^m .
■
■
-ÉÊÊÈ ■■■■-■>
■ DE FILMEX-RLM 'Pi|XP^Tni!iö^WllPPPW
jMM^.«!»-
MET WEEKBI LA CIMEMAs
HQT WEEKBLAD mmi Cl ME MA 5. THEATER
m*** «»•
15
THEATER
JÊÊÊtÊÊÊmmÊtmm
•*m
-&*%,
.;. I
•■*?■*>•-..
V .y...
S \ ^:^
:
V1IA SLAVENSKA IN DE LUMINA-FILM „LA MORT DU CYGNE"
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
NIEUWS UIT DE STUDIO'S
HE T
Viktor Staal is door Karl Ritter als partner van Lilian Harvey geëngageerd voor de iilm „Capriccio".
eaher
^
1 AMSTERDAM EM HET
Willy Eichbexger, de Duitsche filmacteur en regisseur, heeft met de Metro Goldwyn Mayer te Hollywood een contract gesloten voor eenige films.
eaFer
HRMHHRBDErN
HAAG
Leni Riefenstahl is nog steeds bezig met de Duitsche Olympiade-film. De „Berliner Philharmoniker" onder leiding van Herbert Windt hebben de muzikale verzorging op zich genomen. Na anderhalf jaar is deze film thans ongeveer gereed.
JEAM/BEHOIT-LEVY
0Z2 TncSd
a
(DE STERVEhlD^ZWAAn)
Viktor Staal Anthony Asquith en Leslie Howard zetten de Engelsche film „Pygmalion", die in de Pinewood-ateliers te Londen wordt opgenomen, in scène. De hoofdrollen zijn in handen van Leslie Howard en Wendy Hiller.
Paul Verhoeven zal de Meteor-film „Der Tag nach der Scheidung" regisseeren.
DE FILM, DIE DE GRAMD PRIX DE L'EXPOSITIOM VERWIERF
DE FILM, WAAROVER DE NEDERLANDSCHE PERS EN HET NEDERLANDSCHE PUBLIEK VOL ENTHOUSIASME ZULLEN SCHRIJVEN EN SPREKENIÜ
FILM-ENTHOUSIASTEN
Hermann Speelmans en Radi Godden vervullen belangrijke rollen in de Forumfilm „Musketier Meier III", Regisseur is Joe Stocket.
Barrey Glazer produceert de Warner Bros-film „The life of Jimmy Dolan". De opnamen voor deze rolprent beginnen in April.
Marcel Pagnols tooneelstuk „Fanny" zal door Metro Goldwyn Mayer worden verfilmd onder den naam „Madeion". De hoofdrollen zullen worden vertolkt door Luise Rainer en Wallace Beery. James Whale, de regisseur, engageerde voorts: Frank Morgan, Jessie Ralph en Cora Witherspoon.
S. E. N. te Rotterdam. Constance Collier werd den 22sten Zij
is
opgetreden in
„Peter
Ibbetson", ,,Anna Karenina" en „De kleine Lord". Een ant-
James Carney en Wally Patch spelen belangrijke
rollen
in
de
Gainsborough-film „Alf's button afloat", welke in de Islington-Studio's in Engeland wordt opgenomen. Regisseur is Marcel Varnel.
woordcoupon is aan ieder postkantoor verkrijgbaar. M. v. d. L. te Arnhem. William Powell,
Hierbij de gevraagde adressen.
Metro-Goldwyn Mayer-Studios,
Californië. Hansi Knoteck, Olivaer Platz
PASPOORT
-
■ mm
s
Mis
Hot gezochte paspoort.
VERTOOMEM BIMHEMKORT DE MIEÜWSTE FILM VAN
Januari te Windsor geboren.
Opzoek naar een OUD HOLLAND5CH
Culver-City,
Jascha Heifetz, de beroemde violist, zal een groote rol vervullen in de Samuel Goldwyn-productie „The great musical festival".
5, Berlijn. Ginger
Rogers, RKO-Radio-Studios, Cower Street, Hollywood. Voor foto drie antwoordcoupons insluiten. E. P. te Rotterdam. Arline Judge is den 21 sten Februari 'jarig. Zij is met Wesley Ruggles getrouwd. Het kan circa
De Hertog van Warwick, beter bekend onder zijn filmnaam Michael Brook, zal zijn eerste groote rof voor de Paramount spelen in „Bulldog Drummond Interferes", waarin hij naast John Barrymore, Louise Campbell en John Howard optreedt.
zes maanden duren voor u antwoord ontvangt.
Thor L. Brooks en Rolf Husberg zullen de Zweedsche film „Midnattssolens son" in scène zetten. Deze film wordt geheel door Laplanders gespeeld.
P. B. te Hilversum. Mariene Dietrich is met Rudolf Sieber getrouwd. Zij had een contract met de Paramount te Hollywood en zal voorloopig niet in Duitschland filmen.
Paul Hoerbiger en Trandl Stark
T. F. L. S. te 's-Gravenhage. Robert Siodmak is aan geen
vertolken de hoofdrollen in de Mondialfilm „Helenes Kinderchen".
enkele maatschappij vast verbonden. Jacques Feyder is mef Frangoisc Rosay gehuwd. Beiden werken voor de Tobis. Jackie Cooper is te Los Angeles geboren. G. D. T. te Rotterdam. Heli Finkenzeller woorit Wundtstrasse 52, Berlijn. Zij is den i/den November geboren. In het Duitsch schrijven en antwoordcoupon insluiten.
Hermann Speelmans
Jackie Cooper werd aan de Monogram Pictures te Hollywood verbonden. Hij zal in twee nieuwe films de hoofdrol uitbeelden.
Verhalen uit Hollywood klinken ons nog al eens wat fantastisch, om niet te zeggen ongeloofwaardig in de ooren. Onder andere zijn we gewend duizelingverwekkende berichten te lezen over wat er daarginds komt kijken bij het voorbereiden van een min of meer in het verleden spelende film van groot kaliber. Het verwondert ons al bijna niet meer. als we hooren, dat vijf en dertig geleerden de geschiedenis navorschen, opdat de film in alle details de werkelijkheid zooveel mogelijk zal benaderen, dat er met hetzelfde oogmerk zelfs expedities worden uitgezonden, dat er zestien honderd vier en twintig schetsen worden gemaakt van de toenmalige kleederdrachten en gebruiksvoorwerpen, dat er volledige steden worden nagebouwd en complete Oostindlë-vaarders tewatergelaten. Den eersten keer, dat ons zqoiets werd verteld, hebben we perplex en vol bewondering geluisterd. Den tienden keer maakte het al heel wat minder indruk. En den vijf en twintigsten keer hadden we neiging te zeggen: „Dat weten we nu al " Het is verklaarbaar, dat een mensch op groote getallen minder sterk reageert, als hij ze vaak hoort. Maar onze onverschilligheid in deze is dikwijls zeer onbillijk tegenover Hollywood, dat zich soms waarlijk uitslooft om zijn films aan de hoogste eischen van' authenticiteit te laten voldoen. En wij kunnen dan ook niet nalaten hier een, treffend verbeeld aan te halen van de fenomenale nauwkeurigheid, waarmee de Amerikaansche producenten hun details verzorgen. Op het oogenblik is Cecil B. de Mille bezig aan „De Boekanier", een film, die niet zoo bar ver in het verleden speelt (zij voert ons slechts een goede eeuw terug) en die ons temidden der zeeroovers brengt, die langs de Amerikaansche kust hebben gezworven onder aanvoering van den vermetelen Jean Lafitte. Nu was Jean verliefd op een meisje en dit meisje was een Hollandsche. Zij krijgt in de film van haar familie geld toegestuurd en een Hollandschen pas om naar haar vaderland te kunnen terugkeeren, en hier is het, dat we terugkomen op den titel van dit artikel. Want De Mille, die er niets voor voelt, dat zijn film in Holland door deskundigen zal worden uitgelachen, wanneer genoemd paspoort op het doek komt, liet direct naspeuren hoe een Nederlandsch paspoort uit de jaren 1814/15 er moet hebben uitgezien. Maar zie, dat was in Amerika niet gemakkelijk te ontdekken. Men wendde zich ten slotte tot de Nederlandsche legatie te Washington, maar ook daar beschikte men niet over paspoortformulieren van dien ouderdom. En zoo ontving op zekeren dag het Nederlandsche filiaal der Paramount te Amsterdam, via den vertegenwoordiger te Parijs, het verzoek e«n foto op te sturen van zulk een paspoort. Da regiiMiir controleert de teokaningan en requliloton.
Pttsopott.
Sècrïukt di'Ait f»>ur les Afkirta K *
'I ■'.
ßon jélie^aïMi^ftde Ie
idrOran^e*Na5sau, Prince \ flJmes, &* &c. &c. ■4/^
JvOyaleMtr«niucx^ sisr«ACT;, nonr««iKUIU, roïnux»*!^, «AoisVutTS €t «Ure*tttTtcux* t»nt CmU «pic Militairp», ^««/<7H'A jmÉaeni 0im >« PRINCKS « ÉTATS, **« «f 'AUIU «fe Són Altesse lloyale Bw. aettlement de laisser paster ei cinnlrr hbrvment et tttrtmcnt «/» é^y^-m-Mirffi^, °* /&*£>£*■■. r /tour
. }
^ <J***
^'-!»«./K.>
Aver «•»/fi»nfe» .&rg»»pM «Mjm ;
fjf'*/*^,*^ ,..:..,..,:,:.
.■■■■*
r
.'- -. :
M RBpiVkmimc (|tt(^oa
niu » »giTBBiiintw. ,;
ras
'
Cecil B. de Mille.
Vanzelfsprekend belde men toen even Amsterdams burgerlijken stand op, alwaar het aanvragen van passen heden ten dage plaats vindt. Maar dat viel tegen — men .had daar zulke oude formulieren niet voorradig. Toen belde Paramount het stadhuis op, waai- het uitreiken der passen geschiedt, maar ook hier ving men
bot. Logischerwijze volgde nu dus een telefoontje naar het gemeente-archief, maar ook dit kon het gevraagde niet verstrekken en verwees naar het geraeente-oudarchief! Toen ook daar geen paspoort van 1815 aanwezig bleek, begonnen de filmmenschen een beetje verbaasd te kijken, maar toen een intercommunaal gesprek met het
>*- , rijksarchief in Den Haay ook al geen resultaat opleverde, uerd er ronduit gemopperd. Het klinkt inderdaad ook vrij ongeloofwaardig, dat het rijk niet minstens één exemplaar van al zijtt-Hemulieren zou hebben bewaard, maar we moeten erkennen, dat de meesten van ons al even weinig rekening houden met het nageslacht als destijds blijkbaar de rijksambtenaren. Hoewel we maar al te vaak van ons voorgeslacht verwachten en eischen, dat ze typische voorwerpen van historische beteekenis voor ons intact zouden hebben gehouden, en hoewel we niet begrijpen hoe er zooveel verloren kan zijn gegaan, zijn wij ons er persoonlijk al even weinig van bewust, dat zaken die ons nu gewoon lijken en die we met een gerust hart als rommel weggooien, later misschien onze achterachterkleinkinderen een interessant kijkje op ons leven zouden kunnen geven. Hoe vér kunnen de meesten van ons hun stamboom volgen? Hoe dikwijls gaan onze herinneringen en gegevens niet verder dan grootvader van vaderszijde? Als al onze voorvaderen even heel kort hun namen en verwantschappen te boek hadden gesteld, was alles heel eenvoudig geweest — wat een zonde, wat een nalatigheid, dat zij dat niet gedaan hebben! Maar hoevelen onzer nemen de moeite om nu zichzelf eens op te schrijven voor hun nakomelingen? O neen, onbewust hebben wij allen het gevoel, dat het nageslacht ons nooit zal kunnen vergeten. En zoo is het de eeuwen door geweest. Het bij het oogenblik leven en het weggooien zit den mensch in het bloed en laten we dus de rijksambtenaren uit de woelige jaren omstreeks 1815 niet al te hard vallen over het feit, dat zij geen reispas-formulier (ach, hoe weinig werden er in dien tijd aangevraagd in verhouding tot nu. Reizen was toen nog een heel ande«? onderneming) in het archief hebben gestopt. Tegenwoordig gebeurt dat waarschijnlijk wel. Paramount intusschen gaf den moed niet op
Naar alle kanten werd er gespeurd en gezocht, doch na een eindelooze reeks telefoontjes mei officieele en particuliere archieven, met historische bibliotheken, met oudheidkundige en historisch-krijgskundige genootschappen, met spoorwegmusea, prentenkabinetten en professoren, werd het steeds duidelijker, dat een paspoort uit 1815 in Nederland even gemakkelijk is te vinden als de spreekwoordelijke speld in den hooiberg. Ieder spoor werd ijverig gevolgd en zoo verscheen er óp zekeren dag een jongeling van Paramount bij de N.V. Likeurstokerij Wynand [■■ockink. In haar oude kantoorgebouw vol typische oorkonden en firma-reliquieën in de Pijlsteeg te Amsterdam, verstrekte de directie hem inzage van de brieven en reispapieren van een zekeren heer Van der Valck, die destijds veel gereisd had, nog ergens consul van de Bataafsche Republiek was geweest, en die lange jaren in een Duitsch plaatsje had gewoond. Erg interessante papieren, maar een paspoort was er helaas niet bij. Intusschen tikte Paramount moeizaam brieven aan alle rijksarchieven in de hoofdsteden van alle provinciën. En al gauw kwamen de antwoorden binnendroppelen, die allen tot hun spijt betuigden, dat er in hun archief geen paspoort van 1815 voorkwam. Tot uit den versten uithoek van het land, uit Maastricht, het opzienbarende nieuws kwam, dat zich in het archief aldaar een paspoort uit' het jaar 1814 bevond. Toen dit bekend werd, trok de publiciteitsman van Paramount op een goeden dag naar Maastricht, zat een uurtje in het Provinciaal Archief en bestudeerde het lang-gezochte-eindelijk-gevonden paspoort, dat bleek te bestaan uit een eenige malen gevouwen vel papier, geheel in het Fransch gesteld, uitgereikt door Karel Gijsbrecht van Hogendorp in naam van den Souvercinen Vorst aan een Seigneur Carrey uit Groningen, die naar Bilsen en Parijs wilde. Alle bijzonderheden over papiersoort, afmetin-
NIETALLE5
HEBBEN!
w
Francitka- G»al.
gen, inktkleur, lakstempel, watermerk enzoovoorts, werden genoteerd en vervolgens -ging het gewichtige stuk papier, geëscorteerd door een vertrouwd ambtenaar naar een vertrouwd fotograaf, die opdracht kreeg eenige reproducties op ware grootte te maken. En via Amsterdam en Parijs zijn die met de noodige kantteekeningen naar Hollywood gereisd Dit verhaal geeft wel zeer sprekend weer wat er allemaal in het geweer komt om één klein detail voor een groote film te verzorgen en hoe moeiten noch kosten worden gespaard óm er zeker van te zijn, dat er op het eindproduct niets zal zijn aan te merken. Nu wij van zoo nabij hebben gezien, welk een omvangrijk aantal menschen voor een stuk papier, dat misschien drie tellen op het doek blijft (en wie weet, misschien vervalt bij nader inzien de scène nog wel) aan het werk wordt gezet, dan kunnen wij wel nagaan hoe serieus een man als Cecil B. de Mille te werk gaat.
NIEUWS UIT DE STUDIO'S Anne Nagel en Weldon Heyburn bezetten de belangrijkste rollen In de Monogramfilm „Saleslady". Deze rolprent zal door Arthur Grevllle Collins worden geregisseerd.
James Stephensoa en Bruce Lister, twee bekende Engelsche filmacteurs, hebben een contract gesloten fnel de Warner Bros te Hollywood.
Martha Raye en Bep Hope spelen de belangrijkste rollen In de Paramount-film „Give me a sailor". Afdeelingen van de Amerikaansche marine en van het leger zullen aan deze productie medewerken. Als regisseur is Elliott Nugent uitgekozen.
Nelson Eddy en Ilona Massey hebben de belangrijkste rollen in de Lawrence Weingarten-productie „Balalaika". George Oppenheimer en Ernest Vadja schrijven het scenario.
Martha Ray«
Dr. Arthur Guttmann, de eerste leider van het
Weensche Johann StraussTheater, is door den chef van het „Musical-department" der Metro Goldwyn Mayer geëngageerd. Guttmann is ook muzikaal leider der Ufa geweest en dirigent van de Staats-Opera te Berlijn.
Minchella, een Italiaansch filmregisseur, zet te Parijs de Fransche film „L'homme traqué" in scène. De rolverdeeling staat nog niet vast.
Carole Lombard zal, in plaats van Marlene Dietrich, de vrouwelijke hoofdrol vervullen in „French withour tears".
weten het allemaal wel, die wijze waarheid, welke in het opschrift boven deze regelen wrd verwerkt, althans in theorie. In de practijk vergeten wij het net zoo hard en lijken we maar vaak genoeg dien Holle-Bolle-Gijs, die een koe en een kalf en een heel paard half wou hebben en die Alice Fayc en nóg van den honger niet kon Ameche slapen. Lezer, dit wordt geen artikel over de begeerigheid in stoffelijken zin! Deze hebzucht is er een in den vorm van zelfoverschatting: wijjaeenen argeloos en eerlijk, dat wij ons op velerlei gebied gelijktijdig en met succes zullen .kunnen bewegen en bedrijven daarmee op deze wijze de onmatigheid. Daar heb je dan bijvoorbeeld (een voorbeeld is altijd het duidelijkst!) de kleine Judy Poe Wells, die door Moeder Natuur begiftigd was met het noodige uiterlijk schoon, een zangstem, een charmante voordracht en al wat verder noodig is om met groot succes op te treden in cabaret, revue en wat dies meer zij. Was zij daar tevreden mee? In geenen dccle! Judy Poe Wells was van meening, dat zij daarenboven tooneelstukken moest schrijven: zij gevoelde dien drang in zich en de roeping daartoe en den zedelijken plicht. Ja, den zedelijken plicht, wijl zij onherroepelijk en onloochenbaar afstamde van den grooten Amerikaanschen dichter en essayist Edgar Allen Poe. Het Is mogelijk, dat zij aanleg daartoe had. Het is denkbaar, dat zij op den langen duur iets had kunnen bereiken op het gebied van de ernstige dramaturgie. Feit is, dat haar werk op het moment, dat hier ter sprake komt, nog
Tony Hartin en Aiic* Paif. Maria Cebotari, de bekende zangeres en filmster, heeft zich van haar echtgenoot, den Russischen tooneelspeler Varubofl, laten scheiden. Zij zal binnenkort met den (ilmspeler Gustav Diessl in het huwelijk treden.
Arleen Whelan Martha Eggerth zal te Weenen de titelrol uitbeelden in de Intergloriafilm „Tatjana".
e
werd voor de
20th Century-Foxfilm „Gone with the wind" aangezocht.
Harald Paulsen zal de Terrafilm „Eine Frau geht in die Tropen" in scène zetten. De buitenopnamen vinden te Kameroen
plaats.
Willy Birgel zal in „Geheimzeichen LB 17" de hoofdrol uitbeelden. De regie is in handen van W. Tourjansky.
Walter Franck zal een belangrijke rol vervullen in de Ufa-film „Grossalarm".
Nelson Eddy
nergens naar leek. En daarmee begint terstond het dilemna. Een dilemna, dat voor ieder en elkeen, die iets met „kunst te doen heeft, geldt. Welken weg moest Judy Poe Wells kiezen? Dien van het gemakkelijke en voor de hand liggende succes der lichte muze, der lieve liedjes en haar persoonlijke aantrekkelijkheid? Of dien anderen langen en zwaren weg van het moeizame veroveren van den roem der onsterfelijkheid? Judy was jong en idealistisch. Zij koos Zij zette net portret van den dichter van „The Raven", „The Bells". „Tamerlan" en zooveel andere schoone verzen voor zich en deed haar keuze. Dat was haar zaak. En zij gaat ons niets aan. Dat wil zeggen: zij gaat orjs wel aan. Niet alleen, omdat meer jonge menschen voor deze keus worden gesteld, maar bovendien, wijl men ons deze kwestie voorlegt. Voorlegt in den vorm van een film. Deze film, een product der 20th Century-Fox, heeft slechts zeer zijdelings te maken met het probleem „ah sich". Beslissender is de opvatting, welke zij huldigt, de wijze, waarop zij. wenscht om te springen met deze Judy Poe Wells (voorgesteld door niemand minder dan Alice Fayc) en haar dilemna. Voor de makers van dit filmwerk, voor den productie-' leider Dgrryl F. Zanuck en voor den regisseur en hen, die het libretto schreven, is. het geen probleem. Veel en makkelijk geld verdienen, veel en
makkelijk succes oogsten met vele en makkelijke liedjes, of: weinig en moeizaam roem oogsten met weinige en moeizame tooneelstukken Wel, we zijn niet gek, nietwaar? We gaan den weg op, waar de meeste knikkers liggen, den weg, die met dikke dollars geplaveid is, we kiezen Broadway en de chorus-girls. RitzBrothers en de gedachtelooze refreinen van den avondpret.... Daartegenover staat die eene voorvader met de hypothetische kans van het overgeërfde talent, de minieme kans op ernstig werk. na eindelooze voorbereiding, kortom: het afstand doen van weelde en carrière in de wereld van het amusement. En in deze film wordt Judy's weerstand gebroken. Allen zijn er tot in hun ziel van overtuigd, dat er maar een glorie kan bestaan: die van songs en gouden loovertjes. En aan het eind is Judy meegesleept en overtuigd en dolgelukkig met haar revue-carrière en met den mooien Hij (dat is hier: Don Ameche), die haar naar het altaar zal voeren, zoodra het liedje uit is en het applaus verstorven. Hebben zij gelijk — zij met hen allen? Of is de blceke schim van Edgar Allen Poe, die hier de nederlaag lijdt, in zijn recht? Lezer, wij weten het niet. Veel hoopgevend talent heeft zich verdaan, door te bezwijken voor het makkelijk succes. Anderen boden weerstand en maar al te vaak ook stumperden zij voort met half goed werk of minder, dat de pretentie had onsterfelijk te willen zijn. Nog weer anderen bereikten op die wijze werkelijk den eeuwigen roem. Ieder geval staat wellicht op zichzelf. Maar je kunt niet beide deelen kiezen! Het is het een of het ander. En in het geval van Judy dat moet men eerst zelf aanschouwen, alvorens uitspraak te kunnen doen. Wie eerst de film ziet, zal daar geen spijt van hebben.
Da Ritz Brother«.
c -o
»i C C W
l- «; c v zs a ra
N
J2
" «y H u _ C u O X) «■ge»' •w S w ^ a> ä 2 ^ S
o ra
O
c
O S
«J
M 4> £' 1/ ™—
^
q e's Ë at ^ -O ^a
Uil
ra en
-o 9
!V
o «-u ïi.Si'S-S'gA ^ to 9 ^ E _,
J< „ -o £ « O w •* J5 S 'S "g Wo" os —
Hi 8J2
ä ? .2 J: - t; <
>
8^ .
■".20
.Sog
TI .5
a-a 0 '6.9
1C3
c * t-
S »i >
c
4J
« g W B S* u o 2 > 3
5 .'S o
s;g' ff-Si «-o Is
2; g - g O c OS—
o 3 u .Si 4-2 ra rï *-<
Si P SAKS
"* S u »< ra -o J-jo, a 4> "■ ra-« Ö
-a C
Ai
e -o
ra o
. ji
M
S^a ë >< S '■= Ä *! "S o> »•Ijs 9 e §-.s ä
□ (u
IIP « ra ra fi o
41 n 1» Ji-9 ra U c 'u g a
e ons 5
v-
NS;
ü E'S S .Si S. u
U 9" ■ ■- S S ^
.2 'o 2 i
s "is-* o^^-
ome ■£-■*■'-<= a g S
U
w N
. «i g «1
u ^ > »««'S u N X C
w
S*
B
-y
'S ™ ß Ä
(5 C « 41
wc.*1-
S^" G «
™
!" c JS-o >
4, —
co $ ". &) W CP C O S o « > 5 o
Lfl MÖT DU CYGtie Lumina-film.
Regie: Jean Bcnoit-Levy.
Mademoiselle Beaupré Nathalie Karine Rose Souris
Yvette Chauvirc Mia Slavenska Janine Charrat
eeds op twaalfjarigen leeftijd is Rose Souris bezield met het vurig verlangen balletdanseres te worden en zij is dan ook een der ijverigste leerlingen van de ballet-school. Zij heeft een bijzondere liefdevolle bewondering voor de groote ballerina, mademoiselle Beaupré, die juist op het hoogtepunt van haar carrière staat. Plotseling verneemt men, dat de directie een nieuwe ster geëngageerd beeft: Nathalie Karine, die Beaupré in ,,De stervende zwaan" zal vervangen. Groote opwinding, laster en jaloezie alom, doen bij Rose een vungcn haat ontstaan tegen de vreemdelinge. Niettemin blijkt reeds bij de eerste repetitie, dat Karine een bijzonder begaafde danseres is, doch wanneer zij bij een dans van Beaupré in lachen uitbarst, ontstaat er tegen haar een groote vijandschap. Mademoiselle Beaupré houdt midden in den dans op en wil haar ontslag nemen. De Directie weet het incident te sussen doch Rose zint op wraak. Op den première-avond van ,.La mort du Cygne" weet Rose een luik in het tooneel te openen, waardoor Karine komt te vallen en zwaar wordt gewond. Met wijt het ongeluk aan een materiaalfout en heeft geen enkelen argwaan tegen Rose. Karine geneest, maar zal nooit meer kunnen dansen, hetgeen zeker wel de grootste straf is voor de kunstenares. Op zekeren dag, als Rose een pakje bij haar moet bezorgen, laat Karine haar
R
dansen en dan besluit zij als leerares van de ballet school datgene, waartoe zij niet meer in staat is, over te dragen op de jongere generatie. Al spoedig is Rose de beste leerlinge van de nieuwe leerares. Het meisje lijdt echter vreeselijk onder den druk van haar geheim. Ten einde raad neemt zij twee vriendinnetjes in vertrouwen en, wanneer door een toeval op school de jaloezie van de meisjes wordt opgewekt, is het geheim weldra geen geheim meer. Op den morgen van het examen komt zelfs Karine iets van Roses daad ter oore. Zij ondervraagt de schuldige, d alles bekent, en wendt zich vol afschuw van haar geliefde leerlinge af. Het is reeds te laat om Rose van het examen te schrappen. Het meisje danst uitmuntend, doch is innerlijk doodsbang, daar zij weet dat de leerares haar bij de directie zal aangeven. In haar wanhoop gaat zij naar mademoiselle Beaupré, doch dan blijkt, dat degene, waarvoor zij de vreeselijke daad beging, de opera heeft verlaten om met een barer bewonderaars in het huwelijk te treden. Van allen verlaten vlucht Rose. Intusschen wordt er aangeplakt, dat Rose Souris den eersten prijs heeft gewonnen. Men bemerkt echter, dat de winnares verdwenen is en vreest, dat haar een ongeluk is overkomen. Na lang zoeken vindt men haar in een der onderaardsche gangen van het opera-gebouw, diep ongelukkig. Zij wordt voor haar leerares gebracht en deze. vertcederd door Roses prestatie en getroffen door het diepe berouw dat het kind toont, schenkt haar vergiffenis onder de belofte, dat zij de grootste danseres zal worden, een rol, welke niet meer voor Karine zelf is weggelegd.
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN ijn er in het afgeloopen jaar niet erg veel filmsterren gestorven?" „Inderdaad. Pietersen." „Weet jij, wie het zoo ongeveer allemaal '.ijn? Ik bedoel natuurlijk bekende artisten." „Luister, Pietersen. In Oostenrijk Olly Gebauer, een jonge ster, die voor 1933 in ?enige Ufa-films is opgetreden; in Engeland 5ir Guy Standing, die vooral in de Paramount-film „De Bengaalsche Lansiers" naam maakte." „Een geweldig acteur." „In Zweden zijn er drie filmsterren gestorven, die echter in het buitenland niet zoo aekend waren, namelijk Nils Wahlbom, John Brunius en Axel de la Motte. In Tsjecho-Slowakije is de bekende regisseur Josef Rovensky heengegaan." „Ik heb zijn film „Jonge liefde" hier nog gezien, ik vond zijn regie heel goed!" „In Amerika hebben in het afgeloopen jaar Jean Harlow. Martin Johnson, waaraan we zooveel cultuur-films te danken hebben, en de beroemde regisseur Richard Boleslawski het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Maar vooral in Duitschland zijn er veel beroemdheden overleden." „Wie dan?" „In Januari 1937 Hella Moja, de echtgenoote van den regisseur Heinz Paul. Ze maakte vooral ten tijde van de stommefilm naam. Een maand later de film-componist Gottfried Huppertz en zijn collega Willi Bredschncidcr. Diezelfde maand ook de filmballetmecster Jan Trojanowski. In Maart Rudolf Lettingcr. in Mei Walter Mittclholzer, die veel Duitsche cultuurfilms op zijn naam heeft staan. In Augustus de bekende ster Adi'le Sandrock, in October Renate Müller en de filmcomponist Walter Gronostay, die onder andere de muziek voor de Nederlandsche film „Dood Water" heeft gecomponeerd. Ten slotte in December de filmsterren Alfred Abel en Hugo Fischer—Köppe en de opname-leider Karl Pawel."
„Z
FILM NIEUWS
1
■
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag vierhonderd een en zeventig Wie was Jean Baptiste Bernadotte? Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar ojn te verdeelen onder hen. die vóór 28 Februari (abonne's uit overzeesche gewesten vóór 28 April) goede oplossingen zenden aan ons redactie-adres: Galgewater 22. Leiden. Op briefkaart of enveloppe gelieve men duidelijk te vermelden: Vraag 471.
1IT54 3'c=fl vt n IJP w ' ' Br"""■•p il ■*^S»
^B* iSiï WffOv
^»1
WRuo&cw
_:'-JB'
!
I^K
t^'4.
g J| Ljl
MU^t»TÉ!^j&*ty*-
H'
*
^ jfc-V
DE OPLOSSING Vraag vierhonderd zeven en zestig Amok is een toestand van razernij, voorkomende bij de inhcemsche bewoners van Indic, waarbij zij ieder, die hun in den weg komt, trachten te dooden. Amok treedt vooral op als gevolg van overmatig opiumschuiven. De heer H. C. Muller te Wageningen verwierf met de juiste oplossing van deze vraag den hoofdprijs, terwijl de troostprijzen toegekend konden worden aan mejuffrouw C. Schuiten te Groningen, den heer G. C. M. Vos te Gouda, den heer K. de Wit te Amsterdam, den heer J. Albcrs te Apeldoorn, mevrouw C. ter Laan te Amsterdam.
5 >'
5Een scène uit de film '„Wells Faigo".
-'•u .. v.
'/Vo^ \ Merle Oberon en regisseur William K. Howard bespreken een scène voor| haar nieuwe film „Over the moon"
■ ■ i':
2.Helen Troy zooals zi] speelt in del film „Between two women". 3 Gladys George in de film „Madame! X".
«*»,
sr.
■
GRETA GAi IN DE M.G.M.-FILM
.MARIE WALEWSKA"!
TS5.
■■g^M^MDl^^l
SescfajuiüiHjQm turn em fcetuzajm ^
BERICHT AAN ONZE LEZERS . KOOP : AAhGEBODEri Te koop : Een p. pracht. bloemb. H. W. Stuit, Gibraltarstraat 40-II, A'dam (W.). Te koop : 3 nwe, zeer sterke vischschakels, lang II M., diep 1.25 M., maaswijdte 65 c.M., m. looden sim, vaste pr. ƒ 9.—, ook p. st. te koop, f3.—. Zendt postw. en u ontv. p. o. aan uw adr. J. Wentlnk, Kortelaan 43. Maarsen (bij Utr.). Aangeb. : W.W.W., ƒ0.50; Droste, ƒ1.25 ; Patria II, ƒ1.— en !, ƒ0.50: H.-O., ƒ0.60; Paul C. Kaiser, ƒ0.50 ; Kahrels thee en v. Delft, ƒ 1.25 ; Busslnk, ƒ 1.—; Onze gr. rlv., ƒ I.— enz. Verder elke compl. serie en alb. Hllle en Verk., ƒ 1.— p. st. Elk kwant, wordt gest. Postz. v. a. Insl. J.Smit, Javastr. 1-1, A'dam (O.). Te koop : huisk.-lamp. theekast, deg. tafel (geen schuift.). P. Silver. Adm. de Ruyterweg 322 hs.. A'dam. Aangeb. : Droste, ƒ 1.25 ; Pette. Bussink, Hag-z.. ƒ1.— ; Patria-ll, ƒ0.90; Patrla-I, Hille-Limb., Dobbelm.. ƒ 0.50 ; Haka, D.-E., v. Nelle. ƒ0.40 ; W.W.W., ƒ0.75 ; Langs onze riv.. ƒ 1.25 • P, Kaiser, ƒ0.60. alle p. 100 st. Elke hoeveelh. Postz. v. a. insl. L. Gaspari, Javastr. 65-1. A'dam (O.). Te koop ; petr.-kachel, merk „Bes", ƒ5.—. Adres : v. Musschenbroekstr. 225. Den Haag. Te koop : in pr. st. 2pers. opvouwb. kano, merk ..Hart". L. Timmermans, Markt 180, Arcen (L.). Te koop : tafelbiljart, als nieuw, op leien blad, geh. compl., queue's, ballen en?., uiterst, pr. ƒ32.50. Adres : Mare 39, Leiden. Aangeb. ; Singer inzinktrapnaaimach., pr. werkend, onbesch., in g. st., als nieuw, ƒ50.—. Venecourt, Javastr. 141-A, A'dam (O.). Te koop : belastingvrije motor, merk Burgers '36, j.L.O.-motor, m. electr. licht uit de motor. Te bez. 's av. tusschen 6 en 8 u., ook 's Zond. Adr. ; Bosch- en Lommerweg 126-hs., A'dam (W.). Te koop koptelefoon ƒ 1.—. Rose gebr. d. onderjurk ƒ 2.50 ; overtr. v. kussen m. wol gehord. ƒ1.25. geh. kl. w. trotte zijde 70 cM. ƒ1.25 ook in terra en gevlamd ƒ 1.10. Geh. kl. w. D.M.C. 60 cM. ƒ1.50. 70 cM. ƒ2.50. kl. spannen v.a. ƒ0.15. Mej. Zabel, Westerk. 3-1II. A'dam (C).
Elke week weer blijkt, hoezeer de gelegenheid tot het GRATIS plaatsen van advertenties door onze abonné's wordt gewaardeerd. Dit verheugt ons natuurlijk ten zeerste. Wij hebben echter moeten constateeren, dat sommigen de bedoeling vain deze pagina „Kleine Advertenties" nog steeds niet schijnen te begrijpen en advertenties voor gratis plaatsing opgeven, die in de rubriek voor de betaalde advertenties thuis hooren. Wij zuilen in het vervolg hierop nauwkeurig moeten letten en de gratis plaatsing er van moeten weigeren. ZOO KUNNEN WIJ IN DEZE RUBRIEK GEEN ONBETAALDE ANNONCES PLAATSEN, WAARIN VOORWERPEN TE KOOP GEVRAAGD OF TE KOOP AANGEBODEN WORDEN, WONINGEN TE HUUR GEVRAAGD OF TE HUUR AANGEBODEN WORDEN OF DIENSTEN AANGEBODEN WORDEN e.d. DEZE ADVERTENTIES KUNNEN ALLEEN ONDER DE RUBRIEKEN TE KOOP, TE KOOP GEVRAAGD EN DIVERSEN GEPLAATST WORDEN EN WORDEN TEGEN S ets PER REGEL, MINIMUM 5 REGELS, BEREKEND. Voor onze abonné's staat ook verder de gelegenheid open, advertenties GRATIS te plaatsen, maar alleen advertenties, die In geen enkel opzicht handelsadvertenties zijn. Deze „gratis-ruiladvertenties", maximum 10 regels, plaatsen wij in de RUILRUBRIEK. Te koop - bur.-ministre. ƒ8.50; 2 crapauds en 4 st., ƒ 16.—. Adres : Fagelstr. 13-hs., A'dam (W.). Te koop : boot m. kajuit, zond. motor. pr. ƒ15.—. Adr. : Wittekade 5-hs., A'dam. Te koop : witte damesfletsbroek m. 42. Veldhuis, Anjelierstr. 108-1. A'dam. Te koop : pr. Singer trapnaaimach., ƒ12.50. Adres : J. v. Lennepkade 204-hs., A'dam (W.). Weg. verhuizing ter overn. aangeb.: pr. gebr. clubstel; slaapk. met toilet ; dressoir enz. Tev. nog voorr. nwe meubelen tegen spotpr. Let op juiste adr. Meubelzaak, Blasiusstr. 58, A'dam.
BUI. te koop: een goed onderh. Remington Standard schrljfmach., m. tafeltje, event, met bljbet., ook te ruilen voor goedwerkende Portable mach., met 4 rijen toetsen. Mej. Bouwman, Marco Polostr. 90 hs., A'dam.
Te koop: een ! veulen bontmantel ƒ25.— en een Bismaans zitje if 100.—). Mevr. C. Raedt v. Oldenbarnevelt. L. v. Meerdervoort 662, Den Haag. Tel. 339456. Te koop : pr. zingende Jonge kanaries van kweeker. P. Langendijkstr. 12-J, A'dam (W.).
Te koop : vulkachel; pathefoon met platen ; mandoline ; penantkast; radiotoestel, oliekachel; Ideal-duo ; motorhandwarmers, ook ruilen voor opklapbed; theemeubel; sjoelbak ; crapauds ; oliestel of iets anders; gevr. motorvalhelm. Mevr. A. Polstra, Celebesstr. l-l, A'dam. (O.).
Te koop : kind.-bakwag. m. sierkussen en regenzen. Tev. poppenwagen met vacht, z.g.a.n. 's Av. na 6 u. A. vorrlnk, v. Beuningenstr. 80-1II, A'dam (W.).
Te koop : heerenrijwiel, enz. ; badkuip m. plug, tez. ƒ7.50. Adres: Ferd. Bolstraat 33-1—35-1, A'-dam.
Te koop : trouwjap., m. 42, tegen. bill. pr. Tusschen 12-1 en 6-7 te z. Adres : L. Bolsotstraat 10-1. A'dam.
Bill, te koop ; pr. bontvoering v. 3/4 mantel en bontkr. Adres : v. Tuyl v. Serooskerkenpt. 44-1, A'dam. Te koop : partij rokken, kinderrokken, vanaf 75 et. ; damesrokken, vanaf / 1.50 ; partij zomerjaponnen,- vanaf ƒ 1.75 ; tev. groote sorteering damesjurken, nos. 48-50. Oevr. : net gedr. dames- en kinderkleedlng. E. Weijnschenk, Prinsengr. 26, A'dam. Ter dekking aangeb. : blauwe Angora-kater, m. stamb. Condities bill. Mevr. v d. Woude, Chasséstr. 66-111, A'dam (W.). Te koop : trop aqu. m. toebeh. Kamperdljk, Kuinderstr. 21, A'dam.
RUILRUBRIEK Wie ruilt een eikenh. radio salonkast v. email Salamanderkachei ? Adr.: Molukkenstr. 146-winkel, A'dam.
Te rullen : mooie klnd.fiets v. pop m. poppenwag, of mooi hondje. Vogel, 2e Tulndwarsstr. 8, A'dam,
In ruil aangeb. : 1 Jaarg. ,,Het Licht", uitg. De Haan, Utrecht, v. 1 biografisch woordenboek v. prof. Verschure S. Jr., uitg. Wereldbibliotheek. E.deVries, Atjehstr. lic, R'dam (Z.).
Wie ruilt mijn spr. papegaai ra. vlerk, ijzeren kooi v. g, loopende stoommach. of electr. trein (220 v.) of iets anders ? J. Huber, Primulastr. 9. Amersfoort.
Wie ruilt mijn kleine amateursband-slagwerk v. radiotoest., liefst wisseistr. H. v. Buuren, Kemperstr. 34. Den Haag.
Gratis kunt u gangbare bonnen die u niet spaart ruilen voor wat u wèl spaart en tekort komt. BIJ zending postzegel insluiten voor terugsturen. Wed. S. v. Zanten, Daniel Wlllinkplein 41, A'dam.
Wie ruilt : 3 compl. jaare. van „Unicum v Hille-b. ? Ten Have, Tolstr. 62-111, A'dam. Te ruilen : 2-pers. Orion Greene koperbesl. zeilkano, midzwaard geh. compl., ƒ20.— ; ruime 4-pers. kampeertent, ƒ5.—; aft. Veronikaboekjes, 184 st., compl. verhaal, ƒ 1.50. De kano gen. te rullen v. accordeon of karpet. J. C. v. Lemel, Bellamydw.str. 24-11. A'dam (W.). Te ruilen : 370 D.-E.-pt. v. koffergram. m. of zonder mach,, goed voor 25 cM.-pl. C. Suurmond, Nie. Sopingensstr. 7, Zuilen.
Te ruilen voor Sunl.-b., Klokz.-b. of Duifm. : 250 D.-E., 130 Kwatta, 145 weegsch., 23 v. Nella, 8 Hllle (Limb.). 20 b. Delft, 12 (Haust), 34 Coeling. 32 Spoorwegw. (Coding), 12 Droste, 2 pt.) Donszelman, 2 Droste (Java-I), i pt. Niemeyer. W. Paardekooper, Schenkweg 252, Den Haag. Te rullen : 60 zakken en 26 omsl. A.J.V., 450 v. Nelle, 150 Delta. 150 Dijkstra, 120 Coeling-b., 290 Konnis en Ounnink. R.»Koning, Hellbronstr. 48. Den Haag. Postz. v. a. insl.
- 2
Te ruilen : In pr. st, zijnd jong.-riiwlel (6-9 jr.) m. electr. lamp en achterl. voor grooter rijwiel (bov. 12 Jr.) of zeilkano. M. Blok, Kr. Mijdrechtstr. 46-1, A'dam (Z".). Aangeb. : de Hllie-aib. Geld., Utr., N.- en Z.Holl., fonkelnieuw, geh. compl. ingepl. voor 90 Droste-b. p. st., voor 350 Droste-b. de 4 st. D. M. v. Hoorn, Doelestr. 12, Gouda. Wie ruilt : pathefoon m. salonkast v. handnaaimach. Wilman, Marnixstr. 211-11. A'dam. Te ruiten : 3-gaats, wit geëmaill. gasfornuis v. nog In g. st. zijnde heerenfiets. Gereklnk, Amstelveenscheweg 1128, A'dam (Z.) (bij de Kalfjeslaan). Wie ruilt pracht H.D. met uitgebr. stamb., gerlg in H. en D.. zeer lief, waaks, teef, 1 J jaar voor koffergram., kijker of dergel. M. de Boerl. 147, Deventer. Wie ruilt 100 b. van de Bi. en hr. Vr. voor de mlj'ontbr. nos. 11, 15, 21, 26, 30, 33, 47, 54, 57, 62, 63, 67, 70, t/m 74.76,77,80,87,88.94, 102, 119, 126, 134, 139. Ehterman, Pythagorasstr. 25-1, A'dam (O.).
DE GROOTE STAD
^y"
Wie heeft D.E. b. in ruil voor mijn 58 Verk. b. voor het «lb. W^ W. W., geldig tot 1 Mrt '38. J.Boom, Serlngenstr. 42, Leiden. Wie ruilt pr. stofzuiger voor heerenrijw. met lamp of gebr. radiotoestel? E. Neljenhuis, Kromme Lelmuidenstr. 14-11. A'dam. Wie ruilt er mijn Bclarinet (hooge stemming) voor een guitaar of melodie-banjo? Met event, bijbet. raijnerz. W. F. v. d. Beek, Jac. v.d. Doesstr. 30, Den Haag. Ik heb 280 Hille-b. voor boeken of pi. Deze te rullen voor b. van de Leverszeep, 3 H.-b. v. 1 L.-b. F. M. v. d. Horst, v. Oldenbarneveldtstr. 6-1II, A'dam (W.). Imitatie panterjas te ruilen voor sporijas m. 40 of 42. Servaas, Diemerk. 380, Dlemen. Wie ruilt met mij 41 b. Verk. W. W. W. voor Patria b. rood 1—I. 73 b. Boerderij 1—1. 9 Hllle b. 1—I en 2 Droste pi. Java I. No. 20 + 21 en Bali no. 58. Allen tegen Patria mode b. Mevr. Moor, Hoefk. 549, Den Haag.
„In de moderne groote steden rennen de menschen achter zichzelf aan, meestal zonder zich in te halen." Gerhart Hauptmann
TE KOOP GEVRAAGD Te koop gevr. : 31 of 5 P.K. F.N. motorrijwiel, defect geen bezw. Jac. de Groot, Admiralengr, 106 hs., A'dam. Te koop gevr. : 2 Jaarg. van De Prins, 1907-'08, bill. pr. Mej. Klaassen, Tldorestr. 33-111, A'dam. Te koop gevr. : tafelbiljart, pl.m. 170 .< 100 cM. Wiegel, Wlttenburgergr. 13-111. A'dam. Te koop gevr.: eiken uitschulftafcl met Queen Anne-pooten; een open baardje voor fantasie en een eiken llt-Jumeau met spiralen. Alles In pr. st. E. v. Oaelen, Singel 183, A'dam. Te koop gevr. : een commode met laden. Mevr. Th. Boelens, Prinsengr. 842. A'dam. Wie kan mij helpen aan een teekening, pi. of ansicht van bl. regen (liefst In kl.)? Ook een chabloon is welkom (tegen bet.). Wil pi. of ansicht op verz. gaarne retourneeren. Adres : Appeldijk 67, Oorinchem. Oevr. : gebr., doch In g. st. zijnd gasoventje. Br. letter L, Boekh. Vlastra, Den Dolder.
DIVERSEN Turnen I Nieuw op te r. ver. vr. dames- en heerenl., min. teeft. 18 Jr., contr. ƒ0,20 p. w. Centr. Aanm. Graan, Baarsjesweg 184b, A'dam (W.). Welke boekbinder Is z. goed pianolessen te ontv. met als tegenprestatie het binden ven boeken ? F. Gersteling, Ie Helmersstr. 80-bov., A'dam. Heden Inschr. nwe cursus in naaien, knippen en patr.-teekenen. ƒ 1.50 p. mnd., privéles bill. Meisjes tot 14 Jr. ƒ0.25 p. les. Werken aan eigen kl. Mode Vaksch. „Succes", Vechtstr. 48-A, A'dam. Spr.-uur v. 5-7. Eveneens naalw. a. huis. Jap. n.m. v.a. ƒ1.50. blouse en rok v.a. ƒ 0.75. Lederen kl. moet ook passen, vooral v. damesjassen. Op aanvr. bezoeken wij u geh. vrijbl. ook buiten A'dam. V.L.K., Hoofdweg 351, A'dam (W.). Jong echtpr. zoekt kennism. m. dito echtpr., kunn. dansen, omg. Hoofddorppl. Br. : v. Leeuwen, p.a. Monni, Lod. Boisotstr. 13 hs, A'dam (W.). ledere kleeding moet ook passen, vooral voor damesjassen. Op aanvraag bezoeken wij u geh. vrijbl.. ook buiten A'dam. V. L. K. Hoofdweg 351, A'dam (W.).
Van tijd tot tijd word ik aangegrepen door een verlangen naar de groote stad. Dan word ik prikkelbaar en kan mij niet meer schikken in het kalme rhythme van het dorpsleven. Dat is mijn najaarsziekte, net als bronchitis. Meestal zijn drie dagen in Milaan toereikend om me te cureeren. Maar dit jaar was December zoo triestig, dat ik een krachtiger dosis moest hebben. Zoo vertrok ik voor een week naar Parijs. Ik logeerde tegenover, het Louvre, en toen ik den eersten avond langs de boulevards liep, van daar tot aan de Opéra, voelde ik me heelemaal verpummeld. Hoeveel rijker en voller was hier het leven! Een van licht overgoten Parijsche boulevard is een imposant schouwspel. Doch met een wijnberg in stralende zon is hij niet te vergelijken... Ik was dien morgen uit Monti afgereisd, en in het bergtreintje naar Locarno hielden de menschen praatjes met elkaar. Nu zat ik in den laten avond van denzelfden dag in den Parijschen ondergrondtrein, en geen mensch sprak een woord. Ze hupten naar vrije plaatsen of hingen mistroostig aan de lus. Vroolijker maakt de zon ons... In de groote stad zijn de onderscheiden te kras en te dicht bijeen. In Locarno zijn ook wel rijke menschen, maar hun vrouwen en dochters loopen er niet in hermelijnen mantels rond. Daai-voor gaan ze naar Parijs. Den volgenden dag liep ik door de lange, smalle galerij van het Louvre, waarin de schilderkunst hare kostbaarste bloesems ontvouwt. Mona Lisa glimlacht hier, en een eindje verder glimlacht nog zoeter de Madonna van Leonardo da Vinci haar kind toe. Van alle schilderijen werkt deze „Madonna in de grot" het aangrijpendst op me. Hier bloeit mystische lieftalligheid op uit den kelk van de grootst denkbare technische volkomenheid. Bij al zijn betooverende schoonheid is het doek tot op het lijntje van iederen vingernagel duidelijk afgewerkt. Ik geloof wel, dat dit het volmaaktste is wat er ooit geschilderd is. Naast den doorploegden leeuwenkop van Leonardo lijkt de galante jongeling Rafael te verbleeken. Om deze „Madonna in de Grot" te zien, moest iedereen naar Parijs komen, al was het van uit Nieuw-Zeeland. Het is een genade voor een museum, zulk een schilderij te bezitten, en toch is het tegelijk een noodlot. Wien deze Madonna tot zich roept, die loopt zonder op of om te zien alle andere moeizame bijeengebrachte schatten voorbij. Maar zelfs tot in de zoo rijk begenadigde Louvre-galerij zijn de krasse tegenstellingen van de groote stad merkbaar. Zelfs een boer zou niet gauw de smakeloosheid hebben, om vlak bij Murillo's goud-overstroomde Apotheose der Onbevlekte ontvangenis den allergriezeligsten Inquisitie-kelder van Eugenio Lucas te hangen. Zooiets speelt alleen de onbekommerd distanties overspringende haast van de groote stad klaar. Dè proporties zijn zoek geraakt, dat is het. Voor mijn schrijftafelr aam in Monti staat een palm.
die een van zijn waaiers zóó uitspreidt, dat hij imst den top van den 'lamaro aan mijn oog onttrekt. De top van den Tamaro is een geweldige klont, maar één palmblad verbergt hem voor me. Pas wanneer ik mijn stoel wat verschuif, zie ik den bergtop weer. Een echt groote-stadsmensch verschuift zijn stoel niet. Daar heeft hij den tijd niet voor. Zoo legt voor hem het blad meer gewicht in de schaal dan de berg. Omdat het dichterbij is. De naastbijzijnde plichten dekken de verten voor hem af, zooals de muren en de daken den hemel afdekken. Den dag daarop reed ik in een autobus naar Versailles. Naar Versailles gaat de métro niet, en dat is maar goed, want op den weg valt van alles te zien en te leeren. Die weg snijdt de groote stad als met het ontleedmes van de huid tot het hart open. Niet meer dan een halfuur rijden tusschen de ganzeleverpasteien der Champs-Elysées en de paardeslachterijen van den Pont de Sèvres! Zoo is de groote stad. Iedere groote stad. Wie er de pronk-pleinen kent, kent slechts het kleinste deel. Ieder der paleizen rust op honderd krotten van ellende. Het dorp is redelijker. Het gaat zich niet te buiten aan ganzeleverpasteien, maar het daalt ook niet af tot paardeworst. Het Paleis van Versailles zag ik voor het eerst. Welk een benijdbare distantie legt het tusschen zich en de buitenwereld! Om je zulk een Avant-Cour te kunnen verschaffen, moet je voor de poorten van Parijs Zonnekoning en in Locarno-Monti heereboer zijn. Een eerbiedwaardig paleis! Een niet minder eerbiedwaardige concierge bracht mij in herinnering, dat hier het Hohenzollernsche Keizerrijk geboren en begraven is. Dat ook het geboorteuur der Vereenigde Staten van Amerika hier heeft geslagen, zei hij niet. Vermoedelijk wacht hij daarvoor ook eerst het eind af. Daarentegen wijdde hij zich uitvoerig aan de meubels. De meubelstijl vergeve mij de zonde, maar zij behaagden mij niet. Die fauteuils zijn al te leugenachtig. Ze hebben een ongeloofelijke nakomelingschap geteeld. De heele wereld door staan er adellijke, patricische en burgerlijke fauteuils Louis XIV tot XVI, en in zoo'n achter-achter-kleinkind van de Versailles-familie zittend heeft een meisje mij een van de bitterste teleurstellingen van mijn leven bereid. Neen, ik houd niet van die fauteuils. Met Versailles was mijn groote-stads-programma uitgeput. De overige dagen sleet ik tot aan de avonduren, waarin Montmartre zich heeft opgeschminkt, in Café de la Régence, Daar speelt Parijs snel en ongelijkmatig schaak. Professionals spelen het snel en sterk voor vijf francs de partij, en amateurs snel en zwak voor twee. Snel spelen ze allemaal, omdat de borden bij het uur verhuurd worden. Op een keer vond ik zelfs een kosteloozen partner. Hij verzekerde me ten minste plechtig, nadat hij twee partijen had verloren, dat hij niet om geld speelde. Midden op de schaakestrade staat — door koperen leuningen voor profanatie gevrijwaard, — de tafel, waaraan Napoleon als consul schaak heeft gespeeld. Ik veronderstel, ook voor vijf francs. Er bestaat van hem nog' een partij, die hij op St. Helena tegen Generaal Bertrand won. Wie die partij naspeelt, zal vijf francs misschien wat hoog vinden. R. KATZ.
> - 3 -
■
fieberen wc^... De geboorte van Prinses. Beatrix heeft overal in den lande tot groot vreugdebetoon aanleiding gegeven, in on« vorige nummer konden wij daar reeds. de eerste foto's van brengen. Thans geven wij op deze pagina's, naast een afbeelding van de officieel« geboorte-acte de Jongste oranje-telg, nog een aantal opnamen van de fraaie f«« lichtingen, die in de afgeloppen dagen door tienduizenden bew« werden,
r 'f»!^
■'■** '*»
———^S/e* ^**^-' sJ "11 ca^jtta
ui 7
*
&
1
De Blaak te Rotterdam in het fantastische schijnsel der gas flambouwen.
*'
1
•3|
1
r Het monument van Koningin Emma te Baarn, ter gelegenheid van de blijde gebeurtenis op fecrieke wijze verlicht.
1
De feestvreugde in de hoofdstad. De aubade op den Dam, vóór het versierde paleis.
De Vijverberg te 's-Gravenhage fraai geillumineerd.
e**/
j£^~4f**''/', ^JL,£*~*"~~ *ÄV~^____
'¥''~uf
*; 1^ f]
a..
it..
cft*-^-
-*Nr*
De eerste toto's von PRINSES BEATRIX
Z.K.H. Prins Bwnhwd in«t H.K.H. PrlmM Beatrix In •tatMclatd. Dit itatlcklMd werd voor 4« twyd» maai gabrulkt voor hat toonan van aan Prinsat bl| hat opmafcan van da gaboortaacta, «n ward nu voor da zavanda maal fadragan.
Van radite naar Itohat Jhr. Hr. Baaiaarti van Uokland, Dr. H. Col^n an jhr. Hr. <3. C J. van Raanan, burgamaarttr-van Baarn. W) Mt kanan dar gaooertaaeta.
6 -
mam ~ 7 -
UIT DE WERELD VAN DE SPORT doorWJ.PASSINGHAM In Engeland woont ergens een man. die een geheimzinnige radiogolf heeft uitgevonden, waarmee hij verschillende schepen voor de Theemsmonding zóó doet schudden, dat ze geheel vernield worden. Agenten van vreemde mogendheden probeeren dezen man op te sporen om zich daarna van de uitvinding meester te kunnen maken. De Engelsche geheime dienst wil hun echter voor zijn en daarom krijgt een der medewerkers, kapitein Felton-Slingsby. opdracht dezen man en zijn ontdekking voor Engeland op te zoeken , . . Deze man is Hugh Calder. die heel teruggetrokken met zijn beide volwassen dochters Janet en Isabel op zijn buitengoed in een klein afgelegen dorpje leeft. Op zekeren dag begint men een groeten weg door het dorpje aan te leggen, waardoor dit geheel uit zijn Isolement verlost zal worden, wat de niet geringe ergernis van Hugh Calder opwekt, die nu zijn rust bedreigd ziet. Als bovendien zijn jongste dochter }anet van den jongen ingenieur die den weg bouwt, John Pelman. gaat houden, is zijn ont- . stemming volkomen. Op een goeden dag krijgt Calder bezoek van een jeugdvriend van hem, Paul Sotcbi. Deze veronderstelt, dat Calder de geheimzinnige trillingen veroorzaakt, daar deze in zijn Cambridge-jaren reeds belangrijke experimenten op dit gebied deed. Calder ontkent dit echter. Sotchi gelooft dit niet en hij doet Calder een zeer verleidelijk aanbod wanneer hij zijn uitvinding aan een zekere vreemde mogendheid zou willen verkoopen. Calder blijft echter bij zijn bewering. Sotchi is ondertusschen reeds „ondekt" door kapitein Felton-Slingsby en zijn mannen, die hem naar het kasteel gevolgd zijn'. De geheime dienst besluit hem en de bewoners van het kasteel ook verder in de gaten te houden. Voor den weg, die er bij Little Calder aangelegd wordt, moet er eerst een moeras worden drooggelegd. Dit moeras is voor Hugh. Calder van groot belang. John Pelman heeft met de drooglegging groote moeilijkheden, die hem totaal onverklaarbaar zijn. doch die door Hugh Calder worden veroorzaakt. Daarom krijgt hij van den Geheimen Dienst opdracht kapitein Pelton Slingsby bij de werkzaambeden toe te laten. Ondertusschen heeft Isabel het ondergrondsche laboratorium gevonden. Haar vader verrast haar daar, en dan neemt hij haar in vertrouwen en vertelt baar alles. Paul Sotchi besluit middelerwij 1 zich met geweld van Calders geheim » meester te maken. Met eenige handlangers dringt hij 's nachts het oude kasteel binnen overmeestert de bewoners en neemt Hugh Calder in een auto mee. De andere kasteelbewoners worden bevrijd door AH Anderson, den assistent van kapitein Felton Slingsby, die ook in het kasteel op de loer lag. Isabel yielt dan naar Ben Carter, den waard in het dorp en een vertrouwde medewerker van Hugh Calder. Deze weet met Isabel tangs on deraard se he gangen op den weg naar de kust te komen, waar Sotchi met zijn slachtoffer heen is. Hij laat den auto op een wagen rijden- Sotchi weet echter, Calder die bewusteloos is over den schouder dragend, in het veld weg te snellen. Ben Carter rent hem achterna, maar eensklaps roept Isabel hem toe. dat er een auto aankomt.
n de duisternis ontwaarde Ben toen hij omkeek, schelle lichten. Ze kwamen snel nader. Isabel begreep het gevaar, en ze rende met opgeheven armen den auto tegemoet, ten einde een tweede botsing te vermijden. Het licht van de snel naderende koplampen verblindde haar. Een groote angst maakte zich van haar meester toen zij er in staarde. Midden op den weg bleef zij staan, wankelend en haar armen hoog boven haar hoofd zwaaiend.... Het geknars der haastig aangezette remmen drong tot haar door als de afgrijselijke muziek uit een andere wereld. Ze kon zich niet bewegen terwijl zy daar stond, haar armen nog steeds boven haar hoofd geheven. Met een schok kwam de auto tot staan, den glimmenden radiator geen anderhalven nieter van haar verwijderd. „Het is Miss Calder...." Isabel hoorde deze woorden alsof zy op een grooten afstand werden gesproken en midden op den weg viel ze flauw, terwyl een donkere schaduw uit den auto sprong. Captain Felton-Slingsby tilde haar op en het leek wel alsof zy daardoor opeens het bewustzijn terugkreeg. „Wat is er gebeurd?" vroeg de man van den Geheimen Dienst. „Probeer iets te zeggen, Miss Calder." „Ben is hem achterna " stamelde Isabel moeilijk. „Hij heeft vader.,.. Hij voert hem weg.... Ik weet niet, wrat hij van hem wil...." Zonder een woord te zeggen gaf Felton-Slingsby het meisje over aan zijn assistent en begon toen de situatie op te nemen. Hy zag den geruïneerden auto, de drie bewustelooze mannen die er in zaten, en den versplinterden wagen, die aan den kant van den weg lag. Terwyl hij nog stond te denken wat hy moest doen, drong er een zwak lichtschijnsel door de duisternis. Het kwam van het veld, aan den anderen kant van den weg. „Hierheen!" riep inspecteur Garland, en hij wees naar een openstaand hek, dat toegang gaf tot het veld. Ze snelden er heen en riskeerden een paar gebroken enkels terwijl zij zoo hard zij konden over het oneffen land liepen, dat vol gaten en kuilen zat. In het licht van Garlands lantaarn ontdekten zij een op
i
T« Amsterdam had de voetbalwedstrijd Ajax—Excelsior plaats. Met 9—0 wist Ajax de overwinning te behalen I - Hiernaast: Gedrang voor het doel van Excelsior. Hieronder; De keeper van Excelsior weet nog op het nippertje te redden. VKftTALINÖ UIT HPT FHöEL«CW
den grond liggende gedaante, die moeite scheen te doen overeind te komen. Felton-Slingsby slaakte een zucht van verlichting. „Calder!" riep hy uit. Samen hielpen zy hem op de been, sneden de touwen door waarmee hy gebonden was. In antwoord op hun vraag deelde Calder hun mede, dat hy niet gewond was. Slechts zyn kaak deed hem verschrikkelyk pyn. „Die schurk.... Die Sotchi Hy heeft me hier neergegooid toen hy jullie hoorde aankomen. Waar is Ben?" Felton-Slingsby en Garland keken elkander aan, toen Calder in de duisternis Bens naam riep. Van uit de verte klonk er een antwoord en even later bevond Ben Carter zich by hen. Het was toen, dat Felton-Slingsby zyn eerste belangryke vraag stelde: „Wilt u ons vertellen, wat er hier eigenlyk gebeurde?" Een oogenblik heerschte er stilte en toen vroeg Hugh Calder op zyn beurt: „Mag ik weten, wie u eigenlyk is? U kent myn naam, maar wy hebben elkander voor zoover ik weet nog nooit ontmoet." Inspecteur Garland nam het woord. „Dit is captain Felton-Slingsby," zei hy, „en hy kent u door de beschryving, die ik van u gegeven heb." Ze liepen terug naar den weg, en Garland was dankbaar voor de duisternis terwyl hy zijn bekentenis deed. „U kent my als dokter," vervolgde hy, „en ik heb gezegd, dat ik dat was, om u te misleiden, Mr. Calder. Ik ben inspecteur Garland van Scotland Yard, en myn vriend hier is verbonden aan een bepaalde afdeeling van het Departement van Buitenlandsche Zaken. Ik zou u willen voorstellen, dat u ons morgenochtend in uw woning te Little Calder een onderhoud toestaat, want de tijd voor een verklaring van weerskanten is gekomen." Voordat Hugh Calder zich voldoende hersteld had van den schok welken de verklaring van inspecteur Garland hem had gegeven, om te kunnen antwoorden, kwam Isabel, die inmiddels tot bewustzyn was teruggekeerd, hem tegemoet. Haar blydschap, toen zy haar vader ongedeerd terugzag, was roerend om te zien. Ze gaf hem een kus op beide wangen en informeerde bezorgd of hy niet gewond was „My mankeert niets, kind," verzekerde hy haar. „Absoluut niets. Laten we direct naar huis gaan. Het is koud en nat buiten." Toen zy op het tooneel van de botsing verschenen, wachtte inspecteur Garland en zyn assistent een moeilijke taak. De drie gewonde mannen, de handlangers van Paul Sotchi, bleken dringend hulp noodig te hebben, en Garland diende maatregelen te treffen om hen naar het dichtstbijzynde ziekenhuis te laten brengen. Zoodoende kwam het, dat het reeds dag begon te worden eer de bewoners van Calder Manor zich weer ter ruste begaven. Toen Hugh Calder in de hal John Pelman en Janet ontmoette, liet hij door niets blijken, dat hy hierdoor verbaasd was of dat dit hem onaangenaam aandeed. Integendeel. „U kunt beter hier blijven, om een paar uur te slapen, Mr. Pelman," zei hy vermoeid. „Ik vrees dat ik vannacht heel goed voel, dat ik niet meer zoo jong ben. Er is een tyd geweest, dat ik gemakkelijk een heelen nacht kon opblyven en den volgenden dag weer even frisch was als ooit. Maar nu...." Terwryl Isabel keek hoe haar vader de trap besteeg om naar boven te gaan leek het haar, alsof hy in een paar uren tijds jaren ouder was geworden. Een paar uur later werd Alf Anderson in het kantoor van John Pelman duchtig aan den tand gevoeld over de omstandigheden waaronder de ontvoering van Hugh Calder had plaatsgevonden. „Je bent er toch zeker van, Alf," vroeg captain FeltonSlingsby voor den tweeden keer, „dat je Carter en Isabel naar boven hebt zien gaan?" „Absoluut," zei Alf overtuigd. „Ik vroeg me af, wat zij boven moesten gaan doen. Ze gingen naar boven, naar de studeerkamer van haar vader, en sloten de deur achter zich. Ze zyn niet langs dien weg teruggekomen. Toen ik hen weer zag, waren zy by u." Felton-Slingsby keek inspecteur Garland aan. „We kunnen beter maar direct een onderhoud met Calder hebben," zei hy. „Er is hier dringend een verklaring noodig!" Inspecteur Garland keek Calder recht in de oogen toen hy hem de vraag stelde, waar het om ging. De kasteelbewoner
WILLY FLEUR - STILLE
Stormvogels—Feijenoord 1—0. -
^ Kir^„^.r,A!srrLr^".;r^ *J"
■ *"*- *- »■>-■
VDOP'CLKE WE DE PRIJSWINNAARS
KRUISWOORDRAADSEL VERVOLGRAADSEL
OPLOSSING GEÏLLUSTREERD KRUISWOORDRAADSEL
b.BODSj
^M
n>L
1
AL
I1L -
HtlESSEn
b(EW|
||
IAMD]
II"0-]
t n
IKE.SE,
b[2ELi |
■1
[AP]
Zltno]
-[AMPJ
■
Llaj I
h [n]
[EUS]
IhEs]
n II
[EGEL]
iLSK.no]
Hl
J VAAO
fc[tsj
L[ZEL]
ü|0»«T]
-[tue]
fS.[lVIEtj]
l'IGEOl |
5
fc.
\
f
HH PSfi
De troostprijzen vielen ten deel aan: mevrouw 8. C. v.d. Laar-Ranke, Rotterdam; mevrouw H. D. van Gogh-Mulder, Eext (Dr.); mevrouw D. Meijwaard, 's-Gravenhage; mejuffrouw R. Tillekes, Maassluis; mejuffrouw N. Brendel, Deventer; den heer J. Oosthoek, Zevenbergen; den heer H. Bovenschen, Amsterdam; den heer Th. Haasen, Cuyk (N.Br.); den heer E. van Ormondt, Amsterdam; den heer P. Roelofsen, Rotterdam; den heer P. J. Aertz, Heerlerheide; den heer J. Koopman, Alkmaar; den heer J. W. Peppink, Bussum; den heer W. A. Roelofs, Ravenstein; den heer J. Fokke, Voorburg; den heer M. Keesman, Haarlem; den heer J. Worms, 's-Gravenhage; den heer J. de Looff, Leiden; den heer J. v.d. Veer, Arnhem; den heer F. Trijsburg, Rotterdam.
U,
U[i]
6 [EGEO]
L
1
OiE-
■
7 3
■
U
nurPÜT
[AALO]
\
l(BiS] \IOE»1
(EUSI
AI de woorden htbben negen letters en de beteekenis er van is gegeven. Het tweede woord begint met de laatste twee letters van het eerste woord, het volgende met de twee laatste letters vaa het tweede woord en zoo verder tot no. 7, hetwelk weer het woord is waarmede men begon. 'Beteekenis der woorden: 1. verhoogen — 2, Engelsehe vrouw — 3. huisvesten 4, inwoner van Enkhuizen — 5. dal dat door erosie 'van een gebergte ontstaan is. — 6. vervreemdbaar — 7. is het woord waarmede men beijon.
][,.»]
|| =[ii>nDl
OPLOSSING LETTERGREEPRAADSEL GOB
UIT
1*/
roe
AP
AM
Rei
GE
RUS
KLIM
PE.K
PGl,
Bi
£1
LEH
TENT
MEtJ
KCH
Moes
tï£
GER
DENKOPGAVE
CJLllAAU
OPLOSSING LADDERRAADSEL 1
N
D
'1^
A
»
T
E M
H
A M
■
M
B
o
P
0
L
L
A
0
OPLOSSING ONZE FILMPUZZLE
O E
K
1
K
E
0 E
T
V
A M
aderontstekinif - gedoogen — ongemade — Abkoven — voorop — averechts — vertpager — knevelen — eterniet. DEN BOVENTOON VOEREN
Pi
PI
D A
OPLOSSING INVULRAADSEL
L
VERANDERRAADSEL
E X
A
M
E
deeg — boog — klap sloop — kram - steel slap — edel r- Kees sloep — regen — stil stom.
▼ M
IEMAND AAN DEN TAND VOELEN
, Horizontaal: 21. afkorting op recepten i 1. verheffing van den bodem on- 23. manneticsbij 24. persoonlijk voornaamwoord der water (vierde naamval) 5. een bos vruchten 25. deel van een tooneelstuk 9. vreemd 27. jongensnaam 10. bet roepen 29. dee! van een schip 11. voertuig 30, twee voorgespannen trekdieren. 12. meisjesnaam 14. muzicknoot Verticaal: 15. schalk 17. bergplaats 1. ontvlambaar 18. reukorgaan 2. korenhalm 19. open rand op een pagina 3. meisjesnaam
— — — —
4. 5. 6. 7. 8. 13. 15, 16, 20, 22. 24, 26. 28,
kroonader zekere grasplant afkorting op telegrammen ijzerhoudende grond soort steen meisjesnaam te betalen bedrag meisjesnaam deel van een schip krantenjongen meisjesnaam voorzetsel afkorting op telegrammen.
DOLORES DEL RIO
Val horizontaal woorden van de volgende beteekenis in: 2
A
L
E
M
A
L
E
M
5
P
E
L
1
n
G
O
M
T
6
L
O
R
E
c
A
T
A
L
O
H
A
Z
E
L
M
6 U O O
5
P
E
L
D
E
M
A
L
E
n
E
L
S
1. koel zakelijk 2. kalm berustende, omdat men niet anders kan 3. bord met ruiten 4. met uitgebreide kennis toegerust 5. dat lang gelegen heeft 6. toezeggen 7. natuurlyke springbron in Z.Afrika.
3
M
n s
X s
T
6
By goede invulling leest men in de diagonaal van links boven naar rechts onder een plaats in Gelderland.
7
- 12 -
RIJMRAADSEL Het Heel Met Met
zijn twee kleine woorden verschillend van klank. een a ben ik een gedeelte een o ben ik een drank.
De hoofdprijs van de „Filmpuzzle" werd toegekend aan: den heer D. Roei, Deventer; Vul in: 1—2 talrijke menschen — 3—4 visch, in de Middellandsche Zee levende 2 3 naseizoen in de haringvangst — 1—4 met vloeipapier droogmaken — 3—6 verzameling van leerstellingen — 4—5 lucht die achterblijft — 5—6 beekje, In de omringde vakjes leest men van boven naar beneden den naam van een komend jaargetijde.
ONZE FILMPUZZLE- ROULETTERAADSEL
INVULRAADSEL
OPLOSSING L-RAADSEL
In een café namen eenige hoeren van verschillenden leeftijd aan een tafel plaats. Eén van hen ging naar het buffet en bestelde bier. De kellner vroeg voor hoeveel personen, waarop die heer antwoordde; Wij zijn met één grootvader, twee vaders, drie zoons en twee kleinzoonsl De kellner rekende 1+2 + 3 + 2 = 8, en bracht acht glazen bier. Toen bleek het dat er voor iederen heer twee glazen bier waren. Hoe verklaart U dat?
De troostprijzen werden gewonnen door: mevrouw A. E. de Wit-Kooke, Rotterdam; mejuffrouw M. Lampers, Vlissingen; mejuffrouw 8. de Goey, Rotterdam; mejuffrouw A. v.d. Heuvel, Amsterdam; mejuffrouw M. Rietveld, Utrech-t; mejuffrouw C. Hoogeveen, Amsterdam; den heer J. van Dijk, Utrecht; den heer F.F. Grigoleit, Amsterdam; den heer P. Wigieven, Voorburg; den heer J. de Kwant, Rotterdam.
■i
In deze roulette moeten woorden ingevuld worden (in de richting van de wijzers van de klok, in ieder nummervakje één letter) van de volgende beteekenis: 0—19 = kleur 4—25 — natuur 17—6 = plaat 27—30 = vloeistof 8 = klinker 23—10 — persoonlijk voornaamwoord 5 =: medeklinker 24—16 — meisjesnaam 33—1 = voertuig 20—31 = einde 9—29 = vervoermiddel 7—26 = die werkt
ONZE PRIJZEN. Voor goede oplossingen op iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij- een prijs van ] 2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 6 prijzen van ƒ2.50 elk en 24 troostprijzen.
Bij juiste invulling zijn er vijf woorden ontstaan: van 0—25 = oude man ,, 17—30 = het verdunde' zuur waarmede men etst ,, 8—16 = aanteekenboek ,, 33—31 = vogel ,, 9—26 — sjouwerman in de , havenplaatsen De twee eerste letters van elk den naam van een filmster.
De hoofdprijzen werden deze week gewonnen door: mejuffrouw J. v. d. Velden, Santpoort; mejuffrouw R. Uriings, Ulestraten; den heer B. de la Porte, Eindhoven; den heer A. Brouwer, Zalt-Bommel; den heer A.C. Opdam, Tilburg.
3
LlEns] b|il
1 £QAILLE
L
2
|f\>-:
[EK-
n[An!
n^i
m
1
[] ■D-j HM
iM L
HARMONICA-PUZZLE
DE OPLOSSINGEN
woord vormen
Wij stellen een hoofdprijs en tien filmfoto's beschikbaar om te verdcelen onder de goede oplossers. Antwoorden in te zenden vóór 23 Februari .aan Dr.
Puzzelaar, Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden: Filmpuzzle 23 Februari. Deze puzzle kan tegelijk met de andere ingezonden worden, doch liefst op een apart velletje papier.
- 15
op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 23 Febr. in te zenden aan Dr. Puzzelaar, Galgewater 22. Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 23 Febr.
TPOOMOPVOLGiTßS Vorstelijke Familien van E, Luropa Vele der thans regeerende buropeesche souvereinen zijn jong. Gustaaf V van Zweden is, naar den leeftijd gerekend, de onbestreden oudste souverein onder hen; op hem volgt Koning. Victor Emmanuel van Italië, na wien de koningen van Noorwegen en Denemarken komen, die beiden ook de kwarteeuw regeering reeds achter den rug hebben. Naar den leeftijd gerekend, volgt dan Koningin Wilhelmina, waarin wel een bewijs gelegen is, dat het gemiddelde der tegenwoordige Europeesche vorsten jong is. Het toeval wil, dat onze Koningin, naar anciënniteit gerekend, aan de spits staat en zelfs Koning Victor Emmanuel, die den troon besteeg na het gewelddadig uiteinde van zijn vader, in 1900, 'n paar jaren voor is. Op onze Koningin volgen, dan weer naar den leeftijd. Koning George van Griekenland, Koning Carol van Roemenië, Koning George van Engeland, Koning Leopold van België, Koning Boris van Bulgarije, en als laatste in de rij, de nog altijd wat tragische figuur van den jeugdigen Peter van Yougo-Slavië, tijdens wiens minderjarigheid een regentschap van drie leden regeert. Trouwens, ook buiten Europa zijn er jonge souvereinen. Wij hebben slechts te zien naar Japan en Siam; naar Irak; wij hebben bovenal te zien naar Egypte, waar korten tijd geleden met schitterende feesten de troonsbestijging van den nieuwen jongen heerscher werd gevierd. Spreken wij thans van hen, die eenmaal ge-
Kroonprins Boudewijn met zijn vader in het park van het koninklijk paleis te Laeken.
roepen zullen zijn dan troon te bestijgen, dan gaan onze gedachten natuurlijk allereerst uit naar H.K.H. Prinses Juliana, wier huwelijk met Z.K.H. P(ïns Bernhard zoo gelukkig en voofspoedig gezegend werd door de geboorte van Prinses Beatrix. Wenden wij dan den blik naar onze Zuidelijke buren, dan zien wij, dat het Belgische Koningsgezin nog bij uitstek jong is, doch helaas voelt men er nog immer het tragische verlies van de zoo lieftallige Koningin Astrid. De oudste der drie vorstelijke kinderen is het prinsesje, dat tien jaren telt; de troonopvolger. Prins Boudewijn, werd in 1930, zijn broertje Albert in 1934, slechts een jaar voor het overlijden van zijn moeder, geboren. Ook in Engeland is de kroonprinses van zeer jeugdigen leeftijd. Koning George heeft uit zijn huwelijk met Koningin Elisabeth }wee dochtertjes; de thans elfjarige prinses Elisabeth, die troonopvolgster is, en de omstreeks zes jaar jongere prinses Margaret Rose. De Hertog van Gloucester heeft geen kinderen; uit het met zoo grooten luister gevierde huwelijk van den Hertog van Kent met Prinses Marina van Griekenland Is reeds In 1935 een prinsje geboren, dat den naam Edward ontving, en dat, zoo lang zijn oom Edward VIII regeerde, een belangrijke plaats innam. Het Kentsche echtpaar heeft het vorig jaar naast dit prinsje een dochtertje gekregen, welker kansen op troonopvolging echter, gezien de aanwezigheid van de twee prinsesjes van den Koning en van een ouder broertje, gering mogen worden gerekend. Jonge elementen ontbreken zeker niet In de koninklijke familie van Zweden. Uit des Konlngs huwelijk met Prinses Victoria van Baden, een paar jaren geleden gestorven, werd in 1882 geboren Prins Gustaaf Adolf, de tegenwoordige kroonprins. Deze trouwde achtereenvolgens met Prinses Margaret van Engeland en met prinses Louise van Battenberg. Uit het eerste huwelijk kwam, In 1906, Prins Gustaaf Adolf voort, die in de harten van vele Nederlandsche en Indische jongens leeft, wijl hij als hoofd der Zweedsche padvinders geheel de Jamboree ie Vogelenzang medemaakte. Uit ^ijn huwelijk met Prinses Sibylle van Saksen-Coburg-Gotha zijn twee prinsesjes geboren: Margaretha in 1934, Brigitta In 1937. Prins Gustaaf Adolf heeft drie broers en een zuster; de laatste, Ingrid geheeten. Is met den Deenschen Kroonprins getrouwd. Van de broers heeft de oudste, Sigurd, van alle aanspraken op den troon afstand gedaan; hij heeft zich als Prins Bernadotte In het burgerlijk leven teruggetrokken. De prinsen Bertil, dien wij ons zoo goed herinneren van de Olympische Spelen in 1928, en Karel Jan zijn nog jong van jaren. Gelijk trouwens ook de eenige zoon, Lennart geheeten, gesproten uit het huwelijk van den broeder van den kroonprins, prins Wilhelm, die met 'n Russische prinses trouwde, zich van haar liet schelden en daarna hertrouwde. Deze Lennart Is echter evenals zijn neef Sigurd het vrije burger-
- 14 -
Primes Margaretha van Zweden. lijk leven binnengetreden onder den Bernadottetitel. Geheel het wezen van de Zweedsche koningsfamilie maakt dergelijke gevallen niet tot een uitzondering. In Noorwegen regeert Koning Haëkon, die met de Engelsche prinses Maud Is getrouwd. Uit beider huwelijk is 'n zoon gesproten, prins Olaf, in 1903 geboren, in 1929 gehuwd met prinses Martha van Zweden, een oudere zuster van wijlen dé Belgische Koningin. Reeds kwamen uit dit huwelijk twee prinsesjes voort, Ragnilde, In 1930 en Astrid, in 1932 geboren. Maar dit jaar heeft de kleine prins Harald het levenslicht aanschouwd, zoodal voor de opvolging In de mannelijke lijn in Noorwegen zekerheid bestaat. Geen wonder, dat er toen alom in Noorwegen vreugde heerschte. Deze vreugde is aan Denemarken nog onthouden. Daar regeert, sedert 1912, Koning Chrlstiaan X. Uit zijn huwelijk met Prinses Alexandrine van Mecklenburg kwam In 1899 Prins Frederik voort, de kroonprins, die in 1935 met de reeds genoemde Prinses Ingrid van Zweden trouwde. Tot dusver bleef hun huwelijk kinderloos, terwijl daarentegen het huwelijk van Frederiks jongeren broeder Knoet, die met zijn nicht prinses Carolina Mathilde van Denemarken is gehuwd het aanzijn gaf aan een dochtertje, prinses Elisabeth, van 1935 geboortig. In Italië verkeerde het kroonprinselljk paar ongeveer in een gelijk geval als Prins Olaf van Noorwegen. Uit het huwelijk, dat Koning Victor Emmanuel met de schoone Montenegrijnsche prinses Elena aanging, werden vier dochters en een zoon geboren. De oudste dezer dochters, prinses Jolanda, heeft een Italiaanschen edelman de hand gereikt; prinses Mafalia is met den pretendent van Hessen gehuwd; prinses Giovanna reikte de hand aan Koning Boris van Bulgarije;
prinses Maria Is nog niet gehuwd, en wordt nog altijd een mogelijke gemalin voor den jongen Otto van Habsburg geacht. Kroonprins Umberto, in 1906 geboren, huwde Prinses Marie José van België, de eenige dochter van Koning Albert en Koningin Elisabeth. Uit hun huwelijk werd in 1934 prinses Maria Pia geboren, op 12 Februari 1937 gevolgd door Victor Emmanuel, prins van Napels, wiens geboorte de voortzetting van het koningschap in de mannelijke lijn verzekert, voorzoover menséhelljke zaken op aarde kunnen worden verzekerd, en zoodoende groote vreugde wekte. Gelijk niet minder het geval was in Bulgarije, waar het Koningspaar zich slechts In het bezit van het prinsesje Maria Louise, in 1933 geboren, mocht verheugen. Dit jaar heeft een kroonprins, met den historischen naam Simeon gedoopt, het levenslicht aanschouwd, en men herinnert zich nog de illustraties, die toonden met hoeveel trots koning Boris zélf den jongen kroonprins aan het leger toonde. De Koningshuizen van Roemenië en Griekenland zijn op een eigenaardige wijze verwant. Immers, Koning Carol II, geboortig van 1893, was gehuwd met prinses Helena van Griekenland, zuster van den thans regeerenden Koning George II. En deze was gehuwd met prinses Elisabeth van Roemenië, een zuster van Koning Carol II. Beide koningen zijn van hun echtgenooten gescheiden, en belden zijn nog niet hertrouwd. Een andere zuster van Koning Carol, Prinses Marie, huwde met Koning Alexander van Yougo-Slavië en is de moeder van den tegenwoordigen minderjarigen Koning Peter. En zijn jongste zuster, prinses lleana, reikte de hand aan den Aartshertog Antonius van Habsburg, uit welk huwelijk tot dusver vier kinderen zijn geboren, van wie prins Stephan, in 1932 geboren, de oudste is. Maar. voorloopig komen noch Aartshertog Antonius, noch diens kinderen voor een eventueelen Oostenrijkschen of Hongaarschen troon in aanmerking, want Otto van Habsburg is de onbestreden pretendent van zijn Huls. Hij is nog jong, nog niet zoo lang geleden meerderjarig geworden. Het gezin van zijn ouders. Keizer Karel II en Keizerin Zita, was een groot gezin, want hij heeft vier broers
Koning Christlaan van Denemarken met zijn kleinkind prinses Elisabeth.
Prinses Elisabeth van Engeland.
De Bulgaarsche troonopvolger prins Simeon met zijn zusje prinses Maria Louise.
van den burgeroorlog, niet vreemd behoeven voor te komen. Men ziet intusschen welke gevaren de monarchale gedachte In sommige Europeesche landen, mogen bedreigen, niét het gevaar, dat er geen jong bloed aanwezig is om de vaderlijke erfenis over te nemen. Een jong vorst als Koning Peter van Yougo-Slavië; een Jonge kroonprins als zijn neef prins Michael van Roemenië; een nog jongere figuur als die van prins Simeon van Bulgarije, kleinzoon tegelijk van den voormaligen Koning Ferdinand van Bulgarije en van Koning Victor Emmanuel van Italië, en de eveneens jeugdige kroonprins van België, Boudewijn. Groote verantwoordelijkheid zal eens rusten op al deze jonge hoofden, die zich niet allen, gelijk dai van Prinses Elisabeth van Engeland, reeds fier opgeheven toonen om de zwaarte van de kroon te torsen . ..
en drie zusters, van wie de laatste in 1922, het jaar waarin zijn vader overleed, werd geboren. Langzamerhand keeren de Habsburgers in Oostenrijk terug, en zelfs studeert het oudste zusje van den pretendent aan de Universiteit te Weenen. De Spaansche Koningstroon Is door het republikeinsch bewind van 1931 omvergestooten. Gesteld eens, dat deze zou worden hersteld, dan blijft het de vraag of Koning Alphons XIII, die in aantal regeerlngsjaren bijkans met onze Koningin kon wedijveren, dien opnieuw zou innemen. Van zijn zonen zijn er twee, zoowel de Infant Alphonsus als Prins Jaime, morganatisch gehuwd, en wij behoeven hier niet in herinnering ie brengen wat en hoeveel er over deze huwelijken te doen Is geweest. De Infant Juan heeft een huwelijk aangegaan mei een ver nichtje. Prinses Marie Mercedes uit hei Huis Bourbon-Sicilië. Dit huwelijk, dat hei koninklijk paar nog eens samen zag, heeft een dochtertje. Prinses Maria del Pilaj- zien geboren worden. Maar voor de kansen van al deze Spaansche pretendenten valt ook nog rekening te houden met de eischen, die de afstammelingen van het Carlistische Huis stellen; eischen, die gezien oorsprong en loop
Kroonprins Michael van Roemenië.
- 15 -
BREAK RKO-Radio-film
Regie: Alfred Sante
Valentine Ransom .. Barbara Stanwyc Jonathan Blair . .. ... Herbert Marsha Carol Glenda Farre Butch Eric Blor Sam Ransom Frank M. Tho Vrederechter Donald Mee Faraday Pierre Watki Meggs Etienne Girard< Breakfast for two" geeft op geestic wijze de pogingen van een rijk meis. weer, om van een charmanten niet nut een echten man te maken. Jonathan Blair, de laatste van de millioi nalrs Blair, een reedersfamilie, stelt gee belang in zijn zaken en leidt een vroollj leven, terwijl de reederij op het punt sta; failliet te gaan. De pogingen, die de onbekende schoor aanwendt om Blair te verbeteren zijn zeer origineel, en de Jongeman probee vergeefs achter haar naam te komen. H is echter Valentine Ransom, een schatrij meisje uit Texas, dat met haar oom een b zoek aan New York brengt. Zij hee oogenblikkelljk belangstelling voor Jon than opgevat. Niet afgeschrokken door de aanwezi held van Carol Wallace, een avontuurlij!' actrice, die door Blair geprotegeerd word besluit Valentine, als zij verneemt dat h failliet is, alle aandeelen van de reeder op te koopen. Blair is woedend en beseht digt haar er van, dat zij slechts vrlen schap met hem gezocht heeft, om zijn za in haar bezit te krijgen. Hij bezweert haa dat hij de reederij zal terugwinnen en V lentine zal „verpletteren". Heimelijk ve heugd over zooveel fut in den man wa zij van houdt, neemt Valentine Jonathar knecht. Butch, in vertrouwen.
Butch vertelt haar, dat Blair geen geld heeft om te „vechten" en van plan veranderd Is. Geërgerd over zijn slapheid daagt Valentine hem tot een bokspartij uit en bezorgt hem een blauw oog. Carol komt bij hem en laat hem beloven met haar te trouwen. Valentine geeft den strijd op, maar haar oom, Sam Ransom, niet HIJ voorkomt de huwelijksplechtigheid door zich als „de vader van Carols kinderen" bekend te maken en hij slaat Blair knock out. Blair doet al het mogelijke om het vertrouwen van de commissarissen der reederij terug te winnen en Valentine weet hen te bewegen hem een kans te geven. HIJ kondigt dit triomfantelijk aan en vertelt voorts, dat zijn huwelijk met Carol doorgaat Ditmaal verhindert Butch de ceremonie, door met een trouwacte te voorschijn te komen, waarin staat dat Biair en Valentine reeds getrouwd zijn. Een ontzettende ruzie tusschen Valentine en Jonathan is het gevolg, en als laatstgenoemde op het punt staat woedend weg te loopen naar een advocaat, bekent Butch, dat hij de trouwacte vervalscht heeft Blair blijft nu, en zegt Valentine, dat zij, daar zij toch eenmaal getrouwd zijn, beter doen er van te maken, wat er van te maken valt. Valentine vlucht en Jonathan snelt haar na. Op het Pennsylvania Station worden zij, even voor het vertrek van den trein, die nu zonder Valentine naar Texas zal gaan, door den Vrederechter, die Butch er inmiddels bij heeft gehaald, werkelijk In den echt verbonden.
Het einde van vier jaar op de wereld Omstreeks het midden van het Jaar 1928 kwam Erling Tambs tol de onaangename ontdekking, dat Noorwegen niet groot genoeg voor hem was. Met andere woorden: dat hij er geen bestaan meer kon vinden voor zichzelf en zijn jonge vrouw. Op dat moment kroop zijn Viking-bloed waar het niet gaan kon. Hij besteedde zijn laatste spaarpenningen om een ouden loodskotter te koopen en scheepte zich met zijn echtgenoote in om op hun gemak — want waarom zouden zij zich haasten? - een kruisvaart om de wereld Ie gaan maken I — Waar zij van zouden moeten leven? Wel, Tambs overwoog, dat de zeeän nooit zonder vlsch zijn, en waarschijnlijk dacht hij ook aan het spreekwoord: een vliegende kraai vindt altijd wat. Bovendien zou hij, dobberend op de oceanen, geen huishuur en geen belastingen hebben te betalen ... Van Noorwegen zeilde het dappere tweetal naar Portugal en de Canarische eilanden, om daarna den Atlantischen Oceaan over ie steken naar West-lndië. Na door het Panamakanaal ^ gevaren te zijn, brachten zij een bezoek aan de Coces-eilanden in den Indischen Oceaan, doorkruisten de Zuidzee en zetten toen koers naar Nieuw-Zeeland. Nadat zij aldus bijna vier jaar op de wereldzeeën gezwalkt hadden en Tambs' vrouw het leven geschonken had aan een zoon en een dochter, vatten zij het plan op naar Australië te gaan. Haar het was toen, dat er opeens een catastrophaal einde ' aan hun zwerftocht kwam. De Teddy, hun kleine, trouwe loodskotter, die hen zoo dapper door talrijke avonturen had gedragen - en avonturen hadden zij beleefd! - leed schipbreuk... En het was slechts op het nippertje, dat Tambs met zijn vrouw en kinderen er het leven afbrachtl Het was in Maart 1932 toen zij van Auckland op Nieuw-Zeeland vertrokken. Eigenlijk was de Teddy nog niet geheel gereed om den langen sprong te wagen, en daarom besloot Tambs voorzichtigheidshalve Mansion House Baai binnen te , loopen en daar den nacht door te brengen. Geruimen tijd werden zij daar door een verschrlkkelijken storm opgehouden, maar eindelijk konden zij dan toch het anker lichten en koers zetten naar Brisbane, hun eerstvolgende plaats van bestemming. En van dat oogenblik af begon hun grootste en — laatste avontuur.. . Nadat zij de beschutting van de baai hadden verlaten, kwam Tambs tot de ontdekking, dat er slechts een geringe bries zeewaarts stond. De vloed was echter op zijn hoogst en kolossale golven rolden noordwaarts, waardoor zij bijna weer net zoo snel achteruit gedreven werden als de zwakke wind hen eerst vooruitgestuwd had. Na eenige uren gezeild te hebben, slaagde hij er echter in voorbij de riffen te komen en den steven zuidwaarts naar Kawau te wenden. De storm, die nauwelijks was uitgeraasd, had als herinnering een zware zee achterplaten, die brullend tegen, den boeg van den kleinen kotter sloeg. Het was Tambs' bedoeling, om de zuidpunt van Challenger te varen, een klein, rotsachtig eiland, ongeveer vierhonderd meter lang en van het zuidoostelijke einde van Kawau gescheiden door een nauw kanaal. De bries scheen aan te wakkeren, terwijl zij de rotsen van het eiland naderden, maar de vloed liep sterk naar lij, en toen zij ongeveer een vijftig meter van de uiterste punt van hel eiland waren, werd het duidelijk, dat zij het niet voorbij zouden kunnen komen. Tambs gooide daarom het roer om, ten einde er met een veel wijdere bocht om heen te kunnen zeilen. Maar ...
OP LEVEN EN DOOD EEN REEKS SPANNENDE AVONTUREN NAAR WAARHEID VERTELD
De kotter wilde niet naar deze manoeuvre luisteren en de wind wat plotseling gaan liggenl De Teddy liep nog steeds een flinken gang, zoodat hel scheepje genoeg vaart bezat om aan hel roer Ie moeten gehoorzamen I De zee was hier bijna kalm, en ze deed Tambs zelfs denken aan de spiegelgladde oppervlakte van een rivier, wanneer deze zich naar een waterval spoedt. Hij probeerde andermaal het roer hard naar lij om te gooien - hij deed het nog eens en nóg eens... Maar de Teddy reageerde nietl Een gevoel van angst maakte zich van hem meester; klaarblijkelijk had de sterke stroom hel scheepje totaal in zijn macht! Met steeds toenemende snelheid werden zij naar de rotsachtige punt van het eiland gedreven, waar de zee haar kolossale golven met woedend geweld op de rotsachtige kust kapot sloeg. En na deze ruwe en van scherpe punten voorziene hindernis te hebben overwonnen, rolden zij voort, machtige watervallen vormend, waar het schuim in groote vlokken als dichte wolken van afsloeg...' Dreigend met den ondergang, en niet-te-vermijden schenen de rotsen steeds nader te komen, terwijl Tambs al zijn best deed de Teddy er om heen te sturen ... Hij snelde naar voren en probeerde met een zware roelspaan den kotter een andere richting te geven. Intusschen liet zijn vrouw de zeilen zakken. De stroom raasde met ongeloofelijke snelheid om de punt van het eiland. En toen - brak de roelspaan I In een wanhopige poging om een gewicht van vijf ton, dal met een snelheid van vijf knoopen in het uur werd voortgedreven tegen Ie houden, greep Tambs nu een gewonen vaarboom, maar natuurtijk zonder resultaat. De ondergang dreigde nu van zeer dichtbij. Ze voelden de branding onder de Teddy te keer gaan en een van vocht verzadigde wind deed hen verkillen ... „Mijn hart scheen Ineen te krimpen," verlelde Tambs later. „Het einde van mijn Teddy was gekomen... We stootten voor den eersten keer en ik voelde hoe de rotsen schuurden tegen de kiel. De kotter maakte slagzij; maar hij richtte zich op, werd weer omhooggetlld, voortgesleurd, voorbij de punt, en midden tusschen de geweldige brekers neergesmeten. Ik riep mijn vrouw om de kleine Tui — mijn dochtertje van nauwelijks eenige maanden oud - uit haar kooi in de kajuit te halen. Op hetzelfde oogenblik werd de Teddy door een enorme golf gegrepen, hoog opgetild en met een machtigen zwaai tegen de rotsen gesmakt. Toen scheen alles opeens tegelijk te gebeuren. Planken sloegen stuk, de mast knapte af en er klonk een oorverdoovend geraas van kapot slaande brekers. Soms waren wij als het ware onder hel schuim bedolven, zoodal wij nauwelijks konden ademhalen; soms klemden wij ons uil alle macht vast aan het bijna loodrecht hellende dek, maar steeds hadden wij al onze tegenwoordigheid van geest noodig om niet ten onder te gaan in deze kokende hel. De mast zwaaide woest heen en weer als een reusachtige knots, en om aan zijn slagen te ontgaan waren wij genoodzaakt ons plat op het door de zee overspoelde dek te leggen. Tony — mijn driejarig zoontje - die aan
18
n
da reeling was vastgebonden, verkeerde in hel grootste gevaar. Ik slaagde er in het touw los te maken en in de volgende seconde wist ik met hem op de dichtstbijzijnde rots te springen, Het was een wanhopige onderneming en gedurende een verschrikkelijke seconde hing ik aan één hand, trachtend met mijn andere hand Tony te ondersteunen, wiens armpjes om mijn hals langzaam begonnen los te laten. In de volgende minuut ontdekte ik een houvast voor mijn voeten en klom naar een rand, die tamelijk veilig leek. Daar liet ik Tony achter met hel uitdrukkelijke bevel, zich vast te houden aan een punt van de rots vlak boven zijn hoofd. Toen sprong ik weer terug op de Teddy, waar ik Tul overnam van mijn vrouw. Hel scheepje trilde onder onze voeten als de grond tijdens een aardbeving en ik verwachtte ieder oogenblik, dat hij geheel aan splinters zou slaan. Ik riep mijn vrouw toe - het was moeilijk hel geweld der golven te overschreeuwenl op de rolt te springen zoodra er zich een gelegenheid zou voordoen. Wanneer zij eenmaal vasten grond onder de voelen had, en Tui van mi] kon aannamen, zouden onze kansen om gered Ie worden des te grooler zijn. Terwijl zij probeerde om aan land te springen, gleed zij echter uit en werd door een golf over boord geslagen. Ik zag haar in de ziedende zee verdwijnen om even later weer boven te komen tusschen razend in het rond kolkende stukken wrakhout, die haar ieder oogenblik dreigden te treffen. Af en toe zag ik haar hoofd, dan haar voel of een gedeelte van haar arm, nu eens dicht bij de rots, dan opeens weer een eind er vandaan. Terwijl ik met Tui in mijn armen stond, wist ik niet wat te beginnen. Indien Ik mijn vrouw was nagesprongen, zou dit zeker den dood van onze Jongste schat hebben beteekend. Liet ik mijn vrouw aan haar lot over, dan zou zij st>llig weldra uitgeput in de diepte moeten verdwijnen. Ik kan me niet voorstellen, dat een man ooit tegenover een moeilijker, wanhopiger probleem geplaatst kan worden...' Plotseling... ik kon mijn oogen niet ge looven... daar zag ik dat mijn vrouw weer boven kwam, dit maal vlak bij de Teddy. Ze wist den half over boord hangenden mast te grijpen, maar eer ik haar de behulpzame hand kon bieden, sloeg de mast weg en stortte zij andermaal in zee. ik slaagde er In — hoe weel ik zelf niet meer — aan wal te komen en gaf Tui aan mijn zoontje over, hem opdragend voor haar te zorgen en haar niet los te laten, wit er ook gebeurde. .. Toen haastte Ik mij terug om mijn vrouw te hulp te komen. Zij was er intusschen in geslaagd op een stuk wrakhout te klimmen en zwemmend wist ik haar naar de rots te brengen, waar we nu weldra alle vier weer bij elkaar waren. Tony had zich als een held gedragen. Terwijl hij zich met zijn eene hand had vastgehouden aan de rots, had hij met de andere zijn zusje beschermd en haar geen oogenblik losgelaten, ofschoon de golven soms over hem heen sloegen ... De Teddy was niet meer te redden — hel scheepje was een wrak, waar de zee talrijke gaten In had gebeukt en de rotsen de kiel onder vandaan hadden gescheurd ... Gelukkig werden wij door een visscherstloep opgemerkt, die ons na verloop van een uur uit onze — overigens netelige - positie redde. Toen wij wegvoeren van de rots, was de Teddy, die bijna vier Jaar lang ons drijvend tehuis was geweest op de wereldzeeën, en waarop wij zooveel lief en leed hadden doorgemaakt, onder de golven verdwenen ..."
Het omvangrijkste boek der wereld Is de in het Jaar 1726 voltooide Chlneesche encyclopaedie, welke tienduizend deelen omvat. De hoeveelheid «tof en roet, die ieder Jaar op Londen neervalt, bedroeg in het Jaar 1930 nog ongeveer honderdenvijf ton. Als gevolg van het toepassen van betere verbrandings-procëdi's, en vooral ook door de verdere Invoering van centrale verwarming, kon men In 1937 een teruggang tot vijfenzeventig ton constateeren. Een blonde vrouw heeft gemiddeld tachtigduizend, een zwarte honderdtwintigduizend haren op het hoofd. Van kaaihoofdigheid kan men, wetenschappelijk, bij mannen pas dan spreken, indien het aantal der hoofdharen tot beneden de vijftigduizend is geslonken. Gedurende 1935—1936 waren er driehonderdvierendertig miliionnairs in Engeland, hetgeen betoekent dat hun aantal met veertig gestegen was sinds het Jaar daarvoor.
DE
VUURTOREN VAN ALEXANDRIË.
Oe beroemde vuurtoren van Alexandrië — een der zeven wereldwonderen — had 'n hoogte van honderdzestig meter. Het Vrijheidsbeeld bij den ingang der haven van New Vork is met het voetstuk slechts drleënnegentig meter hoog.
Uit het hout van een flinken spar kunnen vierentwintigduizend paar kunstzijden dameskousen worden gemaakt. Door de verschillende chemische processen, die het daartoe moet ondergaan, wordt het hout ongeveer duizendmaal meer waard. Een wolkenkrabber van vijfenveertig verdiepingen weegt honderdvijfentwintig tot honderdzestigduizend ton. Indien er glas als bouwmateriaal is gebruikt, kan dit zijn gewicht met omstreeks tien procent verminderen. Oe B.B.C., de Engeische omroèpvereeniging, zendt nu ook in het Arabisch uit. Dit wil zeggen, dat het aantal van haar luisteraars Is toegenomen met ongeveer tweehonderd millioen personen. Het Arabische alphabet telt achtentwintig letters, en er zijn soms wel honderd woorden of uitdrukkingen voor één ding. ""De grootste temperatuurverschillen komen voor op het Russische eiland Nova Zembla. In Juli tot Augustus kan de thermometer daar tot vijfendertig graden Celsius boven nul stijgen, in December—Januari daalt hij echter vaak tot vijfenzeventig graden onder nul, zoodat 't verschil binnen één jaar honderdentien graden bedraagt. Ongeveer tweeduizenddriehonderd Jaar geleden werd In Europa de eerste vlieger gemaakt door den Griek Archytas van Tarente. In China maakte men elf eeuwen geleden den eersten vlieger.
te ook voor U gemakkelijk bereikbaar I Borstel Uw tanden regelmatig - minstens tweemaal per dag - met het krachtige, aromatische schuim van Colgate's Tandpasta. Het maakt de tanden stralend blank, zonder het tandglazuur aan te tasten en lost alle voedselresten op, die anders in scheurtjes en spleetjes tusschen de tanden achterblijven en vaak tandbederf veroorzaken. Bovendien houdt Colgate's Tandpasta Uw adem zuiver en aangenaam van geur.
COLGATE Verkrijgbaar in tubes van 25* 40 en 65 cents.
in dit blad heeft men zelfs met een kleine annonce een groot succes
VOOR SLECHTS l'A CENT Natuurlijk zijn deze cijfers Of eigenlijk: de cijfers zijn doch de uitkomst 'deugt nietl kans, ze goed te maken door weg te schrappen?
niet goed. wil goed, — Ziet u vijf cijfers
IpueeB supsj JEEU S^UJI UBA S9\\E 'U9-8 919.199 99M) 9p U9 '9 9;SJ99 sp 't a^siappttu ap '69M z ajsjaa 9p dejips
- 19
noodig om deze annonce uitgeknipt in open enveloppe als drukwerk aa» ons op te zenden, ontvangt U uitvoerige brochures over het
HERSTEL VAN uw HAARGROEI Vermeldt uw naam en adres op de achterzijde der enveloppe en C-T adresseert aan :
Dr. H. MANNING'S Pharm. Fabriek N.V., DEN H4AG
Het zou moeilijk zyn om in heel Londen iemand te vinden, die — als particulier — een mooiere en uitgebreidere collectie antiquiteiten en curiositeiten bezat dan de hertog van Savi; Hij had zijn verzameling deels geërfd van zijn voorouders, deels vermeerderd door aankoop op veilingen enzoovoort. Wie echter zou meenen, dat de hertog zyn schatten bewaakte als een vrek zijn goudstukken, of er zelfs maar byzonder aan was gehecht, zou zich vergissen. Integendeel: men beschuldigde er hem zelfs van dat hij er veel te gemakkelyk afstand van deed. „Men" wil dan zeggen zyn familieleden, lees: toekomstige erfgenamen, met den klemtoon op toekomstig, want de hertog van Savi telde nog geen dertig jaar, maar iedereen was er van overtuigd, dat hij wel zyn heele leven vrijgezel zou blijven. Of de hertog zélf hier ook van overtuigd was, kan in het midden blyven, doch een feit was het, dat hij vaak al te vrijgevig bleek. Bijvoorbeeld: hij had den grooten blauwen diamant, die eens den trots had uitgemaakt van den schatrijken radjah Omar van Monnopoer, weggegeven aan een aardig meisje, dat hij tijdens een diner had leeren kennen, dat hij nog nooit eerder had gezien en ook nooit meer zien zoii, en dat alleen om haar — en zichzelf — een genoegen te doen. „En twee menschen, die het meer verdienen om eens een genoegen gedaan te worden, kan ik me niet voorstellen," had hij er glimlachend by gedacht.... En zyn nicht. Lady Eustacia Hillingdon, had hy op een keer gelukkig gemaakt met de schoenen, die Maria Antoinette op haar trouwdag had willen dragen, maar op het laatste moment had moeten uittrekken, omdat ze haar te nauw bleken. En hij had toch heel goed geweten, dat Eustacia de schoenen, daar ze de kleinste voeten had die men zich kan voorstellen, op haar eerstvolgende bal zou dragen en afdragen, hetgeen ze dan ook inderdaad gedaan had. En.... maar het heeft geen zin om hier nog meer voorbeelden aan te halen van zijn goedgeefschheid, welke alleen te verklaren zyn als men op het standpunt staat, dat het geluk van den mensch niet ligt in hetgeen hy bezit, doch uitsluitend in de wyze waarop hy er over beschikt. .. . En toch.... hechtte de hertog een soort sentimcnteele waarde aan den saffier, die door verscheidene Fransche koninginnen bij allerlei offici'eele plechtigheden was gedragen, en welke de laatste van haar aan zyn bet-overgrootmoeder geschonken had als huwelijkscadeau. Dat was een zeer lieve en wijze vrouw geweest, die bet-overgrootmoeder, de liefste en wijste vrouw die er in de lange ry van zijn voorouders viel aan te wyzen. De hertog, die in vergeelde familiepapieren zeer veel over haar had gelezen, koesterde een groote vereering voor haar, en in zyn fantastische droomeryen stelde hy zich soms wel eens voor, dat hy misschien eens een meisje zou kunnen vinden, dat den saffier zou kunnen dragen zonder dat l1 j er een soort heiligschennis in zou hoeven te zien. Om zeven uur op een Decemberavond belde hij, nadat hy een korte doch welverdiende rust had genoten — hy had een zeer drukken dag gehad! — en zei tegen zyn kamerbediende toen die de kamer binnenkwam: t „Frank, myn rok, mijn decoraties, den
saffier en de revolver met de ivoren kolf." „Ja, Uwe Hoogheid," zei Frank, een whisky-soda voor zyn meester neerzettend op een laag tafeltje by deh divan, waarop hy gerust had, „maar mag ik Uwe Hoogheid er aan herinneren, dat een nieuwe browning een betrouwbaarder wapen is?" „Niét altyd. Frank," antwootdde de hertog, terwyl hy peinzend jjlimlachte. „Dat oude wapen is my dikwyls bijzonder nuttig geweest. Neen, ik zal vanavond niets drinken." Frank begaf zich naar de aangrenzen-^ de kleedkamer. De hertog haalde een brief uit zyn zak. Deze was geteekend „Eus" en luidde als volgt: „Vergeet vanavond niet! Je hebt het beloofd, dat weet je! Zy is buitengewoon aardig, en hy.... o ja, dat is waar ook: hy denkt, dat hy een neef van den koning van Spanje is. Noem hem dus Hoogheid! En draag alsjeblieft al je decoraties. Ik weet dat je er een hekel aan hebt, maar doe het toch maar. Zorg er voor, dat je er precies om kwart over acht bent en vergeet den saffier niet," „Zy is buitengewoon aardig, en hy denkt, dat hy een neef van den koning van Spanje is.... En ik denk, neen, ik weet eigenlijk niet precies wat ik denk," besloot de hertog mompelend, terwyl hy een sigaret opstak. „Maar ik doe Eus graag een plezier, en het is bovendien al weer een paar weken geleden, dat er iets is gebeurd...." Hy voelde zich na zyn korte slaapje nog wat doezelig, en iet-of-wat soezerig begon hy er over te denken, hoe grappig het toch eigenlijk was, dat menschen, die voor een seizoen in de stad kwamen wonen en dan opeens weer verdwehen zonder dat ooit iemand hen miste, altyd buitengewoon aardig en steeds de neef of nicht van iemand waren.... „Maar misschien is het met hen werkelijk wel zoo...." besloot hij, terwyl hy zich naar zyn kleedkamer begaf. Twintig minuten over acht stopte er een groote auto voor de deur, gereden door „monsieur" Jean, den eersten chauffeur van Zyne Hoogheid. Dè hertog, die niets vergeten had — noch zyn decoraties, zijn revolver of den saffier — trad naar buiten. „Goedenavond, Jean. Naar de villa van gravin Sominon." Hy bleef bij het portier staan en keek Jean glimlachend aan. „Zeker, Uwe Hoogheid." Maar Jean trok toch byna onmerkbaar zyn wenkbrauwen op. „Je kent het adres? Het is werkelijk bewonderenswaardig, Jean, hoe jij van alles op de hoogte bent." „De gravin heeft voor twee maanden de villa Meldart gehuurd. Uwe Hoogheid, en ze woont er nu reeds zes weken." „De villa Meldart?" „Ja, Uwe Hoogheid. In Regent's Park." „Ik weet het, Jean! Het is er erg rustig." „Nogal afgelegen. Uwe Hoogheid." Jean hield meer van de bewoonde centra, iets wat duidelijk bleek uit den byzonderen klemtoon, welken hy op het woord „afgelegen" legde. „Ja, Jean, nogal.... afgelegen. Welnu, ryd me er heen." De hertog stapte in zyn auto en zette zich zóó neer, dat de revolver met de ivoren kolf, die hy in zyn achterzak had gestoken, hem geen last bezorgde. Ze bereikten de villa Meldart — een 20
buitenplaats die de hertog kende omdat hy haar vaak gepasseerd was — om vyf minuten over halfnegen. „Je hoeft niet terug te komen, J.ean. Ik vind zelf den wep wel terug naar huis. Goedenavond," zei de hertog. „Het is soms wel gemakkelijk, een auto by de hand te hebben, Uwe Hoogheid." „Ja." De hertog glimlachte begrypend. „Nu, ik telefoneer je misschien wel," zei hy dan, „maar niét als het over halftwaalf wordt." . Monsieur Jean reed weg. De hertog keek hem na, betrad het bordes van villa Meldart, en belde. „Eus zal er al wel zyn, denk ik," mompelde hy by zichzelf. „Ik ben wat laat." Hy werd ontvangen door een butler en twee lakeien, alle drie forsch gebouwd. De butler droeg een kuitbroek; de lakeien waren in een ryk gegalonneerd uniform gestoken en hadden bepoederde pruiken op. De butler nam zyn hoed aan, een lakei was hem behulpzaam by het uittrekken van zyn overjas, de tweede greep de panden van zyn rok en gaf er een bescheiden rukje aan, voor het .geval het kleedingstuk misschien iets de hoogte in mocht zyn gegaan aan den kraag, terwyl de hertog in den auto had gezeten. Deze delicate handbeweging voerde de tweede lakei met zyn linkerhand uit. Wat deed hy evenwel met zyn rechterhand? Wel, als hy iets deed — en de hertog zou er op dat moment werkelijk geen eed op hebben durven doen! — dan deed hy het zeer handig en bijna ongemerkt! Een nauwelijks voelbare aanraking, maar toch genoeg om te maken, dat de hertog zich snel omkeerde. De drie bedienden staarden hem aan, zwijgend en met uitdrukkinglooze gezichten; de handen op hun rug. Gedurende één oogenblik keek de hertog hen aan, terwyl er een flauwe glimlach om zyn lippen speelde. Ze stonden daar als standbeelden, zoo onbeweeglijk, tusschen hem en de deur van de hal. „Is het boven?" vroeg de hertog. „Jawel, Uwe Hoogheid," antwoordde de butler. Met een buiging ging hy hem voor. De beide lakeien bleven in de hal. Toen de hertog bijna boven was en daardoor van uit de hal niet meer gezien kon worden, bracht hy zyn hand met een snelle beweging naar zyn achterzak. De revolver' jnet de ivoren kolf was verdwenen ! „Enfin, ik had ze toch niet alle drie aangekund," dacht hy gelaten. „En bovendien zal Eus er wel zyn." En terwijl hy een opwelling om te probeeren zyn wapen terug te krygen, onderdrukte, volgde hij den butler verder naar boven. Er was een frons in zyn voorhoofd, hoewel de glimlach nog om zyn lippen speelde. „Daarom hebben ze zulke groote zakken," dacht hy by zichzelf, waardeerend knikkend terwyl de butler de deur van den salon opengooide, en zyn naam riep. Met uitgestoken had en een glimlach op het gezicht trad zyn gastvrouw hem tegemoet. Gedurende één moment was de hertog nog wat afwezig — hij dacht nog steeds na over zyn revolver — maar hij herstelde zich vlug en drukte de uitgestoken had. De hand was klein en plomp, zooals de eigenares zelf — een korte vrouw met veel blond haar, een wipneus en een nietszeggend gezicht. Ze deed echter haar best om charmant te zyn.
„Het is werkelijk buitengewoon vriendelijk van u, dat u gekomen is, Hoogheid," zei ze, „maar wat is het een verschrikkelijke teleurstelling van die lieve Lady Eustacia." „Teleurstelling....?" De blikken van den hertog dwaalden door het vertrek, maar hy ontdekte zyn nichtje niet. „Ze heeft juist opgebeld — of beter haar kamenier belde op. Ze heeft zulke verschrikkelijke zenuwpijnen, het arme kind. Ze kan onmogelijk komen." „Zenuwpijnen zyn zeer ongebruikelijk in onze familie," merkte de hertog op. „Mag ik haar opbellen en...." „Ze is al naar bed gegaan, de stakkerd! Het spijt me verschrikkelijk, maar u blyft toch zeker? O, mag ik u voorstellen aan Zyne Hoogheid Prins...." Ze noemde een naam, maar by nadere beschouwing is het misschien maar beter, dien niét te herhalen. De gezette heer met het roode gezicht, de spaarzame zwarte haren en den stierennek, mocht dan al geen neef van den Spaanschen koning zyn, zyn naam te noemen zou echter toch misschien een anderen kring onaangenaam kunnen stemmen. We zullen hem daarom maar „De Prins" noemen, of zooals de gravin zei „Monseigneur". De hertog maakte een buiging — een tamelijk gereserveerde buiging — voor den Prins, die hem hartelijk de hand schudde. „Zeer aangenaam u te ontmoeten. Hoogheid, maar wat jammer van uw nicht.... werkelijk zéér jammer." Zoowel de gravin als de Prins spraken goed Engelsch, zy het ook met een vreemd accent en beiden met hetzelfde vreemde accent, zooals de hertog by zichzelf opmerkte. De hertog maakte andermaal een buiging. Schuifdeuren aan den tegenoyergestelden kant van het vertrek waar hy wras binnengekomen, werden geruischloos geopend. Het diner werd geserveerd in een kamer welke onmiddellijk naast den salon, aan den achterkant van het huis, lag. De gravin gaf den prins een arm, de hertog volgde hen en zoo schreden zy eerst voorby den butler en toen voorby de twee lakeien. Op den tweeden lakei wierp de hertog een onderzoekenden doch unmerkbaren blik.... „Maar u zult ons toch den saffier laten zien, nietwaar?" vroeg de gravin, toen de oesters werden opgediend. „De Prins is er zoo benieuwd naar, omdat de steen heel vroeger byna door iemand van zijn familie was gekocht, zoodat hy zeer goed thans in zyn bezit had kunnen zyn. „Misschien krygt de Prins hem wel weer eens in zyn bezit," antwoordde de hertog glimlachend. „Dergelijke dingen gaan vaak van hand tot hand." „O, maar u. ... u zult hem nóóit willen verknopen!" De gravin lachte vroolyk. „Neen, u bent té rijk.... Maar u herinnert zich, dat toen uw betover-grootmoeder stierf...." „Neen, neen, toen haar man stierf...." verbeterde de Prins haar. „O ja! Wat dom van my! Nu, toen uw bet-overgrootvader stierf, - IK ZIE DE TOEKOMST ZEER ZWART IN, JAN! -
kwam de steen in het bezit van een Fransch edelman, die...." „Van een Späansch edelman...." merkte de Prins lachend op. „Juist.. .. juist.... van een Spaansch edelman, en die bracht hem naar Frankrijk...." „Naar Engeland...." verbeterde de Prins haar weer. „O, dat is waar ook.... Maar in ieder geval, toen had de vader van den Prins " „Myn gróótvader...." „Natuurlijk, dat bedoel ik ook.... uw grootvader had hem toen kunnen koopen, maar hij was net even te laat en toen kocht uw grootvader hem weer...." „Zeker," erkende de hertog, „maar ik geloof niet dat myn grootvader hem van dien Spaanschen edelman heeft gekocht. Ik zou het zeer op prys stellen, als ik van Uwe Hoogheid mocht vernemen...." hy wendde zich tot den Prins — „van wien uw grootvader den steen had kunnen koopen...." „O, dat zal de Prins u vertellen, maar laat ons eerst den steen zien," lachte de gravin. „Dan zal de geschiedenis des te interessanter zyn." Het diner werd met opmerkelijke snelheid opgediend. De tweede lakei, die zich hoofdzakelijk aan den hertog scheen te wyden, was een der oplettendste en handigste kellners dien deze ooit had meegemaakt. „En hóe handig," dacht hij ietwat bitter! Ze waren reeds aaft het gevogelte, toen de gravin hem vroeg den steen te laten zien. „O, met genoegen," antwoordde de hertog. De tafel was vierkant en tamelyk klein. Ze zaten ieder aan een kant er van, en aan de vierde zyde stond een prachtige fruitschaal met appelen. Op dit moment vulde de butler het glas van de gravin, de eerste lakei overhandigde den Prins de toast en de tweede lakei bood den hertog de peper aan. Het leek den laatste echter, alsof er plotseling een soort ver-
styving over zyn beide dischgenooten kwam — neen, óók over den butler en de beide lakeien! De hertog keek »aar de peper. Hy dacht, dat hy ep gemak van zou kunnen hebben als hy het vaatje beet kon houden, maar hij zag er toch van af het te grijpen, daar het misschien achterdocht zou hebben kunnen opwekken. „Die lieve Eustacia zei, dat u altyd zoo bereid was om hem te laten zien," zei de gravin. „Het is niets bijzonders iets te laten zien als men het by zich heeft," zei de hertog lachend terwijl hy zijn hand in zyn vestzak stak. Het was volkomen stil in de kamer. De hertog had wel eens iets over een dergelijke stilte gelezen en het kostte hem geen moeite haar te herkennen. „In myn anderen zak zeker," zei hy glimlachend. Hij zocht in den anderen
KON ZIJN KNIE NIET BUIGEN
zak; hü haalde zyn schouders op en terwijl er eenige rimpels op zun voorhoofd verschenen stak hy allebel zijn handen in de zakken van zijn broek. Beide handen kwamen er leeg uit tevoorschijn. „Werkelijk, dat is grappig," i^ei hij. Hij zocht in al de zakken waar hy reeds eerder in had gezocht, schudde i». Ijn hoofd en wendde zich tot de gravin. „Ik kan er een eed op doen, dat ik hem by ine had," zei hy. „Maar als u hem hèd...." riep zij uit. „Natuurlyk had ik hem. Ik had Eustacia beloofd hem mee te nemen, en dan zal ik het zeker nóóit vergeten." Hy glimlachte ontmoedigd. „Ik moet gerold zyn." De Prins roffelde met zijn vingers op de tafel. Het leek alsof er een purperen gloed op zijn wangen gekomen was. ,,Ik heb een zeer belangrijke invitatie algeslagen — als ze aan iemand gericht was geweest die een andere positie innam dan ik, zou hy niet hebben kunnen weK geren — omdat u beloofd hadt den saffier inee te brengen, zooals Lady Eustacia' my mededeelde. Het komt my ongeloofelyk voor...." „Wilt u nog niet eens zoeken, Hoogheid?" vroeg de gravin dringend. De pompeuze verklaring van den Prins kon' niet voorkomen, dat het aan zyn stem duidelijk te hooren was, dat hy zich ergerde. En daardoor kreeg de hertog voedsel voor nieuwe overpeinzingen. „Wenscht u peper. Hoogheid?' vroeg de tweede lakei geduldig. „Neen, dank je." De tweede lakei ging naar de tafel bij den muur, zette de peper er op neer en keerde terug naar zyn vrywillig gekozen plaats achter den stoel van den hertog. De beide andere bedienden bewogen zich niet. De hertog twyfelde nu niet meer aan het gehalte van zyn gezelschap. Zijn vermoedens waren juist geweest.... „En het komt allemaal, omdat ik dat artikel over den saffier in dat tijdschrift hel) laten verschijnen," dacht hy spytig. „Toen hebben die menschen Eustacia aangeklampt — hetfieen niet moeilijk is — en die goeie Eus heeft natuurlyk weer hoog opgegeven van myn collectie kostbaarheden en myn bereidwilligheid ze te laten zien " Hy begreep dat hy in een critische positie verkeerde. Indien hy te ernstig zocht, zou hy moeten laten merken, dat hy ook zyn revolver miste. En de revolver missen en gèèn argwaan laten merken — zou dat aannemelijk zyn? Maar de revolver missen en wèl laten merken dat hij argwaan koesterde — zou dat veilig zyn? Villa Meldart lag afgelegen, en de drie bedienden waren forsche kerels. Maar als hy niet meer zocht, zou het natuurlyk ook achterdocht wekken.... „Zeker zal ik nog eens zoeken," zei hy, zoo opgewekt als de omstandigheden het hem veroorloofden. „Maar het heeft geen zin." Hy doorzocht al zyn zakken weer — behalve den achterzak. „Ik heb hem niet meer," zei hij, hen allemaal aankijkend. „Kyk nog eens verder," zei de Prins, en de toon waarop hy het zei klonk bevelend genoeg. Toen begreep de hertog, dat de Prins op zyn achterzak doelde, misschien had de tweede lakei het hem reeds vertéld van de revolver. Misschien wisten zy het wel allemaal. Ze hadden elkander onmerkbaar een teeken kunnen geven; zooiets was maar kinderspel voor zyn vrienden van dien avond, bedacht hy. De eer- ste lakei en de butler hadden ongemerkt hun plaats verlaten, zoodat zy nu tusschen. den hertog en de deur stonden. Ze waren natuurlijk zoo gaan staan om hem iedere beweging naar de deur onmiddellijk te kunnen beletten!
De hertog keek de gravin een oogenblik aan. Ze scheen zich weinig op haar gemak te voelen. D»? Prins zag purper van ongeduld. „Ja," zei de hertog, „het is natuurlyk mogelijk dat ik hem in een verstrooide bul in myn achterzak heb gestoken...." Zyn hand ging langzaam in die richting, „tegelyk met myn revolver." Hl) deed alsof hij plotseling schrok, „Allemenschen, myn revolver is óók verdwenen!" riep hy uit, op bewonderenswaardige manier de grootste verbazing veinzend. • „Uw revolver.... Maar u hebt toch zeker geen revolver meegenomen hierheen, ..." begon de gravin. Maar de tweede lakei viel haar in de rede. „Uwe Hoogheid vergeet," zei hy glimlachend, „dat Uwe Hoogheid, toen u uw jas uittrok, uw revolver in don zyzak er van heeft gestoken!" „Dat is zoo, Hoogheid," voegde de butler er aan toe, terwyl hy glimlachend naar de gravin keek. De hertog glimlachte eveneens. De gravin en zelfs den purperen Prins veroorloofden zich eenzelfde vryheld. „Uwe Hoogheid zal uw wapen weer vinden als u weggaat," zei de tweede lakei. „Heb ik het étui met den saflèr misschien dan ook in den zyzak van myn jas gestoken?" vroeg de hertog. „Ik heb gezien, dat u allèèn maar de revolver in uw zak stak^Uwe Hoogheid," antwoordde de tweede lakei. „Nu u weet waar uw revolver is, laat ons nu den steen zien." zei de Prins. Hij scheen het niet noodig meer te vinden nog langer den schyn op te houden; zyn woorden klonken bruut en bijna dreigend. De gravin legde plotseling haar plompe hand op den arm van den hertog en sloeg haar oogen naar hem op. „U kunt het heusch heter doen," zei ze, blozend. „Wat hebt u aan moeilijkheden?" Er was een klank in haar stem die den hertog ontroerde — zooals de eene avonturier iets ontroerends kan vinden aan den ander, hoe ver de wijze en het veld waarop zy het avontuur zoeken ook verschillend kunnen zyn. Hy drukte een oogenblik haar hand en lachte. „fk wensch geen moeilijkheden," antwoordde hy, „vooral niet omdat andere menschen met revolvers blijkbaar veel handiger omgaan dan ik. Maar ik heb den steen niet; werkelijk niet! U kunt me fouilleeren als u wilt. De Prins verloor zyn zelfbeheersching. Terwijl hy half opstond van zijn stoel, zei hy: „Voor den duivel, dat zullen we zeker doen." Maar nu kwam de plompe hand van de gravin op zijn arm neer. „O, driftkop!" mompelde zy. hem tot kalmte manend. „Wat gevaarlyk " De Prins scheen de juistheid van haar terechtwijzirig te beseffen. Hy liet zich weer op zyn stoel vallen. „U moet verstandig blijven. Monseigneur," zei ze. „Indien de hertog ons verdacht " „Maar madame," riep de hertog glimlachend. „Zou hy den safier niét hebben meegebracht. Indien hy ons niét verdenkt, zou hy hem niet verborgen hebben. En als hy hem meegebracht heeft, was het om hem ons te laten zien " De hertog bewonderde haar tact, maar ook iemand met tact kan netelige vragen stellen. „Waarom hebt u hem niet meegebracht, mon ami?" vroeg de gravin, zich tot den hertog wendend. „Wel.... het is een beetje moeilyk. ... wy zijn niet alleen." Hy wees naar de forsche bedienden. „O ja, we zijn werkelijk alleen," zei de
gravin, knikkend. „U bent hier de eenige vreemde, Uwe Hoogheid." „Madame, ik zal zoo openhartig zyn als ik kan, daar openhartigheid tóch het wachtwoord van den avond is. De saffier is zeer kostbaar. Ik neem hem nooit ergens mee naar toe, zonder de politie te waarschuwen." „Ziet u wel, wat heb ik gezegd? Ik zer je wel, dat hy geen idioot was," riep de gravin uit. De hertog kon zich vergissen, maar hy kreeg toch sterk den indruk, dat deze opmerking in de allereerste plaats tot den tweeden lakei was gericht. „En wat zei de politie, toen u het hun mededeelde?" vroeg zy, zich weer tot den hertog wendend. „Neemt u mij niet kwalyk? U weet dat het de taak is van de politie om achterdochtig te zyn. Ze zeiden, dat ik te weinig van uw.... uw gezelschap wist, en dat zy " „Dat zy te véél wisten?" De hertog maakte een afwerend gebaar met zijn hand. „Dat zou ik kunnen zeggen, want het zou aannemelijk klinken. Maar ik geef er de voorkeur aan, u de waarheid te zeggen. Ze beweerden dat zy niets wisten, maar dat zy. Indien ik het wenschte, een onderzoek zouden instellen." Op dat oogenblik vleide de hertog zich, dat hy loog op een manier, die moeilijk verbeterd kon worden. ,En wat zei u?" vroeg de gravin, met die vasthoudendheid, welke een eigenschap van haar bleek. „O, ik zei," antwoordde de hertog lachend, „dat ik hun beter inlichtingen zou kunnen verschaffen als ze morgenochtend even by me wilen komen," Hy stak een sigaret aan. „Waar zy in toestemden," besloot hy toen, opstaand. Hy was er echter niet zeker van, hoe het gezelschap hierop zou reageeren. Het directe resultaat er van was dat alle blikken zich direct op den tweeden lakei richtten. Deze keek de gravin aan. Niemand bewoog zich. „Het is nu allemaal heel duidelijk," vervolgde de hertog, nu een air van autoriteit aannemend. „U was van uw kant bereid de vriendschap met myn nicht en deze villa — waar u gelukkig nog maar veertien dagen huur aan hebt — op te offeren voor den saffier...." „Hoe weet u dat?" viel de Prins uit. De hertog schonk geen aandacht aan hem. Hy wist nu, wie degenen waren, die de leiding van hetgeen er dien avond gebeuren moest, op zich genomen hadden en de Prins hoorde niet tot hen. „Van myn kant ben ik bereid dezen avond te vergeten, behalve voor zoover ik mij een en ander zal moeten herinneren om de nieuwsgierigheid van myn nicht te kunnen bevredigen. U zult er zich misschien over verbazen, dat ik u dit aanbod doe, en daarom moet u niet aarzelen, het aan te nemen." Hy schoof zyn stoel weg van de tafel en draaide zich om. Hy stond nu recht tegenover den tweeden lakei. Hun blikken ontmoetten elkaar. Die van den hertog waren snel en scherp; die van den lakei aarzelend. Maar toch zag de hertog er wel aan, dat hy nog met uit de moeilijkheden was. De tweede lakei was nog niet tevreden, en daarom moest de hertog geen angst toonen, en evenmin een al te hevig verlangen om weg te komen. „Je schynt iets op je hart te hebben, vriend," zei hy. 'Terwyl hy deze woorden sprak, stond de gravin plotseling op, ging naar den tweeden lakei toe en legde haar hand op zyn arm. Op hetzelfde moment gingen de eerste lakei en de butler zitten en namen een appel van de schaal, die zy begonnen op te eten zonder hem eerst té schillen. De hertog keek op zyn horloge. „Démasqué om half elf?" vroeg hy de gravin.
zyn te ontkennen, dat hy zich eenigszins opgewonden voelde. Rheumatische pijnen voorgoed verdreven Toen hy de deur byna genaderd was, terwyl hy nog steeds gearmd „Mijn man leed aan rheumatische pijnen liep met de gravin en de tweede lakei hen nog altyd op de hielen in kniegewricht en rechterbeen. Soms kon hij volgde, zag de hertog zyn jas en zijn knie in het geheel niet buigen. Een jaar hoed op de tafel liggen. En de geleden besloot hij Kruschen Salts eens te revolver zat niet in den zak van probeeren. Nu is hij die vreeselijke rheumazyn jas, maar ze lag er naast.... tische pijnen kwijt en voelt zich veel beter. De eerste opwelling van den HerIkzelf neem nu ook sinds een maand Kruschen tog was zich los te rukken, het waSalts, daar het gewricht van mijn groote teen pen met de ivoren kolf te grypen zoo pijnlijk en opgezwollen was, dat ik bij en de vlucht te nemen. Maar hy bedacht zich. Het was beter het tijden mijn schoen niet kon aantrekken. Het niet aan den stok te krygen met is bijna ongelooflijk zoo goed als de dageden tweeden lakei. Deze zou gauw lijksche dosis mij doet." Mevr. G. C. te L. genoeg hulp hebben.... Rheumatische pijnen zijn een waarschuDe gravin liet zyn arm los en wing, dat zich in uw organisme giftige afvalnam zyn jas op. „Laat my u helstonen hebben opgehoopt, o.a. het gevaarpen" zei ze. lijke urinezuur, dat meestal de oorzaak is Klaarblykeiyk had de tweede van uw rheumatische pijnen. Kruschen Salts lakei de zakken van de jas reeds vroeger op den avond doorzocht. zuivert uw bloed van alle afvalstoffen, waarIn ieder geval schonk hy nu geen door een einde wordt gemaakt aan die marteaandacht aan het kleedingstuk. Hy lende rheumatische pijnen. Kruschen Salts nam de revolver op en bekeek het is verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende wapen peinzend. Zonder aandacht drogisten k f 0.40, / 0.75 en / 1.60 per flacon. aan hem te schenken, deed de herLet op, dat op het etiket op de flesch, zoowel tog zyn sjaal om. Toen nam hy zyn als op de buiten verpakking de naam Rownhoed in zyn linkerhand en stak zyn tree Handels Mij, A'dam voorkomt. rechterhand aan de gravin toe. „Ik zal uw groeten overbrengen aan myn nicht," zei hy. „U hebt „U hebt myn man uit het veld geslagen, haar natuurlyk gezegd, dat u vanavond en hij is toch bijzonder handig," zei ze. niet ontvangen kon?" „Het is my aangenaam kennis te maken De gravin knikte, de hertog glimlachte. met den graaf in zyn nieuwe hoedanig- Hy wendde zich tot de deur. heid," zei de hertog glimlachend tegen „O, maar ik hoop, dat ik myn revolden tweeden lakei. ver mag hebben?" zei hy toen, alsof hy „Ik vraag my af, hoe u Lady Eustacia zich plotseling het wapen herinnerde. hebt willen teleurstellen," zei de tweede „Het is een oude vriend." En terwyl hy lakei, die nog steeds ernstig bleef. dit zei, vroeg hy zich af: „Hoé zei ik dat? „Zou het misschien de voorzichtigheid Klonk het góéd? Niet te gretig? Gewóón kunnen zyn geweest die vóór de beleefd- genoeg? Hoe in 's hemelsnaam heb ik het heid ging?" vroeg de hertog. gezégd?" „Dat geloof ik niet; het klopt niet met De tweede lakei keek hem aan en gaf hetgeen ik over u en haar gehoord heb." hem langzaam de revolver. „Ik ben zoo „U denkt, dat ik den steen heb verbor- vry geweest de patronen er uit te nemen. gen sinds ik hier in huis kwam?" Uwe Hoogheid, zei hy. „Nlèt terwyl u in deze kamer was, daar „Dat heb ik wel gedacht," antwoordde ben ik zeker van. Maar ik zal u de eer de hertog lachend, terwyl hy zyn hand aandoen, u tot aan de voordeur te be- uitstak om het wapen aan te nemen. geleiden. Indien u den steen verborgen Dat lykt eenvoudig genoeg. Maar inhebt, zou ik toch graag willen weten dien zyn hand bèèfde, indien hy het te wäär hy is." snel deed.... Het leek alsof het heel lang De hertog lachte. „Laat den steen blij- duurde eer de tweede lakei hem het ven waar hy is.... Hy is in ieder geval wapen overreikte. goed bezorgd." „U voelde, dat ik de revolver wegnam, „Kom, Uwe Hoogheid, geef my uw nietwaar?" vroeg deze. arm," zei de gravin. „Myn man zal ons „Ik dècht het " volgen." „Ik vermoedde het wel! Het was heel De hertog gehoorzaamde, ofschoon hy onhandig van me. Hier is uw wapen." begreep dat deze daad van beleefdheid „Indien ik den saffier bü me had gehad, hem ernstig in zyn bewegingen zou be- zou ik zeker achterdocht hebben gekrelemmeren in het geval dat hi| den saffier gen. Maar dat zou me niet veel meer gezou willen wegnemen uit zyn geïmprovi- baat hebben." seerde bergplaats. Misschien dat de graNiet voordat hy dit had gezegd greep vin iets dergelijks vermoedde.... hy het wapen — met een absoluut vaste Ze liepen door den eersten salon, ter- hand. Later verklaarde hy altyd, wanwyl de tweede lakei eenige passen ach- neer hy zyn avontuur vertelde, dat hy ter hen aankwam. door niets verried, wat er op dat oogen„Ik ben bang, dat u erg slecht over ons blik in hem omging. En dat was ook zult denken," zei de gravin, terwyl zy de zoo.... „Hy dacht er zélf aan," vervolgtrap afdaalden. de hy dan, „maar juist één seconde te „Wat bedoelt u?" De hertog had loo- laat..." pen denken, maar niet over de gedraginEn ook dkl was zoo.... Want terwyl gen van zyn gastheer en gastvrouw. de hertog zich beleefd en zonder zich te „Nu, dat wy een dergelijke methode haasten naar de deur wendde, die de om aan den kost te komen hebben geko- gravin voor hem openhield, bracht de zen." tweede lakei opeens zyn handen boven „O, integendeel! Het moet byzonder zyn hoofd en uitte een kreet. „Voor den interessant zyn. Ik heb het zelf ook altyd duivel....!" Hy wilde op den hertog toeinteressant gevonden tegen de wet te springen, maar toen was het al te laat. zondigen* — by voorbeeld met auto's." Want de hertog was reeds als een pyl uit „O, maar die stelen wy nóóit," riep de den boog de duistere oprijlaan ingerend gravin uit. „Dat vinden wy te ordinair." en hy blééf rennen tot hy ergens in het „Ik geloof niet, dat u precies begrypt donker een zacht fluitje hoorde. Hy kende wat ik bedoel," zei de hertog glimlachend. dat fluitje en was er dankbaar voor. Ze waren nu beneden aan de trap geVoor het hek van de opryiaan der villa komen. De hal-deur, de weg om te vluch- stond monsieur Jean, niet met den groeten, lag voor den hertog. Het zou onjuist ten auto, maar met een snellen sportwa23
- 22 -
MunuleH eüDoKK^ieH
Het is thans in het geheel niet meer nodig, dat Uw haar er dof en onverzorgd uitziet. Het geheim schuilt in de juiste haarverzorging met Blondona of Brunette, de nieuwe alkalivrije haarwasmiddelen. Blondona is het enige middel, dat Kamilloflor bevat, dat zelfs aan donkerder geworden, blond haar weer een fraaie lichte tint geeft. Bruneita is het doeltreffende middel, dat Hequil bevat, waardoor donker haar een prachtige, diepe glans krijgt. Bovendien Is na spoelen geheel overbodig.
VOOR BLOND HAAR
VH 79-021 6
HET RIJK DER VROUW UW WEEKBLAD MEVROUW I Verwacht:
CHARLES BOYER GRETA GARBO twee der grootste sterren van het witte doek, in de MetroGoldwyn-Mayer film
„Marie Walewska" FRED ASTAIRE «n
GINGER ROGERS In hun elegantste tn rijkste dansprestatl«
SHALL WE DANCE Een R K O Radiofilm van distinctie, charm» en spranlrefenden /evens/ust
VARKENSVLEESCH (Vervolg). varken wordt niet De huid van het h zooals bij het hel rund, na het slachten verwijderd, aalleen de haren (de zoogenaamde borstels) worden afgeschrapt. Hiervoor broeit men het varken in heet water. Wat wij met den naam „zwoerd" aanduiden, dus spek, enzoovoort, is niets anders dan de van .haren ontdane huid van het dier. Onder de huid ligt een dikke laag onderhuidsch vet. Daar deze laag zoo dik is, is er naar verhouding minder spierweefsel, dus minder vleesch. , Xa het slachten wordt het varken overlangs in twee helften gezaagd. Aan de rugzyde en aan de buikzijde van elke helft ligt een laag spek. Het rugspek is zeer vet. Buikspek is meer doorregen, dit is dus mager spek. De lagen spek (de slager
spreekt over „zijden" spek) worden van het dier afgesneden, in de pekel gelegd en al of niet gerookt. Versch spek wordt zoo verkocht, is dus gezouten, noch gerookt. Het is te begrijpen, dat dit versehe spek niet zoo lang goed te houden is als het gezouten en het gerookte spek, zoodat kleine slagerijen niet eens qltijd versch spek verkoopen. Een bijzonder soort spek, dat erg duur is, is het bacon. Dit bacon wordt alleen geleverd door varkens, die een bepaald gewicht hebben. Het zyn meest Geldersche varkens die hiervoor genomen worden. Bacon is op een speciale manier bereid; het wordt gezouten en heel licht gerookt. Veel bacon wordt uitgevoerd naar Engeland. De Hollandsche bacon heeft op de Londensche markt een goeden naam. Een volgenden keer iets over verschillende soorten varkensvleesch.
WEEKMENU. Maandag: Stamppot van uien met versehe worst; gort met rozijnen. Dinsdag: Varkenslapjes, aardappelen en gestoofde prei; poffertjes. Woensdag1: Haché, aardappelen en roode kool; abrikozengruwel. Donderdag: Bijstsoep; aardappelen, zoete appelen met ribstuk. Vrüdag: Gestoofde visch, aardappelen en wortelen; warme chocoladepudding met vanillesaus. Zaterdag: Gevulde selderyknollen en aardappelpuree; broodschotel. Zondag: Londonderrysoep, lamscóteletten, aardappelen en doperwten; rödgröd met vanillesaus.
ENKELE RECEPTEN UIT HET WEEKMENU
Hoeveelheden voor 4 personen. Warme chocoladepudding. Benoodigd: 150 gram oud brood zonder korst, 3 d.L. melk, 125 gram suiker, 2 eieren, 25 gram boter, 60 gram cacao. Bereiding: De melk met 25 gram boter aan de kook brengen. Het brood, van het vuur af, in de melk kruimelen en fijn roeren. Hieraan toevoegen, de eidooiers, de suiker en de cacao en alles goed dooreenmengen. De eiwitten luchtig stijf slaan en op het laatst voorzichtig door de papmassa roeren. Een warme-puddingvorm met boter insmeren en met paneermeel bestrooien (ook iet deksel). De massa direct in dezen vorm overdoen en den pudding „au bain Marie" gaar koken (IJ^ a 2 uur). RÜstsoep.
Benoodigd: 1]4 L. water, 250 gram schenkel, ongeveer 10 gram zout, foelie, ui, wortel, peterselie, 50 gram ryst, 50 gram kalfsgehakt. Bereiding: Het schenkelvleesch minstens 2 uur trekken met ui, wortel, peterselie en foelie. Den bouillon zeven, de rijst toevoegen, die tevoren goed gewasschen is en in den bouillon zachtjes gaar laten koken (ongeveer 3 jewartier). Op de gewone wijze het gehakt aanmengen en er kleine balletjes van vormen, die de laatste 5 minuten in de soep meegekookt worden.
VETPUISTJES ,
No, 9069. Eenvoudige japon van gespikkelde wollen stof met een van voren dichtgeknoopt lijfje en een leeren kraagje en ceintuur. . Ben.: 3.i0 M. van 1.40 M. breed.
No. 9071. Japon in aansluitend model van fijne, gladde stof. Het lijfje wordt dichtgeknoopt en heeft een klein plat kraagje. Ben.: 3.40 M. van 1.40 M. breed.
No. 9070. Driekwart jas van soepele wollen stof, los neerhangend. De groote kraag, die tevens revers vormt, is met een stiknaad versierd, evenals de voorpanden. Ben.: 2.90 M. van 1.40 M. breed.
Van deze modellen zijn bij de administratie van dit blad geknipte patronen verkrijgbaar tegen den prijs van ƒ 0.60 per stuk.
24 -
verwijdert U onmiddellijk en afdoende door deze te betten met Radox. opgelost in warm water. .Bij apothekers en erkende drogisten ä f 0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje.
RADOX
gen. Hy tikte onderdanig aan zijn pet. „Ik heb je niet opgebeld, Jean," zei de hertog. „Neen, Uwe Hoogheid," antwoordde Jean, „maar ik hoorde onlangs toevallig, dat de villa Meldart niet veel bijzonders was en...." „Praatjes, Jean," zei de hertog, zich naast hem zettend. „Het was werkelijk niet noodig dat je kwam." Jean keek naar hem op. „Uwe Hoogheid schijnt hard geloopen te hebben," zei hy. Toen raakte hy even den arm van den hertog aan: er klonken zware voetstappen in de laan.... Jean glimlachte. „Ryd me maar gauw naar huis, Jean," zei de hertog, terwijl hy eveneens glimlachte. „Ik heb trek in een whisky." „Dat kan ik me begrijpen. Uwe Hoogheid!"
'HET SP'JT M'J MEUROUV BRAND MAAI? IK HE5 GEEN RINSO MEER . KONT \J / ^GEEN ZEEPPOEDER GEBRUIKEN.^/ NEEN,IK GEBRUIK AUEEN ^—. RINSO IN M'JN WASMACHINE DOET U GEEN MOEITE IK KR'JG < RINSO WEL B'J IEMAND ANDERS^
WEL,WAT BEN JU OP RINSO GESTELD/ VOLSTREKT\ NN NIET. ] 2'JN ZEEPPOEDERS OIKU NIET EVEN GOEPyjflET GEEN/ ~ i ANDER) 'WASMIDDEL tSR'JG IK / UrjN W^S lO HELDER 1 C A15 MET RINSO/
|
De hertog was aan het einde van zyn verhaal. Hy stak een sigaret op en leunde achterover in zyn stoel, zijn nicht onderzoekend aankijkend. Ze had hem den volgenden ochtend een bezoek gebracht toen zij op haar ochtendrit langs zyn huis was gekomen. Ze zag er allerliefst uit in haar amazone-costuum en ze had een frissche kleur van de buitenlucht. Haar blauwe oogen schitterden. „Dat is allemaal goed en wel," zei Lady Eustacia. „Je kunt gelyk hebben als je zegt, dat ik zelf ook wel had kunnen merken, dat ze zoo waren, en dat ik je gisterenavond beter had kunnen opbellen toen de gravin my door de telefoon liet mededeelen, dat het diner niet kon doorgaan, omdat zy plotseling naar bed moest met zware zenuwpijnen, en dat je erg handig bent geweest...." „Meer gelukkig dan handig," viel de hertog haar lachend in de rede. „Maar als ze anders waren geweest, en als ze mij niét had opgebeld, en als ik was gegaan " De hertog glimlachte en Lady Eustacia keek gepikeerd. „Het had toch allemaal heel goed zoo kunnen zijn...." „Natuurlijk, maar zoo was het niét...." „Goed —; maar als het zoo was geweest — ik bedoel, als alles in orde was geweest met hen — dan zou ik me toch verschrikkelijk geschaamd hebben als je den saffier niet bij je had gehad. .. . Het is de eerste keer dat je een belofte niet gehouden hebt...." De hertog beet op zyn lip en glimlachte. „Van de revolver met de ivoren knop gesproken," zei hy, „hier is ze." Hij nam het wapen op van de tafel. „Er zit een klein gouden plaatje op, zooals je ziet. Het is een heel oud wapen.... misschien wel honderd jaar. Maar dat gouden plaatje.... kijk...." Terwijl de hertog sprak, kwam het gouden plaatje omhoog. Het rustte op vier gouden pootjes, zoodat het als een klein baldakijn boven een kleine opening in de kolf stond. „Je moet weten, hoe je het doen moet," zei hy. „Waar die opening oorspronkei: k voor gediend heeft, weet ik niet. Ik denk, dat het was om er vergif of zoo iets in te doen. Dat deden ze
JE ZULT^J VERBAASD STAAN. ALS JE 7IET. VAT RINSO' VOOR JE
WEL, HtTSOP. HEf\ 15 HEERL'JK OVER VET HET SCHUIMT GEWELDIG EN IS VEEL WERK7AMER DAN HET SOP VAN ZEEPPOEDERS
VOLGENDE WAS0A6. ^SEEN WONDER. DAT MEVROUW i BRAND ZO ENTHOUSIAST i " )WA& OVER RINS O/ M'JN f GOED 15 NOG NOOIT " ^HELDER GEWEEST/y
Mn Rinso wa< l« ... n Ww J , '"• Oewone wai w «nl de nieuwe, overvati. P: . w>t ._j i "»"rvetle Kmso is hpol **t enden dan leeppoeder Ri„.„ ï
»Wt. Onmlddellljl, lo.t R.„
W tm eh,n
'
*
*
Rfn.o gaatl Binnen .„der»«» uur heeft U de hele g^in.wa, van 5 per.on.n prachtig ,choongewei,en •n niet «Heen in d, wa,. machine, maar ook in •Ijce tobb.! Met één P'fcJtRinto van 12'/, et,|
«^/^
„OVMViT" |N MiT G.SCHENKENBO R2Ü-010O/ Sf.
vroeger.. .. Maar nu is het een prachtige kleine bergplaats...." „Hé, daar had ik nooit aan gedacht." „Dat heeft de tweede lakei óók niet. Kyk...." De hertog haalde een klein propje watten uit het openingetje. „Ik moest er wel watten in doen," zei hij, „anders had men de pootjes misschien hooren rammelen. Hij legde het propje watten op de tafel. „Wil je eens probeehen, of je het plaatje kunt openkrygen?" vroeg hij toen, nadat hy het weer op zijn plaats had geschoven, en de revolver aan zyn nicht gevend. Deze probeerde het, maar het lukte haar niet. „Hoe werkt het?" vroeg zy nieuwsgierig. „Een kleine veer. Zie maar...." Hy toonde het haar. „Interessant," zei ze, echter tóch iets teleurgesteld. „Maar in ieder geval had je niet den saffier bij je gisterenavond, en als ik er nu eens was geweest en je die menschen ten onrechte had verdacht..." De hertog nam het propje watten op van de tafel, en rolde het langzaam open. „En hier is de saffier," zei hy toen den ring met den blauwen steen in haar hand
■f.
25-
leggend. „Je ziet dus, dat ik mijn belofte 'heb gehouden en ik hem wèl bij me had — in de revolver!" Er kwam een kleur op Eustacia's gezicht. „Hoe heb je het durven riskeeren," zei ze, zeer onlogisch na haar eerste verwijten. „Zou er wel iets zóó prachtig blauw zyn als die steen?" Ze bewonderde hem, terwijl ze hem zonder er by te denken, aan haar vinger schoof.... „Jawel. Eén paar oogen. ..." Juist op dät oogenblik kwam Frank binnen. De hertog keek geërgerd over deze stoornis. Frank had een klein antiek leeren étui in de hand. Het was open en.... leeg.. Hij zag er ontdaan uit. De hertog wendde zich tot hem, terwijl Lady Eustacia haar blikken nog steeds op den ring niet den saffier aan haar vinger gevestigd hield. „Neemt u me niet kwalijk. Uwe Hoogheid," zei Frank, „maar ik kan nergens den saffier ontdekken ....'•' „O ja, dat kun je wèl," zei de hertog veelbeteekenend, terwyl hy zyn nichtje aankeek, „als je maar op de juiste plaats kijkt, Frank "
O
HET OUDE HUISJE de dorpsstraat stond een klein, oud waarin een boer woonde met I nhuisje, zyn vrouw en dochtertje, een klein meisje met lichtblauwe oogen en twee korte blonde vlechtjes, die langs haar blozende wangen neerhingen. De boer en hun vrouw hadden het erg naar hun zin in het huisje; ze vonden het zoo gezellig wonen aan de dorpsstraat, waar altijd veel vertier was. Bovendien lag er een stukje grond achter, wäar de boer lederen dag op werkte om het brood voor zich en de zijnen te verdienen. Het huisje zelf beviel het echter heelemaal niet, dat het daar zoo te kijk stond, aan de drukke straat. Het werd door iedereen, die er voorbijkwam, van boven tot onder bekeken en het kon maar niet begrijpen waarom de menschen dit deden. „Er is toch niets bQzonders aan me te zien," dacht het dikwijls mopperend bij zichzelf. Maar het was erg oud en vervallen, en ook een beetje scheefgezakt. De wind trok en rukte aan zyn dak, en de regen sloeg van alle kanten tegen zijn jasje, zoodat alle kleur er afgewasschen was. De menschen keken het altijd fiiet half-meewarige blikken aan. Op een goeden dag dacht het huisje: „Dat bevalt me niet langer. Ik loop weg naar het bosch, waar het heerlijk rustig is en waar ik geen last heb van de menschen." Het dochtertje van den boer beviel het in de dorpsstraat al even weinig als het huisje. Ze vond het er veel te druk, en kon bijna nooit buitenspelen. De wagens reden vlak langs het tuintje en één keer had een vrachtauto zelfs haar liefste pop overreden.... Maar dat zou nu allemaal anders worden, want op zekeren nacht, toen de maan helder aan den hemel stond en alle sterren schitterden, ging het huisje op weg om zijn plan ten uitvoer te brengen. Heel, heel langzaam en voorzichtig, terwyl de menschen allemaal sliepen, schoof het voetje voor voetje vooruit, zoodat de bewoners er heelemaal geen erg in hadden. Ook het varken, de koe en de kippen in den stal merkten er niets van.... Eindelijk, toen de nacht reeds bijna
R
O
N
voorbij was, kwam het huisje in het bosch aan. Direct ontdekte het het plekje, waar het, zooals de wind haar in het oor gefluisterd had, heerlijk rustig voor haar zou zijn. Het huisje keek verrukt om zich heen. Hier waren ten minste geen menschen, die haar konden uitlachen! Hijgend stond het stil, want het was natuurlijk een heele tocht geweest, maar het voelde zich toch erg gelukkig in het vooruitzicht voortaan geen Jast meer te hebben van onbescheiden blikken. Toen het ochtend werd, ging de boer, zooals hij altyd deed, naar buiten om te kijken wat voor weer het was. Maar wat zag hij nu? Waar was de dorpsstraat? Droomde hy nog....? Hij wreef zijn oogen uit, maar kon nergens de straat ontdekken. Vlug liep hij zijn huisje weer binnen. „Vrouw, vrouw, kom eens gauw kijken! Er is wat gebeurd! Er is een groot bosch om ons huisje en heel de gezellige dorpsstraat is verdwenen...." „Och, je droomt," antwoordde zijn vrouw, maar toen ze, nieuwsgierig geworden uit het raam keek, stond zij een oogenblik sprakeloos. „Wat.... wat is er gebeurd?" stotterde zy na een poosje. „Ik ik weet het niet," antwoordde de boer. Ze keken elkander verslagen aan. De dorpsstraat weg, de huizen aan den overkant weg, en, wat het ergste was, ook het stukje grond waar de man het brood op verdiende, was verdwenen.... Liesje, hun dochtertje, dat inmiddels ook wakker geworden was, kwam vroolijk naar hen toehuppelen om hun eoedenmorgen te wenschen zooals zy altijd deed. Toen zij het prachtige bosch zag, klapte zy in haar handen van plezier. „Ha, hier komen gelukkig ^een wagens meer voorbij en kan ik dus fyn spelen.." riep zy verheugd uit. „Ik ben ook zoo bly," juichte het huisje en van louter pret schudde hy zyn schoorsteentje heen en weer en blies een paar fiksche rookwolken de lucht fn. „Hier zal niemand mij meer uitlachen," sprak het verder. „Ik sta hier veel beter. Met myn scheefgezakt dak en myn havelooze jasje hoor ik ook eigenlijk niet in de dorpsstraat thuis, waar de menschen altijd zoo deftig doen...."
-A,
26 -
O
N
Maar. na een poosje was de blijdschap van het huisje al weer verdwenen. Het had er niet aan gedacht, dat de natte, weeke grond in het bosch hem niet dragen kon. Langzaam zakte het er in weg en daardoor werd het heel droevig. Ook Liesje was lang zoo bly niet meer als eerst, toen ze zag hoe bedroefd haar vader en moeder waren. Peinzend stond het huisje den geheelen dag voor zich uit te staren. Het dacht ook aan het treurige gezichtje van Liesje, en toen het nacht geworden was, nam het een kloek besluit en keerde voetje voor voetje, precies zooals het eerst was weggegaan, naar de dorpsstraat terug, waar het weer op zyn oude plaatsje ging staan. Toen de boer den volgenden ochtend wakker werd en naar buiten ging om naar het weer te kyken, ontdekte hy tot zyn groote vreugde dat hij weer in de dorpsstraat woonde. Hy riep zyn vrouw en beiden kregen tranen in de oogen, zoo gelukkig waren zy weer. Even later kwam Liesje hun goedenmorgen wenschen en toen zy zag hoe bly naar vader en moeder waren, voelde ook zy zich weer gelukkig. Ook het huisje had er geen spyt van, dat het was teruggegaan. De boer liet direct het dak maken en er kwam een schilder, die den gevel helder wit verfde. De menschen lachten het nu niet meer uit, maar iedereen, die er langs kwam, zei: „Kyk dat oude huisje eens! Wie had ooit gedacht, dat het nog zóó mooi en gezellig kon worden....! En het oude huisje lachte trotsch en gelukkig toen het dit hoorde.
Z 6i UJ ? LU
D. S
0|
y| N * O* .*
co 6
in ^ ■o
o
LU
De gratie en de schoonheid van een zwaan zyn reeds dikwyls bezongen, maar zyn kracht en woestheid worden slechts weinig vermeld. Toch heeft een zwaan eens met een slag van zyn vleugel den arm van een man gebroken, en deze vogels vechten dikwyls zoo hevig en hardnekkig onder elkaar, dat zij later sterven aan de opgeloopen verwondingen !
=
o
LU
z O
T
IS)
SLAKKEN IN BUK
Er zijn menichen, die slakken, behoorlijk toebereid natuurlijk, een war« delicatesse vinden. En waarom ooi; niet? Ook waar het de keuken betreft, geldt hot spreekwoord: 's Lands wijs, 's landt eer. Ander« volkon vindon onso uitverkoren kostjes weer „raar" of „griezollg".' In sommige stroken worden or dot wintert zooveel slakken gegeten, dat men met don voorraad, dien .het jaargetijde biedt, onmogelijk aan de vraag kan voldoen. Daarom trokken In den zomer, wanneer op warm«, regenachtige dagen deze dieren uit hun schuilhoeken te voorschijn komen, mannen en jongens er met zakken gewapend op uit om ze te gaan vangon. Men begrijpt, dat dit geen werkje is voor iemand, dl« een slak maar liefst zoo ver mogelijk uit don wog gaat, want do bult is nogal „slijmerig", maar de hoofdzaak Is, dat men d« dieren kan verkoopen
aan do eigenaren van slakken-tuinen of direct aan do fabrieken, waar ze worden geconserveerd. Het slakkenzoeken wordt vooral In Zwitserland veel gedaan en is «r dan ook van oudsher voor velen een middel van bestaan. In don herfst beginnen d« slakken hun winterslaap, waartoe zij* d« opening van hun huisje met een kaiklaagje afsluiten. Dit it d« tijd, dat d« slakkan naar d« delicatessenhandelaars worden gezonden, vanwaar zij dan hun weg naar d« keuken vinden. Zooals wij hierboven roods zoiden, zijn do plakken, 'die men In den herfst vindt, echter lang niet voldoende om ook In don winter aan de vraag t« voldoen en daarom worden de dieren, dl« des zomers verzameld zijn, na in blik geconserveerd to zijn, in hot najaar weer in hun huisjes — die men hoeft bewaard — godaan on dan mot oen groene botorsaus bestreken, In den handel gebracht.
BSBHHMIlMHHnsBHw - 28
e voor v* M CORRESPONDENTIE Mej. T. K. te G. (G!d.) — Natuurlijk, de amateur-detective is voor iedereen!
P^VVEREN srto
NATUURLIJK mET MET SCHERPE SCHUURMWmBN
Mevr. E. d. B. te A. — Het doet mij werkelijk bijzonder genoegen té hooren, dat mijn raadgeving zulke goede resultaten heeft gehad. Met stoomen zullen de achtergebfeven kringen zeker wel verdwijnen. Wat uw nieuwe vragen betreft: Marmeren platen van waschtafels moeten op de volgende wijze worden gereinigd: men laat er twintig tot dertig uur een dunne brij van fijngewreven kalk en zeepwater op inwerken. Daarna wascht men het marmer af en wrijft het met rundvet. Ook kan men 'n mengsel van een deel witte was in tien deelen terpentijnolie gebruiken. Ik zou u heel graag een waschmethode voor uw handschoenen opgeven, doch dan moet ik eerst weten, van welke leersoort ze vervaardigd zijn. ledere soort leer vraagt namelijk weer een andere behandeling. Daar de roestvlekken in een geborduurd tafelkleed zitten, zal ik u in de eerste plaats een onschuldig middeltje opgeven. U houdt de vlekken boven kokend water en wrijft | , ze daarna met zemelen In. Dan verscheidene uren zoo laten liggen en daarna pas uitwassohen. In den regel verdwijnen de vlekken dan wel. Zijn de uwe echter bijzonder hardnekkig, dan moet er een Iets andere methode toegepast worden. U lost zuringzout op in kokend water. Het stuk stof, waar de vlekken in zitten houdt u over den rand van een pan, waarin water kookt. Met een lapje, dat telkens met de zuringzout-oplossing wordt bevochtigd, wrijft u de vlekken dan net zoolang tot ze verdwenen zijn. Heeft u al eens geprobeerd uw spiegel met een schoonen doek met spiritus te behandelen? in het algemeen worden ze daar prachtig van. Een ander reinigingsmiddel Is een mengsel van een deel fijngemaakte bolus, twee deelen trippelaarde en vier deelen Keulsch krijt. Eerst maakt u dan den spiegel vochtig en wrijft hem dan met dit poeder met een schoonen doek. Als uw spiegel dan weer blinkend schoon Is geworden, moet u uw man uit mijn naam eens vragen er voortaan wat meer consideratie mee te hebben en den badkamerspiegel te gebruiken. Ten slotte het onderhoud van nikkel: Men overgiet het nikkel met kokend water en droogt het. Wanneer het aangeslagen is, poetst men het met rood nikkelpoeder. Wanneer het nikkel zoo vuil is, dat het op deze wijze niet schoon wordt, moet het behandeld worden met poetsextract en nagewreven met fijn wit krijt De Secretaresse van de VOOR U-CLUB, Galgewalet 22. Leiden
van in dit nummer gepubliceerde actueele foto's met aandu'ding Pol. kunt U bestellen bij 't Foto-Persbureau
POLYGOON N.V. DAMRAK 53, AMSTERDAM waar U, indien U vermeldt dat U abonné is op dit blad, 25° o reductie geniet
:? Cj
1. Peter Dares hart klopte angstig, toen hij eeit donkere spelonk ontdekte. Wat zou er met zijn kleine zusje gebeurd zijn? Het eenise spoor, dat ze had achtergelaten, was de ketel, dien ze roet water zou iaan vullen. Verder was er niets van haar te bekennen. .lij maakte zich erg ongerust, want hij was bang, dat haar iets was overkomen.
2. Hij liep de spelonk in en begaf zich naar de donkere schaduw, die zich achter in bevond. Gelukkig had hij heel scherpe oogen, zoo^at hij juist op tijd ontdekte, dat hij zich voor een soort afgrond bevond. Hij bukte zich en tuurde ingespannen in de donkerte beneden hem. Htft zou immers best mogelijk kunnen zijn, dat Dot den afgrond niet zou hebben bemerkt.
3. En werkelijk. Op een uitstekende rol&pum untdekie Peter iets wat veel leek op een gedeelte van een nf ander kleedingstuk en het had zelfs de kleur van Dols jurk. Peter voelde zich bleek worden van schalk en hij klom zoo snel mogelijk naar beneden. Hij had den grond al bijna bereikt, toen hij Dot zelf bemerkte. „Heb je je pijn gedaan?" was het eerste wat hij vroeg
\. De kleine Dot schudde haar hoofd en trachtte zich zon flink mogelijk te houden, ofschoon ze natuurlijk wej erg was geschrokken. Peter hielp rijn zusje weer naar
5, Langzamerhand verscheen er een diepe rimpel up rijn voorhoofd. Hij zou werkelijk niet welen, waar hij op dit verlaten eiland ergens iets eetbaars vandaan moest halen. Hij zat er juist heel diep over na te denken, toen hij opeens merkte, dat Dot niet meer naast hem zat. Ze was stilletjes weggegaan.
6. Juist op dat ougenblik zag hij Dot aankomen ei ze riep hem toe, dat ze eens op verkenning was uil geweest en dat ze een klein huisje had ontdekt. Peier kon zijn ooien nauwelijks gelooven .Wat zegje? Een huis, nier op dit eiland? Dat moet ik dadelijk zien.' En opgewonden volgde hij Dol om Ie zien wat ze in dit verlaten oord had gevonden.
8. Peter stootte de deur open en Dot volgde haar broertje naar binnen. Er stond niet veel in de ruimte, die zich aan hun oogen vertoonde. Alleen een paar stokken en oen mand en in een hoek een kist. Peter opende de laatste om te zien wat ar zich in bevond. Ze haalden er een vischnet uit en Peter dacht, dat ze dit nog wel zouden kunnen gebruiken.
9. De hut werd blijkbaar wel eens door visschers ge bruikt en Peter was erg blij met hun ontdekking. Maar toen vond Dot nog iets van veel grooler waarde. „Kijk eens," zei ze plotseling, „een briefen hij is aan pappie geadresseerd." Wordt vervolgd,
N BON VOOR GESCHENKE f V 56-0141
^|tg&3£.rWgre
FEBRUARI VRUDACi-M I -A«<«
iffip3Säi /■pff
\ê KAPI
1
1
W^VJ
]
sÄXt*; ft*u
■ J^^ï
^>5^ vtiu^ jP^*^v^K*^-"
i De JriMboven gfgeb« eigw|P'.tlJ*«rt« «•«1 plofflnö IngwUfld. »i
Wie van( ónze I«
AFDRU KKEN
DE VLIEG AVONTUREN VAN PETER EN DOT VeTvoi*
een
zakagenda, werd den e oorzaak van de ont-
Wij zullen weer èen prijs van f. 2.90 benevehü twe« troostprijzen verdeelen onder hen, die ons een Juist antwoord zenden. De verdeeling 'der prijzen geschiedt op een manier, waarbij alle inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op het verkrijgen van een der prijzen. U gelieve Uw antwoord in te zenden voor 23 Februari aan Mr. Detective, Gaigewater 22, Lelden. Op briefkaart of enveloppe duidelijk vermelden: Amateurdetective 23 Februari. Dl OPLOSSING VAN HET VOORLAATSTE PROBLEEM Deze luidt: Indien de man, of iemand anders, In geen tien dagen in de kamer was geweest, zouden de bloemen In de vaas — die bovendien nog bijna geheel met water is gevuld! — niet meer zóó frisch geweest zijn. De prijs van f. 2.50 verkreeg de heer J. J. Polij, Amsterdam; de troostprijzen kregen mevrouw M. G. C. Mellegers-Ottens, 811edrecht; mejuffrouw A. Philipoom, Utrecht. - iO —
%
^Q^BtJjM | ? :
" ^ " nÊT üT»^^
Bjr^aSÉ 1
nm HFIA JIS^'^V* (f
y^rwm^ABtóï*^ w -!i
7. Het was maar een klein houten'hutje, ruw doch stevig gebouwd. Peter veronderstelde echter, dat hel wel tegen een stootje zou kunnen en dat het al heel wat slecht w<')er te verduren zou hebben gehad. Toen ze er vlakbij waren, wees Dot hem nog een boom, die een heeleboel roode appeltjes droeg, Daar zouden ze iben. dus voorloopig geen gebrek aan hebbi
Abonné's op dit blad, welks in onze registers zijn ingeschreven en in hst bezil zijn van. een door onze administratie afgegeven polis, xijn gratis verzekerd volgens polisvoorwaarden) f. 3000.— bij levenslange invaliditeit; /. MO,- bij overlijden; f- 400.— bij verlies van een hand, voet of oogi f. 75.— bi| verlies van duim of wlfavlngsr; f. 30,— iiij verlies van een anderen 'vinger, een en ander
ten gevolge van een ongeval. Is het ongeval een gevolg van een aan een personentrein, tram of autobus ens.overkomen ongeval, waarin versekerda als gewoon betalend passagier reist, dan wordt de uitkeering bij levenslange invaliditeit gesteld op f. 3000.- en de uitkeering bij overlijden op f. 1000..— De uitkeering deter bedrsgen geschiedt door da NIEUWE HAVBANK N.V. te Schiedam.
— 31
Denk er om bij een eventueel ongeval binnen 3 x 24 uur aan het kantoor der N.V. Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennis te graven, ook al meent U, dat da directe gevolgen niet ernstig kunnen zijn. Anders vervalt het recht op uitbetaling.
H
M
U
O
R Regisseur: Edmund Goulding. Mary Donnell Jack Mc-rrick Lloyd Rogers fj'P Merrick s - r ■ • ■ • \ Virgil Whitaker Mrs. Rogers Am y
Voor de microfoon: ... .In de verte kabbelen de golfjes...'
.Ja, maar ik heb 'm voor een koopje gekregen, omdat het een model van het vorige jaar was
Veiligheid voor alles I
.Hier, trek die aanl
.Ik kom mijn oogen laten onderzoeken voor een bril!'
.Lieve mijnheer honger...'
de agent, ik had zoo'n
Warner Bros-film. Minor Watson Ben Weld en
™0n 3 k0 X , f. NT Detect.ve Neely Pr- James ^red„ Dr. Hartman K-enyon Jackie
Het verhaal vangt aan in Frankrijk, waar men een mysterieuze vrou w ziet op een def terrassen van Monte Carlo. Wij verlaten Mary Donnell op op het het terras terras om o terug te keeren tot de opeenvolgende gebeurtenissen, die haar naar Monte Carlo brachten. We zien haar en haar vriendin Amy bloemen brengen op het graf van Al Haines, den gestorven gangster. Marys e A^U < VZ Jaar' dle " verlooPen zijn-sinds de moordpartij, waarbij haar man werd gedood, heeft zg al haar vroegere relaties verbroken. Zij wil zelfs Fred, den trouwen vriend uit voorbije dagen, met meer spreken. Juist als zij de bloemen op het graf neerlegt, vlamt er een magnes.uml.cht op. D.t is bet werk van Virgil Whitaker, een verslaggever. Hij heeft een artikel MPltoo.d en. wil dat Mary het met haar naam onderteekent. waarvoor zij duizend dollar zal ontvangen Zij we.gert en gaat naar het kantoor terug, waar zij werkzaam is als secretaresse en assistente van Lloyd Rogers een brillant advocaat. Whitaker volgt haar naar het kantoor S onttultJdaaJr haar verleden Rogers bekent dan. dat hij al dien tijd den moedigen strijd van Mary kende den stnjd. d.e bedoelde haar verleden te begraven. Hij biedt aan haar te helpen p en brengt Whitaker van zijn plannen af. J Intusschen komt Jack Merrick van een pleizierreisje uit Europa terug. Hij belooft Mary dat hij zijn leegloopersbestaan zal opgeven als zij met hem wil trouwen Zij vluchten en ontsnappen aan zijn vader, die reeds een bruid, Florence Flip" Carson voor hem had uitgezocht. Eenige uren na het huwelijk spoort Merrick Sr. de pasgehuwden op. Ondanks Jacks tegenkanting is hij met in staat zijn vader te weerstreven. Het huwelijk wordt geannuleerd en Jack vertrekt opnieuw naar Europa. Als Mary's kind is geboren, noemt zij het naar zijn vader. Zij gaat voort met haar werk voor Rogers en wordt meer met hem bevriend dan ooit tevoren. Rogers is tengevolge van zijn ongelukkig huwelijk zeer eenzaam. Hij maakt Mary meer en meer tot zijn vertrouweling. Op een dag vertelt Whitaker Mary, dat Jack met Flip getrouwd is. Enkele uren daarna hooren zij, dat de jongI gehuwden een auto-ongeluk hebben gehad. Jack komt tot de ontdekking, dat Flip voor haar leven kreupel zal bi.jven. Het echtpaar keert naar Amerika terug en daar ontmoet Jack Mary opnieuw. Hun oude liefde vlamt weer op en Jack besluit Flip op te geven de vrouw te trouwen, die hij werkelijk liefheeft. Jack voert een hevigen strijd met zijn vader, waarin hij ten slotte den wil van zijn vader overwint. Hij gaat naar Mary om haar te zeggen, dat hij met haar wil trouwen. Hij ziet hun zoon en is meer dan ooit besloten om Flip te verlaten en Mary te huwen. Mary zendt Jack echter weg. Rogers dood heeft haar weer op de frontpagina der bladen gebracht, het publiek denkt dat Mary Rogers geliefde en Roger de vader vjn haar zoon was. Geheel verslagen besluit Mary haar zoon aan zijn vader en Flip af te staan, zoodat zij iets zullen hebben dat hen bindt. Mary gaat naar Europa. Flip sterft en Jack is vrij. Hij gaat Mary zoeken en vindt haar ten slotte . .
Bette Davis en lan Hunter. Bette Davis en Henry Fonda. Henry Fonda, Bette Davis. Anita Louise en Dwan» Day.
.Wees toch niet koppig, Janl Waarom wil je nu beslist dien eenen ontsnapten worm hebben 7*
ßette Davis Henry Fonda ian Hunter Anita Louise Donald Crisp Hugh O'Connell Katherine Alexander Mary Phillips
Sidney
Toler
Charles* Trowbridge Norman Willi Herbert Rawlinson Tim Henning Dwa
DOPOTHY LAIIQU
Dorothy Lamour Als men ..de mooiste vrouw van de wereld" genoemd wordt, dan is het maar een geluk, wanneer men zoo'n schooncn naam draagt als Lamour. Een charmante naam, een Fransche naam, en ditmaal eens geen ,,filmnaam": Dorothy staat werkelijk onder dit fraaie epitheton ingeschreven bij den burgerlijken stand van haar vaderstad Nieuw Orleans. En dat hoeft ons niet te verwonderen als wij bedenken dat Louisiana, waarvan de unieke stad aan den Mississippi mond de hoofdstad is. tot het begin der negentiende eeuw Fransch bezit was. Er waren in dat Nieuw Orleans twee vriendinnen, die beiden bijzonder knap waren en beiden Dorothy heetten; de blonde Dorothy Dell kon men altijd samen zien met de donkere, een tikje exotische schoonheid, jdie het onderwerp van ons artikel uitmaakt. '\ Zij zijn jaren iep dezelfde school gest en iecjereèn ipas het er over eens, dat
men zelden toegewijder kameraden had gezien dan deze twee. die beiden in gelijke mate trotsch waren op hun uiterlijk schoon, en in later jaren, op het succes van de andere. Toch werd deze vriendschap, als men de kennissen van de beide meisjes gelooven mocht, op een zware proef gesteld, toen er een schoonheidswedstrijd uitgeschreven werd in Nieuw Orleans, waar onze beide Dorothy's aan meededen. • Wie echter gedacht had, dat de twee vriendinnen hiermee acte van rivaliteit wilden geven, kwam bedrogen uit. Tot op zekere hoogte kon men zulk een concours beschouwen als een modern tournooi, waar de deelneemsters, met geen andere wapenen dan hun schoonheid, charme en elegance, in het strijdperk traden om elkander bitter te bekampen. Mogelijk gold dit voor velen van de deelneemsters niet voor onze beide vriendinnen. Zij namen voor de grap deel, de blonde Dorothy in de overtuiging dat, indien een van hen beiden met den prijs zou gaan strijken, het haar vriendin zou zijn; de donkergelokte naamgenoot hield vol, dat Anita Loos gelijk had toen zij haar boek schreef ,,Blondjes genieten de voorkeur". Misschien om de schrijfster geen ongelijk te geven kozen de galante beeren van de jury een blondine als de schoonste van het feest, en, zeer tot haar verbazing en niet geringe verlegenheid, werd Dorothy Dell tot winnares uitgeroepen.
Dorothy Dell De vriendinnen van het tweetal bleken ongelijk te hebben in hun meening, dat Dorothy Lamour gepiqueerd zou zijn over het succes van haar vriendin; integendeel: niemand was oprechter verheugd dan zij, toen de jonge schoonheidskoningin eenige dagen later waardig gekeurd werd een proefopnamc voor Paramount te maken en als gevolg hiervan een mooi contract voor Hollywood in de wacht sleepte. Dorothy Dell vertrok dus naar de filmstad en natuurlijk beloofde zij haar vriendin haar uiterste best te zullen doen om ook haar een positie in filmland te bezorgen. Helaas had Dorothy Dell niet veel plezier van haar succes. Zij trad op in de Shirley Templefilm ,,Little miss Marker" (Juffertje Blauwbaard) en vervulde reeds in haar tweede film, ,,The wharf angel" (Het meisje uit de zeemanskroeg) de vrouwelijke hoofdrol, waarin zij niet alleen door haar schoonhjèijd, doch ook door haar dramatisch talent haar gevoelige zangstem opviel. Doch
^
Een mooie Trouw ia een mooi« omgeving.
nauwelijks tweeëntwintig jaar oud en aan het begin van een veelbelovende carrière, werd ze op een Californischen autoweg het slachtoffer van een dronken chauffeur. Haar eigen wagen stortte als gevolg van een kleine botsing in een ravijn en Dorothy werd op slag gedood. Kort voor dit noodlottige ongeluk was Dorothy Lamour naar Chicago verhuisd, waar zij met haar moeder woonde en een bescheiden functie op een kantoor vervulde. Zij was tot de film nog niet nader gekomen dan de eerste de beste filmmaniak; avond aan avond bezocht zij de groote bioscooppaleizen van Chicago, die. behalve een uitgebreid filmprogramma, ook nog weiverzorgde variété-show's plegen te geven. Op een avond hoorde zij in het Oriental Theatre de band van Herb Kay spelen. Het was voor haar een openbaring, de dirigent maakte een ontzaglijken indruk op haar. Zij had het gevoel dat deze man haar levensgezel zou worden. Doch hoe moest een bescheiden kantoor-juffertje in contact komen met een bekend band-leider? Dorothy Dell kwam eenige dagen bij haar vriendin op bezoek en wees haar den weg. dien zij moest volgen. Zooals zoo dikwijls in Amerikaansche bioscopen gebeurt, werd ook in de Oriental een wedstrijd voor amateurs gehouden, die met Herb Kay's orkest op het tooneel mochten zingen. Dorothy Dell ried haar vriendin aan hieraan meè te doen en om haar te bemoedigen liet zij zichzelf ook inschrijven. Dorothy Lamour had een warme, soepele en bekoorlijke contralto, en hoewel ook haar blonde vriendin met haar Hollywoodsche er varing meedeed, was het ditmaal de donkere schoone. die opviel. Hoewel zij niet den eersten prijs verwierf, trok zij de aandacht van den man wienä aandacht zij had willen trekken. Herb Kay gaf haar een contract om als zangeres met zijn band op te treden. Twee jaren lang zong Dorothy in zijn band, zonder dat de leider iets scheen te bemerken van de gevoelens, die zijn schoone refreinzangeres voor hem koesterde. Zij waren collega's, kameraden, meer niet. Aan het eind van die twee jaren had Dorothy er genoeg van. Het was haar onmogelijk nog langer naast dezen man te leven, dien zij liefhad, doch die haar klaarblijkelijk niet begreep. Zij solliciteerde en kreeg een engagement in New York. Toen verfiel zij zonder afscheid te nemen de band van Herb Kay. Zij wilde niet de eerste zijn om hem iets te laten blijken van haar geyoelens. Wat zij niet had willen of durven zeggen, schreef zij. Nauwelijks in New York aangekomen, zond zij hem een langen brief, waarin zij hem vertelde van de liefde die zij voor hem had gekoesterd. En zij voegde er aan toe: ..Nu is alles uit. probeer niet me terug te zien." Twee dagen later was Kay aan de telefoon met blijdschap in zijn stem. Een dag later w,as. hij in New York en vroeg haar ten huwelijk. Met een onbegrijpelijke, doch in Amerikanen veel voorkomende reserve en verlegenheid had hij zich tegenover zijn zangeres niet durven uiten, hoewel hij reeds geruimen tijd van haar hield Dorothy was perplex. Zij begreep deze plotselinge verklaring niet en schreef haar
toe aan een vrij langdurig bar-bezoek. Zij zei tot den volgenden dag met haar antwoord te willen wachten. Den volgenden morgen was Kay nog steeds dezelfde meening toegedaan. Dorothy was zoo blij, dat zij huilde van geluk. Nog dienzelfden middag gingen zij naar het stadhuis, waar zij een ambtenaar troffen, die geen trouwbriefje wilde afgeven, voor hij het geboortebewijs van de bruid had gezien. Zooiets moest natuurlijk uit Nieuw Orleans komen, maar hoeveel kostbare dagen zou dit niet kosten! Herb Kay besloot te trouwen in een plaats, waar de ambtelijke paperasserie tot een minimum was teruggebracht. Dorothy was diep teleurgesteld, maar met forsche hand liet de orkestleider haar plaats nemen in een taxi en droeg den chauffeur op hen te brengen naar een klein plaatsje dicht bij New York, waar men minder op formaliteiten gesteld was. Helaas vergiste de chauffeur zich en bracht het paar naar een dorp, waar zelfs nog meer papieren vereischt werden dan in New York. Kay liet zich niet ontmoedigen. Zij gingen naar New York terug en vertrokken den volgenden morgen met een vliegtuig naar Chicago, waar zij zonder verdere moeilijkheden in den echt werden verbonden. Maanden gingen voorbij en Dorothy bleef, onder leiding van haar echtgenoot, de refreinen van zijn danswijzen zingen. Zoo af en toe zong ze ook solo's, die door het Amerikaansche radio-publiek zeer gewaardeerd werden, want natuurlijk speelde Kay's band, zooals elke band van beteekenis in Amerika, geregeld voor de microfoons van de National Broadcasting Corporation. Zoo bouwde zij zich langzamerhand een kring van toegewijde luisteraars op. Haar radio-succes kwam niet als een blijde verrassing, doch als een moeizaam, met zorg, toewijding en opoffering van veel genoegens, opgebouwde carrière. Het gebeurde wel dat zij in hetzelfde programma optrad als Bing Crosbv en de vroolijke Jack Benny, die zij later ia Hollywood zou terugvinden, en zij gaf zichzelf heel wel rekenschap van het onschat.bare voordeel van de groote populariteit, die een zanger of zangeres, alleen al met optreden voor de radio, verkrijgen kan. Wij hebben het al eerder gezegd, wat Dorothy Lamour karakteriseert is in de eerste plaats haar physicke volmaaktheid: de regelmatige schoonheid van haar trekken, de warme blik van haar donkere oogen. de rijkdom van haar zwarte lokken, het exotische in haar heele verschijning en de harmonie van haar lichaamsvormen. Dorothy was zich we! bewust van het feit, dat al deze aantrekkelijkheden in haar werk voor de radio ongebruikt bleven, aangezien de televisie voorloopig nog een utopie is. Zij bevond zich in de onaangename positie van een actrice in de stommefilm die met een gouden stem begiftigd is. Slechts de helft van haar persoonlijkheid kwam tot haar recht. En toen zij eens moest optreden voor een der zenders van Hollywood, kwam het vroegere verlangen naar een filmcarrière weer met vernieuwde hevigheid boven. Hollywood . Droomland van haar kinderjaren, stad Dorothy Lamour In haar nieuwste iilm „Her jungle lover".
van biltere herinneringen aan haar ongeluk kige vriendin . . Was het oogenblik misschien gekomen om een kans te wagen haar loopbaan voor den microfoon te verwisselen met die voor de camera f Dorothy dacht lang na over den stap, dien zij op het punt stond te ondernemen. Maar toen zij haar serie concerten beëindigd had, bleef zij in Hollywood. Het gelukkige toeval reikte baar onverwachts de hand. Wilhelm Thiele, de Duitsche regisseur, die al jaren bezig is zich een plaats -onder de grooten van Hollywood te verwerven, ging voor Paramount een film maken, die den beroemden Tarzan aan een vrouwelijke collega moest helpen: De jungle prinses. Thiele had zijn zaak goed voorbereid. Hij had een hoekje van Californië omgeschapen tot een aanvaardbare Maleische wildernis, hij had een Rus en een Groenlander geëngageerd om
de Maklers uit te beelden, hij had tijgers, olifanten en apen gehuurd, die, volgens de regelen der kunst gedresseerd, op het sein van hun oppasser wachtten om hun grimmige en bloeddorstige rol te spelen. Maai éé.ri ding ontbrak den regisseur nog en dat was de jungle prinses. Men wilde deze rol niet aan Kathleen Burke geven, die eens als dé „Pantherwoman" is opgetreden in de hier verboden film „Island of lost souls", en die sindsdien, tusschen twee haakjes, zeer ten onrechte, geen groote rollen meer heeft gekregen. Men wilde iets nieuws, iets sensationeels, iets wat men nog niet had gezien. Men wilde een exotische schoone met een warme, omfloerste stem, met een perfect figuur, men wilde bovendien een actrice met talent, die de uiteraard lichtelijk ongeloofwaardige geschiedenis met vuur en overtuiging „over het voetlicht" zou kunnen brengen. Agenten van den regisseur zochten vijftig dames bijeen, die min of meer aan deze eischen voldeden. Hun razzia op Hollywoods vrouwelijk schoon was reeds ten einde, toen een van hen bij toeval de hel3in van ons verhaal ontmoette. Natuurlijk noodigde hij haar vriendelijk uit zich bij de vijftig andere dames te voegen, die reeds voor Thiele waren opgesteld. Toen Dorothy Lamour binnenstapte, wierpen Thiele en zijn medewerkers elkaar een blik van verstandhouding toe. Waarom zou men verder zoeken? Een korte vergadering binnenskamers was voldoende. Er werd den vijftig dames meegedeeld, dat het Paramount erg speet, maar dat men reeds iemand had gevonden, die voor de rol geknipt was.... Zoo speelde de mooie zangeres van de National Broadcasting Company in „De jungle prinses", waarin zij het mooie meisje was dat door de dieren werd opgevoed en door den knappen jongen ontdekkingsreiziger werd gevonden, beschaafd, en getrouwd. In die eerste film had Dorothy gelegenheid de rijke pracht van haar lange, donkere haren rond haar schouders te laten golven en in Amerika, waar negenhonderdnegenennegenr tig van de duizend vrouwen gekortwiekt rondloopon, was Dorothy's ongeschonden haardos op zichzelf reeds bijzonder genoeg voor de journalisten om haar met een specialen naam te begiftigen. In vele kranten is onze ster dan ook nog steeds „Hollywoods langharige schoone".
Dit alles was natuurlijk heel mooi voor een begin, maar Dorothy wilde verder. Mariene Dietrich, Katherine Hepburn en GretaGarbo spelen ten slotte ook geen jungle prinsessen! Dorothy Lamour heeft dus vervolgens rollen gespeeld, die haar ideaal een groote dramatische filmactrice te worden, iets dichter benaderden. Wij hebben haar naast Irene Dunne en Randolph Scott kunnen zien in „Vloeibaar goud" (High, wide and handsome), naast Fred MacMurray en Carole Lombard in „Swing high, swing low" en nu in „De laatste trein uit Madrid". Natuurlijk zorgen de filmmagnaten er wel voor, dat haar eerste succes herhaald zal worden. Nogmaals zal zij met Ray Milland optreden in een soort vervolg op „De jungleprinses", een film die in kleuren wordt opgenomen en „Her jungle lover" zal heeten. Men ziet, dat het oerwoud-prinsesje toch eigenlijk wel Dorothys belangrijkste creatie is... . tot nu toe. In haar andere films stelt zij elegante, coquette vrouwen voor, wier beteekenis in het filmverhaal slechts betrekkelijk is. In „De laatste trein uit Madrid" bijvoorbeeld hebben Karen Morley en Olympe Bradna, zelfs Helen Mack eigenlijk grootere rollen dan zij. Filmenthousiasten over de geheele wereld hebben, aangemoedigd door de Amerikaansche pers, sinds eenigen tijd een nieuwen naam voor Dorothy Lamour ingevoerd. De langharige schoone wordt niets meer of minder dan de schoonste vrouw van de wereld genoemd. Het is natuurlijk een begeerenswaardige titel en vele vrouwen zouden dolblij zijn met zoo'n benaming, doch schoonheid alleen is niet genoeg om van een jonge vrouw een filmster van beteekenis te maken. De be7 roemdste Amerikaansche~ sterren: Mariene Dietrich, Greta Garbo, Mae West, Katherine Hepburn, Claudette Colbert, Sylvia Sidney kunnen op dezen titel niet of nauwelijks aanspraak maken. Zij missen die ietwat koude perfectie, die eerder tot haar recht komt in een marmergroep of- in het werk van een idealiseerend schilder dan in het gezicht van een actrice, wier taak het 'is de menschelijke natuur met al haar zwakheden uit te beelden. De mooiste vrouw van de wereld ... Een naam, die zwaar valt te dragen. Zal hij de schoone draagster veroordeelen tot bijrollen in films, waarin anderen met de eer van het „fraaie spel" gaan strijken om voor haar niets over te laten dan een bevallige versiering te zijn, omdat het oog ook wat wil? Het is deze min of meer passieve rol, die zij op het oogenblik nog speelt, een mooie vrouw, vorstelijk gekleed in mooie toiletten, een super-mannequin. Doch wij, die Dorothy in al haar films gezien hebben, gelooven, dat de dag niet ver meer is, waarop Dorothy Lamour haar tweede, haar werkelijl»e kans zal krijgen: te bewijzen dat achter dat fraaie, maar onbewogen masker méér schuilt dan een koel en onbewogen innerlijk; dat zij zal leeren die ontroerende expressies te vinden, die het publiek zullen boeien. Wij voor ons zien dien dag voor Dorothy met vertrouwen tegemoet. Dorothy Lamour wordt opgemaakt voor baai rol in „Vloeibaar goud".
WiNïIllRèPliR©©KJM
' TEKST: CHEF VAN DUK
MUZIEK: PAUL COLUN EN CHEF VAN DIJK
Moderato
Refrein^
AN S S E H bevond zich in een dorpje en moest een bezoek brengen aan een villa, die zeker wel een uur loopen buiten het dorp stond. Het eenige vervoermiddel bleek een aftandsch rijtuigje met dito paard. „Wat kost het, als je mij naar „Veldzicht" brengt ?" ,yroeg hij den eigenaar. Deze dacht even na. „Twee gulden, mijnheer," zei hij toen. Waarop mijn neef antwoordde: „O neen, mijn bedoeling was niet, het stelletje te koópen ..." en weg wandelde. De verstrooide professor kwam aan het diner naast een charmante dame te zitten. „Herinnert u zich nog, professor," vroeg zij, „hoe u mij een paar jaar geleden ten huwelijk vroeg?" „O, ja," zei de professor, „en deed u het?" Aan het eind van de derde ronde rolde de zwaargewicht in een hoek van , den ring, volkomen uitgeput. Zijn manager kwam op hem af en fluisterde hem in het oor: „Ik heb een goed idee: den volgenden keer, dat-ie je slaat, sla je terug." De oude heer keek met een blik vol sympathie naar de reizigster die tegenover hem zat. Zij staarde met een ietwat droevige uitdrukking op haar gezicht naar buiten. In het net lag een koffer met het adres van een bekende kostschool er op, een hockeystick en een temüsracket. De oude heer leunde wat naar voren. „Mijn beste kind," zei hij, „de school is niet zoo kwaad. Je zult op deze jaren terugzien als de gelukkigste..." Hier zweeg hij plotseling. De jonge vrouw keek hem koeltjes aan en zei: „Ik ben de gymnastiekleerares." Een Amerikaansch schoolopziener had bij de scholen, die hij geregeld moest bezoeken, ook een avondschool voor negers. Een jaar tevoren had hij een leerling, een al iets oudere negerin, gefeliciteerd, die den cursus verliet en er geleerd had haar naam te schrijven. Toen hij echter na een jaar terugkwam, zag hij er dezelfde vrouw weer zitten. „Ja," zei ze met een verlegen lachje, „ik kom weer leeren mijn naam te schrijven." „Maar dat heb je verleden jaar toch ook al geleerd ?" „Maar nu ben ik getrouwd.!'
vlokken spreiden stil en zacht O-ver de aard'haar donzen witte
1^
. - Vacht.Als tqe-fle:dckt door 'n on-zicht-ba-re hand Ligt roer-loos.
---««.l-zaê'n^hetbe-snecuw-dc Jand.
1. Milliarden vlokken spreiden stil en zacht Over de aard' haar donzen witte vacht Als toegedekt doorn onzichtbare hand Ligt roerloos, eenzaam het besneeuwde land..
Refrein; Sneeuwkoningin Strooit met milde hand! Flonkering van tooverpracht Elke vlok is een briljant In den serenen nacht.
MAISON ODIOT Fabriek van Artistiek / Zilverwerk Gevestigd in
1690
2. Ziet hoe de reine sneeuw op aarde nederdaalt Door 't milde licht der Noorderzon bestraald. Hier is het rijk der witte Sneeuwvorstin Die tooverfee, die stralende Godin...
7 PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd metaal i
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN U1TGBVOBRD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE VerseliUnt wekelUk* - Pr«, per kwartaal f. 1.05 - Red. en Adm. Oalgewater 22. Leiden. Tel. 780. Pojitrekenlno «880
C*
HQT WEEKBLAD CINEMAs.
[gisM^atf
■oae jaargang
HET WEEKBLAD CIMEMAs
No. 6-19 Febr. 1938
THEATER
■
J*^
i m Li. A.».
* -*#■
"
IV
■
^ 'i _-&»:>.
-^^j
r^ ft GARBO •i^^w**1 >3* tÄK
HEAM. '.%MI
—iA
Uw-' ■fel
n
M A R I E WAI : WS CA"
■ fRügi»'
tSu*
V
ECltjA PAR«