E-ASSESSMENT IN ONDERWIJS
In opdracht van de Raad van Bestuur van het UMC Utrecht stimuleert het Programma Onderwijs ICT ‘Onbegrensd Leren’ het gebruik van ICT in het onderwijs van het UMC Utrecht. Project E-assessment is één van de zes inhoudelijke projecten van het programma. Prof. dr. Harold van Rijen, voorzitter Onbegrensd Leren Drs. Cécile Cappetti, programmamanager Onbegrensd Leren Drs. Margreet Manrique, projectleider E-assessment Drs. Nanette Verhulst, deelprojectleider E-assessment Willemien de Haan MSc, deelprojectleider E-assessment Imke van Kats BSc, projectmedewerker E-assessment www.onbegrensdleren.nl
VOORWOORD Papieren toetsen maken in rap tempo plaats voor digitale toetsen. Zeker in het UMC Utrecht, waar al sinds 2004 studenten op deze wijze worden getoetst. Om het onderwijs grootschaliger te enthousiasmeren voor deze digitale ontwikkeling bleek echter een impuls nodig. Het project E-assessment van het programma Onderwijs ICT ‘Onbegrensd Leren’ peilde daarom in april 2012 hoe de docenten van de opleidingen van het UMC Utrecht hier tegenover stonden. Tijdrovend, fraudegevoelig en niet veilig, luidde toen het oordeel van sommigen. Anderzijds gaven zo’n vijftien docenten aan wél mee te willen werken aan pilots; zij zagen de mogelijkheden van snelle resultaatverwerking, de opbouw van een itembank en de inzet van multimedia in hun toetsen. Drie jaar verder heeft het project E-assessment zijn vruchten afgeworpen. Zo is begin 2013 voor het eerst een geneeskundecohort van 330 studenten tegelijkertijd digitaal getoetst in het Hijmans van den Berghgebouw. En inmiddels gebeurt ongeveer 60% van alle toetsing in het UMC Utrecht digitaal – landelijk een zeer hoog percentage. Als projectteam zijn we tevreden met deze resultaten, die we samen met onze collega’s in het UMC Utrecht hebben bereikt. We zijn samenwerkingen aangegaan met docenten, zorgprofessionals en collega-onderwijskundigen. En niet in de laatste plaats met de functioneel beheerders: hun technische input was en is onontbeerlijk in ons streven naar kwalitatief hoogstaande toetsen in het onderwijs van het UMC Utrecht. In deze uitgave staan verschillende ervaringen met e-assessment. Daarnaast willen wij het theoretisch kader rondom digitaal toetsen verduidelijken. Dit markeert het einde van ons project én het begin van optimale benutting en uitbreiding van digitaal toetsen en beoordelen. Wij hopen dat ook u de voordelen ervan zult ervaren.
Margreet Manrique Nanette Verhulst Willemien de Haan Imke van Kats
1
INHOUD 1. Efficiënt en effectief, overal en altijd
5
2. Investeren en oogsten
17
3. Slotwoord 27
3
1.
EFFICIËNT EN EFFECTIEF, OVERAL EN ALTIJD
Of het nu om honderden studenten tegelijk gaat of om kleine groepen; e-assessment, ofwel digitaal toetsen, is overal en altijd mogelijk. Dat is een gunstige ontwikkeling, want het levert het onderwijs beduidend veel voordelen op. Zo draagt digitaal toetsen bij aan effectief en efficiënt onderwijs. Bij het gebruik van open vragen in een digitaal toetssysteem is het niet meer nodig lastige handschriften te ontcijferen. Er is minder tijd nodig voor het corrigeren en verwerken van de resultaten en cijfers zijn snel en inzichtelijk paraat. Dit alles leidt tot een efficiënter logistiek en administratief proces. Het gebruik van centrale itembanken faciliteert kennisdeling tussen docenten van verschillende opleidingsonderdelen. Verder maken de analysemogelijkheden van het digitaal toetssysteem het mogelijk de kwaliteit van vragen en toetsen beter te beoordelen. Waar nodig kunnen vragen worden verbeterd. Digitaal toetsen heeft ook meerwaarde voor de studenten. Zij kunnen overal en altijd oefentoetsen maken. Door het gebruik van multimedia in digitale toetsen worden de vragen authentieker én aantrekkelijker voor studenten. Daarnaast geven studenten in evaluaties aan dat ze liever typen dan schrijven en de variatie in vraagtypen zeer waarderen. Ten slotte is digitaal toetsen goed beveiligd. Voor studenten is het tijdens het maken van een eindtoets niet mogelijk het internet op te gaan of andere applicaties te openen. Kortom, met e-assessment kan veilig worden getoetst en tegelijkertijd de kwaliteit ervan worden verbeterd. 5
KWALITEIT IS NOOIT AF Drs. Willie Hols-Elders, programmaleider onderwijstechnologie, lid dagelijks bestuur Onbegrensd Leren
“Betere toetsen, een versneld nakijkproces, mogelijkheden tot prikkelende interactie met de lesstof en het opbouwen van een representatieve vragendatabank – vanuit deze behoeftes ben ik ruim tien jaar geleden vanuit de onderwijstechnologie begonnen met de ontwikkeling van digitale toetsing. Ontwikkelen is een eerste stap, vervolgens breekt het proces van toepassen aan. In de organisatie moest de technologische ontwikkeling van digitale toetsing draagvlak krijgen. Het gaat erom dat mensen een innovatie dusdanig weten te waarderen, dat ze er in de praktijk mee aan de slag willen. Het projectteam E-assessment heeft binnen het programma Onbegrensd Leren hiertoe cruciale stappen gezet. Met resultaat. Het aantal docenten dat nu gebruik maakt van digitale toetsing is enorm toegenomen. Parallel daaraan hebben steeds meer docenten zich hierin geprofessionaliseerd. Verder is de kwaliteit van de toetsen verbeterd. Vaak is er prachtig beeldmateriaal in verwerkt, ook in 3D, zodat de toetsen veel beter situaties in de ‘echte’ diagnostiek weergeven. Zo kan het niveau van studenten goed worden beoordeeld. Maar kwaliteit is nooit af, ook niet die van e-assessment. Zeker liggen er daarom nog toekomstambities. Zo willen we meer en uitgebreidere vragendatabanken opzetten, zodat docenten per toets kunnen putten uit een groter bestand en daardoor verzekerd zijn van een betrouwbare en evenwichtige toetssamenstelling. Ook blijven we streven naar steeds betere kwaliteit van de toetsen. Hiertoe is structurele kennisuitwisseling tussen de docenten in huis en onze onderwijskundigen van belang. Tot slot willen we het algemene proces van digitale toetsing in de praktijk nog beter stroomlijnen. Mooi dat we nu een geschikte vaste locatie hebben voor digitale toetsing van grote studentencohorten. De basis is gelegd. Nu is het zaak dat we met de vele betrokken partijen – denk aan onderwijskundigen, ict’ers, facilitair beheerders, docenten, waaronder specialisten en onderzoekers – e-assessment blijvend verbeteren.”
7
DIAGNOSTISCH TOETSEN: ASSESSMENT BEFORE LEARNING Diagnostische toetsen zijn specifiek ontworpen om in kaart te brengen wat een student al dan niet beheerst en waar eventuele blokkades in het leerproces aanwezig zijn. De resultaten van deze toetsen kunnen zowel voor summatieve als voor formatieve doeleinden worden gebruikt. Van een summatief gebruik is sprake wanneer met het diagnostische toetsresultaat wordt bepaald of een student voldoet aan het ingangsniveau van een cursus. Bij formatief gebruik wordt met de diagnostische toetsresultaten het leerproces, op basis van specifieke behoeften van de student, bijgestuurd.
FORMATIEF TOETSEN: ASSESSMENT FOR LEARNING Formatieve toetsen (oefentoetsen) laten de voortgang van het leerproces van een student zien en hebben een diagnostische of feedbackfunctie. Er is geen waardering met een cijfer aan verbonden. De belangrijkste functies van formatief toetsen zijn het monitoren, plannen en stimuleren van het leerproces. Een formatieve toets bevat feedback in de vorm van een inhoudelijke toelichting op een antwoord of in de vorm van een leerstofverwijzing. Deze feedback is direct na het maken van een digitale toets zichtbaar, zodat de student weet wat hij beheerst en welke acties hij eventueel nog moet ondernemen om het gewenste niveau te bereiken. Een oefentoets geeft studenten de mogelijkheid zich van tevoren te oriënteren op de leerstof die tijdens het contactonderwijs aan de orde komt, zodat zij dan gerichte vragen kunnen stellen.
GOED OF FOUT IS NIET VOLDOENDE Rianne Bouwmeester MSc PhD-student onderwijsinnovatie
“In mijn onderzoek bekijk ik bij tweedejaars studenten Biomedische Wetenschappen het effect van de vrijblijvend aangeboden formatieve toets op de echte eindtoets. En wat is de motivatie die te doen? Ook degenen die de toetsen níet hebben gebruikt, hebben we gevraagd naar hun redenen. ‘Geen tijd, niet nodig, ik dacht dat ik het wel goed kende, het beviel me niet de vorige keer’, luidden hun niet bepaald eenduidige antwoorden. Anderzijds gaven de studenten die wél een formatieve toets gebruikten duidelijk aan te willen evalueren en vooruit te willen kijken: ‘Wat weet ik al en welk soort vragen kan ik verwachten? Wat weet ik nog niet goed? Met de ontvangen feedback weet ik gericht hoe mijn aandacht en tijd te besteden.’ Formatieve toetsing kan studenten goed helpen in hun leerproces. De meesten vragen er dan ook om. Voorwaarde is wel dat er uitstekende feedback op volgt, zodat studenten er echt van kunnen leren. Denk aan een toelichtende tekst, een filmpje, of een leerstofverwijzing. Goed of fout is niet voldoende, laat de studenten zien of opzoeken wat het antwoord wél is en waar ze meer informatie kunnen vinden. Daarmee stimuleer je het continue leergedrag. Of de leeropbrengsten stijgen bij het aanbieden van formatieve toetsen? In mijn onderzoek heb ik gezien dat de zelftoets voorzien van uitgebreide feedback studenten kan helpen om ongeveer één punt hoger te scoren op de daadwerkelijke toets. Wel is dit afhankelijk van de kwaliteit van de vragen en uiteraard van een goede communicatie tussen docent en student. Het effect van de formatieve toetsen gaat namelijk verloren als ze slechts in de elektronische leeromgeving als oefenmateriaal staan. Mijn advies is dan ook om ze didactisch goed in te bedden in het onderwijs: de docent geeft ze een duidelijke plaats en komt erop terug tijdens het contactonderwijs.”
9
SUMMATIEF TOETSEN: ASSESSMENT OF LEARNING Gezakt of geslaagd, voldoende of onvoldoende? Oftewel: zijn de beoogde leerdoelen en het gewenste niveau behaald? Summatieve toetsen zijn ‘high stake exams’ op basis waarvan een beslissing wordt genomen over de studievoortgang van een student. Summatieve toetsing, in de vorm van een tentamen dat met een cijfer wordt gewaardeerd, gebeurt na afloop van de cursus.
3D-BEELD ZOALS IN DE ‘ECHTE’ DIAGNOSTIEK Dr. ir. Koen Vincken, universitair hoofddocent, Image Sciences Institute UMC Utrecht “Het begon vijf jaar geleden toen een radiologe in opleiding bij mij binnen kwam met de vraag of we een programma in huis hadden waarmee een digitale toets met beelden kon worden afgenomen. En dan graag 3D-beelden, zoals MRI-scans waarin je kunt scrollen en zoomen. Kortom, dezelfde beelden die artsen tegenkomen in de ‘echte’ zorg. Hierin lag voor mij als programmeur een leuke uitdaging: nachten ben ik bezig geweest om te komen tot een eerste versie van het toetsingsprogramma VQuest. De V staat voor Volume. Hiermee kunnen digitale toetsen op grote schaal worden afgenomen. Het biedt de mogelijkheid om vragen te maken met twee- en driedimensionale beelden, die je kunt manipuleren tijdens toetsing: inzoomen, het contrast veranderen, de kijkrichting aanpassen. VQuest is nu hét toetsprogramma voor onze radiologieopleiding, want hiermee kun je beter beoordelen of studenten de stof daadwerkelijk onder de knie hebben. Ook is het goed bruikbaar voor andere opleidingen, zoals KNO, orthopedie, neurologie en cardiologie. VQuest is in te zetten waar beelden belangrijk zijn, zoals die in de ‘echte’ diagnostiek worden gebruikt. Voor zover wij weten wordt nog nergens ter wereld met een dergelijk programma getoetst. Zo nemen ze in de Verenigde Staten grootschalige geneeskundige toetsen nog steeds mondeling per student af. Hiervoor worden dan professoren ingevlogen en hotels geboekt – een gigantische prijskaart. VQuest is relatief goedkoop, de vragen zijn representatief, en het levert een betere beoordeling op. Natuurlijk gaan we er ook internationaal mee de boer op.”
i
Contact
[email protected], www.vquest.nl
11
ADAPTIEF TOETSEN In een adaptieve toets krijgt een student een vraag gepresenteerd en wordt op basis van de juistheid van het antwoord op deze vraag een volgende vraag geselecteerd. Wanneer de student de vraag juist heeft beantwoord volgt een moeilijkere opgave. Wanneer de student de vraag onjuist heeft beantwoord volgt een makkelijkere vraag. Op deze manier vindt efficiënte toetsing plaats, waardoor er ofwel minder vragen hoeven worden voorgelegd aan elke student, of meer meetprecisie kan worden bereikt binnen dezelfde toetsingstijd. Voorwaarden voor adaptieve toetsen zijn bijvoorbeeld automatische scoring en automatische toewijzing van vragen uit een itembank. Adaptief toetsen wordt in het UMC Utrecht nog nauwelijk ingezet maar is een logische vervolgstap in de ontwikkelingen van e-assessment.
MEER VRAAGVORMEN EN AUDIOVISUELE HULPMIDDELEN Drs. Wim Spliet, neuropatholoog, docent SUMMA en coördinator van de Utrechtse Voortgangstoets “Flexibiliteit in het samenstellen van de toets en meer verschillende vraagvormen, eventueel te combineren met meer (interessante) audiovisuele hulpmiddelen. Dat zijn voor mij de voordelen van digitale toetsing. Daarnaast kunnen docenten voor een vakoverstijgende toets de vragen aanleveren vanuit hun eigen databank. Deze vragen kunnen zodoende weer worden hergebruikt in een andere vakoverstijgende toets. Dat scheelt een hoop tijd. Denk aan toetsen als de Utrechtse Voortgangstoets, die in de master geneeskunde wordt afgenomen. Hierin staan vragen uit maar liefst twintig vakgebieden. Als docent heb je dan wel vooral een passieve rol als toeleverancier van open vragen, terwijl je nog steeds flink aan de bak moet bij het nakijken van deze toetsen. Als coördinator van een SUMMA-blok ben ik vooral ook betrokken bij de actieve constructie van de hele toets; dit geeft vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en meer tevredenheid als docent.”
13
2.
INVESTEREN EN OOGSTEN
15
CENTRAAL INZICHT EN OVERZICHT Als docenten papieren toetsen afnemen, blijven hun vragen in het gunstigste geval beschikbaar in een digitaal tekstprogramma. Een goed georganiseerde docent zal bijhouden welke vragen in welke toetsen zijn gebruikt, maar een handig overzicht ervan is niet direct beschikbaar. In een digitaal toetsprogramma wordt een mappenstructuur gemaakt waarin de vragen op onderwerp worden geplaatst. Na afname van een digitale toets geeft het programma onder andere per vraag weer hoeveel studenten die juist hebben beantwoord en of de vraag onderscheid heeft gemaakt tussen goede en minder goede studenten. Een slechte vraag kan aangepast of verwijderd worden door de docent. Bij een volgende toets ziet de docent welke vragen er al zijn over een bepaald onderwerp, welke extra vragen nodig zijn en welke vragen opnieuw te gebruiken zijn. Verder is er de mogelijkheid om van één vraag verschillende versies te maken. De inhoud van de vraag blijft dan hetzelfde, maar de vraagvorm is anders en daardoor niet herkenbaar voor studenten. In het UMC Utrecht zijn vaak per vak meerdere docenten betrokken. Iedere docent levert voor zijn of haar onderwerp vragen aan. De itembank voor het vak faciliteert toegang tot en overzicht over alle ontwikkelde toetsvragen.
16
EEN VRAGENDATABANK OPBOUWEN Dr. Vigfús Sigurdsson, dermatoloog en coördinator Zintuigen, Hersenen en Beweging III (GNK) “Van meet af aan ben ik een groot voorstander van digitaal toetsen. Papieren toetsing brengt een hoop rompslomp met zich mee: stapels die je print en rangschikt naar vak en vervolgens weer dezelfde stapels die je moet nakijken. En daarbij: had je vroeger twintig werkdagen de tijd, nu ben je vanuit de universiteit verplicht om na tien werkdagen uitslagen te publiceren. Toen wij startten met digitale toetsing stelden we naast meerkeuze- en gesloten vragen ook open vragen. Deze moesten we toen toch nog printen. Onhandig en tijdrovend. Daarom hebben wij hier besloten te stoppen met deze zogeheten dicteevragen. Alleen keuze- en sleepvragen – het slepen van beeld naar mogelijk ziektebeeld, prognose – zijn overgebleven. Mooi, duidelijk en snel. Natuurlijk stelt deze wijze van toetsen hoge eisen aan het soort vragen om uiteindelijk een goed beeld te krijgen van wat de studenten daadwerkelijk beheersen. Naast de meerwaarde van efficiënt en effectief toetsen brengt e-assessment ook een content managementsysteem met zich mee. Dit betekent dat we er een vragendatabank mee opbouwen. Zo kun je het systeem een toets laten genereren. Dit doe je met behulp van een zogeheten matrijs: een tabel met de door jou aangegeven verdeling van vragen naar leerdoel, vraagtype en kennisniveau. Dan zie je welke vragen het jaar ervoor zijn gebruikt; die kun je dan vervangen. Investeren in e-assessment is investeren in de toekomst. Het kost eerst even tijd, maar het betaalt zich uiteindelijk zelf terug.”
17
OPEN EN GESLOTEN VRAGEN Bij een gesloten vraag geef ik het goede antwoord weg want dat wordt immers al genoemd als antwoordoptie, is een veelgehoorde opmerking van docenten. Of: Met gesloten vragen is enkel feitenkennis te bevragen. Onterecht, want goed geconstrueerde gesloten vragen kunnen ook gericht zijn op inzicht en toepassing. Bijvoorbeeld door casuïstiek op te nemen in de vraagstelling en op die manier het denkgedrag van de student naar een hoger niveau te tillen. Er wordt dan niet simpel naar een feit gevraagd, maar de student moet verschillende gegevens uit een casus combineren om tot het juiste antwoord te komen. Door dit soort gesloten vragen op te nemen in een toets, in plaats van open vragen, is er aanzienlijk minder tijd nodig voor correctie en verwerking van de resultaten. Tijdwinst dus voor de docent. Bovendien zijn gesloten vragen objectiever te beoordelen dan open vragen, waar bij de beoordeling altijd een element van interpretatieverschil aanwezig is. Uiteraard blijft een goede mix van toetsen in het hoger onderwijs van belang. Toetsen met gesloten vragen kunnen nooit alle leerdoelen dekken. Open vragen blijven essentieel. Daarnaast moeten bijvoorbeeld essays, werkstukken en portfolio’s onderdeel van een toetsprogramma blijven.
18
VALIDE EN BETROUWBAAR Prof. dr. Olle ten Cate, directeur Expertisecentrum voor onderwijs en opleidingen, Onderwijscentrum “Je wilt dat studenten klinisch leren redeneren. Enerzijds met gegevens die patiënten zelf presenteren in een gesprek. Anderzijds met uitkomsten van onderzoek en diagnostische tests. Simpele meerkeuzevragen volstaan dan niet. Als beoordelaar zou je graag in dialoog met je student het redeneren testen, maar aan zo’n mondeling examen kleven ook bezwaren. Zo heeft iedere examinator andere normen. Als coördinator van het klinische lijnonderwijs tweede studiejaar heb ik met de afdeling Onderwijstechnologie van het Expertisecentrum voor Onderwijs en Opleiding in de loop der jaren een elektronische toetsing ontworpen, die dicht in de buurt komt van een valide beoordeling van klinisch redeneren. Aanvankelijk was dit niet veel meer dan een invulscherm, met een analyse via een eigen Excel-model. Later hadden we een mooie interface en nu gebeurt toetsing met het programma TestVision Online. De student krijgt, na ‘het aanhoren van de patiënt’ met een geschreven tekst, een flink aantal antwoordopties voorgelegd. De student wordt gevraagd naar de beste anamnesevragen, lichamelijk onderzoek, laboratoriumtests of een differentiële diagnose. Ook komen er vragen in beeld die het klinische scenario van de patiënt veranderen. Kortom, er is een uiteenlopende set van vragen met lange lijsten van antwoordopties, rond één enkele patiëntcasus. Een complete toets bevat tien tot vijftien casussen. Zeer uitgebreid. Hiermee benaderen we een inhoudsvalide en betrouwbare toetsing.”
19
20
UITSLAGEN SNEL PARAAT Na digitale toetsing is bij het gebruik van alleen gesloten vraagtypen de uitslag meteen bekend. In principe kun je dus al vijf minuten na een tentamen de cijfers opsturen voor plaatsing in het programma Osiris. Hierin kunnen studenten hun resultaten zien en zich inschrijven voor onderwijs en tentamens. Echter, docenten willen vaak eerst nog de resultaten en de statistische analyse bekijken. Was de toets te makkelijk of te moeilijk? Moet een vraag komen te vervallen of een optie bij een meerkeuzevraag toch worden goedgekeurd? Docenten kunnen in een paar muisklikken de gewenste aanpassingen verzorgen, die ook weer gemakkelijk ongedaan zijn te maken. Voor de open vragen in een digitale toets krijgen de beoordelaars een inlog voor het online beoordelen. Dit kunnen ze altijd en overal doen, op een tablet, thuis, in de trein, waar dan ook, mits er een internetverbinding is. De beoordelingen van de open vragen worden toegevoegd aan het resultaat dat de student heeft behaald op de meerkeuzevragen.
21
22
ESSENTIE VAN HET VAK VANGEN Drs. Lisette van Bruggen, onderwijskundig adviseur toetsing en beoordeling, coördinator docentprofessionalisering, coördinator TestVision Online (TVO), Onderwijscentrum “Zowel grote cohorten van driehonderd als kleine groepen van tien studenten kunnen we digitaal toetsen met TestVision Online, het programma dat het UMC Utrecht gebruikt voor digitaal toetsen. Dit is geen nieuw programma; artsen en onderzoekers plaatsten er al sinds 2004 hun vragen voor studenten in. Om de kwaliteit van de toetsen in TVO te verbeteren wilden we vanuit Onbegrensd Leren graag de inhoud ook vanuit onderwijskundig perspectief tegen het licht houden. Daarvoor zijn wij met de inhoudsdeskundigen in gesprek gegaan: waarom wordt deze vraag zo gesteld? Wat wil je er precies mee toetsen? Moeten studenten bijvoorbeeld wel alle stoffen in dat proces benoemen? Of juist één eruit beschrijven? Kortom, ons doel was om de juiste vragen op de juiste manier weer te geven, zodat de docenten op basis van de toets goed weten of hun studenten de leerstof beheersen. En dan gaan we uit van leerstof die naadloos aansluit op de topkwaliteit van de artsen en onderzoekers die je als UMC Utrecht wilt afleveren. Het mooie van e-assessment is dat je er vaak de essentie van een vak beter in kunt vangen dan op papier. Denk aan een specialisme als dermatologie. Hoe gemakkelijk is het om digitaal in te zoomen op een huidaandoening en aan de hand daarvan vragen te stellen. En wat te denken van de weergave van een kloppend hart? Eenzelfde effect op papier – ook nog eens in honderdvoud – is niet altijd mogelijk of vele malen duurder. En je weet dan nog niet zeker of de getentamineerden allemaal hetzelfde zien als wat jij als docent voor ogen hebt. Kortom, digitale toetsing is betrouwbaar en laat goed zien of jouw student de gewenste kwaliteiten in huis heeft. Met een gerust hart kun je een diploma overhandigen.”
23
FLEXIBEL INZETBAAR Docenten kunnen digitale toetsen op verschillende momenten in het onderwijsleerproces inzetten. Aan het begin van een cursus om het instapniveau te bepalen; tijdens een cursus om de voortgang in de gaten te houden; aan het eind van een cursus als afsluitend tentamen voor een cijfer. Digitaal toetsen is ook flexibel omdat het met verschillende devices kan plaatsvinden, zoals pc’s, laptops, tablets en ook met stem- en toets-apps op mobiele telefoons. Stem-apps maken diagnostisch toetsen tijdens colleges mogelijk. Toets-apps komen tegemoet aan de behoefte van studenten aan formatieve toetsing en bieden mogelijkheden voor adaptieve toetsing.
24
STEM-APPS MAKEN EEN COLLEGE INTERACTIEF Dr. Joost Koedam, docent, afdeling Molecular Cancer Research “Stem-apps gebruik ik tijdens colleges. Soms na afloop of aan het begin: om het vorige college nog even in herinnering te brengen, om mij een indruk te geven van het beginniveau, of om de studenten een voorproefje te geven van waar het college over gaat. Ook werken stem-apps goed in een vragenuurtje. Studenten kunnen ermee bekijken hoe ze ervoor staan. In combinatie met PowerPoint-dia’s is het daarbij mogelijk feedback te geven over de gestelde vragen. Kleine quizzen verzorg ik met het programma Socrative, bereikbaar via de telefoons en laptops van de studenten. Het vereist voor docenten wel enige oefening en ervaring, want er blijft minder tijd over voor het vertellen van de lesstof. Nog een voorwaarde is dat het snel en zonder technische problemen verloopt – anders werkt het averechts. Dan wekt het irritatie op en vinden studenten het zonde van de tijd. Omdat je vanwege de interactie met je studenten gedeeltes uit je hoorcollege moet schrappen, moet je de lesstof op een andere manier zien aan te bieden. Zo kun je die verwerken in een kennisclip, die je dan vóór het college aanbiedt. Een goed voorbeeld van ‘blended learning’. Voor mij betekent het gebruik van stem-apps in het onderwijs een prettige onderbreking van drie kwartier praten, en het maakt een college interactief. Studenten krijgen een indicatie of ze het hebben begrepen en hoeveel werk ze nog voor het tentamen moeten doen. Reserveer er wel tijd voor, want voor je het weet is een college weer voorbij.”
25
3.
SLOTWOORD
Een toets, pc’s en een lokaal – dat is wat je in feite nodig hebt voor e-assessment. Klinkt eenvoudig. Echter, bij digitaal toetsen zijn meer mensen nodig dan bij een papieren toets. E-assessment is een onderwijskundig én technisch proces met veel betrokken partijen, met als uitgangspunt dit voor iedereen zo makkelijk en efficiënt mogelijk te houden. Zoals ook bij andere innovaties en ontwikkelingen geldt: je moet eerst investeren om uiteindelijk de vruchten ervan te kunnen plukken en een optimaal proces te hebben. De pluspunten van digitaal toetsen staan al langere tijd buiten kijf. De ervaringen van de gebruikers in dit boekje laten dat ook zien. Zij noemen onder andere dat het eenvoudig is om in toetsen verschillende vraagvormen te gebruiken, multimedia in te voegen, studenten directe feedback te geven, de automatische statistische analyse en de flexibele inzetbaarheid. Bent u geïnspireerd geraakt en wilt u ook aan de slag met digitale toetsing? Begin dan vanuit uw eigen wensen of vanuit de samenwerking met uw collega’s. U zult in de praktijk tot de conclusie komen dat e-assessment, in combinatie met andere middelen van digitaal leren, zoals e-modules of kennisclips, onmisbaar deel uitmaakt van blended learning.
i
Wilt u advies of meer weten? Neemt u dan gerust contact met ons op:
[email protected]
27
COLOFON Uitgever UMC Utrecht, Programma Onderwijs ICT ‘Onbegrensd Leren’ Eindredactie Lonneke Homfeld Lay-out UMC Utrecht, Multimedia, Barbara Hagoort Druk Revon drukkerij Uitgave Oktober 2015