Algemene doelstelling Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid Wij willen de arbeidsparticipatie en zelfredzaamheid van de cliënten van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vergroten. Ook willen we, door het bieden van financiële ondersteuning, de maatschappelijke stabiliteit vergroten van mensen met een inkomen rond het bijstandsniveau.
Wat willen we bereiken ?
Wat gaan we daarvoor doen ?
1 Burgerschap: Werk.
1.1 Re-integratie: Het begeleiden en
Kosten 78.816
faciliteren van werkloos werkzoekenden waarbij we streven naar de volgende resultaten: regulier betaald werk en gesubsidieerd werk. 1.2 Het bieden van betaald werk aan
26.726
personen die behoren tot de doelgroep van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Het werk kan de vorm hebben van begeleid werken of een Wswdienstbetrekking. 2 Maatschappelijke stabiliteit:
2.1 Rechtmatig en doelmatig verstrekken
Inkomen.
van financiële middelen om te voorzien in
110.563
de noodzakelijke kosten van het bestaan aan huishoudens met een inkomen onder het bijstandsniveau 2.2 Armoedebestrijding door financiële ondersteuning van huishoudens met een vastgesteld maximum inkomen (afhankelijk van de regeling). Het gaat om ondersteuning voor de betaling van de vaste lasten, participatie, maatwerk in de vorm van schuldhulpverlening en bijzonder bijstand. Bedragen zijn in duizenden euro's.
144
23.092
1.16 Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid 1.16.1 Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling Wij willen de arbeidsparticipatie en zelfredzaamheid van de cliënten van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vergroten. Ook willen we, door het bieden van financiële ondersteuning, de maatschappelijke stabiliteit vergroten van mensen met een inkomen rond het bijstandsniveau. Effectdoelstelling 1: Werk Burgerschap Werk. Mensen zijn zo toegerust dat ze kunnen instromen op de reguliere arbeidsmarkt, soms met een loonkostensubsidie. Onderdeel van een traject naar regulier werk kan ook zijn het werken met behoud van uitkering (participatieplaatsen) en de Leerwerkbanen. Een bijzondere vorm van loonkostensubsidie is de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) waarbij mensen met een Wsw-indicatie onder aangepaste omstandigheden arbeid verrichten. Daar waar werk geen realistisch perspectief is, bevorderen we deelname aan de samenleving door het bieden van de mogelijkheid om een startkwalificatie te bereiken (eventueel terug naar school), het behalen van het inburgeringexamen en het bevorderen van vrijwilligerswerk, deelname aan cursussen of andere vormen van dagbesteding. Opleiding, taalvaardigheid en actieve deelname aan de samenleving bieden mensen perspectief en kan op langere termijn leiden tot vervolgstappen naar werk. Gezien de economische omstandigheden en de beperktere re-integratiemiddelen ligt de focus in 2010 sterker op de 'kansrijke' doelgroepen dan in eerdere jaren. Effectdoelstelling 2: Inkomen Maatschappelijke stabiliteit Inkomen. Mensen (tijdelijk) voorzien van een financieel minimum voor de algemene kosten van het bestaan. Door aan een zo groot mogelijke groep rechthebbenden financiële ondersteuning te bieden voor bijzondere kosten, vergroten we de koopkracht van deze groep. Relevante omgevingsfactoren Een gemeente werkt in een omgeving die zij maar voor een deel kan beïnvloeden. Mede vanwege de kredietcrisis is de arbeidsmarkt momenteel ongunstiger voor werkzoekenden dan in eerdere jaren. Daarnaast is in 2010 een lager budget beschikbaar voor re-integratie. Het is van belang gebruik te maken van de mogelijkheden die de arbeidsmarkt wél biedt en een noodzaak om scherper te kiezen in de doelgroepen waarin we investeren. Met ingang van 2010 treedt de Wet participatiebudget volledig in werking. Deze wet regelt dat de uitkeringen voor: re-integratie vanuit het werkdeel van de Wwb);
• • • • • • •
programma Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid, product Werk (6226); inburgeringvoorzieningen vanuit de Wet inburgering (WI); programma Diversiteit en Integratie, product inburgering(6196); volwasseneneducatie vanuit de Wet educatie beroepsonderwijs (WEB); programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek, product Volwasseneneducatie (6131); samen komen in één specifieke uitkering voor participatievoorzieningen. Het doel van het participatiebudget is dat gemeenten de budgetten optimaal kunnen inzetten voor het bevorderen van duurzame participatie.
In de bestaande situatie wordt binnen de gemeente gestuurd op de drie afzonderlijke domeinen. Om gebruik te maken van de mogelijkheden die het participatiebudget biedt, ontwikkelen wij integraal beleid. In het laatste kwartaal 2009 leggen wij een raadsvoorstel voor, met daarin de Utrechtse visie op het participatiebudget. Daarnaast worden in dit voorstel de financiële kaders worden weergegeven. Deze zijn op dit moment nog niet op alle onderdelen definitief door het Rijk vastgesteld. Overigens is al wel bekend dat het nieuwe participatiebudget in de komende jaren lager zal zijn dan het totaal van de drie uitkeringen waar het budget nu uit is opgebouwd. 145
Effectindicatoren
Realisatie
Begroting
Begroting
2008
2010
2013
Aantal huishoudens met een Wwb-uitkering (jongeren, 1.1
Wwb 27-65, Wwb 65+)
7.457
9.469
9.469
1.2
Instroom huishoudens tot 65 jaar in de Wwb
1.692
2.972
2.110
1.3
Uitstroom huishoudens tot 65 jaar uit de Wwb
2.230
2.020
2.110
1.4
Percentage gedetacheerde Wsw‘ers
19%
20%
20%
-5,9%
15,8%
0,0%
-9,5%
13,9%
0,0%
75%
75%
75%
Wijziging klantenbestand ten opzichte van afgelopen jaar (tot 65 jaar): landelijk 2.1 2.2
• •
28
Utrecht
Percentage bereik in koopkrachtverbetering
We hebben de eerdere taakstelling met betrekking tot de vermindering van het klantenbestand Wwb bij moeten stellen als gevolg van de effecten van de kredietcrisis. In 2010 stijgt het aantal huishoudens met een Wwb-uitkering naar 9.469 (7.992 cliënten jonger dan 65 jaar) 29 . Door de effecten van de crisis zal de instroom in 2009 hoger liggen en de uitstroom lager dan in 2008. De lagere uitstroom wordt naast de crisis ook nog eens beïnvloed doordat de laatste jaren relatief veel kansrijken zijn uitgestroomd, waardoor de minder kansrijken relatief gezien een steeds groter deel van ons klantenbestand zijn gaan vormen.
1.16.2 Wat gaan we daarvoor doen? Werk Prestatiedoelstelling 1.1: Re-integratie Het begeleiden en faciliteren van werkloos werkzoekenden, waarbij we streven naar de volgende resultaten: regulier betaald werk, het behalen startkwalificatie en waar nodig Inburgeringdiploma en werken met subsidie of met behoud van uitkering. In 2009 is het re-integratiebeleid voor 2009 tot en met 2011 vastgesteld in de nota 'Aan de Slag'. Gezien de teruglopende beschikbare middelen voor re-integratie (het re-integratiebudget daalt tot 2011 met ruim 10%) én de vergroting van het klantenbestand als gevolg van de economische omstandigheden, zijn er nieuwe keuzes gemaakt. We blijven streng en selectief aan de Poort, leggen onze focus op bemiddeling naar regulier werk en versterken de concurrentiepositie van onze klanten. Klanten die (nog) niet kunnen werken verwijzen we naar een passend aanbod. Doordat er geen nieuwe instroom in vangnetbanen plaatsvindt en de nadruk vooral op de bemiddeling van kansrijken naar regulier werk komt te liggen, neemt het aantal cliënten op een re-integratietraject in 2010 af. Wij hebben een incidenteel Fonds van 10 miljoen euro beschikbaar gesteld om de effecten van de kredietcrisis op te vangen. Zonder dit Fonds zou het vrijwel niet mogelijk zijn geweest om de nieuwe instroom kansrijke klanten een reintegratieaanbod te doen. Als een van de nieuwe instrumenten wordt de Participatieplaats ingevoerd. Bij Werk030 worden jobhunters aangesteld. Daarnaast worden in kansrijke sectoren een aantal nieuwe werkgelegenheidsprojecten gestart. Het economisch tij en de effecten die hierdoor op iets langere termijn optreden, zijn lastig te voorspellen. We meten daarom systematisch in welke mate de instrumenten en contracten tot de gewenste resultaten leiden en welke kosten
28
Gemeten van oktober t-1 tot oktober t
29
Vanaf 2011: 3 leeftijdscategorieën : <27, 27-65 en 65+
146
hiermee gemoeid zijn. Naast de uitstroom naar betaald werk meten we ook de mate waarin het lukt om werkzoekenden een stap hoger te brengen op de re-integratieladder. Een startkwalificatie, inburgering, alfabetisering, vrijwilligerswerk of maatschappelijke participatie kunnen doelen zijn van het re-integratieaanbod. Instrumenten die meer zijn gericht op zorg en voorkomen van isolement zullen in mindere mate dan voorheen vanuit het reintegratiebudget worden gefinancierd. Hiervoor zal meer gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden die in de infrastructuur van Zorg en Welzijn beschikbaar zijn. De jeugdwerkloosheid zal in 2010 oplopen als gevolg van de economische crisis. Om deze werkloosheid op te vangen hebben wij een gemeentelijk actieplan opgesteld. Hiervoor is in 2010 anderhalf miljoen euro beschikbaar gesteld. Een deel van deze middelen wordt ingezet voor extra tijdelijke formatie bij het jongerenloket School, Werk en Inkomen. Dit is momenteel de plek waar alle jongeren zich melden. In de loop van 2010 moet duidelijk worden of het jongerenloket voldoende meerwaarde heeft om plek te krijgen in de infrastructuur. In 2010 gaan we verder met het aanbieden van leerwerkbanen aan jongeren tot 27 jaar, conform de Wet investeren in jongeren (WIJ). Onder deze wet, die in het laatste kwartaal van 2009 ingevoerd is, kunnen jongeren geen uitkering meer aanvragen. Zij kunnen zich wel bij de gemeente melden voor een leerwerkbaan. Onder het regime van de WIJ zetten wij onze aanpak van de re-integratie van jongeren voort. Wij investeren in verschillende leerwerkbanen voor jongeren: met diploma, die vanwege de recessie niet aan het werk komen;
• • •
die kunnen werken, maar nog niet in staat zijn zich op regulier werk te handhaven; die niet kunnen werken (zorg en participatiebanen).
Daarnaast blijven wij alleenstaande ouders, die geen leerwerkplicht hebben, oriëntatietrajecten aanbieden. De eerder genoemde leerwerkbanen krijgen vorm in nauwe samenhang met de acties die ingezet worden vanuit het regionaal actieplan jeugdwerkloosheid Utrecht–Midden en het gemeentelijk actieplan Jeugdwerkloosheid. In 2010 neemt Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Bureau Inburgering de verantwoordelijkheid over om aan klanten van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die een re-integratieaanbod krijgen een inburgeringsaanbod te bieden. Deze verantwoordelijkheid houdt in: het vaststellen van de inburgeringsplicht, het doen van een aanbod, het bieden van de maatschappelijke en trajectbegeleiding en het aanmelden voor een examen. Deze samenloop van re-integratie en inburgering biedt kansen tot een integrale dienstverlening. Het uitgangspunt van één vast contactpersoon bij de gemeente heeft er in 2009 al toe geleid dat de klantmanager ook verantwoordelijk is voor de inburgeringsplicht van de bijstandsgerechtigde. In 2010 ligt de focus op het optimaliseren van de werkprocessen van de gemeente en het UWV. De keten van werk en inkomen is echter breder dan alleen UWV en de gemeente. Werkgevers en ROC’s zijn onlosmakelijk verbonden met deze keten. Samenwerking met deze partijen vindt al plaats via het Jongerenloket, Werk030 en de Werkpleinen. In 2010 zal de ketensamenwerking met deze partners verder geïntensiveerd worden. Ook binnen de gemeente zal gewerkt worden aan het verbreden van de keten via Inburgering, Onderwijs, Welzijn en Educatie. Het gaat immers om integrale dienstverlening aan de klant op alle domeinen die (arbeids)participatie bevorderen. In 2010 zal Werk030 de dienstverlening aan werkgevers verder professionaliseren en het regionale netwerk van werkgevers verder uitbouwen. De veranderde economische omstandigheden vereisen een focus op de kansrijke sectoren en het uitwerken van succesvolle werkgelegenheidsprojecten in deze sectoren. Voor de groep kansrijke Wwbers zal Werk030 een aanbodgerichte acquisitiestrategie hanteren. Dat wil zeggen dat Werk030 jobhunters inzet om kansrijke Wwb-ers te plaatsen op vacatures. De Utrechtse arbeidsmarkt houdt niet op bij de gemeentegrenzen; de arbeidsmarkt is regionaal en arbeidsmarktbeleid heeft alleen een kans van slagen als we als regio samenwerken om de structuur van de arbeidsmarkt te versterken. In 2009 is via een Regionaal Actieplan voor de bestrijding van Jeugdwerkloosheid meer ervaring opgedaan met regionale samenwerking binnen de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden. Deze samenwerking vormt de opmaat naar een bredere samenwerking in 2010 om de structurele vraagstukken van onze arbeidsmarkt aan te pakken. Deze doelgroep kan gebruik maken van hetzelfde re-integratieaanbod dat voor bijstandsgerechtigden beschikbaar is. Uitzonderingen daarop zijn: Opstapsubsidie, Werk Loont, Participatieplaatsen en Matching naar dagactiviteiten voor klanten met meervoudige problematiek. Deze instrumenten zijn alleen voor bijstandsgerechtigden beschikbaar. Wij
147
stimuleren niet-uitkeringsgerechtigden om zich actief te melden bij het UWV om gebruik te maken van de dienstverlening. Daarnaast voeren we in 2010 twee wervingsprojecten uit. Als gevolg van de economische crisis raken veel kleine gevestigde ondernemers (zelfstandigen zonder personeel ook wel zzp-ers genoemd) in (financiële) problemen. Het Bureau Zelfstandigen (BZ) voorkomt zoveel mogelijk dat zzp-ers in financiële problemen geraken en helpt hen hun bedrijf weer ‘gezond’ te maken. Dit doen ze onder meer door advies, begeleiding en het verstrekken van kredieten. Vanaf medio 2008 is gewerkt aan activering in de wijk. In 2009 is een pilot activeringsteam in Kanaleneiland gestart, waarvan de resultaten in 2010 bekend worden. Het doel van het activeringsteam is het ontwikkelen van een outreachende en vraaggerichte aanpak, vorming van een wijkactiveringsketen en signaleren van hiaten en overlap in het participatieaanbod van de wijk en stad. De ervaringen uit de pilot in Kanaleneiland zullen meegenomen worden in de aanpak van de andere Krachtwijken. Krachtwijken en schuldhulpverlening In 2010 wordt verder invulling gegeven aan een project in Ondiep ten behoeve van (preventieve) maatregelen op het gebied van armoede en schuldhulpverlening Prestatiedoelstelling 1.2 Wsw Het bieden van betaald werk aan personen die behoren tot de doelgroep van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Het werk kan de vorm hebben van begeleid werken of een Wsw-dienstbetrekking. De onderkant van de arbeidsmarkt is in beweging. De commissie de Vries pleit voor een fundamentele herziening van de Wsw in relatie tot de andere doelgroepen met een grote afstand tot regulier werk. Het huidige kabinet neemt een deel van het advies over maar wil met een aantal onderdelen uit het advies eerst ervaring opdoen in pilots. De verwachting is dat deze pilots begin 2010 van start zullen gaan, maar dat de uitkomsten daarvan pas over 4 à 5 jaar in het beleid worden meegenomen. De gemeente Utrecht opteert voor het uitvoeren van een pilot, maar is afhankelijk van de keuzen die het ministerie maakt. Tot die tijd zetten wij het huidige beleid over de Wsw voort waarbij rekening moet worden gehouden met de moeilijke omstandigheden waarmee ook sw-bedrijven in tijden van crisis te kampen hebben. Maar ook in deze economisch zware tijden blijft het streven erop gericht de gemeentelijke bijdrage aan UW-Werkbedrijf zo klein mogelijk te houden. Over deze bijdrage en andere ontwikkelingen rond UW-Werkbedrijf en de Wsw in het bijzonder zullen wij de gemeenteraad regelmatig informeren.
Inkomen Prestatiedoelstelling 2.1: Verstrekken bijstand Rechtmatig en doelmatig verstrekken van financiële middelen om te voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan aan huishoudens met een inkomen onder het bijstandsniveau. In 2010 stijgt, als gevolg van de economische crisis, het aantal mensen dat een beroep doet op een uitkering. Het is belangrijk dat onze dienstverlening klantgericht en efficiënt is. Het blijft daarbij noodzakelijk om misbruik en oneigenlijk gebruik van voorzieningen tegen te gaan. Door goede voorlichting, duidelijke regelgeving en nadruk op werk boven inkomen, voorkomen we dat we ten onrechte uitkeringen verstrekken. Ter uitvoering van het Bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten 'Samen aan de slag' van 4 juni 2007, worden de financiële middelen van andere door de gemeenten uit te voeren wettelijke regelingen (IOAW, IOAZ, WIK, BBZ) gebundeld met het inkomensdeel per 1 januari 2010. In 2010 blijven we investeren in handhaving. Grofweg kunnen we onze handhavingactiviteiten onderverdelen in: handhaving aan de poort (preventie, voorlichting en controle);
• • •
148
naleving wet- en regelgeving (mutaties, signalen, risicoprofiel, themacontroles zoals zwart werk witten en internetonderzoek); sanctioneren (opsporing fraude en incasso).
Prestatiedoelstelling 2.2: Armoedebestrijding Armoedebestrijding door financiële ondersteuning van huishoudens met een vastgesteld maximum inkomen (afhankelijk van de regeling). Het gaat om ondersteuning voor de betaling van de vaste lasten, participatie, maatwerk in de vorm van schuldhulpverlening en bijzondere bijstand. De dienstverlening rondom sociale voorzieningen zal in 2010 meer vraaggericht worden. Hierdoor worden onze inkomensvoorzieningen, zoals de producten schuldhulpverlening en bijzondere bijstand, toegankelijker en integraal ingezet voor de klant. Vanwege onzekerheden als gevolg van de economische crisis zijn in het collegeprogramma afspraken gemaakt over extra financiële middelen voor de bijstand en armoedebestrijding (5 miljoen euro structureel per jaar). In afwijking van het collegeprogramma stellen wij voor om de incidentele collegegelden voor schuldhulpverlening van 2 keer 1,5 miljoen euro in 2010 en 2011, te verdelen over de jaren 2010 tot en met 2014, omdat trajecten schuldhulpverlening drie jaar duren. Als gevolg van de kredietcrisis wordt er rekening gehouden met een toename van vijf procent van het aantal aanvragen bijzondere bijstand en U-pas. Voor aanvragen schuldhulpverlening wordt uitgegaan van een te verwachten stijging van tien procent. Het aantal (toegekende) aanvragen bijzondere bijstand daalt in 2010 licht ten opzichte van 2009. Dat komt doordat er in 2010 weinig tot geen aanvragen in het kader van het generaal pardon zullen zijn. Wij houden rekening met een hoger beroep op de langdurigheidtoeslag. De instroom van huishoudens in sociale kredietverlening daalt naar verwachting in 2010. Enerzijds omdat mensen door de recessie hun grote aankopen uitstellen. Anderzijds zullen er meer aanvragen worden afgewezen omdat de financiële problemen van de aanvragers te groot zijn om te helpen met een sociaal krediet. Belangrijk aandachtspunt in het beleid van armoedebestrijding is de participatie van kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. Gekoppeld aan de U-pas kunnen kinderen gratis lid worden van een groot aantal sportclubs en tegen sterk gereduceerd tarief meedoen aan culturele activiteiten. Een ander belangrijk aandachtspunt in het beleid blijft de schuldhulpverlening, waar in totaal 2 keer 1,5 miljoen euro extra in wordt geïnvesteerd. De maatregelen zullen zich voornamelijk richten op het beperken van de wachtlijsten. In de loop van 2010 wordt een wettelijk kader gemeentelijke schuldhulpverlening ingevoerd. Differentiatie van producten schuldhulpverlening en de uitstroom uit trajecten schuldhulpverlening hebben ook onze aandacht, evenals de activiteiten in het kader van het Plan van Aanpak Maatschappelijke opvang.
Prestatie-indicatoren
Realisatie
Begroting
Begroting
2008
2010
2013
1.1.1
Aantal cliënten op traject (31 december)
5.558
3.750
3.750
1.1.2
Percentage klanten doelgroep 5 in trajecten
42%
Vervalt
Vervalt
1.1.3
Aantal plaatsingen op regulier werk
426
280
280
1.1.4
Plaatsing op werk Loont in plaats van afhandeling aanvraag Wwb
691
650
650
1.1.5
Aantal plaatsingen op gesubsidieerd werk
581
300
400
1.2.1
Aantal plaatsingen op Wsw en begeleid werken
80
80
80
2.1.1
Aantal aanvragen bijzondere bijstand
4.257
5.680
5.680
2.1.2
Aantal toegekende aanvragen bijzondere bijstand
2.618
3.125
3.125
2.2.1
Aantal aanvragen voor schuldhulpverlening minnelijk
902
1.000
910
206
220
210
118
140
120
563
630
610
696
580
530
604
670
610
2.2.2
2.2.3
• • wettelijk • budgetbeheer Aantal trajecten in schuldhulpverlening • minnelijk • wettelijk Aantal huishoudens in budgetbeheer
2.2.4
Aantal huishoudens in sociale kredietverlening
2.2.5
Aantal U-pashouders
440
450
440
34.798
36.750
36.750
5.900
6.430
6.960
Aantal toekenningen langdurigheidstoeslag en 2.2.6
reserveringstoeslag
149
1.16.3 Wat mag dat kosten? Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2008
2009
2010
2011
2012
2013
75.060
57.394
78.816
78.811
78.811
78.811
Lasten Re-integratie Wsw Verstrekken bijstand Armoedebestrijding Totaal lasten
26.663
26.674
26.726
26.726
26.676
26.676
124.988
115.753
110.563
110.273
110.273
110.273
19.439
16.826
23.092
22.889
21.289
21.289
246.150
216.646
239.197
238.698
237.048
237.048
61.977
44.493
58.359
58.359
58.359
58.359
Baten Re-integratie Wsw Verstrekken bijstand Armoedebestrijding Totaal baten Saldo lasten en baten
26.066
26.467
26.467
26.467
26.417
26.417
107.949
101.365
103.383
101.365
101.365
101.365
2.135
50
2.350
2.350
1.250
1.250
198.127
172.375
190.559
188.541
187.391
187.391
48.023
44.272
48.638
50.158
49.658
49.658
Mutaties reserves Toevoeging reserves
1.490
0
7.018
0
0
0
Onttrekking reserves
7.443
2.876
2.600
2.600
2.600
2.600
42.069
41.396
53.056
47.558
47.058
47.058
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. De Dienst Maatschappelijke Ontwikkelingen heeft per 2010 de interne kostentoerekening gewijzigd. Hierdoor vinden er verschuivingen tussen de verschillende programma's en producten plaats. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de verwerking van loon- en prijscompensatie en de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf bedrijfsvoering. Mutaties groter dan een 0,5 miljoen euro of 10% van de doelstelling zijn toegelicht. In de financiële tabel zijn in de kolom begroting 2010 de wijzigingen tot en met de Voorjaarsnota 2009 verwerkt. Gelet op de complexiteit van de samenhangende problematiek bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn de overige wijzigingen - voor 2010 en verder - nog niet doorgevoerd. Voor een aantal onderdelen heeft er echter wel besluitvorming plaatsgevonden, maar kon de technische verwerking niet meer plaatsvinden ten behoeve van de programmabegroting. Deze mutaties worden verwerkt in de derde technische wijziging 2009. Daarnaast is inmiddels meer bekend over de ontwikkeling op bijstandverstrekking, apparaat en armoede. Zowel de reeds besloten (maar niet verwerkte) wijzigingen, als de overige ontwikkelingen worden onder het kopje 'Aanvullende toelichting' toegelicht Re-integratie Toelichting op de tabel: De bedragen zijn in zowel 2009 als 2010 gebaseerd op oude prognoses voor re-integratie. Door een wijziging in de regelgeving rond gelden van derden worden de middelen in de begroting 2010 toegevoegd aan de exploitatie, dit in combinatie met een gewijzigde prognose zorgt ervoor dat de lasten stijgen met 13,8 miljoen euro en de baten met 13,9 miljoen euro. Daarnaast is de systematiek voor de doorbelasting van overhead en apparaatskosten aangepast, hierdoor zijn de doorbelaste kosten 7,6 miljoen euro hoger.
150
Aanvullende toelichting: Op basis van de nota 'Aan de slag, re-integratiebeleid 2009 -2011' verwachten wij in 2010 voor 40,4 miljoen euro aan kosten te maken ten laste van het Wwb W-deel. Daarnaast zal ongeveer 7 miljoen euro van het fonds Arbeidsmarkt in 2010 benut worden. Samen met de bestedingen uit het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid en de doorbelaste overhead komen de lasten dan uit op 68,4 miljoen euro. Wsw Aanvullende toelichting: In het nieuwe re-integratiebeleid is de bijdrage voor tijdelijke banen voor Wsw-kandidaten van 1,3 miljoen euro komen te vervallen. Zowel de baten als de lasten zullen dan met dit bedrag verlaagd worden. Verstrekken bijstand Toelichting op de tabel: De verschillen tussen de begroting 2009 en 2010 zijn van technische aard. Op basis van de Voorjaarsnota 2009 is
•
het budget voor WiGo4it in 2009 verhoogd met 2,018 door dit bedrag te onttrekken uit de algemene dekkingsreserve. In 2010 wordt deze wijziging teruggedraaid door de baten te verhogen met 2,018 en een storting in de reserve van 2,018 miljoen euro.
Aanvullende toelichting: De kredietcrisis heeft grote gevolgen voor de bijstandverstrekking. Op basis van berekeningen van het Centraal
•
Planbureau (CPB) en de afdeling Bestuursinformatie van de gemeente Utrecht verwachten wij een stijging van het aantal klanten van begin 2010 7.040 naar 7.992 klanten eind 2010 jonger dan 65 jaar, waar we bij de Voorjaarsnota 2008 nog een daling van 5.810 naar 5.550 klanten verwachtten. Dit heeft uiteraard een stijging in
•
de lasten van bijstandverstrekking tot gevolg. In mei 2009 heeft het Rijk nadere voorlopige budgetten voor het Wwb I-deel afgegeven. Het Rijk heeft 4,4 miljoen euro meer beschikbaar gesteld voor de gemeente Utrecht voor 2009. Deze verhoging van het budget zal naar verwachting ook in 2010 en latere jaren verwerkt worden. We hebben onze ambitie gesteld op een lagere stijging van het klantenbestand dan landelijk. Dit moet leiden tot een financieel voordeel. Hier staat tegenover dat wij in de Voorjaarsnota 2008 nog uitgingen van een daling van de formatie van Sociale zaken en werkgelegenheid. De recente stijging van ons klantenbestand is voor ons aanleiding geweest om een externe doorlichting uit te voeren met betrekking tot de benodigde formatie bij Sociale Zaken. Naar aanleiding van de resultaten van de externe
•
doorlichting komen wij hier op terug. In 2010 willen wij de begroting graag transparanter maken. De bedoeling is bijdragen die vanuit het product bijstandverstrekking gedaan werden aan armoede en het apparaat (inclusief WiGo4it) separaat in beeld te brengen.
Armoedebestrijding Toelichting op de tabel: Voor bijstand en armoede is een bedrag van 5 miljoen euro structureel beschikbaar gesteld, dit budget is
• •
voorlopig toegevoegd aan het product armoedebestrijding. Door het college is besloten van deze extra middelen maximaal 3 miljoen euro in te zetten voor armoedebestrijding. De besparingen op het programma Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid ten bedrage van 1,2 miljoen euro in 2010 oplopend naar 1,5 miljoen euro in 2012 zijn voorlopig administratief verwerkt op deze doelstelling. De besparing wordt ingevuld zoals aangegeven in het hoofdstuk Financieel beeld (paragraaf 5.2.2). Bij de
•
eerstvolgende technische wijziging zal de besparing administratief verwerkt worden op de juiste producten. In ons collegeprogramma stelden wij 1,5 miljoen euro beschikbaar voor schuldhulpverlening in 2010 en 2011. Een deel van deze extra uitgaven (namelijk 1,1 miljoen euro in 2010 en 2011) kunnen gedekt worden uit de stijging van de rijksbijdrage. Als gevolg hiervan stijgen de lasten met 1,5 miljoen euro en de baten met 1,1
• •
miljoen euro. De lasten van de bijzondere bijstand worden met 0,3 miljoen euro verlaagd doordat de bijdrage ten behoeve van inrichtingskosten Generaal Pardon is vervallen. Door een technische correctie worden lasten verlaagd en de baten verhoogd met 1,2 miljoen euro. De systematiek voor de doorbelasting van overhead en apparaatskosten is aangepast, hierdoor zijn de doorbelaste kosten 2,5 miljoen euro hoger.
Aanvullende toelichting De kredietcrisis heeft ook grote gevolgen voor armoedebestrijding. Zo zal het beroep op diverse voorzieningen toenemen en zal er meer inzet van schuldhulpverlening nodig zijn. De besparing op het programma Sociale Zaken en
151
Arbeidsmarktbeleid zal ingevuld worden op prestatieveld 6 van de Wmo. De besparing zal daarom overgeheveld worden naar het programma Welzijn. Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Bij de Voorjaarsnota 2009 is besloten om in 2009 een onttrekking van 2,018 miljoen euro te doen aan de algemene dekkingsreserve ter financiering van de kosten van WiGo4it. In 2010 wordt dit bedrag teruggestort in de reserve. In 2010 wordt het tweede deel van het fonds Arbeidsmarkt (5 miljoen euro) toegevoegd aan de reserve Fonds arbeidsmarkt. Daarnaast onttrekken wij 2,6 miljoen euro aan de programmareserve. Aanvullende toelichting: In de huidige begroting voor 2010 staan nog een onttrekking aan de programmareserve opgenomen. Deze onttrekkingen zijn niet meer mogelijk omdat de reserve volledig benut is. Dit corrigeren we grotendeels in de derde technische wijziging 2009.
152