Studiegids Bestuurskunde Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen 2013-2014
Inhoudsopgave Algemene informatie.........................................................................................................1 De opleidingen van de Faculteit der Managementwetenschappen.....................................1 Informatievoorziening.......................................................................................................2 Aanmelding en toelatingsvoorwaarden.............................................................................3 Verplichte inschrijving......................................................................................................6 Roosters............................................................................................................................8 Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)..........................................................................10 Beroepsprocedures..........................................................................................................12 Regeling overschrijding correctietermijn........................................................................12 Studentenkaart.................................................................................................................13 Vrijstellingen, vervangende vakken of extra tentamengelegenheden...............................13 Studentenbegeleiding......................................................................................................13 De organisatie van het onderwijs.....................................................................................14 Het onderwijscentrum.....................................................................................................16 Het International Mobility Office....................................................................................19 Internationalisering, Communicatie en Onderzoeksondersteuning..................................20 Kwaliteitszorg.................................................................................................................20 Medezeggenschap...........................................................................................................21 Het aanschaffen van studieboeken en ander studiemateriaal...........................................22 Naar het buitenland.........................................................................................................23 Vreemde talen leren spreken...........................................................................................24 Academisch Schrijfcentrum Nijmegen............................................................................25 De universitaire lerarenopleiding ILS-RU.......................................................................25 Radboud Honours Academy............................................................................................26 De Dienst Studentenzaken...............................................................................................30 Bacheloropleiding bestuurskunde....................................................................................31 Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen...................................................31 De opbouw van het curriculum.......................................................................................31 Cursusbeschrijvingen van de bacheloropleiding..............................................................33 Toelatingseisen bestuurskunde........................................................................................67 Minors en keuzevakken bestuurskunde...........................................................................69 Wat is een minor?............................................................................................................69 Keuzevakken en minors voor bestuurskundestudenten....................................................69 Keuzevakken en minors bestuurskunde voor studenten van andere opleidingen.............70 Keuzevakken en overig aanbod.......................................................................................70 Cursusbeschrijvingen CICAM........................................................................................99 Institute for Gender Studies...........................................................................................114 Overige keuzevakken....................................................................................................118 Pre-master bestuurskunde..............................................................................................122 Inleiding........................................................................................................................122 Schema toelatingseisen..................................................................................................122 Inhoud pre-master.........................................................................................................123 Toelating en inschrijving...............................................................................................124 Veelgestelde vragen......................................................................................................125
Cursusbeschrijvingen van de pre-master bestuurskunde................................................125 Masteropleiding bestuurskunde.....................................................................................144 Nederlandstalige Master Bestuurskunde........................................................................144 International Master's programmes COMPASS............................................................147 Cursusbeschrijvingen van de masteropleiding / course descriptions..............................151
ALGEMENE INFORMATIE
Algemene informatie De opleidingen van de Faculteit der Managementwetenschappen Bachelorprogramma's De faculteit biedt de volgende bacheloropleidingen aan: • Bedrijfskunde • Economie en bedrijfseconomie • Bestuurskunde • Politicologie • Geografie, Planologie en Milieu Bacheloropleidingen duren drie jaar en het onderwijs in de bacheloropleiding is verdeeld in 12 blokken. Een jaar bestaat uit 4 blokken van 10 onderwijsweken inclusief een tentamenperiode (van meestal twee weken). Als je hebt voldaan aan alle verplichtingen van het eerste jaar, ontvang je het propedeutisch getuigschrift. Aan het einde van de bachelorfase ontvang je het bachelorgetuigschrift. Semesterindeling In elk semester worden 5 cursussen van elk 6 EC aangeboden. Twee cursussen daarvan worden in de eerste helft (het eerste 'blok') aangeboden en twee andere cursussen in het tweede blok. De vijfde cursus wordt gedurende het hele semester aangeboden. Alle cursussen worden afgesloten met een tentamen en/of een werkstuk. Eén van de vijf cursussen in elk semester is een projectvak. In die cursus werken studenten zelf aan de ontwikkeling van een eigen onderzoek of een grotere opdracht. Masterprogramma's De faculteit biedt de volgende masteropleidingen aan: • Business Administration • Economics • Bestuurskunde • Political Science • Human Geography • Planologie • Milieu-Maatschappijwetenschappen Binnen bovengenoemde masteropleidingen zijn nog specialisaties of varianten mogelijk. Alle masteropleidingen duren 1 jaar. Studenten die de masteropleiding met succes afronden ontvangen een mastergetuigschrift en mogen vanaf dat moment een mastertitel voeren. Afgestudeerden van onze faculteit komen terecht in de meest uiteenlopende management- en beleidsfuncties bij het bedrijfsleven, de overheid en de not-for-profit sector. Ze geven adviezen aan directies en bestuurders. Ze ontwerpen plannen en organisatiemodellen en ze zijn betrokken bij de uitvoering daarvan. Sommigen gaan als onderzoeker werken bij universiteiten of onderzoeksinstituten.
1
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Keuzevakken Er is keuzeruimte opgenomen in het bachelorcurriculum. Een keuzevak kan bijna elk vak zijn dat aan onze faculteit of elders in binnen- of buitenland wordt aangeboden. Door te kiezen voor een samenhangend geheel van keuzevakken (een zogeheten minor) kun je een extra dimensie geven aan je studie. Voor meer informatie over het samenstellen van een gedegen keuzepakket, kun je een afspraak maken bij de studieadviseur van jouw opleiding. Wil je vakken buiten de faculteit volgen, dan kan je de digitale studiegidsen van de andere opleidingen binnen de Radboud Universiteit Nijmegen inzien via www.ru.nl/studiegidsen. Bij twijfels over de geschiktheid van een vak kun je contact opnemen met de studieadviseur van de betreffende opleiding. Wil je buiten de faculteit zoeken dan is internet een handig medium. Voor vakken in het buitenland kun je contact opnemen met het International Mobility Office. Binnen de faculteit mogen in principe alle cursorische vakken van andere bacheloropleidingen gekozen worden. Methodologievakken, projecten en de cursus Academische vaardigheden mogen echter niet altijd als keuzevak worden gekozen. Niet elke cursus is even geschikt om te kiezen als keuzevak. Let bij het maken van je keuze met name op het kopje 'voorkennis' bij de cursusbeschrijvingen. Keuzevakken in de master zijn alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot de betreffende master. Wil je meer informatie over de geschiktheid van vakken of over de volgorde waarin je de vakken het beste kunt kiezen, neem dan contact op met de studieadviseur. ECTS De Faculteit der Managementwetenschappen hanteert het systeem van de ECTS (European Credit Transfer System). Dit systeem heeft als voordeel dat het internationaal bekend en aanvaard is, wat de internationalisering van het hoger onderwijs ten goede komt. Een studiejaar heeft een studielast van 60 EC.
Informatievoorziening Facultaire websites De Faculteit der Managementwetenschappen heeft een facultaire website met als adres: www.ru.nl/fm. Deze site informeert je over uiteenlopende zaken. De site bevat een adressenlijst van medewerkers met telefoonnummers en kamernummers. Voor het eerst dit jaar zijn de cursusbeschrijvingen alleen nog via de facultaire website of www.ru.nl/studiegidsen te raadplegen. Via de facultaire website kunnen studenten terecht op Blackboard, de digitale leeromgeving. De facultaire website in combinatie met Blackboard verschaft studenten alle informatie die zij nodig hebben voor hun studie. Van studenten wordt verwacht dat zij zeer regelmatig het internet en Blackboard raadplegen. De Radboud Universiteit Nijmegen heeft uiteraard ook een website. Het adres van deze site is: www.ru.nl. Informatie voor studenten is te vinden onder www.ru.nl/studenten.
2
ALGEMENE INFORMATIE
E-mail Een andere informatiebron is je e-mailadres. De Dienst Studentenzaken kent aan elke student een @student.ru.nl e-mailadres toe. Deze adressen worden gebruikt voor mailings vanuit de faculteit. Het is dus belangrijk je @student.ru.nl-account te activeren en met regelmaat te checken. Voor vragen over dit e-mailaccount kun je terecht bij de Centrale Studentenbalie van de Dienst Studentenzaken, Comeniuslaan 4, T: (024) 361 23 45, E:
[email protected]. Onderwijsberichten Binnen Blackboard bestaat de community 'onderwijsberichten'. Alle studenten van de faculteit worden hierop door het Onderwijscentrum geabonneerd. Belangrijke berichten over onderwijs worden gedurende het studiejaar via dit medium gecommuniceerd naar studenten. Nieuwsbrief Studentenzaken De Dienst Studentenzaken brengt maandelijks de Nieuwsbrief voor studenten uit. Deze nieuwsbrief wordt aan alle studenten gemaild. Naast nieuws en mededelingen van de Radboud Universiteit kunnen ook studentenorganisaties hierin hun berichten kwijt. Contactpersoon: Patrick Leijzer,
[email protected]. Studentenportal Met deze portal kunnen studenten hun Blackboardberichten lezen, e-mail ontvangen, verschillende nieuwsbronnen volgen, hun rooster raadplegen, zich inschrijven voor vakken, tentamencijfers bekijken en meer! Vragen of suggesties tot verbeteringen: mailto:
[email protected]?subject=Studenten. Inloggen kan met het S-nummer en wachtwoord.
Aanmelding en toelatingsvoorwaarden Algemene informatie Iedereen die zich voor het eerst wil inschrijven voor een bacheloropleiding van de Faculteit der Managementwetenschappen, meldt zich tijdig via Studielink (http://www.studielink.nl/). De verdere inschrijfprocedure loopt via Studielink. Zie daarvoor http://www.ru.nl/ > informatie voor bachelorkiezers > aanmelden > aanmelden en inschrijven. Een vwo-diploma geeft toegang tot iedere bacheloropleiding aan de Faculteit der Managementwetenschappen, maar bij de bacheloropleiding bedrijfskunde en de bacheloropleiding economie worden eisen gesteld aan het profiel: je moet in ieder geval wiskunde A of B in je profiel hebben opgenomen. Heb je een hbo-propedeuse of heb je een vwo-diploma vóór 2010 behaald in wat ook wel de 'oude' Tweede Fase wordt genoemd: neem dan contact op met de studieadviseur van de betreffende bacheloropleiding. Zij die 21 jaar of ouder zijn en niet in het bezit zijn van één van de vereiste getuigschriften moeten een toelatingsonderzoek (colloquium doctum) aanvragen. Een colloquium doctum beschikking geeft alleen toegang tot de opleiding waarop de beschikking betrekking heeft. Voor vragen over aanmelding en inschrijving aan de Radboud Universiteit Nijmegen kan men terecht bij de Balie Studentenzaken van de Radboud Universiteit Nijmegen, T: (024) 361 23 45. Toelating op basis van bepaalde buitenlandse getuigschriften is eveneens mogelijk. Bezitters van deze documenten wenden zich tot de studentendecanen van de Dienst Studentenzaken,
3
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Afdeling Studentenbegeleiding. Een afspraak met één van de studentendecanen kan gemaakt worden via de Balie Studentenzaken, T: (024) 361 23 45. Meer informatie over toegang en toelating tot een opleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de verplichte vakken is te vinden in het Studentenstatuut (www.ru.nl/studentenstatuut) voor de studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hbo-instromers Naast vwo-instromers en studenten met een hbo-propedeuse kent de Faculteit der Managementwetenschappen hbo-instromers. Hbo-instromers volgen voordat ze worden toegelaten tot een masteropleiding een pre-master of hbo-minor. Het vakkenpakket is toegesneden op de deficiënties tussen de hbo-opleiding en de masteropleiding van je keuze. Neem voor meer informatie contact op met de studieadviseur van de betreffende opleiding. Verandering van opleiding Tot 1 oktober is het mogelijk om je met terugwerkende kracht voor een andere opleiding binnen of buiten de faculteit te laten inschrijven. Voor een opleiding met een numerus fixus geldt dit in de regel niet. Na die datum is speciale toestemming nodig. Wend je daarvoor tot de studieadviseur. Deze zal nagaan of de formele afwikkeling van je 'omzwaai' kan wachten tot de eerstvolgende herinschrijving. Studievoortgangsregelingen Onderstaande tekst gaat in op vier belangrijke studievoortgangsregelingen binnen onze faculteit in het studiejaar 2013 - 2014. Neem de tijd om ze aandachtig door te lezen. Het gaat om de volgende regelingen: • Bindend Studie Advies (BSA) • B-in-5 (bachelor in 5 jaar regeling) • M-in-2 (master in 2 jaar regeling) • Toelating master Bindend Studie Advies (BSA) Onze universiteit werkt met een bindend studieadvies (BSA). Universiteiten zijn verplicht om aan het eind van het eerste jaar van een bacheloropleiding aan hun eerstejaars studenten een advies te verstrekken over voortzetting van de studie. De wet (WHW, artikel 7.8b) maakt het mogelijk dat aan een negatief advies dan een afwijzing wordt verbonden. Het studieadvies is dan een bindend studieadvies. Consequentie van de afwijzing door een BSA is dat de student zich gedurende 3 jaar niet opnieuw kan inschrijven voor dezelfde (of nader te bepalen verwante) bacheloropleiding(en) aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Invoering van het BSA voorkomt dat studenten waarvan in het eerste jaar is vastgesteld dat zij geen perspectief hebben op een succesvolle studie, na het eerste jaar blijven 'voortmodderen'. Dat 'voortmodderen' leidt uiteindelijk tot het alsnog stoppen met de studie in het tweede en derde jaar of in het meest gunstige geval tot een wel heel forse overschrijding van de nominale studieduur van de bachelorfase.
4
ALGEMENE INFORMATIE
Studenten die in de voorbije jaren het dringend advies om na het eerste jaar te stoppen met de studie hebben genegeerd, hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het nu nog te lage bachelorrendement van onze instelling. Voor het College van Bestuur is dat het belangrijkste motief geweest om het bindend studieadvies in te voeren. Het BSA geldt voor alle eerstejaars die vanaf 1 september van het studiejaar 2013-2014 voor het eerst staan ingeschreven voor de propedeutische fase van een voltijdse bacheloropleiding. Het BSA geldt voor alle voltijdse bacheloropleidingen van de Radboud Universiteit. Aan studenten die zich op of na 1 februari 2014 inschrijven voor een voltijdse bacheloropleiding wordt het studieadvies uitgereikt aan het einde van het tweede studiejaar. Het faculteitsbestuur heeft bepaald dat studenten in onze faculteit in het eerste jaar minimaal 42 EC moeten behalen om in aanmerking te komen voor een positief studieadvies aan het eind van het eerste jaar. Daarbij worden uitsluitend de EC geteld zoals die verbonden zijn aan voldoende eindcijfers voor onderdelen (cursussen) van de propedeutische fase (B1) zoals die zijn opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Voldoet de student niet aan de minimale norm van 42 EC, dan krijgt hij/zij een negatief advies met daaraan verbonden een bindende afwijzing, tenzij er persoonlijke omstandigheden (zie Uitvoeringsbesluit WHW) in het geding zijn (geweest) die een normaal studieverloop onmogelijk hebben gemaakt. De student ontvangt eind februari 2014 (uiterlijk 1 maart 2014), na afloop van het eerste semester, een voorlopig studieadvies. Dit voorlopig studieadvies is vooral bedoeld als waarschuwing voor studenten die tot dan toe onvoldoende studievoortgang hebben geboekt. Als de uitslagen van de laatste herkansingen in juli 2014 bekend zijn, ontvangt de student die voldaan heeft aan de BSA-norm een positief advies. De student die dan niet voldaan heeft aan de BSA-norm, ontvangt dan een voornemen tot een bindend, negatief studieadvies. Alvorens een student een definitief, bindend negatief studieadvies ontvangt, krijgt hij/zij de gelegenheid te worden gehoord door de Commissie studieadvies eerste jaar. Voor studenten die hiervan geen gebruik maken wordt het voornemen tot een bindend, negatief studieadvies vervolgens omgezet in een definitief, bindend negatief advies. De student die op zijn/haar verzoek wel gehoord wordt door de Commissie studieadvies eerste jaar, wordt zo spoedig mogelijk na de hoorzitting, doch op uiterlijk 31 augustus 2014, over het definitieve besluit van de commissie geïnformeerd. Tegen een bindende afwijzing kan een student binnen zes weken in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). Op de website www.ru.nl/studenten zal vanaf de start van het nieuwe studiejaar informatie staan over het BSA voor de nieuwe eerstejaars en voor overige studenten. Bachelor in 5 jaar regeling(geldt alleen voor studenten gestart in 2008-2009, 2009-2010 en 2010-2011) Postpropedeutische tentamens van de bacheloropleiding die met goed gevolg zijn afgelegd, verliezen hun geldigheid na verloop van vijf jaren nadat de student zich voor de
5
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
propedeutische fase van de bacheloropleiding heeft ingeschreven, indien binnen deze termijn het bachelorexamen niet met goed gevolg is afgelegd. Master in 2 jaar regeling Tentamens in de masteropleiding, die met goed gevolg zijn afgelegd, verliezen hun geldigheid na verloop van twee jaren na de tentamendatum, indien binnen deze termijn het masterexamen niet met goed gevolg is afgelegd. Toelating master • Studenten uit de bacheloropleiding die na de laatste herkansingsperiode maximaal 2 cursussen uit het programma van het derde jaar van de bacheloropleiding (niet de bachelorthesis, geen keuzevakken) hebben openstaan, mogen deelnemen aan een extra tentamengelegenheid voor deze openstaande cursus(sen) op voorwaarde dat zij aan tenminste twee eerdere tentamengelegenheden van de desbetreffende cursus(sen) hebben deelgenomen. De extra tentamengelegenheid wordt georganiseerd vóór 15 september 2013. • Studenten uit de pre-master voor wo- en hbo-instromers die na de laatste herkansingsperiode maximaal 2 cursussen uit het pre-masterprogramma (niet de bachelorthesis of het afsluitende project) hebben openstaan, mogen deelnemen aan een extra tentamengelegenheid voor deze openstaande cursus(sen) op voorwaarde dat zij aan tenminste twee eerdere tentamengelegenheden van de desbetreffende cursus(sen) hebben deelgenomen. De extra tentamengelegenheid wordt georganiseerd vóór 15 september 2013. • Studenten worden per 1 september 2013 alleen tot het onderwijs en de tentamens van een masteropleiding toegelaten, als zij in het bezit zijn van een desbetreffend bachelordiploma of een bewijs van toelating tot de betreffende masteropleiding (certificaat). • Studenten die niet in het bezit zijn van bachelordiploma of een bewijs van toelating tot de masteropleiding (certificaat), worden uitsluitend toegelaten tot cursussen uit het masterprogramma waarvoor geldt dat onderwijs en toetsing gescheiden zijn. Op de facultaire website staat aangegeven welke cursussen dit betreft. Studenten zonder bachelordiploma of bewijs van toelating tot de masteropleiding (certificaat) mogen niet aan toetsing in de master deelnemen. Resultaten van mastertoetsen van niet-toegelaten studenten zijn ongeldig. Voor de overige studievoortgangsregelingen per opleiding (o.a. toelating tot de pre-master, regelingen met betrekking tot Recht en Management) wordt verwezen naar http://www.ru.nl/fm/studenten/onderwijsinformatie/oer/.
Verplichte inschrijving Onderwijsinschrijvingen voor cursussen Studenten dienen zich voor alle cursussen die zij willen volgen in te schrijven via het studentinformatiesysteem Osiris. De onderwijsinschrijving geschiedt via de studentenportal, http://www.student.ru.nl/ of via https://sis.ru.nl/. Voor vragen hierover kun je terecht bij de Centrale Studentenbalie van de Dienst Studentenzaken (informatie over de Dienst Studentenzaken vind je op het internet: http://www.ru.nl/studenten).
6
ALGEMENE INFORMATIE
Via de facultaire website wordt medegedeeld in welke periode kan worden ingeschreven voor het onderwijs. Het is belangrijk dat je de (online) studiegids raadpleegt alvorens je in te schrijven, zodat je precies weet voor welke cursussen (let ook op de cursuscode!!) je moet inschrijven. Onderwijsinschrijvingen voor keuzevakken Studenten van de Faculteit der Managementwetenschappen die aan een andere faculteit keuzevakken willen volgen, dienen zich te informeren over de wijze waarop de inschrijving plaatsvindt. De wijze van inschrijving kan per faculteit sterk variëren. Studenten van andere faculteiten die een cursus uit het aanbod van de Faculteit der Managementwetenschappen willen volgen als keuzevak, dienen zich tijdens de inschrijfperiode via de studentenportal, www.student.ru.nl, in te schrijven voor deelname aan het onderwijs en tentamens. Inschrijving voor tentamens Ook voor deelname aan tentamens dien je je via de studentenportal, http://www.student.ru.nl/ of https://sis.ru.nl/, in te schrijven. De procedure is als volgt: • De tentameninschrijving begint 6 weken voordat het tentamen plaats vindt. • De tentameninschrijving eindigt vijf werkdagen voor het tentamen. De datum van het tentamen staat vermeld in het tentamenrooster. • Je schrijft je in voor de tentamens waaraan je wilt deelnemen via Osiris (check de juiste naam en code voordat je je inschrijft!). • Je ontvangt per e-mail een bevestiging van je inschrijving (bewaar deze bevestiging; indien je geen bevestiging ontvangt, neem dan contact op met de Centrale Studentenbalie, Comeniuslaan 4). • Wanneer de inschrijving is gesloten kun je je niet meer via Osiris inschrijven. • Indien je onverhoopt vergeten bent je in te schrijven voor een tentamen, kun je bij de balie van het Studielandschap terecht voor een na-inschrijving. Dit kost € 10 per tentamen. Als bewijs ontvang je een kwitantie: neem deze kwitantie mee naar het tentamen. Alleen op vertoon van deze kwitantie word je - voor zover de capaciteit dit toelaat - toegelaten bij het tentamen. Een na-inschrijving is mogelijk tot uiterlijk het moment van aanvang van het tentamen. • Mocht je onverhoopt toch niet ingeschreven staan en er is geen tijd voor een nainschrijving (bijv. bij een tentamen dat 's avonds plaatsvindt) dan mag je meedoen tegen inlevering van je studentenkaart. Deze kun je dan de volgende dag tegen een betaling van € 10 bij de balie van het Studielandschap ophalen. • Studenten die meer dan een kwartier te laat zijn worden niet meer toegelaten tot het tentamen • Studenten mogen de tentamenzaal niet eerder verlaten dan 45 minuten na aanvang van het tentamen. • De termijn waarbinnen de tentamenresultaten bekend moeten worden gemaakt is 12 werkdagen. Vanaf de 12e werkdag na het tentamen kun je via Osiris het tentamenresultaat raadplegen.
7
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Wanneer de resultaten na 12 werkdagen niet bekend zijn gemaakt en je daar niet tijdig (conform de OER) op gewezen bent, kun je een klacht indienen bij de examencommissie. Schema inschrijving tentamens Inschrijving opent in week:
Alle bachelorop-leidingen + pre-masters en de masteropleidingen EC, BsK, GPM, POL en BK Wk. 39: 23-09-2013 Wk. 48: 25-11-2013 Wk. 48: 25-11-2013 Wk. 8: 17-02-2014 Wk. 8: 17-02-2014 Wk. 19: 05-05-2014 Wk. 19: 05-05-2014 Wk. 26: 23-06-2014 Wk. 27: 30-06-2014
Tentamenperiode 1 Herkansing tentamenperiode 1 Tentamenperiode 2 Herkansing tentamenperiode 2 Tentamenperiode 3 Herkansing tentamenperiode 3 Tentamenperiode 4 Herkansing tentamenperiode 4 1e jaar Herkansing tentamenperiode 4 Overige jaren
Roosters Jaarrooster faculteit der Managementwetenschappen 2013-2014 Weeknr.
Datum
Blokkenrooster alle opleidingen
ma t/m vr
Bijzonderheden In de opgenomen tentamen-/herkansingsweken wordt uitsluitend schriftelijk getentamineerd.
Onderwijs
Tentamens herkansingen
36
02-09 t/m 06-09
1
37
09-09 t/m 13-09
2
38
16-09 t/m 20-09
3
39
23-09 t/m 27-09
4
40
30-09 t/m 04-10
5
41
07-10 t/m 11-10
6
42
14-10 t/m 18-10
7
43
21-10 t/m 25-10
8
44
28-10 t/m 01-11
45
04-11 t/m 08-11
46
11-11 t/m 15-11
1
47
18-11 t/m 22-11
2
48
25-11 t/m 29-11
3
49
02-12 t/m 06-12
4
50
09-12 t/m 13-12
5
8
2 september Opening academisch jaar ('s middags OV/TV)
(OV) T1
ALGEMENE INFORMATIE
51
16-12 t/m 20-12
6
52
23-12 t/m 27-12
1
30-12 t/m 03-01
2
06-01 t/m 10-01
7
3
13-01 t/m 17-01
8
4
20-01 t/m 24-01
5
27-01 t/m 31-01
6
03-02 t/m 07-02
1
7
10-02 t/m 14-02
2
8
17-02 t/m 21-02
3
9
24-02 t/m 28-02
4
10
03-03 t/m 07-03
5
11
10-03 t/m 14-03
6
12
17-03 t/m 21-03
7
13
24-03 t/m 28-03
8
14
31-03 t/m 04-04
15
07-04 t/m 11-04
16
14-04 t/m 18-04
1
18 april Goede vrijdag (OV/TV)
17
21-04 t/m 25-04
2
21 april Tweede paasdag (OV/TV) 26 april Koningsdag
18
28-04 t/m 02-05
19
05-05 t/m 09-05
3
5 mei Bevrijdingsdag (OV/TV)
20
12-05 t/m 16-05
4
15 mei Diesviering ('s middags OV/TV)
21
19-05 t/m 23-05
5
22
26-05 t/m 30-05
6
23
02-06 t/m 06-06
7
24
09-06 t/m 13-06
8
25
16-06 t/m 20-06
HK3
(OV)
26
23-06 t/m 27-06
T4
(OV)
27
30-06 t/m 04-07
28
07-07 t/m 11-07
29
14-07 t/m 18-07
Zomervakantie Uitslagen HK4 1e jaar bekend
30
21-07 t/m 25-07
Zomervakantie (OV/TV) 25 juli
Kerstvakantie (OV/TV) Kerstvakantie (OV)
HK 1 T2
3 en 4 maart Carnaval (OV)
HK 2 T3
Meivakantie (OV/TV)
29 mei Hemelvaartsdag (OV/TV) 30 mei vrijdag na Hemelvaartsdag (OV/TV)
9 juni Tweede pinksterdag (OV/TV)
(OV) HK4 1e jaar
(OV)
9
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
versturen BSA 31
28-07 t/m 01-08
32
04-08 t/m 08-08
Zomervakantie (OV/TV)
33
11-08 t/m 15-08
34
18-08 t/m 22-08
(OV) Hoorzitting Commissie Studieadvies 1e jaar
35
25-08 t/m 29-08
(OV)
36
01-09 t/m 05-09
Zomervakantie (OV/TV) HK 4 overige jaren
1
(OV)
1 september Opening academisch jaar ('s middags OV/TV)
OV = onderwijsvrij TV = tentamenvrij
Onderwijs- en tentamenvrije perioden en dagen Kerstvakantie: 23 december 2013 - 3 Januari 2014 Goede vrijdag: 18 april 2014 Tweede paasdag: 21 april 2014 Koningsdag: 26 april 2014 ((zaterdag) Bevrijdingsdag: 5 mei 2014 Diesviering: 15 mei 2014 Hemelvaart: 29 en 30 mei 2014 Pinksteren: 9 juni 2014 Zomervakantie: 14 juli - 8 augustus 2014 Onderwijsvrije perioden Onderwijsvrij: 28 oktober - 1 november 2013 Meivakantie: 28 april - 2 mei 2014 Zomervakantie: 16 juni - 29 augustus 2014
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) De studiegids en de website van je opleiding bieden je allerlei praktische informatie. Het zijn echter geen formele regelingen waar je als student rechten aan kunt ontlenen. Zoiets bestaat er wel, dat is de Onderwijs- en Examenregeling, in de wandeling OER genoemd. De wet WHW schrijft voor dat voor elke opleiding of groep van opleidingen een dergelijke Onderwijs- en Examenregeling moet bestaan, en dat deze op heldere en adequate wijze moet vastleggen welke procedures er bestaan en welke rechten en plichten met betrekking tot het onderwijs en de examens. De wet legt tevens vast welke zaken in deze regeling ten minste moeten zijn vastgelegd. Het betreft onder meer zaken rond • opzet van het onderwijs en per cursus de vorm waarin het onderwijs wordt aangeboden
10
ALGEMENE INFORMATIE
(ook welke taal wordt opgelegd), zwaarte van het programma, deelname aan het onderwijs (in hoeverre verplicht?) en voortgangseisen (Bindend Studieadvies bijvoorbeeld), • tentamens (inclusief nakijktermijnen, inzage en mogelijkheden bezwaar te maken of beroep aan te tekenen), • examens, denk daarbij ook aan het toekennen van judicia zoals 'cum laude', • de kwaliteiten die de student bij succesvolle afsluiting van de opleiding moet hebben bereikt. Het is de taak van de faculteit deze Onderwijs- en Examenregeling vast te stellen. In onze faculteit gebeurt dit jaarlijks. Het komend jaar wordt het onderwijs dus verzorgd overeenkomstig de OER 2013-2014. Er is een OER voor de Bachelor en een OER voor de Master, formeel zijn dit immers aparte opleidingen. In de OER voor de Master zijn ook de pre-masters opgenomen, want zij bereiden (indirect) voor op het masterdiploma en niet op het bachelordiploma. Zowel de OER voor de Bachelor als die voor de Master bestaat uit een algemeen gedeelte met bepalingen die voor de betrokkenen bij alle opleidingen van de faculteit gelden en een opleidingsspecifiek gedeelte waarin per opleiding toegevoegde bepalingen zijn opgenomen. Die laatste bepalingen mogen nooit in strijd zijn met de bepalingen in het algemeen gedeelte, die immers voor iedereen gelden. • •
In de OER van onze faculteit zijn uiteraard alle zaken opgenomen die daar volgens de wet in geregeld moeten zijn. Daarnaast staat er een aantal zaken in waar onze faculteit speciale aandacht aan wil geven. Denk bijvoorbeeld aan eisen voor toelating, fraude, of het voorschrift dat er overgangsmaatregelen moeten zijn wanneer een vak niet meer wordt gegeven, en wat daarin geregeld moet zijn. Dat laatste is heel plezierig wanneer je een bepaald onderdeel van je jaar hebt gemist en dat het volgende jaar alsnog moet inhalen. In de Algemene OER staan regels over toelating, opzet van onderwijs, deelname aan onderwijs, tentamens, fraude, examens en diploma's, zowat alle hierboven opgesomde punten dus, maar in de Opleidingsspecifieke OER staan per opleiding toegevoegd additionele eisen voor toelating en voortgang, de inhoud van het aangeboden programma (inclusief per vak de gehanteerde taal en de toetsvorm) en de kwalificaties en eindtermen waarvoor het onderwijsprogramma van die betreffende opleiding opleidt. De examencommissie speelt bij de handhaving van de OER een belangrijke rol. In de OER worden allerlei zaken opgedragen aan de examencommissie. Ten dele betreft het taken die de examencommissie volgens de wet WHW heeft, zoals het bepalen wanneer een student een examen heeft gehaald, wanneer fraude is gepleegd, wanneer vrijstelling van een tentamen wordt verleend. Daarnaast controleert de examencommissie bijvoorbeeld ook wanneer aan toelatingseisen is voldaan, of stelt ze vast wanneer van de nakijktermijnen mag worden afgeweken. Daarbij opereert de examencommissie binnen het kader dat de OER stelt. Wanneer je denkt dat rechten die je volgens de OER hebt worden geschonden kun je bij de examencommissie reclameren. Daarnaast heeft de examencommissie de bevoegdheid in individuele gevallen van de OER af te wijken, wanneer dit op basis van redelijkheid en billijkheid gerechtvaardigd is. In kwesties van beide soorten gevallen is het altijd, wanneer je een verzoek aan de examencommissie wil doen, aan te raden dit via de studieadviseur te doen. Die weet in welke vorm je zo'n verzoek het best kunt gieten.
11
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
De tekst van de OER vind je op de website van je opleiding, als je onder Onderwijs op de menubalk naar beneden scrollt. Er is een Nederlandstalige en een Engelstalige versie, bij verschillen geeft de Nederlandse versie de doorslag. De informatie die studiegids en website je daarnaast bieden bestaat, zoals aan het begin al opgemerkt, in veel gevallen uit praktische uitwerkingen van wat in de OER formeel is vastgelegd.
Beroepsprocedures Wanneer een student, ook na afwikkeling van een bezwaar bij de betrokken cursuscoördinator, het niet eens is met een tentamenuitslag of zich onbillijk behandeld voelt, kan hij/zij beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens (CBE) tegen een beschikking (een tentamenuitslag) of behandeling. De beschikking/behandeling moet ofwel in strijd zijn met de Onderwijs- en ExamenRegeling (OER), dan wel in strijd zijn met de redelijkheid of billijkheid. Een beroep dient schriftelijk te worden ingediend binnen 6 weken nadat de beschikking is bekend gemaakt of de behandeling heeft plaatsgevonden. De termijn begint direct te lopen, ook wanneer de student eerst bezwaar aantekent bij de examencommissie. Het indienen van een bezwaarschrift bij de examencommissie schort deze termijn niet op. Bij de Dienst Studentenzaken is een modelberoepschrift verkrijgbaar. Bovendien kunnen de studentendecanen daar helpen bij het opstellen van een beroepschrift. Wanneer het beroep ontvankelijk wordt verklaard door het CBE , wordt bekeken of er een oplossing of compromis mogelijk is. Is dat niet het geval, dan zal uiteindelijk het CBE , na beide partijen te hebben gehoord, een uitspraak doen. Meer informatie over het CBE is te vinden in het instellingsdeel van het studentenstatuut. Het adres van het College van Beroep voor de Examens is Comeniuslaan 4, Postbus 9102, 6500 HC Nijmegen. Telefonische bereikbaarheid: (024) 361 22 70.
Regeling overschrijding correctietermijn Indien ten gevolge van het overschrijden van de correctietermijn de tijd tussen de dag waarop de uitslag bekend is gemaakt (publicatie via Osiris en de dag waarop de herkansing plaatsvindt minder dan acht werkdagen bedraagt, zal een tweede gelegenheid worden georganiseerd om aan de herkansing deel te nemen. Deze tweede gelegenheid vindt plaats minimaal twee weken en maximaal drie weken na de uitslag. Het betreft nadrukkelijk géén extra herkansing. Studenten kunnen naar keuze deelnemen aan de reguliere herkansing of aan de extra gelegenheid. Dus niet aan beide! Degenen die deelnemen aan de extra herkansing dienen zich uit te schrijven voor de reguliere herkansing en zich op de gebruikelijke weg voor de tweede gelegenheid in te schrijven. De uitslag van de reguliere en extra gelegenheid worden gezamenlijk bekendgemaakt. Beide gelegenheden zijn gelijkwaardig voor wat betreft tentamenvorm en moeilijkheidsgraad. De reguliere gelegenheid tot herkansing wordt geannuleerd, indien alle studenten hun inschrijving intrekken.
12
ALGEMENE INFORMATIE
Studentenkaart Voor alle aanmeldingen en afmeldingen voor onderwijs en tentamens, voor deelname aan tentamens, voor het opvragen van je tentamenresultaten in het Studielandschap heb je een geldige studentenkaart nodig. Zorg dus dat je de studentenkaart steeds bij je hebt.
Vrijstellingen, vervangende vakken of extra tentamengelegenheden Denk je recht te hebben op een vrijstelling, wil je een vervangend vak opvoeren of een extra tentamengelegenheid aanvragen, dan wijk je formeel af van de OER. Het verzoek tot die afwijking kan de examencommissie van jouw opleiding goed- of afkeuren. Zorg ervoor dat je het verzoek tot afwijking van de OER altijd op tijd, met redenen omkleed en voorzien van bewijsstukken indient. Wil je bijvoorbeeld een vrijstelling omdat je een vak elders al behaald hebt, stuur dan een cijferlijst en een kopie uit die studiegids mee. Wil je een extra tentamengelegenheid dan leg je uit waarom en stuur je, indien van toepassing, een bewijsstuk mee. De brief voor de examencommissie kan je afgeven bij de studieadviseur. Hij of zij kan je ook meer uitleg geven.
Studentenbegeleiding Studieadvies eerste jaar De student ontvangt eind februari (uiterlijk 1 maart), na afloop van het eerste semester, een voorlopig studieadvies. Dit voorlopig studieadvies is vooral bedoeld als waarschuwing voor studenten die tot dan toe onvoldoende studievoortgang hebben geboekt. Als de uitslagen van de laatste herkansingen in juli 2013 bekend zijn, ontvangt de student die voldaan heeft aan de BSA-norm van 42 EC een positief advies. De student die dan niet voldaan heeft aan de BSA-norm, ontvangt dan een voornemen tot een bindend, negatief studieadvies. Alvorens een student een definitief, bindend negatief studieadvies ontvangt, krijgt hij/zij de gelegenheid te worden gehoord door de Commissie studieadvies eerste jaar. Voor studenten die hiervan geen gebruik maken wordt het voornemen tot een bindend, negatief studieadvies vervolgens omgezet in een definitief, bindend negatief advies. De student die op zijn/haar verzoek wel gehoord wordt door de Commissie studieadvies eerste jaar, wordt zo spoedig mogelijk na de hoorzitting, doch op uiterlijk 31 augustus, over het definitieve besluit van de commissie geïnformeerd. Tegen een bindende afwijzing kan een student binnen zes weken in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). Studieadviseurs De faculteit biedt je verschillende mogelijkheden voor studiebegeleiding. De studiebegeleiding geschiedt in eerste instantie door de studieadviseurs. Bij hem of haar kan je
13
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
terecht met vragen van allerlei aard. Heb je bijvoorbeeld vragen over de inhoud van de studie, tentamens, de OER, keuzevakken, de keuze van een master etc. dan is de studieadviseur het eerste aanspreekpunt. Verder kun je problemen bespreken, die het verloop van de studie beïnvloeden. De studieadviseur kan je bijvoorbeeld helpen bij het opstellen van de juiste studieplanning. Vooral wanneer je vanwege ziekte of andere persoonlijke omstandigheden langere tijd niet tot studeren in staat bent, is het aan te raden bij de studieadviseur aan te kloppen. Zo nodig kan hij of zij je doorverwijzen naar een andere instantie, zoals de studentenpsycholoog of een studiefonds. Wil je een afspraak met de studieadviseur, dan staat hieronder wanneer de spreekuren plaatsvinden en hoe je een afspraak kunt maken. De studiebegeleiding in de propedeutische fase wordt, naast de studieadviseurs, verzorgd door de docenten Academische Vaardigheden. De AV-docenten ondersteunen je vooral bij de ontwikkeling van een universitaire studiehouding en bijbehorende vaardigheden, inclusief studiemethodiek en -planning. Zij voeren daartoe indien wenselijk gesprekken met individuele studenten. De AV-docenten spelen ook een rol bij het studieadvies dat tweemaal in de propedeuse wordt verstrekt. Bij negatief of twijfeladvies wordt altijd een motivatie gegeven die grotendeels gebaseerd is op het oordeel van de AV-docent. Wil je meer studiebegeleiding dan slechts op deze momenten, stap dan zelf naar de studieadviseur. Begeleiding op universitair niveau Bij de Dienst Studentenzaken van de universiteit is een aantal hulpverlenende instanties aanwezig. Er zijn bijvoorbeeld studentenpsychologen, die je kunnen helpen met persoonlijke problemen van psychische aard. Ook is er een studiekeuzeadviseur, die je kan helpen, als je twijfelt aan je studiekeuze. De Dienst Studentenzaken verzorgt verder gedurende het jaar een aantal studievaardigheidscursussen. Alle informatie over deze voorzieningen vind je op de website van de RU (www.ru.nl/studenten) onder het kopje 'begeleiding'.
De organisatie van het onderwijs De secties De Faculteit der Managementwetenschappen heeft twee primaire taken: onderwijs en onderzoek. De organisatie van de faculteit kent vier secties die intern coherent zijn in termen van discipline, aandachtsgebied of kernobject: • Bedrijfskunde • Economie en bedrijfseconomie • Sociale geografie, Planologie, Milieu-maatschappijwetenschappen • Bestuurskunde & Politicologie Elke sectie bestaat uit een aantal leerstoelen met daarbij horende medewerkers en wordt geleid door een hoogleraar. De kernformatie van de secties bestaat uit medewerkers met een gecombineerde onderzoek- en onderwijsaanstelling (ud, uhd en hgl) en wordt bijgestaan door een secretariaat.
14
ALGEMENE INFORMATIE
De leiding van de faculteit De leiding van de faculteit berust bij de decaan, prof. dr. ir. R.E.C.M. van der Heijden. De decaan is voorzitter van het Faculteitsbestuur waarin zitting hebben: vice-decaan onderwijs (mw. dr. J.M. van der Vleuten), de vice-decaan onderzoek (prof. dr. A.C.R. van Riel), secretaris-directeur (drs. H.L. Looijmans) en een studentassessor. De assessor is te bereiken via
[email protected]. Overzicht coördinatoren Voor elke opleiding is een coördinator aangewezen. De coördinator is verantwoordelijk voor de onderwijsorganisatie van de opleiding. Hij of zij ziet toe op de afstemming tussen de cursussen en let erop of het onderwijs goed wordt uitgevoerd. De coördinator is het eerste aanspreekpunt voor studenten. Overzicht coördinatoren van de bacheloropleidingen Bacheloropleiding
Coördinator
Bedrijfskunde
dr. R.L.J. Schouteten
Economie en bedrijfseconomie
dr. J.J.M. Peil
Bestuurskunde
dr. M.E. Honingh
Politicologie
dr. A. Zaslove
Geografie, planologie en milieu
dr. B.M.R. van der Velde
Overzicht coördinatoren van de masteropleidingen Masteropleiding
Specialisatie
Coördinator
Business Administration
Marketing
prof. dr. A.C.R. van Riel
Strategy
prof. dr. H.L. v. Kranenburg
Organizational Design and Development
mw. prof. dr. K. Lauche
Strategic Human Resource Management
mw. prof. dr. B.I.J.M. van der Heijden
International Management
dr. O. Furrer
Business Analysis Modelling
prof. dr. J.A.M. Vennix
Economics
Dr. J.P.J.M. Smits
Bestuurskunde
Dr. C.J. Lako
Politicologie
mw. dr. K.M. Anderson
Planologie
dr. S.V. Meijerink
Human Geography
prof. dr. H. Ernste
Milieumaatschappijwetenschappen
prof. dr. P. Leroy
15
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. De belangrijkste taken zijn de evaluatie van het onderwijs en het geven van een advies bij de jaarlijkse vaststelling van de OER. Verder is de opleidingscommissie de plaats waar studenten en docenten met elkaar kunnen spreken over alle aangelegenheden van het onderwijs. De commissie kan eventueel een ongevraagd advies uitbrengen aan de decaan. De studentenfractie van de opleidingscommissie van je opleiding is bereikbaar op het e-mail adres:
[email protected]. (bij de xxxxx dient de naam van de opleiding te worden ingevuld). Examencommissie Elke opleiding heeft een examencommissie. Deze ziet toe op de goede gang van zaken tijdens tentamens. Ook kun je bij de examencommissie terecht als zich bijzondere omstandigheden voordoen waarin de Onderwijs- en ExamenRegeling niet voorziet. Je kunt het beste eerst overleggen met de studieadviseur, alvorens je je tot de examencommissie wendt. Commissie Studieadvies eerstejaar De Commissie Studieadvies eerstejaar hoort studenten die een voornemen tot een negatief bindend studieadvies hebben gekregen en neemt hierna een definitieve beslissing. Samenstelling Drs. E.H. Kelder, voorzitter Prof. dr. J.A.C.M. Doorewaard, lid Mw. dr. M.L. van Genugten, lid Vervangende leden Mw. Dr. C.P. Peters Mw. dr. M.E. Honingh Dr. B.M.R. van der Velde
Het onderwijscentrum Algemene informatie over het Onderwijscentrum Het Onderwijscentrum is gevestigd aan de Thomas van Aquinostraat 3 op de begane grond en houdt zich bezig met onderwijsondersteuning in de brede zin van het woord. Je kunt hierbij denken aan zaken als: voorlichting voor scholieren, studieadvisering, beheer van de internetpagina's, coördinatie van kwaliteitszorg, databeheer, en onderwijskundige professionalisering. Het Onderwijscentrum staat onder leiding van het Hoofd Onderwijsmanagement van de faculteit, drs. E.H. Kelder, T: (024) 361 59 30, E:
[email protected]. De studentenadministratie De studentenadministratie is verantwoordelijk voor de organisatie en administratie van onderwijs en tentamens. Elke werkdag is er een open spreekuur tussen 13.00 en 14.00 uur. De studentenadministratie is onderverdeeld per cluster van opleidingen:
16
ALGEMENE INFORMATIE
Bedrijfskunde Medewerker: Mw. P.C.B.M. Bloem, T: (024) 361 12 64, E:
[email protected] Medewerker: Mw. C.H.P.C. Berendsen, T: (024) 3611199, E:
[email protected] Economie en bedrijfseconomie, bestuurskunde en politicologie Medewerker: Mw. I. Smitjes, T: (024) 361 21 02:
[email protected] Sociale geografie, planologie en milieu-maatschappijwetenschappen Medewerker: Mw. P.G.J.M. Read, T (024) 361 19 30, E:
[email protected] De studieadviseurs De faculteit heeft een aantal studieadviseurs voor de verschillende opleidingen. Dit zijn: Bacheloropleiding bedrijfskunde: Dhr. ir. L.V.M. Meijssen, T: (024) 361 17 47, E:
[email protected]. Afspraken via de balie van het studielandschap, T: (024) 361 59 25. Bachelor- en masteropleiding en pre-master bestuurskunde: Dhr. drs. A.G.F.M. Vermeulen, T: (024) 361 30 68, E:
[email protected]. Inloopspreekuur op maandag 12.30 - 13.30 uur. Afspraken voor spreekuren op maandag en dinsdag (9.00 - 12.00 uur) via de balie van het studielandschap, T: (024) 361 59 25. (Pre)Masteropleiding Business Administration: Mw. R. Friesen, T: (024) 361 18 34, E:
[email protected]. Inloopspreekuur op woensdag van 10.30 - 11.30 uur. Afspraken voor de spreekuren op dinsdagmiddag en donderdagochtend via het secretariaat Bedrijfskunde, T: (024) 361 18 35. Bacheloropleiding economie en bedrijfseconomie: Dhr. drs. S.W. Schrijner, T: (024) 361 30 21, E:
[email protected]. Inloopspreekuur op maandagochtend tussen 10.30 - 12.00 uur. Afspraken voor spreekuur op donderdagmiddag tussen 13.00 en 15.00 uur via het secretariaat, kamer: TvA 5.1.74, T: (024) 361 58 90. Masteropleiding en pre masteropleiding Economics: Mw. drs. H. Gunenc , T: (024) 3612005, E:
[email protected]. Spreekuur op maandag van 16.00 - 17.00 uur en op donderdag van 10.00 - 11.00 uur (op afspraak). Afspraken voor spreekuur via het secretariaat, kamer: TvA 5.1.74, T: (024) 361 58 90. Bachelor- en masteropleidingen en pre-masters politicologie: Mw. drs. L. Spreeuwenberg, T: (024) 361 18 59, E:
[email protected]. Inloopspreekuur op woensdagmiddag tussen 15:00 - 16:30 uur. Afspraken voor spreekuur op maandagmiddag of donderdagochtend via het secretariaat, kamer: TvA 5.1.74, T: (024) 361 27 54. Bacheloropleiding geografie, planologie en milieu, pre-masters sociale geografie en milieumaatschappijwetenschappen, masteropleiding sociale geografie en milieu17
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
maatschappijwetenschappen: Mw. drs. J.M. van de Walle, T: (024) 361 60 49, E:
[email protected]. Inloopspreekuur op maandagochtend tussen 10.00 - 11.30 uur. Afspraken voor spreekuur op maandagmiddag tussen 13.00 - 14:00 of woensdagmiddag tussen 13.00 en 15.00 via het secretariaat, T: (024) 361 19 25. Pre-masters en masteropleiding planologie: Mw. drs. L. Spreeuwenberg, T: (024) 361 18 59, E:
[email protected]. Inloopspreekuur op woensdagmiddag tussen 15:00 - 16:30 uur. Afspraken voor spreekuur op maandagmiddag of donderdagochtend via secretariaat, T: (024) 361 19 25. Het Studielandschap Op de begane grond van gebouw 3 aan de Thomas van Aquinostraat is het Studielandschap gevestigd; het studiecentrum van de Faculteit der Managementwetenschappen. Het Studielandschap wordt druk bezocht door studenten die op uiteenlopende manieren met hun studie bezig zijn. Het Studielandschap bestaat uit de volgende onderdelen: Informatiebalie Meteen als je het Studielandschap binnenloopt zie je de informatiebalie. Deze balie wordt bezet door de beheerders van het Studielandschap (mw. L. Laeven en mw. M. Kokkeler). Aan deze balie kunnen vragen worden gesteld. Tevens kun je hier terecht voor: • het maken van afspraken met de studieadviseurs; • het lenen van laptops • het reserveren van studieruimtes Werkstukkenkast Schuin tegenover de balie staat een werkstukkenkast. Docenten kunnen een vakje aanvragen wanneer zij de studenten een werkstuk willen laten inleveren. Inloggen computers Jouw inlogaccount voor de computers in het studielandschap is je studentnummer voorafgegaan door een 's' en je persoonlijke wachtwoord. Printen en kopiëren Printen en kopiëren gaat voortaan via Péage. Kijk voor meer informatie op http://www.ru.nl/gdi/voorzieningen/printen-scannen/peage/. Cyberspace, Groene zaal, Paarse zaal, Gele zaal Deze zalen bevatten in totaal 90 computers, en worden gebruikt voor studieactiviteiten van studenten, individueel en in groepen. Forumzaal De forumzaal bevat 26 pc's, en heeft de volgende bestemmingen: • onderwijs op het gebied van visualisatie, elektronisch vergaderen (group systems), • GIS-systemen aan groepen tot 50 personen; onderwijs aan grotere groepen waarbij de docent kan demonstreren met behulp van projectie; • vrij computergebruik van studenten.
18
ALGEMENE INFORMATIE
RSI-werkplaats Eén ruimte in het Studielandschap is ingericht als RSI-werkplaats. Momenteel zijn er vier werkplekken. Informatie over deze ruimte kun je verkrijgen bij de informatiebalie. Laptops uitleen Voor het projectwerk kun je een laptop reserveren. . De laptops beschikken over draadloze netwerkvoorzieningen. Via de balie van het Studielandschap geschiedt de uitgifte van deze laptops, ook kun je hier ruimten reserveren waar je met een groep studenten kunt werken. Openingstijden De openingstijden van het Studielandschap zijn: Maandag t/m donderdag van 08.45 tot 20.00 uur en vrijdag van 8.45 tot 17.00 uur. Het Studielandschap is telefonisch bereikbaar op (024) 361 59 25. Tijdens onderwijsvrije perioden, tentamenperioden en vakanties kunnen aangepaste openingstijden gelden. Logg-Inn Sinds vorig jaar is 'Logg-Inn' gehuisvest in de ruimtes van de voormalige bibliotheek van Managementwetenschappen. In deze studieruimte zijn 76 werk- en stilteplekken ingericht en kan gebruik gemaakt worden van draadloos internet. Bij de balie van Logg-Inn zijn de verplichte literatuur voor de cursussen en scripties tegen inlevering van collegekaart in te zien. Zie voor meer informatie http://www.ru.nl/ubn.
Het International Mobility Office NSM's International Mobility Office is the point of entry for almost all international activities. NSM has over 80 Erasmus contracts, and 7 bilateral agreements with universities outside of Europe. We provide both students and faculty members with the information they need concerning international affairs. For incoming students, the International Mobility Office is there to assist them during their stay in Nijmegen. IMO is open on Mondays, Tuesdays, Wednesdays and Fridays, 12.30 - 4 p.m. Any changes in the opening hours will be announced on the website, through Blackboard and on the door of the International Mobility Office. Emails should be sent to
[email protected]. Any additional information can be found on IMO's website: www.ru.nl/fm/imo Employees at IMO are: Ms. Simone Buissink, coordinator International Mobility Office. Ms. Beate Durlinger, coordinator International Mobility Office, E:
[email protected], T: +31 (0)24 361 5927. Het International Mobility Office fungeert als aanspreekpunt voor internationale studenten, uitwisselingsstudenten en gastdocenten die onze faculteit bezoeken. Het IMO is geopend op maandag, disndag, woensdag en vrijdag van 12.30 - 16.00 uur. Wijzigingen in openingstijden worden aangekondigd op de Website, Blackboard en op de deur van het International Mobility Office.
19
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
E-mails kunnen worden gestuurd naar:
[email protected]. Aanvullende informatie kan worden gevonden op de facultaire website: www.ru.nl/fm/imo. De medewerkers van het International Mobility Office zijn: Simone Buissink en Beate Durlinger E:
[email protected], T: +31 (0)24 3615927.
Internationalisering, Communicatie en Onderzoeksondersteuning De afdeling Internationalization, Communication and Research Support (ICR) houdt zich bezig met de strategische doelstellingen van de faculteit op het terrein van internationalisering, communicatie en onderzoeksondersteuning. ICR heeft een beleidsvoorbereidende en -adviserende rol, maar is ook nadrukkelijk betrokken bij de uitvoering van het beleid. Op het gebied van internationalisering betekent dit dat ICR onder andere de coördinatie voert over een aantal internationale onderwijsprojecten (oa. Erasmus Mundus), internationale studenten werft voor de Engelstalige opleidingen, het partnernetwerk van de faculteit vormgeeft en de uitwisseling van studenten en staf ondersteunt. ICR is verantwoordelijk voor de interne en externe communicatie van de faculteit. Het gaat hierbij onder andere om de communicatie met medewerkers en studenten, het opzetten en beheren van websites, het gebruik van sociale media, het alumnibeleid, de ontwikkeling van promotiemateriaal en het onderhouden van de contacten met overheid en bedrijfsleven. Het Institute for Management Research (IMR) is het facultaire onderzoeksinstituut. De facultaire ondersteuning is ondergebracht bij ICR. De medewerkers van ICR houden zich onder andere bezig met administratieve ondersteuning, het faciliteren van onderzoekers en promovendi, het organiseren van onderzoeksdagen, het beheren van Metis, en het adviseren van onderzoekers bij de werving van externe middelen. Meer informatie over de afdeling ICR is te vinden op de website: www.ru.nl/fm/icr.
Kwaliteitszorg Kwaliteit van het onderwijs De Radboud Universiteit Nijmegen hecht veel waarde aan de kwaliteit van het onderwijs. Zowel van de opleiding zelf als van de studenten wordt een aantal inspanningen verwacht om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen. Inspanningen van de opleiding Voor de opleiding is er sprake van interne en externe kwaliteitszorg. De interne kwaliteitszorg richt zich op het hele scala van activiteiten voor behoud en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs binnen een faculteit of opleiding. Belangrijk instrument daarbij
20
ALGEMENE INFORMATIE
zijn de evaluaties die standaard na elke cursus worden gehouden. Ook vinden er geregeld panelevaluaties plaats waarin studenten hun mening geven over het onderwijs in een heel semester. De resultaten van deze evaluaties worden besproken in de besturen van de verschillende opleidingen. Zij doen voorstellen om eventuele problemen aan te pakken. De opleidingscommissies wordt gevraagd hierover advies te geven. De externe kwaliteitszorg heeft betrekking op het zogenoemde accreditatiestelsel waarmee de kwaliteit van opleidingen één maal per zes jaar door deskundigen van buiten wordt beoordeeld. Rechten en plichten van de student Zowel de opleiding als de faculteit spant zich in om te voldoen aan de eis studenten kwalitatief goede en studeerbare programma's te bieden. Van de student worden tegenprestaties verwacht: de student is verplicht zichzelf goed te informeren. Dit betekent dat hij of zij wordt geacht kennis te nemen van de inhoud van de studiegids en het Studentenstatuut voor studenten (www.ru.nl/studentenstatuut) van de Radboud Universiteit Nijmegen en overige informatie die door de opleiding verstrekt wordt. Docenten mogen er van uit gaan dat studenten van een opleiding gemiddeld 40 uur per week aan de opleiding besteden. Collectief klachtrecht Alle medewerk(st)ers van de faculteit doen hun best om goed onderwijs aan te bieden en afgesproken procedures zo goed mogelijk uit te voeren. Toch kun je soms van mening zijn dat je niet terecht behandeld bent. Het kan gaan om individuele docenten, om de uitvoering van het onderwijs, om roosters, zalen, informatie et cetera. In veel gevallen is rechtstreeks praten met de verantwoordelijke medewerk(st)er de beste oplossing. Als een gesprek niet mogelijk is of niet tot een oplossing leidt, kun je een klacht indienen bij de facultaire klachtencommissie. Je kunt dit alleen of met een aantal medestudenten doen. Een klachtenformulier is beschikbaar via de facultaire website, www.ru.nl/fm. Je krijgt in de regel binnen een maand antwoord. Om ongewenste doublures met andere bezwaar- en beroepsmogelijkheden te voorkomen, neemt de klachtencommissie niet alle mogelijke soorten klachten in behandeling. Op de website is aangegeven wanneer je wel/geen beroep kunt doen op de commissie. Heb je een klacht over de inhoud van een tentamen of over het toegekende cijfer, wend je dan in ieder geval niet tot de klachtencommissie. Overleg eerst met de betrokken docent tijdens de inzage van het betreffende tentamen. Levert dit overleg niets op, dan kun je bezwaar aantekenen bij de examencommissie van de betreffende opleiding. De werkwijze en gedragscode van de klachtencommissie kan worden ingezien bij de balie van het Studielandschap. De klacht wordt namens de decaan van de faculteit behandeld door de klachtencommissie. De commissie bestaat uit een voorzitter (mw. prof. dr. M.M.T. Verloo), een secretaris (dr. J.J.M. Peil), een studentlid en een ambtelijk secretaris (mw. E. Veneman).
Medezeggenschap Studenten hebben in diverse lagen binnen de Faculteit der Managementwetenschappen en op verschillende momenten inspraak in de besluitvorming.
21
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
OLC Voor opleidingspecifieke zaken zijn er de opleidingscommissies (OLC's). In een opleidingscommissie praten studenten samen met docenten over de kwaliteit van het onderwijs. Zij bespreken studentevaluaties van de verschillende vakken, adviseren over het onderwijsprogramma en praten mee over de gevolgen van facultair beleid voor hun opleiding. De studentenfractie van de opleidingscommissie van je opleiding is bereikbaar op het e-mail adres:
[email protected]. (bij de xxxxx dient de naam van de opleiding te worden ingevuld). FSR Op facultair niveau is de Facultaire Studentenraad (FSR) actief. De studentenraad is er voor alle zaken van studenten van de Faculteit der Managementwetenschappen. De FSR praat mee over de invulling en ontwikkeling van het facultaire beleid tijdens de Facultaire Gezamenlijke Vergadering, waarin overlegd wordt met het decanaat en personeel van de faculteit. Daarnaast probeert zij zo goed mogelijk de belangen van de studenten te vertegenwoordigen op de faculteit. Voor vragen, opmerkingen of klachten over het onderwijs of de faciliteiten van de faculteit is de FSR bereikbaar op het e-mailadres:
[email protected] en telefoon (024) 361 59 21. Studentassessor en USR Naast de Facultaire Studentenraad is op facultair niveau ook de studentassessor actief. Samen met de FSR worden facultaire zaken besproken en wordt samengewerkt met de Universitaire StudentenRaad (USR) en assessoren van andere faculteiten. Zo wordt gewerkt aan oplossingen en verbeteringen van interfacultaire zaken en universiteitsbreed beleid. De assessor neemt tevens zitting in het wekelijkse overleg van het faculteitsbestuur en heeft daarin adviesrecht. De assessor is te bereiken via e-mail:
[email protected]. Panelgroepen Naast de medezeggenschapsorganen op opleidings-, facultair en universitair niveau bestaat er per onderwijsperiode ook de mogelijkheid panelgroepen te vormen. Deze panelgroepen evalueren onder andere de inhoud en de opbouw van de onderwijsperiode. Ze kunnen worden ingesteld als daar behoefte aan is onder de studenten. Voor meer informatie over de verschillende organen en haar leden kun je kijken op: www.ru.nl/fm/wegwijzer en http://www.ru.nl/fm/faculteit/medezeggenschap/.
Het aanschaffen van studieboeken en ander studiemateriaal Het op tijd bezitten van de vereiste studieboeken en aanvullende literatuur geldt op universitair niveau als een verantwoordelijkheid van de studenten zelf. Zorg er daarom voor dat je aan het begin van elke periode alle benodigde boeken en aanvullende literatuur (studiehandleidingen en readers) in je bezit hebt. De studieboeken zijn te bestellen via de webwinkel van de Faculteit der Managementwetenschappen in samenwerking met de facultaire studieverenigingen. Kijk hiervoor op http://ww.ru.nl/fm/boeken. Leden van de facultaire studieverenigingen krijgen als ze op tijd bestellen 10% korting op de boeken. Bij de bestelling van de literatuur wordt er
22
ALGEMENE INFORMATIE
rekening gehouden met het aantal inschrijvingen voor een cursus. Boeken kunnen echter na verloop van tijd ondanks goede schattingen niet meer leverbaar zijn. Daarom adviseren we je ook om op tijd voor cursussen in te schrijven, zodat we een goede inschatting van de hoeveelheid te bestellen literatuur kunnen maken. De readers (literatuurbundels) zijn te verkrijgen bij de dictatencentrale, http://www.ru.nl/fm/readers.
Naar het buitenland De faculteit der Managementwetenschappen acht het een goede zaak wanneer studenten een deel van hun studie aan een buitenlandse universiteit volgen. Volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen levert internationalisering 'een belangrijk aandeel in de vorming van het individu tot Europees en mondiale burger. Het verrijkt de opleiding met kennis en vaardigheden die nodig zijn om te functioneren in een internationaal georiënteerde en multiculturele samenleving, een mondiale economie en arbeidsmarkt'. Om een dergelijk buitenlands verblijf mogelijk te maken zijn er allerlei financiële ondersteuningsmogelijkheden. Het Erasmusprogramma van de Europese Unie is het bekendste programma waarmee studenten in het buitenland kunnen studeren. De Erasmusbeurzen stellen studenten in staat om voor een periode van drie maanden tot een jaar aan een buitenlandse universiteit te studeren. De faculteit heeft met een groot aantal universiteiten in West en Centraal Europa overeenkomsten gesloten en kan elk jaar ongeveer 120 studenten uitzenden. Informatie over deze universiteiten is te vinden op de facultaire website www.ru.nl/fm/imo. Andere mogelijkheden om naar het buitenland te gaan, zijn beurzen die men kan krijgen op basis van bilaterale verdragen. Wie een jaar in de Verenigde Staten wil studeren, kan zich aanmelden voor plaatsing via het zogenaamde ISEP-programma. Ook voor andere landen kunnen beurzen worden aangevraagd, o.a. Argentinië, Brazilië, Rusland, Zuid-Korea en Japan. Studeren in het buitenland is niet tot Europa beperkt, het vereist alleen wel wat meer inzet! Naast deze beurzenprogramma's zijn er nog andere mogelijkheden. Men kan een stage lopen in het buitenland of bij een internationale organisatie of bedrijf. Men kan deelnemen aan zogeheten 'Summer Schools' of 'intensive programmes', waarbij men zich in de zomervakantie enkele weken lang met studenten uit verschillende landen over een bepaald onderwerp buigt. Elk jaar stelt de Faculteit der Managementwetenschappen zomerbeurzen ter beschikking. Meer informatie hierover (het aantal beschikbare beurzen, aanvraagprocedure, hoogte van de beurs, etc.) vind je op de website van het International Mobility Office: www.ru.nl/fm/imo. Ook pas afgestudeerden kunnen verder studeren aan een buitenlandse universiteit of universitaire instelling met ondersteuning van beurzen uit o.a. het talentenprogramma, het NAVO-beurzenprogramma, een VSB-beurs, de NIZA-scriptieprijs (voor Zuidelijk Afrika). Kortom, er zijn volop mogelijkheden. Actuele informatie hierover verschijnt op de facultaire website/Blackboard. Een praktisch stappenplan voor studenten Managementwetenschappen is via de facultaire website te raadplegen (via www.ru.nl/fm/imo). Hierin zijn de procedures bij de voorbereiding en planning beschreven, evenals zaken als studiefinanciering, taalvaardigheid (zeer
23
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
belangrijk), huisvesting en wat te doen na terugkomst. E:
[email protected]. Het vaste inloopspreekuur is maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 12.30 - 16.00 uur.
Vreemde talen leren spreken Radboud in'to Languages Radboud in'to Languages, het expertisecentrum voor taal en communicatie van de Radboud Universiteit, is gevestigd in het Erasmusgebouw, begane grond. Wij verzorgen diverse taalen communicatietrainingen en tekst- en vertaalwerk. Tevens organiseren wij toetsen en assessments, om het niveau van taalvaardigheid te meten.. Ook het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen maakt deel uit van onze organisatie. Aantrekkelijke kortingsregel Studenten van de RU hebben recht op korting. Voor de meeste taaltrainingen geldt een korting van 50%. Op de website staan alle actuele gegevens en percentages. Aanbod Vreemde talen Je kunt bij ons verschillende vreemde talen leren zoals Chinees, Duits, Engels, Frans, Grieks, Italiaans, Latijn, Marokkaans Arabisch, Grieks, Russisch, Portugees, Spaans, Zweeds en Turks. De cursussen worden aangeboden van beginnersniveau tot (ver)gevorderdenniveau, en zijn ingedeeld volgens het Common European Framework of References for Languages (internationale standaardnormen). Na afloop van de cursussen ontvangen alle deelnemers een certificaat van deelname. Hierop staan ook de toetsresultaten vermeld. De cursussen Engels die wij aanbieden vormen een goede voorbereiding op internationaal erkende diploma's, zoals IELTS (voor academische doeleinden) en Cambridge Certificates (diverse niveaus). Nederlands voor anderstaligen (zoals buitenlandse studenten) Radboud in'to Languages biedt ook cursussen Nederlands voor anderstalige studenten aan, op verschillende niveaus.Voor uitwisselingsstudenten is er zelfs een speciale korte cursus Social Dutch ontwikkeld waarin de basis van het Nederlands aan bod komt. Daarnaast zijn er diverse mogelijkheden voor gevorderde anderstalige studenten, waaronder een cursus Schrijfvaardigheid en grammatica, spreekvaardigheid voor (ver)gevorderden en De puntjes op de i. Voor het volgen van een van deze drie cursussen is een diploma van het Staatsexamen NT2 programma II vereist. Communicatietrainingen Ontdek ook onze resultaatgerichte communicatietrainingen. Van helder schrijven, spelling en presenteren tot solliciteren, netwerken, mindmappen en onderhandelen. Voor uitgebreide informatie raadpleeg onze website: http://www.radboudintolanguages.nl/. Contactgegevens Radboud in'to Languages Radboud in'to Languages Erasmusplein 1 (Erasmusgebouw, begane grond)
24
ALGEMENE INFORMATIE
T: (024) 361 21 59 E:
[email protected]. Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.00 - 18.00 uur www.radboudintolanguages.nl
Academisch Schrijfcentrum Nijmegen Het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen (ASN) is een voorziening voor alle studenten van de RU. Je kunt er gratis terecht met alle soorten vragen over alle soorten (academische) schrijfopdrachten; van eerstejaarspapers tot en met masterscripties. Bij het ASN staat een team van speciaal getrainde tutoren (studenten en promovendi van de RU) klaar met wie je zo vaak als nodig gesprekken ("tutorsessies") kunt voeren. In discussie en samenspraak met hen kun je je gedachten scherpen en je teksten verhelderen. Ze kunnen je strategieën en technieken aanreiken om op een efficiënte manier tot goede teksten te komen. De tutor kan de rol aannemen van een kritische lezer, maar is geen corrector of redacteur. Je leert juist om zelf je teksten te evalueren en te verbeteren en zo een betere schrijver te worden. Kortom, de service van het ASN: • • • • • •
laagdrempelig en gratis onafhankelijk één-op-één-gesprekken zo vaak als nodig gericht op het ontwikkelen van je schrijfvaardigheid direct aan de slag met je eigen opdracht
Tip: Wacht niet tot het laatste moment. Als je eerder in het schrijfproces langskomt, kun je veel meer profijt halen uit de sessie(s). Belangstelling? Kijk op de website: www.ru.nl/asn. Daar kun je je direct opgeven voor een tutorsessie. Je kunt ook langskomen (Universiteitsbibliotheek, 1e etage, Erasmuslaan 36), mailen (
[email protected]) of bellen (024 - 36 100 77).
De universitaire lerarenopleiding ILS-RU ILS-RU is de universitaire lerarenopleiding van de Radboud Universiteit. Excellente docenten opleiden door de onderwijspraktijk en wetenschappelijk onderzoek aan elkaar te verbinden. Dat is de opdracht van het Instituut voor Leraar en School van de Radboud Universiteit. Opleiden ILS-RU verzorgt universitaire lerarenopleidingen voor studenten die docent willen worden: een Educatieve Minor voor bachelorstudenten en een Educatieve Master voor afgestudeerde masterstudenten. Docenten en schoolleiders in het voortgezet onderwijs die verdere professionalisering zoeken in hun vak of in de (vak)didactiek kunnen bij ILS-RU terecht voor cursussen, workshops en scholing op maat.
25
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Onderzoek Bij ILS-RU wordt ook (vak)didactisch onderzoek verricht in nauwe samenwerking met de Academische Opleidingsscholen. Dit onderzoek wordt gekenmerkt door een voortdurende interactie tussen theorie en praktijk: onderzoekers maken gebruik van praktijkervaringen en hun resultaten dragen ertoe bij dat de onderwijspraktijk daadwerkelijk beter wordt. Educatieve Master De educatieve master van ILS-RU leidt afgestudeerde masterstudenten op voor een eerstegraads bevoegdheid in het voortgezet onderwijs. Met een diploma van deze masteropleiding kun je aan de slag in de bovenbouw van havo en vwo. ILS-RU biedt een Educatieve Master aan voor de volgende schoolvakken: Nederlands, Frans, Duits, Engels, Spaans, Grieks & Latijn, geschiedenis, aardrijkskunde, maatschappijleer, godsdienst & levensbeschouwing, filosofie, kunstgeschiedenis, algemene economie, management & organisatie, wiskunde, natuurkunde, biologie en scheikunde. Als ingangseis geldt dat de student beschikt over een universitair bachelor- en masterdiploma binnen het vakgebied. De Educatieve Master is een voltijd opleiding die een jaar in beslag neemt. Educatieve Minor Naast de Educatieve Masters biedt ILS-RU ook Educatieve Minoren aan. De Educatieve Minor is ingevoerd door het Ministerie van Onderwijs om meer academisch opgeleide docenten voor de klas te krijgen. Het is een minorprogramma van 30 EC dat je kunt volgen in het derde jaar van je bachelor. In combinatie met je bachelordiploma geeft het minorgetuigschrift een beperkte tweedegraads lesbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs, waarmee je les kunt geven in de onderbouw van havo en vwo en in het vmbo-t. ILS-RU biedt een Educatieve Minor aan voor de volgende schoolvakken: Nederlands, Grieks & Latijn, Engels, Frans, Duits, Spaans, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Godsdienst & levensbeschouwing, Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde en Biologie. Qua vorm en inhoud is de educatieve minor sterk vergelijkbaar met de eerste helft van de masteropleiding. Ook de minor bestaat voor de helft uit stage. Het met goed gevolg en positief advies afgesloten hebben van een educatieve minor levert later een vrijstelling voor een deel van de educatieve master. Voorlichting & Intake Aanmelden voor de educatieve master die start op 1 september kan tussen 1 april en 15 mei 2013. Op http://www.ru.nl/ils/ vind je de precieze beschrijving van de aanmeldprocedure. Voor meer informatie zie www.ru.nl/ils. Mocht je na het bestuderen van de website nog vragen hebben dan kun je terecht bij Edith Verbeet, de studieadviseur van ILS-RU, (
[email protected]).
Radboud Honours Academy Radboud Honours Academy De Radboud Honours Academy biedt getalenteerde en ambitieuze studenten van de Radboud Universiteit de kans een extra en uitdagend programma te volgen. Elk jaar hebben zowel
26
ALGEMENE INFORMATIE
bachelor- als masterstudenten de mogelijkheid naast hun reguliere opleiding aan een van de programma's deel te nemen. Honoursprogramma in de propedeuse Studenten kunnen direct in hun eerste jaar al ervaren wat honoursprogramma's te bieden hebben. Speciaal voor propedeusestudenten is er een aantrekkelijk honoursprogramma samengesteld. In dit honoursprogramma ontmoet je studenten van verschillende opleidingen. Daarnaast maak je kennis met wetenschappers die hun sporen in het wetenschappelijk onderzoek hebben verdiend. Het programma bestaat uit twee korte cursussen. De eerste cursus vindt plaats in de maanden november en december van 2013 en de tweede cursus in februari en maart van 2014. Elke cursus bestaat uit zes wekelijkse avondbijeenkomsten en wordt afgesloten met een excursie of symposium. Als je beide cursussen hebt gevolgd en daarmee het programma hebt afgerond, ontvang je tijdens een feestelijke bijeenkomst een Honours bul. Kijk voor meer informatie op www.ru.nl/honoursacademy/propedeusestudenten. Honoursprogramma's in de bachelorfase Jaarlijks worden de beste eerstejaarsstudenten van elke opleiding uitgenodigd om te solliciteren naar een plaats binnen het honoursprogramma. Het programma is er voor studenten die in het eerste jaar goed tot uitstekend hebben gepresteerd en in staat en bereid zijn extra tijd en energie te investeren. Studenten kunnen solliciteren naar een plaats binnen het disciplinaire programma van hun eigen faculteit of opleiding òf naar een plaats binnen het interdisciplinaire honoursprogramma. Disciplinair Honoursprogramma Het honoursprogramma van Managementwetenschappen is opgedeeld in twee delen, namelijk in een groepsbreed Honours Academy Project in het eerste jaar en een individueel, onderzoeksgericht tweede jaar: Honours Academy Project (HAP) Het eerste honoursjaar bij Managementwetenschappen richt zich op een gezamenlijk onderzoeksproject over een maatschappelijk relevant thema waaraan alle honoursstudenten van de verschillende opleidingen binnen de Faculteit der Managementwetenschappen deelnemen. Doel van dit HAP is inzicht te krijgen in de wijze waarop de verschillende disciplines naar een maatschappelijk relevant thema kijken en hoe deze verschillende perspectieven kunnen helpen om dit thema nader te onderzoeken. De onderzoeksvragen die binnen het HAP worden geformuleerd, reflecteren zowel de disciplines binnen de faculteit als de interesse van de studenten. Je werkt dus in een semi-interdisciplinaire context. Je wordt begeleid door een hoogleraar en door vertegenwoordigers van verschillende opleidingen. Met het HAP ga je op reis naar het buitenland om daar specifieke bezoeken af te leggen en interviews te houden voor het onderzoek. Eigen onderzoek In het tweede honoursjaar krijg je als honoursstudent van Managementwetenschappen de kans om onderzoek te doen naar een zelfgekozen thema op het terrein van je eigen discipline. Op deze manier kan je je studie verbreden of verdiepen in de richting van je eigen interesse.
27
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Alle onderdelen van het honoursprogramma worden in dit jaar afgestemd op het door jou gekozen onderzoeksgebied, om het leerproces daarbinnen zoveel mogelijk te stimuleren. Zelf bepaal je in grote mate - samen met je begeleider - hoe je programma eruit komt te zien. Hierbij kun je terugvallen op onderzoekservaring die je hebt opgedaan tijdens het Honours Academy Project in het eerste honoursjaar. In het honoursprogramma van Managementwetenschappen is jaarlijks plaats voor maximaal 15 studenten. Voor meer informatie, zie: http://www.ru.nl/rha/managementwetenschappen/. Interdisciplinair Honoursprogramma Het interdisciplinaire programma biedt studenten de mogelijkheid om over de grenzen van hun eigen vakgebied heen te kijken. Je krijgt intensief onderwijs van topdocenten en komt met uiteenlopende thema's in aanraking: nanotechnologie, sterrenkunde, Rome, de middeleeuwen of actuele thema's. De cursussen zijn kleinschalig. Interactieve colleges worden afgewisseld met studiedagen en excursies. Met studenten van verschillende opleidingen maak je deel uit van een denktank. Daar werk je een opdracht uit van bijvoorbeeld een bank of een ingenieursbureau, een ministerie of een organisatie als de politie. Je werkt in een interdisciplinaire context en wordt begeleid door een hoogleraar en door vertegenwoordigers van de externe partner. Met de denktank ga je op reis naar een Europese universiteit om daar specifieke kennis voor de opdracht op te doen. Tot het programma worden jaarlijks maximaal 100 studenten toegelaten. Voor meer informatie, zie: http://www.ru.nl/rha/interdiscipline/. Honoursprogramma's in de masterfase De Radboud Honours Academy biedt masterstudenten de mogelijkheid om deel te nemen aan een van de drie honoursprogramma's tijdens de masterfase. De extra kennis die je als student hiermee opdoet is van grote waarde voor je persoonlijke en academische ontwikkeling, en voor je verdere wetenschappelijke of maatschappelijke loopbaan. De drie honoursprogramma's worden gevolgd naast het reguliere masterprogramma en kunnen niet worden opgevoerd als een deel van dat programma. De zwaarte van elk van de drie programma's is ongeveer een kwart van een gewoon studiejaar (60 EC). Studenten moeten solliciteren naar een plek binnen een van de programma's. Beyond the Frontiers Het honoursprogramma Beyond the Frontiers biedt vijftig studenten per jaar de kans om een studie- of onderzoeksstage van twee tot drie maanden te volgen in een internationaal hoog aangeschreven laboratorium of onderzoeksinstituut. Door de confrontatie met internationale toponderzoekers binnen de eigen wetenschappelijke discipline krijgen studenten de mogelijkheid verder de diepte in te gaan en zich voor te bereiden op een wetenschappelijke carrière. Om in aanmerking te komen voor een van de vijftig beurzen van maximaal 4000 euro, moeten studenten via hun eigen faculteit een voorstel indienen voor een onderzoeksstage, het volgen van een masterclass aan een gerenommeerd wetenschappelijk instituut of een studieverblijf aan een buitenlands onderzoekscentrum. Is je aanvraag gehonoreerd, dan volg je in de maanden voor en na je stage eenmaal in de maand een avondbijeenkomst van de reeks Ethos of Science. Daarin denk je aan de hand van
28
ALGEMENE INFORMATIE
verschillende casussen na over de rol van wetenschap en wetenschappers en ethische problemen waarmee je als wetenschapper te maken kunt krijgen. Aan het einde van het studiejaar presenteren studenten het resultaat van hun onderzoeks- of studiestage tijdens een afsluitend symposium. Voor meer informatie zie: http://www.ru.nl/beyondthefrontiers/ Reflections on Science Het honoursprogramma Reflections on Science duurt één collegejaar. Je volgt het programma naast je reguliere master. De studiebelasting is ongeveer 25% van een reguliere master. In het honoursprogramma worden denktanks van ongeveer tien studenten samengesteld, die een jaar lang een complexe vraagstelling bestuderen. Elke denktank bestaat voor de helft uit studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen en voor de andere helft uit studenten van een buitenlandse partneruniversiteit. Deelnemers komen van verschillende opleidingen. Op deze manier leer je in een internationale setting samen te werken met studenten vanuit andere wetenschappelijke disciplines. Je krijgt inzicht in de waarde van andere disciplinaire en nationale perspectieven bij de bestudering van complexe vraagstukken. In de eerste fase van het programma doen studenten individueel onderzoek, gerelateerd aan de vraagstelling en mogelijk passend bij de eigen wetenschappelijke discipline. In de tweede fase wordt gezamenlijk gewerkt aan een adviesrapport, waarbij de individuele onderzoeken als bron functioneren. Iedere denktank heeft een wetenschappelijk begeleider en nodigt zelf gastsprekers uit om in gesprek te gaan over de concrete vraagstelling. Tijdens Ethos of Science, een maandelijkse lezingenreeks, word je uitgedaagd om kritisch te reflecteren op de verschillende belangen waarmee je als onderzoeker kunt worden geconfronteerd. Voor meer informatie, zie http://www.ru.nl/reflectionsonscience/ Reflections on Professions Studenten in dit honoursprogramma reflecteren op de rol die zij als academische professional zullen innemen in posities in het bedrijfsleven, bij de overheid en in de samenleving. Studenten verdiepen zich in maatschappelijke tendensen en de gang van zaken binnen organisaties. Een verdieping die van belang is voor studenten van alle wetenschappelijke disciplines . Welke spanningen roept professionalisme in organisaties op? Hoe ga je om met professionele dilemma's en het spanningsveld tussen de belangen van een organisatie en het verantwoordelijkheidsbesef van een academicus? Je volgt in groepen van maximaal 20 studenten van verschillende disciplines colleges van wetenschappers, deskundigen en professionals met topfuncties in organisaties. Je verdiept je in maatschappelijke thema's dan wel vraagstukken van opdrachtgevers. Je slaat een brug tussen wetenschap en praktijk en komt tot filosofische verdieping. Binnen het programma kies je voor een van de volgende trajecten: Filosofie van professionalisme, Professionele dilemma's of Het regisseren van vertrouwen.
29
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Voor meer informatie zie: http://www.ru.nl/reflectionsonprofessions/ Meer informatie Meer informatie over de programma's vind je op www.ru.nl/honoursacademy. Je kunt ook een afspraak maken om langs te komen: 024-3615955. Radboud Honours Academy Erasmusplein 1, begane grond, kamer 0.01 Telefoon: 024-3615955 E-mail:
[email protected] www.ru.nl/honoursacademy
De Dienst Studentenzaken Heb je vragen over je inschrijving aan de universiteit of loop je vast in je studievoortgang? Wil je meer weten over regels op het gebied van studiefinanciering of ben je op zoek naar studentencultuur? De medewerkers van de Dienst Studentenzaken zijn er om jou op weg te helpen op onder andere het gebied van studentenadministratie, studentenbegeleiding en studentencultuur. Kijk op www.ru.nl/studenten voor meer informatie.
30
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Bacheloropleiding bestuurskunde Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen Aan de Radboud Universiteit Nijmegen worden een bachelor- en een masteropleiding bestuurskunde aangeboden. De Masteropleiding kent daarbij drie specialisaties. Hiernaast wordt een internationale masterspecialisatie aangeboden. Daarnaast bestaat er een pre-master voor studenten die het masterprogramma willen volgen, maar deficiënties in hun vooropleiding hebben. Tot slot biedt de afdeling bestuurskunde keuzevakken en minores aan voor studenten die een andere bacheloropleiding volgen.
De opbouw van het curriculum Het curriculum Cohort 2013-2014 De bacheloropleiding bestuurskunde omvat een curriculum van drie jaar van in totaal 180 EC. Het eerste jaar biedt oriëntatie en basiskennis, het tweede jaar verdieping en het derde jaar is gericht op verbreding en toepassing. Studiejaar 1 oriëntatie en basiskennis Semester 1.1 Cursuscode Cursusnaam
EC Tentamenvorm
Taal
Blok
BCU191
Kernthema's van de bestuurskunde
6
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
1
BPRA150
Onderzoeks- en interventiemethodologie A (bestuurskunde)
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
1
BCU312
Organisatietheorie
6
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
2
BPRO165
Beleidsproject 1.1 bestuurskunde
6
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
2
BIN117BK
Academische vaardigheden (bestuurskunde)
6
Werkstuk
Nederlands
1 en 2
Cursuscode
Cursusnaam
EC Tentamenvorm
Taal
Blok
BCU192
Binnenlands bestuur
6
Schriftelijk tentamen + een werkstuk
Nederlands
3
BPRA155
Onderzoeks- en interventiemethodologie B (bestuurskunde)
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
3
BCU268
Management van het openbaar bestuur
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
4
BPRO166
Project 1.2 binnenlands bestuur
6
Schriftelijk tentamen +
Nederlands
4
Semester 1.2
31
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
werkstuk BCU228B
Inleiding recht (bestuurskunde)
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
3 en 4
Studiejaar 2 verdieping en verbreding Semester 2.1 Cursuscode
Cursusnaam
EC
Tentamenvorm
Taal
Blok
BCU273
Politicologie voor bestuurskundigen
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
1
BPRA200
Methoden van bestuurskundig onderzoek I
6
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
1
BCU194BK
Economie van de Managementwetenschappen (bestuurskunde)
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
2
BPRO209
Project vergelijkende analyse
6
Werkstuk
Nederlands
2
BCU326
Bestuursrecht
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
1 en 2
Cursuscode
Cursusnaam
EC
Tentamenvorm
Taal
Blok
BCU314
Policy Cycle
6
Schriftelijk tentamen
Engels
3
BCU335
Kosten en baten van het openbaar bestuur
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
3
BPRO201
Project advisering en interventie
6
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
4
BIN118BK
Filosofie van de Managementwetenschappen (bestuurskunde)
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
4
BPRA201
Methoden van bestuurskundig onderzoek II
6
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
3 en 4
Semester 2.2
Studiejaar 3 verbreding en toepassing Semester 3.1 Cursuscode
Cursusnaam
EC
Tentamenvorm
Taal
Blok
BCU332
Good Governance
6
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Engels
1
BCU333
Sociology for Public Administration
6
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Engels
1
BCU336
European Governance
6
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Engels
2
BCU3021
Geschiedenis van de bestuurskunde
6
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
2
Vrije keuzeruimte
6
32
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Semester 3.2 Cursuscode
BIM322A
Cursusnaam
EC
Vrije keuzeruimte
18
Bachelorthesis bestuurskunde
12
Tentamenvorm
Taal
Blok 3 en 4
Werkstuk
Nederlands
3 en 4
Cursusbeschrijvingen van de bacheloropleiding Academische vaardigheden (bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
MAN-BIN117BK 6 Bestuurskunde Ba 1 blokken 1 en 2 Werkstuk Nederlands Genugten, dr. M.L. van dr. M.L. van Genugten Geen specifieke voorkenniseisen Nee Aan het eind van de cursus beschik je over de bovengenoemde vaardigheden: je bent in staat een wetenschappelijke schriftelijke en mondelinge presentatie te geven. Dat houdt in, dat je in staat bent tot: • het afbakenen van het onderzoeksveld (probleemstelling) en het stellen van de juiste vragen (vraagstelling en deelvragen); • het opzoeken en vinden van wetenschappelijke literatuur, het bestuderen, analyseren, verwerken, toepassen en presenteren van de resultaten; • het opzetten van een interview (interviewplan en interviewguide), het afnemen van een interview, het analyseren, verwerken, toepassen en het presenteren van de resultaten; • het trekken van logische conclusies (argumenteren) en het doen van aanbevelingen; • het hanteren van een logische opzet, indeling en structuur, zowel bij het paper als bij de mondelinge presentatie; • het hanteren van de correcte wijze van bron vermelden en literatuurweergave.
Cursusbeschrijving
AV is een praktische, door opdrachten gestuurde cursus. In de cursus maken studenten zich allerlei vaardigheden (ook wel competenties genaamd) eigen die nodig zijn tijdens de studie om een goede academicus te worden en om ná de studie als academicus goed te kunnen functioneren. Deze wetenschappelijke vaardigheden hebben betrekking op: het stellen van relevante wetenschappelijke vragen, het
33
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Literatuur
34
verzamelen van wetenschappelijk verantwoorde informatie (zowel schriftelijke als mondelinge), het verwerken van wetenschappelijke informatie, het trekken van wetenschappelijk verantwoorde conclusies (ofwel wetenschappelijk verantwoord redeneren en argumenteren) en het presenteren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek (zowel schriftelijk als mondeling). Daarnaast worden persoonlijke vaardigheden geoefend zoals: samenwerken in groepjes, feedback geven en feedback ontvangen, evalueren en reflecteren. De AV-docent is tevens mentor van de eerstejaarsstudenten. Twee readers: Deel 1 is de Handleiding met de opdrachten en de noodzakelijke kennis en achtergrondinformatie voor het maken van de opdrachten; Deel 2 is de Tekstenbundel waarin de teksten te vinden zijn die je nodig hebt bij het maken van de opdrachten. (Let op: koop de readers voor de juiste opleiding: bestuurskunde)
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Kernthema's van de bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BCU191 6 Bestuurskunde Ba 1 en Schakelprogramma Blok 1 Schriftelijk tentamen en werkstuk Nederlands Baas, drs. J.H. de drs. J.H. de Baas Geen. Ja De cursus heeft als doel de student inzicht te bieden in de kernbegrippen en basistheorieën uit de bestuurskunde, alsmede met de belangrijkste instituties en organisaties in en rondom het openbaar bestuur in Nederland. Specifieke doelstellingen: • Eerste kennismaking met de Bestuurskunde • Overzicht van de belangrijke thema's en de ontwikkeling van de discussie in het vakgebied • Aanleren van de taal en de begrippen • Het herkennen van bestuurskundige aspecten in actuele vraagstukken; het stellen van bestuurskundige vragen en het verkennen van bestuurskundige antwoorden voor de actuele praktijk. De cursus biedt een algemene inleiding op de Bestuurskunde als wetenschappelijke discipline. Welke functie heeft het openbaar bestuur in de samenleving? Hoe kan die functie worden vervuld met bestuur, beleid en organisatie? Het vak geeft overzicht over de antwoorden die de Bestuurskunde heeft opgeleverd: functie en karakter van het openbaar bestuur, klassieke beleidsontwikkeling, besluitvorming, organisatie, marktwerking, democratie en politieke verantwoordelijkheid. Er wordt ook ingegaan op moderne beleidsvoering in netwerksituaties, beleidsspelen en het management van beleidsprocessen. Tevens komt aan de orde de inrichting van het openbaar bestuur in Nederland (Rijksoverheid, provinciale en gemeentelijke overheden, functioneel en territoriaal gedecentraliseerd bestuur); De cursus dient mede om de studenten voor te bereiden op het in grote mate zelfstandig kunnen lezen, begrijpen en kritisch beoordelen van een recente bestuurskundige monografie. Hiertoe worden wekelijks twee hoorcolleges van twee uur en een werkcollege georganiseerd. De aanwezigheid bij deze colleges is verplicht. De hoorcolleges worden verzorgd door Jan Herman de Baas. Bij de 35
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Literatuur
36
werkcolleges worden ouderejaars studenten betrokken. - J.H. de Baas, Bestuurskunde in hoofdlijnen, Invloed op beleid, Wolters-Noordhof, 1995 - G.E. Breeman, W.J. van Noort, M.R. Rutgers, De bestuurlijke kaart van Nederland, Uitg. Coutinho, vijfde druk 2012 - H. de Bruijn, Framing, Over de macht van taal in de politiek, vierde druk 2012
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Onderzoeks- en interventiemethodologie A (bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BPRA150 6 Bestuurskunde Ba 1 Blok 1 Schriftelijk tentamen. Nederlands Jacobs, dr. H.A.G.M. prof. dr. J.A.M. Vennix, dr. I.L. Bleijenbergh, dr. ir. S.F.J.M. Raaijmakers, dr. S. Smeets, dr. H.A.G.M. Jacobs Geen. Nee Studenten kunnen: • de functie van wetenschappelijk onderzoek voor de managementwetenschappen aangeven mede in het licht van het onderscheid tussen onderzoeks- en interventiemethodologie; • de belangrijkste methodologische stromingen onderscheiden en een relevante uitleg geven aan basisbegrippen in empirisch wetenschappelijk onderzoek; • in gegeven casuïstiek adequate keuzes maken voor onderdelen van een eenvoudig onderzoeksvoorstel en deze keuzes adequaat beargumenteren. De cursus behandelt de theorie en praktijk van empirisch onderzoek. Naast wetenschapsopvattingen en belangrijke methodologische stromingen, behandelt ze methodologische basisbegrippen zoals validiteit en betrouwbaarheid. Ook komen de diverse onderdelen van de empirische onderzoekscyclus aan bod. Studenten oefenen basis methodologische vaardigheden, bijvoorbeeld het maken van onderzoeksvraagstellingen, het operationaliseren van te onderzoeken begrippen, het selecteren van onderzoeksdesigns, waarnemingsmethoden en analysetechnieken. De cursus bestaat uit hoorcolleges (behandeling theoretische uitgangspunten), werkcolleges (opdrachten bespreken en feedback ontvangen) en zelfstudie. Titel: Theorie en praktijk van empirisch onderzoek Auteur: Prof. dr. J.A.M. Vennix Jaar: 2011 Editie: vijfde editie ISBN: 978 1 78016 080 1
37
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Organisatietheorie Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
38
MAN-BCU312 6 Bestuurskunde Ba 1 Blok 2 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands Lako, dr. C.J. dr. C.J. Lako geen Nee De cursus heeft tot doel om: • studenten een breed overzicht te geven van organisatietheorieën in de publieke sector en de ontwikkeling daarin; • studenten inzicht te verschaffen in de wijze waarop deze theorieën kunnen worden toegepast op actuele organisatievraagstukken. De cursus bestaat uit hoor- en werkcolleges waarin uitgebreid wordt ingegaan organisatiestructuur en organisatiecultuur van de publieke sector. Daarbij wordt ingegaan op veranderingen in de organisatiestructuur van de laatste decennia en verschillende organisatievormen (functionele organisaties, projectorganisaties e.d.). Diverse grondleggers van de organisatiewetenschap (Taylor, Gulick, Likert, Scharpf e.a.) passeren de revue. Steeds wordt daarbij ingegaan op hun theoretische benadering van organisatievraagstukken en de toepassing daarvan op actuele vraagstukken. • J.R. Tompkins, Organization Theory and Public Management, Thomson Wadsworth, nieuwste editie. • Een selectie van nog nader bekend te maken artikelen uit internationale tijdschriften (raadpleeg Blackboard).
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Beleidsproject 1.1 bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BPRO165 6 Bestuurskunde Ba 1 Blok 2 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Nederlands Kruijf, dr. J.A.M. de dr. J.A.M. de Kruijf Geen. Nee • Studenten kunnen na de cursus de verschillende fasen van het beleidsproces herkennen; • Studenten kunnen een beleidsontwerp analyseren: zij herkennen expliciete en impliciete beleidsdoelstellingen; zij kunnen een beleidstheorie van een beleidsplan (re)construeren; zij hebben kennis van beleidsinstrumenten en kunnen de inzet ervan beredeneerd beoordelen; zij kunnen aan de hand van een stappenplan zelf een beleid ontwerpen; studenten kunnen een ex ante inschatting maken van de rationaliteit, legitimiteit en haalbaarheid van een beleidsplan. Afgestudeerde bestuurskundigen zullen veelal in functies terecht komen waarin ze beleid ontwikkelen en beoordelen. Het beleidsproject is een eerste kennismaking met beleid en bereidt studenten voor op de cursus Beleidscyclus in de bachelorfase en verschillende vakken over de Beleidswetenschap in de masteropleiding Bestuurskunde. Studenten leren de verschillende fasen van het beleidsproces, namelijk de beleidsvoorbereiding, de beleidsvorming, de uitvoering en beleidsevaluatie, in kaart te brengen. Zij leren het beleidsproces te analyseren door middel van de voorgeschreven literatuur en het bestuderen van beleidsplannen en evaluatierapporten. Het project krijgt vorm doordat studenten in groepen een beleidsplan schrijven. Hoogerwerf en Herweijer, Overheidsbeleid. 8e druk, kluwer
39
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Onderzoeks- en interventiemethodologie B (bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
40
MAN-BPRA155 6 Bestuurskunde Ba 1 Blok 3 Schriftelijk tentamen. Nederlands Visscher, drs. C.A.M. drs. C.A.M. Visscher, dr. S. Smeets VWO Wiskunde A, B of D Nee Studenten zijn aan het einde van de cursus in staat: de basiselementen en eenvoudige procedures uit de beschrijvende en verklarende statistiek adequaat toe te passen, mede met behulp van het programma SPSS; resultaten van eenvoudige procedures uit de beschrijvende en toetsende statistiek adequaat te interpreteren; keuzes bij het uitvoeren van statistische procedures en de interpretatie van de resultaten adequaat te onderbouwen. In de cursus leren studenten naast de theorie van de beschrijvende en toetsende statistiek, de practische toepassing van de statistische theorie met behulp van het statistische software programma SPSS. De onderwerpen die besproken zijn onder meer: steekproeven, kansen en variabelen, schattingen van kenmerken van een populatie, kruistabelanalyse, correlaties, eenvoudige (multipele) regressie, verschillen in gemiddelden en variantieanalyse. Handboek: er moet nog een keuze worden gemaakt. SPSS-boek: M. te Grotenhuis en A. Matthijssen, 'Basiscursus SPSS 20-21'. Van Gorcum.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Binnenlands bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BCU192 6 Bestuurskunde Ba 1 en schakelprogramma Blok 3 Schriftelijk tentamen en werkstuk Nederlands Tholen, dr. J.H.M.M. dr. J.H.M.M. Tholen geen Ja De cursus beoogt: • studenten inzicht te geven in de organisatie en inrichting van het Nederlands openbaar bestuur; • studenten kennis te laten maken met recente bestuurlijke vernieuwingen en de debatten daarover; • studenten kennis te laten maken met klassieke normatieve theorieën omtrent democratie en bestuur en hen in staat te stellen zulke theorieën adequaat te benutten voor eigen onderzoek; • studenten kennis te laten maken met empirische theorieën omtrent het functioneren van binnenlands bestuur en (met name) lokale democratie en hen in staat te stellen zulke theorieën adequaat te benutten voor eigen onderzoek. In deze cursus wordt de inrichting en het functioneren van het (sub-)nationale bestuur bekeken. Tijdens elk college zal een specifiek aspect van het binnenlandse bestuur de aandacht krijgen (bestuur en recht, bestuur en democratie, bestuur en bureaucratie, bestuur en openbaarheid, bestuur en ethiek, enz.). Aan de hand van dit organiserende thema worden in elk college actuele debatten, normatieve theorieën en empirische theoriën aan de orde gesteld. Die theorieën worden onder meer besproken aan de hand van klassieke teksten die de studenten aan de hand van een lees-opdracht hebben voorbereid. Nader bekend te maken
41
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Management van het openbaar bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
42
MAN-BCU268 6 Bestuurskunde Ba 1 en Schakelprogramma Blok 4 Schriftelijk tentamen en opdracht Nederlands Thiel, prof. dr. S. van prof. dr. S. van Thiel Geen. Nee Na afloop van dit vak kan een student: • Een omschrijving geven van publiek management en in eigen woorden specifieke kenmerken van het managen van publieke organisaties (vergeleken met private organisaties) benoemen • De verschillende onderdelen van publiek management benoemen (PIOFACH); • Een groot aantal bedrijfsvoeringtechnieken benoemen en uitleggen in eigen woorden (zoals BSC, TQM, BPR en SWOT); • Verschillende organisatievormen voor publieke organisaties onderscheiden en ontwerpen, inclusief vormen van verzelfstandiging, PPS, privatisering, e.d.; • Uitleggen wat New Public Management inhoudt en wat voor veranderingen dat heeft gehad voor de overheid in de USA en Nederland sinds begin jaren '80; • Verschillende HRM instrumenten benoemen en hierover adviseren aan publieke organisaties; • In eigen woorden uitleggen wat een netwerkanalyse van een beleidsnetwerk inhoudt, en deze ook uitvoeren; • Verschillende theorieën over leiderschap en verandermanagement in publieke organisaties herkennen en in eigen woorden beschrijven; en • Economische theorieën zoals eigendomsrechten-, transactiekosten-, principaal-agent en resource dependency theorie herkennen in eigen woorden uitleggen, en toepassen op vraagstukken rondom publieke organisaties. De cursus biedt studenten een kennismaking met de theorie en praktijk van publiek management. In de cursus staat het functioneren en het management van publieke organisaties centraal. De belangrijkste theorieën, trends en wetenschappelijke inzichten zullen de revue passeren, aangevuld met voorbeelden uit de actualiteit van het openbaar bestuur. Rainey, H. (2009, 4e druk). Understanding and managing public
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
organizations. San Francisco, Jossey Bass. Aanvullende artikelen (lijst wordt via Blackboard bekend gemaakt).
43
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Project 1.2 binnenlands bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
44
MAN-BPRO166 6 Bestuurskunde Ba 1 Blok 4 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Nederlands Zwaan, dr. P.J. dr. P.J. Zwaan Cursus Binnenlands bestuur. Nee Ontwikkelen en verrichten van een eigen onderzoek binnen het thematisch/theoretisch kader van de cursus Binnenlands bestuur en in het bijzonder gebruik makend van de methoden van onderzoek die dit semester aan de orde zijn gesteld. Gebruikmakend van de normatieve en empirische theorieën die in het vak binnenlands bestuur aan de orde zijn gesteld ontwikkelen studenten een eigen onderzoek dat ze ook zelf uitvoeren. Van dat onderzoek wordt adequaat verslag gedaan. Deze cursus zal beginnen met enkele hoorcolleges en instructie-bijeenkomsten waarin ook thematische en methodische aanwijzingen gegeven zullen worden. Daarnaast zijn er verschillende feedbacksessies. Wordt t.z.t. aangegeven.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Inleiding recht (bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BCU228B 6 Bestuurskunde Ba 1 blokken 3 en 4 Schriftelijk tentamen Nederlands Schutgens, prof. mr. R.J.B. prof. mr. R.J.B. Schutgens Geen. Nee Het doel van de cursus is het verwerven van basiskennis ten aanzien van de grondslagen en de structuur van het Nederlandse rechtssysteem. De cursus bestaat uit een aantal colleges met een algemeen karakter. Daarnaast wordt ingegaan op het specifieke karakter van de diverse rechtsgebieden. Ten slotte worden tijdens enkele colleges onderwerpen behandeld op het terrein van het bestuursrecht die in het bijzonder van belang zijn voor studenten bestuurskunde. Uitgangspunt daarbij is dat het bestuursrecht de juridische grenzen bepaalt waarbinnen het openbaar bestuur zijn beleid vorm kan geven. Uitgangspunt bij de behandeling van de specifieke onderwerpen zal zijn dat het recht als middel door de overheid gebruikt wordt om maatschappelijke processen en ontwikkelingen te sturen. Jaap Hage e.a., Recht, vaardig en zeker. Een inleiding in het recht (vijfde druk, Boom Juridische uitgevers, 2010) en F.C.M.A. Michiels, Hoofdzaken van het bestuursrecht (zesde druk, Kluwer, 2011).
45
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Politicologie voor bestuurskundigen Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
46
MAN-BCU273 6 Bestuurskunde Ba 2 Blok 1 Schriftelijk tentamen Nederlands Zwaan, dr. P.J. dr. P.J. Zwaan Geen. Nee Studenten hebben na de cursus kennis van de belangrijkste, actuele politicologische vraagstukken. Specifieker hebben zij kennis van: • politicologische kernbegrippen (politiek, macht, regering en staat) • verschillende politieke regimes, variërend van democratische rechtsstaat tot autoritair regime • politicologische theorieën (behavioralisme, rationele keuzetheorie, neo-institutionalisme) • de relatie tussen burger en politiek (politieke cultuur, communicatie en participatie, verkiezingen, belangengroepen, politieke partijen) • politieke instituties (rechterlijke macht, wetgevende macht, uitvoerende macht) Daarnaast kunnen studenten • de behandelde politicologische theorieën met elkaar contrasteren en in verband brengen • de behandelde politicologische theorieën toepassen op de verschillende politicologische kenobjecten • de politieke stelsels van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Rusland, China en Nederland op hoofdlijnen met elkaar vergelijken Afgestudeerde bestuurskundigen zijn veelal werkzaam in publieke organisaties en opereren daar in een politieke omgeving. Het is voor hen cruciaal om inzicht te krijgen in het politieke proces en de werking van politieke instituties. De cursus Politicologie voor bestuurskundigen beoogt dit begrip te ontwikkelen. De cursus biedt enerzijds een systematisch overzicht van de belangrijkste politicologische kernconcepten en theorieën. Anderzijds wordt uitgebreid aandacht besteed aan de belangrijkste objecten van de politicologie, zoals kiesstelsels en politieke participatie. Hierbij wordt ingegaan op de verschillen in politieke instituties tussen verschillende staten zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Rusland, China en Nederland. De cursus bereidt voor op
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Literatuur
de cursussen European Governance en het Project: Comparative Analysis in het tweede en derde jaar van de bachelorfase. • Hague, R. & M. Harrop. Comparative Government and Politics: An Introduction [8e druk]. Houndmills: Palgrave Macmillan. • aanvullende literatuur in de vorm van artikelen en boekhoofdstukken wordt bekendgemaakt via de studiehandleiding van het vak en via blackboard
47
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Methoden van bestuurskundig onderzoek I Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving
Literatuur
48
MAN-BPRA200 6 Bestuurskunde Ba 2 en Schakelprogramma Blok 1 Schriftelijk tentamen en een werkstuk. Nederlands Visscher, drs. C.A.M. drs. C.A.M. Visscher Propedeusevakken methoden en technieken (OIM-A, OIM-B). Nee Kennis van en kunde in het gebruik van multipele regressie-analyse, variantie-analyse, factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse, scalogramanalyse alsmede van een aantal nonparametrische toetsen. In dit vak wordt aandacht besteed aan variantie-analyse en multipele regressie-analyse met kwantitatieve afhankelijke variabelen en met zowel kwantitatieve als kwalitatieve onafhankelijke variabelen. Hoofddoel causale hypothesetoetsing. Daarnaast worden een aantal belangrijke nonparametrische (verdelingsvrije) toetsen besproken zoals Wilcoxon toets en Kruskal-Wallistoets. Eveneens worden een aantal meetmodellen aan de orde gesteld zoals betrouwbaarheidsanalyse op interne homogeniteit (Cronbach's alpha), factoranalyse (principale componentenanalyse en principale factoranalyse) en scalogramanalyse (Mokscal). Studenten weten na het volgen van dit vak wanneer ze deze analysetechnieken moeten gebruiken, en ze kennen de kracht en zwakheden er van. Ze zijn in staat zelfstandig zulke analyses uit te voeren met behulp van SPSS en ze kunnen de uitkomsten ervan goed interpreteren. (Dit wordt daarna geoefend en toegepast in een onderzoeksproject, waarin ze ook de data voor zulk een onderzoek moeten verzamelen, waarin ze de aangeleerde statistische technieken moeten toepassen op een bestuurskundig vraagstuk en waarover ze in groepsverband een paper moeten schrijven). McClave, J. and T. Sincich, Statistics, twelfth edition. Pearson, 2012. Dit boek wordt ook in het eerstejaarsonderwijs gebruikt en regressieanalyse, variantieanalyse en nonparametrische toetsen zijn in dit handboek terug te vinden) Voor factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse en scalogramanalyse worden artikelen nader bekend gemaakt.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Economie van de managementwetenschappen (bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BCU194BK 6 Bestuurskunde Ba 2 Blok 2 Schriftelijk tentamen en werkstukken Nederlands Delsen, dr. L.W.M. prof. dr. E.M. Sent, dr. L.W.M. Delsen geen Nee Gemeenschappelijk deel Economen geloven duidelijk dat zij een significante bijdrage tot de bespreking en resolutie van vele belangrijke sociale kwesties kunnen leveren. De hoop is dat studenten tegen de tijd dat zij deze cursus beëindigd hebben met dit geloof akkoord zullen gaan. Na deze cursus beheersen zij de basisprincipes van de economische wetenschap en de economische taal met betrekking tot deze principes. De verworven vaardigheden zijn studenten in staat toe te passen op concrete beleidsvraagstukken. Disciplinair deel Kennis: De samenstelling en omvang van de collectieve sector in Nederland • Theoretische verklaringen voor de groei van de collectieve sector • Begrotingscyclus, begrotingsnormen, financierings- en EMUtekort, staatsschuld en rentelasten • De samenstelling en hoogte van de belasting- en premiedruk in Nederland • De (financiële) relatie tussen de bestuurslagen (gemeenten, provincie, Rijk, EU) • Actuele beleidsvraagstukken op het terrein van de openbare financiën Vaardigheden: Het kritisch kunnen beoordelen van beleidsdocumenten en keuzes met betrekking tot een aantal actuele beleidsthema's en hierover op een heldere wijze schriftelijk rapporteren. De cursus Economie van de managementwetenschappen bestaat uit twee delen: een gemeenschappelijk deel voor studenten bedrijfswetenschappen, sociale geografie en planologie, bestuurskunde en politicologie en een disciplinair deel per opleiding of cluster van opleidingen. Gemeenschappelijk deel: De methodes van economisch onderzoek kunnen wellicht het best
49
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Literatuur
50
beschreven worden als "eclectisch," hetgeen betekent dat zij vele bronnen raadpleegt en deze vervolgens selecteert op basis van hun nut voor het onderwerp. Economen lenen van alle sociale wetenschappen om over menselijk gedrag te theoretiseren. Zij lenen van de wiskunde om theorieën beknopt uit te drukken. En ook lenen zij van statistiek om op basis van economische gegevens gevolgtrekkingen te maken over hypotheses die door economische theorie worden voorgesteld. Economen zijn niet alleen geïnteresseerd in inzicht in menselijk gedrag maar ook in de beleidsimplicaties van deze kennis. Hoe kunnen we weten welke gevolgen te verwachten zijn van veranderingen in openbaar beleid of economisch besluiten, tenzij wij begrijpen waarom de mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen? Zoals in andere wetenschappelijke disciplines, is de theorie in de economie een abstractie, of vereenvoudiging, van ontelbare complexe verhoudingen in de echte wereld. Denkend over sommige aspecten van gedrag, zullen de economen een model bouwen dat probeert om het betreffende gedrag te verklaren. De elementen van het model worden afgeleid uit economische theorie. Economen bestuderen het model om te zien welke hypothesen, of voorspellingen, door het model worden voorgesteld. Deze kunnen dan met economische gegevens worden gecontroleerd. Disciplinaire deel: In het disciplinaire deel van de cursus Economie van de managementwetenschappen voor studenten politicologie en bestuurskunde staan de overheidsfinanciën centraal. Naast een inleiding in de openbare financiën wordt ook aandacht besteed aan de financiële relatie tussen de bestuurslagen en is er aandacht voor economische beleidsvraagstukken. Het disciplinaire deel voor politicologie- en bestuurskundestudenten zal bestaan uit hoorcolleges en werkcolleges. Bij de hoorcolleges wordt literatuur behandeld op het terrein van de openbare financiën, waarbij ook wordt gekeken naar de Nederlandse actuele situatie. Tevens zullen aspecten van de Europese begroting en Europese begrotingssystematiek, de relatie tussen Rijk en gemeenten, de pensioenproblematiek en belastingharmonisatie worden belicht. Gemeenschappelijk deel: Roger Arnold, Economics (8th edition), enkele relevante hoofdstukken. Disciplinair deel: • C.A. Kam de, L. Koopmans, A.H.E.M. Wellink (2011) "Overheidsfinanciën" Noordhoff, Groningen, 13de druk. • Miljoenennota 2014, Ministerie van Financiën, september 2013 (gedeelten hieruit, via www.minfin.nl) • Macro-economische Verkenningen 2014, CPB, september 2013 (gedeelten hieruit, via www.cpb.nl) • Voor de werkcolleges wordt nog aanvullende literatuur bekend gemaakt.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Project: vergelijkende analyse Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
MAN-BPRO209 6 Bestuurskunde Ba 2 en schakelprogramma Blok 2 Werkstuk Nederlands Vries, prof. dr. M.S. de dr. P.M. Kruyen Research Methods 1 (dr. C. Visscher) Nee • Kennisnemen van mogelijkheden en problemen in verklarend en vergelijkend onderzoek in de Bestuurskunde; • Het zelfstandig kunnen opzetten en uitvoeren van vergelijkend bestuurskundig onderzoek; • Het leren formuleren van onderzoeksvragen, deelvragen en hypothesen die relevant zijn in vergelijkend onderzoek • Het toetsen van hypothesen door gebruik te maken van kwantitatieve onderzoeksmethoden • Vaardigheid in het in groepsverband schrijven van een degelijke onderzoekspaper naar aanleiding van een zelf verricht vergelijkend onderzoek op het terrein van de bestuurskunde • Het kunnen presenteren en verdedigen van een dergelijk paper.
Cursusbeschrijving
Gedurende het project zullen studenten hun kennis over kwantitatieve onderzoeksmethoden inzetten voor het opzetten en en uitvoeren van een bestuurskundig relevant vergelijkend onderzoek. Het onderwerp van de vergelijkende studie mogen studenten zelf kiezen. In het eerste deel van het project worden enkele plenaire colleges gegeven, inclusief gebruik van SPSS. Vervolgens worden er groepen gevormd (max. 5 studenten) om een onderzoekspaper te schrijven. In dit paper zal gebruik gemaakt moeten worden van kwantitatieve onderzoeksmethoden (regressie, factor analyse en schalen construeren). Bij het schrijven en uitvoeren van het onderzoek krijgen studenten advies en feedback van de docenten. Als afronding van de cursus presenteren de groepen hun werk aan hun mede studenten. Literatuur wordt beschikbaar gesteld via Blackboard
Literatuur
51
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Bestuursrecht Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
52
MAN-BCU326 6 Bestuurskunde Ba 2 en schakelprogramma blokken 1 en 2 Schriftelijk tentamen. Nederlands Aalst, prof. dr. A.J. van der Een vak inleiding recht, met daarin met name aandacht voor Bestuursrecht. Nee Het doel van het vak is het verwerven van kennis over het bestuursrecht en inzicht in de grondslagen en structuur daarvan. Besproken worden - aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht en recente jurisprudentie - de belangrijkste kenmerken van het bestuursrecht. De volgende vragen komen aan de orde: wat zijn de bevoegdheden van bestuursrechtelijke instanties? Aan welke normen is het bestuursrechtelijk handelen gebonden? Hoe is de handhaving van het bestuursrecht geregeld? En hoe is de bestuursrechtelijke rechtsbescherming geregeld? Ingegaan wordt op de uitgangspunten en systematiek van het bestuursrecht, waaronder de verhouding tussen het algemene bestuursrecht en het bijzonder bestuursrecht Het doel van het vak is het verwerven van kennis over het bestuursrecht en inzicht in de grondslagen en structuur daarvan. Besproken worden - aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht en recente jurisprudentie - de belangrijkste kenmerken van het bestuursrecht. De volgende vragen komen aan de orde: wat zijn de bevoegdheden van bestuursrechtelijke instanties? Aan welke normen is het bestuursrechtelijk handelen gebonden? Hoe is de handhaving van het bestuursrecht geregeld? En hoe is de bestuursrechtelijke rechtsbescherming geregeld? Ingegaan wordt op de uitgangspunten en systematiek van het bestuursrecht, waaronder de verhouding tussen het algemene bestuursrecht en het bijzonder bestuursrecht. Literatuur wordt tzt. bekend gemaakt.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Policy Cycle Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives
Contents
MAN-BCU3017 6 Bestuurskunde, English Studyguide Ba 2 and premaster program quarter 3 Written exam English Resodihardjo, dr. S.L. dr. S.L. Resodihardjo No After completion of this course, you will be able to • Apply various policy theories (ranging from agenda-setting to evaluation) to empirical cases • Distinguish between different perspectives on agenda-setting, policy-making, implementation, and evaluation and be aware of how selecting a specific perspective will affect your analysis • Critically reflect on the usefulness of existing theories and to what extent these theories help us to understand reality The focus of this course is on analysing, understanding, and explaining complex policy processes. Questions to be answered in this course include: Why does government pay attention to some issues but not others? How is policy made? To what extent does implementation of policy deviate from the wishes of policy makers? And what happens during policy evaluations? To answer these and other questions, we will use the phases of the policy cycle to structure the course: the rise and decline of government attention (agenda-setting phase), the creation of policy (the decision-making phase), the problems encountered during the execution of policies (implementation phase), and the assessment of policies (evaluation phase). This course is mandatory for BA, minor, and Pre-master's programme students and is optional (elective course) for exchange students.
53
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Kosten en baten van het openbaar bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
54
MAN-BCU335 6 Bestuurskunde Ba 2 en schakelprogramma Blok 3 Schriftelijk tentamen Nederlands Kruijf, dr. J.A.M. de dr. J.A.M. de Kruijf Geen voorkennis vereist Nee · Kennis hebben en kunnen toepassen van de verschillende wijzen waarop financiële administraties kunnen worden gevoerd. (OER 3c) · Kennis hebben van de wijzen waarop organisaties in het publieke domein hun administratie organiseren en de gevolgen van de gemaakte keuzes kunnen duiden in hun relatie met de bekostiging van de betrokken organisaties. (OER 2c, 2e, 3c) · Inzicht hebben in de verschillende karakteristieken van door of namens de overheid in enge zin geproduceerde diensten en de gevolgen van die verschillen voor de vaststelling van de begrotingen van de betrokken leveranciers en opdrachtgevers van dienstverlening alsmede de gevolgen die daardoor kunnen ontstaan in bekostiging van organisaties. (OER 2e, 5a, 8c) · Inzicht hebben en kunnen toepassen van methoden en technieken voor het nemen van investeringsbeslissingen alsmede de gevolgen die dat heeft voor bekostiging en financiering van de organisatie (OER 2e, 3c) · Kennis hebben over en kunnen toepassen van instrumentarium dat kan worden gebruikt voor de besturing van de interne organisatie van (semi) publieke organisaties. (OER 2e, 5a, 8c) · Kennis hebben van en kunnen beschrijven van het belang van weten regelgeving rondom de besluitvormings- en verantwoordingsprocessen bij begrotingen van organisaties in het publieke domein (OER 2c, 2e, 5a, 8c) · Kunnen duiden van de wijze waarop organisaties hun productie kunnen organiseren en de gevolgen die de verschillende organisatiewijzen hebben voor de rollen die partijen kunnen innemen in het tot stand komen van de levering van diensten. (OER 5a, 8c) In deze cursus krijgen studenten een inleiding in publiek financieel management en de implicaties die de keuze van bepaalde beleidsinstrumenten kan hebben voor de inzet van schaarse middelen. Na afloop van de cursus zijn studenten in staat om elementaire financiële begrippen te hanteren, begrotingsprocessen in de verschillende bestuurslagen en de daaraan gerelateerde organisaties te
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Literatuur
begrijpen en de financiële implicaties van alternatieve beleidsinstrumenten af te kunnen wegen en of te kunnen bijsturen. Mol, N.P. (2008) Bedrijfseconomie voor de collectieve sector, 5e druk, Bussum: Coutinho Artikelen zoals vermeld op in studiehandleiding op Blackboard.
55
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Project: advisering en interventie Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
56
MAN-BPRO201 6 Bestuurskunde Ba 2 Blok 4 Werkstuk en schriftelijk tentamen Nederlands Honingh, dr. M.E. dr. M.E. Honingh Nee Aan het einde van deze cursus: • ken je de belangrijkste fasen van een adviesproces; • ken je de verschillende typen adviesaanvragen en de verschillende rollen die een organisatieadviseur kan aannemen; • ken en herken je een aantal patronen en veelvoorkomende problemen in het gedrag van en in organisaties; • ken je de belangrijkste benaderingen van advisering en interventie; • weet je aan welke voorwaarden een adviesrapport moet voldoen; • heb je deze kennis en vaardigheden zelf toegepast op een actueel organisatieprobleem. Veel bestuurskundigen krijgen in hun carrière te maken met organisatieadvieswerk. Van hen wordt verwacht en gevraagd dat zij in staat zijn advies uit te brengen op het terrein van publiek management en dat zij bijbehorende veranderingstrajecten in een organisatie kunnen begeleiden. In zulke adviesprojecten wordt kennis verondersteld van gedrag en processen van en binnen organisaties. Een manier om vat te krijgen op het gedrag van en binnen organisaties is door een organisatie te diagnosticeren. In het vak advisering en interventie neemt het verwerven van kennis over organisatiegedrag en organisatie diagnostie een centrale plaats in. In het cursusdeel wordt verder besproken welke verschillende typen adviesopdrachten er zijn, welke fasen in het adviestraject te onderscheiden zijn, welke rollen adviseurs kunnen aannemen, wat de belangrijkste benaderingen van advisering en interventie zijn en welke concrete diagnose- en interventietechnieken men als adviseur kan inzetten. Tot slot wordt aandacht besteed aan de ethische aspecten van advisering en interventie, in het bijzonder op het gebied van de relatie tussen opdrachtgever en adviseur. In het projectdeel zullen de studenten in groepsverband oefenen in het adviseren. • Caluwé, L. de en H. Vermaak (2010). Leren veranderen: Een handboek voor de veranderkundige, Tweede geheel herziene
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
editie. Kluwer, Deventer. • Een aantal artikelen uit actuele bundels en journals (literatuur onder voorbehoud)
57
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Filosofie van de managementwetenschappen (bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
58
MAN-BIN118BK 6 Bestuurskunde Ba 2 Blok 4 Schriftelijk tentamen Nederlands Kuijlen, dr. W.J.F. van der prof. dr. R. ten Bos, dr. M.J. Terpstra, dr. W.J.F. van der Kuijlen Geen. Nee • De student verwerft kennis van enkele vragen en thema's uit de ethiek, de politieke filosofie, en de wetenschapsfilosofie. • De student verwerft kennis en inzicht in het denken van enkele grote filosofen. • De student is geoefend in het gebruik en de toepassing van enkele wijsgerige begrippen zoals: het begrippenpaar praksis-poièsis; nut, plicht en deugd; het maatschappelijk contract; de denkfiguur van de machine. • De student is in staat om filosofische teksten toe te passen in een concrete casus. Filosofie of wijsbegeerte is van betekenis zowel voor studenten die zich bekwamen in de wetenschappelijke studie van management in bedrijf, beleid en openbaar bestuur, als voor studenten die later de praktijk van het management willen beoefenen. Centraal in de cursus staat de vraag naar de grond van de maatschappelijke en politieke orde: Waarop is georganiseerde omgang tussen mensen gebaseerd, waarop moet die worden gebaseerd? De antwoorden op deze vragen worden geformuleerd tegen de achtergrond van twee mogelijke visies op menselijk handelen: technisch (instrumenteel, machinaal) handelen en praktisch (communicatief) handelen. Daarbij komen nadrukkelijk ethische en politiek-filosofische vragen aan de orde: Wat zijn de maatstaven en waarden die ons handelen sturen, of beter: behoren te besturen? Wat betekent dat: behoren? Waarom is het beter in een staat dan zonder staat te leven? Waarom moeten wij ons aan de wetten houden? De student maakt kennis met deze vragen en leert ze beantwoorden aan de hand van enkele inleidende teksten (Von Foerster), maar vooral van oorspronkelijke teksten van grote filosofen (Plato, Thomas Hobbes, Immanuel Kant, Aristoteles, Hannah Arendt). De cursus bestaat uit 12 hoorcolleges en 12 werkcolleges. De hoorcolleges geven algemene uitleg van de verschillende onderdelen (inleiding, ethiek en politieke filosofie, wetenschapsfilosofie) en enkele grote filosofen. De werkcolleges zijn bedoeld om de leerstof te
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Literatuur
verdiepen aan de hand van vragen, oefeningen, discussie en toepassingsopdrachten. Reader Filosofie van de Managementwetenschappen (verplichte leerstof bij de werkgroepen, nummer wordt op Blackboard bekend gemaakt).
59
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Methoden van bestuurskundig onderzoek II Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
60
MAN-BPRA201 6 Bestuurskunde Ba 2 en Schakelprogramma blokken 3 en 4 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Beide onderdelen tellen voor 50% mee. Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgerond. Nederlands Bleijenbergh, dr. I.L. dr. I.L. Bleijenbergh Onderzoeks- en Interventiemethodologie A. Nee Kennis, inzicht en vaardigheden in kwalitatieve methoden van onderzoek, in het bijzonder de case-study. Dit betekent het beargumenteerd ontwerpen van een case-study binnen een nonprofit organisaties, het oefenen van vaardigheden op het gebied van interviewen, observeren en inhoudsanalyse van (beleids)documenten, en de methodologische verslaglegging daarvan. In dit vak wordt een verdieping aangebracht in kwalitatieve methoden van onderzoek. Centraal staat de onderzoeksstrategie van de casestudy. De case-study combineert de belangrijkste kwalitatieve methoden van dataverzameling, namelijk het open interview, de (participerende) observatie en het verzamelen van documenten. Deelnemers zullen een case-study onderzoek voorbereiden en gedeeltelijk uitvoeren binnen een non profit organisatie. Doel is dat studenten organisatieproblemen leren onderzoeken, door data te verzamelen, hierop inhoudsanalyse toe te passen en daarvan een methodologisch verslag uit te brengen. Het materiaal dat in deze cursus wordt verzameld, kan ook gebruikt worden voor het schrijven van een advies voor het vak Advisering en Interventie. • Boeije, Hennie (2005). Analyseren in kwalitatief onderzoek; Denken en doen. Boom onderwijs: Meppel. • Bleijenbergh, Inge (2013) Kwalitatief Onderzoek in Organisaties. Boom Lemma. Den Haag.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Good Governance Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites
MAN-BCU332 6 English Studyguide, Bestuurskunde, UCM-DO Ba 3 quarter 1 Written exam and assignment English Helderman, dr. J.K. dr. J.K. Helderman • Binnenlands Bestuur / National Governance (1st year Ba PA)
Optional Course Contents
No Good Governance seems to be a buzzword in national and international politics, and also among researchers in Public Administration. This leads to the following questions: Does Good Governance have any specific and meaningful content in theory and practice? Are problems like poverty, corruption or underdevelopment really tackled by Good Governance policies? This course focuses on the agenda of international donors (e.g. OECD, World Bank, EU) for fostering Good Governance in Europe and other parts of the world and discusses the constitutional, political and administrative implications of public reforms. The course address normative and explanatory issues. Examples of the former are: What is the meaning of Good and Bad Governance? Which (new) values should guide governance and government today and in the future? Should place and context be given consideration in answering these questions? Examples of explanatory issues are: How can one enhance Good Governance? Is Good Governance a precondition for policy effectiveness, for instance in development? Note: the formal course coordinator is Jan-Kees Helderman, but the course is taught by Diana Iancu. Mandatory reading: • textbook: B.C. Smith, 2007 (Good Governance and development, New York, Palgrave Macmillan) • additional readings (articles) Recommended reading (optional) • V. Rittberger et al., 2012 (International organization, 2nd ed., New York, Palgrave Macmillan)
Literature
61
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Sociology for Public Administration Course code EC Study programmes Year Period Examination
Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents
Literature
62
MAN-BCU333A 6 English Studyguide, Bestuurskunde Ba 3 quarter 1 To pass this course you must attend the lectures and contribute to the notes on Wikispaces, participate in the workshops and earn a mark for the written exam (60% of the final mark) of at least 5.5, and least 5.5 (40% of the final mark) for the group paper. English Kruyen, dr. P.M. dr. P.M. Kruyen Knowledge of public administration helps, but is not mandatory. Yes After actively participating in this course, students are able to evaluate the functioning of contemporary societies using their sociological imagination. As a student of public administration you are expected to improve the functioning of our societies. Although you may have many ideas about how society should be, it is all important that you first understand why things are the way they are. Some basic knowledge of sociology will surely help you to increase your understanding of the functioning of contemporary societies. Sociologists assume that human behaviour depends on factors beyond individual free will such as class position, peer pressure and sociocultural trends. Using your sociological imagination means being aware of social causes and consequences of human problems (and prosperity) and, thus being able to evaluate the positive and negative aspects of contemporary societies. By studying sociological texts, participating in lectures and workshops, completing assignments and writing a paper you will learn to • Reproduce, explain, and reflect on major sociological concepts and theories; • Apply major sociological concepts to identify the social caused of human problems (and prosperity); • Apply major sociological theories to evaluate the functioning of contemporary societies; • Practice systematic thinking and critical reasoning about the functioning of contemporary societies; and • Judge the relevance of sociology for public administration. • Giddens, A. & Sutton, P. W. (2010). Sociology: Introductory readings (3rd ed). Cambridge, United Kingdom: Polity Press.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
•
Macionis, J. J., & Plummer, K. (2011). Sociology: A global introduction (5th ed). Pearson Education Limited.
63
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
European Governance Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives
Contents
Literature
64
MAN-BCU336 6 English Studyguide, Bestuurskunde Ba 3 quarter 2 Written exam and paper English Zwaan, dr. P.J. dr. P.J. Zwaan Introduction to Political Science or Public Administration Yes This course will enable you to understand how the European Union works. More specifically: • you will be able to characterize the EU's political-administrative system, using key dimensions from comparative politics/public administration; • you will know the chief historical developments of the European integration process; • you will understand the most important integration theories and the differences between them; • you will be able to differentiate the main EU institutions, and know their tasks and organization; • you will understand how policies are made in the EU, and develop your own negotiation skills; • you will know the EU's main policy instruments, as well as the differences between them; • you will be able to describe and analyse the relationship between the EU and its Member States; • you will understand the main challenges confronting the EU, and the main future scenarios; • you will be able to analyse the making of EU policy. The European Union exerts a strong influence on its Member States. The EU constitutes a new level of governance above national states, influencing national policies through legal rules, case law and informal norms. At the same time, Member States are still the main actors at the European level, influencing EU policies and politics. For students of public administration and political science, it is therefore crucial to have a thorough understanding of the organization of the European Union. Central topics in this course are the structure and functioning of the European Union, with special attention for the interaction between 'Brussels' and the Member States. To be announced.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Geschiedenis van de bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
MAN-BCU3021 6 Bestuurskunde Ba 3 Blok 2 Schriftelijk tentamen Nederlands Goverde, prof. dr. H.J.M. prof. dr. H.J.M. Goverde Kernthema's van de Bestuurskunde Nee kennis van de ontwikkelingen bij de overheid en haar omgeving Kennis van de raison d'etre van de overheid Inzicht in de afweging van belangen door de overheid kennis van de ontwikkeling van overheidsbeleid kennis van de wisselwerking tussen overheids- semi overheids en particuliere organisaties Kennis van de verandering in bestuur, organisatie en beleid in een historische context Het kunnen identificeren van een probleem als een beleidsprobleem en het kunnen analyseren van de rol van de overheid daarin. Het kunnen identificeren van typen, toepassingsmogelijkheden en populariteit van beleidsinstrumenten Kennis van de ontwikkeling in het het denken over besluitvorming, implementatie en dienstverlening
Cursusbeschrijving
In deze laatste cursus van de bachelor Bestuurskunde wordt doorgenomen hoe het denken in de Bestuurskunde is veranderd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de rationale van de overheid en balans in waarden, de ontwikkeling in de dienstverlening door de overheid, de organisatie van het Openbaar bestuur, beleidsvoering (agendasetting, besluitvorming, implementatie). Het geheel geeft een samenhangend overzicht van de ontwikkeling van de theorievorming in de Bestuurskunde en van Publieke Organisaties. Nico Nelissen, Peter de Goede, Mark van Twist (2004), Oog voor Openbaar Bestuur. Een beknopte geschiedenis van de Bestuurskunde, 's-Gravenhage: Elsevier / Reed Business Information Robert B. Denhardt (2011), Theories of Public Organization, Boston: Wadworth CENGAGE learning, International Edition, 6th edition
Literatuur
Naast andere auteurs worden enkele hoofdstukken geselecteerd uit: Jos C.N. Raadschelders, Government: A Public Administration Perspective. M.E. Sharpe, 2003.
65
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Stage bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving
Literatuur
66
MAN-BPRO359b 12 Bestuurskunde Ba 3 blokken 3 en 4 Werkstuk Nederlands Kruyen, dr. P.M. dr. P.M. Kruyen Afgerond semester 3.1 Nee Meer informatie wordt in september via Blackboard bekend gemaakt. In het tweede semester van het derde jaar bestaat de mogelijkheid stage te lopen. Het doel van de bachelorstage is om studenten kennis te laten maken met de praktijk van beleid, bestuur en/of organisatie door korte tijd te participeren in voor de opleiding relevante organisatie. Het is de bedoeling dat de student een onderzoeksstage uitvoert, waarin hij/zij onderzoek uitvoert voor de stageverlener. De stage wordt afgerond met een kort verslag. Het uitgevoerde onderzoek wordt tevens gebruikt voor het schrijven van de bachelorthesis. N.v.t.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Bachelorthesis bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BIM322A 12 Bestuurskunde Ba 3 blokken 3 en 4 Werkstuk. Nederlands Kruyen, dr. P.M. dr. P.M. Kruyen Afgerond semester 3.1 Nee Studenten leren • zelfstandig bestuurskundig relevant onderzoek uit te voeren • helder, systematisch en nauwkeurig verslag te leggen van dit onderzoek Studenten rapporteren in de bachelorthesis zelfstandig over hun stageonderzoek, of hun onderzoek dat zij naar aanleiding van hun verblijf aan een buitenlandse universiteit, een minor of één of meerdere van vier gekozen keuzevakken hebben uitgevoerd. In de bachelorthesis stellen studenten een actueel voor de bestuurskunde relevant vraagstuk aan de orde. In de beantwoording van de door de student geformuleerde probleemstelling krijgen relevant geachte bestuurskundige theorieën een centrale plaats. Daarnaast vormen empirische inzichten die verkregen zijn uit eigen onderzoek een cruciaal onderdeel van de thesis. De uiteindelijke balans tussen theorie en empirie is uiteraard afhankelijk van zowel het onderwerp als van de voorkeur van de auteur. [1] Zie voor verdere informatie de Bachelorstage richtlijnen 2013-2014 (raadpleeg Blackboard). Voor dit vak wordt geen literatuur gebruikt.
Toelatingseisen bestuurskunde Studenten met een bachelor in de bestuurskunde Studenten met een afgeronde bacheloropleiding bestuurskunde kunnen direct in de masteropleiding bestuurskunde instromen. Hierbij onderscheiden we twee groepen: HBOinstromers en WO-instromers. HBO-instromers Studenten met een afgeronde vierjarige HBO-opleiding (240 EC) dienen een pre-master programma te volgen alvorens zij kunnen instromen in de master bestuurskunde. Het doel van dit schakelprogramma is studenten een goede inhoudelijke voorbereiding op de
67
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
masteropleiding te bieden. De inhoud van dit programma is maatwerk; de inhoud wordt vastgesteld door de examencommissie, afhankelijk van de voorkennis van de student. Aanmelding voor de pre-master gaat via Studielink (zie: www.ru.nl/aanmelden), kies in Studielink voor de Bachelor Bestuurskunde en dan "Aangepast Programma". Toelating tot de pre-master kan alleen via een (gemotiveerd) schriftelijk verzoek aan de Examencommissie Bestuurskunde, t.a.v. de secretaris, Postbus 9108, 6500 HK Nijmegen. Stuur mee: een kort CV; een kopie van je HBO-diploma en cijferlijst. De selectie voor toelating wordt mede bepaald door het gemiddelde cijfer in de laatste twee jaren van het HBO ( bijv. ruim boven een 7 gemiddeld). De pre-master is een zeer intensief studieprogramma van maximaal 60 EC. Als instromer schuif je aan bij het reguliere onderwijs. Dat betekent dat je cursussen volgt uit verschillende jaargangen van de bacheloropleiding bestuurskunde. Het ene moment zit je dus bij eerstejaars studenten in de collegebanken voor een hoorcollege; het andere moment werk je met een tweedejaars student aan een opdracht of project. Na succesvolle en volledige afronding van de pre-master word je toegelaten tot de masteropleiding bestuurskunde. Let op: de masteropleiding kent maar één instroommoment per jaar: september. Het is dus van belang om het programma tijdig af te ronden, om te voorkomen dat je een jaar moet wachten. Neem voor meer informatie over de pre-master voor HBO-instromers contact op met de studieadviseur. WO-instromers Studenten met een BA of MA van een andere opleiding dan bestuurskunde dienen veelal ook een pre-master programma te volgen. De precieze inhoud van dit programma is afhankelijk van de vooropleiding. Kandidaten met een afgeronde universitaire studie (drs. of master) in een van de studierichtingen die nauw verbonden zijn aan de bestuurskunde kunnen zonder nadere instroomvereisten deelnemen aan de masteropleiding bestuurskunde in Nijmegen. Voor aanmelding en toelating zie hierboven. Na succesvolle en volledige afronding van de pre-master word je toegelaten tot de masteropleiding bestuurskunde. Neem voor meer informatie over de premaster voor WO-instromers contact op met de studieadviseur. Wanneer instromen? Instromen in pre-master kan eens per jaar, te weten in september. Bij succesvolle afronding van het programma ontvang je een certificaat waarmee je kunt instromen in de masteropleiding bestuurskunde in Nijmegen. Let op: je ontvangt in dat geval geen bachelordiploma!
68
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Minors en keuzevakken bestuurskunde Wat is een minor? De bacheloropleiding bestuurskunde kent een major-minor structuur. Dat wil zeggen dat de studie bestaat uit een hoofdvak (een major) bestuurskunde en uit een vrije ruimte die je kunt invullen met een minor. Een minor is een samenhangend pakket van cursussen dat je volgt bij een andere opleiding. Met een minor kun je je specialiseren in een ander vakgebied. Soms is een minor een ingangseis voor een specifieke masteropleiding. De keuzeruimte bij de bacheloropleiding bestuurskunde omvat 24 EC. De opleiding die de minor aanbiedt, bepaalt echter het aantal EC dat de minor die zij aanbiedt waard is. Het kan daarom voorkomen dat andere opleidingen minors aanbieden die kleiner zijn dan 24 EC. In dat geval zal naast de minor nog een keuzevak moeten worden gevolgd, om de keuzeruimte aan te vullen tot ten minste 24 EC. De opleiding die de minor aanbiedt, verstrekt doorgaans een certificaat van de minor. Het is raadzaam vooraf contact op te nemen met de studieadviseur van de opleiding die de minor aanbiedt. Deze kan meer informatie verstrekken over de voorwaarden van het volgen van de minor.
Keuzevakken en minors voor bestuurskundestudenten Doel Doel van keuzevakken en minoren in curriculum voor bestuurskunde studenten: • verbreding en tegelijk specialisatiemogelijkheid • kennismaking met een universitaire opleiding buiten de eigen opleiding; dit kan zijn buiten de faculteit, buiten Nijmegen en zelfs buiten Nederland • een netwerk opbouwen met wetenschappers en studenten van andere universiteiten in Nederland en het buitenland • voorbereiding op een specifieke masteropleiding. Vanwege de vele veranderingen in opleidingen is het verstandig om correcte informatie over minoren en keuzevakken op zoeken in de studiegidsen van de gewenste studierichting en/of bij de studieadviseurs van de gewenste studierichting na te vragen of de minor/keuzevak ook dit studiejaar wordt aangeboden. Informatie • Drs. N. Vermeulen, studieadviseur voor Bestuurskunde (
[email protected]), kamer TvA 3.0.48, T: (024) 361 30 68. • International Mobility Office FdM • Studieadviseur van de opleidingen die een minor aanbieden.
69
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Keuzevakken en minors bestuurskunde voor studenten van andere opleidingen Minors Naast het normale bachelor- en masterprogramma biedt de afdeling bestuurskunde ook twee minors aan. Deze minors vormen elk een afgerond geheel met een omvang van 30 EC en kunnen worden gevolgd als keuzevakken door studenten van andere studierichtingen. Het betreft in de eerste plaats de minor Bestuurswetenschap, deze bestaat uit de vakken Kernthema's van de bestuurskunde, Geschiedenis van de Bestuurskunde, Methoden van bestuurskundig Onderzoek I, politicologie voor bestuurskundigen en het Project: Vergelijkende Analyse. Deze minorvakken worden in het eerste semester aangeboden. Deze minor richt zich over het algemeen op de voorbereiding tot het zelfstandig doen van wetenschappelijk onderzoek. De tweede minor heet Publiek Management en wordt in het tweede semester aangeboden. Deze minor bestaat uit de volgende vakken: Binnenlands bestuur, Methoden van bestuurskundig onderzoek II, Beleidscyclus, Management van het openbaar bestuur en het Project: advisering en interventie. Deze minor heeft een meer toegepast karakter. Minors bestuurskunde Minor Bestuurswetenschap
Minor Publiek Management
Eerste semester
Tweede semester
• • • • •
• • • • •
Kernthema's van de bestuurskunde Geschiedenis van de Bestuurskunde Politicologie voor bestuurskundigen Methoden van bestuurskundig onderzoek I Project: Vergelijkende Analyse
Binnenlands Bestuur Methoden van bestuurskundig onderzoek II Beleidscyclus Management van het openbaar bestuur Project: advisering en interventie
Keuzevakken Alle vakken uit het eerste jaar van de bacheloropleiding bestuurskunde zijn als keuzevak te volgen. Voor vakken uit het tweede en derde jaar wordt aanbevolen eerst het vak Kernthema's van de bestuurskunde, dan wel het vak Binnenlands bestuur uit het eerste jaar te volgen.
Keuzevakken en overig aanbod Keuzevakken faculteit ManagementwetenschappenAmerica: A Political Profile Course code MAN-BKV45 EC 6 Study programmes English Studyguide, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie Year KV Period quarter 2
70
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Examination
Written exam. For more details see the Course Syllabus on Blackboard.
Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites
English Slomp, dr. J.F.W. dr. J.F.W. Slomp The course is open to all international students at Radboud University Nijmegen. It is NOT open to Dutch students. Yes Provide professional familiarity with the functioning of American politics, based in part on a comparison with European politics. What can Americans expect of the newly elected president? Does a black president point to a revolution in American politics? And was something wrong with the American electorate or with the election system that resulted in George W. Bush winning the elections in 2000 and 2004? And why are so many Americans in favour of the death penalty? Do welfare policies and affirmative action have any effect on racial segregation? Such questions will be addressed in this course. All major features of American politics will be discussed, including election campaigns, electoral procedures, the role of the president and his/her relationship with Congress, the power of pressure groups and of the mass media. Attention will be paid to domestic public policies in the United States, including welfare policies. The course compares all characteristics and issues in US politics with the relevant features and topics of debate in European politics. In most of the sessions we will not only discuss political institutions and developments, but will also look at scenes from famous American films on these topics. Hans Slomp, America: A Political Profile. Book can be purchased at the Dictatencentrale.
Optional Course Objectives Contents
Literature
71
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Bedrijfsethiek Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BKV05 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, UCM-DO KV blokken 3 en 4 Tentaminering: drie kleinere schrijfopdrachten; presentatie van een artikel; schriftelijk tentamen met open vragen. Nederlands Sanderse, dr. W. dr. W. Sanderse Geen. Ja • Inzicht in de complexe rol die ethiek speelt in beslissingen op de bedrijfswerkvloer • Kennis van de voornaamste ethische theorieën • De vaardigheid om de morele problemen in een bedrijfscontext te herkennen, benoemen en bespreken. Ook in tijden van economische crisis spreken we bedrijven erop aan of ze ethisch verantwoord handelen. In deze cursus onderzoeken we wat er in bedrijven gebeurt als ze daar serieus mee aan de slag gaan. Wat is de rol van ethiek binnen de harde economische praktijk? Dikwijls staat ethisch goed handelen ronduit op gespannen voet met waar het in het bedrijfsleven primair om gaat: geld verdienen. Anderzijds kunnen bestuurders vaak niet heen om ethische overwegingen, en blijken deze bovendien vaak buitengewoon winstgevend. Begrippen als 'duurzaamheid' en 'maatschappelijk verantwoord ondernemen' zijn buitengewoon populair. Het programma van de cursus ziet er als volgt uit: (1) In deze cursus wordt, na inleidende colleges over de spanningen in het begrip 'bedrijfsethiek', de drie belangrijkste ethische theorieën behandeld: plichtsethiek (Kant), gevolgenethiek (Mill) en deugdethiek (Aristoteles). Deze theorieën verschaffen het handelen een oriëntatie en stellen mensen in staat om hun ethische beslissingen te verantwoorden. De relevantie van deze theorieën voor de bedrijfspraktijk zal duidelijk worden gemaakt, en er zal veel worden geoefend met de toepassing ervan op actuele casussen. (2) Naast deze theorieën, komen er achtereenvolgens vijf meer specifieke thema's aan bod, te weten 'integriteit', 'verantwoordelijkheid', de morele kanten van de huidige kredietcrisis, globalisering en reclame-ethiek. (3) De laatste colleges, tenslotte, zijn gewijd aan de manieren
72
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
besproken waarom bedrijven ethiek concreet handen en voeten kunnen geven aan hun ethiek. Namelijk door een beroep te doen op de beroepseer van medewerkers, via maatschappelijk verantwoord ondernemen, door middel van moreel leiderschap, of met behulp van de Socratische methode. Om de bedrijfsethiek zo concreet mogelijk te maken, zullen enkele mensen die werkzaam zijn in het bedrijfsleven een gastcollege verzorgen over de manier waarop zij in hun werk en organisatie bedrijfsethiek praktisch vormgeven. Ook is er tijd gereserveerd voor het daadwerkelijk voeren van een Socratisch gesprek met de groep. Literatuur
• •
Jeurissen, R. (2006, 6de druk). Bedrijfsethiek een goede zaak. Assen: Van Gorcum. De reader 'Bedrijfsethiek' (nr. 126.03.016, euro 14,25) en enkele artikelen die op Blackboard zullen worden geplaatst
73
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Gender in organisaties Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
74
MAN-BKV07A 6 Genderstudies, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, UCM-DO KV blokken 1 en 2 Schriftelijk tentamen en opdrachten. Nederlands Benschop, prof. dr. Y.W.M. prof. dr. Y.W.M. Benschop, prof. dr. Y.W.M. Benschop Geen. Ja Kennis Na afloop van de cursus hebt u kennis van de basisbegrippen, theorieën en debatten op het terrein van gender, arbeid en organisatie. Tevens kunt u een analyse maken van de organisatieprocessen waardoor het genderonderscheid ge(re)produceerd wordt. Toepassing Ook kunt u verschillende verschijningsvormen van genderonderscheid in de dagelijkse praktijk van organisaties herkennen en analyseren. U kunt de veronderstellingen over gender herkennen in personeelsmanagement en HRM en u kunt deze veronderstellingen op hun merites beoordelen. Reflectie U bent in staat vanuit verschillende theoretische benaderingen te reflecteren op de werking van gender in organisaties. U kunt inzichten uit verschillende theoretische benaderingen combineren en confronteren Deze cursus biedt een overzicht van de grondbegrippen en debatten op het terrein van gender in organisaties. Dit onderzoeksterrein bevindt zich op het kruispunt van organisatiestudies en genderstudies. Vanuit organisatiestudies worden de posities van mannen en vrouwen en de gendered arbeidsverdeling doorgaans te weinig belicht. In deze cursus zullen we aan de hand van een combinatie van inzichten en concepten uit genderstudies en organisatiestudies inzicht verkrijgen in de dynamiek van het genderonderscheid, zoals dat in arbeidsorganisaties vorm krijgt. Daarbij wordt een kritische benadering gebruikt om tot een reconstructie te komen van de verschijningsvormen en betekenissen van gender in organisaties. De cursus biedt een analysekader om de complexe processen die ten grondslag liggen aan de (re)productie van het genderonderscheid in organisaties in kaart te brengen. De wijze waarop de structuur en cultuur van de organisatie en de wijze waarop organisatieleden met
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literatuur
elkaar omgaan en zichzelf en anderen identificeren elkaar wederzijds beïnvloeden staat daarbij centraal. Aandacht wordt besteed aan het identificeren van verschillende verschijningsvormen van het genderonderscheid, aan de betekenis ervan voor de organisatiepraktijk en aan de organisatieprocessen die het (re)produceren. Belangrijke thema's daarbij zijn bijvoorbeeld worklife balance, gender en leiderschap, ondernemerschap en intersectionaliteit. Er wordt een relatie gelegd tussen gender in organisaties en de rol van het personeelsmanagement aan de hand van een alternatief model voor personeelsmanagement, dat expliciet de aandacht vestigt op genderprocessen en -verhoudingen in organisaties. • Tekstenbundel Gender in organisaties • Boek: Alvesson, M. & Due Billing, Y. (2009) Understanding gender and organizations. 2nd ed. London: Sage.
75
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
United Nations and Multilateral Diplomacy: Theory and Practice Course code EC Study programmes Year Period Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives
76
MAN-BKV49 10 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, UCM-DO KV quarter 1,2 and 3 English Verbeek, prof. dr. J.A. prof. dr. J.A. Verbeek none Yes • To provide a safe learning environment for all participants in which they can develop and optimize their knowledge and skills relevant to multilateral diplomacy. • To promote awareness of international affairs by offering a balanced, nuanced and holistic perspective. • To promote societal engagement by providing a framework for discussion and debate on international issues. • To apply theoretical insights from International Economics, International Law and International Relations to the practice of multilateral diplomacy Upon completion of the course, participants will have • acquired sound knowledge of the United Nations, including its establishment, organs, activities, as well as the behaviour of its member states. • acquired sound knowledge of the relevant academic fields by studying how the UN operates, in particular regarding international politics, international economics, international law and development studies. • developed expert knowledge of specific international policy issues to be discussed during HNMUN [C1]in their respective committees. • acquired the ability to speak confidently and persuasively in public. Students will be able to use their body and voice persuasively, be able to present issues in a clear, structured, and concise way and deliver speeches in a rhetorically skilful manner. • developed the ability to debate at a high conceptual level at all times. Participants should be able to analyse arguments carefully, be able to respond effectively to opponents' arguments, and be able to frame debates to their advantage. • acquired negotiation and lobbying skills that enable them to communicate effectively and function cooperatively in order to find constructive solutions to a variety of complex issues. In
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Contents
Literature
addition, they will be able to interpret such outcomes from the perspectives of the relevant academic disciplines. • acquired the ability to reflect critically on their own performance and that of others by knowing how to deliver and receive constructive feedback. • acquired the ability to cooperate effectively with other participants in the course. The course has been designed with a specific vision in mind. The United Netherlands (an internationally-oriented, student-run organization) was established by students to create an opportunity to combine theory and practice concerning international affairs. The course is essentially a derivative, logical result of this ambition. The course is also the logical result of the Mission Statement of United Netherlands. Hence, the course aims to combine scholarly knowledge with personal growth and serves as a means to meet the goal of creating 'a platform where talented, motivated and ambitious young people challenge each other to develop their full potential as global citizens'. Thus, the course integrates academic knowledge and negotiating skills; it facilitates and encourages the academic development of participants in international relations and multilateral diplomacy. Specific attributes that will be addressed during the course are the ability to reflect upon one's own performance and that of others; the development of a critical approach to international affairs, and problem-solving skills to find solutions for delicate global challenges. Please note: the maximum number of participants is 34. Selection is based in part on an interview. Required reading: reading materials are provided by the guest lecturers.
77
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Dutch History, Politics and Culture Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites
Optional Course Objectives Contents
Literature
78
MAN-INT009 6 English Studyguide, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV quarter 1 Papers. For more details see the Course Syllabus on Blackboard. English Slomp, dr. J.F.W. dr. J.F.W. Slomp The course is offered twice a year, in Block 1 and Block 4. The course is mandatory for all exchange students at the Nijmegen School of Management. Exchange students at other faculties of Radboud University Nijmegen who are interested in the history, politics and culture of the Netherlands are also welcome to participate. The course is NOT open to Dutch students. Yes Provide professional familiarity with the main outlines of Dutch society. The course consists of a general introduction to the Netherlands (Holland). It covers the main features of Dutch history, society, culture and politics. In order to provide a general impression of the Low Countries, the Netherlands is compared with Belgium in a number of respects. For literature and other elements of the course, see the Course Syllabus on Blackboard.
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Politiek, macht en gender Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BKV41 6 Genderstudies, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, UCM-DO KV blokken 3 en 4 Deelname, opdracht en tentamen. Nederlands Haar, dr. M. van der prof. dr. M.M.T. Verloo, dr. M. van der Haar Geen. Ja Deelnemers zijn na de cursus in staat actuele discussies over politiek te begrijpen vanuit een gender-perspectief. Zij zijn in staat maatschappelijke verschijnselen vanuit theoretische perspectieven te bestuderen en hier op een analytische manier over te reflecteren. Deze cursus gaat over de relatie tussen gender en macht. We bespreken actueel onderzoek naar politieke vraagstukken vanuit een gender-perspectief en bestuderen bestaande machtsverhoudingen en structurele ongelijkheid aan de hand van recente gebeurtenissen in de wereld. We plaatsen dit tegen de achtergrond van enerzijds de geschiedenis van de emancipatie van vrouwen en de specifieke rol van feministische bewegingen daarbinnen en anderzijds verschillende feministische theorieën. De cursus besteedt ondermeer aandacht aan de rol van gender in politieke vertegenwoordiging, burgerschap, identiteitspolitiek, intersectionaliteit en de constructie/reproductie van genderverhoudingen in beleid. nader te bepalen
79
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Gender Theories and Equality Policies Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturers Prerequisites
Optional Course Objectives Contents
Literature
80
MAN-IPO3014B 6 Genderstudies, English Studyguide, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV quarter 3 Participation in class, assignments, written exam English Haar, dr. M. van der prof. dr. M.M.T. Verloo, dr. M. van der Haar The course is open to students who are interested in current debates on gender concepts and theories and in gender equality policies in the public sector. Students are required to write weekly reading reports, which are considered to be the starting point for discussing the literature in class. In order to actively participate in the course, academic skills and proficiency in English are absolutely necessary. These skills will be tested on the basis of the first assignment. Students who do not pass the test cannot participate in the course. Yes The course enables students to gain understanding of gender concepts and theories, as well as knowledge of historical and local differences in goals and strategies in gender equality policies. The course begins by presenting different visions on gender and gender equality across Europe, discussing different feminist positions and their accompanying political strategies to achieve gender equality. The specific organization of labour, intimacy and citizenship in various settings will be studied to understand the (re)production of gender inequality. We will also study how gender is related to other structural inequalities (multiple discrimination; intersectionality). We will give particular attention to the strategy of gender mainstreaming by exploring how the EU deals with achieving its aims of combating discrimination and promoting equal treatment. Secondly, we will introduce the perspective of Critical Frame Analysis to study the construction of gender related issues as a policy problem and the presented solution. We will also explore the concept of 'who has a voice' (actors such as the state, social movements or experts) in framing gender issues in the political arena. Using this framework, we will look into the normative question of 'when will society be gender just'. Articles
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Europe: A Political Profile Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites
Optional Course Objectives Contents
Literature
MAN-BKV46 6 English Studyguide, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV quarter 3 Papers. For more details see the Course Syllabus on Blackboard. English Slomp, dr. J.F.W. dr. J.F.W. Slomp The course is open to all international students at Radboud University; the course is NOT open to Dutch students. For Dutch students, the Political Science Department offers a number of courses in Dutch. Yes Provide professional familiarity with the broad outlines of politics in the European nations. The course concentrates on the main features of European politics and the key issues that currently dominate politics within the European nations, NOT on international politics. The focus is on general crossnational trends, such as the decline of traditional political parties, the rise of new issues such as immigration, new political movements on the left and the right, changes in economic and social policies and in the welfare state. The main characteristics and key issues of Dutch politics are discussed in a European context. The participants may bring in any political theme they would like to discuss. We will also watch scenes from European political films. Probably: Hans Slomp, Europe: A Political Profile. Unpublished, can be purchased at the Dictatencentrale.
81
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Business English Course code EC Study programmes Year Period Examination
Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites
Optional Course Objectives
Contents
82
MAN-IBK2001A 6 English Studyguide, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV quarter 3 en 4 Full attendance and active participation, homework and classwork (written assignments bundled in a portfolio such as letters and reports, the self-evaluation of presentations delivered in pairs and feedback forms) and a passed examination (BEC Higher) at the end of the course which includes all four skills - reading, writing, listening and speaking. The speaking test is done in pairs and the result is averaged with the grade obtained from the pair presentation. Listening is tested separately and there are opportunities to practice independently in advance of the exam in the Visa Skills Lab under supervision of the lecturer. English Mellion-Doorewaard, drs. M.J. drs. M.J. Mellion-Doorewaard Students should have had several years of instruction in English as a second language, so that they have will have reached at least the Business English Vantage proficiency level 3, defined as B2 according to the ALTE (Association of Language Testers in Europe). The Council of Europe has established these levels within the Common European Framework. During the introductory session, the Oxford English Online Placement Test will be administered in order to determine the student's language proficiency in English and the class will be divided into two levels, Advanced and UpperIntermediate, according to the results obtained. Due to the popularity of the course, the lecturer requires that you submit a letter stating your motivation for enrolling. Based on this letter, a selection will be made from the students who have applied. Yes At the end of the course, students should be able to: • communicate in English within an organizational context • apply the knowledge to their own field of study • use business terminology when writing in English • benefit from an increased cultural awareness when doing business abroad and in the Netherlands • pass the Business English Cambridge Higher exam. This course aims to help students develop their international communication skills thus improving both their speaking and writing skills in English. This, in turn, will help them to function more
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literature
effectively in business situations during their future careers. After having taken the course, their writing skills will have been polished to such an extent that good, clear and to-the-point business documents in English will be the result. In addition, students can gain more insight into the phenomenon of cross-cultural diversity in international business, namely, the role of English as a lingua franca used in conducting meetings and negotiations. During the course, students will be required to complete various assignments that serve to reinforce their English language skills, such as giving a presentation or writing a proposal. The written assignments will be placed in a portfolio to reflect the progress made during the course in this area; an error analysis will be included for each assignment. The course also focuses on developing the skills used for writing letters with a particular emphasis on implementing correct style, structure and coherence in business English. Business English is especially useful for those students who are unacquainted with the world of business, and who feel that they need to raise their level of proficiency in English for specific purposes. Special emphasis will be placed on speaking, such as giving an individual presentation or conducting business negotiations in the form of role plays and simulations. We use a course book so that students can train for the Cambridge Business English Higher (BEC) examination if they choose. This level is comparable to the Cambridge Advanced English (CAE) certificate. The costs of the BEC Higher (BEC) must be paid by the students, but the lecturer will advise only those students who are likely to pass this exam to register, so that they can obtain this prestigious certificate. The number of places open to international students is restricted due to limited capacity. Each academic year, 10 places are available for students from outside the Netherlands. A selection will be made based on a letter of motivation from each student, and an attempt will be made to achieve a fair distribution of nationalities. This letter should be sent to the course instructor well in advance of the course, preferably before the Christmas break. Student's book published by Cambridge Univ. Press Business Benchmark Advanced, (BEC Higher Edition, ISBN 13: 9780521672955) by Guy Brook-Hart and personal study guide which is optional (ISBN 13: 9780521672979). Hand-outs from the lecturer and the BBC Learning English website will also be used. Useful links will be placed on Blackboard.
83
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Innovatiemanagement Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis
Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
84
MAN-BKV39 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, Informatica en Informatiekunde KV blokken 3 en 4 Schriftelijk tentamen en werkstuk (indien onderzoek doorgang vindt) Nederlands Kok, dr. R.A.W. dr. ir. L.J. Lekkerkerk, dr. R.A.W. Kok Het vak is gericht op tweede en derde jaars bachelorstudenten van de faculteit managementwetenschappen, maar de vereiste voorkennis is beperkt en studenten van andere studierichtingen en faculteiten zijn dan ook welkom. Ja verwerven van kennis van de belangrijkste concepten en theorieen met betrekking tot innovatiemanagement toepassing van deze kennis in de analyse van innovatieproblemen van concrete organisaties reflectie op de betekenis van innovatie voor bedrijven en samenleving Het vak innovatiemanagement is een keuzevak voor bachelorstudenten. Innovatie is altijd een belangrijk element geweest in de dynamiek van kapitalistische economieen, maar pas in de afgelopen decennia is het ook onderwerp van systematisch management geworden. Dat komt omdat innovatie in een globaliserende economie juist voor bedrijven in rijke, ontwikkelde landen een voorwaarde is om te overleven. Innovatiemanagement richt zich op innovatiestrategieen en de organisatie van Onderzoek en Ontwikkeling in bedrijven; de bevordering van creativiteit; de organisatie van de besluitvorming ten aanzien van nieuwe producten en diensten; samenwerking in multidisciplinaire teams; alliantievorming tussen bedrijven, research instellingen, universiteiten en overheden; de rol van het innovatiebeleid van de overheid en verwante thema's. Aan de orde komen de verschillen en overeenkomsten tussen innovatie in diensten en in de industrie; en tussen grote en kleine ondernemingen. Een praktijkopdracht, uitgevoerd in Blok 4) in samenwerking met het regionale bedrijfsleven maakte afgelopen jaren onderdeel uit van de cursus. nog niet bekend (i.v.m. wijziging docenten & intensivering)
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Economie en waarde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BKV11A 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, UCM-DO KV Blok 3 Mondeling tentamen en werkstuk. Nederlands Peil, dr. J.J.M. dr. J.J.M. Peil Geen. Ja De student is bekend met en heeft inzicht in de heersende visies op (1) de relatie tussen economie, normen en waarden, en religie, en (2) de competenties van de wetenschappelijke disciplines economie, ethiek en theologie. De student kan aspecten van zingeving in een economisch debat herkennen, benoemen en duiden in relatie tot scholen in de economie, de ethiek en de theologie. In tegenstelling tot wat zowel veel economen als menig filosoof beweren verwerpt deze cursus de idee dat economie en ethiek gescheiden domeinen zijn. De economische praktijk kent ethische dimensies door het keuzeprobleem van wat, hoe en voor wie er geproduceerd moet worden in de samenleving. Ethische problemen hebben een economische dimensie omdat ze zich niet kunnen onttrekken aan de realiteit van schaarste: de beperkte hoeveelheid middelen om doeleinden te bereiken. Er ontstaat in de economie aandacht voor pluralisme in de beleving van behoeften en behoeftebevrediging en voor pluraliteit in leefstijlen. Dit roept de vraag op of economische preferenties niet onderzocht dienen te worden als waardeaspecten van een wereldbeeld. De cursus onderzoekt daartoe het raakvlak tussen moraal en economische rationaliteit door in te gaan op spirituele en morele dimensies van rationaliteit. De aandacht is gericht op gedrag en instuties. Literatuur wordt zo snel mogelijk bekend gemaakt.
85
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
International Management Course code EC Study programmes Year Period Specialization Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives
Contents
86
MAN-BKV47 6 English Studyguide, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV quarter 3 IEB Written exam + papers + presentations. English Furrer, dr. O.F.G. dr. O.F.G. Furrer Introductory Strategy Course Yes This course has three parts. The first part examines the development of strategy in a Multinational Corporation (MNC). In the second part, the focus shifts from the MNC's strategic imperatives to the organizational capabilities required to deliver them. In the third part, the focus is on the management challenges of operating a successful MNC. At the end of the course students should be able to • understand the main challenges and issues related to the management of large MNCs. • analyse the strategy of a large MNC based on the study of its external environment and internal resources. • develop solutions to solve problems related to the strategic management of a large MNC. • understand and discuss theories relevant to understanding the relationships between the strategy and the management of large MNCs and their performance. This course deals with the most important issues in the field of international management with a clear focus on international management and the strategy side of the subject. In broad terms, following the classic book by Bartlett and Beamish, Transnational Management (6th edition, 2011), the course consists of a mixture of content lectures, text discussions and case analyses dealing with the management and strategic development of large multinational companies (MNCs). The course builds on the knowledge acquired by students during their previous years in a Bachelor's programme in business administration. It is assumed that students have basic knowledge of the various functions of an organization (i.e., accounting, finance, marketing, logistics, information management, and human resource management) and that they understand the basics of strategy and strategic analysis.
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literature
•
Bartlett C.A. & Beamish, P., Transnational Management: Text, Cases and Readings in Cross-Border Management, 6th edition; Mc Graw-Hill, 2011
87
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Ondernemerschap in sociaal-cultureel perspectief Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
88
MAN-BKV52 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Politicologie KV Blok 4 opdrachten + presentatie Nederlands Essers, dr. C. dr. C. Essers Kennis van kwalitatieve methoden is gewenst maar niet persé noodzakelijk. Wel is een echte interesse in de toepassing van kwalitatieve methoden, naast uiteraard de vakinhoud, van belang. Ja Inzicht verschaffen in de belangrijkste theorieën ten aanzien van ondernemerschap in sociaal-cultureel perspectief, en middels hoorcolleges, discussies en opdrachten een betere kijk krijgen op hoe sociaal-culturele factoren en aspecten van invloed zijn op (succesvol) ondernemerschap. Hoe staan verschillende deelidentiteiten in verband met de ondernemersidentiteit, en welke kansen maar ook barrières ondervindt je als ondernemer vanwege de combinatie van deze deelidentiteiten (en hoe kun je hier slim/strategisch mee omgaan om toch succesvol te kunnen zijn als ondernemer)? We zullen dit proberen helder te krijgen middels het eerder genoemde levensverhaalinterview (incl. het essay waarin je de ondernemer en zijn/haar leven, de manier waarop hij/zij begonnen is, en zijn/haar deelidentiteiten in relatie tot zijn/haar ondernemersidentiteit analyseert), alsook het essay waarin je op je eigen ondernemendheid in relatie tot jouw deelidentiteiten reflecteert. En daarnaast zul je tijdens de twee gastcolleges ook van gedachten kunnen wisselen over deze onderwerpen met bestaande ondernemers. Dit keuzevak richt zich voornamelijk op het concrete begrip ondernemerschap van individuen die vanuit verschillende sociaalculturele contexten hun eigen bedrijf zijn gestart of willen starten. Maar ook het idee van ondernemendheid dat professionals binnen organisaties kunnen bezigen en ambiëren zal aan bod komen. Het vak bevat enerzijds een zeer praktische component daar dit vak ook echt op de beroepspraktijk van bestaande ondernemers ingaat en je deze door middel van theorieën analyseert, maar bereid je anderzijds ook goed voor op bijvoorbeeld je Bachelor Thesis (middels het uitvoeren van een levensverhaalinterview met een echte ondernemer en het schrijven van twee essays). Bovendien verschaft het de deelnemende studenten verschillende raamwerken en ideeën om bij hun eigen ondernemendheid (of dit nu in concreet ondernemerschap uitmondt of niet) stil te staan, en te reflecteren op de factoren die van invloed zijn
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
op hun ondernemendheid. 'Schuilt er een ondernemer in mij', is dan ook een van de vragen waarover we zullen gaan nadenken en waar mogelijk praten. Juist op dit punt van je studie, waarop je een keuze moet maken voor óf een vervolgstudie, óf een baan, eventueel als zelfstandige, kan deze reflectie een goede bijdrage leveren aan dit besluitvormingsproces. De opzet van het vak is als volgt. Er zijn 7 hoorcolleges (inclusief gastcolleges van/met ondernemers, en de laatste is een werkcollege), die allen een interactieve opzet hebben vanwege het feit dat je in twee- of drietallen op de literatuur gebaseerde stellingen moet formuleren en inleveren, en deze gebruikt zullen worden voor een levendige discussie tijdens het college. Daarnaast ga je een levensverhaalinterview houden met een bestaande (eventueel door de universiteit aangeleverde) ondernemer, alsook een analyse en essay van dit levensverhaalinterview maken. Je zult als deelnemende student deze analyses/essays tijdens de laatste bijeenkomst in een workshopachtige setting presenteren, met als publiek enkele van de geïnterviewde ondernemers. Tenslotte zul je een tweede essay gaan schrijven, welke een hoog 'zelfonderzoekend' gehalte zal hebben. In dit essay zal je namelijk gaan beschrijven welke 'triggers' en (sociaalculturele) determinanten ten aanzien van ondernemerschap zoals gehoord in de eerdere colleges je bij jezelf herkent, en zal je gaan reflecteren op hoe je verschillende deelidentiteiten van invloed zijn op je eigen ondernemendheid/ondernemerschap. Literatuur
Artikelen
89
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Fysische geografie Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
90
MAN-BKV40 6 Bedrijfskunde, GPM, UCM-DO KV Blok 1 Schriftelijk tentamen Nederlands Gersie, drs. J. drs. J. Gersie Geen. Ja Na afloop van de cursus kun je • de ruimtelijke variatie van de natuur op wereldschaal globaal beschrijven: atmosfeer, water, bodem, gesteenten en de planten en dieren; • aangeven welke (a)biotische processen deze ruimtelijke variatie bewerkstelligen; • ook op lagere schaalniveaus (continentaal, Europa, regionaal: de omgeving van Nijmegen) een beschrijving en verklaring geven voor de variatie in de natuurlijke gegevenheden; • in algemene termen aangeven wat de betekenis van de natuurlijke processen en patronen is voor het leven van de mens in de verschillende delen van de wereld; • blijk geven van inzicht in de belangrijkste problemen die voortvloeien uit de wisselwerking tussen mens en natuur. Fysische geografie gaat over de natuur op aarde. De cursus biedt achtergrondkennis voor studenten die bij hun opleiding sociale geografie, planologie, ontwikkelingstudies, milieumaatschappijwetenschappen e.d. meer willen weten over onder meer de geologische gesteldheid, de bodem, het klimaat en de levende natuur op aarde en over de relaties tussen de mens en de natuur. Fysische geografie is onontbeerlijk en daarom verplicht voor studenten die de Lerarenopleiding Aardrijkskunde (willen) volgen. Het onderwijs in de fysische geografie is opgebouwd uit een fietsexcursie, hoorcolleges en literatuurstudie. De cursus wordt verzorgd in de eerste helft van het 1e semester. Andrew Goudie, 2001. The Nature of the Environment, 4th edition. Blackwell Publishers, Oxford, 2001.
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Leadership in Organizations Course code EC Study programmes Year Period Examination
MAN-BKV54 6 English Studyguide, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Politicologie KV quarter 4 The assessment of and exam of the course Leadership in Organizations (2012/2013) consists of the following elements: • Presentation (10%) • Exam (90%)
Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites
English Brink, dr. M.C.L. van den dr. M.C.L. van den Brink This course has a maximum number of students (35). To enrol, students will have to complete an assignment and write a motivation letter before the course starts. Yes After completing the course, in terms of knowledge, you will • have knowledge about the most important concepts and debates regarding the issues of leadership in organizations. • have knowledge about the state of the art of management concepts, policies and practices regarding leadership in organizations. • have insight into the similarities and differences between management and leadership in organizations. • understand the role of (management and) leadership in organizational change processes. In terms of application, you will • be able to recognize and distinguish various styles of leadership in organizations. • be able to assess the effects of different styles of (management and) leadership on organizational performance. • be able to communicate with leaders in a professional way • be able to distinguish your own leadership style In terms of reflection, you will • be able to reflect from various theoretical perspectives on the place and function of leadership in the daily practice of organizations. • be able to reflect on what constitutes 'good' leadership in a specific organizational environment. In the wake of the international financial crisis, organizations and researchers are faced with the question, "What kind of leadership is
Optional Course Objectives
Contents
91
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
needed to lead organizations in the 21st century?" The topic of leadership has fascinated people for centuries and has been studied in various ways, depending on methodological preferences and definitions of leadership. Most researchers deal with only one narrow aspect of leadership; as a result, most studies fall into distinct lines of research. This course aims to integrate these approaches by offering multiple viewpoints on the concept of leadership in organizations. In this multidisciplinary course, a team of lecturers offers an overview of existing theories and models about the concept of leadership in contemporary organizations from various perspectives. This course aims to expand insight into the meaning of leadership for organizations and employees and to come to a better understanding of the effects of leadership on daily work practices. To achieve this, the course will not only discuss theoretical insights, but will also focus on the practice of management and leadership in organizations and the problems managers and leaders face and how these problems can be solved. Leadership & Ethics. What is leadership? There are so many disparate answers to this question that students and scholars alike are at a loss about how to answer it. People even disagree about whether or not leadership can be bad. If you disagree with the idea that leadership can be bad, then you will have trouble accepting the fact that Hitler or Khomeini, just to mention two people who are generally considered to be bad, could be leaders. In his, lecture, René ten Bos will address this 'leadershipmust-be-good-hypothesis' to some extent. He will then discuss the concepts of genius, 'the daredevilish rule-breaker' and gesture, 'the stoic who is indifferent to the notion of results'. By discussing these concepts, we will try to shed some doubt on the aforementioned hypothesis. Leadership, gender and culture Who is a leader? And what constitutes leadership? This concerns not only the person who is the leader, but also the interactions with subordinates, with the situation and with the task at hand. A question that surfaces regularly in this respect is, Why are there so few leaders who are not white men of a certain age? Another question pertains to the differences in styles of leadership between male and female leaders. Recent research on the relationship between gender and leadership goes beyond the numerical representation of women and men who are leaders, and focuses on the abilities of male and female leaders, masculine and feminine styles of leadership and the importance of images and representation. In this course we will also discuss what leadership skills are required to effectively lead diverse groups. Power, Influence & Control Influence is the essence of leadership. To be an effective leader, it is necessary to influence people to carry out requests, support proposals
92
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literature
and implement decisions. In large organizations, the effectiveness of managers depends on their influence on superiors and peers as well as on subordinates. To understand what makes managers effective requires an analysis of the complex web of power relationships and influence processes found in all organizations. We will discuss the concept of power and authority and will reflect on the dark side of authority as well. Leadership in Change Management One of the most important and difficult leadership responsibilities is leading change. Major change in an organization is usually guided by the top management team, but any member of the organization can initiate change or contribute to its success. The creation and establishment of a clear and compelling vision is useful to guide the organization through change, and the prerequisite set of guidelines is included for formulating a vision. Throughout the change process, the role of the leader is key. Leadership skills By means of three exercises, we will discover how important leadership principles are for wise, effective and ethical leaders. First, to show how leadership principles can improve your decision-making skills, we will work on and discuss several real-life case studies on leadership dilemmas in international settings. Second, we will do a role play, which will clarify the leadership principle of 'dwelling'. Finally, we will do an exercise involving oranges...! Global leadership To compete effectively in today's economy, multinational organizations need strong leaders who are aware of cultural diversity and who are able to practice global leadership principles. For a long period, leadership literature was mainly generated by North American scholars. These scholars developed theories, making use of universal leadership principles that applied consistently across all cultures. In this lecture, you will be exposed to a number of leadership theories stressing the importance of national cultural differences with regard to leadership effectiveness. Building further on the dimensions of culture identified by Hofstede (1980) in his study Culture's consequences: International differences in work-related values, this lecture will address the more recent empirical GLOBE research. • Nahavandi, Afsaneh (2012). The art and science of leadership; Pearson: New Jersey. 6th edition (international edition). • Several articles (to be announced).
93
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Duurzaam ondernemen Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
94
MAN-BKV55 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, UCM-DO KV Blok 1 Werkstuk en opdrachten Nederlands Jonker, prof. dr. J. prof. dr. J. Jonker Dit keuzevak is zonder voorkennis voor all studenten van de Radboud Universiteit toegankelijk. Ja Na afloop van deze cursus heeft de student(e): Een overzicht van verschillende benaderingen van duurzaam ondernemen (DO), de (kern)begrippen en dilemma's; Je eigen visie op de plaats, rol en functie van organisaties in debatten over DO ontwikkeld; Inzicht gekregen hoe mensen uit de praktijk met DO in hun werk omgaan; Vaardigheden opgedaan in het samenwerken met mensen met een andere opleidingsachtergrond. De leerstof toegepast op verschillende individuele en collectieve opdrachten; Wie heeft het tegenwoordig niet over 'Duurzaam Ondernemen'? Dit vak, opgezet in samenwerking tussen de Faculteiten Managementwetenschappen, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica, praat je helemaal bij en leert je kritisch te kijken naar actuele debatten op dit terrein. Je leert zowel de basisbegrippen als de theoretische als de praktische kanten van duurzaam ondernemen. Zowel de technische, sociale en organisatorische aspecten komen aan bod. Je gaat nadrukkelijk ook zelf aan de slag met individuele en collectieve opdrachten. Het vak 'Duurzaam Ondernemen' bestaat uit de volgende onderdelen: (a) een serie hoorcolleges; (b) serie thematische workshops en(c) een collectieve opdracht. Het vak wordt gestructureerd aan de hand van zeven uitdagende hoorcolleges op de woensdag. Op donderdag zijn er zeven thematische workshops waarin je als student flink aan het werk gezet wordt. Deelname aan beide is verplicht. Het vak wordt getentamineerd aan de hand van verschillende de verschillende opdrachten. Hieronder worden de onderdelen kort beschreven. Let op! Vanwege grote belangstelling heeft dit vak een numerus fixus. Er zijn maximaal 60 plaatsen voor NSM-studenten, en
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literatuur
maximaal 20 plaatsen voor FNWI-studenten. Collegetour De zeven colleges/lezingen met een omvang van 2 x 45 minuten (vaak zonder pauze!) worden gegeven door sprekers uit de politiek, wetenschap en het bedrijfsleven. Mogelijke sprekers zijn (t.b.c.!) John Barends (Burgemeester Apeldoorn), Marga Hoek (Directeur De Groene Zaak), Egbert-Jan Sol (TNO), Lucas Simons (Directeur New Foresight) en Tex Gunning (Akzo), Liesbeth van Tongeren (GroenLinks). Na elke lezing kunnen de studenten vragen stellen aan de sprekers die van tevoren ingediend moeten worden. Losse colleges zijn ook voor andere belangstellenden toegankelijk. Workshops Naast de zeven colleges op de woensdag worden er zeven workshops gegeven van een dagdeel (4 x een college uur) op donderdag. Deze worden gegeven over specifieke thema's zoals het ontwikkelen van nieuwe business, netwerken bouwen, organisatieverandering en een managementgame. Deze workshops zijn alleen toegankelijk voor studenten die ingeschreven staan voor het vak! Onderstaand programma is voorlopig; het kan dus nog veranderen. (1) Responsie college (1) toelichting op opdrachten en groepsindeling - Jan Jonker en Peter Tindemans (coördinator), Heleen de Coninck (FNWI), Chriss van Pul (student-assistente) (2) Circulaire economie - Bas Luiting, Stichting Circulaire Economie (3) Duurzaam ondernemen en mutual gains - Marc Wesselink, WesselinkvanZijst (4) Responsie college (2) voortgangsbespreking individuele en collectieve opdrachten (5) Duurzaamheid in de Energie - workshop leider van ECN (6) Duurzaam Management Game - TU Delft (7) Responsie college (3) eindpresentaties door studenten - Jan Jonker en Peter Tindemans (coördinator), Heleen de Coninck (FNWI), Chriss van Pul (student-assistente) Alle workshops en hoorcolleges zijn verplicht! Een workshop heeft een omvang van twee colleges c.q. vier college-uren; een hele middag dus! Per hoor c.q werkcollege worden artikelen aangereikt. Jonker, J. (2011). Inleiding in maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen. Chronologisch overzicht & Verklarende woordenlijst, Deventer : Kluwer, ISBN 9789013086072
95
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Changes in World Politics: The Rise of the BRIC Countries Course code EC Study programmes Period Examination Language Course Coordinator Lecturers Prerequisites Optional Course Objectives
Contents
96
MAN-MKV011 6 English Studyguide, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie quarter 3 en 4 Research Paper In producing a final paper, Master's students will have to meet higher standards in order to pass the course than Bachelor's students. English Verbeek, prof. dr. J.A. prof. dr. J.A. Verbeek, dr. T.R. Eimer Basic knowledge of international relations theory and global political economy Yes • Develop knowledge of change in the international political system • Develop knowledge of the relationship between national/international politics and national/international economics • Develop knowledge of the relationship between domestic and international/global politics • Ability to apply notions from IR and GPE theory to the behaviour of BRIC countries in the international political system • Ability to apply qualitative research methods (interviews, participant observations, document analysis) • Develop research skills • Develop writing skills • Develop presentation skills Dreaming with BRICs, the famous Goldman Sachs report from 2003, has inspired scholars in international relations and global political economics to muse about the emergence of new power houses in the Global South (real or imagined). Debates have arisen about whether we are observing a new development paradigm in the making that will eventually challenge the world order as we know it today. In this course, we will address the BRIC phenomenon from several perspectives. We will try to find potential reasons for the rise of BRICs during the last decade, we will compare the policies of various BRIC countries and we will discuss what their ascent means for the future of global politics. To gain insight into the potentials and challenges of BRICs, the course focuses on four broadly defined issue areas: security & defence, human rights & democracy, economy & development, and welfare & environment. Within these areas, the course addresses the role of national governments and bureaucracies,
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literature
political parties, corporate actors, civil society organizations and indigenous communities as well as the impact of and for trans- and international actors. Throughout the course, we will use IR and GPE theories to explain the making and shaping of BRICs. At the same time, the course will enable students to undertake their own research in this area. Qualitative methods (interviews, participant observations, and document analysis) are discussed and applied to empirical research questions. The training in these techniques will enable students to write a research paper related to BRICs and their policies. A reading list can be found on Blackboard.
97
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Economics and Sustainable Development Course code EC Study programmes Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives
Contents
98
MAN-BKV17 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, English Studyguide quarter 3 Written exam English Delsen, dr. L.W.M. dr. L.W.M. Delsen No requirements; BA elective course. Yes • To examine the interaction between the economy and the environment • Students develop a clear understanding of the principle and applications of environmental and ecological economics • Students are familiar with the limitation on policy making to achieve sustainable development • To analyse the role of business and possible strategies for achieving future sustainability • Students are able to identify appropriate instruments to achieve sustainable development • Students are able to define GDP and explain some alternative ways to value natural resources and to measure social progress Environmental problems are increasingly subject of economic analysis. In the course the relationship between economic growth, sustainable development, the environment and the economic science is central. The course outlines the differences between neoclassical environmental economics and ecological economics and reviews the policy implications of the different concepts and definitions of sustainability applied. Are environmental problems just market failures that can be corrected, so that these externalities are internalized and the actual market prices mirror relative scarcity? In the course attention is paid to the effectiveness and efficiency of trading emission rights and CO2 compensation and to the monetary economic valuation of ecosystem services and biodiversity. Also the effectiveness of government regulation and policy and self regulation is addressed. Sustainable development goes beyond economics. The course is multidisciplinary. Apart from economics it includes concepts from natural and social sciences and public policy. The course explores how to make our economies, regions and our cities more sustainable and to work towards a more sustainable global society. Solutions
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
integrate economic, environmental and social considerations. This course provides a broad approach to the many crucial issues related to ecosystems, biodiversity and sustainable development such as economic and population growth, consumerism, resource use, technology, innovation and environmental protection. An important condition for a sustainable economy and society is a properly functioning banking system. What role can sustainable investing by pension funds play? Gross Domestic Product (GDP) is unsuitable as a measure of sustainability and well-being or happiness. The course looks into alternative measures for progress. By connecting theory and practice the course will help students to learn how they can make a difference. Literature
Reader with textbook excerpts and journal articles.
Cursusbeschrijvingen CICAM Introduction to Conflict Analysis & Management Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites
Optional Course Contents
MAN-CI26 6 English Studyguide, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV quarter 3 Written exam English Vukovic, dr. S. dr. S. Vukovic Due to the multidisciplinary character of conflict studies, the course is open to all students interested in conflict analysis and management (e.g. students in Political Science, International Relations, Law, History, Geography, Environmental Studies, Middle-East Studies, Mediterranean Studies, Anthropology, Development Studies, Public Administration, Sociology, Philosophy and Economy). Yes Conflict analysis and management are prominent features of international politics. The world has been confronted with many violent conflicts in recent years, such as those in the former Yugoslavia, Rwanda, Congo, Afghanistan and Iraq. Each of these conflicts is the result of a variety of mutually influencing causes. After the fall of the Berlin Wall in 1989, and again following September 11, 2001, the scope and character of efforts to deal with these inter-state and intra-state conflicts have undergone significant changes. Various intervention strategies have been applied, both military and non-military. There is much heated debate about both the nature of present-day violent conflicts and the best ways to respond to
99
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Literature
100
them. This course aims to provide an introduction to the field of conflict studies and its main academic debates. It aims to shed light on questions such as: What causes violent conflict? What kind of intervention strategies can be used to deal with violent conflicts? Which actors are best suited to deal with violent conflicts? To be announced
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Cursusbeschrijving
MAN-CI03a 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, UCM-DO KV, bachelor Blok 3 Schriftelijk tentamen en essay Nederlands Dankelman, drs. I.E.M. drs. M.F.A. Cras, drs. I.E.M. Dankelman Geen Ja Ons fysieke milieu vormt de basis van onze samenleving en ontwikkeling, en hangt in sterke mate daarmee samen. Daarnaast wordt steeds duidelijker dat vrede en veiligheid mede worden bepaald door milieu en duurzame ontwikkeling. Er bestaat een sterk verband tussen milieu en ontwikkeling op verschillende schaalniveaus; en tussen beleid en handelen nu en de mogelijkheden voor de toekomst. Duurzame ontwikkeling, als inter- en transdisciplinair concept, is niet meer weg te denken uit Nederlandse en internationale instituties en beleid, en vormt tevens een speerpunt in onderwijs en onderzoek. In deze cursus gaan (gast)docenten vanuit verschillende disciplines nader in op de betekenis van 'duurzame ontwikkeling', met zijn ecologische, sociale, economische en institutionele componenten. Na een inleidend college, waarin ondermeer de wereldwijde toestand van milieu en ontwikkeling aan bod komen, worden verschillende deelproblemen, zoals die rond water, klimaat, landbouw en biodiversiteit aan de orde gesteld. In het volgende blok wordt uitgebreid gereflecteerd op de relatie tussen milieu, vrede en veiligheid, en komen 'ecological security' evenals de relatie tussen klimaatverandering en conflicten over hulpbronnen aan de orde. Tenslotte kijken we, in het laatste cursusblok, naar de ethischfilosofische aspecten en wordt ingegaan op oplossingsrichtingen, zoals die via nationaal en internationaal beleid, duurzaam ondernemen, technologie en sociale bewegingen.
Literatuur
Syllabus
101
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Legitimatie van veiligheidsbeleid: manipulatie van pers en publieke opinie bij de rechtvaardiging van oorlog en bewapening Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving
Literatuur
102
MAN-CI08A 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV Blok 2 Schriftelijk tentamen Nederlands Wecke, drs. L. drs. L. Wecke Geen Ja Inzicht in de inhoud en noodzakelijkheid van legitimatieprocessen ten behoeve van veiligheidsbeleid, krijgsmacht en militaire actie. Sinds het vallen van de Berlijnse Muur is het rechtvaardigen van een grote krijgsmacht en het uitvoeren van militaire acties door middel van de verwijzing naar een vijand een problematische aangelegenheid geworden. Zo werd de navo na het eindigen van de Koude Oorlog 'een oplossing op zoek naar een probleem'. Bij gebrek aan een door burgers als zodanig ervaren grote bedreiging door staten of statenverbanden, moeten overheden naar andere gronden ter rechtvaardiging van hun bewapening en defensiebeleid omzien. In hoeverre is een maatschappelijk draagvlak voor leger, vredesoperaties en oorlog echt nodig? En als het nodig is, hoe komt het thans tot stand? Wie overtuigt met welke middelen burgers en bondgenoten? Wat is de rol van de pers in het legitimatieproces? In hoeverre is sprake van voorlichting, propaganda, leugens en misleiding? In een serie hoorcolleges wordt getracht aan de hand van concrete voorbeelden de vraag te beantwoorden naar de inhoud en noodzakelijkheid van legitimatieprocessen ten behoeve van veiligheidsbeleid, krijgsmacht en militaire actie. Syllabus
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-CI23 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie bachelor Blok 2 Papers/ rollenspel/ schriftelijk tentamen Nederlands Cras, drs. M.F.A. dr. W.M. Verkoren, drs. M.F.A. Cras Geen Ja Doel van de cursus is de kennismaking met het proces van staatsvorming en conflicthantering in de landen van de Kaukasusregio, alsmede het aanbieden van kennis van en het stimuleren van reflectie op de samenhang tussen culturele patronen en praktijken en democratisering in de Kaukasus. Dit vak is bedoeld als een brede kennismaking met de Kaukasus vanuit een interdisciplinaire aanpak: Rechten (staatsvorming), Politicologie (conflicthantering, geopolitieke overwegingen en de oliepijplijn) en Culturele Antropologie (samenhang tussen cultuur en democratisering). Begrippen die in de collegereeks aan de orde zullen komen zijn o.a. ngo's, civil society, clans, institution building en conflict resolution. Doel van de cursus is de kennismaking met het proces van staatsvorming en conflicthantering in de landen van de Kaukasus; alsmede het aanbieden van kennis van en het stimuleren van reflectie op de samenhang tussen culturele patronen en praktijken en democratisering in de Kaukasus. Deze cursus leent zich uitstekend als keuzevak voor studenten Internationaal Recht, Conflictstudies, Antropologie en Ontwikkelingsstudies. Informatie: dr. C. Hille (
[email protected]). Syllabus
103
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Conflicten op de Balkan Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
104
MAN-CI25 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV Blokken 2 en 3 Schriftelijk tentamen/ deelname aan rollenspel Nederlands Bomert, dr. H.W. dr. H.W. Bomert Geen Ja Kennis van en inzicht in de dynamiek van conflict aan de hand van de Balkanoorlogen (1990-1995), alsmede van conflictoplossing (zowel wetenschappelijk-theoretisch als praktisch, door middel van participatie in een rollenspel). Na de val van de Muur in 1989 is het belang van gewelddadige intrastatelijke conflicten en hun oplossingen toegenomen. Het hoe en waarom van deze conflicten en hun poltieke en geografische dimnensie staan centraal in deze cursus. Aan de hand van de case Joegoslavië - het uiteenvallen van de federale republiek en de staatsvorming van Slovenië, Kroatië, Macedonië, Montenegro, Kosovo en in het bijzonder Bosnië-Herzegovina - wordt in het eerste deel (tweede blok) gekeken naar het discours rond de aard van conflicten (zoals etnisch, religieus, territoriaal); het spectrum van de conflictpartijen en hun belangen (zoal macht, strategische locaties, grondgebied) en de fasen van conflict en oorzaken van conflictescalatie. De dimensies en relevantie van 'oplossingen' ter beheersing van conflicten komen ruim aan bod. De collegereeks wordt in het derde blok afgesloten met een rollenspel met als onderwerp de vredesonderhandelingen in Dayton (1995) waar de huidige politieke en geografische kaart van Bosnië-Herzegovina werd bepaald. R. Holbrooke, To end a war, 1999/ L. Silber, A. Little, The death of Yugoslavia, 1996/ enkele nader bekend te maken artikelen.
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Actuele vraagstukken van oorlog en vrede: analyse van conflicten en perspectief op vrede Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-CI04A 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, UCM-DO bachelor Blok 1 Schriftelijk tentamen Nederlands Bomert, dr. H.W. dr. H.W. Bomert, drs. M.F.A. Cras Geen Ja Kennis van en inzicht in wetenschappelijke aspecten van en beidsmatige perspectieven op actuele ontwikkelingen op het terrein van internationale vrede en veiligheid. Deze collegereeks sluit aan bij actuele gebeurtenissen op het terrein van oorlog en vrede, in het bijzonder vredes- en conflictprocessen. Aangezien de actualiteit per definitie moeilijk valt te plannen, wordt het definitieve programma pas enkele weken voor het begin van de collegereeks samengesteld. Diverse deskundigen, zoals politici, beleidsambtenaren en militairen, worden als gastsprekers uitgenodigd. Zo werden in de voorgaande reeks colleges verzorgd door onder meer voormalige ministers van Defensie, leden van de Tweede Kamer, ambassadeurs, adviseurs van de Verenigde Naties, wetenschappers e.d. De voertaal is Nederlands en Engels. Wij raden u aan de cicam-internetpagina (www.ru.nl/cicam) in de gaten te houden. De literatuur wordt nader bekend gemaakt via Blackboard.
105
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Veiligheidsdiscussies in Europa Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
106
MAN-CI06A 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV Blok 4 Schriftelijk tentamen/werkstuk Nederlands Bomert, dr. H.W. dr. H.W. Bomert Geen Ja Kennis van en inzicht in de belangrijkste veiligheidsdreigingen in en van Europa, alsmede van de wijze waarop de drie grote Europese veiligheidsorganisaties, resoectievelijk de NAVO, de Europese Unie, en de OVSE, met deze veiligheidsdreigingen omgaan. Na het vallen van de Muur en de beëndiging van de Koude Oorlog is Europa met tal van 'nieuwe' bedreigingen van zijn veiligheid geconfronteerd. Werd de veiligheid en stabiliteit in Europa gedurende de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog vooral bedreigd door de Oost-Westtegenstelling en de politiek-militaire confrontatie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie en hun respectievelijke bondgenootschappen, na 1990 is het bedreigingbeeld diffuser geworden. Niet een grootschalig conflict tussen staten domineert de veiligheidsdiscussies in Europa, maar de dreiging van conflicten en gewelddadigheden binnen landen. Ook niet-statelijke actoren (terrorisme!) en niet-militaire bedreigingen van de veiligheid spelen een (steeds) belangrijkere rol in de discussies. In deze cursus wordt op basis van de 'oude' en 'nieuwe' bedreigingen van de veiligheid in en van Europa bestudeerd hoe de verschillende veiligheidsorganisaties een antwoord formuleren op de bedreiging van veiligheid en stabiliteit. Zo komen achtereenvolgens aan de orde: de NAVO, de Europese Unie, en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Van elk der organisaties wordt een 'sterkte-zwakte-analyse' gepresenteerd. Van de deelnemers aan de cursus wordt verwacht dat zij een kritische beschouwing schrijven over een aspect van de veiligheidsdiscussie in Europa. Wordt nader bekend gemaakt
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Approaches to Peacebuilding Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites
Optional Course Objectives
Contents
MAN-CI38 6 English Studyguide, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie bachelor quarter 4 Weekly assignment, written exam English Malejacq, dr. R.A.A. dr. R.A.A. Malejacq The multidisciplinary character of conflict studies means that the course is open to all students interested in conflict analysis and management (e.g. students in Political Science, International Relations, Law, History, Geography, Environmental Studies, MiddleEast Studies, Mediterranean Studies, Anthropology, Development Studies, Public Administration, Sociology, Philosophy and Economy). Yes • After completing this course, students have greater knowledge about the major theoretical debates on peacebuilding. • Students are able to practice peacebuilding activities in a wider theoretical framework Experience shows that peace agreements designed to end violent conflict often do not prevent a later return to violence. Processes of peacekeeping (guaranteeing a cease fire so that parties can negotiate an agreement) and peacemaking (reaching a settlement) therefore do not suffice to achieve durable peace. A third peace concept, peacebuilding, is seen as a way to work towards a solution for the underlying causes of conflict (such as inequality and bad or poor governance) as well as a way to deal with the legacies of war, such as trauma and hatred. Under the flag of peacebuilding, peace missions engage in a range of non-military tasks, from working on development projects to organizing elections, in some cases even temporarily taking over the governance of a country. In order to deal with the psychological and emotional legacies of war, reconciliation has become a major goal, and countries and intervening actors often administer criminal tribunals and truth commissions. Civil societies, at both the domestic and international levels, are also seen to play a major role. Recently, however, the broad ambitions of peacebuilding have led to disappointment. A debate is now ongoing regarding the extent to which societies can be transformed through intervention. Another question concerns the 'blueprints' that are being applied to various countries: the liberal-democratic model of governance, tribunals and
107
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Literature
108
truth commissions and a specifically Western interpretation of the role of civil society. This course outlines the rise and development of the thinking about peacebuilding. In addition, it critically discusses the approaches that are taken to promote peacebuilding, and the roles that various actors local and international - play in peacebuilding processes. Syllabus
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Negotiation and Peacemaking Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites
Optional Course Contents
Literature
MAN-CI39 6 English Studyguide, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Politicologie, UCM-DO, Economie en Bedrijfseconomie, GPM KV quarter 3 Written examination English Vukovic, dr. S. dr. S. Vukovic The multidisciplinary character of conflict studies means that the course is open to all students interested in conflict analysis and management (e.g. students in Political Science, International Relations, Law, History, Geography, Environmental Studies, MiddleEast Studies, Mediterranean Studies, Anthropology, Development Studies, Public Administration, Sociology, Philosophy and Economy). Yes Conflict resolution can be divided into three categories: peacemaking, peacekeeping and peacebuilding. Peacemaking includes processes aimed at stopping outright violence, thus allowing peacekeeping and peacebuilding to occur. This course explores the theory and practice of peacemaking and the process at its core: negotiation. We will explore both traditional 'hard bargaining' negotiation and the process of 'principled negotiation', and the difficulties associated with each. These theories will be illuminated by examples from case studies from around the world, and at both the micro and macro levels. These case studies will also allow us to investigate how culture and conflict dynamics affect negotiation, and how groups can splinter and divide during negotiation, thereby complicating the process. In an ever more complicated world, peacemaking has become an ever more complicated process, and this course introduces students to the basic principles and prepares them to better understand how conflicts come to an end. To be announced
109
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
War and Statebuilding in Afghanistan Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Contents
Literature
110
MAN-CI43 6 English Studyguide, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, GPM, Politicologie, Economie en Bedrijfseconomie KV quarter 1 Written exam English Malejacq, dr. R.A.A. dr. R.A.A. Malejacq Yes After more than ten years of military involvement, the world's most powerful army failed to prove that it could succeed in Afghanistan. The counterinsurgency strategy has been slow to show the expected results and the Taliban seem to grow stronger as time passes by. The growing disenchantment about this "war of necessity" is such that many in the United States, Europe, and Afghanistan wonder what its purpose really is. This course acquaints students with the important debates about the war in Afghanistan, focusing on issues such as the decision to engage/disengage in this war or the evolution of the military strategy. Through the study of previous international interventions in Afghanistan students will gain a better understanding of the current Afghan war. Our study of the consequences of the U.S. engagement in Iraq on the war in Afghanistan will provide us with further lessons to apply to the Afghanistan situation. The course also uses the Afghan war as a vehicle for interpreting the politics of international intervention, making sense of the complexity of the Afghan war, by explaining how things really work. How do American decision-makers deal with warlords? What are the consequences of drug trafficking in the context of a counterinsurgency strategy? How do soldiers interact with tribal leaders? How does the U.S. work with coalition partners? What are the domestic political consequences of U.S. engagement? How and why does one negotiate with the Taliban? What will be the consequences of the 2014 withdrawal? The course encourages students to think of the necessary trade-offs among the different goals in Afghanistan, as they try to analyze the complexity of international intervention. To be anounced
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Terrorisme: beeld en werkelijkheid Cursuscode EC Opleidingen Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-CI24 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, GPM, Politicologie, Economie en Bedrijfseconomie Blok 4 Schriftelijk tentamen Nederlands Wecke, drs. L. drs. L. Wecke geen Ja Het verschaffen in factoren die bijdragen aan de beeldvorming omtrent terrorisme. Wat is het verschil tussen beeld en werkelijkheid? Als een van de belangrijkste bedreigingen voor de hedendaagse mensheid wordt wel het terrorisme genoemd. Er is een wereldwijde door de Verenigde Staten geleide 'war on terrorism' gaande. Voor lokaal, regionaal, nationaal en Europees beleid is 'het' terrorisme een belangrijk beleidsgegeven, een variabel, die zich op diverse bestuurlijke gebieden doet gelden. Maar wat is terrorisme? Kan het betreffende verschijnsel wel eenduidig worden gedefinieerd? De een zijn terrorist is immers de ander zijn vrijheidsstrijder. Of gaat dat laatste wel op voor de klassieke terrorist, maar niet voor het catastrofale terrorisme van Al Qaida? Wat is de inhoud van het Europees en Nederlands antiterreurbeleid? Waar liggen de grenzen van effectief antiterreurbeleid en de burgerlijke vrijheden, zoals in verdragen en Grondwet verankerd? Hoe werken inlichtingendiensten, over wie worden inlichtingen verzameld, wie krijgt die inlichtingen en wie interpreteert ze? Welke zijn de mogelijke oorzaken van terrorisme en heeft de islam iets met terrorisme van doen? Wat is de inhoud en wat zijn de oorzaken en functies van terrorismebeelden? Welke is met name de legitimatiefunctie van die beelden en wat zijn de nevendoelen van de 'war on terrorism'? Welke plaats neemt het terrorisme in in het geheel van bedreigingen die de mensheid en de nationale en internationale orde in gevaar brengen? Welke rol spelen media inzake het tot stand brengen en verspreiden van terrorismebeelden? Een reader en nader bekend te maken aanvullende literatuur
111
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Militaire interventie en wederopbouw Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Cursusbeschrijving
Literatuur
112
MAN-CI33 6 Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, Bedrijfskunde, Politicologie, GPM bachelor Blok 4 Schriftelijk tentamen Nederlands Verweij, prof. dr. D.E.M. prof. dr. D.E.M. Verweij, drs. M.F.A. Cras Geen Ja Het einde van de Koude Oorlog leidde niet alleen tot een groot aantal, veelal, interstatelijke conflicten; het leidde als gevolg daarvan ook tot vele vn-vredesoperaties en in Nederland tot een bijstelling van het takenpakket van de krijgsmacht. Militairen worden niet alleen meer geacht 'groen' op te treden, maar ook 'blauw'. Dat wil zeggen dat militairen niet alleen een gevechtsfunctie dienen te hebben, maar ook een vredesfunctie. Zij worden dus ook ingezet bij de wederopbouw van een land en werken daarbij nauw samen met NietGouvernementele Organisaties (ngo's). De combinatie van gevechtstaken en vredestaken is niet eenvoudig en roept regelmatig vragen en dilemma's op, zoals de praktijk van de Battlegroups en Provincional Reconstruction Teams in Afghanistan laat zien. Ook de samenwerking met ngo's roept regelmatig vragen en dilemma's op. Toch lijkt conflictbeslechting en het realiseren van 'human security' alleen door middel van de zogeheten 'comprehensive approach' gerealiseerd te kunnen worden. Daarin speelt de huidige 3-D strategie (Defence, Diplomacy and Development) een centrale rol, zoals ook tijdens de recente Afghanistan-top in Den Haag duidelijk werd. De huidige ontwikkeling van 'ius post bellum'-criteria binnen de 'Traditie van de rechtvaardige oorlog' sluit hier nauw bij aan. Betekent dit alles dat we echt op weg zijn naar duurzame politieke oplossingen in conflictgebieden? Nader bekend te maken
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Conflict en Governance in Afrika Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis
Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-CI35 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, Politicologie, UCM-DO, GPM KV, bachelor Blok 3 Schriftelijk tentamen, essays Nederlands Leeuwen, dr. ir. M. van dr. ir. M. van Leeuwen Deze cursus op BSc-niveau is bedoeld voor studenten die meer willen leren over politiek van bestuur en conflict in (sub-Sahara) Afrika, en willen onderzoeken hoe theoriën over conflict geïntroduceerd in andere cursussen (m.n. ‘Introduction to Conflict Analysis and Management’) van toepassing zijn in de Afrikaanse context. Ja • Het verkrijgen van inzicht in hedendaagse theoriën en discussies over bestuur en conflict in Afrika • Het verkrijgen van inzicht in de specificiteit van hedendaagse afrikaanse politiek, conflicten en vredesopbouw interventies • Het vergroten van gevoeligheid voor de complexiteit van bestuur en conflict, en de relaties tussen conflict en ontwikkeling • Het trainen van vaardigheden voor het werken in groepen en het schrijven van essays Het Afrikaanse continent lijkt geteisterd door conflict. Conflicten in Afrika worden vaak voorgesteld als bijzonder gewelddadig en geworteld in eeuwenoude tribale tegenstellingen, als gemanipuleerd door despotische leiders, en als oncontroleerbaar overstromend van de ene falende staat in de andere. Dit vak beoogt voorbij zulke stereotypes te gaan, door in te gaan op de achtergronden en nationale en lokale dynamiek van hedendaags bestuur ('governance') en (gewelddadig) conflict in Afrika. De hoorcolleges introduceren een aantal perspectieven op bestuur en conflict in Afrika die toegelicht worden aan de hand van de verschillende landen cases. Onder andere komen aan de orde: de erfenis van het koloniale verleden, de relaties tussen etniciteit en burgerschap in Afrikaanse staten, strategieën van mobilisatie, participatie in geweld, conflicten rondom land, en lokale mechanismen van geschilsbeslechting. In de werkgroepen bestuderen studenten bestuur en conflict in een aantal andere landen, op basis van de theorieën en discussies geïntroduceerd in de colleges. Nader bekend te maken
113
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Conflict, Aid and Development Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturers Prerequisites Optional Course Contents
Literature
MAN-CIM42 6 Economie en Bedrijfseconomie, English Studyguide, Bestuurskunde, Bedrijfskunde, GPM, Politicologie KV quarter 2 Written Exam/ Paper English Swedlund, dr. H.J. dr. H.J. Swedlund, dr. R.A.A. Malejacq 24 ECs conflict courses Please be aware of the limited number of students who can attend the course Yes In this course, we will consider the role of development processes and actors in conflict - both in the mitigation of conflict and as a source of conflict themselves. Particular attention will be paid to the various ways economic development may exacerbate, or indeed cause, conflict. The course will examine both the historical legacy of development initiatives and foreign direct investment, as well as contemporary phenomenon such as 'land grabs' and conflict minerals. The course will also consider how different types of aid and foreign aid donors affect different stages of the conflict cycle, asking questions such as: can foreign aid exacerbate underlying conflict? Is foreign aid an effective tool of conflict prevention, management and/ or resolution? The course will be a mixture of lectures and smallgroup activities. The course is open to both bachelor's and master's students. Masters students will have additional requirements. This course is an elective for the master's program 'Conflict, Identity and Territories'. To be announced.
Institute for Gender Studies Extreme Makeover - Lichaamstransformaties, cultuur & het ideale zelf (v/m) Cursuscode EC Opleidingen
114
SOW-VSB9206 6 Genderstudies, Pedagogische Wetensch. en Onderwijskunde, Faculteit der Letteren, Bedrijfskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, Religiewetenschappen, Theologie
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Periode Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Cursusbeschrijving
periode 1 en 2 Nederlands Aalst, prof. dr. A.J. van der dr. M.J.M. Dresen Nee Extreme Makeover: Lichaamstransformaties, cultuur & het ideale zelf (v/m) Periode: 2013/2014; 1e semester, periode 1 en 2, dinsdag 15.45-17.30 uur [code: SOW-VSB9206. Overige cursusinfo onderaan] Doelstellingen: - Kennis van historische en culturele (dis)continuïten in praktijken van lichaamsverbetering die beogen een gewenste identiteit (een 'ideaal zelf') te realiseren. - Kennis van en inzicht in gender-aspecten die samenhangen met conceptualiseringen en realisaties van het ideale lichaam en daarmee beoogde 'zelf'. - Vermogen om de gepresenteerde voorstellingen en praktijken van lichaamstransformatie en de daarmee samenhangende gender-normen cultuurhistorisch te situeren en te problematiseren. Inhoud: De mogelijkheden om het lichaam te verfraaien of te verbouwen nemen snel toe. De schoonheidsindustrie draait op volle toeren, en als schouwspel scoort streven naar schoonheid hoge kijk- en oplagecijfers. Avond aan avond vergapen miljoenen kijkers zich aan Makeover-programma's in talloze varianten. Nu is de droom van zelfverbetering op zich niet nieuw. Iedere cultuur kent eigen idealen van schoonheid. De verbeelde schoonheid wordt vaak - zo al door de Griekse filosoof Plato - geassocieerd met goedheid, of gezien als een promesse de bonheur, een belofte van geluk. Religieuze mythen, sprookjes, romans en wetenschappelijke tractaten laten zien dat mensen door de eeuwen heen gefascineerd werden door de droom van zelftransformatie, opgevat of verbeeld als perfectionering van het lichaam. Maar waar men zich in eerder eeuwen moest beperken tot de kracht van verbeelding en geloof, of tot verfraaiende middelen die duur of niet zonder risico waren, lijkt de vervolmaking van het lichaam nu binnen ieders handbereik. Plastische chirurgie, cosmetische industrie en modebladen beloven ieder die bereid is geld in zichzelf te investeren het uiterlijk van een prinses. Of van een popster naar keuze. Kenmerkend voor de huidige beeldcultuur rond lichaamsverbetering is wel, dat de verschillen tussen de seksen vaak uitdrukkelijk worden aangezet. Vrouwen zijn bij voorkeur rondborstig, sexy en glamorous, mannen stralen - nog steeds - kracht en overwicht uit, zij het verzacht door een 'vrouwelijk' accent hier en daar. Met behulp van make-up,
115
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
mode, sportschool en zo nodig het mes worden de verschillen tussen de seksen geaccentueerd en uitvergroot; soms zelfs letterlijk, in de vorm van borstvergroting, penisverlenging, kincorrectie en schaamlipplastiek. Tegelijkertijd zijn jonge westerse vrouwen vrijer en qua mogelijkheden meer gelijk aan mannen dan ooit. Gaat het bij het uiterlijk benadrukken van de sekse-identiteit dan om een spel; een spel dat met des te meer overgave gespeeld kan worden in een cultuur waarin mannen en vrouwen feitelijk gelijk zijn, en de accentuering van de verschillen tussen hen een kwestie van persoonlijke smaak en keuzevrijheid is geworden? Of is er meer aan de hand, en gaat er van de stortvloed aan (hetero)seksueel en etnisch getinte ideaalbeelden wel degelijk een invloed uit die ons zelfbeeld bepaalt, omdat we ons bewust of onbewust meten aan de beelden die worden aangereikt? Zijn er, kortom, toch regels bij het spel? En als die regels of normen er zijn, wie bepaalt deze dan? Waar komt de overweldigende nadruk op uiterlijke schoonheid en het geprononceerd 'seksueren' ervan op dit moment vandaan in onze westerse (beeld)cultuur? Welke invloeden werken hier in door? En welke invloeden gaan er van uit, op ons zelfbeeld en ons dagelijks leven? Hebben we inderdaad meer vrijheid dan ooit in het kiezen van onze (gender)identiteit en het uiterlijk vormgeven daaraan? Of onderscheiden we ons van andere tijden en culturen misschien vooral door die illusie? Doel van deze interdisciplinaire collegereeks is deze en aanverwante vragen nader te onderzoeken. Op basis van concrete gevalsstudies, aangereikt vanuit verschillende disciplines, zullen de afzonderlijke colleges licht werpen op de vraag hoe genderspecifieke praktijken van zelf- en lichaamstransformatie vorm kregen binnen verschillende historische perioden en (sub)culturen. Belangrijke overige info : Tijdstip: 1e semester, blok 1 & 2 (week 36-43, 46-51; 2) dinsdagmiddag 15.45 tot 17.30 uur. Plaats: SP 3 Aantal studiepunten: 6 ECTS Onderwijsvorm: Hoorcollege (audio-opnames van de colleges komen op Blackboard) Onderwijsniveau: post-propedeuse Toetsingsvorm: Schriftelijk tentamen (Multiple Choice) Literatuur: cd-rom met geselecteerde artikelen is een week voor aanvang van het college beschikbaar op de documentatieafdeling,Th.v.Aquinostraat 4.00.45a. Informatie : Institute for Genderstudies, Th.v. Aquinostraat 4.00.45, email:
[email protected] of www.ru.nl/genderstudies (Hoofd)docent: Dr. Grietje Dresen, Faculteit Filosofie, Theologie &
116
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Religiewetenschappen, Erasmusplein 1, kmr. 14.20, tel. 024-3612488 (dinsdag, woensdag, donderdag). E-mail:
[email protected] Inschrijving: via Osiris, code: SOW-VSB9206. LET OP: Inschrijving voor deze SOW-cursus is pas mogelijk v.a. 5 augustus! Schrijf je z.s.m. na 5 aug. in. Tentamen: 14 januari 2014, 15.45-18.30 uur. Herkansing: 25 maart 2014, 15.45-18.30 uur.
117
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Feminist Classics (advanced) Course code EC Study programmes Year Period Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Contents
Literature
SOW-VSB9053 5 FSW ECTS Guide, Genderstudies, Pedagogische Wetensch. en Onderwijskunde, Faculteit der Letteren, Bedrijfskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, Minorgids Bachelor 3/BA3 period 1 and 2 English Aalst, prof. dr. A.J. van der dr. M. Borren This course focuses on texts by and about classic feminist authors such as Christine de Pisan, Mary Wollstonecraft, Virginia Woolf and Simone de Beauvoir. Though diverse in content and style, all texts start from the same basic assumption that the subordinate or inferior position of women in society is unjustified. Feminist authors have different explanations and opinions concerning the reasons and possible remedies for this state of affairs. Nonetheless, there is also continuity in the type of topics and issues that emerge in the history of feminist ideas. The texts will be used to elucidate and analyze the development of ideas concerning the role and position of women in Western society and culture. Attention will be paid to topics that keep returning in the texts: education, marriage and morals, among others. In order to understand whence they come, the ideas will be situated in and discussed from the viewpoint of their historical, political and philosophical contexts. All readings are available for you from the Institute for Gender Studies Documentation Centre (Thomas van Aquinostr. 4), except for Virginia Woolf, A Room of One's Own, which you have to purchase yourself. Any edition will do (amazon.com and amazon.co.uk offer cheap second-hand copies) though we recommend you use an annotated one.
Overige keuzevakken Criminaliteit en veiligheidsbeleid Cursuscode EC Opleidingen Periode Tentamenvorm
118
JUR-4CRIVEIL 7 Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Bedrijfskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie tweede semester Het tentamen vindt schriftelijk plaats, tenzij daarover anders wordt
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis
Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
besloten (bijvoorbeeld op basis van het aantal studenten). Nadere mededelingen hierover volgen zo spoedig mogelijk na de start van het vak. Nederlands Aalst, prof. dr. A.J. van der prof. dr. ir. J.B. Terpstra Studiepunten: ten minste 160 EC aan bachelorvakken. Gegeven het deels interactieve karakter van het vak wordt van studenten bij dit vak een actieve opstelling en betrokkenheid verwacht. Dit houdt onder meer in dat van studenten die dit vak volgen, wordt verwacht dat zij bij alle bijeenkomsten aanwezig zijn, dat zij per keer de voorgeschreven literatuur hebben gelezen, dat zij zich aan afspraken houden over het voorbereiden van vragen en inleveren van werkstukken en dat zij tijdens de bijeenkomsten actief meedoen aan discussie en gesprek. Het onderwijs in dit vak heeft in de eerste plaats als doel kennis en informatie aan studenten over te dragen met betrekking tot de genoemde ontwikkelingen. In de tweede plaats wil het vak een bijdrage leveren aan een kritische reflectie van studenten over deze ontwikkelingen en over de mogelijke gevolgen hiervan. In het vak 'Criminaliteit en veiligheidsbeleid' staan de ontwikkelingen centraal die zich de afgelopen decennia hebben voorgedaan in de geïnstitutionaliseerde reacties op criminaliteit en maatschappelijke onveiligheid, zowel van publieke, als private partijen. Daarbij gaat het zowel om de feitelijke ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan, als om verklaringen en interpretaties voor deze ontwikkelingen. Zo wordt onder meer ingegaan op veranderingen in organisatie van de veiligheidszorg, het ontstaan van nieuwe taak- en verantwoordelijkheidsverdelingen, het gebruik van buitengerechtelijke instrumenten en de groeiende aandacht voor het slachtoffer, het gebruik van nieuwe technologieën van preventie en toezicht en de ontwikkeling naar een harder en strikter optredende overheid. Aandacht wordt ook geschonken aan relevante concepten als controlecultuur en veiligheidsutopie. In het vak komt ook aan bod hoe het zit met de waarborgen voor het publieke karakter van de veiligheidszorg. Het vak is relevant voor studenten strafrecht en verder voor studenten (zowel van rechten, als van andere opleidingen, zoals sociologie, beleidswetenschap of orthopegagogiek) die zich meer willen verdiepen in het veld van veiligheidszorg en veiligheidsbeleid of daar in hun latere beroepsuitoefening mee te maken krijgen. In vergelijking met het vak Criminologie, waar de nadruk vooral ligt op beschrijving en verklaring van criminaliteit, gaat het in dit vak meer om de geïnstitutionaliseerde reacties op criminaliteit en de veranderingen die zich daarin voordoen. De voorgeschreven literatuur voor dit vak bestaat uit een aantal
119
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
artikelen (studiehandleiding) 'Criminaliteit en Veiligheidsbeleid' (een week voor het eerste college te downloaden vanaf blackboard).
120
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Wijsgerige ethiek - verkorte bachelor Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm
Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
FTR-FIBAV211 5 Filosofie, Minorgids, Facultaire Unie Filosofie en Theologie, Bedrijfskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie verkorte bachelor eerste semester Schriftelijk tentamen. Studenten die het vak voor 6 ec in het kader van een minor doen en daarvoor extra ecs nodig hebben, krijgen een extra opdracht en leveren die in uiterlijk op de datum van het tentamen. Nederlands Aalst, prof. dr. A.J. van der prof. dr. P.J.M. van Tongeren Nee Het verwerven van elementaire kennis van de belangrijkste problemen, begrippen en theorieen uit de geschiedenis van de wijsgerige ethiek, en van de vaardigheid om morele aspecten in de alledaagse morele ervaring te onderkennen, en met behulp van de besproken begrippen en theorieen te verwoorden, te analyseren en te interpreteren. In een gang door de geschiedenis van de filosofie, van Plato tot Levinas via -onder meer- Aristoteles, de Stoa, Augustinus, Thomas van Aquino, Thomas Hobbes, Immanuel Kant, John Stuart Mill, Søren Kierkegaard en John Rawls, worden de belangrijkste problemen, begrippen en theorieën uit de geschiedenis van de wijsgerige ethiek besproken. • Een groot deel van de geschiedenis van de ethiek zal in gesproken vorm, op cd's en/of via een audio-stream op Blackboard beschikbaar worden gesteld. Studenten dienen deze zelf te beluisteren; het verdient aanbeveling de opnames aan te schaffen (Boekhandel Roelants geeft studenten ruime korting op de cd's) • Daarnaast wordt een reader met primaire teksten samengesteld (en via de Dictatencentrale beschikbaar gesteld), waarover de student dient te beschikken • Voorts moet de student zelf kunnen beschikken over de tekst van Plato's Politeia, boek I en Im. Kants Grundlegung zur Metaphysik der Sitten
121
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Pre-master bestuurskunde Inleiding Deze informatie is bedoeld voor studenten met een afgeronde HBO-, WO-Bachelor-, en/of Doctoraal / Masteropleiding die meer dan geïnteresseerd zijn in de inrichting en het functioneren van het openbaar bestuur in Nederland. Met de juiste vooropleiding is het mogelijk om via een 2-jarig traject je Master bestuurskunde te halen. In het 1e jaar volg je een pre-master dat vooral bestaat uit kernvakken van bestuurskunde. Daarnaast volg je de cursussen methoden van bestuurskundig onderzoek I en II, waarmee je enkele belangrijke wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden en -methoden worden bijgebracht. De pre-master is een zeer intensief voltijds studieprogramma van 60 EC. Als instromer schuif je aan bij het reguliere onderwijs. Uit alle jaargangen van de bacheloropleiding bestuurskunde volg je enkele cursussen. Het ene moment zit je dus bij 1e-jaars studenten in de collegebanken voor een hoorcollege en het andere moment werk je met een 2e-jaars student aan een opdracht tijdens een project. Instromen kan 1 keer per jaar in september. Als je de Pre-master met succes afrondt, ontvang je een Certificaat waarmee je kunt instromen in de Masteropleiding Bestuurskunde in Nijmegen. Let op: je ontvangt geen bachelordiploma! Om toegelaten te worden tot de Premaster moet je de laatste twee jaren van je HBO opleiding gemiddeld een 7,5 hebben gehaald. De Masteropleiding kent maar 1 instroommoment per jaar in september. Je moet alle onderdelen van de Pre-master hebben behaald voordat je kunt worden toegelaten tot de Master opleiding.
Schema toelatingseisen Vooropleiding Ingangseisen master WO- BA Bestuurskunde (Nederland) Geen WO- MA Politicologie WO- BA/MA Opleidingen (RU) Pre-master zonder methodencluster* • - Faculteit der Managementwetenschappen Pre-master (volledig) • - Opleidingen van andere faculteiten RU (bijvoorbeeld Letteren: Geschiedenis) WO- BA/MA Opleidingen (elders) Pre-master (volledig) Sociale Wetenschappen De examencommissie kan vrijstelling verlenen voor bepaalde cursussen • - Psychologie • - Sociologie
122
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
• - Culture Antropologie • - Etc. WO - BA/MA Opleidingen (elders) Pre-master (volledig) Letteren • - Nederlands • - Geschiedenis • - Amerikanistiek Wijsbegeerte Rechten HBO opleidingen Pre-master (volledig) • - Bestuurskunde/Overheidsmanagement • - Journalistiek • - HEBO • - Recht • - HBO- MER * Methoden van bestuurskundig onderzoek I en II Bovenstaand schema is niet uitputtend. HBO/Ba/Ma-diploma's van een enigszins aan de bestuurskunde verwante opleiding hebben toegang tot de Pre-master. Let op: alleen afgeronde HBO-opleidingen met een studielast van 240 ECTS komen voor toelating in aanmerking. Staat jouw vooropleiding er niet bij, neem dan contact op met de studieadviseur: Dhr. drs. N.Vermeulen Studieadviseur bestuurskunde T: 024 3613068 / 3612754 (secr.) E:
[email protected] E:
[email protected]
Inhoud pre-master Inhoud schakelprogramma Dit programma (totaal 60 EC) wordt per student vastgesteld, afhankelijk van vooropleiding. 1e semester Kernthema's van de Bestuurskunde Methoden van Bestuurskundig Onderzoek I Politicologie voor bestuurskundigen Geschiedenis van de Bestuurskunde Project: vergelijkende analyse Totaal 2e semester
6 EC 6 EC 6 EC 6 EC 6 EC 30 EC
123
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Kosten en baten van het openbaar bestuur of Binnenlands bestuur De beleidscyclus Methoden van bestuurskundig onderzoek II Management van het openbaar bestuur of Inleiding recht Project: advisering en interventie Totaal
6 EC 6 EC 6 EC 6 EC 6 EC 30 EC
Toelating en inschrijving Om officieel toegelaten te worden tot de Pre-master, dien je een verzoek in bij de Examencommissie Bestuurskunde. Vermeld daarbij je naam, adres, e-mail en telefoonnummer. Geef ook aan waarom je voor Bestuurskunde hebt gekozen. Als bijlage voeg je een gewaarmerkte kopie van je diploma toe en een overzicht van je behaalde vakken met bijbehorende studielast*. Je brief kun je richten aan: Examencommissie Bestuurskunde, t.a.v. Mw. dr. S. Resodihardjo, Postbus 9108, 6500 HK Nijmegen. De examencommissie neemt vervolgens de beslissing of je toelaatbaar bent tot de Pre-master. Je krijgt hierover een formele toelatingsbrief thuisgestuurd met daarin je studieprogramma. Voor HBO-afgestudeerden: Je wordt alleen toegelaten tot de Pre-master op basis van een afgeronde HBO-opleiding.( ook moet je in de laatste twee jaar van je HBO een 7,5 gemiddeld hebben behaald !) Dit betekent dat je HBO-diploma uiterlijk op 31 augustus gedateerd moet zijn. Verder moet je jezelf uiterlijk op 31 augustus hebben ingeschreven bij de RU Nijmegen. Voor vragen over de inschrijving kun je contact opnemen met het Informatiecentrum Studentenzaken: Comeniuslaan 4, Nijmegen, T: 024-3612345. Inschrijving als student Kijk voor de juiste informatie op : http://www.studielink.nl/ of op: www.ru.nl/aanmelden Deelname aan introductie Tijdens de introductie in augustus organiseert de opleiding een aparte introductiedag voor HBO- en WO-instromers. Tijdens deze informatiedag krijg je allerlei praktische informatie zoals waar je literatuur kunt aanschaffen en hoe je jezelf voor de vakken moet inschrijven. Deze voorlichting vindt meestal plaats in de laatste week van augustus, nadere informatie volgt nog. Je moet je voor deze dag opgeven bij de studieadviseur per e-mail. Dhr. drs. N. Vermeulen Studieadviseur Bestuurskunde
124
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
T: 024 3613068 / 3612754 ( secr.) E:
[email protected] * Bij de balie van de Dienst Studentzaken, Comeniuslaan 4 te Nijmegen, kun je gratis een gewaarmerkte kopie laten maken van je diploma en cijferlijsten.
Veelgestelde vragen Kan ik tijdens de studie werken? Tijdens het schakelprogramma moet je rekenen op een studiebelasting van minimaal 36 uur per week. Hoeveel je daarnaast wilt of kunt werken, hangt af van je programma, je motivatie en je aanpassingsvermogen op de universiteit. Voor de master moet je uitgaan van een studiebelasting van minimaal 40 uur per week. Kan ik met de studie starten in februari? Door de opbouw van het curriculum kun je niet in februari instromen. Dit kan alleen per 1 september. Ik krijg mijn diploma later. Kan ik toch instromen? Het kan zijn dat je hbo-diploma gedateerd is op augustus, maar de uitreiking pas later plaatsvindt. Je kunt dan wel aan de opleiding beginnen als je jezelf voor 1 september hebt aangemeld. Staat op je diploma een latere datum dan 31 augustus dan kun je helaas niet inschrijven. Wanneer wordt de literatuurlijst bekend gemaakt? We werken niet echt met een literatuurlijst. Welke literatuur je nodig hebt, kun je vinden in de studiegids op internet ( zie: www.ru.nl/fm ) Verdere informatie hierover krijg je tijdens de introductiedag te horen. Waar kan ik terecht met nadere vragen? Neem voor maatwerk en andere vragen contact op met de studieadviseur van de masteropleiding bestuurskunde de heer drs. N. Vermeulen, T: (024) 361 30 21, E:
[email protected], kamer TvA 3.0.48.
Cursusbeschrijvingen van de pre-master bestuurskunde
125
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Kernthema's van de bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BCU191 6 Bestuurskunde Ba 1 en Schakelprogramma Blok 1 Schriftelijk tentamen en werkstuk Nederlands Baas, drs. J.H. de drs. J.H. de Baas Geen. Ja De cursus heeft als doel de student inzicht te bieden in de kernbegrippen en basistheorieën uit de bestuurskunde, alsmede met de belangrijkste instituties en organisaties in en rondom het openbaar bestuur in Nederland. Specifieke doelstellingen: - Eerste kennismaking met de Bestuurskunde - Overzicht van de belangrijke thema's en de ontwikkeling van de discussie in het vakgebied - Aanleren van de taal en de begrippen - Het herkennen van bestuurskundige aspecten in actuele vraagstukken; het stellen van bestuurskundige vragen en het verkennen van bestuurskundige antwoorden voor de actuele praktijk. De cursus biedt een algemene inleiding op de Bestuurskunde als wetenschappelijke discipline. Welke functie heeft het openbaar bestuur in de samenleving? Hoe kan die functie worden vervuld met bestuur, beleid en organisatie? Het vak geeft overzicht over de antwoorden die de Bestuurskunde heeft opgeleverd: functie en karakter van het openbaar bestuur, klassieke beleidsontwikkeling, besluitvorming, organisatie, marktwerking, democratie en politieke verantwoordelijkheid. Er wordt ook ingegaan op moderne beleidsvoering in netwerksituaties, beleidsspelen en het management van beleidsprocessen. Tevens komt aan de orde de inrichting van het openbaar bestuur in Nederland (Rijksoverheid, provinciale en gemeentelijke overheden, functioneel en territoriaal gedecentraliseerd bestuur); De cursus dient mede om de studenten voor te bereiden op het in grote mate zelfstandig kunnen lezen, begrijpen en kritisch beoordelen van een recente bestuurskundige monografie. Hiertoe worden wekelijks twee hoorcolleges van twee uur en een werkcollege georganiseerd. De aanwezigheid bij deze colleges is verplicht. De hoorcolleges worden verzorgd door Jan Herman de Baas. Bij de werkcolleges worden ouderejaars studenten betrokken.
126
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Literatuur
- J.H. de Baas, Bestuurskunde in hoofdlijnen, Invloed op beleid, Wolters-Noordhof, 1995 - G.E. Breeman, W.J. van Noort, M.R. Rutgers, De bestuurlijke kaart van Nederland, Uitg. Coutinho, vijfde druk 2012 - H. de Bruijn, Framing, Over de macht van taal in de politiek, vierde druk 2012
127
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Methoden van bestuurskundig onderzoek I Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving
Literatuur
128
MAN-BPRA200 6 Bestuurskunde Ba 2 en Schakelprogramma Blok 1 Schriftelijk tentamen en een werkstuk. Nederlands Visscher, drs. C.A.M. drs. C.A.M. Visscher Propedeusevakken methoden en technieken (OIM-A, OIM-B). Nee Kennis van en kunde in het gebruik van multipele regressie-analyse, variantie-analyse, factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse, scalogramanalyse alsmede van een aantal nonparametrische toetsen. In dit vak wordt aandacht besteed aan variantie-analyse en multipele regressie-analyse met kwantitatieve afhankelijke variabelen en met zowel kwantitatieve als kwalitatieve onafhankelijke variabelen. Hoofddoel causale hypothesetoetsing. Daarnaast worden een aantal belangrijke nonparametrische (verdelingsvrije) toetsen besproken zoals Wilcoxon toets en Kruskal-Wallistoets. Eveneens worden een aantal meetmodellen aan de orde gesteld zoals betrouwbaarheidsanalyse op interne homogeniteit (Cronbach's alpha), factoranalyse (principale componentenanalyse en principale factoranalyse) en scalogramanalyse (Mokscal). Studenten weten na het volgen van dit vak wanneer ze deze analysetechnieken moeten gebruiken, en ze kennen de kracht en zwakheden er van. Ze zijn in staat zelfstandig zulke analyses uit te voeren met behulp van SPSS en ze kunnen de uitkomsten ervan goed interpreteren. (Dit wordt daarna geoefend en toegepast in een onderzoeksproject, waarin ze ook de data voor zulk een onderzoek moeten verzamelen, waarin ze de aangeleerde statistische technieken moeten toepassen op een bestuurskundig vraagstuk en waarover ze in groepsverband een paper moeten schrijven). McClave, J. and T. Sincich, Statistics, twelfth edition. Pearson, 2012. Dit boek wordt ook in het eerstejaarsonderwijs gebruikt en regressieanalyse, variantieanalyse en nonparametrische toetsen zijn in dit handboek terug te vinden) Voor factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse en scalogramanalyse worden artikelen nader bekend gemaakt.
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Politicologie voor bestuurskundigen Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BCU273 6 Bestuurskunde Ba 2 Blok 1 Schriftelijk tentamen Nederlands Zwaan, dr. P.J. dr. P.J. Zwaan Geen. Nee Studenten hebben na de cursus kennis van de belangrijkste, actuele politicologische vraagstukken. Specifieker hebben zij kennis van: • politicologische kernbegrippen (politiek, macht, regering en staat) • verschillende politieke regimes, variërend van democratische rechtsstaat tot autoritair regime • politicologische theorieën (behavioralisme, rationele keuzetheorie, neo-institutionalisme) • de relatie tussen burger en politiek (politieke cultuur, communicatie en participatie, verkiezingen, belangengroepen, politieke partijen) • politieke instituties (rechterlijke macht, wetgevende macht, uitvoerende macht) Daarnaast kunnen studenten • de behandelde politicologische theorieën met elkaar contrasteren en in verband brengen • de behandelde politicologische theorieën toepassen op de verschillende politicologische kenobjecten • de politieke stelsels van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Rusland, China en Nederland op hoofdlijnen met elkaar vergelijken Afgestudeerde bestuurskundigen zijn veelal werkzaam in publieke organisaties en opereren daar in een politieke omgeving. Het is voor hen cruciaal om inzicht te krijgen in het politieke proces en de werking van politieke instituties. De cursus Politicologie voor bestuurskundigen beoogt dit begrip te ontwikkelen. De cursus biedt enerzijds een systematisch overzicht van de belangrijkste politicologische kernconcepten en theorieën. Anderzijds wordt uitgebreid aandacht besteed aan de belangrijkste objecten van de politicologie, zoals kiesstelsels en politieke participatie. Hierbij wordt ingegaan op de verschillen in politieke instituties tussen verschillende staten zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Rusland, China en Nederland. De cursus bereidt voor op
129
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Literatuur
130
de cursussen European Governance en het Project: Comparative Analysis in het tweede en derde jaar van de bachelorfase. • Hague, R. & M. Harrop. Comparative Government and Politics: An Introduction [8e druk]. Houndmills: Palgrave Macmillan. • aanvullende literatuur in de vorm van artikelen en boekhoofdstukken wordt bekendgemaakt via de studiehandleiding van het vak en via blackboard
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Geschiedenis van de bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
MAN-BCU3021 6 Bestuurskunde Ba 3 Blok 2 Schriftelijk tentamen Nederlands Goverde, prof. dr. H.J.M. prof. dr. H.J.M. Goverde Kernthema's van de Bestuurskunde Nee kennis van de ontwikkelingen bij de overheid en haar omgeving Kennis van de raison d'etre van de overheid Inzicht in de afweging van belangen door de overheid kennis van de ontwikkeling van overheidsbeleid kennis van de wisselwerking tussen overheids- semi overheids en particuliere organisaties Kennis van de verandering in bestuur, organisatie en beleid in een historische context Het kunnen identificeren van een probleem als een beleidsprobleem en het kunnen analyseren van de rol van de overheid daarin. Het kunnen identificeren van typen, toepassingsmogelijkheden en populariteit van beleidsinstrumenten Kennis van de ontwikkeling in het het denken over besluitvorming, implementatie en dienstverlening
Cursusbeschrijving
In deze laatste cursus van de bachelor Bestuurskunde wordt doorgenomen hoe het denken in de Bestuurskunde is veranderd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de rationale van de overheid en balans in waarden, de ontwikkeling in de dienstverlening door de overheid, de organisatie van het Openbaar bestuur, beleidsvoering (agendasetting, besluitvorming, implementatie). Het geheel geeft een samenhangend overzicht van de ontwikkeling van de theorievorming in de Bestuurskunde en van Publieke Organisaties. Nico Nelissen, Peter de Goede, Mark van Twist (2004), Oog voor Openbaar Bestuur. Een beknopte geschiedenis van de Bestuurskunde, 's-Gravenhage: Elsevier / Reed Business Information Robert B. Denhardt (2011), Theories of Public Organization, Boston: Wadworth CENGAGE learning, International Edition, 6th edition
Literatuur
Naast andere auteurs worden enkele hoofdstukken geselecteerd uit: Jos C.N. Raadschelders, Government: A Public Administration Perspective. M.E. Sharpe, 2003.
131
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Project: vergelijkende analyse Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
MAN-BPRO209 6 Bestuurskunde Ba 2 en schakelprogramma Blok 2 Werkstuk Nederlands Vries, prof. dr. M.S. de dr. P.M. Kruyen Research Methods 1 (dr. C. Visscher) Nee • Kennisnemen van mogelijkheden en problemen in verklarend en vergelijkend onderzoek in de Bestuurskunde; • Het zelfstandig kunnen opzetten en uitvoeren van vergelijkend bestuurskundig onderzoek; • Het leren formuleren van onderzoeksvragen, deelvragen en hypothesen die relevant zijn in vergelijkend onderzoek • Het toetsen van hypothesen door gebruik te maken van kwantitatieve onderzoeksmethoden • Vaardigheid in het in groepsverband schrijven van een degelijke onderzoekspaper naar aanleiding van een zelf verricht vergelijkend onderzoek op het terrein van de bestuurskunde • Het kunnen presenteren en verdedigen van een dergelijk paper.
Cursusbeschrijving
Gedurende het project zullen studenten hun kennis over kwantitatieve onderzoeksmethoden inzetten voor het opzetten en en uitvoeren van een bestuurskundig relevant vergelijkend onderzoek. Het onderwerp van de vergelijkende studie mogen studenten zelf kiezen. In het eerste deel van het project worden enkele plenaire colleges gegeven, inclusief gebruik van SPSS. Vervolgens worden er groepen gevormd (max. 5 studenten) om een onderzoekspaper te schrijven. In dit paper zal gebruik gemaakt moeten worden van kwantitatieve onderzoeksmethoden (regressie, factor analyse en schalen construeren). Bij het schrijven en uitvoeren van het onderzoek krijgen studenten advies en feedback van de docenten. Als afronding van de cursus presenteren de groepen hun werk aan hun mede studenten. Literatuur wordt beschikbaar gesteld via Blackboard
Literatuur
132
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Kosten en baten van het openbaar bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BCU335 6 Bestuurskunde Ba 2 en schakelprogramma Blok 3 Schriftelijk tentamen Nederlands Kruijf, dr. J.A.M. de dr. J.A.M. de Kruijf Geen voorkennis vereist Nee · Kennis hebben en kunnen toepassen van de verschillende wijzen waarop financiële administraties kunnen worden gevoerd. (OER 3c) · Kennis hebben van de wijzen waarop organisaties in het publieke domein hun administratie organiseren en de gevolgen van de gemaakte keuzes kunnen duiden in hun relatie met de bekostiging van de betrokken organisaties. (OER 2c, 2e, 3c) · Inzicht hebben in de verschillende karakteristieken van door of namens de overheid in enge zin geproduceerde diensten en de gevolgen van die verschillen voor de vaststelling van de begrotingen van de betrokken leveranciers en opdrachtgevers van dienstverlening alsmede de gevolgen die daardoor kunnen ontstaan in bekostiging van organisaties. (OER 2e, 5a, 8c) · Inzicht hebben en kunnen toepassen van methoden en technieken voor het nemen van investeringsbeslissingen alsmede de gevolgen die dat heeft voor bekostiging en financiering van de organisatie (OER 2e, 3c) · Kennis hebben over en kunnen toepassen van instrumentarium dat kan worden gebruikt voor de besturing van de interne organisatie van (semi) publieke organisaties. (OER 2e, 5a, 8c) · Kennis hebben van en kunnen beschrijven van het belang van weten regelgeving rondom de besluitvormings- en verantwoordingsprocessen bij begrotingen van organisaties in het publieke domein (OER 2c, 2e, 5a, 8c) · Kunnen duiden van de wijze waarop organisaties hun productie kunnen organiseren en de gevolgen die de verschillende organisatiewijzen hebben voor de rollen die partijen kunnen innemen in het tot stand komen van de levering van diensten. (OER 5a, 8c) In deze cursus krijgen studenten een inleiding in publiek financieel management en de implicaties die de keuze van bepaalde beleidsinstrumenten kan hebben voor de inzet van schaarse middelen. Na afloop van de cursus zijn studenten in staat om elementaire financiële begrippen te hanteren, begrotingsprocessen in de verschillende bestuurslagen en de daaraan gerelateerde organisaties te
133
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Literatuur
134
begrijpen en de financiële implicaties van alternatieve beleidsinstrumenten af te kunnen wegen en of te kunnen bijsturen. Mol, N.P. (2008) Bedrijfseconomie voor de collectieve sector, 5e druk, Bussum: Coutinho Artikelen zoals vermeld op in studiehandleiding op Blackboard.
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Binnenlands bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BCU192 6 Bestuurskunde Ba 1 en schakelprogramma Blok 3 Schriftelijk tentamen en werkstuk Nederlands Tholen, dr. J.H.M.M. dr. J.H.M.M. Tholen geen Ja De cursus beoogt: • studenten inzicht te geven in de organisatie en inrichting van het Nederlands openbaar bestuur; • studenten kennis te laten maken met recente bestuurlijke vernieuwingen en de debatten daarover; • studenten kennis te laten maken met klassieke normatieve theorieën omtrent democratie en bestuur en hen in staat te stellen zulke theorieën adequaat te benutten voor eigen onderzoek; • studenten kennis te laten maken met empirische theorieën omtrent het functioneren van binnenlands bestuur en (met name) lokale democratie en hen in staat te stellen zulke theorieën adequaat te benutten voor eigen onderzoek. In deze cursus wordt de inrichting en het functioneren van het (sub-)nationale bestuur bekeken. Tijdens elk college zal een specifiek aspect van het binnenlandse bestuur de aandacht krijgen (bestuur en recht, bestuur en democratie, bestuur en bureaucratie, bestuur en openbaarheid, bestuur en ethiek, enz.). Aan de hand van dit organiserende thema worden in elk college actuele debatten, normatieve theorieën en empirische theoriën aan de orde gesteld. Die theorieën worden onder meer besproken aan de hand van klassieke teksten die de studenten aan de hand van een lees-opdracht hebben voorbereid. Nader bekend te maken
135
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Policy Cycle Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives
Contents
Literature
136
MAN-BCU3017 6 Bestuurskunde, English Studyguide Ba 2 and premaster program quarter 3 Written exam English Resodihardjo, dr. S.L. dr. S.L. Resodihardjo No After completion of this course, you will be able to • Apply various policy theories (ranging from agenda-setting to evaluation) to empirical cases • Distinguish between different perspectives on agenda-setting, policy-making, implementation, and evaluation and be aware of how selecting a specific perspective will affect your analysis • Critically reflect on the usefulness of existing theories and to what extent these theories help us to understand reality The focus of this course is on analysing, understanding, and explaining complex policy processes. Questions to be answered in this course include: Why does government pay attention to some issues but not others? How is policy made? To what extent does implementation of policy deviate from the wishes of policy makers? And what happens during policy evaluations? To answer these and other questions, we will use the phases of the policy cycle to structure the course: the rise and decline of government attention (agenda-setting phase), the creation of policy (the decision-making phase), the problems encountered during the execution of policies (implementation phase), and the assessment of policies (evaluation phase). This course is mandatory for BA, minor, and Pre-master's programme students and is optional (elective course) for exchange students. • Three chapters from: Allison, G., Zelikow, P. (1999) Essence of Decision. Explaining the Cuban Missile Crisis, 2nd edition New York: Longman. ISBN 0321013492 • The complete book: Howlett, M., Ramesh, M., Perl, A. (2009) Studying Public Policy: policy cycles and policy subsystems, 3rd edition Oxford: Oxford University Press. ISBN 9780195428025 • A number of chapters and articles that students must collect themselves. The Blackboard site of the course provides a detailed overview of the required literature.
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
137
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Methoden van bestuurskundig onderzoek II Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
138
MAN-BPRA201 6 Bestuurskunde Ba 2 en Schakelprogramma blokken 3 en 4 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Beide onderdelen tellen voor 50% mee. Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgerond. Nederlands Bleijenbergh, dr. I.L. dr. I.L. Bleijenbergh Onderzoeks- en Interventiemethodologie A. Nee Kennis, inzicht en vaardigheden in kwalitatieve methoden van onderzoek, in het bijzonder de case-study. Dit betekent het beargumenteerd ontwerpen van een case-study binnen een nonprofit organisaties, het oefenen van vaardigheden op het gebied van interviewen, observeren en inhoudsanalyse van (beleids)documenten, en de methodologische verslaglegging daarvan. In dit vak wordt een verdieping aangebracht in kwalitatieve methoden van onderzoek. Centraal staat de onderzoeksstrategie van de casestudy. De case-study combineert de belangrijkste kwalitatieve methoden van dataverzameling, namelijk het open interview, de (participerende) observatie en het verzamelen van documenten. Deelnemers zullen een case-study onderzoek voorbereiden en gedeeltelijk uitvoeren binnen een non profit organisatie. Doel is dat studenten organisatieproblemen leren onderzoeken, door data te verzamelen, hierop inhoudsanalyse toe te passen en daarvan een methodologisch verslag uit te brengen. Het materiaal dat in deze cursus wordt verzameld, kan ook gebruikt worden voor het schrijven van een advies voor het vak Advisering en Interventie. • Boeije, Hennie (2005). Analyseren in kwalitatief onderzoek; Denken en doen. Boom onderwijs: Meppel. • Bleijenbergh, Inge (2013) Kwalitatief Onderzoek in Organisaties. Boom Lemma. Den Haag.
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Management van het openbaar bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BCU268 6 Bestuurskunde Ba 1 en Schakelprogramma Blok 4 Schriftelijk tentamen en opdracht Nederlands Thiel, prof. dr. S. van prof. dr. S. van Thiel Geen. Nee Na afloop van dit vak kan een student: · Een omschrijving geven van publiek management en in eigen woorden specifieke kenmerken van het managen van publieke organisaties (vergeleken met private organisaties) benoemen; · De verschillende onderdelen van publiek management benoemen (PIOFACH); · Een groot aantal bedrijfsvoeringtechnieken benoemen en uitleggen in eigen woorden (zoals BSC, TQM, BPR en SWOT); · Verschillende organisatievormen voor publieke organisaties onderscheiden en ontwerpen, inclusief vormen van verzelfstandiging, PPS, privatisering, e.d.; · Uitleggen wat New Public Management inhoudt en wat voor veranderingen dat heeft gehad voor de overheid in de USA en Nederland sinds begin jaren '80; · Verschillende HRM instrumenten benoemen en hierover adviseren aan publieke organisaties; · In eigen woorden uitleggen wat een netwerkanalyse van een beleidsnetwerk inhoudt, en deze ook uitvoeren; · Verschillende theorieën over leiderschap en verandermanagement in publieke organisaties herkennen en in eigen woorden beschrijven; en · Economische theorieën zoals eigendomsrechten-, transactiekosten-, principaal-agent en resource dependency theorie herkennen in eigen woorden uitleggen, en toepassen op vraagstukken rondom publieke organisaties. De cursus biedt studenten een kennismaking met de theorie en praktijk van publiek management. In de cursus staat het functioneren en het management van publieke organisaties centraal. De belangrijkste theorieën, trends en wetenschappelijke inzichten zullen de revue passeren, aangevuld met voorbeelden uit de actualiteit van het openbaar bestuur. Rainey, H. (2009, 4e druk). Understanding and managing public organizations. San Francisco, Jossey Bass.
139
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Aanvullende artikelen (lijst wordt via Blackboard bekend gemaakt).
140
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Project: advisering en interventie Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BPRO201 6 Bestuurskunde Ba 2 Blok 4 Werkstuk en schriftelijk tentamen Nederlands Honingh, dr. M.E. dr. M.E. Honingh Nee Aan het einde van deze cursus: • ken je de belangrijkste fasen van een adviesproces; • ken je de verschillende typen adviesaanvragen en de verschillende rollen die een organisatieadviseur kan aannemen; • ken en herken je een aantal patronen en veelvoorkomende problemen in het gedrag van en in organisaties; • ken je de belangrijkste benaderingen van advisering en interventie; • weet je aan welke voorwaarden een adviesrapport moet voldoen; • heb je deze kennis en vaardigheden zelf toegepast op een actueel organisatieprobleem. Veel bestuurskundigen krijgen in hun carrière te maken met organisatieadvieswerk. Van hen wordt verwacht en gevraagd dat zij in staat zijn advies uit te brengen op het terrein van publiek management en dat zij bijbehorende veranderingstrajecten in een organisatie kunnen begeleiden. In zulke adviesprojecten wordt kennis verondersteld van gedrag en processen van en binnen organisaties. Een manier om vat te krijgen op het gedrag van en binnen organisaties is door een organisatie te diagnosticeren. In het vak advisering en interventie neemt het verwerven van kennis over organisatiegedrag en organisatie diagnostie een centrale plaats in. In het cursusdeel wordt verder besproken welke verschillende typen adviesopdrachten er zijn, welke fasen in het adviestraject te onderscheiden zijn, welke rollen adviseurs kunnen aannemen, wat de belangrijkste benaderingen van advisering en interventie zijn en welke concrete diagnose- en interventietechnieken men als adviseur kan inzetten. Tot slot wordt aandacht besteed aan de ethische aspecten van advisering en interventie, in het bijzonder op het gebied van de relatie tussen opdrachtgever en adviseur. In het projectdeel zullen de studenten in groepsverband oefenen in het adviseren. • Caluwé, L. de en H. Vermaak (2010). Leren veranderen: Een handboek voor de veranderkundige, Tweede geheel herziene
141
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
editie. Kluwer, Deventer. • Een aantal artikelen uit actuele bundels en journals (literatuur onder voorbehoud)
142
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Inleiding recht (bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BCU228B 6 Bestuurskunde Ba 1 blokken 3 en 4 Schriftelijk tentamen Nederlands Schutgens, prof. mr. R.J.B. prof. mr. R.J.B. Schutgens Geen. Nee Het doel van de cursus is het verwerven van basiskennis ten aanzien van de grondslagen en de structuur van het Nederlandse rechtssysteem. De cursus bestaat uit een aantal colleges met een algemeen karakter. Daarnaast wordt ingegaan op het specifieke karakter van de diverse rechtsgebieden. Ten slotte worden tijdens enkele colleges onderwerpen behandeld op het terrein van het bestuursrecht die in het bijzonder van belang zijn voor studenten bestuurskunde. Uitgangspunt daarbij is dat het bestuursrecht de juridische grenzen bepaalt waarbinnen het openbaar bestuur zijn beleid vorm kan geven. Uitgangspunt bij de behandeling van de specifieke onderwerpen zal zijn dat het recht als middel door de overheid gebruikt wordt om maatschappelijke processen en ontwikkelingen te sturen. Jaap Hage e.a., Recht, vaardig en zeker. Een inleiding in het recht (vijfde druk, Boom Juridische uitgevers, 2010) en F.C.M.A. Michiels, Hoofdzaken van het bestuursrecht (zesde druk, Kluwer, 2011).
143
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Masteropleiding bestuurskunde Nederlandstalige Master Bestuurskunde Curriculum Eerste semester In het eerste semester van de master-opleiding Bestuurskunde ontwikkelen studenten diepgaand overzicht van theorieën over de bestuurlijke werkelijkheid. Dit wordt gedaan in vijf pittige vakken, te weten: • New Public Governance • Beleidsimplementatie en evaluatie • Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen • Vergelijkende bestuurskunde • Bestuurlijke ethiek De vakken zijn in blokvorm geroosterd, waardoor je gedurende vier weken zeer intensief met een onderwerp bezig bent. De tentamens en papers volgen direct op de vakken, waardoor de studielast goed over het jaar verspreid is. Dit zorgt voor een goede studeerbaarheid. Het eerste jaar bestaat uit een mengvorm van werkvormen. Studenten lezen en bediscussiëren klassieke werken, maar gaan ook heel concreet aan de slag met actuele cases, bijvoorbeeld over de implementatie van beleid en goed bestuur. In de verschillende vakken wordt stilgestaan bij de praktijk en oriëntatie op de arbeidsmarkt. Tweede semester Na het eerste semester specialiseren de sudenten zich in de richting Organisatie en Management, Beleid en Advies of Besturen van Veiligheid. De specialisatiefase kent drie onderdelen: • Een specialisatievak, waarin het onderwerp van de specialisatie wordt verdiept; • Een masterproject. De vorm van dit project is ofwel een stage, een tutorial, ofwel participatie in onderzoek van stafleden. Nijmeegse masterstudenten lopen stage bij uiteenlopende organisaties: zoals politiekorpsen, gemeenten, Rijksoverheid, instellingen van de Europese Unie en adviesbureaus. Voorbeelden van masterprojecten (2010-2011) zijn: Goed Bestuur en Onderwijs, Zorg en Markt en Blame Games, over de reacties van overheidsactoren in crisissituaties. • Een masterthesis waarin je verslag uitbrengt van een eigen onderzoek. Hierbij wordt de student intensief begeleid door een van de stafleden, op het gebied van zijn/haar expertise. Specialisatie Beleid en Advies Inhoud Veel maatschappelijke problemen kunnen alleen opgelost worden door gericht ingrijpen van een overheid. In die aanpak van problemen zijn overheidsdiensten soms succesvol. In andere gevallen mislukt hun beleid; het loopt soms uit op een regelrecht fiasco. Om welk soort
144
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
probleem het ook gaat - milieuzorg, terrorismebestrijding, economische ontwikkeling en noem maar op - het is steeds van het grootste belang dat goed nagedacht wordt over de ontwikkeling en de uitvoering van maatregelen. De Specialisatie Beleid & Advies binnen de Master Bestuurskunde richt zich op vragen als: Hoe onderzoek je de effectiviteit van bestaand beleid en hoe de haalbaarheid van nieuwe voorstellen? Welke lessen kunnen we trekken uit eerdere beleidsfiasco's? Op welke manier kunnen belanghebbenden optimaal betrokken worden bij de oplossing van problemen? Welke manier van adviseren is de beste? Onderwijsprogramma In het eerste semester volg je een reeks cursussen die je een solide inzicht in bestuurskundige theorievorming en onderzoek geven op masterniveau: • New Public Governance • Beleidsimplementatie en evaluatie • Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen • Vergelijkende bestuurskunde • Bestuurlijke ethiek In het tweede semester volgt de verdieping. Je kunt dan de volgende vakken volgen mits je 12 ECTS aan mastervakken hebt behaald: • Beleid en advies • Masterproject beleid en advies, waarin je middels een stage, tutorial of deelname aan een onderzoeksproject binnen de vakgroep je eigen specialisatie verder ontwikkelt. De interne projecten worden in het najaar opBlackboard gepubliceerd. • Masterthesis beleid en advies, waarin je verslag uitbrengt over je eigen afstudeeronderzoek. De richtlijnen worden op Blackboard gepubliceerd. Raadpleeg die informatie. Arbeidsmarkt De masterspecialisatie Beleid & Advies leidt je op tot een academische professional die aan de slag kan bij een breed scala aan werkgevers, zoals: • De overheid, bijvoorbeeld Rijk, provincies, gemeenten, Europese Commissie • Organisatie- of beleidsadviesbureaus • Maatschappelijke organisaties, zoals woningcorporaties, vakbonden, cliëntenraden, ziekenhuizen of belangengroepen • Adviesorganen en denktanks, zoals de SER, Algemene Rekenkamer, of wetenschappelijke bureaus van politieke partijen Specialisatie Organisatie en Management Inhoud In de publieke sector (overheid en maatschappelijke organisaties) gaat het om het oplossen van maatschappelijke problemen en het leveren van voorzieningen voor iedereen. Om dit soort taken aan te kunnen werken de organisaties in de publieke sector met hooggekwalificeerde mensen. Het is van het grootste belang dat de samenwerking binnen een organisatie goed verloopt en dat de publieke middelen (belastinggeld!) daarbij zo effectief
145
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
mogelijk wordt ingezet. Dat vraagt om goed leiderschap, een adequate benutting van de capaciteiten van medewerkers, optimale management van kennis en uitstekende communicatie. In de specialisatie Organisatie en Management van de Publieke sector binnen de Master Bestuurskunde gaat het om vragen als: Wat zijn de verschillen tussen organisaties in de publieke sector en bedrijfsleven en wat betekent dat voor het intern management? Welke stijlen van leiderschap zijn effectiever in publieke organisaties? Wat zijn de sterke en zwakke kanten van een marktgerichte aanpak in sectoren als onderwijs en zorg? Welke dilemma's komt men tegen bij de introductie van vraagsturing in de publieke sector? Onderwijsprogramma In het eerste semester volg je een reeks cursussen die je een solide inzicht in bestuurskundige theorievorming en onderzoek geven op masterniveau: • New Public Governance • Beleidsimplementatie en evaluatie • Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen • Vergelijkende bestuurskunde • Bestuurlijke ethiek In het tweede semester volgt de verdieping. Je kunt dan de volgende vakken volgen mits je 12 EC aan mastervakken hebt behaald: • Organisatie en management • Masterproject organisatie en management, waarin je middels een stage, tutorial of deelname aan een onderzoeksproject binnen de vakgroep je eigen specialisatie verder ontwikkelt. In het najaar worden de interne projecten op Blackboard gepubliceerd. • Masterthesis organisatie en management, waarin je verslag uitbrengt over je eigen afstudeeronderzoek. De richtlijnen worden op blackboard gepubliceerd. Raadpleeg die informatie. Arbeidsmarkt De specialisatie Organisatie en Management bereidt je voor op een managementfunctie in de publieke sector. Als academisch professional kun je aan de slag bij gemeenten, provincies en ministeries, bij maatschappelijke ondernemingen of nonprofit-organisaties zoals scholen en ziekenhuizen. Specialisatie Besturen van Veiligheid Inhoud De angst voor onveiligheid speelt een steeds belangrijkere rol in de samenleving. Voor het openbaar bestuur is het vormgeven en uitvoeren van veiligheidsbeleid daarmee een kerntaak. De organisatie van deze taak staat centraal in deze specialisatie. Behandelde onderwerpen zijn: hoe is het gesteld met de daadwerkelijke fysieke (on)veiligheid in Nederland? Hoe zijn vergunningverlening en toezicht in Nederland georganiseerd? Hoe is de crisisbeheersing georganiseerd, en hoe kunnen we deze organisatie beoordelen? Welke vaardigheden en processen komen kijken bij effectieve crisisbeheersing?
146
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Onderwijsprogramma In het eerste semester volg je een reeks cursussen die je een solide inzicht in bestuurskundige theorievorming en onderzoek geven op masterniveau: • New Public Governance • Beleidsimplementatie en evaluatie • Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen • Vergelijkende bestuurskunde • Bestuurlijke ethiek In het tweede semester volgt de verdieping. Je kunt de volgende vakken volgen mits je 12 ECTS aan mastervakken hebt behaald: • Besturen van veiligheid • Masterproject besturen van veiligheid, waarin je middels een stage, tutorial of deelname aan een onderzoeksproject binnen de vakgroep je specialisatie verder ontwikkelt. In het najaar worden de interne projecten op Blackboard gepubliceerd. • Masterthesis besturen van veiligheid, waarin je verslag uitbrengt over je eigen afstudeeronderzoek. De richtlijnen worden op Blackboard gepubliceerd. Raadpleeg die informatie. Arbeidsmarkt De specialisatie Besturen van Veiligheid bereidt je voor op een functie op het terrein van veiligheid in de publieke sector. Als academisch professional met specialisatie in veiligheid kun je aan de slag bij gemeenten, provincies en ministeries, bij maatschappelijke ondernemingen, adviesbureaus of organisaties zoals brandweer en politie.
International Master's programmes COMPASS Focus Public administration is changing. Transnational institutions such as the UN, the EU, the World Bank and the IMF have grown in importance. Decisions are increasingly made in complex multi-governance systems. Policy problems are not the remit of a single government, but often involve several layers of government (local, regional, national, transnational) and several types of actors (governments, non-profit organizations, businesses). The public sector appears to be more and more fragmented. This fragmentation of the public sector comes at a time when it faces a particularly difficult set of problems. Economic and financial crises threaten the sustainability of systems and institutions [C1] that were previously taken for granted. Social and demographic changes, such as ageing and shrinking populations, have made existing social policies and public programmes controversial. New technologies have radically changed the risks that we face and how we perceive them. Of course, this has implications for the required training and skills of those who wish to work in the public sector and make a change for the better.
147
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
The Public Administration degree programmes at Radboud University Nijmegen have been specifically designed to address the issues faced by young professionals in public administration today and to impart the necessary skills. What makes the Nijmegen programme distinctive? Comparative focus: The courses address themes of current significance to public administration in Europe and elsewhere, drawing on experiences from different countries and teaching the analytical skills that are at the basis of effective solutions for the public sector. Small-scale, interactive teaching: We believe that a personal approach can only be achieved by limiting the numbers of students and using interactive teaching methods that allow students to actively shape the meetings. Room for individual specialization: For all students, there is room in the programme to choose elective courses as well as the topic of the Master's thesis. This allows them to develop their own profile and strengthen their career prospects. Close links with research: Classes are taught by experts in comparative Public Administration. This ensures a close link between teaching and research. Structure of the Programme The international Master's programmes in Public Administration offered at the Nijmegen School of Management allow students to choose and compile a programme that fits their needs and professional ambitions. • 1-year programme COMPASS. In its shortest version, the programme consists of a single year, for which an MSc will be awarded. • 1.5-year programme COMPASS. Students can optionally add a foreign exchange semester to their programme. Contents of the Programme 1-year programme COMPASS: Comparative Public Administration (available from academic year 2012-2013) Course
EC's
Semester 1
30
Comparative Public Administration
6
Public Management, Risks and Accountability
6
Multi-Level Governance
6
Europeanization of Government and Policy
6
Knowledge and Governance
6
Semester 2
30
Electives or Internship
12
148
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Master's thesis
18
In this programme, students take a semester of mandatory courses, followed by a semester of specialization. Module 1: Comparative Public Administration (Radboud University Nijmegen) The semester consist of two components: 1. Advanced general courses that refine the analytical skills necessary for an international and comparative orientation (Comparative Public Administration, Research Traditions). 2. Courses that specifically address the issue of the interaction between different levels of administration: international, national and regional. What are the implications when policy risks and issues are spread across different levels of administration? What happens when national administrations lose competencies to international bodies? Module 2: Thesis semester Students can choose 12 ECs of electives from all courses offered by the Nijmegen School of Management (www.ru.nl/fm/imo/incoming_students/studying_at_the_nsm/), at Radboud University Nijmegen and any other university in the Netherlands. Alternatively, students can take an internship/practical training programme, under the supervision of the university. The thesis is personally supervised by a member of the Faculty. 1.5-year programme COMPASS: Comparative Public Administration (available from academic year 2012-2013) Course
EC's
Semester 1
30
Comparative Public Administration
6
Public Management, Risks and Accountability
6
Multi-Level Governance
6
Europeanization of government and policy
6
Knowledge and Governance
6
Semester 2
30
Electives
30
Semester 3
30
Electives or Internship
12
Master's thesis
18
Module 1: Comparative Public Administration (Radboud University Nijmegen) The semester consist of two components: 1. Advanced general courses that refine the analytical skills necessary for an international and comparative orientation (Comparative Public Administration, Research Traditions). 2. Courses that specifically address the issue of the interaction between different levels of administration: international, national and regional. What are the implications when
149
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
policy risks and issues are spread across different levels of administration? What happens when national administrations lose competencies to international bodies? Module 2: Exchange semester (partner university) Students can choose from among a wide range of partner universities in Europe and elsewhere (www.ru.nl/fm/imo/outgoing_students/where_can_i_go/go-abroadstudents/agreements-per-field/?PagClsIdt=5485776#PagCls_5485776). Students can compile their own programmes, subject to approval by the Erasmus Coordinator. Module 3: Thesis semester Students can choose 12 ECs of electives from all courses offered by the Nijmegen School of Management, Radboud University Nijmegen and any other university in the Netherlands. Alternatively, students can take an internship/practical training programme, under the supervision of the university. The thesis is personally supervised by a member of the faculty. Practical Information 1-year programme COMPASS: Comparative Public Administration Diploma: COMPASS single degree (MSc from Radboud University Nijmegen) Tuition fee: €1,771 per year (subject to annual indexation) .If you have any questions, please contact
[email protected] 1.5-year programme COMPASS: Comparative Public Administration Diploma: COMPASS single degree (MSc from Radboud University Nijmegen). Courses taken at a university abroad will be listed on the diploma. Tuition fee: €1,771 per year (subject to annual indexation). If you have any questions, please contact
[email protected] Admission requirements Entrants must have a previous education that includes an academic Bachelor´s degree (BA or BSc) in Public Administration. Applicants with a Bachelor´s degree in Public Administration from one of the IMPACT universities (Radboud University Nijmegen, Corvinus University Budapest, University of Ljubljana) will be admitted automatically to the programmes. Entrants from other universities and/or with a background in another social science (e.g. Sociology, Political Science, Economics) can request admittance from the Examining Board. To ensure that students have sufficient knowledge of Public Administration or methodology upon admission, the Examining Board may decide that they should first complete additional components from the Bachelor's programme: extra courses, a minor or a one-year preMaster's programme. Entrants to all programmes must have good proficiency in English because this will be the sole language of instruction and examination.
150
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Application deadlines and procedure The procedure differs, depending on your background and the programme. COMPASS • Students from outside the European Union must submit in their application by 1 February of the calendar year in which they wish to participate in the programme. • Students from within the European Union, but outside the Netherlands, must submit in their application by 1 May. • Students with a Bachelor's degree in Public Administration or Political Science from Radboud University Nijmegen or another university in the Netherlands are admitted automatically and are not required to submit an application. They can register directly through Studielink. • Students from the Netherlands with a different previous education must submit their application by 1 August at the latest. Al applicants are required to submit digital copies of their lists of marks and diplomas to
[email protected]. In individual cases, we may request additional information, such as personal references.
Cursusbeschrijvingen van de masteropleiding / course descriptions Bestuurlijke ethiek Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MBK029 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 2 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Nederlands Tholen, dr. J.H.M.M. dr. J.H.M.M. Tholen, dr. M.J. Becker Toelating tot Masteropleiding Bestuurskunde. Nee Zie Cursusbeschrijving In deze cursus raakt de student vertrouwd met de centrale vragen en de theorievorming op het gebied van de bestuurlijke ethiek. Het gaat daarbij om de centrale tradities in de wijsgerige ethiek (utilisme, deontologie en deugdethiek) en hun toepassingen op de terreinen van beleid, bestuur en organisatie. Na deze cursus is de student zelf in staat een ethische analyse te beoordelen of zelf uit te voeren omtrent belangrijke aspecten van beleid, bestuur of organisatie van het openbaar bestuur. Nader bekend te maken
151
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Beleidsimplementatie & evaluatie Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
152
MAN-MBK038 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 1 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Nederlands Mastenbroek, dr. E. dr. E. Mastenbroek, dr. J.A.M. de Kruijf Erkende toegang tot de masteropleiding bestuurskunde. Nee Na deze cursus kun je zelf een eenvoudige proces- en productevaluatie van beleidsinterventies uitvoeren. Daartoe heb je kennis van de structuur van beleid, de verschillende soorten evaluatie-onderzoek opgedaan, die je verbindt met inzichten in de laatste fasen van het beleidsproces (implementatie, naleving, handhaving en werking van beleid). Hiernaast kun je een oordeel vormen van de kwaliteit van concrete beleidsevaluaties. Dit vak gaat in op het verschil tussen beleid op papier en beleid in de praktijk. De vraag staat centraal waarom, door wie en hoe beleid wordt beoordeeld en wat daarbij de belangrijkste criteria zijn. In dit vak wordt deze vraag beantwoord voor de drie laatste fasen van het beleidsproces: implementatie, naleving en handhaving en effectbereiking. Per fase leren studenten bevorderende en belemmerende factoren te identificeren. Vervolgens oefenen zij met het evalueren van deze fasen van het beleidsproces aan de hand van concrete technieken. De literatuur voor dit vak wordt later bekend gemaakt.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
New Public Governance Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-MBK024A 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 1 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands Brandsen, prof. dr. T. prof. dr. T. Brandsen, dr. M.E. Honingh Erkende toegang tot de masteropleiding bestuurskunde. Nee Aan het einde van deze cursus kunnen studenten: • Op basis van in de colleges aangereikte theorievorming reflecteren op de uitwerking van beleid in de praktijk van publiek management. • Factoren opsommen die op verschillende niveaus van belang zijn voor succesvol publiek management. • Onderscheid kunnen maken tussen nieuwe en oude vormen van en zienswijzen op publiek management. • Op basis van eerdere studies naar de uitwerking en gevolgen van beleids- en organisatie-interventies kritisch reflecteren op actuele organisatievraagstukken. • De opgedane inzichten en vaardigheden in een individueel te maken werkstuk toepassen op een actueel vraagstuk. In de bachelor bestuurskunde is aandacht besteed aan klassieke theorieën en vraagstukken in de bestudering van publiek management. In de master constateren we, dat er reden is om deze traditionele zienswijzen kritisch te benaderen. De traditionele invulling van publiek management én de rol van bestuurskundige kennis staan onder druk van nieuwe inzichten en ontwikkelingen. Na een periode, waarin een planmatig perspectief op de samenleving werd verondersteld, met de overheid als sturende partij, wordt in de theorievorming steeds meer nadruk gelegd op het plurale karakter van de publieke sector. Niet alleen overheden, maar ook marktpartijen, non-profit organisaties en gemeenschappen spelen een rol in de oplossing van maatschappelijk problemen. Publiek management richt zich daarmee niet meer exclusief op de interne organisatie van de overheid, maar ook op netwerkrelaties met andere partijen. Dit wordt verwoord in de term 'New Public Governance'. Door die ontwikkeling is het belangrijk nog eens te kijken naar de centrale concepten in de bestudering van publiek management. Wat betekenen begrippen als 'organisatie', 'management', 'professional' en
153
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
'participatie' in deze context? Twee soorten vragen komen daarbij naar voren: a. Wat is de sociale identiteit van de verschillende actoren in New Public Governance? De rollen en mogelijkheden van managers, professionals en burgers worden niet alleen gevormd door hun formele taken, maar ook door de veranderende positie van publieke organisaties en maatschappelijke ontwikkelingen. Publiek management kan niet los van deze bredere context worden bestudeerd. b. Vanuit welk cognitief en normatief perspectief kijken we? Accepteren we dat de publieke sector pluraal is en dat overheden daarin geen centrale en eenduidige rol hebben, dan moeten we ook een pluraliteit aan perspectieven erkennen en niet één dominant perspectief opleggen. Het boek van Scott laat zien, hoe rampzalig de ontkenning van deze pluraliteit op macro-niveau kan uitwerken. Dezelfde soort processen spelen ook op het niveau van organisatie en management. Wetenschappers en adviseurs (waaronder bestuurskundigen) gaan daarbij niet vrijuit: ook zij lopen het risico, een eenzijdig perspectief uit te dragen. Om deze vraagstukken goed uit te lichten wordt de praktijk van publiek management theoretisch benaderd vanuit twee metaperspectieven: 1. Een relationeel perspectief. Hierin wordt gekeken naar de relaties tussen verschillende typen actoren in de praktijk van publiek management: overheid - management, management professionals, professionals - burgers. In de colleges en literatuur wordt aandacht besteed aan de theorievorming rond deze deelthema's. 2. Een sectoraal perspectief. Dit richt de aandacht op de onderlinge verwevenheid en complexiteit van de relaties tussen overheid, management, professionals en burgers. Daarbij wordt specifiek gekeken naar de sectoren onderwijs en wonen, twee van de sectoren die centraal staan in het Nijmeegse bestuurskundig onderzoek. In de werkgroepbijeenkomsten zullen de studenten in groepen werken aan enkele casus om de in de colleges besproken theorieën, analyseniveaus en benaderingen, toe te passen en nader te verkennen. Literatuur
154
Wordt vooraf bekend gemaakt.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Vergelijkende bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MBK045 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 2 Schriftelijk tentamen en werkstuk Nederlands Helderman, dr. J.K. dr. J.K. Helderman, prof. dr. S. van Thiel Nee • Inzicht in concepten van governance en government in een vergelijkend perspectief • Kennis van belangrijke theorieën en perspectieven op governance en hervormingen • Het kunnen analyseren van overheidshervormingen in concrete beleidsettings en het kunnen reflecteren op bestuurlijke veranderingstrajecten in verschillende landen en beleidssectoren In vergelijkende bestuurskunde problematiseren we de institutionele en organisatorische inrichting en het functioneren van nationale overheden en beleidsterreinen vanuit een (internationaal) vergelijkend perspectief. Publiek management en de inrichting en het functioneren van bestuur- en beleidsstelsels zijn aan vele krachten onderhevig, denk aan economische, politieke en sociale ontwikkelingen, maar ook aan technologische en demografische ontwikkelingen. Globalisering en de opkomst van supranationale en transnationale verbanden zijn van grote invloed op bestuur en beleid in natiestaten. We kennen deze transities in termen als de verschuiving van overheid naar markt en de opkomst van quasi markten, een ontwikkeling die op haar beurt weer gepaard ging met de opkomst van Nieuw Publiek Management en New Public Governance. De bestuurlijke ordening die uit deze transformaties volgt is niet altijd eenduidig en coherent. In het vak vergelijkende bestuurskunde gaan we in op de veranderingen in government en governance in verschillende landen. Voor welke beleidsuitdagingen zien verschillende landen zich gesteld en welke institutionele hervormingen zijn nodig om deze beleidsuitdagingen te kunnen beantwoorden? De focus in dit vak ligt op het beschrijven, analyseren en verklaren van de inrichting en het functioneren van het openbaar bestuur vanuit een expliciet (internationaal) vergelijkend perspectief. • Pollitt, C. & G. Bouckaert. (2011, 3rd ed.). Public management reform: a comparative analysis. Oxford, Oxford University Press. • Aanvullende artikelen (lijst wordt via Blackboard bekend gemaakt)
155
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
156
MAN-MBK020 6 Bestuurskunde Ma 1 blokken 1 en 2 Schriftelijk tentamen en werkstuk Nederlands Tholen, dr. J.H.M.M. dr. J.H.M.M. Tholen, prof. dr. S. van Thiel Toegelaten zijn tot de Masteropleiding Bestuurskunde Nee • kennis van centrale wetenschapsfilosofische posities omtrent zekere kennis, wetenschappelijke vooruitgang en normativiteit in wetenschap en vaardigheid om daarin zelf beredeneerd een positie in te nemen • kennis van verschillende opvattingen omtrent de taak van de bestuurskunde en de vaardigheid om daarin zelf een beredeneerde positie in te nemen • kennis van de verschillende onderzoeksbenaderingen binnen de bestuurskunde en de vaardigheid om zelf onderzoeksontwerpen in lijn met die verschillende benaderingen te ontwikkelen of bestaande onderzoeken kritisch te beoordelen. In deze cursus gaat het om de vraag: wat betekent het precies om bestuurskundig onderzoek te verrichten? Achter deze vraag liggen kwesties als: Welke soorten kennis van bestuur zijn er mogelijk? Verschilt wetenschappelijke kennis van andere kennis over bestuur, en zo ja hoe dan? Welke eisen van wetenschappelijkheid zijn er en wat is de grond van deze eisen? Welke rol kan en behoort een bestuurskundige eigenlijk in te nemen in bestuur en beleid? Is wetenschappelijke onafhankelijkheid of neutraliteit mogelijk en nodig of is juist een bepaald engagement gepast? Je krijgt in deze cursus een overzicht van de verschillende onderzoeksbenaderingen binnen de bestuurskunde, je leert die benaderingen zelf toepassen, maar je leert ook welk kennisideaal aan deze benaderingen ten grondslag ligt. Het gaat in deze cursus om kennisverwerving rond deze onderwerpen, maar ook om het leren deze zelfstandig te gebruiken voor de ontwikkeling van eigen onderzoek of de kritische beoordeling van onderzoek van anderen. Nader bekend te maken
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Beleidsonderzoek & advies Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MBK036 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 3 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands Resodihardjo, dr. S.L. dr. S.L. Resodihardjo, dr. P.M. Kruyen Toegelaten tot de Masteropleiding Bestuurskunde. Nee Na het volgen van dit vak, zullen studenten • Een nog beter zicht hebben op het beleidsproces; • Bekend zijn met state of the art literatuur op dit gebied; • Vaardiger zijn in het begrijpen hoe de weerbarstige realiteit van beleidsprocessen in elkaar steekt; • In staat zijn om de nieuwe inzichten toe te passen om een wetenschappelijk gefundeerd advies te kunnen schrijven. Het ontwikkelen, besluiten over, en implementeren van beleid is een complexe zaak. In het onderwijs in de Bachelor en Master Bestuurskunde zijn al veel cursussen geweest waarin dit soort processen aan de orde kwamen. Te beginnen bij het Beleidsproject en eindigend met de cursus Implementatie en Evaluatie. In de Masterspecialisatie "Beleid en Advies" wordt de kennis verder uitgebreid. Studenten verdiepen hun theoretische kennis en doen praktische kennis op op het gebied van beleidsanalyse en advisering. Dit wordt bereikt door studenten niet alleen state of the art literatuur te laten lezen, maar ook door studenten deze literatuur tijdens de bijeenkomsten toe te laten passen op verschillende cases. Deze link met de realiteit (die ervoor zorgt dat studenten hun analytisch vermogen kunnen verbeteren) komt nog sterker naar voren in hun paper waarin zij, op basis van de opgedane theoretische en empirische inzichten, een advies dienen te schrijven. Er worden hoofdstukken uit boeken en artikelen gebruikt die studenten zelf kunnen opzoeken en kopiëren danwel printen. Een overzicht van de literatuur zal t.z.t. op Blackboard verschijnen.
157
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Masterproject beleid & advies Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-MBK037 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 3 Werkstuk Nederlands Resodihardjo, dr. S.L. dr. S.L. Resodihardjo, dr. P.M. Kruyen, dr. C.J. Lako Toelating tot de MA-opleiding Bestuurskunde. Studenten dienen tevens minimaal 12 EC aan mastervakken te hebben gehaald om deel te kunnen nemen aan het project en de thesis. Nee In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. Voor alle invullingen van het Masterproject geldt dat het ten doel heeft voor te bereiden op de Masterthesis. In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. De volgende invullingen zijn denkbaar: • een externe stage. Van studenten verwachten we dat ze minstens eenmaal in hun opleiding een relevante stage hebben gedaan. Dat kan in het derde jaar van de bacheloropleiding, maar ook tijdens het masteropleiding. Twee externe stages (dus zowel een in de BA als een in de MA) kan natuurlijk ook. onderzoeksparticipatie. De Bestuurskunde docenten zullen aan het begin van het jaar aangeven in welk onderzoek dat ze dat jaar zelf verrichten studenten kunnen participeren. De manieren van participatie kunnen verschillen. Het kan om dataverzameling gaan, om dataverwerking of bijvoorbeeld een voorbereidende literatuurstudie. Dit alles in overleg met en onder (bege)leiding van de betreffende docent. In overleg met de begeleidend docent •
Literatuur
158
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Masterthesis beleid & advies Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-MTHBKBA 18 Bestuurskunde Ma 1 blokken 3 en 4 Werkstuk. Nederlands Resodihardjo, dr. S.L. dr. S.L. Resodihardjo, dr. P.M. Kruyen, dr. C.J. Lako Toelating tot de masteropleiding bestuurskunde. Studenten dienen tevens minimaal 12 EC aan mastervakken te hebben gehaald om deel te kunnen nemen aan het project en de thesis. Nee Het laatste onderdeel van het MA-curriculum is het uitvoeren van een meestersproef. De MA-scriptie heeft het karakter van een wetenschappelijke, op empirisch onderzoek en/of literatuurstudie gebaseerde verhandeling. De voornaamste doelstelling van de scriptie is dat de student blijk geeft van haar of zijn vaardigheid in • het formuleren en oplossen van een bestuurs en/of beleidswetenschappelijk probleem • het rapporteren over de gevolgde werkwijze, resultaten en conclusies. De scriptie wordt gebruikt ter beoordeling van de wijze waarop de student de tijdens de studie verworven kennis, inzichten en vaardigheden weet te benutten. Scripties kunnen gebaseerd zijn op onderzoek van uiteenlopend karakter waarbij in algemene zin onderscheid kan worden gemaakt tussen beschrijvend, verklarend, toetsend of evaluatief onderzoek, verbonden met voor dat type onderzoek specifieke methodischtechnische vereisten. In het algemeen is een onderzoek van het beschrijvende type, wanneer de onderzoeker zich ten doel stelt uitspraken te doen over de mate waarin een verschijnsel voorkomt, over zijn geografische en sociale variatie en over de typische vormen, die het aanneemt. Streeft de onderzoeker naar het opsporen van de waarschijnlijke oorzaken van een verschijnsel, dan impliceert die doelstelling een verklarend onderzoekstype. Heeft hij een scherp omschreven veronderstelling omtrent de mate, waarin een bepaalde factor het verschijnsel teweegbrengt of omtrent de mate, waarin het een bepaald gevolg heeft, dan vloeit uit de doelstelling een toetsend onderzoek voort (naar E. Vercruijsse, Het ontwerpen van een sociologisch onderzoek, 1966.) Bij evaluatief onderzoek stelt de onderzoeker zich ten doel bepaald handelen te beoordelen op basis van een beargumenteerd beoordelingskader. Zie verder de
159
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Literatuur
160
masterthesisvereisten zoals gepubliceerd op Blackboard. In overleg met begeleider
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Organisatie & management Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MBK034 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 3 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Nederlands Genugten, dr. M.L. van dr. C.J. Lako, dr. M.L. van Genugten Erkende toegang tot de master en voltooide cursus Publiek Management Nee De leerdoelen van deze cursus zijn: • Inzicht krijgen in de implicaties voor organisaties en de verhouding tussen organisaties door verschuivingen van government naar governance; • Kennis van theorieën over en perspectieven op deze verschuivingen; • Het schrijven van een gedegen onderzoeksopzet ten aanzien van dit vraagstuk in de vorm van een offerte. De cursus behandelt actuele vraagstukken rondom verschuivingen van government naar governance in de publieke sector. In deze cursus staat de vraag centraal wat de implicaties zijn van recente verschuivingen in de organisatie van publieke taken binnen organisaties en tussen organisaties. We richten ons met name op de verschuivingen naar meer marktwerking, vraagsturing, privatisering, verzelfstandiging en publiek-publieke en publiek-private samenwerking. Thema's die hierbij onder andere centraal staan zijn borging van publieke belangen, keuzevrijheid, contractmanagement en toezicht op markten. Wordt nog bekend gemaakt. Raadpleeg tijdig Blackboard.
161
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Masterproject organisatie & management Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
162
MAN-MBK035 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 3 Werkstuk Nederlands Lako, dr. C.J. dr. C.J. Lako, dr. M.L. van Genugten Toelating tot de Ma-opleiding Bestuurskunde. Nee In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. Voor alle invullingen van het Masterproject geldt dat het ten doel heeft voor te bereiden op de Masterthesis. In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. De volgende invullingen zijn denkbaar: • een externe stage. Van studenten verwachten we dat ze minstens eenmaal in hun opleiding een relevante stage hebben gedaan. Dat kan in het derde jaar van de bacheloropleiding, maar ook tijdens het masteropleiding. Twee externe stages (dus zowel een in het Ba als een in het Ma) kan natuurlijk ook. • onderzoeksparticipatie. De bestuurskunde docenten zullen aan het begin van het jaar aangeven in welk onderzoek dat ze dat jaar zelf verrichten studenten kunnen participeren. De manieren van participatie kunnen verschillen. Het kan om dataverzameling gaan, om dataverwerking of bijvoorbeeld een voorbereidende literatuurstudie. Dit alles in overleg met en onder (bege)leiding van de betreffende docent. In overleg met de begeleidend docent
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Masterthesis organisatie & management Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MTHBKOM 18 Bestuurskunde Ma 1 blokken 3 en 4 Werkstuk. Nederlands Lako, dr. C.J. dr. C.J. Lako, dr. M.L. van Genugten Toelating tot de masteropleiding bestuurskunde. Nee Het laatste onderdeel van het MA-curriculum is het uitvoeren van een meestersproef. Die MA-scriptie heeft het karakter van een wetenschappelijke, op empirisch onderzoek en/of literatuurstudie gebaseerde verhandeling. De voornaamste doelstelling van de scriptie is dat de student blijk geeft van haar of zijn vaardigheid in • het formuleren en oplossen van een organisatievraagstuk of managementprobleem • het rapporteren over de gevolgde werkwijze, resultaten en conclusies. De scriptie wordt gebruikt ter beoordeling van de wijze waarop de student de tijdens de studie verworven kennis, inzichten en vaardigheden weet te benutten. Scripties kunnen gebaseerd zijn op onderzoek van uiteenlopend karakter waarbij in algemene zin onderscheid kan worden gemaakt tussen beschrijvend, verklarend, toetsend of evaluatief onderzoek, verbonden met voor dat type onderzoek specifieke methodischtechnische vereisten. In het algemeen is een onderzoek van het beschrijvende type, wanneer de onderzoeker zich ten doel stelt uitspraken te doen over de mate waarin een verschijnsel voorkomt, over zijn geografische en sociale variatie en over de typische vormen, die het aanneemt. Streeft de onderzoeker naar het opsporen van de waarschijnlijke oorzaken van een verschijnsel, dan impliceert die doelstelling een verklarend onderzoekstype. Heeft hij een scherp omschreven veronderstelling omtrent de mate, waarin een bepaalde factor het verschijnsel teweegbrengt of omtrent de mate, waarin het een bepaald gevolg heeft, dan vloeit uit de doelstelling een toetsend onderzoek voort. (naar E. Vercruijsse, Het ontwerpen van een / sociologisch onderzoek, 1966.) Bij evaluatief onderzoek stelt de onderzoeker zich ten doel bepaald handelen te beoordelen op basis van een beargumenteerd beoordelingskader. Zie verder de masterthesisvereisten zoals gepubliceerd op het blackboard. In overleg met begeleider
163
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Besturen van veiligheid Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Cursusbeschrijving
MAN-MBK046 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 3 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands Helsloot, prof. dr. I. prof. dr. I. Helsloot, D.D.J. de Vries Toelating tot de masteropleiding Bestuurskunde. Nee De masterspecialisatie biedt kennis over het `besturen van veiligheid' rondom de volgende onderwerpen: • Aard, omvang en perceptie van fysieke onveiligheid. • Vergunningverlening, (interbestuurlijk) toezicht en handhaving op het domein van fysieke veiligheid. • Organisatie van de crisisbeheersing in Nederland. • Crisisbeheersing als vaardigheid versus crisisbeheersing als proces. In de masterspecialisatie wordt de wetenschappelijke kennis op het terrein van besturen van veiligheid zowel in de breedte als - op onderdelen - in de diepte behandeld. Het eerste thema richt zich op het veiligheidsbegrip in zowel objectieve als subjectieve zin. Naast deze theoretische exercitie wordt ingegaan op de daadwerkelijke toeof afname van met name het fysieke veiligheidsprobleem in Nederland. Het tweede thema handelt over de wijze waarop vergunningverlening en toezicht in Nederland is georganiseerd. Het derde thema betreft de organisatie van de crisisbeheersing in Nederland. Startend vanuit het perspectief van de klassieke rampenbestrijding zal de huidige ontwikkeling naar (nationale) crisisbeheersing worden besproken. Het vierde thema benadert crisisbeheersing vanuit twee invalshoeken, namelijk vaardigheid versus proces. Bij de invalshoek vaardigheid staat het geheel aan theorieën centraal dat bekent staat onder de naam `naturalistic decision making'. Bij de procesmatige invalshoek komen elementen als de crisis-na-de-crises en vormen van crisissymboliek aan de orde. In de masterspecialisatie zal een bijzondere werkvorm gebruikt worden, namelijk een groepsopdracht waarbij middels een face-toface publieksenquête een aspect van de 'narrige burger' zal worden onderzocht. Op een der collegedagen zal daartoe de gehele groep naar een nog nader te bepalen locatie gaan.
Literatuur
Zie voor het literatuuroverzicht de blackboardpagina.
164
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Masterproject besturen van veiligheid Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MBK047 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 3 werkstuk Nederlands Helsloot, prof. dr. I. prof. dr. I. Helsloot, D.D.J. de Vries Toelating tot de masteropleiding Bestuurskunde. Nee In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. Voor alle invullingen van het Masterproject geldt dat het project ten doel heeft voor te bereiden op de Masterthesis. In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. De volgende invullingen zijn denkbaar: • een externe stage. Van studenten verwachten we dat ze minstens eenmaal in hun opleiding een relevante stage hebben gedaan. Dat kan in het derde jaar van de bacheloropleiding, maar ook tijdens het masteropleiding. Twee externe stages (dus zowel een in het Ba als een in het Ma) kan natuurlijk ook. • onderzoeksparticipatie. De bestuurskunde-docenten zullen aan het begin van het jaar aangeven in welk onderzoek dat ze dat jaar zelf verrichten studenten kunnen participeren. De manieren van participatie kunnen verschillen. Het kan om dataverzameling gaan, om dataverwerking of bijvoorbeeld om een voorbereidende literatuurstudie. Dit alles in overleg met en onder (bege)leiding van de betreffende docent. In overleg met de begeleidend docent.
165
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Masterthesis besturen van veiligheid Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
166
MAN-MTHBKBV 18 Bestuurskunde Ma 1 blokken 3 en 4 Thesis Nederlands Helsloot, prof. dr. I. prof. dr. I. Helsloot, D.D.J. de Vries Toelating tot de masteropleiding bestuurskunde. Nee Het laatste onderdeel van het MA-curriculum is het uitvoeren van een meestersproef. De MA-scriptie heeft het karakter van een wetenschappelijke, op empirisch onderzoek en/of literatuurstudie gebaseerde verhandeling. De voornaamste doelstelling van de scriptie is dat de student blijk geeft van haar of zijn vaardigheid in • het formuleren en oplossen van een bestuurs en/of beleidswetenschappelijk probleem • het rapporteren over de gevolgde werkwijze, resultaten en conclusies. De scriptie wordt gebruikt ter beoordeling van de wijze waarop de student de tijdens de studie verworven kennis, inzichten en vaardigheden weet te benutten. Scripties kunnen gebaseerd zijn op onderzoek van uiteenlopend karakter waarbij in algemene zin onderscheid kan worden gemaakt tussen beschrijvend, verklarend, toetsend of evaluatief onderzoek, verbonden met voor dat type onderzoek specifieke methodischtechnische vereisten. In het algemeen is een onderzoek van het beschrijvende type, wanneer de onderzoeker zich ten doel stelt uitspraken te doen over de mate waarin een verschijnsel voorkomt, over zijn geografische en sociale variatie en over de typische vormen, die het aanneemt. Streeft de onderzoeker naar het opsporen van de waarschijnlijke oorzaken van een verschijnsel, dan impliceert die doelstelling een verklarend onderzoekstype. Heeft hij een scherp omschreven veronderstelling omtrent de mate, waarin een bepaalde factor het verschijnsel teweegbrengt of omtrent de mate, waarin het een bepaald gevolg heeft, dan vloeit uit de doelstelling een toetsend onderzoek voort (naar E. Vercruijsse, Het ontwerpen van een sociologisch onderzoek, 1966.) Bij evaluatief onderzoek stelt de onderzoeker zich ten doel bepaald handelen te beoordelen op basis van een beargumenteerd beoordelingskader. Zie verder de masterthesisvereisten zoals gepubliceerd op Blackboard. In overleg met begeleider
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Comparative Public Administration Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites
Optional Course Objectives
Contents
MAN-MBK039 6 English Studyguide, Bestuurskunde Ma 1 quarter 1 Written exam + paper English Resodihardjo, dr. S.L. dr. S.L. Resodihardjo This course is open to • Master's students participating in the COMPASS programme • Master's exchange students. If students do not fall into these categories, they should contact the lecturer (
[email protected]) of this course to request permission prior to the start of the course. No After completing this course, students will have acquired knowledge concerning: • The theories on policy change and reform • The role of leadership in changing public administration • The economic, political, social, and cultural aspects of administrative reform and policy change • The challenges and problems encountered in such change processes Additionally, students will have learned how to: • Apply theoretical concepts to empirical data • Critically assess theories • Analyse decision making processes • Generalize their own case findings This is the first course in the International Master's programme (COMPASS) and this partly determines its character. Students will quickly become familiar with public administration theories on transition, policy change and reform beyond the Bachelor's level. The course aims to provide knowledge and understanding of public reform under various conditions. It provides students with a variety of theoretical perspectives to describe, explain and judge policy making processes, organizational and policy change and examines a number of case studies to illustrate these theories. Following a short introduction and a reminder that the literature for this course is based on Western European and American experiences, we will address the barriers hampering reform and then discuss numerous theories which help to explain how reform can come about. At the end of the course, we pay explicit attention to the fact that these theories cannot be
167
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Literature
168
easily transferred to other countries - though that does not mean that these theories cannot help us to further our understanding of change and transition in other countries. The literature will be announced on Blackboard in due course.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Public Management, Risks and Accountability Course code EC Study programmes Year Period Specialization Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Contents
Literature
MAN-MBK048 6 English Studyguide, Bestuurskunde, UCM-DO Ma 1 quarter 1 COMPASS Written exam and assignment English Brandsen, prof. dr. T. prof. dr. T. Brandsen Knowledge of public administration and/or political science is helpful. Yes Risk assessment is increasingly at the heart of public management and policymaking. The control of risk and accountability increasingly impacts the design of public institutions, which are affected by general trends of rationalization, New Public Management and new roles of the media. This course analyses the general background of this phenomenon and discusses the specific consequences for public management. Themes addressed include: • The nature of various types of risk, such as disasters, climate change and social issues. • Various concepts of risk control and accountability. • The relationship between these various concepts and the practice of public management. To be announced.
169
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Europeanization of Government and Policy Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives
Contents
170
MAN-MBK049 6 English Studyguide, Bestuurskunde Ma 1 quarter 2 Written exam and assignment English Mastenbroek, dr. E. dr. E. Mastenbroek BA in Public Administration or Political Science, including an introduction to European integration. Yes On the basis of relevant theories from the domain of Europeanization, you will be able to analyse and explain the relationship between the EU and its Member States with the aim of preparing you for either a professional career in which EU aspects are important, or an academic career focusing on the interaction between the EU and national level policies and organizations. More specifically, the course will address the following key aspects of Europeanization: • Organizational adaptation: how do national executives and parliaments adapt to European integration? • Compliance: how do Member States and the entities that compose them transpose, implement and enforce EU policies? • Uploading: how do Member States and the entities that compose them seek to influence EU policy-making? In order to analyse these three processes, the course provides two analytical building blocks: • Conceptual issues: how can we define Europeanization? • Theoretical issues: how can we explain differences in Europeanization between and within Member States? In order to analyze these three processes, the course provides two analytical building blocks, namely: • Conceptual issues: how can we define Europeanization? • Theoretical issues: how can we explain differences in Europeanization between and within member states? The European Union exerts a strong influence on its Member States. It constitutes a new level of governance above national states, influencing national policies through legal rules, case law and informal norms. In the slipstream of this influence, it affects the way Member States organize their national policies and policy-making processes (government). At the same time, Member States are still the main actors at the European level, seeking to influence EU policies
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Literature
and politics. For students of public administration, it is therefore crucial to have a thorough understanding of the organization of the way the EU interacts with Member States. Hence, the central topic of this course is the interaction between 'Brussels' and the Member States. Börzel, T. (2002). Pace-Setting, Foot-Dragging, and Fence-Sitting: Member State Responses to Europeanization. Journal of Common Market Studies, 40(2) 193-214. Digital journals. Börzel, T. and T. Risse (2000). When Europe Hits Home: Europeanization and Domestic Change. European Integration online Papers, 4(15). http://eiop.or.at/eiop/pdf/2000-015.pdf Börzel, T.A. (2001). Non-compliance in the European Union: Pathology or statistical artefact? Journal of European Public Policy, 8(5), 803-24. Digital journals. Bulmer, S. (2007), Theorizing Europeanization. In: Paulo Graziano and Martin Vink (Eds.), Europeanization: New Research Agendas (pp. 46-58). Basingstoke: Palgrave Macmillan. Bulmer, Simon, and Martin Burch (1998). Organizing for Europe: Whitehall, the British state and European Union. Public Administration, 76, 601-628. Digital journals. Duina, F. (2007). Domestic actors and Europeanization: Why 'Fit' still matters. Comparative European Politics (2007), 5, 339-341. (paper journals) European Commission (2011). 28th Annual Report on Monitoring the Application of EU Law [COM(2011)588].http://ec.europa.eu/eu_law/ infringements/infringements_annual_report_28_en.htm European Commission (2012). Internal Market Scoreboard, edition 25. http://ec.europa.eu/internal_market/score/index_en.htm Haverland, M. & Liefferink, D. (2012). Member State interest articulation in the Commission phase. Institutional preconditions for influencing 'Brussels'. Journal of European Public Policy, 19(2), 179-197. Digital journals. Holzhacker, R. (2007), 'Parliamentary Scrutiny'. In: Paulo Graziano and Martin Vink (Eds.), Europeanization: New Research Agendas (pp. 141-153). Basingstoke: Palgrave Macmillan. Jordan, A. (2003), The Europeanization of National Government and Policy: A Departmental Perspective, British Journal of Political Science, 33, 261-282. Digital journals. Kaika, Maria, and Ben Page (2003). The EU Water Framework Directive: Part 1. European policy-making and the changing topography of lobbying. European Environment, 13, 314-327. Digital journals.. Kassim, H. (2003). Meeting the Demands of EU Membership: the Europeanization of National Administrative Systems. In K. Featherstone and C.M. Radaelli, eds (2003). The Politics of Europeanization (pp. 83-111). Oxford: Oxford University Press. Library
171
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Laffan, B. 2006. 'Managing Europe from Home in Dublin, Athens and Helsinki: A Comparative Analysis', West European Politics, 29, 4, 687-708. Digital journals. Liefferink, Duncan, Mark Wiering & Yukina Uitenboogaart (2011). The EU Water Framework Directive: A multi-dimensional analysis of implementation and domestic impact. Land Use Policy, 28(4), 712-722. Digital journals. Mastenbroek, Ellen, and Michael Kaeding (2006). Europeanization beyond the goodness of fit: Domestic politics in the forefront. Comparative European Politics, 4, 331-354. Library. Mastenbroek, Ellen, and Michael Kaeding (2007). Transcending the goodness of fit. Comparative European Politics (2007), 5, 342-343. Library. Page, Ben, and Maria Kaika (2003). The EU Water Framework Directive: Part 2. Policy innovation and the shifting choreography of governance. European Environment, 13, 328-343. Digital journals. Raunio, T. (2005). Holding Governments Accountable in European Affairs: Explaining Cross-National Variation. Journal of Legislative Studies 11(3/4) 319-342. Digital journals. Tallberg, Jonas (2002). Paths to compliance: Enforcement, management, and the European Union. International Organization, 56(3), 609-643. Digital journals. Toshkov, D. (2011). The quest for relevance: Research on compliance with EU law. Leiden University: mimeo. Blackboard. Treib (2008). Implementing and complying with EU governance outputs. Living Reviews in European Governance, 3(5). http://www.livingreviews.org/lreg-2008-5. Vink, Maarten (2003). What is Europeanization? And Other Questions on a New Research Agenda, European Political Science, 3:1, 63-74. Digital journals.
172
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Research Traditions in Public Administration Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturers Prerequisites Optional Course Contents
Literature
MAN-MBK050 6 English Studyguide, Bestuurskunde Ma 1 quarter 1 en 2 Written exam and assignment English Tholen, dr. J.H.M.M. dr. J.H.M.M. Tholen, prof. dr. S. van Thiel • Admitted to Master's level Public Administration • Proficiency in English No What type of knowledge is scientific knowledge and how does it differ from other types of knowledge? Can scientific knowledge be relevant for policy making and public administration, and if so, how exactly can it be of relevance? Is rational deliberation about values and aims (political or otherwise) possible, or is this an area of mere taste and preference, or of power and manipulation? What is the role of experts or scholars in Public Administration? Do they have any particular responsibilities? If so, what are these responsibilities and why these? These are the types of questions that are central to this course. To answer them we have to turn to Philosophy of Science, Ethics and Methodology. Through reading and discussing classical texts and by critically analysing empirical studies, students obtain a thorough understanding of the ideals and discussions regarding the aims and values of Public Administration as a scientific discipline and on the proper conduct of researchers and experts in this field. After this course, students should be able to take a well-argued position on these matters. Information will be provided later
173
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
Master's Thesis Comparative Public Administration Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives
Contents
174
MAN-MTHBKCO 18 Bestuurskunde Ma 1 quarter 3 en 4 Werkstuk English Brandsen, prof. dr. T. prof. dr. T. Brandsen No The aim of the thesis is to test the following skills: • The ability to conduct independent research. • The ability to justify theoretical and methodological choices on the basis of academic standards. Regardless of the subject matter, COMPASS students must write the thesis in English. Each student will have a personal supervisor assigned to them by the Department of Public Administration The thesis for the COMPASS programme is the final assignment that students must complete before finishing the programme.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Multi-Level Governance Course code EC Study programmes Year Period Specialization Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites
Optional Course Objectives
Contents
Literature
MAN-MBK041 6 English Studyguide, Bestuurskunde Ma 1 quarter 2 COMPASS Written exam and assignment (paper) English Helderman, dr. J.K. dr. J.K. Helderman Students who attend this course are expected to participate in all Public Administration courses offered as part of the COMPASS specialization. A Bachelor's degree in Public Administration, or at least a minor, is required. If students cannot comply with these requirements, they should contact the COMPASS coordinator (
[email protected]) to request permission. Yes • Understanding the concepts of governance and multi-level governance in relation to transitional states. • Knowledge of major theories and perspectives on governance and multi-level governance. • Knowledge and understanding of the causes and consequences of the development and rise of multi-level governance in Europe. The term 'governance' has many different meanings in the social sciences, depending on the discipline in which it is being used. But in Public Administration, governance refers more specifically to the capacity of modern governments to manage their economy and society. However, this capacity to govern the economy and society is being challenged, and modern states are in the midst of an era of transition. Developments such as a globalizing economy, technological innovation, demographic change and Europeanization tend to weaken or undermine the governing capacities of modern states. But at the same time, these challenges also give rise to new governance arrangements and new constellations of states, markets and the civil society in the provision of public and private goods. This course will explore the causes and consequences of these transitions towards what is both theoretically and empirically recognized as the rise of multilevel governance. The theory of Multi-level Governance (MLG) and how it can be studied from various disciplines is addressed, followed by how MLG relates to current policy challenges in modern welfare states. Mandatory reading • Jon Pierre and G. Guy Peters, 2000, Governance, Politics and the State. New York: St. Martin's Press. 175
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2013-2014
•
176
additional digital articles, list will be provided on Blackboard.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
177