I N H O U D S OP G A V E S C H O OL GI DS DE W A TERS P I E GE L 2 0 1 4 -2 0 1 5
INHOUDSOPGAVE SCHOOLGIDS DE WATERSPIEGEL 2014 / 2015 1 WOORD VOORAF
1
3
1.1 INLEIDING 3 1.2 INHOUD
3
1.3 SAMENSTELLERS 3 1.4 REAGEREN 3
2 DE WATERSPIEGEL 5 2.1 DE SCHOOL 5 2.2 SITUERING 7 2.3 SCHOOLGROOTTE 7 2.4 GESCHIEDENIS
7
2.5 TOELATINGSBELEID
8
3 WAAR STAAN WE ALS SCHOOL VOOR? 3.1 MISSIE
9
9
3.2 PEDAGOGISCHE UITGANGSPUNTEN 3.3 PRIORITEITEN
9
3.4 HET KLIMAAT VAN DE SCHOOL 3.5 VEILIGHEID
9
9
10
3.6 A GEDRAGSCODE TEGEN PESTEN 11 4 DAAR WERKEN WE VOOR! 17
4.1 ACTIVITEITEN VOOR DE KINDEREN 4.2 ONS LESMATERIAAL
17
19
4.3 BURGERSCHAPSVORMING 22 4.4 ICT EN ONDERWIJS 4.5 ONZE LESUREN
23 23
4.6 DE SAMENSTELLING VAN HET TEAM
26
4.7 DE ORGANISATIE VAN DE SCHOOL 26 4.8 SCHOOLTIJDEN
27
5 DE KWALITEIT VAN ONZE SCHOOL 28 5.1 ANDERS ADAPTIEF – MEERVOUDIGE INTELLIGENTIE ( M.I.)
28
5.2 ONDERWIJSKUNDIG – JAARVERSLAG 2013-2014 29 1
5.3 ONDERWIJSKUNDIGE VOORNEMENS 2014-2015
6 DE LEERLINGENZORG
31
32
6.1 SPECIALE ZORG VOOR KINDEREN PASSEND ONDERWIJS
32
6.2 ZORGFEDERATIE KOMPAS 36 6.3 LOGOPEDIE/SCHOOLARTS 39 6.4 ONDERWIJSGERELATEERDE INSTANTIES 40
7 BEREIKBAARHEID EN WERKEN OP SCHOOL:
32
7.1 DE SCHOOL 42 7.2 WERKEN OP SCHOOL
42
8 OUDERS EN SCHOOL 44 8.1 OUDERBETROKKENHEID 44
8.2 Contacten: ouders - school
44
8.4 COMMISSIES/INZET OUDERS 8.5 KLACHTENREGELING
47 48
9 TUSSENSCHOOLSE EN BUITENSCHOOLSE OPVANG (T.S.O. – B.S.O.) 50 9.4 BUITENSCHOOLSE OPVANG
50
10 OVERIGE INFORMATIE/PRAKTISCHE ZAKEN 10.1 NIEUWE LEERLINGEN (4 – JARIGEN)
53 53
10.2 SCHOOLVERZUIM 54 10.3 LEERLINGENBELEID EN VEILIGHEID
55
10.4 VRIJSTELLING VAN HET ONDERWIJS
56
10.5 HAAL
56
10.6 SCHOOLCOMMISSIE/OUDERBIJDRAGE
57
10.7 VERZEKERINGEN 58 10.8 A BHV EN VEILIGHEID:
58
10.8 B LEERLINGENVERVOER EN VEILIGHEID: 10.9 SPONSORING
59
59
10.10 ZENDING/GOEDE DOELEN GELD
59
10.11 DIVERSE PRAKTISCHE ZAKEN 61
11 WATERSPIEGELLIED 12 BIJLAGEN
66
67 2
.. .. .. .. .
1 W OORD V O OR A F
1.1 INLEIDING U heeft de schoolgids van de Waterspiegel in handen. Een school voor bijbelgetrouw onderwijs die alweer 20 jaar een plek heeft in Almere. We willen u in deze schoolgids graag van alles vertellen. Wilt u meer weten, kijk dan vooral ook op onze website: www.haal.nl 1.2 INHOUD In deze schoolgids kunt u lezen hoe het onderwijs in onze school plaatsvindt en welke zorg wij geven aan de kinderen. Verder vertellen we wat wij als school van ouders verwachten en wat ouders van school mogen verwachten. Uiteraard zal deze informatie beknopt zijn. Over veel onderwerpen is meer informatie beschikbaar, op de website van HAAL, het Schoolplan of in folders. U kunt daar gerust naar vragen. In een jaarlijkse bijlage vindt u allerlei praktische informatie, die elk jaar wijzigt, zoals mailadressen, adressen, leerlingenlijsten, belbomen enz. 1.3 SAMENSTELLERS Deze gids is samengesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de vereniging voor SVBO en VGPO HAAL. Er worden jaarlijks wijzigingen aangebracht in de tekst. Deze wijzigingen zijn door het schoolteam vastgesteld en hebben de steun van de MR en van de schoolcommissie. 1.4 REAGEREN Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de locatiedirecteur van de school. Dit geldt ook voor wensen die u hebt betreffende de schoolgids of suggesties voor verbetering. Almere, juli 2014
3
.. .. .. .. .
4
.. .. .. .. .
D E W A TE RS P I E GE L
2.1 DE SCHOOL
Onze school heet "de Waterspiegel". In ons schoollied wordt de betekenis daarvan mooi weergegeven: "Kijk naar het Levende Water, dat diep als een spiegel is."Gods Woord, Jezus Christus, is voor ons een onuitputtelijke bron. Door ons aan de Bijbel te spiegelen zien we de grote zegen, namelijk dat God ons als Zijn kinderen wil aannemen, door het verzoenend werk van Jezus Christus. Hierdoor mogen en willen we graag samen voor Hem leven. Dit is ook uitgebeeld in het kunstwerk dat door het team gemaakt is en in de personeelskamer hangt.
Locatiedirecteur: Ilse G. Polhuijs De locatiedirecteur is met name onderwijskundig leider. Andere aspecten zoals het financieel, personeels - en kwaliteitsbeleid worden aangestuurd vanuit de centrale directie van SvBO en VGPO HAAL.
Bestuur en directie Onze school is één van de 3 scholen, die uitgaan van de Stichting voor Bijbelgetrouw Onderwijs. Op 5 mei 2011 is de Stichting Bijbelgetrouw Onderwijs Haal opgericht. GBS De Waterspiegel is ondergebracht in deze Stichting. EBS De Oase is gefuseerd met GBS De Waterspiegel en is omgevormd tot een zelfstandige dependance van GBS De Waterspiegel met eigen identiteit en leiding. In Amersfoort is in 2012 EBS de Parel aan onze Stichting toegevoegd.
Formeel gezien bestaat VGPO HAAL nu uit 5 basisscholen, praktisch gezien werken acht scholen met elkaar samen. De Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs HAAL is op 1 januari 1998 door een fusie ontstaan, een fusie tussen de schoolverenigingen: Hilversum, Almere, Amersfoort en Leusden. Er is een Raad van toezicht en een College van bestuur voor de acht scholen en de 11 scholen van Veluwe +. Daarnaast functioneert er per school een schoolcommissie en een MR.
Raad van Toezicht De HAAL -scholen vallen onder de Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs HAAL. Alleen de scholen in Almere vallen onder de Stichting voor Bijbelgetrouw Onderwijs HAAL. Deze vereniging kiest een Raad van Toezicht die toezicht houdt op het College van Bestuur van de scholen van zowel de vereniging als de stichting. De voorzitter van de Raad van Toezicht is dhr. Henk Mulder wonend te Amersfoort.
College van bestuur Het college van bestuur bestaat uit twee leden. Lid:
Arnoud Messelink per 1 oktober 2014
Lid:
Marco van der Ploeg wonend te Leusden
Het college van bestuur is bereikbaar via het centrale kantoor van de HAAL en Veluwe+ groep. 5
.. .. .. .. en VGPO HAAL en VGPO Veluwe + Centraal kantoor SVBO . Burg. de Beaufortweg 16 3833 AG Leusden 033-4324258 Email:
[email protected]
6
.. .. .. .. .
2.2 SITUERING
De leerlingen van onze school komen uit het gehele stadsgebied van Almere. “de Waterspiegel” heeft daardoor een streekfunctie, omdat leerlingen uit de verschillende stadsdelen van Almere komen. We hebben een prachtig gebouw dat ten opzichte van de verschillende stadsdelen, heel centraal in de Parkwijk in Almere -Stad ligt. 2.3 SCHOOLGROOTTE In het verleden is in eerste instantie onze school behoorlijk gegroeid. Bij de start in 1992 hadden we 72 leerlingen. 10 jaar later, in 2002, bereiken we de top en zijn we de 250 leerlingen gepasseerd. Daarna zette er een daling in. Het aantal leerkrachten is momenteel, door het werken in deeltijd, 14 en daarnaast werken er onderwijsassistenten, Interne Begeleiders en een RT- leerkracht op onze school. 2.4 GESCHIEDENIS Op 31 januari 1990 wordt de Gereformeerde Schoolvereniging Almere opgericht. Per 1 augustus 1992 wordt een basisschool gesticht. De school telt 72 leerlingen en 4 leerkrachten. Er wordt lesgegeven in 4 lokalen van de OBS "De Polygoon" in de Filmwijk te Almere -Stad. Het aantal leerlingen groeit per 1 augustus 1993 tot 94 en er wordt een parttime leerkracht benoemd. In dat cursusjaar wordt er lesgegeven in 4 lokalen van de OBS "De Albatros" in de Faunabuurt te Almere -Buiten. Het leerlingenaantal blijft groeien en de school blijft verhuizen. De cursus 1994 - 1995 brengt 109 leerlingen en inmiddels 5 full -time leerkrachten en 1 part -time leerkracht naar de OBS "De Hasselbraam" in de Parkwijk te Almere -Stad. Halverwege het schooljaar komt het bericht dat er toestemming is van het Ministerie om een eigen schoolgebouw te realiseren. Dat betekent feest en een huisvestingscommissie gaat aan het werk. De cursus 1995 - 1996 geeft weer een verhuizing. Door de grote groei van de openbare school krijgen we een nieuwe plek in het noodgebouw aan de overkant. De school telt inmiddels 133 leerlingen. In de loop van het jaar krijgt het nieuwe gebouw zijn vorm en groeit het leerlingenaantal verder. De school krijgt in dit jaar ook een naam: Gereformeerde Basisschool "de Waterspiegel". De cursus 1996 - 1997 beginnen we met 6 full -time leerkrachten en 4 part -time leerkrachten, die samen zorgen voor + 160 leerlingen. We starten nog in het noodgebouw op het Kastanjeplein en verhuizen later naar ons eigen gebouw aan de Haagbeukweg. Op 1 januari 1998 fuseert onze schoolvereniging met die uit Hilversum, Amersfoort en Leusden. Onze school wordt nu een locatie binnen HAAL -verband (HAAL = Hilversum, Almere, Amersfoort en Leusden). Op 1 augustus 2011 is binnen HAAL de Stichting Voor Bijbelgetrouw Onderwijs opgericht. De EBS “De Oase” zal als dependance van GBS De Waterspiegel voortbestaan.
Vanaf maart 1998 groeien we alweer uit ons jasje. De uitbreiding naar 10 lokalen komt gereed in het voorjaar van 1999. In september 1999 zijn we gestart met 8 groepen in één gebouw. In 2004 mogen we nog een aanpassing realiseren en nu beschikken we over een ruime personeelskamer en veel computerwerkplekken. Op dat moment hebben we 250 leerlingen
7
.. .. .. . De groei zette echter. niet door. Het aantal leerlingen daalde vanaf 2005, voornamelijk door verhuizingen naar andere plaatsen. We.werken in 2014-2015 met 6 groepen en bijna 150 leerlingen. 2.5 TOELATINGSBELEID Onze school is een gereformeerde basisschool. De school gaat uit van de stichting voor bijbelgetrouw primair onderwijs HAAL. Kinderen waarvan de ouders lid zijn van één van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), Christelijke Gereformeerde Kerk of Nederlands Gereformeerde Kerk worden toegelaten. Zijn de ouders lid van een ander kerkgenootschap, dan kan toelating tot onze school worden aangevraagd .Hiervoor dienen de betreffende ouders een brief met daarin de beweegredenen en motivatie voor hun keuze te schrijven aan het College van Bestuur van de SVBO HAAL, Burg. de Beaufortweg 16 3833 AG Leusden
[email protected] . Vervolgens voert een lid van de schoolcommissie van “De Waterspiegel” samen met de locatiedirecteur een toelatingsgesprek met de ouders en brengt een advies uit aan het college van bestuur. Per aanvraag wordt door het algemeen bestuur een besluit genomen over toelating. Bij de locatiedirecteur van “De Waterspiegel” is een folder verkrijgbaar waarin de gang van zaken bij een dergelijke aanvraag wordt toegelicht. Deze procedure neemt 6-8 weken in beslag. Als u uw kind(eren) wilt aanmelden voor het nieuwe schooljaar, dan dient uw brief vóór 1 mei binnen te zijn.
De leden van de schoolvereniging en alle personeelsleden van de school dienen belijdende leden van één van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), Christelijke Gereformeerde Kerk of Nederlands Gereformeerd te zijn.
8
.. .. .. .. .
3 W A A R S TA A N W E A L S S C H OO L V O O R?
3.1 MISSIE Veiligheid: wij voelen ons veilig bij de Here en willen werken aan een veilig klimaat op school. Vertrouwen: wij stellen ons vertrouwen op God en willen elkaar ons vertrouwen schenken. Openheid en respect: de Here stelt Zijn hart in Christus voor ons open en wij willen elkaar aanvaarden zoals we zijn. Ontwikkeling: we willen met de kinderen werken aan de ontwikkeling van de ontvangen gaven en talenten. 3.2 PEDAGOGISCHE UITGANGSPUNTEN Leerkrachten en leerlingen zijn kinderen van God. Leerkrachten en leerlingen hebben de opdracht om te dienen. Ieder kind is een uniek schepsel van God. Gods kinderen zijn geen automaten, maar zelfstandig handelende mensen. Leerkrachten hebben een pedagogische taak en verantwoordelijkheid ten opzichte van de leerlingen. 3.3 PRIORITEITEN We vinden het belangrijk dat kinderen leren zelfstandig taken aan te pakken en af te ronden. Het dragen van verantwoordelijkheid m.b.t. de resultaten van hun handelen, is een zaak die veel aandacht krijgt. We willen het kind immers leiden tot een volwassene en dat is iemand die zelfstandig is en verantwoordelijkheden dragen moet. We willen graag mogelijkheden bieden voor kinderen die niet vanzelfsprekend het basisonderwijs kunnen volgen. We denken aan kinderen met een handicap en aan kinderen met een leer- of gedragsstoornis. Nu Passend Onderwijs per augustus 2014 is ingevoerd kan in ons School Ondersteunings Profiel ( SOP) gelezen worden over mogelijkheden en onmogelijkheden. Als school werken we hard aan onze kwaliteit en streven in elke groep naar het behalen van de meest optimale resultaten die passend zijn bij de leerlingpopulatie . 3.4 HET KLIMAAT VAN DE SCHOOL De leerkrachten binnen de school leiden en begeleiden de kinderen vanuit een houding van grote zorg voor de kinderen. De kinderen moeten zich geborgen weten en vertrouwen hebben. Een open houding is hiervoor kenmerkend. Dat betekent: open naar de kinderen, ook open naar elkaar als collega’s en daarnaast open naar ouders. Een belangstellende, positief kritische houding wordt door ons zeer gewaardeerd. Door middel van dagopeningen en dagsluitingen staan we elke dag stil bij Gods woorden in de praktijk van elke dag, en wat dit betekent voor de omgang van de kinderen met elkaar en met volwassenen.
9
.. .. .. .. .
3.5 VEILIGHEID De kinderen moeten zich veilig voelen op school. Daarbij zijn de begrippen 'orde' 'regelmaat' en 'rust' van groot belang. De school heeft daarom de volgende maatregelen genomen: De school wil een open school zijn voor de ouders. Als er iets is, wacht er niet te lang mee om het door te geven aan de groepsleerkracht. Tijdens de korte pauzes ‘s morgens en na schooltijd is er pleinwacht door teamleden. Tussen de middag wordt dit verzorgd door ouders vanuit de TSO ( tussenschoolse opvang). Elke morgen mogen de kinderen om 8:20 naar binnen en zijn de leerkrachten in het lokaal. Binnen de school zijn duidelijke afspraken en regels. In de school is een ontruimingsplan in geval van brand of bij andere calamiteiten. De school heeft een regeling getroffen ter voorkoming van ongewenste intimiteiten. Alle betrokkenen bij de school kunnen zich wenden tot de vertrouwenspersoon van de school. Op de school is een pestprotocol aanwezig, die in werking wordt gesteld na overleg met de betreffende ouders. Wanneer wij op school het vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij zoals dat beschreven staat in de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze code is te vinden op de website https://www.haal.nl/haal/ouders/Documenten%20Contactpersonen/artikelen/Basismodel-meldcode-huiselijkgeweld-en-kindermishandeling.pdf
10
.. .. .. .. .
3.6 A GEDRAGSCODE TE GEN PESTEN
Liefhebben Wij zijn allemaal kinderen van God! Daarom vraagt Hij van ons dat we elkaar liefhebben, zoals Hij ons liefheeft. We aanvaarden elkaar en waarderen elkaar. Het doel is: De leerlingen weten dat respect en liefde centraal staan in het verbond en in dit protocol en we streven er met elkaar naar dit uit te dragen. Luisteren We laten iedereen uitpraten. We luisteren goed naar elkaar, dus naar juffen, meesters, ouders en andere volwassenen. Het doel is: De leerlingen laten zien dat zij weten dat respect tot uitdrukking komt in eerst luisteren, dan doen. Samen spelen en werken We sluiten niemand buiten en vangen nieuwe kinderen op school goed op. We doen ons best om met elkaar te spelen. Het doel is: De leerlingen ervaren dat goed samenwerken een positieve omgangssfeer bevordert. Accepteren We lachen niemand uit! Niet om kleding, schoenen of uiterlijk. We geven ook geen commentaar als iemand iets doms zegt. Het doel is: De leerlingen weten dat pesten verkeerd is en commentaar niet nodig is. Communiceren We roddelen niet! Denk eerst na voor je iets zegt. We houden ook rekening met elkaars gevoel. Het doel is: De leerlingen weten dat voorzichtigheid geboden is in het praten met en over elkaar en laten dit ook zien/horen in hun spreken. Gevoelens uiten We schoppen, slaan en schelden niet, omdat het pijn doet. We blijven rustig en lossen het met praten op. Lukt dat niet, ga dan naar een juf of meester. Het doel is: De leerlingen accepteren slaan en schelden van elkaar niet en dragen dit met elkaar uit. Persoonlijke veiligheid We staan op eigen benen, dus blijf van elkaar af, in en buiten school. Vechten doen we niet, ook niet voor de lol. Het doel is: De leerlingen laten in de dagelijkse omgang zien dat ze van elkaar afblijven. Reflectie Als je iets verkeerd doet, probeer je het weer goed te maken of bied je op een later moment je excuses aan. We moeten ons best doen voor elkaar, dan blijft er een fijne sfeer. Het doel is: De leerlingen weten wat te zeggen en te doen bij eigen schuld.
11
.. .. .. .. .
Stappenplan “pesten op school” Voor de leerkracht Stap 1 Er komt een signaal binnen van pesten door kind of ouder. Ook kan het zijn dat je als leerkracht mogelijke signalen opvangt. Licht de volgende mensen in: * LD * IB-er van de desbetreffende groep * collega’s uit de bouw * mail naar de collega’s van de andere bouw (zodat ook zij op de hoogte zijn van wat er speelt) * contactpersoon( ter info, nog geen actie) * coördinator van de TSO (indien van toepassing ook de BSO) Stap 2 Laat het kind weten dat je zijn/haar probleem serieus neemt en wilt helpen. Laat het kind het groene pestbriefje (1) invullen om zicht te krijgen op wat er gebeurt. Wanneer het helder is dat het om pesten gaat, ga verder met stap 5. 12
.. .. .. .. na het invullen van het pestbriefje: laat het kind twee weken ” klikken” om duidelijk te Als het niet duidelijk is . of dat het kind zich gepest voelt. krijgen of er gepest wordt, Voelt het kind zich gepest? Ga verder bij stap 3. Wordt het kind gepest? Ga verder bij stap 5. Stap 3: Het kind voelt zich gepest en is er geen sprake van pestgedrag. Ga met de ouders en het kind in gesprek en bespreek met elkaar hoe je verder gaat. Hoe kunnen we er met elkaar voor zorgen dat de leerling zich weer prettig voelt in de klas en op school? Het is belangrijk dat het kind en de ouders zich ook nu gehoord voelen en serieus genomen worden. Spreek af dat je na twee weken weer met de ouders en het kind om de tafel gaat zitten, om te bespreken hoe het nu gaat. Laat het kind in die weken thuis en op school in een schriftje schrijven hoe het zich voelt. (Bij de jongere kinderen kunnen de ouders schrijven.) Stap 4: Is het gevoel weg bij het kind? Rond e.e.a. op een goede manier met de ouders en het kind af in een gesprek. Zorg voor een aantekening in ParnasSys. Is hiervan geen sprake, overweeg dan alsnog het pestprotocol te vervolgen vanaf stap 5. Eventueel ouders weerbaarheidstraining adviseren. Stap 5: Het kind wordt gepest. Licht alle partijen in en laat weten dat je het pestprotocol in je groep gaat inzetten. Het kind heeft al het pestbriefje ingevuld en kan het anders nu doen. Schakel de contactpersoon in bij je vervolgstappen. Stap 6: Stimuleer het kind om het aan ouders of leerkracht te blijven vertellen als het gepest wordt. Stap 7: De leerkracht gaat een gesprek aan met de pester. Laat hem het groene pestbriefje (1) lezen en het rode pestbriefje (2) invullen. Dit doet hij zonder hulp van buitenaf. Daarna gaat de leerkracht het gesprek met beide kinderen aan. Na dit gesprek worden de ouders van beide partijen ingelicht. Zij krijgen een verslag van het gesprek en geven dit ondertekend weer mee naar school. Dit gesprek vindt plaats binnen een week. Wanneer niet gekozen is voor het invullen van een pestbriefje, gaat de leerkracht het gesprek aan met de pester en zijn ouders en de gepeste en de ouders. Tijdens dit gesprek wordt het probleem verkend en worden afspraken gemaakt. Dit gesprek vindt plaats binnen een week. ( In het handboek vind je een handreiking voor dit gesprek.) De ouders krijgen een verslag van het gesprek, dat in ParnasSys is ingevuld. Tijdens het gesprek met de pester en zijn/haar ouders, maak je duidelijk dat dit gedrag absoluut onacceptabel is en consequenties heeft. De leerling blijft de pauzes binnen en krijgt ( in de hogere groepen) de opdracht een verhaal te schrijven over het pesten en zijn/haar rol daarin. Tijdens het gesprek met de gepeste en de ouders, spreek je af op welke manier je het kind het best kunt beschermen. Je bevestigt dat pesten altijd fout is en het niet aan het kind ligt. De contactpersoon(leerkracht) kan je helpen deze gesprekken voor te bereiden als je daar behoefte aan hebt. Zorg dat je al je gesprekken in ParnasSys registreert en ouders een kopie overhandigt. Voor een goede voorbereiding van de gesprekken, zie het boek “oplossingsgericht aan het werk met kinderen”. Stap 8 Vertel in de klas dat er gepest wordt en dat pesten een groepsprobleem is. Besteed hier aandacht aan vanuit de kanjertraining en laat alle kinderen weten dat ook zij hierin verantwoordelijkheden hebben. Leg nadruk op de middengroep, de groep die niet meedoet, maar ook niet ingrijpt. Wat kunnen zij doen als ze zien dat er gepest wordt? Voor de groepen (5) 6 t/m 8 is er een power-point die je hiervoor kunt gebruiken. Stap 9 Na twee weken vindt een tussenevaluatie plaats met beide partijen apart en wordt besproken hoe het nu gaat. Stap 10: Na 6-10 weken vindt een eindgesprek plaats. Is het pesten gestopt? Ga dan door met stap 11. Is het pesten niet gestopt? Sla stap 11 over en ga verder met stap 12. Stap 11:
13
.. .. .. .. afsluiting, zodat zaken van voorgaande jaren niet opnieuw gaan spelen. Complimenteer Zorg voor een duidelijke . het kind om zijn veranderende houding. Meld de betrokkenen uit stap 1 dat het pesten gestopt is. ( Heb je alles geregistreerd?) Overhandig ouders ook een kopie en laat hen dit tekenen. Stap 12: Schakel externe hulp in. ( Je kunt hier denken aan zaken als kanjertraining, SVT, jeugdhulpverlening, SMW.) Dit gebeurt in overleg met de IB-er. Vraag je af: wie heeft er hulp nodig? De gepeste ( vanwege zijn kwetsbaarheid) of de pester ( vanwege een hardnekkig probleem)? Stel de betrokkenen van stap 1 op de hoogte van deze stap. Stap 13: In extreme gevallen kan er gekozen worden voor schorsing of verwijdering van de leerling ( Zie protocol schorsing.) Ook kan de politie ingeschakeld worden. Dit wordt gedaan door de directie. Stap 14 Nadat zij de bestaande klachtenprocedures van school hebben doorlopen, kunnen ouders en leerlingen terecht bij de Kinderombudsman. De leerkracht wijst hen op deze mogelijkheid. Gewijzigd juni 2014
Voor onze school is de volgende “gedragscode” vastgesteld: De regeling strekt zich uit tot alle mogelijke vormen van intimidatie. Het betreft de relatie tussen leerkrachten onderling, leerkracht -leerling, leerling-leerling en ook ouderhulp -leerling.
A.
Met betrekking tot het “pedagogisch klimaat”.
Op school zijn denigrerende opmerkingen over iemands uiterlijk niet aanvaardbaar. Dit geldt ook voor dubbelzinnige opmerkingen, grappen of gebaren en vervelende toenaderingspogingen e.d.
Iemand (leerling/leerkracht/ouderhulp) die signalen afgeeft, die wijzen op ongewenste intimiteiten, wordt serieus genomen.
B.
Met betrekking tot “persoonlijk contact tussen leerling en leerkracht”.
Leerkrachten nemen leerlingen buiten schooltijd niet mee naar huis, tenzij de ouders daarvoor persoonlijk toestemming hebben gegeven en de schoolleiding daarvan op de hoogte is.
Leerlingen worden niet individueel onder toezicht van slechts één leerkracht op school gehouden.
Eén-op-één-situaties in een afgesloten ruimte worden vermeden.
C.
Met betrekking tot “gedrag in de groep”.
Bij het troosten, bemoedigen, veiligheid bieden e.d. van leerlingen dient een te intieme benadering voorkomen te worden. Een en ander is afhankelijk van het kind, de gegeven situatie en de leeftijd van het kind.
Als de leerkracht een kind op schoot neemt, gebeurt dit niet dwangmatig (niet elk kind heeft er behoefte aan), niet altijd met dezelfde kinderen, niet met oudere kinderen (vanaf ongeveer groep 5).
D.
Met betrekking tot “ toezicht in kleed- en doucheruimten”.
Vanaf groep 3 kleden de kinderen zich in principe gescheiden om in de kleedruimten.
De leerkracht kleedt zich niet om in aanwezigheid van leerlingen.
De leerkracht en kinderen lopen niet zomaar de kleedruimten van anderen binnen.
Douchegebruik wordt niet verplicht gesteld; de mogelijkheid tot douchen wordt geboden.
E.
Met betrekking tot “lichamelijke hulp”. 14
.. .. .. .. juffen helpen in principe bij meisjes. Moeders en/of .
Vaders en/of meesters helpen in principe bij jongens.
Douchegebruik op school bij onvoorziene omstandigheden wordt doorgegeven aan de leerkracht van het aangrenzende lokaal.
Bij onvoorziene zindelijkheidsproblemen (vanaf ongeveer groep 5) helpt de leerkracht van hetzelfde geslacht het kind.
F.
Met betrekking tot “buitenschoolse activiteiten”.
Bij schoolreizen, sportdagen, excursies e.d. moeten de begeleiders (ouders e.d.) goed op de hoogte zijn van deze en aanvullende gedragsregels.
Tijdens schoolkampen moeten één –op –één -situaties vermeden worden.
Tijdens schoolkampen moeten zo mogelijk mannelijke als vrouwelijke begeleiders aanwezig zijn.
Tijdens schoolkampen zijn er gescheiden was- en slaapgelegenheden voor jongens (mannen) en meisjes (vrouwen).
G.
Met betrekking tot ongewenst taalgebruik.
Kinderen moeten op hun woorden letten. Ongewenst en verboden taalgebruik wordt door het kind op een briefje geschreven en aan de ouders overhandigd. Dit briefje wordt de volgende dag – getekend door een van de ouders – weer op school ingeleverd.
15
.. .. .. .. .
-
We hebben respect voor God, onszelf en anderen Zeg tegen een ander een aardig woord, zoals jij dat ook graag hoort Samen spelen, dat is fijn, dan hoeft er niemand alleen te zijn Zegt iemand ‘hou op’, dan let ik erop dat ik direct stop We gedragen ons rustig in de school en we fluisteren op de gang We zorgen voor een nette school door op te ruimen en zuinig te zijn op de materialen
De schoolafspraken We hanteren bovenstaande schoolafspraken. De schoolafspraken willen wij extra aandacht geven door iedere twee weken één van de afspraken centraal te laten staan. Deze zullen wij zichtbaar maken op de posters die in de gang hangen, ook komt de afspraak in het spraakwater te staan. In de klas en tijdens de weekopening wordt de afspraak besproken met de kinderen en in de twee weken dat de afspraak centraal staat zullen wij er met elkaar extra alert op zijn dat we ons aan die afspraak houden. Het afscheid nemen Bij de kleuterklassen mag u als ouders ’s ochtends nog mee de klas in om afscheid te nemen van uw zoon of dochter. Vanaf groep 3 bouwen we dit af door afscheid te nemen bij de kapstok. Door het afscheid kort en krachtig te houden bouwen wij aan een stuk redzaamheid en zelfstandigheid bij de kinderen én kunnen wij de onderwijstijd efficiënt gebruiken. De leerkrachten staan bij de deur, zij staan daar zo veel mogelijk voor de kinderen. Voor dringende zaken kunt u hen ’s ochtends aanspreken, voor minder dringende zaken kunt u hen na school, op het plein aanspreken.
16
.. .. .. .. .
4 D A A R W E RK E N W E V O OR!
4.1 ACTIVITEITEN VOOR DE KIN DEREN Iedere dag is er in de groepen een moment waarin samen wordt gebeden. Het groeien in geloof en vertrouwen neemt daarbij een belangrijke plaats in. Leerkracht en kinderen hebben samen Gods hulp nodig in hun leven. Tijdens gesprekken en bijbelverhalen wordt niet alleen kennis vergroot, maar gaat het ook om het samen beleven van het geloof. We leren de kinderen dat ze hun blijdschap mogen laten zien en horen door samen christelijke liederen en psalmen te zingen. De methode Levend Water wordt hier actief voor gebruikt. Op de pilaren in de school herkennen de kinderen de bijbelse platen vanuit hun boeken. Het opvoeden tot zelfstandigheid neemt op onze school een belangrijke plaats in. We verstaan hier niet alleen onder dat kinderen zelfstandig opdrachten kunnen uitvoeren, maar ook dat ze zelfstandig kunnen leren. We willen hen leren dat ze ook zelf mogelijkheden hebben om nieuwe dingen te ontdekken, vaardigheden te ontwikkelen. Veel kinderen zijn geneigd eerst vragen te stellen nog voordat ze zelf hebben geprobeerd een antwoord te ontdekken. Wij willen de kinderen oefenen in zelfstandigheid. Verder gaan we ervan uit dat een kind het beste leert wanneer hij gemotiveerd is. We willen de kinderen nieuwsgierig maken en sluiten daarom zoveel mogelijk aan bij hun eigen ervaringen. Dit is een deel van ons Anders Adaptief-onderwijs.
In onze school hebben we dat op de volgende manier uitgewerkt:
SPEELWERK In groep 1/2 mogen de kinderen door eigen keuze aan verschillende activiteiten deelnemen. Ook zijn er activiteiten waar ze aan deel moeten nemen. De leerkracht stimuleert de kinderen om tijdens hun spel taal te gebruiken en om zelf na te denken over een oplossing voor de problemen die ze tegen komen. Jonge kinderen leren al doende. Daarom heeft ook in groep 3 spel nog een plaats.
LEZEN: In groep 3 beginnen we, naast het spel, met leren lezen. Ook daar ligt de nadruk op al doende leren. De kinderen mogen iedere dag kiezen m.b.v. welke activiteit ze leren lezen tijdens het hoekenwerk. Op die manier maken we gebruik van de motivatie van de kinderen. Kinderen leren niet allemaal even snel lezen. We sluiten daarom aan bij hun leesniveau (technisch lezen). Ook maken we bij het lezen zoveel mogelijk gebruik van de motivatie van de kinderen door leesactiviteiten aan te bieden, die hen uitdagen om op onderzoek uit te gaan (circuitmatig werken). We gebruiken hiervoor de methode Leessleutel.
Op dinsdag, donderdag en vrijdag starten alle groepen met een kwartier stillezen. Bij dit lezen worden ook tutoren ingezet. Ouders en oudere kinderen uit hogere groepen helpen jongere leerlingen die extra en gerichte oefentijd nodig hebben. Wij zijn zeer enthousiast over de behaalde resultaten,
REKENEN In groep 3 begint ook het aanvankelijk rekenen. Vanaf 2011 maken we gebruik van de methode de Wereld in Getallen. Hierbij is binnen de methode ruimte om de sterke rekenaars uit te dagen en de zwakkere rekenaars meer te laten oefenen. Het nadenken over oplossingen van problemen speelt een grote rol bij het rekenen. We leren de kinderen strategieën om het goede antwoord te krijgen. De kinderen leren rekenen door het oplossen van praktische problemen, die ze in het dagelijks leven tegenkomen. Net als bij het lezen zijn er grote verschillen in leertempo tussen de kinderen. We houden met deze verschillen rekening door kinderen werk op hun eigen niveau aan te bieden
TAAL We vinden het belangrijk dat de kinderen taal zowel mondeling als schriftelijk goed leren gebruiken. Daarmee kunnen ze hun gedachten op een juiste manier verwoorden en in de maatschappij communiceren. In alle groepen geven we aandacht aan het mondeling taalgebruik. Zodra een kind hierom vraagt of eraan toe is, wordt er ook gebruik gemaakt van schriftelijke taal. Bij de kleuters door 17
.. .. .. . de leerkracht.en daarna ook steeds meer door het kind. Vanaf 2012 zijn we intensiever aan de slag met . de woordenschatontwikkeling en hebben de leerkrachten op maandag veel aandacht voor het aanleren van nieuwe woorden. Vanaf 2014 beginnen we met een nieuwe taalmethode vanaf groep 4 die we stapsgewijs invoeren in de hogere groepen.
WERELDORIËNTATIE wordt gegeven in de groepen. Kinderen krijgen steeds meer interesse voor de wereld om hen heen. Bij de jongste kinderen worden onderwerpen uitgediept die dichtbij zijn. Vanaf groep 4/5 worden de grenzen verlegd tijdens aardrijkskunde en geschiedenis. We bieden deze vakken in samenhang aan via het materiaal van TOPONDERNEMERS. Per schooljaar zijn er 6 thema’s die worden uitgediept.
CKV = De expressievakken zijn: drama, muziek, tekenen en handvaardigheid. Op crea-middagen kunnen ouders en vrijwilligers worden ingeschakeld. De kinderen krijgen op die manier in kleine groepjes zoveel mogelijk verschillende technieken aangeboden. Drama wordt 1 keer per jaar in aaneengesloten weken per groep gegeven, deze periode wordt afgesloten met een optreden voor de hele school, het zgn. PODIUM.
GYM en BEWEGING Voor de gymlessen gaan de jaargroepen vanaf groep 3 tenminste een keer per week naar “De Toekomstgroep” (de grote gymzaal). De ene keer worden er toestellen klaargezet, de andere keer krijgen de kinderen spel.
Seksuele opvoeding. Via de methode “Wonderlijk Gemaakt” van de Driestar wordt er jaarlijks in het voorjaar in alle groepen gesproken over het wonder van het nieuwe leven. In 2013 is deze methode voor het eerst gebruikt via een groot schoolproject, voor alle ouders is er een informatie boekje beschikbaar. Hierdoor weet u thuis wat er op school besproken wordt.
In de dagelijkse praktijk van ons onderwijs is het belangrijk dat het leef-werkklimaat binnen de school voor alle kinderen rustig en overzichtelijk blijft. Daarom hebben we gekozen voor het werken met de kanjertraining elk jaar in de periode van zomer tot kerstvakantie de groepen gegeven wordt.. Er is daarnaast sprake van een aantal afspraken die op papier zijn gezet voor leerkracht, leerling en andere mensen die binnen school een taak hebben (zie hfdst 3 van deze schoolgids.) We werken met elkaar aan een positief en stimulerend speel- werkklimaat.
18
.. .. .. .. . Vakgebied:
4.2 ONS LESMATERIAAL
Minimum lijn
Godsdienst onderwijs en geestelijke stromingen Voorbereidend lezen
100% leerlijn
+ lijn
Levend Water 1-8
Map fonemisch bewustzijn
Map Fonemisch Bewustzijn
Aanvankelijk lezen
Leessleutel orthotheek
Leessleutel versie 2002 groep 23
Groep 2-3
PC-Leesladder
Slim leert lezen Map Slimme kleuters met speciale verrijkingsprojecten
Groep 1-2
Plusboekjes van de Leessleutel Detective Denkwerk Slimme taal
Connect – klanken en letters
Map verrijkingsarrangementen
DMT oefenmap Voortgezet technisch lezen
Connect woordherkenning
Groep 3-6
Ralfi/ Connect vloeiend lezen
Goed gelezen groep 4-6
Plusboek en werkboek. Deze kinderen doen wel mee met de boekles van de groep. Detective Denkwerk
DMT-oefenmap Begrijpend lezen Groep 4
Thuis Nieuwsbegrip XL als extra lessen oefenen niveau AA
Nieuwsbegrip en NieuwsbegripXL.nl groep 4-8
Magazine maken op Nieuwsbegrip XL ( enkele groep) Niveau C/D Plustaak begrijpend lezen Verrijkingsarrangementen
Woordenschat uit- breiding 1-3 NT-2 programma 4-6 NT-2 programma Taal
Bas
Wat zeg je dl 1 en 2
Nieuwsbegrip XL – woordenschat taalmethode
Vierkantjesopgave uit methode
Leessleutel groep 3 TAALACTIEF groep 4-5-6 Groep 7-8 volgen in 2015 en 2016.
Sneltraject bij de taalmethode + diverse verschillende taalwerkboeken Webkwestie.nl Verrijkingsarrangementen Slimme taal
Taaljournaal groep 7 en 8 rondjes opgave
19
Vakgebied:
Spelling
.. .. .. .. Minimum lijn .
100% leerlijn
+ lijn
Spelling in de lift
TAAL ACTIEF groep 4-5-6
Pv/ow/gez/lvw/mwvw/bepalingen
Pv/ow/gezegde
Groep 7-8 volgen in 2015 en 2016. Taaljournaal 7-8 Ambrasoft werkwoordspelling
Rekenen en Wiskunde
Met sprongen vooruit
Wereld in Getallen 3-8
Maatwerk rekenen
Bolleboos – mozaïeken/getallen in de maak/reis om de wereld Rekentijgers/ Getal en Ruimte KIEN Topklassers rekenen/scheikunde/biologie /natuur Verrijkingsarrangementen
Wereldorïenta
Themaboek Leessleutel
tie 1-3
Groei
Map Slimme kleuters
Topondernemers 3 Wereldorïentatie 4-8
Topondernemers individuele kaarten en met behulp van stappenkaart
Geschiedenis
Topondernemers
Eisen aanscherpen op kwaliteit en inhoud Acadin.nl
Topondernemers
Webkwesties (via Acadin.nl)
TOP Canon gr 6-8 Aardrijkskunde
Topondernemers
Topografie
Alle plaatsen van de kaart
Natuur en Techniek
Topondernemers
Werkstuk maken over een van de plaatsen uit de topoles.
Topklassers natuurkunde, weer, scheikunde Acadin.nl Verrijkingsarrangementen
Sociale Emotionele ontwikkeling
Weerbaarheidstraining via schoolmaatschappelijk werk.
engels Schrijven
Kanjertraining 1-8
Wonderlijk gemaakt 1-8 Take it Easy
Blokschrift
Handschrift 3-6
7-8 schrijft nog bij CREA
20
Vakgebied:
.. .. .. .. Minimum lijn .
100% leerlijn
+ lijn
CREA – beeldend
Moet je doen
‘dit mag je doen’ (extra verdieping aangeboden in de methode)
CREA- tekenen
Moet je doen
‘dit mag je doen’ (extra verdieping aangeboden in de methode)
CREA- drama
Moet je doen. Elke groep heeft elk jaar een podiumuitvoering. Groep 8 doet aan het eind van het jaar een musical.
Muziek Bewegingsonder wijs
Muziek moet je doen Basislessen bewegingsonderwijs 1 en 2. Alle 12 leerlijnen die door de vakleerkracht worden aangeboden vanuit de opleiding.
21
.. .. .. .. .
4.3 BURGERSCHAPSVORMING
Onze school heeft er voor gekozen om de kinderen te onderwijzen binnen een eigen ‘veilige’ setting vanuit de visie dat de opvoeding thuis ondersteund wordt door het onderwijs op school en in de kerkelijke gemeenten. Deze setting brengt met zich mee, dat de kinderen op onze school nauwelijks natuurlijke ontmoetingen hebben met kinderen die een andere levensbeschouwing hebben. Daarom doen we aan burgerschapsvorming met bijzondere aandacht voor de relatie tussen eigenheid van onderwijs op basis van christelijke levensbeschouwing en als voorbereiding op het participeren in een plurale, multiculturele en multireligieuze samenleving. Juist omdat onze kinderen de waarden leren van het christelijk geloof, kunnen ze ook beseffen dat andere geloofsovertuigingen voor anderen evenzeer van waarde zijn. In potentie creëert dit meer begrip voor andere religies dan wanneer je de waarde van religie niet persoonlijk hebt leren kennen. Vanuit dit uitgangspunt gaan we met name in de bovenbouw op zoek naar ontmoetingen binnen de samenleving om op die manier de kinderen te leren hoe ze binnen de maatschappij hun eigen plek kunnen krijgen. We zoeken naar een evenwichtige verhouding tussen aanpassingsgerichtheid (zich voegen naar het algemeen belang, de geldende regels, de gemeenschap) en het leren kritisch en zelfstandig na te denken over de eigen gemeenschap(pen), de samenleving en de eigen rol daarin. Op onze school leren we de kinderen om navolgers te worden van Jezus. Jezus had ook oog voor de mensen in moeilijke omstandigheden. Als we dit vertalen naar onze tijd, dan zou dat bijzondere aandacht betekenen voor zwervers, daklozen, verslaafden en fraudeurs. Binnen onze visie op burgerschap willen we werken aan de attitude om Jezus na te volgen.
Binnen onze school betrekken we kinderen actief bij de samenleving waar ze deel vanuit maken, zodat ze zich verantwoordelijk gaan voelen voor de wereld om hen heen. Dit begint al in hun eigen groep en wordt verder ontwikkeld richting school en samenleving.
Democratie heeft een eigen blijk in het politieke stelsel; het maakt mogelijk dat iedere burger een bijdrage kan leveren aan het bestuur van de samenleving. Binnen dit kader vinden we het belangrijk dat kinderen kennis krijgen van begrippen als: gelijkheidsbeginsel, vrijheidsbeginsel, mensenrechten en rechtssysteem. Daarnaast is het belangrijk voor de jonge burgers om democratische procedures (meerderheid, minderheid, parlementaire democratie) te leren kennen. Kinderen oefenen bij ons op school vaardigheden als informatie verwerken, de dialoog zoeken, debatteren en presenteren in een soort minidemocratie. Op deze manier wordt een attitude gevormd waarbij de begrippen respect, vertrouwen, solidariteit en verantwoordelijkheid een plek krijgen. De jonge burger leert op school om z’n eigen plek te verwerven en behouden binnen de samenleving waar hij/zij deelgenoot van is. Bijvoorbeeld doordat we: -
een leerlingenraad kennen met daarin kinderen uit groep 5/6 t/m 8,
-
elk jaar tussen de herfstvakantie en de voorjaarsvakantie tenminste in de helft van de groepen de Kanjertraining geven,
-
actief het plein en de omgeving van de school proberen netjes te houden.
. 22
.. .. .. .. .
4.4 ICT EN ONDERW IJS
ICT heeft als doel de kwaliteit van het onderwijs te helpen en te verbeteren. Het is een hulpmiddel en geen doel op zich. Werken met ICT maakt het mogelijk om tegemoet te komen aan individuele capaciteiten van de kinderen. Kinderen groeien op met de computer en leren steeds vroeger met dit medium om te gaan. In 2004 hebben we als school een leerlijn hebben opgesteld voor ICT. Deze is in de loop der jaren steeds weer bijgesteld. Voor de duidelijkheid: ICT is geen apart vak, maar wordt gebruikt als werkvorm bij de reguliere vakken. De I-coach van onze school begeleidt daar waar nodig leerkrachten en groepen bij het gebruiken van de computer als middel tijdens de lessen. Alle groepen beschikken over een digitaal schoolbord, en bij de kleutergroepen is een verrijdbaar touchscreen bord. Het gebruik van zo’n bord biedt de leerkracht een scala aan mogelijkheden om de lessen te verlevendigen. Zo is er rechtstreeks verbinding met het netwerk en internet. Naast het digitale schoolbord hangt altijd een whiteboard, met de dagplanning en evt. aantekeningen. Vanaf groep 6 werken de kinderen ook met tablets. Elk jaar worden de ouders van groep 5 voor de overgang naar groep 6 uitgenodigd zich (vrijwillig) in te schrijven voor de aanschaf van een tablet. Wanneer 70% van de ouders van betreffende groep dat doen, kan overgegaan worden tot de aanschaf van de tablets voor de hele groep. Dit HAALbrede project is in het seizoen 13-14 gestart en geeft leerlingen de gelegenheid thuis en op school veel ervaring op te doen met het digitale werken.
23
ICT en internet
.. .. .. .. .
Internet biedt de kinderen een bron aan informatie, maar brengt tegelijkertijd ook een gevaar met zich mee. Als school houden we ons met elkaar aan de volgende afspraken:
Kinderen mogen nooit persoonlijke gegevens doorgeven op internet zoals adressen, telefoonnummers etc.
Kinderen leggen geen contacten via internet met anderen, zonder dat je daar als leerkracht van op de hoogte bent.
Kinderen spreken van te voren met de leerkracht af, wat ze op internet willen gaan doen. Zij bezoeken alleen de sites die ze van de leerkracht hebben gekregen. De leerkracht beoordeelt de site vooraf zelf voor de kinderen ermee aan het werk gaan. Zo ben je als leerkracht altijd op de hoogte van wat de kinderen doen.
Kinderen geven het aan de leerkracht door als ze op internet informatie tegenkomen waarbij ze zich onprettig voelen.
Internet wordt gebruikt voor educatieve doelen.
Als het nodig is, leggen we aan de kinderen uit waarom bepaalde sites niet bekeken mogen worden.
Structureel wordt dit gedaan aan de hand van de lessen “Diploma Veilig Internet” (zie: http://diplomaveiliginternet.kennisnet.nl). Deze lessen worden gegeven in groep 5 (lessen voor de groepen 5 en 6) en in groep 7 (lessen voor groep 7 en 8). De kinderen moeten na afloop van de lessen een examen afleggen: in groep 5 voor het “Diploma Veilig Internet Junior” en in groep 7 voor het “Diploma Veilig Internet”. Allerlei onderwerpen komen daarbij aan de orde. Vooral ook het respectvol met elkaar omgaan via de moderne communicatiemiddelen.
Deze afspraken zijn vastgelegd in een HAAL-breed protocol voor internet gebruik. Op school zullen deze afspraken (naast het werken met de lessen “Diploma Veilig Inetrnet”) regelmatig bij de kinderen onder de aandacht gebracht worden. Website De website van de school is: http://gbsdewaterspiegel.nl. Als ouders krijgt/heeft u een inlogcode, waardoor u op die delen van de site terecht kunt die voor u van belang zijn. Commissies als AC, MR, TSO kunnen binnen de SharePoint (SP) een eigen plaats krijgen. Mailbox kinderen Privé -mailadressen van kinderen mogen op school niet worden gebruikt.
24
.. .. .. .. .
4.5 ONZE LESUREN
Vak
1 en 2
2-3
3-4
5
6 en 7
8
Bijbels geloofsonderwijs en geestelijke stromingen
2
2:45
2:45
2:30
2 :45
2:45
Rekenen
45 min
4:45
5
5
5
5
Lezen incl. begrijpend lezen ( gr 4-8 ) en BAVI (gr 1-8 )
30 min
7.20
2:25
2
2
2
3:45
3 :30
3:30
3:50
Taal – activiteiten 3-8 en fonemisch bewustzijn gr 1-2
1
Engels
-
-
-
30 min
30 min
45 min
Spelling
-
Bij lezen
2:45
1:40
1:40
1 :40
Schrijven
-
1
1
30 min
30 min
-
Speel-werk 1-2 ( schrijven, lezen, spelling, rekenen , CKV enz. )
7:45
40 min
SEO ( kanjertraining, burgerschap en dagsluitingen, vertellen)
2:30
1.45
1:10
1
1
1
1
1.30
1:50
4 :30
3:10
4 :30
CKV
-
0:45 (1:30 na 1.30 mrt 2013)
Muziek
1
Gym en bewegen Fruit eten
- -
-
-
Wereldoriëntatie ( Topondernemers Natuur, Verkeer en Techniek )
2 :15
1
( samen met muziek)
1:30
45 min
45 min
30 min
Bij CKV
30 min
4:30
1.15
1:30
2
2
2
1
1.15
1¼ 1¼
22
24
26
1 1/4
1 1/4
26
26
25
.. .. .. .. .
4.6 DE SAMENSTELLING VAN HET TEAM
In onze school zijn het de leerkrachten die verantwoordelijkheid voor een groep dragen. Voor het coördineren van de leerlingenzorg is er op school een interne begeleiders ( IBer) met administratieve ondersteuning. Daarnaast is er één RT –er. In de combinatie groepen worden de groepsleerkrachten ondersteund door onderwijsassistenten. We streven ernaar om per jaar niet meer dan twee leerkrachten vast in een groep in te zetten met de ondersteuning van maximaal één onderwijsassistent. Bij de twee vakgebieden van rekenen en lezen, hebben we twee coördinatoren, die de inhoud van dit onderwijs en de doorgaande lijn bewaken. 4.7 DE ORGANISATIE V AN DE SCHOOL Kinderen van dezelfde leeftijd zijn niet automatisch allemaal even ver in hun ontwikkeling, omdat ze even oud zijn. In de klassen willen we hier zoveel mogelijk rekening mee houden. We doen dat op allerlei manieren o.a. door het vormen van instructiegroepen, het werken in niveaugroepen binnen de groepen en het individueel werken tijdens spel en werken in hoeken. Bij het vormen van combinatiegroepen in de school proberen we de kinderen evenredig te verdelen naar aantal. Hierbij wordt ook gelet op het aantal jongens en meisjes in een groep.
Kinderen die speciale zorg nodig hebben, worden zoveel mogelijk binnen de eigen groep opgevangen. Meer hierover leest u in hoofdstuk 7.
HOLLANDSE FEESTEN Aan het einde van een kalenderjaar zijn er altijd 2 oer-hollandse feesten . St Maarten en Sinterklaas. Als school hebben we ervoor gekozen om St Maarten echt als een avond activiteit van thuis te zien. We maken hierdoor geen lampionen op school voor de optochten. Sinterklaas vieren we als hele school. In de groep 1-4 wordt er elk jaar voorafgaand aan het Sinterklaasfeest een decor gemaakt in het speellokaal. Hierbinnen zijn de cadeautjes verstopt die de kinderen van school krijgen. In de groep 5-8 mogen kinderen lootje trekken. Hierbij kopen ze zelf een klein cadeautje voor een medeleerling, die verstopt in een surprise met een mooi passend gedicht op 5 december mee naar school mag worden genomen. We maken er op die 5e december een gezellig en vrolijk feest van waarbij het samen plezier maken de hoofdrol spelen. Sinterklaas komt een lang moment bij de jongste groepen en voor de hoogste groepen is er een kort moment dat Sinterklaas in de groepen aanwezig is.
26
.. .. .. .. . Groep 1 t/m 8: maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag
4.8 SCHOOLTIJDEN
I.v.m. compensatie van lesuren hebben de groepen 1-2 extra vrije dagen, zie het jaarlijks meegegeven vakantierooster.
08.30 – 12.00 en 13.15 – 15.15 uur Groep 3-8 Woensdag: 08.30 – 12.30 uur
De morgenpauze is voor groep 5-6-7-8 van 10:15 tot 10:30 uur, voor de groepen 2-3 en 4 van 10:00 – 10:15 uur. In verband met het overblijven van een deel van de kinderen verwachten we de kinderen, die thuis eten, niet eerder dan 5 minuten voor schooltijd weer op het schoolplein. Dat is dus na 13:10. De groepen 1/2 - met de lokalen aan de pleinkant - gaan via hun eigen deur naar buiten. Zo voorkomen we voor hen gedrang bij de entree van de onderbouw. Wilt u zelf ook zoveel mogelijk die uitgang vrij laten? U mag gerust op het plein wachten, maar zet uw fiets bij het hek.
27
.. .. .. .. .
5 D E KW A L I TE I T V A N O N ZE S C H O OL
5.1 ANDERS ADAPTIEF – MEERVOUDIGE INTELLIGENTIE ( M.I.) Als school hebben we in 2005 gekozen voor het werken volgens principes van Anders Adaptief onderwijs en zijn daar nog steeds enthousiast over. Het is ondertussen één van de uitgangspunten waaruit we keuzes maken voor materialen en lesvormen. We zien deze verbreding van onze kennis als leerkrachten als een kwalitatieve verbetering van ons onderwijs aan de verschillende unieke kinderen die onze school bezoeken. Anders Adaptief, wat betekenen die woorden eigenlijk. Adaptief wil zeggen, dat we als leerkrachten, volwassenen, aan proberen te sluiten bij de leerweg van de kinderen. Een voorbeeld ter verduidelijking hierbij: Een mobiele telefoon laadt niet op door rechtstreeks aan te sluiten op de 220 volt uit het stopcontact. Daar moet een adapter tussen. Dit is ook datgene wat we op de Waterspiegel in ons onderwijs proberen, hoe sluit je zo aan, dat de kinderen kunnen leren. Het ANDERS in Anders Adaptief, is dat je dit als Gereformeerde school doet. Je kunt dezelfde les geven als leerkracht op de Waterspiegel als de leerkracht op een openbare school, maar bij ons zal de gereformeerde identiteit doorklinken. Dit is bij elke les verschillend in vorm, inhoud en diepgang, maar het is wel precies dat wat ons anders maakt. We willen kort gezegd rekening houden met ons lesgeven met de 3 aspecten Hoofd ( onthouden, weten) Hart ( emotie, beleving ) Handen ( actie, uitvoeren) Knap is meer dan een IQ-cijfer, een mens is meer dan alleen cognitie. Misschien ben je wel de knapste van de klas als je sociaal heel vaardig bent en je zelfstandig kunt redden. Meervoudige Intelligentie (MI) gaat er van uit dat een mens niet op één manier intelligent is, maar op verschillende manieren intelligent kan zijn. De Amerikaanse professor Howard Gardner onderscheidt acht verschillende intelligenties: Visueel ruimtelijk – beeldknap Lichamelijk kinesthetisch – bewegingsknap Verbaal linguïstisch – taal/woordknap Logisch Mathematisch – rekenknap Muzikaal ritmisch – muziekknap Naturalistisch – natuurknap Inter-persoonlijk – samenknap Intra -persoonlijk – zelfknap
De intelligenties zijn omgezet in voor de kinderen begrijpelijke termen, die wij op school gebruiken. Tevens dat er in 1 opdracht als vanzelf al heel vaak verschillende intelligenties worden aangesproken. In de onderbouw zie je dat tijdens speelwerk en in de bovenbouw tijdens projecten, taal en Topondernemers. Binnen projecten leggen we als school bewust nadruk op het aanbieden van activiteiten waarbij verschillende intelligenties worden aangesproken.
28
.. .. .. . Dit kan doordat je er. als leerling voor kiest, of dat de leerkracht je die opdracht geeft. Kinderen leren zo . gaandeweg hun intelligenties te ontdekken en te gebruiken. Daarnaast is er de keuze van het uitbreiden van de verschillende intelligenties, door wel kennis te maken en te leren door ook andere dingen te doen, dan die je wilt of goed kan. Als leerkracht - leerling kun je voor de keuze staan om: te matchen, aansluiten in het gebruik van je eigen intelligenties te stretchen, alle 8 intelligenties aanspreken en gebruiken te vieren, te werken vanuit je eigen intelligenties. We zijn nu als school vanuit een start- en experimenteerfase in 2005-2008 steeds een stapje verder gekomen. Veel leerkrachten krijgen steeds meer zicht op de specifieke intelligenties die uw kinderen van nature inzetten en welke ze wel zouden kunnen ontwikkelen . Er is op de contactavonden zeker gelegenheid om vragen hierover te stellen en geeft u ook vooral door wat u heeft ontdekt van uw eigen kinderen. Wij vinden het nu, duidelijk een verbreding van ons onderwijsaanbod. Meer kinderen komen op verschillende momenten in de week tot leren met hoofd en hart en handen. Dit komt vooral tot uiting in zo’n periode als we nu weer volop beleven een project dit keer over Nederland en Oranje. Daarnaast hebben we in 2007 een nieuwe taalmethode en in 2010 TOPONDERNEMERS aangeschaft die beiden een groot beroep doen op samenwerken en het samen-knap en zelf-knap verbindt aan de andere intelligenties. Kortom grotendeels vindt het anders adaptief onderwijs plaats in thema’s en projecten en dit afgewisseld met perioden waarin er in de groepen op een meer klassikale manier instructie ( bijv. reken -, en spellingonderwijs ) wordt gegeven.
5.2 ONDERW IJSKUNDIG – JAARVERSLAG 2013 - 2014 Identiteit. We hadden afgelopen voorjaar samen met onze dependance EBS de Oase een Sing In gehouden. Groot feest om samen met zoveel christenen, ouders en kinderen tot Zijn eer te mogen zingen. In oktober hielden we met onze eigen school een viering rondom het thema van de kinderboekenmaand “Hé doe je mee ? “ waarbij elke groep iets liet zien. Vlak voor de kerstvakantie hadden we met alle kinderen van de school een gezamenlijk kerstontbijt waarbij we feestelijke de geboorte van onze Redder konden vieren. Voor de kinderen is er een verjaardagskaart gemaakt waarop de bijbelse voorstellingen die op de pilaren in de school te zien zijn, naast een lied een mooi geheel vormen.Tot slot hebben we een PR flyer uitgebracht waarbij we de eigen identiteit van onze school duidelijk omschreven hebben. Onderwijs. In de eerste helft van dit schooljaar hebben we de begeleiding van EXERTIS nog optimaal benut. In alle groepen heeft het onderwijs in begrijpend lezen en het werken aan afspraken een kwaliteitsslag gemaakt. We ervaren meer rust en orde in de school en hiernaast hebben we een nieuwe methode aangeschaft voor engels vanaf groep 5 en het taal- en spelling onderwijs vanaf groep 4. We gaan zo dus door met het verbeteren van het lees en spellingonderwijs. Personeel opleiding Talita Boersema is verder gegaan met de masteropleiding SEN met specialisatie over lezen, taal en spelling. Christa Smit heeft bij het CPS de training voor leescoördinator afgerond. Ilse Polhuijs heeft de coachingsopleiding voor geregistreerd coach ( naast supervisor ) afgerond. Passend Onderwijs
29
.. .. .. . Het landelijke proces. van komen tot een passende plek voor elke leerling, vraagt ook vaardigheden en . De intern begeleider en locatie directeur hebben veel overleg in de wijk en op afspraken in onze school. gemeentelijk niveau gehad waardoor we nu startklaar zijn om het Passend Onderwijs ook binnen onze school goed vorm te geven.
Einduitslagen CITO groep 8 en schoolverlaters van de laatste jaren, in percentage:
Kader Beroepsgerichte Leerweg Basis Beroepsgerichte Leerweg
Schoolverlaters
2009
2010
2011
2012
2013
VWO
25%
19%
9%
11%
HAVO / VWO
13%
8%
HAVO
6%
12%
TL/HAVO
6%
30%
Theoretische leerweg
19%
8%
5%
32%
30%
8%
Vmbo,
25%
23%
37%
5%
5%
12%
20%
5% 49%
47%
2014
2015
46% -
45%
21% 12%
KL/ BL of GL
Gemengde Leerweg
CITO EINDUITSLAG
PRO
6%
GPC – SEO einduitslag
+
-
-
533,6 538,9
537,4
vanaf 2012
-
+
Landelijke gemiddelde
535,1 534,7
+
534,4
In het voorjaar van 2012 zijn we gestart met het afnemen van de CITO eindtoets. Hiervoor gebruikte we de landelijke genormeerde GPC eindtoets. In 2012 hebben de kinderen van groep 8 op de vakgebieden spelling, woordenschat en getallen en bewerkingen sterk lager gescoord dan van kinderen van onze scholengroep mag worden verwacht. De algemene uitslag was dat jaar dan ook negatief, waarbij we als school een analyse hebben gemaakt van de groep en de uitslag. In 2013 hebben de kinderen op veel vakgebieden hoger gescoord, waarbij de spelling van niet-werkwoorden begrijpend lezen en woordenschat er positief uitsteken. Het vakgebied rekenen scoort het hoogste. Aandachtsgebieden voor het komende jaar blijft de spelling van werkwoorden, automatiseren met rekenen en het optimaliseren van de studievaardigheden. In 2014 hebben de kinderen op het gebied van rekenen precies op de norm gescoord en zijn de gebieden getallen en bewerkingen en meten, tijd en geld aandachtspunten. De vakken spelling, taal, studievaardigheden scoren allemaal ruim boven de norm. De CITO – eindtoets voor groep 8 is in 2015 landelijk verzet naar later in het cursusjaar nl. op 21-22 en 23 april, voor de MEI vakantie, i.p.v. voor de voorjaarsvakantie. 30
.. .. .. .. 5.3 ONDERW IJSKUNDIGE VOORNEMENS 2014 -2015 . SCHOOLPLAN 15-18 De basis waaruit we op school werken is een schoolplan dat voor 4 jaar geldig is. Het huidige schoolplan loopt tot de zomer van 2015 en landelijk zullen alle scholen zich volgend schooljaar mogen buigen over een nieuw plan voor de daarop volgende 4 jaren. Zaken als missie en visie, vormgeving van het onderwijs en verbeterpunten worden hierin opgenomen. Een flinke klus waarbij we de studiedagen gebruiken om hierin teambreed aan de slag te gaan.
Identiteit. Binnen de schoolvereniging zijn we bezig met de ontwikkeling van een identiteitsdocument voor de aanname van het personeel. Op verschillende ouder- en teamavonden is hier in de afgelopen jaren al veel aandacht voor geweest. We hopen volgend schooljaar dit proces HAAL breed af te ronden. Onderwijs De nieuwe methode voor engels TAKE IT EASY vanaf groep 5 en een nieuwe taalmethode TAAL ACTIEF vanaf groep 4 zal in deze vakken een verbeterslag geven. De nieuwe taalmethode heeft een hoger instapniveau en verschillende spellingsregels en taalzaken worden eerder in lagere groepen aangeboden dan met onze huidige methode het geval was. Bij engels is al een kleine start gemaakt met de invoering in groep 7-8 en gaat vanaf dit nieuwe schooljaar het onderwijs in engels vanaf groep 5 beginnen. Personeel opleiding Talita Boersema gaat de master SEN met specialisatie lezen en taal afronden. Hilda Bolt gaat starten met de master SEN en zich specialiseren in gedragsproblematiek en groepsdynamica. Rianne de Vos gaat een training volgen om als rekencoördinator haar werk te kunnen doen in onze school. Dieneke de Jonge gaat zich verdiepen in een cursus over “slimme kleuters” . Nieuwe leerkrachten volgen de kanjertraining en de herhalingsdagen worden door het zittend personeel gevolgd. Passend Onderwijs Door deze extra opleidingen hopen we in onze school meer expertise te krijgen en de leerlingen met verschillende onderwijsbehoeften beter te kunnen voorzien van een passende leerroute. School Video Interactie Begeleiding School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is één van de begeleidingsmethodieken die de school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leraren te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt ingezet zowel bij vragen rondom leerlingenzorg, als bij vragen rondom onderwijsvernieuwing. Aan de HAAL-scholen is een gespecialiseerde School Video Interactie Begeleider (SVIB -er) verbonden, die korte video-opnames maakt in de klas en dit vervolgens met de leraar bespreekt. Net zoals dat bij andere begeleidingsfunctionarissen het geval is, hanteert de SVIB -er een beroepscode, waarin o.a. staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Zo blijven de videobeelden die in de klas gemaakt worden, onder het beheer van de SVIB-er en worden niet – zonder zijn uitdrukkelijke toestemming en die van de betrokken leraar – aan anderen vertoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van één of meer leerlingen, dan worden de ouders / verzorgers hiervan in kennis gesteld en om toestemming gevraagd.
31
.. .. .. .. .
6 D E L E E RL I N GE NZ O R G
6.0 PASSEND ONDERW IJ S VOOR ALLE LEERLINGEN
Met ingang van 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Dit houdt in dat wij als school een zorgplicht hebben voor alle leerlingen die bij ons zijn ingeschreven: wij moeten hen een passende onderwijsplek bieden: dat kan zijn op onze eigen school, maar dat kan ook zijn op een andere basisschool in onze wijk of binnen een onderwijsvoorziening waarmee we samenwerken. In het School Ondersteunings Plan (SOP zie de website van onze school) staat beschreven dat wij de ambitie hebben ons te ontwikkelen tot een smalle zorgschool, waarbinnen we naast de Basisondersteuning ons extra willen inspannen voor goed onderwijs aan leerlingen die meer- en hoogbegaafd zijn en daarnaast ook juist aan leerlingen die over minder cognitieve capaciteiten beschikken. Om goed zicht te krijgen op onze leerlingpopulatie is het noodzakelijk de aanmeldingsprocedure aan te passen aan de wettelijke eisen. Nadat ouders hun kind bij ons hebben aangemeld volgt voor elke leerling een intakegesprek (met directeur en IB-er) waarin de onderwijsbehoeften van de nieuwe leerling centraal staan. Na dit gesprek heeft de school 6 weken de tijd om te beslissen of een leerling wordt ingeschreven op onze school, of dat een andere plek voor deze leerling betere perspectieven biedt.. Voor alle leerlingen die bij ons op school zijn toegelaten hebben we een zorgstructuur opgezet om hen zo goed mogelijk te kunnen volgen in hun ontwikkeling en waar nodig bij te sturen en aan te scherpen. 6.1 SPECIALE ZORG VOOR KINDERE N MET SPECIFIEKE ONDERW IJSBEHOEFTEN
Wij willen ons onderwijs in de groep zoveel mogelijk afstemmen op de onderwijsbehoeften van elk kind. De meeste kinderen ontwikkelen zich overeenkomstig hun leeftijdsniveau. Maar er zijn ook kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Daaronder verstaan we bijvoorbeeld leerlingen die hoogbegaafd zijn, die een motorische achterstand hebben, die leerproblemen hebben op het gebied van rekenen of lezen, of die door hun gedrag in hun ontwikkeling belemmerd worden. Voor deze kinderen wordt in een plan vastgelegd op welke wijze het onderwijs – in of buiten de groep wordt afgestemd op hun specifieke behoeften. Als de school geen onderwijs op maat kan bieden aan deze leerlingen, wordt contact gezocht met de schoolbegeleider en wordt gezocht naar mogelijkheden om de situatie aan te passen aan de behoeften van een leerling met aangepaste begeleiding; of er wordt gezocht naar een vorm van speciaal (basis)onderwijs die aansluit bij de behoeften van de individuele leerling. In de leerlingenzorg bij ons op school hanteren we de principes van Afstemming - handelingsgericht werken in de basisschool. Handelingsgericht werken is een systematische manier van werken in de school, die gebaseerd is op de volgende uitgangspunten voor het handelen van de leerkrachten: 1. Ik denk, kijk en praat over wat een kind nodig heeft om de volgende stap te maken, de onderwijsbehoeften van de leerling, en handel daar zoveel mogelijk naar. 2. Het afstemmen op kinderen zal ik als leerkracht moeten doen. 3. Ik werk doelgericht en zoek naar richtinggevers voor mijn handelen, gebaseerd op wat het kind wél kan. 4. Ik werk vanaf het begin samen met het kind, de ouders, mijn collega’s en begeleiders. 5. Ik kijk naar de wisselwerking tussen kinderen, hun ouders, hun groep en mijzelf en stem mijn handelen hierop af. 32
.. .. .. .. 6. Iedereen heeft kwaliteiten. Ik ben op zoek naar mogelijkheden (stimulerende factoren) van kinderen, ouders en mezelf. . 7. We werken systematisch en zijn open (transparant) en duidelijk naar elkaar; kind, ouders, leerkracht en begeleiders. Voor ons dagelijks handelen in de school betekent dit dat wij kijken naar de onderwijsbehoeften van elke leerling: “wat heeft deze leerling -met de eigen kenmerken en achtergrond- nodig, in deze groep, bij deze leerkracht om deze doelen te bereiken”. Bij het beantwoorden van deze hulpvragen betrekken we alle kenmerken van een kind, zowel de stimulerende als de belemmerende, en zoeken we naar passende mogelijkheden. Daarbij willen we zoveel mogelijk in samenspraak met de ouders, met hun eigen kennis en ervaring, en eventuele andere deskundigen onze hulp vormgeven. Zorgperiodes Om de speciale zorg rond leerlingen te structureren hebben we het schooljaar opgedeeld in 4 periodes van 10 weken, de zorgperiodes. Aan het begin van elke periode houden de leerkracht en de IB-er (Interne Begeleider) een groepsbespreking. Tijdens deze bespreking worden de onderwijsbehoeften van alle leerlingen in kaart gebracht en worden doelen geformuleerd voor de komende periode van 10 weken. Dit gebeurt voor alle leergebieden, en wordt vastgelegd in een groepsplan. In zo’n groepsplan wordt opgenomen waaraan met de hele groep gewerkt gaat worden en op welke manier, voor welke leerlingen er aangepaste doelen zijn en wat die doelen inhouden, en op welke manier de uitvoering van het plan wordt ondersteund (in de groep door de leerkracht, of buiten de groep door de RT-er of onderwijsassistent) en geëvalueerd.
Aan het eind van de zorgperiode volgt een evaluatie van de doelen en wordt in de volgende groepsbespreking vastgesteld hoe het plan er voor de komende periode uit gaat zien. Met nieuwe doelen en een nieuwe clustering van leerlingen met dezelfde onderwijsbehoeften. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de behaalde resultaten, maar ook naar de behoeften van leerlingen op het gebied van leerstijl, werkhouding, samenwerking met anderen en mate van zelfstandigheid.
Na de groepsbesprekingen vindt er een zorgoverleg plaats. Daarbij zijn de IB-er, de RT-er en de Onderwijsassistent aanwezig. Tijdens dit overleg wordt besproken welke leerlingen extra zorg nodig hebben, hoe we die het beste vorm kunnen geven, en wie voor de uitvoering daarvan zorg dragen. De verantwoordelijkheid voor elke vorm van zorg ligt bij de leerkracht. En de leerkracht brengt de ouders op de hoogte van de plannen. Hulp door de RT-er In de RT onderscheiden we twee soorten leerlingen: 1. Leerlingen die tijdelijke hulp nodig hebben, voor een afgebakend leerstofonderdeel. 2. Leerlingen die structureel hulp nodig hebben en/of voor wie die hulp is “ingekocht”. Dit kunnen bijvoorbeeld leerlingen zijn met een dyslexieverklaring, maar ook leerlingen met een specifieke onderwijsbehoeften, die zonder extra hulp niet binnen het reguliere basisonderwijs kunnen worden opgevangen. Voor hen bieden we dan een passende leerlijn. Met ingang van 1 augustus 2014 gaat Passend Onderwijs van start, en is het niet meer mogelijk een rugzak aan te vragen. Bestaande rugzakken blijven bestaan (voor maximaal 3 jaar), en voor nieuwe ondersteuningsaanvragen gaan we gebruik maken van het netwerk in de wijk en doen we een beroep op het wijk-zorgbudget om een Ondersteuningsarrangement goed te keuren en te financieren. 33
.. .. .. .. . Wat doet een Remedial Teacher (RT-er), Onderwijs Assistent (OA-er) en iemand van Stichting Gewoon Anders (SGA-er)
Een RT-er neemt een leerling of een groepje leerlingen apart. Deze bepaalt na onderzoek wat er met de leerling geoefend wordt, maakt een handelingsplan, in overleg met de leerkracht, voert dat uit en maakt ook aan het eind de evaluatie. Ze houdt de groepsleerkracht op de hoogte van de ontwikkeling binnen de RT via het logboek in ParnaSsys.
Een Onderwijs Assistent doet veelal hetzelfde als de RT-er, maar de groepsleerkracht is verantwoordelijk voor wat zij doet met de kinderen. De leerkracht zorgt ervoor dat er voor de OA werk klaar ligt. De leerkracht of RT-er maakt het handelingsplan. We kiezen er steeds meer voor dat de OA voor de groep staat en dat de leerkracht met een kind of een groepje kinderen gaat werken volgens het plan. Een OA-er en een RT-er kunnen ook samen oefenen met hetzelfde groepje kinderen.
Een speciale leerkracht van “Stichting Gewoon Anders” helpt een “rugzak- leerling” op leergebieden, maar ook op sociaal emotionele gebieden. Hierdoor kan een leerling meer zorg krijgen en zo beter de basisschool doorlopen.
Wat is er in de RT anders dan hulp in de groep?
In de RT zijn we in eerste instantie ook bezig met het leerprobleem, zoals dat door de leerkracht is geconstateerd. Daarnaast kunnen we, doordat we in een klein groepje werken of zelfs in een één-op-één situatie zitten, ook meer aandacht geven aan het welbevinden van een leerling, het zelfvertrouwen en het gevoel van eigenwaarde. De leerling heeft hard gewerkt in de groep, maar dat was niet genoeg, daarom krijgt hij/zij hulp. Door er samen over te praten kan er ook gewerkt worden aan de acceptatie door de leerling. Als leerlingen moeite hebben met begrip, leesbegrip, rekenbegrip, zijn voor hen veel CITO-toetsen te moeilijk omdat deze veel inzicht vragen. In de RT hebben we aangepaste toetsen zodat we wel kunnen zien op welk niveau de leerling functioneert zonder dat we ook het leesbegrip mee toetsen. Ook bestaat in de RT-setting de mogelijkheid om de CITO-toetsen voor bijvoorbeeld dyslectische leerlingen voor te lezen en de toetstijd te verlengen (zoals wettelijk mogelijk is). In bepaalde gevallen maken we ook gebruik van de CITO-toetsen voor Speciale Leerlingen. De bedoeling is dat leerlingen na een periode van hulp weer terug gaan in de groep. Daarom proberen we zo lang mogelijk de methode, die in de groep gebruikt wordt, vast te houden. Soms ontkomen we er niet aan om via een omweg, een andere methode, weer aansluiting te vinden bij de groep. Het komt ook voor dat een leerling het tempo van de groep niet bij kan houden of dat het niveau van de methode te moeilijk blijft. Dan besluiten we in de zorgvergadering om een leerling een eigen leerlijn te geven, voor een bepaald vakgebied. Dit houdt in dat de leerling in de RT instructie krijgt voor een hele week. Op de dagen dat er geen RT gegeven wordt, kan de leerling zelfstandig in de groep en/of op de computer of tablet aan het werk. De eigen leerkracht is tijdens de uitvoering het aanspreekpunt.
Hoe komt u als ouders aan informatie over uw kind als het RT heeft? U kunt altijd op de contactavonden bij de groepsleerkracht terecht. Er is veel overleg tussen de RT -er en groepsleerkrachten. De groepsleerkracht heeft de eindverantwoordelijkheid over de groep en is op de hoogte van de ontwikkelingen in de RT. Daarnaast mag u het handelingsplan (HP) inzien via Parnassys. Voor de toekomst verwachten we dat RT buiten de groep gaat verdwijnen. De zorg zal steeds meer in de groep moeten plaatsvinden. 34
.. .. .. .. . Zorg voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Ook leerlingen die meer- of hoogbegaafd zijn hebben specifieke onderwijsbehoeften, waarmee we met ons onderwijs rekening willen houden. Bij het maken van de groepsplannen worden deze leerlingen besproken en wordt allereerst nagegaan op welke manier in de groep uitdagende lesstof wordt aangeboden; dit kan zijn in de vorm van een “sneltreintraject” bij rekenen met extra uitdaging via Rekentijgers en Kien, dit kan door bij taal/spelling gebruik te maken van Detective Denkwerk, Webkwesties of andere materialen specifiek voor deze doelgroep ontwikkeld. Daarbij maken we gebruik van de webbased leeromgeving van Acadin. De leerkracht heeft hier de regie en kan overleggen met de IB-er of de coördinator hoogbegaafdheid over geschikte materialen. Het gebruik van deze extra materialen wordt vastgelegd in het groepsplan en besproken met de leerling. Daarbij worden ook eisen gesteld aan het resultaat. Waar mogelijk maken we gebruik van de verrijkingsarrangementen, zoals die door de deskundigen binnen HAAL zijn ontwikkeld, en die bedoeld zijn om leerlingen via het samenstellen van een portfolio met leerdoelen en leerwensen, inzicht te geven in de eigen ontwikkeling. In verband met de voorbereiding op het Voortgezet Onderwijs hebben we intensief contact met Guido de Brès in Amersfoort. Dit gaat over de onderwijsinhoud van groep 7 t/m de tweede klas van het VO. Dat noemen we het Juniorcollege. Ook bestaat de mogelijkheid voor leerlingen uit groep 8 om vanaf de kerstvakantie gebruik te maken van het aanbod van de Masterclass van de Guido de Brès. Hiervoor moet, naast de kosten per middag ook het vervoer van en naar Amersfoort door de ouders worden betaald en geregeld. Naast die aanbod voor de “sterke groep 8-leerling” bestaat de mogelijkheid om in de wijk gebruik te maken van het Talentenlab, dat bekostigd wordt vanuit Passend Onderwijs. Per school mogen daar 1 of 2 leerlingen gebruik van maken. Deze leerlingen worden via een uitgebreide procedure geselecteerd, in overleg met de ouders. Om leerlingen die signalen van Hoogbegaafdheid afgeven beter in kaart te brengen wordt gebruik gemaakt van de signalerings- en diagnoselijsten van het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid.
Het leerlingvolgsysteem Als een kind op school komt en 4 jaar is, wordt een anamneseformulier ingevuld door de ouders. Dit geeft een beeld van het kind bij de start van de schoolloopbaan. Ook leveren instanties zoals Peuterspeelzalen en Kinderdagverblijven vaak schriftelijk ontwikkelingsinformatie aan. Vanaf het moment dat kinderen op school komen, volgen wij ze in hun ontwikkeling. In de groepen 1 en 2 doen wij dit met behulp van het observatiesysteem Kijk! Met dit systeem observeren de groepsleerkrachten wekelijks de ontwikkeling van kinderen op verschillende leer- en ontwikkelingslijnen. Deze observaties worden genoteerd in een dagboek en 2x per jaar worden de verzamelde gegevens vastgelegd in het Kijk! leerlingvolgsysteem. Vanaf het begin van het leerproces worden de vorderingen van de leerlingen gevolgd met behulp van de toetsen uit de gebruikte methodes en daarnaast ook halfjaarlijks met behulp van CITO-toetsen. Voor technisch lezen gebruiken we de CITO-AVI toets en daarnaast de Drie Minuten Toets die meet hoeveel woordjes een leerling in één minuut kan lezen. Voor spelling, begrijpend lezen en rekenen nemen we de toetsen af die passen bij het niveau van elk kind. De ontwikkeling wordt bijgehouden in een leerlingrapport met lijngrafiek. Deze kunnen tijdens een contactavond met u bekeken worden. Ook de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen registreren wij en bespreken we met de ouders; daarbij gebruiken we sociogrammen om de groepssfeer in kaart te brengen en het LVS-sociaal emotionele ontwikkeling ZIEN!, waarbij zowel de leerkracht als de leerling (vanaf groep 5) een vragenlijst invult.
35
.. .. .. .. toetsmomenten en de observatie van de sociaal emotionele ontwikkeling wordt met De informatie uit deze . de groepsbesprekingen. de IB-er besproken tijdens Na elk jaar worden de gegevens ook gebruikt bij de leerlingoverdracht, wanneer het kind naar een andere leerkracht of groep gaat. Daarna gaan de gegevens in het leerling dossier. Wanneer een leerling na groep 8 van school gaat, worden deze gegevens nog een jaar bewaard en overgedragen aan het voortgezet onderwijs, daarna worden zij vernietigd.
De contactavond Dit is een avond waarop ouders en leerkrachten elkaar kunnen ontmoeten in een vijftien–minuten -gesprek. Er zijn ongeveer 8 contactavonden per jaar voor alle groepen, afwisselend op dinsdag of donderdag. Het streven is dat alle ouders 2 keer de gelegenheid hebben om over hun kind te spreken met de leerkracht. De leerkracht nodigt hiertoe uit en daarnaast is er ook gelegenheid om zelf voor deze avonden een afspraak te maken. In groep 8 vinden er na de adviesgesprekken in februari in principe geen contactavonden meer plaats, tenzij er bijzonderheden zijn. Onderwerp van gesprek kunnen de rapporten, observaties of plakboeken zijn. Ouders en leerkrachten kunnen op deze manier van de ontwikkelingen van kinderen op de hoogte blijven. In 2014-2015 starten we met luisteravonden. In de eerste maand van het schooljaar wordt u gevraagd om een vragenlijst voor elke kind in te vullen en mag u de leerkracht vertellen over hoe u uw kind thuis ziet. Deze informatie helpt de leerkracht om uw kinderen nog beter te begrijpen en daar waar mogelijk het onderwijsaanbod nog beter te laten aansluiten op de onderwijsbehoefte.
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Ten behoeve van de integratie van gehandicapte leerlingen in het regulier basisonderwijs, kunnen wij een beroep doen op deskundigen van het expertisecentrum. Zij kunnen daadwerkelijk een deel van het onderwijsprogramma verzorgen. Daarnaast zijn zij beschikbaar voor een vorm van collegiale consultatie. Bovendien bestaat de mogelijkheid van speciale bij- en nascholing van onze eigen leerkrachten. Op deze wijze wordt de kennis en deskundigheid van ons team vergroot.
6.2 ZORGFEDERATIE KO MPAS De Zorgfederatie MIDDEN Gereformeerd Primair Onderwijs bestaat uit 30 gereformeerd vrijgemaakte scholen in Gelderland, Utrecht en Noord-Holland, waarvan een school voor speciaal basisonderwijs in Amersfoort. Onze school maakt hier deel van uit. De Zorgfederatie heeft ook eigen schoolbegeleiders (psychologen, orthopedagogen en psychologisch assistenten) in dienst die op contractbasis voor de basisscholen ingezet worden.
36
.. .. .. .. gezamenlijke verantwoordelijkheid voor optimale zorg voor alle leerlingen. Het De zorgfederatie draagt . kinderen op onze eigen school de zorg te bieden, die ze nodig hebben. Mochten we als uitgangspunt is om de school constateren, dat we niet de zorg kunnen bieden, die een bepaald kind nodig heeft, dan kan er binnen de zorgfederatie doorverwezen worden naar de speciale school voor basisonderwijs. De zorgfederatie heeft middelen beschikbaar en zet deze in volgens het zorgplan. Dit zorgplan kan op school worden ingezien. Naast de directe leerlingbegeleiding organiseert de Zorgfederatie ook cursussen (zoals Afstemming en Handelingsgericht werken) voor alle basisscholen in de regio om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en te stimuleren. Ook speelt de zorgfederatie een belangrijke rol in de ontwikkeling naar ‘passend onderwijs’ zoals dat met ingang van 1 augustus 2014 een feit is. Als Almeerse school richten we ons wel steeds meer op de wijk en de mogelijkheden van Stichting Gewoon Anders, maar zullen wij van de ondersteuning van het KOMPAS nog graag gebruik maken.
Tien stappen plan Optimale zorg is in de eerste plaats preventief van aard. De leerkracht houdt in het onderwijs rekening met de onderwijsbehoeften van de kinderen. In de tweede plaats is het van groot belang om tijdig in te spelen op kinderen, waarmee het niet zo goed gaat. Daarbij hanteren we als school een vaste procedure ook wel het 10 stappen plan genoemd: stap 1 De leerkracht signaleert een probleem en legt dit vast. stap 2 De leerkracht geeft het betreffende kind extra hulp binnen de groep. stap 3 Levert stap 2 niet het gewenste resultaat op, dan wordt het kind besproken tijdens de groepsbespreking of de leerlingbespreking. Als het probleem niet voldoende helder is, wordt er extra onderzoek binnen de school gedaan. De ouders worden van de genomen stappen op de hoogte gesteld en worden vanaf nu regelmatig geïnformeerd. stap 4 Er wordt een handelingsplan opgesteld en er wordt extra hulp gegeven binnen of buiten de groep door de leerkracht of remedial teacher. stap 5 Er vindt een evaluatie plaats van het handelingsplan. Afhankelijk van de geboekte resultaten wordt de extra hulp voortgezet of beëindigd. stap 6 Als de hulp, die in de school gegeven is, ontoereikend blijkt te zijn, kan de schoolbegeleider geconsulteerd worden. De ouders worden daarvan op de hoogte gesteld. Een andere mogelijkheid is (i.p.v. bovenstaande, of als vervolgstap) dat de school in overleg met de ouders het kind aanmeldt bij het Zorgteam Kompas1. De ouders moeten daarvoor schriftelijk toestemming geven. De aanmelding kan gebeuren tijdens het reguliere schoolbezoek. Als een snellere voortgang nodig is, kan telefonisch of via de website de procedure versneld worden.
stap 7 Het onderzoek of de ondersteuning die door het Zorgteam Kompas is geadviseerd, wordt uitgevoerd. Dit kan gedaan worden door de schoolbegeleider of middels trajectbegeleiding van het Zorgteam. Daarnaast is het mogelijk om andere deskundigen in te zetten zoals bijvoorbeeld een maatschappelijk werker. Deze inzet wordt na een periode geëvalueerd. Ook kunnen speciale zorgarrangementen worden aangevraagd via het Wijkbudget van passend onderwijs.
Het is vanzelfsprekend ook mogelijk dat hulpverlening door anderen wordt verleend, denk daarbij aan routes via het plaatselijke ZAT, of ambulante begeleiders bij rugzakleerlingen. In dat geval wordt ook dit stappenplan gevolgd, aangepast aan die situatie. 1
37
.. .. .. .. stap 8 Er vindt een evaluatie plaats van het handelingsplan. Afhankelijk van de geboekte resultaten wordt de . of beëindigd. extra hulp voortgezet stap 9 Als de voorgaande stappen niet leiden tot verbetering, dan kan de betreffende leerling aangemeld worden voor de bespreking in het Wijk-Advies-Team. Ter voorbereiding wordt een Onderwijskundig Rapport opgesteld of het Groeidocument Handelings Gericht Werken. Dit wordt via de schoolbegeleider voor advies2 aan het Zorgteam Kompas voorgelegd.
stap 10 Het Onderwijskundig Rapport wordt met het advies van het Zorgteam ingediend bij het WijkAdvies-Team (WAT). Deze commissie beoordeelt of de aangemelde leerlingen toegelaten kunnen worden op een speciale school voor basisonderwijs of dat de leerling op een andere basisschool met een Arrangement een passende onderwijsplek kan krijgen. In de beoordeling wordt het advies van het Zorgteam Kompas betrokken. Het is ook mogelijk dat het WAT adviseert om de leerling op de basisschool te laten blijven, maar dat de leerling regelmatig extra begeleiding krijgt in de vorm van een Zorgarrangement. Deze stappen kunnen alleen genomen worden met instemming van de ouders. Wanneer het om problematiek gaat die onder één van de clusterscholen valt, wordt een aanmelding bij die school gedaan en bekrachtigd door een handtekening van de directeur van de basisschool.
Schoolmaatschappelijk werk U kunt terecht bij de schoolmaatschappelijk werker met allerlei vragen rondom de sociaal emotionele en de gedragsmatige ontwikkeling van uw kind. Wanneer u daarover met de schoolmaatschappelijk werkster van onze school wilt praten, kan dat. Haar naam is Mw. Barrie Modderman en zij is telefonisch bereikbaar op 06 14207756. Ze is voornamelijk op afspraak in Almere. Schoolmaatschappelijk werk houdt het volgende in:
Ondersteuning bieden in de onderwijsleersituatie;
Verbreding van de leerlingenzorg op school op de gebieden preventie en hulpverlening (oa cursus “weerbaarheid” voor leerlingen van 9-12 jaar)
Vervullen van een brugfunctie tussen kind, ouders, school en (jeugd)zorginstellingen; met kennis van de sociale en hulpverleningskaart van Almere
Schoolmaatschappelijk werk is een onafhankelijke functie en valt niet binnen de organisatie van de school. De schoolmaatschappelijk werker is dus geen lid van het team.
De schoolbegeleider kan de school advies geven m.b.t. de volledigheid van het O.R. Daarnaast zal een advies worden opgesteld door het zorgteam voor de PCL waarbij de kennis omtrent de mogelijkheden van SBO De Werf van de trajectbegeleiders gebruikt wordt. 2
38
.. .. .. .. .
6.3 LOGOPEDIE/SCHOOLARTS
Logopedie: Op iedere school in Almere komt een logopedist, voor onze school is dat mw. Janneke Drewes. Zij houdt zich bezig met aspecten die nodig zijn voor een goede communicatie: taal, spraak, stem, mondgedrag en gehoor. In het dagelijks leven is communicatie immers onmisbaar. Een goede taal- en spraakontwikkeling is ook een belangrijke basis voor het leerproces. Soms verloopt de taal- en/of spraakontwikkeling niet vanzelf. Problemen die kinderen kunnen krijgen tijdens hun taal-/spraakontwikkeling:
Vertraging in de taalontwikkeling (slechte zinsbouw, onvoldoende taalbegrip, kleine woordenschat)
Het niet of verkeerd uitspreken van klanken;
Stotteren;
Broddelen;
Heesheid;
Mond ademen;
Duimzuigen;
Moeite met het nauwkeurig luisteren naar klanken, woorden en zinnen.
Vanuit de gemeente heeft de logopediste de opdracht gekregen alle leerlingen van 5 jaar te screenen op stem/taalproblemen. Voor alle overige vragen over taalontwikkeling, ook voor leerlingen uit andere groepen, worden ouders verwezen naar een logopediepraktijk in de buurt.
Als uit het onderzoek blijkt, dat er iets aan de hand is, overlegt de logopedist met de ouders en de leerkracht. Gezamenlijk wordt besloten wat er verder gaat gebeuren. De mogelijkheden zijn:
controle op lange of korte termijn,
adviezen voor ouders en leerkracht,
verwijzing naar een vrijgevestigde logopedist.
Ook wordt door de logopedist op school (op verzoek) voorlichting gegeven aan ouders, leerkrachten en andere betrokkenen. Dit gebeurt op bijeenkomsten, in Spraakwaterartikelen en nieuwsbrieven. Ook wisselt de logopedist informatie uit met andere betrokkenen, bijvoorbeeld schoolbegeleider, jeugdarts, verpleegkundige en vrijgevestigde logopedist.
Voor vragen kunt u contact met haar opnemen via het postvakje op school, via de telefoon of via de e-mail:
G/G/D Flevoland Afdeling Jeugdgezondheidszorg/Logopedie Boomgaardweg 4 1326 AC Almere T 088-0029920 E
[email protected] Werkdagen: maandag, woensdag en donderdag 39
.. .. .. .. . Schoolarts. Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst Flevoland (GGD).De volgende onderzoeken worden aangeboden:
Periodiek geneeskundig onderzoek bij leerlingen van groep 2 en 7 (p.g.o.). Dit is een onderzoek uitgevoerd door de jeugdarts en jeugdverpleegkundige. De duur is 2 x 20 minuten. Met behulp van een vragenlijst die de ouders thuis kunnen invullen, inventariseren zij welke ziekten en ongevallen het kind heeft gehad en of er klachten en/of vragen zijn over bijvoorbeeld hoe het kind binnen en buiten de school functioneert. Er wordt ook nagegaan of het kind voldoende is gevaccineerd. Bij het lichamelijk onderzoek hoort de bepaling van de lengte, gewicht, gezichtsvermogen en een onderzoek van o.a. oren, mond, hart/longen, houding/benen en motoriek. Verder let men op gedrag, emotionele ontwikkeling en spraak.
Periodiek verpleegkundig onderzoek bij leerlingen van groep 4 (p.v.o.4). Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de jeugdverpleegkundige; de duur is 20 minuten. Dit onderzoek komt overeen met p.g.o.2.
Aanwezigheid van ouders: Bij het p.g.o.2 en 7 en het p.v.o 4 is het gewenst dat de ouders tijdens het onderzoek van de kinderen aanwezig zijn. Tijdens de onderzoeken wordt zonodig advies en voorlichting gegeven, bijv.: is het normaal dat mijn kind nog in bed plast? Eet mijn kind te weinig? Vragen over gehoor of groei, weerbaarheid, beter leren luisteren etc, kunnen worden gesteld. Indien nodig wordt het kind verwezen naar de huisarts of een specialist. Indien noodzakelijk kan er sprake zijn van een vervolgonderzoek. Ingrid op den Velde Schoolverpleegkundige GGD, Afdeling Jeugdgezondheidszorg. Werkzaam op dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30-17.00 uur.
Bereikbaar via: 088-0029920.
6.4 ONDERW IJSGERELATEERDE INSTANTIES Educatieve Academie (Gereformeerd Hoger Beroeps Onderwijs/Hoger Pedagogisch Onderwijs). Postadres
Postbus 10030 8000 GA Zwolle
Bezoekadres
Grasdorpstraat 2 8012 EN Zwolle
tel: 038-4255542 fax.: 038-4230785
Vanuit de lerarenopleiding wordt studenten een stageplaats aangeboden op school. Per cursusjaar praten we over hooguit 4 studenten, mede vanwege de ligging en bereikbaarheid van onze school. Ook verzorgt de EA studiebijeenkomsten voor leerkrachten. . “Stad & Natuur” (Kemphaanstraat 1, 1358 AD Almere-Hout). 40
.. .. .. .. Het natuur- en milieucentrum en Natuur" biedt activiteiten om met de groep aan de slag te gaan met . doet dat"Stad natuur en milieu. Men in de vorm van lessen, excursies, materiaalpakketten of workshops. Ook voor deze groepsactiviteiten of schoolprojecten dient te worden ingeschreven. Werken met vrijwilligers Er zijn op school ouders die voor bepaalde werkzaamheden een (vrijwilligers)vergoeding krijgen. Hiermee worden hogere kosten voorkomen en er is regelmaat dat bepaalde zaken de aandacht krijgen. Zo hebben we via HAAL iemand die allerlei technische klussen kan doen op school, iemand die het Spraakwater in elkaar zet en iemand die als vrijwilliger kopieer werkzaamheden verricht.
41
.. .. .. .. .
7 B E R E I K B A A R H E I D E N W E RK E N OP S CH O O L :
7.1 DE SCHOOL Gereformeerde Basisschool "de Waterspiegel” Site:
http://www.haal.nl/dewaterspiegel
E-mail:
[email protected] Haagbeukweg 36/38
1326 CR Almere
Telefonische bereikbaarheid: 036-5374061 Vanaf 8.20 uur zijn de groepsleerkrachten bij de kinderen in de groepen. Telefonische boodschappen kunnen worden doorgegeven. Wilt u een leerkracht persoonlijk spreken, dan kunt u het beste vóór 8.20 uur of ná 15.30 uur bellen. Op maandagochtend starten we als team de week gezamenlijk met gebed, de maandag kunt u het beste vòòr 8:00 uur bellen.
7.2 W ERKEN OP SCHOOL Vervanging bij ADV en ziekte De afspraak is dat wij ervoor zorgen dat er zo min mogelijk verschillende personen voor een groep komen te staan. Wij proberen daarom ook dat de ADV opgevangen wordt door één en dezelfde persoon. De ADV van de leerkrachten beslaat maximaal 15 dagen in het schooljaar bij een volledige benoeming. Momenteel zijn er geen leerkrachten die een volledige benoeming hebben. Vervanging bij ziekte is een probleem in verband met het tekort aan leerkrachten. In noodsituaties kunnen onderwijsassistenten worden ingezet ter vervanging van leerkrachten. Als geen opvang beschikbaar is en 42
.. .. .. . een groep thuis moet. blijven, worden de ouders daarover vooraf geïnformeerd. Dit kan zijn ’s morgens voor . u verzocht om de belboom te gebruiken, die u kunt vinden in het adressenboekje. Het 7:45 uur en dan wordt is ook eventueel mogelijk dat, als er thuis geen opvang beschikbaar is, uw kind in een andere groep opgevangen wordt.
Afwezigheid groepsleerkracht De school doet er alles aan om ervoor te zorgen dat bij afwezigheid of ziekte van een leerkracht de kinderen gewoon naar school kunnen gaan. De leerlingen worden verdeeld over meerdere groepen of er komt een vervanger die dag. Toch kan het in bijzondere gevallen gebeuren dat opvang niet mogelijk is. In die situatie zijn de kinderen vrij. Ouders worden hiervan zo snel mogelijk op de hoogte gesteld. Dit zal telefonisch gebeuren waarbij u wordt gevraagd de volgende ouder op de groepslijst te bellen.
Studieverlof en scholing Naast bovengenoemde dagen, die de leerkrachten hebben, zijn er ook uren binnen het schoolproces waarin de leerkrachten zich scholen. Dit kan o.a. gebeuren op een studiedag of buiten de schooluren om in de avonduren. Een andere mogelijkheid is dat zij dit binnen schooluren doen en daarvoor uitgeroosterd worden. Denk aan BHV, ICT, cursussen en nascholing.
Stagiaires Vanuit de PABO in Zwolle komen elk jaar stagiaires. In overleg met de PABO, de directie en het team, worden er stagiaires op school uitgenodigd. Het stageprogramma is zo ingericht, dat zij in blokken van twee weken bij ons op school zijn. De stagiaires uit PABO 4 komen in langere blokken; zij kunnen ook kiezen voor een LIOstage en kunnen dan zelfstandig met een groep werken. Stagiaires die in deeltijd studeren hebben 1 stagedag per week. Hiernaast krijgen we ook jongeren van het V.O. of R.O.C. die als maatschappelijke stage een week of 2 met ons meedraaien.
43
.. .. .. .. .
8 OU D E RS E N S C H O O L
8.1 OUDERBETROKKENHE ID We zijn overtuigd van de waarde van betrokkenheid van ouders bij de school. Een goed contact tussen ouders en school heeft effect op de onderlinge omgang tussen ouders, kinderen en de leerkrachten. Uit onderzoek van het CPS blijkt dat daar waar ouders betrokken zijn dat een positieve invloed heeft op de leerresultaten van hun kinderen. We verwachten dan ook van u als ouders een meelevende houding. Wederzijds vertrouwen tussen ouders en leerkracht is voorwaarde voor een vertrouwensrelatie tussen leerkracht en kind. Op de website is het gehele document “ouderbetrokkenheid” te lezen. We willen u vragen ook uw betrokkenheid te tonen door te bidden voor de school. In dit verband willen we het initiatief noemen van enkele ouders om te komen tot een gebedsgroep voor school. Betrokkenheid kan tevens blijken uit een vragende of informerende houding en/of actieve hulp in school, bij ondersteunende werkzaamheden zoals hulp bij handvaardigheid, schoolfeesten, sportdagen of excursies.
8.2 CONTACTEN: OUDER S - SCHOOL Op verschillende manieren willen we, tijdens het cursusjaar, contact met ouders hebben over het kind, dat bij ons op school zit. Daarnaast vragen we van u een stukje inzet om zo allerlei activiteiten te laten slagen.
Rapportage 1. Kleutergroepen: De ontwikkeling van de kinderen in groep 1/2 wordt door de leerkracht gevolgd door middel van observaties. Hierbij gebruiken we een observatieformulier vanuit KIJK. Dit formulier bespreken we minimaal één keer per jaar met de ouders. Het observatieformulier van KIJK bevat een veelheid aan gegevens die betrekking hebben op het emotioneel en sociaal functioneren van het kind. Deze gegevens kunnen werken als een "etiket" op het kind. Om dit te voorkomen spreken we hierover met de ouders. Dat er bij het invullen van een observatieformulier sprake is van een zekere mate van subjectiviteit is begrijpelijk. Dit hoeft niet verkeerd te zijn, zolang er door een gesprek met de ouders bijstelling van het beeld kan ontstaan. Indien dit het geval is, wordt hiervan een aantekening gemaakt. Ook wordt door middel van het observatieformulier vroegtijdig ontwikkelingsachterstand gesignaleerd. Verder zullen we over/van het kind een plakboek bijhouden. De ouders kunnen dit inzien op de contactavond. Vanaf juni 2011 is er ons kleuterrapport gebaseerd op de observatiegegevens van “KIJK”
2. Groep 3 en hoger: Tweemaal per jaar krijgt het kind een rapport mee naar huis, nl.: na 20 schoolweken en twee weken voor de zomervakantie. Dit rapport is een zo breed mogelijke rapportage van datgene wat uw kind op school laat zien. Naast de gegevens vanuit ons LVS treft u ook veel info aan over de manier waarop uw kind op school functioneert.
Informatieavond/ouderavond Aan het begin van het schooljaar wordt een informatieavond per basisgroep gehouden. Op deze avond kunt u kennismaken met andere ouders, met de leerkrachten en met het lesprogramma voor uw kind. Tweejaarlijks kijken we of wij als team, of de schoolcommissie of de MR een ouderavond met een thema kan plannen. 44
.. .. .. . Voor de groepen 1/2. is er in januari ook een groepsavond, deze valt (meestal) samen met de inschrijfavond . die op school gaan komen. voor de nieuwe kinderen
Contactavonden Eens in de 4-6 weken is er een contactavond bij ons op school. Voor de data verwijzen we u naar de bijlage. De avonden zullen worden ingevuld door bezoeken van ouders aan school. Het betreft ouders die: 1.
n.a.v. vragen of gebeurtenissen zelf een afspraak maken met de leerkracht,
2.
uitgenodigd worden door de leerkracht, n.a.v. bijv. observaties of rapport.
Op deze wijze kan meer aandacht worden besteed aan het kind tijdens gesprekken en de ouders worden zo actief betrokken bij de ontwikkelingen van het kind op school. Praktisch gezien zal, wanneer een ouder(paar) bij een leerkracht op gesprek is, ook worden gekeken of een koppeling met andere leerkrachten op dezelfde avond gewenst is. Het streven is dat elk ouderpaar de leerkracht van hun kind (eren) 2 keer per jaar kan spreken. Bij de start van het schooljaar houden we met u als ouders luistergesprekken zodat u kunt vertellen hoe uw kind thuis is en waar hij/zij op school het meest bij gebaat is. In 2014-2015 starten we met luisteravonden. In de eerste maand van het schooljaar wordt u gevraagd om een vragenlijst voor elke kind in te vullen en mag u de leerkracht vertellen over hoe u uw kind thuis ziet. Deze informatie helpt de leerkracht om uw kinderen nog beter te begrijpen en daar waar mogelijk het onderwijsaanbod nog beter te laten aansluiten op de onderwijsbehoefte. Weekopeningen Bij de weekopeningen wordt u als ouders voor een groep uitgenodigd. Bij de onderbouw is dat meestal de 1 e maandag van de maand, steeds een andere groep. Bij de bovenbouw is dit vrijblijvend, ouders zijn altijd welkom. Op de 1e schooldag na de zomervakantie en de laatste schooldag van het seizoen willen we als school graag samen met u beginnen/afsluiten in het kerkgebouw naast de school.
Open dagen in de groep Door het hele jaar heen houden we 5 open dagen van groep 1-8. Ouders kunnen dan een gedeelte van de dag meedraaien met hun kind in de groep. We willen hiermee uw inzicht in de verhalen van de kinderen vergroten. De kinderen ervaren dit meedraaien als motivatie door de persoonlijke aandacht die de ouder aan het kind besteedt in de schoolsituatie. Tweejaarlijks houden we een opa en oma dagen. Koffieochtenden In elk seizoen willen we graag op enkele momenten (nieuwe) ouders uitnodigen om elkaar beter te leren kennen. Het gaat dan om de ouders die in een verlopen half jaar met hun kind op onze school zijn gekomen. We willen graag weten wat uw eerste indrukken zijn en uw vragen beantwoorden. Daarnaast is er gelegenheid om een onderwerp dat speelt op school met elkaar te bespreken. U bent hiervoor altijd welkom. Het Podium Regelmatig worden ouders uitgenodigd om op donderdag- of vrijdagmiddag om half drie te komen kijken naar “Het Podium”. Eén groep laat aan alle kinderen van de school en hun eigen ouders iets horen en zien van 45
.. .. .. . hun zangtalenten of .toneelkunsten. Groep 8 levert aan het eind van het jaar een generale opvoering van hun . beleven en aandacht hebben voor elkaars talenten op een ander gebied dan musical. Samen plezier leervakken staat hierbij centraal.
Viering Eén keer per jaar wordt er een viering gehouden met de kinderen, ouders en belangstellenden rond een christelijke feestdag of thema . Deze viering vindt meestal op een avond plaats. Het samen gedenken en God prijzen staan hierbij centraal. We streven erna om jaarlijks in het voorjaar een Sing-in te organiseren met onze dependance EBS De Oase. We gaan ervanuit dat alle kinderen elke avond aanwezig zijn, daar we dit zien als een gezamenlijke schoolactiviteit die we graag met z’n allen vormgeven.
Spraakwater We praten de ouders tweewekelijks bij in Spraakwater, de nieuwsbrief van school en houden hen zo op de hoogte van het wel en wee van de school en informeren de ouders over de kinderen. Deze nieuwsbrief is te vinden op de website en de ouders hebben hier een inlogcode voor gekregen. We sturen het ook elke tweede week op via de mail, als pdf – bestand. Eén exemplaar hangt op het prikbord bij de onderbouw- en bovenbouwingang. In de tussenliggende week wordt algemene schoolinfo verzonden op vrijdag.
8.3 Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (M.R.) van “de Waterspiegel” behartigt zaken die direct met de school te maken hebben. De M.R. bestaat uit een ouder- en een personeelsgeleding, d.w.z. vertegenwoordigers namens de ouders en namens het team. De raad vormt een schakel tussen het bestuur en de ouders. De M.R. heeft diverse bevoegdheden die bij de Wet op de Medezeggenschapsraden (W.M.O.) zijn vastgelegd. Ook ontvangt de M.R. veel beleidsstukken van de Centrale Directie en het Algemeen Bestuur, waar zij ook jaarlijks mee vergadert. Bij sommige aangelegenheden heeft de M.R. adviesbevoegdheid en bij andere weer instemmingbevoegdheid. De M.R. probeert de ouders zo goed mogelijk op de hoogte te houden van de zaken waar zij mee bezig is.
Omdat we samen met de OASE één school zijn, hebben we ook één MR. In deze MR komen een leerkracht en een ouder van de beide scholen. Het gaat dus om 4 personen. De MR werkt schoolbreed en geeft advies en/of instemming over beleidsmatige zaken aan de commissie van bestuur en de beide locatiedirecteuren. Voorbeelden hiervan zijn: de formatie op stichtingsniveau en arbeidsvoorwaarden. Omdat we toch twee aparte scholen zijn, hebben we voor elke school een aparte deelraad (dit werd voorheen de MR genoemd) Hierin nemen twee collega’s en twee ouders zitting. De deelraad behandelt de lopende onderwijskundige zaken, zoals: pedagogische invulling, schoolreisje, ouderbetrokkenheid. Wanneer er een vacature is, kunnen ouders en/of collega’s zich kandidaat stellen. Wanneer er meerdere mensen zich kandidaat hebben gesteld wordt er, na een voorstelronde in het spraakwater, een verkiezing gehouden. In principe geldt deze benoeming dan voor drie jaar. Wanneer andere ouders mee willen luisteren of aanvullingen hebben dan stellen we dit erg op prijs, hiervoor kunnen ze terecht bij een van de leden. Voor de dagelijkse schoolzaken kunt u het beste naar één van de leerkrachten of de locatiedirecteur gaan. Op de website van de school vindt u een link naar de MR. Daar zijn de notulen en de jaarverslagen van de MR in te zien. Er is ook een folder beschikbaar met betrekking tot hun werk.
Voor de adresgegevens van de MR -leden verwijzen we u naar de jaarlijkse bijlage.
46
.. .. .. .. .
8.4 COMMISSIES/INZET OUDERS
Werkgroepen waarin ouders deelnemen zijn:
Activiteitencommissie De activiteitencommissie werkt in opdracht van en/of in overleg met het team bij schoolfeesten, vieringen, reisjes e.d. Enkele activiteiten worden door de commissie geheel zelfstandig voorbereid en uitgevoerd. Hierbij kan de hulp van klassenouders worden ingezet. Het gaat daarbij met name om het schoolfeest, de sportdag en de Sinterklaasviering. In het adressenboekje kunt u lezen welke personen in deze commissie zitting hebben.
Luizencommissie Coördinator: onderwijsondersteuner. Regelmatig is een gerichte controle nodig op school om verspreiding van dit diertje tegen te gaan. Meestal doen we de controles op de eerste dinsdag na een vakantie.
Oud papiercommissie De schoolcommissie coördineert het ophalen van het oud papier in een door de gemeente toegewezen wijk. Hierdoor hebben we extra inkomsten waarmee zaken als boeken, cd’s en leuke dingen voor de kinderen kunnen worden aangeschaft. Contactpersoon: De schoolcommissie, maar bij voorkeur een ouder. Deze regelt het verspreiden van de folders en het plaatsen van de borden in de wijk.
Schoolschoonmaak Gedurende het schooljaar worden er enkele schoonmaakavonden gehouden waarvoor een beroep gedaan wordt op de ouders. Dit is nodig, omdat niet alles door het schoonmaakbedrijf wordt schoongemaakt zoals de inhoud van de keukenkastjes, kastjes in de lokalen, het speelhuis bij de onderbouw, het speelgoed, enz.
De schoonmaakavonden vallen tussen de schoolvakanties in (dus een schoonmaakavond tussen de zomer en de herfstvakantie, tussen de herfst- en de kerstvakantie enz.). Aan het begin van het schooljaar zal in het Spraakwater staan op welke data de schoonmaak is gepland en wie op welke data worden verwacht. Vlak voor een schoonmaakdatum wordt u er via het Spraakwater nog even aan herinnerd. U wordt hiervoor ingeroosterd. Als iedereen één keer per jaar komt helpen, dan blijft de school goed schoon.
Tijdens de schoonmaakavonden hangt er bij elke klas en/of ruimte een lijst met daarop de zaken die schoongemaakt moeten worden. De school zorgt voor de schoonmaakmiddelen. Het is ook mogelijk om materialen van school op te halen en thuis schoon te maken.
Groepsouder 47
.. .. .. .. tot taak de leerkracht in de groep te ondersteunen bij de praktische organisatie van De groepsouder heeft . Daarnaast is hij/zij een aanspreekpunt voor de AC. In principe vraagt de activiteiten voor de groep. leerkracht zelf een ouder deze taak op zich te nemen voor de duur van één schooljaar.
Mogelijke taken klassenouder: -
vervoer regelen naar excursies
-
afscheid, bruiloft, zaken betreffende de klas waarbij de ouders de leerkracht kunnen helpen organiseren
-
mensen zoeken voor de crea-middagen in de eigen klas
-
helpen bij extra activiteiten organiseren, zoals verjaardag juf/meester enz…
-
de AC helpen bij vieringen, activiteiten
-
bij de sportdag regelen de groepsouders het aantal ouders en zo nodig vervoer dat nodig is om een klas te kunnen laten sporten. Ook na afloop van de sportdag is hulp nodig bij het schrijven van de diploma’s. De AC geeft hiervoor de aantallen per klas door.
Een complete taakomschrijving is op te vragen op school en ontvangt u ook als u gevraagd wordt voor dit werk. 8.5 KLACHTENREGELING Als school vinden we het belangrijk dat u uw opmerkingen en klachten ergens kwijt kunt. Als u ergens niet tevreden over bent, gaat u in de eerste plaats naar de persoon die daar direct bij betrokken is. Als het probleem niet is opgelost, kan de opmerking of klacht worden voorgelegd aan: ·
IB-er (alleen leerling-zaken)
·
Directie
·
College van Bestuur
·
Raad van Toezicht
Het bestuur is aangesloten bij de landelijke Klachtencommissie voor het gereformeerd onderwijs.
Mocht de interne procedure (tot een oplossing komen binnen school) geen resultaat opleveren, dan kunt u zich wenden tot de externe vertrouwenspersoon (VP) die speciaal voor school is aangesteld. Soms is het lastig om te zien welke weg bij een klacht of opmerking het beste bewandeld kan worden. Daarom hebben we in school een contactpersoon aangesteld die u daarbij wil helpen. De contactpersoon (CP) luistert naar u en gaat met u na wat u in uw geval het beste kunt doen. Als het nodig is, brengt de contactpersoon u in contact met de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is een onafhankelijke partij die zo nodig kan helpen bij het formuleren van een klacht. De klacht moet worden ingediend bij het Raad van Bestuur of rechtstreeks bij de Klachtencommissie. Wanneer de klacht om mogelijk strafbare feiten gaat, kan de vertrouwenspersoon u steunen bij het doen van aangifte bij politie en justitie. Overigens hebben personeelsleden van school (en ook de contactpersoon) meldplicht en heeft het bevoegd gezag (Raad van Bestuur) aangifteplicht wanneer er vermoeden is van een seksueel misdrijf.
48
.. .. .. .. De volledige klachtenregeling (met een toelichting erbij) is op school in te zien. De regeling staat ook op de . website van HAAL (www.haal.nl). Daarnaast is er in verband met de kwetsbaarheid van sommige zaken, de mogelijkheid om bij de contactpersoon of bij de vertrouwenspersoon een exemplaar van de klachtenregeling aan te vragen. De adresgegevens van de contactpersoon en van de vertrouwenspersoon staan vermeld in de bijlage van de schoolgids. Elk jaar krijgen de kinderen een folder, waarin het werk van de contactpersoon wordt uitgelegd.
49
.. .. .. .. 9 T US S E N.S C H O OL S E E N B U I TE NS CH O O L S E OP V A N G ( T. S . O. – B . S . O . ) 9.1 Tussenschoolse Opvang De overblijfcommissie bestaat uit 2 leden en valt onder verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur. De commissie houdt zich bezig met het opstellen van beleid t.b.v. de overblijf, maakt regels en probeert de ouders zoveel mogelijk te informeren, meestal via Spraakwater. Ook beheert ze de financiën. De facturen en incasso’s worden verzorgd door de administratie van de school. De leden van de overblijfcommissie houden nauw contact met directie en leerkrachten van de school. ‘Plezier tijdens de overblijf! Dit is onze visie. De overblijftijd moet voor alle belanghebbenden een fijne tijd zijn. Allereerst voor de kinderen: het is ‘vrije tijd’ voor hen en we willen graag dat de kinderen die op een manier kunnen invullen waarbij ze zich prettig voelen. Een belangrijke voorwaarde is dat de pauze een veilige tijd is, waarin ze onbezorgd kunnen spelen. Ook een belangrijke voorwaarde is, dat ze middelen hebben om zich te vermaken. Daarnaast moet het voor de overblijfouders een fijne tijd zijn, want zij begeleiden de pauzetijd. Dit vraagt inzet, enthousiasme en creativiteit. Creativiteit is belangrijk om conflicten te kunnen oplossen en (nieuwe) spelideeën te bedenken wanneer kinderen even niet weten wat ze moeten doen. Wanneer het voor de overblijfouders plezierig is, blijven ze enthousiast om zich in te zetten voor de kinderen. 9.2 Regels voor kinderen Uit het bovenstaande komen al een aantal regels naar voren die we willen hanteren om er voor te zorgen dat overblijven prettig is voor kind en ouder. 1. Je bent stil tijdens het bidden en bijbel lezen en toont op deze manier eerbied voor God. 2. Je doet je best om te zorgen dat het voor jezelf en de andere kinderen een prettige pauze is. 3. Je bent zuinig op de spullen waar je mee speelt en ruimt deze weer op. 4. Je luistert naar de overblijfouder en volgt zijn/haar aanwijzingen op. 5. Je blijft in die ruimtes/op die plekken waar je mag spelen. Hieronder vindt u enkele regels die betrekking hebben op het overblijven op onze school: 1. Er is een vaste groep van overblijfouders. De leerkracht eet met de kinderen (muv groep 0/1). Om 12.15 uur gaan de kinderen die klaar zijn met eten naar buiten. In de onderbouw gaat op dat moment de overblijfouder in de klas om toezicht te houden op de langzamere eten. Om uiterlijk half 1 zijn de overblijfouders aanwezig bij binnenof buitenspel. Voor het overblijven ontvangen de overblijfouders een onbelaste onkostenvergoeding van €9,- per keer. Er draaien op dit moment 6 ouders per dag mee. De overblijfouders verdiepen zich regelmatig in elkaars "pleinwacht-methodes" om zo van elkaar te leren en op één lijn te komen te staan wat betreft de aanpak. We streven ernaar regelmatig deel te nemen aan overblijfcursussen en/of EHBO instructie. 2. De overblijftijd is van 12.00 -13.15 uur. De kinderen die thuis eten, mogen pas vanaf 13.10 uur weer op het plein! 3. Bij droog weer spelen alle kinderen tot 12.45 uur buiten. Om 12.45 uur mogen ze kiezen of ze buiten of binnen willen spelen. Binnen kunnen ze kleuren, een spelletje doen, Duckies lezen of met auto’s spelen. Door middel van een groene kaart op de deur wordt aangegeven dat de kinderen binnen mogen spelen. Als de kaart rood is mogen ze nog niet of niet meer naar binnen. 4. Hoewel de overblijf meestal goed verloopt, kan het voorkomen dat een kind zich zodanig slecht gedraagt dat er een bijzondere sanctie op komt te staan. Hiervoor hebben we een systeem van gele en rode kaarten. Een gele kaart wordt meegeven aan het kind dat de kaart thuis door een ouder/verzorger moet laten ondertekenen . De kaart moet de volgende dag ingeleverd worden bij de leerkracht. Een gele kaart heeft een geldigheidsduur van een maand, wat betekent dat het kind zich in die periode goed moet gedragen. Na een maand goed gedrag vervalt de gele kaart. Bij herhaling van slecht gedrag binnen de geldigheidsperiode van de gele kaart wordt een tweede gele kaart uitgereikt, met een geldigheidsduur van een maand. Mocht een kind binnen die periode opnieuw de fout ingaan dan krijgt het kind een rode kaart. Een rode kaart betekent dat een kind 2 weken lang niet op school of het schoolplein mag verblijven tussen 12.00 en 13.10u. 5. . Wanneer uw kind niet aanwezig zal zijn op een overblijfdag waarvoor hij/zij wel aangemeld is dient dit (schriftelijk) gemeld te worden bij de eigen leerkracht of de desbetreffende overblijfouder. 6. Wanneer u belangrijke informatie heeft over uw kind waarvan de overblijfouders op de hoogte zouden moeten zijn (ziekte, dieet of gedragsproblematiek) kunt u deze doorgeven aan één van de leden van de overblijfcommissie. De leerkrachten mogen deze informatie om privacyredenen niet ongevraagd doorgeven aan de overblijfcommissie. 7. Voor nieuwe leerlingen is er een standaard brief met daarin uitleg over het overblijven op onze school; tevens krijgen de ouders een opgaveformulier, waarop zij aan kunnen geven hoe zij gebruik willen maken van het overblijven. Natuurlijk kan iedereen deze standaardbrief opvragen. 9.3 Betalingsmethode Een abonnement betekent één of meerdere vaste overblijfdagen. Wilt u geen vaste overblijfdag, maar wilt u zo af en toe een keer uw kind laten overblijven dan maakt u gebruik van een (digitale) strippenkaart. Deze strippenkaart bevat 10 strippen (= overblijfbeurten) à € 1,25 per strip = €12,50. Elke keer dat uw kind is overgebleven, wordt “afgeschreven” van uw strippenkaart. Bij de 10e strip wordt 50
.. .. .. .. strippenkaart in rekening gebracht. Wanneer de strippenkaart aan het einde van een automatisch een nieuwe . is, wordt deze gewoon meegenomen naar het volgende schooljaar. schooljaar nog niet vol Tarieven: Abonnement*: € 0,70 per overblijfbeurt per kind Strippenkaart (10 strippen) : € 1,25 per overblijfbeurt (=strip) wanneer gekozen wordt voor een overblijfabonnement*, betaalt men een voordeliger tarief dan wanneer men kiest voor ‘losse’ overblijf (geen abonnement). Verdere afspraken ten aanzien van de overblijfdagen/betalingen: Aan het eind van het schooljaar kunt u per mail aangeven of de manier waarop uw kind in het huidige schooljaar gebruik heeft gemaakt wijzigt. Wanneer wij niets ontvangen, nemen wij aan dat het abonnement en/of strippenkaart voor uw kind van kracht blijft of dat u geen abonnement en/of strippenkaart wilt voor uw kind(eren). Betalen van uw abonnement en/of strippenkaart gebeurt middels een automatische incasso; dit betekent dat de kosten voor het abonnement en/of strippenkaart van uw kind automatisch van uw rekening worden afgeschreven. U dient voor de incasso een machtigingsformulier in te vullen. Dit formulier wordt verstrekt door de TSO commissie. Binnen een schooljaar zijn 4 incasso momenten. De incassodata zijn: Periode 1 vanaf 26 augustus 2014 Periode 2 vanaf 26 november 2014 Periode 3 vanaf 26 februari 2015 Periode 4 vanaf 26 april 2015 Wijzigingen in het abonnement en/of het opzeggen van het abonnement dienen vóór aanvang van elk nieuwe periode per mail doorgegeven te worden. Wanneer dit niet gebeurt, blijft de situatie van de laatste periode van kracht. Bij langdurige ziekte (2 weken of meer) kan schriftelijk een verzoek ingediend worden tot restitutie. Voor het vierde schoolgaande kind uit één gezin hoeft geen overblijfgeld betaald te worden. TSO-commissie: Ootske Nijmeijer:
Contact (nieuwe) overblijfouders Aanspreekpunt cursussen Verzorgen informatie Spraakwater tel: 53 20 695;
[email protected]
Jannie Bandsma Aanspreekpunt ouders m.b.t. aan- meldingen, abonnementen en strippenkaarten tel: 84 47 268;
[email protected] Annet van Donkelaar
Uitbetalen overblijfouders Facturen en incasso’s tel: 53 74 061,
[email protected]
9.4 BUITENSCHOOLSE O PVANG
De Waterspiegel is voor de buitenschoolse opvang (BSO) samenwerking aangegaan met Stichting KOALAH. Deze stichting is vanuit VGPO HAAL opgericht met het doel christelijke kinderopvang te realiseren. De BSO onderscheidt zich op het gebied van identiteit, kwaliteit en doorgaande lijn in de opvoeding. Het betreft voor- en naschoolse opvang in een verticale BSO-groep (4 – 12 jarigen), die gehuisvest is in een ruimte binnen basisschool De Waterspiegel. De BSO is open op maandag, dinsdag en donderdag van 15.15 uur – 18.30 uur. Op maandag en donderdag is er ook voorschoolse opvang tussen 7.30 en 8.30 uur (inschrijven voor voorschoolse opvang op dinsdag is mogelijk). In de vakanties is er hele dagen opvang en bij voldoende belangstelling gaat de BSO ook open op schoolstudie(mid)dagen. Stichting KOALAH is ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Daardoor kunnen ouders 51
.. .. .. . kinderopvangtoeslag .ontvangen van de overheid. Het complete aanbod.met een aanmeldingsformulier en contactgegevens vindt u op de website www.koalah.nl
52
.. .. .. .. .
1 0 OV E R I GE I N F OR M A TI E / P RA K TI S C HE ZA K E N
10.1 NIEUW E LEERLINGEN (4 – JARIGEN) Wanneer u uw kind wilt aanmelden op “de Waterspiegel”, is er natuurlijk gelegenheid om voor het aanmelden kennis te komen maken op school. U kunt daarvoor contact opnemen met de locatiedirecteur. Na toelating door het AB -Leusden kan er in overleg met de betreffende leerkracht(en) en u een geschikt moment gezocht worden voor een kennismaking met de groep. Wanneer gaan de kinderen naar school. Wanneer de kinderen vier jaar zijn, zijn zij nog niet leerplichtig en kunnen dus nog vaak afwezig zijn. Wanneer de kinderen vijf zijn geworden, is het kind al voor een gedeelte leerplichtig en is de vrijheid van thuisblijven dus beperkt. (zie 10.2 schoolverzuim) Vanaf hun zesde verjaardag zijn de kinderen leerplichtig en dient, bij bijzonderheden, afwezigheid gemeld te worden bij de locatiedirecteur. In alle gevallen geldt dat de leerkracht op de hoogte wordt gesteld van de afwezigheid, i.v.m. invullen van de absentielijst. Nieuwe leerlingen.
Intensieve start Bij het starten op de basisschool begint een kleuter aan een nieuwe fase in zijn leven. Er begint een periode van gewenning aan nieuwe dingen. Wennen aan de leerkrachten, aan de andere kinderen, aan de gewoonten in de groep. De activiteiten die worden gedaan en de eisen die aan de kinderen worden gesteld, zijn vaak anders dan de kinderen thuis of op het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal gewend zijn. Onze ervaring is dat deze nieuwe start voor een aantal kinderen intensief is, terwijl anderen zich heel gemakkelijk aan de nieuwe omgeving aanpassen. Daarom willen we graag vanaf het begin aandacht geven aan de manier waarop ieder kind zich het veiligst voelt in de nieuwe omgeving. Opbouw Wij vinden het belangrijk dat de kinderen zich veilig voelen op school. Om ze op een rustige manier te kunnen laten wennen, geven we de kinderen de eerste weken de mogelijkheid alleen ’s morgens naar school te gaan. Het is van belang dat dit in goed overleg tussen de leerkracht en de ouders gebeurt en dat er sprake is van duidelijke afspraken vooraf. We letten hierbij op dingen zoals: Voelt een kind zich prettig op school en speelt het met plezier? Is een kind aan het einde van een dagdeel nog betrokken op de activiteiten of wordt het moe en hangerig? Hoe komt een kind thuis na de schoolgang, reageert het veel af? Het laatste kan een duidelijk signaal zijn van overbelasting. In de meeste gevallen kan een kind na vier tot zes weken hele dagen naar school. Voor de duidelijkheid vermelden we dat kinderen van vier jaar nog niet leerplichtig zijn. Manier van instroom De manier waarop de instroom plaatsvindt, hangt af van het moment waarop het kind de leeftijd van vier jaar bereikt. Hieronder vindt u de verschillende categorieën met de wijze van instroom: Categorie A Kinderen die aan het begin van het schooljaar vier jaar zijn of voor 1 oktober vier jaar worden. Deze kinderen beginnen/stromen in op de eerste dag van het schooljaar in groep 1-2. Voor de zomervakantie worden deze kinderen met hun ouders/verzorgers uitgenodigd om kennis te komen maken met de juf en het schoolgebouw. Er is dan tijd voor rondkijken en spelen in een “leeg” lokaal. Deze afspraak wordt dus altijd gemaakt voor een tijdstip waarop de schoolgaande kinderen vrij zijn. De leerkracht heeft dan ook tijd voor een gesprek met de ouders over hun kind. Deze kennismaking vindt plaats in de week voor het doorschuifmoment (het moment waarop alle kinderen in de school gaan kennismaken met hun nieuwe groep voor het nieuwe cursusjaar). Tijdens het doorschuifmoment (meestal een middag) mogen ze kennismaken met hun groepsgenoten en de gezamenlijke activiteiten die die middag plaatsvinden.
53
Categorie B
.. .. .. .. .
Kinderen die in de loop van het schooljaar vier worden. Deze kinderen kunnen direct na hun vierde verjaardag instromen. Twee weken voor hun vierde verjaardag worden ze uitgenodigd om kennis te komen maken met de juf en het schoolgebouw. Er is dan tijd voor rondkijken en spelen in een “leeg” lokaal. Deze afspraak wordt dus altijd gemaakt voor een tijdstip waarop de schoolgaande kinderen vrij zijn. De leerkracht heeft dan ook tijd voor een gesprekje met de ouders over hun kind. Eén week voor hun vierde verjaardag mag uw kind een ochtend komen kijken in de nieuwe groep. Dit kan een dagdeel naar keuze zijn in overleg tussen ouders en leerkracht. Categorie C Kinderen die in de tweede helft van november vier jaar zijn Zij mogen ook direct na hun vierde verjaardag instromen, maar de ervaring heeft ons geleerd dat deze maand voor kinderen door allerlei activiteiten erg onrustig is voor een goede start op school. Daarom adviseren wij uit pedagogisch oogpunt om met het instromen te wachten tot na 5 december en in te stromen direct na het sinterklaasfeest. Voor 5 december worden ze uitgenodigd om kennis te komen maken met de juf en het schoolgebouw. Er is dan tijd voor rondkijken en spelen in een “leeg” lokaal. Deze afspraak wordt dus altijd gemaakt voor een moment waarop de schoolgaande kinderen vrij zijn. De leerkracht heeft dan ook tijd voor een gesprekje met de ouders over hun kind. Er vindt dan voor 5 december ook een kijkmoment in de groep plaats. De keuze voor het al dan niet vòòr 5 december instromen maken we in nauw overleg met de ouders. Categorie D Nieuwe kinderen die vanaf 1 mei vier jaar worden, stromen alleen in wanneer de kleutergroep(en) daar ruimte voor hebben. Wanneer wij de grens van 30 passeren, kijken wij naast het aantal ook naar de dynamiek in de kleutergroep. Een maximum van 35 leerlingen aan het einde van een schooljaar is de streefgrens. Als team wegen wij beide zaken af om tot een besluit te komen of uw kind nog kan instromen in het lopende schooljaar of dat het ons verstandiger lijkt om uw kind in het volgende schooljaar te laten starten. NB: als we werken met meerdere kleutergroepen wordt de instroom verdeeld over alle kleutergroepen. Door het onderwijsteam wordt deze verdeling bepaald. Wachtlijst We proberen op school extra zorg aan kinderen in de onderbouw te geven door deze groepen niet te groot te laten worden en door het inzetten van een onderwijsassistent. Om goede aandacht aan de kinderen te blijven besteden is een maximale groepsgrootte van 32 leerlingen in de onderbouw en 35 in de bovenbouw voor ons een grens. Bij de start van de cursus zal ruimte worden open gelaten voor instroom in één van de groepen.
10.2 SCHOOLVERZUIM Ongeoorloofd verzuim komt de laatste jaren op onze school niet of nauwelijks voor. De maatregelen, die we als school hanteren zijn: 1.1 Preventieve maatregelen In alle groepen wordt elke dag de presentielijst ingevuld. Bij afwezigheid wordt nagegaan of de leerling geoorloofd afwezig is. Bij ongeoorloofd verzuim neemt de directie zo mogelijk nog dezelfde dag contact op met de ouders/verzorgers van het betreffende kind, met als doel om het verzuim ongedaan te maken. Als het verzuim langer dan een dag duurt, worden de maatregelen m.b.t. ongeoorloofd verzuim van kracht. 54
.. .. .. .. 1.2 Ongeoorloofd verzuim . Als een kind ongeoorloofd afwezig is, wordt er nagegaan wat de oorzaak is. Betreft het een oorzaak die op school ligt, dan wordt er alles aan gedaan om het knelpunt weg te nemen. Ligt de oorzaak buiten school, dan wordt de leerplichtambtenaar van de gemeente ingeschakeld. De school, de ouders/verzorgers en de leerplichtambtenaar proberen tot een oplossing te komen. 1.3 Geoorloofd verzuim Als uw kind 4 jaar is, mag het naar school. Omdat kinderen veel indrukken op doen en niet altijd hele dagen op school volhouden, kunt u in overleg met de juf uw kind bepaalde momenten thuis houden. Vanaf zijn/haar 5e verjaardag is het kind leerplichtig. Tot uw kind zes jaar wordt, mag u uw kind 5 uren per week thuis houden. Dat is natuurlijk niet wenselijk, maar als u het echt noodzakelijk vindt, kan het. Als u uw kind meer uren per week wilt thuis houden, dan heeft u speciale toestemming van de locatiedirecteur nodig. Dat kan ook maximaal voor 5 uren. Totaal komt dat dus neer op 10 uren per week. U moet dat wel bespreken met de school. Is uw kind 6 jaar, dan geldt dit niet meer. Extra vrij: Scholen moeten kinderen vrij geven voor de dagen waarop ze vanwege geloofs- of levensovertuiging niet op school kunnen zijn. Dat geldt ook voor dagen met belangrijke familieverplichtingen, zoals begrafenis of huwelijk. 1.4 Vakantie U moet zich houden aan de vastgestelde schoolvakanties. Dat geldt ook voor wintersportvakanties of bezoek van buitenlandse kinderen aan hun eigen land. In heel bijzondere gevallen mag de directeur een leerling vrij geven om met zijn ouders op vakantie te gaan, buiten de reguliere vakanties om. Dat mag hooguit één keer per jaar, voor een periode van ten hoogste 10 dagen. Dat geldt alleen voor ouders die door hun beroep niet in de schoolvakanties op vakantie kunnen. U moet dan een verklaring van uw werkgever laten zien, waaruit blijkt dat u niet op een ander moment met vakantie kunt. De directeur mag geen toestemming geven als het gaat om de eerste twee weken na de grote vakantie.
10.3 LEERLINGENBELEID EN VEILIGHEID Op school willen we zorg dragen voor een veilige omgeving voor alle kinderen en medewerkers. Een structurele aanpak is in de eerste plaats gericht op leerlingen en gaat uit van drie strategieën. Deze kunnen niet los van elkaar worden gezien. Bevorderen van een sociaal klimaat Leerlingen voelen zich thuis op scholen, waar de leerkracht hen serieus neemt, met respect behandelt en blijft accepteren. Ook waarderen zij het als leraren gezag uitoefenen en duidelijke gedragsregels hanteren. Intensieve begeleiding van kinderen met gedragsproblemen Als leerlingen zich lastig(er) gaan gedragen, is het goed om actief in te grijpen en niet af te wachten tot dit gedrag vanzelf overdrijft. Juist adequaat reageren kan voorkomen dat problemen ernstiger worden. Inspringen op acute situaties Als zich ernstige incidenten voordoen, moet hierop onmiddellijk worden ingesprongen door de leerkracht, de directie, het schoolteam of eventueel externe instanties zoals de jeugdhulpverlening. Daarbij zijn duidelijke – en soms ook harde – maatregelen nodig. Datzelfde geldt voor situaties waarin probleemleerlingen hardnekkig volharden in agressief en gewelddadig gedrag. Ongewenst gedrag moet duidelijk worden afgekeurd zonder dat het kind wordt afgewezen.
We hopen dat er op onze school geen leerlingen behoeven te worden verwijderd voor kortere of lange termijn, maar in sommige situaties is het voor de leerling en de school beter. 55
.. .. .. .. of veiligheid op school ernstig verstoort, kan worden verwijderd. Het moet gaan om Een leerling die de rust herhaald wangedrag,. dat onmiskenbaar een negatieve invloed heeft op andere leerlingen en een goede gang van zaken ernstig belemmert. Hierbij hanteren we het beleid ‘leerlingenbeleid en veiligheid’ dat binnen de HAAL-scholen is vastgesteld. De volledige regeling is de te downloaden via www.haal.nl
10.4 VRIJSTELLING VA N HET ONDERW IJS Het bevoegd gezag kan voor individuele leerlingen een bepaalde vrijstelling van lessen mogelijk maken. We noemen de volgende gevallen: Voor jonge, niet leerplichtige leerlingen voor wie het nog te zwaar is de hele dag op school te zijn. Voor leerlingen die deels de basisschool volgen en deels speciaal onderwijs. Wanneer een leerling op medische indicatie een bepaalde les niet kan of mag volgen (zwemmen, gymnastiek, handvaardigheid), zal hij / zij een vervangend programma op school moeten volgen.
10.5 HAAL Onze school is één van de zeven scholen, die uitgaan van de vereniging voor gereformeerd primair onderwijs HAAL. Op 1 januari 1998 vond er een fusie plaats tussen vier schoolverenigingen: Hilversum, Almere, Amersfoort en Leusden. Er is een algemeen bestuur voor alle zeven scholen (zie blz. 4/5 van deze schoolgids). Daarnaast functioneert er per school een schoolcommissie. De locatiedirecteur is verantwoordelijk voor het onderwijskundig beleid op de eigen school. Bovenschoolse zaken en het algemeen beleid inzake personeel en financiën worden gedaan door de centrale directie. Lidmaatschap Tot het lidmaatschap kunnen alleen leden van één van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), Christelijk Gereformeerde Kerken en Nederlands gereformeerde kerken in Nederland worden toegelaten. Wanneer u uw kind aanmeldt op “De Waterspiegel” kunt u lid worden door een formulier in te vullen. De leden zijn verplicht tot het betalen van de contributie, waarvan de hoogte door de algemene vergadering wordt vastgesteld. Ouders, van wie kinderen worden toegelaten, die geen lid (kunnen) worden van de vereniging zijn donateur. Zij betalen een bijdrage die gelijk is aan de contributie. Verenigingsbijdrage/Contributie De Waterspiegel is onderdeel van de scholengroep HAAL die scholen heeft in Hilversum, Almere, Amersfoort en Leusden (HAAL). De leden van de vereniging betalen contributie die voor het cursusjaar 2012-2013 vastgesteld op € 37,50 per jaar. De niet-leden betalen een verenigingsbijdrage die op hetzelfde bedrag is vastgesteld. Van dit bedrag wordt o.a. het methodisch materiaal voor Bijbelonderwijs “Levend Water’ betaald en het lidmaatschap van LVGS (landelijk verband Gereformeerde schoolverenigingen). Deze bijdrage valt onder de vrijwillige bijdragen.
56
.. .. .. .. .
10.6 SCHOOLCOMMISSIE /OUDERBIJDRAGE
De schoolcommissie vertegenwoordigt de leden van de schoolvereniging. Het college van bestuur is het bevoegd gezag en houdt zich bezig met beleidszaken en de grote lijnen. De schoolcommissie staat dichter bij de school, is daardoor direct op de hoogte van het reilen en zeilen op “De Waterspiegel”. Belangrijke speerpunten van de schoolcommissie zijn: de ouderbetrokkenheid vergroten en het waarborgen van de identiteit van de school en meebeslissen bij wervingen en selectie van nieuw personeel. De schoolcommissie van “De Waterspiegel” hecht veel waarde aan een open en eerlijke verhouding met het team en de ouders; zij zijn immers samen verantwoordelijk voor de opvoeding van de kinderen die God aan hen heeft toevertrouwd. De eenheid tussen de kerken, de school en het gezin vinden we belangrijk.
De taken van de schoolcommissie zijn:
bewaken van de identiteit van de school * deelname aan werving en selectie personeelsleden * afleggen schoolbezoeken * uitvoeren toelatingsbeleid bewaken van de kwaliteit van de school * onderzoek onder ouders (o.a. enquête) * regelmatig overleg met de locatiedirecteur stimuleren en organiseren van ouderparticipatie * kennismakingsgesprekken met nieuwe leden * commissies instellen en ondersteunen ouders representeren * aandacht voor lief en leed van de teamleden * de school representeren * overleg met andere scholen in Almere en met de gemeente financiële middelen van de afdeling beheren * beheer toegekend budget van HAAL * vaststellen en beheren ouderbijdrage * beheer oud -papierpot verder……. * organiseren van de ledenvergadering * de school vertegenwoordigen op de Algemene Vergadering van HAAL.
De schoolcommissie heft een ouderbijdrage voor de bekostiging van schoolactiviteiten die niet onmiddellijk met de lespraktijk samenhangen, zoals de schoolfeesten en vieringen. 57
.. .. .. .. u een nota voor het betalen van de ouderbijdrage. Deze ouderbijdrage, per De penningmeester stuurt . en als volgt vastgesteld: kalenderjaar, is vrijwillig ouderbijdrage
2014 - 2015
1e kind
20 euro
2e kind
15 euro
3e kind
10 euro
4e kind
5 euro
5e kind
Gratis
10.7 VERZEKERINGEN Via het L.V.G.S. heeft het bestuur voor de school een WA verzekering afgesloten. Deze verzekering dekt alle aansprakelijkheid van schoolbestuurders, personeelsleden en ouderparticipanten voor zover zij handelen als bestuurder, personeelslid of ouder (bijv. als overblijfmoeder, leesmoeder, begeleider tijdens een schoolreisje enz.). De kinderen zijn niet verzekerd. Wanneer een leerling schade veroorzaakt en daarvoor aansprakelijk is, valt dit niet onder de WA verzekering van de school. De schade kan worden verhaald op de ouder(s) van het schadeveroorzakende kind. De meeste ouders hebben hiervoor een gezins-WA- verzekering afgesloten. De schade wordt wel door de school WA verzekering gedekt, wanneer schade (mede) te wijten is aan nalatigheid van bijvoorbeeld een pleinwacht. Ook is niet verzekerd de schade, die ontstaat na een ongeval. De school heeft geen schoolongevallen-verzekering afgesloten. 10.8 A BHV EN VEILIGHEID: Op onze school hebben we per 50 kinderen een gediplomeerde BHV-er (BedrijfHulpVerlener) te hebben. In de onderbouw en de bovenbouw zijn gediplomeerde BHV –ers en ook de onderwijsondersteuner is gediplomeerd. Jaarlijks houden we op een rustige manier een ontruimingsoefening, zodat we bij calamiteiten weten hoe we het gebouw moeten verlaten. Medicijngebruik van de kinderen: Wanneer een kind op school medicijnen gebruikt, moeten we dit van te voren weten. Het is wenselijk dat, wanneer uw kind gebruikt maakt van de T.S.O, men daar ook op de hoogte is van eventuele ziekten en medicijngebruik. Dit geldt vooral wanneer uw kind last heeft van extreme allergische reacties. Het is dan erg belangrijk dat de ‘epipen’ ook in de TSO-kast ligt. Wanneer een kind een paracetamol nodig heeft is het ziek en is het verstandiger dat het kind thuis kan uitzieken. Daarom zullen we u vragen om uw kind op te halen, we geven de kinderen niet zonder uw toestemming een paracetamol.
58
.. .. .. .. .
10.8 B LEERLINGENVER VOER EN VEILIGHEID:
In aansluiting op de nieuwe wetgeving m.b.t. het vervoer van kinderen komen we als school tot het volgende beleid: Bepalingen voor vervoer van kinderen per auto tijdens excursies e.d. in schoolverband
Kinderen mogen alleen worden vervoerd op een plaats waarop een gordel aanwezig is. Deze gordel moet daarvoor worden gebruikt.
Kinderen kleiner dan 1,35 meter moeten een autostoeltje of een zittingverhoger gebruiken.
o
De autostoeltjes en zit- verhogers moeten goedgekeurd zijn volgens ECE-reglement 44/03 (of hoger: 44/04). Dit is te zien aan een keuringslabel- of sticker. Voor een goede werking moet het autostoeltje of de zit- verhoger op de juiste manier zijn vastgezet.
Het gebruik van de voorzitting is toegestaan, mits de gordel en indien van toepassing een autostoeltje of zit- verhoger wordt gebruikt.
o
Wanneer de auto is voorzien van airbags, dient de voorzitting bij gebruik voor een kind zover mogelijk naar achteren te worden geplaatst.
Indien mogelijk moet het kinderslot op de portieren worden geactiveerd.
Advies voor vervoer van kinderen per auto tijdens excursies e.d. in schoolverband
We adviseren een inzittendenverzekering overeenkomend met het aantal personen dat wordt vervoerd. Dit bespoedigt de juridische afhandeling van eventuele ongevallen en voorkomt vervelende procedures voor het verhalen van schade. 10.9 SPONSORING
Om aan extra middelen te komen kan de school aan sponsoring doen. Twee duidelijke regels zijn dat bij eventuele tegenprestatie door het bedrijf geen gebruik gemaakt wordt van het inschakelen van kinderen en dat de M.R. gekend moet worden in de besluitvorming. Niet elk bedrijf komt in aanmerking voor sponsoring. Er zal daarbij duidelijk rekening gehouden worden met het eigen karakter van de school. 10.10 ZENDING/GOEDE DOELEN GELD Als school hebben wij de volgende personen financieel geadopteerd:
59
.. .. .. .. India. Hij is geboren op 28 maart 2006. Kapil heeft een vader en een moeder en het Kapil Dev Saunta uit gezin is erg arm en .wonen in een huis van modder. Stichting Redt een Kind geeft deze kinderen door middel van financiële adoptie kans op een betere toekomst. Per kind worden de mogelijkheden van scholing nagegaan. Wij als sponsors worden door middel van rapportjes op de hoogte gehouden van het welzijn en de schoolvorderingen van de kinderen. Per maand betalen wij voor Kapil Dev Saunta € 22,50.
Sinds 2004 sponsoren wij als school een gezin, via Zending over Grenzen. In het begin van dit jaar zijn we overgegaan naar een ander gezin, omdat de vorige sponsorgezinnen uit Bosnië en Oekraïne nu zelfstandig zijn geworden, wat heel goed nieuws is. Het nieuwe sponsorgezin komt uit Oekraïne:
De familie Nesterchuk is erg arm; beide ouders hebben geen (vast) werk. Vader Roman heeft werk als dagloner in de bouw en op maandbasis verdient hij ongeveer € 190,00. De overheid steunt hen met een kindertoeslag van ongeveer € 120,00 per maand; hiervan worden eerst de vaste lasten betaald en van wat er dan nog over is moet moeder Mariya onder andere de dagelijkse boodschappen doen. Ze wonen in een oud huisje met drie kamers; de vloer is van beton, er is geen vloerbedekking. In de winter wordt er gekookt en gestookt op een houtfornuis, in de zomer soms op een elektrische kookplaat. Het huisje is van de moeder van Mariya; zij woont hier zelf ook. Deze (voor Hollandse begrippen) nog niet zo oude dame is ernstig ziek, ze heeft kanker. Naast de moeder van Mariya wonen er ook nog drie andere familieleden in – er blijft dus niet veel ruimte ongebruikt! Het gezin woont aan de rand van Rivne, een stad met 270.000 inwoners. Rivne is gesticht in 1283 en behoorde tot 1939 bij Polen. Vanaf 1944 hoorde Oekraïne bij de Sovjet Unie maar sinds 1991 is Oekraïne onafhankelijk. De stad ligt maar 300 kilometer ten westen van Tsjernobyl en de inwoners hebben enorm geleden aan de gevolgen van de kernramp in 1986, omdat de harde wind de radioactieve wolk naar het westen blies. Nog steeds zijn veel mensen ziek door verhoogde radioactieve straling. Er is een enorme werkloosheid. Er zijn nog steeds mensen die in de oude staatsfabrieken werken, maar veel van hen worden maanden en soms jaren niet uitbetaald. De jongeren proberen op de markt hun geld te verdienen. Ook gepensioneerde mensen proberen nog werk te vinden om hun magere pensioentje een beetje op te schroeven. Veel mensen uit de dorpen proberen werk te vinden in de steden, terwijl de andere dorpsbewoners in het bos paddestoelen en bessen plukken om ze in de stad te verkopen. Medische voorzieningen zijn er wel, maar de ziekenhuizen hebben bijna geen materiaal. Er zijn tien ziekenhuizen, twee kinderziekenhuizen en twee kraamklinieken. De medische zorg is in principe gratis maar het komt vaak voor dat de dokters en de verpleegsters omgekocht moeten worden voor ze hulp geven. De mensen hier lijden enorm onder de economische omstandigheden. De inkomens zijn laag, de huren zijn hoog en de meeste mensen zijn niet gezond. Het werkloosheidspercentage stijgt wel eens naar zo’n 70%! Water komt van een centraal punt in de stad maar het gebeurt meer dan eens dat er helemaal geen water uit de kraan komt. Zending over Grenzen is in mei 1997 gestart met het sponsorprogramma in dit gebied. Door uw financiële bijdrage kunnen wij zorgen voor extra voedsel, kleding en gratis medicijnen als dat nodig is. Ook worden 60
.. .. .. . diverse activiteiten in. de gemeenschap georganiseerd waaraan het gezin kan deelnemen. In het afgelopen . jaar is er een naaiopleiding gestart en zijn ze begonnen met het geven van computer –en Engelse les. De stichting Zending over Grenzen helpt dit gezin aan voedsel, medicijnen, kleding, bijbels en christelijke lectuur. Iedere maand doneren wij voor dit gezin 20 euro.
Om aan deze bijdragen te kunnen voldoen, houden we één keer in het jaar een actie waarin we het geld voor deze zendingsdoelen ophalen. Ook zullen de kinderen op school ingeschakeld worden bij het schrijven/ tekenen van brieven voor de adoptiekinderen. Laten we naast alle praktische hulp die we kunnen geven toch vooral ook voor hen blijven bidden!
10.11 DIVERSE PRAKT ISCHE ZAKEN Ziekmelding/afmelding Bij ziekte graag even een briefje of telefoontje naar school. Wij hebben de volgende afspraak: als een kind een kwartier na aanvang van de les niet aanwezig is en de reden is niet bekend, dan worden de ouders gebeld. Het is in verband hiermee belangrijk dat wij beschikken over actuele telefoonnummers.
Gebruik van mobiel en digitale middelen onder schooltijd: We begrijpen dat uw kind trots is op zijn mobiel en/of MP3 speler. Op school hebben we de afspraak dat deze tussen 8:30 en 15:15 uur uitstaan. We zien kinderen graag in sociale contacten met elkaar bezig. Als we merken dat ze wel gebruikt worden binnen deze tijd dan zullen we het mobieltje en/of MP3 speler tijdelijk in beslag nemen. We werken vanuit het motto: In de pauzes zijn we op elkaar gericht en laten ons digitale speelgoed dicht. Fruit eten bij de kleuters Elke ochtend hebben de kleuters een kwartiertje pauze. Ze gebruiken die tijd om hun meegebrachte fruit op te eten. Het belang van gezond eten en 2 stuks fruit per dag willen we graag onderstrepen. Als ze een beker hebben meegekregen, kunnen ze die leegdrinken. Zorgt u ervoor, dat het fruit thuis al is geschild? Het kwartiertje is immers zo om! Trakteren bij verjaardagen Kinderen die jarig zijn mogen de kinderen van hun eigen groep trakteren plus het personeel. Als cadeautje van school krijgt het kind een plaat, kaart o.i.d. met een bijbelse / christelijke achtergrond. 61
.. .. .. .. . Tekening voor jubilaris e.d. Als opa of oma jarig is, of een geliefd familielid, mag uw kind op school iets maken. Geeft u wel even een briefje mee, tenminste twee dagen van tevoren. Potloden, pennen, kleurtjes e.d. Om kwijtraken te voorkomen en om het vak of de la netjes te houden moeten alle kinderen vanaf groep 3 een eenvoudige etui hebben. Pennen Vanaf groep 4 schrijven kinderen met een schoolpen. Wij gebruiken zowel stabilo pennen als balpennen. De keuze is mede afhankelijk van de leeftijd en de motorische vaardigheden van het kind. Schade materiaal van school: Mocht uw kind onverhoopt werkmateriaal stuk maken, dan is dit voor eigen kosten: Stabilo = € 7,-; Big pen (balpen) = € 0,50; Liniaal = € 0,50; Luizenzak = € 2,50 Kleding Op school wordt door de kinderen hard en intensief gewerkt en gespeeld tijdens de werkles, het kiezen en het buitenspel. Daarvoor is goede speel- en werkkleding een vereiste! Misschien is het niet verstandig om de kinderen hun mooiste of zondagse kleding aan te doen. Wij besteden er naar de kinderen toe veel aandacht aan, om de kleding netjes te houden. Bij het kleien en verven krijgen de kinderen schorten aan, net als bij het werken met sterke lijm. Toch houdt dat niet in dat er nooit vlekken in de kleding komen!(wastip: schoolverf verwijderen: voorwassen in koud water).Kinderen moeten ook in de zomer goede schoenen aan, teenslippers geven bij het spelen binnen en buiten sneller kans op ongelukjes. Zelfs in ons koude kikkerlandje komt het voor dat we ook wel hele warme dagen, soms zelfs weken, hebben. Buiten is het dan genieten en binnen is het dan moeilijk om het koel te houden. Op school doen we ons best in deze warme dagen het zo koel mogelijk te houden binnen. De kinderen komen luchtig gekleed naar school, om zo min mogelijk last te hebben van de warmte. Soms te luchtig. Met name in de bovenbouw is het mode om opvallend korte shirts en broeken te dragen tijdens warme dagen. Als school hebben wij hier moeite mee, immers het gaat hier om kinderen in ontwikkeling en kinderen die steeds meer op een andere manier naar het andere geslacht kijken met de daarbij behorende gedachten. We willen hier geen millimeterwerk van maken, maar gaan ervan uit dat ouders zelf een inschatting kunnen maken van wat wenselijk is op school en wat meer strand- of vrijetijdskleding is. Het is vanzelfsprekend dat ook de leerkrachten zich aan deze regels houden en goed gekleed voor de klas staan. In de winter is er het probleem van erg veel wanten, sjaals en mutsen. Vandaar het volgende (dringende) verzoek:
wanten aan een koordje door de jas;
sjaals en mutsen duidelijk voorzien van een naam.
Op deze manier kunnen we gevonden voorwerpen nog terug geven. Aangezien de kinderen hun jas aan de kapstok moeten hangen, moeten jassen voorzien zijn van een degelijk ophanglusje. Wilt u kleding op de één of andere wijze merken? In ieder geval is een naam op laarzen, tassen, broodtrommels, bekers, gymschoenen e.d. sterk aan te bevelen.
62
Gymkleding
.. .. .. .. .
Voor gymnastiek is speciale kleding vereist: een kort broekje met een t-shirt of een gympakje. Ook gymschoenen zijn verplicht i.v.m. hygiëne. Wilt u voor de kleuters zorgen voor gymschoenen zonder veters? Denkt u er aan dat de zolen niet glad zijn! Laat uw kind de gymkleding in een stoffen tas bewaren. Zorgt u er voor dat deze kleding regelmatig gewassen wordt? De gymtassen van de kleuters blijven op school en worden iedere vakantie mee naar huis gegeven. Als uw kind - om welke reden dan ook - niet deel mag/kan uitmaken van de gymles, wilt u dan een briefje meegeven? Vanaf groep 5 nemen de kinderen de gymtassen mee van huis als ze gym hebben en ook dezelfde dag weer mee naar huis. Dit zal de dinsdag, woensdag of vrijdag zijn. Sport Op het gebied van sport gaan we onderzoeken aan welke activiteiten we mee gaan doen. Leerlingen kunnen ook zelf ideeën aandragen. We doen in elk geval weer mee met het schaaktoernooi; we hebben enkele goede schakers in huis en daar willen we van profiteren. Tevens doen we weer mee aan het korfbaltoernooi in Almere, mits er ouders zijn, die dit willen regelen. Een oproep hiervoor vindt u tijdig in het Spraakwater. Ook organiseren we elk jaar weer een sportdag voor de leerlingen. Deze wordt gehouden op het Fanny – Blankers –Koen -sportveld. De sportdag staat in het teken van atletiek en beweging. Wel hebben we uw hulp hierbij nodig om het geheel tot een succes te maken. Schoolfotograaf/-feest/-reis/-kamp In de even jaren maakt de fotograaf zowel groepsfoto´s als portretfoto´s. In de oneven jaren zijn dit alleen groepsfoto´s. Om het jaar wordt op school een schoolreis of een schoolfeest gehouden. Zo’n feest of reis wordt aan het eind van het cursusjaar gehouden, in de maand mei of juni. Voor de schoolreis kiezen we deels een educatief doel en bij het schoolfeest staat het samen met alle kinderen van de school plezier beleven voorop. Het schoolfeest wordt betaald vanuit de ouderbijdrage, voor de schoolreis vragen we per leerling een bijdragen van rond de 20 euro in het jaar dat er een schoolreis plaatsvindt. Elk schoolseizoen proberen we een sportdag te organiseren. Vanaf het inhuldigingsjaar 2013 doen we dit rond de koningspelen- dag voor de MEI vakantie. Het kamp met de hoogste groep op school wordt dit jaar aan het eind van het schooljaar, medio mei gehouden. De eigen bijdrage van ouders voor het schoolkamp bedraagt ongeveer €70,00 euro. De ouders krijgen hier persoonlijk meer informatie over. Huiswerk Op onze school werken we met een geleidelijke opbouw in het leren omgaan met huiswerk. In groep 8 ligt het zwaartepunt, waardoor er een logische aansluiting plaatsvindt naar het voortgezet onderwijs. In groep 4 tot en met 8 werken we met spelling-woorden van de week. Kinderen leren elke week nieuwe woorden of herhalen woorden door middel van Bloon en/of huiswerkbladen. In het kader van godsdienstonderwijs leren we 1x in de 14 dagen een psalm of lied. Op vrijdag wordt dit overhoord. Vanaf groep 5 kunnen de kinderen een memoriseertekst mee naar huis krijgen ( uit het boek van Levend Water) om te leren. Op vrijdag leveren de kinderen van groep 5 -8 de rechterbladzijde van hun Levend Water werkboek in. Voor Topondernemers kan het zijn dat de kinderen een huiswerkblad of samenvatting meekrijgen. In de hogere groepen leren de kinderen ook aantekeningen maken en nemen die mee naar huis om te leren. De kinderen kunnen dit gebruiken bij de voorbereiding van de toets. Vanaf groep 5 maken de kinderen een spreekbeurt. Dit is voor de leerlingen van groep 4 facultatief. Hierbij kunnen ze gebruik maken van de mogelijkheden van het activebord. Dit is niet verplicht. In groep 5 leren de kinderen hoe ze een werkstuk moeten maken. In groep 6 en 7/8 zijn werkstukken en spreekbeurten een 63
.. .. .. . verplicht onderdeel .van het lesprogramma. Elke groep heeft hierin zijn eigen specifieke leer- en aandachtspunten. . Vanaf groep 4 wordt structureel aandacht besteed aan de tafels. Uw kind kan hiervoor huiswerk meekrijgen. Topografie groep 5-8 : Kernwoorden bij het aanleren van topografie zijn herhaling, herhaling en herhaling, omdat op deze manier de plaatsnamen beter inslijpen en kinderen later actief gebruik kunnen maken van deze kennis. We gebruiken de volgende verdeling: Groep 5: In de tweede helft van het jaar is er kaartoriëntatie en leren kinderen de provincies en de hoofdsteden. Groep 6: Nederland. Groep 7: Europa en herhaling van de topografie van Nederland. Groep 8: De wereld, en herhaling van de topografie van Nederland en Europa. Tijdens het invullen van de kaarten willen we linken leggen met andere vakken, zodat de topografie wordt ingebed in algemene kennis over een gebied of stad. Kinderen krijgen altijd twee weken de tijd om hun huiswerk te leren voor de toets. Wanneer er kinderen zijn die toch meer uitdaging nodig hebben op het gebied van topografie worden er verdiepingsvragen gesteld, zoals: Noem specifieke kenmerken van dit land, welke taal, vlag, staatshoofd, enz. Kinderen kunnen dit verwerken in een verslag of werkstuk. Geschiedenis groep 5- 8: Afgelopen jaar hebben we de helft van de vastgestelde geschiedenisvensters behandeld. In het schooljaar 2014-2015 gaan we de overige onderwerpen behandelen. Op deze manier zorgen we ervoor dat de kinderen in de bovenbouw over alle geschiedenisonderwerpen les krijgen. We hechten grote waarde aan het chronologisch aanbieden van de onderwerpen. Van daaruit zoeken we wel samenhang tussen de vakken in de lessen zelf. Om kinderen houvast te geven gebruiken we de tijdsbalk, deze hangt in alle klassen. We behandelen dit jaar de Buitenhuizen (17e en 18e eeuw) tot en met Europa vanaf 1945. Regelmatig zullen we bij elkaar in de kerk zitten waar een meester of juf een geschiedenisles vertelt aan alle kinderen van de bovenbouw. De kinderen krijgen steeds 5 onderwerpen aangeboden, na deze lessen is er een herhalingsles. Een week erna volgt de toets. U kunt zelf de informatie voor de toets meelezen op: www.entoen.nu klik dan op de oranje knop ‘voor leerlingen’. Engels: Vanaf groep 5 krijgen kinderen Engelse les via de methode Take it easy. Vanaf groep 7 maken de kinderen een portfolio aan. Daarnaast krijgen de kinderen woordlijsten om te leren. Als ondersteuning kan www.wrts.nl gebruikt worden. Het huiswerk staat altijd vermeld op het bord in de klas en wordt zoveel mogelijk in het Spraakwater gezet. In groep 8 leren de kinderen om te gaan met een agenda. Huiswerkopbouw: Groep 3: leesbladen (eerste half jaar), leesboeken (tweede half jaar) Groep 4: tafels: 1,2,3,4,5, 6 en 10, psalm/lied 1x in 2 weken, spelling (Bloon), leesboeken.
64
.. .. .. . Groep 5: alle tafels, 1. spreekbeurt, 1 werkstuk, psalm/lied 1x in 2 weken, elke vrijdag bladzijde uit levend . water werkboek, incidenteel Levend Water memoriseertekst, geschiedenistoets 1x in zes weken, topo: provinciën en hoofdsteden. Spelling (Bloon) Groep 6: 1 werkstuk, 1 spreekbeurt, psalm/lied 1x in 2 weken, elke vrijdag bladzijde uit levend water werkboek, incidenteel Levend Water memoriseertekst, geschiedenistoets 1x in zes weken, topo: Nederland, spelling (Bloon) Groep 7: 1 werkstuk, 1 spreekbeurt, psalm/lied 1x in 2 weken, elke vrijdag bladzijde uit levend water werkboek, 1x in 2 weken Levend Water memoriseertekst, geschiedenistoets 1x in zes weken, topo: Europa en herhaling Nederland, spelling (Bloon) en werkwoordspelling, Engels Groep 8: 1 werkstuk, 1 spreekbeurt, psalm/lied 1x in 2 weken, elke vrijdag bladzijde uit levend water werkboek, 1x in 2 weken Levend Water memoriseertekst, geschiedenistoets 1x in zes weken, topo: de Wereld en herhaling Nederland/Europa, spelling (Bloon) en werkwoordspelling, Engels, toetsen leren na aanleiding van aantekeningen Topondernemers. Bibliotheekboeken en passen op de Waterspiegel. Kinderen leren goed te lezen door heel veel te lezen. Het is belangrijk dat kinderen met diverse soorten boeken in aanraking komen. Om zoveel mogelijk verschillende boeken binnen school te halen, hebben we als school een afspraak gemaakt met de bibliotheek. Voor de kinderen die nog geen lid van de bibliotheek waren, hebben we via de school een biebpas aangevraagd. Met deze passen, die op naam van een kind bij ons op school staat, kunnen ouders boeken gaan halen. Elke groep heeft 3 biebpassen in bezit. Ouders die hun kind alsnog lid willen maken, kunnen de biebpas op school aanvragen. Op deze manier kunnen we veel boeken onze school binnenhalen, wat het leesonderwijs ten goede komt.
65
.. .. .. .. .
1 1 W A TE RS P I E GE L L I E D
66
.. .. .. .. .
1 2 B I J L A GE N
Afkortingenlijst
ADV
Arbeids Duur Verkorting
BHV
Bedrijfs Hulpverlener ( voorheen EHBOer)
CKV
Centrum voor Kunstzinnige Vorming Almere en Culturele en Kunstzinnige vorming als vak
GHBO
Gereformeerd Hoger Beroeps Onderwijs
EA
Educatieve Academie
GLIAGG
Gereformeerde Landelijke Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg
GMV
Gereformeerd Maatschappelijk Verbond
GPC
Gereformeerd Pedagogisch Centrum; vanuit dit centrum wordt onze school begeleid bij onderwijskundige ontwikkelingen en in de leerlingenzorg.
HAAL
Vereniging voor Geref. Primair Onderwijs met afdelingen te Hilversum Almere Amersfoort Leusden
IB
Interne Begeleiding, coördinatie van de leerlingenzorg
RT
Remedial Teaching, voorbereiding en uitvoering van leerlingenzorg op basis van handelingsplannen.
ICT KOALAH Icoach LVGS/
Informatie- en communicatietechnologie, de computer in het onderwijs. Kinderopvang voor HAAL Leerkracht die het onderwijs in ICT ondersteunt
Landelijk Verband Gereformeerde Schoolverenigingen, het landelijk orgaan van de gereformeerde schoolbesturen.
Concent PAB
Centrale financiële administratie
Preventieve Ambulante Begeleiding, begeleiding van leerkrachten bij het bieden van de juiste hulp aan één of meer leerlingen.
PABO
Pedagogische Academie Basis Onderwijs, een afdeling van de Hogeschool waar
67
.. .. .. .. worden opgeleid voor het basisonderwijs. leerkrachten . RIAGG
Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg
SO
Speciaal Onderwijs
SBO
Speciale school voor basisonderwijs voor kinderen met leer- en/of
SVBO-
gedragsstoornissen Stichting voor Bijbelgetrouw Onderwijs - HAAL
WBO
Wet Basis Onderwijs
WSNS
Weer Samen Naar School, de naam van het beleid dat erop gericht is meer kinderen op te vangen op de basisschool en de groei van het speciaal onderwijs te verminderen.
68