Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: 0527 - 684141 Fax: 0527 – 684166 Email:
[email protected] Website: www.visned.nl
Aan: de leden van VisNed, Urk, 9 januari 2015.
We wensen onze lezers veel heil en zegen in 2015, een goede gezondheid, goede vangsten en behouden thuiskomst! Voor u ligt de eerste nieuwsbrief van 2015 die we beginnen met een vrij traditionele, maar niet minder gemeende, nieuwjaarswens. Het jaar 2014 werd gedomineerd door de invoering van het nieuwe Gemeenschappelijke Visserijbeleid (GVB); de toepassing van MSY (maximum duurzame oogst) en de Aanlandplicht en de nieuwe Marktordening. Ruimtelijk Ordening had als speerpunten Wind op Zee en Gebiedsbescherming. Markt en Duurzaamheid hadden als speerpunt de MSC-certificering van schol en garnalen. Bij Technische Zaken en Innovatie draaide het om veiligheid en onderzoek naar schonere brandstoffen en selectiviteit van netten. Veel tijd is ook gestoken in het SALO-proces wat uiteindelijk niet tot resultaat mocht leiden. Voor 2015 hebben we speerpunten die in het verlengde liggen: Aanlandplicht, Beheerplannen voor onze gemengde visserijen, Productie en Afzetprogramma’s, Kader Richtlijn Marien, Natura 2000, Wind op Zee, MSC tong(puls) en garnalen, Winstgevendheid, Veiligheid aan boord en Technische Innovaties. Kortom: allemaal zaken in het belang van de Kottervloot, van Garnalen tot Zeebaars, van Klossenpees tot Pulskor, van Groot tot Klein, van Noord tot Zuid en vooral ook Internationaal. Want in al deze zaken is er veel meer aan de orde wat de Aanvoersector bindt dan wat ons van elkaar scheidt. Daarbij mogen onze leden op de volledige steun en inzet van het enthousiaste VisNed-team rekenen! Uitspraak Raad van State over VIBEG. Vlak voor Kerstmis heeft de Raad van State uitspraak gedaan in het beroep wat ingesteld was tegen het TBB, het Toegang Beperkend Besluit met betrekking tot de zones I, II en III van VIBEG. Er waren appellanten uit de sportvisserij, uit de garnalenvisserij en uit de boomkorvisserij. De uitspraak gaat in op veel aspecten. Veel ingediende verweren/argumenten zijn van tafel geveegd, in juristentaal staat er dan ‘het betoog faalt’. De niet (of onvoldoende) met rapporten onderbouwde beweringen van zowel de staatssecretaris als van de appellanten neemt de Raad van State ook niet over. Maar de Raad van State zegt wel dat de staatssecretaris bij haar beslissing een verantwoorde en goed uit te leggen afweging tussen economische schade en ecologische winst moet maken. En dat er bij haar besluitvorming sprake moet zijn van rechtszekerheid. Dat laatste is volgens de Raad van State onvoldoende het geval. Daarom moet de staatssecretaris binnen 3 maanden een nieuwe, beter onderbouwde, beslissing nemen. Wij vinden dat er nu alsnog een nieuwe VIBEG-kaart moet komen, waar de situatie bij Petten gerepareerd wordt en waarbij in elk geval zone II voor garnalenvissers open blijft. Dat hebben we ook in onze aanvraag Nb-wet opgenomen! De aanvoersector en het Ministerie van EZ staan 1
ondertussen op veel natuurpunten lijnrecht tegenover elkaar. Toch moeten er oplossingen komen, waarover we de komende weken met EZ in overleg gaan. We rekenen er op dat VIBEGvoorzitter Jan Heijkoop hierbij een belangrijke en bemiddelende rol kan en mag vervullen. De Aanlandplicht De invoering van de Aanlandplicht krijgt een tragikomisch karakter. De invoering op 1 januari 2015 voor de Pelagische sector is een feit, maar niemand, helemaal niemand, weet hoe het zit en hoe het moet, mede omdat de regelgeving niet aangepast is. Los nog van de belangrijkste vraag: hoe is het in de praktijk toepasbaar. Het lijkt heel erg op het sprookje van de kleren van de keizer……… Dat zou lachwekkend zijn als het niet zo vreselijk serieus en tragisch was. Want het gaat wel over de toekomst van een hele bedrijfstak. Daarom domineert dit onderwerp alle visserijagenda’s ook in de ons omringende landen! In elk geval wordt er voor de demersale sector overlegd over fasering bij de invoering. Dat betekent dat per 1 januari 2016 de Aanlandplicht zou gelden voor tong (en alleen tong) in de 80mm visserij. Schol zou daar in 2018 bij komen en de overige soorten in 2019. In de kreeftjesvisserij is dat Noorse kreeft per 2016 en in de kabeljauwvisserij kabeljauw per 2016. En daar komt ook schol in 2018 en de rest in 2019 bij. Zo zien de voorstellen er nu uit, maar zeker weten we dit pas als het deze zomer besloten wordt. Ondertussen gaan we volop door met onze projecten om overleving aan te tonen en selectiviteit te verhogen. We willen daarmee aantonen wat we al langer zeggen: dat schol grotendeels overleeft als ze terug gezet wordt en dat we blijven zoeken naar meer selectiviteit in netten. Op die manier willen we bewerkstelligen dat voordat schol in 2018 aan de beurt komt we deze overleving met wetenschappelijke rapporten voldoende hebben aangetoond waardoor schol vrijgesteld wordt van de Aanlandplicht. En we willen voor 2019 ook een vrijstellingstraject realiseren voor schar/bot. Op 29 december jl. kwam in dat verband een enthousiaste groep vissers op Urk bij elkaar om met modelnetten bij de hand, te discussiëren over verbetermogelijkheden. Op maandag 19 januari zal een groep vissers naar Denemarken reizen om in de flumetank in Hirtshals deze netten te gaan testen. Het was goed om te zien dat zowel Noord als Zuid-vissers hierbij betrokken zijn. Alleen als we laten zien dat we volop actief zijn in verbetertrajecten hebben we recht van spreken om de hoogst noodzakelijke uitzonderingen op de Aanlandplicht te bepleiten. Zeebaars. Tijdens de afgelopen Decemberraad is er tussen de Europese Commissie en de lidstaten geen overeenstemming bereikt over de invulling van het beheer van zeebaars. Volgens de wetenschap gaat het niet goed met dit bestand en daarom vinden beleidsmakers dat er maatregelen genomen moeten worden ter bescherming van dit bestand. Hierover wordt al geruime tijd in Europees maar ook op nationaal niveau gesproken maar in verband met verschil van inzicht en geen overeenstemming over de te nemen maatregelen is er nog steeds niets besloten. De Europese Commissie wil nu op korte termijn komen met noodmaatregelen. De EG-Vo. van het nieuwe GVB geeft de Commissie deze mogelijkheid, echter voor een periode van niet langer dan 6 maanden. Hierbij wordt gedacht aan het verbieden van de directe visserij op zeebaars, wat met name de Fransen bordenvissers doen. Andere maatregelen die de revue passeren zijn: max. vangsthoeveelheid per maand (getal dat genoemd wordt varieert van 2.500 – 5.000 kg per maand), gesloten paaigebieden, verhogen minimum maat en een baglimit voor de visserij met hengels. In Nederland zijn een aantal nationale maatregelen afgekondigd, deze zijn ter notificatie voorgelegd aan Brussel en het is onduidelijk wanneer deze van kracht worden. Visserijoverleg. Dinsdag as. vindt het maandelijks overleg plaats met het uitvoerend beleid van het ministerie van EZ. Zaken die aan de orde zullen komen zijn: Regelgeving 2015, Technische Maatregelen, beheer Zeebaars, vaststelling RTC’s, toelichting ontwikkelingen EFMZV etc. 2
Met betrekking tot de RTC’s blijft er veel ongenoegen over de vaststelling van de gebieden, voor februari as. worden er maar liefst 4 voorgesteld op het beperkte bestek van de fly shooters in Het Kanaal. Dit zou feitelijk een sluiting van de visserij aldaar betekenen. Hier zullen op korte termijn oplossingen moeten komen. Vissen welzijn. Het Dierenwelzijn is een speerpunt van overheidsbeleid aan het worden. In dat kader komt ook vissen-welzijn aan de orde. We schreven hier al eerder over. Vissen-welzijn heeft veel aspecten, voor ons vooral het levend strippen van vis. Hier hebben we te maken met tegenstrijdige berichten: enerzijds zeggen NGO’s dat alle vis dood over boord gaat (Aanlandplicht) en anderzijds dat ze levend gestript wordt (vissen welzijn). Bij het levend strippen is de vraag of vissen “pijn” ervaren. Daarover zijn de geleerden het niet eens. Een grote groep zegt dat dit wel degelijk het geval is, maar een andere groep meent dat dit niet het geval kan zijn. En dan zie je ook wetenschappers van mening veranderen. En terwijl die discussie wordt gevoerd, komen onderzoekers en leveranciers al aanzetten met proefprojecten, apparatuur aan boord etc. Afgelopen week overlegden wij samen met de Pelagische reders en de Visfederatie over dit onderwerp met Vissenbescherming en Dierenbescherming. We spraken af dat wij in ons onderzoeksprogramma 2015 dit onderwerp opnemen en proberen inzicht te krijgen in de volle breedte van de materie, waarna we gezamenlijk kunnen kijken hoe we met dit onderwerp verder gaan. Dat doen we op een heel serieuze manier, we moffelen het niet weg. Dat kan ook niet, want het is een onderwerp wat inmiddels op de agenda’s van de grote supermarktketens staat. Buitendienst PVis naar NVWA. Afgelopen jaar is de buitendienst van PVis over gegaan naar de NVWA. Die overgang is in januari 2015 een volgende fase in gegaan; de volledige integratie in de NVWA-organisatie. Dat lijkt tot wat warmlopers in de praktische uitvoering te leiden, zeker waar het de keuring van garnalen betreft. Probleem hierbij is dat het werk op de afslagen in pieken gebeurt en op bijna alle afslagen tegelijkertijd. We houden deze ontwikkeling nauwlettend in de gaten en overleggen met de afslagen (NOVA) en de garnalenhandel (Vebega) om er voor te zorgen dat de opgebouwde reputatie van hoge kwaliteitsborging niet in gevaar komt! Wanneer u knelpunten op dit gebied tegen komt graag melden aan het secretariaat:
[email protected] Opheffing Productschap Vis. Vlak voor oudjaar vond de laatste vergadering van het bestuur van het Productschap Vis plaats. En op nieuwjaarsdag waren alle bedrijfs- en productschappen in Nederland opgeheven. In die laatste bestuursvergadering konden nog een aantal projecten voor de garnalensector worden goedgekeurd. Alle niet toegekende gelden zijn overgedragen aan het Ministerie van Economische Zaken, die voor de vereffening van alle nog lopende dossiers van de Productschappen zal zorgen. Dat is een hele klus, want er waren veel Productschappen en vooral die in de veeteelt, land- en tuinbouw waren vele malen groter dan het Productschap Vis. Ook het kantoor in Rijswijk is inmiddels ontmanteld. De CVO heeft een werkplek gevonden in Zoetermeer, waar ook de Pelagische sector, de Pelagische RAC en deVisfederatie kantoor houden. Het Visbureau is naar de afslag in Scheveningen verhuisd en VisNed heeft een kantoorruimte gehuurd in de afslag van IJmuiden, mede omdat dit qua aanrijtijden van de medewerkers de voorkeur verdiende. Bekabelingsroute windpark Borssele naar land. Op 6 januari is met Tennet in Middelburg gesproken over de bekabeling naar land vanuit het aankomende windpark Borssele, waarover wij eerder hebben bericht. Deze bijeenkomst met de verschillende maritieme partijen ging specifiek over de opties voor een bekabelingsroute naar 3
land. Het gaat om een set van vier kabels met 200 m ruimte tussen de kabels. Vanuit het windpark loopt de route naar de 12-mijlsgrens, dan door een reeds vastgestelde corridor tot de grens van het Natura 2000 gebied Voordelta, en dan staat de verdere route naar Borssele momenteel ter discussie. Grofweg zijn er drie varianten: bovenlangs door het Veerse Meer, aanlanden bij Domburg en verder over land, of onderlangs via de Westerschelde en aanlanden nabij Vlissingen. Bij de nadere uitwerking van de routes wordt tot op zekere hoogte rekening gehouden met andere ruimtegebruikers. In principe is de bedoeling de kabels op het hele traject zodanig in te graven dat er goed en veilig overheen kan worden gevist. Over het hoe en wat daarvan gaan wij nader met Rijkswaterstaat en Tennet in overleg. Binnen de 12 mijlszone worden de kabels mogelijk 3 meter diep ingegraven, en daarbuiten is de huidige regelgeving mogelijk minder streng, naar verwachting 1 meter diep. Bij de overleggen over overvisbaarheid wordt onder meer ingegaan op: voorkomen dat kabels door bijvoorbeeld stroming of stormen bloot komen te liggen; monitoring na aanleg en tijdens operatie om het slagen van het ingraven te bevestigen; frequentie van onderhoud; veiligheidsafspraken als een kabel toch bloot komt te liggen; verantwoordelijkheden bij eventuele schade aan materieel; en afspraken om de overlast voor de visserij te minimaliseren tijdens surveys, aanleg, onderhoud, en verwijderen van de kabels. Hierbij kunnen we voortbouwen op de ervaringen bij eerdere discussies met Britse windparkontwikkelaars. Overleg over visserij in Het Kanaal. Afgelopen donderdag vond, met de Belgische Rederscentrale als gastheer, in Oostende overleg plaats tussen vertegenwoordigers van Frankrijk, Belgie en Nederland over de visserijactiviteiten in Het Kanaal. Naast vertegenwoordigers van de sector uit deze landen waren ook de overheden van genoemde landen aanwezig. Geconstateerd werd dat dit overleg al bijna een jaar niet bij elkaar gekomen was, en daar is gelukkig ook geen aanleiding voor geweest want er hebben zich behoudens wat kleine dingentjes waarbij elkaars vistuig geraakt werd (en dat adequaat opgelost is) geen incidenten voor gedaan, een verheugende constatering. Tijdens deze bijeenkomst is opnieuw uitvoerig gesproken over het door IMARES en IFREMER opgestelde rapport over de visserijactiviteiten in Het Kanaal. Dit rapport dateert van april 2013 en is dus inmiddels enigszins gedateerd. Van Franse zijde werd benadrukt dat dit rapport nu eindelijk zo spoedig mogelijk door de overheden goedgekeurd moet worden en dat op basis hiervan wat betreft het beheer vervolgstappen moeten plaats vinden, met name voor rode mul, inktvis en zeebaars. Vanuit VisNed hebben we aangegeven dat als de rapportage geaccordeerd wordt dit niet automatisch moet leiden tot maatregelen om de visserij verder te beknotten. Er zijn al de nodige maatregelen van kracht zoals een ring om de vloot en zeedagenrestricties en de visserijsector is er van overtuigd dat de natuurlijke omstandigheden veel meer impact op een toestandsbeoordeling hebben dan (beperkte) visserijactiviteiten. En bij het monitoren van de situaties blijken er steeds meerjaren-cyclussen te zijn van (zeer) goede en minder goede bestanden, zoals we op dit moment zien bij de rode mul en de inktvis. Tenslotte is over een aantal praktische zaken overlegd zoals: toezicht op de vaartuigen tijdens het weekeindverblijf in Boulogne-sur-Mer, de procedure bij het schutten via de sluis op mandagmorgen vroeg en de oliebunkering. Overigens moet opnieuw geconstateerd worden dat de Fransen weinig consequent denken en handelen. Er moet beheer in Het Kanaal plaats vinden omdat de Franse visserij zich zorgen maakt over de ontwikkelingen van tot nu toe ongequoteerde bestanden, zo geeft hun vertegenwoordiging aan. Echter, uit de gang van zaken rond zeebaars blijkt dat Frankrijk zich totaal geen zorgen maakt over de toestand van een stock maar dat er andere redenen aan ten grondslag liggen. Immers, omdat bij zeebaars de voorgestelde maatregelen voor de Fransen te ingrijpend bevonden worden, blokkeren ze deze tot nu toe nog steeds. Enerzijds wel pleiten voor maatregelen “omdat je o zo bezorgd bent over een visbestand” maar anderzijds er dwars voor gaan liggen als een voorstel je een beetje voor de voeten loopt. Typsch Franse slag zullen 4
we maar zeggen maar volgens ons blijkt hieruit de verborgen agenda van de Fransen om de Nederlandse Kanaalvissers uit dit gebied te krijgen. Dit blijven we richting Nederlandse overheid benadrukken! PAP-schol. Maandag as. komt voor het eerst in het nieuwe jaar het Coördinatiecomité van de PAP-schol bij elkaar om te overleggen over de meest recente ontwikkelingen en de van toepassing zijnde maatregelen. Indien daartoe aanleiding is zullen de PO’s de leden informeren over de uitkomsten van dit overleg. Aanvoer van Rog. Ook het afgelopen jaar was de aanvoer van Rog een pijnpuntdossier. Het te krappe quotum en daarbij veel administratieve onvolkomenheden zorgen er voor dat we voortdurend de vinger aan de pols moesten houden. Desondanks was een vroegtijdige sluiting niet te voorkomen. De laatste berichten vanuit het ministerie zijn wel dat Brussel de administratieve kortingen terug zal draaien wat zal betekenen dat we in 2015 niet gekort zullen worden. Desondanks moet het quotum zuinig beheerd worden. Er was wat onduidelijkheid over de aanvoerregeling van Rog maar deze is, na overleg tussen de PO’s en verwijzend maar het onderdeel Rog uit het in de CVO goedgekeurde PAP-programma 2015, vastgesteld op 100 kg (dood gewicht) per week dan wel per reis langer dan een week. Aanvoer van meer dan 100 kg zal door de PO gesanctioneerd worden. VIRIS-overzicht 2014. Hieronder het overzicht betreffende de benutting van de belangrijkste quota. Peildatum is 31 december 2014, maar dit is nog niet het definitieve overzicht over het afgelopen jaar. Er moeten nog aanvoercijfers en ruilen verwerkt worden.. Ter vergelijking wel het definitieve overzicht van de benutting van de quota per 31 december 2013. 2013 2014 ( 31-12-2013) ( 31-12-2014) Quotum: Vangst: Uitputting: Quotum: Vangst: Uitputting: Tong 11.062 9.975 90% 9.795 8.968 92% Schol 37.257 33.548 90% 42.875 27.897 65% Kabeljauw 1.440 1.292 90% 1.484 1.335 90% Wijting 616 470 76% 506 452 89% Tarbot/Griet 2.623 2.686 102% 2.579 2.398 89% Schar/bot 11.421 4.446 39% 11.436 4.136 36% Tongschar 658 449 68% 858 376 44% Langoustines 1.219 905 74% 1.316 1.143 87% Rog 270 283 105% 130 227 176% PO-maatregelen. Ook voor 2015 hebben alle Nederlandse PO’s in CVO-verband een aantal PO-maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te laten plaatsvinden en om vroegtijdige sluiting van het krappe quotum proberen te voorkomen. Deze maatregelen zijn: Rog: De maximaal aan te voeren hoeveelheid per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen is door de PO’s vastgesteld op 100 kg doodgewicht. De minimum maat is 55 cm. Aanvoer van rog kleiner dan 55 cm en/of meer dan 100 kg is verboden en de PO’s hebben een extra heffing van € 3,00 per kg ingesteld voor overtredingen. 5
Tarbot, griet en tongschar: Voor deze soorten geldt een minimum aanvoermaat van 27 cm; bij aanvoer kleiner dan 27 cm wordt een extra heffing van € 3,00 per kg toegepast. Noorse kreeft: Voor de Noorse kreeft is de aanvoer en verhandeling van meer dan 35 stuks per kilogram door leden van PO verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Overzicht uitputting zeedagenbeleid 2014-2015. Onderstaand treft u het overzicht aan betreffende de uitputting 2014/2015 van de zeedagen in de verschillende mandjes, stand van zaken per 9 januari 2015 ( t/m week 52 van 2014). Zoals bekend mag worden verondersteld loopt het jaar van de zeedagen van 1 februari 2014 tot en met 31 januari 2015. Mandje Toegestane transitie Toegestane Uitputting per UitputtingsperVisserijinVisserijin- 09-01-2015 centage van spanning feb spanning feb inspanning hele 2014 t/m jan 2014 t/m jan jaar. 2015 2015 na transitie TR1 A* 147.000 147.000 219.486 149 % TR1 B 93.726 + 118.678 228.944 143.558 63 % TR1 C 916.797 916.797 786.800 86 % TR2 1.932.441 + 146.186 2.078.627 1.890.245 91 % TR3 36.610 36.617 24.255 66 % BT1 999.808 + 202.642 1.202.450 1.143.447 95 % BT2 22.004.242 - 1.750.000 20.254.242 16.117.375 80 % GN 438.664 - 125.000 313.664 239.876 76 % GT 146 Westelijke Wateren Hele jaar + 450.000 850.279 610.805 72% In bovenstaand overzicht is de ruil van BT-effort (6.000.000 kW-dagen) ten behoeve van de TR-mandjes (2.000.000 kW-dagen) verwerkt. De uitputting in BT1 (boomkor +120 mm) ging hard, daarom is een ruil doorgevoerd waarbij 1.000.000 BT2-dagen geruild zijn voor ruim 200.000 BT1-dagen (ruilvoet houdt verband met mate van kabeljauwbijvangst die in BT1 hoger ligt). Uitputting van dit mandje wordt nauwgezet gevolgd. In 2014 zijn eerst twee ruilen doorgevoerd waarbij van het GN-mandje (staand want-vissers) eerst 100.000 kW-dagen overgeheveld is naar TR1B (+120 mm zonder camera’s) waardoor dit mandje met bijna 95.000 kW-dagen is verhoogd. Recent is opnieuw 25.000 kW-dagen van GN overgeheveld naar TR1B waardoor dit mandje verhoogd met 23.736 kW-dagen. Ook is recentelijk 750.000 BT2-dagen geruild voor 146.816 TR2-dagen om de uitputting van laatstgenoemd mandje weer op orde te krijgen. Ook hier houdt de ruilvoet verband met de (bij)vangst aan kabeljauw die in TR2 een factor 5 hoger ligt. In TR1A* worden de vaartuigen ondergebracht die in het FDF/CCTV-project deelnemen. Daarvoor geldt in principe vrijstelling van zeedagen en wordt een tekort/overschrijding bijgeplust uit de korting op de baseline. Omdat er minder vaartuigen aan FDF/CCTV deelnemen moest van deze vaartuigen de gebruikte zeedagen over geheveld worden van TR1A naar TR1B. Met vriendelijke groet, Coöp. Kottervisserij Nederland (VisNed), Geert / Pim. 6