Studiegids Bedrijfswetenschappen Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen 2005-2006
1
Faculteit der Managementwetenschappen Onderwijscentrum Thomas van Aquinostraat 3 (bezoekadres) Postbus 9108 6500 HK Nijmegen
Telefoon: (024) 361 59 25 Fax: (024) 361 18 40 Facultaire website: www.ru.nl/fm
Er is de grootste zorgvuldigheid betracht in het maken van deze studiegids, maar het is mogelijk dat er fouten zijn opgetreden. Derhalve kunnen er geen rechten worden ontleend aan het gestelde in deze gids. Surf voor actuele informatie naar onze facultaire website: www.ru.nl/fm of log regelmatig in op Blackboard.
2
Voorwoord Hartelijk welkom op de Faculteit der Managementwetenschappen in het nieuwe studiejaar 2005-2006. Voor je ligt de studiegids van de bachelor- en masteropleiding Bedrijfswetenschappen van de Faculteit der Managementwetenschappen. In deze gids vind je informatie over de inhoud en organisatie van het onderwijs, de voorzieningen waar je als student gebruik van kunt maken en de organisatie van de faculteit. Ook bevat de studiegids een korte beschrijving van alle vakken die tot de opleidingen behoren. Bacheloropleiding Je werkt vaak in onderwijsgroepen met zo’n 15 medestudenten aan vragen en opdrachten die ten doel hebben de samenhang te ontdekken tussen de verschillende vakken en de kennis die je daar verwerft uit te diepen. Je sluit de bacheloropleiding af door het schrijven van een bachelorthesis. Het leeronderzoek/project en de bachelorthesis zijn meestal gebaseerd op eigen onderzoek en zijn de kern van de wetenschappelijke opleiding. Het methodologieonderwijs heeft ten doel om je uit te rusten met de noodzakelijke academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden. Masteropleiding In de masteropleiding specialiseer je je op een bepaald wetenschapsgebied. Dat doe je door vakinhoudelijk verdiepende cursussen te volgen en door je te bekwamen in het doen van wetenschappelijk onderzoek. Een belangrijke plaats daarbij neemt de thesis in. Bij het schrijven van de thesis kun je veel steun hebben aan collega´s door met hen je werk te bespreken en te discussiëren over wetenschappelijke vragen. Maak gebruik van de geboden mogelijkheden en schep daar zelf mogelijkheden voor. Veel informatie haal je uit deze studiegids. Maar daarnaast is het ook heel belangrijk dat je geregeld (dagelijks!) op de facultaire website, www.ru.nl/fm, en op Blackboard kijkt. Blackboard is een zogenaamde elektronische leeromgeving die veel mogelijkheden biedt om ons onderwijs met behulp van ICT in te richten. Actuele informatie over de cursus die je volgt krijg je ook via Blackboard. Daarvoor is het dan wel noodzakelijk dat je je tijdig voor die cursus hebt aangemeld. Doe je dat niet, dan loop je het risico dat je relevante informatie mist. Informatie over roosters, aanvragen verklaringen e.d. vind je op blackboard en op de facultaire website. Studeren aan een universiteit houdt in dat je in de eerste plaats zelf verantwoordelijk bent voor je studie. Natuurlijk doen we er alles aan om je daarbij te helpen. Er zijn in het eerste jaar mentoren. Je kunt altijd een beroep doen op de studieadviseurs. En last but not least zijn onze docenten de mensen waar je bij terecht kunt als je met vragen zit. Maar het begint bij jezelf. Tegenover verantwoordelijkheid staat echter ook inspraak. Inspraak via de opleidingscommissies en de facultaire studentenraad. Daarnaast vormen ook panelgroepen een belangrijke bron van studenteninspraak. De panelgroep bestaat uit een aantal studentvertegenwoordigers van een bepaalde opleiding. Zij komen regelmatig een uurtje samen met de coördinator en enkele 3
leden van het docententeam. Doel van deze bijeenkomst is de lopende zaken kort te evalueren en zo nodig bij te stellen. Aan het einde van de opleiding wordt de opleiding als geheel geëvalueerd en worden er voorstellen geformuleerd om het onderwijs (nog) beter te maken. Elke student zou eigenlijk één keer lid van een panelgroep geweest moeten zijn. Ik wens jullie een plezierig en productief studiejaar toe. Hans Doorewaard vice-decaan onderwijs Faculteit der Managementwetenschappen
4
Inhoud Voorwoord
3
1 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Bedrijfswetenschappen Bedrijfswetenschappen Het vakgebied in vogelvlucht De Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen in Nijmegen Het schakelprogramma Bedrijfswetenschappen Recht en Management De Masteropleiding Bedrijfswetenschappen in Nijmegen Marketing Strategie Analyse, Ontwerp en Verandering van Arbeidsorganisatie Strategisch Personeelsmanagement Bedrijfseconomie International Management Kennis- en Informatiemanagement 1.6 De studievereniging: Synergy
14 15 15 16 17 17 17 17 17 18 18 18 18 19 19
2 Algemene informatie Algemene informatie De opleidingen van de Faculteit der Managementwetenschappen Bachelorprogramma’s Masterprogramma’s Studiekosten De leiding van de faculteit Het onderwijsmodel van de Bacheloropleidingen ECTS Keuzevakken Bachelor Informatievoorziening Aanmelding en toelatingsvoorwaarden Verplichte inschrijving Tentamens Roosters Inschrijven tentamens Schema Inschrijvingstermijnen tentamens Onderwijs en Examenregeling (OER) Bepalingen uit de Bachelor Onderwijs- en Examenregeling 2005-2006 Bepalingen uit de Master Onderwijs- en Examenregeling 2005-2006 Beroepsprocedures Regeling ‘Overschrijding correctietermijn’ Collegekaart Vrijstellingen, vervangende vakken of extra tentamenkansen
20 21 21 21 21 22 22 22 23 23 24 25 26 26 27 30 30 30 31 37 43 44 44 44
5
Studieadvies eerste jaar De organisatie van het onderwijs Het Onderwijscentrum De Studentenadministratie Studieadviseurs Het International Office Het Studielandschap Bibliotheekvoorzieningen Jaarverslagenarchief Nijmegen (JAN) Het aanschaffen van studieboeken en ander studiemateriaal Boekanin Naar het buitenland Vreemde talen leren spreken Universitair Taal-en Communicatiecentrum Nijmegen (UTN) Studententaalpas UTN Academisch Schrijfcentrum Nijmegen Instituut voor Leraar en School (ILS) Studenten Faculteit Managementwetenschappen en Computervaardigheden Het Honours Programma Kwaliteitszorg Medezeggenschap De Dienst Studentenzaken
45 45 47 47 48 49 50 51 53 54 54 54 56 56 56 57 58 58 60 61 62 62
3 3 3.1 3.2 3.3
70 71 71 71 73 73 73 74 75 77 78 80 80 81 82 82 84 85 86 87 88
Bachelor Bedrijfswetenschappen De Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen Eindtermen van de bacheloropleiding Opbouw van het curriculum Semesters Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen Semester 1.1 Inleiding bedrijfswetenschappen Semester 1.2 De lerende organisatie Semester 2.1: Interne processen Semester 2.2 Strategie en omgeving Semester 3.1 Systeem en organisatieverandering Semester 3.2 Innoverende organisaties 3.4 Cursusbeschrijvingen Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 1 Onderzoeks- en interventiemethodologie A Academische vaardigheden (Bedrijfswetenschappen) Economie van de Managementwetenschappen (Bedrijfswetenschappen) Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 2 Inleiding in Accounting en Finance (Bedrijfswetenschappen) Onderzoeks- en interventiemethodologie B Filosofie van de Managementwetenschappen Project: De lerende organisatie 6
Organisatietheorie I Operations Management and Logistics Human Resource Management Informatie en Control Kwalitatieve onderzoeksmethodologie Kwantitatieve onderzoeksmethodologie Strategie Marketing Project: Management Game Sociotechniek Methoden van organisatieverandering Project: Systeem en organisatieverandering Systeem en organisatieverandering (integratiemodule) Systeemtheorie Knowledge Management (English) Innoverende organisaties (integratiemodule) Methodologie en innoverende organisaties Project en Bachelorthesis BW Financieel-economisch management II Informatie, besluitvorming en macht Arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen (BW) 4 Schakelprogramma Bedrijfswetenschappen 4 Schakelprogramma Bedrijfswetenschappen 4.1 Semesters Schakelprogramma Bedrijfswetenschappen Semester 1 Kennismaking met de Bedrijfswetenschappen Semester 2 Organisatie en Innovatie 4.2 Toelatingseisen tot het tweede semester en de master 4.3 Cursusbeschrijvingen Schakelprogramma Bedrijfswetenschappen Operations Management and Logistics (schakelprogramma) Financieel Economisch Management 1 (schakelprogramma) Marketing Concepts (schakelprogramma) Methoden van onderzoek 1 (schakelprogramma) Methoden van onderzoek 2 / Statistiek (schakelprogramma) Project: kennismaking met de Bedrijfswetenschappen (schakelprogramma) Strategie (schakelprogramma) Systeemtheorie (schakelprogramma) Knowledge Management (English) Human Resource Management Filosofie (schakelprogramma) Kwantitatieve onderzoeksmethodologie (schakelprogramma) Management Control (schakelprogramma) Methoden van organisatieverandering (schakelprogramma) Project: organisatie en innovatie (schakelprogramma) 7
89 90 90 91 92 94 95 96 97 97 99 100 101 101 102 103 104 104 106 106 107 110 111 111 111 112 114 115 115 115 116 117 118 119 120 121 122 122 122 123 124 125 126
5. 5 5.1 5.2 5.3 5.4
Sociotechniek (schakelprogramma) Financieel-economisch management II Informatie, besluitvorming en macht Arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen (BW) Globalizing the Organization
127 129 129 129 129
Recht en Management Recht en Management Het curriculum Toelating tot het tweede studiejaar Studieadviseurs Cursusbeschrijvingen Recht en Management (oud en nieuw curriculum) Recht en Management (oud curriculum) Inleiding in Accounting en Finance (Bedrijfswetenschappen) Operations Management and Logistics Kwalitatieve onderzoeksmethodologie Strategie Marketing Project: Het primaire proces voor recht en management Methoden van organisatieverandering Project: Systeem en organisatieverandering Sociotechniek Systeem en organisatieverandering (integratiemodule) Systeemtheorie Knowledge Management (English) Bachelor thesis Recht en Management (nieuw curriculum) Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 1 Systeemtheorie (R&M) Methoden van onderzoek 2 / Statistiek (R&M) Inleiding in Accounting en Finance (Bedrijfswetenschappen) Kwantitatieve onderzoeksmethodologie Kwalitatieve onderzoeksmethodologie Strategie Onderzoeks- en interventiemethodologie A (RM)
132 133 133 136 136 137 137 137 137 137 137 137 137 138 139 139 139 139 139 139 140 140 140 141 142 142 142 142 142
6 Masterspecialisatie Marketing 6 Masterspecialisatie Marketing 6.1 Profiel Doelstelling en filosofie van de master Marketing Eindtermen 6.2 Toelatingseisen Vereiste basiskennis voor de master Marketing 6.3 Curriculum 8
144 145 145 145 145 146 146 147
Opbouw curriculum master Marketing 6.4 Cursusbeschrijvingen masterspecialisatie Marketing Methodologie voor Marketing en Strategie Marketing Management Voorbereiding Masterthesis Marketing Koopgedrag Product Management Account Management Brand Management Global Marketing Supply Chain Management Masterthesis Marketing Masterthesis Marketing (Supply Chain Management)
148 150 150 151 152 153 154 156 156 157 159 160 161
7 7 7.1 7.2 7.3 7.4
Masterspecialisatie Strategie Masterspecialisatie Strategie Profiel Toelatingseisen Curriculum Cursusbeschrijvingen masterspecialisatie Strategie Corporate Strategy Methodologie voor Marketing en Strategie Voorbereiding Masterthesis Strategie Perspectieven in de managementtheorie Strategische besluitvorming Competition and Cooperation Supply Chain Management Account Management Strategische verandering Masterthesis Strategie Masterthesis Strategie (Supply Chain Management)
162 163 163 164 165 167 167 168 169 171 172 174 175 176 177 179 181
8 8 8.1 8.2 8.3 8.4
Masterspecialisatie Analyse, Ontwerp en Verandering van Arbeidsorganisaties 182 Masterspecialisatie Analyse, Ontwerp en Verandering van Arbeidsorganisaties 183 Profiel 183 Toelatingseisen 184 Curriculum 185 Cursusbeschrijving masterspecialisatie Analyse, Ontwerp en Verandering van Arbeidsorganisaties 186 Analyse en ontwerp van organisaties 186 Organisatietheorie 186 Human Resource Mobilization and Management 187 Analyse en verandering van organisaties 188 Empirisch methodologische kernthema’s 189
9
9 9.1 9.2 9.3 9.4
Technologie, Innovatie en Organisatie Voorbereiding Masterthesis AOV Masterthesis Analyse en ontwerp van arbeidsorganisaties
190 191 193
Masterspecialisatie Strategisch personeelsmanagement Profiel Toelatingseisen Curriculum Cursusbeschrijvingen masterspecialisatie Strategisch Personeelsmanagement Institutionele Dynamiek en HRM Grondslagen SPM High Performing Work Systems Diversiteit en Identiteit in Organisaties Labor Market and Labor Management Technologie, Arbeid en Organisatie International Human Resource Management Voorbereiding Masterthesis SPM Leren en Opleiden Masterthesis Strategisch Personeelsmanagement
196 197 197 198 200 200 201 202 203 204 206 207 209 210 211
10 Masterspecialisatie Bedrijfseconomie 10 Masterspecialisatie Bedrijfseconomie 10.1 Profiel 10.2 Toelatingseisen 10.3 Curriculum 10.4 Cursusbeschrijvingen masterspecialisatie Bedrijfseconomie Financial Accounting Management Accounting Ondernemingsrecht Accounting Control Systems Corporate Finance Financial Risk Management Advanced Financial Accounting Advanced Corporate Finance Advanced Management Accounting Masterthesis Bedrijfseconomie
214 215 215 215 216 217 217 217 218 219 219 220 221 222 223 224
11 11 11.1 11.2 11.3 11.4
226 227 227 227 228 230 230
10
Masterspecialization International Management Masterspecialization International Management Profile Entrance qualifications Curriculum Course description masterspecialization International Management Cross Cultural Management
International Management and Strategy Cross Cultural Research Methods International Financial Management International Innovation International Human Resource Management Global Marketing International Strategic Alliances Preparation Thesis Masterthesis International Management
231 233 234 235 237 238 240 241 243
12 Masterspecialisatie Kennis- en informatiemanagement 12 Masterspecialisatie Kennis- en informatiemanagement 12.1 Profiel 12.2 Toelatingseisen 12.3 Curriculum 12.4 Cursusbeschrijvingen Masterspecialisatie Kennis- en Informatiemanagement Interventies t.b.v. kennisvraagstukken Analysis of Knowledge Networks Organizational Learning en Business Intelligence Organizations and Knowledge Empirisch methodologische kernthema’s Decision Support en Kennissystemen Voorbereiding Masterthesis KIM Masterthesis Kennis- en Informatiemanagement
246 247 247 248 249 250 250 250 251 252 254 255 255 256
13 Keuzevakken en overig aanbod Keuzevakken aangeboden door docenten Bedrijfswetenschappen International Research Project Management in Transition Countries Comparatieve analyse economisch onderwijs Globalizing the Organization Information Management Overig aanbod Het Centrum voor Internationaal Conflict - Analyse & Management (CICAM) Onderwijs Cursusbeschrijvingen Territoriale conflicten op de Balkan Inleiding Polemologie: Conflictanalyse & -Management Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling Legitimatie van veiligheidsbeleid: Manipulatie van pers en publieke opinie bij de rechtvaardiging van oorlog en bewapening Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus Actuele Vraagstukken van Oorlog en Vrede: Analyse van conflicten en perspectief op vrede
258 259 259 260 261 261 263
11
264 264 266 266 266 267 268 268 269
Terrorisme: beeld en werkelijkheid Dilemma’s bij VN-vredesoperaties Veiligheidsdiscussies in Europa Tussen ‘early warning’ en militaire interventie (onder voorbehoud) NGO’s en Conflict: preventie en interventie Capita Selecta uit de polemologie Literatuurtentamen Polemologie Stage, scriptie Institute for Gender Studies De Oorlog tegen de Ander. Nieuwe polariseringen en gender. Feminist Classics Overige keuzevakken Bedrijfsethiek Business English Economie en waarde: de calculerende burger en diens pluralisme Gender in organisaties Maatschappelijk ondernemen met grond en locaties Innovatie zorgbeleid Politiek, macht en gender Public Administration and Public Space Economic Globalisation and Ethics
12
269 270 271 272 272 273 274 274 275 275 276 278 278 279 280 281 282 283 284 285 286
13
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
1 Bedrijfswetenschappen
14
BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
1
Bedrijfswetenschappen
Aan de Radboud Universiteit Nijmegen worden een Bachelor- en een Masteropleiding Bedrijfswetenschappen aangeboden met zeven verschillende masterspecialisaties. Daarnaast zijn er twee schakelprogramma’s: • voor studenten die een masterprogramma willen volgen, maar deficiënties hebben in hun vooropleiding; • èn voor studenten van de dubbelstudie Recht en Management. 1.1 Het vakgebied in vogelvlucht De complexiteit van problemen waarvoor het moderne management komt te staan, neemt steeds maar toe. Organisaties zijn voortdurend in verandering. Steeds verdergaande ontwikkelingen in de omgeving van organisaties, zoals toenemende concurrentie, veranderende rol van de overheid, nieuwe technologieën en internationalisering zijn hier mede verantwoordelijk voor. Bedrijfswetenschappers zijn in staat om verschillende aspecten van voortdurend veranderende organisaties met elkaar in verband te brengen op het gebied van: • strategische beleidsvorming ofwel de afstemming tussen de organisatie en haar omgeving; • interne organisatieprocessen ofwel de afstemming tussen mensen, processen en systemen; • en bij het (her)ontwerpen van organisatiestructuren. Het vakgebied van de Bedrijfswetenschappen wordt gekenmerkt door de volgende drie dilemma's. Bedrijfswetenschappen tussen wetenschap en praktijk Een Bedrijfswetenschapper wordt verondersteld wetenschappelijke inzichten bruikbaar te maken voor het oplossen van praktijkproblemen. Dat betekent dat ze met één been in de wetenschap en met één been in de praktijk moet staan. Dit is een moeizame balanceeract. Indien ze zich teveel op de praktijk oriënteert wordt ze door de wetenschap niet serieus genomen en indien ze zich teveel op wetenschap oriënteert, is ze niet acceptabel voor de praktijk. Bedrijfswetenschappen tussen mono en interdisciplinariteit De wetenschap is onderverdeeld in vele verschillende mono-disciplines als sociologie, economie, psychologie, recht enzovoort. Praktische problemen houden zich echter niet aan deze disciplinaire organisatie van de wetenschap. Praktische problemen hebben altijd sociale, economische, ethische, enzovoort aspecten. Bedrijfskunde is daarom een interdisciplinaire wetenschap. Bedrijfswetenschappen tussen een aspectmatige benadering en integrale aanpak De groeiende complexiteit van allerlei bedrijfswetenschappelijke vraagstukken stelt steeds hogere eisen aan het besturen van organisaties. Organisaties hebben daarbij aan de ene kant behoefte aan gespecialiseerde deskundigheid op uiteenlopende terreinen, zoals bijvoorbeeld: het ontwerpen en veranderen van organisaties, de bedrijfseconomie, de informatiekunde, het human resource management, strategie en marketing. In toenemende mate is er daarnaast ook 15
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
behoefte aan wetenschappers, stafmanagers, lijnmanagers en beleidsmedewerkers die in staat zijn om al deze verschillende facetten juist in hun onderlinge relaties te bekijken. Een bedrijfswetenschappelijke opleiding staat voor de uitdaging om deze dilemma’s van het vak op een verantwoorde manier te betrekken in de keuze voor een bepaald curriculumontwerp. De Faculteit der Managementwetenschappen biedt daarom een opleiding aan, waarin naast aandacht voor de praktijk van bedrijfsproblemen, vooral de wetenschappelijke benadering en reflectie op het handelen centraal staat. Tevens is de opleiding erop gericht om studenten te leren om specifieke bedrijfsproblemen te analyseren op basis van een breed en integraal inzicht in de complexiteit van organisatievraagstukken. In de bacheloropleiding wordt een breed en integraal pakket aangeboden. Daarna kunnen studenten zich verder verdiepen in de Bedrijfswetenschappen door te kiezen voor één van de specialisaties binnen de Masteropleiding Bedrijfswetenschappen.
1.2 De Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen in Nijmegen Vanuit een integrale optiek werken aan het structureren, managen en herontwerpen van processen binnen organisaties, alsook het onderzoeken van de relaties tussen een organisatie en haar omgeving op nationaal en op internationaal niveau staat centraal in de Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen in Nijmegen. Om deze missie te realiseren hanteert de Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen een aantal uitgangspunten, waarmee zij zich onderscheidt van andere bedrijfswetenschappelijke opleidingen in Nederland. Sociale bedrijfskunde In de Nijmeegse opleiding wordt gebruik gemaakt van het brede scala van sociaal-wetenschappelijke disciplines bij het analyseren van organisatie vraagstukken. Daarin onderscheidt ze zich van de technische en economische bedrijfskunde opleidingen. Integrale benadering De Nijmeegse bedrijfswetenschappelijke benadering is gebaseerd op een integrale optiek bij het kijken naar organisaties en hun omgeving. Praktische interventies en wetenschappelijke reflectie De Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen in Nijmegen maakt gebruik van zowel de interventiecyclus als de empirische cyclus. Haar inhoudelijke identiteit ontleent ze aan het soort praktijkproblemen dat ze wil oplossen. Dat zijn bedrijfsproblemen. Een bedrijfswetenschapper leert op een gestructureerde manier problemen in organisaties te analyseren en aan te pakken en te reflecteren op de gebruikte wetenschappelijke kennis en de toepassing van methoden en technieken van onderzoek. Veranderkundige optiek Binnen de Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen ligt de nadruk op het verwerven van deskundigheid op het terrein van intern management, strategische beleidsvoering en verander16
BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
kundige benaderingen. Participatie van betrokkenen is een belangrijk uitgangspunt. De opleiding kan getypeerd worden als een opleiding die vooral gericht is op de managementaspecten van de Bedrijfswetenschappen en minder op de technische kant ervan.
1.3 Het schakelprogramma Bedrijfswetenschappen Afgestudeerde HBO-ers met een aansluitende vooropleiding, die een masteropleiding Bedrijfswetenschappen willen volgen binnen de faculteit, kunnen dit doen via een tweejarig traject, waarbij de HBO-student zich in een schakelprogramma prepareert voor een van de masterspecialisaties. In het schakelprogramma gaat de aandacht vooral uit naar het op niveau brengen van wetenschappelijke en methodische kennis en vaardigheden. Het schakelprogramma bestaat uit twee semesters waarin, naast een aantal cursorische vakken, ook methodecursussen en een project worden aangeboden.
1.4 Recht en Management De faculteit Managementwetenschappen biedt samen met de faculteit Rechtsgeleerdheid de studie Recht en Management aan. De opleiding is bedoeld voor studenten die zich willen onderscheiden op de arbeidsmarkt en gemotiveerd zijn om extra vakken te volgen. De opleiding Recht en Management biedt de kans om in vijf jaar de master Nederlands recht èn de master Bedrijfswetenschappen te behalen. Door een speciaal samengesteld onderwijsprogramma kan het masterdiploma van beide opleidingen worden afgerond met één jaar extra studietijd. De bachelor- en masteropleiding Nederlands recht worden gecombineerd met de masteropleiding Bedrijfswetenschappen. Tijdens de eerste vier jaar van de studie moeten de studenten naast de opleiding Nederlands recht een schakelprogramma uit de bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen volgen. Het succesvol afronden van dit schakelprogramma geeft toegang tot één van de masterspecialisaties Bedrijfswetenschappen.
1.5 De Masteropleiding Bedrijfswetenschappen in Nijmegen Na afronding van een Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen kunnen studenten zich verdiepen in een van de volgende specialisaties van de Masteropleiding Bedrijfswetenschappen. Marketing De masterspecialisatie Marketing leidt op tot wetenschappelijk onderlegde marketing specialisten. De filosofie achter deze specialisatie is gestoeld op twee punten. Het vertrekpunt is een brede bedrijfskundige visie. Marketing is ingebed in een bedrijfswetenschappelijke context met een sociaal-wetenschappelijke oriëntatie blijkend uit specifieke aandacht voor mens èn organisatie. In de marketing gaat het primair om het management van klantrelaties. Dat is het tweede uitgangspunt van de masterspecialisatie Marketing Strategie Het vakgebied Strategie houdt zich bezig met de positionering en beleidsontwikkeling van ondernemingen en andere organisaties in een dynamische omgeving. In het eerste deel van deze 17
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
masterspecialisatie worden fundamentele vraagstukken en thema’s uit het vakgebied bestudeerd: scholen en visies op het gebied van strategisch management, achterliggende ontwikkelingen, concurrentieprincipes en hoofdvormen van strategieën alsmede bedrijfsstrategie en strategische besluitvorming. In het tweede deel van de opleiding wordt dit verder uitgewerkt en toegepast op belangrijke actuele ontwikkelingen en thema’s. Als afgestudeerde kun je als adviseur, bedrijfsonderzoeker of wetenschappelijk onderzoeker, staffunctionaris of manager bijdragen aan de ontwikkeling en uitvoering van het strategische beleid van organisaties. Analyse, Ontwerp en Verandering van Arbeidsorganisatie Deze masterspecialisatie heeft de inrichting van arbeidsorganisatorische structuren als onderwerp. Vanuit een ontwerpkundige invalshoek worden die structuren geanalyseerd en herontworpen. Vanuit een veranderingskundige invalshoek worden weerstanden tegen arbeidsorganisatorische veranderingen geanalyseerd en interventie- of veranderingsstrategieën ontworpen. Studenten worden voorbereid op een loopbaan als regisseur en/of onderzoeker van veranderingsprocessen van organisaties. Strategisch Personeelsmanagement De ontwikkelingen in organisaties stellen hoge eisen aan het strategische personeelsmanagement. Zo is er steeds meer behoefte aan flexibel inzetbaar personeel. In de masterspecialisatie Strategisch Personeelsmanagement staan nieuwe inzichten op het gebied van personeels- en organisatievraagstukken centraal. Er wordt aandacht besteed aan de structurering van organisaties en er worden actuele thema’s uitgewerkt zoals competentiemanagement, opleidingsmanagement en cultuurmanagement. Verder wordt aandacht besteed aan praktische vaardigheden op het gebied van personeelsmanagement en organisatieontwikkeling. De masterspecialisatie Strategisch Personeelsmanagement is interessant voor studenten, die lijn - of stafmanager in de profit-, not-for-profit en overheidssector willen worden. Bedrijfseconomie De masterspecialisatie Bedrijfseconomie leidt op tot een financieel economisch specialist en bedrijfswetenschappelijk generalist ofwel tot bedrijfseconomisch bedrijfswetenschapper. Als afgestudeerde ben je niet alleen bedrijfseconoom, die financieel economisch deskundig is, maar ook bedrijfswetenschapper, die in staat is strategieën te formuleren en deze kan vertalen in operationele processen en die tevens kennis heeft van integraal management. International Management The International Management Programme looks at the process of globalisation of the market and its impact on business strategies and processes within the multi-national company. The multinational company faces the dilemma of aiming for more global business strategies to operate in a cost-efficient way while, at the same time, having to deal with many local business realities. The ‘balancing act’ between having one global business strategy and having many local business strategies is present in all functional domains within International Management such as International Human Resources Management, International Finance and International Marketing. The IM Master programme focuses on all of these functional domains. The IM Master student is confronted with cross-national and cross-cultural research in all of the functional domains. 18
BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Kennis- en Informatiemanagement Meer en meer wordt de strategische positie van organisaties bepaald door hun kennis en informatievoorsprong. Organisaties worden steeds kennisintensiever. Daarnaast neemt de veroudering van kennis en informatie voortdurend toe. Het is belangrijk om aan deze beide zaken expliciet aandacht te besteden door middel van daarop gerichte organisatiestructuren en management tools, waaronder ICT en HRM. Afgestudeerden in dit masterprogramma zijn in staat tot het inrichten en doen functioneren van adequate kennis- en informatiestructuren binnen (kennisintensieve) organisaties. Zij zullen dan ook vooral emplooi vinden op het terrein van het managen van kennis en informatie bij adviesbureaus en grotere ondernemingen waar kennis een centrale plaats inneemt.
1.6 De studievereniging: Synergy Synergy is de studievereniging voor studenten Bedrijfswetenschappen en telt ongeveer 1750 leden. De doelstelling van Synergy is drieledig: • het overbruggen van de kloof tussen theorie en praktijk; • het onderling met elkaar in contact brengen van de studenten; • belangenbehartiging van deze studenten. Synergy probeert deze doelen mede te verwezenlijken door het organiseren van activiteiten. Voorbeelden hiervan zijn een congres, de bedrijvendagen, studiereizen zoals het International Research Project en Atlas, een symposium en meerdere themadagen en bedrijfsbezoeken, maar ook informele zaken als een zeilweekend, een skireis, borrels en feesten. Deze activiteiten ontstaan natuurlijk niet vanzelf. Ieder jaar weer bieden we studenten de kans om naast hun studie actief te zijn in een commissie binnen Synergy en activiteiten te organiseren. Op deze manier doe je een stukje praktijkervaring op naast je studie en leer je veel nieuwe mensen kennen. Ook proberen we er voor alle studenten te zijn wanneer zij vragen of problemen hebben. Dus wanneer je een vraag hebt met betrekking tot onderwijs, je rechten en plichten als student, stages of wat dan ook: wij helpen je verder! Synergy probeert voor haar leden zoveel mogelijk meerwaarde en voordeel te creëren. Zo krijg je bijvoorbeeld korting bij de deelname aan onze activiteiten, maar ook op je studieboeken en in bepaalde uitgaansgelegenheden. Tevens ontvang je viermaal per jaar het full color verenigingsmagazine Synjaal en maandelijks een digitale nieuwsbrief om je op de hoogte te houden van alle activiteiten die we organiseren. Om aanspraak te maken op alle voordelen die Synergy je biedt word je eenvoudig lid voor € 10 per jaar. Op deze manier proberen we je studententijd in Nijmegen zo waardevol mogelijk te maken! Wil je meer over ons weten, kijk dan op: www.synergy.nu, of loop gerust even binnen op de Synergykamer, TvA 1.0.34, tel. (024) 3615598. Tot ziens bij Synergy!
19
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
2 Algemene informatie
20
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Algemene informatie De opleidingen van de Faculteit der Managementwetenschappen De naam Faculteit der Managementwetenschappen past bij onze ambitie een kenniscentrum te zijn op het gebied van bestuur, organisatie en beleid voor bedrijven, not-for-profit instellingen en overheden. De faculteit biedt een samenhangend aanbod van opleidingen op het brede terrein van management en bestuur, gevoed vanuit alle beschikbare disciplines. Ook in de manier waarop het onderwijs vorm krijgt komt het streven naar interdisciplinariteit en het verbinden van theorie en praktijk aan de orde. Studenten uit verschillende opleidingen werken met elkaar samen in projecten en in aanvulling op het verplichte vakkenaanbod, kiezen ze of meer cursussen uit het aanbod van andere opleidingen. Bachelorprogramma’s De faculteit biedt de volgende bachelorprogramma’s aan: • Bedrijfswetenschappen • Economie • Bestuurskunde • Politicologie • Sociale Geografie & Planologie • Milieu-Maatschappijwetenschappen (vanaf 2e jaar) Masterprogramma’s De faculteit kent de volgende masteropleidingen: • Bedrijfswetenschappen, specialisatie: - Marketing - Strategie - Strategisch Personeelsmanagement - Kennis- en Informatiemanagement - Bedrijfseconomie - Analyse, Ontwerp en Verandering van Arbeidsorganisaties - International management • Economie • Bestuurskunde • Politicologie • Sociale Geografie • Planologie • Milieu-Maatschappijwetenschappen Bachelorprogramma's duren drie jaar en bestaan de eerste 2 jaar uit 8 blokken en het derde jaar uit twee semesters. Als je hebt voldaan aan alle verplichtingen van het eerste jaar, ontvang je het propedeutisch getuigschrift. Aan het einde van de bachelorfase ontvang je het bachelorgetuigschrift. Alle masterprogramma’s duren 1 jaar. Studenten die de masteropleiding met succes afronden 21
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
ontvangen een mastergetuigschrift en mogen vanaf dat moment een mastertitel voeren. Afgestudeerden van onze faculteit komen terecht in de meest uiteenlopende management- en beleidsfuncties bij het bedrijfsleven, de overheid en de non-profitsector. Ze geven adviezen aan directies en bestuurders. Ze ontwerpen plannen en organisatiemodellen en ze zijn betrokken bij de uitvoering daarvan. Sommigen gaan als onderzoeker werken in universiteiten of onderzoeksinstituten. Studiekosten Studeren aan de Faculteit der Managementwetenschappen brengt geen andere vaste kosten mee dan de kosten voor studieboeken, literatuurbundels en cursushandleidingen en de kosten voor deelname aan excursies. Voor wat betreft de kosten van studieboeken streeft de faculteit ernaar om onder de normen te blijven die het ministerie heeft vastgesteld. De leiding van de faculteit De leiding van de faculteit berust bij de Decaan, prof. dr. J.M. Mastop. De decaan wordt bijgestaan door het Decanaatsoverleg waarin zitting hebben: prof. dr. J.A.C.M. Doorewaard (vicedecaan onderwijs), de vice-decaan onderzoek (prof. dr. J.M. Mastop a.i.), drs. R.J. van der Staaij (secretaris) en een studentassessor. De assessor is te bereiken via
[email protected]. Het onderwijsmodel van de Bacheloropleidingen Het curriculum van de bacheloropleidingen binnen de Faculteit der Managementwetenschappen bestaat de eerste 2 jaar uit 8 blokken en het derde jaar uit 2 semesters. Elke 2 blokken of semester bestaan uit een combinatie van cursorisch onderwijs, methodologie-onderwijs en een integratieprogramma. Het cursorisch deel van het semester legt de nadruk op kennisvergaring. In het methodologieonderwijs oefen je het doen van wetenschappelijk onderzoek. Het integratieprogramma is erop gericht de opgedane kennis te verdiepen, met elkaar in verband te brengen en toe te passen. Elke 2 blokken of semester worden meestal afgesloten met een leeronderzoek of project, waar de opgedane kennis, samen met de verworven methodologische vaardigheden in praktijk wordt gebracht. Cursorisch onderwijs Studenten volgen cursussen, die hen in aanraking brengen met belangrijke facetten van het vakgebied. Het onderwijs is erop gericht voldoende kennis te verwerven en daarnaast op een actieve manier met deze kennis te kunnen omgaan. Je besteedt veel tijd aan het bestuderen van handboeken, literatuurbundels en literatuur. De literatuur wordt tijdens de bijeenkomsten besproken en de opzet van het onderwijs is erop gericht dat je de leerstof actief gaat beheersen. Dat wil zeggen dat je na afloop van een cursus de inhoud met eigen woorden kunt weergeven, voorbeelden kunt geven van theoretische concepten en de impact van bepaalde inhouden zowel voor de wetenschapsbeoefening als de praktijk kunt verwoorden. Methodologieonderwijs Naast het vergaren van kennis over de belangrijkste facetten van het vakgebied is het leren opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek een tweede belangrijke doelstelling van het bacheloronderwijs. Daarom volg je gedurende het bachelorprogramma een reeks vak22
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
ken waarin je kennismaakt met de belangrijkste begrippen van de onderzoeks- en interventiemethodologie en waarin je oefent met methoden en techniek van het opzetten en uitvoeren van onderzoek. In het eerste jaar wordt bovendien veel aandacht geschonken aan de training van academische vaardigheden: het leren om op wetenschappelijke wijze te redeneren en te discussiëren, het leren begrijpen van wetenschappelijke teksten en het oefenen met technieken van wetenschappelijke (schriftelijke en mondelinge) rapportage. De academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden heb je nodig om het leeronderzoek/project en de bachelorthesis succesvol te kunnen afronden. Integratieprogramma Semesters worden afgesloten met een leeronderzoek/project waarin je hetgeen je hebt geleerd in het cursorisch onderwijs en in het methodologieprogramma integreert. Soms werk je hierbij samen met studenten van andere opleidingen. De voorbereiding van het leeronderzoek/project behelst het opstellen en uitschrijven van een onderzoeks- of projectplan. Als dit is goedgekeurd wordt begonnen met het verzamelen van data en het lezen van extra literatuur. Tijdens de uitvoering ligt het accent op het schrijven van teksten, het bewerken van de gegevens, het trekken van de conclusies en relateren van de bevindingen van het project aan de inhoud van het cursorisch deel van het integratieprogramma. Er is regelmatig contact tussen docent en student. De docent helpt niet alleen bij de voortgang van het projectwerk, maar wijst ook op verbanden met het cursorisch deel en met de rest van het onderwijs. Het laatste semester (3.2.) staat in het teken van de bachelorthesis. De thesis stelt je in staat te tonen wat je na de afgelopen jaren hebt geleerd. Het is een prima voorbereiding op de masterthesis die je een jaar later moet schrijven. Per semester wordt aan studenten via Backboard of via een semesterhandleiding precies duidelijk gemaakt hoe de semesteropbouw eruit ziet. ECTS De Faculteit der Managementwetenschappen hanteert het systeem van de ECTS (European Course Credit Transfer System). Dit systeem heeft als voordeel dat het internationaal bekend en aanvaard is, wat de internationalisering van het hoger onderwijs ten goede komt. Een voltijds-studiejaar heeft een studielast van 60 ECTS. Ook de studieresultaten die voor 2003-2004 zijn behaald, zijn omgerekend naar ECTS. Voor alle resultaten die zijn behaald voor 1 september 2003 geldt dat deze zijn afgerond op 1 decimaal achter de komma (een voorbeeld: wanneer je in januari 2003 een cursus hebt afgerond met een studielast van 3,0 Nederlandse studiepunten, dan staat deze cursus nu te boek als een cursus met een studielast van 4,3 ECTS). Keuzevakken Bachelor Er is keuzeruimte opgenomen in het bachelorcurriculum. Een keuzevak kan bijna elk vak zijn dat aan onze faculteit of elders in binnen- of buitenland wordt aangeboden. Door te kiezen voor een samenhangend geheel van keuzevakken (een zogeheten minor) kun je een extra dimensie geven aan je studie. Voor meer informatie over het samenstellen van een gedegen keuzepakket kun je een afspraak maken bij de studieadviseur van jouw opleiding. Wil je vakken buiten de faculteit volgen dan kun je in de infotheek bij studentenzaken de 23
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
studiegidsen van de andere opleidingen binnen de Radboud Universiteit Nijmegen inzien. Bij twijfels over de geschiktheid van een vak kun je contact opnemen met de studieadviseur van de betreffende opleiding. Wil je buiten de faculteit zoeken dan is internet een handig medium. Voor vakken in het buitenland kun je contact opnemen met het International Office. Binnen de faculteit mogen in principe alle cursorische vakken van andere opleidingen gekozen worden; integratiemodulen, methodologievakken en projecten mogen echter niet altijd als keuzevak worden gekozen. Niet elke cursus is even geschikt om te kiezen als keuzevak. Let bij het maken van je keuze met name op het kopje ‘voorkennis’ bij de cursusbeschrijvingen. Wil je meer informatie over de geschiktheid van vakken of over de volgorde waarin je de vakken het beste kunt kiezen, neem dan contact op met de studieadviseur. In het laatste deel van deze studiegids wordt een aantal cursussen beschreven die interessant kunnen zijn voor invulling van de keuzeruimte van studenten aan deze faculteit.
Informatievoorziening Facultaire websites De Faculteit der Managementwetenschappen heeft een facultaire website met als adres: www. ru.nl/fm. Deze site informeert je over uiteenlopende zaken. De site bevat ook een adressenlijst van medewerkers met telefoonnummers en kamernummers. Via de facultaire website kunnen studenten terecht op Blackboard, de digitale leeromgeving. De facultaire website in combinatie met Blackboard verschaft studenten alle informatie die zij nodig hebben voor hun studie. Van studenten wordt verwacht dat zij zeer regelmatig het internet en Blackboard raadplegen. De Radboud Universiteit van Nijmegen heeft uiteraard ook een website. Het adres van deze site is: www.ru.nl. Informatie voor studenten is te vinden onder www.ru.nl/studentenzaken E-mail Een andere informatiebron is je e-mailadres. De Dienst Studentenzaken kent aan elke student een @student.ru.nl e-mailadres toe. Deze adressen worden gebruikt voor mailings vanuit de faculteit. Het is dus belangrijk je @student.ru.nl-account te activeren en met regelmaat te checken. Voor vragen over dit e-mailaccount kun je terecht bij de Centrale Studentenbalie van de Dienst Studentenzaken, Comeniuslaan 4. Kabelkrant Op vijf plaatsen in de faculteit hangen monitoren waarop actuele berichten geplaatst worden over het lopende onderwijs. Berichten voor de kabelkrant kunnen worden opgegeven bij de informatiebalie in het Studielandschap. Onderwijsberichten: Binnen Blackboard bestaat de community “onderwijsberichten”. Alle studenten van de faculteit worden hierop door het Onderwijscentrum geabonneerd. Belangrijke berichten over onderwijs worden gedurende het studiejaar via dit medium gecommuniceerd naar studenten. 24
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Aanmelding en toelatingsvoorwaarden Iedereen die zich voor het eerst wil inschrijven voor een bacheloropleiding, meldt zich aan bij het Centraal bureau Aanmelding en Plaatsing (CBAP), Postbus 30157, 9700 LJ in Groningen. Een VWO-diploma geeft toegang tot iedere bacheloropleiding aan de Faculteit der Managementwetenschappen, maar bij de bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen en de bacheloropleiding Economie worden eisen gesteld aan het profiel: je moet in ieder geval wiskunde A1, 2 (of wiskunde B) én economie 1 in je profiel hebben opgenomen. Een HBO-getuigschrift en een doctoraalgetuigschrift geven - onder dezelfde voorwaarden als het VWO-diploma - toegang tot een universitaire bacheloropleiding. Zij die 21 jaar of ouder zijn en niet in het bezit zijn van één van de vereiste getuigschriften moeten een toelatingsonderzoek (colloquium doctum) aanvragen. Een colloquium doctum-beschikking geeft alleen toegang tot de opleiding waarop de beschikking betrekking heeft. Voor vragen over aanmelding en inschrijving aan de Radboud Universiteit Nijmegen kan men terecht bij de Balie Studentenzaken van de Radboud Universiteit Nijmegen, tel. (024) 361 23 45. Toelating op basis van bepaalde buitenlandse getuigschriften is eveneens mogelijk. Bezitters van deze documenten wenden zich tot de studentendecanen van de Dienst Studentenzaken, Afdeling Studentenbegeleiding. Een afspraak met één van de studentendecanen kan gemaakt worden via de Balie Studentenzaken, tel. (024) 361 23 45. Meer informatie over toegang en toelating tot een opleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de verplichte vakken is te vinden in het Vademecum en Studentenstatuut voor de studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hbo-instromers Naast VWO-instromers en studenten met een HBO-propedeuse kent de Faculteit der Managementwetenschappen een groot aantal HBO-instromers. HBO-instromers volgen voordat ze worden toegelaten tot een masteropleiding een schakelprogramma. Het vakkenpakket is toegesneden op de deficiënties tussen de HBO-opleiding en de masteropleiding van je keuze. Neem voor meer informatie contact op met de studieadviseur. VWO-diploma oude stijl Als je niet volgens het regime van de tweede fase eindexamen hebt gedaan, geldt dat bij inschrijving het VWO-diploma oude stijl op dezelfde manier behandeld moet worden als een VWO-diploma met profiel. Indien een VWO-diploma oude stijl aan deze eisen voldoet kan de examencommissie van de betreffende opleiding een verklaring afgeven aan de student waarmee deze wordt toegelaten voor de betreffende opleiding. Een gewaarmerkte kopie van deze verklaring kan de student dan voegen bij zijn inschrijvingsformulier. Voor inschrijving van een VWO-diploma oude stijl dat niet voldoet aan de eisen van het VWO-diploma met profiel geldt de colloquium doctum procedure. Verandering van opleiding Tot 1 oktober is het mogelijk om je met terugwerkende kracht voor een andere opleiding binnen of buiten de faculteit te laten inschrijven. Na die datum is speciale toestemming nodig. Wend je daarvoor tot de studieadviseur. Deze zal altijd nagaan of de formele afwikkeling van 25
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
je ‘omzwaai’ kan wachten tot de eerstvolgende herinschrijving. Dit zal voor eerstejaarsstudenten vrijwel altijd het geval zijn. Omzwaaien na 1 juni is niet mogelijk.
Verplichte inschrijving Onderwijsinschrijving voor cursussen Studenten dienen zich voor alle cursussen die zij willen volgen in te schrijven. De onderwijsinschrijving geschiedt via het programma KISS. Voor informatie over dit inschrijfprogramma verwijzen we je naar het internet: www.student.ru.nl/. Voor vragen over KISS kun je terecht bij de Centrale Studentenbalie van de Dienst Studentenzaken (informatie over de Dienst Studentenzaken vind je op het internet: http://www.ru.nl/studentenzaken/). Via de Blackboard/facultaire website wordt medegedeeld in welke periode kan worden ingeschreven voor het onderwijs. Het is belangrijk dat je de studiegids raadpleegt alvorens je in te schrijven, zodat je precies weet voor welke cursussen (let ook op de cursuscode!!) je je moet inschrijven. Onderwijsinschrijving voor keuzevakken Studenten van de Faculteit der Managementwetenschappen die aan een andere faculteit keuzevakken willen volgen, dienen zich te informeren over de wijze waarop de inschrijving plaatsvindt. De wijze van inschrijving kan per faculteit sterk variëren. Studenten van andere faculteiten die een cursus uit het aanbod van de Faculteit der Managementwetenschappen willen volgen als keuzevak dienen zich tijdens de inschrijfperiode via KISS in te schrijven voor deelname aan het onderwijs. Tentamens Ook voor deelname aan tentamens dien je je via KISS in te schrijven. De procedure is als volgt: 1. Het Onderwijscentrum kondigt via de Blackboard/facultaire website aan wanneer de tentameninschrijving begint. 2. De tentameninschrijving eindigt vijf werkdagen voor het tentamen; KISS geeft precies aan tot wanneer je je voor een tentamen kunt inschrijven. 3. Je schrijft je in voor de tentamens waaraan je wilt deelnemen via KISS (check de juiste naam en code voordat je je inschrijft!). 4. Je ontvangt per mail een bevestiging van je inschrijving (bewaar deze bevestiging; indien je geen bevestiging ontvangt, neem dan contact op met de Centrale Studentenbalie, Comeniuslaan 4). 5. Wanneer de inschrijving is gesloten kun je je niet meer via KISS inschrijven. 6. Indien je onverhoopt vergeten bent je in te schrijven voor een tentamen, kun je bij de balie van het Studielandschap terecht voor een postinschrijving. Dit kost 10,00 euro per tentamen. Als bewijs ontvang je een kwitantie: neem deze kwitantie mee naar het tentamen. Alleen op vertoon van deze kwitantie word je – voor zover de capaciteit dit toelaat – toegelaten bij het tentamen. Een postinschrijving is mogelijk tot uiterlijk het moment van aanvang van het tentamen. Studenten die meer dan een kwartier te laat zijn worden niet meer toegelaten tot het tentamen. 26
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
7. Het onderwijscentrum stelt lijsten op van studenten die zich hebben ingeschreven voor een tentamen (via KISS of via de postinschrijving). 8. Studenten mogen alleen deelnemen aan een tentamen als: A. zij zich hebben ingeschreven voor het tentamen, hetgeen blijkt uit: - de KISS-inschrijfbevestiging die zij per mail hebben ontvangen, - collegekaart bij het tentamen (deze kan na het tentamen tegen een vergoeding van 10 euro bij het studielandschap worden afgehaald). B. EN zij zich kunnen legitimeren (uitsluitend d.m.v. collegekaart, OV- jaarkaart, paspoort of rijbewijs). 9. Studenten die meer dan een kwartier te laat zijn worden niet meer toegelaten tot het tentamen. 10. Studenten mogen de tentamenzaal niet eerder verlaten dan 45 minuten na aanvang van het tentamen. 11. De termijn waarbinnen de tentamenresultaten bekend moeten worden gemaakt is 12 werkdagen. Vanaf de 12e werkdag na het tentamen kun je via KISS het tentamenresultaat raadplegen. 12. Wanneer de resultaten na 12 werkdagen niet bekend zijn gemaakt, kun je een klacht indienen. Roosters Het onderwijs- en tentamenrooster wordt bij aanvang van het nieuwe studiejaar bekend gemaakt. Een overzicht met de precieze tentamenlocaties wordt tenminste twee werkdagen voordat het betreffende tentamen plaatsvindt via de Blackboard/facultaire website bekend gemaakt. Het kan nodig zijn eenmaal vastgestelde data en tijden te veranderen. De faculteit streeft ernaar om dergelijke veranderingen tot een minimum te beperken. Zij kan niet aansprakelijk worden gesteld voor consequenties van onverhoopte veranderingen. Raadpleeg geregeld Blackboard/de facultaire website.
27
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Jaarrooster faculteit der Managementwetenschappen 2005 - 2006 Wk- Begin- Semester Jaarindeling nr. datum 3e studiejaar alle bachelor-opleidingen + Schakeljaar HBO BW Onderwijs Tentamens herkansingen
Trimester Jaarindeling
Bijzonderheden
master SG, MMW, Plano- 1e en 2e studiejaar alle logie bacheloropleidingen, master EC + BK + BW Onderwijs Tentamens Onderwijs Tentamens herkansingen
36
5-9
37
12-9
38
19-9
39
26-9
40
3-10
41
10-10
42
17-10
43
24-10
44
31-10
45
7-11
46
14-11
47
21-11
48
28-11
T1
49
5-12
T1
50
12-12 I en P
51
19-12 I en P
52
26-12
1
2-1
2
9-1
I en P
3
16-1
I en P
HK 1
4
23-1
I en P
HK 1
5
30-1
6
6-2
7
13-2
8
20-2
9
27-2
10
6-3
HK 1
11
13-3
HK 1
12
20-3
13
27-3
14
3-4
28
Blokkenrooster Master POL
Master POL tentamineert niet schriftelijk.
Onderwijs
herkansingen 5 sept. Opening academisch jaar (OV/TV)
Herfstvakantie (OV)
T1
T1 Kerstvakantie (OV/TV) Kerstvakantie (OV/TV)
T2
HK 1
Carnavalsvakantie (OV)
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
15
10-4
16
17-4
14 april Goede vrijdag (OV/TV) 17 april Tweede paasdag (OV/TV)
17
24-4
18
1-5
19
8-5
T2
20
15-5
T2
21
22-5
I en P
22
29-5
I en P
23
5-6
I en P
24
12-6
I en P
25
19-6
I en P
26
26-6
I en P
27
3-7
I en P
HK 2
28
10-7
I en P
HK 2
29
17-7
OV/TV
30
24-7
OV/TV
31
31-7
OV/TV
32
7-8
33
14-8
34
21-8
OV
35
28-8
OV
36
4-9
T2
T3
HK 2 Meivakantie (OV)
18 mei Dies (OV/ TV) 25 mei Hemelvaart, 26 mei (OV/TV) 5 juni 2e Pinksterdag (OV/ TV) HK 2
T4
HK 3
OV/TV HK 4
OV = onderwijsvrij, TV = tentamenvrij, I en P = integratievak en project
Onderwijs- en tentamenvrije perioden en dagen Kerstperiode: maandag 26 december 2005 t/m vrijdag 6 januari 2006 Goede vrijdag: vrijdag 14 april 2006 Tweede Paasdag: 17 april 2006 Bevrijdingsdag: 5 mei 2006 (valt in de meivakantie) Diesviering: donderdag 18 mei 2006 Hemelvaart: donderdag 25 mei 2006 Vrijdag na Hemelvaart: 26 mei 2006 Tweede Pinksterdag: maandag 5 juni 2006 Zomerperiode: maandag 17 juli 2006 t/m vrijdag 11 augustus 2006 Onderwijsvrije perioden Herfstvakantie: maandag 17 oktober t/m vrijdag 21 oktober 2005 Voorjaarsvakantie: maandag 27 februari t/m vrijdag 4 maart 2006 Meivakantie: maandag 1 mei t/m vrijdag 5 mei 2006 Zomervakantie: 14 augustus t/m 28 aug 2006 29
OV
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Inschrijven tentamens Schema Inschrijvingstermijnen tentamens Inschrijving tentamens kan
3e studiejaar alle
Master SG, Planologie,
bacheloropleidingen +
1e en 2e studiejaar alle bacheloropleidingen +
plaats vinden vanaf week:
schakeljaar HBO BW
MMW
master EC, BK en BW
Tentamenperiode 1
Wk. 44: 31-10-2005
Wk. 47: 21-11-2005
Wk. 42: 17-10-2005
Herkansing
Wk. 51: 19-12-2005
Wk. 6: 06-02-2006
Wk. 2: 09-01-2006
Tentamenperiode 2
Wk. 15: 10-04-2006
Wk. 13: 27-03-2006
Wk. 2: 09-01-2006
Herkansing
Wk. 23: 05-06-2006
Wk. 20: 15-05-2006
Wk. 13: 27-03-2006
Tentamenperiode 3
n.v.t.
n.v.t.
Wk. 13: 27-03-2006
Herkansing
n.v.t.
n.v.t.
Wk. 24: 12-06-2006
Tentamenperiode 4
n.v.t.-
n.v.t.
Wk. 24: 12-06-2006
Herkansing
n.v.t.
n.v.t.
Wk. 29: 17-07-2006
tentamenperiode 1
tentamenperiode 2
tentamenperiode 3
tentamenperiode 4
Onderwijs en Examenregeling (OER) Het propedeutischexamen, het bachelor- en het masterexamen zijn officiële, geformaliseerde examens. Op het moment dat je alle onderdelen hebt behaald, ben je geslaagd voor het desbetreffende examen. Hoe het examen er precies uitziet, wat de algemene regelingen rond het onderwijs zijn en aan welke voorwaarden je moet voldoen om bijvoorbeeld door te stromen naar een volgend studiejaar, wordt elk jaar opnieuw vastgelegd. De faculteit stelt daartoe een Onderwijs- en Examenregeling op, in de volksmond de OER genoemd. De studiegids die elk jaar verschijnt, is een uitvloeisel van die OER in vereenvoudigde vorm. De studiegids is echter geen officieel document waaraan je als student rechten kunt ontlenen. De OER is dat wel. Je kunt de OER vinden op het facultaire website, www.ru.nl/fm/onderwijs/studieinformatie en in het Studielandschap. De examencommissie van elke opleiding is belast met de uitvoering van de OER. Zaken als een vrijstelling of een extra tentamenkans, moet je daarom (via de studieadviseur) voorleggen aan de examencommissie. Als student is het met name van belang om goed te weten welke onderdelen je precies moet behalen. Ben je nu bijvoorbeeld derdejaars, dan staat in de OER van dit jaar (en dus in de studiegids van dit jaar) het onderwijsprogramma van het derde jaar. Het programma van het tweede jaar stond in de OER van vorig jaar. Als je een onderdeel uit het tweede jaar hebt gemist, dan moet je dat alsnog halen. Het kan voorkomen dat een onderdeel niet meer gegeven wordt. In dat geval worden er overgangsregelingen aangeboden; zorg dat je je tijdig hiervan 30
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
op de hoogte stelt, houd daarvoor Blackboard/de facultaire website in de gaten. Neem zo nodig contact op met de studieadviseur van jouw opleiding. Wanneer je niet wordt toegelaten tot het tweede jaar, of niet tot het derde jaar, val je automatisch onder de nieuwe OER. De vakken die ook in het nieuwe studieprogramma blijven bestaan behouden hun geldigheid. Heb je vakken gehaald die niet meer gegeven worden, dan kom je meestal in aanmerking voor een dispensatieregeling. Wend je voor informatie hierover tot de studieadviseur. Het kan voorkomen dat je officieel wel doorstroomt naar het derde jaar, maar uit het tweede jaar maar weinig onderdelen hebt behaald. In dat geval doe je er verstandig aan om contact op te nemen met de studieadviseur. Het kan zijn dat het voor jou beter is om het tweede jaar volgens de nieuwe OER te doen. Hieronder vind je een deel uit de Onderwijs en Examenregeling 2005 - 2006. Het betreft regelingen met betrekking tot toelating, deelname aan onderwijs, tentamens, examens en fraude.
Bepalingen uit de Bachelor Onderwijs- en Examenregeling 2005-2006 Artikel 3.2 Deelname aan onderwijs 1. Studenten moeten zich inschrijven voor elke cursus waaraan zij willen deelnemen, in de daarvoor aangegeven inschrijvingsperiode. 2. Bij onvoldoende participatie en/of aanwezigheid kan studenten de toegang tot werkgroepbijeenkomsten worden ontzegd. Per cursus moet deze regeling, indien van toepassing, nader worden uitgewerkt in meetbare criteria en via Blackboard/de facultaire website minimaal 1 week voor aanvang van desbetreffende cursus bekend worden gemaakt. Artikel 4.1 Toelating tot de postpropedeutische fase 1. Voor de toelating tot de postpropedeutische fase geldt als eis het bezit van het propedeutisch diploma van de betreffende opleiding. 2. In afwijking van lid 1 mogen studenten die na het eerste jaar niet voldoen aan de eisen van het propedeutisch examen, reeds tentamens van het tweede studiejaar (postpropedeutische fase) afleggen indien ze in de propedeutische fase van de opleiding een minimaal aantal ECTS hebben behaald. Dit minimum aantal ECTS ligt tussen de 36 en 48 ECTS en wordt per opleiding nader bepaald in het opleidingsspecifieke deel van deze Onderwijs- en examenregeling. Hierbij kunnen per opleiding tevens aanvullende voorwaarden worden gesteld ten aanzien van cursussen uit de propedeutische fase die in ieder geval moeten zijn behaald. Voor Bedrijfswetenschappen houdt dit in dat men minimaal 42 ECTS moet hebben behaald, waaronder in ieder geval 1 methodevak, de cursus ‘Academische Vaardigheden’ en het project ‘De lerende organisatie’. 3. Bij de vaststelling van het aantal behaalde ECTS als bedoeld in lid 2 worden de door de examencommissie verleende vrijstellingen meegeteld. 4. Studenten mogen geen tentamens van het derde studiejaar afleggen als zij niet in het bezit zijn van het propedeutisch diploma.
31
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Artikel 5.1 Toelating, frequentie en volgorde van tentamens 1. De toelating tot het tentamen kan worden beperkt tot degenen die hebben voldaan aan de gestelde eisen inzake aanwezigheid en het inleveren van uitwerkingen van opdrachten, werkstukken, logboeken en dergelijke. 2. Eventuele voorwaarden voor de toelating tot het tentamen worden uiterlijk bij aanvang van de cursus bekend gemaakt via Blackboard/de facultaire website. 3. Tot het afleggen van de tentamens van de in het opleidingsspecifieke deel te benoemen onderdelen wordt twee maal per studiejaar de gelegenheid gegeven. Een werkstuk, opdracht en dergelijke als onderdeel van een tentamen mag per studiejaar eenmaal herkanst worden. 4. Studenten dienen zich vooraf voor tentamens van het voor hen geldende onderwijsprogramma in te schrijven, tenzij anders is bepaald. Zij mogen, behoudens schriftelijke toestemming van de examencommissie, niet deelnemen aan tentamens van cursussen die bestemd zijn voor andere categorieën studenten. De inschrijfbepalingen zijn op Blackboard/de facultaire website weergegeven. 5. De tentamenperiodes worden uiterlijk bij aanvang van het academisch jaar bekend gemaakt via Blackboard/de facultaire website. De precieze data waarop tentamens kunnen worden afgelegd worden uiterlijk een maand voor aanvang van een tentamenperiode bekend gemaakt via Blackboard/de facultaire website. 6. Tentamens worden uitsluitend in de vastgestelde tentamenperiodes afgenomen. 7. In bijzondere gevallen kan de faculteit afwijken van eerder bekendgemaakte tentamendata. Als de beslissing daartoe plaatsvindt vijf werkdagen of korter voor de oorspronkelijke tentamendatum, worden alle potentiële deelnemers per brief en tevens per e-mail geïnformeerd. In andere gevallen gebeurt de bekendmaking van wijzigingen via Blackboard/de facultaire website. Een tentamen mag niet naar een eerder tijdstip worden verschoven. 8. De tentamenlocaties worden ten minste vijf werkdagen voordat betreffende tentamens plaatsvinden via Blackboard/de facultaire website bekend gemaakt. Artikel 5.2 Vorm van de tentamens 1. Tentamens worden afgelegd op de wijze zoals is vermeld in het opleidingsspecifieke deel van de Onderwijs- en Examenregeling. 2. Op verzoek van de student of de coördinerend docent kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3. Werkstukken, opdrachten en dergelijke kunnen onderdeel van een tentamen zijn. Indien een tentamen uit meerdere onderdelen of deeltentamens bestaat is de uitslag van het tentamen het (gewogen) gemiddelde van de resultaten van de betreffende onderdelen en/of (deel)tentamens. Bekendmaking hiervan vindt plaats op Blackboard/de facultaire website, uiterlijk bij aanvang van een cursus. 4. Het bij zich hebben van niet technische hulpmiddelen (b.v. (woorden)boeken en readers) en rekenmachines tijdens tentamens is uitsluitend toegestaan indien dit in de tentameninstructies staat aangegeven. Er mag geen apparatuur (b.v. mobiele telefoons, rekenmachines etc.) worden gebruikt waarmee teksten en formules kunnen worden opgeslagen, tenzij de docent in de tentameninstructies uitdrukkelijk anders heeft bepaald. 32
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
5. Op verzoek van de student kan de examencommissie bepalen dat aan studenten met een functiestoornis de gelegenheid wordt geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 6. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. In een geval van uitzondering dienen de betreffende student dan wel de examinator elkaar hierover minimaal vijf werkdagen van tevoren te informeren. 7. In aanvulling op het voorgaande lid wordt een mondeling tentamen afgenomen door een examinator in aanwezigheid van een collega-docent. In plaats van de aanwezigheid van een collega-docent tijdens het tentamen kan er ook een bandopname worden gemaakt van het mondeling tentamen. Artikel 6.1 Vaststelling en bekendmaking uitslag 1. Uitslagen van tentamens worden uiterlijk op de tiende werkdag volgend op de dag van het tentamen aangeleverd bij de studentenadministratie. De Studentenadministratie maakt uiterlijk op de twaalfde werkdag volgend op de dag van het tentamen de uitslagen bekend. Deze bekendmaking gebeurt via KISS. 2. Bij de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de mogelijkheid van bezwaar bij de meest betrokken examencommissie en van beroep bij het college van beroep voor de examens. 3. De examencommissie kan met inachtneming van het gestelde in lid 1, de termijn waarop de uitslagen van tentamens bekend gemaakt moeten worden, verlengen op basis van een gegrond verzoek daartoe door de coördinerende docent uiterlijk 15 werkdagen voordat het tentamen plaatsvindt. De coördinerende docent informeert via Blackboard /de facultaire website alsmede via het tentamenvoorblad/ tentameninstructie de studenten over de nieuwe datum waarop de uitslag bekend zal worden gemaakt. 4. Indien door een situatie van overmacht het voor de cursuscoördinator niet mogelijk blijkt te voldoen aan het gestelde in lid 3, dan dient hij dit zo spoedig mogelijk te melden bij de examencommissie. De cursuscoördinator is gehouden de nieuwe datum waarop de uitslag bekend zal worden gemaakt – die in overleg met de examencommissie is vastgesteld – op Blackboard/de facultaire website te publiceren. 5. De examencommissie wijst na overleg met de betrokken leerstoelhouder een vervanger aan als een examinator niet in staat is zich aan de gestelde correctietermijn te houden. 6. Bij het overschrijden van de correctietermijn treedt de onderstaande regeling ”Overschrijding correctietermijn” in werking. a. Indien tengevolge van het overschrijden van de correctietermijn de tijd tussen de dag waarop de uitslag via KISS bekend is gemaakt en de dag waarop de herkansing plaatsvindt minder dan acht werkdagen bedraagt, zal een tweede gelegenheid worden georganiseerd om aan de herkansing deel te nemen. Deze tweede gelegenheid vindt plaats minimaal 10 en maximaal 15 werkdagen na de uitslag. Het betreft nadrukkelijk géén extra herkansing. b. Studenten kunnen hetzij deelnemen aan de reguliere herkansing, hetzij aan de extra 33
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
7.
8.
9. 10.
gelegenheid. In het laatste geval dienen zij zich voor de reguliere herkansing uit te schrijven en worden zij in staat gesteld zich op de gebruikelijke weg voor de tweede gelegenheid in te schrijven. c. De uitslagen van de reguliere en extra gelegenheid worden gezamenlijk bekendge maakt. d. Beide gelegenheden zijn gelijkwaardig voor wat betreft tentamenvorm en moeilijkheidsgraad. e. De reguliere gelegenheid tot herkansing wordt geannuleerd, indien alle studenten hun inschrijving intrekken. De examinator stelt uiterlijk één werkdag na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en verschaft de studentenadministratie van de faculteit de benodigde gegevens ten behoeve van de bekendmaking van de uitslag. De uitslag van een tentamen wordt gegeven in een heel cijfer. Bij afronding geldt dat vanaf 0,5 naar boven wordt afgerond, behoudens de volgende gevallen: • Een 5,5 wordt afgerond naar een vijf (5); een 5,6 wordt afgerond naar een zes (6). Een cijfer tussen 5,5 en 5,6 wordt afgerond naar een vijf (5). • De beoordeling van een thesis, werkstuk of projectverslag moet worden gegeven in een cijfer afgerond op een half punt. Een onderdeel is behaald, indien minimaal een zes (6) is behaald. Als een student deelneemt aan meerdere tentamengelegenheden van een cursus, dan telt de hoogst behaalde score.
Artikel 6.2 Geldigheidsduur 1. Tentamens in de propedeuse van een bepaalde opleiding die met goed gevolg zijn afgelegd, verliezen hun geldigheid na verloop van twee jaren nadat de student zich voor de eerste maal voor de propedeutische fase van die opleiding heeft ingeschreven, indien binnen deze termijn het propedeutisch examen niet met goed gevolg is afgelegd. 2. In afwijking van artikel 6.2 lid 1 geldt dat studenten die vóór 1 september 2002 stonden ingeschreven voor één van de opleidingen van onze faculteit het propedeutisch examen moeten hebben gehaald voor 1 september 2007, anders verliezen de propedeusetentamens die met goed gevolg zijn afgelegd hun geldigheid. 3. Behoudens het gestelde in lid 4 en 5 van dit artikel, is de geldigheidsduur van behaalde tentamens in het tweede en derde studiejaar onbeperkt. 4. De examencommissie kan met betrekking tot een onderdeel uit het tweede en derde studiejaar waarvan het tentamen langer dan vijf jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. 5. Indien studenten tijdens een studiejaar niet alle onderdelen van tentamens behalen, verliezen de behaalde onderdelen hun geldigheid, tenzij de coördinerende docent anders beslist. Artikel 6.3 Beoordeling, inzage en nabespreking 1. De beoordeling van tentamens geschiedt aan de hand van vastgelegde normen, dat wil zeggen dat de student aan de hand van het antwoordmodel en de aangegeven puntenver34
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
deling kan nagaan hoe de uitslag van zijn of haar tentamen tot stand is gekomen. 2. Door hun naam te verbinden aan een groepswerkstuk geven de leden van de groep te kennen dat zij een gelijkwaardige bijdrage hebben geleverd. Ten bewijze hiervan tekenen zij op de voorpagina van het werkstuk. Alle leden van de groep kunnen op de inhoud van het eindrapport worden aangesproken. 3. Binnen elf werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen heeft de student gelegenheid tot het inzien van zijn of haar beoordeelde werk alsmede de vragen en/of opdrachten van het betreffende tentamen, alsmede de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Inzage vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. Indien een collectieve inzage wordt georganiseerd, kan de student slechts tot een individuele inzage verzoeken, indien hij of zij door aantoonbare overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve inzage aanwezig te zijn. 4. Binnen vijftien werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een tentamen kan de student de desbetreffende examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip, maar in ieder geval voorafgaand aan de volgende herkansing. Indien een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, kan de student slechts tot een individuele nabespreking verzoeken wanneer hij of zij bij de collectieve nabespreking aanwezig is geweest en zijn/ haar verzoek motiveert, of indien hij of zij door aantoonbare overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve nabespreking aanwezig te zijn. 5. De student kan indien hij of zij het niet eens is met de beoordeling van het tentamen, bezwaar aantekenen bij de examinator. Het instellen van dit bezwaar schort de beroepstermijn bij het college van beroep voor de examens niet op (zie art. 6.4). 6. In aansluiting op het voorgaande lid kan de student, na afhandeling van het bezwaar door de examinator, vervolgens bezwaar indienen bij de examencommissie. Het instellen van dit bezwaar schort de beroepstermijn bij het college van beroep voor de examens niet op (zie art. 6.4) 7. De examinator van een cursus bewaart tentamens en tentamenonderdelen zoals werkstukken tenminste twee jaar nadat het tentamen heeft plaatsgevonden. Artikel 6.4 Beroep 1. De student kan binnen een maximum termijn van vier weken nadat de uitslag van het tentamen bekend is gemaakt, in beroep gaan bij het college van beroep voor de examens, indien hij/zij het niet eens is met de beoordeling van een tentamen. De gronden voor het instellen van beroep zijn: • strijd met de geldende regelingen (bijvoorbeeld de Onderwijs- en Examenregeling) en/of • strijd met de redelijkheid en billijkheid. 2. Het eventueel bezwaar aantekenen bij de examinator of de examencommissie (zie artikel 6.3) schort de beroepstermijn niet op. De student kan in dat geval een zogenaamd proforma beroep instellen bij het college van beroep voor de examens. De student vermeldt dan nog niet de gronden van het beroep, maar verzoekt om uitstel.
35
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Artikel 6.5 Fraude 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. 2. Bij fraude stelt de examinator/surveillant de examencommissie hiervan onverwijld op de hoogte. De examencommissie zorgt ervoor dat geconstateerde fraude wordt vastgelegd in het dossier van de betrokken student. 3. De student van wie is vastgesteld dat hij of zij fraude heeft gepleegd, kan door de examencommissie voor ten hoogste één jaar van tentamens en examens in de opleiding worden uitgesloten inclusief het tentamen waarbij de fraude heeft plaatsgevonden. 4. De examencommissie kan de verantwoordelijke docent en de student horen voordat een sanctie wordt opgelegd en moet dat in ieder geval doen indien één van beiden daarom verzoekt. Artikel 8.1 Algemene bepalingen met betrekking tot het propedeusediploma 1. Studenten hebben een propedeusediploma behaald voor een bepaalde opleiding indien zij voldoen aan elk van de volgende voorwaarden: • ingeschreven staan bij de Centrale Studentenadministratie voor de desbetreffende opleiding; • alle tot het propedeutisch examen behorende onderdelen hebben behaald. Artikel 8.2 Algemene bepalingen met betrekking tot het bachelordiploma 1. Studenten hebben een bachelordiploma behaald voor een bepaalde opleiding als zij voldoen aan elk van de volgende voorwaarden: • ingeschreven bij de Centrale Studentenadministratie voor de desbetreffende opleiding; • een propedeutisch examen gehaald in de desbetreffende opleiding of hiervoor te zijn vrijgesteld; • alle onderdelen te hebben behaald van de semesters 2.1 – 3.2 voor de desbetreffende opleiding.
36
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Bepalingen uit de Master Onderwijs- en Examenregeling 2005-2006 Artikel 2.1 Toelatingseisen masteropleiding Tot de opleiding worden toegelaten: a. degene die het afsluitend examen van de voorafgaande bacheloropleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen, zoals aangegeven in het opleidingsspecifieke deel van deze onderwijs- en examenregeling, met goed gevolg heeft afgelegd. b. degene die in het bezit is van het bewijs van toelating, dat het College van Bestuur voor de desbetreffende masteropleiding en voor het desbetreffende studiejaar afgeeft (zie artikel 2.2). Artikel 2.2 Bewijs van toelating Voor het bewijs van toelating komt in aanmerking degene die: a. in het bezit is van een getuigschrift dat ten minste gelijkwaardig is aan het diploma als bedoeld in artikel 2.1. onder a; b. of anderszins naar het oordeel van de examencommissie blijk heeft gegeven van geschiktheid voor het volgen van de opleiding; c. of in het bezit is van het bachelorcertificaat van de Faculteit der Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen (zie artikel 2.3 lid 4); d. en het bewijs heeft geleverd van voldoende beheersing van de voertaal van de opleiding, zoals bepaald in het opleidingsspecifieke deel van deze onderwijs- en examenregeling. Artikel 2.3 Schakelprogramma’s 1. Studenten in het bezit van een ander bachelordiploma dan van de in art. 2.1 sub a bedoelde opleiding, behaald aan een Nederlandse instelling voor Wetenschappelijk Onderwijs, kunnen voor toelating tot de masteropleiding een schakelprogramma volgen dat (mits het schakelprogramma met goed gevolg is afgerond) toegang geeft tot de bijbehorende masteropleiding. 2. Studenten met een relevante HBO-opleiding worden toegelaten tot het schakelprogramma van de desbetreffende opleiding dat (mits het schakelprogramma met goed gevolg is afgerond) toegang geeft tot de bijbehorende masteropleiding. De examencommissie van de desbetreffende opleiding bepaalt welke HBO-opleidingen relevant zijn en derhalve toegang geven tot het schakelprogramma. De examencommissie legt in een regeling vast welke opleidingen dit betreft. 3. De schakelprogramma’s zijn opgenomen in het opleidingsspecifieke deel van deze onderwijs- en examenregeling. 4. Studenten die met goed gevolg het schakelprogramma hebben afgerond krijgen een bachelorcertificaat (en dus geen bachelordiploma) dat in het daaropvolgende jaar toegang geeft tot de bijbehorende masteropleiding. Artikel 2.4 Voorwaardelijke toelating tot de masteropleiding 1. De voorwaardelijke toelating die in dit artikel wordt geregeld in aanvulling op artikel 2.1 is van toepassing op de studenten die in het academisch jaar 2005-2006 in aan37
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
2.
3.
4.
5. 6.
merking komen voor instroom in het masterprogramma. Studenten kunnen zich nooit beroepen op voorwaardelijke toelatingsregelingen van voorgaande jaren. De examencommissie kan, voor zover de beschikbare onderwijscapaciteit dit toelaat, besluiten dat de student die is ingeschreven voor de voorafgaande bacheloropleiding (zie artikel 2.1), voorwaardelijk kan worden toegelaten tot de masteropleiding voordat deze met goed gevolg het afsluitend examen van de betreffende bacheloropleiding heeft afgelegd. In het studiejaar 2005 - 2006 is voorwaardelijke toelating alleen mogelijk als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: derdejaars studenten die na de laatste herkansingsperiode van het derde studiejaar maximaal 2 cursussen hebben openstaan uit het gehele bachelorcurriculum zijn toelaatbaar tot minstens één masteropleiding binnen de Faculteit der Managementwetenschappen. Tot die twee cursussen mag niet behoren de bachelorthesis. Zij dienen de ontbrekende onderdelen alsnog te behalen om in aanmerking te komen voor een masterdiploma. Studenten uit het schakelprogramma kunnen in 2005 - 2006 voorwaardelijk tot de masteropleiding worden toegelaten wanneer men uit het schakelprogramma maximaal 2 cursussen heeft openstaan. Studenten dienen de ontbrekende onderdelen alsnog te behalen om in aanmerking te komen voor een masterdiploma. In het opleidingsspecifieke deel (deel 2 van deze OER) kunnen per opleiding aanvullende eisen worden gesteld. Bij de vaststelling van de behaalde cursussen als bedoeld in de leden 3 en 4 worden de door de examencommissie verleende vrijstellingen meegeteld. In het studiejaar 2006-2007 is er geen voorwaardelijke toelating tot de masteropleiding mogelijk.
Artikel 3.1 Toelating, frequentie en volgorde van tentamens 1. Toegang tot de tentamens van een masteropleiding staat alleen open voor studenten die formeel voldoen aan de gestelde voorkenniseisen. De examencommissie is bevoegd hierop uitzonderingen te maken. 2. De toelating tot het tentamen kan worden beperkt tot degenen die hebben voldaan aan de gestelde eisen inzake aanwezigheid en het inleveren van uitwerkingen van opdrachten, werkstukken, logboeken en dergelijke. 3. Eventuele voorwaarden voor de toelating tot het tentamen worden uiterlijk bij aanvang van de cursus bekend gemaakt via Blackboard/de facultaire website. 4. In het opleidingsspecifieke deel (deel 2 van deze OER) kan per master (specialisatie) worden aangegeven welke onderdelen uit de masteropleiding behaald moeten zijn om te beginnen aan de (voorbereiding op de) masterthesis. 5. Tot het afleggen van de tentamens van de in het opleidingsspecifieke deel te benoemen onderdelen wordt twee maal per studiejaar de gelegenheid gegeven. Een werkstuk, opdracht en dergelijke als onderdeel van een tentamen mag per studiejaar eenmaal herkanst worden. 6. Studenten dienen zich vooraf voor tentamens van het voor hen geldende onderwijsprogramma in te schrijven, tenzij anders is bepaald. De inschrijfbepalingen zijn op Blackboard/de facultaire website weergegeven. 7. De tentamenperiodes worden uiterlijk bij aanvang van het academisch jaar bekend 38
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
gemaakt via de facultaire website. De precieze data waarop tentamens kunnen worden afgelegd worden uiterlijk een maand voor aanvang van een tentamenperiode bekend gemaakt via Blackboard/de facultaire website. 8. Tentamens worden uitsluitend in de vastgestelde tentamenperiodes afgenomen. 9. In bijzondere gevallen kan de faculteit afwijken van eerder bekendgemaakte tentamendata. Als de beslissing daartoe plaatsvindt vijf werkdagen of korter voor de oorspronkelijke tentamendatum, worden alle potentiële deelnemers per brief en tevens per e-mail geïnformeerd. In andere gevallen gebeurt de bekendmaking van wijzigingen via Blackboard/de facultaire website. Een tentamen mag niet naar een eerder tijdstip worden verschoven. 10. De tentamenlocaties worden ten minste vijf werkdagen voordat de betreffende tentamens plaatsvinden via de facultaire website bekend gemaakt. Artikel 3.2 Vorm van de tentamens 1. Tentamens worden afgelegd op de wijze zoals is vermeld in het opleidingsspecifieke deel van de Onderwijs en Examenregeling. 2. Op verzoek van de student of de coördinerende docent kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3. Werkstukken, opdrachten en dergelijke kunnen onderdeel van een tentamen zijn. 4. Indien een tentamen uit meerdere onderdelen of deeltentamens bestaat is de uitslag van het tentamen het (gewogen) gemiddelde van de resultaten van de betreffende onderdelen en/of (deel)tentamens. Bekendmaking hiervan vindt plaats op Blackboard/de facultaire website, uiterlijk bij aanvang van een cursus. 5. Het bij zich hebben van niet technische hulpmiddelen (b.v. (woorden)boeken en readers) en rekenmachines tijdens tentamens is uitsluitend toegestaan indien dit in de tentameninstructies staat aangegeven. Er mag geen apparatuur (b.v. mobiele telefoons, rekenmachines etc.) worden gebruikt waarmee teksten en formules kunnen worden opgeslagen, tenzij de docent in de tentameninstructies uitdrukkelijk anders heeft bepaald. 6. Op verzoek van de student kan de examencommissie bepalen dat aan studenten met een functiestoornis de gelegenheid wordt geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 7. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 8. In een geval van uitzondering dienen de betreffende student dan wel de examinator elkaar hierover minimaal vijf werkdagen van tevoren te informeren. 9. In aanvulling op het voorgaande lid wordt een mondeling tentamen afgenomen door een examinator in aanwezigheid van een collega-docent. In plaats van de aanwezigheid van een collega-docent tijdens het tentamen kan er ook een bandopname worden gemaakt van het mondeling tentamen.
39
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Artikel 3.3 Masterthesis 1. Iedere student heeft recht op begeleiding door de opleiding bij het schrijven van zijn master thesis, gedurende een periode overeenkomend met de volgens het onderwijsprogramma nominaal beschikbare tijd hiervoor. Begin- en einddatum van deze periode alsmede de frequentie en tijdsduur van de begeleiding worden vooraf in een afstudeerplanning vastgelegd. 2. Van de planning kan worden afgeweken, indien de omstandigheden dit vereisen en mits de examencommissie daarmee instemt. 3. Studenten schrijven individueel de masterthesis. Op verzoek van de student kan de examencommissie besluiten van deze regel af te wijken in die zin dat zij ook haar toestemming kan verlenen aan het schrijven van een duo-thesis. Het schrijven van de masterthesis door meer dan 2 studenten wordt niet toegestaan. 4. Indien een duo-thesis door de examencommissie wordt toegestaan gelden de volgende regels: a) Elk van de studenten moet een zelfstandige bijdrage leveren in de opzet van het onderzoek, het conceptueel-theoretische deel, de operationalisatie van theorie, de beschrijving en analyse van onderzoeksmateriaal en de conclusies en reflectie. b) De beide studenten zijn verantwoordelijk voor de samenhang van het geheel. c) In de thesis wordt aangegeven welk aandeel elk van de auteurs heeft gehad in de totstandkoming van de thesis. d) De omvang en/of de diepgang van de thesis dienen aanwijsbaar groter te zijn dan de gangbare. e) De Examencommissie dient vooraf geïnformeerd te worden en wel door middel van het overleggen van het onderzoeksvoorstel van de beide studenten, vergezeld van een schriftelijke motivering van de thesisbegeleider. f) De beide studenten krijgen ieder apart een cijfer voor de thesis. Artikel 4.1 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. Uitslagen van tentamens worden uiterlijk op de tiende werkdag volgend op de dag van het tentamen aangeleverd bij de studentenadministratie. De Studentenadministratie maakt uiterlijk op de twaalfde werkdag volgend op de dag van het tentamen de uitslagen bekend. Deze bekendmaking gebeurt via KISS. 2. Bij de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de mogelijkheid van bezwaar bij de meest betrokken examencommissie en van beroep bij het college van beroep voor de examens. 3. De examencommissie kan met inachtneming van het gestelde in lid 1, de termijn waarop de uitslagen van tentamens bekend gemaakt moeten worden, verlengen op basis van een gegrond verzoek daartoe door de coördinerende docent uiterlijk 15 werkdagen voordat het tentamen plaatsvindt. De coördinerende docent informeert via Blackboard/de facultaire website alsmede via het tentamenvoorblad/ tentameninstructie de studenten over de nieuwe datum waarop de uitslag bekend zal worden gemaakt. 4. Indien door een situatie van overmacht het voor de cursuscoördinator niet mogelijk blijkt te voldoen aan het gestelde in lid 3, dan dient hij dit zo spoedig mogelijk te melden bij de examencommissie. De cursuscoördinator is gehouden de nieuwe datum waarop de 40
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
5. 6.
7.
8.
9. 10.
uitslag bekend zal worden gemaakt – die in overleg met de examencommissie is vastgesteld – op Blackboard/de facultaire website te publiceren. De examencommissie wijst na overleg met de betrokken leerstoelhouder een vervanger aan als een examinator niet in staat is zich aan de gestelde correctietermijn te houden. Bij het overschrijden van de correctietermijn treedt de onderstaande regeling ”Overschrijding correctietermijn” in werking. a. Indien tengevolge van het overschrijden van de correctietermijn de tijd tussen de dag waarop de uitslag via KISS bekend is gemaakt en de dag waarop de herkansing plaatsvindt minder dan acht werkdagen bedraagt, zal een tweede gelegenheid worden georganiseerd om aan de herkansing deel te nemen. Deze tweede gelegenheid vindt plaats minimaal 10 en maximaal 15 werkdagen na de uitslag. Het betreft nadrukkelijk géén extra herkansing. b. Studenten kunnen hetzij deelnemen aan de reguliere herkansing, hetzij aan de extra gelegenheid. In het laatste geval dienen zij zich voor de reguliere herkansing uit te schrijven en worden zij in staat gesteld zich op de gebruikelijke weg voor de tweede gelegenheid in te schrijven. c. De uitslagen van de reguliere herkansing en extra gelegenheid worden gezamenlijk bekendgemaakt. d. Beide gelegenheden zijn gelijkwaardig voor wat betreft tentamenvorm en moeilijkheidsgraad. e. De reguliere gelegenheid tot herkansing wordt geannuleerd, indien alle studenten hun inschrijving intrekken. De examinator stelt uiterlijk één werkdag na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en verschaft de Studentenadministratie van de faculteit de benodigde gegevens ten behoeve van de bekendmaking van de uitslag. De uitslag van een tentamen wordt gegeven in een heel cijfer. Bij afronding geldt dat vanaf 0,5 naar boven wordt afgerond, behoudens de volgende gevallen: • Een 5,5 wordt afgerond naar een vijf (5); een 5,6 wordt afgerond naar een zes (6). Een cijfer tussen 5,5 en 5,6 wordt afgerond naar een vijf (5). • De beoordeling van een scriptie, thesis, werkstuk of projectverslag moet worden gegeven in een cijfer afgerond op een half punt. Een onderdeel is behaald, indien minimaal een zes (6) is behaald. Als een student deelneemt aan meerdere tentamengelegenheden van een cursus dan telt de hoogst behaalde score.
Artikel 4.2 Geldigheidsduur 1. Tentamens in de masteropleiding, die met goed gevolg zijn afgelegd, verliezen hun geldigheid na verloop van twee jaren na de tentamendatum, indien binnen deze termijn het masterexamen niet met goed gevolg is afgelegd. 2. Bij duale opleidingen bedraagt de in lid 1 genoemde termijn drie jaar. 3. Tentamens in het schakelprogramma, die met goed gevolgd zijn afgelegd, verliezen hun geldigheid na verloop van twee jaren na de tentamendatum, indien binnen deze termijn het schakelprogramma niet met goed gevolg is afgerond. 4. In afwijking van het gestelde in de leden 1 en 2 geldt dat tentamens uit het 4e studiejaar 41
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
die voor 1 september 2002 met goed gevolg zijn afgelegd hun geldigheid verliezen, indien het doctoraalexamen niet is gehaald voor 1 september 2007. 5. Indien studenten tijdens een studiejaar niet alle onderdelen van tentamens behalen, verliezen de behaalde onderdelen hun geldigheid, tenzij de coördinerende docent anders beslist. Artikel 4.3 Beoordeling, inzage en nabespreking 1. De beoordeling van tentamens geschiedt aan de hand van vastgelegde normen, dat wil zeggen dat de student aan de hand van het antwoordmodel en de aangegeven puntenverdeling kan nagaan hoe de uitslag van zijn of haar tentamen tot stand is gekomen. 2. Door hun naam te verbinden aan een groepswerkstuk geven de leden van de groep te kennen dat zij een gelijkwaardige bijdrage hebben geleverd. Ten bewijze hiervan tekenen zij op de voorpagina van het werkstuk. Alle leden van de groep kunnen op de inhoud van het eindrapport worden aangesproken. 3. Binnen elf werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen heeft de student gelegenheid tot het inzien van zijn of haar beoordeelde werk alsmede de vragen en/of opdrachten van het betreffende tentamen, alsmede de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Inzage vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. Indien een collectieve inzage wordt georganiseerd kan de student slechts tot een individuele inzage verzoeken indien hij of zij door aantoonbare overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve inzage aanwezig te zijn. 4. Binnen vijftien werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een tentamen kan de student de desbetreffende examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip, maar in ieder geval voorafgaand aan de herkansing.Indien een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, kan de student slechts om een individuele nabespreking verzoeken wanneer hij of zij bij de collectieve nabespreking aanwezig is geweest en zijn verzoek motiveert, of indien hij of zij door aantoonbare overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve nabespreking aanwezig te zijn. 5. De student kan indien hij of zij het niet eens is met de beoordeling van het tentamen bezwaar aantekenen bij de examinator. Het instellen van dit bezwaar schort de beroepstermijn bij het college van beroep voor de examens niet op (zie art. 4.4). 6. In aansluiting op het voorgaande lid kan de student, na afhandeling van het bezwaar door de examinator, vervolgens bezwaar indienen bij de examencommissie. Het instellen van dit bezwaar schort de beroepstermijn bij het college van beroep voor de examens niet op (zie art. 4.4). 7. De examinator van een cursus bewaart tentamens en tentamenonderdelen zoals werkstukken, opdrachten en dergelijke tenminste twee jaar nadat het tentamen heeft plaatsgevonden. Artikel 4.4 Beroep 1. De student kan binnen een maximum termijn van vier weken nadat de uitslag van het tentamen bekend is gemaakt in beroep gaan bij het college van beroep voor de examens indien hij/zij het niet eens is met de beoordeling van een tentamen. De gronden voor het instellen van beroep zijn: 42
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
- strijd met de geldende regelingen (bijvoorbeeld de Onderwijs- en Examenregeling) en/of - strijd met de redelijkheid en billijkheid. 2. Het eventueel bezwaar aantekenen bij de examinator of de examencommissie (zie artikel 4.3) schort de beroepstermijn niet op. De student kan in dat geval een zogenaamd proforma beroep instellen bij het college van beroep voor de examens. De student vermeldt dan nog niet de gronden van het beroep, maar verzoekt om uitstel. Artikel 4.5 Fraude 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. 2. Bij fraude stelt de examinator/surveillant de examencommissie hiervan onverwijld op de hoogte. De examencommissie zorgt ervoor dat geconstateerde fraude wordt vastgelegd in het dossier van de betrokken student. 3. De student van wie is vastgesteld dat hij of zij fraude heeft gepleegd, kan door de examencommissie voor ten hoogste één jaar van tentamens en examens in de opleiding worden uitgesloten inclusief het tentamen waarbij de fraude heeft plaatsgevonden. 4. De examencommissie kan de verantwoordelijke docent en de student horen voordat een sanctie wordt opgelegd en moet dat in ieder geval doen indien één van beiden daarom verzoekt. Artikel 6.1 Algemene bepalingen met betrekking tot het masterdiploma 1. Studenten hebben een masterdiploma behaald voor een bepaalde opleiding als zij voldoen aan elk van de aan de volgende voorwaarden. Zij dienen: • ingeschreven te zijn bij de Centrale Studentenadministratie voor de desbetreffende opleiding; • een bachelor examen te hebben gehaald in de desbetreffende opleiding of in het bezit te zijn van een bewijs van toelating; • alle onderdelen te hebben behaald van de desbetreffende masteropleiding, meer in het bijzonder van de masterspecialisatie waarvoor de student binnen de masteropleiding heeft gekozen.
Beroepsprocedures Wanneer een student, ook na afwikkeling van een bezwaar bij de betrokken cursuscoördinator, het niet eens is met een tentamenuitslag of zich onbillijk behandeld voelt, kan hij/zij beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX) tegen een beschikking (een tentamenuitslag) of behandeling. De beschikking/ behandeling moet ofwel in strijd zijn met de Onderwijs- en Examenregeling (OER), danwel in strijd zijn met de redelijkheid of billijkheid. Een beroep dient schriftelijk te worden ingediend binnen 4 weken nadat de beschikking is bekend gemaakt of de behandeling heeft plaatsgevonden. De termijn begint direct te lopen, ook wanneer de student eerst bezwaar aantekent bij de examencommissie. Het indienen van een bezwaarschrift bij de examencommissie schort de termijn niet op. 43
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Bij de Dienst Studentenzaken is een modelberoepschrift verkrijgbaar. Bovendien kunnen de studentendecanen daar helpen bij het opstellen van een beroepschrift. Wanneer het beroep ontvankelijk wordt verklaard door het College van Beroep voor de Examens (COBEX), wordt bekeken of er een oplossing of compromis mogelijk is. Is dat niet het geval, dan zal uiteindelijk het College van Beroep - na beide partijen te hebben gehoord - een uitspraak doen. Meer informatie over het College van Beroep is te vinden in het instellingsdeel van het studentenstatuut. Adres College van Beroep voor de Examens: Comeniuslaan 4, Postbus 9102, 6500 HC Nijmegen. Telefonische bereikbaarheid: (024) 361 22 70.
Regeling ‘Overschrijding correctietermijn’ Indien tengevolge van het overschrijden van de correctietermijn de tijd tussen de dag waarop de uitslag bekend is gemaakt (publicatie via KISS) en de dag waarop de herkansing plaatsvindt minder dan acht werkdagen bedraagt, zal een tweede gelegenheid worden georganiseerd om aan de herkansing deel te nemen. Deze tweede gelegenheid vindt plaats minimaal twee weken en maximaal drie weken na de uitslag. Het betreft nadrukkelijk géén extra herkansing. Studenten kunnen naar keuze deelnemen aan de reguliere herkansing of aan de extra gelegenheid. Dus niet aan beide! Degenen die deelnemen aan de extra herkansing dienen zich uit te schrijven voor de reguliere herkansing en zich op de gebruikelijke weg voor de tweede gelegenheid in te schrijven. De uitslag van de reguliere en extra gelegenheid worden gezamenlijk bekendgemaakt. Beide gelegenheden zijn gelijkwaardig voor wat betreft tentamenvorm en moeilijkheidsgraad. De reguliere gelegenheid tot herkansing wordt geannuleerd, indien alle studenten hun inschrijving intrekken.
Collegekaart Voor alle aanmeldingen en afmeldingen voor onderwijs en tentamens, voor deelname aan tentamens, voor het opvragen van je tentamenresultaten, alsmede voor het gebruik van computers in het Studielandschap heb je een geldige collegekaart nodig. Zorg dus dat je de collegekaart steeds bij je hebt.
Vrijstellingen, vervangende vakken of extra tentamenkansen Denk je recht te hebben op een vrijstelling, wil je een vervangend vak opvoeren of een extra tentamenkans aanvragen, dan wijk je formeel af van de OER. Het verzoek tot die afwijking kan de examencommissie van jouw opleiding goed- of afkeuren. Zorg ervoor dat je het verzoek tot afwijking van de OER altijd op tijd (voor vrijstellingen geldt een termijn van drie weken na aanvang van een cursus), met redenen omkleed en voorzien van bewijsstukken indient. Wil je bijvoorbeeld een vrijstelling omdat je een vak elders al behaald hebt, stuur dan een cijferlijst en een kopie uit die studiegids mee. Wil je een extra tentamenkans dan leg je uit waarom en stuur je indien van toepassing een bewijsstuk mee. De brief voor de examencommissie kan je afgeven bij de studieadviseur. Hij of zij kan je ook meer uitleg geven. 44
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
N.B. Vrijstellingen worden alleen verleend in het Bachelorprogramma voor onderdelen van het cursorisch onderwijs en methodevakken, dus niet voor (onderdelen van) integratieprogramma’s.
Studieadvies eerste jaar De facultaire commissie advies einde eerste jaar brengt aan alle reguliere eerstejaars voltijdstudenten een voorlopig advies uit per 1 maart en een definitief advies aan het einde van het eerste jaar over de voortzetting van hun studie. Het doel van een studieadvies is studenten te ondersteunen bij de vraag: “moet ik wel of niet doorgaan met deze studie?” Het advies is niet bindend. Het behaalde aantal studiepunten is een belangrijk uitgangspunt bij het bepalen van het soort advies. Negatieve en ‘twijfel’ adviezen worden nader beargumenteerd met behulp van de informatie van de docent academische vaardigheden en/of de studieadviseur. De student bepaalt zelf of hij het advies al dan niet opvolgt. Op het - schriftelijke - advies volgt desgewenst een persoonlijk gesprek waarin het advies nader wordt toegelicht.
De organisatie van het onderwijs De Faculteit der Managementwetenschappen heeft twee primaire taken: onderwijs en onderzoek. De organisatie van de faculteit kent zes secties die intern coherent zijn in termen van discipline, aandachtsgebied of kernobject: • Arbeid, personeel en organisatie • Strategie & marketing • Onderzoeksmethodologie en kennismanagement • Economie • Milieu, Planologie, Geografie • Bestuurskunde & Politicologie Elke sectie bestaat uit een aantal leerstoelen met daarbij horende medewerkers en wordt geleid door een hoogleraar. De kernformatie van de secties bestaat uit medewerkers met een gecombineerde onderzoek- en onderwijsaanstelling (ud, uhd en hgl) en wordt bijgestaan door een secretariaat. De dagelijkse leiding van de faculteit is in handen van de decaan met ondersteuning van het decanaatsoverleg (decaan, vice-decanen, studentassessor en secretaris). Specifieke onderdelen binnen de faculteit zijn het CICAM (Centrum voor Internationaal Conflict – Analyse & Management) en de Stichting UOBN (Stichting Universitaire Opleidingen Beleidswetenschappen Nijmegen). Het CICAM verzorgt keuzevak-onderwijs inzake internationale vrede en veiligheid, oorlog en conflict. De UOBN is de facultaire organisatie voor het ontwikkelen een aanbieden van commerciële facultaire diensten op het terrein van onderwijs voor managers met een opleiding op HBO-niveau en voldoende werkervaring. De UOBN verzorgt de avondopleiding bedrijfskunde.Voor deelname aan de Avondopleiding Bedrijfskunde gelden aparte toelatingscriteria (afgeronde, relevante HBO en minimaal 5 jaar relevante werkervaring) en regelingen. Voor meer informatie kunje contact opnemen met de ABK: tel. (024) 3612108 of e-mail:
[email protected]. 45
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Overzicht coördinatoren Voor elke opleiding is een coördinator aangewezen. De coördinator is verantwoordelijk voor de gang van zaken binnen de opleiding. Hij of zij ziet toe op de afstemming tussen de cursussen en let erop of het onderwijs wordt uitgevoerd conform de bedoelingen. De coördinator is het eerste aanspreekpunt voor studenten. Overzicht Bachelorcoördinatoren Bacheloropleiding
Coördinator
Bedrijfswetenschappen
Dr. J. Christis en Mr. J. Hooman
Economie
Dr. J.J.M. Peil
Bestuurskunde
Prof. dr. M.S. de Vries
Politicologie
Dr. J.A. Verbeek
Sociale Geografie & Planologie
Drs. J. Klaver
Milieu-Maatschappijwetenschappen
Prof. dr. P. Leroy
Overzicht Mastercoördinatoren Masteropleiding
Specialisatie
Coördinator
Bedrijfswetenschappen
Marketing
Prof. dr. J.M.M. Bloemer
Strategie
Dr. A.M.A. van Deemen
Analyse, Ontwerp & Verandering van arbeids-organisaties
Dr. B.G.M. Fruytier
Strategisch Personeelsmanagement
Prof. dr. W.F. de Nijs
Bedrijfseconomie
Dr. G. Braam RA
Kennis- en Informatiemanagement
Prof. dr. B. Prakken
International Management
Drs. J.J.L.E. Bücker
Economie
Dr. A. de Vaal
Bestuurskunde
Prof. dr. M.S. de Vries
Politicologie
Dr. J.A. Verbeek
Planologie
Prof. dr. R. van der Heijden
Sociale Geografie
Prof. dr. H. Ernste
Milieu-Maatschappijwetenschappen
Prof. dr. P. Leroy
Panelgroepen Een panelgroep bestaat uit een aantal studentvertegenwoordigers van een bepaald semester. Zij komen regelmatig samen met de coördinator en enkele van de leden van het docententeam van dat semester. Doel van deze bijeenkomst is de lopende zaken kort te evalueren en zo nodig bij te stellen.
46
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. De belangrijkste taken zijn de evaluatie van het onderwijs en het geven van een advies bij de jaarlijkse vaststelling van de OER. Verder is de opleidingscommissie de plaats waar studenten en docenten met elkaar kunnen spreken over alle aangelegenheden van het onderwijs. De commissie kan eventueel een ongevraagd advies uitbrengen aan de decaan. De opleidingscommissie van Bedrijfswetenschappen is bereikbaar op het e-mail adres:
[email protected]. Examencommissie Elke opleiding heeft een examencommissie. Deze ziet toe op de goede gang van zaken tijdens tentamens. Ook kun je bij de examencommissie terecht als zich bijzondere omstandigheden voordoen waarin de Onderwijs- en examenregeling niet voorziet. Je kunt je het beste tot de studieadviseur wenden voordat je een beroep doet op de examencommissie.
Het Onderwijscentrum Het Onderwijscentrum is gevestigd in gebouw 3 aan de Thomas van Aquinostraat op de begane grond, en houdt zich bezig met onderwijsondersteuning in de brede zin van het woord. Je kunt hierbij denken aan zaken als: voorlichting voor scholieren, studieadvisering, beheer van de internetpagina’s, coördinatie van kwaliteitszorg, databeheer, onderwijskundige professionalisering, language consultance. Het onderwijscentrum staat onder leiding van het Hoofd Onderwijsmanagement van de faculteit, drs. E.H Kelder (kamer: TvA 3.0.29), tel. (024) 3615930, e-mail:
[email protected]. Met de volgende onderdelen van het onderwijscentrum zul je als student het meeste te maken krijgen: De Studentenadministratie De studentenadministratie is verantwoordelijk voor de organisatie en administratie van onderwijs en tentamens. Elke werkdag is er een open spreekuur tussen 13.00 en 14.00 uur. De studentenadministratie is onderverdeeld per cluster van opleidingen: Bedrijfswetenschappen Kamer: TvA 3.0.35, tel. (024) 3611341/ 3611199 Medewerkers: Mw. drs. J. Sas-Müller, tel. (024) 3611341, e-mail:
[email protected] Mw. C. Pattikawa , tel. (024) 3611199, e-mail:
[email protected] Mw. S. Peters, tel. (024) 3611199, e.mail:
[email protected] Mw. C. Sanders, tel. (024) 3611199, e-mail:
[email protected] Een verhuizing binnen het OWC wordt op dit moment voorbereid. Berichtgeving hierover zal via de facultaire kanalen en ter plaatse worden aangekondigd. Economie, Bestuurskunde en Politicologie Kamer: TvA 3.0.37, tel. (024) 3612102 Medewerker: Mw. I. Smitjes, e-mail:
[email protected] 47
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Sociale Geografie, Planologie en Milieu-Maatschappijwetenschappen Kamer: TvA 3.0.37, tel. (024) 3611930 Medewerker: Mw. E. Kersten, e-mail:
[email protected] Studieadviseurs De faculteit biedt je verschillende mogelijkheden voor studiebegeleiding. In de eerste plaats gebeurt de begeleiding door de studieadviseurs. Bij hem of haar kan je terecht met vragen van allerlei aard. Heb je bijvoorbeeld vragen over de inhoud van de studie, tentamens, de OER, keuzevakken, de keuze van een master etc. dan is de studieadviseur het eerste aanspreekpunt. Verder kun je problemen bespreken, die het verloop van de studie beïnvloeden. De studieadviseur kan je bijvoorbeeld helpen bij het opstellen van de juiste studieplanning. Vooral wanneer je vanwege ziekte of andere persoonlijke omstandigheden langere tijd niet tot studeren in staat bent, is het aan te raden bij de studieadviseur aan te kloppen. Zo nodig kan hij of zij je doorverwijzen naar een andere instantie, zoals de studentenpsycholoog of een studiefonds. Wil je een afspraak met de studieadviseur, dan staat hieronder wanneer de spreekuren plaatsvinden en hoe je een afspraak kunt maken. De studiebegeleiding in de propedeutische fase wordt naast de studieadviseurs verzorgd door de docenten Academische Vaardigheden. De AV-docenten ondersteunen je vooral bij de ontwikkeling van een universitaire studiehouding en bijbehorende vaardigheden, inclusief studiemethodiek en –planning. Zij voeren daartoe indien wenselijk gesprekken met individuele studenten. De AV-docenten spelen ook een rol bij het studieadvies dat tweemaal in de propedeuse wordt verstrekt. Bij negatief- of twijfeladvies wordt altijd een motivatie gegeven die grotendeels gebaseerd is op het oordeel van de AV-docent. Na de propedeuse wordt er nog één keer een studieadvies gegeven, namelijk aan het eind van semester 3.1. Dit studieadvies is vrijblijvend en is enkel bedoeld om studenten te helpen bij de keuze al dan niet aan de bachelorthesis te gaan beginnen. Wil je meer studiebegeleiding dan slechts deze ijkmomenten, stap dan zelf naar de studieadviseur. De faculteit heeft een aantal studieadviseurs voor de verschillende opleidingen. Dit zijn: Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen Dhr. Ir. L.V.M. Meijssen, tel. (024) 361 17 47, kamer: TvA 3.0.39, e-mail: L.Meijssen@fm. ru.nl. Inloopspreekuur op maandag van 11.00-13.00 uur. Overige afspraken via de balie van het studielandschap, tel. (024) 3615925.
48
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Schakelprogramma Bedrijfswetenschappen: Dhr. Drs. A.G.F.M. Vermeulen, tel. (024) 3613068, kamer: TvA 1.01.30, e-mail:
[email protected]. Inloopspreekuur op maandag 14.00-16.00 uur en donderdag 11.00-12.00 uur. Afspraken voor spreekuren op maandag (12.00-14.00 uur) en donderdag (14.00-16.00 uur) via de balie van het studielandschap, tel. (024) 3615925. Masteropleiding Bedrijfswetenschappen: Mw. R. Friesen, tel. (024) 3611834, kamer: TvA 1.2.30, e-mail:
[email protected]. Inloopspreekuur op woensdag van 9.00-10.30 uur. Afspraken voor de spreekuren op dinsdag- en donderdagmiddag via het secretariaat Bedrijfswetenschappen, tel. (024) 3611835. Bachelor- en masteropleidingen en schakelprogramma’s Economie, Bestuurskunde en Politicologie: Dhr. drs. S.W. Schrijner, tel. (024) 3613021, kamer: TvA 5.1.67, e-mail: S.Schrijner@fm. ru.nl. Inloopspreekuur op maandagochtend tussen 9.30-12.00 uur. Afspraken voor spreekuur op woensdagmiddag tussen 14.00 en 16.00 via het secretariaat, kamer: TvA 5.1.74, tel. (024) 3615890. Bachelor- en masteropleidingen en schakelprogramma’s Sociale Geografie, Planologie en Milieu-Maatschappijwetenschappen: Mw. drs. J.M. van de Walle, tel. (024) 3616049, kamer: TvA 3.1.38, e-mail:
[email protected]. Inloopspreekuur op maandagochtend tussen 10.30-12.00 uur. Afspraken voor spreekuur op woensdagmiddag tussen 13.00 en 15.00 via het secretariaat, tel. (024) 3611924. Het International Office Het International office is het aanspreekpunt voor alle aspecten die te maken hebben met internationalisering. Denk daarbij aan studeren in het buitenland, het volgen van Engelstalig onderwijs aan onze faculteit of daarbuiten, of language consultance. Het International Office is ook het aanspreekpunt voor uitwisselingsstudenten die hier te gast zijn. Het International Office heeft spreekuur op werkdagen tussen 13.00 en 14.00 uur (kamer: TvA 3.0.42). Via het Studielandschap kan een afspraak worden gemaakt wanneer het gaat om meer omvangrijke vragen. Op elke werkdag is er telefonisch spreekuur tussen 10.00 en 12.00 uur (telefoonnummer: 024-3615927). E- mails kunnen worden gestuurd naar:
[email protected]. Aanvullende informatie kan worden gevonden op de facultaire website: www.ru.nl/fm/io. De medewerkers van het International office zijn: • drs. R. Verhofstad, manager (kamer: TvA 3.0.46), e-mail:
[email protected]; • dr. B. Reinalda, uitwisselingsprogramma’s, International Studies Policy Advisor (kamer: TvA 5.1.39),
[email protected]; • M. Mellion MA, language consultant (kamer : TvA 3.0.44),
[email protected]; • Mw. E. de Jonge, coördinator (kamer: TvA 3.0.42),
[email protected].
49
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Een verhuizing binnen het OWC wordt op dit moment voorbereid. Berichtgeving hierover zal via de facultaire kanalen en ter plaatse worden aangekondigd. Het Studielandschap Op de begane grond van gebouw 3 aan de Thomas van Aquinostraat is het Studielandschap gevestigd; het studiecentrum van de Faculteit der Managementwetenschappen. Het Studielandschap wordt druk bezocht door studenten die op uiteenlopende manieren met hun studie bezig zijn. Het Studielandschap bestaat uit de volgende onderdelen: Informatiebalie Meteen als je het Studielandschap binnenloopt zie je de informatiebalie. Deze balie wordt bemenst door de beheerders van het Studielandschap (mw. L. Laeven en mw. M. Kokkeler; in de avonduren wordt het Studielandschap beheerd door studentmedewerkers). Aan deze balie kunnen vragen worden gesteld. Tevens kun je hier terecht voor: • het maken van afspraken met de studieadviseurs; • informatie over incidentele roosterwijzigingen. Werkstukkenkast Schuin tegenover de balie staat een werkstukkenkast. Docenten kunnen een vakje aanvragen wanneer zij de studenten een werkstuk willen laten inleveren. Inloggen computers Alle computers in het Studielandschap kunnen alleen gebruikt worden door studenten van onze faculteit. Dat betekent dat je met een persoonlijk account moet inloggen op deze computers. Jouw inlogaccount voor deze computers is je studentnummer voorafgegaan door een ‘s’ en je persoonlijke wachtwoord. Door middel van een online reserveringssysteem is het mogelijk een PC te reserveren voor vrij gebruik. Cyberspace De cyberspace omvat 28 terminals, waarmee studenten – zonder zich hiervoor vooraf te hoeven inschrijven – het internet kunnen raadplegen. Groene zaal, paarse zaal, gele zaal Deze zalen omvatten in totaal 62 computers, en worden gebruikt voor studieactiviteiten van studenten, individueel en in groepen. Forumzaal De forumzaal omvat 26 pc’s, en heeft de volgende bestemmingen: • onderwijs op het gebied van visualisatie, elektronisch vergaderen (group systems), GISsystemen aan groepen tot 50 personen; • onderwijs aan grotere groepen waarbij de docent kan demonstreren met behulp van projectie; • vrij computergebruik van studenten. 50
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
RSI-werkplaats Eén ruimte in het Studielandschap is ingericht als RSI-werkplaats. Momenteel zijn er vier werkplekken. Informatie over deze ruimte kun je verkrijgen bij de informatiebalie. Openingstijden De openingstijden van het Studielandschap zijn: Maandag t/m donderdag van 08.45 tot 20.00 uur Vrijdag van 8.45 tot 16.30 uur Het Studielandschap is telefonisch bereikbaar op (024) 3615925. Tijdens onderwijsvrije perioden, tentamenperioden en vakanties kunnen aangepaste openingstijden gelden. Literatuur Ook het studielandschap beschikt over een collectie opleidingsgebonden boeken. Deze collectie, waarvan per titel meerdere exemplaren aanwezig zijn, is niet bestemd voor uitlening maar bedoeld als een serie naslagwerken voor studenten. Beperkte openstelling Tijdens onderwijsvrije perioden is het Studielandschap vanaf 16.30 uur gesloten. In de zomervakantie, tot de introductieweek is het Studielandschap geopend tussen 8.45 en 13.00 uur. Wanneer hiervan wordt afgeweken wordt dit vooraf in het Studielandschap aangeplakt. Lockerkastjes De faculteit beschikt over enkele honderden lockerkastjes om je in staat te stellen je spullen (jassen en tassen) veilig op te bergen. Lockerkastjes zijn te huur voor 15,- euro per jaar. Je betaalt eenmalig 5,- euro borg voor de sleutel. Informatie kun je verkrijgen bij de boden (dhr. A.v. Bergen en dhr. M.Bregonje) van gebouw 3 aan de Thomas van Aquinostraat op kamer: TvA 3.0.48. De lockerkastjes kun je vinden in de kelder van hetzelfde gebouw.
Bibliotheekvoorzieningen De faculteitsbibliotheek Bibliotheek Managementwetenschappen is gevestigd in de Thomas van Aquinostraat 1.0.16. De bibliotheek is geopend op maandag t/m donderdag van 08.30-20.00 uur en op vrijdag van 08.30-17.30 uur. De bibliotheek beschikt over een Internetzone, (stille) studieplaatsen, overlegruimte waar je met kleine groepjes van 4 kunt overleggen, laptopplaatsen en over kopieerfaciliteiten. Informatie Telefoon: Informatiebalie (024) 361 59 50. E-mail:
[email protected] Facultaire website: www.ru.nl/ubn > Vestigingen > Managementwetenschappen Blackboard > (tabblad) University Library
51
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Bibliotheekmedewerkers: mw. J. van Keeken (024) 361 16 88 Hoofd Bibliotheek dhr. G. Tummers (024) 361 21 13 Assistent-hoofd dhr. T.H. Jonkheer (024) 361 59 50 Informatiemedewerker mw. M. Schipperheijn-Teunissen (024) 361 21 13 mw. B. Mašina-Coppes (024) 361 21 13 dhr. P. van Vondelen (024) 361 21 13 De collectie De bibliotheek bevat collecties op alle vakgebieden van de faculteit: Bedrijfswetenschappen, Bestuurskunde, Economie, Politicologie, Milieu-maatschappijwetenschappen, Sociale Geografie en Planologie. De collectie is toegankelijk via de volgende catalogi op www.ru.nl/ubn > Catalogi: • De Catalogus van de Radboud Universiteit, voor boeken en tijdschriften. • De Scriptiecatalogus van de Radboud Universiteit, een catalogus waarin o.a. de scripties van de laatste 5 jaar van de Faculteit der Managementwetenschappen te vinden zijn. • PiCarta: een geïntegreerde catalogus van o.a. alle universiteitsbibliotheken met beschrijvingen van tijdschriftartikelen, boeken en andere documenttypen op alle wetenschapsgebieden. Bij veel publicaties zijn links opgenomen naar de volledige teksten. Elektronische bestanden Op de bibliotheekwebsite van de Radboud Universiteit, www.ru.nl/ubn vindt je een overzicht van Zoeksystemen. In alfabetische volgorde staan hier verschillende elektronische bestanden op veel wetenschapsgebieden. Een paar voorbeelden: • ABI/Inform Global: fulltext artikelen op het gebied van bedrijfseconomie en management. • EconLIT : verwijzingen naar economische literatuur. • LexisNexis / Landelijke dagbladen: artikelen fulltext uit Algemeen Dagblad, Volkskrant, NRC, Parool en Trouw en het Financieele Dagblad. • REACH: database met de gegevens uit de jaarrekeningen van Nederlandse organisaties. • Web of Science: literatuurgegevens uit de 3 Citation Indexes. In Web of Science wordt verwezen naar internationale tijdschriftartikelen uit alle wetenschapsgebieden. Uniek is dat kan worden opgezocht in welke later verschenen tijdschriftartikelen een publicatie wordt aangehaald. • World Development Indicators Online: ontwikkelingsindicatoren van de Wereld Bank. • Via www.ru.nl/ubn > Volledige teksten zie je verschillende mogelijkheden om artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften fulltext op je scherm te krijgen. Lenen van publicaties Met uitzondering van naslagwerken, statistische werken, tentamenliteratuur, tijdschriften en de verzameling kaarten, atlassen en masterscripties kun je op vertoon van je collegekaart publicaties lenen. In totaal met boeken uit andere bibliotheeklocaties mag je 29 publicaties lenen. De uitleentermijn bedraagt vier weken. Uitgeleende werken kunnen worden gereserveerd. Verlenging van uitleentermijn is alleen mogelijk als het werk niet door een ander is 52
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
gereserveerd en het niet meer dan 10 maal is verlengd. Verlengen en reserveren kun je doen via de Publieksstations in alle bibliotheken van de Radboud Universiteit en via www.ru.nl/ > Catalogi. Wanneer een publicatie niet op tijd is teruggebracht, worden rappelkosten in rekening gebracht: het eerste rappel bedraagt € 0,45, het tweede € 1,10, het derde € 1,80. Het eerste rappel kun je ook per e-mail ontvangen, dan kost het € 0,35 (zie voor elektronisch formulier www. ru.nl/ubn > Diensten > Lenen, raadplegen, aanvragen). Als extra service ontvang je 3 dagen voor het verstrijken van de uitleentermijn een gratis waarschuwing. Leners die na drie rappels de publicatie(s) nog niet hebben teruggebracht, worden van verder leenverkeer uitgesloten. De Universiteitsbibliotheek De Centrale Universiteitsbibliotheek aan de Erasmuslaan 36 is voor iedereen toegankelijk en de uitleen geschiedt op vertoon van de collegekaart. In de Centrale Bibliotheek tref je op verschillende plaatsen collecties aan: • In de benedenverdieping De Verdieping tref je in open opstelling boekencollecties aan op het gebied van de Humaniora Wetenschappen. • Op de begane grond bevindt zich het Bibliografisch Centrum met bibliografieën en een Internetzone, en de Leeszaal met naslagwerken. • Op de eerste verdieping bevindt zich de Tijdschriftenzaal waarin de lopende nummers van alle tijdschriften van de Centrale Bibliotheek en een gedeelte van de gebonden jaargangen (het recente gedeelte) voor iedereen toegankelijk zijn opgesteld. • Het overige gedeelte van de boeken- en tijdschriftencollectie van de Centrale Bibliotheek bevindt zich in gesloten magazijnen.je kunt aanvragen voor banden hieruit indienen in de catalogus. De centrale Universiteitsbibliotheek is geopend van maandag t/m donderdag van 08.30-22.00 uur, vrijdag van 08.30-20.00 uur en op zaterdag van 09.00-17.00 uur. Jaarverslagenarchief Nijmegen (JAN) Ten behoeve van onderzoek en onderwijs bestaat er een jaarverslagencollectie, waarin ruim 1000 verslagen per jaar zijn opgenomen, vooral van bedrijven, maar ook van enige instellingen. Het betreft aan de Amsterdamse beurs genoteerde bedrijven vanaf 1971, andere grote Nederlandse bedrijven, bedrijven in bepaalde sectoren zoals nutsbedrijven, en vooral van de laatste jaren ook grote buitenlandse, meest Europese, bedrijven. Behalve algemene jaarverslagen zijn er ook meer specifieke verslagen zoals kwartaalverslagen, milieuverslagen, sociale jaarverslagen en maatschappelijke verslagen. Een overzicht, dat geregeld wordt vernieuwd, is als “Catalogus” op internet te vinden op de site van de Radboud Universiteit Nijmegen onder Voorzieningen, Bibliotheek, Vestigingen, Documentatiecentra. De verslagen kunnen worden ingezien op Thomas van Aquinostraat 1, etage 1, kamer 1. Omdat het aantal uren van openstelling beperkt is kan het handig zijn voorafgaand aan je bezoek hiernaar via e-mail te informeren. Bij voldoende beschikbaarheid kunnen de verslagen ook korte tijd, meestal een week, worden uitgeleend; identificatie als student aan onze universiteit is dan wel wenselijk. Voor informatie kun je contact opnemen met drs. P.J.J. Moors, tel. (024) 3612296, e-mail:
[email protected].
53
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Het aanschaffen van studieboeken en ander studiemateriaal Het op tijd bezitten van de vereiste studieboeken en aanvullende literatuur geldt op universitair niveau als een verantwoordelijkheid van de studenten zelf. Zorg er daarom voor dat je aan het begin van elke periode alle benodigde boeken en aanvullende literatuur (studiehandleidingen en readers)in je bezit hebt. De cursusbeschrijvingen in deze gids bevatten informatie over de aan te schaffen literatuur. Bij Boekanin kun je naast studieboeken (met korting te verkrijgen voor leden van alle studieverenigingen) readers (literatuurbundels) kopen. Boekanin Voor alle boeken en readers die nodig zijn voor de vakken aan de FdM kun je bij Boekanin terecht. Leden van de facultaire studieverenigingen krijgen op vertoon van hun lidmaatschapskaart of -sticker korting op de boeken. Dit geldt niet voor readers, deze worden al tegen kostprijs verkocht. Bij de bestelling van de literatuur wordt er rekening gehouden met het aantal inschrijvingen voor een cursus. Daarom verzoeken we de studenten ook om zich op tijd voor cursussen in te schrijven, zodat we een betere inschatting van de hoeveelheid te bestellen literatuur kunnen maken. Boeken en readers kunnen niet gereserveerd worden. Het reserveren van boeken kan wel bij Boekhandel Dekker van de Vegt op de campus (TvA 1A). Boekanin is een zelfstandige stichting die samenwerkt met de zes studieverenigingen van de faculteit, met als doel het faciliteren van de verkoop van boeken en readers voor de studenten van de FdM. Net als de studieverenigingen, wordt Boekanin bestuurd door studenten. Ook de verkopers van Boekanin zijn studenten. Dus mocht je tijd en zin hebben om actief binnen Boekanin te worden, neem dan contact op met een van de bestuursleden door bij Boekanin langs te komen (TvA 3.0.34) of via e-mail:
[email protected]. Een verhuizing wordt op dit moment voorbereid. Berichtgeving hierover zal via de facultaire kanalen en ter plaatse worden aangekondigd. Boekanin heeft ook een eigen website waarop informatie is te vinden over onder andere de openingstijden, literatuur en het bestuur: www.ru.nl/boekanin.
Naar het buitenland De Faculteit der Managementwetenschappen acht het een goede zaak wanneer studenten een deel van hun studie aan een buitenlandse universiteit volgen. Volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen levert internationalisering ‘een belangrijk aandeel in de vorming van het individu tot Europees en mondiaal burger. Het verrijkt de opleiding met kennis en vaardigheden die nodig zijn om te functioneren in een internationaal georiënteerde en multiculturele samenleving, een mondiale economie en arbeidsmarkt’. Om een dergelijk buitenlands verblijf mogelijk te maken zijn er allerlei financiële ondersteuningsmogelijkheden. Een van de voornaamste mogelijkheden om naar het buitenland te gaan levert het Socrates/ Erasmus-programma van de Europese Unie. De beurzen uit dit programma stellen studenten in staat om voor een periode van drie maanden tot een jaar aan een buitenlandse universiteit 54
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
te studeren. De faculteit heeft met een groot aantal universiteiten in West- en Centraal-Europa overeenkomsten gesloten en kan elk jaar ongeveer tachtig studenten uitzenden. Informatie over deze universiteiten is te vinden op de facultaire website www.ru.nl/fm/io en in de Internationaliseringsbank in het Studielandschap. Andere mogelijkheden om naar het buitenland te gaan, zijn beurzen die men kan krijgen op basis van bilaterale verdragen. Wie een jaar in de Verenigde Staten wil studeren, kan meedingen naar een plaats via het zogenaamde ISEP-programma. Voor het Verenigd Koninkrijk zijn er de British Chevening Scholarships. Andere landen waarvoor men een beurs kan krijgen, zijn o.a. Frankrijk en Japan. Studeren in het buitenland is geenszins tot Europa beperkt. Naast deze beurzenprogramma’s zijn er nog andere mogelijkheden. Men kan een stage lopen in het buitenland of bij een internationale organisatie of bedrijf. Men kan deelnemen aan zogeheten ‘summer schools’ of ‘intensive programs’, waarbij men zich in de zomervakantie enkele weken lang met studenten uit verschillende landen over een bepaald onderwerp buigt. Ook pas afgestudeerden kunnen proberen een tijdlang verder te studeren aan een buitenlandse universiteit of universitaire instelling. Hiervoor moet men meedingen naar beurzen uit o.a. het Talentenprogramma, het NAVO-beurzenprogramma, een VSB-beurs, de NIZA-scriptieprijs (voor Zuidelijk Afrika). Ook kan men proberen een plaats te krijgen aan het Europees Universitair Instituut in Florence (Italië), het Europa College in Brugge (België) en Natolin (Polen) of het Instituut voor Europese Geschiedenis in Mainz (Duitsland). Kortom, er zijn volop mogelijkheden. Informatie hierover verschijnt op Blackboard. Van tevoren lijkt het soms veel werk, maar tijdens het verblijf en na afloop blijkt dat heel erg mee te vallen. Bovendien helpt het International Office met de voorbereiding. Studenten keren doorgaans enthousiast terug. Zij hebben er veel van opgestoken. Ook houden zij er een internationaal netwerk van bekenden aan over. Alle regelingen en procedures betreffende het studeren in het buitenland zijn te vinden in de brochure Studeren in het buitenland. Een praktische gids voor studenten Managementwetenschappen is ook via De facultaire website te raadplegen (via www.ru.nl/fm, doorklikken naar Internationalisation). Hierin zijn de procedures bij de voorbereiding en planning beschreven, alsmede zaken als studiefinanciering, taalvaardigheid (zeer belangrijk), huisvesting en wat te doen na terugkomst. Studenten die mee willen werken aan de begeleiding en opvang van buitenlandse studenten die in Nijmegen arriveren (het “in touch with the Dutch”-programma), kunnen dit regelen via het International Office. Het International Office bevindt zich op de Thomas van Aquinostraat 3.0.42. Contactpersoon is mevr. Elly de Jonge, tel. (024) 361 59 27, E-mail:
[email protected]. Het vaste inloopspreekuur is iedere werkdag tussen 13.00-14.00 uur. Een verhuizing binnen het OWC wordt op dit moment voorbereid. Berichtgeving hierover zal via de facultaire kanalen en ter plaatse worden aangekondigd.
55
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Vreemde talen leren spreken Voor afgestudeerden van onze faculteit is de actieve beheersing van een of meer vreemde talen onmisbaar. Bovendien brengen steeds meer studenten - in het kader van internationale uitwisselingsprogramma’s - een deel van hun studietijd in het buitenland door. En vrijwel elke student maakt tijdens zijn of haar studie een buitenlandse excursie of studiereis. Universitair Taal-en Communicatiecentrum Nijmegen (UTN) Het UTN, gevestigd in het Gymnasion, 3e verdieping, verzorgt diverse taalcursussen, communicatietrainingen en vertaalwerk. Het aanbod omvat Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Nederlands en Turks. Voor het gebruik van de faciliteiten van het UTN wordt voor studenten een speciaal tarief berekend. Studenten krijgen vanaf september 2005 50% korting op de externe prijs voor cursussen Moderne Vreemde Talen en communicatietrainingen. Voor buitenlandse studenten zijn er twee mogelijkheden: Ten eerste worden er op verschillende niveaus cursussen Nederlands als tweede taal aangeboden, o.a. een cursus schrijfvaardigheid en grammatica voor (ver)gevorderden en een cursus spreek- en luistervaardigheid voor (ver)gevorderden. Voor het volgen van van een van deze cursussen is het staatsexamen NT2 programma II vereist. Ten tweede kunnen buitenlandse studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen voor wie de Nederlandse taal nog problemen oplevert, ook (kosteloos) voor individuele begeleiding bij het UTN terecht. Zij kunnen bijvoorbeeld hulp krijgen bij het maken van een werkstuk of het houden van een referaat. Je kunt hiervoor een afspraak maken via het secretariaat van het UTN. Secretariaat: (024) 361 21 59 Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.00-17.00 uur Website: www.ru.nl/utn E-mail:
[email protected]. Openingstijden Talenlab : maandag t/m donderdag 9.00-19.00u , vrijdag 9.00-17.00u Studententaalpas UTN De studententaalpas, die vanaf september 2005 bij het UTN ingevoerd wordt, is een nieuwe regeling voor reguliere voltijdse studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij kunnen tegen een zeer aantrekkelijk tarief taal- en communicatietrainingen bij het UTN volgen. Bovendien kunnen zij gratis workshops volgen en hebben zij een jaar lang gratis toegang op vertoon van hun pas in het digitale zelfstudielab. Dit alles is mogelijk gemaakt door de steun van het College van Bestuur, dat via deze regeling wil bijdragen aan een actief en serieus taalbeleid op de campus, waar internationalisering tenslotte hoog in het vaandel staat! Het aanschaffen van een studententaalpas kan in september en in februari. Welke taalcursussen en communicatietrainingen worden geboden? Taalcursussen worden aangeboden voor de volgende talen: Engels – Duits – Frans – Italiaans – Spaans – Turks en nieuw in ons aanbod: Nieuwgrieks – Latijn en Grieks. Vanaf 2006 zal ons aanbod nog uitgebreid worden met o.a. Chinees. De cursussen worden aangeboden vanaf 56
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
beginnersniveau en zijn ingedeeld volgens het Common European Framework of References for Languages (internationale standaardnormen). Na afloop van de cursussen ontvangen alle deelnemers een certificaat. Hierop staan ook de toetsresultaten vermeld. Per taal worden per semester minimaal twee niveaus aangeboden, zodat studenten binnen één jaar kunnen doorstromen naar een hoger niveau voor een optimaal resultaat. Voor Engels worden meer niveaus aangeboden: van opfris tot near-native. Onze Communicatietrainingen zijn als volgt ingedeeld: Schriftelijke communicatie – Mondelinge communicatie – Persoonlijke effectiviteit. Voor uitgebreide informatie raadpleeg onze website: www.ru.nl/utn. Gratis workshops Studenten die in het bezit zijn van de studententaalpas kunnen een gratis workshop volgen en kiezen uit: - workshop spelling – workshop e-mailen in het Engels – workshop spelling in het Engels. Hoe kom je in het juiste niveau terecht? Een aantal keren per jaar zullen er centrale intake- en inschrijfmiddagen worden gehouden. Deze dagen en tijden zullen op onze website vermeld worden. Docenten en trainers zullen op die middagen aanwezig zijn omje te informeren over de verschillende niveau’s. Voor Engels kan er bovendien een toets, de Quick Placement Test, afgenomen worden die goed het niveau van het Engels bepaalt.
Academisch Schrijfcentrum Nijmegen Sinds maart 2004 is er aan de Radboud Universiteit een unieke mogelijkheid om echt iets te doen aan je schriftelijke vaardigheden: het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen (ASN). Daar kun je terecht voor ondersteuning bij het schrijven van een goede academische tekst. Speciaal daarvoor opgeleide tutoren staan klaar om je verder te helpen, of je nu een eerstejaars student Managementwetenschappen of vierdejaars student Filosofie bent. Heb je een schrijfopdracht te volbrengen, bijvoorbeeld een essay, scriptie, betoog of artikel, en wil je daar graag met iemand over van gedachten wisselen, dan kun je een afspraak maken bij het ASN. Het hoofddoel van het ASN is je te helpen je eigen schrijfvaardigheid verder te ontwikkelen, zodat je bij iedere volgende schrijfopdracht daar je voordeel mee kunt doen. Kom dus niet alleen langs als je vastloopt, maar gebruik het schrijfcentrum ook als plek waar je kunt reflecteren op je ideeën en inspiratie op kunt doen voor het schrijfproces. Helder denken leidt tot helder schrijven en andersom. De uitgangspunten van het ASN zijn: - laagdrempelig en gratis - persoonlijke coaching - één-op-één-tutorgesprekken - inschrijving via internet, per telefoon of ter plekke - aandacht voor specifieke opdrachten voor studenten uit alle opleidingen - workshops en gastlezingen voor studenten én docenten - heldpdesk 57
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Het ASN is een voorziening voor alle faculteiten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Openingstijden: maandag t/m donderdag 9.00-17.00 uur Locatie: Erasmuslaan 36, Universiteitsbibliotheek (UB), eerste verdieping Website: www.ru.nl/asn e-mail:
[email protected] tel. 024-3610077
Instituut voor Leraar en School (ILS) De universitaire lerarenopleiding is een postdoctorale opleiding, die opleidt tot het beroep van (eerstegraads bevoegd) docent. Als je deze lerarenopleiding wilt volgen, moet je in het bezit zijn van een doctoraaldiploma c.q. een masterdiploma in een van de schoolvakken. Studenten verwerven tijdens deze opleiding door intensieve training en begeleiding de bekwaamheden die zij nodig hebben om met succes het beroep van leraar te gaan uitoefenen. Meer informatie over het ILS is te vinden in het Vademecum en Studentenstatuut voor studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen en op internet: www.ru.nl/ils. Voor een aanmeldingsformulier kun je terecht op het secretariaat van het Instituut voor Leraar en School, Gymnasion n01.550, Heyendaalseweg 141, tel. (024) 3530093. Voor aanvullende informatie rond toelatingseisen, studiefinanciering e.d. kun je terecht bij Edith Verbeet,
[email protected], tel. (024) 3530094, aanwezig op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag.
Studenten Faculteit Managementwetenschappen en Computervaardigheden De pc is niet meer weg te denken uit onze maatschappij en functioneren binnen die maatschappij betekent: weten hoe je met die pc om moet gaan. En dat geldt dus ook voor studeren. Bij je studie aan onze faculteit kom je regelmatig in aanraking met de pc. En dan wordt er van je verwacht, dat je de basisvaardigheden onder de knie hebt. En als je ze nog niet beheerst, dan moet je die vaardigheden alsnog opdoen. Maar wat zijn dan die basisvaardigheden? Voor jou moet het allereerst duidelijk zijn welke eisen de opleiding stelt aan je vaardigheden op de pc. En over welke ‘basisvaardigheden’ we praten, wat het niveau van de gewenste bekwaamheid is en hoe jij ervan verzekerd kunt zijn dat je over die vaardigheden beschikt. Dit geldt niet alleen voor jou als student, maar bijvoorbeeld ook voor menigeen op de arbeidsmarkt. Werkgevers en werkzoekenden in heel Europa zijn het er dan ook over eens dat een standaard voor praktische vaardigheden in de informatietechnologie een noodzaak is. Om tot een algemeen geaccepteerde standaard te komen is het European Computer Driving License ingesteld.
58
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Waarom een rijbewijs? Met een rijbewijs toon je aan dat je met een auto kunt omgaan en weet welke verkeersregels gelden, maar je hoeft niet echt te weten wat er onder de motorkap gebeurt. Met het European Computer Driving Licence toon je aan dat je met een computer kunt omgaan. Handelingen die je regelmatig nodig kunt hebben. Het European Computer Driving License is opgebouwd rond een modulekaart. De vaardigheden die je moet beheersen zijn verdeeld over 7 modules, te weten: Basisbegrippen van informatietechnologie (ICT); De computer gebruiken en bestanden beheren; Tekstverwerking; Spreadsheets; Databases en bestanden; Presenteren; Netwerkinformatiediensten. Hoe haal je het? Je behaalt het European Computer Driving License door voor iedere module een test met goed resultaat af te leggen. Wanneer je een test gehaald hebt, krijg je een aantekening op je modulekaart. Alle modules, behalve de eerste, zijn een test van praktische vaardigheden. De rode draad is realiteit; het gaat met name om je praktische vaardigheden en niet om je theoretische kennis. De vaardigheden die per module getest worden, zijn beschreven in zogenaamde eindtermen. Je kunt de beschrijving opvragen bij het Testcentrum van de Faculteit der Managementwetenschappen óf op de facultaire website www.ru.nl/fm/ecdl. De zeven tests kunnen in elke gewenste volgorde worden afgelegd binnen de geldigheidsduur van de modulekaart (3 jaar). Heb je alle testen gehaald, dan krijg je het European Computer Driving License. Wat moet je investeren? De Faculteit der Managementwetenschappen vindt het belangrijk dat haar studenten over de juiste vaardigheden beschikken. Vandaar dat er voor jou een speciale financiële regeling is opgezet. Meer informatie hierover vind je op de facultaire website. Je moet een modulekaart aanschaffen. Testgelegenheden worden bijtijds aangekondigd middels de reguliere kanalen. Je moet je per test inschrijven. De hoeveelheid tijd die het je gaat kosten is natuurlijk afhankelijk van je huidige vaardigheden. Per toets moet je in ieder geval rekenen op een half uur tot 3 kwartier deelnametijd. Hoe meld je je aan? Een modulekaart kun je aanschaffen met behulp van een aanvraagformulier. Dit formulier kun je afhalen bij Stef Migchelbrink of Trudie Benschop (Th. van Aquinostraat 3), printen vanaf de facultaire website (www.ru.nl/fm/ecdl), of aanvragen per e-mail (
[email protected]). De modulekaart kun je afhalen zodra de kosten voldaan zijn. Het is raadzaam om de modulekaart (en dus ook de geldigheidsperiode van 3 jaar) pas te laten ingaan op het moment dat je ook daadwerkelijk klaar bent voor het afleggen van de eerste test. Ook voor deelname aan testen kun je je inschrijven middels een formulier. Deze formulieren zijn verkrijgbaar op dezelfde wijze 59
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
als de aanvraagformulieren modulekaart. Inschrijvingen worden in volgorde gehonoreerd, je krijgt zo spoedig mogelijk bevestiging of er een plaats vrij is op de door jou gewenste datum. Je kunt je ook inschrijven per e-mail. Stuur daarvoor een e-mail naar
[email protected] met als onderwerp ‘deelname test’. Vermeld verder je cursistnummer (= nummer modulekaart), datum en tijd toetsgelegenheid en aan welke module je wilt deelnemen. Je krijgt de bevestiging teruggestuurd op het e-mail adres waarop je de aanvraag verzendt. Wanneer en waar zijn de eerste testen? Het Testcentrum van de faculteit is gesitueerd in het visa skills lab, begane grond Thomas van Aquinostraat 5. Een overzicht van actuele data en tijden van de testgelegenheden vind je op de facultaire website.
Het Honours Programma Voor studenten met een brede kijk op de wereld. Met het Honours Programma biedt de Radboud Universiteit Nijmegen studenten van alle faculteiten en opleidingen de mogelijkheid om op een gestructureerde manier en intensief begeleid over de grenzen van hun eigen vakgebied heen te kijken. Het gaat daarbij niet om de oppervlakkige bestudering van een willekeurig onderwerp, maar om het zelfstandig en met vrije en brede blik onderzoeken van belangrijke wetenschappelijke, culturele, maatschappelijke en levensbeschouwelijke thema’s zonder dat je je op voorhand laat begrenzen door het perspectief van je eigen vakwetenschap. Wie kunnen er deelnemen? Het Honours Programma is bedoeld voor alle studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen, die hun propedeusediploma hebben behaald en extra gemotiveerd zijn om zich toe te leggen op de bestudering van thema’s die binnen hun opleiding niet of minder nadrukkelijk aan de orde komen. De cursussen maken geen deel uit van reguliere opleidingen van faculteiten en kunnen ook niet als bijvak worden opgevoerd. Studenten krijgen, zonder extra kosten, een gevarieerd programma aangeboden, dat wordt verzorgd door zeer goede docenten van verschillende faculteiten. Wanneer dat voor de bestudering van de thema’s zinvol is maken ook studiedagen, excursies of werkbezoeken deel uit van het programma. Het spreekt vanzelf dat er veel aandacht wordt besteed aan de kwaliteit van het cursusmateriaal dat studenten gratis ter beschikking wordt gesteld. Het aantal deelnemers per cursus is doorgaans beperkt tot maximaal 25 studenten. De begeleiding is dus intensief en persoonlijk. Zelf samenstellen Wie het Honours Programma volgt kiest elk semester een cursus uit het cursusaanbod. De cursussen vinden plaats op de dinsdag- woensdag- of donderdagavonden van 18.00 uur precies tot uiterlijk 21.00 uur. In de pauze wordt studenten een eenvoudige maaltijd aangeboden. Je hebt het Honours Programma afgerond als je aan de toetsopdracht van vier cursussen hebt voldaan. Door elk semester vrij een cursus te kiezen kun je je eigen programma samenstellen, bijvoorbeeld rond een breder thema of juist zo gevarieerd mogelijk. Studenten die het Ho60
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
nours Programma hebben afgerond ontvangen tijdens een officiële academische plechtigheid uit handen van de rector magnificus een speciale Honoursbul, waarop de aard en de studielast van het programma staan beschreven. Nadere informatie Voor uitgebreidere informatie over het Honours Programma kun je terecht op de speciale website: www.ru.nl/honoursprogramma.
Kwaliteitszorg De Radboud Universiteit Nijmegen hecht veel waarde aan de kwaliteit van het onderwijs. Zowel van de opleiding zelf als van de studenten wordt een aantal inspanningen verwacht om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen. Inspanningen van de opleiding Voor de opleiding is er sprake van interne en externe kwaliteitszorg. De interne kwaliteitszorg richt zich op het hele scala van activiteiten voor behoud en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs binnen een faculteit of opleiding. Belangrijk instrument daarbij zijn de evaluaties die standaard na elke cursus worden gehouden. Ook vinden er geregeld panels plaats waarin studenten hun mening geven over het onderwijs in een heel semester. De resultaten van deze evaluaties worden besproken in de besturen van de verschillende opleidingen. Deze doen voorstellen om eventuele problemen aan te pakken. De opleidingscommissies wordt gevraagd hierover advies te geven. De externe kwaliteitszorg heeft betrekking op het zogenoemde accreditatiestelsel waarmee de kwaliteit van opleidingen één maal per zes jaar door deskundigen van buiten wordt beoordeeld. Rechten en plichten van de student Zowel de opleiding als de faculteit spannen zich in om te voldoen aan de eis studenten kwalitatief goede en studeerbare programma’s te bieden. Van de student worden tegenprestaties verwacht: de student is verplicht zichzelf goed te informeren. Dit betekent dat hij of zij wordt geacht kennis te nemen van de inhoud van de studiegids, het Vademecum en Studentenstatuut voor studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen en overige informatie die door de opleiding verstrekt wordt. Docenten mogen er van uit gaan dat studenten van een voltijdsopleiding gemiddeld 40 uur per week aan de opleiding besteden. Collectief klachtrecht Alle medewerk(st)ers van de faculteit doen hun best om goed onderwijs aan te bieden en afgesproken procedures zo goed mogelijk uit te voeren. Toch kun je soms van mening zijn dat je niet terecht behandeld bent. Het kan gaan om individuele docenten, om de uitvoering van het onderwijs, om roosters, zalen, informatie et cetera. In veel gevallen is rechtstreeks praten met de verantwoordelijke medewerk(st)er de beste oplossing. Als een gesprek niet mogelijk is of niet tot een oplossing leidt, kun je een klacht indienen bij de facultaire klachtencommissie. Je kunt dit alleen of met een aantal medestu61
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
denten doen. Een klachtenformulier is beschikbaar via de facultaire website, www.ru.nl/fm. Je krijgt in de regel binnen een maand antwoord. Om ongewenste doublures met andere bezwaar- en beroepsmogelijkheden te voorkomen neemt de klachtencommissie overigens niet alle mogelijke soorten klachten in behandeling. Op het klachtenformulier is aangegeven wanneer je wel/geen beroep kunt doen op de commissie. Heb je een klacht over de inhoud van een tentamen of over het toegekende cijfer, wend je dan in ieder geval niet tot de klachtencommissie. Overleg eerst met de betrokken docent tijdens de inzage van de betreffende toets. Levert dit overleg niets op, dan kun je bezwaar aantekenen bij de examencommissie van de betreffende opleiding. De werkwijze en gedragscode van de klachtencommissie kan worden ingezien bij de balie van het Studielandschap. De klacht wordt namens de decaan van de faculteit behandeld door de klachtencommissie. De commissie bestaat uit een voorzitter (prof. dr. B. Prakken), een secretaris (ir. L. Meijssen), een studentlid en een ambtelijk secretaris (mw. E. Veneman).
Medezeggenschap Studenten hebben in diverse lagen binnen de faculteit en op verschillende momenten inspraak in de besluitvorming. Voor opleidingspecifieke zaken zijn er de opleidingscommissies. In de opleidingscommissies kunnen studenten meepraten over de kwaliteit van het onderwijs. Zij adviseren wat betreft het onderwijsprogramma en praten mee over de gevolgen van facultair beleid voor hun opleiding. De opleidingscommissie van Bedrijfswetenschappen is bereikbaar op het e-mail adres:
[email protected]. Op facultair niveau bestaat de Facultaire Studentenraad. De Studentenraad is er voor alle zaken in het belang van de student Managementwetenschappen. Zij praat mee over de invulling en ontwikkeling van het facultaire beleid. Zij is bereikbaar op het e-mail adres:
[email protected], tel. (024) 3615921. Ook kunnen studenten langskomen op kamer: TvA 1.0.10 voor vragen, opmerkingen of klachten. De Studentenraad wordt bijgestaan door een studentassessor. Deze assessor neemt tevens zitting in het decanaatsoverleg, en heeft daar adviesrecht. Adres studentassessor: TvA 1.0.10, tel. (024) 3615921, e-mail:
[email protected]. Tot slot praten studenten ook mee op universitair niveau in de Universitaire Studentenraad. Naast de medezeggenschapsorganen op opleiding, facultair en universitair niveau bestaan er per semester ook panelgroepen. Voor elk semester wordt een panelgroep samengesteld die het semester evalueert. Zij kijken naar de inhoud en opbouw van een semester en kunnen aanbevelingen doen om de kwaliteit van de semesters te verbeteren.
De Dienst Studentenzaken Heb je vragen over je inschrijving aan de universiteit of loop je vast in je studievoortgang? Wil je meer weten over regels op het gebied van studiefinanciering of ben je op zoek naar studentencultuur? De medewerkers van de Dienst Studentenzaken zijn er om jou op weg te helpen op onder andere het gebied van studentenadministratie, studentenbegeleiding en studentencultuur. Hieronder worden de centrale studentenvoorzieningen van de Dienst Studentenzaken per onderwerp besproken. 62
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Centrale Studentenbalie De centrale ingang van de Dienst Studentenzaken wordt gevormd door de Centrale Studentenbalie. Hier kun je onder meer terecht voor informatie over de studentendecanen, de studentenpsychologen, de studieloopbaan- en beroepskeuze adviseur of de vaardigheidstrainers en kun je een afspraak maken met een van hen of je aanmelden voor een training. Verder kun je bij de Centrale Studentenbalie terecht voor alle vragen met betrekking tot je inof uit-schrijving aan de Radboud Universiteit Nijmegen, voor informatie en aanvraag van het Afstudeer- of het Noodfonds, voor melding van studievertraging wegens bijzondere omstandigheden, voor basisinformatie over studiefinanciering, voor het aanvragen van je examen via het Examenbureau van de A-Faculteiten en voor diverse folders, formulieren en brochures. Ook de KISS-Helpdesk is ondergebracht bij de Centrale Studentenbalie van Studentenzaken. De Centrale Studentenbalie is dagelijks geopend van 10:00 tot 17:00 uur, met uitzondering van de eerste vrijdagmiddag van elke maand. Je vindt de Centrale Studentenbalie aan de Comeniuslaan 4 op de campus. Ook kun je de medewerkers van de Centrale Studentenbalie op werkdagen van 8:30 tot 12:30 uur en van 13:30 tot 17:00 uur telefonisch bereiken via telefoonnummer 024 - 3612345. Je kunt je vragen ook per e-mail stellen via adres balie@dsz. ru.nl. Verder vind je Studentenzaken natuurlijk ook op het Internet via www.ru.nl/studentenzaken. Studentenadministratie Inschrijving aan de Radboud Universiteit Nijmegen De Centrale Studentenadminstratie verzorgt de inschrijving van alle studenten aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Voor de aanvang van een nieuw collegejaar ontvangt iedere ingeschreven student een herinschrijvingsformulier. Om tijdig in het bezit te komen van je collegekaart kun je dit formulier het beste voor 15 juli terugsturen. Wegens grote drukte bij de Centrale Studentenbalie, juist aan het begin van het studiejaar, wordt aangeraden de herinschrijving per post terug te sturen. Je moet je inschrijfformulier wel ondertekenen, anders is je inschrijving ongeldig. De collegekaart ontvang je doorgaans gemiddeld zes weken nadat je de inschrijfformulieren opgestuurd hebt. Meer informatie rondom inschrijving vind je in het Vademecum en in het Studentenstatuut. De uitschrijving bij je afstuderen regel je bij het Examenbureau. Bureau Examens A-faculteiten en ILS Minimaal 30 dagen voordat je een examen wilt afleggen moet je een formulier, aanvraag afgifte getuigschrift, inleveren. Het formulier is verkrijgbaar bij de Centrale Studentenbalie. Daar wordt gecontroleerd of je juist bent ingeschreven en je ontvangt er informatie over zaken als het inleveren van je OV-jaarkaart, de beëindiging van je studiefinanciering en restitutie collegegeld. Het ingevulde formulier lever je in bij het Examenbureau, tezamen met alle benodigde bescheiden zoals het bewijs van examenbevoegdheid, een verklaring van de examencommissie dat je aan alle eisen hebt voldaan en cijferlijst met ECTS. Het Examenbureau controleert al je gegevens, organiseert alles rond het examen en informeert je over de gang van zaken. 63
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Minimaal twee en maximaal drie weken van te voren ontvang je van het College van Bestuur het bericht dat je verzoek is ingewilligd met daarbij tevens de vermelding op welke datum, op welke locatie en op welk tijdstip het getuigschrift wordt overhandigd. Het Examenbureau is gevestigd in de hal van het Bestuursgebouw, Comeniuslaan 4, en is dagelijks geopend van 10.00 tot 12.00 uur. KISS (KUN Internet Studenten Service) Iedere student van de Radboud Universiteit Nijmegen heeft toegang tot KISS. Via KISS kun je onder andere je eigen tentamenresultaten raadplegen, je inschrijven voor werkgroepen en tentamens, je adres wijzigen, e-mail ontvangen en verzenden, een eigen webpagina maken en toegang tot internet krijgen. Ook wordt via KISS de maandelijkse nieuwsbrief verzonden aan alle studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hierin staan allerlei belangrijke nieuwtjes die te maken hebben met de universiteit. Aan het begin van je eerste jaar krijg je de informatie over je KISS-account toegestuurd met je persoonlijke activeringswachtwoord. Dit activeringswachtwoord moet de eerste keer omgezet worden in een regulier wachtwoord. Als je je wachtwoord kwijt bent, kun je op vertoon van je collegekaart bij de Centrale Studentenbalie een nieuw aanvragen. Je vindt de KISS-pagina’s op het internet via www.student.ru.nl. Op deze pagina’s kun je ook lezen hoe je via de Radboud Universiteit Nijmegen toegang kunt krijgen tot Internet. Voor vragen en problemen met je KISS-account kun je terecht bij de Centrale Studentenbalie. Ook kun je mailen naar
[email protected]. Studentenbegeleiding Studentendecanen Als je vragen hebt, of informatie wil over wet- en regelgeving, of als je met persoonlijke problemen zit, kun je terecht bij de studentendecanen. De studentendecanen geven advies en begeleiding bij problemen op bijvoorbeeld financieel gebied, bij ziekte, bij het stopzetten van je studie, bij problemen met de studiefinanciering, met huisvesting of omdat je je onrechtvaardig behandeld voelt bij een tentamen of examen. Meldingen van studievertraging moeten via de studentendecaan worden ingediend. Voorts treden de studentendecanen op als vast aanspreekpunt voor topsporters die aan de Radboud Universiteit Nijmegen staan ingeschreven en voor studenten met een met een lichamelijke functiebeperking, chronische ziekte, dyslexie of een buitenlandse vooropleiding. Je kunt een afspraak met een studentendecaan maken via de Centrale Studentenbalie. Ook is er op werkdagen van 9:00 tot 10:00 en van 16:00 tot 17:00 uur telefonisch spreekuur via telefoonnummer 024 - 3612345. Studentenpsychologen Bij de studentenpsycholoog kun je terecht met klachten die verband houden met je studie. Als je bijvoorbeeld last hebt van concentratieproblemen of van examenangst kan het wel eens helpen een afspraak te maken met een studentenpsycholoog. Ook andere persoonlijke problemen die je studie belemmeren, zoals depressiviteit of onzekerheid, kun je bespreken met een van de psychologen. Je hoeft niet zwaar in de problemen te zitten voor een afspraak met een studentenpsycholoog. Je kunt ook met persoonlijke vragen terecht die betrekkelijk eenvoudig lijken. 64
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Na een intakegesprek is individuele of groepsgewijze hulpverlening mogelijk. In een aantal gevallen zal doorverwijzing plaatsvinden naar een andere therapeut of instantie. Ook kan het intakegesprek alleen voldoende zijn voor informatie, advies of bemiddeling. Je kunt een afspraak met een studentenpsycholoog maken via de Centrale Studentenbalie. Ook is er op werkdagen van 8:30 tot 9:00 uur en van 12:00 tot 12:30 uur telefonisch spreekuur via telefoonnummer 024 - 3612345. De intake is gratis. Voor het deelnemen aan een groep of voor individuele gesprekken na de intake, wordt een eenmalige eigen bijdrage van € 25,- gevraagd. (Studie-) vaardigheidstrainingen De trainers van de Dienst Studentenzaken verzorgen cursussen en trainingen op het gebied van studievaardigheden en beroepsgerichte vaardigheden. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een cursus scriptie schrijven of strategisch studeren, maar ook aan een cursus zelfmanagement. In samenwerking met het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) worden workshops voor (bijna) afgestudeerden gegeven, gericht op het zoeken en vinden van werk. In samenwerking met de studentenpsychologen worden ook sociale vaardigheidstrainingen en een training op het gebied van het hanteren van studiestress en examenvrees gegeven en een training ‘grip op je dip’, gericht op greep krijgen op stemmingswisselingen. In het Vademecum en op de website vind je alle cursussen en trainingen kort beschreven. De Centrale Studentenbalie heeft een overzicht met de data waarop de cursussen gepland zijn. In VOX staan geregeld vooraankondigingen Voor alle cursussen (muv de workshops solliciteren) maak je eerst een afspraak voor een intakegesprek. Voor iedere cursus wordt een eigen bijdrage gevraagd van € 25,-. Aanmelding loopt via de Centrale Studentenbalie. Studiekeuze- en loopbaanadviseur Als je twijfelt over je huidige studie, je vervolgtraject of overweegt te stoppen met je studie, kun je je door middel van een onderzoek bij de studieloopbaanadviseur oriënteren op alternatieve mogelijkheden. Je kunt hierbij onderzoeken wat je mogelijkheden zijn gezien je vooropleiding, vakkenpakket, capaciteiten en interesses en ervaringen met je studie tot nu toe. Ook kun je de studieloopbaanadviseur raadplegen bij vragen over de invulling van de bijvakruimte, voorbereiding op de arbeidsmarkt, om- en bijscholing of post-wo/hbo opleidingen. Het is mogelijk om een beroepskeuzeonderzoek te doen. Het onderzoek bestaat uit een aantal tests en een gesprek met de studiekeuze- en loopbaanadviseur. Voor een consult wordt een eigen bijdrage van € 25,- gevraagd. Informatie en aanmelding bij de Centrale Studentenbalie. Studeren met een lichamelijke functiebeperking, chronische ziekte of dyslexie Onder functiebeperking en chronische ziekte vallen alle aandoeningen die (vooralsnog) blijvend van aard zijn en die een vertragend effect kunnen hebben op de studievoortgang. Hieronder vallen: visuele, auditieve en motorische handicaps; stoornissen in de taal (dyslexie), spraak, in het uithoudingsvermogen, in het geheugen-/concentratievermogen, in orgaanfuncties; het hebben van een psychische aandoening, epilepsie, reuma, M.E., zware migraine, whiplash, RSI etc. Wanneer deze functiebeperking, chronische ziekte of dyslexie een belemmerende factor zijn bij het studeren is het raadzaam om bij aanvang van de studie contact op te nemen met een 65
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
studentendecaan. In overleg met de studentendecaan en de studieadviseur van de faculteit wordt ernaar gestreefd het onderwijs zo in te richten dat een student met een functiebeperking evenveel kansen heeft op succesvol studieverloop als medestudenten. Ook is het soms mogelijk een beroep te doen op wettelijke en universitaire regelingen op het gebied van financiën, huisvesting, studiemateriaal en studie- en tentamenregelingen. Om van de voorzieningen aan de Radboud Universiteit Nijmegen optimaal gebruik te kunnen maken is het dus van groot belang om reeds op een vroeg tijdstip contact op te nemen met de studieadviseur en met de studentendecaan. Meer informatie vind je op www.ru.nl/studentenzaken/handicap.html en in het Vademecum. Daarnaast is er aan de Radboud Universiteit Nijmegen ‘de klankbordgroep studeren met een handicap’ werkzaam. Deze zet zich in voor studenten met een handicap, wil bestaande voorzieningen en het huidige beleid in alle geledingen van de Radboud Universiteit Nijmegen bekendmaken, zonodig aan de orde stellen of verder verbeteren in samenwerking met de Dienst Studentenzaken. De groep bestaat uit studenten, docenten, en een studentendecaan en staat open voor signalen van studenten en docenten, als bepaalde (studie)regelingen ontbreken of niet goed functioneren (je kunt hierbij ook denken aan toegankelijkheid van de gebouwen). Adres: Comeniuslaan 4, postbus 9102, 6500 HC Nijmegen, tel. 024-3612345, e-mail:
[email protected] Vertrouwenspersoon en Klachtencommissie Ongewenst Gedrag Een van de studentendecanen (Riekje Stuut) fungeert als Vertrouwenspersoon Ongewenst Gedrag voor studenten. Je kunt bij haar terecht in geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld, pesten en treiteren. Wanneer je liever wilt spreken met een mannelijke vertrouwenspersoon kan een afspraak gemaakt worden met Alex Buiks, studentenpsycholoog en waarnemend vertrouwenspersoon. Je kunt een afspraak maken met de Vertrouwenspersoon via de Centrale Studentenbalie. Als de tussenkomst van de vertrouwenspersoon geen oplossing biedt, kun je een klacht indienen bij de universitaire Klachtencommissie Ongewenst Gedrag. Je kunt dat overigens ook rechtstreeks doen. Klachten moeten binnen twee jaar nadat het ongewenst gedrag plaatsvond schriftelijk zijn ingediend. Deze termijn geldt niet als het om een strafbaar feit gaat. De Klachtencommissie, waarin ook een student zitting heeft, onderzoekt de klacht en hoort zowel de klager als de aangeklaagde. Binnen zes weken na ontvangst van de klacht wordt het onderzoek afgerond. Uiterlijk twee weken later rapporteert de commissie aan het College van Bestuur en adviseert ze over eventuele maatregelen. De Klachtenregeling is aan het Studentenstatuut toegevoegd als bijlage 8 van het Vademecum. Een folder met nadere informatie is verkrijgbaar bij het Informatiecentrum bachelor master van de Dienst Studentenzaken en bij de Vertrouwenspersoon. Het adres voor formele klachten is: Secretaris Klachtencommissie Ongewenst Gedrag Radboud Universiteit Nijmegen, Postbus 9102, 6500 HC Nijmegen. Vermeld op de envelop: ‘persoonlijk’.
66
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Studievoorlichting Het Informatiecentrum bachelor-master In het Informatiecentrum bachelor-master vind je alle informatie en documentatie over opleidingen binnen en buiten de Radboud Universiteit Nijmegen, over de arbeidsmarkt en over studeren en stage lopen in het buitenland. Je kunt er met al je vragen over bachelors en masters terecht. Ook beschikt het Infocentrum over uitstekende computervoorzieningen waarmee je (eventueel met behulp van speciale zoekprogramma’s) informatie op het Internet kunt opzoeken. Het Informatiecentrum is op werkdagen geopend van 11:00 tot 17:00 uur. Je kunt de medewerkers van het Informatiecentrum ook bereiken via telefoonnummer 024 - 3612975 of via email-adres
[email protected].
Studentencultuur: Cultuur op de Campus Elke collegeweek is er op de campus van alles te doen op het gebied van cultuur: de studenten en medewerkers van Cultuur op de Campus voorzien je van live muziek, cabaret, theatersport, stand-up comedy, beeldende kunst, literatuur en film. Op de films (à €1,50) na, kun je bijna alle optredens en festivals gratis bezoeken. De voorstellingen vinden plaats op het podium van het CultuurCafé, in filmzaal CC3 (CollegezalenComplex) en in kleintheater Halte 4 (Erasmusgebouw). Eens per jaar trekt Cultuur op de Campus naar het stadscentrum, waar het oergezellige StudentenKamerFestival plaatsvindt in tientallen studentenkamers. Het programma van Cultuur op de Campus vind je in de maandfolder en op de cultuurmenukaartjes in de kantines van de Radboud Universiteit. Of surf naar www.ru.nl/cultuuropdecampus en meld je aan voor de mailinglist. Als je (studie)vereniging een partner zoekt voor de organisatie van een cultureel evenement, neem dan gerust contact op via
[email protected] of 024-3615912. Mail of bel ook als je zelf wilt optreden of meewerken! Cultuur op de Campus is altijd op zoek naar studententalent, bijvoorbeeld voor de bandcompetitie Kaf en Koren. En jaarlijks wordt er een nieuwe Studenten Programmerings Commissie (SPC) aangesteld, die een collegejaar lang de culturele podia van de campus runt.
Overige voorzieningen Noodfonds Het Noodfonds helpt studenten die aan de Radboud Universiteit Nijmegen zijn ingeschreven via een renteloze lening wanneer er sprake is van financiële noodsituaties. Deze dienen incidenteel te zijn: dat wil zeggen dat het niet gaat om structurele (permanente) problemen met de (studie)financiering. Bij de Centrale Studentenbalie kun je direct een lening tot € 350,- aanvragen. Het maximaal te lenen bedrag is € 700,-, in uitzonderingsgevallen kan dit verhoogd worden tot € 900,-. Leningen boven € 350,- worden op afspraak via een studentendecaan verstrekt. Financiële ondersteuning bij studievertraging door bijzondere omstandigheden Als je door omstandigheden studievertraging dreigt op te lopen en daardoor in de problemen komt met studiefinanciering kun je in aanmerking komen voor financiële ondersteuning. 67
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Onder bijzondere omstandigheden worden onder andere verstaan ziekte, bijzondere familieomstandigheden, een functiestoornis, de inrichting van de opleiding of topsportbeoefening. Je moet hierover binnen drie maanden melding maken bij de Centrale Studentenbalie. Hierbij is het noodzakelijk dat je overlegt met je studieadviseur - in verband met studieplanning en eventuele begeleiding - én met een studentendecaan. De afspraken hierover vermeld je op een meldingsformulier, dat verkrijgbaar is bij de Centrale Studentenbalie. Na afloop van het studiejaar ontvang je een registratieformulier om de studievertraging vast te leggen. Dit stuur je samen met bewijsstukken en een verklaring van de studieadviseur terug. Hierna krijg je een beschikking van het College van Bestuur met aanspraak op een aantal maanden financiering uit het fonds. Deze maanden kun je opvragen zodra je door het beursgedeelte van je studiefinanciering bent en nog niet bent afgestudeerd. Voor dit aantal maanden ontvang je dan een uitkering uit het afstudeerfonds. Bij de Centrale Studentenbalie kun je hiervoor een aanvraagformulier krijgen. De hele regeling Financiële Ondersteuning Studenten staat als bijlage in het Studentenstatuut (opgenomen in het Vademecum). Financiële ondersteuning bij studievertraging door bestuursactiviteiten Studenten aan de Radboud Universiteit Nijmegen die bestuurswerk doen in facultaire raden, commissies of studentenverenigingen kunnen financiële ondersteuning krijgen vanuit het Afstudeerfonds als compensatie voor de studievertraging die zij oplopen als gevolg van hun bestuurswerk. Sinds het collegejaar 2002/2003 wordt deze financiële vergoeding direct uitbetaald in het jaar waarin je het bestuurswerk doet en dus niet zoals voorheen, pas als het beursgedeelte van de studiefinanciering afloopt. De verenigingen waarbij de bestuurders in aanmerking komen voor afstudeersteun staan vermeld in de bijlage bij de regeling FONDS. Jaarlijks krijgen deze verenigingen een aantal ‘maanden’ die zij over hun bestuursleden verdelen. Om de drie jaar wordt getoetst in hoeverre het aantal toegekende maanden aan deze vereniging nog van toepassing is. Nieuwe verenigingen kunnen een aanvraag doen om ook voor maanden uit het afstudeerfonds in aanmerking te komen. Informatie over de voorwaarden voor verenigingen en organisaties en ook over de aanvraagprocedure van de vervangende uitkering is te krijgen bij de Centrale Studentenbalie. De hele regeling Financiële Ondersteuning Studenten staat als bijlage in het studentenstatuut (opgenomen in het Vademecum). Vademecum en het Studentenstatuut voor studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen Het Vademecum voor studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen bevat algemene informatie over wonen, leven, welzijn, studiefinanciering, studeren, rechten en plichten van studenten, dienstverlening, verenigingen en organisaties voor studenten. Bovendien zijn er nuttige adressen en telefoonnummers in te vinden. Ook is het Studentenstatuut opgenomen in het Vademecum. Dit bestaat uit een beschrijving van de rechten en plichten van alle aan de Radboud Universiteit Nijmegen ingeschreven studenten die voortvloeien uit wettelijke en universitaire regelingen. Het Vademecum is gratis verkrijgbaar bij de Centrale Studentenbalie, alle Dictatencentrales en het Adviespunt Letteren. De informatie die vermeld staat in het Vademecum is ook te vinden op het internet: www. ru.nl/studentenzaken 68
A L G E M E N E I N F O R M AT I E
Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF) Secretariaat: Comeniuslaan 6, kamer 0.63 Telefoon: 024-3612990. Bereikbaar van ma t/m vrij van 9.00 tot 12.30 uur E-mail:
[email protected] Website: www.snuf.nl De Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF) is een zelfstandige stichting die nauw verbonden is met de Radboud Universiteit Nijmegen. Het doel van de stichting is het bevorderen van het studie- en leefklimaat van studenten van de RU Nijmegen. Ze doet dat door middel van financiële ondersteuning (subsidies en Noodfonds), facilitering (huisvesting) en inhoudelijke ondersteuning en advies. Jaarlijks maakt de Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds een breed scala aan activiteiten voor en door studenten mogelijk en worden diverse initiatieven ondersteund. Bij het Universiteitsfonds kun je terecht voor: •
•
•
•
•
Reissubsidies Het Universiteitsfonds subsidieert stages, studie, onderzoeksprojecten en congresdeelname in het buitenland voor individuele studenten en groepsstudiereizen. Noodfonds Het Universiteitsfonds beheert een speciaal fonds waaruit leningen worden verstrekt aan studenten in financiële nood. Subsidies studentenorganisaties & -activiteiten Het Universiteitsfonds subsidieert culturele en politieke studentenorganisaties evenals de algemene studentenverenigingen. Studentensportverenigingen worden door SNUF gesubsidieerd via de NSSR. Studieverenigingen komen in de regel niet in aanmerking voor subsidie van het Universiteitsfonds, tenzij voor de organisatie van congressen of symposia (onder bepaalde voorwaarden). Huisvesting studentenorganisaties Het Universiteitsfonds zorgt voor huisvesting van studentenorganisaties in de verschillende panden in de stad en op de campus in de SNUF-gang in het Gymnasion. Ondersteuning studentenorganisaties De helpdesk van het Universiteitsfonds geeft advies en begeleiding bij boekhoudkundige problemen en bij financiële en organisatorische vraagstukken. Daarnaast organiseert SNUF jaarlijks een penningmeestercursus.
Kijk voor meer informatie op www.snuf.nl.
69
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
3 Bachelor Bedrijfswetenschappen
70
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
3
De Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen
3.1 Eindtermen van de bacheloropleiding Het profiel van de bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen komt terug in de manier waarop het onderwijs in het curriculum wordt vormgegeven. In de opleiding staat competentiegericht leren centraal. Een competentiegericht curriculum kenmerkt zich door gerichtheid op: • zelfstandig en verantwoordelijk leren; • aandacht voor reflectie en professionalisering; • uitdagende en motiverende opdrachten; • confrontatie met realistische problemen in realistische praktijksituaties; • ontwikkeling van persoonlijke, professionele bekwaamheden. Een student die de Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen succesvol heeft afgerond, heeft een basaal inzicht in de geschiedenis van de bedrijfskunde en in recente ontwikkelingen in vakgebieden die gerekend worden tot de sociale bedrijfskunde. Het gaat daarbij om sociale systeemtheorie, moderne sociotechniek, human resource management, bedrijfsinformatiekunde, strategie, marketing, kosten, winst en financiering, bedrijfsethiek, operations management en logistiek. Een bedrijfswetenschapper is bovendien in staat om deze vakspecifieke inzichten met elkaar in verband te brengen en te relateren aan ontwikkelingen in aangrenzende disciplines zoals filosofie, sociologie, psychologie, bestuurskunde, economie en methodologie. Ook kan de afgestudeerde de relatie leggen met maatschappelijke ontwikkelingen, die van invloed zijn op het functioneren van organisaties of beïnvloed worden door het functioneren van organisaties. Tot slot zal een bedrijfswetenschapper in staat zijn om deze inzichten en verbanden in te zetten bij het methodologisch verantwoord beoordelen en produceren van theorie- of praktijkgerichte bedrijfskundige kennis en bij het interveniëren in organisaties.
3.2 Opbouw van het curriculum Het onderstaande overzicht toont het bedrijfskundeprogramma in de bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen. Het eerste en tweede studiejaar volgen de hoofdlijnen van de programmering van het onderwijs zoals deze vanaf 2004-2005 zijn vastgesteld en bestaan uit 10 vakken van elk 6 ECTS. In 2006-2007 zal ook het derde studiejaar volgens deze hoofdlijnen worden geprogrammeerd.
71
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Curriculum 2005-2006 Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen Semester 1.1: Inleiding Bedrijfswetenschappen
ECTS
Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 1
6
Onderzoeks- en interventiemethodologie A
6
Academische Vaardigheden (BW)
6
Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 2
6
Economie van de Managementwetenschappen (BW)
6
Semester 1.2: De lerende organisatie Filosofie van de Managementwetenschappen
6
Onderzoeks- en interventiemethodologie B
6
Organisatietheorie 1
6
Inleiding in Accounting en Finance (BW)
6
Project: De lerende organisatie
6
Semester 2.1: Interne processen Operations Management and Logistics Human Resource Management Informatie en Control Kwalitatieve onderzoeksmethodologie Keuzevak
6 6 6 6 6
Semester 2.2: Strategie en omgeving Strategie
6
Marketing
6
Kwantitatieve onderzoeksmethodologie
6
Project: Management Game
6
Keuzevak
6
Semester 3.1: Systeem en organisatieverandering Systeem en organisatieverandering (integratiemodule)
4
Methoden van organisatieverandering
5
Project: Systeem en organisatieverandering
4
Sociotechniek
5
Systeemtheorie
4
Knowledge Management
4
Keuzevak
4
Semester 3.2: Het innovatieve proces Innoverende organisaties (integratiemodule)
3
Methodologie en innoverende organisaties
3
Project en bachelorthesis BW
16
Keuzevak Een uit de volgende drie cursussen: - Financieel-economisch management II - Arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen (BW) - Informatie, besluitvorming en macht
72
4 4
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
3.3 Semesters Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen Semester 1.1 Inleiding bedrijfswetenschappen Het eerste semester is een inspirerende kennismaking met en tegelijkertijd een overzicht van enkele voor de Bedrijfswetenschappen relevante terreinen. Je leert het verschil tussen ‘alledaags denken’ en ‘wetenschappelijk denken’. Je leert hoe en met welke instrumenten een wetenschapper op zoek gaat naar de waarheid of naar de oplossing voor een organisatieprobleem. Je maakt kennis met verschillende stromingen en specialisaties binnen de Bedrijfswetenschappen zoals Marketing, Human Resource Management en Bedrijfseconomie. Aan het eind van dit semester heb je een goed beeld van wat wetenschap is en wat bedrijfswetenschappen is. Je kunt dan nagaan of de studie Bedrijfswetenschappen iets voor jou is. Opbouw semester 1.1 Bachelor Bedrijfswetenschappen Blok 1
Blok 2
Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 1
Economie van de Managementwetenschappen (BW)
Onderzoeks- en interventiemethodologie A
Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 2
Academische vaardigheden (BW)
Semestercoördinator drs. Herm Joosten tel. (024) 3611340 e-mail:
[email protected] kamer: TvA 1.1.36 Semester 1.2 De lerende organisatie Na de eerste brede kennismaking in semester 1.1 zoek je meer de diepte op in semester 1.2. Ook nu weer doe je dat in zowel kleinschalige (projecten, werkgroepen) als grootschalige (hoorcolleges) werkvormen. Het thema van het semester en het project is ‘de lerende organisatie’. Lerende organisaties leren verschillende dingen: • ze leren het goede te doen; • ze leren het goede op een goede manier te doen; • en ze leren hoe ze moeten leren. In dit semester ga je verder met de cursus Onderzoeks- en interventiemethodologie B. Inleiding in Accounting en Finance is de eerste bedrijfskundige deeldiscipline waar je in je studie mee te maken krijgt. Dergelijke deeldisciplines richten zich op het analyseren en oplossen van één soort bedrijfsprobleem. In Filosofie van de Managementwetenschappen wordt vanuit een 73
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
specifiek perspectief, nu niet dat van de economie zoals in het vorige semester, maar dat van de filosofie, naar de managementwetenschappen gekeken. In het project doe je onderzoek naar en rapporteer je over een concreet organisatieprobleem, dat je benadert vanuit de optiek van de lerende organisatie. In de cursus Organisatietheorie 1 maak je kennis met de organisatietheorie als praktisch georienteerde interdiscipline. Opbouw semester 1.2 Bachelor Bedrijfswetenschappen Blok 1
Blok 2
Inleiding in Accounting en Finance (BW)
Onderzoeks- en interventiemethodologie B
Organisatietheorie 1
Filosofie van de Managementwetenschappen
Project: De lerende organisatie
Semestercoördinator dr. Eric Jacobs tel. (024) 3611512 e-mai:
[email protected] kamer: TvA 1.1.29 Semester 2.1: Interne processen Het eerste semester van het tweede studiejaar heeft als thema interne processen. Elk bedrijf heeft als doel te voorzien in een maatschappelijke behoefte. Hiertoe worden producten of diensten geproduceerd en geleverd. Om die producten of diensten te kunnen maken of leveren vindt er een transformatie plaats. Inputfactoren als grondstoffen en onderdelen en arbeidsinzet worden gebruikt om output in de vorm van producten en diensten te produceren. Het omvormen van input in output noemen we het transformatieproces. De uitvoer van dat proces zijn de producten of diensten, waaraan de organisatie haar bestaansrecht in de maatschappij ontleent en waarmee ze geld verdient. Soms zijn transformatieprocessen fysiek zichtbaar bijvoorbeeld in een autofabriek. Soms is dit in mindere mate het geval zoals bij een adviesbureau of in een supermarkt. Vaak leveren bedrijven combinaties van producten en diensten en varieert de verhouding tussen die twee afhankelijk van het type bedrijf. Denk bij het product computer aan de handleiding en de helpdesk. Of bij ‘uit eten gaan’ aan de maaltijd (product) en de sfeer en de (vriendelijke) bediening (diensten). In elke organisatie vinden transformaties plaats. De activiteiten van 74
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
mensen en middelen die verband houden met het transformatieproces, worden aangeduid als interne processen. In dit semester worden drie cursussen aangeboden, die te maken hebben met de interne processen in een organisatie, een methodologievak en een keuzevak. Elk van deze drie cursussen gaat in op bepaalde aspecten van de interne organisatie. In het vak Operations Management and Logistics wordt bestudeerd hoe interne processen organisatorisch en technisch in elkaar zitten en hoe de producten hun gebruikers bereiken via een aantal organisaties, die samen een supply chain vormen. Het sturen en beheersen van een organisatie kan alleen met het op een effectieve en efficiënte manier verzamelen, verwerken en verspreiden van gegevens. Dit gebeurt door middel van een informatiesysteem. Accounting kan worden gezien als één van de belangrijkste informatiesystemen in een organisatie. Beide aspecten komen aan de orde in het vak Informatie en Control. Er bestaan geen organisaties zonder mensen. Human Resource Management gaat in op een aantal voor organisaties relevante aspecten van menselijk gedrag, als individu en als lid van een groep. Het vak Kwalitatieve onderzoeksmethodologie behandelt kwalitatieve onderzoeksmethoden waarmee interne processen in organisaties onderzocht kunnen worden. Opbouw semester 2.1 Bachelor Bedrijfswetenschappen Blok 1 Operations Management and Logistics Human Resource Management
Blok 2 Informatie en Control Kwalitatieve onderzoeksmethodologie Keuzevak
Semestercoördinator Drs. Reinald Minnaar Tel. (024) 3611765 e-mail:
[email protected] kamer: TvA 5.1.73 Semester 2.2: Strategie en omgeving In semester 2.2 staat de verhouding van een organisatie ten opzichte van haar omgeving centraal. Elke organisatie heeft als doel te voorzien in een maatschappelijke behoefte. Hiertoe opereert zij in een omgeving waaraan zij middelen onttrekt om producten of diensten te creeren met een toegevoegde waarde die door haar klanten worden gewaardeerd. De omgeving is een dynamisch gegeven. Zij verandert onder meer door veranderende consumentenbehoeften, technologische vooruitgang en nieuwe wetgeving. Om goed te functioneren en goed te presteren dient de onderneming zich hiervan bewust te zijn. Zij moet actief haar omgeving in de gaten houden en deze relatie, de ‘interface’ tussen onderneming en omgeving managen. Dit afstemmingsvraagstuk tussen de onderneming en haar veranderende omgeving wordt wel het strategische probleem genoemd. Wil de onderneming kunnen overleven dan zal zij over unieke 75
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
vaardigheden moeten beschikken waarmee zij een toegevoegde waarde voor afnemers creëert. Dit vereist een actief bijhouden van technologische ontwikkelingen op het gebied van product, proces en management technologie en in het bijzonder de sterkten en zwakten van de organisatie in verhouding tot concurrenten. Verder moeten de omgeving en markt worden geanalyseerd. Alleen langs deze weg kan goed zicht ontstaan op de marktmogelijkheden en de vraag of de onderneming ook in staat zal zijn deze kansen te grijpen of van de marktkansen ondernemingskansen te maken. In dit semester wordt de relatie tussen de organisatie en haar omgeving in een aantal cursussen behandeld. Het vak Strategie geeft op verschillende niveaus inzicht in de wijze waarop een organisatie haar omgeving en concurrenten in kaart kan brengen en welke tactieken een organisatie kan gebruiken om toegevoegde waarde te creëren voor haar klanten. In het vak Marketing gaat het om positionering van het bedrijf ten aanzien van haar omgeving en segmentatie van groepen consumenten in de markt. Daarnaast moet een organisatie die wil overleven een effectieve marketingkoers bepalen waarin aan de orde komt welke producten de organisatie gaat produceren, welke prijs daarvoor gevraagd kan worden, hoe het product gedistribueerd moet worden en hoe het product zo goed mogelijk gepromoot kan worden. Het betrekken van omgevingsvariabelen en het onderzoeken van processen, ontwikkelingen en consumentengedragingen zijn hierbij onontbeerlijk. In het vak Kwantitatieve onderzoeksmethodologie worden methoden en technieken aangereikt, die bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden om consumentengedragingen in kaart te brengen en te analyseren. Om alle vakgebieden met elkaar in verband te brengen en de afhankelijkheid tussen de disciplines te tonen ten aanzien van de bedrijfsvoering wordt een Management Game gespeeld tussen ondernemingen in de verlichtingsarmaturenindustrie. Alles wat aan beslissingen genomen moet worden in een bedrijf en alle informatie die men nodig heeft om te managen en strategische beslissingen van het bedrijf te onderbouwen en te sturen, worden in dit spel aangereikt. Er is in het semester ruimte ingepland om zelf een vak te kiezen waarin men zich meer wil specialiseren. Opbouw semester 2.2 Bachelor Bedrijfswetenschappen Blok 1
Blok 2
Strategie
Marketing
Kwantitatieve onderzoeksmethodologie
Project: Management Game Keuzevak
76
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Semestercoördinator Ir. Nanne Migchels tel. (024) 3611613 e-mail:
[email protected] kamer: TvA 1.1.59 Semester 3.1 Systeem en organisatieverandering De interventiecyclus, ook wel de DOVE cyclus (Diagnose, Ontwerp, Verandering, Evaluatie) genoemd, staat centraal in dit semester. Deze cyclus wordt toegepast op organisaties, die opgevat worden als systemen die integraal herontworpen moeten worden. De interventiecyclus bestaat uit een diagnose van het probleem, het ontwerpen van een oplossing, het invoeren van de verandering en het evalueren van de resultaten van de interventie. De interventiecyclus vereist twee vormen van kennis en vaardigheden: ontwerpkundige kennis en vaardigheden en veranderingskundige kennis en vaardigheden. Als ontwerper worden we geacht verstand te hebben van de inhoudelijke problemen. Als veranderingskundige worden we geacht verstand te hebben van het proces van verandering, de weerstanden die dat kan oproepen en van de wijze waarop we met die weerstanden om moeten gaan. Vandaar dat ook wel gezegd wordt dat het hier om inhoudelijke kennis en vaardigheden èn om proceskennis gaat. Als bedrijfskundigen zijn we zonder inhoudelijke, ontwerpkundige kennis blind: we weten dan niet waar het over gaat. Zonder veranderingskundige kennis zijn we echter machteloos: we kunnen onze oplossingen dan niet ingevoerd krijgen. We hebben dus beide nodig. Zoals gezegd staat de toepassing van de interventiecyclus, het veranderen van organisaties centraal in dit semester. Daarbij speelt de spanning tussen ontwerpkunde en veranderingskunde een belangrijke rol. In het vak Systeemtheorie keert deze spanning terug als de discussie tussen zogenaamde harde en zachte systeembenaderingen. In het vak Methoden van Organisatieverandering krijgen studenten te maken met een breed scala van veranderingsmethoden. De cursus bouwt voort op voorgaande cursussen interventiemethoden. In het vak Sociotechniek kunnen studenten stap voor stap volgen hoe een zuivere ontwerptheorie ‘ontworpen’ wordt. En in het vak Knowledge Management worden al deze vraagstukken behandeld vanuit de constatering dat kennis een steeds belangrijker onderdeel van organisaties vormt. De vraag is dan welke eisen het managen van kennis stelt aan het ontwerpen en veranderen van organisaties en vooral van kennisintensieve organisaties. Het cursorische gedeelte bevat de vakken Systeemtheorie, Knowledge Management, Sociotechniek en een keuzevak. Parallel aan het cursorische gedeelte loopt de integratiemodule en het vak Methoden van Organisatieverandering. Het semester wordt afgesloten met een integratieproject. In de integratiemodule werken studenten in groepen aan opdrachten die zijn ontleend aan de stof van het cursorisch onderwijs. Integratie van de verschillende inzichten is een belangrijk aandachtspunt. Studenten werken de opdrachten uit in een portfolio, aan de hand waarvan hun werk beoordeeld wordt. In deze portfolio wordt ook specifiek aandacht besteed aan reflectie op het leerproces in de bijeenkomsten en op de opdrachten.
77
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Opbouw semester 3.1 Bachelor Bedrijfswetenschappen SOCIOTECHNIEK SYSTEEMTHEORIE KNOWLEDGE MANAGEMENT KEUZEVAK
P r o j e c t
SYSTEEM EN ORGANISATIEVERANDERING (INTEGRATIEMODULE) METHODE VAN ORGANISATIEVERANDERING
Semestercoördinator Ir. L.J. Lekkerkerk Tel. (024) 3611931 e-mail:
[email protected] kamer: TvA 1.1.35 Semester 3.2 Innoverende organisaties Het studietraject voorafgaande aan semester 3.2 bevat vakken die zich enerzijds concentreren rond interne bedrijfsvoering en management, strategische opties en marktpositionering en anderzijds rond het ontwerpen en beoordelen van oplossingen voor problemen van organisaties. Theoretische reflectie en methodologische tools zijn de revue gepasseerd. Deze kennis en vaardigheden zijn voldoende om stabiele organisaties en de daarbij behorende routine in strategie, marketing en management te kunnen begrijpen. Wat nog te weinig aan bod kwam, zijn de noodzakelijke alertheid en slagkracht kenmerkend voor moderne ondernemende organisaties in een turbulente omgeving. Vandaar dat innovatie en innovatiemanagement de trefwoorden zijn van semester 3.2. Het karakter van dit semester kan het beste worden uitgedrukt in een drietal stellingen ten aanzien van: • inhoud: alle kennis en vaardigheden tot nu toe opgedaan zijn als bagage zeer zinvol, maar bij snelle veranderingen in bedrijf en omgeving is dat pakket niet voldoende om de continuïteit en de slagvaardigheid van het bedrijf te garanderen en te vergroten. Daarvoor heb je innovatie en het managen van innovatie nodig; • vorm en de probleemaanpak: je moet niet alleen de dingen goed doen, maar je moet vooral de goede vragen stellen om de goede dingen te kunnen doen; • toekomst: de bachelorthesis leidt tot nog meer vragen en ook tot het inzicht dat je voor een wetenschappelijke voortgang beargumenteerde meerkennis en vooral dieptekennis nodig hebt, zowel theoretisch als methodologisch. Deze drie elementen vormen tevens de steunpilaren voor en zijn de uitvalsbasis van de afsluitende bachelorthesis. 78
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Het programma bereidt voor op een succesvolle start in één van de specialisaties van de Masteropleiding Bedrijfswetenschappen. Het programma bevat twee cursussen en een aantal werkgroepen, dat het schrijven van de Bachelor Thesis ondersteunen. Innoverende organisaties richt zich op de inhoud en de diversiteit in verschijningsvormen van innovatie, innovatieve ondernemers en innovatieve ondernemingen. Methodologie en innoverende organisaties richt zich op de toepassing van verworven methodologische kennis en (onderzoeks)vaardigh eden. De werkterreinen van de masterspecialisaties fungeren logischerwijze als thema’s voor de bachelorthesis. Er zijn twee keuzevakken, een vrij en een gebonden keuzevak. Als gebonden keuzevakken zijn geregistreerd: • Arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen (voor AOV, SPM en IM) • Informatisering, besluitvorming en macht (voor KIM) • Financieel economisch management II (voor Strategie, Marketing en Bedec) Opbouw semester 3.2 Bachelor Bedrijfswetenschappen EEN VAN DE VOLGENDE DRIE CURSUSSEN (AFHANKELIJK VAN DE MASTERSPECIALISATIE): • FINANCIEEL-ECONOMISCH MANAAGEMENT II • ARBEIDSMARKT EN ARBEIDSVERHOUDINGEN (BEDRIJFSWETENSCHAPPEN)
PROJECT EN
• INFORMATIE, BESLUITVORMING EN MACHT
BACHELORTHESIS
KEUZEVAK INNOVERENDE ORGANISATIES (INTEGRATIEMODULE)
METHODOLOGIE EN INNOVERENDE ORGANISATIES
Semestercoördinator Drs. Arnoud van de Ven Tel. (024) 3613025 e-mail:
[email protected] kamer: TvA 1.1.42
79
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
3.4 Cursusbeschrijvingen Bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 1 Cursuscode BIN001 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 1 Semester 1 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Joosten, drs. H.W.M. Docenten drs H.W.M. Joosten Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen De doelstelling van Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 1 is studenten bekend maken met, inleiden in en interesse bijbrengen voor het brede vakgebied van de bedrijfswetenschappen, opdat studenten aan het eind van het semester een goed beeld hebben van dit vakgebied en kunnen beoordelen of de studie hen aanspreekt, en de opleiding kan beoordelen of de student het vereiste niveau heeft. Op de Blackboard-pagina van Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 1 is alle relevante (en actuele) informatie over dit vak te vinden, zo ook de eindtermen en meer specifieke doelstellingen. Cursusbeschrijving De Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 1 is, zoals de naam al zegt, een eerste kennismaking met dit brede vakgebied. Doel is studenten vertrouwd te maken met het perspectief van, de (basis)begrippen uit en de toepassing van de bedrijfswetenschap in de praktijk. Aan de orde komen zowel kennis van als denken over de organisatie. Thema’s zijn onder andere: perspectieven op de organisatie; structuur, cultuur, ontwerp en verandering van organisaties; organisatie en omgeving; strategisch management, besluitvorming, macht en conflict; communicatie, leiderschap en motivatie in organisaties. Bij dit vak en bij de beoordeling zal tevens gebruik worden gemaakt van tussentijdse opdrachten. Literatuur Hitt, Michael A., Black, J. Stewart, Porter, Lyman W. (2005). Management, International Edition. Pearson Education International. 1st edition (of later). ISBN 0-13-124851-0
80
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Onderzoeks- en interventiemethodologie A Cursuscode BPRA147 ECTS 6 Opleidingen PLAN SG MMW ECON BESTK POL BW Jaar 1 Semester 1 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Marle, drs. R.S.F. van Docenten prof. dr. J.A.M. Vennix drs. J. de Jong drs. J. Kamstra drs. R. van Marle Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Studenten kunnen: - de functie van wetenschappelijk onderzoek voor de managementwetenschappen aangeven mede in het licht van het onderscheid tussen onderzoeks- en interventiemethodologie; - de belangrijkste methodologische stromingen onderscheiden en een relevante uitleg geven aan basisbegrippen in empirisch wetenschappelijk onderzoek; - in gegeven casuïstiek adequate keuzes maken voor onderdelen van een eenvoudig onderzoeksvoorstel en deze keuzes adequaat beargumenteren. Cursusbeschrijving In de cursus worden inzichten opgedaan die de basis vormen voor het kunnen doen van wetenschappelijk verantwoord onderzoek. Naast wetenschapsopvattingen en belangrijke methodologische stromingen in empirisch onderzoek worden basisbegrippen behandeld zoals validiteit en betrouwbaarheid. Ook komen de diverse onderdelen aan bod van de empirische onderzoekscyclus. Een deel van de te verwerven methodologische inzichten wordt geoefend ten behoeve van het verwerven van vaardigheden, bijvoorbeeld het maken van onderzoeksvraagstellingen c.q. het afleiden van hypothesen, het ontwikkelen van conceptuele modellen, het operationaliseren van te onderzoeken eigenschappen, het selecteren van onderzoeksdesigns, waarnemingsmethoden en analysetechnieken. De cursus bestaat uit hoorcolleges (behandeling theoretische uitgangspunten), werkcolleges (opdrachten bespreken en feedback ontvangen) en zelfstudie. Literatuur Syllabus Prof. Dr. J. Vennix (2005)
81
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Academische vaardigheden (Bedrijfswetenschappen) Cursuscode BIN117BW ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 1 Semester 1 Blok 1 en 2 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Donkers, drs. H.W.H.A. Docenten Worden nog bekend gemaakt. Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Het vak Academische Vaardigheden (AV) is gericht op het verwerven en oefenen van een aantal basale wetenschappelijke vaardigheden. Deze zijn nodig om met succes een academische studie aan deze faculteit te doorlopen en om na de studie als academicus in een beroepspraktijk te kunnen functioneren. In de cursus AV gaat het om: Het primaire proces in de wetenschap Relevante wetenschappelijke vragen stellen Relevante, wetenschappelijk verantwoorde informatie verzamelen/ Wetenschappelijke informatie verwerken Wetenschappelijk verantwoorde conclusies trekken, wetenschappelijk verantwoord redeneren en argumenteren Resultaten van wetenschappelijk onderzoek presenteren. Cursusbeschrijving AV is een praktisch, door opdrachten gestuurd doe-vak met wekelijkse werkgroepbijeenkomsten. De AV-docent treedt ook op als coach/mentor van de studenten in een AV-groep. In de cursus worden algemene academische vaardigheden geoefend aan de hand van vakspecifieke inhouden. Literatuur Syllabus, te verkrijgen bij Boekanin. Economie van de Managementwetenschappen (Bedrijfswetenschappen) Cursuscode BCU194BW ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 1 Semester 1 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Drs. R. Minnaar 82
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Docenten
Prof.dr. E-M Sent Drs. F. van Beest Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Economen geloven duidelijk dat zij een significante bijdrage tot de bespreking en resolutie van vele belangrijke sociale kwesties kunnen leveren. De hoop is dat studenten tegen de tijd dat zij deze cursus beëindigd hebben met dit geloof akkoord zullen gaan. Na deze cursus beheersen zij de basisprincipes van de economische wetenschap en de economische taal met betrekking tot deze principes. De verworven vaardigheden zijn studenten in staat toe te passen op concrete beleidsvraagstukken. Cursusbeschrijving De methodes van economisch onderzoek kunnen wellicht het best beschreven worden als ”eclectisch,” hetgeen betekent dat zij van vele bronnen worden getrokken en vervolgens worden geselecteerd op basis van hun nut voor het onderwerp. Economen lenen van alle sociale wetenschappen om over menselijk gedrag te theoretiseren. Zij lenen van wiskunde om theorieën beknopt uit te drukken. En, tenslotte, lenen zij van statistiek om op basis van economische gegevens gevolgtrekkingen te maken over hypotheses die door economische theorie worden voorgesteld. Economen zijn geïnteresseerd in inzicht in menselijk gedrag niet alleen per se, maar ook wegens de beleidsimplicaties van deze kennis. Hoe kunnen we weten welke gevolgen te verwachten van veranderingen in openbaar beleid of economisch besluiten tenzij wij begrijpen waarom de mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen? Zoals in andere wetenschappelijke disciplines, is de theorie in economie een abstractie, of vereenvoudiging, van ontelbare complexe verhoudingen in de echte wereld. Denkend over sommige aspecten van gedrag, zullen de economen een model bouwen dat probeert om het betreffende gedrag te verklaren. De elementen van het model worden afgeleid uit economische theorie. Economen bestuderen het model om te zien welke hypothesen, of voorspellingen, door het model worden voorgesteld. Deze kunnen dan tegen economische gegevens worden gecontroleerd.
Literatuur
83
Meer algemeen komen vraagstukken inzake micro, macro en internationale economie aan de orde, bezien vanuit het perspectief van een bedrijfswetenschapper. Het betreft een “global approach” van de basisbeginselen der economische wetenschap. - Peter Earl & Tim Wakely, Business economics, London 2005, McGrawHill Companies, ISBN 0-07-7103920 - Robert L. Heilbronner, The wordly philosophers: The Lives, Times and ideas of the Great Economic thinkers, Touchstone, 7e editie, 1999, ISBN 0-684-86214-x
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 2 Cursuscode BIN002 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 1 Semester 1 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Kok, dr. R.A.W. Docenten Dr. R.A.W. Kok Dr. ir. N.G. Migchels Voorkennis Geen Keuzevak Nee Doelstellingen De doelstelling van deze cursus is studenten een eerste inzicht te geven in strategisch management, marketing en concurrentie in een internationale omgeving. Dit inzicht concentreert zich op het bewust worden van de afstemming die organisaties zoeken met deze omgeving. Hiervoor wordt aandacht besteed aan kennis over en vaardigheden voor de analyse van externe en de interne omgeving van de organisatie vanuit de gedachte te komen tot een optimale strategieformulering. Cursusbeschrijving De cursus (voorheen Principles of Marketing and Strategy geheten) bouwt voort op de cursus Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 1. De cursus beslaat het thema strategische analyse van de externe en interne omgeving voor beslissingen op het gebied van strategisch management en marketing. Beslissingen op dit gebied gaan vooral over de vraag hoe de organisatie haar activiteiten op de omgeving kan afstemmen. In het bijzonder gaat het om de richting waarin organisaties zich begeven en de manier waarop ze klanten en andere maatschappelijke belanghebbenden tevreden stellen in een dynamisch veld van concurrentie en internationalisering. Dan kun je denken aan de volgende vragen waar managers, bijv. in een telefoonbedrijf, mee bezig zijn. Willen de consumenten in China dezelfde mobiele telefoons als in Nederland? Aan welke wettelijke regelingen en maatschappelijke eisen moet de productie van mobiele telefoons voldoen? Hoe proberen we onze mobiele telefoons te onderscheiden van die van concurrenten? Voor de beantwoording van die vragen hebben managers gegevens nodig over de externe omgeving zoals bijv. sociaal-culturele, demografische, economische en politieke (internationale) situatie. Ook betreft het gegevens over de concurrentiekracht van een bedrijfstak en psychologische eigenschappen van klanten. Daarnaast zijn gegevens nodig over de interne omgeving zoals de kerncompetenties die organisaties kunnen aanspreken om klanten concurrerend te bedienen. 84
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Literatuur
Wetenschappelijke onderzoekers besteden veel aandacht aan de moeilijke vragen waarvoor managers zich gesteld zien. Ze proberen bijv. te doorgronden hoe managers een externe omgeving kunnen beschrijven, hoe managers de psychologische eigenschappen van klanten in kaart kunnen brengen en welke beslissingen managers kunnen nemen om succesvol op veranderingen in de omgeving te reageren. In deze cursus ga je als student aan de slag met dit soort vragen. Je verkrijgt basiskennis over belangrijke begrippen en uitgangspunten binnen strategisch management, marketing en concurrentie in een internationale en maatschappelijke omgeving. Daarnaast verkrijg je als student kennis en vaardigheden om aan de hand van theoretische modellen en casegegevens uit de managementpraktijk de externe en interne omgeving te beschrijven en analyseren. De cursus bestaat uit een aantal hoorcolleges aangevuld met een aantal werkcolleges. Tijdens deze werkcolleges zal een praktische uitwerking aan de theorie worden gegeven met behulp van case-opdrachten. Voor recidivisten: deze cursus vervangt de cursus Principles of Marketing and Strategy (BCU289). Wordt voor aanvang van de cursus bekendgemaakt.
Inleiding in Accounting en Finance (Bedrijfswetenschappen) Cursuscode BCU189BW ECTS 6 Opleidingen BW, RM (oud) Jaar 1 en 3 Semester 2 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Verschoor, prof. dr. W.F.C. Docenten Drs. R.J. Beaumont Drs. R. Minnaar Drs. A. Muller Prof. Dr. W.F.C. Verschoor Voorkennis Geen Keuzevak Ja Doelstellingen Studenten kennis bijbrengen en praktisch laten oefenen met technieken en calculaties op het gebied van financiering en accounting. Studenten inzicht geven in de organisatorische en bedrijfseconomische relevantie van deze technieken en van hun toepassingen. Cursusbeschrijving Het vak inleiding accounting & finance geeft een grondige inleiding in de organisatorische en bedrijfseconomische betekenis van instrumenten, technieken en regelgeving op het gebied van accounting en financiering. Accounting betreft het verstrekken van bedrijfseconomische informatie 85
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
aan belanghebbenden, zowel binnen als buiten de organisatie. Financiering betreft de financiering van organisatieactiviteiten. Dit vak gaat in op de rol en betekenis van de financieel manager op de kapitaalmarkt, alsmede de verschillende vermogensvormen die hierbij ter beschikking staan om investeringen te financieren, zoals aandelenvermogen, obligatieleningen en ingehouden winsten. J. Zimmermann, Accounting for Decision Making and Control (laatste druk), Irwin, McGraw-Hill, Boston. Gray, S.J. en B.E. Needles, Financial Accounting, A Global Approach, 1999, Houghton Mifflin Company, Boston. Ross, Westerfield & Jaffe, Corporate Finance, 7e druk, McGraw-Hill, Irwin.
Onderzoeks- en interventiemethodologie B Cursuscode BPRA146 ECTS 6 Opleidingen PLAN SG MMW RE BESTK ECON POL BW Jaar 1 Semester 2 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Jacobs, dr. H.A.G.M. Docenten C. Visscher Voorkennis geen Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten zijn aan het einde van de cursus in staat: * de basiselementen en eenvoudige procedures uit de beschrijvende en verklarende statistiek adequaat toe te passen, mede met behulp van het programma SPSS * resultaten van eenvoudige procedures uit de beschrijvende en verklarende statistiek adequaat te interpreteren * keuzes bij het uitvoeren van statistische procedures en de interpretatie van de resultaten adequaat te onderbouwen Cursusbeschrijving In de cursus leren studenten praktisch omgaan met het statistische software programma SPSS. De onderwerpen die besproken zijn onder meer: * steekproeven, kansen en variabelen, schattingen van kenmerken van een populatie, kruistabelanalyse, correlaties, eenvoudige (multipele) regressie, verschillen in gemiddelden en tijdreeksen Literatuur McClave, J. Y., Benson, P. G. & T. Sincich (2003). Statistiek. Een inleiding voor het hoger onderwijs (achtste editie, tweede druk), Pearson Education/Prentice Hall, ISBN: 90-430-0501-0
86
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
A. de Vocht (2004). Basishandboek SPSS 12. Bijleveld Press. ISBN: 9055481300 Aanbevolen: Mathijssen, A. & M. te Grotenhuis (2004). Basiscursus SPSS (versie 10, 11 en 12). Assen: Van Gorcum. ISBN: 90 232 4049 9 Filosofie van de Managementwetenschappen Cursuscode BIN118 ECTS 6 Opleidingen BW ECON BESTK POL PLAN SG MMW Jaar 1 Semester 2 Blok 1 en 2 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Wissenburg, prof. dr. M.L.J. Docenten Prof. Dr. G.E. Lock en anderen Voorkennis Geen Keuzevak Nee Doelstellingen De studenten in staat te stellen een antwoord te geven op o.a. de volgende vragen: Wat is management en governance, in een wereld waar de grenzen tussen publieke en private sferen aan het vervagen zijn, respectievelijk nieuw moeten worden getrokken? Wat zijn de vooronderstellingen van management? Kan management ’rationeel’ zijn, en in welke betekenis van de term rationaliteit? In hoeverre kan management zelf ’wetenschappelijk’ zijn? Welke rol is dan weggelegd voor intuïtie? Heeft de manager een verplichting om rechtvaardigheid na te streven; zo ja, binnen welke institutionele grenzen en volgens welke definitie van deze term? Wat is de relatie tussen management als wetenschap en de praktische taak van management in de real-world? Cursusbeschrijving In de cursus Filosofie komen aan de orde: * Het begrip management en kernbegrippen die van belang zijn bij het ’managen’, zoals organisatie, efficiency, werk, waarde, winst, leiderschap, motivatie, stakeholdership, maar ook government, governance, macht, beleid, bestuur, organisatie e.d.; * De manier waarop het idee en de werkelijkheid van management worden weerspiegeld niet alleen in de academische wereld maar ook in de massamedia, de politieke sfeer, de publieke opinie enz.; * Het mogelijke gebruik van specifiek filosofische kennis en technieken in het analyseren van de theorie en praktijk van management; * De toepassing van filosofische kennis en technieken in verband met dringende normatieve kwesties die zich voordoen in de managementpraktijk (in de privé- en publieke sectoren), zoals het vaststellen van de criteria voor het bepalen van (korte- en lange-termijn) persoonlijke en 87
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
organisatorische doelen, loyalty en whistle-blowing, de sociale betrokkenheid van bedrijven, maatschappelijke neveneffecten van ruimtelijk handelen, het probleem van ’vuile handen’ etc.; * Algemene kennis over de geschiedenis van de filosofie, en over filosofische en wetenschapstheoretische kernthema’s. M. van Hees, E. de Jonge, L. Nauta, Kernthema’s in de Filosofie, Boom 2003 (zelf aan te schaffen). Diverse teksten die via Blackboard ter beschikking zullen worden gesteld.
Project: De lerende organisatie Cursuscode BPRO100 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 1 Semester 2 Blok 1 en 2 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen + werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Visser, dr. M. Docenten dr. M. Visser en anderen Voorkennis Geen Keuzevak Nee Doelstellingen Het project heeft twee centrale doelstellingen, een inhoudelijke en een methodologische. De inhoudelijke doelstelling luidt: ‘Na afloop heb je kennis over en inzicht in (drie perspectieven op) het concept lerende organisatie verworven en kan je tenminste één van die perspectieven toepassen in een empirisch onderzoeksplan.’ De methodologische doelstelling luidt: ‘Na afloop kan je een onderzoeksplan schrijven, waarin de consequenties van de keuze voor een bepaalde vorm van onderzoek voor de doelstelling, operationalisering, wijze van dataverzameling en bewerking van de verzamelde data op een consistente en helder beredeneerde wijze worden beschreven.’ Cursusbeschrijving Deelnemers aan dit project maken eerst kennis met het concept Lerende Organisatie in vijf werkgroepbijeenkomsten, die tevoren moeten worden voorbereid. Daarna gaan de deelnemers verder in tweetallen en bereiden zij onder begeleiding van hun projectdocent een onderzoeksopzet voor. Hierin wordt naast het concept Lerende organisatie een beredeneerde keuze gemaakt voor een methodologische onderzoeksaanpak. Het project bouwt zo expliciet voort op Academische Vaardigheden en Onderzoeksen Interventiemethodologie uit semester 1.1. Literatuur Studentenhandleiding en literatuurbundel
88
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Organisatietheorie I Cursuscode BCU007 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 1 Semester 2 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Christis, dr. J.H.P. Docenten Jac. Christis en Max Visser Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Eerste kennismaking met organisatietheorie als praktisch georiënteerde interdiscipline. Na de cursus hebben de studenten inzicht * in de verschillende disciplinaire (sociologische, economische, psychologische, juridische enzovoort) perspectieven op organisaties * in de verschillende manieren waarop deze perspectieven gecombineerd worden in vormen van interdisciplinaire organisatietheorie * in de betekenis daarvan voor het analyseren van bedrijfskundige vraagstukken Cursusbeschrijving In de cursus komen achtereenvolgens aan bod 1. De plaats van organisatietheorie in de bedrijfskunde (als stam van de bedrijfskunde die de wetenschappelijke monodisciplinaire wortels ervan verbinden met de probleemgerichte takken of bedrijfskundige deeldisciplines) 2. Het ontstaan van en programma van de organisatietheorie als praktisch georiënteerde interdiscipline aan de hand van het boek ‘Administrative Behavior’ van Simon 3. De verdere ontwikkeling ervan aan de hand van het boek ‘Organizations in action’ van Thompson en de Transactiekosten Economie (TCE) van Williamson (waarin economie, organisatietheorie en recht op een specifieke manier gecombineerd worden) Het accent van de cursus ligt vooral op het reconstrueren van de principes die aan de verschillende benaderingen ten grondslag liggen en op het schetsen van de context waarin deze benaderingen zijn ontstaan en bediscussieerd. Literatuur Simon H. (1947/1997) Administrative Behavior. Fourth Edition. New York: The Free Press. ISBN 0684835827 Thompson, J. (1967/2003) Organizations in action. With a new preface by Mayer N. Zald. New Brunswick and London: Transaction Publishers. ISBN 0765809915 Reader 89
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Operations Management and Logistics Course code BCU201A ECTS 6 Programme BW, RM (oud) Year 2 en 3 Semester 1 Period 1 Specialization Test Written exam Language English Course coordinator Barbonis, dr. P.A. Lecturers Dr P A Barbonis Entry level None Optional course Yes Objectives To equip students with a knowledge of the basic principles of operations management, and of logistics by examining the concepts, procedures, methods and technologies used by managers, administrators and employees involved in the operations of any organization, be it a manufacturing, or a service organization, irrespective of it being a profit or non-profit organization. Course description The course attempts to give an overview of some of the more important issues in the field of operations management and logistics, all within a strategic context. Amongst the topics to be covered are the following: strategy (which serves a unifying link to the various aspects of operations management and logistics), global operations, service operations, design of goods and services, as also process strategy. Other topics include layout, location, inventory management, materials requirements planning, quality, customer services, physical distribution, and linear programming and/or the transportation algorithm of LP. Other topics like simulation and queuing theory could be included. The emphasis in logistics will be on supply chain management issues. The course will be delivered in English, using English-language books. The examinations will be in English also. Literature To be announced Human Resource Management Cursuscode BCU008 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma en 2 Semester 1 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen 90
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Taal Nederlands Cursuscoördinator Nijs, dr. W.F. de Docenten prof. dr.W.F de Nijs /drs. J.Groot prof.dr. M.Schoemaker en eventueel gastdocenten Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Het doel van deze cursus is studenten vertrouwd maken met de belangrijkste en meest recente theorieën en analysemodellen op het gebied van menselijk gedrag in arbeidsorganisaties en inzicht geven in de praktijken van organisaties om dit gedrag af te stemmen op de doelen van de organisatie. Dit proces van afstemming kan worden beschouwd als het kernvraagstuk van human resource management. Cursusbeschrijving Human Resource Management (HRM) en organizational Behavior zijn altijd al belangrijke thema’s geweest, zowel voor managers en adviseurs als voor wetenschappelijke onderzoekers in arbeids en organisatievraagstukken. Maatschappelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen in de afgelopen jaren plaatsen deze thema’s in een nieuw licht. De opkomst van de kenniseconomie, het toenemende belang van de ’menselijke factor’ in de concurrentiepositie van organisaties en de noodzaak tot meer klantgericht en dynamisch organiseren stellen hoge eisen aan het management van personeel en organisatie: er is behoefte aan flexibel inzetbaar personeel en aan vergroting van het innovatievermogen van de organisatie. In dit vak wordt de thematiek van HRM en organizational behavior belicht vanuit meerdere invalshoeken, waarbij niet alleen recente theorieën worden besproken, maar ook de ’wortels van het vak’ aan bod komen. Aan bod komen thema’s als: De ontwikkeling van personeelsmanagement naar human resource management,de belangrijkste modellen en concepten van HRM, HRM als onderscheidende discipline in het domein van employment relations, nieuwe strategische vraagstukken op het gebied van HRM in relaties tot organisatievernieuwing: teams, cultuur, diversiteit, beloning, work-life balance e.d. meer. De cursus wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges ondersteund met (discussie)opdrachten per thema en eventueel werkcolleges. Literatuur Wordt nog bekend gemaakt. Informatie en Control Cursuscode BCU009 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 2 Semester 1 Blok 2 Specialisatie 91
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis
schriftelijk tentamen Nederlands Hoeken, ir. P.P.W.M. - ir. P.P.W.M. Hoeken - Inleiding in de bedrijfswetenschappen - Inleiding Accounting en Finance - Principles of marketing and strategy - Academische vaardigheden Keuzevak Ja Doelstellingen Iedere organisatie heeft al dan niet computerondersteunde informatiesystemen, die de bedrijfsprocessen ondersteunen. De student doet kennis op van de relatie tussen informatie en beslissen, (geautomatiseerde) bedrijfsinformatiesystemen, het specificeren van informatiebehoeften, het ontwerpen van informatievoorziening en de relatie met andere management disciplines. Het geleerde stelt de student in staat een oordeel te vormen over de aansluiting van de informatievoorziening op de processen en de inrichting van de betreffende organisatie. De student is in staat is effectief te communiceren met specialisten en dienstverleners, die worden betrokken bij interventies, die consequenties hebben voor de informatievoorziening. Het ondersteunen van bedrijfsprocessen met behulp van informatiesystemen heeft uiteindelijk tot doel organisaties ‘in control’ te krijgen. Accounting is van oudsher een discipline die gericht is op het ‘in control’ krijgen van organisaties door middel van het verzamelen, verwerken en verstrekken van financiële- maar ook niet-financiële informatie, ten behoeve van het nemen van beslissingen door het management van een organisatie. Een deel van de colleges zullen zich dan ook richten op de koppeling van accounting informatie aan verschillende besturingsvraagstukken. Cursusbeschrijving Details over de opzet van de cursus worden tijdig op Blackboard bekend gemaakt. Literatuur De aan te schaffen literatuur verschijnt tijdig op Blackboard. Kwalitatieve onderzoeksmethodologie Cursuscode BPRA347 ECTS 6 Opleidingen BW, RM (oud), RM (nieuw) Jaar 2 en 3 Semester 1 Blok 2 Specialisatie RM Tentamenvorm schriftelijk Taal Nederlands Cursuscoördinator Peters, dr. V.A.M. 92
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Docenten
Dr. V.A.M. Peters en anderen Voorkennis Onderzoeks en Interventiemethodologie Keuzevak Ja Doelstellingen Na het behalen van deze cursus hebben deelnemers inzicht in wat kwalitatief onderzoek is en welke vormen er zijn. Daarnaast hebben zij vaardigheid in het ontwerpen van een kwalitatief onderzoek en in het analyseren van kwalitatief onderzoeksmateriaal. Cursusbeschrijving In de te bestuderen literatuur en tijdens de colleges wordt ingegaan op enkele belangrijke benaderingen binnen het kwalitatieve onderzoek, met name het interpretatieve onderzoek (volgens de grounded theory approach), (vergelijkend) case study onderzoek en het kwalitatieve survey. Deelnemers oefenen met het ontwerpen van een kwalitatief onderzoek (bv. volgens de case study strategie). In dat kader leren zij (a) te onderscheiden voor welke typen onderzoeksvragen kwalitatief onderzoek (extra) geschikt is, en (b) via welke strategieën en soorten gegevens deze vragen op methodologisch verantwoorde wijze zijn te beantwoorden. In de cursus zal met name worden ingegaan op de vraag wat het kwalitatieve onderzoek zo bijzonder maakt, zoals van het verloop van het onderzoeksproces, de rol van theorie in het onderzoek, de rol van de onderzoeker, de selectie van te onderzoeken eenheden, en dergelijke. Voorts komen aan de orde (kwalitatieve) methoden voor het genereren van onderzoeksmateriaal, zoals het open en gespreksinterview, systematische observatie en kwalitatieve inhoudsanalyse. Ook maken deelnemers kennis met de wijze waarop deze methoden elkaar kunnen ondersteunen (triangulatie). Met kwalitatieve inhoudsanalyse en met systematische observatie wordt via het uitvoeren van opdrachten tijdens de cursus geoefend. Voor het opbouwen van vaardigheden in kwalitatieve vormen van interview wordt verwezen naar trainingen op dat gebied. In dit kader van het genereren van onderzoeksmateriaal komen ook aan bod methoden en procedures voor kwalitatieve steekproeftrekking (purposive sampling). Tenslotte worden behandeld strategieën en procedures voor het analyseren van kwalitatief onderzoeksmateriaal. In dit kader oefenen de deelnemers met strategieën van case-vergelijking (case study), het gebruik van sensitizing concepts en vormen van codering (grounded theory approach), kwalitatieve inhoudsanalyse voor het verwerken en analyseren van (a) antwoorden op open vragen en (b) geschreven en audiovisueel materiaal (kwalitatief survey). Tevens oefenen de studenten met een computerprogramma ter ondersteuning van de analyse van kwalitatief materiaal (Kwalitan). Speciale aandacht zal worden geschonken aan de kwaliteit van kwalitatief onderzoek: wat kun je als onderzoeker doen om te waarborgen dat het onderzoek voldoet aan de gangbare criteria voor wetenschappelijk onderzoek: betrouwbaarheid en geldigheid. 93
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
Er is wekelijks een interactief college, waarin inzichten worden overgedragen, en waarin de deelnemers leesopdrachten krijgen, gevolgd door oefenopdrachten waarbij ze de gelezen en gedoceerde stof toepassen op een aangeboden, respectievelijk een door henzelf gekozen casus. Voorlopige literatuur: Ragin, C. 1994. Constructing social research: the unity and diversity of methodologies. Wester F., Peters V. 2004. Kwalitatieve analyse: uitgangspunten en procedures.
Kwantitatieve onderzoeksmethodologie Cursuscode BPRA247 ECTS 6 Opleidingen BW, RM (nieuw) Jaar 2 Semester 2 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Jacobs, dr. H.A.G.M. Docenten E. Jacobs R. van Marle Voorkennis Onderzoeks en Interventiemethodologie (BPRA145) Statistiek (BPRA144) Keuzevak Nee Doelstellingen De studenten kunnen aan het einde van de cursus: * basiselementen en -procedures uit de methodologie, en beschrijvende en toetsende statistiek adequaat toepassen op onderzoeksproblemen * basiselementen en statistische analyseresultaten adequaat interpreteren * enkele geavanceerde analysetechnieken uitvoeren en de resultaten ervan adequaat interpreteren * keuzes en interpretaties bij de toepassing van elementen uit M&T en statistiek adequaat kunnen beargumenteren Cursusbeschrijving In deze cursus worden methoden van onderzoek en analysetechnieken gekoppeld aan onderzoeksvragen op het gebied van bedrijfswetenschappen. De volgende onderdelen komen aan de orde: * onderzoeksdesigns, probleemstelling, conceptualiseren, operationaliseren, * vragen-/topiclijstconstructie, * schalingstechnieken: scalogram analyse, factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse * toetsen voor verschillen tussen groepen voor nominale, ordinale en metrische variabelen (non-parametrische toetsen en variantieanalyse), 94
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Literatuur Strategie Cursuscode ECTS Opleidingen Jaar Semester Blok Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
* toetsen voor samenhang tussen variabelen van verschillende meetniveaus; Cramer’s V, Phi, Eta, Rs, R * multipele regressie en testen voor assumpties (lineariteit, multicollineariteit, homoscedasticiteit) De cursus is ingericht volgens de fasen van de empirische cyclus. De stappen worden telkens met elkaar in verband gebracht, vandaar dat in de eerste drie hoorcolleges uitgebreid aandacht wordt besteed aan de eerste fasen van het onderzoek. Een belangrijke focus ligt op het in verband brengen en toepassen van de verschillende methodische en statistische onderdelen en het onderbouwen van keuzes en interpretaties. Wordt nader bekend gemaakt.
BCU012 6 BW, ECON, RM (oud), RM (nieuw) 2 en 3 2 1 Schriftelijk tentamen Nederlands Schrijver, drs. I.D. docenten: Prof. Dr. A. Godfroij, Drs. I. Schrijver Principles of Marketing and Strategy Nee Kennis: - Met eigen woorden correct kunnen weergeven van begrippen, theorieën en zienswijzen op het gebied van strategie - Overeenkomsten en verschillen beschrijven tussen diverse theorieën Vaardigheden: - Het kunnen toepassen van vakkennis op praktijksituaties - Met anderen een debat kunnen voeren over strategische vraagstukken Houding: - Kritische, analytische, flexibele en creatieve mind-set, die vraagtekens durft te zetten bij ‘ vanzelfsprekendheden’ binnen het vakgebied Bedrijfswetenschappen en in het bijzonder strategie Cursusbeschrijving Strategisch management richt zich in de eerste plaats op de koers van de organisatie, de plaatsbepaling ten opzichte van actoren in de omgeving en het ontwikkelen van eigenschappen die het succesvol opereren van de organisatie in de toekomst mogelijk maken. Met name dit laatste vraagt om een creatieve flexibele houding. Vaak echter wordt strategie gezien als een serie analyse-instrumenten om de interne en externe omgeving in kaart te brengen om met de verkregen kennis een beargumenteerde 95
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur Marketing Cursuscode ECTS Opleidingen Jaar Semester Blok Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten
keuze te maken voor een specifieke strategie. De gekozen strategie wordt vervolgens geïmplementeerd. Strategie is echter geen invuloefening. Er zijn verschillende visies over de manier waarop strategie het beste vorm kan krijgen. Tijdens deze cursus is er veel aandacht voor de verschillende perspectieven die er zijn op het gebied van strategisch management. Aan de hand van verschillende kernthema’s, zoals het strategieproces, de inhoud en context van strategie komen deze verschillende visies aan bod. Hierbij maken we veel gebruik van de originele artikelen, zodat je de ideeën en theorieën van invloedrijke personen in het vakgebied Strategie uit de eerste hand hoort. Let wel, wij trekken geen conclusie voor je over de beste manier waarop strategisch management vorm kan krijgen, dat mag je zelf doen. Tijdens de cursus worden hoorcolleges en casebesprekingscolleges aangeboden. wordt later bekend gemaakt via blackboard
BCU2008 6 BW, RM (oud) 2 en 3 2 2 schriftelijk tentamen Nederlands Migchels, dr. ir. N.G. drs. H. Joosten dr. ir. N. Migchels Voorkennis Principles of Strategy and Marketing/Inleiding Bedrijfswetenschappen II Keuzevak Ja Doelstellingen Inzicht geven in de rol van marketing binnen een klantgerichte organisatie. Kennis en inzicht in de theoretische achtergrond van de verschillende onderdelen van de marketing mix. Kunnen toepassen van de ontwikkelde kennis op praktijksituaties. Cursusbeschrijving De cursus bouwt voor op de kennis die in het vak PSM is opgedaan. De situatie in de externe omgeving en de bestaande doelgroepen zullen als gegeven worden beschouwd. Binnen de cursus zal worden ingegaan op het ontwikkelen van loyaliteit en relaties met klanten. De marketing mix (product, plaats, prijs, promotie) integreert de vier belangrijkste aandachtsgebieden om het aanbod richting te klant te kunnen manipuleren. De cursus maakt je vertrouwd met de belangrijkste concepten en theoretische achtergronden binnen deze vier onderdelen. 96
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Literatuur
De cursus bestaat uit een aantal hoorcolleges waar toelichting op de stof zal worden gegeven. In een aantal werkcolleges zal worden ingegaan op de toepassing van de stof aan de hand van praktijkcases. wordt bekend gemaakt via Blackboard
Project: Management Game Cursuscode BPRO344A ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 2 Semester 2 Blok 2 Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Peters, dr. V.A.M. Docenten Dr. V.A.M. Peters Voorkennis In het managementgame wordt een beroep gedaan op alle kennis die in de voorafgaande semesters aan de orde is geweest. Keuzevak Ja Doelstellingen Het managementgame is het afsluitende project van semester 2.2. In het managementgame passen de deelnemers alle kennis en vaardigheden toe die zij in de disciplinaire vakken uit de voorgaande semesters hebben opgedaan. Zij moeten deze kennis en vaardigheden toepassen bij het leiden van een (fictief) bedrijf. Uiteindelijk moeten zijn een ondernemingsplan schrijven voor deze onderneming. Cursusbeschrijving Het project bestaat uit een management game over een bedrijf met de illustere naam ’Lumiere’. Het is een levensecht ’game’. Alles wat aan beslissingen genomen moet worden in zo’n bedrijf en alle informatie die je nodig hebt om te managen en strategische beslissingen van het bedrijf te onderbouwen en te sturen, worden in dit spel aangereikt. Het succes van de bedrijfsvoering tijdens dit managementgame is voor een belangrijk deel gebaseerd op theorieën, concepten en benaderingen die je tijdens de disciplinaire vakken in dit en het vorige semester hebt opgedaan. Literatuur geen Sociotechniek Cursuscode ECTS Opleidingen Jaar Semester Blok Specialisatie 97
BCU242 5 BW, RM (oud) 3 en 4 1 n.v.t.
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten
schriftelijk tentamen Nederlands Lekkerkerk, ir. L.J. Hans Lekkerkerk Pierre van Amelsvoort Voorkennis Kennis opgedaan in jaar 1 en 2 van de opleiding bedrijfskunde Keuzevak Ja Doelstellingen De cursus Sociotechniek heeft als belangrijkste doel studenten kennis te laten maken met de mogelijkheden (en beperkingen!) van de sociotechniek. De behandeling van de sociotechniek vindt plaats binnen het bredere kader van het analyseren en oplossen van bedrijfskundige problemen. De docenten stellen zich ten doel dat studenten zich de volgende competenties eigen maken: - typische bedrijfskundige problemen op sociotechnische wijze diagnosticeren, analyseren en verklaren; - de implicaties van het sociale arbeidsbeleid van bedrijven en instellingen beschrijven en beoordelen in termen van kwaliteit van de arbeid; - de principes en uitgangspunten van de sociotechnische ontwerptheorie kennen en de ontwerpregels toepassen in uiteenlopende bedrijfssituaties; - het belang en de waarde van het werken in zelfsturende teams inschatten; - het spanningsveld tussen ontwerpen en invoeren/veranderen van arbeidsorganisaties naar waarde inschatten. - de cruciale rol van modern leiderschap onderkennen; - de toepassingen van sociotechniek in de praktijk analyseren, beoordelen en desgewenst verbeteren. Cursusbeschrijving De cursus Sociotechniek heeft als belangrijkste doel studenten kennis te laten maken met de mogelijkheden (en beperkingen!) van de sociotechniek. De behandeling van de sociotechniek vindt plaats binnen het bredere kader van het analyseren en oplossen van bedrijfskundige problemen. De docenten stellen zich ten doel dat studenten zich de volgende competenties eigen maken: - typische bedrijfskundige problemen op sociotechnische wijze diagnosticeren, analyseren en verklaren; - de implicaties van het sociale arbeidsbeleid van bedrijven en instellingen beschrijven en beoordelen in termen van kwaliteit van de arbeid; - de principes en uitgangspunten van de sociotechnische ontwerptheorie kennen en de ontwerpregels toepassen in uiteenlopende bedrijfssituaties; - het belang en de waarde van het werken in zelfsturende teams inschatten; - het spanningsveld tussen ontwerpen en invoeren/veranderen van arbeidsorganisaties naar waarde inschatten. - de cruciale rol van modern leiderschap onderkennen; - de toepassingen van sociotechniek in de praktijk analyseren, beoordelen 98
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Literatuur
en desgewenst verbeteren. Kuipers, H. & P. van Amelsvoort (1996) Slagvaardig organiseren Kluwer Bedrijfswetenschappen Deventer
Methoden van organisatieverandering Cursuscode BPRA325 ECTS 5 Opleidingen BW, RM (oud) Jaar 3 en 4 Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen + werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Kieft, drs. M.A. Docenten Mario Kieft Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Je verwerft inzicht in * relevante theorieën en benaderingen op het terrein van de veranderkunde * verschillende veranderingsbenaderingen en hun betekenis voor de opzet van een veranderingtraject en de in te zetten methoden * verschillende interventiemethoden die ingezet kunnen worden bij veranderingstrajecten en hun kenmerken * factoren die bepalend zijn voor de adequate keuze van een methoden en technieken in veranderingstrajecten * uiteenlopende rollen die een adviseur in een veranderingstraject kan innemen. Je verkrijgt vaardigheden in * het opzetten van participatieve verandertrajecten * het bepalen van een veranderstrategie en het formuleren van een interventieplan, gegeven de concrete omstandigheden van een case * opzetten van een concrete interventieactiviteit, gebruikmakend van de aangeboden methoden en technieken * het verantwoorden van een gekozen interventieopzet vanuit gekozen theoretische invalshoeken en praktische omstandigheden. Algemene competenties De cursus stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan het verwerven van de volgende eindcompetenties: * Leren van de ”taal” van het vakgebied; * Analyseren van complexe problemen met betrekking tot de inrichting en besturing van organisaties; * het beheersen van organisatie-interne processen en ontwerpen van 99
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
oplossingen voor complexe organisatieproblemen; * Organisatiestructuren (her)ontwerpen en organisatieveranderingen mede begeleiden; * Het volgens wetenschappelijke normen leren rapporteren en presenteren van uitgewerkte opdrachten; * Professioneel samenwerken. Cursusbeschrijving De cursus Methoden van Organisatieverandering bouwt voort op voorgaande interventiemethoden-cursussen. Inhoudselementen uit al deze cursussen worden als input meegenomen en zullen worden aangevuld en uitgebreid met methoden en technieken die bruikbaar zijn tijdens het ontwikkelen en uitvoeren van veranderingstrajecten. Doelstelling van die cursus is het ontwikkelen van veranderkennis en -vaardigheden. Er wordt geoefend met een veranderkundige benadering van ontwerpvraagstukken. Het biedt in dit opzicht een gereedschapskist die tools levert voor de andere vakken in het semester. Literatuur Caluwé, L. de, H. Vermaak, Leren Veranderen; een handboek voor de veranderkundige, Alphen a/d Rijn: Samson, 2000, ISBN: 90 140 6158 7 En aanvullende artikelen via black board Project: Systeem en organisatieverandering Cursuscode BPRO348 ECTS 4 Opleidingen BW, RM (oud) Jaar 3 en 4 Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Lekkerkerk, ir. L.J. Docenten ir. L.J. Lekkerkerk en anderen Voorkennis vakken semester 3.1 Keuzevak Nee Doelstellingen Leren omgaan met en integreren van de stof van de semestervakken. Cursusbeschrijving In het project doorlopen studenten aan de hand van een papieren case de interventiecyclus: zij maken een diagnose van de -al dan niet structuurgebonden - problemen van het casebedrijf. Vervolgens ontwerpen ze een nieuwe organisatiestructuur en ten slotte ontwikkelen ze een interventiestrategie met advies aan de directie. Dit alles gebaseerd op de geïntegreerde kennis uit de cursorische vakken (Kennismanagement, Sociotechniek, Systeemtheorie en Methoden van Organisatieverandering). Literatuur Reader
100
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Systeem en organisatieverandering (integratiemodule) Cursuscode BIM299 ECTS 4 Opleidingen BW, RM (oud) Jaar 3 en 4 Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Lekkerkerk, ir. L.J. Docenten Karel Dekker, Paul Hendriks, Paul Hoeken, Marc van Hooft en anderen Voorkennis Stof van de semestervakken Keuzevak Nee Doelstellingen Cursusbeschrijving In de integratiemodule werken studenten in groepen aan opdrachten die zijn ontleend aan de stof van het cursorisch onderwijs (Kennismanagement, Sociotechniek, Systeemtheorie en Methoden van Organisatieverandering). Integratie van de verschillende inzichten is een belangrijk aandachtspunt. Studenten werken de opdrachten uit in een portfolio, aan de hand waarvan hun werk beoordeeld wordt. In dit portfolio wordt ook specifiek aandacht besteed aan reflectie op het leerproces in de bijeenkomsten en op de opdrachten. Literatuur Systeem en Organisatieverandering semester 3.1, studentenhandleiding semester en integratievak Systeemtheorie Cursuscode ECTS Opleidingen Jaar Semester Blok Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
101
BCU243 4 BW, RM (oud) 3 en 4 1 n.v.t. schriftelijk tentamen Nederlands Vriens, dr. D.J. dr. D. Vriens Geen Ja kennis: * basisbegrippen uit de klassieke systeemtheorie (cybernetica)en sociale systeemtheorie * kennismaking met relevante systeemtheoretische raamwerken zoals het
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
VSM van Beer en ontwerptheorie van de Sitter vaardigheden * in staat zijn om zelfstandig na te denken over (het omgaan met) complexiteit van en in organisaties Cursusbeschrijving In deze cursus worden organisaties beschouwd vanuit de systeemtheorie. Op basis van deze beschouwingswijze kunnen organisaties worden begrepen als systemen en kunnen uitspraken worden gedaan over het reguleren van organisaties. Met behulp van de cybernetica, zoals ontwikkeld door Ashby, worden algemene begrippen en inzichten van de systeemtheorie uitgelegd. Daarna worden verschillende toepassingen daarvan behandeld en zal gekeken worden naar organisaties als sociale systemen. Literatuur Reader systeemtheorie Knowledge Management (English) Course code BCU287 ECTS 4 Programma BW, RM (oud) Year Schakelprogramma, 3 en 4 Semester 1 Period n.v.t. Specialisation Test written exam + paper Language English Course coordinator Hendriks, dr. P.H.J. Lecturers dr. P.H.J. Hendriks Entry level General knowledge of theories on organizations, organizational behavior and management Optional course Yes Objectives The objectives of the course are: Gaining an understanding of the intrinsics of a knowledge management perspective on organizations and coming to grips with the variety of subjects addressed when such a perspective is taken. Developing skills and insights involved in becoming a participant in knowledge management debates. Developing an ability to interpret scientific texts from a knowledge management perspective, and to share the knowledge produced by that interpretation via adequate knowledge externalization. Based on the insights gained in the course, developing the ability to perform as a knowledge manager in a KM game situation. Course description The Knowledge Management course explores how organizations can make the most of their most valuable asset, the knowledge their individual members and workgroups hold and that becomes embedded in their products and work routines. It explores both the strategic and operational sides to knowledge management. The strategic aspects refer to the question of how knowledge makes a difference to individual organizations 102
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Literature
in today’s changing competitive landscape in the so-called knowledge economy. Typical distinguishing characteristics of such an economy are global competition, an emancipated class of knowledge workers, shortened life cycles of products, and increased turbulence in overall social and economic life. The operational side to knowledge management refers to understanding what management should or should not do to improve the organizational knowledge processes of knowledge sharing, knowledge retention, knowledge production and knowledge exploitation. The course explores the main classes of interventions that are being discussed in the knowledge management debate: interventions concerning human resource management, deployment of information and communication technology, and interventions concerning the organization of work, employment practices, organization structure and task definition. Participants in the course become knowledge managers themselves in a knowledge management game played via the Internet. In this game they have to run a company as a knowledge manager by monitoring knowledge-related indicators of the state of the company and by selecting and implementing interventions aimed at strengthening the organizational value of knowledge and the quality of the knowledge processes. Hislop, D. (2005). Knowledge management in organizations: a critical introduction. Oxford: Oxford University Press (ISBN 0-19-926206-3). Reader Knowledge Management
Innoverende organisaties (integratiemodule) Cursuscode BIM320 ECTS 3 Opleidingen BW Jaar 3 Semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Lekkerkerk, ir. L.J. Docenten prof. dr. B. Dankbaar ir. L.J. Lekkerkerk Voorkennis Operations Management & Logistics, Marketing, Strategie. Keuzevak Nee Doelstellingen Kennis aanreiken over het innovatieproces in brede zin vanuit het perspectief van het management op (technologische) innovatie door organisaties. De rol van die enkele reeds bekende functies, OM/Logistiek, marketing en strategie, spelen komt vanuit dit perspectief aan de orde. Het kunnen toepassen van deze kennis op eenvoudige cases is een tweede 103
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
doelstelling. Cursusbeschrijving In een beknopte reeks hoorcolleges plaatsen de docenten kritische kanttekeningen bij het boek. De derdejaarsstudenten worden geacht een boek als dit zelfstandig te kunnen bestuderen en dienen per college vooraf de aan de orde zijnde hoofdstukken te bestuderen. Ter ondersteuning daarvan zijn vragen beschikbaar. In de hoorcolleges zullen ook cases worden gepresenteerd waarop de kennis door de studenten moet worden toegepast onder leiding van de docenten. Literatuur Tidd, J., J. Bessant, K. Pavitt (2005) Managing innovation; integrating technological, market and organizational change, third edition, Wiley, Chichester. Methodologie en innoverende organisaties Cursuscode BPRA341 ECTS 3 Opleidingen BW Jaar 3 Semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Peters, dr. V.A.M. Docenten dr. Vincent Peters Voorkennis Keuzevak Ja Doelstellingen Cursusbeschrijving Ondersteuning bieden aan studenten bij het opzetten, uitvoeren en verwerken van hun onderzoek in het kader van de bachelor thesis. Dit in de vorm van een aantal inleidende hoorcolleges om de aanwezige voorkennis op te frissen, in de vorm van individuele feedback via blackboard en in de vorm van ondersteunende workshops op aanvraag van studenten of docenten. Literatuur alle literatuur uit voorgaande methodologiecursussen Project en Bachelorthesis BW Cursuscode BPRO354 ECTS 16 Opleidingen BW Jaar 3 Semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie 104
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis
werkstuk Nederlands Ven, drs. A.W. van de drs. A.W. van de Ven propedeuse. In de bachelorthesis wordt alle kennis uit voorafgaande semesters gecombineerd in een wetenschappelijk onderzoek. Het is daarom de bedoeling dat je de vakken uit semesters 2.1, 2.2 en 3.1 hebt afgerond. Keuzevak Nee Doelstellingen Doelstellingen van semester 3.2 Het programma heeft onder de noemer ’Innoverende organisaties’ als doel om inzicht te geven in de vele aspecten die innovatie omvat. Met al deze aspecten kan worden gewerkt bij het voorbereiden en schrijven van de bachelor thesis. Studenten worden verondersteld tijdens dit proces niet passief te absorberen maar actief te participeren in hun eigen leerproces. Daarom zal een aanzienlijk deel van het programma plaats vinden in werkgroepen van ongeveer 16 studenten onder begeleiding van een inhoudelijk docent. In semester 3.2 doceren de docenten niet alleen, ze faciliteren en adviseren vooral. Het contact met bedrijven kan van belang tijdens de voorbereiding van de bachelor thesis om gegevens voor het onderzoek te verkrijgen. Op verschillende manieren zal je in deze cursus kennis kunnen maken met ondernemingsactiviteiten buiten de universiteit, namelijk door een bedrijfsbezoek of het bestuderen van relevante documenten. Kortom: de integratie van wetenschappelijk denken en van onderzoeksactiviteiten gericht op het bedrijfsleven, staat in dit onderwijsdeel centraal. Cursusbeschrijving Het element “bachelor thesis” van het programma bestaat geheel uit het opstarten en realiseren van de thesis. Als toetsingscriteria gelden daarvoor: het via zelfstandig werken in duo’s blijk gegeven van materiekennis, kritisch reflexief vermogen, methodologische kennis en de toepassing daarvan in een onderzoeksmodel en van zelfstandige vaardigheden via een op wetenschappelijke (gestructureerd, controleerbaar, generaliseerbaar) wijze gepresenteerde eindverhandeling onder afgebakende begeleiding. Daarmee geeft de bachelor blijk van zowel vakspecifieke bekwaamheden (analyse van complexe problemen van de besturing van organisaties, ontwerpen van adequate oplossingen, etc.) alsook van generieke bekwaamheden die betrekking hebben op vakinhoudelijke thema’s (kritische reflectie, bijdrage aan en doorgroei als professional in het vakgebied van de bedrijfswetenschap). Literatuur Per werkgroep wordt de literatuur vastgesteld.
105
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Financieel-economisch management II Cursuscode BCU261 ECTS 4 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma en 3 Semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Welten, drs. T.P.M. Docenten Drs. Ted Welten drs. Chris Daniels Voorkennis Financieel-economisch management I Boekhouden Accounting principles I Accounting principles II Keuzevak Ja Doelstellingen Het (financieel-economisch) presteren van een organisatie kunnen beoordelen vanuit een integrale, multidisciplinaire visie Cursusbeschrijving In deze cursus wordt vanuit een integrale optiek aandacht besteed aan de (verdere verdieping van) de onderdelen kosten, opbrengsten, performance- en resultaatbepaling (management accounting & control en financial accounting) en financiering (finance), de samenhang tussen deze onderdelen, alsmede de relatie met relevante aspecten uit het vakgebied strategie, marketing en distributie (SMD). De invulling van FEM II vindt zowel plaats vanuit accounting perspectief als vanuit economisch perspectief. De stof van de cursus bestaat uit de volgende thema’s: * van strategie naar management control en van management control naar masterbudget, * van masterbudget naar kosten- en opbrengstencalculaties, * kostenallocatie en verschillenanalyse, * beslissingscalculaties, * treasurymanagement, * budgettering, * financiële analyse, in het bijzonder van de externe financiële jaarrekening, * integraal financieel-economisch management. Literatuur * wordt nog bekend gemaakt Informatie, besluitvorming en macht Cursuscode BCU260 ECTS 4 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma en 3 106
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Semester Blok Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten
2 n.v.t.
werkstuk Nederlands Prakken, prof. dr. B. Prof. dr. B. Prakken Prof. dr. R.E.C.M. van der Heijden Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Problematiseren van informatie als fenomeen om invloed uit te oefenen binnen organisaties i.p.v. een technisch fenomeen Cursusbeschrijving Traditioneel wordt informatie doorgaans als een technisch/neutraal verschijnsel beschouwd, waarbij het de bedoeling van participanten in een besluitvormingsproces zou zijn elkaar te informeren en activiteiten te coördineren. Wanneer mensen informatie uitwisselen is er echter sprake van onbewuste en bewuste beïnvloeding van anderen. Onbewuste beïnvloeding treedt op doordat het menselijk waarnemingsvermogen selectief werkt vanwege de aanwezigheid van fysieke en mentale filters. Bewuste beïnvloeding betekent dat informatie kan worden gebruikt om bij anderen bepaalde gedragsuitingen tot stand te brengen met het oog op de realisatie van de eigen doeleinden. In dat verband speelt macht een belangrijke rol. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het management van ICT-projecten om de slaagkans daarvan te vergroten. Literatuur - Prakken, B., Informatie en de besturing van organisaties; een bedrijfskundige aanpak van informatievraagstukken, Assen, 1997 - Prakken, B., ’Balanced scorecards en investeringen in ICT; de methode ICTEM’, Accounting, 107e jaargang, sept. 2003, no. 9, Arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen (BW) Cursuscode BCU227 ECTS 4 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma en 3 Semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Delsen, dr. L.W.M. Docenten Dr. L. Delsen Dr. H. Slomp Voorkennis Geen Keuzevak Ja 107
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Doelstellingen
Inzicht in de disciplinaire en interdisciplinaire theoretische kaders op het gebied van arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen. Cursusbeschrijving Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in de arbeidsverhoudingen vormen twee belangrijke onderdelen van de omgevingscontext” voor de praktijk van het personeelsmanagement. De arbeidsmarkt bepaald strategische keuzen en mogelijkheden op het gebied van rekrutering, planning en ontwikkeling van het personeel in de organisatie. Arbeidsverhoudingen bepalen hoe de relatie tussen werkgever en werknemer in de onderneming vorm en inhoud kan worden gegeven. In deze cursus worden de belangrijkste ontwikkelingen en verschijnselen behandeld op het gebied van arbeidsmarkten en arbeidsverhoudingen. De nadruk ligt op Nederland en op Europa. Van Nederland wordt eerst het overlegstelsel in het algemeen behandeld, aan de hand van een Nederlandstalig overzichtswerk. Daarna wordt het veelbesproken ”poldermodel” uitvoerig behandeld aan de hand van een boek dat daar helemaal aan gewijd is. Besproken wordt onder meer in hoeverre er een achteruitgang is van de overlegtraditie in de richting van een economie met minder ruimte voor samenwerking tussen werkgevers en vakbeweging en meer oog voor de belangen van aandeelhouders. Het Nederlandse stelsel van arbeidsverhoudingen wordt vergeleken met dat in andere Europese landen. Dat gebeurt aan de hand van een Engelstalige inleiding in de Europese arbeidsverhoudingen. Nederland wordt daarin gerekend tot de Noord Europese overlegstelsels. Bovendien wordt aandacht besteed aan de Europese Unie. Welke invloed heeft die op de nationale arbeidsmarkten en -arbeidsverhoudingen in de lidstaten. Is er al sprake van een Europees stelsel van arbeidsverhoudingen en van een Europese arbeidsmarkt? Literatuur AG Nagelkerke en W.F. de Nijs, Regels rond Arbeid: Arbeidsverhoudingen in Nederland en op het niveau van de Europese Unie. Derde druk. Groningen: Martinus Nijhoff, 2001. Dit boek behoeft alleen globaal doorgenomen te worden. L. Delsen, Exit Poldermodel? Sociaal-economische ontwikkelingen in Nederland. Tweede druk. Assen: Van Gorcum, 2001. H. Slump, Between Bargaining and Politics: An Introduction to European Labor Relations, Westport, CT: Greenwood, 1998.
108
BACHELOR BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
109
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
4 Schakelprogramma Bedrijfswetenschappen
110
SCHAKELPROGRAMMA BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
4
Schakelprogramma Bedrijfswetenschappen
Afgestudeerde HBO-ers met een aansluitende vooropleiding die een masteropleiding Bedrijfswetenschappen willen volgen binnen onze faculteit, kunnen dit doen via een tweejarig traject, waarbij de HBO-student zich in een schakelprogramma prepareert voor een van de masterspecialisaties. In het schakelprogramma gaat de aandacht vooral uit naar het op niveau brengen van wetenschappelijke en methodologische kennis en vaardigheden. Het schakelprogramma bestaat uit twee semesters waarin, naast een aantal cursorische vakken, ook methodecursussen worden aangeboden. Deze onderdelen komen samen in een project.
4.1 Semesters Schakelprogramma Bedrijfswetenschappen Semester 1 Kennismaking met de Bedrijfswetenschappen Het eerste semester van het schakelprogramma heeft als thema Kennismaking met de Bedrijfswetenschappen. Dit thema weerspiegelt de vakken en vormt de rode draad door het semester. In dit semester is het belangrijk dat studenten leren zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te doen en een kritische houding leren aannemen tegenover gangbare en modieuze redeneringen. Om deze redenen wordt in dit semester veel aandacht besteed aan het zelf bestuderen van literatuur en het doen van onderzoek. Dit komt vooral tot uitdrukking in het project. Tijdens het semester zal kennis worden gemaakt met de academische manier van denken, waarbij duidelijk wordt dat een academicus zich niet mag beperken tot vage en plausibele beweringen: hij/zij moet zijn/haar uitspraken staven met ‘harde feiten’ en baseren op redeneringen ‘waar je geen speld tussen kunt krijgen.’ De cursorische vakken benadrukken de sociaal-organisatorische invalshoek van de opleiding Bedrijfswetenschappen. Strategie, Financieel Economisch Management 1 en Systeemtheorie zijn kenmerkend voor de opleiding en geven inzicht in de wijze waarop je kunt organiseren. In de cursus Methoden van Onderzoek 1 staat empirisch wetenschappelijk onderzoek centraal. In deze cursus wordt ingegaan op het onderscheid tussen onderzoeks- en interventiemethodologie, het belang van probleemstructurering, doel- en vraagstelling, conceptueel model, kenmerken van onderzoeksdesigns en waarnemingsmethoden, benaderingen van gegevensanalyse en eisen aan rapportage van wetenschappelijk onderzoek. Bovendien komen belangrijke methodologische vraagstukken van empirisch wetenschappelijk onderzoek aan bod. In de cursus Methoden van Onderzoek 2/Statistiek komt de analyse van onderzoeksgegevens bij beschrijvend en verklarend onderzoek aan de orde. Wordt tijdens de cursussen meer het accent gelegd op de wijze waarop een individueel bedrijf bepaalde doelen kan realiseren of bepaalde problemen kan oplossen, bij het project gaat het voornamelijk om het identificeren en verklaren van ontwikkelingen in een bedrijfstak (een verzameling bedrijven) aan de hand van een analytisch kader. In het project gaat verder de aandacht uit naar het verwerven van vaardigheden in de toepassing van methodologische kennis en de ontwikkeling van specifiek academische vaardigheden zoals kritisch reflecteren, 111
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
argumenteren en wetenschappelijke verslaglegging. Curriculum semester 1 Schakelprogramma Bedrijfswetenschappen Semester 1: Kennismaking met de Bedrijfswetenschappen
ECTS
Financieel economisch management 1 (schakelprogramma)
4
Systeemtheorie (schakelprogramma)
4
Strategie (schakelprogramma)
4
Eén van de volgende cursussen (afhankelijk van de te kiezen masterspecialisatie): Knowledge Management (KIM) Human Resource Management (SPM) Marketing Concepts (schakelprogramma) (Marketing en Strategie) Operations Management and Logistics (IM en AOV) (schakelprogramma)
4 6 4 6
Methoden van Onderzoek 1 (schakelprogramma)
5
Methoden van Onderzoek 2 / Statistiek (schakelprogramma)
5
Project: Kennismaking met de Bedrijfswetenschappen (schakelprogramma)
4
WO-instromers moeten nog een verplicht keuzevak Bedrijfswetenschappen volgen (in overleg met studieadviseur te bepalen). Semestercoördinator Drs. Marleen McCardle tel. (024) 3611473 e-mail:
[email protected] kamer: TvA 1.2.19
Semester 2 Organisatie en Innovatie Het tweede semester heeft als thema Organisatie en Innovatie. Dit thema weerspiegelt de rode draad door dit semester en vooral het project hierin. Organisaties hebben te maken met een turbulente omgeving en veeleisende stakeholders. Hun omgeving wordt steeds internationaler, zowel aan de aanbod- als aan de afzetzijde. Zij hebben te maken met sterke krachten in het maatschappelijk denken over arbeid, zorg en milieu. Zij moeten steeds sneller kunnen reageren op de grillige eisen van consumenten, de wensen van aandeelhouders en de belangen van werknemers. Organisaties moeten dus voortdurend innoveren. Voor toekomstige Bedrijfswetenschappers is het van belang kritisch en innovatief te kunnen nadenken over problemen van organisaties in relatie tot hun externe omgeving. Dat bepaalt immers mede de innovatiekracht van bedrijven. Om die reden wordt in dit semester veel aandacht besteed aan innovaties in organisaties. Dit komt vooral tot uitdrukking in het project.
112
SCHAKELPROGRAMMA BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
In het project wordt de koppeling gelegd tussen organisaties en innovatie. Het project vormt de afsluiting van het schakelprogramma en heeft de volgende leerdoelen: • het opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek op basis van de onderzoekscyclus; • het analyseren en verklaren van verschijnselen in organisaties met behulp van wetenschappelijke theorieën, modellen en methoden; • het doelgericht rapporteren zowel schriftelijk als mondeling; • het zelfstandig en in groepsverband uitvoeren van activiteiten. In het project “Kennismaking met de Bedrijfswetenschappen” uit semester 1 heb je geleerd om op basis van een literatuurstudie een goede probleemstelling met bijbehorend conceptueel model op te stellen. In dit project gaan we een stap verder en wordt veel aandacht besteed aan het ontwerpen van een onderzoeksstrategie, het uitvoeren van een empirisch onderzoek en het verwerken en analyseren van de empirische data. Je moet daarbij theorie en praktijk met elkaar verbinden. Het project bereidt je voor op de master die je gaat doen en integreert de cursussen die je in semester 1 en 2 hebt gevolgd.
Curriculum semester 2 Schakelprogramma Bedrijfswetenschappen Semester 2: Organisatie en innovatie
ECTS
Sociotechniek (schakelprogramma)
4
Filosofie (schakelprogramma)
4
Eén of twee van de volgende cursussen (afhankelijk van de te kiezen masterspecialisatie): Financieel economisch management 2 (Marketing, Strategie en Bedec) Informatie, Besluitvorming en Macht (KIM) Arbeidsmarkt en arbeidsverhouding BW (SPM en AOV) Globalising the Organisation (IM) Management Control (schakelprogramma) (Bedec)
4 4 4 5 4
Kwantitatieve onderzoeksmethodologie (schakelprogramma)
5
Methoden van organisatieverandering (schakelprogramma)
5
Project: Organisatie en innovatie (schakelprogramma)
7
Semestercoördinator Drs. Ilse Schrijver tel. (024) 3615608 e-mail:
[email protected] kamer TvA 1.1.32
113
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
4.2 Toelatingseisen tot het tweede semester en de master Toelatingsregeling tot het tweede semester Studenten worden toegelaten tot semester twee van het schakelprogramma indien zij voldoen aan de volgende norm: studenten mogen na deelname aan de herkansingen in semester 1 niet meer onvoldoende resultaten hebben dan tweemaal het cijfer vijf (5), waarvan slechts één voor een methodologievak, of eenmaal het cijfer vier (4), maar niet voor een methodologievak. Dit betekent dat een student met een cijfer lager dan 4 niet wordt toegelaten tot semester 2 (zie Onderwijs- en ExamenReglement). Toelatingsregeling tot de master Studenten worden voorwaardelijk tot de masteropleiding toegelaten indien zij na deelname aan de herkansingen niet meer onvoldoende resultaten hebben dan tweemaal het cijfer vijf (5), waarvan slechts één voor een methodologievak, of eenmaal het cijfer vier (4) maar niet voor een methodologievak. Dit betekent dat een student met een cijfer lager dan 4 niet wordt toegelaten tot het masterprogramma. Bovendien geldt dat beide projecten met voldoende resultaat moeten zijn afgerond. Studenten dienen de ontbrekende onderdelen alsnog te behalen om in aanmerking te komen voor een masterdiploma (zie ook Onderwijs- en ExamenReglement). Als je niet voldoet aan de norm aan het einde van het schakelprogramma zijn er twee mogelijkheden. Of je besluit om te stoppen met de opleiding of je begint in september 2005 met het vierjarig programma. Je krijgt dan vrijstelling voor de vakken die je in het schakelprogramma hebt behaald.
114
SCHAKELPROGRAMMA BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
4.3
Cursusbeschrijvingen Schakelprogramma Bedrijfswetenschappen
Operations Management and Logistics (schakelprogramma) Course code BOV003 ECTS 6 Programme BW Year Schakelprogramma Semester 1 Period n.v.t. Specialisation SCHAKBW Test Written exam Language English Course coordinator Barbonis, dr. P.A. Lecturers Dr P A Barbonis Entry level None Optional course Yes Objectives To equip students with a knowledge of the basic principles of operations management, and of logistics by examining the concepts, procedures, methods and technologies used by managers, administrators and employees involved in the operations of any organization, be it a manufacturing, or a service organization, irrespective of it being a profit or non-profit organization. Course desription The course attempts to give an overview of some of the more important issues in the field of operations management and logistics, all within a strategic context. Amongst the topics to be covered are the following: strategy (which serves a unifying link to the various aspects of operations management and logistics), global operations, service operations, design of goods and services, as also process strategy. Other topics include layout, location, inventory management, materials requirements planning, quality, customer services, physical distribution, and linear programming and/or the transportation algorithm of LP. Other topics like simulation and queuing theory could be included. The emphasis in logistics will be on supply chain management issues. The course will be delivered in English, using English-language books and material. The examinations will also be in English. Literatuur To be announced Financieel Economisch Management 1 (schakelprogramma) Cursuscode BOV02 ECTS 4 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 1 115
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Blok Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten
n.v.t. SCHAKBW schriftelijk Nederlands Welten, drs. T.P.M. Drs. F van Beest Drs. T. Welten Voorkennis Kennis van financiering en accounting op HBO niveau Keuzevak Ja Doelstellingen Studenten kennis bijbrengen en praktisch laten oefenen met technieken en calculaties op het gebied van financiering en accounting. Studenten inzicht geven in de organisatorische en bedrijfseconomische relevantie van deze technieken. Het overbruggen van de kennis op HBO-niveau en de kennis die benodigd is op succesvol een wetenschappelijke masteropleiding op dit vakgebied te volbrengen. Cursusbeschrijving Het vak FEM 1 biedt een (verdere) verkenning van de organisatorische en bedrijfseconomische betekenis van instrumenten, technieken en regelgeving op het gebied van accounting en financiering. Accounting betreft het verstrekken van bedrijfseconomische informatie aan belanghebbenden, zowel binnen als buiten de organisatie en dit vak gaat in op de overeenkomsten en verschillen intussen financial accounting, management accounting en management control. Financiering betreft de manier waarop organisaties hun activiteiten financieren en de werking van de markt voor financiering van deze activiteiten. Naast het verschaffen van praktische kennis gaat het in dit vak vooral ook om het benutten van wetenschappelijke inzichten. Literatuur * Jerold L. Zimmerman, Accounting for Decision Making and Control, Fourth edition, Mcgraw-Hill, 2003 * Ross, Westerfield, Jaffe, Corporate Finance, Seventh Edition, McgrawHill, 2005 * Reader financial accounting Marketing Concepts (schakelprogramma) Cursuscode BOV15 ECTS 4 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie SCHAKBW Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Dekker, ir. K.J. Docenten Ir. K. J. Dekker 116
SCHAKELPROGRAMMA BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
HBO opleiding Marketing of strategie Nee Het doel van de cursus Marketing Concepts is om uw marketing vaardigheden te vergroten en uw kennis uit uw marketing vooropleiding te verdiepen. Je leert omgaan met concepten, modellen en theorieën die behulpzaam kunnen zijn bij het oplossen van strategische marketingvraagstukken in bedrijven. Deze cursus richt zich dus niet zozeer op de vaardigheid van het maken van een (strategisch) marketing plan zelf, maar meer op algemene academische vaardigheden. Je oefent als het ware om in de Masterfase de marketingwetenschap te kunnen “bedrijven”. Cursusbeschrijving In drie rondes leer je al doende een paper te schrijven samen met enkele andere studenten. Bij het laatste paper bestaat enige keuzemogelijkheid en dient ook zelf literatuur gezocht en bestudeerd te worden. Het laatste paper dient individueel en schriftelijk verdedigd te worden door een afsluitende toets. Over je groepswerkstukken wordt een individuele toets afgenomen. Literatuur Reader Marketing Concepts plus aanvullende literatuur in de vorm van selecties van artikelen. Methoden van onderzoek 1 (schakelprogramma) Cursuscode BOV50 ECTS 5 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie SCHAKBW Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator McCardle-Keurentjes, drs. M.H.F. Docenten Prof. Dr. J. Vennix, Prof. dr. P.J.M. Verschuren en diverse docenten van de sectie Onderzoeksmethodologie en Kennismanagement Voorkennis geen Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten kunnen: - de functie van wetenschappelijk onderzoek voor de managementwetenschappen aangeven mede in het licht van het onderscheid tussen onderzoeks- en interventiemethodologie; - de belangrijkste methodologische stromingen onderscheiden en een relevante uitleg geven aan basisbegrippen in empirisch wetenschappelijk onderzoek; - in gegeven casuïstiek adequate keuzes maken voor onderdelen van een 117
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
onderzoeksvoorstel en deze keuzes adequaat beargumenteren. Cursusbeschrijving In de cursus worden inzichten opgedaan die de basis vormen voor het kunnen doen van wetenschappelijk verantwoord onderzoek. Naast wetenschapsopvattingen en belangrijke methodologische stromingen in empirisch onderzoek worden basisbegrippen behandeld zoals validiteit en betrouwbaarheid. Ook komen de diverse onderdelen van de empirische onderzoekscyclus aan bod. Een deel van de te verwerven methodologische inzichten wordt geoefend ten behoeve van het verwerven van vaardigheden, bijvoorbeeld het structureren van problemen, het maken van onderzoeksvraagstellingen, het ontwikkelen van conceptuele modellen, het operationaliseren van te onderzoeken eigenschappen en het selecteren van waarnemingsmethoden. De cursus bestaat uit zelfstudie (bestudering van literatuur en maken van opdrachten), hoorcolleges (behandeling theoretische uitgangspunten) en werkcolleges (feedback op gemaakte opdrachten). Literatuur Syllabus ”Theorie van empirisch onderzoek” en ”Praktijk van empirisch onderzoek” geschreven door Prof. Dr. J. Vennix (2005) Methoden van onderzoek 2 / Statistiek (schakelprogramma) Cursuscode BOV51 ECTS 5 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie SCHAKBW Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Jacobs, dr. H.A.G.M. Docenten E. Jacobs Voorkennis Geen Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten zijn aan het einde van de cursus in staat: * de basiselementen en eenvoudige procedures uit de beschrijvende en verklarende statistiek adequaat toe te passen, mede met behulp van het programma SPSS * resultaten van eenvoudige procedures uit de beschrijvende en verklarende statistiek adequaat te interpreteren * keuzes bij het uitvoeren van statistische procedures en de interpretatie van de resultaten adequaat te onderbouwen Cursusbeschrijving In de cursus leren studenten praktisch omgaan met het statistische software programma SPSS. De onderwerpen die besproken zijn onder meer: * steekproeven, kansen en variabelen, schattingen van kenmerken van een populatie, kruistabelanalyse, correlaties, eenvoudige (multipele) 118
SCHAKELPROGRAMMA BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Literatuur
regressie, tijdreeksen McClave, J. Y., Benson, P. G. & T. Sincich (2003). Statistiek. Een inleiding voor het hoger onderwijs (achtste editie, tweede druk), Pearson Education/Prentice Hall, ISBN: 90-430-0501-0 A. de Vocht (2004). Basishandboek SPSS. Bijleveld Press, ISBN: 9055481300 aanbevolen: Mathijssen, A. & M. te Grotenhuis (2004). Basiscursus SPSS (versie 10, 11 en 12). Assen: Van Gorcum. ISBN: 90 232 4049 9
Project: kennismaking met de Bedrijfswetenschappen (schakelprogramma) Cursuscode BOV21 ECTS 4 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie SCHAKBW Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator McCardle-Keurentjes, drs. M.H.F. Docenten Drs. M. McCardle, Drs. I. Schrijver (cursuscoördinatoren) Diverse projectdocenten Voorkennis Geen Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten kunnen: - bedrijfskundige kennis verzamelen, selecteren en op een verantwoorde wijze toepassen bij het ontwikkelen van een onderzoeksvoorstel over een bedrijfstakontwikkeling; - methoden van wetenschappelijk onderzoek toepassen en adequaat beargumenteren in hun onderzoeksvoorstel; - op een toegankelijke en gestructureerde wijze verslag uitbrengen van hun onderzoeksactiviteiten in de vorm van een helder onderzoeksvoorstel; - kritisch reflecteren op bestaande theorieën en eigen onderzoeksactiviteiten en -producten. Cursusbeschrijving Binnen het thema Kennismaking met de Bedrijfswetenschappen is gekozen voor een verdieping in bedrijfstakontwikkelingen, want kennis van en inzicht in de omgeving van een organisatie is onontbeerlijk voor het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van organisatiebeleid. Deze omgeving komt bij uitstek tot uitdrukking in de bedrijfstak waarin organisaties opereren. De omgeving van een organisatie is zeer complex, het systeem kent vele partijen, met verschillende functies. Het systeem is tevens 119
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
zeer dynamisch, er is sprake van voortdurende verandering van betrekkingen tussen de diverse partijen. Een goed inzicht in de dynamiek van de bedrijfstak(ken) waarin een onderneming actief is of zou willen zijn, is een vereiste voor de strategische beleidsvoering van een organisatie. Kansen en bedreigingen, voortvloeiend uit de omgevingsdynamiek, zijn immers van invloed op de (financiële) resultaten van de organisatie. Over de kansen en bedreigingen worden in de praktijk en in de literatuur allerlei uitspraken gedaan. Bij het project wordt een kritische houding ten aanzien van dergelijke verklaringen en modellen gestimuleerd, vanuit de vraag: ’Is dat eigenlijk wel zo en waarom?’ Het project ’Kennismaking met de Bedrijfswetenschappen’ is zo opgezet dat studenten in groepen een onderzoeksvoorstel (inclusief een uitgebreid conceptueel kader) ontwikkelen op basis van literatuuronderzoek. Er wordt een appel gedaan op de nieuwsgierigheid van studenten. De aangereikte literatuur beperkt zich tot suggesties en/of basisgereedschap voor het doen van bedrijfstakonderzoek; afhankelijk van de gekozen beschrijvende of verklarende vraagstelling en van de bedrijfstak, zal (aanvullende) literatuur verzameld moeten worden. Studentenhandleiding ’Kennismaking met de Bedrijfswetenschappen, een verdieping in bedrijfstakontwikkelingen (2005) : zie Blackboard.
Strategie (schakelprogramma) Cursuscode BOV08 ECTS 4 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie SCHAKBW Tentamenvorm schriftelijk Taal Nederlands Cursuscoördinator Schrijver, drs. I.D. Docenten Prof. Dr. A. Godfroij, Drs. I. Schrijver Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Kennis: - Met eigen woorden correct kunnen weergeven van begrippen, theorieën en zienswijzen op het gebied van strategie - Overeenkomsten en verschillen beschrijven tussen diverse theorieën Vaardigheden: - Het kunnen toepassen van vakkennis op praktijksituaties - Met anderen een debat kunnen voeren over strategische vraagstukken Houding: - Kritische, analytische, flexibele en creatieve mind-set, die vraagtekens 120
SCHAKELPROGRAMMA BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
durft te zetten bij ‘ vanzelfsprekendheden’ binnen het vakgebied Bedrijfswetenschappen en in het bijzonder strategie Cursusbeschrijving Strategisch management richt zich in de eerste plaats op de koers van de organisatie, de plaatsbepaling ten opzichte van actoren in de omgeving en het ontwikkelen van eigenschappen die het succesvol opereren van de organisatie in de toekomst mogelijk maken. Met name dit laatste vraagt om een creatieve flexibele houding. Vaak echter wordt strategie gezien als een serie analyse-instrumenten om de interne en externe omgeving in kaart te brengen om met de verkregen kennis een beargumenteerde keuze te maken voor een specifieke strategie. De gekozen strategie wordt vervolgens geïmplementeerd. Strategie is echter geen invuloefening. Er zijn verschillende visies over de manier waarop strategie het beste vorm kan krijgen. Tijdens deze cursus is er veel aandacht voor de verschillende perspectieven die er zijn op het gebied van strategisch management. Aan de hand van verschillende kernthema’s, zoals het strategieproces, de inhoud en context van strategie komen deze verschillende visies aan bod. Hierbij maken we veel gebruik van de originele artikelen, zodat je de ideeën en theorieën van invloedrijke personen in het vakgebied Strategie uit de eerste hand hoort. Let wel, wij trekken geen conclusie voor je over de beste manier waarop strategisch management vorm kan krijgen, dat mag je zelf doen. Deze cursus is qua inhoud anders dan dezelfde cursus uit vorig jaar. Studenten die de cursus vorig jaar (2004-2005) niet afgesloten hebben met een voldoende, bestaat de mogelijkheid om deel te nemen aan een bezemtoets. Meer informatie verschijnt t.z.t. op Blackboard onder onderwijsberichten. Literatuur Wit, B. de en R. Meyer (2005), Strategy Synthesis, resolving strategy paradoxes to create competitive advantage, Text and readings, second edition, Thomson Enkele cases uit Wit, B. de en R. Meyer (2005), Strategy, Process, content and context, second edition. Thomson. Systeemtheorie (schakelprogramma) Cursuscode BOV09 ECTS 4 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie SCHAKBW Tentamenvorm schriftelijk Taal Nederlands Cursuscoördinator Vriens, dr. D.J. Docenten dr. D. Vriens 121
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
geen Ja kennis: * basisbegrippen uit de klassieke systeemtheorie (cybernetica)en sociale systeemtheorie * kennismaking met relevante systeemtheoretische raamwerken zoals het VSM van Beer en ontwerptheorie van de Sitter vaardigheden * in staat zijn om zelfstandig na te denken over (het omgaan met) complexiteit van en in organisaties Cursusbeschrijving In deze cursus worden organisaties beschouwd vanuit de systeemtheorie. Op basis van deze beschouwingswijze kunnen organisaties worden begrepen als systemen en kunnen uitspraken worden gedaan over het reguleren van organisaties. Met behulp van de cybernetica, zoals ontwikkeld door Ashby, worden algemene begrippen en inzichten van de systeemtheorie uitgelegd. Daarna worden verschillende toepassingen daarvan behandeld en zal gekeken worden naar organisaties als sociale systemen. Literatuur Reader systeemtheorie Knowledge Management (English) Cursuscode BCU287 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Human Resource Management Cursuscode BCU008 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Filosofie (schakelprogramma) Cursuscode BOV01 ECTS 4 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie SCHAKBW Tentamenvorm schriftelijk Taal Nederlands Cursuscoördinator Linssen, Drs. J.A.A. Docenten drs. J. Linssen Voorkennis De cursus Filosofie is inleidend van aard en veronderstelt geen filosofische voorkennis. Keuzevak Ja Doelstellingen Doel van de cursus is dat de student kennis en inzicht heeft van/in: 122
SCHAKELPROGRAMMA BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
- de argumentatieve en logische structuur van een debat - de problematiek van verantwoordelijkheid en meerdere ethische perspectieven - de interpretatiekaders van goed bestuur en de grenzen daarvan - de problematiek van een conflict, de politieke oplossing en rechtvaardiging daarvan Cursusbeschrijving In de cursus Filosofie worden een aantal gereedschappen aangereikt, die kunnen worden toegepast op het terrein van management en bestuur. Meer concreet worden vier aspecten van bestuurlijk handelen vanuit wijsgerige optiek bekeken, te weten: het argumentatieve aspect, het normatieve aspect, het interpretatieve aspect en het politieke aspect. Met betrekking tot het eerste aspect wordt aandacht besteed aan de opbouw van een geldige redenering, redeneervormen en drogredenen. Het tweede aspect komt aan de orde door stil te staan bij verschillende ethische perspectieven en bij het begrip verantwoordelijkheid. Bij het derde aspect wordt uitgegaan van twee interpretatiekaders waarbinnen bestuurders kunnen handelen: de denkfiguur van de machine en de denkfiguur van de communicatie. Centraal staat een sterktezwakteanalyse van beide kaders en de principiële onverenigbaarheid van beide kaders. Bij het vierde aspect wordt ingegaan op conflicten binnen organisaties en de wijze waarop daarmee kan worden omgegaan, alsmede op zaken als vrijheid, gelijkheid, welzijn en rechtvaardigheid. De cursus beoogt inzicht te verschaffen in de mogelijke redenen en de structuur van contrasterende denkbeelden binnen organisaties (waardoor beslissingen bijna altijd omstreden zijn), alsmede in de manier waarop men daarmee om zou kunnen gaan en de vooronderstellingen die daarbij aan het werk zijn. Literatuur Marin Terpstra, Omstreden besluiten. Filosofische aspecten van het besturen, Amsterdam 2002 (ISBN 90 5875 078 7). Bij de cursus hoort, naast de blackboardpagina, een speciale website: http://oase.uci.kun. nl/~marinter/filosofie/ Hierop is te vinden: algemene informatie, samenvatting van het boek, oefentoetsen. Kwantitatieve onderzoeksmethodologie (schakelprogramma) Cursuscode BOV004 ECTS 5 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie SCHAKBW Tentamenvorm schriftelijk Taal Nederlands Cursuscoördinator Jacobs, dr. H.A.G.M. Docenten E. Jacobs 123
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
R. van Marle * Methoden van onderzoek (schakelprogramma)(BOV04) * Statistiek (schakelprogramma (BOV07) Keuzevak Nee Doelstellingen De studenten kunnen aan het einde van cursus: * op een eenvoudige manier basiselementen en -procedures uit de methodologie, en beschrijvende en toetsende statistiek adequaat toepassen op onderzoeksproblemen * basiselementen uit de M&T en statistische analyseresultaten adequaat interpreteren; * enkele geavanceerde analysetechnieken uitvoeren en de resultaten ervan adequaat interpreteren; * keuzes en interpretaties bij de toepassing van elementen uit M&T en statistiek adequaat beargumenteren Cursusbeschrijving In deze cursus worden methoden van onderzoek en analysetechnieken gekoppeld aan onderzoeksvragen op het gebied van bedrijfswetenschappen. De volgende onderdelen komen aan de orde: * onderzoeksdesigns, probleemstelling, conceptualiseren, operationaliseren, * vragen-/topiclijstconstructie, * schalingstechnieken: scalogram analyse, factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse * toetsen voor verschillen tussen groepen voor nominale, ordinale en metrische variabelen (non-parametrische toetsen en variantieanalyse), * toetsen voor samenhang tussen variabelen van verschillende meetniveaus; Cramer’s V, Phi, Eta, Rs, R * multipele regressie en testen voor assumpties (lineariteit, multicollineariteit, homoscedasticiteit) De cursus is ingericht volgens de fasen van de empirische cyclus. De stappen worden telkens met elkaar in verband gebracht, vandaar dat in de eerste drie hoorcolleges uitgebreid aandacht wordt besteed aan de eerste fasen van het onderzoek. Een belangrijke focus ligt op het in verband brengen en toepassen van de verschillende methodische en statistische onderdelen en het onderbouwen van keuzes en interpretaties. Literatuur Wordt nog bekend gemaakt. Voorkennis
Management Control (schakelprogramma) Cursuscode BOV13 ECTS 4 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie SCHAKBW Tentamenvorm schriftelijk 124
SCHAKELPROGRAMMA BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Nederlands Rinsum, Drs. M. van Wordt nader bekendgemaakt Inleiding in de accounting en finance of vergelijkbaar vak. Ja De doelstelling van het vak is de studenten een gedegen basiskennis te geven in de vakgebieden Management Accounting en Management Control. Cursusbeschrijving Management control als vakgebied bestudeert het gebruik van beheersingsinstrumenten ten behoeve van de motivatie en de sturing van het gedrag van managers. Management accounting verschaft dergelijke instrumenten en ondersteunt de besluitvorming binnen organisaties. In het vak Management Control worden Management Accounting concepten en technieken behandeld tegen de achtergrond van enkele economische organisatietheorieën. Bij dit vak staat het economische begrip opportunity costs centraal, en daarnaast wordt in het bijzonder ingegaan op de basisthema’s planning (decision making) en control en product costing. Het gaat in de colleges zowel om begripsvorming als om de toepassing van management accounting technieken. Specifieke onderwerpen die aan de orde komen liggen op het gebied van kostencalculatiesystemen, beslissingscalculaties, responsibility accounting, transfer pricing, budgettering en prestatiemeting. Literatuur Zimmerman, J.L. (2003). Accounting for Decision Making and Control, Fourth Edition, Irwin, McGraw-Hill, Boston. ISBN 0-07-19915-2 Reader met aanvullende literatuur Methoden van organisatieverandering (schakelprogramma) Cursuscode BOV17 ECTS 5 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie SCHAKBW Tentamenvorm schriftelijk + werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Kieft, drs. M.A. Docenten Mario Kieft e-mail:
[email protected] telefoon: 024 3611835 kamer: 1.2.21 spreekuur: op afspraak Voorkennis geen Keuzevak Ja 125
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Doelstellingen
Je verwerft inzicht in * relevante theorieën en benaderingen op het terrein van de veranderkunde * verschillende veranderingsbenaderingen en hun betekenis voor de opzet van een ver-anderingtraject en de in te zetten methoden * verschillende interventiemethoden die ingezet kunnen worden bij veranderingstrajecten en hun kenmerken * factoren die bepalend zijn voor de adequate keuze van een methoden en technieken in veranderingstrajecten * uiteenlopende rollen die een adviseur in een veranderingstraject kan innemen. Je verkrijgt vaardigheden in * het opzetten van participatieve (her)ontwerptrajecten * het bepalen van een veranderstrategie en het formuleren van een interventieplan, gegeven de concrete omstandigheden van een case * opzetten van een concrete interventieactiviteit, gebruikmakend van de aangeboden methoden en technieken * het verantwoorden van een gekozen interventieopzet vanuit gekozen theoretische invalshoeken en praktische omstandigheden. Cursusbeschrijving De cursus Methoden van Organisatieverandering bouwt voort op voorgaande interventiemethoden-cursussen. Inhoudselementen uit al deze cursussen worden als input meegenomen en zullen worden aangevuld en uitgebreid met methoden en technieken die bruikbaar zijn tijdens het ontwikkelen en uitvoeren van veranderingstrajecten. Doelstelling van die cursus is het ontwikkelen van veranderkennis en -vaardigheden. Er wordt geoefend met een veranderkundige benadering van ontwerpvraagstukken. Het biedt in dit opzicht een gereedschapskist die tools levert voor de andere vakken in het semester. Literatuur Caluwé, L. de, H. Vermaak, Leren Veranderen; een handboek voor de veranderkundige, Alphen a/d Rijn: Samson, 2000 ISBN: 90 140 6158 7 Project: organisatie en innovatie (schakelprogramma) Cursuscode BOV18 ECTS 7 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie SCHAKBW Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Schrijver, drs. I.D. Docenten diverse docenten 126
SCHAKELPROGRAMMA BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Kennis over methoden van onderzoek en statistiek Ja Leerdoelen voor het project zijn: - Het opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek op basis van de onderzoekscyclus; - Het analyseren en verklaren van verschijnselen in organisaties met behulp van deze theorieën, modellen en methoden; - Het doelgericht rapporteren zowel mondeling als schriftelijk; - Het zelfstandig en in groepsverband uitvoeren van activiteiten. Cursusbeschrijving In dit project doorloop je de onderzoekscyclus ofwel empirische cyclus. Deze bestaat uit de volgende fasen: formuleren van een probleemstelling, ontwerpen van het onderzoek, gegevensverzameling, gegevensanalyse en conclusies en rapportage. Je gaat daarbij niet uit van een handelingsof praktijkprobleem maar onderzoekt wel verschijnselen die zich in de praktijk voordoen. Het is de bedoeling dat je met een groep van drie studenten zelfstandig een bedrijfswetenschappelijk onderzoek opzet en uitvoert. Elk wetenschappelijk onderzoek start met een gedegen literatuurstudie. Daarmee bedoelen we dat je wetenschappelijke artikelen raadpleegt en kritisch beoordeeld. Dat geldt dus ook voor dit project. Je zoekt samen met je groep artikelen, die betrekking hebben op het thema. Je werkt het onderzoek verder uit tot een interessante vraagstelling en conceptueel model. Vervolgens ga je na op welke wijze je het empirisch onderzoek kunt aanpakken. Je ontwerpt een passend onderzoekstechnisch design inclusief een correcte operationalisatie van de te gebruiken variabelen. Je voert het onderzoek uit. Je verzamelt, analyseert en interpreteert de data. Je geeft antwoord op de vraagstelling alsmede een kritische reflectie op het conceptueel model en de hypotheses. Je beoordeelt in hoeverre de gebruikt theorieën, concepten en modellen bruikbaar zijn in de praktijk. Vervolgens schrijf je het eindrapport, waarin je verslag doet van het gehele onderzoek Voor elke master is een thema geformuleerd. De structuur van het project is voor iedereen gelijk. Primair doel is immers het leren onderzoeken. Het thema ligt in het verlengde van je interesses en probeert het leerproces te stimuleren. Literatuur Semesterhandleiding Organisatie en Innovatie en zelf te zoeken aanvullende literatuur Sociotechniek (schakelprogramma) Cursuscode BOV19 ECTS 4 Opleidingen BW Jaar Schakelprogramma Semester 2 127
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Blok Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
n.v.t. SCHAKBW schriftelijk Nederlands Fruijtier, dr. B.G.M. Ben Fruijtier Toelating tot schakeljaar Nee De cursus Sociotechniek heeft als belangrijkste doel studenten kennis te laten maken met de mogelijkheden (en beperkingen!) van de sociotechniek. De behandeling van de sociotechniek vindt plaats binnen het bredere kader van het analyseren en oplossen van bedrijfskundige problemen. De docenten stellen zich ten doel dat studenten zich de volgende competenties eigen maken: - typische bedrijfskundige problemen op sociotechnische wijze diagnosticeren, analyseren en verklaren; - de implicaties van het sociale arbeidsbeleid van bedrijven en instellingen beschrijven en beoordelen in termen van kwaliteit van de arbeid; - de principes en uitgangspunten van de sociotechnische ontwerptheorie kennen en de ontwerpregels toepassen in uiteenlopende bedrijfssituaties; - het belang en de waarde van het werken in zelfsturende teams inschatten; - het spanningsveld tussen ontwerpen en invoeren/veranderen van arbeidsorganisaties naar waarde inschatten. - de cruciale rol van modern leiderschap onderkennen; - de toepassingen van sociotechniek in de praktijk analyseren, beoordelen en desgewenst verbeteren. Cursusbeschrijving Het ontwerpen van organisatiestructuren is een belangrijk onderdeel van de opleiding bedrijfskunde. De Nijmeegse opleiding bedrijfskunde profileert zich als sociale bedrijfskunde. In termen van de ontwerpkunde impliceert dat integrale aandacht voor de economische én sociale aspecten van het ontwerp van organisaties. Deze integrale invalshoek is kenmerkend voor de door De Sitter ontwikkelde Sociotechnische ontwerpmethodiek. Deze ontwerpmethodiek heeft haar wortels in zowel de Amerikaanse organisatieleer (Simon, March, Galbraith)als de in de praktijk door medewerkers van het Tavistock Institute of Human Relations ontwikkelde sociotechnische ontwerpprincipes en de moderne systeemkunde (Ashby, Luhmann). Elke bedrijfskundestudent moet kennis genomen hebben van de theoretische principes en praktische uitwerking van de sociotechnische ontwerpleer. In de cursus wordt een overzicht gegeven van de historische ontwikkeling van de Sociotechniek en van de belangrijkste concepten en ontwerpprincipes van deze ontwerpmethodiek. 128
SCHAKELPROGRAMMA BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
Literatuur
Kennis van de sociotechniek is naast kennis van de systeemtheorie van elementair belang voor een kritische beoordeling van de waarde en bruikbaarheid van alternatieve benaderingen van organisatie-ontwerp. In de masterspecialisatie Analyse, Ontwerp & Verandering van organisaties (AOV) wordt op deze kennis voortgebouwd door de sociotechniek te plaatsen binnen het brede kader van moderne ontwerpmethodieken. Kuipers, H. & P. van Amelsvoort (1996) Slagvaardig organiseren Kluwer Bedrijfswetenschappen Deventer
Financieel-economisch management II Cursuscode BCU261 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Informatie, besluitvorming en macht Cursuscode BCU260 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen (BW) Cursuscode BCU227 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Globalizing the Organization Course code MIM011 ECTS 5 Programme BW Year Schakelprogramma Semester 2 Period 2 Specialization SCHAKBW Test 1. Individual written exam (60%) Date: to be announced Time: to be announced Place: to be announced Registration: At the counter of the Education Resource Centre/Studielandschap, TvA 3. 2. Individual paper (40%) Language English Course coordinator Moerel, drs. H.W.J. Lecturers drs. J.J.L.E. Bucker dr. P.A. Barbonis drs. H.W.J. Moerel Entry level Introduction course in Management Optional course Yes Objectives After having completed the course, students will be able to distinguish 129
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Description
Literature
130
the different approaches to international management in theory and practice, and to understand a part of the history and some of the major concepts and developments in international management In this course, managing an organization is discussed in order to gain insight into various aspects of the globalizing enterprise. The main issues that are discussed, focus on questions such as the following: What is the nature of the global enterprise? What drives enterprises to become global players? How is such an enterprise organized? What competencies and capabilities are required to become competitive? How are global products developed and produced? What is the relation between headquarters and subsidiaries? How to assess performance? The viewpoint that is taken, is that of managing a globalizing enterprise in the information age. Insight will also be gained in the overall problems and issues of international management and an understanding of the implementation of internationalization will be obtained. Lectures on Thursdays, 10.45-12.30 Compulsory: Leontiades, J., (2001). Managing the Global Enterprise. Competing in the Information Age. Prentice Hall/Pearson Education. ISBN 0-273-64691-5 Several articles to be announced Recommended: Buckley, P., Nghauri, P., (1999). Managing the Global Enterprise. A Reader, second edition, International Thomson Business Press. ISBN 1-86152-401-3 Czinkota, M., Ronkainen, J., Moffett, M., (2005). International Business, seventh edition. Thomson South Western. ISBN 0-324-22532-b Mc Donald, F., Burton, F., (2002). International Business. International Thomson Business Press. ISBN 1-86152-451-8 Stonehouse, G., Hamill, J., Campbell, D., Purdie, T., (2000). Global and Transnational Business. Strategy and Management. John Wiley & Sons Ltd. ISBN 0-471-98819-7
SCHAKELPROGRAMMA BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
131
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
5 Recht en Management
132
RECHT EN MANAGEMENT
5
Recht en Management
Bedrijven hebben bij het bepalen van hun strategie en beleid steeds vaker te maken met juridische vraagstukken. Ze nemen juristen in dienst om zich door hen te laten adviseren en juridische kwesties door hen te laten afhandelen. Werknemers die thuis zijn op het gebied van recht én management zijn echter schaars. Er zijn maar weinig mensen die zowel juridische kanttekeningen bij het betoog van een bedrijfskundige kunnen plaatsen, als de bedrijfskundige gevolgen van een juridisch standpunt kunnen overzien. Wie straks bij het betreden van de arbeidsmarkt een voorsprong wil hebben, doet er dan ook goed aan om zich van anderen te onderscheiden. Met de dubbele master Recht en Management worden de kansen hierop aanmerkelijk verbeterd. Want de dubbele titel die na het behalen van deze studie mag worden gevoerd is een uitstekende introductie waarmee vele deuren worden geopend. Recht en Management biedt de kans om in vijf jaar de master Nederlands recht èn de master Bedrijfswetenschappen te behalen. Door een speciaal samengesteld onderwijsprogramma kan het masterdiploma van beide opleidingen worden afgerond met één jaar extra studietijd. De bachelor- en masteropleiding Nederlands recht worden gecombineerd met de masteropleiding Bedrijfswetenschappen. Tijdens de eerste vier jaar van de studie moeten de studenten naast de opleiding Nederlands recht elf extra vakken (een schakelprogramma van 66 ECTS) uit de bacheloropleiding Bedrijfswetenschappen volgen. Als deze vakken zijn behaald, wordt een bachelorcertificaat uitgereikt. Daarmee word je in het vijfde jaar toegelaten tot een van de masterspecialisaties Bedrijfswetenschappen. In de eerste jaren worden vooral vakken gegeven die behoren bij de bachelor Nederlands recht. Daarnaast worden enkele vakken Bedrijfswetenschappen gegeven. Zo wordt kennis gemaakt met beide opleidingen. Na het eerste jaar beslis je of je verder wilt gaan met het dubbelprogramma. Mocht blijken dat het studieprogramma je toch niet ligt, dan kan ervoor worden gekozen om je te beperken tot Nederlands recht. Je ligt dan nog prima op schema. 5.1 Het curriculum Curriculum 2005-2006 schakelprogramma Recht en Management Semester 1.1 - Schakelprogramma Recht en Management
Nederlands Recht
Bedrijfswetenschappen
133
ECTS
Inleiding tot de rechtswetenschap 1 en 2
10
Privaatrecht
5
Staats- en bestuursrecht
9
Inl. Europees Recht
3
Tutoraat; Bibliotheekinstructie; Strafrechtrota
1
Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 1
6
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Semester 1.2 - Schakelprogramma Recht en Management
Nederlands Recht
Bedrijfswetenschappen
Rechtsfilosofie
7
Privaatrecht
5
Straf- en procesrecht
9
Inleiding Europees Recht
3
Tutoraat; Bibliotheekinstructie; Strafrechtrota
2
Schriftelijke vaardigheden en argumentatie
6
Onderzoek- en interventiemethodologie A (R&M)
6
Semester 2.1 – Schakelprogramma Recht en Management
Nederlands Recht
Bedrijfswetenschappen
Staatsrecht
7
Bestuursrecht 1
7
Straf (proces) recht 1
8
Inleiding Belastingrecht
5
Systeemtheorie (R &M)
6
Methoden van onderzoek 2 / Statistiek (R&M)
6
Semester 2.2 – Schakelprogramma Recht en Management
Nederlands Recht
Bedrijfswetenschappen
Staatsrecht
7
Bestuursrecht 2 incl Rota Administratie
7
Straf (proces) recht II
7
Vaardigheidstr. Jurid. Infosyst.
0
Inleiding in Accounting en Finance (BW)
6
Kwantitatieve onderzoeksmethodologie
6
Curriculum 2005-2006 Recht en Management oude stijl Semester 3.1 – programma Recht & Management ‘oude stijl’ Nederlands Recht
Bedrijfswetenschappen
Burgerlijk Recht 1
11
Inleiding Belastingrecht
5
Operations Management and Logistics
6
Kwalitatieve onderzoeksmethodologie
6
Integratievak: Recht, arbeid en management
4
Project: Het primaire proces
4
Semester 3.2 – programma Recht & Management ‘oude stijl’ Nederlands Recht
Bedrijfswetenschappen
134
Burgerlijk Recht 2
15
Marketing
6
Strategie
6
Inleiding in Accounting en Finance (BW)
6
RECHT EN MANAGEMENT
Semester 4.1 – programma Recht & Management ‘oude stijl’ Nederlands Recht
Bedrijfswetenschappen
Burgerlijk procesrecht
6
Systeemtheorie
4
Sociotechniek
5
Knowledge Management
4
Methoden van organisatieverandering
5
Integratievak: Systeem en organisatieverandering
4
Project: Systeem en organisatieverandering
4
Semester 4.2 – programma Recht & Management ‘oude stijl’ Ondernemingsrecht
8
Nederlands Recht
Keuzevak
14
Bedrijfswetenschappen
Bachelorthesis
9
Semester 5.1 – programma Recht & Management ‘oude stijl’ Nederlands Recht
Mededingings- en economisch recht
7
Bedrijfswetenschappen
Masterspecialisatie
30
Semester 5.2 – programma Recht & Management ‘oude stijl’ Nederlands Recht
Geschiedenis van (Europees) privaatrecht
7
Bedrijfswetenschappen
Masterspecialisatie
12
Semester 6.1– programma Recht & Management ‘oude stijl’ Nederlands Recht en Bedrijfswetenschappen
Afstudeerproject
Coördinator Ir. Renée van Zijl tel. (024) 3615887 e-mail:
[email protected] kamer: TvA 1.2.18
135
30
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
5.2 Toelating tot het tweede studiejaar Er geldt een niet-bindend studieadvies in maart en juli van het eerste studiejaar. Je kunt pas verder gaan met de vakken Bedrijfswetenschappen uit het tweede studiejaar als je alle vakken uit de propedeuse Rechten én de vakken Inleiding Bedrijfswetenschappen 1 en Onderzoeks- en interventiemethodologie A van Bedrijfswetenschappen uit het eerste studiejaar hebt behaald.
5.3 Studieadviseurs Voor vragen over de opleiding Recht en Management kan contact worden opgenomen met een van de studieadviseurs. Studieadviseur Faculteit der Managementwetenschappen: Dhr. ir. L. Meijssen tel. 024-3611747 kamer: TvA 3.0.39
[email protected] Inloopspreekuur op maandag van 11.00-13.00 uur. Overige afspraken via de balie van het studielandschap faculteit Managementwetenschappen, tel. (024) 3615925. Studieadviseur Faculteit der Rechtsgeleerdheid: Mw. drs. Annet Hahn 024-3612308
[email protected]
136
RECHT EN MANAGEMENT
5.4 Cursusbeschrijvingen Recht en Management (oud en nieuw curriculum) Recht en Management (oud curriculum) Inleiding in Accounting en Finance (Bedrijfswetenschappen) Cursuscode BCU189BW Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Operations Management and Logistics Cursuscode BCU201A Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Kwalitatieve onderzoeksmethodologie Cursuscode BPRA347 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Strategie Cursuscode
Marketing Cursuscode
BCU012 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen.
BCU2008 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen.
Project: Het primaire proces voor recht en management Cursuscode BPRO356 ECTS 4 Opleidingen BW, RM (oud) Jaar 3 Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie RM (oud) Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Dekker, ir. K.J. Docenten ir. K.J. Dekker + ir. R.M.H.J. van Zijl Voorkennis geen 137
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Keuzevak Doelstellingen
Nee Het Project Primaire Proces bestaat uit een diagnose van het primaire proces van een zelf gekozen organisatie. Het project integreert de vakken Operations Management, Logistiek, Human Resource Management en Diagnosemethoden en bouwt voort op bedrijfswetenschappelijke en methodenvakken uit eerdere semesters. De theoretische inzichten, die in de verschillende vakken zijn verkregen worden getoetst aan de praktijk en met elkaar in verband gebracht. Het project wordt afgesloten met een verslag en een mondelinge presentatie voor de docent en voor de organisatie waar het onderzoek is uitgevoerd. Cursusbeschrijving De bachelorfase van de opleiding Bedrijfswetenschappen besteedt op een geïntegreerde manier aandacht aan de competenties, die elke student moet verwerven in zijn opleiding. Om samenhang en integratie tussen vakken te bevorderen worden deze geclusterd rond thema’s. Het thema van dit semester is Het Primaire Proces. Elke organisatie heeft als doel te voorzien in een maatschappelijke behoefte. Hiertoe worden producten of diensten geproduceerd en geleverd. Om die producten of diensten te kunnen maken vindt er een transformatie plaats. Inputfactoren als grondstoffen en onderdelen, informatie, financiele middelen en arbeidsinzet worden gebruikt om output in de vorm van producten diensten (en afval) te produceren. Het omvormen van de input in een output noemen we het transformatieproces. De uitvoer van dat proces zijn de producten of diensten, waaraan het bedrijf haar bestaansrecht ontleent en waarmee ze geld verdient. Soms zijn transformatieprocessen fysiek zichtbaar, bijvoorbeeld in een autofabriek. Soms is dit in mindere mate het geval zoals bij een advocatenkantoor of gevangenis. Vaak leveren organisaties combinaties van producten en diensten en varieert de verhouding tussen die twee afhankelijk van het type organisatie. Denk bijvoorbeeld aan een notariskantoor, dat aktes opstelt (product) en klanten te woord staat en informeert (dienst). Het primaire proces van een organisatie bestaat uit die activiteiten van mensen en middelen die direct verband houden met het transformatieproces. Het project wordt direct opgestart aan het begin van het semester. Voor de acquisitie van een opdrachtgevend bedrijf en de voorbereiding van het praktijkonderzoek is daardoor veel doorlooptijd beschikbaar tijdens het cursorisch deel van het semester. Voor het daadwerkelijk onderzoek in de zin van dataverzameling en afrondende rapportage en presentatie zijn met name de weken aan het eind van het semester bedoeld. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt Methoden van organisatieverandering Cursuscode BPRA325 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. 138
RECHT EN MANAGEMENT
Project: Systeem en organisatieverandering Cursuscode BPRO348 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Sociotechniek Cursuscode
BCU242 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen.
Systeem en organisatieverandering (integratiemodule) Cursuscode BIM299 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Systeemtheorie Cursuscode BCU243 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Knowledge Management (English) Cursuscode BCU287 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Bachelor thesis (Recht en Management) Cursuscode BIM350 ECTS 9 Opleidingen RM (oud) Jaar 4 Semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie RM (oud) Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Zijl, ir. R.M.H.J. van Docenten nog onbekend Voorkennis - Onderzoeks- en interventiemethodologie - Beschrijvende en inductieve statistiek Keuzevak Nee Doelstellingen - Het opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek op basis van de onderzoekscyclus - Het analyseren en verklaren van verschijnselen in organisaties met behulp van theorieën, modellen en methoden 139
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
- Het doelgericht rapporteren zowel mondeling als schriftelijk Cursusbeschrijving De bachelorthesis daagt studenten uit om goed onderzoek te doen. Zij moeten zelf op zoek gaan naar een onderzoeksvraag en relaties tussen verschijnselen in organisaties bedenken en toetsen. De belangrijkste voorwaarden om tot goede resultaten te komen zijn nieuwsgierigheid, creativiteit, zelfstandigheid en doorzettingsvermogen. Uiteraard is ook een gedegen kennis van methoden nodig. De docent heeft de rol heeft van coach en adviseur. Studenten doorlopen de onderzoekscyclus ofwel empirische cyclus: formuleren van een probleemstelling, ontwerpen van het onderzoek, gegevensverzameling, gegevensanalyse en conclusies en rapportage. Er wordt niet uitgegaan van een handelings- of praktijkprobleem maar er worden wel verschijnselen die zich in de praktijk voordoen onderzocht. Er zijn verschillende thema’s, vanuit verschillende masters geformuleerd: marketing, strategie, strategisch personeelsmanagement en bedrijfseconomie. Literatuur Studentenhandleiding Recht en Management (nieuw curriculum) Inleiding in de Bedrijfswetenschappen 1 Cursuscode BIN001 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Systeemtheorie (R&M) Cursuscode BCU243RM ECTS 6 Opleidingen RM (nieuw) Jaar 2 Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie RM (nieuw) Tentamenvorm schriftelijk tentamen + opdracht Taal Nederlands Cursuscoördinator Vriens, dr. D.J. Docenten dr. D. Vriens Voorkennis Geen Keuzevak Ja Doelstellingen kennis: * basisbegrippen uit de klassieke systeemtheorie (cybernetica)en sociale systeemtheorie * kennismaking met relevante systeemtheoretische raamwerken zoals het VSM van Beer en ontwerptheorie van de Sitter vaardigheden 140
RECHT EN MANAGEMENT
* in staat zijn om zelfstandig na te denken over (het omgaan met) complexiteit van en in organisaties Cursusbeschrijving In deze cursus worden organisaties beschouwd vanuit de systeemtheorie. Op basis van deze beschouwingswijze kunnen organisaties worden begrepen als systemen en kunnen uitspraken worden gedaan over het reguleren van organisaties. Met behulp van de cybernetica, zoals ontwikkeld door Ashby, worden algemene begrippen en inzichten van de systeemtheorie uitgelegd. Daarna worden verschillende toepassingen daarvan behandeld en zal gekeken worden naar organisaties als sociale systemen. Literatuur Reader systeemtheorie Methoden van onderzoek 2 / Statistiek (R&M) Cursuscode BOV51RM ECTS 6 Opleidingen BW, POL, RM Jaar 2 Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie RM nieuw Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Jacobs, dr. H.A.G.M. Docenten E. Jacobs Voorkennis Geen Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten zijn aan het einde van de cursus in staat: * de basiselementen en eenvoudige procedures uit de beschrijvende en verklarende statistiek adequaat toe te passen, mede met behulp van het programma Spss * resultaten van eenvoudige procedures uit de beschrijvende en verklarende statistiek adequaat te interpreteren * keuzes bij het uitvoeren van statistische procedures en de interpretatie van de resultaten adequaat te onderbouwen Cursusbeschrijving In de cursus leren studenten praktisch omgaan met het statistsche software programma Spss. De onderwerpen die besproken zijn onder meer: * steekproeven, kansen en variabelen, schattingen van kenmerken van een populatie, kruistabelanalyse, correlaties, eenvoudige (multipele) regressie, verschillen in gemiddelden en tijdreeksen Literatuur McClave, J. Y., Benson, P. G. & T. Sincich (2003). Statistiek. Een inleiding voor het hoger onderwijs (achste editie, tweede druk), Pearson Eductaion/Prentice Hall, ISBN: 90-430-0501-0 A. de Vocht (2004). Basishandboek Spss 12. Bijleveld Press. ISBN: 9055481300 Aanbevolen: Mathijssen, A. & M. te Grotenhuis (2004). Basiscursus Spss 141
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
(versie 10, 11 en 12). Assen: Van Gorcum. ISBN: 90 232 4049 9 Inleiding in Accounting en Finance (Bedrijfswetenschappen) Cursuscode BCU189BW Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Kwantitatieve onderzoeksmethodologie Cursuscode BPRA247 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Kwalitatieve onderzoeksmethodologie Cursuscode BPRA347 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen. Strategie Cursuscode
BCU012 Zie voor beschrijving van de cursus onder de cursusbeschrijvingen Bachelor Bedrijfswetenschappen.
Onderzoeks- en interventiemethodologie A (RM) Cursuscode BPRA147A ECTS 6 Opleidingen POL, RM (nieuw) Jaar Schakelprogramma en 1 Semester 2 Blok 1 Specialisatie RM (nieuw) Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Mullekom, drs. T.L. van Docenten prof.dr. J.A.M. Vennix drs. C.A.M. Visscher drs. T.L. van Mullekom Voorkennis geen Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten kunnen: - de functie van wetenschappelijk onderzoek voor de managementwetenschappen aangeven mede in het licht van het onderscheid tussen onderzoeks- en interventiemethodologie; - de belangrijkste methodologische stromingen onderscheiden en een relevante uitleg geven aan basisbegrippen in empirisch wetenschappelijk 142
RECHT EN MANAGEMENT
onderzoek; - in gegeven casuïstiek adequate keuzes maken voor onderdelen van een eenvoudig onderzoeksvoorstel en deze keuzes adequaat beargumenteren. Cursusbeschrijving In de cursus worden inzichten opgedaan die de basis vormen voor het kunnen doen van wetenschappelijk verantwoord onderzoek. Naast wetenschapsopvattingen en belangrijke methodologische stromingen in empirisch onderzoek worden basisbegrippen behandeld zoals validiteit en betrouwbaarheid. Ook komen de diverse onderdelen aan bod van de empirische onderzoekscyclus. Een deel van de te verwerven methodologische inzichten wordt geoefend ten behoeve van het verwerven van vaardigheden, bijvoorbeeld het maken van onderzoeksvraagstellingen c.q. het afleiden van hypothesen, het ontwikkelen van conceptuele modellen, het operationaliseren van te onderzoeken eigenschappen, het selecteren van onderzoeksdesigns, waarnemingsmethoden en analysetechnieken. De cursus bestaat uit hoorcolleges (behandeling theoretische uitgangspunten), werkcolleges (opdrachten bespreken en feedback ontvangen) en zelfstudie. Literatuur Syllabus prof.dr. J. Vennix (2005)
143
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
6 Masterspecialisatie Marketing
144
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E M A R K E T I N G
6 Masterspecialisatie Marketing 6.1 Profiel Bij de master Marketing ligt het accent op het ontwikkelen en onderhouden van relaties met bestaande en nieuwe klanten in de dynamische nationale en internationale markten. Doel van die activiteiten is uiteraard een aantrekkelijk resultaat op lange termijn voor het bedrijf, haar afnemers en aandeelhouders. Vragen die daarbij spelen zijn: • Hoe kan het gedrag van klanten worden verklaard? • Hoe bouwen we aan onze nationale en internationale merken? • Hoe doen we marktonderzoek en vinden we succesvolle en echt innovatieve producten en diensten? • Hoe ontwikkelen we onze verkoopfunctie richting accountmanagement en managen we de supply chain voor een optimaal resultaat? • Welke rol speelt globalisering binnen deze vraagstukken? Bedrijven en organisaties worden steeds meer gedwongen om marktgericht te werken en dichter bij hun afnemers te staan. Het identificeren van nieuwe wegen naar customer equity is de sleutel naar succes. Hierin speelt marketing een centrale rol. Doelstelling en filosofie van de master Marketing Doelstelling van de master Marketing is het opleiden van studenten tot wetenschappelijk onderlegde marketingspecialisten met een bedrijfskundige visie. Hierbij duidt het wetenschappelijk onderlegde op het niveau van de opleiding: de master Marketing dient studenten een volwaardig lid te maken van de wetenschappelijke Marketing gemeenschap. Dit betekent, dat een afgestudeerde student dient te beschikken over de relevante kennis en inzichten van het vakgebied en deze zowel als academisch onderzoeker als professional moet kunnen toepassen. Verder moet hij/zij in staat zijn kritisch te reflecteren en zich een oordeel te kunnen vormen over een verantwoorde toepassing van kennis en inzichten. Uiteraard moet de student op concrete wijze over de inhoud van het vakgebied kunnen communiceren en over het vermogen beschikken zichzelf op het vakgebied te blijven ontwikkelen. De bedrijfskundige visie betekent, dat de afgestudeerde student het vakgebied Marketing in een breder verband en interdisciplinair moet kunnen zien. De filosofie achter de master Marketing is gestoeld op de volgende punten: • Marketing gaat om het creëren van customer equity op basis van customer relationship management vanuit een resources based view; • De master Marketing is ingebed in een bedrijfswetenschappelijke context met een sociaalwetenschappelijke oriëntatie blijkend uit specifieke aandacht voor mens èn organisatie; • Specialisatie in de marketing is gericht op de arbeidsmarkt en houdt tegelijkertijd rekening met de bedrijfswetenschappelijke invalshoek (professional en onderzoeker). Eindtermen De master Marketing leidt op tot wetenschappelijk onderlegde marketing specialisten. Het vertrekpunt is een brede bedrijfskundige visie. Bij het bouwen van het programma is naast 145
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
aandacht voor wetenschappelijke verankering tevens gekeken naar de arbeidsmarkt. Een brede basis samen met de specialisatie maken van de student een volwaardige marketeer op masterniveau. Een master in de Marketing is in staat kritisch zaken te beschouwen, verschillende perspectieven te integreren en een visie te formuleren over belangrijke marketingproblemen.
6.2 Toelatingseisen We gaan ervan uit dat studenten, die beginnen aan een master Marketing een behoorlijke kennis hebben op het gebied van Marketing, Strategie, Onderzoeksmethoden en Bedrijfseconomie (zie tabel). Op al deze gebieden wordt van studenten verwacht dat ze bekend zijn met het standaard vocabulaire en in staat zijn de basisconcepten te gebruiken. Verder verwachten wij, dat zij op wetenschappelijk niveau kunnen denken en opereren. Uitgaande van deze basis wordt de kennis in het vakgebied Marketing verdiept. Vereiste basiskennis voor de master Marketing Onderwerp
Vereisten
Marketing
Het kennen en het kunnen toepassen van de standaard marketingconcepten
Strategie
Het kennen en het kunnen toepassen van standaard strategieconcepten Het kennen en kunnen toepassen van diverse onderzoeksstrategieën,
Onderzoeksmethoden
dataverzamelingstechnieken, univariate en basis multivariate statistiek en basiskennis SPSS
Bedrijfseconomie
Het kennen en kunnen toepassen van basis bedrijfseconomische analyses, boekhoudkundige technieken en kerngetallen
Universitaire Bachelor Studenten met een afgeronde bacheloropleiding in de Bedrijfswetenschappen kunnen direct in de masterspecialisatie Marketing instromen. Studenten met een andere universitair bachelordiploma kunnen het beste contact opnemen met de studieadviseur, mevrouw Remke Friesen,
[email protected], studieadviseur van de master Bedrijfswetenschappen, kamer TvA 1.2.30, telefoon nummer (024) 3611834. Afgeronde HBO opleiding Studenten met een verwante afgeronde 4-jarige HBO-bacheloropleiding (240 ECTS) kunnen instromen in het schakelprogramma voor de masterspecialisatie Marketing. Ná het succesvol afronden van dit schakelprogramma word je toegelaten tot de Master Bedrijfswetenschappen, specialisatie Marketing. Vereiste HBO-vooropleiding voor het schakelprogramma en de masterspecialisatie Marketing: • Hogere Hotelschool • HTS-Bedrijfskunde • HEAO-Bedrijfseconomie 146
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E M A R K E T I N G
• • • • • • • • •
HEAO-CE HEAO-CE/IM HAS-BK HEAO-LE HBO-Logistiek HBO-Marketing HEAO-Marketing Management HEAO-IBS HEAO-IM
Indien jouw HBO-bacheloropleiding hier niet vermeld staat, dien je in te stromen in het eerste jaar van het bachelorprogramma. Heb je wel een verwante HBO-bacheloropleiding maar staat deze hierboven niet vermeld, neem dan contact op met Nol Vermeulen, studieadviseur voor het schakelprogramma Bedrijfswetenschappen:
[email protected], kamer TvA 1.1.30, telefoonnummer (024) 3613068. Ook voor overige vragen over toelatingseisen kun je bij hem terecht.
6.3 Curriculum In het eerste semester worden studenten vertrouwd gemaakt met de filosofie die de master Marketing uit wil dragen en wordt een verdieping gegeven in het vakgebied in brede zin. De filosofie komt vooral aan de orde in de cursus Marketing Management. Hierin staan onderwerpen als customer value, klantenrelaties en marktgerichtheid centraal. Uiteraard wordt ook stil gestaan bij strategische marketing, de organisatie van de marketingfunctie binnen een organisatie en marketing planning. In het vak Koopgedrag wordt een verdere verdieping gegeven aan het verklaren van het gedrag van klanten. Het legt de basis voor het begrijpen van het koop- en beslissingsgedrag van klanten en de implicaties daarvan voor de marketing praktijk. Ook in het vak Product Management komt verdieping aan de orde. Hierbij gaat het om het managen van bestaande producten en het op de markt brengen van nieuwe producten. De vierde cursus van dit semester is Methodologie voor Marketing en Strategie, die wordt ingevuld samen met de collega’s van Strategie en Methodologie. Tevens wordt in dit semester een start gemaakt met de voorbereiding van de masterthesis Marketing. Het eerste semester begint met een algemene introductie, met daarin een marketingpracticum (spel). In het tweede semester kiest de student twee vakken uit de vier aangeboden vakken: Brand Management, Global Marketing, Supply Chain Management, en Account Management. Er zijn twee aanbevolen combinaties van vakken: op de eerste plaats de combinatie van Brand Management en Global Marketing. Deze combinatie van vakken noemen we in het vervolg het traject ‘Product en Brand Management’. Op de tweede plaats de combinatie van Supply Chain Management en Account Management. Deze combinatie van vakken noemen we in het vervolg het traject ‘Supply Chain Management’. Maar het staat de student vrij ook iedere andere combinatie van vakken te volgen. In dit tweede semester staat daarnaast de masterthesis Marketing centraal. Studenten schrijven in aansluiting op de door hen gevolgde vakken en hun onderzoeksinteresse een masterthesis. 147
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Opbouw curriculum master Marketing Blok 1 2 1+2
Naam cursus
ECTS
Marketing Management
6
Methodologie voor Marketing en Strategie
6
Product Management
6
Koopgedrag
6
Voorbereiding Masterthesis Marketing (incl. introductie en practicum marketing)
6
Twee cursussen (totaal 12 ECTS) uit de volgende cursussen: Traject Product en Brand Management: Brand Management 3
Global Marketing
6 6
Traject Supply Chain Management: Supply Chain Management Account Management 4
Masterthesis Marketing
18
Traject Product- en Brandmanagement Het managen van producten, diensten en merken is in de loop der jaren een uitgebreid vakgebied geworden binnen de Managementwetenschappen. Maar niet alleen in de wetenschap is de aandacht voor dit vakgebied toegenomen, ook in de praktijk ziet men het belang in van gedegen kennis over product- en brandmanagement. Dit blijkt onder andere uit de vele bedrijven en instellingen die brandmanagers en/of productmanagers in huis hebben om hun marketing activiteiten in goede banen te leiden en uit het aantal consultancybedrijven dat zich gespecialiseerd heeft op vraagstukken op het gebied van product- en brandmanagement. Een tweede trend die duidelijk waarneembaar is in zowel wetenschap als in de praktijk is het toegenomen besef dat marketing managers in een steeds meer internationale arena dienen te opereren: steeds meer bedrijven verkopen hun producten of diensten aan klanten verspreid over een groot deel van de wereld en hebben te maken met internationale concurrenten. De toegenomen belangstelling voor (internationaal) product- en brandmanagement komt overeen met het steeds sterker wordend besef dat organisaties marktgericht moeten opereren. Want centraal in gedegen product- en brandmanagement staat kennis over hoe klanten (consumenten en organisaties) omgaan met het kopen van producten en diensten. Kopen moet daarbij gezien worden als een hele aaneenschakeling van psychologische, sociale en economische processen, variërend van het waarnemen en interpreteren van informatie tot het wegwerpen van een gebruikt product. Met behulp van deze kennis kan een marketingmanager zijn of haar product- en brandmanagement activiteiten zo goed mogelijk proberen in te richten en antwoorden te vinden op vragen als: 148
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E M A R K E T I N G
• • • • •
onder welke omstandigheden zijn brand extensions raadzaam? met welke factoren moet je rekening houden wanneer je hetzelfde merk in meerdere landen wilt gebruiken? welke rol kan marketing spelen bij het ontwikkelen van nieuwe producten? hoe moet je nu eigenlijk een concept voor een nieuw product in de markt testen? hoe houd je als internationaal marketeer rekening met cultuurverschillen?
In overeenstemming hiermee is het doel van de variant Product- en Brandmanagement om je voor te bereiden op een positie die betrekking heeft op de verschillende facetten van het managen van merken, producten en diensten in zowel business-to-business als de consumentenmarkt in internationaal perspectief op basis van gedegen kennis van de klant. Dit weerspiegelt zich weer in de opzet van deze variant: voortbouwend op de kernvakken Product Management, Koopgedrag en Marketing Management (alle in het eerste semester van de master Marketing) bestaat deze variant uit twee verdiepende vakken. In elke van de twee vakken bestudeer je welke implicaties de kennis uit de kernvakken heeft voor merkenmanagement, het ontwikkelen en op de markt zetten van nieuwe producten en internationale marketing. Traject Supply Chain Management Bedrijven worden geconfronteerd met snelle technologische ontwikkelingen, mondiale concurrentie en klanten en consumenten die steeds meer eisen stellen. Hierdoor zien bedrijven zich genoodzaakt de effectiviteit en efficiëntie van bedrijfsprocessen te verbeteren en de kwaliteit van hun eindproducten te verhogen. Het dwingt bedrijven onverbiddelijk te gaan focussen op een beperkt aantal, uniek van aard en moeilijk te imiteren, onderscheidende kernactiviteiten en tevens samenwerking te zoeken met andere bedrijven op de gebieden waarin men zich niet onderscheidt. Supply Chain Management gaat over het integreren van bedrijfsprocessen om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen en daarmee maximale klantwaarde (Customer value maximisation) te realiseren op de meest efficiënte en effectieve wijze. Het omvat het gehele voortbrengingsproces van grondstof tot de uiteindelijke klant, waarbij veelal veel onafhankelijke bedrijven zijn betrokken. Supply Chain Management omvat vraagstukken die betrekking hebben op: • het realiseren van maximale klantwaarde op de meest effectieve en efficiënte wijze; • het ontstaan van inter-supply chain concurrentie, ook wel internetwerk concurrentie genoemd, en creëren van supply chain concurrentievoordeel; • het managen van de productstromen en informatiestromen door de gehele supply chain, het ontwerpen en inrichten van de supply chain; • het managen van samenwerkingsrelaties binnen en tussen organisaties, o.a. accountmanagement; • de rol van ICT binnen Supply Chain Management en de opkomst van E-business. Binnen de mastervariant Supply Chain Management wordt aan deze vraagstukken invulling gegeven door middel van twee cursussen: Supply Chain Management en Account Management.
149
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
6.4 Cursusbeschrijvingen masterspecialisatie Marketing Methodologie voor Marketing en Strategie Cursuscode MMA014 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 Specialisatie MARK STRAT Tentamenvorm schriftelijk tentamen + opdrachten Taal Nederlands Cursuscoördinator Ligthart, dr. P.E.M. Docenten dr. Jörg Henseler, dr Paul E.M. Ligthart, dr. Vincent Peters Voorkennis toegelaten zijn tot de masters Strategie of Marketing Keuzevak Nee Doelstellingen De belangrijkste leerdoelen zijn: - Het inzicht verwerven in diverse multivariate technieken en aanverwante methoden; - Het kunnen toepassen van deze methoden en technieken m.b.v. statistische software; - Het kunnen interpreteren, evalueren en rapporteren van analyseresultaten ter ondersteuning van strategie en marketingvraagstukken Cursusbeschrijving In toenemende mate gebruiken bedrijven onderzoeksmethoden en statistische technieken om op een systematische wijze valide en betrouwbare informatie te verkrijgen uit hun databestanden met o.a. klantgegevens, concurrentie- en productiegegevens. Deze cursus speelt daarop in door vanuit managementvraagstukken een aantal -deels bekende- onderzoeksmethoden en multivariate statistische technieken niet alleen verder uit te diepen als statistische techniek maar ook als toepassing. Er zal in ruime mate aandacht worden gegeven aan het adequaat toepassen van de methoden en technieken en interpreteren van statistische resultaten in de context van een aantal strategie - en marketingvraagstukken. Deze vraagstukken hebben betrekking op de thema’s: Consument, Omgeving & Concurrenten, Middelen Allocatie en Forecasting. Deze voortgezette cursus bouwt voort op de statistische en onderzoeksmethodologische kennis behandeld in de bacheloropleiding. De multivariate methoden en technieken komen per thema op drie manieren aan bod. In eerste instanties worden voor het betreffende thema enkele methoden & technieken in het algemeen besproken en onderling vergeleken. Er wordt in dit themacollege tevens toelichting gegeven op de analyseopdracht(en) voor dat thema. In tweede instantie, soms in een apart analysecollege wordt een gangbare statistische analysetechniek(en) uitgebreider behandeld. De analysetechniek staat ook centraal in de 150
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E M A R K E T I N G
Literatuur
analyseopdracht die in kleine groepjes zelfstanding dienen te worden uitgewerkt en in een practicum met behulp van SPSS (versie 12) worden toegepast op een relevant databestand. Een thema wordt afgesloten met een toepassingscollege waarin de onderwerpen van het desbetreffende thema verder worden uitgediept, toepassings(on)mogelijkheden worden besproken door middel van studentpresentaties en docentbesprekingen van de ingeleverde opdrachtuitwerkingen. Zo mogelijk worden in het toepassingscollege een (gast)presentatie gehouden over voorbeelden van onderzoeksuitvoeringen en –toepassingen relevant voor het thema. De cursus is succesvol af te sluiten met minimaal een 5,6 op het schriftelijke tentamen. V.R. Rao and J.H. Steckel (1998), Analysis for Strategic Marketing, Reading Massachusetts, Addison Wesley (ISBN 0-321-00198-2) Onderdelen uit het boek Malhotra, N.K. & Birks, D.F. (2003) Marketing Research, an applied approach (2nd European editon) Harlow (GB): Pearson Education LTD. (ISBN: 0 273 65744 5). Dit boek is reeds voorgeschreven (geweest) in de bacheloropleiding. De vorige European edition uit 1999 is eveneens geschikt. Reader met college-handouts en aanvullende artikelen (aangeboden via de cursussite op Blackboard)
Marketing Management Cursuscode MMA013 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 Specialisatie MARK Tentamenvorm schriftelijk tentamen + opdrachten + participatie Taal Nederlands Cursuscoördinator Driessen, drs. P.H. Docenten drs. P.H. Driessen Voorkennis Toegelaten zijn tot de master Marketing Keuzevak Ja Doelstellingen - Het vergroten en verdiepen van marketing managementkennis, in het bijzonder inzicht in het huidige denken rond klantwaarde, marktgerichtheid en relatiemanagement in de literatuur. - Inzicht en vaardigheden op te doen t.a.v. strategische marketing planning. - Kritische reflectie op de academische marketing management literatuur, gevolgd door het toepassen van inzichten daaruit op praktijksituaties. Cursusbeschrijving In deel 1 over marketing management staan het creëren van customer value en het bouwen aan klantenrelaties centraal. Vertrekpunt hierbij is de 151
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
marktgerichte onderneming. Er wordt ingegaan op wat marktgericht en customer value zijn en hoe het kan worden bereikt. Aanvullend wordt ingegaan op de wijze waarop de marketingafdeling en -functie zich binnen organisaties ontwikkelen. In deel 2 van de cursus staat de inhoud van het marketing planning proces centraal. Hier wordt bekeken wat de centrale concepten uit deel 1, vooral marktoriëntatie en customer value, betekenen in de bedrijfspraktijk. Aan de hand van case studies wordt geoefend met het opstellen en implementeren van value-driven marketingstrategie en marketingplannen. De cursus kent een mix van werkvormen: hoorcolleges, interactiecolleges en werkcolleges. Deelname aan de werkcolleges is verplicht. NB: Het eindcijfer van de cursus wordt bepaald door een weging van tentamencijfer met opdrachten, waarbij voor het tentamen minimaal 5,6 dient te zijn behaald. - Artikelen (worden nader bekend gemaakt) - Reader (cases en evt. overig materiaal) - Nijssen, Edwin J. and Ruud T. Frambach (2001), Creating Customer Value through Strategic Marketing Planning: a management approach, Boston, Kluwer Academic Publishers. ISBN 0 7923 7272 7
Voorbereiding Masterthesis Marketing Cursuscode MMA023 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 en 2 Specialisatie MARK Tentamenvorm werkstuk + onderzoeksvoorstel Taal Nederlands Cursuscoördinator Hillebrand, dr. B. Docenten Diverse docenten. Voorkennis Toegelaten tot de master marketing. Keuzevak Nee Doelstellingen - Studenten laten kennismaken met de master Marketing, de docenten en elkaar. - Op een analytische wijze marketingproblemen te leren oplossen en bewust te maken van de economische gevolgen van marketingbeslissingen. Tijdens het marketinggame oefen je met het formuleren van een marketingstrategie en het gebruiken van informatie uit verschillende instrumenten van marktonderzoek. - Voorbereiden op het uitvoeren van een onderzoek dat leidt tot een deugdelijke master thesis. Aangezien de tijd die staat voor het doen van het onderzoek en het schrijven van de thesis beperkt is, is het noodzake152
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E M A R K E T I N G
lijk dat je een vliegende start maakt. Het doel van de cursus is dan ook om je te helpen bij het opstellen van een uitgebreid projectvoorstel dat zal dienen voor het uitvoeren van het onderzoek voor de master thesis. Het projectvoorstel dient te bestaan uit een concrete vraagstelling, een beargumenteerde (praktische en theoretische) relevantie, een literatuur beschouwing en een uitgebreide methodologie. Op deze wijze kun je na de cursus direct aan de slag met het daadwerkelijke onderzoek. Cursusbeschrijving Deze cursus is bedoeld voor alle studenten die in de master marketing zitten inclusief de master marketing studenten met een zgn. SCM-variant. De cursus bestaat uit twee delen. 1. Het eerste deel bestaat uit de introductieweek. Tijdens deze week staat het verband tussen theorie en praktijk centraal. Een groot deel van de week wordt in beslag genomen door het spelen van een marketingsimulatiespel. Houd er rekening mee dat het programma de gehele week van 5 t/m 9 september inneemt, en ook enkele avondonderdelen kent. Deelname aan de introductieweek is verplicht. 2. Het tweede deel vangt aan met een aantal verplichte hoorcolleges. Hierin leer je aan welke eisen jouw onderwerp, jouw onderzoeksvraag en uiteindelijk de master thesis dient te voldoen en hoe je concreet rekening kunt houden met deze eisen. Ook krijg je enige informatie over enkele onderwerpen waarover jouw master thesis zou kunnen gaan. Na de inleidende hoorcolleges dien je een eerste en tweede voorkeur voor een onderzoeksproject in te dienen. Op basis hiervan word je ingedeeld in een themagroep die begeleid wordt door een docent. Je formuleert gedurende de themagroep-bijeenkomsten een definitief projectvoorstel. In de bijeenkomsten van de themagroepen presenteer je tussenversies van jouw voorstel en becommentarieer je de tussenversies van jouw groepsgenoten om zo van elkaar te leren en tot betere voorstellen te komen Literatuur je dient zelf de voor jouw projectvoorstel relevante literatuur te zoeken en te bestuderen. Koopgedrag Cursuscode ECTS Opleidingen Jaar Semester Blok Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten 153
MMA012 6 BW 4 1 2 MARK schriftelijk tentamen + opdrachten + presentaties Nederlands Bloemer, prof. dr. J.M.M. Prof. dr. J. Bloemer
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Drs. H. Joosten Toegelaten tot de master marketing Ja Het vertrekpunt van de cursus is het marketing concept. Het marketing concept stelt dat een organisatie de klantenwensen en behoeften moet vervullen. Om deze te kunnen vervullen dient een organisatie eerst het (koop)gedrag van haar klanten te begrijpen. Deze cursus is gericht op het beter leren begrijpen van klantengedrag en de implicaties daarvan voor de marketing praktijk. Daartoe zullen verschillende theorieën en concepten over klantengedrag geïntroduceerd worden, zoals affect, cognitie, omgeving, means end chains, attitudes, involvement, multi-attribute modellen, leren, conditionering, tevredenheid en loyaliteit. In de cursus zal aandacht worden besteed aan het koopgedrag van zowel consumenten als organisaties. Bovendien wordt er aandacht besteed aan de vertaling van de verschillende theorieën en concepten van klantengedrag naar de praktijk van het marketingmanagement. Kennis die in de cursus Koopgedrag wordt opgedaan is de basis voor vooral de cursussen Brand Management en Global Management. Cursusbeschrijving De cursus bestaat uit een combinatie van hoorcolleges en werkcolleges. De hoorcolleges hebben tot doel om de rode draad van de cursus aan te geven en de verschillende onderwerpen te introduceren. In de werkcolleges zul je de literatuur evenals opdrachten en cases aan elkaar presenteren en bediscussiëren. De bespreking van de literatuur gebeurt op basis van voorbereiding van de literatuur middels leesvragen en kritische reflectie. De opdrachten zijn gericht op het leren omgaan met verschillende concepten en methoden. Daarnaast werk je een case uit waarin de link wordt gelegd tussen diverse aspecten van het klantengedrag en het marketingmanagement. Het eindcijfer voor het vak wordt bepaald op basis van een gewogen gemiddelde voor het schriftelijk tentamen, de opdrachten en presentaties. Hierbij dient voor het tentamen minimaal een 5,6 worden behaald. Literatuur Peter, J. Paul, Jerry C. Olson en Klaus G. Grunert (1999). Consumer behavior and marketing strategy. McGraw-Hill. ISBN 0-256-22529. (onder voorbehoud) Reader Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Product Management Cursuscode MMA017 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 2 154
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E M A R K E T I N G
Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
MARK schriftelijk tentamen + opdrachten + presentaties Nederlands Hillebrand, dr. B. dr. B. Hillebrand Toegelaten tot de master marketing. Ja Het doel van de cursus is om je een overzicht te geven van met welke zaken men rekening moet houden bij het managen van producten en/of diensten. Je zult kennis maken met theorieën en instrumenten die behulpzaam kunnen zijn bij de verschillende aspecten van product management. Daarnaast heeft deze cursus tot doel om jouw vaardigheden ten aanzien van het kritisch kunnen omgaan met wetenschappelijke literatuur aan te scherpen. Cursusbeschrijving In de cursus Marketing Management is de marketing filosofie aan bod geweest waar in de cursus Product Management invulling aan wordt gegeven. Verder gaat de cursus uit van het idee dat het managen van producten gebaseerd dient te zijn op het koopgedrag van klanten. Vandaar dat in deze cursus regelmatig de theorieën en concepten die in de cursus Koopgedrag geïntroduceerd worden terug zullen komen. Onderwerpen die aan bod zullen komen in de cursus zijn onder andere: de rol van marketing in het productontwikkelingsproces, adoptie en diffusie, het gebruiken van lead users, concept testing, markttesten, productintroductie strategieën, de keuze tussen radicale innovaties versus incrementele innovaties, de keuze tussen first-to-market en follower strategieën en product verwijdering. Methode De cursus bestaat uit een combinatie van hoorcolleges en werkcolleges. De hoorcolleges hebben tot doel om de rode draad van de cursus aan te geven en de verschillende onderwerpen te introduceren. Tijdens de werkcolleges zul je dieper op enkele onderwerpen in gaan aan de hand van opdrachten. Aan de hand van opdrachten dien je papers te schrijven, waarbij het steeds de bedoeling is dat je wetenschappelijke artikelen op het gebied van product management op hun validiteit en bruikbaarheid beoordeelt. In de werkcolleges zult je de papers met elkaar bediscussiëren. Het tentamen bestaat uit een individueel schriftelijk tentamen en groepsopdrachten (gewogen cijfer, waarbij voor het schriftelijke tentamen minimaal een 5,6 dient te zijn behaald). Literatuur (onder voorbehoud) - Baker, Michael en Susan Hart (1999) Product strategy and management. London: Prentice Hall. ISBN 0-13-065368-3 - reader met artikelen.
155
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Account Management Cursuscode MMA019 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 Specialisatie MARK STRAT Tentamenvorm schriftelijk tentamen + opdrachten + spel Taal Nederlands Cursuscoördinator Dekker, Dr. D.J. Docenten dr. D.J. Dekker Voorkennis Toegelaten tot de master Marketing of Strategie Keuzevak Ja Doelstellingen Om de belangrijkste (vaak grootste) klanten optimaal van dienst te zijn gaan veel organisaties over op account management. De focus ligt hierbij op de specifieke behoeften van klanten. Diversiteit in vormen van account management is enorm, omdat specifieke behoeften verschillende vormen van coördinatie vereisen. Echter, typerend voor alle vormen van account management zijn de interfunctionele integratie en het relatiemanagement. De cursus account management introduceert studenten in de kernthema’s van account management en benadrukt de consequenties van account management voor klanten, organisatiestructuren en verkopers (account managers). Het uitgangspunt is een link te creëren tussen de theoretische concepten en de praktische toepassing van deze concepten. Cursusbeschrijving Een aantal hoorcolleges en werkcolleges (eventueel gecombineerd), waarin relatiemanagement theorieën en coördinatietheorieën worden behandeld, waarbij de focus op account management wordt gelegd. Daarnaast behandelen we onder meer korte cases en spelen een simulatiespel waarin coördinatieproblemen in account management worden belicht. Van studenten wordt een proactieve houding verwacht Literatuur T. N. Ingram, R. W. LaForge, R. A. Avila, C. H. Schwepker Jr. and M.R. Williams, 2006. Professional Selling; A Trust-Based Approach, 3-rd edition. Thompson: London. Brand Management Cursuscode MMA016 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 Specialisatie MARK Tentamenvorm schriftelijk tentamen + opdrachten + presentaties 156
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E M A R K E T I N G
Taal Nederlands Cursuscoördinator Nijssen, prof. dr. E.J. Docenten Prof. dr. E.J. Nijssen Prof. dr. J.M.M. Bloemer NN Voorkennis toegelaten tot de Master Marketing Keuzevak Ja Doelstellingen De doelstelling van deze cursus is het kennis en inzicht aanbrengen in vraagstukken betreffende merkenmanagement. De diepgang wordt gezocht door deze vraagstukken in een conceptueel kader te plaatsen. Bovendien moeten studenten in staat zijn om kennis, inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen op basis van diverse merkenvraagstukken. Cursusbeschrijving In het bedrijfsleven is er een verhevigde belangstelling waar te nemen voor managementvraagstukken rond merken. Specifieke aandacht wordt besteed aan de waardebepalende elementen van merken en aan de mogelijkheden om deze waarde verder uit te bouwen. De focus van deze cursus ligt op Fast Moving Consumer Goods. De cursus zal bestaan uit een combinatie van hoorcolleges en verplichte werkcolleges. De hoorcolleges hebben tot doel om de rode draad van de cursus aan te geven en de verschillende onderwerpen te introduceren. Ook zullen er 1 of meer gastcolleges worden gegeven door sprekers uit de praktijk. Middels groepsopdrachten zal dieper worden ingegaan op de behandelde stof. Deze groepsopdrachten worden in de werkcolleges gepresenteerd en besproken. /Het eindcijfer voor het vak wordt bepaald op basis van een gewogen gemiddelde voor het schriftelijk tentamen, de opdrachten en presentaties. Hierbij dient voor het tentamen minimaal een 5,6 worden behaald. Literatuur Wordt zo snel mogelijk nader bekend gemaakt Reader met artikelen. Global Marketing Course code MMA021 ECTS 6 ProgrammeXXX BW Year 4 Semester 2 Period 1 Specialisation MARK IM Test written exam + assignments Language English Course coordinator Beuckelaer, Dr. A. de Lecturers Dr. Alain De Beuckelaer Entry Level To be admitted to the Master marketing or the Master International Management 157
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Optional course Objectives n
Yes Aims and objectives The main premise made in this course is that marketers who have increased their ‘cultural awareness’ will better understand why certain business decisions have failed in the marketplace and why other business decisions have been a real success. The course aims to increase participants’ ability to deal with cultural diversity in a global consumer market. During the course, participants will be introduced to (advanced) marketing concepts and tools, including marketing research tools commonly used by multinational companies. These marketing concepts and tools will allow them to better prepare marketing mix decisions in a global market (e.g. deciding which new products to launch; deciding how to set the price for products in a global market; etc.). Examination and grading Participants have to pass a written exam (70% of the final grade) and should get a sufficient grade for the (individual) assignments (30% of the final grade). Under university regulations there will only be two written examinations annually. Course description Contents Global (consumer) marketing typically deals with marketing mix (i.e. product, price, place, and promotion) decisions in a market consisting of consumers from many different countries. Nowadays, many multinational companies sell their products all over the world. Their marketing mix decisions are (to a large extent) integrated across multiple countries. Marketers who operate in a global (consumer) market are faced with the challenge to combine the following two goals: (1) to build strong brands and launch new (branded) products which satisfy specific needs of consumer segments that transcend national borders (i.e. ‘global consumer needs’) while (2) also taking into account the cultural differences that may exist between consumers from different countries (or different ethnic groups). This is a ‘balancing act’ between standardisation of some (or all) elements of the marketing mix, and local adaptation of these elements. Segmentation of the global consumer market is ‘key’ in this respect. Because of the strong influence of cultural factors on consumers’ preference and behavior, global marketing may be considered to be far more complex than domestic marketing (i.e. marketing in only one country). Teaching method Course lectures are complemented with (individual) assignments in which students learn: (1)to dissiminate state-of-the art knowledge from the marketing literature; (2)to adopt a systematic and scientifically-sound approach when looking at ‘global marketing problems’; (3)to formulate possible ‘solutions’ for these global marketing problems; (4)to become aware of the risks involved when choosing for a particular 158
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E M A R K E T I N G
Literature
‘solution’ to a global marketing problem. Usunier, J.-C., & Lee, J.A. (2005). Marketing across cultures. (4th edition). Prentice-Hall (Pearson Education)(before purchasing the book check once again with the course coordinator). + Reader + Slides from the course
Supply Chain Management Cursuscode MMA018 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 Specialisatie MARK STRAT Tentamenvorm schriftelijk tentamen + opdrachten Taal Nederlands Cursuscoördinator Ziggers, dr. ir. G.W. Docenten Ir. K. Dekker Dr.Ir. G.W. Ziggers Voorkennis Toegelaten tot de master Marketing of Strategie. Keuzevak Ja Doelstellingen Deze cursus gaat uit van een theoretische, pragmatische en integratieve benadering van Supply Chain Management. Gericht op het integreren en afstemmen van bedrijfsprocessen tussen en binnen organisaties langs de gehele voortbrengingsketen, teneinde maximale klantwaarde te genereren op de meest effectieve en efficiënte wijze. Samenwerking tussen organisaties staat hierbij centraal, waarbij theoretische concepten en bevindingen uit de praktijk aan elkaar zullen worden gekoppeld. Cursusbeschrijving Onderwerpen die in de cursus aan bod komen zijn: grondslagen van SCM, customer value creatie, governance structuren, samenwerkingsvaardigheden, distributiekanalen, performancemanagement en concurrentie. Methode: Hoorcolleges, werkcolleges en een praktijkopdracht. In de werkgroepbijeenkomsten wordt de voortgang van de praktijkopdracht besproken en worden opdrachten behandeld. Toelichting op de tentamenvorm: Er wordt een schriftelijk tentamen afgenomen. Dit tentamen dient met een voldoende te worden afgesloten (5,6). Het eindcijfer bestaat uit de beoordelingen voor de opdrachten en het tentamencijfer. Literatuur Davis, E.W. en R.E. Spekman (2004). The Extended Enterprise: Gaining Competitive Advantage through Collaborative Supply Chains. FT Prentice Hall, Amsterdam, ISBN 0-13-008274-0 Reader met artikelen. 159
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Masterthesis Marketing Cursuscode MTHMA ECTS 18 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 2 Specialisatie MARK Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Hillebrand, dr. B. Docenten Diverse docenten. Voorkennis Toegelaten tot master Marketing en cursus Thesisvoorbereiding Marketing met ”voldoende” afgesloten. Keuzevak Nee Doelstellingen In overeenstemming met de filosofie van de master Marketing dient de thesis (als afsluiting van die master) een proeve van bekwaamheid zijn in het kritisch, analytisch denken over marketingproblemen. Een masterthesis kan dus niet een voorgeprogrammeerde invuloefening zijn. Integendeel, het dient te getuigen van het feit dat je begrepen heeft dat marketing niet een kwestie is van het routinematig toepassen van marketinginstrumenten of methoden: de bestaande marketing concepten, theorieën en instrumenten zijn niet allemaal even valide en bruikbaar in elke situatie. Met een dergelijke thesis bewijs je dat je niet alleen kennis heeft van de marketing theorie en van marketing instrumenten, maar ook (vooral) dat je weet hoe en wanneer deze te gebruiken. Cursusbeschrijving Een masterthesis heeft de vorm van een paper van maximaal 40 pagina’s. Het onderwerp van de masterthesis is het onderwerp zoals door jou uitgewerkt tijdens de cursus Thesisvoorbereiding Marketing, betreffende een marketing danwel SCM onderwerp. Het is mogelijk om de masterthesis in duo’s te schrijven, maar de individuele bijdrage van elk van de participanten moet dan wel duidelijk herkenbaar en beoordeelbaar zijn. Bij aanvang van het project krijg je een begeleider aangewezen. Normaliter is dit dezelfde begeleider als degene die je bij de voorbereidende cursus heeft begeleid. In samenspraak met hem/haar zul je het onderzoek uitvoeren en verslag doen van dat onderzoek in een masterthesis die de vorm heeft van een wetenschappelijke paper. De masterthesis is geen stage (in de zin van het opdoen van werkervaring bij een organisatie). Het is uiteraard wel mogelijk om naar aanleiding van een opdracht bij een bepaalde organisatie jouw thesis vorm te geven, en bij (of mede in opdracht van) die organisatie onderzoek te doen. Je krijgt dan wel begeleiding voor jouw thesis, maar niet voor jouw stage of werkzaamheden die louter voor de organisatie bedoeld zijn. Literatuur je dient zelf de voor jouw masterthesis relevante literatuur te zoeken en te bestuderen. 160
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E M A R K E T I N G
Masterthesis Marketing (Supply Chain Management) Cursuscode MTHMA1 ECTS 18 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 2 Specialisatie MARK Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Hillebrand, dr. B. Docenten Diverse docenten. Voorkennis Toegelaten tot master Marketing en cursus Thesisvoorbereiding Marketing met ”voldoende” afgesloten. Keuzevak Nee Doelstellingen In overeenstemming met de filosofie van de master Marketing dient de thesis (als afsluiting van die master) een proeve van bekwaamheid zijn in het kritisch, analytisch denken over marketingproblemen. Een masterthesis kan dus niet een voorgeprogrammeerde invuloefening zijn. Integendeel, het dient te getuigen van het feit dat je begrepen hebt dat marketing niet een kwestie is van het routinematig toepassen van marketinginstrumenten of methoden: de bestaande marketing concepten, theorieën en instrumenten zijn niet allemaal even valide en bruikbaar in elke situatie. Met een dergelijke thesis bewijs je dat je niet alleen kennis hebt van de marketing theorie en van marketing instrumenten, maar ook (vooral) dat je weet hoe en wanneer deze te gebruiken. Cursusbeschrijving Een masterthesis heeft de vorm van een paper van maximaal 40 pagina’s. Het onderwerp van de masterthesis is het onderwerp zoals door jou uitgewerkt tijdens de cursus Thesisvoorbereiding Marketing, betreffende een marketing danwel SCM onderwerp. Het is mogelijk om de masterthesis in duo’s te schrijven, maar de individuele bijdrage van elk van de participanten moet dan wel duidelijk herkenbaar en beoordeelbaar zijn. Bij aanvang van het project krijg je een begeleider aangewezen. Normaliter is dit dezelfde begeleider als degene die je bij de voorbereidende cursus heeft begeleid. In samenspraak met hem/haar zul je het onderzoek uitvoeren en verslag doen van dat onderzoek in een masterthesis die de vorm heeft van een wetenschappelijke paper. De masterthesis is geen stage (in de zin van het opdoen van werkervaring bij een organisatie). Het is uiteraard wel mogelijk om naar aanleiding van een opdracht bij een bepaalde organisatie jouw thesis vorm te geven, en bij (of mede in opdracht van) die organisatie onderzoek te doen. Je krijgt dan wel begeleiding voor jouw thesis, maar niet voor jouw stage of werkzaamheden die louter voor de organisatie bedoeld zijn. Literatuur Je dient zelf de voor jouw masterthesis relevante literatuur te zoeken en te bestuderen. 161
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
7 Masterspecialisatie Strategie
162
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I E
7
Masterspecialisatie Strategie
7.1 Profiel Binnen de masterspecialisatie Strategie bestudeer je de vorming, selectie en implementatie van strategieën binnen organisaties in relatie tot hun dynamische omgeving. De stappen en aspecten van de verschillende fasen in het strategieproces en de hiervoor ontwikkelde modellen en analyse-instrumenten worden in de opleiding uitgebreid behandeld. Verder wordt veel aandacht geschonken aan de fundamentele assumpties van het vakgebied en aan de verschillende vigerende theoretische perspectieven en onderzoeksbenaderingen. Dit alles wordt in een breder management kader geplaatst. Strategievorming betreft onder meer het bepalen van de ondernemingsdoelen, de keuze van activiteiten (scope), de keuze van concurrentiestrategieën, de eigendomsverhoudingen en de besturing, evenals de selectie en implementatie van deze strategieën. Conform de gangbare opvattingen over strategie wordt er een analyse gemaakt van de toestand en de dynamiek van de externe en interne omgeving. Tevens moet worden vastgesteld voor welke strategische uitdagingen de onderneming staat en moeten na afweging van de strategische alternatieven beslissingen genomen worden. Factoren die hierbij een rol spelen zijn onder meer de ontwikkelingen in de relevante markten en de concurrentieverhoudingen, de dynamiek in de concurrentiekracht van de onderneming, de belangen en invloedsmogelijkheden van diverse stakeholders, ontwikkelingen op het vlak van (informatie- en communicatie) technologie, en internationalisering / globalisering. Focus De focus van de masterspecialisatie Strategie ligt op: • fundamentele managementtheorieën de basis waarin meer specifieke benaderingen van strategisch management geworteld zijn; • corporate strategy: het terrein van strategisch management waarin de ‘scope’ van de ondernemingsactiviteiten centraal staat; • strategische besluitvorming: het terrein van beslisprocessen die leiden tot de vorming en selectie van strategieën. Deze processen spelen zich vaak af in de top van organisaties en bedrijven. Kenmerkend voor deze beslissingen is het lange(re) termijnkarakter en de fundamentele rol van onzekerheid; • samenwerking en concurrentie: twee strategische thema’s die tegenpolen lijken te zijn, maar elkaar tevens veronderstellen en insluiten. Hierbij gaat het zowel om de concurrentiestructuur van de bedrijfstak als om strategieën van concurrentie en samenwerking op ondernemingsniveau. Belangrijk hierbij zijn de verschillende samenwerkingsvormen; • strategische verandering en implementatie: de processen van realisatie van strategieën en de veranderingen die daarmee gepaard gaan. Eindtermen De masterspecialisatie Strategie is een specialisatie in de bedrijfswetenschappen. Deze master leidt op tot wetenschappelijk gevormde deskundigen op het gebied van strategisch 163
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
management. Deze deskundigen zijn na afloop van de studie in staat zelfstandig onderzoek te verrichten zowel voor wetenschappelijke doeleinden als voor het leveren van bijdragen aan de oplossing van vraagstukken en problemen in de beroepspraktijk. Het wetenschappelijk karakter van de opleiding beoogt te bereiken dat je als afgestudeerde: • zelfstandig onderzoek kan verrichten zowel voor het oplossen van praktische bedrijfskundige (bedrijfsstrategische) problemen in de beroepspraktijk als voor het wetenschappelijk onderzoek zelf; • beschikt over een grondig en kritisch inzicht in de verschillende strategische concepten en theorieën en hun onderlinge samenhang; • beschikt over een grondig en kritisch inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de verschillende theoretische perspectieven en methodologische benaderingen in de beroepspraktijk; • in staat bent op zelfstandige wijze de verschillende methoden en technieken van onderzoek die gebruikelijk zijn in het vakgebied toe te passen op problemen van strategievorming, - selectie en -implementatie, zowel binnen bedrijven als binnen wetenschappelijk onderzoek.
7.2 Toelatingseisen Universitaire Bachelor Studenten met een afgeronde bacheloropleiding in de Bedrijfswetenschappen kunnen direct in de masterspecialisatie Strategie instromen. Studenten met een ander bachelordiploma kunnen het beste contact opnemen met de studieadviseur. Voor vragen over toelatingseisen voor universitaire Bachelors kun je terecht bij mevrouw Remke Friesen,
[email protected], studieadviseur van de master Bedrijfswetenschappen, kamer TvA 1.2.30, tel. (024) 3611834. HBO Bachelor Studenten met een aansluitende afgeronde 4-jarige HBO-bacheloropleiding (240 ECTS) kunnen instromen in het schakelprogramma voor de masterspecialisatie Strategie. Ná het succesvol afronden van dit schakelprogramma word je toegelaten tot de Master Bedrijfswetenschappen, specialisatie Strategie. Vereiste HBO-vooropleiding voor het schakelprogramma en de masterspecialisatie in de Strategie: • HEAO Bedrijfseconomie • HEAO Commerciële Economie • HEAO CE/IM • HEAO IBS • HEAO Logistiek en Economie • HEAO Marketing Management • HTS Bedrijfskunde • HBO-IM • HAS-BK • HBO-Logistiek • HBO-Marketing • Hogere Hotelschool Heb je wel een verwante HBO-bacheloropleiding maar staat deze hierboven niet vermeld, 164
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I E
neem dan contact op met Nol Vermeulen studieadviseur voor het schakelprogramma Bedrijfswetenschappen:
[email protected], kamer TvA 1.1.30, telefoonnummer (024) 361 30 68. Ook voor overige vragen over toelatingseisen kun je bij hem terecht.
7.3 Curriculum De masterspecialisatie bestudeert strategische vraagstukken vanuit een wetenschappelijke optiek. Wetenschappelijke vorming en inhoudelijke verdieping zijn ook vanuit arbeidsmarktperspectief de basis van de toegevoegde waarde van de opleiding. Dit wordt vertaald in drie belangrijke bouwstenen van de opleiding: • verdieping van theoretische perspectieven en onderzoeksbenaderingen in het vakgebied; • uitdieping van actuele thema’s op het gebied van strategie en strategisch management; • uitwerking van een thema in een thesis. De didactische aanpak sluit hierop aan. Waar mogelijk en wenselijk wordt gekozen voor kleinschalige en interactieve onderwijsvormen. In de loop van het jaar krijg je onderzoeksopdrachten en onderzoeksprojecten ter verwerving van onderzoeksvaardigheden. Van jou wordt verwacht dat je over een zelfstandige en actieve studieaanpak beschikt. Dit geldt in de cursorische onderdelen, maar nog meer bij het schrijven van de afsluitende thesis, waarin je zelfstandig een strategisch vraagstuk op wetenschappelijke wijze behandelt. In het eerste semester worden de studenten vertrouwd gemaakt met de filosofie die de masterspecialisatie Strategie uitdraagt en wordt er een verdieping gegeven van het vakgebied. Het programma start in blok 1 met de kerncursussen Corporate Strategy en Methoden van Onderzoek. Na deze cursussen volgen in blok 2 de kerncursussen Strategische Besluitvorming en Perspectieven in de Managementtheorie. In de cursus Voorbereiding Masterthesis Strategie, die zowel in blok 1 als blok 2 gegeven wordt, leren de studenten vaardigheden voor het verrichten van onderzoek. Na deze cursus dienen studenten in staat te zijn zelfstandig een onderzoeksproject voor hun masterthesis te formuleren en op te starten. In blok 3 van het tweede semester staat de specialisatie centraal. Studenten kunnen kiezen voor het traject Strategische Kernthema’s (Competition and Cooperation en Strategische Verandering) of, samen met studenten Marketing, voor het traject ‘Supply Chain Management’ (Supply Chain Management en Account management). Daarnaast wordt in dit derde blok als onderdeel van de masterthesis een onderzoeksproject zelfstandig door de student uitgevoerd. Het vierde blok van dit semester is in het geheel bestemd voor het uitwerken en schrijven van de masterthesis.
165
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Opbouw curriculum master Strategie Blok 1 2 1+2 3 3+4
Naam cursus
ECTS
Corporate Strategy
6
Methodologie voor Marketing en Strategie
6
Strategische Besluitvorming
6
Perspectieven in de Managementtheorie
6
Voorbereiding masterthesis Strategie
6
Competition and Cooperation
6
Strategische Verandering
6
Masterthesis Strategie
18
Opbouw curriculum master Supply Chain Management-Strategie Blok 1 2 1+2 3 3+4
166
Naam cursus
ECTS
Corporate Strategy
6
Methodologie voor Marketing en Strategie
6
Strategische Besluitvorming
6
Perspectieven in de Managementtheorie
6
Voorbereiding masterthesis Strategie
6
Supply Chain Management
6
Account management
6
Masterthesis Strategie (Supply Chain Management)
18
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I E
7.4 Cursusbeschrijvingen masterspecialisatie Strategie Corporate Strategy Course code MST014 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 1 Period 1 Specialisation STRAT Test written exam + participation + assignment Language English Course coordinator Furrer, dr. O.F.G. Lecturers Olivier Furrer Entry level An introductory course on strategic management. Optional courseXXX Ja Objectives The strategy of an enterprise is defined by answers to two questions: where does the firm compete and how does it compete? The first question concerns the scope of the firm’s activities: in which products, markets, and activities should the firm be involved? The second question is concerned with how the firm plans to establish a competitive advantage over its rivals within the markets that it serves. The former set of decisions defines the firm’s corporate strategy; the latter set defines its competitive, or business strategy. Research into corporate strategy has emphasized three sets of issues. First, the determinant of firm scope: why is it that some companies are highly specialized in what they do while others embrace a wide range of products, markets and activities? Second, what is the linkage between scope and performance? Clearly, specialized firms will tend to be smaller than diversified firms, but what about profitability and shareholder returns? Third, what can we say about the management of multibusiness firms in terms of structure, management systems and leadership? In this course, we shall focus on the first two of these sets of issues. Course description Research into corporate strategy has emphasized three sets of issues. First, the determinant of firm scope: why is it that some companies are highly specialized in what they do while others embrace a wide range of products, markets and activities? Second, what is the linkage between scope and performance? Clearly, specialized firms will tend to be smaller than diversified firms, but what about profitability and shareholder returns? Third, what can we say about the management of multibusiness firms in terms of structure, management systems and leadership? In this course, we shall focus on the first two of these sets of issues. To answer these questions, this course introduces and employs various analytical frameworks that help us to identify the sources of corporate advantage 167
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literature
from both an industry and firm perspective. By focusing on what makes some corporate strategies strong and viable, while others remain weak and vulnerable, we shall develop the ability to consider the impact of change and other important environmental forces on the opportunities for establishing and sustaining corporate advantage. The emphasis of this corporate strategy course is on pragmatic and action-oriented general management skills. However, a considerable body of theory has evolved within the disciplines of strategy, economics, finance, marketing, organization theory, and international business that have salient implications for management. Therefore, the course will emphasize both cases and lecture/discussion sessions. Textbook: Collis D. J. and C.A. Montgomery. Corporate Strategy: Resources and the Scope of the Firm, McGraw-Hill. A reader with the texts and cases will available online
Methodologie voor Marketing en Strategie Cursuscode MMA014 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 Specialisatie MARK STRAT Tentamenvorm schriftelijk tentamen + opdrachten Taal Nederlands Cursuscoördinator Ligthart, dr. P.E.M. Docenten dr. Jörg Henseler, dr Paul E.M. Ligthart, dr. Vincent Peters Voorkennis toegelaten zijn tot de masters Strategie of Marketing Keuzevak Nee Doelstellingen De belangrijkste leerdoelen zijn: - Het inzicht verwerven in diverse multivariate technieken en aanverwante methoden; - Het kunnen toepassen van deze methoden en technieken m.b.v. statistische software; - Het kunnen interpreteren, evalueren en rapporteren van analyseresultaten ter ondersteuning van strategie en marketingvraagstukken Cursusbeschrijving In toenemende mate gebruiken bedrijven onderzoeksmethoden en statistische technieken om op een systematische wijze valide en betrouwbare informatie te verkrijgen uit hun databestanden met o.a. klantgegevens, concurrentie- en productiegegevens. Deze cursus speelt daarop in door vanuit managementvraagstukken een aantal -deels bekende- onderzoeksmethoden en multivariate statistische technieken niet alleen verder uit te diepen als statistische techniek maar ook als toepassing. Er zal in ruime mate aandacht worden gegeven aan het adequaat toepassen van 168
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I E
Literatuur
de methoden en technieken en interpreteren van statistische resultaten in de context van een aantal strategie - en marketingvraagstukken. Deze vraagstukken hebben betrekking op de thema’s: Consument, Omgeving & Concurrenten, Middelen Allocatie en Forecasting. Deze voortgezette cursus bouwt voort op de statistische en onderzoeksmethodologische kennis behandeld in de bacheloropleiding. De multivariate methoden en technieken komen per thema op drie manieren aan bod. In eerste instanties worden voor het betreffende thema enkele methoden & technieken in het algemeen besproken en onderling vergeleken. Er wordt in dit themacollege tevens toelichting gegeven op de analyseopdracht(en) voor dat thema. In tweede instantie, soms in een apart analysecollege wordt een gangbare statistische analysetechniek(en) uitgebreider behandeld. De analysetechniek staat ook centraal in de analyseopdracht die in kleine groepjes zelfstanding dienen te worden uitgewerkt en in een practicum met behulp van SPSS (versie 12) worden toegepast op een relevant databestand. Een thema wordt afgesloten met een toepassingscollege waarin de onderwerpen van het desbetreffende thema verder worden uitgediept, toepassings(on)mogelijkheden worden besproken door middel van studentpresentaties en docentbesprekingen van de ingeleverde opdrachtuitwerkingen. Zo mogelijk worden in het toepassingscollege een (gast)presentatie gehouden over voorbeelden van onderzoeksuitvoeringen en –toepassingen relevant voor het thema. De cursus is succesvol af te sluiten met minimaal een 5,6 op het schriftelijke tentamen. V.R. Rao and J.H. Steckel (1998), Analysis for Strategic Marketing, Reading Massachusetts, Addison Wesley (ISBN 0-321-00198-2) Onderdelen uit het boek Malhotra, N.K. & Birks, D.F. (2003) Marketing Research, an applied approach (2nd European editon) Harlow (GB): Pearson Education LTD. (ISBN: 0 273 65744 5). Dit boek is reeds voorgeschreven (geweest) in de bacheloropleiding. De vorige European edition uit 1999 is eveneens geschikt. Reader met college-handouts en aanvullende artikelen (aangeboden via de cursussite op Blackboard)
Voorbereiding Masterthesis Strategie Cursuscode MST016 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 en 2 Specialisatie STRAT Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands 169
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Cursuscoördinator Schrijver, drs. I.D. Docenten Alle masterdocenten Voorkennis voorkennis: Toegelaten tot de Master Strategie Keuzevak Nee Doelstellingen Het doel van deze cursus is het verwerven van onderzoeksvaardigheden en het leren doen van wetenschappelijk onderzoek het gebied van strategie en strategische management. De cursus, die ook aangeboden wordt aan strategiestudenten die de SCM-variant volgen, bereidt voor op het uitvoeren van een onderzoek dat leidt tot een wetenschappelijk verantwoorde master thesis. Aangezien de tijd die staat voor het doen van het onderzoek en het schrijven van de thesis beperkt is, is het noodzakelijk dat een goede start gemaakt wordt. De cursus leert ook hoe een onderzoeksprojectvoorstel wordt opgesteld en geformuleerd. Het eindproduct van de cursus is uiteindelijk een uitgebreid projectvoorstel voor de masterthesis. Cursusbeschrijving De cursus vangt aan met een aantal verplichte hoor- en werkcolleges. Hierin leert u aan welke eisen uw onderwerp, uw onderzoeksvraag en uiteindelijk de master thesis dient te voldoen en hoe u concreet rekening kunt houden met deze eisen. Ook krijgt u enige informatie over de projecten waaruit u een onderwerp voor uw master thesis kiest. Na de inleidende colleges dient u een eerste en tweede voorkeur voor een onderzoeksproject in te dienen. Op basis hiervan wordt u ingedeeld in een themagroep die begeleid wordt door een docent. U formuleert gedurende de themagroep-bijeenkomsten een definitief projectvoorstel. In de bijeenkomsten van de themagroepen presenteert u tussenversies van uw voorstel en becommentarieert u de tussenversies van uw groepsgenoten om zo van elkaar te leren en tot betere voorstellen te komen. Het uiteindelijk projectvoorstel dient te bestaan uit een doelstelling, vraagstelling, een beargumenteerde praktische en theoretische relevantie, een literatuurbeschouwing, een verantwoorde keuze van methoden van onderzoek, en een opzet van de thesis inclusief een plan van aanpak. Op deze wijze kunt u na de cursus direct aan de slag met het daadwerkelijke onderzoek en het schrijven van de scriptie. Organisatorische coördinatie: Drs. I Schrijver. Inhoudelijke coördinatie Dr. G. Ziggers. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt. Verder dient U voor uw projectvoorstel zelf relevante literatuur te zoeken en te bestuderen.
170
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I E
Perspectieven in de managementtheorie Cursuscode MST012 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 2 Specialisatie STRAT Tentamenvorm schriftelijk Taal Nederlands Cursuscoördinator Godfroij, prof. dr. A.J.A. Docenten prof.dr. A.J.A. Godfroij dr. R.Kok Voorkennis Toegelaten tot de Master Strategie Keuzevak Nee Doelstellingen Het doel van de cursus is de student kennis te laten maken met fundamentele managementtheorieën die de basis vormen waarin meer specifieke benaderingen van strategisch management geworteld zijn. Er worden invloedrijke en fundamentele theorieën bestudeerd over de afhankelijkheidsrelaties tussen onderneming en omgeving, de invloed van stakeholders en de institutionele context, het belang van hulpbronnen en competenties, sturingsmogelijkheden door de manager en de aard van strategische besluitvormingsprocessen. De dominante theorieën zijn veelal op rationele assumpties gebaseerd. In de cursus zal worden aangetoond dat de assumptie van rationaliteit langs vele lijnen kan worden gerelativeerd. Cursusbeschrijving Cursusbeschrijving: Theorieën en instrumenten op het gebied van strategie en organisatie hebben vaak een grote herkenbaarheid, omdat zij in vele tekst- en studieboeken terug te vinden zijn. Deze algemene bekendheid suggereert een zekere objectiviteit, die in feite niet bestaat. Deze theorieën en instrumenten berusten op assumpties en benaderingen, die binnen het vakgebied tot op zeer fundamenteel niveau onderwerp van debat (kunnen) zijn. Om het vakgebied op academisch niveau te leren kennen is het noodzakelijk kennis te nemen van deze verschillende benaderingen en stromingen, die bovendien niet alleen voor het strategievak van belang zijn, maar een algemenere relevantie hebben en daarom worden aangeduid als ‘fundamentele managementtheorieën’. De onderwerpen worden echter toegespitst op strategische thema’s. Het is uiteraard niet alleen de bedoeling dat de student er ‘kennis mee maakt’, maar ook door toepassing leert dat verschillende concrete benaderingen en instrumenten berusten op verschillende assumpties. Die moet men kennen om de strekking en de houdbaarheid van meer concrete benaderingen en toepassingen te kunnen beoordelen. 171
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
De rode draad van de cursus ziet er als volgt uit: Na een algemene inleiding op het perspectivistische aspect van theorieën als zodanig, worden de assumpties van theorieën met een sterk rationele inslag tegen het licht gehouden. Hierbij wordt vooral de economische organisatietheorie als referentiekader gebruikt. De rationaliteitsthese staat binnen de economische benadering al ter discussie, maar wordt in vele andere theorieën meer fundamenteel gerelativeerd. Dit wordt onder meer toegelicht aan de hand van de besluitvormingstheorie, de culturele benadering en de cognitieve benadering, het postmodernisme en de machtstheorie. De integratie en dynamiek van de besproken invalshoeken komt aan de orde in de complexiteitstheorie, de samenwerkingstheorie en visies op het strategieproces. Er zijn volgens een nader te bepalen rooster zowel hoorcolleges als werkcolleges. De cursus wordt afgesloten met een ‘Caroussel’ waarin beide docenten een hele dag responsiecolleges verzorgen. H.Mintzberg, B. Ahlstrand, J. Lampel: Strategy Safary: the complete guide through the wilds of strategic Management, Prentice Hall/Financial Times, 1998, ISBN 0 273 65636 8. Dit boek is in zijn geheel verplichte literatuur met uitzondering van hoofdstuk 3. - J. Darwin, Ph. Johnson, J. McAuley, Developing Strategies for Change, Prentice Hall/Financial Times, 2002, ISBN 0 273 64675 3. Let op: Dit boek telt 350 pagina’s. Hiervan zijn 144 pagina’s verplichte literatuur: hoofdstuk 1, 4, 6, 7, en 10. - Literatuurbundel Perspectieven in de Managementtheorie. Plm 140 pagina’s.
Strategische besluitvorming Cursuscode MST018 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 2 Specialisatie STRAT Tentamenvorm schriftelijk tentamen + opdracht Taal Nederlands Cursuscoördinator Deemen, dr. A.M.A. van Docenten Dr. A.M.A. van Deemen Drs. H.F.N. de Ridder Voorkennis Toegelaten tot de Master Strategie Keuzevak Ja Doelstellingen De doelstellingen van deze cursus zijn: - Het verkrijgen van inzicht in de concepten, theorieën en methoden die gangbaar zijn in het gebied van strategische besluitvorming in bedrijven 172
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I E
en organisaties. - Het verwerven van vaardigheden in het gebruik van concepten, theorieën en methoden voor het doen van onderzoek op het gebied van strategische besluitvorming in bedrijven en organisaties. - Het leren toepassen van de verworven concepten, theoretische perspectieven en methoden op praktische strategische besluitvormingsproblemen in bedrijven en organisaties middels een case study. Cursusbeschrijving In deze cursus gaan we eerst in op de aard en specifieke eigenschappen van strategische beslissingen. Daarbij beantwoorden we ook de vraag waarin deze beslissingen en de processen die deze beslissingen genereren, zich onderscheiden van de meer programmatische, operationele en routinematige beslissingen in organisaties. Concepten als onzekerheid, ambiguïteit en complexiteit zullen daarbij een belangrijke rol spelen. In dit onderdeel bestuderen we verder ook het proces van het nemen van strategische beslissingen. Kenmerkend van deze processen is dat ze meestal plaatsvinden in de top van organisaties. Een ander belangrijk onderdeel van deze cursus betreft de externe omgeving van de organisatie waarin strategische beslissingen genomen worden. De externe omgeving van organisaties is belangrijk omdat hier vaak de bron voor het nemen van deze beslissingen ligt. Binnen dit verband zullen methoden voor het verrichten van omgevingsanalyses en meer algemeen strategische analyses bestudeerd worden. Strategische beslissingen zijn per definitie gericht op langere termijn uitkomsten. Ze gaan derhalve gepaard met veel onzekerheid en risico. In het laatste onderdeel van deze cursus wordt vooral hierop ingezoomd. In deze cursus komen diverse theorieën van en onderzoeksresultaten met betrekking tot strategische besluitvorming aan bod. Vooral besteden we aandacht aan - De (sociaal) psychologische benadering van beslissen: prospecttheorie, theorie en onderzoek over oordelen onder onzekerheid en over heuristisch beslissen. - De organisatietheoretische benadering: garbage can model, coalitiemodel en andere theorieën over strategische besluitvorming in organisaties - De economische benadering: vooral expected utility theorie, contracttheorie, en speltheorie. Het accent hierbij zal liggen op de speltheorie en de organisatietheoretische benadering. Een belangrijk thema hierbij is rationaliteit. Met name wordt ingegaan op procedurele (beperkte) rationaliteit, substantiële (volledige) rationaliteit en adaptieve (evolutionaire) rationaliteit. Zoals aangegeven worden in deze cursus methoden voor het verrichten van omgeving- en strategische analyses aangereikt. Deze methoden leveren informatie op over de aard van de te nemen beslissingen en liggen derhalve meer in de sfeer van het formuleren van strategieën ter voorbereiding van het strategisch besluitvormingsproces. Daarnaast 173
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
echter bestuderen we ook methoden die meer gericht zijn op de analyse van de consequenties van strategische beslissingen zoals beslisbomen en invloedsdiagrammen. In de cursus worden een aantal cases onderzocht waarop de aangereikte concepten, theorieën en methoden toegepast kunnen worden. Wordt nader bekend gemaakt.
Competition and Cooperation Course code MST017 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 2 Period 1 Specialisation STRAT Test written exam, assignments and paper Language English Course coordinator Ligthart, dr. P.E.M. Lecturers Prof. dr. J. Bell, dr. A van Deemen, dr. Paul E.M. Ligthart, dr. Gerrit-Willem Ziggers Entry level Bachelor in Management, the first semester courses of the Masters Strategy or International Management. Optional course Nee Objectives After completing the course successfully the student will be able: - to analyze which competitive forces influence the industry; - to relate the developments of cooperative strategies to the product and industry cycle and to relate shifts in the corporate and competitive strategy; - to distinguish different functions, forms and phases of strategic cooperation (alliances) and to relate these to the corporate strategy; - to use different theoretical perspectives at the analysis and evaluation of alliance-designs and processes in a competitive environment; - to identify economic aspects and consequences of cooperative strategies; - to use the literature and the lectures critically and focused when describing and analyzing the practice of strategic cooperation. Course description According to two important theoretical strategy approaches, the Competitive analysis of Porter and the “Resource based view of the firm” competition is crucial in the corporate strategy. However this does not implicate that strategy is the only way of realizing strategic aims. Cooperation has always been important in business. One has only to think about relationships with suppliers and consumers, but also with intermediaries such as distributors and trade partners in export. After the 60s and 70s, when diversification was popular, the new trend 174
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I E
Literature
was:”back to the core business”. In order to establish a competitive advantage in a fast changing environment, it is important for firms to focus on core activities and skills. The implication of this led to emerging cooperation with other firms, both vertical, i.e. with suppliers and consumers, and horizontal, i.e. with competitors from the same industry or from related industries. Cooperation arose in various areas of business, i.e. supply, research & development, (international) production, marketing and sales. Governance structures varied from simple contracts to elaborate joint ventures or even whole alliance networks of firms and government agencies. Changing market circumstances (e.g. internationalization) and changing policies of national and international governments led to an increase in the attention paid to cooperative structures. What was new here was the attention paid for cooperation with competitors. Insight into the many aspects of cooperation, both conceptual and empirical, is important for firms in order to pursue a balanced cooperative strategy, i.e. combined with a competitive strategy. However, cooperation is not perceived in this course as a substitute for competition. In this course, questions will be posed about why and how stable forms of cooperation are created, given the necessity to compete. How does competition influence the strategic cooperation? How does the interplay between competition and cooperation affect firms individually and collectively? Under what conditions will it be attractive or unattractive to cooperate with suppliers and trade partners and how can firms form and manage strategic alliances? The course International Strategic Alliances will be hosted by the Seminar on Competition and Cooperation of the masterprogram Strategy. Lectures will be in English, one workgroup will be in Dutch. - to be announced… - Reader Competition & Cooperation Additional information will be published at the website: Competition and Cooperation @ Blackboard.
Supply Chain Management Cursuscode MMA018 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 Specialisatie MARK STRAT Tentamenvorm schriftelijk tentamen + opdrachten Taal Nederlands Cursuscoördinator Ziggers, dr. ir. G.W. Docenten Ir. K. Dekker 175
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Dr.Ir. G.W. Ziggers Toegelaten tot de master Marketing of Strategie. Ja Deze cursus gaat uit van een theoretische, pragmatische en integratieve benadering van Supply Chain Management. Gericht op het integreren en afstemmen van bedrijfsprocessen tussen en binnen organisaties langs de gehele voortbrengingsketen, teneinde maximale klantwaarde te genereren op de meest effectieve en efficiënte wijze. Samenwerking tussen organisaties staat hierbij centraal, waarbij theoretische concepten en bevindingen uit de praktijk aan elkaar zullen worden gekoppeld. Cursusbeschrijving Onderwerpen die in de cursus aan bod komen zijn: grondslagen van SCM, customer value creatie, governance structuren, samenwerkingsvaardigheden, distributiekanalen, performancemanagement en concurrentie. Methode: Hoorcolleges, werkcolleges en een praktijkopdracht. In de werkgroepbijeenkomsten wordt de voortgang van de praktijkopdracht besproken en worden opdrachten behandeld. Toelichting op de tentamenvorm: Er wordt een schriftelijk tentamen afgenomen. Dit tentamen dient met een voldoende te worden afgesloten (5,6). Het eindcijfer bestaat uit de beoordelingen voor de opdrachten en het tentamencijfer. Literatuur Davis, E.W. en R.E. Spekman (2004). The Extended Enterprise: Gaining Competitive Advantage through Collaborative Supply Chains. FT Prentice Hall, Amsterdam, ISBN 0-13-008274-0 Reader met artikelen. Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Account Management Cursuscode MMA019 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 Specialisatie MARK STRAT Tentamenvorm schriftelijk tentamen + opdrachten + spel Taal Nederlands Cursuscoördinator Dekker, Dr. D.J. Docenten dr. D.J. Dekker Voorkennis Toegelaten tot de master Marketing of Strategie Keuzevak Ja Doelstellingen Om de belangrijkste (vaak grootste) klanten optimaal van dienst te zijn gaan veel organisaties over op account management. De focus ligt hierbij op de specifieke behoeften van klanten. Diversiteit in vormen van account management is enorm, omdat specifieke behoeften verschillende vormen 176
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I E
van coördinatie vereisen. Echter, typerend voor alle vormen van account management zijn de interfunctionele integratie en het relatiemanagement. De cursus account management introduceert studenten in de kernthema’s van account management en benadrukt de consequenties van account management voor klanten, organisatiestructuren en verkopers (account managers). Het uitgangspunt is een link te creëren tussen de theoretische concepten en de praktische toepassing van deze concepten. Cursusbeschrijving Een aantal hoorcolleges en werkcolleges (eventueel gecombineerd), waarin relatiemanagement theorieën en coördinatietheorieën worden behandeld, waarbij de focus op account management wordt gelegd. Daarnaast behandelen we onder meer korte cases en spelen een simulatiespel waarin coördinatieproblemen in account management worden belicht. Van studenten wordt een proactieve houding verwacht Literatuur T. N. Ingram, R. W. LaForge, R. A. Avila, C. H. Schwepker Jr. and M.R. Williams, 2006. Professional Selling; A Trust-Based Approach, 3-rd edition. Thompson: London. Strategische verandering Cursuscode MST019 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 Specialisatie STRAT Tentamenvorm schriftelijk tentamen + opdrachten Taal Nederlands Cursuscoördinator Varwijk, drs. W.G.J.M. Docenten Dr. R.A.W. Kok Drs. W.G.J.M. Varwijk (coördinator) Voorkennis Bachelor Bedrijfswetenschappen Keuzevak Nee Doelstellingen Strategisch management omvat globaal een drietal onderdelen: strategische analyse, strategisch kiezen en implementatie. Het accent van deze cursus ligt op de proceskant, ‘het hoe’, maar vooral op het laatste onderdeel, de implementatie. Centraal staan de veranderingen waarmee een organisatie te maken krijgt in relatie tot de implementatie van de strategie die zij voorstaat. Kennis De student moet aan het einde van de cursus de volgende dingen weten. • Weten hoe een strategieproces in elkaar zit, welke visies, benaderingen en vormen hier bestaan en wat de voor- en nadelen hiervan zijn. • Weten welke factoren, dilemma¡¦s en veranderingscondities spelen om strategische veranderingen te laten slagen. 177
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
• Weten wat het verschil en het onderlinge verband is tussen strategische vragen en andere managementvraagstukken in relatie tot veranderen c.q. verbeteren van organisaties. • Weten welke modellen, methoden en instrumenten bestaan om strategische veranderingen te managen c.q. te onderzoeken. • Weten op welke wijze projecten op een professionele manier kunnen worden begeleid. Vaardigheden De student moet aan het einde van de cursus de volgende dingen kunnen. • Een analyse en beoordeling kunnen maken van verschillende strategische procesplannen. • Een analyse kunnen maken van de relevantie van diverse factoren, dilemma¡¦s en veranderingscondities bij een strategisch proces. • Een beargumenteerde afweging en invulling kunnen geven van diverse factoren, dilemma’s en veranderingscondities bij een specifiek strategische proces. • Een analyse kunnen maken van de relaties tussen de strategie en het strategische proces van een organisatie. • Een beargumenteerde keuze kunnen maken tussen verschillende relevante modellen, methoden en instrumenten. • Zelfreflectie kunnen geven op het functioneren als onderzoeker in een strategisch veranderingstraject. Attitude De student dient blijk te hebben gegeven van een houding die kan worden omschreven als: • Kritisch; • Zelfstandig; • Constructief; • Creatief. Cursusbeschrijving Toelichting In een aantal hoorcolleges wordt in eerste instantie de noodzakelijke kennis aangeboden die nodig is zoals hierboven beschreven. Onderwerpen die onder andere aan bod dienen te komen zijn onder andere: - Wat is managen? - Verschillende theoretische benaderingen van verandering - De verschillende niveaus van strategische verandering (concern, BU, operationeel etc.) - Planning en allocatie van resources - Organisatiestructuur en ontwerp - Acceptatie en weerstand - Leerproces en cultuur. Na de hoorcolleges dienen de studenten het geleerde op een actieve wijze te gaan gebruiken door in groepsverband een opdracht te vervul178
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I E
Literatuur
len waarbij zelf een veranderingsproces dient te worden geanalyseerd voor een bepaalde organisatie in een bepaalde situatie. Hierbij dienen door verschillende groepen verschillende perspectieven en dilemma’s te worden onderzocht, afgewogen en ingevuld. Van belang is het hierbij dat de studenten op een zelfstandige manier blijk geven de wetenschappelijke literatuur ten aanzien van de specifieke dilemma’s perspectieven te kunnen selecteren, combineren en toepassen. Het geheel dient vorm te krijgen in een paper (essay). Tot slot worden in diverse werkcolleges wetenschappelijke teksten bediscussieerd. Het betreft hier een onderzoeksgerichte benadering bij het bestuderen van wetenschappelijke teksten. De studenten bereiden de teksten voor, vatten ze samen en geven een presentatie voor de groep. • Wordt nader bekend gemaakt
Masterthesis Strategie Cursuscode MTHST3 ECTS 18 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 en 2 Specialisatie STRAT Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Schrijver, drs. I.D. Docenten prof. Dr. J. Bell Prof. Dr. A.Godfroij Dr. A. van Deemen Dr. G.W. Ziggers Dr. R. Kok Dr. P. Ligthart Dr. O. Furrer Dr. A. Rusinowska Drs. B. den Ouden Drs. A. de Ridder Drs. W. Varwijk Drs. I. Schrijver Voorkennis De cursus Voorbereiding Master Thesis moet gehaald zijn. Het is zeer raadzaam alle overige vakken met minimaal voldoende afgesloten te hebben. Met elke student afzonderlijk wordt bekeken of voldoende voorkennis aanwezig is om zinvol met de masterthesis te kunnen starten. Als dat naar het oordeel van de docent niet het geval is, wordt dringend aangeraden een periode later te beginnen. Keuzevak Nee 179
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Doelstellingen
De thesis is het sluitstuk van de master en is een proeve van bekwaamheid in het wetenschappelijk benaderen en oplossen van strategische problemen. Kernwoorden hierbij zijn kritische analyse, methodologische verantwoording en wetenschappelijke reflectie. Een masterthesis is dus geen voorgeprogrammeerde invuloefening. De student moet laten zien dat hij in staat is zelfstandig een strategisch vraagstuk te analyseren door middel van onderzoek en dat hij theorieën, concepten en instrumenten op geïntegreerde wijze weet toe te passen. De student moet ook kunnen verantwoorden waarom hij werkt met de door hem gekozen wetenschappelijke methoden en technieken. Cursusbeschrijving Het masterthesistraject start in het eerste blok van het tweede semester. In dit blok verricht de student het onderzoek nodig voor zijn thesis. Blok twee van het tweede semester is volledig gericht op het uitwerken en schrijven van de thesis. In dit blok, dat begint op 8 mei 2006, worden geen andere vakken gegeven. Bij eventuele uitloop is de volgende startdatum voor de masterthesis 4 september 2006. Bij elke startdatum hoort een vaste einddatum, waarop de thesis moet worden ingeleverd. Dit zijn respectievelijk: 14 juli 2006 of 17 november 2006. Er kan ook gekozen worden voor een ’duaal traject’ waarbij een deel van de tijd bij een externe organisatie wordt besteed. Dan schuift de inleverdatum steeds één periode op. Een masterthesis heeft de vorm van een paper van maximaal 40 pagina’s en wordt bij voorkeur individueel geschreven. Het onderwerp van de Masterthesis Strategie of Supply Chain Management kan gekozen worden uit de diverse projecten die worden aangeboden op Blackboard en op de onderzoeksmarkt. De door docenten geformuleerde projecten liggen nog niet geheel vast: vaak is het mogelijk om een door de begeleider geformuleerd project aan te passen aan de wensen of inzichten van de student (sterker: input van de student wordt ten zeerste gewaardeerd of zelfs geëist). In de thesis en door middel van de verdediging dient de student te laten zien dat hij de volgende vaardigheden heeft verworven: - Cognitieve vaardigheden: het genereren en toepassen van kennis door theoretische invalshoeken en de praktijk met elkaar te confronteren. - Professionele academische onderzoeksvaardigheden: het kritisch en zelfstandig toepassen van wetenschappelijke onderzoeksmethoden. - Communicatieve vaardigheden: het schriftelijk en mondeling communiceren van de achtergronden, opzet, resultaten en implicaties van het onderzoek. - Beroepsspecifieke vaardigheden: voldoen aan de eisen en verwachtingen die toekomstige beroepsuitoefening met zich meebrengen voor een WO master Strategie Bedrijfswetenschappen, inclusief het kritisch bezien van het eigen functioneren. Werkwijze: Op het eind van de cursus VMT krijgt de student een bege180
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I E
Literatuur
leider toegewezen. Dit is tevens de begeleider voor de masterthesis. De student verricht de werkzaamheden zelfstandig, en bespreekt de voortgang met de begeleider. De resultaten worden neergelegd in de thesis. Het thesisproject is geen stage (in de zin van het opdoen van werkervaring bij een organisatie). Er wordt geen begeleiding geboden aan studenten die voorafgaand aan of na hun masterthesis stage lopen bij een bedrijf of instelling. Het is wel mogelijk om in, of naar aanleiding van een opdracht bij een bepaald bedrijf of een bepaalde organisatie onderzoek te doen. Verdediging en beoordeling: Het cijfer voor de masterthesis wordt vastgesteld op basis van de thesis zelf, de presentatie en de verdediging Een meer gedetailleerde versie van de regelingen rond de masterthesis wordt op blackboard gepubliceerd in oktober 2006. Het thesistraject start in blok 1 van het tweede semester, dus in de week van 13 februari. De student dient zelf de voor de masterthesis relevante literatuur te zoeken en te bestuderen.
Masterthesis Strategie (Supply Chain Management) Cursuscode MTHST2 ECTS 18 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 en 2 Specialisatie STRAT Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Ziggers, dr. ir. G.W. Docenten Diverse docenten Voorkennis Zie voor de eisen en werkwijze ten aanzien van de masterthesis Supply Chain Management bij de specifieke studierichting. Dus voor strategie studenten bij strategie en voor marketing studenten bij marketing. Keuzevak Ja Doelstellingen zie relevante studierichting, dus marketing of strategie Cursusbeschrijving zie marketing of strategie Literatuur divers
181
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
8 Masterspecialisatie Analyse, Ontwerp en Verandering van Arbeidsorganisaties
182
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E A N A LY S E , O N T W E R P E N V E R A N D E R I N G VA N A R B E I D S O R G A N I S AT I E S
8
Masterspecialisatie Analyse, Ontwerp en Verandering van Arbeidsorganisaties
8.1 Profiel Ondernemingen zoeken, als reactie op veranderingen in hun omgeving, naar nieuwe vormen van samenwerking en concurrentie binnen en tussen organisaties. Deze zoektocht moet een antwoord leveren op wat wel de crisis van de bureaucratische onderneming, de bureaucratische arbeidsorganisatie en de bureaucratische arbeidsrelatie genoemd wordt. Er is met andere woorden een herstructureringsproces aan de gang, dat langs drie lijnen verloopt: bureaucratische onderneming, bureaucratisch arbeidsorganisatie en bureaucratische arbeidsrelatie. De eerste lijn is die van de crisis van de grote bureaucratische onderneming: de ‘olifant die zou moeten leren dansen.’ Velen hebben het einde ervan voorspeld omdat deze bureaucratische molochen niet over de vereiste flexibiliteit en het vereiste innovatieve vermogen zouden beschikken dat door veranderde - globale - markten gevraagd wordt. Die voorspelling is niet uitgekomen. Er heeft weliswaar een proces van desintegratie plaats gevonden, maar dit is gepaard gegaan met nieuwe structuren die onder de noemer van interne en externe netwerkstructuren bediscussieerd worden. Netwerken worden gekenmerkt door de combinatie van markt (ruil) en organisatie (samenwerken) als coördinatie mechanismen. In interne of organisatie netwerken worden marktachtige elementen in de organisatie ingebracht en in externe of marktnetwerken worden organisatieachtige elementen in markten ingebracht. De tweede lijn is die van de crisis van de bureaucratische arbeidsorganisatie, dat wil zeggen, van de wijze waarop in bedrijven het werk of het arbeidsproces is georganiseerd. Velen hebben het einde van de Tayloristische arbeidsorganisatie voorspeld. Daarvoor in de plaats zouden ‘nieuwe productieconcepten’ (Kern en Schuman), flexibele specialisatie (Piore en Sabel) of gediversifieerde kwaliteitsproductie (Sorge en Streeck) komen. Organiseren rond ‘flows’ (Lean Production), rond processen (Business Process Reengineering) en rond stromen (Moderne Sociotechniek) vormen het gemeenschappelijke, maar op verschillende wijze uitgewerkte uitgangspunt van dergelijke nieuwe productieconcepten. Empirisch gesproken heerst hier echter grote onoverzichtelijkheid. Bedrijfskundig gesproken is hier sprake van een veelheid van benaderingen die ons proberen te vertellen hoe we arbeidsorganisatorische structuren moeten herontwerpen en welke veranderingskundige interventiestrategieën we daarbij kunnen gebruiken. De derde lijn tenslotte is die van de crisis van de bureaucratische arbeidsrelatie. Steeds meer ondernemingen willen de arbeidsrelatie tot een variabel onderdeel van hun ondernemingsstrategie maken. Dat heeft geleid tot interne en externe vormen van flexibilisering van de arbeidsrelatie die als zodanig niet goed stroken met het lange termijn samenwerkingskarakter van organisaties. Eindtermen In de master Analyse, Ontwerp en Verandering van arbeidsorganisaties staat de tweede lijn, 183
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
het vraagstuk van de inrichting van arbeidsorganisaties, centraal, zonder overigens de samenhang hiervan met concernstructuren enerzijds en arbeidsrelaties en –verhoudingen anderzijds uit het oog te verliezen. Welke eisen stelt de opleiding aan de studenten? Gebruikelijk is om deze eisen als competenties of vaardigheden te verwoorden. Een competentie of vaardigheid is (net als intelligentie) datgene wat iemand in staat stelt tot een competente of vaardige (of intelligente) handeling. Competenties kunnen daarom het beste beschreven worden in termen van de handelingen waarvoor het competenties zijn. Toegepast op de master AOV betekent dit dat je leert adviseren (adviesvaardigheden) en dat je leert onderzoeken (onderzoekscompetenties). Zowel in je advies- als in je onderzoekswerk maak je gebruik van begrippen, conceptuele kaders en theorieën. Daarvoor heb je conceptueel-theoretische vaardigheden nodig. Daarnaast heb je algemene vaardigheden nodig zoals reflectieve vaardigheden (je past dan geen begrippen, theorieën en methoden toe, maar bestudeert ze, bijvoorbeeld door ze te vergelijken), communicatieve vaardigheden (voor bijvoorbeeld mondelinge en schriftelijke presentaties) en samenwerkingsvaardigheden.
8.2 Toelatingseisen Universitaire bachelor Studenten met een afgeronde bacheloropleiding in de Bedrijfswetenschappen kunnen direct in de masterspecialisatie AOV instromen. Studenten met een ander universitair bachelordiploma kunnen het beste contact opnemen met de studieadviseur. Voor vragen over toelatingseisen voor universitaire Bachelors kun je terecht bij mevrouw Remke Friesen,
[email protected], studieadviseur van de master Bedrijfswetenschappen, kamer TvA 1.2.30, telefoon nummer (024) 3611834. HBO bachelor Studenten met een aansluitende afgeronde 4-jarige HBO-bacheloropleiding kunnen instromen in het schakelprogramma voor de masterspecialisatie AOV. Ná het succesvol afronden van dit schakelprogramma word je toegelaten tot de Master Bedrijfswetenschappen, specialisatie AOV. Vereiste HBO-vooropleiding voor het schakelprogramma en de masterspecialisatie AOV: • Hogere Hotelschool • HTS-Bedrijfskunde • HEAO-Bedrijfseconomie • P&A • P&O • AMA • HAS-BK • HEAO-LE • HBO-Logistiek • HEAO-MER Heb je wel een verwante HBO-bacheloropleiding maar staat deze hierboven niet vermeld, 184
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E A N A LY S E , O N T W E R P E N V E R A N D E R I N G VA N A R B E I D S O R G A N I S AT I E S
neem dan contact op met Nol Vermeulen studieadviseur voor het schakelprogramma Bedrijfswetenschappen:
[email protected], kamer TvA 1.1.30, telefoonnummer (024) 361 30 68. Ook voor overige vragen over toelatingseisen kun je bij hem terecht.
8.3 Curriculum In het onderwijs wordt de interventie- en onderzoekspraktijk van de docenten zoveel mogelijk geïntegreerd. Grootschalige en kleinschalige werkvormen wisselen elkaar af waarbij de zelfstandigheid van de student wordt gestimuleerd door het veelvuldig werken met opdrachten. De verschillende benaderingen worden opgevat als gids die je helpen de weg te vinden in het landschap van organisatieverandering in plaats van aan te leren routines die je mechanisch kunt toepassen en die vanzelf leiden tot eenduidige oplossingen. Opbouw curriculum master Analyse, Ontwerp en Verandering van Arbeidsorganisaties Blok 1
2
Naam Cursus
ECTS
Analyse en ontwerp van organisaties
6
Analyse en verandering van organisaties
3
Organisatietheorie
3
Analyse en verandering van organisaties
6
Empirisch methodologische kernthema’s
6
Human Resource Mobilization and Management
6
Technologie, Innovatie en Organisatie 3
Voorbereiding Master Thesis
4
Masterthesis Analyse, ontwerp en verandering van arbeidsorganisaties
185
6 6 18
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
8.4 Cursusbeschrijving masterspecialisatie Analyse, Ontwerp en Verandering van Arbeidsorganisaties Analyse en ontwerp van organisaties Cursuscode MAOV014 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 Specialisatie AOV Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Dankbaar, prof. dr. B. Docenten Ben Dankbaar Klaas ten Have Voorkennis Vereiste voorkennis: zie instroomeisen master AOV Keuzevak Ja Doelstellingen Doelstellingen: Inhoudelijk begrip over hoe een organisatie-inrichting valt te analyseren en te (her)ontwerpen; Vermogen tot kritische reflectie op eigen en andermans aanpak van een organisatie-inrichtingsvraagstuk; Vermogen tot kritische doordenking van voorwaarden voor en consequenties van een herontwerp van de organisatie-inrichting. Cursusbeschrijving Met behulp van hoorcolleges en verschillende teksten kunnen studenten zich de hoofdlijnen van het vakgebied organisatie-ontwerp eigen maken. Belangrijke onderwerpen zijn hier: ontwerp van structuur van arbeidsverdeling, het managen van Human Resources, structurering van de organisatieverandering, organisatie van creatieve non-lineaire processen, informatiestructuren en -systemen, teams en organisatie-inrichting Literatuur Verplichte literatuur: - D. Nadler & M. Tushman (1997), Competing by design. Oxford: Oxford University Press - Delen uit M. Beer & N. Nohria (2000), Breaking the code of change. Boston, Mas: Harvard Business School Press. Literatuursyllabus (incl. eventueel nog uit te reiken teksten Organisatietheorie Cursuscode MAOV016 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 186
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E A N A LY S E , O N T W E R P E N V E R A N D E R I N G VA N A R B E I D S O R G A N I S AT I E S
Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
AOV schriftelijk tentamen Nederlands Christis, dr. J.H.P. J. Christis en M. Visser Zie instroom eisen master AOV Ja Eerste kennismaking met organisatietheorie als praktisch georiënteerde interdiscipline. Na de cursus hebben de studenten inzicht * in de verschillende disciplinaire (sociologische, economische, psychologische, juridische enzovoort) perspectieven op organisaties * in de verschillende manieren waarop deze perspectieven gecombineerd worden in vormen van interdisciplinaire organisatietheorie * in de betekenis daarvan voor het analyseren van bedrijfskundige vraagstukken, waaronder arbeidsorganisatorische structuur vraagstukken. Cursusbeschrijving In de cursus komen achtereenvolgens aan bod 1. De plaats van organisatietheorie in de bedrijfskunde (als stam van de bedrijfskunde die de wetenschappelijke monodisciplinaire wortels ervan verbinden met de probleemgerichte takken of bedrijfskundige deeldisciplines) 2. Het ontstaan en het programma van de organisatietheorie als praktisch georiënteerde interdiscipline aan de hand van het boek ‘Administrative Behavior’ van Simon 3. De verdere ontwikkeling ervan aan de hand van het boek ‘Organizational Learning’ van Argyris en Schonn en de Transactiekosten Economie (TCE) van Williamson (waarin economie, organisatietheorie en recht op een specifieke manier gecombineerd worden) Het accent van de cursus ligt vooral op het reconstrueren van de principes die aan de verschillende benaderingen ten grondslag liggen, op het schetsen van de context waarin deze benaderingen zijn ontstaan en bediscussieerd en op de relevantie ervan voor arbeidsorganisatorisch ontwerp en veranderingsvraagstukken. Literatuur Simon H. (1947/1997) Administrative Behavior. Fourth Edition. New York: The Free Press. ISBN 0684835827 Reader met o.a. teksten van Argyris en Schon en van Williamson. Human Resource Mobilization and Management Cursuscode MAOV017 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 2 Specialisatie AOV 187
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
schriftelijk Nederlands Christis, dr. J.H.P. J. Christis en W. de Nijs Zie ingangseisen master AOV. Ja Doel van de cursus is om studenten inzicht bij te brengen in de samenhang tussen arbeidsorganisatorische structuur vraagstukken enerzijds en vraagstukken van het strategisch personeelsmanagement anderzijds. Cursusbeschrijving Zoals de titel al aangeeft, bestaat er een verschil tussen het mobiliseren en het managen van menselijke bronnen. Het een is het onderwerp van het arbeidsorganisatorische beleid van een organisatie en het ander van het personeelsbeleid. Centraal in deze cursus staat de integratie van of afstemming tussen beide vormen van beleid. Daartoe wordt eerst nader ingegaan op de inhoud van het HRM vakgebied aan de hand van het boek van Boxall en Purcel. Daarna komt de afstemming aan bod aan de hand van een aantal geselecteerde thema’s zoals competentiemanagement en stresspreventie. Literatuur Boxall, Peter & John Purcell (2003) Strategy and Human Resource Management, Palgrave, ISBN 0-333-77820-0 Reader Analyse en verandering van organisaties Cursuscode MAOV015 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 2 Specialisatie AOV Tentamenvorm schriftelijk tentamen + werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Fruijtier, dr. B.G.M. Docenten Ben Fruijtier Marjo Dubbeldam Pierre van Amelsvoort Voorkennis Zie instroomeisen AOV Keuzevak Nee Doelstellingen Inzicht verkrijgen in: - de hoofdlijnen van de belangrijkste methoden, modellen en instrumenten van organisatiediagnose en -verandering. - de theorieën, concepten en benaderingen voor het realiseren van verandering in organisaties. - het kunnen plaatsen van recente ontwikkelingen in reeds bestaande 188
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E A N A LY S E , O N T W E R P E N V E R A N D E R I N G VA N A R B E I D S O R G A N I S AT I E S
stromingen van organisatieverandering. Cursusbeschrijving Het college bestaat uit een mix van hoorcolleges en werkcolleges. Deze worden gegeven door de drie docenten en eventuele gastdocenten. Theorie en praktijk nemen een evenwaardige plaats in in deze cursus. Tussen hoor- en werkcolleges is een directe koppeling. Studenten problematiseren, diagnosticeren en verbeteren/vernieuwen veranderingsprocessen in organisaties. Dit gebeurt door de uitvoering van opdrachten direct aansluitend op of voorafgaand aan de hoorcolleges. Op deze opdrachten volgt dan weer feedback van de docenten. Op deze wijze dringen de studenten diep in het onderwerp van veranderen door. ”Al doende leert en begrijpt men” dat is het Leitmotiv van deze cursus. Onderwerpen als ontwerpen versus ontwikkelen, geplande versus continue verandering, managementmodes, lerende organisaties, open- en gesloten organisaties, innovatieprocessen, organisatiecultuurverandering worden op het bordje van de studenten neergelegd met als uitdaging voor hen hun theoretisch-conceptuele en analytische vermogens en hun praktisch-implementatie competenties te ontwikkelen. Literatuur Literatuursyllabus en literatuur uitgereikt tijdens de colleges Empirisch methodologische kernthema’s Cursuscode MAOV019 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 2 Specialisatie AOV en KIM Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Vennix, prof. dr. J.A.M. Docenten dr. J.M.I.M. Achterbergh prof. dr. P.J.M. Verschuren prof. dr. J.A.M. Vennix Voorkennis Onderzoeks- en interventiemethodologie Keuzevak Nee Doelstellingen Na de cursus is de student in staat met behulp van drie relevante perspectieven interventies in organisaties een conceptueel kader te ontwikkelen om structuurinterventies in organisaties te bestuderen. Bovendien is de student in staat om ten aanzien van de interventiecyclus relevante empirische vraagstellingen te formuleren evenals een daarbij behorende adequate onderzoeksopzet. Cursusbeschrijving De cursus bestaat uit een interventiemethodologisch en een empirisch methodologisch deel. In het interventiemethodologisch onderdeel van de cursus worden interventies in de structuur van organisaties vanuit drie 189
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
gerelateerde perspectieven bekeken. (1) Vanuit het ‘sociale perspectief’ worden structuurinterventies beschouwd als communicatieprocessen die ingrijpen in organisaties als systemen van communicaties. (2) Vanuit het functionele perspectief worden structuurinterventies gethematiseerd als iteraties van activiteiten als diagnose, ontwerp, verandering en evaluatie. (3) Het ‘middelenperspectief’ stelt methoden en technieken centraal die gebruikt kunnen worden om de communicatieprocessen en functionele activiteiten die nodig zijn bij structuurinterventies te ondersteunen. Met behulp van de drie perspectieven wordt een conceptueel kader gebouwd dat kan helpen bij het denken over de inrichting van structuurinterventies. In dit model worden het sociale perspectief, het functionele perspectief en het middelenperspectief op een systematische manier aan elkaar gekoppeld. In het empirisch methodologisch deel ligt de nadruk op een aantal kernproblemen bij het uitvoeren van een empirisch onderzoek, vooral wanneer het gaat om empirisch onderzoek in het kader van de interventiecyclus. Hier komt onder andere aan de orde de methodologie van probleemanalytisch, diagnostisch, ontwerpgericht en evaluatieonderzoek. Het interventiemethodologisch en het empirisch methodologische onderdeel van de cursus bestaan uit zes hoorcolleges en bijbehorende oefeningen. Literatuur: syllabus interventiemethodologie andere literatuur wordt bij aanvang cursus bekendgemaakt
Technologie, Innovatie en Organisatie Cursuscode MAOV018 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 Specialisatie AOV Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Lekkerkerk, ir. L.J. Docenten prof.dr. B. Dankbaar diverse gast- en AOV-docenten. Voorkennis Voor MA-AOV-studenten: als voor toelating tot MA-AOV. Voor keuzevakstudenten: in overleg met docent zal bepaald worden of aanwezige voorkennis voldoende is om het vak te volgen. Keuzevak Ja Doelstellingen blok 1: kennis over visies op techniek en technologie van diverse disciplines (sociologen, filosofen, technici). kennis over visies op technologische ontwikkelingen en de invloed daar190
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E A N A LY S E , O N T W E R P E N V E R A N D E R I N G VA N A R B E I D S O R G A N I S AT I E S
van op de samenleving en organisaties. blok 2: kennis over de aanpak van technologische innovatieprojecten in organisaties. kennis over de mogelijkheden om invloed uit te oefenen op technologische innovatieprojecten zodat ze mogelijkheden opleveren voor de structuurontwerper in plaats van beperkingen. Cursusbeschrijving Organisaties zien we bij Bedrijfswetenschappen in Nijmegen als sociotechnische systemen. Het sociale aspect van organisaties komt ruimschoots aan bod in de BA-BW en de MA-AOV. In dit vak staat echter het technische aspect centraal door de diverse disciplines te bespreken die techniek of technologie en de technologische ontwikkeling bestuderen. Enig inzicht hierin is voor toekomstige structuurontwerpers en organisatieveranderaars onontbeerlijk vanwege de grote en meestal beperkende invloed die techniek heeft op het structuurontwerp. Als het invoeren van de ideale structuur, het ’luchtkasteel’ zoals de Sitter dat noemt, niet mogelijk is ligt dat vaak aan de aanwezige techniek. De techniek neemt in blok 2 concreet de vorm aan van een gebouw, van machines en installaties voor het productieproces, van een ontwerp voor een product-dienstcombinatie en van ICT voor diverse functies in de productie-, besturings- en informatiestructuur. In blok 1 zal blijken dat dit een beperkte maar dominante visie op techniek is. In blok 1 komen de eerste twee doelstellingen aan bod d.m.v. (gast-)colleges en literatuur. In blok 2 komen de laatste twee doelstellingen aan bod d.m.v. (gast-)colleges en literatuur. Literatuur reader met artikelen voorzover deze niet via de online contents van de Universiteitsbibliotheek verkrijgbaar zijn. Mogelijk aangevuld met een boek over technologie- en innovatiemanagement (titel nog te bepalen). Voorbereiding Masterthesis AOV Cursuscode MAOV012 ECTS 4 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 Specialisatie AOV Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Jonker, dr. J. Docenten Docenten AOV Voorkennis Bachelor, Methoden van Organisatieverandering, Vakken eerste trimester AOV 191
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Keuzevak Doelstellingen
Nee 1. Voorbereiden van de studenten op de te schrijven Master thesis. Het gaat daarbij om het verwerven van zowel inhoudelijke, methodologische als praktische kennis en vaardigheden op basis waarvan de studenten de thesis met succes kunnen voltooien. 2. Verdieping op een bepaald kennisgebied binnen AOV, afhankelijk van het thema van de gekozen scriptiegroep. Cursusbeschrijving In dit vak bereiden de studenten zich inhoudelijk voor op het schrijven van de Master thesis. Voor deze thesis staan 18 ECTS. Gezien de geringe tijd die beschikbaar is voor het feitelijke afstuderen is het belangrijk dat studenten hun tijd zo goed mogelijk gebruiken, door bijvoorbeeld al delen van de theoretische, methodologische en conceptuele hoofdstukken te schrijven, zodat ze na afloop van de scriptiegroepen zo snel mogelijk met het echte afstuderen kunnen beginnen. De studenten hebben of al eens een academische Bachelor thesis geschreven, of ze zijn op HBO-niveau afgestudeerd. Doorgaans zal de scriptiegroepdocent ook de afstudeerbegeleider van de betreffende student worden. Studenten kunnen zowel theoretisch als praktijkgericht afstuderen, het tweede heeft echter nog steeds de voorkeur. Theoretisch afstuderen is eigenlijk alleen bedoeld voor studenten die al veel praktijkervaring hebben of zich specifiek interesseren voor een verdere carrière in academisch onderzoek en moet geen gemakkelijke oplossing worden voor de studenten met een minder snelle studievoortgang of bij gebrek aan een stageplaats. Daar waar afstudeerders bijdragen aan het (promotie) onderzoek van de desbetreffende docent/onderzoeker is het zaak er op te letten dat een empirisch of praktijkgericht onderzoek mogelijk blijft. Vereisten (output) Aanwezigheid en actieve inbreng tijdens de colleges. Individuele paper (kan bestaan uit hoofdstukken uit de scriptie, een inleidend hoofdstuk, een theoretisch kader en een methodologisch hoofdstuk, het laatste in samenhang met het vak Methodologie II). Eindtermen (input inclusief Methoden van organisatieonderzoek cursus): Een afstudeervoorstel, dat bestaat uit een onderzoeksopzet (doel- & vraagstellingen, conceptueel kader), een methodologisch en een theoretisch kader. Beoordeling: de scriptiegroepen worden beoordeeld met een voldoende of onvoldoende (en dus niet met een cijfer). Een onvoldoende betekent dat de student (nog) niet met het afstuderen mag beginnen. Literatuur Literatuur (suggesties, dit zal per scriptiegroep verschillen): Methodologische literatuur: voortbouwend op Doorewaard & Verschuren: De Leeuw, A.C.J. (1990), Een boekje over bedrijfskundige methodologie, management van onderzoek. Van Gorcum, Assen/Maastricht. 180 p. Een compact, praktijkgericht boek over het hoe en waarom van bedrijfs192
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E A N A LY S E , O N T W E R P E N V E R A N D E R I N G VA N A R B E I D S O R G A N I S AT I E S
kundig onderzoek, het formuleren van vraagstellingen, aanpak van onderzoek, managen van onderzoek. Sluit af met een globale checklist. Van der Zwaan, A.H. (1990), Organisatieonderzoek, Leerboek voor de praktijk: het ontwerpen van onderzoek in organisaties. Van Gorcum, Assen/Maastricht. 165 p. |Dit boek richt zich vooral op de methoden van organisatieonderzoek en het onderzoeksproces. Er wordt uitgelegd wat academisch onderzoek nu eigenlijk is, maar interessanter zijn de verschillende onderzoeksmethoden, zoals het experiment, de gevalsstudie, vergelijkend en actieonderzoek. Jonker, J.J. & Pennings, B. (2000) De kern van de methodologie. Van Gorcum, Assen, 105 p. |Compact boek, waarin aan studenten wordt uitgelegd wat methodologie is en op welke wijze ze hun afstudeeronderzoek kunnen aanpakken. Het boek gaat specifiek in op het onderscheid tussen kwantitatieve en kwalitatieve methoden van onderzoek en bevat een thesaurus en een checklist met beoordelingscriteria voor een scriptie. Bruikbaar is ook het laatste hoofdstuk waarin een vragenlijst wordt weergegeven die het mogelijk maakt het onderzoek kritisch tegen het licht te houden. Brewerton, Paul & Millwards, Lynne (2001) Organizational Research Methodology, Sage Publications. 202 p. |Helder geschreven, praktijkgericht boek. Gaat vooral specifiek over het doen van afstudeeronderzoek op universitair niveau. Richt zich direct op de afstudeerder zelf. Geeft interessante voorbeelden en gaat ook deels in op de praktische aspecten van het afstuderen, zoals het onderhouden van de relatie met je begeleider. Behandelt per hoofdstukken de verschillende stappen in het afstudeertraject. Kempen, P.M. & Keizer, J.A. (2000) Advieskunde voor praktijkstages, organisatieverandering als leerproces. Wolters-Noordhoff, 239 p. |Presenteert een tien stappenplan, waarin stap voor stap de verschillende activiteiten van een organisatieadviestraject aan de orde komen. Toegankelijk geschreven en zeer praktisch, met veel praktijkvoorbeelden. Segers, J.H.G. (1983) Methoden voor de sociale wetenschappen, Van Gorcum, Assen. Inhoudelijke literatuur: Verschilt per vak Masterthesis Analyse en ontwerp van arbeidsorganisaties Cursuscode MTHAOV ECTS 18 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 2 Specialisatie AOV 193
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
werkstuk Nederlands Jonker, dr. J. Het gehele docententeam AOV Mastervakken Ja Het schrijven van een thesis, gebaseerd op wetenschappelijk verantwoord afstudeeronderzoek. Dat onderzoek kan de vorm hebben van een praktijkonderzoek bij een organisatie maar ook een theoretisch of methodologisch onderzoek is mogelijk. Cursusbeschrijving Om studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op het afstuderen hanteert de Master AOV de volgende werkwijze. Studenten krijgen zo vroeg mogelijk een scriptiegroep en daarmee een afstudeerbegeleider toegewezen, op basis van inhoudelijke criteria. In het eerste trimester orienteren studenten zich op de verschillende scriptiegroepen, in het tweede trimester bereiden ze zich binnen de scriptiegroepen voor op het feitelijke afstuderen. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt
194
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E A N A LY S E , O N T W E R P E N V E R A N D E R I N G VA N A R B E I D S O R G A N I S AT I E S
195
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
9 Masterspecialisatie Strategisch personeelsmanagement
196
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I S C H P E R S O N E E L S M A N A G E M E N T
9 Masterspecialisatie Strategisch Personeelsmanagement 9.1 Profiel De afgelopen decennia heeft zich zowel in de praktijk als in de theorie van het management van personeel en organisatie een grote omwenteling voltrokken. Zo heet personeelsbeleid nu strategisch human resource management, is training en opleiding onderdeel van kennismanagement geworden in het streven naar een lerende organisatie en is werving-, selectie- en loopbaanbeleid geïntegreerd binnen zogeheten stroommanagement in het vergroten van de ‘employability’ van medewerkers. Veel personeelsafdelingen tooien zich met het etiket ‘human resources’ en zijn personeelschefs de managers van human talent geworden. Nieuwe instrumenten op het gebied van beloning, beoordeling, motivatie, prestatiesturing, projectmanagement, stimuleren van veranderingsbereidheid zijn ontwikkeld, terwijl ook de organisatie van het werk in veel bedrijven ingrijpend is veranderd. Hoe men al deze veranderingen ook zou willen typeren, één ding is zeker: het beleidsgebied Personeel en Organisatie heeft een enorme opwaardering ondergaan. Van een reactief en strategisch ondergeschoven beleidsgebied is het management van personeel en organisatie opgeklommen naar de status van kritieke succesfactor. Personeelsmanagement is uitgegroeid tot een van de belangrijkste strategische beleidsgebieden in moderne arbeidsorganisaties. Eindtermen Het algemene doel van de master Strategisch Personeelsmanagement is het opleiden van studenten die in staat zijn vraagstukken van personeel en organisatie wetenschappelijk te analyseren en deze op strategisch niveau in een organisatie kunnen doordenken. Concreet betekent dit dat het masterprogramma de volgende doelstellingen kent: • de studenten vertrouwd maken met de belangrijkste concepten en theorieën op het gebied van Strategische Personeelsmanagement; • studenten inzicht verschaffen in moderne management- en adviespraktijken op het gebied van Strategisch Personeelsmanagement; • studenten vaardigheden te laten ontwikkelen voor zelfstandig onafhankelijk onderzoek op het gebied van Strategisch Personeelsmanagement; • de studenten te stimuleren tot een kritische houding ten aanzien van onderzoek en management- en adviespraktijken op het gebied van Strategisch Personeelsmanagement.
9.2 Toelatingseisen Universitaire Bachelor Studenten met een afgeronde bacheloropleiding in de Bedrijfswetenschappen of Personeelswetenschappen kunnen in de masterspecialisatie Strategisch Personeelsmanagement instromen. Studenten met een ander universitair bachelordiploma kunnen het beste contact opnemen met de studieadviseur. Voor vragen over toelatingseisen voor universitaire Bachelors kun je terecht bij mevrouw Remke Friesen,
[email protected], studieadviseur van de master 197
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Bedrijfswetenschappen, kamer TvA 1.2.30, telefoon nummer (024) 3611834. HBO Bachelor Studenten met een verwante afgeronde 4-jarige HBO-bacheloropleiding (240 ECTS) kunnen instromen in het schakelprogramma voor de masterspecialisatie Strategisch Personeelsmanagement. Ná het succesvol afronden van dit schakelprogramma word je toegelaten tot de Master Bedrijfswetenschappen, specialisatie Strategisch Personeelsmanagement. De vereiste HBO-vooropleiding voor het schakelprogramma en de masterspecialisatie in de Strategisch Personeelsmanagement: • Hogere Hotelschool • HTS-Bedrijfskunde • HEAO-Bedrijfseconomie • P&A • P&O • AMA Heb je wel een verwante HBO-bacheloropleiding maar staat deze hierboven niet vermeld, neem dan contact op met Nol Vermeulen studieadviseur voor het schakelprogramma Bedrijfswetenschappen:
[email protected], kamer TvA 1.1.30, telefoonnummer (024) 361 30 68. Ook voor overige vragen over toelatingseisen kun je bij hem terecht.
9.3 Curriculum De master is opgebouwd uit 4 blokken. De gehele master beslaat 60 ECTS, waarbij er 18 ECTS zijn gereserveerd voor het afstudeerproject uitmondend in een masterthesis. In de eerste 2 blokken ligt de nadruk op het verwerven van conceptuele en theoretische kennis op het gebied van Strategisch Personeelsmanagement. Je wordt vertrouwd gemaakt met de belangrijkste theoretische en analytische kaders van Strategisch Personeelsmanagement en de samenhang met vraagstukken rond structuur en ontwerp van moderne arbeidsorganisaties. In het 3e blok verschuift de aandacht naar de ontwikkeling van wetenschappelijke en professionele vaardigheden op het gebied van onderzoek en advies. Uiteindelijk resulteert dit in het zelfstandig uitvoeren van een individuele thesis op het gebied van Strategisch Personeelsmanagement in het 4e blok. De actieve betrokkenheid van studenten wordt gestimuleerd door het toepassen van kleinschalig onderwijs en door studenten zelfstandig opdrachten te laten uitwerken. De professionele oriëntatie wordt gestimuleerd door studenten vertrouwd te maken met de praktijk op het gebied van Strategisch Personeelsmanagement middels gastcolleges van personeelsmanagers, organisaties en adviseurs, door bedrijfsbezoeken, de behandeling van casussen en ‘best practices’ en door het doen van opdrachten in samenwerking met ondernemingen en adviesbureaus.
198
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I S C H P E R S O N E E L S M A N A G E M E N T
Opbouw curriculum master Strategisch Personeelsmanagement Blok 1
Naam cursus
ECTS
High Performing Work Systems
6
Institutionele Dynamiek en HRM
6
Grondslagen SPM 2
Labor Market and Labor Management
6
Diversiteit en Identiteit in Organisaties
6
Grondslagen SPM
6
Voorbereiding masterthesis SPM Keuzevak: 3
4
•
International Human Resource Management (IM)
•
Leren en Opleiden (SPM)
•
Technologie, Arbeid en Organisatie (SPM)
Masterthesis Strategisch Personeelsmanagement
Keuzevakken die in het 3e blok door SPM worden aangeboden zijn: • Leren en Opleiden (6 ECTS) • Technologie, Arbeid en Organisatie (6 ECTS)
199
6 6
18
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
9.4 Cursusbeschrijvingen masterspecialisatie Strategisch Personeelsmanagement Institutionele Dynamiek en HRM Cursuscode MSPM401 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 Specialisatie SPM Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Dr. N.M. Sanders-van Gestel, Docenten dr. N. van Gestel prof. dr. W. de Nijs Voorkennis Keuzevak Nee Doelstellingen Na afloop van de cursus • Hebt u kennis van de recente veranderingen in de Nederlandse en Europese arbeidsverhoudingen en de welvaartstaat (sociale zekerheid & employment services) • kunt u vanuit verschillende stromingen binnen de neo-institutionele theorie reflecteren op deze institutionele dynamiek • kunt u een analyse maken van de gevolgen van deze veranderingen voor concrete vraagstukken van personeelsmanagement, zoals medezeggenschap en verzuimbeleid • bent u in staat om daarbij vanuit een vergelijkend perspectief te werken (comparatieve methode) Cursusbeschrijving Ontwikkelingen in de arbeidsverhoudingen en de welvaarstaat in Europa bieden nieuwe uitdagingen voor HRM op organisatieniveau. Decentralisatie en individualisering in ‘employment relations’ creëren een grotere rol voor onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden en medezeggenschap in ondernemingen. Marktwerking in de sociale zekerheid en ‘employment services’ legt een toenemende verantwoordelijkheid bij individuele werkgevers en werknemers voor preventie, verzekering en aanpak van inkomensrisico’s, verzuimbegeleiding en reïntegratie. In de cursus gaan we met behulp van literatuur en eigen onderzoek in op de vraag hoe deze dynamiek in arbeidsverhoudingen en sociale zekerheid kan worden begrepen (continuiteit/verandering/motieven & belangen) en op welke manier werkgevers en werknemers de nieuwe taken voor strategisch personeelsmanagement vormgeven. De cursus wordt gegeven vanuit het onderzoek naar Industrial Relations & HRM (De Nijs) en naar Institutional Dynamics in Work and Welfare (Van Gestel). 200
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I S C H P E R S O N E E L S M A N A G E M E N T
Literatuur
Reader met artikelen
Grondslagen SPM Cursuscode MSPM405 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 Specialisatie SPM Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Nijs, dr. W.F. de Docenten Prof. Dr. W.F. de Nijs Drs. A. van de Ven Voorkennis Human resource management, Arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen (bachelor) Keuzevak Nee Doelstellingen • De student kan na afloop van de cursus aangeven welke ontwikkelingen hebben plaats gevonden in het Human resource management. • De student kan aangeven hoe bedrijfswetenschappelijke problemen, zoals kwaliteitsverlies, demotivatie of verlaging van productiviteit, binnen een organisatie aangepakt kunnen worden met de inzichten die de concepten van het Human resource management bieden. • De student kan (facetten van) de thema’s uit SPM problematiseren en aangeven welke oplossingsmogelijkheden er voortkomen uit de theorieën van het Human resource management’. Daarbij kan de student een goede afgebakende synthese maken tussen het vraagstuk en de theorie aan de hand van een duidelijke doel- en vraagstelling, kan aan de hand van de kenmerken van deze en andere theorieën beargumenteren welke invalshoek deze oplossing heeft en kan in duidelijk en proper Nederlands formuleren. Cursusbeschrijving In deze cursus worden de belangrijkste grondleggende theorieën en concepten behandeld op het gebied van strategisch personeelsmanagement. Speciaal aandacht wordt daarbij besteed aan de theoretische discussie, analytische modellen en onderzoek op het gebied van de relatie tussen personeelsmanagement (HRM), strategie en de performance van organisaties. Naast aandacht voor de harde economische benaderingen worden brede (institutionele) benaderingen behandeld waarin performance ook betrekking heeft op aspecten als maatschappelijke responsiviteit en legitimiteit. Bij de theoretische grondslagen wordt vooral de resource based view als kritisch referentiepunt genomen. Binnen de cursus wordt ook uitvoerig stilgestaan bij wat het specifieke studieobject en onderzoeksobject is van Human resource management als een van de benaderingen op 201
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
het gebied van studie en onderzoek van arbeidsrelaties. Boxall, Peter & John Purcell (2003) Strategy and Human Resource Management, Palgrave (0333778200) Legge, K. (2004) Human Resource Management: rhetorics & realities, Palgrave (1403936005)
High Performing Work Systems Cursuscode MSPM400 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 en 2 Specialisatie SPM Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Poutsma, dr. F. Docenten Erik Poutsma Roel Schouteten Voorkennis Keuzevak Nee Doelstellingen Kennis • «Inzicht in de theoretische relaties tussen HRM en Performance, in het bijzonder HWPS. • Kennis van de belangrijkste posities in het debat over HWPS en de belangrijkste empirische onderzoeken naar het fenomeen. Vaardigheden • Kritisch reflecteren over de literatuur en verricht onderzoek • Ontwikkelen van een doel- en vraagstelling • Maken van een gedegen onderzoeksopzet Cursusbeschrijving Al langer is het debat gaande of HRM er wel iets toedoet. Wat is de toegevoegde waarde? Welke effecten heeft dit beleidsterrein? Draagt het uiteindelijk bij aan het succes van de onderneming? Of blijft het steken in leuke dingen voor de mensen. Gevoed door de resource based view is in dat debat de term High Performance Work Systems (HPWS) ontstaan. De gedachte is dat niet een bepaalde HRM praktijk maar een bundel of configuratie van HRM praktijken het verschil maakt. Echter HWPS wordt nogal empiristisch onderbouwd en elke auteur heeft wel weer een andere indeling. In deze cursus volgen we het debat en gaan we zoeken naar de theoretische onderbouwing voor HRM configuraties. We doen dat aan de hand van opdrachten. Aan het eind van de cursus zult u gevraagd worden een onderzoeksopzet te maken voor een onderzoek naar HWPS. Literatuur Wordt nog bekend gemaakt.
202
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I S C H P E R S O N E E L S M A N A G E M E N T
Diversiteit en Identiteit in Organisaties Cursuscode MSPM403 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 2 Specialisatie SPM Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Benschop, dr. Y.W.M. Docenten Dr. Yvonne Benschop Prof. dr. René ten Bos Prof. dr. Michiel Schoemaker Voorkennis Keuzevak Nee Doelstellingen -Leerdoelen cursus Kennis • Na afloop van de cursus heeft u kennis gekregen van de belangrijkste concepten en debatten op het gebied van diversiteit en identiteit in organisaties. • U kunt vanuit verschillende theoretische perspectieven reflecteren op de plaats en functie van diversiteit en identiteit in de dagelijkse praktijk van organisaties. • Tevens kunt u een analyse maken van de effecten van diversiteit en identiteit in organisaties. • U kunt verbanden leggen tussen diversiteit en identiteit en relevante thema’s zoals leiderschap, cultuur en macht. • U kunt veronderstellingen over diversiteit en identiteit die ten grondslag liggen aan vormen van (strategisch) personeelsmanagement herkennen en deze veronderstellingen op hun merites beoordelen. • U bent op de hoogte van de gangbare managementconcepten en –praktijken rond diversiteit en identiteit. Cursusbeschrijving Binnen de Bedrijfswetenschappen is het afgelopen decennium de belangstelling gegroeid voor vragen die betrekking hebben op de samenstelling van het personeelsbestand. Het ”managen van diversiteit” krijgt steeds meer aandacht. Het personeelsbestand van veel organisaties wordt steeds meer divers als gevolg van factoren als migratie, emancipatie, vergrijzing en ontgroening en internationale samenwerking. Het omgaan met verschillen tussen mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, medewerkers met verschillende culturele achtergronden en hoog- en laagopgeleiden is een issue geworden voor medewerkers en managers in moderne organisaties. Naar de effecten van diversiteit op de economische en sociale prestaties van organisaties wordt momenteel veel onderzoek verricht. 203
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
Aandacht voor diversiteit in organisaties betekent dat er ook aandacht is voor identiteit, dat een centraal begrip is in het denken over diversiteit in organisaties. Het gaat dan om vragen als: hoe interfereren de verschillende identiteiten van individuen en groepen met elkaar en wat betekenen ze voor patronen van samenwerking en communicatie? Is het zo dat organisaties door deze diversiteit steeds meer gefragmenteerd worden? Identiteit is niet alleen onderwerp van studie als het gaat om individuen en groepen, ook het thema organisatie-identiteit kan zich verheugen in een toenemende belangstelling. Organisaties moeten streven naar een gezamenlijke en specifieke identiteit om zowel in de omgeving (afzet- en arbeidsmarkt) als intern een herkenbaar profiel te hebben en effectief te kunnen functioneren. Alleen kerncompetenties hebben is voor organisatie niet meer genoeg. Het benoemen van de waarden en normen die ten grondslag liggen aan de identiteit wordt steeds meer belangrijk geacht. Wat is organisatie-identiteit? Is zo’n organisatie-identiteit te construeren laat staan te managen, en zo ja, hoe verhoudt zo’n identiteit zich dan tot de diverse identiteiten vertegenwoordigd in het personeelsbestand? Hoe verhouden al deze vormen van organisationele, individuele en groepsidentiteiten zich tot zoiets als professionele identiteit? In deze cursus gaat het er om meer inzicht te krijgen in de betekenis van diversiteit en identiteit voor organisaties en medewerkers en in de effecten van diversiteit en identiteit op het dagelijkse werken. -Literatuur (onder voorbehoud) - Kirton, Gill and Greene Anne-Marie (2000). The dynamics of managing diversity. A critical approach. Oxford: Butterworth- Heinemann. Met uitzondering van de hoofdstukken 6 en 7 - Mary Jo Hatch and Majken Schultz (eds.) (2004). Organizational identity: a reader. Oxford [etc.] : Oxford University Press - Tekstenbundel met nader te bepalen artikelen
Labor Market and Labor Management Cursuscode MSPM402 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 2 Specialisatie SPM Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Docenten dr. N. van Gestel prof. dr. J. van Hoof Voorkennis 204
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I S C H P E R S O N E E L S M A N A G E M E N T
Keuzevak Doelstellingen
Nee Na afloop van de cursus • Heeft u kennis van recente veranderingen op de Nederlandse en Europese arbeidsmarkt qua structure (sectoren, beroepen, gender en leeftijd), skills (opleiding) en performance (werkgelegenheid, participatie) • Heeft u kennis van strategisch personeelsmanagement op het gebied van beroepsopleiding en scholing en werkgelegenheids- en arbeidsvoorzieningsbeleid vanuit een landenvergelijkend en EU-perspectief. • Kunt u vanuit verschillende theoretische benaderingen (neo-klassieke theorie, neo-institutionele theorie, recente benaderingen) reflecteren op arbeidsmarktontwikkelingen en de coördinatie van arbeidsmarktproblemen. • bent u in staat om een onderwerp binnen het thema ‘aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt’ of het thema ‘coördinatie van werkgelegenheid/arbeidsvoorzieningsbeleid’ zelfstandig te onderzoeken vanuit twee alternatieve theoretische perspectieven. Cursusbeschrijving Ontwikkelingen op de Nederlandse en Europese arbeidsmarkt zijn van grote invloed op het personeelsbeleid in arbeidsorganisaties. Voor organisaties is immers de beschikbaarheid van voldoende en goed opgeleid personeel van cruciaal belang. Zij moeten rekening houden met veranderingen op de arbeidsmarkt, inclusief die welke te maken hebben met arbeidsethos en de verhouding tussen werk- en privéleven. Werknemers ondervinden dat een gunstige of ongunstige werkgelegenheidssituatie grote invloed heeft op hun kansen op werk, opleiding en scholing. Veel arbeidsmarktproblemen zoals werkloosheid en een slechte aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt kunnen niet worden opgelost op het niveau van de onderneming. Zij vragen om een organisatieoverstijgende aanpak, waarin bedrijfsleven en overheid samenwerken. Belangrijke voorbeelden hiervan zijn het beleid op het gebied van beroepsopleiding en scholing en het beleid voor werkgelegenheid en arbeidsvoorziening. Het gaat hierbij om strategisch personeelsmanagement op macroniveau. In de afgelopen eeuw werd dergelijk beleid in de meeste EU-landen gevoerd op nationale schaal door de sociale partners en/of de overheid. Recent zien we een toenemende rol voor coördinatie van arbeidsmarktbeleid op regionale schaal én op Europees niveau. Ook de manier waarop arbeidsmarktproblemen worden aangepakt is sterk in beweging, zoals blijkt uit het betrekken van nieuwe partijen, het samenwerken in minder hiërarchische en meer horizontale verhoudingen, het gebruik van een integrale (keten)benadering en de inzet van ‘nieuwe’ managementmethoden (benchmarking, naming and shaming, open coördinatie). Interessant is of deze nieuwe vormen van sturing de arbeidsmarkt beter doen functioneren en zo een bijdrage leveren aan de personeelsvoorziening van organisaties. De arbeidsmarktproblemen en de aanpak daarvan worden in deze cursus onderzocht met behulp van de neo-klassieke theorie, het neo-institutionalisme en recente benaderingen. De cursus wordt gegeven vanuit het onderzoek naar de 205
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
aansluiting tussen (beroeps)onderwijs en arbeidsmarkt (Van Hoof) en naar Institutional Dynamics in Work and Welfare (Van Gestel). Reader met artikelen
Technologie, Arbeid en Organisatie Cursuscode MSPM406 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 Specialisatie SPM Tentamenvorm mondeling tentamen + presentatie + participatie Taal Nederlands Cursuscoördinator Schouteten, dr. R.L.J. Docenten dr. J.G.J.M. Benders dr. R.L.J. Schouteten Voorkennis Moderne sociotechniek, Organizational Behavior, Kwaliteit van de arbeid Keuzevak Ja Doelstellingen Inhoudelijk doel van dit vak is de black box van nieuwe technologie in organisaties te openen door na te gaan welke keuzevrijheden organisaties hebben in het toepassen hiervan, en welke gevolgen die keuzen kunnen hebben voor het ontwerpen van de organisatie, de manier van werken, de aansturing van werknemers, en uiteindelijk de kwaliteit van de arbeid. Vanuit lessen uit het verleden over de samenhang tussen arbeid, technologie en organisatie bouwen we een analysemodel waarmee bestaand onderzoek op dit terrein tegen het licht kan worden gehouden. Vervolgens zal dit verder worden toegepast op specifieke situaties en toepassingen (bijvoorbeeld ERP-systemen, Shared Service Centers). Na het volgen van deze cursus moeten de studenten in staat zijn: - bestaand onderzoek op dit terrein kritisch te beoordelen; - zelf een wetenschappelijk onderzoek op dit terrein op te zetten; - ontwerp- en interventiemogelijkheden voor (HR)management te schetsen bij toepassing van specifieke technologie. Cursusbeschrijving Arbeid, technologie en organisatie vormen in hun onderlinge samenhang een klassiek onderzoeksterrein. Vanwege de voortdurende introductie van nieuwe vormen van technologie is dit thema ook per-manent actueel. Iedere keer komen dezelfde vragen naar voren: hoe verhouden de kosten en baten van deze nieuwe techniek zich tot elkaar? Hoe dient de implementatie en organisatorische inbedding te worden aangepakt? Wat zijn de effecten op de mensen, het werk en de kwaliteit van de arbeid in het bijzonder? Het toenemend gebruik van ICT in organisaties heeft grote implicaties voor de mogelijkheden om werkprocessen te stroomlijnen, standaardise206
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I S C H P E R S O N E E L S M A N A G E M E N T
Literatuur
ren, vereenvoudigen en aan elkaar te relateren, en dus voor de manieren waarop wordt gewerkt. Onderzoek naar deze zaken richt zich vooral op macro-empirische relaties waarbij de introductie van nieuwe technieken wordt gecorreleerd met zaken als kwalificatieniveaus, welzijnsrisico’s of inspraakmogelijkheden. Daarbij wordt de toepassing van nieuwe technologie in de organisatie als black box beschouwd en is er een latent gevaar van ‘technologisch determinisme’, waarbij een eigenstandige rol van techniek wordt toegekend bij het vormgeven van werkplekken en arbeidsorganisaties. Werkvorm: Werkgroepen en groepsopdrachten Tentamen: Presentaties (25%), class participation (25%) en mondeling tentamen (50%) Doelgroep: Masterstudenten SPM, AOV, KIM Wetenschappelijke artikelen, deels zelf te zoeken.
International Human Resource Management Course code MIM018 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 2 Period 1 Specialization IM en SPM Test written exam Language English Course coordinator Moerel, drs. H.W.J. Lecturers Prof. dr. W. de Nijs drs. J. Bücker dr. R. Schouteten drs. H. Moerel (coordinator) Entry level Students should have passed the course HRM/OB of the Bachelor in Management Programme and the first semester of the IM Master programme or the SPM Master programme. Optional course Yes Objectives The course aims at teaching students from the Master Programmes IM and SPM, to critically study, research and analyze practices and theories relating to IHRM. The analytical skills will allow students to critically observe the main issues, developments and trends in the area of study in order to give proper advice as consultant and/or take the right decisions as future managers Description The internationalization and globalization of enterprises have increased 207
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literature
208
enormously during the past decades. This phenomenon has many consequences for the functional management areas among which is human resource management. In this course, the implications of the internationalization/globalisation process for the human resources in the Multinational Enterprise (MNE) are the focus of study. As the human resources are often considered the most important asset in today’s MNEs, managing these resources internationally is of great importance as well. The emerging international human resource practices have become an increasing field of academic research and theory building. The course provides knowledge and insight in these practices and theories. The study of international human resource management is divided along the line of dilemmas, views, discussions and perspectives on the subject matter. One of the important challenges and at the same time a great dilemma for an MNE is to find a balance between standardizing its HRM policy or adapting it to local demands. This dilemma can be related to the discussion of converging vs. diverging trends with regard to HRM practices. As the role of culture and cultural differences is recognized as essential for MNEs, the influence of national culture on HRM policies and practices world wide will be part of the study. Another role of HRM is played by institutions such as governments (via labor legislation), trade unions and employers’ associations (negotiations on working conditions) and supranational institutions such as the European Commission and the ILO. In the cross-cultural comparison, therefore, the culturalist and institutionalist perspective will be brought into the course During the course, attention will also be paid to specific research methodologies on international research and the role of culture in international HRM research is highlighted. Teaching method The course is divided into lectures by the HRM and by the IM department staff and guest lecturers. Deepening of the course material is done in working sessions where articles and case studies form the basis for elaboration and discussions. Lectures and working sessions on Tuesdays 08.45-10.30 and Thursdays 13.45-15.30 Exact schedule will be announced in due time Compulsory: Evans, P., Pucik,V., & Barsoux, J-L. (2002). The Global Challenge; Frameworks for International Human Resource Management. Boston, McGraw Hill. A second book is to be announced on Blackboard in due time
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I S C H P E R S O N E E L S M A N A G E M E N T
Voorbereiding Masterthesis SPM Cursuscode MSPM404 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 Specialisatie SPM Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Poutsma, dr. F. Docenten de docenten SPM Voorkennis Keuzevak Ja Doelstellingen Kennis: - Inzicht in de diverse onderdelen van een adequaat onderzoeksontwerp op het terrein van Personeel & Organisatie en de samenhang daartussen; - Inzicht in de specifieke theorieën, concepten en benaderingen met betrekking tot een nader gekozen thema - Vergroten inzicht in grondslagen en opbouw theoretisch/empirisch paper op basis van een literatuur en bronnen onderzoek Vaardigheden: - Het ontwikkelen van een wetenschappelijk relevante en goed uitvoerbare probleemstelling op het terrein van P&O - Het beargumenteerd kiezen van onderzoeksstappen die kunnen leiden tot een adequate beantwoording van de probleemstelling Cursusbeschrijving Deze cursus omvat ten eerste een voorbereiding op het afstudeerproject. Ten tweede verricht de student een theoretische studie naar een gekozen problematiek. Er worden themagroepen ingesteld van maximaal 10 studenten. Studenten kiezen in het eerste trimester aan de hand van themagroep omschrijvingen een subthema. Deze subthema keuze is de basis voor indeling in themagroepen. Elke themagroep begint met een korte reeks opdrachten met betrekking tot het ontwerp van een afstudeerproject en een update van methodologische vaardigheden. Daarnaast worden artikelen volgens boekbespreking bediscussieerd. Vervolgens schrijft u een voorstel voor onderzoek gebaseerd op een uitgewerkt theoretisch raamwerk. De aangeboden subthema’s zijn gebaseerd op: - Lopend onderzoek van onderzoekers in het kader van het onderzoeksprogramma: PARTNER, Participation and New Employment Relationships. - Actuele thema’s uit de P&O-praktijk Literatuur Wordt per groep bepaald
209
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Leren en Opleiden Cursuscode MSPM407 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 en 2 Specialisatie SPM Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Hoof, prof. dr. J.J.B.M. van Docenten drs. J.P. Groot prof. dr. J.J.B.M. van Hoof Voorkennis - gangbare HRM-theorieën, basismodellen en concepten van HRM; - inzicht in organisatietheorie; basismodellen m.b.t. structureren van organisaties; - inzicht in de actuele vraagstukken m.b.t. strategisch personeelsmanagement in Nederlandse organisaties, zoals bijvoorbeeld competentiemanagement; - inzicht in de basismethoden van organisatieverandering. Keuzevak Ja Doelstellingen Kennis • Kennis van (de relaties tussen) de belangrijke concepten op het gebied van de Human Resource Development (HRD), zoals bijvoorbeeld ”leren in organisaties”, ”opleiden” en ”strategisch opleidingsbeleid”. • Inzicht in (en de wederzijdse invloed van) de 3 niveaus waarop leren in organisaties zich manifesteert: het individuele niveau, het niveau van de organisatie en het niveau val leren in een brede context. Wat dit laatste betreft kan gedacht worden aan de rol van de overheid of brancheverenigingen bij het formuleren en stimuleren van het opleidingsbeleid. • Inzicht in de relatie van HRD met andere aspecten van het HRM-beleid, zoals bijvoorbeeld Competentie Management, Kennismanagement, Netwerkorganisaties, Binden en Boeien van medewerkers, etc. • Inzicht in de rol die (organisatie-)leren kan spelen bij organisatieverandering. • Inzicht in verschillende perspectieven van leren en HRD, het vergelijken van deze perspectieven en het plaatsen van literatuur in deze perspectieven. Vaardigheden • Toepassen van leertheorieën op een praktijk casus; Cursusbeschrijving Opleidingsbeleid krijgt als onderdeel van het HRM-beleid in veel organisaties onvoldoende aandacht. Opleidingsbeleid wordt vaak reactief ingezet: individuele opleidingswensen worden afhankelijk van het budget al dan niet gehonoreerd. In sommige gevallen wordt een opleidingsbeleid 210
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I S C H P E R S O N E E L S M A N A G E M E N T
Literatuur
geformuleerd voor specifieke doelgroepen. Zo wordt bijvoorbeeld aan de ”high potentials” een Management Development programma aangeboden. Aan een integraal ”leerbeleid” gericht op alle geledingen in de organisatie ontbreekt het in veel gevallen echter nog vaak. Door de geringe aandacht voor opleidingsbeleid blijven veel mogelijkheden voor zowel de organisatie als de individuele medewerker onbenut. Opleidingsbeleid is de motor achter de ontwikkeling van competenties van individuele medewerkers, en daarmee uiteindelijk ook achter de ontwikkeling van de kerncompetenties van de organisatie als geheel. Opleidingsbeleid kan een belangrijke bijdrage leveren aan het leervermogen en daarmee het innoverend vermogen van de organisatie. In deze tijd waarin veranderingen elkaar steeds sneller opvolgen kan opleidingsbeleid tevens worden ingezet om de medewerkers te leren omgaan met -en te anticiperen op- nieuwe situaties. Ook voor de medewerkers zijn er voordelen te behalen, waaronder bijvoorbeeld het ontwikkelen van de eigen competenties, bevorderen van het plezier in het werk en het vergroten van de betrokkenheid bij de organisatie. Dit vak beoogt de student de noodzaak van een strategisch opleidingsbeleid te tonen. Daarvoor is het overigens wel noodzakelijk het opleidingsbeleid te herzien. Niet het opleiden maar het leren zou als uitgangspunt van het beleid genomen moeten worden. Daarom is het beter om te spreken van een leerbeleid i.p.v. een opleidingsbeleid. Tijdens deze cursus wordt specifiek ingegaan op het verschil tussen opleidings- en leerbeleid. In de cursus komen onder andere de volgende vragen aan de orde: • Waarom zou een leerbeleid geformuleerd moeten worden? • Wat zijn de voor- en nadelen van een leerbeleid? • Hoe kan een leerbeleid worden vormgegeven? • Wat is een leernetwerk? • Welke bijdrage kan leerbeleid leveren aan een organisatieverandering? • Wat is organisatie-leren? • Bolhuis, Sanneke M., P. Robert-Jan Simons, Leren en Werken, Samson, Alphen aan den Rijn, 2001 (ISBN: 90-267-2493-4). • Krogt, Ferd van der, Leren in Netwerken, Reed Business Information, 2002 (ISBN: 90-5189-393-0) • Studentenhandleiding ”leren en opleiden in organisaties” • Aanvullende literatuur (zoals recente artikelen) wordt nader bekend gemaakt.
Masterthesis Strategisch Personeelsmanagement Cursuscode MTHSPM ECTS 18 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 211
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Blok Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten
2 SPM werkstuk Nederlands Nijs, dr. W.F. de prof. dr. W.F de Nijs prof. dr. J van Hoof prof dr. M.Schoemaker dr. Y Benschop dr. E Poutsma dr. N. van Gestel drs. A. van der Ven drs. J.Groot dr. R. Schouteten dr. S. van Zolingen Voorkennis Er wordt vanuit gegaan dat de student zijn bachelor heeft gehaald evenals alle vakken uit het eerste semester van de masters. De cursus Voorbereiding master thesis (moderne arbeidsrelaties) moet in ieder geval gehaald zijn. Keuzevak Ja Doelstellingen Het schrijven van een individuele thesis gebaseerd op een wetenschappelijk verantwoord afstudeeronderzoek. Cursusbeschrijving De masterthesis is een nadere uitwerking van het thema waarvoor de student in de cursus MAR heeft gekozen. Bij aanvang van het project krijgt de student een begeleider toegewezen. De student verricht de werkzaamheden zelfstandig en bespreekt de voortgang met de begeleider. De resultaten worden neergelegd in een wetenschappelijk paper van ongeveer 40 pagina’s. Het thesisproject is geen stage (in die zin van het opdoen van werkervaring bij een organisatie). Er wordt geen begeleiding geboden aan studenten die voorafgaand aan of na hun thesis stage lopen bij een organisatie. Het is uiteraard wel mogelijk om naar aanleiding van een opdracht bij een organisatie een vraagstelling te onderzoeken en in de thesis vorm te geven en bij (of mede in opdracht van) die organisatie onderzoek te doen. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt
212
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E S T R AT E G I S C H P E R S O N E E L S M A N A G E M E N T
213
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
10 Masterspecialisatie Bedrijfseconomie
214
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E B E D R I J F S E C O N O M I E
10 Masterspecialisatie Bedrijfseconomie 10.1 Profiel De specialisatie Bedrijfseconomie van de master Bedrijfswetenschappen is qua kennis en vaardigheden gericht op een combinatie van: bedrijfseconomische verdieping en bedrijfswetenschappelijke verbreding. Je wordt opgeleid tot én financieel economisch specialist én bedrijfswetenschappelijk generalist. Dit betekent dat je als afgestudeerde niet alleen bedrijfseconoom bent die financieel economisch deskundig is en in staat is om - in het kader van de financiële beheersing van organisaties - een management control systeem effectief en efficiënt in te richten, maar ook bedrijfswetenschapper die kennis heeft van strategisch management en in staat is organisatieveranderingen door te voeren. Eindtermen De masterspecialisatie Bedrijfseconomie leidt je op tot zowel financieel economisch specialist als bedrijfswetenschappelijk generalist. De opleiding richt zich qua kennis en vaardigheden op een combinatie van enerzijds bedrijfseconomische verdieping en anderzijds bedrijfswetenschappelijke verbreding. Na afronding van je master ben je als bedrijfseconoom voldoende deskundig om te onderzoeken hoe een management control systeem effectief en efficiënt kan worden ingericht, of welk financieringsbeleid optimaal is. Tevens ben je als bedrijfswetenschapper, met kennis van integraal management, in staat om strategieën te (her)formuleren en kun je deze vertalen in operationele processen.
10.2 Toelatingseisen Universitaire Bachelor Studenten met een afgeronde bacheloropleiding in de Bedrijfswetenschappen of Bedrijfseconomie kunnen direct in de masterspecialisatie Bedrijfseconomie instromen. Studenten met een ander universitair bachelorsdiploma kunnen het beste contact opnemen met de studieadviseur. Voor vragen over toelatingseisen voor universitaire Bachelors kun je terecht bij mevrouw Remke Friesen,
[email protected], studieadviseur van de master Bedrijfswetenschappen, kamer TvA 1.2.30, telefoon nummer (024) 3611834. HBO Bachelor Studenten met een verwante afgeronde 4-jarige HBO-bacheloropleiding kunnen instromen in het schakelprogramma voor de masterspecialisatie Bedrijfseconomie. Ná het succesvol afronden van dit schakelprogramma word je toegelaten tot de Master Bedrijfswetenschappen, specialisatie Bedrijfseconomie. Vereiste HBO-vooropleiding voor het schakelprogramma en de masterspecialisatie in de Bedrijfseconomie: • HEAO Bedrijfseconomie • HEAO Accountancy • HEAO Fiscale Economie 215
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
• • • • • • •
HEAO Commerciële Economie HEAO International Management HEAO Management, Economie en Recht HEAO Logistiek en Economie HTS Bedrijfskunde Hogere Hotelschool SPD I én II
Heb je wel een verwante HBO-bacheloropleiding maar staat deze hierboven niet vermeld, neem dan contact op met Nol Vermeulen studieadviseur voor het schakelprogramma Bedrijfswetenschappen:
[email protected], kamer TvA 1.1.30, telefoonnummer (024) 361 30 68. Ook voor overige vragen over toelatingseisen kun je bij hem terecht.
10.3 Curriculum De masterspecialisatie Bedrijfseconomie is een voltijds, intensief studieprogramma, dat twaalf maanden duurt. Je sluit je opleiding af met een masterthesis oftewel scriptie. Tijdens je opleiding werk je intensief samen met medestudenten en heb je voldoende gelegenheid tot discussie met je begeleiders. In de masterspecialisatie Bedrijfseconomie staan praktische en theoretische bedrijfswetenschappelijke problemen centraal. Deze zijn vooral van financieel economische aard. Tijdens je studie verwerf je de juiste kennis en ontwikkel je professionele en communicatieve vaardigheden om de vaak complexe problemen integraal te analyseren en op te lossen. Conform een concentrische opbouw worden cursussen gedoceerd die zowel zijn gericht op bedrijfseconomische verdieping als op integrale bedrijfswetenschappelijke verbreding. Opbouw curriculum master Bedrijfseconomie blok 1
Naam Cursus Management Accounting Financial Accounting
ECTS 6 6
Accounting Control Systems
6
Corporate Finance
6
1+2
Ondernemingsrecht
6
3
Financial Risk Management
6
4
Masterthesis Bedrijfseconomie
18
2
Advanced Financial Accounting , 3+4
216
of Advanced Management Accounting, of Advanced Corporate Finance
6
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E B E D R I J F S E C O N O M I E
10.4 Cursusbeschrijvingen masterspecialisatie Bedrijfseconomie Financial Accounting Cursuscode MBE401 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 Specialisatie BEDEC Tentamenvorm Schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Dijksma, prof. dr. J. Docenten prof. dr. Dijksma,J. Voorkennis Financieel economisch management 2 Keuzevak Ja Doelstellingen Het doel van de cursus is dat studenten na afloop inzicht hebben in zowel theoretische uitgangspunten van de externe verslaggeving als regels voor de praktijk. Hierbij worden zowel de bedrijfs-economische als de juridische aspec-ten belicht. Het financiële jaarrapport, waarvan de jaarrekening een onderdeel is, staat centraal. Cursusbeschrijving Literatuur Wordt nader bekend gemaakt jaarverslagen collegedictaat. Management Accounting Cursuscode MBE402 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 Specialisatie BEDEC Tentamenvorm Schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Welten, drs. T.P.M. Docenten Drs. T.P.M. Welten Voorkennis financieel-economisch management 2 Keuzevak Ja Doelstellingen Kennis en vaardigheden opdoen op het gebied van kosten- en opbrengstencalculaties in organisaties, alsmede met de wetenschappelijke, ook niet financiele ontwikkelingen die het vakgeneid (heeft) door(ge)maakt. Cursusbeschrijving Het management in organisaties moet dagelijks beslissingen nemen teneinde de doelstellingen van de organisatie te bereiken. Daarvoor heeft zij informatie nodig. De financieel-economische informatie ten behoeve 217
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
van de besluitvorming wordt geleverd door de ’traditionele’ management accounting. Kosten- en opbrengstencalculaties met hun theoretische achtergrond en hun praktische toepasbaarheid staan hierin centraal. Ontwikkelingen in de (omgeving van de) organisatie hebben hun weerslag (gehad) op de inhoud van het vakgebied. De “nieuwe” management accounting genereert naast financiële informatie ook niet-financiële informatie ten behoeve van de beheersing en besturing van bedrijfsactiviteiten. Het vakgebied is daarmee verbreed tot het allesomvattende vraagstuk van de management control, waaraan de nodige aandacht zal worden besteed. * Hirsch, Maurice L., Advanced Management Accounting, second edition, Thomson Learning * Literatuurbundel
Ondernemingsrecht Cursuscode MBE009 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 en 2 Specialisatie BEDEC Tentamenvorm schriftelijk Taal Nederlands Cursuscoördinator Korst, Mr. P.J. Van Der Docenten Mr P.J. van der Korst Mw Mr E.D.G. Kirsch Voorkennis management accounting, financial accounting, corporate finance Keuzevak Ja Doelstellingen Doel van de cursus is inzicht te verkrijgen in de hoofdlijnen van het ondernemingsrecht. Het accent zal liggen op het NV/BV-recht. Andere ondernemingsvormen (contractuele vennootschappen, stichting) zullen kort aan de orde komen. Cursusbeschrijving Het vak wordt gedoceerd in de vorm van hoorcolleges. De eerste colleges hebben een inleidend-theoretisch karakter. Behandeld worden onderwerpen als ondernemingsvormen, algemene verplichtingen van de ondernemer (administratie- en publicatieplicht), etc. De volgende colleges hebben een meer thematisch karakter. De stof zal telkens zoveel mogelijk worden behandeld aan de hand van een concreet onderwerp, bijvoorbeeld: financiering, medezeggenschap, fusie en overname, conflicten binnen de onderneming, beursgang. Het laatste college is bedoeld als vragenuurtje. Van de deelnemers wordt een actieve houding tijdens de colleges verwacht. Literatuur wordt nog bekend gemaakt.
218
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E B E D R I J F S E C O N O M I E
Accounting Control Systems Cursuscode MBE404 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 2 Specialisatie BEDEC Tentamenvorm schriftelijk tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Braam, dr. G.J.M. Docenten Dr. Geert Braam RA Voorkennis Management accounting, Financieel economische management I & II Keuzevak Nee Doelstellingen De cursus Accounting Control Systems is gericht op sturing en beheersing van organisaties. De bedoeling is dat de student na afloop van de cursus in staat is om problemen van theoretische en praktische aard die betrekking hebben op management control en accounting information systems kan onderkennen en voor deze problemen theoretisch gefundeerde, professionele oplossingen kan genereren, alsook inzicht heeft in de wetenschappelijk literatuur met betrekking tot management control en accounting information systems en hier kritisch op kan reflecteren. Cursusbeschrijving In de cursus worden diverse theorieën, concepten en instrumenten in onderlinge samenhang besproken. Mede om academische vaardigheden te trainen dienen studenten opgaven uit te werken waarin theoretische vraagstukken en praktische management control problemen moeten worden uitgewerkt. De beoordelingen van deze uitwerkingen tellen mee in de bepaling van het eindcijfer. verplichte literatuur: Literatuur - Merchant, K.A. en W.A. van der Stede, Management Control Systems: Performance Measurement, Evaluation and Incentives, Prentice Hall, London, 2003. - Nader bekend te maken literatuur. Corporate Finance Cursuscode MEC022 ECTS 6 Opleidingen ECON BW Jaar 4 Semester 1 Blok 2 Specialisatie FE BEDEC Tentamenvorm Schriftelijk tentamen Taal Nederlands 219
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
Heezen, drs. A.W.W. Drs. A.W.W. Heezen Financieel economisch management 2 Ja The objectives of this course are to gain a working knowledge of the theory of financial decision making by firms and to examine the behavior of the capital markets in which decisions are made. Cursusbeschrijving primary function of firms in our modern, capitalistic society is to create wealth for the owners (or shareholders) of the firms. Since the objective criterion for financial decisions is value maximization, this course will emphasize how the market values both finanial assets (stocks, bonds, etc.) and real assets (projects, organizations, etc.). The related issues discussed in this course will include: - Valuation of uncertain streams of future cash flows; - Investment criteria; - Reasons for and techniques used in risk assessment and management; - Firm valuation models. Literatuur Brealey & Myers, Principles of Corporate Finance, 7th edition, McGrawHill. ISBN 0-07-115144-3 Financial Risk Management Cursuscode MEC024 ECTS 6 Opleidingen ECON BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 Specialisatie BEDEC Tentamenvorm schriftelijk tentamen en werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Buijs, drs. L.J.P. Docenten Drs. L.J.P.Buijs Voorkennis Corporate Finance Keuzevak Ja Doelstellingen Kennis nemen van: het Capital Asset Pricing Model; de werking van aandelen -, obligatie -, valuta -, termijn -, en optiemarkten; diverse financiële instrumenten waaronder: forwards, futures, opties en swaps; organisatie en risicobeheer van de treasury. Vaardigheden: analyseren van vraagstukken die liggen op het gebied van de financiering van bedrijven; met behulp van modellen de marktprijs van risicoloze- en risicovolle instrumenten, forwards, futures, opties en swaps kunnen schatten; strategieën voor het afdekken van rente- en valutarisico’s. Cursusbeschrijving Tentamenvorm: schriftelijk tentamen + opdrachten Toelichting: Tijdens hoor - en werkcolleges wordt allereerst in het kort gesproken over de 220
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E B E D R I J F S E C O N O M I E
Literatuur
rentestructuiur, het monetaire beleid en de werking van obligatiemarkten. Vervolgens wordt aandacht geschonken aan de werking van diverse derivaten zoals: forwards en futures, swaps en opties. Ten slotte wordt er uitgebreid ingegaan op de wijze waarop ondernemingen hun (rente, valuta - en prijs) risico’s het beste kunnen beheersen. Studenten moeten enkele opdrachten maken die tijdens colleges besproken worden en meetellen voor het eindcijfer van de cursus. Verplichte literatuur: Charles W.Smithson & Clifford W. Smith, Jr. with D.Sykes Wilford, Managing Finan-cial Risk, A guide to derivate products, financial engeneering and value maximization, IRWIN Professional Publishing, 1999. Reader Financial Risk Managing: met onder meer enkele hoofdstukken uit het boek Investments van Sharp en Alexander.
Advanced Financial Accounting Cursuscode MBE405 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 en 2 Specialisatie BEDEC Tentamenvorm mondeling tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Dijksma, prof. dr. J. Docenten Drs. R.J. Beaumont Dr. G.J.M. Braam RA Prof. Dr. J. Dijksma Drs. R. Minnaar Drs. P. Perego Drs. M. van Rinsum Prof. Dr. W. Verschoor Drs. T. Welten Voorkennis Relevante Bacheloropleiding Financial Accounting Management accounting en management control systems Corporate Finance Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten bekend maken met de wetenschappelijke literatuur op het gebied van management accounting, financial accounting en finance. Studenten trainen in het kritisch evalueren van het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van accounting en finance, met het doel nieuwe onderzoeksvragen te identificeren. Studenten laten oefenen in het formuleren van een wetenschappelijke probleemstelling en onderzoeksvraag en in het ontwerpen van een wetenschappelijk onderzoek. 221
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Cursusbeschrijving Het vak advanced financial accounting bereidt studenten voor op het zelfstandig uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek op één van de deelgebieden, finance, financial accounting of management accounting. Aan de hand van recente wetenschappelijke literatuur wordt studenten gevraagd een onderzoeksvoorstel te schrijven op één van deze drie deelgebieden. Dit onderzoeksvoorstel vormt de basis voor de masterthesis. Literatuur Wordt nader bekendgemaakt. Advanced Corporate Finance Cursuscode MBE407 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 en 2 Specialisatie BEDEC Tentamenvorm mondeling tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Beaumont, drs. R.J. Docenten Drs. R.J. Beaumont Dr. G.J.M. Braam RA Prof. Dr. J. Dijksma Drs. R. Minnaar Drs. P. Perego Drs. M. van Rinsum Prof. Dr. W. Verschoor Drs. T. Welten Voorkennis Relevante Bacheloropleiding Financial Accounting Management accounting en management control systems Corporate Finance Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten bekend maken met de wetenschappelijke literatuur op het gebied van management accounting, financial accounting en finance. Studenten trainen in het kritisch evalueren van het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van accounting en finance, met het doel nieuwe onderzoeksvragen te identificeren. Studenten laten oefenen in het formuleren van een wetenschappelijke probleemstelling en onderzoeksvraag en in het ontwerpen van een wetenschappelijk onderzoek. Cursusbeschrijving Het vak advanced corporate finance bereidt studenten voor op het zelfstandig uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek op één van de deelgebieden, finance, financial accounting of management accounting. Aan de hand van recente wetenschappelijke literatuur wordt studenten gevraagd een onderzoeksvoorstel te schrijven op één van deze drie deel222
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E B E D R I J F S E C O N O M I E
Literatuur
gebieden. Dit onderzoeksvoorstel vormt de basis voor de masterthesis. Recente, empirische wetenschappelijke literatuur.
Advanced Management Accounting Cursuscode MBE406 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 en 2 Specialisatie BEDEC Tentamenvorm mondeling tentamen Taal Nederlands Cursuscoördinator Dijksma, prof. dr. J. Docenten Drs. R.J. Beaumont Dr. G.J.M. Braam RA Prof. Dr. J. Dijksma Drs. R. Minnaar Prof. Dr. W. Verschoor Drs. T. Welten Voorkennis Relevante Bacheloropleiding Financial Accounting Management accounting en management control systems Corporate Finance Keuzevak Nee Doelstellingen Studenten bekend maken met de wetenschappelijke literatuur op het gebied van management accounting, financial accounting en finance. Studenten trainen in het kritisch evalueren van het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van accounting en finance, met het doel nieuwe onderzoeksvragen te identificeren. Studenten laten oefenen in het formuleren van een wetenschappelijke probleemstelling en onderzoeksvraag en in het ontwerpen van een wetenschappelijk onderzoek. Cursusbeschrijving Het vak advanced management accounting bereidt studenten voor op het zelfstandig uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek op één van de deelgebieden, finance, financial accounting of management accounting. Aan de hand van recente wetenschappelijke literatuur wordt studenten gevraagd een onderzoeksvoorstel te schrijven op één van deze drie deelgebieden. Dit onderzoeksvoorstel vormt de basis voor de masterthesis. Literatuur Wordt nader bekendgemaakt.
223
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Masterthesis Bedrijfseconomie Cursuscode MTHBE ECTS 18 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 2 Specialisatie BEDEC Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Braam, dr. G.J.M. Docenten Drs. R.J. Beamont, Drs. F. van Beest, Dr. G.J.M. Braam RA, Prof. Dr. J Dijksma, Drs. R. Minnaar, Prof. Dr. W. Verschoor, Drs. T. Welten Voorkennis Financial accounting, Management accounting en management control systems, Corporate finance Keuzevak Ja Doelstellingen Studenten bekend maken met de wetenschappelijke literatuur op het gebied van management accounting, financial accounting en finance. Studenten trainen in het kritische evalueren van het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van accounting en finance, met het doel nieuwe onderzoeksvragen te identificeren. Studenten laten oefenen in het formuleren van een wetenschappelijke probleemstelling en onderzoeksvraag en in het ontwerpen van een wetenschappelijk onderzoek. Cursusbeschrijving De datum van de eerste informatiebijeenkomst wordt bekendgemaakt via Blackboard. Literatuur Wordt nader bekendgemaakt.
224
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E B E D R I J F S E C O N O M I E
225
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
11 Masterspecialization International Management
226
M A S T E R S P E C I A L I Z AT I O N I N T E R N AT I O N A L M A N A G E M E N T
11 Masterspecialization International Management 11.1 Profile The Master’s degree in Business Administration with a specialization in International Management is aimed at providing students with the knowledge and research-skills in the area of International Management. The framework for the Master’s in International Management is based on a strategic approach using the insights from the resource-based theory of the firm to analyse managerial aspects of multinational enterprises (MNE’s) in their global environment. Therefore, students should learn during the programme how to evaluate different strategic options available to MNE ‘s and to take the best strategic decisions contingent on the constraints and opportunities the MNE is facing. The key to successfully managing MNE’s rests on the degree to which these companies become pro-active and outperform average competitors through national responsiveness. As the MNE is operating in a transnational context, the role of cultural differences and its influence on managing business processes is an essential component of the programme. As the research into this area is done on an international basis, attention is given to the development of cross-cultural research methods. In the second semester, the programme in International Management will afford students the opportunity to gain deeper insights into particular areas in the field of International Management. These particular areas are: International Strategic Alliances, Global Marketing, International Human Resources Management and International Innovation. Students could choose two of these in line with their subject of choice in the Master research culminating in the writing of a thesis. This choice does not necessarily mean that other topics for the thesis are totally excluded. Aims and objectives The objective of the Masters degree programme in Business Administration with a specialization in International Management is to provide students with the knowledge and research skills needed to analyse the management problems facing multinational enterprises that obviously operate outside their own geographic borders.
11.2 Entrance qualifications As the programme seeks to provide advanced knowledge and skills in the area of International Management, a fundamental requirement for students is a Bachelors degree in a management discipline. Furthermore, it is assumed that students have international experience (usually via study abroad or internship abroad) before entering the programme. Proficiency in English language is a must. 227
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Students from the Radboud University of Nijmegen and other universities in the Netherlands can directly enter the Master’s programme given they have been awarded a Bachelors degree in Business Administration or Management Science. A prerequisite is a minimum score of 550 in the TOEFL or other comparable language tests. Students from other disciplines (e.g., economics or political science) have to participate in a transition year programme of study to gain basic knowledge in the different management disciplines. Students with other backgrounds like in engineering or the natural sciences should contact Mr. Vermeulen. (The transition year programme will only be offered in the Dutch language!) In addition a 550 score in the TOEFL test or other comparable English language tests is necessary. More information is available from: Mr. Nol Vermeulen MA (E-mail:
[email protected]) Students coming from abroad, must be in possession of a Bachelor’s degree in management science or business from an accredited university in Europe or otherwise from a university with AACSB accredited status. Students holding a University bachelor’s degree and a 550 in the TOEFL test can enroll in the programme. More information: Mr. Nol Vermeulen MA,
[email protected], room TvA 1.1.30, telephone number (024) 361 30 68. Students coming from a HBO degree programme (management- or business- related) in The Netherlands or comparable programmes from other European institutions such as Technical Colleges in the United Kingdom or Fachhochschule in Germany will be considered. These students have to fulfill all requirements as defined by the Nijmegen School of Management, during a pre-Master’s programme of study whose duration is approximately one year. This pre-Master’s programme will only be offered in the Dutch language!) In addition, students will need a minimum score of 550 in the TOEFL or in comparable tests. Required Dutch HBO degree programmes: • Hogere hotelschool • HTS-Bedrijfskunde • HEAO-Bedrijfseconomie • HEAO CE • HEAO CE/IM • HEAO EL • HEAO IBS • HBO IM • HEBO • ISER
11.3 Curriculum The learning strategy used in the International Management programme is action-based learning. This means that the programme makes use of experiential learning, bringing students in situations where they experience the problems associated with managerial complexities. This will be done by making use of the case study method. Besides, students will work in inter228
M A S T E R S P E C I A L I Z AT I O N I N T E R N AT I O N A L M A N A G E M E N T
cultural teams during the classroom sessions. This will be reached by attracting a multi-cultural student population on the one hand and by making use of cooperative distance learning projects with cross-border Universities on the other hand. The Master’s degree variant with specialization in International Management consists of two semesters (Semester 1: September to January; Semester 2: February to July). The second half of the second semester is reserved for the final thesis. As a whole, the programme is made up of 60 ECTS with 18 ECTS allocated for the final thesis. Students can join the programme only in September of each academic year. The design of the programme is modular. It will be taught in English. Guest lectures and practice-oriented thesis topics will support the programme in efforts to establish the link between business practice and academic theory. Curriculum master International Management Period 1
Name Course International Management and Strategy Cross Cultural Management
ECTS 6 6
International Financial Management
6
2
Cross Cultural Research Methods
6
1+2
Preparation Thesis
6
Choose 2 from the following four optional courses: - International Innovation 3
12
- International HRM - Global Marketing - International Strategic Alliances
4
229
Masterthesis
18
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
11.4 Course description masterspecialisation International Management Cross Cultural Management Course code MIM012 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 1 Period 1 Specialization IM Test written exam + papers + class participation Language English Course coordinator Prud’homme Van Reine, Ir. Drs. P.R. Lecturers Ir. Drs. P. Prud’homme van Reine /Prof. Dr. F. Trompenaars/ Guest lecturers E-mail address coordinator:
[email protected] Entry level The students needs to be accepted to enroll in the Master programme Optional course Nee Objectives Promise of the course This course focuses on how cultural diversity can be used to find better solutions for the dilemmas inherent in international management than by using single cultural perspectives. Aims and objectives The major aims of the course are: • providing an analytical understanding of the impact of culture on management issues such as globalisation strategies, leadership styles, decision making, teamwork, mergers & acquisitions and people management, by examining the major theoretical insights, models and approaches in the field of Cross-Cultural Management. • developing skills in diagnosing cultural differences at a national, organizational and group level, and in detecting managerial implications of cross-cultural differences, and providing tools to resolve cross-cultural issues in international management by benefiting from cultural differences. The learning objective for students is to increase their awareness of own cultural assumptions, to develop knowledge and understanding about the basic drivers behind country and company cultural differences, to explore cultural patterns for selected national cultures and to improve their intercultural competence, which is crucial for working in multicultural teams and acting as a manager in a multi-cultural context. Description Contents The course Cross Cultural Management challenges the concept of International Management as a set of principles and techniques that can be 230
M A S T E R S P E C I A L I Z AT I O N I N T E R N AT I O N A L M A N A G E M E N T
Literature
universally applied and transcends national boundaries. International Managers are confronted with dilemmas related to the seemingly conflicting demands caused by differences in cultural values around the globe. The course demonstrates that the challenge in International Management is to use the power of cultural diversity to find better solutions for these dilemmas than can be found by using single cultural perspectives. It thereby links to other central themes in the International Management program such as International Strategy, HR management, Innovation and Marketing. Teaching Methods • Interactive lecture sessions (active participation of students in discussing the course literature) • Case discussions (application of theories to “real life cases”) • Simulations (realistic simulation to experience “culture shock”) • Individual assignment (reflecting on own cultural experiences) Group work (cooperation in multicultural team when doing a cross-cultural business case study, including writing a group paper) (groups of 3 students Examination and grading The final grade for this course will be determined by a combination of: • One individual assignment. The assessment of this individual assignment will determine 10% of the final grade for the course. • One group assignment. The assessment of this project will determine 30% of the final grade for the course. • Class participation will determine 10% of the final grade for the course • A written exam. The mark for the written exam will determine 50% of the final grade for the course. The grade for the written exam needs to be at least 5,0 Literature Compulsory Literature for Cross-Cultural Management 2005-2006: • One general book on Cross-Cultural Management still to be selected e.g. : Mead, Richard. International Management, Cross-Cultural Dimensions, 3rd edition. Blackwell Publishing, 2004. • Reader with one research article per lecture topic Cases for class discussion will be published on blackboard
International Management and Strategy Course code MIM401 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 1 Period 1 231
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Specialization Test Language Course coordinator Lecturers Entry level
Optional course Objectives
Description
232
IM written exam + paper and presentation + cases English Furrer, dr. O.F.G. Drs. J.J.L.E. Bücker, Dr. O.Furrer E-mail address coordinator:
[email protected] tel:024-3613079 Bachelor in Business Administration (Management) If you are unfamiliar with the strategic management field or need to refresh your knowledge, please consult a strategy textbook before entering the classroom for the first time. There will be very limited time to discuss these essential readings during the first lecture. Some good strategic management books include: Hitt, Ireland, Hoskisson; Strategic Management, competitiveness and globalization; 6th edition; ISBN: 0-324-22713-2 Nee In this core course for the Master in International Management we distinguish three parts: in the first part the development of strategy in the Multinational Corporation (MNC) is examined. In the second part the focus changes from the MNC’s strategic imperatives to the organizational capabilities, required to deliver them. In the third part the focus is on the management challenges of operating a successful MNC. Students will come out of this course with a better understanding of the internationalization processes and its impact on business on one side and on the way organisations compete in, across and between various locations on the other side. The course will include both classical and recent theoretical thinking in international and strategic management as well as practical case studies to apply these theories to. Course description: How do different national institutional environments influence the management and the strategy development of MNC’s. How can MNC’s maintain legitimacy in the various local environments they operate in? These are some of the questions that will be tackled in this course. This course will build upon a basic knowledge of firm strategy and the role of globalisation that has been acquired in earlier courses. Participants in the course are assumed to have some previous understanding of classic organization and strategic management concepts and approaches such as strategic positioning (Porter) and core competencies (Hamel & Prahalad) and the role of culture. Assessment: - written exam on the content of the lectures and on the book and the articles (60%) - paper(s)/ case studies, presentations (40%)
M A S T E R S P E C I A L I Z AT I O N I N T E R N AT I O N A L M A N A G E M E N T
Literature
Teaching methods: lectures; case studies; text discussion Bartlett C.A. & Ghoshal S. & Birkinshaw J., Transnational Management: Text, Cases and Readings in Cross-Border Management, 4th edition; Mc Graw-Hill, Boston; 2004; ISBN 0-07-248276-1 Reader (to be downloaded via the webpage) International Management and Strategy Pre-knowledge: see above
Cross Cultural Research Methods Course code MIM403 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 1 Period 2 Specialization IM Test written exam + assignments Language English Course coordinator Beuckelaer, Dr. A. de Lecturers Dr. Alain De Beuckelaer Entry level Prerequisites To be admitted to the Master International Management. To know the elementary concepts of (general) research methodology, principles of inferential statistics and hypothesis testing, as well as some classical multivariate statistical methods (e.g. analysis of variance, regression analysis and factor analysis). Optional course Nee Objectives Aims and objectives Participants will be trained to deal with important methodological and statistical problems in international comparative research. During the course, participants will learn how to set-up and analyze data from international research in such a way that reliable and valid conclusions can be drawn from it. This course is a must for any Master student who is working on a thesis in which cross-national comparisons are made. Examination and grading Participants have to pass a written exam (70% of the final grade), and should get a sufficient grade for the (individual) assignments (30% of the final grade). Under university regulations there will only be two written examinations annually. Description Contents The globalization of markets, the emergence of a ‘Global Consumer Culture’ (GCC), increasing world travel, labor mobility and cross-cultural communications have made cross-cultural (comparative) research a necessity in international marketing and management research (including 233
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literature
international Human Resource [HR] management). One of the major problems in cross-cultural (comparative) research is to ensure that the data are comparable across cultures (or countries). If data are not comparable across cultures countries, invalid conclusions will be drawn from international comparative research. Consequently, global policy measures (e.g. adaptations of a local HR policy) which are taken on the basis of the research may not be justified, if not completely wrong and ineffective. Teaching method Course lectures are complemented with (individual) assignments in which students: (1)become aware of factors that may form a threat to the reliability and validity of (their) cross-cultural cross-national research; (2)become familiar with methodological approaches which are aimed at increasing the reliability and validity of making cross-cultural cross-national comparisons. Van de Vijver, F.J.R. and K. Leung (1997). Methods and data analysis for cross-cultural research. Newbury Park (CA): Sage. + reader + slides from the course
International Financial Management Course code MIM402 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 1 Period 2 Specialization IM Test written exam + assignments Language English Course coordinator Lelyveld, dr. I.P.P. van Lecturers Dr. I. Lelyveld, Dr. A. Muller E-mail address course coordinator:
[email protected] Entry level Bachelor in Business Administration (Management) Optional course Nee Objectives The course aims to provide students with: 1. sufficient background in understanding developments in international financial markets 2. insight in the fundamental reasons for and techniques used in risk management of multinational enterprises Description Description: The course will focus on the range of financial opportunities that are uniquely different for a multinational enterprise (MNE) compared 234
M A S T E R S P E C I A L I Z AT I O N I N T E R N AT I O N A L M A N A G E M E N T
Literature
to domestic firms. A prerequisite for the proper understanding of the risk and opportunities facing MNEs is a thorough grasp of –global– financial markets. It is these markets that create the possibilities for better management of the risk faced by MNEs. Therefore we will first analyze the more important financial markets (i.e. foreign exchange, fixed income, and equity markets). In this overview, we take the perspective of a manager in a MNE. Then we turn our attention to the MNE-opportunities which often offer greater returns, although these greater returns tend to be accompanied with greater risks. We will explore the financial advantages, problems and issues that are encountered by MNEs, from a management perspective with an emphasis on risk management. Students will develop an understanding of the fundamental reasons for and techniques used in risk management. The course stresses the independence of students. Next to a series of lecture, in which the main thrust of the analysis is explained, there will seminars in which the answers to review questions are discussed. Furthermore, case(s) will be solved in small groups. In addition, the lectures are available for individual feedback upon appointment Literature: Eun, Cheol S., and Bruce G. Resnick, 2004. International Financial Management (McGraw-Hill, New York).
International Innovation Course code MIM405 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 2 Period 1 Specialization IM Test Language English Course coordinator Barbonis, dr. P.A. Lecturers Dr P. A. Barbonis, Drs C. Essers and possibly others from academia and industry Entry level None Optional course Yes Objectives This course sets out to prepare students to work in firms and institutions all of which will directly or indirectly depend on innovation to survive and grow. It will provide students with the knowledge wherewithal to undertake duties and tasks that are typically to be found in knowledgebased, innovation-driven firms. It will give students an understanding of the factors that drive technology and innovation, how such technology is managed and converted into innovations, and how entrepreneurial beha235
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Description
236
vior can lead to assumption of risks in the pursuit of revenues. Students will become acquainted with the process of innovation, the entrepreneurial process, and the role of culture and related issues in successful innovation, which often calls for personal and organizational creativity. In this course, innovation is seen as being related to people, processes and products, all having an inter-relationship with each other. There is little disagreement that innovation (via its underlying technology) has been responsible in large measure for the high living standards that we take for granted and enjoy today. Economists see innovation as the main driver in the creation of wealth in nation states, while captains of industry view it as the means to sustain their businesses and to endow their organizations with a sustainable competitive edge over their fellow players. Innovations continue to bridge distance, space and time, bringing peoples of the world closer, while at the same time helping amongst other things to create life, and to give the old and the infirm an extended lease of life, and at the same time making our lives fulfilling at least in a physical sense. The burgeoning growth in engineering, biotechnology and technology is being fuelled and catalyzed by international contributions of R&D facilities in many countries, as firms seek to increase their output of innovation at an affordable cost and therein and thereby leverage international brainpower. The course will examine the role of technology as the genesis of innovation, and how the ongoing and inexorable trends in globalization contribute to and sustains international innovation efforts by governments, public and private institutions, and profit-seeking firms. This entails an examination of the socio-economic and cultural factors that drive and foster R&D at the domestic level and in foreign host countries, how the outcome of R&D is harnessed and utilized in innovation-creation, and in making these innovative artifacts and entities true innovations, in the Schumpeterian sense. Closely tried to innovation is the notion of entrepreneurship, which requires anyone pursuing innovation as defined by Schumpter, to assume considerable risks to their wealth and to their careers by taking chances with some new technologies that emerge in a laboratory. Today, more and more firms are focusing on corporate entrepreneurship, offering bright careers to those who in embracing entrepreneurship help firms to generate new revenue streams; hence, this course will also give some attention to corporate entrepreneurship or intrapreneurship. Globalization has in its wake also changed the population mix of many developed nations, which see an increasing growth in non-indigenous minority population whose needs are being catered to often by minority entrepreneurs. Cultural diversity is a fact in many developed economies and from this “meltingpot” emerge a small stream of entrepreneurs (often incipient SMEs) who have to do business with not only their own kindred population, but more
M A S T E R S P E C I A L I Z AT I O N I N T E R N AT I O N A L M A N A G E M E N T
Literature
importantly with the dominant mainstream population and businesses. Such international entrepreneurship requires good insights into culture and culture-mediated processes, as also the ability to build networks. MNCs can learn from such SMEs. The course will also touch upon minority entrepreneurship. Anyone interested is welcome. Those doing economics or the sciences can benefit from attending this course. However, such persons should contact the Course Lecturer first. To be announced. Use will be made of academic papers from various journals
International Human Resource Management Course code MIM018 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 2 Period 1 Specialization IM en SPM Test written exam Language English Course coordinator Moerel, drs. H.W.J. Lecturers Prof. dr. W. de Nijs drs. J. Bücker dr. R. Schouteten drs. H. Moerel (coordinator) Entry level Students should have passed the course HRM/OB of the Bachelor in Management Programme and the first semester of the IM Master programme or the SPM Master programme. Optional course Yes Objectives The course aims at teaching students from the Master Programmes IM and SPM, to critically study, research and analyze practices and theories relating to IHRM. The analytical skills will allow students to critically observe the main issues, developments and trends in the area of study in order to give proper advice as consultant and/or take the right decisions as future managers Description The internationalization and globalization of enterprises have increased enormously during the past decades. This phenomenon has many consequences for the functional management areas among which is human resource management. In this course, the implications of the internationalization/globalisation process for the human resources in the Multinational Enterprise (MNE) are the focus of study. As the human resources are often considered the most important asset in today’s MNEs, managing these resources internationally is of great importance as well. 237
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literature
The emerging international human resource practices have become an increasing field of academic research and theory building. The course provides knowledge and insight in these practices and theories. The study of international human resource management is divided along the line of dilemmas, views, discussions and perspectives on the subject matter. One of the important challenges and at the same time a great dilemma for an MNE is to find a balance between standardizing its HRM policy or adapting it to local demands. This dilemma can be related to the discussion of converging vs. diverging trends with regard to HRM practices. As the role of culture and cultural differences is recognized as essential for MNEs, the influence of national culture on HRM policies and practices world wide will be part of the study. Another role of HRM is played by institutions such as governments (via labor legislation), trade unions and employers’ associations (negotiations on working conditions) and supranational institutions such as the European Commission and the ILO. In the cross-cultural comparison, therefore, the culturalist and institutionalist perspective will be brought into the course During the course, attention will also be paid to specific research methodologies on international research and the role of culture in international HRM research is highlighted. Teaching method The course is divided into lectures by the HRM and by the IM department staff and guest lecturers. Deepening of the course material is done in working sessions where articles and case studies form the basis for elaboration and discussions. Lectures and working sessions on Tuesdays 08.45-10.30 and Thursdays 13.45-15.30 Exact schedule will be announced in due time Compulsory: Evans, P., Pucik,V., & Barsoux, J-L. (2002). The Global Challenge; Frameworks for International Human Resource Management. Boston, McGraw Hill. A second book is to be announced on Blackboard in due time
Global Marketing Course code MMA021 ECTS 6 ProgrammeXXX BW Year 4 Semester 2 Period 1 Specialisation MARK IM Test written exam + assignments Language English 238
M A S T E R S P E C I A L I Z AT I O N I N T E R N AT I O N A L M A N A G E M E N T
Course coordinator Beuckelaer, Dr. A. de Lecturers Dr. Alain De Beuckelaer Entry Level To be admitted to the Master marketing or the Master International Management Optional course Yes Objectives n Aims and objectives The main premise made in this course is that marketers who have increased their ‘cultural awareness’ will better understand why certain business decisions have failed in the marketplace and why other business decisions have been a real success. The course aims to increase participants’ ability to deal with cultural diversity in a global consumer market. During the course, participants will be introduced to (advanced) marketing concepts and tools, including marketing research tools commonly used by multinational companies. These marketing concepts and tools will allow them to better prepare marketing mix decisions in a global market (e.g. deciding which new products to launch; deciding how to set the price for products in a global market; etc.). Examination and grading Participants have to pass a written exam (70% of the final grade) and should get a sufficient grade for the (individual) assignments (30% of the final grade). Under university regulations there will only be two written examinations annually. Course description Contents Global (consumer) marketing typically deals with marketing mix (i.e. product, price, place, and promotion) decisions in a market consisting of consumers from many different countries. Nowadays, many multinational companies sell their products all over the world. Their marketing mix decisions are (to a large extent) integrated across multiple countries. Marketers who operate in a global (consumer) market are faced with the challenge to combine the following two goals: (1) to build strong brands and launch new (branded) products which satisfy specific needs of consumer segments that transcend national borders (i.e. ‘global consumer needs’) while (2) also taking into account the cultural differences that may exist between consumers from different countries (or different ethnic groups). This is a ‘balancing act’ between standardisation of some (or all) elements of the marketing mix, and local adaptation of these elements. Segmentation of the global consumer market is ‘key’ in this respect. Because of the strong influence of cultural factors on consumers’ preference and behavior, global marketing may be considered to be far more complex than domestic marketing (i.e. marketing in only one country). Teaching method Course lectures are complemented with (individual) assignments in which students learn: (1) to dissiminate state-of-the art knowledge from the marketing literature; 239
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literature
(2) to adopt a systematic and scientifically-sound approach when looking at ‘global marketing problems’; (3) to formulate possible ‘solutions’ for these global marketing problems; (4) to become aware of the risks involved when choosing for a particular ‘solution’ to a global marketing problem. Usunier, J.-C., & Lee, J.A. (2005). Marketing across cultures. (4th edition). Prentice-Hall (Pearson Education)(before purchasing the book check once again with the course coordinator). + Reader + Slides from the course
International Strategic Alliances Course code MIM019 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 2 Period 1 Specialization IM Test written exam, assignments and paper + participation Language English Course coordinator Ligthart, dr. P.E.M. Lecturers Prof. dr. J. Bell, dr. A van Deemen, dr. Paul E.M. Ligthart, dr. Gerrit-Willem Ziggers Entry level Bachelor in Management, the first semester courses of the Masters Strategy or Master International Management. Optional course Nee Objectives After completing the course successfully the student will be able: - to analyze which competitive forces influence the industry; - to relate the developments of cooperative strategies to the product and industry cycle and to relate shifts in the corporate and competitive strategy; - to distinguish different functions, forms and phases of strategic cooperation (alliances) and to relate these to the corporate strategy; - tto use different theoretical perspectives in the analysis and evaluation of alliance designs and processes in a competitive environment; - tto identify economic aspects and consequences of cooperative strategies; to use the literature and the lectures critically and to focus on describing and analyzing the practice of strategic cooperation. Description According to two important theoretical strategy approaches, the Competitive analysis of Porter and the “Resource based view of the firm” competition is crucial in the corporate strategy. However this does not implicate that strategy is the only way of realizing strategic aims. Cooperation has always been important in business. One has only to think about relation240
M A S T E R S P E C I A L I Z AT I O N I N T E R N AT I O N A L M A N A G E M E N T
Literature
ships with suppliers and consumers, but also with intermediaries such as distributors and trade partners in export. After the 60s and 70s, when diversification was popular, the new trend was: ”back to the core business”. In order to establish a competitive advantage in a fast changing environment, it is important for firms to focus on core activities and skills. The implication of this led to emerging cooperation with other firms, both vertical, i.e. with suppliers and consumers, and horizontal, i.e. with competitors from the same industry or from related industries. Cooperation arose in various areas of business, i.e. supply, research & development, (international) production, marketing and sales. Governance structures varied from simple contracts to elaborate joint ventures or even whole alliance networks of firms and government agencies. Changing market circumstances (e.g. internationalization) and changing policies of national and international governments led to an increase in the attention paid to cooperative structures. What was new here was the attention paid for cooperation with competitors. Insight into the many aspects of cooperation, both conceptual and empirical, is important for firms in order to pursue a balanced cooperative strategy, i.e. combined with a competitive strategy. However, cooperation is not perceived in this course as a substitute for competition. In this course, questions will be posed about why and how stable forms of cooperation are created, given the necessity to compete. How does competition influence the strategic cooperation? How does the interplay between competition and cooperation affect firms individually and collectively? Under what conditions will it be attractive or unattractive to cooperate with suppliers and trade partners and how can firms form and manage strategic alliances ? The course International Strategic Alliances will be hosted by the Seminar on Competition and Cooperation of the master programme Strategy. - to be announced… - Reader Competition & Cooperation Additional information will be published at the website of the seminar Competition and Cooperation at Blackboard.
Preparation Thesis Course code MIM404 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 1 en 2 Period 1 en 2 Specialization IM Test Research proposal and assignments. Language English 241
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Course coordinator Moerel, drs. H.W.J. Lecturers drs. J.J.L.E. Bucker dr. P. A. Barbonis drs. C. Essers dr. A. De Beuckelaer dr. E. A. J. A. Rouwette dr. J. Jonker drs. H. W. J. Moerel Entry level Research Methodology and Statistics at Bachelor level Optional course Nee Objectives The goal of the course is to support students in preparing the final thesis proposal and at the same time to refresh the knowledge and skills in research methodology. Besides, students have to develop more specific competencies with regard to the methodology of “International Management” (Cross Cultural) research. The course starts with an introduction session during which the various activities within the course, time schedules, group forming, etc. are explained. Description The course takes the form of research methodology lectures and coaching workshops. The research methodology lectures are given by Mr. E. Rouwette of the Methodology Department and include several assignments. The workshops are supervised by the International Management staff and are meant to discuss the progress of the research proposal. For every workshop you develop a part of your proposal; together this will build up towards the final thesis proposal, which should be completed at the end of trimester 2. In order to discuss every proposal individually, groups of 5 students at maximum will be formed (according to subject). The number of pages for a proposal is minimum15 to 20. After the final workshop you will be able to start your empirical research part directly. The contents of the course is focused on writing your proposal in terms of problem definition, a substantial theoretical elaboration resulting in a conceptual model, operationalization of variables and research design. In order to facilitate the process of finding a suitable thesis subject, an extensive list with possible subjects to choose from will be given well before the course starts. The workshops are intended to build up or accumulate towards a well elaborated research proposal. The methodological part of the course is meant to refresh and renew your knowledge and skills in the research methodology. The methodology assignments are mainly focused on doing research in international management and will be linked to the thesis subjects as far as possible. The exact days, time, and tutors will be announced in due time. This also depends on the number of groups that will be formed. Literature Compulsory: Punnet, B., Shenkar, O. , 2004, Handbook for International Management Research, UMP, Pb 0472068377 242
M A S T E R S P E C I A L I Z AT I O N I N T E R N AT I O N A L M A N A G E M E N T
Recommended: Davis, D., 2000, Business Research for Decision Making. Fifth Edition, Duxbury, Thomson Learning. ISBN 0-534-37106-X Thietart,R-A, et al, 1999, Doing Management Research, a comprehensive guide, Sage Publications, London, ISBN 0-7619-6517-3 Zikmund, W., 2003, Business Research Methods, Thomson/South-Western, ISBN 0-03-035084-0 The recommended literature can also be found in the library and at the study resource centre Masterthesis International Management Course code MTHIM ECTS 18 Programme BW Year 4 Semester 2 Period 2 Specialization IM Test paper Language English Course coordinator Moerel, drs. H.W.J. Lecturers Coördinator: H. Moerel Lecturers: Drs. H. Moerel, Drs. J. Bücker, Drs. C. Essers, Dr. P. Barbonis, Dr. A. De Beuckelaer, Drs. Ir. P. Prud’homme, Dr. J. Jonker Entry level Students should have successfully passed the Master course ‘Preparation thesis’ Optional course Nee Objectives Based on their research proposal students work further on their thesis. They are independently conducting research. Theoretical elaboration and empirical data collection are major parts of the thesis. Students have to use relevant research methodology and make use of knowledge obtained during the Master programme courses. Description Coaching will be given on an individual basis after the thesis proposal has been approved. Coaching will take place during Semester 1 and 2. The Coach will give support and guidance mainly with regard to the process of the research and thesis writing. Students may need to approach other specialists within the faculty for assistance, where necessary. Literature Compulsory: Punnet, B., Shenkar, O. , 2004, Handbook for International Management Research, UMP, Pb ISBN 0472068377 Recommended: Davis, D., 2000, Business Research for Decision Making. Fifth Edition, Duxbury, Thomson Learning. ISBN 0-534-37106-X Thietart,R-A, et al, 1999, Doing Management Research, a comprehensive 243
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
guide, Sage Publications, London, ISBN 0-7619-6517-3 Zikmund, W., 2003, Business Research Methods, Thomson/South-Western, ISBN 0-03-035084-0 The recommended literature can also be found at the library and study resource centre
244
M A S T E R S P E C I A L I Z AT I O N I N T E R N AT I O N A L M A N A G E M E N T
245
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
12 Masterspecialisatie Kennis- en informatiemanagement
246
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E K E N N I S - E N I N F O R M AT I E M A N A G E M E N T
12 Masterspecialisatie Kennis- en informatiemanagement 12.1 Profiel Centraal in de masterspecialisatie Kennis- en Informatie-management staat de vraag hoe organisaties om kunnen of moeten gaan met hun kennis. Daaraan gekoppeld is de vraag wat de organisatorische waarde is, de vraag hoe inzicht erin verkregen kan worden en de vraag naar maatregelen die organisaties kunnen nemen om de organisatorische waarde van hun kennis te behouden en vergroten. De hoofdterreinen die inzichten aandragen die relevant zijn voor het problematiseren van de organisatorische waarde van kennis en de beantwoording van de centrale vragen zijn: inrichting en besturing van organisaties, human resource management en informatiekunde. Voor elke organisatie is het relevant te weten op welke wijze kennis belangrijk is en hoe met dit belang moet worden omgegaan. Dit is vooral relevant voor een qua omvang en in sociaaleconomische betekenis groeiende categorie bedrijven: de kennisintensieve bedrijven of organisaties (primair proces en product/dienst zijn in hoofdzaak op kennis gebaseerd). Dergelijke bedrijven zullen daarom bijzondere aandacht krijgen in de opleiding. De masterspecialisatie Kennis- en Informatiemanagement richt zich op kennisvraagstukken bij organisaties, in het bijzonder bij kennisintensieve organisaties. Begrip van kennis als productiefactor staat centraal in de opleiding en de daarmee specifieke vraagstukken van inrichting, rol van informatie- en communicatietechnologie, personeelsmanagement etc. Aan de Faculteit der Managementwetenschappen bestaat een zowel nationaal als internationaal unieke, onderscheidende situatie waarin deskundigheid over de hoofdterreinen aanwezig is: een voor het bestuderen van de organisatorische waarde van kennis relevante invulling van organisatiekunde, strategisch management, human resource management, informatiekunde en macro-economie. Daarbij dient vooral de aandacht genoemd te worden die de sociale systeemleer in Nijmegen krijgt omdat deze aanknopingspunten biedt om eenheid aan te brengen in een veelheid van beschouwingswijzen. Eindtermen Bij de masterspecialisatie Kennis- en Informatiemanagement maak je de academische vaardigheden zoals reflecteren, abstraheren en doen van onderzoek eigen. Deze academische vaardigheden zijn toegespitst op kennis- en informatieprocessen ten behoeve van het besturen en het optimaal functioneren van kennisintensieve organisaties.
247
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
12. 2 Toelatingseisen Universitaire Bachelor Studenten met een afgeronde bacheloropleiding in de Bedrijfswetenschappen of Bedrijfskunde kunnen direct in de masterspecialisatie Kennis- en Informatiemanagement instromen. Studenten met een ander universitair bachelordiploma kunnen het beste contact opnemen met de studieadviseur. Voor vragen over toelatingseisen voor universitaire Bachelors kun je terecht bij mevrouw Remke Friesen,
[email protected], studieadviseur van de master Bedrijfswetenschappen, kamer TvA 1.2.30, telefoon nummer (024) 3611834. HBO Bachelor Studenten met een verwante afgeronde 4-jarige HBO-bacheloropleiding kunnen instromen in het schakelprogramma voor de masterspecialisatie Kennis- en Informatiemanagement. Ná het succesvol afronden van dit schakelprogramma word je toegelaten tot de Master Bedrijfswetenschappen, specialisatie Kennis- en Informatiemanagement. Vereiste HBO-vooropleiding voor het schakelprogramma en de Kennis- en Informatiemanagement: • Hogere Hotelschool • HTS-Bedrijfskunde • HEAO-Bedrijfseconomie • HEAO-Communicatie • HIOI • HIO • IDM • HBO-Communicatiesystemen • HBO-BI • HBO-Communicatie en Management • HEAO-BI Indien jouw HBO-bacheloropleiding hier niet vermeld staat, dien je in te stromen in het driejarige programma. Heb je wel een verwante HBO-bacheloropleiding maar staat deze hierboven niet vermeld, neem dan contact op met Nol Vermeulen studieadviseur voor het schakelprogramma Bedrijfswetenschappen:
[email protected], kamer TvA 1.1.30, telefoonnummer (024) 361 30 68. Ook voor overige vragen over toelatingseisen kun je bij hem terecht.
248
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E K E N N I S - E N I N F O R M AT I E M A N A G E M E N T
12.3 Curriculum Opbouw curriculum master Kennis- enInformatiemanagement Semester 1 2
1+2
3+4
249
Naam Cursus Interventies tbv kennisvraagstukken Empirisch methodologische kernthema’s
ECTS 6 6
Organizations and Knowledge
6
Organizational Learning and Business Intelligence
6
Analysis of Knowledge Networks
6
Decision Support en Kennissystemen
6
Voorbereiding masterthesis KIM
6
Masterthesis Kennis- en Informatiemanagement
18
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
12.4 Cursusbeschrijvingen Masterspecialisatie Kennis- en Informatiemanagement Interventies t.b.v. kennisvraagstukken Cursuscode MKIM402 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 Specialisatie KIM Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Vriens, dr. D.J. Docenten dr. D.J. Vriens Voorkennis zie instroomeisen master KIM Keuzevak Nee Doelstellingen De student verwerft kennis over: - de aard van kennis- en informatievraagstukken in organisaties; - relevante aspecten voor het opzetten van diagnostisch, ontwerpgericht, veranderingsgericht en evaluatief onderzoek voor deze vraagstukken. Cursusbeschrijving Bij het interveniëren in organisaties m.b.t. kennis- en informatievraagstukken is het van belang om inzicht te hebben in (1) de aard van deze vraagstukken en (2)de wijze waarop interventies vormgegeven moet worden. Beide aspecten worden in deze cursus behandeld. T.b.v. van de eerste vraag zullen verschillende benaderingen van de begrippen kennis en informatie evenals van kennis- en informatieproblemen in organisaties worden behandeld. T.b.v. de tweede vraag zal aandacht worden besteed aan de specifieke invulling van diagnostisch, ontwerpgericht, veranderingsgericht en evaluatief onderzoek. Ter verdieping wordt, aan de hand van een case, het opstellen van een conceptueel model voor het diagnosticeren van kennisprocessen in organisaties onderzocht. Literatuur Syllabus methodologie KIM Analysis of Knowledge Networks Coursecode MKIM404 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 1 Period 1 en 2 Specialisation KIM Test werkstuk Language English 250
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E K E N N I S - E N I N F O R M AT I E M A N A G E M E N T
Course coordinator Lecturers Entry level Optional course Objectives
Course decription
Literature
Dekker, Dr. D.J. Dr. David Dekker All credits needed for admission to the master ‘KIM’. Ja After you have finished the course you should: - be able to recognize and understand how actors’ network positions contribute to the value of knowledge for organizations. - have developed basic skills in social network analyses (SNA) that allows you to determine positions of actors. - have developed practical skills in knowledge oriented social network research with the aid of a simulation management game and SNA software. Social networks consisting of actors and the relations among them play an important role in shaping organizational knowledge and in knowledge processes, such as knowledge sharing, knowledge development and retaining knowledge. This course explores the application of social network analyses (SNA) in knowledge focused organizational research. SNA (first developed in sociology) offers a wide scope of research tools, both qualitative and quantitative, which will be used in this course. We will focus mainly on network visualization as qualitative tool. Furthermore, we will discuss network statistics that have been given most attention in recent knowledge management research such as different types of centrality, cohesion, brokers, and structural equivalence. Reader ’Analyses of Knowledge Networks’
Organizational Learning en Business Intelligence Cursuscode MKIM403 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 1 en 2. Specialisatie KIM Tentamenvorm schriftelijk tentamen + werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Philips, drs. E.A. Docenten Drs. E.A. Philips p.m. Voorkennis Keuzevak Nee Doelstellingen De student verwerft kennis en vaardigheden m.b.t. Business Intelligence (BI) en Organizational Learning (OL). BI: bij BI gaat het om het belang daarvan in organisaties en methoden en technieken om BI uit te voeren, te diagnosticeren en in te richten; de rol van ICT (b.v. datawarehousing en OLAP); het inrichten en beoordelen 251
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
van een BI-ontwikkeltraject; het formuleren van een profiel voor BI-professionals. OL; het bieden van inzicht in (recente) theorieën over lerende organisaties en organisationeel leren; het zich eigen maken van inzichten over het leren van organisaties betreffende hun omgeving (of BI) Cursusbeschrijving BI is het proces van het verwerven en verwerken van gegevens uit de omgeving voor de strategievorming. daarbij is belangrijk het vroegtijdig ontdekken van kansen in de omgeving en het signaleren van bedreigingen en deze omzetten in acties. Het gaat daarbij om de productie van ‘actionable intelligence’. Door de toegenomen complexiteit en dynamiek wordt het systematisch scannen van de omgeving steeds lastiger. ICT biedt daarbij mogelijkheden maar ook het gevaar van information overload. OL houdt zich bezig met de wijze waarop organisaties - in metaforische zin - leren, hoe organisationeel leren valt te organiseren en kan worden beïnvloed door interventies. Bij organisationeel leren gaat het om single loop en double loop learning. Alleen door deze laatste vorm van leren zijn organisaties in staat tot het pro-actief doen van aanpassingen (veranderingen). Omdat double loop learning vooral tot stand komt via kennisdeling tussen individuen kan dit type leren worden gestimuleerd door deutero leren, ofwel ‘leren te leren’ en het openstaan voor ideeën van anderen (het creëren van een leer- en kenniscultuur). Binnen dit thema wordt in het bijzonder aandacht besteed van het leren van organisaties in relatie tot hun omgeving (BI). Literatuur wordt nog bekend gemaakt Organizations and Knowledge Coursecode MKIM401 ECTS 6 Programme BW Year 4 Semester 1 Period 1 en 2 Specialisation KIM Test written exam + paper Language English Course coordinator Hendriks, dr. P.H.J. Lecturers dr. P.H.J. Hendriks Entry level Admission to KIM master. Optional course No Objectives The Organizations & Knowledge course aims at developing an understanding of the ‘Knowledge-based view or organizations’ (KBV). Its goal is for its participants to acquire and expand the skills needed for independently assessing the scientific value of recent insights as regards the KBV. The principle aim is to develop an insight into the KBV domain 252
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E K E N N I S - E N I N F O R M AT I E M A N A G E M E N T
and to give an overview of that domain. Participants in the course should develop a constructively critical attitude towards the writings of others and themselves. When the course is completed, they should be able to assess the state of the art as regards the KBV literature and to appreciate the substantive merits of individual papers that contribute to the development of this domain. Course description The Organizations & Knowledge course deals with four themes related to why and how organizations should approach their knowledge, both in a theoretical and practical sense. The central topic is the tension that may exist between knowledge and management. Can knowledge be managed or does any attempt at managing knowledge lead to the evaporation of the organizational knowledge? Knowledge workers typically have high needs of autonomy and strongly dislike being told what to do and how to do it. Research shows that telling them how to go about their work or introducing extrinsic motivators (money, other rewards) for work where intrinsic motivation is key, may well lead to eroding the quality of their output and to a reduction of their intrinsic motivation. The following four themes are discussed: (1) what is organizational knowledge?, (2) what are the possibilities and impossibilities of managing knowledge?, (3) how can organizations promote that its members learn new things with others and from others? (= management of knowledge sharing aimed at knowledge production), (3) how can organizations encourage that its members learn old things with others and from others? (= management of knowledge retention aimed at knowledge exploitation). These topics are discussed based on a dedicated form of literature study that feeds into the specific format the meetings take on. Participants alternate in adopting two roles in the meetings. In half the meetings they act as reviewers of a prominent scientific journal, and in others they play the part of authors who want that journal to publish their work. During the course, the participants together with the teacher as the journal’s editor form a ‘community-ofpractice’ of reviewers and authors to gain an understanding of both sides of the review process (viz. the perspective taken by the producer of the review and by its consumer). However, not understanding the ins and outs of reviewing papers is the primary aim of the course. Its main purpose is, through the vehicle of reviewing, to gain a more thorough insight into the subject concerned as regards its contents. Literature Argote, L. (1999). Organizational learning: creating, retaining and transferring knowledge. Boston: Springer/Kluwer Academic Publishers (ISBN 0-387-22581-1). Reader Organizations and Knowledge
253
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Empirisch methodologische kernthema’s Cursuscode MAOV019 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 1 Blok 2 Specialisatie AOV en KIM Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Vennix, prof. dr. J.A.M. Docenten dr. J.M.I.M. Achterbergh prof. dr. P.J.M. Verschuren prof. dr. J.A.M. Vennix Voorkennis Onderzoeks- en interventiemethodologie Keuzevak Nee Doelstellingen Na de cursus is de student in staat met behulp van drie relevante perspectieven interventies in organisaties een conceptueel kader te ontwikkelen om structuurinterventies in organisaties te bestuderen. Bovendien is de student in staat om ten aanzien van de interventiecyclus relevante empirische vraagstellingen te formuleren alsmede een daarbij behorende adequate onderzoeksopzet. Cursusbeschrijving De cursus bestaat uit een interventiemethodologisch en een empirisch methodologisch deel. In het interventiemethodologisch onderdeel van de cursus worden interventies in de structuur van organisaties vanuit drie gerelateerde perspectieven bekeken. (1) Vanuit het ‘sociale perspectief’ worden structuurinterventies beschouwd als communicatieprocessen die ingrijpen in organisaties als systemen van communicaties. (2) Vanuit het functionele perspectief worden structuurinterventies gethematiseerd als iteraties van activiteiten als diagnose, ontwerp, verandering en evaluatie. (3) Het ‘middelenperspectief’ stelt methoden en technieken centraal die gebruikt kunnen worden om de communicatieprocessen en functionele activiteiten die nodig zijn bij structuurinterventies te ondersteunen. Met behulp van de drie perspectieven wordt een conceptueel kader gebouwd dat kan helpen bij het denken over de inrichting van structuurinterventies. In dit model worden het sociale perspectief, het functionele perspectief en het middelenperspectief op een systematische manier aan elkaar gekoppeld. In het empirisch methodologisch deel ligt de nadruk op een aantal kernproblemen bij het uitvoeren van een empirisch onderzoek, met name wanneer het gaat om empirisch onderzoek in het kader van de interventiecyclus. Hier komt onder andere aan de orde de methodologie van probleemanalytisch, diagnostisch, ontwerpgericht en evaluatieonderzoek.
254
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E K E N N I S - E N I N F O R M AT I E M A N A G E M E N T
Literatuur
Het interventiemethodologisch en het empirisch methodologische onderdeel van de cursus bestaan uit zes hoorcolleges en bijbehorende oefeningen. Literatuur: syllabus interventiemethodologie andere literatuur wordt bij aanvang cursus bekendgemaakt
Decision Support en Kennissystemen Cursuscode MKIM406 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 en 2 Specialisatie KIM Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Prakken, prof. dr. B. Docenten prof. dr. B. Prakken Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen - inzicht verkrijgen in de methodische/methodologische achtergronden van beslissingsondersteunende systemen en kennissystemen - tinzicht verkrijgen in de mogelijkheden van informatiesystemen ter ondersteuning van de verschillende (deel)fasen van het besl Cursusbeschrijving De cursus legt een relatie tussen de betekenis van informatiesystemen, resp. ICT, en de (deel)fasen van het proces van de besluitvorming. Vanwege de ruime toepassingsmogelijkheden wordt daarbij vooral aandacht besteed aan decisionsupportsystemen. Daarbij ligt de nadruk op de methodische/methodologische kant van deze systemen, het daarmee kunnen experimenteren en het kunnen interpreteren van de uitkomsten t.b.v. het nemen van beslissingen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de rol van ICT bij het ondersteunen van organisatorische kennisprocessen. Literatuur - E. Turban, J.E. Aronson and Ting-Peng Liang, Decision Support Systems and Intelligent Systems, Pearson/Prentice Hall, 2005 - tReader Decision Support Systems Voorbereiding Masterthesis KIM Cursuscode MKIM405 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 en 2 255
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten
KIM werkstuk Nederlands Prakken, prof. dr. B. - Prof. dr. B. Prakken - Dr. P.H.J. Hendriks - Dr. D. Vriens - Ir. P. Hoeken - Drs. E. Philips Voorkennis Keuzevak Nee Doelstellingen - Voorbereiden afstudeerproject, zowel procedureel als inhoudelijk Cursusbeschrijving -In deze cursus worden studenten zowel procedureel als inhoudelijk voorbereid op de masterthesis. Procedureel wil zeggen dat er aandacht wordt besteed aan de opzet en uitvoering van wetenschappelijk onderzoek. Inhoudelijk betekent dat studenten worden geconfronteerd met verschillende onderwerpen waaruit een keuze kan worden gemaakt en die tijdens de thesis fase worden uitgewerkt Literatuur -verschillend per thesis groep/onderwerp Masterthesis Kennis- en Informatiemanagement Cursuscode MTHKIM ECTS 18 Opleidingen BW Jaar 4 Semester 2 Blok 1 en 2 Specialisatie KIM Tentamenvorm werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Prakken, prof. dr. B. Docenten Prof. dr. B. Prakken Dr. P.H.J. Hendriks Dr. D. Vriens Ir. P. Hoeken Drs. E. Philips Voorkennis alle relevante mastervakken Keuzevak Ja Doelstellingen het zelfstandig uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek Cursusbeschrijving tijdens deze cursus voeren studenten een theoretisch of empirisch gericht onderzoek uit aan de hand van specifieke probleemstelling en rapporteren daarover op een wetenschappelijk verantwoorde wijze Literatuur n.v.t.
256
M A S T E R S P E C I A L I S AT I E K E N N I S - E N I N F O R M AT I E M A N A G E M E N T
257
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
13 Keuzevakken en overig aanbod
258
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
Keuzevakken aangeboden door docenten Bedrijfswetenschappen International Research Project Cursuscode BKV16 ECTS 5 Opleidingen BW Jaar KV Semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm onderzoeksverslag Taal Nederlands Cursuscoördinator Essers, drs. C. Docenten drs. H. Joosten drs. A.W. van de Ven drs. I.D. Schrijver Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Verwerven van kennis van de sociaal-economische en culturele inbedding van bedrijfs- en organisatieontwikkelingen in andere landen. Cursusbeschrijving Synergy, de studievereniging voor Bedrijfswetenschappen, organiseert in samenwerking met de Faculteit der Management jaarlijks een studiereis. Het thema sluit aan op het curriculum en de reisbestemming. In het verleden is onder meer aandacht besteed aan Sociotechniek in Zweden, Organisatieverandering in Tsjechië, Business Process Redesign in de Verenigde Staten, Cross-cultural management in Brazilië, E-business in de VS en Innovatiemanagement in Singapore. Onder begeleiding van docenten bestuderen de deelnemers in kleine groepen vier subthema’s. Na de reis verschijnt een reisverslag, waarin de groepsrapportages zijn opgenomen. Ter afsluiting wordt een symposium over de bevindingen van de studiereis georganiseerd. Deelnemers verplichten zich tot deelname aan alle onderdelen van het programma, zowel voor als na de reis. Inschrijving: via Synergy. Dit is een keuzevak welke normalerwijze alles bij elkaar over zo’n 8 maanden verspreid wordt. In de eerste maand wordt de onderzoeksopzet geschreven, dan wordt er een literatuurstudie gedaan en vinden er bedrijfsbezoeken in Nederland plaats, welke gevolgd wordt door de studiereis. Het onderzoeksverslag wordt in de laatste 2 maanden geschreven en gepresenteerd op een symposium. Al met al betekent dit dat het vak meestal over 2 semesters verspreid wordt (over semester 1 en 2, of semester 2 en een enkele maanden van het semester 1 het jaar erop). Een en ander is afhankelijk van het onderwerp en het opstarten van de IRP-commissie binnen Synergy. Literatuur Thematische literatuur m.b.t. het IRP-onderwerp. 259
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Management in Transition Countries Course code INT010 ECTS 6 Programme BW Year KV Semester 1 Period 1 Specialisation Test written exam + paper Language English Course coordinator Moerel, drs. H.W.J. Lecturers drs. H.W.J. Moerel Entry level General knowledge about political, economic and social developments of transition countries (Central and Eastern Europe, Asia) Optional course Yes Objectives The objective of the course is to get students acquainted with management in transition countries and especially in Central and Eastern Europe and Asia. Students will get insight in and understanding of what the great transformations of these countries in the last quarter of the 20th century has brought about in the areas of economy, industry, business and management. The historic events have a great impact on the Western world as well, not in the least on businesses and (international) management. Course description The main focus in the course is on the radically changed climate for business and management. The topics that are discussed during the lectures are approached from three viewpoints. The first concerns the economic and institutional changes in the transition countries (from planned to market economy and participation in the world economy). The second viewpoint deals with the changes for business in terms of privatization, labor, legislation, culture and the impact on management and business strategies. The third viewpoint comes from a Western perspective and involves the opportunities and challenges for Western business in terms of entry strategies for marketing, production, collaboration, labor. A guest lecture on Central and Eastern European transition countries is part of the course. Lectures on Fridays 10.45-12.30 Literature Peng, M., Business Strategies in Transition Economies, Pb ISBN 0-76191601-6, Sage Publications. Lavigne,M., (1999), The Economies of Transition. Palgrave. ISBN 0333-75416-6
260
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
Comparatieve analyse economisch onderwijs Cursuscode BKV24 ECTS 6 Opleidingen BW ECON Jaar KV Semester 2 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm Werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Schrijner, Drs. S.W. Docenten Drs. S.W. Schrijner Voorkennis Propedeuse Economie of Bedrijfswetenschappen Keuzevak Ja Doelstellingen Student verwerft inzicht in de ontwikkeling van economieonderwijs in brede zin. Denk hierbij aan de ontwikkeling van economieonderwijs op onze middelbare scholen, universiteiten en HBO-instellingen. Het inzicht beperkt zich bovendien niet tot onze landsgrenzen. Je analyseert en vergelijkt tevens het onderwijs met dat van buiten Nederland. Na de cursus ben je in staat om ontwikkelingen in het economieonderwijs op adequate wijze te analyseren en in een breder perspectief te plaatsen. Cursusbeschrijving De onderwerpen die binnen economieonderwijs aan bod komen en de wijze waarop, hangt af van veel factoren. Hierbij kun je denken aan factoren die worden gestuurd door wetenschappelijke ontwikkelingen. Daarnaast spelen ook maatschappelijke ontwikkelingen een grote rol. De geschiedenis van het economieonderwijs komt uitgebreid aan bod. Je gaat onderzoeken welke factoren van invloed zijn (geweest) op het economieonderwijs in Nederland. Het economieonderwijs is voortdurend in beweging, is verschillend per universiteit op nationaal en internationaal niveau. Je schrijft een paper waarin je de ontwikkeling van het economieonderwijs op een specifiek gebied analyseert en vergelijkt. Hierbij ga je in op de vraag waarom en hoe bepaalde onderwerpen aan de orde worden gesteld. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt. Globalizing the Organization Course code INT422 ECTS 6 Programme BW Year KV Semester 2 Period 2 Specialisation Test 1. Individual written exam (60%) Date: to be announced Time: to be 261
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
announced Place: to be announced Registration: At the counter of the Education Resource Centre/Studielandschap, TvA 3. 2. Individual paper (40%) Language English Course coordinator Moerel, drs. H.W.J. Lecturers drs. J.J.L.E. Bucker dr. P.A. Barbonis drs. H.W.J. Moerel Entry level Introduction course in Management Optional course Yes Objectives After having completed the course, students will be able to distinguish the different approaches to international management in theory and practice, and to understand a part of the history and some of the major concepts and developments in international management. Course description In this course, managing an organization is discussed in order to gain insight into various aspects of the globalizing enterprise. The main issues that are discussed, focus on questions such as the following: What is the nature of the global enterprise? What drives enterprises to become global players? How is such an enterprise organized? What competencies and capabilities are required to become competitive? How are global products developed and produced? What is the relation between headquarters and subsidiaries? How to assess performance? The viewpoint that is taken is that of managing a globalizing enterprise in the information age. Insight will also be gained in the overall problems and issues of international management and an understanding of the implementation of internationalization will be obtained. Lectures on Thursdays, 10.45-12.30 Literature Compulsory: Leontiades, J., (2001), Managing the Global Enterprise, competing in the Information Age, Prentice Hall/Pearson Education. ISBN 0-273-64691-5 Several articles to be announced Recommended: Buckley, P., Nghauri, P., (1999). Managing the Global Enterprise. A Reader, second edition, International Thomson Business Press. ISBN 1-86152-401-3 Czinkota, M., Ronkainen, J., Moffett, M., (2005). International Business, seventh edition. Thomson South Western. ISBN 0-324-22532-b Mc Donald, F., Burton, F., (2002). International Business. International Thomson Business Press. ISBN 1-86152-451-8 Stonehouse, G., Hamill, J., Campbell, D., Purdie, T., (2000). Global and Transnational Business. Strategy and Management. John Wiley & Sons Ltd. ISBN 0-471-98819-7
262
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
Information Management Course code BKV25 ECTS 6 Programme BW Year KV Semester 2 Period n.v.t. Specialisation Test Knowledge and skills will be tested in a written examination. Only after active participation in the assignment groups will students be admitted to the examination. Language English Course coordinator Hoeken, ir. P.P.W.M. Lecturers Ir. Paul Hoeken Entry level Some general Business Science is required, like organization theory, strategy, and business processes. Optional course Yes Objectives The objective of this course is to transform theories and models in the field of information management and information systems in organisations into knowledge enabling you to address problems in this field in a professional manner. Course description The objective of this course is to transform theories and models in the field of information management and information systems in organisations into knowledge enabling you to address problems in this field in a professional manner. The subject of this course is the role, structure and management of information, information systems and information infrastructures in organisations. The chosen viewpoint is of management science nature. The theories and models cover subjects like: - Basic concepts of data, information, knowledge, information systems and information infrastructures - tThe role of information in organizations - Control loops and information flows - Organisation structure, business processes and information structures - Alignment of business strategy and information strategy - ERP, E-business - Project management and multi project management - Organizing the information management activities - Information architecture: frameworks and practice - Recent developments in information management Literatuur - D. Boddy, A. Boonstra, G. Kennedy, (2005), Managing Information Systems, an organizational perspective, Pearson Education Ltd., 2nd ed., ISBN 0273 686356 - P. Hoeken, Reader, (2006) Radboud University Nijmegen
263
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Overig aanbod Het Centrum voor Internationaal Conflict - Analyse & Management (CICAM) Het Centrum voor Internationaal Conflict - Analyse & Management (CICAM) maakt deel uit van de Faculteit der Managementwetenschappen. De hoofdtaken van het CICAM zijn het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het verzorgen van onderwijs op het terrein van vrede en veiligheid, oorlog en conflict. De centrale vraag in het onderzoek en het daarop gebaseerde onderwijs is: ‘wat is het draagvlak voor en wat zijn de mogelijkheden tot preventie van en interventie in (burger)oorlogen en intern geweld door Nederlandse en internationale gouvernementele en non-gouvernementele actoren?’ Naast onderzoek en onderwijs heeft het CICAM ook een documentaire en voorlichtende, c.q. maatschappelijke dienstverleningstaak. Daarvoor kent het CICAM twee documentatieafdelingen: een algemeen documentatiecentrum op het gebied van oorlog en vrede en een specifieke afdeling op het gebied van mondiaal onderwijs: het Centrum voor Mondiaal Onderwijs. Onderwijs Het CICAM biedt studenten de mogelijkheid maatschappelijk relevante onderwerpen, die soms buiten het reguliere onderwijsaanbod vallen, te bestuderen. Het onderwijs van het CICAM kan grofweg in drie categorieën worden verdeeld: Inleidende (hoor)colleges inzake aspecten van oorlog, vrede, conflict en conflictpreventie, bedoeld om studenten kennis te laten maken met inzichten, theorieën etc. terzake; Werkcolleges, waarin niet zozeer de kennisoverdracht centraal staat, als wel de (stimulering van) cognitieve, professionele en communicatieve vaardigheden van de student. Door middel van groepsdiscussies over de bestudeerde literatuur, het verrichten van eigen onderzoek, presentatie van eigen onderzoek (zowel mondeling als schriftelijk) wordt van de student, uiteraard onder begeleiding van de docent, een kritische reflectie op de te bestuderen stof verwacht; ‘Individueel’onderwijs, het in overleg met de docent verrichten van zelfstandig (literatuur) onderzoek, uitmondend in een (literatuur)tentamen of scriptie. Minor Conflictstudies Het CICAM verzorgt ook minoropleidingen: een combinatie van verschillende CICAMcursussen. Indien je een minor wenst te volgen dien je zich tevens voor de afzonderlijke vakken in te schrijven. Aanbod minoropleidingen 1. Minor Conflictstudies, variant I: 2. Minor Conflictstudies, variant II: 3. Minor Conflictstudies, variant III: 4. Minor Conflictstudies, variant IV: 264
Conflict Analysis: The making and breaking of states Conflict Management: Internationale actoren en conflict Conflict and development: violence in progress Conflict Studies: keuzeminor (in overleg)
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
1. Conflict Analysis: The making and breaking of states (24 ECTS) - Inleiding Polemologie (6 ECTS) - Territoriale conflicten op de Balkan (Space, place en Political conflicts) (6 ECTS) - Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus (6 ECTS) - Legitimatie van veiligheidsbeleid (6 ECTS) 2. Conflictmanagement: Internationale actoren en conflict (24 ECTS) - Actuele vraagstukken van oorlog en vrede (4 ECTS) - Veiligheidsdiscussies in Europa (6 ECTS) - Dilemma’s bij VN-vredesoperaties (4 ECTS) - NGO en conflict (4 ECTS) - Tussen ‘early warning’ en militaire interventie (6 ECTS) 3. Conflict and development: violence in progress (24 ECTS) - Inleiding polemologie (6 ECTS) - Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling (6 ECTS) - NGO’s en conflict (6 ECTS) - Tussen ‘early warning’ and militaire interventie (6 ECTS) 4. Conflict studies: Keuzeminor (in overleg) Deze minor bestaat in principe uit 24 ECTS, met uitzondering van de speciaal op bepaalde opleidingen toegespitste minors. Hierbij heb je de keuze uit een van de onderstaande inleidende collegereeksen: - Inleiding Polemologie (4 of 6 ECTS) - Actuele vraagstukken van oorlog en vrede (4 of 6 ECTS) De inleidende collegereeks dient te worden tot 24 ECTS te worden aangevuld met een keuze uit de volgende collegereeksen: - Territoriale conflicten op de Balkan (Space, place en Political conflicts) (6 ECTS) - Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus (6 ECTS) - Legitimatie van veiligheidsbeleid (4 of 6 ECTS) - Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling (6 ECTS) - Veiligheidsdiscussies in Europa (4 of 6 ECTS) - Dilemma’s bij VN-vredesoperaties (4 of 6 ECTS) - NGO en conflict (4 of 6 ECTS) - Capita Selecta uit de Polemologie (4 of 6 ECTS) - Tussen ‘early warning’ en militaire interventie (6 ECTS) - Terrorisme: beeld en werkelijkheid (6 ECTS) Informatie en inschrijvingen Voor inlichtingen over het onderwijsprogramma en contractonderwijs kun je terecht bij het: CICAM,Thomas van Aquinostraat 5 (kamer 5.0.42), Nijmegen telefoon: 024 - 361 5687, email:
[email protected]. Inschrijving is alleen mogelijk bij het CICAM en via de onderwijspagina van de CICAMinternetpagina: www.ru.nl/cicam. 265
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Cursusbeschrijvingen Territoriale conflicten op de Balkan Vakcode: CI 18a Periode: 8 september- 15 december 2005, donderdag 10.45 - 12.30 uur Studiepunten: 6 ECTS Docenten: dr H.W. Bomert, drs J. van der Lijn Onderwijsvorm: hoorcollege, simulatiespel, schriftelijk tentamen Toelichting Na de val van de Muur in 1989 is het belang van gewelddadige intrastatelijke conflicten en hun oplossingen toegenomen. Het hoe en waarom van deze conflicten en hun specifieke ruimtelijke dimensie staan centraal in deze cursus. Aan de hand van de case Joegoslavië wordt gekeken naar het discours rond de aard van conflicten (zoals etnisch, religieus, territoriaal); het spectrum van de conflictpartijen en hun belangen (zoals grondstoffen, macht, strategische locaties) en de fasen van conflict en oorzaken van conflictescalatie. Kernbegrip van de cursus is het begrip ‘territorium’, dat binnen de politieke geografie geldt als de geografische uitdrukking van macht. De dimensies en relevantie van territoria en territoriale ‘oplossingen’ ter beheersing van conflicten komen ruim aan bod. De collegereeks wordt afgesloten met een simulatiespel met als onderwerp de vredesonderhandelingen in Dayton (1995) waar de huidige politieke kaart van Bosnië-Herzegovina werd bepaald (http://www.nato.int/maps/ifor/ dayton1.gif). Ter voorbereiding hierop zal aandacht worden besteed aan onderhandelingstechnieken. Literatuur R. Holbrooke, To end a war, 1999 L. Silber, A. Little, The death of Yugoslavia, 1996
Inleiding Polemologie: Conflictanalyse & -Management Vakcode: CI 01 (CI 01a) Periode: 13 september - 8 november 2005, dinsdag 13.45 - 15.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docenten: drs L. Wecke, drs B. Schennink Onderwijsvorm: hoorcollege, mondeling/schriftelijk tentamen Opmerking: bachelorniveau Toelichting Polemologie is een wetenschapseenheid die diverse disciplinaire benaderingen omvat over oorzaken en functies van oorlog en voorwaarden tot vrede. Aan de orde komen basisproblemen en begrippen uit de polemologie, alsmede theorieën die het grootschalig geweld in de wereld en het verzet ertegen trachten te verklaren. Een oorlog, bijvoorbeeld de Kosovocampagne van de NAVO of de Tweede en Derde Golfoorlog heeft diverse formele en informele doelstellingen, oorzaken, functies, en legitimaties, die door de tijd heen nog Runen veranderen. Dat geldt ook voor de zogeheten ‘oorlog tegen het terrorisme’. Partijen van diverse aard spelen 266
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
Literatuur
een rol, instrumenten van fysieke en mentale aard worden aangewend. De polemologie kan deze factoren vanuit verschillende wetenschappen nader aanduiden en dat geldt ook voor processen die tot stabiliteit, veiligheid en vrede leiden, zoals socialisatie, vredeseducatie en mobilisatie met betrekking tot vrede. Syllabus
Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling Vakcode: CI 03a (CI 03c) Periode: 3 november - 12 december 2005, maandag 13.45 - 15.30 uur/ donderdag 13.45 - 15.30 uur Studiepunten: 6 ECTS (9 ECTS) Coördinator: drs P. Bruinsma (CICAM), mevr. drs I. Dankelman (UCM) Onderwijsvorm: hoorcollege, schriftelijk tentamen Opmerking: bachelorniveau Toelichting In deze cursus gaan tien (gast)docenten vanuit verschillende disciplines nader in op het begrip ‘duurzame ontwikkeling’ en de maatschappelijke betekenis daarvan. Dit begrip, met zijn ecologische, sociale, economische en institutionele componenten, heeft vooral algemene bekendheid gekregen door de publicatie van het rapport Our Common Future van de World Commission on Environment and Development (de Commissie Brundtland), en door de UNCED-conferentie over Milieu en Ontwikkeling, die in 1992 in Rio de Janeiro plaatsvond. ‘Duurzame ontwikkeling’ is sindsdien niet meer weg te denken uit tal van beleidsvoornemens, organisaties en bedrijven. Ook universiteiten, waaronder de RU, hebben zich door ondertekening van het University Charter for Sustainable Development gecommitteerd dit in onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering te integreren. Milieu en ontwikkeling, evenals sociale aspecten, hangen in onze samenleving nauw samen op micro- en macroniveau. Na een inleidend college zullen allereerst verschillende deelproblemen, zoals die rond water, klimaat, bossen, biodiversiteit, en landbouw, aan de orde worden gesteld. Vervolgens wordt uitgebreid gereflecteerd op het begrip duurzaamheid: de relatie met vrede en veiligheid, met economie en schaarste, met filosofie en spiritualiteit. Ten slotte richt de cursus zich op belangrijke oplossingsrichtingen, zoals die via nationaal en internationaal beleid, technologie, educatie en sociale bewegingen kunnen worden gerealiseerd. Literatuur Syllabus
267
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Legitimatie van veiligheidsbeleid: Manipulatie van pers en publieke opinie bij de rechtvaardiging van oorlog en bewapening Vakcode: CI 08 (CI 08a) Periode: 4 november - 16 december 2005, vrijdag 10.45 - 12.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docent: drs L. Wecke Onderwijsvorm: hoorcollege,mondeling/schriftelijk tentamen Toelichting Sinds het vallen van de Berlijnse Muur is het rechtvaardigen van een grote krijgsmacht en het uitvoeren van militaire acties door middel van de verwijzing naar een vijand een problematische aangelegenheid geworden. Zo werd de NAVO na het eindigen van de Koude Oorlog ‘een oplossing op zoek naar een probleem’. Bij gebrek aan een door burgers als zodanig ervaren grote bedreiging door staten of statenverbanden, moeten overheden naar andere gronden ter rechtvaardiging van hun bewapening en defensiebeleid omzien. In hoeverre is een maatschappelijk draagvlak voor leger, vredesoperaties en oorlog echt nodig? En als het nodig is, hoe komt het thans tot stand? Wie overtuigt met welke middelen burgers en bondgenoten? Wat is de rol van de pers in het legitimatieproces? In hoeverre is sprake van voorlichting, propaganda, leugens en misleiding? In een serie hoorcolleges wordt getracht aan de hand van concrete voorbeelden de vraag te beantwoorden naar de inhoud en noodzakelijkheid van legitimatieprocessen ten behoeve van veiligheidsbeleid, krijgsmacht en militaire actie. Literatuur Syllabus Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus Vakcode: CI 23a Periode: 4 november - 23 december 2005, vrijdag 13.45 - 15.30 uur Studiepunten: 6 ECTS Docenten: dr H.W. Bomert (coördinatie), mevr. dr. C. Hille Onderwijsvorm: werkcollege, schriftelijk tentamen Toelichting Dit vak is bedoeld als een brede kennismaking met de Kaukasus vanuit een interdisciplinaire aanpak: rechten (staatsvorming), politicologie (conflicthantering, geopolitieke overwegingen en de oliepijplijn) en culturele antropologie (samenhang tussen cultuur en democratisering). Begrippen die in de collegereeks aan de orde zullen komen zijn o.a. NGO’s, civil society, clans, institution building en conflict resolution. Doel van de cursus is de kennismaking met het proces van staatsvorming en conflicthantering in de landen van de Kaukasus; evenals het aanbieden van kennis van en het stimuleren van reflectie op de samenhang tussen culturele patronen en praktijken en democratisering in de Kaukasus. Deze cursus leent zich uitstekend als keuzevak voor studenten internatio268
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
Informatie: Literatuur
naal recht, conflictstudies, antropologie en ontwikkelingsstudies. mevr.dr C.M.L. Hille (
[email protected]). Syllabus, waarin opgenomen teksten uit: C.M.L. Hille, State Building in the Transcaucasus Since 1917, Leiden, 2003 en M. Amineh, Towards the Control of Oil in the Caspian Region, Hamburg, 1999.
Actuele Vraagstukken van Oorlog en Vrede: Analyse van conflicten en perspectief op vrede Vakcode: CI 04 (CI 04a) Periode: 20 januari - 17 maart 2006, vrijdag 10.45 - 12.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Coördinator: drs M. Cras Onderwijsvorm: hoorcollege, schriftelijk tentamen, (paper) Opmerking: bachelorniveau Toelichting In deze collegereeks wordt getracht aan te sluiten bij actuele gebeurtenissen op het terrein van oorlog en vrede, in het bijzonder vredes- en conflictprocessen. Aangezien de actualiteit per definitie moeilijk valt te plannen, wordt het definitieve programma pas enkele weken voor het begin van de collegereeks samengesteld. Diverse deskundigen, zoals politici, beleidsambtenaren en militairen, worden als gastsprekers uitgenodigd. Zo werden in de voorgaande reeks colleges verzorgd door onder meer voormalige ministers van Defensie, leden van de Tweede Kamer, ambassadeurs, adviseurs van de Verenigde Naties, wetenschappers e.d. Wij raden je aan de CICAM-internetpagina (www.Ru.nl/cicam) in de gaten te houden. Literatuur B. Bomert, Th. Van den Hoogen & R. Wezel (red.), Jaarboek Vrede en Veiligheid 2005. Internationale veiligheidsvraagstukken en het Nederlands perspectief, CICAM, Nijmegen, 2005. Syllabus Terrorisme: beeld en werkelijkheid Vakcode: CI 24 Periode: 13 februari - 10 april 2006, maandag 13.45 - 15.30 uur Studiepunten: 6 ECTS Docent/coörd.: drs L. Wecke Onderwijsvorm: hoorcollege, mondeling/schriftelijk tentamen Toelichting Als een van de belangrijkste bedreigingen voor de hedendaagse mensheid wordt wel het terrorisme genoemd. Er is een wereldwijde door de Verenigde Staten geleide ‘war on terrorism’ gaande. Voor lokaal, regionaal, nationaal en Europees beleid is ‘het’ terrorisme een belangrijk 269
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
beleidsgegeven, een variabel, die zich op diverse bestuurlijke gebieden doet gelden. Maar wat is terrorisme? Kan het betreffende verschijnsel wel eenduidig worden gedefinieerd? De een zijn terrorist is immers de ander zijn vrijheidsstrijder. Of gaat dat laatste wel op voor de klassieke terrorist, maar niet voor het catastrofale terrorisme van Al Qaida? Wat is de inhoud van het Europees antiterreurbeleid? En wat te verstaan onder het Nederlands antiterreurbeleid? Waar liggen de grenzen van effectief antiterreurbeleid en de burgerlijke vrijheden, zoals in verdragen en Grondwet verankerd? Hoe werken inlichtingendiensten, over wie worden inlichtingen verzameld, wie krijgt die inlichtingen en wie interpreteert ze? Welke zijn de mogelijke oorzaken van terrorisme en heeft de islam iets met terrorisme van doen? Wat is de inhoud en wat zijn de oorzaken en functies van terrorismebeelden? Welke is met name de legitimatiefunctie van die beelden en wat zijn de nevendoelen van de ‘war on terrorism’? Welke plaats neemt het terrorisme in in het geheel van bedreigingen die de mensheid en de nationale en internationale orde in gevaar brengen? Welke rol spelen media inzake het tot stand brengen en verspreiden van terrorismebeelden Nader bekend te maken
Dilemma’s bij VN-vredesoperaties Vakcode: CI 07 (CI 07a) Periode: 10 februari - 13 april 2005, donderdag 13.45 - 15.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docent: prof.dr A. Pauwels Onderwijsvorm: hoorcollege, schriftelijk tentamen Toelichting Het instrument ‘VN-vredesoperatie’ heeft in het recente verleden aan grote kritiek blootgestaan. Vooral de VN-vredesoperaties in Bosnië, Somalië en Rwanda hebben het gezag en de geloofwaardigheid van de Verenigde Naties ernstig ondermijnd. De VN-blauwhelmen konden in deze operaties hun mandaat niet of enkel in beperkte mate uitvoeren. Dat men zich in deze omstandigheden vragen ging stellen over de geschiktheid van dit instrument ter handhaving van de internationale vrede en veiligheid was dan ook haast onvermijdelijk. De gretigheid waarmee de Veiligheidsraad na het einde van de Koude Oorlog VN-vredesoperaties had ingesteld, maakte plaats voor scepticisme en twijfel. Was er nog wel een toekomst weggelegd voor VN-vredesoperaties? Was VN-vredesoperaties nog zinvol? Met de instelling van de VN-vredesoperaties in Kosovo en Oost-Timor is de internationale gemeenschap getuige van een vrij radicale ommezwaai van het VN-beleid ten aanzien van VN-vredesoperaties. De zwarte bladzijde in de geschiedenis van VN-vredesoperaties lijkt definitief tot 270
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
Literatuur
het verleden te behoren. In deze cursus wordt verder ingegaan op het VN-beleid ten aanzien van VN-vredesoperaties en op de problemen die zich terzake stellen. Dit veronderstelt echter wel dat eerst een gedegen inzicht wordt verworven in het theoretisch-institutioneel kader waarbinnen VN-vredesoperaties zijn ontstaan en zich hebben ontwikkeld. Aan de hand van casestudies wordt vervolgens bestudeerd hoe de operaties zijn ontstaan en zich verder hebben ontwikkeld. De nadruk wordt daarbij vooral gelegd op de beleidsmatige dilemma’s die zich terzake hebben gesteld. Op basis van deze inzichten wordt vervolgens ingegaan op de nieuw ontwikkelingen in het VN-beleid ten aanzien van VN-vredesoperaties en dan vooral op de nieuwe, ongekende dilemma’s die de VN-vredesoperaties in Kosovo en Oost-Timor met zich brengen. De besluiten die uit deze analyses worden getrokken, vormen tenslotte de basis voor de uitbouw van een visie over de toekomstperspectieven van VN-vredesoperaties. Wordt nader bekend gemaakt.
Veiligheidsdiscussies in Europa Vakcode: CI 06 (CI 06a) Periode: 7 maart -25 april 2006, dinsdag 10.45 - 12.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docent: dr H.W. Bomert Onderwijsvorm: hoor-/werkcollege,schriftelijk tentamen, werkstuk Toelichting Na het vallen van de Muur en de beëindiging van de Koude Oorlog is Europa met tal van ‘nieuwe’ bedreigingen van zijn veiligheid geconfronteerd. Werd de veiligheid en stabiliteit in Europa gedurende de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog vooral bedreigd door de OostWesttegenstelling en de politiek-militaire confrontatie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie en hun respectievelijke bondgenootschappen, na 1990 is het bedreigingbeeld diffuser geworden. Niet een grootschalig conflict tussen staten domineert de veiligheidsdiscussies in Europa, maar de dreiging van conflicten en gewelddadigheden binnen landen. Ook niet-statelijke actoren (terrorisme!) en niet-militaire bedreigingen van de veiligheid spelen een (steeds) belangrijkere rol in de discussies. In deze cursus wordt op basis van de ‘oude’ en ‘nieuwe’ bedreigingen van de veiligheid in en van Europa bestudeerd hoe de verschillende veiligheidsorganisaties een antwoord formuleren op de bedreiging van veiligheid en stabiliteit. Zo komen achtereenvolgens aan de orde: de NAVO, de Europese Unie, en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Van elk der organisaties wordt een ‘sterkte-zwakte-analyse’ gepresenteerd. 271
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
Van de deelnemers aan de cursus wordt verwacht dat zij een kritische beschouwing schrijven over een aspect van de veiligheidsdiscussie in Europa. Wordt nader bekend gemaakt.
Tussen ‘early warning’ en militaire interventie (onder voorbehoud) Vakcode: CI 09a Periode: 9 mei - 28juni 2005, dinsdag 13.45 - 15.30 uur Studiepunten: 6 ECTS Docent: drs J. van der Lijn Onderwijsvorm: werk-/responsiecollege, paper Toelichting Internationale organisaties zoals de Verenigde Naties, maar ook nationale regeringen zoals de Nederlandse, schenken tegenwoordig uitgebreid aandacht aan het voorkomen en het beëindigen van conflicten binnen staten. Denk aan conflicten zoals in Bosnië, Congo of Israël. Soms volstaat hierbij het geven van ontwikkelingshulp of het uitoefenen van diplomatieke druk. Soms is echter een militaire interventie noodzakelijk om de vrede te herstellen. Ondanks alles vallen in deze intrastatelijke conflicten nog altijd jaarlijks duizenden slachtoffers. Het blijkt dat beleidsmakers en regeringen nog altijd te veel ad hoc reageren en vaak de media achterna rennen, terwijl een meer structurele analyse van gebieden met conflict potentieel meer mogelijkheden zou bieden. Het doel van de cursus is de student inzicht te geven in conflictoorzaken en conflictprocessen, evenals de mogelijkheden voor de internationale gemeenschap om deze positief te beïnvloeden. Gevraagd wordt zich te verplaatsen in de beleidsmaker die zich bezig houdt met een (potentieel) conflictgebied. Hoe kan hij/zij (potentiële) conflicten vroegtijdig herkennen? Welke middelen staan hem/haar ter beschikking bij het omgaan met deze conflicten? Van de studenten wordt verwacht dat zij als een beleidsmedewerker hun eigen casestudie volgen vanuit de praktijk, en hierop ‘expert’ worden. Ter afronding wordt onder meer van hen verwacht dat zij de verworven kennis op het gebied van de theorie kunnen toepassen in een beleidsadvies. Literatuur Syllabus NGO’s en Conflict: preventie en interventie Vakcode: CI 19 (CI 19a) Periode: 10 mei - 28 juni 2006, woensdag 10.45 - 12.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docent: drs B. Schennink Onderwijsvorm: hoor-/werkcollege, werkstuk Toelichting Non-gouvernementele organisaties (NGO’s) proberen in conflictgebieden geweld te voorkomen, te matigen of te beëindigen Dat geldt op de eerste 272
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
plaats voor NGO’s uit het conflictgebied zelf. Veelal in samenwerking met hen zijn ook externe of internationale NGO’s actief, waaronder Nederlandse NGO’s die werken op het gebied van humanitaire hulp, ontwikkeling, mensenrechten en vrede. Na de Koude Oorlog zijn zij in toenemende mate begonnen met interventies in conflictgebieden. Vaak zijn die activiteiten met vallen en opstaan ontwikkeld, zonder veel steun vanuit onderzoek en theorievorming. Ook het onderzoek naar deze activiteiten staat nog in de kinderschoenen. Hierbij komen vragen die aan de orde, als wat kunnen NGO’s in diverse fasen van een conflict doen, welke relatie bestaat tussen lokale en internationale NGO’s, wat is de relatie met en invloed op lokale en internationale overheden? Ook is het de vraag of en hoe de antwoorden op dergelijke vragen verschillen voor organisaties die zich inzetten voor humanitaire hulp, ontwikkeling, mensenrechten of vrede. In het college wordt de nadruk gelegd op beleid, concrete activiteiten en dilemma’s van Nederlandse NGO’s betreffende vredesopbouw en conflictpreventie en worden theoretische aanzetten voor onderzoek en analyse naar hun activiteiten behandeld. Van de deelnemers aan de cursus wordt verwacht dat zij aan de hand van de bestudeerde literatuur een kritische beschouwing schrijven over de analyse van de activiteiten van een Nederlandse NGO. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt Capita Selecta uit de polemologie Vakcode: CI 11 (CI 11a) Periode: 12 mei - 30 juni2006, vrijdag 10.45 - 12.30 uur Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docenten: drs B. Schennink, drs L. Wecke Onderwijsvorm: werkcollege, werkstuk/ mondeling tentamen Toelichting Dit werkcollege is een nadere kennismaking met en analyse van een aantal polemologische theorieën en visies inzake conflict en conflictpreventie. Wecke besteedt aandacht aan: polemologische theorievorming, oorzaken van conflicten, legitimatieprocessen betreffende interventie in conflicten, en veiligheidstheorieën. De deelnemers kiezen een of meer artikelen waarvan zij de inhoud kritisch bespreken. Bij Schennink kiest de student een thema uit de volgende gebieden van polemologische theorievorming: democratisering van buitenlands beleid; vredesbeweging en sociale bewegingstheorie; oorlog en identiteit: strijd tussen civilisaties, rol van nationalisme; democratie, democratisering en vrede. De student maakt een eigen probleemstelling en onderzoeksopzet betreffende het gekozen thema. De mogelijkheid bestaat om in overleg met de docenten een deel van de literatuur af te stemmen op de voorkeur of belangstelling van de student. Literatuur Syllabus 273
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuurtentamen Polemologie Vakcode: CI 12 (CI 12a) Periode: gehele jaar Studiepunten: 4 ECTS (6 ECTS) Docenten: dr H.W. Bomert, drs J. van der Lijn, prof.dr A. Pauwels, drs B. Schennink, drs L. Wecke Onderwijsvorm: mondeling tentamen Toelichting Voor studenten bestaat de mogelijkheid een literatuurtentamen op het terrein van de polemologie te doen. In overleg met de betrokken docent wordt het aantal studiepunten vastgesteld. Bij de vaststelling van de literatuurlijst kan rekening worden gehouden met de voorkeur van de student. Literatuur Wordt in overleg met de student vastgesteld. Stage, scriptie Vakcode: Periode: Studiepunten: Docenten: Toelichting
Literatuur
274
CI 13, C 16 gehele jaar 17 ECTS dr H.W. Bomert, drs J. van der Lijn, prof.dr A. Pauwels, drs B. Schennink, drs L. Wecke Voor studenten die in hun afstudeerfase een belangrijk accent op polemologie willen leggen, bestaat de mogelijkheid een stage en/of scriptie met een polemologische invalshoek te kiezen. De student moet in staat zijn ontwikkelingen en verschijnselen op het gebied van oorlog en vrede zelfstandig te kunnen analyseren op basis van kennis van polemologische begrippen en benaderingen. De thema’s worden in overleg met de student vastgesteld. De hiermee verbonden onderdelen zijn: een polemologische stage, die zowel een onderzoeks- als een beleidskarakter kan hebben; een scriptie over een polemologisch onderwerp en het participeren in een practicum of werkcollege. Wordt in overleg met de student vastgesteld.
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
Institute for Gender Studies De Oorlog tegen de Ander. Nieuwe polariseringen en gender. Code: VSB 9202 Tijdstip: 1e semester, dinsdag 6 september t/m 29 november 2005, 15.45 tot 17.30 uur. Plaats: Erasmusgebouw, zaal 2.54 ECTS: 6 Onderwijsvorm: hoorcollege. Onderwijsniveau: postpropedeuse Toetsingsvorm: Schriftelijk tentamen. Deelname aan rollenspel (of alternatieve opdracht) en formulering van vraag of discussiepunt voor afsluitend college (inleveren uiterlijk 23 nov. via Blackboard) zijn voorwaarde voor deelname aan tentamen. Coördinatie: Dr. G. Dresen, Facultaire Unie Filosofie & Theologie, Erasmusplein 1, kmr. 13.14, tel. 024-3612488, e-mail
[email protected]. Inschrijving : via KISS, zie bij ‘Overzicht Administraties’, SOCW, code VSB 9202 Inhoud : Nederland kent inmiddels haar eigen versie van de Amerikaanse war on terror. En ook al valt het woord oorlog niet altijd expliciet, er wordt toch steeds vaker en steeds openlijker gesproken van ‘wij’ en ‘zij’. Scheidslijnen en de bijbehorende stigmatisering van de ander zijn niet langer taboe. Politieke correctheid heeft plaats gemaakt voor verdekte of onomwonden oorlogsretoriek. De van hoger hand verklaarde oorlog tegen terrorisme en (moslim)fundamentalisme is, behalve politieke realiteit, vooral ook een goed voorbeeld van symbolische, ideologische oorlog tegen de ander. Er wordt een ‘ander’ geconstrueerd: de niet-westerse, Arabische, islamitische, en terroristische ander die fundamenteel verschilt van het westerse, christelijke, democratische zelf. Waar komen deze nieuwe polariseringen van ‘wij’ en ‘zij’, zelf en ander, vandaan? En wat hebben ze te betekenen? In deze collegereeks zal het gaan om de relatie tussen zelf en ander, en de rol van gender daarin. Wij zullen zien hoe een ‘zelf’ of groepsidentiteit niet ontwikkeld kan worden zonder een ‘ander’; en omgekeerd. En we onderzoeken hoe dit fundamentele identiteitsprincipe in bepaalde historische contexten verscherpt wordt tot een oorlog - een oorlog die met wapens of in de media of indirect via symbolen wordt uitgevochten. Centraal in al deze processen staat de structurele rol van gender. Bij het uitvergroten van de tegenstellingen en polarisaties, wordt vaak teruggegrepen op een bekende tegenstelling: die tussen mannen en vrouwen. In dit college zullen we ingaan op de complexe en niet eenduidige manier waarop dit gebeurt. Waarom is bijvoorbeeld de sluier symbool geworden van de andersheid van moslims? En maakt het uit dat Ayaan Hirsi Ali een vrouw is, of Ousama Bin Laden een man? We kijken daarbij vooral naar 275
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
het zelf/ander onderscheid zoals dat vanuit westers gezichtspunt geconstrueerd wordt. In de verschillende bijeenkomsten zullen de volgende vragen aan de orde komen: wat is de psychologische en filosofische achtergrond van de zelf/ ander of wij/zij verhouding? (eerste college). Welke rol spelen representaties daarin? (tweede college). Wat is het verband tussen het zelf/ander onderscheid en oorlog? (derde college). In hoeverre is de oorlog tegen de ander niet ook een oorlog tegen de ander in jezelf? (vierde college). Het thema zal verder uitgewerkt worden aan de hand van verschillende concrete verschijnselen, praktijken en contexten. Zo zullen het inmiddels wijd verspreide beeld van de terroristische ander (zesde college) en de ‘gendering’ van de oorlog tegen het terrorisme (achtste college) aan een onderzoek onderworpen worden. Ook zullen verschillende soorten anderen de revue passeren – moslims, homo’s, vrouwen, fundamentalisten, gehandicapten et cetera – en zal hun rol in Westerse organisaties geanalyseerd worden (elfde college). Om aan den lijve te ondervinden hoe het is om verwikkeld te zijn in een wij/zij situatie wordt een lange bijeenkomst gewijd aan een rollenspel (vijfde college). Feminist Classics code: VSB9012/VSB 9013 Semester: second semester, Thursday 15.45-17.30 hrs ECTS: 4/6 ECTS Methods: seminar; students are expected to prepare and actively participate in class discussion. Level: master, advanced bachelor Exam: paper Literature: A reader with the selected texts will be available at the Centre for Women’s Studies, Thomas van Aquinostraat 2.01.27. Lecturers: dr. V. Vasterling, Erasmusgebouw 16.02, tel. 024-3612165 and dr. L. Plate, Erasmusgebouw 12.20, tel. 024-3611068 e-mail:
[email protected] en
[email protected] Consultation by appointment Registration: KISS, see SOCW, code VSB 9012 or VSB 9013 Contents: This course will focus on texts by and about classic feminist authors as, for example, Christine de Pisan, Mary Wollstonecraft, Virginia Woolf and Simone de Beauvoir. Though diverse in content and style, all texts start from the same basic assumption, i.e. that the subordinate or inferior position of women is unjustified. Feminist authors have different explanations and opinions concerning the reasons and possible remedies of this state of affairs though there is also continuity in the type of issues they address. The texts will be used to elucidate and analyze the development of ideas concerning the role and position of women in Western society and culture. Attention will be paid to topics that keep returning in the texts, for 276
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
example, education, marriage, morals. In order to understand where they come from the ideas will be situated in, and discussed from, the viewpoint of their historical, political, cultural and philosophical contexts.
277
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Overige keuzevakken Bedrijfsethiek Cursuscode ECTS Opleidingen Jaar Trimester/semester Blok Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
BKV05 6 BW KV 1 n.v.t. 3 werkstukken; schriftelijk tentamen open vragen Nederlands Becker, Dr. M.J. Dr. M. Becker geen Ja Kennis: Inzicht in de groeiende rol die ethiek speelt in beslissingen op de bedrijfswerkvloer. Inzicht in de voornaamste ethische theorieën Cursusbeschrijving De cursus onderzoekt eerst de rol van de morele motivatie binnen de harde economische praktijk. Ook al gaat het in het bedrijfsleven primair om geld verdienen, men kan niet heen om ethische overwegingen. Dit blijkt ook uit (binnen de populaire management-literatuur) veel voorkomende begrippen als ’bedrijfsintegriteit’, ’authentiek leiderschap’ en ‘verantwoordelijkheid’. In een kritische dialoog met de praktijk krijgen deze termen een invulling, en ethische theorieën en hun toepassingen een bespreking. De cursus kent een drietal onderdelen: in het eerste deel maakt de student kennis met aard en structuur van moraliteit. Hij leert hoezeer moraliteit aanwezig is in bedrijfsactiviteit, onder andere in zaken als arbeidsethos en de bedrijfscodes. Een (h)erkenning van de morele dimensie leidt tot fundamenteel inzicht in de spanning tussen ethiek en bedrijfsmatige activiteit; in het tweede deel krijgen ethische theorieën als plichtsethiek, gevolgenethiek en deugdethiek aandacht; in het derde deel staat casuïstiek centraal. Men dient dit in brede zin op te vatten: er worden enkele grotere thema’s gepresenteerd waarbinnen bespreking van de concrete gevallen een plaats kan vinden. Aan bod komen onder andere corruptie, bedrijfscultuur, marketing/advertentie en morele problemen bij multinationale ondernemingen. Literatuur Bij aanvang van de cursus is een reader beschikbaar
278
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
Business English Course code IBK2001a ECTS 6 Programme BW Year KV Semester/trimester 2 Period 1 and 2 Specialization Test Attendance and active participation, homework and classwork set as assignments such as letters and presentations, written business reports, grammar and business vocabulary test Language English Course coordinator Mellion, M.J., MA Lecturer Ms. Michelle J. Mellion, MA in English Entry level Students should have had several years of previous English language instruction so that they have reached at least the Vantage proficiency level of 3, set as B2 according to the ALTE (Asssociation of Language Testers in Europe). The Council of Europe has set up these levels within the Common European Framework. A QPT (Quick Placement Test) can be taken via the International Office in order to determine a student’s language proficiency in English if there is any uncertainty concerning the level. Optional course Yes Objectives At the end of the course students should be able to: - communiciate in English within an organizational context - apply the knowledge to their own fields of study - use business terminology when writing texts in English - increase their cultural awareness when doing business abroad and at home Description This course aims to help students develop better oral communication skills which will enable them to function more effectively in business situations and to improve their writing skills so that they can produce good, clear and to-the-point business documents in English. In addition, students can gain more insight into the phenomenon of cross-cultural diversity in international business and in particular, the role of English as a lingua franca used in conducting meetings and negotiations. During the course students will be required to carry out various assignments which serve to reinforce language skills in English, such as giving a presentation or writing a project report. This course is especially useful for those students who have had no prior acquaintance with the field of business, and who feel as if they need to improve both their oral and written command of English. Special emphasis will be placed on speaking, whether it be giving a presentation or conducting business negotiations in the form of role plays and simulations. The course also focuses on developing those skills used when corresponding, writing reports, etc., with particular at279
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literature
tention being paid to implementing correct style, structure and coherence in the writing of business English. - Course syllabus Business English and handouts from the lecturer, BBC website ‘Learning English’.
Economie en waarde: de calculerende burger en diens pluralisme Cursuscode BKV11a ECTS 6 Opleidingen ECON Jaar KV Trimester/semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm paper, presentatie en afsluitend gesprek Taal Nederlands Cursuscoördinator Peil, dr. J.J.M. Docenten prof.dr. T. van den Hoogen, dr. J. Peil, en prof.dr. I. van Staveren Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen De student is bekend met en heeft inzicht in de heersende visies op - de relatie tussen economie, normen en waarden, en religie - de competenties van de wetenschappelijke disciplines economie, ethiek en theologie. De student kan aspecten van zingeving in een economisch debat herkennen, benoemen en duiden in relatie tot de scholen in de economie, de ethiek en de theologie. Cursusbeschrijving In tegenstelling tot wat zowel veel economen als menig filosoof beweren verwerpt deze cursus de idee dat economie en ethiek gescheiden domeinen zijn. De economische praktijk kent ethische dimensies door het keuzeprobleem van wat en hoe er geproduceerd moet worden in de samenleving. Ethische problemen hebben een economische dimensie omdat ze zich niet kunnen onttrekken aan de realiteit van schaarste: de beperkte hoeveelheid middelen om doeleinden te bereiken. Er ontstaat in de economie aandacht voor pluralisme in de beleving van behoeften en behoeftebevrediging en voor pluraliteit in leefstijlen. Dit roept de vraag op of economische preferenties niet onderzocht dienen te worden als waardeaspecten van een wereldbeeld. De cursus onderzoekt daartoe het raakvlak tussen moraal en economische rationaliteit door in te gaan op spirituele en morele dimensies van rationaliteit. Dit onderzoek zal plaats vinden vanuit drie ethische perspectieven: het utilisme, de deontologie en de deugdenethiek. Deze zullen niet alleen worden betrokken op de motivaties en het gedrag van het individu maar ook op de rol van de markt, de overheid en de onbetaalde zorg in de economie. Literatuur Wordt t.z.t. bekend gemaakt. 280
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
Gender in organisaties Cursuscode BKV07a ECTS 6 Opleidingen BW Jaar KV Trimester/semester 1 Blok 1 Specialisatie Tentamenvorm schriftelijk tentamen en opdrachten Taal Nederlands Cursuscoördinator Benschop, dr. Y.W.M. Docenten dr. Y. Benschop Voorkennis geen Keuzevak Ja Doelstellingen Na afloop van de cursus kunt u verschillende verschijningsvormen van genderonderscheid in de dagelijkse praktijk van organisaties herkennen en analyseren. Tevens kunt u een analyse maken van de organisatieprocessen waardoor het genderonderscheid steeds opnieuw ge(re-)produceerd wordt. Tenslotte kunt u de veronderstellingen over gender herkennen die ten grondslag liggen aan vormen van personeelsmanagement en kunt u deze veronderstellingen op hun merites beoordelen. Cursusbeschrijving Deze cursus biedt een overzicht van de grondbegrippen en debatten op het terrein van gender in organisaties. Dit onderzoeksterrein bevindt zich op het kruispunt van organisatiestudies en vrouwen/ genderstudies. Vanuit organisatiestudies worden de posities van mannen en vrouwen en de gendered arbeidsverdeling doorgaans te weinig belicht. In deze cursus zullen we aan de hand van een combinatie van inzichten en concepten uit vrouwenstudies en organisatiestudies inzicht verkrijgen in de dynamiek van het genderonderscheid, zoals dat in arbeidsorganisaties vorm krijgt. Daarbij wordt een kritische benadering gebruikt om tot een reconstructie te komen van de verschijningsvormen en betekenissen van gender in organisaties. De cursus biedt een analysekader om de complexe processen die ten grondslag liggen aan de (re)productie van het genderonderscheid in organisaties in kaart te brengen. De wijze waarop de structuur en cultuur van de organisatie en de wijze waarop organisatieleden met elkaar omgaan en zichzelf en anderen identificeren elkaar wederzijds beïnvloeden staat daarbij centraal. Aandacht wordt besteed aan het identificeren van verschillende verschijningsvormen van het genderonderscheid, aan de betekenis ervan voor de organisatiepraktijk en aan de organisatieprocessen die het (re)produceren. Er wordt een relatie gelegd tussen gender in organisaties en de rol van het personeelsmanagement aan de hand van een alternatief model voor personeelsmanagement, dat expliciet de aandacht 281
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
vestigt op genderprocessen en -verhoudingen in organisaties. Tekstenbundel Gender in organisaties
Maatschappelijk ondernemen met grond en locaties Cursuscode BKV27 ECTS 6 Opleidingen PLAN Jaar KV Trimester/semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm Schriftelijk tentamen (open boek). Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met bijdragen van de studenten in de voorbereiding van colleges. Taal Nederlands Cursuscoördinator Kam, prof. dr. ir. G.R.W. de Docenten prof.dr.ir. G.R.W. de Kam gastdocenten: drs. R. Hagens (woningcorporatie Woondrecht) drs. H. van Ganzenwinkel (KAW advies) drs. H. Pepers (zorginstelling Vizier) Voorkennis Het keuzevak sluit het beste aan bij het kennisniveau van studenten in het laatste jaar van de bacheloropleidingen, dan wel de masteropleidingen van de faculteit. Keuzevak Ja Doelstellingen De student die deze cursus heeft gevolgd kent de inhoud van het begrip maatschappelijk ondernemen, en kan dit plaatsen in het nationale en internationale discours over rollen van markt, staat, burgers en non-profitorganisaties. De student kan dit begrip zelfstandig hanteren in de context van strategieën van en condities voor het handelen van corporaties en aanbieders van wonen met zorg, met name gericht op het omgaan met grond, locaties en het daarmee verbonden vastgoedbeheer. Cursusbeschrijving Wat is maatschappelijk ondernemen en hoe is de actuele belangstelling voor dit onderwerp te verklaren. Begripsafbakening ten opzichte van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Toelichting aan de hand van de praktijk van woningcorporaties en organisaties die wonen met zorg aanbieden, in het bijzonder met betrekking tot hun optreden op de grondmarkt en bij het (her)ontwikkelen van locaties. Wat betekent maatschappelijk ondernemen voor het management: bedrijfseconomisch (rendement, winstbestemming, waardering van activa, benchmarking, externe verantwoording), human resources, en als strategie om een bijzondere positie op de markt te krijgen. Welke condities mag de overheid stellen om maatschappelijke ondernemingen te steunen, in het licht van mededingingsregelingen en zich ontwikkelend Europees beleid? In twee werkcolleges wordt casuïstiek uitgewerkt op het terrein van de (her) 282
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
Literatuur
ontwikkeling van locaties voor wonen en wonen met zorg. Een deel van de literatuur is te vinden op internet. De overige literatuur wordt opgenomen in een reader.
Innovatie zorgbeleid Cursuscode BKV03 ECTS 6 Opleidingen BW Jaar KV Trimester/semester 2 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm Werkstuk Taal Nederlands Cursuscoördinator Hout, Prof. dr. A.C.A. Van Den Docenten Prof. dr A.C.A. van den Hout Voorkennis Propedeuse of Kandidaats in de Sociale Wetenschappen, Medische Wetenschappen en of Management Wetenschappen. Keuzevak Ja Doelstellingen Kennis: De student moet aan het eind van de cursus de volgende dingen tot hun bagage kunnen rekenen: Kennis hebben van de inhoud van de belangrijkste concepten die in de gezondheidszorg worden gehanteerd Inzicht in het beleid dat in de gezondheidszorg zowel op overheidsniveau als op instellingsniveau wordt gevoerd Inzicht in de relatie tussen beleidsbegrippen als vraagsturing, marktmechanismen, budgettering, privatisering, zorgketens, PGB. DBC, en de beleidsconsequenties daarvan. Bewustzijn van de complexiteit van strategische problemen die het vernieuwingen in de zorg betreffen. Kennis hebben over de ’state of the art’ op het gebied van strategisch management van zorginstellingen Vaardigheden: De student moet aan het eind van de cursus een instelling betrokken bij de gezondheidszorg (overheid, financiers, zorgaanbieders, prive-klinieken, sponsoren in de zorg, etc) kunnen doorlichten voor wat betreft dynamiek en innovatiekracht en moet over het beleid van deze instellingen kritisch in het publiek kunnen reflecteren. Cursusbeschrijving Programma werkcolleges: Deel 1 Kennismaking met begrippen en de impact op zorgbeleid 1ste college Over veel weten we (te) weinig Programma-uitleg 283
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literatuur
theoretische ’Rundschau’ hoofdfiguren en kernbegrippen vanuit de sociologische invalshoek Innovatie en beleid als kernbegrippen 2de college Veel weten over weinig leidt tot een bepaalde beleidsinvulling Medisch sociologische invalshoek: hoofdfiguren en kernbegrippen toegepast op beleidsontwikkeling en beleidsimplementatie (vervolg) implicaties voor beleid: marktwerking en strategische positionering van partijen 3de college Ook managers in de zorg denken aan de centen (gastspreker: Drs. E. Hemrica) kernbegrippen vanuit de economische invalshoek de praktijk aan het woord: een andere kijk op beleidsimplicaties opdracht: vertaling naar de financiële reorganisatie van het zorgstelsel Bedrijfsbezoek Canisius Wilhelmina Ziekenhuis te Nijmegen (datum af te spreken in het eerste college) Deel II Werkvelden en beleidsterreinen 4de college Bedrijfsmatige invalshoek: geen zorgvragers geen gezondheidsbedrijf Werkvelden en beleidsterreinen vanuit de ervaringen van de consumentpatiënt 5de college Wat is het effect van de transpositie van de bedrijfsoptiek naar de gezondheidszorg - Beleidsverschuivingen en actuele ontwikkelingen in de zorgorganisatie Deel III Innovatie van beleid in de gezondheidszorg 6de college Toekomstperspectief gezondheidszorg in staat van vernieuwing: innovatie + bedrijfsaanpak + privatisering transmurale zorg en ketenzorg de reorganisatie van het zorgaanbod, privatisering en marktpositionering en internationale vergelijking opdracht: het ziekenhuis, de zorgcircuits in de toekomst A.C.A. van den Hout: syllabus 2005 (wordt in de eerste bijeenkomst verstrekt) en aangereikte literatuur w.o. tijdschriften, etc.
Politiek, macht en gender Cursuscode BKV02a ECTS 5 Opleidingen POL Jaar KV Trimester/semester 2 Blok 1 284
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
Specialisatie Tentamenvorm Taal Nederlands Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen
deelname, opdracht en open boek tentamen
Verloo, dr. M.M.T. Dr. M. Verloo geen Ja Deelnemers zijn na de cursus in staat actuele discussies in de vrouwenstudietijdschriften te begrijpen. Zij hebben een begin gemaakt met het vormen van een eigen theoretisch standpunt. Zij zijn in staat maatschappelijke verschijnselen vanuit theoretische perspectieven te bestuderen. Cursusbeschrijving De cursus behandelt zowel theoretische concepten als maatschappelijke verschijnselen. Concreet gaat het over: theoretische stromingen binnen vrouwenstudies, vooral voor zover die relevant zijn voor het begrijpen van politieke vraagstukken: socialisatietheorieën, (neo)marxistische theorieën en (neo) psychoanalytische theorieën, vertooganalyse centrale begrippen: democratie, feminisme, gender, macht, patriarchaat, moraal (`ethics of care’ en `ethics of justice’), gelijkheid en verschil, constructie en deconstructie, autonomie en individualisering sekseverschillen in politieke participatie relatie feminisme en burgerschap: identiteitspolitiek, cyborgfeminisme Literatuur nader op te geven artikelen
Public Administration and Public Space Course code IBO9010 ECTS 6 Programme BK Year KV Semester/trimester 2 Period 1 Specialization Test written exam Language English Course coordinator Goverde, prof. dr. H.J.M. Lecturers Prof. Dr. Henri Goverde Entry level none Optional course Yes Objectives The course aims at understanding the relationship between politics, public administration and public space. Description The major topics are politics, power, public organisations and public domain (key concepts); mechanisms of public space (economy, technology, arts); representation of power in the built environment; reading power 285
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
Literature
and (green)landscapes; democracy and interiors of public buildings (USA council rooms), architecture, power and national identity (parliaments); policy and public space in capitals (Washington, Brasilia, Berlin, Helsinki, London, Paris). Besides studying compulsory literature, students will hand in an assignment on comparative observation of public spaces in Nijmegen. Hajer, M. and A. Reijndorp (2000), In search of New Public Domain, Nai Publishers; Reader with recent articles and papers
Economic Globalisation and Ethics Cursuscode BKV17 ECTS 6 Opleidingen ECON Jaar KV Trimester/semester 1 Blok n.v.t. Specialisatie Tentamenvorm written exam + paper Taal English Cursuscoördinator Staveren, prof. dr. I.P. van Docenten Prof. A.J.M. van den Hoogen Prof.dr. I.P. van Staveren Voorkennis introductory economics Keuzevak Ja Doelstellingen to enable students to understand the process of economic globalisation as both an economic and a moral process Cursusbeschrijving The course questions the position of many economists and policy makers that globalization and ethics are independent domains. The globalizing economy has clear ethical dimensions, relating to distributive justice of benefits and costs of globalization, its contribution to material wellbeing as well as its livelihood risks, and its contributions to and limitations for a flourishing life for the world’s inhabitants. Equally, ethical reflection cannot escape the reality of scarcity and hence the need to ’economize’, that is, the necessity of making choices, involving trade-offs in the light of scarce resources, and the logic of pursuing gains from trade. The course will discuss issues such as global financial instability, the new global division of labor, international distributive justice, the role of religion, the nation state, and institutions, and alternatives such as regional trade, global social standards, and social tariffs. The essay will be 50 per cent of the test and the written exam will also be 50 per cent of the test. Literatuur Reader.
286
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
287
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
288
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
289
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
290
K EUZE VA K K EN EN OVERIG A A N BOD
291
STUDIEGIDS BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 2005 - 2006
292