Studiegids Politicologie Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen 2005-2006
1
Faculteit der Managementwetenschappen Onderwijscentrum Thomas van Aquinostraat 3 (bezoekadres) Postbus 9108 6500 HK Nijmegen
Telefoon: (024) 361 59 25 Fax: (024) 361 18 40 Facultaire website: www.ru.nl/fm
Er is de grootste zorgvuldigheid betracht in het maken van deze studiegids, maar het is mogelijk dat er fouten zijn opgetreden. Derhalve kunnen er geen rechten worden ontleend aan het gestelde in deze gids. Surf voor actuele informatie naar onze facultaire website: www.ru.nl/fm of log regelmatig in op Blackboard.
2
Voorwoord Hartelijk welkom op de Faculteit der Managementwetenschappen in het nieuwe studiejaar 2005-2006. Voor je ligt de studiegids van de bachelor- en masteropleiding Politicologie van de Faculteit der Managementwetenschappen. In deze gids vind je informatie over de inhoud en organisatie van het onderwijs, de voorzieningen waar je als student gebruik van kunt maken en de organisatie van de faculteit. Ook bevat de studiegids een korte beschrijving van alle vakken die tot de opleidingen behoren. Bacheloropleiding Je werkt vaak in onderwijsgroepen met zo’n 15 medestudenten aan vragen en opdrachten die ten doel hebben de samenhang te ontdekken tussen de verschillende vakken en de kennis die je daar verwerft uit te diepen. Je sluit de bacheloropleiding af door het schrijven van een bachelorthesis. Het leeronderzoek/project en de bachelorthesis zijn meestal gebaseerd op eigen onderzoek en zijn de kern van de wetenschappelijke opleiding. Het methodologieonderwijs heeft ten doel om je uit te rusten met de noodzakelijke academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden. Masteropleiding In de masteropleiding specialiseer je je op een bepaald wetenschapsgebied. Dat doe je door vakinhoudelijk verdiepende cursussen te volgen en door je te bekwamen in het doen van wetenschappelijk onderzoek. Een belangrijke plaats daarbij neemt de thesis in. Bij het schrijven van de thesis kun je veel steun hebben aan collega´s door met hen je werk te bespreken en te discussiëren over wetenschappelijke vragen. Maak gebruik van de geboden mogelijkheden en schep daar zelf mogelijkheden voor. Veel informatie haal je uit deze studiegids. Maar daarnaast is het ook heel belangrijk dat je geregeld (dagelijks!) op de facultaire website, www.ru.nl/fm, en op Blackboard kijkt. Blackboard is een zogenaamde elektronische leeromgeving die veel mogelijkheden biedt om ons onderwijs met behulp van ICT in te richten. Actuele informatie over de cursus die je volgt krijg je ook via Blackboard. Daarvoor is het dan wel noodzakelijk dat je je tijdig voor die cursus hebt aangemeld. Doe je dat niet, dan loop je het risico dat je relevante informatie mist. Informatie over roosters, aanvragen verklaringen e.d. vind je op blackboard en op de facultaire website. Studeren aan een universiteit houdt in dat je in de eerste plaats zelf verantwoordelijk bent voor je studie. Natuurlijk doen we er alles aan om je daarbij te helpen. Er zijn in het eerste jaar mentoren. Je kunt altijd een beroep doen op de studieadviseurs. En last but not least zijn onze docenten de mensen waar je bij terecht kunt als je met vragen zit. Maar het begint bij jezelf. Tegenover verantwoordelijkheid staat echter ook inspraak. Inspraak via de opleidingscommissies en de facultaire studentenraad. Daarnaast kunnen ook panelgroepen een belangrijke bron van studenteninspraak vormen. Een panelgroep bestaat uit een aantal studentvertegenwoordigers van een bepaalde opleiding. Aan het einde van de opleiding wordt 3
de opleiding als geheel geëvalueerd en worden er voorstellen geformuleerd om het onderwijs (nog) beter te maken. Ik wens jullie een plezierig en productief studiejaar toe. Hans Doorewaard vice-decaan onderwijs Faculteit der Managementwetenschappen
4
Inhoud Voorwoord
3
1 Politicologie Politicologie – Algemeen Het vakgebied in vogelvlucht De studievereniging ismus
10 11 11 13
2 Algemene informatie Algemene informatie De opleidingen van de Faculteit der Managementwetenschappen Bachelorprogramma’s Masterprogramma’s Studiekosten De leiding van de faculteit Het onderwijsmodel van de Bacheloropleidingen ECTS Keuzevakken Bachelor Informatievoorziening Aanmelding en toelatingsvoorwaarden Verplichte inschrijving Tentamens Roosters Inschrijven tentamens Schema Inschrijvingstermijnen tentamens Onderwijs en Examenregeling (OER) Bepalingen uit de Bachelor Onderwijs- en Examenregeling 2005-2006 Bepalingen uit de Master Onderwijs- en Examenregeling 2005 – 2006 Beroepsprocedures Regeling ‘Overschrijding correctietermijn’ Collegekaart Vrijstellingen, vervangende vakken of extra tentamenkansen Studieadvies eerste jaar De organisatie van het onderwijs Het Onderwijscentrum De Studentenadministratie Studieadviseurs Het International Office Het Studielandschap Bibliotheekvoorzieningen Jaarverslagenarchief Nijmegen (JAN) Het aanschaffen van studieboeken en ander studiemateriaal Boekanin
16 17 17 17 17 18 18 18 19 19 20 21 22 22 23 26 26 26 27 33 39 40 40 40 41 41 43 43 44 45 46 47 49 50 50
5
Naar het buitenland Vreemde talen leren spreken Universitair Taal-en Communicatiecentrum Nijmegen (UTN) Studententaalpas UTN Academisch Schrijfcentrum Nijmegen Instituut voor Leraar en School (ILS) Studenten Faculteit Managementwetenschappen en Computervaardigheden Het Honours Programma Kwaliteitszorg Medezeggenschap De Dienst Studentenzaken
50 52 52 52 53 54
3 Bachelor Politicologie Hoofdlijnen van de Bacheloropleiding Politicologie Profiel van de bacheloropleiding Eindtermen van de bacheloropleiding Hoofdlijnen van het curriculum van de Bacheloropleiding Politicologie Curriculum 2005-2006 Bacheloropleiding Politicologie Semesterbeschrijvingen Bachelor Politicologie Semester 1.1 Inleiding Politicologie Semester 1.2: National Governance Semester 2.1 European Governance Semester 2.2: Comparative governance Semester 3.1 Comparative Governance; economische, bestuurlijke en politieke stelsels in vergelijkend perspectief Semester 3.2 – Politicologie: Rationaliteit en Rechtvaardigheid Cursusbeschrijvingen Bachelor Politicologie Economie van de Managementwetenschappen (Politicologie) Onderzoeks- en interventiemethodologie A Inleiding Politicologie Academische vaardigheden (Politicologie) Polititieke stromingen van de 20e eeuw Onderzoeks- en interventiemethodologie B Nederlandse Politiek in Vergelijkend Perspectief Filosofie van de Managementwetenschappen Project 1: Verklaringen van politieke houdingen en politiek gedrag Inleiding Recht (BK en POL) Politieke aspecten van de West-Europese samenwerking Methoden van onderzoek 2 / Statistiek (R&M) Methoden van politicologisch onderzoek 1 Project: European Governance Europese Politieke Filosofie Methoden van politicologisch onderzoek II
66 67 67 68 70 71 72 72 73 74 75 76 76 77 80 80 81 82 83 84 85 85 87 88 89 90 91 92 93 93 94
6
54 56 57 58 58
Vergelijkende Politicologie Project: Comparative Governance Vergelijkende Analyse van Buitenlands Beleid Comparative Governance (integratiemodule) Nationale politieke stelsels Project: Comparative Governance Economische integratie in theorie en praktijk Institutionele economie Verklarende statistiek (methodologie 5) Bachelorthesis Politicologie Benaderingen van de Politiek Project Rationaliteit en Rechtvaardigheid Rationaliteit en Rechtvaardigheid (Integratiemodule) Leer der Internationale betrekkingen
95 95 96 97 97 98 99 100 101 102 103 104 105 105
4 Master Politicologie Hoofdlijnen van de Masteropleiding Politicologie Eindtermen Toelatingseisen Schakelprogramma Politicologie Hoofdlijnen curriculum Cursusbeschrijvingen Master Politicologie Het klassieke politieke denken Kennistheorie Macht en anarchie Macht en hiërarchie Macht en politieke theorie Hedendaagse debatten en voorbereiding thesis Masterthesis Politicologie
108 109 109 110 111 112 114 114 115 116 117 118 119 124
5 Keuzevakken en overig aanbod Minorgids voor Politicologiestudenten (2005-2006) 1. Radboud Universiteit Nijmegen 2. Universiteit Leiden 3. Universiteit van Tilburg 4. Universiteit van Amsterdam (UvA) 5. Universiteit Utrecht 6. Vrije Universiteit Amsterdam Politicologie voor niet-politicologiestudenten: Minors Politicologie Keuzevakken aangeboden door docenten politicologie Politiek, macht en gender International Political Economy Dutch History Politics and Culture European and Dutch Politics
126 127 127 132 135 136 141 144 145 147 147 147 148 149
7
Gender Theories and Equality Policies Overig aanbod Het Centrum voor Internationaal Conflict - Analyse & Management (CICAM) Cursusbeschrijvingen Territoriale conflicten op de Balkan Inleiding Polemologie: Conflictanalyse & -Management Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling Legitimatie van veiligheidsbeleid: Manipulatie van pers en publieke opinie bij de rechtvaardiging van oorlog en bewapening Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus Actuele Vraagstukken van Oorlog en Vrede: Analyse van conflicten en perspectief op vrede Terrorisme: beeld en werkelijkheid Dilemma’s bij VN-vredesoperaties Veiligheidsdiscussies in Europa Tussen ‘early warning’ en militaire interventie (onder voorbehoud) NGO’s en Conflict: preventie en interventie Capita Selecta uit de polemologie Literatuurtentamen Polemologie Stage, scriptie Institute for Gender Studies De Oorlog tegen de Ander. Nieuwe polariseringen en gender. Feminist Classics Overige keuzevakken Bedrijfsethiek Business English Economie en waarde: de calculerende burger en diens pluralisme Gender in organisaties Maatschappelijk ondernemen met grond en locaties Innovatie zorgbeleid Economic Globalisation and Ethics
8
150 151 151 153 153 153 154 154 155 156 156 157 158 159 159 160 161 161 162 162 163 165 165 166 167 168 169 170 171
9
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
1
10
Politicologie
POLITICOLOGIE
Politicologie – Algemeen Het vakgebied in vogelvlucht Politicologie is de studie naar de manieren waarop groepen individuen gemeenschappelijke problemen waarvoor geen standaardprocedures of regels bestaan proberen op te lossen. Dergelijke problemen zijn ‘politieke’ problemen, ter onderscheiding van voor de politicoloog minder interessante ‘administratieve’ problemen, waar wel standaardprocedures of regels voor bestaan. Werknemers die ten gevolge van een faillissement van het bedrijf waarvoor ze werkten worden ontslagen hebben zonder meer problemen, maar dergelijke problemen zijn voor de politicoloog niet interessant zolang het oplossen van die problemen niet meer vergt dan het toepassen van standaardprocedures (zoals zich inschrijven bij het CWI) en de betrokkenen bereid zijn zich aan die standaardprocedures te houden. Zodra echter aan deze laatste voorwaarde niet meer wordt voldaan (de ontslagenen verzetten zich door middel van ‘ludieke’ dan wel ‘harde’ acties tegen hun ontslag), dan wordt het voor de politicoloog interessant. De Tweede Kamer is voortdurend bezig met het bedenken van regels voor problemen waarvoor die regels nog ontbreken (misschien wel de voornaamste reden waarom de verbinding tussen politicologie en ‘de’ politiek zo snel wordt gelegd). Toch is het niet zo dat de politicologie louter neerkomt op de studie van ‘de’ politiek, het politieke bedrijf zoals dat zich afspeelt in de Tweede Kamer en andere politieke organen. Daarnaast betreft de politicologie in het bijzonder de studie naar de voorwaarden die bepalen of die groepen van individuen er ook daadwerkelijk in slagen de gemeenschappelijke problemen op te lossen. Dat is namelijk niet vanzelfsprekend. Het besef een gemeenschappelijk belang te hebben leidt niet spontaan tot samenwerking en gezamenlijke actie. De politicologie bestudeert de voorwaarden waaronder collectieve actie mogelijk is. Dit blijkt samen te hangen met de omvang van de groep en de bestaande machtsverschillen. Daarmee zijn we aangeland bij wat in de ogen van politicologen onmisbaar is voor een goed begrip van het verloop van deze collectieve besluitvormingsprocessen, namelijk de rol die macht en invloed daarin spelen. De machtsverhoudingen tussen de leden van de groep bepalen of er oplossingen voor gemeenschappelijke problemen gevonden worden en wat voor soort oplossingen dat zijn. Voor een goed begrip van de beslissingen die een kabinet neemt op het gebied van de milieuwetgeving is het niet voldoende om de standpunten en argumenten van de betrokken ministers te kennen en de institutionele context (in dit geval: Op wat voor manier vergadert het kabinet? Wordt er gestemd of streeft men naar consensus? Hoe leidt de premier de vergadering?). Men zal ook moeten weten hoe de machtsverhoudingen binnen het kabinet liggen. Wat is de positie van de minister van Economische Zaken tegenover de minister van VROM? Hoe is hun verhouding tot de Minister-president? Dit gaat ook op voor beslissingen die in de Raad van Bestuur van een onderneming of door het College van Bestuur van een universiteit worden genomen. In het algemeen geldt de regel dat, hoe machtiger een deelnemer aan het besluitvormingsproces is, hoe minder de kwaliteit van zijn of haar argumenten ertoe doet. Macht- en invloedsrelaties zijn psychologische relaties. Er is sprake van een machtsrelatie 11
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
tussen twee individuen wanneer het ene individu zich anders gedraagt dan het in eerste aanleg zou hebben gedaan, in de verwachting zo bij het andere individu in een goed blaadje te komen staan, of diens woede te voorkomen. Een liefdesrelatie is in deze zin wel het fraaiste voorbeeld van een machtsrelatie, al houden politicologen zich gewoonlijk niet bezig met liefdesrelaties, tenzij deze effecten hebben op collectieve besluitvormingsprocessen. De affaire van Bill Clinton met Monica Lewinsky is natuurlijk een voorbeeld van het laatste: velen hebben de relatie gelegd tussen de Amerikaanse bombardementen in de zomer van 1998 van doelen in Soedan en in Afghanistan en de problemen waarin de President was geraakt als gevolg van zijn amoureuze avonturen (bekende voorbeelden uit het verleden zijn de verhoudingen tussen tsarina Catharina de Grote en graaf Potemkin en die tussen Elizabeth I en Robert Dudley, graaf van Leicester). Dat een liefdesrelatie een prachtig voorbeeld is van een machtsrelatie, klinkt natuurlijk ‘mooi’ (al kunnen liefdesrelaties ons ook tot wanhoop brengen), maar toch is in laatste instantie de dreiging met geweld de belangrijkste machtsbron. Dit geldt zowel voor de internationale politiek als de nationale politiek. Dit verklaart tevens waarom vele politicologen zich bij hun onderzoekingen bijna als vanzelf richten op de staat (of de overheid) en het openbaar bestuur. De staat beschikt gewoonlijk over een aanzienlijk overwicht aan geweldsmiddelen (in de vorm van een politie en een legermacht) tegenover de bevolking die op zijn grondgebied leeft. Voortdurend zullen groepen individuen trachten het geweldsoverwicht van de staat in te zetten om de door hen gevonden oplossingen voor hun gemeenschappelijke problemen aan anderen op te leggen. Het gaat overigens nadrukkelijk om de dreiging met geweld. Wanneer één van de partijen er daadwerkelijk toe over gaat geweld te gebruiken om zijn of haar zin te krijgen, dan houdt de machtsrelatie althans voor het moment op te bestaan. Twee voorbeelden uit de internationale politiek kunnen dit laatste punt verhelderen. Dat de Verenigde Staten voor de bevrijding van Koeweit in 1991 daadwerkelijk geweld moesten gebruiken, is tekenend voor de zwakke machtspositie van de Verenigde Staten toentertijd. Dat Groot-Brittannië in de vorige eeuw conflicten in verre vreemde landen kon beslechten door het sturen van een kanonneerbootje, tekent hoe groot het Britse machtsoverwicht toen was. Een voorbeeld uit de nationale politiek is wanneer de overheid moet overgaan tot het plegen van geweld tegen burgers die genomen politieke besluiten niet wensen uit te voeren: denk aan boeren die zich verzetten tegen het ruimen van vee of actievoerders die zich vastketenen aan treinrails om een transport van kernafval te voorkomen. Om misverstanden te voorkomen: na het daadwerkelijke gebruik van geweld kan opnieuw een machtsrelatie tussen de betrokkenen ontstaan. Samenvattend: politicologen houden zich bezig met de studie van de manieren waarop groepen van individuen gemeenschappelijke problemen waarvoor geen regels bestaan, proberen op te lossen. Zij zijn daarbij in het bijzonder geïnteresseerd in machtsverhoudingen, aangezien macht een cruciale rol speelt bij het oplossen van dergelijke problemen. De Nijmeegse bachelor- en masteropleidingen hanteren dus een brede definitie van de politicologie, ter onderscheiding van de zogenaamde ‘smalle definitie’, waarin de politicologie beperkt wordt 12
POLITICOLOGIE
tot de studie van ‘politieke verschijnselen, met name van de partijpolitiek en van de werking van het openbaar bestuur’ (vgl. de ‘dikke’ Van Dale). Politicologie beperkt zich dus niet tot de bestudering van ‘de’ (Haagse) politiek. Politieke problemen en politieke processen spelen overal waar groepen individuen met elkaar te maken hebben en op alle niveaus. In de visie van de Nijmeegse bachelor- en masteropleidingen zijn beleid, bestuur, organisatie en management onlosmakelijk verbonden met politiek. Niet alleen omdat bestuur, beleid, management en organisatievormen niet los kunnen worden gezien van de politiek-maatschappelijke context waarin zij gestalte krijgen, maar ook en vooral omdat de totstandkoming van beleid en de praktijk van bestuur en management altijd gepaard gaan met processen van machtsvorming. De opleiding besteedt daarbij in het bijzonder aandacht aan de gevolgen van de internationalisering van maatschappij, politiek en economie, zoals deze zich manifesteren op alle beleidsniveaus (internationaal, Europees, nationaal en lokaal). De plaats van de opleiding in de Faculteit der Managementwetenschappen is vanuit deze visie min of meer vanzelfsprekend. Aan de ene kant, omdat naast politicologie in deze faculteit vakgebieden zijn ondergebracht die qua theoretische uitgangspunten veel met politicologie gemeen hebben en die, doordat zij beleid, bestuur, organisatie en management in al hun uiteenlopende verschijningsvormen onderzoeken, vele raakvlakken met politicologie hebben. Aan de andere kant, omdat die vakgebieden in hun onderzoek en bij hun interventies onvermijdelijk stuiten op de processen van besluitvorming en machtsvorming, die weer het object vormen van de politicologie. De bijdrage van politicologie is dan vooral gelegen in de eigen manier van wetenschappelijk denken gericht op besluitvorming en macht op ieder van de vier genoemde beleidsniveaus. De studievereniging ismus ismus is de studievereniging voor politicologen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Studenten en docenten politicologie kunnen zo op een ontspannen manier onderling en met elkaar in contact komen buiten de collegebanken. De naam ismus is afgeleid van de verschillende soorten ‘-ismes’ die de politicologie bevolken, zoals het socialisme en liberalisme, maar ook het sociaal constructivisme, realisme en federalisme. We houden ons natuurlijk ook bezig met terrorisme en seksisme maar eenieder kan natuurlijk zijn eigen invulling geven aan zijn eigen ismus. Voor studenten organiseert ismus colleges over de actualiteit (gegeven door Nijmeegse politicologen of hooggeëerde gasten van buiten), die ingaan op politieke of politicologische onderwerpen die tijdens colleges niet altijd aan bod komen. ismus organiseert ook excursies naar plaatsen waar politiek in de praktijk bedreven wordt en een nationale banenmarkt. Bovendien heeft ismus een uittrekselbank waar studenten uittreksels van studiemateriaal kunnen kopen. Maar het is niet alleen een serieuze bedoening; ismus zorgt ook voor ontspanning door een maandelijkse ismusfilm - met politicologische sideline - borrels, feesten, spellen en studiereizen naar verre oorden. Daarnaast is er tussen je colleges door altijd de gelegenheid om even bij te komen onder het genot van een kopje thee of koffie op de bank in de ismuskamer. Lid worden van ismus is altijd verstandig. Je ontvangt dan de ismusalmanak en zes maal per jaar De Heraut en je wordt op de hoogte gehouden van onze activiteiten, die je gratis 13
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
of met korting kunt bezoeken. En afgezien van het feit dat het erg cool is om lid te zijn van zo’n hippe vereniging, ontvang je ook nog eens 10 % korting op studieboeken bij Boekanin, zodat je je lidmaatschapsgeld na aankoop van ongeveer drie studieboeken al hebt terugverdiend! Wij vinden het een prachtdeal en hopelijk jij ook. Kom dus langs op ons kantoor aan de Thomas van Aquinostraat 5.0.03 en tegen betaling van € 9,00 en een pasfoto ontvang je een ledenpas en geniet je een jaar lang van al het moois dat wij je te bieden hebben. En als je zelf interessante ideeën hebt over nieuwe of te verbeteren activiteiten, dan zijn er zeker wel één of meer luisterende oren te vinden. Je kunt ismus vinden op de benedenverdieping van Thomas van Aquinostraat 5, te bereiken via de zij-ingang tussen T.v.A. 3 en T.v.A. 5. Onze kamer (5.0.03) is achteraan aan de rechterkant. Je kunt hier altijd terecht met vragen, grappen en opmerkingen. Ontdek ook de Hot or Not-verkiezing, de legendarische ismusbank en de thee- en koffiefaciliteiten. Loop dus eens binnen. Adres: T.v.A. 5.0.03 Postbus 9108, 6500 HK Nijmegen Telefoon: 024-3611659 Internet: www.ru.nl/ismus E-mail:
[email protected]
14
POLITICOLOGIE
15
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
2
16
Algemene informatie
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Algemene informatie De opleidingen van de Faculteit der Managementwetenschappen De naam Faculteit der Managementwetenschappen past bij onze ambitie een kenniscentrum te zijn op het gebied van bestuur, organisatie en beleid voor bedrijven, not-for-profit instellingen en overheden. De faculteit biedt een samenhangend aanbod van opleidingen op het brede terrein van management en bestuur, gevoed vanuit alle beschikbare disciplines. Ook in de manier waarop het onderwijs vorm krijgt komt het streven naar interdisciplinariteit en het verbinden van theorie en praktijk aan de orde. Studenten uit verschillende opleidingen werken met elkaar samen in projecten en in aanvulling op het verplichte vakkenaanbod, kiezen ze of meer cursussen uit het aanbod van andere opleidingen. Bachelorprogramma’s De faculteit biedt de volgende bachelorprogramma’s aan: • Bedrijfswetenschappen • Economie • Bestuurskunde • Politicologie • Sociale Geografie & Planologie • Milieu-Maatschappijwetenschappen (vanaf 2e jaar) Masterprogramma’s De faculteit kent de volgende masteropleidingen: • Bedrijfswetenschappen, specialisatie: - Marketing - Strategie - Strategisch Personeelsmanagement - Kennis- en Informatiemanagement - Bedrijfseconomie - Analyse, Ontwerp en Verandering van Arbeidsorganisaties - International management • Economie • Bestuurskunde • Politicologie • Sociale Geografie • Planologie • Milieu-Maatschappijwetenschappen Bachelorprogramma's duren drie jaar en bestaan de eerste 2 jaar uit 8 blokken en het derde jaar uit twee semesters. Als je hebt voldaan aan alle verplichtingen van het eerste jaar, ontvang je het propedeutisch getuigschrift. Aan het einde van de bachelorfase ontvang je het bachelorgetuigschrift. Alle masterprogramma’s duren 1 jaar. Studenten die de masteropleiding met succes afronden 17
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
ontvangen een mastergetuigschrift en mogen vanaf dat moment een mastertitel voeren. Afgestudeerden van onze faculteit komen terecht in de meest uiteenlopende management- en beleidsfuncties bij het bedrijfsleven, de overheid en de non-profitsector. Ze geven adviezen aan directies en bestuurders. Ze ontwerpen plannen en organisatiemodellen en ze zijn betrokken bij de uitvoering daarvan. Sommigen gaan als onderzoeker werken in universiteiten of onderzoeksinstituten. Studiekosten Studeren aan de Faculteit der Managementwetenschappen brengt geen andere vaste kosten mee dan de kosten voor studieboeken, literatuurbundels en cursushandleidingen en de kosten voor deelname aan excursies. Voor wat betreft de kosten van studieboeken streeft de faculteit ernaar om onder de normen te blijven die het ministerie heeft vastgesteld. De leiding van de faculteit De leiding van de faculteit berust bij de Decaan, prof. dr. J.M. Mastop. De decaan wordt bijgestaan door het Decanaatsoverleg waarin zitting hebben: prof. dr. J.A.C.M. Doorewaard (vicedecaan onderwijs), de vice-decaan onderzoek (prof. dr. J.M. Mastop a.i.), drs. R.J. van der Staaij (secretaris) en een studentassessor. De assessor is te bereiken via
[email protected]. Het onderwijsmodel van de Bacheloropleidingen Het curriculum van de bacheloropleidingen binnen de Faculteit der Managementwetenschappen bestaat de eerste 2 jaar uit 8 blokken en het derde jaar uit 2 semesters. Elke 2 blokken of semester bestaan uit een combinatie van cursorisch onderwijs, methodologie-onderwijs en een integratieprogramma. Het cursorisch deel van het semester legt de nadruk op kennisvergaring. In het methodologieonderwijs oefen je het doen van wetenschappelijk onderzoek. Het integratieprogramma is erop gericht de opgedane kennis te verdiepen, met elkaar in verband te brengen en toe te passen. Elke 2 blokken of semester worden meestal afgesloten met een leeronderzoek of project, waar de opgedane kennis, samen met de verworven methodologische vaardigheden in praktijk wordt gebracht. Cursorisch onderwijs Studenten volgen cursussen, die hen in aanraking brengen met belangrijke facetten van het vakgebied. Het onderwijs is erop gericht voldoende kennis te verwerven en daarnaast op een actieve manier met deze kennis te kunnen omgaan. Je besteedt veel tijd aan het bestuderen van handboeken, literatuurbundels en literatuur. De literatuur wordt tijdens de bijeenkomsten besproken en de opzet van het onderwijs is erop gericht dat je de leerstof actief gaat beheersen. Dat wil zeggen dat je na afloop van een cursus de inhoud met eigen woorden kunt weergeven, voorbeelden kunt geven van theoretische concepten en de impact van bepaalde inhouden zowel voor de wetenschapsbeoefening als de praktijk kunt verwoorden. Methodologieonderwijs Naast het vergaren van kennis over de belangrijkste facetten van het vakgebied is het leren opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek een tweede belangrijke doelstelling van het bacheloronderwijs. Daarom volg je gedurende het bachelorprogramma een reeks vak18
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
ken waarin je kennismaakt met de belangrijkste begrippen van de onderzoeks- en interventiemethodologie en waarin je oefent met methoden en techniek van het opzetten en uitvoeren van onderzoek. In het eerste jaar wordt bovendien veel aandacht geschonken aan de training van academische vaardigheden: het leren om op wetenschappelijke wijze te redeneren en te discussiëren, het leren begrijpen van wetenschappelijke teksten en het oefenen met technieken van wetenschappelijke (schriftelijke en mondelinge) rapportage. De academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden heb je nodig om het leeronderzoek/project en de bachelorthesis succesvol te kunnen afronden. Integratieprogramma Semesters worden afgesloten met een leeronderzoek/project waarin je hetgeen je hebt geleerd in het cursorisch onderwijs en in het methodologieprogramma integreert. Soms werk je hierbij samen met studenten van andere opleidingen. De voorbereiding van het leeronderzoek/project behelst het opstellen en uitschrijven van een onderzoeks- of projectplan. Als dit is goedgekeurd wordt begonnen met het verzamelen van data en het lezen van extra literatuur. Tijdens de uitvoering ligt het accent op het schrijven van teksten, het bewerken van de gegevens, het trekken van de conclusies en relateren van de bevindingen van het project aan de inhoud van het cursorisch deel van het programma. Er is regelmatig contact tussen docent en student. De docent helpt niet alleen bij de voortgang van het projectwerk, maar wijst ook op verbanden met het cursorisch deel en met de rest van het onderwijs. Het laatste semester (3.2.) staat in het teken van de bachelorthesis. De thesis stelt je in staat te tonen wat je na de afgelopen jaren hebt geleerd. Het is een prima voorbereiding op de masterthesis die je een jaar later moet schrijven. ECTS De Faculteit der Managementwetenschappen hanteert het systeem van de ECTS (European Course Credit Transfer System). Dit systeem heeft als voordeel dat het internationaal bekend en aanvaard is, wat de internationalisering van het hoger onderwijs ten goede komt. Een voltijds-studiejaar heeft een studielast van 60 ECTS. Ook de studieresultaten die voor 2003-2004 zijn behaald, zijn omgerekend naar ECTS. Voor alle resultaten die zijn behaald voor 1 september 2003 geldt dat deze zijn afgerond op 1 decimaal achter de komma (een voorbeeld: wanneer je in januari 2003 een cursus hebt afgerond met een studielast van 3,0 Nederlandse studiepunten, dan staat deze cursus nu te boek als een cursus met een studielast van 4,3 ECTS). Keuzevakken Bachelor Er is keuzeruimte opgenomen in het bachelorcurriculum. Een keuzevak kan bijna elk vak zijn dat aan onze faculteit of elders in binnen- of buitenland wordt aangeboden. Door te kiezen voor een samenhangend geheel van keuzevakken (een zogeheten minor) kun je een extra dimensie geven aan je studie. Voor meer informatie over het samenstellen van een gedegen keuzepakket kun je een afspraak maken bij de studieadviseur van jouw opleiding. Wil je vakken buiten de faculteit volgen dan kun je in de infotheek bij studentenzaken de studiegidsen van de andere opleidingen binnen de Radboud Universiteit Nijmegen inzien. Bij 19
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
twijfels over de geschiktheid van een vak kun je contact opnemen met de studieadviseur van de betreffende opleiding. Wil je buiten de faculteit zoeken dan is internet een handig medium. Voor vakken in het buitenland kun je contact opnemen met het International Office. Binnen de faculteit mogen in principe alle cursorische vakken van andere opleidingen gekozen worden; integratiemodulen, methodologievakken en projecten mogen echter niet altijd als keuzevak worden gekozen. Niet elke cursus is even geschikt om te kiezen als keuzevak. Let bij het maken van je keuze met name op het kopje ‘voorkennis’ bij de cursusbeschrijvingen. Wil je meer informatie over de geschiktheid van vakken of over de volgorde waarin je de vakken het beste kunt kiezen, neem dan contact op met de studieadviseur. In het laatste deel van deze studiegids wordt een aantal cursussen beschreven die interessant kunnen zijn voor invulling van de keuzeruimte van studenten aan deze faculteit.
Informatievoorziening Facultaire websites De Faculteit der Managementwetenschappen heeft een facultaire website met als adres: www. ru.nl/fm. Deze site informeert je over uiteenlopende zaken. De site bevat ook een adressenlijst van medewerkers met telefoonnummers en kamernummers. Via de facultaire website kunnen studenten terecht op Blackboard, de digitale leeromgeving. De facultaire website in combinatie met Blackboard verschaft studenten alle informatie die zij nodig hebben voor hun studie. Van studenten wordt verwacht dat zij zeer regelmatig het internet en Blackboard raadplegen. De Radboud Universiteit van Nijmegen heeft uiteraard ook een website. Het adres van deze site is: www.ru.nl. Informatie voor studenten is te vinden onder www.ru.nl/studentenzaken E-mail Een andere informatiebron is je e-mailadres. De Dienst Studentenzaken kent aan elke student een @student.ru.nl e-mailadres toe. Deze adressen worden gebruikt voor mailings vanuit de faculteit. Het is dus belangrijk je @student.ru.nl-account te activeren en met regelmaat te checken. Voor vragen over dit e-mailaccount kun je terecht bij de Centrale Studentenbalie van de Dienst Studentenzaken, Comeniuslaan 4. Kabelkrant Op vijf plaatsen in de faculteit hangen monitoren waarop actuele berichten geplaatst worden over het lopende onderwijs. Berichten voor de kabelkrant kunnen worden opgegeven bij de informatiebalie in het Studielandschap. Onderwijsberichten: Binnen Blackboard bestaat de community “onderwijsberichten”. Alle studenten van de faculteit worden hierop door het Onderwijscentrum geabonneerd. Belangrijke berichten over onderwijs worden gedurende het studiejaar via dit medium gecommuniceerd naar studenten.
20
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Aanmelding en toelatingsvoorwaarden Iedereen die zich voor het eerst wil inschrijven voor een bacheloropleiding, meldt zich aan bij het Centraal bureau Aanmelding en Plaatsing (CBAP), Postbus 30157, 9700 LJ in Groningen. Een VWO-diploma geeft toegang tot iedere bacheloropleiding aan de Faculteit der Managementwetenschappen, maar bij de bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen en de bacheloropleiding Economie worden eisen gesteld aan het profiel: je moet in ieder geval wiskunde A1, 2 (of wiskunde B) én economie 1 in je profiel hebben opgenomen. Een HBO-getuigschrift en een doctoraalgetuigschrift geven - onder dezelfde voorwaarden als het VWO-diploma - toegang tot een universitaire bacheloropleiding. Zij die 21 jaar of ouder zijn en niet in het bezit zijn van één van de vereiste getuigschriften moeten een toelatingsonderzoek (colloquium doctum) aanvragen. Een colloquium doctum-beschikking geeft alleen toegang tot de opleiding waarop de beschikking betrekking heeft. Voor vragen over aanmelding en inschrijving aan de Radboud Universiteit Nijmegen kan men terecht bij de Balie Studentenzaken van de Radboud Universiteit Nijmegen, tel. (024) 361 23 45. Toelating op basis van bepaalde buitenlandse getuigschriften is eveneens mogelijk. Bezitters van deze documenten wenden zich tot de studentendecanen van de Dienst Studentenzaken, Afdeling Studentenbegeleiding. Een afspraak met één van de studentendecanen kan gemaakt worden via de Balie Studentenzaken, tel. (024) 361 23 45. Meer informatie over toegang en toelating tot een opleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de verplichte vakken is te vinden in het Vademecum en Studentenstatuut voor de studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hbo-instromers Naast VWO-instromers en studenten met een HBO-propedeuse kent de Faculteit der Managementwetenschappen een groot aantal HBO-instromers. HBO-instromers volgen voordat ze worden toegelaten tot een masteropleiding een schakelprogramma. Het vakkenpakket is toegesneden op de deficiënties tussen de HBO-opleiding en de masteropleiding van je keuze. Neem voor meer informatie contact op met de studieadviseur. VWO-diploma oude stijl Als je niet volgens het regime van de tweede fase eindexamen hebt gedaan, geldt dat bij inschrijving het VWO-diploma oude stijl op dezelfde manier behandeld moet worden als een VWO-diploma met profiel. Indien een VWO-diploma oude stijl aan deze eisen voldoet kan de examencommissie van de betreffende opleiding een verklaring afgeven aan de student waarmee deze wordt toegelaten voor de betreffende opleiding. Een gewaarmerkte kopie van deze verklaring kan de student dan voegen bij zijn inschrijvingsformulier. Voor inschrijving van een VWO-diploma oude stijl dat niet voldoet aan de eisen van het VWO-diploma met profiel geldt de colloquium doctum procedure. Verandering van opleiding Tot 1 oktober is het mogelijk om je met terugwerkende kracht voor een andere opleiding binnen of buiten de faculteit te laten inschrijven. Na die datum is speciale toestemming nodig. Wend je daarvoor tot de studieadviseur. Deze zal altijd nagaan of de formele afwikkeling van 21
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
je ‘omzwaai’ kan wachten tot de eerstvolgende herinschrijving. Dit zal voor eerstejaarsstudenten vrijwel altijd het geval zijn. Omzwaaien na 1 juni is niet mogelijk.
Verplichte inschrijving Onderwijsinschrijving voor cursussen Studenten dienen zich voor alle cursussen die zij willen volgen in te schrijven. De onderwijsinschrijving geschiedt via het programma KISS. Voor informatie over dit inschrijfprogramma verwijzen we je naar het internet: www.student.ru.nl/. Voor vragen over KISS kun je terecht bij de Centrale Studentenbalie van de Dienst Studentenzaken (informatie over de Dienst Studentenzaken vind je op het internet: http://www.ru.nl/studentenzaken/). Via de Blackboard/facultaire website wordt medegedeeld in welke periode kan worden ingeschreven voor het onderwijs. Het is belangrijk dat je de studiegids raadpleegt alvorens je in te schrijven, zodat je precies weet voor welke cursussen (let ook op de cursuscode!!) je je moet inschrijven. Onderwijsinschrijving voor keuzevakken Studenten van de Faculteit der Managementwetenschappen die aan een andere faculteit keuzevakken willen volgen, dienen zich te informeren over de wijze waarop de inschrijving plaatsvindt. De wijze van inschrijving kan per faculteit sterk variëren. Studenten van andere faculteiten die een cursus uit het aanbod van de Faculteit der Managementwetenschappen willen volgen als keuzevak dienen zich tijdens de inschrijfperiode via KISS in te schrijven voor deelname aan het onderwijs. Tentamens Ook voor deelname aan tentamens dien je je via KISS in te schrijven. De procedure is als volgt: 1. Het Onderwijscentrum kondigt via de Blackboard/facultaire website aan wanneer de tentameninschrijving begint. 2. De tentameninschrijving eindigt vijf werkdagen voor het tentamen; KISS geeft precies aan tot wanneer je je voor een tentamen kunt inschrijven. 3. Je schrijft je in voor de tentamens waaraan je wilt deelnemen via KISS (check de juiste naam en code voordat je je inschrijft!). 4. Je ontvangt per mail een bevestiging van je inschrijving (bewaar deze bevestiging; indien je geen bevestiging ontvangt, neem dan contact op met de Centrale Studentenbalie, Comeniuslaan 4). 5. Wanneer de inschrijving is gesloten kun je je niet meer via KISS inschrijven. 6. Indien je onverhoopt vergeten bent je in te schrijven voor een tentamen, kun je bij de balie van het Studielandschap terecht voor een postinschrijving. Dit kost 10,00 euro per tentamen. Als bewijs ontvang je een kwitantie: neem deze kwitantie mee naar het tentamen. Alleen op vertoon van deze kwitantie word je – voor zover de capaciteit dit toelaat – toegelaten bij het tentamen. Een postinschrijving is mogelijk tot uiterlijk het moment van aanvang van het tentamen. Studenten die meer dan een kwartier te laat zijn worden niet meer toegelaten tot het tentamen. 22
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
7. Het onderwijscentrum stelt lijsten op van studenten die zich hebben ingeschreven voor een tentamen (via KISS of via de postinschrijving). 8. Studenten mogen alleen deelnemen aan een tentamen als: A. zij zich hebben ingeschreven voor het tentamen, hetgeen blijkt uit: - de KISS-inschrijfbevestiging die zij per mail hebben ontvangen, - collegekaart bij het tentamen (deze kan na het tentamen tegen een vergoeding van 10 euro bij het studielandschap worden afgehaald). B. EN zij zich kunnen legitimeren (uitsluitend d.m.v. collegekaart, OV- jaarkaart, paspoort of rijbewijs). 9. Studenten die meer dan een kwartier te laat zijn worden niet meer toegelaten tot het tentamen. 10. Studenten mogen de tentamenzaal niet eerder verlaten dan 45 minuten na aanvang van het tentamen. 11. De termijn waarbinnen de tentamenresultaten bekend moeten worden gemaakt is 12 werkdagen. Vanaf de 12e werkdag na het tentamen kun je via KISS het tentamenresultaat raadplegen. 12. Wanneer de resultaten na 12 werkdagen niet bekend zijn gemaakt, kun je een klacht indienen. Roosters Het onderwijs- en tentamenrooster wordt bij aanvang van het nieuwe studiejaar bekend gemaakt. Een overzicht met de precieze tentamenlocaties wordt tenminste twee werkdagen voordat het betreffende tentamen plaatsvindt via de Blackboard/facultaire website bekend gemaakt. Het kan nodig zijn eenmaal vastgestelde data en tijden te veranderen. De faculteit streeft ernaar om dergelijke veranderingen tot een minimum te beperken. Zij kan niet aansprakelijk worden gesteld voor consequenties van onverhoopte veranderingen. Raadpleeg geregeld Blackboard/de facultaire website.
23
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Jaarrooster faculteit der Managementwetenschappen 2005 - 2006 Wk- Begin- Semester Jaarindeling nr. datum 3e studiejaar alle bachelor-opleidingen + Schakeljaar HBO BW Onderwijs Tentamens herkansingen
Trimester Jaarindeling
herkansingen
36
5-9
37
12-9
38
19-9
39
26-9
40
3-10
41
10-10
42
17-10
43
24-10
44
31-10
45
7-11
46
14-11
47
21-11
48
28-11
T1
49
5-12
T1
50
12-12 I en P
51
19-12 I en P
52
26-12
1
2-1
2
9-1
I en P
3
16-1
I en P
HK 1
4
23-1
I en P
HK 1
5
30-1
6
6-2
7
13-2
8
20-2
9
27-2
10
6-3
HK 1
11
13-3
HK 1
12
20-3
13
27-3
14
3-4
24
Blokkenrooster
Bijzonderheden
master SG, MMW, Plano- 1e en 2e studiejaar alle logie bacheloropleidingen, master EC + BK + BW Onderwijs Tentamens Onderwijs Tentamens
Master POL
Master POL tentamineert niet schriftelijk.
Onderwijs
herkansingen 5 sept. Opening academisch jaar (OV/TV)
Herfstvakantie (OV)
T1
T1 Kerstvakantie (OV/TV) Kerstvakantie (OV/TV)
T2
HK 1
Carnavalsvakantie (OV)
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
15
10-4
16
17-4
14 april Goede vrijdag (OV/TV) 17 april Tweede paasdag (OV/TV)
17
24-4
18
1-5
19
8-5
T2
20
15-5
T2
21
22-5
I en P
22
29-5
I en P
23
5-6
I en P
24
12-6
I en P
25
19-6
I en P
26
26-6
I en P
27
3-7
I en P
HK 2
28
10-7
I en P
HK 2
29
17-7
OV/TV
30
24-7
OV/TV
31
31-7
OV/TV
32
7-8
33
14-8
34
21-8
OV
35
28-8
OV
36
4-9
T2
T3
HK 2 Meivakantie (OV)
18 mei Dies (OV/ TV) 25 mei Hemelvaart, 26 mei (OV/TV) 5 juni 2e Pinksterdag (OV/ TV) HK 2
T4
HK 3
OV/TV HK 4
OV = onderwijsvrij, TV = tentamenvrij, I en P = integratievak en project
Onderwijs- en tentamenvrije perioden en dagen Kerstperiode: maandag 26 december 2005 t/m vrijdag 6 januari 2006 Goede vrijdag: vrijdag 14 april 2006 Tweede Paasdag: 17 april 2006 Bevrijdingsdag: 5 mei 2006 (valt in de meivakantie) Diesviering: donderdag 18 mei 2006 Hemelvaart: donderdag 25 mei 2006 Vrijdag na Hemelvaart: 26 mei 2006 Tweede Pinksterdag: maandag 5 juni 2006 Zomerperiode: maandag 17 juli 2006 t/m vrijdag 11 augustus 2006 Onderwijsvrije perioden Herfstvakantie: maandag 17 oktober t/m vrijdag 21 oktober 2005 Voorjaarsvakantie: maandag 27 februari t/m vrijdag 4 maart 2006 Meivakantie: maandag 1 mei t/m vrijdag 5 mei 2006 Zomervakantie: 14 augustus t/m 28 aug 2006 25
OV
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Inschrijven tentamens Schema Inschrijvingstermijnen tentamens Inschrijving tentamens kan
3e studiejaar alle
Master SG, Planologie,
bacheloropleidingen +
1e en 2e studiejaar alle bacheloropleidingen +
plaats vinden vanaf week:
schakeljaar HBO BW
MMW
master EC, BK en BW
Tentamenperiode 1
Wk. 44: 31-10-2005
Wk. 47: 21-11-2005
Wk. 42: 17-10-2005
Herkansing
Wk. 51: 19-12-2005
Wk. 6: 06-02-2006
Wk. 2: 09-01-2006
Tentamenperiode 2
Wk. 15: 10-04-2006
Wk. 13: 27-03-2006
Wk. 2: 09-01-2006
Herkansing
Wk. 23: 05-06-2006
Wk. 20: 15-05-2006
Wk. 13: 27-03-2006
Tentamenperiode 3
n.v.t.
n.v.t.
Wk. 13: 27-03-2006
Herkansing
n.v.t.
n.v.t.
Wk. 24: 12-06-2006
Tentamenperiode 4
n.v.t.-
n.v.t.
Wk. 24: 12-06-2006
Herkansing
n.v.t.
n.v.t.
Wk. 29: 17-07-2006
tentamenperiode 1
tentamenperiode 2
tentamenperiode 3
tentamenperiode 4
Onderwijs en Examenregeling (OER) Het propedeutischexamen, het bachelor- en het masterexamen zijn officiële, geformaliseerde examens. Op het moment dat je alle onderdelen hebt behaald, ben je geslaagd voor het desbetreffende examen. Hoe het examen er precies uitziet, wat de algemene regelingen rond het onderwijs zijn en aan welke voorwaarden je moet voldoen om bijvoorbeeld door te stromen naar een volgend studiejaar, wordt elk jaar opnieuw vastgelegd. De faculteit stelt daartoe een Onderwijs- en Examenregeling op, in de volksmond de OER genoemd. De studiegids die elk jaar verschijnt, is een uitvloeisel van die OER in vereenvoudigde vorm. De studiegids is echter geen officieel document waaraan je als student rechten kunt ontlenen. De OER is dat wel. Je kunt de OER vinden op het facultaire website, www.ru.nl/fm/onderwijs/studieinformatie en in het Studielandschap. De examencommissie van elke opleiding is belast met de uitvoering van de OER. Zaken als een vrijstelling of een extra tentamenkans, moet je daarom (via de studieadviseur) voorleggen aan de examencommissie. Als student is het met name van belang om goed te weten welke onderdelen je precies moet behalen. Ben je nu bijvoorbeeld derdejaars, dan staat in de OER van dit jaar (en dus in de studiegids van dit jaar) het onderwijsprogramma van het derde jaar. Het programma van het tweede jaar stond in de OER van vorig jaar. Als je een onderdeel uit het tweede jaar hebt gemist, dan moet je dat alsnog halen. Het kan voorkomen dat een onderdeel niet meer gegeven 26
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
wordt. In dat geval worden er overgangsregelingen aangeboden; zorg dat je je tijdig hiervan op de hoogte stelt, houd daarvoor Blackboard/de facultaire website in de gaten. Neem zo nodig contact op met de studieadviseur van jouw opleiding. Wanneer je niet wordt toegelaten tot het tweede jaar, of niet tot het derde jaar, val je automatisch onder de nieuwe OER. De vakken die ook in het nieuwe studieprogramma blijven bestaan behouden hun geldigheid. Heb je vakken gehaald die niet meer gegeven worden, dan kom je meestal in aanmerking voor een dispensatieregeling. Wend je voor informatie hierover tot de studieadviseur. Het kan voorkomen dat je officieel wel doorstroomt naar het derde jaar, maar uit het tweede jaar maar weinig onderdelen hebt behaald. In dat geval doe je er verstandig aan om contact op te nemen met de studieadviseur. Het kan zijn dat het voor jou beter is om het tweede jaar volgens de nieuwe OER te doen. Hieronder vind je een deel uit de Onderwijs en Examenregeling 2005 – 2006. Het betreft regelingen met betrekking tot toelating, deelname aan onderwijs, tentamens, examens en fraude.
Bepalingen uit de Bachelor Onderwijs- en Examenregeling 2005-2006 Artikel 3.2 Deelname aan onderwijs 1. Studenten moeten zich inschrijven voor elke cursus waaraan zij willen deelnemen, in de daarvoor aangegeven inschrijvingsperiode. 2. Bij onvoldoende participatie en/of aanwezigheid kan studenten de toegang tot werkgroepbijeenkomsten worden ontzegd. Per cursus moet deze regeling, indien van toepassing, nader worden uitgewerkt in meetbare criteria en via Blackboard/de facultaire website minimaal 1 week voor aanvang van desbetreffende cursus bekend worden gemaakt. Artikel 4.1 Toelating tot de postpropedeutische fase 1. Voor de toelating tot de postpropedeutische fase geldt als eis het bezit van het propedeutisch diploma van de betreffende opleiding. 2. In afwijking van lid 1 mogen studenten die na het eerste jaar niet voldoen aan de eisen van het propedeutisch examen, reeds tentamens van het tweede studiejaar (postpropedeutische fase) afleggen indien ze in de propedeutische fase van de opleiding een minimaal aantal ECTS hebben behaald. Dit minimum aantal ECTS ligt tussen de 36 en 48 ECTS en wordt per opleiding nader bepaald in het opleidingsspecifieke deel van deze Onderwijs- en examenregeling. Hierbij kunnen per opleiding tevens aanvullende voorwaarden worden gesteld ten aanzien van cursussen uit de propedeutische fase die in ieder geval moeten zijn behaald. 3. Bij de vaststelling van het aantal behaalde ECTS als bedoeld in lid 2 worden de door de examencommissie verleende vrijstellingen meegeteld. 4. Studenten mogen geen tentamens van het derde studiejaar afleggen als zij niet in het bezit zijn van het propedeutisch diploma.
27
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Artikel 5.1 Toelating, frequentie en volgorde van tentamens 1. De toelating tot het tentamen kan worden beperkt tot degenen die hebben voldaan aan de gestelde eisen inzake aanwezigheid en het inleveren van uitwerkingen van opdrachten, werkstukken, logboeken en dergelijke. 2. Eventuele voorwaarden voor de toelating tot het tentamen worden uiterlijk bij aanvang van de cursus bekend gemaakt via Blackboard/de facultaire website. 3. Tot het afleggen van de tentamens van de in het opleidingsspecifieke deel te benoemen onderdelen wordt twee maal per studiejaar de gelegenheid gegeven. Een werkstuk, opdracht en dergelijke als onderdeel van een tentamen mag per studiejaar eenmaal herkanst worden. 4. Studenten dienen zich vooraf voor tentamens van het voor hen geldende onderwijsprogramma in te schrijven, tenzij anders is bepaald. Zij mogen, behoudens schriftelijke toestemming van de examencommissie, niet deelnemen aan tentamens van cursussen die bestemd zijn voor andere categorieën studenten. De inschrijfbepalingen zijn op Blackboard/de facultaire website weergegeven. 5. De tentamenperiodes worden uiterlijk bij aanvang van het academisch jaar bekend gemaakt via Blackboard/de facultaire website. De precieze data waarop tentamens kunnen worden afgelegd worden uiterlijk een maand voor aanvang van een tentamenperiode bekend gemaakt via Blackboard/de facultaire website. 6. Tentamens worden uitsluitend in de vastgestelde tentamenperiodes afgenomen. 7. In bijzondere gevallen kan de faculteit afwijken van eerder bekendgemaakte tentamendata. Als de beslissing daartoe plaatsvindt vijf werkdagen of korter voor de oorspronkelijke tentamendatum, worden alle potentiële deelnemers per brief en tevens per e-mail geïnformeerd. In andere gevallen gebeurt de bekendmaking van wijzigingen via Blackboard/de facultaire website. Een tentamen mag niet naar een eerder tijdstip worden verschoven. 8. De tentamenlocaties worden ten minste vijf werkdagen voordat betreffende tentamens plaatsvinden via Blackboard/de facultaire website bekend gemaakt. Artikel 5.2 Vorm van de tentamens 1. Tentamens worden afgelegd op de wijze zoals is vermeld in het opleidingsspecifieke deel van de Onderwijs- en Examenregeling. 2. Op verzoek van de student of de coördinerend docent kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3. Werkstukken, opdrachten en dergelijke kunnen onderdeel van een tentamen zijn. Indien een tentamen uit meerdere onderdelen of deeltentamens bestaat is de uitslag van het tentamen het (gewogen) gemiddelde van de resultaten van de betreffende onderdelen en/of (deel)tentamens. Bekendmaking hiervan vindt plaats op Blackboard/de facultaire website, uiterlijk bij aanvang van een cursus. 4. Het bij zich hebben van niet technische hulpmiddelen (b.v. (woorden)boeken en readers) en rekenmachines tijdens tentamens is uitsluitend toegestaan indien dit in de tentameninstructies staat aangegeven. Er mag geen apparatuur (b.v. mobiele telefoons, rekenmachines etc.) worden gebruikt waarmee teksten en formules kunnen worden opgeslagen, tenzij de docent in de tentameninstructies uitdrukkelijk anders heeft bepaald. 28
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
5. Op verzoek van de student kan de examencommissie bepalen dat aan studenten met een functiestoornis de gelegenheid wordt geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 6. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. In een geval van uitzondering dienen de betreffende student dan wel de examinator elkaar hierover minimaal vijf werkdagen van tevoren te informeren. 7. In aanvulling op het voorgaande lid wordt een mondeling tentamen afgenomen door een examinator in aanwezigheid van een collega-docent. In plaats van de aanwezigheid van een collega-docent tijdens het tentamen kan er ook een bandopname worden gemaakt van het mondeling tentamen. Artikel 6.1 Vaststelling en bekendmaking uitslag 1. Uitslagen van tentamens worden uiterlijk op de tiende werkdag volgend op de dag van het tentamen aangeleverd bij de studentenadministratie. De Studentenadministratie maakt uiterlijk op de twaalfde werkdag volgend op de dag van het tentamen de uitslagen bekend. Deze bekendmaking gebeurt via KISS. 2. Bij de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de mogelijkheid van bezwaar bij de meest betrokken examencommissie en van beroep bij het college van beroep voor de examens. 3. De examencommissie kan met inachtneming van het gestelde in lid 1, de termijn waarop de uitslagen van tentamens bekend gemaakt moeten worden, verlengen op basis van een gegrond verzoek daartoe door de coördinerende docent uiterlijk 15 werkdagen voordat het tentamen plaatsvindt. De coördinerende docent informeert via Blackboard /de facultaire website alsmede via het tentamenvoorblad/ tentameninstructie de studenten over de nieuwe datum waarop de uitslag bekend zal worden gemaakt. 4. Indien door een situatie van overmacht het voor de cursuscoördinator niet mogelijk blijkt te voldoen aan het gestelde in lid 3, dan dient hij dit zo spoedig mogelijk te melden bij de examencommissie. De cursuscoördinator is gehouden de nieuwe datum waarop de uitslag bekend zal worden gemaakt – die in overleg met de examencommissie is vastgesteld – op Blackboard/de facultaire website te publiceren. 5. De examencommissie wijst na overleg met de betrokken leerstoelhouder een vervanger aan als een examinator niet in staat is zich aan de gestelde correctietermijn te houden. 6. Bij het overschrijden van de correctietermijn treedt de onderstaande regeling ”Overschrijding correctietermijn” in werking. a. Indien tengevolge van het overschrijden van de correctietermijn de tijd tussen de dag waarop de uitslag via KISS bekend is gemaakt en de dag waarop de herkansing plaatsvindt minder dan acht werkdagen bedraagt, zal een tweede gelegenheid worden georganiseerd om aan de herkansing deel te nemen. Deze tweede gelegenheid vindt plaats minimaal 10 en maximaal 15 werkdagen na de uitslag. Het betreft nadrukkelijk géén extra herkansing. b. Studenten kunnen hetzij deelnemen aan de reguliere herkansing, hetzij aan de extra 29
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
7.
8.
9. 10.
gelegenheid. In het laatste geval dienen zij zich voor de reguliere herkansing uit te schrijven en worden zij in staat gesteld zich op de gebruikelijke weg voor de tweede gelegenheid in te schrijven. c. De uitslagen van de reguliere en extra gelegenheid worden gezamenlijk bekendge maakt. d. Beide gelegenheden zijn gelijkwaardig voor wat betreft tentamenvorm en moeilijkheidsgraad. e. De reguliere gelegenheid tot herkansing wordt geannuleerd, indien alle studenten hun inschrijving intrekken. De examinator stelt uiterlijk één werkdag na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en verschaft de studentenadministratie van de faculteit de benodigde gegevens ten behoeve van de bekendmaking van de uitslag. De uitslag van een tentamen wordt gegeven in een heel cijfer. Bij afronding geldt dat vanaf 0,5 naar boven wordt afgerond, behoudens de volgende gevallen: • Een 5,5 wordt afgerond naar een vijf (5); een 5,6 wordt afgerond naar een zes (6). Een cijfer tussen 5,5 en 5,6 wordt afgerond naar een vijf (5). • De beoordeling van een thesis, werkstuk of projectverslag moet worden gegeven in een cijfer afgerond op een half punt. Een onderdeel is behaald, indien minimaal een zes (6) is behaald. Als een student deelneemt aan meerdere tentamengelegenheden van een cursus, dan telt de hoogst behaalde score.
Artikel 6.2 Geldigheidsduur 1. Tentamens in de propedeuse van een bepaalde opleiding die met goed gevolg zijn afgelegd, verliezen hun geldigheid na verloop van twee jaren nadat de student zich voor de eerste maal voor de propedeutische fase van die opleiding heeft ingeschreven, indien binnen deze termijn het propedeutisch examen niet met goed gevolg is afgelegd. 2. In afwijking van artikel 6.2 lid 1 geldt dat studenten die vóór 1 september 2002 stonden ingeschreven voor één van de opleidingen van onze faculteit het propedeutisch examen moeten hebben gehaald voor 1 september 2007, anders verliezen de propedeusetentamens die met goed gevolg zijn afgelegd hun geldigheid. 3. Behoudens het gestelde in lid 4 en 5 van dit artikel, is de geldigheidsduur van behaalde tentamens in het tweede en derde studiejaar onbeperkt. 4. De examencommissie kan met betrekking tot een onderdeel uit het tweede en derde studiejaar waarvan het tentamen langer dan vijf jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. 5. Indien studenten tijdens een studiejaar niet alle onderdelen van tentamens behalen, verliezen de behaalde onderdelen hun geldigheid, tenzij de coördinerende docent anders beslist. Artikel 6.3 Beoordeling, inzage en nabespreking 1. De beoordeling van tentamens geschiedt aan de hand van vastgelegde normen, dat wil zeggen dat de student aan de hand van het antwoordmodel en de aangegeven puntenver30
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
deling kan nagaan hoe de uitslag van zijn of haar tentamen tot stand is gekomen. 2. Door hun naam te verbinden aan een groepswerkstuk geven de leden van de groep te kennen dat zij een gelijkwaardige bijdrage hebben geleverd. Ten bewijze hiervan tekenen zij op de voorpagina van het werkstuk. Alle leden van de groep kunnen op de inhoud van het eindrapport worden aangesproken. 3. Binnen elf werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen heeft de student gelegenheid tot het inzien van zijn of haar beoordeelde werk alsmede de vragen en/of opdrachten van het betreffende tentamen, alsmede de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Inzage vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. Indien een collectieve inzage wordt georganiseerd, kan de student slechts tot een individuele inzage verzoeken, indien hij of zij door aantoonbare overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve inzage aanwezig te zijn. 4. Binnen vijftien werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een tentamen kan de student de desbetreffende examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip, maar in ieder geval voorafgaand aan de volgende herkansing. Indien een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, kan de student slechts tot een individuele nabespreking verzoeken wanneer hij of zij bij de collectieve nabespreking aanwezig is geweest en zijn/ haar verzoek motiveert, of indien hij of zij door aantoonbare overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve nabespreking aanwezig te zijn. 5. De student kan indien hij of zij het niet eens is met de beoordeling van het tentamen, bezwaar aantekenen bij de examinator. Het instellen van dit bezwaar schort de beroepstermijn bij het college van beroep voor de examens niet op (zie art. 6.4). 6. In aansluiting op het voorgaande lid kan de student, na afhandeling van het bezwaar door de examinator, vervolgens bezwaar indienen bij de examencommissie. Het instellen van dit bezwaar schort de beroepstermijn bij het college van beroep voor de examens niet op (zie art. 6.4) 7. De examinator van een cursus bewaart tentamens en tentamenonderdelen zoals werkstukken tenminste twee jaar nadat het tentamen heeft plaatsgevonden. Artikel 6.4 Beroep 1. De student kan binnen een maximum termijn van vier weken nadat de uitslag van het tentamen bekend is gemaakt, in beroep gaan bij het college van beroep voor de examens, indien hij/zij het niet eens is met de beoordeling van een tentamen. De gronden voor het instellen van beroep zijn: • strijd met de geldende regelingen (bijvoorbeeld de Onderwijs- en Examenregeling) en/of • strijd met de redelijkheid en billijkheid. 2. Het eventueel bezwaar aantekenen bij de examinator of de examencommissie (zie artikel 6.3) schort de beroepstermijn niet op. De student kan in dat geval een zogenaamd proforma beroep instellen bij het college van beroep voor de examens. De student vermeldt dan nog niet de gronden van het beroep, maar verzoekt om uitstel.
31
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Artikel 6.5 Fraude 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. 2. Bij fraude stelt de examinator/surveillant de examencommissie hiervan onverwijld op de hoogte. De examencommissie zorgt ervoor dat geconstateerde fraude wordt vastgelegd in het dossier van de betrokken student. 3. De student van wie is vastgesteld dat hij of zij fraude heeft gepleegd, kan door de examencommissie voor ten hoogste één jaar van tentamens en examens in de opleiding worden uitgesloten inclusief het tentamen waarbij de fraude heeft plaatsgevonden. 4. De examencommissie kan de verantwoordelijke docent en de student horen voordat een sanctie wordt opgelegd en moet dat in ieder geval doen indien één van beiden daarom verzoekt. Artikel 8.1 Algemene bepalingen met betrekking tot het propedeusediploma 1. Studenten hebben een propedeusediploma behaald voor een bepaalde opleiding indien zij voldoen aan elk van de volgende voorwaarden: • ingeschreven staan bij de Centrale Studentenadministratie voor de desbetreffende opleiding; • alle tot het propedeutisch examen behorende onderdelen hebben behaald. Artikel 8.2 Algemene bepalingen met betrekking tot het bachelordiploma 1. Studenten hebben een bachelordiploma behaald voor een bepaalde opleiding als zij voldoen aan elk van de volgende voorwaarden: • ingeschreven bij de Centrale Studentenadministratie voor de desbetreffende opleiding; • een propedeutisch examen gehaald in de desbetreffende opleiding of hiervoor te zijn vrijgesteld; • alle onderdelen te hebben behaald van de semesters 2.1 – 3.2 voor de desbetreffende opleiding.
32
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Bepalingen uit de Master Onderwijs- en Examenregeling 2005 - 2006 Artikel 2.1 Toelatingseisen masteropleiding Tot de opleiding worden toegelaten: a. degene die het afsluitend examen van de voorafgaande bacheloropleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen, zoals aangegeven in het opleidingsspecifieke deel van deze onderwijs- en examenregeling, met goed gevolg heeft afgelegd. b. degene die in het bezit is van het bewijs van toelating, dat het College van Bestuur voor de desbetreffende masteropleiding en voor het desbetreffende studiejaar afgeeft (zie artikel 2.2). Artikel 2.2 Bewijs van toelating Voor het bewijs van toelating komt in aanmerking degene die: a. in het bezit is van een getuigschrift dat ten minste gelijkwaardig is aan het diploma als bedoeld in artikel 2.1. onder a; b. of anderszins naar het oordeel van de examencommissie blijk heeft gegeven van geschiktheid voor het volgen van de opleiding; c. of in het bezit is van het bachelorcertificaat van de Faculteit der Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen (zie artikel 2.3 lid 4); d. en het bewijs heeft geleverd van voldoende beheersing van de voertaal van de opleiding, zoals bepaald in het opleidingsspecifieke deel van deze onderwijs- en examenregeling. Artikel 2.3 Schakelprogramma’s 1. Studenten in het bezit van een ander bachelordiploma dan van de in art. 2.1 sub a bedoelde opleiding, behaald aan een Nederlandse instelling voor Wetenschappelijk Onderwijs, kunnen voor toelating tot de masteropleiding een schakelprogramma volgen dat (mits het schakelprogramma met goed gevolg is afgerond) toegang geeft tot de bijbehorende masteropleiding. 2. Studenten met een relevante HBO-opleiding worden toegelaten tot het schakelprogramma van de desbetreffende opleiding dat (mits het schakelprogramma met goed gevolg is afgerond) toegang geeft tot de bijbehorende masteropleiding. De examencommissie van de desbetreffende opleiding bepaalt welke HBO-opleidingen relevant zijn en derhalve toegang geven tot het schakelprogramma. De examencommissie legt in een regeling vast welke opleidingen dit betreft. 3. De schakelprogramma’s zijn opgenomen in het opleidingsspecifieke deel van deze onderwijs- en examenregeling. 4. Studenten die met goed gevolg het schakelprogramma hebben afgerond krijgen een bachelorcertificaat (en dus geen bachelordiploma) dat in het daaropvolgende jaar toegang geeft tot de bijbehorende masteropleiding. Artikel 2.4 Voorwaardelijke toelating tot de masteropleiding 1. De voorwaardelijke toelating die in dit artikel wordt geregeld in aanvulling op artikel 2.1 is van toepassing op de studenten die in het academisch jaar 2005-2006 in aan33
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
2.
3.
4.
5. 6.
merking komen voor instroom in het masterprogramma. Studenten kunnen zich nooit beroepen op voorwaardelijke toelatingsregelingen van voorgaande jaren. De examencommissie kan, voor zover de beschikbare onderwijscapaciteit dit toelaat, besluiten dat de student die is ingeschreven voor de voorafgaande bacheloropleiding (zie artikel 2.1), voorwaardelijk kan worden toegelaten tot de masteropleiding voordat deze met goed gevolg het afsluitend examen van de betreffende bacheloropleiding heeft afgelegd. In het studiejaar 2005 – 2006 is voorwaardelijke toelating alleen mogelijk als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: derdejaars studenten die na de laatste herkansingsperiode van het derde studiejaar maximaal 2 cursussen hebben openstaan uit het gehele bachelorcurriculum zijn toelaatbaar tot minstens één masteropleiding binnen de Faculteit der Managementwetenschappen. Tot die twee cursussen mag niet behoren de bachelorthesis. Zij dienen de ontbrekende onderdelen alsnog te behalen om in aanmerking te komen voor een masterdiploma. Studenten uit het schakelprogramma kunnen in 2005 – 2006 voorwaardelijk tot de masteropleiding worden toegelaten wanneer men uit het schakelprogramma maximaal 2 cursussen heeft openstaan. Studenten dienen de ontbrekende onderdelen alsnog te behalen om in aanmerking te komen voor een masterdiploma. In het opleidingsspecifieke deel (deel 2 van deze OER) kunnen per opleiding aanvullende eisen worden gesteld. Bij de vaststelling van de behaalde cursussen als bedoeld in de leden 3 en 4 worden de door de examencommissie verleende vrijstellingen meegeteld. In het studiejaar 2006-2007 is er geen voorwaardelijke toelating tot de masteropleiding mogelijk.
Artikel 3.1 Toelating, frequentie en volgorde van tentamens 1. Toegang tot de tentamens van een masteropleiding staat alleen open voor studenten die formeel voldoen aan de gestelde voorkenniseisen. De examencommissie is bevoegd hierop uitzonderingen te maken. 2. De toelating tot het tentamen kan worden beperkt tot degenen die hebben voldaan aan de gestelde eisen inzake aanwezigheid en het inleveren van uitwerkingen van opdrachten, werkstukken, logboeken en dergelijke. 3. Eventuele voorwaarden voor de toelating tot het tentamen worden uiterlijk bij aanvang van de cursus bekend gemaakt via Blackboard/de facultaire website. 4. In het opleidingsspecifieke deel (deel 2 van deze OER) kan per master(specialisatie) worden aangegeven welke onderdelen uit de masteropleiding behaald moeten zijn om te beginnen aan de (voorbereiding op de) masterthesis. 5. Tot het afleggen van de tentamens van de in het opleidingsspecifieke deel te benoemen onderdelen wordt twee maal per studiejaar de gelegenheid gegeven. Een werkstuk, opdracht en dergelijke als onderdeel van een tentamen mag per studiejaar eenmaal herkanst worden. 6. Studenten dienen zich vooraf voor tentamens van het voor hen geldende onderwijsprogramma in te schrijven, tenzij anders is bepaald. De inschrijfbepalingen zijn op Blackboard/de facultaire website weergegeven. 7. De tentamenperiodes worden uiterlijk bij aanvang van het academisch jaar bekend 34
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
gemaakt via de facultaire website. De precieze data waarop tentamens kunnen worden afgelegd worden uiterlijk een maand voor aanvang van een tentamenperiode bekend gemaakt via Blackboard/de facultaire website. 8. Tentamens worden uitsluitend in de vastgestelde tentamenperiodes afgenomen. 9. In bijzondere gevallen kan de faculteit afwijken van eerder bekendgemaakte tentamendata. Als de beslissing daartoe plaatsvindt vijf werkdagen of korter voor de oorspronkelijke tentamendatum, worden alle potentiële deelnemers per brief en tevens per e-mail geïnformeerd. In andere gevallen gebeurt de bekendmaking van wijzigingen via Blackboard/de facultaire website. Een tentamen mag niet naar een eerder tijdstip worden verschoven. 10. De tentamenlocaties worden ten minste vijf werkdagen voordat de betreffende tentamens plaatsvinden via de facultaire website bekend gemaakt. Artikel 3.2 Vorm van de tentamens 1. Tentamens worden afgelegd op de wijze zoals is vermeld in het opleidingsspecifieke deel van de Onderwijs en Examenregeling. 2. Op verzoek van de student of de coördinerende docent kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3. Werkstukken, opdrachten en dergelijke kunnen onderdeel van een tentamen zijn. 4. Indien een tentamen uit meerdere onderdelen of deeltentamens bestaat is de uitslag van het tentamen het (gewogen) gemiddelde van de resultaten van de betreffende onderdelen en/of (deel)tentamens. Bekendmaking hiervan vindt plaats op Blackboard/de facultaire website, uiterlijk bij aanvang van een cursus. 5. Het bij zich hebben van niet technische hulpmiddelen (b.v. (woorden)boeken en readers) en rekenmachines tijdens tentamens is uitsluitend toegestaan indien dit in de tentameninstructies staat aangegeven. Er mag geen apparatuur (b.v. mobiele telefoons, rekenmachines etc.) worden gebruikt waarmee teksten en formules kunnen worden opgeslagen, tenzij de docent in de tentameninstructies uitdrukkelijk anders heeft bepaald. 6. Op verzoek van de student kan de examencommissie bepalen dat aan studenten met een functiestoornis de gelegenheid wordt geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 7. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 8. In een geval van uitzondering dienen de betreffende student dan wel de examinator elkaar hierover minimaal vijf werkdagen van tevoren te informeren. 9. In aanvulling op het voorgaande lid wordt een mondeling tentamen afgenomen door een examinator in aanwezigheid van een collega-docent. In plaats van de aanwezigheid van een collega-docent tijdens het tentamen kan er ook een bandopname worden gemaakt van het mondeling tentamen.
35
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Artikel 3.3 Masterthesis 1. Iedere student heeft recht op begeleiding door de opleiding bij het schrijven van zijn master thesis, gedurende een periode overeenkomend met de volgens het onderwijsprogramma nominaal beschikbare tijd hiervoor. Begin- en einddatum van deze periode alsmede de frequentie en tijdsduur van de begeleiding worden vooraf in een afstudeerplanning vastgelegd. 2. Van de planning kan worden afgeweken, indien de omstandigheden dit vereisen en mits de examencommissie daarmee instemt. 3. Studenten schrijven individueel de masterthesis. Op verzoek van de student kan de examencommissie besluiten van deze regel af te wijken in die zin dat zij ook haar toestemming kan verlenen aan het schrijven van een duo-thesis. Het schrijven van de masterthesis door meer dan 2 studenten wordt niet toegestaan. 4. Indien een duo-thesis door de examencommissie wordt toegestaan gelden de volgende regels: a) Elk van de studenten moet een zelfstandige bijdrage leveren in de opzet van het onderzoek, het conceptueel-theoretische deel, de operationalisatie van theorie, de beschrijving en analyse van onderzoeksmateriaal en de conclusies en reflectie. b) De beide studenten zijn verantwoordelijk voor de samenhang van het geheel. c) In de thesis wordt aangegeven welk aandeel elk van de auteurs heeft gehad in de totstandkoming van de thesis. d) De omvang en/of de diepgang van de thesis dienen aanwijsbaar groter te zijn dan de gangbare. e) De Examencommissie dient vooraf geïnformeerd te worden en wel door middel van het overleggen van het onderzoeksvoorstel van de beide studenten, vergezeld van een schriftelijke motivering van de thesisbegeleider. f) De beide studenten krijgen ieder apart een cijfer voor de thesis. Artikel 4.1 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. Uitslagen van tentamens worden uiterlijk op de tiende werkdag volgend op de dag van het tentamen aangeleverd bij de studentenadministratie. De Studentenadministratie maakt uiterlijk op de twaalfde werkdag volgend op de dag van het tentamen de uitslagen bekend. Deze bekendmaking gebeurt via KISS. 2. Bij de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de mogelijkheid van bezwaar bij de meest betrokken examencommissie en van beroep bij het college van beroep voor de examens. 3. De examencommissie kan met inachtneming van het gestelde in lid 1, de termijn waarop de uitslagen van tentamens bekend gemaakt moeten worden, verlengen op basis van een gegrond verzoek daartoe door de coördinerende docent uiterlijk 15 werkdagen voordat het tentamen plaatsvindt. De coördinerende docent informeert via Blackboard/de facultaire website alsmede via het tentamenvoorblad/ tentameninstructie de studenten over de nieuwe datum waarop de uitslag bekend zal worden gemaakt. 4. Indien door een situatie van overmacht het voor de cursuscoördinator niet mogelijk blijkt te voldoen aan het gestelde in lid 3, dan dient hij dit zo spoedig mogelijk te melden bij de examencommissie. De cursuscoördinator is gehouden de nieuwe datum waarop de 36
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
5. 6.
7.
8.
9. 10.
uitslag bekend zal worden gemaakt – die in overleg met de examencommissie is vastgesteld – op Blackboard/de facultaire website te publiceren. De examencommissie wijst na overleg met de betrokken leerstoelhouder een vervanger aan als een examinator niet in staat is zich aan de gestelde correctietermijn te houden. Bij het overschrijden van de correctietermijn treedt de onderstaande regeling ”Overschrijding correctietermijn” in werking. a. Indien tengevolge van het overschrijden van de correctietermijn de tijd tussen de dag waarop de uitslag via KISS bekend is gemaakt en de dag waarop de herkansing plaatsvindt minder dan acht werkdagen bedraagt, zal een tweede gelegenheid worden georganiseerd om aan de herkansing deel te nemen. Deze tweede gelegenheid vindt plaats minimaal 10 en maximaal 15 werkdagen na de uitslag. Het betreft nadrukkelijk géén extra herkansing. b. Studenten kunnen hetzij deelnemen aan de reguliere herkansing, hetzij aan de extra gelegenheid. In het laatste geval dienen zij zich voor de reguliere herkansing uit te schrijven en worden zij in staat gesteld zich op de gebruikelijke weg voor de tweede gelegenheid in te schrijven. c. De uitslagen van de reguliere herkansing en extra gelegenheid worden gezamenlijk bekendgemaakt. d. Beide gelegenheden zijn gelijkwaardig voor wat betreft tentamenvorm en moeilijkheidsgraad. e. De reguliere gelegenheid tot herkansing wordt geannuleerd, indien alle studenten hun inschrijving intrekken. De examinator stelt uiterlijk één werkdag na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en verschaft de Studentenadministratie van de faculteit de benodigde gegevens ten behoeve van de bekendmaking van de uitslag. De uitslag van een tentamen wordt gegeven in een heel cijfer. Bij afronding geldt dat vanaf 0,5 naar boven wordt afgerond, behoudens de volgende gevallen: • Een 5,5 wordt afgerond naar een vijf (5); een 5,6 wordt afgerond naar een zes (6). Een cijfer tussen 5,5 en 5,6 wordt afgerond naar een vijf (5). • De beoordeling van een scriptie, thesis, werkstuk of projectverslag moet worden gegeven in een cijfer afgerond op een half punt. Een onderdeel is behaald, indien minimaal een zes (6) is behaald. Als een student deelneemt aan meerdere tentamengelegenheden van een cursus dan telt de hoogst behaalde score.
Artikel 4.2 Geldigheidsduur 1. Tentamens in de masteropleiding, die met goed gevolg zijn afgelegd, verliezen hun geldigheid na verloop van twee jaren na de tentamendatum, indien binnen deze termijn het masterexamen niet met goed gevolg is afgelegd. 2. Bij duale opleidingen bedraagt de in lid 1 genoemde termijn drie jaar. 3. Tentamens in het schakelprogramma, die met goed gevolgd zijn afgelegd, verliezen hun geldigheid na verloop van twee jaren na de tentamendatum, indien binnen deze termijn het schakelprogramma niet met goed gevolg is afgerond. 4. In afwijking van het gestelde in de leden 1 en 2 geldt dat tentamens uit het 4e studiejaar 37
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
die voor 1 september 2002 met goed gevolg zijn afgelegd hun geldigheid verliezen, indien het doctoraalexamen niet is gehaald voor 1 september 2007. 5. Indien studenten tijdens een studiejaar niet alle onderdelen van tentamens behalen, verliezen de behaalde onderdelen hun geldigheid, tenzij de coördinerende docent anders beslist. Artikel 4.3 Beoordeling, inzage en nabespreking 1. De beoordeling van tentamens geschiedt aan de hand van vastgelegde normen, dat wil zeggen dat de student aan de hand van het antwoordmodel en de aangegeven puntenverdeling kan nagaan hoe de uitslag van zijn of haar tentamen tot stand is gekomen. 2. Door hun naam te verbinden aan een groepswerkstuk geven de leden van de groep te kennen dat zij een gelijkwaardige bijdrage hebben geleverd. Ten bewijze hiervan tekenen zij op de voorpagina van het werkstuk. Alle leden van de groep kunnen op de inhoud van het eindrapport worden aangesproken. 3. Binnen elf werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen heeft de student gelegenheid tot het inzien van zijn of haar beoordeelde werk alsmede de vragen en/of opdrachten van het betreffende tentamen, alsmede de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Inzage vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. Indien een collectieve inzage wordt georganiseerd kan de student slechts tot een individuele inzage verzoeken indien hij of zij door aantoonbare overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve inzage aanwezig te zijn. 4. Binnen vijftien werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een tentamen kan de student de desbetreffende examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip, maar in ieder geval voorafgaand aan de herkansing.Indien een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, kan de student slechts om een individuele nabespreking verzoeken wanneer hij of zij bij de collectieve nabespreking aanwezig is geweest en zijn verzoek motiveert, of indien hij of zij door aantoonbare overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve nabespreking aanwezig te zijn. 5. De student kan indien hij of zij het niet eens is met de beoordeling van het tentamen bezwaar aantekenen bij de examinator. Het instellen van dit bezwaar schort de beroepstermijn bij het college van beroep voor de examens niet op (zie art. 4.4). 6. In aansluiting op het voorgaande lid kan de student, na afhandeling van het bezwaar door de examinator, vervolgens bezwaar indienen bij de examencommissie. Het instellen van dit bezwaar schort de beroepstermijn bij het college van beroep voor de examens niet op (zie art. 4.4). 7. De examinator van een cursus bewaart tentamens en tentamenonderdelen zoals werkstukken, opdrachten en dergelijke tenminste twee jaar nadat het tentamen heeft plaatsgevonden. Artikel 4.4 Beroep 1. De student kan binnen een maximum termijn van vier weken nadat de uitslag van het tentamen bekend is gemaakt in beroep gaan bij het college van beroep voor de examens 38
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
indien hij/zij het niet eens is met de beoordeling van een tentamen. De gronden voor het instellen van beroep zijn: - strijd met de geldende regelingen (bijvoorbeeld de Onderwijs- en Examenregeling) en/of - strijd met de redelijkheid en billijkheid. 2. Het eventueel bezwaar aantekenen bij de examinator of de examencommissie (zie artikel 4.3) schort de beroepstermijn niet op. De student kan in dat geval een zogenaamd proforma beroep instellen bij het college van beroep voor de examens. De student vermeldt dan nog niet de gronden van het beroep, maar verzoekt om uitstel. Artikel 4.5 Fraude 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. 2. Bij fraude stelt de examinator/surveillant de examencommissie hiervan onverwijld op de hoogte. De examencommissie zorgt ervoor dat geconstateerde fraude wordt vastgelegd in het dossier van de betrokken student. 3. De student van wie is vastgesteld dat hij of zij fraude heeft gepleegd, kan door de examencommissie voor ten hoogste één jaar van tentamens en examens in de opleiding worden uitgesloten inclusief het tentamen waarbij de fraude heeft plaatsgevonden. 4. De examencommissie kan de verantwoordelijke docent en de student horen voordat een sanctie wordt opgelegd en moet dat in ieder geval doen indien één van beiden daarom verzoekt. Artikel 6.1 Algemene bepalingen met betrekking tot het masterdiploma 1. Studenten hebben een masterdiploma behaald voor een bepaalde opleiding als zij voldoen aan elk van de aan de volgende voorwaarden. Zij dienen: • ingeschreven te zijn bij de Centrale Studentenadministratie voor de desbetreffende opleiding; • een bachelor examen te hebben gehaald in de desbetreffende opleiding of in het bezit te zijn van een bewijs van toelating; • alle onderdelen te hebben behaald van de desbetreffende masteropleiding, meer in het bijzonder van de masterspecialisatie waarvoor de student binnen de masteropleiding heeft gekozen.
Beroepsprocedures Wanneer een student, ook na afwikkeling van een bezwaar bij de betrokken cursuscoördinator, het niet eens is met een tentamenuitslag of zich onbillijk behandeld voelt, kan hij/zij beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX) tegen een beschikking (een tentamenuitslag) of behandeling. De beschikking/ behandeling moet ofwel in strijd zijn met de Onderwijs- en Examenregeling (OER), danwel in strijd zijn met de redelijkheid of billijkheid. Een beroep dient schriftelijk te worden ingediend binnen 4 weken nadat de beschikking is bekend gemaakt of de behandeling heeft plaatsgevonden. De termijn begint 39
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
direct te lopen, ook wanneer de student eerst bezwaar aantekent bij de examencommissie. Het indienen van een bezwaarschrift bij de examencommissie schort de termijn niet op. Bij de Dienst Studentenzaken is een modelberoepschrift verkrijgbaar. Bovendien kunnen de studentendecanen daar helpen bij het opstellen van een beroepschrift. Wanneer het beroep ontvankelijk wordt verklaard door het College van Beroep voor de Examens (COBEX), wordt bekeken of er een oplossing of compromis mogelijk is. Is dat niet het geval, dan zal uiteindelijk het College van Beroep - na beide partijen te hebben gehoord - een uitspraak doen. Meer informatie over het College van Beroep is te vinden in het instellingsdeel van het studentenstatuut. Adres College van Beroep voor de Examens: Comeniuslaan 4, Postbus 9102, 6500 HC Nijmegen. Telefonische bereikbaarheid: (024) 361 22 70.
Regeling ‘Overschrijding correctietermijn’ Indien tengevolge van het overschrijden van de correctietermijn de tijd tussen de dag waarop de uitslag bekend is gemaakt (publicatie via KISS) en de dag waarop de herkansing plaatsvindt minder dan acht werkdagen bedraagt, zal een tweede gelegenheid worden georganiseerd om aan de herkansing deel te nemen. Deze tweede gelegenheid vindt plaats minimaal twee weken en maximaal drie weken na de uitslag. Het betreft nadrukkelijk géén extra herkansing. Studenten kunnen naar keuze deelnemen aan de reguliere herkansing of aan de extra gelegenheid. Dus niet aan beide! Degenen die deelnemen aan de extra herkansing dienen zich uit te schrijven voor de reguliere herkansing en zich op de gebruikelijke weg voor de tweede gelegenheid in te schrijven. De uitslag van de reguliere en extra gelegenheid worden gezamenlijk bekendgemaakt. Beide gelegenheden zijn gelijkwaardig voor wat betreft tentamenvorm en moeilijkheidsgraad. De reguliere gelegenheid tot herkansing wordt geannuleerd, indien alle studenten hun inschrijving intrekken.
Collegekaart Voor alle aanmeldingen en afmeldingen voor onderwijs en tentamens, voor deelname aan tentamens, voor het opvragen van je tentamenresultaten, alsmede voor het gebruik van computers in het Studielandschap heb je een geldige collegekaart nodig. Zorg dus dat je de collegekaart steeds bij je hebt.
Vrijstellingen, vervangende vakken of extra tentamenkansen Denk je recht te hebben op een vrijstelling, wil je een vervangend vak opvoeren of een extra tentamenkans aanvragen, dan wijk je formeel af van de OER. Het verzoek tot die afwijking kan de examencommissie van jouw opleiding goed- of afkeuren. Zorg ervoor dat je het verzoek tot afwijking van de OER altijd op tijd (voor vrijstellingen geldt een termijn van drie weken na aanvang van een cursus), met redenen omkleed en voorzien van bewijsstukken indient. Wil je bijvoorbeeld een vrijstelling omdat je een vak elders al behaald hebt, stuur dan een cijferlijst en een kopie uit die studiegids mee. Wil je een extra tentamenkans dan leg je 40
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
uit waarom en stuur je indien van toepassing een bewijsstuk mee. De brief voor de examencommissie kan je afgeven bij de studieadviseur. Hij of zij kan je ook meer uitleg geven. N.B. Vrijstellingen worden alleen verleend in het Bachelorprogramma voor onderdelen van het cursorisch onderwijs en methodevakken, dus niet voor (onderdelen van) integratieprogramma’s.
Studieadvies eerste jaar De facultaire commissie advies einde eerste jaar brengt aan alle reguliere eerstejaars voltijdstudenten een voorlopig advies uit per 1 maart en een definitief advies aan het einde van het eerste jaar over de voortzetting van hun studie. Het doel van een studieadvies is studenten te ondersteunen bij de vraag: “moet ik wel of niet doorgaan met deze studie?” Het advies is niet bindend. Het behaalde aantal studiepunten is een belangrijk uitgangspunt bij het bepalen van het soort advies. Negatieve en ‘twijfel’ adviezen worden nader beargumenteerd met behulp van de informatie van de docent academische vaardigheden en/of de studieadviseur. De student bepaalt zelf of hij het advies al dan niet opvolgt. Op het - schriftelijke - advies volgt desgewenst een persoonlijk gesprek waarin het advies nader wordt toegelicht.
De organisatie van het onderwijs De Faculteit der Managementwetenschappen heeft twee primaire taken: onderwijs en onderzoek. De organisatie van de faculteit kent zes secties die intern coherent zijn in termen van discipline, aandachtsgebied of kernobject: • Arbeid, personeel en organisatie • Strategie & marketing • Onderzoeksmethodologie en kennismanagement • Economie • Milieu, Planologie, Geografie • Bestuurskunde & Politicologie Elke sectie bestaat uit een aantal leerstoelen met daarbij horende medewerkers en wordt geleid door een hoogleraar. De kernformatie van de secties bestaat uit medewerkers met een gecombineerde onderzoek- en onderwijsaanstelling (ud, uhd en hgl) en wordt bijgestaan door een secretariaat. De dagelijkse leiding van de faculteit is in handen van de decaan met ondersteuning van het decanaatsoverleg (decaan, vice-decanen, studentassessor en secretaris). Specifieke onderdelen binnen de faculteit zijn het CICAM (Centrum voor Internationaal Conflict – Analyse & Management) en de Stichting UOBN (Stichting Universitaire Opleidingen Beleidswetenschappen Nijmegen). Het CICAM verzorgt keuzevak-onderwijs inzake internationale vrede en veiligheid, oorlog en conflict. De UOBN is de facultaire organisatie voor het ontwikkelen een aanbieden van commerciële facultaire diensten op het terrein van onderwijs voor managers met een opleiding op HBO-niveau en voldoende werkervaring. De UOBN verzorgt de avondopleiding bedrijfskunde.Voor deelname aan de Avondopleiding 41
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Bedrijfskunde gelden aparte toelatingscriteria (afgeronde, relevante HBO en minimaal 5 jaar relevante werkervaring) en regelingen. Voor meer informatie kunje contact opnemen met de ABK: tel. (024) 3612108 of e-mail:
[email protected]. Overzicht coördinatoren Voor elke opleiding is een coördinator aangewezen. De coördinator is verantwoordelijk voor de gang van zaken binnen de opleiding. Hij of zij ziet toe op de afstemming tussen de cursussen en let erop of het onderwijs wordt uitgevoerd conform de bedoelingen. De coördinator is het eerste aanspreekpunt voor studenten. Overzicht Bachelorcoördinatoren Bacheloropleiding
Coördinator
Bedrijfswetenschappen
Dr. J. Christis en Mr. J. Hooman
Economie
Dr. J.J.M. Peil
Bestuurskunde
Prof. dr. M.S. de Vries
Politicologie
Dr. J.A. Verbeek
Sociale Geografie & Planologie
Drs. J. Klaver
Milieu-Maatschappijwetenschappen
Prof. dr. P. Leroy
Overzicht Mastercoördinatoren Masteropleiding
Specialisatie
Coördinator
Bedrijfswetenschappen
Marketing
Prof. dr. J.M.M. Bloemer
Strategie
Dr. A.M.A. van Deemen
Analyse, Ontwerp & Verandering van arbeids-organisaties Strategisch Personeelsmanagement
Prof. dr. W.F. de Nijs
Bedrijfseconomie
Dr. G. Braam RA
Kennis- en Informatiemanagement
Prof. dr. B. Prakken
International Management
Drs. J.J.L.E. Bücker
Economie
Dr. A. de Vaal
Bestuurskunde
Prof. dr. M.S. de Vries
Politicologie
Dr. J.A. Verbeek
Planologie
Prof. dr. R. van der Heijden
Sociale Geografie
Prof. dr. H. Ernste
Milieu-Maatschappijwetenschappen
42
Dr. B.G.M. Fruytier
Prof. dr. P. Leroy
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Panelgroepen Een panelgroep bestaat uit een aantal studentvertegenwoordigers van een bepaald semester. Zij komen regelmatig samen met de coördinator en enkele van de leden van het docententeam van dat semester. Doel van deze bijeenkomst is de lopende zaken kort te evalueren en zo nodig bij te stellen. Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. De belangrijkste taken zijn de evaluatie van het onderwijs en het geven van een advies bij de jaarlijkse vaststelling van de OER. Verder is de opleidingscommissie de plaats waar studenten en docenten met elkaar kunnen spreken over alle aangelegenheden van het onderwijs. De commissie kan eventueel een ongevraagd advies uitbrengen aan de decaan. De opleidingscommissie van Politicologie is bereikbaar op het e-mail adres:
[email protected]. Examencommissie Elke opleiding heeft een examencommissie. Deze ziet toe op de goede gang van zaken tijdens tentamens. Ook kun je bij de examencommissie terecht als zich bijzondere omstandigheden voordoen waarin de Onderwijs- en examenregeling niet voorziet. Je kunt je het beste tot de studieadviseur wenden voordat je een beroep doet op de examencommissie.
Het Onderwijscentrum Het Onderwijscentrum is gevestigd in gebouw 3 aan de Thomas van Aquinostraat op de begane grond, en houdt zich bezig met onderwijsondersteuning in de brede zin van het woord. Je kunt hierbij denken aan zaken als: voorlichting voor scholieren, studieadvisering, beheer van de internetpagina’s, coördinatie van kwaliteitszorg, databeheer, onderwijskundige professionalisering, language consultance. Het onderwijscentrum staat onder leiding van het Hoofd Onderwijsmanagement van de faculteit, drs. E.H Kelder (kamer: TvA 3.0.29), tel. (024) 3615930, e-mail:
[email protected]. Met de volgende onderdelen van het onderwijscentrum zul je als student het meeste te maken krijgen: De Studentenadministratie: De studentenadministratie is verantwoordelijk voor de organisatie en administratie van onderwijs en tentamens. Elke werkdag is er een open spreekuur tussen 13.00 en 14.00 uur. De studentenadministratie is onderverdeeld per cluster van opleidingen: Bedrijfswetenschappen Kamer: TvA 3.0.35, tel. (024 ) 3611341/ 3611199 Medewerkers: Mw. drs. J. Sas-Müller, tel. (024) 3611341, e-mail:
[email protected] Mw. C. Pattikawa , tel. (024) 3611199, e-mail:
[email protected] Mw. S. Peters, tel. (024) 3611199, e.mail:
[email protected] Mw. C. Sanders, tel. (024) 3611199, e-mail:
[email protected]
43
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Een verhuizing binnen het OWC wordt op dit moment voorbereid. Berichtgeving hierover zal via de facultaire kanalen en ter plaatse worden aangekondigd. Economie, Bestuurskunde en Politicologie Kamer: TvA 3.0.37, tel. (024) 3612102 Medewerker: Mw. I. Smitjes, e-mail:
[email protected] Sociale Geografie, Planologie en Milieu-Maatschappijwetenschappen Kamer: TvA 3.0.37, tel. (024) 3611930 Medewerker: Mw. E. Kersten, e-mail:
[email protected] Studieadviseurs De faculteit biedt je verschillende mogelijkheden voor studiebegeleiding. In de eerste plaats gebeurt de begeleiding door de studieadviseurs. Bij hem of haar kan je terecht met vragen van allerlei aard. Heb je bijvoorbeeld vragen over de inhoud van de studie, tentamens, de OER, keuzevakken, de keuze van een master etc. dan is de studieadviseur het eerste aanspreekpunt. Verder kun je problemen bespreken, die het verloop van de studie beïnvloeden. De studieadviseur kan je bijvoorbeeld helpen bij het opstellen van de juiste studieplanning. Vooral wanneer je vanwege ziekte of andere persoonlijke omstandigheden langere tijd niet tot studeren in staat bent, is het aan te raden bij de studieadviseur aan te kloppen. Zo nodig kan hij of zij je doorverwijzen naar een andere instantie, zoals de studentenpsycholoog of een studiefonds. Wil je een afspraak met de studieadviseur, dan staat hieronder wanneer de spreekuren plaatsvinden en hoe je een afspraak kunt maken. De studiebegeleiding in de propedeutische fase wordt naast de studieadviseurs verzorgd door de docenten Academische Vaardigheden. De AV-docenten ondersteunen je vooral bij de ontwikkeling van een universitaire studiehouding en bijbehorende vaardigheden, inclusief studiemethodiek en –planning. Zij voeren daartoe indien wenselijk gesprekken met individuele studenten. De AV-docenten spelen ook een rol bij het studieadvies dat tweemaal in de propedeuse wordt verstrekt. Bij negatief- of twijfeladvies wordt altijd een motivatie gegeven die grotendeels gebaseerd is op het oordeel van de AV-docent. Na de propedeuse wordt er nog één keer een studieadvies gegeven, namelijk aan het eind van semester 3.1. Dit studieadvies is vrijblijvend en is enkel bedoeld om studenten te helpen bij de keuze al dan niet aan de bachelorthesis te gaan beginnen. Wil je meer studiebegeleiding dan slechts deze ijkmomenten, stap dan zelf naar de studieadviseur. De faculteit heeft een aantal studieadviseurs voor de verschillende opleidingen. Dit zijn: Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen: Dhr. Ir. L.V.M. Meijssen, tel. (024) 361 17 47, kamer: TvA 3.0.39, e-mail: L.Meijssen@fm. ru.nl. Inloopspreekuur op maandag van 11.00-13.00 uur. Overige afspraken via de balie van het studielandschap, tel. (024) 3615925.
44
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Schakelprogramma Bedrijfswetenschappen: Dhr. Drs. A.G.F.M. Vermeulen, tel. (024) 3613068, kamer: TvA 1.01.30, e-mail:
[email protected]. Inloopspreekuur op maandag 14.00-16.00 uur en donderdag 11.00-12.00 uur. Afspraken voor spreekuren op maandag (12.00-14.00 uur) en donderdag (14.00-16.00 uur) via de balie van het studielandschap, tel. (024) 3615925. Masteropleiding Bedrijfswetenschappen: Mw. R. Friesen, tel. (024) 3611834, kamer: TvA 1.2.30, e-mail:
[email protected]. Inloopspreekuur op woensdag van 9.00-10.30 uur. Afspraken voor de spreekuren op dinsdag- en donderdagmiddag via het secretariaat Bedrijfswetenschappen, tel. (024) 3611835. Bachelor- en masteropleidingen en schakelprogramma’s Economie, Bestuurskunde en Politicologie: Dhr. drs. S.W. Schrijner, tel. (024) 3613021, kamer: TvA 5.1.67, e-mail: S.Schrijner@fm. ru.nl. Inloopspreekuur op maandagochtend tussen 9.30-12.00 uur. Afspraken voor spreekuur op woensdagmiddag tussen 14.00 en 16.00 via het secretariaat, kamer: TvA 5.1.74, tel. (024) 3615890. Bachelor- en masteropleidingen en schakelprogramma’s Sociale Geografie, Planologie en Milieu-Maatschappijwetenschappen: Mw. drs. J.M. van de Walle, tel. (024) 3616049, kamer: TvA 3.1.38, e-mail: J.vandewalle@fm. ru.nl. Inloopspreekuur op maandagochtend tussen 10.30-12.00 uur. Afspraken voor spreekuur op woensdagmiddag tussen 13.00 en 15.00 via het secretariaat, tel. (024) 3611924. Het International Office Het International office is het aanspreekpunt voor alle aspecten die te maken hebben met internationalisering. Denk daarbij aan studeren in het buitenland, het volgen van Engelstalig onderwijs aan onze faculteit of daarbuiten, of language consultance. Het International Office is ook het aanspreekpunt voor uitwisselingsstudenten die hier te gast zijn. Het International Office heeft spreekuur op werkdagen tussen 13.00 en 14.00 uur (kamer: TvA 3.0.42). Via het Studielandschap kan een afspraak worden gemaakt wanneer het gaat om meer omvangrijke vragen. Op elke werkdag is er telefonisch spreekuur tussen 10.00 en 12.00 uur (telefoonnummer: 024-3615927). E- mails kunnen worden gestuurd naar:
[email protected]. Aanvullende informatie kan worden gevonden op de facultaire website: www.ru.nl/fm/io. De medewerkers van het International office zijn: • drs. R. Verhofstad, manager (kamer: TvA 3.0.46), e-mail:
[email protected]; • dr. B. Reinalda, uitwisselingsprogramma’s, International Studies Policy Advisor (kamer: TvA 5.1.39),
[email protected]; • M. Mellion MA, language consultant (kamer : TvA 3.0.44),
[email protected]; • Mw. E. de Jonge, coördinator (kamer: TvA 3.0.42),
[email protected]. Een verhuizing binnen het OWC wordt op dit moment voorbereid. Berichtgeving hierover zal via de facultaire kanalen en ter plaatse worden aangekondigd. 45
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Het Studielandschap Op de begane grond van gebouw 3 aan de Thomas van Aquinostraat is het Studielandschap gevestigd; het studiecentrum van de Faculteit der Managementwetenschappen. Het Studielandschap wordt druk bezocht door studenten die op uiteenlopende manieren met hun studie bezig zijn. Het Studielandschap bestaat uit de volgende onderdelen: Informatiebalie Meteen als je het Studielandschap binnenloopt zie je de informatiebalie. Deze balie wordt bemenst door de beheerders van het Studielandschap (mw. L. Laeven en mw. M. Kokkeler; in de avonduren wordt het Studielandschap beheerd door studentmedewerkers). Aan deze balie kunnen vragen worden gesteld. Tevens kun je hier terecht voor: • het maken van afspraken met de studieadviseurs; • informatie over incidentele roosterwijzigingen. Werkstukkenkast Schuin tegenover de balie staat een werkstukkenkast. Docenten kunnen een vakje aanvragen wanneer zij de studenten een werkstuk willen laten inleveren. Inloggen computers Alle computers in het Studielandschap kunnen alleen gebruikt worden door studenten van onze faculteit. Dat betekent dat je met een persoonlijk account moet inloggen op deze computers. Jouw inlogaccount voor deze computers is je studentnummer voorafgegaan door een ‘s’ en je persoonlijke wachtwoord. Door middel van een online reserveringssysteem is het mogelijk een PC te reserveren voor vrij gebruik. Cyberspace De cyberspace omvat 28 terminals, waarmee studenten – zonder zich hiervoor vooraf te hoeven inschrijven – het internet kunnen raadplegen. Groene zaal, paarse zaal, gele zaal Deze zalen omvatten in totaal 62 computers, en worden gebruikt voor studieactiviteiten van studenten, individueel en in groepen. Forumzaal De forumzaal omvat 26 pc’s, en heeft de volgende bestemmingen: • onderwijs op het gebied van visualisatie, elektronisch vergaderen (group systems), GISsystemen aan groepen tot 50 personen; • onderwijs aan grotere groepen waarbij de docent kan demonstreren met behulp van projectie; • vrij computergebruik van studenten. RSI-werkplaats Eén ruimte in het Studielandschap is ingericht als RSI-werkplaats. Momenteel zijn er vier werkplekken. Informatie over deze ruimte kun je verkrijgen bij de informatiebalie. 46
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Openingstijden De openingstijden van het Studielandschap zijn: Maandag t/m donderdag van 08.45 tot 20.00 uur Vrijdag van 8.45 tot 16.30 uur Het Studielandschap is telefonisch bereikbaar op (024) 3615925. Tijdens onderwijsvrije perioden, tentamenperioden en vakanties kunnen aangepaste openingstijden gelden. Literatuur Ook het studielandschap beschikt over een collectie opleidingsgebonden boeken. Deze collectie, waarvan per titel meerdere exemplaren aanwezig zijn, is niet bestemd voor uitlening maar bedoeld als een serie naslagwerken voor studenten. Beperkte openstelling Tijdens onderwijsvrije perioden is het Studielandschap vanaf 16.30 uur gesloten. In de zomervakantie, tot de introductieweek is het Studielandschap geopend tussen 8.45 en 13.00 uur. Wanneer hiervan wordt afgeweken wordt dit vooraf in het Studielandschap aangeplakt. Lockerkastjes De faculteit beschikt over enkele honderden lockerkastjes om je in staat te stellen je spullen (jassen en tassen) veilig op te bergen. Lockerkastjes zijn te huur voor 15,- euro per jaar. Je betaalt eenmalig 5,- euro borg voor de sleutel. Informatie kun je verkrijgen bij de boden (dhr. A.v. Bergen en dhr. M.Bregonje) van gebouw 3 aan de Thomas van Aquinostraat op kamer: TvA 3.0.48. De lockerkastjes kun je vinden in de kelder van hetzelfde gebouw.
Bibliotheekvoorzieningen De faculteitsbibliotheek Bibliotheek Managementwetenschappen is gevestigd in de Thomas van Aquinostraat 1.0.16. De bibliotheek is geopend op maandag t/m donderdag van 08.30-20.00 uur en op vrijdag van 08.30-17.30 uur. De bibliotheek beschikt over een Internetzone, (stille) studieplaatsen, overlegruimte waar je met kleine groepjes van 4 kunt overleggen, laptopplaatsen en over kopieerfaciliteiten. Informatie Telefoon: Informatiebalie (024) 361 59 50. E-mail:
[email protected] Facultaire website: www.ru.nl/ubn > Vestigingen > Managementwetenschappen Blackboard > (tabblad) University Library Bibliotheekmedewerkers: mw. J. van Keeken (024) 361 16 88 Hoofd Bibliotheek dhr. G. Tummers (024) 361 21 13 Assistent-hoofd dhr. T.H. Jonkheer (024) 361 59 50 Informatiemedewerker 47
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
mw. M. Schipperheijn-Teunissen (024) 361 21 13 mw. B. Mašina-Coppes (024) 361 21 13 dhr. P. van Vondelen (024) 361 21 13 De collectie De bibliotheek bevat collecties op alle vakgebieden van de faculteit: Bedrijfswetenschappen, Bestuurskunde, Economie, Politicologie, Milieu-maatschappijwetenschappen, Sociale Geografie en Planologie. De collectie is toegankelijk via de volgende catalogi op www.ru.nl/ubn > Catalogi: • De Catalogus van de Radboud Universiteit, voor boeken en tijdschriften. • De Scriptiecatalogus van de Radboud Universiteit, een catalogus waarin o.a. de scripties van de laatste 5 jaar van de Faculteit der Managementwetenschappen te vinden zijn. • PiCarta: een geïntegreerde catalogus van o.a. alle universiteitsbibliotheken met beschrijvingen van tijdschriftartikelen, boeken en andere documenttypen op alle wetenschapsgebieden. Bij veel publicaties zijn links opgenomen naar de volledige teksten. Elektronische bestanden Op de bibliotheekwebsite van de Radboud Universiteit, www.ru.nl/ubn vindt je een overzicht van Zoeksystemen. In alfabetische volgorde staan hier verschillende elektronische bestanden op veel wetenschapsgebieden. Een paar voorbeelden: • ABI/Inform Global: fulltext artikelen op het gebied van bedrijfseconomie en management. • EconLIT : verwijzingen naar economische literatuur. • LexisNexis / Landelijke dagbladen: artikelen fulltext uit Algemeen Dagblad, Volkskrant, NRC, Parool en Trouw en het Financieele Dagblad. • REACH: database met de gegevens uit de jaarrekeningen van Nederlandse organisaties. • Web of Science: literatuurgegevens uit de 3 Citation Indexes. In Web of Science wordt verwezen naar internationale tijdschriftartikelen uit alle wetenschapsgebieden. Uniek is dat kan worden opgezocht in welke later verschenen tijdschriftartikelen een publicatie wordt aangehaald. • World Development Indicators Online: ontwikkelingsindicatoren van de Wereld Bank. • Via www.ru.nl/ubn > Volledige teksten zie je verschillende mogelijkheden om artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften fulltext op je scherm te krijgen. Lenen van publicaties Met uitzondering van naslagwerken, statistische werken, tentamenliteratuur, tijdschriften en de verzameling kaarten, atlassen en masterscripties kun je op vertoon van je collegekaart publicaties lenen. In totaal met boeken uit andere bibliotheeklocaties mag je 29 publicaties lenen. De uitleentermijn bedraagt vier weken. Uitgeleende werken kunnen worden gereserveerd. Verlenging van uitleentermijn is alleen mogelijk als het werk niet door een ander is gereserveerd en het niet meer dan 10 maal is verlengd. Verlengen en reserveren kun je doen via de Publieksstations in alle bibliotheken van de Radboud Universiteit en via www.ru.nl/ > Catalogi. Wanneer een publicatie niet op tijd is teruggebracht, worden rappelkosten in rekening ge48
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
bracht: het eerste rappel bedraagt € 0,45, het tweede € 1,10, het derde € 1,80. Het eerste rappel kun je ook per e-mail ontvangen, dan kost het € 0,35 (zie voor elektronisch formulier www. ru.nl/ubn > Diensten > Lenen, raadplegen, aanvragen). Als extra service ontvang je 3 dagen voor het verstrijken van de uitleentermijn een gratis waarschuwing. Leners die na drie rappels de publicatie(s) nog niet hebben teruggebracht, worden van verder leenverkeer uitgesloten. De Universiteitsbibliotheek De Centrale Universiteitsbibliotheek aan de Erasmuslaan 36 is voor iedereen toegankelijk en de uitleen geschiedt op vertoon van de collegekaart. In de Centrale Bibliotheek tref je op verschillende plaatsen collecties aan: • In de benedenverdieping De Verdieping tref je in open opstelling boekencollecties aan op het gebied van de Humaniora Wetenschappen. • Op de begane grond bevindt zich het Bibliografisch Centrum met bibliografieën en een Internetzone, en de Leeszaal met naslagwerken. • Op de eerste verdieping bevindt zich de Tijdschriftenzaal waarin de lopende nummers van alle tijdschriften van de Centrale Bibliotheek en een gedeelte van de gebonden jaargangen (het recente gedeelte) voor iedereen toegankelijk zijn opgesteld. • Het overige gedeelte van de boeken- en tijdschriftencollectie van de Centrale Bibliotheek bevindt zich in gesloten magazijnen.je kunt aanvragen voor banden hieruit indienen in de catalogus. De centrale Universiteitsbibliotheek is geopend van maandag t/m donderdag van 08.30-22.00 uur, vrijdag van 08.30-20.00 uur en op zaterdag van 09.00-17.00 uur. Jaarverslagenarchief Nijmegen (JAN) Ten behoeve van onderzoek en onderwijs bestaat er een jaarverslagencollectie, waarin ruim 1000 verslagen per jaar zijn opgenomen, vooral van bedrijven, maar ook van enige instellingen. Het betreft aan de Amsterdamse beurs genoteerde bedrijven vanaf 1971, andere grote Nederlandse bedrijven, bedrijven in bepaalde sectoren zoals nutsbedrijven, en vooral van de laatste jaren ook grote buitenlandse, meest Europese, bedrijven. Behalve algemene jaarverslagen zijn er ook meer specifieke verslagen zoals kwartaalverslagen, milieuverslagen, sociale jaarverslagen en maatschappelijke verslagen. Een overzicht, dat geregeld wordt vernieuwd, is als “Catalogus” op internet te vinden op de site van de Radboud Universiteit Nijmegen onder Voorzieningen, Bibliotheek, Vestigingen, Documentatiecentra. De verslagen kunnen worden ingezien op Thomas van Aquinostraat 1, etage 1, kamer 1. Omdat het aantal uren van openstelling beperkt is kan het handig zijn voorafgaand aan je bezoek hiernaar via e-mail te informeren. Bij voldoende beschikbaarheid kunnen de verslagen ook korte tijd, meestal een week, worden uitgeleend; identificatie als student aan onze universiteit is dan wel wenselijk. Voor informatie kun je contact opnemen met drs. P.J.J. Moors, tel. (024) 3612296, e-mail:
[email protected].
49
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Het aanschaffen van studieboeken en ander studiemateriaal Het op tijd bezitten van de vereiste studieboeken en aanvullende literatuur geldt op universitair niveau als een verantwoordelijkheid van de studenten zelf. Zorg er daarom voor dat je aan het begin van elke periode alle benodigde boeken en aanvullende literatuur (studiehandleidingen en readers)in je bezit hebt. De cursusbeschrijvingen in deze gids bevatten informatie over de aan te schaffen literatuur. Bij Boekanin kun je naast studieboeken (met korting te verkrijgen voor leden van alle studieverenigingen) readers (literatuurbundels) kopen. Boekanin Voor alle boeken en readers die nodig zijn voor de vakken aan de FdM kun je bij Boekanin terecht. Leden van de facultaire studieverenigingen krijgen op vertoon van hun lidmaatschapskaart of -sticker korting op de boeken. Dit geldt niet voor readers, deze worden al tegen kostprijs verkocht. Bij de bestelling van de literatuur wordt er rekening gehouden met het aantal inschrijvingen voor een cursus. Daarom verzoeken we de studenten ook om zich op tijd voor cursussen in te schrijven, zodat we een betere inschatting van de hoeveelheid te bestellen literatuur kunnen maken. Boeken en readers kunnen niet gereserveerd worden. Het reserveren van boeken kan wel bij Boekhandel Dekker van de Vegt op de campus (TvA 1A). Boekanin is een zelfstandige stichting die samenwerkt met de zes studieverenigingen van de faculteit, met als doel het faciliteren van de verkoop van boeken en readers voor de studenten van de FdM. Net als de studieverenigingen, wordt Boekanin bestuurd door studenten. Ook de verkopers van Boekanin zijn studenten. Dus mocht je tijd en zin hebben om actief binnen Boekanin te worden, neem dan contact op met een van de bestuursleden door bij Boekanin langs te komen (TvA 3.0.34) of via e-mail:
[email protected]. Een verhuizing wordt op dit moment voorbereid. Berichtgeving hierover zal via de facultaire kanalen en ter plaatse worden aangekondigd. Boekanin heeft ook een eigen website waarop informatie is te vinden over onder andere de openingstijden, literatuur en het bestuur: www.ru.nl/boekanin.
Naar het buitenland De Faculteit der Managementwetenschappen acht het een goede zaak wanneer studenten een deel van hun studie aan een buitenlandse universiteit volgen. Volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen levert internationalisering ‘een belangrijk aandeel in de vorming van het individu tot Europees en mondiaal burger. Het verrijkt de opleiding met kennis en vaardigheden die nodig zijn om te functioneren in een internationaal georiënteerde en multiculturele samenleving, een mondiale economie en arbeidsmarkt’. Om een dergelijk buitenlands verblijf mogelijk te maken zijn er allerlei financiële ondersteuningsmogelijkheden. Een van de voornaamste mogelijkheden om naar het buitenland te gaan levert het Socrates/ Erasmus-programma van de Europese Unie. De beurzen uit dit programma stellen studenten in staat om voor een periode van drie maanden tot een jaar aan een buitenlandse universiteit 50
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
te studeren. De faculteit heeft met een groot aantal universiteiten in West- en Centraal-Europa overeenkomsten gesloten en kan elk jaar ongeveer tachtig studenten uitzenden. Informatie over deze universiteiten is te vinden op de facultaire website www.ru.nl/fm/io en in de Internationaliseringsbank in het Studielandschap. Andere mogelijkheden om naar het buitenland te gaan, zijn beurzen die men kan krijgen op basis van bilaterale verdragen. Wie een jaar in de Verenigde Staten wil studeren, kan meedingen naar een plaats via het zogenaamde ISEP-programma. Voor het Verenigd Koninkrijk zijn er de British Chevening Scholarships. Andere landen waarvoor men een beurs kan krijgen, zijn o.a. Frankrijk en Japan. Studeren in het buitenland is geenszins tot Europa beperkt. Naast deze beurzenprogramma’s zijn er nog andere mogelijkheden. Men kan een stage lopen in het buitenland of bij een internationale organisatie of bedrijf. Men kan deelnemen aan zogeheten ‘summer schools’ of ‘intensive programs’, waarbij men zich in de zomervakantie enkele weken lang met studenten uit verschillende landen over een bepaald onderwerp buigt. Ook pas afgestudeerden kunnen proberen een tijdlang verder te studeren aan een buitenlandse universiteit of universitaire instelling. Hiervoor moet men meedingen naar beurzen uit o.a. het Talentenprogramma, het NAVO-beurzenprogramma, een VSB-beurs, de NIZA-scriptieprijs (voor Zuidelijk Afrika). Ook kan men proberen een plaats te krijgen aan het Europees Universitair Instituut in Florence (Italië), het Europa College in Brugge (België) en Natolin (Polen) of het Instituut voor Europese Geschiedenis in Mainz (Duitsland). Kortom, er zijn volop mogelijkheden. Informatie hierover verschijnt op Blackboard. Van tevoren lijkt het soms veel werk, maar tijdens het verblijf en na afloop blijkt dat heel erg mee te vallen. Bovendien helpt het International Office met de voorbereiding. Studenten keren doorgaans enthousiast terug. Zij hebben er veel van opgestoken. Ook houden zij er een internationaal netwerk van bekenden aan over. Alle regelingen en procedures betreffende het studeren in het buitenland zijn te vinden in de brochure Studeren in het buitenland. Een praktische gids voor studenten Managementwetenschappen is ook via De facultaire website te raadplegen (via www.ru.nl/fm, doorklikken naar Internationalisation). Hierin zijn de procedures bij de voorbereiding en planning beschreven, alsmede zaken als studiefinanciering, taalvaardigheid (zeer belangrijk), huisvesting en wat te doen na terugkomst. Studenten die mee willen werken aan de begeleiding en opvang van buitenlandse studenten die in Nijmegen arriveren (het “in touch with the Dutch”-programma), kunnen dit regelen via het International Office. Het International Office bevindt zich op de Thomas van Aquinostraat 3.0.42. Contactpersoon is mevr. Elly de Jonge, tel. (024) 361 59 27, E-mail:
[email protected]. Het vaste inloopspreekuur is iedere werkdag tussen 13.00-14.00 uur. Een verhuizing binnen het OWC wordt op dit moment voorbereid. Berichtgeving hierover zal via de facultaire kanalen en ter plaatse worden aangekondigd.
51
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Vreemde talen leren spreken Voor afgestudeerden van onze faculteit is de actieve beheersing van een of meer vreemde talen onmisbaar. Bovendien brengen steeds meer studenten - in het kader van internationale uitwisselingsprogramma’s - een deel van hun studietijd in het buitenland door. En vrijwel elke student maakt tijdens zijn of haar studie een buitenlandse excursie of studiereis. Universitair Taal-en Communicatiecentrum Nijmegen (UTN) Het UTN, gevestigd in het Gymnasion, 3e verdieping, verzorgt diverse taalcursussen, communicatietrainingen en vertaalwerk. Het aanbod omvat Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Nederlands en Turks. Voor het gebruik van de faciliteiten van het UTN wordt voor studenten een speciaal tarief berekend. Studenten krijgen vanaf september 2005 50% korting op de externe prijs voor cursussen Moderne Vreemde Talen en communicatietrainingen. Voor buitenlandse studenten zijn er twee mogelijkheden: Ten eerste worden er op verschillende niveaus cursussen Nederlands als tweede taal aangeboden, o.a. een cursus schrijfvaardigheid en grammatica voor (ver)gevorderden en een cursus spreek- en luistervaardigheid voor (ver)gevorderden. Voor het volgen van van een van deze cursussen is het staatsexamen NT2 programma II vereist. Ten tweede kunnen buitenlandse studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen voor wie de Nederlandse taal nog problemen oplevert, ook (kosteloos) voor individuele begeleiding bij het UTN terecht. Zij kunnen bijvoorbeeld hulp krijgen bij het maken van een werkstuk of het houden van een referaat. Je kunt hiervoor een afspraak maken via het secretariaat van het UTN. Secretariaat: (024) 361 21 59 Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.00-17.00 uur Website: www.ru.nl/utn E-mail:
[email protected]. Openingstijden Talenlab : maandag t/m donderdag 9.00-19.00u , vrijdag 9.00-17.00u Studententaalpas UTN De studententaalpas, die vanaf september 2005 bij het UTN ingevoerd wordt, is een nieuwe regeling voor reguliere voltijdse studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij kunnen tegen een zeer aantrekkelijk tarief taal- en communicatietrainingen bij het UTN volgen. Bovendien kunnen zij gratis workshops volgen en hebben zij een jaar lang gratis toegang op vertoon van hun pas in het digitale zelfstudielab. Dit alles is mogelijk gemaakt door de steun van het College van Bestuur, dat via deze regeling wil bijdragen aan een actief en serieus taalbeleid op de campus, waar internationalisering tenslotte hoog in het vaandel staat! Het aanschaffen van een studententaalpas kan in september en in februari. Welke taalcursussen en communicatietrainingen worden geboden? Taalcursussen worden aangeboden voor de volgende talen: Engels – Duits – Frans – Italiaans – Spaans – Turks en nieuw in ons aanbod: Nieuwgrieks – Latijn en Grieks. Vanaf 2006 zal ons aanbod nog uitgebreid worden met o.a. Chinees. De cursussen worden aangeboden vanaf 52
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
beginnersniveau en zijn ingedeeld volgens het Common European Framework of References for Languages (internationale standaardnormen). Na afloop van de cursussen ontvangen alle deelnemers een certificaat. Hierop staan ook de toetsresultaten vermeld. Per taal worden per semester minimaal twee niveaus aangeboden, zodat studenten binnen één jaar kunnen doorstromen naar een hoger niveau voor een optimaal resultaat. Voor Engels worden meer niveaus aangeboden: van opfris tot near-native. Onze Communicatietrainingen zijn als volgt ingedeeld: Schriftelijke communicatie – Mondelinge communicatie – Persoonlijke effectiviteit. Voor uitgebreide informatie raadpleeg onze website: www.ru.nl/utn. Gratis workshops Studenten die in het bezit zijn van de studententaalpas kunnen een gratis workshop volgen en kiezen uit: - workshop spelling – workshop e-mailen in het Engels – workshop spelling in het Engels. Hoe kom je in het juiste niveau terecht? Een aantal keren per jaar zullen er centrale intake- en inschrijfmiddagen worden gehouden. Deze dagen en tijden zullen op onze website vermeld worden. Docenten en trainers zullen op die middagen aanwezig zijn omje te informeren over de verschillende niveau’s. Voor Engels kan er bovendien een toets, de Quick Placement Test, afgenomen worden die goed het niveau van het Engels bepaalt.
Academisch Schrijfcentrum Nijmegen Sinds maart 2004 is er aan de Radboud Universiteit een unieke mogelijkheid om echt iets te doen aan je schriftelijke vaardigheden: het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen (ASN). Daar kun je terecht voor ondersteuning bij het schrijven van een goede academische tekst. Speciaal daarvoor opgeleide tutoren staan klaar om je verder te helpen, of je nu een eerstejaars student Managementwetenschappen of vierdejaars student Filosofie bent. Heb je een schrijfopdracht te volbrengen, bijvoorbeeld een essay, scriptie, betoog of artikel, en wil je daar graag met iemand over van gedachten wisselen, dan kun je een afspraak maken bij het ASN. Het hoofddoel van het ASN is je te helpen je eigen schrijfvaardigheid verder te ontwikkelen, zodat je bij iedere volgende schrijfopdracht daar je voordeel mee kunt doen. Kom dus niet alleen langs als je vastloopt, maar gebruik het schrijfcentrum ook als plek waar je kunt reflecteren op je ideeën en inspiratie op kunt doen voor het schrijfproces. Helder denken leidt tot helder schrijven en andersom. De uitgangspunten van het ASN zijn: - laagdrempelig en gratis - persoonlijke coaching - één-op-één-tutorgesprekken - inschrijving via internet, per telefoon of ter plekke - aandacht voor specifieke opdrachten voor studenten uit alle opleidingen - workshops en gastlezingen voor studenten én docenten - heldpdesk 53
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Het ASN is een voorziening voor alle faculteiten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Openingstijden: maandag t/m donderdag 9.00-17.00 uur Locatie: Erasmuslaan 36, Universiteitsbibliotheek (UB), eerste verdieping Website: www.ru.nl/asn e-mail:
[email protected] tel. 024-3610077
Instituut voor Leraar en School (ILS) De universitaire lerarenopleiding is een postdoctorale opleiding, die opleidt tot het beroep van (eerstegraads bevoegd) docent. Als je deze lerarenopleiding wilt volgen, moet je in het bezit zijn van een doctoraaldiploma c.q. een masterdiploma in een van de schoolvakken. Studenten verwerven tijdens deze opleiding door intensieve training en begeleiding de bekwaamheden die zij nodig hebben om met succes het beroep van leraar te gaan uitoefenen. Meer informatie over het ILS is te vinden in het Vademecum en Studentenstatuut voor studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen en op internet: www.ru.nl/ils. Voor een aanmeldingsformulier kun je terecht op het secretariaat van het Instituut voor Leraar en School, Gymnasion n01.550, Heyendaalseweg 141, tel. (024) 3530093. Voor aanvullende informatie rond toelatingseisen, studiefinanciering e.d. kun je terecht bij Edith Verbeet,
[email protected], tel. (024) 3530094, aanwezig op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag.
Studenten Faculteit Managementwetenschappen en Computervaardigheden De pc is niet meer weg te denken uit onze maatschappij en functioneren binnen die maatschappij betekent: weten hoe je met die pc om moet gaan. En dat geldt dus ook voor studeren. Bij je studie aan onze faculteit kom je regelmatig in aanraking met de pc. En dan wordt er van je verwacht, dat je de basisvaardigheden onder de knie hebt. En als je ze nog niet beheerst, dan moet je die vaardigheden alsnog opdoen. Maar wat zijn dan die basisvaardigheden? Voor jou moet het allereerst duidelijk zijn welke eisen de opleiding stelt aan je vaardigheden op de pc. En over welke ‘basisvaardigheden’ we praten, wat het niveau van de gewenste bekwaamheid is en hoe jij ervan verzekerd kunt zijn dat je over die vaardigheden beschikt. Dit geldt niet alleen voor jou als student, maar bijvoorbeeld ook voor menigeen op de arbeidsmarkt. Werkgevers en werkzoekenden in heel Europa zijn het er dan ook over eens dat een standaard voor praktische vaardigheden in de informatietechnologie een noodzaak is. Om tot een algemeen geaccepteerde standaard te komen is het European Computer Driving License ingesteld.
54
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Waarom een rijbewijs? Met een rijbewijs toon je aan dat je met een auto kunt omgaan en weet welke verkeersregels gelden, maar je hoeft niet echt te weten wat er onder de motorkap gebeurt. Met het European Computer Driving Licence toon je aan dat je met een computer kunt omgaan. Handelingen die je regelmatig nodig kunt hebben. Het European Computer Driving License is opgebouwd rond een modulekaart. De vaardigheden die je moet beheersen zijn verdeeld over 7 modules, te weten: Basisbegrippen van informatietechnologie (ICT); De computer gebruiken en bestanden beheren; Tekstverwerking; Spreadsheets; Databases en bestanden; Presenteren; Netwerkinformatiediensten. Hoe haal je het? Je behaalt het European Computer Driving License door voor iedere module een test met goed resultaat af te leggen. Wanneer je een test gehaald hebt, krijg je een aantekening op je modulekaart. Alle modules, behalve de eerste, zijn een test van praktische vaardigheden. De rode draad is realiteit; het gaat met name om je praktische vaardigheden en niet om je theoretische kennis. De vaardigheden die per module getest worden, zijn beschreven in zogenaamde eindtermen. Je kunt de beschrijving opvragen bij het Testcentrum van de Faculteit der Managementwetenschappen óf op de facultaire website www.ru.nl/fm/ecdl. De zeven tests kunnen in elke gewenste volgorde worden afgelegd binnen de geldigheidsduur van de modulekaart (3 jaar). Heb je alle testen gehaald, dan krijg je het European Computer Driving License. Wat moet je investeren? De Faculteit der Managementwetenschappen vindt het belangrijk dat haar studenten over de juiste vaardigheden beschikken. Vandaar dat er voor jou een speciale financiële regeling is opgezet. Meer informatie hierover vind je op de facultaire website. Je moet een modulekaart aanschaffen. Testgelegenheden worden bijtijds aangekondigd middels de reguliere kanalen. Je moet je per test inschrijven. De hoeveelheid tijd die het je gaat kosten is natuurlijk afhankelijk van je huidige vaardigheden. Per toets moet je in ieder geval rekenen op een half uur tot 3 kwartier deelnametijd. Hoe meld je je aan? Een modulekaart kun je aanschaffen met behulp van een aanvraagformulier. Dit formulier kun je afhalen bij Stef Migchelbrink of Trudie Benschop (Th. van Aquinostraat 3), printen vanaf de facultaire website (www.ru.nl/fm/ecdl), of aanvragen per e-mail (
[email protected]). De modulekaart kun je afhalen zodra de kosten voldaan zijn. Het is raadzaam om de modulekaart (en dus ook de geldigheidsperiode van 3 jaar) pas te laten ingaan op het moment dat je ook daadwerkelijk klaar bent voor het afleggen van de eerste test. Ook voor deelname aan testen kun je je inschrijven middels een formulier. Deze formulieren zijn verkrijgbaar op dezelfde wijze 55
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
als de aanvraagformulieren modulekaart. Inschrijvingen worden in volgorde gehonoreerd, je krijgt zo spoedig mogelijk bevestiging of er een plaats vrij is op de door jou gewenste datum. Je kunt je ook inschrijven per e-mail. Stuur daarvoor een e-mail naar
[email protected] met als onderwerp ‘deelname test’. Vermeld verder je cursistnummer (= nummer modulekaart), datum en tijd toetsgelegenheid en aan welke module je wilt deelnemen. Je krijgt de bevestiging teruggestuurd op het e-mail adres waarop je de aanvraag verzendt. Wanneer en waar zijn de eerste testen? Het Testcentrum van de faculteit is gesitueerd in het visa skills lab, begane grond Thomas van Aquinostraat 5. Een overzicht van actuele data en tijden van de testgelegenheden vind je op de facultaire website.
Het Honours Programma Voor studenten met een brede kijk op de wereld. Met het Honours Programma biedt de Radboud Universiteit Nijmegen studenten van alle faculteiten en opleidingen de mogelijkheid om op een gestructureerde manier en intensief begeleid over de grenzen van hun eigen vakgebied heen te kijken. Het gaat daarbij niet om de oppervlakkige bestudering van een willekeurig onderwerp, maar om het zelfstandig en met vrije en brede blik onderzoeken van belangrijke wetenschappelijke, culturele, maatschappelijke en levensbeschouwelijke thema’s zonder dat je je op voorhand laat begrenzen door het perspectief van je eigen vakwetenschap. Wie kunnen er deelnemen? Het Honours Programma is bedoeld voor alle studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen, die hun propedeusediploma hebben behaald en extra gemotiveerd zijn om zich toe te leggen op de bestudering van thema’s die binnen hun opleiding niet of minder nadrukkelijk aan de orde komen. De cursussen maken geen deel uit van reguliere opleidingen van faculteiten en kunnen ook niet als bijvak worden opgevoerd. Studenten krijgen, zonder extra kosten, een gevarieerd programma aangeboden, dat wordt verzorgd door zeer goede docenten van verschillende faculteiten. Wanneer dat voor de bestudering van de thema’s zinvol is maken ook studiedagen, excursies of werkbezoeken deel uit van het programma. Het spreekt vanzelf dat er veel aandacht wordt besteed aan de kwaliteit van het cursusmateriaal dat studenten gratis ter beschikking wordt gesteld. Het aantal deelnemers per cursus is doorgaans beperkt tot maximaal 25 studenten. De begeleiding is dus intensief en persoonlijk. Zelf samenstellen Wie het Honours Programma volgt kiest elk semester een cursus uit het cursusaanbod. De cursussen vinden plaats op de dinsdag- woensdag- of donderdagavonden van 18.00 uur precies tot uiterlijk 21.00 uur. In de pauze wordt studenten een eenvoudige maaltijd aangeboden. Je hebt het Honours Programma afgerond als je aan de toetsopdracht van vier cursussen hebt voldaan. Door elk semester vrij een cursus te kiezen kun je je eigen programma samenstellen, bijvoorbeeld rond een breder thema of juist zo gevarieerd mogelijk. Studenten die het Ho56
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
nours Programma hebben afgerond ontvangen tijdens een officiële academische plechtigheid uit handen van de rector magnificus een speciale Honoursbul, waarop de aard en de studielast van het programma staan beschreven. Nadere informatie Voor uitgebreidere informatie over het Honours Programma kun je terecht op de speciale website: www.ru.nl/honoursprogramma.
Kwaliteitszorg De Radboud Universiteit Nijmegen hecht veel waarde aan de kwaliteit van het onderwijs. Zowel van de opleiding zelf als van de studenten wordt een aantal inspanningen verwacht om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen. Inspanningen van de opleiding Voor de opleiding is er sprake van interne en externe kwaliteitszorg. De interne kwaliteitszorg richt zich op het hele scala van activiteiten voor behoud en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs binnen een faculteit of opleiding. Belangrijk instrument daarbij zijn de evaluaties die standaard na elke cursus worden gehouden. De resultaten van deze evaluaties worden besproken in de besturen van de verschillende opleidingen. Deze doen voorstellen om eventuele problemen aan te pakken. De opleidingscommissies wordt gevraagd hierover advies te geven. De externe kwaliteitszorg heeft betrekking op het zogenoemde accreditatiestelsel waarmee de kwaliteit van opleidingen één maal per zes jaar door deskundigen van buiten wordt beoordeeld. Rechten en plichten van de student Zowel de opleiding als de faculteit spannen zich in om te voldoen aan de eis studenten kwalitatief goede en studeerbare programma’s te bieden. Van de student worden tegenprestaties verwacht: de student is verplicht zichzelf goed te informeren. Dit betekent dat hij of zij wordt geacht kennis te nemen van de inhoud van de studiegids, het Vademecum en Studentenstatuut voor studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen en overige informatie die door de opleiding verstrekt wordt. Docenten mogen er van uit gaan dat studenten van een voltijdsopleiding gemiddeld 40 uur per week aan de opleiding besteden. Collectief klachtrecht Alle medewerk(st)ers van de faculteit doen hun best om goed onderwijs aan te bieden en afgesproken procedures zo goed mogelijk uit te voeren. Toch kun je soms van mening zijn dat je niet terecht behandeld bent. Het kan gaan om individuele docenten, om de uitvoering van het onderwijs, om roosters, zalen, informatie et cetera. In veel gevallen is rechtstreeks praten met de verantwoordelijke medewerk(st)er de beste oplossing. Als een gesprek niet mogelijk is of niet tot een oplossing leidt, kun je een klacht indienen bij de facultaire klachtencommissie. Je kunt dit alleen of met een aantal medestudenten doen. Een klachtenformulier is beschikbaar via de facultaire website, www.ru.nl/fm. 57
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Je krijgt in de regel binnen een maand antwoord. Om ongewenste doublures met andere bezwaar- en beroepsmogelijkheden te voorkomen neemt de klachtencommissie overigens niet alle mogelijke soorten klachten in behandeling. Op het klachtenformulier is aangegeven wanneer je wel/geen beroep kunt doen op de commissie. Heb je een klacht over de inhoud van een tentamen of over het toegekende cijfer, wend je dan in ieder geval niet tot de klachtencommissie. Overleg eerst met de betrokken docent tijdens de inzage van de betreffende toets. Levert dit overleg niets op, dan kun je bezwaar aantekenen bij de examencommissie van de betreffende opleiding. De werkwijze en gedragscode van de klachtencommissie kan worden ingezien bij de balie van het Studielandschap. De klacht wordt namens de decaan van de faculteit behandeld door de klachtencommissie. De commissie bestaat uit een voorzitter (prof. dr. B. Prakken), een secretaris (ir. L. Meijssen), een studentlid en een ambtelijk secretaris (mw. E. Veneman).
Medezeggenschap Studenten hebben in diverse lagen binnen de faculteit en op verschillende momenten inspraak in de besluitvorming. Voor opleidingspecifieke zaken zijn er de opleidingscommissies. In de opleidingscommissies kunnen studenten meepraten over de kwaliteit van het onderwijs. Zij adviseren wat betreft het onderwijsprogramma en praten mee over de gevolgen van facultair beleid voor hun opleiding. De opleidingscommissie van Politicologie is bereikbaar op het e-mail adres:
[email protected]. Op facultair niveau bestaat de Facultaire Studentenraad. De Studentenraad is er voor alle zaken in het belang van de student Managementwetenschappen. Zij praat mee over de invulling en ontwikkeling van het facultaire beleid. Zij is bereikbaar op het e-mail adres:
[email protected], tel. (024) 3615921. Ook kunnen studenten langskomen op kamer: TvA 1.0.10 voor vragen, opmerkingen of klachten. De Studentenraad wordt bijgestaan door een studentassessor. Deze assessor neemt tevens zitting in het decanaatsoverleg, en heeft daar adviesrecht. Adres studentassessor: TvA 1.0.10, tel. (024) 3615921, e-mail:
[email protected]. Tot slot praten studenten ook mee op universitair niveau in de Universitaire Studentenraad. Naast de medezeggenschapsorganen op opleiding, facultair en universitair niveau bestaan er per semester ook panelgroepen. Voor elk semester wordt een panelgroep samengesteld die het semester evalueert. Zij kijken naar de inhoud en opbouw van een semester en kunnen aanbevelingen doen om de kwaliteit van de semesters te verbeteren.
De Dienst Studentenzaken Heb je vragen over je inschrijving aan de universiteit of loop je vast in je studievoortgang? Wil je meer weten over regels op het gebied van studiefinanciering of ben je op zoek naar studentencultuur? De medewerkers van de Dienst Studentenzaken zijn er om jou op weg te helpen op onder andere het gebied van studentenadministratie, studentenbegeleiding en studentencultuur. Hieronder worden de centrale studentenvoorzieningen van de Dienst Studentenzaken per onderwerp besproken.
58
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Centrale Studentenbalie De centrale ingang van de Dienst Studentenzaken wordt gevormd door de Centrale Studentenbalie. Hier kun je onder meer terecht voor informatie over de studentendecanen, de studentenpsychologen, de studieloopbaan- en beroepskeuze adviseur of de vaardigheidstrainers en kun je een afspraak maken met een van hen of je aanmelden voor een training. Verder kun je bij de Centrale Studentenbalie terecht voor alle vragen met betrekking tot je inof uit-schrijving aan de Radboud Universiteit Nijmegen, voor informatie en aanvraag van het Afstudeer- of het Noodfonds, voor melding van studievertraging wegens bijzondere omstandigheden, voor basisinformatie over studiefinanciering, voor het aanvragen van je examen via het Examenbureau van de A-Faculteiten en voor diverse folders, formulieren en brochures. Ook de KISS-Helpdesk is ondergebracht bij de Centrale Studentenbalie van Studentenzaken. De Centrale Studentenbalie is dagelijks geopend van 10:00 tot 17:00 uur, met uitzondering van de eerste vrijdagmiddag van elke maand. Je vindt de Centrale Studentenbalie aan de Comeniuslaan 4 op de campus. Ook kun je de medewerkers van de Centrale Studentenbalie op werkdagen van 8:30 tot 12:30 uur en van 13:30 tot 17:00 uur telefonisch bereiken via telefoonnummer 024 - 3612345. Je kunt je vragen ook per e-mail stellen via adres balie@dsz. ru.nl. Verder vind je Studentenzaken natuurlijk ook op het Internet via www.ru.nl/studentenzaken. Studentenadministratie Inschrijving aan de Radboud Universiteit Nijmegen De Centrale Studentenadminstratie verzorgt de inschrijving van alle studenten aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Voor de aanvang van een nieuw collegejaar ontvangt iedere ingeschreven student een herinschrijvingsformulier. Om tijdig in het bezit te komen van je collegekaart kun je dit formulier het beste voor 15 juli terugsturen. Wegens grote drukte bij de Centrale Studentenbalie, juist aan het begin van het studiejaar, wordt aangeraden de herinschrijving per post terug te sturen. Je moet je inschrijfformulier wel ondertekenen, anders is je inschrijving ongeldig. De collegekaart ontvang je doorgaans gemiddeld zes weken nadat je de inschrijfformulieren opgestuurd hebt. Meer informatie rondom inschrijving vind je in het Vademecum en in het Studentenstatuut. De uitschrijving bij je afstuderen regel je bij het Examenbureau. Bureau Examens A-faculteiten en ILS Minimaal 30 dagen voordat je een examen wilt afleggen moet je een formulier, aanvraag afgifte getuigschrift, inleveren. Het formulier is verkrijgbaar bij de Centrale Studentenbalie. Daar wordt gecontroleerd of je juist bent ingeschreven en je ontvangt er informatie over zaken als het inleveren van je OV-jaarkaart, de beëindiging van je studiefinanciering en restitutie collegegeld. Het ingevulde formulier lever je in bij het Examenbureau, tezamen met alle benodigde bescheiden zoals het bewijs van examenbevoegdheid, een verklaring van de examencommissie dat je aan alle eisen hebt voldaan en cijferlijst met ECTS. Het Examenbureau controleert al je gegevens, organiseert alles rond het examen en informeert je over de gang van zaken. Minimaal twee en maximaal drie weken van te voren ontvang je van het College van Bestuur 59
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
het bericht dat je verzoek is ingewilligd met daarbij tevens de vermelding op welke datum, op welke locatie en op welk tijdstip het getuigschrift wordt overhandigd. Het Examenbureau is gevestigd in de hal van het Bestuursgebouw, Comeniuslaan 4, en is dagelijks geopend van 10.00 tot 12.00 uur. KISS (KUN Internet Studenten Service) Iedere student van de Radboud Universiteit Nijmegen heeft toegang tot KISS. Via KISS kun je onder andere je eigen tentamenresultaten raadplegen, je inschrijven voor werkgroepen en tentamens, je adres wijzigen, e-mail ontvangen en verzenden, een eigen webpagina maken en toegang tot internet krijgen. Ook wordt via KISS de maandelijkse nieuwsbrief verzonden aan alle studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hierin staan allerlei belangrijke nieuwtjes die te maken hebben met de universiteit. Aan het begin van je eerste jaar krijg je de informatie over je KISS-account toegestuurd met je persoonlijke activeringswachtwoord. Dit activeringswachtwoord moet de eerste keer omgezet worden in een regulier wachtwoord. Als je je wachtwoord kwijt bent, kun je op vertoon van je collegekaart bij de Centrale Studentenbalie een nieuw aanvragen. Je vindt de KISS-pagina’s op het internet via www.student.ru.nl. Op deze pagina’s kun je ook lezen hoe je via de Radboud Universiteit Nijmegen toegang kunt krijgen tot Internet. Voor vragen en problemen met je KISS-account kun je terecht bij de Centrale Studentenbalie. Ook kun je mailen naar
[email protected]. Studentenbegeleiding Studentendecanen Als je vragen hebt, of informatie wil over wet- en regelgeving, of als je met persoonlijke problemen zit, kun je terecht bij de studentendecanen. De studentendecanen geven advies en begeleiding bij problemen op bijvoorbeeld financieel gebied, bij ziekte, bij het stopzetten van je studie, bij problemen met de studiefinanciering, met huisvesting of omdat je je onrechtvaardig behandeld voelt bij een tentamen of examen. Meldingen van studievertraging moeten via de studentendecaan worden ingediend. Voorts treden de studentendecanen op als vast aanspreekpunt voor topsporters die aan de Radboud Universiteit Nijmegen staan ingeschreven en voor studenten met een met een lichamelijke functiebeperking, chronische ziekte, dyslexie of een buitenlandse vooropleiding. Je kunt een afspraak met een studentendecaan maken via de Centrale Studentenbalie. Ook is er op werkdagen van 9:00 tot 10:00 en van 16:00 tot 17:00 uur telefonisch spreekuur via telefoonnummer 024 - 3612345. Studentenpsychologen Bij de studentenpsycholoog kun je terecht met klachten die verband houden met je studie. Als je bijvoorbeeld last hebt van concentratieproblemen of van examenangst kan het wel eens helpen een afspraak te maken met een studentenpsycholoog. Ook andere persoonlijke problemen die je studie belemmeren, zoals depressiviteit of onzekerheid, kun je bespreken met een van de psychologen. Je hoeft niet zwaar in de problemen te zitten voor een afspraak met een studentenpsycholoog. Je kunt ook met persoonlijke vragen terecht die betrekkelijk eenvoudig lijken. 60
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Na een intakegesprek is individuele of groepsgewijze hulpverlening mogelijk. In een aantal gevallen zal doorverwijzing plaatsvinden naar een andere therapeut of instantie. Ook kan het intakegesprek alleen voldoende zijn voor informatie, advies of bemiddeling. Je kunt een afspraak met een studentenpsycholoog maken via de Centrale Studentenbalie. Ook is er op werkdagen van 8:30 tot 9:00 uur en van 12:00 tot 12:30 uur telefonisch spreekuur via telefoonnummer 024 - 3612345. De intake is gratis. Voor het deelnemen aan een groep of voor individuele gesprekken na de intake, wordt een eenmalige eigen bijdrage van € 25,- gevraagd. (Studie-) vaardigheidstrainingen De trainers van de Dienst Studentenzaken verzorgen cursussen en trainingen op het gebied van studievaardigheden en beroepsgerichte vaardigheden. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een cursus scriptie schrijven of strategisch studeren, maar ook aan een cursus zelfmanagement. In samenwerking met het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) worden workshops voor (bijna) afgestudeerden gegeven, gericht op het zoeken en vinden van werk. In samenwerking met de studentenpsychologen worden ook sociale vaardigheidstrainingen en een training op het gebied van het hanteren van studiestress en examenvrees gegeven en een training ‘grip op je dip’, gericht op greep krijgen op stemmingswisselingen. In het Vademecum en op de website vind je alle cursussen en trainingen kort beschreven. De Centrale Studentenbalie heeft een overzicht met de data waarop de cursussen gepland zijn. In VOX staan geregeld vooraankondigingen Voor alle cursussen (muv de workshops solliciteren) maak je eerst een afspraak voor een intakegesprek. Voor iedere cursus wordt een eigen bijdrage gevraagd van € 25,-. Aanmelding loopt via de Centrale Studentenbalie. Studiekeuze- en loopbaanadviseur Als je twijfelt over je huidige studie, je vervolgtraject of overweegt te stoppen met je studie, kun je je door middel van een onderzoek bij de studieloopbaanadviseur oriënteren op alternatieve mogelijkheden. Je kunt hierbij onderzoeken wat je mogelijkheden zijn gezien je vooropleiding, vakkenpakket, capaciteiten en interesses en ervaringen met je studie tot nu toe. Ook kun je de studieloopbaanadviseur raadplegen bij vragen over de invulling van de bijvakruimte, voorbereiding op de arbeidsmarkt, om- en bijscholing of post-wo/hbo opleidingen. Het is mogelijk om een beroepskeuzeonderzoek te doen. Het onderzoek bestaat uit een aantal tests en een gesprek met de studiekeuze- en loopbaanadviseur. Voor een consult wordt een eigen bijdrage van € 25,- gevraagd. Informatie en aanmelding bij de Centrale Studentenbalie. Studeren met een lichamelijke functiebeperking, chronische ziekte of dyslexie Onder functiebeperking en chronische ziekte vallen alle aandoeningen die (vooralsnog) blijvend van aard zijn en die een vertragend effect kunnen hebben op de studievoortgang. Hieronder vallen: visuele, auditieve en motorische handicaps; stoornissen in de taal (dyslexie), spraak, in het uithoudingsvermogen, in het geheugen-/concentratievermogen, in orgaanfuncties; het hebben van een psychische aandoening, epilepsie, reuma, M.E., zware migraine, whiplash, RSI etc. Wanneer deze functiebeperking, chronische ziekte of dyslexie een belemmerende factor zijn bij het studeren is het raadzaam om bij aanvang van de studie contact op te nemen met een 61
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
studentendecaan. In overleg met de studentendecaan en de studieadviseur van de faculteit wordt ernaar gestreefd het onderwijs zo in te richten dat een student met een functiebeperking evenveel kansen heeft op succesvol studieverloop als medestudenten. Ook is het soms mogelijk een beroep te doen op wettelijke en universitaire regelingen op het gebied van financiën, huisvesting, studiemateriaal en studie- en tentamenregelingen. Om van de voorzieningen aan de Radboud Universiteit Nijmegen optimaal gebruik te kunnen maken is het dus van groot belang om reeds op een vroeg tijdstip contact op te nemen met de studieadviseur en met de studentendecaan. Meer informatie vind je op www.ru.nl/studentenzaken/handicap.html en in het Vademecum. Daarnaast is er aan de Radboud Universiteit Nijmegen ‘de klankbordgroep studeren met een handicap’ werkzaam. Deze zet zich in voor studenten met een handicap, wil bestaande voorzieningen en het huidige beleid in alle geledingen van de Radboud Universiteit Nijmegen bekendmaken, zonodig aan de orde stellen of verder verbeteren in samenwerking met de Dienst Studentenzaken. De groep bestaat uit studenten, docenten, en een studentendecaan en staat open voor signalen van studenten en docenten, als bepaalde (studie)regelingen ontbreken of niet goed functioneren (je kunt hierbij ook denken aan toegankelijkheid van de gebouwen). Adres: Comeniuslaan 4, postbus 9102, 6500 HC Nijmegen, tel. 024-3612345, e-mail:
[email protected] Vertrouwenspersoon en Klachtencommissie Ongewenst Gedrag Een van de studentendecanen (Riekje Stuut) fungeert als Vertrouwenspersoon Ongewenst Gedrag voor studenten. Je kunt bij haar terecht in geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld, pesten en treiteren. Wanneer je liever wilt spreken met een mannelijke vertrouwenspersoon kan een afspraak gemaakt worden met Alex Buiks, studentenpsycholoog en waarnemend vertrouwenspersoon. Je kunt een afspraak maken met de Vertrouwenspersoon via de Centrale Studentenbalie. Als de tussenkomst van de vertrouwenspersoon geen oplossing biedt, kun je een klacht indienen bij de universitaire Klachtencommissie Ongewenst Gedrag. Je kunt dat overigens ook rechtstreeks doen. Klachten moeten binnen twee jaar nadat het ongewenst gedrag plaatsvond schriftelijk zijn ingediend. Deze termijn geldt niet als het om een strafbaar feit gaat. De Klachtencommissie, waarin ook een student zitting heeft, onderzoekt de klacht en hoort zowel de klager als de aangeklaagde. Binnen zes weken na ontvangst van de klacht wordt het onderzoek afgerond. Uiterlijk twee weken later rapporteert de commissie aan het College van Bestuur en adviseert ze over eventuele maatregelen. De Klachtenregeling is aan het Studentenstatuut toegevoegd als bijlage 8 van het Vademecum. Een folder met nadere informatie is verkrijgbaar bij het Informatiecentrum bachelor master van de Dienst Studentenzaken en bij de Vertrouwenspersoon. Het adres voor formele klachten is: Secretaris Klachtencommissie Ongewenst Gedrag Radboud Universiteit Nijmegen, Postbus 9102, 6500 HC Nijmegen. Vermeld op de envelop: ‘persoonlijk’.
62
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Studievoorlichting Het Informatiecentrum bachelor-master In het Informatiecentrum bachelor-master vind je alle informatie en documentatie over opleidingen binnen en buiten de Radboud Universiteit Nijmegen, over de arbeidsmarkt en over studeren en stage lopen in het buitenland. Je kunt er met al je vragen over bachelors en masters terecht. Ook beschikt het Infocentrum over uitstekende computervoorzieningen waarmee je (eventueel met behulp van speciale zoekprogramma’s) informatie op het Internet kunt opzoeken. Het Informatiecentrum is op werkdagen geopend van 11:00 tot 17:00 uur. Je kunt de medewerkers van het Informatiecentrum ook bereiken via telefoonnummer 024 - 3612975 of via email-adres
[email protected].
Studentencultuur: Cultuur op de Campus Elke collegeweek is er op de campus van alles te doen op het gebied van cultuur: de studenten en medewerkers van Cultuur op de Campus voorzien je van live muziek, cabaret, theatersport, stand-up comedy, beeldende kunst, literatuur en film. Op de films (à €1,50) na, kun je bijna alle optredens en festivals gratis bezoeken. De voorstellingen vinden plaats op het podium van het CultuurCafé, in filmzaal CC3 (CollegezalenComplex) en in kleintheater Halte 4 (Erasmusgebouw). Eens per jaar trekt Cultuur op de Campus naar het stadscentrum, waar het oergezellige StudentenKamerFestival plaatsvindt in tientallen studentenkamers. Het programma van Cultuur op de Campus vind je in de maandfolder en op de cultuurmenukaartjes in de kantines van de Radboud Universiteit. Of surf naar www.ru.nl/cultuuropdecampus en meld je aan voor de mailinglist. Als je (studie)vereniging een partner zoekt voor de organisatie van een cultureel evenement, neem dan gerust contact op via
[email protected] of 024-3615912. Mail of bel ook als je zelf wilt optreden of meewerken! Cultuur op de Campus is altijd op zoek naar studententalent, bijvoorbeeld voor de bandcompetitie Kaf en Koren. En jaarlijks wordt er een nieuwe Studenten Programmerings Commissie (SPC) aangesteld, die een collegejaar lang de culturele podia van de campus runt.
Overige voorzieningen Noodfonds Het Noodfonds helpt studenten die aan de Radboud Universiteit Nijmegen zijn ingeschreven via een renteloze lening wanneer er sprake is van financiële noodsituaties. Deze dienen incidenteel te zijn: dat wil zeggen dat het niet gaat om structurele (permanente) problemen met de (studie)financiering. Bij de Centrale Studentenbalie kun je direct een lening tot € 350,- aanvragen. Het maximaal te lenen bedrag is € 700,-, in uitzonderingsgevallen kan dit verhoogd worden tot € 900,-. Leningen boven € 350,- worden op afspraak via een studentendecaan verstrekt. Financiële ondersteuning bij studievertraging door bijzondere omstandigheden Als je door omstandigheden studievertraging dreigt op te lopen en daardoor in de problemen komt met studiefinanciering kun je in aanmerking komen voor financiële ondersteuning. 63
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Onder bijzondere omstandigheden worden onder andere verstaan ziekte, bijzondere familieomstandigheden, een functiestoornis, de inrichting van de opleiding of topsportbeoefening. Je moet hierover binnen drie maanden melding maken bij de Centrale Studentenbalie. Hierbij is het noodzakelijk dat je overlegt met je studieadviseur - in verband met studieplanning en eventuele begeleiding - én met een studentendecaan. De afspraken hierover vermeld je op een meldingsformulier, dat verkrijgbaar is bij de Centrale Studentenbalie. Na afloop van het studiejaar ontvang je een registratieformulier om de studievertraging vast te leggen. Dit stuur je samen met bewijsstukken en een verklaring van de studieadviseur terug. Hierna krijg je een beschikking van het College van Bestuur met aanspraak op een aantal maanden financiering uit het fonds. Deze maanden kun je opvragen zodra je door het beursgedeelte van je studiefinanciering bent en nog niet bent afgestudeerd. Voor dit aantal maanden ontvang je dan een uitkering uit het afstudeerfonds. Bij de Centrale Studentenbalie kun je hiervoor een aanvraagformulier krijgen. De hele regeling Financiële Ondersteuning Studenten staat als bijlage in het Studentenstatuut (opgenomen in het Vademecum). Financiële ondersteuning bij studievertraging door bestuursactiviteiten Studenten aan de Radboud Universiteit Nijmegen die bestuurswerk doen in facultaire raden, commissies of studentenverenigingen kunnen financiële ondersteuning krijgen vanuit het Afstudeerfonds als compensatie voor de studievertraging die zij oplopen als gevolg van hun bestuurswerk. Sinds het collegejaar 2002/2003 wordt deze financiële vergoeding direct uitbetaald in het jaar waarin je het bestuurswerk doet en dus niet zoals voorheen, pas als het beursgedeelte van de studiefinanciering afloopt. De verenigingen waarbij de bestuurders in aanmerking komen voor afstudeersteun staan vermeld in de bijlage bij de regeling FONDS. Jaarlijks krijgen deze verenigingen een aantal ‘maanden’ die zij over hun bestuursleden verdelen. Om de drie jaar wordt getoetst in hoeverre het aantal toegekende maanden aan deze vereniging nog van toepassing is. Nieuwe verenigingen kunnen een aanvraag doen om ook voor maanden uit het afstudeerfonds in aanmerking te komen. Informatie over de voorwaarden voor verenigingen en organisaties en ook over de aanvraagprocedure van de vervangende uitkering is te krijgen bij de Centrale Studentenbalie. De hele regeling Financiële Ondersteuning Studenten staat als bijlage in het studentenstatuut (opgenomen in het Vademecum). Vademecum en het Studentenstatuut voor studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen Het Vademecum voor studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen bevat algemene informatie over wonen, leven, welzijn, studiefinanciering, studeren, rechten en plichten van studenten, dienstverlening, verenigingen en organisaties voor studenten. Bovendien zijn er nuttige adressen en telefoonnummers in te vinden. Ook is het Studentenstatuut opgenomen in het Vademecum. Dit bestaat uit een beschrijving van de rechten en plichten van alle aan de Radboud Universiteit Nijmegen ingeschreven studenten die voortvloeien uit wettelijke en universitaire regelingen. Het Vademecum is gratis verkrijgbaar bij de Centrale Studentenbalie, alle Dictatencentrales en het Adviespunt Letteren. De informatie die vermeld staat in het Vademecum is ook te vinden op het internet: www. ru.nl/studentenzaken 64
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF) Secretariaat: Comeniuslaan 6, kamer 0.63 Telefoon: 024-3612990. Bereikbaar van ma t/m vrij van 9.00 tot 12.30 uur E-mail:
[email protected] Website: www.snuf.nl De Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF) is een zelfstandige stichting die nauw verbonden is met de Radboud Universiteit Nijmegen. Het doel van de stichting is het bevorderen van het studie- en leefklimaat van studenten van de RU Nijmegen. Ze doet dat door middel van financiële ondersteuning (subsidies en Noodfonds), facilitering (huisvesting) en inhoudelijke ondersteuning en advies. Jaarlijks maakt de Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds een breed scala aan activiteiten voor en door studenten mogelijk en worden diverse initiatieven ondersteund. Bij het Universiteitsfonds kun je terecht voor: •
•
•
•
•
Reissubsidies Het Universiteitsfonds subsidieert stages, studie, onderzoeksprojecten en congresdeelname in het buitenland voor individuele studenten en groepsstudiereizen. Noodfonds Het Universiteitsfonds beheert een speciaal fonds waaruit leningen worden verstrekt aan studenten in financiële nood. Subsidies studentenorganisaties & -activiteiten Het Universiteitsfonds subsidieert culturele en politieke studentenorganisaties evenals de algemene studentenverenigingen. Studentensportverenigingen worden door SNUF gesubsidieerd via de NSSR. Studieverenigingen komen in de regel niet in aanmerking voor subsidie van het Universiteitsfonds, tenzij voor de organisatie van congressen of symposia (onder bepaalde voorwaarden). Huisvesting studentenorganisaties Het Universiteitsfonds zorgt voor huisvesting van studentenorganisaties in de verschillende panden in de stad en op de campus in de SNUF-gang in het Gymnasion. Ondersteuning studentenorganisaties De helpdesk van het Universiteitsfonds geeft advies en begeleiding bij boekhoudkundige problemen en bij financiële en organisatorische vraagstukken. Daarnaast organiseert SNUF jaarlijks een penningmeestercursus.
Kijk voor meer informatie op www.snuf.nl.
65
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
3 Bachelor Politicologie
66
BACHELOR POLITICOLOGIE
Hoofdlijnen van de Bacheloropleiding Politicologie Profiel van de bacheloropleiding Nederland kent vier universiteiten met een volwaardige bacheloropleiding politicologie: de Universiteit van Amsterdam, de Rijksuniversiteit te Leiden, de Vrije Universiteit in Amsterdam en de Radboud Universiteit Nijmegen. De Nijmeegse bacheloropleiding politicologie onderscheidt zich van de overige drie opleidingen allereerst door de sterke samenhang van het onderwijsprogramma. Elk semester kent een overkoepelend thema dat wordt uitgediept in de politicologische cursussen tijdens het semester. In de cursussen worden de theoretische grondslagen van de politicologie in hun onderlinge samenhang onderwezen. Vervolgens passen studenten hun politicologische kennis toe in projecten. Daarin worden de theoretische grondslagen aan de empirische werkelijkheid getoetst in de vorm van onderzoeksprojecten die worden opgezet en uitgevoerd in kleine groepen of individueel. ‘Governance’ is het centrale begrip in de meeste semesterthema’s. Governance is een meerduidig begrip waarover in de literatuur geen overeenstemming bestaat. Grofweg vallen vier clusters van betekenissen te onderscheiden. Ten eerste governance als weerspiegeling van de bestaande machtsverhoudingen. Ten tweede governance als de vorming, verandering en (gebrek aan) naleving van normen, regels en waarden op een bepaald beleidsterrein. Ten derde governance als het oplossen van maatschappelijke problemen, vaak uitmondend in een idee van orde en stabiliteit. Ten vierde governance als een situatie waarin beleid wordt bepaald (en uitgevoerd) door een samenstel van actoren die (a) opereren op verschillende analyseniveaus (subnationaal, nationaal, internationaal) en/of die (b) zowel publiek (statelijk), privaat of hybride van aard kunnen zijn. In de verschillende semesters word je getraind in het herkennen van deze aspecten op uiteenlopende beleidsterreinen. National governance veronderstelt dat sprake is van een overkoepelend gezag op een bepaald territorium, vaak gekenschetst als de centrale overheid die het legitieme monopolie op de geweldsmiddelen bezit. De overheid is in staat uiteindelijk naleving van regels e.d. af te dwingen. International governance kenmerkt zich juist door de afwezigheid van een dergelijk centraal gezag. Dit wordt wel een anarchische situatie genoemd. Dit kenmerk heeft grote gevolgen voor de aard, timing, en specifieke vorm van governance op internationale beleidsterreinen (ongeacht welke betekenis van governance men verkiest). European governance is een tussenvorm waarin tegelijkertijd sprake kan zijn van een overkoepelend gezag en van interstatelijke rivaliteit. De opbouw van het curriculum van de bacheloropleiding politicologie is steeds zo, dat de politicologische vakken inhoudelijk direct aansluiten bij de semesterthema’s. Een voorbeeld is het semester ‘International governance’ (Internationaal bestuur). In dat semester volgen studenten vakken als ‘Leer der Internationale Betrekkingen’ en ‘Internationale Organisaties’ en voeren een onderzoek uit op het gebied van internationale betrekkingen. 67
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
De Nijmeegse bacheloropleiding onderscheidt zich ook doordat je als student disciplinaire vakken volgt op de drie hoofdterreinen die binnen de ‘brede’ politicologie een belangrijke rol spelen. Je leert bovendien de samenhang tussen die drie hoofdterreinen herkennen: 1. De Politieke Theorie of Politieke Filosofie houdt zich in het bijzonder bezig met de vraag of de manieren waarop gemeenschappelijke politieke problemen worden opgelost en de oplossingen zelf, vallen te verenigen met fundamentele normatieve principes als vrijheid, gelijkheid, rechtvaardigheid, rationaliteit en ideeën over ‘de goede samenleving’. 2. De Vergelijkende Politicologie of de studie van Nationale Politieke Stelsels richt zich in het bijzonder op de vraag hoe collectieve besluitvormingsprocessen verlopen in nationale systemen, dat wil zeggen, hiërarchische systemen die gekenmerkt worden door de aanwezigheid van een overheid die in staat is, desnoods met geweld, bepaalde oplossingen van gemeenschappelijke problemen aan de leden van het systeem op te leggen. 3. De studie van de Internationale Betrekkingen houdt zich bezig met collectieve besluitvormingsprocessen in het internationale systeem, een anarchisch systeem dat zich juist kenmerkt door het ontbreken van een overheid die in staat is, desnoods met geweld, bepaalde oplossingen voor gemeenschappelijke problemen aan de leden van het systeem op te leggen. De laatste jaren vindt een toenadering plaats tussen de drie subdisciplines als gevolg van twee ontwikkelingen: enerzijds het succes van de Europese Unie, anderzijds de toenemende internationalisering en globalisering (onder andere ten gevolge van de revolutie in communicatiemiddelen). Beide ontwikkelingen lijken zowel de beleidsruimte van nationale staten in te perken als de waarde van hun geweldsmonopolie te verminderen. Op deze manier vervaagt het onderscheid tussen nationale systemen en het internationale systeem en ontstaan er allerlei nieuwe politiek-filosofische kwesties. De Nijmeegse bacheloropleiding politicologie is dus bijzonder goed toegerust om veel aandacht te besteden aan deze belangrijke ontwikkelingen.
Eindtermen van de bacheloropleiding Aan het einde van de bachelors fase ben je in staat tot het: • Hanteren van de centrale theorieën, begrippen en benaderingen op het terrein van de politieke theorie, i.h.b. het beschrijven en verklaren van de normatieve grondslagen van de politiek; • Hanteren van de centrale theorieën en begrippen op het terrein van de vergelijkende politicologie, i.h.b. het beschrijven en verklaren van nationale politieke stelsels in hun maatschappelijke context met een accent op de werking van politieke instituties, de totstandkoming van beleid en de beleidsresultaten; • Hanteren van de centrale theorieën en begrippen op het terrein van de leer der internationale betrekkingen, i.h.b. de ontwikkeling van het statensysteem; • Beschrijven en verklaren van politieke veranderingen, het Nederlandse politieke bestel, de relatie tussen politiek en openbaar bestuur, de relatie tussen politiek en beleid, de politieke stromingen in de twintigste en eenentwintigste eeuw en de relatie tussen politiek en economie; 68
BACHELOR POLITICOLOGIE
•
•
• • • • • • • • • •
• • • • • • • • • • •
69
Beschrijven en verklaren van de relatie tussen staat en markt in de internationale betrekkingen, de rol van internationale organisaties in de internationale politiek, macht en politieke besluitvorming in nationaal en internationaal (met name Europees) perspectief, de politieke aspecten van het proces van Europese eenwording, de aard van de structuur van het internationale systeem en de mogelijkheden voor internationale samenwerking en de politieke gevolgen van de globalisering van de internationale arbeidsdeling; Analyseren van lokale, regionale, nationale en internationale politieke verschijnselen en veranderingen op deze niveaus met behulp van centrale politicologische begrippen als politiek, macht, besluitvorming, staat en beleid; Reconstrueren van processen van politieke besluitvorming en uitvoeringsprocedures; Beschrijven en verklaren van de rol van diverse actoren in de nationale politieke stelsels, in het bijzonder het Nederlandse politieke bestel; Beschrijven en verklaren van het gedrag van staten in het internationale systeem; Analyseren van de internationale samenwerking in het kader van het proces van de WestEuropese samenwerking; Doorzien van de consequenties van de verschillende vooronderstellingen voor politicologische theorievorming; Doorzien van de consequenties van de theoretische en empirische vooronderstellingen in politicologisch onderzoek; Herkennen van en kritisch nadenken over de wetenschapstheoretische uitgangspunten in politieke analyses en beleidsvoorstellen; Plaatsen van recent politicologisch onderzoek in het kader van de (historische) ontwikkeling van de politicologie; Zelfstandig formuleren van een voor de politicologie relevant probleem dat nader onderzoek verdient; Beschrijven van de wijze waarop een oplossing voor dit probleem gevonden kan worden, inclusief het bedenken van een onderzoeksdesign, de formulering van hypotheses en de wijze waarop de data vergaard en geanalyseerd moeten worden; Maken van een (voorlopige) opzet van een onderzoeksverslag; Uitvoeren van een (beperkt) theoretisch gestuurd onderzoek met behulp van de zelfstandig geformuleerde probleemstelling; Schrijven van een onderzoeksrapport waarin de voor politicologische theorievorming relevante conclusies worden uiteengezet; Werken met recente politicologische databestanden; Toepassen van statistische procedures; Evalueren van onderzoeksverslagen; Samenwerken met medestudenten; Vergaderen op effectieve en efficiënte wijze, notuleren en bewaken van de follow-up van afspraken; Presenteren (schriftelijk en mondeling) van resultaten van politicologisch onderzoek; Communiceren naar uiteenlopende doelgroepen van politicologisch onderzoek Innemen en verantwoorden van de eigen positie ten aanzien van politieke ontwikkelingen en problemen.
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Hoofdlijnen van het curriculum van de Bacheloropleiding Politicologie Het onderstaande overzicht toont het politicologieprogramma in de bacheloropleiding in het studiejaar 2005-2006. Meer informatie is verkrijgbaar via Blackboard. Let op: Het derde studiejaar wordt in 20052006 voor het laatst in deze vorm verzorgd. Studenten die in 2005-2006 het eerste of tweede studiejaar volgen, volgen in 2007-2008 (of later) een vernieuwd derde studiejaar. Meer informatie hierover komt in de loop van 2005-2006 beschikbaar.
70
BACHELOR POLITICOLOGIE
Curriculum 2005-2006 Bacheloropleiding Politicologie Jaar 1, semester 1: Inleiding Politicologie Inleiding Politicologie
6
Politieke stromingen van de 20e eeuw
6
Academische Vaardigheden
6
Economie van de Managementwetenschappen
6
Onderzoeks- en interventiemethodologie A
6
Jaar 1, semester 2: National governance Nederlandse Politiek in Vergelijkend Perspectief
6
Inleiding Recht
6
Project 1: Verklaringen van politieke houdingen en politiek gedrag
6
Filosofie van de Managementwetenschappen
6
Onderzoeks- en interventiemethodologie B
6
Jaar 2, semester 1: European governance Politieke aspecten van de West-Europese samenwerking
6
Europese Politieke Filosofie
6
Project 2: European governance
6
Methoden van Politicologisch Onderzoek I
6
Keuzevak
6
Jaar 2, semester 2: Comparative governance Vergelijkende Politicologie
6
Vergelijkende Analyse van Buitenlands Beleid
6
Inleiding Recht
6
Project 3: Comparative Governance
6
Methoden van Politicologisch Onderzoek II
6
Jaar 3, semester 1: Comparative governance; economische, bestuurlijke en politieke stelsels in vergelijkend perspectief Comparative governance (integratiemodule)/politicologie
4
Verklarende statistiek (Methodologie 5)
5
Integratieproject: comparative governance
4
Nationale politieke stelsels
5
Gebonden keuzevak, keuze uit: • Institutionele economie
4
• Economische integratie in theorie en praktijk Keuzevak
4
Keuzevak
4
Jaar 3, semester 2: Governance, Rationaliteit en Rechtvaardigheid Rationaliteit en Rechtvaardigheid (integratiemodule)
4
Project: Rationaliteit en Rechtvaardigheid
4
Bachelorthesis Politicologie
14
Benaderingen van de Politiek
4
Keuzevak
4
71
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Semesterbeschrijvingen Bachelor Politicologie Semester 1.1 Inleiding Politicologie Toelichting bij het semesterthema Het eerste semester van de bacheloropleiding Politicologie geeft een breed overzicht van de politicologische discipline. Je leert in de cursus Inleiding Politicologie de drie deelgebieden kennen die de pijlers vormen van de Nijmeegse opleiding: Nationale Politieke Stelsels/ Vergelijkende Politicologie, Politieke Theorie en de Leer der Internationale Betrekkingen. Je maakt daarbij kennis met de belangrijkste theoretische benaderingen binnen het vakgebied. In de cursus Politieke Stromingen van de 20e Eeuw komt de vraag aan de orde in hoeverre de grote politieke stromingen of ideologieën van de 20e eeuw nog van belang zijn voor politiek in de 21e eeuw. Tijdens deze twee cursussen leer je op politicologische wijze naar gebeurtenissen om je heen te kijken en daar typisch politicologische onderzoeksvragen over te stellen. In de cursus Academische Vaardigheden, die je zult volgen in kleine groepen van studenten Politicologie, oefen je hierin door middel van opdrachten. Academische Vaardigheden sluit ook aan bij de cursus Onderzoeks- en Interventiemethodologie. De in deze cursus geïntroduceerde methoden zijn uitermate belangrijk voor het verrichten van politicologisch onderzoek. Ten slotte bestudeer je in de cursus Economie van de Managementwetenschappen niet alleen de basiselementen van de economische wetenschap, maar ook de verhouding tussen politiek en (nationaal en internationaal) economisch beleid. Het eerste semester Inleiding Politicologie vormt dus een gedegen basis om je in de latere semesters van de bacheloropleiding Politicologie te verdiepen in meer gespecialiseerde politicologische thema’s en in het zelfstandig verrichten van politicologisch onderzoek. Opbouw semester Het eerste semester is als volgt opgebouwd. Studenten volgen gedurende het gehele semester de cursus Academische Vaardigheden. De overige cursussen worden aangeboden in twee perioden. In de eerste periode volgen studenten de cursussen Inleiding Politicologie en Onderzoeks- en Interventiemethodologie. In de tweede periode van dit semester volgen zij Politieke Stromingen van de 20e eeuw en Economie van de Managementwetenschappen. Semestermodel 1.1 Blok 1
Blok 2
Inleiding Politicologie
Politieke Stromingen van de 20e Eeuw
Onderzoeks- en interventiemethodologie A
Economie van de Managementwetenschappen
Academische Vaardigheden
72
BACHELOR POLITICOLOGIE
Semester 1.2: National Governance Toelichting bij het semesterthema In dit semester staat het Nederlandse politieke systeem centraal. De laatste jaren is daarover veel te doen geweest. Er zijn nieuwe partijen opgekomen en kiezers lijken minder gebonden aan politieke ideologieën dan ooit. Er wordt heftig gedebatteerd over een herziening van het kiesstelsel en de inrichting van het bestuur (denk daarbij aan de gekozen burgemeester). Traditionele overlegstructuren (het ‘poldermodel’) staan ter discussie. Er wordt ook veel gesproken over de verplaatsing van de politiek, naar Europa en naar niet-politieke actoren zoals belangengroepen en bedrijven. De cursus Nederlandse Politiek in Vergelijkend Perspectief geeft een beeld van het Nederlandse politieke systeem en recente veranderingen daarin. Daarbij besteedt de cursus aandacht aan de vraag op welke punten Nederland verschilt van een aantal andere landen. Burgers zijn een belangrijke actor binnen elk politiek systeem. Zij beïnvloeden de politieke besluitvorming op allerlei niveaus en op tal van manieren. Een voorbeeld is het stemmen bij verkiezingen. Tijdens het project ‘ Verklaringen van politieke houdingen en politiek gedrag’ leer je kiesgedrag analyseren en daarover te rapporteren. Het project sluit daarmee nauw aan bij de cursus Onderzoeks- en Interventiemethodologie B (Statistiek). De daarin onderwezen methoden leer je in praktisch politicologisch onderzoek toepassen tijdens het project. Tenslotte volg je tijdens dit semester de cursussen Inleiding Recht en Filosofie van de Managementwetenschappen. De eerste cursus geeft een kennismaking met de juridische grondslag waarop de inrichting van bestuur en het handelen van de overheid gebaseerd moeten zijn. In de cursus Filosofie gaat het erom fundamentele vragen te leren stellen over de wijze waarop, onder andere, een land als Nederland wordt bestuurd: vragen over rechtvaardigheid, staats- en bestuursvormen en sturing bijvoorbeeld. Je leert daarbij ook deugdelijke van niet-deugdelijke manieren van argumenteren te onderscheiden. Opbouw semester Het tweede semester is als volgt opgebouwd. Studenten volgen gedurende het gehele semester de cursus Filosofie van de Managementwetenschappen. De overige cursussen worden aangeboden in twee perioden. In de eerste periode volgen studenten de cursussen Nederlandse Politiek in Vergelijkend Perspectief en Onderzoeks- en Interventiemethodologie B. In de tweede periode volgen zij het project en Inleiding Recht. Semestermodel 1.2 Blok 1
Blok 2
Nederlandse Politiek in
Inleiding Recht
Vergelijkend Perspectief Onderzoeks- en Interventiemethodologie B (Statistiek)
Project: Verklaringen van politieke houdingen en politiek gedrag
Filosofie van de Managementwetenschappen
73
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Semester 2.1 European Governance Toelichting bij het semesterthema In dit semester staat de invloed van ‘Europa’ op ‘Nederland’ (en omgekeerd) centraal. De Europese Unie heeft veel invloed op besluitvorming en politiek in Nederland. De Europese Unie is te beschouwen als de vierde bestuurslaag, naast gemeenten, provincies en het rijk. Omgekeerd trachten Nederlandse overheden, bedrijven en instellingen invloed uit te oefenen in de Europese Unie. In de cursus Politieke Aspecten van de West-Europese Samenwerking staat het politieke karakter van de Europese samenwerking centraal. Aan de hand van verschillende theoretische visies analyseer je het ontstaan en de ontwikkeling van de Europese Unie vanaf de Tweede Wereldoorlog. Het accent ligt op de ‘cruciale momenten’: de totstandkoming van de verdragen en verdragswijzigingen, vanaf het verdrag van Parijs (1951) waarbij de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal werd opgericht, tot de Europese Grondwet (2004). Bij Europese Politieke Filosofie staan visies op het idee Europa centraal. In het projectwerk ligt de nadruk op toegepast beleidsonderzoek. Door middel van opdrachten en werkcolleges leer je de werking van de Europese instellingen en de relevante besluitvormingsprocedures kennen. Het eindproduct van het project is een beleidsadvies met betrekking tot een onderwerp met een Europese dimensie voor een Nederlandse ‘opdrachtgever’ (bijvoorbeeld een bepaalde minister). Het vak Methoden van Politicologisch Onderzoek I omvat onder meer interviewtechniek, inhoudsanalyse en invloedsanalyse. Deze technieken heb je nodig om een gedegen beleidsadvies te kunnen schrijven. Dit semester bevat ook een keuzevak. Voor suggesties, zie in deze gids het onderdeel keuzevakken/Minors voor politicologiestudenten. Opbouw semester De opbouw van dit semester is als volgt. De studenten volgen gedurende het hele semester de cursus Project European Governance. De overige cursussen worden aangeboden in twee perioden. In de eerste periode volgen studenten de cursussen Politieke Aspecten van de West-Europese Samenwerking en Methoden van Politicologisch Onderzoek I. In de tweede periode volgen zij Europese Politieke Filosofie en een keuzevak. Semestermodel 2.1 Blok 1
Blok 2
Politieke Aspecten van de West-Europese Samenwerking Methoden van Politicologisch Onderzoek I
Europese Politieke Filosofie keuzevak
Project: European Governance
74
BACHELOR POLITICOLOGIE
Semester 2.2: Comparative governance Toelichting op het semesterthema In dit semester leer je hoe vormen van governance van elkaar kunnen verschillen tussen landen, beleidsterreinen en actoren. Daarbij bekwaam je je in het opsporen en analyseren van verschillen in governance op het terrein van binnenlands en buitenlands beleid. Het eerste komt aan bod in de cursus Vergelijkende Politicologie. Het tweede in de cursus Vergelijkende Analyse van Buitenlands Beleid. Beide cursussen passen daarbij inzichten toe uit de cursus Methoden van Politicologische Onderzoek II. Daarin leer je beredeneren hoe je op relevante wijze kunt vergelijken en oefen je het opzetten en beoordelen van vergelijkende analyses op het terrein van de politicologie. Het betreft daarbij zowel kwantitatieve als kwalititatieve vergelijkende studies. Tijdens het Project Comparative Governance pas je de inzichten uit al deze cursussen toe in twee onderzoeksprojecten. Daarbij verricht je onderzoek op het terrein van zowel nationaal beleid als buitenlands beleid. Bovendien pas je zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden toe. De cursus Inleiding Recht geeft een kennismaking met de juridische grondslag waarop de inrichting van bestuur en het handelen van de overheid gebaseerd moeten zijn. Opbouw semester De opbouw van dit semester is als volgt. De studenten volgen gedurende het hele semester de cursus Project Comparative Governance. De overige cursussen worden aangeboden in twee perioden. In de eerste periode volgen studenten de cursussen Vergelijkende Politicologie en Methoden van Politicologisch Onderzoek II. In de tweede periode volgen zij Inleiding Recht en Vergelijkende Analyse van Buitenlands Beleid. Semestermodel 2.2 Blok 1
Blok 2
Vergelijkende Politicologie
Vergelijkende Analyse van Buitenlands Beleid
Methoden van Politicologisch Onderzoek II
Inleiding Recht
Project: Comparative Governance
75
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Semester 3.1 Comparative Governance; economische, bestuurlijke en politieke stelsels in vergelijkend perspectief Toelichting op het semesterthema Comparative governance wordt een steeds belangrijker onderwerp. Het gaat er daarbij met name om hoe de politieke, bestuurlijke en economische structuur en het beleid en bestuur in verschillende landen wordt vormgegeven en wat daaruit te leren is. Steeds vaker zien we dat ontwikkelingen in het buitenland als benchmark worden gebruikt om ook in Nederland zaken anders vorm te geven. Het antwoord op de vraag of dit altijd een verbetering betreft varieert. Het vereist een vergelijking van de verschillen evenals een verklaring waarom de verschillen bestaan, hoe zij zo gegroeid zijn en wat de consequenties van de onderscheiden structuren zijn. Dit is het thema dat in semester 3.1 centraal staat. Opbouw semester
NATIONALE POLITIEKE STELSELS
INSTITUTIONELE ECONOMIE OF ECONOMISCHE INTEGRATIE IN THEORIE EN PRAKTIJK KEUZEVAK
P r o j e c t
COMPARATIVE GOVERNANCE (INTEGRATIEMODULE)
VERKLARENDE STATISTIEK (METHODOLOGIE 5)
De start van semester 3.1. De invulling van het integratiethema alsmede het project in dit semester is afgestemd op dit thema. In de eerste week (week 36) wordt het thema geïntroduceerd en de projectgroepen gevormd. De exacte tijden vind je een week voor aanvang van de colleges op Blackboard. Het is de bedoeling twee of drie algemene bijeenkomsten te organiseren ter introductie van de vergelijkende landenstudies in werkgroepverband. Tijdens de eerste algemene bijeenkomst komen de disciplinaire groepen (economie, politicologie en bestuurskunde studenten) bij elkaar bij de drie project / integratiemoduledocenten. Tijdens deze bijeenkomst wordt duidelijk gemaakt hoe de invulling van de integratiecolleges in de daarop volgende weken vorm zal krijgen en wat de bedoeling zal zijn van het project in semester 3.1. De tweede (en mogelijk derde) bijeenkomst betreft gastcolleges over nut en noodzaak van verklarend en vergelijkend onderzoek in de economie, bestuurskunde en politicologie. Tijd en 76
BACHELOR POLITICOLOGIE
datum worden via Blackboard tijdig bekend gemaakt. Deze bijeenkomsten nemen gezamenlijk anderhalve dag in beslag. Het doel van deze twee dagen met gastcolleges is de introductie van het semesterthema. In week 36 en 37 (zie bekendmaking op Blackboard) wordt gestart met de eerste colleges van de verplichte cursussen in dit semester. Tijdens deze eerste bijeenkomsten wordt een introductie gegeven op de collegereeks die in de erop volgende weken zal volgen. Door de cursusdocenten zal in deze eerste bijeenkomst ook speciale aandacht worden besteed aan de wijze waarop de door hun gegeven cursus past binnen het semesterthema. Voor een aantal cursussen ligt deze samenhang met het thema voor de hand. Bij de politicologiestudie gaat het bijvoorbeeld om nationale politieke stelsels, benaderingen van de politiek en institutionele economie of economische integratie in theorie en praktijk, waarin het comparatieve aspect al ligt opgesloten. Bij de economiestudie gaat het eveneens om cursussen waarin het comparatieve element inherent is aan het onderwerp van de cursussen, namelijk institutionele economie, geschiedenis van het economische denken en economische integratie. Bij bestuurskunde is dit het geval bij de cursussen beleidscyclus en staats- en bestuursrecht. Ook bij het onderdeel Methodologie zal de nadruk liggen op vergelijkend en verklarend onderzoek. De onderwerpen die daar behandeld worden zijn regressieanalyse, factoranalyse en clusteranalyse (en voor de economen co-integratiemodellen). Het onderwijsprogramma bestaat in de periode van week 36 tot week 47 uit de volgende onderdelen: • Integratiemodule • Project (voorbereiding) • Methodologie • Disciplinaire cursussen • Keuzevak(ken). Week 48 en week 49 zijn toetsweken. De periode van week 50, 2005 tot week 4, 2006 is bestemd voor de afronding van het project. Praktische informatie Aanspreekpunt voor alle vragen over de praktische invulling van het semester en de bijbehorende onderdelen is de semestercoördinator: Drs. Ch. van Hooijdonk Kamer TvA 5.1.27 Tel. (024) 3612568 e-mail:
[email protected]
Semester 3.2 – Politicologie: Rationaliteit en Rechtvaardigheid Toelichting bij het semesterthema In het afsluitende semester van de bachelorfase van de opleiding politicologie staat – naast de cursus Benaderingen van de politiek- een project centraal, met als afronding de ‘bachelor thesis’. Deze thesis of scriptie sluit qua thematiek aan bij het semesterthema. Dit thema is: ‘Governance, rationaliteit en rechtvaardigheid’. Het basisprincipe is dat je in staat moet zijn om met 77
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
behulp van deze begrippen kritisch na te denken over wat je hebt bestudeerd en geleerd in de semesters 1.1 t/m 3.1. Je laat dit zien onder andere door middel van je bachelor thesis. Deze thesis heeft dus de vorm van een wetenschappelijke reflectie op een concreet omschreven, door de student zelf gekozen politiek/politicologisch probleem. Dit probleem dient te worden geanalyseerd in termen van de bovengenoemde criteria van (individuele en collectieve) rationaliteit. Bijvoorbeeld: hoe rationeel is een bepaalde beleidskeuze van de overheid of van een andere gezaghebbende instantie, en volgens welke criteria van rationaliteit? Hoe rechtvaardig is deze keuze, volgens welke criteria van de rechtvaardigheid? Het geheel vereist aldus een combinatie van empirische en filosofische vaardigheden. Het gaat in ieder geval niet om de toepassing van een ‘readymade’ methode, maar om een zelfstandig uitgevoerd onderzoek, waar een brug wordt geslagen tussen empirie en theorie. Voorafgaande aan het schrijven van de thesis volg je een integratiemodule over het semesterthema. Daarnaast is er projectwerk. Je verricht daarbij een ‘interview-project’. Dit mag bij een instantie buiten de universiteit. Dit project mag worden gebruikt voor het ad hoc contact leggen met personen en organisaties die de bron kunnen zijn van informatie die verwerkt wordt in de thesis. Opbouw semester Semestermodel 3.2 BENADERING VAN DE POLITIEK KEUZEVAK
BACHALOR-THESIS POLITICOLOGIE
RATIONALITEIT EN RECHTVAARDIGHEID (INTEGRATIEMODEL) PROJECT RATIONALITEIT EN RECHTVAARDIGHEID
Het semester begint met een korte inleiding. Vervolgens wordt de integratiemodule aangeboden in de vorm van een cursus, die bestaat uit hoor- en discussiecolleges (8 weken). Tijdens deze periode verricht je ook het projectwerk. Je denkt dan al na over je keuze van thesisonderwerp en bespreekt je ideeën met de thesisbegeleider. Aan het eind van de integratiemodule vindt tevens een wetenschapsfilosofische overgang plaats, waar de kwestie van de criteria voor de wetenschappelijkheid van de thesis wordt besproken in voltallige bijeenkomsten. Tenslotte bereid je de thesis zelf voor, schrijf je hem en lever je hem in. In alle gevallen vindt er na inlevering feedback plaats.
78
BACHELOR POLITICOLOGIE
Handleiding semester Een semesterhandleiding, met gedetailleerde informatie rondom alle onderdelen van het integratieprogramma, is beschikbaar in december 2006. Semestercoördinator: Prof. dr. M. Wissenburg Kamer TvA 5.1.46 Tel. (024) 3611853
[email protected]
79
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Cursusbeschrijvingen Bachelor Politicologie Economie van de Managementwetenschappen (Politicologie ) Cursuscode BCU194PO ECTS 6 Opleidingen POL Jaar 1 Trimester/semester 1 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Hooijdonk, drs. C.J.J. van Docenten Prof.dr. E-M Sent drs. Ch. van Hooijdonk Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Economen geloven duidelijk dat zij een significante bijdrage tot de bespreking en resolutie van vele belangrijke sociale kwesties kunnen leveren. De hoop is dat studenten tegen de tijd dat zij deze cursus beëindigd hebben met dit geloof akkoord zullen gaan. Na deze cursus beheersen zij de basisprincipes van de economische wetenschap en de economische taal met betrekking tot deze principes. De verworven vaardigheden zijn studenten in staat toe te passen op concrete beleidsvraagstukken. Cursusbeschrijving De methodes van economisch onderzoek kunnen wellicht het best beschreven worden als ”eclectisch,” hetgeen betekent dat zij van vele bronnen worden getrokken en vervolgens worden geselecteerd op basis van hun nut voor het onderwerp. Economen lenen van alle sociale wetenschappen om over menselijk gedrag te theoretiseren. Zij lenen van wiskunde om theorieën beknopt uit te drukken. En, tenslotte, lenen zij van statistiek om op basis van economische gegevens gevolgtrekkingen te maken over hypotheses die door economische theorie worden voorgesteld. Economen zijn geïnteresseerd in inzicht in menselijk gedrag niet alleen per se, maar ook wegens de beleidsimplicaties van deze kennis. Hoe kunnen we weten welke gevolgen te verwachten zijn van veranderingen in beleid of economisch besluiten zonder te begrijpen waarom de mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen?Zoals in andere wetenschappelijke disciplines, is de theorie in economie een abstractie, of vereenvoudiging, van ontelbare complexe verhoudingen in de echte wereld. Denkend over sommige aspecten van gedrag, zullen de economen een model bouwen dat probeert om het betreffende gedrag te verklaren. De elementen van 80
BACHELOR POLITICOLOGIE
Literatuur
het model worden afgeleid uit economische theorie. Economen bestuderen het model om te zien welke hypothesen, of voorspellingen, door het model worden voorgesteld. Deze kunnen dan aan de hand van economische gegevens worden gecontroleerd. Wordt nader bekend gemaakt
Onderzoeks- en interventiemethodologie A Cursuscode BPRA147 ECTS 6 Opleidingen PLAN SG MMW ECON BESTK POL BW Jaar 1 en schakelprogramma POL Trimester/semester 1 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Marle, drs. R.S.F. van Docenten prof. dr. J.A.M. Vennix drs. J. de Jong drs. J. Kamstra drs. R. van Marle Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Studenten kunnen: - de functie van wetenschappelijk onderzoek voor de managementwetenschappen aangeven mede in het licht van het onderscheid tussen onderzoeks- en interventiemethodologie; - de belangrijkste methodologische stromingen onderscheiden en een relevante uitleg geven aan basisbegrippen in empirisch wetenschappelijk onderzoek; - in gegeven casuïstiek adequate keuzes maken voor onderdelen van een eenvoudig onderzoeksvoorstel en deze keuzes adequaat beargumenteren. Cursusbeschrijving In de cursus worden inzichten opgedaan die de basis vormen voor het kunnen doen van wetenschappelijk verantwoord onderzoek. Naast wetenschapsopvattingen en belangrijke methodologische stromingen in empirisch onderzoek worden basisbegrippen behandeld zoals validiteit en betrouwbaarheid. Ook komen de diverse onderdelen aan bod van de empirische onderzoekscyclus. Een deel van de te verwerven methodologische inzichten wordt geoefend ten behoeve van het verwerven van vaardigheden, bijvoorbeeld het maken van onderzoeksvraagstellingen c.q. het afleiden van hypothesen, het ontwikkelen van conceptuele modellen, het operationaliseren van te onderzoeken eigenschappen, het selecteren van onderzoeksdesigns, waarnemingsmethoden en analysetechnieken. De cursus bestaat uit hoorcolleges (behandeling theoretische uitgangs81
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Literatuur
punten), werkcolleges (opdrachten bespreken en feedback ontvangen) en zelfstudie. Syllabus Prof. Dr. J. Vennix (2005)
Inleiding Politicologie Cursuscode BIN104a ECTS 6 Opleidingen POL Jaar Schakelprogramma en 1 Trimester/semester 1 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Slomp, dr. J.F.W. Docenten dr. Hans Slomp drs. Mathieu Segers prof. dr. Marcel Wissenburg Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen - kennismaken met het object en benaderingen van de leer van internationale betrekkingen; - kennismaken met het object en de werkwijze van de politieke filosofie en met politiek-filosofische visies op de thema’s democratie en rechtvaardigheid; - kennismaking met het object en de werkwijze van de politicologie in het algemeen en vergelijkende politiciologie in het bijzonder. Cursusbeschrijving - In het onderdeel Vergelijkende politicologie maakt de student kennis met centrale begrippen: wat is politiek? wat is politicologie? wat zijn politieke stelsels? Wat is democratie? - In het onderdeel Internationale Betrekkingen staat de vraag centraal waarom telkens opnieuw oorlog uitbreekt. Hoe kunnen we conflict en samenwerking in het internationaal systeem verklaren? Aan de hand van cruciale episodes uit de geschiedenis, van de Peloponnesische Oorlog tot de conflicten in het Midden-Oosten, en verschillende theoretische benaderingen wordt geprobeerd op deze vraag een antwoord te formuleren. - In het onderdeel inleiding politieke filosofie worden de vragen gesteld wat politieke filosofie onderscheidt van andere takken van filosofie en wetenschap, en wat politieke filosofie onderscheidt van de empirische politieke wetenschappen. Tevens wordt kennis gemaakt met twee centrale thema’s van de politieke filosofie: democratie en rechtvaardigheid. Er zal worden ingegaan op verschillende politiek-filosofische problemen die met deze begrippen samenhangen. Mag men in de naam van recht82
BACHELOR POLITICOLOGIE
Literatuur
vaardigheid de wil van de leden van een samenleving negeren? Zijn de politieke meningen van de leden van de samenleving allemaal evenveel waard? En mag men op democratische wijze de democratie afschaffen? - Cees van der Eijk: De kern van de politiek. Amsterdam: Het Spinhuis 2001. - David Held: Models of Democracy, Cambridge: Polity Press 1996 (of later), pp 1 - 120 - Joseph S. Nye jr: Understanding international conflicts, An introduction to theory and history, New York, Longman, 2005 - syllabus Inleiding Politieke Filosofie
Academische vaardigheden (Politicologie) Cursuscode BIN117PO ECTS 6 Opleidingen POL Jaar 1 Trimester/semester 1 Blok 1 en 2 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Drs. M.L.L.Segers Docenten Drs. M.L.L.Segers Voorkennis geen Keuzevak nee Doelstellingen Het vak Academische Vaardigheden (AV) is gericht op het verwerven van en oefenen in een aantal basale wetenschappelijke vaardigheden. Deze zijn nodig om met succes een academische studie aan deze faculteit te doorlopen en om na de studie als academicus in een beroepspraktijk te kunnen functioneren. In de cursus AV gaat het om: Het primaire proces in de wetenschap Relevante wetenschappelijke vragen stellen Relevante, wetenschappelijk verantwoorde informatie verzamelen Wetenschappelijke informatie verwerken Wetenschappelijk verantwoorde conclusies trekken, wetenschappelijk verantwoord redeneren en argumenteren Resultaten van wetenschappelijk onderzoek presenteren, zowel mondeling als schriftelijk. Cursusbeschrijving AV is een praktisch, door opdrachten gestuurd vak met wekelijkse werkgroepbijeenkomsten. De AV-docent treedt ook op als coach/mentor van de studenten in een AV-groep. Literatuur Twee syllabi: Handboek Academische Vaardigheden en Cursusboek Academische Vaardigheden (variant Politicologie; let op: koop het cursusboek dat bij jouw opleiding hoort). 83
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Politieke stromingen van de 20e eeuw Cursuscode BCU212a ECTS 6 Opleidingen POL Jaar 1 Trimester/semester 1 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm Schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Slomp, dr. J.F.W. Docenten Dr Hans Slomp Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Kennis van en inzicht in achtergrond, inhoud, ontwikkeling en effekt van de belangrijkste politieke stromingen. Cursusbeschrijving Centraal staat een overzicht van belangrijke politieke stromingen in de 20e eeuw (liberalisme, conservatisme, sociaal-democratie, christendemocratie, fascisme, communisme, feminisme, groen). De meeste van deze stromingen worden behandeld aan de hand van een typerende klassieke tekst, enkele daarvan nog uit de 19e eeuw. In de colleges en in de overzichtsliteratuur worden de stromingen geplaatst tegen de achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen in de 20e eeuw. Voorbeelden daarvan zijn de invoering van het algemeen kiesrecht, de eerste en tweede wereldoorlog, de Russische revolutie, de crisis van de jaren dertig, de splitsing van Europa, de welvaartsstaat, de oliecrises, de Europese eenwording en het uiteenvallen van de SovjetUnie. Tevens komt kort aan de orde de ontwikkeling van de democratietheorie gedurende de 20e eeuw. Welke verschillende opvattingen over democratie hebben opgeld gedaan? Zo is er de Amerikaanse nadruk op “free elections” en de huidige nadruk op actieve deelname van burgers aan het bestuur (interactief bestuur, referendum). Ook hier bekijken we in hoeverre veranderingen in opvattingen samenhangen met belangrijke maatschappelijke en politieke gebeurtenissen en ontwikkelingen. Literatuur Een aantal klassieke en moderne teksten van politieke stromingen. De klassieke teksten zijn onder meer van James Madison, John Stuart Mill, Karl Marx en Friedrich Engels, paus Leo XIII, Lenin, Max Weber, Eduard Bernstein, Benito Mussolini en Joseph Schumpeter. De recente teksten zijn van politieke partijen of politici, onder meer van Tony Blair en Gerhard Schroeder. Tevens het volgende boek: David Held, Models of Democracy. Oxford: Polity Press, 1996 of later
84
BACHELOR POLITICOLOGIE
Onderzoeks- en interventiemethodologie B Cursuscode BPRA146 ECTS 6 Opleidingen PLAN SG MMW RE BEST ECON POL BW Jaar Schakelprogramma en 1 Trimester/semester 2 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Jacobs, dr. H.A.G.M. Docenten C. Visscher Voorkennis geen Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten zijn aan het einde van de cursus in staat: * de basiselementen en eenvoudige procedures uit de beschrijvende en verklarende statistiek adequaat toe te passen, mede met behulp van het programma SPSS * resultaten van eenvoudige procedures uit de beschrijvende en verklarende statistiek adequaat te interpreteren * keuzes bij het uitvoeren van statistische procedures en de interpretatie van de resultaten adequaat te onderbouwen Cursusbeschrijving In de cursus leren studenten praktisch omgaan met het statistische software programma SPSS. De onderwerpen die besproken zijn onder meer: * steekproeven, kansen en variabelen, schattingen van kenmerken van een populatie, kruistabelanalyse, correlaties, eenvoudige (multipele) regressie, verschillen in gemiddelden en tijdreeksen Literatuur McClave, J. Y., Benson, P. G. & T. Sincich (2003). Statistiek. Een inleiding voor het hoger onderwijs (achtste editie, tweede druk), Pearson Education/Prentice Hall, ISBN: 90-430-0501-0 A. de Vocht (2004). Basishandboek SPSS 12. Bijleveld Press. ISBN: 9055481300 Aanbevolen: Mathijssen, A. & M. te Grotenhuis (2004). Basiscursus SPSS (versie 10, 11 en 12). Assen: Van Gorcum. ISBN: 90 232 4049 9 Nederlandse Politiek in Vergelijkend Perspectief Cursuscode BCU282a ECTS 6 Opleidingen POL Jaar Schakelprogramma en 1 Trimester/semester 2 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen 85
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Nederlands Leyenaar, dr. M.H. mw. dr. M.H. Leyenaar Geen universitaire voorkennis vereist Ja Kennis • inzicht in de geschiedenis en werking van het Nederlandse politieke stelsel; • inzicht in de werking van andere West-Europese politieke stelsels; • kennis van recente ontwikkelingen in de Nederlandse politiek, waaronder het poldermodel; • begrijpen en kunnen plaatsen van heden-daagse debatten over politieke verandering; • kennis van verschillende politicologische benaderingen en theorieën. Vaardigheden • toepassen van politicologische theorieën op actuele thema’s in de Nederlandse politiek; • het hanteren van een vergelijkend perspectief op politieke instituties en ontwikkelingen. Cursusbeschrijving De cursus analyseert ontwikkelingen in de Nederlandse politiek vanuit een vergelijkende invalshoek. Daartoe bestuderen we de politieke stelsels van een aantal landen in (West) Europa, waaronder het Nederlandse stelsel. We kijken in het bijzonder naar de politieke instituties. Enerzijds gaat het hierbij om de geschreven en ongeschreven regels van het politieke spel, kort te typeren als het institutionele raamwerk van de politiek. Anderzijds gaat het om de politieke organisaties en instellingen die binnen dit raamwerk functioneren. We concentreren ons op het kiesstelsel en de verkiezingen, de politieke partijen, het parlement, de regering en het maatschappelijk middenveld. Vervolgens gaan we, gewapend met deze kennis, dieper in op de ontwikkeling van het Nederlandse politieke stelsel. Dit doen we door a) te bezien hoe politicologen in de loop der tijd geprobeerd hebben de Nederlandse politiek theoretisch te analyseren en te verklaren en b) recente ontwikkelingen (denk aan electorale verschuivingen, institutionele veranderingen, staatkundige vernieuwing, beleidswijzigingen) binnen dit theoretisch kader empirisch te analyseren. Literatuur M. Gallagher, M. Laver and P. Mair, Representative Government in Modern Europe. Institutions, Parties and Governments, McGraw Hill Higher Education, Fourth Edition, verschijnt september 2005 Rudy B. Andeweg en Galen A. Irwin, Governance and Politics of the Netherlands, Houndmills: Macmillan, nieuwste druk verschijnt september 2005.
86
BACHELOR POLITICOLOGIE
Filosofie van de Managementwetenschappen Cursuscode BIN118 ECTS 6 Opleidingen BW ECON BESTK POL PLAN SG MMW Jaar 1 Trimester/semester 2 Blok 1 en 2 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Wissenburg, prof. dr. M.L.J. Docenten Prof. Dr. G.E. Lock en anderen Voorkennis Geen Keuzevak Nee Doelstellingen De studenten in staat te stellen een antwoord te geven op o.a. de volgende vragen: Wat is management en governance, in een wereld waar de grenzen tussen publieke en private sferen aan het vervagen zijn, respectievelijk nieuw moeten worden getrokken? Wat zijn de vooronderstellingen van management? Kan management ’rationeel’ zijn, en in welke betekenis van de term rationaliteit? In hoeverre kan management zelf ’wetenschappelijk’ zijn? Welke rol is dan weggelegd voor intuïtie? Heeft de manager een verplichting om rechtvaardigheid na te streven; zo ja, binnen welke institutionele grenzen en volgens welke definitie van deze term? Wat is de relatie tussen management als wetenschap en de praktische taak van management in de real-world? Cursusbeschrijving In de cursus Filosofie komen aan de orde: * Het begrip management en kernbegrippen die van belang zijn bij het ’managen’, zoals organisatie, efficiency, werk, waarde, winst, leiderschap, motivatie, stakeholdership, maar ook government, governance, macht, beleid, bestuur, organisatie e.d.; * De manier waarop het idee en de werkelijkheid van management worden weerspiegeld niet alleen in de academische wereld maar ook in de massamedia, de politieke sfeer, de publieke opinie enz.; * Het mogelijke gebruik van specifiek filosofische kennis en technieken in het analyseren van de theorie en praktijk van management; * De toepassing van filosofische kennis en technieken in verband met dringende normatieve kwesties die zich voordoen in de managementpraktijk (in de privé- en publieke sectoren), zoals het vaststellen van de criteria voor het bepalen van (korte- en lange-termijn) persoonlijke en organisatorische doelen, loyalty en whistle-blowing, de sociale betrokkenheid van bedrijven, maatschappelijke neveneffecten van ruimtelijk handelen, het probleem van ’vuile handen’ etc.; * Algemene kennis over de geschiedenis van de filosofie, en over filosofische en wetenschapstheoretische kernthema’s. 87
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Literatuur
M. van Hees, E. de Jonge, L. Nauta, Kernthema’s in de Filosofie, Boom 2003 (zelf aan te schaffen). Diverse teksten die via Blackboard ter beschikking zullen worden gesteld.
Project 1: Verklaringen van politieke houdingen en politiek gedrag Cursuscode BPRO167A ECTS 6 Opleidingen POL Jaar 1 Trimester/semester 2 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm Werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Leyenaar, dr. M.H. Docenten mw.dr.M.H. Leyenaar Voorkennis Inleiding Politicologie Academische Vaardigheden Onderzoeks- en interventiemethodologie A Deelname Onderzoeks- en interventiemethodologie B Deelname cursus Nederlandse Politiek in Vergelijkend Perspectief Keuzevak Nee Doelstellingen Zelfstandig uitvoeren van politicologisch (empirisch) onderzoek met behulp van SPSS. Cursusbeschrijving In het Politicologie Project 1 staat het zelfstandig doen van politicologisch onderzoek centraal. De cursus bouwt voort op het methodenonderwijs in het eerste jaar en op de vakken Inleiding Politicologie, Politieke Stromingen, en Nederlandse Politiek in Vergelijkend Perspectief. Deze cursussen leveren de inhoudelijke input voor het integratieproject, namelijk kennis over politieke houdingen en politieke participatie. Vormen van politieke participatie zijn dan de opkomst bij verkiezingen, het lidmaatschap van een politieke partij of van een vakbond, maar ook het lezen over of bespreken van politieke onderwerpen, het contact opnemen met een politicus en deelname aan uitingen van protest. Politieke houdingen zijn dan bijvoorbeeld politiek zelfvertrouwen en politiek cynisme. Daarnaast onderscheiden wij ideologische opvattingen, zoals de mate van (post)materialisme en de score op de links-rechts zelfplaatsing, en opvattingen over issues. Het methodenonderwijs zorgt verder voor het gereedschap om wetenschappelijk onderzoek te verrichten: kennis van methoden en technieken en statistiek en het leren omgaan met SPSS. In deze cursus gaan wij aan de slag met de dataset van het Nationaal Kiezersonderzoek 2002. Deze dataset biedt voldoende mogelijkheden om, met behulp van de aangeleerde methoden en statistiek, politicolo88
BACHELOR POLITICOLOGIE
Literatuur
gisch relevante en voor de studenten interessante onderzoeksopdrachten uit te voeren gericht op de beschrijving dan wel verklaring van politieke houdingen en politiek gedrag. Data Management en Analyse met SPSS ten behoeve van Politicologisch Onderzoek. M. Leyenaar en B. Niemoller (zelf aan te schaffen) en geselecteerde literatuur afhankelijk van het te onderzoeken thema.
Inleiding Recht (BK en POL) Cursuscode BCU228a ECTS 6 Opleidingen BESTK POL Jaar 1 en 2 Trimester/semester 2 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Baden, Mr. V.M. Docenten Mw mr V.M. Baden. Voorkennis geen Keuzevak Nee Doelstellingen Cursusbeschrijving Wet en recht zijn geen synoniemen. In welke vorm moet een regel zijn gegoten, om het predikaat rechtsregel te krijgen? En met welke onderscheidingen naar aard en onderwerp kan men enige ordening aanbrengen in het veelsoortige geheel van rechtsregels? Wat zijn de belangrijkste deelgebieden van het recht en hoe verhouden zij zich tot elkaar? Hoe is de Nederlandse overheid georganiseerd, wat zijn haar belangrijkste taken en welke organen zijn met de uitvoering van die taken belast? Hoe is de verhouding burgeroverheid, wat is de betekenis van de grondrechten hierin? Wetgeving en bestuur. In ons rechtsstelsel zijn vele overheidsorganen bevoegd wettelijke regels vast te stellen. Vaak - maar lang niet altijd - ontleent een orgaan dat bevoegdheid aan een regel van een ander, hoger orgaan. Er bestaat met andere woorden een hiërarchie van wetgevers. Wat moet er gebeuren, wanneer een lagere regel in strijd is met een hogere regel? En wie bepaalt of er van strijd sprake is? Overheidsorganen zijn eveneens bevoegd om - op basis van wettelijke regels - besluiten te nemen die niet als wetgeving zijn aan te merken, omdat ze alleen voor een individueel geval gelden. Denk aan vergunningen, subsidies, sociale uitkeringen, benoemingen, ontslagen, boetes en belastingaanslagen. Verdragen en verdragsrecht. Ons rechtsstelsel is geen gesloten geheel; in toenemende mate wordt het nationale recht bepaald door verdragen tussen twee of meer staten. Hoe komt een verdrag tot stand? Schept een 89
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Literatuur
verdrag alleen bevoegdheden en verplichtingen voor staten of werken verdragsbepalingen ook door in de nationale rechtsorde? En wat moet er gebeuren, als een regel van verdragsrecht in strijd is met een wettelijke regel? Worden deze vragen door het nationale of internationale recht beantwoord? Bij verdrag kunnen staten hun bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en rechtspraak ook ten dele overdragen aan een supranationale organisatie, zoals de Europese Unie. Hoe gaan de eigen rechtsorde van zo’n organisatie en het nationale recht van een lidstaat dan met elkaar samen? Verder wordt in de cursus aandacht besteed aan: de inrichting van de Nederlandse rechtspraak en de wijze waarop er voor verschillende rechters wordt geprocedeerd. Het slotthema van de cursus behelst het privaatrechtelijk vermogensrecht. Wordt nader bekend gemaakt.
Politieke aspecten van de West-Europese samenwerking Cursuscode BCU2009 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar Schakelprogramma en 2 Trimester/semester 1 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Lieshout, prof. dr. R.H. Docenten prof. dr. R.H. Lieshout drs M.L.L. Segers Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Kennis: - het politieke proces dat heeft geleid tot de huidige Europese Unie; - de totstandkoming van de ‘grote’ politieke overeenkomsten: het Verdrag van Parijs (1951), de Verdragen van Rome (1957), de Verklaring van Luxemburg (1966), de Europese Akte (1986), het Verdrag van Maastricht (1992) en de Verdragen van Amsterdam (1997) en Nice (2000); - uiteenlopende theoretische visies ter verklaring van het ontstaan en de ontwikkeling van de samenwerking tussen staten, zoals deze vorm heeft gekregen in de Europese Unie. Vaardigheden: - het met behulp van politicologische theorieën op het gebied van de internationale betrekkingen kunnen analyseren van de ontwikkeling van het West-Europese samenwerkingsproces; - het kunnen beargumenteren van de sterke en zwakke punten van de 90
BACHELOR POLITICOLOGIE
verschillende politicologische benaderingen van interstatelijke en supranationale samenwerking. Cursusbeschrijving In deze cursus staat het politieke karakter van de Europese samenwerking centraal. ’Europa’lijkt soms vooral te gaan over landbouwbeleid, de Euro en andere kwesties. Wat vaak over het hoofd wordt gezien is dat het West-Europese samenwerkingsproces primair een politiek karakter heeft. Het moet vooral worden gezien als een afgeleide van het Frans-Duitse toenaderingsproces, zoals dat in het eerste decennium na de Tweede Wereldoorlog onder auspiciën van de Verenigde Staten gestalte kreeg. De voortgang van ’Europa’ wordt gekenmerkt door verschillende ‘grote’ politieke overeenkomsten: het Verdrag van Parijs (1951), de Verdragen van Rome (1957), de Verklaring van Luxemburg (1966), de Europese Akte (1986), het Verdrag van Maastricht (1992) en de Verdragen van Amsterdam (1997) en Nice (2000). In deze cursus maakt de student(e) tevens kennis met verschillende theoretische visies op het ontstaan en de ontwikkeling van de samenwerking tussen staten, zoals deze vorm heeft gekregen in de Europese Unie. Literatuur R.H. Lieshout, De organisatie van de West-Europese samenwerking. Een voortdurende strijd om de macht (tweede herziene en vermeerderde druk) Coutinho 2004 Aanvullende teksten Methoden van onderzoek 2 / Statistiek (R&M) Cursuscode BOV51RM ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 2 Trimester/semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie RM nieuw Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Jacobs, dr. H.A.G.M. Docenten E. Jacobs Voorkennis Geen Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten zijn aan het einde van de cursus in staat: * de basiselementen en eenvoudige procedures uit de beschrijvende en verklarende statistiek adequaat toe te passen, mede met behulp van het programma Spss * resultaten van eenvoudige procedures uit de beschrijvende en verklarende statistiek adequaat te interpreteren * keuzes bij het uitvoeren van statistische procedures en de interpretatie van de resultaten adequaat te onderbouwen 91
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Cursusbeschrijving In de cursus leren studenten praktisch omgaan met het statistsche software programma Spss. De onderwerpen die besproken zijn onder meer: * steekproeven, kansen en variabelen, schattingen van kenmerken van een populatie, kruistabelanalyse, correlaties, eenvoudige (multipele) regressie, verschillen in gemiddelden en tijdreeksen Literatuur McClave, J. Y., Benson, P. G. & T. Sincich (2003). Statistiek. Een inleiding voor het hoger onderwijs (achste editie, tweede druk), Pearson Eductaion/Prentice Hall, ISBN: 90-430-0501-0 A. de Vocht (2004). Basishandboek Spss 12. Bijleveld Press. ISBN: 9055481300 Aanbevolen: Mathijssen, A. & M. te Grotenhuis (2004). Basiscursus Spss (versie 10, 11 en 12). Assen: Van Gorcum. ISBN: 90 232 4049 9 Methoden van politicologisch onderzoek 1 Cursuscode BPRA204 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar 2 Trimester/semester 1 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen + werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator mevr. dr. K. Anderson Docenten mevr. dr. K. Anderson Voorkennis Methodenvakken 1e jaar, Academische Vaardigheden Keuzevak Nee Doelstellingen Deze cursus beoogt (1) studenten politicologie bekend te maken met een aantal methoden en technieken van sociaal-wetenschappelijk onderzoek die veel worden gebruikt in de politicologie; (2) studenten te oefenen in het toepassen van deze methoden en technieken; (3) studenten vertrouwd te maken met alle fases van de empirische cyclus. Cursusbeschrijving In deze cursus staat een aantal kwantitatieve en kwalitatieve methoden en technieken centraal waarvan de beheersing noodzakelijk is voor het op adequate wijze opzetten en uitvoeren van empirisch politicologisch onderzoek. Het betreft allereerst twee dataverzamelingtechnieken die beide gebruik maken van ondervraging: allereerst survey-technieken, daarnaast het niet-gestructueerde interview. Vervolgens komen twee technieken aan de orde die zowel kenmerken van dataverzameling als van data-analyse in zich hebben, te weten inhoudsanalyse en machtsmeting. Een deel van de in de cursus geoefende methoden en technieken zal worden toegepast bij het schrijven van een zogeheten Policy Issue Paper in het project European Governance. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt 92
BACHELOR POLITICOLOGIE
Project: European Governance Cursuscode BPRO202 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar 2 Trimester/semester 1 Blok 1 en 2 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Segers, Drs. M.L.L. Docenten drs M.L.L. Segers Voorkennis Methodenvakken 1e jaar, Academische Vaardigheden Keuzevak Nee (tenzij minor) Doelstellingen - kennis en inzicht verwerven van Europese instellingen en besluitvorming - toepassen inhoudsanalyse en interviewtechniek - onderzoek uitvoeren ten behoeve van een fictieve externe opdrachtgever (ministerie, lokale of regionale overheid, politieke partij), uitmondend in een beleidsadvies (Policy Issue Paper) - toepassen methoden en technieken van Methoden van Politicologisch Onderzoek I Cursusbeschrijving Aan de hand van opdrachten verwerven studenten inzicht in de Europese besluitvorming en de verhoudingen tussen nationale en Europese instellingen. Studenten produceren een beleidsadvies in teams van max. 3 personen volgens een systematisch stappenplan. Zij verzamelen materiaal en komen vervolgens tot een gefundeerd advies, toegespitst op de opdrachtgever en diens positie in het bredere politieke veld, met betrekking tot de oplossing van een probleem dat op het snijvlak van Nederlandse en Europese politiek ligt. Het beleidsadvies is mede gebaseerd op interviews. Literatuur wordt nader bekend gemaakt Europese Politieke Filosofie Cursuscode BCU2010 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar Schakelprogramma en 2 Trimester/semester 1 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Lock, prof. dr. G.E. 93
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
prof. dr. G.E. Lock nee Ja Interpretatie van en kritiek op de traditie van het filosofisch denken over Europa Cursusbeschrijving In deze cursus wordt het thema Europa bestudeerd, zoals dit begrip zich in de geschiedenis van de politieke filosofie voordoet. De volgende ideeën en auteurs staan op de agenda: het Romeins recht; de respublica christiana; de ‘Europese cultuur’ van de middeleeuwen en de eerste universiteiten; de renaissance (Erasmus, Lipsius, Grotius, Montaigne etc.) en de Reformatie; Kant (Europa en universaliteit); Fichte en de natie (Duitsland = Europa); de Franse en Amerikaanse revoluties; Nietzsche (Europa = anti-democratie); Victor Hugo en de Verenigde Staten van Europa; Husserl en de crisis van Europa (Europa als geestelijk model); Carl Schmitt en de ius publicum europaeum; de ‘idee van de Europese Unie’; particularisme versus universalisme; recht, politiek en de Europese burger. Literatuur (1) Op Blackboard beschikbaar te stellen teksten; (2) Kevin Wilson & Jan van der Dussen (red.), The History of the Idea of Europe, Routledge (Londen), 1993. Methoden van Politicologisch Onderzoek II Cursuscode BPRA205 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar Schakelprogramma en 2 Trimester/semester 2 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen en werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Methodenvakken uit het eerste jaar Keuzevak Nee Doelstellingen Deze cursus beoogt (1) studenten politicologie bekend te maken met een aantal methoden en technieken van sociaal-wetenschappelijk onderzoek die veel worden gebruikt in de politicologie; (2) studenten te oefenen in het toepassen van deze methoden en technieken; (3) studenten vertrouwd te maken met alle fasen van de empirische cyclus Cursusbeschrijving In deze cursus staat een aantal kwantitatieve en kwalitatieve methoden en technieken centraal waarvan de beheersing noodzakelijk is voor het op adequate wijze opzetten en uitvoeren van empirisch politicologisch onderzoek. Het betreft allereerst een opfrissing van de statistiek uit het 94
BACHELOR POLITICOLOGIE
Literatuur
eerste studiejaar aan de hand van relevant politicologisch onderzoek. Vervolgens komen twee data-analysetechnieken aan de orde: ten eerste factoranalyse en meerdimensionale schaalanalyse, daarnaast variantieanalyse. Een deel van de in de cursus geoefende methoden en technieken zal worden toegepast bij het verrichten van twee onderzoeken in het kader van het project Comparative Governance. Wordt nader bekend gemaakt
Vergelijkende Politicologie Cursuscode BCU2011 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar Schakelprogramma en 2 Trimester/semester 2 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Slomp, dr. J.F.W. Docenten Dr Hans Slomp Voorkennis Nederlandse politiek in vergelijkend perspectief Keuzevak Ja Doelstellingen Kennis van en inzicht in het vakgebied van de Comparative Politics, gericht op Europa en Noord-Amerika, zowel de vergelijking van elementen van politieke stelsels als de vergelijking van welvaartsstaten. Cursusbeschrijving Dit vak bouwt voort op het vak Nederlandse politiek in vergelijkend perspectief. Op drie punten gaat het verder dan dat vak: - De methoden van vergelijkend onderzoek komen uitvoerig aan bod. - Het gaat meer over de thema’s van de vergelijkende politicologie als vakgebied en minder om een overzicht van politieke stelsels - De welvaartsstaat en de vergelijking van welvaartsstaten worden behandeld. Literatuur Nader op te geven Project: Comparative Governance Cursuscode BPRO206 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar Schakelprogramma en 2 Trimester/semester 2 Blok 1 en 2 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands 95
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Cursuscoördinator Verbeek, dr. J.A. Docenten Voorkennis Methodenvakken uit het eerste jaar resp. methodenvakken uit het schakelprogramma Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten ontwikkelen kennis over het gekozen beleidsterrein. Daarnaast zijn studenten in staat, om op basis van theoretische uitgangspunten te komen tot selectie en verzameling van gegevens, die ontwikkelingen kunnen verklaren. In het werkstuk laten studenten zien, dat zij middels toepassing van kwantitatieve technieken deze verbanden kunnen toetsen. Cursusbeschrijving Literatuur Wordt later bekend gemaakt Vergelijkende Analyse van Buitenlands Beleid Cursuscode BCU2012 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar 2 Trimester/semester 2 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Vleuten, dr. J.M. van der Docenten dr. J.M. van der Vleuten dr. J.A. Verbeek Voorkennis Inleiding Politicologie Keuzevak Ja Doelstellingen - Het beheersen en toepassen van theorieën van buitenlands beleid - Het toepassen van methoden en technieken van vergelijkende politicologie - Het presenteren van eigen producten van wetenschappelijk onderzoek Cursusbeschrijving Deze cursus beoogt studenten vertrouwd te maken met het terrein van de vergelijkende analyse van buitenlands beleid. Het gaat daarbij om het formuleren en beantwoorden van politicologisch relevante vraagstellingen vanuit een confrontatie van inzichten die eerder zijn verworven in de cursus Inleiding Politicologie. Centraal staan daarbij inzichten uit de zogeheten ‘second image’ en second image reversed’ benaderingen. Speciale aandacht gaat uit naar verklarende theorieën van buitenlands beleid. Daarbij wordt aandacht besteed aan factoren als pressiegroepen, bureaupolitiek, groepsdynamiek, publieke opinie, en institutionele structuur. De cursus sluit aan bij methoden en technieken die zijn verworven in de cursus Methoden van Politicologisch Onderzoek 2. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt 96
BACHELOR POLITICOLOGIE
Comparative Governance (integratiemodule) Cursuscode BIM310 ECTS 4 Opleidingen ECON BESTK POL Jaar 3 Trimester/semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen + werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Hooijdonk, drs. C.J.J. van Docenten Dr. M. Verloo e.a. Voorkennis geen Keuzevak Nee Doelstellingen Na deze cursus hebben studenten kennis van en inzicht in nut en noodzaak van vergelijkend onderzoek in de economische, bestuurkundige en politicologische wetenschap. Daarnaast zijn studenten in staat om binnen de gekozen thema’s te komen tot een gefundeerde keuze van indicatoren die veronderstelde verbanden kunnen verklaren. Cursusbeschrijving In de integratiemodule zal in een aantal thematische hoorcolleges worden toegelicht hoe de politieke, bestuurlijke en economische structuur en het beleid en bestuur in verschillende landen wordt vormgegeven. Iedere projectgroep krijgt vervolgens de opdracht om de voor een aantal thema’s Nederland te vergelijken met een ander land (of andere landen). In de opdrachten wordt aandacht besteed aan het zoeken van indicatoren die bepaalde verbanden binnen de thema’s kunnen verhelderen. Hiermee wordt tevens aangesloten bij het methodevak (verklarende statistiek) in dit semester. Per groep wordt een dossier met de verwerking van de opdrachten ingeleverd en beoordeeld. Literatuur De literatuur bij de verschillende thema’s wordt tijdig via blackboard bekend gemaakt. Nationale politieke stelsels Cursuscode BCU250 ECTS 5 Opleidingen POL Jaar 3 Trimester/semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Slomp, dr. J.F.W. 97
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
dr. Hans Slomp enige kennis van methoden en technieken van onderzoek Ja Kennis van en inzicht in de vergelijking van politieke stelsels, in het bijzonder gericht op twee onderwerpen: - de methoden die in het vakgebied toegepast worden en de wijze waarop die invloed hebben op de bevindingen van onderzoek. - vergelijking van elementen van de welvaartsstaat. Cursusbeschrijving Waarom vergelijken we de politieke stelsels van verschillende landen? Hoe vergelijken we ze? Wat zijn de belangrijkste mogelijkheden en problemen van de vergelijkende politicologie? Is er een verband tussen economische ontwikkeling en democratisering en hoe verklaar je een mogelijk verband? Onder welke voorwaarden ontwikkelen landen een stabiel politiek bestel? Waarom zie je in sommige landen politiek geweld en in andere landen niet of veel minder? Dit zijn voorbeelden van de vragen die centraal staan in de ene helft van deze cursus, over methoden en resultaten van onderzoek. De tweede helft gaat meer specifiek over vergelijking van welvaartsstaten. Welke rol hebben vakbonden en de sociaaldemocratie in de ontwikkeling van de welvaartsstaat gespeeld? Welke invloed heeft de Europeanisering gehad? Is er sprake van convergentie of divergentie van de Europese welvaartsstaten? Literatuur - Landmann, Todd (2003) Issues and Methods in Comparative Politics (2nd Edition). London: Routledge. - Herbert Kitschelt e.a. (eds): Continuity and Change in Contemporary Capitalism. Cambridge: Cambridge UP 1999. Project: Comparative Governance Cursuscode BPRO349 ECTS 4 Opleidingen ECON BESTK POL Jaar 3 Trimester/semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Hooijdonk, drs. C.J.J. van Docenten dr. M. Verloo (pol) Voorkennis geen Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten ontwikkelen kennis over het gekozen beleidsterrein. Daarnaast zijn studenten in staat, om op basis van theoretische uitgangspunten te komen tot selectie en verzameling van gegevens, die ontwikkelingen 98
BACHELOR POLITICOLOGIE
kunnen verklaren. In het werkstuk laten studenten zien, dat zij middels toepassing van kwantitatieve technieken deze verbanden kunnen toetsen. Cursusbeschrijving In het project schrijven studenten in groepen van maximaal 5 studenten een paper over de ontwikkelingen op een bepaald beleidsterrein in verschillende landen gedurende het laatste decennium en verklaren waarom in vergelijkend perspectief die ontwikkelingen in de gevonden richting hebben plaatsgevonden. Dit doen zij op basis van kennis over de ontwikkeling op dat beleidsterrein tot 1990. Het kan daarbij gaan om onderwijsbeleid, gezondheidszorgbeleid, huisvestingbeleid, economisch beleid, belastingbeleid, inkomensbeleid, stadsplanning, of milieubeleid. De studenten dienen gedurende dit project zelf de gegevens te verzamelen van na 1990 alsmede de gegevens die deze ontwikkelingen zouden kunnen verklaren. Het ligt in de rede dat bestuurskundestudenten de verklaring zullen zoeken in de bestuurlijke structuren, de politicologiestudenten die zullen zoeken in politieke structuren en economiestudenten die zullen zoeken in economische structuren. Omdat in het project de nadruk ligt op kwantitatief vergelijkend onderzoek, wordt van studenten verwacht, dat zij in de analyses gebruik maken van de methoden en technieken van de cursus verklarende statistiek (het methodeonderdeel in 3.1). Literatuur Wordt later bekend gemaakt
Economische integratie in theorie en praktijk Cursuscode BCU247 ECTS 4 Opleidingen ECON POL Jaar Schakelprogramma en 3 Trimester/semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Hooijdonk, drs. C.J.J. van Docenten dr. A. de Vaal drs. C. van Hooijdonk Voorkennis Internationale Economische Betrekkingen 1 en 2 Keuzevak Ja Doelstellingen Na deze cursus kun je: (1) de verschillende verschijningsvormen van economische integratie beschrijven en de kenmerkende verschillen ertussen benoemen; (2) de behandelde theorieën gebruiken om voortsschrijdende ontwikkelingen op het gebied van economische integratie of gevoerd beleid daaromtrent verklaren en analyseren; (3) de behandelde theorieën gebruiken om voortsschrijdende ontwik99
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
kelingen op het gebied van economische integratie of gevoerd beleid daaromtrent te verhelderen aan derden (bijv. niet-economisch geschoolden); (4) de gevolgen van de diverse vormen van economische samenwerkingsverbanden analyseren en beoordelen; (5) vanuit de theorie een standpunt inzake de wenselijkheid van voortschrijdende economische integratie beargumenteren, met inachtneming van land- dan wel regiospecifieke kenmerken. Cursusbeschrijving Steeds meer landen kiezen ervoor met andere landen economische samenwerkingsverbanden aan te gaan. Deze toenemende economische integratie tussen landen kan op verschillende wijzen worden vormgegeven. Zo kunnen landen er voor kiezen alleen de handelsrelaties aan te halen door wederzijdse handelsbarrières af te breken, maar ook op vele andere economische terreinen is integratie mogelijk (bijv. een gemeenschappelijke markt met vrij verkeer van goederen, diensten personen en kapitaal). Tijdens deze cursus worden de verschillende vormen van economische samenwerkingsverbanden besproken in het licht van de theorievorming op dit gebied. Met behulp van economische theorie zal worden ingegaan op de effecten van wederzijdse vrijhandel in goederen en diensten op het handelspatroon en de welvaart van de betreffende landen en de rest van de wereld, alsmede op de effecten van monetaire integratie tussen landen. Ook wordt de vraag beantwoord in hoeverre en onder welke omstandigheden economische integratie wenselijk is. Daarbij zal telkens een koppeling worden gelegd met bestaande samenwerkingsverbanden in de wereld, zoals de EU en NAFTA. Literatuur Peter Robson, The Economics of International Integration”, fourth edition, Routledge, 1998. Reader “Economische Integratie in theorie en praktijk”, editie 2005/06.” Institutionele economie Cursuscode BCU245 ECTS 4 Opleidingen ECON POL Jaar Schakelprogramma en 3 Trimester/semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Beugelsdijk, dr. S. Docenten Dr. S. Beugelsdijk Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Na deze cursus heb je inzicht in de rol van instituties bij het functione100
BACHELOR POLITICOLOGIE
ren van de economie. De verworven vaardigheden kun je toepassen op concrete vraagstukken waarbij instituties een belangrijke rol spelen. Cursusbeschrijving Instituties omvatten zowel algemene sociale regels (sociale conventies, normen, wettelijke regels) als organisatorische vormen die ontstaan en functioneren binnen het raamwerk van algemene regels (zoals ondernemingen). Alle economische activiteit vindt plaats binnen een structuur van instituties, zowel formeel als informeel. Daarbij kunnen instituties economische activiteiten zowel bemoeilijken als vergemakkelijken. Tegelijkertijd heeft economisch gedrag invloed op de formatie en verandering van instituties over tijd. De cursus Institutionele Economie bestudeert zowel oudere als nieuwere inzichten op het vakgebied. Bij de behandeling van “old institutional economics” passeren namen zoals Thorstein Veblen, John R. Commons, Wesley C. Mitchell en Clarence Ayres de revue. Bij “new institutional economics” komen de bijdragen van economen zoals Ronald Coase, Douglass North en Oliver Williamson aan de orde. Aandacht wordt besteed aan onderwerpen zoals methodologisch individualisme versus holisme, rationeel gedrag versus beperkte rationaliteit, het ontstaan en veranderen van sociale conventies en normen, eigendomsrecht, en rechtelijke orde, politieke beslissingen, markten en ondernemingen. Literatuur wordt nader bekend gemaakt op Black Board Verklarende statistiek (methodologie 5) Cursuscode BPRA336 ECTS 5 Opleidingen ECON BESTK POL Jaar Schakelprogramma en 3 Trimester/semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Visscher, drs. C.A.M. Docenten Visscher,C.A.M. Voorkennis geen Keuzevak Nee Doelstellingen Inzicht in een aantal op regressie-theorie gebaseerde technieken voor het analyseren van kwantitatieve gegevens vanuit de veronderstelling dat één kwantitatieve variabele afhankelijk is van één of meer kwantitatieve en/of nominale variabelen Bijbrengen van kennis en kunde van het meten van latente eigenschappen Vaardigheid in het toepassen van regressie-analyse, factoranalyse en betrouwbaarheidsanalyse binnen concreet onderzoek Vaardigheid in het hanteren van relevante computerprogrammatuur (m.n. 101
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
REGRESSION, FACTOR ANALYSIS, RELIABILITY en HOMALS in SPSS for Windows) Cursusbeschrijving Inleiding regressie-theorie Enkel- en meervoudige regressie-analyse, residuenanalyse, pad-analyse Variantie- en covariantie-analyse Uni- en multidimensionele meetmodellen Unidimensionele meetmodellen: Thurstone, Likert, Guttman, Mokken, Coombs Multidimensionel meetmodellen: Principale componentenanalyse, principale factoranalyse, Homals Betrouwbaarheidsanalyse Werkvorm: Werkgroep en practicum Periode: september-november 2005 Toetsingsvorm: werkstukken Toelatingsvoorwaarden: Ontwerpen van onderzoek, Beschrijvende en inductieve statistiek, Inductieve Statistiek/Beleidsonderzoek, beheersing van SPSS for Windows Literatuur McClave and Sincich, Statistics ninth edition, Prentice Hall. 2003 Coenders, M. en C. Visscher, Reader Verklarende Statistiek, 2004/2005 Bachelorthesis Politicologie Cursuscode BIM323 ECTS 14 Opleidingen POL Jaar 3 Trimester/semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Wissenburg, prof. dr. M.L.J. Docenten - prof. dr. M.L.J. Wissenburg - drs. Y. Levy - prof. dr. G.E. Lock Voorkennis De voorgaande vijf semesters politicologie Keuzevak Nee Doelstellingen De bachelorthesis (in goed Nederlands: baccalaureaatsthesis) is een wetenschappelijke reflectie op een concreet omschreven, door de student zelf gekozen politiek/politicologisch probleem. De bachelorthesis sluit aan (i) bij de inhoud van het integratiegedeelte van semester 3.2 van de opleiding (“rationaliteit en rechtvaardigheid”) en (ii) meer in het algemeen bij de in de semesters 1.1 tot 3.2 opgedane kennis op het vakgebied politicologie. Van de student wordt verwacht dat hij/zij via de thesis laat zien in staat te zijn om op een wetenschappelijk geïnspireerde manier te 102
BACHELOR POLITICOLOGIE
reflecteren op deze kennis. Cursusbeschrijving Allereerst formuleert de student naar eigen keuze een vraag- en probleemstelling over een thema dat op politicologisch gebied ligt: Internationale Betrekkingen, Europa, Nationale of Vergelijkende politicologie, of politieke filosofie. Een tweede voorwaarde is dat de vraagstelling in ieder geval uitgaat van een filosofische of theoretisch-reflectieve benadering: het gekozen probleem dient te worden geanalyseerd in termen van criteria van (individuele en collectieve) rationaliteit en/of criteria van rechtvaardigheid. Het geheel vereist aldus een combinatie van empirische en filosofische vaardigheden: het gaat niet om de toepassing van een vooraf aangereikte methode, maar om een zelfstandig uitgevoerd (literatuur)onderzoek, waarmee een brug wordt geslagen tussen empirie en theorie. Termijnen onder voorbehoud: tijdens de weken 10-16 denkt u na over de keuze van uw thesisonderwerp en spreekt u uw plannen door met uw begeleider. U schrijft een opzet, legt die aan de begeleider voor, en zonodig wordt deze opzet bijgesteld en verbeterd. In week 16 dient u een goedgekeurde opzet te hebben. In de weken 16-26 werkt u uw opzet zelfstandig uit tot een volledige thesis. Het is niet de bedoeling dat voor het schrijven van de bachelorthesis nieuw empirisch onderzoek wordt verricht. Literatuurstudie zal wel nodig zijn. Uiterlijk in week 26 levert u een conceptversie in; uiterlijk in week 28 levert u de definitieve versie in. Literatuur De student zoekt naar relevante literatuur, eventueel met hulp van de begeleider. Benaderingen van de Politiek Cursuscode BCU251 ECTS 4 Opleidingen POL Jaar 3 Trimester/semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Wissenburg, prof. dr. M.L.J. Docenten prof. dr. G.E. Lock drs. Y. Levy Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen - Kennismaken met alternatieve benaderingen van ‘politiek’ - Toepassen van deze benaderingen op politieke fenomenen - Analyseren van de wetenschappelijke voor- en nadelen van de diverse benaderingen. 103
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Cursusbeschrijving In dit blok wordt een vergelijking gemaakt tussen een aantal niet (strikt) politicologische benaderingen van het object politiek. De volgende benaderingen zullen daarvan deel uit (kunnen) maken: politieke economie, recht, ethiek, sociologie, antropologie, geschiedenis, groepspsychologie en filosofie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van korte maar representatieve teksten. Literatuur literatuurbundel (wordt ter beschikking gesteld) Project Rationaliteit en Rechtvaardigheid Cursuscode BPRO362 ECTS 4 Opleidingen POL Jaar 3 Trimester/semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Wissenburg, prof. dr. M.L.J. Docenten prof. dr. M.L.J. Wissenburg Voorkennis De voorgaande vijf semesters Politicologie Keuzevak Nee Doelstellingen Formeel bestaat het project uit de individuele voorbereiding en uitvoering van, en de verslaglegging over, een of meerdere interview(s). Het onderwerp van het interview kiest u zelf. Het dient te gaan om een politicologisch of politiek-filosofisch relevant probleem, en de formulering van het te onderzoeken probleem dient in termen van rationaliteit en/of rechtvaardigheid plaats te hebben. Formeel doel is dan ook het individueel kunnen toepassen van in voorgaande semesters geleerde onderzoeksvaardigheden. Eén informeel oogmerk van het project is studenten in de gelegenheid te stellen kennis te maken en in contact te komen met personen en/of organisaties waar zij later een werkkring zouden kunnen vinden. Een ander informeel oogmerk is u in staat te stellen u alvast inhoudelijk in te werken op het terrein van uw thesis; mogelijk kunt u zo ook een basis leggen voor verdere contacten met een informatiebron die u bij het schrijven van uw thesis kunt gebruiken. Cursusbeschrijving Tijdens de weken 10-16, wanneer u nadenkt over de keuze van uw thesisonderwerp, bereidt u uw projectwerk individueel voor. Zo mogelijk integreert u uw plannen in de thesisopzet die in week 16 goedgekeurd moet worden. U pleegt uw interview(s) vervolgens wanneer het u uitkomt, en legt schriftelijk (uitgebreid) verslag af voor week 24. Literatuur Zelfstandig te zoeken
104
BACHELOR POLITICOLOGIE
Rationaliteit en Rechtvaardigheid (Integratiemodule) Cursuscode BIM325 ECTS 4 Opleidingen POL Jaar 3 Trimester/semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm werkstuk + opdracht Taal Nederlands Cursuscoördinator Wissenburg, prof. dr. M.L.J. Docenten Prof. dr. G.E. Lock Drs. Y. Levy Voorkennis geen Keuzevak Nee Doelstellingen Kennismaking met en analyse van de filosofische begrippen rationaliteit en rechtvaardigheid; Het leren toepassen hiervan in de context van de politicologie; Het voorbereiden van de (mini)thesis als normatieve en wetenschapsfilosofische reflectie op de status en waarde van politicologische kennis. Cursusbeschrijving Het onderwijs vindt plaats in hoor- en parallelle werkcolleges. Het semester begint bij een korte inleiding. Vervolgens wordt de integratiemodule aangeboden in de vorm van een cursus, die bestaat uit hoor- en discussiecolleges (8 weken). Tijdens deze periode vindt het projectwerk (project plus voorbereiding thesis) ook plaats. De student denkt al na over zijn keuze van thesisonderwerp en bespreekt zijn ideeën in de werkgroep. Tijdens deze werkgroepbijeenkomsten wordt de literatuur uit het voorgaande hoorcollege aan de hand van opdrachten en discussie bestudeerd. Literatuur Tekstbundel (wordt ter beschikking gesteld) Leer der Internationale betrekkingen Cursuscode BCU2013 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar Schakelprogramma Trimester/semester 2 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Vleuten, dr. J.M. van der Docenten dr Anna van der Vleuten Voorkennis Inleiding Politicologie Keuzevak Ja 105
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Doelstellingen
De student leert theoretische benaderingen (her)kennen, is in staat de sterke en zwakke punten van die benaderingen aan te geven en kan aan de hand van die benaderingen het gedrag van staten in de internationale politiek beschrijven en verklaren. Cursusbeschrijving Een centrale vraag in de Leer der Internationale Betrekkingen is, onder welke voorwaarden staten in het internationaal systeem met elkaar samenwerken dan wel met elkaar in conflict komen. In deze cursus lees je het werk van enkele belangrijke vertegenwoordigers van het vakgebied en leer je de theoretische benaderingen kennen aan de hand waarvan zij de gebeurtenissen in de internationale politiek proberen te verklaren. De volgende zaken komen onder meer aan de orde: de structuur van het internationaal systeem, het machtsstreven van staten, het machtsevenwicht, het veiligheidsdilemma, de waarde van verdragen, de rol van het internationaal recht, visies op de voorwaarden waaronder voorkomen kan worden dat problemen tussen staten op gewelddadige wijze worden opgelost, het belang van idealen en de rol die ze kunnen spelen in het internationale systeem. Tijdens de colleges zullen we de theorieën ook op actuele kwesties toepassen, bijvoorbeeld het conflict in het Midden-Oosten, de Amerikaanse hegemonie, de conflicten in West-Afrika. Literatuur - E. H. Carr (1939, 2001 ed.), The Twenty Years’ Crisis, 1919-1939. An Introduction to the Study of International Relations (delen); - K. N. Waltz (1979), Theory of International Politics, Reading, Mass.: Addison-Wesley (delen); - R.O. Keohane (1984), After Hegemony: Cooperation and Discord in the World Economy (delen); - A. Klotz (1995), Norms reconstituting interests: global racial equality and U.S. sanctions against South Africa, in: International Organization. - nader bekend te maken.
106
BACHELOR POLITICOLOGIE
107
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
4
108
Master Politicologie
MASTER POLITICOLOGIE
Hoofdlijnen van de Masteropleiding Politicologie De Masteropleiding Politicologie veronderstelt dat je als deelnemende student het niveau bezit van een Bachelor Politicologie. De Masteropleiding bouwt daarop voort door de volgende zaken te benadrukken: •
•
• •
Systematische aandacht voor de drie belangrijkste subdisciplines binnen de politicologie en de samenhang daartussen: de Politieke Theorie (of Politieke Filosofie), Nationale Politieke Stelsels (of Vergelijkende Politicologie) en de Leer der Internationale Betrekkingen. Het bewerkstelligen van de zelfstandigheid van de student, in de vorm van het kunnen beoordelen van de leerstof en het kunnen toepassen van de stof in het formuleren van een politicologisch relevante probleemstelling en het onderzoeken en beantwoorden van die probleemstelling en daarover schriftelijk en mondeling te rapporteren. Bijzondere aandacht voor de wetenschapstheoretische aspecten van politicologische kennis. Aansluiting van de leer- en oefenstof bij het lopend onderzoek van de bij de Master betrokken docenten.
De masteropleiding werkt toe naar het zelfstandig opzetten en uitvoeren van een onderzoek in het kader van de master thesis. Deze ligt op het niveau van een onderzoeker die in beginsel in staat is een promotieonderzoek te beginnen. Eindtermen Uitgangspunt Het uitgangspunt van de master Politicologie is om je een gedegen academische training in het vak politicologie te geven. De drie specialisaties die in de Nijmeegse opleiding vertegenwoordigd zijn (Politieke Theorie, Leer der Internationale Betrekkingen, Vergelijkende Politicologie/Nationale Politieke Stelsels) vormen in samenhang met elkaar het hart van de Nijmeegse Master. Daarbij wordt het onderwijs uitdrukkelijk geplaatst in relatie tot het lopend onderzoek van de bij de Master betrokken docenten. Competenties Wanneer je de Master Politicologie succesvol hebt afgerond, beschik je over een goed en breed overzicht van het vakgebied van de politicologie als geheel en heb je gespecialiseerde kennis van óf het terrein van de Leer der Internationale Betrekkingen, óf de Vergelijkende Politicologie, óf de Politieke Theorie. Je beschikt over een professionele beheersing van de “taal” van het vakgebied en over de wetenschappelijke vaardigheden die je kwalificeren voor het zelfstandig uitvoeren van een (promotie-)onderzoek op het gebied van de politicologie. De hoogste eis die aan de kwaliteit van de Master-proef (de thesis) gesteld kan worden, is dat deze een originele bijdrage levert aan de ontwikkeling van de politicologische theorievorming. De afgestudeerde Master heeft het vermogen om op academisch niveau zelfstandig kennis te verwerven en zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten en te beoordelen. Afgestudeerde Masters Politicologie beschikken over goed ontwikkelde analytische vermogens om in een grote verscheidenheid van beroepen en functies adequaat en op hoog 109
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
academisch niveau te functioneren. Bijvoorbeeld: beleidsfuncties bij een adviesbureau, een gemeente, een provincie of een internationale organisatie; maar ook politiek-bestuurlijke functies, en werk in de journalistiek, het bedrijfsleven, publieke en semi-publieke instellingen. Dit leidt tot een aantal punten waarop de niveaus van Bachelors en Masters Politicologie van elkaar verschillen. •
•
•
Als Master Politicologie, anders dan als Bachelor, beheers je de belangrijkste hedendaagse wetenschappelijke debatten op het terrein van een van de subdisciplines van de Politicologie. Je bent daardoor in staat een politicologisch relevante masterthesis te schrijven. Als Master Politicologie, anders dan als Bachelor, ontwikkel je een grote mate van zelfstandigheid, uitmondend in een zelfstandig opgezette en uitgevoerde masterthesis die een bijdrage beoogt te leveren aan de ontwikkeling van de discipline. Als Bachelor Politicologie bezit je een geringere mate van zelfstandigheid. Als Master Politicologie, anders dan als Bachelor, ben je daarnaast in staat de theorievorming en het empirisch onderzoek binnen het vakgebied te plaatsen in kennistheoretisch perspectief.
Toelatingseisen Universitaire Bachelor Politicologie Studenten met een afgeronde bacheloropleiding in de Politicologie kunnen direct in de Master Politicologie instromen. Universitaire Bachelor of HBO Het is ook mogelijk om na een HBO- of een WO-studie door te gaan voor de Master Politicologie. Alvorens aan de master te kunnen beginnen, moet je eerst een schakelprogramma volgen om de benodigde vakinhoudelijke kennis en onderzoeksvaardigheden op te doen. Studenten met een afgeronde bacheloropleiding aan de Faculteit der Managementwetenschappen of de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen kunnen na het succesvol afronden van het onderstaande schakelprogramma zonder methodencluster doorstromen in de Master Politicologie. Dit programma dient voorafgaand aan de Master te zijn afgerond. Studenten met een andere afgeronde WO bacheloropleiding kunnen na het met succes afronden van het onderstaande schakelprogramma inclusief methodencluster instromen in de Master Politicologie. Dit programma dient voorafgaand aan de Master te zijn afgerond. Voor vragen over toelatingseisen en vrijstellingen voor universitaire Bachelors kun je terecht bij drs. Sandor Schrijner, studieadviseur van de Master Politicologie. Telefoonnummer: (024) 361 30 21. E-mail:
[email protected]
110
MASTER POLITICOLOGIE
Schakelprogramma Politicologie Het programma gaat uit van HBO- en WO-studenten met een relevante vooropleiding, bijvoorbeeld Academie voor Journalistiek of Geschiedenis. Het schakelprogramma heeft een omvang van 60 ECTS. Studenten stromen daarna in in de reguliere masteropleiding politicologie. Bij zeer goed aansluitende vooropleidingen kunnen studenten vrijstellingsverzoeken indienen bij de examencommissie. Overleg van tevoren met de studieadviseur.
Kernvakken Politicologie
Semester 1
Semester 2
- Inleiding Politicologie
- Nederlandse Politiek in
- Politieke Aspecten van de WestEuropese Samenwerking
Vergelijkend Perspectief - Vergelijkende Politicologie
- Europese Politieke Filosofie
- Leer der Internationale
- Onderzoeks- en
- Methoden van Politicologisch
Betrekkingen Methodenvakken
Interventiemethodologie A
Onderzoek II
- Onderzoeks- en Interventiemethodologie B Academisch vormende vakken
- Project 3: Comparative Governance
Na het doorlopen van het schakelprogramma heb je als schakelprogrammastudent kernonderdelen van de drie subdisciplines binnen de Politicologie gevolgd: Nationale Politieke Stelsels/Vergelijkende Politicologie; Leer der Internationale Betrekkingen; en Politieke Theorie. Na het succesvol afronden van dit programma kun je instromen in de Master Politicologie. Praktische informatie Voor de beschrijving van de cursussen, zie het deel Cursusbeschrijvingen Bachelor in deze studiegids. Neem voor maatwerk en andere vragen contact op met de studieadviseur van de Master Politicologie, de heer drs. S.W. Schrijner, tel. (024) 3613021, e-mail: s.schrijner@fm. ru.nl.
111
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Hoofdlijnen curriculum Opzet onderwijs De opleiding streeft ernaar zoveel mogelijk de meester–gezel metafoor concreet vorm te geven. Dit gebeurt door iedere cursus als workshop of seminar te organiseren, waarbij de masters in spe, na intensieve bestudering en actieve verwerking van de politicologische literatuur, onderling en met de begeleidende docent(en) in gesprek gaan over de geldigheid van de verschillende standpunten in de debatten binnen de politicologie. Eerste blok De Master Politicologie start met de cursussen Het klassieke politieke denken en Kennistheorie. In het vak Het klassieke politieke denken worden niet alleen de centrale klassieke auteurs als Plato, Aristoteles, Augustinus, Thomas van Aquino, Luther, Calvijn, Machiavelli bestudeerd, maar ook het begrip “classicisme” zelf: bestaat het classicisme nog? Daarnaast staat de ontwikkeling van het politieke denken over de moderne staat tot en met de negentiende eeuw centraal. De cursus Kennistheorie biedt een kentheoretische oriëntatie die bedoeld is criteria te verschaffen op grond waarvan een oordeel kan worden geveld over de geldigheid van de verschillende standpunten in debatten binnen de politicologie. Tweede blok Daarna volgen drie parallelle cursussen. De cursus Macht en Hiërarchie stelt het probleem centraal hoe collectieve besluitvormingsprocessen verlopen in nationale systemen, dat wil zeggen, hiërarchische systemen die gekenmerkt worden door de aanwezigheid van een overheid die in staat is, desnoods met geweld, bepaalde oplossingen van gemeenschappelijke problemen aan de leden van het systeem op te leggen. Het gaat daarbij onder andere om de volgende vragen: ‘Wat is macht?’, ‘Hoe kun je macht meten?’, ‘Hoe is de macht verdeeld in de samenleving?’, ‘Bestaat er een machtselite?’, ‘Is de staat een neutraal instrument of juist in handen van een bepaalde maatschappelijke groep?’. De cursus Macht en Politieke Theorie biedt je inzicht in de belangrijkste stromingen in het normatieve denken over politiek en macht en stelt vragen als ‘Hoe kan macht legitiem gebruikt worden?’, ‘Wat rechtvaardigt onverschilligheid tegenover, tolerantie van, of juist onderdrukking van, culturele, religieuze of etnische minderheden?’. De cursus Macht en Anarchie biedt een grondige kijk op de belangrijkste theoretische ontwikkelingen en controverses op het terrein van de Leer der Internationale Betrekkingen. Welke rol spelen macht en invloed in een anarchisch systeem, dat wil zeggen een systeem waarin geen instantie aanwezig is die kan afdwingen, desnoods met geweld, dat de eenheden – zelfs de machtigste onder hen – zich aan de regels te houden en gedane beloftes nakomen? Derde blok De cursussen van het derde blok geven een stevige en noodzakelijke grondslag om de contemporaine debatten in de politicologie goed te kunnen doorgronden en te beoordelen. In Hedendaagse debatten staat de huidige stand van zaken van het onderzoek op de verschillende politicologische deelterreinen centraal. In deze cursus bestudeer je niet alleen belangrijke boeken en artikelen uit toptijdschriften, maar is er ook ruimte voor opdrachten die gericht zijn op het leren doen van theoretisch gestuurd (empirisch) onderzoek, met name door dergelijk 112
MASTER POLITICOLOGIE
onderzoek te verbinden met het lopend onderzoek van de docenten. Hier is ruimte voor differentiatie, omdat je voor een van de politicologische richtingen kiest waarin je je verder wilt verdiepen. Je buigt je dan bij Internationale Betrekkingen (IB) bijvoorbeeld over de vraag of het juist is dat democratische staten nooit met elkaar in oorlog komen en zo ja, waarom dat zo is. Of over de vraag of men de Europese integratie als een puur politiek proces moet zien of meer als een economisch gestuurde ontwikkeling. Bij de Vergelijkende Politicologie (VP) gaat het met name om onderzoek naar deliberatieve democratie. Wat de Politieke Theorie (PT) betreft gaat het erom dat je inzicht krijgt in de hedendaagse debatten waarin politiek-filosofen verwikkeld zijn over kwesties als vrijheid, gelijkheid, rechtvaardigheid, aan oude en nieuwe sociale begingen verbonden kwesties als gender/sekse, milieu, democratisering en globofobie. Bovendien besteed je aandacht voor de ‘achter’ recente debatten opduikende zogeheten ‘eeuwige vragen’ van de (politieke) filosofie, zoals idealisme tussen utopisme en realisme en de vraag ‘wat is waarheid?’ Parallel met deze cursus loopt het Seminar voorbereiding thesis, waarin je een theoretisch interessante en voor de politicologie relevante probleemstelling voor de thesis ontwikkelt evenals een opfrissing en verdieping van politicologisch relevante methodologische kennis krijgt. Vierde blok Ten slotte schrijf je de Masterthesis. Bij de cursussen Hedendaagse debatten, maar ook bij het Seminar voorbereiding thesis en de thesis is er ruimte voor inhoudelijke differentiatie naar de in Nijmegen vertegenwoordigde subdisciplines. In feite werkt het gehele curriculum toe naar de ontwikkeling van een probleemstelling voor de masterthesis die het mogelijk maakt een originele bijdrage op wetenschappelijk niveau te leveren aan de politicologie. Tijdens het schrijven van de thesis kom je met je medestudenten een maal per week bijeen. De thesis wordt daarmee uitdrukkelijk opgevat als cursus. Hier presenteer je je werk, rapporteer je over de voortgang van de thesis en debatteer je over de wetenschapstheoretische en wetenschapsfilosofische kwesties die van belang zijn voor de reflectie op de politicologie als wetenschap en voor de verschillende theses die op dat moment geschreven worden. Opbouw Master Week
Cursus
ECTS
36 – 44
Het klassieke politieke denken
6
Kennistheorie
6
Macht en hiërarchie
6
Macht en anarchie
6
Macht en politieke theorie
6
45 – 06 07 – 15
Hedendaagse debatten Seminar Voorbereiding Master Thesis
16 – 28
113
Masterthesis Politicologie
12 18
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Cursusbeschrijvingen Master Politicologie Het klassieke politieke denken Cursuscode MPOL015 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar 4 Trimester/semester 1 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Lock, prof. dr. G.E. Docenten Prof. Dr. G.E. Lock Drs. Y. Levy Voorkennis Bachelor politicologie of equivalent Keuzevak Ja Doelstellingen Interpretatie van en kritiek op de grote politieke denkers in de klassieke traditie respectievelijk hun tegenstanders van de romantiek. Cursusbeschrijving In deze cursus wordt een studie gemaakt van de leidende klassieke (resp. door de klassiek geïnspireerde) auteurs op het gebied van de politieke filosofie. Tevens wordt de vraag gesteld: “Wat is het classicisme?” De klassieke teksten hebben namelijk door de eeuwen heen als voorbeeld gefunctioneerd. Orde, structuur, evenwicht, harmonie, rationaliteit zijn typische categorieën van de klassieke benadering. Daarnaast wordt de tegengestelde denkers van de romantiek bekeken. In beide gevallen gaat het ook om de hedendaagse relevantie van deze stromingen. De cursus sluit in dit verband aan bij onderzoek in het kader van de onderzoeksgroep Shifts, i.h.b. bij fundamenteel onderzoek over normatieve kwesties van de politieke theorie. Literatuur Er wordt van uitgegaan dat deelnemers op de hoogte zijn van de basisideeën van Plato, Aristoteles en Augustinus. Zo niet, dan dienen ze drie teksten (die ter beschikking zullen worden gesteld) te lezen van deze auteurs. Daarnaast wordt gelezen: * geselecteerde artikelen over het classicisme en de romantiek (worden ter beschikking gesteld); * The Roots of Romanticism door Isaiah Berlin, ed. Henry Hardy, Princeton, New Jersey: Princeton University Press, 1999.
114
MASTER POLITICOLOGIE
Kennistheorie Cursuscode ECTS Opleidingen Jaar Trimester/semester Blok Specialisatie Tentamenvorm Taal Nederlands Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
MPOL016 6 POL 4 1 1 werkstuk
Lieshout, prof. dr. R.H. prof.dr. R.H. Lieshout geen Ja de student(e) verwerft kennis en inzicht in de wijze waarop de groei van wetenschappelijke kennis tot stand komt. Het gaat daarbij zowel om de spelregels voor de empirische wetenschapsbeoefening, als om de mate waarin deze in de wetenschappelijke praktijk worden nageleefd. Tevens raakt de student(e) vertrouwd met de politieke dimensie van wetenschappelijke activiteit. Tot slot analyseert de student(e) een moderne klassieke tekst uit één van de drie subdisciplines van de Politicologie - Politieke Theorie, Vergelijkende Politicologie en Internationale Betrekkingen - aan de hand van de inzichten die hij/zij verworven heeft over de theorie en praktijk van empirische wetenschapsbeoefening. Cursusbeschrijving In deze cursus verwerft de student(e) kennis en inzicht in de wijze waarop de groei van wetenschappelijke kennis tot stand komt. Tevens raakt hij/zij vertrouwd met de politieke dimensie van wetenschappelijke activiteit. Centraal staan 3 vragen. De eerste luidt: hoe kan wetenschappelijke kennis worden onderscheiden van andere soorten kennis?” De tweede vraag is: ”hoe kan betere wetenschappelijke kennis worden onderscheiden van goede wetenschappelijke kennis?”. De derde vraag luidt: ”wat hebben deze twee vragen - en hun antwoorden! - nu te maken met politicologie?” De cursus begint met de bespreking van het inzicht dat omtrent empirische verschijnselen geen ’zekere’ kennis kan worden verkregen (Hume) en de gevolgen van dit inzicht voor de wijze waarop wetenschappelijke kennis kan groeien (aan de hand van Lieshout, Popper, Hayek en Lakatos), waarbij tevens wordt ingegaan op de consequenties van het verschijnsel dat in de dagelijkse praktijk wetenschappers zich door meer overwegingen laten leiden dan louter de groei van kennis (Kuhn). Vervolgens wordt aandacht besteed aan het inherent ’politieke’ van iedere wetenschapsbeoefening (Stokes). Afsluitend analyseert de student(e) een moderne klassieke tekst uit één van de drie subdisciplines van de Politicologie - Politieke Theorie, Vergelijkende Politicologie en Internationale Betrekkingen - aan de hand van de inzichten die hij/zij 115
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Literatuur
verworven heeft over de theorie en praktijk van empirische wetenschapsbeoefening. ” Hume, David (1981 ed.), A Treatise of Human Nature, pp. 117-142 Lieshout, R.H. (1993), Anarchie en hiërarchie. Een theorie van internationale betrekkingen en buitenlandse politiek, pp. 14-39 Popper, Karl R. (1968 ed.), Conjectures and Refutations, pp. 33-59 Hayek, F.A. (1967), Studies in Philosophy, Politics and Economics, pp. 3-21 Popper, Karl R. (1980 ed.), The Logic of Scientific Discovery, pp. 93-111 Lakatos, I. en A. Musgrave (red.) (1974 ed.), Criticism and the Growth of Knowledge, pp. 91-138 Kuhn, Thomas (1979 ed.), The Structure of Scientific Revolutions, pp. 23-132 Stokes, Geoffrey (1998), Popper, Philosophy, Politics and Scientific Method, pp. 74-143
Macht en anarchie Cursuscode MPOL018 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar 4 Trimester/semester 1 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Lieshout, prof. dr. R.H. Docenten prof. dr. R.H. Lieshout Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen kennis van en inzicht in de ontwikkeling van het realistische wetenschappelijke onderzoeksprogramma sinds de publicatie van Kenneth Waltz’ Theory of International Politics (1979). Cursusbeschrijving Centraal in deze cursus staat de ontwikkeling van het realistische onderzoeksprogramma sinds de publicatie in 1979 van het boek Theory of International Politics door Kenneth Waltz. Daarvoor wordt ingegaan op het debat tussen neo-realisten, neo-liberalen, structureel-realisten en institutioneel-realisten. Tevens wordt aandacht besteed aan de harde kern van dit onderzoeksprogramma en aan de vraag of dit programma nog altijd een progressieve ontwikkeling doormaakt, of juist degenereert. Literatuur Grieco, J.M. (1988), ’Anarchy and the Limits of Cooperation: a Realist Critique of the Newest Liberal Institutionalism’, International Organization, pp. 486-507 Baldwin, D. (1993), Neorealism and Neoliberalism: the Contemporary 116
MASTER POLITICOLOGIE
Debate, pp. 3-25, 269-300 en 301-38 Lieshout, R.H. (1993), Anarchie en hiërarchie. Een theorie van internationale betrekkingen en buitenlands beleid, pp. 40-93, 111-8 en 128-73 Schroeder, P.W. (1994), ’Historical Reality vs Neo-Realist Theory, International Security, pp. 108-48 Christensen, T. en J. Snyder (1990), ’Chain Gangs and Passed Bucks: Predicting Alliance Patterns in Multipolarity’ International Organization, pp. 137-68 Vasquez, J.A. (1997), ’The Realist Paradigm and Degenerative versus Progressive Research Programs: an Appraisal of Neotraditional Research on Waltz’s Balancing Proposition’, American Political Science Review, pp. 899-912 Waltz, K.N. (1997), ’Evaluating Theories’, American Political Science Review, pp. 913-7 Buzan, B., C. Jones en R. Little (1993), The Logic of Anarchy. Neorealism to Structural Realism, pp. 1-121 Lieshout, R.H. (1999), ’De constructie van het statensysteem: actor en structuur in de hedendaagse theorievorming op het terrein van de internationale betrekkingen’, Transactie, pp. 166-86. Macht en hiërarchie Cursuscode MPOL017 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar 4 Trimester/semester 1 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Slomp, dr. J.F.W. Docenten dr Hans Slomp Voorkennis Kennistheorie Keuzevak Ja Doelstellingen Kennis van en inzicht in (zowel inhoudelijk als methodologisch) het begrip macht en het debat erover in de politicologie. Inzicht in de verschillen tussen de belangrijkste theoretische benaderingen van de staat, met name pluralisme, elitisme, marxisme en neo-pluralisme. Toepassing van deze kennis op het terrein van de vergelijkende politicologie. Cursusbeschrijving Aan de hand van de originele teksten wordt het machtsdebat in de politicologie bestudeerd. Met name wordt onderzocht in hoeverre macht verschillende “gezichten” of dimensies heeft en in hoeverre die empirisch te onderzoeken vallen. 117
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Literatuur
Vervolgens komen in het licht van het machtsdebat centrale benaderingen van de staat aan de orde, met een systematische evaluatie van de (verklarings-)kracht ervan. Tenslotte passen studenten de kennis van macht en staat toe op een onderdeel van de vergelijkende politicologie. Verplichte literatuur: - Steven Lukes, Power: A Radical View, London and Basingstoke: MacMillan, 1974. - Een reeks van artikelen die te downloaden zijn. Overig nader op te geven.
Macht en politieke theorie Cursuscode MPOL019 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar 4 Trimester/semester 2 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Wissenburg, prof. dr. M.L.J. Docenten prof. dr. M.L.J. Wissenburg Voorkennis Bachelor politicologie of toegelaten equivalent Keuzevak Ja Doelstellingen Kritische lezing en beoordeling van concepties van macht en de toepassing daarvan in moderne politieke theorieën, inzonderheid de Angelsaksische analytische tradities en de continentale discoursanalyse. Inzicht verkrijgen in de aard en bestaansgronden van de belangrijkste scholen in en scholen van critici van ’mainstream’politieke filosofie. Cursusbeschrijving In deze cursus verdiept de student zich door middel van literatuurstudie, reflectie, seminardiscussies en zelfstandige verslaglegging in de belangrijkste stromingen in het moderne normatieve denken over politiek en macht. Centraal staan een probleem- en vraagstelling en vier specifiekere vragen waarover de student aan het einde van de cursus een uitstekend beargumenteerd antwoord in de vorm van een paper moet kunnen geven. Dominant in het westerse denken lijkt een op vele wijzen uitgedrukt verlangen naar tolerantie, een verlangen zoveel mogelijk aan ieder individu en iedere visie op het goede leven onderdak te bieden. Uit de aard der zaak echter moeten zulke levensvisies elkaar soms tegenspreken, en moet soms de ene visie voor de andere wijken. Ongeacht of dit in de praktijk werkt, kunnen dergelijke knopen in theorie op een van twee wijzen doorgehakt worden: met een beroep op de rede of met machtsmiddelen. Maar impliceert het beroep op de rede niet al bij voorbaat de uitsluiting van sommige levensvisies? Valt ’willekeurig’ machtsgebruik te vermijden? 118
MASTER POLITICOLOGIE
Literatuur
Om de vraagstelling (kan de rede gebruikt worden om een politiek systeem van in- en uitsluiting van levensvisies te rechtvaardigen?) althans ten dele te beantwoorden zullen we naar een specifiek terrein kijken: de plaats van culturele minderheden. * Tekstbundel (wordt beschikbaar gesteld) * Will Kymlicka, Contemporary Political Theory, 2nd Edition, Oxford: Oxford UP, 2002 (zelf aan te schaffen) * John Rawls, The Law of Peoples, Harvard: Harvard University Press 1999 (zelf aan te schaffen)
Hedendaagse debatten en voorbereiding thesis Cursuscode MPOL020 ECTS 12 Opleidingen POL Jaar 4 Trimester/semester 2 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Verbeek, dr. J.A. Docenten Dr. M.H. Leyenaar Prof. dr. G. Lock Dr. B. Verbeek Dr. J.M. van der Vleuten Prof. dr. M.L.J. Wissenburg Voorkennis De kennis die is verworven tijdens de eerdere cursussen in de Masteropleiding Politicologie wordt als bekend verondersteld. Keuzevak Nee Doelstellingen Na afloop van de cursus zijn studenten in staat de actuele theoretische, methodische en empirische debatten te doorgronden op het gebied van een van de drie subdisciplines van de politicologie (Politieke Theorie; Nationale Politieke Stelsels/Vergelijkende Politicologie; Leer der Internationale Betrekkingen). Zij zijn in staat deze debatten in woord en geschrift weer te geven en daar beargumenteerd positie in te betrekken. Bovendien zijn zij in staat op basis van deze debatten een politicologisch relevante probleemstelling te formuleren en voor de beantwoording daarvan een adequate onderzoeksopzet te ontwerpen. Daarnaast weten zij deze debatten te plaatsen in de thema’s die in eerdere cursussen in de masteropleiding aan de orde zijn gesteld. Cursusbeschrijving De cursus Hedendaagse Debatten en Voorbereiding Thesis valt uiteen in twee onderdelen. Enerzijds een onderdeel Hedendaagse Debatten (9 ECTS), anderzijds een onderdeel Voorbereiding Thesis (3 ECTS). Het eindcijfer bestaat uit een deelcijfer voor Hedendaagse Debatten (75%) en 119
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
een deelcijfer voor Voorbereiding Thesis (25%). Voor beide onderdelen moet een voldoende zijn behaald. Wat betreft het onderdeel Hedendaagse Debatten geldt het volgende: studenten maken in de loop van januari 2006 een keuze uit de drie subdisciplines van Politicologie: Leer der Internationale Betrekkingen, Nationale Politieke Stelsels/Vergelijkende Politicologie; Politieke Theorie. Hieronder volgt een beschrijving van het onderwijsprogramma. (A) Hedendaagse Debatten Subdiscipline 1: Leer der Internationale Betrekkingen De Hedendaagse Debatten binnen de Leer der Internationale Betrekkingen vallen uiteen in twee thema’s: ’Against Realism’ en ’Domestic Sources of International Politics’ Thema a: Against Realism In dit deel van de cursus staan de hedendaagse alternatieven centraal voor de ‘utilitaristische’ mainstream, zoals die is behandeld in de cursus ‘Macht en anarchie’. In dat kader komen met name “critical theory” en het constructivisme aan de orde. Studenten worden geacht de literatuur mede te beoordelen op basis van de wetenschapsfilosofische criteria die zijn behandeld in de cursus ’Kennistheorie’. De opzet van het college is als volgt. Thema b: Domestic Sources of International Politics Tijdens dit onderdeel maken studenten kennis met onderwerpen binnen de Leer der Internationale Betrekkingen die alle gemeen hebben dat zij de oorzaak van het gedrag van staten zoeken in binnenlandse factoren (second image benadering) en onderwerpen waarbij de oorzaak van binnenlandse veranderingen wordt gezocht in internationale factoren (second image reverse benadering). Voorbeelden daarvan zijn de zogenaamde ’democratic peace-these’, Moravcsiks ’politiek-economische’ verklaring van het Europese integratieproces, het verschijnsel van ’Europeanisering van nationaal beleid’ en Foreign Policy benaderingen van het gedrag van staten. Elk van deze debatten vormt onderdeel van een algemener thema, namelijk de aard van de relatie tussen de interne en externe structuur van het internationale systeem. In de visie van Waltz domineert de externe structuur (in de vorm van anarchie en de verdeling van macht over de staten). Volgens de auteurs die in deze cursus aan de orde komen, is er minstens sprake van een wisselwerking. Studenten worden geacht de literatuur mede te beoordelen op basis van de wetenschapsfilosofische criteria die zijn behandeld in de cursus ’Kennistheorie’. Toetsing: (1) Iedere student schrijft een werkstuk van maximaal 8000 woorden, waarin zij/hij (a) een beredeneerd oordeel velt over (onderdelen van) de verplichte stof, mede in het licht van de wetenschapsfilosofische criteria, en (b) aangeeft hoe een empirische toets van de aan de orde zijnde theoretische benaderingen kan worden geformuleerd. Alle 120
MASTER POLITICOLOGIE
studenten nemen deel aan het afrondende debat aan het einde van de cursus waar de werkstukken van de deelnemers ter discussie staan. (2) Iedere student schrijft een wetenschappelijke boekrecensie. (3) Iedere student schrijft korte papers als basis voor discussie in de werkcolleges. Het eindcijfer voor Hedendaagse Debatten bestaat uit (a) het cijfer voor het werkstuk (b) co-referaat en actieve deelname aan het afrondend debat (c) de discussiepapers en (d) participatie tijdens de werkcolleges. Subdiscipline 2: Vergelijkende Politicologie/Nationale Politieke Stelsels Thema: De representatieve democratie In aansluiting op het onderzoek van de docent behandelen wij uitvoerig het functioneren van de representatieve democratie. Dit is immers het meest gebruikte politieke systeem in Europa en daarbuiten. Nadere analyse van het functioneren van de representatieve democratie in Nederland en in Europa, maakt het mogelijk om de in de studie politicologie essentiele concepten als democratie, social capital, participatie van burgers, civil society en positie van politieke partijen aan het einde van de studie nog eens uitvoerig te bestuderen. Een belangrijk probleem van het moderne Europa is dat de traditionele instituties van de representatieve democratie er niet in slagen de Europese burgers te betrekken bij de politieke besluitvorming. Allereerst zijn er problemen met het functioneren van politieke partijen in de representatieve democratie. Kort samengevat hebben politieke partijen vrijwel geen leden meer, zijn zij hun mobiliserende kracht kwijt en vervullen zij geen structurerende functie meer waar het gaat om het begeleiden van de kiezer bij het uitbrengen van zijn of haar stem. Een tweede probleem met de representatieve democratie is de steeds maar groeiende afstand tussen enerzijds de motieven en intenties van de burgers en anderzijds de politieke besluiten die in hun naam worden genomen. Steeds vaker worden kwaliteit, rechtvaardigheid, transparantie en verantwoording van het proces van politieke besluitvorming ter discussie gesteld. Een hieraan gelieerd derde probleem is dat van de representativiteit van de besluitvormende organen. Elk recruteringsonderzoek laat zien dat hier meer mannen dan vrouwen te vinden zijn, meer hoger- dan laag opgeleiden, meer welgestelden dan minder welgestelde mensen, meer ouderen dan jongeren, meer ambtenaren dan mensen uit de private sector en meer mensen uit de stad dan afkomstig van het platteland. Bovendien zijn allochtonen nauwelijks vertegenwoordigd. Politieke besluitvorming in Nederland vindt plaats voor de burgers maar niet met hen. In dit college bestuderen we daarom ook mogelijke alternatieve vormen van politieke besluitvorming en met name gaan wij in op de ideeënvorming met betrekking tot de overlegdemocratie (deliberatieve democratie). Toetsing: werkstukken en participatie Subdiscipline 3: Politieke Theorie Oogmerk van Hedendaagse Debatten Politieke Theorie is het inzicht 121
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
te krijgen in de kwalitatieve vernieuwing en mogelijk vooruitgang van (subdisciplines in) de politicologie, in casu de politieke theorie. Dit gebeurt door na bibliotheekbezoek te inventariseren waarover politiek theoretici momenteel potentieel vernieuwende debatten voeren, en een van deze debatten uit te diepen. Beide onderdelen dienen afgesloten te worden met een paper, gebaseerd op Leidende Vragen: Tijdens het eerste deel van de cursus gaat het om een overzicht van actuele debatten. Bij het tweede deel van cursus gaat het om de analyse van een debat, waarbij een verband wordt gelegd met plannen voor de eigen masterthesis. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat de student daarmee ook kiest voor een definitief thesisonderwerp. Studenten verwerven kennis van en inzicht in de voornaamste methodologische en inhoudelijke debatten binnen de hedendaagse politieke theorie; zij analyseren kritisch en deconstrueren debatten en bijdragen aan debatten; zij leren de normatieve en epistemologische basis van bijdragen aan debatten te identificeren; zij weten hoofd- en bijzaken in de discipline (’normal’ en ’novel’ science) en in bijdragen aan een debat te onderscheiden; deze onderscheidingen weten zij logisch verantwoord te onderbouwen; zij reflecteren op de normatieve dimensie van politiektheoretisch onderzoek in een academische context; zij weten academisch verantwoord schriftelijk verslag te leggen van deze processen. Thema a: Overzicht van hedendaagse debatten De politicologie ontwikkelt zich enerzijds als ’normale’ wetenschap (normal science) door toepassing van ’normale’ onderzoeksinstrumenten en ’normale’ vragen op ’normale’ gebieden tegen de achtergrond van ’normale’ theorieën. Als men van vooruitgang in de wetenschap kan spreken, dan levert dit proces vooral kwantitatieve vooruitgang op. Anderzijds echter kunnen maatschappelijke ontwikkelingen, ontwikkelingen binnen de discipline zelf of kruisbestuiving met andere disciplines voor fundamentele veranderingen zorgen. Nieuwe instrumenten worden ingezet en geëvalueerd, nieuwe objecten in kaart gebracht, nieuwe vragen gesteld, nieuwe verklarende theorieën bedacht. Denk hierbij bv. (respectievelijk) aan: panelgroepen, het milieu, de rol van internationale NGO’s in Brussel, postmodernisme. Oogmerk van het eerste deel van de cursus is het inzicht te krijgen in de kwalitatieve vernieuwing en mogelijk vooruitgang van (subdisciplines in) de politicologie, in casu de politieke theorie. Dit gebeurt door na bibliotheekbezoek te inventariseren waarover politiek theoretici momenteel potentieel vernieuwende debatten voeren, en een van deze debatten uit te diepen. Het vak wordt afgesloten met een paper, gebaseerd op Leidende Vragen. Leidende vragen: 1. Inventariseer op basis van de voorgeschreven literatuur welke methodologische benaderingen binnen de politieke theorie te onderscheiden zijn. 122
MASTER POLITICOLOGIE
2. Inventariseer na een bibliotheekbezoek welke inhoudelijke en methodologische debatten momenteel (lees: over de afgelopen 5-10 jaar) in de politieke theorie plaatsvinden, geef daarvan een overzicht; selecteer er hieruit twee, waarvan een die mogelijk relevant is voor uw scriptie; beargumenteer waarom deze twee kwesties politicologisch (en niet perse politiek) relevant zijn. Thema b: Analyse van een hedendaags politiek-theoretisch debat Oogmerk van het tweede deel van de cursus is inzicht te krijgen in de kwalitatieve vernieuwing en mogelijk vooruitgang van (subdisciplines in) de politicologie, in casu de politieke theorie. Dit gebeurt door na bibliotheekbezoek te inventariseren waarover politiek theoretici momenteel potentieel vernieuwende debatten voeren, en een van deze debatten uit te diepen. Het vak wordt afgesloten met een paper, gebaseerd op Leidende Vragen Reconstrueer het debat van uw keuze: geef, in plaats van de chronologische volgorde waarin bijdragen verschenen, een overzicht van de logische structuur van het debat. Plaats het debat in zijn context: waar gaat het debat eigenlijk over? Kijk hierbij zowel naar de context of justification (a) als naar de context of discovery (b). Waardoor werd het debat opgeroepen (a en b), wanneer kan men zeggen dat een oplossing bereikt is (a)? Praten de participanten langs elkaar heen, en zo ja, waarom (b) en op welke punten (a)? Welke aspecten lijken bewust genegeerd (b) of onbewust vergeten (a) te worden? Welke (politieke) oogmerken hebben de participanten (b), welke politieke theorieën pogen zij te onderbouwen dan wel af te breken (a)? Beschrijf een mogelijk onderwerp voor een scriptie in relatie tot het debat van keuze: geef een tentatieve vaststelling en verantwoording van de probleemstelling (waarom moet deze vraag gesteld worden, waarom is ze nog niet afdoende beantwoord?), en een tentatieve vraagstelling en verantwoording daarvan (hoe geeft deze vraag een antwoord op of inzicht in het probleem?). Toetsing: werkstuk
Literatuur
123
(B) Voorbereiding Thesis Dit onderdeel bestaat uit twee delen. Deel 1 betreft het onderzoeksdesign, waarbij het gaat om het opfrissen van de methodologische en methodische kennis, mede aan de hand van empirische literatuur die studenten tijdens de Master al gelezen hebben. Deel 2 staat in het teken van de ontwikkeling van een eigen onderzoeksopzet, waarbij het de bedoeling is een politicologisch relevante en haalbare opzet voor een Masterthesis te schrijven. Toetsing: studenten schrijven een adequate thesisopzet Verplichte literatuur (onder voorbehoud): (A) Hedendaagse Debatten
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
1. Leer der Internationale Betrekkingen - Alexander Wendt, Social Theory of International Relations, Cambridge; Cambridge UP, 1999 (delen) - Tekstbundel (wordt ter beschikking gesteld). - Andrew Moravcsik, The Choice for Europe, Ithaca, Cornell UP, 1998 - M. Brown (ed), Debating the Democratic Peace, Cambridge: MIT Press, 1996. - Nader te bepalen 2. Vergelijkende Politicologie/Nationale Politieke Stelsels - J.S. Fishkin, The Voice of the People, New Haven: Yale University Press, 1997/ R. Putnam, Making Democracy Work, Civic Traditions in Modern Italy, Princeton University Press, 1994/ - Reader Deliberatieve Democratie (verkrijgbaar via Boekanin) 3. Politieke Theorie Thema a: - Naar keuze: W. Hodges Logic (Pelican), pp. 13-104, 238-254 of E.R. Emmet - Logisch Denken (Aula pocket) - Tekstbundel (wordt ter beschikking gesteld) Thema b: - Wordt vastgesteld in overleg met de studenten (B) Voorbereiding Thesis - Tekstbundel (wordt ter beschikking gesteld). Masterthesis Politicologie Cursuscode MTHPOL ECTS 18 Opleidingen POL Jaar 4 Trimester/semester 2 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Verbeek, dr. J.A. Docenten Stafleden Politicologie Voorkennis Hedendaagse Debatten en Voorbereiding Thesis Keuzevak Nee Doelstellingen Schrijven van masterthesis Cursusbeschrijving Studenten schrijven een masterthesis. In verplichte wekelijkse bijeenkomsten onder leiding van een docent houden studenten elkaar op de hoogte van hun vorderingen en bespreken zij inhoudelijke problemen. In de loop van het studiejaar krijgen studenten een gedetailleerde handleiding uitgereikt. Literatuur Niet van toepassing 124
MASTER POLITICOLOGIE
125
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
5
126
Keuzevakken en overig aanbod
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Minorgids voor Politicologiestudenten (2005-2006) De keuzeruimte van 24 ECTS kun je opvullen met losse keuzevakken, maar ook met een MINOR: een samenhangend pakket keuzevakken bij een andere opleiding dan politicologie aan de RU. Hierna volgen een aantal suggesties. Alle informatie is onder voorbehoud, aangezien deze gebaseerd is op wat er bekend was op 31 maart 2005. Indien een minor of keuzevak je belangstelling heeft, controleer dan op Blackboard, websites of via e-mail de actuele stand van zaken.
1.
Radboud Universiteit Nijmegen
Faculteit der Managementwetenschappen Opleiding
Minor
Vakken •
Conflict Analysis: The CICAM
•
making and breaking of states (24 ECTS)
Inleiding Polemologie (6 ECTS) Territoriale conflicten op de Balkan (Space, place en political conflicts) (6 ECTS)
•
Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus (6 ECTS)
•
- Legitimatie van veiligheidsbeleid (6 ECTS)
•
Actuele vraagstukken van oorlog en vrede (4 ECTS)
Conflictmanagement:
•
Veiligheidsdiscussies in Europa (6 ECTS)
Internationale actoren en
•
Dilemma’s bij VN-vredesoperaties (4 ECTS)
conflict (24 ECTS)
•
NGO en conflict (4 ECTS)
•
Tussen ‘early warning’ en militaire interventie (6 ECTS)
•
Inleiding polemologie (6 ECTS)
•
Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling (6 ECTS)
•
NGO’s en conflict (6 ECTS)
•
Tussen ‘early warning’ and militaire interventie (6 ECTS)
Conflict and development: violence in progress (24 ECTS)
•
Inleiding Polemologie (4 of 6 ECTS) of Actuele vraagstukken van oorlog en vrede (4 of 6 ECTS) Aanvullen tot 24 ECTS met een keuze uit de volgende vakken:
•
Territoriale conflicten op de Balkan (Space, place en political conflicts) (6 ECTS)
127
•
Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus (6 ECTS)
Conflict studies:
•
Legitimatie van veiligheidsbeleid (4 of 6 ECTS)
Keuzeminor (in overleg)
•
Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling (6 ECTS)
•
Veiligheidsdiscussies in Europa (4 of 6 ECTS)
•
Dilemma’s bij VN-vredesoperaties (4 of 6 ECTS)
•
NGO en conflict (4 of 6 ECTS)
•
Capita Selecta uit de Polemologie (4 of 6 ECTS)
•
Tussen ‘early warning’ en militaire interventie (6 ECTS)
•
Terrorisme: beeld en werkelijkheid (6 ECTS)
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Faculteit der Sociale Wetenschappen Opleiding
Communicatie-wetenschap
Minor
Communicatie-wetenschap 1
Vakken (alle vakken 6 ECTS) •
Inleiding in de communicatiewetenschap
•
Actuele sociale problemen
•
3 vakken naar keuze (oa. Massamedia als maatschappelijke instituties;
(30 ECTS)
Theorieën over de effecten van media; Productie en consumptie van nieuws)
Sociologie
•
Inleiding in de communicatiewetenschap
Communicatie-wetenschap
•
Actuele sociale problemen
2: mediabeleid
•
Kijk- en luisteronderzoek
(30 ECTS)
•
Mediabeleidsvraagstukken
•
Europees mediabeleid
•
Hoofdvragen Sociologie
•
Actuele sociale problemen
•
3 vakken van 4 (Theorieconstructie:
Sociologie
Hedendaagse sociologische theorieën;
(30 ECTS)
Theorieconstructie: Sociale ongelijkheid; Sociologisch thema: Maatschappelijke vooroordelen; Theorie en onderzoek: Leefstijlen)
Culturele Antropologie en
Culturele Antropologie en
Sociologie der niet-westerse Sociologie (enz) 1: culturele samenlevingen
antropologie
•
Inleiding in de culturele antropologie
•
Theorievorming en regionale oriëntaties
•
Actuele sociale problemen
•
2 vakken uit 4 (Cultuur en/in ontwikkeling; Gender, seksualiteit en familie; Politiek en etniciteit; Economische antropologie)
•
Inleiding in de culturele antropologie
Culturele Antropologie
•
Actuele sociale problemen
en Sociologie (enz) 2:
•
Hoorcollege economische antropologie
economische antropologie
•
Specialistisch literatuurtentamen
•
Inleiding in de culturele antropologie
•
Actuele sociale problemen
•
Verdere invulling in overleg met prof dr. A
•
Inleiding Ontwikkelingsstudies
•
Actuele sociale problemen
•
Globalisering en ontwikkelingsvraagstukken
•
2 vakken uit 4 (Cultuur en/in ontwikkeling;
economische antropologie Culturele Antropologie en Sociologie (enz) 3: Pacific Studies
Culturele Antropologie en Sociologie (enz) 4: Ontwikkelingsstudies
Borsboom
Gender, seksualiteit en familie; Politiek en bestuur; Ontwikkelingseconomie)
128
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Vrouwenstudies
Gender, cultuur en maatschappij
•
Actuele sociale problemen
•
Geheimen der liefde: Cultuur, gender,
•
3 vakken (keuze uit oa. Hoofdvragen van
wetenschap de sociologie; Meiden, jongens en het internet; Gender, cultuur en identiteit; Feminist classics) (http://vakkun.uci.kun.nl:8011/ois-htmlnl/
Psychologie
Biedt geen minors aan, wel
introois.html)
keuzevakken
•
Psychologie van de politiek
•
Intergroepsrelaties en groepsprocessen
Faculteit der Filosofie Opleiding
Minor
Vakken (http://www.ru.nl/filosofie/studiegids_20052006/index.htm) •
Algemene wetenschapsleer
•
Inleiding sociale en politieke
(bovenbouw) Filosofie
Biedt geen minors aan, wel keuzevakken
wijsbegeerte (propedeuse, ook bovenbouw) •
Wijsgerige ethiek (propedeuse)
•
Wijsgerige ethiek van de politieke praktijk: Media, burgers en politici
Faculteit der Letteren Studenten die deel willen nemen aan een minor dienen zich daarvoor voorafgaand aan het onderwijs van de minor in te schrijven. De inschrijving loopt via KISS in het domein ‘Letteren alle’. Opleiding
Minor (20 ECTS)
Vakken
Midden-Oosten Studies
Midden-Oosten Studies
•
(periode 1 + 2)
Mediterrane Studies
Mediterrane Studies
Inleiding geschiedenis van het MiddenOosten
•
Inleiding islam II
•
Inleiding politieke economie
•
Inleiding antropologie
•
Mediterrane Cultuurgeschiedenis I (tot
(buitenminor)
1750) •
Mediterrane Cultuurgeschiedenis II (na 1750)
129
•
Inleiding politieke economie MES
•
Inleiding antropologie MES
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Communicatie- en
Verkenningsminor Bedrijfs-
•
Inleiding Bedrijfscommunicatie en ICT
Informatieweten-schappen
communicatie
•
Interne Communicatie en ICT
•
Inleiding Interculturele Communicatie
•
Inleiding Bedrijfscommunicatie-onderzoek
Politieke geschiedenis
•
Aspecten van de politieke geschiedenis
1800 – heden
•
Nederlandse parlementaire geschiedenis
Geschiedenis
sinds 1945 (10 ECTS) •
Politieke Aspecten van de West-Europese Samenwerking
Geschiedenis
Nederland
nog niet bekend
Geschiedenis
Economische en sociale
nog niet bekend
geschiedenis Engelse Taal en Cultuur
Amerikanistiek
•
(buitenminor)
Literature, Survey Amerikaanse
(periode 1 + 2) Engelse Taal en Cultuur
3 cursussen, bijv. 20th-century American Geschiedenis, American Popular Culture
Focus on Canada:
•
History of Canada
Introduction to Canadian
•
Canadian Business, Politics and Society
Studies
•
Canadian Literature
US business, politics and
•
US Foreign Policy
society in comparative
•
Sociale Geografie van Noord-Amerika
perspective
•
American and Dutch Business Culture of
(periode 3 + 4) Engelse Taal en Cultuur
Economie voor alfa’s •
US Economic System in Comparative Perspective
Engelse Taal en Cultuur
Zuid-Afrika Studies
nog niet bekend
Algemene
Kunstbeleid
•
Kunstbeleid
•
Kunstjournalistiek
•
Praktijk beleidsvraagstukken
•
Organisatie en Management
Cultuurwetenschappen
130
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Faculteit Rechten De faculteit Rechtsgeleerdheid biedt ‘trajecten’ aan die voor politicologen interessant kunnen zijn, maar niet in de vorm van een minor (studenten krijgen er geen certificaat voor). Opleiding
Minor
Vakken (moeten ná elkaar gevolgd worden)
Traject 1
• •
Inleiding Europees recht (B1) Nederlands migratierecht (M Nederlands recht)
Traject 3
• •
Inleiding Europees recht (B1) Constitutional Perspectives of Substantive Law (B2 Int. & Europees recht)
•
Judicial Protection in the EU (M Int. & Europees recht)
Traject 4
Traject 8
•
Staats- en Bestuursrecht (B1)
•
Inleiding Europees recht (B1)
•
Bestuursrecht I en II (B2)
•
Staatsrecht (B2 Nederlands recht)
•
Milieurecht (M Nederlands recht)
•
Volkenrecht (B2 Nederlands recht)
•
Public Int. Law advanced (M Int. & Europees recht)
Traject 9
Traject 10
•
Staats- en bestuursrecht (B1)
•
Staatsrecht (B2 Nederlands recht)
•
Staatsrecht verdiept (M Nederlands recht)
•
Staats- en bestuursrecht (B1)
•
Staatsrecht (B2 Nederlands recht)
•
Amerikaans staatsrecht I (M Nederlands recht)
131
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
2.
Universiteit Leiden
2.1
Minors
Leiden kent een major/minorsysteem, waarbij studenten hun majorstudie politicologie kunnen combineren met een bijpassende minor. De keuze bestaat uit vijf minors. Bij ieder vak staat behalve het aantal ECTS ook een niveau aangegeven. Niveau 100 betekent dat het een inleidend vak betreft, dat vaak in het eerste jaar gevolgd wordt. Vakken met niveau 200 en 300 worden in het tweede en/of derde jaar gevolgd.
Fac. Sociale Wetenschappen Bestuurskunde: minor Beleid en Bestuur (52 ECTS)
• • • • • • • •
Bestuurskunde I: inleiding (7 ECTS, 100) Bestuurskunde II: besluitvorming (6 ECTS, 100) Bestuurskunde III: organisatie & management (6 ECTS, 100) Recht in een politiek-bestuurlijke context I (6 ECTS, 100) Beleid I (6 ECTS, 200) Organisatie & management I (10 ECTS, 200) Beleid II óf Organisatie & management II (beide 7 ECTS, 300) Ethiek en kernthema’s van het openbaar bestuur óf Recht in een politiekbestuurlijke context II (9 ECTS, 200).
Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie: minor Cultuur (51 ECTS)
• • • • •
Inleiding Culturele Antropologie (6 ECTS, niveau 100) Ontwikkelingsproblematiek (6 ECTS, 200) Inleiding Ontwikkelingssociologie (6 ECTS, 100) Indonesië I óf Sub-Sahara Afrika I (beide 9 ECTS, 100); min. 9 ECTS uit de vakken: Stedelijke Ontwikkeling (4 ECTS, 200), Antropologie, ontwikkeling en milieu (6 ECTS, 100), Anthropology of music (6 ECTS, 100), Maatschappelijke vraagstukken (6 ECTS, 100), Land en volk van India (6 ECTS, 100), Religieuze processen (4 ECTS, 200), Sociale organisatie en voorstellingen (4 ECTS, 200), Medische sociologie en antropologie I (4 ECTS, 200); één van de vakken: Indonesië II, Sub-Sahara Afrika II, Medische sociologie en antropologie II, Gender, globalisation and social policy, Religieuze en structurele antropologie, Urbane sociologie en antropologie, Kwalitatieve methoden en technieken (alle 14 ECTS,300).
•
132
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Geschiedenis (60 ECTS)
• • • •
•
•
• •
Psychologie (51 ECTS)
133
• • • • • • • •
Vaderlandse geschiedenis (7 ECTS, niveau 100) Inleiding in de geschiedwetenschap I (2 ECTS, 100) Economische en sociale geschiedenis óf Algemene contemporaine geschiedenis (7 ECTS, 100) één van de vakkenbundels: De Republiek in de Gouden Eeuw 1600-1700 (4 ECTS, 300), Propaganda (4 ECTS, 300) en ‘In godsvertrouwen alles voor het vaderland’ (4 ECTS, 300) óf Amerikaanse ideeëngeschiedenis (4 ECTS, 300), Geschiedenis van Spanje (4 ECTS, 300) en Staat en natie in de Europese geschiedenis (4 ECTS, 300); twee van de vakken: Geschiedenis van het antisemitisme, Migratie in de westerse wereld in de 19e eeuw, De wereldeconomie in de 19e eeuw, De wereldeconomie in de 20e eeuw, Ontstaan en ontwikkeling van de Europese Unie, Inleiding militaire geschiedenis, Varen en vechten in het Atlantisch gebied, De Republiek in de Gouden Eeuw 1600-1700, Propaganda, ‘In godsvertrouwen alles voor het vaderland’, Amerika van kolonie tot wereldmacht, Duitse geschiedenis 1800-2000, Geschiedenis van de Europese expansie, Amerikaanse ideeëngeschiedenis, Geschiedenis van Spanje, Staat en natie in de Europese geschiedenis (alle 4 ECTS, 300); één van de vakken: Amerikaanse toestanden, Bron van welvaart of poel des verderfs, Migratie, integratie en gemengde huwelijken, Agressie en geweld, Wanneer grenzen verschuiven, Opkomst en neergang van de verzorgingsstaat, Times of turmoil, Economische dekolonisatie in Zuidoost-Azië, Kleine landen in de internationale economie, Prinsheerlijk in een Republiek, Schaarste en overvloed, Inleiding tot de maritieme geschiedenis, Monopolie tegen competitie, Gender-geschiedenis in Nederland 1600-1900, Voortgezette militaire geschiedenis van Nederland, ‘God behoede ons voor erger’, Frankrijk 1870-1945, Immigrants and Frontiersmen, Inleiding tot de koloniale periode, Kunst en kanonnen: de Italiaanse oorlogen, U.S. history 1917-1991, Atlantische geschiedenis 1500-heden, De Koude Oorlog 1945-1962, De Kwestie Noord-Ierland 1921-2004, Kolonialisme en imperialisme, The Habsburg monarchy and its legacy, De Verenigde Staten vanaf de wederopbouw (alle 8 ECTS, 300); Geschiedenis van de geschiedschrijving óf Wijsbegeerte van de geschiedenis (beide 4 ECTS) één van de vakken: The colour of money, Wonen met uitzicht op zee, Antisemitisme en emancipatie in de VS, Migrantenorganisaties, Bedrijven in oorlog en crisis, Europese economische integratie 1943-1963, Schepen, slaven en suiker, ‘Dit was nu een atoomexplosie’, De idealen van de Franse revolutie, De Republiek tussen de grote mogendheden, Nederlandse egodocumenten 1700-1945, De Ierse revolutie 19131923, Denken over oorlog en vrede in de renaissance, Geist und Macht, U.S. history between the world wars, Veranderingen van régime, De transatlantische gemeenschap 1941-1989, ‘Go west, young men’ (alle 12 ECTS). Inleiding psychologie (7 ECTS, niveau 100) Inleiding sociale en organisatiepsychologie (7 ECTS, 100) Geschiedenis van de psychologie (4 ECTS, 100) Groepsdynamica (6 ECTS, 300) Interpersoonlijke beroepsvaardigheden (6 ECTS, 200) Inleiding ontwikkelings- en onderwijspsychologie (7 ECTS,100) Persoonlijke, klinische en gezondheidspsychologie (7 ECTS, 100) Cognitieve en biopsychologie (7 ECTS, 200)
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Wijsbegeerte (53 ECTS)
•
• •
•
2.2
Universiteit Leiden - Relevante keuzevakken bij politicologie buiten de aangeboden minors
Politicologie
134
vijf van de vakken: Moderne wijsbegeerte, Metafysica, Kennisleer en wetenschapsfilosofie, Cultuurfilosofie, Antieke wijsbegeerte, Wijsgerige antropologie I, Logica, Ethiek, Middeleeuwse wijsbegeerte, Hedendaagse wijsbegeerte (alle 5 ECTS, niveau 200); één van de vakken: Anti-Aristotelisme, Cognitiefilosofie, Wittgensteins Tractatus, Politieke filosofie (8 ECTS, 300); twee van de vakken: Filosofie van het denkraamdenken, Introduction to Kant, Wijsgerige antropologie 2, De druk van de beleving, Philosophy of Language (5 ECTS, 300), één van de vakken: Achtergrond en invloed van het Liber de causis, Law, community and ethical life in Hegel’s early writings, Bewustzijn: het echte probleem, Taal in de filosofie, Metaphysics of Thought, Meta-ethiek, Benjamins Taalfilosofie, Denken en dichten: Heidegger en Hölderlin (5 ECTS, 300).
•
Politieke psychologie (Niveau 200, 7 ECTS, trimester 1)
•
Political leadership (Niveau 300, 10 ECTS, trimester 1)
•
Politieke participatie en verkiezingen (Niveau 300, 10 ECTS, trimester 1)
•
Rational choice theory (Niveau 300, 7 ECTS, trimester 2)
•
Political socialization (Niveau 300, 10 ECTS, trimester 2)
•
Politics in developing countries (Niveau 300, 10 ECTS, trimester 2)
•
Politiek en media (Niveau 200, 6 ECTS, trimester 3)
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
3.
Universiteit van Tilburg
(http://www.uvt.nl/faculteiten/fww/onderwijs/opleidingen/bachelor/minornw.html) Indien je een minor op het terrein van de Economische Wetenschappen wilt volgen dien je het ‘Registratieformulier’ in te vullen. Daarnaast dien je contact op te nemen met mevrouw R. Lukkenaer om je voor desbetreffende cursus in te schrijven. Mail:
[email protected], tel: (013) 4662023. Faculteit Economische Economie en samenleving
•
Economie en maatschappij (6 ECTS)
Wetenschappen
•
Macro-economie (6 ECTS)
•
Organisatie van de onderneming 2 (6 ECTS)
(24 ECTS)
• Micro-economie (6 ECTS) Faculteit rechten
Recht en management
• Economie, recht en management (4 ECTS)
(overheid)
• Staatsrecht (6 ECTS)
(31,4 of 33,4 ECTS)
• Bestuursrecht (6 ECTS) • Economie voor recht en management (11,4 ECTS) • Aangevuld met één van de volgende cursussen: Inleiding Internationaal en Europees Recht (4 ECTS) of Sociaal Recht en sociale politiek (6 ECTS)
Faculteit Sociale
Sociologie
wetenschappen
(22,7 – 24 ECTS)
• Thema: cultuur, maatschappij en geschiedenis 6 ECTS • Hoofdvragen van de sociologie 6 ECTS • Aangevuld met één van de volgende cursussen: Sociologie voor maatschappijwetenschappen (5 ECTS) of Hedendaagse sociologische theorieën (6 ECTS) • Aangevuld met één van de volgende cursussen: Organisation Theory (6 ECTS), Maatschappelijk verantwoord ondernemen (6 ECTS) of Economic sociology (5,7 ECTS)
135
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
4.
De Universiteit van Amsterdam (UvA)
4.1
Minors
Als je een minor wilt volgen aan de UvA terwijl je er geen student bent, kun je je niet bij de opleiding die de minor verzorgt inschrijven, maar moet je je als bijvakstudent inschrijven bij het Service en Informatiecentrum (het SIC), Binnengasthuistraat 9, 1012 ZA Amsterdam, telefoon: 020-525888. Je moet je dan aanmelden bij het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS). Daarna ontvang je een bevestiging van de aanmelding voor de betreffende minor. Er kan door het IIS een verklaring (certificaat) plus vakkenoverzicht afgegeven worden waarop vermeld staat dat je een minor met succes hebt doorlopen, welke minor is behaald en uit welke modulen de minor bestond. Studenten die meer informatie willen over het minoraanbod kunnen contact opnemen met de contactpersoon of met de studieadviseur van de betreffende faculteit, of met de coördinator van het IIS, Jeanine Meerburg, te bereiken via Secretariaat IIS, Sarphatistraat 104, 1018 GV Amsterdam. Tel.: 020-525 5190, e-mail:
[email protected] Fac. Maatschappij- en Gedragswetenschappen Aziëstudies
• Inleiding tot het moderne Azië (10 ECTS)
(30 ECTS)
• De verbeelding van Azië (10 ECTS) • Twee van de vakken: East Asia: powerhouse and politics, Southeast Asia: contested identities and political experiments, South Asia: diversity and contradictions, Central Asia & the Caucasus in global politics, Partook van de ontwikkelingsprojecten in Azide: gender en milieu, Europeanen in pacifisch Azië, Europe and Asia: interactions and comparisons (in a globalizing context) (alle 5 ECTS)
Bestuurskunde
• Bestuur en beleid (10 ECTS)
(30 ECTS)
• Kernmodule bestuur en beleid (10 ECTS) • Bestuurskundig redeneren (10 ECTS)
Gender, seksualiteit en
• Basisprogramma vrouwenstudies (10 ECTS)
cultuur
• Geschiedenis van het politiek-sociale denken over sekse (10 ECTS)
(30 ECTS)
• Experiencing differences (10 ECTS)
Internationale
• Inleiding internationale ontwikkelingsstudies (10 ECTS)
Ontwikkelingsstudies
• Twee van de vakken: Internationale lezingencyclus, Gezondheid en
(30 ECTS)
ontwikkeling, Internationale communicatie, cultuur en ontwikkeling, Kinderen in ontwikkeling, Refugees in the North and South, Religion and identities in a globalizing world, Rechtspluralisme en ontwikkeling: positie van inheemse volken, Onderwijs en ontwikkeling, NGO’s en participatie: het perspectief van kinderen (alle 10 ECTS)
Organisatiekunde (30
• Visies op organiseren (10 ECTS)
ECTS)
• Politiek, ethiek en management (10 ECTS) • Ethics of international organisations (10 ECTS)
136
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Sociale Geografie (30 ECTS)
• Eén van de vakken: Inleiding in de geografische informatiesystemen (GIS), Fundamenten van de geografie (beide 6 ECTS) • Vier van de vakken: Geografie van stad en platteland I én Stad en platteland: stad, stedelijke ontwikkeling en stedelijk leven; Politieke en culturele geografie I én II; Geografie en planologie van ontwikkelingslanden I én II; Milieugeografie en –planologie I én II; Economische geografie en economische planologie I én II; Sociale demografie I: bevolkingsdynamiek, beleid en woningmarkt én Sociale demografie II: migratie migranten en samenleving (alle 6 ECTS)
Science and
• The Double Helix: Introduction to Science and Technology Studies (10 ECTS)
Technology Studies
• Controversies in Science (10 ECTS)
(Wetenschapsdy-
• Project group minor in Science and Technology Studies (10 ECTS)
namica, 30 ECTS) Fac. Geesteswetenschappen Algemene Geschiedenis (30 ECTS)
• Twee van de vakken: AG I: de wereld van de oudheid, AG II: het middeleeuwse Europa en de Renaissance, AG III: Europa van Reformatie en de Revoluties, AG IV: de moderne wereld (alle 5 ECTS) • Twee van de vakken: Overzicht en thema’s Nederlandse geschiedenis, Statenstelsel en wereldsysteem, Stedelijke samenleving en stadscultuur, Geloof en wetenschap (alle 10 ECTS)
Amerikanistiek
• Metropolitan America (10 ECTS)
(30 ECTS)
• Photography and American History (10 ECTS) • Survey Course in American History (10 ECTS)
Argumentatie
• Argumenteren en discussiëren (10 ECTS)
(30 ECTS)
• Dialectische en retorische analyse van argumentatie (10 ECTS) • Inleiding communicatie en argumentatie (10 ECTS)
Cultureel Erfgoed (30
• Artefact. Roofbuit of erfgoed: het circuit der objecten (10 ECTS)
ECTS)
• Cultuurbeleid: theorie en beroepspraktijk (10 ECTS) • Erfgoed, toerisme en identiteit (10 ECTS)
Documentaire
• Informatie en samenleving (10 ECTS)
Informatiewetenschap
• Informatie en organisatie (10 ECTS)
(30 ECTS)
• Eén van de vakken: Oriëntatie nieuwe media: mediatechnologie en cultureel geheugen, Documentaire informatiebronnen, Informatietechnologie en –systemen (alle 10 ECTS)
Duitse Geschiedenis
• Duitsland sinds 1989/1990: die Berliner Republik (10 ECTS)
en Cultuur
• Duitsland, land van dichters en denkers I (5 ECTS)
(30 ECTS)
• Duitsland, land van dichters en denkers II (5 ECTS) • Ondergang en val van de Oost-Duitse modelstaat in de lange crisis van 19801990 (10 ECTS)
Ethiek en Politieke en Sociale Filosofie (30 ECTS)
• Twee van de vakken: Ethiek, Politieke en Sociale Filosofie, Algemene Inleiding in de Filosofie (alle 10 ECTS) • Eén van de vakken: Emoties en Integriteit, Recente Politieke Filosofie (beide 10 ECTS)
137
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Europees Recht
• Inleiding recht (10 ECTS)
(30 ECTS)
• Institutioneel Europees recht (10 ECTS • Markt, marktordening, mededinging, munt: bevordering van economische integratie door regulering (10 ECTS)
Europese Economie
• Europese economie (10 ECTS)
(30 ECTS)
• Inleiding algemene economie (10 ECTS) • Markt, marktordening, mededinging, munt: bevordering van economische integratie door regulering (10 ECTS)
Europese
• Europese integratie (10 ECTS)
Internationale
• Historische vormgeving van Europa (5 ECTS)
Betrekkingen
• De wereld in crisis: internationale betrekkingen sinds 1945 (10 ECTS)
(30 ECTS)
• De herschikking van Europa: internationale betrekkingen in Europa na de val
Europese Studies (30
• Culturele vormgeving van Europa (10 ECTS)
ECTS)
• Europese integratie (10 ECTS)
van de muur (keuze voor hoor- óf werkcolleges; beide 5 ECTS)
• Historische vormgeving van Europa (5 ECTS) • Onderzoeksopdracht Europese studies (5 ECTS) Geschiedenis in
• Mentaliteitsgeschiedenis (10 ECTS)
Thema’s
• Overzicht algemene geschiedenis I: de wereld van de oudheid (5 ECTS)
(30 ECTS)
• Overzicht AG II: het middeleeuwse Europa en de Renaissance (5 ECTS) • Overzicht AG III: Europa van Reformatie en de Revoluties (5 ECTS) • Overzicht AG IV: de moderne wereld (5 ECTS) • Winnaars en verliezers: het probleem van de Vooruitgang (10 ECTS)
Geschiedenis van de Internationale
• De herschikking van Europa: internationale betrekkingen in Europa na de val van de muur (keuze voor hoor- óf werkcolleges; beide 5 ECTS)
Betrekkingen
• Overzicht algemene geschiedenis IV: de moderne wereld (5 ECTS)
(30 ECTS)
• Statenstelsel en wereldsysteem (10 ECTS) • De wereld in crisis: internationale betrekkingen sinds 1945 (10 ECTS)
Islam (30 ECTS)
• Introduction to the Law of the Middle East (10 ECTS) • Islam in Europa: religie, seculiere staat en publiek domein (10 ECTS) • Eén van de vakken: Cultuurkunde (Arabisch), Islam (beide 10 ECTS)
Kritiek en Journalistiek
• Practicum Kritiek en journalistiek (10 ECTS)
(30 ECTS)
• Kritiek en argumentatie (5 ECTS) • Medialandschap (5 ECTS) • Het schrijven van kritieken (5 ECTS) • Theorie en de geschiedenis van de journalistieke kritiek (5 ECTS)
Metafysica en de
• Geschiedenis van de filosofie (10 ECTS)
Geschiedenis van de
• Metafysica (10 ECTS)
Filosofie (30 ECTS)
• Eén van de vakken: Specialisatie metafysica: het zelfde en het andere in hedendaagse Franse filosofie, Colloquium geschiedenis van de filosofie (beide 10 ECTS)
138
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Nederlands
• Curaçao, geschiedenis en herinnering (10 ECTS)
Kolonialisme
• Koloniale en postkoloniale cultuur- en literatuurgeschiedenis (10 ECTS)
(30 ECTS)
• Surinaamse en Antilliaanse talen in Nederland (10 ECTS)
Nederlandse
• De kleine geloven in Nederland rond 1900 (10 ECTS)
Geschiedenis
• Overzicht en thema’s Nederlandse geschiedenis (10 ECTS)
(30 ECTS)
• Winnaars en verliezers: het probleem van de Vooruitgang (10 ECTS)
Nieuwe Geschiedenis
• Literatuur en bronnen Nieuwe geschiedenis (5 ECTS)
(30 ECTS)
• Overzicht algemene geschiedenis III: Europa van de Reformatie tot de Revoluties (5 ECTS) • Suiker. De koloniën, de suikerindustrie in Amsterdam en de consumenten (1621-1858) (10 ECTS) • Weg met de koning! Republieken en republikanisme sinds de Renaissance (10 ECTS)
Nieuwste Geschiedenis • Europese Plekken. Lieux de mémoire van de korte twintigste eeuw (10 ECTS) (30 ECTS)
• Literatuur en bronnen Nieuwste geschiedenis (5 ECTS) • Overzicht algemene geschiedenis IV: de moderne wereld (5 ECTS) • De wereld in crisis. Internationale betrekkingen sinds 1945 (10 ECTS)
Oost-Europese Studies • De herschikking van Europa: Internationale betrekkingen in Europa na de val (30 ECTS)
van de muur (10 ECTS) • Russische en Oost-Europese geschiedenis (10 ECTS) • Russische en Oost-Europese politieke stelsels (10 ECTS)
Sociaal-economische
• Inleiding sociale wetenschappen voor historici (10 ECTS)
Geschiedenis
• Overzicht algemene geschiedenis III: Europa van de Reformatie tot de
(30 ECTS)
Revoluties (5 ECTS) • Sociaal-economisch historisch onderzoek in de praktijk: stadsgeschiedenis: een bruikbaar begrip? (10 ECTS) • Europa in mondiaal perspectief: de opkomst van de westerse wereld, 10002000 (5 ECTS)
Wetenschaps-filosofie
• Wetenschapsfilosofie (10 ECTS)
(30 ECTS)
• Voortgezette inleiding in de wetenschapsfilosofie: van epistemologie naar antropologie van wetenschap (10 ECTS) • Eén van de vakken: Logica en de linguistic turn, Geschiedenis van de filosofie, Algemene inleiding in de filosofie (alle 10 ECTS)
Faculteit Economische Wetenschappen en Econometrie Internationale
• Beginselen van de economie (10 ECTS)
Economie
• Internationale economische betrekkingen: handel (5 ECTS)
(30 ECTS)
• Internationale economische betrekkingen: monetaire stelsels (5 ECTS) • Twee van de vakken: European economic integration, Economic systems, Transition economics, Ontwikkelingseconomie, International economics, International economic organisations, International environmental organisations (alle 5 ECTS)
139
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Politieke Economie (30
• Inleiding algemene economie (10 ECTS)
ECTS)
• Politieke economie (5 ECTS) • Institutionele economie (10 ECTS) • Eén van de vakken: Ontwikkelingseconomie, Economische stelsels, Technology management (5 ECTS)
4.2
UvA – Relevante keuzevakken bij politicologie buiten de aangeboden minors
Rechtsorde politicologisch beschouwd
8 ECTS, semester 1
United Nations and the information society
10 ECTS, semester 1
Speltheorie en IB
10 ECTS, semester 1
Politieke evaluatie
10 ECTS, semester 1
European Union of 25
10 ECTS, semester 1
Visies op organiseren
10 ECTS, semester 1
Anders globalisering
10 ECTS, semester 1
Weapons of mass destruction
10 ECTS, semester 1
Populism and nationalism
10 ECTS, semester 1
Etnische diversiteit in de politieke theorie
10 ECTS, semester 1
Europe in the global political economy
10 ECTS, semester 1
Mondiale ongelijkheid, in het bijzonder sinds het einde van de Koude Oorlog
10 ECTS, semester 2
Milieugroepen als internationale politieke actoren
10 ECTS, semester 2
Politiek van organiseren
10 ECTS, semester 2
Organisatie-ethiek: lokaal en globaal
10 ECTS, semester 2
Duitsland, Europa en Azië: op weg naar een nauwere samenwerking?
10 ECTS, semester 2
Nederlands buitenlands beleid na 1945
10 ECTS, semester 2
Varieties of Work and Welfare: European versus Anglo-Saxon
10 ECTS, semester 2
De ‘achterkant’ van Internationale Betrekkingen
10 ECTS, semester 2
Externe economische betrekkingen van de EU
10 ECTS, semester 2
Course on Negotiation and Conflict Resolution
10 ECTS, semester 2
Hoe genocide begint
10 ECTS, semester 2
140
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
5. Universiteit Utrecht Een minor is een samenhangend pakket van cursussen in een bepaald vakgebied (minimaal 4 cursussen van elk 7,5 ECTS). Bestuurs- en organisatiewetenschap http://www.usg.uu.nl/index.cfm/site/USBO/pageid/8EEF817F-3048-275E-607CDB0D6D436B9D/index.cfm Meer informatie (030) 253 8293,
[email protected] Opleiding
Minor
Vakken Inleiding organisatie, beleid en management (7.5
Bestuurs- en organisatieweten-schap
ects) B&O Algemeen
Management van organisaties (7.5 ects) Bestuurskunde (7.5 ects) B&O keuzecursus op niveau 3 (7.5 ects) Inleiding organisatie, beleid en management (7.5 ects)
B&O Bestuur en beleid
Management van openbaar bestuur (7.5 ects) Bestuurskunde (7.5 ects) Bestuur en organisatie internationale ontwikkelingssamenwerking (7.5 ects)
B&O Management en communicatie Communicatie http://www2.let.uu.nl/Solis/homelet/minor/index.htm; Informatie (030) 253 7734,
[email protected] Communicatie- en Communicatie
Informatiewetenschappen Communicatie-kunde
Economie (Utrecht school of Economics) http://www.uu.nl/uupublish/onderwijs/studiepuntonline/onderwijsprogram/minoreconomie/33390main.html Meer informatie: Huub Klein Schiphorst, e-mail
[email protected];
[email protected] Opleiding
Minor
Vakken • Inleiding algemene economie • Inleiding bedrijfseconomie
Economie
Economie en Politiek
• Economie van de publieke sector • Politieke besluitvorming en coördinatie in de economie
Geschiedenis http://www2.let.uu.nl/Solis/homelet/minor/index.htm Opleiding Geschiedenis
141
Minor Conflict studies (Engelstalig)
Vakken Informatie (030) 253 6443 confl
[email protected]
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Er worden heel veel cursussen aangeboden. Het pakket mag je zelf samenstellen, onder voorwaarde Geschiedenis
dat de minor in totaal 30 ects telt (iedere cursus is 7.5 ects). Informatie (030) 253 6353
[email protected]
Milieuwetenschappen (http://www.geo.uu.nl/onderwijs/bachelor/minors/milieumw/22845main.html) Opleiding
Minor Milieu-maatschappijwetenschappen
Vakken Informatie
[email protected]
Rechten (http://www2.law.uu.nl/student/bachelor/minor.html) Informatie
[email protected] Opleiding
Minor
Vakken Studenten leren reflecteren op de functie en het karakter van het strafrecht in groter maatschappelijk
Criminologie
en politiek verband. Het gaat niet alleen om de achtergronden van het strafrecht maar ook om de sociale en individueel psychologische gevolgen van strafrechtelijke ingrepen. De minor biedt studenten de mogelijkheid om een goede basis te verwerven in de belangrijkste leerstukken van deze rechtsgebieden en enig inzicht
Internationaal en
te krijgen in de belangrijke rol die zij spelen in sociaal-
Europees Recht
economische beleidsvraagstukken, de rechten van de mens, de internationale politiek en het buitenlands beleid van Nederland en de EU, vrede en veiligheid, en de bestrijding van internationale misdrijven.
Sociale geografie (http://www.geo.uu.nl/onderwijs/bachelor/minors/21435main.html) Informatie
[email protected] Het programma richt zich op de economische analyse Economische geografie
van de wereld, waarbij de regionale verscheidenheid van economische globalisering en technologische vernieuwing voorop staat. De ontwikkelingsgeografie houdt zich bezig met de analyse van de sociaal-ruimtelijke aspecten van de ontwikkeling van economie en samenleving van de
Ontwikkelings-geografie ontwikkelingsgebieden. Hierbij staan de gevolgen van het voortschrijdende mondialiseringsproces, alsmede het vraagstuk van duurzaamheid en goed bestuur (‘governance’) centraal. Europese Regionale Studies
In deze minor staat de bestudering van Europa centraal, vanuit een veelzijdig geografisch perspectief.
Sociale wetenschappen http://www.uu.nl/uupublish/defaculteit/organisatie/diensten/onderwijsenstude/ onderwijsenstude/studiegidsen/minors/32163main.html
142
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Antropologie en de geschiedenis van Latijns-Amerika en het Caraibisch gebied Beleidssociologie
Deze minor behandelt de geschiedenis van Latijns Amerika en het Caraibisch gebied met specifieke aandacht voor thema’s die een belangrijke rol spelen in de regio: cultuur, trauma, geweld en verzoening, dictatuur en democratie en inheemse volken. Deze minor biedt een student kennis en inzicht in sociologische theorieën over (en toepassingen van) beleidsprocessen. Informatie
[email protected]
Communicatie Culturele diversiteit
Informatie
[email protected] Kennismaking met verschillende invalshoeken op culturele diversiteit vanuit maatschappij-, cultuur- en gedragswetenschappen. Brede analyse van theorie en beleid rond internationale relaties, maatschappelijke interventies in de landen die vroeger als de ‘Derde Wereld’ werden aangeduid, met accent op landen in Latijns
Ontwikkelings-
Amerika. Thematisch verwerven studenten kennis
vraagstukken
over analyse van processen van massale armoede en de gevolgen daarvan en over de analyse van gewelddadige binnenlandse conflicten en de gevolgen daarvan (interventies door militairen, vredesmissies, verzoeningcommissies, etc).
Solidariteit en sociaal
Deze minor biedt een student kennis en inzicht in
kapitaal
sociologische theorieën. Informatie
[email protected]
Verkenning in de antropologie op het thema multiculturele samenleving Multi-disciplinaire kennismaking met de Amerikaanse cultuur in de breedste betekenis van het woord. Er Talen en culturen
Amerikanistiek
is een aanbod van 10 cursussen, waaruit zelf een pakket samen te stellen is (niet alle cursussen zijn even politiek relevant). Informatie (030) 253 6034
[email protected] • •
Dictatuur en democratie naar keuze, 1 van de 3 aangeboden inleidingen (een historische, een
Latijns-Amerika Studies
literair-culturele en een cultureelantropologische) •
2 cursussen naar vrije keuze.
Informatie (030) 253 6407
[email protected]
143
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
In deze minor verwerf je elementaire kennis van het Taal en cultuur van het
Arabisch, Perzisch, of Turks. Daarnaast verdiep je je
Islamitische Midden-
in de islam, en in de geschiedenis en cultuur van het
Oosten
Midden-Oosten. Informatie (030) 253 6135
[email protected]
Wijsbegeerte (http://www.phil.uu.nl/onderwijs/wijsbegeerte/minorgids/index.html) Mogen wij mensen klonen? Mogen wij met dieren experimenteren? Wat voor verplichtingen hebben Ethiek
wij ten opzichte van mensen in de derde wereld? Het vak Ethiek houdt zich met dit soort vragen bezig. Contactpersoon prof. dr. M. Duwell: marcus.
[email protected] De belangrijkste posities binnen de hedendaagse sociale filosofie, wijsgerige antropologie en politieke
Filosofie van mens en maatschappij
filosofie. Op steeds verschillende wijze werpen de cursussen in deze minor licht op de wijze waarop de begrippen individuele mens en sociale relatie in een wederzijdse afhankelijkheidsrelatie staan. Contactpersoon
[email protected]
6.
Vrije Universiteit Amsterdam
Relevante keuzevakken bij politicologie Political sociology
6 ECTS, periode 1 (van de 6)
Politieke economie: thema’s en benaderingen
6 ECTS, periode 3 (van de 6)
144
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Politicologie voor niet-politicologiestudenten: Minors Politicologie Niet-politicologiestudenten hebben bij de Bacheloropleiding Politicologie de keuze uit vier minors, te weten: • Vergelijkende Politicologie • Internationale Betrekkingen • Politieke Filosofie • Europese Integratie Elke minor kent een omvang van 24 ECTS. Voor alle minors is de cursus Inleiding Politicologie (semester 1.1) verplicht. Wanneer je de betreffende minor succesvol hebt afgerond, krijg je het daarbij behorende certificaat. Vergelijkende Politicologie
ECTS
semester
Inleiding politicologie Nederlandse Politiek in Vergelijkend Perspectief Vergelijkende Politicologie Vergelijkende Ananlyse van Buitenlands Beleid**
6 6 6 6
1, blok 1 2, blok 1 2, blok 1 2, blok 2
6 6 6 6
1, blok 1 2, blok 2 onbekend 2, blok 2
6 6 6 6
1, blok 1 1, blok 2 1, blok 2 onbekend
6 6 6 6
1, blok 1 1, blok 1 1, blok 2 1, blok 1+2
Internationale Betrekkingen Inleiding politicologie Leer der Internationale Betrekkingen Internationale Organisaties* Vergelijkende Analyse van Buitenlands Beleid Politieke Filosofie Inleiding politicologie Politieke Stromingen van de 20e eeuw Europese Politieke Filosofie Rationaliteit en rechtvaardigheid* Europese Integratie Inleiding politicologie Politieke Aspecten van de West-Europese Samenwerking Europese Politieke Filosofie Project 2: European Governance***
Praktische informatie Deze minors zijn samengesteld uit de cursussen uit het nieuwe studieprogramma politicologie zoals dat vanaf 2006-2007 in zijn geheel zal worden aangeboden. Cursussen met een * worden pas in 2006-2007 verzorgd. Studenten die een volledige minor politicologie willen afronden in het studiejaar 2005-2006 wordt verzocht voor de met * aangemerkte cursussen een vervangende cursus aan te vragen via de studieadviseur politicologie, drs. S. Schrijner (
[email protected]). ** In 2006-2007, naar keuze ‘Vergelijkende Analyse van Buitenlands Beleid’ of ‘Lokale Politiek’. *** In 2006-2007, naar keuze ‘Project 2: European Governance’ of ‘Internationale Organisaties’.
145
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Gedetailleerde informatie over de inhoud van de cursussen staat in deze studiegids bij de cursusbeschrijvingen en op Blackboard. Neem voor meer informatie contact op met de studieadviseur, drs. S. Schrijner
[email protected]).
146
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Keuzevakken aangeboden door docenten politicologie Politiek, macht en gender Cursuscode BKV02a ECTS 5 Opleidingen POL Jaar KV Trimester/semester 2 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm deelname, opdracht en open boek tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Verloo, dr. M.M.T. Docenten Dr. M. Verloo Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Deelnemers zijn na de cursus in staat actuele discussies in de vrouwenstudietijdschriften te begrijpen. Zij hebben een begin gemaakt met het vormen van een eigen theoretisch standpunt. Zij zijn in staat maatschappelijke verschijnselen vanuit theoretische perspectieven te bestuderen. Cursusbeschrijving De cursus behandelt zowel theoretische concepten als maatschappelijke verschijnselen. Concreet gaat het over: theoretische stromingen binnen vrouwenstudies, vooral voor zover die relevant zijn voor het begrijpen van politieke vraagstukken: socialisatietheorieën, (neo)marxistische theorieën en (neo) psychoanalytische theorieën, vertooganalyse centrale begrippen: democratie, feminisme, gender, macht, patriarchaat, moraal (`ethics of care’ en `ethics of justice’), gelijkheid en verschil, constructie en deconstructie, autonomie en individualisering sekseverschillen in politieke participatie relatie feminisme en burgerschap: identiteitspolitiek, cyborgfeminisme Literatuur nader op te geven artikelen International Political Economy Cursuscode IPO9042 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar KV Trimester/semester 1 Blok 1 en 2 Specialisatie Tentamenvorm Term paper and written exam Taal English Cursuscoördinator Verbeek, dr. J.A. 147
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Docenten Voorkennis
Dr. Bertjan Verbeek The course is open to students of Politics, International Relations, Sociology, Social Policy, Public and Business Administration, Economics, Human Geography, and Planning Studies who have completed a minimum of 4 semesters of study. Keuzevak Ja Doelstellingen After having completed the course, students will be able to understand the interrelationship between (inter)national politics and (inter)national economics, in particular economic globalisation and its effects on the freedom of manoeuvre of states and other national and international actors such as multinational corporations, international organisations, and (domestic as well as international) pressure groups, to analyse these developments from different theoretical (political, economic, and cultural) perspectives, and to assess the relevance of these developments and translate them into consequences for national and foreign policy making. Cursusbeschrijving The major topics are the principles of international political economy, the sometimes contradictory logics of politics and economics, international bargaining (respectively in trade, finance, and the environment), globalisation and its impact, the politics of international trade, the politics of international monetary relations, and the politics of the international environment. Special attention will be given to the role of the United States in the global political economy. Literatuur To be announced Dutch History Politics and Culture Cursuscode INT009 ECTS 6 Opleidingen POL Jaar KV Trimester/semester 1 en 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm written exam / paper Taal English Cursuscoördinator Verhofstad, drs. L.J.M Docenten Verhofstad, drs. L.J.M. Voorkennis The course is obligatory for all exchange students at the Nijmegen School of Management, whereas any exchange student at the University of Nijmegen, who is interested in The Netherlands as a country, may participate Keuzevak Ja Doelstellingen After having completed this course you will be able to describe the main features of Dutch society, history and its political, economic, and cultural systems. The major topics are: The Dutch national character; The Dutch Revolt - the Eighty-Years War; The role of religion in the Netherlands; 148
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
The monarchy in the Netherlands; Dutch policy making; Spatial planning in the Netherlands; Socio-economic policy: the ’Poldermodel’; The place of the Netherlands in Europe and the world; Dutch business; Trade: Economic performance abroad; Dutch foreign policy; The Dutch political system; and The Netherlands compared. Cursusbeschrijving This course provides you with a general introduction into the workings of The Netherlands as a social, political, economic, and cultural system. Literatuur Andeweg, R. B. and G. A. Irwin, Governance and Politics of the Netherlands, London, 2002. [GPN](chapters: 1, 2, 3, 4, 5, 9, 10, 11) + articles (to be announced) European and Dutch Politics Cursuscode IPO9040A ECTS 6 Opleidingen POL Jaar KV Trimester/semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm A written exam. A number of short one page-papers, which compare the author’s own nation with the Netherlands. Taal English Cursuscoördinator Slomp, dr. J.F.W. Docenten Dr Hans Slomp Voorkennis The course is open to foreign students interested in politics, sociology, social policy, the welfare state, and more generally in current European trends with a minimum of 4 semesters of study. Keuzevak Ja Doelstellingen The course aims at knowledge of European politics generally and Dutch politics in particular. Cursusbeschrijving The course concentrates on the main features of European politics and the key issues that predominate nowadays. The focus is on general crossnational trends (decline of traditional political parties, rise of new issues, like immigration, new political movements to the left and the right, changes in social policies and in the welfare state). The main characteristics and key issues of Dutch politics are discussed within the European context. The participants may bring in any political theme they would like to discuss. Literatuur Slomp, H., European Politics into the Twenty-First Century: Integration and Division, Westport CT: Greenwood 2000 (paperback); A number of articles on Dutch politics; A few articles on the nations of the students that participate in this course.
149
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Gender Theories and Equality Policies Cursuscode IPO3014b ECTS 6 Opleidingen POL Jaar KV Trimester/semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm paper Taal English Cursuscoördinator Verloo, dr. M.M.T. Docenten dr. M. Verloo Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen The course enables students to gain an understanding of gender concepts and theories, as well as historical and local differences in goals and strategies in gender equality policies. Cursusbeschrijving The course starts with asking why gender can be a relevant problem for policy making. Furthermore, the course covers topics such as normative concepts, equality, freedom, justice, autonomy, care; political participation of men and women; feminisms; the public and the private: labour, citizenship, sex and the family; distributive power and discursive power; gender and other structural inequalities. The second part provides an introduction to gender equality policies in the public sector. It discusses theoretical concepts and texts dealing with the national, international and transnational levels. Special attention is given to recent developments such as gender mainstreaming and gender impact assessment. At the end of the course, students work on a paper (maximum of 20 pages), which analyses a specific (national, international or transnational) gender equality policy. Literatuur Reader
150
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Overig aanbod Het Centrum voor Internationaal Conflict - Analyse & Management (CICAM) Het Centrum voor Internationaal Conflict - Analyse & Management (CICAM) maakt deel uit van de Faculteit der Managementwetenschappen. De hoofdtaken van het CICAM zijn het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het verzorgen van onderwijs op het terrein van vrede en veiligheid, oorlog en conflict. De centrale vraag in het onderzoek en het daarop gebaseerde onderwijs is: ‘wat is het draagvlak voor en wat zijn de mogelijkheden tot preventie van en interventie in (burger)oorlogen en intern geweld door Nederlandse en internationale gouvernementele en non-gouvernementele actoren?’ Naast onderzoek en onderwijs heeft het CICAM ook een documentaire en voorlichtende, c.q. maatschappelijke dienstverleningstaak. Daarvoor kent het CICAM twee documentatieafdelingen: een algemeen documentatiecentrum op het gebied van oorlog en vrede en een specifieke afdeling op het gebied van mondiaal onderwijs: het Centrum voor Mondiaal Onderwijs. Onderwijs Het CICAM biedt studenten de mogelijkheid maatschappelijk relevante onderwerpen, die soms buiten het reguliere onderwijsaanbod vallen, te bestuderen. Het onderwijs van het CICAM kan grofweg in drie categorieën worden verdeeld: Inleidende (hoor)colleges inzake aspecten van oorlog, vrede, conflict en conflictpreventie, bedoeld om studenten kennis te laten maken met inzichten, theorieën etc. terzake; Werkcolleges, waarin niet zozeer de kennisoverdracht centraal staat, als wel de (stimulering van) cognitieve, professionele en communicatieve vaardigheden van de student. Door middel van groepsdiscussies over de bestudeerde literatuur, het verrichten van eigen onderzoek, presentatie van eigen onderzoek (zowel mondeling als schriftelijk) wordt van de student, uiteraard onder begeleiding van de docent, een kritische reflectie op de te bestuderen stof verwacht; ‘Individueel’onderwijs, het in overleg met de docent verrichten van zelfstandig (literatuur) onderzoek, uitmondend in een (literatuur)tentamen of scriptie. Minor Conflictstudies Het CICAM verzorgt ook minoropleidingen: een combinatie van verschillende CICAMcursussen. Indien je een minor wenst te volgen dien je zich tevens voor de afzonderlijke vakken in te schrijven. Aanbod minoropleidingen 1. Minor Conflictstudies, variant I: 2. Minor Conflictstudies, variant II:
Conflict Analysis: The making and breaking of states Conflict Management: Internationale actoren en conflict 3. Minor Conflictstudies, variant III: Conflict and development: violence in progress 4. Minor Conflictstudies, variant IV: Conflict Studies: keuzeminor (in overleg) 151
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
1. Conflict Analysis: The making and breaking of states (24 ECTS) - Inleiding Polemologie (6 ECTS) - Territoriale conflicten op de Balkan (Space, place en Political conflicts) (6 ECTS) - Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus (6 ECTS) - Legitimatie van veiligheidsbeleid (6 ECTS) 2. Conflictmanagement: Internationale actoren en conflict (24 ECTS) - Actuele vraagstukken van oorlog en vrede (4 ECTS) - Veiligheidsdiscussies in Europa (6 ECTS) - Dilemma’s bij VN-vredesoperaties (4 ECTS) - NGO en conflict (4 ECTS) - Tussen ‘early warning’ en militaire interventie (6 ECTS) 3. Conflict and development: violence in progress (24 ECTS) - Inleiding polemologie (6 ECTS) - Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling (6 ECTS) - NGO’s en conflict (6 ECTS) - Tussen ‘early warning’ and militaire interventie (6 ECTS) 4. Conflict studies: Keuzeminor (in overleg) Deze minor bestaat in principe uit 24 ECTS, met uitzondering van de speciaal op bepaalde opleidingen toegespitste minors. Hierbij heb je de keuze uit een van de onderstaande inleidende collegereeksen: - Inleiding Polemologie (4 of 6 ECTS) - Actuele vraagstukken van oorlog en vrede (4 of 6 ECTS) De inleidende collegereeks dient te worden tot 24 ECTS te worden aangevuld met een keuze uit de volgende collegereeksen: - Territoriale conflicten op de Balkan (Space, place en Political conflicts) (6 ECTS) - Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus (6 ECTS) - Legitimatie van veiligheidsbeleid (4 of 6 ECTS) - Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling (6 ECTS) - Veiligheidsdiscussies in Europa (4 of 6 ECTS) - Dilemma’s bij VN-vredesoperaties (4 of 6 ECTS) - NGO en conflict (4 of 6 ECTS) - Capita Selecta uit de Polemologie (4 of 6 ECTS) - Tussen ‘early warning’ en militaire interventie (6 ECTS) - Terrorisme: beeld en werkelijkheid (6 ECTS) Informatie en inschrijvingen Voor inlichtingen over het onderwijsprogramma en contractonderwijs kun je terecht bij het: CICAM, Thomas van Aquinostraat 5 (kamer 5.0.42), Nijmegen telefoon: 024 - 361 5687, e-mail:
[email protected]. Inschrijving is alleen mogelijk bij het CICAM en via de onderwijspagina van de CICAMinternetpagina: www.ru.nl/cicam. 152
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Cursusbeschrijvingen Territoriale conflicten op de Balkan Vakcode: CI 18a Periode: 8 september- 15 december 2005, donderdag 10.45 - 12.30 uur Studiepunten: 6 ECTS Docenten: dr H.W. Bomert, drs J. van der Lijn Onderwijsvorm: hoorcollege, simulatiespel, schriftelijk tentamen Toelichting Na de val van de Muur in 1989 is het belang van gewelddadige intrastatelijke conflicten en hun oplossingen toegenomen. Het hoe en waarom van deze conflicten en hun specifieke ruimtelijke dimensie staan centraal in deze cursus. Aan de hand van de case Joegoslavië wordt gekeken naar het discours rond de aard van conflicten (zoals etnisch, religieus, territoriaal); het spectrum van de conflictpartijen en hun belangen (zoals grondstoffen, macht, strategische locaties) en de fasen van conflict en oorzaken van conflictescalatie. Kernbegrip van de cursus is het begrip ‘territorium’, dat binnen de politieke geografie geldt als de geografische uitdrukking van macht. De dimensies en relevantie van territoria en territoriale ‘oplossingen’ ter beheersing van conflicten komen ruim aan bod. De collegereeks wordt afgesloten met een simulatiespel met als onderwerp de vredesonderhandelingen in Dayton (1995) waar de huidige politieke kaart van Bosnië-Herzegovina werd bepaald (http://www.nato.int/maps/ifor/ dayton1.gif). Ter voorbereiding hierop zal aandacht worden besteed aan onderhandelingstechnieken. Literatuur R. Holbrooke, To end a war, 1999 L. Silber, A. Little, The death of Yugoslavia, 1996 Inleiding Polemologie: Conflictanalyse & -Management Vakcode: CI 01 (CI 01a) Periode: 13 september - 8 november 2005, dinsdag 13.45 - 15.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docenten: drs L. Wecke, drs B. Schennink Onderwijsvorm: hoorcollege, mondeling/schriftelijk tentamen Opmerking: bachelorniveau Toelichting Polemologie is een wetenschapseenheid die diverse disciplinaire benaderingen omvat over oorzaken en functies van oorlog en voorwaarden tot vrede. Aan de orde komen basisproblemen en begrippen uit de polemologie, alsmede theorieën die het grootschalig geweld in de wereld en het verzet ertegen trachten te verklaren. Een oorlog, bijvoorbeeld de Kosovocampagne van de NAVO of de Tweede en Derde Golfoorlog heeft diverse formele en informele doelstellingen, oorzaken, functies, en legitimaties, die door de tijd heen nog Runen veranderen. Dat geldt ook voor de zogeheten ‘oorlog tegen het terrorisme’. Partijen van diverse aard spelen een rol, instrumenten van fysieke en mentale aard worden aangewend. De 153
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Literatuur
polemologie kan deze factoren vanuit verschillende wetenschappen nader aanduiden en dat geldt ook voor processen die tot stabiliteit, veiligheid en vrede leiden, zoals socialisatie, vredeseducatie en mobilisatie met betrekking tot vrede. Syllabus
Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling Vakcode: CI 03a (CI 03c) Periode: 3 november - 12 december 2005, maandag 13.45 - 15.30 uur/ donderdag 13.45 - 15.30 uur Studiepunten: 6 ECTS (9 ECTS) Coördinator: drs P. Bruinsma (CICAM), mevr. drs I. Dankelman (UCM) Onderwijsvorm: hoorcollege, schriftelijk tentamen Opmerking: bachelorniveau Toelichting In deze cursus gaan tien (gast)docenten vanuit verschillende disciplines nader in op het begrip ‘duurzame ontwikkeling’ en de maatschappelijke betekenis daarvan. Dit begrip, met zijn ecologische, sociale, economische en institutionele componenten, heeft vooral algemene bekendheid gekregen door de publicatie van het rapport Our Common Future van de World Commission on Environment and Development (de Commissie Brundtland), en door de UNCED-conferentie over Milieu en Ontwikkeling, die in 1992 in Rio de Janeiro plaatsvond. ‘Duurzame ontwikkeling’ is sindsdien niet meer weg te denken uit tal van beleidsvoornemens, organisaties en bedrijven. Ook universiteiten, waaronder de RU, hebben zich door ondertekening van het University Charter for Sustainable Development gecommitteerd dit in onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering te integreren. Milieu en ontwikkeling, evenals sociale aspecten, hangen in onze samenleving nauw samen op micro- en macroniveau. Na een inleidend college zullen allereerst verschillende deelproblemen, zoals die rond water, klimaat, bossen, biodiversiteit, en landbouw, aan de orde worden gesteld. Vervolgens wordt uitgebreid gereflecteerd op het begrip duurzaamheid: de relatie met vrede en veiligheid, met economie en schaarste, met filosofie en spiritualiteit. Ten slotte richt de cursus zich op belangrijke oplossingsrichtingen, zoals die via nationaal en internationaal beleid, technologie, educatie en sociale bewegingen kunnen worden gerealiseerd. Literatuur Syllabus Legitimatie van veiligheidsbeleid: Manipulatie van pers en publieke opinie bij de rechtvaardiging van oorlog en bewapening Vakcode: CI 08 (CI 08a) Periode: 4 november - 16 december 2005, vrijdag 10.45 - 12.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docent: drs L. Wecke 154
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Onderwijsvorm: Toelichting
Literatuur
hoorcollege,mondeling/schriftelijk tentamen Sinds het vallen van de Berlijnse Muur is het rechtvaardigen van een grote krijgsmacht en het uitvoeren van militaire acties door middel van de verwijzing naar een vijand een problematische aangelegenheid geworden. Zo werd de NAVO na het eindigen van de Koude Oorlog ‘een oplossing op zoek naar een probleem’. Bij gebrek aan een door burgers als zodanig ervaren grote bedreiging door staten of statenverbanden, moeten overheden naar andere gronden ter rechtvaardiging van hun bewapening en defensiebeleid omzien. In hoeverre is een maatschappelijk draagvlak voor leger, vredesoperaties en oorlog echt nodig? En als het nodig is, hoe komt het thans tot stand? Wie overtuigt met welke middelen burgers en bondgenoten? Wat is de rol van de pers in het legitimatieproces? In hoeverre is sprake van voorlichting, propaganda, leugens en misleiding? In een serie hoorcolleges wordt getracht aan de hand van concrete voorbeelden de vraag te beantwoorden naar de inhoud en noodzakelijkheid van legitimatieprocessen ten behoeve van veiligheidsbeleid, krijgsmacht en militaire actie. Syllabus
Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus Vakcode: CI 23a Periode: 4 november - 23 december 2005, vrijdag 13.45 - 15.30 uur Studiepunten: 6 ECTS Docenten: dr H.W. Bomert (coördinatie), mevr. dr. C. Hille Onderwijsvorm: werkcollege, schriftelijk tentamen Toelichting Dit vak is bedoeld als een brede kennismaking met de Kaukasus vanuit een interdisciplinaire aanpak: rechten (staatsvorming), politicologie (conflicthantering, geopolitieke overwegingen en de oliepijplijn) en culturele antropologie (samenhang tussen cultuur en democratisering). Begrippen die in de collegereeks aan de orde zullen komen zijn o.a. NGO’s, civil society, clans, institution building en conflict resolution. Doel van de cursus is de kennismaking met het proces van staatsvorming en conflicthantering in de landen van de Kaukasus; evenals het aanbieden van kennis van en het stimuleren van reflectie op de samenhang tussen culturele patronen en praktijken en democratisering in de Kaukasus. Deze cursus leent zich uitstekend als keuzevak voor studenten internationaal recht, conflictstudies, antropologie en ontwikkelingsstudies. Informatie: mevr.dr C.M.L. Hille (
[email protected]). Literatuur Syllabus, waarin opgenomen teksten uit: C.M.L. Hille, State Building in the Transcaucasus Since 1917, Leiden, 2003 en M. Amineh, Towards the Control of Oil in the Caspian Region, Hamburg, 1999. 155
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Actuele Vraagstukken van Oorlog en Vrede: Analyse van conflicten en perspectief op vrede Vakcode: CI 04 (CI 04a) Periode: 20 januari - 17 maart 2006, vrijdag 10.45 - 12.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Coördinator: drs M. Cras Onderwijsvorm: hoorcollege, schriftelijk tentamen, (paper) Opmerking: bachelorniveau Toelichting In deze collegereeks wordt getracht aan te sluiten bij actuele gebeurtenissen op het terrein van oorlog en vrede, in het bijzonder vredes- en conflictprocessen. Aangezien de actualiteit per definitie moeilijk valt te plannen, wordt het definitieve programma pas enkele weken voor het begin van de collegereeks samengesteld. Diverse deskundigen, zoals politici, beleidsambtenaren en militairen, worden als gastsprekers uitgenodigd. Zo werden in de voorgaande reeks colleges verzorgd door onder meer voormalige ministers van Defensie, leden van de Tweede Kamer, ambassadeurs, adviseurs van de Verenigde Naties, wetenschappers e.d. Wij raden je aan de CICAM-internetpagina (www.Ru.nl/cicam) in de gaten te houden. Literatuur B. Bomert, Th. Van den Hoogen & R. Wezel (red.), Jaarboek Vrede en Veiligheid 2005. Internationale veiligheidsvraagstukken en het Nederlands perspectief, CICAM, Nijmegen, 2005. Syllabus Terrorisme: beeld en werkelijkheid Vakcode: CI 24 Periode: 13 februari - 10 april 2006, maandag 13.45 - 15.30 uur Studiepunten: 6 ECTS Docent/coörd.: drs L. Wecke Onderwijsvorm: hoorcollege, mondeling/schriftelijk tentamen Toelichting Als een van de belangrijkste bedreigingen voor de hedendaagse mensheid wordt wel het terrorisme genoemd. Er is een wereldwijde door de Verenigde Staten geleide ‘war on terrorism’ gaande. Voor lokaal, regionaal, nationaal en Europees beleid is ‘het’ terrorisme een belangrijk beleidsgegeven, een variabel, die zich op diverse bestuurlijke gebieden doet gelden. Maar wat is terrorisme? Kan het betreffende verschijnsel wel eenduidig worden gedefinieerd? De een zijn terrorist is immers de ander zijn vrijheidsstrijder. Of gaat dat laatste wel op voor de klassieke terrorist, maar niet voor het catastrofale terrorisme van Al Qaida? Wat is de inhoud van het Europees antiterreurbeleid? En wat te verstaan onder het Nederlands antiterreurbeleid? Waar liggen de grenzen van effectief antiterreurbeleid en de burgerlijke vrijheden, zoals in verdragen en Grondwet 156
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Literatuur
verankerd? Hoe werken inlichtingendiensten, over wie worden inlichtingen verzameld, wie krijgt die inlichtingen en wie interpreteert ze? Welke zijn de mogelijke oorzaken van terrorisme en heeft de islam iets met terrorisme van doen? Wat is de inhoud en wat zijn de oorzaken en functies van terrorismebeelden? Welke is met name de legitimatiefunctie van die beelden en wat zijn de nevendoelen van de ‘war on terrorism’? Welke plaats neemt het terrorisme in in het geheel van bedreigingen die de mensheid en de nationale en internationale orde in gevaar brengen? Welke rol spelen media inzake het tot stand brengen en verspreiden van terrorismebeelden Nader bekend te maken
Dilemma’s bij VN-vredesoperaties Vakcode: CI 07 (CI 07a) Periode: 10 februari - 13 april 2005, donderdag 13.45 - 15.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docent: prof.dr A. Pauwels Onderwijsvorm: hoorcollege, schriftelijk tentamen Toelichting Het instrument ‘VN-vredesoperatie’ heeft in het recente verleden aan grote kritiek blootgestaan. Vooral de VN-vredesoperaties in Bosnië, Somalië en Rwanda hebben het gezag en de geloofwaardigheid van de Verenigde Naties ernstig ondermijnd. De VN-blauwhelmen konden in deze operaties hun mandaat niet of enkel in beperkte mate uitvoeren. Dat men zich in deze omstandigheden vragen ging stellen over de geschiktheid van dit instrument ter handhaving van de internationale vrede en veiligheid was dan ook haast onvermijdelijk. De gretigheid waarmee de Veiligheidsraad na het einde van de Koude Oorlog VN-vredesoperaties had ingesteld, maakte plaats voor scepticisme en twijfel. Was er nog wel een toekomst weggelegd voor VN-vredesoperaties? Was VN-vredesoperaties nog zinvol? Met de instelling van de VN-vredesoperaties in Kosovo en Oost-Timor is de internationale gemeenschap getuige van een vrij radicale ommezwaai van het VN-beleid ten aanzien van VN-vredesoperaties. De zwarte bladzijde in de geschiedenis van VN-vredesoperaties lijkt definitief tot het verleden te behoren. In deze cursus wordt verder ingegaan op het VN-beleid ten aanzien van VN-vredesoperaties en op de problemen die zich terzake stellen. Dit veronderstelt echter wel dat eerst een gedegen inzicht wordt verworven in het theoretisch-institutioneel kader waarbinnen VN-vredesoperaties zijn ontstaan en zich hebben ontwikkeld. Aan de hand van casestudies wordt vervolgens bestudeerd hoe de operaties zijn ontstaan en zich verder hebben ontwikkeld. De nadruk wordt daarbij vooral gelegd op de beleidsmatige dilemma’s die zich terzake hebben gesteld. Op basis van 157
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Literatuur
deze inzichten wordt vervolgens ingegaan op de nieuw ontwikkelingen in het VN-beleid ten aanzien van VN-vredesoperaties en dan vooral op de nieuwe, ongekende dilemma’s die de VN-vredesoperaties in Kosovo en Oost-Timor met zich brengen. De besluiten die uit deze analyses worden getrokken, vormen tenslotte de basis voor de uitbouw van een visie over de toekomstperspectieven van VN-vredesoperaties. Wordt nader bekend gemaakt.
Veiligheidsdiscussies in Europa Vakcode: CI 06 (CI 06a) Periode: 7 maart -25 april 2006, dinsdag 10.45 - 12.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docent: dr H.W. Bomert Onderwijsvorm: hoor-/werkcollege,schriftelijk tentamen, werkstuk Toelichting Na het vallen van de Muur en de beëindiging van de Koude Oorlog is Europa met tal van ‘nieuwe’ bedreigingen van zijn veiligheid geconfronteerd. Werd de veiligheid en stabiliteit in Europa gedurende de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog vooral bedreigd door de OostWesttegenstelling en de politiek-militaire confrontatie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie en hun respectievelijke bondgenootschappen, na 1990 is het bedreigingbeeld diffuser geworden. Niet een grootschalig conflict tussen staten domineert de veiligheidsdiscussies in Europa, maar de dreiging van conflicten en gewelddadigheden binnen landen. Ook niet-statelijke actoren (terrorisme!) en niet-militaire bedreigingen van de veiligheid spelen een (steeds) belangrijkere rol in de discussies. In deze cursus wordt op basis van de ‘oude’ en ‘nieuwe’ bedreigingen van de veiligheid in en van Europa bestudeerd hoe de verschillende veiligheidsorganisaties een antwoord formuleren op de bedreiging van veiligheid en stabiliteit. Zo komen achtereenvolgens aan de orde: de NAVO, de Europese Unie, en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Van elk der organisaties wordt een ‘sterkte-zwakte-analyse’ gepresenteerd. Van de deelnemers aan de cursus wordt verwacht dat zij een kritische beschouwing schrijven over een aspect van de veiligheidsdiscussie in Europa. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt.
158
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Tussen ‘early warning’ en militaire interventie (onder voorbehoud) Vakcode: CI 09a Periode: 9 mei - 28juni 2005, dinsdag 13.45 - 15.30 uur Studiepunten: 6 ECTS Docent: drs J. van der Lijn Onderwijsvorm: werk-/responsiecollege, paper Toelichting Internationale organisaties zoals de Verenigde Naties, maar ook nationale regeringen zoals de Nederlandse, schenken tegenwoordig uitgebreid aandacht aan het voorkomen en het beëindigen van conflicten binnen staten. Denk aan conflicten zoals in Bosnië, Congo of Israël. Soms volstaat hierbij het geven van ontwikkelingshulp of het uitoefenen van diplomatieke druk. Soms is echter een militaire interventie noodzakelijk om de vrede te herstellen. Ondanks alles vallen in deze intrastatelijke conflicten nog altijd jaarlijks duizenden slachtoffers. Het blijkt dat beleidsmakers en regeringen nog altijd te veel ad hoc reageren en vaak de media achterna rennen, terwijl een meer structurele analyse van gebieden met conflict potentieel meer mogelijkheden zou bieden. Het doel van de cursus is de student inzicht te geven in conflictoorzaken en conflictprocessen, evenals de mogelijkheden voor de internationale gemeenschap om deze positief te beïnvloeden. Gevraagd wordt zich te verplaatsen in de beleidsmaker die zich bezig houdt met een (potentieel) conflictgebied. Hoe kan hij/zij (potentiële) conflicten vroegtijdig herkennen? Welke middelen staan hem/haar ter beschikking bij het omgaan met deze conflicten? Van de studenten wordt verwacht dat zij als een beleidsmedewerker hun eigen casestudie volgen vanuit de praktijk, en hierop ‘expert’ worden. Ter afronding wordt onder meer van hen verwacht dat zij de verworven kennis op het gebied van de theorie kunnen toepassen in een beleidsadvies. Literatuur Syllabus NGO’s en Conflict: preventie en interventie Vakcode: CI 19 (CI 19a) Periode: 10 mei - 28 juni 2006, woensdag 10.45 - 12.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docent: drs B. Schennink Onderwijsvorm: hoor-/werkcollege, werkstuk Toelichting Non-gouvernementele organisaties (NGO’s) proberen in conflictgebieden geweld te voorkomen, te matigen of te beëindigen Dat geldt op de eerste plaats voor NGO’s uit het conflictgebied zelf. Veelal in samenwerking met hen zijn ook externe of internationale NGO’s actief, waaronder Nederlandse NGO’s die werken op het gebied van humanitaire hulp, ontwikkeling, mensenrechten en vrede. Na de Koude Oorlog zijn zij in toenemende mate begonnen met interventies in conflictgebieden. Vaak 159
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Literatuur
zijn die activiteiten met vallen en opstaan ontwikkeld, zonder veel steun vanuit onderzoek en theorievorming. Ook het onderzoek naar deze activiteiten staat nog in de kinderschoenen. Hierbij komen vragen die aan de orde, als wat kunnen NGO’s in diverse fasen van een conflict doen, welke relatie bestaat tussen lokale en internationale NGO’s, wat is de relatie met en invloed op lokale en internationale overheden? Ook is het de vraag of en hoe de antwoorden op dergelijke vragen verschillen voor organisaties die zich inzetten voor humanitaire hulp, ontwikkeling, mensenrechten of vrede. In het college wordt de nadruk gelegd op beleid, concrete activiteiten en dilemma’s van Nederlandse NGO’s betreffende vredesopbouw en conflictpreventie en worden theoretische aanzetten voor onderzoek en analyse naar hun activiteiten behandeld. Van de deelnemers aan de cursus wordt verwacht dat zij aan de hand van de bestudeerde literatuur een kritische beschouwing schrijven over de analyse van de activiteiten van een Nederlandse NGO. Wordt nader bekend gemaakt
Capita Selecta uit de polemologie Vakcode: CI 11 (CI 11a) Periode: 12 mei - 30 juni2006, vrijdag 10.45 - 12.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docenten: drs B. Schennink, drs L. Wecke Onderwijsvorm: werkcollege, werkstuk/ mondeling tentamen Toelichting Dit werkcollege is een nadere kennismaking met en analyse van een aantal polemologische theorieën en visies inzake conflict en conflictpreventie. Wecke besteedt aandacht aan: polemologische theorievorming, oorzaken van conflicten, legitimatieprocessen betreffende interventie in conflicten, en veiligheidstheorieën. De deelnemers kiezen een of meer artikelen waarvan zij de inhoud kritisch bespreken. Bij Schennink kiest de student een thema uit de volgende gebieden van polemologische theorievorming: democratisering van buitenlands beleid; vredesbeweging en sociale bewegingstheorie; oorlog en identiteit: strijd tussen civilisaties, rol van nationalisme; democratie, democratisering en vrede. De student maakt een eigen probleemstelling en onderzoeksopzet betreffende het gekozen thema. De mogelijkheid bestaat om in overleg met de docenten een deel van de literatuur af te stemmen op de voorkeur of belangstelling van de student. Literatuur Syllabus
160
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Literatuurtentamen Polemologie Vakcode: CI 12 (CI 12a) Periode: gehele jaar Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docenten: dr H.W. Bomert, drs J. van der Lijn, prof.dr A. Pauwels, drs B. Schennink, drs L. Wecke Onderwijsvorm: mondeling tentamen Toelichting Voor studenten bestaat de mogelijkheid een literatuurtentamen op het terrein van de polemologie te doen. In overleg met de betrokken docent wordt het aantal studiepunten vastgesteld. Bij de vaststelling van de literatuurlijst kan rekening worden gehouden met de voorkeur van de student. Literatuur Wordt in overleg met de student vastgesteld. Stage, scriptie Vakcode: Periode: Studiepunten: Docenten: Toelichting
Literatuur
161
CI 13, C 16 gehele jaar 17 ECTS dr H.W. Bomert, drs J. van der Lijn, prof.dr A. Pauwels, drs B. Schennink, drs L. Wecke Voor studenten die in hun afstudeerfase een belangrijk accent op polemologie willen leggen, bestaat de mogelijkheid een stage en/of scriptie met een polemologische invalshoek te kiezen. De student moet in staat zijn ontwikkelingen en verschijnselen op het gebied van oorlog en vrede zelfstandig te kunnen analyseren op basis van kennis van polemologische begrippen en benaderingen. De thema’s worden in overleg met de student vastgesteld. De hiermee verbonden onderdelen zijn: een polemologische stage, die zowel een onderzoeks- als een beleidskarakter kan hebben; een scriptie over een polemologisch onderwerp en het participeren in een practicum of werkcollege. Wordt in overleg met de student vastgesteld.
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Institute for Gender Studies De Oorlog tegen de Ander. Nieuwe polariseringen en gender. Code: VSB 9202 Tijdstip: 1e semester, dinsdag 6 september t/m 29 november 2005, 15.45 tot 17.30 uur. Plaats: Erasmusgebouw, zaal 2.54 ECTS: 6 Onderwijsvorm: hoorcollege. Onderwijsniveau: postpropedeuse Toetsingsvorm: Schriftelijk tentamen. Deelname aan rollenspel (of alternatieve opdracht) en formulering van vraag of discussiepunt voor afsluitend college (inleveren uiterlijk 23 nov. via Blackboard) zijn voorwaarde voor deelname aan tentamen. Coördinatie: Dr. G. Dresen, Facultaire Unie Filosofie & Theologie, Erasmusplein 1, kmr. 13.14, tel. 024-3612488, e-mail
[email protected]. Inschrijving : via KISS, zie bij ‘Overzicht Administraties’, SOCW, code VSB 9202 Inhoud : Nederland kent inmiddels haar eigen versie van de Amerikaanse war on terror. En ook al valt het woord oorlog niet altijd expliciet, er wordt toch steeds vaker en steeds openlijker gesproken van ‘wij’ en ‘zij’. Scheidslijnen en de bijbehorende stigmatisering van de ander zijn niet langer taboe. Politieke correctheid heeft plaats gemaakt voor verdekte of onomwonden oorlogsretoriek. De van hoger hand verklaarde oorlog tegen terrorisme en (moslim)fundamentalisme is, behalve politieke realiteit, vooral ook een goed voorbeeld van symbolische, ideologische oorlog tegen de ander. Er wordt een ‘ander’ geconstrueerd: de niet-westerse, Arabische, islamitische, en terroristische ander die fundamenteel verschilt van het westerse, christelijke, democratische zelf. Waar komen deze nieuwe polariseringen van ‘wij’ en ‘zij’, zelf en ander, vandaan? En wat hebben ze te betekenen? In deze collegereeks zal het gaan om de relatie tussen zelf en ander, en de rol van gender daarin. Wij zullen zien hoe een ‘zelf’ of groepsidentiteit niet ontwikkeld kan worden zonder een ‘ander’; en omgekeerd. En we onderzoeken hoe dit fundamentele identiteitsprincipe in bepaalde historische contexten verscherpt wordt tot een oorlog - een oorlog die met wapens of in de media of indirect via symbolen wordt uitgevochten. Centraal in al deze processen staat de structurele rol van gender. Bij het uitvergroten van de tegenstellingen en polarisaties, wordt vaak teruggegrepen op een bekende tegenstelling: die tussen mannen en vrouwen. In dit college zullen we ingaan op de complexe en niet eenduidige manier waarop dit gebeurt. Waarom is bijvoorbeeld de sluier symbool geworden van de andersheid van moslims? En maakt het uit dat Ayaan Hirsi Ali een vrouw is, of Ousama Bin Laden een man? We kijken daarbij vooral naar 162
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
het zelf/ander onderscheid zoals dat vanuit westers gezichtspunt geconstrueerd wordt. In de verschillende bijeenkomsten zullen de volgende vragen aan de orde komen: wat is de psychologische en filosofische achtergrond van de zelf/ ander of wij/zij verhouding? (eerste college). Welke rol spelen representaties daarin? (tweede college). Wat is het verband tussen het zelf/ander onderscheid en oorlog? (derde college). In hoeverre is de oorlog tegen de ander niet ook een oorlog tegen de ander in jezelf? (vierde college). Het thema zal verder uitgewerkt worden aan de hand van verschillende concrete verschijnselen, praktijken en contexten. Zo zullen het inmiddels wijd verspreide beeld van de terroristische ander (zesde college) en de ‘gendering’ van de oorlog tegen het terrorisme (achtste college) aan een onderzoek onderworpen worden. Ook zullen verschillende soorten anderen de revue passeren – moslims, homo’s, vrouwen, fundamentalisten, gehandicapten et cetera – en zal hun rol in Westerse organisaties geanalyseerd worden (elfde college). Om aan den lijve te ondervinden hoe het is om verwikkeld te zijn in een wij/zij situatie wordt een lange bijeenkomst gewijd aan een rollenspel (vijfde college). Feminist Classics code: VSB9012/VSB 9013 Semester: second semester, Thursday 15.45-17.30 hrs ECTS: 4/6 ECTS Methods: seminar; students are expected to prepare and actively participate in class discussion. Level: master, advanced bachelor Exam: paper Literature: A reader with the selected texts will be available at the Centre for Women’s Studies, Thomas van Aquinostraat 2.01.27. Lecturers: dr. V. Vasterling, Erasmusgebouw 16.02, tel. 024-3612165 and dr. L. Plate, Erasmusgebouw 12.20, tel. 024-3611068 e-mail:
[email protected] en
[email protected] Consultation by appointment Registration:: KISS, see SOCW, code VSB 9012 or VSB 9013 Contents: This course will focus on texts by and about classic feminist authors as, for example, Christine de Pisan, Mary Wollstonecraft, Virginia Woolf and Simone de Beauvoir. Though diverse in content and style, all texts start from the same basic assumption, i.e. that the subordinate or inferior position of women is unjustified. Feminist authors have different explanations and opinions concerning the reasons and possible remedies of this state of affairs though there is also continuity in the type of issues they address. The texts will be used to elucidate and analyze the development of ideas concerning the role and position of women in Western society and culture. Attention will be paid to topics that keep returning in the texts, for 163
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
example, education, marriage, morals. In order to understand where they come from the ideas will be situated in, and discussed from, the viewpoint of their historical, political, cultural and philosophical contexts.
164
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Overige keuzevakken Bedrijfsethiek Cursuscode ECTS Opleidingen Jaar Trimester/semester Blok Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
BKV05 6 BW KV 1 n.v.t. 3 werkstukken; schriftelijk tentamen open vragen Nederlands Becker, Dr. M.J. Dr. M. Becker geen Ja Kennis: Inzicht in de groeiende rol die ethiek speelt in beslissingen op de bedrijfswerkvloer. Inzicht in de voornaamste ethische theorieën Cursusbeschrijving De cursus onderzoekt eerst de rol van de morele motivatie binnen de harde economische praktijk. Ook al gaat het in het bedrijfsleven primair om geld verdienen, men kan niet heen om ethische overwegingen. Dit blijkt ook uit (binnen de populaire management-literatuur) veel voorkomende begrippen als ’bedrijfsintegriteit’, ’authentiek leiderschap’ en ‘verantwoordelijkheid’. In een kritische dialoog met de praktijk krijgen deze termen een invulling, en ethische theorieën en hun toepassingen een bespreking. De cursus kent een drietal onderdelen: in het eerste deel maakt de student kennis met aard en structuur van moraliteit. Hij leert hoezeer moraliteit aanwezig is in bedrijfsactiviteit, onder andere in zaken als arbeidsethos en de bedrijfscodes. Een (h)erkenning van de morele dimensie leidt tot fundamenteel inzicht in de spanning tussen ethiek en bedrijfsmatige activiteit; in het tweede deel krijgen ethische theorieën als plichtsethiek, gevolgenethiek en deugdethiek aandacht; in het derde deel staat casuïstiek centraal. Men dient dit in brede zin op te vatten: er worden enkele grotere thema’s gepresenteerd waarbinnen bespreking van de concrete gevallen een plaats kan vinden. Aan bod komen onder andere corruptie, bedrijfscultuur, marketing/advertentie en morele problemen bij multinationale ondernemingen. Literatuur Bij aanvang van de cursus is een reader beschikbaar
165
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Business English Course code IBK2001a ECTS 6 Programme BW Year KV Semester/trimester 2 Period 1 and 2 Specialization Test Attendance and active participation, homework and classwork set as assignments such as letters and presentations, written business reports, grammar and business vocabulary test Language English Course coordinator Mellion, M.J., MA Lecturer Ms. Michelle J. Mellion, MA in English Entry level Students should have had several years of previous English language instruction so that they have reached at least the Vantage proficiency level of 3, set as B2 according to the ALTE (Asssociation of Language Testers in Europe). The Council of Europe has set up these levels within the Common European Framework. A QPT (Quick Placement Test) can be taken via the International Office in order to determine a student’s language proficiency in English if there is any uncertainty concerning the level. Optional course Yes Objectives At the end of the course students should be able to: - communiciate in English within an organizational context - apply the knowledge to their own fields of study - use business terminology when writing texts in English - increase their cultural awareness when doing business abroad and at home Description This course aims to help students develop better oral communication skills which will enable them to function more effectively in business situations and to improve their writing skills so that they can produce good, clear and to-the-point business documents in English. In addition, students can gain more insight into the phenomenon of cross-cultural diversity in international business and in particular, the role of English as a lingua franca used in conducting meetings and negotiations. During the course students will be required to carry out various assignments which serve to reinforce language skills in English, such as giving a presentation or writing a project report. This course is especially useful for those students who have had no prior acquaintance with the field of business, and who feel as if they need to improve both their oral and written command of English. Special emphasis will be placed on speaking, whether it be giving a presentation or conducting business negotiations in the form of role plays and simulations. The course also focuses on developing those skills used when corresponding, writing reports, etc., with particular at166
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Literature
tention being paid to implementing correct style, structure and coherence in the writing of business English. Course syllabus Business English and handouts from the lecturer, BBC website ‘Learning English’.
Economie en waarde: de calculerende burger en diens pluralisme Cursuscode BKV11a ECTS 6 Opleidingen ECON Jaar KV Trimester/semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm paper, presentatie en afsluitend gesprek Taal Nederlands Cursuscoördinator Peil, dr. J.J.M. Docenten prof.dr. T. van den Hoogen, dr. J. Peil, en prof.dr. I. van Staveren Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen De student is bekend met en heeft inzicht in de heersende visies op - de relatie tussen economie, normen en waarden, en religie - de competenties van de wetenschappelijke disciplines economie, ethiek en theologie. De student kan aspecten van zingeving in een economisch debat herkennen, benoemen en duiden in relatie tot de scholen in de economie, de ethiek en de theologie. Cursusbeschrijving In tegenstelling tot wat zowel veel economen als menig filosoof beweren verwerpt deze cursus de idee dat economie en ethiek gescheiden domeinen zijn. De economische praktijk kent ethische dimensies door het keuzeprobleem van wat en hoe er geproduceerd moet worden in de samenleving. Ethische problemen hebben een economische dimensie omdat ze zich niet kunnen onttrekken aan de realiteit van schaarste: de beperkte hoeveelheid middelen om doeleinden te bereiken. Er ontstaat in de economie aandacht voor pluralisme in de beleving van behoeften en behoeftebevrediging en voor pluraliteit in leefstijlen. Dit roept de vraag op of economische preferenties niet onderzocht dienen te worden als waardeaspecten van een wereldbeeld. De cursus onderzoekt daartoe het raakvlak tussen moraal en economische rationaliteit door in te gaan op spirituele en morele dimensies van rationaliteit. Dit onderzoek zal plaats vinden vanuit drie ethische perspectieven: het utilisme, de deontologie en de deugdenethiek. Deze zullen niet alleen worden betrokken op de motivaties en het gedrag van het individu maar ook op de rol van de markt, de overheid en de onbetaalde zorg in de economie. Literatuur Wordt t.z.t. bekend gemaakt. 167
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Gender in organisaties Cursuscode BKV07a ECTS 6 Opleidingen BW Jaar KV Trimester/semester 1 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen en opdrachten Taal Nederlands Cursuscoördinator Benschop, dr. Y.W.M. Docenten dr. Y. Benschop Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Na afloop van de cursus kunt u verschillende verschijningsvormen van genderonderscheid in de dagelijkse praktijk van organisaties herkennen en analyseren. Tevens kunt u een analyse maken van de organisatieprocessen waardoor het genderonderscheid steeds opnieuw ge(re-)produceerd wordt. Tenslotte kunt u de veronderstellingen over gender herkennen die ten grondslag liggen aan vormen van personeelsmanagement en kunt u deze veronderstellingen op hun merites beoordelen. Cursusbeschrijving Deze cursus biedt een overzicht van de grondbegrippen en debatten op het terrein van gender in organisaties. Dit onderzoeksterrein bevindt zich op het kruispunt van organisatiestudies en vrouwen/ genderstudies. Vanuit organisatiestudies worden de posities van mannen en vrouwen en de gendered arbeidsverdeling doorgaans te weinig belicht. In deze cursus zullen we aan de hand van een combinatie van inzichten en concepten uit vrouwenstudies en organisatiestudies inzicht verkrijgen in de dynamiek van het genderonderscheid, zoals dat in arbeidsorganisaties vorm krijgt. Daarbij wordt een kritische benadering gebruikt om tot een reconstructie te komen van de verschijningsvormen en betekenissen van gender in organisaties. De cursus biedt een analysekader om de complexe processen die ten grondslag liggen aan de (re)productie van het genderonderscheid in organisaties in kaart te brengen. De wijze waarop de structuur en cultuur van de organisatie en de wijze waarop organisatieleden met elkaar omgaan en zichzelf en anderen identificeren elkaar wederzijds beïnvloeden staat daarbij centraal. Aandacht wordt besteed aan het identificeren van verschillende verschijningsvormen van het genderonderscheid, aan de betekenis ervan voor de organisatiepraktijk en aan de organisatieprocessen die het (re)produceren. Er wordt een relatie gelegd tussen gender in organisaties en de rol van het personeelsmanagement aan de hand van een alternatief model voor personeelsmanagement, dat expliciet de aandacht 168
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Literatuur
vestigt op genderprocessen en -verhoudingen in organisaties. Tekstenbundel Gender in organisaties
Maatschappelijk ondernemen met grond en locaties Cursuscode BKV27 ECTS 6 Opleidingen PLAN Jaar KV Trimester/semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm Schriftelijk tentamen (open boek). Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met bijdragen van de studenten in de voorbereiding van colleges. Taal Nederlands Cursuscoördinator Kam, prof. dr. ir. G.R.W. de Docenten prof.dr.ir. G.R.W. de Kam gastdocenten: drs. R. Hagens (woningcorporatie Woondrecht) drs. H. van Ganzenwinkel (KAW advies) drs. H. Pepers (zorginstelling Vizier) Voorkennis Het keuzevak sluit het beste aan bij het kennisniveau van studenten in het laatste jaar van de bacheloropleidingen, dan wel de masteropleidingen van de faculteit. Keuzevak Ja Doelstellingen De student die deze cursus heeft gevolgd kent de inhoud van het begrip maatschappelijk ondernemen, en kan dit plaatsen in het nationale en internationale discours over rollen van markt, staat, burgers en non-profitorganisaties. De student kan dit begrip zelfstandig hanteren in de context van strategieën van en condities voor het handelen van corporaties en aanbieders van wonen met zorg, met name gericht op het omgaan met grond, locaties en het daarmee verbonden vastgoedbeheer. Cursusbeschrijving Wat is maatschappelijk ondernemen en hoe is de actuele belangstelling voor dit onderwerp te verklaren. Begripsafbakening ten opzichte van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Toelichting aan de hand van de praktijk van woningcorporaties en organisaties die wonen met zorg aanbieden, in het bijzonder met betrekking tot hun optreden op de grondmarkt en bij het (her)ontwikkelen van locaties. Wat betekent maatschappelijk ondernemen voor het management: bedrijfseconomisch (rendement, winstbestemming, waardering van activa, benchmarking, externe verantwoording), human resources, en als strategie om een bijzondere positie op de markt te krijgen. Welke condities mag de overheid stellen om maatschappelijke ondernemingen te steunen, in het licht van mededingingsregelingen en zich ontwikkelend Europees beleid? In twee werkcolleges wordt casuïstiek uitgewerkt op het terrein van de (her) 169
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Literatuur
ontwikkeling van locaties voor wonen en wonen met zorg. Een deel van de literatuur is te vinden op internet. De overige literatuur wordt opgenomen in een reader.
Innovatie zorgbeleid Cursuscode BKV03 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar KV Trimester/semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm Werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Hout, Prof. dr. A.C.A. Van Den Docenten Prof. dr A.C.A. van den Hout Voorkennis Propedeuse of Kandidaats in de Sociale Wetenschappen, Medische Wetenschappen en of Management Wetenschappen. Keuzevak Ja Doelstellingen Kennis: De student moet aan het eind van de cursus de volgende dingen tot hun bagage kunnen rekenen: Kennis hebben van de inhoud van de belangrijkste concepten die in de gezondheidszorg worden gehanteerd Inzicht in het beleid dat in de gezondheidszorg zowel op overheidsniveau als op instellingsniveau wordt gevoerd Inzicht in de relatie tussen beleidsbegrippen als vraagsturing, marktmechanismen, budgettering, privatisering, zorgketens, PGB. DBC, en de beleidsconsequenties daarvan. Bewustzijn van de complexiteit van strategische problemen die het vernieuwingen in de zorg betreffen. Kennis hebben over de ’state of the art’ op het gebied van strategisch management van zorginstellingen Vaardigheden: De student moet aan het eind van de cursus een instelling betrokken bij de gezondheidszorg (overheid, financiers, zorgaanbieders, prive-klinieken, sponsoren in de zorg, etc) kunnen doorlichten voor wat betreft dynamiek en innovatiekracht en moet over het beleid van deze instellingen kritisch in het publiek kunnen reflecteren. Cursusbeschrijving Programma werkcolleges: Deel 1 Kennismaking met begrippen en de impact op zorgbeleid 1ste college Over veel weten we (te) weinig Programma-uitleg theoretische ’Rundschau’ hoofdfiguren en kernbegrippen vanuit de socio170
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
Literatuur
logische invalshoek Innovatie en beleid als kernbegrippen 2de college Veel weten over weinig leidt tot een bepaalde beleidsinvulling Medisch sociologische invalshoek: hoofdfiguren en kernbegrippen toegepast op beleidsontwikkeling en beleidsimplementatie (vervolg) implicaties voor beleid: marktwerking en strategische positionering van partijen 3de college Ook managers in de zorg denken aan de centen (gastspreker: Drs. E. Hemrica) kernbegrippen vanuit de economische invalshoek de praktijk aan het woord: een andere kijk op beleidsimplicaties opdracht: vertaling naar de financiële reorganisatie van het zorgstelsel Bedrijfsbezoek Canisius Wilhelmina Ziekenhuis te Nijmegen (datum af te spreken in het eerste college) Deel II Werkvelden en beleidsterreinen 4de college Bedrijfsmatige invalshoek: geen zorgvragers geen gezondheidsbedrijf Werkvelden en beleidsterreinen vanuit de ervaringen van de consumentpatiënt 5de college Wat is het effect van de transpositie van de bedrijfsoptiek naar de gezondheidszorg - Beleidsverschuivingen en actuele ontwikkelingen in de zorgorganisatie Deel III Innovatie van beleid in de gezondheidszorg 6de college Toekomstperspectief gezondheidszorg in staat van vernieuwing: innovatie + bedrijfsaanpak + privatisering transmurale zorg en ketenzorg de reorganisatie van het zorgaanbod, privatisering en marktpositionering en internationale vergelijking opdracht: het ziekenhuis, de zorgcircuits in de toekomst A.C.A. van den Hout: syllabus 2005 (wordt in de eerste bijeenkomst verstrekt) en aangereikte literatuur w.o. tijdschriften, etc.
Economic Globalisation and Ethics Cursuscode BKV17 ECTS 6 Opleidingen ECON Jaar KV Trimester/semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie 171
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten
written exam + paper English Staveren, prof. dr. I.P. van Prof. A.J.M. van den Hoogen Prof.dr. I.P. van Staveren Voorkennis introductory economics Keuzevak Ja Doelstellingen to enable students to understand the process of economic globalisation as both an economic and a moral process Cursusbeschrijving The course questions the position of many economists and policy makers that globalization and ethics are independent domains. The globalizing economy has clear ethical dimensions, relating to distributive justice of benefits and costs of globalization, its contribution to material wellbeing as well as its livelihood risks, and its contributions to and limitations for a flourishing life for the world’s inhabitants. Equally, ethical reflection cannot escape the reality of scarcity and hence the need to ’economize’, that is, the necessity of making choices, involving trade-offs in the light of scarce resources, and the logic of pursuing gains from trade. The course will discuss issues such as global financial instability, the new global division of labor, international distributive justice, the role of religion, the nation state, and institutions, and alternatives such as regional trade, global social standards, and social tariffs. The essay will be 50 per cent of the test and the written exam will also be 50 per cent of the test. Literatuur Reader.
172
K E U Z E VA K K E N E N O V E R I G A A N B O D
173
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
174
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
175
STUDIEGIDS POLITICOLOGIE 2005 - 2006
176