Algemene doelstelling Lokale Democratie en bestuurlijke samenwerking De gemeente Utrecht wil een moderne overheid zijn en de betrokkenheid van de Utrechtse bevolking en bestuurlijke partners bij de ontwikkeling van de stad vergroten.
Wat willen we bereiken ?
Wat gaan we daarvoor doen ?
1 In 2010 is de betrokkenheid van
1.1 In 2010 geven we invulling aan het
Utrechters bij en hun invloed op het
democratisch proces in Utrecht, onder
gemeentelijk beleid en besluitvorming
andere door de raadsbezoeken aan de
- onder andere waar het gaat om de
wijken.
Kosten 9.913
eigen directe woonomgeving - groter ten opzichte van voorgaande jaren. De gemeenteraad heeft hierbij een kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende taak. 1.2 In 2010 vergroten van de
5.869
betrokkenheid van de inwoners door toegankelijkere en duidelijkere participatiemogelijkheden. 1.3 Wij vergroten de leefbaarheid in de
7.000
wijken door met het leefbaarheidsbudget de sociale cohesie te stimuleren en bij te dragen aan een veilige en prettige leefomgeving. 2 In 2010 ondersteunen andere
2.1 Samenwerking met gemeenten in de
(regionale, nationale en internationale)
regio, de provincie Utrecht, de
relevante bestuurslagen de Utrechtse
Randstadoverheden, de vier grote steden,
programma’s en prioriteiten meer, in
het Rijk en de Europese Commissie - met
vergelijking met de jaren ervoor.
als doel het Utrechtse belang goed te
2.213
behartigen én bijdragen te leveren aan goed bestuur op hogere schaal. 2.2 Ontwikkelen van het internationale karakter van stad en gemeente door samenwerking en uitwisseling van kennis en informatie op internationaal niveau. Onder andere via internationale netwerken, stedenbanden en de ondersteuning van particuliere initiatieven. Bedragen zijn in duizenden euro's.
168
634
1.19 Lokale Democratie en bestuurlijke Samenwerking 1.19.1 Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling De gemeente Utrecht wil een moderne overheid zijn en de betrokkenheid van de Utrechtse bevolking en bestuurlijke partners bij de ontwikkeling van de stad vergroten. Effectdoelstelling 1: Betrokkenheid en invloed In 2010 is de betrokkenheid van Utrechters bij en hun invloed op het gemeentelijk beleid en besluitvorming - onder andere waar het gaat om de eigen directe woonomgeving - groter ten opzichte van voorgaande jaren. De gemeenteraad heeft hierbij een kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende taak. Van de Utrechters is in 2008 iets meer dan een kwart actief betrokken geweest bij het gemeentelijk beleid. De bekendheid van diverse beïnvloedingsmogelijkheden van beleid, waaronder het leefbaarheidsbudget, kan nog worden verbeterd. Grotere betrokkenheid van inwoners bij het gemeentelijk beleid en bekendheid met beïnvloedingsmogelijkheden willen we bereiken door: initiatieven van inwoners voor verbetering van hun directe woonomgeving te ondersteunen;
• • • • •
burgers te betrekken bij de ontwikkelingen in de stad; actief te communiceren over participatiemogelijkheden; nieuwe instrumenten voor participatie te ontwikkelen; te streven naar 40% bekendheid van het leefbaarheidsbudget.
Effectdoelstelling 2: Samenwerking en belangenbehartiging In 2010 ondersteunen andere (regionale, nationale en internationale) relevante bestuurslagen de Utrechtse programma’s en prioriteiten meer, in vergelijking met de jaren ervoor. Relevante omgevingsfactoren Het initiatief om gebruik te maken van participatie-instrumenten ligt bij de inwoner, de mate van gebruik is daarom niet voorspelbaar. De gemeente probeert het maximale uit de lobby voor diverse programma’s en prioriteiten te halen. Of dat lukt, is afhankelijk van de bereidheid en de middelen van de gesprekspartners hieraan tegemoet te komen. Effect indicatoren
Realisatie 2008
Begroting 2010
Begroting 2013
54,2% 38
55%
n.v.t.
26%
28%
30%
13%
17%
20%
Opkomstpercentage bij 1.a
gemeenteraadsverkiezingen Percentage inwoners dat het afgelopen jaar actief
1.b
betrokken is geweest bij het gemeentelijk beleid Percentage inwoners dat vindt voldoende invloed
1.c
uit te kunnen oefenen op het gemeentelijk beleid Percentage inwoners dat vindt voldoende informatie over beïnvloedingsmogelijkheden van
1.d
beleid te krijgen
33%
42%
43%
1.e
Bekendheid met het leefbaarheidsbudget
37%
40%
45%
38
opkomst gemeenteraadsverkiezing 2006 169
1.19.2 Wat gaan we daarvoor doen? Betrokkenheid en invloed Prestatiedoelstelling 1.1: Democratisch proces In 2010 geven we invulling aan het democratisch proces in Utrecht, onder andere door de raadsbezoeken aan de wijken. De griffie ondersteunt de gemeenteraad en de vaste raadscommissies bij hun werk. Zij voert het secretariaat van de gemeenteraad, bereidt besluitvorming voor en zorgt voor de informatievoorziening. Verder verzorgt de griffie de communicatie van de gemeenteraad over besluitvorming en het werk van de gemeenteraad. De gemeenteraad organiseert ook in 2010 om de week een raadsinformatieavond waar bewoners en vertegenwoordigers van instellingen kunnen meepraten over de onderwerpen op het programma. Tijdens deze avond kunnen raadsleden op een laagdrempelige en informele manier met burgers, organisaties en/of wethouders spreken en zo informatie over uiteenlopende onderwerpen vergaren. Deze avonden worden gemiddeld door 120 bewoners bezocht. Daarnaast organiseert de gemeenteraad een paar keer per jaar een raadsinformatieavond op locatie. Deze avonden gaan over één onderwerp dat speelt in een wijk of buurt. Voordat de gemeenteraad hierover debatteert, willen de raadsleden graag van bewoners horen hoe zij denken over de plannen. De raadsinformatieavonden op locatie worden gemiddeld door ruim honderd bewoners bezocht. Verder organiseert de gemeenteraad ieder jaar een Hoor- en Wederhoorvergadering over de voorjaarsnota en de programmabegroting. Tijdens deze bijeenkomsten kunnen Utrechters reageren op de collegevoorstellen en de raadsleden suggesties en alternatieven meegeven. In 2010 organiseert de gemeenteraad twintig bezoeken aan de Utrechtse wijken, die gemiddeld vijftig belangstellenden trekken. Een wijkbezoek heeft meestal een thema dat in overleg met de wijkbewoners wordt bepaald. We werken de aanbevelingen uit van de in 2009 vastgestelde evaluatie van de wijkraden. Samen met de wijkraden spannen we ons in voor een betere onderlinge (advies)relatie. Ook gaan we de rol van de wijkwethouders beter definiëren en zoeken we vaker de dialoog in plaats van alleen schriftelijk te reageren op wijkraadadviezen. Representatieve samenstelling van wijkraden vinden we belangrijk, maar we hechten vooral belang aan de inhoudelijke representativiteit van hun adviezen. De rol van de wijkraden wordt opgenomen in de Utrechtse Participatie Standaard. Met een burgerinitiatief zetten inwoners een door henzelf geformuleerd voorstel, voorzien van een motivering, ter besluitvorming op de agenda van de gemeenteraad. De gemeenteraad of inwoners kunnen, afhankelijk van het soort referendum (raadplegend of raadgevend), een initiatief voor een referendum nemen. De uitslag is niet bindend, maar een zwaarwegend advies aan de gemeenteraad. De uitslag is geldig wanneer minimaal 30% van de kiesgerechtigden stemt. De referendumcommissie is een onafhankelijke adviescommissie van de gemeenteraad en fungeert tevens als klachtencommissie voor inwoners en gemeenteraad op het gebied van informatievoorziening en campagnes. De Rekenkamer voert onderzoek uit naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, het beheer en de organisatie van de gemeente. In 2010 publiceert de Rekenkamer drie rapporten en twee rekenkamerbrieven. Met haar publicaties beoogt de Rekenkamer de gemeenteraad te ondersteunen bij het uitoefenen van zijn controlerende rol. Het Utrechts Archief (HUA) fungeert als informatiecentrum voor de geschiedenis van de stad en de provincie Utrecht. De doelstelling van HUA is het in goede en geordende staat verwerven, bewaren, beheren en ter beschikking stellen van archieven voor de provincie en de gemeente Utrecht, en het toezicht houden op de naleving van wet- en regelgeving ten aanzien van informatie- en archiefbeheer. De Archiefwet verplicht overheidsorganen de onder hen berustende archiefstukken in goede, geordende en toegankelijke staat te bewaren. HUA beheert ook rijksarchieven in de provincie Utrecht én, op aanwijzen van het Rijk, de archieven van de Nederlandse Spoorwegen en van landelijke kerkelijke organisaties. Naast overheidsarchieven verwerft en beheert HUA particuliere archieven. Voor het gemeenschappelijk beheer is een regeling gesloten tussen de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het gemeentebestuur. In het kader van het bestuursakkoord tussen Rijk en provincies wordt gewerkt aan een decentralisatie van Rijkstaken. Mogelijk wordt de provincie Utrecht de nieuwe partner in de gemeenschappelijke regeling. HUA heeft sinds 2008 een pand voor publieksfuncties en kantoren in de voormalige Paulusabdij/Rechtbank. De depots, een aantal kantoren en de studiezaal voor originele archiefstukken blijven in het pand aan de Alexander 170
Numankade. Dit pand wordt eind 2009 en in 2010 gerenoveerd, waardoor personeel en archief tijdelijk elders wordt gehuisvest. HUA is in 2009 gestart met de ontwikkeling van een digitaal depot. Prestatiedoelstelling 1.2: Betrokkenheid burgers In 2010 vergroten van de betrokkenheid van de inwoners door toegankelijkere en duidelijkere participatiemogelijkheden. Onder andere door duidelijker en consistenter te communiceren over participatiemogelijkheden betrekken wij zowel wijkraden als andere belanghebbenden in de wijken bij de voorbereiding van ons beleid. Daarbij stimuleren we ze actief mee te doen met projecten voor verbetering en zelfbeheer van de eigen woonomgeving. De nieuwe inspraakverordening biedt, meer dan voorheen, de mogelijkheid gemeentelijke procedures te combineren met de verschillende wettelijke inspraak- en belanghebbendenprocedures. In de gemeente Utrecht stellen we de inspraakverordening vast in combinatie met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, die op 1 juli 2008 in werking is getreden. In 2009 hebben we afgesproken participatie binnen de gemeente te bevorderen. Met de inbreng van bewoners en andere belanghebbenden kunnen we komen tot een betere afweging van belangen, een betere besluitvorming, een betere uitvoering en daarmee ook tot een aantrekkelijkere stad. In 2009 pasten we al de Utrechtse Participatie Standaard voor complexe bouwprojecten toe, in 2010 stellen we deze standaard ook gemeentebreed vast. Zo is voor iedereen duidelijk hoe wij bewoners bij projecten en beleid betrekken. De wijkbureaus ondersteunen medewerkers van de gemeente hierbij vanuit hun kennis van en contacten in de wijk. In 2010 ligt de nadruk op: beter en eerder informeren van belanghebbenden over participatiemogelijkheden;
• • • •
betrekken van meer belanghebbenden bij de voorbereiding en uitvoering van ons beleid; ondersteunen van de wijkraden; verbreden van de kennis van participatie bij medewerkers van de gemeente Utrecht.
We werken aansprekende voorbeelden van participatie uit, bijvoorbeeld: bouwprojecten, grotere ingrepen in de openbare ruimte en het groen en sociaal maatschappelijke projecten, bijvoorbeeld in de Krachtwijken. Kinderen van tien tot dertien jaar kunnen het initiatief nemen om iets aan hun wijk te verbeteren door een plan in te dienen bij de Kinderraadsvergadering. Tijdens de jaarlijkse Kinderraadsvergadering in april bepalen de kinderen door middel van stemmen welk plan wint en daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Vanaf april 2007 is de onafhankelijke jongerendenktank U-shake actief: een panel van jongeren tussen 12 en 24 jaar dat namens alle Utrechtse jongeren spreekt. U-shake brengt gevraagd en ongevraagd advies uit over onderwerpen die jeugd aangaan, niet alleen aan de gemeente, maar ook aan bijvoorbeeld de politie, culturele instellingen en andere organisaties. In het burgerjaarverslag verantwoordt de burgemeester zich over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening en de kwaliteit van procedures op het vlak van burgerparticipatie. Daarnaast rapporteert het burgerjaarverslag over de behandeling van klachten en meldingen en de behandeling van bezwaarschriften. Sinds de invoering van het duale stelsel in gemeenten is de burgemeester wettelijk verplicht tot het uitbrengen van een burgerjaarverslag aan de gemeenteraad (Gemeentewet, artikel 170). Vanaf 2010 geldt deze verplichting niet langer. We willen het burgerjaarverslag in een sobere vorm handhaven, onderzoek wordt nog gedaan naar de wijze waarop. Prestatiedoelstelling 1.3: Invloed burgers Wij vergroten de leefbaarheid in de wijken door met het leefbaarheidsbudget de sociale cohesie te stimuleren en bij te dragen aan een veilige en prettige leefomgeving. Het leefbaarheidsbudget is gericht op verzoeken vanuit de wijk om eenmalige voorzieningen of sociale activiteiten te honoreren. Een nevendoel is het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van de bewoners voor de leefbaarheid in hun buurt. Vanaf 2010 is het budget verlaagd van 10 miljoen euro naar 7 miljoen euro, 0,7 miljoen euro per wijk. Over kleinere initiatieven (tot 0,02 miljoen euro) beslist de wijkmanager. De wijkwethouder beslist over de grotere aanvragen (tussen de 0,02 miljoen euro en de 0,05 miljoen euro). Vaak moet de initiatiefnemer een handtekeningenlijst overleggen om voldoende draagvlak in de buurt te kunnen aantonen. Het college neemt een besluit over initiatieven groter dan 0,05 miljoen euro. In 2009 voerden we een algemene campagne om het
171
leefbaarheidsbudget onder de aandacht te brengen. We ondernemen actie om specifiek jongeren en allochtonen vaker een beroep op het leefbaarheidsbudget te laten doen. De resultaten daarvan zijn zichtbaar in 2010.
Samenwerking en belangenbehartiging Prestatiedoelstelling 2.1: Samenwerking en belangenbehartiging Samenwerking met gemeenten in de regio, de provincie Utrecht, de Randstadoverheden, de vier grote steden, het Rijk en de Europese Commissie - met als doel het Utrechtse belang goed te behartigen én bijdragen te leveren aan goed bestuur op hogere schaal. De samenwerking met andere overheden heeft vier redenen: Financieel: de gemeente is voor inkomsten afhankelijk van andere overheden, vooral van de nationale.
• • • •
Beleidsmatig: gemeentelijk beleid wordt (mede) bepaald door wetten, regels en beleid afkomstig uit ‘Den Haag’ en ‘Brussel’. Regelmatig is lobby nodig om wetten, regels en beleid te beïnvloeden. Schaal: veel maatschappelijke opgaven overstijgen de grens van de gemeente; soms doen ‘Den Haag’ of ‘Brussel’ alleen zaken met bijvoorbeeld de regio of de Randstad. Effectiviteit: eendracht maakt macht, zie bijvoorbeeld de G4-samenwerking
Het Bestuur Regio Utrecht (BRU) is één van de zeven Wgr (Wet gemeenschappelijke regelingen)-plusregio’s in Nederland. Dit geeft de regio een stabiele wettelijke basis. Speerpunten in 2010 zijn: Uitvoeren van het bijgestelde uitvoeringscontract Regionaal Structuurplan 2010-2015 en de daarin opgenomen
• • •
uitvoeringsafspraken, die betrekking hebben op ruimtelijke ordening, economische ontwikkeling, groenontwikkeling en volkshuisvesting. Werken aan betere bereikbaarheid en verkeersveiligheid door prioriteiten op het gebied van infrastructuur, openbaar vervoer en planvorming (vooral de Pakketstudie Ring Utrecht) aan te pakken. Nieuwe samenstelling van het algemeen en dagelijks bestuur en introductie van een Regionale Agenda Nieuwe Stijl 2010-2014. Deze Agenda is als het ware een programma-akkoord van het algemeen bestuur van het BRU.
Bij veel onderwerpen trekken de provincie Utrecht, het BRU en de gemeente samen op. In 2010 en volgende jaren werken gemeente en provincie samen aan de uitvoering van de ‘Samenwerkingsagenda’, waarover we in 2008 afspraken maakten. Deze afspraken gaan onder meer over: jeugdbeleid en jeugdzorg;
• • • • •
de Utrechtse Krachtwijken; binnenstedelijke woningbouw; de Vrede van Utrecht (2013) en Utrecht Culturele Hoofdstad (2018); groen in en rond de stad.
In de Noordvleugel Utrecht (NV Utrecht) werken provincie, gemeente en BRU samen met de gemeenten Amersfoort en Hilversum, en de gewesten Eemland en Gooi- en Vechtstreek. In 2009 is de Ontwikkelingsvisie NV Utrecht met keuzen voor woningbouw en bereikbaarheid in de Utrechtse regio, vastgesteld. De Ontwikkelingsvisie moet in 2010 en verder als basis voor toekomstige ruimtelijke strategische plannen van de partners worden gebruikt. De gebiedsagenda wordt benut voor het agenderen van projecten en de daarmee samenhangende financiering vanuit het Rijk en de regio. Belangrijk aandachtspunt voor de NV Utrecht is onder andere het realiseerbaar maken van de binnenstedelijke bouwopgave om de omringende landschappen te sparen. De samenwerking binnen de Randstad staat in 2010 (en volgende jaren) in het teken van het programma Randstad Urgent. Dit is een programma van 35 projecten die zijn bedoeld om de bereikbaarheid, de economie en het leefklimaat van de Randstad te versterken. Voor de regio Utrecht zijn vooral de projecten 'Draaischijf Nederland' en 'Duurzaam bouwen in de Utrechtse regio' van belang. In de aanloop naar een nieuwe kabinetsperiode wordt het programma Randstad Urgent in 2010 geëvalueerd. Onderdeel van Randstad Urgent is de in 2009 door de Tweede Kamer vastgestelde toekomstvisie Randstad 2040, met een langetermijnperspectief voor de projecten uit Randstad Urgent. Via uitvoeringsallianties, en mogelijk een nieuwe generatie 'sleutelprojecten', krijgt de visie in 2010 concreet vorm. De gemeente Utrecht is, zoals alle Nederlandse gemeenten, lid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Doelen van de VNG zijn gemeenschappelijke belangenbehartiging bij het Rijk, uitwisseling van expertise en het afsluiten van de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) voor gemeenteambtenaren.
172
De samenwerking van de vier grote steden (G4) Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht heeft twee doelen: beïnvloeding van beleid dat door 'Den Haag' en 'Brussel' wordt gemaakt;
• •
'leren van elkaar'.
De coördinatie van de G4-samenwerking ligt bij de vier burgemeesters. De samenwerking kent geen formele basis, maar de vaak gezamenlijk uitgedragen opvattingen leggen in ‘Den Haag’ stevig gewicht in de schaal. In ‘Brussel’ zijn de G4 vertegenwoordigd in een gezamenlijk kantoor. In 2010 is Utrecht voorzitter van de G4 en zal gewerkt worden aan een gezamenlijk standpunt voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2011. Prestatiedoelstelling 2.2: Internationale samenwerking Ontwikkelen van het internationale karakter van stad en gemeente door samenwerking en uitwisseling van kennis en informatie op internationaal niveau. Onder andere via internationale netwerken, stedenbanden en de ondersteuning van particuliere initiatieven. Om het internationale karakter van Utrecht uit te bouwen, zoeken we actieve samenwerking met steden en in projecten binnen en buiten Europa. Dit doen we door: Onderhouden van contacten met Europese steden, onder meer via het G4-kantoor in Brussel, Eurocities en het
• • • • •
Similar Cities Netwerk; dit met als doel kennis uit te wisselen en meer projecten met Europees geld uit te voeren. Hebben van stedenbanden met Brno in Tsjechië en Léon in Nicaragua (uitgeroepen tot VN best-practice). Ontwikkelen van de samenwerking met Malta en de internationale ondersteuning bij het invullen van de ambities voor Culturele Hoofdstad van Europa 2018. Participeren in of bijdragen aan projecten die een relatie hebben met de 'landen van herkomst' van Utrechters. Bijdragen aan particuliere initiatieven die de Millenniumdoelen ondersteunen.
In 2010 bouwen we het Similar Cities Netwerk verder uit. Met de andere steden van 'kennis en cultuur' Aarhus, Bologna, Edinburgh, Gent, Malmö en Stuttgart concentreren we ons op belangrijke dossiers als verkeer, stationsgebied, milieu, jeugd en diversiteit, cultuur en citymarketing, regionale samenwerking en stadsuitbreiding. Samenwerking is noodzakelijk om in aanmerking te komen voor Europese subsidies. Verder worden in 2010 tal van grote internationale evenementen in de stad georganiseerd die zullen worden aangegrepen om Utrecht internationaal op de kaart te zetten. Prestatie-indicatoren
Realisatie 2008
Begroting 2010
Begroting 2013
1.1
Aantal bezoeken gemeenteraad aan iedere wijk
1,7
2
2
1.2.a
Aantal rapporten rekenkamer
3
3
3
1.2.b
Aantal brieven rekenkamer
0
2
2
1 maand
1 maand
1 maand
6 maanden
6 maanden
6 maanden
4.643
3.000
3.000
12
12
12
4
4
4
Maximumtermijn reactie wijkraadadviezen, 1.3.a
tussenbericht Maximumtermijn reactie wijkraadadviezen,
1.3.b
definitief antwoord
1.4
Aantal gerealiseerde leefbaarheidsprojecten Aantal stedelijke lobbydossiers dat actief wordt
2.1
uitgedragen Aantal internationale
2.2
samenwerkingsprogramma’s
173
1.19.3 Wat mag dat kosten? Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Lasten Democratisch proces
9.760
9.787
9.913
9.913
9.913
9.913
Betrokkenheid burgers
8.241
5.231
5.869
5.866
5.866
5.866
Invloed burgers
5.726
10.000
7.000
6.923
6.615
6.615
Samenwerking en belangenbehartiging
2.111
2.427
2.213
2.274
2.274
2.274
657
578
634
667
667
667
26.495
28.024
25.628
25.642
25.334
25.334
Democratisch proces
158
159
66
66
66
66
Betrokkenheid burgers
692
0
0
0
0
0
Invloed burgers
45
744
0
0
0
0
Samenwerking en belangenbehartiging
15
0
0
0
0
0
109
0
0
0
0
0
1.019
903
66
66
66
66
25.476
27.121
25.562
25.576
25.268
25.268
Internationale samenwerking Totaal lasten Baten
Internationale samenwerking Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
0
0
Onttrekking reserves
4.058
0
0
0
0
0
21.418
27.121
25.562
25.576
25.268
25.268
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de verwerking van loon- en prijscompensatie en de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf bedrijfsvoering. Mutaties groter dan een 0,5 miljoen euro of 10% van de doelstelling zijn toegelicht. Democratisch proces De afname van de baten wordt met name veroorzaakt door de administratieve afwikkeling van de voormalige Accountantsdienst. Invloed burgers De afname van de lasten in 2010 wordt volledig veroorzaakt door de verlaging van het leefbaarheidsbudget. Vanaf 2010 stellen we niet langer 1 miljoen euro, maar 0,7 miljoen euro per wijk beschikbaar voor leefbaarheidsinitiatieven. De verdere afname van de lasten in 2011 tot en met 2012 betreft de besparing op het onderdeel wijkbureaus. Deze besparing is echter onder de verkeerde doelstelling verwerkt. De juiste doelstelling is 'betrokkenheid burger'. Bij de eerstvolgende technische wijzigingen passen we dit aan. Bij de afronding van de Programmabegroting 2009 was nog een voorstel in voorbereiding voor de financiering van het leefbaarheidsbudget van 0,744 miljoen euro in 2009. Hierdoor is in de nominale Begroting 2009 nog 0,744 miljoen euro aan baten opgenomen.
174