Een Intergemeentelijke Archeologische Dienst in jouw gemeente.
Inleiding Het klinkt je misschien ongeloofwaardig in de oren, maar archeologische vondsten worden niet enkel in Egypte, Rome of Griekenland gedaan. Ook hier kan je sporen van onze voorouders terug vinden, denk maar aan de prehistorische vuistbijlen uit Rotselaar of de Romeinse villa die daar opgegraven werd, de IJzertijdmunten en de Romeinse vondsten van Sint-Joris-Winge, de talrijke steentijdsites in en rond Holsbeek en Bekkevoort, het depot van bronzen bijltjes uit de Bronstijd uit Nieuwrode of de nederzetting van de eerste landbouwers op de Hermansheuvel te Assent. Om wat er in de bodem te vinden is en reeds gevonden werd voor onze nakomelingen te vrijwaren, werd het archeologisch onderzoek de voorbije decennia in een administratief jasje gestoken. Niet alleen telt Vlaanderen universiteiten waar je de nationale archeologie kan bestuderen, ook is er het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) dat zich voornamelijk bezig houdt met het inventariseren, bestuderen en publiceren van materiaal afkomstig uit opgravingen in Vlaanderen. Ook stellen zij samen en beheren ze de Centraal Archeologische Inventaris, waarin stelselmatig alle archeologische vindplaatsen van Vlaanderen worden bijgehouden. Daarenboven werd er in de schoot van het Agentschap Ruimte en Erfgoed een cel Beheersarcheologie opgericht. Deze afdeling verstrekt opgravingsvergunningen en is belast met de uitvoering van het beleid en de opvolging van de administratieve afwikkeling van archeologische projecten. Verder verstrekt deze cel ook subsidies die intergemeentelijke archeologische diensten ondersteunen.
2
WinAr In 2008 richtten de gemeentes Holsbeek, Tielt-Winge en Rotselaar de Wingense Archeologische Dienst, WinAr – naar het riviertje de Winge die door de 3 gemeentes stroomt, op. Sinds 1 mei 2011 is ook Bekkevoort lid van dit intergemeentelijk samenwerkingsverband. Deze dienst beheert de lokale archeologische vindplaatsen en de kennis hierrond. Verder inventariseert ze ook nieuwe sites, maakt voorspellingen waar in dit gebied archeologisch erfgoed zou kunnen gevonden worden met behulp van de Locale Archeologische Advieskaart en tracht de inwoners te betrekken bij het archeologisch gebeuren aan de hand van lezingen, publieksdagen, tentoonstellingen, publicaties, enz. Het dagelijks bestuur van WinAr ligt in de handen van de Raad van Bestuur, voorgezeten door Hilde Van Laer (Rotselaar). Secretaris is Jos Miseur (Holsbeek), ondervoorzitter is Wouter Lenaerts (Bekkevoort) en de penningmeester Yvette Duerinckx (Tielt-Winge). Verder zijn de burgemeesters (of hun plaatsvervangers), Chris Desaever (Paul Delimon – Tielt-Winge), Hans Eyssen (Rudy Janssens - Holsbeek), Hans Vandenberg (Benny Reviers - Bekkevoort) en Dirk Claes (Werner Mertens - Rotselaar) effectieve leden. De raad wordt aangevuld met raadgevende leden uit de oppositie van de drie gemeentes en vertegenwoordigers van het Agentschap Ruimte en Onroerend Erfgoed en de provincie Vlaams-Brabant. De intergemeentelijke archeoloog is Veerle Lauwers.
©Joris Peeters
3
WinAr en bouwaanvragen Met het in voege treden van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening op 1 september 2009 wordt van de toekomstige bouwheren verwacht dat ze een archeologisch dossier toevoegen aan hun verkavelingaanvraag. Dit betekent dat voor die percelen en hun omgeving moet nagegaan worden of er in het verleden archeologisch materiaal is aangetroffen geweest óf dat er indicaties zijn die een aanwezigheid van archeologica in de bodem laten vermoeden. Ook hier stelt de intergemeentelijke archeoloog haar hulp ter beschikking aan inwoners van Bekkevoort, Tielt-Winge, Holsbeek of Rotselaar die op grondgebied van deze gemeentes wensen te verkavelen én waarbij de gemeente de verkavelingvergunning verstrekt. De werking van WinAr houdt verder in dat de intergemeentelijke archeoloog gemachtigd is tot het geven van adviezen aan het schepencollege die als bindende voorwaarden verschijnen in de bouwvergunning uitgereikt door de gemeente. Zodoende wordt de bouwheer verplicht tot het laten uitvoeren van het gevraagde onderzoek door een archeologisch studiebureau. (Voor de lijst van geregistreerde studiebureaus zie op http://www.vona.be/register.php De intergemeentelijke archeoloog zal dan als leidend ambtenaar de wetenschappelijke begeleiding van het project op zich nemen, alsook, indien gewenst, de bouwheer bijstaan bij het uitbesteden aan een archeologische studiebureau). Het uitschrijven van het gedetailleerd project waarop de offertes dienen ingediend te worden, gebeurt ook door de intergemeentelijke archeologische dienst. Het kan gaan om een proefsleuvenonderzoek (waar de kraan minstens 12 % van het terrein van teelaarde – de bovenste, meestal door ploegen verstoorde, laag in de grond- zal ontdoen, zodoende dat mogelijke archeologische sporen zichtbaar worden) en/ of een booronderzoek (waar er met een handboor volgens een bepaald grid sediment wordt opgeboord dat dan wordt uitgezeefd op zoek naar interessante vondsten). Na evaluatie van de resultaten van deze onderzoeken door de bevoegde erfgoedconsulent van het Agentschap Ruimte en Erfgoed en de intergemeentelijke archeologe zal er beslist worden of er overgegaan wordt tot vrijgave van de percelen dan wel tot een volledige, vlakdekkende opgraving van het terrein of delen daarvan. Indien er overgegaan wordt tot opgraving van bepaalde percelen zal de hele procedure van aanbesteding opnieuw moeten worden overgedaan met een nieuwe projectomschrijving die de eigenlijke opgraving behandelt.
4
Belangrijk om te weten is dat tijdens de archeologische werken er geen andere, grondverstorende activiteiten op de werf mogen plaatsvinden. Bovendien mag je ook niet uit het oog verliezen dat een archeoloog vergunningsplichtig is. Dit wil zeggen dat hij/zij voor iedere ingreep in de bodem (proefsleuven trekken of opgraven of met een metaaldetector prospecteren) op een bepaald perceel een vergunning moet aanvragen én zoiets kost tijd, gauw enkele weken. Denk hier dus aan als je de werken plant. Wanneer er bij een boor-of proefsleuvenonderzoek sporen worden aangetroffen en er beslist wordt over te gaan tot opgraving, moet er dus een nieuwe aanbestedingsprocedure gestart worden en opgravingsvergunning aangevraagd worden. Na opgraving van de percelen onder aanvraag, schriftelijke reportage hierover aan het Agentschap en WinAr en controle van de terreinen door de intergemeentelijke archeoloog of een medewerker van het Agentschap Ruimte en Erfgoed, worden de kavels vrijgegeven en ontvangt de bouwheer hieromtrent een aangetekend schrijven. Nu pas kunnen de eigenlijke werken aangevat worden. Om het hele proces sneller te laten verlopen kan de bouwheer ook alvorens de bouwaanvraag in te dienen, advies inwinnen bij WinAr over de kans van het al dan niet voorkomen van archeologische resten op de te ontwikkelen percelen. Zo kan vb. de inplanting van de gebouwen eventueel afgestemd worden op het begraven erfgoed, is opgraven niet direct nodig en worden kosten en tijd gespaard.
5
Schematisch kan je voorgaande tekst als volgt samenvatten:
Bouw- of verbouwingsaanvraag
Verkavelingsaanvraag met archeologisch dossier
Stedenbouwkundig advies met bindende archeologische voorwaarden
Uitbesteding aan studiebureau
Aanvragen vergunning
Archeologisch vooronderzoek proefsleuven en/of booronderzoek
Evaluatie van onderzoeksresultaten
Vrijgave percelen
Uitbesteding aan studiebureau
Aanvragen vergunning
Opgraving
Vrijgave percelen
6
Archeologische vondst , wat doe je ermee? Iedereen die een archeologische vondst doet, of een vermoeden heeft waar archeologische vondsten kunnen aangetroffen worden, is bij wet verplicht dit binnen de drie dagen te melden aan het Agentschap voor Ruimte en Erfgoed. Het decreet houdende de bescherming van archeologische monumenten uit 1993 (het wettelijk kader voor het Vlaams archeologiebeleid) regelt ook eventuele schadevergoedingen die volgen uit vondstmeldingen. Tevens staat de procedure beschreven die gehanteerd wordt wanneer dergelijke melding wordt gedaan bij het Agentschap Ruimte en Onroerend Erfgoed. Deze laatsten machtigen het VIOE om binnen de 10 dagen (eventueel verlengbaar) de vondst te onderzoeken en houden eigenaars en gebruikers op de hoogte van de archeologische werkzaamheden. Gedurende deze hele procedure moet de vondst tegen vernieling beschermd worden. Belangrijk om te weten is dat de eigenaar van het perceel waar de vondsten gebeuren, ook de eigenaar is van de vondsten die gedaan worden. WinAr probeert echter zoveel mogelijk van ons lokaal bodemarchief in de respectievelijke gemeentes te stockeren. Bij opgravingen gedaan door studiebureaus zal WinAr dus het materiaal in haar eigen depots opslaan. Bovendien zijn we ook altijd zeer geïnteresseerd toevalsvondsten en dergelijke gevonden door inwoners centraal te bewaren. Op aanvraag kan iedereen die wil het materiaal komen bekijken.
Tot slot Wil je meer weten over de archeologie van Tielt-Winge, Rotselaar, Bekkevoort of Holsbeek, aarzel dan niet om ons te contacteren of surf naar www.winar.be
7
VU: Veerle lauwers, 1 mei 2011
Voor meer info Veerle Lauwers Wingense Archeologische Dienst (WinAr) Provinciebaan 20, 3110 Rotselaar - Tel.: 016 61 63 08 - GSM: 0472 19 63 80
[email protected]
Tekeningen a.boschmans, foto’ s ©Winar tenzij anders vermeld.
www.winar.be