Collegevoorstel
Openbaar Onderwerp
Nijmeegse Aanpak - Verhoogde Instroom Vluchtelingen 2016-2017 Programma
BW-nummer
Zorg & Welzijn Portefeuillehouder
B. Frings, H.M.F. Bruls Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
In september 2015 hebben we het voornemen uitgesproken om over de gehele breedte van de vluchtelingenketen een stap naar voren te doen. We willen een sociale en gastvrije stad zijn voor vluchtelingen. Het verkrijgen en behouden van draagvlak hiervoor is een belangrijke opgave. In de bijgevoegde notitie is uitgewerkt hoe wij de komende twee jaar willen omgaan met het vluchtelingenvraagstuk. De onderdelen die in deze uitgangspuntennotitie aan bod komen zijn: opvang, huisvesting, integratie en opvang uitgeprocedeerden.
MO10, Dorien Wilson, 2956 Datum ambtelijk voorstel
19-2- 2016 Registratienummer
16.0001683
Ter besluitvorming door het college
De brief aan de Adviescommissie Allochtonen vast te stellen. Aan de Raad voor te stellen
De notitie ‘Nijmeegse Aanpak – Verhoogde instroom vluchtelingen 2016-2017´ vast te stellen.
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Steller Dorien Wilson
Ter besluitvorming door het college Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 23 februari 2016
Conform advies Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.3
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
In september 2015 hebben we het voornemen uitgesproken om over de gehele breedte van de vluchtelingenketen een stap naar voren te willen doen. Het verkrijgen en behouden van draagvlak hiervoor is een belangrijke opgave. De hoge instroom vraagt om veel aandacht. Naar aanleiding hiervan hebben Rijk, Provincies en gemeenten de handen ineen geslagen om een sluitende aanpak te realiseren in de vluchtelingenketen. De aanpak is opgenomen in het bestuursakkoord Verhoogde asielinstroom (21 december 2015). In de bijgevoegde uitgangspuntennotitie is uitgewerkt hoe wij de komende jaren omgaan met de vluchtelingenproblematiek. De onderdelen die aanbod komen zijn: opvang, huisvesting, integratie en de opvang van uitgeprocedeerde vreemdelingen.
2
Juridische aspecten
Opvang Het bieden van opvang aan vluchtelingen is een Rijkstaak, waarvoor het Centraal Opvang orgaan Asielzoekers is aangewezen. Gemeenten hebben een faciliterende rol in het mogelijk maken van opvanglocaties, het creëren en behouden van draagvlak. Huisvesting Wanneer een vluchteling een verblijfsvergunning krijgt heeft hij recht op een woning. Gemeenten zijn hiervoor verantwoordelijk (art. 60a-c Huisvestingswet). Integratie Naast het bieden van een woning, hebben we als gemeente een grote taak om vluchtelingen de kans te bieden om te kunnen integreren in Nijmegen. Op basis van de gewijzigde Wet Inburgering hebben gemeenten de plicht om asielgerechtigden maatschappelijke begeleiding te bieden. Bed, bad en brood De opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers is primair de verantwoordelijkheid van het Rijk. Op 10 november jl. is de definitieve uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) gepubliceerd. De strekking van de uitspraak is dat de overheid verantwoordelijk is voor het bieden van bed, bad en brood voor ongedocumenteerden. Op basis van deze uitspraak zijn er uitspraken gedaan door de Centrale Raad van Beroep en Raad van State over het opvangen van vreemdelingen. Zo kan de Rijksoverheid voorwaarden stellen aan de opvang. Op 11 november 2014 is de motie ‘Recht op bestaan!’ aangenomen. In deze motie heeft de Raad het college verzocht de uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten serieus te nemen en hiervoor een aantal acties uit te zetten. Ons beleidsplan ‘Tussen de wal en het schip 2012 -2014’ is in afwachting van een aanvullend bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten over de opvang van vreemdelingen verlengd tot en met 2015. Het aanvullend bestuursakkoord zal in 2016 worden gesloten.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
3
Doelstelling
Dit voorstel regelt de vaststelling van de uitgangspuntennotitie ‘Nijmeegse aanpak – Verhoogde instroom Vluchtelingen 2016-2017’. 4
Argumenten
Uitgangspunten op visieniveau: • we gaan over de gehele breedte een stap naar voren doen in de vluchtelingenketen; • we zetten ons in om de forse taakstelling huisvesting vergunninghouders te realiseren; • we ondersteunen de vergunninghouder in een vroeg stadium bij zijn integratie; • we blijven ons inzetten voor uitgeprocedeerde asielzoekers in schrijnende situaties en streven naar een sluitende aanpak; • we gaan actief en open communiceren in de wijken en stad. 5
Financiën
We lopen een financieel risico. In het bestuursakkoord Verhoogde asielinstroom zijn diverse regelingen opgenomen ter dekking van de kosten. Ondanks deze regelingen houden wij rekening met een financieel risico. Omdat het bestuursakkoord de komende maanden nog verder uitgewerkt wordt, is het nog onzeker wat de bijdrage van het Rijk zal zijn. Dit wordt de komende periode stapsgewijs concreter. 6
Participatie en Communicatie
In deze notitie worden de uitgangspunten ten aanzien van de vluchtelingenproblematiek voorgelegd. De daadwerkelijke instroom van vluchtelingen en daarmee de taakstelling huisvesting vergunninghouders is onzeker. Om die reden gaan we de uitgangspunten op onderdelen nog uitwerken en voorleggen. We gaan per huisvestingsproject communiceren met de buurt zodra er een zorgvuldige afweging heeft plaatsgevonden over de haalbaarheid. Op 18-2 jl. heeft de Adviescommissie Allochtonen advies uitgebracht over de Uitvoeringsnotitie Nijmeegse aanpak verhoogde instroom vluchtelingen. De commissie onderschrijft de uitgangspunten van het college en geeft een aantal aanvullingen die bij de nadere uitwerkingen zullen worden meegenomen en vertaald naar de uitvoering. De commissie voegt in haar advies met name het perspectief van de vluchtelingen toe. Naar aanleiding van het advies is aan de bovengenoemde uitgangspunten in de notitie het volgende uitgangspunt toegevoegd: • we zorgen voor een transparante communicatie met vluchtelingen en statushouders. 7
Uitvoering en evaluatie
De uitvoering van de Nijmeegse aanpak Verhoogde Instroom Vluchtelingen betreft een groot aantal programma’s, zoals Zorg & Welzijn, Wonen, Wijken, Onderwijs, Economie & Werk, Inkomen & Armoedebestrijding en Veiligheid. Eén van de uitwerkpunten betreft de monitoring op de resultaten van ons beleid. Niet alleen op de huisvesting, maar zeker ook op de resultaten van inburgering en integratie. Om te kunnen beoordelen of onze aanpak succesvol is, zijn toetsbare indicatoren nodig en vaste meetmomenten. Deze zullen we door onze afdeling Onderzoek en Statistiek laten uitwerken.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
8
Risico
Bij het uitvoeren van onze wettelijke taken lopen we financiële risico’s, met name bij de (bijzondere) bijstand, de integratie en de volwasseneneducatie. Ook als we extra beleid willen uitvoeren, zoals het zoeken van geschikte huisvesting- of opvanglocatie of beleid op gebied van integratie en participatie, zal dit vragen om meer capaciteit en programmabudget. Hoe groot dit risico is, is nog onduidelijk omdat de Rijksbijdragen nog niet uitgewerkt zijn.
Bijlagen:
Nijmeegse aanpak- Verhoogde Instroom Vluchtelingen, Uitgangspuntennotitie ` 2016-2017 Brief van de Adviescommissie Allochtonen Antwoordbrief aan de Adviescommissie Allochtonen
Voorstel aan de Raad
Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel
2 maart 2016
/ 30/2016
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
Onderwerp
Nijmeegse aanpak Verhoogde instroom vluchtelingen 2016-2017 Programma
Zorg & Welzijn Portefeuillehouder
B. Frings, H.M.F. Bruls Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
23 februari 2016 Samenvatting
In september 2015 hebben we het voornemen uitgesproken om over de gehele breedte een stap naar voren te doen in de vluchtelingenketen. We willen een sociale en gastvrije stad zijn voor vluchtelingen. Het verkrijgen en behouden van draagvlak hiervoor is een belangrijke opgave. In de bijgevoegde uitgangspuntennotitie is uitgewerkt hoe wij de komende twee jaar willen omgaan met het vluchtelingenvraagstuk. De onderdelen die aanbod komen zijn: opvang, huisvesting, integratie en de opvang van uitgeprocedeerden. Voorstel om te besluiten
1. De notitie ‘Nijmeegse Aanpak – Verhoogde instroom vluchtelingen 2016-2017’ vast te stellen.
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Dorien Wilson, 2956,
[email protected]
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
In september 2015 hebben we het voornemen uitgesproken om over de gehele breedte een stap naar voren te doen in de vluchtelingenketen, omdat we een sociale en gastvrije stad zijn voor vluchtelingen. Het verkrijgen en behouden van draagvlak hiervoor is een belangrijke opgave. De hoge instroom vraagt om veel aandacht. Naar aanleiding hiervan hebben het Rijk, Provincies en gemeenten de handen ineen geslagen om een sluitende aanpak te realiseren in de vluchtelingenketen. De aanpak is opgenomen in het bestuursakkoord Verhoogde asielinstroom (21 december 2015). In de bijgevoegde uitgangspuntennotitie is uitgewerkt hoe wij de komende jaren willen omgaan met het vluchtelingenvraagstuk. De onderdelen die aanbod komen zijn: opvang, huisvesting, integratie en de opvang van uitgeprocedeerde vreemdelingen. De uitgangspuntennotitie geeft het algemene kader voor twee jaar. De ontwikkelingen gaan echter snel, wat betekent dat er op onderdelen ook snel tot concretiseringen moet worden gekomen.
2
Wettelijk kader of beleidskader
Opvang Het bieden van opvang aan vluchtelingen is een Rijkstaak, waarvoor het Centraal Opvang orgaan Asielzoekers is aangewezen. Gemeenten hebben een faciliterende rol in het mogelijk maken van opvanglocaties, het creëren en behouden van draagvlak. Huisvesting Wanneer een vluchteling een verblijfsvergunning krijgt heeft hij recht op een woning. Gemeenten zijn hiervoor verantwoordelijk (art. 60a-c Huisvestingswet). Integratie Naast het bieden van een woning, hebben we als gemeente een taak om vluchtelingen de kans te bieden om te kunnen integreren in Nijmegen. Op basis van de gewijzigde Wet Inburgering hebben gemeenten de plicht om asielgerechtigden maatschappelijke begeleiding te bieden. Bed, bad en brood De opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers is primair de verantwoordelijkheid van het Rijk. Op 10 november jl. is de definitieve uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) gepubliceerd. De strekking van de uitspraak is dat de overheid verantwoordelijk is voor het bieden van bed, bad en brood voor ongedocumenteerden. Op basis van deze uitspraak zijn er uitspraken gedaan door de Centrale Raad van Beroep en Raad van State over het opvangen van vreemdelingen. Zo kan de Rijksoverheid voorwaarden stellen aan de opvang. Op 11 november 2014 is de motie ‘Recht op bestaan!’ aangenomen. In deze motie heeft uw raad het college verzocht de uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten serieus te
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
nemen en hiervoor een aantal acties uit te zetten. Ons beleidsplan ‘Tussen de wal en het schip 2012 -2014’ is in afwachting van een aanvullend bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten over de opvang van vreemdelingen verlengd tot en met 2015. Het aanvullend bestuursakkoord zal in 2016 worden gesloten. 3
Relatie met programma
De uitgangspuntennotitie betreft een groot aantal programma’s: Zorg & Welzijn, Wonen, Wijken, Onderwijs, Economie & Werk, Inkomen & Armoedebestrijding, Veiligheid. Voor wat betreft de huisvestingopgave voor vergunninghouders werken we in deze notitie nader uit, maar hangt natuurlijk samen met de huisvestingsopgaven voor andere doelgroepen zoals verwoord in de Woonvisie. 4
Doelstelling
Dit voorstel regelt de vaststelling van de uitgangspuntennotitie ‘Nijmeegse aanpak – Verhoogde instroom Vluchtelingen’. 5
Argumenten
Uitgangspunten op visieniveau: • we gaan over de gehele breedte een stap naar voren te doen in de vluchtelingenketen; • we zetten ons in om de forse taakstelling huisvesting vergunninghouders te realiseren; • we ondersteunen de vergunninghouder in een vroeg stadium bij zijn integratie; • we blijven ons inzetten voor uitgeprocedeerde asielzoekers in schrijnende situaties en streven naar een sluitende aanpak; • we gaan actief en open communiceren in de wijken en stad; • we zorgen voor een transparante communicatie met vluchtelingen en statushouders. 6
Risico’s
Bij het uitvoeren van onze wettelijke taken lopen we financiële risico’s, met name bij de (bijzondere) bijstand, de re-integratie en de volwasseneneducatie. Ook als we extra beleid willen uitvoeren, zoals het zoeken van geschikte huisvesting- of opvanglocatie of beleid op gebied van integratie en participatie, zal dit vragen om meer capaciteit en programmabudget. Hoe groot dit risico is, is nog onduidelijk omdat de Rijksbijdragen nog niet uitgewerkt zijn. 7
Financiën
Zoals hierboven aangegeven lopen we een financieel risico. In het bestuursakkoord zijn diverse regelingen opgenomen die een deel van de kosten beperken. Ondanks deze regelingen houden wij rekening met een groot financieel risico. Dit gaan we de komende periode stapsgewijs nader concretiseren. 8
Participatie en Communicatie
In deze notitie worden de uitgangspunten ten aanzien van het vluchtelingenvraagstuk voorgelegd. Omdat het bestuursakkoord de komende maanden nog verder uitgewerkt wordt, is het nog onzeker wat de bijdrage van het Rijk zal zijn. Dit wordt de komende periode stapsgewijs concreter. Dit geldt ook voor de daadwerkelijke instroom van vluchtelingen en de taakstelling huisvesting vergunninghouders. Om die reden gaan we de uitgangspunten op onderdelen uitwerken en aan u voorleggen.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
We gaan per huisvestingsproject communiceren met de buurt zodra er een zorgvuldige afweging heeft plaatsgevonden over de haalbaarheid. Op 18-2 jl. heeft de Adviescommissie Allochtonen advies uitgebracht over de Uitvoeringsnotitie Nijmeegse aanpak Verhoogde Instroom vluchtelingen. De commissie onderschrijft onze uitgangspunten en geeft een aantal aanvullingen die bij de nadere uitwerkingen zullen worden meegenomen. De commissie benadrukt in haar advies met name het perspectief van de vluchtelingen. 9
Uitvoering en evaluatie
Om te kunnen beoordelen of onze aanpak succesvol is, is het nodig om de beoogde doelstellingen in beeld te brengen. Dan kunnen we ook uitmaken of bijstelling nodig is. Het bepalen van de juiste toets-momenten en benodigde gegevens wordt apart uitgewerkt.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris a.i.
drs. H.M.F. Bruls
drs. R. Wever
Bijlage(n):
Nijmeegse aanpak - Verhoogde Instroom Vluchtelingen 2016-2017 Brief van de Adviescommissie Allochtonen Antwoordbrief aan de Adviescommissie Allochtonen
Nijmeegse aanpak Verhoogde Instroom Vluchtelingen Uitgangspuntennotitie 2016-2017
Datum: 23 februari 2016
1
Inhoudsopgave
Hoofdstuk
pagina
1. Inleiding
3
2. Opvang Vluchtelingen
5
3. Huisvesting vergunninghouders
7
4. Integratie & participatie
10
5. Opvang uitgeprocedeerden
13
6. Communicatie en evaluatie
15
7. Financiën en project
16
Bijlagen
17
2
1.
Inleiding
Afgelopen zomer is Europa geconfronteerd met een grote toestroom van vluchtelingen. Voor Nederland betekende dit ongeveer 3000 vluchtelingen per week. Dit aantal is inmiddels gedaald, maar de verwachting is dat in het voorjaar dit aantal weer snel zal oplopen: de oorlog in Syrië is immers nog niet voorbij en het autoritaire regime in Eritrea niet weg. In september 2015 hebben we het voornemen uitgesproken om over de gehele breedte een stap naar voren te doen in de vluchtelingenketen , omdat we een sociale en gastvrije stad zijn voor vluchtelingen. Het verkrijgen en behouden van draagvlak hiervoor is een belangrijke opgave. Op 21 december 2015 is het bestuursakkoord Verhoogde asielinstroom definitief vastgesteld. In dit akkoord staan afspraken tussen het Rijk, Provincie en gemeenten over hoe om te gaan met de hoge vluchtelingeninstroom. Uitgangspunt is dat alle bestuurslagen de handen ineen slaan als het gaat om de eerste opvang, huisvesting en integratie van vluchtelingen. Er is een sluitende aanpak beoogd, die moet zorgen voor een snellere doorstroom in de vluchtelingenketen. Het bestuursakkoord zal nog verder uitgewerkt worden en in de komende maanden meer handen en voeten krijgen. Voor uitgeprocedeerde asielzoekers die geen verblijfstatus hebben gekregen loopt een afzonderlijk traject. Gemeenten zijn nog in gesprek met het Rijk over een regeling voor bed, bad en brood en het aanvullend bestuursakkoord dat daarbij hoort. In deze notitie staan de uitgangspunten die de basis vormen voor de Nijmeegse aanpak voor de komende twee jaar. Daarbij kijken we naar de hele keten; van de opvang van asielzoekers, de huisvesting en integratie van vergunninghouders, tot de opvang van uitgeprocedeerden.
De Vluchtelingenketen De vluchtelingenketen bestaat uit een aantal stappen, met per stap verschillende verantwoordelijkheden voor Rijk en gemeenten. 1. a)
Opvang Vluchtelingen (gedurende asielprocedure) Het bieden van nood- en crisisopvang aan mensen die ons land binnenkomen en asiel willen aanvragen, maar daarvoor in de wachtrij staan. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van de rijksoverheid (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers), maar bij het mogelijk maken van de opvanglocaties hebben we als gemeente een faciliterende rol. b) Het bieden van opvang aan mensen in een Asielzoekerscentrum (AZC) waarbij een asielprocedure loopt. Ook dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van de rijksoverheid en heeft de gemeente een rol bij het mogelijk maken van de locaties. 2.
Huisvesting vergunninghouders (vluchtelingen met verblijfsvergunning) Het huisvesten van mensen die een verblijfsvergunning hebben gekregen. We hebben de wettelijke taak (art. 60a-c Huisvestingswet) om dit te doen. Daarbij willen we ons niet beperken tot hetgeen we wettelijk verplicht zijn, we willen ons ook inzetten om de integratie van deze mensen goed te laten verlopen. De Provincie ziet er op toe dat gemeenten hun wettelijke taak uitvoeren.
3.
Bed, bad en brood (vluchtelingen zonder verblijfsvergunning) Het bieden van opvang aan mensen van wie de asielaanvraag is afgewezen. Het opvangen van uitgeprocedeerde vreemdelingen is primair een Rijkstaak. Een deel van deze groep wacht nog op een nieuw besluit en wordt opgevangen in onze noodopvang voor uitgeprocedeerden. Een ander deel is uitgeprocedeerd, deze groep maakt gebruik van de ‘bed-bad-brood’-voorziening.
3
De opdracht Op basis van onze gemeentelijke taken en de afspraken in het bestuursakkoord hebben we de komende periode de volgende opgaven uit te voeren: 1.
Opvang vluchtelingen In het bestuursakkoord Verhoogde asielinstroom is afgesproken dat per Provincie 2500 vluchtelingen extra worden opgevangen en 500 in de Veiligheidsregio. Dit zal zo snel mogelijk gerealiseerd moeten worden. Het Rijk is hiervoor primair verantwoordelijk, de gemeente heeft een faciliterende rol.
2.
Huisvesting vergunninghouders Vervolgens hebben we te maken met een huisvestingsopgave op de korte termijn, omdat er onvoldoende betaalbare sociale huurwoningen zijn. Dit geldt niet alleen voor vergunninghouders, 1 maar ook voor andere kwetsbare groepen . We moeten zorgen voor extra woningbouw. Naast de vraag om de woningvoorraad aan te vullen, ligt ook de vraag naar extra onderwijshuisvesting in de regio voor de kinderen die gebruik maken van de Internationale Schakelklassen.
3.
Integratie & participatie vergunninghouders Na huisvesting start voor vergunninghouders de inburgering en integratie. We streven naar een snelle start daarvan om te voorkomen dat vluchtelingen op de bank komen te zitten en kansloos worden op de arbeidsmarkt. Hierin hebben we een stevige uitwerkingsopdracht.
4.
Opvang uitgeprocedeerden Er loopt er een afzonderlijk traject voor een aanvullend bestuursakkoord over de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers: de bed, bad en brood regeling. Met het Rijk zijn gemeenten in overleg over een B4 locatie: een bed, bad en brood voorziening mét begeleiding. Aan Arnhem/Nijmegen is gevraagd een dergelijke locatie te faciliteren. Hoe dit eruit gaat zien, moet nog verder uitgewerkt worden.
Regionale samenwerking Omdat de verantwoordelijkheid voor de opvang van asielzoekers primair bij het Rijk ligt, is bij de organisatie van de bestuurlijke verantwoordelijkheid gekozen voor de inzet van Rijksheren. Onder leiding van de Commissaris van de Koning is een provinciale regietafel ingesteld. Deelnemers zijn naast de Commissaris van de Koning, de voorzitters van de Veiligheidsregio’s in Gelderland (de burgemeesters van Nijmegen, Ede en Apeldoorn), een gedeputeerde en een vertegenwoordiger van het COA. Ze komen iedere week samen. Aan deze regietafel vindt afstemming plaats over de gehele keten: noodvoorziening, opvang AZC en huisvesting vergunninghouders op basis van de in het bestuursakkoord overeengekomen taakstellingen. Daaronder zijn er per veiligheidsregio regionale regietafels actief. De regietafel Gelderland Zuid wordt voorgezeten door de burgemeester van Beuningen. De huisvesting van statushouders is een gemeentelijke taak. Over de huisvesting van statushouders en andere doelgroepen vindt regionaal overleg en afstemming plaats tussen de verantwoordelijk portefeuillehouders. In het Rijk van Nijmegen is overeenstemming over de wens om de taakstelling tot huisvesting van statushouders gezamenlijk te realiseren, maar ook om deze in relatie te zien tot de huisvesting van andere bijzondere doelgroepen. Er zijn meer inwoners met specifieke huisvestingsvragen, zoals jongeren, starters op de woningmarkt en mensen met een beperking en ook daarin staan gemeenten voor een grote opgave de komende jaren. Momenteel wordt per gemeente een inventarisatie gemaakt van de vraag en het aanbod. 1
In de paragraaf huisvesting gaan we kort in op de verbrede doelgroep. De rest van de notitie gaat specifiek over vluchtelingen, vergunninghouders en uitgeprocedeerden.
4
2.
Opvang Vluchtelingen
In de afgelopen maanden is door COA een beroep gedaan op gemeenten om opvanglocaties te faciliteren. Wij willen een stap naar voren doen in de vluchtelingenketen, dat betekent dat we opvanglocaties willen aanbieden aan het COA om vluchtelingen op te vangen. In het bestuursakkoord is opgenomen dat de Veiligheidsregio’s en de Provincies zorgen voor noodopvangplekken: a) 500 per Veiligheidsregio realisatie in 2015; b) 2500 per Provincie voor 1 februari 2016 planvorming gereed;
Wat hebben we gedaan? Sinds 1 oktober 2015 faciliteren Nijmegen en Heumen de grootste noodopvang voor Vluchtelingen in Nederland. Het gaat om 2800 opvangplekken, deze opvang gaat op 1 juni 2016 eindigen. Daarnaast heeft Nijmegen zijn bestaande AZC vergroot van 325 naar 400 plaatsen.
Wat gaan we doen? We hebben afgesproken dat we tot 1 juni 2016 opvang blijven faciliteren op Heumensoord. Tot 1 juni zal Nijmegen geen nieuwe opvanglocatie openen. Nijmegen gaat het aanbod doen aan het COA om na 1 juni (tijdelijke) opvangplekken te realiseren. We hanteren daarbij de volgende uitgangspunten:
Het zoeken van locaties voor noodopvang doe n we omgevingsbewust en in regionale afstemming; We zorgen voor transparante communicatie in de wijk ; We borgen leefbaarheid en veiligheid in de wijk ; We stimuleren en faciliteren burgerinitiat ief; We faciliteren samen met schoolbesturen en het COA het onderwijs; Integratie start in de opvanglocatie; We zorgen tezamen met het COA voor passende ondersteuning en voorzieningen .
Toelichting Bij het zoeken naar geschikte locaties kijken we naast de fysieke mogelijkheden ook naar de draagkracht en het draagvlak in de wijk en de aanwezige voorzieningen. Daarmee willen we de leefbaarheid en veiligheid borgen en de aanvaarding in en door de omgeving bevorderen. Elke mogelijke locatie wordt aan de hand van een set criteria getoetst; zowel criteria die te maken hebben met de geschiktheid van de locatie en de fysieke omgeving voor (snelle) opvang, als criteria die betrekking hebben op de geschiktheid van de locatie en sociale omgeving voor vluchtelingen. Omdat het verblijf van een vluchteling in noodopvang langer duurt dan voorheen, zullen wij hogere eisen stellen aan de kwaliteit van de locatie. We gaan bewoners in de wijk tijdig meenemen in het uitwerken van onze plannen en vragen hen om mee te denken. Dit gaan we doen op het moment dat we een geschikte locatie hebben gevonden. We vinden het van belang dat er ruimte is om reële zorgen over leefbaarheid en veiligheid in de wijk te bespreken. We stemmen de uitvoering van onze plannen daarop af.
5
Een belangrijk onderdeel van het integratieproces en het behouden van draagvlak is ontmoeting in de wijk. Om dit te stimuleren faciliteren we burgerinitiatief. Een van de belangrijkste voorzieningen bij een opvanglocatie naast gezondheid (taak van het COA) is onderwijs. Kinderen hebben het recht op onderwijs (Verdrag inzake de rechten van het kind) en deze voorziening wordt dan ook in samenwerking met scholen en het COA gefaciliteerd. We gaan eerder, al tijdens de opvangfase (noodopvang en AZC), een start maken met integratie. Dit biedt vluchtelingen een toekomstperspectief en betere kansen. Hier gaan we in de paragraaf Integratie en Participatie verder op in.
Risico Het onderzoek naar en het realiseren van een opvanglocatie kost geld. Uitgaven door gemeenten worden gedeeltelijk gedekt door het faciliteitenbesluit. Dit brengt een financieel risico met zich mee. Voor de noodopvang geldt dat met name de lange wachttijden voorafgaande aan de start van de asielprocedure het perspectief van de vluchteling en de leefbaarheid van een noodopvang ondermijnt. We blijven dit onder de aandacht brengen van het Rijk.
6
2.
Huisvesting vergunninghouders
Het huisvesten van vergunninghouders is een taak van de gemeente, die ze tezamen met de woningcorporaties gaat realiseren. Zodra een verblijfsvergunning is verstrekt koppelt het COA de vergunninghouder aan een gemeente met de opdracht om deze te huisvesten. In het bestuursakkoord zijn regelingen opgenomen om (tijdelijk) extra woningen te realiseren bovenop de huidige woningvoorraad. Daartoe dienen de prestatieafspraken met de woningcorporaties te worden herzien.
Wat hebben we gedaan? In 2015 hebben 305 vergunninghouders gehuisvest van de taakstelling van 333. We beginnen 2016 daardoor met een achterstand van 28 personen. Op 14 september 2015 hebben we besloten om naast het huisvesten van vergunninghouders in sociale huurwoningen ook gebruik te maken van leegstaande bouw. Dit omdat er onvoldoende sociale huurwoningen beschikbaar zijn. Zo hebben we gekozen voor een leegstaand wooncomplex in Nijmegen-Lent. Het gaat om een geclusterde woonvorm waar eind februari 2016 96 jonge Eritrese vergunninghouders en 21 studenten wonen. Met deze voorziening hebben we de achterstand van 2015 in januari 2016 ingelopen.
Wat gaan we doen? We weten dat we in 2016 in ieder geval 430 vluchtelingen met een verblijfstatus (vergunninghouders) moeten 2 gaan huisvesten . De verwachting is dat dit aantal de komende twee jaar (2016 en 2017) nog fors naar boven zal worden bijgesteld. Omdat we willen bijdragen aan de doorstroom in de vluchtelingenketen zetten we ons in om deze mogelijk forse taakstelling huisvesting vergunninghouders te realiseren. Dit geeft extra druk op de toch al krappe woningmarkt voor sociale huurwoningen. Wegens veranderingen in de zorg hebben we ook nog een geprognotiseerde huisvestingsopgave voor ca. 250 mensen uit diverse doelgroepen: kwetsbare jongeren, mensen met een zorgindicatie GGZ etc. (zie bijlage 1). Omdat de woningbehoefte meerdere doelgroepen betreft zien we onze huisvestingsopgave breder dan alleen vergunninghouders. We beogen dus geen extra woonruimte exclusief voor vluchtelingen. Voor beide doelgroepen en reguliere woningzoekenden is dus extra huisvesting nodig. Om deze huisvestingsbehoefte op korte termijn te kunnen realiseren is clustering onvermijdelijk. We willen zo snel mogelijk (onzelfstandige) tijdelijke wooneenheden realiseren voor starters op de woningmarkt, vergunninghouders, doelgroepen en kwetsbare jongeren. We denken de komende twee jaar ten minste 600 woningen extra nodig te hebben. We gaan hierbij uit van 250 gezinswoningen en 400-450 eenpersoonseenheden. Dat zullen deels tijdelijke woningen zijn. Ook ligt er door de hoge vluchtelingeninstroom een onderwijshuisvestingsvraag. We houden voor 2016 en 2017 rekening met 520 extra leerlingen in de Internationale Schakelklassen (ISK). Het zal gaan om 32 klassen. Een deel van deze extra klassen kunnen worden gefaciliteerd in de huidige onderwijsvoorzieningen. Daarnaast verwachten we dat er ook een grotere vraag naar volwasseneducatie gaat ontstaan.
2
Dat is 1% van de genoemde 43.000 in de Staatscourant
7
Hierbij hanteren we de volgende uitgangspunten:
Voor gezinnen blijven we inzetten op verspreid huisvesten in vrijkomende sociale huurwoningen; De geclusterde woonvormen realiseren we in samenwerking met particuliere projectontwikkelaars of woningcorporaties ; verhuur en beheer wordt zoveel mogelijk door een woningcorporatie verzorgd; De geclusterde woonvormen worden gemengd bewoond door vergunninghouders en andere doelgroepen ; De geclusterde woonvormen zijn gelegen op locaties in of nabij een wijk, zodat integratie in de buurt mogelijk is; In geval van geclusterd wonen, hanteren we de aanpak van drie pijlers: Huisvesting & Beheer; Inburgering & Integratie ; Integratie & participatie in de wijk, zie bijlage 2; Naast geclusterde woonvormen streven we ook naar (tijdelijke) uitbreiding of versnelling van realisatie van de sociale huurwoningvoorraad (zowel particulier als corporatiebezit). Passend toewijzen is een voorwaarde.
Toelichting Ondanks de grote taakstelling blijft het mogelijk om gezinnen een sociale huurwoning aan te bieden. Zij kunnen gebruik blijven maken van beschikbare gezinswoningen, gelegen in woonwijken met de bijbehorende voorzieningen als winkels en scholen. Omdat clustering onvermijdelijk is gezien de grote aantallen, kiezen we ervoor om vooral de jonge alleenstaanden ook onzelfstandig te huisvesten. Omdat het om jongeren gaat vinden we kamerbewoning een passende en betaalbare woonvorm. Een vergunninghouder die op korte termijn zijn gezin laat overkomen wordt gehuisvest in een gezinswoning. Om onze taakstelling huisvesting vergunninghouders te realiseren focussen we ons op het creëren van extra woningen. Net als bij de opvang kijken we bij het zoeken naar geschikte locaties voor tijdelijke en geclusterde wooneenheden, naast de fysieke mogelijkheden, ook naar de draagkracht en het draagvlak in de wijk en de aanwezige voorzieningen. Daarmee willen we de leefbaarheid en veiligheid borgen en de aanvaarding in en door de omgeving bevorderen. We gaan bewoners in de wijk tijdig meenemen in het uitwerken van onze plannen en vragen hen om mee te denken. Dit gaan we doen op het moment dat we een geschikte locatie hebben gevonden. We vinden het van belang dat er ruimte is om reële zorgen over leefbaarheid en veiligheid in de wijk te bespreken. We stemmen de uitvoering van onze plannen daarop af. Een belangrijk onderdeel van het integratieproces en het behouden van draagvlak is ontmoeting en meedoen in de wijk. Om dit te stimuleren faciliteren we burgerinitiatief. Om schulden en een slechte start te voorkomen is het van belang dat statushouders betaalbare woningen worden toegewezen. In onze aanpak huisvesting werken we de volgende acties uit: 1.
2.
Toewijzen sociale huurwoningen. Vergunninghouders worden in Nijmegen zoveel mogelijk door de woningcorporaties gehuisvest. De werkgroep bijzondere bemiddeling bemiddelt hierbij. Vergunninghouders hebben voorrang op een woning net als andere kwetsbare groepen. Gebruik maken van leegstaande bouw. We gaan gebouwen zonder woonbestemming in gebruik nemen voor de huisvesting van vergunninghouders en kwetsbare groepen. Dit kan gaan om zorg-, kantoor- of schoolgebouwen. Hierbij moet doorgaans een verbouwing worden uitgevoerd om de
8
gebouwen geschikt te maken voor bewoning. Met betrekking tot deze woonvorm gaan we afspraken maken met woningcorporaties over beheer. Ook moet er een besluit over de (tijdelijke) bestemming worden genomen, waarbij we aansluiten bij de gemeentelijke regeling ‘Tijdelijk anders gebruiken’. Hierbij gaan we onderzoeken of we gebruik kunnen maken van de stimuleringsregelingen in het bestuursakkoord. 3. Versneld bouwen van reeds geplande woningen. Met de woningcorporaties gaan we overleggen waar het mogelijk is om de reeds geplande woningen versneld te gaan bouwen. 4. Bouwen van tijdelijke woningen. Er bestaan technische oplossingen (prefab-woningen), waardoor er snel woningen gebouwd kunnen worden. Qua regelgeving is er ruimte om tijdelijke woningen te bouwen op plekken waar gewone woningbouw niet mogelijk is. Dit is voordelig en vooral sneller te realiseren omdat er minder hoge eisen worden gesteld. 5. Extra toevoeging in de sociale woningbouw. We gaan met het Rijk van Nijmegen afstemmen wat er extra nodig is voor de doelgroepen en gaan dit vervolgens met de provincie bespreken. 6. Onderwijshuisvesting. We dienen in 2016 en 2017 ongeveer 35 klassen Internationale Schakelklassen (ISK) per jaar te realiseren. Een deel van deze extra klassen kunnen worden gefaciliteerd in de huidige onderwijsvoorzieningen.
Samenwerking woningcorporaties Woningcorporaties zijn een onmisbare partner voor het realiseren van de gemeentelijke taakstelling. Met de woningcorporaties gaan we nieuwe en aanvullende afspraken maken over het huisvesten van vergunninghouders en kwetsbare groepen. Het betreft het toewijzen sociale huurwoningen, het realiseren van extra woonruimten en het beheren van geclusterde woonvormen.
Risico’s In het bestuursakkoord is een aantal regelingen opgenomen die nog uitgewerkt moeten worden. Ook mogen woningcorporaties alleen eigendom van derden beheren bij huisvesting van vergunninghouders en niet bij huisvesting van andere doelgroepen. Dat willen we ter discussie stellen bij het Rijk. Daarnaast zullen we per huisvestingsproject een business-case moeten uitwerken en bekijken of rendabele exploitatie mogelijk is. Ook betekent extra nieuwbouw in de sociale sector een bijstelling van grondexploitaties en opbrengstverwachtingen. Er is dus een financieel risico dat we in beeld moeten brengen.
9
3.
Integratie & participatie
Als gemeente zijn we verplicht om maatschappelijke begeleiding te bieden aan vluchtelingen tijdens de inburgering. Hiervoor krijgen gemeenten een bijdrage van het COA per gehuisveste vergunninghouder. Ze worden ondersteund bij het regelen van praktische zaken en het wegwijs maken in Nijmegen, zoals een bezoek aan de huisarts. Vergunninghouders zijn inburgeringsplichtig en dienen een inburgeringsexamen te halen. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Maar omdat de meeste vergunninghouders in eerste instantie zijn aangewezen op een bijstandsuitkering, blijven ze in beeld bij de gemeente in het kader van de uitkering en arbeidstoeleiding. Het vinden van werk is moeilijk voor deze groep, in ieder geval in de eerste periode; deels door taal- en cultuurverschil, deels omdat men in het land van herkomst onvoldoende opleiding heeft genoten. We krijgen dus te maken met instroom in de bijstand en bijzondere bijstand. Daarnaast een extra instroom in de volwasseneducatie, aangezien een deel van de vergunninghouders na afronding van het verplichte inburgeringsexamen aanvullend nog behoefte heeft aan taalbeheersing, schrijven en digitale vaardigheden. In het bestuursakkoord is opgenomen dat er extra geïnvesteerd wordt in de maatschappelijke begeleiding en dat een participatieverklaringstraject als verplicht onderdeel wordt opgenomen in het inburgeringstraject. Hierbij is een snelle start van de inburgering van belang. Maatregelen op middellange termijn worden uitgewerkt in diverse werkgroepen van de VNG. Het gaat om: arbeidstoeleiding; huisvesting onderwijs; leerlingenvervoer; kwaliteit onderwijs; voor- en vroegschoolse educatie; inhoudelijke ondersteuning en kennisdelen; de financiële gevolgen voor gezondheid, zorg, Wmo en jeugdhulp en het inventariseren van 3 gezondheidsrisico's bij vergunninghouders .
Wat hebben we gedaan? Naast de maatschappelijke begeleiding van een jaar en het inburgeringstraject kunnen vergunninghouders gebruik maken van trainingen bij het Werkbedrijf Rijk van Nijmegen (hierna Werkbedrijf) en reguliere trajecten voor klanten uit de bijstand. Na het inburgeringsproces is er voor volwassenen die dit nodig hebben de mogelijkheid tot het volgen van een taalcursus NT2. Het lukt de vergunninghouders vaak niet om meteen na de huisvesting te starten met de inburgering. Mede debet daaraan is de eigen verantwoordelijkheid van de statushouder en de lening die daarvoor moet worden afgesloten bij DUO. Bij het wooncomplex in Nijmegen-Lent zijn we daarom gestart met het ondersteunen van de jonge vergunninghouders bij hun inburgeringstraject, door te zorgen dat deze meteen bij de huisvesting van start gaat. Hierover zijn afspraken gemaakt met taalaanbieders. Daarnaast hanteren we een integrale en parallelle aanpak inburgering & participatie waarbij gemeente, vluchtelingenwerk en taalaanbieders afstemmen over de voortgang op het taaltraject. We bespreken de motivatie en de mogelijkheden van de vergunninghouders. Dit zorgt ervoor dat de vergunninghouder al tijdens de inburgering gebruik kan maken van instrumenten van het Werkbedrijf ter bevordering van arbeidstoeleiding. Ook krijgen vergunninghouders voorlichting over hun inkomen en een inrichtingskrediet, mede ter voorkoming van schulden. Naast de intake van de GGD om te screenen op gezondheid, zijn we gestart met activiteiten gericht op preventie en gezondheidsvaardigheden, zoals voorlichting over het gebruik van alcohol, drugs en seksualiteit. Ook stimuleren we bij dit wooncomplex de initiatieven in de wijk. Onder deze doelgroep is veel behoefte aan sportdeelname.
3
In onze huisvestingsopdracht kijken we niet alleen naar het huisvesten van vergunninghouders, maar ook de woonbehoefte van kwetsbare groepen. De begeleiding van bijzondere doelgroepen vergt een andere aanpak. Dit onderdeel zal in een aparte notitie worden uitgewerkt en aan u worden voorgelegd.
10
Wat gaan we doen? We willen vluchtelingen ondersteunen in hun integratie na de huisvesting. Daarbij is een snelle start essentieel voor de toekomstige kansen op de arbeidsmarkt. We gaan uit van de mogelijkheden en talenten van de vergunninghouder. Versterken van de samenwerking tussen de diverse betrokken organisaties is nodig om te komen tot een integrale aanpak en casusregie daarop. Ook willen we voorlichting geven en ondersteuning bieden om schulden te voorkomen. Bestaand beleid om taalachterstanden bij kinderen te voorkomen en instroom in regulier onderwijs te bevorderen continueren we natuurlijk. Ook zorgen we voor een toegankelijke gezondheidszorgstructuur gericht op preventie en gezondheidsvaardigheden. We hanteren de volgende uitgangspunten bij de uitvoering:
We willen zo vroeg mogelijk inzicht in de relevante informatie over de onderwijs- en werkervaring van de vergunninghouder ; Bij de een integrale aanpak gaa n we partners committeren aan onze aanpak; We willen een sluitende aanpak en casemanagemen t per individu; Het Werkbedrijf gaat eerder aan de slag met deze groep; We bieden maatwerk op gebied van re -integratie, begeleiding en gezondheid; We stimuleren samenwerking en expertiseopbouw bij onze partners; In geval van geclusterd wonen, stimuleren en faciliteren we burgerinitiatief ; We maken zoveel mogelijk gebruik van bestaande voorzieningen en structuren in de wijk om de integratie te bevorderen.
Toelichting 4
Uit onderzoek van de WRR blijkt dat vergunninghouders te laat starten met hun inburgering. Zoals hierboven omschreven zijn we bij het wooncomplex gestart met een integrale en parallelle aanpak. Het vinden van werk staat daarbij direct vanaf de start van het inburgeringstraject centraal. De participatieverklaring gaat een onderdeel vormen van het inburgeringstraject en de maatschappelijke begeleiding, met de kernwaarden van de Nederlandse maatschappij als uitgangspunt. Deze integrale en parallelle aanpak dient breder te worden ingezet. Daarmee willen we voorkomen dat mensen in de fase van inburgering naast hun taallessen ‘op de bank zitten’. In deze integrale aanpak gaan we zoveel mogelijk gebruik maken van het bestaande aanbod van het Werkbedrijf. Onderdeel van het inburgeringsproces is leren omgaan met financiën. Vergunninghouders hebben vaak moeite met het beheren van hun inkomsten en uitgaven en met het digitaal betalingssysteem waarmee we in Nederland werken. In aanvulling op de activiteiten gericht op werk en onderwijs, zijn er ook andere activiteiten zoals sport en taalmaatjes die de integratie en de deelname van de vergunninghouders in de stad en de wijk vergroten. Hierbij stimuleren en faciliteren we burgerinitiatief (zie Huisvesting vergunninghouders). Naast het inburgeringsproces voor volwassenen en waar nodig de volwasseneneducatie, is het van belang dat kinderen zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren, zodat ze kunnen meedoen met het reguliere onderwijs. Het beperken van een taalachterstand is hierbij een aandachtspunt. Dit doen ze op de Internationale schakelklassen (ISK). De kans op gezondheidsproblemen is bij vergunningshouders groter dan gemiddeld. Allereerst door mogelijke traumatische ervaringen, maar ook door taalbarrière en onbekendheid met de gezondheidszorg in Nederland. Dit vraagt om goede informatievoorziening, signalering en preventieve activiteiten, zowel gericht op jeugd als volwassenen.
4
Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid ‘Geen tijd te verliezen: van opvang naar integratie van asielmigranten’, december 2015.
11
Samenwerking partners De partners waarmee we de komende periode samenwerken in het kader van inburgering en integratie zijn:
Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA): met deze organisatie gaan we afspraken maken over een snelle start van de inburgering en in het voorzien van relevante informatie over de vergunninghouder. Vluchtelingenwerk Oost Nederland, bureau Wijland, overige aanbieders: deze organisaties ondersteunen de vergunninghouders in de maatschappelijke begeleiding. Met hen gaan we afspraken maken over een integrale aanpak inburgering. Taalaanbieders (zoals ROC Nijmegen en Capabeltaal): bieden vergunninghouders inburgeringstrajecten aan. Met hen gaan we afspraken maken over een snelle start en intensieve inburgering. Bij ROC Nijmegen kopen we ook volwasseneneducatie in. Het Werkbedrijf: met deze organisatie gaan we afspraken maken om de groep vergunninghouders eerder een re-integratietraject aan te bieden, dat parallel loopt aan de inburgering. Het Inter-Lokaal: deze organisatie werkt in de wijken op laagdrempelig niveau en heeft veel expertise in budgetcoaching. Dit wordt samen met bureau Schuldhulpverlening opgepakt. Werkgevers: met werkgevers gaan we in gesprek om de vraag goed op tafel te krijgen zodat er een betere aansluiting gevonden kan worden op de arbeidsmarkt. Het UAF: het UAF is een stichting voor vluchteling studenten die hoger opgeleide vluchtelingen ondersteund in hun studie en vinden van een baan. Met hen gaan we in gesprek over hoger opgeleide vluchtelingen. De GGD: met de GGD gaan we afspraken maken over de gezondheidsketen en samenwerkingspartners, hierbij horen ook huisartsen en het sociaal wijkteam. Dit doen we aan de hand van de notitie ‘De gezondheid van Vluchtelingen: gemeenten en GGD aan zet’, GGD-Nederland januari 2016. Scholen: met scholen afspraken maken over ISK en VVE om onderwijsachterstanden te beperken.
Risico’s In het uitvoeren van onze wettelijke taken lopen we een financieel risico, onder meer bij de (bijzondere) bijstand, de re-integratie en de volwasseneneducatie. Hoe groot dit risico is, is nog onduidelijk omdat de Rijksbijdragen nog niet uitgewerkt zijn. Ook als we op het gebied van de integratie extra beleid willen uitvoeren, zal dit vragen om meer capaciteit en programmabudget. Vergunninghouders hebben een lange weg te gaan naar re-integratie. Dit heeft te maken met taalachterstand, onvoldoende opleiding, of dat opleiding en diploma’s niet één op één te vertalen zijn naar onze normen. Uitstroom uit de bijstand zal op korte termijn voor een deel van deze groep niet reëel zijn.
12
4.
Opvang uitgeprocedeerden
Het opvangen van uitgeprocedeerde vreemdelingen is primair een Rijkstaak. Het Rijk heeft een vrijheids beperkende locatie (VBL), dit is een opvang waarbij de begeleiding gericht is op terugkeer naar het land van herkomst. En daarnaast zijn er Gezinsopvang locaties (GOL), waar ouders met minderjarige kinderen worden opgevangen. Op 26 november 2015 heeft de Raad van State uitgesproken dat het Rijk geen opvang hoeft te verlenen aan uitgeprocedeerde vreemdelingen die niet meewerken aan terugkeer. We maken een onderscheid in vreemdelingen die een herhaald asielverzoek hebben ingediend of kunnen indienen en vreemdelingen die uitgeprocedeerd zijn. Beide groepen komen niet meer in aanmerking voor Rijksopvang en vallen tussen de wal en het schip. Deze groepen komen in beeld bij gemeenten. Gemeenten hebben diverse grondslagen om deze groep opvang te verlenen, zoals de uitspraak van het Europees Comité van Sociale Rechten 1 juli 2014 (klachtnr. 90/2013), publicatie 10 november 2014. De strekking van de uitspraak is dat de overheid verantwoordelijk is voor het bieden van bed, bad en brood voor ongedocumenteerden. Dit kunnen asielzoekers zijn, maar ook migranten. Daarnaast hebben we vanuit de Wmo een zorgtaak voor kwetsbaren. Vervolgens heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2014 uitgesproken dat centrumgemeenten verantwoordelijk zijn voor het opvangen van uitgeprocedeerde vreemdelingen. Er loopt naast het bestuursakkoord Verhoogde asielinstroom een ander traject om te komen tot een aanvullend bestuursakkoord over de opvang van uitgeprocedeerde vreemdelingen. Verwacht wordt dat ook het aantal uitgeprocedeerden zal toenemen de komende jaren.
Wat hebben we gedaan? We voorzien in een noodopvang uitgeprocedeerden en juridische begeleiding voor vreemdelingen die een herhaald asielverzoek hebben ingediend. Zij verblijven rechtmatig in Nederland en hebben uitzicht op een toekomst in Nederland of het land van herkomst. Daarnaast bieden we een bed, bad en brood-voorziening voor uitgeprocedeerde vreemdelingen. Deze groep kan, of wil niet terug naar het land van herkomst en kan ook niet blijven in Nederland. Beide groepen kunnen enkel gebruik maken van medisch noodzakelijke zorg. Wij bekostigen de vergoeding van medicatie die ze nodig hebben. Sinds april 2014 werken we met de pilot Lokale samenwerking, een initiatief van het ministerie, waarbij een netwerk van partners in de vreemdelingenketen zoekt naar individuele oplossingen voor langdurig verblijvende uitgeprocedeerde vreemdelingen.
Wat gaan we doen? Ten aanzien van uitgeprocedeerden hanteren we de volgende uitgangspunten:
we blijven ons inzetten voor uitgeprocedeerde asielzoekers in schrijnende situaties ; we streven naar een sluitende aanpak, niemand valt tussen de wal en het schip.
Toelichting In de motie Recht op bestaan van 12 november 2014, is opgenomen dat we ons blijven inzetten voor uitgeprocedeerde asielzoekers in schrijnende situaties. Daarnaast hebben we in ons Coalitieakkoord opgenomen dat we middelen inzetten voor een bed, bad en brood-voorziening.
13
In 2016 zal naar verwachting het aanvullend bestuursakkoord worden gesloten wat betreft de opvang van uitgeprocedeerde vreemdelingen. Aan de hand daarvan en de bovenstaande uitgangspunten zal nieuw beleid ontwikkeld worden.
Risico’s Gemeenten hebben tijdelijk een vergoeding ontvangen van het Rijk voor het opvangen van uitgeprocedeerde vreemdelingen. Deze regeling zal naar verwachting niet worden voorgezet. Gemeenten lopen hierin een financieel risico. Ook wegens de hoge instroom zal in de toekomst meer beroep worden gedaan op deze voorzieningen.
14
5.
Communicatie & evaluatie
Het verkrijgen en behouden van draagvlak voor de thans noodzakelijke en soms buitengewone maatregelen is van groot belang. Niet alleen voor de realisatie van de gevraagde en opgelegde taakstellingen, maar ook voor het behoud van een tolerante en open samenleving. Daarom is communicatie van groot belang. Niet alleen gericht op de projecten van geclusterd wonen, maar ook op het totaal van deze ontwikkeling. In het bestuursakkoord is niets opgenomen over dit thema.
Wat hebben we gedaan? In het kader van de wooncomplex huisvesting vergunninghouders in Nijmegen-Lent en Noodvoorziening Heumensoord hebben we actief en vooral ook proactief gecommuniceerd met de stad en met de buurt. Er is vooraf en tijdens de realisatie een open inbreng van buurtbewoners, waarmee we terdege rekening houden. Hartverwarmend is de enorme inzet die vele Nijmegenaren daarbij tonen. Niet voor niets is één van de initiatiefnemers uitgeroepen tot Nijmegenaar van het jaar. Dat brede en stevige draagvlak is ons veel waard.
Wat gaan we doen? We hanteren de volgende uitgangspunten:
Actieve en open communicatie in stad en wijken; We zorgen voor een transparante communicatie met vluchtelingen en statushouders We betrekken bewoners tijdig bij onze plannen voor opvang en huisvesting; We stemmen de aanpak communicatie af op het krachtenveld in de wijk; We formuleren heldere kernboo dschappen over bestuurlijke koers en uitvoering; ‘Doen wat nodig is’ vraagt om flexibele inzet van meer en minder intensieve communicatie-aanpakken; We evalueren en monitoren onze aanpak op vaste onderdelen om te bepalen of bijsturing nodig is.
Toelichting Transparante communicatie staat hoog op onze prioriteitenlijst. Vluchtelingen en statushouders hebben behoefte aan heldere informatie en transparante communicatie. Ook bewoners mogen zich niet overvallen voelen door onze plannen. Dat betekent dat we tijdig naar buiten zullen treden zodra plannen concreet worden. We richten ons in onze communicatie dus niet alleen op de vluchtelingen en vergunninghouders, maar vooral ook op onze inwoners. Daarbij hoort dat we de stad en de wijken informeren over wat er gaat veranderen. We gaan per project communiceren zodra er een zorgvuldige afweging heeft plaatsgevonden over de haalbaarheid. Dan gaan we uw Raad informeren en omwonenden bij de verdere planvorming betrekken. Met deze werkwijze beogen we zoveel mogelijk onnodige onrust in buurten en wijken te voorkomen, aangezien een aanzienlijk deel van de optionele locaties in de loop van het onderzoeksproces zal afvallen. Om te kunnen beoordelen of onze aanpak succesvol is, is het nodig om de beoogde doelstellingen in beeld te brengen. Dan kunnen we ook uitmaken of bijstelling nodig is. Het bepalen van de benodigde gegevens en de juiste toets-momenten worden in een separaat plan uitgewerkt. Bij het monitoren en evalueren van onze aanpak betrekken we bewoners en vluchtelingen.
15
Risico Er is altijd het risico, dat ongenuanceerde kritiek en ongefundeerde beeldvorming gaan ontstaan. Niet tijdige en onvolledige informatieverstrekking werken dit in de hand. Daarmee is dit risico dan ook in te perken.
6.
Financiën en project
De vluchtelingeninstroom vraagt veel onze gemeente. Niet alleen de noodopvang, maar vooral de huisvesting van statushouders wanneer ook de daadwerkelijke integratie van start gaat. Er wordt een groter beroep gedaan op onze sociale voorzieningen, wat meer middeleninzet vraagt dan geraamd. Omdat het bestuursakkoord de komende maanden nog verder uitgewerkt wordt, is het nog onzeker wat de bijdrage van het Rijk zal zijn. Dit wordt de komende periode stapsgewijs concreter. Dit geldt ook voor de daadwerkelijke instroom van vluchtelingen en de taakstelling huisvesting vergunninghouders.
Project Ambtelijk wordt een project Verhoogde Instroom Vluchtelingen ingericht, dat ook de huisvestingsvraag van beleidsdoelgroepen meeneemt. Beleidsvoorbereiding, projectontwikkeling huisvesting, communicatie en uitvoering inburgering en (arbeids-)participatie zijn daarin bijeengebracht. Wij zullen u halfjaarlijks informeren over de voortgang.
16
Bijlage 1
Huisvestingsopgave
Vergunninghouders en bijzondere doelgroepen 2016/2017 De cijfers hieronder zijn indicatief, op basis van een voorlopige ambtelijke inschatting.
Toelichting op de berekeningen Vergunninghouders Rijk: 58.000 mensen per jaar, 1% per jaar voor Nijmegen en 1% voor de regio, naar rato aantal inwoners verdeeld over de gemeenten. We gaan uit van 1000 – 1200 mensen in twee jaar in Nijmegen. Het gaat om ongeveer 70% gezinnen (inclusief nareizigers) en 30 % alleenstaanden (dit op basis van de instroom Nijmegen 2015). Hiervoor zijn 200 gezinswoningen nodig en 300 woonruimten voor alleenstaande vergunninghouders. Samen met het Rijk van Nijmegen gaat het dan om ongeveer 400 gezinswoningen en 600 wooneenheden voor alleenstaanden. Overige doelgroepen De bijzondere doelgroepen bestaan uit mensen die niet vanzelf een plek in maatschappij innemen. Het zelfstandig wonen en leven kan nog begeleiding vergen en ondersteuning van de omgeving. Begeleiding is een taak van de zorgleveranciers die gecontracteerd zijn door de Gemeente. Het zelfstandig wonen is een uitdaging en mislukt ook wel eens. Met elkaar moeten we de optimale omstadingheden scheppen om het te laten slagen, om te zorgen dat mensen hun een eigen plek behouden en daar goed leven. De cijfers zijn gebaseerd op overdrachtsbestanden uit 2015, cliënten gegevens Zorgkantoren, Jeugdzorginstellingen, historische cijfers maatschappelijke opvang.
17
Onderwijshuisvesting We hebben berekend dat we voor 2016 en 2017 rekening moeten houden met extra 520 leerlingen per jaar in de Internationale Schakelklassen (ISK). Het zal gaan om ongeveer 35 klassen per jaar. Het gaat om een inschatting van de voorzieningen.
Bijlage 2: Aanpak bij geclusterde huisvesting
18
Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail
[email protected]
Adviescommissie Allochtonen t. a v. Dhr. Yilderim Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Ons kenmerk
Contactpersoon
MO10/16.0001848
Cilia ten Den
Onderwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Nijmeegse aanpak Verhoogde Instroom Vluchtelingen
18-2-2016
(024) 3299226
Geachte leden van de Adviescommissie Allochtonen, geachte heer Yilderim, Op 18 februari jl. hebben we uw brief over de Nijmeegse aanpak Verhoogde Instroom Vluchtelingen ontvangen. We willen u hartelijk danken voor uw reactie en uw steun. Dit geldt in het bijzonder uw intentie om, waar mogelijk, bij te dragen aan een sterk draagvlak voor de Nijmeegse aanpak binnen de migrantengemeenschappen. Dit vinden we heel belangrijk en daarom stellen we uw inzet zeer op prijs. De Uitgangspuntennotitie Verhoogde Instroom Vluchtelingen 2016-2017 is een notitie op hooflijnen, die de komende periode stapsgewijs nader ingevuld gaat worden. U bent in het algemeen positief over de Nijmeegse aanpak en geeft enkele suggesties en aanvullingen die die we zinvol vinden en mee willen nemen in de nadere uitwerkingen en de vertaling naar de uitvoering. U voegt in uw reactie en aanvullingen met name het perspectief van de vluchtelingen toe. We zijn van mening dat dit perspectief inderdaad nog te weinig tot uiting kwam in onze aanpak en hebben de notitie daar op onderdelen op aangepast. Het vluchtelingenperspectief zullen we daarnaast in de nadere uitwerkingen van dit beleidskader meennemen. Desalniettemin hebben we gemeend het volgende uitgangspunt expliciet toe te voegen en in de notitie op te nemen: ‘we zorgen voor een transparante communicatie met vluchtelingen en statushouders’. Hieronder gaan we puntsgewijs in op de voorgestelde toevoegingen en aandachtpunten. Belangrijk is te vermelden we als college bij de opvang van vluchtelingen niet de eerst verantwoordelijke zijn en voor het realiseren van de aandachtspunten afhankelijk zijn van het rijk, COA en overige partners.
www.nijmegen.nl
college brief Adviescommissie Allochtonen
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
1
1. Ruimte maken voor en luisteren naar negatieve geluiden. In de notitie hebben we reeds opgenomen dat we het belangrijk vinden om reële zorgen over leefbaarheid en veiligheid in de wijk te bespreken. Dit houdt in dat we ruimte willen maken voor en willen luisteren naar negatieve geluiden. 2. Transparante communicatie met vluchtelingen/statushouders Een aanvulling die we als algemeen uitgangspunt hebben opgenomen in de notitie. Dit betreft voor ons als college vooral de transparante communicatie met statushouders. 3. Gemeente draagt naar vermogen bij aan de leefbaarheid en veiligheid in de vluchtelingenopvang. Met een zorguldige selectie van locatie en pand, het tijdig betrekken van bewoners, het samen met partners zorgen voor passende begeleiding en voorzieningen, en het activeren van en communiceren met bewoners en vluchtelingen, willen we bijdragen aan de veiligheid en de leefbaarheid in en om de opvanglocatie. We zetten onze werkwijze voort waarin we samen met onze partners en omwonenden de leefbaarheid en veiligheid monitoren en met het COA en overige partners in gesprek blijven over de signalen. We spreken het Rijk aan op de lange tijdsduur waarop gestart wordt met de asielprocedure. 4. Gemeente stimuleert & faciliteert ook initiatieven van vluchtelingen in de noodopvang en AZC’s. We vinden het belangrijk al tijdens de asielprocedure in het AZC te starten met de integratie. Dit betekent ook het meedoen van vluchteling in de wijk en stad. 5. Het College laat zich leiden door het Verdrag voor de Rechten van het Kind. Dit is een aandachtpunt dat het college ter harte neemt en meenneemt in de verdere uitwerkingen. 6. Gemeente zorgt samen met COA voor pedagogisch verantwoorde activiteiten vanaf dag één. We vinden het belangrijk dat kinderen vanaf dag één onderwijs (kunnen) krijgen. Daar zorgen we samen met het COA en het Onderwijs voor. 7. Gemeente overlegt met vluchtelingen/statushouders over voorzieningen. We vinden het vooral van belang dat er de vluchtelingen goed worden geïnformeerd en dat er sprake is van transparante communicate. Daarbij ligt onze verantwoordelijkheid in eerste instantie bij de statushouders. We willen statushouders actief betrekken bij de woonvoorzieningen en hun wijk en vluchtelingen en statushouders betrekken bij het evalueren van de voorzieningen en ons beleid. 8. Aandacht voor het risico van enkel zenden. Luisteren naar de inbreng van vluchtelingen is een aandachtspunt dat wordt meegenomen in de nadere uitwerkingen en de uitvoering. 9. Toevoegen pijler Veiligheid bij geclusterd wonen. We vinden veiligheid van belang. Veiligheid heeft echter al een belangrijk plek in de pijler Huisvesting en Beheer (doelstelling 3: veilig voelen op de woonvoorziening) en Integratie en Paricipatie in de wijk (doelstelling 3: veilig voelen in de wijk). We verwijzen u hiervoor naar bijlage 2 van de notitie. 10. Gemeente geeft eerlijke infomatie over perspectieven en voorkomt valse verwachtingen. Dit betreft het uitgangspunt eerlijke en transaprantie communicatie. Daarvoor is de gemeente als eerste aan zet bij de huisvesting en integratie van statushouders. Waar het gaat om noodopvang, opvang in een azc en de asielprocedure is het rijk als eerste aan zet. We zetten ons waar mogelijk in om met alle betrokken partners eerlijke perspectieven te schetsen.
www.nijmegen.nl
college brief Adviescommissie Allochtonen
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
2
11. Communicatie en evaluatie niet alleen met onvangende samenleving, maar ook met de nieuwkomers. Dit uitgangspunt hebben we in de notitie verwerkt en nemen we mee in de verdere uitwerkingen en uitvoering.
We danken u nogmaals voor uw inbreng en maken graag gebruik van uw aanbod mee te denken over de ontwikkeling en uitvoering van de Nijmeegse aanpak.
Met vriendelijke groet,
Het college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris a.i.,
drs. H.M.F. Bruls
drs. R. Wever
www.nijmegen.nl
college brief Adviescommissie Allochtonen
Aan
College van Burgemeester en wethouders Gemeente Nijmegen
T.a.v.
Wethouder Bert Frings
Datum Betreft
18-02-2016 Nijmeegse aanpak Verhoogde Instroom Vluchtelingen - Uitgangspuntennotitie 2016-2017
Geacht college, geachte heer Frings,
De adviescommissie allochtonen onderschrijft van harte uw intentie om een open en gastvrije te stad te willen zijn voor vluchtelingen. Wij zijn daar als commissieleden trots op. Wij zijn het ook met u eens dat het verkrijgen en behouden van draagvlak daarvoor van belang is. Daarom willen wij graag meewerken aan die opgave en zullen we ook, voor zover dat in ons vermogen ligt, bijdragen aan een sterk draagvlak binnen de migrantengemeenschappen. De Uitgangspuntennotitie, versie 2 februari 2016, is besproken in de ACA-vergadering van 16 februari. De commissie is positief over de ‘Nijmeegse aanpak’. Op enkele punten werden suggesties gedaan voor aanvullingen, die hieronder puntsgewijs worden genoemd. De commissie draait het perspectief op een aantal punten en probeert te kijken vanuit de nieuwkomers. Opvang vluchtelingen 1. Transparante communicatie in de wijk: 1.1. Het is van belang om uitdrukkelijk ook ruimte te maken voor en te luisteren naar negatieve geluiden onder de ontvangende bevolking. Als dat niet gebeurt, erodeert het draagvlak. 1.2. De commissie ziet graag toegevoegd: we zorgen voor transparante communicatie met vluchtelingen/statushouders. 2. Borgen leefbaarheid en veiligheid in de wijk: De commissie is zich bewust van de taakverdeling tussen Rijksoverheid en gemeente. Niettemin zou de commissie hier graag ook een toevoeging zien die uitdrukt dat de gemeente naar vermogen bijdraagt aan de leefbaarheid en veiligheid in de vluchtelingenopvang. 3. Stimuleren en faciliteren burgerinitiatieven: De commissie ziet graag toegevoegd dat de gemeente ook initiatieven van vluchtelingen in de noodopvang en AZC’s stimuleert en waar mogelijk faciliteert. De commissie wijst op het voorbeeld van een vluchteling uit de noodopvang die meehielp met sorteren van kleding. Dit had een positief effect binnen de noodopvang en naar de vrijwilligers. Het is overbodig om te wijzen op te integratieve effecten hiervan voor de persoon in kwestie. Dit sluit aan op het door u
geformuleerde uitgangspunt dat integratie start in de opvanglocatie. 4. Onderwijs: 4.1. De commissie ziet graag expliciet toegevoegd dat de gemeente zich laat leiden door het Verdrag voor de Rechten van het Kind. 4.2. Aan de uitgangspunten ziet de commissie graag toegevoegd dat de gemeente er samen met het COA voor zorgt dat er vanaf de eerste dag pedagogisch verantwoorde activiteiten zijn voor kinderen, in geval onderwijs nog niet mogelijk of wenselijk is. Niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de ouders is kinderopvang van belang om tot rust te kunnen komen. 5. Passende voorzieningen: De commissie stelt voor toe te voegen: en zorgen voor overleg hierover met de vluchtelingen / statushouders. Ook dit dient het uitgangspunt dat de integratie in de opvanglocatie start. Door systematisch de mensen te betrekken bij wat er met en voor hen gebeurt, kunnen zij wennen aan de overlegcultuur in Nederland. 6. Bevorderen van communicatie: Ten aanzien van communicatie wil de commissie aandacht vragen voor het risico van enkel zenden. Luisteren en ervoor zorgen dat mensen in de gelegenheid zijn hun verhaal te vertellen is van belang. 7. Huisvesting vergunninghouders: U noemt drie pijlers in geval van geclusterd wonen: Huisvesting en Beheer, Inburgering & Integratie, Integratie & Participatie in de wijk. De commissie ziet graag een pijler Veiligheid toegevoegd. 8. Integratie en Participatie Op dit onderwerp wil de commissie graag toegevoegd zien: we gaan uit van het leervermogen van de statushouder, geven eerlijke informatie over perspectieven en willen daarmee valse verwachtingen voorkomen. 9. Communicatie en evaluatie De uitgangspunten voor dit onderwerp hebben betrekking op de ontvangende samenleving. De commissie ziet graag ook communicatie en evaluatie met de nieuwkomers toegevoegd. Uiteraard is de commissie van harte bereid verder mee te denken over de ontwikkeling en uitvoering van de Nijmeegse aanpak van de opvang van vluchtelingen. Met vriendelijke groet, namens de Adviescommissie Allochtonen Cengiz Yildirim Voorzitter
Anneke Voeten Ambtelijk secretaris
Betreft: Nijmeegse aanpak Verhoogde Instroom Vluchtelingen - Uitgangspuntennotitie 2016-2017 Datum: 18 februari 2016
SAMENVATTING
Voorgestelde toevoegingen en aandachtspunten 1. Ruimte maken voor en luisteren naar negatieve geluiden 2. Transparante communicatie met vluchtelingen/statushouders. 3. Gemeente draagt naar vermogen bij aan de leefbaarheid en veiligheid in de vluchtelingenopvang. 4. Gemeente stimuleert & faciliteert ook initiatieven van vluchtelingen in de noodopvang en AZC’s. 5. Expliciet vermelden dat gemeente zich laat leiden door Verdrag voor de Rechten van het Kind. 6. Gemeente zorgt samen met COA voor pedagogisch verantwoorde activiteiten vanaf dag één. 7. Gemeente overlegt met vluchtelingen / statushouders over voorzieningen. 8. Aandacht voor het risico van enkel zenden. Luisteren naar inbreng vluchtelingen, statushouders. 9. Toevoeging pijler Veiligheid bij geclusterd wonen. 10. Gemeente gaat uit van leervermogen statushouder, geeft eerlijke informatie over perspectieven en voorkomt valse verwachtingen. 11. Communicatie en evaluatie niet alleen met ontvangende samenleving, maar ook met de nieuwkomers.