Inhoudsopgave
Woord vooraf ................................................................................................................................................................... 3 Inleiding ........................................................................................................................................................................ 4
1. 1.1 1.2 1.3 1.4
Contextbeschrijving Hogeschool iPabo .......................................................................................................... 5 Historische context ......................................................................................................................................... 5 Regionale context: studentenpopulatie ......................................................................................................... 6 Organisatorische context: kleine hogeschool met bi-locatie (Amsterdam, Alkmaar) en artikel 8 locatie (pabo Almere) ..................................................................................................................................... 7 Hogescholen met vergelijkbare context Hogeschool iPabo: referentiepabo’s .............................................. 7
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Huidige profiel Hogeschool iPabo................................................................................................................... 8 Missie, visie, programma’s en het creëren van publieke waarde .................................................................. 8 Samenhang tussen programma’s bij creatie van publieke waarde ................................................................ 9 Hogeschool iPabo als netwerkspeler bij het creëren van publieke waarde ................................................... 9 Organisatorische randvoorwaarden bij het creëren van publieke waarde .................................................. 10 Toetsing huidige profiel aan strategische doelen externe stakeholders ...................................................... 10
3. 3.1
Strategisch, tactisch en operationeel veranderproces ................................................................................. 12 Leiderschap en het strategisch richten van de organisatie: Inhoudelijke zwaartepunt-vorming en focus ............................................................................................................................................................. 12 Leiderschap en het tactisch beïnvloeden van cultuur en organisatie .......................................................... 13 Leiderschap en het operationeel inrichten van de organisatie: ‘organisational capacity’ ........................... 14 Leiderschap en het realiseren van de gewenste transformatie ................................................................... 14
3.2 3.3 3.4
4. 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3
Aanscherping huidige profiel: speerpunten vast te leggen in prestatieafspraken en afspraken over zwaartepuntvorming en profilering ............................................................................................................. 15 Prestatieafspraken ........................................................................................................................................ 15 Bevorderen studiesucces door vermindering uitval en verhoging bachelorrendement .............................. 15 Kwaliteitsverbetering in termen van NSE-scores ......................................................................................... 18 Maatregelen op het terrein van docentkwaliteit, onderwijsintensiteit en indirecte kosten ....................... 19
4.2
Zwaartepuntvorming en profilering: Center of Expertise voor het primair onderwijs ................................ 20
Bijlagen Noten
...................................................................................................................................................................... 28 ...................................................................................................................................................................... 36
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
2
Woord vooraf Bijgaand treft u ons voorstel op grond van het Hoofdlijnenakkoord aan, op basis waarvan aan Hogeschool iPabo naar verwachting prestatiebekostiging wordt toegekend. Ten behoeve van de hiernavolgende voorstellen voor verkrijging van prestatiebekostiging en voor het maken van de bestuurlijke afspraken over profilering en valorisatie, gaat Hogeschool iPabo uit van de volgende gemaakte afspraken in het Hoofdlijnenakkoord: a)
De kwaliteit van onderwijs en het studiesucces hebben prioriteit bij de overeen te komen prestatieafspraken; b) Er is een centrale rol weggelegd voor open overleg tussen Hogeschool iPabo en de staatssecretaris van OCW over de overeen te komen prestatieafspraken; c) Het kader waaraan de voorstellen van Hogeschool iPabo worden getoetst is neergelegd in het hoofdlijnenakkoord. Hogeschool iPabo tekent hierbij aan, dat de HBO-raad mede namens Hogeschool iPabo niet heeft ingestemd met het beoordelingskader dat is opgesteld door de Review Commissie die de staatssecretaris heeft ingesteld. In aanvulling op de afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord maakt Hogeschool iPabo het uitdrukkelijke voorbehoud dat mocht op enig moment komen vast te staan dat een formeel-wettelijke basis voor invoering van prestatiebekostiging in het hoger onderwijs ten onrechte ontbreekt, de staatssecretaris van OCW geen reden heeft om de bekostiging inzake de prestatieafspraken aan Hogeschool iPabo te onthouden. Hogeschool iPabo spant zich in de overeen te komen prestatieafspraken te realiseren, maar er kunnen zich omstandigheden voordoen die realisatie ervan in de weg staan. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om: het niet of niet tijdig afgerond zijn van het wetgevingstraject rond de (wettelijke) maatregelen die in het Hoofdlijnenakkoord zijn overeengekomen als zijnde noodzakelijke randvoorwaarden voor het verhogen van de prestaties van de hogescholen op het gebied van kwaliteit en studiesucces; de uitkomst van de discussie rond de bekostiging van het deeltijdonderwijs die thans wordt gevoerd; (ingrijpende) bezuinigingen door het kabinet op het hoger beroepsonderwijs; een definitief besluit om de mbo-4 opleidingen te verkorten van 4 naar 3 jaar. Hogeschool iPabo wenst een aparte bepaling in de prestatieovereenkomst op te nemen waarin wordt geregeld dat wanneer dergelijke omstandigheden zich voordoen, dit leidt tot gehele of gedeeltelijke bijstelling van de prestatieafspraken en/of tot gehele of gedeeltelijke bijstelling van de financiële consequenties die kunnen worden verbonden aan het geheel of gedeeltelijk niet nakomen van de prestatieafspraken tussen de staatssecretaris van OCW en de Hogeschool iPabo. In het geval dat de prestatieovereenkomst ten aanzien van bovenvermelde nadere overwegingen naar het oordeel van Hogeschool iPabo procedureel onvoldoende waarborgen zou bevatten of inhoudelijk onjuist zou zijn, kan de hogeschool besluiten de prestatieovereenkomst toch aan te gaan, doch uitsluitend ter behoud van het recht op prestatiebekostiging. In dat geval behoudt de hogeschool zich het recht voor om juridische stappen te ondernemen indien zij dat noodzakelijk acht.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
3
Inleiding In de notitie Voorstel voor Prestatieafspraken van de hogeschool iPabo beschrijven wij de ambities voor de toekomst met betrekking tot onderwijskwaliteit en studiesucces, profilering van onderwijs en onderzoek, en valorisatie van Hogeschool iPabo. Om te komen tot een adequaat en realistisch ontwikkelperspectief is een integrale, complete aanpak een voorwaarde voor succes, hetgeen betekent dat moet worden gezocht naar samenhang waarbij rekening wordt gehouden met de context waarin de ontwikkeling moet plaatsvinden. Een succesvolle ontwikkeling is dan ook het resultaat van de interactie tussen de inhoud (profiel), het (verander)proces en de context, en dit alles tegen 1 de achtergrond van purpose . Purpose in termen van het nastrevenswaardige en een hoger doel: ‘why the company exists’, dat de diverse stakeholders in en om Hogeschool iPabo verbindt en zich laat vertalen in publieke waarde. Binnen dit dynamisch proces bevindt zich op de snijvlakken de ambitie van de hogeschool: aanscherping van het huidige profiel, in speerpunten vast te leggen in prestatieafspraken. Op basis van bovenstaande wordt de notitie verder vorm gegeven (zie figuur 1) en geeft antwoord op de volgende vragen: - Wat is de specifieke (historische, regionale en organisatorische) context van de hogeschool (hoofdstuk 1)? - Wat is het instellingsprofiel, haar publieke waarde, legitimiteit en bestaansrecht (hoofdstuk 2)? - Op welke wijze wordt invulling, haalbaar en aansluitend op ontwikkelingen op stelselniveau, gegeven aan de strategische opdracht van de instelling om de gewenste strategische ontwikkeling te concretiseren en welke strategische afwegingen (kansen/bedreigingen) liggen hieraan ten grondslag (hoofdstuk 3)? - Wat zijn de reeds geleverde prestaties (trackrecords) en wat zijn speerpunten, vast te leggen in prestatieafspraken (hoofdstuk 4)?
4. prestatieafspraken PURPOSE
Figuur 1: leeswijzer
De notitie Voorstel voor Prestatieafspraken van de hogeschool iPabo is voorgelegd aan de Raad van Toezicht, medezeggenschapsraad en besproken met interne stakeholders.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
4
1.
Contextbeschrijving Hogeschool iPabo
Het profiel van Hogeschool iPabo kan niet losgezien worden van de historische context, de door de regionale context beïnvloede studentenpopulatie en de context van een kleine hogeschool als arbeidsorganisatie.
1.1 Historische context Hogeschool iPabo is een monosectorale hogeschool voor opleidingen, nascholing en onderzoek op het gebied van leraren en leidinggevenden in het primair onderwijs, met locaties in Amsterdam en Alkmaar (+ 1100 studenten). De hogeschool is samen met Hogeschool Windesheim bestuurlijk verantwoordelijk voor pabo Almere. De hogeschool heeft een jaarlijkse begroting van ongeveer M€ 11 en een personele omvang van 121 personeelsleden (91 fte). De recente historie is van grote invloed geweest op ontwikkelingen binnen de hogeschool. In juni 2009 besloot 2 de NVAO nog geen hernieuwde accreditatie af te geven voor de bacheloropleiding . Dit heeft een groot veranderpotentieel binnen de hogeschool losgemaakt en leidde ertoe dat de herstelperiode door de hogeschool is gebruikt om naast ‘de basis op orde te krijgen’ in de diepte is geïnvesteerd in een structuur en cultuurverandering en grondige wijziging in strategie van de hogeschool. Het resulteerde in de periode juni 2009 – april 2012 in de volgende maatregelen: - maatregelen in de structuur van de hogeschool als organisatie: vervanging voorzitter en lid college van bestuur, vervanging bestuurlijk secretaris, aanstelling nieuwe managers, vervanging voorzitter examencommissie; - maatregelen in de organisatiecultuur van de hogeschool: professionele inperking autonomie op het gebied van toetsing- en beoordeling door sturingsbevoegdheden bij de examencommissie en benchmarking kwaliteit eindwerkstukken met collega-hogescholen, verhogen van de transparantie van werkprocessen in de organisatie - herijking missie, visie, strategie en beleid (incl. leiderschap): het samen met schoolbesturen primair onderwijs definiëren van een gezamenlijke inhoudelijke kwaliteitsagenda voor het primair onderwijs (‘Doorgaande lijnen in de ontwikkeling van kinderen en leraren’) en het op basis daarvan herinrichten van de programma’s bacheloropleidingen, Post HBO en onderzoek; het blijven investeren in samenwerking met universiteiten (VU, UU) door partnerschap in landelijke expertisecentra (ELWIeR, LEMM), het starten van een universitaire pabo (PA2), het starten van een expertisecentrum Jonge Kind (SPELEON) en het investeren in promotieplaatsen bij VU/LEARN!; het investeren in programmatische afstemming met Hogeschool Windesheim op het gebied van onderwijs en onderzoek. - inhoudelijke en organisatorische verbetermaatregelen op het gebied van management van processen, management van personeel en management van middelen - systematiseren managementinformatie door invoering prestatiemanagementsysteem BIZZ-score - extra investeren in de kwaliteitszorg van het onderzoek door de vorming van het iPabo onderzoekscentrum en de validatie ervan door de VKO. Tijdens de herstelperiode kreeg de hogeschool door de opgelopen imagoschade te maken met een sterke daling van de studenteninstroom (-60%). Dalende studentenaantallen noodzaakten de hogeschool in 2010 om een sterke reductie in de personele omvang te plegen, parallel aan een ingrijpend proces van kwaliteitsverbetering en strategische heroriëntatie. Tegen de achtergrond van deze moeilijke omstandigheden en het kritisch oog van de diverse stakeholders boekte de hogeschool de volgende successen: - De instroom van nieuwe studenten in 2011 steeg met 35% ten opzichte van 2010. De vooraanmeldingen voor 2012 laten momenteel een groei zien van ruim 40% ten opzichte van 2011. - Op 17 januari 2011 werd de bachelor lerarenopleiding basisonderwijs door de NVAO geaccrediteerd. - Op 4 april 2012 vond de VKO-audit plaats en is de kwaliteitszorg van het onderzoek van het iPabo onderzoekscentrum gevalideerd. 3 - De hogeschool heeft door een grondige verbouwing een ‘schoollab ’ (Speleon). - De hogeschool als organisatie is financieel gezond gebleven.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
5
1.2 Regionale context: studentenpopulatie Hogeschool iPabo is een monosectorale hogeschool met twee locaties. De locatie in Alkmaar is gelegen in een tamelijk vergrijsde witte woonwijk in Alkmaar. Studenten in Alkmaar komen voor een belangrijk deel vanuit diverse plattelandsgemeenten in Noord-Holland Noord. De locatie in Amsterdam is gelegen in het jonge, overwegend allochtone stadsdeel Nieuw West in Amsterdam. Studenten in Amsterdam komen voor een belangrijk deel uit urbane gemeenten in Noord-Holland Zuid en daarnaast een tamelijk homogene autochtone groep uit de regio Volendam/Edam. Het percentage allochtone studenten in de locatie Amsterdam is relatief hoog vergeleken de locatie Alkmaar. Het aandeel allochtone studenten voor de hogeschool als geheel is ondanks de verschillen tussen Alkmaar en Amsterdam hoger dan de landelijke mediaan voor lerarenopleidingen.
Figuur 2: Instroom Hogeschool iPabo (Bron: query Reviewcommissie)
Dit vertaalt zich in de wat lagere rendementscijfers voor de verplichte landelijke toetsen voor taal, rekenen4 wiskunde en mens- en wereld. Tekortschietende taalvaardigheid leidt tot een hogere uitval in de propedeuse omdat betreffende toetsen uitgaan van het zogenaamde 3F instroomniveau.
Figuur 3: MBO-instroom Hogeschool iPabo (Bron: query Reviewcommissie)
Daarbij komt dat een groot deel van de allochtone studenten afkomstig is uit het MBO, waardoor de rende5 mentscijfers tijdens de propedeuse in negatieve zin beïnvloed worden .
Figuur 4: Uitval eerste jaar Hogeschool iPabo (Bron: query Reviewcommissie)
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
6
Op het eerste gezicht lijkt de uitval een jojo-effect weer te geven, maar dit is niet juist. De uitval in het jaar 2007 laat zich verklaren door de invoering van het competentiegericht opleiden, waarbij een groot beroep wordt gedaan op de (talige) zelfstandige studievaardigheden van studenten. Dit heeft de hogeschool onderkend en vervolgens gerichte actie ondernomen. In 2008 is de hogeschool gestart met ‘summer courses‘ voor taal, rekenen en mens- en wereld, waardoor de uitval sterk daalde. De accreditatieperikelen in 2009 leiden ertoe dat studenten de opleiding verlieten omdat onzeker was of zij hun opleiding op de Hogeschool iPabo zouden kunnen voortzetten. De uitval is in 2010 verder gedaald doordat naast ‘summer courses’ de hogeschool is gestart met studentcoa6 ching
1.3 Organisatorische context: kleine hogeschool met bi-locatie (Amsterdam, Alkmaar) en artikel 8 locatie (pabo Almere) Hogeschool iPabo is een monosectorale hogeschool met twee locaties (Amsterdam, Alkmaar) met bestuurlijke 7 verantwoordelijkheid voor een samenwerkingsinstituut (artikel 8 WhW) in Almere . De spreiding van activiteiten over meerdere locaties leidt ertoe dat er verhoudingsgewijs veel AOP en OOP werkzaam is bij de hogeschool en er sprake is van relatief meer indirecte kosten. Er is relatief veel AOP nodig omdat Hogeschool iPabo op het terrein van governance in termen van plan- en verantwoordingslast (financiën, kwaliteitszorg, personeel) aan dezelfde eisen moet voldoen als een grote hogeschool. Bestuur, management en beheer op meerdere locaties en verdeeld over meerdere programma’s (bachelor, post HBO, onderzoek) leidt ook tot een relatieve toename van het AOP (gebouwbeheer, catering, ict-netwerkbeheer). Er is daarnaast relatief meer OOP nodig om onderwijs- en onderzoeksondersteunende taken op twee locaties (mediatheek, studentenvoorlichting, studentenadministratie, stageadministratie) te kunnen handhaven. Raad van Toezicht
MR
College van Bestuur (1,4 fte)
Raad van Advies
Opleidingscommissie Examencommissie
Mgmt (1,8)
Mgmt (1,0)
Mgmt (0,2)
Bachelor
Post-HBO
Onderzoek
Onderwijzend personeel (52,3 fte)
Bestuurssecretaris & Stafhoofden (4,2 fte)
Ondersteunend personeel (28,4 fte)
Figuur 5: Organogram Hogeschool iPabo
1.4 Hogescholen met vergelijkbare context Hogeschool iPabo: referentiepabo’s De regionale en organisatorische context van Hogeschool iPabo is wat de pabo betreft het best vergelijkbaar met de Hogeschool Leiden: een confessionele hogeschool met een pabo-locatie in een middelgrote stad in de Randstad (Alkmaar versus Leiden) en een pabo-locatie in een grote stad in de Randstad (Amsterdam versus Rotterdam). Daarnaast zijn de lokale omstandigheden in Alkmaar identiek met de pabo-locatie Alkmaar van Hogeschool Inholland, alsmede de lokale omstandigheden in Amsterdam vergelijkbaar met die van de pabo van de Hogeschool van Amsterdam. Om de toegevoegde waarde van de Hogeschool iPabo in kaart te kunnen brengen is vergelijking met de pabo’s van Hogeschool Leiden, Hogeschool Inholland (Alkmaar) en Hogeschool van Amsterdam daarom reëel.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
7
2.
Huidige profiel Hogeschool iPabo
Het huidige profiel van de hogeschool krijgt pas betekenis bij een duidelijk ‘purpose’ en daartoe heeft de hogeschool haar publieke waarde uitgedrukt in missie, visie, programma’s en strategische positionering.
2.1
Missie, visie, programma’s en het creëren van publieke waarde
Het mission statement van Hogeschool iPabo luidt: Talent telt! De hogeschool iPabo gelooft in de vele talenten van kinderen en volwassenen. De hogeschool ziet het als haar missie optimale talentontwikkeling van kinderen in basisscholen te realiseren door opleiding en onderzoek naar succesvol leraarschap en leiderschap in scholen. De hogeschool richt zich als opleidings- en onderzoeksinstituut in het bijzonder maar niet uitsluitend op het P.C.- en het R.K.- onderwijs en, hoewel niet statutair, in toenemende mate op het Islamitische onderwijs. De hogeschool iPabo realiseert haar missie door Inspirerend, Innovatief en Interreligieus te zijn. 8 Om haar missie te realiseren heeft de Hogeschool iPabo deze vertaald in inhoudelijk programmabeleid voor: 9 - inspirerende bacheloropleiding voor leraren ; - inspirerende Post HBO vervolgopleidingen (inductie, specialisatie, master), teamgerichte nascholing leraren/ leidinggevenden; 10 - innovatief (praktijk)onderzoek naar succesvol leraarschap en leiderschap in een (levensbeschouwelijk) diverse samenleving. Op de hogeschool iPabo vervullen inspirerende vakdocenten een modelfunctie en maken zij studenten bewust van hun voorbeeldfunctie voor kinderen. Docenten hebben landelijk hun sporen verdiend en zij vervullen een toonaangevende rol met door hen ontwikkelde methodes, actuele praktijkervaring in basisscholen en hun deelname aan landelijke onderzoeksprojecten. Zij verzorgen onderwijs in de geaccrediteerde bacheloropleiding, (teamgerichte) nascholingstrajecten en post HBO vervolgopleidingen en masteropleidingen. Opleidingen die in een doorgaande lijn bijdragen aan een stevige kennisbasis, basaal competent handelen op de werkplek en de ontwikkeling van een permanent lerende en onderzoekende houding op leerling-niveau, groepsniveau, schoolniveau, buurt- en samenlevingsniveau (persoonlijke professionaliteit). Hogeschool iPabo richt zich hierbij inhoudelijk op: - doorgaande leerlijnen in de ontwikkeling van kinderen van 3 tot 14 jaar; - permanente professionalisering van professionals ten behoeve van het realiseren van onderwijs op maat in de ontwikkeling van kinderen van 3 tot 14 jaar; - permanente professionalisering van leidinggevenden in VVE-instellingen, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs bij het creëren van randvoorwaarden voor professionals bij de realisatie van onderwijs op maat in de ontwikkeling van kinderen van 3 tot 14 jaar. Op de terreinen van Opbrengstgericht werken (rekenen/wiskunde, taal), Passend onderwijs & jeugdzorg, Meervoudige talentontwikkeling & excellentie, Jonge Kind & VVE, Oudere kind &culturele diversiteit neemt de Hogeschool iPabo het initiatief voor innovatie van het basisonderwijs door samen met schoolbesturen en andere kennispartners systematisch onderzoek te verrichten. Onderzoek dat resulteert in theorievorming, curriculumverbetering van opleidingen voor leraren en leidinggevenden op bachelor- en masterniveau, alsmede professionalisering van lerarenopleiders basisonderwijs. Bij deze taakstelling is expliciete aandacht voor waarden-geladen keuzes die hierbij gemaakt dienen te worden in de levensbeschouwelijk diverse samenleving, mede op basis van het (leren) voeren van een interreligieuze dialoog.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
8
2.2
Samenhang tussen programma’s bij creatie van publieke waarde
De hogeschool heeft met de herijking van haar missie, visie, strategie en beleid haar bacheloropleidingen, onderzoekscentrum, en post HBO-aanbod inhoudelijk gefocust op de - samen met het werkveld gedefinieerde kwaliteitsagenda primair onderwijs ‘Doorgaande lijnen in de ontwikkeling van kinderen en leraren’ (2010) en het daaraan verbonden convenant PO-campus. Het iPabo onderzoekscentrum is daarin het vliegwiel door praktijkgericht onderzoek te verrichten naar de geagendeerde vraagstukken in het primair onderwijs (kennisproductie). De bevindingen van het iPabo onderzoekscentrum verspreidt de hogeschool vervolgens in samenwerking met collega-hogescholen via bachelor- en masteropleidingen en via de netwerken van docenten Hoger onderwijs waarin Hogeschool iPabo participeert (kennisverspreiding). De bevindingen van onderzoek vinden hun weg tevens naar het werkveld primair onderwijs via nascholing en vervolgopleidingen en betaalde netwerken PO (kennisvalorisatie). De maatschappelijke effecten van deze inspanningen zijn - op termijn - meetbaar in termen van output en outcome (kennisimpact). Als output noemen we: - Toename eindniveau afgestudeerden; - toename inzetbaarheid afgestudeerden in het werkveld; - toename tevredenheid van studenten, werkveld en alumni over de kwaliteit van de opleiding; - toename aantallen afgestudeerden; - toename rendement van de opleidingen. Als outcome noemen we: - Verbetering lerend en onderzoekend vermogen en opbrengstgerichtheid van basisschoolteams bij convenantsbesturen. Output en outcome iPabo (kennisimpact) Aantal, niveau, inzetbaarheid alumni stakeholderstevredenheid over kwaliteit opleidingen en onderzoek
iPabo Post HBO (kennisvalorisatie) HBO-stelselopleidingen MAGISTRUM managementopleidingen Projecten HBO-raad / PO-raad
iPabo onderzoekscentrum (kennisproductie) Gevalideerd onderzoeksprogramma (VKO-audit 4-4-2012)
iPabo opleidingen en netwerken (kennisverspreiding) NVAO geaccrediteerde bacheloropleidingen met leeftijdsspecialisatie en vijf uitstroomprofielen; mede-uitvoerder Interactum Master L &I, Fontys Master SEN; partner landelijke expertisecentra ELWIeR & LEMM; internationaal mobiliteitspartner
Figuur 6: Kenniscirculatie Hogeschool iPabo
Haar programma’s en het creëren van publieke waarde realiseert Hogeschool iPabo mede op basis van haar rol als netwerkspeler in een landelijk en regionaal speelveld van kennisinstellingen.
2.3
Hogeschool iPabo als netwerkspeler bij het creëren van publieke waarde
De Hogeschool iPabo is zowel landelijk als regionaal gepositioneerd. De samenwerking met de Vrije Universiteit (VU), Hogeschool Windesheim en Fontys OSO zijn zowel van landelijke als van regionale betekenis. Met de VU wordt de universitaire pabo vormgegeven en is sprake van samenwerking op het gebied van onderzoek. Met Hogeschool Windesheim is de hogeschool gezamenlijk bestuurlijk verantwoordelijk voor Pabo Almere. Met Fontys OSO wordt de masteropleiding SEN in samenwerking aangeboden. Het lidmaatschap van de Educatieve Federatie Interactum, het lidmaatschap van de coöperatieve vereniging MAGISTRUM, participatie in het landelijk expertisecentrum voor mens- en maatschappijvakken (LEMM) en participatie in het landelijk expertisecentrum voor lerarenopleiders wiskunde en rekenen (ELWIeR) hebben een landelijke betekenis. Met Interactumpartners wordt landelijk samengewerkt op het terrein van kwaliteitszorg, met als specifiek speerpunt de kwaliteitszorg voor het onderzoek. Daarnaast verzorgt de hogeschool in samenwerking met Interactum-hogescholen de masteropleiding MLI. In samenwerking met MAGISTRUMpartners worden schoolleidersopleidingen aangeboden. De samenwerking binnen LEMM en ELWIeR richt zich op (praktijk)onderzoek.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
9
De samenwerking van Hogeschool iPabo met schoolbesturen PO in Noord Holland (PO-campus) heeft een regionaal karakter. Dit heeft in 2010 geresulteerd in een gezamenlijke kwaliteitsagenda voor het primair onderwijs in Noord-Holland, inclusief de daarop gebaseerde programma-eisen voor de bacheloropleidingen, Post HBO en vervolgopleidingen, onderzoek en projecten. De PO-campus voert gezamenlijke projecten om de kwaliteit te verbeteren van het initiële en postinitiële opleiden van leraren. Het opleiden in school maakt hier deel van uit. Vanuit het SAL (Samenwerkende Amsterdamse Lerarenopleidingen: UvA/HvA, Inholland, VU, iPabo) wordt samengewerkt met alle lokale onderwijsinstellingen en de daarbij behorende besturen. De Hogeschool iPabo is vooral een netwerkspeler. De ontwikkelingen in de afgelopen jaren hebben de kwetsbaarheid van de Hogeschool iPabo inzichtelijk gemaakt. Om de strategische positie van de Hogeschool iPabo in het hoger onderwijs te versterken onderzoekt de hogeschool mogelijkheden tot bestuurlijke schaalvergroting en investeert daarom in de samenwerking met de VU-vereniging (voorheen vereniging VU-Windesheim) en de Hogeschool Windesheim. De bestuurlijke schaalvergroting van Hogeschool iPabo is primair gericht op de kwaliteitsverbetering in het onderwijs(PO, VO, BVE). De Hogeschool iPabo geeft hier invulling aan door: - een intensieve samenwerking tussen de lerarenopleidingen PO, VO 2e graads en universitaire lerarenopleidingen, - inbedding in de context van multi-sectorale hogescholen met het oog op bredere taakstellingen binnen scholen en aan scholen gerelateerde taakstellingen en aanhakend bij de 4 multisectorale hogescholen Windesheim, INHolland, HU en HvA, via de landelijke expertisecentra waarin de hogescholen participeren: ELWIeR, Expertisecentrum MMV. - een partnerschap met de omgeving, op basis van een gezamenlijke kwaliteitsagenda PO, en - een partnerschap met VU in de ontwikkeling van een universitair expertisecentrum PO, vanuit een interreligieuze visie op professionele identiteitsontwikkeling, waarbij de Hogeschool iPabo integraal als organisatie-eenheid blijft bestaan.
2.4
Organisatorische randvoorwaarden bij het creëren van publieke waarde
Om haar programma’s duurzaam waar te kunnen maken draagt de Hogeschool iPabo zorg voor: 1. financieel beleid gericht op duurzame continuïteit van de organisatie: 2. personeelsbeleid dat voorziet in: - optimale talentontwikkeling van personeel in lijn met het programmabeleid en conform afspraken met CAO-partners; - organisatorisch verantwoord personeelsbeheer; en - adequate personeelszorg. 3. voorzieningenbeleid gericht op een inspirerende leer-/werkomgeving voor studenten, medewerkers en kennispartners (materieel-gebouwelijk beleid) en gericht op efficiënte en effectieve ondersteuning van bachelor, post HBO en onderzoek (bedrijfsvoering OOP) 4. kwaliteitsbeleid dat een professioneel lerende cultuur en kennisdelen in de iPabo bevordert. Deze beleidsterreinen zijn in de besturing verankerd in een matrixorganisatie, waarbij de programma’s worden aangestuurd door (opleidings)managers en het bestuurssecretariaat en de stafdiensten de kwaliteit van het inhoudelijk beleid, financieel beleid, personeelsbeleid en kwaliteitsbeleid bewaken en bevorderen. De vier beleidsterreinen dienen een kwaliteitsimpuls te krijgen door de strategische positie van Hogeschool 11 iPabo als netwerkspeler .
2.5
Toetsing huidige profiel aan strategische doelen externe stakeholders12
Om te bepalen of de hogeschool de goede dingen doet, zal gekeken moeten worden of het instellingsprofiel voldoet aan de wensen en verwachtingen van externe stakeholders (legitimerende instanties). Hogeschool iPabo ontleent haar legitimiteit en bestaansrecht aan haar bijdrage aan: 13 - Beleidsdoelstellingen van de Europese commissie die kaderstellend zijn voor landelijk overheidsbeleid . Hoger onderwijsinstellingen: o verhogen het aantal hoger opgeleiden, leiden meer onderzoekers op ten behoeve van de R&D agenda van de EU en leveren een extra inspanning om ondervertegenwoordigde groepen succesvol te laten studeren;
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
10
o
-
-
betrekken werkgevers in het ontwerp en de uitvoering van innovatieve opleidings- en onderzoeksprogramma’s op maat ten behoeve van een ‘leven lang leren’ (co-makership); o investeren in professionele ontwikkeling van medewerkers (o.a. innovatieve promotietrajecten) en belonen excellent onderwijs; o investeren in mobiliteit en samenwerking met andere hoger onderwijsinstellingen over landsgren14 zen heen ; o stimuleren ondernemerschap en innovatieve bekwaamheden en versterken de infrastructuur om kennis te verspreiden door partnerschap en samenwerking met instellingen in de betreffende arbeidsmarktsectoren; o stimuleren regionaal politieke steun voor onderwijs-arbeidsmarkt allianties; o beschikken over strategisch en professioneel leiderschap dat autonoom een strategische koers kan uitzetten gericht op diversiteit in strategische keuzen (zwaartepuntvorming) en het realiseren van ‘Centers of Excellence’. Sectorspecifieke beleidsdoelstellingen vanuit de landelijke en lokale overheid zoals vastgelegd in hoofdlijnenakkoorden en gedragen door sectororganisaties in VVE, primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs: a. om de leerprestaties van kinderen te verhogen in: 15 o de voor- en vroegschoolse educatie ; 1617 o het primair onderwijs ; 18 o het voortgezet onderwijs ; 19 o het middelbaar beroepsonderwijs ; b. om de kwantiteit en kwaliteit van professionals en leidinggevenden in het onderwijs en de VVE op peil te 2021 brengen en op peil te houden , employability - en innovatiedoelstellingen van professionals in de onderwijssector te realiseren. 22 c. om de kwaliteit van de lerarenopleidingen op peil te brengen en te houden ; en Regionale vertaling van sectorspecifieke beleidsdoelstellingen in de gezamenlijke kwaliteitsagenda primair onderwijs Noord-Holland en het afgesloten convenant en bilaterale samenwerkingsovereenkomsten PO campus tussen schoolbesturen PO en Hogeschool iPabo: o professionaliseringsagenda leraren en school(overstijgende)teams: doorgaande lijn bachelor, post HBO (inductie, specialisatie) en master gericht op ontwikkeling en onderhoud basisbekwaamheid23, profilering en verdieping24; o professionaliseringsagenda leidinggevenden: doorgaande lijn post HBO en master gericht op a. sturing bekwaamheidsontwikkeling en –onderhoud, b. realisatie opbrengstgerichte en oplossingsgerichte leer- en onderzoekscultuur; o onderzoeksagenda die relevante kennis en handelingsalternatieven biedt ten behoeve van de professionaliseringsagenda.
De hogeschool maakt haar legitimiteit zichtbaar door formele erkenning van: - de bacheloropleiding door de NVAO (17 januari 2011). - de kwaliteitszorg van haar onderzoek door de validatie door de VKO (audit 4 april 2012) - prestatieafspraken en profilering door de Reviewcommissie voor Hoger Onderwijs (te verwerven). De hogeschool maakt haar bestaansrecht (informele legitimiteit) voor haar stakeholders geloofwaardig door via output en outcome van haar bedrijfsprocessen bij te dragen aan strategische doelen en belangen van haar stakeholders.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
11
3.
Strategisch, tactisch en operationeel veranderproces
Het profiel (hoofdstuk 2) en de context (hoofdstuk 1) maken duidelijk voor welke strategische opdracht de organisatie staat: een strategisch, tactisch en operationeel veranderproces om de ‘organisational capacity’ (organisatiecultuur en –structuur) aan te passen aan de publieke waarde die de hogeschool wil creëren. Uitgangspunt is hierbij een omgeving die steeds minder voorspelbaar wordt waarbij het in toenemende mate om ongestructureerde en ambigue vraagstukken gaat waar een grote diversiteit van actoren met elkaar interacteren en nieuwe werkelijkheden creëren. Deze dynamische omgeving maakt deze strategische opdracht misschien wel lastig, maar de feitelijke opdracht en verantwoordelijkheid veranderen er niet wezenlijk door.
3.1 Leiderschap en het strategisch richten van de organisatie: Inhoudelijke zwaartepuntvorming en focus De eerste uitdaging waar lerarenopleidingen primair onderwijs de komende jaren voor staan betreft het duurzaam in het curriculum realiseren van: - de kennisbasis (vakinhoudelijke en vakdidactische kennis in de juiste breedte) - het bachelorniveau (reflectieve en onderzoekende houding met de juiste diepgang) - de (start)bekwaamheidseisen van leraren (professioneel repertoire op groepsniveau en groepsoverstijgend niveau in de relatie naar kinderen, collega’s en ouders) De tweede uitdaging waar hogescholen in het algemeen en lerarenopleidingen primair onderwijs in het bijzonder voor staan betreft het versterken van partnerschappen met het werkveld op het gebied van opleidingen en toegepast onderzoek. De derde uitdaging waar hogescholen in het algemeen en lerarenopleidingen primair onderwijs in het bijzonder voor staan betreft de intensivering van de samenwerking met universiteiten met het oog op de afstemming van onderzoeksprogramma’s. Wat het curriculum betreft omarmt Hogeschool iPabo het advies van de Commissie Kennisbasis Pabo: - eisen stellen aan de instroom De studenten die met de bacheloropleiding starten dienen de landelijk genormeerde toetsen voor 25 taal, rekenen-wiskunde en oriëntatie op mens en wereld te behalen. Studenten die deze toetsen niet behalen dienen zich verplicht bij te spijkeren. Met de Commissie Kennisbasis Pabo zijn wij van mening dat dit in eerste instantie een verantwoordelijkheid is van de betreffende studenten. De Hogeschool iPabo neemt haar verantwoordelijkheid om het instroomniveau van studenten te verhogen op drieërlei wijzen: o voor mbo-studenten het in samenwerking met ROC’s aanbieden van het bestaande mbo-hbotraject als onderdeel van hun mbo-opleiding; o voor havo-studenten het verzorgen van summercourses en bijspijkerbijeenkomsten; o Voor mbo-docenten: het verzorgen van nascholingsactiviteiten opdat zij genoemde vakken op het 3F-niveau kunnen aanbieden aan mbo-studenten. In de toekomst, wanneer het moment van inschrijving wettelijk vervroegd wordt, ontstaat voor studenten de mogelijkheid om tussen mei en september mogelijke deficiënties weg te werken met betrekking tot de toelatingseisen voor taal, rekenen-wiskunde en oriëntatie op mens en wereld (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur & techniek). - ontwikkelen van een beperkt kerncurriculum voor alle vakken Hogeschool iPabo heeft met de recente implementatie van haar programmabeleid haar kerncurriculum aangepast aan de informele eisen met betrekking tot de kennisbasis (de helft van de helft voor taal en rekenen-wiskunde: 60 ec). De kennisbasis wordt in de reguliere bacheloropleiding afgerond na e het eerste semester van het 3 jaar. - landelijke toetsing als extra garantie voor een deel van het kerncurriculum Hogeschool iPabo voert de landelijke toetsing voor het afgesproken deel van het kerncurriculum in (taal en rekenen-wiskunde). De hogeschool participeert in de landelijke toetsontwikkeling voor taal en rekenen-wiskunde. - ontwikkelen van mogelijkheden tot profilering op één of meer vakken e Hogeschool iPabo kent na de recente implementatie van haar programmabeleid vanaf het 2 semester van het derde jaar (minor 2) van de reguliere bacheloropleiding een leeftijdsspecialisatie (jongerekind/oudere kind) met vijf uitstroomprofielen. In het kader van het gekozen uitstroomprofiel verdiepen studenten zich tijdens de afstudeerfase in een vak of vakdoorsnijdend thema.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
12
-
aanvullende bekwaamheidseisen in de inductieperiode. Hogeschool iPabo heeft samen met vertegenwoordigers uit het werkveld een doorgaand post HBOprogramma ontwikkeld voor de inductiefase (startende leerkrachten) en specialisatiefase (ervaren leerkrachten). Nadruk tijdens de inductiefase ligt op kernvraagstukken van startende leerkrachten op het gebied van rekenen-wiskunde, taal en omgaan met gedrag. De verwachting is dat met de invoering van de kennisbasis de aandacht tijdens de inductiefase zal verschuiven. Alumni met leeftijdsspecialisatie jongere kind zullen bij inzet in de hogere groepen (5 tot en met 8) hun vakbekwaamheid moeten verwerven voor de bovenbouw (o.a. meer accent op opbrengstgericht werken taal en rekenen, mens en wereld) en alumni met leeftijdsspecialisatie oudere kind zullen bij inzet in de lagere groepen (1 tot en met 4) tijdens de inductiefase hun vakbekwaamheid moeten verwerven voor de onderbouw (o.a. meer accent op woordenschatontwikkeling, spel, aanvankelijke leerprocessen, motorische ontwikkeling). Wat de partnerschappen met het werkveld op het terrein van opleidingen en onderzoek betreft investeert Hogeschool iPabo in: - herinrichting relatiebeheer bacheloropleiding: vaste schoolcontactpersonen per school en schoolbestuur, gezamenlijke assessorenteams Hogeschool iPabo – schoolbestuur ten behoeve van afname werkveldassessments, profielscholen voor de leeftijdsspecialisatie en uitstroomprofielen. - herinrichting onderzoeksprogramma: gezamenlijke onderzoeksagenda iPabo-werkveld met onderzoeksthema per lector, begeleiding praktijkonderzoek bachelorstudenten inhoudelijk gecoördineerd door iPabo-onderzoekers, begeleiding onderzoek bachelorstudenten door masteropgeleide docenten, onderzoeksvraagstukken profielscholen leidend voor praktijkonderzoek bachelorstudenten, audits op profielscholen met het oog op realisatie van een netwerk van professional development schools (opleidingsscholen) en laboratory-schools (academische opleidingsscholen) Wat betreft de intensivering van de samenwerking met universiteiten investeert Hogeschool iPabo in: - gezamenlijk onderzoeksprogramma VU, Hogeschool iPabo en Hogeschool Inholland ten behoeve van de realisatie van een Center of Expertise op het gebied van het primair onderwijs; - indalen praktijkgerichte onderzoeks- en kennisverspreidingsactiviteiten van het expertisecentrum Jonge Kind (inclusief ‘schoollab’ SPELEON en promotieonderzoeken Jonge Kind) in het Center of Expertise PO - indalen praktijkgerichte kennisverspreidingsactiviteiten van landelijke expertisecentra (ELWIeR, LEMM, ECENT) gericht op het primair onderwijs inbedden in het Center of Expertise PO; - indalen kennisverspreidingsactiviteiten lerarenopleidingen van de vier samenwerkende Educatieve Faculteiten (Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Windesheim, Hogeschool Utrecht, Hogeschool Inholland) in gezamenlijk kennisnetwerk Center of Expertise PO - verbinden Center of Expertise PO aan bestaande internationale kennisnetwerken (o.a. ERASMUSnetwerk, ATEE, ICME, EECERA, NAEYC).
3.2
Leiderschap en het tactisch beïnvloeden van cultuur en organisatie
Hogeschool iPabo is een kleine hogeschool met twee opleidingslocaties. Tegelijkertijd is Hogeschool iPabo een hogeschool met (grote) ambities op het terrein van bacheloropleidingen, post HBO en onderzoek. Om alle ambities waar te kunnen maken vraagt dit in de organisatie om ‘alle hens aan dek’. De hogeschool beschikt niet over uitgebreide stafafdelingen die het beleidsvoorbereidende werk bij bestuurders en leidinggevenden uit handen nemen. Door korte lijnen in de top van de organisatie (tussen CvB en de opleidingsmanagers bachelor van beide locaties, de manager Post HBO en de manager van het iPabo onderzoekscentrum; tussen CvB, bestuurssecretariaat en stafdiensten; tussen management, bestuurssecretariaat en stafdiensten), managementen dienstverleningscontracten met bijbehorende mandaatregeling en korte lijnen tussen leidinggevenden en onderwijzend en ondersteunend personeel kan de hogeschool slagvaardig opereren. Dit heeft de afgelopen paar jaar geleid tot de volgende successen: - accreditatie bacheloropleiding - volledig terugwinnen marktaandeel instroom bacheloropleiding, na aanvankelijke daling instroom van 60%. - validatie kwaliteitszorg onderzoek iPabo onderzoekscentrum. - Convenant en overeenkomsten met schoolbesturen op het terrein van (vervolg)opleidingen en onderzoek. - Intensivering samenwerking met de VU, Hogeschool Windesheim en Hogeschool Inholland. Het realiseren van deze successen mag niet resulteren in een tevreden en zelfgenoegzame houding. Cultuur bepaalt - faciliteert of beperkt - de veranderbaarheid van organisaties. Organisaties die in staat zijn zich aan te passen hebben een waarden-en-normensysteem dat de capaciteit van het ontvangen, interpreteren en verta-
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
13
len van signalen ondersteunt zodat de kans op overleven, groei en ontwikkeling van een organisatie toeneemt. Het is dan ook zaak deze adaptieve externe gerichtheid in de organisatie te bevorderen gezien het toekomst26 perspectief van de Hogeschool iPabo. Het HRM/HRD-beleid voor de komende jaren zal ondersteunend moeten zijn om de komende jaren de ingezette cultuurverandering te bestendigen. Werving, selectie, mobiliteit en loopbaanbegeleiding (functionerings- en beoordelingsgesprekken) zullen daarbij meer dan voorheen in het perspectief moeten staan van de toegevoegde waarde van medewerkers aan de publieke waarde van de hogeschool als geheel. Dit dient de hogeschool te ondersteunen door investering in: a. deskundigheidsontwikkeling van personeel (Human capital), gekoppeld aan inhoudelijk focus en zwaartepuntvorming; b. ontwikkeling slagvaardigheid en samenwerkend vermogen van personeel (Social capital), gekoppeld aan een, op feedback van externe belanghebbenden gerichte, lerende en onderzoekende houding; c. ontwikkeling van resultaatgerichtheid van personeel (Culture), gekoppeld aan een transparante inrichting van werkprocessen en verantwoording over de bereikte resultaten (o.a. projectmatig werken). De samenwerkingservaringen in strategische netwerken zullen daarbij geëvalueerd moeten worden op de wijze waarop zij deze gewenste cultuurverandering bevorderen of belemmeren. Ook zal de wijze van leidinggeven er toe moeten bijdragen dat de organisatie als geheel meer gefocust is op de 27. wensen en eisen uit de externe omgeving alsmede op het boeken van concrete resultaten
3.3
Leiderschap en het operationeel inrichten van de organisatie: ‘organisational capacity’
De inhoudelijke zwaartepuntvorming en focus enerzijds en de beïnvloeding van cultuur en organisatie anderzijds krijgen concreet vorm in de wijze waarop de Hogeschool iPabo als arbeidsorganisatie operationeel wordt bestuurd en gemanaged. De Hogeschool iPabo heeft er in eerste instantie voor gekozen om in lijn met de koers van de hogeschool enkele concrete samenwerkingsprojecten te starten die de organisatie al laten kennismaken met de samenwerkingspartners binnen de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek van de Vrije Universiteit, samenwerkingspartners binnen de lerarenopleidingen van Hogeschool Windesheim en Hogeschool Inholland en samenwerkings28 partners binnen het werkveld primair onderwijs . Succesvolle ervaringen in samenwerkingsprojecten kunnen het pad effenen voor verdere integratie. Due diligence onderzoek – zowel op financieel vlak als op het gebied van de organisatieculturen - zal uitsluitsel moeten verschaffen welk governance-model het meest geschikt is voor de beoogde integratie van activiteiten.
3.4
Leiderschap en het realiseren van de gewenste transformatie
Zwaartepuntvorming en focus, wijzigingen in de organisatiestructuur en –cultuur en wijziging in operationele processen zijn transformaties die parallel plaatsvinden. Dit transformatieproces staat of valt met het creëren van een ‘sense of urgency’ bij de diverse belanghebbenden en een wenkend perspectief waaraan mensen zich persoonlijk via het realiseren van taken of rollen kunnen committeren. De Hogeschool iPabo heeft de ‘sense of urgency’ bij partners in het werkveld vergroot door het oude convenant opleiden in de school op te zeggen en alleen nieuwe convenanten en samenwerkingsovereenkomsten te sluiten met schoolbesturen die a. zich scharen achter de gezamenlijke kwaliteitsagenda voor het primair onderwijs, b. actief willen bijdragen aan het duurzaam borgen van de kwaliteit van opleidingen en onderzoek, en c. op basis van een doelmatige en rechtmatige besteding van middelen en onderlinge uitruil van diensten. De permanente horizontale dialoog met het werkveld krijgt vorm in het bestuurlijk netwerk PO campus, netwerk schoolopleiders en schoolcontactdocenten en via participatie van werkveldvertegenwoordigers in de opleidingscommissie, examencommissie en Raad van Advies van het iPabo onderzoekscentrum. Werkveldvertegenwoordigers kunnen zich persoonlijk committeren door een rol te vervullen als mentor of veldassessor/schoolopleider, nascholingsdocent, kenniskringlid, lid van de opleidingscommissie, examencommissie of Raad van Advies van het iPabo onderzoekscentrum. Daarnaast functioneert een alumnivereniging die actief bij het beleid van de hogeschool wordt betrokken. Bovendien participeren drie hoogleraren in de Raad van Advies van het iPabo onderzoekscentrum als vertegenwoordigers van universitaire samenwerkingspartners. De horizontale en verticale dialoog binnen de hogeschool krijgt een impuls door de implementatie van het prestatiemanagementsysteem BIZZ-score. In dit systeem worden resultaatafspraken met managers en hoofden van diensten uit management- en dienstverleningscontracten vastgelegd en gemonitoord. Om transformatief leiderschap een nadere impuls te geven volgen managers een professionalisering bij TiasNimbas en de VU.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
14
4. Aanscherping huidige profiel: speerpunten vast te leggen in prestatieafspraken en afspraken over zwaartepuntvorming en profilering De hogeschool iPabo heeft haar ambities in het licht van het hoofdlijnenakkoord t/m 2015 gekoppeld aan: - Prestatieafspraken (paragraaf 4.1) - Afspraken over zwaartepuntvorming en profilering (paragraaf 4.2)
4.1
Prestatieafspraken
Samenvattend hebben de prestatieafspraken betrekking op de in figuur 7 aangegeven verplichte en facultatieve indicatoren. De prestatieafspraken worden in de volgende paragrafen nader toegelicht. INDICATOR
STUDIESUCCES
HUIDIGE SITUATIE
PRESTATIEAFSPRAAK 2015
SOORT INDICATOR
0,5% onder het landelijke gemiddelde over drie jaar
Verplichte indicator
(paragraaf 4.1.1)
Uitval
32.7% tegen landelijk 32.1%
Switch
De hogeschool heeft maar één bacheloropleiding zodat ‘switch’ niet van toepassing is.
Verplichte indicator
Rendement
Rendement 83,8% tegen landelijk om en nabij de 70%
Gemiddelde score over komende drie cohorten van minimaal 78% met de aantekening dat wanneer het landelijke gemiddelde hoger is dan 78% minimale score op het landelijke gemiddelde
Verplichte indicator
Handhaven score 3,5 komende drie jaar
Verplichte indicator
Bandbreedte NSE ‘algemene oordelen’ 3,0 – 3,8
Facultatieve indicator
KWALITEIT Kwaliteit/ excellentie
MAATREGELEN
(paragraaf 4.1.2) Algemeen studentenoordeel opleiding (NSE) 3,5 tegen 3,6 landelijk. Bandbreedte NSE ‘algemene oordelen’ 2,8 – 3,7
(paragraaf 4.1.3)
Docentkwaliteit
Aandeel ma/PhD 66%
Aandeel ma/PhD 80%
Verplichte indicator
Onderwijsintensiteit
Contacturen 1e jaar 14 klokuren per week Ratio OP/OOP (fte) is 1,41
Contacturen 1e jaar 15 klokuren per week
Verplichte indicator
Ratio OP/OOP (fte) boven het landelijke gemiddelde en minimaal 1,5 fte indirecte kosten / fte totaal onder het landelijke gemiddelde en maximaal 26,2%
Verplichte indicator
Indirecte kosten
fte indirecte kosten / fte totaal is 27,7%.
Facultatieve indicator
Figuur 7: Prestatieafspraken Hogeschool iPabo
4.1.1
Bevorderen studiesucces door vermindering uitval en verhoging bachelorrendement
Uitval De huidige stand van zaken: De uitval in 2010 was 32.7% tegen landelijk 32.1%. Hierbij gaat het om het aandeel van het totaal aantal voltijd bachelorstudenten (eerstejaars HO) dat na één jaar niet meer bij dezelfde instelling in het hoger onderwijs staat ingeschreven (bron: 1 cijfer HO). De trend vanaf 2003 is als volgt weer te geven:
Figuur 8: Uitval Hogeschool iPabo (Bron: query Reviewcommissie)
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
15
De hogeschool iPabo heeft de laatste jaren stevig ingezet de bachelor standaard te verhogen en heeft daartoe bewust ingezet op hogere kwaliteit aan de hand van strengere eisen binnen een gestandaardiseerd en gevalideerd toetssysteem. Dit is terug te zien in een stijgende lijn in de uitval in het eerste jaar/propedeuse; bij uitstek de periode waarin de opleiding inzet op het oriënteren op het beroep, selecteren op geschiktheid en verwijzen bij gebleken ongeschiktheid van studenten. De sterke uitval in het jaar 2007 laat zich daarnaast verklaren door de invoering van het competentiegericht opleiden. Dit heeft de hogeschool onderkend en vervolgens gerichte actie ondernomen. De accreditatieperikelen in 2009 leiden echter opnieuw tot een sterke uitval daar het voor studenten onzeker was of zij hun opleiding op de Hogeschool iPabo zouden kunnen voortzetten. In 2010 is dit weer rechtgetrokken. Op basis van gegevens uit exitgesprekken zijn de belangrijkste redenen voor studieuitval te destilleren: - Een negatief bindend studieadvies (NBS) op basis van het niet behalen van de nedcat, wiscat, onvoldoende stage en/of te weinig behaalde punten. - Verkeerde studiekeuze. Ambitie ‘uitval’ in het licht van het hoofdlijnenakkoord t/m 2015: De afgelopen jaren is de kwetsbaarheid van een monosectorale hogeschool duidelijk zichtbaar geworden, getuige ook de hierboven geconstateerde fluctuaties. Gezien dit feit kiest de hogeschool iPabo ervoor om haar ambitie dusdanig vorm te geven dat zij komt tot een gemiddelde score voor de komende drie jaren waarbij de hogeschool niet meer dan 0,5% onder het landelijke gemiddelde scoort. Uitgezette en te nemen maatregelen om deze ambitie te kunnen waar maken: Studentcoaching; Om meer binding te krijgen met de opleiding (een reden van uitval) krijgen alle eerstejaars studenten een tweedejaars student als coach. De eerste resultaten (2010) van studentcoaching zijn positief en daartoe is dit een vast onderdeel geworden in het eerste jaar en wordt er onderzocht of studentcoaching kan worden verbreed naar de andere jaren om zo een ‘dakpansgewijze’ ondersteuning en binding te creëren onderling. Summer courses: In 2008 is de hogeschool gestart met ‘summer courses‘ voor taal, rekenen en mens- en wereld, Intern onderzoek bevestigt het beeld dat deze summer courses daadwerkelijk een positief effect hebben op het terugdringen van uitval van studenten (zie figuur 9). De accreditatieperikelen in 2009 leiden ertoe dat studenten de opleiding verlieten omdat onzeker was of zij hun opleiding op de Hogeschool iPabo zouden kunnen voortzetten (tijdelijke piek in de uitval). De uitval is vanaf 2010 weer verder gedaald. Deze daling is te ver29 klaren doordat vanaf 2010 naast ‘summer courses’ de hogeschool is gestart met studentcoaching . Buiten dat deze activiteiten de komende jaren worden voortgezet, zijn vanaf schooljaar 2012-2013 de summer courses verplicht voor alle studenten. Intake: Door vanaf schooljaar 2012-2013 te gaan werken met intakegesprekken kunnen vooraf verwachtingen worden gemanaged waardoor studenten met een reële kijk op zowel het beroep, de studie-inhoud en de te verwachten studielast aan de opleiding gaan beginnen. Op deze wijze hoopt de hogeschool de uitval van studenten vanwege een verkeerde studiekeuze terug te dringen. Op basis van de uit de intake gebleken competenties en studiemotivatie doet de hogeschool een advies aan de aspirant-student. Zo hoopt de hogeschool de uitval van studenten met een verhoogde kans op NBS terug te dringen. Monitoring studieresultaten: Door het toetssysteem dat Hogeschool iPabo in 2010 heeft opgezet is het mogelijk om studenten beter te monitoren op hun resultaten, daar inzicht kan worden verkregen op welke Dublin Descriptor(en) en bekwaamheden uitval plaatsvindt. Op basis van deze gegevens gaat de studieloopbaanbegeleider in gesprek met de student en kan zo extra begeleiding bieden gericht op het terugdringen van deficiënties. Risico’s wat betreft het waarmaken van de beoogde prestatieafspraak over uitval: Trilemma: De hogeschool onderschrijft het trillemma zoals ook aangegeven in het hoofdlijnenakkoord ‘verhoging instroomniveau- verhoging kwaliteit - verhoging rendement’, daar de hogeschool niet selecteert aan de poort en tegelijkertijd stevig inzet op verhoging van de kwaliteit. De hogeschool meent echter voldoende maatregelen te treffen om de bovengrenzen van het rendement gegeven de context van de hogeschool op te zoeken. De hogeschool probeert dit risico op het niet behalen van de prestatieafspraak – soms heb je een wat zwakker cohort – te ondervangen door in de prestatieafspraak uit te gaan van het gemiddelde rendement over de komende drie jaar.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
16
Invoering kennisbasis: Het implementeren van het 5=1 advies van de Commissie Kennisbasis Pabo (‘commissie Meijerink’) maakt de kwaliteitsslag binnen de pabo-opleidingen mede afhankelijk van de inzet van externe belanghebbenden. Naast dat het toeleverende onderwijs 3F niveau moet realiseren, zullen schoolbesturen in het primair onderwijs werk moeten maken van doorgaande professionalisering in de inductiefase. Bovendien zal de wetgever maatregelen moeten treffen om de uiterste aanmeldingsdatum te vervroegen, opdat aankomende studenten in de gelegenheid zijn om ruim voor de start van het eerste studiejaar hun deficiënties weg te werken en toelatingstoetsen met goed gevolg af te leggen. Daarnaast is Hogeschool iPabo mede afhankelijk van collega-hogescholen om conform afspraken binnen de HBO-raad de landelijke toetsen te ontwerpen en implementeren. Hogeschool iPabo heeft een pro-actieve houding aangenomen om deze risico’s het hoofd te bieden. Zo heeft de hogeschool een mbo-hbo-aansluitingsprogramma ontwikkeld, dat momenteel door de hogeschool bij enkele roc’s wordt aangeboden. Dit programma is eenvoudiger in te passen voor alle doorstromers uit het mbo zodra de uiterste aanmeldingsdatum vervroegd wordt. Daarnaast heeft de hogeschool in het kader van ‘Krachtig meesterschap’ samen met het werkveld een inductieprogramma ontwikkeld op het gebied van taal, rekenen-wiskunde en omgaan met gedrag. Dit programma kan – bij medewerking van schoolbesturen en scholen - breder in Noord-Holland uitgezet worden. Bovendien participeert Hogeschool iPabo in de redactieraad van de landelijke kennisbasistoetsen voor taal en rekenen-wiskunde. Op die manier kan de hogeschool het ontwerp en de implementatie van deze toetsen bevorderen. Snelle stijging studenteninstroom Na een dip in de studenteninstroom na het niet behalen van de accreditatie in 2010 (-60%) is de instroom in 2011 weer toegenomen met 35% en laten de vooraanmeldingen voor 2012 een stijging zien van ongeveer 45% (peildatum begin april 2012). Met name dit laatste cijfer duidt op een groeiend marktaandeel omdat de landelijke cijfers liggen rond de -10%. Onduidelijk is nog waar deze groei vandaan komt en of in deze groep instromers sprake is van een oververtegenwoordiging van mbo-ers of allochtone studenten. Exact inzicht hierover is pas bekend bij de start van het studiejaar 2012-2013 (o.a. in verband met percentage ‘no show’) Bachelorrendement De huidige stand van zaken: Het huidige diplomarendement van Hogeschool iPabo (cohort 2006) ligt op 83,8% tegen landelijk om en nabij de 70%. Het gaat hier om het aandeel van de voltijd bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij dezelfde instelling inschrijven (herinschrijvers) dat in de nominale studietijd + één jaar (C+1) bij Hogeschool iPabo het bachelorsdiploma behaalt (bron: 1cijfer HO).
Figuur 9: Diplomarendement Hogeschool iPabo (Bron: query Reviewcommissie)
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
17
Ambitie ‘bachelorrendement’ in het licht van het hoofdlijnenakkoord t/m 2015: De afgelopen jaren is het bachelorrendement flucturerend geweest, mede door de sterk wisselende instroom. De komende jaren krijgt de hogeschool te maken met cohorten die voor het eerst aan landelijke toetsen voor de kennisbasis dienen te voldoen. Gezien dit feit kiest de hogeschool iPabo ervoor om haar ambitie dusdanig vorm te geven dat zij komt tot een gemiddelde score voor de komende drie cohorten waarbij het bachelorrendement minimaal uitkomt op 78% (overeenkomend met een ‘ongecorrigeerd rendement op uitval’ van 55% van de oorspronkelijke instroom). Wanneer het landelijke gemiddelde hoger is dan 78% wil de hogeschool minimaal scoren op het niveau van het landelijke gemiddelde. Dit percentage ligt weliswaar lager dan het huidige niveau, maar op basis van dit streefcijfer wil de hogeschool garanderen dat de kwaliteit en het niveau van afgestudeerden minimaal wordt gehandhaafd op het huidige niveau. Uitgezette en te nemen maatregelen om deze ambitie te kunnen waar maken: Hogeschool iPabo implementeert haar studentcoaching ‘dakpansgewijs’ ook voor studenten in pabo 2 en 3. Hogeschool iPabo ontwikkelt en implementeert haar digitale instellingstoetsing kennisbasis (inclusief maatwerk feedback) in het verlengde van de eisen die gelden voor de landelijke toetsing kennisbasis. De vertegenwoordigers van Hogeschool iPabo in de redactieraad landelijke kennisbasistoetsen dienen dit als interne projectleiders te bewaken. Risico’s wat betreft het waarmaken van de beoogde prestatieafspraak over bachelorrendement: Hogeschool iPabo heeft te maken met een sterke stijging van de studentenaantallen. Onduidelijk is wat de consequenties hiervan zijn voor de toekomstige samenstelling van studentencohorten in de postpropedeutische fase. Hogeschool iPabo zal de instroom in de post-propedeutische fase nauwkeurig monitoren. Wanneer er sprake zal zijn van en substantiële toename van het aantal studenten met mbo-vooropleiding (>5%), dan zal de hogeschool extra moeten investeren in de begeleiding bij het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden.
4.1.2
Kwaliteitsverbetering in termen van NSE-scores
Studentenoordeel: NSE-scores De huidige stand van zaken: De regionale en organisatorische context van Hogeschool iPabo is wat de pabo betreft het best vergelijkbaar met de Hogeschool Leiden: een confessionele hogeschool met een pabo-locatie in een middelgrote stad in de Randstad (Alkmaar versus Leiden) en een pabo-locatie in een grote stad in de Randstad (Amsterdam versus Rotterdam). Daarnaast zijn de lokale omstandigheden in Alkmaar identiek met de pabo-locatie Alkmaar van Hogeschool Inholland, alsmede de lokale omstandigheden in Amsterdam vergelijkbaar met die van de pabo van de Hogeschool van Amsterdam. Om de toegevoegde waarde van de Hogeschool iPabo in kaart te kunnen brengen is vergelijking met de referentie pabo’s van Hogeschool Leiden, Hogeschool Inholland (Alkmaar) en Hogeschool van Amsterdam reëel. De gemiddelde tevredenheid op de NSE-scores 2010 was 3.2, vergelijkbaar met de NSE-scores van de referen30 tiepabo’s. De gemiddelde tevredenheid op de NSE-scores 2011 was 3.5 . Deze gemiddelde score lag hoger dan de gemiddelde scores van de referentiepabo’s. De stijging van de gemiddelde score komt voor een belangrijk deel door toename op de onderdelen De verworven wetenschappelijke vaardigheden/ Praktijkgericht onderzoek (van 2,9 in 2010 naar 3,8 in 2011), Toetsing en beoordeling (van 2,6 in 2010 naar 3,1 in 2011) en De mate waarin je betrokken wordt bij de verbetering van je opleiding (van 3,3 in 2010 naar 3,7 in 2011). Uit deze scores blijkt dat de herstelwerkzaamheden in het kader van de accreditatie daadwerkelijk hebben bijgedragen aan 31 verhoging van het eindniveau en verbetering van de toetsing en beoordeling (de punten waarop de NVAO in eerste instantie onvoldoendes uitreikte). Ambitie ‘kwaliteit’ in termen van studentenoordeel in het licht van het hoofdlijnenakkoord t/m 2015: Hogeschool iPabo wil de gemiddelde NSE-score van 3,5 minimaal handhaven. Daarnaast wil de hogeschool investeren in dat punt waarop de studenten een algemene score onder de 3 geven: de informatie vanuit de opleiding. Deze score wil de hogeschool minimaal verhogen naar een 3.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
18
Uitgezette en te nemen maatregelen om deze ambitie te kunnen waar maken: Hogeschool iPabo heeft de website met ingang van april 2012 vernieuwd, waardoor de informatie over de opleiding overzichtelijker is geworden. De templates voor de website zullen gebruikt worden voor de herinrichting van het intranet. In 2013 start de hogeschool met de implementatie van sharepoint om de informatie op maat aan studenten te kunnen verstrekken. Bovendien start de hogeschool in 2013 met de invoering van het nieuwe studievoortgangsadministratiesysteem Allures. De kwartaalrapportages vanuit Allures gebruiken studieloopbaanbegeleiders om studenten nader te informeren. Risico’s wat betreft het waarmaken van de beoogde prestatieafspraak over studentenoordeel: Hogeschool iPabo heeft de ambitie om haar opleidingen- en onderzoeksportfolio te bundelen met die van Hogeschool Windesheim, Hogeschool Inholland en de VU. Afhankelijk van het ingevoerde governance- en managementmodel kan dit consequenties hebben voor de afstemming van de binnen de hogeschool te gebruiken systemen (website, intranetomgeving, begeleidingsstructuur). De hogeschool probeert dit risico te beperken door in eerste instantie de vernieuwde administratieve systemen en begeleidingssystemen te handhaven. 4.1.3
Maatregelen op het terrein van docentkwaliteit, onderwijsintensiteit en indirecte kosten
Docentkwaliteit De huidige stand van zaken: 32 33 In 2011 was het aandeel van docenten met een mastergraad 60% . Het aandeel van docenten met een PhD bedroeg 6%. Totaal aandeel ma/PhD bedroeg 66%. Ambitie ‘docentkwaliteit’ in het licht van het hoofdlijnenakkoord t/m 2015: Op 1 september 2015 is het aandeel van docenten met een mastertitel 70% en met een PhD-titel 10%. Het totale aandeel Ma/PhD bedraagt dan 80%. Uitgezette en te nemen maatregelen om deze ambitie te kunnen waar maken: Hogeschool iPabo investeert in masteropleidingen voor haar personeel. Daarnaast bevordert de hogeschool promotietrajecten. Momenteel volgen vier docenten een promotietraject, waarvan naar verwachting minimaal de helft in 2015 promoveert. Risico’s wat betreft het waarmaken van de beoogde prestatieafspraak over docentkwaliteit: Door kwantitatieve en kwalitatieve fricties in de formatie heeft Hogeschool iPabo een vrijwillige vertrekregeling geopend. Wanneer dit onvoldoende soelaas biedt, zal een reorganisatie moeten plaatsvinden. Op grond van eisen uit de CAO is de hogeschool dan niet in de gelegenheid om alleen op grond van opleidingsniveau de afvloeiingslijst op te stellen. Hierdoor ontstaat het risico dat hoger geschoolde jongere docenten hoger op de e afvloeiingslijst komen dan lager geschoolde oudere – met name 1 graads bachelor – docenten. Wanneer de sterke stijging van studentenaantallen de komende jaren doorzet zal de behoefte aan hoger opgee leide docenten (master en 1 graadsbevoegdheid taal en rekenen-wiskunde) toenemen. De vraag is of het lukt deze docenten te werven gezien de druk op de arbeidsmarkt met alle beleidsaandacht voor taal en rekenenwiskunde. Hogeschool iPabo probeert deze risico’s te verminderen door in het arbeidsvoorwaardenoverleg specifieke aandacht te vragen voor deze problematiek. Onderwijsintensiteit De huidige stand van zaken: Het aandeel geprogrammeerde contacturen in het eerste jaar bedraagt in 2011 14 klokuren per week. Ambitie ‘onderwijsintensiteit’ in het licht van het hoofdlijnenakkoord t/m 2015: Op 1 september 2015 is het aantal contacturen in de propedeuse minimaal 15 klokuren per week. In de minorfase wordt per 1 september 2015 gemiddeld 50% van de contacturen besteed aan de inhoudelijke kennis voor de minor-uitstroomprofielen. Het profieldeel kennisbasis van de verschillende vakken wordt hiermee gerealiseerd. Uitgezette en te nemen maatregelen om deze ambitie te kunnen waar maken: Het aantal contacturen wordt uitgebreid alsmede het aantal roosterposities per jaar om contacttijd in te kunnen roosteren.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
19
Risico’s wat betreft het waarmaken van de beoogde prestatieafspraak over onderwijsintensiteit: Hogeschool iPabo zou te maken kunnen krijgen met de beperkte beschikbaarheid van parttime docenten om op de nieuw ingeroosterde momenten onderwijs te verzorgen. Om dit risico te kunnen afdekken hanteert de hogeschool als criterium dat een docent minimaal een dagdeel meer ingeroosterd kan worden dan de formatieve omvang van de aanstelling. Indirecte kosten 34 De huidige stand van zaken : De totale formatie bedraagt in 2011 89,3 fte. De formatieomvang van docerend en onderzoekend personeel (OP) bedraagt 52,3 fte. De formatieomvang van ondersteunend en beheerspersoneel (OOP) bedraagt 37 fte. Hiervan is 12,3 fte onderwijs- en onderzoeksondersteuning en 24,7 fte zuivere overhead. De ratio OP/OOP (fte) bedraagt in 2011 1,41. Overheadformatie als percentage van de totale formatie (fte indirecte kosten / fte totaal) bedraagt in 2011 35 27,7% . Dit percentage zuivere overhead is exclusief de onderwijs‐ en onderzoeksondersteuning. Ambitie ‘indirecte kosten’ in het licht van het hoofdlijnenakkoord t/m 2015: Hoewel het aandeel indirecte kosten op Hogeschool iPabo binnen de bandbreedte van de ‘Berenschotsystematiek’ valt, is de hogeschool van mening dat er voor het waarmaken van haar ambities op het terrein van onderwijs en onderzoek op de langere termijn behoefte is aan meer onderwijsgevende formatie en onderzoeksformatie. Deze formatie zou gecreëerd moeten worden ten koste van de ondersteuning en vooral ten koste van de zuivere overhead (bestuur, management, bestuurlijke stafdiensten): - de ratio OP/OOP (fte) ligt boven het landelijke gemiddelde en bedraagt op 15 september 2015 minimaal 1,5; - het percentage zuivere overhead ligt onder het landelijke gemiddelde en bedraagt op 15 september 2015 maximaal 26,2%. Uitgezette en te nemen maatregelen om deze ambitie te kunnen waar maken: Hogeschool iPabo heeft een reorganisatie aangekondigd voor het AOP. De hogeschool wil in het kader van deze reorganisatie de ratio OP/OOP gunstig beïnvloeden in de richting van haar ambitie, evenals het percentage zuivere overhead terugdringen. Risico’s wat betreft het waarmaken van de beoogde prestatieafspraak over indirecte kosten: Hogeschool iPabo zou er mee te maken kunnen krijgen dat vakorganisaties niet bereid zijn in te stemmen met vermindering OOP ten gunste van OP. Hogeschool iPabo probeert dit risico te verminderen door in het arbeidsvoorwaardenoverleg specifieke aandacht te vragen voor deze problematiek. Hogeschool iPabo heeft de ambitie om haar opleidingen- en onderzoeksportfolio te bundelen met die van Hogeschool Windesheim, Hogeschool Inholland en de VU. Afhankelijk van het ingevoerde governance- en managementmodel kan dit consequenties hebben voor de verhouding OP/OOP. De hogeschool probeert dit risico te beperken door in de onderhandelingen over het governance- en managementmodel vast te houden aan de prestatieafspraken zoals gemaakt met de staatssecretaris.
4.2
Zwaartepuntvorming en profilering: Center of Expertise voor het primair onderwijs
De huidige stand van zaken: Hogeschool iPabo heeft in het proces van kenniscirculatie (zie figuur 6; kennisproductie, kennisverspreiding, kennisvalorisatie en kennisimpact) de afgelopen jaren een trackrecord opgebouwd, dat als goede basis kan dienen voor een Center of Expertise in het primair onderwijs. Op het terrein van kennisproductie beschikt de hogeschool over een door de VKO gevalideerd onderzoeksprogramma (VKO-audit 4 april 2012). Op het terrein van kennisverspreiding biedt Hogeschool iPabo een door de NVAO geaccrediteerde bache36 loropleiding pabo (17 januari 2011 ). Vanaf 2009 biedt Hogeschool iPabo in samenwerking met de Vrije Universiteit, Hogeschool Inholland, Hogeschool Windesheim en Gereformeerde Hogeschool een universitair pabo2 traject (PA ) aan gericht op bi-diplomering (bachelor pabo, universitaire bachelor Pedagogiek). Hogeschool iPabo participeert met docenten en lectoren in de Interactum master Leren en Innoveren en in de Fontys master Special Educational Needs. Daarnaast vindt kennisverspreiding plaats via partnerships in het landelijk
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
20
37
Expertisecentrum Lerarenopleiders Wiskunde en Rekenen (ELWIeR ), het Landelijk expertisecentrum Mens- en 38 maatschappijvakken (LEMM ) en de regionale samenwerkingsverbanden Regionaal expertisecentrum EWT 39 40 Noord-Holland/Flevoland en Samenwerkende Amsterdamse Lerarenopleidingen . Bovendien is Hogeschool iPabo een internationaal partner voor studenten- en docentenmobiliteit (via ERASMUS-programma, Europees 41 Platform en NUFFIC) . Kennisvalorisatie vindt plaats via Post HBO-opleidingen, MAGISTRUM-managementopleidingen, trainingen en e coaching en subsidieaanvragen 3 geldstroom (o.a. Toetsing kennisbasis [HBO-raad], Opbrengstgericht werken [PO-raad], Krachtig Meesterschap: Voortreffelijk! [OCW} en EWT [platform Beta-techniek]. De kennisimpact is zichtbaar in het aantal, niveau en inzetbaarheid van afgestudeerden en de stakeholderstevredenheid over de kwaliteit van opleidingen en onderzoek. Ambitie ‘zwaartepuntvorming en profilering’ in het licht van het hoofdlijnenakkoord t/m 2015: In het verlengde van haar beoogde zwaartepuntvorming en focus wil Hogeschool iPabo door samenwerking met partners in de VU-vereniging (VU en Hogeschool Windesheim) de bestuurlijke last verminderen. Daarnaast wil Hogeschool iPabo haar ‘organisational capacity' vergroten door integratie van haar opleidings- en onderzoeksportfolio met die van de lerarenopleidingen van Hogeschool Inholland en Hogeschool Windesheim en afgestemd op het portfolio van de vrije Universiteit, in het bijzonder de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek. De educatieve opleidingen van Hogeschool Inholland, Hogeschool Windesheim en Hogeschool iPabo hebben als prioriteit het waardengebonden werkveld te voorzien van hooggekwalificeerde leraren. Om dit te realiseren hebben de hogescholen besloten hun pakket aan lerarenopleidingen po, vo, bve en masters te bundelen en in gezamenlijkheid aan te bieden alsmede hun onderzoek op het terrein van educatie in gezamenlijkheid te programmeren; dit in nauwe samenwerking en afstemming met de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek van de Vrije Universiteit. Bij deze taakstelling is er expliciete aandacht voor waard(en)vol onderwijs, levensbeschouwing en educatie. De bijzondere dynamiek van de maatschappelijke ontwikkeling laat zien dat er leraren en leidinggevenden nodig zijn die in staat zijn hun vak en beroep te verbinden met ethische en normatieve vraagstukken, die in het onderwijs hun professionele handelen kunnen afstemmen op diversiteit in de ontwikkeling van kinderen: - professionele handelen afstemmen op diversiteit in de brede ontwikkeling van (jonge) kinderen (o.a. Jonge kind, passend onderwijs); - professionele handelen afstemmen op diversiteit in de cognitieve ontwikkeling van kinderen (o.a. Opbrengstgericht werken taal/rekenen, talentontwikkeling); - professionele handelen afstemmen op diversiteit in de culturele en levensbeschouwelijke identiteitsontwikkeling van kinderen (o.a. Burgerschap). Aan deze bewustwording vormgeven, is een opvoedkundige en ontwikkelingspsychologische uitdaging waarbij de doorgaande professionele ontwikkeling van leraren en leidinggevenden in het primair onderwijs cruciaal is. Door de afstemming van het gezamenlijke opleidingen- en onderzoeksportfolio leveren de betrokken partijen een actieve bijdrage aan het verhogen van de kwaliteit van het (verder) opleiden van leraren en leidinggevenden in het onderwijs en het optimaliseren van doorlopende leerlijnen. Dit willen de drie hogescholen samen met de VU vormgeven in zeer nauwe samenwerking met het gerelateerde werkveld. De samenwerkingspartners willen hierbij een Center of Expertise voor het primair onderwijs als katalysator inrichten om het gezamenlijke portfolio in te richten en op termijn uit te bouwen en te verbreden naar het voortgezet onderwijs. Uitgezette en te nemen maatregelen om deze ambitie te kunnen waar maken: Hogeschool iPabo neemt samen met Hogeschool Inholland en de Vrije Universiteit het voortouw om in het kader van de 2% regeling selectieve budget t.b.v. zwaartepuntvorming en profilering een aanvraag in te dienen voor een Center of Expertise voor het primair onderwijs / Expertisecentrum Primair Onderwijs (EXPO). Hogeschool Windesheim participeert niet in de aanvraag, maar zal hieraan inhoudelijk bijdragen door de inzet vanuit 42 haar reguliere middelen voor (lectoraats)onderzoek . Het EXPO richt haar activiteiten op kennisproductie (onderzoek), kennisverspreiding (bachelor- en masteropleidingen, publicaties en presentaties), kennisvalorisatie (Post HBO contractactiviteiten) en kennisimpact (aantal, niveau en inzetbaarheid van alumni, stakeholderstevredenheid over output en outcome opleidingen en onderzoek [ bijvoorbeeld leeropbrengsten bij kinderen, lerende en onderzoekende cultuur in scholen]).
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
21
Output en outcome EXPO (kennisimpact) Aantal, niveau, inzetbaarheid alumni stakeholderstevredenheid over kwaliteit leeropbrengsten en lerende scholen
EXPO Post HBO (kennisvalorisatie) Post HBO/PAO-stelselopleidingen HBO en WO managementopleidingen Projecten HBO-raad / PO-raad
EXPO onderzoek (kennisproductie) praktijkgericht en fundamenteel onderwijsonderzoek
EXPO opleidingen en kennisnetwerken (kennisverspreiding) Professionele bachelor-/masteropleidingen Universitaire bachelor-/masteropleidingen Publicaties/ presentaties via (internationale) kennisnetwerken (o.a. ATEE,AERA,NAECY,EECERA,ICME, ELWIeR, ECENT, LEMM)
Figuur 10: Kenniscirculatie Expertisecentrum Primair Onderwijs (EXPO)
De kennisproductie (onderzoeksactiviteiten) van EXPO richt zich op het professioneel handelen van leraren en leidinggevenden in het primair onderwijs met als focus het kunnen afstemmen op diversiteit in de ontwikkeling van kinderen. Het praktijkonderzoek van hogescholen wordt daarbij verdiept door fundamenteel onderzoek op het gebied van leren en de wijze waarop leerprocessen van kinderen en volwassenen kunnen worden beïnvloed door factoren bij de lerende (intrapersoonlijk), de interactie tussen lerende, facilitators (o.a. leraren, leidinggevenden), en de (waardengeladen) context van het leerproces (nabij: leeromgeving, verder weg: cultuurmaatschappelijke en levensbeschouwelijke context). Diversiteit is een internationaal toonaangevend kennisdomein, dat geoperationaliseerd is in drie praktijkrelevante onderzoeksthema’s/deelprogramma’s gericht op leraren: - professionele handelen afstemmen op diversiteit in de brede ontwikkeling van (jonge) kinderen - professionele handelen afstemmen op diversiteit in de cognitieve ontwikkeling van kinderen - professionele handelen afstemmen op diversiteit in de culturele en levensbeschouwelijke identiteitsontwikkeling van kinderen Deze driedeling sluit aan bij de onderzoeksprogrammering vanuit het interfacultaire onderzoeksinstituut Learn! van de Vrije Universiteit. Daarnaast is nadere operationalisatie beoogd op het praktijkrelevante onderzoeksthema gericht op leidinggevenden: - leiding geven aan schoolontwikkelingsprocessen gericht op afstemming op diversiteit in de ontwikkeling van kinderen Bij dit laatste onderzoeksthema wordt aansluiting gezocht met de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit. De kennisverspreiding vindt allereerst plaats via een geprofileerd opleidingenaanbod. Profilering van het opleidingenaanbod komt tot stand op basis van een gezamenlijk met het werkveld geformuleerde kwaliteitsagenda voor het primair onderwijs. Professionele en universitaire bachelor-/masteropleidingen kennen daardoor een functiegerichte profilering (bijv. functies groepsleraar, vakleraar, schoolleider, bovenschools directeur, gedragswetenschappelijk onderzoeker, bestuurder) of inhoudelijk taakgerichte profilering (bijv. onderbouw/bovenbouwcoördinator, coördinator leerlingenzorg, vakspecialist, cultuur-/brede schoolcoördinator) met als inhoudelijke differentiaties: - Diversiteit in de brede ontwikkeling van (jonge) kinderen (o.a. Jonge kind & VVE, Passend onderwijs, Meervoudige talentontwikkeling) - Diversiteit in de cognitieve ontwikkeling van kinderen (o.a. Opbrengstgericht werken taal/rekenen, Excellentie) - Diversiteit in de culturele en levensbeschouwelijke identiteitsontwikkeling van kinderen (o.a. kritisch burgerschap, levensbeschouwelijke vorming) - Leiding geven aan schoolontwikkelingsprocessen gericht op afstemming op diversiteit in de ontwikkeling van kinderen (o.a. teacher leadership, educational leadership, educational governance)
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
22
De samenwerking en afstemming met de VU vindt wat betreft lerarenopleidingen plaats met de Faculteit der Psycologie en Pedagogiek (universitaire bachelor-/masteropleidingen pedagogiek: universitaire pabo / ontwikkelingspedagogiek; orthopedagogiek; educational neuroscience en theoretische pedagogiek). Wat betreft de opleidingen voor leidinggevenden wordt afstemming gezocht met de Faculteit Sociale Wetenschappen (universitaire bachelor-/masteropleidingen Organisatiewetenschappen, Bestuurskunde). De opgedane ervaringen zullen verder uitgewerkt worden in de profilering van de opleidingen voor het VO (o.a. bi-diplomeringstraject pabo en tweedegraads [v]mbo docent) en de master Special Educational Needs, master Learning & Innovation en master Educational Leadership . De praktijkrelevante onderzoeksthema’s en inhoudelijke zwaartepunten geven verdieping aan de profileringen doordat praktijkgericht onderzoek plaatsvindt in een netwerk van schoollabs (academische werkplaatsen), professional development schools (opleidingsscholen) en laboratory schools (academische opleidingsscholen). Disseminatie van onderzoeksresultaten vindt plaats via scholennetwerken, netwerken opleidingsdocenten en e via het Interuniversitair Centrum voor Onderwijsonderzoek. Verdere valorisatie vindt plaats via 3 geldstroomopdrachten. De kwaliteit van het onderzoek wordt verhoogd door systematisch promotiebeleid en ondersteuning van promovendi. Drie hogescholen spreken uit dat ze het voordragen van het Expertise Centrum Primair Onderwijs onderschrijven en ondersteunen, te weten Hogeschool Windesheim, Hogeschool Utrecht en Hogeschool van Amsterdam. Drie landelijke expertisecentra ELWIeR (rekenen-wiskunde), ECENT (natuur & techniek) en LEMM (Mens- en Maatschappijvakken) ondersteunen de aanpak om de op het basisonderwijs en de lerarenopleidingen basisonderwijs gerichte kennisverspreiding te laten plaatsvinden in samenwerking met de onderzoekers van dit Center of Expertise voor het primair onderwijs. Risico’s wat betreft het waarmaken van de ambitie voor een Center of Expertise voor het primair onderwijs: Hogeschool iPabo loopt het risico om de 2% uit het selectie budget in concurrentie te verliezen wanneer er meerdere consortia een Center of Expertise voor het primair onderwijs zullen aanvragen. Hogeschool iPabo zal dit risico proberen te ondervangen door op 4 juni a.s. - bij de bespreking van de prestatieafspraken met de Review Commissie - een uitgewerkt voorstel voor een Center of Expertise voor het primair onderwijs aan te leveren, inclusief de gezamenlijke intentieverklaring en getekende onderliggende overeenkomsten van betrokken partijen.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
23
Aanscherping prestatieafspraken en aanvullingen op basis van strategische koers 43 (17-juni 2012) 1. Scherpere formulering prestatieafspraken Uitval verplichte indicator De uitval wordt structureel teruggebracht naar 30% in 2015. Uitval facultatieve indicator De uitval van studenten die na de intake een positief studieadvies krijgen, bedraagt in 2015 maximaal 10% (1,5% van de totale instroom). De uitval van studenten die na de intake een neutraal studieadvies krijgen, bedraagt in 2015 maximaal 21% (15% van de totale instroom). De uitval van studenten die na de intake een negatief studieadvies krijgen, bedraagt in 2015 maximaal 90% (13,5% van de totale instroom). Toelichting: Na de intake krijgen studenten drie soorten – niet bindende – studieadviezen: - Positief studieadvies nulmeting in augustus 2013 o Studenten scoren voldoende op de eigen vaardigheidstoetsen voor taal, rekenen-wiskunde en mens & wereld. o Studenten hebben in hun motivatiebrief een heldere keuze gemaakt voor een loopbaan in het primair onderwijs o Studenten hebben tijdens een assessment een aantal generieke beroepsvaardigheden getoond - Neutraal studieadvies nulmeting in augustus 2013 o Studenten scoren binnen vastgestelde bandbreedte op de eigen vaardigheidstoetsen voor taal, rekenen-wiskunde en mens & wereld. o Studenten hebben in hun motivatiebrief een heldere keuze gemaakt voor een loopbaan in het primair onderwijs, of o Studenten hebben tijdens een assessment een aantal generieke beroepsvaardigheden getoond - Negatief studieadvies nulmeting in augustus 2013 o Studenten scoren onder de vastgestelde bandbreedte op de eigen vaardigheidstoetsen voor taal, rekenen-wiskunde en/of mens & wereld. o Studenten hebben in hun motivatiebrief geen heldere keuze gemaakt voor een loopbaan in het primair onderwijs, of o Studenten hebben tijdens een assessment een aantal generieke beroepsvaardigheden niet getoond
Rendement verplichte indicator Het bachelorrendement bedraagt in 2015 minimaal 78%. Toelichting: Dit percentage ligt weliswaar lager dan het huidige niveau, maar op basis van het trillemma zoals ook aangegeven in het hoofdlijnenakkoord is dit streefcijfer voor lerarenopleidingen primair onderwijs reëel. De invoering van de landelijke toetsing van de kennisbasis en de wil van de hogeschool de kwaliteit en het niveau van afgestudeerden minimaal te handhaven op het huidige niveau zal in de praktijk - in eerste instantie - leiden tot het dalen van het rendement.
Docentkwaliteit verplichte indicator Het aandeel Ma bedraagt 80%. Het aandeel PhD bedraagt 10%. Toelichting: Databron is hierbij de Hogeschool iPabo personeelsadministratie. Query nul-meting: totaal aantal docenten met een professional master, WO-master of MOb-opleiding in dienst op 31 december 2011 (de teller) gedeeld door totaal aantal docenten in dienst op 31 december 2011 (de noemer). Query prestatieafspraak: totaal aantal docenten met een professional master, WO-master of MOb-opleiding in dienst op 31 december 2015 (de teller) gedeeld door totaal aantal docenten in dienst op 31 december 2015 (de noemer). Master-graad
% Ma
PhD
% PhD
totaal
% Ma /PhD
Nulmeting 1-1-2012
Ba of Ba met 1e % Ba graad 23 34%
44
66%
4
6%
67
66%
Prestatieafspraak 31-12-2015
13
54
80%
7
10%
67
80%
20%
Onderwijsintensiteit verplichte indicator Contacturen 1e jaar 15 klokuren per week in 2015 Toelichting: Databron is hierbij de hogeschool iPabo vakkenpositionering / lesurentabel. Query nul-meting: Totaal aantal ingeroosterde bijeenkomsten kennisbasis, persoonlijke professionaliteit en competent handelen (begeleide stage) in het voltijds bachtelorprogramma teruggerekend naar klokuren in het studiejaar 2011/2012 (de teller), gedeeld door het totaal aantal lesweken in het studiejaar 2011/2012 (de noemer). Query prestatieafspraak: Totaal aantal ingeroosterde bijeenkomsten kennisbasis, persoonlijke professionaliteit en competent handelen (begeleide stage) in het voltijds bachtelorprogramma teruggerekend naar klokuren in het studiejaar 2014/2015 (de teller), gedeeld door het totaal aantal lesweken in het studiejaar 2014/2015 (de noemer).
Indirecte kosten verplichte indicator De ratio OP/AOP bedraagt minimaal 1,5 (minimaal 1,5 fte OP per 1 fte AOP)
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
24
Toelichting: Door een bestuurlijk alliantie van de Hogeschool iPabo met Hogeschool Windesheim en Hogeschool Inholland zou door efficiency-voordelen (bijv. op het terrein van huisvesting) de ratio OP/AOP nog verder kunnen toenemen. De bestuurlijke beslissing hierover dient nog plaats te vinden. Query nul-meting: totaal aantal fte medewerkers OP in dienst op 31 december 2011 (de teller) gedeeld door totaal aantal fte medewerkers OOP in dienst op 31 december 2011 (de noemer). Query prestatieafspraak: totaal aantal fte medewerkers OP in dienst op 31 december 2015 (de teller) gedeeld door totaal aantal fte medewerkers OOP in dienst op 31 december 2015 (de noemer).
2. Aanvulling indicatoren voor kwaliteit op basis van strategische koers HS iPabo en strategische doelen externe stakeholders 2.1 Curriculum Eisen stellen aan de instroom facultatieve indicator Van de studenten met een neutraal studieadvies die in 2015 tijdens de intakefase de toetsen eigen vaardigheid taal, rekenen-wiskunde en/of mens & wereld niet hebben behaald volgt minimaal 95% een verplicht bijspijkerprogramma. Toelichting: 100% van de studenten, met een geprognosticeerd verzuim van maximaal 5% (op grond van bijzondere omstandigheden).
Kerncurriculum facultatieve indicator In 2015 is de landelijke kennisbasis - inclusief toetsing - in het curriculum van de majorfase van de bacheloropleiding geïmplementeerd en opgenomen in het OER. Profilering op één of meer vakken facultatieve indicator In 2015 is de verdieping en profilering van de kennisbasis in de leeftijdsspecialisaties jongere en oudere kind en uitstroomprofielen van de minorfase van de bacheloropleiding geïmplementeerd en opgenomen in het OER. e
Bi-diplomering Pabo - 2 graadsopleiding facultatieve indicator e In 2015 heeft de Hogeschool iPabo het curriculum voor een gecombineerde bacheloropleiding voor pabo en 2 graad bevoegdheid voor minimaal een vak ontwikkeld en voor de eerste drie jaar geïmplementeerd en opgenomen in het OER. Post HBO programma Jonge Kind & VVE facultatieve indicator In 2015 is het Post HBO programma Jonge Kind & VVE voor de inductie en specialisatiefase geïmplementeerd en door CPION geregistreerd en gecertificeerd. 2.2 Partnerschappen Herinrichting relatiebeheer bacheloropleiding facultatieve indicator In 2015 zijn - op basis van de gezamenlijke kwaliteitsagenda primair onderwijs Noord Holland - het convenant PO-campus en bilaterale samenwerkingsovereenkomsten gesloten tussen minimaal 18 schoolbesturen en Hogeschool iPabo. Toelichting: In het convenant en de bilaterale samenwerkingsovereenkomsten zijn afspraken opgenomen over: vaste schoolcontactpersonen per school en schoolbestuur, gezamenlijke assessorenteams Hogeschool iPabo – schoolbestuur ten behoeve van afname werkveldassessments, profielscholen voor de leeftijdsspecialisatie en de vijf uitstroomprofielen De realisatie van convenant en bilaterale overeenkomsten zijn binnen Hogeschool iPabo opgenomen in managementcontracten.
Structurele inhoudelijke en organisatorische verbinding tussen bacheloropleiding en onderzoeksprogramma facultatieve indicator In 2015 is de structurele verbinding tussen opleidingsprogramma en onderzoeksprogramma gerealiseerd, waarbij sprake is van: - gezamenlijke onderzoeksagenda iPabo-werkveld Afstemmen op diversiteit, met onderzoeksthema per lector - praktijkonderzoek bachelorstudenten inhoudelijk gecoördineerd en begeleid door masteropgeleide iPabo-onderzoekers - onderzoeksvraagstukken profielscholen leidend voor praktijkonderzoek bachelorstudenten - een netwerk van professional development schools (minimaal vijftig profielscholen met opleidingsfunctie) en laboratory schools (minimaal twee academische opleidingsscholen per lector)
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
25
3. Aanvulling Expertisecentrum primair onderwijs (EXPO) 3.1 Inhoudelijk profiel EXPO Afstemmen op diversiteit Toelichting: Diversiteit is een internationaal toonaangevend kennisdomein, dat geoperationaliseerd is in drie praktijkrelevante onderzoeksthema’s/deel-programma’s gericht op leraren: - professionele handelen afstemmen op diversiteit in de brede ontwikkeling van (jonge) kinderen - professionele handelen afstemmen op diversiteit in de cognitieve ontwikkeling van kinderen - professionele handelen afstemmen op diversiteit in de culturele en levensbeschouwelijke identiteitsontwikkeling van kinderen Deze driedeling sluit aan bij de onderzoeksprogrammering vanuit het interfacultaire onderzoeksinstituut Learn! van de Vrije Universiteit. Daarnaast is nadere operationalisatie beoogd op het praktijkrelevante onderzoeksthema gericht op leidinggevenden: ‘leiding geven aan schoolontwikkelingsprocessen gericht op afstemming op diversiteit in de ontwikkeling van kinderen ‘. Bij dit onderzoeksthema wordt aansluiting gezocht met de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit.
Inhoudelijk sterk door samenwerking VU en de Educatieve Alliantie iPabo-Inholland-Windesheim Toelichting: Door de samenwerking - vastgelegd in convernanten - met de VU (Learn! & Faculteit Sociale Wetenschappen) binnen een afgestemd onderzoeksprogramma wordt zowel de wetenschappelijk diepgang als het wetenschappelijk niveau van het onderzoek door EXPO gewaarborgd. Door de nauwe samenwerking met Inholland binnen het EXPO krijgt het onderzoeksprogramma meer massa en is daardoor in staat een significante bijdrage te leveren in de omvang en breedte van het onderzoek om daarmee de beoogde impact te kunnen borgen. Drie hogescholen (Windesheim, HU en HvA) spreken daarnaast uit dat ze het voordragen van het EXPO onderschrijven en actief de aanpak ondersteunen om de op het basisonderwijs en de lerarenopleidingen basisonderwijs gerichte kennisverspreiding te laten plaatsvinden in samenwerking met de onderzoekers van dit Center of Expertise voor het primair onderwijs.
3.2 Professionele organisatie EXPO Ketenonderzoek vindt plaats in een netwerk van labs , professional development schools en laboratory schools Toelichting : Bij ketenonderzoek is sprake van programmatische afstemming tussen praktijkonderzoek door studenten en ontwerponderzoek door lectoren enerzijds (practice based evidence) en (quasi) experimenteel en fundamenteel onderzoek vanuit VU/Learn! Anderzijds (evidence based practice). Labs zijn academische werkplaatsen ingericht op opleidingsinstituten waarin nieuwe praktijken in een gecontroleerde setting met leraren en basisschoolleerlingen worden onderzocht. Professional development schools zijn profielscholen met een opleidingsfunctie in de minorfase gerelateerd aan leeftijdsspecialisatie en uitstroomprofielen. Laboratory schools zijn academische opleidingsscholen.
3.3 Governance EXPO EXPO heeft een stuurgroep met doorzettingsmacht, gedeelde programmaleiding iPabo, Inholland, VU Stuurgroep 3 leden met bestuurlijk mandaat vanuit Inholland, iPabo en VU Mandaat verankerd in bestuurlijk convenant hogescholen-VU Convenant verankerd in prestatieafspraken OCW-hogescholen/VU
Programmaleiding 2 hoogleraren VU, 1 lector Hogeschool iPabo, 1 lector Hogeschool Inholland Programma 2 Kennisverspreiding
Programma 1 Kennisproductie Door kennisdomein gestuurd onderzoek o.l.v. hoogleraar VU
Door schoolontwikkeling gestuurd onderzoek o.l.v. lector iPabo
Programmagestuurd opleidin- Vraaggestuurde professionele genportfolio netwerken o.l.v. lector Inholland o.l.v. hoogleraar VU
3.4 Financieel beleid EXPO 50% van de inkomsten voor onderzoek zijn afkomstig uit Rijksbijdrage, 50% uit 2e en 3e geldstroom Toelichting: Lectoren hebben binnen hun aanstelling de opdracht 50% van hun inkomsten extern te genereren. Samenwerking met hoogleraren bij aanvragen en inzet van middelen vanuit 2e en 3e geldstroom. De totale geldstroom bedraagt € 1.000.000,-.
3.5 Personeelsbeleid EXPO 25% van de kenniskringleden zijn gepromoveerd. Toelichting: Kenniskringleden hogescholen hebben minimaal WO-master niveau. Kenniskringleden vanuit werkveld minimaal HBO-master.
3.6 Voorzieningenbeleid EXPO Per lector minimaal één academische werkplaats (lab). Toelichting: Vanuit ervaringen met SPELEON wordt het principe van de academische werkplaats bij overige lectoraten uitgerold.
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
26
3.7 Kwaliteitsborging EXPO De kwaliteit van EXPO is intern en extern geborgd. Toelichting: - onderzoek hogescholen: VKO validatie mede op basis van geboekte onderzoeksresultaten. - wetenschappelijk onderzoek: Interuniversitair Centrum voor Onderwijsonderzoek. - onderzoeksprogramma EXPO: raad van advies (3 hoogleraren en 3 bestuurders PO)
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
27
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo Kwaliteitsbeleid
Voorzieningenbeleid (Materieel & huisvestingsbeleid Bedrijfsvoering OOP)
Profilering
Personeelsbeleid
Visie
Financieel beleid
Missie
Inhoudelijk programmabeleid
Systematisch werkend aan kwaliteitsverbetering
Voldoet aan wettelijke eisen en sectorafspraken
Optimale tevredenheid belanghebbenden
Voldoet aan wettelijke eisen sector- en CAO-afspraken
Bedrijfseconomisch verantwoorde exploitatie
Voldoet aan wettelijke bekostigingsvoorwaarden
Voldoet aan basiskwaliteit
Voldoet aan wettelijke eisen en sector afspraken
Bijlagen
Bijlage 1 Grafisch weergave strategie en beleid van Hogeschool iPabo
Bacheloropleiding
Post HBO
Onderzoek
Kwaliteitsimpuls door positionering als netwerkspeler samenwerking VU Vereniging / Hogeschool Windesheim samenwerking schoolbesturen Noord-Holland (PO Campus)
28
Bijlage 2 Bijdrage huidige profiel Hogeschool iPabo aan strategische doelen externe stakeholders
Werkveldrelevante zoeksagenda
onder-
doelstel-
Doorgaande professionele ontwikkeling leidinggevenden
Regionale lingen
Doorgaande professionele ontwikkeling leraren
Kwaliteit lerarenopleidingen op peil
onderKwantiteit/kwaliteit wijspersoneel
Leerprestaties kinderen verhogen
Strategisch en professioneel leiderschap
Regionale steun allianties onderwijs-arbeidsmarkt
Infrastructuur kenniscirculatie
Sectorale doelstellingen Europese mobiliteit studenten / docenten
Investeren in HRD
Co-makership werkgevers
Studiesucces allochtonen
Meer onderzoekers
Meer hoger opgeleiden
Profilering / zwaartepuntvorming
Europese en nationale doelstellingen
Indirecte kosten
onderwijsintensiteit
docentkwaliteit
Kwaliteit bacheloropleiding
Studiesucces: rendement
Prestatieafspraken OCW
Studiesucces: uitval
Huidige profiel Hogeschool iPabo
Bacheloropleidingen Pre-propedeutisch traject MBO-HBO aansluitingstraject Summercourses Propedeuse Studentcoaching Gemiddeld aantal contacturen per week Hoofdfase (major en minor) Selectief bijspijkeren Gemiddeld aantal contacturen 14 per week Studentenmobiliteit - binnen Europa (Europees Platform) - buiten Europa (NUFFIC) Leeftijdsspecialisatie en uitstroomprofielen LIO praktijkonderzoek op profielscholen (matching) post HBO portfolio post HBO (doorgaande lijnen inductie, specialisatie, master) betaalde netwerken scholen PO (Regionaal expertisecentrum EWT Noord-Holland/Flevoland44)
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
29
Werkveldrelevante onderzoeksagenda
doelstel-
Doorgaande professionele ontwikkeling leidinggevenden
Regionale lingen
Doorgaande professionele ontwikkeling leraren
Kwaliteit lerarenopleidingen op peil
Kwantiteit/kwaliteit onderwijspersoneel
Leerprestaties kinderen verhogen
Strategisch en professioneel leiderschap
Regionale steun allianties onderwijs-arbeidsmarkt
Infrastructuur kenniscirculatie
Sectorale doelstellingen Europese mobiliteit studenten / docenten
Investeren in HRD
Co-makership werkgevers
Studiesucces allochtonen
Meer onderzoekers
Meer hoger opgeleiden
Profilering / zwaartepuntvorming
Indirecte kosten
Europese en nationale doelstellingen
onderwijsintensiteit
docentkwaliteit
Kwaliteit bacheloropleiding
Studiesucces: rendement
Prestatieafspraken
Studiesucces: uitval
Huidige profiel Hogeschool iPabo
Onderzoek Lectoraatsonderzoeksprogramma jonge kind rekenen-wiskunde diversiteit en kritisch burgerschap Promotietrajecten Taal, Rekenen, jonge kind Expertisecentrum Jonge Kind Ondersteunend financieel beleid - Decentraal begroten op de 3 programma’s (bachelor, post HBO, onderzoek) en 1 projectenprogramma Kwaliteitsverbetering en innovatie - Personeelsbeleid, voorzieningenbeleid en kwaliteitsbeleid onderdeel van decentrale begroting (matrixstructuur) Ondersteunend personeelsbeleid / HRD participatie landelijk Expertisecentrum Lerarenopleiders Wiskunde en Rekenen (ELWIeR45) participatie Landelijk expertisecentrum Mens- en maatschappijvakken (LEMM46) participatie docentenmobiliteit - binnen Europa (ERASMUS) Professionalisering leidinggevenden Professionaliseringsbeleid ‘iedere docent een master’ en toename aandeel gepromoveerden
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
30
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
Regionale lingen
Werkveldrelevante onderzoeksagenda
Doorgaande professionele ontwikkeling leidinggevenden
Sectorale doelstellingen
Doorgaande professionele ontwikkeling leraren
Kwaliteit lerarenopleidingen op peil
Kwantiteit/kwaliteit onderwijspersoneel
Europese en nationale doelstellingen
Leerprestaties kinderen verhogen
Strategisch en professioneel leiderschap
Regionale steun allianties onderwijs-arbeidsmarkt
Infrastructuur kenniscirculatie
Europese mobiliteit studenten / docenten
Investeren in HRD
Co-makership werkgevers
Studiesucces allochtonen
Meer onderzoekers
Prestatieafspraken
Meer hoger opgeleiden
Profilering / zwaartepuntvorming
Indirecte kosten
onderwijsintensiteit
docentkwaliteit
Kwaliteit bacheloropleiding
Studiesucces: rendement
Studiesucces: uitval
Huidige profiel Hogeschool iPabo doelstel-
Ondersteunend voorzieningenbeleid Verbouwing en inrichting ontmoetingsruimte voor studenten (academische binding) Verbouwing en inrichting ‘schoollab’ SPELEON Ondersteunend kwaliteitsbeleid Implementatie managementcontracten en dienstverleningscontracten Implementatie prestatiemanagentsysteem BIZZ-score
31
Bijlage 3
Internationale samenwerking kalenderjaar 2011 en getekende Erasmus-overeenkomsten 2012 Europa
Buiten Europa
Erasmus-overeenkomsten
subsidie Nuffic
subsidie Europees platform aantal
Koninkrijksdelen overzee
aantal
Afrika
aantal
Docentenmobiliteit
aantal
2
basisonderwijs Curacao, Aruba
4
basisonderwijs Zuid Afrika
2
Engelstalig basisonderwijs Indonesië
2
International School Madrid (Spanje)
2
basisonderwijs Suriname
4
Basisonderwijs Zambia
3
Engelstalig basisonderwijs Nepal
2
Basisonderwijs Antwerpen (België)
2
Basisonderwijs Malawi (Edukans)
2
Ted Bursa college (Turkije)
2
International School Barcelona (Spanje) Studentenmobiliteit
Azie
University college Sjaeland (Denemarken)
Universiteit Cape Town (Zuid Afrika)
1
Hogeschool-Universiteit (Belgie)
Lerarenopleiding Mongu (Zambia)
1
Brussel
Uludag University Bursa (Turkije)
totaal
27
3
1
Canakkale Onsekiz Mart University (Turkije) Universidad Catolica San Antonio de Murcia (Spanje)
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
32
Jaar
2011
Locatie Alkmaar
Instelling Hogeschool iPabo Hogeschool INHOLLAND Hogeschool Leiden
De inhoud van de opleiding
De verworven algemene vaardigheden binnen je opleiding
De verworven wetenschappelijke vaardigheden/ Praktijkgericht onderzoek binnen je opleiding De voorbereiding op de beroepsloopbaan
De docenten van de opleiding
De informatie vanuit je opleiding
De studiefaciliteiten van je opleiding
Toetsing en beoordeling
De studieroosters
De studielast
De studiebegeleiding
De overige faciliteiten en de studieomgeving
De algemene sfeer op je opleiding
De mate waarin je betrokken wordt bij de verbetering van je opleiding
gemiddelde NSE-score studenten-oordelen
NSE Scores Algemene studentoordelen lerarenopleidingen basisonderwijs (PABO): Hogeschool iPabo en referentiepabo’s
Je studie in het algemeen
Bijlage 4
3,5 3,4 3,2
3,3 3,2 3,1
3,4 3,4 3,4
3,8 3,6 3,6
3,8 3,6 3,8
3,5 3,3 3,1
2,9 2,6 2,7
3,5 3,5 3,4
3,1 3,1 3,0
3,5 3,0 2,5
3,0 2,9 3,1
3,3 2,8 3,2
3,5 3,6 3,5
4,4 3,9 3,9
3,7 3,1 3,2
3,5 3,3 3,2
Hogeschool iPabo Hogeschool van Amsterdam Hogeschool Leiden
3,4 3,3 3,4 3,7 Niet deelgenomen aan NSE 2011 3,5 3,2 3,5 3,7
3,7
3,5
2,7
3,6
3,0
3,5
3,0
3,2
3,5
4,2
3,6
3,4
4,0
3,7
2,8
3,1
3,1
3,0
3,3
3,6
3,2
4,4
3,7
3,4
3,4 3,3 3,5
3,2 3,1 3,3
3,4 3,4 3,4
3,7 3,7 3,8
3,8 3,9 3,7
3,4 3,3 3,5
2,8 2,8 2,8
3,4 3,3 3,5
3,1 3,0 3,1
3,1 2,7 3,5
3,0 3,2 3,0
3,2 3,4 3,2
3,4 3,4 3,5
4,2 4,1 4,3
3,5 3,4 3,7
3,4 3,3 3,5
Leiden Amsterdam Rotterdam
Gemiddelde gehele selectie scores: Hogeschool Leiden Hogeschool iPabo Jaar
2010
Locatie Alkmaar
Instelling Hogeschool iPabo Hogeschool INHOLLAND Hogeschool Leiden
3,2 3,2 2,9
3,2 3,1 2,9
3,4 3,2 3,3
3,0 2,9 2,8
3,8 3,7 3,7
3,5 3,2 3,1
2,7 2,9 2,6
3,4 3,5 3,2
2,5 3,2 2,8
3,4 2,9 2,2
2,8 3,1 3,0
3,1 3,0 3,0
3,5 3,6 3,4
4,3 3,8 3,8
3,4 3,1 3,0
3,3 3,2 3,0
Hogeschool iPabo Hogeschool van Amsterdam Hogeschool Leiden
3,0 3,1 3,3
3,1 3,0 3,1
3,2 3,2 3,4
2,9 2,8 3,0
3,7 3,7 3,9
3,6 3,4 3,6
2,7 2,9 2,8
3,6 3,4 3,1
2,6 3,1 3,0
3,4 3,1 2,8
2,7 2,9 3,2
3,3 3,1 3,3
3,5 3,2 3,1
4,1 3,7 4,2
3,1 3,3 3,4
3,2 3,2 3,3
3,1 3,1 3,1
3,1 3,0 3,1
3,3 3,3 3,3
2,9 2,9 2,9
3,8 3,8 3,7
3,4 3,3 3,5
2,8 2,7 2,7
3,4 3,2 3,5
2,9 2,9 2,6
3,0 2,5 3,4
2,9 3,1 2,7
3,1 3,2 3,2
3,4 3,2 3,5
4,0 4,0 4,2
3,2 3,2 3,3
3,2 3,2 3,2
Leiden Amsterdam Rotterdam
Gemiddelde gehele selectie scores: Hogeschool Leiden Hogeschool iPabo Bron: NSE Online
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
33
Bijlage 5
VBI Expertoordelen lerarenopleidingen basisonderwijs (PABO): Hogeschool iPabo en referentiepabo’s bij laatste accreditatie NVAO
Bron: www.nvao.nl (Vertaling score in cijfers en berekening totaalscore door Hogeschool iPabo)
Onderwerp 1. Doelstellingen
beoordeling onderwerp 2. Programma
beoordeling onderwerp 3. Inzet Personeel
beoordeling onderwerp 4. Voorzieningen beoordeling onderwerp 5. Interne kwaliteitszorg
Facet 1.1 domeinspecifieke eisen 1.2 niveau bachelor 1.3 oriëntatie HBO 2.1 eisen HBO 2.2 realisatie doelstellingen programma 2.3 samenhang programma 2.4 studielast 2.5 instroom 2.6 duur 2.7 afstemming vormgeving en inhoud 2.8 beoordeling en toetsing 3.1 eisen HBO 3.2 kwantiteit personeel 3.3 kwaliteit personeel 4.1 materiële voorzieningen 4.2 studiebegeleiding 5.1 evaluatie resultaten 5.2 maatregelen tot verbetering 5.3 betrokkenheid alumni, werkveld
beoordeling onderwerp 6. resultaten beoordeling onderwerp
medewerkers,
6.1 gerealiseerd niveau 6.2 onderwijsrendement
Hogeschool iPabo (Alkmaar, Amsterdam)
Hogeschool Inholland (Alkmaar)
Hogeschool van Amsterdam (Amsterdam)
Hogeschool Leiden (Leiden, Rotterdam)
accreditatiedatum 17-01-2011
accreditatiedatum 01-01-2010
accreditatiedatum 01-01-2010
accreditatiedatum 01-01-2010
Beoordeling door VBI voltijd/deeltijd goed goed goed voldoende voldoende goed goed voldoende goed voldaan goed voldoende voldoende goed goed goed voldoende goed goed voldoende goed goed
Beoordeling door VBI voltijd/deeltijd goed goed goed voldoende goed goed goed voldoende voldoende voldaan goed goed voldoende goed voldoende goed voldoende goed goed voldoende goed voldoende
Beoordeling door VBI voltijd/deeltijd goed goed goed voldoende goed voldoende voldoende goed goed voldaan voldoende voldoende voldoende goed goed voldoende voldoende goed voldoende voldoende goed goed
Beoordeling door VBI voltijd/deeltijd voldoende goed voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende goed voldaan voldoende voldoende voldoende goed voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
8 8 8 6 8 8 6 8 8 6 8 8 8 8 8 8 8
8 8 8 8 8 8 6 6 8 8 8 6 8 8 8 8 6
8 8 8 8 6 6 8 8 6 6 8 8 6 8 6 8 8
6 8 6 6 6 6 6 8 6 6 8 6 6 6 6 6 6
studenten, goed voldoende voldoende voldoende voldoende
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
8 goed 8 voldoende 6 voldoende 6 6 voldoende 6 voldoende totaal: 150 totaal: 148 gemiddeld: 7,5 gemiddeld: 7,4
voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende totaal: gemiddeld:
6 voldoende voldoende 6 voldoende 6 voldoende voldoende 142 totaal: 7,1 gemiddeld:
6 6 6 126 6,3
34
Bijlage 6
Aandeel docenten met Master- of PhD-graad Bachelor 1e graad ALO, % Ba conservatorium kunstacademie 10 13 34%
totalen: Cluster Kennisbasis Taal
vakgebied Nederlands
Engels Handschrift
Rekenen-wiskunde
Orientatie op Mens en Wereld
Rekenen-Wiskunde
Aardrijkskunde Geschiedenis Wetenschap & Techniek
Kunsten en bewegingsonderwijs
Beeldende vorming
Drama
Muziek
Bewegingsonderwijs
Godsdienst/Geestelijke stromingen
Kennisbasis algemeen
Godsdienst
Pedagogiek
ICT onderwijs
Logopedie
naam docent Bisschop Boland Dirks Hartdorff Heeremans Josso Moggre Smeets Smit Wagner Kooijman Riepstra Ten Brink Duman Fase Keijzer Markusse Van der Linden Munk Olofson Van Slijpe De Vetten Baltus Rijborz Keissen Sommer Bos Louman Schrumpf Weesing Bos Dol-Jamin Eusebio Komen Van Onna Stieltjes Streuper De Nooy Koopman Van Wely Bijlsma Heuvelmans Peereboom Bruin Brugman Danes Fagel Luijckx Tiebie Dol Van Helden Kolkman Leijgraaf Ravensbergen Van Schravendijk Tanke Agelink Arbouw Melchers Paardekooper Schorn Van Seters Susam Van der Weijden Weisbeek Koerselman Koeten Schuur Smit Van Beem
Master- % graad Ma 40
PhD % PhD
60% 4
6%
totaal
67
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
1
35
% Ma /PhD 66%
Noten 1. 2.
3.
4. 5.
6. 7. 8.
9.
10.
11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
18. 19. 20.
21.
22.
Ook wel aangeduid met de term ‘moral purpose’ (Fullan, 2007). Er werd een verificatiecommissie ingesteld die moest vaststellen of de VBI wel een adequaat oordeel over de toetsing en beoordeling had gegeven. Deze verificatiecommissie oordeelde vervolgens in oktober 2009 dat dit niet het geval was, waarna de NVAO besloot de accreditatie niet te verlengen, maar een fase van herstel toe te staan om geconstateerde tekortkomingen op het gebied van toetsing en beoordeling te repareren. Naar analogie van de laboratory schools in Canada en de Verenigde Staten, waar een basisschool als onderwijs- en onderzoekslocatie op een universitaire campus is gehuisvest, heeft Hogeschool iPabo in haar gebouw in Amsterdam een modern speel-, leer- en ontdeklokaal ingericht waar onderwijsactiviteiten voor jonge kinderen op locatie verzorgd worden en geobserveerd worden vanuit een one-way screen en digitale camera-posities ten behoeve van onderzoek, demonstratielessen, (na)scholing op locatie en webbased e-learning. De landelijke WISCAT-toets, gebaseerd op het realistische rekenonderwijs in basisscholen, doet een hoger beroep op de beheersing van taalvaardigheid dan de mechanistische rekentoetsen van 25 jaar geleden. De MBO raad heeft Hogeschool iPabo recentelijk benaderd om onbevoegde 2e graads docenten bij te scholen op het terrein van taal en rekenen. De betreffende scholen dienen hun leerlingen af te leveren op het zogenaamde 3F niveau, terwijl de betreffende docenten dit niveau zelf niet beheersen. Hierbij maken tweedejaarsstudenten de propedeusestudenten wegwijs in de opleiding doordat iedere eerstejaarsstudent een tweedejaarsstudent als studentcoach krijgt toegewezen. Pabo Almere is een samenwerkingsinstituut onder het bestuurlijk gezag van Hogeschool iPabo en Hogeschool Windesheim. Het bachelordiploma geeft afgestudeerden de bevoegdheid les te geven aan 4- tot 12- jarigen in het gehele basisonderwijs. De hogeschool verzorgt op twee vestigingen - Amsterdam en Alkmaar - studietrajecten die tot het diploma leraar basisonderwijs leiden en biedt daarnaast in gedeelde verantwoordelijkheid met Hogeschool Windesheim, eenzelfde opleiding aan op de locatie Almere. Het onderwijsprogramma betreft zowel voltijdse als deeltijdse trajecten. Voor studenten die al in het bezit zijn van een universitair of HBO diploma is er een verkort traject met een studieduur van 2 jaar. Vanaf augustus 2009 werken de Hogeschool iPabo en de Vrije Universiteit nauw samen in het opleiden van studenten aan de universitaire Pabo, genaamd PA2. Deze studie biedt studenten de gelegenheid om de studie pedagogiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam te combineren met de opleiding tot leraar basisonderwijs aan de Hogeschool iPabo. Voor alle programma’s geldt dat zij: a. voldoen aan basiskwaliteitseisen die gesteld worden door accrediterende en certificerende instellingen (NVAO,LPNPO, BKO/VKO, DCBO, VKLO) en bekostigingsvoorwaarden van subsidiërende overheden (o.a.CFI). b. bedrijfseconomisch verantwoord geëxploiteerd worden, c. een optimale tevredenheid van belanghebbenden realiseren (studenten, medewerkers, werkveld, kennispartners, overheden). d. systematisch werken aan kwaliteitsverbetering op basis van het INK-model voor kwaliteitsmanagement. Dit onderzoek vindt plaats vanuit het iPabo onderzoekscentrum. De term onderzoekscentrum zegt wellicht meer over de kwaliteit en productiviteit dan over de omvang. Feitelijk spreken we over drie lectoraten met kenniskring en vier promovendi. De inbedding van de lectoraten in de hogeschool, inbedding in het regionale werkveld, de inbedding in (inter)nationale kennisnetwerken en de impact in termen output (kennisproductie, doorwerking in het curriculumontwerp en uitvoering, professionalisering van medewerkers) en outcome (bevorderen van lerende en onderzoekende cultuur in basisscholen) worden door de Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek (VKO) als sterke kanten getypeerd. De VKO onderstreept de keuze van Hogeschool iPabo om in onderzoek naar programmatische afstemming te komen met de VU, Hogeschool Windesheim en Hogeschool Inholland als positief. De VKO benadrukt het belang van focus in onderzoek op een specifiek terrein. Zie bijlage 1 Grafisch weergave strategie en beleid van Hogeschool iPabo. Zie bijlage 2 Bijdrage huidige profiel Hogeschool iPabo aan strategische doelen externe stakeholders. Zie European Commission, Supporting growth and jobs – An agenda for the modernisation of Europe’s higher education systems. Brussel, 2011. Zie bijlage 3 Internationale samenwerking kalenderjaar 2011 en getekende Erasmus-overeenkomsten 2012. Zie Onderwijsraad, Naar een nieuwe kleuterperiode in de basisschool. Den Haag, 2010. Zie: Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap, Actieplan PO Basis voor Presteren. Den Haag, 2011. Hogeschool iPabo heeft in stadsdeel Nieuw West afspraken gemaakt met de voorzitter van de stadsdeelraad een bijdrage te leveren aan het studiesucces van kinderen in basisscholen. Met twee schoolbesturen (AMOS, KOLOM Amal) zijn afspraken gemaakt om hen actief te laten participeren in het ‘schoollab’ SPELEON. Met een schoolbestuur (El Amal) is afgesproken te verkennen welke bijdrage studenten en docenten van Hogeschool iPabo kunnen vervullen binnen naschoolse voorzieningen enerzijds en welke rol scholen kunnen vervullen bij de jaarlijks terugkerende interculturele week. Zie: Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap, Actieplan VO Beter Presteren. Den Haag, 2011. Hogeschool iPabo is in studiejaar 2011-2012 door vertegenwoordigers van schoolbesturen VO en MBO in Amsterdam benaderd met het verzoek docenten op te leiden voor het 2e graads gebied. Zie: Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap, Leraar 2020. Den Haag, 2011; Persbericht Ministerie OCW Concrete afspraken met G37 over aanpak taalachterstand jonge kinderen. 12 maart 2012; Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap, Werken in het onderwijs 2012. Den Haag, 2011 Hogeschool iPabo heeft in haar werkgebied binnen de gemeente Amsterdam te maken met specifieke eisen. De schoolbesturen in Amsterdam hebben in hun Breed Bestuurlijk Overleg zich gecommitteerd aan de kwaliteitsstandaard voor de Amsterdamse leerkracht. Deze is vertaald in een kijkwijzer succesvol leerkrachtgedrag dat besturen hanteren bij de werving, selectie en voortgaande professionalisering van leraren. Hogeschool iPabo heeft afgesproken om bij haar werkplekbeoordelingen door BBO als cruciaal geachte leerkrachtgedragingen mee te wegen bij het summatieve assessment van leraren in opleiding (lio’s). Hiertoe worden de bestaande assessmentformulieren – gebaseerd op de landelijke bekwaamheidseisen – gescreend en waar nodig aangepast. Hogeschool iPabo ziet het als logische consequentie uit advies 1 van de commissie Meijerink (eisen stellen aan de instroom), dat zij de aanleverende scholen ondersteund bij professionalisering van haar docenten opdat de leerlingen in de gelegenheid worden gesteld het benodigde 3F niveau daadwerkelijk te realiseren. Bij de lerarenopleidingen primair onderwijs gaat vooral de aandacht uit naar de implementatie van de kennisbasis en de toetsing van de kennisbasis om de basiskwaliteit van (beginnende) leraren te verhogen. De commissie Meijerink geeft in haar rapport Een goede basis. Advies van de Commissie Kennisbasis Pabo (HBO-raad, 2012) een zeer genuanceerd beeld van de oorzaken van handelingsverlegenheid bij beginnende leraren. Het advies dat de commissie aan de HBO raad heeft uitgebracht (zogenaamde 5 is 1 advies) omarmt Hogeschool iPabo volledig. Met de commissie is de hogeschool van mening dat het invoeren van de vijf adviezen integraal dient te gebeuren:
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
36
23.
24.
25. 26.
27. 28.
29. 30. 31.
32. 33. 34.
35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46.
- eisen stellen aan de instroom - ontwikkelen van een beperkt kerncurriculum voor alle vakken - landelijke toetsing als extra garantie voor (een deel van) dat kerncurriculum - ontwikkelen van mogelijkheden tot profilering op één of meer vakken - aanvullende bekwaamheidseisen in de inductieperiode Bij de implementatie ervan zijn lerarenopleidingen mede afhankelijk van maatregelen die getroffen worden in het toeleverende onderwijs (VO, MBO) en in het afnemend werkveld (PO). Op basis van een gedegen kennisbasis en een open, professioneel lerende en onderzoekende grondhouding a. het op groepsniveau betekenisvol kunnen werken met leerlijnen, b. op teamniveau kunnen werken met collegiale aansturing en afstemming, c. op schoolniveau kunnen samenwerken met ouders en externen Op basis van een leeftijdsspecialisatie (3-7 jarigen, 8-14 jarigen) en een differentiatie (Jonge kind & VVE; Passend onderwijs en jeugdzorg; Opbrengstgericht werken m.b.t. taal en rekenen-wiskunde; Meervoudige talentontwikkeling en excellentie; Oudere kind, diversiteit en burgerschap) op groeps- en team- en schoolniveau: a. opbrengstgericht kunnen werken met ontwikkelingsperspectief, b. oplossingsgericht kunnen werken aan veel voorkomende didactische vraagstukken, c. feedback geven aan en coachen van collega’s. Hogeschool iPabo is lid van de vereniging die de landelijke toets mens- en wereld exploiteert en de kwaliteit ervan borgt. De bestuurlijke agenda van Hogeschool iPabo vraagt om strategisch personeelsbeleid. Concreet vraagt de groei in omvang, kwaliteit en innovatief vermogen van opleidingen en onderzoek om investering in a. deskundigheid van personeel (Human capital), b. slagvaardigheid en samenwerkend vermogen van personeel (Social capital), c. resultaatgerichtheid van personeel (Culture) Interne criteria voor dit strategisch personeelsbeleid zijn: In programmabeleid beschreven inhoudelijke terreinen waar deskundigheid, slagvaardigheid, samenwerkend vermogen en resultaatgerichtheid op bevorderd dienen te worden. Externe criteria voor dit strategisch personeelsbeleid zijn: Personele kwaliteiten die voortvloeien uit de resultaatafspraken in het kader van het hoofdlijnenakkoord HBO-raad – OCW m.b.t. de Strategische Agenda Hoger Onderwijs Onderzoek en Wetenschap Personele kwaliteiten die voortvloeien uit wetgevingskaders WHW m.b.t. bacheloropleidingen, masteropleidingen en onderzoek Personele kwaliteiten die voortvloeien uit overheidskaders t.a.v. het opleiden van leraren (o.a. kennisbasis, centrale toetsing) Personele kwaliteiten die voortvloeien uit samenwerking VU/Windesheim Arbeidsomstandigheden zoals afgesproken met CAO-partners Integraal gezondheidsmanagement (ARBO-beleid, risico-inventarisatie en verzuimpreventie) Uit de functioneringsgesprekken komen signalen dat er sprake is van een discrepantie tussen organisatiedoelstellingen (interne en externe criteria) en relevante deskundigheid, slagvaardigheid, samenwerkend vermogen en resultaatgerichtheid van het personeel. Om de opgespoorde discrepanties op te lossen zijn de volgende maatregelen noodzakelijk: kwalitatieve versterking OP, AOP en leidinggevenden (professionalisering) kwantitatieve verschuiving personele samenstelling tussen en binnen OP en AOP (interne en externe mobiliteit) integraal gezondheidsmanagement Momenteel heeft het stafhoofd personeel als concrete projectopdracht het nieuwe strategische personeelsbeleid op deze leest te schoeien, waarna de personeelsverantwoordelijke managers hun lijnverantwoordelijkheid in deze kunnen oppakken. De implementatie van het prestatiemanagementsysteem BIZZ-score zal moeten bijdragen aan het professionele gesprek over de geboekte en te boeken resultaten. Zie Samen beter, beter samen. Beleidsplan 2011-2013 Werken in samenwerkingsverbanden (http://www.ipabo.nl/sf.mcgi?2623). De projecten waarbij teams van de lerarenopleidingen primair onderwijs met elkaar samenwerken zijn recentelijk uitgebreid met deelnemers vanuit Hogeschool Inholland. Hierbij maken tweedejaarsstudenten de propedeusestudenten wegwijs in de opleiding doordat iedere eerstejaarsstudent een tweedejaarsstudent als studentcoach krijgt toegewezen. Zie bijlage 4 NSE Scores Algemene studentoordelen lerarenopleidingen basisonderwijs (PABO): Hogeschool iPabo en referentiepabo’s. De VBI-scores ten behoeve van de laatste accreditatie (zie bijlage 5) heeft de Hogeschool iPabo uitgedrukt in cijfers en vervolgens vergeleken met de scores van referentiepabo’s. Hogeschool iPabo scoort gemiddeld een 7,8 (totaal 156 punten). Deze score is hoger dan de score van Inholland Alkmaar (7,4; totaal 148 punten), de score van de pabo van de Hogeschool van Amsterdam (7,1; 142 punten) en de score van de pabo van Hogeschool Leiden (6,3; 126 punten). Onder docenten (OP) met een master/ PhD wordt verstaan alle docenten met een eerste graads opleiding zoals aangegeven in de ‘vierbondenbrief’ van 19 december 2011 van de AOB, CNV Onderwijs, ABVAKABO FNV en UNIENFTO/CMHF. Zie bijlage 6 Aandeel docenten met Master- of PhD-graad. De gegevens van CASO die de Review Commissie heeft aangeleverd kloppen niet. Omdat in 2011 bij CASO van 7 fte AOP onbekend was welke aanstelling medewerkers hadden, was de berekening van OP/OOP te rooskleurig. De juiste fte gegevens staan in het jaarverslag 2010 van Hogeschool iPabo http://www.ipabo.nl/sf.mcgi?2572&cat=412 . De berekening van de zuivere overhead is conform de Berenschot systematiek gebaseerd op de interne rubricering van taken. Een landelijk onderzoek door het bureau Berenschot wijst uit dat een omvang van de zuivere overhead tussen de 25% en de 28,1% als een adequate en efficiënte omvang wordt geacht. Zie: http://www.nvao.nl Zie: http://www.elwier.nl Zie: http://www.expertisecentrum-mmv.nl Zie: http://www.iederkindeentalent.nl/ Zie http://www.multicultureelopleiden.nl Zie bijlage 3. Hogeschool Windesheim kiest er echter als regionaal ingebedde multisectorale hogeschool voor om in een consortium binnen de provincie Overijssel een aanvraag te doen in het kader van het selectieve budget op het terrein van techniek. Het document ‘aanscherping en aanvulling’ is op 17-6 -12 opgestuurd naar de reviewcommissie naar aanleiding van het gesprek op 4 juni 2012 en de technische vragen die daarbij door de reviewcommissie werden gesteld. Zie: http://www.iederkindeentalent.nl/ Zie: http://www.elwier.nl Zie: http://www.expertisecentrum-mmv.nl
Voorstel prestatieafspraken Hogeschool iPabo
37