Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen
Vastgesteld door B&W op: 17 november 2015
Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2 Bevindingen 2.1 Crisisorganisatie
4 4
2.2 Samenwerking met andere organisaties
5
2.3 Informatievoorziening
6
2.4 Financieel
8
3 Conclusies en aanbevelingen 3.1 Conclusies
9 9
3.2 Aanbevelingen
10
Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen
1 Inleiding Via de voorzitter van de Veiligheidsregio Fryslân ontving de gemeente Heerenveen op 17 september 2015 het dringende verzoek van de DG Vreemdelingenzaken voor de inrichting van kortdurende crisisnoodopvanglocaties. Er heeft vervolgens een inventarisatie plaatsgehad van locaties. Hierbij is aansluiting gezocht bij de locaties welke beschikbaar zijn vanuit Bevolkingszorg (uit het gemeentelijk crisisplan) tijdens een grote brand of calamiteiten. Het COA heeft vervolgens op 22 september aangegeven vanaf 23 september gebruik te willen maken van het Heerenveense aanbod. Vanwege logistieke redenen vanuit het COA is dit uiteindelijk 24 september geworden. In de periode van 24 t/m 30 september 2015 heeft de gemeente Heerenveen in de vorm van crisisnoodopvang derhalve onderdak geboden aan 200 vluchtelingen uit o.a. Syrië, Irak, Iran, Eritrea, Servië, Albanië, Afghanistan, Moldavië en Macedonië. Dit heeft plaatsgevonden in de Blauw-Withal in Heerenveen, die hiervoor geschikt is gemaakt. Aan de motie van GBH, gemeenteraad dd 7 september 2015, “Ruimte voor vluchtelingen” (zie bijlage), werd gedurende 6 nachten, door inzet van veel ambtenaren, en met veel vrijwilligers, invulling gegeven. Voorafgaand aan de opvang werd een crisisteam ingericht. Dat is een overlegstructuur die normaliter in crisissituaties operationeel is om slagvaardig te kunnen handelen. Dit team zette de acties in gang die uitgevoerd moesten worden om de opvang te kunnen realiseren, draaiende te houden en uiteindelijk weer te ontmantelen. Na beëindiging van de crisisnoodopvang werd het wenselijk en nuttig geacht de gang van zaken te evalueren, zodat van de opgedane ervaringen geleerd kan worden voor een eventuele volgende keer dat noodopvang georganiseerd moet worden. De evaluatie is uitgevoerd door een kwaliteitsadviseur van het team Kwaliteit en Analyse in samenwerking met de voorzitter van het crisisteam en een specialist veiligheid van de afdeling Samenleving. De gegevensverzameling voor de evaluatie heeft plaatsgevonden door middel van gesprekken tussen de kwaliteitsadviseur, de voorzitter en de specialist veiligheid, en een groepsgesprek tussen leden van de crisisorganisatie rond de vragen “wat ging goed?” en “wat kon beter?”. In hoofdstuk 2 “Bevindingen” zijn de gevonden gegevens in beeld gebracht. In hoofdstuk 3 worden conclusies getrokken over het proces en de praktijk van de crisisnoodopvang en worden aanbevelingen gedaan aan de crisisorganisatie voor het handelen in eventuele komende crisissituaties.
3
Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen
2 Bevindingen
Overleg externen: stichting / eigenaren v.d. BlauwWit hal.
Vergunningen
Primire levensbehoeften
Opvang en verzorgen
Communicatie
Organisatie krijgt opdracht / richt processen in / voert voorbereiding uit: Het activeren van de Eerste start-up beleggen. crisisorganisatie liep gesmeerd. Er was veel betrokkenheid bij iedereen die een rol had in de crisisorganisatie. Men ging dan ook met veel inzet aan de slag. Daarbij was het belangrijk dat het reguliere werk van de medewerkers die in de Afbeelding 1: crisisorganisatie gemeente Heerenveen crisisorganisatie aan het werk gingen, veelal opgevangen werd door de collega’s die geen rol hadden bij de opvang van de vluchtelingen. Dankzij de extra inzet van deze medewerkers kon het reguliere werk op een acceptabel niveau door blijven gaan. Dit gold echter in mindere mate voor de leden van het actieteam. Voor hen bleek het lastiger te regelen om vervanging te organiseren voor het reguliere werk. Dit is een verbeterpunt voor een eventuele volgende keer dat er een crisisnoodopvang ingericht moet worden voor een beperkte periode.
Een ander verbeterpunt was de coördinatie van de inzet van medewerkers van de gemeente voor de noodopvang. Het kwam nogal eens voor dat medewerkers zich aanmeldden om te komen helpen in de Blauw-Withal na daartoe te zijn opgeroepen,vervolgens werden ingeroosterd, maar overbodig bleken te zijn als ze zich op het ingeroosterde tijdstip bij de noodopvang meldden. De samenwerking binnen de crisisorganisatie werd door de betrokkenen als plezierig en leerzaam gekenschetst. De aanpak van de werkzaamheden door het actieteam was effectief. Dat gaf vertrouwen dat de gekozen handelswijzen adequaat waren. Daaraan heeft bijgedragen dat de bijeenkomsten van het actieteam steeds van start gingen met het bepalen van de actuele situatie. De beginsituatie van die dag werd op die manier in kaart gebracht en “de horloges werden gelijk gezet”. Ondanks dat de samenwerking in de crisisorganisatie als plezierig werd ervaren en de aanpak van het actieteam effectief was, was er wel een neiging binnen de verschillende taakorganisaties van de crisisorganisatie om onafhankelijk van elkaar te opereren. Daardoor was het leggen van dwarsverbanden tussen verschillende activiteiten niet altijd vanzelfsprekend en werd feedback op elkaars handelen niet altijd gewaardeerd. Op dit punt had de efficiency beter gekund. Er was oog voor de noodzaak voortdurend te bezien of het wenselijk was de gehanteerde aanpak bij te stellen. Zo werd het brandveiligheidsreglement aangepast op de nieuwe tijdelijke functie van de Blauw-Withal, en werden nadere afspraken gemaakt over hoe de brandveiligheid gewaarborgd zou worden. Deze afspraken werkten goed. Verder werkte het goed uit de tijdstippen van overdracht tussen de coördinatoren die werkzaam waren in de Blauw-Withal aan te passen. Ook werd de wijze van overdragen 4
VRF / ROT
2.1 Crisisorganisatie
Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen aangepast. De schriftelijke overdracht, die aanvankelijk in de werkwijzen was voorzien, bleek niet goed te functioneren, en werd vervangen door een warme overdracht in de vorm van een gesprek tussen de komende en gaande coördinator. In het functioneren van de crisisorganisatie werd ervaren dat de trainingen, die verschillende medewerkers hadden gevolgd om adequaat te kunnen functioneren in een crisissituatie, goed aansloten bij de praktijk zoals die zich voordeed. 2.2 Samenwerking met andere organisaties De crisisnoodopvang is door de gemeente Heerenveen samen met de gemeenten Opsterland, Weststellingwerf en Ooststellingwerf opgezet en uitgevoerd. De samenwerking tussen de gemeenten verliep soepel. Ook de overdracht van de vluchtelingen aan de gemeente Súdwest-Fryslân, na beëindiging van de opvang in Heerenveen, verliep goed. Het crisisteam had gedurende de opvang dagelijks meermalen een goed contact en een goede samenwerking met de contactpersoon van de Veiligheidsregio Fryslân om te overleggen over praktische en organisatorische kwesties die zich rond de opvang voordeden. Dit was erg nuttig en droeg bij aan de kwaliteit van de besluitvorming binnen de crisisorganisatie. Voorafgaand aan de crisisnoodopvang had de Veiligheidregio echter beter kunnen inspelen op de behoeften die de gemeente Heerenveen had aan ondersteuning. De gemeente heeft toen een aantal keren gevraagd welke concrete ondersteuning de Veiligheidsregio kon bieden. Hierop werd geantwoord dat er een voorbereidend ROT1 actief was en dat de OL2 een aanbod zou doen aan de burgemeester over het leveren van experts. Geadviseerd werd om dit aanbod aan te nemen. De gemeente heeft aangegeven hiermee akkoord te gaan. De Veiligheidsregio schatte de kans dat er een crisisnoodopvanglocatie zou komen in die fase echter zodanig klein in dat, ca 1,5 dag later, bericht kwam dat het voorbereidend ROT was afgeschaald en dat de gemeente een vaste contactpersoon kreeg. De gemeente heeft toen nog om een leider team bevolkingszorg gevraagd en een expert communicatie, maar daar was in dat stadium (geen zicht op crisisnoodopvang op dat moment) geen sprake van. Vervolgens ging de crisisorganisatie, kort daarna, echt van start. Mèt een vaste contactpersoon bij de Veiligheidsregio, maar zonder experts vanuit de Veiligheidsregio. Later, toen de noodopvang al enige tijd operationeel was, deed de Veiligheidsregio nog wel een aanbod voor meer ondersteuning. Maar het crisisteam achtte deze toen niet meer nodig. Behalve de gemeenten en de Veiligheidsregio waren er bij de realisering van de crisisnoodopvang ook andere organisaties betrokken. De samenwerking met deze organisaties was in het algemeen effectief. Met Stichting Vluchtelingenwerk en met Caleidoscoop waren korte lijnen, waardoor een efficiënte samenwerking mogelijk was. De beheerders van de Blauw-Withal werkten goed mee en waren oplossingsgericht. Met betrekking tot de facilitaire voorzieningen was er binnen de crisisorganisatie veel waardering voor de inzet van, en de samenwerking met de afdeling Realisatie van de 1 2
Regionaal Operationeel Team Operationeel Leider 5
Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen gemeente Heerenveen. De samenwerking met de beveiligingsfunctionarissen was professioneel. De beveiligers waren goed aan te sturen en handelden pro-actief. Wel was het, doordat er twee beveiligingsbedrijven actief waren, wel eens lastig om tot goede onderlinge afstemming te komen. De samenwerking met het Rode Kruis kende wat aanloopproblemen. Aanvankelijk gingen de Rode Kruisvrijwilligers op eigen houtje aan de slag. Zo werd er de eerste avond van de opvang kleding aangeschaft. Dat was deels overbodig en wekte onterechte verwachtingen bij de vluchtelingen. Er was weinig aansturing van de vrijwilligers vanuit het Rode kruis zelf. Na enige tijd konden zij vanuit de crisisorganisatie worden aangestuurd. Ook de aansturing van de tolken kon beter. Nu was er te weinig coördinatie van hun activiteiten. In tegenstelling tot de relatie met de andere organisaties bleek samenwerking met het COA en de IND gedurende het grootste deel van de opvangperiode niet mogelijk. De aankomst van de vluchtelingen verliep chaotisch. De bussen kwamen uren later aan dan was aangekondigd. En behalve de buschauffeur bleken ze geen begeleider aan boord te hebben. Wie er verantwoordelijk was voor het vervoer was onduidelijk: volgens het COA was dat het touringcarbedrijf en volgens het touringcarbedrijf was dat het COA. Tijdens de opvang bleek het COA geen verantwoordelijkheid te nemen voor de gang van zaken. Zodra de vluchtelingen in de Blauw-Withal waren ondergebracht werd de gemeente geacht volledig verantwoordelijk te zijn. Omdat het COA onvoldoende informatie over de groep vluchtelingen verstrekte, wist de gemeente echter niet precies waar ze voor verantwoordelijk was. Dit was een van de redenen voor de burgemeester om niet akkoord te gaan met een tweede verlenging van de noodopvang, toen het COA daar om vroeg. 2.3 Informatievoorziening Het informeren van de omgeving van de crisisnoodopvang en de pers en de informatievoorziening binnen de crisisorganisatie door middel van persberichten en nieuwsbrieven, verliepen op zichzelf goed. Wat beter had gekund was iedere betrokkene in de crisisorganisatie van het begin af aan toegang te geven tot de “crisis-app” die ten behoeve van de noodopvangorganisatie in gebruik was. Nu was niet iedereen aan de app toegevoegd. Dit leidde bij sommigen tot achterstand in het informatieniveau. Het feit dat alle “zakelijke” communicatie via Whatsapp verliep is overigens van onschatbare waarde gebleken. Wat goed werkte was dat de pers geen toegang had tot de Blauw-Withal. Dat kwam de rust in de hal ten goede. Over het toelaten van leden van de gemeenteraad en familieleden van de vluchtelingen waren daarentegen geen duidelijke afspraken gemaakt in de crisisorganisatie. Dat leidde in de praktijk wel eens tot verwarring. De vluchtelingen waren in principe vrij om te gaan en te staan waar ze wilden. Dat maakte het lastig om een compleet beeld te hebben van de aanwezigen in de noodopvang. Het systeem van polsbandjes werkte daarvoor niet afdoende. Ook het 6
Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen systeem van loopbrieven3 gaf te weinig inzicht in de hoeveelheid mensen die aanwezig waren in de noodopvangvoorziening. Daardoor was het niet uit te sluiten dat onbekenden zich konden invoegen in de groep die opgevangen werd. In geval van een calamiteit zou dan niet precies bekend zijn geweest hoeveel mensen er in veiligheid gebracht zouden moeten worden. De informatievoorziening van het COA aan de gemeente Heerenveen was gebrekkig. Zo heeft de gemeente uiteindelijk zelf bij de gemeente Maassluis, waar de op te vangen vluchtelingengroep vandaan kwam, en bij de Veiligheidsregio Rijnmond informatie gehaald over de omvang en de samenstelling van de groep die naar Heerenveen zou komen. Het verkrijgen van deze informatie kostte veel moeite. Het COA zelf kon of wilde die informatie niet verstrekken. De gemeente Heerenveen had de informatie echter nodig om te kunnen bepalen voor hoeveel mannen, vrouwen en kinderen de noodopvang ingericht moest worden. Met de bussen die vluchtelingen naar de noodopvang brachten, werden ook de registratiedocumenten vervoerd. De bus waar deze zich in bevonden kwam nog veel later aan dan de andere, omdat de chauffeur de opvanglocatie niet kon vinden. Maar vervolgens bleken de registratiegegevens niet overeen te stemmen met het werkelijke aantal vluchtelingen dat zich aandiende om opgevangen te worden. Het COA en de IND waren echter niet bereid of in staat aanvullende informatie te verstrekken. De crisisorganisatie moest zich zelf zien te redden met de situatie. De informatie die het COA verstrekte over de vergoeding van de kosten van de noodopvang was nog in ontwikkeling tijdens de opvang. Aanvankelijk was de indruk dat alle kosten vergoed zouden worden. Later bleek de gemeente slechts op een gelimiteerd bedrag van €40,- per vluchteling per nacht te mogen rekenen. Dit was nadat de gemeente Heerenveen al had aangegeven zorg te dragen voor de crisisnoodopvang.
Afbeelding 2: Uit Leeuwarder Courant dd 10-11-15
Ook de informatievoorziening aan de vluchtelingen zelf schoot tekort. Ze bleken onvoldoende op de hoogte te zijn van de opvang- en asielprocedure, en van hetgeen ze van de opvang mochten verwachten. Dit leidde tot weerstand bij een aantal vluchtelingen toen bleek dat ze in Heerenveen, net als bij de vorige opvang in Maassluis, weer in een 3
Een loopbrief is een registratiedocument dat een asielzoeker krijgt als hij/zij zich aanmeldt bij een aanmeldcentrum, bijvoorbeeld in Ter Apel. 7
Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen sporthal zouden moeten verblijven. Pas na stevig aandringen van de burgemeester en het door hem in de publiciteit brengen van de problemen bleken het COA en de IND bereid de vluchtelingen alsnog te informeren over het proces rond de opvang en de asielaanvragen, en verdere ondersteuning te bieden aan de opvang. Pas veel later zijn er circulaires uitgebracht voor vluchtelingen, waarin de procedure en doorlooptijd is omschreven. Zoals eerder aangegeven verliep de dagelijkse samenwerking met de Veiligheidregio Fryslân goed. Met betrekking tot de informatievoorziening door de Veiligheidsregio zou ten aanzien van de omgevingsanalyses echter een verbetering gerealiseerd kunnen worden. Dit zijn analyses die door de Veiligheidsregio werden gemaakt van de schrijvende pers en sociale media aangaande de teneur en het sentiment rond de vluchtelingenopvang. De analyses waren niet genoeg toegesneden op de plaatselijke situatie om adequaat op de uitkomsten van de analyses te kunnen inspelen. Ook waren de omgevingsanalyses niet altijd tijdig en actueel genoeg. 2.4 Financieel Zoals hiervoor reeds werd aangegeven gaf het COA voorafgaand aan de crisisopvang de indruk dat alle kosten vergoed zouden worden. Dat gebeurde via de FAQ’s geplaatst in het landelijk informatiesysteem van het COA. Tijdens de opvang veranderde de informatie echter en was er nog slechts sprake van een vergoeding van €40,- per opgevangen persoon per nacht. Intussen waren er al veel kosten gemaakt, en de tot dan toe gekozen aanpak kon niet zo snel worden versoberd dat de kosten binnen het budget zouden gaan passen. Bij het opmaken van de balans blijkt nu dat er een tekort is van circa €61.000,-. Zoals het krantenartikel uit de Leeuwarder Courant ook verwoordt is uit de praktijk gebleken dat de vergoeding te gering is. Een vergoeding van € 80,- per persoon per nacht ligt meer in de lijn van de werkelijkheid. Er wordt momenteel overleg gevoerd door de VNG en het COA om de toegekende vergoedingen te verhogen. Daarnaast heeft de gemeente een dag extra kosten voor huur van o.a. de Blauw-Withal gemaakt, doordat op het laatste moment door het COA de komst van de vluchtelingen met 1 dag werd opgeschort. De gemeente is over deze kosten, maar ook over in rekening gebrachte kosten door andere partijen nog in overleg. Dit is in aanvang, door de hectiek en grote druk niet gebeurd. Ook is er bij het inkopen van goederen en diensten niet altijd even scherp onderhandeld en had er in een aantal gevallen wat meer focus kunnen zijn op de mogelijkheid plaatselijke leveranciers te betrekken.
Beveiliging Voeding (non)Food Inrichting opvanglcatie Overhead Huisvesting Totaal:
26.990,00 35.757,50 8.009,78 12.906,61 6.563,07 18.508,00 108.734,96
Vergoeding COA:
48.000,00
Tekort:
60.734,96
Tabel 1: Kostenoverzicht
Tenslotte zijn de kosten van ambtelijke inzet niet in rekening gebracht. De netto uren zijn wel inzichtelijk gemaakt en zijn geraamd op circa 2400 uren. 8
Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen
3 Conclusies en aanbevelingen 3.1 Conclusies 1. De betrokkenheid en flexibiliteit van de mensen in de organisatie van de gemeente Heerenveen was zodanig hoog dat slagvaardig kon worden gereageerd op het verzoek crisisnoodopvang te bieden. 2. De crisisorganisatie functioneerde doeltreffend. Qua doelmatigheid waren er verbeteringen mogelijk in het organiseren van vervanging voor het reguliere werk van de leden van het crisisactieteam, en in de coördinatie van de inzet van medewerkers van de gemeente voor de crisisnoodopvang. 3. De werkwijze van de crisisorganisatie voldeed goed. Daarbij zijn punten om te behouden voor eventuele toekomstige (crisis-)situaties: a. Iedere ochtend bij de dagstart met elkaar een beeld maken van de beginsituatie. b. Het steeds oog houden voor de nodige bijstellingen in de werkwijzen. 4. Verbetering in de werking van de crisisorganisatie is te vinden in het meer met elkaar verbinden van de activiteiten van de verschillende taakorganisaties. 5. De samenwerking met de Veiligheidsregio Fryslân verliep tijdens de crisisnoodopvang goed en doeltreffend. In de aanloop naar de noodopvang liet de communicatie over het wel of niet leveren van expertise door de Veiligheidsregio te wensen over. 6. De samenwerking met het COA en de IND werd gedurende de praktijk van de crisisnoodopvang lange tijd door deze organisaties afgehouden. Van ondersteuning was niet of nauwelijks sprake. Er werd geen medeverantwoordelijkheid genomen voor het vervoer en de opvang van de vluchtelingen, en voor de zorg voor hen. Het COA en de IND hebben, door een gebrekkige informatievoorziening met betrekking tot de omvang en de samenstelling van de vluchtelingengroep en door te weinig informatie te geven over de opvang- en asielprocedure gedurende de opvangperiode, de kwaliteit van de opvang eerder belemmerd dan bevorderd. Ook met betrekking tot de vergoeding van de kosten was de informatievoorziening door het COA ontoereikend. Inmiddels zijn er wel de nodige verbeteringen tot stand gekomen in de rolnemingen door het COA en de IND met betrekking tot de ondersteuning van de opvang van vluchtelingen. 7. De samenwerking met andere organisaties dan het COA en de IND verliep wel goed. Al zijn er verbeteringen mogelijk in de aansturing door het Rode Kruis van zijn vrijwilligers en zou de coördinatie van de activiteiten van de tolken beter kunnen. 8. Gedurende de opvang was er niet voldoende zicht op de aanwezigheid of afwezigheid van mensen in de Blauw-Withal. Het systeem van polsbandjes werkte daarvoor niet voldoende. Wat goed werkte voor de rust in de Blauw-Withal was het niet toelaten van pers. Ten aanzien van het toelaten van leden van de gemeenteraad en van familieleden van de vluchtelingen bleek niet voldoende duidelijk geregeld te zijn.
9
Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen 9. De kwaliteit van de omgevingsanalyses van de Veiligheidsregio was niet genoeg toegesneden op behoefte van de crisisorganisatie om voldoende toegevoegde waarde te kunnen hebben. 10. De crisisnoodopvang heeft niet kostendekkend kunnen plaatsvinden. Vooral door een niet realistische, c.q. te lage vergoeding door het COA is er een tekort ontstaan van ca €61.000. 3.2 Aanbevelingen 1. Verfijn de procesbeschrijving van de crisisorganisatie zodanig, dat er voldoende vervanging geregeld kan worden voor het reguliere werk van de leden van het actieteam, en zij zich voldoende vrij kunnen maken om voor de crisisorganisatie te werken. 2. Neem in de procesbeschrijving van de crisisorganisatie als aandachtpunt voor de sturing door de dagelijkse leiding op dat zorg gedragen wordt voor voldoende verbinding en afstemming tussen de taakorganisaties. 3. Zorg voor een betere afstemming van de behoefte aan hulpverleners op de crisisnoodopvanglocatie en het ingeroosterde aanbod van hulpverleners door de vraag op de opvanglocatie leidend te laten zijn voordat er mensen worden ingeroosterd. 4. Neem de zaken die goed gingen in het proces (dagstart met bepalen beginsituatie, een houding van permanent optimaliseren van de werkwijzen, weren van de pers in de opvanglocatie, communicatie via Whatsapp) op in de procesbeschrijving van de crisisorganisatie. 5. Voeg aan de procesbeschrijving van de crisisorganisatie toe dat vooraf afspraken worden gemaakt over het toelatingsbeleid op de opvanglocatie en draag zorg voor een sluitend systeem van aanwezigheidsregistratie. 6. Besteed in de toekomst voorafgaand aan de uitvoering van crisisnoodopvang aandacht aan duidelijke afspraken over de aansturing van de activiteiten van ondersteunende organisaties. 7. Maak in de toekomst voorafgaand aan de uitvoering van crisisnoodopvang sluitende afspraken met het COA en de IND over de verantwoordelijkheidsverdeling, de informatievoorziening, de ondersteuning en de financiering. 8. Evalueer met de Veiligheidsregio de samenwerking voorafgaand en tijdens de crisisnoodopvang, en evalueer de werking van de omgevingsanalyses. 9. Betrek bij de uitvoering van toekomstige crisisnoodopvang deskundigheid op het gebied van financiën en inkoop teneinde budgetoverschrijdingen te voorkomen en kostenefficiënt in te kopen. Maak bij het inkopen van goederen en diensten een afweging tussen kostenefficiency en het belang van de plaatselijke economie.
10
Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen
Colofon Opdrachtgever: Opdracht: Versie: Omvang rapport: Auteur:
Voorzitter crisisteam Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen Definitief 12 pagina’s incl. bijlage Team Kwaliteit en Analyse, René Wennekers
11
Evaluatie crisisnoodopvang vluchtelingen Bijlage Motie ex artikel 36 Reglement van Orde voor de vergadering van de gemeenteraad van Heerenveen Van : GBH Aan : De voorzitter van de raad Naar aanleiding van agendapunt nr. : vreemd aan de orde van de dag Onderwerp : ruimte voor vluchtelingen Raad in openbare vergadering bijeen d.d. : 7 september 2015 Constaterende dat: uwe opvanglocaties voor de toenemende vluchtelingenstroom die ontstaat door de oorlogssituatie in het Midden Oosten, gemeenten heeft gedaan om tijdelijke noodopvang te bieden voor deze groep vluchtelingen;
Overwegende dat: nemen: aan tijdelijke opvang vergeleken met april van dit jaar sterk vergroot heeft; Verzoekt het college: gemeentegrenzen ruimte te bieden aan de tijdelijke noodopvang dan wel andere opvang van vluchtelingen en de raad in dat geval hierover zo spoedig mogelijk te rapporteren. mogelijk te informeren. Datum: 7 september 2015 Ondertekening(en), naam en partij: GBH, D66, FNP, GL, HL Deze motie is: Aangenomen Stemverhouding: Fractie(s) voor: GBH, D66, FNP, GL, HL, PvdA, CDA, CU Fractie(s) tegen: VVD Handtekening griffier:
12