Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: 0527 - 684141 Fax: 0527 – 684166 Email:
[email protected] Website: www.visned.nl
Aan: de leden van VisNed, Urk, 23 januari 2015.
Aanlandplicht: zonder goede fasering dreigt een nog grotere chaos. De introductie van de Aanlandplicht is voor ons item nr. 1 op de agenda, ook heel 2015 zal dat het geval zijn. Voortdurend berichtten wij over onze continue inspanningen om te komen tot de werkbaarheid van de onvermijdelijke invoering van de vermaledijde Aanlandplicht. Die invoering is gegarandeerd gedoemd om te mislukken als de plannen niet uitvoerbaar, naleefbaar en handhaafbaar zijn. Dat zijn staatssecretaris Dijksma en haar ambtenaren met ons eens. Maar zoals we al eerder schreven lijken zij in Europa tamelijk alleen te staan in die opvatting. Afgelopen maandag waren we in Londen voor overleg met de collega’s in de Noordzee Advies Commissie (AC). Daar werd wederom heel duidelijk dat de visserijondernemers en de NGO’s in deze AC de aanpak van de Scheveningengroep van lidstaten absoluut niet ziet zitten. Die willen kennelijk doordenderen op een onbegaanbaar pad, met Nederland en België als roependen in de woestijn. In de komende periode zal hierover nog veel overleg gevoerd worden, maar op enig moment is ook bij de visserijorganisaties de rek er uit. We zien ondertussen dat zowel in de Pelagische Sector als in de Oostzee, waar de Aanlandplicht 1 januari jl. is ingevoerd, de chaos compleet en onzekerheid troef is. Niemand weet waar het aan toe is en voor de vissers geldt; wat gaat er gebeuren als er een (buitenlandse) controledienst aan boord komt? Als voorbeeld de Poolse vissers actief in de Oostzee: deze kwamen de afgelopen weken binnen met discards die niet meer over boord mochten. Echter, de controlediensten en landorganisatie zaten met de handen in het haar wat er mee moest gebeuren. Met uiteindelijk het verzoek van de inspecteurs aan de schipper om met de discards buiten de haven te varen en daar in zee te werpen……… Brussel moet zich diep schamen door er zo’n bende van te maken! Het is heel spijtig dat de Nederlandse overheid niet eerder tot het inzicht kwam dat een beleidswijziging niet ondoordacht en overhaast uitgevoerd moet worden. Wij steunen onze staatssecretaris waar we maar kunnen. Ook met de onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten leveren we grote inspanningen. Selectiviteit verhogen en overleving aantonen. In de aanloop van deze besluitvorming werd ons verzekerd dat “niemand tot het onmogelijke is gehouden” en is opgemerkt dat de aanlandplicht “het sluitstuk” zal zijn. De plannen van de lidstaten moeten in juni van dit jaar helemaal klaar zijn. Dus nu komt het puntje bij het paaltje. Heel snel weten we wat voor grote chaos ons in januari 2016 te wachten staat, of niet. Ook zullen we nu dus merken wat deze politieke toezeggingen waard zijn. We hopen het beste, maar vrezen het ergste! Pulsvisserij internationaal en garnalen. Het verkrijgen van internationaal draagvlak voor de pulsvisserij is van groot belang. Vorig jaar gingen daarom door onze bemiddeling al een groep Denen mee met de TX 43, vorige week was het een Franse visser uit Duinkerken. We hadden de ARM 22 gevraagd gastvrijheid te 1
verlenen. De vissers konden uitstekend met elkaar van gedachten wisselen en voor deze Franse nettenvisser is veel onduidelijkheid over de puls weggenomen. Maar ook is onze inbreng in de Pulse Focus groep van de Noordzee AC van groot belang. Die groep vergaderde vandaag via WebEx (per internet) en daar kwamen veel vragen aan de orde. Die waren gesteld door de Franse visserij (en indirect de Franse overheid) en van NGO’s. De vragen gaan over regelgeving, over techniek, over controle en over ecologisch onderzoek. Op die vragen worden antwoorden gezocht, waarna de Noordzee AC-groep op 5 maart as. in IJmuiden vergadert over een uit te brengen advies. Onderzoek en advies waren vandaag ook onderwerp van bespreking in Zwolle, waar overheid (ministerie van EZ en NVWA) en garnalenvissers overlegden over puls. Afgesproken is dat een breed samengestelde groep vanuit alle PO’s een onderzoeksagenda gaat opstellen en dat een aanvulling op de NB-wet wordt gevraagd zodat garnalen-puslvisserij op basis van dat onderzoeksprogramma ook in N2000-gebieden mogelijk moet worden. Dat dit in de garnalensector in gezamenlijkheid wordt opgepakt wordt door de overheid eigenlijk als voorwaarde voor ondersteuning (ook financieel) gezien. Goed dat de sector heel breed, van groot tot klein en van noord tot zuid die handschoen opgenomen heeft. Nieuw financieringsinstrument. Al geruime tijd geleden heeft het Ministerie van EZ besloten om met middelen uit het Europees Visserijfonds een modern financieringsinstrument in het leven te roepen. Het is een “rondpompend fonds” waaruit leningen worden vertrekt voor investeringen die voldoen aan de eisen van de EVF-regeling. Het Ministerie heeft € 3,5 miljoen in het fonds gestort en dat wordt middels leningen met een looptijd van 3 en 5 jaar uitgezet. De aflossingen vloeien terug in het fonds en worden als nieuwe leningen weer aan de sector uitgeleend. Zo is er een blijvend stimuleringsinstrument voor duurzame investeringen. Als fondsbeheerder is het Groenfonds uit Hoevelaken aangewezen. In een gesprek vlak voor Kerstmis hebben we met hen overlegd over de inzet van dit nieuwe financieringsinstrument. Afgesproken is dat dit in eerste instantie via de visserijaccountants en de visserijdesks bij de banken gaat gebeuren. Via een uitgebreid artikel in Visserijnieuws worden ook meer details bekend. Natuurlijk helpen we in de tussentijd als u contacten wilt met de fondsbeheerder, doe dit dan via het VisNed-secretariaat. Stalen boeien vervangen door kunststof? De oude stalen boeien worden meer en meer vervangen door kunststof exemplaren. Op de Waddenzee, de Zeeuwse stromen en in de aanloopgeulen is dat bijna volledig het geval. Komende jaar zijn de boeien op de Noordzee aan de beurt. Vanuit Rijkswaterstaat is de vraag gesteld of ze alle boeien door gelijke kunststof zeeboeien kunnen vervangen, dus ook de hele grote 20 m3 boeien zoals -VL C -IJM C –NHR -NHR N –MAASCENTER en RIJNVELD. Rijkswaterstaat heeft laten weten dat het radarbeeld ongewijzigd blijft. Graag uw reactie naar:
[email protected] Als er teveel bezwaren zijn, dan laat Rijkswaterstaat de stalen 20 m3 lichtboeien liggen. Belgisch ruimtelijk plan en Franse Natura 2000 In de zomer van 2013 nam de Belgische overheid bij Koninklijk Besluit, tijdens het zomerreces van de Nederlandse overheid, de Vlaamse Banken als Natura-2000 gebied in het Marien Plan op. Hierbij werd onder meer de grens voor kotters tot 221 KW van 3 naar 4.5 zeemijl uit de kust verplaatst. Hiertegen is door VisNed bezwaar gemaakt, met het argument dat elke wetenschappelijke onderbouwing voor de wijziging ontbreekt. Het was een ongefundeerde manier om de Nederlandse schepen met een ecologische smoes van de Belgische visgronden te verdrijven. Het dossier is sindsdien in België stil komen te liggen. Wij hebben in dit dossier nauw overleg met ons Ministerie van Economische Zaken en we trekken samen op met de Belgische Rederscentrale. Wij willen serieus overleggen over gebiedsbescherming, maar het onderwerp verschuiving 3 mijlszone willen we blijvend van tafel krijgen. 2
In Frankrijk is al enkele jaren een traject gaande om een maatregelenpakket vast te stellen voor het gebied Bancs des Flandres voor Duinkerken. Dit gaat enerzijds om bescherming van vogelpopulaties, maar vooral van belang voor de Nederlandse vloot is de bescherming van bodemhabitat. In dit stroperige proces zijn tot dusver de visserijactiviteiten, waaronder die van de Nederlandse vloot, in kaart gebracht. Tijdens de aankomende bijeenkomst op 4 februari in Duinkerken, waar wij uiteraard aanwezig zullen zijn, wordt de volgende fase ingezet, waarin de impact op de zeebodem van verschillende tuigen wordt onderzocht. Hier ligt de taak om aannemelijk te maken dat de impact van de pulskor minder is dan die van de boomkor met wekkerkettingen, en dat de bodemimpact van de flyshoot gering is. De bodemberoering van beide tuigen moet zeker ook in vergelijking worden gezien tot de grote dynamiek die van nature al in het gebied heerst, in de vorm van stroming. De Franse vloot maakt voornamelijk gebruik van andere visgronden binnen het gebied dan de Nederlandse vloot, dus het wordt een uitdaging om te komen tot een zonering die voor alle partijen nog acceptabel is. Het voornemen van de Franse overheid is om het maatregelenpakket nog dit jaar af te ronden. Binnenkort gaan soortgelijke trajecten van start voor enkele andere gebieden in dezelfde regio. Voor bodembescherming gaat het om het gebied “Ridens et dunes hydrauliques du détroit du Pas de Calais”, een gebied dat tegen de grens met de Britse wateren ligt waar gelijktijdig een maatregelenpakket voor het gebied “Bassurelle” wordt ontwikkeld, en het gebied “Récifs Gris Nez – Blancs Nez” tussen Calais en Boulogne-Sur-Mer. Uiteraard zullen wij hierbij op dezelfde wijze betrokken zijn. EAPO-Bestuur vergaderde in IJmuiden. Afgelopen dinsdag vergaderde de marktwerkgroep en het Bestuur van de EAPO in IJmuiden. De oprichting van een Adviesraad voor Markten was een belangrijk onderwerp van bespreking. De Europese Commissie heeft twee jaar geleden de werkgroep markten van de commissie ACFA opgeheven. Dat was het enige orgaan in Europa waarover de markt voor visserij en aquacultuurproducten kon worden overlegd. Niet alleen over wild gevangen EU-vis, maar ook over importen. Dat vacuüm wordt nu opgevuld door een Advies Comité voor Markten, ook wel MAC genoemd, zoals er ook AC’s zijn voor Noordzee, Noord-west Wateren, Pelagische Visserij etc. Dat is een bureaucratisch proces waar de Europese Handelaren en EAPO samen aan werken. Als alles volgens plan verloopt, kan de MAC na de zomer actief worden. Op dit moment is er een actueel onderwerp waar we overleg over voerden. In Europa wordt veel vis geïmporteerd, heel veel vis. Daar zijn de regels met importheffingen op van toepassing, importheffingen die echter op “nul” gesteld kunnen worden als er te weinig eigen vis als grondstof voor de verwerkende industrie op de markt is. Dat gebeurde o.a. voor haring en voor kabeljauw en toen de TAC voor schol erg laag was ook voor platvisvervangers. Wij zijn van mening dat de noodzaak voor “nul” importheffing op vissen die direct concurreren met onze producten niet meer zou mogen. Het beïnvloedt immers direct de scholprijs op de afslag naar beneden. Samen met onze Europese collega’s pleiten we voor een stop op “nul heffing”. Dat de vishandelaren juist meer goedkope vis willen importeren zal u niet verrassen maar wij kunnen inmiddels aanzienlijk meer schol produceren die de markt adequaat kan bevoorraden, dus houden wij vast aan de insteek; geen 0-tariefcontingenten voor platvisvervangers. Met de Europese collega’s overlegden we ook over de toepassing van de nieuwe regels vanuit de Marktordening en de zgn. Productie en Afzetprogramma’s. Daar zijn veel verschillen in die we in kaart zullen brengen. Ons aller streven is een gelijk speelveld. Vanuit het Engelse communicatiebureau Acceleris werden we bijgepraat over de opzet van een Europese communicatiecampagne. Dit bureau adviseert ook onze engelse zusterorganisatie, de NFFO bij de aanvallen van Greenpeace. Tijdens het overleg bleek maar weer eens wat de enorme publicitaire slagkracht (en financiele middelen) de NGO’s hebben. Daar kunnen we niet tegenop. Hun budgetten zijn ongeveer het honderdvoudige van het onze. Een strijd die je niet moet willen aan gaan. Maar we gaan wel gezamenlijk op een slimme en effectieve manier de juiste informatie verspreiden. De voorbereidingen van die aanpak zijn in gang gezet en zodra we van start gaan zullen we u nader informeren. In VisNed verband overleggen we hoe we als Nederlandse organisaties kunnen aanhaken bij deze aanpak. 3
Visserij moet onderdeel van Nederlands Maritiem Meerjaren Beleid zijn. Al eeuwen zijn Nederland en de zee onlosmakelijk met elkaar verbonden. We zijn een land van koopvaarders (en kapers), baggeraars, vissers en scheepsbouwers en we hebben hypermoderne havens en waterwegen en misschien ook wel de beste marine ter wereld. Op al die terreinen wordt ook beleid gemaakt. In het afgelopen jaar is dat gebundeld in een visie op de “Maritieme Strategie” die het kabinet aan de Tweede Kamer heeft gepresenteerd. In de ambtelijke inspraak hebben we er op gewezen dat de visserij een wel erg bescheiden plekje in het document heeft gekregen. We zijn inmiddels een draaischijf van vis en hebben de meest innovatieve vloot van de Noordzee en onze pelagische trawlers vangen wereldwijd goedkoop eiwit van topkwaliteit als voeding voor de armste delen van de wereldbevolking. Daarom hebben we in onze lobby aan het Ministerie van EZ en aan Tweede Kamerleden gevraagd de visserij in de Maritieme Strategie de plek te geven die ze toekomt. Alleen als onze sector de erkenning krijgt die we verdienen kunnen we blijven innoveren en onze vooraanstaande rol in de maritieme wereld blijven spelen. Als onderdeel van het geheel van Nederland als maritieme natie. Vismachtiging. De geldigheid van de Vismachtiging is gebaseerd op de periode van de Europese zeedagenregeling die loopt van 1 februari tot en met 31 januari. Als het goed is betekent dit dat u een dezer dagen een nieuwe vismachtiging zult ontvangen. Voordat u deze mee neemt aan boord bekijk deze goed of alle gegevens met betrekking tot uw onderneming en vaartuig juist vermeld staan en vooral ook of alle vistuig-categorieën waar u recht op heeft en in vist opgenomen zijn. Indien er vragen/opmerkingen zijn kunt u contact opnemen met het VisNed-secretariaat. Zeebaars. Over het beheer van zeebaars wordt al geruime tijd gesproken. Het beheer is complex; zeebaars komt in een groot gebied voor (Westelijke wateren, Noordzee) en wordt door diverse vlootsegmenten bevist: directe beroepsvisserij, (onvermijdelijke) bijvangst in sleepnetvisserij en recreatieve visserij (beroeps- en sportvissen d.m.v. hengels). Tijdens de afgelopen Decemberraad lag er een voorstel om de gerichte visserij op zeebaars aan banden te leggen, o.a. via een zeedagenregeling en een catch limit voor de beroepsvissers. De uiteenlopende standpunten van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van een maandelijkse aanvoerbeperking per visser bleken uiteindelijk onoverbrugbaar. Frankrijk wilde een maandelijkse beperking van 20 ton per visser, het Verenigd Koninkrijk slechts 1,5 ton. Nederland had een middenpositie met 5 ton. En voor de recreatieve vissers een zeer beperkende bag limit van 2 zeebaarzen per keer. Met name Frankrijk had grote moeite met het voorstel van de catch limit. Er werd geen overeenstemming bereikt en de besluitvorming werd doorgeschoven. Kort na de Decemberraad is op initiatief van het VK het overleg gestart om gebruik te maken van het artikel uit het GVB-akkoord waarbij aan de Europese Commissie de bevoegdheid wordt gegeven noodmaatregelen af te kondigen voor de duur van maximaal 6 maanden. (artikel 12: “maatregelen van de Commissie bij ernstige bedreigingen voor biologische rijkdommen van de zee”) Vorige week is hierover in Brussel gesproken en vandaag wordt hierover gestemd. Deze maatregelen behelzen: een noodverordening om de gerichte visserij met sleeptuigen te sluiten tot eind april in gebied VIIe. Dit treft met name de Franse bordenvissers. Verder: in de eerste aanpassing van de TAC en Quota Vo. 2015 (komt meestal in april/mei) komt een bag limit van 3 stuks. Daar heeft de Commissie een akkoord over bereikt met Frankrijk en het VK. Verder wil de Commissie dat de minimum aanvoermaat opgehoogd wordt van 36 naar 42 cm en dat de lidstaten dit nationaal gaan regelen. Het VK heeft daar problemen mee, dat land wil hiervoor namelijk liever een EU-maatregel. Het is onduidelijk of er ook een EU catch limit komt. En ook of het verbod uit de noodmaatregel volgend jaar toch weer in de TAC en Quota Vo. wordt meegenomen, zoals men in december jl. ook geprobeerd heeft. 4
Nederland heeft een aantal nationale maatregelen aangekondigd maar deze zijn nog steeds niet door Brussel genotificeerd. In tegenstelling tot wat er in het Informatiebulletin van EZ van december jl. staat zijn deze maatregelen dan ook NOG NIET VAN KRACHT, met uitzondering van de ring om het aantal handlijnvissers die op 6 juni 2014 is ingesteld. Het is natuurlijk wel van belang dat de overheid zorgvuldig te werk gaat en niet door onduidelijke teksten voor verwarring zorgt. Afspraken met Franse staandwantvissers. Van de Franse staandwantvissers is het verzoek binnen gekomen om de in 2012 / 2013 gemaakte afspraken betreffende communicatie en visbestekken te continueren. Van Franse zijde is aangegeven positief te zijn over de afspraken en het naleven ervan door de Nederlandse vloot. De gedragscode geeft aan dat de sleepnetvissers en staandwantvissers elkaar erkennen als volwaardige collega’s en er gelden afspraken over Communicatie (via VHF kanaal 16 contact maken en overschakelen naar een andere kanaal), gebruik AIS, markering van de netten en hoe de netten gezet worden. Het blijft van groot belang dat bij aanvang van de visserij er contact is om informatie uit te wisselen en dat vissers in redelijkheid en billijkheid goede afspraken met elkaar maken. Vissers hebben ook de afspraak gemaakt dat zij collega-vissers aanspreken op hun gedrag indien zij zich niet houden aan de gedragscode. De tekst van de gedragscode is terug te vinden op onze website. Overleg over vaststelling RTC’s. Vorige week hebben we op het ministerie van EZ overleg gehad waarbij o.a. gesproken is over de instelling van de RTC’s. Zoals bekend is dit een gezanelijke aanpak van Engeland (MMO) en Nederland (EZ). Wij hebben aangegeven dat de klachten hierover blijven toenemen en dat de schade die vissers hierdoor oplopen in geen verhouding staat tot het vragen van een redelijke bijdrage in de extra bescherming van kabeljauw. Het ministerie gaf aan dat we het systeem van RTC’s niet kunnen schrappen; het is een belangrijk onderdeel van de afspraken die met de Commissie gemaakt zijn om in Nederland meer zeedagen beschikbaar te krijgen voor de TRvloot. Dankzij een gunstige ruilvoet van 1 : 3 wordt jaarlijks 6 miljoen BT2-dagen geruild voor 2 miljoen TR-dagen en het is een gegeven dat de TR-vloot die omruil hard nodig heeft om een jaarrond-visserij mogelijk te houden. Het schrappen van RTC’s zou betekenen dat deze afspraak met de Commissie zou kunnen komen te vervallen. Het ministerie erkent wel dat de afspraken met de MMO ge-updated moeten worden en Nederlandse ambtenaren hebben recent een bezoek gebracht aan Engeland om hierover van gedachten te wisselen. Afspraken zijn gemaakt om te komen tot meer overleg in de toekomst. Verder: een betere verdeling en spreiding van de RTC’s waarbij ook noordelijke bestekken betrokken gaan worden en het beschikbaar stellen van de data waarop de RTC’s worden gebaseerd, zodat er meer openheid komt. Ook zal onderzocht worden of er gekeken kan worden naar RTC’s op basis van real-time-informatie, dus niet op basis van een vorig jaar maar op basis van actuele informatie: als er ergens (ondermaatse) kabeljauw zwemt daar dan een sluiting doorvoeren. Wij blijven ons in ieder geval inzetten om de pijn voor onze TR-vissers zoveel mogelijk te beperken. Publicatie Vangstmogelijkheden 2015. Afgelopen woensdag heeft het ministerie de diverse bijlagen behorend bij de Uitvoeringsregeling Zeevisserij 2015 gepubliceerd. In deze bijlagen worden overzichten gegeven van de (kwetsbare) soorten waarvoor aanvoerverboden gelden, de Nederlandse quota, de Europese quota die niet nader verdeeld zijn tussen de EU-landen, de totale hoeveelheden kW-dagen in de Zeedagenmandjes, de percentages waarmee in 2015 de contingenten gestegen/gedaald zijn ten opzichte van 2014 en de hoeveelheden toegewezen bijvangstaandelen kabeljauw, wijting en makreel. Al deze overzichten zijn te vinden op onze website: www.visned.nl
5
Registratie in logboek van hoeveelheden < 50 kg. In het laatste Informatiebulletin van het ministerie staat iets over de logboekregistratie van vangsten van minder dan 50 kg per reis. Dit zou onduidelijkheid kunnen veroorzaken, vandaar de volgende toelichting: Hoeveelheden tot 50 kg per soort hoeven niet in het E-logboek dat dagelijks en aan het eind van de reis wordt ingestuurd. Echter, bij de definitieve vangstopgave, het NLLAN-bericht moeten wel alle soorten opgesomd worden, ongeacht de hoeveelheid. Naar aanleiding hiervan hebben wij opgemerkt dat dit voor veel problemen kan zorgen met onnodige foutieve vangstopgaven etc. tot gevolg. De overheid stelt: als de schipper het goed doet levert dit geen problemen op. Er kan geen verschil in vangstopgave komen want de definitieve opgave met hoeveelheden minder dan 50 kg is voor deze soorten de eerste opgave en kan dus nergens mee vergeleken worden. Er ontstaat alleen een probleem voor de schipper als hij een bepaalde soort niet opgegeven heeft in de eerste vangstopgave en later blijkt uit de definitieve vangstopgave dat hiervan meer dan 50 kg aan boord was. Maar dan doet de NVWA dat in eerste instantie af met een waarschuwing of een schipper moet het echt te bont maken en blijven volharden in dergelijke fouten. Dit is overigens een herhaling van reeds bestaande regelgeving. Technische Maatregelen. Afgelopen week werden we er weer op attent gemaakt dat buitenlandse controlediensten er nog steeds op toezien of een kuil aan ballonvorming doet, wat volgens artikel 6 van de EG-Vo. Technische Maatregelen niet toegestaan is. (zie pagina 514 van het jaarboek 2014). Het aantal mazen aan het begin van de kuil naar het eind toe mag niet toenemen. Schippers; zie er op toe dat hier geen sprake is bij de netten die gebruikt worden. Voorkomen is beter dan……….. RTC’s februari 2015. Hieronder treft u aan de coördinaten van de voor februari 2015 ingestelde RTC’s die van toepassing zijn voor Nederlandse schepen opererend met bordentrawl, twinrig en fly shoot (TR - niet voor NL-bokkers) en voor Engelse vaartuigen in dezelfde categorieën maar ook voor de boomkorvaartuigen (BT). Tegen de aanvankelijk voor februari voorgestelde RTC’s zijn vanuit de NL-vloot bezwaren gekomen, wat geleid heeft tot een aantal verplaatsingen. Zo is het aantal RTC’s in Het Kanaal terug gebracht van 4 naar 1. Het bijbehorende kaartje is te vinden op onze website: www.visned.nl
30F0-o
36F2-n
32F2-N
RTC 532 VIId 50°37.500'N 50°37.500'N 50°30.000'N 50°30.000'N RTC 533 IVC 53°37.500'N 53°37.500'N 53°30.000'N 53°30.000'N RTC 534 IVC 51°37.500'N 51°37.500'N 51°30.000'N 51°30.000'N
0°30.000'E 0°45.000'E 0°45.000'E 1°00.000'E
36F2-d
2°15.000'E 2°30.000'E 2°30.000'E 2°15.000'E
36F3-n
2°15.000'E 2°30.000'E 2°30.000'E 2°15.000'E
38F4-g
6
RTC 537 IVC 54°00.000'N 54°00.000'N 53°52.500'N 53°52.500'N RTC 538 IVC 53°37.500'N 53°37.500'N 53°30.000'N 53°30.000'N RTC 539 IVB 54°52.500'N 55°52.500'N 54°45.000'N 54°45.000'N
2°45.000'E 3°00.000'E 3°00.000'E 2°45.000'E 3°15.000'E 3°30.000'E 3°30.000'E 3°15.000'E 4°30.000'E 4°45.000'E 4°45.000'E 4°30.000'E
32F2-i
RTC 535 IVC
37F2-o
RTC 536 IVB
51°45.000'N 51°45.000'N 51°37.500'N 51°37.500'N
2°00.000'E 2°15.000'E 2°15.000'E 2°00.000'E
54°07.500'N 54°07.500'N 54°00.000'N 54°00.000'N
2°30.000'E 2°45.000'E 2°45.000'E 2°30.000'E
36F2-e
RTC 540 IVC 53°52.500'N 53°52.500'N 53°45.000'N 53°45.000'N
2°00.000'E 2°15.000'E 2°15.000'E 2°00.000'E
VIRIS-overzicht 2014. Hieronder het overzicht betreffende de benutting van de belangrijkste quota. Peildatum is 31 december 2014, maar dit is nog niet het definitieve overzicht over het afgelopen jaar. Er moeten nog aanvoercijfers en ruilen verwerkt worden.. Ter vergelijking wel het definitieve overzicht van de benutting van de quota per 31 december 2013.
Tong Schol Kabeljauw Wijting Tarbot/Griet Schar/bot Tongschar Langoustines Rog
2013 ( 31-12-2013) Quotum: Vangst: Uitputting: 11.062 9.975 90% 37.257 33.548 90% 1.440 1.292 90% 616 470 76% 2.623 2.686 102% 11.421 4.446 39% 658 449 68% 1.219 905 74% 270 283 105%
2014 ( 31-12-2014) Quotum: Vangst: Uitputting: 9.795 8.968 92% 42.875 27.897 65% 1.484 1.335 90% 506 452 89% 2.579 2.398 89% 11.436 4.136 36% 858 376 44% 1.316 1.143 87% 130 227 176%
PO-maatregelen. Ook voor 2015 hebben alle Nederlandse PO’s in CVO-verband een aantal PO-maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te laten plaatsvinden en om vroegtijdige sluiting van het krappe quotum proberen te voorkomen. Deze maatregelen zijn: Rog: De maximaal aan te voeren hoeveelheid per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen is door de PO’s vastgesteld op 100 kg doodgewicht. De minimum maat is 55 cm. Aanvoer van rog kleiner dan 55 cm en/of meer dan 100 kg is verboden en de PO’s hebben een extra heffing van € 3,00 per kg ingesteld voor overtredingen. Tarbot, griet en tongschar: Voor deze soorten geldt een minimum aanvoermaat van 27 cm; bij aanvoer kleiner dan 27 cm wordt een extra heffing van € 3,00 per kg toegepast. Noorse kreeft: Voor de Noorse kreeft is de aanvoer en verhandeling van meer dan 35 stuks per kilogram door leden van PO verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Overzicht uitputting zeedagenbeleid 2014-2015. Onderstaand treft u het overzicht aan betreffende de uitputting 2014/2015 van de zeedagen in de verschillende mandjes, stand van zaken per 16 januari 2015 ( t/m week 1 van 2015). Zoals 7
bekend mag worden verondersteld loopt het jaar van de zeedagen van 1 februari 2014 tot en met 31 januari 2015. Mandje
TR1 A* TR1 B TR1 C TR2 TR3 BT1 BT2 GN GT Westelijke Wateren
Toegestane Visserijinspanning feb 2014 t/m jan 2015
transitie
147.000 93.726 916.797 1.932.441 36.610 999.808 22.004.242 438.664
+ 202.642 - 1.750.000 - 125.000
Hele jaar
+ 450.000
+ 118.678 + 146.186
Toegestane Uitputting per UitputtingsperVisserijin- 16-01-2015 centage van spanning feb inspanning hele 2014 t/m jan jaar. 2015 na transitie 147.000 219.468 149 % 228.944 145.762 64 % 916.797 789.010 86 % 2.078.627 1.929.426 93 % 36.617 24.255 66 % 1.202.450 1.143.447 95 % 20.254.242 16.524.087 82 % 313.664 241.414 77 % 146 850.279
773.179
91%
In bovenstaand overzicht is de ruil van BT-effort (6.000.000 kW-dagen) ten behoeve van de TR-mandjes (2.000.000 kW-dagen) verwerkt. De uitputting in BT1 (boomkor +120 mm) ging hard, daarom is een ruil doorgevoerd waarbij 1.000.000 BT2-dagen geruild zijn voor ruim 200.000 BT1-dagen (ruilvoet houdt verband met mate van kabeljauwbijvangst die in BT1 hoger ligt). Uitputting van dit mandje wordt nauwgezet gevolgd. In 2014 zijn eerst twee ruilen doorgevoerd waarbij van het GN-mandje (staand want-vissers) eerst 100.000 kW-dagen overgeheveld is naar TR1B (+120 mm zonder camera’s) waardoor dit mandje met bijna 95.000 kW-dagen is verhoogd. Recent is opnieuw 25.000 kW-dagen van GN overgeheveld naar TR1B waardoor dit mandje verhoogd is met 23.736 kW-dagen. Ook is recentelijk 750.000 BT2-dagen geruild voor 146.816 TR2-dagen om de uitputting van laatstgenoemd mandje weer op orde te krijgen. Ook hier houdt de ruilvoet verband met de (bij)vangst aan kabeljauw die in TR2 een factor 5 hoger ligt. In TR1A* worden de vaartuigen ondergebracht die in het FDF/CCTV-project deelnemen. Daarvoor geldt in principe vrijstelling van zeedagen en wordt een tekort/overschrijding bijgeplust uit de korting op de baseline. Omdat er minder vaartuigen aan FDF/CCTV deelnemen moest van deze vaartuigen de gebruikte zeedagen over geheveld worden van TR1A naar TR1B. Met vriendelijke groet, Coöp. Kottervisserij Nederland (VisNed), Geert / Pim.
8