Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: 0527 - 684141 Fax: 0527 – 684166 Email:
[email protected] Website: www.visned.nl
Aan: de leden van VisNed, Urk, 10 april 2015.
Terug treden voorzitter Mark Goedhart. Afgelopen zaterdag heeft Markt Goedhart aangegeven om persoonlijke redenen het voorzitterschap van VisNed neer te leggen. Hetzelfde geldt voor het voorzitterschap van de CVO, de overkoepeling van alle NL-PO’s. Het bestuur van VisNed heeft eerder deze week zich beraden over deze verrassende ontwikkeling. Volgende week woensdag, 15 april, komt het bestuur, samen met Mark Goedhart, bijeen om over het terugtreden van Mark en de ontstane situatie van gedachten te wisselen. Tot nader order neemt vicevoorzitter Maarten Drijver van Texel het VisNed-voorzitterschap waar. Aanlandplicht deminimis-regeling. In het overleg met het Ministerie van Economische Zaken (EZ), wat we afgelopen week weer voerden over de invoering van de Aanlandplicht, ging het vooral over de fasering tot 2019. De Aanlandplicht wordt per 1 januari 2016 van kracht, maar wordt in de komende jaren gefaseerd ingevoerd. In de 80 mm (BT-2) visserij zal het waarschijnlijk betekenen dat er eerst alle gevangen tong moet worden aangevoerd. Voor de BT-1 visserij (boomkor + 120 mm) is dat schol en voor de TR-2 visserij is dat Noorse Kreeft. Ondanks de fasering staan we voor een aantal onmogelijkheden, zeker in de aanloopfase. De verordening biedt in dat soort gevallen mogelijkheden voor een uitzondering, waar Nederland dan ook gebruik van wil maken. In vakjargon heet dat een “deminimis” uitzondering. We hebben met het Ministerie van EZ afgesproken een uitzondering te vragen van de verplichting om de kleinste tongen, (we gaan uit van kleiner dan 20 cm), aan te landen. Ons argument daarbij is dat het uitermate lastig is om met de bestaande bemanning die kleine visjes met de hand te rapen, anders dan tegen enorme meerkosten. (extra bemanning). Het Ministerie gaat die aanvraag verder vormgeven en inbrengen en verdedigen bij de Scheveningengroep. Eind mei moet het Discardsplan voor de Noordzee klaar zijn en dan weten we definitief hoe de voorgestelde fasering van de invoering er uit ziet en of het gelukt is om deze uitzondering geaccepteerd te krijgen. Op deze manier proberen we in overleg invulling te geven aan “maximale rek en ruimte” om te voorkomen dat de Aanlandplicht op een totaal onwerkbare manier wordt ingevoerd. Wij blijven het een draak van een regeling vinden (velen gebruiken de term ‘kindermoord’) en we blijven van mening dat we alle inspanning moeten leveren om discards te vermijden en discards te voorkomen en voluit in te zetten op innovaties. 1
Stuurgroep Puls. Vorige week vergaderde de Stuurgroep Puls. Daarbij ging het over de brede aanpak in Europa om te proberen meer begrip te krijgen voor de pulsvisserij. Daarmee samenhangend spraken we over het ingewikkelde onderwerp Controle en Handhaving. Dat is een technisch lastig onderwerp, omdat we “stroom” niet kunnen zien en de werking van puls voor ingewijden een simpele maar voor ons als leken een complexe zaak is. Zoals we al eerder schreven, is het (internationale) wantrouwen tegenover puls enorm groot. En in de discussies met buitenlanders hierover komt steeds maar “opvoeren” aan de orde en komt steeds weer het 300 PK-dossier op tafel. Onze reputatie als Nederlanders is daar niet zo best en dat loopt ons in het pulsdossier lelijk voor de voeten. In dat verband liggen we onder een vergrootglas en kunnen we ons geen enkele vorm van negatieve publiciteit veroorloven. Want al die negativiteit straalt af op puls en zal onze inzet enorm dwarsbomen in het streven om deze innovatieve vistechniek definitief goedgekeurd te krijgen. En negatieve publiciteit hoeft dan niet te gaan over puls op zich, maar als er bijvoorbeeld een kotter opgebracht wordt vanwege illegale netvoorzieningen, of er wordt in havens wat illegale vis aangetroffen, of er worden onregelmatigheden geconstateerd bij een controle van het motorvermogen, om zo maar eens wat onderwerpen te noemen, zal dat heel negatief uitstralen op de pogingen om puls definitief goedgekeurd te krijgen. Daarom een nadrukkelijke oproep van onze kant om er toch voor te zorgen dat we de tegenstanders van de pulsvisserij op geen enkele manier munitie geven. In de stuurgroep hebben wij ook gevraagd de mogelijkheid te creëren om vissers die in de 2e groep van 42 ontheffingen zitten toch boven de 55 gr. NB te laten pulsen. Eén van de mogelijkheden is om zo’n ontheffing om te wisselen met iemand die een ontheffing heeft uit de 1e groep. Wij hebben dat enige tijd geleden voor het eerst bij EZ aangekaart. Daarop kwam de reactie dat men daar wel naar wilde kijken maar dan moest duidelijk zijn dat vanuit Denemarken geen bezwaar zou zijn. Dit hebben we opgepakt en onze Deense zusterorganisatie heeft hiervoor een schriftelijke verklaring afgegeven. EZ blijft uitermate voorzichtig manoeuvreren omdat het allemaal politiek heel gevoelig ligt. Maar zij erkent dat het aanbrengen van het onderscheid tussen de 2 groepen ontheffingen een Nederlandse kwestie is en dat er goede argumenten zijn om dit toch mogelijk te maken. EZ beraadt zich en wij verwachten binnen 2 – 3 weken een besluit van EZ. MSC traject voor de pulsvisserij op tong en schol. In onze vorige nieuwsbrief konden we aankondigen dat onder de vlag van de CVO voor de pulsvisserij op tong en schol het traject ter verkrijging van het MSC-certificaat gestart is. Beleidsmedewerker Inger Wilms is voortvarend te werk gegaan wat er o.a. in geresulteerd heeft dat reeds deze week aan alle deelnemers de gedragscode plus bijbehorend boeteregelement toegestuurd is plus de machtiging voor het beschikbaar stellen van informatie, met het verzoek deze stukken uiterlijk 18 april as ondertekend terug te sturen in de bijgevoegde enveloppe. Het is van groot belang dat we de administratieve procedures snel afwikkelen; vandaar wordt elke visser gevraagd om snel te reageren. Indien er nog vragen zijn kan contact worden opgenomen met Inger Wilms (voor haar contactgegevens zie de begeleidende brief) of het VisNed-secretariaat. Op korte termijn moeten we beginnen met het onderdeel controle en handhaving, in afwachting van initiatieven van de NVWA wordt door de sector zelf een controleur aangesteld. Verder moet zo spoedig mogelijk de registratie van kwetsbare ETP-soorten opgestart worden, daartoe worden deze weken instructie-bijeenkomsten gehouden op verschillende havens om de pulsvissers die hiervoor aangewezen zijn van de benodigde informatie te voorzien. Er is ook een focusgroep puls gevormd, waar naast Inger eveneens Maarten Drijver, Teun van Dam, Johan Nooitgedagt, Anton Dekker en Geert Meun zitting hebben. Deze focusgroep gaat zich bezig houden met alle zaken die opgetuigd moeten worden alsmede ter voorbe2
reiding op de site-visit, het bezoek aan Nederland om met de aanvrager en allerlei stakeholders zoals wetenschap, overheden en NGO’s te overleggen over deze MSC-aanvraag. De site-visit begint op 29 juni en duurt bijna de hele week. Audit MSC-twinrig-fly shoot-outrig. Afgelopen woensdag heeft de internationale certifceerder Intertek een bezoek gebracht aan de CVO om de jaarlijkse audit (lees: controle) uit te voeren voor het MSC-certificaat schol voor twinriggers, fly shooters en outriggers. De audit betrof het tweede jaar en was door drukke werkzaamheden door de certificeerders enigszins verlaat, want deze had eigenlijk eind vorig jaar moeten plaats vinden. Op dit moment maken 44 vaartuigen gebruik van dit certificaat, allen twinriggers of fly shooters. Er zijn op dit moment geen outriggers meer actief. Namens de CVO waren Inger Wilms en Geert Meun bij de audit aanwezig, waarbij gesteld kon worden dat er veel voorbereidend werk was verricht door Inger en Bert Keus. De audit verliep dan ook goed, binnen een termijn van 30 dagen moeten nog wat kleine zaken uitgezocht en aangeleverd worden. Verder kon na een uitgebreide toelichting van de kant van de CVO een belangrijke conditie voor een groot gedeelte doorgehaald worden, wat toekomstige audits zal vergemakkelijken. Al met al een plezierige ontwikkeling ondanks dat de vertegenwoordiging van de certificeerder uitvoerig en terdege geïnformeerd wenste te worden over de ontwikkelingen rond het beheer en toepassing van dit certificaat door de gebruikers onder de CVO-vlag. Veiligheid op Zee. Afgelopen week spraken we in de vergadering van de Sectorraad Visserij ook over een breed scala aan veiligheidsonderwerpen en hoe we “veiligheid” als onderwerp nadrukkelijker op de gesprekspartner in onze aanvoersector kunnen krijgen. Dat is nodig, want in recente gepubliceerde rapporten van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid werden een aantal zaken nog weer eens duidelijk: Het komt nog vaak voor dat schippers zich laten verleiden tot het uitschakelen van het AIS. Dat is best te begrijpen, want je wilt niet aan iedereen telkens laten weten waar je aan het vissen bent. Maar: het AIS is een veiligheidsmiddel wat verplicht te allen tijde ingeschakeld moet zijn! Het uitschakelen daarvan wordt beschouwd als een heel ernstige overtreding! Het is te vergelijken met autorijden zonder licht, terwijl iedereen zijn licht wel aan heeft. Ook spraken we er over hoe lastig en hoe bewerkelijk de procedure is rondom de afgifte van vaarbevoegdheidsbewijzen. Dat is een continue bron van zorg en ergernis. De naam van KIWA valt hier dan ook regelmatig en niet in positieve zin! Maar: laat u niet van de wijs brengen en houd vol! Zet door en zorg er voor dat alle aanwezige bemanningsleden niet naar zee gaan zonder geldige vaarbevoegdheidsbewijzen! En hetzelfde geldt voor keuringspapieren! Levert het aanvragen van een Vaarbevoegdheid onoverkomelijke problemen, neem dan contact op met het VisNed-secretariaat in de persoon van Jurie Romkes. We leven in een tijd waarin we geconfronteerd worden met meer en meer regels, maar ook met steeds zwaardere eisen om al die regels, hoe ingewikkeld ook, strikt, ja heel strikt na te leven! De gevolgen van het niet naleven kunnen enorm groot zijn, zowel persoonlijk als zakelijk! NSAC en Garnalenbeheer. Vorige week kwamen op Schiphol sectorgenoten, NGO’s en vertegenwoordigers van de lidstaten rondom de Noordzee, bijeen om te spreken over garnalenbeheer. Dat gebeurde onder de vlag van de North Sea Advisery Coucel (N AC), die haar garnalenfocusgroep, nieuw leven had ingeblazen. Doel van de vergadering was het voorbereiden van een advies van de NSAC over het beheer van de garnalenvisserij. Pim Visser zit deze NSAC-focusgroep voor. In deze eerste vergadering werd vooral van gedachten gewisseld en werd een beeld gevormd over het advies dat uitgebracht moest worden. Besloten is dat dit in twee delen gebeurt. Ten eerste wordt het wetenschappelijk advies van ICES van oktober 2014, over garnalen beheer, wat in de vergade3
ring door Imares werd toegelicht, door de NSAC van commentaar voorzien. Tegelijkertijd wordt bekeken of we de voorstellen die ICES heeft gedaan (een stappenplan op weg naar het beheer) ingevuld kunnen worden en of daar een rol voor NSAC in ligt, of niet. Ook wordt bezien wat een eventueel tijdpad voor de mogelijke tweede fase zal zijn. In elk geval is nu al duidelijk dat niet gestreefd wordt naar regelgeving die van bovenaf, vanuit de EU, opgelegd wordt. De NSAC focusgroep heeft afspraken gemaakt om deze eerste advisering over garnalenvisserij nog voor de zomer af te ronden. Volgende week, wanneer de NSAC Demersale werkgroep in Parijs vergadert, zal over dit adviesvoorstel gerapporteerd worden. Vergadering Stichting Verduurzaming Garnalenvisserij. Gisteren, donderdag 9 april jl., vergaderde dit overlegorgaan van alle PO’s waarbij garnalenvissers zijn aangesloten. Onder andere werd opnieuw gesproken over de Blackbox in de Garnalenvisserij. Deze is op korte termijn absoluut zeker nodig voor plaatsbepaling in het kader van de NB-wet-vergunning NL-kustzone maar ook wordt al geruime tijd onderzocht of deze Box geschikt is voor het controleren van het motorvermogen. Bij dit laatste aspect zijn nog steeds de nodige twijfels: is het apparaat voldoende fraudebestendig. De SVG heeft nu opdracht gegeven aan TNO om samen met ILT de fraudebestendigheid te toetsen. Echter, aangezien plaatsbepaling snel noodzakelijk is, heeft de SVG besloten om een collectieve aanvraag op te tuigen voor een Blackbox met plaatsbepaling alsmede het aantonen van onderscheid varen en vissen. Andere zaken, zoals controle motorvermogen, vooralsnog niet in gang te zetten maar als optie open te laten, totdat er meer duidelijkheid is. Inmiddels is per 1 april jl. de Investeringsregeling Garnalenvisserij open gesteld. Zaken die in aanmerking komen voor subsidie van het ministerie van EZ zijn nieuwe visruimkoelinstallaties of de ombouw/renovatie van bestaande koelinstallaties; een spoelsorteermachine of spoelsorteermachine; een automatische kookketel en een Blackbox-systeem. De maximale subsidiebijdrage is 40 %, dus 60 % eigen bijdrage. De volgende maximale subsidiebedragen per categorie zijn van toepassing: Viskoelinstallaties: € 12.000,00; Spoelsorteer- en sorteerzeefsystemen: € 15.000,00; Kookmachines € 11.000,00 en Blackboxsystemen € 3.200,00. Enige haast is zeker geboden want de hele exercitie van aanvraag, bestellen, plaatsing en betaling dient voor 31 december 2015 afgerond te zijn. Indien er nog vragen zijn neemt contact op met uw (subsidie)adviseur of met het VisNed-secretariaat. SUM-wing en kabels en leidingen. Al langere tijd spreken we met de exploitanten van kabels die in de bodem van de Noordzee (zouden moeten) liggen over mogelijke effecten die zij menen te constateren nu de traditionele boomkor met sloffen is omgewisseld voor de SUM-wing. Nog voor de zomer gaan we samen met deze groep en met de bedenker en de producenten van het tuig, een workshop organiseren met het doel kennis te delen en te inventariseren of verbeteringen mogelijk zijn. Afgelopen weken heeft zich bij ons de internationale gebruikersgroep van pijpleidingen op de Noordzee gemeld, met vragen die vergelijkbaar zijn met die van de gebruikers van de kabels. Het gaat dan hoofdzakelijk om de olie- en gasindustrie. Wij hebben hen voorgesteld om er, net als zo’n 30 jaar geleden, een gezamenlijk project van te maken. Destijds leidde dat tot het invoeren van de zogenaamde PTT-beugels, wat uiteindelijk zeer succesvol bleek. Het is ons streven om te onderzoeken of we ook nu zo ‘n succes kunnen boeken, want uit de rechtszaken tegen kotters (vanwege kabelbeschadigingen) die nu lopen blijkt wel dat het hier om hele grote bedragen en dus grote belangen gaat. Discussieavond Rode Hoed. Afgelopen woensdagavond werd in het bekende Amsterdamse centrum voor debatten De Rode Hoed de vijfde avond in een serie over voeding en voedsel georganiseerd. Dit keer stond de vis op het menu. Een drietal inleiders gaven hun visie op het onderwerp. De aftrap was voor de 4
bekende wetenschapper en gebiedsbeschermer Han Lindeboom, die zijn pleidooi voor een terugkeer naar de Noordzee-situatie van vroeger met verve op het publiek over bracht. Inclusief de kaarten van Olsen uit de 19e eeuw met grote oesterbanken op de Noordzee, anekdotes over de zwem- en snorkelpartijen met zijn kinderen in Australië, waar hij terecht onder de indruk was van de wonderbaarlijke schoonheid van de natuur en nostalgische foto’s uit de vorige eeuw, van in de Noordzee met tonijnen etc. Zijn visie staat echter haaks op die van ons. Hij wil rücksichtslos grote delen van de Noordzee sluiten, veronderstellend dat alles dan weer op zijn pootjes of vinnetjes terecht zal komen (hoe anders bewijst de scholbox…..). Wij vinden dat er goede afspraken over adequate gebiedsbescherming in de Noordzee gemaakt moeten worden en over een continu proces van verduurzaming van de visserij. Daarna was het woord aan Klaas Jelle Koffeman die in zijn verhaal een prachtige mix van persoonlijke ervaringen, informatie over visserijbeheer en visstandontwikkeling en wederwaardigheden uit het familiebedrijf over het voetlicht wist te krijgen. Een informatieve inleiding die bij velen nieuwe inzichten over het visserijbedrijf opleverden. Tenslotte was het woord aan Marieke Verweij, van ProSea, die o.a. de aanwezigen bewust maakte waar het communicatieproces over de Aanlandplicht is misgegaan en nog steeds mis gaat. Ook legde zij uit dat, als de zere plek die het instellen van de scholbox heeft achtergelaten niet verdwijnt, het gesprek over gebiedsbescherming niet goed gevoerd kan worden. Dat was waardevolle informatie waar stakeholders, dus overheid, NGO’s en visserijbedrijfsleven, maar ook wetenschappers echt hun voordeel mee kunnen doen! Ook liet Marieke zien dat de gemiddelde Nederlander elk jaar maar liefst 71 kg vlees eet tegen slechts 4 kg vis. En dat de vis die dan nog gegeten wordt, voornamelijk importvis is, zoals pangasius, zalm en tonijn (uit blik). Het eerste Nederlandse product wat in de top 10 genuttigd wordt begint met zoute haring op nr. 7. De vers aangevoerde Noordzeesoorten komen in de top 10 van onze Nederlandse consumenten helaas niet voor. Het was jammer dat ook deze avond de tijd weer eens sneller voort joeg dan gewenst. Daardoor bleef de mogelijkheid tot discussie en debat wel heel erg beperkt. Maar: deze avond toonde ook weer aan dat we als sectorgenoten actief de communicatie met de samenleving moeten blijven zoeken, om zo, al informerend, nog steeds levende vooroordelen tegen onze sector weg te nemen. Amerikaanse geldschieters voor NGO’s. De hoeveelheid geld die in Europa door (voornamelijk Amerikaanse) weldoeners besteed wordt aan het ondersteunen van NGO’s en het doen van kritisch onderzoek is heel hoog. Het gaat daarbij om heel veel geld, we praten dan over tientallen miljoenen dollars per jaar! Zo blijft de organisatie PEW, die haar financiën krijgt van een steenrijke Amerikaanse oliefamilie (de familie Pew) de publieke opinie bestoken met verhalen over overbevissing, over gebrek aan visie op duurzaamheid, en ga zo maar door. Ook financierde ze dubieuze onderzoeksinstituten die dan gelikte rapporten het daglicht laten zien, waar enkele halve waarheden en hele onwaarheden met elkaar vermengd worden waardoor een volkomen verkeerd beeld van de werkelijkheid wordt geschetst. Dit gaat nu al enkele jaren door en de Europese visserijorganisatie Europêche vond het tijd om stelling te nemen. Samen met de Europese organisatie van PO’s (EAPO) is een brief naar het hoofdkwartier van PEW in Washington DC geschreven. Daarin staat eigenlijk een heel simpele boodschap: het is beter om het proces waarin visserijsector en NGO’s samen verduurzaming nastreven te ondersteunen, dan een karikatuur van de visserij neer te zetten door het schrijven van rapporten vol van leugens en onwaarheden te ondersteunen. We zijn benieuwd naar een reactie, want we gaan graag met deze financiers in gesprek. In Nederland doen wij dat en onze contacten met die financiers zijn wederzijds heel nuttig en informatief. Aanslagen inkomensafhankelijke bijdrage ZVW. Vorige week werden wij door Profinis Accountants en Adviseurs op de hoogte gebracht van de uitkomst van het overleg met de Belastingdienst over het vervolg op een in 2013 gevoerde en 5
gewonnen procedure betreffende de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet van deelvissers-eigenaren. Kotter-eigenaren die hun onderneming hebben ingebracht in een VOF vallen, dankzij de uitkomst van de procedure en het overleg tussen Profinis en de Belastingdienst, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 onder het nihil tarief met hun deelloon. Hetzelfde geldt onder voorwaarden ook voor kotter-eigenaren die hun bedrijf exploiteren in een eenmanszaak. Leden die in 2015 een verzoek om herziening van de aanslagen Zorgverzekeringswet (ZVW) bij de Belastingdienst indienen kunnen daarmee terug gaan tot genoemde datum. De termijn van 1 januari 2008 is bijzonder want daardoor is de wettelijke herzieningstermijn van 5 jaar verlengd met nog eens 2 jaar. Mede daardoor kan de terugvraag bij de Belastingdienst over deze periode oplopen tot maximaal € 17.677 per persoon, afhankelijk van de specifieke individuele situatie. De aan het Visserijoverleg deelnemende accountantskantoren zijn door Profinis geïnformeerd over de uitkomst van het overleg met de Belastingdienst. Leden die menen gebruik te kunnen maken van deze terugvraag worden verzocht contact op te nemen hun adviseur/accountant of met Profinis, te bereiken via 0527 – 681726. Bemanningszaken. Nadat we in onze vorige nieuwsbrief er melding van moesten maken dat het laatste gesprek met de ambtelijke diensten van IenM over de nieuwe bemanningseisen stroef was verlopen zijn we als sectorgenoten niet bij de pakken neer gaan zitten. Mede op aanraden van de expert in de sector op dit gebied, Ment van der Zwan, wordt het initiatief rond dit onderwerp weer naar ons zelf toe getrokken en wordt opnieuw gewerkt aan een gezamenlijk voorstel en advies aan de overheid. Nadat we aanvankelijk het idee hadden om per type visserij een eis qua aantal bemanningsleden en kwalificaties neer te leggen is uiteindelijk toch weer de switch gemaakt naar de indeling op basis van lengte schip, motorvermogen en vaargebied. Maar om aan te tonen onder welke omstandigheden aan boord van een vissersvaartuig met een aantal bemanningsleden kan worden gevist, waarbij deze bemanningsleden voldoende rust genieten, zijn de door de NVB opgestelde bemanningstabellen een waardevolle basis. De discussie wordt voorgezet. Inzet blijft voor ons dat veiligheid de belangrijkste pijler is maar dat ook innovaties die de laatste decennia aan boord zijn doorgevoerd vertaald moeten kunnen worden in de omvang van de bemanning aan boord van kotters. Discussie wordt vervolgd. Seizoen sluitingen Kabeljauwherstel. Vorige week kregen we van het ministerie van EZ bericht dat naast de 9 RTC’s die maandelijks worden vastgesteld er ook nog 2 seizoensluitingen van kracht zijn die ingesteld worden om paaiende kabeljauw te beschermen. Beiden seizoensluitingen bevinden zich in de Zuidelijk Noordzee, aangeduid met de volgende coördinaten: Seizoen sluiting 1: 52’41.000’N 003’18.000’E – een cirkel van 10 nautische mijlen rond dit punt. Seizoen sluiting 2: 52’10.500’N 002’50.750’E – een cirkel van 10 nautische mijlen rond dit punt. Deze seizoen sluitingen blijven van kracht tot en met 30 april. Deze gelden voor NLD-vaartuigen vissend met TR-tuigen en voor UK-vaartuigen die met TR- of BT-tuigen vissen. VIRIS-overzicht 2015. Hieronder het overzicht 2015 betreffende de benutting van de belangrijkste quota. Peildatum is 9 april 2015; dit zal betekenen dat het de aanvoer betreft tot en met week 13 van dit jaar. In het overzicht is niet verwerkt de 10 % tong die meegenomen wordt uit 2014; dit zal ongeveer 980 ton tong zijn. Ter vergelijking ook het overzicht van de benutting van de quota per 10 april 2014, waarbij wel de opmerking geplaatst moet worden dat er voor de soorten schol, kabeljauw en wijting (voorlopige (lage) quota waren vastgesteld omdat er nog geen overeenkomst tussen de EU en Noorwegen was gesloten. 6
2015 2014 ( 09-04-2015) ( 10-04-2014) Vissoort: Quotum: Vangst: Uitputting: Quotum: Vangst: Uitputting: Tong 8.846 2.508 28% 8.656 2.688 31% Schol 46.343 6.852 15% 27.500 7.119 26% Kabeljauw 2.153 295 14% 1.749 295 17% Wijting 629 128 20% 549 161 29% Tarbot/Griet 2.579 691 27% 2.579 659 26% Schar/bot 11.421 1.190 10% 11.421 1.536 13% Tongschar 725 33 5% 759 69 9% Langoustines 604 64 11% 605 122 20% Rog 180 54 30% 180 87 48% PO-maatregelen. Ook voor 2015 hebben alle Nederlandse PO’s in CVO-verband een aantal PO-maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te laten plaatsvinden en om vroegtijdige sluiting van het krappe quotum proberen te voorkomen. Deze maatregelen zijn: Rog: De maximaal aan te voeren hoeveelheid per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen is door de PO’s vastgesteld op 100 kg doodgewicht. De minimum maat is 55 cm. Aanvoer van rog kleiner dan 55 cm en/of meer dan 100 kg is verboden en de PO’s hebben een extra heffing van € 3,00 per kg ingesteld voor overtredingen. Tarbot, griet: voor deze soorten geldt een minimum aanvoermaat van 27 cm; bij aanvoer kleiner dan 27 cm wordt een extra heffing van € 3,00 per kg toegepast. Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van 25 – 27 cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Noorse kreeft: Voor de Noorse kreeft is de aanvoer en verhandeling van meer dan 35 stuks per kilogram door leden van PO verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Rode garnalen. De VEBEGA (Vereniging ter bevordering van de garnalenhandel) maakte onlangs bekend dat recentelijk weer rode garnalen (Almani) tussen de crangon crangon-garnalen zijn aangetroffen. De handelaren verwijzen naar een in 2014 door de NVWA opgesteld protocol ter voorkoming van vermenging van deze 2 soorten garnalen. Dit protocol houdt in dat er na het zeven van de garnalen niet meer dan 3 % rode (Almani) garnalen in een kist voor mag komen. Indien dit nog wel het geval is moet de aanvoerder zorgen dat de garnalen alsnog over een scheider moeten worden gesorteerd. De VEBEGA geeft aan dat deze normen ook voor Duitse en Deense garnalenaanvoer gelden. Met vriendelijke groet, Coöp. Kottervisserij Nederland (VisNed), Geert / Pim.
7
