PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP Katholieke Hogeschool Leuven Departement Lerarenopleiding Professionele bachelor in onderwijs: lager onderwijs Campus Heverlee Hertogstraat 178 - 3001 Heverlee Tel. 016 37 56 00 – Fax 016 37 56 99 Campus Diest Weerstandsplein 2 – 3290 Diest Tel. 013 35 06 90 – Fax 013 33 54 01
datum indienen (in te vullen door stagementor) handtekening stagementor eventuele reden uitstel naam klas DLO
1…
1 BALO
2…
3…
4…
studietrajectbegeleider: Ann Kellen
school
:
Vrije Basisschool De Waaier de
klas en leerjaar
:
4
aantal leerlingen
:
25
datum (data)
:
leerjaar b
leergebied
:
wiskunde
onderdeel
:
getallenkennis
lesonderwerp
:
Vermeningvuldigen en delen
lestijden
:
van
tot
uur
van
tot
uur
van
tot
uur
AANDACHT! Permanent evaluatiedossier steeds mee afgeven bij het indienen van het lesontwerp VOORTAAK: door leerlingen tegen de lesdatum mee te brengen materiaal of uit te voeren opdracht
AANVRAAG MATERIAAL STAGESCHOOL - voor de lesgever:
- voor de leerlingen:
kopies werkblad
BRONNEN: handboeken, naslagwerken, documentatie van oefenschool of medestudenten (in te vullen volgens APA-systeem) (vanaf semester 1)
Depiere, M. e.a. ( 2011-2013). Rekensprong plus. Werkschrift4 B. Wommelgem: Van In, 80 p. Depiere, M. e.a. ( 2011-2013). Rekensprong plus. Handleiding 4A. Wommelgem: Van In, 262 p.
lesontwerp
wiskunde.docx
1
SITUERING IN DE LEERPLANNEN: pagina en omschrijving (semester 1: enkel voor wiskunde , semester 2 : wiskunde, drama, bewegingsopvoeding vanaf mei )
Hoofdrekenen, natuurlijke getallen p 41
BEGINSITUATIE: relevante voorkennis, belevings- en ervaringswereld van leerlingen, motivering, voortaken, klasgewoonten (vanaf semester 2)
LEERDOELEN: noteer de essentiële lesdoelen. Rangschik ze volgens de lesfasering en geef met een passend symbool aan of ze cognitief (C), dynamisch-affectief (DA), sociaal (S) of psychomotorisch (PM) zijn (vanaf semester 2)
ONDERWIJSLEERMIDDELEN (vanaf semester 1)
werkblad
Zelf ontworpen werkbladen steeds in twee exemplaren bijvoegen (één blanco en één ingevuld). Voor oefeningen uit het werkboek steeds de opgave met correctiesleutel toevoegen. Andere documenten die gebruikt worden in functie van de les steeds toevoegen.
lesontwerp
wiskunde.docx
2
VERANTWOORDING VAN HET DIDACTISCH HANDELEN: gebaseerd op vakdidactiek, leren en ontwikkelen, didactisch kader, minimum 3 theoretische denkkaders (vanaf semester 2)
AANDACHTSPUNT EN REFLECTIE VOOR DEZE LES (facultatief in te vullen voor lessen vanaf semester 2) Concretisering
lesontwerp
wiskunde.docx
3
BORDSCHEMA: een werkelijkheidsgetrouwe en handgeschreven weergave met kleuren, ... rekening houdend met de beschikbare ruimte (vanaf semester 1)
lesontwerp
wiskunde.docx
4
Naam student: Lauren Robeet Stageleerjaar: 4de leerjaar b Onderwerp van de les: Vermeningvuldigen en delen T
Lesgang en Leerinhouden
5’
1.Inleiding
5’
1.1 Herhalen leerstof a.d.h.v. een voorbeeld. Een boswachter vraagt zich af hoeveel bladeren er van de bomen zij gevallen. - Er zijn 4 eiken bomen en elke boom verliest 50 bladeren hoeveel bladeren zijn er van deze bomen gevallen ? 200 - Er zijn ook 70 berkenbomen en elke boom verliest 40 bladeren. Hoeveel bladeren zijn er gevallen ? 2800 - Er staan ook 20 esdoornbomen en elke boom verliest 80 bladeren. Hoeveel bladeren zijn er gevallen ? 1600
Didactische werkvormen Materiaalgebruik Organisatie
Lkr vertelt voorbeeld en schrijft bewerkingen op bord. Lkr duidt lln aan die de bewerking mag oplossen. Lkr noteert de oplossing op bord.
45’ 2. Kern en verwerking
Lkr deelt werkblad uit.
5’
Lkr schrijft oefeningen mee op bord en maakt ze samen met de lln. Lkr vertelt hoe je de moeilijkere bewerkingen kan oplossen. Lkr vraagt wie de oplossing weet en duidt iemand aan.
2.1 Vermeningvuldigen met eenheden en tientallen. Los oefening 1 op van het werkblad. Wie weet de uitkomst ? 7x 9 = 63 3x 80= 240 Je kan deze bewerking uitrekenen met de maaltafel die je kent 3 x 8 = 24 en je plaatst er achteraf de nul bij. Analoog voor 30 x 70 = 2 100
5’
2.2 Delen met eenheden en tientallen. Los oefening 2 van het werkblad op.
Lkr schrijft oefeningen mee op bord en lost samen met de lln de bewerkingen Wie weet de oplossing. op. Lkr legt uit hoe je de moeilijkere 35 : 7 = 5 bewerkingen kan oplossen. Lkr duidt Je kan deze bewerking makkelijk oplossen door de nul lln aan die mag antwoorden. even weg te denken en 27 : 3 = 9 te doen en de nul terug te plaatsen bij de uitkomst. 270 : 3 = 90 Analoog voor 3 200 : 8 = 400
lesontwerp
wiskunde.docx
5
35’ 2.3 Spelen van wiskunde bingo Wie kent er het spelletje bingo ? Wiskunde bingo lijkt een beetje op gewone bingo. Ik ga jullie straks bewerkingen zeggen en ik zal ze ook op bord schrijven. Dan moeten jullie deze oplossen in stilte. Je mag het ook een beetje uitschrijven in je kladschrift als je dit wil. Als iedereen een beetje gezocht heeft naar de oplossing gaan we de oplossing op bord schrijven en mag er een kindje het juiste antwoord op bord komen omcirkelen. Dan mag je in je eigen kader de oplossing gaan zoeken. Als je de juiste oplossing gevonden hebt dan mag je in het vakje een kruisje zetten. Zo gaan we verder tot heel ons kader aangekruist is en dan mag je bingo zeggen. Ik zal een voorbeeld geven. Ik zeg bv. 3 x 4 dat reken je in stilte uit. Als iedereen een beetje gezocht heeft dan overlopen we samen de bewerking aan bord en mag er iemand aan bord het getal 12 komen omcirkelen. Dan ga je in je kader het getal 12 zoeken. Als je dit hebt gevonden kruis je dat aan. De kinderen die hun kladschrift willen gebruiken mogen dit nu op de bank nemen. Zullen we er aan beginnen ? ja! 6 x 700 = 4 200 Zoek nu in stilte de oplossing. Wie heeft het antwoord gevonden ? Jij mag het juiste antwoord komen aanduiden. Analoog voor 400 x 7 = 2 800, 50 x 40 = 2 000, 900 : 3 = 30, 36 : 6 = 6, 60 x 20 = 1 200, 6 x 700 = 4 200, 240 : 3 = 80, 300 x 7 = 2 100, 90 x 20 = 1 800, 4 000 : 10 = 400, 6 x 7 = 42, 4 x 40 = 160, 50 x 50 = 2 500, 4 x 5 = 20, 70 x 8 = 560, 100 : 5 = 20
lesontwerp
wiskunde.docx
Lkr vraagt aan lln wie het spel bingo kent. Lkr legt de variant op wiskunde bingo uit en de lln luisteren.
Lkr geeft een voorbeeld van hoe het gaat gaan.
Lln nemen hun kladschrift. Lkr stelt vraag, lln antwoorden. Lkr zegt eerste bewerking. Lkr schrijft de bewerking ook op bord. Lln lossen oefening op. Lkr lost nu samen de bewerking op met lln. Lkr duidt lln aan die het juiste antwoord mag komen omcirkelen op bord.
6