Essaywedstrijd FACULTEIT DER LETTEREN
Samengesteld door Ingrid Stassen
Radboud Universiteit Nijmegen Juni 2013
INHOUD Voorwoord Prof.dr. Odin Dekkers
5
Facebookvrienden zijn met je leraar; Julia Starrenburg vindt dit leuk Julia Starrenburg
7
Kotsende Facebook-leraren Julian Liu
11
Follow je conciërge, word vrienden met je leraar en poke de rector Erwin Douwes
16
Ik tweet niet met meester Piet Naomi Coldenhoff
21
Facebook de vernieuwde Frank en Frey Saskia de Wit
27
Duistere vriendschapsverzoeken Juul van Schijndel
31
U heeft één nieuw vriendschapsverzoek Annabel Kingma
36
Je docent Nederlands heeft je vriendschapsverzoek geweigerd Thom Teulings
40
Facebookfriends worden met je leraar: hot or not? Lisa Dulfer
45
Smoelboek kameraadjes? Jules van Dijk
48
4
VOORWOORD Beste lezer, De auteurs van de tien essays in deze bundel over het thema ‘”Facebookvriendje worden met leraar? Cool of dom?” mogen trots op zichzelf zijn. Niet alleen hebben ze sprankelende en inspirerende stukken geschreven, ze hebben ook maar liefst 340 collega-auteurs verslagen in de allereerste essaywedstrijd van het Pre-University College Humanities! Toen Ingrid Stassen, docent bij de afdeling CIW van de Radboud Universiteit en de grote motor achter dit project, twee jaar geleden met haar plan voor de essaywedstrijd op de proppen kwam, was ik niet meteen geweldig enthousiast. Zou het wel lukken om voldoende scholen ertoe te verleiden om mee te doen? Tenslotte wordt er al zoveel van docenten en leerlingen in het middelbaar onderwijs gevraagd. Maar aan de andere kant paste een essaywedstrijd prachtig binnen de plannen voor het Pre-University College, waarmee de letterenfaculteit de banden met dat middelbaar onderwijs graag wil aanhalen. En binnen die plannen zagen we de voorbereiding op wetenschappelijk schrijven als een speerpunt, omdat er op dat gebied voor alle betrokkenen nog zoveel te leren en te winnen was. Die essaywedstrijd, kortom, moest er wel degelijk komen, en zo gebeurde het. De reacties waren overrompelend positief. Docenten van scholen uit het hele land meldden zich vol enthousiasme met hun leerlingen aan, en de voorbereidende workshops waren dan ook druk bevolkt. Uiteindelijk hebben 22 scholen samen 350 essays ingediend, waarmee wij onze tienkoppige jury bestaande uit tutoren van het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen en leraren in opleiding van het Instituut voor Leraar en School een stevige hoeveelheid leeswerk meegaven. Daar hebben zij zich vol overgave op gestort, en uiteindelijk hebben zij in drie rondes de tien essays geselecteerd die je hier kunt lezen.
5
Op dit moment nog buigt onze driekoppige jury van experts (Margot van Mulken, Peter-Arno Coppen en Ingrid Stassen) zich over de keuze van de nummers een, twee en drie. Op 14 juni worden hun namen bij de prijsuitreiking bekend gemaakt, en worden zij, met hun docenten, in het zonnetje gezet als winnaars van onze eerste – en beslist niet laatste - essaywedstrijd. Zijn de niet-prijswinnaars nu automatisch verliezers? Verre van dat: er zijn zoveel originele, slimme, scherpe stukken ingezonden dat we nog wel veel meer prijzen hadden kunnen uitreiken. Dat geeft ons ook de inspiratie om volgend jaar weer een essaywedstrijd te willen organiseren. Zo gaan we bouwen aan een traditie die hopelijk nog veel meer fraaie bundels met essays van deelnemers zal opleveren. Voor nu wens ik je graag veel leesplezier.
Prof. dr. Odin Dekkers Onderwijsdirecteur en directeur Pre-University College Humanities
6
Facebookvrienden zijn met je leraar; Julia Starrenburg vindt dit leuk Facebook, het online-grapje van een Amerikaanse universiteitsstudent, is binnen een mum van tijd uitgegroeid tot een wereldwijd bekend fenomeen, dat
echter nog steeds niet herkend wordt door de
spellingscontrole van Word. Het is tegenwoordig een druk bezochte internetpagina, een veelgebruikte smart Phone applicatie en niet te vergeten een miljoenenbedrijf! Kortom: Facebook is een grandioos succes. Dat wil echter niet zeggen dat iedereen laaiend enthousiast is; er is al veel kritiek geuit op het communicatieplatform. Zo zou het een minderwaardige
vervanging
van
echte
relaties
zijn,
de
taalontwikkeling van jongeren belemmeren en de mogelijkheid bieden tot ongepaste relaties tussen docenten en leerlingen. Vooral dat laatste punt van kritiek is recentelijk veel in opspraak geweest; zelfs het CNV Onderwijs houdt zich bezig met oplossingen voor dit probleem1. Persoonlijk denk ik echter dat er hier geen sprake is van een probleem. ‘Vrienden’ zijn met je docent op Facebook vind ik geheel normaal en een positieve ontwikkeling, net als ruim één op de vier scholieren in Nederland. Die 25% van de leerlingen heeft via sociale media (onder andere Facebook) contact met hun docenten. Onder andere Johan van Putten, schoolleider van de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen, is een tegenstander van het contact tussen docent en leerling op sociale media: “het uitgangspunt is dat we te maken hebben met een formele relatie tussen leraar en leerling. Daar passen geen informele contacten bij, ook niet op Facebook [etc.]” 3. Daar ben ik het niet mee eens. In mijn opzicht is dit een
7
prehistorische opvatting. Docenten vervullen niet uitsluitend een formele informatieve rol. Zij zijn niet slechts informatiegeneratoren, uitlegmachines of wandelende encyclopedieën. Nee, docenten dienen ook als vertrouwenspersoon, zoals bijvoorbeeld een mentor. Zowel leerlingen als docenten zijn mensen, en naar mijn idee gaan mensen op een betere manier met elkaar om wanneer zij elkaar begrijpen en respecteren. Een ‘vriendschap’ op Facebook kan hieraan bijdragen, wanneer docent en leerling dezelfde pagina’s ‘liken’ of een gepaste blik in het leven buiten school van de ander krijgen. Met nadruk op gepast, want gepastheid en regelgeving zijn uiteraard belangrijk voorwaarden voor de mogelijkheid van online vriendschappen tussen docent en leerling. Deze regelgeving is door veel scholen en schoolgemeenschappen toegepast. Helaas zijn enkele scholen te ver doorgedraafd en hebben zij een verbod ingesteld op het contact tussen docenten en leerlingen via de sociale media. Dit verbod is ten eerste een schending van de mensenrechten, namelijk het recht op vrijheid van meningsuiting, volgens onder andere een rechter in Missouri, en ten tweede een regelrechte aanfluiting. Zo zal dit verbod alleen maar averechts werken, want face it; we hebben het hier wel over een verbod voor puberende jongeren, die het liefst zo anarchistisch mogelijk tegen alle regels ingaan. Tevens zal het verbod niet het gewenste effect hebben, want het is ontzettend ingewikkeld en zo goed als onmogelijk om overtredingen van dit verbod te controleren, aangezien de sociale media uitgegroeid is tot zo’n wereldwijd platform.
8
Hierom moet, in plaats van een verbod, een protocol de dienst uit maken. Dit protocol moet echter in samenwerking met de leerlingen opgesteld worden, want alleen wanneer regels in overleg van beide partijen gemaakt zijn, zullen zij naar wens gevolgd worden. De samenwerking zal een gevoel van wederzijds begrip en respect creëren, waardoor beide partijen bereid zullen zijn om het protocol te volgen. Met behulp van dit protocol kunnen leerlingen op een gepaste manier de wereld van online-contacten kunnen ontdekken. Volgens Lewis Holloway, een schoolinspectrice met bijna veertig jaar ervaring: “onze studenten worden blootgesteld aan nieuwe gevaren en dus moeten wij nieuwe manieren vinden om hen daartegen te beschermen” 4. Het protocol en de daarmee verbonden verworven gedeeltelijke vrijheid kan zeker een van die manieren zijn. Want, zoals Jennifer Pust, hoofd van de docenten Engels op de Santa Monica High School, meent: “het lijkt mij beter om hun te leren omgaan met al deze onlinemedia dan alles maar dicht te gooien met een verbod en te doen alsof die wereld niet bestaat” 4. Het ontkennen van het fenomeen Facebook kan niks anders dan een moment van verstandsverbijstering zijn en de leerlingen zijn beter af wanneer zij leren omgaan met de onlinewereld, dan wanneer hen dit verboden wordt. Kortom, ‘vrienden’ zijn op Facebook met je docent is in mijn optiek een positieve ontwikkeling; er is veel veranderd sinds de tijd dat een docent slechts een leerstofverstrekker was die sloeg met linialen en gooide
met
krijtjes.
Tegenwoordig
is
een
docent
ook
een
vertrouwenspersoon en misschien zelfs wel iets wat in de buurt komt
9
van een kennis. Om die reden is een vriendschap via Facebook alleen maar goed, mits er een goed protocol opgesteld is.
Door: Julia Starrenburg Grotius college, Delft
Bronvermelding: 1. Trouw 2. 1Vjongerenpanel 3. Reformatorisch Dagblad 4. Volkskrant
10
Kotsende Facebook-leraren Ik kan met alle eerlijkheid zeggen dat ik me nog nooit heb ingeschreven voor een social media-site. Als mensen aan me vragen waarom niet, dan antwoord ik altijd: “Omdat het een onnodig verschijnsel is, waar mensen zich zo overbodig druk om maken. Al dat drama hoeft van mij niet.” De meesten snappen die uitleg niet helemaal, maar er zit een kern van waarheid in. Facebook en Twitter zijn vaak het slagveld voor dramatische cyberoorlogen waarin iedereen zit verborgen achter zijn of haar scherm. En dan raken er ook nog eens mensen compleet aan verslaafd. Die zitten iedere drie seconden op Facebook omdat er weer iemand iets heeft gezegd. Om nog maar te zwijgen over Farmville. Het heeft een enorme impact gehad op de samenleving. Iedereen zit op een of meerdere social media-sites. Kinderen van onder de tien. Ouderen van zeventig. En, hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt dat ze iets van een menselijk leven onderhouden buiten school, zelfs leraren. “Leraren? Op Facebook?” Jazeker. “Maar dat kan helemaal niet!” Blijkbaar toch wel. “Wat hebben die daar te zoeken?” Ja, dat weet ik niet. Cijfers vergelijken? Klagen over leerlingen? Dus toen ging een groepje leerlingen tijdens een computerles eens even grondig een aantal Facebook-pagina’s onderzoeken. “He, verrek, hij heeft nog een gezin ook.” Toen kwam het idee bij ze op om vrienden te worden. Dat leek ze best gaaf, een leraar als vriend. Ja, wacht maar totdat hij je straf geeft omdat je hebt gezegd hoe erg je Geschiedenis haat. Het klinkt allesbehalve verstandig om je leraar als vriend te hebben.
11
Waarom zou je je leraar eigenlijk toevoegen op Facebook? Misschien omdat je denkt dat het grappig is hoe die mensen zich buiten school gedragen. Het is natuurlijk hilarisch om te zien hoe je leraar Biologie op Facebook mooi even alle effecten van een overdadige consumptie van alcohol op een rijtje zet, van foto’s waar het braaksel nog op zijn kleren zit tot aan de liefdesverklaring aan een vage kennis. Vol met tikfouten
natuurlijk.
Maar
dit
betekent
wel,
dat
de
leraar
gewaarschuwd wordt vanwege zijn gedrag. De directie van een school kan zich niet veroorloven dat een leraar vanwege social media totaal geen gezag meer heeft. En dan is je docent Biologie ineens geschorst of ontslagen.
1
Dan moeten leraren maar 24 uur per dag leraar zijn. Ze
kunnen in ieder geval Facebook niet meer als een normaal mens gebruiken. Cijfers vergelijken en klagen over leerlingen zit er niet meer in. Ik snap best dat het grappig is om je leraren als normale mensen met een daadwerkelijk leven te zien, maar het is iets minder leuk voor de leraar als hij geen leraar meer is. Er zijn best nog wel andere manieren om je leraren belachelijk te maken. Ik kan me nog goed meerdere sites herinneren die gemaakt waren puur en alleen met het doel om leraren uit te schelden. Niet dat dat veel beter is. Bovendien lijkt het me afschuwelijk om een leraar op Facebook te hebben. Goed, alle fouten die zij daar maken zijn amusant, maar je geeft je leraar ook toegang tot alles wat jij op het internet zet. Dan kunnen ze eens goed zien wat voor persoon jij bent, en hoe weinig zin de les Nederlands blijkt te hebben gehad op je spelling. Ook je foto’s zijn volledig zichtbaar. En ook jij zult vast wel een paar flinke missers hebben gemaakt met alcohol en een camera.
12
Natuurlijk is die andere, menselijke kant van je leraar ook niet helemaal positief. Stel je voor dat hij tegen je gaat praten als een normaal mens! Dat hij het gaat hebben over uitgaan, films, of hoe de lucht er op elf uur ’s ochtends uitziet? Het kan aan mij liggen, maar een leraar hoort gezag te hebben. Zoals schoolleider Johan van Putten zegt, moeten leraren een professionele houding aanhouden. 1 En het contact op Facebook kan bijna niet constant professioneel blijven. Op een gegeven moment word je toch wel iets te vriendschappelijk met elkaar. Over te vriendschappelijk gesproken, het komt helaas ook voor dat leraren social media misbruiken om meer te weten te komen over leerlingen. Sms-berichtjes zijn ook voorbeelden waarbij zoiets finaal mis kan gaan. Op school was het laatst weer raak: er waren weer naaktfoto’s van een meisje verspreid door de hele school. Die foto’s hadden net
zo goed naar een leraar gestuurd kunnen worden.
Iedereen heeft wel eens gehoord over een leraar die betrapt is op seksueel contact met een leerling. En dat wordt al helemaal gemakkelijk met social media. Berichtjes over en weer, en niemand die ook maar iets in de gaten heeft, totdat het op een dag misloopt. Daar komt het probleem nog bij dat social media nog relatief nieuw is, en veel mensen zouden totaal niet weten wat ze zouden moeten doen in een dergelijke situatie, volgens Lewis Holloway.
2
Hij is een
schoolinspecteur, en dit is dus een van de problemen waar hij erg op moet letten. Zeker omdat het allemaal zo subtiel kan zijn. Kan het dan alsnog dat leraren en leerlingen vrienden worden op social media? Misschien als er strenge regels op worden gesteld. CNV Onderwijs vindt dat er regels zoals ‘ga een discussie met leerlingen of 13
ouders op social media niet aan’ toegepast moeten worden.
3
Natuurlijk kunnen foto’s van het wilde uitgaansleven van een leraar er ook niet meer op. Wat is er dan nog interessant aan leraren op Facebook? “Wat een onzin, hij heeft nog niet eens in een bosje gescheten dit weekend.” Scholieren vinden het zelf ook belangrijk dat leraren zich een beetje inhouden op social media. Volgens een onderzoek van 1V Jongerenpanel vindt 60% van de scholieren dat er regels moeten bestaan over het gedrag van docenten op social media.
4
In dit
onderzoek staat ook dat 65% van de scholieren vindt dat de leraren alleen schoolzaken moeten bespreken met leerlingen via social media. En dat is ook logisch. Een leraar is er niet om gezellig tegen te kletsen. Een leraar is er om ervoor te zorgen dat je studie zo goed mogelijk verloopt. Hiervoor is ook een soort ongelijkheid voor nodig, qua persoonlijkheid in ieder geval. Leraren moeten die lastige mensen zijn die
je
de
hele
tijd
achterna
zitten
met
huiswerk
en
verantwoordelijkheden. Daar zijn ze voor. En dus niet voor Facebook. Het is best dat leraren een Facebookaccount hebben. Ze zijn immers ook mensen, en mensen zitten op Facebook. Maar leraren en leerlingen moeten contact hebben op school, en niet op websites. Het wordt gewoon 99% van de tijd te persoonlijk. Daar is een social media-site ook op gebouwd. Blijf maar gewoon weg van het leven van leraren op Facebook. Je hebt nog wel een paar weken genoeg lol aan het idee dat leraren sowieso een leven hebben. Door: Julian Liu
Jeroen Bosch College, ‘s-Hertogenbosch 14
Referenties: 1.) Leraar moet afstand houden op Facebook, Reformatorisch Dagblad, 01-11-12, Evert van Dijkhuizen 2.) Als de leraar een Facebookvriend is, Volkskrant, 22-12-11, Jennifer Preston 3.) CNV Onderwijs stelt Social Media Protocol beschikbaar, Trouw, 02-11-11, auteur onbekend 4.) Scholieren willen Social Media-regels jongerenpanel, 16-11-11, auteur onbekend
15
docenten,
1V
Follow je conciërge, word vrienden met je leraar en poke de rector Zij die beweren dat social media een hype zijn die wel overwaait of alleen bij jongeren populair zijn, hebben ruimschoots ongelijk gekregen. Social media zijn een feit. Bijna iedereen heeft een Facebookpagina met daarop vage collega’s, een oma of tante die alles fervent liked en foto’s waarvan je je af en toe na verloop van tijd wel eens over achter je oren krabt. Ook Twitter is mateloos populair. De mogelijkheid om aan geïnteresseerden te laten weten wanneer je eet, slaapt en naar het toilet gaat binnen 140 tekens bleek genadeloos aan te slaan. Dat er veelvuldig gebruik wordt gemaakt van social media is dus een feit. Maar hoe combineer je deze nieuwe online mogelijkheden en de wetten die daar gelden met de omgangs- en fatsoensnormen die we gewend zijn? Is het mogelijk om relaties die berusten op wederzijds respect, zoals docent-leerling, na de schooluren op Facebook voort te zetten? Mag, kan en moet dit? Een lastig onderwerp. Waarom? Omdat het hier niet over een ‘simpele’ online kwestie gaat zoals cyberpesten of online privacy. In beide voorstaande gevallen gaat het slechts over het belang van één partij, hij of zij die gepest wordt en hij of zij die door cookies en web-tracking zijn privacy als sneeuw voor de zon ziet verdwijnen. Maar zo simpel is het ditmaal niet. Vanuit één optiek naar dit probleem kijken is te eenzijdig en zal geen oplossing bieden voor dit probleem. Het probleem is dat de eeuwenoude relatie tussen docent en leerling op een nieuwe manier op de proef wordt gesteld waar niemand zich eigenlijk raad mee weet. In het digitale tijdperk waar we ons in
16
bevinden, is het moeilijk om regels te ontwerpen die beide partijen niet schaden of de mond snoeren. Mag een docent die af en toe feestje bezoekt en een gezellige avond met zijn vrienden heeft daar geen foto van op Facebook zetten, omdat nieuwsgierige aagjes in zijn klas die wellicht weten te vinden? Moet een leerling bang zijn geschorst te worden omdat hij zich op Twitter uitlaat over een docent? Moeten wereldwijde normen die wij in ons koude kikkerlandje o zo hoog hebben staan zoals privacy en vrijheid van meningsuiting met de voeten worden getreden? Ik dacht het van niet. Vriendjes zijn op Facebook moet, als dat door beide partijen gewenst is, gewoon kunnen. Het protocol van het Pieter Zandtscholengemeenschap dat inhoudt dat docenten niet online bevriend mogen zijn met hun leerlingen vind ik dan ook niet kies. Niet kies, omdat het een regel betreft waarbij niet langer wordt gekeken dan de neus lang is en waarbij alle mogelijke positieve aspecten zonder pardon buiten beschouwing worden gelaten. Natuurlijk kan een docent zwaar over de schreef gaan. Bijvoorbeeld (seksuele) intimidatie moet online, net zoals in het echte leven, zwaar worden bestreden. En natuurlijk kan een docent op Twitter door sommige leerlingen als beknellend worden ervaren. Net zoals een docent die zijn hand net iets te vriendelijk op je bovenbeen legt of een docent die je door de gangen volgt absoluut geen wenselijke scenario’s zijn zijn hun online varianten daarvan dat ook niet. Maar dat wil niet zeggen dat er niet ontzettend veel voordelen zijn. Denk aan een docent die even de laatste tips geeft voor het leren van het proefwerk. Of aan die stille jongen achterin de klas die door social media wel betrokken raakt in de discussie. Of een leerling die in de knel komt met zijn werkstuk en aan zijn leraar vraagt een bron te verifiëren. Dit zijn
17
zomaar voorbeelden die iedereen kan bedenken en glashard tegen dit protocol of dergelijk verbod staan. Er gaan dus erg veel deuren dicht op het moment dat je online contact tussen leraar en leerling zonder de voordelen te overwegen verbiedt. Ten tweede, als een bepaalde leerling totaal geen behoefte heeft aan onderwijzend gespuis op zijn Facebookpagina, dan voegt hij ze toch gewoon niet toe en accepteert hij hun vriendverzoeken toch gewoon niet? Dat lijkt me zijn goed recht. Hetzelfde geldt voor de docenten. Privé is privé en als de leraar liever niet heeft dat de leerlingen zien waar hij iedere zaterdagavond te vinden is schermt hij zijn profiel gewoon af, zoals veel mensen die hun privacy hoog hebben staan dat doen. Het mooie van social media is dat ze optioneel zijn, niemand dwingt je facebook aan te maken, niemand dwingt je je docent te volgen op Twitter en niemand dwingt je de foto van je docent te liken. Doordat social media optioneel zijn is een verbod overbodig, want de leerlingen of docenten die liever geen rol spelen in de digitale speeltuin kunnen daar gewoon voor kiezen. Daar komt bij dat de individuele vrijheid enorm wordt aangetast door een dergelijke maatregel. Zoals veel critici van online relaties tussen docent en leerling al hebben beaamd: leraren hebben een voorbeeldfunctie en foto’s van docenten in beschonken toestand doen die voorbeeldfunctie niet ten goede. Dat is ongetwijfeld waar en docenten moeten dit ook in acht nemen. Maar docenten zijn net zoals alle anderen die gebruik maken van social media gewoon mensen. Mensen die dingen meemaken, plezier maken en dat willen delen. Moeten zij dan omdat zij docent zijn helemaal niets online delen omdat
18
het hun voorbeeldfunctie zou kunnen schaden? Als ik mijn lerares op maandag het tweede uur vraag wat zij dit weekend heeft uitgespookt, is dat dan niet hetzelfde als naar de foto ervan op Facebook kijken? In principe wel. Waarom zouden we een docent dan een verbod opleggen om leerlingen hier een kijkje in te geven of om foto’s te plaatsen? Andersom is het absoluut verwerpelijk. Iemand die zich hard zou maken om leerlingen te verbieden foto’s van feestjes online te hebben staan en Facebookvrienden te zijn met hun leraren zou vierkant worden uitgelachen. Waarom geldt dit ook niet voor de leraren? Hebben zij ook niet net zo goed het recht om lief en leed te delen met wie zij dat willen? Zoals in voorgaande alinea al benoemd werd, als een docent of leerling hier niet op zit te wachten accepteert hij het vriendenverzoek gewoon niet. Leraren hebben net zo goed als ieder ander het recht om gebruik te maken van social media op een manier zoals zij dat willen. Een verbod naar leraren toe om bepaalde foto’s op facebook te hebben staan of om bevriend te zijn met leerlingen is een gruwelijke beperking van hun vrijheid en druist tegen al onze constitutionele wetgeving in. Dus moet ik tot een conclusie komen. Hoewel leraren duidelijk een voorbeeldfunctie hebben en ze iets selectiever moeten zijn in wat ze online publiceren vind ik dat de argumenten tegen een verbod op contact op social media te zwaar wegen. Het biedt veel voordelen, een dergelijk verbod is verstikkend naar docenten en het verbod is onnodig omdat het optioneel is. Natuurlijk moeten leerling en leraar duidelijk een grens trekken. Natuurlijk moet een docent die iets te pikante tweets naar een 15-jarig meisje stuurt aangepakt worden. En natuurlijk moet een leerling ook op online platforms respect hebben
19
voor de leraar. Maar moeten we de angst dat het een keer mis kan gaan laten overheersen? Nee. We moeten vooruit denken, met de mogelijkheden meegroeien en de vruchten plukken van deze digitale boom genaamd social media. We moeten wikken en wegen, de juiste route zoeken en hier en daar regels bijstellen. Maar een lomp verbod is allesbehalve de juiste oplossing. Door: Erwin Douwes
Theresialyceum, Tilburg
20
Ik tweet niet met meester Piet Gisteren zag ik zoiets grappigs op Facebook. Blijkbaar heeft Jan de hele zaterdag brak op bed gelegen, omdat hij vrijdag een vrijgezellenfeest had van zijn beste vriend die aankomende week gaat trouwen. De strippers waren niet zo sterk. Op een paar foto’s die hij geplaatst heeft, staat Jan erop alsof hij het best naar zijn zin had. Volgens mij vond Jans vriendin het niet zo leuk, want vanochtend stond er dat hij geen relatie meer had. Ik zal Jan er maandag wel naar vragen. Oh, en naar het huiswerk natuurlijk, Jan is namelijk mijn leraar geschiedenis. Eigenlijk horen jullie niet up-to-date te zijn wat het persoonlijke leventje van jullie docent betreft. Helaas is het niet erg lastig om al deze persoonlijke dingen te weten te komen, als je Facebookvriendjes bent met je leraar. Via social media kunnen leerlingen namelijk in slechts een muisklik achter het privéleven van hun leraar komen. Dit is wat, op zijn social mediaans, als niet ok zou worden bestempeld. De leraar moet gezag hebben en respect afdwingen, maar dit is niet mogelijk wanneer leerlingen hem zien als een vriend. Social mediacontacten tussen leraar en leerling ondermijnen het gezag, deze noodzakelijke scheidlijn. Als dit proces, waarbij leraren en leerlingen elkaar als gelijken gaan beschouwen, niet gestopt wordt, zal de scheiding tussen leraar en leerling verdwijnen. Dit leidt ertoe dat er geen goed onderwijs meer kan worden gegeven. Geen respect, geen gezag, geen voorbeeldfunctie. CNV Onderwijs vindt dat scholen regels moeten vaststellen betreffende
21
het gebruik van social media van leraren.1 Samen met 60% van de scholieren in Nederland2 like ik deze stelling. Peter Dijkmans, jurist van de Besturenraad, vertelt dat we te maken hebben met een formele relatie tussen leraar en leerling, waar geen informele contacten zoals Facebook, Hyves of Twitter bij passen.3 Helaas ziet hij dit maar al te vaak gebeuren: “Leraren doen soms mee aan praatsessies onder de naam Jan, Piet of een dierennaam: stier bijvoorbeeld. Hun functie is op dat moment volstrekt onduidelijk. Dat kan niet.” Dijkmans legt uit dat zulke informele contacten kunnen ontstaan wanneer een leraar zich zorgen baart over de thuissituatie van een leerling of zich om een andere reden minder professioneel opstelt. 4 Al snel gaan docenten hierin te ver en dat is natuurlijk wat we willen voorkomen. Wanneer leraren Facebookvriendjes zijn met hun leerling, ontstaan vrijwel onvermijdelijk ongemakkelijke situaties die in sommige gevallen zelfs lijken op seksuele intimidatie. Een kwart van de Nederlandse scholieren heeft contact met leraren via social media zoals Hyves, Twitter en Facebook, waarbij het meestal geen schoolzaken zijn die besproken worden.5 Geen leraar durft met een leerling te flirten in de schoolgang, dat is taboe, maar digitaal lijkt hij ermee weg te komen. Zo plaatsen leraren reacties als ‘wauw supermodel!’ bij de foto’s van hun leerlingen of noemen ze hen 1
CNV Onderwijs stelt Social Media Protocol beschikbaar. Trouw (2-11-11) Scholieren willen social media-regels docenten. 1V Jongerenpanel (16-11-11) 3 Dijkhuizen, E. van, Leraar moet afstand houden op Facebook. Reformatorisch Dagblad (1-11-12) 4 Ibidem 5 Scholieren willen social media-regels docenten. 1V Jongerenpanel (16-11-11) 2
22
‘schatje’.6 Het lijkt mij dat dit leerlingen een ongemakkelijk gevoel geeft. Daarnaast is een flirterige reactie van je leraar Duits niet bepaald iets wat je doet stijgen op de sociale ladder. Het op die manier aanspreken van een leerling voldoet naar mijn idee aan de omschrijving van seksuele intimidatie en is op zijn minst ongepast te noemen. Daarnaast maken social media het voor Jan, Piet en stier erg gemakkelijk om op de pedo-toer te gaan. Steeds vaker blijkt dat relaties tussen leraar en leerling, waar docenten voor worden veroordeeld, ontstaan zijn middels intensief contact op social media. Een 37-jarige docent in Sacramento had maar liefst twaalfhonderd berichtjes op de Facebookpagina van een 16-jarige leerlinge geplaatst. Hij werd veroordeeld voor seksueel misbruik.7 Over extra straf voor spam is niets bekend. Een 56-jarige docent taalkunde uit Illionois die in september werd veroordeeld voor seksueel misbruik van een 17-jarige studente, is hier nog een voorbeeld van.8 Hun relatie zou vast niet zo intiem geweest zijn, wanneer zij in plaats van de zevenhonderd berichten die ze uitgewisseld hebben, hun stiekeme tekstjes hadden moeten communiceren in de schoolgangen. Schoolinspecteur Lewis Holloway vindt dit ook niet ok: “Privécontact tussen docenten en hun studenten via social media kan heel onschuldig beginnen, maar zich heel snel ontwikkelen tot iets heel heftigs.”9 Het is ook een stuk fijner voor de leraar zelf. Geen enkele leraar vindt het 6
Scholieren willen social media-regels docenten. 1V Jongerenpanel (16-11-11) Jennifer Preston, Als de leraar Facebookvriend is. Volkskrant (22-12-11) 8 Ibidem 9 Ibidem 7
23
namelijk prettig telkens tweets van leerlingen binnen te krijgen waar hij in vermeld wordt met een fors aantal scheldwoorden achter de hashtags. Er bestaan namelijk geen regels over hoe leerlingen zich tegenover
leraren
moeten
gedragen
op
social
media.
Toch zijn er ook argumenten tegen de stelling dat leraren en leerlingen geen vrienden mogen zijn op social media. Vrijheid, gelijkheid en broederschap, zo luidt de alom bekende drieslag. Het eerste ideaal, vrijheid, is het meest gebruikte argument van mijn tegenstanders. De docentenvakbond van Missouri was het niet eens met de wettelijke uitvaardiging van het communicatieverbod.10 Iedereen is namelijk vrij om vriendschappen te sluiten met wie hij maar wil, het recht van vrije meningsuiting. Dit recht is zodanig discutabel dat het nauwelijks kan fungeren als argument. Wij hebben recht op vrijheid, maar in hoeverre kunnen wij deze vrijheid benutten zonder er nadelige gevolgen van te ondervinden? Hoe kunnen we voorkomen dat het welzijn van de leerlingen in gevaar gebracht wordt en goed onderwijs onmogelijk wordt gemaakt? We moeten regels op papier zetten die leraren verbieden Facebookvriendjes met leerlingen te worden. Zeg nou zelf, wat is van groter belang: het krijgen van goed onderwijs of het recht te kunnen tweeten naar je docent Nederlands? Iedere keer dat wij beweren vrij te willen zijn om Facebookvriendjes te worden met een leraar, moeten we terugdenken aan de 37-jarige docent uit Sacramento of de 56-jarige docent uit Illinois. Willen we dan wel graag Facebookvriendjes zijn met meester Piet?
10
Ibidem
24
Nicholas Provenzano, een 32-jarige docent uit Michigan, vindt dat privécontacten tussen leraar en leerling wel nuttig kunnen zijn. Zo kunnen leerlingen op Twitter vragen stellen over schoolopdrachten en zijn leerlingen die in de klas niet actief zijn op social media, veel actiever, althans dat beweert Provenzano. 11 Het moet niet gekker worden! Schoolvragen moeten worden gesteld op school of via schoolmail in plaats van in een chatroom. Leerlingen moeten gestimuleerd worden actief te zijn in de les, niet op Twitter. Zullen we anders gewoon helemaal niet meer naar school gaan en les volgen via Skype? …als dit een tweet was geweest, had er een hashtag achtergestaan met ‘sarcasme’ of ‘onzin’. Zelfs Provenzano kan de overduidelijke risico’s niet ontkennen. “Alle docenten die social media gebruiken voor goede doeleinden, moeten zich bewust zijn van de gevaren. Dat houdt ook in dat elke keer dat er een incident is, wij allemaal vijftien stappen terug moeten doen.” 12 Dan spreekt Provenzano slechts over de docenten met een goede doelstelling, maar wat als we gaan kijken naar de docenten die minder brave motieven hebben om Facebookvriendjes te worden met hun leerlingen? De voorbeelden uit Sacramento en Illionois zijn onomstotelijk bewijs van het feit dat we er niet vanuit kunnen gaan dat iedere leraar die Facebookvriendjes wordt met leerlingen, brave motieven heeft. Uit onderzoek van het 1V Jongerenpanel blijkt dat een op de tien scholieren een leraar kent die in de problemen is gekomen via social media13en dat is heus niet voor niets. De grenzen tussen leraar en leerling verdwijnen. “Vaak gaat het om kwesties waarbij docenten hun 11
Jennifer Preston, Als de leraar Facebookvriend is. Volkskrant (22-12-11) Ibidem 13 Scholieren willen social media-regels docenten. 1V Jongerenpanel (16-11-11) 12
25
leerlingen aanspreken met ‘schatje’ of schrijven: ‘Ik vind je zo aardig.’ Dan ga je een grens over,” vertelt Peter Dijkmans.14 Het begint misschien onschuldig, maar daar blijft het in veel gevallen niet bij. Voor je het weet, heeft een van je klasgenootjes een ingewikkelde relatie op Facebook met meester Piet. “Docenten moeten zich te allen tijde bewust zijn van hun gezag, van hun voorbeeldfunctie,” vindt Peter Dijkmans. “Ze hebben een bepaalde bekendheid, zeker lokaal. Dat schept verantwoordelijkheid.”15 En zo is het maar net. Ik, als leerlinge, hoor niet up-to-date te zijn over het privéleven van mijn docenten. Als Facebook een woordenboekfunctie had, zou Facebookcontact namelijk niet voldoen aan de definitie van ‘privé’. Mijn leraar heeft gezag, respect en een voorbeeldfunctie. Dat geldt niet wanneer ik hem in een chatroom ontmoet als Jan, Piet of stier. Social mediacontact tussen leraar en leerling is ongepast, onnodig en het vergroot de kans op intieme relaties. Het is dus veel beter als er regels worden opgesteld betreffende het social mediagebruik van leraren. Ik hoef niet via Facebook te weten te komen dat mijn geschiedenisleraar brak is van zijn vrijgezellenfeest, dat merk ik maandagochtend wel aan zijn beroerde uitleg. Door: Naomi Coldenhoff
14 15
Udens College, Uden
Dijkhuizen, E. van, Leraar moet afstand houden op Facebook. Reformatorisch Dagblad (1-11-12) Ibidem
26
Facebook de vernieuwde Frank en Frey De Disney-classic Frank en Frey. Wie kent dat verhaal over de vos en de hond nou niet? Met nieuwe ontwikkelingen ontstaat er zo een nieuwe “Frank en Frey.” Deze ontwikkeling is Facebook, de social media waar mensen over de hele wereld gebruik van maken. Een zogenaamd probleem is dat leraren vrienden worden met de leerlingen op school, en ze zich dan niet meer bewust zijn van de formele relaties tussen hen en de leerlingen. Daarom is er besloten dat het verboden is voor leraren om vrienden te worden met leerlingen op Facebook. Met de goede Disney opvoeding van mij, vind ik het een gestoord plan dat nooit goed uit te voeren is. Een sloot te ver, die opsluiting van sociale contacten voor leerlingen en docenten! Als opening, docenten zijn niet altijd docent. Docenten hebben een privéleven. Dat is ook zo voor leerlingen. Leerlingen zijn niet alleen vrienden met leraren omdat het leraren zijn, leerlingen zijn vrienden met leraren omdat die mevrouw dezelfde muziekinteresses heeft. Even terug naar die Disney-classic. Frank en Frey zijn zo verschillend, maar toch zijn ze vrienden geworden. Frank, de hond, had eigenlijk door zijn jaagfunctie op Frey, de vos, moeten jagen. Frank stond open voor iets nieuws en liet zijn “beroep” even op de achtergrond staan. Hij hoeft namelijk niet 24/7 op vossen te jagen, of wel soms? Hetzelfde geldt voor de docenten. Als een docent in een band zit, dan valt toch te verwachten dat die leraar aan fanbase heeft—hieronder vallen vast ook leerlingen. Met deze regel mag de leerling niet vrienden zijn met zijn idool die in de buurt woont, maar natuurlijk wel met filmsterren die waarschijnlijk toch nooit met hem op Facebook praten. Frank mag
27
hobby’s hebben naast zijn werk, wat dus door het bos rennen met Frey is. Een docent mag ook de vrijheid hebben om naast zijn werk te genieten van de social media zoals elk ander. Daarnaast is verbieden nooit de oplossing. Kijk maar weer eens naar Frank en Frey, de verboden vriendschap. Romeo en Julia, de verboden liefde. Moet ik doorgaan? De enige oorzaak van de dood van Romeo en Julia was dat de liefde verboden was. Als de verschillende families ietwat meer de teugels hadden laten vieren, waren ze nooit zo’n beroemd verhaal geworden van Shakespeare. De enige oorzaak dat goede docenten ontslagen zullen worden en keurige leerlingen geschorst worden, is inderdaad het verbod op vrienden zijn. Tuurlijk, er zijn ook andere oorzaken van leerlingen die geschorst worden en leraren die ontslagen worden, maar in dit tijdperk is de “vrienden zijn” de voornaamste. Dit is een straf gebaseerd op met wie je bevriend bent. Er wordt niet zo zeer gekeken naar hoe of wat er gebeurde, nee, de reden van ontslag was: “Jij was op Facebook vrienden met Natasja. Daardoor ben je ontslagen.” Wat een goede argumentatie toch, wettenschrijvers. Tevens overtreedt deze onzinnige wet de vrijheid van meningsuiting. Leraren mogen niet zijn wie ze zijn, ze mogen niet zeggen wat ze willen zeggen, er is letterlijk—en ja, ik bedoel echt letterlijk—een regel die zegt wat leraren mogen en niet mogen. Hier de regel3: “Docenten moeten
zich ten allen tijde bewust zijn van hun gezag, van hun
voorbeeldfunctie.” Door de sms-taal die de wereld overheerste zou ik denken dat leraren berichten in perfect Nederlands moeten schrijven. Anders schenden ze immers hun voorbeeldfunctie. Docenten hebben recht op de vrijheid van meningsuiting, dus zonder flut richtlijnen.
28
Een opgeblazen “maar” is dat in Illinois1 een taalkunde docent veroordeeld is voor seksueel misbruik met een studente. Er was sprake van maar liefst zevenhonderd sms-berichten tussen de twee. Dit voorval kwam natuurlijk in het nieuws, want hoe anders zou de mensheid hiervan op de hoogte gebracht kunnen worden? Over het nieuws gesproken, heeft één van jullie ooit op het nieuws gezien dat een docent op een goede wijze aan het omgaan was met leerlingen op Facebook? Ik niet, dat weet ik zeker, maar dat komt niet doordat ze er niet zijn. Het nieuws is bedoeld om te shockeren. Het nieuws is ervoor om de meest uitzinnige en belangrijkste gebeurtenissen naar voren te brengen. Een leraar die niets verkeerd doet op Facebook valt buiten deze categorie. Wat deze leraar zou zeggen is goed voor te stellen. “Elke keer dat er een incident is, betekent het eigenlijk dat we allemaal gestraft worden door weer vijftien stappen terug te zetten.2” Dus mensen, geloof niet dat wat in het nieuws komt de standaard is. Je moet ook niet die nieuwslezers vertrouwen, ze zeggen eerst: “Goedenavond,” en gaan je dan de verschrikkelijkheden vertellen van wat er over de wereld gebeurde. Laat je niet voorliegen door het nieuws dat de uitzonderingen als de standaard laat zien, de waarheid ligt er ver vandaan. Tot slot nog even dit. Docenten en leerlingen verschillen weinig van bouwvakkers. Ze hebben ieder een mening, ze hebben ieder een privéleven die zeker weten elkaars paden kruist op een manier. Een verbod is net zoiets als een gordijn; het houdt de waarheid verborgen en zorgt voor nog meer verkeerde opvattingen. Docenten mogen Facebook vrienden zijn met wie ze willen en of het cool of dom is, ligt aan de verschijning op het nieuws. Niet elke vriendschap kan cool zijn.
29
De meeste, echter, zijn dat wel. Het is Frank en Frey, alleen dan in een nieuw jasje: de Facebook vriendschap tussen leraren en leerlingen. Door: Saskia de Wit
Maaswaal College, Wijchen
1 Preston, J; Als de leraar een Facebookvriend is; datum van publicatie: 22-12-11;
datum
van
raadpleging:
16-01-13
2 Preston, J; Als de leraar een Facebookvriend is; datum van publicatie: 22-12-11;
datum
van
raadpleging:
16-01-13
3 van Dijkhuizen, E; Leraar moet afstand houden op Facebook; datum van publicatie: 01-11-12; datum van raadpleging: 16-01-13
30
Duistere vriendschapsverzoeken Een echte vriend van het web ben ik nooit geweest. Waar in mijn jonge basisschooljaren uitnodigingen voor kinderfeestjes per Hyves werden gestuurd, hinkelde ik nog steeds van brievenbus naar brievenbus met mijn zelfgemaakte kaarten in de hand. Toen kon dat nog. Toen was het web nog geen samenraapsel van talloze vulgaire sites die er waren om het contact te verbeteren. Als wij een mens op de maan konden zetten, waarom zouden wij dan nog communiceren via het ouderwetse briefpapier?
Vandaag de dag is dit medium echter ook al een
gepasseerd station en wordt ieder kind gedwongen om op minstens twee van de talloze sociale media sites ingeschreven te staan, wil hij niet tot de nerds worden gerekend. Dat zijn gebruikersnaam van Facebook afwijkt van die van Twitter, daar kunnen zijn vriendjes nog wel mee leven. Door deze nieuwe gemeenschappelijke verplichting ben ook ik mijn horizon gaan verbreden, en onder luid gejuich van mijn vrienden was ook mijn Facebookaccount een feit. Met mijn originele bedachte gebruikersnaam staarde ik naar het scherm, hopend op een vriendschapsverzoek. Ik was dan ook verblijd toen de dag erop maar liefst acht mensen bevriend met mij wilden worden. Dat ik die mensen in het echte leven hooguit vijf minuten had gesproken, dat deed er niet toe. Het waren mijn vrienden. Enkele dagen nadien werd ik uit de sociale media wereld opgeschrikt door een vriendschapsverzoek van mijn docent. De knorrige docent die mij de dag ervoor nog strafwerk had gegeven, wilde bevriend met mij zijn. Zonder enige vorm van twijfel vond ik de knop afwijzen en met
31
een toen lijkende vernietigende kracht drukte ik de linkermuisknop in. Dat ik spijt heb van die beslissing kan ik niet zeggen, maar sinds die dag ben ik me wel gaan beseffen dat de realistisch lijkende wereld van sociale media slechts een mengsel is van enkele bij elkaar geraapte pixels. Vrienden zijn met je docent kan niet. Of dit nou een kopje koffie drinken is na de les, of foto’s toesturen via het web. Voor een dusdanig contact is het machtsverschil tussen de twee personen te groot. Docenten die dit goedbedoeld toch willen proberen moeten tegen zichzelf in bescherming worden genomen. De schoolleiding bevat hier de aangewezen personen voor, juist omdat zij als tussenschakels kunnen dienen. Waar de schoolleiding de grens wil trekken mag zij zelf bepalen. In mijn ogen is geen contact het beste contact, wederom vanwege de eerder genoemde machtsverhoudingen. Vrienden zijn er om mee te lachen, te spelen en af en toe zelfs te huilen. Vrienden zijn er voor alle zaken waarin je ouders te kort schieten en juist daarom noem je ze vrienden. Het enige positieve aan de sociale media is dat zij de term vriendschapsverzoek goed hebben gekozen. Een docent zijn taak is het onderwijzen van de leerling, niet achterhalen welke problemen er in zijn leven aan de orde zijn. Er is geen enkel raakvlak dat aangeeft dat er enige noodzaak is voor een vriendschappelijke band met een docent. Zolang beide partijen hun taken voldoen, en enkel en alleen bij hun taken blijven zal de leerling zich optimaal kunnen uiten en ontwikkelen. Een andere punt is de persoonlijke opvatting van een desbetreffende afwijzing. In mijn ogen kan een onschuldig lijkend vriendenverzoek dat wordt afgewezen al gauw leiden tot een persoonlijke kwestie tussen de
32
leerling en de docent. Docenten zijn immers ook maar mensen van vlees en bloed en hoe moeilijk het ook voor te stellen is, docenten hebben ook gevoelens. Wanneer enkele leerlingen wel bevriend zijn met een docent terwijl een andere groep dit contact heeft afgewezen, is er dan iemand die de samenleving kan garanderen dat er tussen deze groepen geen onderscheid wordt gemaakt bij het beoordelen van een opdracht? Uiteraard wordt hier al snel het woord professionaliteit in de mond genomen, maar een kritische denker weet dat deze professionaliteit niet altijd boven de sociale belangen staat. Sociale media brengen roddels met zich mee. De huidige toestand van prins Friso is misschien niet interessant genoeg om over te discussiëren, maar de kleding stijl van de docent filosofie wel degelijk. Dat deze docent ook in jouw vriendenlijst staat en dus heel het gesprek mee kan lezen wordt pas duidelijk wanneer je in de houten stoel zit op het kantoor van de directeur. Wat je hebt misdaan wordt niet duidelijk gezegd, omdat je simpelweg niets hebt misdaan. De enige reden dat de gevoelens van de docent zijn gekwetst is het wederzijds bevestigde vriendschapsverzoek. Wanneer deze ‘vriendschap’ er niet was geweest, was de kledingstijl wel degelijk besproken. De docent zou hier alleen geen getuige van zijn geweest en wat niet weet dat niet deert. Een idealist zou niet eens denken aan seksueel misbruik op dit gebied, maar ik laat geen enkele factor buiten beschouwing. Het zijn immers de docenten Nederlands die ons vertellen over de heer Sigmund Freud en het bijbehorende oedipuscomplex. Wederom is de enige verwering de professionaliteit van de docenten, maar het is juist diezelfde Freud die aangeeft dat seksuele dwang erg sterk kan zijn, waardoor ik me ga afvragen of deze dwang niet de professionaliteit gaat overstijgen.
33
Een enkel positief punt van een dusdanig contact via sociale media is het feit dat snel achterhaald kan worden welke sommen gemaakt moesten worden voor het huiswerk en welke hoofdstukken terug zouden komen in het proefwerk. De bedenker van de agenda zou zich omdraaien in zijn graf als hij dit argument te horen krijgt. Technologie staat niet stil, maar dat wil niet zeggen dat iedere nieuwe uitvinding de dag erop al gebruikt moet worden. Wanneer leerlingen de mogelijkheid wordt aangeboden buiten school alle informatie te kunnen achterhalen wordt de drang tot het niets doen in de les alsmaar groter. We spreken hier over tieners die in de technologie niet alleen het internet hebben meegekregen maar ook mobiele telefoons die met de juiste combinatie van pixels geweldige spelletjes kunnen leveren. Ook deze scholieren moeten tegen zichzelf in bescherming genomen te worden om niet te lui te worden. Mocht een leerling eigenwijs zijn en de gecombineerde pixels toch interessanter vinden dan het kofschip of het herleiden van een breuk, dan kan hij altijd nog rekenen op de hulp van zijn vrienden. Gemiste informatie leveren hoort namelijk net als het eerder genoemde spelen en lachen tot de taken van een vriend. De huidige maatschappij heeft leerlingen gedwongen tot deelname aan sociale media. Wil een tiener bij de groep horen, dan is hij verplicht tot een account op enkele sociale media. Een docent, die onder een andere leeftijdscategorie valt, heeft geen enkele reden voor het aanmelden bij sociale media. Wanneer een docent dit wel doet zal de reden hiervan vaak zijn het contact met zijn leerlingen verbeteren. De donkere wereld van sociale media is al een feit, maar het nog duisterder hiervan maken door dit contact moet worden tegengehouden. Contact tussen
34
leerling en docent zal verschillende negatieve gevolgen met zich meebrengen, en de positieve factoren maken leerlingen lui. Juist om de leerling en de docent tegen zichzelf in bescherming te nemen moet de schoolleiding regels invoeren. Regels die aangeven dat dit contact niet acceptabel is en op de lange termijn alleen maar problemen zal geven. De overheid heeft in deze kwestie niks in te brengen omdat het probleem nog niet in een ver genoeg stadium zit. Het invoeren van regels zal ervoor zorgen dat het probleem in dit stadium blijft, en eventueel zelfs wordt teruggedrongen. Mocht een school pas willen ingrijpen als het uit de hand loopt, dan is dat zijn goed recht, maar ook zijn eigen verantwoordelijkheid. Het is echter de school die aan mij geleerd heeft dat ik problemen bij de wortels moet aanpakken. En de wortels in dit geval zijn de vriendschapsbanden tussen docent en leerling. Door: Juul van Schijndel
Theresialyceum, Tilburg
35
U heeft één nieuw vriendschapsverzoek Feestje hier, feestje daar, vrijdagavond dronken en zaterdag brak op bed. Dit is het maatschappelijk beeld over de studenten tegenwoordig. Met de mobiele generatie kan je op zo’n leuke avond niet aan de camera ontkomen. De meest gênante foto’s en filmpjes komen natuurlijk wel op het online persoonlijke profiel van de desbetreffende persoon te staan, want deze historische avond moet vereeuwigd worden. Laat dit juist nét een van de grootste tegenargumenten zijn voor het Facebookvrienden worden met je leraar, stel voor dat ze dit zien en er op reageren… Voordat ik inga op het hele Facebookvriendenissue moet er iets van mijn hart. Ik vind namelijk dat er te veel, maar dan ook veel te veel, druk ligt op de relatie die een leraar of lerares met zijn of haar student zou hebben. Eén misplaatste, onbedoelde opmerking van een leraar zou al gelijk desastreus kunnen zijn voor het imago van zo’n persoon. Persoonlijk kan ik altijd wel lachen om een leraar die ad rem is en een goedgeplaatste opmerking maakt. Studenten zouden zich eens niet zo aangevallen of zelfs seksueel geïntimideerd moeten voelen. In de hedendaagse maatschappij zijn wij, de jongvolwassenen, veel mondiger geworden. Waarom zouden de leraren dit ook niet mogen zijn? Dus, stel je eens voor dat je vrienden bent met een of meerdere leraren op Facebook. Zou dat echt het ergste zijn wat je zou kunnen overkomen? Ik denk namelijk van niet. Facebookvrienden met een leraar heeft veel voordelen aan het negatieve kaartje hangen. Zo zou
36
een leraar kennis kunnen nemen van jouw actuele situatie. Je ouders zitten in een scheiding, je hebt net je goudvis verloren of het gaat financieel niet zo goed, dit zijn allemaal scenario’s die vaker voorkomen dan de gemiddelde persoon denkt en veel kan afgeleid worden van berichten die bijvoorbeeld een leerling op Facebook post. Zo zal, als een leraar dit leest, hij of zij veel meer begrip hebben voor het feit dat het op school allemaal even niet zo lekker gaat en zal er een passende oplossing gevonden kunnen worden. Ook gepeste kinderen kunnen zo veel makkelijker opgespoord worden. De meestal passieve houding van school en leraren zou door één druk op de ‘wordt vrienden’ knop kunnen veranderen. Door deze knop kan er een wereld opengaan waarvan de leraren niet eens wisten dat deze er was. De hiërarchie die in een klas en in een school leeft is ongelooflijk en vaak veel ingewikkelder dan je je zou kunnen voorstellen. Door erachter te komen hoe dat een beetje in zijn werk gaat kunnen er in een vroeg stadium al maatregelen getroffen worden en kunnen de ‘zwakke schakels’ in een klas eruit gehaald worden. Dit zou de preventieve maatregel voor pesten kunnen zijn waar men al zo lang naar op zoek is en waar men tot nu toe altijd een repressieve maatregel voor pesten gebruikt, namelijk het straffen van leerlingen die pesten. Verder komt een leraar of lerares op zo’n Facebookpagina van een student ook de actuele interesses van de student te weten. Als dit stadium bereikt is, zullen de lessen aangepast kunnen worden aan de interesses van individuele studenten. Volgens Nicholas Provenzano, een 32-jarige docent Engels uit Michigan is het zelfs zo dat sommige leerlingen die in de klas erg stil waren, door privécontacten nu wel
37
betrokken zijn bij zijn lessen. Door dus af en toe een paar actuele stellingen in de klas te gooien die de studenten ook daadwerkelijk aangaan, zou er een groot verschil gemaakt kunnen worden. Het mooie is dat dit principe ook werkt als we het omdraaien. Een student(e) kan als hij of zij Facebookvrienden is met een leraar of lerares ook de interesses van hem of haar leren kennen en misschien wel overeenkomsten vinden. Zo zal men erachter komen dat leraren helemaal niet zo ver van je afstaan als je werkelijk dacht. Tegenwoordig is een goede band met leraren mogelijk gemaakt door de mondigheid die is ontstaan. Door de mondigheid van de maatschappij is de machtongelijkheid tussen een leraar en een student namelijk ongelooflijk afgenomen en dat hebben we aan elkaar te danken en niet aan elkaar te wijten. Door deze mondigheid is een goede band met een leraar makkelijker te creëren. Daardoor zullen studenten met plezier naar school gaan en ik denk dat de maatschappij dit nodig heeft. Zo kan school een vrolijk toevluchtsoord worden waar de studenten zich veilig voelen en omringd zijn door vrienden en vriendinnen. Ja, dat leest u goed, ik vind dat leraren ook als vrienden beschouwd kunnen worden. Persoonlijk spendeer ik twee of soms wel drie keer per week 75 minuten met zo’n leraar en dan ga ik nog niet eens in op de vriendelijke knikjes en de gesprekken in de wandelgangen.
Dit is meer tijd dan ik met mijn gemiddelde
Facebookvriend spendeer. Althans, als je het dan vrienden kan noemen. Daarbij komt dat het heel fijn zou moeten zijn als je goed kan opschieten met een leraar en als je als een gelijke behandeld wordt. Deze band moet men koesteren. Een fijne schooltijd heeft niet iedereen gehad en als dit jou wel toegewenst is, is dat een grote meevaller.
38
Facebookvrienden worden met je leraar vind ik dus gewoon kunnen en dit heeft zelfs vele voordelen. Het is zo’n issue gemaakt, doordat de amicale band tussen een leraar en leerling veel te gevoelig ligt in de samenleving door enkele slippertjes. Studenten moeten het niet zo nauw nemen met alle opmerkingen die door een leraar gemaakt worden. Geniet gewoon van de grappige opmerkingen die naar iemands hoofd worden geslingerd en laat de leraar ad rem zijn! Bovendien vraagt het twee mensen om een beslissing te maken die later op het nieuws komt en we zijn immers oud genoeg om te zien wanneer iets uit de hand loopt of onverantwoordelijk is. We mogen om racistische redenen alle Marokkanen niet in één adem slecht noemen, laten we dit dan ook niet doen met het feit dat ‘alle’ leraren slechte bedoelingen zouden hebben met het worden van Facebookvrienden. Door: Annabel Kingma
Koningin Wilhelmina College, Culemborg
39
Je docent Nederlands heeft je vriendschapsverzoek geweigerd 2013: het jaar van de aanslag in Boston, het jaar van de Nederlandse troonswisseling, het jaar van het Eurovisiesongfestival in Zweden en het jaar van de schaatsaward voor Ireen Wüst. Daarnaast is 2013 een jaar waarin oude discussies weer volop in het nieuws komen: het zogenaamde Marokkanendebat, de vraag of de wapenwetten in de Verenigde Staten niet moeten worden aangepast en natuurlijk de sociale media. Het lijkt voor ons verschrikkelijk lastig te zijn om vast te stellen hoe we nou precies met de verschillende vormen van sociale media om moeten gaan. Wat kunnen we wel zeggen en wat moeten we achterwege laten? Een verleidelijk vraagstuk, maar we zouden ons, zeker gezien de actuele berichten, ook eens moeten buigen over een ietwat geconcentreerdere vraag: Facebookvriendje worden met je leraar? Cool of dom? “Je docent Nederlands heeft je vriendschapsverzoek geaccepteerd”. Op het eerste gezicht misschien een rare melding, maar voor steeds meer leerlingen begint dit een hele normale situatie te worden: je docenten als vrienden op Facebook. Totdat het fout gaat. Op mijn gymnasium, Gymnasium Bernrode, is afgelopen jaar een leraar ontslagen, nadat hij over een langere periode intiem contact heeft gehad met een minderjarige
leerlinge.
Wat
begon
als
een
normale
leraar-
leerlingrelatie, is vervaagd in een vriendschappelijke relatie en vervolgens alleen nog maar verder uitgegroeid. Natuurlijk is in het fenomenale fenomeen Facebook niet de oorzaak te vinden, maar zowel de docent als de leerlinge hebben deze vorm van sociale media
40
gebruikt als een sociale spreekstoel om privézaken te bespreken. Facebook was hier het middel. Verkeerd kan het dus zeker aflopen, maar het communiceren in deze vorm heeft ook een hoop voordelen. Het duurt vaak uren en soms wel dagen voordat een leraar een vraag van een leerling per mail heeft beantwoord. Als snelle communicatie het doel is, zou Facebook ook zeker hier het middel kunnen zijn: een leerling stelt een vraag over de enorm aantrekkelijke lesstof in een privéchat en de leraar kan deze vraag direct beantwoorden. Geen gigantisch gedoe met het eindeloze mailen, want in een chat kunnen personen direct op elkaar reageren. Zo ook leraren en leerlingen. Daarnaast is in de Volkskrant van 22-12-11 te lezen dat Nicholas Provenzano, een 32-jarige docent Engels uit Michigan, het volgende aan deze discussie toe te voegen heeft: een aantal leerlingen die in de klas erg stil zijn, worden door privécontact nu wel betrokken bij de lessen. Nu zou ik me kunnen voorstellen dat je als lezer zou denken dat dit een probleem is van de leerling zelf. Zeker een middelbare scholier zou capabel genoeg moeten zijn om een normale vraag te stellen in de les. Capabel zijn de leerlingen zonder meer, maar helaas is het niet altijd zo dat elke vraag zomaar gesteld kan worden. Leerlingen kunnen onzeker zijn over hun werk of bang zijn dat ze worden uitgelachen door klasgenoten. Als stotteraar vind ik het zelf ook wel eens lastig om actief deel te nemen aan de les. Waarom? Wie actief deelneemt aan de les, kan zeker een paar vragen van een leraar verwachten. Met de gedachte dat je over elke lettergreep zou kunnen struikelen, is het soms een fijner gevoel om gewoon lekker je mond te houden. De chat op
41
Facebook zou ook hier weer een perfecte uitkomst bieden: ik als stotteraar kan op deze manier ook mijn zegje doen. Snelle communicatie tussen leerlingen en leraren en alle leerlingen een kans bieden om actief deel te nemen aan de les zijn met bijvoorbeeld het kunnen stellen van spontane vragen enkele degelijke doelen die gesteld kunnen worden. Een doel vraagt om een passend middel en de hamvraag is dan ook of Facebook wel het uitgelezen middel is. Eerder heb ik de leraar-leerlingrelatie al eens genoemd en deze relatie kent een belangrijke grens. Het gaat hier om een formele relatie en door Facebook kan de scheidingslijn tussen leerling en leraar enorm vervagen. “Lekker ding” is niet helemaal een reactie die je verwacht van een leraar op een foto van jou in bikini op een mooi strand in Turkije, maar door Facebookvrienden met je leraar te zijn, kan deze foto wel bekeken worden. Daarnaast zal ook de leraar enorm moeten oppassen met wat er aan de wereld wordt laten zien. Ik zou mijn leraar in ieder geval niet meer serieus nemen als ik hem in beschonken toestand op een foto zou spotten. Of het zou mijn nieuwe stapmaatje worden. Kunnen we onze amicale band versterken. Verder is er geen enkel controlerend orgaan in het hele verhaal rondom Facebook. Deze vorm van sociale media kan een harde klap in je gezicht zijn op het moment dat een leerling jou als leraar verkeerd heeft begrepen. Zelfs al heb je het met een leerling over schoolzaken, op zo’n sociaal platform kan het gespreksonderwerp enorm snel veranderen. Met de beste bedoelingen kan je een kind waarvan de ouders in scheiding liggen willen helpen, maar een onduidelijke opmerking is snel gemaakt. Duidelijk mag zijn dat een sociaal platform niet de plek is waarop persoonlijke gesprekken tussen leraren en
42
leerlingen zouden moeten worden gevoerd. Er is namelijk niets of niemand die deze gesprekken kan controleren. Jammer, want dit controlerende orgaan zou er wel moeten zijn. Ouders moeten zich verantwoordelijk voelen voor wat hun kinderen op internet doen en laten. Ditzelfde geldt voor de scholen, want ook zij moeten zich tot op zekere hoogte verantwoordelijk voelen voor verschillende vormen van internetmisbruik door hun docenten. Kortom, aan Facebook kleven simpelweg veel te veel nadelen om dit als een correct communicatiemiddel tussen leraren en leerlingen te mogen bestempelen. Het idee achter communiceren via internet is goed, maar we moeten zorgen dat we met ons middel ook echt het doel bereiken. En niet meer dan dat. Nu zouden we het hele internet gelijk kunnen afschrijven, maar als we in de eenentwintigste eeuw programma’s die zo gecompliceerd en uitgebreid zijn, zoals Facebook, kunnen ontwikkelen, dan moet een vereenvoudigde versie geen enkel probleem zijn. Mijn voorstel zou dan ook zijn om hier een ander platform voor in te schakelen. Graag bied ik mijn ideale oplossing aan: een schoolchat, onze sleutel tot succesvol gebruik van sociale media. Onder toezicht van de belangrijke bollebozen, de schoolleiding, kunnen leraren en leerlingen met elkaar communiceren in een controleerbare chat. Vragen over de stof kunnen worden gesteld, discussies over normeringen kunnen worden gevoerd, maar dit alles in een beschermde en volkomen vertrouwde kring. De voordelen van bijvoorbeeld een Facebook nemen we mee in dit programma, maar de
43
statussen, de vakantiefoto’s en de spelletjes houden we er geheel buiten. Weigeren dus, die vriendschapsverzoeken. Chatten is oké, maar Facebook houden we liever privé. Door: Thom Teulings
Gymnasium Bernrode, Heeswijk-Dinther
44
Facebookfriends worden met je leraar: hot or not? “Hee schatje, zie ik je morgen weer?” Een paar jaar geleden had je twee opties als je dit op sociale media zag: iemand had een relatie, of er was ergens een heel melige vriend(in) bezig. Kun je hoogstens slijmerig vinden of uitlachen, verder niks mis mee. Maar nu Facebook en Twitter zo opkomen na de val van Hyves, gaan ook steeds meer volwassenen contacten onderhouden via internet. Daardoor is er nog een optie bijgekomen: die van de leraar. En of daar niks mee aan de hand is… “Dinsdagavond 8 uur: Grammaticavragenuurtje!!!1!111!!1” Nog zo’n enthousiaste docent online. Als we even voorbijgaan aan het feit dat de shift-toets wat lastig te vinden is soms, lijkt die me alleen maar handig. Vragen stellen in de les, je hoofd boven het maïsveld uitsteken, is op Nederlandse middelbare scholen nog steeds een beetje een taboe. Hoe geweldig is het dan dat je nu zelfs via je laptop (of smartphone) even snel contact kan hebben met je leraar over die irritante 2e naamval? LIKE Stel je voor, je begrijpt dus geen snars van dat Duitse gedoe. Even je leraar opzoeken op Facebook, en anders Twitter, je hebt vaak genoeg knappe jongens gestalkt om deze meneer snel te vinden. Twee minuten later staat de foto van je aantrekkelijke, brildragende Duitse leraar met ongeschoren baard open en zoek jij de knop ‘bericht sturen’. Snel een verhaaltje formuleren over de 2e naamval en met een beetje geluk heb je het nog voor het avondeten door. Leraar blij, want die voelt zich weer nuttig en krijgt een beter klassengemiddelde, en jij blij, want de volgende keer dat je ouders zich zuchtend afvragen waar al die sociale
45
media toch voor nodig zijn, kan jij met een stalen gezicht antwoorden, “Optimierung meiner Noten”. UNFOLLOW Jij lekker naar school de volgende dag, topprestatie leveren bij dat proefwerk, beetje opletten in de lessen, beetje spijbelen en chips eten, lachen met je vrienden en lekker weer door naar huis. Bliepp, *groene knipperende led* op je mobiel als je op de fiets zit. “Juf Janine wil vrienden met je worden”, krijg je van Facebook. Ach, denk jij, terugdenkend aan de Hyvessong (Hee! Jij hebt meer vrienden dan mij!), en accepteert. Als je even haar profiel open klikt, rijd je bijna een bejaarde omver van het lachen. Die vrouw van natuurkunde kan zuipen zeg… Maar dat kan jij natuurlijk ook. In nog tamelijk beschonken toestand gooi je dat weekend ook wat mooie partypics online. Waarna ‘juf Janine’ je de maandag daarna wat langer laat blijven – ik snap wel waarom jij zo zit te slapen in mijn les! Oeh. Shit. RESPECT Ik heb diep respect voor die leraren die echt passie voor hun vak hebben, dat over willen brengen en hun leerlingen goede cijfers gunnen. Die alles uit de kast halen, van filmpjes, Powerpoints en rollenspellen tot twitter-vragenuurtjes, om leerlingen maar te helpen de stof op te nemen. Die niet met 2 vingers een korte email sturen, maar die de hedendaagse technologie snappen en proberen in te zetten om klassen meer bij hun les te betrekken. Ik denk alleen dat we het daarbij moeten houden. Voor een tweemaandelijks twitterforum hoef je elkaar niet te followen, en er is dus ook geen enkele reden om dat te doen.
46
DIT IS NIET OK Er zijn meer dan genoeg gevallen bekend waarin het contact tussen leerling en leraar snel té vriendschappelijk werd en een grens overschreed van wat je als leraar kan zeggen tegen een leerling. Hoe vrij we in Nederland ook met elkaar omgaan, een leraar blijft een hoger gezag dat de baas over anderen mag spelen en waar tussen hem/haar en een leerling een zekere afstand bewaard moet blijven. Een relatie beginnen met je leraar is echt ‘niet OK’, en de aanloop daar naartoe net zo min. ‘Je bent zo aardig’ en ‘Ik mis je’ zijn niet de teksten die je als student en docent met elkaar uit mag wisselen. Als facebookvriendjes privéberichten naar elkaar sturen, is verkeerd bezig zijn. Leraren zie je elke dag al op school, en je kunt er een gesprek mee regelen als er iets aan de hand is. Het is nergens voor nodig om ze ook online nog 24/7 in je leven te hebben. Fijn als je extra uitleg kan krijgen op een makkelijke en snelle manier, maar daarvoor hoef je geen vrienden te worden en dat heb je na één keer ook wel gezien. Elkaars privéleven in de gaten houden heeft niks meer te maken met kennisoverdracht. Thumbs up voor die docent met een eigen Franse Zinsbouw facebookpagina die eens in de maand open gaat, maar dus niet voor de leraar die verder gaat en vriendjes wil worden. Zoiets loopt te snel uit de hand en is te slecht te controleren of binnen grenzen te houden. Een leraar heeft niks van doen met jouw melige statusupdates of dronken foto’s. En die 2e naamval snap je ook wel zonder elkaars profielfoto te liken. Heus. Door: Lisa Dulfer
Mondriaancollege, Oss
47
Smoelboek kameraadjes? Ik ben blij als ik door de deur naar binnen stap, hier is het tenminste lekker warm. De muziek komt vanuit de speakers aan de muren naar me toe gestroomd tussen het geluid van pratende en lachende mensen. Er hangt een lichte sigarettenlucht. Gele sfeerlampen branden aan de muren en de glazen op de bar glanzen geel in hun licht. “Maak eens aan jong, ik wil bier hebben!” Lachend kijk ik mijn vriend aan en loop door naar de garderobe om mijn jas op te hangen. Als ik aan de bar zit en twee pilsjes heb besteld, zie ik rechts van mij mijn wiskunde leraar. “Meneer Müller? Wat doet u nou hier?” vraag ik enigszins verbaasd. Mijn vriend heeft ondertussen zijn jas opgehangen en zegt: “Nou wij blijft dat bie… Hier! Maarten! Piiiillllss!!!!” Ik zie de vrienden van mijn leraar lachen, “Ja, dat schijnen leerlingen vaak te vergeten” zegt hij. “Dat leraren ook nog een sociaal leven hebben en niet op school wonen.” Ja natuurlijk, dat klopt ook. Natuurlijk hebben leraren ook een sociaal leven, maar het ontgaat leerlingen vaak doordat leraren voor de leerling vanaf kinds af aan al een symbool van kennis en autoriteit zijn geweest. Niet iemand die net zoals jij gewoon een avondje gezellig met zijn vrienden in een café kan zitten. Gek eigenlijk, dat dat zo’n beeld wordt gevormd. Zeker in een maatschappij die sociaal steeds groter wordt, vooral op digitaal gebied. Ik voel mijn telefoon trillen in mijn zak, ik haal hem er voorzichtig uit en kijk onopvallend naar het berichtje, want als hij wordt gezien, ben ik hem een week kwijt. Nog net weet ik een lach in te houden terwijl ik kijk naar een bewerkte foto van mijn docent. In de linkerhoek van het
48
lokaal zitten twee klasgenoten die over de tafel heen hangen van het lachen. Ik kijk ze aan en zeg geruisloos: “Bazen!” Op dat moment houden de twee meteen op met lachen en kijken ze me net niet meer aan maar over mijn schouder. Al het gepraat en gelach is trouwens opgehouden in de klas, valt me op. Ik weet al wat er gaat gebeuren en draai me om. “Wat ben je aan het doen op die telefoon meneer van Dijk?” vraagt de leraar. Hij staat recht voor me en kijkt met een strenge blik naar de tafel, aangezien ik de telefoon net onder het randje houd zodat hij het scherm niet kan zien. “Niets meneer, gewoon antwoorden opzoeken om de opgaves na te kijken.” Zeg ik terwijl ik zonder te kijken onder de tafel de foto snel minimaliseer en een pagina met uitwerkingen open. Ik haal de telefoon onder de tafel weg en laat het scherm met daarop de vers geopende uitwerkingen zien. “Oke dan,” zegt de leraar “maar leg hem dan gewoon op de tafel.” Boos mompelend loopt hij weg en ik weet nog net de woorden “Jongeren” en “kuttelefoons” te onderscheiden. Het gepraat in de klas begint weer en ik kijk opgelucht de jongens in de hoek aan. Dat scheelde niets. Gelukkig maar, dat de meeste leraren niet zo bij de tijd zijn qua social media als wij. Dan was ik waarschijnlijk betrapt met dit grapje. Ik hoor het hem zo zeggen: “Meneer van Dijk, ik denk dat wij een afspraak hebben vandaag na het 8e uur.” Een afspraak, ja dat zou niet de eerste keer zijn dat dat voorkomt. Ik heb wel eens vaker moeten nablijven. Maar wat nou als een leraar een keer echt een afspraak bedoelt. Ik lees het wel eens in de krant of hoor het op het nieuws: “Leraar van 43 gearresteerd vanwege affaire met leerlinge van 17.” Of op het internet, vaak staat het daar wat meer in het jongerentaalgebruik: “Die pedo uit Utrecht neukte gewoon een 16 jarige?!” Eigenlijk lees ik steeds vaker
49
dit soort berichten op internet. Het nieuws kijk ik soms nog met mijn vader als ik toevallig al op de bank zat en een krant heb ik in maanden niet meer aangeraakt. Facebook, Twitter en Whatsapp. Dat zijn dingen waar ik nieuws van krijg. En snel ook, meestal weet ik het nieuws al uren voordat mijn vader of moeder aankomt en zegt: “Heb je het al gehoord? Er was een aardbeving in Japan!” Ja, die social media is wel handig. Maar niet als het ook door leraren gebruikt gaat worden hoor! Nee ik zou mijn Facebook statussen liever niet aan mijn natuurkunde leraar laten lezen. Dan heb ik zo weer een afspraak te pakken. Dat zou dan ook via Facebook kunnen. Afspraken… dat soort afspraken kunnen dus ook via Facebook gemaakt worden. Had ik eigenlijk niet eens bij stilgestaan. Ja tuurlijk door van die vieze mannetjes die als kluizenaar leven, maar toch niet door leraren? Of wel? Die zijn toch naar zo’n opleiding geweest? Daar pikken ze de smeerlappen toch wel uit? Of kan je het niet aan zo’n persoon zien? Er staat geen bordje bij hoor: “Pas op! Ik wil je dochter!” Social media maakt het dus ook niet veel makkelijker op die manier. Daar is nog minder toezicht op te houden. Veel leraren vinden social media handig om lesstof door te geven. Ik heb zelf ook een schoolsite waarop ik studiewijzers, oefenopgaves, mails en allerlei andere schooldingen op kan zien. Superhandig toch? Zo’n eigen schoolomgeving. Of moeten leerlingen nu bang zijn dat daar ook afspraken op gemaakt gaan worden? Dat www.school.nl nu www.pedo-paleis.nl wordt? Daar kan je dus ook niet zeker van zijn. En toezicht dan? Dan krijg je mensen met een baan zoals “Internetsecurity” die dan al je berichten gaan doorlezen of er niet toevallig iets tussen kan zitten wat op pedofilie kan lijken. Dat is net zo dom als in
50
Amerika leraren met een geweer in de la lesgeven omdat de kans is dat iemand de leerlingen overhoop knalt. Maar wat moet er dan gebeuren? Het blijkt dat niet alle leraren deugen en dat social media niet erg bijdragen aan dit probleem uit de wereld te helpen. Maar moeten alle leraren dan maar geblokkeerd worden van het internet. De mensen die ons juist iets moeten leren maar afschermen? Dat bevordery het leerproces ook niet. En wat was het ook alweer? Leraren hebben ook een sociaal leven? Door: Jules van Dijk
Twents Carmel College De Thij, Oldenzaal
51