Vragen Programmarekening 2014 gesteld tijdens de toelichting op 11-5-2015 1. Waar bestaat ontvangen subsidies gvvp uit, zit daar subsidie bij voor verlichting fietspaden? Dat is de subsidie voor verlichting langs het fietspad van de Pannenschuurlaan 2. De kosten leges: opbrengsten en kosten laten een negatief resultaat zien. Graag nadere toelichting. Het nadeel precariobelastingen wordt veroorzaakt door het (nog) niet kunnen opleggen van precario op kabels en leidingen (in afwachting van uitslag juridisch traject). We mogen deze wel met terugwerkende kracht opleggen. Nadeel leges wordt veroorzaakt door het onterecht opnemen van een stelpost ter grootte van €100.000 agv vergroten kostendekkendheid binnen Titel 1 (o.a. paspoorten, rijbewijzen, huwelijken enz). Op een aantal documenten is door het rijk een gemaximeerd prijs opgelegd waardoor de prijs op andere documenten onevenredig veel moet stijgen om kostendekkendheid te realiseren binnen deze Titel. Hiervoor is niet gekozen. Tevens is er nadeel op de opbrengsten omgevingsvergunningen. De opbrengsten kunnen behoorlijk variëren aangezien de leges worden berekend op bouwkosten. Enkele grote bouwprojecten zorgen voor veel meer opbrengsten dan meerdere "kleinere" huisaanpassingen. In 2014 hadden we in tegenstelling tot 2013 weinig "grote" zaken. Deze begroting is enigszins wat lastiger in te schatten. 3. oppervlakte wegen is ineens veel minder ha, hoe kan dat? Bij het controleren van de aantallen werd geconstateerd dat deze was toegenomen. Bij het wijzigen van de aantallen is een verkeerd cijfer overgetypt. Het goede aantal dient 230,1 ha te zijn. 4. Waardering landbouwgronden, waar zijn die opgenomen in de programmarekening Deze staan onder Materiele vaste activa onderdeel Gronden en terreinen, blz. 153 jaarrekening 5. Blz. 163. Preventief jeugdbeleid, wat is dat Van 2008 tot en met 2011 hebben gemeenten middelen ontvangen voor Centrum Jeugd en Gezin. Deze brede doeluitkering is regelmatig aangepast ivm ontwikkeling arbeidsvoorwaarden. Uiteindelijk vastgesteld op € 1.690.496,-. Wij hebben dit bedrag niet helemaal besteed, vandaar de terugbetaling. 6. Blz. 137 graag toelichting op de betaalde kosten uit post onvoorzien: - Planschade Tilburgseweg € 15.223 De planschadekwestie Tilburgseweg loopt al geruime tijd. De gemeente heeft een schikkingsvoorstel gedaan. Op basis van een kwijtschelding van 25 % van de oorspronkelijk terug te vorderen bedragen heeft de gemeente dit bedrag, zijnde ca. € 15.000,- moeten afboeken ten laste van de post onvoorzien. - Extra inhuur ruimtelijke initiatieven € 30.000 Het college heeft er in 2014 voor gekozen om voor het verder brengen van een aantal ruimtelijke initiatieven extra geld voor externe inhuur beschikbaar te stellen. Deze initiatieven waren ingediend, maar konden door een grote capaciteitsclaim voor bestemmingsplan buitengebied niet worden opgepakt. Bovendien bleek voor een aantal reeds opgestarte initiatieven meer (externe) capaciteit te vragen dan vooraf gedacht. Met dit extra budget heeft het college ervoor gezorgd dat de opgelopen achterstand kon worden weggewerkt.
-
• • • •
Waarom kosten Willem II voetbal-academie € 5.760 Onze gemeente is in beeld als één van de mogelijke locaties voor de Willem-II Voetbalacademie. Het college ziet veel kansen om met de komst van de Willem-II voetbalacademie: Een impuls te geven aan Sportcomplex Den Donk; Extra huurders te genereren voor de Stichting Beheer en Exploitatie Vennelaan; Een impuls te geven aan de ambities uit de Kadernota Sport en Bewegen; Kruisbestuiving en samenwerking te creëren tussen onze voetbalverenigingen en overige belanghebbenden; Vanuit onze gemeente hebben wij de regie in hand genomen en een aanjagende en faciliterende rol vervuld door deze eerste verkenning mogelijk te maken. Uitgangspunt is dat eventueel vervolgonderzoek door andere belanghebbende partijen wordt gefinancierd.
Vragen AB jaarrekening 2014:
1. Hoe hoog was de afschrijving in 2014 van zwembad de Leye voordat tot de heractivering van 507 V werd besloten? € 635.000 Betekent deze heractivering nu 4 jaren (2014 t/m 2017) van 122N? Dat klopt. Dat wil zeggen 127N. Is het reserveren van deze afschrijvingen via een bestemmingsreserve wettelijk verplicht? Is niet verplicht, de keuze ligt bij de raad. Er wordt hiervoor gekozen, omdat in 2014 een eenmalig boekhoudkundig voordeel ontstaat van € 507.000, doordat er minder wordt afgeschreven dan begroot. Om te voorkomen dat deze boekhoudkundige correctie ruimte in de meerjarenbegroting gaat kosten, wordt voorgesteld een bestemmingsreserve te vormen. Als tegenhanger van de extra jaarlijkse afschrijvingskosten, valt deze reserve vrij. Zodoende gaat het niet ten koste van ruimte in de begroting voor de komende jaren.
2. Waarom hoeven de gemeenten per 01 januari 2015 voor bouwen niet te voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria voor de uitvoering van de vergunnings-, toezichts- en handhavingstaken? Spelen de regionale omgevingsdiensten hierbij een rol? (Pag: 25). De planning van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) was om de wet VTH (Vergunningverlening, toezicht en handhaving) per 1-1- 2015 in werking te laten treden. Hierin zouden onder andere de kwaliteitscriteria voor de VTH-taken worden opgenomen. Eind 2014 werd besloten om de invoering van deze wet uit te stellen. Inmiddels heeft het ministerie bekendgemaakt dat de kwaliteitscriteria niet zullen worden vastgelegd in landelijke regels (de criteria worden dus niet wettelijk verplicht gesteld), maar dat gemeenten en provincies deze zelf in een verordening kunnen opstellen voor hun Omgevingsdiensten. Het is de bedoeling dat de gemeenten en provincie die samenwerken in een Omgevingsdienst hun verordeningen op elkaar afstemmen, zodat de kwaliteitscriteria binnen een Omgevingsdienst gelijk zijn. Door de Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant worden hierover binnenkort de eerste gesprekken gevoerd met de deelnemende gemeenten. De VNG en het IPO zijn bezig om een modelverordening op te stellen voor het vastleggen van de kwaliteitscriteria. Deze modelverordening wordt naar verwachting rond de zomer aan de gemeenten en provincies toegezonden.
3. Het budget voor de inhuur WSD is toereikend, maar de menskracht van de WSD in dit seizoen niet. Gevolg is dat het onderhoud in de wijken achterloopt. Hoe is dit mogelijk, mede ook gezien vanuit de nieuwe participatiewet? (Pag: 34). Piektijden van groei vallen vaak samen met de periode van vele vrije dagen. De WSD heeft op dat moment niet altijd voldoende personeel ter beschikking. Er zijn drie vormen van arbeidsparticipatie ingezet. a) er is een centrumverzorger aangesteld vanuit de WSD b) een allround medewerker is tijdelijk in dienst genomen op payroll basis om projecten te kunnen uitvoeren in het kader van Oisterwijk Schoon en Groen en c) er is een Wijk Omgevingsploeg (WOP) ingericht. De voorman en het materiaal werden verzorgd vanuit de WSD. De deelnemers werden aangedragen door de werkmakelaars. Van de 23 deelnemers zijn 10 deelnemers doorgeleid naar regulier werk. De WOP heeft een significante bijdrage geleverd aan het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De WOP heeft werkzaamheden uitgevoerd die naast het reguliere onderhoud werden uitgevoerd of als toevoeging aan het reguliere beheerprogramma, zoals het onderhoud van speltuintjes, extra bladruimen, schilderen van brugleuningen en het ruimen van zwerfvuil.
4. Over hoeveel FTE combinatiefunctionarissen (o.a. Sport, cultuur) beschikken we en hoeveel subsidie ontvangen we voor deze medewerkers? (Pag: 46). We beschikken over 5,5 FTE combinatiefunctionarissen/ buurtsportcoaches. We krijgen hiervoor € 109.200 subsidie per jaar en moeten zelf € 163.800 (bestaande middelen) bijleggen.
5. Culturele verenigingen krijgen een bijdrage als zij een activiteit realiseren in Tiliander, Den Boogaard of het Natuurtheater. Is dit een nieuwe of al bestaande subsidie en wat is het effect geweest van deze maatregel? (Pag: 53). Genoemde voorwaarden maken reeds gedurende enkele jaren onderdeel uit van de beleidsregel/subsidieregel inzake cultuurproducties. Het beoogde effect van deze specifieke subsidievoorwaarde voor cultuurproducties is dat het gebruik van de gemeentelijke culturele accommodaties op gelijk niveau blijft of liever nog toeneemt. Dat laatste is bijvoorbeeld gebeurd met de concertserie van SPO-GUO in den Boogaard. Voor de twee grootste bespelers van het Natuurtheater (VOS en Trappaf) is de subsidie een belangrijk onderdeel van hun totale productiebegroting. Daarnaast werkt de subsidieregeling als een steuntje in de rug voor nieuwe evenementen, te denken valt aan het Filmplein, Kunstplein en Jazzfestival.
6. Wat bedoelen we met Leefbaarheid, waarbij nadeel en voordeel 46 N bedragen? Hoe is het nadeel ontstaan en was door de gewijzigde manier van administreren van huurinkomsten het voordeel niet eerder te behalen geweest? (Pag: 64). De huurinkomsten van gymzaal Pannenschuur waren vorig jaar begroot op de kostenplaats van het wijkcentrum (Programma 6), maar geboekt op de kostenplaats van de gymzaal (Programma 5). Dat leidde in Programma 6 tot een nadeel van € 46.000 en in Programma 5 tot een even groot voordeel. Voor de totale begroting was het effect neutraal.
Met ingang van 2015 zijn de baten voortaan begroot op de kostenplaats van de gymzaal en doen zich de genoemde verschillen dus niet meer voor.
7. De BAG audit heeft uitgewezen, dat we niet voldoen aan alle gestelde eisen. Wat is de oorzaak en heeft dit gevolgen(o.a. Financieel) voor de gemeente? (Pag: 74). Hoewel er zeker stappen in de goede richting zijn gezet, zoals het op niveau brengen van de werkprocessen, werden er nog enkele aspecten onvoldoende geacht. Belangrijkste oorzaken van het niet halen van de BAG-audit: -
Geen volledig zicht op het gereed melden van bouwwerken omdat het toezicht niet uitstrekt over alle bouwwerken. Vergunningsvrije bouwprojecten vallen er bijvoorbeeld buiten en zo vindt er ook geen handhaving plaats op bouwwerken van onder de € 30.000.
-
De Stichting GBKN leverde de definitieve geometrie voor de BAG niet altijd tijdig aan.
-
De brondocumenten moesten worden aangepast. Uit het niet behalen van de BAG-audit vloeien geen financiele consequenties voort. Momenteel wordt een plan van aanpak opgesteld dat er toe moet leiden dat we voldoen aan de normen die aan de BAG zijn gesteld.
8. Wat waren de taakstellende ombuigingen op overhead dit jaar en ook de komende jaren in bedragen? Hoe zijn deze gerealiseerd? (Pag: 80).
Totaal opgenomen bezuinigingen
2013
2014
2015
2016
2017
2018
150.000
370.000
972.000
1.044.000
1.116.000
1.188.000
Gerealiseerde bezuinigingen op personeel
2013
2014
2015
Afdelingshoofd V&H
44.000
88.000
88.000
Beleidsmedewerker RMO
60.000
60.000
60.000
59.000
59.000
6.200
6.200
6.000
31.000
31.000
31.000
2.800
2.800
3.000
19.000
38.000
8.500
9.000
26.000
26.000
23.000
23.000
13.000
7.000
7.000
7.000
Beleidsmedewerker Veiligheid en Rampenbestrijding Administratieve ondersteuning P&O Administratieve ondersteuning SZ Medewerker Procesmanagement Medewerker Sportparken Medewerker Gebouwenbeheer Medewerker Inkoop Inkomsten detachering Inkoper Bijdrage rijk leerplichtambtenaar Sluiting zwembad
636.000
Uitbreiding formatie salarisadministratie
-24.000
Bijdrage Goirle in salarisadministratie
36.000
Medewerker Interne Beheersing
18.000 174.000
330.500
1.006.000
9. Waarom zijn de kosten van de repro afdeling en bij de salarisadministratie fors hoger ondanks de GHO samenwerking? (Pag: 89). Het verschil bij de salarisadministratie is € 6.000 en bij de automatiseringskosten ongeveer € 13.000. De verschillen van >€25.000 zijn toegelicht op pagina 89 en 90. Deze verschillen vallen ruim onder de grens van € 25.000 en worden daarom niet verder toegelicht. De posten maken onderdeel uit van de overhead. De totale begrote overhead kosten bedragen ruim € 13.200.000. De werkelijke kosten zijn met € 13.100.000 ongeveer € 100.000 lager dan geraamd. Bij de jaarrekening zijn een aantal onder- en overschrijdingen. Bij het opstellen van de begroting 2016 (verwachte uitgaven ongeveer € 70.000.000) worden ook deze posten individueel nog een keer doorlopen. Waar te krap is begroot wordt bijgeraamd, waar een overschot is worden de begrote kosten verlaagd.
10. Waarom is het ziektepercentage bij sport zo hoog nl. 9,1 %? Over welke sportafdeling gaat dit? (Pag: 90). Het ziekteverzuimpercentage bij sport betreft de medewerkers die werkzaam waren bij de afdeling sportaccommodaties. Het gaat hierbij om medewerkers die tot 31-12-2014 onder andere werkzaam waren bij het zwembad van de Leye, de horeca en het onderhoud van zowel sportparken als sport- en gymzalen. De afdeling kende een bovengemiddeld hoog aantal langdurig zieken (met een niet werkgerelateerde oorzaak) en daarnaast waren medewerkers vaker dan gemiddeld ziek. De meldfrequentie voor de totale afdeling betrof 1,7 tegen 0,9 voor de totale organisatie (inclusief sport). Het verzuimpercentage van de totale organisatie (inclusief sport) was 3,2 % tegen 9,1% bij sport. Buiten het aandeel van de langdurig zieken, is de onzekerheid rondom de overname van het zwembad ook een aspect geweest waardoor medewerkers vaker zijn uitgevallen. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in dit extreem hoge ziekteverzuimpercentage.
11. Bij de berekening van de ratio weerstandsvermogen is van de beschikbare weerstandscapaciteit uitgegaan per 01-01-2014. Dit was ook het geval in de jaarrekening 2013. Waarom is nu niet uitgegaan van 31-12-2014 zoals in het jaarverslag van 2013 als uitgangspunt is gekozen 31-122013? (Pag: 95). Inderdaad is bij de jaarrekening 2013 uitgegaan van de stand van de algemene reserves aan het einde van het jaar. Dat was een vergissing. Standaard gaan we uit van de stand per 1 januari van het jaar.
12. Waarom is de bijdrage in de kosten bij de GGD met 7,1 % en bij de veiligheidsregio met 5,7 % gestegen? (Pag: 117 en 120). Het verschil tussen de genoemde bijdrage aan de GGD in 2013 (€ 645.880) en 2014 (€ 691.552) wordt veroorzaakt doordat in de jaarrekening 2013 in het totaalbedrag abusievelijk niet de bijdrage voor het Elektronisch Kind Dossier is inbegrepen (€ 32.884). Als die wordt meegeteld, zoals in 2014 terecht wel is gebeurd, bedraagt de stijging zo’n 2% (indexering).
Veiligheidsregio Het bedrag vermeld op pagina 120 bij de veiligheidsregio dient € 1.035.751 te zijn i.p.v. de vermelde € 1.104.902. Daarmee blijft de stijging tot 0% beperkt.
13. Wat is de oorzaak van de lagere baten(-6,7%) bij parkeerbelastingen? (Pag: 123). De in de tekst genoemde totale baten zijn in 2014 ten opzichte van 2013 inderdaad € 66.000 lager (-6,7%). Feitelijk bedraagt het verschil echter € 37.000 (-3,8%) omdat de zogenaamde Processen Verbaal vergoedingen van € 29.000 in de tekst van de JR 2013 wel zijn meegeteld, maar in die van 2014 niet. Het verschil van - € 37.000 ten opzichte van 2013 is als volgt te verklaren: + 11.000 hogere opbrengst parkeergelden - 48.000 lager inkomsten uit naheffingsaanslagen (boetes) Laatstgenoemde ontwikkeling was in de Berap 2014 overigens al aangekondigd door een bijstelling van de begroting met -35.000.
14. Paragraaf H (pag: 131 en 132) geeft een totaal aan subsidies wat 30 % hoger is dan het overzicht in het jaarverslag 2013. Wat is de oorzaak en als vergelijk niet mogelijk is, wat zijn dan wel de vergelijkbare cijfers? Het totaal van de verleende subsidies 2013 bestaat niet alleen uit basissubsidies € 2.994.125 (JR 2013 pag 125), maar ook uit themasubsidies € 979.397 (JR 2013, pag 126), in totaal dus € 3.973.522. De vergelijking van dit totaal uit 2013 met het totaalbedrag uit 2014 (€ 3.902.840) laat een daling zien van 1,8%. (NB zonder indexering van +1,6% zou de daling ongeveer 3,4% zijn geweest).
15. Hoe staat het met de afbouw van de subsidie nu en in de komende jaren bij de bibliotheek en SPO in geldbedragen? (Pag: 131). Stichting Peuterspeelzaalwerk Oisterwijk ontvangt al met ingang van het jaar 2015 géén subsidie meer voor het regulier peuterspeelzaalwerk. Aan de stichting wordt alleen een subsidie van € 257.175 verleend voor de uitvoering van 4 dagdelen voor- en vroegschoolse educatie aan doelgroeppeuters. Daarnaast ontvangt de stichting € 6.000 voor de uitvoering van de helpdeskfunctie en € 6.000 voor de uitvoering van de zogenaamde compensatieregeling (bedoeld voor ouders van peuters met een laag inkomen). Het subsidiebedrag voor voor- en vroegschoolse educatie zal naar verwachting ook voor de toekomst nodig zijn om aan de huidige populatie van doelgroepkinderen vve aan te kunnen bieden. Subsidiebedragen voor het bibliotheekwerk in 2014 en 2015, respectievelijk € 627.060 en € 573.607.
16. Sinds wanneer en waarom wordt de rente niet meer toegevoegd aan reserves en voorzieningen? Is dit een wettelijke regeling? (Pag: 151). Volgens de ‘Notitie rente’ op pagina 4 in het midden van de commissie BBV, mag er geen rente worden toegevoegd voorzieningen. Rente toevoegingen aan reserves is volgens deze notitie mogelijk.
17. In het overzicht riolering zien we een afschrijving/afwaardering van € 119.116. Wat wordt hiermee bedoeld? (Pag: 153). Dit zijn de reguliere jaarlijkse afschrijvingen van geactiveerde investeringen in riolering
18. De overige debiteuren > 90 dagen is gestegen met € 646.676. Wat is de verklaring hiervoor? (Pag: 156). De grootste verschillen: toename vordering op Tiliander + € 246.000, vordering op Min. van Soc. Zaken € 362.000 voor WSW budget 4e kwartaal 2014.
19. Waarom zijn de debiteuren gemeentelijke heffingen bijna 50 % hoger dan in 2013? (Pag:156). De belangrijkste reden van de toename is dat aan het einde van 2014 nog aanslagen zijn opgelegd.
20. Welke besluit(en) zijn er genomen over de kosten voor automatisering(Antwoord)? Deze zijn gestegen van 915K (2013) naar 1084K(2014)!! (Pag: 164). De stijging van de kosten komt door de doorontwikkeling van het zogenaamd ‘Verbindend fundament’ van Equalit. We zijn daarvan de onderdelen Klantinformatiesysteem en Zaaksysteem gaan afnemen. Deze zijn nodig om het concept Antwoord te kunnen ondersteunen
21. Bij de milieustraat heeft een reorganisatie plaatsgevonden. Wat zijn de verschillen met voorheen? U vraagt naar de veranderingen bij de Milieustraat die mogelijk zijn ontstaan door de reorganisatie. Navraag door de griffie levert op dat u doelt op de veranderingen in de dienstverlening. Voor zover ons bekend heeft dit geen wijzigingen in de dienstverlening opgeleverd.
22. Tot 31-12-2014 zijn er bij de gemeente 9 claims binnengekomen. Waaruit bestaan deze claims? (pag: 163). Zonder in detail te gaan, zijn het 9 heel verschillende claims van ondernemers en burgers. Voor de grotere ingediende claims dekt onze verzekering eventueel de kosten. Als u meer informatie wilt, is die beschikbaar via de griffie bij onze juridische afdeling.
Vragen en opmerkingen n.a.v. Jaarstukken 2014, PrO Vragen Pag 74, tweede alinea: wat is een BAG-audit? De BAG audit is een wettelijk verplichte controle naar de kwaliteit van het BAG register, naar de kwaliteit en uitvoering van de BAG processen en de kwaliteit van het gebruikte informatiesysteem. BAG staat voor Basis Registratie Adressen en Gebouwen. Het register is het geheel aan brondocumenten dat aan de BAG registratie ten grondslag ligt -
Pag 115: wanneer is een samenwerkingspartner een ‘verbonden partij’ en wanneer niet. Een partij wordt aangemerkt als een verbonden partij indien de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft
-
Pag 122 is leeg, terwijl ik daar de opsomming verwachtte van de andere, ook kleinere samenwerkingen? Pagina 122 is een lege pagina, omdat wij het begin van alle programma’s en paragrafen op de rechterpagina laten beginnen. Deze paragraaf gaat over verbonden partijen. Als PrO één of meerdere verbonden partijen mist, vernemen wij dat graag. Dan kunnen wij het aanvullen.
-
Pag 128: kwijtschelding: ter toelichting: geldt dit voor de huishoudens die onder de 120%-norm vallen? Wettelijk is maar toegestaan voor de 100% norm. De 120% is minimabeleid en geldt niet voor kwijtschelding.
-
Pag 128: kwijtschelding: Oisterwijk heeft 301 cases behandeld, waarvan 17 afgewezen. Ik neem aan dat bijstandsgerechtigden automatisch kwijtschelding krijgen en dat zijn er in mijn herinnering ong 220(?), in ieder geval minder dan 284. Bereiken we alle inkomens die op die norm van 120% zitten? Hoeveel missen we er en hoeveel willen er geen gebruik maken van deze mogelijkheid? Bijstandsgerechtigden krijgen geen automatisch kwijtschelding. Er wordt een toets uitgevoerd, waarbij ook gekeken wordt naar het vermogen dat mensen hebben, zoals o.a. spaargeld. Als dat boven een bepaalde norm komt, wordt er geen kwijtschelding verleend. Als kwijtschelding eenmaal is verleend en de verwachting was dat er geen wijziging optreedt, wordt wel opnieuw automatisch kwijtschelding verleend. De 120% norm geldt niet voor kwijtschelding. De link met uitkeringsgerechtigden kan niet één op één worden gelegd.
-
Wat is de grondslag voor de subsidieverdeling aan de sportverenigingen? Waar kan ik die terugvinden? Voor de sportverenigingen zijn de volgende subsidieregelingen van toepassing: Regeling subsidie sportdeelname gemeente Oisterwijk 2015 en de Regeling subsidie huisvesting sport gemeente Oisterwijk 2015. Op grond van de regeling sportdeelname kan aan een verenging subsidie worden verleend: op basis van het aantal leden, voor een incidentele sportacitiviteit en/of voor het vervoer van gehandicapte jeugdleden. Op grond van de regeling huisvesting kan aan een verenging een subsidie worden verleend voor de kosten van een erfpachtscanon, onderhoud kleedlokalen, en het gebruik van binnensportaccommodaties. De regelingen zijn te vinden op de website van de gemeente onder oisterwijk.nl/sociaal/subsidie-aanvragen
-
In de toelichting op de PPN is gevraagd waarom de HHT-gelden niet zijn opgenomen in het financieel overzicht. Het antwoord van wethouder Smit was dat de gemeente deze middelen niet ontvingen, maar dat deze rechtstreeks naar de zorgaanbieders gaan. In het antwoord op de technische vraag staat vermeld dat deze middelen niet zijn opgenomen omdat het voor de gemeente om een neutraal budget gaat. Wat wij ontvangen zal ook uitgeven worden. Het HHT budget maakt deel uit van de gemeentefonds ( prog. 2). Voor
2015 zullen deze gelden in de berap vermeld worden. Voor 2016 wordt in de meicirculaire het bedrag inzichtelijk gemaakt. Waar worden deze middelen voor ingezet? De vraag is bij de beantwoording van de PPN beantwoord Als algemeen opmerking op het kopje Fouten en voorgestelde correcties hieronder: - Antwoord: De jaarrekening is 2 maanden geleden gedrukt en verspreidt zowel intern als extern. Alleen bij belangrijke onjuistheden die het beeld van de jaarrekening aantasten, wordt de tekst van de jaarstukken aangepast middels een erratum.
Fouten en voorgestelde correcties - Pag 17, voorlaatste alinea: deze werkgroep is GEEN raadswerkgroep! Graag verbeteren. - Pag 18, voorlaatste alinea: er staat ‘die de raad beter in staat stelt’. Volgens mij is dat oordeel aan de raad. Graag corrigeren in ‘zou de raad beter in staat moeten stellen’ - Pag 19, waardeoverdracht van wethouders pensioenen. Dit soort hoge bedragen kan eigenlijk niet zonder toelichting of zonder een toezegging voor vertrouwelijke toelichting – in dit geval vanwege privacy van de betrokkenen- via geëigende paden (zoals via fractievoorzitters, Auditcie zoals nu ook is gedaan en dergelijke. - Pag 73: een inwoner is GEEN KLANT. Door hem als klant te afficheren creëer je een afstand die er niet is. De inwoner is onlosmakelijk onderdeel van een gemeenschap, waar hij de coördinatie en regie bij het bestuur gelegd heeft. Hij neemt diensten en producten af van ‘de gemeente’, maar heeft daarin geen keuze, het is een opgedragen publieke taak. Er vindt geen vrij prijsbepaling in concurrentie plaats, het gemeentehuis is geen marktomgeving. Klant is Koning gaat hier niet op. Het streven om een inwoner dezelfde vriendelijke behandeling te geven zoals klanten die in winkels verwachten is lovenswaardig. Maar door ze als klant te benaderen zet je je levering ook af tegen het profit wat je krijgt en mag je je zelf het recht toe eigenen bepaalde gegevens of producten niet aan te bieden. Goed voorbeeld is onze website die inderdaad voor 80% van de gevallen de vragen van onze inwoners dekt. Gevolg is dat de resterende gevallen niets krijgen of via Google oid eindeloos aan het zoeken zijn. Het is bijvoorbeeld, via onze site eenvoudig te zien wat de eisen zijn aan een omgevingsvergunning, maar het achterliggende beleid is niet te vinden. Dat is kwalijk, want een inwoner ‘hoort de wet te kennen’ en ons beleid is de wet op lokaal niveau. Leesbaarheidsaanwijzingen - Pag 40 en pag 89: op dit moment worden verschillende tabelstijlen door elkaar gebruikt, met name voor het aangeven van voordeel of nadeel: 1) 2 eigen kolommen voor voordeel en nadeel, 2) eigen kolom waarin een V of N teken staat met daarnaast ook nog een neg-teken bij het bedrag, of 2) een verschilkolom waar de bedragen in + of – vermeld staan. Dat is verwarrend. Graag eenheid! Kolommen die over meerdere pagina’s lopen verliezen hun tabelkop, zoals op pag 40, 41, 42 en 43(!). Dat is simpel op te lossen en aan te passen zodat op iedere pagina de tabelkoppen terugkomen. Dat verbetert de leesbaarheid aanzienlijk (geen geblader wat een bepaalde kolom ook alweer betekent).
College, 20 mei 2015