ecologische economie Luxe of noodzaak?
Intro “De financiële economie is een zeepbel bovenop de economie die we in bnp uitdrukken, die dan voor de echte economie moet doorgaan. In werkelijkheid is enkel de ecologische economie de ‘real real’ economie” - Joan Martinez Alier
In onze 10-pager Duurzame Ontwikkeling voor dummy’s1 behandelden we de nood aan een ecologische economie, de strategieën om de omslag te maken en de rol van de civiele samenleving. We vertrekken van de vaststelling dat het aanbrengen van een likje groene verf of een sociale toets op een destructief economisch proces niet tot een duurzame samenleving leidt. Vóór we dit illustreren en alternatieven aanreiken: wat is economie? Economen kunnen door verschillende brillen naar de werkelijkheid kijken. De meest gangbare definitie2 over economie is dat het de wetenschap is “die zich bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en diensten” . Toch zijn er verschillende soorten economen. Financieel economen zijn niet met goederen bezig, maar vooral met het financiële kapitaal dat voor de voortbrenging en verdeling van goederen en diensten nodig is en met het geld dat er uit voortvloeit. Klassiek economen becijferen de voortbrenging en verdeling van alle goederen en diensten in het bruto nationaal product (bnp). Voor hen is alles wat het BNP verhoogt positief, ook al is dat een kettingbotsing op de E40. Het BNP kijkt bovendien enkel naar de voortbrenging en verdeling van goederen en diensten waar financiëel kapitaal bij komt kijken. Een ouder die als dienst een dag thuis blijft om voor een kind te zorgen komt dus niet voor in het BNP. Milieueconomen kijken verder dan enkel het BNP. Voor hen heeft het ecologisch kapitaal ook een financiële waarde, waardoor de mate waarin goederen en diensten schaars zijn mee de prijs zullen bepalen. Kapitaal (financiëel, ecologisch of sociaal) is voor hen omruilbaar. Voor ecologisch economen kan schaarste van ecologisch of sociaal kapitaal niet door financieel kapitaal vervangen worden. Bovendien gaat een ecologisch econoom er van uit dat iedereen op aarde evenveel recht heeft op toegang tot en gebruik van een stukje van dat ecologisch en sociaal kapitaal. Met andere woorden: een ecologisch econoom gaat er van uit dat iedereen het recht heeft op een eerlijk aandeel in de totale milieugebruiksruimte van de planeet aarde.
De ecologisch econoom: activist, academicus of beide? Voor ecologisch economen staat de economie in dienst van de mensen en niet omgekeerd. Toch doen er veel misverstanden over ecologische economie de ronde. Ze zou niet sociaal zijn, zo zou iets zijn waar enkel een groepje welgestelde ecologisch bewuste mensen over fantaseren of ze zou gelijkstaan met terug in het Stenen Tijdperk gaan leven. Die mythes ontkachten we hier met concrete voorbeelden. Maar eerst nog een woordje over de rollen die academici en activisten hebben in het tot stand brengen van een ecologische economie. Het goede nieuws is dat de wetenschap rond de ecologische economie openbloeit. Ecologisch economen zijn in zekere zin ook activisten, maar dan met andere methodes, op andere plaatsen en in een andere taal. Hun strijd wordt gevoerd via academische magazines, congressen en in auditoria. Beleidsmakers en bedrijfsleiders vinden het moeilijk om hun bewezen argumenten te weerleggen. Maar meestal hoeven ze dat niet te doen, want de man in de straat leest hun artikels niet en bijna niemand maakt er veel drukte rond. De civiele samenleving is dan weer goed in het opvoeren van de druk vanonderuit. Ze mobiliseert en kanaliseert wat er onder wakkere burgers leeft naar beleidsmakers toe. Helaas vinden die beleidsmakers hun argumenten vaak onvoldoende onderbouwd. Ze missen de precisie en het detail van een wetenschappelijk en cijfermatig onderbouwd onderzoek. De civiele samenleving is vaak wél goed in het geven van een gezicht aan een bepaald probleem. Academici hebben minder interesse in het ‘menselijke’ aspect.
ecologische economie
Economisch kapitaal: productiemiddelen, diensten, financiële activa, Sociaal kapitaal: arbeidsproductiviteit, gezondheidsniveau, onderwijsniveau, … Ecologisch kapitaal: de ecosystemen, natuurlijke rijkdommen, biodiversiteit, In deze menswetenschap is helemaal geen sprake van ‘drie afzonderlijke pijlers van duurzame ontwikkeling’, omdat die een arbitrair gekozen gelijkwaardige status aan alle drie de pijlers geeft en bovendien een leegte daartussen laat. Binnen de ecologische economie gebruikt men drie cirkels die in elkaar liggen, omdat elk economisch systeem sociale en uiteindelijk puur fysische, ecologische grenzen heeft.
Het Zuiden Vandaag leven 2 miljard mensen van een inkomen lager dan 2$ per dag. Economen verschillen van mening als het over oplossingen voor dit probleem gaat. Voor de klassiek economen staat alles in functie van meer groei van het bnp. Deze visie is zo dominant dat ze soms zelfs de puur fysische realiteit negeert, met vaak disproportioneel zware gevolgen voor de meest arme mensen.
Tana Delta, Kenya3 Tienduizenden vissers en nomaden leven in deze grote rivierdelta al eeuwen van alles wat het vis- en kleirijke water schenkt. Hun lokale economie komt amper voor in de nationale economische cijfers, waar het bnp centraal staat. Voor de overheid en bedrijven staat vooruitgang gelijk aan groei van het bnp. Daarom willen ze in de Tana Delta op gigantische schaal suikerriet planten en stukken vruchtbare grond aan de woestijnstaat Qatar leasen, die er waterintensieve gewassen wil planten. De klassieke economie zou er, in eerste instantie, heel goed bij varen. Een ander meetinstrument dan het bnp is het virtueel water. Die geeft aan hoeveel water er exact nodig is om iets te produceren. Als je de berekeningen maakt, per gewas en per geplande oppervlakte van dat gewas, blijkt dat bijna de hele rivier nodig is om de geplande hoeveelheid suikerriet en exotische vruchten te produceren. We houden dan nog geen rekening met jaarlijkse fluctuaties in het waterniveau of met de nu al merkbare verdroging door toedoen van de klimaatverandering. Concreet toont de berekening aan dat de vissers en nomaden, door het quasi volledig verdwijnen van rivierwater en vis, hun lokale, ecologische economie zullen moeten opgeven om als arbeiders voor grote bedrijven te gaan werken. Zwaarder werk in plantages die gedoemd zijn om in een iets droger jaar te mislukken. Vervelend voor de machthebbers die het plan willen uitvoeren is dat menselijke argumenten van rechtvaardigheid, cultuur of identiteit hier aangevuld worden met wiskundige argumenten. De twee talen versterken elkaar.
Een wetenschappelijke methode kan helpen bij de sociale strijd van kwetsbare groepen in het Zuiden, maar vaak is de beweging andersom: mensen in het Zuiden die ecologisch economische principes al jaren toepassen, tot academici hen opmerken en naar hen verwijzen als goede praktijkvoorbeelden van hun visie op ecologische economie.
...heeft nood aan een ecologische economie Sommige economen, beleidsmakers en projectontwikkelaars erkennen de problemen die gepaard gaan met een focus op het bnp. Een aantal onder hen vinden de principes van de ecologische economie wel mooi op papier, maar associëren die principes met stilstand, achteruitgang en zelfs met “terug in grotten gaan leven”.
Hiware Bazar, India4 In 1995 leefde meer dan 90% van alle inwoners in dit dorp onder de armoedegrens van minder dan een dollar per dag, nu niemand. Het gemiddelde inkomen is twintig keer hoger dan 15 jaar geleden. De succesformule? Water = economie. In een land met vier natte en acht droge maanden moet je een manier vinden om de grond vruchtbaar en vochtig te houden, erosie te bestrijden en watertekorten te voorkomen. De dorpsraad besloot om het ecosysteem in zijn geheel te bekijken. Er kwam een verbod op het kappen van bomen, een verplichting om kanaalirrigatie te vervangen door druppelirrigatie en een ban op waterintensieve gewassen. De gemeenschap besloot om al het federale geld van het vijfjarenplan voor ontwikkeling van hun dorp niet in wegen of gebouwen maar in duurzaam waterbeheer te investeren. Er wordt streng op toegekeken dat er geen tekorten ontstaan en dat de waterbegroting in het groen eindigt. Met het opnieuw stijgen van de watertafel steeg ook de productie van grassen voor veevoeder, tussen 2000 en 2004 van 100 naar 6000 ton per jaar. Biomassa, grond en water zijn de fundamenten van hun economie, ze zijn hun rijkdom. Dit wordt ook het bnp van de armen genoemd. Terwijl sommigen onder ons over de transitie naar een ecologische economie beginnen te praten, brengen de inwoners van Hiware Bazar dat al vijftien jaar met succes in de praktijk.
Voor arme mensen in het Zuiden is een ecologische economie alles behalve een onhaalbare luxe waar ze niet van kunnen of durven dromen. Ook in het rijke Noorden is een ecologische economie geen utopie, eerder een realistisch plan voor de toekomst. De omschakeling zal niet uit de lucht komen vallen, omwille van gevestigde belangen, vastgeroeste gewoontes en het politieke denken in electorale cycli. Maar er is ook reden voor hoop.
Bruggen bouwen In de Duurzame Ontwikkeling voor Dummy’s haalden we het belang van de drie strategieën voor duurzame ontwikkeling al aan: efficiëntie, sufficiëntie (de strategie van het genoeg) en herverdeling. Maar we toonden ook aan dat deze complementair zijn en dat efficiëntie op zich nooit genoeg kan zijn.
In een ecologische economie vertrekt men van sufficiëntie, omdat de hoeveelheid grondstoffen en het sociaal kapitaal niet oneindig en vervangbaar, maar beperkt zijn. In Hiware Bazar en voor de vissers in de Tana Delta is dat bijvoorbeeld het waterbudget: dat wat elk jaar opnieuw beschikbaar komt. In Hiware Bazar gebruikt men druppelirrigatie als efficiëntiestrategie, maar enkel in het kader van een overkoepelende benadering van sufficiëntie. Vertrekken vanuit sufficiëntie is rekening houden met een puur fysische bovengrens.
Herverdeling is een even cruciaal vertrekpunt, geen luxeprobleem. In de jaren ’90 ontstond in het Zuiden een beweging die de terugbetaling van de ecologische schuld begon te eisen. Een eis die stelt dat het koloniserende en vervuilende Noorden nog een openstaande rekening bij het Zuiden heeft. Een rekening die gevormd wordt door het samentellen van de plunderingen uit het verleden en de aanhoudende buitenproportionele vervuiling van de omgeving, zoals bijvoorbeeld via onze veel te hoge CO2-uitstoot in de atmosfeer. Dit debat vond zijn weg omhoog toen wetenschappers een concept , dat uit de civiele samenleving ontstond, verder ontwikkelden en becijferden. Op internationale fora wordt dit concept steeds vaker gebruikt door wereldleiders uit het Zuiden, bijvoorbeeld als het gaat over de koolstofschuld. Dat brengt ons bij een concrete tactiek om deze strategieën van sufficiëntie en herverdeling in de praktijk te brengen: samenwerking tussen activisten en academici.
...tussen activisten en academici Ecologisch economen vormen binnen de wetenschappelijke wereld een groep denkers die vaak radicaal tegen de gevestigde wetenschap over economie ingaan. Dit maakt van hen een natuurlijke partner van organisaties uit de civiele samenleving die een ecologische economie nastreven. De wetenschap over ecologische economie is relatief jong, maar kent een heel snelle groei. Ondanks kruisbestuivingen en een gezamenlijk doel zien we vandaag nog vaak een kloof tussen beide werelden. Het CEECEC-project (Civil society engagement with ecological economics) bouwt alvast een paar bruggen. CEECEC is een FP7-project van de Europese Commissie waarbij ecologisch economen samenwerken met organisaties uit de civiele samenleving in Noord en Zuid. De activisten brachten concrete problemen aan, waarna de academici hen hielpen door de problematiek te onderbouwen met wetenschappelijke concepten en principes. Dit resulteerde ondermeer in een praktisch handboek ecologische economie. Het handboek omvat alle gevalstudies, een uitgebreide verklarende begrippenlijst en talrijke nuttige hyperlinks en bronvermeldingen. Het project ontwikkelde ook een online cursus ecologische economie die via de gevalstudies de concepten en begrippen van ecologische economie aan een nietacademisch publiek bekend wil maken. Als we samen aan één kar willen trekken is het belangrijk dat de capaciteiten van activisten verhogen om wetenschappelijke argumenten te gebruiken in aanvulling op hun bestaande discours. Minstens even belangrijk is dat de wetenschap rond ecologische economie vertrekt vanuit de concrete problemen van kwetsbare groepen mensen. Holle slogans en ivoren torens worden zo vermeden. Meer informatie over hoe het CEECEC-project bruggen tussen activisten en academici bouwt op www.ceecec.net
Het Noorden VODO werkte in het kader van CEECEC aan één van de 14 terreinstudies. In navolging van ons eerder werk rond ecologische schuld, besloten we dit concept te verdiepen door het op de microschaal van een bedrijf toe te passen.
Hoboken, België5 In Hoboken leven al zeker 123 jaar duizenden mensen in de schaduw van een grote fabriek van het vroegere Union Minière. Sinds de jaren 1970 weet men zeker dat lucht, bodems en water in een ruime omgeving zwaar vervuild zijn, als direct gevolg van deze fabriek. Sinds 2004 erkent het bedrijf zijn historische verantwoordelijkheid en vervangt het vervuilde bodems. De vraag die we ons stellen is of we de ecologische schuld van een bedrijf kunnen becijferen. VODO en de ULB (Université libre de Bruxelles) werkten samen aan een studie die op drie verschillende wetenschappelijke congressen gepresenteerd werd. Alleen al het verlies aan inkomsten voor tuinbezitters in Hoboken, die sinds 1973 geen eetbare gewassen meer mogen telen en deze dus moeten kopen, wordt geschat op meer dan 50 miljoen euro. De totale nog af te lossen ecologische schuld is waarschijnlijk groter dan 300 miljoen euro, enkel voor die ene vestiging. In de studie behandelen we ook het verschil tussen de Corporate Social Responsibility (CSR) die het bedrijf predikt en Corporate Accountability. Volgens CSR voorstanders volstaan vrijwillige initiatieven die bedrijven nemen om tegemoet te komen aan sociale en ecologische problemen. Willen we er ooit voor zorgen dat de economie binnen ecologische en sociale grenzen blijft dan volstaat die aanpak niet. Volgens de Corporate Accountability-beweging is daarvoor een veel duidelijker en strenger legaal kader nodig. De studie toont aan dat de principes van het concept ecologische schuld even relevant zijn hier bij ons, als bij getroffen groepen in het Zuiden. Het coöperatieve karakter van de studie resulteerde in een krachtige reactie van het bedrijf in kwestie. De studie illustreert ook het verschil tussen sterke en zwakke duurzaamheid. Zwakke duurzaamheid staat voor een benadering waarin zelfs een koploper in wat ze zelf ‘duurzame ontwikkeling’ noemen zich hoofdzakelijk beperkt tot het vergroenen van zijn productie en imago. Het herstellen van sommige bodems is een goede volgende stap in de richting van een ecologische economie, waarbij het natuurlijk kapitaal onvervangbaar is. Maar sterke duurzaamheid staat voor het vermijden van eender welke externe kosten en ook voor complete gerechtigheid én de complete terugbetaling van alle externe kosten die alsnog gemaakt worden.
...heeft nood aan een ecologische economie Sterke duurzame ontwikkeling gaat in de eerste plaats over het bouwen aan een radicaal andere toekomst. Het is geen hol begrip of een utopia, maar iets wat bestaat en groeit. Ook Vlaanderen kent een groeiend aantal eilandjes waar heel gewone mensen samenkomen om aan een ecologische economie in hun straat, buurt of stad te werken.
Transitiesteden, Vlaanderen6 In de voorbije jaren ontstond een volksbeweging die zich wil voorbereiden op een fossielloze toekomst. Veel mensen denken dat duurzame en eerlijke oplossingen voor een lokale ecologische economie zonder olie niet van bovenaf zullen komen en dus steken ze alvast zelf de handen uit de mouwen. Centraal staan onder andere minder en groener energiegebruik, duurzame mobiliteit en meer lokale, zelfs stedelijke landbouw. Een cruciale strategie om die doelen te verwezenlijken is het concept ‘lokale veerkracht’. Veerkracht verwijst naar het vermogen van een systeem, gaande van individuen tot hele economieën, om samenhang te behouden en te kunnen functioneren bij ingrijpende verandering en schokken van buitenaf. In de transitiebeweging heerst de overtuiging dat we naast inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen drastisch te verminderen, evenveel aandacht moeten besteden aan de opbouw en het versterken van de lokale gemeenschap. Burgerinitiatieven rond het delen van auto’s, telen in andermans tuin, alternatieve munteenheden, groepsaankopen van groene energie, co-huizen enz. komen op. Samen geven ze vorm aan een brede ‘beweging’ die we transitie noemen, een beweging zonder centrale coördinatie. Het Britse Totnes is de wereldwijde koploper als transitiestad, met vijftig engelse gemeenten in zijn zog, maar ook in Vlaanderen komt het transitiedenken op gang, met bijvoorbeeld een erg actieve beweging in Gent . VODO is één van de stuwende krachten achter een Vlaamse rechtvaardige transitie arena. Die arena verenigt vakbonden, milieuorganisaties, culturele organisaties, buurtgroepen, steden, academici en mensen die de brug naar de bedrijven en de overheid kunnen maken. Hun doel is het ondersteunen en verspreiden van transitie initiatieven.
Besluit Herman Daly, ook wel de peetvader van de ecologische economie genoemd, had het altijd over het verschil tussen een ‘lege wereld’, toen de economie slechts een deel van het ecosysteem innam, en een volle wereld, toen de economie op fysische grenzen botste. Dat was twintig jaar geleden. Vandaag leven we in een overvolle wereld. De ecologische voetafdruk van de Belg – de oppervlakte die nodig is om al ons afval te verwerken en al onze grondstoffen te produceren – is 4,4 keer groter dan ons eerlijke aandeel. Enkel twee woestijnstaten en Denemarken doen het nóg slechter. Dat is niet alleen onrechtvaardig, maar ook onhoudbaar. De omslag naar een ecologische economie is dringend, maar hoe doen we dat? Er bestaan verschillende strategieën om een duurzame samenleving uit te bouwen. Ook de invalshoek en het taalgebruik kunnen variëren. Maar met deze publicatie hopen we aan te tonen dat het voor ons duidelijk is welke strategie prioriteit moet krijgen en hoe invalshoeken elkaar kunnen versterken. VODO denkt al geruime tijd na over het huidig economisch systeem. Uit een dynamiek met academici én activisten, die in Nederland voet aan de grond kreeg, vloeiden de verklaring van Tilburg, het congres De Omslag in Antwerpen en de studiedag over degrowth in het Europees parlement. De transitiearena die in 2010 het licht zag is de nieuwste dynamiek. Bij een goed verhaal horen goede voorbeelden. Naast het stimuleren van het grotere debat heeft VODO een traditie als expertisecentrum, met studies die een aspect van de ecologische economie illustreren. Ons eerder werk rond de globale ecologische schuld en de koolstofschuld van België werd recent aangevuld met een uitgebreide studie over de ecologische schuld op het niveau van een bedrijf. Tot slot werken we via publicaties zoals onze Duurzame Ontwikkeling voor dummy’s, het KaDO en deze publicatie aan een brede verspreiding van de kennis over en toepassingsmogelijkheden van ecologische economie in onze civiele samenleving. De reden hiervoor wordt goed samengevat door de meervoudig bekroonde professor en auteur Jared Diamond: ‘Onze samenleving zit op een niet vol te houden koers... En omdat we zo snel voorthollen op die niet vol te houden koers, zullen de wereldwijde milieuproblemen opgelost raken. De vraag is of dat op een manier zal gebeuren die we zelf kiezen, of door oorlog, genocide, hongersnood, epidemieën en de ineenstorting van samenlevingen.’ De keuze is aan ons.
Bronnen en Colofon (1) VODO-publicatie Duurzame Ontwikkeling voor Dummy’s:
www.vodo.be >publicaties >vodo-publicaties >dummy’s
(2) Definitie economie: nl.wikipedia.org/wiki/Economie (3) Case-studie over de Tanadelta: www.ceecec.net >case-studies >let them eat sugar • In het Ceecec-handboek: www.ceecec.net >ceecec handbook >glossary • Gebruik virtueel water in België: www.ceecec.net >case-studies >ecological debt environmental-justice-in-belgium/
(4) Case-studie Hiware Bazar:
www.ceecec.net/case-studies/local-governance-and-environment-investments-
in hiware-bazar • Video: vimeo.com/8694307
(5) Case-studie ecologische schuld in België:
www.ceecec.net >case-studies >ecological debt environmental justice in belgium • Updates: www.vodo.be
(6) Transitienetwerk Vlaanderen: www.transitie.be/r/home
The concept of Ecological Debt: its Meaning and Applicability in International Policy (Paredis et al, 2008).
Publicatie: Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling, VODO vzw Vlasfabriekstraat 11, 1060 Brussel, 02-536.19.40 Redactie: Nick Meynen, Anke van Altena, Deirdre Maes, Thomas Ducheyne, Sarah Vaes, Gert Vandermosten, Sarah Hutse Eindredactie: Nick Meynen Vormgeving: Anke van Altena Uitgave: Najaar 2010