EINDRAPPORT Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie
Betrokkenen: Sacha Vuijk Diana de Graaf Marjolijn Thijsse Heleen Pinkse
CBM BECO Groep BV BECO Groep BV BECO Groep BV
BECO Groep BV Zwolle / Rotterdam, november 2002
“Aan dit project is in het kader van het Besluit Milieusubsidies, regeling milieugerichte technologie een subsidie verleend uit het programma Productgerichte Milieuzorg 2002 dat gefinancieerd wordt door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Novem beheert dit programma.” Novem projectnummer: 366100/2041
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
1
VERKORTE SAMENVATTING
Doelstelling van het project ”Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie’ is het verspreiden van de kennis en ervaringen uit het proefproject naar grotere aantallen meubelproducenten, zodat deze de voordelen van PMZ inzien en PMZ integreren in hun bedrijfsvoering. Het project richt zich voornamelijk op zelfspecificerende bedrijven die lid zijn van de Centrale Bond van Meubelfabrikanten. Het project is gestart met een voorlichtingsactie, gericht op de gehele branche waarin de voordelen van PMZ, het bestaan van de handleiding en de PMZ quick scans werden gecommuniceerd. Vervolgens is een website ontwikkeld waarop bedrijven actuele informatie kunnen vinden die hen ondersteunt bij de invoering van PMZ. Onderdeel van deze website is ECO-it, een eenvoudig gereedschap om de milieubelasting van een product uit te rekenen. In de PMZ Meubel Quick Scan is door een BECO adviseur bij een bedrijf in kaart gebracht welke mogelijke voordelen PMZ voor dit specifieke bedrijf kan hebben en welke kansen en liggen. De 25 deelnemende bedrijven waren zeer divers, wat betreft de grootte van de bedrijven, de organisatie, producten en activiteiten. Tijdens de werving en uitvoering van de scans is gebleken dat in de werkelijkheid veel minder bedrijven bekend zijn met PMZ dan verwacht. In het project zijn extra ervaringen opgedaan, die relevant zijn voor veel andere bedrijven. Hieruit zijn branchespecifieke vuistregels opgesteld die waardevol zijn voor een zeer brede groep meubelbedrijven. Om de bekendheid en de verdere invoering van PMZ te stimuleren zijn de resultaten verspreid op de Internet-website van de CBM en branchenieuwsbrieven en vaktijdschriften. 2
TREFWOORDEN
Duurzaam Eco-design Kennisoverdracht Meubel Meubelen Meubelindustrie Milieuzorg Ontwerpen PMZ Productgerichte Milieuzorg
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
SHORT SUMMARY
The distribution of knowledge and experiences gained in a pilot project to a large amount of furniture companies is the main objective in the project “Knowledge Transfer of Product Oriented Environmental Management (POEM) in the furniture industry”. This stimulates the implementation of POEM in the furniture industry. This project is addressed to developing and producing companies joining the industry sector organisation “Centrale Bond van Meubelfabrikanten”. The project started with an information campaign to the whole furniture sector, communicating the advantages of POEMS, the sector specific manual and the POEMS Quick Scans. A website was developed with actual information for companies, supporting them with the implementation of POEM. ECO-it, which is a simple tool to calculate a product’s environmental impact, forms a specific part of the website. In the Quick Scans a BECO consultant analysed the advantages of POEMS and the opportunities for POEM in the specific company. The 25 participating companies varied in size, type of organisation, products and activities. During the acquisition of the Quick Scans and during the scans themselves it appeared that fewer companies were familiar with POEMS than expected. The experiences that were gained during this project resulted in sector specific thumb rules that are very useful for a broad group of furniture companies. The distribution of the project results on the internet website of the CBM and in sector specific newsletters and magazines will lead to a larger publicity and stimulation of the implementation of POEMS in the furniture sector. KEY WORDS
Design Eco-design Environmental Management Furniture Furniture industry Knowledge Transfer Piece of furniture POEMS Product Oriented Environmental Management Sustainable
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
3
SAMENVATTING
Het project ”Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie’ is opgestart om de kennis en ervaringen uit het proefproject ‘Haalbaarheid en ontwikkeling Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie’ naar grotere aantallen meubelproducenten te verspreiden. Het project is uitgevoerd door BECO Groep BV, PRé Consultants (softwaretool Eco-indicatoren) en Syntens Innovatienetwerk voor ondernemers (o.a. werving). Naast de bijdragen van de deelnemende bedrijven, het Subsidieprogramma PMZ 2000 en de CBM, is een aanzienlijk deel van de financiering afkomstig van de Provincies Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. In het Subsidieprogramma Stimulering Productgerichte Milieuzorg 2000 is door de CBM nog een project ingediend, het betreft het project ‘Productgerichte Milieuzorg bij een cluster van meubelbedrijven’. Het kennisoverdrachtproject en het clusterproject zijn zo opgezet dat ze elkaar versterken en aanvullen. Doelstelling Doelstelling van het project is het verspreiden van de kennis en ervaringen uit het proefproject naar grotere aantallen meubelproducenten, zodat deze de voordelen van PMZ inzien en PMZ integreren in hun bedrijfsvoering. Het project richt zich voornamelijk op zelfspecificerende bedrijven die lid zijn van de Centrale Bond van Meubelfabrikanten. In onderstaande tabel is de doelstelling gespecificeerd per doelgroepsegment. Tabel. Doelstelling per doelgroepsegment Doelgroepsegment
Doelstelling
CBM-leden die nog onbekend zijn met productgerichte milieuzorg (ca. 300 bedrijven)
Kennis: Na afloop van het project is productgerichte milieuzorg een bekend begrip bij vrijwel alle bedrijven (90%) uit het segment. Een vijfde van de bedrijven kent bovendien de potentiële voordelen voor het eigen bedrijf. Houding: Meer dan de helft van de bedrijven uit het segment staat na afloop van het project positief t.o.v. PMZ Gedrag: Een vijfde van de bedrijven uit het segment overweegt na afloop van het project de mogelijkheden voor toepassing van PMZ. Circa 10% gaat daadwerkelijk aan de slag met de toepassing van PMZ. Kennis: Vrijwel alle bedrijven (90%) uit het segment weten toegang te vinden tot uitgebreide actuele kennis over PMZ. Houding: Tweederde van de bedrijven uit het segment staat positief tegenover toepassing van PMZ in het eigen bedrijf, en realiseert zich dat het daarvoor toegang heeft tot veel relevante kennis via de handleiding en de website. Gedrag: Een aanzienlijk gedeelte van de bedrijven uit het segment is na afloop van het project actief met de toepassing van PMZ in het eigen bedrijf.
CBM-leden met reeds (latente) interesse voor PMZ (ca. 100 bedrijven)
BECO Groep BV
3
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Projectaanpak Er is voor gekozen om de bedrijven die nog onbekend zijn met PMZ op laagdrempelige en zeer directe wijze worden te informeren over PMZ en de mogelijke voordelen voor hun bedrijf. Dit is gedaan door een combinatie van enerzijds algemene voorlichting via artikelen en bestaande bijeenkomsten en intensieve kennisoverdracht via quick scans anderzijds. Bedrijven die al enigszins bekend zijn met PMZ worden aangezet tot acties op het gebied van PMZ door gemakkelijk toegankelijke informatie beschikbaar stellen. Dit wordt gedaan door een combinatie van verspreiding van de PMZ-handleiding en een website met actuele aanvullende informatie. Proces Fase 1: Voorlichting en werving Het project is gestart met een voorlichtingsactie, gericht op de gehele branche waarin de voordelen van PMZ, het bestaan van de handleiding en de PMZ quick scans werden gecommuniceerd. De voorlichting bestond uit direct mailing, persberichten en publicaties en collectieve voorlichting op bijeenkomsten. Ook zijn bedrijven geworven via direct mailing en telefonisch contact. Gezien de reacties van de bedrijven leek het alsof de financiële drempel mogelijk te hoog was, waarna is besloten de scans kosteloos uit te voeren. Fase 2: Ontwikkelen aanvullende hulpmiddelen In fase 2 is een website ontwikkeld waarop bedrijven actuele informatie kunnen vinden die hen ondersteunt bij de invoering van PMZ. Onderdeel van deze website is ECO-it, een eenvoudig gereedschap om de milieubelasting van een product uit te rekenen. Fase 3: Uitvoering quick scans In de PMZ Meubel Quick Scan is door een BECO adviseur bij een bedrijf in kaart gebracht welke mogelijke voordelen PMZ voor dit specifieke bedrijf kan hebben. Het resultaat van de quick scan was een beknopt rapport met een actieplan waarin de mogelijke voordelen van PMZ specifiek voor het bedrijf in beeld worden gebracht en voorbeelden van kansrijke verbetermogelijkheden worden gegeven. Fase 4: Overleg, coördinatie en projectrapportages In het projectvoorstel waren vier overlegmomenten voorzien met een begeleidingsgroep. Deze groep bestaat uit vertegenwoordigers van CBM, deelnemende Provincies, meubelproducenten, Syntens, Novem en BECO. Fase 5: Verspreiding van de projectresultaten In het project zijn extra ervaringen opgedaan, die relevant zijn voor veel andere bedrijven. Om de bekendheid en de verdere invoering van PMZ te stimuleren worden de resultaten verspreid op de Internet-website van CBM en branchenieuwsbrieven en vaktijdschriften.
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Conclusies De conclusies zijn ingedeeld op basis van de delen van het project, namelijk de algemene conclusies, de website, de werving en de scans. Algemene conclusies - In de meubelindustrie lijkt nog nauwelijks op strategische wijze producten te worden ontwikkeld. Weinig bedrijven spelen in op ontwikkelingen in de omgeving om van daaruit richting te geven aan hun producten. Productontwikkeling is niet innovatief en in veel gevallen nog gebaseerd op bestaande modellen en technische aanpassingen. Dit lijkt een belemmering te zijn bij het oppakken van PMZ. - De meeste bedrijven zien geen bedreiging vanuit de overheid om iets aan de milieuaspecten van hun product te doen. - Enkele bedrijven zien ontwikkelingen bij klanten waardoor zij zelf ook wat aan milieu willen doen. Het ontbreken van de vraag naar “milieuvriendelijke” producten door de (particuliere) consument leidt ertoe dat bedrijven geen noodzaak zien met dit onderwerp aan de slag te gaan. Ontwikkelde hulpmiddelen: - Met behulp van Internet kan actuele en complete informatie over PMZ worden aangeboden waarop gericht kan worden gezocht door bedrijven. Werving: −
Tijdens de werving van de scans is gebleken dat in de werkelijkheid veel minder bedrijven bekend zijn met PMZ dan verwacht. De voordelen van PMZ zijn niet zichtbaar genoeg en het verschil met milieumaatregelen in het productieproces is nog onduidelijk voor veel bedrijven.
−
Het aanbieden van een scan tegen een vergoeding (hoe gering dan ook) blijkt een belangrijke drempel te hebben gevormd.
Scans - De deelnemende bedrijven zijn zeer divers, wat betreft de grootte van de bedrijven, de organisatie, producten en activiteiten. - De doorlichtingen en het opstellen van de milieuprofielen voor veel verschillende bedrijven hebben geleid tot uiteenlopende verbeterrichtingen. Hieruit zijn branchespecifieke vuistregels opgesteld die waardevol zijn voor een zeer brede groep meubelbedrijven. - Voor veel bedrijven werkt een milieuprofiel verhelderend om inzicht te krijgen in de milieuknelpunten van de producten. - Na afloop van het bedrijfsbezoek zijn de meeste deelnemende bedrijven enthousiast over PMZ. - Met de geadviseerde maatregelen kan een aanzienlijke winst worden behaald. - De meeste maatregelen leiden tot economische winst op langere termijn, enkele maatregelen leiden tot directe kostenbesparing.
BECO Groep BV
5
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
INHOUD 1
INLEIDING .................................................................................................................................. 1 1.1 Achtergrond....................................................................................................................... 1 1.2 Betrokkenen ...................................................................................................................... 1 1.3 Leeswijzer ......................................................................................................................... 1
2
OPZET PROJECT....................................................................................................................... 2 2.1 Doelstelling........................................................................................................................ 2 2.2 Onderbouwing projectaanpak ........................................................................................... 3 2.3 Projectfasering .................................................................................................................. 3 2.3.1 Fase 1: Voorlichting en werving 4 2.3.2 Fase 2: Ontwikkelen aanvullende hulpmiddelen 4 2.3.3 Fase 3: Uitvoering quick scans 4 2.3.4 Fase 4: Overleg, coördinatie en projectrapportages 5 2.3.5 Fase 5: Verspreiding van de projectresultaten 6
3
RESULTATEN ONTWIKKELING HULPMIDDELEN .................................................................. 7 3.1 www.PMZmeubel.nl .......................................................................................................... 7 3.2 Web Eco-it......................................................................................................................... 9 3.3 Gebruik website .............................................................................................................. 11
4
RESULTATEN QUICK SCANS................................................................................................ 13 4.1 Ontwikkeling methodiek .................................................................................................. 13 4.2 Werving en voorlichting................................................................................................... 13 4.2.1 Voorlichting 13 4.2.2 Werving 14 4.2.3 Resultaten werving bedrijven 18 4.3 PMZ Scan ....................................................................................................................... 19 4.3.1 Motivatie voor deelname 20 4.3.2 Deelnemende bedrijven 20 4.3.3 Bedrijfsbezoeken 23 4.3.4 Rapportage 25 4.3.5 Geadviseerde maatregelen 26 4.3.6 Verwachte winst 28 4.3.7 Reactie bedrijven 31 4.4 Kennisoverdracht van de projectresultaten .................................................................... 32 4.4.1 Communicatieplan CBM 32 4.4.2 Communicatie door de provincies 33
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ..................................................................................... 34 5.1 Ontwikkelde hulpmiddelen .............................................................................................. 34 5.2 Werving ........................................................................................................................... 34 5.3 Scans .............................................................................................................................. 36 5.4 Algemene conclusies en aanbevelingen ........................................................................ 37
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
BIJLAGE I: VRAGENLIJST DOORLICHTING.................................................................................... 1 BIJLAGE II: RAPPORT 'GOED MATRAS'.......................................................................................... 1 BIJLAGE III: VUISTREGELS .............................................................................................................. 1 BIJLAGE IV: OVERICHT MILIEUWINST EN ECONOMISCHE WINST VAN MAATREGELEN ....... 1
BECO Groep BV
7
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
4
4.1
INLEIDING
Achtergrond
Met het afronden van het project ‘Haalbaarheid en ontwikkeling PMZ in de meubelindustrie’ (19971999) kwam een toegankelijke, aantrekkelijk vormgegeven handleiding beschikbaar met een praktische methodiek voor invoering van PMZ bij meubelbedrijven. Eind 1999 werd de handleiding verspreid onder alle 550 leden van de Centrale Bond van Meubelfabrikanten (CBM). Gezien de positieve reacties (“Inhoudelijk van zeer goed niveau en geeft de nodige toegevoegde waarde voor bedrijven”) zijn er zeker bedrijven met de handleiding aan de slag gegaan. Veel CBM-leden zullen de handleiding met interesse hebben doorgenomen, maar toch niet tot actie zijn overgegaan. Redenen hiervoor zijn vooroordelen (“PMZ is niks voor mijn bedrijf”) en gebrek aan tijd, kennis en middelen. Het betreft hier dan niet het kleine aantal grote bedrijven met een sterke merknaam. Een aantal van deze grote bedrijven heeft zelfs een voortrekkersrol gespeeld in de ontwikkeling van PMZ en de aanverwante terreinen ketenbeheer en EcoDesign. Tegen deze achtergrond werd het project ‘Kennisoverdracht in de meubelindustrie’ opgezet. De doelstelling wordt verder besproken in het volgende hoofdstuk.
4.2
Betrokkenen
Het project is uitgevoerd door BECO Groep BV, PRé Consultants (softwaretool Eco-indicatoren) en Syntens Innovatienetwerk voor ondernemers (o.a. werving). Naast de bijdragen van de deelnemende bedrijven, het Subsidieprogramma PMZ 2000 en de CBM, is een aanzienlijk deel van de financiering afkomstig van de Provincies Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. Vertegenwoordigers van bovengenoemde partijen als ook van de doelgroepen hebben plaats in de begeleidingsgroep. In het Subsidieprogramma Stimulering Productgerichte Milieuzorg 2000 is door de CBM nog een project ingediend, het betreft het project ‘Productgerichte Milieuzorg bij een cluster van meubelbedrijven’. In het clusterproject wordt PMZ onder begeleiding geïmplementeerd bij een viertal bedrijven. Onderhavig kennisoverdrachtproject en het clusterproject zijn zo opgezet dat ze elkaar versterken en aanvullen.
4.3
Leeswijzer
Hoofdstuk twee geeft de oorspronkelijke opzet van het project weer. De resultaten van het project en de toelichting op de kleine aanpassingen die hebben plaatsgevonden zijn te vinden in hoofdstuk 3 en 4. De ontwikkeling van de hulpmiddelen wordt toegelicht in hoofdstuk 3 en de resultaten ten aanzien van de doorlichtingen zijn weergegeven in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 vindt u de conclusies en de aanbevelingen.
BECO Groep BV
1
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
5
OPZET PROJECT
5.1
Doelstelling
Doelstelling van het project is het verspreiden van de kennis en ervaringen uit het proefproject ‘Haalbaarheid en ontwikkeling Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie’ (oktober 1997november 1999) naar grotere aantallen meubelproducenten, zodat deze de voordelen van PMZ inzien en PMZ integreren in hun bedrijfsvoering. Dit moet leiden tot optimalisatie en innovatie in de productketen met voordelen voor zowel milieu als bedrijf. Het project richt zich met name op zelfspecificerende bedrijven die lid zijn van de Centrale Bond van Meubelfabrikanten. Overige meubelproducerende bedrijven worden echter niet geweerd. In onderstaande tabel is de doelstelling gespecificeerd per doelgroepsegment, zoals opgenomen was in het projectvoorstel. Tabel 1. Doelstelling per doelgroepsegment Doelgroepsegment
Doelstelling
CBM-leden die nog onbekend zijn met productgerichte milieuzorg (ca. 300 bedrijven)
Kennis: Na afloop van het project is productgerichte milieuzorg een bekend begrip bij vrijwel alle bedrijven (90%) uit het segment. Een vijfde van de bedrijven kent bovendien de potentiële voordelen voor het eigen bedrijf. Houding: Meer dan de helft van de bedrijven uit het segment staat na afloop van het project positief t.o.v. PMZ (en is geïnteresseerd in de mogelijkheden voor toepassing van PMZ in het eigen bedrijf). Gedrag: Een vijfde van de bedrijven uit het segment overweegt na afloop van het project de mogelijkheden voor toepassing van PMZ. Circa 10% gaat daadwerkelijk tijdens of direct na het project aan de slag met de toepassing van PMZ. Kennis: Vrijwel alle bedrijven (90%) uit het segment weten tijdens en na afloop van het project toegang te vinden tot uitgebreide actuele kennis die van belang is bij het oppakken en toepassen van PMZ. Houding: Tweederde van de bedrijven uit het segment staat positief tegenover toepassing van PMZ in het eigen bedrijf, en realiseert zich dat het daarvoor toegang heeft tot veel relevante kennis via de handleiding en de website. Gedrag: Een aanzienlijk gedeelte van de bedrijven uit het segment is na afloop van het project actief met de toepassing van PMZ in het eigen bedrijf.
CBM-leden met reeds (latente) interesse voor PMZ (ca. 100 bedrijven)
Het kennisoverdrachtproject onderscheidt zich van het clusterproject doordat het zich richt op een grotere groep bedrijven, gevestigd in heel Nederland. De resultaten van het clusterproject bij de vier bedrijven, leveren wel belangrijke nieuwe kennis en ervaringen die in de kennisoverdracht verder worden meegenomen. In het project is geen expliciete evaluatieronde opgenomen om te toetsen of deze doelstelling ook daadwerkelijk behaald is. Wel zal BECO op basis van haar ervaringen binnen het project een eerste inschatting maken van de verwachte realisatie.
2
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
5.2
Onderbouwing projectaanpak
De keuze voor de communicatiestrategie wordt ingegeven door de ervaringen met het proefproject PMZ in de meubelindustrie (1997-1999) en projecten op het gebied van Schoner Produceren in de meubelindustrie en bij andere MKB-bedrijven. Er is voor gekozen om de bedrijven die nog onbekend zijn met PMZ op laagdrempelige en zeer directe wijze worden te informeren over PMZ en de mogelijke voordelen voor hun bedrijf. Dit wordt gedaan door een combinatie van enerzijds algemene voorlichting via artikelen en bestaande bijeenkomsten en intensieve kennisoverdracht via quick scans anderzijds. Bedrijven worden actief opgezocht. Bedrijven die al enigszins bekend zijn met PMZ zullen worden aangezet tot acties op het gebied van PMZ door gemakkelijk toegankelijke informatie beschikbaar stellen, die ze zelf op eenvoudige wijze kunnen vertalen naar de eigen bedrijfssituatie. Dit wordt gedaan door een combinatie van verspreiding van de PMZ-handleiding (reeds uitgevoerd) en een website met actuele aanvullende informatie. Onderdeel van deze website is ECO-it, een eenvoudig gereedschap om de eco-indicator score van een product uit te rekenen. Een eco-indicator score geeft een schatting van de milieuschade van een product. De milieuschade is uitgedrukt in cijfers oftewel indicatoren.In de PMZ-handleiding voor de meubelindustrie was al een handleiding Eco-indicatoren opgenomen, met 30 extra indicatoren voor specifieke meubelmaterialen. Met de softwaretool wordt het rekenen vergemakkelijkt. Voor de kennisoverdracht worden diverse informatiekanalen gebruikt. Via de schriftelijke media kan algemene informatie ter kennismaking met PMZ verspreid worden. Met een schriftelijke mailing worden bedrijven (nogmaals) geattendeerd op de voordelen van PMZ, de mogelijkheid van uitvoeren PMZ-scan en het bestaan van website. De ervaring heeft geleerd dat een brief verzonden door de brancheorganisatie of de Provincie eerder wordt gelezen dan andere mailings. In de behoefte aan actuele en complete informatie over PMZ kon niet worden voorzien met de handleiding, omdat deze dan te omvangrijk en te snel verouderd zou zijn. Internet vormt bij uitstek het medium om altijd actuele informatie aan te kunnen bieden. De inzet van persoonlijk contact is een belangrijke troef in dit project.Voor de kennisoverdracht zal persoonlijk contact worden ingezet tijdens CBM-bijeenkomsten en bij de werving en uitvoering van PMZ quick scans. Bij eerdere projecten is gebleken dat het bezoeken van bedrijven een intensieve, maar zeer succesvolle methode is om bedrijven te informeren en te overtuigen.
5.3
Projectfasering
In deze paragraaf wordt elke projectfase kort beschreven en wordt aangegeven welke wijzigingen er zijn ten opzichte van het projectvoorstel.
BECO Groep BV
3
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
2.3.1
Fase 1: Voorlichting en werving
Het project is gestart met een voorlichtingsactie, gericht op de gehele branche waarin werd gecommuniceerd: •
de voordelen van PMZ voor meubelbedrijven;
•
het bestaan van de handleiding;
•
werving voor het laten uitvoeren van een PMZ quick scan.
De werkzaamheden in dit projectonderdeel omvatten daarom de volgende activiteiten: •
artikelen voor branchetijdschriften en CBM-nieuwsbrief;
•
presentaties op regionale bijeenkomsten;
• aanvullende mailing en telefonische benadering. Bij de werving is zo helder mogelijk gemaakt voor bedrijven wat het voordeel is voor hen om mee te doen aan het PMZ-project. De activiteiten zijn uitgevoerd door de CBM in nauwe samenwerking met BECO. Er zijn twee extra mailingen verzonden en is een zeer groot aantal bedrijven nagebeld. Maar er zijn minder artikelen gepubliceerd en minder presentaties gehouden dan eerst voorzien. In paragraaf 4.2 is weergegeven welke activiteiten er precies hebben plaatsgevonden en wat de resultaten zijn. 2.3.2
Fase 2: Ontwikkelen aanvullende hulpmiddelen
In fase 2 is een website ontwikkeld waarop bedrijven actuele informatie kunnen vinden die hen ondersteunt bij de invoering van PMZ. De website bevat informatie en/of verwijzen naar Internet-sites over relevante (milieu-)wetgeving, materialen, milieukeurmerken, subsidies, kenniscentra en andere relevante onderwerpen. Daarnaast biedt de site meer algemene informatie over productgerichte milieuzorg. Zo wordt de mogelijkheid geboden om de handleiding in te kijken en te downloaden, software te gebruiken voor het berekenen van een milieuprofiel en voorbeelden te lezen. Gedurende het project zou de website elk half jaar geactualiseerd worden, in totaal twee keer. In de praktijk was dit een continu proces. Aan het einde van het project is de website aangevuld met ervaringen uit het clusterproject en het kennisoverdrachtproject. De inhoud van de website is opgesteld door BECO. De technische realisatie en het beheer van de website zijn uitgevoerd door de CBM. Het softwaretool werd ontwikkeld door PRé Consultants. De hulpmiddelen zijn ook ingezet tijdens het parallel lopende clusterproject waarin bedrijven onder begeleiding en met aanvullende training het PMZ-stappenplan doorliepen. In hoofdstuk 3 wordt verder ingegaan op de resultaten voor wat betreft de hulpmiddelen. 2.3.3
Fase 3: Uitvoering quick scans
In de PMZ Meubel Quick Scan is door een BECO adviseur bij een bedrijf in kaart gebracht welke mogelijke voordelen PMZ voor dit specifieke bedrijf kan hebben. Voor de quick scan is een vragenlijst ontwikkeld.
4
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
De adviseurs hebben verder gebruik gemaakt van relevante branchespecifieke achtergrondinformatie, onder meer over materialen, milieulabels, voorbeelden, etc. De scans zijn uitgevoerd door BECOadviseurs. Tijdens de scans werd onder meer gekeken naar ontwikkelingen in regelgeving, ontwikkelingen in de markt en bij concurrenten, reeds aanwezige zorgsystemen bij het bedrijf, milieuknelpunten van het product, kansen voor kostenbesparingen in de productketen, etc. Het is voor bedrijven vaak lastig om deze potentiële voordelen van PMZ specifiek voor het eigen bedrijf te zien. Het resultaat van de quick scan was een beknopt rapport met een actieplan waarin de mogelijke voordelen van PMZ specifiek voor het bedrijf in beeld worden gebracht en voorbeelden van kansrijke verbetermogelijkheden worden gegeven. Het rapport biedt zoveel mogelijk concrete aanknopingspunten voor invoering van PMZ. Tevens is aangegeven hoe een PMZ-vervolgtraject er uit kan zien en wat daarvan de resultaten kunnen zijn. Volgens de projectopzet zouden in de deelnemende provincies in totaal dertig PMZ-scans worden uitgevoerd. Uiteindelijk hebben er vijfentwintig bedrijven deelgenomen aan de scans. Meer informatie over de werving van de bedrijven, de deelnemende bedrijven en de resultaten uit de scans is te vinden in hoofdstuk 4. 2.3.4
Fase 4: Overleg, coördinatie en projectrapportages
In het projectvoorstel waren vier overlegmomenten voorzien met een begeleidingsgroep. Deze groep bestaat uit vertegenwoordigers van CBM, deelnemende Provincies, meubelproducenten, Syntens, Novem en BECO. John Boshuis van Hartman heeft zich in een vroeg stadium teruggetrokken, wegens het aanvaarden van een nieuwe functie buiten het bedrijf. Er is geen andere vertegenwoordiger van de meubelbedrijven meer gevonden. De CBM heeft in samenwerking met projectuitvoerder BECO de zorg gedragen voor de projectcoördinatie, wat (onder meer) de volgende werkzaamheden inhoudt: •
vormen van aanspreekpunt voor bedrijven,
•
verzorgen afstemming met en tussen verschillende uitvoerende partijen,
•
organiseren en notuleren van overleggen,
•
verzorgen beknopte halfjaarrapportages voor Novem ten behoeve van declaraties.
Er zijn vier bijeenkomsten geweest van de begeleidingscommissie, in februari 2001, in september 2001, in mei 2002 en de de laatste in oktober 2002. Tijdens het project zijn op verschillende momenten rapportages vervaardigd door BECO. Conform het projectplan is een tussenrapport opgesteld waarin de stand van zaken van de uitgevoerde scans en de hulpmiddelen is vermeld. Na afronding van alle scans is deze concept-eindrapportage opgesteld. Met de opmerkingen van de begeleidingsgroep wordt een definitief openbaar eindrapport opgesteld. Tussen de overlegmomenten door zijn de leden van de begeleidingscommissie op de hoogte gehouden van de voortgang van het project met e-mailnieuwsbrieven.
BECO Groep BV
5
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
2.3.5
Fase 5: Verspreiding van de projectresultaten
In het project zijn extra ervaringen opgedaan, die relevant zijn voor veel andere bedrijven en die de bekendheid en de verdere invoering van PMZ in de meubelindustrie positief zullen beïnvloeden. Voor verspreiding van de resultaten in de afrondingsfase zijn de volgende middelen ingezet: •
weergave van een specifiek voor bedrijven geschreven samenvatting van de projectresultaten met inspirerende praktijkvoorbeelden op de Internet-website van CBM;
• artikelen in branche-nieuwsbrief en vaktijdschriften. In paragraaf 4.4 wordt verder ingegaan op de (voorgenomen) kennisoverdracht over dit project.
6
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
6
RESULTATEN ONTWIKKELING HULPMIDDELEN
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de ontwikkeling van de hulpmiddelen behandeld. In paragraaf 3.1 komt de website www.pmzmeubel.nl aan bod. In paragraaf 3.2 wordt het software programma Eco-it toegelicht. Daarna wordt ingegaan op het gebruik van de site. Het materiaal dat is ontwikkeld voor de uitvoering van de PMZ Meubel Quick Scans wordt behandeld in hoofdstuk 4.
6.1
www.PMZmeubel.nl
In de onderstaande tabel is weergegeven hoe de website is opgebouwd en welke informatie is opgenomen. In september 2001 was de website met de basisinformatie in de lucht. De voorbeelden uit de meubelindustrie zijn daarna toegevoegd. In maart 2002 is de webtool Eco-it toegevoegd. Vervolgens is online een enquête geplaatst om de site onder de gebruikers te evalueren. Met de opmerkingen zou de website aangepast worden. De respons was echter heel klein. Daarom zijn op initiatief van BECO en CBM, regelmatig kleine wijzigingen doorgevoerd op de website. Verder is besloten voor aanpassing van de site te kijken naar de informatiebehoefte die gesignaleerd werd bij de gescande bedrijven. In de maanden september - oktober 2002 heeft een meer ingrijpende actualisatieslag plaatsgevonden. In september 2002 is het onderdeel wetgeving geactualiseerd door de CBM. In oktober 2002 is de site uitgebreid op basis van de resultaten van de quick scans en het parallelle clusterproject. De volgende 1 aanpassingen zijn in oktober 2002 doorgevoerd: •
Toevoegen van vier uitgebreide cases van het PMZ clusterproject.
•
Uitbreiding van de cases met 15 korte cases (15). Er zijn cases opgenomen voor een aantal nieuwe productcategorieën: scheidingswanden en deuren, interieurbouw en keukens.
•
Een downloadable werkblad voor de inpassing van PMZ in ISO 14000.
•
Uitbreiding van vuistregels voor PMZ. Op basis van de ervaringen in overige projecten en doorlichtingen zijn in totaal zijn er nu 43 vuistregels die betrekking hebben op o.a. een zorgsysteem, inkoop, verkoop, productontwikkeling, productie en verpakking.
Onderstaande tabel geeft de opbouw van de website aan. De onderdelen die in september- oktober 2002 zijn geactualiseerd, zijn hierin gecursiveerd. Tabel 2. Opbouw website www.PMZmeubel.nl Pagina Onderdelen Homepage
Introductie PMZ Doorlichting PMZ Enquête
In 5 stappen naar PMZ
Introductie Stappenplan
1
Subonderdelen
Voorbereiding Vooronderzoek
Laatste aanpassingen volgen nog in november 2002 BECO Groep BV
7
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Pagina
Tools & info
8
Onderdelen
Subonderdelen Verdieping Verbetering Verankering
pdf handleiding PMZ Checklist iso 14001 systeem aanvullen met pmz Eco-it Inleiding Eco-it Eco-it Pdf bestand handleiding Eco-indicatoren Tips en vuistregels Zorgsysteem (4) Inkoop (3) Verkoop (8) Productontwikkeling (19) Productie (6) Verpakking (3) Beleid en regelgeving Inleiding Product en milieu (13 onderwerpen) Milieu overig (7 onderwerpen) Product overig (3 onderwerpen) Labels en keurmerken Inleiding Milieulabels (7 labels) Overige Europese Milieulabels (6 labels) Geen keurmerk, wel een logo (2 logo’s) Materialen Inleiding Massief hout (4 houtsoorten) Paatmateriaal ( 6 plaatmaterialen) Vul- en stoffeermateriaal (11 materialen) Metalen (7 metalen) Lakken en coaten (8 opties) Lijmen (2 typen) Kunststoffen (9 soorten) Rubber en elastomeren (3 typen) Overig (8 materialen) Subsidies Inleiding Doorlichting Productgerichte Milieuzorg Productgerichte Milieuzorg Economie, ecologie en technologie Milieu en technologie Energiebesparing door Innovatie Transportpreventie Kredietregeling TOP Duurzaam Groningen Duurzaam Drenthe Noord-Holland, project MEI Modern Ontwikkelen en Produceren in Flevoland WBSO Subsidieregeling kennisoverdracht ondernemers MKB Subsidieregeling Technologische Samenwerking Investeringsregelingen Kenniscentra BTCM SHR Houtresearch
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Pagina
Onderdelen
Voorbeelden PMZ
Kasten Tafels Tuinmeubelen Zitmeubelen Bedden Scheidingswanden en deuren Interieurbouw Keukens
6.2
Subonderdelen Bureau voor Industrieel Eigendom Infomil Kamer van Koophandel Syntens Korte cases (3) + lange cases (Svedex BV, van Gaasbeek & van Tiel) lange cases: meubelfabriek Niënhuis, Arco lange case Hartman Groep B.V. Korte cases (10) + lange case (3b) lange cases: Kuperus Almelo B.V., Recticel Korte cases (2) Korte cases (3) + lange case (interieurbouw Wageningen) Korte cases (3)
Web Eco-it
In april 2001 is Pré Consultants gestart met de uitwerking van Eco-it tot een webversie specifiek voor de meubelindustrie. Uitgangspunten bij de ontwikkeling waren: Toegankelijk maken van Eco-it voor een groep meubelbedrijven via internet; Eenvoudig gebruik; Gebruikers loggen in via hun wachtwoord van de CBM website; Gebruikers kunnen meerdere projecten aanmaken, 1 product per project; Gebruikers zien elkaars projecten niet (in te vullen gegevens zijn dus vertrouwelijk); Vooralsnog geen additionele life cycles in een project (dat zijn verwijzingen naar andere projecten); 1 database op basis van de eco-indicatorenlijst in de handleiding Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie; De lay-out is, binnen bepaalde grenzen, aan te passen aan de wensen (lettertypes en kleuren en kleine wijzigingen in plaatsing van gegevens); Als gebruikers 20 minuten niets doen, worden ze uitgelogd. In het najaar van 2001 was Web Eco-it technisch gereed en is het gepresenteerd tijdens een bijeenkomst van de begeleidingscommissie. Besloten is toen om de Help-functie verder uit te breiden, zodat ook beginnende gebruikers snel aan de slag kunnen met dit tool. Ook zijn de gebruikte kleuren aangepast aan die van de PMZ-meubel site. Begin 2002 is de Web Eco-it tool geplaatst op een apart deel van de site waarvoor een wachtwoord vereist is. Sinds maart 2002 is de web ECO-it via internet 2 kosteloos toegankelijk voor CBM-leden.
2
Zie http://www.pmzmeubel.nl/eco-it.htm. Leden van de begeleidingscommissie kunnen via CBM een tijdelijk wachtwoord verkrijgen. BECO Groep BV
9
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Gebruikers van de web Eco-it doorlopen globaal de volgende stappen: 1. Inloggen op http://www.pmzmeubel.nl/eco-it.htm met hun CBM-wachtwoord; 2. Selecteren bestaand project of openen nieuw project; 3. Invoeren van productonderdelen of wijzigen hiervan; 4. Selecteren van processen en materialen voor de productiefase (fig. 1); 5. Selecteren van processen voor de gebruiks- en afvalfase; 6. Bekijken eindscore in tabel of grafiek (fig. 2). Bij het selecteren van materialen en processen hebben gebruikers de beschikking over een database met meer dan honderd materialen, energiesoorten, transportwijzen en productieprocessen. De grafiek kan eenvoudig worden gekopieerd naar eigen documenten.
Figuur 1. Selecteren van een proces uit de database
10
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Figuur 2. Overzicht resultaten in grafiek
6.3
Gebruik website
De bezoekersaantallen worden door de site automatisch bijgehouden. Uit de onderstaande tabel van 17 september 2002 blijkt dat de website in de eerste helft van september 2002 gemiddeld 84 keer per dag bezocht wordt (hits). Het aantal ‘visits’ geeft aan door hoeveel verschillende mensen deze bezoeken plaatsvinden. In de eerste helft van september 2002 zijn dit gemiddeld 10 ‘visits’ per dag. Het lijkt erop dat het lagere aantal bezoekers in de zomer veroorzaakt werd door de vakanties en dat de bezoekersaantallen nu weer stijgen naar de aantallen van het voorjaar. Het bezoekeraantal (‘visits’) is langzaam toegenomen sinds de lancering van de site, maar kende een dipje in de zomer van 2002. In de maand juni is de registratie verstoord, zodat aan dit getal geen waarde gehecht mag worden. Nadere bestudering van de bezoekcijfers heeft geleerd dat bezoekers vooral interesse hebben in de stappenplannen en de voorbeelden. De Web Eco-it trekt relatief het kleinste aantal bezoekers. Onbekend is wie de bezoekers precies zijn. Hiervoor ontbraken de juiste tools. De anonimiteit van Internet maakt het ook niet mogelijk om zeer gedetailleerde informatie over de gebruikers te verkrijgen. In maart 2002 was de website helemaal compleet. Er is op dat moment een evaluatie formulier op de website geplaatst. De button is op iedere pagina te vinden en nieuwe bezoekers wordt actief gevraagd om de enquête in te vullen. Er hebben tot nu toe twee bedrijven en een medewerker van een Belgische onderzoeksinstelling op de enquête gereageerd. Van de twee reacties van de bedrijven was één reactie positief en één reactie negatief. Door de bedrijven werden geen concrete tips gegeven.
BECO Groep BV
11
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Tabel 3. Gebruikstatistieken van www.PMZmeubel.nl
Summary by Month Daily Avg
Month Hits
Files
Monthly Totals
Pages
Visits
Sites
KBytes
Visits
Pages
Files
Hits
Sep 2002 17-9-02
84
61
34
10
117
8241
171
556
976
1354
Aug 2002
11
11
8
6
3
136
6
8
11
11
Jul 2002
29
18
17
13
12
149
13
17
18
29
Jun 2002
17
17
6
3
3
156
3
6
17
17
May 2002
88
69
34
9
230
18888
305
1071
2150
2733
Apr 2002
81
65
33
11
270
16905
333
1006
1959
2442
Mar 2002
62
51
26
8
52
3637
56
182
363
434
Feb 2002
140
89
46
9
202
22876
257
1303
2501
3930
Jan 2002
111
58
27
8
183
20718
254
846
1821
3454
Dec 2001
95
45
23
7
175
16078
232
716
1414
2951
Nov 2001
151
67
26
7
158
22764
224
795
2019
4547
Oct 2001
142
71
27
7
133
22201
237
860
2212
4414
Totals
152749
2091
7366
15461 26316
Het bezoekeraantal is langzaam toegenomen sinds de lancering van de site. Van oktober 2001 tot september 2002 werd de site gemiddeld 84 keer per dag bezocht (hits). Door gemiddeld 8 verschillende gebruikers per dag werden meerdere pagina’s bezocht en de site dus daadwerkelijk bekeken (visits). Gezien de grootte van de totale doelgroep (ca. 400 bedrijven), is dit zeker geen slechte score.
12
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
7
RESULTATEN QUICK SCANS
In dit hoofdstuk worden de resultaten weergegeven van de uitvoering van quick scans bij de meubelbedrijven. Eerst wordt kort ingegaan op de ontwikkelde methodiek. Vervolgens wordt in paragraaf 4.2 ingegaan op de werving en voorlichting. In paragraaf 4.3 worden de resultaten van de scans behandeld.
7.1
Ontwikkeling methodiek
Voor de quick scan is een vragenlijst ontwikkeld, gebaseerd op de werkbladen in de handleiding. Nadat de vragenlijst bij enkele bedrijven was toegepast, heeft er een verbeterslag plaatsgevonden. De vragenlijst is aangepast en uitgebreid. De scan is te vinden in bijlage I. Voor de adviseurs zou een informatiedocument worden samengesteld met relevante branchespecifieke achtergrondinformatie, onder meer over materialen, milieulabels, voorbeelden, etc. In de praktijk bleek dat deze informatie reeds verzameld was voor het samenstellen van de website. Per doorlichting werd afhankelijk van het type bedrijf en de wensen van het bedrijf aanvullende specifieke informatie verzameld. Verder zijn er vanuit het clusterproject enkele aanvullingen gemaakt op de PMZ-handleiding. De resultaten hiervan zijn meegenomen in de scan. In deze aanvullingen wordt aandacht besteed aan ketenoverleg en aan de aansluiting op ISO 9.000 en ISO 14.000 systemen.
7.2
Werving en voorlichting
De meubelbedrijven zijn op verschillende manieren voorgelicht over en geworven voor het project. 4.2.1
Voorlichting
De voorlichting bestond uit direct mailing, persberichten en publicaties en collectieve voorlichting op bijeenkomsten. Over direct mailing wordt verslag gedaan in paragraaf 4.2.2. De andere voorlichting activiteiten worden in deze paragraaf weergegeven. Persbericht en publicaties In mei 2001 heeft de CBM een persbericht verstuurd over de PMZ-projecten. Dit heeft in ieder geval geleid tot een artikel op de voorpagina van het Vakblad Meubel (nr.35, 1 juli 2001). In het voorjaar van 2001 is in Brabant Magazine een kort artikel verschenen over het project. In de CBM Nieuwsbrief van maart 2002 is een artikel geplaatst over Eco-indicatoren, waarin de bedrijven tevens attent gemaakt werden op de doorlichting. In april 2002 heeft de CBM een persbericht verstuurd over PMZ, de website, de handleiding, de beschikbaarheid van ECO-it en de mogelijkheid om meubelbedrijven door te lichten.
BECO Groep BV
13
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Naar aanleiding van dit persbericht is een kort artikel geplaatst in het blad Hout en Toelevering (nr. 7, 4 april 2002). Uit de statistieken van de website is niet direct af te leiden dat dit tot hogere bezoekersaantallen heeft geleid. De publicaties hebben ogenschijnlijk ook niet geleid tot meer aanmeldingen voor de quickscans. Informatie-bijeenkomsten In het begin van het project is besloten om zoveel mogelijk aan te sluiten bij lopende initiatieven en geen “eigen” bijeenkomst te organiseren. In september 2001 vond een bijeenkomst plaats over Schoner Produceren in de Meubelindustrie in Overijssel, georganiseerd door Syntens en BMD Oost. Thema van deze bijeenkomst was integraal ketenbeheer. PMZ is hier door Sacha Vuijk van de CBM onder de aandacht gebracht. Alle CBM leden waren voor deze bijeenkomst uitgenodigd, maar er was slechts een beperkt aantal bedrijven aanwezig. Matrassen en beddenfabrikant Auping heeft de CBM benaderd om een presentatie te geven over de bereikte resultaten van PMZ in de branche. Deze presentatie en discussie over mogelijkheden voor Auping heeft in april 2002 plaatsgevonden voor een groep van 12 medewerkers, afkomstig van verschillende afdelingen. Er werden dus slechts enkele bijeenkomsten georganiseerd voor de meubelindustrie die aansloten bij dit thema. Er zijn dus uiteindelijk minder bijeenkomsten geweest dan gepland. 4.2.2
Werving
Naast bovenstaande voorlichtende en wervende activiteiten, zijn er ook bedrijven geworven via direct mailing en telefonisch contact. Over de resultaten hiervan leest u in deze paragraaf. Samenwerking met Syntens In maart 2001 zijn de Syntens-vestigingen in de 5 deelnemende provincies schriftelijk benaderd met informatie over het project. Bij de vestigingen zijn de adviseurs benaderd die deel uit maken van het platform Productontwikkeling binnen Syntens. De Syntens-adviseurs zijn individueel benaderd omdat een centraal milieu/ ecodesign aanspreekpunt ontbreekt. De adviseurs is de vraag gesteld of zij bedrijven kenden (b.v. uit het Syntens ecodesign-project) die interesse zouden hebben in een PMZdoorlichting. Enkele adviseurs zijn nog telefonisch benaderd en een enkele bezocht. Concreet resultaat is geweest dat Syntens Eindhoven een adressenlijst met bedrijven heeft toegestuurd (met contactpersonen) en zou zorgen voor plaatsing van een kort artikel. Syntens Rotterdam heeft ook een adressenlijst toegestuurd met Zuid-Hollandse meubelbedrijven. De toegezonden adressen zijn verwerkt in de mailingbestanden van de CBM. De Syntens adviseurs hebben dus een minder actieve rol gespeeld dan voorzien in het projectvoorstel. Het ontbreken van een centraal aanspreekpunt en de beperkte aansluiting met de lopende activiteiten van Syntens zijn mogelijke oorzaken. Eerste mailing Op 28 mei 2001 werd de eerste wervende mailing voor de korte PMZ-doorlichtingen verzonden door de CBM naar 534 meubelbedrijven in Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. Het betrof hier alle CBM-leden én de niet-CBM-leden met meer dan 10 werknemers. Deze mailing resulteerde in dertien reacties. Hieronder waren twee aanmeldingen voor een PMZ-doorlichting. Vijf bedrijven gaven aan interesse te hebben, maar willen eerst meer weten over het project. De overige
14
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
zes bedrijven willen op de hoogte worden gehouden van het project via e-mail. De spontane respons was dus niet overweldigend groot, maar wel vergelijkbaar met die in het proefproject PMZ in de meubelindustrie. Ansichtkaart In september 2001 was de website online. Dit vormde de aanleiding voor een nieuwe mailing om bedrijven attent te maken op de website. Voor deze mailing is een ansichtkaart ontwikkeld. De wervende ansichtkaart is in oktober 2001 verzonden naar de meubelbedrijven van de eerste mailing (alle CBM-leden én de niet-CBM-leden met meer dan 10 werknemers in de deelnemende provincies) plus naar de CBM-leden in de niet-deelnemende provincies. In totaal hebben 800 bedrijven de kaart gehad. Op de ansichtkaart stond ook vermeld dat bedrijven zich telefonisch of via de website konden aanmelden voor een doorlichting. Hiervoor is op de website een formulier gemaakt. Dit heeft niet geleid tot spontane aanmeldingen.
Figuur 3. Ansichtkaart
BECO Groep BV
15
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Nabellen Met het nabellen van een groot aantal bedrijven is BECO na het versturen van de ansichtkaart begonnen. In totaal zijn 156 bedrijven benaderd met het aanbod van een scan tegen een vergoeding. Er zijn ongeveer 17 werkdagen besteed aan telefonische werving, waardoor 5 bedrijven werden geworven (3 in Zuid-Holland, 2 in Noord-Brabant). In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van het aantal gebelde bedrijven per provincie. Tabel 4. Overzicht telefonische werving Provincie Aantal Aantal bedrijven bedrijven nagebeld bereikt Noord-Holland Zuid-Holland Utrecht Noord-Brabant Limburg overig TOTAAL
9 40 9 68 30 156
8 33 9 53 26 129
De werving werd bemoeilijkt doordat van de meeste bedrijven de contactpersonen niet bekend waren. De bedrijven moesten meestal meerdere keren benaderd worden, voordat de juiste persoon bereikbaar was. De contactpersonen zijn vaak schriftelijk aanvullend geïnformeerd en daarna opnieuw gebeld. Op basis van het nabellen bleek dat PMZ nog bij veel bedrijven onbekend is en dat ze (daarom) niet bereid waren geld uit te trekken voor een scan. Het bleek dat veel minder bedrijven bekend waren met PMZ dan verwacht. Van de 156 nagebelde bedrijven waren ongeveer 5 bedrijven bekend met PMZ. Dit komt neer op 3% van de nagebelde bedrijven die al (latente) interesse voor PMZ hadden. De bedrijven die al bekend waren met PMZ waren voornamelijk de grotere bedrijven, met meer dan 100 werknemers. Hieronder volgt een overzicht van redenen voor niet mee willen doen, zoals door bedrijven genoemd tijdens het nabellen. Overigens gaven lang niet alle bedrijven een reden op. •
Het bedrijf geeft aan dat ze geen tijd en / of geld over hebben voor een doorlichting.
•
Het bedrijf geeft aan dat zij al actief zijn op milieugebied. Deze bedrijfsactiviteiten concentreren zich voornamelijk op verbeteringen in productietechnieken, afvalverwerking en arbeidsomstandigheden.
•
De meeste bedrijven zien geen bedreiging vanuit overheid of markt die hen motiveert om iets aan de milieu-aspecten van hun product te doen (ze voldoen aan de regels van de gemeente en dat is voldoende). Het ontbreken van de noodzaak voor middelgrote bedrijven (50-250 werknemers) om 3 met PMZ bezig te gaan is ook al geconstateerd in een evaluatiestudie over PMZ door TU Delft. Bij deze bedrijven ligt de nadruk (en vraag) vooral op prijs en veel minder op prijs en innovatie. Grotere bedrijven (>250 werknemers) zijn veel strategischer met hun producten bezig zeker als ze een eigen merknaam hebben.
•
Interieurbouwbedrijven geven vaak aan dat ze geen invloed hebben op het product dat ze maken.
•
Voor grote bedrijven is deelname minder interessant omdat zij al goed op de hoogte zijn van de ketenaspecten van hun product. Kleinere bedrijven geven vaak aan dat zij te klein zijn om aandacht te besteden aan PMZ.
3
Evaluatie van 55 PMZ proefprojecten, Brezet et al., Technische Universiteit Delft, augustus 2000.
16
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Om te illustreren hoe de bedrijven aankijken tegen PMZ zijn hieronder enkele reacties naar aanleiding van het nabellen opgenomen: “Bij ons bedrijf is alles al goed geregeld.” “Wij hebben geen interesse in een doorlichting. Wij zijn al erg milieubewust en nemen maatregelen in de productie en houden rekening met arbo.” “Dat regelen wij met de arbodienst en de gemeente.” “Wij hebben geen interesse. Wij zijn al bezig met afval, van de rest zien wij het nut niet”. Wij hebben geen interesse, want wij werken niet met zware stoffen.” “Ik weet al wat ik goed kan en wat ik niet goed kan. Dat hoeft niet op papier.” “Zolang het niet verplicht is doen wij er liever niet aan mee.” “Wij zijn wel geïnteresseerd, maar hebben er geen 500 gulden voor over.”
Kosteloze scan Naar aanleiding van de resultaten van de werving werd in februari 2002 door BECO en CBM geconcludeerd dat het lastig zou worden om het aantal beoogde scans te realiseren. Gezien de reacties van de bedrijven leek het alsof de financiële drempel van ƒ 500,- mogelijk te hoog was. In overleg met de Provincie Noord-Brabant is het aanbieden van een kosteloze scan getest. De argumenten die hierbij een rol hebben gespeeld waren: Het onderwerp Productgerichte Milieuzorg bleek bij veel meubelbedrijven nog onbekend. De meeste bedrijven zagen geen bedreiging vanuit overheid of markt om iets aan de milieuaspecten van hun product te doen (ze voldoen aan de regels van de gemeente en dat is voldoende). Het was begrijpelijk dat bedrijven geen geld willen uitgeven (ook al is het slechts f 500,-) aan iets dat ze niet kennen of waar ze geen problemen verwachten. Daarnaast vindt misschien de milieucoördinator of de ontwerper het wel interessant, maar als het geld kost zal hij de PMZ-scan ook intern moeten "verkopen" aan zijn directeur. Het aanbieden van een kosteloze scan kan mogelijk enkele van deze barrières overwinnen. Natuurlijk is er de kans dat bedrijven zullen meedoen vanuit het opportunistische idee "baat het niet, dan schaadt het niet". Maar als een bedrijf meedoet ontstaat de mogelijkheid om zaken uit te leggen en een ondernemer te overtuigen met een advies op maat. De Provincie Noord Brabant nam op basis van deze argumenten de bedrijfsbijdrage voor haar rekening. De CBM heeft vervolgens een brief gestuurd aan alle meubelbedrijven in Noord Brabant. Naar aanleiding van de kosteloze scan kwamen 18 nieuwe aanmeldingen binnen. In Noord Brabant kwamen de bedrijven op volgorde van aanmelding in aanmerking voor de scan. Bedrijven zijn dus niet op motivatie of committent geselecteerd. Het kosteloos aanbieden bleek dus succesvol. De overige deelnemende provincies hebben daarom ook besloten tot het aanbieden van kosteloze scans. In de mailing werden enkele vragen gesteld op basis waarvan bij over-intekening een selectie gemaakt kon worden op inhoudelijke gronden. De mailing naar alle meubelbedrijven in Noord Holland, Limburg en Utrecht is begin mei 2002 verstuurd. De mailing naar de meubelbedrijven in Zuid Holland is begin juni verzonden.
BECO Groep BV
17
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
4.2.3
Resultaten werving bedrijven
Uiteindelijk zijn er 25 in plaats van de 30 oorspronkelijk geplande bedrijven geworven. In onderstaande tabel is weergegeven hoeveel doorlichtingen zijn uitgevoerd in de verschillende provincies en welke wervingsactiviteiten hiertoe hebben bijgedragen. In totaal zes bedrijven meldden zich alsnog aan voor een kosteloze scan, terwijl ze bij de telefonische werving hadden aangegeven geen interesse te hebben. Bij vier bedrijven is uiteindelijk een scan doorgevoerd. Eén bedrijf trok zich alsnog terug, één bedrijf werd niet geselecteerd.
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Limburg
Noord-Brabant
Noord-Holland
eerste mailing
nabellen
Utrecht
Zuid-Holland
kosteloze scan
Figuur 4. Deelnemende bedrijven met wijze van werving per provincie
In Noord Brabant leidde het aanbod van de kosteloze scan tot 18 extra aanmeldingen, in aanvulling op twee eerdere aanmeldingen uit telefonische werving. Omdat er in totaal ruimte was voor 8 scans, moesten 12 bedrijven teleurgesteld worden. Eén bedrijf trok zich zelf terug nadat duidelijk was geworden dat er iemand van productontwikkeling aanwezig moest zijn. In Limburg heeft het vernieuwde aanbod geleid tot zeven extra aanmeldingen, in aanvulling op één eerdere aanmelding naar aanleiding van de eerste mailing. Gezien het totaal aantal benaderde bedrijven in deze provincie is dat aanzienlijk. Een mogelijke verklaring is dat in de wervende brief een Limburgs bedrijf werd geciteerd, dat bekend was bij de andere bedrijven. In Zuid-Holland kwamen drie extra aanmeldingen binnen, in aanvulling op drie eerdere aanmeldingen uit telefonische werving.
18
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
In Noord-Holland heeft de kosteloze scan geleid tot twee extra aanmeldingen, in aanvulling op één eerdere aanmelding naar aanleiding van de eerste mailing. Gezien het beperkt aantal bedrijven met enige omvang (slechts ca. 20 met meer dan 10 werknemers), is dat zeker geen slechte score. In de provincie Utrecht bleek geen enkel meubelbedrijf interesse te hebben voor een scan. Op basis van een gemiddelde respons van 7% hadden 2 à 3 bedrijven zich moeten aanmelden. Het aantal bedrijven is echter zo laag dat het niet heel verwonderlijk is dat er geen aanmeldingen zijn. Vanzelfsprekend is dit wel erg jammer. Verder gaven meerdere bedrijven in deze provincie aan dat ze recent al een (arbo)scan hadden laten uitvoeren. Er was dus sprake van enige “scan-moeheid”. In onderstaande tabel is het percentage berekend van het aantal aanmeldingen, ten opzichte van het aantal bedrijven. Het gemiddelde respons percentage na het aanbieden van de gratis scans komt uit op 7 %, met een range van 0% tot 14%. Tabel 5. Overzicht resultaten werving Totaal aantal aantal aanmeldingen benaderde bedrijven Limburg
aantal CBM
leden aantal leden
niet
Percentage Percentage aanmeldingen aanmeldingen PMZ / aantal PQS/ aantal 4 bedrijven bedrijven
8
58
44
14
14%
23%
Noord-Brabant
20
225
115
110
9%
nvt
Noord-Holland
3
66
61
5
5%
25%
Utrecht
0
49
32
17
0%
23%
Zuid-Holland
6
113
94
19
5%
37
511
346
165
7%
47% nvt
Totaal
Ter informatie is in de laatste kolom opgenomen welk percentage van de bedrijven zich aanmeldde voor een kosteloze Preventie Quick Scan in het ‘Opschaling preventieproject in de meubelindustrie’, dat liep in 1995-1997 in diverse provincies. Opvallend is het verschil in belangstelling. Dit kan mogelijk verklaard worden doordat: De scan is meteen kosteloos aangeboden en met dit aanbod zijn bedrijven ook nagebeld; Afval- en emissiepreventie was al bekend als begrip of was eenvoudiger te begrijpen door bedrijven; De (kosteloze) scan was nog een relatief nieuw fenomeen.
7.3
PMZ Scan
In totaal zijn 25 doorlichtingen uitgevoerd. Onderstaand hoofdstuk beschrijft achtereenvolgens de motivatie voor deelname, de deelnemers, de inhoud van de scan, de resultaten, evaluatie en interesse.
4
Bronnen: Eindrapportage opschaling preventieproject in de meubelindustrie, Sereb/BECO, oktober 1996; Opschaling Preventieproject in de Zuid-Hollandse hout- en meubelindustrie, BMD/BECO, november 1997. BECO Groep BV
19
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
4.3.1
Motivatie voor deelname
Bedrijven die zich opgaven voor het project is gevraagd naar hun motivatie voor deelname. Bij het aanbod van de gratis scan (tweede mailing) in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Limburg moesten bedrijven op het aanmeldingsformulier aangeven waarom ze een scan wilden. Bij de andere bedrijven is dit mondeling gevraagd bij het eerste telefonische contact of bij het bedrijfsbezoek. De motivatie van elk bedrijf is weergegeven in de tabel in par. 4.3.2. Uit de antwoorden van de bedrijven komen samengevat de volgende motivaties naar voren, van meest naar minst genoemd: •
Oriëntatie, kennismaken met onderwerp;
•
Milieu besparen (vanuit persoonlijke interesse of om te voldoen aan eisen);
•
Verbeteren producten;
•
Voorbereid zijn of inspelen op vragen van klanten;
•
Frisse blik op proces/ product;
•
Bevestiging dat bedrijf het al goed doet.
De kleine bedrijven (< 10 werknemers) zijn in vergelijking met de grotere bedrijven vaker op zoek naar directe (kosten)besparingen. De grotere bedrijven kijken meer naar zaken die strategischer van aard zijn. Er is verder verschil tussen bedrijven die zich hebben aangemeld voor een scan tegen een vergoeding (eerste mailing en telefonische werving) en bedrijven die zich hebben aangemeld voor een kosteloze scan. Bij de eerste groep lijkt het bedrijf zelf al een concrete aanleiding te zien om aan de slag te gaan met het onderwerp, b.v. overname door een milieubewust bedrijf of een concreet probleem met (afval)kosten. Bij de tweede groep is de motivatie meer vrijblijvend van aard. Men staat open voor informatie over het onderwerp, maar neemt een meer afwachtende houding aan. 4.3.2
Deelnemende bedrijven
Overzicht deelnemende bedrijven In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de deelnemende bedrijven per provincie. In de kolom ‘zelfspecificerend’ wordt aangegeven of de bedrijven invloed hebben op het ontwerp en levensloop van de eigen producten. Tabel 6. Deelnemende bedrijven Limburg bedrijf motivatie
Charm Classic, Kerkrade
M2
Hermanns, Venlo
M1
Intram Interieur BV, Kerkrade
M2
20
productcategorie
Met een nieuwe blik tegen het proces aankijken Mogelijkheden voor kostenbesparing Verbetering en aanpassingen v.h. product aan de milieu eisen. Ontwikkelen van nieuwe producten en productie methoden.
BECO Groep BV
Houten meubelen Rompen Interieurbouw
aantal werknemers 9
zelf specificerend ja
datum scan jul-02
geselecteerd product algemeen
8
ja
jul-01
fauteuil
36
ja
jul-02
kast
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
bedrijf
Kessels Meubelateliers, Belfeld
M2
Limburgia Productie, Haelen
M2
Partos BV, Panningen
M2
Rijvers Weert BV, Weert
M2
Verstraelen, Tienray
M2
motivatie
productcategorie
Milieu is belangrijk aandachtspunt, kennis vergroten, op zoek naar verbeterpunten “Kansen” moet je altijd grijpen zo vaak komen die niet voorbij milieu is sowieso een hot item. Geïnteresseerd in de mogelijkheden van PMZ Weten welke maatregelen nog meer te nemen, besparingen Kijken of er anders tegen aan gekeken wordt, besparing
Gestoffeerde meubelen
Tabel 7. Deelnemende bedrijven Noord-Brabant bedrijf motivatie
De Zevenslaper, Eindhoven
T
Hartmann meubel, Helmond
M2
Label, Breda
M2
Meubi-trend, Oss
M2
Montis, Dongen
T
PrimaBad, Veghel
M2
Rofa, Rijen
M2
Triliton interieurbouw, Breda
M2
Wil zich oriënteren op PMZ, omdat het is gekocht door een bedrijf dat al ver is op product/milieugebied Wil nieuwe (jongere) doelgroep aanboren, ziet milieu als mogelijkheid. Milieu heeft al interesse van directeur. Wil meer weten over wetgeving, persoonlijke interesse ontwerper. Algemene oriëntatie op onderwerp Denkt al goed bezig te zijn, zoekt bevestiging, verbetermogelijkheden Geïnteresseerd in de mogelijkheden van PMZ
Valk Lisserbroek, Lisserbroek
M2
zelf specificerend ja
jun-02
geselecteerd product fauteuil
Deuren en schuifwanden
50
nee
jul-02
deur
Deuren en schuifwanden Interieurbouw
110
ja
jun-02
45
nee
sep-02
Houten meubelen
9
ja
sep-02
schuifwand werkbladen PC kast
productcategorie
aantal werknemers 75
zelf specificerend ja
datum scan jan-02
Houten meubelen
70
ja
apr-02
geselecteerd product matras en boxspring kast
Gestoffeerde meubelen Gestoffeerde meubelen Gestoffeerde meubelen Keukens en badkamers
45
ja
apr-02
fauteuil
250
ja
mrt-02
bank
157
ja
jan-02
fauteuil
35
ja
apr-02
18
ja
mei-02
badkamermeubel stoel
18
nee
mrt-02
werkblad
aantal werknemers 24
zelf specificerend nee
datum scan jun-02
geselecteerd product barmeubel
matrassen
Grote klant is geïnteresseerd in de Gestoffeerde milieuaspecten van de producten meubelen Wil voorbereid zijn op evt. vragen Werkbladen van klanten (reactief)
Tabel 8. Deelnemende bedrijven Noord-Holland bedrijf motivatie
Horstermeer M2 interieurbouw, Nederhorst den Berg Polynorm Bruynzeel, M1 Zaandam
aantal werknemers 18
productcategorie
datum scan
Productverbetering en milieu besparing
Interieurbouw
Benieuwd naar mogelijkheden, aansluiting op het milieuzorgsysteem dat ontwikkeld zou worden In overleg met de gemeentelijke Milieudienst hebben wij besloten om een doorlichting te doen.
Deuren en schuifwanden
280
ja
jul-01
deur
Interieurbouw
45
nee
jul-02
toonbank
BECO Groep BV
21
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Utrecht Geen aanmeldingen Tabel 9. Deelnemende bedrijven Zuid-Holland bedrijf motivatie
Creafort, Gouda
M2
Dekker, Zevenhuizen
T
productcategorie
Nog duurzamer werken!
Grote klanten (o.a.IKEA) houden milieu-audits bij bedrijf Idejo, Krimpen a/d Lek M2 Ben benieuwd wat er op milieugebied nog te verbeteren valt, met behoud van materiaal- en productkwaliteit (of zelfs verbeteren op lage kosten) Polma matrassen, T Zoekt oplossingen voor productieRidderkerk afval Pullman matrassen, T Milieu wordt belangrijker, wil meer Zwijndrecht aan milieuzorg doen. Vermeij V.O.F, M2 Product verbeteren en milieu Waddinxveen besparen M1 : geworven met eerste mailing met aanbod scan voor fl 500,T : geworven via telefonische nabelronde M2 : geworven met tweede mailing met aanbod kosteloze scan
Houten meubelen Werkbladen Keukens badkamers
aantal werknemers 55
zelf specificerend ja
jul-02
geselecteerd product dressoir
160
nee
nov-01
werkblad
ja
jul-02
keukenkast
en 10
datum scan
matrassen
8
ja
nov-01
matras
matrassen
110
ja
jan-02
boxspring
Rompen
6
nee
aug-02
romp fauteuil
Productcategorieën In figuur 5 zijn de deelnemende bedrijven gecategoriseerd naar productgroep. Hieruit blijkt de verscheidenheid aan producten per provincie. Opvallend is dat vier van de acht Noord-Brabantse bedrijven gestoffeerde meubelen produceren.
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Limburg
Noord-Brabant
Noord-Holland
Deuren en schuifwanden Houten meubelen Rompen matrassen
22
Utrecht
Gestoffeerde meubelen Interieurbouw Keukens en badkamers Werkbladen
BECO Groep BV
Zuid-Holland
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Figuur 5. Deelnemende bedrijven en productgroep per provincie
Productontwikkeling Bij de bedrijven met minder dan 35 werknemers is productontwikkeling een taak van de directeur of bedrijfsleider. De directeur wordt ondersteund door bijvoorbeeld een modelmaker of een werkvoorbereider. De grotere bedrijven hebben een productontwikkelingsafdeling of een R&D afdeling. De bedrijven die een sterke merknaam op de markt zetten beschikken over eigen ontwerpers. Bij de andere bedrijven is productontwikkeling vaak nog in handen van de afdeling werkvoorbereiding, de directie en wordt de input voor productontwikkeling geleverd door de verkoopafdeling. Zeven bedrijven, voornamelijk de interieurbouwers en de rompenfabrikanten, geven aan dat ze niet of nauwelijks aan productontwikkeling doen. Een aantal van hen wil de resultaten van de doorlichting graag gebruiken in het contact met de grootste opdrachtgever. Zorgsystemen Acht bedrijven hebben een gecertificeerd kwaliteitszorgsysteem volgens ISO 9000. Drie bedrijven zijn niet gecertificeerd, maar werken wel met een ander kwaliteitshandboek. Veertien bedrijven beschikken over geen enkel zorgsysteem. Dit zijn meestal de kleinere bedrijven. Bij negen bedrijven is een milieuzorgsysteem een aandachtspunt, ze willen dit soms opzetten in combinatie met een kwaliteitszorgsysteem. Geen van de bedrijven beschikt al over een milieuzorgsysteem.
Milieuaspecten Veel deelnemende bedrijven hebben in het productieproces al allerlei verbeteringen op milieugebied doorgevoerd. Een ketengerichte benadering van milieubelasting is echter nieuw. De bedrijven zijn niet of nauwelijks op de hoogte van milieuaspecten van materialen. Opvallend is dat de bedrijven veel aandacht besteden aan milieuaspecten waar de afgelopen tijd door de overheid aandacht aan is besteed, zoals lijmen, oplosmiddelen en verpakkingen. Verschillende bedrijven geven aan dat ze over relevante ontwikkelingen in de omgeving goed geïnformeerd worden door CBM. De deelnemende bedrijven zijn dus zeer divers, wat betreft de grootte van de bedrijven, de organisatie, producten en activiteiten 4.3.3
Bedrijfsbezoeken
Bij alle bedrijven is een bedrijfsbezoek afgelegd. Tijdens dit bedrijfsbezoek is bij een of meerdere personen het interview afgenomen. Bij de kleinere meubelbedrijven is voornamelijk gesproken met de directeur, bij de grotere bedrijven met de verantwoordelijken van de productieafdeling, de ontwerp-of R&D afdeling of de afdeling kwaliteit, arbo en milieu. De indruk bestaat dat de scan het meest tot zijn recht kwam als een gesprek plaats vond met de directeur (bij kleine bedrijven) of met de productontwikkelaar en KAM-coördinator gezamenlijk (bij grotere bedrijven). Bij deze personen was voldoende kennis en informatie aanwezig om een goed antwoord te geven op alle vragen van de scan. Ook is de verwachting dat er zo voldoende draagvlak ontstaat voor het invoeren van veranderingen. In het overzicht op de volgende pagina is weergeven met welke personen is gesproken bij de verschillende bedrijven: BECO Groep BV
23
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Tabel 10. Functie contactpersonen Limburg bedrijf
functie contactpersoon
Charm Classic, Kerkrade
Directeur
Hermanns, Venlo
Directeur
Intram Interieur BV, Kerkrade
Technisch directeur
Kessels Meubelateliers, Belfeld
Directeur
Limburgia Productie, Haelen
Veiligheidsfunctionaris
Partos BV, Panningen
KAM coördinator en R&D manager
Rijvers Weert BV, Weert
KAM coördinator en R&D manager
Verstraelen, Tienray
Directeur
Tabel 11. Functie contactpersonen Noord-Brabant bedrijf functie contactpersoon De Zevenslaper, Eindhoven
Directeur, hoofd productie
Hartmann meubel, Helmond
Directeur
Label, Breda
Ontwerper
Meubi-trend, Oss
Hoofd productieafdeling
Montis, Dongen PrimaBad, Veghel
General manager, productontwikkelaar, productieleider Directeur
Rofa, Rijen
Directeur
Trilton interieurbouw, Breda
productieleider
Tabel 12. Functie contactpersonen Noord-Holland bedrijf functie contactpersoon Horstermeer interieurbouw, Nederhorst den Berg Polynorm Bruynzeel, Zaandam
Valk Lisserbroek, Lisserbroek
Bedrijfsleider Hoofd laboratorium en productontwikkeling, productieleider, arbo-coördinator, kwaliteitsmanager Bedrijfsleider
Tabel 13. Functie contactpersonen Zuid-Holland bedrijf functie contactpersoon Creafort, Gouda
Werkvoorbereider
Dekker, Zevenhuizen
KAM coördinator
Idejo, Krimpen a/d Lek
Bedrijfsleider
Polma matrassen, Ridderkerk
Directeur
24
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Pullman matrassen, Zwijndrecht
Onbekend
Vermeij V.O.F, Waddinxveen
Directeur
Geen enkel bedrijf dat meedeed aan de doorlichting was bekend met PMZ, maar alle bedrijven waren wel op zoek naar nieuwe ideeën voor besparingen of vermindering van de milieubelasting. Bij de meeste bedrijven werd de betekenis van PMZ en de mogelijkheden die PMZ kan bieden voor het bedrijf pas duidelijk tijdens de doorlichting. Tijdens het gesprek werden zij geïnteresseerd in de mogelijkheden die er voor hun bedrijf waren. De meeste bedrijven zagen wel aanknopingspunten om aan de slag te gaan met PMZ. Veel bedrijven waren al actief bezig met het zoeken naar alternatieve lakken en lijmen, maar wisten nog weinig over de milieubelasting van de materialen. Bedrijven reageerden positief verrast op de lijst van Eco-indicatoren in de handleiding Productgerichte Milieuzorg, waarin de milieuscores van de door hen gebruikte materialen en alternatieven te vinden waren. Tijdens de doorlichting werden de bedrijven voornamelijk getriggerd door de praktijkvoorbeelden die ter sprake kwamen, bijvoorbeeld over de milieuwinst en economische winst bij uitgevoerde ketenprojecten in de meubelindustrie.
De interieurbouwers waren wat sceptischer over de PMZ aanpak, omdat zij zelf minder invloed hebben op het productontwerp. Ook was een aantal bedrijven van mening dat zij, omdat zij klein waren, weinig invloed hebben op de toeleveranciers waardoor het moeilijk is om eisen te stellen aan de toeleveranciers. Bij vrijwel alle bedrijven was het overbrengen van informatie dus een belangrijk onderdeel van het bedrijfsbezoek. 4.3.4
Rapportage
Het resultaat van de doorlichting is een beknopt rapport met een actieplan waarin de mogelijke voordelen van PMZ specifiek voor het bedrijf in beeld worden gebracht en voorbeelden van kansrijke verbetermogelijkheden worden gegeven. Een voorbeeld hiervan is te vinden in bijlage II. Voor het bedrijf interessante informatie wordt opgenomen in de bijlage, denk hierbij aan informatie over het Europese Ecolabel voor matrassen bij de matras producenten. In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de opgestelde milieuprofielen en de geadviseerde maatregelen in de rapporten. Vervolgens wordt een schatting genaakt van de milieuwinst en de economische winst.
BECO Groep BV
25
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
In het rapport werd ook een milieuprofiel opgenomen op basis van Eco-indicatoren. Een voorbeeld van een dergelijk milieuprofiel is te zien in figuur 4. Uit de milieuprofielen komt vaak een specifiek materiaal naar voren als erg milieubelastend. Op basis van het milieuprofiel kunnen concrete verbeteropties gedefinieerd worden. Daarnaast kan het bedrijf aan de hand van de verrassende uitkomst gemotiveerd worden om zelf aan de slag te gaan met Eco-indicatoren.
Productiefase SlaapZacht matras (%mPt) 1%
7%
15%
13%
3% 2% 3% 3%
9%
5%
39%
Staal Nonwoven (Polpypropeen) Cocolock Wol Katoen LDPE
Poedercoaten PUR (flexibel schuim) Synth. latex polyester Spuitlijm
Figuur 6. Milieuprofiel van een matras
4.3.5
Geadviseerde maatregelen
Op basis van rapportages is een overzicht gemaakt van de meest geadviseerde maatregelen. In deze paragraaf zijn de meest voorkomende maatregelen gerubriceerd en toegelicht. In bijlage III zijn vuistregels opgenomen die zijn gebaseerd op de meest geadviseerde maatregelen. Milieuzorgsysteem Bij bedrijven die intern verdeeld zijn over het nut en de beperkingen van een milieuzorgsysteem adviseert BECO het bedrijf om er wel mee aan de slag te gaan. Bij bedrijven die van plan zijn om een milieuzorgsysteem op te zetten geeft BECO aan dat het verstandig is om product- en ketenaspecten meteen goed te integreren in het systeem. In een aantal gevallen kan de samenhang met een kwaliteitszorgsysteem benut worden. Indien niet gekozen wordt voor een volledig milieuzorgsysteem kan een bedrijf wel kiezen voor het werken met milieuprofielen, de handleiding PMZ of de website. Dit is dan in de eindconclusies opgenomen.
26
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Inkoop Het meenemen van milieuaspecten in de leveranciersbeoordeling wordt bij verschillende bedrijven geadviseerd. Deze maatregel heeft als voordeel dat het bedrijf kennis opbouwt van milieuaspecten en dat het bedrijf eerder door leveranciers geïnformeerd zal worden over nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast worden leveranciers gestimuleerd om de milieuaspecten van hun producten te verbeteren. Door middel van samenwerking met leveranciers kunnen vaak besparingen ten aanzien van het milieu en kosten gevonden worden. Dit is vooral relevant voor de producenten van gestoffeerde meubelen. Producenten die gebruik maken van elektriciteit in de meubelen, o.a. keuken- en badkamerfabrikanten en elektrische schuifwanden, wordt aangeraden om energiezuinige onderdelen in te kopen. Materiaalkeuze Bij alle bedrijven worden er na aanleiding van het milieuprofiel concrete suggesties gedaan om andere materialen te gebruiken of het gebruik van bepaalde materialen te beperken. Voorbeelden zijn lakken i.p.v. verchromen en alternatieven zoeken voor leer, alternatieven voor katoen, zoals eco-katoen of synthetische materialen toepassen (bij producenten van gestoffeerde meubelen). Voor producenten van houten meubelen, interieurbouwers, en producenten van deuren en schuifwanden wordt aangeraden om hardhout (plaatmateriaal, massief hout en fineer) te vervangen door Europees hout of hout met een FSC label. Voor een aantal geldt dat ze alternatieven voor oplosmiddel houdende lijmen moeten blijven zoeken. BECO verwijst hiervoor door naar de Stichting Hout Research. De meeste bedrijven zijn goed op de hoogte van de ontwikkelingen op dit gebied. Ook het lichter construeren vormt een aandachtspunt. Bijkomend voordeel hiervan is een betere hanteerbaarheid van de producten door het personeel.
Producenten die zelf geen meubelen ontwerpen, maar alleen produceren (interieurbouwers, producenten van werkbladen en rompenfabrikanten) wordt geadviseerd om hun opdrachtgevers aan te sporen om meer vanuit milieuoogpunt te ontwerpen. Dit kan gedaan worden door milieu-informatie te verstrekken of samen naar besparingsmogelijkheden zoeken. Milieukeur/Ecolabel Verschillende producenten, vooral een aantal fabrikanten van houten kasten, tafels en dressoirs is aangeraden om de mogelijkheden van Milieukeur verder te onderzoeken. De producenten van matrassen is aangeraden om aan de slag te gaan met de eisen van het Europese Ecolabel voor matrassen. Verpakking Ten aanzien van verpakkingen worden alle bedrijven gewezen op het verpakkingsconvenant II en op de consequenties van convenant III. Slechts weinig bedrijven zijn aangesloten bij het convenant II om te werken aan vermindering van de hoeveelheid verpakkingen. Bedrijven die niet op de hoogte waren van de hoeveelheid verpakking werd aangeraden dit te inventariseren en te bepalen of het convenant op hen van toepassing was. Bij bedrijven die verpakking gebruiken zijn mogelijkheden besproken om de hoeveelheid verpakking te verminderen. Bij de drie matrasfabrikanten is, mede op basis van een succesvol voorbeeld van Auping BECO Groep BV
27
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
in de markt, aangeraden om de mogelijkheden van retourverpakking te onderzoeken. Een andere maatregel die BECO adviseert is het zoeken naar oplossingen op basis van verschillende systemen voor het vervoeren van grote platte vlakken. Ook wordt aangeraden om te starten met het scheiden van verpakkingsmaterialen, waaronder kunststof folies. Verlengen levensduur Een manier om de milieubelasting van een product te verminderen is het verlengen van de levensduur. De adviezen lopen uiteen van de mogelijkheid aanbieden tot herstofferen, het leveren van losse, vervangbare onderdelen, tot het beter verspreiden van onderhoudstips. Onderhoudstips kunnen worden opgenomen op het meubel zelf of via Internet en informatiebrochures verspreid worden aan dealers en eindgebruikers. Terugname systeem BECO adviseert voornamelijk de drie matrassen leveranciers om het proefproject ten aanzien van het terugnamesysteem voor matrassen een vervolg te geven. Er werden in het oude project weinig matrassen ingeleverd. De materialen waren wel goed te recyclen. Dit betekent dat er een groot potentieel is. Ook voor een aantal andere fabrikanten, bijvoorbeeld schuifwanden en deuren, kan recycling van het aluminium in schuifwanden een voordeel opleveren. Communicatie Verschillende bedrijven die deelnamen aan de doorlichting hebben al positieve milieumaatregelen genomen. Dit wordt echter beperkt gecommuniceerd naar klanten. Wij hebben een aantal bedrijven aangeraden om concrete maatregelen op dit gebied te ondernemen. Bedrijven die toeleveren aan de bouw zijn genoodzaakt om uiterlijk in 2003 milieu-informatie over het product aan te bieden aan de afnemers. Dit geeft een extra motivatie voor PMZ. Het voordeel van het formuleren van maatregelen in een groot aantal scans is dat het veel informatie oplevert die ook door andere meubelbedrijven kunnen worden toegepast. Op basis van de geadviseerde maatregelen tijdens de scans zijn 43 vuistregels opgesteld. (zie Bijlage III: Vuistregels). Deze vuistregels zijn op de website www.pmzmeubel.nl geplaatst.
4.3.6
Verwachte winst
In deze paragraaf wordt de potentiële milieuwinst en economische winst afzonderlijk behandeld. In bijlage IV is een totaaloverzicht te vinden van de te verwachten winst per maatregel. Verwachte milieuwinst Indien bedrijven actief aan de slag gaan met Productgerichte Milieuzorg kan dit, zoals gebleken uit eerder uitgevoerde projecten, grote milieuwinst opleveren. Voor de berekening van de potentiële milieuwinst is per bedrijf één concreet product geanalyseerd. Van dit product is een milieuprofiel met behulp van Eco-indicatoren opgesteld. Op basis van het milieuprofiel zijn diverse maatregelen geadviseerd. Van deze maatregelen zijn die twee maatregelen gekozen, die voor het bedrijf het gemakkelijkst waren om in te voeren. Vervolgens is met behulp van Eco-indicatoren
28
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
berekend wat de milieubelasting wordt als deze maatregelen worden ingevoerd. Op basis van het huidige milieuprofiel en het geadviseerde milieuprofiel is het percentage milieuwinst berekend. Op deze manier is voor de bedrijven zichtbaar gemaakt dat relatief weinig inspanning soms een behoorlijke milieuwinst kan opleveren. In onderstaande figuur is het effect van de verbeterrichtingen geïllustreerd voor één bedrijf.
Effect verbeterrichtingen 120 Eco-indicator (mPt)
100
100
87
80 60
huidige deur verbeterde deur
35
40 20
8
8
-9
0 -20
Productie
Distributie
Afdanking
Figuur 7. Mogelijke milieuwinst bij deur
Om de begeleidingsgroep zo goed mogelijk inzicht te geven in de milieuwinst is per productcategorie een overzicht gemaakt van de meest geadviseerde maatregelen en de winst die deze maatregelen opleveren. Tabel 14. Milieuwinst door geadviseerde maatregelen per productcategorie Productcategorie Veel geadviseerde maatregelen Rompen Werkbladen Houten meubelen Matrassen Interieurbouw Gestoffeerde meubelen
Keukens en badkamers
Gebruik zoveel mogelijk massief hout Gewichtsreductie Gebruik spaanplaat i.p.v. multiplex Koop HPL met een laag formaldehydegehalte in Vervang MDF door MDF light Gebruik olie in plaats van lak Gebruik Eco-katoen/polyester i.p.v. katoen Terugnamesysteem en recycling van stalen vering PVC kantenband vervangen door PP kantenband Vervang MDF door MDF light Gebruik Eco-katoen/polyester i.p.v. katoen of vervang chroomgelooid leer door plantaardig gelooid leer Poedercoaten van de poten in plaats van verchromen Gebruik spaarlampen in het meubel i.p.v. gloeilampen Vervang kunstmarmer wasbak door keramiek
BECO Groep BV
Milieuwinst 8% 17 % 25 % 28 % 30 % 45 % 46 %
29
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Productcategorie
Veel geadviseerde maatregelen
Deuren en schuifwanden
Milieuwinst
5
Gebruik gerecycled aluminium Vervangen tropisch hardhout door hout met FSC label of Europees hout
54 %
De berekeningen tonen dus aan dat de milieuwinst aanzienlijk kan zijn en dat deze sterk afhankelijk is van de productcategorie. Verwachte economische winst Omdat er geen informatie bekend is over bijvoorbeeld de inkoopkosten, productiekosten en distributiekosten op productniveau binnen het bedrijf kan de totale kostenreductie niet worden berekend. Er kan wel een indicatie worden gegeven van de mogelijke kosteneffecten van de maatregelen. Deze effecten op de kosten kunnen positief zijn als bijvoorbeeld marktvoordeel, een betere productkwaliteit, sterkere concurrentiepositie, of minder productiestappen ontstaan. De effecten kunnen negatief zijn als er bijvoorbeeld duurdere grondstoffen worden ingekocht, meer assemblagetijd nodig is, of meer productiestappen nodig zijn. Om de begeleidingsgroep zo goed mogelijk inzicht te geven in de economische winst is per productcategorie een overzicht gemaakt van de meest geadviseerde maatregelen en de winst die deze maatregelen opleveren. De economische winst bestaat uit twee delen, enerzijds het verwachte effect op de directe kosten (bijvoorbeeld voor inkoop), anderzijds de mogelijke effecten op productkwaliteit, marktvoordeel etc. doe weer economisch voordeel opleveren. Tabel 15. Economische winst per productcategorie Productcategorie Veel geadviseerde maatregelen Rompen Werkbladen
Houten meubelen
Matrassen
Interieurbouw
Gestoffeerde meubelen
5
Directe economische winst
Gebruik zoveel mogelijk massief hout Gewichtsreductie Gebruik spaanplaat i.p.v. multiplex Koop HPL met een laag formaldehydegehalte in Vervang MDF door MDF light
- (duurdere grondstof) + (minder materiaal) + 0
Gebruik olie in plaats van lak
0
Gebruik Eco-katoen/polyester i.p.v. katoen
- (duurdere grondstof)
Terugnamesysteem en recycling van stalen vering PVC kantenband vervangen door PP kantenband Vervang MDF door MDF light Gebruik Eco-katoen/polyester i.p.v. katoen of vervang chroomgelooid leer door plantaardig gelooid leer
+
- (duurdere grondstof)
0 - (duurdere grondstof) - (Eco-katoen i.p.v. katoen) + (polyester i.p.v. katoen) - (plantaardig i.p.v.
Economische winst op langere termijn + (betere kwaliteit) 0 (behoud van productkwaliteit) - (mindere kwaliteit) 0 + (minder brandstofgebruik, beter tilbaar) + (concurrentievoordeel door waardering consument) + (concurrentievoordeel door waardering consument) 0
+ (concurrentievoordeel door waardering consument) + (minder brandstofgebruik) + (concurrentievoordeel door waardering consument)
Tijdens de bijeenkomst met de begeleidingcommissie op 1 oktober 2002 is werd door de Stichting Milieukeur opgemerkt dat in aluminium altijd een standaard hoeveelheid gerecycled materiaal zit. Bij navraag is gebleken dat producenten wel invloed kunnen hebben op het percentage gerecycled aluminium in het aluminium dat zij inkopen. Omdat er echter in de wereld meer vraag is naar secundair aluminium dan aanbod wordt dit tekort altijd aangevuld met primair aluminium. Hierdoor heeft het toepassen van een groter gehalte secundair aluminium door een producent geen positief effect op de totaal gebruikte hoeveelheid secundair aluminium in de wereld. Een belangrijker criterium is het zorgen voor een goede demontage en scheiding van de materialen zodat meer aluminium kan worden gerecycled.
30
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Productcategorie
Veel geadviseerde maatregelen
Directe economische winst
Economische winst op langere termijn
chroomgelooid)
Keukens en badkamers
Poedercoaten van de poten in plaats van verchromen Gebruik energiezuinige lampen in het meubel i.p.v. gloeilampen
+
0
- (spaarlampen duurder)
+ (concurrentievoordeel, goedkoper voor consument) + (betere kwaliteit)
- (duurderde grondstof)
Deuren en schuifwanden
Vervang kunstmarmer wasbak door keramiek Gebruik gerecycled aluminium Vervangen tropisch hardhout door hout met FSC label of Europees hout
0 0
0 + (concurrentievoordeel door waardering consument)
+ = dalende kosten 0 = gelijkblijvende kosten - = stijgende kosten
De meeste maatregelen leiden tot óf economische winst op lange termijn óf economische winst op korte termijn. Enkele maatregelen leveren geen economische winst op. Directe winst kan door het bedrijf zelf gekwantificeerd worden in euro’s waardoor de winst per product kan worden berekend. Dit zal echter per bedrijf verschillen i.v.m. organisatie van de inkoop, productiekosten etc. 4.3.7
Reactie bedrijven
Een aantal bedrijven is naar aanleiding van de rapportage nagebeld. Hierna zijn enkele reacties op kort samengevat. −
Rompen & Meubelfabriek Hermanns te Venlo, René Hermanns zei over de doorlichting: "Zeer interessant en heel leerzaam, we gaan zeker wat met de resultaten doen.” Ze gaan o.m. een alternatief zoeken voor de nitrocellulose-lak.
−
Een ander bedrijf dat niet met name genoemd wilde worden vond het rapport helder en heel compact. Zij gaan echter niet met de resultaten aan de slag wegens andere prioriteiten.
−
Montis (Van Straaten): vond het rapport wat tegenvallen. De contactpersoon had voornamelijk bezwaar tegen de suggestie om leer te vervangen door alcantara (textiel met lederlook). Wel vond hij dat er een paar aardige dingen in het rapport stonden. Zijn eindoordeel was dat het rapport “zijn geld waard was”.
−
De Zevenslaper vond het rapport erg gericht op productontwikkeling en het gebruik van andere materialen. Op dit moment zijn ze nog niet aan de slag met PMZ omdat het niet genoeg prioriteit heeft binnen het bedrijf. Ze liften liever mee met de vooruitstrevendere bedrijven zoals Auping en hebben zelf niet de intentie om koploper te zijn op milieugebied.
−
Label vond de doorlichting erg interessant. Het bedrijf weet nog niet welke verbeterpunten daadwerkelijk worden opgepakt, maar er zitten nuttige adviezen bij om mee te nemen. Vooral de links naar Internet sites waar informatie kan worden gevonden, het stuk over wet-en regelgeving, de case over intergraal ketenbeheer en de uitleg over een Milieukeur werd erg op prijs gesteld. Er stond veel informatie over onderwerpen in waar Label nog niets of weinig vanaf wist. Interessant zijn vooral de uitkomsten van het milieuprofiel, vooral omdat dit laat zien dat de leren bekleding en het verchromen van het onderstel zoveel milieubelasting veroorzaakt. Label overweegt op dit moment aan het verstrekken van een informatieblad aan klanten met milieu-informatie over de materialen in de meubelen. Ook gaat het bedrijf op zoek naar andere lakken. BECO Groep BV
31
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
−
Rofa was zeer tevreden over het rapport, het zag er goed uit en was heel interessant. Rofa wil op de genoemde verbeterpunten gaan letten, ook in samenwerking met klanten. Bij een volgende bespreking met een van de klanten gaat het rapport mee om samen met de klant na te denken over de verbeterpunten. Het milieuprofiel geeft veel inzicht, Rofa wist niet dat de aluminium poten zo milieubelastend zouden zijn en gaat nu op zoek naar de mogelijkheid om secundair aluminium te gebruiken. Ook de case van Leolux over integraal ketenbeheer geeft nieuwe inzichten .
Er kan dus nog niet met zekerheid gezegd worden of bedrijven daadwerkelijk de maatregelen zullen invoeren. Een aantal bedrijven heeft wel de intentie uitgesproken. Een nabelronde op een later tijdstip (bijvoorbeeld een jaar na uitvoering van de doorlichtingen) zou hier meer informatie over naar boven kunnen halen.
7.4
Kennisoverdracht van de projectresultaten
De kennisoverdracht van de projectresultaten van het kennisoverdracht en het clusterproject vindt plaats via de website www.PMZmeubel.nl Daarnaast heeft BECO het volgende communicatieplan ontwikkeld voor de CBM, zodat de resultaten van de projecten naar alle bedrijven in de meubelindustrie gecommuniceerd kunnen worden. Ook enkele provincies nemen initiatief. 4.4.1
Communicatieplan CBM
Het streven is om een serie van artikelen te laten opnemen in nieuwsbrieven en tijdschriften. De inleiding is elke keer hetzelfde, zodat herkenning vergroot wordt. Ook wordt elk artikel afgesloten met het webadres (www.pmzmeubel.nl) voor meer informatie. De artikelen lichten enkele resultaten uit de projecten toe. De artikelen zullen luchtig van toon zijn en geen droge opsomming van bereikte resultaten. Naast deze artikelen zullen ook korte voorbeelden geplaatst worden. Hopelijk is het ook mogelijk om interviews met twee bedrijven te publiceren. Doordat er kort na elkaar verschillende soorten berichten (artikelen, interviews, voorbeelden) over PMZ in de meubelindustrie verschijnen, hopen we dat bedrijven geïnteresseerd raken en zeker ook de website eens gaan bekijken. Resultaten die naar voren gebracht kunnen worden zijn: •
Artikel met praktische tips (direct aan de slag!), of als kader bij een ander artikel.
•
Artikel met korte uitleg over milieuzorgsystemen en hoe ISO 14001 aangevuld kan worden met PMZ..
•
Artikel gebaseerd op bijvoorbeeld twee PMZ-projecten.
•
Interviews met twee bedrijven (Van Gaasbeek en van Tiel, Ubica).
•
Toevoegen van nieuwe informatie op de website: 15 korte cases en twee uitgebreidere cases van het PMZ clusterproject, een downloadable werkblad voor de inpassing van PMZ in ISO 14000 en 43 vuistregels. De aanpassingen aan de website zijn inmiddels uitgevoerd. Binnenkort zullen de twee laatste uitgebreidere cases van het PMZ clusterproject aan de website worden toegevoegd.
De artikelen en interviews kunnen in elk geval geplaatst worden in de CBM Nieuwsbrief. Daarnaast wordt aan de redactie van het vakblad Meubel gevraagd of zij interesse hebben.
32
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
BECO heeft de inhoud van deze artikelen al voorbereid voor de website. Indien er artikelen van gemaakt worden door journalisten, dan kunnen de interviews en dergelijke weer gebruikt worden voor de website. Er liggen dus plannen om de resultaten te communiceren, maar deze zullen nog moeten worden uitgevoerd. 4.4.2
Communicatie door de provincies
De Provincies hebben verschillende ideeën over de communicatie van PMZ. De Provincie Limburg laat een van de deelnemende Limburgse bedrijven interviewen en een artikel hiervan in de kamerkrant publiceren. Provincie Noord Brabant wil in publicaties voor de provincie het onderwerp meer belichten vanuit duurzaam ondernemen waarbij gekozen zal worden voor een ketenproject. Er zijn echter nog geen concrete plannen voor het publiceren van de resultaten. De Provincie Utrecht wil verder gaan met PMZ. Zij wil op zoek gaan naar de meest interessante sectoren en bedrijven om PMZ te stimuleren. Hierbij kan het kennisoverdrachtproject als voorbeeld dienen. De Provincie Noord-Holland heeft een artikel gepubliceerd in hun MEI-nieuwsbrief van oktober 2002. Deze nieuwsbrief gaat over de projecten in het kader van de regeling Milieu, Economie, Innovatie van deze Provincie.
BECO Groep BV
33
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
8
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
De conclusies en aanbevelingen zijn hierna ingedeeld op basis van de delen van het project, namelijk de website, de werving, de scans en algemene conclusies en aanbevelingen.
8.1
Ontwikkelde hulpmiddelen
Conclusies ten aanzien van de ontwikkelde hulpmiddelen - Met behulp van Internet kan actuele en complete informatie over PMZ worden aangeboden waarop gericht kan worden gezocht door bedrijven. Internet is een uitstekend medium om altijd actuele informatie aan te kunnen bieden. - Het bezoekeraantal is langzaam toegenomen sinds de lancering van de site, maar kende een dipje in de zomer van 2002. Van oktober 2001 tot september 2002 is de site gemiddeld 84 keer per dag bezocht (hits), en door 8 verschillende gebruikers uitgebreider bekeken (visits). - De respons op de enquête was te klein om conclusies te kunnen trekken over de mening van de gebruikers. De resultaten van de scans boden wel goede aanknopingspunten om de site aan te passen aan de informatiebehoefte van de bedrijven. Aanbevelingen ten aanzien van de ontwikkelde hulpmiddelen - Een website is een goede manier om informatie over te brengen. Voor het verspreiden van informatie over een onbekend onderwerp zal echter veel aandacht moeten worden besteed aan de promotie van de website. Als bedrijven het begrip PMZ niet kennen zullen zijn waarschijnlijk ook niet de moeite nemen de site te bezoeken. - Het verdient aanbeveling om te kijken naar de mogelijkheden om het bezoek aan de website verder te vergroten. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het beter linken met bestaande sites, zoals die van de CBM en andere ‘portals’ voor de meubelindustrie.
8.2
Werving
Conclusies ten aanzien van werving - Van de ruim 500 schriftelijk benaderde bedrijven, hebben 2 bedrijven zich spontaan aangemeld voor een doorlichting tegen een vergoeding. - Door het nabellen van ca. 150 bedrijven, zijn nog eens 5 bedrijven geworven voor een doorlichting tegen een vergoeding. - De (telefonische) werving werd bemoeilijkt doordat van de meeste bedrijven de contactpersonen niet bekend waren. - In de doelstelling is uitgegaan van ca. 300 CBM-leden die nog onbekend zijn met productgerichte milieuzorg en ca. 100 bedrijven met al (latente) interesse voor PMZ. Tijdens de werving van de scans is gebleken dat in de werkelijkheid veel minder bedrijven bekend zijn met PMZ dan verwacht. Van de 156 nagebelde bedrijven waren ongeveer 5 bedrijven bekend met PMZ. Dit komt neer op 3% van de nagebelde bedrijven. De bedrijven die al bekend waren met PMZ waren voornamelijk de grotere bedrijven, met meer dan 100 werknemers. 34
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
-
-
-
-
-
-
Uit het nabellen van de bedrijven bleek dat zij nog zeer onbekend zijn met het onderwerp product en milieu. De voordelen van PMZ zijn niet zichtbaar genoeg en het verschil met milieumaatregelen in het productieproces is nog onduidelijk voor veel bedrijven. Dit wordt geïllustreerd door de citaten in paragraaf 4.2.2 nabellen. Bedrijven gaven de volgende redenen om niet mee te doen: Geen tijd en / of geld; Al actief op milieugebied; Inspanningen vooral gericht op productie, afvalverwerking en arbeidsomstandigheden; Geen bedreiging vanuit overheid of markt; Geen invloed hebben op het product (m.n. interieurbouwbedrijven); Al goed op de hoogte (grote bedrijven); Bedrijf te klein. Na het kosteloos aanbieden van de scan, hebben 30 bedrijven zich aangemeld. Dit is vijftien maal meer aanmeldingen dan na de eerste mailing. Zes bedrijven meldden zich alsnog aan, terwijl ze eerder aangaven geen interesse te hebben. Het aanbieden van een scan tegen een vergoeding (hoe gering dan ook) blijkt een belangrijke drempel te hebben gevormd. Voor een gratis scan melden zich wel meer bedrijven waarvoor de doorlichting wellicht minder relevant is (b.v. zeer kleine bedrijven, geen eigen producten). Het gemiddelde percentage aanmeldingen na het aanbieden van de gratis scans komt uit op 7% van de ruim 500 benaderde bedrijven. De respons varieert sterk per provincie, van 0% in Utrecht tot 14% in Limburg. Mogelijke verklaringen zijn “scan-moeheid” in Utrecht en het gebruik van een Limburgs bedrijf in de werving in Limburg. De motivatie van bedrijven om mee te doen is globaal als volgt, van meest naar minst genoemd: Oriëntatie, kennismaken met onderwerp; Milieu besparen (vanuit persoonlijke interesse of om te voldoen aan eisen); Verbeteren producten; Voorbereid zijn of inspelen op vragen van klanten; Frisse blik op proces/ product; Bevestiging dat bedrijf het al goed doet. Er is verschil in motivatie tussen bedrijven die zich hebben aangemeld voor een scan tegen een vergoeding (eerste mailing en telefonische werving) en bedrijven die zich hebben aangemeld voor een kosteloze scan. Bij de eerste groep lijkt het bedrijf zelf al een concrete aanleiding te zien om aan de slag te gaan met het onderwerp. De tweede groep staat open voor informatie over het onderwerp, maar neemt een meer afwachtende houding aan. De kleine bedrijven (< 10 werknemers) zijn in vergelijking met de grotere bedrijven vaker op zoek naar directe (kosten)besparingen. De grotere bedrijven kijken meer naar zaken die strategischer van aard zijn.
Aanbevelingen ten aanzien van de werving - Bij werving en andere communicatieactiviteiten over product en milieu moet er rekening mee gehouden dat de meeste bedrijven onbekend zijn met dit begrip.
BECO Groep BV
35
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
-
-
8.3
Gezien de onbekendheid van het begrip bij bedrijven, verdient het de voorkeur dat voorlichtende activiteiten, zoals scans, bestemd voor bedrijven zo laagdrempelig mogelijk worden aangeboden, dus ook bij voorkeur kosteloos. Om de bekendheid van product en milieu te vergroten, dient meer aandacht gegeven te worden aan de communicatie over dit onderwerp. Hier ligt een rol voor de CBM, maar ook voor de (lokale) overheden.
Scans
Conclusies ten aanzien van scans - De deelnemende bedrijven zijn zeer divers, wat betreft de grootte van de bedrijven, de organisatie, producten en activiteiten. Geen van de bedrijven beschikt al over een milieuzorgsysteem. Veel deelnemende bedrijven hebben in het productieproces al allerlei verbeteringen op milieugebied doorgevoerd, vooral de zaken die onder aandacht zijn van de overheid. - De indruk bestaat dat de scan het meest tot zijn recht kwam als een gesprek plaats vond met de directeur (bij kleine bedrijven) of met de productontwikkelaar en KAM-coördinator gezamenlijk (bij grotere bedrijven). Ook is de verwachting dat er zo voldoende draagvlak ontstaat voor het invoeren van veranderingen. - De doorlichtingen en het opstellen van de milieuprofielen voor veel verschillende bedrijven hebben geleid tot uiteenlopende verbeterrichtingen. Hieruit zijn branchespecifieke vuistregels opgesteld die waardevol zijn voor een zeer brede groep meubelbedrijven. - Voor veel bedrijven werkt een milieuprofiel verhelderend om inzicht te krijgen in de milieuknelpunten van de producten.Het zelf maken van een milieuprofiel lijkt veel bedrijven nog wel ingewikkeld. Het is niet waarschijnlijk dat bedrijven daadwerkelijk aan de slag gaan met het opstellen van een milieuprofiel op basis van Eco-indicatoren of het programma Eco-it. - Na afloop van het bedrijfsbezoek zijn de meeste deelnemende bedrijven enthousiast over PMZ. De aanpak wordt door bedrijven interessant gevonden en biedt aanknopingen voor milieu en financiële voordelen. De meerderheid van de deelnemers zegt een aantal aanbevelingen zeker op te gaan pikken en zien de doorlichting als een eye-opener. - Met de geadviseerde maatregelen kan een aanzienlijke winst worden behaald. De milieuwinst varieert van 8% tot 53%, afhankelijk van het product. - De meeste maatregelen leiden tot economische winst op langere termijn, enkele maatregelen leiden tot directe kostenbesparing. Enkele maatregelen leveren geen economische winst op. - Er kan nog niet met zekerheid gezegd worden of bedrijven daadwerkelijk de maatregelen zullen invoeren. Een aantal bedrijven heeft wel de intentie hiervoor uitgesproken. Aanbevelingen ten aanzien van de scans - Bij toekomstige PMZ projecten is het raadzaam om van het bedrijf te verwachten dat de verschillende disciplines, zoals inkoop, verkoop en productontwikkeling ook tijdens de doorlichting zijn vertegenwoordigd. - Een persoonlijke nabespreking nadat het rapport is opgesteld en verstuurd kan bedrijven verder op weg helpen en stimuleren om aan de slag te gaan met PMZ.
36
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
-
-
8.4
Het verdient aanbeveling om over enige tijd te evalueren welke en hoeveel bedrijven de resultaten van de doorlichting hebben opgepakt en PMZ daadwerkelijk in de bedrijfsvoering hebben geïmplementeerd. Door een praktische insteek kunnen bedrijven het beste worden aangespoord om aan de slag te gaan met PMZ. Vuistregels en aansprekende cases kunnen hierbij helpen. Door het persoonlijke contact en het aantal contactmomenten te vergroten neemt de kans van slagen toe. Algemene conclusies en aanbevelingen
Algemene conclusies - In de meubelindustrie lijkt nog nauwelijks op strategische wijze producten te worden ontwikkeld. Weinig bedrijven spelen in op ontwikkelingen in de omgeving om van daaruit richting te geven aan hun producten. Productontwikkeling is niet innovatief en in veel gevallen nog gebaseerd op bestaande modellen en technische aanpassingen. Dit lijkt een belemmering te zijn bij het oppakken van PMZ. Dit geldt in ieder geval voor de bezochte bedrijven, de koplopers op het gebied van productontwikkeling zijn ook al verder met de aandacht voor milieu. - De meeste bedrijven zien geen bedreiging vanuit de overheid om iets aan de milieuaspecten van hun product te doen. Ze voldoen aan de regels van de gemeente, die geen aandacht schenkt aan het onderwerp product en milieu, en dat is voor een bedrijf vaak voldoende. - Enkele bedrijven zien ontwikkelingen bij klanten waardoor zij zelf ook wat aan milieu willen doen. Het ontbreken van de vraag naar “milieuvriendelijke” producten door de (particuliere) consument leidt ertoe dat bedrijven geen noodzaak zien met dit onderwerp aan de slag te gaan. Algemene aanbevelingen - Het is raadzaam voor de CBM om strategische en systematische productontwikkeling bij meubelbedrijven meer te stimuleren om te zorgen dat zij door betere productontwikkeling hun concurrentiepositie kunnen versterken. - Stimulering van product en ketengerichte aanpak van milieuzaken bij MKB-bedrijven vergt nog veel inspanningen. Stimulering vereist actieve inzet van brancheorganisaties en overheden. Tijdens de werving is gebleken dat zeer weinig bedrijven het begrip PMZ en de voordelen daarvan kennen. Mogelijkheden om PMZ te stimuleren zijn: 1. Vanuit de brancheorganisatie kan gedacht worden aan projecten met de grotere meubelbedrijven (die meer bekend zijn met de voordelen van PMZ) om de kleinere bedrijven over de streep te willen trekken (project 'groot helpt klein'). 2. De overheid kan een grotere rol spelen in informatievoorziening. Door meer informatie te verstrekken en aandacht te vragen voor ketenaspecten vanuit bijvoorbeeld het bevoegd gezag kan de overheid bedrijven stimuleren om aan de slag te gaan met PMZ. 3. Daarnaast kan de overheid voorbeeldprojecten op het gebied van PMZ stimuleren en financieel blijven ondersteunen. 4. De overheid kan PMZ ook stimuleren / afdwingen door ketenaspecten op te nemen in de wet Milieubeheer, of door het afsluiten van convenanten met bedrijfstakken. 5. De overheid kan duurzaam inkopen en daarmee indirect PMZ stimuleren.
BECO Groep BV
37
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Dit kan onder andere door het eigen inkoopbeleid duurzaam te maken. Tijdens het project bleek dat meubelbedrijven die produceren voor overheden aangaven aan dat er nog nauwelijks aandacht is voor de milieuaspecten van producten. Belangstelling bij klanten is een belangrijke reden voor bedrijven om met PMZ aan de slag te gaan.
38
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
BIJLAGE I: VRAGENLIJST DOORLICHTING
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
BIJLAGE II: RAPPORT 'GOED MATRAS'
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
BIJLAGE III: VUISTREGELS
Ook zonder uitgebreide milieu-analyse is al wat te zeggen over de milieuaspecten van een product. Op basis van de ervaringen in overige projecten en doorlichtingen zijn de volgende vuistregels opgesteld: 1.
Zorgsysteem
•
Neem milieutaken op in het kwaliteitshandboek of in andere bestaande procedures.
•
Neem procedures met betrekking tot product en milieu op in het bestaande kwaliteitszorgsysteem. Het is mogelijk om in bestaande procedures ook milieuaspecten op te nemen.
•
Besteed aandacht aan product- en ketengerichte aspecten in ISO 14000, aangezien dit onderwerp steeds meer aandacht zal krijgen van de auditors. Productgerichte milieuzorg biedt de kans om ook de alle productgerelateerde milieu-aspecten te beheersen en te verbeteren.
•
Maak gebruik van het bijgevoegde werkblad met de checklist voor het aanvullen PMZ aspecten in ISO 14000.
2.
Inkoop
•
Door samen te werken met toeleveranciers kunnen vaak veel besparingen worden gerealiseerd. Dit heet integraal ketenbeheer. Een voorbeeld hiervan is het inkopen van op maat gesneden materialen waardoor productieafval kan worden gereduceerd.
•
Door milieuaspecten mee te nemen in de leveranciersbeoordeling wordt het gemakkelijker om milieurelevante informatie te verzamelen en beheren. Tevens gaat er zo een duidelijk signaal uit richting de toeleveranciers dat milieuaspecten meewegen in de aankoopbeslissing.
•
Houd bij producten die gebruik maken van elektriciteit rekening dat veel milieubelasting wordt veroorzaakt tijdens de gebruiksfase. Ga dus op zoek naar bijvoorbeeld energiezuinige elektromotoren en spaarlampen.
3.
Verkoop
•
U kunt uw bedrijf beter profileren richting klanten die om milieu informatie vragen met een milieuzorg certificaat zoals ISO14001, Milieukeur of een Europees Ecolabel op één van de producten.
•
Vestig in de communicatie naar klanten meer aandacht op de milieumaatregelen die al genomen zijn.
•
Door in een handleiding of brochure enkele gebruikstips op te nemen kan de levensduur van een meubel worden verlengd. Deze tips kunnen ook op de internetsite worden opgenomen.
•
Adviseer klanten over de milieubelasting van materialen door informatie, bijvoorbeeld door het verstrekken van milieu-informatie over verschillende houtsoorten op uw internetsite of in brochures.
•
Lever een service waarbij afgedankte meubelen worden opgehaald bij aflevering van nieuwe meubels. De meubelen kunnen worden ingezameld en gedemonteerd zodat de onderdelen kunnen worden herverwerkt, d.m.v. recycling of hergebruik.
BECO Groep BV
B1
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
•
Verleng de levensduur van een meubel door bijvoorbeeld vervangbare of eenvoudig te onderhouden onderdelen aan te bieden. Gebruik bijvoorbeeld wasbare bekleding of zorg voor vervangbare hoezen.
•
Bied de mogelijkheid van herstofferen aan, zodat de levensduur verlengd wordt.
•
Meubelproducenten die zelf geen meubelen ontwerpen, maar alleen produceren kunnen hun opdrachtgevers aansporen om meer vanuit milieuoogpunt te ontwerpen. Dit kan gedaan worden door milieu-informatie te verstrekken of samen naar besparingsmogelijkheden zoeken.
4.
Productontwikkeling
4.1. •
Algemeen Structureel integreren van milieuaspecten in het productontwikkelingproces kan met behulp van de volgende tools: − De handleiding Productgerichte Milieuzorg voor de meubelindustrie − De online database van de TU Delft, http://www.io.tudelft.nl/research/dfs/idemat/index.htm −
• 4.2.
Het online hulpmiddel Eco-it op de website www.pmzmeubel.nl
De criteria van de Milieukeur gebruiken als leidraad bij productontwikkeling. Constructie
•
Gewichtsvermindering door het optimaliseren van het ontwerp of door toepassing van andere materialen. Bij meubelen die vaak of over een lange afstand vervoerd moeten worden, is gewicht een belangrijk aandachtspunt. Een lichter product levert direct milieuwinst op.
•
Door te zorgen dat onderdelen in elkaar kunnen klikken of schuiven kan het gebruik van lijmen voorkomen worden .
•
Door demontage kan efficiënter getransporteerd worden (minder lucht vervoeren). Dit kan gerealiseerd worden door bijvoorbeeld: 1. Ontwerpen in modules: nieuwe producten zo ontwerpen dat ze in modules geleverd kunnen worden en bij de eindgebruiker in elkaar gezet kunnen worden. 2. Minder materiaal per onderdeel: in de ontwerpfase van nieuwe producten bij alle gebruikte onderdelen kijken naar mogelijkheden voor gewichtsbesparing (plaatdikte, holle onderdelen etc.). 3. Montage-onderdelen los leveren: de producten (nieuw te ontwikkelen en bestaande) uitleveren met los verpakte deuren, legplanken en laden en andere onderdelen. 4.3. Vul-en stoffeermateriaal Gemiddeld genomen wordt 40 % van de milieubelasting van gestoffeerde meubelen veroorzaakt door de bekleding. Milieumaatregelen met betrekking tot het vul-en stoffeermateriaal hebben dus een groot effect op het milieuprofiel van een meubel: •
Minimaliseer de hoeveelheid gebruikte bekleding of reduceer de hoeveelheid productieafval. Bijvoorbeeld door slechte stukken van het leer te snijden voordat het wordt gelooid.
•
Zoek alternatieven voor chroomgelooid leer bijvoorbeeld plantaardig gelooid leer, Alcantara, en andere synthetische stoffen.
B2
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
•
De milieubelasting kan verlaagd worden door textiele bekleding te gebruiken die gemaakt is van synthetische materialen of van eco-katoen (is echter moeilijk te verkrijgen) in plaats van katoen.
•
Voor polyether vulling zoveel mogelijk gebruik te maken van gerecycled PUR.
4.4.
Kunststof
•
In badkamer-en keukenmeubels heeft een wasbak van keramiek de voorkeur boven een wasbak van kunstmarmer.
•
Polypropeen heeft een gunstiger milieuprofiel dan PVC. Bekijk de mogelijkheid van het vervangen van PVC kantenband door PP kantenband.
4.5.
Metaal
•
Vervang aluminium profielen door profielen die d.m.v. rolvormen uit staal worden geproduceerd.
•
Door het gebruik van grote hoeveelheden aluminium te vermijden, zal het milieuprofiel van uw producten gunstiger worden.
•
Zorg voor goede demontage-en scheidingsmogelijkheden zodat van het aluminium eenvoudig kan worden gescheiden voor recycling. Omdat er in de wereld meer vraag is naar secundair aluminium dan aanbod wordt dit tekort altijd aangevuld met primair aluminium. Hierdoor heeft het toepassen van een groter gehalte secundair aluminium door een producent geen positief effect op de totaal gebruikte hoeveelheid secundair aluminium in de wereld, maar is het zorgen voor een betere herverwerking juiste een aandachtspunt.
•
Vermijd waar mogelijk de toepassing van (grote hoeveelheden) metalen als nikkel, chroom, zink, zamac, etc. Juist deze materialen vergroten de milieubelasting.
4.6.
Hout- en plaatmaterialen
•
Minimaliseer de hoeveelheid gebruikt MDF of vervang MDF door MDF Light.
•
Vervang tropisch hout door Europees hout indien dit vanuit kwaliteitsoogpunt mogelijk is. Anders kan het best een houtsoort worden toegepast waarbij kan worden bewezen dat het hout uit een duurzaam beheerd bos komt. (bijvoorbeeld met een FSC-keurmerk)
•
Inkopen van HPL en andere plaatmaterialen met een zo laag mogelijk formaldehydegehalte.
•
Zorg ervoor dat de oppervlakten van plaatmaterialen goed zijn afgewerkt om de formaldehydeafgifte zoveel mogelijk te beperken.
•
Bekijk de mogelijkheid om alternatieve materialen te gebruiken die HPL kunnen vervangen. Er is bijvoorbeeld linoleum verkrijgbaar dat specifiek bedoeld is als bekledingsmateriaal voor meubelen. Linoleum wordt geproduceerd uit hernieuwbare grondstoffen.
5.
Productie
•
Verkies poedercoaten of spuiten boven het verchromen van staal, aangezien verchromen een zeer grote milieubelasting heeft.
•
Zoek andere toepassingen voor afvalhout. Door te voorkomen dat dit afgevoerd moet worden kunnen innovatieve producten ontstaan.
•
Ga op zoek naar alternatieven voor lakken:
BECO Groep BV
B3
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
−
Vervang nitrocellulose-lak door bijvoorbeeld een High Solid lak of watergedragen lak.
−
Vervang lakken door bijvoorbeeld groene zeep, was of olie. Dit heeft een zeer gunstig milieueffect. Meer informatie kan worden verkregen bij het BTCM, www.btcm.nl
•
Vervang oplosmiddelhoudende lijm door hotmelt voor de productie van schuimdelen.
•
Ga op zoek naar alternatieven voor oplosmiddelhoudende lijm. Bijvoorbeeld in samenwerking met De Stichting Hout Research (SHR) die samen met de CBM een onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van alternatieven voor oplosmiddelhoudende lijmen start. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met de SHR via telefoonnummer 031742 54 22 of hun website bezoeken op www.shr.nl.
•
Zoek naar milieumaatregelen op de website Milieu en Winst, http://www.milieuwinst.nl/, hierop staan verschillende maatregelen om schoner te produceren.
6.
Verpakking
•
Het gebruik van een retourverpakking scheelt materiaal wat goed is voor het milieu en voor de kosten. Of er milieuwinst en economisch voordeel ontstaat, hangt echter ook af van de transportafstand die de retourverpakking aflegt.
•
In plaats van karton dat één keer gebruikt wordt kan ook gedacht worden aan een steviger soort dat meermalen gebruikt kan worden.
•
Gebruik niet meer verpakkingsmateriaal dan strikt noodzakelijk is.
B4
BECO Groep BV
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
BIJLAGE IV: OVERICHT MILIEUWINST EN ECONOMISCHE WINST VAN MAATREGELEN
Productcategorie
Veel geadviseerde maatregelen
Directe economische winst
Rompen
Gebruik zoveel mogelijk massief hout Gewichtsreductie Gebruik spaanplaat i.p.v. multiplex Koop HPL met een laag formaldehydegehalte in Vervang MDF door MDF light
- (duurderde grondstof) + (minder materiaal) + 0
Gebruik olie in plaats van lak
0
Gebruik Eco-katoen/polyester i.p.v. katoen
- (duurderde grondstof)
Werkbladen
Houten meubelen
Matrassen
Terugnamesysteem en recycling van stalen vering Interieurbouw PVC kantenband vervangen door PP kantenband Vervang MDF door MDF light Gestoffeerde meubelen Gebruik Eco-katoen/polyester i.p.v. katoen of vervang chroomgelooid leer door plantaardig gelooid leer Poedercoaten van de poten in plaats van verchromen Keukens en badkamers Gebruik energiezuinige lampen in het meubel i.p.v. gloeilampen
- (duurderde grondstof)
+ 0 - (duurderde grondstof) - (Eco-katoen i.p.v. katoen) + (polyester i.p.v. katoen) = (plantaardig i.p.v. chroomgelooid) + - (spaarlampen duurder) - (duurderde grondstof)
+ = dalende kosten 0 = gelijkblijvende kosten - = stijgende kosten Economische winst op langere termijn + (betere kwaliteit) 0 (behoud van productkwaliteit) - (mindere kwaliteit) 0 + (minder brandstofgebruik, beter tilbaar) + (concurrentievoordeel door waardering consument) + (concurrentievoordeel door waardering consument) 0 + (concurrentievoordeel door waardering consument) + (minder brandstofgebruik) + (concurrentievoordeel door waardering consument)
Milieuwinst 8% 17 %
25 %
28 %
30 %
45 % 0 + (concurrentievoordeel, goedkoper voor consument) + (betere kwaliteit)
46 %
Vervang kunstmarmer wasbak door keramiek
BECO Groep BV
B1
Eindrapport Kennisoverdracht Productgerichte Milieuzorg in de meubelindustrie, februari 2003
Deuren en schuifwanden 5
6
6
Gebruik gerecycled aluminium Vervangen tropisch hardhout door hout met FSC label of Europees hout
0 0
0 + (concurrentievoordeel door waardering consument)
54 %
Tijdens de bijeenkomst met de begeleidingcommissie op 1 oktober 2002 is werd door de Stichting Milieukeur opgemerkt dat in aluminium altijd een standaard hoeveelheid gerecycled materiaal zit. Bij navraag is gebleken dat producenten wel invloed kunnen hebben op het percentage gerecycled aluminium in het aluminium dat zij inkopen. Omdat er echter in de wereld meer vraag is naar secundair aluminium dan aanbod wordt dit tekort altijd aangevuld met primair aluminium. Hierdoor heeft het toepassen van een groter gehalte secundair aluminium door een producent geen positief effect op de totaal gebruikte hoeveelheid secundair aluminium in de wereld. Een belangrijker criterium is het zorgen voor een goede demontage en scheiding van de materialen meer aluminium kan worden gerecycled.
Tijdens de bijeenkomst met de begeleidingcommissie op 1 oktober 2002 is werd door de Stichting Milieukeur opgemerkt dat in aluminium altijd een standaard hoeveelheid gerecycled materiaal zit. Bij navraag is gebleken dat producenten wel invloed kunnen hebben op het percentage gerecycled aluminium in het aluminium dat zij inkopen. Omdat er echter in de wereld meer vraag is naar secundair aluminium dan aanbod wordt dit tekort altijd aangevuld met primair aluminium. Hierdoor heeft het toepassen van een groter gehalte secundair aluminium door een producent geen positief effect op de totaal gebruikte hoeveelheid secundair aluminium in de wereld. Een belangrijker criterium is het zorgen voor een goede demontage en scheiding van de materialen meer aluminium kan worden gerecycled.
B2
BECO Groep BV