Inhoudsopgave
Woord vooraf
3
1 Inleiding
4
2 Beleid en strategie Jeugdbescherming
7
3 Management van processen
20
4 Management van middelen
26
5 Waardering door cliënten en maatschappij
29
6 Cultuur, Leiderschap, management van personeel en waardering door het personeel
33
Bijlage I: Doelgroepen William Schrikker Groep
38
Bijlage II: Diensten Jeugdbescherming
39
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
2
Woord vooraf Met genoegen bied ik u het jaarverslag 2009 van de William Schrikker Jeugdbescherming aan. Het is een enerverend jaar geweest. Een jaar vol veranderende en innoverende processen. Zowel binnen onze organisatie als daar buiten. Met de komst van de nieuwe bestuurder, Peter Kouwenberg in oktober 2008, heeft het thema van 2009 ‘verbinden’ meerdere interpretaties gekend. Het thema verbond de verschillende RVE’s binnen de William Schrikker Groep, maar het verbond ook de uitgezette Strategische Koers 2008 - 2012 in een vijftal Programma’s. Door de komst van één van de Programma’s werden er bovendien veel verbindingen gelegd met ketenpartners. Deze Programma’s stonden centraal in het gevoerde beleid van de William Schrikker Groep. De William Schrikker Jeugdbescherming is in navolging van vorige jaren met 15% opnieuw fors gegroeid. Zij voert op dit moment 20% van alle jeugdbeschermingsmaatregelen uit. Het doel van deze Programma’s is de basis te leggen voor een evenwichtige ontwikkeling van de organisatie. Een ander doel is om onze unieke positie wat betreft de LVB-expertise (licht verstandelijk beperkten) verder door te ontwikkelen. Voor zowel de cliënt als de werknemer. Hoe wij dat hebben gedaan, zult u zo direct lezen. Aan de hand van de hoofdstukindeling van het jaarplan 2009 zult u meegenomen worden door alle onderwerpen die het afgelopen jaar hebben gespeeld. De meeste van deze Programma’s zijn eind 2009 afgerond en een deel van de uitkomsten is input geweest voor ons jaarplan en werkplan 2010. Ikzelf ben sinds oktober 2009 binnen de William Schrikker Groep aangetreden. De organisatie maakte op mij vanaf het eerste moment een bijzonder energieke indruk. Er wordt met veel inzet gewerkt, medewerkers hebben het hart op de goede plaats, de betrokkenheid bij de doelgroep is groot. Men is trots op zijn werk en om bij de ‘Schrikker’ te werken, de deskundigheid is groot. Er is in 2009 veel gezaaid en ik hoop dat 2010 een goed oogstjaar wordt! De opbrengst daarvan kunt u in ons volgende jaarverslag lezen!
Joop Simons Directeur William Schrikker Jeugdbescherming a.i. April 2010
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
3
1
Inleiding
Voor u ligt het jaarverslag 2009 van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming (verder William Schrikker Jeugdbescherming). In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens ingegaan op: • De juridische structuur • De missie en visie • Het gevoerde meerjarenbeleid
1.1
Juridische structuur
De William Schrikker Jeugdbescherming is onderdeel van de Stichting William Schrikker Groep (verder William Schrikker Groep), opgericht in december 2003 en actief per 1 januari 2004. De William Schrikker Groep is gevestigd in Amsterdam en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam onder nummer 34200840. De volgende onderdelen ressorteren als aparte Resultaat Verantwoordelijke Eenheid (RVE) onder de William Schrikker Groep: - De William Schrikker Jeugdbescherming - De Wiiliam Schrikker Jeugdreclassering - De William Schrikker Pleegzorg - Het Expertisecentrum Jeugdzorg-Gehandicaptenzorg William Schrikker De Jeugdbescherming en Jeugdreclassering zijn opgenomen in een gezamenlijk stichting. De Pleegzorg en het Expertisecentrum zijn opgenomen in aparte stichtingen. De William Schrikker Groep kent daarnaast een Servicecentrum. De William Schrikker Jeugdbescherming en Jeugdreclassering werken sinds de invoering van de Wet op de jeugdzorg in 2005 onder mandaat van de Bureaus Jeugdzorg. Hieronder is het organogram van de organisatie weergegeven:
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
4
1.2
Missie en visie
De William Schrikker Groep is een landelijk werkende instelling met een aanbod voor specifieke doelgroepen (zie bijlage 1). Zij omschrijft haar missie als volgt: De William Schrikker Groep stelt de onbedreigde ontwikkeling van het kind centraal. Juist voor kinderen met een beperking en kinderen van ouders met een beperking is specialistische ondersteuning nodig wanneer opvoed- en opgroeiproblemen ontstaan. Het is ons doel om – ook als dat moeilijk gaat – kinderen en ouders maximaal voor elkaar te behouden. De William Schrikker Groep steunt ouders en kinderen waar mogelijk en neemt zorg over waar nodig. Daarbij is steeds een individuele aanpak op maat nodig, toegesneden op het kind, de ouder, de beperking en de mogelijkheden en krachten van de cliënt en diens omgeving.
De visie van de William Schrikker Groep: Mensen met een beperking zijn volwaardige burgers. Hun beperking maakt dat zij ondersteuning nodig hebben, soms levenslang en levensbreed. De William Schrikker Groep biedt deze ondersteuning wanneer het gaat om opgroeien en opvoeden. Kinderen hebben een veilige en goede opvoedomgeving nodig om zich maximaal te kunnen ontwikkelen. Wanneer die ontwikkeling ernstig bedreigd wordt, grijpt de samenleving in. In situaties waarin dit ingrijpen kinderen en/of ouders met een beperking betreft, is specialistische hulp en ondersteuning nodig. De William Schrikker Groep heeft kennis van, en ervaring met opvoedsituaties waarin een beperking een rol speelt. De William Schrikker Groep biedt hulpverlening waarbij het kind veilig is en de ouders maximaal hun ouderschap kunnen invullen. De meest geëigende omgeving daarvoor is het eigen gezin; een (netwerk)pleeggezin wordt ingezet als die primaire opvoedomgeving niet voldoende kan worden hersteld. Soms is uithuisplaatsing in een andere omgeving noodzakelijk. Indien kinderen uit onze doelgroep van het rechte pad raken, kunnen wij via onze Jeugdreclassering hulp, specialistische ondersteuning en toezicht bieden. Gezamenlijk met de William Schrikker Jeugdreclassering, William Schrikker Jeugdbescherming, William Schrikker Pleegzorg, Expertisecentrum William Schrikker en Servicecentrum William Schrikker wordt er aan excellente zorg voor onze cliënten gewerkt. De gezamenlijke expertise wordt landelijk en regionaal ter beschikking gesteld aan de vraag die zich voordoet.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
5
1.3
Meerjaren beleid
Het meerjarenbeleid van de William Schrikker Groep is verwoord in de ‘Strategische Koers 2008-2012’. Dit meerjarenbeleid is sinds eind 2008 vertaald in een vijftal concrete Programma’s, die samen het organisatie ontwikkelingsbeleid vormen: Programma Strategisch Samenwerken Programma Besturingssysteem Programma Verbindend Werken Programma Professionaliseren Programma Attitude Na een periode van sterke groei was het tijd om bijzondere aandacht te besteden aan de interne organisatie, in combinatie met het gezamenlijk zo optimaal mogelijk blijven aansluiten op de individuele hulpvraag onder aan onze zorgen toevertrouwde cliënten. Via deze vijf Programma’s wordt het ingezette beleid van de William Schrikker Groep gecontinueerd, aangescherpt en doorontwikkeld met als doel de kwaliteit van (de gespecialiseerde) zorg te waarborgen, de financiële huishouding gezond te houden en de bedrijfsprocessen te optimaliseren. Het jaarthema van 2009 was “Verbinden”; verbinden tussen de RVE’s onderling, verbinden van binnen naar buiten en verbinden van onder naar boven (bottom-up en vice-versa).
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
6
2
Beleid en strategie Jeugdbescherming
In dit hoofdstuk worden de hoofdlijnen van het inhoudelijk beleid en de strategie van de William Schrikker Jeugdbescherming in 2009 beschreven. Achtereenvolgens wordt ingegaan op: • Visie William Schrikker Jeugdbescherming • Organisatiestructuur en diensten • Beleid en strategie • Projecten en pilots
2.1
Visie en doelstellingen
Visie Als afgeleide van de missie en visie van de William Schrikker Groep heeft de Willam Schrikker Jeugdbescherming ten aanzien van haar werkzaamheden de volgende visie ontwikkeld. De William Schrikker Jeugdbescherming biedt haar diensten aan bij ernstige opvoedingsproblemen waarin de kinderrechter een jeugdbeschermingsmaatregel heeft uitgesproken. Hierbij stelt zij te allen tijde het kind centraal en richt zij zich op het systeem rond het kind en streeft zij naar opvoeding in gezinsverband, bij voorkeur in het gezin van herkomst. Doelstellingen Uit de visie van de William Schrikker Jeugdbescherming volgen de doelstellingen, die zich als volgt laten omschrijven: - Het verlenen van jeugdzorg waarop krachtens de Wet op de jeugdzorg aanspraak bestaat - Het duurzaam verzorgen en begeleiden van jeugdigen, die als gevolg van een stoornis en/of beperking een blijvende handicap ondervinden in hun ontwikkeling tot zelfstandigheid, en van jeugdigen met ouders met een beperking waarvoor specialistische hulp noodzakelijk is - Het inzetten van gespecialiseerde werkers om de opvoedingssituatie thuis te herstellen - Het ondersteunen van instellingen en instituties op het gebied van de jeugdzorg en de gehandicaptenzorg.
2.2
Organisatiestructuur en diensten
De William Schrikker Jeugdbescherming werkt in vijf regio’s. De regio’s zijn: Noordwest-Nederland: Noord-Holland inclusief de grootstedelijke regio Amsterdam Noordoost-Nederland: Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Flevoland Midden-Nederland: Utrecht en Gelderland Zuidwest-Nederland: Zeeland en Zuid-Holland inclusief de grootstedelijke regio’s Rotterdam en Haaglanden Zuid-Nederland: Noord-Brabant en Limburg Het Management Team (MT) bestaat uit de Directeur Jeugdbescherming, vijf regiomanagers, een Programmamanager Inhoud en een directiesecretaris. Het Management Team wordt ondersteund door het directiesecretariaat Jeugdbescherming.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
7
William Schrikker Jeugdbescherming
Directeur Jeugdbescherming
Ondersteuning: Directiesecretaris Programmamanager inhoud
Regiomanager, Noordwest-NL
Regiomanager, Noordoost-NL
Directiesecretariaat
Regiomanager, Midden-NL
Regiomanager, Zuidwest-NL
Regiomanager, Zuid-NL
Regiosecretariaat Team- en Inhoudelijk manager
Team- en Inhoudelijk manager
Team- en Inhoudelijk manager
Kernteam (gezins)voogden Kernteam (gezins)voogden Kernteam (gezins)voogden
Diensten De William Schrikker Jeugdbescherming biedt de volgende diensten (voor nadere uitleg, zie bijlage 2): • Voorlopige ondertoezichtstelling • Ondertoezichtstelling • Voorlopige voogdij • Tijdelijke voogdij • Voogdij • Dubbele Maatregelen; een combinatie van een jeugdbeschermingsmaatregel met een jeugdreclasseringsmaatregel. Productie De William Schrikker Jeugdbescherming wordt gefinancierd op basis van het gemiddeld aantal jeugdigen aan wie jeugdbescherming is geboden in het voorafgaande jaar. Bij groei kan een beroep worden gedaan op de zgn. hardheidsclausule. Hiervoor dient in juni een aanvraag te worden ingediend met hierin een prognose van de te verwachten groei. De William Schrikker Jeugdbescherming heeft in 2009 wederom een beroep gedaan op de hardheidsclausule. De in juni 2009 aangevraagde groei is volledig gehonoreerd. Uitgedrukt in euro’s is de in juni geprognosticeerde groei bijna volledig gerealiseerd, waarbij er wel verschuivingen tussen de verschillende maatregelen hebben plaatsgevonden. Overzicht kwantitatieve gegevens Jeugdbescherming:
OTS < 1 jaar
Subsidie 2009 1.750
Gem. 2009 1.750
31-122009 1.860
Gem. 2008 1.531
Gem. 2007 1.265
OTS > 1 jaar
4.600
4.545
4.770
4.029
3.617
Voogdij
1.018
1.103
1.227
940
840
Voorlopige Voogdij
24
21
23
22
14
Voortgezette hulpverlening
5
5
5
5
5
Totaal Jeugdbescherming
7.397
7.424
7.885
6.527
5.741
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
8
Voor een nadere detaillering van de subsidie 2009 wordt verwezen naar de jaarrekening 2009 van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming. Het aantal maatregelen op 31 december 2009 is reeds 6% hoger dan het gemiddelde aantal maatregelen in 2009; naar verwachting zal in 2010 wederom een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule. 2.3
Beleid en strategie
Het beleid van de William Schrikker Jeugdbescherming is voor een groot deel afhankelijk van de besluiten die de overheid neemt of genomen heeft op het terrein van de jeugdzorg, de gehandicaptenzorg en specifiek de jeugdbescherming. Ook de besluiten die door het IPO en het branchebestuur Bureaus Jeugdzorg van de MOgroep worden genomen, kunnen er voor zorgen dat hier creatief en flexibel op ingespeeld moet worden. Een voorbeeld hiervan in 2009 was de door het Ministerie opgelegde aanscherping van de toetsende taak door de Raad van de Kinderbescherming en de versnelde invoering van de risicotaxatie bij thuiswonende kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel. Dat betekende voor het beleid dat het implementatietraject van het risicomanagement gewijzigd moest worden. Er is een themapakket Toetsende Taak gemaakt dat in ieder team, in aanwezigheid van een Raadsmedewerker, is besproken. Dit heeft een positieve uitwerking gehad op de samenwerking. Wel vragen de administratieve werkzaamheden voor de toetsende taak extra tijd van de gezinsvoogd en van het secretariaat. Het onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg naar de uitvoering van risicomanagement in oktober 2009 heeft uitgewezen dat de implementatie van het risicomanagement goed is gegaan. De William Schrikker Jeugdbescherming scoorde op 12 indicatoren 12 keer positief. Een ander voorbeeld was de invoering van de scheiding tussen civielrechtelijk en strafrechtelijk geplaatste jeugdigen in de instellingen. Deze scheiding werd al van kracht per 1 september 2009 in plaats van 1 januari 2010. Door deze strikte scheiding al in september in te voeren, waren gesloten jeugdzorginstellingen niet allemaal gereed voor gebruik. Dit betekende een capaciteitstekort en lange wachtlijsten. Gezinsvoogden zijn op deze manier veel tijd kwijt geweest met het zoeken naar een geschikte plek en het bedenken van ‘creatieve’ oplossingen. Deze oplossingen pasten niet altijd in ons beleid. Naast bovengenoemde besluiten is het beleid intern aangestuurd door de Strategische Koers (2008-2012) en de daaruit voortvloeiende vijf Programma’s zoals genoemd in hoofdstuk 1.3. In het jaarplan 2009 zijn de tien punten van de strategische koers en het daaruit voortvloeiende beleid beschreven. Er is voor gekozen om vijf speerpunten uitgebreid in het werkplan Jeugdbescherming op te nemen en daaraan SMART-geformuleerde doelstellingen te koppelen. Naast deze speerpunten is tevens rekening gehouden met de zes belangrijkste aanbevelingen uit het medewerkers tevredenheidsonderzoek (MTO). Het blijkt dat deze aanbevelingen aansluiten bij de vijf Programma’s. De aanbevelingen zijn omgezet in acties binnen bestaande projecten of binnen projecten die worden gestart.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
9
Hieronder staan de 6 aanbevelingen genoemd, met daarachter het bijbehorende onderwerp zoals in de strategische koers 2008-2012 is opgenomen. 1. Het nakomen van afspraken binnen de organisatie moet verbeterd worden: Programma Professionalisering 2. De klantgerichtheid naar de interne klanten moet verbeterd worden: Programma Besturingssysteem 3. De medewerkers moeten meer mogelijkheden krijgen om zich in het werk verder te kunnen ontwikkelen: Programma Professionalisering 4. De loopbaanmogelijkheden voor medewerkers moeten ruimer worden: Programma Professionalisering 5. Leidinggevenden moeten vaker naar hun medewerkers een blijk van waardering geven. Het is in onze organisatie niet de cultuur om complimenten naar medewerkers uit te delen: Programma Professionalisering en Programma Attitude 6. Medewerkers moeten beschikken over voldoende en juiste hulpmiddelen om hun werk naar behoren te kunnen uitvoeren: Programma Verbindend Werken In het stuk hieronder zullen alle punten van de Strategische Koers uit het jaarplan 2009 aan de orde komen. Doordat deze zijn vertaald in vijf concrete Programma’s zullen ze beschreven worden onder één van de vijf Programma’s. Programma Professionalisering Het Programma Professionalisering richt zich op drie resultaatsgebieden. - Het resultaat op het soort professional. Dat wil zeggen dat de professional aanspreekbaar is en zijn verantwoordelijkheid neemt. Bovendien voelt de professional zich door het management beschermd en gefaciliteerd. Er wordt een balans gecreëerd tussen het beheersparadigma en betrokkenheidparadigma. - Het resultaat op inhoud en waardering van het beroep door de professional. Dat wil zeggen dat de ervaren werkdruk is verminderd, door onder andere de bureaucratie te verminderen. De professional voelt zich trots en ervaart meer werkvreugde. - Het resultaat voor de cliënt. Dat wil zeggen dat de cliënt kan rekenen op een professional die nadenkend, deskundig en present is. En bovendien kan de cliënt rekenen op beslissingen op basis van eigen verantwoordelijkheid van de professional. Het Programma richt zich dus zowel op de individuele medewerker alsmede op de gehele organisatie. De volgende punten uit de Strategische Koers vallen hier onder: • Professionaliseren: dynamisch en interactief Het verwerven, vergroten en verspreiden van kennis staat centraal binnen de William Schrikker Groep. Dat principe geldt zowel bij de selectie van nieuwe mensen als bij het creëren van een ‘lerende organisatie’. Kruisbestuiving tussen organisatieonderdelen van de William Schrikker Groep is onmisbaar. Een doelstelling in 2009 was dat alle medewerkers van de William Schrikker Jeugdbescherming zouden werken volgens de Deltamethodiek, de motor van de professionaliseringslag. Deze doelstelling is gehaald. Het Expertisecentrum William Schrikker heeft een aanvulling op de Deltamethodiek jeugdbescherming geschreven zodat deze toepasbaar is bij cliënten met een beperking. Ter aanvulling heeft het Expertisecentrum William Schrikker een passend trainingsaanbod ontwikkeld. De casuïstiekbespreking is ingevoerd in de kernteams.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
10
De interne opleiding (Lotje) is uitgebreid en aangepast aan de Deltamethodiek. In hoofdstuk 3 van het jaarverslag zal dieper worden ingegaan op de implementatie van de Deltamethodiek. De William Schrikker Jeugdbescherming heeft zich in 2009 bewezen als ‘lerende organisatie’ door twee keer een interne audit af te nemen en de verbeterideeën en evaluaties om te zetten in beleidsveranderingen. Voorbeelden hiervan worden beschreven in hoofdstuk 3 van het jaarverslag. •
Medewerkers: het hart van de organisatie Bij de William Schrikker Groep zijn de medewerkers het kapitaal van de organisatie. Belangrijk is dat de medewerkers succesvol zijn en kunnen groeien in hun werk. Daar waar zojuist aandacht was voor de implementatie van de Deltamethode, is nu aandacht voor de persoonlijke kracht van kwaliteiten van de medewerkers. Dat kan uiteraard alleen wanneer de basis voldoende is ontwikkeld. In 2009 is er voor alle medewerkers van de Jeugdbescherming een strategisch leerplan gemaakt zodat kennis en vaardigheden uitgebreid, opgefrist en up-to-date blijven. Klinische lessen en opleidingsdagen zijn goed bezocht. Een uitgebreid verslag staat in hoofdstuk 3. Er is een aantal LVG-trainingen gegeven in het najaar van 2009. Deze was bedoeld voor alle medewerkers van de William Schrikker Groep. De trainingen zijn goed bezocht en de reacties waren positief. De doelstelling om inhoudelijk managers op te leiden in een zogenoemde ‘kweekvijver’ is gehaald. Het expertisecentrum heeft een traject ontwikkeld voor gezinsvoogden met een gedragswetenschappelijke achtergrond.
•
Expertise: internationale uitwisseling en stages Dit punt sluit aan bij zowel dit Programma als bij het Programma Strategisch Samenwerken. Kennis opdoen in het buitenland bij internationale samenwerkingspartners is zowel leerzaam voor de organisatie qua beleid als voor de individuele werker qua werkwijze. Het doel om expertise in te winnen over de diversiteit en de herkomst van verschillende jeugdigen en hun ouders is behaald. Door met een collega (instantie) informatie uit te wisselen verrijkt de organisatie haar expertise. Zeker wanneer dat in Curaçao en in Suriname is wat betreft onze diverse doelgroep. In 2009 hebben tien gezinsvoogden, jeugdreclasseringswerkers en pleegzorgwerkers van de William Schrikker Groep gedurende zes weken een leer- werktraject uitgevoerd bij diverse jeugdzorgorganisaties op Curaçao en in Suriname.
Programma Strategisch Samenwerken Dit Programma is gericht op de samenwerking van de William Schrikker Groep met hun ketenpartners. Eén van de doelstellingen binnen dit Programma is dat de strategische samenwerking een bijdrage aan de beleidsbeïnvloeding met betrekking tot de continuïteit van de William Schrikker Groep levert. Een andere doelstelling van het Programma is dat de William Schrikker Groep haar strategische samenwerkingspartners kent en met deze partners een formele overeenkomst heeft, een zogenoemde intentieverklaring. De inhoud en het beheer van de samenwerkingsrelatie met haar partners is beschreven en verankerd in het kwaliteitssysteem.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
11
De volgende punten uit de Strategische Koers vallen hieronder: • Innovatie: vraaggericht zorgaanbod Het is de overtuiging van de William Schrikker Groep dat jeugdigen met een beperking en jeugdigen van ouders met een beperking, die in ernstige opvoedingsnood verkeren, recht hebben op en gebaat zijn bij bijzondere zorg. In 2009 heeft de William Schrikker Jeugdbescherming, in het kader van het Programma Strategisch Samenwerken, samen met samenwerkingspartners de kwaliteit van hulpverlening geëvalueerd en verbeterd. Het doel van Strategisch Samenwerken is het ondertekenen van een intentieverklaring tot samenwerken. Hierin worden de activiteiten, visies op hulpverlening, inhoud van de samenwerking en de kwaliteit van hulpverlening die zijn besproken vastgelegd. Deze ontwikkelingen zijn goed voor de organisatie maar ook voor de werkwijze van de medewerker. De hulpverlening gaat sneller wanneer er duidelijke afspraken zijn gemaakt. Een voorbeeld hiervan is de intentieverklaring die getekend tussen gesloten jeugdzorg instelling Almata (voorheen Den Engh) en de William Schrikker Jeugdbescherming. In deze verklaring zijn procesafspraken gemaakt over de wijze van plaatsing van jeugdigen, over de samenwerking en communicatie gedurende de hulpverlening en over de wijze waarop wordt samengewerkt bij de uit- of doorplaatsing van jeugdigen. Een ander mooi voorbeeld van samenwerken is naar voren gekomen in de casus baby Hendrikus. Baby Hendrikus kon toch door zijn biologische ouders verzorgd worden doordat de samenwerking tussen William Schrikker Jeugdbescherming en ’s-Heerenloo goed is verlopen. De bijeenkomsten met samenwerkingspartners waren niet alleen in Nederland. Ook op Curaçao is er in oktober een evaluatie en uitwisseling van werkwijzen tussen jeugdbeschermingorganisaties en de William Schrikker Jeugdbescherming geweest zoals eerder beschreven. De verbeterde samenwerking is ook binnen de RVE’s te zien. In 2009 heeft de William Schrikker Jeugdbescherming samengewerkt met de William Schrikker Jeugdreclassering in de pilot Dubbele Maatregelen. Een jeugdige met zowel een jeugdbeschermingsmaatregel als jeugdreclasseringsmaatregel wordt dan begeleid door 1 werker. In 2009 heeft de William Schrikker Jeugdbescherming ook samengewerkt met William Schrikker Pleegzorg om de samenwerking tussen beide RVE’s naar een professioneler niveau te brengen. Er is samen een plan geschreven waar in 2010 een themapakket aan wordt gekoppeld. Het doel is om het gezamenlijke doel voor het kind centraal te stellen en ieders expertise hieraan een bijdrage te laten leveren. •
Ambitie: schaalvergroting en samenwerking De William Schrikker Jeugdbescherming is een sterke partner binnen de zorgsector. Ten eerste vanwege de omvang van het aantal jeugdbeschermingsmaatregelen dat wordt uitgevoerd, de groei was tenslotte in 2009 15%. Maar zeker ook vanwege onze expertise. In 2009 is daar regelmatig gebruikt van gemaakt. De William Schrikker Jeugdbescherming heeft hier actief zelf een steentje aan bij gedragen door onder andere het Programma Strategisch Samenwerken. Echter is er ook regelmatig om onze expertise gevraagd. Tijdens landelijke overlegstructuren van de MO-Groep en tijdens regionale overlegstructuren. Ook incidenteel door bijvoorbeeld het geven van colleges en cursussen.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
12
Een voorbeeld is hiervan is het verzorgen van een workshop over Delta en LVB op een minisymposium in Drenthe met de provincie, Bureau Jeugdzorg Drenthe, Stichting Gereformeerde Jeugdzorg, Leger des Heils Jeugdzorg en Jeugdreclassering en de Raad voor de Kinderbescherming. De William Schrikker Jeugdbescherming neemt tevens deel aan landelijke pilots en projecten. Deze komen later in dit hoofdstuk aan bod. Door actief deel te nemen aan overleggen en cursussen kan de William Schrikker Jeugdbescherming beter inspelen op vernieuwing zoals het ontwikkelen van methodieken. Een voorbeeld hiervan in 2009 is door deel te nemen aan de pilot Meer Tijd Meer Kwaliteit in samenwerking met Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en deze evaluatie te gebruiken als input voor het plan van aanpak werkdruk. In dit plan wordt bekeken op welke manier de werkdruk verminderd kan worden bij werknemers door onder andere digitalisering van formulieren. Om de werkdruk van de medewerkers ook te verkleinen is beschreven hoe gezinsvoogden beter ondersteund konden worden in hun werkzaamheden. Het is een feit dat je als werker tijd kwijt bent met het onderzoeken van de verschillende informele regels van ketenpartners zoals zorgaanbieders, Bureaus Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming en rechtbanken. Het zou ondersteunend zijn wanneer centraal deze informatie wordt verzameld. In het plan van aanpak JB Koersvast is deze input verzameld. In 2010 komt er centraal een ondersteunend punt voor werkers. Een bijkomend voordeel is dat je als werker door een landelijk aanbod beter zorg op maat kan leveren voor de cliënt. •
Groei: proactief meebewegen met de markt Zoals eerder beschreven is de groei van de William Schrikker Jeugdbescherming enorm. Het aandeel is landelijk gezien ongeveer 20%. De meerwaarde van de William Schrikker Groep wordt op deze manier aangetoond. Echter heeft groei ook een keerzijde. Door constant te groeien heb je als organisatie minder oog voor de borging van kwaliteitsprocessen en deze zijn minstens zo belangrijk. Kwaliteit leveren in combinatie met unieke expertise is belangrijker dan het aantal jeugdbeschermingsmaatregelen dat wordt uitgevoerd. Doordat de William Schrikker Jeugdbescherming groeide met de uitvoering van jeugdbeschermingsmaatregelen, groeide haar personeelsbestand ook. 2009 kenmerkte zich door een grote instroom van nieuwe medewerkers. Dit heeft veel investering gevraagd. Van zowel het Opleidingscentrum, mentoren als de reeds aanwezige gezinsvoogden. Hier zal in hoofdstuk 6 uitgebreider op in gaan. Door op de verwachte groei van 15% te reageren is de William Schrikker Jeugdbescherming samenwerkingsafspraken aangegaan met Hoge School Rotterdam. Er is in samenwerking met de Hoge School een pilot gestart met junior gezinsvoogden. Een junior gezinsvoogd is een derde- of vierdejaars deeltijdstudent MWD, Pedagogiek of SPH die met de WSG een leer-/arbeidsovereenkomst is aangegaan. De junior gezinsvoogd werkt onder supervisie van een senior en draait in het 3e leerjaar een caseload van 60% en in het 4e leerjaar van 80%. In 2009 zijn zes junior gezinsvoogden werkzaam, in juli 2009 is de eerste junior afgestudeerd. De pilot wordt in 2010 geëvalueerd.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
13
In samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam is gekeken op welke manier zij met hun 2-jarige mastervariant Jeugdbescherming een positieve bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van werknemers. Deze samenwerking tussen universiteit en praktijk is uniek. De mastervariant kan gevolgd worden door externe kandidaten en interne kandidaten, te weten medewerkers van de William Schrikker Groep. In principe werkt de student zonder ervaring als junior-gezinsvoogd onder supervisie van een ervaren en deskundige collega senior-gezinsvoogd. Wanneer een interne medewerker de mastervariant wil volgen, wordt zijn caselaod kleiner. Door medewerkers van de William Schrikker Groep in de gelegenheid te stellen de mastervariant Jeugdbescherming te volgen, vergroten zij hun kennis en wordt de drempel naar een middenkader functie verkleind. In 2008 zijn er drie interne kandidaten en 1 externe kandidaat gestart met de mastervariant. Helaas ervoeren twee kandidaten de belasting in 2009 als zodanig zwaar dat zij zijn gestopt. De andere twee kandidaten volgen de mastervariant en werken nog steeds bij de William Schrikker Groep. Programma Besturingssysteem In de jaren 2007 en 2008 is binnen de William Schrikker Groep uitgebreid van gedachten gewisseld over de hoofdstructuur van de organisatie in de nabije toekomst. Resultaat van deze gedachtewisseling is vormgegeven in de nieuwe juridische hoofdstructuur. De gekozen structuur berust in sterke mate op de concerngedachte van een hoofdkantoor (de moederstichting) met werkmaatschappijen (de dochterstichtingen). Van de vijf werkmaatschappijen, zijn er drie gericht op productie, i.c. het uitvoeren van hulp aan kinderen, één gericht op ondersteuning (Servicecentrum) en één gericht op ontwikkeling (Expertisecentrum). De financiering van de eerste drie vindt plaats op basis van subsidies; de financiering van het Servicecentrum en het Expertisecentrum vindt plaats via een doorbelastingssystematiek vanuit de productie. Elk van de RVE’s draagt een zelfstandige verantwoordelijkheid voor het realiseren van de overeengekomen doelstellingen en bijbehorende begrotingen (resultaatverantwoordelijk). Deze verandering had niet het karakter van een ingrijpende structurele verandering, maar meer het karakter van een verdere uitwerking van de ontwikkelingen. Deze werden versneld door het vertrek van de vorige Bestuurder van de William Schrikker Groep oktober 2008. Het doel van dit Programma is om richting te geven aan (de ontwikkeling van) een organisatie. Het ene aspect betreft het leidinggeven aan de mensen in de organisatie, het andere aspect is het sturen van de realisatie van de doelstellingen van de organisatie. Bij het eerste gaat het om begrippen als bij voorbeeld vertrouwen en inspiratie, bij het tweede gaat het om begrippen als bij voorbeeld planning en control. De volgende punten uit de Strategische Koers vallen hieronder: • Organisatievorm: werkprocessen worden leidend In 2009 is er een scheiding gekomen tussen de Stichting William Schrikker Jeugdbescherming en William Schrikker Jeugdreclassering. De RVE’s hebben ieder een eigen organisatiestructuur en resultaatsgebieden. De missie en visie zijn in 2009 aangescherpt, evenals de statuten. In het Programma Besturingssysteem zijn de resultaatsgebieden per niveau per RVE beschreven. Er is een 2-daagse in oktober georganiseerd met het middenkader en hogerkader om dit besturingssysteem met haar resultaatsgebieden te bespreken. De input van deze dagen is meegenomen in het definitieve concept. Het doel van het Besturingssysteem is om een duidelijke en werkbare afbakening van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen alle functiegroepen te creëren. Daarbij is belangrijk dat de informatieverstrekking via de overlegstructuur of andere communicatiekanalen goed en zorgvuldig verloopt. Dat geldt voor zowel de gezinsvoogd naar cliënten en collega’s, als leidinggevenden naar hun collega’s. Het uitgangspunt voor goede communicatie is besluitvorming. Om deze zorgvuldig te laten verlopen is in 2009
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
14
door het MTJeugdbescherming besloten zoveel mogelijk met voorgenomen besluiten te werken. Dit zijn besluiten die ter toetsing voorgelegd worden in de regio-overleggen (regiomanager, inhoudelijk managers, teammanagers) en/of de teamoverleggen (teammanager, inhoudelijk manager, gezinsvoogden). Deze overleggen vinden maandelijks plaats met een uniforme agenda, aangestuurd door die van het MT. Door op deze manier te besluiten worden beleidsplannen die de uitvoering van de werkzaamheden binnen het primaire proces raken in de lijn besproken. Op- en aanmerkingen, wijzigingsvoorstellen worden teruggekoppeld naar het MT. Het MT neemt vervolgens een onderbouwd besluit. Besluiten ontstaan dan niet alleen top down, maar ook bottom up. Belangrijke thema’s worden op MT-dagen, regiodagen (regiomanager, inhoudelijk managers, teammanagers), middenkaderdagen (MT, teammanagers, inhoudelijk managers) nader besproken en dieper uitgewerkt. Incidenteel worden medewerkers uitgenodigd voor grote brainstorm bijeenkomsten, zoals bij het Programma Verbindend Werken wat bij het volgende punt aan de orde komt. Besluiten zijn in 2009 maandelijks in de digitale nieuwsbrief Jeugdbescherming beschreven met onderbouwing van de besluitvorming. Het intranet ‘Aagje’ wordt gebruikt als informatievoorziening rondom besluiten door middel van linkjes in de digitale nieuwsbrief. Op Groepsniveau zijn er in 2009 “BDO-borrels” georganiseerd. Deze Bestuur-DirectieOverleg borrels hebben een bepaald thema waar medewerkers hun mening over kunnen geven. In 2009 was het thema klachten. Vragen zoals Hoe ga je daar mee om, hoe beleef je dat en hoe zou je klachten kunnen voorkomen kwamen aan bod. Deze borrels werden ook in het Meetingpoint Rotterdam en Apeldoorn gehouden en mede daarom goed bezocht. •
Financiering: richten op kwaliteit en continuïteit De William Schrikker Groep is nu volledig afhankelijk van landelijke subsidieregelingen (Ministerie van Justitie, VWS en Jeugd en Gezin) en provinciale financiers. Die financieringsstructuur is onzeker. In 2009 was lange tijd onzeker of de hardheidsclausule toegekend zou worden. Uiteindelijk is dat gebeurd, maar deze onzekerheid zal wel invloed hebben op de groei in 2010. De William Schrikker Groep beweegt proactief mee met de markt, maar zal de groei meer proberen te controleren. Dit is bovendien noodzakelijk omdat eind 2009 is begonnen met het plan JB Koersvast. Dit plan is gemaakt door de ad interim directeur Jeugdbescherming in samenwerking met het MT en bestuurder. In dit plan, dat leidend is voor de werkplannen van de William Schrikker Jeugdbescherming 2010, staat het ‘huis op orde’ maken centraal. Dit betekent concreet dat een aantal processen van de William Schrikker Jeugdbescherming opnieuw bekeken en verbeterd wordt. Door de enorme groei van afgelopen jaren is er minder prioriteit gegeven aan de kwaliteit van de werkprocessen.
Programma Verbindend Werken De William Schrikker Groep is een snel groeiende en dynamische organisatie die landelijk werkt. Er werken ruim 1000 mensen en deze moeten wel met elkaar in verbinding blijven staan. De William Schrikker Groep heeft daarom samen met een extern bureau het Programma Verbindend Werken geschreven. Hierin wordt aangegeven wat een toekomstige manier van werken kan zijn met bijbehorende uitgangspunten en randvoorwaarden voor organisatieontwikkeling, huisvesting en ICT. De bestaande vorm van werken in Meetingpoints is hierin meegenomen.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
15
De volgende punten uit de Strategische Koers vallen hier onder: • Decentraal werken in het Kantoor van de Toekomst Dit speerpunt is opgenomen in het Programma Verbindend Werken, dat in 2009 verder is ontwikkeld en afgerond. In 2008 zijn er twee Meetingspoints geopend in Rotterdam en Apeldoorn. Dit concept had toentertijd de naam ‘Kantoor van Toekomst’. Dit is geëvalueerd en de evaluatie is meegenomen in het Programma Verbindend Werken. Met behulp van een extern bureau is bekeken hoe de werkzaamheden van het primaire proces zo optimaal mogelijk ondersteund kunnen worden. Met dit doel heeft in het voorjaar van 2009 een bijeenkomst plaats gevonden waar ruim 50 medewerkers aan hebben deelgenomen. Tijdens deze bijeenkomst is input geleverd voor een bestuurlijk besluit over huisvesting de komende jaren en de ondersteuning die daarvoor nodig is. Het bestuurlijk besluit heeft geleid tot de beslissing van meerdere Meetingpoints verspreid door het land gedurende de komende twee jaar. Uiteraard met de voorwaarde dat de financiën dit toelaten. De voorwaarden om van huis uit te werken en elkaar te ontmoeten op Meetingspoints heeft als eis dat de faciliteiten die men nodig heeft om het werk goed uit te voeren aanwezig zijn. Deze eis is meegenomen in het Programma Verbindend Werken en komt in het volgende punt aan de orde. •
Faciliteiten: gericht verruimen en verbeteren Zoals zojuist beschreven is de eis bij van huis uit werken goede facilitering. De medewerker weet zelf het beste wat hij nodig heeft om zijn werk te kunnen doen. De wensen van de medewerker zijn gehoord door een evaluatiebijeenkomst te organiseren met alle ondersteunende diensten over de samenwerking. Doel was om met betrokkenen te kijken hoe het primaire proces van de jeugdbescherming zo optimaal mogelijk uitgevoerd kon worden. Met als uitgangspunt dat nieuwe faciliteiten aansluiten op vastgestelde werkprocessen en gerelateerd zijn aan specifieke activiteiten of functies. Ze kunnen per organisatieonderdeel verschillen maar worden altijd gebaseerd op vastgesteld beleid. In hoofdstuk 4 worden de wensen en acties die daar uit voort zijn gekomen genoemd. De wensen zijn uiteraard getoetst aan de financiële en digitale mogelijkheden. Naast een evaluatiebijeenkomst is er ook het Programma Verbindend Werken waarin het primair proces wordt geoptimaliseerd. In dit Programma wordt een huisvestingsplan, Digitaliseringsplan gemaakt dat in 2010 wordt uitgevoerd.
Programma Attitude De doelstelling van dit Programma is dat het de medewerkers van de William Schrikker Groep stimuleert en bevordert permanent een service- en klantgerichte houding naar alle interne en externe relaties te hebben. Het is vooral een bewustwording van de eigen attitude en bereikbaarheid ten opzichte van anderen. Dit Programma is eind 2009 begonnen en heeft niet direct een punt uit de Strategische Koers onder zich maar indirect heeft het een verbinding met alle punten.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
16
2.4 Projecten en Pilots De William Schrikker Jeugdbescherming heeft in 2009 aan de volgende projecten en pilots deel genomen. Beter Beschermd In dit project werken Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming nauw met elkaar samen om de doorlooptijden voor jeugdbeschermingsmaatregelen te verkorten. Er is een systeem ontwikkeld om gegevens sneller met elkaar uit wisselen (COBOS). OMPG (overlastgevende multiproblem-gezinnen) In dit project heeft de William Schrikker Jeugdbescherming nauw samen gewerkt met Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA). Het gaat om hulpverlening aan gezinnen met kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel en/of jeugdreclasseringsmaatregel, gezinnen waar sprake is van ernstige criminele overlast en waarbij veel verschillende organisaties betrokken zijn. Doel van deze aanpak is om één gespecialiseerde werker in een gezin te plaatsen die als een soort manager het gezin aanstuurt. De William Schrikker Jeugdbescherming heeft vijf gezinsmanagers geleverd voor de gezinnen waarbij ook een verstandelijke beperking onderdeel is van de complexe problematiek. De begeleiding van de gezinsmanagers heeft plaats gevonden in het analyseteam dat bestaat uit middenkader managers en aangestuurd werd door BJAA. In de stuurgroep van deze pilot hebben naast vertegenwoordigers van politie, zorgaanbod, gemeente en Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) de directeur van BJAA en de directeur Jeugdbescherming van de William Schrikker Groep zitting gehad. In 2009 heeft de William Schrikker Jeugdbescherming 25% van het totaal aantal maatregelen bij jeugdigen en/of ouders met een beperking uitgevoerd. Pilot Dubbele Maatregelen In deze pilot hebben de William Schrikker Jeugdbescherming en William Schrikker Jeugdreclassering samengewerkt. Dit team heeft jeugdigen met een licht verstandelijke beperking onder haar hoede die zowel een ondertoezichtstelling als ook een jeugdreclasseringsmaatregel opgelegd hebben gekregen. De medewerkers zijn in een apart team ondergebracht en geschoold in de Deltamethodiek en het Handboek Jeugdreclassering. In het kader van deze pilot heeft het Expertisecentrum William Schrikker een geïntegreerde werkwijze ontwikkeld waarin beide maatregelen elkaar versterken, met als doel begeleiding te bieden die daadwerkelijk aansluit bij de meervoudige ondersteuningsbehoefte van de jongere. Het Expertisecentrum heeft een visie en adviezen geformuleerd ten aanzien van de uiteindelijke implementatie en borging van de werkwijze. Het doel was om de cliënt één gespecialiseerde werker te geven en zo mede de kwaliteit van hulpverlening te bevorderen. Dit doel is behaald. In 2009 heeft het pilotteam ongeveer 220 dubbele maatregelen uitgevoerd. Inmiddels is de pilot een vast onderdeel geworden en ondergebracht bij de William Schrikker Jeugdreclassering. Bovendien zijn ketenpartners zeer geïnteresseerd in onze methodiek. Pilot methodiekontwikkeling voogdij Doordat Collegio, de ontwikkelaar van de methode ophield te bestaan heeft het Adviesbureau van Montfoort het project overgenomen. Hierdoor heeft het project vertraging opgelopen. Deze vertraging heeft ook een meerwaarde, namelijk een betere verbinding met de Deltamethode. Het pilotteam Team Limburg heeft in 2009 met grote inzet geparticipeerd in de ontwikkeling van de nieuwe methode voogdij. In 2009 is, anders dan verwacht, de implementatie nog niet aangevangen. De conceptmethode en het scholingsplan zijn begin 2010 opgeleverd. Dan volgt een normurenonderzoek, vaststelling kostprijs en vervolgens implementatie.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
17
Gesloten Jeugdzorg Vanaf 1 januari 2010 wordt de toeleiding van jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdzorg niet meer vanuit één centraal punt georganiseerd, maar vanuit vijf zorggebieden. Dit heeft aan het einde van 2009 geleid tot een intensief implementatietraject. Doordat er niet één projectplan was, heeft de William Schrikker Jeugdbescherming in alle vijf de zorggebieden geparticipeerd om de belangen van de LWI’s en, niet te vergeten, onze doelgroep te behartigen. De William Schrikker Jeugdbescherming heeft in de overleggen alle andere LWI’s vertegenwoordigd. Voor 1 januari moesten bovendien alle jeugdigen die in een justitiële jeugdgevangenis geplaatst waren met een machtiging gesloten jeugdzorg overgeplaatst worden of naar een instelling voor gesloten jeugdzorg, AWBZ-instelling, VG-instelling of naar huis. Deze inspanning heeft er voor gezorgd dat de helft van de 50 jeugdigen niet door is geplaatst naar een gesloten jeugdzorg instelling. De William Schrikker Groep heeft de voorkeur voor AWBZ-instellingen of VG-instellingen, maar ziet zich soms genoodzaakt door onder andere wachtlijsten de jeugdigen toch te plaatsen in gesloten jeugdzorg instellingen. In samenwerking met speciaal gezant van het ministerie van Jeugd en Gezin is dit gerealiseerd. Kweekvijver Een substantieel aantal gezinsvoogden is afgestudeerd als gedragswetenschapper maar heeft nog (te) weinig ervaring in de Jeugdzorg c.q. de Gehandicaptenzorg om een leidinggevende functie te bekleden. Het Expertisecentrum heeft in 2009 het format voor ‘De Kweekvijver Jeugdbescherming’ ontwikkeld. Vervolgens zijn er 2 opleidingstrajecten van start gegaan. De Kweekvijver beoogt een opleidingsroute te realiseren waarin gedragswetenschappelijk opgeleide gezinsvoogden (GW-GV) intern opgeleid worden tot potentiële Inhoudelijk Managers. In het kader van het beleidsstreven: Vinden en Binden, om werknemers langer te binden aan de organisatie zal dit betekenen dat deze GW-GV langer dan voorheen werkzaam zullen zijn binnen de William Schrikker Jeugdbescherming en vacatures voor Inhoudelijk Managers beter zijn in te vullen. De Kweekvijver wordt begeleid door een staffunctionaris van het Expertisecentrum. Het afgelopen jaar waren de resultaten van dit traject positief. Deltawerkplaats Nu de Deltamethodiek geïmplementeerd is, is het van belang de voortgang te borgen. Dit gebeurt onder andere in de ‘Deltawerkplaats’ waar alle medewerkers van de Jeugdbescherming vragen en knelpunten kunnen neerleggen over de Deltamethodiek. De deelnemers van de werkplaats (gezinsvoogden, inhoudelijk managers, teammanager, programmamanager en staffunctionaris Expertisecentrum) komen met oplossingen en nieuwe of aangepaste producten. Veiligheidsbeleidsplan De MO-groep heeft de notitie “Veiligheidsbeleid en risicomanagement in Bureau Jeugdzorg” uitgegeven. Veiligheid van kinderen is de belangrijkste waarde binnen het Bureau Jeugdzorg / Landelijk Werkende Instelling. De kwaliteitsverbetering die vanaf 2007 wordt doorgevoerd is met name gericht op een betere professionele inschatting van veiligheidsrisico’s bij kinderen (denk o.a. aan Deltamethode). MOgroep Jeugdzorg is op zoek gegaan naar een overkoepelend kader voor deze methodieken. Dit heeft geleid tot deze visie op een integrale benadering betreffende het thema Veiligheid. Op basis van deze landelijke notitie heeft de William Schrikker Jeugdbescherming in 2009 een Veiligheidsbeleidsplan opgesteld.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
18
Hoewel de MO-notitie later is opgesteld dan b.v. de Deltamethode, voorziet deze notitie in een overkoepelende visie betreffende de kerntaak van Bureau Jeugdzorg / Landelijk Werkende Instelling, namelijk het afwenden van een bedreigde ontwikkeling. Het brengt diverse implementatietrajecten (waaronder de borging van de Deltamethode en de verbetering van de uitvoering van de toetsende taak) samen onder één paraplu. STEP (Standaard Taxatie Ernst van de Problematiek) De William Schrikker Jeugdbescherming heeft in 2009 met 90 casussen een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het taxatie-instrument STEP. De participatie van de William Schrikker Jeugdbescherming in de ontwikkeling van de STEP is in 2009 naar tevredenheid van het Nederlands Jeugdinstituut afgerond. Pilot junior gezinsvoogden In 2009 is de pilot junior-gezinsvoogden, die in september 2008 in de regio Zuidwest Nederland werd gestart, gecontinueerd. Aanleiding voor de pilot was de invoering van de Deltamethodiek, het grote verloop onder eerstejaars gezinsvoogden, de krapte op de arbeidsmarkt in de regio’s Rotterdam en Haaglanden en de wens intern gezinsvoogden op te leiden. In 2009 waren zes junior gezinsvoogden werkzaam, in juli 2009 studeerde de eerste junior af. De pilot wordt in 2010 geëvalueerd. Meer Tijd Meer Kwaliteit Aanleiding voor deze pilot is dat de positieve effecten van de invoering van de Deltamethodiek onvoldoende tot hun recht komen. Er is te weinig contacttijd met de cliënt, het aantal uithuisplaatsingen is nog steeds hoog en er wordt nog steeds een hoge werkdruk ervaren bij de gezinsvoogden. Dit komt mede door de onnodige en inefficiënte bureaucratie in de Jeugdbescherming. Het doel van deze pilot is alle onnodige bureaucratie op te sporen en weg te snijden zodat er meer tijd vrij komt om daadwerkelijk met de cliënt door te brengen. Met Bureau Jeugdzorg Rotterdam en met ondersteuning van het WSG-Expertiseteam en Adri van Monfoort werkt de William Schrikker Groep samen in deze pilot. 2009 was een startjaar en in 2010 worden de resultaten verwacht.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
19
3
Management van processen
De William Schrikker Jeugdbescherming heeft het ingezette beleid in 2009 voortgezet en zich zichtbaar en aantoonbaar gespecialiseerd op het terrein van hulpverlening aan jeugdigen en/of hun ouders met een beperking. Alleen op die manier kan zij haar unieke positie als landelijk werkende gespecialiseerde instelling versterken en haar expertise waarborgen voor haar doelgroepen in een jeugdzorgstelsel dat sterk gedecentraliseerd en regionaal georiënteerd is. 3.1.
Deskundigheid
De William Schrikker Jeugdbescherming heeft deskundigheid hoog in haar vaandel staan en besteedt veel aandacht aan deskundigheidsbevordering van nieuw en zittend personeel. Borging expertise Het uitgangspunt bij de voorgenomen inpassing van de William Schrikker Groep in het kader van de Wet op de jeugdzorg is nadrukkelijk behoud en borging van de opgebouwde expertise voor haar doelgroepen. De bedoelde expertise wordt voor een deel geborgd binnen de William Schrikker Jeugdbescherming, daarbij ondersteund door het Expertisecentrum William Schrikker. Dit betekent dat het Expertisecentrum expertise van alle RVE’s bundelt, vernieuwt, expliciteert en beschikbaar maakt. Het ontwikkelen van interne opleidingstrajecten, klinische lessen, themapakketten en andere projecten en services hoort hier bij. Het Expertisecentrum kan ook voor anderen dan de William Schrikker Groep werken. Middels de volgende activiteiten heeft het Expertisecentrum in 2009 een bijdrage geleverd aan de kwaliteit van de hulpverlening van de William Schrikker Jeugdbescherming ten bate van de cliënt: Gespecialiseerd Informatiecentrum Het Informatiecentrum maakt onderdeel uit van het Expertisecentrum William Schrikker. Aanbod van actuele, gespecialiseerde informatie wordt zowel in digitale als ook in gedrukte vorm beschikbaar gesteld voor de medewerkers van de William Schrikker Groep. Zo blijven medewerkers op de hoogte van de nieuwste publicaties en ontwikkelingen met betrekking tot ziektes, stoornissen, handicaps en (gedrags)problematiek. Verder wordt informatie over congressen/symposia, relevante internetlinks en een sociale kaart aangeboden. Actuele informatie over diverse onderwerpen zijn direct beschikbaar via het intranet van de William Schrikker Groep, op het Infoplein van ‘Aagje’. Het Expertiseteam In 2009 heeft de William Schrikker Jeugdbescherming 50 keer een adviesgesprek bij het Expertiseteam aangevraagd. Tijdens deze gesprekken worden voorgenomen besluiten bij complexe casuïstiek voorgelegd aan een team van twee gedragswetenschappers, een jurist (op aanvraag) en afhankelijk van de problematiek, een andere deskundige. Evenals voorgaande jaren werd het advies van het Expertiseteam ook in 2009 als ‘goed tot uitstekend’ gewaardeerd. De adviesgesprekken leidden tot nieuwe inzichten, een betere onderbouwing en/of bevestiging van de gemaakte keuzes. Het Expertiseteam voorziet nog altijd in de behoefte van medewerkers om zich in een casus met de nodige afstand (tot het primaire proces) en deskundigheid te laten adviseren.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
20
Klinische lessen Het Expertisecentrum heeft in 2009 drie bijeenkomsten van maximaal 2 uur georganiseerd waarin een deskundige een lezing heeft gegeven over ‘ADHD’, ‘Opvoedingsculturen, verschillen en overeenkomsten’ en ‘Verslaving, ouders en kinderen. Elke les werd tweemaal aangeboden. Mede door de toenemende regionalisering (meetingpoints) als ook digitalisering (vanuit huis werken) is het aantal deelnemers in 2009 afgenomen. In 2010 wordt onderzocht hoe de klinische lessen voor de William Schrikker Jeugdbescherming regionaal georganiseerd kunnen worden. Themapakketten Een themapakket is een kant-en-klaar programma voor Inhoudelijk Managers, waarmee een inhoudelijke en actieve themabijeenkomst voor teams kan worden gegeven. Thema’s zijn o.a. zelfreflectie: hoe kijk ik als professional naar mijn eigen handelen en gedrag, en: het belang van het kennen en vastleggen van het persoonlijke levensverhaal van een jongere. In 2009 heeft het Expertisecentrum een nieuw themapakket ontwikkeld waarbij stil wordt gestaan bij de wijze waarop jongeren de verstandelijke beperking van hun ouders ervaren. Een ander themapakket wat in 2009 is ontwikkeld is het thema pakket toetsende taak wat eerder in dit hoofdstuk aan de orde is gekomen. Dit themapakket is een onderdeel van het implementatietraject risicomanagement. Intern onderzoek Op verzoek van de William Schrikker Jeugdbescherming verricht het Expertisecentrum intern onderzoek naar uitgevoerde hulpverlening in een bepaalde casus. Hieruit voortvloeiende conclusies en aanbevelingen worden aan de organisatie teruggekoppeld. In 2009 zijn er geen interne onderzoeken uitgevoerd. Opleidingscentrum Voor de William Schrikker Jeugdbescherming is in 2009 een strategisch leerplan voor alle medewerkers van de Jeugdbescherming gemaakt. Dit plan wordt jaarlijks opnieuw bekeken en waar nodig bijgesteld. In 2009 zijn 75 trainingsdagen van het inservice opleidingstraject LOTje gegeven. Voor de zomer is de Deltatraining helemaal afgerond. Na de zomer zijn vooral de Methodische Thema Besprekingen die bij de Deltatraining horen, uitgevoerd. Gezinsvoogden (2x) en inhoudelijk leidinggevenden (3x) hebben een 2-daagse interne LVB training gevolgd. Verder werden onder meer ‘Omgaan met agressie’-trainingen’ (4x), juridische workshops (4x) en de trainingen ‘WegwIJs’ (11x) gegeven. Internationale uitwisseling en stages Voor een landelijk werkende specialistische jeugdzorgorganisatie als de William Schrikker Groep is het vanzelfsprekend van belang ook over de grenzen van Nederland te kijken, waar het gaat om het delen en vergroten van haar expertise. Inhoudelijk speelt zij daarmee in op de multiculturele samenleving en heeft oog voor de interferentie tussen cultuur, maatschappelijke positie en jeugdproblematiek. Door middel van verworven kennis en ervaring kan zij de aansluiting in de hulpverlening verbeteren, rekening houdend met de culturele achtergrond van cliënten en medewerkers. In 2009 hebben 10 gezinsvoogden, jeugdreclasseringswerkers en pleegzorgwerkers van de William Schrikker Groep gedurende 6 weken een leer- werktraject uitgevoerd bij diverse jeugdzorgorganisaties op Curaçao en in Suriname.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
21
Kenniskring Antilliaanse jeugdigen Binnen de William Schrikker Groep wordt een aantal leernetwerken of kenniskringen in het leven geroepen als methodiek om kennis te verzamelen, ontwikkelen en verspreiden. Het Expertisecentrum adviseert over de aanpak en opzet van deze kenniskringen en begeleidt het proces. In 2009 is een eerste pilot kenniskring gestart die zich bezig houdt met succesfactoren en aandachtspunten in de samenwerking met Antilliaanse jeugdigen en ouders. Leden zijn gezinsvoogden, jeugdreclasseringswerkers en pleegzorgwerkers. Lectoraat Gehandicaptenzorg-Jeugdzorg Het Expertisecentrum William Schrikker en de Hogeschool Leiden zijn in 2009 gestart met een lectoraat Gehandicaptenzorg en Jeugdzorg, het eerste op dit gebied in Nederland. Het lectoraat sluit aan op de behoefte om kennis te ontwikkelen en voor het veld beschikbaar te stellen op het grensvlak van de jeugd- en gehandicaptenzorg. Dit lectoraat levert een bijdrage aan het onderwijs ten behoeve van de hogere beroeps- en masteropleidingen. Het onderzoek richt zich met name op de doelgroep van de William Schrikker Groep: kinderen en/of ouders met een lichamelijke dan wel verstandelijke beperking. Daarbij ligt de focus op het grensvlak van jeugdzorg en gehandicaptenzorg waar vrijheid en vrijwilligheid elkaar raken. Interne LVB-training In 2008 heeft het Expertisecentrum de 2-daagse training ‘Mensen met een licht verstandelijke beperking’ voor gezinsvoogden en (apart) voor inhoudelijk leidinggevenden ontwikkeld. In 2009 is deze training daadwerkelijk uitgevoerd. Het is voor de William Schrikker Jeugdbescherming als specialistische organisatie van belang dat haar medewerkers hun kennis met betrekking tot een (licht) verstandelijke beperking up-to-date houden. ‘De Praatwijzer’ In 2009 hebben alle gezinsvoogden van de William Schrikker Jeugdbescherming een exemplaar van ‘De Praatwijzer’ ontvangen. ‘De Praatwijzer’ is een map met vijf communicatieve middelen, die door het Expertisecentrum speciaal is ontwikkeld om in te zetten bij het gesprek tussen gezinsvoogden en gezinnen waarbij sprake is van een verstandelijke beperking (en/of een taalachterstand). In de praktijk is gebleken dat de hulpkaarten ‘Veiligheid en ontwikkeling’ en ‘Ouderschap na uithuisplaatsing’ helpen om de opvoedkundige vaardigheden als ook sterke- en zorgpunten, op een voor LVB-ouders begrijpelijke manier, in kaart te brengen. Met de vijf instrumenten uit ‘De Praatwijzer kan de kwaliteit van de communicatie en daarmee de kwaliteit van de hulpverlening verbeterd worden. Advisering Deltawerkplaats De ontwikkeling en implementatie van de Deltamethode binnen de William Schrikker Jeugdbescherming is afgerond. Om de voortgang te kunnen borgen en zorg te dragen voor doorontwikkeling van de Deltamethode, is in 2008 ‘De Deltawerkplaats’ in het leven geroepen. De Deltawerkplaats dient als vraagbaak en helpdesk voor inhoudelijke vragen over de Deltamethode. Hier kunnen medewerkers van de Jeugdbescherming vragen en knelpunten over de Deltamethode neerleggen. In de Deltawerkplaats is ook ruimte voor doorontwikkeling van de Deltamethode. De Deltawerkplaats heeft voorbeeldplannen gemaakt, heeft een startpagina op het intranet waarop alles over Delta staat weergegeven, onderhoudt een rubriek Veel gestelde vragen en antwoorden, heeft voorstellen ontwikkeld om de veiligheidslijst nadrukkelijker te positioneren als hulpmiddel, etc. De Deltawerkplaats bestaat uit drie gezinsvoogden, twee inhoudelijk managers, één programmamanager inhoud en één teammanager. Het Expertisecentrum heeft in 2009 advies en ondersteuning geboden tijdens de opstartfase.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
22
3.2 Professionaliseren Met een combinatie van methodiekvernieuwing (“leiding geven aan verandering”) en caseloadverlaging heeft het “Deltaplan kwaliteitsverbetering gezinsvoogdij” aangetoond dat er een aanzienlijke professionalisering en verbetering van de kwaliteit van de gezinsvoogdij mogelijk is. Op grond daarvan is besloten deze verbeteringen landelijk te implementeren. Onder de noemer ‘Anders Beschermd’ is de Deltamethodiek aangepast op de doelgroep. De William Schrikker Jeugdbescherming is in 2008 gestart met de implementatie van het Deltaplan. De doelstelling om medio 2009 alle gezinsvoogden en hun leidinggevenden te trainen is gehaald. Implementatie Deltaplan Met Delta als motor voor vernieuwing en verbetering is de William Schrikker Jeugdbescherming ook in 2009 volop in beweging. In 2009 is de implementatie van de Deltamethode voortvarend vervolgd. Het grootste deel van de trainingen is afgerond. Een aantal medewerkers moet nog dagen inhalen en/of proeves afronden. Hulpmiddelen om de Deltamethode uit te voeren bij cliënten met een beperking zijn in 2009 doorontwikkeld door het Expertisecentrum in samenspraak met de Jeugdbescherming. Met trots is de Praatwijzer uitgegeven. De Praatwijzer is een map met hulpmiddelen die de communicatie met de cliënt ondersteunt. Daarnaast is Kortweg Delta (een klapper met de kern van de Deltamethode), Plan-Kort (een Plan van Aanpak in begrijpelijke taak op maximaal 1 A4) en de aangepaste actie-agenda (het carbonblok) geïntroduceerd bij het middenkader en de gezinsvoogden. De Inspectie oordeelde positief over de implementatie van risicomanagement. De Deltamethode is geïntegreerd in het Leer- en Opleidingstraject voor nieuwe gezinsvoogden. De zogenaamde Deltawerkplaats is in 2009 opgericht en is zojuist in dit hoofdstuk beschreven. Het middenkader volgt in 2010 een Deltaverdiepingstrainingsdag én een coachingsbijeenkomst, waarin gereflecteerd wordt op een video-opname van het eigen handelen. Daarnaast is er voor de inhoudelijk managers de mogelijkheid om een workshop te volgen over het omzetten van stap 1 naar stap 2. Ook in 2009 is het gelukt om de gemiddelde caseload (1:15 OTS begroting) te realiseren. In 2009 is een start gemaakt met onderdelen van de borging van de Deltamethode. De inhoudelijk managers hebben alle documenten in het Digitaal Kwaliteitssysteem doorgenomen en wijzigingsvoorstellen geformuleerd. In 2010 worden deze voorstellen in samenhang verwerkt. De doorontwikkeling van de Deltamethode is verankerd in de Deltawerkplaats. Het landelijk programma Professionalisering is in ontwikkeling en we proberen met onze certificering en borging hierop te anticiperen. Halverwege 2009 hebben we een grote voortgangsmonitor Delta gehouden. Verbeteracties zijn in gang gezet. In 2010 zal de borging een vervolg krijgen in samenhang met het professionaliseringstraject. In mei 2008 is versie 2 van het Handboek Deltamethode uitgegeven, waarin een hoofdstuk is opgenomen over de toepassing van de Deltamethode bij cliënten met een handicap. Het Expertisecentrum William Schrikker heeft hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. Er volgt in 2009 nog een versie 3 dat gezien kan worden als eindproduct van het Consortium. Het ligt in de verwachting dat in de tweede helft van 2009 het landelijke implementatie- en doelbereikingsonderzoek door het WODC wordt uitgevoerd. Anders dan verwacht heeft de William Schrikker Jeugdbescherming in 2009 geen uitnodiging gehad om te participeren in het landelijke implementatie- en doelbereikingsonderzoek.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
23
Het continu verbeteren van de hulp aan de cliënten was ook in 2009 onze ambitie. In 2009 heeft de Deltawerkplaats een presentatie gemaakt, waarin een uitleg is gegeven over de Deltamethode, de toepassing ervan bij cliënten met een beperking en het belang van samenwerking. Met deze presentatie hebben we voorlichting gegeven aan ketenpartners. In het bijzonder gold dit voor de toepassing van Anders Beschermd, de aanvulling op de Deltamethode zodat deze aansloot bij de mogelijkheden van onze doelgroep. Een interessante vraag was welke resultaten verwacht konden worden bij de uitvoering van de Deltamethode bij onze doelgroep. Wederom in 2009 speelde de vraag naar de haalbaarheid van het uitgangspunt “de OTS is tijdelijk” bij cliënten met een beperking. Wanneer de William Schrikker Jeugdbescherming een onderzoek naar een verderstrekkende maatregel aanvroeg, ondervond zij dat de diverse Raden voor de Kinderbescherming hier een verschillende visie op hadden. Het Expertisecentrum was ook nadrukkelijk bezig met deze vraagstelling, o.a. in het, in samenwerking met de Vrije Universiteit van Amsterdam, zoeken naar mogelijkheden om jongeren zonder gedwongen kader toch gemotiveerd te houden voor begeleiding, en het verkennen van de uitwerking van “dwang en drang”. In 2010 zal deze vraagstelling een vervolg krijgen. Het realiseren van een onbedreigde ontwikkeling van de jeugdige is ons doel. Levenslange en levensbrede ondersteuning dan wel langdurige gezagsondersteuning kunnen nodig zijn om de gerealiseerde onbedreigde ontwikkeling veilig te stellen. De William Schrikker Jeugdbescherming heeft zich ook in 2009 onverminderd ingespannen voor kwalitatief hoogstaande hulpverlening en realistische resultaten voor deze doelgroep en haar deskundigheid hiervoor inzetten. Casuïstiekbespreking Binnen de gehele William Schrikker Jeugdbescherming wordt in kernteams gewerkt en worden casuïstiekbesprekingen in kernteamverband onder leiding van de inhoudelijk manager uitgevoerd. 2009 laat zien dat er steeds meer ervaring ontstaat in het uitvoeren van de casuïstiekbesprekingen. Deze dragen in belangrijke mate bij aan de borging van Deltamethode. Het Deltamethodisch kader en risicomanagement zijn in de werkwijze casuïstiekbespreking verweven. De inhoudelijk manager beziet in zijn voorbereiding op welke wijze de Delta-uitgangspunten zijn ingezet in de betreffende casus. In 2009 hebben de inhoudelijk managers meerdere workshops over casuïstiekbespreking kunnen volgen. 3.3 Kwaliteitsbeleid De visie op kwaliteit en daarmee de definiëring van wat er wel en niet onder deze noemer valt heeft in 2009 opnieuw op de agenda gestaan. We blijven een brede definitie houden. Kwaliteitsbeleid bevat alles wat er op gericht is ‘dat het geen toeval is, dat cliënten goede dienstverlening krijgen’. Wat dan goede dienstverlening is, wordt door de William Schrikker Jeugdbescherming bepaald, op basis van eisen van de financier, overheid (de wet) en feedback van cliënten. Toch blijft het een hele brede definiëring waar ook andere beleidsaspecten invloed op hebben, bijvoorbeeld personeelsbeleid of huisvestingsbeleid. Het kenmerkende voor het kwaliteitsbeleid zit hem in de verbinding tussen deelgebieden om toch tot een geheel te komen die de kwaliteit van dienstverlening genereert. De Plan, Do, Check en Act cyclus blijft de leidraad voor losse onderdelen, het grotere geheel, bestaande afspraken en nieuwe ontwikkelingen. Als lerende organisatie is wederom gebruik gemaakt van audits om feedback te genereren. We monitoren de uitkomsten, net als andere vormen van feedback zoals suggesties van medewerkers, middels de verbetercyclus en evaluaties. Aangezien de verbeteringen variëren van kleine aanpassingen, zoals de vraag om haakjes voor tassen in het toilet, tot herdefiniëring van veiligheidsbeleid, blijkt het lastig om dit te blijven overzien wanneer dit bijgehouden worden in Excel. Er is behoefte aan meer ICT ondersteuning, dit wordt in 2010 opgepakt.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
24
Om passende interventies te kiezen voor de verbeteringen, is er gesproken over een indeling in betrokkenheids- en beheersingsfactoren. De betrokkenheidfactoren, zijn vaak niet feitelijk te meten, maar wel van groot belang om kwaliteit te bereiken, bijvoorbeeld de professionele houding van medewerkers en de interactie tussen collega’s en het management. De interventies liggen dan op het vlak van aanspreken en bewustwording. Beheersbare factoren zijn beter feitelijk te meten waardoor de feedback cijfermatiger gegeven kan worden en het behalen van doelen, makkelijker aan te tonen is. Deze nog wat theoretische discussie heeft praktisch geholpen bij de voorbereidingen voor de HKZ certificering. Niet alleen het vastleggen in protocollen of het meten met indicatoren is van belang, maar ook dat medewerkers op de hoogte zijn van intenties en afspraken binnen de Jeugdbescherming en dat ze elkaar daarin bevestigen of wanneer dit niet in de lijn ligt elkaar aanspreken. 3.4 Certificeren en gecertificeerd blijven De Jeugdbescherming was gedurende 2009 gecertificeerd op basis van de ISO norm. Het streven was om te certificeren aan de hand van de HKZ norm voor de ‘Bureaus Jeugdzorg’. Deze norm was uiteindelijk pas in november 2009 gereed. In januari 2010 heeft de William Schrikker Jeugdbescherming als eerste in Nederland het HKZ –Bureaujeugdzorg certificaat behaald. In 2007 was de Jeugdbescherming al gestart met de voorbereidingen aan de hand van een zelfdiagnose. In 2008 is er in een projectplan ontwikkeld, door de directeur, directiesecretaris en de kwaliteitscontroller. Er is voor gekozen om punten, die voortkomen uit de zelfdiagnose en ‘nieuwe aspecten’ in de norm, om te zetten tot specifiek beleid door middel van ‘denktanks’. In deze zogenoemde ‘denktanks’ zaten altijd twee MT-leden en managers/ medewerkers die betrokken en specifiek deskundig bij het betreffende onderwerp waren. Op deze wijze is geborgd dat het eerdere beleid uitgangspunt was, zodat het beleid enkel aangepast of verbeterd hoefde te worden.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
25
4
Management van middelen
In 2008 is gestart met het opzetten van een Servicecentrum resultaatverantwoordelijke eenheid binnen de William Schrikker Groep. Het Servicecentrum moet zich ontwikkelen tot een kwalitatief hoogwaardige dienstverlenende eenheid voor (de uitvoerders van) het primaire proces. In 2009 is ervoor gekozen om naast de (financiële) administratie, ICT, P&O, Communicatie en Facilitaire dienst, tevens de afdeling PGB, Materiele dienstverlening, Informatisering, teamsecretariaat Jeugdbescherming en Cliëntenadministratie onder te brengen bij het Servicecentrum. Dit is een feit per 1 januari 2010. Medio 2009 is gestart met het cultuurtraject Kracht van de Verbinding, met als doel de dienstverlening te verbeteren. Dit traject heeft enige vertraging opgelopen als gevolg van de wisseling van manager Servicecentrum, maar in november weer voortvarend aangepakt. De resultaten zullen voorjaar 2010 bekend zijn. Daarbij zullen de voorstellen besproken worden in het zogenoemde gebruikerspanel, waarin alle RVE’s zijn vertegenwoordigd.
4.1
Financiële Afdeling
Het financieel beheer wordt gecoördineerd door de directeur William Schrikker Jeugdbescherming onder de eindverantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur. In 2009 is er elk kwartaal een financiële rapportage ten behoeve van directie en management van William Schrikker Jeugdbescherming opgesteld en geleverd. Ook is heeft directie en management van William Schrikker Jeugdbescherming relevante sturingsrapportage gericht op de productierealisatie versus de toegekende capaciteit en de daaraan gerelateerde inzet van medewerkers ontvangen. De financiële afwikkeling van de William Schrikker Jeugdbescherming wordt beschreven in de financiële jaarrekening. 4.2
Afdeling automatisering
• Facilitair beheer De inkopen van facilitaire diensten vinden centraal plaats via het Servicecentrum William Schrikker. Verbetering van het inkoopmanagement heeft voortdurende aandacht en is als zodanig tevens onderdeel van het kwaliteitsbeleid. Alle inkoop ten behoeve van William Schrikker Jeugdbescherming is centraal georganiseerd in het Servicecentrum. De huidige facilitering van de medewerkers van de William Schrikker Jeugdbescherming bestaat onder meer uit flexwerkplekken op het centraal kantoor, Meeting Points, toegang tot het centraal computersysteem van buitenaf (DigiW), mobiele telefoons, beperkte beschikbaarheid van dienstauto’s, Mobility Mix, een thuiswerkvergoeding voor de ambulante werkers en een reis- en onkostenvergoeding, pc-privéregeling, fietsregeling en een beperkte toegang tot het centraal computersysteem van uit huis voor alle medewerkers. • ICT en informatiebeveiliging William Schrikker Jeugdbescherming investeert veel in ICT-toepassingen. Hierbij wordt getracht zo effectief en efficiënt mogelijk om te gaan met de beperkt beschikbare financiële middelen. Zo kan iedere werknemer buiten het centrale kantoor Diemen inloggen op het netwerk en via de systematiek van Service Based Computing beveiligd werken op het centrale computersysteem.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
26
In 2009 is het aantal applicaties wat ook buiten het centrale kantoor gebruikt kan worden verder uitgebreid. De datacommunicatie infrastructuur is ten bate van het centrale kantoor en van de meetingpoints gemoderniseerd. De beschikbaarheid en betrouwbaarheid is daarmee verbeterd en de datacommunicatie is nu geschikt voor spraak en video toepassingen. Op het centrale kantoor is het gebruik van Internet vrij gegeven op de meetingpoints was dat al zo. In 2009 is een 7 x 24 uurs bewaking van de vitale William Schrikker Groep applicatie ingevoerd waardoor de beschikbaarheid van applicaties buiten kantoor uren belangrijk is verbeterd. In 2009 is informatisering belegd in een aparte afdeling binnen het Servicecentrum. Hiermee is een start gemaakt tot een verdere professionalisering van functioneel beheer en moet een brug worden geslagen tussen onze primaire processen en ICT. • Project Digitaliseren In april 2009 is een aanzet gegeven om de processen van William Schrikker Jeugdbescherming te digitaliseren. Er is bewust gekozen om in de eerste fase vanuit de organisatie ‘bottom up’ informatie te verzamelen en zodoende de kaders van het project vast te kunnen stellen. Dit gedaan in de vorm van een bijeenkomst met gebruikers. De verzamelde gegevens zijn in een vorm van adviezen en een visie gepresenteerd aan de directeur Jeugdbescherming. De adviezen zijn meegenomen in het plan van aanpak JB Koersvast en in het werkplan van Servicecentrum William Schrikker. De kern van de adviezen waren: - Digitaliseren van dossiergerelateerde post; - Koppelen van gedigitaliseerde dossierstukken aan gegevens in IJ; - Het aanstellen van een Informatie Manager om de kloof tussen de organisatie (primaire processen) en ICT te dichten; - Het inrichten van een gebruikersplatform rond de applicatie IJ. Daarnaast zijn op verzoek van de directeur Jeugdbescherming twee Quick Wins geïmplementeerd: - Digitale handtekening: Omdat het 'in opdracht' tekenen door een collega inhoudelijk manager niet door alle ketenpartners wordt geaccepteerd is besloten om inhoudelijk managers te voorzien van een gedigitaliseerde handtekening die (naar eigen inzicht) onder stukken kan worden toegevoegd. Alle opgestuurde handtekeningen zijn gedigitaliseerd en voorzien van een gebruiksinstructie teruggegeven aan de inhoudelijk managers. Een evaluatie volgt in het voorjaar van 2010. - Ad-hoc scannen van dossierstukken: Om te voorkomen dat medewerkers in dringende gevallen naar kantoor moeten reizen om dossierstukken te kopiëren en op te halen is een voorziening ingericht voor het Team Postverzending om op verzoek stukken te scannen en per mail te versturen. Informatiesysteem Jeugdzorg (IJ) In september 2009 is de groep 'Applicatiebeheer IJ' binnen de organisatie verplaatst van regio Midden-Nederland naar de nieuwe afdeling 'Informatisering' onder het Servicecentrum. Zoals zojuist beschreven is deze organisatiestructuur sinds 1 januari 1020 ingevoerd. Een interim hoofd Informatisering is aangetrokken met als opdracht 'kwartier maken' voor een nieuw te werven vast hoofd informatisering die de rol van informatie manager voor de organisatie gaat invullen. Een verbeterplan met verbeteracties is opgesteld. Voor de William Schrikker Jeugdbescherming zijn de volgende wensen zichtbaar geworden in 2009: - Gebruikersplatform IJ om adviezen in te winnen en ideeën te toetsen. - Een verbeterplan opstellen voor opleiding van nieuwe IJ gebruikers. - Inzetten van Team Secretariaten bij het functioneel ondersteunen van gebruikers met IJ. Onderzocht wordt welke uitbreiding van het systeem gewenst is.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
27
4.3
Personeels Management Systeem (PMS)
Alle verantwoordelijke managers van William Schrikker Jeugdbescherming maken gebruik van PMS als sturingsinstrument. In 2009 is een start gemaakt met het voorbereiden van de overgang naar een nieuw personeelsinformatiesysteem. In 2010 zal de daadwerkelijke overgang plaatsvinden, na een grondig selectietraject. Alle verantwoordelijke managers maken gebruik van People on Line van AON verzuimmanagement ten behoeve van een goede afstemming met AON en dossiervorming van het ziekteverloop/-verzuimproces.
4.4
Beheer Persoongebonden budget
In juni 2008 heeft de William Schrikker Groep het Persoonsgebonden budget Servicebureau gevormd. Hiermee vervielen de eerder opgezette afdelingen backoffice en frontoffice en ontstond één team. De aanleiding tot vorming van één team was enerzijds het beheersen van het financiële risico's die aan een Persoonsgebonden budget (PGB) verbonden zijn en anderzijds het verankeren van kennis over de AWBZ en de PGB-regelgeving. Ter ondersteuning hiervan werd geïnvesteerd in automatisering van de PGB-processen. Het PGB-Servicebureau is uitvoerend. Het adviseert en ondersteunt administratief de medewerkers uit het primaire proces opdat zij goed mogelijk de jeugdigen die aan de WSG zijn toegewezen kunnen helpen. Informatievoorziening Door verdere doorvoer van de automatisering kan het PGB-Servicebureau direct op iedere vraag over het PGB reageren en belanghebbenden informeren over de resterende PGBgelden en de status van het PGB-dossier. Budgetoverschrijdingen of potentiële budgetoverschrijdingen worden met een apart formulier gemeld aan de regiomanager. In 2010 wordt de informatievoorzieningen aan belanghebbenden verder uitgebreid. Automatisering Het softwaresysteem PGB-Controller waarmee het PGB-Servicebureau werkt, is verder door ontwikkeld. Het genereren van zorgovereenkomsten uit PGB-Controller is volledig geautomatiseerd. Ter voorkoming van dubbele invoer is een koppeling tot stand gebracht met andere softwaresystemen binnen de William Schrikker Groep.
4.5
Documenteerbeheer Kwaliteitssystemen (DKS)
In DKS is vastgelegd, middels protocollen, procedures en werkinstructies hoe binnen de William Schrikker Jeugdbescherming wordt gewerkt. Dit kwaliteitshandboek voldoet aan de geldende wet- en regelgeving en is bij de start in 2003 opgesteld aan de hand van de basiscriteria kwaliteit voor de jeugdzorg (december 2000) en de ISO-normen 9001: 2000. In dit digitale systeem zit een evaluatiecyclus ingebouwd, waarvan rapportages op te vragen zijn. In 2009 zijn de procedures en protocollen aangepast aan de Deltamethodiek. Deze exercitie is in een projectplan gezet. De kwaliteitscontroller viel in 2009 onder het Servicecentrum William Schrikker. Sinds oktober 2009 valt deze functie onder het bestuursbureau.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
28
5
Waardering door cliënten en maatschappij
5.1
Cliënttevredenheid
De cliënten van de (gezins)voogdij zijn in de eerste plaats de jeugdigen, over wie een jeugdbeschermingsmaatregel is uitgesproken, en hun ouders. Maar ook verwijzers zoals Raden voor de Kinderbescherming, rechtbanken en de Bureaus Jeugdzorg kunnen als klant gezien worden en onderwerp van onderzoek zijn. In 2009 is er beperkt onderzoek gedaan naar de tevredenheid van ouders en kinderen. In het kader van haar masteropleiding Orthopedagogiek verrichtte een student onderzoek naar het verschil in cliënttevredenheid tussen cliënten die een gezinsvoogd hebben die werkt vanuit de ‘oude’ methode en cliënten die een gezinsvoogd hebben die werkt vanuit de Deltamethodiek. Dit onderzoek werd afgenomen bij in totaal 22 kinderen/jeugdigen en hun ouders. De stellingen van de Cliënttevredenheids-toets (C-toets) werden omgezet in vragen waardoor de toets beter aansloot bij de doelgroep van de William Schrikker Jeugdbescherming. De conclusie was dat het cliëntsysteem dat volgens Deltamethodiek geholpen wordt meer tevreden is. Respondenten waren het minst tevreden over de wisseling van gezinsvoogden. Er zijn afspraken gemaakt met een extern bureau, stichting Alexander, die de C-toets ontwikkeld heeft om de cliënttevredenheid bij de bureaus jeugdzorg te meten. Het doel van de afspraak was om in samenwerking met de William Schrikker Groep een gevalideerde toets te ontwikkelen voor onze doelgroep, jeugdigen en/of ouders met een beperking. De wijze van afname, telefonisch, digitaal of schriftelijk, is tevens onderwerp van onderzoek De aangepaste C-toets wordt medio 2010 afgenomen door middel van een representatieve steekproef waarbij ongeveer 400 cliënten van de William Schrikker Jeugdbescherming worden benaderd. De uitkomsten zullen in de tweede helft van 2010 breed besproken worden in de organisatie en met cliënten. De uitkomsten zullen input zijn voor beleid.
5.2. Medezeggenschap cliënten: de Cliëntenraad De William Schrikker Groep heeft conform artikel 58 uit de Wet op de Jeugdzorg een Cliëntenraad ingesteld. De Cliëntenraad heeft tot doel om binnen het kader van de doelstelling van de William Schrikker Groep de gemeenschappelijke belangen van cliënten te behartigen. De Cliëntenraad adviseert de Raad van Bestuur gevraagd en ongevraagd over zaken die voor cliënten van belang zijn, teneinde bij te dragen aan de kwaliteit van de hulpverlening. De Cliëntenraad is ook in 2009 weer ondersteund door het Landelijk Steunpunt Medezeggenschap en vergadert maandelijks in Utrecht. Vijf maal per jaar is de directeur Jeugdbescherming en/of de voorzitter Raad van Bestuur bij de vergadering aanwezig. Het doel is ondermeer met de cliëntenraad ervaren knelpunten te bespreken. Naast het inhoudelijk beleid is ook de strategische positie van de William Schrikker Groep herhaaldelijk aan bod geweest. Op verzoek van de Cliëntenraad is het thema uithuisplaatsing besproken in aanwezigheid van de advocaat van de William Schrikker Groep. Ook heeft een aantal leden van de cliëntenraad in oktober 2009 met minister Rouvoet overlegd toen hij op werkbezoek was bij de William Schrikker Groep op Meetingpoint Rotterdam. Een voorbeeld van de goede samenwerking tussen William Schrikker Groep en Cliëntenraad is de eigen website www.crwsg.nu die in de zomer van 2009 in gebruik is genomen. De website informeert cliënten op aangepaste wijze naast hun rechten en plichten over de cliëntenraad en andere belangrijke thema’s (onder andere door middel van links).
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
29
De aangepaste wijze houdt onder andere in dat er een spraakmodule is geïmplementeerd. Voor kinderen en jongeren zijn er ook ‘funpagina’s”. Gezien de huidige schaalgrootte is het de bedoeling om naast de Cliëntenraad gebruik te gaan maken van cliëntenpanels en cliënten op te zoeken en te horen over belangrijke thema’s. Helaas is het niet gelukt om hier in 2009 mee te starten. Met de Cliëntenraad is afgesproken om met een bredere cliëntraadpleging te beginnen als de uitkomsten van het Cliënttevredenheidsonderzoek (medio 2010) bekend zijn. Ook heeft de Cliëntenraad ingestemd met het voorstel om de zittingstermijn van de huidige leden met één jaar te verlengen om te zorgen dat er pas verkiezingen plaats vinden als de verouderde reglementen aangepast zijn. Door een innovatieve en proactieve houding wil de William Schrikker Jeugdbescherming de samenwerking met de Cliëntenraad optimaliseren en met de inbreng vanuit de cliëntenpanels haar dienstverlening verbeteren.
5.3
Klachtrecht cliënten
Vertrouwenspersonen De William Schrikker Groep heeft voor zowel haar jeugdige als volwassen cliënten (en pleegouders) een eigen Vertrouwenspersoon, conform artikel 57 van de Wet op de Jeugdzorg. Deze Vertrouwenspersonen werken bij een onafhankelijke instelling (Advies - en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) en informeren, adviseren en ondersteunen cliënten bij vragen of klachten over de jeugdzorg. Zo kunnen zij wijzen op de rechten van een cliënt, maar ook kunnen zij ondersteunen bij het schrijven van een klachtbrief of aanwezig zijn bij een bemiddelingsgesprek of tijdens de hoorzitting voor de klachtencommissie. Richting de William Schrikker Groep hebben de Vertrouwenspersonen een signalerende functie. Per kwartaal vindt er tussen de Vertrouwenspersonen en de William Schrikker Groep overleg plaats en wordt er gekeken naar algemene of specifiekere indrukken (geanonimiseerd). In 2009 hebben 14 klagers gebruik gemaakt van de ondersteuning door de Vertrouwenspersonen. In het WSG klachtenjaarverslag 2009 is terug te lezen wat er concreet is gebeurd met de signalerende functie van de Vertrouwenspersoon. Klachtrecht De William Schrikker Groep gaat ervan uit dat klachten een bron van informatie zijn. Onder andere worden uit klachten wensen en eisen van cliënten duidelijk. Deze signalen worden meegenomen in het kwaliteitstraject, maatregelen worden organisatiebreed doorgevoerd, vanuit de visie dat iedere klacht een gratis advies is. Dit betekent dat de William Schrikker Groep een klachtenregeling heeft voor cliënten die ook voorziet in een bemiddelingsfase. De bemiddelingsfase houdt in dat klagers hun klacht kunnen bespreken met de betrokken hulpverlener en diens leidinggevende. Dit gesprek richt zich op het snel oplossen van de ontstane problemen en herstel van de samenwerkingsrelatie. Cliënten kunnen een onafhankelijke klachtencommissie inschakelen wanneer het bemiddelingsgesprek niet tot een bevredigend resultaat leidt, maar zij kunnen ook hun klachten direct aan deze klachtencommissie voorleggen.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
30
Over de William Schrikker Jeugdbescherming zijn in 2009 123 deelklachten ontvangen, 49 deelklachten minder dan het jaar ervoor (zie onderstaande tabel). De klachtencommissie heeft dit jaar 101 klachten behandeld, 42 meer dan in 2008. Van deze deelklachten werden er 44 gegrond en 7 deels gegrond verklaard. Jeugdbescherming Functioneren gezinsvoogd Verzoek andere gezinsvoogd Betrekken ouders bij beslissingen Omgangsregeling Klachtbehandeling Bejegening door gezinsvoogd Oneens met beslissing Wisselingen gezinsvoogd Ontbreken gezinsvoogd Onvoldoende hulp bij vervanging Communicatie en informatieverstrekking Uitvoering PGB Uitvoering UHP Totaal
2009 39 2 7 13 4 14 13 4 1
Ouder 20 1 4 12 3 9 7 2 1
23
18
3 123
3 80
Pleegouder Jeugdige 2008 18 1 63 1 5 3 1 13 1 1 5 32 5 1 18 2 3 2 2 5 18
41
2
5 10 172
In het klachtenjaarverslag 2009 is terug te lezen wat er concreet is gebeurd met de adviezen van de klachtencommissie. 5.4
Waardering door maatschappij
Met betrekking tot waardering door de maatschappij heeft de afdeling Communicatie een belangrijke rol. Een afdeling die zowel de entiteiten als de diensten en de Raad van Bestuur vanuit de discipline van adequate ondersteuning voorziet in de breedste zin van het woord. De ondersteuning en advisering kan dan ook gevraagd en ongevraagd gebeuren. De afdeling stelt zich ten doel om de William Schrikker Groep te profileren als een professionele organisatie die, waar nodig, gebruik maakt van op de doelgroep gerichte communicatiemiddelen. Maatwerk is het motto. De interne en de externe doelgroepen worden onderscheiden. De externe communicatie is met name gericht op bestuur, politiek, subsidiegevers, media en belangrijke partners in het hulpverleningsproces (ketenpartners, opnemende voorzieningen en de cliënten zelf). Inhoudelijk is de externe communicatie gericht op de werkwijze en bekendmaking van het specialistische werk van de William Schrikker Groep en haar entiteiten. De interne communicatie is gericht op het binden, betrokken houden en informeren van medewerkers over de ambities, ontwikkelingen, het werk en de werkwijze voor onze specifieke doelgroep. Extern De William Schrikker Jeugdbescherming kan terugkijken op een turbulent jaar! De Jeugdzorg heeft de nodige externe aandacht gekregen en was veelvuldig in het nieuws. Nieuwsitems die overigens, met een zekere mate van toeval, goed aansloten op de speerpunten voor 2009. De William Schrikker Jeugdbescherming is media-actief geweest in de zaak baby Hendrikus, in de landelijke en regionale dagbladen en in het actualiteiten programma Nova. Hierin is er een lans gebroken om de discussie aangaande de kinderwens bij mensen met een beperking binnen de Jeugdzorg en politiek aan te gaan. De eerste resultaten waren begin 2010 reeds te zien op de televisie bij Rond om 10 en de documentaire Machteloos.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
31
Tevens zijn er artikelen verschenen over de veiligheid van gezinsvoogden, in landelijke en regionale dagbladen en in het programma Pauw en Witteman hebben de bestuurder en twee gezinsvoogden van de William Schrikker Groep hun verhaal kunnen doen. De William Schrikker Groep heeft in 2009 een speciaal boekje laten verschijnen, te weten “Uitgesproken”. Hierin geven verschillende stake-holders hun visie over het bijzondere werk van de William Schrikker Groep. Het boekje is verstuurd naar de politiek, zowel naar de landelijke politiek als de regionale politiek. Verder informeert de William Schrikker Groep de externe relatie met een speciaal Bulletin, hierin worden zij geïnformeerd over de belangrijkste ontwikkelingen en zaken die er spelen binnen de William Schrikker Groep. Onderliggend doel van dergelijke acties was om de positie van de William Schrikker Groep helder te etaleren in het kader van de discussie over de evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg. Tenslotte kan er met enige trots gemeld worden dat de William Schrikker Groep een geheel vernieuwde website heeft. Deze site is zo ingericht dat externen en onze doelgroep goed en snel de juiste informatie kunnen vinden. De site is in 2009 ontwikkeld en in 2010 gestart. Intern De William Schrikker Groep hecht aan goede communicatie met haar medewerkers. Het feit dat de William Schrikker Groep een landelijk en vrij ambulant werkende organisatie is, maakt dat juist hier extra aandacht voor is! Zo heeft elke RVE een eigen digitale nieuwsbrief beschikbaar. Uit onderzoek blijkt dat deze goed gelezen wordt. Verder is het intranet aantrekkelijker gemaakt om als werknemer te bezoeken en ook daar is het aantal bezoekers toegenomen. De uitgangspunten van de interne communicatie waren in 2009; snel, direct, gericht en de boodschap centraal. Dit is gerealiseerd.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
32
6
Cultuur, Leiderschap, management van personeel en waardering door het personeel
6.1
Cultuur en attitude
Het onderdeel “Cultuur van de organisatie” speelt ook dit jaar een belangrijke rol in de organisatie. De kern van de bedrijfscultuur is het complex van gemeenschappelijke waarden en normen en overtuigingen die de leden van de organisatie koesteren. De inhoud hiervan bepaalt hoe de medewerkers denken over de organisatie, haar diensten en producten en de toekomst van het geheel. De gemeenschappelijke waarden, normen en overtuigingen leveren binnen de organisatie regels op die bepalen hoe men zich dient te gedragen, hoe men met elkaar omgaat en hoe men dient te handelen. Binnen de Jeugdbescherming zijn als richtlijn van het handelen genomen de aan de Deltamethodiek ontleende begrippen: positioneren en engageren en het kind centraal leidraad. Met positioneren wordt het elkaar aanspreken bedoeld, het verantwoordelijkheid nemen en het aanvaarden van de consequenties van handelen. Dit geldt zowel voor de relatie tussen gezinsvoogd en cliënt als voor die tussen gezinsvoogd en leidinggevende. Engageren is het motiveren en enthousiasmeren, het ondersteunen en bijstaan. Dit is een attitude die voor alle werkprocessen binnen de Jeugdbescherming belangrijk is. Aangezien in het Deltaplan het kind centraal staat, dient voor de leidinggevende de gezinsvoogd centraal te staan en van daaruit de ondersteuning en facilitering verder vorm krijgen. Ook begrippen als transparantie, planmatig werken en je houden aan afspraken zijn belangrijk voor de uitvoering van werkzaamheden voor gezinsvoogden maar ook voor leidinggevenden op alle niveaus van de Jeugdbescherming. Getracht wordt om stap voor stap alle processen binnen de Jeugdbescherming dus ook de aansturing en de overlegstructuur ‘Deltaproof’ te maken. Op die manier is Delta niet alleen een vernieuwde hulpverleningsmethodiek maar ook een pijler voor de cultuur binnen de Jeugdbescherming. Het biedt niet alleen duidelijkheid aan hoe gezinsvoogden omgaan met cliënten maar ook aan hoe medewerkers omgaan met elkaar. Binnen het professionaliseringstraject en het competentiemanagement worden bovenstaande uitgangspunten, in samenhang met het Cultural Statement van de William Schrikker Groep, geïntegreerd in LOTJE. Dit staat voor: L. Lol in je werk. Lol staat voor plezier in je werk, voor de band met collega’s en voor het enthousiasme om voor een specifieke doelgroep te werken. O. Openheid: staat voor respect voor mensen, hun zeden en gewoonten. Je onderkent belangentegenstellingen en maakt ze bespreekbaar. T. Transparant (en meetbaar): staat voor duidelijke afspraken, voor duidelijke resultaten stellen waarop je verantwoording af kunt leggen. J. Jouw verantwoordelijkheid betekent dat je staat voor je zaak. Onder jouw regie leidt dat dikwijls tot zichtbare verbeteringen. E. Eigenzinnigheid staat voor creativiteit. Net die misschien ongebruikelijke oplossing zoeken die voor een specifieke doelgroep nodig is.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
33
6.2
Inspirerend Leiderschap
De komende periode staat de vraag centraal hoe leidinggevenden hun medewerkers kunnen inspireren om mede vorm te geven aan alle ambities zoals die zijn verwoord in het strategisch plan. Ook zal hier aandacht voor komen in het Management Developmenttraject wat eerder in hoofdstuk 2 is beschreven.
6.3
Management van personeel
6.3.1. Instroom, doorstroom en uitstroom van personeel Instroom Iedere nieuwe (gezins)voogd wordt gedurende de eerste periode begeleid door een mentor, een ervaren (gezins)voogd. Naast deze functiegerichte inwerkprocedure is er voor alle nieuwe medewerkers een algemeen introductie- en opleidingsprogramma. In 2009 is gestart met een aangepaste training voor nieuwe medewerkers: LOTje nieuw. Hierin is de Deltamethodiek verwerkt. Ook in 2009 is weer sprake van een grote instroom van vooral (gezins)voogden. Dit werd veroorzaakt door een grote uitstroom en de groei binnen de Jeugdbescherming. In 2009 traden 106 nieuwe (gezins)voogden in dienst, een groei van 22%. Om het primaire proces te ondersteunen in het voeren van gerichte selectiegesprekken zijn in het najaar van 2009 zes trainingen Gedragsgericht Interviewen gegeven. De training is gebaseerd op de gedachte dat ervaringen van een kandidaat uit het verleden de beste voorspellers zijn voor toekomstig gedrag. Begin 2009 is in de regio Zuid een pilot gestart om de selectie van gezinsvoogden te verbeteren. Aanleiding is de grote uitval gedurende het eerste dienstjaar. Sollicitanten die worden uitgenodigd voor een gesprek, vullen voorafgaand online de Reflector BIG Five persoonlijkheidsvragenlijst van PiCompany in. De test doet een uitspraak over de ontwikkelbaarheid van de gezinsvoogd ten aanzien van de competenties plannen en organiseren, klant-, resultaat- en kwaliteitsgerichtheid, samenwerken en stressbestendigheid. De pilot wordt in 2010 geëvalueerd. Doorstroom De gevoerde gesprekken in het kader van de gesprekscyclus vormen ook in 2009 een belangrijke basis voor het doorstroombeleid van de William Schrikker Jeugdbescherming. In totaal zijn met 277 medewerkers (40%) van William Schrikker Jeugdbescherming één of meerdere gesprekken gevoerd. Voor alle vacatures binnen de William Schrikker Jeugdbescherming, uitgezonderd de functie van (gezins)voogd, wordt in eerste instantie gekeken of deze intern kunnen worden ingevuld. In het kader van re-integratie van medewerkers die tengevolge van ziekte of arbeidsongeschiktheid hun eigen functie niet of slechts gedeeltelijk kunnen uitoefenen, zullen deze medewerkers worden herplaatst in een andere of aangepaste functie binnen of buiten de William Schrikker Groep. Deze medewerkers worden hierbij begeleid door de reïntegratieconsulent van de William Schrikker Groep.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
34
Uitstroom In 2009 bedraagt de uitstroom van (gezins)voogden rond de 7%. Een daling ten opzichte van de uitstroom van (gezins)voogden in 2008, die bedroeg zo een 12%. in- en uitstroom Jeugdbescherm ing 2009 180 156
160 140 Aantallen
120
103
100 80 60 40 20 0 Instroom
Uitstroom Categorien
Systematisch wordt middels online vragenlijsten in kaart gebracht wat de redenen zijn voor vertrek. De gegevens die op deze wijze worden verkregen, worden zo mogelijk vertaald naar beleid. In tegenstelling tot voorgaande jaren is in 2009 gestart met een online vragenlijst in plaats van een gesprek met de P&O adviseur. Dit laatste blijft te allen tijde op verzoek mogelijk. De verzamelde gegevens worden in een rapport gepresenteerd aan het BDO. Hierin wordt aangegeven welke trends er zijn in vergelijking met voorgaande jaren. Medewerkers van de William Schrikker Jeugdbescherming verdeeld naar de duur van hun dienstverband Dienstjarenopbouw JB 2009 300 249 250
223
Aantallen
200
150 116
106
100 52 50
0 Korter dan 1 jaar
1 en 2 jaar
2 tot 5 jaar
5 tot 10 jaar
10 jaar en langer
Categorieen
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
35
Leer-werktraject buitenland In 2009 zijn tien leer-werktrajecten in het buitenland gerealiseerd voor jeugdreclasseringswerkers, pleegzorgwerkers en (gezins)voogden. In de periode oktober t/m december hebben acht leer-werktrajecten plaats gevonden op Curaçao en twee leerwerktrajecten in Suriname. Deze leer-werktrajecten zijn met name gericht op de eigen professionalisering (o.a. het vergroten van de culturele sensitiviteit) en inspiratie van medewerkers. De afdeling P&O heeft een rol gespeeld in de tot standkoming van een specifiek competentieprofiel en bij de uitvoering van de selectieprocedure waarbij gebruik werd gemaakt van het 360 graden feedback instrument. WAJONG Wajong is een afkorting van de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten. De doelgroep van de William Schrikker Groep nu zijn de Wajongeren van de toekomst. De WSG levert zelf een concrete bijdrage door als werkgever met Wajongeren te werken. De William Schrikker Groep heeft als streven om in 2009 met (minimaal) twee Wajongeren binnen een onderdeel van de organisatie aan de slag te gaan. Uiteindelijk zijn drie Wajongeren in diverse functies binnen het Servicecentrum begonnen. Voor twee personen bleek na verloop van tijd dat de match tussen functie en de eigen ontwikkeling niet overeen kwam. De derde Wajonger werkt tot op heden nog steeds bij de William Schrikker Groep. De afdeling P&O heeft de gehele voorbereiding, implementatie en uitvoering van deze pilot begeleid. Arbeidsvoorwaarden Per 1 januari 2010 wordt het nieuwe vakantie- en verlofbeleid van kracht. Om medewerkers te informeren over de nieuwe regeling, hebben de P&O adviseurs in het najaar van 2009 tijdens alle teamvergaderingen in het land een presentatie verzorgd. In de regio Noordoost-Nederland is voor het middenkader een bijeenkomst gehouden over het ziekteverzuim. Doel is meer inzicht verschaffen in de manier van omgaan met ziekteverzuim en re-integratie, leren van elkaars ervaringen en per team een plan maken om het ziekteverzuim terug te dringen. Verzuimmanagement De William Schrikker Jeugdbescherming streeft ernaar haar medewerkers een gezond en prettig werkklimaat te bieden. Dit om de motivatie en betrokkenheid van de medewerkers te stimuleren en de kans op uitval c.q. verzuim te beperken. De stappen uit de Wet Verbetering Poortwachter worden nauwkeurig gevolgd. De medewerkers zijn het “menselijk kapitaal”. Verzuimoorzaken worden in samenwerking met AON Verzuimmanagement zo snel mogelijk opgespoord, geanalyseerd en aangepakt. De directe verzuimbegeleiding is de taak van de leidinggevende; hij wordt hierin geadviseerd door de P&O adviseur. Medewerker, leidinggevende en P&O spannen zich in voor reintegratie vanaf het moment van ziekmelding. Deze gezamenlijke inspanningen zijn gericht op een zo spoedig mogelijk (gedeeltelijke) terugkeer van de medewerker, primair op de eigen werkplek. Indien factoren de werkhervatting (gedeeltelijk) in de weg staan, wordt door betrokken partijen naar een oplossing gezocht. Verzuimpercentage in 2009: 5,8%. Aantal meldingen: 627. Verzuimduur in dagen: 14.145. In 2009 heeft één medewerker een WGA –uitkering (Wet Gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid) ontvangen en heeft het UWV met terugwerkende kracht tot 2008 voor een andere medewerker tot een WGA uitkering besloten. Deze laatste medewerker werkt voor haar resterende verdiencapaciteit in haar eigen (aangepaste) functie.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
36
6.3.2. Klachtrecht medewerkers De William Schrikker Groep heeft in samenwerking met de Ondernemingsraad een klachtenregeling voor medewerkers opgesteld, die in maart 2005 in werking is getreden. Deze regeling voorziet in een bemiddelingsfase en een behandeling door een klachtencommissie. In deze commissie hebben twee medewerkers zitting onder leiding van een externe, onafhankelijke voorzitter. In 2009 zijn twee klachten in de bemiddelingsfase opgepakt. Een daarvan is door bemiddeling succesvol afgerond, de andere klacht is doorgezet voor behandeling door de klachtencommissie. Er zijn in totaal drie klachten in de formele fase behandeld door de klachtencommissie. 6.3.3. Medezeggenschap personeel De medezeggenschap van het personeel van de William Schrikker Groep krijgt vorm via de Ondernemingsraad (OR) die conform de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) bij de beleidsvoering van de William Schrikker Groep is betrokken. 'De in februari 2009 geïnstalleerde OR bestaat uit tien leden die gekozen zijn via de vier verschillende kiesgroepen uit de verschillende RVE's van de William Schrikker Groep, te weten; kiesgroep William Schrikker Stichting Jeugdbescherming (vijf leden), kiesgroep WSS Pleegzorg (twee leden), kiesgroep WSS Jeugdreclassering (twee leden), kiesgroep WSS Servicecentrum/Expertisecentrum (twee leden, waarvan één verkozen). De zittingsduur van de Ondernemingsraad is drie jaar. Dit betekent dat er begin 2012 nieuwe Ondernemingsraadverkiezingen gehouden zullen worden. 6.4
Waardering door het personeel
Exit-interviews Systematisch wordt middels exit-interviews in kaart gebracht wat de redenen zijn voor vertrek van medewerkers. De gegevens die op deze wijze verkregen worden, worden zo mogelijk vertaald naar beleid. Personeelsdagen Sinds 2008 wordt er jaarlijks een personeeldag voor de gehele William Schrikker Groep en jaarlijks een dag voor de medewerkers van de William Schrikker Jeugdbescherming georganiseerd. Deze dagen staan altijd in een thema. In 2009 was dat het thema Verbinden. Naast het inhoudelijke gedeelte en het bespreken van beleid en strategie, zijn deze dagen ook belangrijk voor het behouden van een goede werksfeer en binding met de organisatie.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
37
Bijlage I: Doelgroepen William Schrikker Groep I Jeugdigen met een IQ > 70 met ernstige bijkomende problematiek LVG jeugdigen (IQ > 70 ) met ernstige bijkomende problematiek kunnen op dit moment, op verzoek van Bureau jeugdzorg en wanneer er sprake is van opgroei- en opvoedingsproblemen, waarbij maatregelhulp nodig is, worden geholpen door gespecialiseerde werkers van de William Schrikker Jeugdbescherming. Medewerkers van de William Schrikker Jeugdbescherming beschikken enerzijds over de generalistische kennis die noodzakelijk is voor de uitvoering van (gezins)voogdijtaken en anderzijds over specialistische expertise die noodzakelijk is voor het herkennen, beoordelen en organiseren van de benodigde hulp vanwege de handicap. Zij beschikken daarnaast over de methodische kennis en vaardigheden om op aangepaste wijze om te gaan en te communiceren met deze doelgroep. II Jeugdigen met een verstandelijke handicap IQ < 70; • Jeugdigen met een lichamelijke handicap die als gevolg van hun handicap blijvende beperkingen ondervinden in hun ontwikkeling tot zelfstandigheid; • Jeugdigen met een zintuiglijke handicap: slechthorend/doof, slechtziend/blind; • Meervoudig Complex Gehandicapte Jeugdigen (M.C.G.); • Jeugdigen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar, met een verhoogd medisch risico op een blijvende handicap die in de eerder genoemde categorieën vallen; • Jeugdigen met een ernstig lichamelijke chronische of progressieve ziekte. Te denken valt aan een stofwisselingsziekte, aids, cystic fybrose, leukemie; • Jeugdigen van wie de ouders een handicap hebben, waardoor specialistische hulp noodzakelijk is. Voor jeugdigen in deze doelgroepen geldt dat sprake is van een zeer specifieke opvoedingsvraag. De handicap/ziekte interfereert in sterke mate met de normale ontwikkeling van de jeugdige, de opvoedingssituatie (draaglast/draagkracht) en het opvoedingsgedrag (stelt bijzonder eisen) van ouders. Inzicht in deze interferentie, de noodzaak tot extra zorg en stimulans om de invloed van de handicap op de normale ontwikkeling zo klein mogelijk te houden is noodzakelijk om de ontwikkelingskansen van de jeugdige te optimaliseren en tegelijkertijd te werken aan de bedreigde opvoedingssituatie, waarvan bij maatregelhulp sprake is. De medewerkers van de William Schrikker Groep beschikken enerzijds over de generalistische kennis die noodzakelijk is voor de uitvoering van maatregelhulp en anderzijds over de specialistische expertise die noodzakelijk is voor het kunnen beoordelen (diagnose) van de problematiek en toeleiding (inzicht in de aard van de zorg die passend is) en het organiseren daarvan (casemanagement) voor jeugdigen in deze doelgroepen. De William Schrikker Groep heeft ten behoeve van deze doelgroepen op landelijk niveau gebundelde expertise, een specifieke werkwijze, verankerd in de uitvoeringsorganisatie en ondersteunende processen.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
38
Bijlage II: Diensten Jeugdbescherming De William Schrikker Jeugdbescherming biedt de volgende diensten: Voorlopige Ondertoezichtstelling Op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming en een beschikking van de Kinderrechter voert de William Schrikker Jeugdbescherming de voorlopige ondertoezichtstelling uit ten behoeve van kinderen en ouders die tot haar doelgroepen behoren. Op grond van een eerste probleemanalyse wordt onmiddellijk voorlopige hulp opgestart gericht op het veiligstellen van het bedreigde kind en het verbeteren van de opvoedingssituatie, voor de duur van drie maanden. Zo nodig vraagt de Raad voor de Kinderbescherming of de Stichting een (voorlopige) machtiging uithuisplaatsing aan en plaatst het kind in een passende voorziening. In deze periode verricht de Raad voor de Kinderbescherming nader onderzoek naar de bedreigde ontwikkeling van het kind, de opvoedingssituatie en de noodzaak van een kinderbeschermingsmaatregel. Ondertoezichtstelling Op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming of een reguliere gezinsvoogdijinstelling (overdracht) en beschikking van de Kinderrechter voert de William Schrikker Jeugdbescherming de ondertoezichtstelling uit ten behoeve van gehandicapte kinderen of kinderen van gehandicapte ouders. Door middel van diagnostiek, indicatiestelling en justitieel casemanagement wordt de problematiek in kaart gebracht en passende hulpverlening op gang gebracht, gericht op het afwenden van de bedreigde ontwikkeling van het kind en het verbeteren van de opvoedingssituatie. In de uitvoering van de ondertoezichtstelling staat de aandacht voor de specifieke hulpvraag van het gehandicapte kind en zijn ouders en het vinden van een passend antwoord hierop centraal. Uitgangspunt is het veiligstellen van gezinsopvoeding door ouders. Als dit (tijdelijk) niet mogelijk is, streeft de gezinsvoogd bij voorkeur naar plaatsing in een gespecialiseerd pleeggezin. Slechts wanneer dit niet mogelijk is of geen passend antwoord biedt op de hulpvraag van het kind wordt plaatsing in een residentiële voorziening gerealiseerd. Voorlopige voogdij Wanneer uit voorlopig onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming blijkt dat in het ouderlijk gezag tijdelijk niet kan worden voorzien, kan de voorlopige voogdij, wanneer het om een gehandicapt kind of gehandicapte ouders gaat, bij de William Schrikker Jeugdbescherming worden ondergebracht; bijvoorbeeld wanneer ouders door de geboorte van hun ernstig gehandicapte kind zo geschokt zijn, dat zij weigeren de verantwoordelijkheid en zorg voor het kind op zich te nemen. In een aantal gevallen gaat het om verstandelijk gehandicapte moeders, woonachtig in een instelling, die onbedoeld zwanger zijn geworden en van wie duidelijk is dat zij gezien hun beperkingen het gezag en de verzorging niet op zich zullen kunnen nemen. Gedurende de voorlopige voogdij doet de Raad onderzoek naar een permanente gezagsvoorziening. Tijdelijke voogdij In enkele gevallen komt het voor dat in afwachting van het begin van een voogdij of ter vervanging van de voogd een tijdelijke voogdij wordt uitgesproken; de situatie doet zich dan namelijk voor dat er een leemte is in de voogdijvoorziening. Daarbij kan gedacht worden aan de situatie dat de testamentaire voogd zich nog wil beraden over zijn benoeming, of dat er onbekendheid is over het bestaan of de verblijfplaats van de voogd. Indien het gaat om een gehandicapt kind en de tijdelijke voogdij wordt uitgesproken, kan de maatregel vervolgens worden uitgevoerd door de William Schrikker Jeugdbescherming. Zodra de bedoelde omstandigheden zijn vervallen, wordt de tijdelijke voogd door de rechter ontslagen.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
39
Voogdij Op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming of reguliere gezinsvoogdij-instelling (overdracht) en na beschikking van de kinderrechter voert de William Schrikker Jeugdbescherming de voogdij uit over gehandicapte kinderen of kinderen van gehandicapte ouders. In een aantal gevallen is de uitvoering van de voogdij een vervolg op de uitvoering van het justitieel casemanagement in het kader van de ondertoezichtstelling. In die situatie is gebleken dat ouders ondanks intensieve hulp van de gezinsvoogd niet in staat zijn het gezag over hun kinderen in te vullen en is er geen perspectief op verbetering van de opvoedingssituatie en herstel van gezinsopvoeding door ouders. De omgangsregeling met ouders en hun betrokkenheid bij de opvoeding wordt zoveel mogelijk in stand gehouden. De William Schrikker Jeugdbescherming heeft tevens de voogdij over een aanzienlijk aantal, vaak ernstig gehandicapte kinderen waarvan de ouders overleden zijn, de ouders in het buitenland verblijven, geadopteerde kinderen die later aanzienlijk gehandicapt bleken en om die reden niet bij adoptieouders konden opgroeien en kinderen die vanwege hun handicap zijn “afgestaan”. Voor al deze kinderen geldt dat de gezinsvoogd voor hen een deskundige voogd “met een gezicht” is, die oog heeft voor hun specifieke hulpvraag en streeft naar opvoeding in een plaatsvervangend gezinsverband. Veel van deze kinderen groeien op in een pleegezin van de gespecialiseerde William Schrikker Pleegzorg. Dubbele maatregel Er is sprake van een dubbele maatregel als er bij een jongere zowel een kinderbeschermingsmaatregel als een jeugdreclasseringmaatregel uitgevoerd wordt. Alleen ondersteuning vanuit de jeugdbescherming blijkt soms niet voldoende. Er is specifieke hulp nodig om de jongere op het rechte pad te houden. Deze combinatie van maatregelen komt bij de William Schrikker Groep veel vaker voor dan bij andere (gezins)voogdij-instellingen. De speciale problematiek van de doelgroepen kan een risicofactor voor het ontstaan van crimineel gedrag zijn. Er is een speciaal team dat deze maatregelen uitvoert. Advies en informatie De William Schrikker Jeugdbescherming biedt advies en informatie met betrekking tot de mogelijkheden voor hulp en steun bij ernstige opvoedingsproblemen van gehandicapte kinderen en kinderen van gehandicapte ouders. De vragen om informatie en advies zijn afkomstig van zowel lokale hulpverleners in de 1e lijn, als van Bureaus Jeugdzorg, MEE en andere zorgaanbieders in de jeugdhulpverlening en de gehandicaptenzorg.
Jaarverslag 2009
William Schrikker Jeugdbescherming
40