6 juni 2013
Extramuralisering ouderenzorg Doorrekening gevolgen beleidslijn Achmea en Agis voor VV&T
Managementsamenvatting
Aanleiding Op 29 april jl. ontvingen de directies van aanbieders van VV&T in het werkgebied van de zorgkantoren van Achmea en Agis (hierna Achmea en Agis) een brief waarin zij worden geïnformeerd over een voorgenomen beleidslijn van Achmea en Agis met betrekking tot de extramuralisering en capaciteitsbeleid intramurale zorg binnen de VV&T. In een tweede brief gedateerd 8 mei jl. werden zij geïnformeerd over een aanpassing van het beleid rondom de extramuralisering. De voorgenomen beleidslijn zoals verwoord in deze brieven vormde voor een aantal VV&T aanbieders aanleiding Berenschot te vragen om een analyse te maken van de gevolgen. Op basis van de door Berenschot uitgevoerde analyse kan de conclusie getrokken worden dat de gekozen beleidslijn van Achmea en Agis inhoudt dat de extramuralisering en capaciteitsafbouw intramurale ouderenzorg sneller en diepgaander worden doorgevoerd dan in het regeer- en zorgakkoord beoogd. Analyse extramuraliseringsopgave Wanneer de beleidslijn Achmea en Agis wordt vergeleken met de landelijke beleidslijn / het kabinetsbeleid dan valt met name de snelheid waarmee de maatregelen hun beslag krijgen op. De zorgkantoren van Achmea en Agis gaan er vanuit dat binnen drie jaar na de laatste instroom alle zittende bewoners met indicaties voor lichtere zorgzwaarten (ZZP’s 1 t/m 4) zullen zijn doorgestroomd naar zwaardere zorgzwaarten (ZZP’s 5 en hoger) dan wel zijn uitgestroomd. Uit de cijfers van het SCP en uit cijfers van Achmea zelf uit 2012 blijkt dat dit niet realistisch is. Alhoewel Achmea en Agis in hun brief van 8 mei jl. stellen dat er ‘niet zonder meer gestopt wordt met het contracteren en vergoeden van lage ZZP’s geeft dit nog geen duidelijkheid over de invulling van het beleid. Ook raakt de beleidslijn van Achmea en Agis met betrekking tot de extramuralisering een nog onbekend deel van de capaciteit van de ZZP’s 5 en hoger (voor de opdrachtgever van dit onderzoek betreft het 45% van de capaciteit van ZZP’s 5 en hoger). Hierin wijken Achmea en Agis af van het regeer- en zorgakkoord. Analyse bezuinigingsdoelstelling zwaardere zorg per 01-01-2017 Achmea en Agis spreken in hun brief van 29 april jl. over een bezuiniging van 5% op de hoge ZZP’s vanaf 2017. “Rekening houdend met regionale verschillen zal die afbouw in alle regio’s van Achmea en Agis plaats moeten vinden”. Achmea en Agis gaan er vanuit dat zij qua variatie in indicatiestelling en tarieven op het landelijk gemiddelde liggen zonder dat dit onderzocht is.
2
Doorrekening van de gevolgen van de beleidslijn Achmea en Agis De beleidslijn van Achmea en Agis leidt tot het afbouwen van intramurale capaciteit tussen nu en 1 januari 2019 met de volgende indicatieve aantallen: Huidige
Afgebouwde
Huidige
Afgebouwde
intramurale
capaciteit
capaciteit
capaciteit
capaciteit
Nederland per
werkgebied
Achmea-Agis
Nederland
2019
Achmea-Agis
per 2019
Capaciteitsplaatsen
158.000
63.200 (-40%)
45.820
18.328 (-40%)
Ouderenzorglocaties
2.177
871 (-40%)
631
252 (-40%)
Medewerkers
158.000
63.200 (-40%)
45.820
18.328 (-40%)
1
1
Indien alle zorgkantoren in Nederland de beleidslijn van Achmea en Agis zouden volgen
3
Extramuralisering ouderenzorg Doorrekening gevolgen beleidslijn Achmea en Agis voor VV&T
Inhoud
Pagina
Managementsamenvatting
2
1. Inleiding
5
1.1 1.2 1.3 1.4
Aanleiding onderzoek en eerste indruk beleidslijn Achmea en Agis Opdrachtformulering aan Berenschot Structuur rapportage Verantwoording
2. Analyse Extramuraliseringsopgave 2.1 Inleiding 2.2 Ons begrip van de paragraaf Extramuraliseringsopgave 2.3 Verkenning van de gevolgen van de voorgestelde beleidslijn
3. Analyse bezuinigingsdoelstelling zwaardere zorg vanaf 01-01-2017 3.1 Inleiding 3.2 Ons begrip van de paragraaf bezuinigingsdoelstelling zwaardere zorg 3.3 Verkenning van de gevolgen van de voorgestelde beleidslijn
4. Analyse andere veranderingen financiering intramurale AWBZ-zorg
5 6 6 7
8 8 8 10
13 13 13 14
15
4.1 Inleiding 15 4.2 Ons begrip van de paragraaf veranderingen financiering intramurale AWBZ-zorg 15 4.3 Verkenning van de gevolgen van de voorgestelde beleidslijn 16
5. Conclusies over de gevolgen van beleidslijn Achmea en Agis 5.1 5.2 5.3 5.4
Inleiding Gevolgen beleidslijnen doorgerekend Vergelijking met landelijk beleid Conclusies over de beleidslijn van Achmea en Agis
17 17 17 18 19
Bijlagen 1. Brief zorgkantoren Achmea en Agis aan zorgaanbieders VV&T 29 april jl. 2. Brief zorgkantoren Achmea en Agis aan zorgaanbieders VV&T 8 mei april jl.
4
1. Inleiding
1.1 Aanleiding onderzoek en eerste indruk beleidslijn Achmea en Agis Brief zorgkantoren Achmea en Agis aan zorgaanbieders 29 april jl. Op 29 april jl. ontvingen de directies van VV&T aanbieders in het werkgebied van de zorgkantoren van Achmea en Agis een brief met als onderwerp ‘Aankondiging beleidslijn rondom extramuralisering en capaciteitsbeleid intramurale zorg in de VV&T’. In deze brief wordt de beleidslijn toegelicht die de zorgkantoren van Achmea en Agis (hierna kortweg Achmea en Agis) voornemens zijn te volgen inzake de afbouw van intramurale capaciteit. Brief zorgkantoren Achmea en Agis aan zorgaanbieders 8 mei april jl. Op 8 mei jl. volgde een tweede brief met als onderwerp ‘Aanpassing beleidslijn rondom extramuralisering in de VV&T’. In de tweede brief staat onder meer de volgende passage: “In onze vorige brief hebben wij al aangegeven mogelijk de aangekondigde beleidslijn te wijzigen indien de overheidsmaatregelen daartoe aanleiding geven. Daar zien wij nu reden toe aangezien in de brief van VWS van 25 april jl. (kenmerk 114352-103091-LZ) over de langdurige zorg het volgende staat vermeld: De huidige cliënten behouden hun recht op verblijf in een instelling. Dit recht zullen wij vanzelfsprekend respecteren.” Als aanleiding voor de wijziging van de door Achmea en Agis aangekondigde beleidslijn wordt de passage in de brief van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 april jl. genoemd waarin staat ‘De huidige cliënten behouden hun recht op verblijf in een instelling.’ Reeds in het ‘Lenteakkoord’ van 25 mei 20122 en in het regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’ van 29 oktober 20123 staat expliciet vermeld dat de extramuralisering uitsluitend betrekking heeft op nieuwe cliënten. In de tweede brief wordt als nuancering ten opzichte van de eerste brief aangeven dat: “er sprake is van streeftermijnen en niet van harde deadlines”. Verder laat de tweede brief de inhoud van de eerste brief vrijwel ongemoeid. De tweede brief wordt besloten met de opmerking: “Uw zorginkoper zal binnenkort contact met u opnemen (of heeft dit inmiddels gedaan) om te inventariseren op welke wijze u invulling gaat geven aan de extramuraliseringsopgave.” Beide brieven zijn als bijlage opgenomen bij deze rapportage.
2
Zie http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2012/05/25/voorjaarsnota-2012.html
Paragraaf Langdurige zorg. Extramuraliseren ZZP 1-3. 3
Zie http://www.kabinetsformatie2012.nl/actueel/documenten/regeerakkoord.html Bijlage punt 50.
Extramuraliseren ZZP 4 op pagina 59.
5
1.2 Opdrachtformulering aan Berenschot Bij verschillende aanbieders van ouderenzorg is ook na de tweede brief van Achmea en Agis het beeld blijven hangen dat de door Achmea en Agis ingezette beleidslijn wel degelijk huidige cliënten van zowel verpleeg- en verzorgingshuizen raakt. Bovendien blijkt volgens hen uit de brieven dat Achmea en Agis in hun beleidslijn veel verder gaan dan hetgeen afgesproken in het regeer- en zorgakkoord. Een aantal VV&T aanbieders (hierna ‘de opdrachtgevers’) heeft het initiatief genomen om Berenschot te vragen om een doorrekening te maken van de gevolgen van de twee brieven van Achmea en Agis uiteengezette beleidslijn voor de VV&T. De opdrachtgevers respecteren het kabinetsbeleid en de in het zorgakkoord afgesproken extramuralisering. Het bezwaar van opdrachtgevers ligt in hun overtuiging dat Achmea en Agis afwijken van het regeer- en zorgakkoord. De opdracht aan Berenschot luidt als volgt: Maak een analyse van de gevolgen voor aanbieders van VV&T van de door Achmea en Agis voorgestelde beleidslijn VV&T. Doe dit zowel voor het werkgebied van Achmea en Agis als voor heel Nederland in de fictieve situatie dat alle VV&T aanbieders onder het regime van Achmea en Agis zouden vallen. Maak duidelijk waarin de voorgestelde beleidslijn afwijkt van het regeer- en zorgakkoord. Voorliggende rapportage is het resultaat van deze analyse. 1.3 Structuur rapportage Deze rapportage kent de volgende structuur: 1. Inleiding. 2. Analyse extramuraliseringsopgave. 3. Analyse bezuinigingsdoelstelling zwaardere zorg vanaf 01-01-2017. 4. Analyse andere veranderingen rondom de financiering van intramurale AWBZ-zorg. 5. Conclusies over de gevolgen bij beleidslijnen Achmea en Agis. De hoofdstukken 2 t/m 4 van deze rapportage volgen één op één de opzet van de eerste brief van Achmea en Agis d.d. 29 april 2013. In hoofdstuk 5 vatten wij de gevolgen van de beleidslijn van Achmea en Agis voor de VV&T aanbieders samen en geven we aan in welke mate de beleidslijn afwijkt van het regeer- en zorgakkoord.
6
1.4 Verantwoording Bij het opstellen van deze rapportage hebben wij de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Wij hebben waar mogelijk gebruik gemaakt van actuele cijfers en data van onder meer het CBS, het CIZ en het SCP. Waar deze cijfers niet voor handen waren, hebben wij een aantal aannames moeten formuleren. Dit hebben we dan aangegeven in de tekst. Daar waar de brieven van Achmea en Agis ruimte bieden voor interpretatieverschillen hebben wij dit eveneens vermeld.
7
2. Analyse Extramuraliseringsopgave
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaan we nader in op de paragraaf ‘Extramuraliseringsopgave‘ zoals verwoord in de brief van Achmea en Agis van 29 april jl. (hierna ‘de brief’). We duiden ons begrip van het schrijven van Achmea en Agis (paragraaf 2.2) en maken een eerste verkenning van de gevolgen van de door Achmea en Agis voorgestelde beleidslijn (paragraaf 2.3). 2.2 Ons begrip van de paragraaf Extramuraliseringsopgave De paragraaf van de brief waarin de extramuraliseringsopgave wordt beschreven, begint met de volgende zin: “In 2013 is een start gemaakt met de invulling van de extramuraliseringsopgave die in het regeerakkoord van het kabinet Rutte I en II is opgenomen. Sinds 1-1-2013 geeft het CIZ geen nieuwe indicaties voor de ZZP’s VV1 en VV2 meer af. Vanaf 2014 zal dat ook voor ZZP VV3 van toepassing zijn en vanaf 2016 naar verwachting ook voor de helft van de cliënten met ZZP VV4.” Hierbij plaatsen we de opmerking dat in het regeerakkoord van Rutte I nog niet wordt gesproken over extramuralisering. Pas met het Lenteakoord (na de val van Rutte I) zijn er voor het eerst concrete afspraken gemaakt over de extramuralisering van ZZP 1 t/m 3. In het regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’ is daar later de extramuralisering van ZZP 4 bijgekomen. Met het zorgakkoord van 24 april jl. is dit deels weer herzien. Er wordt niet langer verwacht dat 100% van de mensen met een ZZP 4 thuis kunnen wonen, maar 50%.Verder geldt de extramuralisering niet alleen voor de VV ZZP’s maar ook voor de branchevreemde / buitensectorale ZZP’s. De brief vervolgt met: “De contracteerruimte voor de AWBZ wordt, als gevolg van deze beoogde doelmatigheidswinst van deze extramuraliseringsopgave, reeds op voorhand gekort. Dit heeft tot gevolg dat de Achmea en Agis Zorgkantoren dienen te gaan sturen op de afbouw van de vergoeding voor de lage ZZP’s om een daadwerkelijke afname van het aantal cliënten dat de indicatie intramuraal verzilvert, tot stand te kunnen brengen.” De brief vervolgt met: “Passend bij de door de NZa gehanteerde lijn tot het verlagen van de contracteerruimte, zullen de Achmea en Agis Zorgkantoren de vergoeding voor de lage ZZP’s op termijn stopzetten. ZZP VV1 en VV2: vergoeding tot uiterlijk 31-12-2015 ZZP VV3: vergoeding tot uiterlijk 31-12-2016 ZZP VV4: vergoeding tot uiterlijk 31-12-2018” Deze alinea impliceert de volgende ‘verblijftijd’ (verblijfsduur van de laatst ingestroomde cliënten):
8
ZZP
Laatste instroom
Laatste uitstroom volgens Achmea en Agis
Verblijftijd
1 en 2
31-12-2012
31-12-2015
3 jaar
3
31-12-2013
31-12-2016
3 jaar
4 (1/2)
31-12-2015
31-12-2018
3 jaar
De (resterende) verblijftijd waarmee Achmea en Agis rekenen is drie jaar. Dit zou betekenen dat vanaf het moment van laatste instroom, 33% van de bewoners per jaar zou uitstromen. Dit is een onrealistisch hoog uitstroompercentage, zo blijkt uit onderzoek dat het SCP4 in 2008 en 2009 uitvoerde. Bijna een derde van de bewoners van verzorgingshuizen verbleef op het moment van onderzoek van het SCP al meer dan vijf jaar in het verzorgingshuis. Met andere woorden: een aanzienlijk deel van de bewoners in de lagere ZZP’s stroomt niet binnen drie jaar, maar pas na vijf jaar of langer uit5. Dit resulteert in een veel lager uitstroompercentage dan 33%. Achmea en Agis gaan hier in hun beleidslijn aan voorbij. Dit terwijl Achmea in de ‘Nota van Inlichtingen AWBZ zorginkoop 2013 Achmea’ van 5 juli 2012 nog rekende met een uitstroompercentage van 12,2% per jaar voor de VV&T. Dit impliceert een verblijftijd van 8 jaar. Het is op basis van de brieven niet duidelijk wat de reden is voor Achmea en Agis om dit uitstroompercentage fors te verhogen. De brief vervolgt met: “Hoewel de extramuralisering van ZZP VV4 slechts deels zal plaatsvinden, zijn de Achmea en Agis Zorgkantoren van mening dat, in lijn met het toekomstbeeld van VWS, de huidige lichte intramurale zorg in de nabije toekomst volledig op basis van scheiden van wonen en zorg zal moeten worden georganiseerd. Daarbij zal Achmea het deel van de cliënten dat recht houdt op een ZZP 4VV, scharen onder zware zorg.” Wij begrijpen uit deze alinea dat Achmea en Agis voornemens zijn om een deel van de cliënten met indicatie ZZP 4 te scharen onder zware zorg (ZZP 5 en hoger). Het is ons echter niet duidelijk wat wordt bedoeld met ‘een deel van de cliënten’. In het zorgakkoord van 24 april jl. wordt gesproken over de helft van het budget voor ZZP 4. Het zou hier dan op basis van het zorgakkoord moeten gaan over de 50% meest kwetsbare cliënten in de categorie ZZP 4. De brief vervolgt met: “Dit betekent dus dat de Achmea en Agis Zorgkantoren met zorgaanbieders in gesprek gaan om te komen tot afspraken over de volledige afbouw van de financiering van alle locaties waar zorg zonder behandeling wordt geleverd per 31-12-2016.”
4
Zie: http://www.scp.nl/content.jsp?objectid=default:25225 pagina 18.
5
Uitstroom betekent in dit geval doorstroom naar een hogere ZZP of overlijden.
9
Het is ons niet duidelijk wat Achmea en Agis bedoelen met deze alinea. We begrijpen dat Achmea en Agis tot afspraken willen komen om tot afbouw van de financiering van locaties met lichte zorgzwaarte te komen. Door te spreken over ‘alle locaties waar zorg zonder behandeling wordt geleverd’ impliceren Achmea en Agis echter, dat het voortbestaan van alle verpleeg- en verzorgingshuizen ter discussie staat. Immers alle ZZP’s met uitzondering van ZZP’s 1 en 2 kennen een variant met en een variant zonder behandeling. Op nagenoeg alle locaties wordt, naast zorg met behandeling, dus ook zorg zonder behandeling geleverd. De zin is op tenminste drie manieren te interpreteren: 1. Achmea en Agis kunnen bedoelen ‘locaties waar ook zorg zonder behandeling wordt geleverd’. In dat geval betreft het nagenoeg alle ouderenzorglocaties (verpleeg- en verzorgingshuizen). 2. Achmea en Agis kunnen bedoelen ‘locaties waar uitsluitend zorg zonder behandeling wordt geleverd’. In dat geval zou het gaan om locaties waar uitsluitend bewoners met de indicaties ZZP 1 en ZZP 2 verblijven. Achmea en Agis bedoelen in dat geval dus dat ze per 31-12-2016 de financiering willen stopzetten voor locaties waar uitsluitend zorg aan bewoners met ZZP’s 1 en 2 wordt geleverd (uitsluitend zorg zonder behandeling). 3. Tot slot zou in de zin kunnen worden gelezen dat Achmea en Agis bedoelen dat alle (capaciteit aan) bewoners die geen behandeling krijgen vanuit het verpleeg- of verzorgingshuis dient te worden geëxtramuraliseerd. Dit betreft dan alle ZZP’s. Ook die van uitbehandelde bewoners met ZZP’s 5 of hoger. Vier verschillende aanbieders in het werkgebied van Achmea hebben inmiddels aan Berenschot bevestigd dat de derde interpretatie ook mondeling aan hen is meegedeeld door medewerkers van Achmea en Agis. Dit zou betekenen dat Achmea en Agis afwijken van hetgeen in het regeer- en zorgakkoord is afgesproken aangezien Achmea en Agis ook inzetten op de extramuralisering van een deel van de capaciteit van ZZP 5 en hoger. 2.3 Verkenning van de gevolgen van de voorgestelde beleidslijn Voor onze doorrekening gaan we uit van de volgende door Achmea en Agis genoemde streeftermijnen: 1. ZZP VV1 en VV2: vergoeding tot uiterlijk 31-12-2015. 2. ZZP VV3: vergoeding tot uiterlijk 31-12-2016. 3. ZZP VV4: vergoeding tot uiterlijk 31-12-2018. Dit houdt in dat per 31 december 2018 alle vergoeding voor ZZP’s 1 t/m 3 en de helft van ZZP 4 zijn vervallen. Daarbovenop komen de gevolgen van de door Achmea en Agis voorgestelde extramuralisering van een deel van de capaciteit aan ZZP 5 en hoger. Omdat hierover geen openbare landelijke cijfers beschikbaar zijn, hebben we de gevolgen hiervan in onze doorrekening buiten beschouwing gelaten.
10
Voor onze opdrachtgever zou het extramuraliseren van ZZP’s 5 en hoger zonder behandeling een reductie van het aantal capaciteitsplaatsen van de hoge ZZP’s met 45% inhouden. Dit naast de reductie in capaciteit voor de lichte ZZP’s. In eerder onderzoek6 berekende Berenschot op basis van cijfers van CIZ dat de extramuralisering van ZZP’s 1 t/m 3 en de helft van ZZP 4 in totaal 35% van de capaciteit van de verpleeg- en verzorgingshuizen raakt. Uitgaande van recente cijfers7 zijn er in Nederland tenminste 2.177 verpleeg- en verzorgingshuislocaties met een capaciteit van ruim 158.0008 plaatsen. 35% hiervan betreft 762 locaties en 55.000 capaciteitsplaatsen. Voor deze capaciteitsplaatsen vervallen per maand per capaciteitsplaats de volgende inkomsten: 1. Tussen de € 700,- en € 800,- aan huurinkomsten. 2. Ongeveer € 1.100,- aan verblijfscomponenten9. 3. Tussen de € 1.100,- (ZZP 1) en € 3.300,- (ZZP 4) aan zorginkomsten10. Het wegvallen van deze inkomsten slaat een gat in de exploitatie van verzorgingshuizen. Met name omdat tegenover het wegvallen van de onder punt 1. genoemde inkomsten veel lagere huurinkomsten staan bij huurbetaling door bewoners. Dit heeft te maken met het ‘puntensysteem’ dat van toepassing is, maar ook met het besteedbaar inkomen van de doelgroep. Het verschil tussen de huurvergoedingen op dit moment en de huurinkomsten bij scheiden van wonen en zorg is veelal enkele honderden euro’s per maand. Daarbij komt dat tegenover het wegvallen van de onder punten 2. en 3. genoemde inkomsten slechts onzekere inkomsten staan. Dit wordt veroorzaakt doordat de extramurale Persoonlijke Verzorging vanaf 2015 (met een korting van 25%) over gaat naar de Wmo. Daarmee is niet langer sprake van een recht op zorg maar een ‘compensatiebeginsel’. Dit houdt in dat de uitvoerder van de Wmo (de gemeente waar de cliënt woont) op basis van bijvoorbeeld een ‘keukentafelgesprek’ kan bepalen dat de cliënt geen aanspraak heeft op zorg maar bijvoorbeeld een (groter) beroep moet doen op mantelzorg.
6
Zie: http://www.berenschot.nl/markten-sectoren/markten-sectoren/scheiden-wonen-zorg/
7
Zie: http://www.zorgkaartnederland.nl/verpleeghuis-en-verzorgingshuis#results
8
Zie: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/brochures/2012/04/27/sheets-scheiden-van-
wonen-en-zorg-swz.html pagina 4. 9
Zie pagina 20 van: http://www.nza.nl/137706/142055/567517/CA-300-569.pdf
10
De optelsom van 2 en 3 gedeeld door 30 resulteert hier in de ZZP vergoeding per dag. Zie:
http://www.nza.nl/137706/142055/567517/CA-300-569.pdf pagina 16.
11
Op basis van jarenlang benchmarkonderzoek bij VV&T aanbieders (Benchmark Care) weten we dat voor iedere capaciteitsplaats in een verzorgingshuis ongeveer één medewerker werkzaam is. Dit betekent dat naast de 55.000 capaciteitsplaatsen ook 55.000 medewerkers worden geraakt door de beleidslijn. Het feit dat per 31 december 2018 alle vergoedingen voor ZZP’s 1 t/m 3 en de helft van ZZP 4 zijn vervallen, resulteert er in dat de verzorgingshuizen per 1 januari 2019 ophouden te bestaan. Dit is immers drie jaar na de laatste instroom vanuit de AWBZ gefinancierde bewoners, Dit is twee tot drie jaar eerder dan Berenschot op basis van het regeerakkoord berekende in haar eerdere onderzoek11.
11
Zie: http://www.berenschot.nl/markten-sectoren/markten-sectoren/scheiden-wonen-zorg/
12
3. Analyse bezuinigingsdoelstelling zwaardere zorg vanaf 01-01-2017
3.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaan we nader in op de paragraaf ‘Bezuinigingsdoelstelling zwaardere zorg vanaf 01-01-2017‘ zoals verwoord in de brief van Achmea en Agis van 29 april jl (hierna ‘de brief’). We duiden wederom ons begrip van het schrijven van Achmea en Agis (paragraaf 3.2) en maken een eerste verkenning van de gevolgen van door Achmea en Agis voorgestelde beleidslijn (paragraaf 3.3). 3.2 Ons begrip van de paragraaf bezuinigingsdoelstelling zwaardere zorg De eerste alinea van de paragraaf over de bezuinigingsdoelstelling zwaardere zorg luidt als volgt: “Uit het regeerakkoord Rutte II is ook gebleken dat per 01-01-2017 een eenmalige bezuinigingsdoelstelling op de zwaardere intramurale zorg (ZZP VV5 en hoger) gerealiseerd moet zijn. Die bezuinigingsdoelstelling bedraagt 5% van de momenteel voor die zorg beschikbare AWBZcontracteerruimte, zijnde (landelijk) 475 miljoen euro.” In het regeerakkoord12 wordt inderdaad gesproken over een besparing van 475 miljoen euro op de landelijke invoering AWBZ vanaf 2017. Dit is echter geen eenmalige maar een structurele bezuinigingsdoelstelling. Op pagina 22 van het regeerakkoord staat toegelicht dat “De besparing ontstaat door het terugdringen van regionale variatie en spreiding in tariefstelling”. Achmea en Agis vervolgen de brief als volgt: “De combinatie van beide operaties (extramuralisering en bezuiniging van 5% op de hoge ZZP’s vanaf 2017) leidt ertoe dat het gesprek met u als zorgaanbieder niet alleen zal gaan over het stopzetten van de financiering voor lichte zorg per 01-01-2017, maar ook over de afbouw van het aantal plaatsen dat beschikbaar is voor zwaardere zorg vóór 01-01-2017. Rekening houdend met regionale verschillen zal die afbouw in alle regio’s van de Achmea en Agis Zorgkantoren plaats moeten vinden.” Wij nemen aan dat Achmea en Agis in deze alinea onder ‘lichte zorg’ ZZP 1 t/m 3 verstaan. Wanneer ook een deel van ZZP 4 onder lichte zorg wordt geschaard dan zou dit in tegenspraak zijn met de streeftermijn voor ZZP 4 die Achmea en Agis eerder in hun brief van 29 april jl. verwoorden. Wij begrijpen uit deze passage dat Achmea en Agis er vanuit gaan dat zij op het landelijk gemiddelde zitten voor wat betreft de variatie (in indicatiestelling) en spreiding in tariefstelling in haar werkgebied aangezien zij de 5% beoogde landelijke besparingen onverkort van toepassing stellen op de VV&T aanbieders in het eigen werkgebied van Achmea en Agis.
12
Zie: http://www.kabinetsformatie2012.nl/actueel/documenten/regeerakkoord.html Bijlage E. Punt 47 op
pagina 54.
13
Het verdient de aanbeveling om eerst te onderzoeken wat de landelijke variatie in indicatie- en tariefstelling is. De uitkomst hiervan kan zijn dat de besparing tussen zorgkantoren maar ook tussen zorgverzekeraars verschillend uitpakken. Dit kan van invloed zijn op de hoogte van de benodigde besparingen in het eigen werkgebied. 3.3 Verkenning van de gevolgen van de voorgestelde beleidslijn Wanneer 5% korting op de zwaardere zorg op de wijze wordt doorgevoerd zoals Achmea en Agis voorstellen dan betekent dit een verdere reductie van de intramurale capaciteit met 5% voor de datum van 1 januari 2017. Uitgaande van de eerder genoemde recente cijfers13 zijn er in Nederland tenminste 2.177 verpleegen verzorgingshuislocaties met een capaciteit van ruim 158.000 plaatsen. 5% hiervan betreft 109 locaties en 7.900 capaciteitsplaatsen. Op basis van ons eerder genoemde benchmarkonderzoek weten we dat voor iedere capaciteitsplaats in een verzorgingshuis ongeveer één medewerker staat. Dit betekent dat naast de 7.900 capaciteitsplaatsen ook 7.900 medewerkers worden geraakt door deze beleidslijn.
13
Zie: http://www.zorgkaartnederland.nl/verpleeghuis-en-verzorgingshuis#results
14
4. Analyse andere veranderingen financiering intramurale AWBZ-zorg
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaan we nader in op de paragraaf ‘Andere veranderingen rondom de financiering van intramurale AWBZ-zorg’ zoals verwoord in de brief van Achmea en Agis van 29 april jl. We duiden wederom ons begrip van het schrijven van Achmea en Agis (paragraaf 4.2) en maken een eerste verkenning van de gevolgen van door Achmea en Agis voorgestelde beleidslijn (paragraaf 4.3). 4.2 Ons begrip van de paragraaf veranderingen financiering intramurale AWBZ-zorg Deze paragraaf van de brief luidt als volgt: “Het Ministerie van VWS is voornemens om een deel van de langdurige intramurale GGZ, die nu nog onderdeel uitmaakt van de AWBZ, over te hevelen naar de gemeenten per 1-1-2015. Het gaat daarbij om de GGZ-C-ZZP’s, en betreft voornamelijk RIBW’s14. De GGZ-B-ZZP’s zullen overgaan per 1-1-2015 naar de Zvw. Daarmee komt een betaaltitel voor intramurale GGZ-zorg in de AWBZ per 1-1-2015 te vervallen. Zorgaanbieders die cliënten in zorg hebben met een CIZ-indicatie voor GGZ-B-ZZP’s of GGZ-C-ZZP’s, dienen rekening te houden met deze ontwikkelingen. Ook de GZsector wordt geconfronteerd met een extramuraliseringsopgave voor de lichte ZZP’s en de bezuinigingsdoelstelling voor de hoge ZZP’s. Veel V&V-zorgaanbieders hebben, als gevolg van de indicatiestelling door het CIZ, cliënten in zorg met (veelal) een LG-indicatie. Deze cliënten zullen worden meegenomen in de extramuraliserings- en afbouwopgave als waren zij cliënten met een V&V-ZZP.” Wij begrijpen dat Achmea en Agis hier bedoelen dat bewoners met voor de ouderenzorg (VV&T) branchevreemde ZZP indicaties worden behandeld als ware het VV-ZZP indicaties. Bijzondere positie nemen daarbij de GGZ-C-ZZP’s in. Dit betreft bewoners met een GGZ indicatie die niet op grond van behandeling maar op grond van begeleiding intramuraal in een V&V instelling verblijven. Vanaf 1 januari 2015 worden er geen nieuwe bewoners meer intramuraal opgenomen met deze indicaties. Ook de huidige bewoners met GGZ-C-ZZP’s komen per 1 januari 2015 onder de Wmo te vallen. Uit onderzoek van HHM15 in 2007 blijkt dat 3,6% van de intramurale cliënten in de VV&T branchevreemd / buitensectoraal zijn. Binnen deze branchevreemde / buitensectorale ZZP’s hebben de GGZ-C-ZZP’s een relatief klein aandeel.
14
Regionale Instelling voor Beschermd Wonen (RIBW)
15
Zie:
http://www.nza.nl/95826/Zorgzwaartebekostiging/99442/AT072320_Rapportage_tijdbestedingsonderzoek_beh andelaars_VV.pdf pagina 32.
15
4.3 Verkenning van de gevolgen van de voorgestelde beleidslijn Feitelijk is er sprake van een versnelde extramuralisering van ZZP 4 GGZ-C. De gevolgen van de in deze passage van de brief beschreven beleidslijn voor de VV&T zijn beperkt, omdat het een beperkt deel van de capaciteit van de verpleeg- en verzorgingshuizen betreft. Dit laat onverlet dat de impact voor individuele VV&T aanbieders aanzienlijk kan zijn.
16
5. Conclusies over de gevolgen van beleidslijn Achmea en Agis
5.1 Inleiding In dit hoofdstuk trekken wij conclusies over de gevolgen van de in de vorige hoofdstukken toegelichte beleidslijn VV&T van Achmea en Agis (paragraaf 5.2). Duidelijk wordt dat de zorgkantoren van Achmea en Agis de door het kabinet uitgezette beleidslijnen niet alleen volgen, maar ook verzwaren. In paragraaf 5.3 maken we een vergelijking van de beleidslijn van Achmea en Agis met het landelijke beleid. Tot slot trekken wij in paragraaf 5.4 een aantal conclusies. 5.2 Gevolgen beleidslijnen doorgerekend In paragrafen 2.3, 3.3 en 4.3 hebben we reeds een eerste verkenning uitgevoerd van de gevolgen van de door de zorgkantoren van Achmea en Agis voorgestelde beleidslijnen als ware deze van toepassing voor heel Nederland. Samengevat komt het er op neer dat ca 40% (35% + 5%) van de capaciteit van 158.000 intramurale plaatsen en 2.177 ouderenzorglocaties tussen nu en 1 januari 2019 versneld wordt afgebouwd. Het betreft de volgende indicatieve cijfers: Huidige capaciteit Nederland
Afbouw capaciteit Nederland 2019
Capaciteitsplaatsen
158.000
63.200 (-40%)
Ouderenzorglocaties
2.177
871 (-40%)
Medewerkers
158.000
63.200 (-40%)
Voor het werkgebied van Achmea en Agis betreft het, op basis van de meest recente openbare cijfers16 over het marktaandeel van Achmea en Agis, 29 procent van deze cijfers. Het gaat dan om het versneld afbouwen van intramurale capaciteit tussen nu en 1 januari 2019 met de volgende indicatieve aantallen: Huidige capaciteit Achmea-
Afbouw werkgebied Achmea-Agis
Agis
2019
Capaciteitsplaatsen
45.820
18.328 (-40%)
Ouderenzorglocaties
631
252 (-40%)
Medewerkers
45.820
18.328 (-40%)
16
Zie: http://www.nza.nl/104107/105773/475605/Marktscan_Zorgverzekeringsmarkt.pdf Exclusief De
Friesland.
17
5.3 Vergelijking met landelijk beleid Wanneer de beleidslijn van de zorgkantoren van Achmea en Agis wordt vergeleken met de landelijke beleidslijnen / het kabinetsbeleid dan valt met name de snelheid waarmee de maatregelen uitwerking zullen krijgen op. Achmea en Agis gaan er vanuit dat binnen drie jaar na de laatste instroom alle zittende bewoners met indicaties voor lichtere zorgzwaarten (ZZP’s 1 t/m 4) zullen zijn doorgestroomd naar zwaardere zorgzwaarten (ZZP’s 5 en hoger) dan wel zijn uitgestroomd. Uit de cijfers van het SCP, maar ook van Achmea zelf blijkt dat dit niet realistisch is. Bovendien houdt de beleidslijn van Achmea en Agis in dat de bezuinigingen op de intramurale ouderenzorg sneller worden doorgevoerd dan het kabinet beoogd. Dit leiden wij af uit de hoogte van de besparingen waar het kabinet rekening mee houdt in haar regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’. De wijze waarop de zorgkantoren Achmea en Agis vorm geven aan de extramuralisering, resulteert vanaf 1 januari 2019 in een structurele besparing op de lichtere intramurale ouderenzorg 17. De besparing betreft landelijk ca € 2,5 miljard per jaar, zo blijkt uit cijfers van het CIZ (figuur 1).
Figuur 1. Intramurale uitgaven en indicaties verpleeg- en verzorgingshuiszorg18
17
ZZP’s 1 t/m 3 en een half.
18
Zie http://www.actiz.nl/feiten-en-cijfers pagina 31.
18
Het kabinet rekent echter in haar regeerakkoord met een besparing op basis van de extramuralisering van ZZP 4 in 2017 van € 70 miljoen en een structurele besparing van € 110 miljoen per jaar19. Daarbij komt dat in het regeerakkoord nog werd uitgegaan van extramuralisering van geheel ZZP 4. In het zorgakkoord van 24 april jl. is naderhand afgesproken dat ZZP 4 voor de helft van de capaciteit wordt geëxtramuraliseerd. De in het regeerakkoord genoemde besparingen zijn veel kleiner dan de besparingen die worden gerealiseerd wanneer de beleidslijn van Achmea en Agis landelijk van toepassing zouden zijn. Deze beleidslijn zou namelijk landelijk vanaf 2017 resulteren in een jaarlijkse besparing van ca € 0,5 miljard euro per jaar. Dit toont dus aan dat Achmea en Agis de extramuralisering en capaciteitsafbouw intramurale ouderenzorg sneller en diepgaander uitvoeren dan in het regeer- en zorgakkoord beoogd. In deze berekening is geen rekening gehouden met substitutie effecten als toename van thuiszorg, toename van huisartsenbezoek, toename van ziekenhuisopnames en de mogelijke terugkeer van de ‘verkeerde bedden problematiek’ in ziekenhuizen. Op basis van de door Achmea en Agis opgestelde brieven is niet helder welke gevolgen de beleidslijn heeft op andere vormen van zorg. Bovenstaande laat zien dat voor ZZP 4 er een verschil is van ruim een factor vier tussen de besparingen waar het kabinet op uit komt en de besparingen waar landelijke toepassing van de beleidslijn van de zorgkantoren van Achmea en Agis in zouden resulteren. 5.4 Conclusies over de beleidslijn van Achmea en Agis Uit onze analyse, zoals uiteengezet in de voorgaande paragrafen, blijkt dat met name de brief van 29 april jl. diverse passages bevat die voor meerdere interpretaties vatbaar zijn. Ook na de brief van 8 mei jl. blijven onduidelijkheden bestaan. Zoals toegelicht in paragraaf 2.2 liggen deze onduidelijkheden onder meer op het vlak van de intenties van Achmea en Agis met betrekking tot ouderenzorglocaties waar zorg zonder behandeling wordt geleverd. Uit mondelinge toelichting zoals vernomen door medewerkers van Achmea en Agis aan VV&T aanbieders blijkt dat Achmea en Agis de intentie hebben om ook een deel van de capaciteit van ZZP 5 en hoger te extramuraliseren. Hierin wijken Achmea en Agis af van het regeer- en zorgakkoord. Een belangrijk punt is het feit dat Achmea en Agis in de door hen voorgestelde beleidslijn rekenen met een streeftermijn voor de afbouw van de lichtere ZZP’s van drie jaar. Met de brief van 8 mei jl. is de deadline weliswaar veranderd in een streeftermijn, de periode van drie jaar voor de afbouw van de (financiering van) de lichtere ZZP’s is ongewijzigd gebleven. Wij toonden in paragraaf 2.2 aan dat drie jaar een te korte periode is. Een periode die bovendien afwijkt van een periode van acht jaar waar Achmea in 2012 nog mee rekende.
19
Zie: http://www.kabinetsformatie2012.nl/actueel/documenten/regeerakkoord.html Bijlage E. Punt 50.
Extramuraliseren ZZP 4 op pagina 54.
19
Alhoewel Achmea en Agis in hun brief van 8 mei jl. stellen dat er ‘niet zonder meer gestopt wordt met het contracteren en vergoeden van lage ZZP’s geeft dit nog geen duidelijkheid over de invulling van het beleid. Zoals wij in paragraaf 3.2 uiteen hebben gezet, ontbreekt het op dit moment aan inzicht in de landelijke variatie in indicatiestelling en tarieven. Achmea en Agis gaan er vanuit dat zij qua variatie in indicatiestelling en tarieven op het landelijk gemiddelde liggen zonder dat dit onderzocht is, althans zonder dat hiervoor onderbouwing is gegeven.
20
Bijlagen 1. Brief zorgkantoren Achmea en Agis aan zorgaanbieders VV&T 29 april jl. 2. Brief zorgkantoren Achmea en Agis aan zorgaanbieders VV&T 8 mei april jl.
21
Achmea Zorgkantoor Postbus 353 8000 AJ Zwolle www.achmeazorgkantoor.nl
Aan de VV&T Zorgaanbieders Ter attentie van de directie
Onderwerp Datum
: aankondiging beleidslijn rondom extramuralisering en capaciteitsbeleid intramurale zorg in de VV&T
: 29 april 2013
Geachte Zorgaanbieder, In het licht van de extramuralisering van de lichte ZZP’s in de VV&T-sector informeren de Achmea en Agis Zorgkantoren u via deze brief over de voorgenomen beleidslijn met betrekking tot extramuralisering en capaciteitsbeleid intramurale zorg binnen de VV&T. Achtereenvolgens geven wij aan welke beleidslijn wij hanteren rondom de afbouw van de lage ZZP’s, welke beleidslijn wij hanteren rondom het invulling geven aan de bezuinigingsdoelstelling voor zwaardere intramurale zorg vanaf 2017 (hoge ZZP’s) en welke andere veranderingen rondom intramurale AWBZ-zorg op korte termijn te verwachten zijn, die een effect hebben op de financiering van die zorg. De overheidsmaatregelen op het gebied van de AWBZ en ouderenzorg zijn in de brief van 25 april jl. verduidelijkt door de Staatssecretaris (kenmerk 114352-103091-LZ). Wij behouden ons het recht voor de in deze brief aangekondigde beleidslijn te wijzigen indien de overheidsmaatregelen daartoe aanleiding geven. Extramuraliseringsopgave In 2013 is een start gemaakt met de invulling van de extramuraliseringsopgave die in het regeerakkoord van het kabinet Rutte I en II is opgenomen. Sinds 1-1-2013 geeft het CIZ geen nieuwe indicaties voor de ZZP’s VV1 en VV2 meer af. Vanaf 2014 zal dat ook voor ZZP VV3 van toepassing zijn en vanaf 2016 naar verwachting ook voor de helft van de cliënten met ZZP VV4. De contracteerruimte voor de AWBZ wordt, als gevolg van deze beoogde doelmatigheidswinst van deze extramuraliseringsopgave, reeds op voorhand gekort. Dit heeft tot gevolg dat de Achmea en Agis Zorgkantoren dienen te gaan sturen op de afbouw van de vergoeding voor de lage ZZP’s om een daadwerkelijke afname van het aantal cliënten dat de indicatie intramuraal verzilvert, tot stand te kunnen brengen. Passend bij de door de NZa gehanteerde lijn tot het verlagen van de contracteerruimte, zullen de Achmea en Agis Zorgkantoren de vergoeding voor de lage ZZP’s op termijn stopzetten. ZZP VV1 en VV2: vergoeding tot uiterlijk 31-12-2015 ZZP VV3: vergoeding tot uiterlijk 31-12-2016 ZZP VV4: vergoeding tot uiterlijk 31-12-2018 Hoewel de extramuralisering van ZZP VV4 slechts deels zal plaatsvinden, zijn de Achmea en Agis Zorgkantoren van mening dat, in lijn met het toekomstbeeld van VWS, de huidige lichte intramurale zorg in de nabije toekomst volledig op basis van scheiden van wonen en zorg zal moeten worden georganiseerd. Daarbij zal Achmea het deel van de cliënten dat recht houdt op een ZZP 4VV, scharen onder zware zorg. Dit betekent dus dat de Achmea en Agis Zorgkantoren met zorgaanbieders in gesprek gaan om te komen tot afspraken over de volledige afbouw van de financiering van alle locaties waar zorg zonder behandeling wordt geleverd per 31-12-2016.
De functie van Zorgkantoor wordt uitgevoerd door Achmea Zorgkantoor N.V.: regio’s Zwolle, Drenthe, Flevoland, Zaanstreek/Waterland, Kennemerland en Rotterdam Agis Zorgverzekeringen N.V.: regio’s ‘t Gooi, Amsterdam, Apeldoorn/Zutphen e.o. en Utrecht
Achmea Zorgkantoor Postbus 353 8000 AJ Zwolle www.achmeazorgkantoor.nl
Bezuinigingsdoelstelling zwaardere zorg vanaf 01-01-2017 Uit het regeerakkoord Rutte II is ook gebleken dat per 01-01-2017 een eenmalige bezuinigingsdoelstelling op de zwaardere intramurale zorg (ZZP VV5 en hoger) gerealiseerd moet zijn. Die bezuinigingsdoelstelling bedraagt 5% van de momenteel voor die zorg beschikbare AWBZ-contracteerruimte, zijnde (landelijk) 475 miljoen euro. De combinatie van beide operaties (extramuralisering en bezuiniging van 5% op de hoge ZZP’s vanaf 2017) leidt ertoe dat het gesprek met u als zorgaanbieder niet alleen zal gaan over het stopzetten van de financiering voor lichte zorg per 01-01-2017, maar ook over de afbouw van het aantal plaatsen dat beschikbaar is voor zwaardere zorg vóór 01-01-2017. Rekening houdend met regionale verschillen zal die afbouw in alle regio’s van de Achmea en Agis Zorgkantoren plaats moeten vinden. Andere veranderingen rondom de financiering van intramurale AWBZ-zorg Het Ministerie van VWS is voornemens om een deel van de langdurige intramurale GGZ, die nu nog onderdeel uitmaakt van de AWBZ, over te hevelen naar de gemeenten per 1-1-2015. Het gaat daarbij om de GGZ-C-ZZP’s, en betreft voornamelijk RIBW’s. De GGZ-B-ZZP’s zullen overgaan per 1-1-2015 naar de Zvw. Daarmee komt een betaaltitel voor intramurale GGZ-zorg in de AWBZ per 1-1-2015 te vervallen. Zorgaanbieders die cliënten in zorg hebben met een CIZ-indicatie voor GGZ-BZZP’s of GGZ-C-ZZP’s, dienen rekening te houden met deze ontwikkelingen. Ook de GZ-sector wordt geconfronteerd met een extramuraliseringsopgave voor de lichte ZZP’s en de bezuinigingsdoelstelling voor de hoge ZZP’s. Veel V&V-zorgaanbieders hebben, als gevolg van de indicatiestelling door het CIZ, cliënten in zorg met (veelal) een LG-indicatie. Deze cliënten zullen worden meegenomen in de extramuraliserings- en afbouwopgave als waren zij cliënten met een V&V-ZZP. Afspraken over de extramuraliserings- en bezuinigingsopgave De Agis en Achmea Zorgkantoren zijn zich bewust van de grote opgave waar u als zorgaanbieder de komende jaren voor staat, gezien bovenstaande ontwikkelingen. In het kader van de regionale/gemeentelijke spreiding van de overblijvende intramurale capaciteit voor zwaardere zorg, zullen wij, in afstemming met u als zorgaanbieder, streven naar regionaal gedragen en passende oplossingen. Uitgangspunt daarbij is evenwel dat de intramurale capaciteit op de hierboven aangegeven termijn afgebouwd wordt. Wij verwachten daarbij ook van uw kant een actieve bijdrage aan een oplossing. Uw zorginkoper zal binnenkort contact met u opnemen (of heeft dit inmiddels gedaan) om te inventariseren op welke wijze u invulling gaat geven aan de extramuraliseringsopgave voor de lichte zorg en om de regionale opgave rondom het reduceren van intramurale capaciteit voor de zwaardere zorg vorm te geven.
De functie van Zorgkantoor wordt uitgevoerd door Achmea Zorgkantoor N.V.: regio’s Zwolle, Drenthe, Flevoland, Zaanstreek/Waterland, Kennemerland en Rotterdam Agis Zorgverzekeringen N.V.: regio’s ‘t Gooi, Amsterdam, Apeldoorn/Zutphen e.o. en Utrecht
Achmea Zorgkantoor Postbus 353 8000 AJ Zwolle www.achmeazorgkantoor.nl
Indien u naar aanleiding van deze brief vragen heeft over de extramuraliseringsopgave of de bezuinigingsdoelstelling, kunt u daarvoor contact opnemen met uw zorginkoper. Wij vertrouwen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet,
Max Bijwaard Manager Inkoop VV&T Achmea Divisie Zorg en Gezondheid
De functie van Zorgkantoor wordt uitgevoerd door Achmea Zorgkantoor N.V.: regio’s Zwolle, Drenthe, Flevoland, Zaanstreek/Waterland, Kennemerland en Rotterdam Agis Zorgverzekeringen N.V.: regio’s ‘t Gooi, Amsterdam, Apeldoorn/Zutphen e.o. en Utrecht
Achmea Zorgkantoor Postbus 353 8000 AJ Zwolle www.achmeazorgkantoor.nl
Aan de VV&T Zorgaanbieders Ter attentie van de directie
Onderwerp
: aanpassing
Datum
: 8 mei 2013
beleidslijn rondom extramuralisering in de VV&T
Geachte zorgaanbieder, Vorige week hebben wij u geïnformeerd over de voorgenomen beleidslijn met betrekking tot extramuralisering en capaciteitsbeleid intramurale zorg binnen de VV&T. Deze brief heeft voor onrust gezorgd en geleid tot onder meer een brief van Actiz. In deze brief willen wij u informeren over ons besluit het aangekondigde beleid te nuanceren. Reden aanpassing beleid Het was onze bedoeling te zorgen voor duidelijkheid over de langere tijdslijnen in ons beleid, dat er op gericht is de overheidsdoelen ook op termijn te kunnen realiseren. We hebben geconstateerd dat onze formuleringen niet duidelijk maakten dat wij de rechten van de aanwezige cliënten uiteraard gestand zullen doen. Om daarover geen onduidelijkheid te laten bestaan, ontvangt u deze aanpassing van ons beleid. In onze vorige brief hebben wij al aangegeven mogelijk de aangekondigde beleidslijn te wijzigen indien de overheidsmaatregelen daartoe aanleiding geven. Daar zien wij nu reden toe aangezien in de brief van VWS van 25 april jl. (kenmerk 114352-103091-LZ) over de langdurige zorg het volgende staat vermeld: “De huidige cliënten behouden hun recht op verblijf in een instelling.” Dit recht zullen wij vanzelfsprekend respecteren. Aanpassing beleid Wij zullen dan ook niet zonder meer stoppen met het contracteren en vergoeden van lage ZZP’s. Wel willen wij met zorgaanbieders in gesprek en verkennen op welke wijze de zorg aan de huidige cliënten met recht op verblijf in een instelling anders kan worden vormgegeven, zodat toegegroeid wordt naar de toekomstig beoogde situatie. Daarbij willen wij nadrukkelijk aandacht besteden aan de wensen en de rechten van de cliënt, de continuïteit van zorg aan de betreffende cliëntgroep en de mogelijkheden van de zorgaanbieder. Passend bij de door de NZa gehanteerde lijn tot het verlagen van de contracteerruimte, zullen de Achmea en Agis Zorgkantoren er naar streven om de omzetting van de lage ZZP’s naar andere vormen van zorg zoveel mogelijk te bevorderen. Het streven is om de contractering en vergoeding voor de lage ZZP’s op termijn stop te zetten. Wij willen ons beleid in die zin aanpassen dat er sprake is van streeftermijnen en niet van harde deadlines.
De functie van Zorgkantoor wordt uitgevoerd door Achmea Zorgkantoor N.V.: regio’s Zwolle, Drenthe, Flevoland, Zaanstreek/Waterland, Kennemerland en Rotterdam Agis Zorgverzekeringen N.V.: regio’s ‘t Gooi, Amsterdam, Apeldoorn/Zutphen e.o. en Utrecht
Achmea Zorgkantoor Postbus 353 8000 AJ Zwolle www.achmeazorgkantoor.nl
Gesprek Uw zorginkoper zal binnenkort contact met u opnemen (of heeft dit inmiddels gedaan) om te inventariseren op welke wijze u invulling gaat geven aan de extramuraliseringsopgave voor de lichte zorg. Indien u naar aanleiding van deze brief vragen heeft over de extramuraliseringsopgave of de bezuinigingsdoelstelling, kunt u daarvoor contact opnemen met uw zorginkoper. Met vriendelijke groet, Achmea Divisie Zorg & Gezondheid
Rieta van Staalduine Senior Manager Care Inkoop & Beleid www.agiszorgkantoren.nl www.achmeazorgkantoor.nl
De functie van Zorgkantoor wordt uitgevoerd door Achmea Zorgkantoor N.V.: regio’s Zwolle, Drenthe, Flevoland, Zaanstreek/Waterland, Kennemerland en Rotterdam Agis Zorgverzekeringen N.V.: regio’s ‘t Gooi, Amsterdam, Apeldoorn/Zutphen e.o. en Utrecht