HET RUSSISCHE RIJK • GROOT OMROEPKOOR A CAPPELLA • AVROTROS KLASSIEK I • AVROTROS KLASSIEK II • GROTE VIOLISTEN • CARL NIELSEN • AVROTROS VOCAAL • MUZIKALE MEESTERWERKEN • TWEE BIJZONDERE CONCERTEN
vrijdag 16 oktober 2015, 20.15 uur inleiding Jan-Willem van Ree 19.30 uur
Een uitgelaten Sjostakovitsj Radio Filharmonisch Orkest Markus Poschner dirigent Simon Trpčeski piano Hans van Loenen trompet Pjotr Iljitsj Tsjaikovski 1840-1893 Romeo en Julia, fantasie-ouverture 1869/1880 Dmitri Sjostakovitsj 1906-1975 Eerste pianoconcert (Concert voor piano, trompet en strijkorkest) opus 35 1933 Allegro moderato • Lento • Moderato • Allegro con brio PAUZE
Ludwig van Beethoven 1770-1827 Zevende symfonie in A opus 92 1813 Poco sostenuto – Vivace • Allegretto • Scherzo: Presto – assai meno presto Allegro con brio Na afloop van het concert is er een extra optreden voor de bezoekers in de Uitloopfoyer: de band Tocar treedt op samen met vier strijkers van het Radio Filharmonisch Orkest
2
Uitzending
KlassiekMagazine
AVROTROS zendt dit concert vanuit TivoliVredenburg semi-rechtstreeks uit op NPO Radio 4 op vrijdag 23 oktober. Alle luisteraars kunnen volop genieten van het concert als mobiele telefoons, horloges en gehoorapparaten geen geluid maken. Presentatie voor Radio 4 vanuit de zaal door Mark Brouwers.
Of u nou veel van klassiek weet of weinig, en vaak naar concerten gaat of eigenlijk nooit: er is een nieuwe site voor nieuwsgierige muziekliefhebbers. Met inzichten, verhalen, interviews. En vooral: veel muziek. KlassiekMagazine is een initiatief van het Radio Filharmonisch Orkest, het Groot Omroepkoor, het Muziekcentrum van de Omroep, het AVROTROS Vrijdagconcert, de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagochtend Concert.
➜ WWW . RADIO 4. NL Na het concert: Tocar! Na het concert is er gelegenheid om een drankje te nuttigen. In de Uitloopfoyer op de eerste verdieping ter hoogte van vak B treedt de band Tocar op, samen met vier strijkers van het Radio Filharmonisch Orkest. De muziek van Tocar gaat over levensvreugde en sensualiteit. De vier musici van Tocar spelen Tango, Latin, Jazz en verkennen de muzikale grenzen. Accordeonist Rik Cornelissen, pianist Wim Warman, drummer Enrique Firpi en bassist Taco Nieuwenhuizen putten inspiratie uit de muziek van onder meer Astor Piazzolla, Bill Evans en Chick Corea. Verschillende genres worden met elkaar vermengd, als specerijen in een exotisch gerecht. Dat gerecht wordt dit keer extra spicy: vier musici van het Radio Filharmonisch Orkest lopen direct na hun concert in de Grote Zaal door naar de Uitloopfoyer, om daar de klanken van hun instrumenten te mengen met die van Tocar. Deze vier musici (celliste Anneke Janssen, violisten Michiel Eekhof, Alexander van den Tol en Dana Mihailescu) zullen samen met Tocar het publiek dat na het concert nog blijft napraten, aangenaam verrassen! Tocar presenteert tijdens deze concertavond ook zijn nieuwe debuut-cd “Birds of Paradise”. Deze is ook al direct bij binnenkomst in een stand verkrijgbaar.
➜ KLASSIEKMAGAZINE . NL
Luister Concerten Via WWW . RADIO 4. NL kunt u onder ‘Luister Concerten’ kiezen uit de mooiste concertopnamen, waaronder uiteraard ook die van De Vrijdag van Vredenburg van de afgelopen seizoenen.
➜ WWW . RADIO 4. NL
Net als in de film?
3
Tsjaikovski - Romeo en Julia “De Heilige Geest is mij menigmaal lief, maar ik geef de voorkeur aan Goethe en Shakespeare.” Hoe onschuldig zo’n blijk van artistieke bewondering ook mag lijken, het kwam Alexander Poesjkin duur te staan. De politie had zijn brief onderschept, en Ruslands grootste schrijver werd voor enige jaren verbannen; nog net niet naar Siberië, maar wel naar de provincie. Omdat tsaar en kerk onlosmakelijk met elkaar verbonden waren, was eenieder die de kerkelijke macht in twijfel trok een bedreiging voor de tsaristische hegemonie. De oude Shakespeare werd in negentiende-eeuws Rusland veel gelezen. Zijn drama’s stonden model voor toneelstukken en romans, en ook in de Russische muziek werden zij zo af en toe verklankt. Het was Mili Balakirev (zelf de componist van een ouverture King Lear) die de nog jonge Tsjaikovski op de muzikale mogelijkheden van Shakespeares tragedie Romeo en Julia wees. In 1869 ontvouwde hij in een van zijn brieven een tot in detail uitgewerkt plan. Balakirev gaf zelfs een overzicht van de verschillende toonsoorten en modulaties, die hem het meest geschikt leken. Na twee maanden kon Tsjaikovski hem terugschrijven dat hij veel van de adviezen had overgenomen, en in 1870 ging het stuk in première. Met name met het begin, dat Broeder Lorenzo in een aardige, maar tamelijk weinig zeggende melodie beschreef, waren publiek en critici, noch Balakirev tevreden. Nog in hetzelfde jaar maakte Tsjaikovski een com-
PJOTR ILJITSJ TSJAIKOVSKI
De oude Shakespeare werd in negentiende-eeuws Rusland veel gelezen. Zijn drama’s stonden model voor toneelstukken en romans, en ook in de Russische muziek werden zij zo af en toe verklankt.
4
pleet nieuwe versie, met het bekende, koraalachtige gegeven als opening. In 1880 verscheen de derde en definitieve versie, die meestal wordt gespeeld. Tot twee maal toe, in 1881 en zijn sterfjaar 1893, heeft Tsjaikovski met het idee gespeeld, een opera op hetzelfde gegeven te componeren, maar slechts een schets van een duet tussen de twee hoofdpersonen is bewaard gebleven. De ‘fantasie-ouverture’ Romeo en Julia volgt niet het gehele Shakespeareaanse drama, maar zet slechts een paar belangrijke episodes neer. Na de karakterschets van monnik Lorenzo volgen in het snelle deel (allegro giusto) de strijd tussen de families der Montagues en Capuleti en de liefde tussen de twee titelhelden. Het werkelijke drama ontplooit zich dan in de doorwerking, waar de twee sterk contrasterende thema’s met elkaar, en met het Lorenzo-thema worden vervlochten. De leden van het Machtige Hoopje, die aanvankelijk wat huiverig waren voor de klassiek geschoolde Tsjaikovski, waren enthousiast over het stuk, en hun ideoloog Vladimir Stasov schreef euforisch: “We waren met z’n vijven, maar jij nu bent nummer zes!”
Sjostakovitsj’ Eerste pianoconcert
DMITRI SJOSTAKOVITSJ
Het liefdesthema uit Tsjaikovski’s Romeo en Julia is dikwijls gebruikt door filmmakers – van de televisieserie Columbo (bij de moordscène in The Bye-Bye Sky High I.Q. Murder Case) tot de Bondfilm The Moonraker en de tekenfilmreeks SpongeBob SquarePants. Zelf overleed Tsjaikovski te jong om muziek, speciaal voor de film te hebben kunnen schrijven. Zijn vijf jaar oudere collega Saint-Saëns deed dat als eerste, in 1908. Veel Sovjetcomponisten, van Prokofjev en Sjostakovitsj tot Schnittke, Goebaidoelina en Kancheli, schreven wel filmmuziek. Uit enthousiasme voor het nieuwe medium, én soms ook uit pure broodnood. De jonge Sjostakovitsj was zijn loopbaan zelfs in het filmtheater begonnen. Zijn vader Dmitri Boleslavovitsj was in 1922 overleden, kort na een barre treinreis richting provincie, waar hij wat eten had
Veel Sovjetcomponisten schreven filmmuziek. Uit enhousiasme voor het nieuwe medium, én soms uit pure broodnood.
bemachtigd. Vanaf nu moest ook de zestienjarige Mitja aan het gezinsinkomen bijdragen. Zoals veel van zijn collega-musici raakte hij in de theaters van Petrograd verzeild, waar hij vanachter de piano films van geluid voorzag. Hij verdiende er een grijpstuiver mee, en het werk was zwaar. Maar de theaters waren voor Sjostakovitsj een belangrijke leerschool, naast de formele conservatoriumopleiding. Voortjakkerende automobielen, onwaarschijnlijke reddingsoperaties, waanzin en melodrama..., het kost weinig voorstellingsvermogen om filmische ingrediënten in Sjostakovitsj’ Eerste pianoconcert (1933) te herkennen.
Het kost weinig voorstellingsvermogen om filmische ingrediënten in Sjostakovitsj’ pianoconcert te herkennen. In de stomme film moest het vertelritme puur visueel tot stand komen. De grote cineasten kozen dikwijls voor een snelle montagetechniek. Zo gebruikte Sergej Eisenstein in 1925 voor Pantserkruiser Potjomkin (met muziek van Prokofjev) niet minder dan 1250 verschillende camera-instellingen. In hoge mate, zou je kunnen zeggen, danken de twee snelle delen van Sjostakovitsj’ pianoconcert hun uitbundige vrolijkheid aan de eigenwijze scèneovergangen. Het is alsof de onophoudelijke verandering van camerastandpunt naar muziek is vertaald. Het flitsende karakter wordt nog versterkt door de vele flarden uit andere composities die Sjostakovitsj in zijn muziek verweefde, van een Haydn-sonate en Sjostakovitsj’ pas voltooide toneelmuziek bij Shakespeares Hamlet tot het Oostenrijkse Ach du lieber Augustin. Waarom het eerste thema net zo inzette als Beethovens Sonata appassionata, wilde een vriend van het Moskouse conservatorium weten. “Dat heb je correct waargenomen,” antwoordde de componist onmiddellijk. “Weet je, ik heb het zo geschreven, dat iedere idioot het begrijpen kon.” Met een Lento en een Moderato als middendelen behield Sjostakovitsj in zijn werk de traditionele opbouw (snel-langzaamsnel) van een soloconcert. Ongewoon is echter het tegenspel dat een trompettist de hoofdrolspeler biedt. Zijn stem is medebepalend voor het wervelende karakter van het stuk. Overigens kwam niet Sjostakovitsj’ Eerste maar zijn Tweede pianoconcert in 2000 terecht in de Disney-versie van de film Fantasia (als begeleiding van het Tinnen soldaatje.)
5
6 6
Beethovens Zevende symfonie Het tweede deel uit Beethovens Zevende symfonie blijkt ook zeer filmgeniek. In de The King’s Speech (2010) klinkt het als dramatische achtergrond voor de radiotoespraak waarin King George zijn onderdanen in september 1939 moet vertellen dat Groot-Brittannië in oorlog is. Maar ook toen Radio Moskou op 6 maart 1953 de dood van Stalin bekend maakte, werd dit deel als muzikale aankleding gebruikt. Toen Beethoven in 1811 aan zijn Zevende symfonie begon, bereidde Napoleon zijn veldtocht naar Rusland voor. Het werk beleefde op 8 december 1813 zijn première, samen met zijn ‘oorlogssymfonie’ Wellingtons Sieg, tijdens een benefietconcert ten gunste van de Oostenrijkse en Beierse troepen die enkele maanden eerder, veelal gewond, waren teruggekomen van de slag om Hanau. Napoleon was inmiddels bij Borodino verslagen en ook Wenen feestte op de nakende overwinning. Beethoven dirigeerde. Zijn goede vriend Johann Mälzel (de uitvinder van de metronoom) had vermaarde componisten als Antonio Salieri, Bernard Romberg, Louis Spohr,
LUDWIG VAN BEETHOVEN DOOR JOSEPH KARL STIELER, 1820
Johann Nepomuk Hummel en Giacomo Meyerbeer bereid gevonden in het orkest mee te spelen. De Allgemeine musikalische Zeitung schreef: “Het Andante (a klein) moest meermalen herhaald worden en bracht kenners en niet-kenners in vervoering.” Hier vergiste de recensent vergiste zich: Beethoven had in de partituur ‘Allegretto’ boven dit relatief langzame tweede deel geschreven. Dreef het enorme contrast met de overige drie delen, waar gepuncteerde ritmes en hoge tempi de overhand hebben, hem tot deze interpretatie? Of was het toch de dramatische aanleiding voor het benefietconcert, waardoor de criticus misschien (onwillekeurig) aan een begrafenisoptocht moest denken? Een ding is zeker: het karakter van dit deel wordt sterk bepaald door het tempo dat de dirigent kiest. Waar Beethoven dikwijls ruim de tijd nam om een slotakkoord te bereiken, is deze Zevende symfonie afgelopen voor je er erg in hebt. En het tweede deel eindigt, zeer ongebruikelijk, op een tamelijk onstabiel kwartsextakkoord (een akkoord dus, waarvan de grondtoon niet in de bas ligt). De slotakkoorden van het derde deel komen zelfs zo onverwacht uit de lucht vallen, dat Robert Schumann ze beschreef met de woorden: “Je ziet hoe de componist op een nette manier zijn veer van zich wegwerpt”. De tomeloosheid van het werk bracht Carl Maria von Weber zo van streek dat hij zijn collega Beethoven rijp achtte voor het gekkenhuis. Ook de vermaarde dirigent Sir Thomas Beecham wist niet goed wat hij met het slotdeel, dat bij sommige dirigenten als een waar volksfeest klinkt, aanmoest: “Wat kun je ermee doen? Het is alsof een stel jaks aan het rondspringen is.” Tsjaikovski, dol op feestelijke finales, interpreteerde het deel echter positief als “een hele reeks beelden, vol bandeloze vreugde, vol geluk en levensplezier”. Zou het Allegretto misschien ook minder dramatisch moeten worden geïnterpreteerd dan Stalins doodzeggers dachten? Had Beethoven het einde van de tiran Napoleon bezongen? Ach, schreef Beethoven in een brief: “Belangrijk is slechts het ‘karakter van een werk van klanken’. De Zevende is slechts een van de gelukkigste producten van mijn zwakke krachten.” Een criticus uit Leipzig was het met hem eens: “de schoonheden van dit heerlijke werk, de geest van het geheel, laat zich hier, zoals nooit, in woorden vatten.” Onno Schoonderwoerd
7
uitvoerenden
8
Markus Poschner, dirigent De in München geboren dirigent Markus Poschner studeerde aan de Hochschule für Musik und Theater in München bij Hermann Michael. Van 2000 tot 2006 was hij chef-dirigent van het Georgisches Kammerorchester Ingolstadt. Daarna was hij Eerste Kapelmeester van de Komische Oper in Berlijn, waar hij werkte met regisseurs als Hans Neuenfels, Peter Konwitschny, Andreas Homoki en Sebastian Baumgarten. In 2007 werd Poschner Generalmusikdirektor bij de Bremer Philharmoniker en het Theater Bremen. Hij is geregeld te gast bij de Münchner Philharmoniker en de Dresdner Philharmonie. Verder staat hij regelmatig op de bok van het Gürzenich-Orchester Köln, de Bamberger Symphoniker, Staatskapelle Halle, het Bruckner-Orchester Linz, het Berliner Konzerthausorchester, het Orchester des Hessischen Staatstheaters en het Staatstheater am Gärtnerplatz. Bovendien is Markus Poschner vaste gastdirigent van het Orquesta Sinfónica de Chile en dirigeert hij geregeld bij Duitse muziekfestivals, zoals het Schleswig-Holstein Musikfestival, de Richard-Strauss-Tage Garmisch-Partenkirchen, het Europäisches Klassikfestival Ruhr en het
MARKUS POSCHNER
SIMON TRPČESKI
Rheingau Musikfestival. Gastdirecties verrichtte hij in Argentinië, Frankrijk, Oostenrijk, Japan en China. Markus Poschner, die ook een naam heeft als jazzpianist, werkte samen met artiesten als Klaus Maria Brandauer, Natalia Gutman, Giora Feidman, Bruno Jonas, Baiba Skride en Maximilian Schell. Sinds 2010 is hij eredocent aan de Universität Bremen. In 2004 was hij winnaar van de Deutsche Dirigentenpreis. Vanaf 2017 zal Markus Poschner het Bruckner Orchester Linz leiden.
Simon Trpčeski, piano De Macedonische pianist Simon Trpčeski treedt geregeld op met orkesten in Europa, de VS, Canada, Japan, NieuwZeeland en Australië. Zo werkte hij samen met dirigenten als Vladimir Ashkenazy, Lionel Bringuier, Andrew Davis, Gustavo Dudamel, Charles Dutoit, Vladimir Jurowski, Lorin Maazel, Antonio Pappano, Vasily Petrenko, Robin Ticciati, Yan Pascal Tortelier, David Zinman, Marin Alsop en Gianandrea Noseda. Dit seizoen vermeldt optredens met orkesten in Londen, Liverpool, Birmingham, Bournemouth, San Francisco, Atlanta, Vancouver, Detroit, Rotterdam en Lissabon. Simon Trpčeski geeft wereldwijd solorecitals en brengt
HANS VAN LOENEN
concerten met kamermuziek. Zo speelde hij in 2011 met celliste Nina Kotova werken van Chopin bij een theatervoorstelling over diens leven met de acteurs Jeremy Irons en Sinead Cusack in Cortona in Italië. Met cellist Daniel Müller-Schott vormt hij een vast duo. Vorig seizoen toerden zij langs Vancouver, Montreal, Washington, het Amsterdamse Concertgebouw, de Wigmore Hall in Londen en Bilbao, maar gaven ze ook trio-uitvoeringen met Julia Fischer in de Londense Wigmore Hall en de Philharmonie in Dresden. Met ondersteuning van het Ministerie van Cultuur van Macedonië begeleidt Simon Trpčeski jonge talenten. Hij won prijzen bij pianowedstrijden in Engeland, Italië en Tsjechië. In 2009 ontving hij van de Macedonische president de Presidentiële Oorkonde van Verdienste voor Macedonië. En in 2011 ontving hij als eerste in zijn land de titel van Nationaal Kunstenaar van de Republiek Macedonië. Simon Trpčeski studeerde af aan de Muziekschool van de Universiteit van St. Cyrillus en St. Methodius in zijn woonplaats Skopje, waar hij studeerde bij Boris Romanov.
Hans van Loenen, trompet Hans van Loenen begon op achtjarige leeftijd trompet te spelen bij een fanfare onder leiding van zijn vader en kreeg zijn eerste lessen van Mathieu Goossens en Herman Nass. Hij vervolgde zijn studie aan het Utrechts Conservatorium bij Willem van der Vliet en volgde vele masterclasses bij onder anderen Timofej Dokshizer en Maurice André. Hij was van zijn zeventiende tot negentiende eerste trompettist bij het Nationaal Jeugd
Orkest; daarna trad hij in dienst bij het Radio Kamerorkest, waar hij tot zijn achtentwintigste aanbleef. Met het Radio Kamerorkest trad hij op als solist in binnenen buitenland, onder meer onder leiding van Ton Koopman (o.a. een concertreis in Spanje met het Trompetconcert van Haydn), Mark Foster (Europese première van het Trompetconcert van Schoenfield) en Arnold Oestman (Trompetconcert van Hummel). Sinds 1999 is Hans van Loenen eerste trompettist van het Radio Filharmonisch Orkest en een veelgevraagd solist bij orkesten zoals het Nederlands Koper Ensemble, Combattimento Consort, de Amsterdamse Bach Solisten, het Radio Filharmonisch Orkest en het Hongaars Staatsorkest.
Radio Filharmonisch Orkest Het Radio Filharmonisch Orkest, opgericht in 1945, is een onmisbare schakel in het Nederlandse muziekleven. Het orkest speelt bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen. Nederlandse en wereldpremières vormen een belangrijk onderdeel van het repertoire. De meeste concerten vinden plaats in het kader van concertseries NTR ZaterdagMatinee (Het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam), AVROTROS Vrijdagconcert (TivoliVredenburg in Utrecht) en Het Zondagochtend Concert (Amsterdam) en worden live worden uitgezonden op NPO Radio 4. Een deel ervan wordt bovendien op de Nederlandse televisie uitgezonden. Daarbuiten trad het orkest onder meer op tijdens de BBC Proms 2011 in de Royal Albert Hall. Markus Stenz is sinds 2012
9
10
chef-dirigent. Onder zijn voorgangers zijn Albert van Raalte, Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Edo de Waart en Jaap van Zweden. Het orkest werkte bovendien samen met gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös, Vladimir Jurowski en Valery Gergiev. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012; Bernard Haitink heeft als beschermheer zijn naam aan het orkest verbonden. Sinds augustus 2013 maakt het Radio Filharmonisch Orkest deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Groot Omroepkoor en de productieafdeling van de concertseries van Radio 4 (NTR enAVROTROS).
➜
WWW . RADIOFILHARMONISCHORKEST . NL
volg het orkest via twitter (@radiofilhorkest) en facebook
IVAL PEL
RADIO FILHARMONISCH ORKEST
Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson, James MacMillan en Jan van Vlijmen, of de registratie van Wagners Parsifal – live in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Jaap van Zweden – werden met prijzen als de Edison Klassiek onderscheiden. Onlangs verschenen bovendien Bruckners symfonieën onder leiding van Jaap van Zweden op cd, de acht symfonieën van Karl Amadeus Hartmann (verschillende dirigenten) en diens opera Simplicius Simplicissimus (gedirigeerd door Markus Stenz). In 2014 kreeg het Radio Filharmonisch Orkest een Edison Klassiek Oeuvreprijs toegekend voor zijn verdiensten voor de Nederlandse muziek.
DIRIGENT Markus Stenz HONORARY CHIEF CONDUCTOR Jaap van Zweden ERE-DIRIGENT Edo de Waart VASTE GASTDIRIGENT James Gaffigan
EERSTE VIOOL Alexander Baev Kerstin Kendler Mariska Godwaldt Maria Escarabajal Alberto Facanha Johnson Masha Iakovleva Pamela Kubik Leonie Mensink Pedja Milosavljevic Theo Ploeger Gerrie Rodenhuis Pieter Vel Ruud Wagemakers TWEEDE VIOOL Casper Bleumers Sarah Loerkens Ian van den Berk Esther de Bruijn Michiel Eekhof Wouter Groesz Yvonne Hamelink Annemarie van Helderen Dana Mihailescu Guido Muller Renate van Riel Alexander van den Tol ALTVIOOL Francien Schatborn Arjan Wildschut Igor Bobylev Sabine Duch Marije Helder Erik Krosenbrink Annemijn den Herder Robert Meulendijk Lotte de Vries Ewa Wagner
CELLO Michael Müller Anton Istomin Eveline Kraayenhof Winnyfred Beldman Mirjam Bosma Anneke Janssen Ansfried Plat Arjen Uittenbogaard CONTRABAS Rien Wisse Stephan Wienjus Annika Pigorsch Edward Mebius Jim Schultz Eduard Zlatkin FLUIT Barbara Deleu Ellen Alberts Maike Grobbenhaar HOBO Roger Cramers Yvonne Wolters Gerard van Andel KLARINET Frank van den Brink Diede Brantjes FAGOT Jos Lammerse Freek Sluijs HOORN Petra Botma Toine Martens Fréderick Franssen Rebecca Grannetia TROMPET Hessel Buma Raymond Rook
TROMBONE Victor Belmonte Albert Andre Pinho de Melo Brandt Attema TUBA Bernard Beniers PAUKEN Bas Voorter SLAGWERK Hans Zonderop Esther Doornink HARP Ellen Versney
Radio Filharmonisch Orkest
11
volgende concerten
12 zaterdag 17 oktober 2015, 20.15 uur Jacobikerk, Utrecht SERIES GROOT OMROEPKOOR & AVROTROS VOCAAL
Schnittkes diepRussische Concert voor koor Groot Omroepkoor musici uit het Radio Filharmonisch Orkest
Hasse herontdekt Armonia Atenea George Petrou dirigent Max Emanuel Cencic altus Julia Lezhneva sopraan Mary-Ellen Nesi mezzosopraan Juan Sancho tenor Roxana Constantinescu mezzosopraan Dilyara Idrisova sopraan
Sigvards Klava dirigent Nielsen Drie motetten opus 55 Dvořák Nocturne opus 40 Whitacre When David heard Ešenvalds O Solutaris Hostia Schnittke Concert voor koor
colofon
zaterdag 17 oktober 2015, 13.00 uur Concertgebouw, Amsterdam WWW . ZATERDAGMATINEE . NL
Hasse Siroe (Nederlandse première)
PROGRAMMERING
PRESENTATIE
Astrid in ’t Veld
AVROTROS NPO RADIO
PRODUCTIE
Mark Brouwers
Anneke Peerik, Sandra Eil
EINDREDACTIE
PUBLICITEIT
&
PRODUCTIE
JONG TALENT
Anne Marie van Doorn Sabien Stols ADMINISTRATIE
&
Anneke de Vries
FINANCIËN
AVROTROS NPO RADIO
DIRECTEUR STICHTING OMROEP
4
MUZIEK
Stan Paardekooper PROGRAMMATOELICHTING
4
Onno Schoonderwoerd
Tim Moen
REDACTIE PROGRAMMABOEK
CASTING DIRECTOR
Clemens Romijn
Mauricio Fernández
EINDREDACTIE
ARTISTIEK LEIDER
Onno Schoonderwoerd
Kees Vlaardingerbroek