Schrijftolken in onderwijs. Om duidelijk te maken hoe belangrijk schrijftolken in onderwijs in de toekomst zullen worden zullen we best even terugblikken…..
• Onderwijs aan doven en slechthorenden is momenteel een item in verschillende landen: de vraag ‘Is onderwijs aan doven en slechthorenden dringend aan verandering toe’ dringt zich overal op. Dit door de technologische ontwikkeling waar iedereen zeker rekening zal moeten mee houden. • Een eerste opmerking die ik zeker vanuit onze oudervereniging wil meegeven is: onderwijs aan doven en slechthorenden is totaal iets anders dan dovenonderwijs! • Verder willen we vanuit VLOK-CI zeker aangeven dat onze kinderen, ondanks hun apparaten zeker doof blijven, MAAR : duidelijk andere doven zijn dan pakweg 15 jaar terug. • Onze kinderen beginnen tegenwoordig hun schoolloopbaan reeds in de kleuterklas in regulier onderwijs met ondersteuning van GON-begeleiding.
• Dit geldt dan voor de grootste groep van onze dove en slechthorende kinderen en dit heeft als resultaat dat deze kinderen dan ook beter onderlegd zijn in Standaardnederlands. • We mogen echter niet vergeten dat er altijd een groep doven en slechthorenden zal zijn die echter dit circuit niet op deze manier doorlopen, deze kinderen/jong volwassenen zullen zeker VGT nodig hebben. Hier zal het de taak van de Dovengemeenschap zijn om deze kinderen de kans te geven hun taal te ontwikkelen, VGT dan, én wat het belangrijkste: is een identiteit te ontwikkelen en ook fier te zijn op zichzelf! • Een ander heel belangrijk gegeven voor deze groep doven en slechthorenden is dat ze allen zeer verschillend zijn. Er zal niet één en hetzelfde stramien kunnen worden uitgeschreven voor allemaal. We zullen kindgericht moeten denken.
• Onze dove en slechthorende kinderen waar de verandering in onderwijs voor nodig is, is grotendeels de generatie die er aan komt. • De eerst geïmplanteerden deden en doen het zeker ook goed, de meesten zoeken zeker hun weg op hun eigen manier, ontwikkelen hun eigen identiteit én voelen zich goed zoals ze zijn. Maar door ALGO testen en de daarop snel volgende therapieën is er een duidelijk merkbaar verschil met de kinderen die tegenwoordig worden geïmplanteerd. • Deze ‘generatie doven en slechthorenden’ zijn aan het instromen in secundair onderwijs, de Algo-test werd immers van 1998 uitgevoerd, en in vele scholen zit er één enkele dove of slechthorende leerling. En laat ons hier de zaken bekijken zoals ze zijn: vele van deze kinderen hangen van de ‘goodwill’ van de leerkrachten af.
• Dit niet altijd door slechte wil, maar wel degelijk door onwetendheid. Want zeg nu zelf: als een dove leerling je aanspreekt en je hoort geen verschil in tongval en uitspraak IS deze leerling dan wel doof? • Hier kunnen we al spreken van een hiaat waar toch verandering dient in te komen, nl: De leerkrachtenopleiding. Tijdens een gesprek met een leraar uit het 6de leerjaar enkele jaren geleden was ik blij verrast toen deze aangaf dat hij vond dat leerkrachten na hun opleiding beter eerst een jaar extra stage zouden doen en dan echt kennis moeten maken met de kinderen die integreren. “Want integratie kan toch slechts goed lopen als er begrip is voor het probleem van de leerling”.
• Zo beland ik bij het thema van vandaag: schrijftolken in onderwijs. Een vrij belangrijk thema naar de toekomst toe. • Sinds begin dit jaar is er een werkgroep ontstaan rond dit thema omdat er heel wat problemen zijn voor leerlingen die een schrijftolk aanvragen. Een schrijftolk vinden dan vooral is, streekgebonden, soms heel moeilijk. Het was door de nood maar gebrek aan schrijftolken dat een leerling hoger onderwijs mailde naar enkele mensen en door contacten dan van deze mensen onderling met nog anderen ontstond dan “WSTV”. In deze werkgroep zitten mensen die dagdagelijks met het probleem te maken krijgen, vanuit enkele verenigingen én gebruikers.
• • • • •
De bedoeling van WSTV is : -ijveren voor een wettelijke regeling voor schrijftolken. -Uitwerken van een deontologische code. -Een folder ontwikkelen voor de leerkrachten in regulier onderwijs. -Het checken van verzekeringen zoals arbeidsongevallenverzekering, beroepsaansprakelijkheidsverzekering • -Wat met klachten bij onregelmatigheden of gewoon bij onvrede over werkwijze?
• De nood aan schrijftolken is er zeker, er werden er voor dit schooljaar voor Vlaanderen 51 aangevraagd. Dit aantal was vorig jaar alleszins minder.
• Wat deden we al met WSTV? - Nalezen van omzendbrief en wijzigingen aanbrengen waar wij nodig vonden. Zo is één van de belangrijke punten de doelgroep. Een correcte omschrijving van de doelgroep zou moeten zijn: “Tot de doelgroep behoren leerlingen/studenten met een auditieve handicap die les volgen in het lager, secundair, hoger onderwijs en universiteit ,die nood hebben aan ondersteuning van een schrijftolk, aangetoond via een gemotiveerd verslag. De leerling van lager en secundair onderwijs dient als regelmatige leerling ingeschreven te zijn. De student hoger onderwijs en universiteit moet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden.”
• Het gegeven “ de auditieve beperking zou moeten worden bevestigd door een tonaal audiometrische test waar dan een verlies moet blijken van 90dB of meer aan beid eoren voor de zuivere toon stimuli van 500, 1000 of 2000 Hz (gemiddelde Fletcher-index)” is totaal verouderd. Want het zijn net de kinderen die net dat beetje te weinig verlies hebben die de ondersteuning van GON én schrijftolken dus meest nodig hebben. Je moet maar es proberen een tekst te lezen waarin je alle medeklinkers wijzigt. M wordt N, D wordt T, P wordt B ……..
• Ik lees verder nog wijzigingen door die we aanbrachten.
• Of de Dovencultuur zal verloren gaan is geen vraag, deze zal hopelijk voldoende neergepend zijn. Feit is dat onze dove en slechthorende jong volwassenen, tieners en kinderen op hun manier contacten leggen in deze tijd van ‘Skype’, ‘Facebook’ en nog zo veel andere mogelijkheden. Zo zullen zij aan hun eigen cultuur en identiteit werken en hopelijk zal vanuit onderwijs de inspanning worden geleverd om hen deze kansen te geven. Dit zonder ‘Fletcher’ of andere belemmeringen. Het is toch zo dat door onze kinderen te laten meedraaien in de gewone maatschappij zij deze maatschappij later minst zullen kosten?