Q&A Hoge instroom vluchtelingen en Crisisnoodopvang COA
datum: versie:
27-11-2015 15
Inleiding In dit document vindt u een bundeling van de veelgestelde vragen m.b.t. hoge instroom en de opvang van vluchtelingen in de gemeenten via de veiligheidsregio’s. Achter het antwoord is de bron van het antwoord opgenomen. Onderscheid tussen de verschillende vormen van opvang (werkversie) Crisisnoodopvang Dit zijn locaties (sporthallen e.d.) die zijn aangewezen voor opvang van burgers bij incidenten, rampen of crisis en nu worden ingezet voor de opvang van vluchtelingen. Deze opvang is in beginsel bedoeld voor 72 uur, maar een gemeente kan aanbieden de crisisnoodopvang langer open te houden. De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en dagelijkse gang van zaken rond de crisisnoodopvang. Crisisnoodopvang locaties kunnen worden omgezet naar noodopvang mocht dat wenselijk zijn. (bron: COA/LOCC). Noodopvang Dit zijn sobere opvanglocaties van het COA met veelal minder voorzieningen dan in de reguliere opvang (geen gelegenheid tot zelf koken, minder privacy, e.d.). Als het gaat om het aantal bewoners en de tijdsduur gaan we uit van maatwerk, afgestemd op de omstandigheden. De invulling is dus flexibel. Voorbeelden zijn de locatie Heumensoord (3.000 bedden), maar ook de Koepel in Haarlem (390) en de penitentiaire inrichting in Alphen a/d Rijn (960). Het COA is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen rond de noodopvang (bron: COA). Aan provincies is gevraagd op een zo kort mogelijke termijn (nood)opvang voor 2.500 plaatsen te realiseren. Hierbij gaat de voorkeur uit naar grootschalige opvang. Het is aan de provincies om te bezien of dat een optie is, of dat de voorkeur wordt gegeven aan een mix van kleinschaligere en grootschaligere opvang over meerdere locaties. De 25 veiligheidsregio's in Nederland is gevraagd per regio een locatie te realiseren van 500 plaatsen. Noodopvang locaties kunnen worden omgezet naar reguliere opvang mocht dat wenselijken mogelijk zijn. Reguliere opvang De meeste opvanglocaties van het COA zijn reguliere asielzoekerscentra (azc's). Er zijn verschillende asielzoekerscentra verspreid over het land. In een opvangcentrum heeft de asielzoeker toegang tot basisvoorzieningen, zoals onderdak, kook- en wasruimten en computers. Ook krijgt hij wekelijks leefgeld en sluiten we een ziektekostenverzekering voor hem af. De dagelijkse begeleiding is gericht op de fase van de asielprocedure waarin hij zit. Op de centrale ontvangstlocatie (col), de procesopvanglocatie (pol), de gezinslocaties – voor gezinnen met kinderen wiens asielverzoek is afgewezen - en vrijheidsbeperkende locaties – voor uitgeprocedeerde asielzoekers die geen recht meer
1 van 10
hebben op opvang op een azc - gelden andere voorzieningen. Voor alleenstaande, minderjarige vreemdelingen heeft het COA speciale, kleinschalige locaties ingericht (bron: COA). Voor een volledig overzicht zie: https://www.coa.nl/nl/overcoa/opvanglocaties/soorten-opvanglocaties COA is nog altijd op zoek naar noodopvang, tijdelijke opvang of reguliere opvang. Meer informatie is te vinden op www.coa.nl. Rol Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC) Een algemene rol van het LOCC is het verbinden en faciliteren van de samenwerking tussen COA en Veiligheidsregio’s (VR’s) die voorheen nog geen relatie tot elkaar hadden. De primaire afstemming zal vooral tussen COA en VR’s gaan, het LOCC blijft de ondersteuning verzorgen van vooral de VR’s als natuurlijke ketenpartner. De specifieke rol van het LOCC valt binnen de huidige kerntaken: 1) Het voorzien in informatie aan de VR’s: a. De voortzetting van het gebruik van het LCMS waaronder een landelijk overzicht van gebruikte opvanglocaties; b. De voortzetting van de Q&A’s in LCMS met informatie die van belang is voor de VR’s en gemeenten over uitvoeringsvragen, regelingen, draaiboeken, best practices etc; c. Een multidisciplinair landelijk operationeel beeld over de omstandigheden rond de opvangcentra, zoals informatie en duiding over aspecten zoals openbare orde en veiligheid, gezondheid, bevolkingszorg etc. 2) Het inzichtelijk hebben en indien nodig verwerven en verkavelen van benodigde (schaarse) capaciteiten voor de opvangtaken van COA en VR’s. Dit kan gaan om militaire bijstand of het verwerven en beschikbaar stellen van middelen, zoals tenten, bedden, matrassen, hygiëne-artikelen etc. Het LOCC speelt deze rol tussen de publieke partners, in internationale contacten met civil protection partners, met NGO’s zoals het Nederlande Rode Kruis en met private partijen; 3) Het meedenken met COA en VR’s in scenario’s over de ontwikkelingen en effecten van een aanhoudende vluchtelingenstroom voor opvang(locaties), spinoff voor multipartners (openbare orde, processen van bevolkingszorg, gezondsheidszorg, brandweerzorg, etc).
Rol Veiligheidsregio’s (VR’s) De vraag van het COA aan de veiligheidsregio’s is om enerzijds, op korte termijn, per veiligheidsregio minimaal 500 noodopvangplaatsen te organiseren voor een periode vanaf drie maanden en anderzijds ook kortdurende crisisnoodopvang ter beschikking te blijven stellen. De noodopvangplaatsen hebben tot doel de overbrugging te zijn tussen de huidige crisisnoodopvang van 72 uur, de stijgende behoefte aan opvangcapaciteit en de beschikbaarheid van voldoende reguliere opvangcapaciteit door onder andere de
2 van 10
beschikbaarheid van grote provinciale locaties in de loop van het komende jaar. De uitvraag aan de provincies voor grote opvanglocaties (meer dan 2500 opvangplaatsen) is inmiddels door minister Plasterk gedaan. De behoefte aan circa 10.000 plaatsen is berekend op basis van de huidige aantallen instroom en uitstroom. Tav de behoefte aan crisisnoodopvangplaatsen zal COA op korte termijn indicaties over aantallen en duur afgeven. De wens is dat de veiligheidsregio’s de afstemming met de gemeenten organiseren waar een crisisnood- en noodopvanglocatie gevestigd wordt. Het COA verzorgt de logistiek ten aanzien van de bewoners en het beheer van de noodopvanglocaties voor langere tijd. Vraag over de verschillende aanvragen voor opvang en verblijfplaatsen: 1. Onze gemeente wordt nu vanuit verschillende instanties benaderd voor allerlei soorten opvang. Welke partij vraagt nu om welke soort opvang?
COA vraagt om opvanglocaties voor de korte en langere termijn. Dit zijn feitelijk de crisisnoodopvanglocaties tot en met de reguliere aanvragen voor asielzoekers met vergunning. COA vraagt dus aan de veiligheidsregio’s om enerzijds, op korte termijn, per veiligheidsregio minimaal 500 noodopvangplaatsen te organiseren voor een periode vanaf drie maanden en anderzijds ook kortdurende crisisnoodopvang ter beschikking te blijven stellen. De VNG vraagt in haar ledenbrief “oproep gemeenten beschikbaar stellen verblijfseenheden” van 16 september 2015 om tijdelijke huisvestingsmogelijkheden voor asielzoekers mét vergunning in de gemeente waaraan deze zijn gekoppeld, om meer ruimte te krijgen in de opvang, zodat er minder gebruik hoeft te worden gemaakt van crisisnoodopvang.
2. Wanneer in de avond/nacht asielzoekers zich presenteren bijvoorbeeld op een treinstation en er geen doorreis mogelijk is, hoe gaan wij hiermee om? Er kunnen zich situaties voordoen dat het openbaar vervoer niet beschikbaar is om de vluchtelingen door te laten reizen. Denk hierbij aan de nachtelijke uren. In sommige steden/eenheden is hier een voorziening voor getroffen en is lokaal vervoer naar een noodlocatie mogelijk. In andere regio’s wordt geadviseerd om de vluchtelingen enkele uren te laten wachten in de balie van het politiebureau totdat het openbaar vervoer weer beschikbaar komt. Dit zal afhangen van het aantal vluchtelingen en gemoedstoestand. Uitgangspunt is dat er geen vluchtelingen letterlijk in de kou komen te staan. Omdat niet alle situaties op voorhand te schetsen zijn, zal gezond verstand en een nauwe samenwerking met ketenpartners tot een oplossing moeten leiden. In de komende periode zal vanuit het NSGBO in nauwe afstemming met de eenheden een inventarisatie worden gemaakt die duidelijkheid verschaft over
3 van 10
hoe/wat er geregeld is in de respectievelijke eenheden. (bron: Handelingskader en bejegeningsprofiel asielstroom en mensensmokkel – NSGBO Politie) Vragen over crisisnoodopvang 1. Als het COA onze crisisnoodopvanglocatie uitkiest, hoe gaat dan het proces? Komt er eerst een overleg? Hoe snel is de locatie dan ingericht? En hoe snel zijn de eerste vluchtelingen er dan?
Er gaat direct contact komen tussen COA en een centraal punt binnen de veiligheidsregio. In dit directe contact kunnen afspraken worden gemaakt.
2. Hoe hard is de opvangtermijn van 72 uur? In beginsel is er afgesproken dat de gemeente voor 72 uur de vluchtelingen opvangt en dat ze daarna doorstromen naar een van de andere opvangmogelijkheden. Een gemeente kan aanbieden om de crisisnoodopvang langer open te houden om COA iets meer tijd te geven om de reguliere opvang te organiseren. De gemeente beslist in deze. Uiteraard wordt enige flexibiliteit gevraagd bij de doorstroom. Het zou natuurlijk ook 70, 71, 73 of 74 uur kunnen worden. (Bron: LOCC en COA) 3. Wanneer gaat de termijn van 72 uur in en wanneer loopt die af? De 72 uur gaat in principe in als de eerste vluchteling op crisisnoodopvanglocatie aankomt. (Bron: COA) 4. Klopt het dat vluchtelingen na 72 uur Crisisnoodopvang niet doorstromen naar nood- of reguliere opvang, maar worden verhuisd van Crisisnoodopvang naar Crisisnoodopvang? COA beschikt momenteel niet over voldoende nood- of reguliere opvangcapaciteit om alle vluchtelingen die in crisisnoodopvanglocaties zijn opgevangen hier naartoe te laten doorstromen. De hoogste prioriteit ligt op het kunnen onderbrengen van alle vluchtelingen, zodat niemand op straat komt te staan. Helaas is de enige wijze waarop dit mogelijk is het verlengen van de 72uurs termijn voor crisisnoodopvang, of als dit niet mogelijk is, vluchtelingen onder te brengen in een andere crisisnoodopvanglocatie. COA en VenJ overleggen met veiligheidsregio's en provincies over meer langdurige
4 van 10
(crisis)noodopvang om dit te voorkomen en COA is natuurlijk volop bezig met het verwerven van reguliere opvanglocaties.
5. Wat moeten we als gemeente regelen als we worden gevraagd een crisisnoodopvang te openen? Denk aan zaken als: inrichting ruimte, catering, toezicht ed. We gaan ervanuit dat een zelfvoorzienende locatie wordt aangeboden, waarbij de gemeente zorgt voor de inrichting van de ruimte, catering en toezicht. (Bron: COA).
6. Wat gebeurt er met de aanwezige middelen (bedden, beddengoed, etc.) wanneer onze crisisnoodopvanglocatie wordt gesloten? Het aanwezige materiaal gaat weer terug naar de eigenaar. Dit kan de gemeente zelf zijn, maar bijvoorbeeld ook het Nederlandse Rode Kruis, Het Ministerie van Defensie* of het Instituut Fysieke Veiligheid. De eigenaar kan vervolgens aan LOCC aangeven óf – en wanneer – het materiaal elders kan worden ingezet. LOCC coördineert vervolgens eventuele daadwerkelijke inzet elders. *Het IFV haalt de bedden van Defensie op, maakt deze schoon en geeft ze weer uit. 7. Heeft COA capaciteit om te assisteren op crisisnoodopvanglocaties? COA heeft momenteel alle capaciteit nodig om alle eigen locaties te verwerven en te beheren. COA gaat er van uit dat zelfvoorzienende crisisopvanglocaties ook volledig worden beheerd vanuit de gemeente. Uiteraard is COA bereikbaar voor vragen. Hebt u vragen over crisisnoodopvang dan is het COA bereikbaar op 088-7156789 en
[email protected]. (Bron: COA). 8. Wat moeten we als gemeenten doen als onze normale partner op dit moment geen bedden kan leveren?
Vraag eerst binnen de Veiligheidsregio aan andere gemeenten of aan bevolkingszorg of bedden en dergelijke regionaal zijn uitgeput. Indien er regionaal geen voorraad meer is, loopt de bijstand aanvraag via artikel 51 Wet veiligheidsregio’s formeel door voorzitter veiligheidsregio. Als praktische richtlijn is het handig via de gepiketteerde bevolkingszorgfunctionaris hetzij de coördinator
5 van 10
bevolkingszorg, contact op te nemen met het LOCC. Het LOCC coördineert het bijstandsverzoek. Zie ook: https://www.nctv.nl/onderwerpen/crisisbeheersing/operationelecoordinatie/bijstand/index.aspx De landelijke voorraad is niet onuitputtelijk. Indien er op dat moment geen bedden in de voorraad, meldt het LOCC dat in LCMS. Het LOCC, het IFV en het Nederlandse Rode Kruis hebben gewerkt aan een Instructie Middelen Crisisnoodopvang. Deze instructie is te vinden op de landelijke LCMS-activiteit van het LOCC.
9. Worden er voorwaarden gesteld aan de inrichting van de locatie? Aan de crisisnoodopvang worden er geen nadere eisen gesteld dan bed, bad en brood. Met andere woorden er wordt van uitgegaan dat er naast slaapvoorzieningen sanitaire faciliteiten zijn en dat voedselvoorziening mogelijk is. Ook gaan we ervan uit dat de crisisnoodopvanglocatie voldoet aan de brandveiligheidseisen. GGDGHOR Nederland zorgt dat PGA-professionals werkinstructies krijgen (Bron: COA, GGDGHOR Nederland). 10. Wat regelt het COA?
COA bepaalt van welke crisisnoodopvanglocatie gebruik wordt gemaakt. COA zorgt voor het vervoer van de vluchtelingen naar en van de crisisnoodopvanglocatie. COA focust haar energie op het creëren en het vullen van de reguliere opvang, zodat het gebruik maken van crisisnoodopvang zo snel als mogelijk niet meer nodig is (Bron: COA) 11. Helpt het COA bijvoorbeeld bij de communicatie? COA ondersteunt de IND bij voorlichting over de asielprocedure aan de vluchtelingen in cno, zie ook de bijlage Q&A voor gemeenten en vrijwiligers cno. 12. Klopt het dat geworven capaciteitsplaatsen in crisisnoodopvang niet altijd volledig worden benut? Crisisnoodopvang wordt altijd zoveel mogelijk ten volle benut. In een enkel geval kan het voorkomen dat een crisisnoodopvang niet alle dagen (helemaal) is bezet vanwege de wisselende instroom per dag en mogelijkheden en
6 van 10
beperkingen voor doorstroom. Desondanks blijft het COA alle crisisnoodopvang nodig hebben om aan de vraag te kunnen voldoen. 13. Hoe lang van tevoren geeft het COA aan de gemeente inzicht in de aard en samenstelling van de arriverende groep? Wanneer een groep vluchtelingen vanuit een andere cno-locatie komt, kan er meestal een dag van tevoren (soms meerdere dagen) inzicht worden gegeven in de aard, samenstelling en nationaliteiten van de groep. Waneer een groep direct na instroom en identificatie naar een crisisnoodopvang-locatie wordt overgebracht is de aard en samenstelling van de groep afhankelijk van de instroom en dus niet van tevoren bekend. 14. Hoe zit het met de kosten? Ook bijvoorbeeld van gederfde huurinkomsten. COA voert de financiële afhandeling namens het Rijk uit. De vergoeding betreft 100 euro p.p.p.n. Ook hiervoor geldt dat dit het aantal plaatsen betreft waarvan COA u daadwerkelijk (uiterlijk 16.00u op dezelfde dag) gevraagd heeft om beschikbaar te stellen. Hebt u vragen over crisisnoodopvang dan is het COA bereikbaar op 088-7156789 en
[email protected]. (Bron: COA). 15. Blijven de vluchtelingen in de noodopvanglocatie of mogen ze zich vrij bewegen in de omgeving? COA heeft geen bevoegdheden om mensen in hun bewegingsvrijheid te belemmeren. Vluchtelingen mogen zich in beginsel vrij bewegen. De burgemeester zou, in uitzonderlijke gevallen - wanneer er een duidelijke aanleiding bestaat voor een verstoring van de openbare orde of een gezondheidsgevaar- , ervoor kunnen kiezen om proportionele noodmaatregelen te treffen. Op dit moment worden richtlijnen uitgewerkt om het mogelijk te maken dat vluchtelingen bij familie/vrineden kunnen verblijven en daarom niet gebonden hoeven te zijn aan verblijf in cno (Bron: COA). 16. Wie registreert de vluchtelingen? Wat wordt er geregistreerd? Er vindt een zogenaamde startregistratie plaats. In beginsel is van elke vluchteling zijn naam en nationaliteit bekend. Om zicht te houden op de verblijfplaats van elke vluchteling zult u om updates kunnen worden gevraagd. Het KOCV coördineert de identificatie van de vluchtelingen door Avim (identificatie en registratie) (Bron: COA).
7 van 10
17. Hoe gaan we om met gezondheidsaspecten? Is de gemeente verantwoordelijk voor het regelen van medische zorg? Ja, de gemeente is verantwoordelijk voor het regelen van de medische zorg voor asielzoekers die verblijven in de crisisnoodopvanglocaties (72 uur). Zij kan de GGD of Veiligheidsregio vragen deze zorg te regelen. Er zal mogelijk op onderdelen moeten worden afgeweken van de bestaande richtlijnen bijvoorbeeld het tijdelijk opschorten van de tbc-screening van Syrische asielzoekers, dat op 21/9 is vastgesteld door de minister. De Commissie voor Praktische tuberculosebestrijding zal hierover t.z.t. een definitief advies opstellen. (Bron: GGDGHOR en V&J) Op de website van het RIVM is ook veel informatie te vinden omtrent het thema asielzoekers en (infectie)ziekten: http://www.rivm.nl/Onderwerpen/A/Asielzoekers_en_infectieziekterisico 18. Klopt het dat het COA geen locaties meer accepteert met een religieuze achtergrond, zoals het ANP bericht? Alle aanbiedingen zijn welkom. 19. Vluchtelingen in onze crisisnoodopvanglocaties beginnen veel vragen te stellen, omdat zij meer duidelijkheid willen over hun uiteindelijke permanente plaatsing. Wat kunnen we tegen hen zeggen? De overheid is momenteel druk bezig deze buitengewoon grote instroom van vluchtelingen in goede banen te leiden en moet alle zeilen bijzetten om ervoor te zorgen dat voor alle instromende vluchtelingen een (tijdelijk) onderdak kan worden geboden, zodat geen vluchteling op straat hoeft te slapen. Uiteraard zal er alles aan worden gedaan om de tijd die moet worden doorgebracht in een (crisis)noodopvang zo kort mogelijk te houden. Uiteindelijk zal COA informatie verschaffen over de uiteindelijke huisvesting bij het COA. 20. Is er een landelijke richtlijn voor de ontsmetting en hergebruik van de stretchers en beddengoed? De GGD in uw regio kan hierin adviseren. Bijvoorbeeld, er is een scabies richtlijn van het LCI waarin wasvoorschriften zijn opgenomen die bruikbaar kunnen zijn. (bron: GGDGHOR Nederland)
8 van 10
Vragen over andere vormen van opvang 1. Wat moeten we als gemeente regelen met betrekking tot een andere vorm van opvang? Welke rol heeft COA hierbij? Welke voorwaarden worden aan de andere vormen van opvang gesteld? De antwoorden op deze vragen zijn terug te vinden op www.coa.nl. Er zijn op deze verschillende factsheets te vinden, die geregeld geactualiseerd worden. (Bron: COA)
2. Wat moet een gemeente regelen met betrekking tot het huisvesten van asielzoekers die al een verblijfsvergunning hebben (zogenaamde vergunninghouders)? Voor vragen over het huisvesten van vergunninghouders kan contact worden opgenomen met
[email protected] of 0800-238023. (Bron: V&J)
Vragen over het informatiemanagement 1. Is de informatie die in LCMS gedeeld wordt openbaar? Het LOCC publiceert in LCMS operationele informatie. Informatie uit LCMS is nooit openbaar. Wel kunnen er ter informatie in LCMS producten worden opgenomen die naar buiten zijn gebracht. Deze zullen in de titel de naam persbericht e.d. dragen. (Bron: LOCC) 2. Op welke manieren kunnen we in contact treden met LOCC en/ of COA? COA is bereikbaar op 088-7156789 en
[email protected] voor afstemming over crisisnoodopvang. We merken momenteel dat vragen via allerlei kanalen het COA bereikt. Dit verstoort de overige processen. Het verzoek is dan ook om alleen bovengenoemde kanalen te gebruiken (bron: COA) Het LOCC is bereikbaar via de piketlijn 088 662 8048 en
[email protected]. Het verzoek is om zoveel mogelijk te mailen (bron: LOCC). 3. Kunnen er wat meer ‘best practices’, juridische tips & tricks en/of meer pragmatische handvatten worden gedeeld? Via de LCMS-activiteit van het LOCC zijn draaiboeken en checklists voor vluchtelingenopvang ter beschikking gesteld vanuit o.a. De VRR , VRU, Laren
9 van 10
en Twente. Hierin is terug te lezen hoe deze regio’s en gemeenten e.e.a. hebben aangepakt. Verder worden veel terugkomende issues gecommuniceerd via deze Q&A en de Q&A van GGD/GHOR Nederland, die ook beschikbaar is via de LCMS-activiteit van het LOCC. Gemeenten en VR’s worden opgeroepen om tips & tricks, best practices, lessons learnt en andere pragmatische zaken bekend te stellen via
[email protected]. Het LOCC zorgt dan dat deze informatie wordt gedeeld. Een ‘best practice’ die het LOCC opmerkt, is de coördinatie van (crisis)noodopvang centraal vanuit de Veiligheidsregio.
10 van 10