Inhoud EEN WOORD VOORAF
3
4.4.
1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7.
DE SCHOOL Richting De Stichting Meervoud Directie Situering van de school Historie van ‘t Ambacht Schoolgrootte Schoolgrenzen
4 4 4 4 5 5 5 5
4.4.1. 4.4.2.
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.3.1. 2.3.2. 2.3.3. 2.3.4. 2.3.5.
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT Missie. Uitgangspunten Het klimaat van de school Een veilig schoolklimaat Maar wat als het toch mis gaat? Veiligheid Schoolverzekering voor leerlingen Kwaliteitszorg
6 6 6 6 6 6 7 7 7
3. 3.1. 3.1.1. 3.1.2. 3.1.3. 3.1.4. 3.1.5. 3.3. 3.3.1. 3.3.2. 3.3.3.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS De organisatie van de school Managementteam Schoolorganisatie De samenstelling van het team: Groepering Groepsgrootte De activiteiten voor de kinderen Activiteiten in de onderbouw Godsdienstige vorming Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen) 3.3.3.1. Lezen 3.3.3.2. Begrijpend en studerend lezen 3.3.3.3. Schrijven 3.3.3.4. Rekenen/wiskunde 3.3.3.5. Taal 3.3.4. Wereld oriënterende vakken 3.3.4.1. Intercultureel onderwijs 3.3.5. Engels 3.3.6. Expressie 3.3.7. Muziek 3.3.8. Bewegingsonderwijs 3.3.8.1. Zwemmen 3.3.9 Techniek 3.3.10 Urenverdeling vak/vormingsgebieden
9 9 9 9 9 9 9 9 9 10
4. 4.1. 4.1.1. 4.1.2. 4.2.
15 15 15 15
DE ZORG VOOR KINDEREN De opvang van nieuwe leerlingen in de school Voor het eerst naar school Kinderen van andere scholen De zorg voor de kinderen die de school verlaten 4.3. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school 4.3.1. Het volgen van de ontwikkeling 4.3.2. De verslaggeving 4.3.3. De bespreking met de ouders
10 10 11 11 11 11 12 12 12 12 13 13 13 13 14
4.5.1. 4.5.2. 4.5.3. 4.5.4. 4.5.5. 4.6. 4.6.1 4.6.2. 4.6.3.
De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften De zorg voor kinderen Leerling gebonden financiering oftewel "De Rugzak" Intergratie verstandelijk gehandicapte leerlingen De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs De voorlichting aan ouders Het advies CITO-eindtoets De inschrijving Huiswerk op ‘t Ambacht Buitenschoolse activiteiten voor kinderen Schoolreis Schoolkamp Schoolsport
5. 5.1. 5.2.
DE LERAREN Leerkrachten Studenten “leren van en in de praktijk”
21 21 21
DE OUDERS De betrokkenheid van ouders Informatievoorziening aan ouders Inspraak van ouders De Medezeggenschapsraad De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad 6.3.3. De Ouderraad 6.3.4. Ouderactiviteiten 6.3.4.1. De werkgroepen 6.3.4.2. Documentatiecentrum 6.3.4.3. Activiteiten in de klas 6.3.4.4. Overblijfmogelijkheden 6.4. Ouderbijdragen 6.5. Sponsoring
22 22 22 22 22
4.4.3. 4.5.
6. 6.1. 6.2. 6.3. 6.3.1. 6.3.2.
7.
17 17 18 18 19 19 19 19 19 19 19 19 20 20
23 23 23 23 23 23 24 24 24
7.2.2. 7.2.3. 7.2.4. 7.2.5. 7.2.6.
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL De ontwikkeling van het onderwijs Algemene ontwikkelingen Inhoudelijke plannen seizoen 2004-2005 ICT Contacten met derden De bibliotheekafdeling van de Vlaardingse scholen Natuureducatie Centrum Educatieve Dienstverlening (CED) Wijkagent: Schoolarts: Aanpak hoofdluis
8.
DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
29
9. 9.1. 9.1.2.
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN Schooltijden en verzuim Regels voor aanvang en einde schooltijd
30 30 30
7.1. 7.1.1 7.1.1.1. 7.1.2 7.2. 7.2.1.
26 26 26 26 26 27 27 27 27 27 27 28
15 15 15 16 16
9.1.3. 9.1.4 9.1.5. 9.1.6 9.1.7. 9.2.
Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van lesuitval Maatregelen preventie schoolverzuim Regels in geval van schoolverzuim Schorsing Regels voor verwijdering Vakanties
30 30 30 30 30 31
10. NAMEN en eventueel adressen 10.1. Van de school 10.1.1. Directie- en teamleden en onderwijs ondersteunend personeel 10.1.2. Ouderraad 10.1.3. Medezeggenschapsraad 10.1.4. Contactpersonen klachtrecht 10.2. Schoolbestuur 10.3. Van externe personen 10.3.1 Inspectie van het onderwijs 10.3.2. Schoolbegeleider: 10.3.3. Schoolarts 10.3.4. Vertrouwenspersoon bestuur:
32 33 33 33 33 34 34 34 34 34
11 Algemene informatie 11.1 Informatie van groep 1 en 2 11.1.1 Gastdagen 11.1.2 Het pleinonderhoud 11.1.3 Sloffenzakken 11.1.4 Speelgoed 11.1.5 Verjaardagen ouders 11.1.6 Afsprakenschrift 11.1.7 Buiten spelen 11.2 Informatie groep 3 t/m 8 11.2.1 Bewegingsonderwijs 11.2.2 Overzicht lessen bewegingsonderwijs 11.2.3 Schoolzwemmen 11.3 Jaarlijks en doorlopende acties 11.3.1 Adoptie 11.3.2 Kinderproject 11.3.3 Kinderpostzegels 11.4 Diensten voor jong en oud 11.5 Schoolmelk 11.6 Diversen 11.6.1 Fietsen 11.6.2 Verjaardag
35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 36 36 36 36 36 36 36 36 37 37 37
|
32 32
EEN WOORD VOORAF Hierbij ontvangt u het informatieboekje van de Chr. basisschool ‘t Ambacht voor het cursusjaar 2006 - 2007. ‘t Ambacht geeft dit jaar de jaarkalender en de schoolgids uit in één informatieboekje. In de jaarkalender vindt u allerlei informatie, specifiek voor dit schooljaar, zoals bijvoorbeeld de jaarplanning op datum en de groepsverdeling. In de schoolgids staat alle inhoudelijke informatie. Daarin leest u op welke manier ‘t Ambacht "veelzijdig en uitdagend" onderwijs wil geven. Aan de hand van dit informatieboekje kunnen toekomstige ouders nagaan wat zij van ‘t Ambacht mogen verwachten. Na lezing hiervan kunnen tijdens een oriëntatiegesprek op school gerichte vragen worden gesteld en kan ook een kijkje in de praktijk worden genomen tijdens een rondleiding door de school. Voor ouders die reeds kinderen op school hebben is het informatieboekje een waardevolle aanvulling op de informatieve ouderavonden die jaarlijks aan het begin van het schooljaar worden gehouden. Voorts blijft u via het informatieboekje op de hoogte van allerlei nieuwe ontwikkelingen op het gebied van het onderwijs op ‘t Ambacht. Uiteraard zijn wij erg benieuwd naar uw reacties op dit informatieboekje. Het gaat daarbij vooral om vragen als: 1. Vindt u het informatieboekje leesbaar? 2. Is de informatie in uw ogen compleet? 3. Welke informatie mist u? Wij staan open voor opbouwende suggesties ter verbetering van ons informatieboekje. De medezeggenschapsraad is betrokken geweest bij het vervaardigen van het informatieboekje en stemt in met de inhoud. Jennie Klop, directeur Chr. basisschool ‘t Ambacht.
schoolgids 2006 - 2007
|
3
1. DE SCHOOL 1.1. Richting en gebouwen Basisschool ‘t Ambacht is een Christelijke basisschool. De school is gevestigd in 2 gebouwen. Hoofdgebouw:
Chrysantstraat 7 3135 HG Vlaardingen Op deze locatie vindt u de groepen 1 t/m 3.
Tel.: 010 – 4352399
Dependance:
Goudsesingel 100 3135 CC Vlaardingen. Tel.: 010 - 4604595 Op deze locatie zijn de groepen 4 t/m 8 te vinden. Op de bovenverdieping van de dependance zijn tevens de bovenbouwgroepen van de OBS Jan Ligthart gehuisvest. Het hoofdgebouw is tevens postadres van de school. Het adres van website van de school is: www.cbsambacht.nl. Via e-mail zijn we te bereiken op:
[email protected]. Onze school valt onder het bestuur van de Stichting Meervoud.
1.2
De Stichting Meervoud Voor veelzijdig onderwijs De Stichting Meervoud beheert twintig scholen voor primair onderwijs in de steden Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. Meervoud is er voor alle kinderen die christelijk primair onderwijs volgen. Het doel van de Stichting Meervoud is dat kinderen die christelijk primair onderwijs willen volgen een optimale persoonlijke en spirituele ontwikkeling bereiken gedragen door waarden en normen vanuit de christelijke traditie. Het onderwijs op onze scholen is er zoveel mogelijk op gericht het onderwijsleerproces op de mogelijkheden en talenten van elke leerling af te stemmen. De Raad van Toezicht ziet toe op het goed functioneren van het bestuur. Zij komt vijf keer per jaar bijeen. Belangrijke taken zijn het beoordelen van de rapportage van het bestuur, het vaststellen van de begroting en jaarrekening en gesprekspartner zijn voor het bestuur rondom belangrijke thema’s voor het onderwijs. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden. Voorzitter Raad van Toezicht dhr. N.H. Bouman Het College van Bestuur vormt het bevoegd gezag van de Stichting Meervoud. Voorzitter College van Bestuur dhr. R.C. van Harten De stichtingsdirectie is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de scholen. Stichtingsdirectie dhr. Chr. J. Bos dhr. W.H. Vos Het kantoor van de Stichting Meervoud is gevestigd aan de Van Hogendorplaan 100a, Postbus 6020 te Vlaardingen, telefoon 010-2490005, E-mail:
[email protected]. Het bevoegd gezag stelt jaarlijks - met instemming van de MR - de schoolgids vast ten behoeve van het volgend schooljaar. (WPO art. 16 lid 2).
1.3. Directie De directie wordt gevormd door de directeur, mevrouw J.H. Klop – v.d Straten.
4
|
1.4. Situering van de school Onze school ligt midden in de wijk Vlaardingen- Ambacht. Dit is een vooroorlogse wijk met koopwoningen. Sinds enkele jaren is er ook een stuk nieuw-bouw in de wijk gekomen, met zowel huur- als koopwoningen.
1.5. Historie van ‘t Ambacht Op 18 oktober 1930 wordt door ds. D.B. Hagenbeek de eerste steen gelegd voor de Mr. J. Terpstraschool. De school start met 38 leerlingen. In de loop der jaren stijgt het leerlingenaantal flink. Zowel aan de linker- als aan de rechterkant van de school zijn dan twee lokalen bijgebouwd. Met ingang van het schooljaar 1966-1967 fuseert de Mr. J. Terpstra-school met de De Visserschool. Aantal leerlingen: 199. In 1982 kan men gebruik gaan maken van de nieuwgebouwde gemeenschapsruimte. In verband met de wet op het basisonderwijs wordt er in 1984 een nieuwe naam voor de school gekozen. Voortaan heet de Terpstraschool: ’t Ambacht. In de nacht van 7 op 8 juni 1986 brandt de kleuterschool aan de Julianalaan bijna volledig uit. In oktober 1986 wordt een noodgebouw op deze plek geplaatst. In 1990 wordt ‘t Ambacht volledig gerenoveerd en uitgebreid. Door verjonging van de wijk blijft het leerlingenaantal stijgen. Medio 2005 mag je ‘t Ambacht met zijn 420 leerlingen dan ook een moderne school noemen, volop in beweging
1.6. Schoolgrootte ‘t Ambacht is de laatste jaren behoorlijk gegroeid. In de loop van het cursusjaar 2006-2007 heeft ’t Ambacht circa 420 leerlingen verdeeld over 16 groepen. Er zijn 7 onderbouw groepen (1/2 + 3) en 9 bovenbouwgroepen (4 t/m 8) gevormd. Het beleid is er op gericht om het aantal groepen de komende jaren stabiel te houden. In verband hiermee laten we jaarlijks maximaal 60 nieuwe leerlingen uit ons voedingsgebied toe in de groepen 1. Op ’t Ambacht zijn momenteel 34 medewerkers werkzaam.
1.7. Schoolgrenzen In de wijk Ambacht wonen veel gezinnen met jonge kinderen. Als gevolg hiervan heeft ´t Ambacht de afgelopen jaren te maken gekregen met een extra aanbod van leerlingen. Dit cursusjaar heeft ´t Ambacht 16 groepen. Sinds de realisatie van de nieuwbouw, hebben we ruimte voor maximaal 17 groepen. Het beleid is er op gericht om het aantal groepen de komende jaren stabiel te houden. We willen daarbij voorrang geven aan de kinderen die in de wijk Ambacht wonen. Het schoolbestuur heeft daarom besloten schoolgrenzen in te stellen. De grenzen lopen aldus: Vanaf de Vlaardingse Vaart langs de Burgemeester Heusdenslaan, dan via de Van Hogendorplaan tot de Rotterdamseweg in westelijke richting. Voorts loopt er een grens tot aan de Schiedamsedijk. Op deze wijze is het voedingsgebied voor onze scholen ‘t Ambacht en het Mozaïek afgegrensd. Voor Het Spectrum geldt alleen als noordelijke grens de Schiedamsedijk. De afspraak is deze: kinderen uit nieuwe gezinnen binnen die gebieden worden verwezen naar de desbetreffende school; zij worden niet toegelaten op de twee andere genoemde scholen.
schoolgids 2006 - 2007
|
5
2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1. Missie ‘t Ambacht voor veelzijdig en uitdagend onderwijs!
2.2. Uitgangspunten Als school werken wij vanuit de visie basisontwikkeling. Basisontwikkeling is een visie voor m.n. de groepen 1 t/m 4 die aansluit bij de ontwikkeling van het kind. Basisontwikkeling volgt de ontwikkeling van elk kind en sluit hierbij aan en wordt dan ook wel ontwikkelingsgericht onderwijs genoemd. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn: - de kinderen het gevoel van autonomie te geven; een kind kan zelf keuzes maken, m.b.v. het planbord of weektaakformulier. - de kinderen zoveel mogelijk zelfstandig te leren werken. - kinderen verschillen onderling, in ontwikkelingsmogelijkheden, ontwikkelingstempo en in behoeften aan ondersteuning bij de ontwikkeling van bijv. lezen en rekenen. - de kinderen moeten zich veilig voelen op onze school. - een uitdagende leer-/speelomgeving bieden. In de midden- en bovenbouw wordt op het fundament dat door basisontwikkeling is gelegd verder gebouwd. Dit wordt zichtbaar in: - vrijheid in het kiezen van onderwerpen bij werkstukken en spreekbeurten. - het werken aan de weektaak. - aandacht voor verschillen tussen leerlingen. - werken aan zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid
2.3. Het klimaat van de school 2.3.1.
Een veilig schoolklimaat. Kinderen moeten zich veilig en prettig voelen als ze op school zijn. Ze moeten zich beschermd weten tegen allerlei zaken die hun veiligheid in gevaar brengen. Dat beperkt zich niet alleen tot plagerijen, maar heeft ook te maken met pesten, discriminatie, agressie, geweld en seksuele intimidatie. Onze school is enkele jaren geleden gestart met een gericht beleid om pesten te voorkomen en aan te pakken. Hiertoe wordt jaarlijks per groep een protocol, in de vorm van onderling gemaakte afspraken, opgesteld en ondertekend door leerkracht, leerlingen en de oudercontactpersoon. Ook verdiepen de leerkrachten en de leerlingen zich in de vraag wat het verschil is tussen pesten en plagen. Op school is een redelijk uitgebreide documentatie wat betreft pesten aanwezig, waar een ieder gebruik van kan maken. Op deze wijze hopen wij het "pestprobleem" uit de taboesfeer te halen. Ook is er een werkgroep "Verpest het niet", bestaande uit ouders en leerkrachten. Deze werkgroep organiseert jaarlijks een DVD (dikke vrienden dag). Sinds vorig jaar is er in elk gebouw een helpende hand bus waar, desnoods anoniem, pesten gemeld kan worden of waar juist een positief verhaal gemeld kan worden. Maar er is meer. Een veilig schoolklimaat voor de leerlingen en ouders betekent ook, dat belangrijke schoolbeslissingen die het kind betreffen niet alleen zorgvuldig worden voorbereid, maar tevens ook als acceptabel en rechtvaardig worden ervaren.
2.3.2. Maar wat als het toch mis gaat? Een goed contact tussen school en thuis is van groot belang. Wij hopen dat eventuele problemen uitgepraat kunnen worden. Allereerst met de mensen die het betreft, veelal de groepsleerkracht van uw kind. Lukt dat niet, dan kunt u bij de directeur terecht. Mocht u onverhoopt ook met de directeur niet tot een oplossing kunnen komen dan is uiteraard een gesprek met een lid van de Raad van Toezicht of het College van Bestuur mogelijk. Wij gaan er dan wel van uit dat voorgaande stappen zijn doorlopen. Tevens zijn er schoolcontactpersonen: Anja van der Vorm (teamlid/IB-er)) en René Kijne (ouder). Deze beschikken over de vastgestelde klachtenprocedure. De contactpersoon kan u op uw verzoek terzijde staan bij een zorgvuldige behandeling van uw vraag of probleem. Tevens kan de contactpersoon u in contact brengen met een van de onafhankelijke vertrouwenspersonen van de Stichting Meervoud: de heer F. Mast of mevrouw J. van Hemert - Hoogenboom. De vertrouwenspersoon zal u bijstaan in een zorgvuldige behandeling van uw probleem en het eventueel indienen van een formele klacht. Wordt er intern geen oplossing gevonden voor uw probleem dan kan uw klacht uiteindelijk worden voorgelegd aan de landelijke klachtencommissie waarbij onze school is aangesloten. In de officiële klachtenregeling, die ter inzage ligt op school kunt u een en ander desgewenst nalezen. Het adres van de landelijke klachtencommissie is: Landelijke klachtencommissie voor het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs, Postbus 694, 2270 AR Voorburg
6
|
2.3.3. Veiligheid Binnen de scholen van Meervoud wordt veel aandacht besteed aan veiligheid. Elke school heeft een ARBO-coördinator. Deze stuurt de werkgroep ARBO aan. Deze werkgroep bewaakt het veiligheidsbeleid op school door ondermeer: 1. Het bijhouden van een ongevallenregistratie. 2. Het jaarlijks inventariseren van de risico’s. 3. Het houden van ontruimingsoefeningen op alle locaties. In het verleden is in samenwerking met de ARBO-dienst een plan van aanpak opgesteld. Dit plan van aanpak wordt jaarlijks door de werkgroep ARBO in overleg met de directie en de medezeggenschapsraad geactualiseerd. We streven ernaar dat op alle locaties minimaal een gecertificeerde bedrijfshulpverlener en/of een gediplomeerde EHBO-er aanwezig is. De certificaten en diploma’s worden jaarlijks middels cursussen geldig gehouden. De ARBO werkgroep ziet hierop toe. Indien tijdens de schooltijd de sirene gaat, wordt het aanwezige calamiteitenplan door een BHV-er in werking gesteld. Dit betekent dat alle leerlingen binnen moeten blijven en ramen en deuren gesloten worden. Kinderen die zich buiten bevinden, worden naar binnen gehaald. De kinderen blijven op school totdat het alarm wordt afgeblazen. Radio Rijnmond wordt beluisterd en de leerkrachten worden op de hoogte gehouden. Ook onder de begeleidsters van de overblijf zal in het komende schooljaar EHBO-kennis aanwezig zijn. 2.3.4. Schoolverzekering voor leerlingen De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen; personeel; vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden; personeel; vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school of het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moet dus te kort zijn geschoten in de rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. De premie betalen wij uit het schoolfonds. 2.3.5. Kwaliteitszorg Onze kwaliteitszorg wordt gekenmerkt door het stellen van de volgende vragen: - Doet de school de juiste dingen? - Doet de school die dingen goed? - Hoe weet de school dat? - Vinden anderen dat ook? - Wat doen we met die wetenschap?
schoolgids 2006 - 2007
|
7
Op ’t Ambacht wordt systematisch informatie verzameld over de geleverde kwaliteit. Bij het verzamelen van informatie wordt gebruik gemaakt van: 1. 2. 3. 4.
Gegevens uit het CITO-leerlingvolgsysteem. De gegevens van de CITO-entreetoets. De gegevens van de CITO-eindtoets. Onderzoeken middels vragenlijsten door onderzoeksbureau Imago
De onder 1 t/m 3 vermelde instrumenten leveren ons gegevens op aangaande de leeropbrengsten tussentijds en aan het eind van de basisschool. De leeropbrengsten worden jaarlijks elk kwartaal geëvalueerd binnen directie, managementteam en zorgteam. Indien de leeropbrengsten daartoe aanleiding geven wordt een verbeterplan ontwikkeld. Verbeterplannen worden opgenomen in een meerjarenplanning. De meerjarenplanning van de verbeterplannen staat beschreven in het schoolplan. De activiteiten voor het seizoen 2006/2007 vindt u in dit informatieboekje terug onder de inhoudelijke plannen. Belangrijke aandachtspunten zijn verder het borgen, ontwikkelen en verbeteren. Uiteraard hoort hierbij ook het informeren naar binnen en buiten. Dit aspect van kwaliteitszorg is nog in ontwikkeling. Tijdens het jaarlijks onderzoek van de inspectie vindt verantwoording naar de overheid plaats. Onder kwaliteitszorg verstaan we ook het uitvoeren van sterkte/zwakte analyses. Daarbij kan het gaan om het gebruik van een methode, het ICT-onderwijs, het ARBO beleid, de leerlingenzorg of de communicatie. Vorig schooljaar is er een ouder tevredenheidsonderzoek afgenomen door het bureau Imago. Door dit zelfde bureau is het afgelopen jaar een leerling- en leerkrachten- tevredenheidsonderzoek afgenomen. De inspectie betrekt de gegevens uit sterkte/zwakte analyses en quick scans bij haar jaarlijks onderzoek. De kwaliteitszorg vormt een vast onderdeel van de managementrapportage aan het bestuur.
8
|
3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1. De organisatie van de school 3.1.1.
Managementteam Het onderwijs op ’t Ambacht wordt aangestuurd door een managementteam (MT) bestaande uit: Jennie Klop directeur. Judith Korpershoek intern begeleider groepen 1 t/m 2. Anja v.d Vorm intern begeleider groepen 3 t/m 8. Gerdien Stam coördinator groepen 1 t/m 3 Lianne van Rijn coördinator groepen 4 t/m 8 Robert Poortman locatieleider Goudsesingel (tot 1 oktober)
3.1.2. Schoolorganisatie De school is verdeeld in een onder- en bovenbouw. Er zijn ook aparte onder- en bovenbouwvergaderingen. Bij de onderbouw horen de groepen 1 t/m 3. Bij de bovenbouw horen de groepen 4 t/m 8. De werkzaamheden per bouw worden gecoördineerd door een bouwcoördinator. 3.1.3. De samenstelling van het team: Op ’t Ambacht werken gemotiveerde mensen die een fijne plaats voor de kinderen willen creëren.’t Ambacht heeft momenteel 34 werknemers, zowel onderwijsgevenden als onderwijs ondersteunend personeel. Een overzicht van het personeel vindt u elders in dit informatieboekje. 3.1.4. Groepering In de onderbouw hebben we dit schooljaar ervoor gekozen om met heterogene groepen te gaan werken. We hebben dit schooljaar vijf 1/2 groepen. In de bovenbouw zijn de groepen homogeen samengesteld, dat wil zeggen kinderen van eenzelfde leerjaar bij elkaar in de groep zitten. Getalsmatig kan het nodig zijn dat er een combinatiegroep gevormd moet worden. Dit jaar is dat groep 7/8. 3.1.5. Groepsgrootte In een groep zitten 25 tot 32 kinderen.
3.3. De activiteiten voor de kinderen 3.3.1.
Godsdienstige vorming Onze schooi is een Christelijke basisschool, die openstaat voor iedereen die zich thuis voelt bij onze manier van leven en werken. De identiteit van onze school vindt zijn oorsprong in het geloof in God en de Bijbel. Wij willen ruimte bieden aan ieder individu en er is ruimte en respect voor ieders inbreng. Dit alles komt tot uiting in de omgang met elkaar, in de keuze van de leermiddelen, in de taal die gesproken wordt en in de sfeer die op school heerst. Elke schooldag wordt geopend en beëindigd met een lied of een gebed. Enkele malen per week wordt er een bijbelverhaal verteld. Zo mogelijk wordt er een link gelegd met de actualiteit. De methode die hierbij gebruikt wordt is "Trefwoord". Wekelijks brengen we onderwerpen ter sprake die het wereldbeeld van het kind vormen. Daarbij klinkt een aantal uitgangspunten door: mensen verdienen waardering, mensen zijn geboren om in vrijheid te leven, mensen mogen steunen op God, mensen hebben respect voor elkaar en de natuur, door Jezus is er weer hoop voor alle mensen. Één keer per jaar wordt er een dienst voor jong en oud gehouden. Bij het organiseren van deze dienst werken wij binnen de werkgroep Kerk& School samen met de Bethelkerk en de Emmauskerk. De dienst wordt afwisselend in beide kerkgebouwen gehouden.
schoolgids 2006 - 2007
|
9
3.3.2. Activiteiten in de onderbouw De doelstelling, inhoud en organisatie van ons onderwijs aan jonge kinderen is ontleend aan de visie basisontwikkeling. Deze visie houdt in dat onderwijs gericht is op stimulering en ondersteuning van de (eigen) ontwikkeling van het kind. De kleuterperiode heeft eigen kenmerken, die eigen eisen stellen aan het onderwijs. Door vragen stellen, suggesties en opdrachten te geven, proberen wij de ontwikkeling op een volgend niveau uit te lokken. Het belangrijkste hierbij is dat een kind zich betrokken voelt bij hetgeen we hem aanbieden, dat het er belangstelling voor heeft. Daarom groeperen wij onze activiteiten vaak rondom een thema; we kiezen een thema waarvoor elk kind belangstelling heeft, zoals: zijn huis, hoe zie jij eruit, kleding, voeding, jaargetijden; ook kan een onderwerp uit een groep of kind komen. Bij de oudere kleuters houden we rekening met het feit dat deze kinderen belangstelling gaan krijgen voor letters, cijfers, lezen en rekenen. Hieraan komen we tegemoet. Ook is er ruimte om kinderen ontdekkend bezig te laten zijn met de computer. Het omgaan met de muis en eenvoudige begrippen staan hier centraal. Tijdens de speelwerktijd bieden we de kinderen zoveel mogelijk verschillende materialen aan waarmee zij veelzijdige ervaringen kunnen opdoen; we sluiten aan bij hun niveau en stimuleren ze een stapje verder te komen. De kinderen mogen dan zelf kiezen welke activiteit zij gaan doen. Zij maken hun keus met behulp van het planbord. Er zijn in een week echter wel twee verplichte activiteiten, deze worden door de leerkracht bepaald. De verschillende materialen die wij aanbieden zijn te verdelen in vijf groepen: • Ongevormde materialen, waaronder zand, water, klei. Hiermee kan het kind veel van zijn emoties en indrukken kwijt. • De gevormde materialen waaronder tekenen, verven, plakken. Hiermee kan het kind veel ervaringen en ontdekkingen opdoen. • Met constructie- en bouwmaterialen kan een eigen wereld vormgegeven en gebouwd worden. De constructievormen zijn er in verschillende varianten. Deze materialen geven vooral veel gelegenheid tot het opdoen van ruimtelijke ervaringen en het oplossen van probleempjes. Bijvoorbeeld: Hoe zet je zoiets in elkaar? • De speelleermaterialen zijn meer gericht op de specifieke oefening van één of meerdere aspecten van de waarneming, zoals: waarnemen van kleur, vorm, aantal (hoeveelheid), groot/klein, ruimtelijke begrippen, puzzels . De beperking van deze materialen is, dat na enige oefening de doelstelling (die eenzijdig is) bereikt is. Het materiaal verliest dan zijn waarde. Dit in tegenstelling tot de andere materialen die steeds weer nieuwe ontdekkingen uitlokken. • Het spelen in de hoeken, waarbij de kinderen een schat van ervaringen op kunnen doen, vinden wij erg belangrijk. We proberen zoveel mogelijk verschillende hoeken te creëren, zoals een speelhoek, een winkeltje, een schrijfhoek. Hier komen het rollenspel en het handelend bezig zijn, de dominante activiteiten van jonge kinderen (dat wil zeggen de speciale wijze waarop jonge kinderen leren) aan de orde. Naast de speelwerktijd zijn andere onderdelen van ons activiteitenplan: • Muzikale vorming: het beleven van elementaire muzikale begrippen, zoals maat/ ritme, hard / zacht, hoog / laag en het plezier beleven aan het zingen van eenvoudige kleuterliedjes. • Taalvormende onderdelen: voorlezen, vertellen, poppenkastspel, rijmen, raadsels, opzegversjes, de letter van de week, zijn erg belangrijke activiteiten voor de kinderen. • Bewegingslessen: buitenspelen, gym, spellessen, bewegen op muziek is van belang voor de ontwikkeling van de kleuters. Omdat de ontwikkeling van het kind voor ons uitgangspunt is voor zijn leerproces zal ons onderwijs gedifferentieerd zijn: elk kind zal zoveel mogelijk op z’n eigen niveau benaderd worden. Veel keuzemogelijkheden, vrije en verplichte activiteiten goed afgewisseld, vinden wij belangrijke voorwaarden om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. 3.3.3. Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen) In groep 3 (vanaf januari) en de groepen 4 tot en met 8 wordt er gewerkt met weektaken. De kinderen hebben een aantal momenten per week de tijd ( tijdens de weektaaktijd) om aan hun weektaak te werken. In die weektaak zitten vooral opdrachten wat betreft taal, schrijven, rekenen, lezen, creatieve opdrachten, wereldoriëntatie en werken op de computer. De kinderen hebben de vrijheid om te kiezen waar ze die dag aan gaan werken. Wel krijgen ze de opdracht om de verplichte onderdelen van de weektaak aan het eind van de week af te hebben. Kinderen die moeite hebben met plannen, worden individueel begeleid. Kinderen die behoefte hebben aan verdieping, krijgen hiertoe de gelegenheid. 3.3.3.1. Technisch lezen Wij leren de kinderen lezen met behulp van de nieuwste versie van Veilig Leren Lezen. Deze methode wordt dit schooljaar voor het eerst gebruikt en is alleen voor groep 3. De kinderen leren woordjes (maan, roos, vis), van waaruit de letters geleerd worden en het hele leesproces op gang komt. Behalve leesboekjes en werkboekjes wordt er ook gebruik gemaakt van het computerprogramma van de methode. Hiermee leren de kinderen spelenderwijs nog meer van de letters en woordjes. Door de variatie blijft het spannend en boeiend voor de kinderen. Dit komt het leren lezen ten goede. De methode sluit goed aan bij de visie van onze school. Differentiatie (rekening houden met het niveau van het kind) en zelfstandig werken zijn dagelijks aan de orde. We maken dan ook gebruik van het planbord dat bij de methode hoort, zodat de kinderen zelf keuzes kunnen maken buiten de verplichte onderdelen. Van groep 4 t/m 8 gebruiken wij de methode Ondersteboven van lezen. Ook deze methode wordt dit schooljaar ingevoerd.
10
|
Deze methode is niet alleen voor technisch lezen, maar heeft leerlijnen voor technisch lezen, begrijpend lezen, voordrachtslezen, woordenschat, informatieverwerving door lezen en leesbevordering. Differentiatie (rekening houden met de verschillende niveaus van kinderen) en zelfstandig werken zijn vaste onderdelen van de lessen in deze methode. 3.3.3.2. Begrijpend en studerend lezen Wij hebben hiervoor in de groepen 4 t/m 8 geen aparte methode, maar vinden hiervoor een leerlijn in de nieuw aangeschafte methode Ondersteboven van lezen. 3.3.3.3. Schrijven In de groepen 2 en 3 gebruiken wij de methode Schrijfdans. Schrijfdans is meer een bewegingsmethode. Er zijn negen thema’s. Elk thema begint met een verhaal, luisteren en bewegen op muziek (met het hele lichaam). Het is de bedoeling dat de kinderen de beweging beleven, innerlijk verwerken en de beweging daarna groot op papier maken met twee handen. Zo wordt de totale motoriek geoefend en losgemaakt. Wij willen hiermee voorkomen dat kinderen een krampachtig handschrift krijgen. In groep 3 (vanaf januari) t/m groep 8 wordt de methode Schrijven in de basisschool gebruikt. De leerlingen oefenen de letters, de hoofdletters en de verbindingen. Wij leren de kinderen op deze manier een vlot, verbonden en duidelijk handschrift aan. In groep 8 mogen de kinderen na de kerstvakantie hun eigen handschrift ontwikkelen. I.v.m. de ontwikkeling van de motoriek en het handschrift wordt in groep 3 met potlood geschreven. We gebruiken hierbij het vulpotlood van Lamy, met een goede vingergrip. M.i.v. dit schooljaar gaan we voor de hogere groepen over op vulpennen van Lamy. Dit schooljaar starten we hiermee in groep 4. De andere groepen blijven de oude vulpennen of balpennen gebruiken. De keuze voor Lamy is een kwaliteitskeuze. De pennen zijn duurzaam en vooral door de vingergrip goed voor de handschriftontwikkeling van de kinderen. Het gebruik van deze vulpennen is een verplichting voor de groepen die de pen van school krijgen. In incidentele gevallen kan hier vanaf geweken worden, maar alleen als dat in het belang van het handschrift van het kind is. De Lamy vulpen krijgen de kinderen in groep 4 van school. Als de pen kwijtraakt of door bewust onjuist gebruik kapot gaat, zijn de ouders verplicht de onderdelen of nieuwe pen te vergoeden aan de school. In groep 8 krijgen de kinderen de vrijheid met ander goed schrijfmateriaal, ter beoordeling van de leerkracht, te schrijven. 3.3.3.4. Rekenen/wiskunde Wij hebben op school in de groepen 3 t/m 8 de methode Pluspunt. Deze methode past het best bij onze visie. Elk blok (met een bepaald thema) heeft 15 lessen. Er zijn leerkrachtgebonden taken en zelfstandige werktaken. De twaalfde les is een toets. Na de toets krijgen de leerlingen herhalingstaken of plustaken (extra moeilijk). Heel belangrijk is dat de kinderen inzicht krijgen in rekenhandelingen. Zij worden aangezet tot onderzoek. Afstand wordt genomen van het aanleren van voor de leerlingen onbegrijpelijke trucs, die niet leiden tot rekeninzicht. 3.3.3.5. Taal In groep 3 is taal geïntegreerd in de methode Veilig Leren Lezen. In de groepen 4 t/m 8 hebben wij de taalmethode "Taalactief". Het taalonderwijs is veelomvattend. De woordenschat wordt uitgebreid, er is aandacht voor het verwoorden van ideeën, spelling en luisteren naar anderen. Behalve schriftelijk taalwerk, leren we kinderen ook verhalen schrijven en spreekbeurten houden. Ook is er aandacht voor ontleden. De methode heeft een apart spellingsdeel (Woordspel). In de methode worden elke veertien dagen 40 woorden (woordpakket) aangeboden. In die twee weken wordt er veel geoefend met de woorden met verschillende spellingsproblemen. Na één week volgt een signaaldictee en aan het eind van die veertien dagen volgt er een controledictee. In de groepen 7 en 8 wordt er apart aandacht besteed aan de werkwoordspelling. Taalbeleidsplan In oktober 2002 hebben wij voor de komende schooljaren veranderingsonderwerpen in het taalbeleidsplan vastgelegd. In het komende schooljaar zal dit beleidsplan vernieuwd en geactualiseerd worden.
schoolgids 2006 - 2007
|
11
3.3.4. Wereld oriënterende vakken In de groepen 1 t/m 4 wordt gewerkt met thema’s. De thema’s sluiten aan bij de belevingswereld van de jonge kinderen. Als naslagwerken zijn er verschillen methodes aanwezig, zoals de activiteitenmappen van Idee: rekenenwiskunde, taallezen en wereldoriëntatie. In de groepen 1 en 2 hebben wij de praatplaten van de verkeersmethode Claxon ‘Stoepie’ met handleiding. 3.3.4.1. Wereldoriëntatie (groep 5 t/m 8) Wij hebben gekozen voor een gesplitste benadering van de vakken: aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, verkeer. In de groepen 5 en 6 wordt ook regelmatig rondom thema’s gewerkt. Binnen onze methoden vindt onderlinge vakkenintegratie plaats. Naast de methoden is er, één maal per jaar, een groot project door de hele school heen. We maken ook gebruik van schooltelevisieprogramma’s, projecten van natuureducatie en projecten culturele vorming. Methoden: aardrijkskunde: geschiedenis: biologie: verkeer:
Geobas (groep 5 t/m 8) Wijzer door de tijd (groep 5 t/m 8) Natuur Buiten-Gewoon ( groep 3 t/m 8) Klaar over (groep 3 en 4) Op voeten en fietsen (groep 5 en 6) Jeugdverkeerskrant (groep 7 en 8) De verkeerslessen in de groepen 7 en 8 zijn gedeeltelijk gericht op het verkeersexamen. In de maand april doet groep 7 het theoretische gedeelte; in mei doet groep 8 het praktische gedeelte (op de fiets). Als voor beide onderdelen een voldoende wordt gehaald krijgen de kinderen het verkeersdiploma aan het einde van groep 8. Intercultureel onderwijs. ´t Ambacht vindt het belangrijk om aandacht te besteden aan het samenleven in de multiculturele samenleving. Voor het intercultureel onderwijs hebben wij de volgende doelstelling geformuleerd: met als uitgangspunt het samenleven in de multiculturele samenleving is ons doel om de leerlingen kennis bij te brengen over tradities, gewoonten, cultuur van medelanders die uit het buitenland afkomstig zijn. Uiteraard niet alleen in de vorm van kennisoverdracht. Omdat onze school in een witte wijk staat besteden we speciale aandacht aan vooroordelen met betrekking tot medelanders die uit het buitenland afkomstig zijn. Er wordt in ieder geval thematisch aandacht besteed aan intercultureel onderwijs, terwijl in de bovenbouwgroepen de hoofdstukken in de methoden voor aardrijkskunde en geschiedenis die betrekking hebben op intercultureel onderwijs uitgebreid zullen worden behandeld. 3.3.5. Engels In de groepen 7 en 8 krijgen de kinderen Engels. De methode die wij hebben is " Real English, let’s do it ". Deze methode heeft als belangrijke doelstelling de kinderen in de Engelse taal te leren communiceren. De uitspraak en het vergroten van de spreekdurf en woordenschat in de Engelse taal zijn belangrijke doelen naast het leren schrijven van eenvoudige woorden, zinnen en verhalen. 3.3.6. Expressie In de groepen 3 t/m 8 hebben wij een vakleerkracht handvaardigheid en werken wij met creamiddagen. De vakleerkracht geeft tips, ideeën aan de groepsleerkrachten. Er wordt dan gewerkt met groepjes van twintig kinderen, begeleid door vak- of groepsleerkracht. Veel ideeën worden door de leerkrachten gehaald uit de docentenhandleidingen van: tekenvaardig, textielvaardig en handvaardig. Wij maken bij de keuze van onderwerp en materiaal geen onderscheid tussen jongens en meisjes. De tekenlessen worden in de groepen klassikaal gegeven.
12
|
3.3.7. Muziek Naast aandacht voor zang besteden wij ook aandacht aan het werken met instrumenten, luisteren naar muziek, bewegen op muziek, muziekgeschiedenis . In samenwerking met Muziekcentrum "Opmaat" wordt in de groepen 6 Algemeen Muzikale Vorming (AMV) onderwezen. Wij werken met de methode "Muziek, Moet je doen", zodat de doorgaande lijn voor de hele school gerealiseerd is. 3.3.8. Bewegingsonderwijs De groepen 1 en 2 hebben ‘s morgens en ‘s middags bewegingsonderwijs. Dit kan binnen of buiten plaatsvinden. Wanneer de kinderen binnen blijven wordt met toestellen of klein materiaal (ballen, hoepels e.d.) gewerkt. Ook worden spelletjes of dansjes gedaan. Buiten wordt gespeeld met zand, karren, sjouwmateriaal en er worden spelletjes gedaan. Bij mooi weer gaan we soms naar de speeltuin ‘Goudhaantje’. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 gaan gymmen in de gymzaal. We maken gebruik van de methode van Stroes en van Gelder. Bij goed weer wordt ook gebruik gemaakt van het speelplein, het Oranje Park, de speeltuin Goudhaantje of het Landje van Chardon. 3.3.8.1. Zwemmen De groepen 5 en 6 krijgen zwemles in zwembad De Kulk. Zij kunnen daar zwemdiploma’s halen. Er is een jaarprogramma waarin staat wanneer speciale zwemactiviteiten plaatsvinden, zoals diploma zwemmen of survivalzwemmen. In overleg met de Kulk is er een zwemprotocol opgesteld, waarin heldere afspraken zijn gemaakt over de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de veiligheid en de deugdelijkheid van het zwemonderricht. Dit schooljaar gaan we met de bus naar het zwembad. 3.3.9
Techniek De afgelopen jaren heeft groep 8 van ´t Ambacht ook meegedaan aan de jaarlijkse regionale techniek actie. Vanaf seizoen 2002/2003 neemt ´t Ambacht deel aan het project Techniek Integratie Basisscholen. Het doel is de realisatie van het regionale project "Techniek Intergratie Basisonderwijs" (TIB) in het kader van het landelijke programma "Verbreding Techniek in het Basisonderwijs" (VTB). Het TIB-project richt zich op het tot stand brengen van een, in het schoolplan opgenomen, overdraagbare leerlijn techniek, die gekenmerkt wordt door een geïntegreerde benadering van uit de overige vakken en vormingsgebieden in het bijzondere wereldoriëntatie. De komende jaren zullen wij genoemde overdraagbare leerlijn techniek ontwikkelen. Als voortrekker is Len van Ravens bij dit project betrokken.
schoolgids 2006 - 2007
|
13
3.3.10 Urenverdeling vak/vormingsgebieden vak/groep
1
2
3
4
5
6
7
8
godsdienst.vorming
1.30
1.30
1.30
1.30
1.30
1.30
1.30
1.30
ned. taal
4.00
4.00
4.30
5.00
4.45
4.30
4.00
4.00
lezen
5.45
5.00
3.30
3.00
3.00
3.00
schrijven
1.45
1.45
1.15
1.00
0.15
0.15
rekenen/wiskunde
5.00
5.00
5.00
5.00
5.00
5.00
aardrijkskunde
1.15
1.30
1.30
1.30
geschiedenis
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
0.45
0.45
0.30
0.30
1.00
1.00
1.00
0.30
0.30
0.30
1.00
1.00
basisontwikkeling
8.00
8.00
biologie
0.30
0.45
maatschapverhouding documentatie verkeer sociale vorming
0.30 2.45
0.30
0.30
2.45
engels bewegingsonderwijs
2.15**
2.15**
2.15*
2.15*
2.15
2.15
tekenen
0.45
0.45
0.45
0.45
0.45
0.45
handvaardigheid
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
1.00
0.45
0.45
0.45
0.30
0.30
0.30
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
25.30
25.30
25.45
25.45
25.45
25.45
3.00
3.00
3.00
3.00
3.00
muziek
8.00
1.45
8.00
1.45
pauze Totaal weektaak***
25.30
25.30
Nadere toelichting bij urenverdeling * De groepen 5 en 6 zwemmen om de week . Het gemiddelde aantal uren is genomen. ** Bij groep 3 en 4 is er ook bewegingsonderwijs op het plein, ‘s middags. In de groepen 3 t/m 8 vindt een aantal uren van bepaalde vakken, zoals schrijven, lezen, taal, rekenen, tekenen en wereldoriëntatie ook in de weektaaktijd plaats. In de groepen 3 en 4 worden vakken, zoals biologie en verkeer, ook in thema’s verwerkt. In de groepen 1 en 2 valt onder de term basisontwikkeling: het werken met speelleermateriaal, taalvorming, het werken met gevormde en ongevormde materialen, het werken met constructie- en bouwmaterialen en het spelen in de hoeken. *** In de weektaak zit tijd van verschillende vakken. Dit wordt op het lesrooster in de groepen verantwoord.
14
|
4. DE ZORG VOOR KINDEREN 4.1. De opvang van nieuwe leerlingen in de school 4.1.1. Voor het eerst naar school Kinderen zijn vanaf hun vierde jaar welkom op ’t Ambacht. Vooraf vinden wij een uitgebreide kennismaking tussen kind, ouders en school heel belangrijk. Wij hanteren daarbij de volgende regels: • initiatief door de ouders. • uitgebreide schriftelijke informatie door de school. • een informatiegesprek tussen ouders en schoolleiding met rondleiding, eventueel met het kind. • inschrijving. • voordat de kinderen de school bezoeken mogen ze 5 dagdelen in overleg met de groepsleerkracht ‘kennismaken’. 4.1.2. Kinderen van andere scholen Wanneer kinderen tussentijds van school veranderen kan dat als gevolg van • verhuizing: We hanteren daarbij dezelfde regels als bij de vierjarigen. • andere redenen: Alleen in speciale gevallen, ter beoordeling aan de directeur, nemen we kinderen van andere scholen over. Een gouden regel daarbij is dat dit alleen gebeurt nadat we uitgebreid contact hebben gehad met de betreffende school.
4.2. De zorg voor de kinderen die de school verlaten Bij het verlaten van de school wordt van elke leerling een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit onderwijskundig rapport wordt toegezonden aan de school voor voortgezet onderwijs. De ouders/verzorgers ontvangen van dit rapport een kopie. Ook bij het tussentijds verlaten van een school, bijvoorbeeld in verband met een verhuizing, wordt een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit onderwijskundig rapport wordt in een open envelop aan de ouders/verzorgers meegegeven of opgestuurd naar de nieuwe school.
4.3. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school 4.3.1. Het volgen van de ontwikkeling Ieder kind is belangrijk. Daarom maken wij gebruik van een leerlingvolgsysteem, om de kinderen te volgen in zijn of haar ontwikkeling van kleuter tot achtste jaars. Daarbij kijken wij niet alleen naar intellectuele prestaties, maar ook naar redzaamheid, zelfstandigheid, het omgaan met anderen. Wanneer daar aanleiding toe is, worden de kinderen besproken tijdens de leerlingbespreking. De kleuters worden gevolgd met behulp van een observatiesysteem. Hiervoor gebruiken we het observatiesysteem, "KIJK! ". Wat is KIJK! ? KIJK! is een werkwijze die kijken naar kinderen als vertrekpunt neemt voor alle verdere activiteiten in de groep. KIJK! stelt het observeren van kinderen tijdens zelfgekozen activiteiten en de observatie van wat hen bezighoudt centraal. KIJK! maakt het kijken naar kinderen eenvoudig door te werken met een aantal hulpmiddelen die het observeren structuur geven. KIJK! biedt de mogelijkheid om de totale ontwikkeling van kinderen in beeld te brengen. De gegevens worden op de computer ingevoerd. In groep 2 doen de kinderen de CITO toetsen "Taal voor kleuters", "Ordenen" en "Ruimte en tijd". Bij twijfel krijgen individuele kinderen aan het eind van groep 2 een leesvoorwaardentoets. De kinderen van de groep 3 t/m 8 worden gevolgd met behulp van het CITO Leerling Volg Systeem. De gegevens worden op de computer ingevoerd. Welke toetsen wanneer worden afgenomen, kunt u vinden op onderstaande toetskalender. Ook is er af te lezen wie de toets afneemt.
schoolgids 2006 - 2007
|
15
Toetskalender 2006/2007 CBS ‘t Ambacht. Wat
Waar
Wanneer
Bij wie
Door wie
observatielijsten KIJK
groep 1 en 2
okt/nov + april/mei
alle leerlingen
eigen leerkracht
CITO: Ordenen Ruimte en tijd Taal voor kleuters
groep 2
januari.
Alle leerlingen
eigen leerkracht
Drie-Minuten Toets lezen
groep 3 t/m 8
groep 3: jan/maart, mei alle leerlingen groep 4: oktober, maart, mei groep 5 t/m 7 oktober, maart groep 8 oktober
R.T.-er of eigen leerkracht
AVI-leestoets Vernieuwde versie
groep 3 t/m 6
oktober
alle leerlingen
eigen leerkracht
CITO toets begrijpend lezen
groep 4 groep 5 t/m 7
jan, juni februari
alle leerlingen
eigen leerkracht
CITO toets Spelling
groep 3 t/m 7
febr, juni
alle leerlingen
eigen leerkracht
CITO toets Rekenen/wiskunde
groep 3 t/m 7
groep 3 t/m 6 februari, juni, groep 7: februari
alle leerlingen
eigen leerkracht
CITO entreetoets
groep 7
mei/juni
alle leerlingen
eigen leerkracht
CITO eindtoets
groep 8
februari/maart
alle leerlingen
eigen leerkracht
Aan de hand van de observatie- en toetsgegevens kunnen we de ontwikkeling van alle kinderen nauwgezet volgen. Ontwikkelt het kind zich werkelijk, gaat het goed vooruit, stagneert het niet ergens? De resultaten van de observaties en toetsen worden besproken en kunnen aanleiding geven tot extra hulp aan een kind of herhaling van een stukje van de leerstof. Doordat de toetsgegevens ook worden ingebracht in de computer stelt ons leerlingvolgsysteem ons in staat om alle leerlingen gedurende alle leerjaren te volgen. 4.3.2. De verslaggeving De verslaggeving van gegevens over leerlingen gebeurt door de groepsleerkracht. Van alle leerlingen wordt een logboek bijgehouden. De gegevens van observaties, toetsen, rapporten en eventuele bijzonderheden worden hierin opgeschreven. In het logboek wordt alleen informatie opgenomen die van belang is voor het onderwijs aan en het welbevinden van uw kind. Aan het eind van het schooljaar wordt het logboek besproken met de volgende leerkracht en meegegeven naar de volgende groep. 4.3.3. De bespreking met de ouders De wijze waarop het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen besproken wordt met ouders, wordt hieronder weergegeven. Twee keer per jaar zijn er de zogenaamde tienminuten gesprekken (november, maart). U heeft dan de gelegenheid om met de leerkracht over de ontwikkeling van uw kind te praten. In juni is er nog een facultatief spreekuur. Wanneer er tussentijds bijzonderheden zijn, nemen wij natuurlijk contact met u op. In de groepen 1 en 2 bewaren wij het werk van uw kind op datum in een map. Op deze manier krijgt u een goed overzicht van de ontwikkeling die uw kind doormaakt en op welke manier wij uw kind in zijn/haar ontwikkeling begeleiden. Aan het eind van het schooljaar krijgt uw kind de map mee naar huis.
16
|
Drie keer per jaar krijgen de kinderen van de groepen 3 t/m 8 een rapport mee naar huis. Het eerste in november, het tweede in maart en het derde in juli. Deze rapporten worden in bovengenoemde gesprekken met de ouders/verzorgers besproken.
4.4. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften 4.4.1. De zorg voor kinderen In het kader van het "Weer Samen Naar School"-proces dat een aantal jaren geleden in gang is gezet, wordt getracht de zorg voor leerlingen in het basisonderwijs te verbreden, zodat minder leerlingen worden doorverwezen naar het speciaal onderwijs. Hiertoe is onder andere de Interne Begeleider (IB-er) aangesteld. Deze coördineert de activiteiten met betrekking tot de zorgverbreding binnen de school. Op ‘t Ambacht zijn momenteel twee IB-ers werkzaam. De interne begeleider voor groep 1 en 2 is Judith Korpershoek, de interne begeleider voor de groepen 3 t/m 8 is Anja v.d. Vorm. Onder zorgverbreding verstaan we alle mogelijke vormen van hulp die we elk kind kunnen bieden, zodat hij of zij de basisschool zo goed mogelijk kan doorlopen. De IB-er draagt zorg voor het begeleiden en coördineren van alle zorgverbredingprocessen. Dit zijn de taken: • het verzamelen en interpreteren van de resultaten van de lees-,spelling- en rekentoetsen die zijn afgenomen. • het overleggen over individuele leerlingen en het houden van groepsbesprekingen met collega’s o.a. aan de hand van de observatielijsten (groep 1 en 2) en van de toetsuitslagen (groep 3 t/m 8). • het eventueel testen van individuele leerlingen en zo nodig een hulp- of handelingsplan opstellen. • het coördineren van de individuele hulp die leerlingen buiten de groep krijgen (remedial teaching). • overleggen met begeleiders van de CED (onderwijsbegeleidingsdienst) en andere externe deskundigen zoals logopedist of fysiotherapeut. • bespreking in het MT van het te voeren beleid. • overleggen met andere interne begeleiders binnen Vlaardingen en het volgen van cursussen. • het bespreken van verslagen van pedagogisch-didactisch en/of psychologisch onderzoek met de deskundigen van de CED. • het beheren en zo nodig uitbreiden van de orthotheek waarin hulpmateriaal en boeken met achtergrondinformatie aanwezig zijn. • artikelen doornemen om op de hoogte te blijven van actuele ontwikkelingen m.b.t. zorgverbreding. Binnen de zorgverbreding van onze school nemen de groepsbesprekingen een belangrijke plaats in. Twee keer per jaar worden de leerlingen van de groep met de interne begeleider besproken. Samen maken zij goede afspraken over de te verlenen hulp. Zo nodig wordt er een handelingsplan opgesteld voor extra begeleiding binnen of buiten de groep. In een gesprek wordt u als ouder hiervan op de hoogte gebracht en tevens kunnen er afspraken gemaakt worden over activiteiten die u thuis kunt uitvoeren. Wanneer de extra hulp niet tot het gewenste resultaat leidt of wanneer de leer- of gedragsproblemen vrij ernstig zijn, wordt het kind besproken met de begeleidster van de CED. Soms resulteert dit in CLB (Consultatieve Leerling Begeleiding). Dit kan alleen gebeuren met toestemming van de ouders. De CED medewerker probeert samen met de intern-begeleider en de groepsleerkracht het probleem te verhelderen en samen zoeken zij naar effectieve aanpakken. Samenwerking staat hierbij centraal. Consultatieve leerlingbegeleiding werkt volgens een afsprakenmodel: elk overleg wordt afgesloten met het maken van afspraken over te nemen vervolgstappen en verdeling van taken daarin. Deze afspraken kunnen betrekking hebben op verschillende zaken: het verzamelen van toetsgegevens, het uitproberen van aangepaste instructie, observeren door de CED begeleider in de groep hoe de aangepaste instructie verloopt etc. Aan de hand van de gemaakte afspraken kan worden gevolgd of afspraken zijn nagekomen en of de geboden hulp effectief blijkt. De begeleider is daardoor betrokken bij het volledige probleemoplossingproces. Over alle stappen in dit proces wordt overleg met de leerkracht (en zo mogelijk IB-er) gevoerd. Ook eventuele problemen bij het uitvoeren van de hulp in de groep kunnen hierbij aan bod komen. Wanneer blijkt dat deze hulp niet voldoende effect heeft en de leerkracht handelingsverlegenheid heeft, kunnen wij uw kind aanmelden voor de Commissie Leerlingenzorg (CLZ). De CLZ doet dan een uitgebreid onderzoek waarbij de situatie op school en thuis wordt betrokken. De CLZ geeft advies over welke zorg uw kind nodig heeft. Die zorg kan plaatsvinden: • Op de huidige school, eventueel met hulp van de speciale school voor basisonderwijs. • Op een speciale school voor basisonderwijs. • Op een andere basisschool. • Op een andere instantie of een nog "specialere" onderwijsinstelling. Als er een verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs (SBO) plaatsvindt, heeft de Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL) de taak om te bepalen of de plaatsing van uw kind op een school voor SBO noodzakelijk is. Wilt u meer informatie? Op school zijn de volgende brochures verkrijgbaar: • Commissie Leerlingenzorg (CLZ) • Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) • Speciale scholen voor basisonderwijs (SBO-scholen)
schoolgids 2006 - 2007
|
17
4.4.2. Leerling gebonden financiering oftewel "De Rugzak". Samen als het kan, apart als het moet. Ieder kind met of zonder handicap, is in principe welkom op onze school. Dit geldt dus ook voor kinderen die door de commissie voor de indicatiestelling (cvi), dit is de toelatingscommissie van een Regionaal Expertise Centrum (REC), toelaatbaar zijn voor een REC. ‘t Ambacht heeft als taak voor ieder kind adequaat onderwijs te realiseren. Daaronder wordt verstaan een voor het kind passend onderwijsaanbod, zowel in pedagogisch (opvoedkundig) als didactisch (onderwijskundig) opzicht, dus zoveel mogelijk afgestemd op wat het kind nodig heeft. Passend onderwijs, rekening houdend met wat wenselijk en haalbaar is voor het kind. Daarbij komen vragen aan de orde als: wat heeft het kind precies nodig; welke kennis heeft het al; welke knelpunten moeten worden opgelost; wie kunnen ons daarbij eventueel helpen enz. De school heeft ook haar beperkingen, om de eenvoudige reden dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden in het opvangen van kinderen met een rugzak. De volgende grenzen worden onderscheiden: • Grondslag van de school. • Verstoring van rust en veiligheid. • Verhouding van verzorging/behandeling en onderwijs. • Verstoring van het leerproces. • Gebrek aan opname capaciteit. Alvorens de school overgaat tot de toelating van een leerling met een REC indicatie dient een zorgvuldige afweging plaats te vinden. Een eventuele plaatsing van een dergelijke leerling in het SBO mag niet de ontwikkeling van het kind schaden. Hoewel onze school het als haar taak ziet in voldoende mate tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoefte van de leerling, zijn sommige kinderen beter op hun plaats in het SO. Teneinde tot een dergelijke zorgvuldige afweging te komen, wordt in de regio Schiedam, Vlaardingen en Maassluis het volgende stappenplan gehanteerd. Een gesprek met de ouder/verzorger en het opvragen van informatie bij het REC en basisschool. De directeur informeert het bestuur, de medezeggenschapsraad (mr) en de inspectie. De directeur en het team bespreken de verzamelde informatie en de mogelijkheden binnen de school eventueel i.s.m. het REC. De directeur bespreekt met de ouder/verzorger de stand van zaken, de voor- en nadelen, de knelpunten. Wellicht is verder onderzoek nodig. De directeur (afh. van directiestatuten) neemt een formeel besluit, eventueel na overleg met het bestuur. Dit besluit kan inhouden: • verder onderzoek • wel plaatsen. • niet plaatsen. Indien er sprake is van verder onderzoek wordt aanvullende informatie opgevraagd, vindt overleg plaats met de ouder/verzorger, bestuur, eventueel mr en inspectie, alvorens er een formeel besluit wordt genomen. Indien er tot plaatsing wordt overgegaan volgt een gesprek met de ouder/verzorger, worden de afspraken vastgelegd en worden bestuur, commissie leerlingenzorg (CLZ), mr en inspectie geïnformeerd. Door de CLZ (commissie leerlingenzorg) wordt een PCL-beschikking (permanente commissie leerlingenzorg) aangevraagd. Indien er niet geplaatst wordt, ontvangen de ouder/verzorger en de CLZ de motivering van dit besluit op schrift en wordt met hen gezocht naar alternatieven. Het bestuur, de mr en de inspectie worden geïnformeerd. Heeft u vragen over het bovenstaande, dan kunt u zich wenden tot de leerplichtambtenaar van Vlaardingen (010-) of de CLZ-helpdesk (010-2736007). Voor meer informatie: "Ruggensteun bij de Rugzak", een handreiking voor ouders bij de schoolkeuze voor hun gehandicapte kind. Te bestellen bij OUDERS & COO tel.0343-513434; email:
[email protected] 4.4.3
Integratie verstandelijk gehandicapte leerlingen. Op het gebied van integratie is er ook een project met Kinderdagcentrum "De Zonnehof". Een middag per week draaien maximaal twee kinderen van "De Zonnehof" mee in een onderbouwgroep. Het doel is tweeledig; voor de kinderen van "De Zonnehof" het leggen van sociale contacten en meespelen met de kinderen van een reguliere basisschool en voor onze kinderen het kennismaken met de instelling en de kinderen. Er komt altijd een begeleidster van "De Zonnehof " mee. De voortgang van het integratieproject met "De Zonnehof" wordt jaarlijks geëvalueerd.
18
|
4.5. De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs 4.5.1.
De voorlichting aan ouders De voorlichting aan ouders ten behoeve van de schoolkeuze van leerlingen naar het voortgezet onderwijs wordt hieronder uiteengezet. ‘t Ambacht hecht veel belang aan een goede aansluiting op het voortgezet onderwijs. In de tweede helft van groep 7 wordt de CITOentreetoets afgenomen. De resultaten van deze toets vormen het uitgangspunt voor ons onderwijsaanbod in groep 8. In de maanden oktober en november staat de oriëntatie op het voortgezet onderwijs centraal. Zowel leerlingen als ouders ontvangen voorlichtingsmateriaal over het voortgezet onderwijs. Onderwerpen die hierbij aan de orde komen: • basisvorming in het voortgezet onderwijs. • kenmerken van het voortgezet onderwijs. • de structuur van het voortgezet onderwijs. • vormen van voortgezet onderwijs. In de maand oktober wordt jaarlijks een voorlichtingsavond voor de ouders/verzorgers van de leerlingen in de groepen 7 en 8 gehouden.
4.5.2. Het advies In de maand januari vinden op school de adviesgesprekken voortgezet onderwijs plaats. Hierbij zijn aanwezig: de leerling en zijn ouders/verzorgers, de groepsleerkracht en de directeur of bovenbouwcoördinator. In het adviesgesprek komen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde: • leer- en huiswerkprestaties. • toetsresultaten (o.a. van de CITO-entree toets). • karaktereigenschappen die bevorderend c.q. belemmerend werken • motivatie van het kind. • wens van de ouders/verzorgers. In een open gesprek zullen we proberen op één lijn te komen. 4.5.3. CITO-eindtoets ‘t Ambacht neemt deel aan de CITO-eindtoets. De gegevens van de CITO-eindtoets gebruiken we in de eerste plaats om ons onderwijs te evalueren. Wanneer het advies van de school en de wens van de ouders/verzorgers en hun kind niet met elkaar overeenkomen, wordt het resultaat van de CITO- eindtoets als bindend tweede gegeven gebruikt. 4.5.4. De inschrijving In maart vindt de inschrijving bij het voortgezet onderwijs plaats. De ouders zijn van rechtswege verantwoordelijk voor de inschrijving, de school voor het aanleveren van de benodigde gegevens. 4.5.5. Huiswerk op ‘t Ambacht Waarom huiswerk? Op ‘t Ambacht geven we huiswerk als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. We starten hiermee in groep 6. De hoeveelheid huiswerk wordt geleidelijk opgevoerd. Het is de bedoeling dat de kinderen geleidelijk wennen aan huiswerk (huiswerkgewenning). Daarnaast wordt door het geven van huiswerk de zelfstandigheid getraind. We hebben veel contact met verschillende scholen voor voortgezet onderwijs om te komen tot een uitgebalanceerd huiswerkprogramma in de bovenbouw. Er is een speciale huiswerkinfo, huiswerk op ’t Ambacht". De ouders van de leerlingen van groep 6 ontvangen deze info aan het begin van het schooljaar.
schoolgids 2006 - 2007
|
19
4.6. Buitenschoolse activiteiten voor kinderen 4.6.1. Schoolreis Elk schooljaar wordt er een schoolreis georganiseerd voor de leerlingen van de groepen 1 t/m 7. Bij de organisatie van de schoolreizen worden ook ouders betrokken. 4.6.2. Schoolkamp Al jarenlang het hoogtepunt voor elke groep acht. Dit jaar is er één kamp. Het kamp wordt gehouden in maart in Amerongen. 4.6.3. Schoolsport Jaarlijks neemt ‘t Ambacht aan vrijwel alle schoolsporttoernooien deel. Ook dit jaar staat er weer heel wat op het programma: korfbal, voetbal, handbal, basketbal , hockey, waterpolo en prestatieloop. Bij al deze activiteiten speelt het spelplezier een zeer belangrijke rol. De organisatie van alle schoolsportactiviteiten is in handen van de werkgroep sport.
20
|
5. DE LERAREN 5.1. Leerkrachten Alle groepen hebben te maken met meer dan één leerkracht. Hiervoor is een aantal oorzaken aan te wijzen: arbeidsduurverkorting, een speciale taak binnen de school, een onvolledige betrekking in onze school. Bij structurele vervanging van een leerkracht (zoals bij ADV) zorgen we er zo veel mogelijk voor dat steeds dezelfde vervanger in de groep zal zijn. De "eigen" leerkracht blijft de eerst aanspreekbare en verantwoordelijke persoon. Dat geldt ook voor de activiteiten van stagiaires. De namen van de leerkrachten kunt u vinden in elders in dit informatieboekje. Jaarlijks volgen de leerkrachten één of meer nascholingscursussen.
5.2. Studenten "leren van en in de praktijk" Wij zijn blij met de mogelijkheid om binnen de school studenten enthousiast te maken voor het vak van groepsleerkracht. Het leren van de beginnende student zal vooral in het begin vanuit de opleiding, Pabo, worden gestuurd, maar in de loop van de opleiding verplaatst dit leren zich steeds meer naar de werkplek en wordt dus vanuit de praktijk gestuurd. Dit betekent dat binnen de school een aantal studenten heel gericht bezig is met het "leren van en in de praktijk". Gezien de veelheid aan leertrajecten hebben we op school een grote diversiteit aan studenten. De ervaring leert dat wij ieder jaar te maken hebben met een leraar in opleiding (LIO´er). Deze leraar in opleiding zien wij als onze beginnende collega die een aantal dagen/weken de verantwoordelijkheid draagt voor de groep en die door de mentor zo goed mogelijk wordt voorbereid op zijn/haar taak als groepsleerkracht. Vanuit de Stichting Meervoud vinden wij het heel waardevol om vanuit "leren in de praktijk" te investeren in de toekomst van het onderwijs!
schoolgids 2006 - 2007
|
21
6. DE OUDERS 6.1. De betrokkenheid van ouders Wij zijn voorstander van een zo groot mogelijke openheid naar ouders. Wij zijn ook van harte bereid samen met ouders de schoolzaken te bespreken. Maar er is meer. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van uw kind. Ook doen we als school een beroep op ouders om aan allerlei activiteiten deel te nemen en mee te helpen met de organisatie. Er zijn tal van ouderwerkgroepen actief. Door middel van de inschrijfformulieren, die als bijlage aan deze schoolgids of jaarkalender zijn toegevoegd, kunt u zich voor ondersteunende ouderactiviteiten en ouderwerkgroepen opgeven.
6.2. Informatievoorziening aan ouders Een goed contact tussen school en thuis is heel belangrijk. Wij informeren u over alle belangrijke gebeurtenissen op school via de info, die in principe elke 2 weken op donderdag verschijnt. De info wordt meegegeven aan het oudste schoolgaande kind. Op de website vindt u alle uitgegeven info’s en u kunt zich ook opgeven om de info automatisch op uw e-mailadres te ontvangen. Drie keer in het jaar zijn er de zogenaamde tien-minuten-gesprekken. U kunt dan praten met de leerkracht over de ontwikkelingen van uw kind. We stellen het op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt. De informatie wordt in geval van gescheiden ouders in eerste instantie aan de verzorgende ouder verstrekt. Wij gaan er vanuit dat deze informatie doorgegeven wordt aan de andere ouder. Indien gewenst kan er apart door beide ouders gebruik gemaakt worden van het spreekuur. Voor verdere vragen kunt u ook terecht bij "Vragen over Onderwijs" Tel. 0800-5010 of www.50tien.nl . Dit is een initiatief van de landelijke organisatie voor ouders in het onderwijs.
6.3. Inspraak van ouders 6.3.1. De Medezeggenschapsraad. In 1982 werd de wet Medezeggenschap Onderwijs aangenomen. Volgens deze wet is op iedere school een medezeggenschapsraad verplicht. De medezeggenschapsraad van ‘t Ambacht functioneert sinds 1984 en bestaat uit tien leden, t.w. vijf ouders en vijf teamleden. De directeur van de school voert namens het bestuur het overleg met de MZR. In het reglement van de medezeggenschapsraad is omschreven over welke onderwerpen de medezeggenschapsraad advies en/of instemmingsrecht heeft. Voorbeelden hiervan zijn: • Verandering van de grondslag van de stichting waarvan de school uitgaat. • Fusie van de school met een andere school. • Fundamentele wijziging van de organisatie van de school. • Beleid m.b.t. de toelating en verwijdering van leerlingen. • Regels op het gebied van veiligheid en gezondheid. • Huisvesting. • Rol bij klassenverdeling. • Formatieplannen. • Aanname nieuwe leerkrachten. • Arbeidsomstandigheden. • Leermethodes. • Zorgplannen. De MZR vergadert gemiddeld één keer per twee maanden. De agenda’s voor de vergadering worden van te voren gepubliceerd op de website. Per schooljaar brengt de MZR een jaarverslag uit; dit kunt u opvragen. Daarnaast doet zij verslag in de infobulletins. Wilt u meer weten of wilt u dat de MZR meedenkt over een bepaald punt, neem dan contact op met één van de leden, die u elders in dit informatieboekje kunt vinden.
22
|
6.3.2. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) In de GMR nemen 5 ouders en 5 personeelsleden van verschillende scholen van Meervoud zitting. Van iedere MZR heeft één personeelslid zitting in de PMR (Gemeenschappelijke Personeels Geledingenraad). 6.3.3. De Ouderraad (OR) Dit jaar zal de OR zich op een andere manier manifesteren dan we de afgelopen jaren gewend zijn geweest. Elke groep krijgt een oudercontactpersoon (OCP). De OCP is voor de betreffende groep het aanspreekpunt en treedt op als vertegenwoordiger van de groep. De OCP kan bijvoorbeeld namens de ouders punten aan de orde brengen bij de MZR. Andersom zal de MZR zich via de OCP laten informeren hoe er over bepaalde zaken wordt gedacht door de ouders of wat er zich allemaal afspeelt in en om de school. Bij de oudergeleding van de MZR zal een functie gecreëerd worden die deze oudercontactpersonen zal gaan aansturen. De contacten zullen voornamelijk lopen via het email- en telefoonverkeer. Indien noodzakelijk zal het MZR-lid de oudercontactpersonen bij elkaar roepen voor een vergadering. De penningmeester zal zich aansluiten bij het werkgroepenoverleg (zie 6.3.4.1) en verantwoording afleggen aan de MZR. Als basis voor het functioneren van de OR is in overleg met de scholleiding een reglement opgesteld, dat op aanvraag verkrijgbaar is. Volgens dit reglement wordt met het hebben van een OR beoogd de relatie tussen ouders, MZR, het bevoegd gezag en de school te bevorderen en wel op zodanige wijze, dat de werkzaamheden van de OR bijdragen aan het optimaal functioneren van het onderwijs aan de kinderen. Directie en leerkrachten vinden het belangrijk om te weten hoe ouders tegen bepaalde zaken aankijken. De intentie van de OR is dat zij met haar activiteiten een goede sfeer rond de school mede mogelijk wil maken. De OR is zoekende naar de juiste vorm hiervoor en hoopt daar nu de juiste weg voor te zijn ingeslagen. 6.3.4. Ouderactiviteiten
6.3.4.1. De werkgroepen Op onze school zijn veel werkgroepen actief. Elke werkgroep heeft een coördinator. Vanuit het team heeft in elke werkgroep minstens één teamlid zitting. De werkgroepcoördinator stuurt alle werkgroepen aan en heeft regelmatig contact met de coördinatoren van de werkgroepen. Daarnaast vindt er enkele keren per jaar een coördinatorenoverleg plaats. Dit jaar heeft de penningmeester van de OR voor het eerst zitting in dit overleg. Wij hebben op school een speciale info over alle werkgroepen, die jaarlijks als bijlage met de schoolgids wordt meegegeven. De volgende werkgroepen zijn: • Christelijke feestdagen • Kerk en school • Sint • Sport • Inkoop • Verpest het niet • Tuinonderhoud • Hoofdluis • Koffie en thee • Themahoeken 6.3.4.2.Documentatiecentrum Bij het documentatiecentrum kunnen de leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 boeken lenen voor hun werkstuk en/of spreekbeurt . Het uitlenen wordt bijgehouden in de computer. De leerlingen mogen de boeken houden zolang als dat nodig is om het werkstuk af te maken of een spreekbeurt te houden. De ouders die het documentatiecentrum runnen, begeleiden de leerlingen ook om hun boeken voor hun onderwerp uit te zoeken of eventueel een nieuw onderwerp te bedenken. 6.3.4.3. Activiteiten in de klas • • • •
Bij de lessen beeldende vorming (handvaardigheid) zijn enkele ouders betrokken. In de onderbouwgroepen zijn er voorleesouders en/of spelletjesouders.Er zijn ouders die helpen met het maken van cadeautjes voor jarige vaders en moeders (groep 1 en 2). Er zijn ouders die helpen bij het uitlenen, lezen en opzoeken van de boekjes bij het lezen. Begeleiden van excursies. Ook de werkgroepen doen regelmatig een beroep op ouders, zoals bij het organiseren en begeleiden van de sportdag.
schoolgids 2006 - 2007
|
23
6.3.4.4.Overblijfmogelijkheden Op onze school is er op beide gebouwen gelegenheid voor de kinderen om tussen de middag over te blijven. Hiervoor is een apart lokaal ingericht, waar voor ieder wat wils is, zoals spelletjes, boeken, teken/knutselspullen, tafeltennis, enz. Bij goed weer wordt er uiteraard buiten gespeeld. De kinderen moeten zelf hun eten en drinken meenemen. Een vaste groep vrijwilligers zorgt tegen een vergoeding ervoor dat alles op rolletjes verloopt. De overblijf ouders vallen onder de verzekering Wettelijke Aansprakelijkheid van het Bestuur. Kinderen en overblijfkrachten proberen de lunchpauze zo gezellig mogelijk te laten verlopen. De kosten zijn: € 7,00 inschrijfgeld voor het eerste kind en € 2,50 voor elk volgend kind uit één gezin. Voor het overblijven kunt u gebruik maken van onze overblijfkaarten. De kaarten kosten € 22,00 voor 10 keer. De kaarten kunt u op maandagmiddag van 13.30 tot 14.00 uur kopen in de grote zaal van het hoofdgebouw. U kunt ze ook per giro bestellen op nr. 28.23.537 t.n.v. Overblijfregeling Basisschool ‘t Ambacht. Houdt u dan wel rekening met de overboekingtermijn. U kunt uw kind alleen telefonisch opgeven of afmelden tussen 7.30 – 8.15 uur bij: Margreet Brouwer – tel: 06-41681039. Ook kunt u op dit zelfde tijdstip uw kind één of meerdere dagen van te voren opgeven of afmelden. Als uw kind is opgegeven om over te blijven en dit gaat om wat voor reden dan ook niet door, en u heeft uw kind niet afgemeld voor 8.15 uur bij Margreet Brouwer dan bent u verplicht de kosten toch te betalen. Zijn de kinderen een keer ‘s middags vrij, bijv. bij een teamvergadering, dan is er geen overblijven. Ieder nieuw schooljaar moeten de vaste dagen opnieuw worden aangemeld. Verdere informatie kunt u krijgen bij de overblijfcoördinatoren: Margreet Brouwer tel: 06-41681039 Andrea Dirks tel: 434.89.07
6.4. Ouderbijdragen Elke school ontvangt van het Rijk een bepaald bedrag per leerling t.b.v. leermiddelen en materialen. Daarnaast worden er in de loop van een schooljaar nog veel andere kosten gemaakt. Enkele voorbeelden: de verschillende feesten, zoals Sint Nicolaas, Kerst en Pasen, consumpties tijdens de sporttoernooien, de sportdag en het afscheid van de achtstejaars. Bovendien brengen het organiseren van ouderavonden en de aanschaf van extra materiaal ook kosten met zich mee. Daar is het schoolfonds voor! Het schoolfonds wordt voornamelijk gevoed door vrijwillige bijdragen van ouders. Ook dit cursusjaar is er een bedrag voor schoolfonds en een bedrag voor excursies en schoolreis, waarvan de bijdrage voor excursies en schoolreis € 20.00 per kind bedraagt. Voor het schoolfonds geldt het advies van € 27,50 per kind. De besteding van de middelen gebeurt volgens een begroting, zoals die voor het lopende cursusjaar door de MZR is goedgekeurd. De penningmeester voert het feitelijke en formele beheer van het schoolfonds en is daarvoor aan de MZR verantwoording verschuldigd. Binnen 3 maanden na afloop van het boekjaar, dat gelijk loopt met het schooljaar, brengt de penningmeester aan de MZR verslag uit aan de hand van een balans en een exploitatieoverzicht. Nadat deze daarna door het bevoegd gezag zijn goedgekeurd, worden de jaarstukken in het infobulletin van de school gepubliceerd. Kinderen Wereldwijd is in de plaats gekomen van de bijdrage aan diverse Zendingsprojecten. Ook dit jaar vragen wij van u een vrijwillige bijdrage voor Kinderen Wereldwijd. Elk jaar wordt er een project gekozen door de werkgroep Kerk en School. Aan het begin van het schooljaar krijgt u een inlegvel, waarop u kunt aangeven waarvoor u wilt betalen en hoeveel.
6.5. Sponsoring Kader Het management van de scholen van Meervoud krijgt onder de hierna gestelde randvoorwaarden de mogelijkheid om door middel van gunning, fondsenwerving en sponsoring een derde geldstroom te verwerven. Het bestuur wil op dit terrein een voorzichtig beleid voeren en kent mede met het oog op afstemming een nadrukkelijke rol toe aan de stichtingsdirectie.
24
|
Randvoorwaarden Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Reclame die gericht is op leerlingen mag de leerlingen niet aanmoedigen om ouders te stimuleren producten of diensten van de sponsor af te nemen. Indien van scholen binnen de randvoorwaarden een tegenprestatie wordt gevraagd bij sponsoring, dan dient de MZR om instemming gevraagd te worden. Indien een directeur gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om door middel van gunning, fondsenwerving of sponsoring een derde geldstroom te verwerven dan dient vooraf het bestuur geïnformeerd te worden. De directeur dient een plan met betrekking tot gunning, fondsenwerving of sponsoring als voorgenomen besluit ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur.
schoolgids 2006 - 2007
|
25
7. DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 7.1. De ontwikkeling van het onderwijs 7.1.1
Algemene ontwikkelingen In het kader van Weer Samen Naar School neemt ‘t Ambacht op basis van het zorgplan deel aan tal van activiteiten die er op gericht zijn om meer kinderen verantwoord binnen de basisschool te kunnen opvangen en beter te leren omgaan met verschillen tussen leerlingen. Uitgaande van een meerjarenplanning worden nieuwe methoden ingevoerd. Bij de verschillende vakgebieden vindt u over dit onderwerp meer informatie. Belangrijke speerpunten bij het ontwikkelen van ons onderwijs zullen de komende jaren zijn: • Meer vorm en inhoud geven aan de basisontwikkeling in de groepen 1 tot en met 4 en de doorgaande lijn in de hele school. • Verder stroomlijnen van het werken met de weektaak. • Meer individuele aandacht in de groep door blijvende aandacht voor vormen van zelfstandig werken. • Verwerven van meer deskundigheid op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. • Lijn brengen in de expressievakken. • Vergroten uitdaging.
7.1.1.1. Inhoudelijke plannen seizoen 2006-2007 De volgende inhoudelijke plannen staan op het programma: 1. Verder optimaliseren overdracht leerlinggegevens van de ene naar de ander groep. 2. Invoeren van de nieuwe methode voor aanvankelijk lezen: Veilig Leren Lezen in groep 3. 3. Invoeren van de nieuwe leesmethode voor groep 4 t/m 8: Ondersteboven van lezen. 4. De afsprakenboeken van onderbouw en bovenbouw worden verder aangevuld. 5. De leerkrachten van de groepen 1 en 2 vervolgen een cursus over het vastleggen van het onderwijsaanbod op hoofdlijnen aan de leerlingen in de groepen 1 en 2. 6. Oriëntatie op mogelijkheden vastleggen van leerling gegevens sociaal emotionele vorming in de groepen 3 en 4 als een vervolg op de met observatiemethode "Kijk" verzamelde gegevens in de groepen 1 en 2. 7. Onderzoeken van mogelijkheden van de aanpak van sociaal emotionele vorming. Hiervoor is een werkgroep samengesteld. 8. Een begin maken met de invoeringen van vieringen (b.v. maandsluitingen), in eerste instantie voor de groepen 4 t/m 8. 9. Verder ontwikkelen van groepsdoorbrekende activiteiten. 10. De uitkomsten van het personeelstevredenheidsonderzoek uitwerken en de verbeterpunten aanpakken. 11. De becijfering van de vakken op de rapporten verbeteren d.m.v. afspraken over de normering. 7.1.2.
ICT Er is aandacht voor het werken met computers. Wij beschikken op de twee locaties over twee servers met elk een netwerk. Op de locaties beschikken wij over alle mogelijkheden om via het Internet te werken. Uit eigen middelen zijn extra toebehoren aangeschaft zoals een digitale camera, beamer en een scanner. Deze middelen worden door zowel de leerkrachten als leerlingen gebruikt bij presentaties, werkstukken of verslagen. Vanaf groep 1 wordt de computer regelmatig gebruikt, vooral tijdens speelwerktijd en het blokuur in de weektaak. Ook gebruiken de leerlingen de computer voor het verzamelen van informatie voor hun werkstukken. Vooral het internet geeft hier goede mogelijkheden voor. Vanaf groep 6 werken de kinderen structureel met het internet. Elke jaargroep heeft een eigen emailadres. De leerlingen leren hoe ze via het emailprogramma Outlook informatie kunnen opvragen of geven. Internet wordt onafgeschermd aangeboden. We hebben een internetprotocol opgesteld waarin de positieve en negatieve kanten van internet worden besproken. Wij willen dat kinderen zich goed bewust zijn van de negatieve kanten van het internetgebruik. Bij verschillende vakgebieden hebben wij programma's, zoals bij: • basisontwikkeling (Bas gaat digitaal) • lezen (De Leesladder, De Leeshoek) • rekenen (Tellen, Omgaan met Hoeveelheden, Rekentotaal, Tafeltotaal, Rekensom, Klokkijken, e.d.) • taal (Woordentotaal) Voor de overige vakken wordt veel gebruik gemaakt van internet.
26
|
De programmatuur wordt ingezet als reguliere oefenmogelijkheid en als hulpmiddel bij RT of leerlingen die extra uitdaging nodig hebben. Speciaal aangeschaft software voor de RT is o.a.: Leessnel, Leeshulp en Maatwerk Rekenen. De ICT-coördinator is af en toe vrij geroosterd om de leerkrachten te ondersteunen. Tevens bestelt de ICT-coördinator de benodigde software en zorgt ervoor dat dit door de externe netwerkbeheerder wordt geïnstalleerd . Onze schoolsite bevat schoolinformatie en een fotoalbum. Ouders worden aan het begin van het jaar in de mogelijkheid gesteld om via een inlegvel bezwaar te maken tegen de plaatsing van foto´s van hun kinderen op de website.
7.2. Contacten met derden Naast de contacten binnen de eigen organisatie heeft ‘t Ambacht contacten met: 7.2.1. De bibliotheekafdeling van de Vlaardingse scholen Iedere twee maanden halen wij daar een leescollectie voor de groepen 3 t/m 8 en prentenboeken voor de groepen 1 en 2. 7.2.2. Natuureducatie • •
lenen van leskisten excursies
7.2.3. Centrum Educatieve Dienstverlening (CED) Het Centrum Educatieve Dienstverlening adviseert en begeleidt scholen in hun ontwikkeling. Zo helpt de dienst zinvolle vernieuwingen te realiseren binnen de school. Vernieuwingen die ook na de begeleiding stand houden. De school geeft aan wat de begeleidingswensen zijn. Het CED levert advies en begeleiding op maat. Een tak van dienstverlening is gericht op "leerlingen met problemen". Dat kunnen gedrags- of leerproblemen zijn, maar ook problemen op sociaal-emotioneel gebied. De interne begeleider van de school, de onderwijsgevende en de begeleider van de CED werken in dergelijke situaties intensief samen. Allereerst wordt gezocht naar de mogelijke oorzaken. Vervolgens wordt de juiste aanpak voor begeleiding en ondersteuning van de leerling vastgesteld. Dit alles gebeurt in nauw overleg, waarbij ook ouders betrokken zijn. Onderzoek en intensieve begeleiding vinden slechts na toestemming van ouders plaats. De dienstverlening voor "leerlingen met problemen" omvat voor scholen onder andere ook: • voorlichting over en speciale begeleiding van hoogbegaafden. • voorlichting en begeleiding bij dyslexie. • informatie over toetsmaterialen en een orthotheek. • cursussen. 7.2.4. Wijkagent: • •
bespreken van verkeerssituaties. bespreken van vandalisme.
7.2.5. Schoolarts: Als uw kind naar de basisschool gaat, neemt GGD Nieuwe Waterweg Noord de zorg voor uw kind over van Thuiszorg Nieuwe Waterweg Noord. Wat kunt u van GGD Nieuwe Waterweg Noord verwachten? Preventief Gezondheids Onderzoek (PGO) Groep 2 Alle kinderen uit groep 2 krijgen een uitnodiging voor een gezondheidsonderzoek bij de GGD. Het onderzoek in groep 2 wordt uitgevoerd door de schoolarts en de assistente. Tijdens het onderzoek schenken zij aandacht aan de algehele gezondheid en ontwikkeling van uw kind, meten zij de lengte en het gewicht, controleren zij de ogen en de oren en verricht de schoolarts een lichamelijk onderzoek. Groep 7 Alle kinderen uit groep 7 krijgen een uitnodigen voor een gezondheidsonderzoek bij de GGD. Het onderzoek in groep 7 wordt uitgevoerd door de sociaal verpleegkundige. Tijdens het onderzoek schenkt zij aandacht aan de algehele gezondheid en de psychosociale ontwikkeling van uw kind. Daarnaast controleert zij de ogen, meet zij de lengte en het gewicht en beoordeelt zij de rug en houding van uw kind. De uitnodiging voor de bovenstaande onderzoeken ontvangt u meestal via de school. Na het onderzoek bespreekt de
schoolgids 2006 - 2007
|
27
schoolarts of sociaal verpleegkundige met de leerkrachten van de school de zaken die voor school belangrijk zijn. Dit gebeurt pas nadat ouders hiervoor toestemming hebben gegeven. Inentingen In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt uw kind de laatste DTP- en BMR- inentingen. Uw kind ontvangt te zijner tijd een oproep op het huisadres. Onderzoek op verzoek Heeft u vragen over het gezichtsvermogen, het gehoor, de motoriek of de groei van uw kind? Dan kunt u via de assistente een afspraak maken met de schoolarts of de sociaal verpleegkundige. Ook als u zich zorgen maakt over de algehele gezondheid en de ontwikkeling of het gedrag van uw kind, is het raadzaam een afspraak te maken. Als de leerkrachten van school zich zorgen maken over de gezondheid van uw kind, kunnen zij u eveneens vragen een afspraak bij de GGD te maken. Voorlichting en advies De medewerkers van de afdeling Jeugdgezondheidszorg adviseert de school over zaken die te maken hebben met gezondheid van groepen kinderen in en rondom de school. De gezondheidsvoorlichters van de GGD ondersteunen de school bij het uitvoeren van specifieke gezondheidstrajecten. Het team van de Jeugdgezondheidszorg bestaat voor de school van uw kind uit: Marian Soors, schoolarts Joan Peeters, sociaal verpleegkundige 7.2.6
Aanpak hoofdluis Om het hoofdluis probleem aan te pakken is er een ouderwerkgroep opgericht. Deze ouderwerkgroep draagt zorg voor uitvoering van de hoofdluiscontrole op school en de voorlichting aan andere ouders. Deze werkgroep werd tijdens het seizoen 2000-2001 mede in het leven geroepen op advies van de Medezeggenschapsraad van ‘t Ambacht. Als school zijn we verantwoordelijk voor de hygiëne en het leefklimaat op school. Er zal ca. 5 keer per jaar hoofdluiscontrole plaatsvinden in alle groepen. Na uitvoering van de controle zal een leerkracht vervolgens de ouders van de kinderen bij wie hoofdluizen zijn geconstateerd inlichten en informeren. De werkwijze van de ouderwerkgroep is als volgt: * Na elke schoolvakantie zullen alle kinderen van onze school worden nagekeken op hoofdluis door de ouders van de werkgroep. * Bij elke melding van hoofdluis wordt de betreffende groep ( en broertjes, zusjes van de besmette leerling(en)) nagekeken. * Bij constatering van hoofdluis en/of neten, wordt u telefonisch op de hoogte gesteld, waarbij de datum van hercontrole bekend wordt gemaakt. * De kinderen van de groep waarin hoofdluis is geconstateerd krijgen een brief mee om de ouders op de hoogte te stellen en te waarschuwen. * Er zal regelmatig een artikel over hoofdluis verschijnen in de info.
28
|
8. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS Zoals u al in 4.3.1 heeft kunnen lezen, volgen wij de ontwikkeling van elk kind op de voet. In de onderbouwgroepen met behulp van de observatielijsten. In de groepen 3 tot en met 8 aan de hand van methode onafhankelijke toetsen (zie toetskalender). Aan de hand van de observatiegegevens en toetsuitslagen worden de resultaten van het onderwijs gemeten en geëvalueerd. Evaluatie van de gegevens kan leiden tot: • Zorg op maat: a. Ondersteuning binnen de groep. b. Remedial teaching. • Vervanging van een methode. • Aanpassen programma van enkele of meerdere kinderen.
schoolgids 2006 - 2007
|
29
9. REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 9.1. Schooltijden en verzuim Dag: Ma,di,don,vrij. Woensdag Woensdagmiddag
Groep 1 t/m 3 8.30 uur – 12.00 uur 13.30 uur – 15.30 uur 8.30 uur – 12.00 uur Vrij
Groep 4 8.30 uur – 12.00 uur 13.15 uur – 15.15 uur 8.30 uur – 12.00 uur Vrij
Groep 5 t/m 8 8.30 uur – 12.00 uur 13.15 uur – 15.15 uur 8.30 uur – 12.15 uur vrij
9.1.2. Regels voor aanvang en einde schooltijd 10 minuten voor het begin van elke schooltijd gaat de bel en worden de deuren opengezet. De kinderen kunnen dan rustig naar binnen komen en plaats nemen in hun eigen klas. Om rustig en op tijd te kunnen beginnen in de groepen 1 en 2, is het goed om uw kind(eren) in de klas te brengen en direct afscheid te nemen. 9.1.3. Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van lesuitval In eerste instantie wordt bij verlof of ziekte van een leerkracht gebruik gemaakt van onze eigen invallers. We proberen per groep bij vervanging zoveel mogelijk dezelfde invallers in te zetten. Helaas lukt dit in toenemende mate niet altijd. Indien er geen invallers beschikbaar zijn, wordt een keus gemaakt uit de volgende maatregelen: - inzet van een LIO-leerkracht (dat is een leerkracht in opleiding). - verdelen van een groep (iedere keer een andere groep uit de groepen 5 t/m 8). We proberen de taken van de directieleden, intern begeleiders en remedial teachers zo veel mogelijk te beschermen. Slechts in noodgevallen zullen zij voor een groep worden ingezet. Wanneer alle mogelijkheden uitgeput zijn kan een groep naar huis gestuurd worden. Hier komt ook elke keer een andere groep voor in aanmerking. U wordt hierover altijd vooraf geïnformeerd. Op verzoek is altijd opvang mogelijk. In overleg met de MZR is er een protocol vervanging bij ziekte ontwikkeld. 9.1.4. Maatregelen preventie schoolverzuim Ziekte graag ‘s morgens telefonisch tussen kwart over acht en half negen even doorgeven. Slechts in bepaalde gevallen is extra verlof toegestaan. Op aanvraag is op school informatie verkrijgbaar. 9.1.5. Regels in geval van school-verzuim Een kind is leerplichtig op de eerste schooldag van de maand die volgt op de maand waarin een kind de leeftijd van 5 jaar bereikt (b.v. 6 januari 5 jaar; vanaf de eerste schooldag in februari is het kind dan leerplichtig). Een leerplichtig kind dat nog geen 6 jaar is, is voor ten hoogste 10 uur per week niet leerplichtig, nl: • maximaal 5 uur op initiatief van de ouders / verzorgers: dit hoeft alleen maar medegedeeld te worden aan leerkracht of directeur. • maximaal 5 uur met toestemming van de directeur na een verzoek van de ouders/verzorgers (de directeur kan dit weigeren). 9.1.6
Schorsing In bijzondere gevallen kan een leerling voor één of enkele dagen worden geschorst. De directeur kan hiertoe besluiten na overleg met de leerplichtambtenaar.
9.1.7.
Regels voor verwijdering We gaan er vanuit dat we deze regels slechts in een zeer uitzonderlijk geval nodig zullen hebben. Het gaat daarbij om de situatie dat een kind een gevaar wordt voor zijn klasgenoten en/of het personeel. Uiteraard zal bij ernstige gedragsproblemen eerst de hulp van externe deskundigen worden ingeroepen. Wanneer dit geen effect heeft en de situatie uitzichtloos is, zal de school zich eerst inspannen om in samenwerking met de Commissie Leerlingenzorg van het Samenwerkingsverband ‘Weer Samen Naar School" en de ouders een andere school te zoeken. Indien dit alles niets oplevert, zal de verwijderingprocedure gestart worden. We volgen hierbij de wettelijke stappen, zoals onder meer hoorplicht, afweging van belangen, mogelijkheid van beroep en inspanningsverplichting tot het zoeken van een andere school.
30
|
9.2. Vakanties Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasvakantie Koninginneweekend Meivakantie Zomervakantie
23 oktober t/m 27 oktober (gr. 1 t/m 4 ook 20 oktober) 25 december t/m 5 januari (gr. 1 t/m 4 ook 22 december) 19 februari t/m 23 februari (gr. 1 t/m 4 ook 16 februari) 6 april t/m 9 april 30 april (gr. 1 t/m 4 ook 27 april) 7 mei t/m 18 mei (gr. 1 t/m 4 ook 4 mei) 23 juli t/m 31 augustus
Voor de onderbouwgroepen (groep 1 t/m 4) zijn er verspreid over het hele jaar, naast de verlengde vakanties, 7 vrije vrijdagen. De kinderen hebben dan een vrijdag vrij i.v.m. de ADV-dagen van de leerkracht. De data zijn: 8 september 29 september 17 november 1 december 26 januari 16 maart 15 juni Op 25 april 2007 zijn alle leerlingen vrij i.v.m. een Meervouddag voor het personeel van Meervoud.
schoolgids 2006 - 2007
|
31
10. NAMEN en adressen 10.1. Van de school 10.1.1. Directie- en teamleden en onderwijs ondersteunend personeel. Directeur + MT:
Jennie Klop Nachtegaallaan 90 2665 EJ Bleiswijk 010 – 5221406
Overige leden MT:
Robert Poortman (locatieleider Goudsesingel tot 1 oktober) Lianne van Rijn (bovenbouwcoördinator) Gerdien Stam (onderbouwcoördinator) Anja v.d. Vorm (IB-er) Judith Korpershoek (IB-er)
Teamleden:
Leni v.d. Berg, groep 1/2a – kikkers (ma, di, do, vr) Jeannette Sonneveld, groep 1/2a – kikkers (woe) + RT-er groep 1/2 Gerdien Stam, groep 1/2b – kapoentjes Jacqueline de Vries, groep 1/2c – muizen (ma, di, do, vr) Erica Oosterman, groep 1/2c – muizen (woe) Monica Vijfhuizen, groep 1/2d – schapen (ma, di, do, vr) Suzan Verwijs, groep 1/2d – schapen (woe) Cora de Jong, groep 1/2e – giraffen (di, woe, do, vr) Margriet v. Hattem, groep 1/2e – giraffen (ma) Arianne Goudswaard, groep 3a – zebra’s (di, woe, do, vr) Margreet Alting, groep 3a – zebra’s (ma) Judith Zeelenberg, groep 3b, apen Gerja Stolk, groep 4a – biggen Annelies Broek, groep 4b – dolfijnen (ma, di) Jetty de Heer, groep 4b – dolfijnen (woe, do, vr) Jeannette Buitelaar, groep 5a – panda’s (ma, do, vr) Caroline Vermeulen, groep 5a – panda’s (di, woe) Marja Rowaan, groep 5b – kangoeroe’s (ma, di) Gera Zieltjens, groep 5b – kangoeroe’s (woe, do, vr) Clarinda Poot, groep 6a – olifanten Marjolein Leijendekkers, groep 6b – tijgers Wim Breevoort, groep 7a (ma, di) + RT-er groep 6 t/m 8 Debby Voerman, groep 7a (woe, do, vr) Arjan Zonneveld, groep 7/8 + ICT-er Annemieke v.d. Borden, groep 8a Len v. Ravens, vakleerkracht handvaardigheid Anke de Waard, administratief medewerkster Evelien Dijkshoorn, schoolassistent Goudsesingel Birnur Eser, schoolassistent Chrysantstraat
32
|
10.1.2. Ouderraad bankrekeningnr. schoolfonds: 97.71.10.532 (let op! nieuw nummer) t.n.v. Stichting Meervoud Penningmeester:
Erich Staar Lusthofstraat 36 3135 CX Vlaardingen Tel. 010-4342401
Coördinator werkgroepen: Werkgroepen: koffie en thee themahoek Sint Inkoop Christelijke feestdagen Kerk-school Sport Hoofdluis Verpest het niet
Joke v.d. Graaf, Oranjelaan 23, tel.: 2489119 of 06-30872002
Eline Koster, Sportlaan 49, tel.: 4602013 Jacqueline van Tienen, Rotterdamseweg 6, tel.: 2328580 of 06-25165808 Lidwine Erftemeijer, Prins Hendriklaan 54, tel.: 4345307 Esther van Klaveren, Nassaulaan 20, tel.: 4346335 vacature vacature vacature vacature Annemieke v.d. Borden (teamlid)
10.1.3. Medezeggenschapsraad Voorzitter: lid:
vacature Jacqueline Vrijenhoek Asterstraat 44 3135 HB Vlaardingen Tel. 010-2470616 Bert Wilschut Hartmanstraat 101 3135 PK Vlaardingen Tel. 010-4604267
Monique Romein Goudsesingel 18 3135 CC Vlaardingen Tel. 010-4349550 vacature
Personeelsgeleding: Lianne van Rijn Judith Korpershoek Jetty de Heer Debby Voerman 10.1.4. Contactpersonen klachtrecht Anja van de Vorm: René Kijne: 10.2.
IB-er ouder, Hyacintstraat 3, tel. 435.76.73
Schoolbestuur Stichting Meervoud Van Hogendorplaan 100 A 3135 CE Vlaardingen Postbus 6020 3130 DA Vlaardingen telefoon: 010 - 2490005 fax: 010 - 2490006 Voorzitter Raad van Toezicht Voorzitter College van Bestuur Stichtingsdirectie
N.H. Bouman R.C. van Harten Chr. J. Bos W.H. Vos
schoolgids 2006 - 2007
|
33
10.3. Externe personen 10.3.1. Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Klachtenmelding over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstige psychisch of fysiek geweld:meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief) 10.3.2. Schoolbegeleider: Centrum Educatieve Dienstverlening Nieuwe Waterweg Noord Parallelweg 2 Postbus 4159 3130 KD Vlaardingen, Tel: 010 - 4358222 leerlingbegeleider: Ans de Haan 10.3.3. Schoolarts GGD Nieuwe Waterweg Noord, Van Hogendorplaan 501 3135 BP Vlaardingen, Tel: 010-2488080 Schoolarts: Marianne Soors Assistente JGZ: Mimoza Hanspians Sociaal verpleegkundige: Joan Peeters 10.3.4. Vertrouwenspersoon bestuur: de heer F. Mast of mevrouw J. van Hemert - Hoogenboom. Adresgegevens verkrijgbaar via de directeur of contactpersonen klachtrecht.
34
|
11. ALGEMENE INFORMATIE 11.1 Informatie van groep 1 en 2 11.1.1.
Gastdagen Gaat uw kind voor het eerst naar de basisschool dan is er de mogelijkheid om gebruik te maken van de zgn. gastdagen. Uw kind mag 5 keer als gast het onderwijs meemaken. Deze gastdagen kunt u in overleg met de juf van groep 1/2 afspreken.
11.1.2. Het pleinonderhoud Door de vele bomen die rondom de school staan, is het schoolplein vaak al na korte tijd bezaaid met bladeren, bovendien vaak vermengd met zand. We zoeken dan ook enkele ouders die regelmatig het plein willen vegen. U kunt zich opgeven door het desbetreffende gedeelte van één van de inlegvellen (bij de schoolgids) in te vullen. Het geeft uw kind weer vele uren speelgenot ! 11.1.3. Sloffenzakken Voor elk kind hangt er in de gang aan zijn/haar eigen kapstokhaak een sloffenzak met een herkenbaar plaatje. Het is de bedoeling dat u voor uw kind een paar ritmiekschoenen (met stugge zool en zonder veters) aanschaft die op school kunnen blijven. Bij nat weer worden deze schoentjes in de klas gedragen en dan blijven de laarzen op de gang. Wilt u de laarzen voorzien van naam? Bij regenachtig weer zijn er namelijk veel dezelfde laarzen op school. Tijdens de bewegingsles in het speellokaal worden de ritmiekschoentjes ook gebruikt. 11.1.4. Speelgoed Alleen op de laatste vrijdagmiddag voor een vakantie mag uw kind speelgoed van thuis meenemen om er in de klas mee te spelen. Dit heeft als doel het meenemen van speelgoed zoveel mogelijk tot deze middag te beperken. Op de andere vrijdagmiddagen zullen er voorlees-, computeractiviteiten en/of gezelschapsspelen worden gedaan. 11.1.5. Verjaardagen ouders Wanneer u als ouder/verzorger jarig bent, mag uw kind op school iets voor u maken. Wilt u de data van deze verjaardagen vermelden op de kalender die bij de groep hangt. 11.1.6. Afsprakenschrift In de onderbouwgroepen ligt op een vaste plaats een schriftje. Komt uw kind wat later op school door een vooraf gepland bezoek aan dokter of tandarts? Blijft het incidenteel over of wordt het gehaald door de taxi? Al dit soort boodschappen kunt u kwijt in dit schrift. 11.1.7. Buiten spelen Bij mooi weer wordt er soms gebruik gemaakt van de speeltuin Goudhaantje.
11.2. Informatie groep 3 t/m 8 11.2.1. Bewegingsonderwijs De lessen bewegingsonderwijs worden gegeven in de gymzaal aan de Meidoornstraat of de Oosterstraat. De groep die in de Oosterstraat gym krijgt, gaat daar op de fiets heen. Bij goed weer wordt gebruik gemaakt van het plein, het Oranje Park, het veld van ‘t Groen of de speeltuin Goudhaantje.
schoolgids 2006 - 2007
|
35
11.2.2 Overzicht lessen bewegingsonderwijs dinsdagmiddag: woensdag: donderdagmorgen: donderdagmiddag: vrijdagmiddag:
groep 7a, 5a en 5b groep 6a, 6b, 4b en 7/8 groep 7a en 4a groep 8a groep 3a en 3b
zaal Meidoornstraat zaal Meidoornstraat zaal Meidoornstraat zaal Oosterstraat zaal Meidoornstraat
11.2.3 Schoolzwemmen De groepen 5 en 6 hebben zwemmen in bad De Kulk. Zij gaan daar met de bus heen. groep 5a en 5b: woensdag tijdens de even weken groep 6a en 6b: vrijdag tijdens de oneven weken
11.3. Jaarlijkse en doorlopende acties 11.3.1. Adoptie De school heeft een doorlopend zendingsproject in de vorm van een school. Uit het programma van Dorcas is een school in Ethiopië geselecteerd. De Meserethe Ethiopia School, in Addis Abeba, is een vrij grote school. Hij bestaat uit 11 lokalen, een laboratorium, een bibliotheek en een studiecentrum. Er zijn 27 leerkrachten en in totaal 1871 (vaak kansarme) leerlingen. In elke groep staan spaarbusjes waar geld in kan worden gestopt. Dit geld wordt dan gebruikt voor "onze" school in Ethiopië. 11.3.2. Kinderproject Op zondag 4 maart 2007 is er weer een Dienst voor Jong & Oud. De dienst zal een start zijn voor ons jaarlijkse zendingsproject. Dit schooljaar hebben we gekozen voor het doel: Kids Moving the World. Dit is een samenwerkingsverband tussen TPG Post, TNT en het World Food Programme(WFP), met als gezamenlijk doel het bestrijden van de honger in de wereld. Het WFP probeert zoveel mogelijk kinderen eten te geven via het School Feeding Support Project. Dit project zorgt ervoor dat kinderen naar school kunnen en daar te eten krijgen. Kids Moving the World is opgericht om kinderen bij ons op school meer te vertellen over School Feeding en het dagelijks leven van kinderen in landen met weinig eten. Door middel van een lespakket en een interactief spel maken we op school kennis met kinderen in landen met voedselproblemen. Voor meer informatie, kijk op www.kidsmovingtheworld.nl 11.3.3. Kinderpostzegels De leerlingen uit de groepen 7 en 8 proberen elk jaar de bekende postzegels en kaarten te verkopen. Het hiervoor bijeengebrachte geld is bestemd voor diverse projecten in binnen- en buitenland. De hulp aan kinderen (via goed onderwijs, verantwoorde gezondheidszorg) staat hierbij centraal.
11.4. Diensten voor jong en oud Bij het organiseren van de diensten voor jong en oud werken wij binnen de werkgroep kerk en school samen met de Hervormde wijkgemeente van de Bethelkerk en de SOW wijkgemeente Emmaus/Immanuel. De diensten worden afwisselend in beide kerkgebouwen gehouden. Het komend schooljaar is de Bethelkerk aan de beurt. Op zondag 4 maart 2007 zal daar een dienst gehouden worden, waarna in de 2 aansluitende weken de actie voor het kinderproject zal zijn.
11.5. Schoolmelk U kunt uw kind op school aanmelden voor schoolmelk middels het aanmeldingsformulier. U kunt kiezen voor: Halfvolle melk per pakje ongeveer € 0.27 Volle melk per pakje ongeveer € 0.27 Chocolademelk per pakje ongeveer € 0.27 Drinkyoghurt per pakje ongeveer € 0.30
36
|
Betalen aan Melkunie: Melkunie verzorgt de schoolmelk voor onze school. U ontvangt van Melkunie een rekening (acceptgiro). U kunt ook per drie maanden betalen. U kunt niet op school betalen! U kunt op school wel meer informatie krijgen.
11.6. Diversen 11.6.1. Fietsen Omdat de meeste kinderen op loopafstand van de school wonen en er bij de school weinig ruimte is om fietsen te plaatsen, willen wij u verzoeken uw kind alleen wanneer het dringend noodzakelijk is op de fiets naar school te laten komen. 11.6.2. Verjaardag Het blijft voor elk kind een feest zijn/haar verjaardag op school te vieren. Ook dit cursusjaar ontvangt elke leerling op zijn verjaardag een posterkaart. Het kind mag natuurlijk ook trakteren. Laat het vooral ook een feest zijn voor het gebit!! Snoep verstandig, liever geen snoep ! Er zijn zoveel mogelijkheden om uw kind met een "gezond snoepje" naar school te sturen: een stukje kaas, worst, augurk, appel, mandarijn, enz...
schoolgids 2006 - 2007
|
37