Zorgplan 2012-2013 Algemeen Uitgangspunt voor het Camphusianum is dat alle leerlingen die aan de toelatingscriteria voldoen (Cito 545 of hoger + VWO advies) welkom zijn. Gezien de omvang van de school zijn er grenzen aan de plaatsingsaantallen en zijn er grenzen aan de zorg, opdat de kwaliteit van het gebodene niet in het geding komt. Bij de inschrijving worden daarom alle ouders, wier kinderen een specifieke zorgvraag hebben, uitgenodigd tot een intakegesprek met de coördinator en/of de intern begeleider om te bezien of aan de individuele zorgbehoefte kan worden tegemoet gekomen. De school geeft aan in welke gevallen externe hulp noodzakelijk is en tot voorwaarde van plaatsing kan gelden. Als blijkt dat de school, ook extern ondersteund, niet bij machte is aan de individuele zorgvraag te voldoen, wordt er in het belang van het kind niet tot plaatsing overgegaan. Als er tot plaatsing wordt besloten wordt er in samenspraak met de afzonderlijke schoolinterne begeleiders een handelingsplan opgesteld. De school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband 41.1 (SWV 41.1) en heeft zitting in de permanente commissie leerlingenzaken (PCL), waar leerlingen met een aanvullende zorgvraag ingebracht kunnen worden. Binnen SWV 41.1 vinden bovendien het overleg en de afstemming plaats ten aanzien van de nieuwe structuur van Passend Onderwijs. o Het Mentoraat De mentor is degene tot wie zowel leerling als ouder/verzorger zich het eerst richt bij sociaalemotionele problemen of bij algemene moeilijkheden met de studieaanpak. De mentor staat in direct contact met de coördinatoren en schakelt bij grotere problemen het zorgteam in. In de onderbouw (1-3) heeft iedere klas 1 mentor (klassenmentoraat), in de bovenbouw (4-6) heeft de mentor een klein clubje leerlingen onder zijn of haar hoede (groepsmentoraat). o Het Zorgteam Het zorgteam bestaat uit de 3 leerjaarcoördinatoren, de zorgcoördinator/counselor en de conrector leerlingenzorg. Het zorgteam, voorgezeten door de zorgcoördinator, bespreekt in een wekelijkse vergadering leerlingen, gesignaleerd door medeleerlingen, docenten, mentoren, coördinator of conrector, voor wie de reguliere begeleiding niet (meer) volstaat. Bespreking en besluitvorming binnen dit team wordt vastgelegd. Er kan een voorlopige probleembeschrijving en een intern begeleidingsplan worden opgesteld. Eventueel wordt er externe begeleiding ingeschakeld. Dit gebeurt uiteraard in samenspraak met de leerling en zijn ouders/verzorgers. Daarnaast wordt wekelijks de voortgang van de zorgleerlingen besproken en er gaat regelmatig informatie naar de betrokkenen. Een aantal deelgebieden is intern ondergebracht bij vakdocenten met een bijzondere taak; dyslexie, faalangstreductie (o.a. examentraining), autistisch spectrum (ASS), counseling. Deze begeleiders staan in nauw contact met het zorgteam waarmee ze afzonderlijk eenmaal per trimester uitgebreider vergaderen. Driemaal jaarlijks (en verder naar behoefte) vergadert het zorgteam met externe deskundigen in een zorgadviesteam (ZAT). De zorgcoördinator neemt deel aan het reguliere overleg binnen het samenwerkingsverband 41.1, de permanente commissie leerlingenzaken (PCL).
Aan het begin van ieder schooljaar vindt er een centrale screening plaats van alle leerlingen in klas 1 voor dyslexie, waarna een eventueel vervolgtraject wordt opgesteld. Leerlingen met een dyslexieverklaring krijgen een speciale dyslexiepas, die recht geeft op aanpassingen binnen de didactische context in verhouding tot hun specifieke behoeftes. Voor alle leerlingen in klas 2 is er een faalangstscreening, waarna zo nodig interne begeleiding en training volgt. Daarnaast ondergaan alle leerlingen in klas 1 in oktober een intelligentietest (IST), een motivatietest (FES) en vullen zij de schoolvragenlijst in (SVL). Dit alles gebeurt in samenwerking met de Universiteit van Nijmegen. Op grond van de resultaten en de indruk van de mentor op het gebied van interesses en sociaal-emotionele ontwikkeling worden sommige leerlingen uitgenodigd deel te nemen aan het Verbredingsproject. Het doel van dit project, dat in klas 2 en 3 wordt voortgezet, is te voorkomen dat deze leerlingen zich gaan vervelen of begaafde onderpresteerders worden, zonder dat geappelleerd wordt aan hun gemiddeld grotere, intellectuele mogelijkheden; deze aanpak vloeit voort uit beleidsplan van het Camphusianum als begaafdheidsprofielschool (BPS). Leerlingen die op het Camphusianum geplaatst worden met een indicatie binnen het autistisch spectrum (ASS) worden, na een warme overdracht vanuit het basisonderwijs, intern begeleid in samenwerking met het desbetreffende regionale expertisecentrum (REC) voor ambulante zorg. Met de ouders/verzorgers van leerlingen die zonder indicatie geplaatst worden, maar die wel een duidelijke zorgvraag (ASS) hebben, wordt het traject van indicatiestelling aangegaan, opdat de benodigde zorg geboden kan worden. Zorgcoördinator/Counseling Coördinator leerjaar 1,2 Coördinator leerjaar 3,4 Coördinator leerjaar 5,6 Conrector leerlingenzorg Faalangstreductietraining Autistisch spectrum (ASS) Dyslexie 2011/12 Faalangstreductie ASS Dyslexie
Totaal 685 685 685
Mevr. C.C.M. van Eeden - Scheepers Dhr. E.W. Gerards Mevr. M.B.A. van Duffelen- Meyers Dhr. P. van Dijk Dhr. M.H.J.G. Osseforth Mevr. N.M. Meeuwse, Dhr. G.A. Pruissen Mevr. M.A. van der Leeuw Mevr. S. M. Daniëls Begeleid 20 7* 31
Percentage 2.9% 1% 4.5% * 4 leerlingen geïndiceerd.
N.b. bij een totaal leerlingenaantal van 716 (2012/13) en een docentenkorps van 55 zijn er 35 mentoren (64%). Zorgprofielen Het Mentoraat Algemene taakomschrijving: De mentor is degene tot wie zowel leerling als ouder/verzorger zich het eerst richt bij sociaal-emotionele problemen of bij algemene moeilijkheden met de studieaanpak. De mentor staat in direct contact met de coördinatoren en schakelt bij grotere problemen
het zorgteam in. In de onderbouw (1-3) heeft iedere klas 1 mentor (klassenmentoraat), in de bovenbouw (4-6) heeft de mentor 10-15 leerlingen onder zijn of haar hoede (groepsmentoraat). Specifieke taken: • • • • • • • •
• • • • • •
De mentor zorgt ervoor goed geïnformeerd te zijn over alles wat zijn leerlingen aangaat; De mentor geeft relevante informatie betreffende zijn leerlingen door aan ouders/verzorgers, docententeam, leerjaarcoördinator en interne hulpverleners; De mentor zorgt voor een goede informatieoverdracht (schriftelijk + melding in SOM) aan de mentor van het volgende leerjaar, voor aanvang van het nieuwe schooljaar; De mentor stelt zich actief op in het onderhouden van een goede samenwerking met ouders/verzorgers, docententeam, leerjaarcoördinator en interne hulpverleners; De mentor creëert samen met z'n collega's in zijn klas een veilig leer- en leefklimaat; De mentor verzorgt de eerstelijnsbegeleiding van zijn leerlingen op sociaal-emotioneel gebied; De mentor volgt de leervorderingen van zijn leerlingen en stelt zich op de hoogte van de eerstelijns- en tweedelijnsbegeleiding op onderwijsleergebied; De mentor signaleert in samenwerking met het docententeam de noodzakelijkheid van extra begeleiding, overlegt hierover met de zorgcoördinator en zorgt ervoor dat de begeleidingsmogelijkheden van onze school optimaal ten behoeve van zijn leerlingen worden ingezet; De mentor draagt bij aan de inhoud en evaluatie van het handelingsplan dat voor een periode van 6-8 weken wordt opgesteld door speciale interne begeleider; Persoonlijk contact met leerlingen en ouders; De mentor houdt met alle leerlingen minimaal 2 keer per jaar een persoonlijk gesprek; over bijvoorbeeld zijn welbevinden in de klas, op school en over zijn leerprestaties; Maakt notities van gesprekken met ouders, interne speciale begeleiders en externe begeleiders/ zorgverleners en maakt in voorkomende gevallen een melding in SOM; Indien van toepassing heeft de mentor minimaal twee keer per maand kort overleg met de speciale interne begeleider van zijn leerling; De mentor heeft regelmatig overleg met de leerjaarcoördinator.
Speciale interne begeleiding (Counseling, ASS, Faalangstreductie, Dyslexie) Algemene taakomschrijving: De speciale interne begeleider heeft als primaire taak te werken met de leerling zelf aan het daarvoor vastgestelde doel. Specifieke taken: • Werkt op frequente basis met de leerling. De frequentie is beschreven in het handelingsplan; • Onderhoud hierover contact met ouders, docenten en andere betrokken (intern en extern); • Adviseert ouders over externe hulp;
• • •
• • •
Houdt van de werkzaamheden een logboek bij en maakt in voorkomende gevallen een melding in SOM; Maakt een kort jaarverslag. Zorgt voor de totstandkoming van een handelingsplan dat wordt opgesteld voor een periode van 6-8 weken, en evalueert dit nadien met de zorgcoördinator. Het handelingsplan wordt opgesteld in samenwerking met de mentor en specifieke vakdocenten; Nodigt mentoren uit bij de gesprekken met ouders en andere betrokkenen; Geeft handelingsadviezen aan mentoren en docenten; De speciale interne begeleider werkt met die leerlingen die aangewezen zijn op zorg, geadviseerd vanuit het zorgteam, ongeacht of hiervoor al dan niet extra gelden ter beschikking zijn. De speciale interne begeleider ASS krijgt voor elke leerling gewaarborgde uren om de begeleiding mogelijk te maken.
Ambulante begeleider REC 4 Algemene taakomschrijving: Uitgaande van de context begeleiding van de school op individueel-, klasse- en/of systeemniveau, met als doel leerlingen met gedrags- en/of psychiatrische problemen binnen het reguliere VO passend onderwijs te kunnen bieden. Specifieke taken: • sluit 3x per jaar aan bij gesprekken met de leerling, de ouders, de mentor en de speciale interne begeleiding; • Op verzoek van het zorgteam observeren van leerlingen en het geven van advies; • Op aanvraag ondersteunen en adviseren van speciale interne begeleiding, zorgcoördinator, coördinator zorg en mentoren; • Op aanvraag deskundigheidsbevordering op het gebied van zorgleerlingen.
De zorgcoördinator Algemene taakomschrijving: De zorgcoördinator draagt bij aan adequate zorg van leerlingen die dat nodig hebben, en spreekt in dat kader betrokkenen bij de schoolinterne zorg daarop aan. In de contacten die de zorgcoördinator eventueel legt met de ouders, docenten, mentoren en externe instanties geeft zij/hij informatie en/of advies, verwijst door, en geeft eventueel korte begeleiding. De zorgcoördinator stelt zonodig in samenwerking met de mentor en interne specialisten een handelingsplan op. Hij/zij heeft specifieke expertise bij leer-, ontwikkelings- en gedragsproblemen bij kinderen, gezins- en opvoedingsproblemen, en ten aanzien van handelingsverlegenheid bij leerkrachten. Specifieke taken: • •
Treedt in contact met de leerling en de ouders in geval van het aanbieden van hulp; Docenten en mentoren begeleiden, sturen en controleren van afgesproken hulp voor de leerling;
• • •
• • • • • •
Coördineren van de bijdragen van de deelnemers van het zorgteam (intern/extern) en controleren van de uitvoering; Draagt bij aan gerichte handelingsadviezen met betrekking tot de besproken casussen aan de school c.q. docent; Neemt in gevallen van een acute zorgvraag deze taak op zich. Eventueel wordt de uitvoering gedelegeerd aan een andere zorgspecialist binnen de school. De zorgcoördinator blijft echter verantwoordelijk voor de casus tot aan de bespreking binnen het zorgteam; Onderhouden contacten t.b.v. afstemming en samenhang met de schoolinterne verantwoordelijken (leerkrachten, mentoren, intern begeleiders, schoolleiding); Signaleert problemen of lacunes in de hulpverleningsketen bij de betreffende leerling en neemt contact op met de desbetreffende instantie; Onderhouden van contacten ten behoeve van afstemming en samenhang met zorgnetwerken in de gemeente/regio op coördinatieniveau (SWV/PCL); Is verantwoordelijk voor het bijhouden van de dossiers van de zorgleerlingen op school; Heeft minimaal 1x per maand overleg met de speciale interne begeleiders; Is voorzitter zorgteam (intern/extern).
Conrector zorg Algemene taakomschrijving: Verantwoordelijk voor het geheel van de zakelijke afhandeling omtrent de zorg. Specifieke taken: • Beheert de CFI-gegevens van de rugzakleerlingen in samenwerking met de administratie van de school; • Draagt, in samenwerking met de intern begeleider, zorg voor de dossiervorming van nieuwe LGF-indicaties als ook herindicaties • Draagt zorg voor de aanvraag van LGF-gelden; • Is aanspreekpunt en eindverantwoordelijk voor alle voorkomende administratie verwikkelingen; • Is, in overleg met de zorgcoördinator, verantwoordelijk voor tijdige signalering en/of diagnosestelling voor aanvragen en/of herindicaties; • Is verantwoordelijk voor het signaleren van knelpunten in de organisatie. • Onderhouden van contacten ten behoeve van afstemming en samenhang met zorgnetwerken in de gemeente/regio op beleidsniveau; • Schakelt, in overleg met de medewerker BJZ, het AMK in bij vermoedens van kindermishandeling, waaronder ook verwaarlozing wordt begrepen; • Schakelt de politie in bij vermoedens bij (mogelijke) bedreiging van de veiligheid op school; • Schakelt, in overleg met de zorgcoördinator, Bureau Leerplicht of Zorg voor jeugd in.