ZITTING 1963—1964 — 7 4 0 0 C VASTSTELLING VAN DE BEGROTING VAN INKOMSTEN EN UITGAVEN VAN HET
LANDBOU W-EGALISATIEFONDS VOOR HET DIENSTJAAR
1964 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW EN VISSERIJ Nr. 9 's-üravenhage, 28 april 1964.
Ter voldoening aan het bepaalde bij de artikelen 6, 30 en 35, 2de lid, van de Landbouwwet, doe ik. u hierbij toekomen: a. de herziene raming der inkomsten en uitgaven van het Landbouw-Egalisatiefonds voor het dienstjaar 1963, samengesteld op basis van de per 1 januari 1964 ter beschikking staande gegevens: b. een verslag over de toepassing van de bepalingen van het derde hoofdstuk van bovengenoemde wet, alsmede het verslag van de directie van het Voedselvoorzieningsin- en verkoopbureau, beide verslagen betrekking hebbende op het vierde kwartaal 1963. De Minister van Landbouw en Visserij, B. W. BIESHEUVEL.
Aan de Heer Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
HERZIENE RAMING DER INKOMSTEN EN UITGAVEN VAN HET LANDBOUW-EGALISATIEFONDS VOOR HET DIENSTJAAR 1963 Samengesteld op basis van de per 1 januari 1964 ter beschikking staande gegevens
ling
RECAPITULATIE
S
Herziene raming per 1 januari 1964
Herziene raming per 1 oktober 1963
Oorspronkelijke begroting
Benaming
<
Inkomsten
Uitgaven
Inkomsten
Uitgaven
Inkomsten
Uitgaven
Gewone Dienst I
86 336 000
58 900 000
82 800 000
70 200 000
97 600 000
52 600 000
II
18 600 000
26 700 000
20 100 000
29 600000
29 900 000
39 900 000
—
422 700 000
—
424 500 000
—
247 000 000
—
—
—
—
—
III
Zuivel, Margarine, Vetten en Oliën .
IV
5 000
V
21 000 20 400 000
19 900 000
20 300 000
19 500 000
3 400 000
3 400 000
.
406 087 000
3 207 000
422 920 000
2 300 000
215 000 000
3 000 000
.
2 300 000
2 300 000
3 000 000
3 000 000
—
—
533 728 000
533 728 000
549 120 000
549 120 000
345 900 000
345 900 000
VI VII
Overige inkomsten en uitgaven .
20000
Buitengewone Dienst
VII
Overige inkomsten en uitgaven .
Totalen .
.
.
7400 C
9
2 INKOMSTEN GEWONE DIENST
S o
1
Herziene raming Herziene raming Oorspronkelijke per per begroting 1 januari 1964 1 oktober 1963
Omschrijving
u s GEWONE DIENST AFDELING I. 07.20
30
AKKERBOUW
Heffing op de in- en uitvoer van tarwe, tarwebloem en tarwehoudende produkten Bruto heffing Uitvoer- en verwerkingsrestituties en voorraad vergoeding Restitutie op bloem voor binnenlandse afzet
07.20
30
06.3
30 30
Verschil tussen de af-fabrieksprijs en de garantieprijs Heffing op de uitvoer van suiker en suikerhoudende produkten Waarborgheffing op suiker
af: 70 400 000
af: 62 700 000
af: 58 800 000
12 400 000 58 000 000 50 000 000
51 300 000
80 200 000
177 500 000
178 000 000
139 400 000
af: 127 500 000
af: 126 700 000
af: 59 200 000
4 600 000 536 000
200 000
86 336 000 58 900 000
82 800 000 70 200 000
Memorie 97 600 000 52 600 000
27 436 000
12 600 000
45 000 000
1 000 000
500 000
Memorie
24 700 000
23 400 000
Memorie
af: 23 700 000 17 600 000
af: 22 900 000 19 600 000
Memorie
Memorie
Memorie
18 600 000
20 100 000
29 900 000
17 600 000 19 900 000 90 000 000 1 900 000
Afdracht van heffingen
U30
Nadelig saldo op de aan- en verkoop van geimporteerde suiker Raffinagevergoeding
01.i
6 100 000 1 600 000 7 400 000
4 500 000 100 000
Overige inkomsten Totaal der inkomsten . . Totaal der uitgaven . . Voordelig slot Akkerbouw AFDELING II.
30
5
07.22
30
Aandeel in de heffing op voedergranen .
6
07.22
01.1
Overige inkomsten
af:
Memorie 29 900 000
ZUIVEL, MARGARINE, VETTEN EN OLIËN
Onderafdeling I. 30
af:
18 230 000 3 800 000 1 670 000
Totaal der inkomsten AFDELING III.
6 500 000
VEE EN VLEES
Heffingen op de in- en uitvoer van vee, vlees en vleesprodukten Bruto heffingen inclusief saldo van 1962 . . Restituties Afdracht aan het Vleesfonds Overboeking naar dienstjaar 1964 . . . .
07.22
76 200 000
15 100 000 8 600 000
U30
U30
07.22
17 400 000
94 000 000
Voordelig saldo van de suikerregelingen . 30
07.20
31 300 000
Heffing op de in- en uitvoer van overige produkten, vallende onder de E.E.G.-verordcning nr. 19 Bruto heffing waarvan ten gunste van artikel 5 der inkomsten en van artikel 18 der inkomsten . . . . Uitvoer- en verwerkingsrestituties . . .
2a
33 900 000 104 300 000
ZUIVEL
Heffing bij zuivelfabrieken, standaardisatiebedrijven, boerenkaasproducentcn en zelfslijtendc melkveehouders, alsmede exportheffingen uit hoofde van de Zuivelfondsen XIV en XlVa en de daaruit te bestrijden uitgaven en afdrachten Heffingen Afdrachten
Nihil
Nihil
Nihil
440 000 000 af: 440 000 000
418 850 000 if: 418 850 000
Memorie Memorie
af:
07.22
30
Heffing op de in- en uitvoer van zuivclprodukten .
Memorie
Memorie
Memorie
07.22
01.1
Overige inkomsten
Memorie
Memorie
Memorie
Subtotaal
3 Economische code
Functionele code
Artikel
UITGAVEN GEWONE DIENST
Herziene raming Herziene raming Oorspronkelijke per per begroting 1 januari 1964 1 oktober 1963
Omschrijving
GEWONE DIENST AFDELING I. 07.20
30
2
07.20
30
3
06.3
1
AKKERBOUW
Garantieregeling voor binnenlandse granen van de oogst 1963
48 100 000
48 500 000
52 500 000
8 900 000
12 000 000
Memorie
Memorie
7 800 000
100 000
8 100 000
100 000
300 000
Nihil
Nadelig saldo op de aan- en verkoop van inheemse pro-
30
Nadelig saldo op de aan- en verkoop van geïmporteerde
30
Raffinagevergoeding
—
M 30
Heffing op de uitvoer van suiker en suiker-
M 30
Waarborgheffing op suiker
—
30 4
07.20
30
07.20
30
6
07.22
30
07.22
30
17 600 000
19 600 000
29 900 000
9 100 000
10 000 000
10 000 000
29 600 000 20 100 000
39 900 000 29 900 000
.
8 100 000
9 500 000
10 000 000
Toeslag op de melkprijs over de periode 4 november 1962— 4 april 1964
422 700 000
424 500 000
247 000 000
.
ZUIVEL, MARGARINE, VETTEN EN OLIËN
Onderafdeling I.
8
70 200 000
26 700 000 18 600 OUO
AFDELING III.
30
58 900 000
Uitgaven in verband met het marktordenend beleid voor de
Nadelig slot Vee en Vlees .
07.22
Memorie 52 600 00»
VEE EN VLEES
Totaal der inkomsten
7
1 900 000
1 900 000
AFDELING II. 5
af:
Uitgaven in verband met bijzondere voorzieningen op het
ZUIVEL
Uitgaven in verband met bijzondere voorzieningen op het Memorie
Memorie
Memorie
422 700 000
424 500 000
247 000 000
4 INKOMSTEN GEWONE DIENST
Herziene rami'ng Herziene raming Oorspronkelijke per per begroting 1 januari 1964 1 oklober 1963
Omschrijving
8*8 IÜ
8 Onderafdeling II.
10
07.20
30
MARGAR1NF, V E T T E N E N OLIËN
Heffingen en toeslagen van het Oliefonds Saldo heffingen 1962 Toeslagen Overboeking saldo naar 1964
07.20
01.8
Nihil
Memorie
309 000
Memorie
309 000 Nihil
af: 11
Nihil 309 000 309 000
af:
af:
Memorie Memorie
Memorie
Memorie
Memorie
Memorie
Memorie
Memorie
5 000
Memorie
Memorie
Memorie
Overige inkomsten
309 000 Memorie
Subtotaal Totaal der inkomsten AFDELING IV. TUINBOUW EN SIERTEELT 12
07.21
30
Heffingen tot dekking van uitgaven in verband met bijzondere voorzieningen op het gebied van tuinbouw en sierteelt
13
07.21
30
Heffing op de in- en uitvoer van tuinbouwprodukten .
14
07.21
01.8
Overige inkomsten
.
.
Totaal der inkomsten
5 000
Totaal der uitgaven Voordelig slot Tuinbouw en Sierteelt .
.
5 000
Heffingen tot dekking van uitgaven in verband met bijzondere voorzieningen op het gebied van de visserij . . .
Memorie
Memorie
Memorie
Overige inkomsten
Memorie
Memorie
Memorie
500 000
800 000
Memorie
500 000 Memorie
800 000 Memorie
AFDELING V. 15 16
07.52 07.52
30 01.8
VISSERIJ
Totaal der inkomsten
AFDELING VI. 17
07.22
30
PLUIMVEE EN EIEREN
Heffing op de in- en uitvoer van produkten van de pluimvechouderij Bruto heffing Restituties
af:
19 500 000
3 400 000
Memorie
Totaal der inkomsten
20 400 000
20 300 000
Memorie 3 400 000
Totaal der uitgaven
19 900 000
19 500 000
500 000
800 000
30
Aandeel in de heffing op voedergranen
19
07.22
01.!
Overige inkomsten
Voordelig slot Pluimvee en Eieren
30 U 40.8 21
OVERIGE INKOMSTEN
Heffingen ingevolge artikel 16 van de overgangsovereenkomst bij het verdrag tot instelling van de Benelux Eeonomische Unie (Tractatenblad 1958, 18) en de afdracht van deze heffingen
07.29
Heffingen Afdracht
Nihil
Nihil
Nihil
af:
Memorie Memorie
af:
Memorie Memorie
af:
Memorie Memorie
Nihil
Nihil
Nihil
af:
120 000 120 000
af:
75 000 75 000
af:
Memorie Memorie
Heffing op de export van ongerepeld vlas en afdracht van deze heffing
07.20 30 U 30
Heffing Afdracht
Memorie Memorie
Memorie
07.20
20
af:
19 900 000
18
AFDELING VIL
af:
5
Functionele code
9
07.20
Economische code
Artikel
UITGAVEN GEWONE DIENST
Onderafdeling II. 30
Herzicne raminc Herziene raminj Oorspronkelijke per P-r bcgroling 1 januari 1964 1 oktober 1963
Omschrijving
MARGARINE, VETTEN EN OLIËN
Uitgaven in verband niet bijzondere voorzieningen op het Memorie
Nadelig slot Zuivel, Margarine, Vetten en Oliën
Memorie
Memorie
—
—
—
422 700 000
424 500 000
247 000 000
—
—
—
422 700 000
424 500 000
247 000 000
Memorie
Memorie
Memorie
Memorie
Memorie
Memorie
21000
20 000
Memorie
Memorie
Memorie
Memorie
AFDELING IV. TUINBOUW EN SIERTEELT 10
07.21
30
Uitgaven in verband met bijzondere voorzieningen op hel gebied van tuinbouw en sierteelt
AFDELING V.
VISSERIJ
11
07.52
30
Garantieregeling voor olie en meel bereid uit zcevis .
.
.
12
12.50
40.4
Uitkeringen ingevolge de faciliteitenregeling voor oorlogs-
13
07.52
30
Uitgaven in verband met bijzondere voorzieningen op het 21000
—
AFDELING VI. 14
07.20
30
15
07.22
30
16a
07.09
07.09
01.0
01.0
21000
20 000
19 900 000
19 500 000
PLUIMVEE EN EIEREN
07.09
01.0
3 400 000
Memorie
Memorie
Memorie
19 900 000
19 500 000
3 400 000
133 000
Memorie
Memorie
OVERIGE UITGAVEN
Uitgaven ten laste van afgesloten dienstjaren als bedoeld in het derde lid van artikel 7 der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, 259) Uitgaven betreffende afgesloten dienstjaren waarvoor op het tijdstip der afsluiting van de dienst waartoe zij bchoorden, op de artikelen ten laste waarvan zij bij tijdige verevening gebracht hadden moeten worden, de nodige
473 000 16b
— — —
Uitgaven in verband met bijzondere voorzieningen op het
AFDELING VII. 16
20 000
—
Afschrijving van oninbare vorderingen en daarmede ver1000
6
Artikel
Functoinele code
Economische code
INKOMSTEN GEWONE DIENST
22
02.3
40.8
Bijdrage van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds .
23
L
03.1
Bijdrage van Hoofdstuk XIV (Landbouw en Visserij) .
24
L
25
07.09
Herziene raming Herziene raming Oorspronkelijke per per begroting 1 januari 1964 1 oktober 1963
Omschrijving
Memorie
Memorie
Memorie
403 778 000
419 920 000
215 000 000
03.1
2 300 000
3 000 000
Memorie
01.8
9 000
Memorie
Memorie
406 087 000
422 920 000
215 000 000
3 207 000
2 300 000
3 000 000
402 880 000
420 620 000
212 000 000
.
Totaal der inkomsten Totaal der uitgaven Voordelig slot Overige Inkomsten en Uitgaven
INKOMSTEN BUITENGEWONE DIENST AFDELING VIL
OVERIGE INKOMSTEN
76
L
03.1
Memorie
Memorie
Memorie
27
07.09
01.8
2 300 000
3 000 000
Memorie
2 300 000
3 000 000
—
7
Economische code
Functionele code
Artikel
UITGAVEN GEWONE DIENST
Herziene raming Herziene raming Oorspronkelijke per per begroting 1 januari 1964 1 oktober 1963
Omschrijving
17
02.3
40.8
Bijdrage aan bet Europees Oriëntatie* en Garantiefonds .
.
Memorie
Memorie
17a
07.09
42.28
Bijdrage aan de Produktschappen in verband met de uitvoering van
1 500 000
1 200 000
Memorie
Memorie
Memorie
18
L
03.1
Bijdrage aan Hoofdstuk XIV (Landbouw en Visserij) .
19
L
03.1
Bijdrage aan
Memorie
Memorie
Memorie
01.1
Onvoorziene
1 100 000
1 100 000
3 000 000
3 207 000
2 300 000
3 000 000
20
07.09
Totaal der uitgaven
.
.
Memorie
. . .
UITGAVEN BUITENGEWONE DIENST AFDELING VII. 21
L
22
07.09
OVERIGE UITGAVEN
03.1
Bijdrage aan de Gewone Dienst
2 300 000
3 000 000
01.8
Diverse uitgaven
Memorie
Memorie
2 300 000
3 000 000
Totaal der uitgaven
.
.
8 TOELICHTING Het nadelige saldo van het Landbouw-Egalisatiefonds voor het dienstjaar 1963, dat per 1 oktober 1963 geraamd werd op f 419 920 000, wordt thans geraamd op f403 778 000. De verlaging van ca. 16 miljoen gulden heelt voor ca. f 10 000 000 betrekking op de verhoging van de consumentenprijs van suiker en voor het overige op diverse kleine verschillen. De verschillen worden hieronder toegelicht.
GEWONE DIENST
Artikel 2 der uitgaven. Nadelig saldo op de aan- en verkoop van inheemse produkten en denaturatievergoedingen. Voor denaturatietocslag komt ca. 123 500 ton inlandse tarwe in aanmerking, waarvoor een bedrag nodig is van f 8 900 000. Artikel 3 der uitgaven. Nadelig saldo van de suikcrrcgclingen. Dit artikel wordt voor memorie opgenomen. Voor de toelichting wordt verwezen naar de toelichting op artikel la der inkomsten.
AFDELING I. AKKERBOUW
AFDELING II. VEE EN VLEES
Artikel 1 der inkomsten. Heffing op de in- en uitvoer van tarwe, tarwebloem en tarwehoudende produkten. Voornamelijk door een grotere invoer dan per 1 oktober 1963 werd verwacht, wordt de invoerheffing thans ca. f 10 300 000 hoger geraamd. Hiertegenover staat echter een verhoging van de uitvoeren verwerkingsrestituties van f 9 100 000. De restitutie op bloem voor binnenlandse afzet wordt f 1 400 000 lager geraamd dan per 1 oktober 1963. Per saldo worden de inkomsten ten gunste van dit artikel thans geraamd op f 33 900 000, hetgeen ten opzichte van de vorige raming een verhoging betekent van f 2 600 000.
Artikel 4 der inkomsten. Heffingen op de in- en uitvoer van vee, vlees en vleesprodukten. De E.E.G."heffingen bedragen ongeveer f 500 000 meer dan per 1 oktober j.1. werd verwacht, zodat thans ten gunste van dit artikel een bedrag van f 1 000 000 wordt gebracht.
Artikel 2 der inkomsten. Heffing op de in- en uitvoer van overige produkten, vallende onder de E.E.G.-verordening nr. 19. Het verschil ad f 1 300 000 ten opzichte van de raming per 1 oktober wordt veroorzaakt door betrekkelijk kleine wijzigingen in de heffings- en restitutiebedragen. Artikel 2a der inkomsten. Voordelig saldo van de suikerregelingen. Dit artikel wordt ingevoegd in verband met het thans verwachte batige saldo op suiker. Door de verhoging van de consumentenprijs van suiker van het najaar 1963 en van januari 1964 wordt het nadelig saldo op geïmporteerde suiker thans geraamd op f 4 500 000. De opbrengst van het verschil tussen de af- fabrieksprijs en de garantieprijs voor binnenlandse suiker, ontstaan door de prijsverhogingen van 1963, wordt geschat op f 6 100 000. Mede door een hogere opbrengst van de uitvoerheffing van f 100 000 wordt ten opzichte van de raming per 1 oktober 1963 (artikel 3 der uitgaven) een gunstiger resultaat verwacht van f 9 700 000, waardoor een voordelig saldo ontstaat van f 1 900 000. Artikel 3 der inkomsten. Overige inkomsten. Ten gunste van dit artikel worden de volgende inkomsten verantwoord: Heffing op de uitvoer van brood, banket, wafels, biscuits, caramels en dragees naar West-Duitsland
ƒ 286 000
Artikel 5 der uitgaven. Restitutie van de heffing op voedergranen. Artikel 5 der uitgaven. Restitutie van de heffing granen. De restitutie van de invoerheffing op voedergranen port van varkenshouderijprodukten kan voor 1963, nu rekening vrijwel geheel heeft plaats gevonden, gesteld op f 17 600 000. Ten opzichte van de raming van 1 betekent dit een verlaging van f 2 000 000.
voederbij exde verworden oktober
Artikel 6 der uitgaven. Uitgaven in verband met het marktordenend beleid voor de varkenshouderij. De uitgaven zijn beneden het gestelde maximum van f 10 000 000 gebleven en belopen ongeveer f 9 100 000. Dit artikel kan dus thans met f 900 000 verlaagd worden. AFDELING III. ZUIVEL, MARGARINE, VETTEN EN OLIËN Onderafdeling I. Zuivel Artikel 7 der uitgaven. Toeslag op de melkprijs over de periode 4 november 1962—4 april 1964. Op grond van de thans bekende gegevens wordt de melkprijstoeslag geraamd op f 422 700 000. Dit betekent een verlaging van f 1 800 000. AFDELING VI. PLUIMVEE EN EIEREN Artikel 17 der inkomsten. Heffing op de in- en uitvoer van produkten van de pluimveehouderij. Voor deze heffing wordt thans een bedrag opgenomen van f 500 000, te specificeren als volgt: E.E.G.-heffingen ƒ 390 000 Heffing op niet E.E.G.-produkten (eiwit)
108 000
Heffing op de uitvoer van glucose verwerkt in suikerwerken naar België en Luxemburg
110 000
Heffing op de uitvoer van chocolade en suikerwerk naar Frankrijk
5 000
ƒ 500 000
135 000
Artikel 18 der inkomsten. Aandeel in de heffing op voedergranen.
Ontvangsten over afgesloten dienstjaren
ƒ 5 3 6 000 Artikel 1 der uitgaven. Garantieregeling voor binnenlandse granen van de oogst 1963. Thans wordt geraamd dat de toeslag ad f 175 per ha. betaald moet worden over ca. 275 000 ha., waardoor de raming per 1 oktober j.1. met f400 000 kan worden verlaagd.
Heffing ingevolge de heffingsverordening 1959 op de invoer van eiprodukten en slachtgevogelte . .
2 000
Artikel 14 der uitgaven. Restitutie van de heffing op voedergranen. De restitutie van heffing op voedergranen bij export van pluimveehouderijprodukten wordt geraamd op f 1 9 900 000, zodat laatstgenoemd bedrag dan ook ten gunste van artikel 18 der inkomsten overgeboekt wordt uit artikel 2 der inkomsten.
9 AFDELING VIL OVERIGE UITGAVEN Ten laste van de artikelen 16 en 16a der uitgaven zijn de uitgaven over afgesloten dienstjaren opgenomen tot een totaal bedrag van ruim f 600 000. De belangrijkste posten zijn: toeslag op haringolie en vismeel 1960—1961 . . . . ƒ 112 000 verliezen op zuivelprodukten van 1960 473 000 Artikel 17a der uitgaven. Bijdrage aan de Produktschappen in verband met de uitvoering van maatregelen. De uitgaven zullen vermoedelijk f 300 000 hoger zijn dan per 1 oktober j.1. werd verwacht.
BUITENGEWONE DIENST AFDELING VIL OVERIGE INKOMSTEN EN UITGAVEN Artikel 27 der inkomsten. Overige inkomsten. Artikel 21 der uitgaven. Bijdrage aan de Gewone Dienst. De aflossing van het restant van het aan het Produktschap voor Pluimvee en Eieren verleende financieringsvoorschot, zijnde f700 000, vindt in 1964 plaats en zal dus ten gunste van dat dienstjaar verantwoord worden. In verband hiermede zijn beide artikelen alsmede artikel 24 der inkomsten met f 700 000 verlaagd.
10 VERSLAG over de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk III van de Landbouwwet in het vierde kwartaal van 1963 Overeenkomstig het gestelde in de Landbouwwet volgt hieronder het verslag van de toepassing van de bepalingen van genoemde wet. Tijdens de verslagperiode zijn de volgende beschikkingen, verordeningen en besluiten tot stand gekomen en/of in werking getreden. 1. Wijziging Prijzenbeschikking suiker 1958, dd. 30 september 1963, J 2482, Stcrt. 190. Deze beschikking behelst een verhoging van de af-fabrieksprijs voor suiker met f 1 per 100 kg. Deze verhoging houdt verband met de noodzakelijke invoer van buitenlandse suiker ter aanvulling van de Nederlandse suikerproduktie uit de oogst 1963/1964 van suikerbieten, die niet voldoende zal zijn om de binnenlandse consumptie in het suikerjaar 1963/1964 geheel te dekken. 2. Wijziging II Heffingsbeschikking consumptiemelk 1962 II, dd. 10 oktober 1963, J 2 5 5 1 , Stcrt. 198. Krachtens deze wijzigingsbeschikking wordt aan degene, die ten genoegen van het Produktschap voor Zuivel aantoont, dat hij uit het vrije verkeer voor proviandering van een aan uitklaring onderworpen zeeschip in een Nederlandse haven of van een aan uitklaring onderworpen vliegtuig op een Nederlandse luchthaven een produkt heeft geleverd, waarover ingevolge de beschikking een heffing is betaald, restitutie verleend van deze heffing tot een bedrag hetwelk wordt verkregen door de heffing, welke geldt op de dag, waarop het zeeschip of het vliegtuig is bevoorraad, hetzij te verminderen met het bedrag hetwelk over dat produkt bij aflevering op die dag wordt uitgekeerd ingevolge de Beschikking Zuivelwaardetoeslag 1960, hetzij te verhogen met het bedrag, hetwelk over dat produkt bij aflevering op die dag is verschuldigd ingevolge de Beschikking Zuivelwaardeheffing 1960. 3. Uitkeringsbeschikking 1963 Zuivelfonds XIV A, dd. 30 oktober 1963, J 2760, Stcrt. 213. In deze beschikking worden voor de z.g. „interimperiode", lopende van 3 november 1963 tot en met 4 april 1964, de baten en lasten geregeld, welke voor die periode ten goede respectievelijk ten laste van het Zuivelfonds komen: Krachtens artikel 2 is het bestuur van het Produktschap voor Zuivel bevoegd: a. de opbrengst van de heffingen, gedurende de melkprijsperiode ten bate van het Landbouw-Egalisatiefonds, opgelegd op grond van 1. de Beschikking zuivelwaardeheffing consumptiemelk 1960; 2. de Heffingsbeschikking kaas 1963; 3. de Heffingsbeschikking consumptiemelk 1963; 4. de zuivelverordening 1958 uitvoerheffing kaas WestDuitsland: 5. de Zuivelverordening 1959 invoerheffing mager melkpoeder: 6. de Zuivelverordening 1959 Heffing melkpoeder; 7. de Zuivelverordening 1959 uitvoerheffing boter WestDuitsland; 8. de Zuivelverordening 1960 invoerheffingen: 9. de Zuivelverordening 1963 uitvoerheffingen boter; 10. de Zuivelverordening 1963 Heffingen Zuivelfonds XIV A; b. de helft van de opbrengst van de heffingen, gedurende de melkprijsperiode ten bate van het Landbouw-Egalisatiefonds opgelegd op grond van het bepaalde bij en krachtens de Zuivelverordening 1958 Bijzondere uitvoerheffingen België en Luxemburg;
(. andere bedragen, welke door de Minister van Landbouw en Visserij of door het Produktschap voor Zuivel daarvoor zijn bestemd, aan te wenden: A. voor het verlenen van geldelijke bijdragen ter bevordering van de afzet van melk- en zuivelprodukten; B. voor het verlenen van geldelijke bijdragen (zuivelwaardetoeslagen) over afgeleverde dan wel in consumptie-ijs verwerkte hoeveelheden consumptiemelk, consumptiemelkprodukten en room, alsmede over afgeleverde hoeveelheden ingedikte melk; C. voor andere door de Minister op voorstel van het bestuur van het Produktschap voor Zuivel bepaalde doeleinden. 4. Wijziging I Uitkeringsbeschikking 1962 Zuivelfonds XIV, dd. 30 oktober 1963, J 2 7 6 1 , Stcrt. 213. Bij deze wijzigingsbeschikking wordt bepaald, dat alsnog in het („oude") Zuivelfonds XIV vloeit de opbrengst over het melkprijsjaar 1962/1963 van een tweetal in de loop van dat jaar opgelegde heffingen, t.w. die krachtens de Heffingsbeschikking kaas 1963 en krachtens de Zuivelverordening 1963 Uitvoerheffing boter. 5. Heffingsbeschikking consumptiemelk 1963, dd. 30 oktober 1963, J 2762, Stcrt. 213. In deze beschikking wordt de heffing, waaraan afleveringen van consumptiemelk, consumptiemelkprodukten en daaraan verwante produkten in het kader van het verrekenprijssysteem zijn onderworpen, voor de z.g. „interimperiode" (3 november 1963 t / m 4 april 1964) aldus geregeld: A. Krachtens artikel 2 is een ieder, die produkten, als hieronder vermeld, aflevert, over de door hem afgeleverde hoeveeL heden de achter die produkten vermelde heffing per 100 liter verschuldigd: a. consumptiemelk en consumptiemelkprodukten met een vetgehalte van ten minste 2 pet. en ten hoogste 3,5 pet.: f 13,41; b. consumptiemelk en consumptiemelkprodukten met een vetgehalte van meer dan 3,5 pet. en ten hoogste 6 pet.: f 13,25; c. karnemelk, consumptiemelk en consumptiemelkprodukten met een vetgehalte van minder dan 2 pet.: f9,33; cl. room met een vetgehalte van ten hoogste 12 pet.: f 24,20; e. room met een vetgehalte van meer dan 12 pet. en ten hoogste 25 pet.: f41,90; ƒ. room met een vetgehalte van meer dan 25 pet. en ten hoogste 45 pet.: f50,75; g. room met een vetgehalte van meer dan 45 pet.: f 82,75. B. Krachtens artikel 4 is een ieder, die ingedikte melk aflevert, over de hoeveelheden van dit produkt, afgeleverd in verpakkingen, inhoudende ten hoogste 25 kg, een heffing per 100 liter verschuldigd ten bedrage van: a. voor ingedikte melk met een vetgehalte van ten hoogste 8,5 pet.: f28,30; b. voor ingedikte melk met een vetgehalte van meer dan 8,5 pet. en ten hoogste 9,5 pet.: f 33,45; c. voor ingedikte melk met een vetgehalte van meer dan 9,5 pet.: f31,15. C. Krachtens artikel 5 zijn ondernemers van zuivelfabrieken over de door hen in consumptie-ijs verwerkte hoeveelheden melk en room een heffing per 100 liter verschuldigd ten bedrage van: a. voor melk met een vetgehalte van ten minste 2 pet. en ten hoogste 3,5 pet.: f 13.41; b. voor melk met een vetgehalte van meer dan 3,5 pet. en ten hoogste 6 pet.: f 13,25;
II c. voor melk met een vetgehalte van minder dan 2 pet.: f 9,33; il. voor room met een vetgehalte van ten hoogste 12 pet.: f 24,20; e. voor room met een vetgehalte van meer dan 12 pet. en ten hoogste 25 pet.: f41,90: ƒ. voor room met een vetgehalte van meer dan 25 pet. en ten hoogste 45 pet.: f50,75; g, voor room met een vetgehalte van meer dan 45 pet.: f 82,75. 6. Beschikking Melkprijstoeslag 1963/1964, dd. 30 oktober 1963, J 2 7 6 3 , Stcrt. 213. Deze beschikking voorziet in de over het z.g. interimtijdvak aan de veehouders toe te kennen melkprijstoeslag, welke, evenals in voorgaande jaren het geval was, voorlopig bij wijze van voorschotbetalingen wordt uitgekeerd. A. Krachtens artikel 2 verleent het Produktschap voor Zuivel aan zuivelfabrieken over iedere door hen na 2 november 1963 en tot een nader te bepalen tijdstip van veehouders ontvangen volle melk: a. een bijdrage van f2,25 per 100 kg; en b. een bijdrage van f 0,55 per procent vet per 100 kg ter doorbetaling op dezelfde grondslag aan de veehouder, die de desbetreffende hoeveelheid volle melk heeft geleverd. B. Krachtens artikel 3 verleent het Produktschap voor Zuivel aan zuivelfabrieken over iedere hoeveelheid room, door hen gedurende het onder A bedoelde tijdvak rechtstreeks van veehouders ontvangen, een bijdrage van f 1,10 per procent vet per 100 kg ter doorbetaling op dezelfde grondslag aan de veehouder, die de desbetreffende hoeveelheid room heeft geleverd. 7. Wijziging I Heffingsbeschikking consumptiemelk 1963, dd. 15 november 1963, J 2956, Stcrt. 224. Deze beschikking vindt haar grond in de omstandigheid, dat door de verhoging van het inleveringsniveau de prijs van de grondstof melk in de condensindustrie was gestegen en het Produktschap voor Zuivel daarom een produktietoeslag zou verlenen met de bedoeling deze aan de export ten goede te doen komen, welk voordeel voor het binnenland moest worden weggeheven. Diensvolgens bepaalt artikel 4 der Heffingsbeschikking consumptiemelk 1963 thans dat — onverminderd de hierboven onder 5, rubriek B, van dit verslag genoemde heffingen — degene, die op of na 17 november 1963 ingedikte melk aflevert, ongeacht het gewicht en de inhoud der verpakking, een heffing is verschuldigd ten bedrage van f 3,75 per 100 liter. 8. Beschikking Landbouwtelling december 1963, dd. 14 november 1963, J 2700, Stcrt. 228. Deze beschikking behelst de gebruikelijke decembertelling, die gehouden werd van 30 november 1963 tot en met 30 december 1963. 9. Wijziging II Heffingsbeschikking consumptiemelk 1963, dd. 22 november 1963, J 2633, Stcrt. 229. In de onder 5 genoemde heffingsbeschikking werd onder „ingedikte melk" verstaan „ingedikte melk met een vetgehalte van meer dan 6 pet.". In verband met het feit, dat naast de bestaande soorten ingedikte melk een soortgelijk produkt met een vetgehalte van pl.m. 5 pet. in de handel werd gebracht zou volgens de Heffingsbeschikking consumptiemelk 1963 over de binnenlandse afleveringen daarvan geen heffing zijn verschuldigd. In verband hiermede bepaalt de onderhavige wijzigingsbeschikking, dat onder „ingedikte melk" wordt verstaan „ingedikte melk met een vetgehalte van meer dan 2 pet.", terwijl het onder 5, rubriek B, punt a, van dit verslag genoemde heffingstarief wordt vervangen door: „voor ingedikte melk met een vetgehalte van ten hoogste 7,5 pet.: f20;
voor ingedikte melk met een vetgehalte van meer dan 7,5 pet. en ten hoogste 8,5 pet.: f 28,30". 10. Wijziging III Beschikking Mclkprijstoeslag 1962/1963, dd. I 1 december 1963, J 3153, Stcrt. 244. Deze beschikking strekt lot definitieve vaststelling van de n-.elkprijstoeslag voor het inmiddels afgesloten melkprijsjaar. Als grondslag voor de als aanvulling op de reeds verstrekte voorschotuitkeringen toe te kennen bedragen is aangenomen een totale bijdrage van f2,46 per 100 kg volle melk, vermeerderd met een bijdrage van f 0,64 per procent vet per 100 kg, hetgeen betekent een verhoging van de reeds als voorschot uitgekeerdc bedragen met f 0,46 en f 0,14. 11. Uitkeringsregeling suiker oogst 1961, dd. 24 december 1963, J 3107, Stcrt. 251. Als tegemoetkoming in de opbrengst van de z.g. magere suiker wordt bij deze beschikking, evenals is geschied voor het suikerjaar 1960/1961, aan de suikerindustrie een bijdrage verleend in beginsel ter grootte van het bedrag dat in het suikerjaar 1961/1962 in het Landbouw-Egalisatiefonds is gevloeid, in hoofdzaak bestaande uit de heffingen op de export van suiker en suikerhoudend goed naar België en Luxemburg. 12. Besluit tot wijziging van het Besluit P.Z. 1961, omslag voor boter voor export en proviandering van zeeschepen en vliegtuigen, Vb.Bo. 1963, afl. 41, nr. Z 159. Gezien als complement op de algemene uitvoerheffing op boter van f 0,75 per kg een algemene toeslagregeling diende te worden vastgesteld, is zulks in het onderhavige besluit geschied door de uitzondering voor de E.E.G.-landen uit het bestaande toeslagbesluit te schrappen. De in laatstbedoeld besluit voor Engeland gemaakte uitzondering is echter intact gelaten, omdat de toesIagregeling-Engeland enkele bijzondere facetten heeft, die niet in de algemene toeslagrcgeling passen. 13. Besluit tot wijziging van het Besluit P.Z. 1961, toeslag voor boter voor export en proviandering van zeeschepen en vliegtuigen, Vb.Bo. 1963, afl. 41, nr. Z 164. Bij dit besluit is een regeling getroffen, op grond waarvan ten behoeve van de exporteur van boter in klein- en blikverpakking (verpakking in wikkels in eenheden van ten hoogste 1 kg respectievelijk in blik in eenheden van ten hoogste 5 kg) naar verafgelegen landen overzee de exporttoeslag kan worden gefixeerd, mits de exporteur de desbetreffende boter per eerstvolgende scheepsgelegenheid, doch uiterlijk binnen 3 weken na het aangaan van de overeenkomst, heeft verzonden, waarbij als dag, waarop de overeenkomst is aangegaan, wordt aangemerkt de dag, waarop formeel de exporteur de overeenkomst kan ten uitvoer leggen. 14. Besluit P.Z. 1963, Toeslag kaas Canada en Porto-Rico, Vb.Bo. 1963, afl. 43, nr. Z 168. Op de uitvoer van kaas naar Canada respectievelijk PortoRico worden krachtens dit besluit met ingang van 30 september 1963 voor de diverse soorten kaas de navolgende toeslagen per kg netto verleend: A. Uitvoer naar Canada: 1. roomkaas ƒ 0,20 2. volvette natuurkaas met uitzondering van lunchkaas 0,20 3. volvette lunchkaas met produktiegewicht van ten minste 880 gram en ten hoogste 1100 gram . . . . 0,31 4. idem met een produktiegewicht van ten minste 420 gram en ten hoogste 600 gram 0,46 5. idem met een produktiegewicht van ten minste 300 gram en ten hoogste 380 gram 0,41 6. 4 0 + broodkaas 0,46 7. 4 0 + baby-Edammerkaas 0,38 8. 4 0 + Friese nagelkaas, Kantcrkaas en Leidse kaas 0,25 9. boeren-Leidse kaas 0,29 10. overige soorten 4 0 + natuurkaas 0,33 11. gesmolten kaas 0,25
12 B. Uitvoer naar Porto-Rico: 1. roomkaas 2. volvette natuurkaas met uitzondering van lunchkaas 3. 4 0 + broodkaas 4. 4 0 + baby-Edammerkaas 5. overige soorten 4 0 + natuurkaas 6. gesmolten kaas
0,09 0,09 0,21 0,05 0,21 0,15
15. Besluit tot wijziging van het Besluit P.Z. 1963. Toeslag kaas Venezuela Vb.Bo. 1963, afl. 43, nr. Z 169. Bij dit besluit is, gezien de omstandigheid dat het met het oog op het behoud van de Venezolaanse markt voor de afzet van Nederlandse kaas niet mogelijk was de verhoging van de kaasprijzen volledig door te berekenen aan de afnemers in Venezuela, de toeslag over na 30 september 1963 voor dat land uitgevoerde kaas verhoogd met f 0,12 per kg netto. 16. Besluit tot wijziging van het Besluit P.Z. 1962, toeslag uitgevoerde gecondenseerde melk, Vb.Bo. 1963, afl. 43, nr. Z 170. Aangezien de toeslagregeling voor naar bepaalde markten uitgevoerde gecondenseerde melk een gunstig effect heeft op de uitvoer aan die markten en het van groot belang is te achten de verkregen positie op die markten te handhaven, is de betrokken regeling bij dit besluit verlengd tot ultimo april 1964.
veelheden Nederlands (e) melkpoeder en blokmelk met een vetgehalte van ten minste 12 pet. een vergoeding wordt verleend, waarvan het bedrag gelijk is aan de toeslag die het Produktschap voor Zuivel verleent bij de uitvoer van bedoeld melkpoeder en blokmelk in verpakkingseenheden van 7 kg en meer. 22. Wijziging II Verordening verwerkingsrestitutie granen 1958, Vb.Bo. 1963, afl. 47, nr. GZP 151. Bij deze verordening wordt de verwijzing naar de Verordening invoerheffing en uitvoervergoeding granen 1958 vervangen door een verwijzing naar de daarvoor in de plaats getreden Verordening invoerheffing en uitvoervergoeding granen 1963. 23. Verordening vergoeding inlands melkpoeder verwerkt in cacao- en chocoladeprodukten bestemd voor export 1963, Vb.Bo. afl. 47, nr. AKK 22. Deze verordening behelst een verlenging na 23 maart 1963 van de regeling volgens welke ter zake van de export van cacao- en chocoladeprodukten over de daarin verwerkte hoeveelheden Nederlands(e) melkpoeder en blokmelk met een vetgehalte van ten minste 12 pet. een vergoeding wordt verleend, waarvan het bedrag gelijk is aan de toeslag die het Produktschap voor Zuivel verleent bij de uitvoer van bedoeld melkpoeder en blokmelk in verpakkingseenheden van 7 kg en meer.
17. Besluit tot wijziging van het Besluit P.Z. 1961, toeslag boter voor export en proviandering van zeeschepen en vliegtuigen, Vb.Bo. 1963, afl. 45, nr. Z 177. Met ingang van 1 oktober 1963 geschieden krachtens dit besluit de betalingen van de in het Besluit P.Z. 1961, toeslag boter voor export en proviandering van zeeschepen en vliegtuigen bedoelde toeslagen rechtstreeks aan degenen, die aan uitklaring onderworpen zeeschepen of vliegtuigen bevoorraden.
24. Zuivelverordening 1963, Uitkeringen Zuivelfonds XIV A, Vb.Bo. afl. 48, nr. Z 186. Deze verordening, die — evenals de onder 19 genoemde — slechts betrekking heeft op het tijdvak van 3 november 1963 tot en met 4 april 1964 -— bevat de gebruikelijke bepalingen omtrent de uitbetaling, de doorbetaling en de vermelding op melkbriefjes van uitkeringen en voorschotuitkeringen uit het nieuwe Zuivelfonds XIV A.
18. Besluit tot intrekking van het Besluit P.Z., toeslag aangezuurde melk voor industriedoeleinden, Vb.Bo. 1963, afl. 45, nr. Z 178. Het Besluit P.Z. 1963, toeslag aangezuurde melk voor veevoederdoeleinden had de strekking om door middel van het verlenen van een toeslag de afzet van melkoverschotten voor veevoederdoeleinden te bevorderen. Aangezien er geen melkoverschotten meer waren, is in het onderhavige besluit met ingang van 3 november 1963 de bestaande regeling ingetrokken.
25. Besluit P.Z. 1963, Toeslag op ingeleverde boter, Vb.Bo. 1963, afl. 48, nr. Z 187. Gezien de verhoging van de inleveringsprijs voor boter meebracht, dat de vergoeding, welke wordt verleend over aan het Voedselvoorzieningsin- en verkoopbureau verkochte boter over het tijdvak gedurende hetwelk die boter voor rekening en risico van de verkoper in het koelhuis is opgeslagen geweest, moest worden verhoogd, is bij het onderhavige besluit de vergoeding van f 0,055 op f 0,06 per 100 kg per dag over bedoeld tijdvak gebracht.
19. Zuivelverordening 1963 Heffingen Zuivelfonds XIV A, Vb.Bo. 1963, afl. 45, nr. Z 181. Voor het tijdvak van 3 november 1963 tot en met 4 april 1964 werd wederom een Zuivelfonds — thans genummerd „XIV A" — ingesteld. De desbetreffende heffingsverordening is redactioneel en voor wat de heffingsbedragen betreft geheel gelijkluidend aan die van de Zuivelverordening 1963 Heffingen Zuivelfonds XIV, behoudens dan de evengenoemde data. 20. Verordening verwerkingsrestitutie tarwezetmeel 1963, Vb.Bo. 1963, afl. 47, nr. GZP 149. Overeenkomstig het bepaalde in de Verordening nr. 50/63 van de Raad van de E.E.G. wordt bij deze produktschapsverordening de aan de bereiders van zetmeel te verlenen binnenlandse restitutie op de verwerking van (tarwe)bloem tot zetmeel vastgesteld voor de periode van 1 juli 1963 tot 1 juli 1964. 21. Verordening vergoeding inlands melkpoeder verwerkt in consumptieprodukten bestemd voor export 1963, Vb.Bo. 1963, afl. 47, nr. GZP 150. Deze verordening behelst een verlenging na 23 maart 1963 van de regeling volgens welke ter zake van de export van brood, banketbakkerswerk e.d. over de daarin verwerkte hoe-
26. Wijziging II Verordening denaturatievergoeding inlandse tarwe 1962, Vb.Bo. 1963, afl. 49, nr. GZP 160. Bij deze verordening wordt de mogelijkheid geopend om ter zake van de denaturatie van tarwe óók met een hoger schotpercentage dan 15, een toeslag te verlenen en daarop kortingen toe te passen, tenzij het schotpercentage 9 of lager is. Voorts zijn de bedragen van de staffelvergoeding, die tot dusverre bij voorzittersbesluit werden vastgesteld, in de verordening zelf opgenomen. 27. Besluit tot wijziging van het Besluit P.Z. 1962 Toeslagen uitgevoerde Cheddarkaas, Vb.Bo. 1963, afl. 49, nr. Z 191. Bij dit besluit werden de exporteurs, die het hun op grond van artikel 3a, lid 1, van het Besluit P.Z. Toeslagen uitgevoerde Cheddarkaas toegekende contingent Cheddarkaas niet vóór 20 oktober 1963 hadden uitgevoerd, in de gelegenheid gesteld het restant vóór 1 januari 1964 uit te voeren. Daarenboven konden in het tijdvak van 20 oktober 1963 tot en met 31 december 1963 nog 270 ton Cheddarkaas naar Engeland worden uitgevoerd. Van genoemd kwantum is 10 pet. gereserveerd ten behoeve van nieuwe exporteurs en van exporteurs die hun contingent hebben uitgeput en die aantonen over orders te beschikken;
13 de rest van dit kwantum is verdeeld onder de exporteurs naar rato van de door hen in het tijdvak van 1 januari 1963 tot en met 30 september 1963 naar Engeland uitgevoerde hoeveelheden Cheddarkaas. 28. Verordening tot wijziging der Zuivelverordening 1959, Heffing Melkpoeder, Vb.Bo. 1963, afl. 50, nr. Z 194. In verband met de verhoging van de verrekenprijs voor consumptiemelk en de verhoging van de basisprijs, die uit het nieuwe niveau van de afleveringsprijzen voortvloeit, is bij het onderhavige besluit de binnenlandse afleveringsheffing op nietmager melkpoeder daaraan aangepast: de bestaande heffingsbedragen die voor melkpoeder met een vetgehalte in de droge stof van meer dan 2 pet. t / m 12,5 pet., meer dan 12,5 pet. t / m 29 pet., meer dan 29 pet. t / m 45 pet. en meer dan 45 pet. per 100 kg respectievelijk bedroegen f54,50, f69,65, f90,65 en f 123,75, werden gewijzigd respectievelijk in f 49,75, f 63,75, f 83,20 en f 118,50. 29. Besluit tot wijziging van het Besluit P.Z. 1962 Toeslag uitgevoerde gecondenseerde melk, Vb.Bo. 1963, afl. 51, nr. Z 196. Aangezien de toeslagregeling voor naar bepaalde markten uitgevoerde gecondenseerde melk een gunstig effect had op de uitvoer naar die markten en het van groot belang werd geacht de verkregen positie op die markten te handhaven, werd bij het onderhavige besluit deze toeslagregeling verlengd tot ultimo oktober 1964. 30. Besluit P.Z. 1963, Produktietoeslag ingedikte melk, Vb.Bo. 1963, afl. 51, nr. Z 198. De verhoging van de inleveringsprijzen van boter, kaas en mager melkpoeder hadden ten gevolge, dat voor fabrikanten van ingedikte melk de prijs van de grondstof melk hoger werd. Aangezien het niet mogelijk werd geacht de daarvan verhoogde produktiekosten van ingedikte melk bij uitvoer volledig voor te berekenen aan de afnemers, wordt krachtens het onderhavige besluit een produktietoeslag verleend op niet-mager ingedikte melk, geproduceerd in het tijdvak van 17 november 1963 tot en met 31 oktober 1964, tot een bedrag van f3,50 per 100 kg netto. 31. Besluit tot wijziging van het Besluit P.Z. 1963, Toeslag uitgevoerd melkpoeder en andere vaste melkprodukten, Vb.Bo. 1963, afl. 51, nr. Z 199. De verhoging van de inleveringsprijzen voor boter, kaas en mager melkpoeder had ten aanzien van de grondstof melk een prijsverhogend effect. Het bij export van niet-mager melkpoeder te realiseren prijspeil wordt vrijwel geheel beheerst door de in het internationale gentlemen's agreement overeengekomen minimumexportprijs. Over tot 3 november 1963 geproduceerd niet-mager melkpoeder werd een exporttoeslag verleend van f 7 per 100 kg netto. Krachtens het onderhavige besluit is deze toeslag voor niet-mager melkpoeder, dat wordt geproduceerd en uitgevoerd in het tijdvak van 3 november 1963 tot en met 15 februari 1964 verhoogd tot f20,40 per 100 kg netto voor melkpoeder met een vetgehalte van 12 pet. in de melkdrogestof. Voor melkpoeder met een hoger vetgehalte dan 12 pet. wordt genoemd
bedrag verhoogd met f 0,40 per procent vet per kg netto; dit vloeit voort uit de verhoging van de boter(melkvet)prijs. Voor blokmelk en door het produktschap aan te wijzen andere vaste melkprodukten, die in genoemd tijdvak zijn geproduceerd en uitgevoerd, zullen overeenkomstige toeslagen worden vastgesteld. Aangezien het lopende gentlemen's agreement 15 februari 1964 als einddatum heeft, zijn bovenbedoelde toeslagen voorshands vastgesteld voor in het tijdvak van 3 november 1963 tot en met 15 februari 1964 geproduceerd en uitgevoerd niet-mager melkpoeder. Dit is eveneens het geval met betrekking tot de nader vast te stellen toeslagen op blokmelk en andere vaste melkprodukten. 32. Besluit tot wijziging van het Besluit P.Z. 1962, Toeslag uitgevoerde kaas, Vb.Bo. 1963, afl. 51, nr. Z 2 0 1 . Aangezien de verhoogde kaasprijzen niet volledig aan de afnemers in bepaalde gebieden, behorende tot de z.g. ,,landengroep-3" konden worden doorberekend, werden de toeslagen, welke worden verleend ter zake van de uitvoer van kaas naar die gebieden bij het onderhavige besluit met ingang van 16 november 1963 verhoogd met f 0,13 per kg. 33. Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit P.Z. 1963, Exporttoeslag Cheddarkaas III, Vb.Bo. 1963, afl. 5 1 , nr. Z 2 0 2 . Krachtens dit besluit wordt de exporttoeslag op na 18 oktober 1963 naar Engeland uitgevoerde Cheddarkaas voorlopig op f 0,18 per kg netto gehandhaafd. 34. Besluit P.Z. 1963, Produktietoeslag magere ingedikte melk, Vb.Bo. 1963, afl. 51, nr. Z 207. De verhoging van de inleveringsprijzen van boter, kaas en mager melkpoeder had ten gevolge, dat voor de fabrikanten van ingedikte melk de prijs van de grondstof melk duurder werd. Aangezien het niet mogelijk werd geacht de daarvoor verhoogde produktiekosten van mager ingedikt melkpoeder bij uitvoer volledig door te berekenen aan de afnemers, zal krachtens het onderhavige besluit een produktietoeslag worden verleend op magere ingedikte melk, geproduceerd in het tijdvak van 17 november 1963 tot en met 31 oktober 1964, tot een bedrag van f 1,50 per 100 kg netto. 35. Besluit tot wijziging van het Besluit P.Z. 1962 Toeslagen uitgevoerde Cheddarkaas, Vb.Bo. 1963, afl. 52, nr. Z 212. De produktietoeslag op uitgevoerde Cheddarkaas werd tot dusver gebaseerd op de hoogste Leeuwarder notering voor Goudse kaas, terwijl het sedert enige tijd gebruikelijk was, dat Goudse kaas werd verhandeld tegen een prijs, welke boven de Leeuwarder notering ligt. Daarom wordt krachtens het onderhavige besluit bij de bepaling van de produktietoeslag op uitgevoerde Cheddarkaas uitgegaan van de gemiddelde marktprijs voor jonge Goudse fabriekskaas andere dan Noodhollandse kaas. Noordhollandse kaas heeft immers een eigen markt en pleegt te worden verhandeld tegen hogere prijzen dan voor andere Goudse fabriekskaas worden betaald. De Minister van Landbouw
en Visserij,
B. W. BIESHEUVEL.
14 VERSLAG over het vierde kwartaal 1963 van het Vocdselvoorzicningsin- en verkoopbureau te 's-Gravenhage Algemeen Overeenkomstig het gestelde in artikel 35, 2de lid, van de Landbouwwct volgt hierna het verslag over het vierde kwartaal 1963. Granen Inlandse tarwe, oogst 1963 Op 9 oktober 1963 werd door het bureau in overleg met het Produktschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten en vertegenwoordigers van landbouw, handel en industrie het landelijk doorsneemonster van consumptiewaardige inlandse tarwe van de oogst 1963 vastgesteld. Van de mogelijkheid tot levering aan het bureau van inlandse tarwe van de oogst 1963 werd tot het einde van de verslagperiode geen gebruik gemaakt. Om in aanmerking te komen voor de door het Produktschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten in uitzicht gestelde vergoeding op inlandse tarwe van de oogst 1963, bestemd voor veevoeder, werd door de handel onder toezicht van het bureau tot ultimo december 1963 circa 25 000 ton tarwe gedenatureerd. Zuivel Boter, produktie 1963 De per 1 oktober 1963 nog bij het bureau aanwezige voorraad van 43 ton werd gedurende het vierde kwartaal 1963 geruimd met bestemming industriële verwerking. Boter, produktie 1964 De voorwaarden en de prijzen van de inleveringsregeling voor het seizoen 1964 werden op 31 oktober 1963 aan belanghebbenden medegedeeld. Tot 31 december d.a.v. kwamen geen aanbiedingen bij het bureau binnen. Buitenlandse boter Amerikaanse boter Van de ir. het vorige kwartaal gecontracteerde 4000 ton Amerikaanse boter, levering oktober 1963 tot en met februari 1964, werd in het vierde kwartaal 1963 geleverd. . 1626 ton en doorverkocht aan de handel 1576 ton zodat per 31 december 1963 nog bij het bureau aanwezig was
50 ton
Franse boter Op 5 november werd de handel in de gelegenheid gesteld door hen te importeren boter aan het bureau aan te bieden. Gecontracteerd werd voor levering vóór 20 november 1963 500 ton, waarop werd geleverd 432 ton en verkocht aan de handel 237 ton Per 31-12-63 lag nog voor rekening van het bureau opgeslagen
195 ton
Melkpoeder De voorwaarden en prijzen, genoemd in de inleveringsregeling voor het seizoen 1963/1964 werden op 31 oktober aan belanghebbenden medegedeeld. Tot 31 december 1963 werden geen partijen melkpoeder ter overname aan het bureau aangeboden. Kaas Goudse kaas, produktie 1961 en 1962 De voorraad, opgeslagen voor rekening van het bureau beliep per 1 oktober 1963 2701 ton Gedurende het vierde kwartaal 1963 werd op de bekend gemaakte condities afgeleverd voor export 765 ton
verkocht aan de handel voor binnenlands verbruik 109 ton verkocht aan kaasverwerkers voor verwerking tot smeltkaas 174 ton terwijl de voorraad door indroog op afgeleverde kaas verminderde met 207 ton 1255 ton De voorraad (opslaggewicht) per 31 december 1963 beliep derhalve terwijl op deze datum nog leveringsverplichtingen liepen tot een hoeveelheid van 752 ton.
1446 ton
Goudse kaas, produktie 1963/1964 Op 31 oktober 1963 werden aan belanghebbenden de voorwaarden en de prijzen medegedeeld van de inleveringsregeling voor Goudse fabrieks- en boerenkaas, seizoen 1964. Aanbiedingen werden door de handel tot 31 december 1963 aan het bureau niet gedaan. Cheddarkaas Overnameregeling 1961 De voorraad (opslaggewicht) per I oktober 1963 beliep Gedurende de verslagperiode werd op de bekend gemaakte voorwaarden verkocht voor export naar en verwerking door buitenlandse kaassmelters 932 ton en verkocht aan de binnenlandse kaasverwerkende industrie 776 ton terwijl de voorraad door indroog op afgeleverde kaas verminderde met 25 ton
1868 ton
1733 ton De voorraad (opslaggewicht) per 31 december was derhalve Aangezien er per deze datum nog leveringsverplichtingen lopen voor 135 ton heeft het bureau per ultimo 1963 geen onverkochte voorraad meer. Overnameregeling 1962/1963 Per 1 oktober 1963 was de voorraad van het bureau In de verslagperiode werd overgenomen 116 ton en verkocht aan kaasverwerkehde bedrijven in het binnenland 100 ton
135 ton
174 ton
16 ton De voorraad per ultimo 1963 beliep derhalve
190 ton
Aankoopregeling Cheddarkaas 1964 Op 28 november 1963 werden de voorwaarden bekend gemaakt, waarop belanghebbenden in de gelegenheid werden gesteld 5 0 + Cheddarkaas aan het bureau aan te bieden met de verplichte gelijktijdige terugkoop. Door het bureau werden transacties aangegaan tot een hoeveelheid van 3000 ton. Suiker Aankoop buitenlandse suiker Van de gecontracteerde hoeveelheden te importeren suiker, zoals vermeld in het vorige kwartaalverslag, werden in het vierde kwartaal 1963 geleverd 3500 ton Engelse witsuiker en 30 000 ton Cuba ruwsuiker. Na aankomst werden deze partijen op basis van de binnenlandse prijs doorverkocht aan de suikerindustrie. Voedselvoorzieningsin-
en
verkoopbureau,
H. van Dommelen, Directeur.