gemeente Roermond
VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND datum indiening:
4 oktober 2013
afdeling:
Stedelijke Ontwikkeling
Onderwerp:
datum/agendapunt B&Wvergadering: 081013/305
Zienswijze op Nota van Uitgangspunten Openbaar Vervoer concessie
Voorstel: 1. Kennisnemen van de Openbaar Vervoer visie Noord en Midden Limburg; 2. Instemmen met de zienswijze van de Regio Noord- en Midden Limburg op de concept Nota van Uitgangspunten Openbaar Vervoer Limburg; 3. Instemmen met de gezamenlijke reactie van de gemeenten in Noord- en Midden Limburg op de Nota van Uitgangspunten conform bijgevoegde brief; 4. De specifieke Roermondse aandachtspunten door middel van de bijgevoegde conceptbrief aan de provincie kenbaar maken; 5. De raad informeren door middel van bijgevoegde concept raadsinformatiebnef
Behandeling in: raadscommissie: gemeenteraad van: overlegorgaan: Beslissing B&W: 1. kennisgenomen van; 2. akkoord; 3. akkoord; 4. tekstsuggestie in bnef venwerken, dan akkoord; 5. tekstsuggestie in bnef verwerken, dan akkoord.
Handtekening gemeentesecretaris:
op:
onderwerp:
Zienswijze op Nota van Uitgangspunten Openbaar Vervoer concessie
pagina: 2
Bijlagen: 1. Openbaar Vervoer visie Noord en IVIidden Limburg; 2. Nota van uitgangspunten OV-concessie inclusief begeleidende brief van de provincie; 3. Gezamenlijk zienswijze op de concept Nota van Uitgangspunten Openbaar Vervoer Limburg; 4. Gezamenlijke bnef aan de provincie Limburg; 5. Conceptbnef aan de provincie Limburg met specifieke Roermondse aandachtspunten; 6. Concept raadsinformatiebrief Samenvatting: De huidige Openbaar Vervoer (OV)-concessie voor Noord- en Midden-Limburg loopt in december 2016 af Om tijdige een nieuwe vervoerder te kunnen contracteren is de Provincie nu reeds gestart met het traject om te komen tot een aanbesteding voor de nieuwe OV-consessie vanaf 2016. De provincie heeft een concept Nota van Uitgangspunten (NvU) opgesteld en heeft dit aan diverse partijen - waaronder de Limburgse gemeenten toegezonden met het verzoek de NvU van een zienswijze te voorzien. De regiocoördinatoren van de RMO's Midden Limburg en Noord Limburg hebben samen met de gemeenten een gezamenlijke Openbaar Vervoer Visie Noord en Midden Limburg opgesteld. Deze visie dient is in een eerder stadium aan de provincie toegezonden als basis voor de NvU en dient nu als basis voor een gezamenlijk zienswijze van de regio Noord en Midden Limburg op deze NvU. Aan uw college wordt gevraagd om kennis te nemen van de OV-visie en in te stemmen met deze gezamenlijke zienswijze en de begeleidende bnef aan de provincie. Bovendien zijn er enkele specifiek Roermondse aandachtspunten voor de nieuwe OVconcessie welke in een separate bnef aan de provincie kenbaar zullen worden gemaakt. Verder wordt voorgesteld om de gemeenteraad te informeren door middel van de bijgevoegde concept raadsinformatiebnef De provincie overweegt om een- of tweemaal een bijeenkomst te organiseren voor Limburgse raadsleden om een toelichting te geven op de nieuwe OV-concessie. Toelichting op voorstel: Alqemeen: De huidige Openbaarvervoer (OV)-concessie voor Noord- en Midden-Limburg loopt in december 2016 af Het Openbaar Vervoer dient ruimschoots van te voren opnieuw aanbesteed te worden om de vervoerder voldoende tijd te geven de concessie in te nchten. Als onderdeel van de voorbereidingen van deze nieuwe aanbesteding is in mei 2013 door de Provincie Limburg de maatschappelijke verkenningsfase ingezet. Het resultaat van deze brede maatschappelijke verkenningsfase is de nu voodiggende concept Nota van Uitgangspunten (NvU), zoals door de provincie Limburg gepresenteerd. De provincie gaat ervan uit dat in de nieuwe openbaar vervoer concessie 25% minder dienstregeiinguren kunnen worden opgenomen dan in de huidige concessie. Dit heeft er deels mee te maken dat de beschikbare middelen vanuit de Rijksoverheid minder worden en heeft deels te maken met de gestegen kosten van het Openbaarvervoer (met name brandstof- en loonkosten). Bij de nieuwe concessie zal de nadruk daarom komen te liggen op het aanbieden van een zo goed mogelijk openbaar vervoer product binnen de beperktere mogelijkheden die er zijn.
onderwerp:
Zienswijze op Nota van Uitgangspunten Openbaar Vervoer concessie
pagina: 3
Aanleiding: Per brief van 6 september 2013 tiebben alle gemeentebesturen van Limburg van gedeputeerde P. van der Broeck de concept NvU ontvangen voor de nieuwe concessie van het openbaar vervoer voor de periode 2016 tot 2031. De NvU is de eerste stap in het traject van aanbesteding dat moet leiden tot de uiteindelijke gunning aan de daarvoor geselecteerde vervoerder in het najaar van 2014. In de NvU zijn de beleidskeuzes geformuleerd die koersbepalend zijn voor de inrichting en invulling van de nieuwe concessie voor openbaarvervoer in Limburg. Een van de provinciale ambities is het bevorderen van maatschappelijke participatie. Het Openbaar Vervoer (OV) draagt er aan bij dat elke burger zich kan verplaatsen. Hier ligt dan ook de nauwe verbinding met de verantwoordelijkheid van de gemeente op het terrein van doelgroepenvervoer( waaronder Wmo vervoer en leerlingenvervoer). Vanuit deze optiek is integraal beleid en nauwe samenwerking tussen provincie en gemeenten van wezenlijk belang. De Provincie verzoekt de gemeenten hun zienswijze over de voorliggende NvU te geven. De zienswijze wordt betrokken bij de verdere voorbereiding van de aanbesteding van de nieuwe concessie. Na vaststelling van de NvU door Provinciale staten volgt het Programma van Eisen. Hiervoor geldt een inspraaktermijn die in maart 2014 is gepland. Participatie gemeenten De Provincie heeft een aantal gemeenten in onze regio (Venlo, Roermond en Venray) verzocht om samen te 'sparren' over de vormgeving van het proces van aanbesteding en de gewenste aandachtspunten in de NvU. In dit traject heeft regelmatig bestuudijk ovedeg (wethouders Testroote [Venlo], IJff [Roermond] en Busser [Weert]) met de gedeputeerde plaatsgevonden. Op basis hiervan hebben de bestuurders van Noord- en Midden Limburg op zich genomen om een voorzet van een zienswijze op de Nota van Uitgangspunten op te stellen hierbij ondersteund door beleidsambtenaren mobiliteit en Wmo en de coördinatoren RMO (Regionaal Mobiliteitsovedeg) van Noord- en Midden Limburg. Andere partijen die participeren in deze externe klankbordgroepen zijn: projectbureau Regiotaxi Noord- en Midden Limburg, Reizigersovedeg Limburg (ROL) en de Vereniging van Kleine Kernen Limburg (VKKL). Gezamenlijke reactie In het kader van afstemming met het doelgroepenvervoer en afstemming met de regio hebben alle gemeenten besloten een gezamenlijke reactie te maken op de NvU. In het algemeen is de reactie van de regiogemeenten positief Enerzijds door de gezamenlijke aanpak en de nauwe betrokkenheid van gemeenten en anderzijds omdat gemeenten in een vroeg stadium participeren in een gezamenlijke visie. De belangrijkste items van de gezamenlijke reactie zijn: • Het vroegtijdig en actief betrekken van gemeenten en andere vertegenwoordigende partijen op het gebied van vervoer bij de totstandkoming van de NvU wordt als positief ervaren. • De Provincie heeft een hoge spoorambitie, met extra stations, de verdubbeling en elektrificatie van de Maaslijn en een Intercityverbinding naar Aachen. Dit mag echter niet ten koste gaan van het OV-aanbod aan de 'onderkant van de markt'. • Volgtijdelijk aanbesteden (dus eerst OV; trein bus e.d.) en daarna doelgroepenvervoer schept duidelijkheid. Bij de aanbesteding van het doelgroepenvervoer kan dan uitgegaan worden van een 'vastgesteld pakket OV'. • Volgtijdelijk aanbesteden is voor het doelgroepenvervoer alleen gunstig als bij de inrichting van het OV al rekening wordt gehouden met deze doelgroepen zodat in een later stadium het gebruik van het OV door de doelgroepen optimaal kan worden benut. Een zo toegankelijk mogelijk en breed inzetbaar OV zal minder druk leggen op het doelgroepenvervoer.
onderwerp: •
e
•
e
• • e
Zienswijze op Nota van Uitgangspunten Openbaar Vervoer concessie
pagina: 4
De NvU heeft nog niet de juiste balans te pakken tussen de economische en sociale functie van het OV. Naadloos OV en het bevorderen van de maatschappelijke participatie komen onvoldoende uit de verf. Vooral in het dun bevolkte buitengebied. Leefbaarheid in de kleine kernen en stimuleren participatie is ook een verantwoordelijkheid van de provincie. Juist nu er door het Rijk gekort wordt op de doelgroepenbudgetten, zullen vanaf nu meer mensen aangewezen zijn op de OV-voorzieningen. De 'nieuwe ondergrens' voor het OV is onvoldoende gedefinieerd, waardoor niet duidelijk is waar de verantwoordelijkheid van de provincie ophoudt. Evenmin is duidelijk wie de verantwoordelijkheid draagt om 'passend ven/oer' te realiseren in de zoekgebieden (daar waar geen regulier OV wordt aangeboden). Bovendien ontbreken heldere (financiële) kaders, (zie verder onder "ondergrens OV/maatwerk) Volgens de NvU is het bieden van de (maatwerk-)oplossing een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en provincie. Het is echter onvoldoende duidelijk hoe de provinciale bijdrage en betrokkenheid (financieel, organisatorisch en verantwoordelijkheden) aan deze oplossingen er uit ziet. Welke zekerheden of garanties zijn hiermee gemoeid voor de gemeenten? De NvU geeft onvoldoende aan hoe de zoekgebieden worden ingevuld: met welke middelen worden nieuwe vervoersproducten ontwikkeld en wie is hier verantwoordelijk voor? Pas als deze vragen beantwoord zijn, weten de gemeenten waar ze aan toe zijn. Maar zelfs dan nog blijft de vraag bestaan of gemeenten voor de ontwikkeling van maatwerkproducten middelen beschikbaar hebben. De financiële druk is hoog en dit zal het OV-aanbod beïnvloeden. Hierdoor is (in een volgtijdelijke aanbesteding) de hoogte van het beschikbare budget voor de (maatwerk)-oplossing, hoogst onzeker. Door de financiële druk ontstaat ongerustheid over de voorzieningen aan de onderkant; mede omdat alleen vervoer wordt aangeboden als het budget het toelaat. Tenslotte vinden de regiogemeenten het een gemiste kans dat de provincie zich in de NvU niet uitspreekt over het instellen van een prominente rol van een regiecentrale (regie, planning, beheer en uitvoering op één plaats concentreren). In de regionaie OV-visie wordt (cf toonaangevende rapporten) hier voor gepleit, zeker in de samenhang tussen OV en doelgroepenvervoer.
Ondergrens OV/maatwerk De provincie gaat uit van 3 op elkaar aansluitende niveaus: 1. Snel en hoogfrequent OV: trein en busverbindingen, waarmee de belangrijkste bestemmingen bereikbaar zijn; 2. Ontsluitend OV: ontsluitende buslijnen, deels direct tussen de woon- en bestemmingsgebieden en deels via het visgraatmodel 3. Maatwerkvervoer: op plaatsen en momenten dat er (erg) weinig vraag is worden vervoervoorzieningen op maat gezocht (de zogenaamde zoekgebieden). Het vervoer wordt door de provincie volgtijdelijk aanbesteed. Eerst besteedt de provincie het OV (trein, bus etc.) onder 1 en 2 aan. Op het moment dat de inrichting van het OV duidelijk is besteden de gemeenten het doelgroepenvervoer aan. Van belang is dat de provincie in deze aanbesteding al voldoende rekening houdt met doelgroepen. De invulling van het maatwerk in de zoekgebieden is mede bepalend voor de mate waarin de overstap vanuit het doelgroepenvervoer naar het OV een succes kan worden. Het kan zelfs zo zijn dat door wijzigingen in het OV-netwerk de toeloop naar (en kosten) in het doelgroepenvervoer toeneemt. De omvang hiervan, is zonder duidelijkheid over de aanbesteding, niet in te schatten. Het budget dat resteert om de maatwerkoplossingen te realiseren is afhankelijk van het resultaat van de aanbesteding van het OV door de provincie. Op voorhand dienen daarom afspraken gemaakt te worden over het (minimale) budget voor het OV-deel van de maatwerkoplossingen. Bij voorkeur zijn deze afspraken gebaseerd op de elementen die in de aanbesteding OV zijn opgenomen zodat ingeschat kan worden wat de gevolgen voor de maatwerkoplossingen zijn. Het budget voor de maatwerkoplossingen kan hier dan op worden afgestemd. Ook dienen afspraken te worden gemaakt over de verantwoordelijkheden. Door het ontbreken van een ondergrens en een onbekend resterend budget voor het maatwerk in de zoekgebieden, bestaat de kans
onderwerp:
Zienswijze op Nota van Uitgangspunten Openbaar Vervoer concessie
pagina: 5
dat er in de zoel
onderwerp: ®
e
Zienswijze op Nota van Uitgangspunten Openbaar Vervoer concessie
pagina: 6
Al vaker heeft de Gemeente Roermond aandacht gevraagd voor een goede openbaar vervoer verbinding met Duitsland. Met de komst van het Designer Outlet Gentre lijkt de vraag hiernaar te groeien. Het Designer Outlet Centre zelf zet immers al een pendeldienst in. In de conceptbrief wordt de provincie daarom opgeroepen om in ovedeg te gaan met de Duitse vervoerder om doortrekking van de Duitse OVlijn naar Roermond (financieel) mogelijk te maken. Dit maakt geen onderdeel uit van de nieuwe OVconcessie maar kan wel parallel aan dat traject worden onderzocht. Er is nog onvoldoende duidelijk hoe de Provinciale bijdrage en betrokkenheid ten aanzien van de 'maatwerkoplossingen' er uitziet. Wie organiseert bijvoorbeeld de opnchting van een buurtbusvereniging wanneer hiervoor wordt gekozen, bijvoorbeeld ter vervanging van de reguliere bus naar Asenray en Boukoul?
In het bijzonder vragen wij de provincie aandacht voor de inzet van vrijwilligers. Voor het invuiien van de ondergrens van het OV, het bieden van maatwerkvervoer wordt een rol toebedacht aan de vrijwilliger. Ofschoon inzet van de vrijwilliger denkbaar is, moet daarbij toch wel enkele kanttekeningen gemaakt worden: e Vrijwilligers worden voor alles als de oplossing gezien. Dat kan niet. e Vrijwilligers worden niet gemotiveerd deel te nemen als ze gezien worden als de oplossing voor bezuinigingen; « Vrijwilligersvervoer is niet structureel. Als een belangrijke vrijwilliger wegvalt, kant de hele organisatie ontwncht raken; » Vrijwilligers zijn voor het bijdragen aan de gemeenschapszin, niet het oplossen van financiële problemen; e Veiligheid van vervoer is een aandachtspunt bij inzet van vrijwilligers. Zij moeten wel professioneel worden opgeleid om aan de hoge veiligheidseisen te voldoen; e Er is altijd een zekere mate van regie van de overheid nodig. Dit houdt in dat er professionals moeten worden ingezet; e Vrijwilligers zijn niet geschikt voor de inzet bij veel verschillende, en/of moeilijke doelgroepen; e De inzet van vrijwilligers hangt af van het soort vervoer waarvoor ze worden ingezet. Verdere proces OV-concessie De voodiggende NvU zal op 1 5 november a.s. door Provinciale Staten worden behandeld. Na vaststelling door Provinciale Staten van de NvU wordt gestart met het Programma van Eisen. Het Programma van Eisen zal in februan 2 0 1 4 in concept gereed zijn en in het kader van de formele inspraakprocedure ter visie worden gelegd. Na verwerking van de ingekomen reacties zal het Programma van Eisen definitief worden gemaakt. Het Programma van Eisen vormt samen met de selectieleidraad en de financiële voorwaarden het Bestek. Voor de aanbesteding van de nieuwe OV concessie wordt de volgende planning gehanteerd: e Programma van Eisen gereed februan 2 0 1 4 • Inspraak op Programma van Eisen maart 2 0 1 4 » Opstellen Bestek apnl 2 0 1 4 e Offerte uitvraag concessie mei 2 0 1 4 e Beoordeling offertes augustus 2 0 1 4 e Gunning concessie aan vervoerder oktober 2 0 1 4 ® Mogelijke bezwaarprocedure november 2 0 1 4 e Start nieuwe concessie december 2 0 1 6 Risicoparagraaf: Het belangrijkste (financiële) nsico heeft betrekking op het raakvlak tussen het openbaar vervoer en het doelgroepenvervoer. Het kan zo zijn dat door wijzigingen in het OV-netwerk de toeloop naar (en kosten) in het doelgroepenvervoer toeneemt. De omvang hiervan, is zonder duidelijkheid over de aanbesteding, niet in te schatten.
onderwerp:
Zienswijze op Nota van Uitgangspunten Openbaar Vervoer concessie
pagina: 7
Toelichting op de middelen: De concept nota van uitgangspunten heeft vooralsnog geen invloed op financiën en/of personeel. De financiën staan echter onder druk als gevolg van een aantal ontwikkelingen. Bij de Provincie staat de Brede Doeluitkenng (BDU) onder druk en de OV kaart voor studenten wordt ingeperkt. Bij de gemeente zijn het vooral demografische ontwikkelingen zoals toenemende vergrijzing en de overheveling van een aantal AWBZ taken en het daarmee samenhangende vervoer. Ook moet bij de nieuwe aanbesteding rekening gehouden worden met een hoger kostenniveau dan in de huidige concessie en dat geldt zowel voor openbaar vervoer als voor doelgroepenvervoer. Kerntakendiscussie: N.v.t. Communicatieparagraaf: Het pnmaat van de communicatie over de nieuwe Openbaar Vervoer concessie ligt bij de provincie. Een afname in het aantal dienstregelinguren zal echter ook consequenties hebben voor een aantal Roermondse wijken en kernen. In de komende periode zal hierover met de betreffende wijk- en dorpsraden gecommuniceerd worden.