ZORGPLAN 2013-2014
SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS BRABANT NOORDOOST
SAMENWERKINGSVERBAND 47.1 Directeur: mw. drs. P. Bonsink Bezoekadres: Nieuwe Hescheweg 11 5342 EB OSS
Voor u ligt het zorgplan 2013-2014 van de vereniging Samenwerkingsverband Voortgezet onderwijs Brabant noordoost (SVB). In het eerste hoofdstuk wordt een algemeen beeld van het SVB geschetst met daaraan toegevoegd een paragraaf over gegevens betreffende leerlingenstromen extra ondersteuning. Het tweede hoofdstuk gaat in op de inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de vormgeving en inrichting van de regionale bovenschoolse ondersteuningsstructuur in het samenwerkingsverband en de wijze waarop deskundigheidsoverdracht, voorlichting en afstemming plaatsvindt. In het derde hoofdstuk wordt ingegaan op taak en werkwijze van de Permanente Commissie Leerlingenzorg. In het vierde hoofdstuk vindt u een verantwoording over de inzet van de financiële middelen met in de bijlage het financieel jaaroverzicht per 31 december 2012. In het laatste hoofdstuk vindt u en overzicht van activiteiten in het kader van Passend Onderwijs. Een mengeling van reguliere werkzaamheden en activiteiten die in het teken staan van de totstandkoming van het SWV VO Passend Onderwijs 30 06. Tot slot vindt u in de bijlage opgenomen het reglement van de Permanente Commissie Leerlingenzorg, waarmee wordt voldaan aan artikel 10h, vierde lid van de Wet op het Voortgezet onderwijs (WVO). Het zorgplan 2013-2014 is een verantwoordingsdocument voor overheid en inspectie. Per 1 november 2013 zal de vereniging SVB 47.1 opgaan in het nieuwe SWV VO Passend Onderwijs 30 06. Volgens wetgeving Passend Onderwijs zal het huidige zorgplan worden vervangen door het ondersteuningsplan van het nieuwe SWV VO, waarin de gezamenlijke afspraken tussen de samenwerkende besturen VO en VSO worden vastgelegd.
072/13 PB-ts
Pag. 3
svb / zorgplan 2013 - 2014
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Brabant noordoost 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Algemene gegevens Overzicht van de bevoegde gezagsorganen van de deelnemende scholen Centrale dienst Algemeen doel van het samenwerkingsverband Organisatie Organigram Gegevens leerlingenstromen extra zorg
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7 2.2.8 2.2.9 2.2.10 2.2.11 2.3 2.3.1 2.3.2
Visie op ondersteuningsstructuur: basisondersteuning en extra ondersteuning Ontwikkeling Regionale Ondersteuningsstructuur Aanvraag RZB Team Onderzoek en Expertise (v/h ambulatorium) en observatorium Observatorium Uden/Veghel Observatorium Praktijkonderwijs Oss Pilot Observatorium HAVO/VWO Zorglocatie HAVO/VWO ASS- voorziening Rebound SVB Project Op de Rails Plusvoorziening Jeugdzorg dichterbij onderwijs (JDO) / Enkelvoudige ambulante hulpverlening (EAH) Deskundigheidsoverdracht en –uitwisseling Voorlichting, uitwisseling en samenwerking Regionaal Platform Afstemming
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3
Ondersteuningsbeleid 2013-2014
Permanente Commissie Leerlingenzorg
Taak en werkwijze Werkgroep PCL Reglement PCL
Hoofdstuk 4
Inzet van de financiële middelen
Hoofdstuk 5
Passend onderwijs
Bijlagen - Financieel overzicht - Reglement PCL 072/13 PB-ts
Pag. 4
svb / zorgplan 2013 - 2014
HOOFDSTUK 1 SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS BRABANT NOORDOOST 1.1 Algemene gegevens SVB Samenwerkingsverband Voortgezet onderwijs Brabant noordoost Rechtspersoon: vereniging Nummer: 47.1 Directeur: mw. drs. P. Bonsink Telefoon: 0412 - 617 077 Fax: 0412 - 638 933 E-mailadres:
[email protected] Adres: postbus 384 5340 AJ Oss Regio: Oss - Uden - Veghel Website: www.svb-vo.nl Naam:
1.2 Overzicht van de bevoegde gezagsorganen van de deelnemende scholen Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden: Udens College 06HF Postbus 108 5400 AC
Uden
Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs te Tilburg: Maaslandcollege 20WI Vianenstraat 1 Zwijssen College 04SU Postbus 134 Fioretti College 04SU Postbus 280
5342 AJ 5460 AC 5460 AG
Oss Veghel Veghel
Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Oss te Oss: Mondriaan College 23 FX Postbus 61
5340 AB
Oss
Stichting Carmelcollege te Hengelo: Het Hooghuis 19XH Postbus 384
5340 AJ
Oss
1.3 Centrale dienst De bevoegde gezagsorganen in het samenwerkingsverband zijn aangesloten bij dezelfde rechtspersoon die de centrale dienst in stand houdt. Deze rechtspersoon is een vereniging. Binnen de centrale dienst heeft het samenwerkingsverband geen personeel in dienst.
072/13 PB-ts
Pag. 5
svb / zorgplan 2013 - 2014
1.4 Algemeen doel van het samenwerkingsverband Het Samenwerkingsverband Voortgezet onderwijs Brabant noordoost heeft als doel een dekkend zorgaanbod te organiseren, zodat alle leerlingen hun schoolloopbaan afsluiten met een diploma of indien dit niet mogelijk blijkt, leerlingen voor te bereiden op een arbeidsplaats in de regio. Het samenwerkingsverband richt zich op alle leerlingen voor wie een al dan niet tijdelijke orthopedagogische en orthodidactische benadering is geboden met het oog op een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces. Het samenwerkingsverband heeft tot doel een zorgaanbod te verschaffen zowel aan LWOO of PrO- geïndiceerde leerlingen als aan leerlingen die extra zorg nodig hebben maar niet voldoen aan de indicatiecriteria voor LWOO of PrO, met andere woorden leerlingen in alle onderwijstypen met een speciale onderwijsbehoefte. Het samenwerkingsverband stelt zich ten doel de beschikbaar gestelde middelen aan te wenden voor de ontwikkeling en uitvoering van gezamenlijk regionaal zorgbeleid. 1.5 Organisatie In het bestuur van de vereniging Samenwerkingsverband Voortgezet onderwijs Brabant noordoost zijn de bevoegde gezagsorganen van de deelnemende scholen vertegenwoordigd. Namens Stichting Carmelcollege hebben twee bestuursleden zitting met de titel voorzitter en secretaris. Een bestuurslid behartigt de belangen van de zorglocatie in het samenwerkingsverband. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Oss wordt vertegenwoordigd door een bestuurslid met de titel penningmeester. De vereniging Ons Middelbaar Onderwijs wordt vertegenwoordigd door twee leden, waarvan een bestuurslid de belangen behartigt van het Praktijkonderwijs in het SVB. De Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden is vertegenwoordigd met een bestuurslid. Taken en bevoegdheden van het bestuur zijn statutair vastgelegd. De algemene ledenvergadering bestaat uit de leden van het bestuur die in hun hoedanigheid van vertegenwoordiger van alle deelnemende bevoegde gezagsorganen zitting hebben. De directeur van het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de uitvoering van wet- en regelgeving, de door het samenwerkingsverband voorgenomen beleidsmaatregelen en de aansturing en voorbereiding van toekomstige beleidsontwikkelingen. De directeur geeft leiding aan de medewerkers van het samenwerkingsverband en de groepen in het samenwerkingsverband, te weten de beleidsgroep Zorgstructuur en de werkgroep PCL. De directeur is eindverantwoordelijk voor de voorzieningen in het samenwerkingsverband. In het samenwerkingsverband is een Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) werkzaam met ondersteuning van een trajectbegeleider. Voorzitter van de PCL is de directeur van het samenwerkingsverband. Voor taak en werkwijze van de PCL wordt verwezen naar hoofdstuk 3.
072/13 PB-ts
Pag. 6
svb / zorgplan 2013 - 2014
1.6 Organigram
072/13 PB-ts
Pag. 7
svb / zorgplan 2013 - 2014
1.7 Gegevens leerlingenstromen extra ondersteuning Alle gegevens over leerlingenstromen in het samenwerkingsverband, aangewezen op extra ondersteuning in de vorm van LWOO of PrO, worden geregistreerd en verwerkt in het PCL jaarverslag. Voor het PCL jaarverslag 2011-2012 wordt verwezen naar www.svb-vo.nl/ downloads/ PCL. De gegevens hebben betrekking op de herkomst van de leerling: SBaO, BaO, VO of (Voortgezet) Speciaal onderwijs en de instroom in het VMBO en het PrO in het samenwerkingsverband. De aanmelding verloopt rechtstreeks vanuit de scholen digitaal naar de RVC. Met de scholen en de RVC zijn afspraken gemaakt het verloop van de aanmeldingen te volgen en de gegevens te registreren. Alle gegevens betreffende de Aanvraag RZB zijn eveneens geregistreerd en vastgelegd in het jaarverslag PCL. Deze gegevens bieden inzicht in de mate van extra ondersteuning die nodig is voor leerlingen die niet voldoen aan de criteria voor LWOO, PrO of indicatiestelling VSO. Dat laatste geldt eveneens voor de gegevens betreffende de aanvragen voor onderzoek en advisering door het Ambulatorium en de gegevens betreffende tijdelijke plaatsingen in het Observatorium. In het samenwerkingsverband hebben vier observatoria een regionale functie en beschikken in 2013-2014 totaal over maximaal 19 tijdelijke plaatsen, 8 in de zorglocatie Oss, 8 in Uden/Veghel en 3 binnen de setting van het Praktijkonderwijs Oss. Van de in- en uitstroomgegevens en de vervolgtrajecten van de geplaatste leerlingen wordt in het jaarverslag van de PCL een overzicht geboden. In het kader van de reboundvoorziening zijn de aanvragen voor reboundplaatsing, scholen van herkomst, aantal geplaatste en niet-geplaatste leerlingen en het vervolgtraject van beide groepen geregistreerd en verwerkt in het jaarverslag PCL. De in- en uitstroomgegevens van geplaatste leerlingen binnen het project Op de Rails worden zowel door de projectcoördinator OdR als door de trajectbegeleider van het SVB geregistreerd en jaarlijks gecontroleerd en geëvalueerd. Voor schooljaar 20132014 zijn 12 OdR- plaatsen beschikbaar. De in- door- en uitstroomgegevens van leerlingen in de HAVO/VWO ASS-voorziening worden eveneens gemonitord en gebruikt bij de evaluatie van deze voorziening. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op deze tussenvoorziening in het SVB. Op basis van de gegevens is de PCL in staat de leerlingenstromen te monitoren en daarmee bij te dragen aan de ontwikkelingen ten aanzien van de inhoud en vormgeving van de regionale ondersteuningsstructuur in het samenwerkingsverband. Om zicht te houden op de onderwijsondersteuningsbehoefte in de regio zal in het schooljaar 2013-2014 de registratie in het kader van de aanvraag RZB zowel getalsmatig als naar inhoud gecontinueerd worden. De registratie houdt tevens de analyse in van de zorgvraag van leerlingen voor wie financiële middelen uit het regionaal zorgbudget (RZB) worden aangevraagd om de benodigde begeleiding te kunnen bieden. De gegevens worden door de beleidsgroep Zorgstructuur gebruikt als richtinggevers bij de beleidsvoorbereiding en -advisering betreffende de inzet van het regionaal zorgbudget voor schooljaar 2013-2014.
072/13 PB-ts
Pag. 8
svb / zorgplan 2013 - 2014
HOOFDSTUK 2 ONDERSTEUNINGSBELEID 2013-2014 2.1 Visie op ondersteuningsstructuur: basisondersteuning en extra ondersteuning In het continuüm van zorg dat door het huidige samenwerkingsverband wordt nagestreefd en waar de verschillende vormen van voortgezet onderwijs op elkaar aansluiten, wordt een drietal niveaus onderscheiden. In de visie van het huidige samenwerkingsverband gaat het daarbij om algemene basiszorg, aanvullende specifieke zorg op intern en extern niveau en extra zorg. In onderstaand overzicht worden de huidige zorgniveaus beschreven in termen binnen Passend onderwijs: basisondersteuning en extra ondersteuning. ZORGNIVEAU 1 Algemene zorg: basisondersteuning • Basispakket van algemene preventieve en licht curatieve ondersteuningsmaatregelen • Onderwijs afgestemd op individuele mogelijkheden • Onderwijs tegemoetkomend aan verschillen in onderwijsbehoefte • Veilig pedagogisch klimaat • Systematisch leerlingvolgsysteem / vroegtijdig signaleren ZORGNIVEAU 2 Specifieke zorg: basisondersteuning • Schoolorganisatorische maatregelen en voorzieningen om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van leerlingen • Planmatig uitgevoerde interventies binnen de ondersteuningsstructuur • Systematische leerlingbespreking • Inzet zorgcoördinator • Consultatie specifieke expertise • Leerling-, docent-, teambegeleiding met inzet van specifieke expertise ZORGNIVEAU 3 Extra zorg: extra ondersteuning licht intern / extern • Inzet ZAT (zorg- en adviesteam) • Inzet schoolspecifieke interne arrangementen • Inzet bovenschoolse expertise Team Onderzoek en Expertise: diagnostiek, advies en begeleiding • Externe arrangementen: – tijdelijke opvang bij complexe problematiek in specifieke setting: Observatorium – tijdelijke opvang en intensieve begeleiding bij gedragsmoeilijkheden: Rebound – tijdelijke opvang en intensieve begeleiding in bij gedragsproblematiek of langdurig schoolverzuim: project Op de Rails of Herstart – tijdelijke geïntegreerde begeleiding in specifieke setting: zorglocatie • Intensieve vormen van begeleiding in de leerwegen van het VMBO: leerwegondersteunend onderwijs • Structurele geïntegreerde begeleiding bij arbeidstoeleiding: Praktijkonderwijs
072/13 PB-ts
Pag. 9
svb / zorgplan 2013 - 2014
In het referentiekader Passend Onderwijs worden de begrippen basisondersteuning en extra onderwijsondersteuning geïntroduceerd. Basisondersteuning wordt omschreven als het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies. De bovenstaande interventies op het huidige zorgniveau 1 en 2 vallen binnen de definitie van basisondersteuning. Deze zijn structureel beschikbaar voor en/of binnen de school en ondersteunen de continuïteit in de schoolloopbaan van de leerling. Voor alle vormen van onderwijsondersteuning die de basisondersteuning overstijgen wordt het begrip 'extra onderwijsondersteuning' gehanteerd. Extra onderwijsondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van interne of externe arrangementen, die kunnen variëren van licht curatief en tijdelijk van aard tot intensief en langdurig of structureel van aard. Uitgangspunt is dat waar mogelijk de leerling terugkeert op de reguliere school met inzet van de ondersteuningsstructuur van de school. Binnen het begrip extra ondersteuning valt een onderscheid te maken tussen lichte en zware ondersteuning. Het huidige zorgniveau 3 betreft de lichte extra ondersteuning. De zware extra ondersteuning betreft VSO- plaatsing en de huidige LGF. De basisondersteuning en de lichte extra ondersteuning worden door de scholen van het samenwerkingsverband beschreven in het eigen schoolondersteuningsprofiel, dat gebundeld wordt vastgelegd in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. 2.2 Ontwikkeling Regionale Ondersteuningsstructuur De scholen in het SVB hebben als gezamenlijke doel te komen tot uitwisseling, afstemming en ontwikkeling van een regionaal dekkend ondersteuningsaanbod met gebruikmaking van aanwezige expertise voor specifieke doelgroepen en inzet van regionaal zorgbudget (RZB). De regionale ondersteuningsstructuur wordt gekenmerkt door een dekkend voorzieningenstelsel, zowel op schoolniveau en leerling-nabij als op bovenschools niveau. Het samenwerkingsverband heeft de volgende doelen geformuleerd. • Het organiseren en uitvoeren van activiteiten ten behoeve van de inrichting van extra zorg voor leerlingen die voldoen aan de criteria voor indicatiestelling Leerwegondersteunend onderwijs of Praktijkonderwijs. • Het inrichten van een zorgaanbod voor leerlingen die niet voldoen aan de criteria voor indicatiestelling LWOO of PrO, echter wel specifieke zorg behoeven. • Het inrichten van een zorgaanbod ten behoeve van leerlingen die al dan niet voldoen aan de indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs, echter specifieke en structurele begeleiding nodig hebben in een specifieke setting. • Het inrichten van een onderwijszorgaanbod met gedragsbeïnvloedende programma's voor leerlingen die de veiligheid op de school in gevaar brengen. De beleidsgroep Zorgstructuur heeft tot taak jaarlijks de inzet van het RZB in relatie tot de gestelde doelen te evalueren en het bestuur te adviseren over de inzet in het komend schooljaar. In de volgende paragrafen worden de voorzieningen van het SVB voor 2013-2014 nader uitgewerkt.
072/13 PB-ts
Pag. 10
svb / zorgplan 2013 - 2014
2.2.1 Aanvraag RZB Met betrekking tot de aanvraag en toekenning van middelen uit het regionale zorgbudget zijn afspraken gemaakt ten aanzien van: • doelgroepen • condities • aanvraagprocedure • taak en functie PCL en trajectbegeleider • inzet en evaluatie • bekostiging Het SVB heeft vastgesteld dat het regionaal zorgbudget kan worden aangevraagd ten behoeve van extra zorg voor de volgende doelgroepen. • VMBO leerlingen met problematiek die niet voldoet aan de criteria voor LWOO • Leerlingen aangewezen op Praktijkonderwijs met problematiek die niet voldoet aan de criteria voor PrO • Leerlingen met LGF met problematiek die niet voldoet aan de criteria voor LWOO en in de zorglocatie geplaatst zijn • HAVO/VWO leerlingen met zorgvraag passend binnen gezamenlijk regionaal zorgbeleid De omschrijving ‘met zorgvraag passend binnen gezamenlijk zorgbeleid’ komt voort uit de wettelijke regelgeving, waarin deze doelstelling voor de inzet van het regionaal zorgbudget is geformuleerd. De condities waaraan moet worden voldaan om voor toekenning in aanmerking te komen zijn vastgesteld, evenals de wijze waarop de aanvraagprocedure moet verlopen. Ouders moeten door de aanvragende school op de hoogte zijn gebracht van doel en inhoud van de aanvraag. De aanvragende school stelt daartoe een onderwijskundig rapport op waarin de ouders hun opvatting/zienswijze weergeven en ondertekenen. Naast het aanvraagformulier is een format evaluatieverslag te downloaden van de website van het SVB, waarop de aanvragende school de inzet van de middelen verantwoordt na het beëindigen van het plan van aanpak. Bezwaarprocedures zijn uitgewerkt en afspraken zijn vastgelegd in een protocol. De taak en functie van de PCL en trajectbegeleider zijn uitgewerkt en vastgesteld. Naast het toekennen van RZB gekoppeld aan individuele begeleidingsplannen, bestaat de mogelijkheid te verbreden naar een begeleidingsaanbod in de vorm van groepsaanvragen. Het begeleidingsaanbod moet gericht zijn op groepen leerlingen met dezelfde onderwijsbehoefte. De groepsaanvragen betreffen met name leerlingen met een specifieke zorgvraag in verband met de aanwezigheid van psychiatrische problematiek en/ of leerstoornis. De aanpak moet ingebed worden in de interne zorgstructuur binnen de school en overdraagbaar zijn naar de overige scholen van het samenwerkingsverband. De bekostiging uit het RZB is afhankelijk van type aanvraag en plan van aanpak. Voor individuele aanvragen wordt een keuze gemaakt uit een viertal zorgpakketten, voor groepsaanvragen wordt de totale begeleidingsinzet op basis van uurtarief toegekend, voor leerlingen met een LGF geplaatst in de zorglocatie, wordt aanvullend RZB toegekend tot de hoogte van het LWOO-budget en voor leerlingen geplaatst in de zorglocatie zonder te voldoen aan LWOO-criteria wordt een bedrag toegekend gelijk aan het LWOO-budget.
072/13 PB-ts
Pag. 11
svb / zorgplan 2013 - 2014
2.2.2 Team Onderzoek en Expertise (v/h ambulatorium) en observatorium Het gezamenlijke ondersteuningsbeleid richt zich op de ontwikkeling en inrichting van een regionale ondersteuningsstructuur die gekenmerkt wordt door een dekkend voorzieningenstelsel (arrangementen) zowel op schoolniveau (leerling-nabij/ intern) als op bovenschools niveau (extern). Een bovenschoolse ondersteuningsvoorziening is het Team Onderzoek en Expertise, voorheen ambulatorium. De deelnemende scholen van het samenwerkingsverband maken gebruik van de expertise van Team Onderzoek en Expertise in de vorm van psycho-diagnostisch onderzoek, advies en begeleiding. De aanvragende school betrekt ouders bij de aanvraag, de coördinator van TO&E vraagt ouders schriftelijk toestemming voor onderzoek en overdracht van gegevens volgens de regelgeving Wet Bescherming Persoonsgegevens. Scholen vragen na onderzoek om concrete handelingsadviezen en hebben behoefte aan ondersteuning of bevestiging bij de uitvoering ervan. De scholen wordt nazorg geboden op basis van wederzijdse afspraken. De nazorg bestaat uit kortdurende activiteiten in de vorm van consultatie- of feedbackgesprekken, eventueel aangevuld met observatie. Naast onderzoek en advisering is begeleiding van TO&E gericht op preventie en vroegsignalering door middel van coachings-, counselings- en trainingsactiviteiten. Scholen geven aan in de eigen lespraktijk te willen leren observeren, gedrag te interpreteren en tijdig te interveniëren. Begeleiding, ondersteuning en deskundigheidsbevordering gekoppeld aan de uitvoer van groepsbegeleidingsplannen (zie ook 2.2.1 Aanvraag RZB) maakt onderdeel uit van het preventie-aanbod en sluit aan op de vraag van de scholen. Het aanbod vanuit TO&E wordt in overleg met en op vraag van de scholen van het samenwerkingsverband samengesteld en vastgelegd in een begeleidingsarrangement per school. Voor 2013-2014 hebben de scholen met het TO&E begeleidingsarrangementen samengesteld, waarin de vraag van de school, het aanbod, de organisatie en planning zijn vastgelegd. Het observatorium binnen de zorglocatie vormt een regionale voorziening voor leerlingen met escalerende problematiek voor wie een observatieperiode van 6 weken duidelijkheid moet bieden ten aanzien van de benodigde begeleiding en een advies ten aanzien van een passend vervolgtraject bij voorkeur binnen de school van inschrijving. Voor 2013-2014 is capaciteit voor maximaal 8 leerlingen. De aanvragende school betrekt ouders bij de aanvraag, de coördinator van het observatorium stelt met ouders en leerling een contract op waarin wederzijdse afspraken, doel en inhoud van de plaatsing zijn vastgelegd. 2.2.3 Observatorium Uden/ Veghel Deze ' leerlingnabije' voorziening is bedoeld voor leerlingen uit de regio Uden en Veghel, die tijdelijk een verandering van schoolomgeving nodig hebben om escalatie van problematiek te voorkomen. Schoolgaande leerlingen in Uden worden tijdelijk geplaatst op de school in Veghel en vice versa. De tijdelijke plaatsing moet zicht geven op de achtergrond van de problematiek en richting geven aan een passend vervolgtraject bij voorkeur binnen de school van inschrijving. Het observatorium voorziet ook in plaatsing binnen het Praktijkonderwijs, locatie Veghel. Voor 2013-2014 is capaciteit voor 8 leerlingen. De methodiek is overdraagbaar naar andere scholen door middel van de methodiekbeschrijving 'Samen verder kijken'. De aanvragende school betrekt ouders bij de aanvraag. De coördinator van het observatorium stelt een contract op met ouders en leerling waarin wederzijdse afspraken, doel en inhoud van de plaatsing zijn vastgelegd. 072/13 PB-ts
Pag. 12
svb / zorgplan 2013 - 2014
Om het observatorium Oss zo nodig te ontlasten in verband met capaciteitsproblemen heeft het observatorium Uden /Veghel ook een bredere regionale functie. Leerlingen uit Oss en omstreken kunnen in dat geval ook in aanmerking komen voor tijdelijke plaatsing in Uden of Veghel. 2.2.4 Observatorium Praktijkonderwijs Oss Het Observatorium Praktijkonderwijs Oss biedt de mogelijkheid tot het tijdelijk plaatsen van leerlingen. Voor schooljaar 2013-2014 is de capaciteit van deze voorziening 3 plaatsen. Het betreft leerlingen die presteren in het grensgebied basisberoepsgerichte (assistenten) leerweg en Praktijkonderwijs. Deze leerlingen worden geplaatst om escalerende problematiek te voorkomen en om te kunnen adviseren ten behoeve van een adequaat vervolgtraject, waarbij de optie Praktijkonderwijs wordt onderzocht. Uitgangspunt is dat potentiële leerlingen voor Praktijkonderwijs beter binnen deze vorm van onderwijs kunnen worden geobserveerd en op hun mogelijkheden worden geschat. Eventuele didactisch/ pedagogische aansluitingsproblematiek wordt bij deze leerlingen in deze setting snel duidelijk en leidt tot een passend vervolgadvies. De aanvragende school betrekt ouders bij de aanvraag. De coördinator stelt met ouders en leerling een contract op waarin wederzijdse afspraken, doel en inhoud van de plaatsing vastgelegd zijn. 2.2.5 Pilot Observatorium HAVO/VWO In schooljaar 2011-2012 is vraag ontstaan naar observatoriumplaatsen binnen een HAVO/VWO setting. Deze plaatsen worden gerealiseerd binnen de HAVO/VWOafdelingen van de scholen in het samenwerkingsverband. De gehanteerde procedures en methodiek zijn gelijk aan de overige observatoria. Door personele omstandigheden is geen start gemaakt met dit initiatief. In schooljaar 2013-2014 wordt de pilot opnieuw gestart. Dit schooljaar wordt beoordeeld of aan de vraag van de scholen wordt voldaan en het observatorium H/V in een behoefte voorziet. Centrale coördinatie en monitor Voor een evenwichtige spreiding van leerlingen over de observatoria in het samenwerkingsverband is de centrale coördinatiegroep verantwoordelijk, bestaande uit coördinatoren van de observatoria en trajectbegeleider. De vier coördinatoren plaatsen met ondersteuning van de trajectbegeleider in gezamenlijk overleg leerlingen binnen de observatoria. De trajectbegeleider heeft overzicht op bezetting en capaciteit op basis van registratie en monitor. Leidend bij de selectie van leerlingen is woonplaats, aard en complexiteit van de problematiek. Leerlingen kunnen een keer in hun schoolloopbaan in een observatorium worden geplaatst. De registratie en monitor van in- en uitstroomgevens observatoria zijn in het PCL jaarverslag 2011-2012 verwerkt (www.svb-vo.nl). 2.2.6 Zorglocatie De zorglocatie biedt plaats aan leerlingen uit de regio van het samenwerkingsverband die in verband met structurele en complexe problematiek zijn aangewezen op een specifieke en kleinschalige setting. De zorglocatie biedt plaats aan LWOOgeïndiceerde en niet- geïndiceerde leerlingen. Indien de problematiek van de leerling niet voldoet aan de indicatiecriteria voor LWOO wordt vanuit het RZB een aanvullende bekostiging geboden (zie 2.2.1 Aanvraag RZB) gelijk aan de LWOO-bekostiging. 072/13 PB-ts
Pag. 13
svb / zorgplan 2013 - 2014
Ouders worden door de aanvragende school geïnformeerd over de plaatsingsprocedure voor zowel LWOO en RVC als RZB en PCL, in beide gevallen geven ouders in het onderwijskundig rapport aan kennis te hebben genomen van doel en inhoud van het OWR, geven hun opvatting/zienswijze weer en ondertekenen deze. In geval van plaatsing op de zorglocatie wordt de leerling ingeschreven bij de school van aanmelding. Leerlingen met een verwijzing naar de zorglocatie krijgen in geval van twijfel bij de centrale plaatsingscommissie, geen observatoriumplaats. In plaats daarvan kan de centrale plaatsingscommissie een proefplaatsing op de zorglocatie adviseren. In overleg met de zorglocatie, school van inschrijving en ouders kan op basis van wederzijdse afspraken tot een proefplaatsing worden besloten. Als de leerlingproblematiek niet voldoet aan de criteria voor LWOO, doet de school van inschrijving een aanvraag voor RZB. Het toegekende RZB wordt door de school van inschrijving overgedragen aan de zorglocatie. De zorglocatie is een tijdelijke voorziening, met het doel de leerling zodanig te begeleiden dat schakelen naar de school van inschrijving na twee leerjaren mogelijk wordt. Leerlingen staan ingeschreven bij de school van aanmelding in het samenwerkingsverband. Voor leerlingen met aanvullend RZB is het aannamebeleid gewijzigd met ingang van schooljaar 2010-2011. Aanleiding is de toenemende groei van de 'RZB- leerlingen' en de komst van nieuwe wetgeving Passend Onderwijs. Een maximale verblijfsduur van twee schooljaren met in uitzonderlijke gevallen verlenging met een derde schooljaar is een van de aangescherpte condities voor aanname. In het geval van een aanvraag voor verlenging met een derde schooljaar is een positief advies van de PCL vereist. Daarnaast moet bij onderinstroom sprake zijn van externe hulpverlening, minimaal zorgniveau 4 basisonderwijs, aangevuld met handelingsplanning in het onderwijskundig rapport. Door de beleidsgroep Zorgstructuur is het ‘Protocol aanvraag RZB zorglocatie' ’ ontwikkeld (www.svb-vo.nl/ voorzieningen/ RZB). Einde schooljaar 2013-2014 zal evaluatie van het aangescherpte aannamebeleid inzicht moeten geven in de effecten op leerlingaantallen en bekostiging. 2.2.7 HAVO/VWO ASS-voorziening Om aan de vraag te voldoen naar een specifieke onderwijsvoorziening voor HAVO/VWO leerlingen met complexe en gestapelde problematiek in het autistisch spectrum is in 2007-2008 een plan van aanpak opgesteld om uitvoering te kunnen geven aan deze voorziening. Na een positieve intentieverklaring vanuit het bestuur zijn condities, criteria en procedures uitgewerkt alsmede de financiële inzet vanuit het SVB. De doelgroep beperkt zich tot leerlingen die ondanks LGF, ambulante begeleiding en specifieke maatregelen op schoolniveau onvoldoende ontwikkeling kunnen laten zien in het VO. In schooljaar 2008-2009 is gestart met deze onderwijsvoorziening als pilot voor de duur van een (1) schooljaar met een minimale deelname van acht leerlingen. Vanaf dat schooljaar is een vervolg gegeven aan de HAVO/VWO ASS-voorziening met twee leerjaren onderbouw. Leerlingen worden op basis van hun ontwikkeling en vorderingen na het eerste of tweede leerjaar geschakeld. Een derde leerjaar behoort uitsluitend tot de mogelijkheden wanneer sprake is van voldoende perspectief op aansluiting en kan alleen besloten worden op basis van wederzijdse afspraken tussen school van inschrijving, HAVO/VWO ASS- klas en ouders. Systematisch overleg en evaluatie met de school van inschrijving in overleg met ouders blijkt voorwaarde voor binding met de school van inschrijving. De ASSvoorziening werkt met een competentieprofiel voor leerlingen die de overstap naar het vervolgonderwijs gaan maken. Warme overdracht en een gefaseerde instroom in het regulier onderwijs is onderdeel van de overstapprocedure. 072/13 PB-ts
Pag. 14
svb / zorgplan 2013 - 2014
Aan de hand van in- door- en uitstroomgegevens over de afgelopen drie schooljaren heeft de beleidsgroep begin schooljaar 2012-2013 de voorziening geëvalueerd. Voor schooljaar 2013-2014 wordt de HAVO/ASS-voorziening gecontinueerd met aanvullende middelen vanuit het RZB. De ASS-voorziening zal anticiperen op de komst van Passend Onderwijs door te onderzoeken of plaatsing van leerlingen zonder LGF wenselijk en mogelijk is. Tevens zal worden onderzocht of de verblijfsduur voor deze doelgroep verkort kan worden tot een leerjaar, waarna de overstap naar VO met intensieve (ambulante) begeleiding mogelijk wordt gemaakt. 2.2.8 Rebound SVB Met de invoering van het ‘Plan van aanpak veiligheid in het onderwijs en de opvang van risicoleerlingen’ (OCW mei 2004) zijn de samenwerkingsverbanden VO verantwoordelijk gesteld voor de ontwikkeling en inrichting van reboundvoorzieningen. Doelstelling: De reboundvoorziening ontlast de school tijdelijk van gedragsmoeilijke leerlingen die het veilig schoolklimaat (gaan) schenden en voor wie de begeleidingsmogelijkheden in en om de school op dat moment ontoereikend zijn. De reboundvoorziening ondersteunt de school bij terugkeer naar de eigen school of een andere passende vorm van onderwijs. De reboundvoorziening biedt de leerling een niet-vrijblijvend programma om binnen enkele maanden een nieuwe start te maken in een passend vervolgtraject. Doelgroep en doelgroepomvang: De doelgroep bestaat uit leerlingen die in het voortgezet onderwijs wegens gedragsproblemen de veiligheid van medeleerlingen en docenten negatief beïnvloeden en die een grens hebben overschreden of dreigen te overschrijden, waardoor zij tijdelijk niet meer te handhaven zijn binnen de school. Het gaat om leerlingen die gemotiveerd zijn of kunnen worden om hun schoolloopbaan in het onderwijs te vervolgen. De leerlingen tonen een actieve houding in de reboundvoorziening. Leerlingen met een REC 4 indicatie, leerlingen die voor project Herstart in aanmerking komen (thuiszitters) en leerlingen die een justitieel traject doorlopen (JJI) behoren niet tot de doelgroep. Uitgangspunt is een groepsgrootte van 7 leerlingen (te vergelijken met de groepsgrootte van REC 4 waarop de bekostiging is gebaseerd). Op jaarbasis kan de rebound een maximale instroom van 26 leerlingen verwerken. De leerlingen verblijven voor de duur van 13 weken in de reboundvoorziening. Accommodatie en materiële middelen: Een externe voorziening overwegende dat de gedragsproblematiek te zwaar is voor interne opvang en de school tijdelijk ontlast moet worden. Aanwezigheid van diverse faciliteiten gericht op zowel onderwijs- als nietonderwijsgerelateerde programma’s. Inzet medewerkers: • reboundcoördinator • gedragstrainer/coaches • docenten/ studiebegeleiders • docenten/ trainers specifieke programma's • PCL gz-psycholoog (op afroep) • schoolmaatschappelijk werker (op afroep) 072/13 PB-ts
Pag. 15
svb / zorgplan 2013 - 2014
Toeleidingstraject: • Vindplaats/ signalering: Van docent naar mentor naar ZAT (zorgadviesteam) en ouders Advies rebound wordt gemeld bij reboundcoördinator Reboundcoördinator verkent eerst samen met de school de mogelijkheden voor plaatsing rebound, daarna aanmelding School levert volledig dossier aan (reboundbasisregistratieformulier: rebound online) • Vereiste aanmeldingsinformatie: Volledig ingevuld aanmeldingsformulier voor de reboundbasisregistratie van het NJI/LCOJ, ondertekend door school en ouders Volledig ingevulde SDQ- vragenlijst door school (Strength and Difficulty Questionnaire) Gezinsmilieurapportage door schoolmaatschappelijk werk • Indicatiestelling: Reboundcoördinator, gedragstrainer/coach, Zo nodig aanvullend: Schoolmaatschappelijk werker, PCL (gz-psycholoog), leerplichtconsulent, BJZ, zorginstelling • Intake: Reboundcoördinator, gedragstrainer/coach, school, ouders en leerling • Contract: Schriftelijke vastlegging door reboundcoördinator, school, ouders, leerling en voor akkoord getekend, wederzijdse afspraken, doel en inhoud van de plaatsing Programma: Verantwoordelijk voor de onderwijscomponent is de rebounddocent en school van inschrijving: • Samenstelling en aanlevering leerstofpakket, toetsingsmomenten • Controle op de voortgang en realiseren van didactische aansluiting bij terugstroom Verantwoordelijk voor de gedragscomponent is de reboundvoorziening/ gedragstrainer/coach: • Gedragsobservatie • Sociale vaardigheidstraining • Agressieregulatie training • Impulsiviteitcontrole Verantwoordelijk voor de component van het gezinssysteem is de reboundvoorziening in samenwerking met SMW of (al) betrokken jeugdzorgaanbieder: • Hulp en begeleiding van leerling en gezin • Ontwikkeling sociale steun en omgevingsbeïnvloeding (school en gezin) De reboundcoördinator is verantwoordelijk voor een op schrift gestelde samenhangende handelingsaanpak vanuit de verschillende disciplines. De reboundcoördinator bewaakt de voortgang van de handelingsplanning op basis van teambesprekingen. Tijdens het toeleidingstraject dan wel tijdens plaatsing wordt Team Onderzoek en Expertise ingezet voor het uitvoeren van psycho-diagnostisch onderzoek met als doel het geven van handelingsadviezen, indien: • bij het samenstellen van het zorgdossier onvoldoende gegevens aanwezig zijn en daarmee de achtergrond van de problematiek onduidelijk blijft 072/13 PB-ts
Pag. 16
svb / zorgplan 2013 - 2014
• •
tijdens de plaatsing onvoldoende voortgang wordt geconstateerd onvoldoende zicht is op de haalbaarheid van het vervolgtraject
Procedure voor terug- of doorstroom: Uitgangspunt is een gefaseerde terugkeer naar school van herkomst of een gefaseerde doorstroom naar ander passend onderwijs. De reboundcoördinator is verantwoordelijk voor de inhoud en vormgeving (tijdpad, frequentie, betrokkenen) van het afbouw – en nazorgtraject in samenwerking met de eigen school of vervolgschool. Deze school draagt zorg voor de uitvoering van de nazorg in samenwerking met de reboundmedewerker onder verantwoordelijkheid van de reboundcoördinator. Sturing en organisatie: De directeur van het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor organisatie en sturing. De reboundcoördinator geeft leiding aan de reboundorganisatie en bewaakt en rapporteert voortgang en kwaliteit. De reboundcoördinator rapporteert aan de coördinator van het SVB. Jaarlijks wordt de reboundvoorziening geëvalueerd in de beleidsgroep met als doel het bestuur te adviseren met betrekking tot de voortgang. Het SVB neemt deel aan de Rebound online basisregistratie van het NJI/LCOJ. Hiermee komt de wettelijke eis tot het aanleveren van de jaarlijkse reboundvoortgangsrapportage te vervallen. Inzet financiële middelen: De bekostiging van de reboundvoorziening wordt gerealiseerd vanuit de financiële middelen die van overheidswege worden verstrekt aan de samenwerkingsverbanden voor Voortgezet Onderwijs. Voor schooljaar 2013-2014 geldt daartoe de 'Regeling regionaal zorgbudget, subsidie regionale verwijzingscommissies voortgezet onderwijs en reboundvoorzieningen (CFI). De middelen worden ingezet ten behoeve van de personele, materiële en exploitatiekosten en worden jaarlijks verantwoord in de jaarrekening van het SVB met accountantsrapport. Voortgang In verband met wachttijd- of capaciteitproblematiek is gestart met flexibele instroom en partieel verblijf binnen de rebound in afwachting van plaatsing binnen rebound of een ander vervolgtraject. Daarnaast wordt gewerkt met een verlengd intern reboundtraject na dertien weken op de eigen school in afwachting van en voorbereiding op plaatsing in het vervolgtraject. De flexibele in- en uitstroomtrajecten worden ingezet op basis van actuele wachttijdproblematiek als individueel maatwerktraject. Schooljaar 2013-2014 zal worden onderzocht wat de reboundvoorziening kan betekenen voor andere doelgroepen. Met de invoering van Passend onderwijs worden de middelen van de projecten Op de Rails en Herstart in bezuinigde vorm overgeheveld naar de samenwerkingsverbanden. 2.2.9 Project Op de rails Het SVB en het Regionaal Expertisecentrum Vierland cluster 4 hebben een samenwerkingsovereenkomst betreffende de opvang van leerlingen binnen het project Op de Rails. Dit project behoort eveneens tot een van de maatregelen uit het Plan van aanpak veiligheid (zie 2.2.7).
072/13 PB-ts
Pag. 17
svb / zorgplan 2013 - 2014
De samenwerkingsovereenkomst richt zich op de opvang van leerlingen uit het regulier voortgezet onderwijs met ernstige gedragsproblemen, die zijn aangewezen op een intensief onderwijsondersteuningstraject waarbij systematische gedragstherapeutische beïnvloeding, individuele behandeling en een orthodidactische aanpak moeten leiden tot regulering van gedrag en ontwikkeling van kennis en vaardigheden. Het project Op de Rails heeft als doel terugkeer naar het regulier onderwijs. Leerlingen die ingeschreven staan bij een school behorende tot het samenwerkingsverband in de regio Oss en Uden, worden na overleg tussen school (ZAT) en ouders via de trajectbegeleider van het SVB, aangemeld bij de coördinator van Op de Rails REC Vierland. Het vervolgtraject wordt uitgevoerd door REC Vierland. De duur van de opvang binnen de projectplaatsen is 52 weken, met een mogelijke verlenging van een jaar. Vanaf de start van het project is de maximale capaciteit van 5 plaatsten benut. Scholen in de regio Veghel zijn aangewezen op REC Chiron. Vanaf april 2008 kan op basis van een samenwerkingsovereenkomst tussen SVB en REC Chiron invulling gegeven worden aan dit project ten behoeve van de regio Veghel. Knelpunt is de organisatie- en plaatsingsproblematiek bij REC Chiron voor deze leerlingen. Met REC Chiron is intensief overleg gevoerd om te komen tot een structurele oplossing voor OdR-plaatsing. Dit heeft tot resultaat gehad dat de projectplaatsten van REC Chiron zijn overgedragen aan REC Vierland. Voor schooljaar 2013-2014 zijn vier extra plaatsen aangevraagd en toegekend, waardoor de capaciteit in totaal op 12 maal 52 weken komt. Op de Rails wordt vanaf 2011-2012 ook uitgevoerd worden als 'Op de Rails op locatie'. Met inzet van intensieve ambulante begeleiding op de eigen schoollocatie worden docenten gecoacht en leerlingen begeleid die vallen binnen deze doelgroep. Evaluatiegegevens van de projectcoördinatie OdR wijzen uit dat inmiddels 90% van deze leerlingen op de eigen reguliere school blijft, in tegenstelling tot de oude situatie, waarin 90% van de leerlingen wordt geïndiceerd voor VSO. De aanvragende scholen doen meer vroegtijdig een aanvraag, escalerende gedragsproblematiek is daarmee nog niet aan de orde en leerlingen blijken daarmee beter te reguleren. De vraag van scholen naar een OdR- plaats binnen een VSO-setting komt slechts nog in zeer geringe mate voor. In 2013-2014 blijft 'Op de Rails op locatie' uitgevoerd op de scholen. 2.2.10 Plusvoorziening De OCW -subsidie 'Plusvoorziening' is uitgekeerd ten behoeve van de onderwijsinstellingen in RMC regio 36a en biedt mogelijkheden voor de uitvoer van een gecombineerd programma van onderwijs (leidend naar een startkwalificatie), zorg, hulpverlening en waar nodig arbeidstoeleiding. De plusmiddelen zijn bestemd voor jongeren van 12 tot 23 jaar die zodanig ernstige problemen ondervinden op het gebied van school, gezin en vrije tijd, dat zij de school zonder diploma dreigen te verlaten. Voor de scholen van het SVB is een aanvraagformulier beschikbaar. Een multidiciplinair team (MDT) bestaande uit MBO, Sterk in werk ( arbeidstoeleiding) en stichting Aanzet ( maatschappelijk werk) behandelen de aanvragen van de scholen. Met ingang van schooljaar 2012-2013 wordt de aanvraag door de PCL van het SVB beoordeeld, voorafgaand aan behandeling in het MDT. Voor 2012-2015 zijn de plusmiddelen en de VSV-middelen gebundeld in de regeling Regiogelden. De subsidieaanvraag is voorbereid door de gemeenten en onderwijsinstellingen VO en MBO in de RMC regio 36A en B. De plusvoorziening in de regio van het SVB is gecontinueerd in de oorspronkelijke vorm aangevuld met inzet van de PCL van het SVB.
072/13 PB-ts
Pag. 18
svb / zorgplan 2013 - 2014
De directeur van het SVB heeft zitting in de programmawerkgroep VSV ten behoeve van de Plusvoorziening RMC 36B en in het klein overleg Plusvoorziening RMC 36B met de partners uit het MBO, arbeidstoeleiding, maatschappelijk werk, bureau leerplicht en gemeente. 2.2.11 Jeugdzorg Dichterbij Onderwijs (JDO)/ Enkelvoudige ambulante hulpverlening(EAH) De provincie acht een betere samenwerking tussen preventief jeugdbeleid, jeugdzorg en onderwijs van cruciaal belang om uiteenlopende problemen met en rond jongeren effectief en doelmatig aan te pakken. Men wil zorgaanbieders stimuleren scholen niet alleen als vindplaats maar ook als werkplaats te beschouwen. Jeugdzorg dichterbij onderwijs is een project dat tot doel heeft jeugdzorg in en om de school aan te bieden, snel en effectief zonder indicatiestelling vooraf door Bureau Jeugdzorg. De scholen in het samenwerkingsverband zijn dit schooljaar in staat gesteld JDO aan te vragen. De procedure verloopt via het ZAT dat schakelt naar het CJG. Het CJG beoordeelt de aanvraag en kent al dan niet JDO toe. Het project JDO is per 31 december 2012 beëindigd. In het kader van de Transitie Jeugdzorg hebben de gemeenten in de regio van het SVB via de provincie de inzet van enkelvoudige ambulante hulpverlening mogelijk gemaakt (www.svbvo.nl/voorzieningen). De aanvraagprocedure is identiek gemaakt aan de aanvraag JDO. Momenteel wordt met de gemeenten gewerkt aan een plan van aanpak voor de voorloper Verbanden Verbinden dat in schooljaar 2013-2014 als pilot binnen enkele scholen in het SVB wordt uitgevoerd. Kernthema's daar zijn: 1 gezin 1 plan, handelingsgericht indiceren en arrangeren, ouderbetrokkenheid. 2.3 Deskundigheidsoverdracht en –uitwisseling Het uitbreiden en overdragen van reeds aanwezige expertise en specialisme met als doel kwaliteitsverbetering van de regionale ondersteuningsstructuur is een van de uitgangspunten voor de ontwikkeling van regionaal ondersteuningsbeleid in het samenwerkingsverband. • Inzet van team onderzoek en expertise wordt door de scholen aangevraagd in het kader van professionalisering op het gebied van preventie en vroegsignalering. • Zorgcoördinatoren wisselen expertise uit aan de hand van casuïstiekbesprekingen in de werkgroep PCL. • De werkgroep PCL biedt een platform voor externen die vanuit de actualiteit de zorgcoördinatoren informeren. Thema's: – Schoolondersteuningsprofielen – ISK en Passend Onderwijs – GGD, nieuwe werkwijze/ extra contacturen 14+ – Begeleidingsarrangementen TO&E – Werken naar onderwijsbehoefte – Passend Onderwijs: van bestaand naar nieuw stelsel (CvI/ LGF) • Voor zorgcoördinatoren en ZAT-leden is ten behoeve van de pilot ZAT VO een aantal trainingsbijeenkomsten georganiseerd zowel gericht op het verwerven van vaardigheden als het opdoen van gebruikservaringen. Gebleken is dat ZAT VO voor de scholen van het SVB nauwelijks meerwaarde heeft ten opzichte van de eigen systemen. Schooljaar 2012-2013 is besloten geen gebruik te maken van ZAT-VO. 072/13 PB-ts
Pag. 19
svb / zorgplan 2013 - 2014
2.3.1 Voorlichting, uitwisseling en samenwerking •
•
• •
•
•
•
Het samenwerkingsverband neemt in schooljaar 2013-2014 deel aan diverse bijeenkomsten in het kader van professionele uitwisseling en samenwerking. Doel daarbij is het optimaliseren van opvang- en doorstroommogelijkheden voor leerlingen die meer of andere ondersteuning nodig hebben dan de ondersteuningsstructuur in het samenwerkingsverband kan bieden. Binnen de daartoe geëigende instanties moeten deze leerlingen een begeleidingsperspectief krijgen, dat op basis van samenwerking en afstemming met diverse partijen kan worden gerealiseerd. Deze netwerken bestaan onder meer uit vertegenwoordigers vanuit de jeugdhulpverlening, CJG, leerplichtambtenaren, RMC, ROC, PCL- en van aanpalende samenwerkingsverbanden en ambulante begeleiders REC cluster 3 en 4. Vanuit het SVB neemt de trajectbegeleider deel aan het periodiek overleg Primair onderwijs - Voortgezet onderwijs in twee regio’s van het samenwerkingsverband, te weten Oss en Uden. In dit BOVO-overleg worden actuele onderwijsinhoudelijke thema’s uitgewisseld en afspraken gemaakt betreffende doorgaande leer- en zorglijnen PO-VO. In samenwerking met het Primair onderwijs is het Onderwijskundig Rapport, algemeen en specifiek deel geactualiseerd en tot een deel samengevoegd voor alle schoolverlaters. Daarnaast wordt de Wegwijzer jaarlijks samengesteld. In verband met het OOGO in het kader van Passend Onderwijs is een samenwerkingsagenda met de gemeenten opgesteld. Op provinciaal niveau neemt het SVB deel aan het periodiek overleg van Brabantse samenwerkingsverbanden met beleidsmedewerkers van de provincie Noord-Brabant. In verband met de transitie jeugdzorg en de veranderende rol van de provincie wordt het provincie-overleg met de samenwerkingsverbanden beëindigd per augustus 2013. Met Bureau Jeugdzorg en Maatschappelijk werk zal voor 2013-2014 weer een dienstverleningsovereenkomst (DVO) gesloten worden met als doel duidelijke procedures af te spreken in de uitvoering van jeugdhulpverlening, waarbij schoolmaatschappelijk werk de schakelfunctie heeft naar hulpverlening, c.q. CJG. Het samenwerkingsverband verzorgt op verzoek voorlichtingsbijeenkomsten voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het onderwijsondersteuningsaanbod, cq. arrangementen of voorzieningen in het SVB, het onderwijskundig rapport PO-VO en aanmelding RVC. Het aanvragen van voorlichtings- of informatieve bijeenkomsten verzorgd door het SVB behoort ook in 2013-2014 tot de mogelijkheden. Het SVB onderhoudt een website: www.svb-vo.nl waarop De Wegwijzer te vinden is. De Wegwijzer biedt informatie voor alle schoolverlaters van het PO over alle scholen voor VO in de regio van het SVB, met overgangsskalender waarop alle relevante actie- en beslissingsmomenten worden aangegeven. Een link verbindt door naar de websites van de betreffende scholen.
2.3.4 Regionaal Platform 'Afstemming' Met de invoering van de regeling Leerlinggebonden Financiering (LGF) heeft het SVB in overleg met de REC’s afgesproken te komen tot regionale afstemming over de werkwijze en procedures bij indicatiestelling en leerlinggebonden financiering.
072/13 PB-ts
Pag. 20
svb / zorgplan 2013 - 2014
Daartoe is het ‘Regionaal Platform Afstemming’ opgericht, waarin alle VO-scholen van het samenwerkingsverband zijn vertegenwoordigd, alle REC’s, waarmee het SVB in regionaal opzicht te maken heeft, de WSNS-verbanden Oss, Uden en Veghel en het MBO. Met de komst van het nieuwe samenwerkingsverband en daarbij de toekomstige afschaffing van de LGF en nieuwe toekenningsfunctie voor extra zware ondersteuning (VSO), verdwijnt het doel van het regionaal platform 'Afstemming'. Passend Onderwijs als gezamenlijke opdracht voor VO en VSO komt daarvoor in de plaats, In 2013-2014 zullen geen bijeenkomsten onder deze titel worden georganiseerd. Voor VO en VSO zullen komende bijeenkomsten onder een andere titel, gewijd worden aan de wijze waarop scholen zich voorbereiden op Passend Onderwijs met uitwisseling van kennis en ervaringen, maatwerktrajecten en coaching on the job daarbij centraal.
072/13 PB-ts
Pag. 21
svb / zorgplan 2013 - 2014
HOOFDSTUK 3
DE PERMANENTE COMMISSIE LEERLINGENZORG
3.1 Taak en werkwijze Van de PCL wordt wettelijk vereist vooraf te adviseren wanneer leerlingen worden geplaatst in het VMBO met LWOO met een PrO -beschikking. Dit geldt eveneens voor de ‘Regeling toelating tot Praktijkonderwijs van LWOO-leerlingen en leerlingen met een indicatie voor (voortgezet) speciaal onderwijs in bijzondere gevallen’. De PCL adviseert op verzoek van individuele scholen dan wel ZAT's in geval van actuele problematiek en handelingsverlegenheid. De PCL adviseert school en ouders op basis van dossieranalyse en probleemtaxatie. De PCL heeft een advies- en verwijzingsfunctie in het kader van het project ‘Op de Rails’. De PCL heeft een adviesfunctie in het kader van de aanvraag indicatiestelling CvI REC cluster 4. De PCL heeft een indicatiefunctie als lid van de indicatiecommissie voor de reboundvoorziening. De PCL heeft een voorlichtingsfunctie die zich richt op de regelgeving en procedures aangaande de aanvraag voor extra zorg zoals LWOO, PrO, RZB of LGF, Op de Rails, Herstart en Rebound. De afstemmingsfunctie van de PCL heeft tot doel zorg te dragen voor afstemming in procedures en afspraken met partijen die betrokken zijn bij het SVB. Met de PCL-en van aanpalende samenwerkingsverbanden (Den Bosch, Helmond, Nijmegen) worden afspraken gemaakt over het afstemmen van aanvraagprocedures in verband met mogelijk 'grensverkeer'. Indien nodig vindt overleg plaats met de PCL Den Bosch, PCL Helmond en PCL Nijmegen met als doel elkaar wederzijds te informeren en waar mogelijk af te stemmen in werkwijze en procedure naar aanleiding van overheidsbeleid en RVC- regelgeving. De PCL heeft een toekenningsfunctie inzake het toekennen van bijdragen uit het regionaal zorgbudget (RZB) ten behoeve van de onderscheiden doelgroepen en volgens de op het niveau van het samenwerkingsverband vastgestelde procedures en condities. In de PCL hebben twee gz- psychologen/ orthopedagogen zitting, die gezamenlijk als voorzitter en lid tot taak hebben na te gaan of de procedures op de juiste wijze zijn gevolgd en de aanvraag van de aanmeldende school voldoende is onderbouwd. Ter ondersteuning van de PCL is een trajectbegeleider werkzaam, met als taak er voor te zorgen dat de PCL over de vereiste onderzoeksgegevens en rapportage beschikt ten einde een oordeel te kunnen vormen op basis waarvan een advies kan worden afgegeven. De trajectbegeleider is tevens aanspreekpunt voor primair onderwijs, voortgezet (speciaal) onderwijs, ouders, CJG, zorginstellingen, leerplichtconsulenten en onderwijsconsulenten lopende het traject. Op verzoek van de VO- scholen kan de trajectbegeleider als adviseur aanwezig zijn bij toelatingsbesprekingen. In samenwerking met het Primair onderwijs heeft de PCL een regionaal onderwijskundig rapport ontwikkeld. Het onderwijskundig rapport wordt ingevuld door de school waar de leerling bij aanmelding staat ingeschreven. Ouders dienen te allen tijde geïnformeerd te worden en geven aan op de hoogte te zijn van doel en inhoud van het onderwijskundig rapport. In de regio van het samenwerkingsverband wordt uitsluitend gebruik gemaakt van het onderwijskundig rapport dat in het samenwerkingsverband is ontwikkeld.
072/13 PB-ts
Pag. 22
svb / zorgplan 2013 - 2014
De scholen met leerwegondersteunend onderwijs (VMBO) en voor Praktijkonderwijs volgen hun eigen toelatingsprocedures. Met betrekking tot de keuze van het test- en toetsinstrumentarium bij de screening voor LWOO of PrO maken de scholen in het SVB uniforme afspraken. De toeleverende school is gehouden aan de bepalingen met betrekking tot het verstrekken van leerlinggegevens zoals vastgelegd in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). De PCL en trajectbegeleider hebben een monitorfunctie ten behoeve van aanvragen voor RZB, inzet van team onderzoek en expertise, de plaatsing in de observatoria in Oss, Uden en Veghel, Op de Rails en zorglocatie. De monitor heeft als doel de organisatie en inzet van de middelen transparant te houden, alle gegevens worden verwerkt in het PCL jaarverslag. Voor een volledig overzicht zie: www.svbvo.nl/PCLJaarverslag Voor schooljaar 2013-2014 blijft taak en werkwijze voor de PCL ongewijzigd. 3.2 Werkgroep PCL De werkgroep PCL houdt zich bezig met alle actuele en inhoudelijke thema's veelal aan de hand van casuïstiek, op het gebied van leerlingondersteuning met als doel deskundigheidsoverdracht door middel van informeren, uitwisselen en afstemmen. De werkgroep PCL maakt uniforme afspraken over het test- en toetsmateriaal ten behoeve van screeningsonderzoek binnen de regelgeving voor de aanmelding LWOO en PrO. De ervaringen met de vastgestelde test- en toetspakketten worden door de leden ingebracht en besproken. Nieuw verschenen test- en toetsmaterialen worden bestudeerd en uitgeprobeerd met het oog op een hoge betrouwbaarheid en efficiency in afname. Regelingen en criteria worden in de werkgroep besproken en toegelicht. Dit laatste geldt eveneens voor de regelgeving voor indicatiestelling CvI. De werkgroep PCL is belast met de evaluatie en actualisatie van het onderwijskundig rapport. De PCL en trajectbegeleider richten zich op vragen van scholen met leerlingen met gedragsproblemen die niet het onderwijs ontvangen dat ze nodig hebben en waarbij sprake is van handelingsverlegenheid. Om te bezien welke interventies nodig zijn en te anticiperen en zicht te houden op leerlingen die tussen wal en schip dreigen te vallen, wordt aan de werkgroepleden voorafgaande aan de bijeenkomsten gevraagd een inventarisatie aan te leveren met zo nodig een ondersteuningsvraag naar trajectbegeleider en PCL. De inventarisatie is gebaseerd op het project 'Gedragswerk'. (www.svb-vo.nl/downloads/Gedragswerk) De werkgroep PCL heeft een inhoudelijke taak aanvullend op de beleidsvoorbereidende en -adviserende activiteiten van de beleidsgroep Zorgstructuur. 3.3 Reglement PCL De PCL heeft volgens de wettelijke regelgeving een reglement opgesteld dat betrekking heeft op de inrichting van de PCL. Het gaat daarbij om bestuurlijkorganisatorische zaken, huishoudelijke reglement en privacy-reglement. Het PCL- reglement is als wettelijk vereiste bijlage opgenomen in het zorgplan.
072/13 PB-ts
Pag. 23
svb / zorgplan 2013 - 2014
HOOFDSTUK 4 INZET VAN DE FINANCIËLE MIDDELEN 2013-2014 De vereniging Samenwerkingsverband Voortgezet onderwijs Brabant noordoost bepaalt jaarlijks de inzet van de financiële middelen op basis van beleidskeuzes die worden gemaakt met als doel de in stand houding van het samenwerkingsverband en de vormgeving en inrichting van de regionale ondersteuningsstructuur als dekkend netwerk van onderwijsondersteuningsvoorzieningen. De financiële middelen van het samenwerkingsverband worden door de overheid ter beschikking gesteld in de vorm van een regionaal zorgbudget (RZB). Voor de realisatie van de reboundvoorziening wordt een aparte bekostiging geboden. De hoogte van het regionaal zorgbudget en de reboundbekostiging wordt vastgesteld op grond van het leerlingenaantal in klas 3 en 4 VMBO van de aangesloten scholen. Inzet aanvullende subsidies 2012-2013: De overheidssubsidie Voorbereiding Invoering Passend Onderwijs 2012-2013 is aangewend voor: • inzet externe expertise bestuurlijk-juridische vormgeving SWV VO 30 06 • inzet externe expertise financiële inrichting SWV VO 30 06 • inzet externe expertise ondersteuningstoewijzing SWV VO 30 06 De overheidssubsidie VSV/ Plusvoorziening is in 2012-2013 aangewend voor: • ondersteuning en begeleiding van overbelaste leerlingen die op gebied van school, gezin en vrije tijd problemen ondervinden. De provinciale subsidie Jeugdzorg dichterbij Onderwijs is in 2012-2013 ingezet voor: • Inzet jeugdhulpverlening, doel ervan is een behandelaanbod te starten wanneer het ZAT daartoe besluit zonder indicatiestelling door Bureau Jeugdzorg. • Deskundigheidsbevordering door gedragsexpertisecentrum Vierland met het doel scholen te professionaliseren in het begeleiden van leerlingen met ernstige gedragsproblemen, cluster 4 problematiek in de klas. Inzet RZB In 2013-2014 wordt het regionaal zorgbudget ingezet ten behoeve van: • personele kosten (Permanente Commissie Leerlingenzorg, trajectbegeleiding directie en secretariële en administratieve ondersteuning) • materiële kosten en activiteitenkosten (studiedagen, voorlichtingsbijeenkomsten, deskundigheidsbevordering) • exploitatie- en huisvestingskosten • aanvraag RZB: bekostiging van extra zorg aan leerlingen die volgens het doelgroepenbeleid, de condities en de vastgestelde procedure daarop zijn aangewezen zowel in de zorglocatie als in alle overige scholen van het SVB • Team Onderzoek en Expertise: begeleidingsarrangementen • observatoria Oss/ Uden/ Veghel • HAVO/VWO ASS-voorziening
072/13 PB-ts
Pag. 24
svb / zorgplan 2013 - 2014
Inzet Reboundmiddelen In 2013-2014 worden de middelen voor de bekostiging van de reboundvoorziening aangewend ten behoeve van: • personele kosten (reboundcoördinator) • materiële kosten en activiteitenkosten • exploitatiekosten Voor het financiële jaaroverzicht 2012, afsluiting 31 december en de bijbehorende accountantsverklaring wordt verwezen naar de bijlage.
072/13 PB-ts
Pag. 25
svb / zorgplan 2013 - 2014
HOOFDSTUK 5 PASSEND ONDERWIJS Met de invoering van de voorgenomen wetgeving Passend Onderwijs wordt een nieuw samenwerkingsverband ingericht dat met de besturen van het voortgezet speciaal onderwijs een gezamenlijk dekkend aanbod van onderwijsondersteuning in de regio moet bieden. In het huidige samenwerkingsverband zullen vooralsnog de PCL- activiteiten worden gecontinueerd met nadruk op het in kaart brengen van leerlingen tussen wal en schip, daarbij anticiperend op gewenste oplossingen en met ondersteuning van trajectbegeleiding, scholen en ouders adviseren bij het vinden van een passend onderwijstraject. In het kader van Passend Onderwijs en levert de PCL een bijdrage aan de uitwerking van de ondersteuningstoewijzing en zal indien wenselijk in de deelnemen aan de commissie van advies. Voorlichting en afstemming tussen Voortgezet en Primair onderwijs blijven aandachtspunten met als doel samenwerking en optimaliseren van de communicatie tussen de betrokken partijen. Overdracht van gegevens van zorgleerlingen en in het kader van Passend onderwijs de toekomstige toewijzing van extra ondersteuning,blijft prioriteit bij het geheel van afspraken rond doorlopende zorg. Onderdeel daarvan is het onderwijskundig rapport voor alle schoolverlaters van het primair onderwijs. Naast onderzoek en advisering is TO&E gericht op preventieve ondersteuning zoals coaching, counseling en vroegtijdig signaleren, geregeld middels begeleidingsarrangementen met de scholen. TO&E neemt middels de inzet van een gedragsdeskundige deel aan de themagroep die belast is met de uitwerking van de ondersteuningstoekenning. De onderwijsvoorziening gericht op HAVO/VWO leerlingen met complexe problematiek binnen het autistisch spectrum wordt gecontinueerd. Ingezet wordt op het optimaliseren van schakeling en binding met de school van inschrijving, middels een vastgelegd protocol. De mogelijkheid deze voorziening te verbreden voor een doelgroep met gelijke onderwijsbehoefte, ongeacht de onderliggende stoornis, zal in het kader van Passend Onderwijs worden onderzocht. Met ingang van schooljaar 2013-2014 worden ook leerlingen zonder LGF geplaatst, mits met dezelfde ondersteuningsbehoefte. De kwaliteitsbewaking van de reboundvoorziening wordt in 2013-2014 gecontinueerd. Instrumenten daarvoor zijn werkbesprekingen, rapportages, monitor en de rebound- on line basisregistratie. Evaluatie van de voorziening zal, evenals van de voorzieningen die met inzet van het RZB worden gerealiseerd, plaatsvinden in de beleidsgroep Zorgstructuur of toekomstig directeurenoverleg met als doel het bestuur te adviseren. Bestaande netwerken worden voortgezet in het kader van samenwerking, afstemming en consultatie met als doel het vergroten en verbeteren van de opvang- en doorstroommogelijkheden voor leerlingen. Deelname aan het Landelijk Platform SWV, provinciaal en lokaal overleg heeft tot doel om vanuit een gezamenlijk visie de kwaliteit van de regionale ondersteuningsstructuur te bewaken en te verbeteren. De dienstverleningsovereenkomst (DVO) met Bureau Jeugdzorg en schoolmaatschappelijk werk (Stichting Aanzet) wordt in 2013-2014 gecontinueerd. De inzet van plusmiddelen voor overbelaste jongeren 2012-2015 blijft beschikbaar voor de scholen van het SVB met uitzondering van het Praktijkonderwijs. Het Regionaal Platform Afstemming zal in schooljaar 2013-2014 onder een andere titel bijeenkomsten organiseren vanuit de gezamenlijke doelen van PO, VO, MBO en VSOAB. In het kader van Passend Onderwijs zal de met name de inzet van ambulante begeleiding en de borging van VSO-expertise aandachtspunt zijn.
072/13 PB-ts
Pag. 26
svb / zorgplan 2013 - 2014
In de voorbereiding op Passend Onderwijs richt het bestuur i/o van het nieuw te vormen samenwerkingsverband VO 30 06 op een vijftal thema's. Bestuurlijke vormgeving: • bestuurlijk model • rechtspersoon • medezeggenschap • personeel: rechtspositioneel Financiën • doelgroepanalyse extra ondersteuning • verdelingsmodel ondersteuningsmiddelen • plan van aanpak inzet schooldeel LGF • meerjarenbegroting • personeelsplan SWV: formatief Toewijzing extra ondersteuning • uitgangspunten toewijzing • criteria en procedures • voordracht en instelling commissie van advies Gemeente • overlegstructuur Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg • OOGO- proces ondersteuningsplan • voorloperstraject Verbanden Verbinden Medezeggenschap • oprichting Ondersteuningsplanraad (OPR) Alle afspraken gemaakt rond de beschreven thema's worden vastgelegd in het ondersteuningsplan van het nieuwe samenwerkingsverband, dat afgestemd wordt met de gemeenten (OOGO) en instemming behoeft van de in te stellen ondersteuningsplanraad. Nadere informatie invoering Passend Onderwijs SWV VO 30 06 is te verkrijgen bij het SVB.
072/13 PB-ts
Pag. 27
svb / zorgplan 2013 - 2014
BIJLAGEN: - Financieel overzicht - Reglement PCL
072/13 PB-ts
Pag. 28
svb / zorgplan 2013 - 2014