heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP die wordt gekwalificeerd als een toegezegd-pensioenregeling. Onder een toegezegd-pensioenregeling wordt verstaan een regeling waarbij aan de werknemers een pensioen wordt toegezegd, waar de hoogte afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren.
116
117
De Universiteit van Tilburg heeft de toegezegd-pensioenregeling bij het bedrijfspensioen¬fonds, op basis van RJ 271.310, verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling. De verschuldigde premie over het lopende boekjaar wordt als last verantwoord in de winst- en-verliesrekening. Voor zover de verschuldigde premie nog niet is voldaan, wordt deze als verplichting op de balans opgenomen. Tezamen met andere rechtspersonen past Universiteit van Tilburg dezelfde bedrijfstakpensioen¬regeling toe. Universiteit van Tilburg heeft in geval van een tekort bij het bedrijfstak¬pensioenfonds geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen, anders dan hogere toekomstige premies. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Immateriële vaste activa en materiële vaste activa worden met ingang van het jaar van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Overige lasten Dit zijn alle overige lasten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar. Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.
10.5 Jaarrekening Geconsolideerde balans per 31-12-2010 (na resultaatbestemming) Activa
31-12-2010
31-12-2009
Vaste activa Immateriële vaste activa
5.597.610
5.974.977
Materiële vaste activa
120.068.335
110.696.466
Financiële vaste activa
18.874.526
16.748.964
Totaal vaste activa
144.540.471
133.420.407
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
44.832
180.742
23.455.753
25.340.914
106.120.693
104.424.574
Totaal vlottende activa
129.621.278
129.946.230
Totaal activa
274.161.749
263.366.637
31-12-2010
31-12-2009
Eigen vermogen
136.387.434
142.461.404
Aandeel derden
817.315
791.651
137.204.749
143.253.055
Passiva Groepsvermogen
Voorzieningen
6.429.034
6.636.371
Langlopende schulden
44.155.753
31.124.919
Kortlopende schulden
86.372.213
82.352.292
Totaal passiva
118
136.957.000
120.113.582
274.161.749
263.366.637
119
Geconsolideerde exploitatierekening 2010 2010
Begroting 2010
2009
Baten Rijksbijdragen OCW Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
99.972.713
98.792.000
20.459.802
20.000.000
18.887.015
57.633.321
59.738.000
55.728.720
15.008.220
16.329.000
13.999.019
Totaal baten
193.074.056
101.530.822
194.859.000
Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen
150.463.213
150.743.000
143.161.172
Afschrijvingen
9.364.355
8.773.000
7.695.879
Huisvestingslasten
8.841.743
12.123.000
9.454.856
32.088.883
31.301.000
30.047.980
Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten
9.364.355 -207.337
Veranderingen in vlottende middelen: Voorraden Vorderingen Schulden
135.910 1.885.161 4.019.921
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
200.758.194
202.940.000
190.359.887
-7.684.138
-8.081.000
-214.311
1.747.859
689.000
4.162.083
Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat
Resultaat uit gewone bedrijfs-
-5.936.279
-7.392.000
3.947.772
voering vóór belastingen Belasting resultaat uit ge-
112.730
-
97.339
-6.049.009
-7.392.000
3.850.433
wone bedrijfsvoering Resultaat uit gewone bedrijfsvoering na belastingen Aandeel derden Exploitatieresultaat
-25.664
-
-50.567
-6.074.673
-7.392.000
3.799.866
8.186.052
6.040.992
2.464.675
7.401.142
10.339.077 5.565.042 -1.402.959
1.747.859
4.162.083
9.149.001
14.501.160
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiele vaste activa Desinvesteringen in materiele vaste activa Investeringen in deelnemingen Mutaties leningen Overige investeringen in financiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-18.374.064 15.207 8.000 -2.133.562
-13.039.048 7.000 -7.133.676 -20.484.419
-20.165.724
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Kasstroom uit overige balansmutaties Mutatie liquide middelen
120
-214.311 -97.339
-28.227 -5.817.401 8.310.303
3.216.493 -1.468.634
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
2009
7.695.879 490.173 9.157.018
190.145.576
Lasten Personele lasten
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2010 2010 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten -7.684.138 Belastingen -112.730
15.000.000 -1.969.166
-1.369.167 13.030.834
-1.369.167
702
395.472
1.696.118
-6.638.259
121
Toelichting op de onderscheiden posten van de balans Activa 2009 Immateriële vaste activa Omschrijving
Aanschaf prijs t/m 2009 7.322.421 7.322.421
Afschrijvingen t/m 2009 1.347.444 1.347.444
Boekwaarde 31-12-2009 5.974.977 5.974.977
Aanschaf prijs t/m 2009
Afschrijvingen t/m 2009
Boekwaarde 31-12-2009
146.228.546 65.627.405 10.557.858 1.533.285 882.408 8.677.118 166.345.930 67.160.690 Inventaris en apparatuur 33.262.932 21.751.706 33.262.932 21.751.706 Totaal materiële vaste activa 199.608.862 88.912.396 Activa 2010 Immateriële vaste activa
80.601.141 9.024.573 882.408 8.677.118 99.185.240 11.511.226 11.511.226 110.696.466
Goodwill Totaal Materiële vaste activa Omschrijving Gebouwen en terreinen Gebouwen Terreinen (incl. inrichting) Terrein TFT Gebouwen in uitvoering
Omschrijving
Investeringen Desinvesterin- Desinvesterin- Afschrijvingen 2010 gen 2010 AW
Goodwill Totaal Materiële vaste activa Omschrijving
-
-
Terreinen (incl. inrichting) Terrein TFT Gebouwen in uitvoering Inventaris en apparatuur Totaal materiële vaste activa
122
Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balans Financiële vaste activa Overige leningen u/g Naam
d’Artagnan
Aanschaf Afschrijvingen
Plaats
Tilburg
Boekwaarde Verstrekkingen
Aflossingen
Boekwaarde
31-12-2009
2010
2010
31-12-2010
27.000
-
8.000
19.000
27.000
-
8.000
19.000
Investeringen Desinvestering
Boekwaarde
Boekwaarde
gen 2010 AFS
2010
prijs t/m 2010
t/m 2010
31-12-2010
-
377.367 377.367
7.322.421 7.322.421
1.724.811 1.724.811
5.597.610 5.597.610
Subtotaal leningen
De renteloze lening aan d’Artagnan heeft een oorspronkelijke looptijd van 5 jaar. De resterende looptijd is 3 jaar.
Investeringen Desinvesterin- Desinvesterin- Afschrijvingen 2010 gen 2010 AW
Gebouwen en terreinen Gebouwen
De afschrijvingen worden vanaf het jaar van ingebruikname van het actief berekend over de aanschafwaarde en zijn gebaseerd op de volgende percentages: goodwill 5% - 10% terreinen 0% inrichting van terreinen 3,3% gebouwen 3,3% apparatuur en inventaris 10% - 25 %
gen 2010 AFS
2010
Aanschaf Afschrijvingen prijs t/m 2010
t/m 2010
Boekwaarde 31-12-2010
Effecten Boekwaarde
10.152.198
113.445
113.445
4.913.726 156.267.299 70.427.686 85.839.613
3.018.330
-
-
179.057
13.576.188
460.919
-
-
-
882.408 9.138.037
13.631.447 4.742.617
113.445 2.517.595
113.445 2.502.388
5.092.783 179.863.932 72.140.028 107.723.904 3.894.205 35.487.954 23.143.523 12.344.431
4.742.617
2.517.595
2.502.388
3.894.205
35.487.954
23.143.523 12.344.431
18.374.064
2.631.040
2.615.833
8.986.988
215.351.886
95.283.551 120.068.335
1.712.342 11.863.846 -
882.408 9.138.037
Omschrijving
31-12-2009
in 2010
in 2010
31-12-2010
Obligaties
15.678.182
5.568.993
2.391.649
18.855.526
Aandelen
1.043.782
-
1.043.782
-
16.721.964
5.568.993
3.435.431
18.855.526
Totaal effecten
De actuele waarde van de effecten per 31-12-2010 is € 18.855.526 Totaal financiële vaste activa
16.748.964
18.874.526
123
Vlottende activa 31-12-2010
31-12-2009
Voorraden Gebruiksgoederen
44.832
180.742
Totaal voorraden
44.832
180.742
12.830.064
14.314.201
Vorderingen Debiteuren Overige vorderingen: Kaskortingen OCW Overige Totaal overige vorderingen
204.000 503.720
292.000 707.277 707.720
Overlopende activa: Vooruitbetaalde kosten Nog te factureren kosten contractonderzoek Verstrekte voorschotten Overige Totaal overlopende activa
3.020.541 4.333.052 108.437 2.482.939
2.409.646 4.868.963 288.258 2.653.439 9.944.969
10.220.306
-27.000
-192.870
23.455.753
25.340.914
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid Totaal vorderingen
999.277
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: 31-12-2010 31-12-2009 Stand per 1 januari Ontrekking Dotatie Stand per 31 december Liquide middelen Banken Kasmiddelen Deposito’s Totaal liquide middelen
-192.870 192.870 -27.000
-192.870
-27.000
-192.870
Passiva Groepsvermogen Saldo 31-12-2009
Bestemming resultaat 2010
Overige Mutaties
Saldo 31-12-2010
89.781.151
-5.514.371
-886.541
83.380.239
Algemene reserve privaat Algemene reserve
11.067.375
432.663
-
11.500.038
Bestemmingsreserve publiek Reserve huisvestingsbeleid Bestemde reserves
14.493.931 24.617.556
-53.230
886.541
14.493.931 25.450.867
Bestemmingsreserve privaat Eigen vermogen geconsolideerde verbonden partijen 2.105.919
-939.734
-
1.166.185
395.472
-
702
396.174
142.461.404
-6.074.672
702
136.387.434
Saldo 31-12-2009
Bestemming resultaat 2010
Overige Mutaties
Saldo 31-12-2010
Aandeel derden
791.651
25.664
-
817.315
Totaal
791.651
25.664
-
817.315
Omschrijving Algemene reserve publiek Algemene reserve
Herwaarderingsreserve effecten Totaal eigen vermogen Aandeel derden Omschrijving
16.538.632 10.307 89.571.754
16.035.547 15.982 88.373.045
106.120.693
104.424.574
Deposito’s zijn voor € 64.500.000 niet direct opeisbaar. Geen van de deposito’s heeft een looptijd langer dan 12 maanden Totaal vlottende activa
124
129.621.278
129.946.230
125
Voorzieningen Omschrijving
Saldo 31-12-2009
Dotaties Onttrekkingen 2010 2010
Vrijval 2010
Saldo 31-12-2010
Wachtgelden Spaarverlof WIA/WGA eigen risico Jubilea Voorziening belastingen Reorganisatie voorziening
686.345 3.380.891 895.939 1.023.196 650.000 -
1.164.947 64.425 293.812 220.701
830.783 227.665 109.341 133.433 485.818 -
164.182 -
1.020.509 3.217.651 786.598 1.183.575 220.701
Totaal voorzieningen
6.636.371
1.743.885
1.787.040
164.182
6.429.034
< 1 jaar
> 1 jaar
Totaal
Bestedingen van het saldo per 31-12-2010
Langlopende schulden Naam Plaats
BNG 32 jaar (renteperc. 4,4%) BNG 30 jaar (renteperc. 4,0%) BNG 25 jaar (renteperc. 4,0%) BNG 17 jaar (renteperc. 3,5%)
Saldo 31-122009
Verstrekking 2010
Den Haag
24.106.586
-
945.357
23.161.229
945.356
22.215.873
Den Haag
6.562.500
-
250.000
6.312.500
250.000
6.062.500
- 15.000.000
-
15.000.000
600.000
14.400.000
-
173.810
1.651.190
173.810
1.477.380
32.494.085 15.000.000
1.369.167
46.124.919
1.969.166
44.155.753
Den Haag Den Haag
Totaal langlopende schulden
1.824.999
AflossinSaldo gen 31-12-2010 2010
AflossBalans ings- ver- 31-12-2010 plichting 2011
Van deze langlopende schulden heeft € 36.279.089 een looptijd langer dan 5 jaar. Wachtgelden Spaarverlof WIA/WGA eigen risico Jubilea Reorganisatie voorziening Totaal voorzieningen
586.417 321.765 102.492 148.930 220.701 1.380.305
434.092 2.895.886 684.106 1.034.645 5.048.729
1.020.509 3.217.651 786.598 1.183.575 220.701 6.429.034
Kortlopende schulden Vooruitontvangen termijnen OHW Crediteuren Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Aflossingsverplichting langlopende schulden Penvoerderfondsen Rijksbijdrage Theologieopleidingen UvT1 Flankerend Sociaal Beleid Theologieopleidingen UvT2 Winstaanspraken derden Overige Totaal overige kortlopende schulden
31-12-2010
31-12-2009
17.162.943
12.855.944
7.679.322
9.991.421
5.608.906
5.042.815
879.260
791.394
1.013.814
906.546
1.694.984
1.643.062
1.969.166
1.369.166
1.513.423
1.867.969
352.752
352.752
551.095
551.095
548.738
678.720
531.285
583.218 5.466.459
5.402.920
Overlopende passiva
126
127
Vooruitontvangen collegegelden Vooruitontvangen collegegeld contractonderwijs Vakantiegeld Vakantiedagen Overige Totaal overlopende passiva Totaal kortlopende schulden
8.967.964
9.702.060
14.957.204
16.146.033
4.107.868
3.792.860
3.203.351
3.049.728
15.630.138
13.027.509
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Leaseverplichtingen De Universiteit van Tilburg heeft een operationeel autoleasecontract gesloten met een maximale looptijd van 5 jaar. De jaarkosten bedragen € 216.875, waarvan € 149.061 bij TiasNimbas Business School B.V..
46.866.525
45.718.190
86.372.213
82.352.292
De kortlopende schuld Rijksbijdrage Theologieopleidingen UvT (€ 352.752) was voorheen sinds 1991 opgenomen als rijkssubsidie KIWTO’s bij de geïncorporeerde Stichting TFT. 2 De kortlopende schuld Flankerend Sociaal Beleid theologieopleidingen UvT (€ 551.095) is afkomstig van de geïncorporeerde Stichting TFT en zal nu de reorganisatie van de katholieke theologieopleidingen van de STFT en de FKTU is afgerond conform de doelstelling worden aangewend voor de daaruit voortvloeiende reorganisatiekosten. 1
Kredietfaciliteit IVA heeft een kredietfaciliteit bij ABN AMRO van maximaal € 250.000. De rente fluctueert met de marktrente. Als zekerheid is pandrecht verschaft op de effectenportefeuille van Stichting Stimuleringsinstituut. Ultimo boekjaar wordt geen gebruik gemaakt van de kredietfaciliteit. Investeringsverplichting De Universiteit van Tilburg heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor investeringen met een verplichting in 2010 van 1.388.373. Ondershoudscontracten De Universiteit van Tilburg heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor onderhoudscontracten met een jaarlijkse verplichting van € 3.326.880. ICT Met betrekking tot de ICT is een onderhoudscontract afgesloten met een jaarlijkse verplichting van € 249.000. Huurcontracten De TiasNimbas Business School B.V. heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor huurcontracten met een jaarlijkse verplichting van € 323.510.
Niet uit de balans blijkende rechten IVA Ultimo boekjaar bedragen de niet gewaardeerde vorderingen uit hoofde van voorwaartse verliesverrekening € 63.649 op basis van 20% vennootschapsbelasting (2009: € 0)
128
129
Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde exploitatierekening Baten 2010 Rijksbijdragen OCW Normatieve Rijksbijdrage UvT (WO) 105.817.000 Inkomensoverdrachten
-5.844.287
Totaal rijksbijdragen
2009 107.906.000
101.530.822
Collegegelden 20.459.802
Overige personele lasten Uitzendkrachten Dotatie personele voorzieningen Overige Totaal overige personele lasten
25.874.779
5.708.977 5.709.369 11.643.879 43.572 2.015.860 1.807.801 26.929.458
1.521.463
2.924.483
Totaal baten werk i.o.v. derden
57.633.321
55.728.720
Overige baten Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Totaal overige
295.944 561.620 14.150.656
437.509 1.261.582 12.299.928
Totaal overige baten
15.008.220
13.999.019
130
17.277.483 1.296.327 6.179.851
-936.546
-555.224
150.463.213
143.161.172
377.367 8.986.988
377.367 7.318.512
Totaal afschrijvingen
9.364.355
7.695.879
Huisvestingslasten Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige
924.083 203.650 1.069.804 1.871.982 1.664.914 526.508 2.580.802
1.087.144 209.751 1.159.296 2.257.642 1.602.392 467.563 2.671.068
8.841.743
9.454.856
Overige lasten Accountantskosten Administratie- en beheerlasten Inventaris en apparatuur Overige
128.988 364.965 1.501.753 30.093.177
123.822 518.915 1.631.326 27.773.917
Totaal overige lasten
32.088.883
30.047.980
Afschrijvingen Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
27.597.251
Overige
17.631.444 1.743.885 5.422.361
18.887.015
28.514.607
4.625.648 5.182.870 12.549.064 58.984 3.070.860 2.109.825
96.731.236 9.017.363 13.214.136
24.753.661
Totaal personele lasten
Contractonderzoek Internationale organisaties Nationale overheden NWO KNAW Overige non-profit organisaties Bedrijfsleven Totaal
102.749.281 10.048.055 13.804.733
18.887.015
20.459.802
Baten werk i.o.v. derden Contractonderwijs
2009
24.797.690
Uitkeringen (-/-) Totaal collegegelden
2010
-6.375.178
99.972.713
College- en examengelden
Lasten Personele lasten Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
Totale huisvestingslasten
131
Accountantskosten Honorarium onderzoek jaarekening Honorarium andere controle werkzaamheden Honorarium fiscale advisering Totaal
2010 94.500 34.488 128.988
Overzicht verbonden partijen Meerderheidsdeelneming (BV of NV)
2009 75.000 48.822
Naam
123.822
Juridische
Statutaire
Code
vorm
zetel
activiteiten
Vermogen
Exploitatie
Omzet in Verklaring
per 31-12 2010 saldo in 2010
2010
art. 2:403 BW
TiasNimbas
BV
Tilburg
1
4.086.576
128.319 26.357.473
N
BV
Tilburg
4
372.318 4.458.894
31.499 3.223.081 159.818 29.580.554
N
Business School
Financiële baten en lasten Rentebaten Waardeveranderingen financiële activa Overige opbrengsten financiele activa Rentelasten
2010
2009
2.110.345 385.135 721.013 -1.468.634
4.219.215 811.436 534.391 -1.402.959
UvT Holding Totaal
Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging) Naam
Juridische
Statutaire
Code
vorm
zetel
activiteiten
Vermogen
Exploitatie
Omzet in Verklaring
per 31-12-2010 saldo in 2010
2010
art. 2:403
BW Saldo Financiële baten en lasten
1.747.859
4.162.083 IVA IVO Universiteitsfonds Tilburg Totaal
stichting stichting stichting
Tilburg Tilburg Tilburg
2 4 4
1.603.967 -482.649 44.867
-470.514 -503.236 34.016
4.219.142 87.143 34.016
1.166.185
-939.734
4.340.301
Overige verbonden partijen (minderheidsdeelneming en geen beslissende zeggenschap) Naam Juridische Statutaire vorm zetel Stimuleringsfonds voor sociaal weten- stichting Tilburg schappelijk onderzoek Stichting Steun Sportcentrum KUB stichting Tilburg Stichting Letteren stichting Tilburg Stichting Bijzondere Leerstoelen stichting Amsterdam
132
N N N
Code activiteiten
4 4 4 4
133
Overzicht bezoldigingen CvB / RvT College van Bestuur Mr. H.M.C.M. van Oorschot Prof. Dr. Ph. Eijlander
2010
2009
216.973 215.236 432.209
217.016 212.468 429.484
2010 11.000 5.500 7.150 5.500 5.500 8.250 5.500 48.400
2009 11.000 5.500 7.150 1.375 5.500 6.188 6.188 5.500 48.401
480.609
477.885
Raad van Toezicht Prof. drs. R.F.M. Lubbers Mevr. Dr. A. Esmeijer Drs. H. Borstlap Mevr. Drs. R.I. Doerga RA Ir. B.W.M. Koeckhoven Drs. M.A.M. Leers Mevr. Mr. M.E.C. Pernot Ing. J.P.C.M. van Zijl
Totaal
134
135
Enkelvoudige balans per 31-12-2010 (na resultaatbestemming) Activa
Passiva 31-12-2010
Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen Terreinen Gebouwen in uitvoering en vooruitbetalingen
85.839.613 12.746.254 9.138.037
Inventaris en apparatuur
Financiële vaste activa Deelnemingen Overige leningen u/g Effecten
31-12-2009
80.601.141 9.906.981 8.677.118 107.723.904 11.866.523
99.185.240 10.845.011
119.590.427
110.030.251
3.641.578 19.000 17.888.146
3.507.424 27.000 15.798.764 19.333.188
Totaal vaste activa
141.139.151
129.363.439
Vlottende activa Voorraden Gebruiksgoederen
44.832
180.742
6.152.348 364.812 204.000 34.304 3.448.200 4.177.318
8.420.050 298.743 292.000 259.508 3.748.117 4.233.836 14.380.982
17.252.254
-27.000
-192.870
90.417.374
89.019.829
Totaal vlottende activa
104.816.188
106.259.955
Totaal activa
245.955.339
235.623.394
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid Liquide middelen
136
Eigen vermogen Algemene reserve publiek Algemene reserve privaat Bestemmingsreserves publiek Bestemmingsreserves privaat Herwaarderingsreserve
83.380.239 7.858.459 39.944.798 3.641.578 396.174
31-12-2009 89.781.151 7.559.951 39.111.487 3.507.424 395.472
135.221.248 Voorzieningen Wachtgeld Overige
1.020.509 5.145.782
Langlopende schulden Overige langlopende schulden
21.548.724
Vorderingen Debiteuren Verbonden partijen Kasstortingen OCW Overige vorderingen Nog te factureren kosten contractonderzoek Overlopende activa
31-12-2010
Kortlopende schulden Vooruitontvangen termijnen contractonderzoek Crediteuren Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen Aflosverplichting langlopende schulden Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
Totaal passiva
140.355.485
686.345 5.911.825 6.166.291
6.598.170
44.155.753
31.124.919
14.895.679 5.855.920 4.780.478 641.504 1.013.814 1.663.703 1.969.166 2.912.906 26.678.877
11.285.603 9.050.475 4.360.293 439.266 906.546 1.623.065 1.369.166 3.358.838 25.151.568 60.412.047
57.544.820
245.955.339
235.623.394 137
Enkelvoudige exploitatierekening 2010 2010 Baten Rijksbijdragen OCW 99.972.713 Collegegelden 20.459.802 Baten werk i.o.v. 29.062.501 derden Overige baten 16.505.480 Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
Begroting 2010 104.592.000 20.000.000 29.494.000
101.395.821 18.887.015 28.102.016
14.222.000
15.712.675
166.000.496
133.711.432 8.737.316 7.819.839
Totaal lasten
168.308.000
133.683.000
22.447.761
2009
164.097.527
UvT Holding B.V. Tilburg TiasNimbas Busi- Tilburg ness School B.V.
340.819 3.166.605
Totaal deelnemingen
3.507.424
-
21.720.286 176.451.000
164.927.174
Saldo baten en lasten
-6.715.852
-8.143.000
-829.647
UvT heeft een 80% deelneming in TiasNimbas Business School B.V..
Financiële baten en lasten
1.446.759
339.000
3.772.128
Eigen vermogen
Resultaat Deelnemingen
Exploitatieresultaat
-5.269.093
-7.804.000
2.942.481
134.154
165.000
313.573
-5.134.939
-7.639.000
31.499 102.655
372.318 3.269.260
134.154
3.641.578
TiasNimbas Business School B.V. is een door de UvT opgerichte en door haar gefinancierde vennootschap met een maatschappelijk kapitaal van € 12.500.000, waarvan geplaatst en gestort € 2.500.000. TiasNimbas Business School B.V. neemt voor 100 % deel in VRZ Tilburg B.V., TIAS Business School Eindhoven B.V. en Universiteit Nimbas B.V..
172.716.348
Resultaat
-
Resultaat Boekwaarde 2010 31-12-2010
UvT Holding B.V. is een door de UvT opgerichte en door haar gefinancierde vennootschap, met een maatschappelijk kapitaal van € 226.890 waarvan € 113.445 geplaatst en € 90.756 gestort is. UvT Holding B.V. neemt voor 100 % deel in KUB Career Services B.V..
128.120.217 6.971.186 8.115.485
42.768.000
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening Financiële vaste activa Deelnemingen Boekwaarde Investeringen Desinvestering Naam Plaats 01-01-2010 2010 2010
3.256.054
Omschrijving
Saldo Bestemming 31-12-2009 resultaat 2010
Overige Mutaties
Saldo 31-12-2010
Algemene reserve publiek Algemene reserve centraal Algemene reserve gebouwen Algemene reserves decentraal
17.733.025 24.900.596 47.147.530
-226.458 -5.287.913
Algemene reserve privaat Algemene reserves decentraal
7.559.951
298.508
-
7.858.459
28.142.311 10.969.176
-53.230 -
886.541 -
28.975.622 10.969.176
Bestemmingsreserve publiek Bestemde reserves Bestemde reserve huisvestingsbeleid
17.506.567 - 24.900.596 -886.541 40.973.076
Bestemmingsreserve privaat 138
139
396.174
140.355.485
-5.134.939
702
135.221.248
Totaal
Duur dienst-verband in maanden 2009
702
Totaal 2009
-
“Pensioen-afdrachten en overige voorzieningen betaalbaar op termijn 2009”
395.472
Belastbaar loon 2009
Herwaarderingsreserve effecten
(WOPT, Stb. 2006, 95) is de universiteit verplicht jaarlijks het belastbare loon te publiceren van functionarissen van wie dit bedrag uitgaat boven het zgn. normsalaris (gemiddeld belastbare jaarloon van de ministers). Voor het verslagjaar 2010 is het gemiddelde belastbare jaarloon vastgesteld op € 193.000 (indicatie norm 2010). Voor de universiteit heeft de publicatieplicht betrekking op de navolgende functionarissen:
Contractuele uren per week
3.641.578
Duur dienst-verband in maanden 2010
-
Totaal 2010
134.154
“Pensioen- afdrachten en overige voorzieningen betaalbaar op termijn 2010”
3.507.424
Belastbaar loon 2010
Reserve deelnemingen
148.376
54.367
202.743
12
38,0
142.106
59.755
201.861
12
163.460
38.606
202.066
12
38,0
160.976
38.988
199.964
12
137.283
30.346
167.629
11
29,1
173.199
42.494
215.693
12
174.301
85.158
259.459
12
34,2
173.083
45.588
218.671
12
149.123
50.188
199.311
12
38,0
109.430
41.096
150.526
12
161.012 176.327 161.047 145.891 157.152 146.557 156.326 141.781
117.566 44.910 36.432 38.093 40.671 65.238 40.944 52.369
278.578 221.237 197.479 183.984 197.823 211.795 197.270 194.150
12 12 12 12 12 12 12 12
38,0 38,0 38,0 34,2 38,0 38,0 38,0 38,0
183.204 170.782 139.429 144.205 157.509 135.357 136.349 122.535
96.987 48.918 38.836 38.464 33.946 53.842 39.371 39.644
280.191 219.700 178.265 182.669 191.455 189.199 175.720 162.179
12 12 12 12 12 12 12 12
31-12-2010
31-12-2009
Eigen vermogen UvT Eigen vermogen IVA Eigen vermogen IVO Eigen vermogen Universiteitsfonds Tilburg
135.221.248 1.603.967 -482.649 44.867
140.355.485 2.074.481 20.587 10.851
Geconsolideerd eigen vermogen
136.387.433
142.461.404
1.
Exploitatiesaldo Omschrijving
2010
2009
Exploitatiesaldo UvT Exploitatiesaldo IVA Exploitatiesaldo IVO Exploitatiesaldo Universiteitsfonds Tilburg
-5.134.939 -470.514 -503.236 34.016
3.256.054 539.471 -6.510 10.851
Geconsolideerd exploitatiesaldo
-6.074.673
3.799.866
Geoormerkte Doelsubsidies OCW Omschrijving Jaar Kenmerk Bedrag van toewijzing Subsidieregeling 2009 705AO-2184 Sirius Programma Krachtig 2009 804AO-27006 meesterschap
949.050
Saldo Ontvangen in 2010 2009
Lasten Investeringen 2010 2010
-
202.000 138.485
250.000 150.000
50.000 200.373
1.199.050 150.000
252.000 338.858
Saldo 2010
- 63.515 -
-373
Functie
Vermogen Omschrijving
Nr.
Aansluiting tussen de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening
voorzitter CvB 2. lid CvB (rector) 3. hoogleraar/ decaan 4. hoogleraar/ decaan 5. hoogleraar/ decaan 6. hoogleraar 7. hoogleraar 8. hoogleraar 9. hoogleraar 10. hoogleraar 11. hoogleraar 12 hoogleraar 13 hoogleraar
- 63.142
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen Op grond van artikel 6 van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens 140
141
Toelichting: Ad 1 en 2: Dit betreft de leden van het College van Bestuur met een salaris van resp. 137,5% en 135% van het maximum van salarisschaal 18 volgens de CAO Nederlandse Universiteiten.
10.6 Letter of representation
Ad 3 en 4: Dit betreft twee decanen met een bijzondere bestuurstoelage. Ad 5 t/m 13: Dit betreft hoogleraren die een persoonlijke toelage ontvangen vanwege hun bijzondere verantwoordelijkheid voor het wetenschappelijk onderzoek.
COLLEGE VAN BESTUUR
PriceWaterhouseCoopers Drs. E.M.A. van Heugten p/a M. van Aar Postbus 1042 4081 BA BREDA
Resultaatbestemming Het exploitatieresultaat 2010 bedraagt -/- € 6.074.673 en zal als volgt worden bestemd:
Onderwerp: Bevestiging bij de jaarrekening 2010
- -/- € 5.081.708 wordt onttrokken aan algemene reserves op centraal en decentraal niveau; - -/- € 53.230 wordt toegevoegd aan diverse bestemde reserves; - het resultaat van de verbonden partijen ad. -/- € 939.734 wordt onttrokken aan het eigen vermogen van deze partijen.
Datum 6 juni 2011 Onderwerp Bevestiging bij de jaarrekening 2010
Deze resultaatbestemming is in de jaarrekening verwerkt.
Geachte heer van Heugten,
Ons kenmerk
Hierbij verklaart het College van Bestuur van de Universiteit van Tilburg het volgende: 1.
202.3695
2. Telefoon 013 466 2786
Telefax 013 466 28 20 E-mail
3. 4.
e.m.p.hendriks @tilburguniversity.edu
5.
6. 7. 8. 9.
De jaarrekening wordt onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur uitgebracht. Het College van Bestuur doet zijn best fraude en andere niet geoorloofde handelingen binnen onze organisatie te voorkomen. Indien wij van dat soort feiten vermoedens hebben, delen wij die met de bevoegde instanties, waaronder onze externe accountant, en vermelden dat in de jaarrekening, voor zover daarvoor van materieel belang. De jaarrekening bevat volgens ons geen materiële fouten. Wij hebben u in het bezit gesteld van alle stukken die volgens ons voor het verrichten van uw werkzaamheden van belang zijn inclusief identificatie van en transacties met verbonden partijen. Indien u aanwijzingen hebt dat dit niet het geval is, nemen wij aan dat u hierop in uw managementletter terug komt. Er zijn, naar ons beste weten, geen claims of geschillen, die in het kader van de jaarrekening gemeld zouden moeten worden. Wij houden ons aan wet en regelgeving. Wij hebben de jaarrekening opgemaakt in overeenstemming met de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO). Wij hebben geen redenen om aan de continuïteit van de activiteiten van de instelling te twijfelen. Wij kennen geen gebeurtenissen tussen balansdatum en de datum van deze brief die aanleiding zouden kunnen geven tot een aanpassing van de jaarrekening of de toelichting.
Postbus 90153 • 5000 LE Tilburg • Bezoekadres > Warandelaan 2 • Tilburg • Telefoon 013 466 91 11 Bankrekening 45 50 46 042 • Girorekening 10 77 496 • www.uvt.nl
142
143
10.7 Accountantsverklaring
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: Het College van Bestuur van de Universiteit van Tilburg Ons kenmerk 202.3695
Wij vertrouwen erop, dat u op deze punten adequate controle uitvoert en dat u, indien u bij uw controle bij één van deze punten stuit op (vermoedens van) onjuistheden of nadere aanwijzingen/suggesties heeft voor onze administratieve organisatie, u ons daarover informeert. Met vriendelijke groet,
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2010 van de Universiteit van Tilburg te Tilburg gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Mr. H.M.C.M. van Oorschot Voorzitter
Drs. H.A.R.R. Dekkers Algemeen Directeur / Secretaris
Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de in Nederland geldende Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.9, derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
pagina 2 van 2
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Flight Forum 840, 5657 DV Eindhoven, Postbus 6365, 5600 HJ Eindhoven T: 088 792 00 40, F: 088 792 94 18, www.pwc.nl 30111590/EvH/e0212389/ovt ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
144
145
Bijlage 1 Lijst van afkortingen
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de Universiteit van Tilburg per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2010, in alle van materieel belang zijnde aspecten, voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen. Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:393 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Eindhoven, 26 mei 2011 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door: drs. E.M.A van Heugten RA
Universiteit van Tilburg, 30111590/EvH/e0212389/ovt
Pagina 2 van 2
146
AIO AVC BaMa BSA BU CAO CBE CentER CIR CKT CML CoRPS CvB CvK CWL DEA DFB DSZ EBCT ECTS ENTER FBI FEB FGW FKT FKTU FRW FS FSW fte G&M GS HBO HOOP HRM IB ICT Intervict ISI IVA IVO
Assistent in opleiding Audio Visueel Centrum Bachelor Master Bindend Studie Advies Bureau van de Universiteit Collectieve Arbeidsovereenkomst College van Beroep voor de Examens Center for Economic Research Center for Innovation Research Center for Knowledge Transfer (voormalig CvK) Loopbaanontwikkeling Center of Research on Psychology in Somatic diseases College van Bestuur Centrum voor Kennistransfer Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing Dienst Economische en Administratieve Zaken Dienst Facilitair Bedrijf Dienst Studentenzaken European Banking Center Tilburg European Credit Transfer System European Network for Training in Economic Research Fonds Beleidsinitiatieven Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Faculteit Geesteswetenschappen Faculteit Katholieke Theologie Faculteit Katholieke Theologie Utecht Faculteit Rechtswetenschappen Facility Services (voormalig DFB) Faculteit Sociale Wetenschappen fulltime-equivalent gedrag en Maatschappij General Services (voormalig BU) Hoger Beroeps Onderwijs Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan Human Resource Management Instellingsbeleid Informatie en Communicatie Technologie International Victimology Institute Tilburg Institute of Scientific Information Instituut voor sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek en advies Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken 147
Bijlage 2 Nevenfuncties Stichtingsbestuur en College van Bestuur KNAW LIS MBA MKB Netspar NVAO NWO OBP OCW QANU ReflecT RV SBL SEP SIS SKO StS T&C TiasNimbas Tiber Tilec TiLPS TILT TiSEM TLS TMP TSH TiSSBeS TST UHD UvT VSNU VWO WHW WIA WO Wopi WP
148
Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen Library and IT Services Master of Business Administration Midden- en Kleinbedrijf Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Ondersteunend en beheerspersoneel Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Quality Assurance Netherlands Universities Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion Restauratieve Voorzieningen Stichting Bijzondere Leerstoelen Standard Evaluation Protocol Studenten Informatie Systeem Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs Student Services (voormalig DSZ) Taal en Cultuur TiasNimbas Business School Tilburg Institute for Behavioral Economics Research Tilburg Law and Economics Center Center for Logic and Philosophy of Science Tilburg Institute for Law, Technology and Society Tilburg School of Economics and Management (voormalig FEB) Tilburg Law School (voormalig FRW) Taken Middelen Plan Tilburg School of Humanities (voormalig FGW) Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (voormalig FSW) Tilburg School of Theology (voormalig FKT) Universitair Hoofddocent Universiteit van Tilburg Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Wetenschappelijk Onderwijs Wetenschappelijk Onderwijs Personeels Informatie Wetenschappelijk Personeel
Stichtingsbestuur Prof. drs. R.F.M. Lubbers • Minister van Staat • Lid Earth Charter Commission • Voorzitter Raad van Toezicht ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland) • Voorzitter Curatorium VNO-NCW • Lid directie Breesaap BV • Voorzitter Council Rotterdam Climate Initiative • Voorzitter Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF • Voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University Mevr. Drs. R.I. Doerga RA (Directeur interne auditdienst APG Groep NV) • Lid Raad van Commissarissen Rabo Amsterdam • Lid Board IFAC (International Federation of Accountants) • Lid Monitoring Commissie Talent naar de Top • Voorzitter Intac (NBA) • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University Mevr. Dr. A. Esmeijer (Directeur-bestuurder Prins Bernhard Cultuurfonds) • Vice-voorzitter Raad van Toezicht van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten • Lid bestuur Rathenau Instituut • Lid bestuur Stichting Aanwending Loterijgelden Nederland • Lid bestuur Stichting Collecteplan • Lid bestuur Goede Doelen Platform • Waarnemer Advisory Council van de European Cultural Foundation • Jurylid Academische Jaarprijs • Lid Raad van Advies stichting Democratie en Media • Secretaris bestuur van The Hague Club (Europees netwerk van vermogensfondsen) • Lid Comité van Aanbeveling van de stichting Wetenschapsoriëntatie Nederland (won) • Directeur Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University
149
Drs. M.A.M. Leers (Voormalig voorzitter Raad van Bestuur CZ Zorgverzekeringen)
Ing. J.P.C.M. van Zijl (Voorzitter MBO-raad)
• Voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Tilburg e.o. • Lid bestuur Stichting Nederlandse Lourdesbedevaart voor Zieken • Lid European Healthcare Innovation Leadership Network • Voorzitter programmacommissie Thema 2 (Positie van de cliënt en patiënt) van het Nationaal Actieprogramma Diabetes (NAD) • Lid Raad van Toezicht St. Maartenskliniek Nijmegen • Lid Raad van Toezicht Thebe Zorg Tilburg • Lid Raad van Advies Meduon Holding • Lid Toetsingscommissie RvvZ Zeist • Voorzitter stichting Perspekt Keurmerk in de Zorg Utrecht • Voorzitter Kenniscentrum Zorg en Ervaringsdeskundigheid Tilburg • Lid Raad van Advies Nederlandse Zorgautoriteit • Vice-voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University
• Voorzitter Platform Beroepsonderwijs Bedrijfsleven i.o. • Voorzitter Stichting Emplooi (arbeidsbemiddeling vluchtelingen) • Voorzitter Stichting Chakana (NGO) • Voorzitter Het Platform Beroeps Onderwijs • Lid bestuur Vluchtelingenwerk Nederland • Lid bestuur Platform Bèta Techniek • Lid bestuur Stichting van het Onderwijs • Lid Raad van Advies Stichting GAK Fonds • Lid Raad van Advies Akkermans & Partners Groep (pensioenbranche) • Lid Raad van Advies Nationaal Initiatief Lang Leve Leren! • Lid Raad van Advies Expertisecentrum LEEFtijd • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University
College van Bestuur Ir. B.W.M. Koeckhoven (Manager Achmea/Directeur NV Hagelunie) Mr. H.M.C.M. van Oorschot (Voorzitter Tilburg University) • Voorzitter Raad van Toezicht Helicon Opleidingen • Voorzitter Raad van Commissarissen Recreatie Noord-Holland NV • Lid Raad van Commissarissen LTO-Groeiservice BV • Lid Adviesraad Social Sciences Group Wageningen UR • Bestuurslid Stichting MARA • Voorzitter Stichting Samenwerkende Organisaties voor Christelijk Maatschappelijk Activeringswerk • Penningmeester Adrianusfonds • Bestuurslid Stichting ‘Ons Erf’ • Lid Ereraad Katholieke Studenten Vereniging (KSV) • Lid Bestuur Stichting ‘Eigen Huis’ • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University De heer W.I.I. van Beek (Lid Tweede Kamer) • Lid Raad van Commissarissen Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch • Lid Raad van Advies Vereniging Hou’ en Trou • Voorzitter Raad van Toezicht Catharina Ziekenhuis, Eindhoven • Lid Raad van Toezicht Nationaal Monument Kamp Vught • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University
150
• Bestuurslid Nationaal Comité 4 en 5 mei • Lid Raad van Toezicht Legermuseum • Lid Raad van Commissarissen Lysias Adviseurs BV • Lid Raad van Commissarissen Energie Beheer Nederland NV • Lid Raad van Commissarissen Eon-Benelux • Vice-voorzitter bestuur Omroep Brabant • Lid Raad van Toezicht St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg Prof.dr. Ph. Eijlander (Rector Magnificus Tilburg University) • Lid VSB-fonds adviescommissie WO • Lid Adviesraad Nuffic • Voorzitter SER-Commissie Monitoring Code Goed Bestuur Product- en Bedrijfschappen • Voorzitter Comité 4 mei Tilburg • Lid van de Board of Trustees CASE Europe • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen TiasNimbas • Vice-voorzitter Dagelijks Bestuur Midpoint
151
Tilburg University Postbus 90153 5000 LE Tilburg T 013 - 466 9111 www.tilburguniversity.edu