1
HfcFWEfcKBLÄD
PICK FORAIi
CIMEMAs. THEATER
'■(Pofó, Wuncr Bc,
VEKSCHIINT'WEKFUJKS - Hifi KR KWARTAAL R I.K - RED IN ADM. GAUSEWATER M, UROEN. TII. 1**. POSTREKENINC 4IM0
18 d e Jaargang No. 41 -22 Oct. 1938
ET WEEKBLAD CIMEMAs. THEATER 15 ets
b
ېts-'
i?
i 0
>S.
^
'
j
P^ .
aeMr
1 .
pALTER PIDGEOt lENJ MYRNA LOYI INDEM.G.M.-FILMI IJOUW MAN IS] VAN MIJ7
r'f')'
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
NIEUWS Fredric March, Virginia Bruce en Nancy Carroll vervullen de belangrijkste rollen in de United Arttsts-film „There goes my heart"
UIT DE STUDIO' Benny Porten heeft de hoofdrol in de Fanal-fjlm „War es der im 3. Stock". De verdere medespelenden zijn Else Elster, Paul Dahlke, Iwa Wanja, Hans Adalbert von Schlettow en Heinz von Cleve. Regisseur is Carl Boese.
Norman McLeod ensceneert de film „Topper takes a trip , waarin Constance Bennett en Roland Young de hoofdrollen uitbeelden.
Jean Arthur zal de hoofdrol spelen in de Hal Roach-film ,,Water gipsies".
Adolphe Menjon zal de belangrijkste rol vertolken in „King of the turf". Het draaiboek werd geschreven door George Bruce.
Jacques Feyder zal te Parijs de film „Maja" ensceneeren. Het sceoario wordt geschreven naar het gelijknamige looneelstuk van Simon Gantillon De echtgenoote van den regisseur, Francoise Rosay, vervult in deire film een belangrijke rol
DIETPIOI .
Marcel Varnel zet in de Islington-studio's Londen de film „Old Bones ol the river" scène. De medespelenden zijn Will Hay, Grah Moffatt en Moore Marriott.
Te Stockholm zullen dezen winter negen nieu, bioscoop-theaters geopend worden. Deze stad b zit dan honderd bioscopen. I. R. Bay zet de film „Accord final" met Kate de Nagy en Georges Rigaud in scène. De opnamen vinden in Studio Epinay bij Parijs plaats.
In Shirley Temples volgende film zal Sonja Henie als Shirley's tegenspeelster optreden.
Bette Davis zal Paul Muni's tegenspeelster zijn in zijn nieuwe film „Juarez".
Gustav Buchheim, Oskar Ballhaus en Wait Doerry hebben de hoofdrollen in de Hu Schonger-film „Der erste Jagdschein". Regiss is Kurt Wolfes.
Victor Schertzinger regisseert de film „The Mikado met Jean Colin, John Barclay, Kenny Baker en Constance Willis in de hoofdrollen. Deze rolprent zal in de Pinewood-studio's in Engeland worden vervaardigd.
Robert Risldn, de bekende scenarioschrijve heeft een contract gesloten met den film-prodi cent Samuel Goidwyn voor het schrijven van et
scenario.
Irmgard von Cube heeft het scenario vervaa digd voor de nieuwe Deanna Durbin-film „First love".
Enrol Flynn zal de bi langrijkste rol vervulle in de Warner Bros-fil „Dodge City"-
Bette Davis.
Virginia Bruce
Jean Arthur.
Leonard Hammond, d tezamen met Lauren Stallings het scenai maakte voor de Metro Goidwyn Mayer-f „To hot to handle waarin Clark Gable ei Myrna Loy de hooH rollen vervullen, vertel het volgende verhai over het ontstaan vai dit scenario: „Het gewone leven ii Addis Abeba was voo ons, cameramen correspondenten in de tijd van den Italiaansi h Abessijnschen oorlog bijna ondragelijk worden. Vooral in begin hadden wij nieti anders te doen dan a te wachten of Italië a dan niet zou trachter Ethiopië te veroven n Toen ik dan ook 3P een avond met m jn chef, Laurence Sti lings, zat te prat; kwam als vanzelf I el idee bij ons op, ' het avontuurlijke lev i van een „newsre -■ cameraman" (dit is £3 cameraman, die in i el bijzonder belast Is r el het opnemen van d« zoogenaamde journacls wel bij uitstek geschk' zou zijn om als ond :'' werp voor éen f l"1 dienst te doen. Zoo zetten wij ons aan del werk, en met Cliü Gable en Myrna Loy reeds van den aanval af als hoofdrolvertjl' kers voor oogen, kw.!"1 het scenario voor „Ta» hot to handle" to! stand.
Marlene Op 15.000 K.M. afstand van de Hollywoodsche studio's in een klein hutje op een door de zon geblakerde rots, ver uitstekend in het blauwe water van de. Middellandsche Zee, heb ik Marlene Dietrich te vraag gesteld, waarom ze het Scheveningsche f Imbal niet met haar tegenwoordigheid heeft < pgeluisterd, waarmee dan veel narigheid aan . Cabana 506". Op dan voorgrond roehli de hul waar Mariano Dlatrlch mat haar man, dan haar Rudolf Slebar " n haar deehtartjo Holdoda, da vaeantiadagan doorbracht
de organisatoren, de badplaats en niet in de laatste plaats aan .de bezoekers zou zijn bespaard gebleven. Gekleed in een wil strandpakje met shorts had de filmster zich in een rieten fauteuiltje genesteld, haar bewonderenswaardig mooie, slanke beenen hoog opgetrokken en den blik gericht op een van die blanke jachten, die bewegingloos op het gladde water tegen den horizon silhouetteeren. Zoo ontving ze mij dien middag in haar vacantieoord aan de gezegende Fransche Riviera, waar ze dit jaar voor den vijfden keer in Cap d' Antibes uitrustte van de vermoeienissen van het . . . . beroemd zijn. Het antwoord op mijn vraag liet aan duidelijkheid niets te wenschen over en ze zei het met een verontschuldigenden glimlach, die alle teleurgestelde filmbalbezoekers en verontwaardigde journalisten zou hebben
tusschen ons in naar het pakje cigaretten en nu weet ik dat die rauwe, hcesche stem, die van af het witte doek zoo cynisch en hard de zaal inklonk, geen regie-vondst is. Mariene rookt veel en het waas van rook, waarachter haar gelaat met den spottenden glimlach in de film zoo'vaak verborgen gaat hoort bij haar, zooals bij andere vrouwen een bepaald parfum. Het is wonderlijk te ervaren, hoe deze vrouw in het dagelijksch leven volkomen gelijk is in houding en gebaar aan de vrouwenfiguren, die zij uitbeeldde in „Marokko", „Onteerd ", „Shanghai Express", „Blonde Venus", „Angel" en ,,De Duivel is een Vrouw". Sternberg heeft haar beeld op het witte doek in de meest uiteenloopcndc entourages gezet, omzwermd door mannen, maar altijd was het dat bijna verstrakte masker, dat de centrale plaats innam en waaraan men nog jaren later een bewonderende herinnering behield. De interviewer blikt over zijn blocnote heen naar die wonderlijke vrouw met het nu licht gebruinde gelaat, het slanke lichaam en de elegante bewegingen, maar bovenal wordt zijn blik weer getrokken naar dat stille masker, omlijst door die prachtige haren, die een van de grootste charmes van haar uiterlijk vortnen. In een van de bioscopen van Antibes — er zijn er twee — gaat haar film „Angel" en in een Fransche krant staat, dat zij haar laatste film tevens haar beste vindt. Ik lees graag kranten maar een Fransch spreekwoord zegt: 1c journal c' est un monsieur en het zou mogelijk kunnen zijn, dat die meneer van de krant zich heeft verschrevcn. Tagen hel vallen van den avond zag men de filmster en de milllonnalrs, die zich eveneem de luxe van een hutje op de roodgeblalcerde rotsen kunnen permltleeren, langs deze vorstelijke allee zich naar het prachtige Kaaphotel spoeden
ontwapend: — Ik houd niet van bals. Haar welgevormde handen met de slanke vingers en de fel roode nagels zoeken tusschen de stapels kranten en boeken op het tafeltje
mK^V-.TtV^'i1-^ ^i-j-va
— Neen, zegt Mariene beslist, mijn beste film vind ik ,,De Duivel is een Vrouw". In mijn herinnering verrijst het beeld van Pierre Louys' roman-figuur Concha Perez, de fatale Spaansche schoone, die Sternbergs bezielende regie tot leven wekte in een schouwspel vol schoonheid. De naam Sternberg dringt zich onweerstaanbaar naar voren. De interviewer blikt om zich heen. Van zijn plaats af tot de punt van de rots is nog vele meters en dus waagt hij het er, na alle geruchten en verhalen, maar op dien naam te noemen, alhoewel de echtgenoot van de ster, op slechts een meter afstand, ligt te zonnebaden. — Heeft U geen plannen om weer met Von Sternberg te gaan werken? Haar lichte grijsblauwe oogen zien den verslaggever van onder de lange donkere wimpers een oogenblik strakaan. Zonder aarzeling zegt ze dan gedecideerd: — Waar en wanneer hij wil. Wellicht doet de gelegenheid daartoe zich sneller voor dan men zou verwachten, want Mariene is niet meer onder contract bij Paramount. — Bij Columbia zal ik verschillende plannen, die ik reeds lang koesterde maar die ik steeds heb moeten uitstellen, kunnen verwezenlijken en daartoe behoort het maken van een film in Europa. Ieder jaar heb ik in Frankrijk aanbiedingen gekregen om tusschendoor in Parijs
een film te maken, maar dat was steeds onmoOnder regie van Frank Capra ga ik Georj;e gelijk. Volgend voorjaar zal het er dan eindeSand spelen, de Fransch romancière, wier leven lijk van komen. gedurende eenigen tijd zoo sterk beïnvloed werd — Wie wordt de regisseur? door haar idylle met Chopin. — Dat staat nog niet vast. Ik heb echter In weerwil van de toelichting zegt ze het groote bewondering voor Carné. (Zijn werk zonder veel animo. werd op de Biennale bekroond.) — Voelt U er niets voor een figuur der Ook omtrent het scenario blijkt nog niets klassieken te gaan spelen? vast te staan en dan hoor ik ook uit den mond Een oogenblik schijnt ze na te denken. van Marlene Dietrich de klacht, die regisseurs, — Och, neen, de meeste groote dingen zyn productie-leiders, kortom allen die in het film- al gemaakt. Ik geef de voorkeur aan werken, bedrijf een leidende plaats innemen reeds zoo die met onzen tijd te maken hebben. vaak deden hooren: het is zoo ontzettend moeiOpdat oogenblik verschijnt Marienes dochter lijk een goed scenario te vinden. Heidede een oogenblik en dat is voor mij een Mariene wijst opK de boeken en tijdschriften, welkome aanleiding te informeeren of de dochdie in de hut overal verspreid liggen, — later ter van deze beroemde moeder haar voetsporen bij ons vertrek uit Antibes had ik gelegenheid in de studios zal volgen. mij er van te overtuigen, dat ook in den — Tienduizenden vrouwen en meisjes hunvacantietijd Mariene regelmatig op de hoogte keren naar filmroem, merk ik zoo terloops op, blijft van hetgeen er wordt gepubliceerd, want wil Uw dochter ook filmster worden? in de bagageruimte van haar auto stond een Het antwoord wordt met rechtmatigen moehouten kist, opgepropt met boeken, — ik dertrots gegeven: — Daarvoor is mijn dochter lees veel en bovendien krijg ik regelmatig te intelligent. Als ze over talent beschikt, zal scenarios ter inzage van het scenario-departik er geen bezwaar tegen hebben, maar daarment of van de productie-leiding.' mee houden de meeste vrouwen nu juist geen Als ik het werk dan gelezen heb, bespreken .rekening, die zien slechts de zonzijde. we het uitvoerig en worden er de wijzigingen Deze opmerking doet mij aanstonds naar de in aangebracht, die ik meen dat er aan ten schaduwzijde vragen. goede zullen komen. — Ik maak maar één film per jaar, zegt Voor mijn nieuwe film in Amerika heeft Mariene, en de opnamen daarvoor duren twaalf men weer teruggegrepen naar het verleden. a veertien weken onafgebroken. Dat is een zeer inspannende tijd, waarbij nog niet gerekend den tijd, die met de voorbereiding ge moeid is. Het klinkt eenigszins ontmoedigend, maar vooralsnog zijn slechts menschen als Mariene er toe in staat met de voltallige familie een hutje te betrekken bij de Eden Rock, om van de kostelijke appartementen in het Kaaphotel neg maar niet te spreken. En zoolang de film daartoe de mogelijkheid opent, zoolang zullen er duizenden hunkeren naar het oogenblik, waarop een proefopnan e hun de kans zal bieden de eerste schrede .e zetten op de ladder naar den filmroem. ■ Dat weet Mariene ook, want de trieste, ui ■ zichtslooze tijd, toen ze als danseres en zoovee ste zangeres in een revuegezelschapje onbete.kenende rolletjes mocht spelen, is ze ook nu neg niet vergeten. Al is de Azuren kust geen plaats, waar me zich gauw zal overgeven aan sombere ove: peinzingen. Eén vraag meende ik, alvorens afscheid v?n Mariene te nemen en langs de vorstelijke zotovergoten allee die van de zee naar het hot; leidt terug te wandelen, nog te moeten steller : Waarom draagt U, die eens de wereld in b roering bracht door in mannenkleeren te verschijnen — 's avonds loopen alle vrouwen n het Zuiden in heerenbroeken — nu shorts? Alsof het oog van de camera, op haar gericht was, stond ze overeind en terwijl ze rrij haar hand. toestak, antwoordde ze lachen^ Heusch, daarvoor was het nu te warm. MARCUS NITZOWITSCH.
re o Lombard F rnand Gravel
EEN liKIHIT SCMNDAVI Warner Bros-film. Rene Villardel (Fernand Gravet), een berooid markies, en zijn boezemvriend Dewey Gilson (Allen Jenkins), een Amerikaan, leven in Parijs van de hand in den tand. Hun kapitaal bestaat uit de costuums, die zij aan hebben. Zij maken kennis met de Amerikaansche film-star Kay Winters (Carole Lombard), die haar week-end onder den schuilnaam Kay Summers in de Lichtstad doorbrengt en er Montmartre bezoekt. René, die niet weet wie zij is, raakt sterk oiMer haar bekoring en spreekt met haar af denzelimn dag met haar te gaan dineeren, ook al bezïfet hij gfcn sou en heeft hij een invitatie oaÜn^dineeren geaccepteerd ' né is een goede kok.
van lady Malverton (Isabel Jeans) en haar schatrijke nicht Jill (Marcia Ralston). Kay en René zijn zoozeer verdiept in elkaars gezelschap, dat zij alles vergeten. Zij maken een afspraak voor den volgenden dag en door een toeval geschiedt 't, dat zij gescheiden worden en de jonge man in het bezit blijft van Kays kostbare cape, waaraan zeer fraaie diamanten clips zijn bevestigd. Tevergeefs tracht René zijn charmante, nieuwe vriendin te vinden, tot hem een krant in handen komt, waarin haar escapade wordt beschreven en haar hotel genoemd. Doch als hij opbelt, verneemt hij, dat zij naar Londen vertrokken is, naar haar aanstaanden verloofde, Phillip Chester (Ralph Bellamy). René en zijn vriend Dewey weten
een middel te vinden om naar Londen te reizen, waar zij juist Kay's huis betreden, als er een gecostumeerde partij wordt gegeven. Het is een zoogenaamde ,,Arke Noach's maskerade", waar de gasten, vermomd als dieren, verschijnen. René overhandigt de cape met de clips. Hij wordt uitgenoodigd te blijven en geeft in den loop van den avond staaltjes van zijn beroemde kookkunst ten beste, een van zijn vaardigheden, welke in de gezelschappen der ..Society", waarin hij verkeert, ten zeerste op prijs wordt gesteld. Om hem te plagen, doet Kay net. of ze hem niet herkent en biedt zij hem de opengevallen plaats van keukenhulp aan. Zoo geschiedt het. dat René zich in Kay's huis als kok installeert, zeer tot haar ontsteltenis, welke haar toppunt bereikt, als hij haar den volgenden dag haar ontbijt komt brengen. De bemoei- en praatzieke lady Malverton verspreidt het nieuws, dat René in Kay's huis heeft overnacht. Heel Society-Londcn overstroomt het huis om bijzonderheden te vernemen, met het gevolg, dat Kay buiten zichzelve geraakt, terwijl René Villardel zijn gewone kalmte behoudt. Hij maakt haar gedurig het hof en ook al wendt zij voor Phillip en voor de ,,menschen" voor, dat zij niets wil weten ^'an den Franschman, in haar hart is zij er door gevleid en ontroerd. René. die zich niets van de praatjes der groote wereld aantrekt, gaat rustig door op den ingeslagen weg. Kay besluit een intiem dineetje te geven voor Phillip alleen, met de bedoeling zich met hem te verloven, aldus hopend René kwijt te raken. De onverstoorbare, elegante Franschman maakt van deze gelegenheid gebruik den onbelangrijken en boerschen Phillip dusdanig te kwellen, dat deze ten slotte woedend het huis verlaat. Nog maar zwakjes verzet de jonge vrouw zich tegen zijn aanvallen. Hij deelt haar mede, dat hij haar bemint en haar wenscht te trouwen. Phillip slaat nu aan de gelanceerde laster geloof en verspeelt daarmede zijn laatste kans. René, die zich thans sterk voelt, dreigt te vertrekken, doch deelt van tevoren mede, dat hij een markies is. De Amerikaansche raakt hiervan zeer onder den indruk, met het resultaat, dat haar tegenstand tot een gelukkig einde wordt gebracht.
De booze heks vliegt rondom do betooverde burcht. Een dapper riddei op gestioomlijnd paard probeert da doornrooajeshaag to doorboren.
■
Momenteel rouleert in binnenen buitenland een opmerkelijke film, „Doornroosje" getiteld. Het is een technicolor poppenfilm van George Pal, den in ons land werkende filmkunstenaar. Doornroosje is gebaseerd op het aloude sprookje van dien naam, maar is in modernen vorm bewerkt. De film ^erd geheel in Holland (Eindhoven) vervaardigd door Pais staf, die uit Hol-
landsche experts op velerlei gebied is samengesteld. Ook aan het muzikale gedeelte is bijzondere aandacht geschonken. Niemand minder dan Louis Levy en zijn befaamd symphonisch orkest, dat wij meermalen over de Engelsche zenders kunnen hoorcn, hebben de muzikale illustratie op zich genomen. Het zal misschien verwondering wekken, dat deze film van Hollandschen oorsprong ook in het buitenland vertoond kan worden. Een verklaring daarvoor is echter te vinden in het feit, dat Pais films overal een dusdanige bewondering genieten, dat zij toch hun weg weten te vinden. Bovendien bezit de film geen dialogen, doch uitsluitend een muzikale begeleiding, die waar noodig, de handeling onderstreept.
f
Don Ameche, Simone Simon en Robert Young.
wier optreden ieders hart verovert en waarbij niemand twijfelt, of dit is de heusche, wereldberoemde Mademoiselle Josette van het Casino de Paris, die in New York triomphen gevierd heeft! Maar natuurlijk is er één man in de zaal aanwezig, de onuitstaanbare A. Adolphus Heyman, die kort geleden in New York Mile. Josette heeft zien optreden, die onverbiddelijk constateert, dat wat zij hier voor haar uitgeven, heel iemand anders is. Gelukkig is deze A. Adolphus Heyman
In New Orleans, de levendige rivierstad, waar nog zulk een echt Fransche bevolking woont, staat op alle
Douane-onderzook, altijd een hac-helijk oogenblik Regie: Allan Dwan. David Brossard Don Ameche Renée Leblartc Simone Simon Pierre Brossard Robert Young Barney Barnaby Bert Lahr May Morris Joan Davis A. Adolphus Heyman Paul Hurst David Brossard Fere William Colher Sr. Mile. Josette Tala Byrell Madame Dupree Lynn Bari Bl11 William Demarcst Be]le Ruth Gilette r rhomas Armand Kaliz Papa Leblanc ... Ferdinand Gottschalk Toinettc Lilian Porter Pi idri P Tom Middlepenn 20th Century Fox-film.
^^
New Orleans te komen! Maar zie, d( zelfde oude heer Brossard neemt ,hi weer even vlug mee naar New York en het cabaret vol publiek zit, dat allem om Josette vraagt, is er geen Josette nu voorhanden, zij is weer afgereisd en n
, 7 ' *"
^^ 1
m.^^^^
v
schuttingen, zuilen, | P^^K>^B ».* ^ borden enzoovoorts met vette letters SBsfl aangeplakt, dat Mademoiselle Josette, de beroemde Fran^^'jÊ&t'EL sehe cabaretière, het H BU^^JIP1 groote succes van Y0Un9 Sim0ne Sim0n> ]0an DaViS en Don Ameche New York, zal op' treden. Dat vinden de menschen mooi, mand weet waarheen. want in hun hart houden zij dolveel van De- cabaret-eigenaar heeft al wat Fransch is en zij verheugen zich het daardoor niet heel prettig. enorm op het bezoek van deze Parisienne. Hij moet er voor zorgen, dat Alleen de gebroeders Brossard zijn er er een Josette optreedt en Jominder op gesteld, want hun vader heeft sette is er niet. Maar gelukkig deze Josette reeds eerder leeren kennen, is er een meisje, de jeugdige heeft zijn hart aan haar verloren en hij Renée Leblanc, die direct beheeft Josette er toe weten te bewegen naar reid is haar plaats in te nemen,
zwaar in de olie, maar met echte dronkenmans hardnekkigheid houdt hij vol, dat hij haar moet ontmaskeren en het bedrog aan het licht brengen. De cabareteigenaar heeft dus met dezen heer bijzonder veel te stellen. En dan zijn er twee volwassen zoons van Brossard, die niet beter weten, of dit is nu de fatale Josette. Zij zien haar met leede oogen aan, maar niettemin komen zij nolens volens onder de bekoring van deze gewaande Josette en vinden zij haar een allerliefst persoontje! En aangezien zij daar allebei zoo over denken en elk van hen „Josette" voor zichzelf begeert, worden zij twee felle mededingers. Middelerwijl is hun vader dan nog steeds in New York met de echte Josette, iets wat hem niet bepaald goedkoop uitkomt, omdat Josette van het Casino de Paris zeer wel de kunst verstaat, het geld met twee handen uit te geven en de rest te laten opschrijven. De oude heer kan
Traantjes en troost. (Simone Simon en Robert Young)
dat niet allemaal betalen, hij moet eenige nota's opzenden naar zijn kantoor "te New Orleans, waar de zoons ze natuurlijk onder oogen krijgen. En deze denken, dat het hun Josette is, die zoo royaal met andermans geld omspringt en dat valt hun niet mee, ze hadden niet gedacht, dat dit dametje zóó gehaaid was. Alleen al zeven
bontmantels . . . dat is toch wel een beetje erg! De verwarring beleeft haar hoogtepunt, wanneer vader Brossard naar New Orleans terugkeert, maar dan is tevens de ontknooping ook het meest nabij. Die volgt dan ten gunste van David Brossard Fils, den oudsten zoon en van Renée Leblanc
Wie onzer . zou dat niet willen? En met de hand op het hart en heelemaal eerlijk — wie onzer rekent er eigenlijk niet in stilte op, dat hij het wel worden zal... ? Gelooft u écht, beste lezer, dat u heel uw leven arm zult blijven? Neen immers? Ergens moet de fortuin toch schuilen, op de een of andere manier moet er toch een mooi extra duitje voor u klaarliggen . . . is het niet? Nu, uw mond zegt misschien uit bescheidenheid het tegendeel, maar in het diepste kuiltje van uw hart schuilt schuw de hoop weg, de verwachting, het vertrouwen, dat u later een auto kunt houden en een villa bewonen en een reisje maken naar het Zuiden en uw kinders een goeie opvoeding geven en zoo meer . . . Zonder dit reisje en dat villaatje kan ik tóch wel gelukkig worden! . . . spreekt uw mond. Zeer zeker kunt gij dat, maar niettemin popelt uw hart en rekent er eigenlijk vrij stellig op, dat ,,later" (natuurlijk: „later", niet nu direct) Fortuna u de honderdduizend trekken laat, of op andere wijze het wonder bewerkstelligt, waardoor u rijk wordt, althans: „tamelijk" rijk, net lekker rijk, zoodat u eens een mooien boottocht kunt maken op de Middellandsche Zee en twee mooie bontmantels op één middag kunt koopen en élk jaar naar de wintersport (zóómaar privé en niet met de Reisvereeniging!) en wat al meer . . Rijk worden . . . Het is nog aardiger dan rijk z ij n. Lieden, die al rijk zijn hebben in den regel maar één angst: dat ze hun geld weer zullen verliezen. Zij liggen veelal 's nachts wakker als de Beurs terugloopt en zij hebben het niet zoo héél prettig op deze wereld. Maar rijk worden, dat is aardig! Dan ben je nog niet gewend aan al die heerlijkheid, dan sta je om zoo te zeggen nog met één been in de zuinigheid en het andere begint al met pootje-baaien in de weelde! Het geld komt dan zoo zachtjes en zoetjes op je afzetten en dat is verschrikkelijk leuk. Daarom is rijk wórden absoluut veel aardiger, het is dan allemaal nog zoo nieuw en ongewoon, dat villaatje, dat autootje, dat reisje en de
rest, dat is dan allemaal geweldig nieuw en verrassend. Lieden, die aan het rijk-worden zijn, zijn bijna altoos in een goed humeur, ze zingen zachtjes in zichzelf en lachen zelfs om de flauwste grappen. En ten slotte is er nog een derde mogelijkheid: „Later rijk worden". Eigenlijk is dat het aardigste van alles. Want lieden, die al echt rijk z ij n, zijn zuinig. Ze wéten, dat het moeite heeft gekost, hun rijkdommen te vergaren en zij bedenken zich ernstig eer ze op één middag twee bontmantels koopen. Maar lieden, die later stellig wel rijk zullen worden (en dat zijn wij per saldo allemaal!), wij fantaseeren vijfhonderd-uit en als onze verbeelding dienzelfden middag nog een derden mooien bontmantel ziet, dan koopen we dien er ijskoud nog bij . . . in onze fantasie. Dan maken wij reizen, bewonen wij kasteelen, houden ncgerbedienden en Fransche kamermeisjes, T oscaansche kameniers, een Engelschen secretaris en een Siameeschen chauffeur .. . waarom niet! Het geld kan tóch niet op!... . Dèt is immers het prachtige van dat ,,later',' rijk worden: het geld kan niet op. De lui, die nü al rijk zijn, zweeten bloed en tranen als de Anaconda Copper twee^ punten achteruit loopt. Zij die later rijk zullen worden, zien met droge oogen de heele effectenmarkt ineen storten, wat kan hen dat schelen? Ze verliezen er geen cent aan. "We're going to be rich". . . dat is de schoonste leuze, die ooit werd aangeheven: „Later, later komt alles voor elkaar!" "We're going to be rich" is tevens de titel van een 20th Century-Foxfilm, waarin Grade Fields en Victor McLaglen de hoofdrollen spelen en die in ons land wordt uitgebraci onder den titel: „Daar waar mijn Sari woon". Die titel slaat op het welbekende lied, dat door Gracie Fields wordt aangeheven, maar tevens is het een feit, dat „daar waar mijn Sari woont", dat is dus in Zuid-Afrika, in den goeden tijd de kans om rijk te
worden grooter was dan ergens anders. Wij willen hier over deze film niet al te veel schrijven. Zij komt spoedig genoeg op het doek en moet daar maar voor zichzelf spreken. Maar Holland of ZuidAfrika, goede tijd of slechte tijd, elk van ons kan later rijk worden.. En het is een betooverend spelletje, om dan eens uit te piekeren, wat we allemaal zullen doen, wanneer we straks rijk zullen zijn . .. een open auto of een dichte? Of allebei? Waarom niet? U hoeft het nü nog niet te betalen en later bent u immers rijk? Dan rijdt u in den open wagen als de zon schijnt en als het regent neemt u den dichten — wel te verstaan: later, want op 't oogenblik zou zelfs een taxi verkwisting zijn. Maar dat hindert niet. Op dit moment kunnen wij ons best schikken, we willen gaarne nog een poosje zuinigjes-aan doen, want later, nietwaar, later... ja later, ach later . . . Biecht eens eerlijk, beste lezer, gelooft u óók niet echt en innig, dat u later wel stellig en secuur knap rijk zult worden?
Gracie Fields.
VAN LEZER TOT LEZER
3IJDE
Op deze pagina kunnen ome abonné's, onder de „Ruilrubriek" gratis een advertentie plaat5en. waarin zij iet» aanbieden in ruil voor iet» ander». Deze plaatsing i» geheel gratis, maximaal 10 regel» per advertentie.' Advertenties, waarin voor«v'iS'.Vóf Ï0V worden "»"«eboden of gevraagd, woningen te huur worden gevraagd of te huur aangeboden, diensten worden aangeboden, enzoovoort, enzoovoort, worden onder de rubrieken „Te koop aangeboden", „Te koop gevraagd" en „Diversen geplaatst en berekend tegen 5 ct.. per regel, minimum vijf regels.
TE KOOP AANGEBODEN
Gratis kunt u gangbare bonnen die u niet spaart ruilen voor wat u wèl spaart en tekort komt. Bij zending postzegel insluiten voor terugsturen. Wed. S. v. Zanten, Daniël Willinkplein 41, A'dam.
Te koop : motor „Matchless", 250 cc. Z.K. '34, goed loopend. Pr. ƒ75.—. St. Willebr. str. 83-1, A'dam. Te koop : prima kolenfornuis a/10.—. 2e Nassaustraat 42-1, A'dam.
RUILRUBRIEK Wie ruilt een jongen herder voor keeshondje of ander klein hondje. Nunspeetlaan 264, Den Haag. Wie heeft voor mij C. Jamin b. voor kachel. Vrolijk, Zeesluisweg 18, Scheveningen. Wie ruilt mijn electr. straaikachel,38 cM. middellijn, voor een wit houten tuinbank m. of zonder stoelen. Mevr. VanOeleuken, Sijzenl. 2. Tel. 394247, 's-Gravenh. Wie ruilt mijn zoo g. a. n. kleinbeeld rolfilmcamera 24 x 36 mM., merk Beira, lens : Rodenstock, Trinar 2.9, ringcompur tot "/„o sec. voor een Zeiss, Ooerz of Leitz prismakijker vergr. 10 of 12 x. M. Leijnse, Molukkenstr. 97-IH, A'dam (O.). Wie wil mijn mah. linnenkast en Claris vergasser ruilen v. een kolenfornuis ? Kuiperstr. 4-1. bij de Amsteidijk, A'dam.
Wie ruilt pluche divankl. v. een zinken teil en wringerbakje van hout ? J. A. de Jong, Herculesstr. I07-hs., A'dam (Z.). Ik heb te ruilen : 1000 Liga, 600 Haka, 200 Gr. Riv., 350 Hille, 200 v. Nelle, 48 Cllever, 25 Gilda en andere tegen H.O., Wennex, D.E., Droste, Hag, Haust en andere. Postz. insl. v. terugzenden. M. Koning, Heilbronstr. 48, Den Haag.
Aangeb.': eiken schoorsteenmantel, electr. strijkijzer, vleeschmolen, luidspr. m. of z. toestel., moulinette (nw) Zeiss box 6/9, div. lijsten, te ruilen v. 2-pers. opki.bed m. toebeh. of eiken boekenkast. Harkema, Adolf v. Nassaustr. ll-III. A'dam(W.).
Wie helpt me aan Jub. zegels 1938 van 12 a en U cent? Ik heb nog vele romans om te ruii, len en mooie vreemde postz. H. J. Lensink. 15 Dikkeboom, Nijmegen.
Wie ruilt 16 geb. leesboeken en 6 ged.-bundels ing., alles z.g.a.n., voor fototoest., prima buks of iets anders ? H. Langenberg, Prot. Ziekenhuis, Eibergen (Old.) Bimplaten in ruil aangeb. v. cirkelzaag. Singelstr. 30, Arnhem.
Wie heeft voor mij in ruil een nog z. g. schrijfmach. of sjoelb. m. sch. voor mooie geprepareerde vogels, div. soorten ? E. Withoff, Ambonstr. 66, Den Helder.
Ik heb 20 b. Onze groote riv. en Dieren in Artis en 40 v. Nelle-b. 1 v NelIe of Verk.-b. voor 3 Hakabons. A. Fenijn, Feyenoordstraat 4 A, R'dam.
In ruil aangeboden een jonge gezonde hond, 4 maanden oud, v. tweedehandsch harmonica knopklavier. F. O. Henze, Barth. Diaszstraat 4-III, A'dam (W.).
Ik heb 25 Droste-b., 86 Hagzegels en 50 Verk. Onze gr. riv. Wie ruilt deze tegen Sunl.-b. of Dulfmerken ? Velds, Fr. Maelsonstr. 43, Den Haag.
Wie ruilt een groot pakhuis met nog meer speelgoed voor een pathefoon of grammofoon met pi. H. Jobse, Ie Conradstr. I16-HI, A'dam. Wie ruilt mijn kanarievogel, goed zingend, voor sjoelbak met schijven of groote porceleinen bloempot. Valentijnkade 25-1, A'dam.
Pick-up met arm te ruilen v. klein gaskach. Meerhoff, Mathildelaan 71, Eindhoven.
(^I^NIEUWS Voor de kinderen:
ONZE CLUB. I
Raadsel nr. s i
Hoofdprijs:
IMTSTE DER
Een Electrische Bosch' Rijwiellamp 10 troostprijsjes: 1 TEEKENBOEK Teeken deze veertien groene driehoekjes na, knip ze uit en leg ze zoo, dat de witte streepjes een woord vormen, dat veel met Sickesz' reepen te maken heeft.
Oplossingen, met een Sickesz'-etiket er bij, inzenden vóór 27 Oct aan ONZE CLUB, Postbus 673, Amsterdam-C. Duidelijk naam en adres er bil zetten en ook je DIPLOMA-NUMMER. Laten alle leden van ONZE CLUB zorgen, dat ze een diploma krijgen, met hun naam en adres er op. Daarvoor moeten zij 5' Sickesz' etiketten opsturen. Alleen wie een diploma heelt, kan geregeld meedoen aan het oplossen der raadsels en . . . aan alles wat er verder met de CLUB gebeuren gaat.
VAN ONZEN REIZENDEN REDACTEUR Men weet wat derwischen zijn: een soort Mohammedaansche monniken die men echter niet met Christelijke monniken moet vergelijken. Derwischen oefenen het monnik-zijn, om het zoo maar eens te zeggen als een nevenbaantje uit; in het dagelijksch leven zijn ze meestal koopman of handwerksman, terwijl ze ook wel door het verzamelen van aalmoezen in hun levensonderhoud voorzien. Alleen de ongetrouwde monniken verblijven voortdurend binnen de muren van een klooster, terwijl de getrouwde gewoon bij hun familie wonen en alleen tijdens de geregelde godsdienstoefeningen, die lederen Donderdag en Maandag worden gehouden, in het klooster verschijnen. . r-. L u J=„ D i. De laatste derwischen van Europa vindt men op den Balkan. Uok heden ten dage houden ze nog streng aan het oude ritueel, de oude yoorschr.tten en gebruiken vast. Geen enkelen vreemdeling is de toegang tot hel klooster toegestaan, en daarom waren er ook groote moeilijkheden te overwinnen eer de foto's waren gemaakt, die men bij dit artikel vindt afgebeeld. De opnamen zélf waren binnen een uur gereed, doch voor de voorbereidende werkzaamheden waren niet minder dan vier weken noodigl Hoe we er ten slotte tóch in slaagden? Dat gebeurde zoo: De vloer van het bidvertrek was in tientallen jaren niet vernieuwd en ge-
In extase. Hei derviischklooster van Rent Basis in den Balkan, waar de foto's hij deze reportage van onzen reizenden redacteur zijn gemaakt.
Raadsel-oplossingen mogen ook op een BRIEFKAART ingestuurd worden Dat kost minder port. Het Sickesz' etiket kan dan op de kaart geplakt worden. De oplossing van raadsel 3 was:
De
10 prijzen
Ongeval te Amsterdam 24 II te Amsterdam, overkwam een ongeval waardoor en
ringvinger
van
verloor. Ingevolge de bepalingen
de
zijn toegezonden aan:
Cor Blees, Witte de Withstraat, Amsterdam Gerrie Vos, Gasthuismolensteeg, Amsterdam Cornelia Both, Ruilstraat, Rotterdam F. Lievense, Schiedamscheweg, Rotterdam E. Fopma, Beijersstraat, Den Haag J. G. Corbet, Azaleastraat, Den Haag Annie Karper, Achterweg, Leidschendam Annie Bos, Lisserdijk, Haarlemmermeer J. en C. Schellingerhout, Hofland, Mijdrecht Nelly van Woerden, Loozerlaan, Loosduinen
Onzen abonné, den heer J. Meijer, Haarlemmerdijk pink
rechterhand
van onze gratis
ongevallenverzekering werd hem door de Nieuwe
VOOR
Havbank N.V. te Schiedam uitgekeerd een bedrag van
Als de winter komt Dan hebben de kleinen hei hard te verantwoorden. Weer of geen weer, als zij den leeftijd hebben, dan moeten zij naar school. Moeder pakt ze misschien (link In, maar beter is het, als de warmte van-binnen-uit komt. Geeft uw kinderen, voor zij de kou ingaan, een kop heerlijke heete SICKESZ' CACAO, hetzij met melk, hetzij met water bereid. En neemt U zélf ook zoo'n kopvol kracht 'en verkwikking; het zal U stellig goed doen. Ongetwijfeld zult U, na een korten tijd van geregeld gebruik, ten opzichte dezer cacao tot de conclusie komen; „SICKESZ SMAAKT BETERI" De prijs? 2 ons voor 25 cts. (in BLIK-verpakking).
ZESTIG GULDEN Denk er om bij een eventueel ongeval binnen 3x24 uur aan het kantoor der N.V. Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennis te geven, ook al meent
^fe^*%^:
OP
*■
■xwaif &
&\ ^■$0*.
in*** 7s* •z^&&*4xm i*t*kd0*
Hét meisje zag voor het eerst van haar leven een katoenplantage, die juist in vollen bloei stond. Zij stond eenige oogenblikken stil toe te kijken, spraksioos van bewondering voor het fraaie schouwspel, toen riep ze uit: „Wat een prachtig veld met poederdon^en. Het is voor het eerst van mijn l«ven, dat Ik ze zie groeien I"
U ITBETALI NG
»
"W,;
„Zeg, hoe vaak kom je vandaag nog?" vroeg de conducteur aan den man, die reeds voor den tienden keer dien dag met een enorm pak in de tram verscheen. „Nog dri« keer," antwoordde hij. „De kachel nog, het gasstel en de paraplu-standaard, en dan zijn we verhuisd."
ANDERS VERVALT RECHT
• ■ 2*
DE.OUDERS:
U, dat de directe gevolgen niet ernstig kunnen zijn.
HET
:ln
..4S
„SUPERIEUR"
hij den
*■
-
- 2
MMM •■-'
•*<*■!>
-
'i*&%'
—
De sjeik slaat op den gebedstrommel ten teeken dat hei gebed kan beginfien. In den tijd van een Paar minuten groeit het tot een ware extase uit.
'
I'
-
Hoeden en gebedsfrommels in het voorvertrek 7ian het klooster.
heel vermolmd. Allen waren het er over eens, dat er een nieuwe • moest komen, maar: de financiën ontbrakenl Deze vloer was nu een prachtige aanleiding om de eerst categorisch q weigerde toestemming ie verkrijgen. Van een bevriend consul, die ook m den sjeik van het klooster op goeden voet stond, kregen we den WoGe kunt u den sjeik niet aanbieden; hij zou het verontwaardigd afwijzen i dan had u alles bedorven. Maar als u als contraprestatie aanbiedt den vlo van het bidvertrek te laten vernieuwen, dan maakt u misschien een kansje Het zou te ver voeren wanneer we alle moeilijkheden wilden opnoeme die er te overwinnen waren eer de nieuwe vloer er lag, en toen kostte h nóg heel wat moeite, eer we de toestemming in handen hadden. Maar el m0chten ffi «. . tOC , L?0LT' en kijkje ^ bij de ntueele plechtigheden nemen.
wl
'
met
I
• i
De derwischen bidden op een zingeiuien toon, waarbij zij het bovenlichaam op steeds /ief tiger wijze heen en veer bewegen.
°ns «ototoestel e
H. . kden da9 1VanJ de öodsdie"st°e'ening verzamelen de monniken zich ..V RT% 0 l6. Br00te fl9^""1 •" wachten op de komst van di ^n; n " J ve.r5C.hl'nen "'JOen allen diep ter aarde. Dan begint de eer
Aa» vrouwen is liet betreden van de gebedszaal verboden, maar in het voorvertrek kunnen zij hun gebeden zeggen. Men ziet hier Halima Sechovic, de dochter van den sjeik 'van het Bent Basis-klooster, bij het morgengebed.
lik ^hh T'
In den kloosterhof.
««nó Soor tl6 "T ^^ WLeer te beWe9en- Te" sl0«e wordt h gezang door een gongslag onderbroken en verheft de sjeik zich voor h gebed b,j het altaar. Dan deelt hij aan de derwischen schirpges ep.n dolk,
en 61
onbewlealSk do^'H ?n«luT I? J L i- u
'I"6"
in
een
?r00ten
krin
S'
in
welks
9ebe den k "ï Z'n0en hun - Eer$t 1 be glnnen ze ' eerst langzaam L
middelpunt
litten
doch
" ^lk<"" voortdurer
ne'JL\ T n'>" O^^'r^fl* Plechtigheden worden gebruikt H gezang begint. De derwischen schrijden zingend in een kring rond en draai, ondertusschen den ronden knop van den dolk tusschen de handen ron 51 ?• "i9 "Tt S^eds WLlder en ^ythmlscher, tol Vn der derwische plotseling den dolk grijpt en hem met een heftigen stoot door beide wange dru'onef M ^Y ?"?*? ^ ***" ^* **"• *™V er ook ge^ druppel bloed vloeit. Andere derwischen volgen zijn voorbeeld, de extas en «z,^"' loÄ'"^^ eindelijJk *} een 90n9',^ -n den s]eik da" vreemd! «„P| ƒ ƒ a,breken, en de derwischen uitgeput neerzinken. D. vreemde, opwindende ceremonie is ten einde . ..
De extase wordt grooier en ^rooter. Een van de monniken draait een instrument in de rondte, waaraan verschillende kettingen zijn bevestigd, die hij het steeds heftiger bewegen een enerveerende werking uitoefenen waardoor de extase in de hand wordt gewerkt.
IVamuer de sjeik binnentreedt op het uur van de ceremonie, nijgen al monniken diep ter aarde.
. .V
"
'-r mftÊÊÊ^.
V«^
Het hoogtepunt - een der derwischen steekt zich een dolk door de wangen, zonder dat hij een dni/pel bloed verliest en zonder dat hij de minste pijn voelt. De anderen volgen weldra zijn voorbeeld...
I*-
DE AMBISCFE TE ïï.->
PVUZ' tmëmiit N
og nimmer is de toestand in Palestina, hoewel dere zich reeds de laatste weken voortdurend heeft toegespitst, zóó ernstig geweest als op het oogenblik, dat wij dit schrijven. De anarchie neemt er hand over hand toe, en er gaat geen dag voorbij, of er worden door de Arabieren bedreven daden van terreur tegen de Engelschen en Joden gemeld, die behalve dooden en gewonden, ook groote materieele schade ten gevolge hebben. Het gezag der Britsche regeering, die hel mandaat over Palestina uitoefent, is zoo sterk door de Arabieren ondermijnd, dat men eigenlijk moet constateeren, dat zij geen gezag meer hèèft, behalve dan in de weinige streken en steden, waar zij over voldoende soldaten beschikt. Overal elders, en dat is zeker In het grootste deel van het land, voelen de Arabieren zich heer en meester, In hoewel hun leiding nog niet officieel door alle stamgenooten wordt erkend, mag men toch wel zeggen, dat geen Arabier het durft wagen, zich aan haar dwingende macht te onttrekken. Dit zou trouwens ook niet goed mogelijk zijn, want hij zou we|dr« voor de door de opstandelingen gevormde rechtbanken gebracht en gevonnist worden.
Ben dagtUjksche straatscène in Jeruzalem: een gearresteerde Arabische terrorist wordt naar het politiebureau overgebracht.
Bommen op den weg
Een Engelsche patrouille dwingt een Arabier, een tweetal bommen te verwijderen, die op den weg naar Nabloes waren neergelegd.
Britsche troepen doorzoeken een huis in een Arabisch dorp, nadat daar een aanslag had plaats gehad.
Men weet, hoe deze treurige toestand in Palestina, waardoor het leven voor de Joden in dit land bijna onmogelijk is geworden, is ontstaan. Het grootste deel der bevolking, ruim j^stig pro cent, wordt gevormd door Arabieren en Syriers. Tot dezen behooren bijna de geheele dorpsbevolking en de kleine nomadenstammen, die verspreid In het land leven. Sinds de bekende Balfour-Declaratie evenwel die in November 1917 werd afgelegd, en waarbi, Palestina door de Engelsche regeering officieel voor de stichting van een nationaal Joodsch tehuis werd opengesteld. Is het aantal Joden er door allerlei oor zaken, niet het minst ook doordat velen uit hun geboorteland werden verdreven, toegenomen. Vooral de laatste twee jaar zijn de Arabieren tegen deze immigratie sterk in verzet gekomen. Waar zij meenden, dat hun protesten niet voldoende werden ge hoord, gingen zij tot daden van geweld over, die I steeds scherper vormen aannamen, en ten slotte tot 3 den voor de Joden ondraaglijken toestand leidden ;*: die er thans heerscht. Eenige dageh geleden deden de Arabieren hun 1 elschen In den vorm van een scherp gesteld ultimatum aan de Engelsche regeering toekomen. Met groote beslistheid werd er onder anderen In verklaard, {j. * dat de Balfour-Declaratie van nul en geener waarde * was, en dat iedere verdere Joodsche immigratie on1 middellijk moest worden stop gezet. Werd aan deze, 1 en nog andere elschen In verband met het vraagstuk, | geen gevolg gegeven, dan zouden alle Arabieren 1 over de geheele wereld worden uitgenoodigd, den 1 Britten en Joden overal waar zulks mogelijk was in ! lederen denkbaren vorm schade toe te brengen. De heilige oorlog dus, zoowel tegen de Joden als tegen . Engeland I Het is begrijpelijk, dat de eersten van hun kant | alles doen wat in hun vermogen ligt, om Engeland te bewegen de belofte na te komen, die het in 1917 officieel heeft afgelegd. Naar men meent, tracht Engeland thans een compromis te vinden tusschen hetgeen de Arabieren niet willen dulden - een verdere Joodsche immigratie en wat de Joden aan den anderen kant toch nóódig hebben wil de indertijd gedane Engelsche belofte als vervuld kunnen worden beschouwd. in hoeverre dit mogelijk zal blijken, zal de tijd moeten leeren. De Arabieren van hun kant blijken in deze van geen wijken te willen weten. Zeker is echter, dat Engeland, dat buiten Palestina nog genoeg zware zorgen heeft, thans tot strenge maatregelen bereid blijkt om aan den onduldbaren toestand een einde te maken, in de hoop, dat er, , wanneer er wederom rust in het land heerscht, gemakkelijker een oplossing zal kunnen worden gevonden dan thans, nu de gemoederen zoo hevig verhit zijn. Bovendien rekent men ei" op, dat wanneer de Arabieren den sterken arm van de Britsche. macht I gevoeld hebben, zij tot meer inschikkelijkheid bereid zullen zijnl
v
^5f
ty^ZA *>"',* 0&1.
■
w»
-
Ster- ^~ stt 1
Kil
•
jtS^ -. *KrJZ&*<
1 Hoe de Joden zich tegen aanslagen beveiligen. Een afgelegen nederzetting, waarbij een [primitieve verdedigingstoren is gebouwd. Er boven op ontdekt men een schijnwerper, * waarmee des nachts lichtsignalen naar andere nederzettingen gegeven worden. Achter een van zandzakken opgetrokken barricade bevindt zich dag en nacht een wachtpost, want de terroristen komen op de meest onverwachte momenten van tusschen de heuvels te voorschijn.
J
\Engelsche troepen in de heuvels van Nabloes. Een overzicht van ^het kamp. dat zooals men ziet geheel omgeven is door steenen barricades, die van prikkeldraad zijn voorzien.
De boerderij der verschrikkingen Toen Tom Tom Kennedy Kennisrlt/ on Murr»,, Bt.LJ- adver l Toen en Murray Blake de tentie lazen, waarbij de boerderij „De Waterval", ergens in een afgelegen doch leer vruchtbare streek van Transvaal, in „huurkoop" werd aangeboden, vonden zij den prijs zoo laag, dat zij bijna overtuigd waren, dat de farm een of ander verborgen gebrek moest hebben. Nadat zij echter grondig hadden geïnformeerd, zonder iets te kunnen ontdekken wat hun veronderstelling kon rechtvaardigen, besloten zij den koop maar te sluiten. Ze betaalden den eersten termijn aan den agent, die als vertegenwoordiger van den eigenaar optrad, kregen de sleutels en aanvaardden, in het gezelschap van do drie boys, die zij hadden gehuurd, den tocht naar hun nieuwe bezitting. Het was hun bekend, dat er op „De Waterval" nogal slangen voorkwamen. De agent had hun dit eerlijk medegedeeld, en er zelfs bij verteld, dat de eigenaar haar om deze reden had verlaten. Hij was pas getrouwd met een vrouw, die altijd in de stad had gewoond, en van de aanwezigheid der reptielen nogal geschrokken was. Maar slangen zijn in Transvaal tamelijk gewoon als „huisdieren", en zoowel Kennedy als Blake hadden lachend hun schouders opgehaald. Ze kenden de streek, waarin zij zich een nieuw bestaan wilden verschaffen, en ze wisten, dat ze daar wel nergens een plekje zouden kunnen vinden, waar gèèn slangen voorkwamen. Bovendien ... ze waren niet bang voor die dierenl Het was slechts een kwestie van op je hoede zijn. Na een tocht van een uur of acht kwamen zij bij hun nieuwe residentie aan, Deze leek meer op een wildernis, dan op een boerderij. Planten en struiken hadden een bijna ondoordringbare haag om het erf gevormd en maakten het moeilijk de woning te naderen. „Als dat er allemaal gegroeid is, sinds de vorige eigenaar is vertrokken," merkte Blake op, „dan moet het hier inderdaad wel zoo vruchtbaar zijn als die agenf beweerde. . ." Kennedy knikte, en wendde zich verbaasd tot twee der boys, die hun bedremmeld genaderd waren. „Wat willen Jullie?" „Baas, , . moeten we hier blijven?" vroeg een van hen, met een angstigen blik op het huls, „Ja. - Waarom vraag Je dat?" zei Kennedy. „Dan wij hier niét blijven baas," zei de boy, ook voor den ander het woord doend. „Deze plaats gevaarlijk, , . Slangen. . ." Het hielp niet of Kennedy en Blake al probeerden hen te bewegen, niet zoo vlug met hun oordeel te zijn. Ze weren trouwens niet zoo vlug, want de „Slangen-farm" was tot in een wijden omtrek bekend, lecjereen had het er over, beweerden de beide boys, en hier blijven. . , „Neen, baasl Wij gaan terug."
Gevolgd door hun eenig overgebleven boy, die den typischen naam Threepence droeg, betraden de beide Jongemannen nu hun nieuwe bezitting. Ofschoon de woning indertijd misschien tamelijk gezellig geweest kon zijn, was daar nu niet veel meer van te merken. Groote brokken steen en specie waren links en rechts neergevallen, zoodat de muren overal groote diepe gaten en spleten vertoonden. Vooral het dak diende blijkbaar noodig hersteld te worden, terwijl de treden van de stoep, die naar de veranda voerde, half vermolmd waren en diep onder gras en onkruid schuil gingen. „We zullen den boel zoo gauw mogelijk opruimen en herstellen," zei Kennedy, terwijl zij naar de veranda gingen. „Om te beginnen zullen wij al die kruipplanteh weghakken, en wat daglicht binnenlaten. Laten we binnen eens kijken..." Hij zweeg plotseling, tegen Blake opbolsend, terwijl hij haastig achteruittrad. „Verdraaldl" mompelde hij, den arm van zijn metgezel grijpend, „dat is een goed begin. . ." Over Kennedy's schouder heen keek Blake in de richting van de sombere veranda. Slechts ternauwernood kon hij een kreet van afschuw onderdrukken, In een strook zonlicht op de veranda en bijna tegen de voordeur lag een groote kobra, haar afschuwelijk, Ineengekronkeld lichaam glinft|0,re'?d ,als gepolijst goud. In het volgende oogenD "K had het gevaarlijke reptiel een aanvallende
^-v »
.
_ . .
. .
OP LEVEN EN DOOD EEN REEKS SPANNENDE AVONDUREN, NAAR WAARHEID VERTELD
houding aangenomen; het richtte zich hoog op en vestigde zijn koude, dreigende oogen strak op de belde mannen. Een kobra, die op het punt is aan te vallen, is een aanblik, die wel in staat is iemand van schrik te doen verstijven. Kennedy en Blake waren wat dit betreft geen uilzonderingen; ze bleven als aan den grond genageld staan. Toen, na wat hun een eeuwigheid leek, liet het dier zijn kop langzaam zakken en gleed snel weg In een spleet in den muur. „We zullen dat heerschap zoo gauw mogelijk moeten zien te dooden," zei Blake, een poging doend zoo luchtig mogelijk te spreken. Voorzichtig liepen de belde mannen verder, en Kennedy tastte in zijn zak om den bos sleutels tevoorschijn te halen, die de agent hem had overhandigd. Op hetzelfde oogenblik klonk er vlak bij hem een schuifelend geluld op de stoep. Snel in de richting kijkend vanwaar het kwam, ontdekten de belde vrienden een tweede kobra! die geruischloos weggleed onder de laag neerhangende takken van een der klimopplanten. Terwijl Kennedy de deur opende, wisselden de beide mannen een allesbehalven opgewekten glimlach. Van een paar slangen waren zij niet bang, zooals zij tegen den agent beweerd hadden, maar dit begin deed wel vermoeden, dat er mèèr dan een pier waren . . . Daar de boerderij slechts uit drie vertrekken bestond, waren zij de woning spoedig door. In de slaapkamer hadden zij echter nog een griezelige ontdekking gedaan: In de dikke laag stof die er op den grond lag, waren duidelijk de sporen zichtbaar van slangen, die zich uit verschillende richtingen naar een gat in een der muren hadden begeven - een gat, dat klaarblijkelijk de ingang van een rattenhol wasl „Een prettige bedoening lijkt het me hier," merkte Kennedy op. „Geen wonder, dat de vrouw van den vroegeren eigenaar er niet veel voor voelde om hier te blijven. Ik veronderstel, dat de ratten de slangen hebben aangetrokken, en daarom zullen we zoo goed hén als de slangen moeten verdelgen. . ." „We moesten maar direct beginnen een beetje orde te maken," zei Blake, op den rommel doelend, die overal verspreid lag. „We moeten hier vannacht toch behoorlijk kunnen slapen, en Ik verlang naar een kop thee. . ." Zoo gezegd, zoo gedaan. Nadat zij Threepence bevolen hadden de bagage uit te pakken en de paarden naar den stal te brengen, begonnen de beide compagnons met het opruimingswerk. Het eerst namen zij de keuken onderhanden. Terwijl zij daarmee bezig waren, wilde Blake een groote pakkist van haar plaats trekken. Plotseling klonk er uit de kist het geluld alsof er een fietsband leegliep. Gedurende een oogenblik was hij te verbaasd om zich te bewegen; het was niet voordat het geluid sterker werd, dat hij het gevaar begreep waaraan hij was blootgesteld. Snel trok hij zijn hand terug en wankelde achteruit, maar terwijl hij dit deed, kreeg hij een harden slag op zijn benedenarm. Kennedy wees opgewonden naar den mouw van zijn jas, en Blake voelde, dat deze door iets zwaars naar beneden werd getrokken. Een seconde lang kon hij nauwelijks zijn oogen gelooven: aan zijn mouw hing, de tanden diep In de stof begraven, een volwassen pofadder - een der gevaarlijkste gifslangen die er bestaanl Onder normale omstandigheden en indien men niet onmiddellijk over een tegengif beschikt, veroorzaakt de beet van dit dier een beslisten, verschrikkelijken dood. Geen wonder dan ook, dal Blake de zweetdroppels van zijn voorhoofd wischte, toen Kennedy de slang bij haar staart vastgreep en haar met den kop tegen den muur te pletter sloeg. „Ik moet toegeven, dat er hier genoeg slangen schijnen te zijn om er een heelen dierentuin mee te vullen," zei Kennedy, „maar we zullen ze wel baas worden. We moeten het heele huis morgen van onder lot boven doorzoeken en alle galen en spleten leeghalen en afstoppen.-ïn dan maken
we zoowel jacht op de ratten als op de slangen, Het zal niet meevallen, maar het moet wel als we hier willen blijven." Met dit voornemen begaven de beide mannen zich dien avond ter ruste. Zorgeloos als jonge, avontuurlijke menschen nu eenmaal zijn, sliepen zij weldra in, maar hel zal zoowat legen middernacht zijn geweest, toen Blake plotseling wakker «verd door de slem van Kennedy: „Word wakker, k «[ell Ik geloof, dal er een slang in de kamer isl"' Blake had de gewoonte om nooit paar bed Ie gaan zonder een electrische lantaarn binnen zijn bereik te leggen en zijn geweer vlak bij zijn hoofd boven zijn bed te hangen. Als hij dit ook thans met had gedaan, zou het moeilijk zijn te zeggen, hoe hun nachtelijk avontuur afgeloopen zou zijn. - Met een ruk schoot hij overeind in bed, zijn ooren inspannend om eenig geluid te kunnen hooren. „Luister. . ." fluisterde Kennedy. „Daar In dien hoek." Een reeks trillingen, die bijna geen geluld te noemen waren, kwam door de stilte op Blake t0e ii enj gln9 lan9"merhand over In een onheilspellend geschuifel. Behoedzaam greep Blake naar zijn lantaarn, zijn vinger drukte op den knop, en een breede straal licht doorboorde de duisternis. Bijna tegelijkertijd slaakten hij en Kennedy een nauwelijks onderdrukten kreet. Midden in de breede lichtbaan zagen zij een groote, zwarte slang, die uil de richting van het rattenhol in den muur op hen toekwam. Er was iels sinisters, Iets agressiefs en angstaanjagends m de manier waarop het dier naar hen toeschoof, en een oogenblik waren beide mannen te ontdaan om iels te doen. Toen, klaarblijkelijk verblind door het licht uit de lantaarn, bleef het dier liggen. Het was Kennedy die hel eerst iels zei. Zijn slem trilde. „Lieve hemel," zei hij., „hel is een zwarte mamba, . ." Blakes schrik bij deze woorden maakte bijna, dat hij de lantaarn uit zijn hand liet vallen. Een zwarte mambal Van al de gevreesde Afrikaansehe slangen is de zwarte mamba wel de verschrlkkelijkslel Zijn bereidheid om altijd en overal aan te vallen en de afschuwelijke uitwerking van zijn doodelijken beet, vormen in heel Zuid-Afrika de slof voor verhalen, die menigeen een nachtmerrie hebben bezorgd. Blake was de eerste, die zijn tegenwoordigheid van geest terugkreeg. „Kennedy," fluisterde hij, „kom voorzichtig uit bed en houd mijn lantaarn vast. Houd het licht op hem gericht, of wij zijn verlorenl Ik heb mijn geweer bij de hand. . ." Geruischloos liet Kennedy zich uil zijn bed glijden en onhoorbaar sloop hij naar het bed van zijn vriend, diens lantaarn overnemend. De slang was bewegingloos blijven liggen, klaarblijkelijk nog steeds verblind door het licht. Maar toch - er was slechts één onhandige beweging noodig om het dier te doen aanvallen. In de breede lichtstreep bood de slang een goed doelwit en In de volgende seconde klonk er een krakend schol door het stille vertrek . . . Nadat de luide echo was weggestorven zagen de beide mannen hoe hel afschuwelijke reptiel zich doodelijk gewond in allerlei bochten op den grond heen en weer kronkelde. Meer dan eens zette het zijn tanden in zijn eigen lichaam alvorens het eindelijk den geest gaf en onbeweeglijk bleef liggen. Van kop tol staart mat het monster meer dan drie meter. Onnoodig te zeggen, dat de beide mannen dien nacht niet meer op hun bed kwamen, en dal zij er de voorkeur aan gaven met slapen te wachten tot zij den volgenden dag hun woning grondig .gereinigd en van slangen gezuiverd zouden hebben. Dit bleek echter niet zoo eenvoudig als zij gedacht hadden en er ging meer dan een week mee heen eer zij alle ratten en slangen, met herhaaldelijk en groot gevaar voor hun leven, hadden verdelgd. Van de laatsten hadden zij er toen zoowal 'n veertigtal gedood - maar voor zij zoover waren, dal zij niet meer slangen in huis hadden dan in Zuid-Afrika normaal is, hadden zij eerst bijna hun halve woning moeten afbreken! Want ze zaten overal - In alle da«»^ bare hoeken en gaten!.
gïgTORfScg ^vx*
x^Vo HEELEMAAL NIET VERGEETACHTIG!
"'s ANO
V-i
UIT DE WERELD VAN DE SPORT •
1-2. Te Rotterdam had de voetbalwedstrijd Sparta-A.D.O. plaats, waarvan wij hier een tweetal momenten voor het doel der gasten geven. 3-4. D.O.S.-Ajax, te Utrecht gespeeld, en door D.O.S. met 3-2 gewonnen. - 3. Voor het doel van Ajax. 4. Diimortier, onze nieuwe international midden-voor (in het midden) met drie Ajaciden op den grond. |- Leden van de Nederlandsche Ski-Vereeniging hebben ter opening van het winterseizoen op den Donderberg bij Leersum, die voor dit doel met matten belegd was, ski-oefeningen gehouden. Het optrekken der deelnemers door middel van een kabel, welke aan een lier was bevestigd. 6. In de hoofdstad vond de korfbalwedstrijd D.D.V. - Westerkwartier plaats. - Een spannend moment voor het doel der gasten. 7. De zwemwedstrijden om het kampioenschap van Amsterdam, in het Sportfondsenbad gehouden. - Mevrouw Braun complimenteert drie kampioenen in de dames senioresklasse. Van links naar rechts: A. Stijl (100 meter borstcrawl); Jopie Waalberg (100 meter schoolslag); let van Feggelen (100 meter rugslag).
Victor Sardou, de bekende Fransche schrijver, kreeg op 'n dag bezoek van een ouden, hem onbekenden tooneelspeler. „Meester," zei deze, ,,ik zou zoo graag in uw nieuwe stuk willen optredenl" „Beste vriend," antwoordde Sardou spijtig, „het doet me leed, maar de rollen zijn allemaal reeds verdeeld. Ik heb er geen enkele meer over." „Ik geloof, dat u er mij geen geven wilt," zei de oude acteur, zich een traan van zijn wgjig wisschend. ,,En ik weet wel, waarom niet. Men heeft u allerlei leugens over mij verteld . . ." „Hoe komt u daarbij, mijn waarde heer," antwoordde Sardou, verbaasd. „Niemand heeft mij over u gesproken." „O ja, tèch wel . .. Men heeft u gezegd . . ."
„Wat dan?" „Dat ik mijn geheugen kwijt ben!" De acteur liet zich op een stoel vallen en barstte in snikken uit. Sardou troostte hem zoo goed mogelijk. „Werkelijk, mijn vriend, niemand heeft me dat verteld! Word toch kalm. Ik zal bij gelegenheid aan u denken. Geef me uw naam en adres. Zoodra er een rol is . . . „Mag ik daar werkelijk op rekenen, meester?" „Natuurlijk. Hoe heet u?" De oude acteur stottert: „El ... El . . ." „Hoè zegt u?" De acteur stampt met zijn voet op den grond. „Wel ... eh ... dat is zonderling ... Mijn naam ... Een oogenblikje alstublieft... Hij zal me zoo meteen wel invallen . . . Maar gelooft u vooral niets van hetgeen ze u over mijn geheugen hebben verteld . . ." DE REDEN Karel II van Engeland bracht eens een bezoek aan een dorpsschool. Zonderling genoeg hield de onderwijzer zijn hoed op het hoofd, terwijl hij den koning door het gebouw rondleidde. Toen de koning echter afscheid nam, zei hij, na hem tot aan de deur gebracht te hebben, eerbiedig: „Ik verzoek Uwe Majesteit mijn gebrek aan hoffelijkheid te willen verontschuldigen, maar wanneer mijn jongens zich inbeelden, dat er een grooter man in het koninkrijk bestaat dan ik, dan zou ik niet meer in staat zijn hen in bedwang te houden!" VERSTROOID.
O'
kp
zekeren dag liep Beethoven in Weenen een restaurant binnen en zette zich aan een tafeltje. Weldra was hij echter zoo In gedachten verdiept, dat hij
Mynheer van den Berg gaat 'n ritje maken met zijn nieuwen wagen. Mevrouw, de kinderen, buurman Biermans gaan mee.
in het geheel niet merkte, dat de kellner hem verscheidene keeren vroeg, wat hij wenschte te gebruiken. Na een uur zoowat riep hij den man echter en vroeg: „Wat moet ik betalen?" Verbaasd antwoordde de kellner: „U hebt nog niets besteld. - Wat moet ik u brengen?" „Man, breng wat je wilt," riep Beethoven verontwaardigd uit, „maar laat me dan eindelijk met rust. . ." VERGIST U ZICH NIET? Keizer Franz Joseph ontving op zekeren dag bezoek van den Hongaarschen minister-president Wekerle, die er voor bekend stond, dat hij af en toe zeer verstrooid was. „Den hoeveelsten hebben wij vandaag eigenlijk?" vroeg de keizer. „Den zeventienden," antwoordde Wekerle. „Hé, vergist u zich niet?" vroeg de keizer. „Het is vandaag namelijk wérkelijk de zeventiende." VERGALOPPEERD. Lord Douglas was in het paleis te Windsor uitgenoodigd om te komen whisten. Zijn Partnerin was koningin Victoria. Toen hij meende, dat de koningin een groolen bok schoot, werd hij kwaad en riep haar over de tafel heen toe: „Wat doe je daar nu, mal wijf?" Plotseling zijn vergissing bemerkend, voegde hij er verontschuldigend aan toe: „Neem me niet kwalijk, majesteit, ik dacht, dat ik het tegen mijn vrouw had ..." GEEN ONGELIJK Leopold I, die in 1658 Duitsch Keizer werd, hield veel van muziek en com• poneerde zoo goed, dat zijn kapelmeester hem zijn compliment er over maakte. „Het Is jammer. Uwe Majesteit, dat U geen musicus bent geworden," zei hij op een keer. Goed geluimd antwoordde de keizer: „Het komt er niet op aan; met mijn baantje verdien ik óók behoorlijk." HOE
EEN
SCHATKAMER
VAN
WIJSHEID
VERLOREN GING
O
nder Kalief Omar werd Alexandria veroverd. Zijn veldheer Amroe nam de beroemde bibliotheek in bezit, die Ptolomeus was begonnen aan te leggen, en die onder zijn navolgers een ware schatkamer van wijsheid was geworden. Een geleerde van die dagen verzocht den veldheer Amroe de boekenverzameling te willen
Het is erg mooi buiten, maar als de zon lager gaat staan, wordt het koud in den wagen. De kap moet op.
sparen. De veldheer bracht dit verzoek aan den Kalief- over, maar deze antwoordde: „Of deze boeken stemmen overeen met hetgeen er in den Koran wordt geleerd, óf zij doen dit niet. In het eerste geval zijn zij overbodig, in het andere geval verderfelijk." Door deze woorden was de beroemde bibliotheek aan de vernietiging prijsgegeven. Amroe zond de boeken naar de badinrichtingen van de stad, welks aantal vierduizend bedroeg, en deze hadden er zes maanden lang voldoende stookmateriaal aan! VOOR TWEE WOORDEN ... udyard Kipling, de nog niet zoo lang geleden gestorven Engelsche schrijver, kreeg op zekeren dag 'n brief, waarin zich vijftien shilling benevens een blad wit papier bevonden. In den brief stond: „Zeer geachte heer. Ik verzamel handteekeningen van beroemde personen en verzoek u, uw handteekening op bijgevoegd vel wit papier te willen zetten. Hierbij het bedrag. Ik veronderstel, dat vijftien shilling wel genoeg is voor twee woorden." Kipling stuurde het blad papier, zooals gevraagd, terug. Hij had er op geschreven: Dankend ontvangen.
R'
KONINGEN EN EIEREN
O'
p een reis door Nederland overnachtte George lil van Engeland eens in een eenvoudige dorpsherberg en bestelde des ochtends voor zijn ontbijt alleen maar een ei. De waard bracht het hem en zette vier daalders op de rekening. Lachend zei de koning hem: „Het komt mi] voor, dat de eieren hier in dit land wel zeer zeldzaam moeten zijn!" „De eieren niet," antwoordde de sluwe waard, „maar de koningen wel." ZEKER IS ZEKER Lodewijk XIV van Frankrijk, de Zonnekoning, kon zich ontzettend kwaad maken als zijn bevelen niet opgevolgd werden. Op zekeren dag zei hij tegen den Hertog de Guise: „Als ik u zou bevelen in het water te springen, zoudt u zonder aarzelen dienen te gehoorzamen." Onmiddellijk stond de hertog op en begaf zich naar de deur. „Wat gaat ge doen?" vroeg de koning verbaasd. „Zwemmen leeren. Uwe Majesteit," antwoordde de ander.
Manheer Biermans heeft het gauw te pakken. Hij begint te niesen. „Gezondheid", zegt v. d. Berg.
— 11 -
„Wenschen helpt niet", zegt Mevrouw v. d. Berg, „neem liever een Wybertje, dat is beter. Wybert-tabletten helpen tegen kou, hoest, heeschheid."
ELKC
DE PRIJSWINNAARS
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 12 OCTOBER
RUITENRAADSEL GEÏLLUSTREERD KRUISWOORDRAADSEL
P
A
A
A
L
1 P
A
|
D
5
U 1
1 K
L
|
| A
A
1
D [
1 t?
£
o
n | jp
ri | 0 |
1 D
A
ll 8
F
D |
A
h |
j n
T |
L
E 1
| L
A
E
n
| p
1D e E n 1 c> e n j | i i
J LL 01 Li_
/s . M|
1 L I D rj | 0 M | | E
6>
E
E
6 |
e
A
M |
| D
P
E
&
j L
S
l v é s EM
v e E M | s | A
| L
T |
OPLOSSING
OPLOSSING
WOORDVIERKANT
VLECHTMATJE
i
T
R
E
n
&
T
E
e
W
IJ
L
T
W
A
A
L
P
P
1
*■
A
n
n
M
| E M 1 JC
T
0
*k
P A
n T
A &
1 6
A
E
C
H
G
P
B
In ieder vakje moet de eerste letter ingevuld worden van hetgeen de tcekeningen voorstellen. Tezamen vormen deze letters woorden van de volgende beteekenis:
L
e
E
0
.ONZE
E DEM
den heer R. Nobel, Purmer; den heer C. M. Filet, Utrecht; den heer W. de Graaf, Amsterdam; den den den den
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 1213. 14. 15. 16.
Horizontaal: 1. vlek 4. heg 7. afkorting van een
8. 10, 11. 13. 15. 17, 18, 21, 23,
titel ik {Latijn) lidwoord vleesch door erfenis bovendien meisjesnaam familielid lomp en dergelijke ting)
verkrij-
24, gemeente in Pruisen (Duitschland) 26. lidwoord 27. scheiding 28. deel van een voet. Verticaal:
(afkor-
1. schriftelijk mededeelen 2, meisjesnaam
3. voorzetsel 4. in een raam gevat vlechtwerk 5, goedendag 6, plezier 9. aanhoudend kermen 12, onverschrokkenheid 14. ontkleurd 19. meisjesnaam 20. plechtige bevestiging 22. lyrisch gedicht 25, stil!
6
TEEKENINGEN-
E E
E
RAADSEL
e
klein gedicht verdriet aanbeveling om iets te doen groole plaats twijg heeft een deur kameraad niet dik dapper lichaamsdeel deel van den dag ontkenning hemellichaam vrucht orgaan veder.
|T
EVER
EDAM
E
DAM
1
H
2
5
k
5
6
7
r-
2^
BROK
B
ROK
PAAP OVEfl
1? 0
AAP VEM
WACHT
W
ACHT
MEI/K
N
EBF
■fOK liROWN
C
aan:
mejuffrouw A. Uljen, Wijchen; den heer C. v. Leersum, Amsterdam; den den den den den
heer heer heer heer heer
J. A. H. T, L.
Karregat, Volendam; Visser, Veendam; ter Helde, Enschede; Prul';, Hooqezand; K. M. Nid, 's-Gravenhage;
den heer M. Veltman, Tuindorp.
Voor goede oplossingen op iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van ƒ 2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar, In totaal dus deze week 5 prijzen van ƒ 2.50 elk en 20 troostprijzen.
5
6 7
iÏÏÜ
ONZE FILMPUZZLE L
mejuffrouw C. Menist, Umulden. De troostprijzen vielen ten deel
KM
OPLOSSING L-RAADSEL
A
ven door:
ONZE PRIJZEN.
E
3(2)
OEVEB
S. Sipman, Arnhem; V, Buurman, Beemster; W, v. Inqen, Utrecht; L. de Bont, Vlissingen.
mevrouw Schijns, SittarH; mejuffrouw M, Röth, Rotterdam;
A'.
J
heer heer heer heer
INVULRAADSEL
0
FILMPUZZLE
JA^
mejuffrouw T. Leer, Rotterdam; den heer C. Broertjes, Badhoevedorp;
L
PUNTEN-
OPLOSSING
mejuffrouw R. Beute, Den Helder; mejuffrouw W. M. de Keizer, Rotterdam;
L
RAADSEL
B
mevrouw Sander, Amsterdam; mejuffrouw A. E. v. Es, Bergschenhoek; mejuffrouw E. Glelen, Maastricht; mejuffrouw M. Brotkers, 's-Gravenhage; mejuffrouw A. Aaldijk, Schiedam; mejuffrouw A. Determeyer, Schiebroek;
kf
E
IC
's-Gravenhage;
De hoofdprijs van de filmpuzzle werd verwor-
A
T
B. Ceelen-Simkel,
mevrouw Kuiken, Driehuis-Velsen; mevrouw H, Volwerk-Hommel, Sommelsdijk;
Vul van binnen naar buiten woorden in van de volgende beteekenis:
OPLOSSING
B
De troostprijzen konden worden toegekend aan: mevrouw
T
A
P
den heer G. Ruiter, Voorburg; den heer A. Willems, Utrecht.
G
B
A
mevrouw Ferner, Soest; mejuffrouw Th. Nicolaes, Nijmegen; den heer F. J. Leverman, Groningen;
CIRKELRAADSEL
P
A
C
S
B
T
deze week gewonnci
door:
B
&
T
u
U
M
T
M
A
M
De hoofdprijzen werden
Om de cijfers — 1c beginnen bü en in de richting van de pijltjes — woorden invullen, die beteekenen: 1. iemand die op het land werkt 2. einde 3. gedeelte 4. smalle strook 5. denkvermogen 6. echtgenoote 7. dicht boven den grond 8. moeilijk te doordringen 9. aanwijzend voornaamwoord 10. aanbeveling om iets te doen 11. betuiging van erkentelijkheid 12. vogel 13. vliezige buis in het lichaam 14. kleur 15. vaartuig 16. gevoel van diepen afkeer.
OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL
5
VERBINDINGSRAADSEL
M
A
L
E
n
6
T
A
L
L
E
PI
X
1
C
&
1
E
n
6
c c
0
M
P
L
0
n
C
L
E u
0
M
T
6
L
IJ
D
B
K
W
E
L
L
F
M
D
A
L
C
M
e
L
S
Vul in: Horizontaal: 1. lichtbeelden vervaardigen. Verticaal: 1, muziekinstrument 2. neiging tot het kwade
— 12 -
3. 4. 5. 6. (7. 8.
niet eensgezind stevig gebouwd vogel vorderen chocoladeboon met achterlaten.
rum gevuld
a, «. i, n, r,
Te gebruiken letters: a, a, b, b, c, d, d, e, e, e, e, e. e. g. g, g, h, h, h, i, 1, k, 1, m, n, n, n, n, n, n, o, o, o, o, o, o, p, r, s, s, t, t, t, t, u, u,
a, e, i, n, p, u,
a, e, i, n, r, u.
Door toevoeging van een vcrbindingslcltcr kunnen de woorden uil de eerste rij met die van de tweede één woord vormen. De gebruikte verbindingslcttors zullen den naam van een filmster vormen. De eerste rij woorden staat in de juiste volgorde, de tweede niet. step erl oud lok bottel tal stel om klooster el koren egel wekker er blad ar el ans Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2,50 en tien filmfoto's beschikbaar om te vcrdeelen onder de goede oplossers. Antwoorden in te zenden vóór 2 November aan Dr. Puzzelaar, Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden; F'ilmppuzzle 2 November. Deze puzzle kan tegelijk met de andere ingezonden worden, doch liefst op een apart velletje papier.
DE OPLOSSINGEN
Vorm horizontaal en verticaal zelfde woorden van de volgende teckenis:
debe-
1. 'medeklinker 2. landbouwgercedsthap 3. glazen klok die over iets heen gezet wordt 4. wasschen 5. onbepaald hoofdlclwoord 6. schrijfbehoefte 7. medeklinker.
13 -
op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 2 Nov. in te zenden aan Dr. Puzzelaar, Galgewatcr 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 2 Nov.
'4 i/M Denis Moorf. ten bekend Engelsch beeldhouwer, woonachtig in Parijs, krijgt, kort voor hij naar Indo-China zal vertrekken om daar voor den keizer van Annam een beeldhouwwerk te vervaardigen,, bezoek van zijn nichtje Julie, voor wie hij altijd een heel erg zwak heeft gehad, Julie is getrouwd met een der rijkste Engelsche peers, Lord Tamorley, Haar man is met een zending naar Nieuw-Zeeland en Julie vertoefde met haar moeder aan de Riviera, waar zij kennis had gemaakt met baron De Grignon. Op zekeren dag worden de zeer kostbare familiesmaragden, die Julie gedragen had, gestolen, terwijl tegelijkertijd de baron spoorloos verdwijnt. Julie begeeft zich naar Denis om zijn hulp In te roepen. Zij heeft voor de vaste waarheid gehoord, dat de baron met de boot naar Saigon is vertrokken. Ze wil nu tegelijk met Denis naar Indo-China gaan om zelf een onderzoek naai de smaragden in te stellen. Na Julies vertrek krijgt de jonge beeldhouwer bezoek van een in Parijs studeerenden Annemiet, Mr. Nygugen, die hem de vriendschap van een in Annam bestaanden tang — een soort vereeniging. die zeer krachtig voor haar leden opkomt en degeen doodt, die haar wetten overtreedt — komt aanbieden, mits hij Julie belet om naar Annam te gaan. Denis weigert hierop in te gaan. Een arm tooneelspeelstertje. Ninon, maakt In een café kennis met Nygugen. Deze biedt haar een contract aan bij het theater te Saigon, mits zij hem een kleinen dienst bewijst. Zij moet dan aan boord van het schip, dat haar naar Saigon brengt, een heer zooveel mogelijk uit het gezelschap houden van de dame, die hem vergezelt. Deze heer is Denis Moore. Volgens Nygugen is hij een spion. Ninon accepteert het aanbod. Na een poosje ontdekt ze echter de ware toedracht der zaak en ze besluit Denis te helpen. Gedurende de reis naar Saigon uit de tang talrijke bedreigingen tegen Denis en maakt hem tevens duidelijk, dat het hun ernst Is. Eenmaal in Indo-China aangekomen, maakt Denis kennis met baron De Grignon, die een hooggeplaatst regeerlngsambtenaar In Hué, de plaats waar Denis zijn beeld moet maken, blijkt te zijn. Baron De Grignon bent een groote macht In Hué, Hij stelt Denis aan den keizer voor en brengt hem dan naar den tempel, waar hij uit een klomp goud het bestelde beeld maakt. De Grignon vertelt Julie, dat zij bij de inwijdingsfeesten van het beeld, volgens de godsdienstige gewoonten der Annamieten, weer uit Hué weg moeten, Ninon komt met haar gezelschap ook in Hué. Denis vertelt haar dadelijk alle gebeurtenissen. Terwijl hij met haar een boottocht gaat maken, neemt Julie een wanhopig besluit en begeeft zich naar den baron, met het plan hem naar de smaragden te vragen. Onder den invloed van opium vertelt hij haar, dat hij ze inderdaad gestolen beeft, maar dat hr,t nu veel te laat is dan dat zij ze nog zou kunnen terug krijgen. Ondertusschen hebben Denis en Ninon nog een bezoek aan den tempel gebracht en daar gezien, dat het beeld met de smaragden versierd wasl Teruggekeerd overleggen ze met hun drieën wat ze moeten doen, daar ze volgens officieel bevel den volgenden dag weg moeten. Denis schrijft een brief met een gefingeerd regeeringsbevel aan den keizer. Hiermee begeeft hij zich naar hem toe en zegt, dat hij in opdracht van het Fransche gouvernement een paar kleine veranderingen aan het beeld moet aanbrengen. De keizer, die doodsbang voor het Pransche gouvernement Is, geeft hem onmiddellijk toestemming weer naar den tempel terug te gaan en zelfs geeft hij hem een ring als vrijgeleide mee. Met de motorboot van den administrateur-generaal begeeft hij zich dan naar den tempel, bij welken tocht Ninon hem vergezelt. Denis ziet. dat zij zich ergens zorgen over maakt.
ik voel er heel veel voor," zei Denis „je naar het hotel terug te brengen en alleen naar den tempel te gaan. Ik geloof, dat ik het maar doen zal. Het zal veel beter zijn. Tot nu toe kan de tang desnoods verdenkingen tegen je hebben gehad, maar hij heeft je in geen geval iets kunnen bewyzen. Als ik je meeneem naar den tempel en de priester ziet je terwijl ik de smaragden verwijder, dan zullen ze begrijpen dat je op myn, in plaats van op hun hand bent." Hy wilde zich reeds tot den man aan het roer wenden ten einde hem te zeggen terug te keeren, toen Ninon hem bij den schouder greep. „Dat moet je niet doen. Ik heb je tot nu toe geholpen, en ik heb het recht om ook nu met je mee te gaan. Breng me alsjeblieft niet terug." Denis voelde, dat hij tegen dit verzoek niets in kon brengen. „Goed, maar er is één ding, waarover wy een besluit moeten nemen alvorens we in den tempel zijn. Wat moeten we terwyl ik de smaragden haal, doen met den priester, die zich de bewaker van den tempel noemt? De ring van den Keizer zal my gemakkelijk genoeg toegang verschaffen tot het gebouw, maar ik geloof niet, dat hy ondanks den ring lydelyk zal blyven toezien, wanneer ik de steenen uit het beeld verwijder." „Ja," zei Ninon, „dat is waar. Dat kan moeilijkheden opleveren. Zouden wij hem voor dien tijd niet kunnen weglokken?" „Dat zal zoo gemakkelijk niet zyn; hy zou begrijpen, dat het een valstrik was." „Wat dan?" „Ja, dit is het hem juist! Ik wilde, dat ik een middel wist om hem kalrn te houden." „Zeg hem de waarheid! Zeg, dat de Keizer je bevolen heeft, het gezicht van het beeld te veranderen, en dat je dit niet doen kunt, zoo lang die kostbare steenen er in zitten." „Dat is een goed idee. Ik zal iemand van de boot meenemen om als tolk te fungeeren; de priester kent alleen maar Annamietisch." „Neen, je moet in geen geval iemand meenemen! Dat zou dwaasheid zyn! Hy zou het aan de andere leden van de bemanning vertellen en dan zou iedereen zoodra we in Hué terugkomen weten, wat we hebben gedaan! Neen, dan weet ik nog een beter middel!" Ninon maakte haar taschje open en liet Denis een klein automatisch pistool zien. Hy schrok even. — 14
„Wat ben je in 's hemelsnaam van plan?" vroeg hy. „Ik wil in geen geval bloed vergieten.. .." „Dat is ook niet noodig! Laat den priester maar aan my over; ik zal hem met dit wapen eenvoudig in bedwang houden." Haar oogen schitterden en ze perste haar lippen op elkaar. „Durf je dat op je te nemen?" vroeg Denis. Ze lachte. „Waarom niet? Hy zal natuurlyk niet bang zijn voor mij, maar wel voor mijn revolver, en ik zal wel zóó kyken, dat hy geen oogenblik in twijfel verkeert over de vraag, of ik al of niet zou durven schieten als hij iets doet...." Ze was maar klein en tenger, maar Denis voelde desondanks, dat hij zich volkomen op haar zou kunnen verlaten, en dat stelde hem gerust. Ze naderden nu het eiland. Denis voelde in zyn zak, ten einde er zich van te vergewissen, dat hij den stalen beitel by zich had, waarmee hy de smaragden uit het beeld verwyderen wilde. Hy had gezien, dat zy slechts zeer los in het goud bevestigd waren, en dat het hem dus maar eenige oogenblikken zou kosten om ze er uit te halen. Ze bereikten de treden, die naar den tempel leidden; hy beval den stuurman van de motorboot daar te wachten tot zy zouden terugkeeren, en toen begaven hy en Ninon zich naar boven. Toen zy ongeveer halverwege waren, verscheen er een in het geel gekleede gedaante in de deuropening. „Dat is onze vriend de priester," zei Denis. „Hy kan daar waarschynlyk niet zien, wie er komt, maar je kunt er wel van overtuigd zyn, dat hy niets van het bezoek begrypt. Wat heb je daar?" „Touw; ik heb het meegenomen uit de motorboot; het lag op den bodem. Misschien kan het ons te pas komen." „Dat is zeker. Hy lykt het niet erg aangenaam te vinden, dat wy komen." Ze waren nu dicht genoeg genaderd, om de gelaatsuitdrukking van den priester te kunnen zien. Hy keek strak naar Denis, en het was duidelyk merkbaar, dat hy woedend was. Nog een dozijn treden, en dan zouden zy by hem zyn. Bij den volgenden stap dien zy deden, stak de priester zijn arm uit en wees naar de rivier. Zyn bedoeling was duidelyk; zij moesten onmiddellyk teruggaan! Als antwoord schoof Denis den ring van den Keizer van zyn vinger, en hield hem in de hoogte. Onderwyl liep hy door, zich niets aantrekkend van de woedende gebaren van den man. Toen zy nog slechts een paar passen van hem verwyderd waren, Bleef hij staan en liet den priester den ring zien, waarvan de kleuren en het model nu duidelyk voor den priester zichtbaar moesten zyn, tenzy hy blind was! Er kwam opeens een complete verandering over hem, toen hij den ring herkende. Hy liet zich op zijn knieën zinken en boog zich zoover voorover, dat zijn hoofd den grond raakte. Dat was een teeken van gehoorzaamheid en onderwerping, dat alleen aan de hoogsten in den lande bewezen werd. „Hy zal ons geen moeite geven," zei Denis. „Maar het is natuurlijk aan den ring, en niet aan óns dat hy deze eerbewyzen brengt." „Het is mogelijk, dat hy ons niets in den weg zal leggen," zei Ninon,„maar toch lijkt het mij het beste dat wij hem binden voordal je aan het beeld komt. Als hij ziet, wat je bedoeling is, zou hy den heelen ring wel eens kunnen vergeten en razend worden. Bovendien zou hy iets aan de mannen van de boot kunnen zeggen; hij zou hen iets in het Annamietisch kunnen mededeelen wat wy niet verstaan, en hun de heele geschiedenis vertellen. Als het dan in Hué bekend wordt, zouden we niet anders dan moeilijkheden kunnen krygen." „Misschien heb je gelijk," antwoordde Denis. „Maar het lykt me niet zoo gemakkelijk, om hem te binden. Bovendien: waar moeten we hem aan vastbinden? Er is nergens een spyker te zien waar je je hoed aan zou kunnen ophangen, en als we hem ergens buiten aan een boom binden, zou het misschien gezien worden...." „We binden hem aan het beeld, met zijn rug tegen den achterkant; Dan kan hij meteen niet zien wat je eigenlijk uitvoert." „Je hebt gelijk; dat zullen we doen. We zullen hem mee naar binnen lokken en hem daar overvallen. Denis wenkte den priester hen te volgen. In de deuropening legde Ninon haar hand op den arm van den beeldhouwer. „Blyf even zoo staan," zei ze. „Het beeld dat je hebt gemaakt is prachtig, en het is de laatste keer, dat je het zien zult." Terwyl het daar stond in de schemerige ruimte, schitterend door de groote juweelen, was het beeld van Thyn werkelijk indrukwekkend. Het leek een daad van vandalisme, wat zy van plan waren — de steenen uit dit weerlooze stuk goud te breken, die by zyn leven aan den machtigen keizer hadden toebehoord. Maar het was nu geen tijd voor sentimenteele overwegingen, en Denis beduidde den priester hen voor te gaan. Zoodra zy binnen waren, plaatste hy zich voor hem en hield hem met Ninons revolver in bedwang.
&o*Z.
(MdL^L mdb 6E"AÜTOßlSFF<2DF VB"ßTAUN« „Bind hem met het touw," zei hy tegen het meisje. „Ik zal er voor zorgen, dat hy geen mes trekt." Ninon sloeg het touw om den priester heen, zyn armen tegen zyn lichaam bindend. Het was slechts het werk van een oogenblik om het touw vast te maken, toen voerden zij hem met hun beiden naar het beeld en bonden hem met zijn rug tegen den achterkant er van. „Ga naar den ingang en zorg dat er niemand van de boot naar binnen komt, zei Denis tegen Ninon, terwyl hy alvast den beitel uit zyn zak haalde. Een oogenblik bleef hy echter besluiteloos staan. 1 toen hij net beeld genaderd was dat hy had gemaakt en dat hij nu op het punt was te vernielen. Zonderlinge gedachten welden er in hem op. Die groene, schitterende oogen leken wel levend. Hij dacht aan Keizer Thyn, zooals deze er by zijn leven moest hebben uitgezien; hy stelde hem zich voor terwyl hy langs den Weg der Mandarijnen trok, den grooten heerweg die van Annam naar het Noorden leidde, waarover machtige leiders en hun mannen gegaan waren tefwijl overwinningen of nederlagen de richting van hun voetstappen veranderd hadden, Tonkineezen, die Annam binnenvielen; Cochineezen, die in de richting van de Delta marcheerden; de troepen van Trynn, Gia-Long en Tay-Sou, oprukkend met hun krygsolifanten; hun leider gehuld in rijk geborduurde zijden gewaden. Deze smaragden daar hadden eens toebehoord aan den machtigsten van alle vorsten van Annam, wiens kalm, trotsch gelaat nu op hem neerkeek. Als de geest van Thyn eens werkelijk in den tempel rondwaarde, zooals de eenvoudige menschen uier geloofden, wat al verwenschingen en vervloekingen zou hy dan nu niet naar Denis' hoofd slingeren! Gedurende een verschrikkelijk oogen blik was het Denis, die zich door zijn gedachten TOEN ZIJ NOG SLECHTS EEN PAAR PASSEN VAN HEM VERWIJDERD WAREN, BLEEF DENIS willoos liet meevoeren, alsof er een doodvonnis STAAN EN LIET DEN PRIESTER DEN RING ZIEN over hem werd uitgesproken. Toen riep Ninon hem, om voort te maken zou doen, wat de Fransche autoriteiten hem zouden zeggen. GeTien minuten later keerden hij en Ninon, met de juweelen in lukkig was de eenige Fransche autoriteit te Hué Baron De Grignon, zyn portefeuille, terug naar de motorboot die in zyn eigen belang gedwongen was den Keizer alle mogelijke te verleenen. „Daar staat onze auto, en daar is Julie," zei hij toen zij het hotel bescherming Maar de baron had ook zijn zwakke zijde, en een zeer zwakke in het gezicht kregen. „Ze kijkt zoo triomfantelijk, dat ik geloof, dat bovendien. Wanneer de blanken opium begonnen te schuiven, zy de Ëagage al reeds heeft laten inladen, en dat wy mets anders deden zij het niet zooals het gele ras. Een Chinees of een Annahebben te doen dan in te stappen." ,. , ,• zou gedurende zijn gansche leven met mate rooken, en ondanks „Van den baron heb ik niets gezien of gehoord, vertelde Julie miet de verderfelijke gewoonte toch nog een respectabelen ouderdom toen zy nader gekomen waren, „is alles goed gegaan? bereiken. Maar-een blanke werd de slaaf van zijn ondeugd. Nygugen Ofschoon zy met bestudeerde kalmte sprak, kon Denis toch heel kon dan ook alleen hopen, dat de baron zoo verstandig zou zijn goed aan haar merken dat zij brandend nieuwsgierig was ot hy zich in dit opzicht te beheerschen tot alles achter den rug was. de juweelen werkelijk bemachtigd had. Hy wist zelfs nu nog niet, of de juweelen hun bestemming hadden , Ja, ik heb ze. Stap maar in! Hoe gauwer wij een paar honderd bereikt. Hij had allang een telegram moeten hebben kilometer tusschen ons en deze stad hebben, hoe beter het is. Lieve Het telegram kwam dien avond, en de inhoud bleek zeer bevrehemel' Ik heb wat vergeten! Wachten jullie een oogenblikje digend te zyn. Hij snelde terug naar de motorboot; Julie en Ninon zagen hoe „Vanmorgen bericht ontvangen dat het beeld met alles wat er hy iets aan den stuurman overhandigde waarna de boot vertrok bij'behoort, gereed is. De Keizer ten zeerste er mee ingenomen; en koers zette naar het paleis. inwijdingsplechtigheid zal morgen plaats vinden. Generaal-Gouver„De ring van den Keizer," zei hij, toen by by hen terug was. neur heeft wensch van den Keizer goedgevonden, dat de tempel „Ik had hem bijna meegenomen!" zal worden als een heilige plaats, waar nooit een Christen mag „Heb je hem teruggestuurd?" riep Ninon uit. binnenkomen. In overeenstemming hiermee heeft de Administra„Ja, ik had hem beloofd, dat ik 'm zou terugsturen. Hy kan ons teur-Generaal bevolen, dat alle Europeanen morgen om voor nu niet meer van dienst zyn; al de ringen die de Keizer bezit twaalven Hué moeten hebben verlaten, en gedurende den tijd der kunnen ons niet meer helpen als zij eenmaal ontdekt hebben, wat plechtigheden zullen er geen vreemdelingen in de stad mogen verwe hebben gedaan. Het eenige wat we kunnen doen is te maken toeven. De beeldhouwer en de Engelsche dame worden met een dat we ten spoedigste zoo ver mogelijk uit de buurt komen We specialen auto teruggestuurd; ze hebben niets ontdekt. Ik heb het moeten nu maar op onzen auto vertrouwen. Ik zal den chauffeur Fransche meisje volgens uw verlangen naar Hué gestuurd, maar aflossen, en ook vannacht doorrijden. Indien alles goed gaat, ik heb geen middel kunnen vinden om van haar diensten gebruik te maken. Ze is verliefd op den Engelschman en heeft zich tegen kunnen wtr morgen tegen den middag in Saigon zyn. den tang gekeerd. Daar zij geen kwaad heeft aangericht, is de raad Ongeveer terzelfdertyd liep Nygugen heen en weer op zijn kamer van den tang er tegen haar te dooden, en stelt voor dat zij naar die uitzicht gaf op de Seine. Hij voelde zich zoo ongeveer als een Frankrijk wordt teruggezonden. Zal u telegrafeeren wanneer Lady generaal, die een aanval heeft doen inzetten nadat hy alles vooraf Tamorley scheep gaat naar Frankrijk." zorgvuldig overwogen heeft, en die nu maar moet afwachten hoe Het telegram had moeilijk bevredigender kunnen zijn, dacht de slag verloopt. J » J * „ Nygugen bij zichzelf, terwijl hy het weer opvouwde. Maar hy wist Hoe zonderling het ook was, toch wist Nygugen dat de twee natuurlijk niets af van de verwarring, die er in Hue heersehte zwakste elementen in de heele onderneming de karakters der beide sinds het was afgezonden. menschen waren, die juist de belangrijkste rol moesten spelen — (Worrf< vervolgd) de Keizer en baron De Grignon. De Keizer was een oude dwaas, die direct in zijn schulp kroop als er iets misliep, en die dan alles 15
DI NMIttw Q
Een Paramount-film, geregisseerd door Robert Florey Madame Lan Ying Anna May Wong Steve Recka Akim JBm;rQH Margaret Van Käse Inspecteur Brandon Phillip Easton Nicholai KusnoH Duncan
Majoor Bradley Butler
Mevrouw Carson
Gail Patrick Lloyd Nolan Harvey Stephens Anthony Quinn Roscoe Karns porter Ha|| Barlowe Borland Hedda Hopper
C leve Recka, een gangsterkoning, regeert met J ijzeren hand de corrupte ambtenaren, die de stad besturen en er voor zorgen, dat Steve niet in zijn ondernemingen wordt gedwarsboomd. Hij is een man van goeden smaak, een kunstbeschermer, die een luxueus appartement bezit. Lang Ying, een mooie Chineesche, mag zich in zijn belangstelling verheugen en ze ziet een bevestiging van zijn liefde in de grenzenlooze jaloezie, die hij tentoonspreidt, waar het haar betreft. De gangster komt in aanraking met Margaret Van Kase. een knappe jonge vrouw uit de hoogste kringen, die zich niet laat imponeeren door zijn geld en zijn macht. Door haar schoonheid
Anna May Wong en Aklm TamiroM.
Anthony Quinn en Porler Hall.
meegesleept, verwaarloost Steve de Chineesche en stelt alles in het werk om de genegenheid van Margaret te winnen. Margaret wijst Steves toenaderingen echter met verontwaardiging van de hand en bereidt zich voor op haar huwelijk met Phillip Easton, een jong en aristocratisch makelaar, die zich echter, evenmin als zij, in het bezit van ruime financieele middelen kan verheugen. Woedend, omdat zijn plan dreigt te mislukken, doet Steve zich voor als een vriend van Easton, terwijl hij intusschen plannen smeedt om den jongen man uit den weg te ruimen. Hij laat hem door zijn handlangers ontvoeren op het moment, dat Easton een groot bedrag aan hem toevertrouwde geldswaardige papieren bij zich heeft. De kranten maken veel misbaar over ziin verdwijning en het publiek komt na- ' tuurlijk tot de gevolgtrekking, dat Easton er met het geld vandoor is gegaan. Margaret gelooft echter niet in zijn schuld, evenmin als de inspecteur van politie Brandon, die Steve en zijn methoden kent, en overtuigd is, dat er méér achter Easton« verdwijning zit. De jongeman wordt ten slotte gevonden in een verlaten huis, waar de gangsters hem hebben achtergelaten,
onn
nadat zij hem van de effecten beroofd hebben. Hij wordt in arrest gesteld, en Steve legt nu zijn troef op tafel en belooft Margaret, Easton vrij te laten en hem te rehabiliteeren, als zij er in toestemt zijn vrouw te worden. Haar haat voor Steve is intens, doch om de eer van Easton te redden, stemt zij toe. Terwijl zij naar de luchthaven gaat om hem op te wachten, treft Steve zijn laatste maatregelen: hij wil Easton laten vermoorden. Hij heeft echter buiten Lang Ying gerekend, die verbitterd is, omdat hij haar niet meer liefheeft. Zij wil haar eigen leven offeren om Steve zijn gerechte straf te doen ondergaan en pleegt daartoe zelfmoord, echter op zoo'n manier, dat hel lijkt alsof Steve haar vermoord heeft. Zij heeft op het laatste moment de politie gewaarschuwd en als Brandon en zijn mannen arriveeren en Steve arresteeren is hij, die tientallen menschen van het leven heeft beroofd, zich bewust, dat hij ter dood gebracht zal worden voor een moord, waar hij voor de wet onschuldig aan is. Harvey Stephens en Gail Patrick.
FOTO-NIEUWS
1. Jhr. Mr. H. M. Haersma de With, thans Hr. Ms. gezant te Washington, is in gelijke functie te Berlijn benoemd. 2 Mr. D. Goedhuis, secretaris van de International Air Traffic toegelaten als privaat docent de Rijks Universiteit te Leiden. 3 De heer G. W. J. Zittersteyn is benoemd tot voorzitter van den Koninklijken Nederlandschen Schaakbond. 4. Het typische kerkje van den H. Thomas van Aquino aan het Singel te Amsterdam, meer bekend onder den naam „Het Torentje", is verkocht aan 'n Levensverzekeringsmaatschappij en zal worden afgebroken. 5. Kolonel Charles Lindbergh en zijn echtgenoote, die op weg waren naar Berlijn, brachten een kort bezoek aan Rotterdam. - Bij het vertrek van Waalhaven. De heer en mevrouw Lindbergh in hun vliegmachine. 6. Te 's-Gravenhage had de begrafenis plaats van twee der slachtoffers van de ramp met de Sch. 102, die vlak voor Scheveningen verging. - Het stoffelijk overschot van den matroos W. de Bruin wordt ten grave gedragen. 7. Mevrouw van Broekhuizen, kleindochter van Paul Kruger, en echtgenoote van den Zuidafrikaanschen gezant te 's-Gravenhage, heeft in de residentie de oorlogsmedaille uitgereikt aan een aantal oud-strijders en oud-verpleegsters in den boerenoorlog. — Mevrouw van Broekhuizen spelt de medaille op de borst van den oud-commandant F. A. van der Loo. 8. Ter wille van de stadsverbetering moet Plan C. te Rotterdam verdwijnen. — Het gebouwencomplex achter het Beursgebouw, dat binnenkort zal worden afgebroken in verband met de verkeersverbinding Noord-Zuid, alsmede voor de verbetering van den verkeersweg West-Oost langs de Nieuwe Haven. 9. De heer E. Labots, de oudste inwoner van Arnhem, vierde verleden week zijn honderdsten verjaardag. — De jubilaris wordt gelukgewenscht door den burgemeester van Arnhem, den heer H. P. J. Bloemers.
jfJ^^^M., X
Hier is een hoestsiroop-recept om zelf voor de kinderen klaar te maken. Als een kind erg hoest, wordt het lastig en neemt het niet gemakkelijk iets in. Een kind heeft van nature een hekel aan medicijnen. Daarom zult U blij zijn met het recept van een heerlijk smakende hoestsiroop, die U zelf thuis kunt maken. In een kwart liter heet water lost u een eetlepel suiker op. Na afkoeling voegt u hieraan toe 30 gram Vervus (dubbel geconcentreerd), die U bij eiken apotheker of drogist kunt koopen. Uw hoestsiroop is dan gereed. De kinderen nemen het graag in en de heerlijk verzachtende bestanddeelen van Vervus doen direct den hoest ophouden. Niets is beter voor Uw kind als het hoest, dan dit Vervus-middeltje; bij kinkhoest doet het wonderen. Bewaart dit recept goed en vergeet niet een 30 grams-fleschje Vervus (dubbel geconcentreerd) in huis te halen.
ivA TANDPASTA (NEDERLANDSCH FABRIKAAT) reinigt, desinfecteert en polijst Uw gebit zonder het glazuur aan te tasten.
Ti
ONopm OSTEitfê BEDERFT HET WEEFSEL EN DE KLEUREN
Alleen LUX is het veilige wasmiddel voor gekleurde, fijne stoffen, want . . .
Ä 4^1
Lux lost 5 maal zo vlug op als zeeppoeders en gewone zeepvlokken \\7at voor doel heeft het, fijne, gekleurde artikelen te kopen, als ze bij het wassen toch bedorven worden door onopgeloste zeep? Als U zeeppoeders of gewone zeepvlokken gebruikt om Uw gekleurde weefsels te wassen, is de kans groot, dat deze in korte tijd de oorspronkelijke frisheid verliezen. Het gevaar van zeeppoeders en gewone zeepvlokken zit in de onopgeloste zcepdeeitjes, die in het sop van deze wasmiddelen blijven zweven Deze deeltjes hechten zich aan de weefsels vast. Zij veroorzaken vettige strepen in hel weefsel en maken de kleuren vaal en onfris. Er is maar één veilige manjer om lijnc, gekleurde stoffen te wassen: Lux in het bekende, blauwe pak. De Lux-krulletjes lossen dadelijk op, zelfs in koud water en daardoor kunnen bij het spoelen nooit onopgeloste zeepdeeltjes in Uw goed achterblijven. En ondanks deze upjeke eigenschappen is l.ux toch zo goedkoop. Het standaardpak, waarmee U b.v. yMnWfBI 7.iiilen kousen kunt wassen, kosl slechts 12} et. en het reuzenpak, met meer dan de dubbele inhoud. 25 et. Bovendien bevat het standaardpak Lux nog een breipatroon en het reuzenpak 2 patronen. En . .. LUX WORDT NOOIT LOS VERKOCHT. / , de bekende geschenkenbons blijven geldig! LOSSE ZEEPVLOKKEN ZIJN GEEN LUXI
Tuben ä 25 en 60 cents. L X 93-0141
»Hele* EEN ZONDERLINGE VERSCHIJNING Tot
de eigenaardigste verschijnselen aan den hemel behoort zeker de bolide. Een voorwerp, dat veel van een grooten, vurigen bal weg heeft — vandaar dat men het ook wel vuurbal noemt komt plotseling op aarde neerschieten, den eenen keer totaal ongevaarlijk blijkend, maar bij andere gelegenheden groote verwoestingen aanrichtend. Daar de bolide zich vrij langzaam beweegt, kan men haar gewoonlijk goed gadeslaan, en haar baan nauwkeurig volgen. Er zijn gevallen bekend, dat zij door een openstaand raam of een schoorsteen een huis binnendrong, door een kamer schoot, een trap op- of afging, om vervolgens weer door een raam of openstaande deur te verdwijnen zonder practisch eenige schade te hebben aangericht. Maar ze kan ook ontploffen, en dan zijn de gevolgen voor het betrokken huis — en ook vaak voor zijn bewonersl — vaak zeer ernstig. Soms strijkt 'n vuurbal langs iemands lichaam zonder eenig spoor na te laten, terwijl hij in andere gevallen dikwijls zijn kleeren verbrandt, hem doodt of ernstige brandwonden bezorgt. Ofschoon het slechts zelden gebeurt, dat er 'n vuurbal verschijnt, zijn er toch verschillende getuigenissen geboekstaafd van personen, die hem gezien hebben. Deze zijn indertijd verzameld door Camille Flammarion, den bekenden Franschen geleerde. Deze vertelt onder anderen van een groepje van zeven vrouwen, die tijdens een hevig
Drie vuurballen, welke boven een elèctrlsch krachtstation, te Parijs, gedurende een zwaar onweder werden waargenomen. onweer boven Parijs in een portiek voor den regen stonden te schuilen. Nauwelijks bevonden zij zich daar, of er klonk een verschrikkelijke donderslag, en een lichtstraal in den vorm van een vurigen bal deed hen bijna verstijven van
— IQ —
schrik. Twee van hen werden bewusteloos geslagen, terwijl de anderen min of meer ernstig gewond werden. Zij herstelden echter allemaal. Terzelfder tijd zat er aan den overkant van de straat, op nog geen tien méler afstand, een jonge vrouw in een" kamer gelijkvloers aan een naaimachine. Op hetzelfde oogenblik, dat de donderslag weerklonk, voelde zij door haar geheele lichaam een vreeselijken schok, terwijl zij in de holte van haar rug een hevige, schroeiende pijn gewaar werd. Het bleek, dat haar schouderbladen en een barer beenen ernstige brandwonden vertoonden, die echter spoedig genazen. De vrouw had geen oogenblik gemerkt, dat de vuurbal in de kamer was geweest! Deze had dan ook overigens» geen enkel onheil aangericht, maar was in een naburig huis, dat van de woning waar de vrouw zich bevond door een muur van twee steenen dikte gescheiden was, ontploft! Tijdens een hevig onweer dat in Februari van het jaar 1866 boven Chapelle-Largeau' woedde, sloeg een kolossale vuurbal vlak voor de voeten van een landbouwer in den grond, zonder hem te verwonden. Daarna vervolgde hij zijn weg door een kamer in de boerderij, waarin negen menschen zaten, als eenig bewijs van zijn aanwezigheid een aantal verbrande zwavelstokjes achterlatend, die „vanzelf" waren ontvlamd! De vuurbal kwam nu vervolgens in een stal terecht, die in twee afdeelingen was gescheiden. In beide afdeelingen bevonden zich vier dieren, en zonderling genoeg werd in iedere afdeeling het eerste en derde dier gedood, en het tweede en vierde alleen gewond. Zooals Flammarion hef uitdrukte: de oneven nummers moesten het ontgel den, de even werden gespaard!
m-4 iM
M
/H il
^'^
EEN COMPLEET VVERHAAL DOOP
I UMFMAl ttllr igsby Farris koos een eigenaarige plaats om zich van het leven te berooven: het dak van een vier en twintig verdiepingen hoogen wolkenkrabber, waarin zich zyn kantoren bevonden. Om vyf^rainuten vóór middernacht van den achtsten October 1935 liet hy zich met de lift naar de bovenste étage van het gebouw brengen; vandaar begaf hy zich naar het dak en volvoerde er om precies één minuut voor twaalven zyn rampzalige daad. De tyd kon zoo nauwkeurig worden vastgesteld, omdat iemand op de bovenste verdieping het schot hoorde en naar boven snelde. Coningsby Farris was toen echter reeds dood. Hy had zich midden door het hart geschoten. By de groote, zoowel emotioneele als financieele verwarring, die het gevolg was van Coningsby Farris' dood, bleef zyn eenige zoon, Morgan Farris zóó opmerkelyk kalm, dat de politie hem eenige weken lang heimelyk in het oog hield, tot zy overtuigd was, dat htf niets bijzonders in zyn schild voerde. Iets waarvan ztf in het begin absoluut niet zeker was geweest.... De financiën van Coningsby Farris bleken in een hopeloozen staat te verkeeren. Hy had byna al zyn geld belegd in een onderneming, die den naam Wide World Syndicate droeg. Deze was epnige maanden tevoren opgericht en scheen op buitengewone wyze te floreeren. Maar opeens kwam de krach, en de aandeelen bleken nog niet eens het papier waard te zyn, waarop zy waren gedrukt. Coningsby Farris wös geheel geruïneerd.... • Venner, die zyn „vriend" en de promotor van het Wide World Syndicate was, stelde zich beschikbaar om eenige schulden van Farris te betalen; de jonge Farris accepteerde het geld, maar betaalde de schulden niét. In plaats daarvan vroeg hy een onderhoud aan met Venner. Ofschoon dit i nog plaats vond gedurende den tyd, dat de politie hem in het oog hield, kon deze natuurlyk toch niet het gesprek hooren, dat hij met Venner had. Het was een bitter koude dag tegen het einde van November; een yzige wind, die scherpe, droge sneeuwvlokken met zich meevoerde, gierde door de straten van New York, maar in het kantoor van Venner, waar een groote open haard brandde, de lichten al ontstoken en de roode fluweelen gordynen voor de ramen reeds dichtgetrokken waren, heerschte een sfeer van warme behaaglykheid en diepen vrede. En óók van rijkdom en luxe. Venner zat achter zyn groote schryfbureau. Zijn rechterhand rustte als achteloos op een openstaande lade, Waarin direct voor het grypen, een automatisch pistool lag. Het pistool was geladen. Venner was een spichtige, magere man met grijze haren en grijze oogen in een grauw gezicht. Als een rat schoot hy aan de oppervlakte van het leven heen en weer, steeds gereed om wanneer er gevaar dreigde, weg te schieten in een of ander hol, maar ook steeds bereid om als hy in een hoek gedreven was, tot het uiterste voor zyn leven te vechten. Morgan Farris was een reus van een jon-
geman met aangename manieren en een aantrekkelijk gezicht. Toen hij nog student was, had hy veel aan sport gedaan. Zyn vrienden had hy voornamelijk in de nachtclubs op Broadway gezocht, en daar betreurde men het misschien meer dan elders, dat zyn vader zyn geld had verloren. Verscheidene van zyn kennissen hadden nu op zoek moeten gaan naar iemand anders, die hen vry wilde houden.... De stilte verbrekend, die er sinds zyn komst in het kantoor, misschien een halve minuut tevoren, had gehangen, zei hy: „Venner, ik zal het je betaald zetten! Ik zal je vermoorden...." Nauwelijks had Morgan Farris deze woorden gezegd, of Venner hield het pistool reeds in zyn hand, die slechts een weinig beefde. Het was een gevaarlijk wapen, met zyn zes kogels, die alle achter elkaar, door slechts één druk van den vinger, afgeschoten konden worden. „Je blijft zóó staan, Farris," hygde Venner. „Hoor je my? Als je je verroert, ben je een kind des doods...." Farris lachte verachtelijk terwyl hy naar het pistool keek. „Ik zal je nü niet dooden, Venner, evenmin de volgende week of de week daarop. Je hebt mijn vader op den achtsten October in den dood gedreven. En je hebt mij op dien dag geruïneerd...." Hy zweeg even, en Venner, die roerloos en met droge lippen achter zyn bureau zat, begreep dat het feit, dat de jonge Farris geruïneerd was, van veel meer beteekenis was dan de dood van Coningsby Farris. Farris vervolgde: „Op den avond van den achtsten October, misschien het volgende jaar, misschien het jaar daarop of een ander jaar, zal ik terugkomen. En dèn zal ik je dooden. Ik weet nog niet hoe, maar dooden zäl ik je. Om precies één minuut voor twaalven.... Op hetzelfde tijdstip, dat myn vader.... eh.... zich van het leven heeft beroofd. Je zult hem volgen in het graf. Op een achtsten October...." „Luister nu eens, Farris," zei Venner wanhopig, „als je vader zyn geld wilde beleggen zooals hy heeft gedaan, dan kan ik dat toch niet helpen...." Farris begon weer te lachen, op dezelfde verachtelijke wijze. „Ik heb de zaak onderzocht, Venner," zei hy. „Ik weet, wie myn vader heeft overgehaald om zyn geld in die onderneming te staken. Ik weet, wie er de oprichter van was. Jy! Je wist precies, wat het Wide World Syndicate waard was. Je wist dat wie er zyn geld instak geruïneerd zou worden. Jy hebt over myn vaders lyk heen een half millioen dollars opgestreken! Je hebt altijd verdiend, je heele leven lang, door anderen in het ongeluk te storten. Maar nu — nu is het afgeloopen! Vergeet het niet: op een achtsten October! Dan zal het voorgoed met je gedaan zyn. Dan zal ik je een kaartje naar de eeuwigheid geven...." Hy draaide zich om en verliet het kantoor en Venner hoorde de deur met een harden klap achter hem dichtslaan nog eer het goed en wel tot hem was doorgedrongen wat de ander allemaal had gezegd. Het eerstvolgende wat Venner van hem — 20 —
hoorde was, dat hy de cheque die hy had gestuurd om de schulden van zyn vader te betalen, had geïnd en dat hy met het geld naar Chicago was gegaan. Zes maanden later verhuisde Venner naar Engeland, waar hy zich liet naturaliseeren. En zoo kwam het, dat hoofdinspecteur Dawson van Scotland Yard in de zaak betrokken werd. De meening die Dawson zich over Venner had gevormd, is nooit officcel bekend geworden, doch uit hetgeen Dawsóns vrouw losliet, kon men toch wel opmaken, dat hy hem voor weinig meer hield dan hij in werkelijkheid was: een gevaarlijke rat! Maar Venner wilde bescherming; Venner was millionnair en hy was Engelsch onderdaan, en daarom moest Dawson zijn plicht doen. Hoezeer het hem ook tegen de borst stuitte. Op vier October van het jaar 1936 begaf hoofdinspecteur Dawson zich naar de villa van Venner, die even buiten Londen was gelegen. Venner had persoonlijk met den commissaris gesproken en daardoor werd een van Scotland Yards knapste detectives belast met een zaak, die anders zeker aan iemand van minderen Tang en mindere capaciteiten zou zyn opgedragen. Mr. Dawson wachtte om zoo te zeggen zeer eerbiedig op den drempel van Venners villa. Het was een oud kasteel, omgeven door uitgestrekte tuinen en bosschen. In de oude hal was het zeer vredig en rustig. Een groot open vuur — Venner had nog steeds zyn voorliefde voor open vuren behouden — brandde gezellig knappend in een ouderwetschen haard. Mr. Dawson in zyn kale overjas en met zyn aan den rand versleten dophoed in de hand, wachtte kalm terwyl de kleine stukjes glinsterende sneeuw zachtjes smolten in zyn korten, grijzen baard. Een jong meisje verscheen in de hal. "Ze was aardig om te zien, en Mr. Dawson lachte tegen haar. Ze was misschien een paar jaar jonger dan zyn eigen dochter, dacht hij. Ze lachte terug, aarzelde en bleef toen staan. „Bent u de detective?" vroeg zij. „Nu, ik ben in ieder geval van de politie," antwoordde Mr. Dawson. „Er zyn ecliter menschen, die zouden lachen als ze hoorden, dat u my detective noemde." Ze lachte even. „Ik ben Viola Burnet," zei ze toen. „U moet myn oom spreken, nietwaar? Hy is zoo verschrikkelijk bang. Denkt u, dat daar reden voor is?" „Misschien niet," antwoordde Mr. Dawson voorzichtig, en op dat oogenblik verscheen Venner zelf in de hal. Ze merkten zyn tegenwoordigheid het eerst aan zyn stem. „Viola, wat doe je hier? Waar heb je het over." Norsch en kort kwamen de woorden over zyn lippen. Het meisje draaide zich verschrikt om, stamelde iets onverstaanbaars en verdween. Venner trad op Mr. Dawson toe, hem van het hoofd tot de voeten opnemend. Het was nog dezelfde Venner als waar Farris het gesprek in New York mee had gehad, een jaar ouder slechts, nog everi grijs en grauw.
en nog precies dezelfde rat. Maar er stond nu duidelijk angst in zyn oogen te lezen. „H'm. Bent u hoofdinspecteur Dawson?"
„Ja." Venner haalde de schouders op. Deze beweging beteekende een positieve beleediging. Het was duidelijk, dat deze eenvoudige man met de afgedragen jas en het puntbaardje, hem teleurstelde. „Komt u even mee," zei hij, en hij ging Dawson voor in een klein kamertje naast de hal, waarvan hy de deur zorgvuldig achter hen dicht deed. „Het betreft mijn persoonlijke veiligheid," begon Venner abrupt. „Ik veronderstel, dat ze er u al een en ander over hebben verteld op het bureau. Ik heb den commissaris gisteravond aan een diner leeren kennen en heb er toen met hem over gesproken. Hij zal u alles al wel verteld hebben." Mr. Dawson zag in zyn geest nog duidelijk den korten, blozenden man, die hy nog geen half uur geleden had verlaten en die tegen hem had gezegd: „Ik zou er maar heen gaan, als ik jou was, Dawson! Hy heeft naar jou gevraagd. Ik veronderstel, dat hij een en ander over je in de couranten heeft gelezen. Dat is de keerzijde van beroemdheid. Het is een vervelende kerel, maar zyn millioenen moeten ons voorzichtig stemmen...." Dawson antwoordde diplomatiek: „Ik geef er altyd de voorkeur aan, mijn gegevens uit de eerste hand te verzamelen, Mr. Venner." „O, juist!" Venner ging zitten en wees Dawson ook een stoel aan. „Mijn leven wordt bedreigt," begon hij toen. Zijn stem klonk iets minder norsch dan • daareven, en hy sprak ook niet meer zoo abrupt. „Een jongeman, een zekere Morgan Farris, heeft my twee dagen geleden opgebeld. Hebt u al eens van hem gehoord?" Er was een byna verachtelijke klank in zyn stem, toen hy deze vraag stelde, en het was duidelijk dat hy niet verwachtte dat hoofdinspecteur Dawson ooit van iemand gehoord zou hebben. „Farris...." Mr. Dawson keek een oogenblik nadenkend voor zich uit. „Een Amerikaan. Hy is een dag of tien geleden met de Empress in Engeland aangekomen. De politie te Chicago heeft ons over hem getelefoneerd. Wy hebben niets tegen hem, maar het is bekend, dat hij den laatsten tyd lid was van een beruchte gangsters-bende. De leider werd een paar maanden geleden op straat doodgeschoten en sindsdien is de bende uiteengevallen." Mr. Dawson zweeg even. „Mogelijk een gevaarlijk heerschap, maar u zoudt verbaasd zijn, Mr. Venner, als u wist, hoe ongevaarlijk dergelijke kerels soms zijn — vooral als je hun den eersten klap geeft." Venner was een beetje onder den indruk gekomen. „Dat is 'm," zei hij. „Dus hij is gangster geworden, hè? Dat verbaast me niets. Net het type er voor. Maar luister nu. Mr. Dawson. Hij heeft mij het laatst in New York bedreigd, en nu, een paar dagen geleden, belde hy me op. Hy zei, dat hij in Engeland was, en dat hy van plan was me te dooden. Hy heeft zelfs het tijdstip genoemd, waarop hy het zou doen. Op den achtsten October, één minuut vóór middernacht." Mr. Dawson, die net den tyd gehad had vluchtig eenige rapporten in te kijken alvorens hy naar Mr. Venner ging, zei: „Heeft zijn vader zich ook niet om één minuut voor
„NU ZIE JE ZELF, DAT HET ONZIN 18 OM TEGEN JE SCHADUW TE BOKSEN!"
twaalven doodgeschoten, en was dat niet den achtsten October 1935?" Venner knikte. „Ja, en die idioot heeft zich in zyn hoofd gehaald dat ik verantwoordelijk ben voor den dood van zijn vader, hetgeen natuurlijk absoluut onzin is. Maar ik wilde in ieder geval graag beschermd worden. Ik weet niet, of ik in dit land politieagenten kan huren, of dat u ze gratis geeft, maar ik wil op den avond van den achtsten October behoorlijk bewaakt worden. Gaat dat?" In deze laatste woorden was duidelijk de waarschuwing verborgen dat indien Mr. Dawson niét in bevestigenden zin antwoordde, Venner zich tot iemand van Scotland Yard zou wenden die véél gewichtiger was dan een hoofdinspecteur. Mr. Dawson streek langs zijn kin. „Ik veronderstel, dat hy uit een telefooncel heeft opgebeld, zoodat het geen zin zal hebben te onderzoeken waar hy zich precies bevond. En ik ken hem niet... .Eh.... bewaking? Ik zal u twee man sturen...." „Twee?" viel Venner verontwaardigd uit. „Maar begrijpt u niet, dat die jongen mét een heele bende zal komen? Hy weet wat hem te wachten kan staan, en twee man zullen hem niet kunnen weerhouden!" „De twee die ik zal sturen, zullen dat wél kunnen," zei Mr. Dawson, en hij stond op. „Goedendag, Mr. Venner." De millionnair was lichtelijk verbouwereerd. Het was, naar zyn meening aan hém om te zeggen wanneer het onderhoud afgeloopen was en hier was een doodgewone detective die kalm opstond en hem goedendag zei, over de kwestie van zijn persoonlijke veiligheid heenloopend alsof het een zaak van totaal geen gewicht was. ... Maar tegen den tijd dat hy zich van dezen schok had hersteld, had Mr. Dawson de kamer reeds verlaten en hield een butler al de deur voor hem open. Venner telefoneerde naar Scotland Yard voordat Mr. Dawson er kon zyn, maar hij kreeg weinig voldoening. De zaak was in handen van den hoofdinspecteur gegeven, en het •was niet de gewoonte van Scotland Yard om zich met het werk van oudere, verantwoordelijke beambten in te laten, wanneer het niet dringend noodzakelijk bleek.
II. Op den ochtend van den negenden October kreeg Mr. Dawson een volledig mondeling rapport te hooren van brigadier Colding, die met een agent in burger den vorigen avond door hem naar de villa van Venner was gestuurd om er de wacht te houden. „Ik heb nog nooit iemand zóó bang gezien, mijnheer," vertelde de brigadier. „Hy heeft bij ons gezeten in de bibliotheek. Een prachtige kamer met allemaal boeken." „In bibliotheken staan altijd boeken," zei Mr. Dawson ernstig. „Wanneer jullie wat beter ontwikkeld waren, zouden jullie daar niets bijzonders in zien."
De brigadier kleurde en vervolgde: „We waren er, zooals u ons hadt bevolen, om elf uur, en hij zal reeds op ons te wachten. Hij had een revolver op zyn bureau liggen. Ik wilde hem bijna vragen of hy toestemming had om vuurwapens te bezitten, maar ik dacht dat ik misschien moeilijkheden zou kunnen krygen als ik het deed." „Hü zou de grap niet hebben begrepen," zei Mr. Dawson. „Heeft by jullie wat te drinken gegeven?" De brigadier bromde iets onverstaanbaars en zei toen: „Hij heeft ons geen spat gegevenl Hy zat maar voortdurend met ons te praten over het werk van de politie, en hy scheen er geen oogenblik aan te denken, dat wy wel ergens trek in hadden. Maar al dien tijd lette by nauwelijks op hetgeen hij zei. Hij luisterde maar.... luisterde.... Hij was verschrikkelijk zenuwachtig. Toen, om precies twaalf uur, ging de telefoon. Hij sprong bijna tegen de zoldering van schrik." „Wie luisterde?" vroeg Mr. Dawson kort. „Hij en ik. Er Was een tweede hoorn aan het apparaat. We hoorden een harde stem. Een Amerikaan. Ik kan me niet precies herinneren wat die kerel aan den anderen kant van den draad zei, maar het kwam ongeveer hierop neer: „Je weet wel, wie ik ben, VennerI Ik noem liever mijn naam niet. Je hebt de politie dus bij je, hè? Ontken het maar niet. IR heb uren lang voor je villa op den loer gestaan.... Ik heb gewacht tot twaalf uur.... Niemand zou zich in die twee platvoeters kunnen vergissen. Ze zijn van de politie " Mr. Dawson grijnsde. „Ik heb je altijd wel gezegd, Colding, dat ik je niet naar nachtclubs en dergelijke zou kunnen sturen. Ze zouden je direct herkennen. Verder?" „Wel, de ander vervolgde: „Je kunt voor dit jaar nog gerust zijn, Venner. Het gebeurt om één minuut vóór twaalven van den achtsten October, of het gebeurt nóóit. Op een echtsten October. Vergeet bet niet." Dé hoorn aan den anderen kant werd op het toestel gelegd en ik probeerde direct van het telefoonbureau te weten te komen, waarvandaan we waren opgebeld. De aanvrager bleek in een cel geweest te zyn, op nog geen honderd meter van de villa. We bleven nog een paar uur bij Venner en toen stuurde hij ons weg, zonder ons zelfs maar te bedanken voor de moeite!" Mr. Dawson dacht over hetgeen hij ge-
EEN NIEUWE
ASTAIRE-ROGERS FILM KOMT MET
IRVING BERLIN MUZIEK .CAREFREE", een RKO Radio film
VERWACHT: METRO-GOLDWYN-MAYER'«
DRIE KAMERADEN MET ROBERT TAYLOR, MARGARET SULLAVAN, ROBERT YOUNG EN FRANCHOT TONE NAAR DEN GELIJKNAMIGEN ROMAN VAN ERICH MARIA REMARQUEI
IN DE OUDE BAKKERIJ
boord had na. Hij vroeg zich af of bet zin zou hebben Morgan Farris te laten opsporen en te arresteeren, maar hij begreep, dat de andere alleen maar hoefde te ontkennen dat hij ooit Mr. Venner had bedreigd, opdat zij hem weer zouden moeten loslaten. Er was geen enkel bewijs, dat hij het inderdaad gedaan had. Eén ding was zeker. Morgan Farris had het in zyn hoofd gehaald dat middernacht van den achtsten October de geschikte tyd was om zyn onwettige daad te volvoeren. Hij had geen enkele poging gedaan om Venner gedurende de er aan voorafgaande maanden te dooden, en den vierden November 1936 verliet hij Engeland weer. Morgan Farris was nu een gevaarlijk misdadiger geworden en de datum van zyn vaders dood had zich als het ware in zyn hersens gebrand. Om Venner op een ander tydstip te dooden, zou zyn wraaklust niet bevredigen. Al zou hy er tien jaar voor moeten wachten, hy zou Venner op geen ander tydstip dooden dan om één minuut vóór twaalven van een achtsten October. Een tweede jaar ging voorbij, en October 1937 naderde.... III. Al die twaalf maanden lang bad Venner in vrede en rust geleefd. Het leek dat ook hij de meening van Mr. Dawson deelde. Hy was volkomen veilig op lederen avond van het jaar, behalve op dien van den achtsten October. En zelfs ook dan nog, behalve om één minuut voor twaalven! Gedurende dit jaar gingen er heel wat zaken door de bekwame en geroutineerde handen van Mr. Dawson en de zaak-Venner werd naar den achtergrond van zyn denken gedrongen. Alleen af en toe dacht by er nog eens aan.... Van één ding was hy beslist overtuigd: Morgan Farris zou zyn daad den een of anderen dag ten uitvoer trachten te brengen als hy tenminste niet eerder in het buitenland was gestorven! Want hy was ook nu wecflr in Engeland teruggekomen. Sinds einde Augustus had Mr. Dawson alle havens van Engeland laten bewaken en men - 22 -
had Farris gemakkelijk herkend toen hy voet aan wal zette. Hy arriveerde op een stonnachtigen dag te Folkestone, en begaf zich regelrecht naar Londen waar hy een kamer nam in een klein hotel in de buurt van het Victoria Station. Mr. Dawson begon nu weer meer belangstelling voor het geval te krijgen. Morgan Farris was een gevaarlijk individu, dat met ongeloofelyke volharding zyn doel nastreefde. De tyd had het gevoel van haat, dat hij voor Venner koesterde, niet.vermogen te verminderen. Morgan Farris had in Parys en andere groote steden het leven van een misdadiger geleid. Mr. Dawson wist dat. Hij had nooit iets uitgevoerd, en tóch altyd veel geld verteerd. Maar men had hem nooit officieel iets ten laste kunnen leggen. Op den avond van den derden October bracht Viola Burnet hem onverwachts een bezoek. Het meisje was zeer opgewonden en toen de hoofdinspecteur haar hielp beur mantel uit te trekken, want het regende in stroomen, merkte hy, dat zy over haar geheele lichaam beefde. „Het gaat over mijn oom," zei ze, terwijl Mr. Dawson een stoel voor haar byschoof. „O juist. Is hy weer opgebeld?" „Ja, gisteren! O, maar ik moet u alles vertellen. Jack wilde niet, dat ik naar u toe ging, maar ik herinnerde me uw naam en ik wist, dat u me wel wilde helpen als ik het u vroeg." „En wie is Jack?" vroeg Mr. Dawson. „Jack Hunter. O, natuurlijk, u kent hem niet. Jack is mijn verloofde." „Zoo. En vertelt u eens verder."
EEN MOOIER TEINT verkrijgt U door een goede huidverzorging. Doe daartoe wat Radox in Uw wasch water! Bij apothekers en erkende drogisten a f 0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje.
RADOX
Miss Viola Burnet aarzelde even en Mr. Dawson zat rustig in zyn stoel en deed alsof hij baar niét gadesloeg. „Mijn oom heeft een hekel aan Jack," viel zy plotseling uit. „Hij zegt, dat hij het in geen geval goed vindt, dat wy gaan trouwen. En het is toch werkelijk de schuld niet van Jack, dat hy geen geld heeft. Je kunt maar niet ineens rijk worden als je wilt, is het wel?" „Neen," erkende Mr. Dawson ernstig. „Er zijn zelfs menschen, die nóóit rijk kunnen worden. Ik hoop, dat Jack niet bij de politie is, want dan wordt hij het zeker nooit." Ze lachte zenuwachtig. „Jack is advocaat. Hij is erg knap, en zal wel een goede betrekking krijgen. Dat weet ik zeker. Ik ben het eenige familielid van mijn oom, en hij zou me de helft van zyn geld nalaten. Ik heb zijn geld niet noodig, maar ik heb hem ook niet graag tégen me. Ziet u, het is zoo verschrikkelijk moeilijk. Hy heeft ruzie met Jack gehad, en toen was^ hy zoo ontzettend kwaad op my, dat hij zei, dat hy zyn testament zou veranderen " „Een oogenblikje," zei Mr. Dawson. „Ik moet het goed begrijpen. U zei, dat uw oom weer was opgebeld, is het niet?" „Ja." Ze haalde diep adem. „Ik heb alles door elkaar verteld. Ik zal probeeren wat kalmer te zyn. Ja, oom is opgebeld. Verleden jaar ook, en ik weet er alles van. Het was weer hetzelfde dit keer. Een verschrikkelijke man belde hem op en zei, dat hy hem den achtsten October zou vennoorden. Hy belde gisterenavond om zeven uur op. Jack kwam en oom vroeg hem, of hy al een betrekking had en Jack zei, dat hy nog steeds solliciteerde. Het is verschrikkelijk moeilijk tegenwoordig, zelfs al ben je erg knap." Mr. Dawson zei, dat. dit inderdaad zoo was, en luisterde aandachtig verder. „Oom was ontzettend opgewonden. Ik denk door die telefonische mededeeling. Hy ging erg tegen Jack te keer en beschuldigde hem er ten slotte van, dat hy het op zijn geld gemunt had. Dat hy daarom met me wilde trouwen. Grooter onzin heb ik nog nooit gehoord; Jack heeft me herhaalde malen gezegd, dat hy toch met me zou trouwen, al was ik zoo arm als...." „Ik weet het wel," zei Mr. Dawson goedig. „Ik ben dertig jaar geleden óók jong geweest. Ik geloof Jack net zoo goed als u. Wat gebeurde er verder?" „O, Jack trachtte zich te verdedigen, maar oom werd hoe langer hoe kwader. Hij zei, dat Jack hem had getelefoneerd. Hy zei, dat ik Jack alles had verteld van die andere telefoongesprekken, en dat wy nu samen een complot tegen hem hadden gesmeed. Hij zei, dat Jack hem wilde vermoorden voordat hij zijn testament had veranderd, opdat wij zijn geld zouden erven. Het is de afschuwelijkste beschuldiging, die ik ooit gehoord heb. Jack zei, dat hij er zich niets van aantrok, maar ik weet, dat dit wél zoo is. Hij zei, dat oom niet wist wat hij zei. Maar ik besloot naar u te gaan; ik moest het aan iemand vertellen." Ze werd plotseling veel kalmer en vroeg byna fluisterend: „Wat moet ik doen?" Mr. Dawson werd vaderlijk. „Ik zal een taxi voor u bestellen, en dan gaat u naar huis en denkt niet meer over bet geval," zei hy. „En als uw oom zyn testament wil veranderen, laat hem dan zyn gang gaan." „Natuurlijk," antwoordde ze direct. „Dat is het niet. Het is de afschuwelijke beschuldiging. Ik bedoel als er werkelijk iets gebeurde " „Dat zal wel niet," zei Mr. Dawson, en hy liet haar uit.
IV. Den volgenden dag had Dawson een onderhoud met den commissaris. Het bleek dat Venner weer om bescherming had gevraagd. Het fatale uur naderde, en Venner was weer bang voor zyn leven. Dawson was echter verbaasd te hooren, dat Venner zyn vrees voor Jack Hunter aan den commissaris bad medegedeeld. Deze geloofde echter ook niet, dat er eenige reden voor was. „We moeten evenwel nooit vergeten, Dawson," zei de commissaris, „dat zooiets ten slotte tóch mogelijk is. Een oude bedreiging — misschien vergeten door dengeen die haar heeft geuit — ten uitvoer gebracht door iemand anders. Het klinkt niet zoo heel dwaas! Kijk eens na, wat je over Hunter kunt vinden!" Mr. Dawson deed wat hem bevolen werd. Hy ontdekte, dat Jack Hunter de zoon van een dorpsdokter was, dat hy een blanco strafregister had en dat er niets op hem viel aan te merken. Intusschen verbleef Morgan Farris in het West End van Londen en deed daar niets bijzonders. Misschien was alles anders gegaan, als er in den nacht van den vyfden op den zesden October niet een groote inbraak had plaatsgevonden, waarbij voor een waarde van duizenden ponden aan juweelen gestolen en een nachtwaker vermoord werd. Mr. Dawson kreeg het geval uit te zoeken, en hy had er zijn handen vol aan. Hierdoor kwam het, dat de meest geslepen hersens van Scotland Yard eenigen tijd afgeleid waren van het lot, dat Venner bedreigde.... Maar Venner had Mr. Dawson niet vergeten, en de herinnering aan hun eenige onderhoud dat ondanks alles toch indruk op den millionnair had gemaakt, was oorzaak dat hij andermaal vroeg of de zorg voor zyn veiligheid niet aan den hoodfinspecteur kon worden toevertrouwd. Mr. Dawson stuurde om brigadier Colding. „Je moet er maar weer met een mannetje heengaan," zei hij. „Om elf uur maar weer, zooals den vorigen keer. En blijf, tot hy je er uitzet. Het is geen prettige baan, maar daarvoor ben je nu eenmaal by de politie." De brigadier glimlachte niet. „Zou het niets zyn om Farris te arresteeren onder beschuldiging van bedreiging tot moord, mijnheer?" vroeg hy. Mr. Dawson keek op van een anoniemen brief dien hij in verband met den diefstal en den moord op den nachtwaker had ontvangen. „Neen," zei by. „Indien jy in een jury zat, en ik zou een man voor de rechtbank brengen onder beschuldiging iemand te hebben gedreigd hem te zullen vermoorden, en ik had geen enkel bewijs tegen hem, en de beschuldigde ontkende, zou jij dan als lid van de jury het schuldig over hem uitspreken? — Probeer iets anders te bedenken, man! Ik heb het druk." „Ja, mynheer," zeide brigadier, en hy verliet het vertrek. Midden onder het koortsachtig speuren naar de daders van den diefstal en de moordenaars van den nachtwaker, dat in den vroegen ochtend van den achtsten October tot een spoor leidde, dacht Mr. Dawson slechts af en toe aan Mr. Venner. Op den avond van den achtsten October scheen de zaak definitief haar beslag te zullen krijgen. Het spoor der daders voerde naar Glasgow, en Mr. Dawson had opdracht gegeven alle havens te bewaken, zoodat zy niet konden ontsnappen. Hy had hen bovendien ingesloten in een kleinen driehoek, en — 23 -
{Ingezonden mededeelingen)
Door rheumatische pijnen verstijfd en niet in staat te bewegen Loopt thans trappen als de beste Als al Uw gewrichten stijf waren, zoudt U ook alles doen om daarvan verlost te worden. Deze vrouw probeerde van alles, maar de pijn bleef tot zij Kruschen nam. „Toen ik met Kruschen Salts begon, had ik rheumatische pijnen in mijn beide knieën. Zij waren vreeselyk opgezwollen en ik kon niet zonder hulp uit mijn stoel opstaan; een trap oploopen was een marteling voor mij. Ik probeerde van alles en toen niets had geholpen, begon ik met Kruschen. Nu loop ik hard trappen op en af en kan zelfs op mijn knieën gaan liggen zooveel ik wil." Mevr. H. S. Rheumatische pijnen zyn bijna steeds het gevolg van een overmaat van urinezuur in het lichaam. Twee van de zes zouten in Kruschen lossen het urinezuur op; andere helpen de natuur dit langs de natuurlijke kanalen te verwijderen en blijven bovendien Uw organen aansporen tot geregelde, krachtige werking. Na korten tijd zullen Uw pijnen afnemen, waarna ze tenslotte voorgoed achterwege zullen blijven. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten. het moest slechts een kwestie van tyd zijn, eer ze gearresteerd zouden worden. De uren gingen dien avond langzaam voorbij. Gedurende de koortsachtig-opgewonden dagen die achter hem lagen, had Dawson
.Nagels, die men bewondert!
„De nieuwe Cutex-tinten: Clover Tulip - Thistle, hebben een zoo volmaakte kleur, dat zij een speciaal cachet aan Uw handen verleenen en de nieuwe leidende modekleuren nog meer tot hun recht doen komen," zegt Schiaparelli, de beroemde Fransche raodekunstenaar.
CLTiX X .4 ii K L I, A K
wi hr wl w^ ¥l cl ei Tl mi" JUJUJLIJLJTVTJkJfk3JU*l. WEEKMENU. Maandag: Dinsdag:
Woensdag:
Gevulde tomaten; met rijstrand.
haché
Kalfsgehakt, aardappelen en heerenboonen, pudding met bessenvla. Macaroni met ham en kaas; vruchtengruwel.
aardappeDonderdag: Xarkensoesters, len en bloemkool; custardvla met bitterkoekjes. Vrüdag:
Haringsla; flensjestaart.
Zaterdag:
Runderlapjes, en andijvie; teltje.
Zondag:
aardappelen tapiocascho-
WARME MANTELTJES
DE JEUGD
Nu het spoedig weer winter gaat worden, is het zaak voor de kinderen wanne Weertjes klaar te hebben liggen, zoodat ze warm ingepakt naar school kunnen gaan. Wij beelden hier een aantal meisjesmodelletjes af, waarbij zeker wel iets van uw gading zal zijn. 1. Voor dit onderaan klokkende manteltje werd fijn groen laken gebruikt. Voorkant, kraag, revera, lakken en de onderkant der mouwen lijn afgewerkt met een stiksel. Het mantelt)e sluit met kooopen, die overtrokken zi)n met de stof. wat ook l het geval is met de knoopjes onderaan de mouwen. Benoodigd: 1.75 M. van 1.40 M. breed voor 10 Jaar. 2. Manteltje van donkerblauwe wallen stol. versierd met smal galon In dezelfde kleur. Zes vergulde knoopen dienen als sluiting. Manchetjea en een rond kraagje voltooien het geheel. Benoodigd.' 1.50 M^JMH 1.40 M. breed voor 8 Jaar.
3. Lief manteltje van hardgroen popellne, sluitend met een rij houten knoopen. In den rug Is een celntuurtje aangebracht, Benoodigd: 1.50 M. van 1.40 M, breed voor 8 jaar.
Londonderrysoep; blinde vinken, aardappelen en doperwten; omelet soufflé.
RECEPTEN UIT HET WEEKMENU Hoeveelheden voor 4 personen. Haringsla. Benoodigd: 6 zoute haringen, IJ^ pond koude aardappelen, 3 zure appelen, 6 gekookte bieten, 14 pond gekookte prinsesseboonen, augurken en uitjes uit het zuur, zout, peper, mosterpoeder, olie en azyn. Bereiding: De haringen schoonmaken, halveeren en aan schuine reepjes snyden. De gekookte groenten fyn snyden. De aardappelen aan plakjes snyden. Een gedeelte van de augurken en uitjes er uit houden voor de garneering; de rest aan kleine stukjes snyden. Aardappelen, haring, groenten, augurken en uitjes goed door elkaar mengen en aanmaken met een sausje van slaolie, peper, zout, mosterdpoeder en azyn. De sla overdoen op een schotel en garneeren met de augurken en uitjes en blaadjes kropsla. Tapiocaschotel. Benoodigd: 1 L. melk, 150 gram tapioca, 60 gram suiker, 40 gram boter, 2J^ d.L. water, 2 eieren, citroenschil, iets zout, nootmuskaat.
4. Dit manteltje van bruine stof is gedacht voor een klein meisje. Het heeft een recht stuk en een klokkend geknipt rokje. Kraagje, manchetten en zakklepjes zijn van bruin fluweel, omgeboord met de stof van het manteltje. Ook de knoopen zijn van fluweel, Benoodigd: 1 M. van 1.40 M. breed voor 4 jaar.
Bereiding: De tapioca wecken in het water, totdat dit er in getrokken is. De melk met citroenschil aan de kook brengen; de geweekte tapioca hierin gaar en gebonden koken. De pap afmaken met boter, suiker, eidooiers, fyn geraspte noot en op het laatst met styfgeklopt eiwit. De pap overdoen in een beboterden, vuurvasten schotel en in den oven met onderwarmte bruin bakken (twintig h 30 minuten).
5. Beige tweed met groene en roode nopjes werd gebruikt voor dit lekker warme manteltje. De sluiting Is met hoornen knoopen. Ook op lederen zak is zoo'n knoop gezet. Zakken, manchetien en kraagje zijn met bruine stiksels bewerkt. Benoodigd: 1.50 M. van 1.40 M. breed voor 8 jaar. 6. Heerlijk warme mantel van dubbel geweven wollen stof. De buitenkant Is van donkergroen, de binnenkant geruit. In den rug Is een diepe plooi gelegd, die vastgehouden wordt onder een half celntuurtje, De geruite kant der stof diende tevens als garneering. Benoodigd: 1.75 M. van 1.40 M. breed voor 10 Jaar. Van deze modellen zijn bij de administratie van dit blad geknipte patronen verkrijgbaar tegen den prlja van ƒ 0.60 per stuk (lengte en leeftijd aangeven).
— 24 -
niets anders gedaan dan combinaties bedenken en valstrikken uitzetten. Hy wist, dat de daders in het Noorden van het land zouden moeten worden gevat, en dat dit zeer waarschynlyk tusschen vyf en zes uur des nachts gebeuren zou. Hy wist dat, tenzy iemand een domheid had uitgehaald, de daders by verrassing zouden worden gearresteerd. Het was zyn innerlijke trots, ofschoon hy er uiterlyk nimmer iets van liet merken, dat hy nog nooit in den stryd tegen de misdaad had gefaald. Op de Yard was het rustig en stil. Hij hoorde de Big Ben vyf uur slaan en juist toen de laatste slag weggestorven was, ging de deur van zyn bureau open en trad brigadier Colding binnen. „Ik kwam u even rapport uitbrengen, mynheer," zei hy. „We zyn by Mr. Venner geweest, en hy werd weer opgebeld. Precies zooak het vorige jaar. U weet het wel — hy had politiebescherming en dus behoefde hij zich ook dit jaar geen zorgen te maken. Maar het volgende jaar.... Enzoovoort...." De brigadier zweeg even. „Ik bood aan, net zoo lang te wachten als wy verleden jaar hadden gedaan, maar Mr. Venner lachte ons uit. De man, die hem opbelde, dreigde alleen maar, zei hy. Hy zou niets durven doen! Het was de man niet meer, die hem in Amerika had gedreigd, maar een ander, die gebruik van de situatie wilde maken. Doch dien kende hy, en daar was hy niet bang voor. Dien zou hy alleen wel te woord kunnen staan..,. Hij wierp een grimmigen blik op het pistool, dat op zyn bureau lag, en zei, dat we wel vertrekken konden. Ik heb maar even gewacht, om u verslag uit te brengen, mynheer, omdat ik wist, dat u het druk hadt." Mr. Dawson staarde den man vóór zich een oogenblik peinzend aan. Toen veerde hij plotseling overeind in zyn stoel. Hy greep den hoorn van de telefoon, die op zyn bureau stond en brulde by na: „Bel direct Mr. Venner op. Ik moet hem beslist spreken. Stuur een telegram naar alle bureaux en posten, dat ze Morgan Farris aanhouden. Hy logeert in het Empire-Hotel by het Victoria Station. Vlug, er is geen tijd te verliezen...," Een paar minuten gingen voorby. De bel van de telefoon rinkelde. Mr. Dawson luisterde, mompelde iets en sprong op. „Kom mee," zei hy tegen den brigadier en snelde de kamer uit. De brigadier volgde hem verbaasd. Voordat zy in den auto „van den Yard sprongen, overtuigde Mr. Dawson zich er van, dat zyn bevel tot arrestatie van Morgan Farris ten uitvoer zou worden gelegd. De auto suisde door de stille straten en stopte niét eer dan vóór het huis van Mr. Venner. Ze troffen er verstrooide bedienden aan, en Viola Burnet, die door een dokter werd gekalmeerd. Mr. Venner lag dood op zijn bed.... Mr. Dawson was uiterlyk volkomen kalm, terwyl hy een onderzoek in de slaapkamer instelde en daarbij een gebroken grendel, voetsporen op de vensterbanken en langs de goot naar beneden in den tuin ontdekte. Een man van den Yard belde hem op uit het Empire-Hotel. „We hebben Farris gearresteerd toen hy het hotel verliet, mijnheer," zei deze. „Toen ik hem vertelde, wie ik was, schrok hy. Voordat ik hem kon tegenhouden had hy een revolver getrokken en zich door het hoofd geschoten. Hy mompelde een paar woorden: „Ik heb hem precies op tyd te pakken gekregen...." of zooiets " Mr. Dawson vertelde precies wat hy had gedacht, toen brigadier Colding hem rapport was komen uitbrengen in de rustige
kamer van den Yard. Hij vertelde het aan Viola Burnet en aan Jack Hunter, die van iedere verdenking waren gezuiverd door de laatstewoorden van Morgan Farris. „Ik had er aan moeten denken," zei hy. „Ik ben stom geweest. Farris was bijzonder handig. Hy liet den achtsten October van het vorige jaar zonder meer voorbijgaan. Hij belde alleen Venner op, doch deed geen poging hem te vermoorden! Hij bracht hem daardoor in den waan, dat hy alleen maar dreigde, hetgeen maakte dat zijn slachtoffer minder sterk op zyn hoede was. Toen, dit jaar, ziende dat Mr. Venner zich veilig voelde zoodra het twaalf uur was geweest, brak hy in het huis in zoodra onze mannen weg waren, en sloeg zyn slag. Omstreeks vijf uur des morgens...." Mr. Dawson zweeg even. „Zyn vader schoot zich om één minuut vóór twaalven dood. Amcrikaansche tyd. Dat is vyf uur des morgens in Londen. Daar hebben we geen van allen aan gedacht, maar Morgan Farris dacht er wél aan. Hy heeft het geen oogenblik vergeten en, zooals hy zei, hij heeft hem precies op tyd gekregen ..." Mr. Dawson zweeg even en vervolgde toen: „Als Mr. Venner niet zoo dwaas was geweest te veronderstellen dat er iemand anders op zijn leven loerde ..." hy keek bij deze woorden Jack Hunter aan, „dan zou hy brigadier Colding en zijn assistent zeer waarschijnlijk langer bij zich gehouden hebben, maar zijn ongerechtvaardigde verdenking tegen u, maakte dat hy minder op Morgan Farris bedacht was.. .. Dat werd zyn ongeluk, en gaf Farris zyn kans,... die ér op de minuut af gebruik van heeft gemaakt...."
Eenfriise, ter« teint wekt steeds bewondering op. Verzorg daarom Uw teint op de juiste wijze Naam geen risico met ouderwetse preparaten, doch gebruik de Vlnolia Creams. Vinolla Vanishing Cream Is het Ideale middel om overdag de huid In prachtige conditie te houden door haar extra fijne emulgerlng. Vinolla Cold Cream voedt en verjongt de huid gedurende de nacht en voorkomt elke rimpelvorming. VC 47-043S,
*£&i^
KAUW!
/KAUWEN
liet meeste voednel dal wij dagelijks tot ons nemen is te /.acht. Dit is sleeht voor het tanilvleeseh en voor de tanden. Maar niet wanneer l) regelmatig Wrigle>'s kauwt, Wrigley'.s is goed voor ilc tanden en liet tandvleesch, het geeft U een frissehe adem en kalmeert de zenuwen. Door de grootere speckselafscheiiling .bevordert het bovendien de spijsvertering. Koopt nog beden een
pakje F.K.
5 CENT
KAUW REGELMATIG
PER PAKJE
WRIGLEY ^Dlllf cßeA W^ K
VROUW
io C
T
S
PER NUMMER
IS DE VRAAGBAAK VOOR ALLES WAT U WILT EN MOET WETEN .
w w-ii-arwi-nTlci(Ci-w-i^»"
Ä_j JUJtJ JU
äV JLI IO»
o> JU
JL %
jfjjrc-ai HOE JAAP LID VAN DE VOETBALCLUB WERD Slot. Maar, meneer, heusch, ik heb anders nooit gespiekt...." stotterde Jaap met een vuurroode kleur. „Ja, dat zal wel. Dat is wel toevallig. Ga jij maar eens zitten, vrindje, ik zal je vader een briefje schryven. Die kan dan meteen ook eens ingelicht worden. Neen, ik wil niets meer hoofen, ga zitten." Schoorvoetend ging Jaap naar zijn bank terug. O, had hij nou maar liever een onvoldoende gehaald, dan had hy het misschien later nog eens over mogen- doen. Nu geloofde mynheer hem niet eens. Het was werkelyk afschuwelyk. De morgen kroop om. De onderwyzer keek niet naar Jaap om, hy deed of hy niet eens in. de klas zat, of-ie lucht was. Eindelyk en eindelyk was het twaalf uur. Jaap wist niet goed wat te doen, maar mynheer beduidde hem te blyven zitten en er zat niets anders op dan aan dat bevel te voldoen. Het wachten, terwijl de brief geschreven werd, leek ook uren te duren, maar eindelijk was hy dan toch klaar. „Zoo, geef dit aan je vader." „Och, mynheer, geloof me toch, ik heb heusch anders nooit gespiekt, maar gisteren ben ik naar de voetbalmatch geweest én toen heb ik myn les niet geleerd. En jaartalie» kan ik toch nooit erg goed onthouden, dus wist Ik" er nou niks meer van. Maar die andere cyfers die ik gehaald heb, die heb ik werkelyk van mezelf. Toe, laat u me het nog een keertje overmaken, dan zult u zien, dat het wel gaat." „Het is anders wel toevallig, dat je tegenwoordig zulke goede'cyfers haalt! Ik heb me er eerst over verbaasd, maar toen dacht ik: zie je, hy kan het dus wel. Doch nu geloof ik het niet meer. Je hebt het verknoeid, jongen. Het is jammer, maar het is zoo." Jaap begon haast te huilen van narigheid, maar hoe hy ook pleitte, de onderwijzer was en bleef onverbiddelijk. Toen hy eenmaal op straat stond, kwam er pas een andere gedachte bij hem op. Wat zouden vader en moeder wel zeggen? Zouden die hem wèl gelooven? Of zouden ze net denken als mynheer op school en zeggen: „Het is wel toevallig!" Hoe langer Jaap door de straten liep, hoe
meer hy er van overtuigd raakte, dat zyn vader ook aan de waarheid van zyn woorden zou twijfelen. En wat dan? Het was toch immers waar? Hoe kon hij dat toch bewyzen? Hy wist het niet en in zyn angst, dat ze hem niet zouden gelooven, liep hy hoe langer hoe verder van huis weg, in plaats van er naar toe. Hy durfde gewoon niet meer naar huis te gaan. Eensklaps kreeg hy een idee. Hij moest hier weg. De stad uit. Niet meer zyn vader en moeder en den onderwijzer onder de oogen komen. Hy ging weg, het kon hem niet schelen waarheen. Ergens, nergens, hy wist het niet. En o ja, hy had nog geld by zich, want hij had een boodschap moeten doen voor zyn moeder. Nou, dat kwam goed van pas. Dan kon hy een eind met den trein mee. Tot de grens misschien wel. Even later liep hy zoo vlug hy maar kon naar het station. Wat hy verder zou moeten beginnen kwam niet by hem op, als hy maar weg was, dan was het al lang goed. De juffrouw aan het loket keek wel even vreemd op, toen hy zyn kaartje kocht, maar toen hy zyn portemonnaie tevoorschijn haalde en nog meer geld neerlegde dan noodig was, verwonderde het haar toch niet zoo heel erg, dat een jongen van zyn leeftijd alleen zoo'n tamelijk verre reis ging maken. Het duurde nog wel eventjes voor er een trein kwam, maar eindelyk was het dan toch zoo ver. Jaap zocht een leegen coupé uit, dan kon hy ten minste nog eens op zyn gemak uitrusten en nadenken wat hy verder zou gaan beginnen. Want nu was het hem ineens te binnengeschoten, dat hy toch ergens naar toe moest. Het duurde nog tamelijk lang voor de trein vertrok. Jaap zat in zijn hoekje en keek zonder iets te zien naar buiten. Hy begon er eigenlijk al spijt van te krygen, dat hy zoo overhaast had gehandeld. Wat dom eigenlijk! Als hy thuis toch alles eerlyk had verteld, zouden ze het toch wel geloofd hebben. Hy had zyn ouders toch nog nooit wat voorgejokt En moeder wist bovendien toch, dat hy werkelyk trouw iederen dag had geleerd. Ze had het toch zélf gezien. Soms had ze hem zelfs wel eens overhoord. Neen, het was oerdora van hem geweest. En bovendien zouden ze nu zeker denken, dat hy het wèl altyd gedaan had, omdat hij was weggeloopen. „Ik ga er uit, ik ga naar huis," zei hy hardop tegen zichzelf. Hy probeerde den kruk van de coupédeur om te draaien, maar dat was niet zoo heel gemakkelijk en nu. zette de trein zich natuur-
lijk juist in beweging. Eerst nog langzaam-, maar al gauw sneller en hoe Jaap ook wurmde, hij kon het portier niet openkrygen. Teleurgesteld zette hy zich weer in zijn hoekje. Dan maar aan het eerstvolgende station er uit. En dan gauw naar huis! Wat zouden zyn ouders ongerust zyn; die wisten natuurlijk niet, waar hy vandaan moest komen. Gelukkig duurde het niet al te lang voor de trein vaart ging minderen. Als er nou maar gauw eentje terugging. Hy begon hoe langer hoe meer naar huis te verlangen om alles te vertellen en te kunnen hooren, of zij hem wel geloofden. Met een laatste geknars van de remmen stond de trein eindelyk stil. Jaap sprong den trein uit en snelde op den stationschef af. Deze wees hem dadelijk een trein, die weer terugging en Jaap holde er gauw naar toe, want hy stond al op het punt van vertrekken. Juist op het laatste oogenblik rolde hy een coupé binnen. „Hoe kom jij hier?" klonk er opeens een verbaasde stem. Jaap keek verschrikt op. Dat leek zyn vader wel. En ja, warempel, dat was waar ook, die was uit de stad geweest, daar had hy heelemaal niet meer aan gedacht. Och hemel, dan zou zyn moeder heelemaal wel ongerust zyn. Wat was hy toch een domoor geweest! Jaaps vader staarde nog steeds naar het ontdane en blecke gezicht van zyn zoon. Hy zag wel, dat er iets ernstigs aan de hand was en hy liet hem eerst even op zyn gemak bijkomen. Ja, en toen was alles vanzelfsprekend gauw genoeg verteld. Juist toen hy het heele verhaal had gedaan, kwam de controleur om de kaartjes. En nu bleek, dat Jaap er heelemaal niet aan had gedacht, om een kaartje voor de terugreis te koopen. Maar dat was gauw in orde gemaakt. „Nou, jy bent een mooie! Je bezorgt je vader wat een last," zei mynheer Verhees, „maar ik ben toch bly, dat je uit jezelf bent teruggekomen. En ik heb nog nooit reden gehad aan de waarheid van je woorden te twijfelen, dus waarom nu wèl?" „Ja, vader, het is zoo. Ik ben een reuzeuil geweest." Zyn vader lachte. „Nu, we zyn er al. We nemen een taxi en gaan als de wiedewip naar huis. Je moeder zal wel geen raad weten van ongerustheid." Dat bleek inderdaad waar te wezen. Ze had zelfs de school al opgebeld en alles reeds gehoord. Maar ze had toch niet begrepen waar Jaap bleef. En zoo waren ze allemaal weer tevreden. Jaaps vader ging dienzelfden middag nog naar school en legde den onderwijzer alles uit. By de eerstvolgende repetitie haalde hy na ijverig vossen een schitterend cyfer en werd lid van de club en een echte voetbalkei. Maar één ding had hy zich voorgenomen: nooit meer te spieken!
n den horftt levert de aarde haar grootsten rijkdom aan dan mansch. In dazen tijd van hat Jaar kan hij aan groot daal van zijn voedsel garan uit deze immer gulle Man danka maar eens aan da aardappels, dit volksedsel bij uitnemendheid, dat voor aan groot daal in den : st wordt gaoogst en ons gedurende hat heele volgende tot aan den nieuwen oogst, dag in dag uit voedt! «ia oogst van dit kostelijke voedsel geschiedt, wordt u in baald gebracht. - I. De grond wordt losgehakt. xljn mooie I 3. Met een machine gaat de oogst 4» De knollen worden vemmeld. > S. De aardton worden in zakken gedaan en .op een kar geladen. . 6. H uiswaarts met den oogit I
In de AmsUrdamsche eterhaven. - Op den achtergrond de loodsen, van di Hollandsche Stoomboot Maatschappij, waar de controle plaats vindt. Daarvoor een schip, dat een lading eieren voor Engeland inneend. Op den voorgrond binnenvaartschepen, die de eieren naar Amsterdam hebben gebracht Een lading eieren, die per auto is gearriveerd.
DE
EIERHAVffl LI et is bekend, dat ons land veel meer eieren voort•• brengt, dan er voor de consumptie noodig zijn. Vanzelfsprekend werkt dit een belangrijken export in de hand. ledere week gaan er dan ook millióenen eieren naar het buitenland, vooral naar Duitschland en Engeland. In 1937 bedroeg de export 984 millioen eieren, ter waarde van ongeveer 33 millioen gulden. Uit deze cijfers kan men reeds afleiden, dat deze tak van bedrijf, van het breuk-vrij inpakken der eieren lot aan het verladen naar de plaatsen van bestemming, aan talrijke handen werk moet verschaffen. Een goeden indruk van dit typisch Nederlandsche bedrijf kan men krijgen in de Amsterdamsche „eierhaven", zooals men de kaden van de Hollandsche Stoombootmaatschappij aan de Oostelijke Handelskade zou kunnen noemen. Per boot, per auto en per trein worden hier bijna zonder ophouden kisten met eieren aangevoerd, en vooral op Zaterdag bereikt de aanvoer zijn hoogtepunt,
daar de eieren dan des Maandagsmorgens vroeg in Londen of Berlijn kunnen zijn. Op iedere kist staat met groote, vette letters het land van herkomst, „Holland", aangegeven. Voortdurend zijn de hijschkranen in werking. De kisten worden voorzichtig in een groote loods gebracht, waar de douaneformaliteiten plaats vinden, en reeds een paar minuten later grijpt de volgende kraan hen weer beet om ze in de wachtende vrachtschepen te laden. Voordat de eieren ingeladen worden, vindt er echter nog een uitvoercontróle plaats. Opdat de voortreffelijke kwaliteit van de Hollandsche' eieren steeds hoog gehouden zou kunnen worden, heeft de Nederlandsche regeering, in samenwerking met de eierexporteurs, die natuurlijk prijs stelden op hun goeden naam, de „Nederlandsche Eiercontróle" in het leven geroepen, die normen voor het gewicht heeft vastgesteld en bovendien nagaat, of de eieren die ter verzending worden aangeboden, inderdaad versch zijn. ledere zending Hollandsche eieren, die uitgevoerd wordt, verkrijgt nu een certificaat, dat voor het buitenland een waarborg vormt, dat de kwaliteit eerste klas is. Natuurlijk kan niet ieder ei gecontroleerd worden. Dat zou zooveel tijd kosten, dat de laatste misschien reeds bedorven zouden zijn, voordat ze verzonden konden worden, maar de Eier-contróle neemt voortdurend steekproeven, zoodat de mogelijkheid, dat er slechte eieren tusschen de zendingen zouden zitten, zoo gering mogelijk isl Een maatregel, die er veel toe heeft bijgedragen, den naam van het Nederlandsche product ook buiten onze grenzen hoog te houden! Toch bestaat het gevaar, dat de export op ernstige wijze bedreigd zal worden, nu Duitschland bezig is zich economisch op Zuid-Oost Europa te oriënteeren. Voor onzen eierhandel is dan ook groote waakzaamheid geboden, wil men aan eventueele nieuwe concurrentie 't hoofd kunnen bieden. Welk een belangrijke afnemer Duitschland van onze eieren is, blijkt wel uit het feit, dat van de in 1937 uitgevoerde 984 millioen stuks, er 389 millioen naar Duitschland gingen.
Honderdduizenden eieren worden er dagelijks per schip, per trein en per auto naar Amsterdam gebracht, om vandaar naar liet buitenland verzonden te worden.
Het nemen van een steekproef om te zorgen, dat de buitenlandsche afnemers geen rede. tot klagen zullen heboen.
Gekeurde eieren, die een dag later reeds in het buitenland te koop worden aangeboden /
Rechts onder: De eieren worden gewogen.
Links onder: In de groote loodsen, waar de douaneformaliteiten en de controle plaats vinden. Behalve het doorlichten, behoort tot de controle ook het vaststellen van het bruto- en nettogewicht der kisten.
A. neer beter loofd
pe^W/EREN srtj£
F. te O. - Mijns inziens is daar niet het minste bezwaar tegen. Wanu echter van plan bent iets erg gevaarlijks uit te halen, dan kunt u even de politie in uw woonplaats opbellen en vragen of dat geoor-is.
DE VLIEGAVONTUREN VAN
Mej. J. J. te A. - In de eerste plaats: weet u het adres waartoe u zich moet wenden? Voor het geval dat dit niet zoo is - en dat meen ik uit uw brief op te maken - geef ik u hier het adres van de administratie van de R.K. Padvindersbeweging: 2e v. d. Boschstraat 46, Den Haag. Ook kunt u zich wenden tot aalmoezenier Jansen, Lauriergracht 45, Amsterdam. Dat is misschien nog wel zoo practisch voor u. Om leidster te worden moet u minstens 18 jaar oud zijn. De leidsters betalen geen contributie, ,doch ze zijn verplicht zich a f2.50 te abonneeren op het Leidstersblad. Om „akela" te kunnen worden moet u eerst drie maanden opgeleid worden in een welpenhorde en daarna moet u gedurende twee week-ends een cursus volgen. Deze cursus geldt-tevens als examen. De kosten hiervoor bedragen f6. — . Wanneer u dan geslaagd bent, wordt u wanneer er behoefte is aan een „akela", geïnstalleerd. - Alles wat u verder nog mocht willen weten, zal men u wel op bovenstaande adressen willen vertellen. J. B. te D. H. en Fr. schappij gewend, waarbij heeft mij medegedeeld, Stand ingeschreven staat een beetje gelijkl
PETER EN DOT vervol«^ ? C/
J. te H. - Ik heb mij nu nog even tot de maatDeanna Durbin geëngageerd is, de Universal, en die dat dit charmante filmsterretje bij den Burgerlijken als Edna Mae Durbin. — Wij hadden dus alletwee 1. Peter en Dot zwommen zoo vlug mogelijk naar het eilandje van zand, waarop „De Zilveren Ster" door den opkomenden vloed was achtergebleven. Van den anderen kant kwam mynheer Grimes in een motorboot. HJJ lachte toen hy merkte, dat h« het vliegtuie wel het eerst zou bereiken.
B. v. G. te A. — fk ben u nog steeds het adres van Sir Baden Powell verschuldigd. Eindelijk ben ik er nu achtergekomen: Het is Sir Baden Powell of Gllwell, London, England. Mej. I. T. te K. a. Z. — Mormon was niemand. In 1830 stichtte Joseph Smith In de Vereenigde Staten een nieuwe godsdienstige secte. Hij verkondigde, dat hij door de hulp van een engel een in gouden platen gegrift geschrift had gevonden, dat hij in 1830 als bijbel der nieuwe secte uitgaf en dat „The book of Mormon", het boek van Mormon, heette. Naderhand is gebleken, dat dit boek een in bijbeltaal geschreven geschiedkundige roman was van den Presbyteriaanschen predikant Spaulding. Naar dezen „bijbel" no'emden de aanhangers dezer secte zich Mormonen. Hun leer wijkt In wezen ver af van het gewone Christendom. Onder anderen huldigen zij het principe der polygamie. Dit is echter sedert 1887 door de regeering der Vereenigde Staten verboden. — Nadat de Mormonen uit hun oorspronkelijke nederzettingen waren verdreven, trokken zij naar het Zoutmeer en bouwden daar Salt Lake City, terwijl ze er tevens een klein theocratisch staatje stichtten, en met goed gevolg het land in de omgeving koloniseerden. „Servus" Is een Zuiddultsche groet, die zoo ongeveer beteekent „goedendagl"
2. Maar plotseling werd zijn gezicht weer ernstig. De motorboot ging eensklaps niet meer verder, het water was veel te ondiep. Terwijl Peter en rijn zusje reeds in het vliegtuig klommen, begonnen mijnheer Grimes en z^jn metgezel juist door het water naar het eilandje toe te waden.
3. Ze kwamen echter niet ver, want „De Zilveren Ster" verhief zich al in de lucht voor ze het eilandje bereikt hadden. De kinderen lachten vroolijk toen ze zagen, dat mijnheer Grimes zijn vuist naar hen balde. Hij was er nu op geen enkele manier meer toe in staat het vliegtuig te achterhalen.
Iemand, die in een spiegel recht tegenover zich een klok ziet hangen, verbaast er zich over, dat hij deze niet als spiegelbeeld ziet. Kunt u hem uit den droom helpen, en hem de oplossing van het — intusschen heel niet zoo vreemde — geval aan de hand doen? Wij zullen weer een prijs van f. 2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling der prijzen geschiedt op een manier, waarbij alle inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op het verkrijgen van een der prijzen. U gelieve uw antwoord in te zenden voor 2 November aan Mr. Detective, Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of enveloppe duidelijk' vermelden: Amateur-Detective, 2 November. * De oplossing mag bij die van de rubriek „Zoek en Vind" worden ingesloten, mits ze op een afzonderlijk velletje papier wordt geschreven.
Mevr. v. d. M. te D. H. — Het bedoelde middel was een ouderwetsch huismiddeltje om vroeg grijs worden te voorkomen. Men moet dan gesmolten rundermerg, dat men een weinig geparfumeerd heeft, vermengen met het sap van flink zure appelen en hiermede regelmatig het hoofd insmeren. J. W. te U. - Neen, het spijt me, maar dat kan ik niet doen. ß. F. B. te B. — Wanneer het alleen om de „b" gaat zijn 'natuurlijk beide woorden goed. Mevr. v. d. V. te A. — „Keek" kan niet worden goed gerekend, daar dit een foutieve schrijfwijze is van „cake". — Dat u nooit een prijs wint is niet juist. Bij onderzoek is mij gebleken, dat dit reeds het geval is geweest. — Ik wil er hier tevens in het algemeen even op wijzen, dat er iedere week een bepaald aantal prijzen wordt verdeeld onder alle abonné's, die een goede oplossing zenden, zoodat men dus niet kan verwachten, telkens een prijs te winnen. Dan hoort de een eens tot de gelukkigen, dan de ander, waarbij iedereen evenveel kans heeft.
4. Den volgenden dag vlogen de kinderen steeds maar voort. Het was gloeiend heet; de zon brandde op het toestel. Zoover het oog reikte, was er niets anders te zien dan zand en nog eens zand, met hier en daar een groepje groene palmen. Dot was door de warmte vast in slaap geraakt.
5. Na een heelen tyd gevlogen te hebben, steeds in de gloeiende zon, besloot Peter ergens te gaan landen. Dot sliep nog steeds. Daar ontdekte Peter een oase. Het zag er heerlijk koel uit onder de palmen, en er was water ook. Dat was de meest geschikte plaats om te dalen.
6. „De Zilveren Ster" kwam heel zacht op het zand terecht. Peter stapte uit. Hij keek naar de dadelpalmen en hy nam zich voor een paar dadels voor Dot te plukken, zoodat ze ze;dadelijk kon opeten els ze wakker werd. Dat zou een verrassing zijn. Maar eerst moest hij wat drinken.
DE OPLOSSING VAN HET FOTO-RAADSEL
Mej. M. K.-S. te L. — Zeker, die komen op tijd. Nlc. H. te H. — Neen, dat zou ik u niet aanraden. U moet goed rijpe vruchten nemen. A. A. v. D. te H. — Alles was best in orde, zooals u het gedaan hebt. Mej. R. Z. te P. — Vuil bont kunt u schoonmaken door het te wrijven met zemelen of meel, die u op een bakblik heet heeft gemaakt. Het lijkt me echter toe, dat het bont verkleurd is, daar u zegt, dat het geel geworden Is. In dat geval moet u het bij een vakman in behandeling geven.
Onze kleine vriend liep naar den poel zonder er < venwei erg in te hebben, dat hy aandachtig werd t adegeslagen door een donkeren man. Hij had trou1 ens heelemaal nog niet aan de woeste Arabische sammen gedacht, die hier altyd door de woestijn rondz werven. Rustig boog Peter zich dan ook over het water.
Mevr. J. R. te A. — Op uw eerste vraag zou ik u hetzelfde willen antwoorden als aan mejuffrouw R. Z. Dit bont ■/ordt kunstmatig gebleekt en als het nu geel wordt, moet u er mee naar een vakman. Een witten vilthoed moet u eerst goed schoonborstelen, zoodat alle stof er uit is. Dan maakt u een papje van bloem en tetra, en wrijft hiermee den hoed schoon. U moet een schoon wit lapje gebruiken en ook telkens een schoon plekje namen. U doet het beste, eerst den binnenkant en dan den buitenkant te bewerken. Is de hoed schoon, dan neemt u een droog bor stellje en borstelt het achtergebleven bloem van den hoed af. Op uw derde vraag hoop ik nog nader terug te komen.
Nu wij de foto hierboven plaatsen, zooals ze In werkelijkheid moet zijn, kan men duidelijk zien, wal er aan de eerste plaatsing haperde; toen was de foto in spiegelbeeld geplaatst (waardoor wat links was, rechts werd en omgekeerd, hetgeen o.a. aan de dansende paren te zien was), terwijl er bovendien een poot ontbrak aan den stoel, waarop de heer in het midden op 'den voorgrond der fcfto gezeten is.
J. L. A. te H. — U heeft volkomen gelijk, het is „Bon appétit". Het zetloutenduiveltje heeft mij parten gespeeldl W. P. te N. — Aan uw eerste verzoek wordt voldaan, aan het tweede niet. daar wij het gevraagde niet in ons bezit hebben.
De prijs van f. 2.50 viel ten deel aan mej. Hens-Boomkens, Amsterdam; de troostprijzen werden verworven door de beeren J. C. Kinds, Apeldoorn, en F. J. Mente, Amsterdam.
De Secretaresse van de Voor U-Club, Galgewater 22, Leiden. JO
GEWONE ADVERTENTIES; 'EKSTADVERTENTIES:
Waar kom je vandaan?" vroeg de Arabier. Voor
man ontdoen
KOLOMHOOGTE 120
KOLOMHOOGTE
120
Wordt vervolgd.
REGELS
REGELS
KORTINGEN
-
-
KOLOMBREEDTE 5 cM.
KOLOMBREEDTE
VOLGENS
6.7 ~cM.
TARIEF
-
REGELPRIJS 25 ets, BRUTO REGELPRIJS
50
ets.
BRUTO
H
U
M
O
R
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN
i
■Hs9&'>' * „Zeg een» vader, moei U nu precies hier komen spelen
terwijl ik mijn
De pianiite Llll Krau» maakt aan tournaa door ons land. Begin 1940 vertrekt zij mal Simon Goldbarg voor aan concartrais door Nadarlandseh-indlë
„Hier is de flesch waar je naar zoekl, jongeman."
huiswerk maak?"
FILM-ENTHOUSIASTEN ü. v. T. te Amsterdam. Otto Kruiers nieuwste film is „Housemaster". Hij is met Susan Macmanamy getrouwd. Hij werd den 6den September te Ohio geboren. N. W. L. te Amersfoort. Greta Garbo is weer naar Hollywood teruggekeerd. Haar adres is Metro-Goldwyn-Mayer-Studio's, Culver-City, Californië. H. G. L. M. te Utrecht. Douglas Fairbanks Jr. speelde samen met Irene Dunn^ in „The joy of living". Het adres van Irene Dunne is 780 Gower Street, Hollywood. Voor foto drie antwoordcoupons inzenden.
„Ik heb nu toch wel spijt, dat we Jantje voor zijn verjaardag een lichtgevend horloge hebben gegeven."
„Ik laat de deur altijd openstaan, agent. Ik heb niet graag dat eventueele inbrekers langs mijn rozenstruik naar boven klimmen."
„Kijk toch uit. Je straat van jou is." ,,En jij rijdt alsof jou is."
loopt die
alsof auto
G. S. te Rotterdam. Hierbij de gevraagde adressen. George Barbier, 5451 Marathon Street, Hollywood. Clark Gable, Metro-Goldwyn-Maycr-Studio's. Culver-City, Californië. Bette Davis. Warner Bros-Studio's, Burbank, Californië.
de van
F. D. v. Albers woont is getrouwd. niet vergeten sluiten.
EEN MAN EN EEN VLAGGETJE
K. te 's-Gravcnhagc. Hans Lcnnéstrassc 7, Berlijn. Hij In het Duitsch schrijven en een antwoordcoupon in te
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG ^raag vijfhonderd en zeven Wat is de Mona Lisa? Wij stellen een hoofdprijs van / 2.50
en vijf troostprijzen be-
ichikbaar om te verdeelen onder hen, die vóór 7 November (abonné's uit overzeesebe gewesten vóór 7
December)
zenden „Alweer Iemand verdwenen. Jan. Begrijp je nu, waar al die menschen
blijven?"
aan
goede ons
oplossingen
redactie-adres:
Galgewater 22, Leiden. Op enve:
oppe of briefkaart gelieve men luidelijk te vermelden: Vraag 507.
Ik heb onlangs in Londen die nieuwe film ,,Spawn of the North" gezien. Nu moet je me toch eens vertellen, zijn die scènes waarin Raft en Tamiroff in dat bootje op zee ronddrijven, nu ook werkelijk op zee opgenomen, of is het voor de zooveelste maal weer eens een truc?" „Waarde Pietersen, ik moet je teleurstellen, want de meeste van deze opnamen zijn getruceerd, de stormachtige zee bevond zich binnen de studiomuren!" ,,Ongelooflijk. Vertel me dan eens, boe men een dergelijke scène opneemt, of is dat een ,,vakgeheim?" ,,Nu, Pietersen, als je me belooft het niet verder te vertellen, wil ik je wel het een en ander verklappen." .,Geen woord van hetgeen je me nu vertelt, zal over mijn lippen komen!" ..Luister dan. Eenige maanden geleden, tijdens de opnamen voor ,,Spawn of the North", was de enorme hal nummer acht in de Paramount-Studios, die omdat hij meestal met water gevuld is de ..tank" wordt genoemd, een oord dat menschen met gevoelige trommelvliezen maar liever niet betraden, want binnen in die donkere, afgesloten ruimte stonden acht vliegtuigmotoren uit volle borst te ronken, en maakten samen een lawaai, dat de wanden en de vloeren deed dreunen." ,,Dat kan ik begrijpen. Waartoe diende dat alles?" „Luister maar. Acht groote windmachines, niets anders dan motoren met vliegtuigschroeven er op gemonteerd, bliezen de imitatiezee in de tank op tot een ziedenden oceaan, en in het midden daarvan, met touwen onzichtbaar vastgebonden aan den bodem van het bassin, dreef een bootje, waarin George Raft en Akim Tamiroff een kalm en rustig gezicht zetten zoolang de camera's draaiden, maar allesbehalve gelukkig keken, zoodra de scène was afgeloopen." '„Nou, volgens die beschrijving moeten zij zich ook wel ongeveer gevoeld hebben als een stuk ijs in een cocktail-shaker."
D« danseres La Argantlnlta maakt voor haar vertrek naar Amerika, onder auspiciën van dan impresario Ernst Kraust, een tournee door ons land
DE OPLOSSING Vraag vijfhonderd en drie In de vijftiende eeuw was de plattelandsbevolking uit het graafschap Holland tot wanhoop gebracht door de slechte tijden, die het gevolg waren van de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten. In 1491 kwam zij in opstand, koos een brood en een kaas als symbool en trok toen plunderend en roovend door het land. Het oproer werd ten slotte bedwongen door Albrecht van Saksen. De hoofdprijs viel ditmaal ten deel aan mejuffrouw A. Reynders te Deventer. De troostprijzen werden verworven door G. H. Peerbolte te Rotterdam, den heer J. Koopman te Alkmaar, den heer H. H. Knijpers te Doorn, mevrouw C. W. Putters—v. d. Berg te Rotterdam, den heer. A. Heeres te Groningen. n ?V
Peter Stadien, da bakanda pianist, oogst op 't »ogenblik In ons land vaal succes
„Henry Hathaway, de regisseur, amuseerde zich best met den storm, want hij stond rustig op het droge. De groote. stoere kerel die de verantwoording voor de lawaaiende monsters had, voelde zich ook best op zijn gemak. Hij richtte zijn schroeven op het ongelukkige bootje, en Raft en Tamiroff waren amper tt zien in den stortvloed van schuim en water, dat hun om de ooren vloog. Toen zette hij nog een paar motoren aan andere kanten van het bassin, de wind begon te draaien en weldra waren de acteurs het middelpunt van een geweldigen cycloon." „Hoe voelden de twee sterren zich wel?" „Iedereen was over het resultaat in de wolken, behalve de twee acteurs, die lichtelijk bleek om den neus werden en zich uit alle macht vastklemden aan den mast van hun wankele vaartuigje. Het lawaai bij dit alles was verschrikkelijk en zou een Sphinx doof gemaakt hebben." „En op het witte doek zou je gezworen hebben, dat de opname in de vrije natuur gemaakt was. Maar ik beloof je, ik zal het heusch aan niemand verklappen."
WaiieA^en ai$c Dee gewoonte ge van de rijke mevrouw Ki.lbourne om landloopers op te nor nemen
Brian Äherne. Metro-Goldwyn-Mayer-Eilm. Jerry Kllbournc Wade Rawkns .-. Mrs. Emily Kilbourne Grosvenor Rosa, het meisje Minerva Harlan Kane Kilbourne Marion Kilbourne De vrouw van den senator Herbert Wheeler Mr. Kilbourne Dienstmeisje ..Rosa" Senator George Washington Jones
Constance Bennett Brian Aherne Billie Burke Alan Mowbray Patsy Kelly Ann Dvorak Tom Brown Bonita Granville Marjorie Rambcau Phillip Reed Clarence Kolb Marjorie Kane Paul Everlon Willie Best
Regie: Norman Z- McLeod.
in haar huis en te trachten hen te reclasseeren, is een bron van groote onaangenaamheden voor haar gezin. Nu de jongst opgenomen vagebond zoojuist is weggeloopen in gezelschap van het tafelzilver, eischen haar echtgenoot, haar twee dochters }erry en Marion en haar zoon Kane, dat zij voortaan haar bemoeiingen met dergelijke landloopers zal staken. De knappe, maar slecht gekleede en ongeschoren Wade Rawlins betreedt het huis der Kilbournes. Hij heeft zooeven een ongeluk gehad met een aftandschen, geleenden auto, en verzoekt gebruik te mogen maken van de telefoon. Maar mevrouw Kilbourne geeft hem geen gelegenheid te zeggen wie hij is. Zij ziet in hem slechts een landloopcr, dien zij derhalve zeer hartelijk verwelkomt. Zij dringt er op aan, dat hij zal blijven als nieuwe chauffeur. Hoewel Rawlins oorspronkelijk niet van plan was geweest aan dit verzoek te voldoen, bedenkt hij zich, wanneer hij Jerry heeft aanschouwd en onder haar bekoring is gekomen. Doch de knappe Jerry ziet in den slechtgekleeden en onge-
TOCH (IIIMKIG schoren man slechts een landlooper-en zij beveelt hem. het huis te verlaten, maar tevergeefs. Wanneer zij echter later den zeer aantrekkelijken, goed geschoren nieuwen chauffeur ontwaart, voelt zij zich in hooge mate tot hem aangetrokken. Den volgenden avond komt senator Harlan, dien Mr. Kilbourne te vriend moet houden, met vrouw en dochter dineeren. Jerry en Marion hebben weten te bewerkstelligen, dat Rawlins zal blijven en mevrouw Kdbournc is van plan hem als butler te laten fungeeren bij haar diner. De ondeugende Marion vertelt Rawlins even voor de maaltijd begint, dat mevrouw Kilbourne hem wenscht te spreken. In smoking gekleed, vervoegt Rawlins zich bij de vrouw des huizes, als deze gereed staat haar gasten te ontvangen. Als Minerva Harlan, de dochter van Mr. Harlan,binnenkomten den knappen jongeman ziet, veronderstelt zij, dat hij een gast is. Zij geeft Rawlins geen gelegenheid haar in te lichten en neemt hem mede om een cocktail te drinken. Wanneer Mr. Kilbourne dit bespeurt, durft hij evenmin tusschenbeide te komen, uit angst het jonge meisje, en daardoor haar vader, te ontstemmen. In den loop van den avond begint Minerva veel belang te stellen in Rawlins en de senator is erg vriendelijk tegen hem. Den volgenden morgen bemerken c e Kilbournes, dat Rawlins den nacht in c e logeerkamer heeft doorgebracht. Als ce oude heer, in groote woede, op het pui t staat hem zijn huis uit te gooien, teleft neert Minerva haar nieuwen vrien hem uitnoodigend met haar te gaan ge spelen. Uit angst, dat Rawlins dt n Senator zal mededeelen, dat hij een landlooper is en derhalve mevrou v Kilbournes reclasseerings-manie na. buiten zal blijken, is Kilbourne wel genoodzaakt zijn ,,logé" niet te ontmaskeren. Deze gaat dus, blij van zin, m 't Minerva golfspelen, daardoor de loerschheid opwekkend van Jerry. 'Intusschen komt de politie bij J( f Smith, een dorpswinkelier, om te vr Brian Aherne, Alan Mowbray en PaUY Kelly.
gen of hij de eigenaar is van een verongelukten auto, waarvan het nummer bekend is. Als Jed hierop bevestigend antwoordt, blijkt het, dat hij het wagentje had uitgeleend aan een schrijver, Rawlins genaamd. De politie neemt thans aan, dat Rawlins is omgekomen en den volgenden morgen leest de familie Kilbourne het verhaal van diens dood in de krant. Aan het daarbrj gevoegde portret herkennen zij hun „logé" en de arme Jerry is doodongelukkig. Stel u de consternatie voor van allen, als de niets vermoedende, levende Rawlins, die tijdelijk afwezig was, naar het gezin Kilbourne terugkeert. Er ontstaat een v/are flauwval-epidemie onder de vrouwelijke leden van het gezin, gevolgd door een hartelijk toegejuichte verloving van Jerry en Rawlins in een familie, welke thans meer dan ooit kat uitroepen: „Wat leven we toch gelul
Mg!" Constam
Bonita Granville Constance Bennett
// Saaäf
ontmoette op een receptie een oud zakenvriend, dien hij in jaren niet had gezien. De begroeting was allerhartelijkst. „Wat doet me dat buitengewoon genoegen je weer eens te zien," zei de vriend. „En is dit je allerbekoorlijkste vrouw?" „Zeg," antwoordde mijn neef met een verwijtend gezicht, „dit is mijn eenige vrouw I',' „Waarom heb je met me geflirt ?" zei de jongeman bitter. „Waarom ging je lederen dag met me autorijden ? Waarom ging je mee naar bioscopen en dancings ? Waarom heb je me aangemoedigd als je al verloofd was?" „Ik wilde mijn liefde voor Gerald op de proef stellen." Juffrouw Blis: „Juffrouw de Jong zegt, dat ze vijf en twintig is. Zou dat waar zijn ?" Juffrouw Bias: „Och, het zal wel. Ze heeft in al de jaren, dat ik haar ken, nog nooit iets anders gezegd."
Brigitte Homey in de Terra-film „Seidene Strümpfe".
(Foto Ernst Krauss)
„O, Mary!" zei de jongeman verrukt. „Het is hemelsch om met jou te dansen. Ik voel me of ik op rozen wandel." „Je vergist je," antwoordde het meisje, „dat zijn mijn teenen." IM* wórdt v«n vortn geh«el om ••n ovalen ring gerimpeld, iets wat niet weinig Iraagt tot de me, die er dit japontje uitgaat. Op deze van Hen «tof verlardigdedeuxlecet draagt onze ster een 2e venachtsten mantel van dezelfde * tof met een kraag van vottenbont.Een hel geklet>rd sjaaltje voltooit het geheel. 3. Zwarte tule over een eveneens zwarte onderjapon Is immer een geliefkoosde combinatie. Om deze nog «en apart cachet te geven, liet Dorothy er eenlge motieven van schitterende kraaltjes Op borduren.
Hansi Knofeck en Gustl Stark—Gstettenbaur in „Der Edelweisa-Rönig".
Na verscheidene jaren afwezig geweest te zijn, bezocht de farmer een Mexicaansche boerderij. „Zoo," zei hij tegen een ouden vriend. „Is de oude Bluff weg? Heb je hcfln gemist ?" „Neen," antwoordde de ander. „Ik mis nooit. Daarom is hij juist weg." Vader had zijn dochtertje verteld, dat hij een broertje besteld had. Toen het kwam, bleek het echter een drieling te zijn. „Waarom hebt u het ook niet zelf besteld," zei het dochtertje tegen haar moeder. „U weet toch hoe vader kan stotteren!"
Een scène uit de Paramount-iilm „Sing you sinners", waarin Bing Crosby de hoofdrol vertolkt.
»Zegl" riep de eene passagier tegen den man in de kooi boven hem. „Word wakker! Het schip zinkt!" „Wat geeft dat? Het is toch niet van ons?" Rechter: „Beschouwt u deze vrouw als eerlijk?" Getuige: „Eerlijk! Wanneer haar kippen eten moeten hebben, moet iemand aiulcrs ze roepen, want. haar gelooven ze niet." „Vader, wat is een diplomaat?" „Een diplomaat, jungen, is iemand die situaties moet ophelderen, welke nooit zouden ontstaan als er geen diplomaten waren."
Een scène uit „Booloo" mei Colin Tapley en Jane Began.
Ingrid Bergmann in „Die vier Gesellen".
mmm■■■■,:;'.''. i
HET WEEKBLAD
■ï:'--l
18de Jaargang No. 42-29 Oct. 1938
1
I-IET WEEKBLAD CIMEMAs.
CINEMA 5. THEATER
VERSCHIJNT WEKELIJKS - PRIJS PER KWARTAAL P. 1.»5 - RED. EN ÄDM. CALGEWATER 21, LEIDEN. TEL. 7M. POSTREKENING 4I«M ^^■"■■^■■^■^■■■■■■■■■■■■DB
BS
THEATER
-
O ets -
! ZARAH LEANDER | IN DE UFA-FILM \ „DE VROUW MET [DEN BLAUW VOS" mM"
*V
{W^*
mSi
*■
'■f:
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE