h c u l v ‘ l a i c Spe
’ n e g telin
December 2015
In deze eenmalige nieuwsbrief geven we een indruk wat er in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland allemaal gebeurt met betrekking tot de zorg voor vluchtelingen. We hebben niet de illusie dat we een volledig beeld geven, maar we geven wel een inkijkje in de verscheidenheid van activiteiten, organisaties en mensen die betrokken zijn. Een ieder vertelt zijn of haar eigen verhaal.
Voor wie doen ‘we’ het eigenlijk? Elias, een jongen van 23, uit Damascus in Syrië. Een beetje verlegen lijkt hij, vriendelijk. Hij studeerde toerisme. Op 2 tentamens na was hij klaar. Door de situatie in zijn land, en het feit dat hij opgeroepen zou worden voor het leger, besloot hij te vertrekken. Zijn moeder en broer zijn nog in Syrië. Wij treffen hem in het opvangkamp achter de Americahal in Apeldoorn. Hij is christelijk, een minderheid in zijn thuisland legt hij uit. Minder dan 10% van de bevolking is christelijk. Met negentien moet je in het leger. Je kunt wel iets uitstel krijgen vanwege een studie, maar uiteindelijk moet je ‘gewoon’ het leger in. Op 8 augustus vertrok hij uit Syrie, op 20 augustus kwam hij aan in Ter Apel waar het heel erg druk was. Toen acht dagen in Gilze, waarna hij weer terugging naar Ter Apel om uiteindelijk op 30 augustus in Apeldoorn aan te komen. Eigenlijk had hij geen vast omlijnd plan waar hij naar toe wilde, als het maar weg was uit Syrië. Nederland, Duitsland, zelfs in Griekenland blijven heeft hij overwogen. Onderweg kwam hij een oudere man tegen die hem vroeg hem te helpen tijdens de reis naar Nederland. In ruil daarvoor betaalde die man de bus en trein, Elias had geen geld meer. Zo kwam hij in Nederland terecht. Sindsdien weet hij niet waar hij aan toe is. Hoe lang het duurt kan niemand hem vertellen. Hij is vol lof over de mensen in het opvangcentrum, die kunnen er ook weinig aan doen, zegt hij. Wat hij niet begrijpt is dat er mensen zijn die veel later in Nederland zijn gekomen en nu al ‘in procedure’ zijn. Zijn nichtje woont al in een echt huis (met een andere familie, maar toch) en heeft een vergunning voor de komende 5 jaar. Ook zij kwam later in Nederland aan. Niemand kan hem uitleggen hoe dat komt. Hij heeft in de afgelopen 3,5 maand niemand gesproken die hem iets kan vertellen over de procedure. Over 10 jaar Waar hoopt hij te zijn over 10 jaar? ‘In my homeland, with my friends and family’ verzucht hij. Zijn moeder en broer zijn nog in Syrië, sommige vrienden zitten in Duitsland of Zweden. Wanneer we vragen of hij nog een keer dezelfde keus zou maken twijfelt hij. Hij zou zeker weer beslissen om weg te gaan, maar of hij nog een keer voor Nederland zou kiezen weet hij niet. Het is niet zozeer dat hij zich niet welkom voelt. Hij snapt dat het véél mensen zijn, die nu uit
Syrië komen, en dat er procedures zijn die gevolgd moeten worden. En hij begrijpt uit de kranten ook dat er mensen zijn die bezorgd zijn, omdat het veel vluchtelingen zijn die ons land binnenkomen. Hij benadrukt dat de mensen binnen het opvangkamp echt hun best doen, en dat de bewoners van Apeldoorn heel aardig zijn. Maar vooral de onzekerheid drukt erg zwaar, en het feit dat hij geen regie meer heeft over zijn eigen leven. En natuurlijk is het feit dat álles zo anders is, ook niet makkelijk. De taal, de omgeving, het eten, de geluiden, de ‘skyline’, alles is anders…. Kon men maar vertellen hoe lang ze nog moeten wachten op enig bericht, dat zou al heel veel schelen...
Taallessen in Oost Gelre Wij hebben in september dit jaar een crisisnoodopvang verzorgd in een sportcomplex in Zieuwent. Dat heeft veel indruk op mij gemaakt. Aan de ene kant de ontredderde vluchtelingen en hun indringende verhalen. Aan de andere kant de grote bereidheid van de inwoners in Zieuwent om de vluchtelingen een warm welkom te geven. Die grote betrokkenheid en de band die in korte tijd ontstond was hartverwarmend om mee te maken. Op dit moment is de belangrijke vraag hoe we de opvang van vluchtelingen een vervolg geven in onze gemeente. Wij nemen onze verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan de oplossing van dit grote probleem. De raad heeft het college nadrukkelijk opdracht gegeven om hier invulling aan te geven. Wij werken dit nu verder uit en gaan daarover het gesprek aan met onze inwoners. Ik ben er van overtuigd dat, als we allemaal ons aandeel leveren, we de opvang van vluchtelingen op een goede en humane manier kunnen organiseren.” Burgemeester Annette Bronsvoort van de gemeente Oost Gelre Eén van de vele initiatieven uit de bevolking was het geven van taallessen.
Afstemming en ondersteuning Zo’n 25 jaar geleden, ik werkte bij Artsen zonder Grenzen, was ik al eens betrokken bij vluchtelingen. Nu als kwartiermaker Crisisbeheersing is dat weer het geval. Vooral de gemeentelijke en de geneeskundige kolom binnen Crisisbeheersing, een onderdeel van de VNOG, ondersteunt de gemeenten. Hier vindt immers de daadwerkelijke opvang plaats. Vanuit de VNOG is ook veel contact met het LOCC, omdat het COA landelijk contact onderhield met het LOCC. Dit maakte de afstemming soms niet makkelijk. In ons algemeen bestuur is afgelopen maand afgesproken dat er een Afstemmingstafel wordt opgericht. Hierin nemen de burgemeesters uit het dagelijks bestuur plaats, aangevuld met de Commissaris van de Koning en het COA (Centrale Opvang Asielzoekers). In dit overleg kunnen bestuurders o.a. hun ervaringen delen. Het is mooi om te zien hoe iedereen probeert zijn steentje bij te dragen om de huidige vluchtelingencrisis zo goed mogelijk op te lossen. Daarnaast is de hoop dat er zo snel mogelijk structurele opvang komt, zodat een groot deel van de vluchtelingen niet iedere 72 uur weer moet verhuizen naar een andere gemeente. Jeroen Wesselink, kwartiermaker Crisisbeheersing
Een buitengewone situatie Van een calamiteit, crisis of ramp wil ik niet spreken wanneer het COA vraagt om binnen 24 uur een crisisnoodopvang voor circa 115 vluchtelingen in te richten. Voor mij was het een nieuwe ervaring hoeveel energie in een ambtelijke organisatie kan worden losgemaakt wanneer een buitengewone situatie daarom vraagt. Natuurlijk hebben wij eerst een gemeentelijk beleidsteam geformeerd; burgemeester, wethouder zorg en welzijn, gemeentesecretaris, communicatieadviseur, het hoofd van de betrokken beleidsafdeling, de verslaglegger en ikzelf – min of meer volgens het bekende boekje. Op gezette tijden kwam dit team bij elkaar om de lopende en te verwachten ontwikkelingen te bespreken en te duiden. Een gemeentelijke organisatie blijkt tot heel veel in staat, uiteraard samen met onze partners als de plaatselijke bevolking en maatschappelijke organisaties, het Rode Kruis, de brandweer en het wijkteam van de politie. Een voorbeeld? Om middernacht reed onaangekondigd een bus voor het sportcentrum in Zieuwent met enkele tientallen vluchtelingen, rechtstreeks uit Ter Apel. Voor allemaal werd er in allerijl eten, drinken en een slaapplek geregeld. Punt van aandacht: nazorg voor iedereen die een bijdrage heeft geleverd en een evaluatie met alle betrokken instanties. Altijd nuttig, zeker wanneer je weet dat op enig moment het COA kan bellen met het verzoek om……
Arjan de Brouwer, adviseur openbare orde en veiligheid, gemeente Oost-Gelre
De menselijke maat Dat er groepen vluchtelingen per bootje de oversteek wagen en gevaar voor eigen leven lopen, wist ik persoonlijk al vanuit de tijd dat wij in de jaren ’90 in Albanië woonden en werkten. Ook onze toenmalige buurman ondernam diverse pogingen waarbij hij regelmatig Italië niet haalde omdat hij werd opgelicht, het bootje de oversteek niet kon volbrengen of omdat hij aan de overkant werd opgepakt en een paar honderd gulden lichter weer retour gezonden werd. Na vier pogingen hebben we onze buurman niet meer teruggezien. Wel kwam er regelmatig geld vanuit het buitenland binnen bij het vier jaar oude vriendje van onze zoon, zodat er een vorm van overleven voor dit gezin in Albanië mogelijk was. Een behoorlijke uitdaging De huidige vluchtelingencrisis was al weken in het nieuws maar leek ver van mijn eigen bed. Tot die mail van het Nationaal Crisis Centrum ergens in september bij de Veiligheidsregio binnenkwam. Een oproep om binnen een paar uur in beeld te brengen waar in de regio crisisnoodopvanglocaties beschikbaar zijn, om diezelfde avond vluchtelingen te kunnen huisvesten. Gevolgd door een bericht van GGD-GHOR Nederland om te inventariseren of er materialen in de vorm van bedden, dekens en tenten regionaal ter beschikking kunnen worden gesteld aan het COA voor de komende 6-12 maanden. En of we, by-theway, ook rekening willen houden met het scenario dat er groepen vluchtelingen kunnen stranden op stations. Intuïtief en uit ervaring doemt die middag het beeld op dat we hier te maken hebben met ‘een behoorlijke uitdaging’ voor de komende weken of maanden. De eerste dagen en weken staan in het teken van bellen, veel bellen. Met het Rode Kruis, met gemeenten die die eerste avond al vluchtelingen ontvangen, met defensie, met landelijke bureaus, met het COA, met buurregio’s, met huisartsen en met andere partners in de zorg.
Weerbarstige praktijk Op papier lijkt de opvang van vluchtelingen goed geregeld. De praktijk blijkt weerbarstig. Want deze stroom valt niet onder de ‘normale’ stroom en daarbij staat alles voor deze niet-normale situatie ter discussie. Dit bedenk ik me ook wanneer ik een groep minderjarige jongens zie binnenkomen op een van de locaties. Als moeder valt mij op hoe jong ze zijn en hoe ze hunkeren naar geborgenheid. Als mens word ik geraakt door de vele vrijwilligers en professionals die bereid zijn zich in te spannen voor deze groepen vluchtelingen. Als GHOR vragen wij ons af wat onze rol is en waar wij van betekenis kunnen zijn. We dragen zorg voor verbinding van medische zorg op maat aan gemeenten die vluchtelingen opvangen en daarbij geholpen willen worden en we verbinden artsen van gemeenten waar vluchtelingen vandaan komen aan artsen waar vluchtelingen naar toe gaan zodat de continuïteit van medische zorg aan die vluchtelingen die dit nodig hebben wordt gecontinueerd. Ook voor die vluchtelingen die zwanger zijn, die ziek zijn, die bejaard zijn, die minderjarig zonder ouders in Nederland verblijven en aan diegenen die zwaar getraumatiseerd zijn. We faciliteren dat de informatie die in het landelijk Crisis Management Systeem staat actueel en betrouwbaar is en regionaal beschikbaar is voor alle ziekenhuizen, huisartsen, GGD, ambulancedienst en andere partners in de medische hulpverlening Hierdoor kan een ieder zijn eigen verantwoordelijkheid nemen. Draaiboeken, vragen en antwoorden en informatie over gezondheidszorg en aard van ziektes van bijv. Syriërs en Eritreeërs worden geactualiseerd wanneer dat nodig is. GHORmedewerkers werken hiervoor samen in een projectgroep zodat continuïteit gegarandeerd is, ook buiten kantoortijden, in de weekenden of met kerstmis die ik thuis met mijn familie zal doorbrengen. Met m’n gedachten bij al diegenen die op dit moment geen ‘thuis’ hebben. Ellen Kamer, GHOR
Geraakt door de improvisatiekracht en creativiteit Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers, het Rijk, de gemeenten, de provincies en de veiligheidsregio’s dienen vanwege de stijging van asielzoekers nauw samen te werken om voldoende adequate opvang te organiseren voor deze asielzoekers. De gemeente Nunspeet heeft haar verantwoordelijkheid genomen om naar vermogen noodopvang voor vluchtelingen en, extra, huisvesting voor statushouders voor haar rekening te nemen. Samen met de inwoners en instellingen van Nunspeet en in samenspraak met de gemeenteraad heeft het college adequate maatregelen genomen. In mijn rol als gemeentesecretaris ben ik geraakt door de improvisatiekracht en de creativiteit van het bestuur en de ambtelijke crew om deze inspanning vanuit de vangnetfunctie van de overheid adequaat te leveren. De positieve energie van de gemeenschappen van Nunspeet om de noodopvang en de huisvesting goed te ondersteunen, ondanks ook de zorgen hierover, vind ik mooi. Het is goed als samenleving en toegewijde overheid naar vermogen te kunnen bijdragen aan de noden van mensen in nood. Jan Kerkhof, gemeentesecretaris Nunspeet
Bedden in Brummen Vanaf november 2014 ben ik werkzaam bij het Rode Kruis als coördinator Noodhulp bij het district Noord- en Oost-Gelderland. Ik coördineer en geef leiding aan de uitvoering van de Noodhulp door SIGMA-vrijwilligers en bevolkingszorgvrijwilligers. Bevolkingszorg is een dienst die wij in noodsituaties aanbieden aan gemeenten terwijl het SIGMA-team (vanaf 1 januari 2016 het Noodhulpteam) wordt ingezet door een functionaris vanuit de witte kolom. Begin september kwamen de eerste telefoontjes. De AOV-ers van Zutphen en Doetinchem vroegen of en wanneer wij bedden en mensen konden leveren. Uiteindelijk bleek Brummen de eerste gemeente die wij mochten ondersteunen bij de opvang van 17 meiden uit Eritrea. De afgelopen maanden overspoelde de ene ontwikkeling de andere: nachtdiensten invullen bleek lastig maar ook niet noodzakelijk, kennis over eventuele ziektes werd verspreid, het roosteren werd steeds professioneler. Het meest geweldig vind ik dat Rode Kruisers vanuit het SIGMA-team, het Noodhulpteam en de afdelingen onmiddellijk klaar stonden om de Rode Kruisers vanuit bevolkingszorg te helpen bij deze mega-operatie! We kunnen met recht spreken van het DISTRICT Noord- en OostGelderland! Mirjam Dijsselhof, Rode Kruis
Crisisnoodopvang in Vierhouten…. busje komt zo……! Donderdag 17 september 2015. Als een van de eerste gemeenten in Nederland kreeg Nunspeet te maken met crisisnoodopvang van vluchtelingen. Rond 18:30 uur een telefoontje van het COA; of we ’s avonds nog alleenstaande minderjarige vluchtelingen (AMV’ers) kunnen op vangen. Het enige wat ik als ambtenaar crisisbeheersing (ACB) te horen krijg is dat het jongens betreft van 15-18 jaar. Na snel overleg met het kernteam voor crisisbeheersing (burgemeester, gemeentesecretaris, communicatieadviseur en ACB) zetten we het licht op groen. De bus uit Ter Apel zal omstreeks 24:00 uur arriveren op de Paasheuvel in Vierhouten. In de tussentijd worden de nodige professionals (coördinator CJG en jeugdwerkers) opgeroepen en bijgepraat. Ook de politie wordt geïnformeerd. Rond middernacht arriveren de 39 vluchtelingen. Vermoeide koppies met een vragende blik in de ogen. Indrukwekkend! De pers (Omroep Gelderland) is aanwezig. De buschauffeur overhandigt een lijst met namen en een A4tje met wat praktische informatie. De vluchtelingen worden verspreid over de stacaravans. Meteen het eerste probleem; Syriërs en Eritreeërs kunnen en willen niet bij elkaar. Slechts een enkeling spreekt een klein beetje Engels. Verder verloopt de nacht rustig. De volgende dagen zijn hectisch. Als ACB’er ben je een crisismanager. De verantwoordelijkheid van de vluchtelingen ligt bij de gemeente en dat voel en merk merk je aan alles. Er is nog geen draaiboek beschikbaar met de do’s and dont’s. Vrijwilligers zijn er gelukkig voldoende. Het bezighouden van de jonge vluchtelingen is lastiger, maar ook dat is gelukt. We hoefden ons niet bezig te houden met de 3 B’s; de Paasheuvel regelt in opdracht van ons het bed, bad en brood. Maar 72 uur crisisnoodopvang is zo voorbij. En dan is de vraag: hoe nu verder. Koortsachtig overleg! De crisisnoodopvang wordt eenmalig verlengd met 72 uur en daarna omgezet in een AMV locatie (noodopvang) onder verantwoordelijkheid van het COA. Dit
zal duren tot uiterlijk 1 april 2016. Na deze beslissing is de (bestuurlijke) druk van de ketel en wordt in goed overleg met het COA de overdracht geregeld. Al met al een situatie waar je letterlijk niet op voorbereid bent. Maar met behulp van de goed opgeleide en geoefende crisisbeheersingsorganisatie en een portie gezond verstand kom je heel ver. Nu nog steeds is er regelmatig contact en overleg met het COA over het reilen en zeilen in deze opvanglocatie. Bert Hinderks ACB’er gemeente Nunspeet
Doen wat je geleerd is. Maar vooral je gezond verstand blijven gebruiken Donderdagavond 17 september 2015, 18.30 uur. Mijn collega Bert Hinderks belt met de mededeling dat het COA gebruik gaat maken van ons aanbod van crisisopvang, of ik om 19.30 uur op het gemeentehuis kan zijn. Zo begon een korte, maar intensieve periode rondom de crisisopvang van minderjarige vluchtelingen op de Paasheuvel. Die avond wordt er door een kernteam (burgemeester, acb’er, gemeentesecretaris, communicatieadviseur, ambtenaar opvang, jonRené Veldman en Bert Hinderks gerenwerk en de manager van de Paasheuvel) overlegd op het gemeentehuis. Eerst licht de burgemeester de dorpsvereniging Vierhouten (de vertegenwoordiging van de Vierhoutense bevolking) in. Daarna gaat er een kort persbericht uit met daarin de belangrijkste punten. Omroep Gelderland en De Stentor bellen gelijk. Het contact loopt prima, ook de burgemeester speelt daarin een belangrijke rol door bereidwillig de pers te woord te staan. De gemeentelijke website en social media zijn direct al ingeschakeld. Na deze heftige avond blijft het de dagen erna druk met de pers. Voorlichting van de COA is ook betrokken, samen denken we na over vervolgcommunicatie-acties, met name richting de Vierhoutense bevolking. Na de inloopavond in Vierhouten is de druk wat van de ketel, dat merken we vooral aan de persaandacht. Het was vanuit communicatie-oogpunt een heftige maar mooie periode. Wat voor mij van belang is, is dat de lijnen vanuit communicatie met de ACB‘er en het college (burgemeeste) kort zijn, Regelmatig sparren is erg belangrijk. Helder nadenken en nuchter blijven ook. Gezond verstand is het belangrijkste credo. En natuurlijk de pers zo goed mogelijk ‘bedienen’ en faciliteren. Maar goed, dat is ons dagelijks werk. Toch? René Veldman, communicatieadviseur gemeente Nunspeet
Van banden plakken naar hartkloppingen De eerste concrete ervaring met vluchtelingen was de opvang van een groep jonge jongens tussen de 14 en 18 jaar oud. Tijdelijke noodopvang in het kleine dorpje Voorst. Ik had net de avond ervoor mijn zoon van 14 geholpen met bandenplakken van zijn fiets. De eerste patiënt op het AZC was ook een jongen van 14, die als enig overgebleven zoon door zijn ouders op pad werd gestuurd om een veilige plek te vinden. In Turkije had hij wat drugs geprobeerd en sindsdien hartkloppingen. Het was een hele klus om die anamnese een beetje eruit te krijgen, ondanks de hulp van een tolk. Een tolk die altijd pupil was geweest van de Nederlandse pater Frans van der Lugt, die in 2014 in Homs werd vermoord. De wereldpolitiek was opeens een stuk dichterbij in Voorst dan banden plakken met je zoon. Als voormalig tropenarts en ex-AZC arts had ik de nodige ervaring om op terug te vallen. Voor de Rode Kruis medewerkers was het werken in de noodopvang een compleet nieuwe ervaring. Met name triage was nog even wennen. "Wie wil er een dokter zien?" bleek een vraag te zijn waarbij te veel mensen opstonden. Ondertussen is het voor iedereen veel duidelijker dat alleen dringende medische problemen geselecteerd moeten worden. Per dag zijn we 1 tot 2 uur bezig met de medische zorg in de noodopvang in Voorst. Dat zijn uren die er gewoon bij komen naast het gewone werk. Het werk is extra moeilijk door de taalbarrière. De medische problemen zijn anders dan in de normale praktijk. De asielzoekers blijven maar kort. Er is geen medisch dossier. Kortom uitdagingen genoeg! Maar dat maakt het werk juist leuk. Peter en Ingrid Roessingh, huisartsen bij Noodopvang Voorst
150 veldbedden in de Hanzehal Als postcommandant van Zutphen kreeg ik zaterdag 3 oktober de vraag van de OVD-Bz van de gemeente Zutphen of de brandweer iets kon betekenen tijdens de opbouw en inrichting van de Hanzehal. Zondagavond moesten, i.v.m. tijdelijke opvang van vluchtelingen, 150 veldbedden en stoeltjes worden opgezet. Naast de dienstdoende kazerneploeg heb ik een “vrije” ploeg gevraagd om te assisteren. Dit omdat de kazerneploeg weggeroepen kon worden bij een alarm. Door ook een vrije ploeg in te zetten was er altijd voldoende personeel aanwezig en kon de opbouw ongestoord doorgaan. De kazerneploeg werd niet weggeroepen en zodoende hebben alle 12 collega’s kunnen helpen tussen 18:00 en 20:00 uur. Wat mij echt opviel was de grote bereidheid om een ander te helpen. Dit zit natuurlijk ook in de genen van een brandweerman-/vrouw, we staan 24/7 klaar voor de maatschappij. Maar persoonlijk heb ik slechts enkele telefoontjes hoeven plegen en “de rest ging vanzelf”. Martijn Huiskamp, postcommandant Zutphen
Achter de schermen … Vluchtelingen waren voor mij de indringende beelden op de televisie. Dat veranderde op het moment dat wij als Veiligheidsregio een rol kregen in het bijhouden van de informatie over de gemeentelijke opvanglocaties in onze regio. Onbekende plaatsnamen in OostEuropa veranderden in voor mij bekende gemeenten en locaties in mijn nabijheid. Als het een naam heeft en een gezicht krijgt, ga je er anders over denken. Het is niet meer veraf maar komt dichterbij. Natuurlijk realiseer ik me dat ik werk voor een groter geheel én ik weet ook dat wat ik doe, bijdraagt aan dat grotere geheel. Ik heb alle respect en bewondering voor iedereen die directe hulp biedt aan deze vluchtelingen. Ik lever mijn bijdrage achter de schermen. Pieter Bosveld, adviseur Crisiscommunicatie van de (coördinerend functionaris) gemeenten
Spin in het web Mijn rol is een verbindingsofficier. Ik ben als projectleider noodopvang vluchtelingen de “spin in het web” voor alle praktische zaken tussen gemeente, COA, politie, welzijnsinstanties, bedrijven, communicatie en burgers. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de gemeente de taken van het COA overneemt. Daar waar nodig ondersteunt en faciliteert de gemeente de betrokken partijen. Wat mij als mens heeft geraakt is dat, doordat ik de taal van de mensen spreek, ik dichter bij hen kan zijn en gemakkelijk contacten met hen kan leggen. Zo heb ik hartverscheurende verhalen gehoord. Als je een baan, een huis en een gezin hebt en als er een oorlog uitbreekt dan wil je maar een ding: je gezin in veiligheid stellen. Door de oorlog word je gedwongen om te kiezen tussen twee kwaden: alleen vluchten en ergens in de wereld een veilige plek stellen voor je gezin, of blijven met het grote risico dat je stad door rebellen wordt veroverd en je gezin wordt vermoord. Wat mij raakt is het moment van afscheid nemen van je gezin en op weg gaan naar het onbekende. Dat kan niemand van ons voorstellen behalve de vluchteling zelf! Als advies voor andere gemeenten heb ik het volgende advies: Zorg dat de komst en opvang van de vluchtelingen niet tot overlast bij omwonenden leidt en problemen veroorzaakt. Breng en betrek de burger bij de vluchtelingen door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk en taalles te organiseren. Laat mensen die klagen meelopen binnen de opvang, dan kunnen ze zelf zien wat het verschil is. Geef goede voorlichting aan de vluchtelingen over de normen en waarden die in ons land gelden. Noreddine Benmhamed, Projectleider Noordopvang Vluchtelingen, gemeente Apeldoorn
AMV’ers in Voorst, of toch ‘gewoon pubers’? Op 9 oktober 2015 is in de gemeente Voorst de locatie voor 72-uurs crisisnoodopvang open gegaan en hebben we de eerste groep vluchtelingen opgevangen. Rond 14.00 uur een telefoontje met de vraag of we die avond 50 AMV’ers (alleenreizende minderjarige vluchtelingen) kunnen ontvangen. Later op de avond arriveerden 50 jongens tussen 14 en 18 jaar met verschillende karakters. Spontaan, nadrukkelijk aanwezig, brutaal of juist terughoudend , slordig, eigenwijs, kortom gewoon pubers en sommigen, als ze ’s nachts slaapdronken naar het toilet liepen, toch ook weer bijna kinderen. Vluchtelingen die een stukje van hun verleden met ons deelden door een gesprek of een foto, die een wedstrijdje “tellen in het Nederlands” deden of samen voetbalden. Blij dat een team van vrijwilligers/ tolken, Rode Kruis en beveiligers zich voor hen inzette en met de aandacht waardoor ze zich welkom voelden. In Voorst ontvingen we nog een tweede, een derde en een vierde groep. Gemengde groepen met kinderen, vrouwen en mannen. Sommigen waren lang onderweg geweest. Ik kreeg van een aantal een beeld geschetst van de reis. De vluchtelingenstroom die ik op tv had gezien kreeg een gezicht. Heel confronterend. Voor de groepen hebben we ons met plezier ingezet, het was prettig om ze “in huis” te hebben. Voor mij is het steeds een bijzondere en enerverende ervaring als er een groep aankomt, aanwezig is en vertrekt. De vluchtelingen zijn maar (te) kort op één plaats. Toch zijn ze merkbaar blij met de opvang die wordt aangeboden. Ze laten met hun thank you regelmatig weten dat ze dankbaar zijn dat we “voor hen klaarstaan”. Het zijn maar een paar dagen met activiteiten, gesprekken over hun land en geboorteplaats, Nederlandse woorden en zinnetjes (die ze verbazingwekkend snel en ook spelenderwijs) leren. Het is een vreemde ervaring om de vluchtelingen onderling en met ons te horen praten over Aleppo, Damascus, Al Rakaa en andere plaatsen. Na vier rondes opvang zal ook een eventuele vijfde groep weer een warm welkom wachten. Er staat een prachtig op elkaar ingewerkt team van enthousiaste en betrokken mensen klaar om de vluchtelingen welkom te heten en die mij mijn rol als leider opvang mogelijk maken. Een enerverend gebeuren waaraan ik, hoe wrang de aanleiding ook is, toch met plezier een bijdrage lever. Maar bovenal blijf ik het triest vinden dat het niet anders kan. Geertje Singel , leider opvang, gemeente Voorst
Op stel en sprong locaties nodig! Een brief van het NCC van het ministerie van V&J op donderdag 17 september is de eerste concrete opdracht m.b.t. de opvang van vluchtelingen. Gevraagd werd de brief per direct door te geleiden naar de burgemeesters van de gemeenten in onze Veiligheidsregio. Het NCC gaf aan dat er een ernstig tekort aan opvangplaatsen was. Men was concreet op zoek naar 1500 slaapplaatsen voor 3x24 uur = 72 uur en de komende nacht waren reeds 750 slaapplaatsen nodig! Dit betekende hals over kop contact leggen met de collega’s Adviseurs Crisisbeheersing om hun burgemeesters te informeren. Ik ben verrast over de snelheid waarop gemeenten reageerden en hulp aanboden. Er werd snel geïnventariseerd welke locaties gebruikt konden worden en daarna werden de handen uit de mouwen gestoken door medewerkers van de gemeente en lokale organisaties en bedrijven.
Als mens hebben voor de verhalen van de eerste opvanglocaties in Brummen mij geraakt. Dit omdat hier minderjarige meisjes zijn opgevangen. Als de verhalen bij mij al binnenkomen, kan ik me heel goed voorstellen dat het voor de medewerkers van de gemeente, die er bijkans 24 uur per dag mee in touw waren, nog heftiger was en dat dit veel met je doet. Birgitta van Munster, adviseur en coördinator gemeenten
Volstrekte openheid. En neem alle zorgen serieus! Naast opvang van alleenstaande minderjarige vluchtelingen in Vierhouten hebben we in de gemeente ook te maken met een mogelijke tijdelijke opvang van statushouders in Nunspeet. Een ondernemer heeft een vergunningaanvraag ingediend voor de tijdelijke opvang van 75 vergunninghouders in een leegstand pand in het centrum van Nunspeet. Vooral op social media komen we uitgesproken meningen tegen. Tegenstanders, maar ook voorstanders. Toen duidelijk werd dat er een aanvraag ingediend zou worden hebben we – gezien de gevoeligheid van dit thema - als eerste de strategie bepaald. Daarin waren met name ‘openheid’, heldere procesinformatie en het serieus nemen van mogelijke zorgen belangrijke elementen. We hebben de aanvraag direct zo breed mogelijk bekend gemaakt, en gelijktijdig een informatiebrief van het college huis-aan-huis bezorgd in de betreffende wijk. Hierin o.a. een uitnodiging voor een (besloten) informatieavond voor omwonenden waarin de collegeleden een toelichting gaven en vragen beantwoordden. Lerend van de ervaringen in het land werd de avond voor ‘overige belangstellenden’ een low-profile inloopavond. Geen microfoon en spreekgestoelte, maar een aantal hangtafels in de hal van het gemeentehuis. En natuurlijk koffie. Alle beschikbare informatie was al bekendgemaakt. “Hebt u toch nog vragen, loop dan tijdens de inloopavond even binnen in het gemeentehuis”, was de strekking. Circa 100 belangstellenden kwamen. Mensen met oprechte vragen, mensen die zich aanboden om hulp te verlenen, en een groep die geen vragen had, maar een podium zocht om te laten merken dat ze gewoon geen vluchtelingen willen. En dat podium kregen ze die avond niet. Want we namen hun zorgen serieus en gingen met ze in gesprek. Aan de hangtafel. De strategie om te kiezen voor openheid, heldere procesinformatie en het serieus nemen van zorgen, werkte. En door het continu monitoren van de social media, konden we waar nodig direct bijsturen met de informatievoorziening. Wob Meijering, teamleider Communicatie gemeente Nunspeet