Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: 0527 – 684141 Fax: 0527 – 684166
Email:
[email protected] Website: www.visned.nl
Aan: de leden van VisNed,
Urk, 28 juni 2013
ICES-vangstadviezen 2014: Noordzeebestanden blijven uitstekend groeien! Vanmiddag, vrijdag 28 juni 2013 heeft IMARES in Den Haag de vangstadviezen voor 2014 gepresenteerd, opgesteld door ICES, de organisatie van internationale mariene biologen. Uiteraard was VisNed hierbij aanwezig. In cijfers zien de adviezen voor de belangrijkste soorten er als volgt uit: TAC 2013 Advies 2014 % Vissoort: Tong 14.000 11.900 --15% Schol 97.070 111.600 +15% Kabeljauw 26.375 28.800 + 9% Wijting 18.932 18.510 --2% Haring 478.000 470.000 --2% Tarbot (incl. griet) 4.642 3.000 n.v.t. Griet (incl. tarbot) 4.642 2.700 n.v.t. Volgens de wetenschappers groeien de platvisbestanden opnieuw! Bij schol komen we dit jaar uit op een paaibestand van 663.200 ton, opnieuw een spectaculaire verbetering ten opzichte van het historisch hoogste niveaus die de afgelopen jaren zijn gemeten en dat is opnieuw de hoogste stand sinds de biologen in 1957 begonnen zijn met het monitoren van de bestanden op de Noordzee. Het scholbestand wordt inmiddels duurzamer beheerd dan volgens de MSY-standaard nodig zou zijn! De TAC voor schol mag conform de bepalingen uit het management plan opnieuw met 15 % stijgen (sinds 2008 is dat voor het 6e jaar op rij) en komt in 2014 uit op 111.600 ton. Daarbij daalt de visserijsterfte verder tot dik onder Fmsy 0,3. En als je bedenkt dat we af komen van een visserijsterfte die ruim boven de F 0,6 lag, dan is er een enorme verbetering opgetreden. Ook het bestand van tong laat dankzij de sterke jaarklasse 2009, een aanzienlijke toename zien; het paaibestand stijgt tot boven de 50.000 ton, waar het veilig biologisch minimum op 35.000 ton is bepaald. Een dergelijke grote stock hebben we zeker de laatste decennia niet gezien. Echter de visserijsterfte ligt nog boven het gewenste MSY-niveau en de beheermaatregel volgens het managementsplan leidt daarom tot een TAC-verlaging van 15 % naar 11.900 ton. De sterfte door de visserij neemt dan af van F 0,27 naar F 0,24. Het voorstel om de TAC te verlagen komt voort uit het beheerplan waar een zeer lage MSY-visserijsterfte is vastgelegd van F 0,2 (zelfs ICES adviseert een hogere Fmsy van 0,22). Ondanks dat vanaf de vloot tegenstrijdige signalen komen wat de vangbaarheid van de tong betreft is het wel moeilijk te verklaren is dat voor het tweede achtereenvolgende jaar deze verlaging doorgevoerd wordt ondanks dat de stock substantieel groeit. Bij kabeljauw zet het herstel door, het paaibestand is gestegen tot boven Blim van 75.000 ton en dat is toch een aanzienlijke verbetering ten op zicht van 4 – 5 jaar geleden. De TAC wordt in 2014 met 1
nog geen 10 % verhoogd en dat zou de visserman volgend jaar voor de nodige problemen kunnen plaatsen. De TAC voor wijting kan nagenoeg gelijk blijven op 18.500 ton. Voor tarbot, griet, schar, bot maar ook zeebaars en mul zijn voor het eerst biologische adviezen gegeven over de hoogte van TAC’s. Uiteindelijk zullen de beheerders hierover een besluit moeten nemen maar wij begrijpen dat men kost wat kost deze kant op wil. VisNed heeft vanmiddag tijdens de presentatie gesteld dat nu zelfs ook de kabeljauw onmiskenbaar bezig is aan een opmars kennelijk het beleid en de wetenschap naarstig op zoek zijn naar het creëren van nieuwe problemen op de Noordzee en die schijnt nu gevonden te worden in o.a. tot nu toe ongequoteerde vrij nieuwe soorten: de zeebaars en de mul. En de stelligheid waarmee de wetenschap dan beweringen uit doet weer gauw denken aan een oude film die afgespeeld wordt. Kijkend naar wat enkele tientallen jaren geleden allemaal beweerd werd over bijvoorbeeld de tong en hoe uiteindelijk bleek dat hierbij enorm de plan werd misgeslagen. En meer recenter bij schol waar, zo bleek later, onterecht de noodklok werd geluid waar uiteindelijk het huidige beheerplan op gestoeld werd met draconische kortingen in de schol-TAC. Voor de visserman is het onderhand toch om moedeloos van te worden. Onze vraag: waarom wordt deze weg nu ingeslagen? Wat is hier de meerwaarde van in het beheer van stocks die bijna uitsluitend als een onvermijdelijke bijvangst in een andere visserij op doelsoorten worden mee gevangen? Dit kan uiteindelijk alleen maar problemen opleveren, denk aan de aanstaande discardban en wordt er dan straks gestuurd op tarbot, schar of zeebaars? Beleid en wetenschap: hou het nu bij een aantal belangrijke hoofdsoorten en uit de informatie hierover blijkt ontegenzeggelijk dat de visserijsterfte aanzienlijk geslonken is, tot zelfs niveaus van 50 jaar geleden! En de beheerplannen zorgen voor een transitie richting MSY, moet het nog duurzamer? Laat dan als wetenschap en beheerder de andere soorten, die ongetwijfeld mee liften in het systeem van verlaging van de visserijinspanning, a.u.b. met rust. Maar dat zal wel een utopie blijken te zijn. En de wetenschap verschuilt zich achter de beheerder en de politiek verwijst weer naar de maatschappij maar de visserman zit straks weer met onrealistische beheersmaatregelen en situaties die grote negatieve impact heeft op zijn activiteiten! Het is uitermate frustrerend dat straks de goede toestand van tong, schol, haring, kabeljauw en noem de doelsoorten maar op, er kennelijk niet meer toe doet maar we gaan ons beleid nu weer richten op allerlei andere zaken en vissoorten. En het frappante is dat dit alleen speelt op de Noordzee en als je aan de wetenschap of beheerder vraagt waarom dat is, komen ze hiervoor echt niet met een plausibele verklaring. Het is door al die gasten politiek bedrijven in optima forma en de visserman krijgt het straks weer allemaal voor zijn kiezen. Vervolg aanlandplicht. In aanvulling op de informatie uit de vorige nieuwsbrieven waarbij we aangegeven hebben te werken aan een gezamenlijke reactie van de sector aan de staatssecretaris hebben afgelopen dinsdag VisNed, Reders en NVB met elkaar overleg gehad over een eerste tekst aangeleverd door VisNed. We streven naar een brede ondersteuning in de sector voor de inhoud van deze brief maar dat kost ons tijd en een gedegen afweging vanwege de ingrijpende gevolgen van de aanlandplicht. Vrijdag 5 juli as. komen we weer bij elkaar en gaan dan de eerste stap in dit traject in gezamenlijkheid afronden met een brief namens de hele sector aan mevrouw Dijksma. Bijeenkomst maatregelen zeebaars. Vorige week donderdag 20 juni vond op het ministerie van EZ een bespreking plaats over zeebaars waarbij aanwezig vertegenwoordigers van het ministerie, Imares, Stichting De Noordzee, Sportvisserij Nederland, de Vereniging van Beroeps Handlijnvissers en VisNed/NVB. In Brussel wordt al geruime tijd gediscussieerd over de vraag of en op welke wijze het bestand van zeebaars beheerd zou moeten wordt. Vorig jaar leek het erop dat Brussel de wens van Frankrijk zou honoreren tot het instellen van een TAC maar hier hebben meerdere lidstaten bezwaren tegen geuit. Daarom nu het verzoek van de Europese Commissie aan de lidstaten om na te denken over mogelijke maatregelen om de vangsten van zeebaars te reguleren door technische maatregelen, immers er ligt nog steeds een ICES-advies om de vangsten met 20 % te reduceren. Op grond hiervan zouden de jaarlijkse 2
internationale vangsten terug moeten van ongeveer 7.500 ton naar 6.000, maar er wordt niet aangegeven waar of hoe. Ook is er geen inzicht in de visserij door sportvissers, in Nederland wordt voorzichtig uitgegaan van 25 % en in Frankrijk zelfs van 50 %. De huidige vangsten vinden plaats in de Golf van Biskaje, het Engelse Kanaal en de Zuidelijke Noordzee. Overigens is het ICES-advies over zeebaars gebaseerd op het voorzorgsprincipe; de wetenschap weet (te) weinig van dit bestand bijvoorbeeld qua omvang en visserijsterfte en dan gaat automatisch de rem erop. Imares heeft op verzoek van het ministerie een discussiestuk opgesteld met daarin een opsomming van mogelijke maatregelen: Visserijverbod rondom scheepswrakken; Vergroten minimale maaswijdte in (gerichte) zeebaarsvisserij met netten; Inspanningsbeperking waarbij gedacht kan worden aan beperking in vergunningen of zeedagen; Gesloten periode gerichte zeebaarsvisserij; Beperken visserij in kraamkamers; Verhogen minimum aanlandingsmaat; Bag limit recreatieve visserij; Weeklimiet vangsten per schip en (toch weer) de instelling van een TAC. Bij veel van deze voorstellen moet geconcludeerd worden dat er te weinig informatie beschikbaar is. We hebben bijvoorbeeld geen selectiecurve van minimum maat zeebaars in relatie tot maaswijdte of er in NL-wateren kraamkamers zijn en waar deze zich eventueel bevinden. In ieder geval heeft VisNed aangegeven dat de beroepssector niet zit te wachten op maatregelen en mocht hiertoe wel besloten worden dat er dan sprake moet zijn van afspraken in EU-verband en dan zal nut en noodzaak aangetoond moeten worden. Mede in het licht van de aanstaande aanlandplicht willen we zeker geen TAC, immers dan kan zeebaars binnen de kortste keren een chokespecie worden. Een verhoging van de minimum maat zal als snel illegaliteit in de hand werken. Ook een weeklimiet in de visserij gaat niet werken, vaak is in de gesleepte en fly shoot-visserij sprake van lucky shots. En dan vis weer moeten discarden, dat gaat ook niet werken. Uit de aanvoeroverzichten tot en met 2011 blijkt trouwens dat de vangsten van gesleepte tuigen redelijk constant zijn gebleven de afgelopen 10 jaar, maar dat de vangsten door Deense en Schotse zegens en lijnenvisserij (sterk) zijn toegenomen. Het overleg wordt vervolgd maar in ieder geval zal Nederland op korte termijn geen concrete voorstellen richting Europese Commissie indienen. Bijeenkomst Noordzee-RAC. Vorige week dinsdag, 18 juni, vergaderde het uitvoerend comité van de Noordzee RAC in Brussel. De vergadering had een volle agenda, met de typische procedurele zaken, zoals financiën, lidmaatschappen etc. Het waren echter vooral de inhoudelijke agendapunten die vergadertijd vergden. Vanuit de Demersale werkgroep, op basis van een notitie van VisNed, was een brief voorbereid aan de Europese Commissie over het beheer van bijvangst soorten. Vanuit VisNed was vooral gefocust op het beheer van Tarbot en Griet, maar deze problematiek speelt natuurlijk ook bij veel andere visserijen en met andere vissoorten. Tegelijkertijd is deze problematiek super actueel vanwege de invoering van de aanlandplicht. Het beheer van de visserij richt zich immers op de doelsoorten, in ons geval tong en schol, en de bijvangst van andere soorten is onvermijdelijk, omdat deze op de zeebodem gemengd leven met de doelsoorten. Besloten werd om de brief zodanig te redigeren dat het gesprek over het onderwerp snel kon worden aangegaan en dat er een aparte bijeenkomst aan gewijd kon worden, die de problematiek in de diverse visserijen zal gaan belichten. Ook werd gesproken over het ontwikkelen van het beheerplan voor de kreeftjes visserij, de inbreng rondom en werkbaarheid van een groot aantal bepalingen uit de controleverordening, de problematiek van de lange termijn beheersplannen, de communicatie over windparkontwikkelingen en beschermde gebieden en de link naar de Kaderrichtlijn Marien. Voor dat laatste werd een focusgroep in het leven geroepen waarvan Pim Visser voorzitter is geworden. Ook werd uitgebreid stilgestaan bij de situatie in het Skagerrak, waar per 1 januari 2014 een teruggooi-verbod van toepassing zal worden maar waarvoor nog geen regelgeving in het leven is geroepen. Een situatie van grote en onacceptabele onzekerheid! Nog voor de vakantie vergaderen zowel de demersale werkgroep als de focusgroep kreeftjes. De eerste om vooral ook opvolging te geven aan de workshop over de aanlandplicht die de Noordzee RAC op 19 juni heeft gehouden en de laatste om de huidige versie van het beheerplan af te ronden. 3
Visbureau nieuwe stijl. Door instemming met een statutenwijziging van de Stichting Nederlands Visbureau is het “Nederlands Visbureau nieuwe stijl” per 1 juli 2013 een feit. In een bestuursvergadering werd daartoe besloten door de vertegenwoordigers van private organisaties: redersvereniging, haringgroothandel, aanvoersector (waaronder VisNed), Visfederatie en de vereniging van Nederlandse Visdetaillisten. Het Visbureau zal voortaan de vispromotie in het algemeen en van onze aanvoer in het bijzonder ter hand nemen. Verder zal het Visbureau functioneren als hèt communicatiecentrum van vis voor consument, media, maatschappij en politiek. De medewerkers worden gerekruteerd uit het bestaande Visbureau. Daartoe wordt op dit moment op basis van arbeidscontracten overleg gevoerd. Voorlopig blijft het Visbureau gehuisvest in Rijswijk. In de bestuursvergadering zijn tevens besluiten genomen over de deelname aan de ESE - beurs te Brussel in 2014, over het magazine ”Vis Culinair”, over een beperkt consumptieonderzoek en werd aandacht besteed aan de uitreiking van de PVis prijzen 2013 op zaterdag 17 augustus tijdens de Visserijdagen te in Den Helder. Maatschappelijk Convenant. Deze week werd het Maatschappelijk Convenant Noordzeevisserij ten grave gedragen. In een afrondend bestuurlijk overleg werd teruggeblikt door participanten (ministerie van EZ, NGO’s en VisNed) op de ontwikkelingen in de Noordzeevisserij in de afgelopen 5 jaar. Met name de duurzame ontwikkelingen in de sector, mede gefaciliteerd door het Visserij Innovatie Platform, kregen waardering, maar ook werden de stevige en soms confronterende debatten tussen de participanten in het kader van Vibeg aangehaald. Namens de staatssecretaris werd ons en de NGO’s de suggestie voorgelegd om halfjaarlijks op strategisch niveau met elkaar van gedachten te wisselen. Eind dit jaar zou daarmee een start worden gemaakt. Ook andere (economische) belanghebbenden in de Noordzee zouden daarin kunnen participeren. We werden uitgenodigd daarvoor op korte termijn onderwerpen aan te dragen, zodat een gedegen voorbereiding van het overleg kan plaats vinden. VisNed begroet dit voorstel enthousiast. Overleg met Het Vergunningenhuis. In de afgelopen periode hebben heel wat garnalenvissers een overeenkomst gesloten met Het Vergunningenhuis uit Lelystad (en de bijbehorende factuur betaald) om protest aan te tekenen en bezwaar te maken tegen het Toegang Beperkend Besluit (TBB) wat staatssecretaris Dijksma heeft genomen op basis van het Vibeg-akkoord. Afgelopen week hebben wij met de leiding van het Vergunningenhuis kennis gemaakt. We hebben uitgelegd waarom VisNed het Vibeg-akkoord heeft ondertekend en welke procedure we daartoe gevolgd hebben. En dat VisNed geen redenen heeft om het bezwaar aan te vechten, anders dan de nog te corrigeren fouten. Ook spraken we over de weg die gegaan moet worden om een NB-wet-vergunning voor de garnalenvisserij te verkrijgen voor Waddenzee en Kustzone. Afgesproken is om te zorgen voor goede communicatie in dat traject, zeker ook met de klanten van Het Vergunningenhuis. Een bureau met veel kennis, kunde en ervaring in huis, maar wat tegelijk moet werken binnen de gegeven praktische en juridische omstandigheden waarin we met Natura2000 nu eenmaal verkeren. Radio Medische Dienst. Het is al weer tien jaar geleden dat de Radio Medische Dienst (RMD) onder de vleugels van de Reddingmaatschappij kwam. Vanaf het begin zijn we daar nauw bij betrokken. Net als de Pelagische Reders hebben we een zetel in de adviescommissie van de RMD. Die vergadert 1 keer per jaar en dat gebeurde afgelopen week. We namen daarbij afscheid van dokter Van Marion, die er voor zorgde dat de RMD op moderne leest werd geschoeid. Bij de RMD werken (in wisseldienst) 5 huisartsen die, naast hun eigen praktijk, ook telefonische huisarts zijn voor zeelieden wereldwijd. Ook voor vissers en uit de verslaglegging in de vergadering bleek weer eens hoe belangrijk dat is. De visserij is goed voor ongeveer 30% van de telefonische (en e-mail en Inmarsat) consulten. Zowel van de kotters als van de trawlers, waar die ook vissen. Die contacten zijn goed en worden gewaardeerd, zeker ook door de 4
dokters. We mogen ons goed realiseren dat de kosten van deze belangrijke service gedragen worden door de Reddingmaatschappij en dat dus alle kotters, voor zover ze dat nog niet zijn, Redder aan de wal moeten worden. Als er overigens vragen/opmerkingen over de RMD zijn, aarzel dan niet om die bij het VisNed-secretariaat te melden, zodat wij het kunnen opnemen met de Reddingmaatschappij. Overleg in Duinkerken over Bancs des Flandres. Op donderdag 27 juni was weer een vergadering van de visserijwerkgroep die spreekt over het N2000 gebied Banc de Flandre. Die vergadering was in Duinkerken en werd voor VisNed bijgewoond door Pim Visser en Pieter Kuyt. Die laatste is de adviseur van de Nederlandse kottersector in dit project. Het was een vergadering die op Franse wijze werd gevoerd en die voor aanwezigen met een beperkte kennis van (school)Frans maar lastig te volgen was. Vanuit Nederland presenteerde Pieter Kuyt het huiswerk, wat gedegen was gedaan. Een goede opsomming van de schepen die actiefzijn in het gebied en een grote hoeveelheid heel duidelijke informatie, die Imares op ons verzoek uit de databases had getoverd. Dat maakte een goede indruk, maar omdat van Franse zijde niet alle gegevens op tafel lagen, is de informatie na het tonen weer netjes ingepakt en meegenomen naar Nederland. Nadat wij van Franse zijde de definitieve onderbouwingen en gegevens ontvangen hebben, zullen wij onze visserij informatie vrij geven. Van Franse kant moeten een aantal zaken nog definitief gemaakt worden, maar wel is inmiddels duidelijk dat het om een hoog dynamisch gebied gaat. Zandbanken ‘wandelen’ immers. Het is er relatief ondiep, er zijn hoge stroomsnelheden en er is veel invloed van stormen. Daaraan wordt de conclusie verbonden dat de invloed van bodemvisserij op de habitat als ‘gering’ wordt gekenmerkt. Wij vinden dat een heel reële benadering die eigenlijk op veel meer Habitats van het type 1110 van toepassing moet zijn. Dat zijn de zogenaamde ‘permanent met zeewater overstroomde zandbanken’ zoals ook de Doggersbank en de North Norfolk Banks. Deze banken staan op de hele Noordzee bloot aan een hoge dynamiek van stroming en stormen. Het is overigens best verwonderlijk om te zien hoe dit soort Europese processen in verschillende landen ook heel verschillend worden aangepakt. Het is echt " 's lands wijs 's lands eer". Engelse Windparken. Op dit moment hebben we betrokkenheid bij ongeveer tien verschillende Engelse windparken op zee die in verschillende stadia van ontwikkeling en procedure zijn. Afgelopen week waren we in Ipswich voor een hoorzitting over het eerste East Anglia Project. Een super formele Engelse hoorzitting waar wij ons standpunt goed hebben kunnen verwoorden. Ook was een vertegenwoordiger van de Nederlandse overheid aanwezig om in het bijzonder over de veiligheidsaspecten in te spreken. We stemmen onze inbreng goed af met Europese collega’s, in het bijzonder de Engelse NFFO. Dit eerste East Anglia Project staat op een voor de visserij niet zo ongelukkige plek, maar de volgende twee projecten daarentegen wel. Die leveren echt veel schade op. Maar omdat de procedure zo ingewikkeld is, veel leeswerk vraagt en de deadlines goed bewaakt moeten worden, is het heel nuttig bij alle parken ervaring op te doen, want ook bij deze procedures geldt dat foutjes gauw gemaakt zijn en lastig te corrigeren. Ruimtelijke Ordening op zee. De zee kent steeds meer gebruikers, die allemaal ruimte claimen. De politiek geeft aan dat ruimtegebruik prioriteit. En de concurrentie om die ruimte neemt toe. Omdat visserij een groot ‘jachtgebied’ vergt en vis op wisselende plaatsen wordt gevangen, is elke afname van grote invloed op visserij. Landen maken daar zelf beleid op, maar veel zeeën grenzen aan meerdere landen. Dat geldt speciaal op de Noordzee. Op 14 juni organiseerde het Ierse voorzitterschap van de EU een workshop over Ruimtelijke Ordening op Zee en energie. Windmolens, getijdencentrales en olie- en gaswinning waren daarbij de elementen die ruimte claimen en scheepvaart en visserij de sectoren die ruimte kwijt raakten. Van vele kanten werd het onderwerp belicht, maar ook hier bleek weer het beeld post gevat te hebben dat visserij er steeds minder toe doet. Met enkele Noordzee-RAC collega’s was Pim Visser aanwezig en in de discussies werden correcties gepleegd op het verkeerde beeld van de visse5
rij. Vanuit het Nederlandse Ministerie van I en M werd een doorkijk gegeven naar de ontwikkeling van een Nederlandse visie op ruimtegebruik op de Noordzee. Hier is in elk geval sprake van een goede link naar VisNed, zodat actuele informatie wordt gebruikt. Dit was de eerste van drie studiebijeenkomsten, in het najaar zal de tweede specifiek gewijd zijn aan Ruimtelijke Ordening en visserij. Kaderrichtlijn Marien. We hebben bij het Ministerie van EZ aandacht gevraagd voor de Kaderrichtlijn Marien, die als paraplu over alle nautische beleidsterreinen in Europa wordt uitgevouwen. Dus ook over visserijbeleid. Maar ook over de manier waarop we vissen, want er zijn maar liefst 11 indicatoren waar door de milieutoestand ‘goed’ op gescoord moet worden. Bijvoorbeeld een vaag begrip als ‘bodem integriteit’, maar er moet ook een ‘natuurlijke’ leeftijdsopbouw van visbestanden komen en de hoeveelheid zwerfvuil in zee en micro-plastics moet radicaal omlaag. Op zich allemaal best goede doelen, maar ze kunnen in de opstapeling en in de uitwerking wel eens te ver doorslaan en aan de visserij onwerkbare beperkingen gaan opleggen. Zo wordt gesproken over nog meer beschermde gebieden, zoals Friese Front en Centrale Oestergronden. Misschien allemaal goedbedoelde acties, maar zoals een spandoek afgelopen weekeinde nog aan gaf “van de Scholbox hebben we een kater” en die fout mogen we niet meer maken, maar het gevaar dat het beleidsmatig ook hier weer mis gaat en maatregelen uit de bocht vliegen is bepaald niet ondenkbeeldig. Wrakkenbescherming. De bescherming van wrakken als ‘hotspots van biodiversiteit’ is een nieuwe toevoeging aan onze stapel van overlegdossiers. Vanuit een groslijst van 106 wrakken is een shortlist van 20 wrakken geselecteerd, waarvan in kaart gebracht wordt in hoeverre de belangen daar botsen met eventueel bescherming. Die lijst hebben we digitaal gekregen en inmiddels verspreid onder de PO’s met het verzoek om de lijst van commentaar te voorzien. Brainstorm over toekomstig takenpakket belangenbehartiging. Omdat VisNed inmiddels 3 jaar actief is, het productschap de activiteiten heeft beëindigd en de complexiteit van alle problematieken die op ons afkomt toeneemt, is het nodig ons op de toekomst te bezinnen. Wat doen we wel, wat doen we niet (meer) en hoe werken we optimaal samen met collega organisaties in Nederland en in Europa en met ketenpartners. En wat betekent de nieuwe regeling van de marktordening (zonder doordraai) voor ons? Deze onderwerpen worden geagendeerd als grote hoofdmoot voor de bestuursvergadering van 10 juli. Ter voorbereiding daarop gaan Jaap Hennekeij, Geert Meun en Pim Visser komende week een dag intensief brainstormen. Enquête Noordzee-visbestanden. Dit jaar wordt voor de 11e keer de enquête onder de vissers van de landen rond de Noordzee gehouden om te inventariseren hoe zij de trends in de ontwikkeling van de belangrijkste visbestanden waarnemen in de dagelijkse visserijpraktijk. Net als voorgaande jaren ontvangen de vissers een vragenlijst met het verzoek deze in te vullen. Het aandeel van Nederlandse vissers (inclusief vlagboten) in deelname aan deze enquête is jammer genoeg dalende terwijl we jarenlang het land waren met de hoogste respons onder de vissers. Wij willen graag terug naar deze eerste plaats. Informatie vanuit de aanvoersector is van groot belang want deze wordt ingebracht bij ICES die deze meeneemt in de toestandsbeoordeling. In de ICES-adviezen wordt hier aandacht aan geschonken. In de begeleidende folder wordt uit de doeken gedaan wat er met de resultaten van de enquête gebeurt. De vissers worden gevraagd een oordeel te geven over een aantal visbestanden in de periode januari t/m juni 2013 in vergelijking met de situatie in dezelfde periode vorig jaar (2012). De vragen moeten beantwoord worden op basis van vangsten en niet op basis van aanlandingen. In de vragenlijst vindt u de precieze uitleg over hoe u de lijst kunt invullen. Voor Nederland coördineert in plaats van het PVis de Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) de verzending van de enquête en de verzameling van de gegevens. De vissers uit Denemarken, Schotland, Engeland en België ontvangen 6
dezelfde vrragen, overr dezelfde vissoorten. W Wij doen ee en dringend beroep op alle leden om o de enquête uiterlijk 26 ju uli as. in te sturen. s aan vissers s deel te nemen n aan n internet--enquête. Verzoek a VECTORS iis een onde erzoeksproje ect, dat de ttoename en n diversifica atie van het gebruik van de Europese zzeeën onderzoekt en bestudeert h hoe dit leidt tot nieuwe en uitdageende verand deringen. en het leve VECTORS o onderzoekt hoe deze verandering v en in zee beïïnvloeden een de daaruit voort vloeiende ssociale en economische e e gevolgen.. Het LEI is e een van de vele Europ pese onderzo RS. Een deeelonderzoek k betreft oekpartnerss in VECTOR reacties van vissers op p veranderende omstan ndigheden op o zee, zoalss meer winddmolens, olieplatforms,, 00 gebieden n, klimaatve erandering eetc. in de No oordzee en dan d met na me in de Du uitse Bocht.. Natura 200 (zie hieronder wat in het h kader va an dit onderrzoek onderr de Duitse Bocht worddt verstaan) Hiertoe zett n internet enquête e uit. Deze enqu uête wordt ook o gehoud den onder FFranse, Enge else en het LEI een Deense visssers (locatie es: het Kana aal en de Do oggersbank k). Het LEI stelt het zeerr op prijs alss u mee wiltt werken aan deze enqu uête. De en nquête zal o ongeveer 15 5 minuten van v uw tijd vvergen. U kunt k de en aanklikke en (er zijn meestal m meerrdere antwo oorden mog gelijk), en inndien het an ntwoord van n antwoorde uw keuze e er niet bijstaat kunt u in i veel gevaallen zelf ee en antwoord d invullen. U kunt de enquête invullen do oor op onde erstaande lin nk te klikken n. De enquê ête moet in een keer inngevuld wo orden. http://www w3.lei.wur.n nl/selectsurv vey1/TakeS Survey.aspx x Voor inhou udelijke vrag gen kunt u terecht bij E Ellen Hoefn nagel en voo or technischhe vragen over o de enquête ku unt u terech ht bij Marion n van Ierse l, beiden van LEI/Wag geningen UR R. Via mail als volgt te bereiken: e ellen.hoefna
[email protected] nl en marion n.vaniersel@ @wur.nl Hett LEI is u zeeer erkentellijk voor uw w medewerking.
VIRIS-ov verzicht. Hieronder treft u aan het overzicht betreffen nde de benu utting van de d belangrijjkste quota in 2013. Peildatum is 26 juni 2013. Er kan n vanuit geg gaan worde en dat de va angsten tot en met wee ek 24 verwerkt zijn. Ter verg gelijking de e benutting van de quo ota per 28 ju uni 2012, duus feitelijk dezelfde d periode. 2012 2 (28-06-20 012)
Tong Schol
2013 (26 6-06-2013 3)
Qu uotum: Vangst: V U Uitputting:: 12.050 3.868 32% % 33.939 14.619 43% % 7
m: Vangsst: Uitputtting: Quotum 10.8 868 4.1 114 38% 3 36.6 695 14.9 933 41% 4
Kabeljauw Wijting Tarbot/Griet Schar/bot Tongschar Langoustines Rog / Vleet
2.470 788 2.579 11.421 743 1.100 254
1.014 269 1.174 3.255 261 285 97
41% 34% 46% 28% 35% 26% 38%
2.599 892 2.563 11.421 743 944 240
457 259 1.175 2.594 157 96 125
18% 28% 46% 23% 21% 10% 52%
PO-maatregelen. Rog: De maximaal aan te voeren hoeveelheid per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen is door de PO’s vastgesteld op 250 kg doodgewicht. De minimum maat is 55 cm. Aanvoer van rog kleiner dan 55 cm en/of meer dan 250 kg is verboden en de PO’s hebben een extra heffing van € 3,00 per kg ingesteld voor overtredingen. Tarbot en griet: Voor beide soorten geldt een minimum maat van 27 cm; bij aanvoer van kleiner dan 27 cm wordt een extra heffing van € 3,00 per kg toegepast. Sluitingen: De quota voor Kabeljauw (VIId) en Rog in het Kanaal zijn volledig benut; aanvoer is inmiddels verboden. Aanvoer schol. De aanvoer van schol blijft onverminderd hoog en navenant een dramatische prijsontwikkeling. Binnen de PO’s wordt gesproken over marktregulering temeer omdat de prijsvorming richting ophoudprijs loopt en er zelfs al doordraai heeft plaats gevonden. Eind vorige week ontvingen de visveiling Urk en de Nederlandse PO’s een brief van de Autoriteit Consument en Markt (ACM, voorheen NMA) waarin deze aangaf kennis genomen te hebben van de plannen rond het aangaan van afspraken over vangsthoeveelheden en/op over vangstperiode (beperken visweek) en dat deze wel eens buiten de daarvoor in de wetgeving geboden kaders kunnen vallen, dus strijdig zijn met het kartelverbod zoals opgenomen in de mededingingswet. Naar aanleiding van deze brief heeft een delegatie van VisNed afgelopen woensdag een gesprek met de ACM gehad en daarin de problematiek rond de aanvoer van schol op dit moment toegelicht. Het was een openhartig gesprek waarbij informatie en (on)mogelijkheden uitgewisseld zijn. Van de kant van VisNed is naar voren gebracht dat er sprake is van een zeer precaire situatie op de vissersvloot. In 2008 hadden we een TAC van 49.000 ton en een gemiddelde prijs van € 2,15 en nu een TAC van 97.000 ton en een prijs van € 1,20. Dat het economisch slecht gaat; schepen met vis, slechte besommingen; opvarenden ontzettend veel werk en amper een deelloon van 500 - 600 Euro. De grote bottleneck: er komt te veel schol aan de markt, handel/verwerking kan niet meer verwerken etc. Vis wordt op deze manier goedkoop opgeslagen en we hebben zelfs al doordraai gehad. En dat vanaf de vloot nadrukkelijk de oproep komt dat er iets moet gebeuren om te realiseren dat de visserijondernemer wil streven naar een kostendekkende bedrijfsvoering met een daarbij behorende prijs voor het aangevoerde product. Ook hebben we gewezen op de EG-regels waarbij dit juist gezien wordt als één van de belangrijkste taken van een PO. Ook hebben we informatie van de aanvoer en prijsvorming overlegd: als voorbeeld week 25 van 2012 toen in Nederland 1.196 ton schol werd aangevoerd voor E 1.750.00,00 omzet en dit jaar in dezelfde week werd 1.492 ton aangevoerd voor 1.740.000,00; dus 300 ton meer en E 10.000,00 minder opbrengst. Wij willen niet dat de vis door de handel opgeslagen wordt tegen veel kosten en lage prijzen maar de schol willen wij “opgeslagen houden in de zee”. Naar aanleiding van het gesprek heeft de ACM ons een schriftelijke reactie toegezegd, het is nog niet geheel duidelijk wanneer we deze tegemoet kunnen zien. Tot die tijd zullen de PO’s in gezamenlijkheid geen stappen kunnen ondernemen. Individuele PO’s kunnen wel stappen ondernemen mits deze in het door het ministerie van EZ goedgekeurde werkprogramma zijn opgenomen.
8
Uitputting zeedagenbeleid 2013. Hieronder het bijgewerkte overzicht van de benutting tot nu toe in de verschillende zeedagenmandjes. Onderstaand treft u aan het meest recente overzicht betreffende de uitputting van de zeedagen. Wij hadden onlangs het ministerie van EZ gewezen op de hogere uitputting in het mandje BT1 (boomkor 120 mm en groter). In een daaropvolgende bespreking is besloten om 500.000 BT2 dagen om te ruilen voor BT1 dagen om het vissen met grote maaswijdte mogelijk te houden. Op basis van door Brussel vastgestelde omruilfactoren, waarbij gekeken wordt naar de bijvangstverhouding kabeljauw en deze ligt in BT1 hoger, moest deze omruil in de verhouding 1: 3,4 doorgevoerd worden wat ruim 147.000 BT dagen heeft opgeleverd. Bovenstaande omruil BT2 BT1 is in onderstaand overzicht verwerkt. Verder heeft VisNed voor de leden van de Tweede Kamer een notitie geschreven waarin we nog eens hebben uitgelegd dat de huidige zeedagenregime een verdere verduurzaming van de Nederlandse vloot ernstig frustreert. Het blijft onverkwikkelijk dat de verdere transitie richting TR-vistuigen volledig geblokkeerd is en dat we in de mandjes met de grootste maaswijdtes de minste dagen beschikbaar hebben. Tenslotte wijzen wij alle vaartuigen die actief zijn in TR er nogmaals op dat deelname aan de kabeljauwmonitoring verplicht is. Vaartuigen die in gebreke blijven zullen binnenkort bericht ontvangen van het ministerie van EZ dat voor deze vaartuigen de toegang tot de TR-mandjes wordt ingetrokken. Mandje
TR1 A
Toegestane Visserijinspanning feb t/m sept 2013
transitie
Uitputting Toegestane Visserijinspan- per ning feb 2013 21-06-2013 t/m jan 2014 na transitie
124.950
147.000
TR1 B
93.726
TR1 C
779.277 1.449.331
TR2 TR3
Uitputtingspercentage van inspanning feb t/m sep 2013
Uitputtingspercentage van inspanning gehele annex jaar
13.606
11 %
9%
110.266
72.553
77 %
66 %
916.797
164.693
21 %
18 %
1.932.441
582.089
40 %
30 %
36.617
1.989
5%
BT1
147.368
1.147.176
599.836
52 %
BT2
-500.000
21.504.242
7.682.294
36 %
438.664
102.660
23 %
GN GT
0
1.511
Zoals bekend is de effort in de TR-mandjes opgedeeld in 2 periodes; periode 1 is FEB – SEP en periode 2 is van OKT – JAN 2014, dus feitelijk het hele jaar. Ruil effort Kanaal. Deze week hebben we het Engelse visserijbedrijfsleven overeenstemming bereikt voor een zeedagen-ruil waardoor de beschikbare hoeveelheid zeedagen in Het Kanaal voor de fly shooters aanzienlijk verhoogd is: Van NL naar V.K.: 150.000 kW scallop effort VII Van V.K. naar NL: 450.000 kW demersale effort VII Deze ruil is een aanzienlijke verbetering t.o.v. het eerste ruilvoorstel vanuit het V.K. en ook ten opzichte van de vorig jaar doorgevoerde ruil toen voor dezelfde hoeveelheid scallop-effort ruim 200.000 kW-dagen verkregen werd. Overigens waren er opnieuw geluiden in het V.K. om GEEN ruil met ons te doen om Frankrijk te paaien meer scallop-effort met het V.K. te ruilen onder het motto: wij zorgen dat de NL-fly shoot-vloot niet actief kan blijven in Het Kanaal en dan moet Frankrijk aan het V.K. genereus scallop-effort ter beschikking stellen. Het is maar dat we het weten! 9
RTC’s juli 2013. Hieronder treft u aan de coördinaten van de voor juli 2013 ingestelde RTC’s die van toepassing zijn voor Nederlandse schepen opererend met bordentrawl, twinrig en fly shoot en voor Engelse vaartuigen in dezelfde categorieën alsmede boomkor. Een kaartje van de gebieden is bijgaand toegevoegd en is ook te vinden op onze website www.visned.nl 39F4-n RTC 361 IVB 55°07.500'N 55°07.500'N 55°00.000'N 55°00.000'N
4°15.000'E 4°30.000'E 4°30.000'E 4°15.000'E
38E9-h RTC 366 IVB 54°52.500'N 54°52.500'N 54°45.000'N 54°45.000'N
0°15.000'W 0°00.000'W 0°00.000'E 0°15.000'E
40F4-e RTC 362 IVB 55°52.500'N 55°52.500'N 55°45.000'N 55°45.000'N
4°00.000'E 4°15.000'E 4°15.000'E 4°00.000'E
36F2-P RTC 367 IVB 53°37.500'N 53°37.500'N 53°30.000'N 53°30.000'N
2°45.000'E 3°00.000'E 3°00.000'E 2°45.000'E
38E9-c RTC 363 IVB 55°00.000'N 55°00.000'N 54°52.500'N 54°52.500'N
0°30.000'W 0°15.000'W 0°15.000'E 0°30.000'E
36F1-B RTC 368 IVB 54°00.000'N 54°00.000'N 53°52.500'N 53°52.500'N
1°15.000'E 1°30.000'E 1°30.000'E 1°30.000'E
39F3-p RTC 364 IVB 55°07.500'N 55°07.500'N 55°00.000'N 55°00.000'N
3°45.000'E 4°00.000'E 4°00.000'E 3°45.000'E
39F4-D RTC 369 IVB 55°30.000'N 55°30.000'N 55°22.500'N 55°22.500'N
4°45.000'E 5°00.000'E 5°00.000'E 4°45.000'E
38F3-g RTC 365 IVB 54°52.500'N 54°52.500'N 54°45.000'N 54°45.000'N
3°30.000'W 3°45.000'W 3°45.000'W 2°30.000'W
Met vriendelijke groet, Coöp. Kottervisserij Nederland (VisNed), Geert / Pim.
10