TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Teksten website Urk in Oorlogstijd BALK RECHTS BOVEN: Home Wie zijn wij Onderzoek Bronvermelding Sitemap Contact MENUBALK RIJ BOVEN (LINKS): Mobilisatietijd Meidagen Dagelijks leven Verzet & collaboratie Visserij Razzia’s Luchtoorlog Bevrijding MENUBALK RIJ ONDER (LINKS): De wijken Chronologie Toen & nu Bibliografie Links
Home Welkom op de website over de geschiedenis van Urk tijdens de Tweede Wereldoorlog! Ruim zestig jaar na dato is de meest belangrijke informatie over deze indrukwekkende periode uit de Urker geschiedenis eindelijk digitaal bij elkaar gebracht. Op de website is te lezen hoe het Urk vergaan is tijdens de oorlog. De geschiedenis is per thema beschreven, zodat u snel bij de juiste informatie kunt komen. Daarnaast is er allerlei nuttige informatie te vinden over bijvoorbeeld literatuur, monumenten, slachtoffers en andere zaken die verband houden met de oorlog en de herinnering daaraan. Voor opmerkingen, suggesties en aanvullingen houden de makers zich ten zeerste aanbevolen. Neemt u daarvoor contact op via het formulier onder de button ‘Contact’, rechts bovenin de pagina.
Pagina
1
Veel leesplezier toegewenst!
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Wie zijn wij Stichting Urk in Oorlogstijd Houtrib 10 8321 SL Urk email:
[email protected] rekeningnummer: 13.49.38.801 t.n.v. Stichting Urk in Oorlogstijd te Urk Stichting Urk in Oorlogstijd is in september 2007 opgericht door Pieter Hoekstra, die al jaren op amateurbasis actief is op het terrein van de (Urker) geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Hij vatte het idee op om de kennis die in de loop der jaren over Urk tijdens de Tweede Wereldoorlog verzameld is, bij elkaar te brengen op een website. Met het lanceren van de website www.urkinoorlogstijd.nl heeft Stichting Urk in Oorlogstijd haar eerste officiële activiteit afgerond. Missie en cultuurhistorisch belang Door middel van haar activiteiten wil Stichting Urk in Oorlogstijd de geschiedenis van Urk tijdens de Tweede Wereldoorlog op een vernieuwende en aantrekkelijke wijze onder de aandacht brengen bij een breed publiek. Door de aandacht te vestigen op lokale geschiedenis, wil de stichting het ‘grote verhaal’ van de Tweede Wereldoorlog dichter bij de lezer brengen en herkenning oproepen. Men kan het heden niet begrijpen zonder het verleden te kennen, is een uitspraak die een grote kern van waarheid bevat. Het heden van vandaag wordt immers gevormd door het verleden van gisteren. Stichting Urk in Oorlogstijd hoopt door haar activiteiten een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan de toename van historisch besef bij de Urker jeugd. Het is onze ambitie om als Stichting Urk in Oorlogstijd met de website en het educatieve project een basis te leggen om de Tweede Wereldoorlog en de impact die zij had op Urk nooit meer te vergeten. Wie zijn wij?
Pagina
2
Pieter Hoekstra Het initiatief tot het oprichten van de stichting is genomen door Pieter Hoekstra, al jaren zeer geïnteresseerd in de (Urker) geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Door de jaren heen heeft Pieter een collectie voorwerpen verzameld die rechtstreeks herinneren aan dit deel van de Urker geschiedenis. Het komt regelmatig voor dat delen van zijn collectie uitgeleend worden aan onder andere scholen die daarvan tijdelijke tentoonstellingen samenstellen. Ook hebben veel scholieren inmiddels van zijn kennis en verzameling gebruik gemaakt voor het schrijven van een werkstuk. Naast het verzamelen van militaria is Pieter Hoekstra samen met Arjan Woord actief op het gebied van oral history. Verschillende Urkers zijn inmiddels door hem geïnterviewd, zodat de getuigenissen van mensen die de oorlog nog persoonlijk hebben meegemaakt, vastgelegd zijn voor het nageslacht.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Naast initiatiefnemer van Stichting Urk in Oorlogstijd en verzamelaar van militaria is Pieter lid van de Documentatiegroep ’40-’45. Specifieke interessegebieden van Pieter zijn de luchtoorlog en de gebeurtenissen op het IJsselmeer tijdens de oorlog. Lenie Bolle Als masterstudente Cultuurgeschiedenis aan de Radbouduniversiteit te Nijmegen heeft Lenie Bolle specifieke interesse in de cultuurgeschiedenis van de twintigste eeuw. Binnen haar studie heeft zij onder andere onderzoek verricht naar verschillende cultuurhistorische aspecten van de Eerste en Tweede Wereldoorlog en de geschiedenis van de Noordoostpolder. In maart 2009 studeert Lenie af op een onderzoek naar de psychologische gevolgen van de Tweede Wereldoorlog, waarbinnen zij de kinderen uit NSB-gezinnen als casestudy behandelt. Als historica is Lenie verantwoordelijk voor het schrijven van de teksten en de historischwetenschappelijke verantwoording van de activiteiten van de stichting. Arjan Woord Vanuit zijn bedrijfje Perfect Promotions is Arjan Woord als grafisch vormgever verantwoordelijk voor het ontwerpen en beheren van de website www.urkinoorlogstijd.nl. Daarnaast is Arjan projectmanager van het DVD-project ‘Urk in Oorlogstijd’. Robert Hofman Robert Hofman is binnen de stichting actief op het gebied van onderzoek. Vanuit zijn algemene interesse in de Tweede Wereldoorlog voert hij diverse onderzoekstaken uit die betrekking hebben op de Urker geschiedenis tijdens de oorlog. Projecten en activiteiten De website Het idee om de geschiedenis van Urk tijdens de Tweede Wereldoorlog bij elkaar te brengen op een website is ontstaan toen wij ons realiseerden dat deze informatie nergens overzichtelijk en makkelijk te vinden was. De publicatievorm van een website was snel gekozen, omdat scholieren in toenemende mate gebruik maken van het internet als informatiebron. Perfect Promotions werd ingeschakeld om de vormgeving van de website te verzorgen en Lenie Bolle verrichtte onderzoek en schreef de teksten. Inspanningen werden verricht om interessante en nog niet eerder gepubliceerde foto’s te vinden en copyright werd bij diverse musea aangevraagd en verkregen.
Pagina
Educatieve pakket ‘Urk in Oorlogstijd’ Stichting Urk in Oorlogstijd heeft in 2008 een educatief project ontwikkeld voor de bovenbouw van de basisschool en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het lespakket brengt de geschiedenis van Urk in Oorlogstijd op een multimediale en eigentijdse wijze onder de aandacht bij de doelgroep. Met de website is al een belangrijke basis gelegd voor het inhoudelijke en educatieve aspect van het pakket. Onderzoek, interviewen en materiaal verzamelen vonden allemaal in eigen beheer plaats. Het lespakket bestaat uit de volgende onderdelen:
3
Op de website is niet alleen een algemene geschiedenis van Urk tijdens de oorlog te vinden, maar tevens is het de bedoeling om op termijn de militaria-verzameling van Pieter Hoekstra digitaal tentoon te stellen op de site. De website is bedoeld als een introductie in dit deel van de Urker geschiedenis en de lezer zal dan ook een bronvermelding vinden, evenals een bibliografie met relevante titels voor verdere verdieping in het onderwerp.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
1. Een 40-minuten durende documentaire, waarin de kijker meegenomen wordt door Urk op zoek naar sporen van de oorlog. En passant komt de kijker steeds meer te weten over de Urker oorlogsgeschiedenis. Als extra komen drie ooggetuigen aan het woord, die vertellen over hun oorlogservaringen. Niet eerder is de geschiedenis van Urk tijdens de Tweede Wereldoorlog op deze manier belicht en de documentaire is dan ook een uniek project. 2. Een ginkiestocht (stegentocht) met als thema Urk in Oorlogstijd. Leerlingen kunnen met deze tocht zelf op zoek naar sporen van de geschiedenis in hun dorp en maken bij elke locatie opdrachten of vragen. 3. Twee lesbrieven, met behulp waarvan de docent de documentaire kan bespreken in de klas. Ook bevatten de lesbrieven verdiepingsopdrachten en antwoorden. 4. Het boekje Urk in Oorlogstijd. De geschiedenis van een vissersdorp tijdens de Tweede Wereldoorlog 1940-1945 (2008), geschreven door Lenie Bolle. In dit boekje wordt een overzicht gegeven van de Urker oorlogsgeschiedenis. Het lespakket is in mei 2008 gepresenteerd aan de Urker bevolking en scholen en is met veel enthousiasme ontvangen. Toekomstige projecten en activiteiten Als vervolg op het educatieve project wil de stichting een mobiele expositie ontwikkelen, waarmee scholen, buurthuizen en bibliotheken tijdelijke tentoonstellingen kunnen organiseren. De plannen voor deze expositie verkeren momenteel in een pril stadium, maar zullen in de nabije toekomst worden opgepakt.
Onderzoek De Stichting Urker Uitgaven houdt zich al jaren bezig met het mogelijk maken van publicaties die betrekking hebben op de Urker cultuur en geschiedenis. De meeste boeken die werden gepubliceerd over Urk in oorlogstijd zijn dan ook verschenen via de Stichting Urker Uitgaven. Een lijst met boeken over de Urker geschiedenis tijdens de Tweede Wereldoorlog is te raadplegen onder het kopje ‘Bibliografie’.
Pagina
Nieuwe gegevens en gebeurtenissen over deze periode komen wellicht nog boven water als het krantje dat tijdens de oorlog op Urk verscheen (te raadplegen in het Urker musem) nog eens structureel onderzocht wordt. Ook het interviewen van Urkers en niet-Urkers die deze periode bewust hebben meegemaakt kan wellicht nog interessante informatie opleveren.
4
Tot op heden is door historici geen bijzondere aandacht besteed aan deze periode uit de Urker geschiedenis. De boekjes van de Stichting Urker Uitgaven (vaak naar aanleiding van een bepaalde herdenking) bieden een redelijk goed beeld van het leven op Urk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dankzij André Geurts, als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Nieuw Land Erfgoedcentrum in Lelystad, is in 2005 sinds decennia weer een wetenschappelijk boek over de geschiedenis van Urk verschenen. In dit overigens boeiende overzichtswerk is echter maar weinig plaats ingeruimd voor de Urker geschiedenis tijdens de Tweede Wereldoorlog.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Voor de geïnteresseerde lezer leveren de boekjes van de Stichting Urker Uitgaven en deze website hopelijk voorlopig voldoende leesvoer op!
Bronvermelding De teksten voor deze website zijn grotendeels gebaseerd op de boeken die via Stichting Urker Uitgaven over deze periode verschenen zijn. Hieronder vindt u een lijst met bronnenmateriaal. Mobilisatietijd Albert van Urk e.a., Van bezetting en bevrijding: Urk in oorlogstijd 1940-1945 (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1995), 10-25, 29-34 Tromp de Vries, Urk in oorlogstijd (Chr. Oranjevereniging - Urk 1970), 1-2 Meidagen K. Hoekstra e.a., Urker verhalen over de oorlog (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1996), 29-33 Albert van Urk e.a., Van bezetting en bevrijding: Urk in oorlogstijd 1940-1945 (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1995), 21-28 Tromp de Vries, Urk in oorlogstijd (Chr. Oranjevereniging - Urk 1970), 2-4 Dagelijks leven K. Hoekstra e.a., Urker verhalen over de oorlog (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1996), 116125, 158-159 Albert van Urk e.a., Van bezetting en bevrijding: Urk in oorlogstijd 1940-1945 (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1995), 43-55, 57-59, 99-103 Tromp de Vries, Urk in oorlogstijd (Chr. Oranjevereniging - Urk 1970), 4-8, 32 Verzet & collaboratie Tromp de Vries, Urk in oorlogstijd (Chr. Oranjevereniging - Urk 1970), 4-10, 65-68 Visserij
Tromp de Vries, Urk in oorlogstijd (Chr. Oranjevereniging - Urk 1970), 39-31
Pagina
Albert van Urk e.a., Van bezetting en bevrijding: Urk in oorlogstijd 1940-1945 (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1995), 35-41, 67-70
5
K. Hoekstra e.a., Urker verhalen over de oorlog (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1996), 26-55, 74-75, 143-148
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Tromp de Vries e.a., Urk opperdan. Een vissersoord in werk en woord (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1990), 117-130, 131-134 Razzia’s K. Hoekstra e.a., Urker verhalen over de oorlog (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1996), 83-113, 173-174, 134-148 Jan Willem Stolk, Nederlands Onderduikers Paradijs. De Noordoostpolder in bezettingstijd (Schalmei - Steenwijk 1984), 50-52 Albert van Urk e.a., Van bezetting en bevrijding: Urk in oorlogstijd 1940-1945 (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1995), 51, 87-92 Tromp de Vries, Na de razzia. Dagboek van Sjoerd Snoek (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1984), 13-15 Tromp de Vries, Urk in oorlogstijd (Chr. Oranjevereniging - Urk 1970), 19-25 Luchtoorlog Albert van Urk, Daar werd een dijk gelegd… (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1989), 48-49 Albert van Urk e.a., Van bezetting en bevrijding: Urk in oorlogstijd 1940-1945 (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1995), 77-82 Tromp de Vries, Urk in oorlogstijd (Chr. Oranjevereniging - Urk 1970), 6 Bevrijding Albert van Urk e.a., Van bezetting en bevrijding: Urk in oorlogstijd 1940-1945 (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1995), 54, 105-111 Tromp de Vries, Urk in oorlogstijd (Chr. Oranjevereniging - Urk 1970), 8-12, 33-35 Tromp de Vries e.a., Urk opperdan. Een vissersoord in werk en woord (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1990), 80-82 De wijken Albert van Urk e.a., Van bezetting en bevrijding: Urk in oorlogstijd 1940-1945 (Stichting Urker Uitgaven - Urk 1995), 20, 42, 56, 66, 98, 112 Toen & Nu
Pagina
6
www.oorlogsmonumenten.nl
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Contact Op deze website is veel informatie te vinden over Urk tijdens de oorlog. Mochten er echter dingen onduidelijk zijn gebleven, onjuist zijn of heeft u vragen, neem dan gerust contact op via onderstaand formulier. Binnen enkele dagen kunt u per e-mail een reactie verwachten. De beheerder van deze website heeft een interessante privé-collectie voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog. Deze collectie varieert van uniformen en uitrustingstukken tot persoonsbewijzen en wrakstukken. Heeft u interesse in deze collectie of wilt u eens van gedachten wisselen over de geschiedenis van Urk in oorlogstijd, neem dan ook contact op via onderstaand formulier.
Pagina
7
Wij zien uit naar uw reactie!
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
De geschiedenis (bovenste rij links) INHOUD BOVENSTE HELFT RIJ (LINKS): Mobilisatietijd Meidagen Dagelijks leven Verzet & collaboratie Visserij Razzia’s Luchtoorlog Bevrijding
Mobilisatietijd De voorgeschiedenis De overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw bracht voor het eiland Urk een aantal grote veranderingen met zich mee. De eeuwwisseling bleek ook voor Urk het begin te zijn van een toenemende modernisering. Het eiland, dat eeuwenlang in een isolement had verkeerd, kreeg op 1 april 1890 een vaste bootdienst met Kampen en Enkhuizen. Deze regelmatige verbinding met het vasteland betekende een afname van het sterke isolement, hoewel de eilandmentaliteit nog steeds sterk aanwezig bleef. In 1905 nam Urk een gemeentelijke visafslag in gebruik en tien jaar later begon de motorisering van de houten bottervloot. De plannen om de Zuiderzee af te sluiten werden verwezenlijkt toen op 28 mei 1932 het laatste gat in de Afsluitdijk werd gesloten. Net als in de andere vissersdorpen rond de Zuiderzee hingen op Urk die dag alle vlaggen halfstok. Men was in rouw en dacht dat door de sluiting van de zee de doodsteek aan de visserij was gegeven. Als gevolg van de afsluiting van de Zuiderzee werd het water in het IJsselmeer steeds zoeter, waardoor bepaalde vissoorten uitstierven. De ellende van de Grote Depressie tijdens de jaren dertig ging daarnaast ook de vissers niet voorbij. Zij die op de Noordzee visten, verdienden ternauwernood genoeg om in leven te blijven. Kortom, het begin van de twintigste eeuw bleek een moeilijke tijd te zijn voor het eiland Urk. Intussen was een begin gemaakt met het leggen van dijken voor de toekomstige Noordoostpolder. Op 3 oktober 1939 werd het laatste gat gedicht in de dijk tussen Lemmer en Urk. Er was er einde gekomen aan twaalf eeuwen eiland Urk.
Pagina
Het jaar voor de oorlog Het jaar 1939 kenmerkte zich door een toenemende internationale spanning. Duitsland breidde zijn grondgebied langzaam maar zeker uit en viel in september op brutale wijze Polen binnen. Engeland en Frankrijk verklaarden Duitsland vervolgens de oorlog en de wereld keek met argusogen toe wat de volgende stap zou zijn.
8
De vrees van de Urkers dat het afsluiten van de Zuiderzee de dood van de visserij in dit gebied zou betekenen, was niet bewaarheid geworden. Zoetwatervissoorten als paling, snoekbaars, baars en pos zorgden voor nieuwe bedrijvigheid in de Urker haven. Het leek de goede kant op te gaan met de Urker economie en de stemming werd weer optimistischer.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Ook in Nederland steeg de spanning. In augustus kondigde de Nederlandse regering een algemene mobilisatie af. In één op de acht gezinnen was een vader of zoon van huis. Op het IJsselmeer werd een marineflottielje gestationeerd dat ter ondersteuning van de IJssellinie moest dienen. Regelmatig deden de boten van deze marinevloot in het jaar voor de oorlog Urk aan. Van de vierduizend bewoners die Urk in 1939 telde, waren diverse mannen opgeroepen voor de grens- en kustbewaking. De Urker vloot werd beperkt in haar bewegingsvrijheid en distributiemaatregelen deden hun intrede. Er werd gewaarschuwd tegen het hamsteren van goederen en men maakte voor het eerst kennis met het oorlogsbrood, gebaseerd op aardappelmeel. De Urker bevolking kreeg aanwijzingen hoe te handelen in tijden van nood. Zo verdiende het aanbeveling een partij zand beschikbaar te houden. De alarmsirene werd getest, maar na enkele proeven afgekeurd. De sirene was namelijk niet op het gehele eiland te horen. Men plaatste een nieuwe sirene op het raadhuis, waarvan de ingebruikstelling niet werd afgekondigd. Dat deze wél goed functioneerde, bleek toen het angstaanjagende geluid grote paniek en onrust zaaide onder de bevolking. Er werden proeven gedaan met de verduistering. Deze leverden geen enkel probleem op, aangezien de Urkers simpelweg het licht uitdraaiden en de straat opgingen. Dat dit niet de bedoeling was, werd vervolgens in een officiële aankondiging bekendgemaakt. Ook de kerken besteedden in dit jaar aandacht aan de oorlogsdreiging. Regelmatig organiseerde men een bidstond voor de vrede en op Koninginnedag 1939 werd ’s avonds in de Bethelkerk een ‘wijdingssamenkomst’ gehouden. Sprekers tijdens deze bijeenkomst waren ds. E. Van Wieringen, ds. E. Du Marchie van Voorthuijsen, ds. W. Doorenbos en ds. K.S.G. Zijlstra. De gebruikelijke feestelijkheden gingen deze dag niet door in verband met de oorlogsdreiging, maar overal op Urk wapperde de nationale driekleur.
Pagina
Hoewel er een wettelijke bepaling van kracht was dat één arts voor 1400 zielen het maximum was, werkte op het vierduizend zielen tellende eiland Urk slechts één arts, dokter A. Vonk. Het aantal kinderen dat geboren werd, nam toe naar over de honderd per jaar en geboorteafkondigingen stonden onder de rubriek ‘Urk vooruit’ in de plaatselijke krant vermeld.
9
In de plaatselijke politiek speelden de gebruikelijke kwesties de hoofdrol: de woningnood en de toekomstige positie van het eiland Urk. Doordat Urk in oktober eiland af was geworden, kwam de vraag aan de orde bij welke provincie het eiland zich moest aansluiten. De gemoederen raakten hierover regelmatig verhit. Achtereenvolgens Overijssel, Noord-Holland en Friesland passeerden de revue. De kwestie werd zelfs vergeleken met de militaire situatie: ‘Niet praten, maar gereed om der Vaad’ren erve tot het uiterste te verdedigen, zij het parool’. De Urkers wilden bij Holland gaan horen, en als het niet anders kon bij Friesland. Burgemeester Keijzer had heel wat te stellen met zijn gemeenteraad. Hij schreef in 1940 over hen dan ook het volgende: ‘Ik heb in deze gemeente vaak het verschijnsel opgemerkt, dat men als een riet door den wind heen en weer bewogen wordt. Vandaag moet het zus en morgen moet het zoo. Dit mag nu een voor het visschersbedrijf onmisbare houding zijn, bij bestuurszaken past evenwel het tegendeel. Daar is vastheid van koers geboden om een betekenisvol doel te bereiken.’ De gemeente stelde in 1939 een nieuwe belasting in om de inkomsten wat te verhogen, de zogenaamde ‘koppenbelasting’. De belasting hield in dat elke vreemdeling die Urk bezocht, koppengeld moest betalen. De minister was het hier echter niet mee eens en stak er een stokje voor. De verordening werd vernietigd.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Het politiekorps verdubbelde met de komst van rijksveldwachter H. Greven. Samen met gemeenteveldwachter en brigadier W. Kok handhaafde hij niet altijd met zachte hand de openbare orde. De burgemeester klaagde in zijn Nieuwjaarsrede dan ook over de provocaties van de jeugd. Hij wees erop dat eerbied moest worden bewezen aan het gezag waarmee de gezagshouder bekleed was, omdat het gezag uit God afkomstig was, in wiens naam de aardse machten worden geregeerd. De burgemeester vervolgde zijn rede: ‘Ik wilde wel dat velen onzer burgers hier wat meer van doordrongen waren. Zoo gemakkelijk probeert men zijn eigen wetten te volgen, die vaak dwars ingaan tegen het gebod van de overheid. Dat strekt tot schade van de overtreder zelf, maar ook het gemeentebelang is daarbij niet gebaat.’ Een moeizame mobilisatie van Urker militairen In januari 1940 was door de strenge vorst het IJsselmeer bevroren geraakt. Urk was compleet geïsoleerd en de bevoorrading gebeurde dan ook door middel van ijsvletten. Post en andere zeer noodzakelijke goederen werden naar Urk gebracht met een Fokkervliegtuig van de KLM. De dijk naar Lemmer die in oktober 1939 was gedicht, was praktisch onbegaanbaar door de sneeuw en het ijs.
Pagina
Zo geschiedde het: op 18 januari landt ’s ochtends vroeg een vliegtuig op het Urker weiland, waaruit een acht man sterk detachement van het Korps Politietroepen te voorschijn komt. In het gemeentehuis wordt de raadszaal ter beschikking gesteld en vervolgens gaat de omroeper door het dorp om de dienstplichtigen op te roepen zich te melden. Om zes uur ’s avonds hebben zich 45 ongeoorloofd afwezigen zich op het gemeentehuis gemeld. De resterende 9 worden met behulp van de rijksveldwachter ook opgespoord. Ze krijgen allemaal de oproep zich de volgende dag om 8.45 uur te melden voor het gemeentehuis. De volgende dag vertrekt de groep onder uitgeleide van bijna de gehele Urker bevolking over de dijk richting Lemmer. Het kwik staat op min 17 graden en er staat een harde wind. Het wordt een barre tocht. Doordat aan de lijzijde van de dijk de bevroren sneeuw hoog opgehoopt ligt, moet de groep al snel aan de andere kant van de dijk in de snijdende stormwind gaan lopen. Het water in de veldflessen bevriest en ook de stukken fruit die de militairen mee hebben genomen zijn bevroren. Tijdens de tocht wordt al snel geen woord meer gesproken en geen lach meer gehoord, het gaat er alleen nog maar om het einde van de dijk te halen. De leden van het Korps Politietroepen begrijpen nu waarom de Urker militairen beweerden niet terug te kunnen keren naar hun onderdelen.
10
Dat de oproep van de burgemeester in zijn Nieuwjaarstoespraak niet veel invloed op de jongeren had, bleek toen militairen die met verlof op Urk waren op de verplichte datum niet terugkeerden naar hun onderdeel. Het aantal ongeoorloofd afwezigen nam zelfs geleidelijk toe, doordat militairen het voorbeeld van hun voorgangers navolgden en ook op Urk bleven. Deze ‘desertie’ had alles te maken met de manier waarop de verlofgangers aan het begin van hun verlof weer op het eiland terecht waren gekomen. Er waren bijvoorbeeld militairen die zich gedwongen hadden gezien ergens schaatsen op te scharrelen en daarmee over het bevroere IJsselmeer naar Urk te schaatsen. Andere militairen hadden een 24 kilometer lange tocht over de dijk vanaf Lemmer ondernomen om na een lange reis op Urk te arriveren. Toen hun verlof op Urk was afgelopen, beweerden deze militairen dan ook niet terug te kunnen in verband met de verbroken verbindingen. Het aantal militairen dat op Urk bleef, groeide aanzienlijk en op 17 januari nam burgemeester Keijzer dan ook contact op met het Hoofdkwartier Vesting Holland. Hij verzocht om spoedige drastische maatregelen en het zenden van militaire politie naar Urk om een einde aan de situatie te maken.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Na een tocht van zeven uur bereikt de groep Lemmer en komt zij in de wachtkamer van het tramstation weer een beetje op verhaal. Slechts één deelnemer is uitgevallen; deze is per ijsvlet weer naar Urk vervoerd. Die avond keren alle militairen weer per trein naar hun onderdelen terug. Het verhaal van de barre tocht over een dijk, die pas jaren later opengesteld zou worden voor het publiek en verkeer, is hen al vooruitgesneld: in de avondbladen en op de radio is er al melding van gemaakt. In de procesverbalen die naar aanleiding van deze ‘overtreding’ van de Urker militairen werden opgemaakt, werd breedvoerig uitgemeten over de onmogelijkheid van het over de dijk tijdig terugkeren naar de verschillende onderdelen. Er is dan ook nooit een straf op gevolgd... De Luchtwacht Als in augustus 1939 de algemene mobilisatie in Nederland wordt afgekondigd, komt ook de Luchtwacht in actie. De Luchtwacht is een semi-militaire organisatie, die bestaat uit vrijwilligers en belast is met het waarnemen en herkennen van vliegtuigen. Deze waarnemingen moeten vervolgens gemeld worden aan het hoofdkwartier. Nederland stelt zich, ook nog tijdens de mobilisatie, neutraal op, wat wel betekent dat het in de gaten houden van het luchtverkeer boven Nederland van groot belang is. De Urker Landwacht bestaat uit 24 vrijwilligers, die zijn onderverdeeld in groepen van zes personen. Veel van de vrijwilligers die op Urk bij de Landwacht dienen, hebben eerder bij de Bijzondere Vrijwillige Landstorm gediend. De eerste oefeningen worden gehouden op de toren van het Kerkje aan de Zee, maar later verhuist de Landwacht naar de vuurtoren. Nadat de Duitsers in september 1939 Polen binnenvallen, moet er permanente bewaking op de vuurtoren aanwezig zijn. De vrijwilligers gaan regelmatig naar Zwolle om lessen te volgen en instructiefilms te zien. Als de oorlog op 10 mei 1940 ook in Nederland uitbreekt, hebben ze volop meldingen te doen. Het is echter onmogelijk deze door te bellen naar het hoofdkwartier, omdat de telefoonverbindingen verbroken zijn. Twee vrijwilligers varen naar Enkhuizen om nadere instructies op te halen. Ze komen terug met de order dat de Urker Luchtwacht zich in Alkmaar moet melden. In Alkmaar krijgen ze te horen dat ze in Amsterdam een korte opleiding voor de Aan- en Afvoertroepen zullen krijgen, maar zover komt het niet. Nederland capituleert en de vrijwilligers worden als krijgsgevangenen beschouwd. Na tien dagen kunnen de mannen weer naar Urk terug.
Pagina
De organisatie van de LBD verliep op Urk nogal traag en moeizaam. Uiteindelijk kwam de LBD echter toch van de grond; in het voorjaar van 1939 trad de dienst in werking met burgemeester Keijzer als ambtelijk hoofd. Plaatsvervangend hoofd en feitelijk leider was Hendrik Brouwer Pzn., die voor de functie een cursus in Den Haag had gevolgd. De LBD was onderverdeeld in vijf diensten: 1. Waarschuwingdienst 2. Ordedienst 3. Brandweer 4. Technische Dienst 5. Geneeskundige Dienst (onder leiding van dokter Vonk)
11
De Luchtbeschermingsdienst (LBD) In september 1936 werd de ‘Nederlandsche Vereniging voor Luchtbescherming’ opgericht. Bij de start had deze vereniging driehonderd leden, in december 1939 waren dat er zestigduizend. In tegenstelling tot de Luchtwacht, die een militaire taak had, was de LBD bedoeld om de burgerbevolking te beschermen.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Op 19 september 1940 werd een vaste wacht ingesteld die onder andere toezicht moest houden op het nakomen van de verduisteringsvoorschriften. Deze wacht was ondergebracht in het Witte Kruisgebouwtje tussen het oude jeugdgebouw en de latere Amsterdamsche Bank aan het plein bij de Bethelkerk. De verduisteringsvoorschriften gaven de nodige problemen voor de bevolking die zich in het pikdonker nauwelijks kon oriënteren. Om toch enige herkenningspunten te hebben, werden de houten lantaarnpalen op ooghoogte witgeschilderd. Bij het naderen van vliegtuigen werd een luchtalarm afgegeven door middel van twee sirenes, één op de Bethelkerk en één op Hotel Van Woudenberg. Een moeilijke taak voor de mannen van de Urker LBD was het bergen van de vliegers die waren omgekomen in het IJsselmeer of in de polder. Dit zijn er ongeveer honderd en tachtig geweest. In het begin van de oorlog, toen de polder nog niet volledig was drooggevallen, stonden de mannen van de Luchtbeschermingsdienst soms tot hun knieën in het water om de vaak verminkte vliegers te kunnen bergen. Het vervoer van deze vliegers gebeurde voornamelijk met paard en wagen. Tijdens de oorlog werd op beide dijken gepatrouilleerd over een totale lengte van 28 kilometer. Veel mannen van de Luchtbeschermingsdienst raakten in de oorlog betrokken bij de hulp aan piloten. Met name Roelof T. Oost, Lub Hoekman, Harmen Kramer en Lub Hoekman hebben zich hiervoor zeer verdienstelijk gemaakt. De laatste kreeg voor zijn inzet na de oorlog het Verzetsherdenkingskruis uitgereikt.
Pagina
12
Geallieerde vliegers die de noodlanding overleefden werden door Urkers in het geheim met de Urker boot naar Enkhuizen gebracht, soms zelfs naar Amsterdam en de Zaanstreek. De firma Hoekman stelde voor deze tochten belangeloos een sleepboot ter beschikking. Geallieerde vliegers die gesneuveld waren, werden in het begin van de oorlog door de Luchtbeschermingsdienst begraven op de begraafplaats naast het Kerkje aan de Zee. Op dit kerkhof werden in totaal zo’n twintig vliegers ter aarde besteld. Omdat de begrafenissen plaatsvonden onder enorme belangstelling van de Urker bevolking, verboden de Duitsers het begraven van vliegers op Urk na enige tijd. Gesneuvelde vliegers werden daarom naar Schellingwoude gebracht. De vliegers die tijdens de oorlog op Urk begraven zijn, hebben na de oorlog op diverse erevelden in Nederland een herbegrafenis gehad.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Meidagen De oorlog breekt uit Toen op vrijdag 10 mei 1940 de oorlog uitbrak, was de Urker vloot bezig met de visvangst op de Noordzee. Het was een tijd, waarin nog geen sprake was van grootschalig radioverkeer op de botters en bovendien had het weinige radioverkeer dat al mogelijk was een slechte ontvangst. De vissers waren zich die vrijdagmorgen dan ook niet bewust van het feit dat de Duitsers Nederland waren binnengevallen. Toen de Urker botters de haven van IJmuiden wilden binnenvaren, werden zij tegengehouden door de loodsboot. Geen idee hebbend wat er aan de hand was, wachtten de vissers tot zij om kwart voor zeven toestemming kregen om aan te meren. Op de kade werden ze opgewacht door Nederlandse militairen die de botters op te wachten om te vragen of de vissers wellicht een Engelse vloot op zee hadden waargenomen. Dit was echter niet het geval. De vis die werd aangevoerd werd nog wel in de visafslag gekocht, maar tegen een slechte prijs. De kopers hadden immers geen idee of ze nog wel de gelegenheid zouden krijgen om de vis door te verkopen. Enkele botters werden door de Koninklijke Marine gevorderd, maar de meeste kregen toestemming om naar Urk te vertrekken. Als wachtwoord kregen zij de naam ‘Scheveningen’ mee, een naam die voor Duitsers moeilijk goed uit te spreken was in verband met de ‘sch’-klank. Dat een Urker in dialect altijd spreekt over ‘Skêveningen’ wist de legerleiding niet... Gelukkig werd geen van de botters tijdens de tocht naar Urk aangehouden. De botters die via Texel en Terschelling naar Urk waren vertrokken, waren niet in de gelegenheid geweest hun vis te verkopen. Deze werd dan ook bij aankomst onder de Urker bevolking verdeeld. De eerste oorlogsdagen op Urk Op die eerste oorlogsdag lag dus bijna de gehele vissersvloot in de Urker haven. In verband met de Pinksterdagen waren veel dienstmeisjes die buiten Urk dienden ook thuis. Toen het nieuws van de Duitse inval Urk bereikte, bracht dit schrik en paniek teweeg. Ongeveer honderdvijftig Urker militairen waren ten tijde van het bericht gemobiliseerd en men besefte dat deze wellicht in gevecht waren. De radio bracht al snel positieve berichten, maar de werkelijkheid was intussen een stuk minder rooskleurig.
Pagina
De vloot vaart uit De Pinksterzondag verliep droevig voor de Urker bevolking. ’s Ochtends vroeg werd door veldwachter Greven bekendgemaakt dat de vloot opdracht gekregen had om naar Amsterdam te vertrekken. De Nederlandse legerleiding had namelijk het vermoeden dat de Duitsers de Urker bottervloot wilden gebruiken om het IJsselmeer over te steken en zo Noord-Holland binnen te vallen. Alles wat varen kon diende daarom de haven verlaten. Het werd een droevige uittocht. Kerkdiensten werden die ochtend niet gehouden, de gehele bevolking had zich naar de haven begeven. Boten die nog amper zeewaardig waren, werden de haven
13
De tweede oorlogsdag, zaterdag 11 mei, verliep rustig op Urk. De rust op het voormalige eiland vormde een schril contrast met voorgaande Pinksterzaterdagen waarop het traditiegetrouw altijd een drukte van belang was met terugkerende Urkers en Pinkstergasten. De vloot lag werkeloos in de haven en de werkzaamheden aan de polder en in de sluisput waren stilgelegd. Burgemeester Keijzer liet luchtbeschermingsmaatregelen afkondigen en stelde zand beschikbaar om branden tegen te gaan na eventuele bomaanslagen. Ook de verduisteringsmaatregelen werden aangescherpt.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
uitgesleept en liet men wegdrijven op het IJsselmeer. Zeilboten ondervonden hinder van de sterke wind die over het IJsselmeer woei. Schepen die niet varen konden, werden buiten de haven tot zinken gebracht en alle ijzer van scheepswerven en motorherstelplaatsen werd in de haven gegooid. Als laatste vertrok de salonboot Toerist, die aan boord ‘eenige plaatsgenoten’ had ‘welke behoorden tot een bepaalde beweging, wier leden door de regering gevaarlijk werden geacht’, aldus de Oprechte Urker. Bedoeld werden de Urker NSB’ers. De botters kwamen ’s middags in Amsterdam aan en werden verspreid over het IJ ten anker gelegd, dit om te voorkomen dat daar vijandelijke watervliegtuigen zouden landen. De Urker passagiersboot die met de botters mee was gevaren, nam de vissers mee terug naar Urk. In de nacht van maandag op dinsdag waren de mannen dan ook weer thuis, tot grote opluchting van de bevolking. Het begin van de Urker bezetting De mannen van de Luchtwacht, die voor de oorlog al op de vuurtoren waren gestationeerd, hadden op zaterdag 11 mei Urk al verlaten om het krijgsgevangenschap te ontlopen. De Nederlandse vlag wapperde echter nog op de vuurtoren om het oorlogsschip dat op het IJsselmeer lag te laten weten dat Urk nog vrij was. Toen op 13 mei de eerste drie Duitse soldaten arriveerden, liet burgerluchtman Hoekstra de vlag dalen als teken voor het oorlogsschip dat Urk bezet was. Deze drie Duitsers verbleven enkele uren op het eiland met onbekende doelstelling, terwijl alle Urkers binnensdeurs bleven. Christien van Urk-Verstelle, de vrouw van de eerste ambtenaar ter secretarie, was die dag met de omroeper door het dorp gegaan om de bevolking tot kalmte te manen. Zij vertelde hierbij herhaaldelijk over het Belgische dorpje Dinant, waar de bewoners in het begin van de Eerste Wereldoorlog in opstand waren gekomen en zonder pardon door de Duitsers gefusilleerd waren. Het optreden van deze vrouw maakte diepe indruk op de Urkers en miste zijn uitwerking dan ook niet. Dinsdag 14 mei kwamen ongeveer dertig Duitse soldaten naar Urk. Torenwachter Loosman werd met geweld gedwongen het postkantoor te wijzen en op de vuurtoren werd de radioinstallatie vernield. Enkele grote verrekijkers werden meegenomen, maar de belangrijkste dingen waren tijdig veilig weggeborgen.
Pagina
Het begin van veel veranderingen Na de capitulatie vertrokken de Urker vissers met de boot naar Enkhuizen en vandaar naar Amsterdam om hun schepen op te halen. De Nederlandse Koninklijke Marine had, in opdracht van de Duitsers, alle schepen die verspreid over het IJ ten anker lagen, aangemeerd bij de visafslag. Enkele Urker vissers voorzagen een komende olietekort als gevolg van het olieembargo dat de Duitsers hadden uitgevaardigd. Zij probeerden dan ook de Duitse commandant te spreken te krijgen, zodat zij hem konden overtuigen van het nut van de visserij voor de voedselvoorziening. Na diverse pogingen lukte dit op maandag 20 mei. De commandant verklaarde dat zo spoedig mogelijk de olieleverantie aan de visserschepen hervat zou worden.
14
Deze dinsdag in mei werd ook voor Urk het begin van de Duitse bezetting. De Urker Luchtwacht werd vervangen door een Duitse Luchtwacht, die bestond uit fatsoenlijke burgermannen van zo’n veertig jaar oud. Zij maakten het de nieuwe torenwachter Schraal niet lastig. De Duitse soldaten waren gelegerd in de vismeelfabriek (nu het gebouw van Gemeentewerken) en later in Hotel Het Wapen van Urk.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Pagina
15
Urk, traditiegetrouw een vrijheidslievend en onafhankelijk eiland, was bezet. De capitulatie van het Nederlandse leger en het vertrek van koningin Wilhelmina naar Engeland op die veertiende mei werden door de bevolking vol ongeloof en verbijstering ontvangen. Goed nieuws was dat er geen slachtoffers waren gevallen onder de Urkers die tijdens de meidagen onder de wapens waren geweest. Toch zou 14 mei 1940 het begin worden van een vijf jaar durende bezetting van het eiland.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Dagelijks leven Het dagelijkse leven, dat in de meidagen van 1940 zo ernstig ontregeld was geweest, hernam als snel weer zijn gewone loop. De vissers gingen weer naar zee en de vrouwen waren druk met hun vaak grote huisgezinnen en de dreigende voedselschaarste. Van verzet was in het eerste oorlogsjaar geen sprake. De van oudsher onafhankelijke en zelfstandige eilandbewoners namen de nieuwe bezetter niet al te serieus en maakten al helemaal geen aanstalten zich aan de bezetter te onderwerpen. Dat hadden zij niet voor niets in het verleden ook zo weinig mogelijk aan de Nederlandse overheid gedaan. Koningin Wilhelmina had wel een warm plekje in ieders hart. Hun liefde voor het Nederlandse koningshuis staken de Urkers ook tijdens de oorlog daarom niet onder stoelen of banken. De onverschilligheid ten opzichte van de Duitse bezetter veranderde toen de ware bedoelingen van de bezetters steeds meer duidelijk werden. Men begon geleidelijk steeds meer verzet te plegen. Vis werd zoveel mogelijk buiten de visafslag gehouden en het werd een sport om goede Nederlanders te voorzien van vette paling en snoekbaars. Niet alle Urkers deden hier meteen aan mee. Er waren er die met de bezetters collaboreerden of sympathiseerden en ook sommige meisjes nament het op dit vlak niet al te nauw. Het verzet nam toe toen steeds meer jongens onder moesten duiken en de maatregelen tegen de joden werden aangescherpt. Aan het begin van de oorlog was op Urk één joods gezin woonachtig, de familie Kropveld. Ondanks herhaaldelijk aandringen wilde het gezin niet onderduiken. In 1942 werden zij weggevoerd en ze zijn, naar na de oorlog is gebleken, vergast in vernietigingskamp Sobibor. Het gezin was in 1939 vanuit Amsterdam naar Urk gekomen en zowel vader, moeder als dochter waren helemaal in de Urker gemeenschap opgenomen. De wegvoering van het joodse gezin heeft dan ook grote indruk gemaakt op de Urker bevolking.
Pagina
Radiotoestellen en koperwerk moest worden ingeleverd, maar veel Urkers verborgen hun radio om zo toch op de hoogte te kunnen blijven van de stand van zaken met betrekking tot de oorlog. Vanzelfsprekend vertelde de Duitse bezetter daaromtrent alleen wat zij daarover kwijt wilden. Vaak waren de officiële nieuwsberichten daarom gebaseerd op leugens. Via Radio Oranje, dat vanuit Engeland dagelijks werd uitgezonden, werd het Nederlandse volk aangemoedigd om vol te houden en de bezetter tegen te werken. De toenemende schaarste bevorderde de zwarte handel. De vis die werd aangevoerd was voor de voedseldistributie bestemd en diende bij de visafslag te worden afgeleverd. Met producten die niet onder de distributie vielen, kon illegaal handel worden bedreven. Door sommigen werd hierdoor bijverdiend, door ander werden deze producten zonder winstoogmerk ingezet voor het goede doel. Dankzij de paling en de snoekbaars die in ruime mate uit het IJsselmeer werd gevist, ontstond op Urk niet zo’n nijpend voedseltekort als in de rest van Nederland het
16
Toenemende schaarste en beperkingen De distribueren van voedsel, dat al tijdens de mobilisatie was begonnen, nam in het eerste oorlogsjaar nog verder toe. Langzamerhand kwamen alle levensmiddelen op de bon en ontstond er een gebrek aan veel dagelijkse producten. Iedere inwoner werd verplicht een persoonsbewijs en bonkaart in bezit te hebben en Oranje moest uit het dagelijkse leven worden geweerd. Vaderlandse liederen mochten niet meer gezongen worden en over de Koninklijke Familie mocht niet meer gepraat. Samenkomsten als verenigingen en vergaderingen werden door de bezetter verboden, zodat het Urker verenigingsleven noodgedwongen op een laag pitje kwam te staan.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
geval was. Wel werden vele ‘alledaagse’ producten als suiker, koffie en thee vervangen door surrogaatmiddelen. Voor de oorlog waren deze producten volop te krijgen geweest, tijdens de oorlog werden ze pure luxe. Duitslands honger naar overwinningen was na het bezetten van een groot deel van WestEuropa nog steeds niet gestild. Hitler besloot daarom in 1941 tot operatie Barbarossa: de verovering van de Sovjet-Unie. Hoewel deze veldtocht in het begin voorspoedig leek te verlopen, kwam de opmars tot stilstand toen de winter inviel. Het tot dan toe onoverwinnelijk lijkende Duitse leger kreeg met grote tegenslagen te maken. De problemen waarin Duitsland op militair gebied verkeerde, kregen al snel weerslag op de bezette gebieden. Ook op Urk kreeg men beetje bij beetje meer te maken met de Duitse grimmigheid. Burgemeester Keijzer werd weggevoerd en kwam in het concentratiekamp van Amersfoort terecht. De Duitsers stelden op Urk een nieuwe NSB-burgemeester aan, de heer Landman. Heimelijk verzet Hoewel de bezetter het door allerlei maatregelen de bevolking erg moeilijk maakte om uiting te geven aan haar vaderlandsliefde, bleken de Urkers hierin toch zeer vindingrijk te zijn. Zo waren al tijdens de mobilisatie, toen de verduisteringsvoorschriften van kracht waren geworden, witte strepen op ooghoogte op de lantaarnpalen aangebracht. Dit was noodzakelijk gebleken om toch enige oriëntatiepunten te kunnen bieden als men door donkere straten liep. Op een morgen bleken deze witte strepen die nacht voorzien te zijn van een rode bovenstreep en blauwe onderstreep. De geïmproviseerde vlaggen moesten op last van de bezetter meteen verwijderd worden. De Urker klederdracht kende toen, en nu nog steeds, veel rode, witte en blauwe kledingstukken. Urker huisvrouwen hadden er een heimelijk genoegen in hun schone wasgoed op een wasdag zó op te hangen dat de straten vol met de nationale driekleur leken te hangen.
Woningnood De woningnood was één van de chronische problemen waarmee het eiland Urk al lang voor de oorlog te maken had. Met name toen de bevolking in de negentiende eeuw een snelle groei
Pagina
Hout werd niet alleen schaars als brandstof, ook als schoeisel zorgde het voor grote problemen. Het merendeel van de Urkers droeg tijdens de oorlog nog klompen, maar in de loop van de oorlog ontstond ook aan klompen een groot tekort. Als er bij verkopers een partij binnenkwam, zorgde dit vaak voor veel gesteggel, omdat de vraag het aanbod altijd ruimschoots overschreed.
17
Oude zeewering de kachel in Met name in de laatste oorlogsjaren werden niet alleen voedingsmiddelen, maar ook brandstof voor de kachel erg schaars. De oude zeewering die het eiland Urk eeuwenlang had beschermd tegen het water, was door de inpoldering nutteloos geworden. Stukje bij beetje werd dit houten palenscherm door de bevolking afgebroken om als brandstof voor in de kachel te dienen. Aan deze illegale praktijken werd in november 1944 een einde gemaakt. In opdracht van de Dienst Zuiderzeewerken, een overheidsinstantie die het Zuiderzeeproject uitvoerde, werden de nog resterende palen uit de grond getrokken en opgeslagen op het terrein van de Zuiderzeewerken bij de haven. Ook aan de binnenkant van de nieuwe meerdijken werd hout gesprokkeld. Men moest hier vaak lange tochten voor ondernemen, terwijl de opbrengst laag was. Toen de nood echt hoog was gestegen, werd zelfs het brandstofafval van het stoomgemaal bij de sluisput op brandbare stoffen doorzocht.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
doormaakte, werd het tekort steeds nijpender. Het jaar 1890 werd voor de ansjovisvissers een goed jaar, waardoor een aantal huizen gebouwd kon worden in de driehoek tussen de vuurtoren, het Kerkje aan de Zee en de Bethelkerk (huidige Wijk 3). Door de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 kon in de jaren dertig eindelijk gebouwd worden op het voormalige weiland, ’t Top genaamd (Wijk 7 en 8). Dit was tot dan toe onmogelijk geweest, aangezien de Zuiderzee daarvoor niet veilig genoeg was. Hoewel vlak voor de oorlog dus Wijk 7 en 8 op ’t Top gebouwd hadden kunnen worden, bleef de woningnood. De gemeente getroostte zich veel moeite om het probleem op te lossen en bouwde her en der op het eiland noodwoningen. Het tekort aan woningen werd tijdens de oorlog groter toen verschillende oud-Urkers als evacués terugkeerden naar hun voormalige woonplaats. Velen van hen kwamen uit Den Helder of Scheveningen, waar hun woningen bijvoorbeeld door de bezetter waren gevorderd. Hoewel veel evacués werden opgevangen door familie, gold dit niet voor iedereen. Het bleek vaak moeilijk om voor hen onderdak te vinden. NSB-burgemeester Landman deed op 29 augustus 1944 dan ook de volgende oproep aan de bevolking: ‘Het huidige woningvraagstuk is zeer moeilijk. En niets geeft ons hoop daarin spoedig verbetering te kunnen aanbrengen. Er rest dus niets anders, dan een en ander met elkaar zoo dragelijk mogelijk te maken. Gemeenschapszin en goede wil kunnen ook hier nog veel, wat onhoudbaar is, meer dragelijk maken. Wij zullen binnenkort een onderzoek instellen naar degenen, die met weinig personen over veel woonruimte beschikken. Het ligt in de bedoeling – door overleg – die menschen samen te brengen, die door tijdelijke samenwoning, voor anderen ruimte kunnen maken. Bereidwilligheid in dezen kan veel narigheid voorkomen. Een vrijwillig gebracht offer is altijd nog meer waard dan één dat afgedwongen moet worden. Ik reken op alle mogelijke medewerking van de betrokkenen.’ De bevrijding bracht voor dit probleem niet meteen een oplossing. Nog lang na de oorlog kampte Urk met een tekort aan woonruimte. Nieuwsvoorziening in bezettingstijd Zoals overal in Nederland tijdens de oorlog het geval was, kwam ook de nieuwsvoorziening op Urk onder Duitse censuur te staan. Het plaatselijke krantje ‘De Oprechte Urker’ kon niet meer vrijuit haar mening verkondigen en vermeldde tijdens de oorlog bijvoorbeeld distributiemededelingen, verduisteringsvoorschriften en raadsverslagen. Ook kon men lezen dat het elektrische licht gerantsoeneerd werd, er bij iemand op muren was gekalkt, opeenhopingen van jongelui in de Torenstraat verboden werden en dat vissers werden gewaarschuwd om geen vis buiten de visafslag om te verkopen. Toch vond de krant tussen de regels door mogelijkheden om haar onvrede met de bezetting te uiten. In de krant van 27 september 1941 stond bijvoorbeeld dit bericht te lezen: Wonderlijk beest
Pagina
De dorpsdichteres, Mariap van Urk, schreef wekelijks een gedicht voor ‘De Oprechte Urker’. Vaak slaagde zij erin uiting te geven aan haar vaderlandsliefde. In augustus 1940 schreef zij het volgende gedicht:
18
De heer A. Hakvoort ontdekte hedenmorgen bij het binnenbrengen der paling in de afslag een eigenaardig gekleurd beest in de kuip. Met een vlugge beweging greep hij het er uit en tot verbazing van allen die in de afslag waren, bleek het een oranjegekleurde paling te zijn. Niemand der oudere aanwezige vissers kon zich herinneren ooit een dergelijke speling der natuur te hebben waargenomen. Na van alle kanten bewonderd te zijn, herkreeg de oranjeklant zijn vrijheid.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Hollands reinheid O, schitt’rende kleuren van grootmoeders was, Gij wapperdet fier aan de lijn, Hoe klopt’ ons het harte van schoonheids-ontzag, Wanneer men de helpster mocht zijn: Bij ’t wassen der hemden van rood baai – zo zacht, Het wit op het bleekveld, verblindend in pracht, Het spoelen der broeken van lichtblauw katoen, O, kleurrijke dagen van toen. Nu vieren wij maandag een zeeploze dag, ’t Gevoel onzer schoonheid verflauwt, De toekomst is zwart voor ons huisvrouwenslag, De wereld rondom ons vergrauwt. Nu breken de dagen van kleizeep weer aan... Dat ’s klei, water, zand, en dat is niets gedaan... Doch loopt ons het zwart straks de spuigaten uit, Dan nemen wij allen de spuit. Gij namaakprodukt van de nieuwbakken tijd, Geef mij maar een Hollandse was, Stofferend het landschap met rood, bont en blauw En waaiend aan molen en plas. Waar moet het naar toe als de zeep eclipseert? Het maand’lijks rantsoen in een week is versmeerd? Waar zit voor de huisvrouw de kneep, ja, de kneep? Het zit in het vet van de zeep!
Pagina
Het onderwijs ontregeld De Duitse bezetting liet ook het onderwijs op de twee basisscholen die Urk ten tijde van de oorlog rijk was niet onberoerd. Het van oudsher christelijke karakter van het Urker onderwijs raakte bedreigd toen de bezetter hiertegen maatregelen ging nemen. Begin 1942 werd een benoemingsverordening van kracht, waardoor de vrijheid van onderwijs werd ingeperkt. Het schoolbestuur en de leerkrachten kwamen bijeen in een ‘historische vergadering’. Eén voor één werd in deze vergadering de leerkrachten gevraagd wat hun houding ten opzichte van deze benoemingsverordening zou zijn, zelfs al het negeren ervan inhouding van de subsidie tot gevolg hebben. De leerkrachten besloten unaniem niet in te stemmen met de benoemingsordening en benoemden dan ook onderwijzers zonder een vergunning aan te vragen. Het herhaaldelijk negeren van deze verordening leidde uiteindelijk tot het stopzetten van de subsidie voor de Rehobothschool, maar men vond oplossingen zodat het onderwijs toch door kon gaan.
19
Wij nemen zo aanstonds de boender erbij, Het vuil moet uit Holland geweerd! Op, huisvrouw. Het is toch uw eer wel te na Dat men u de was commandeert! Straks staan wij gereed met handen vol sop, En die er nog vuil is, hij kome maar op! De Hollandse reinheid nog wel triomfeert, Al is nu de zeep gerantsoeneerd!
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
De Rehobothschool en de Wilhelminaschool gaven hun onderwijs in hetzelfde gebouw. De twee namen waren in gegoten letters op een ijzeren raamwerk aan de muur van het gebouw bevestigd. Op last van de Duitse bezetter moest de naam van de Wilhelminaschool veranderd worden; de school werd daarom Willem de Zwijgerschool genoemd. De oude namen werden echter niet van de muren verwijderd en het gebeurde dan ook regelmatig dat een passant even stilstond bij de naam ‘Wilhelmina’ en bijvoorbeeld aan de pet tikte. Hieraan kwam een einde toen twee Duitse soldaten in een dronken bui woedend werden bij het zien van de naam van de koningin aan de muur van de school. Zij kwamen ’s nachts samen met een Urker terug en gooiden het bord in de haven. De naam ‘Wilhelmina’ leek voorgoed verloren te zijn gegaan... Zonder dat iemand het wist, was het bord echter gered. Een werknemer van de Zuiderzeewerken viste het bij toeval op en liet het bord aan een touw naast zijn woonaak weer in het water zakken, waar het een veilig plekje vond. Na de bevrijding werd het bord alsnog boven water gehaald en kon het weer als vanouds aan de muur van de school worden bevestigd!
Pagina
De kerken tijdens de oorlog Op Urk waren tijdens de oorlog drie kerkelijke gemeenten: de Hervormde gemeente, Gereformeerde kerk en de Christelijk Gereformeerde kerk. De Duitse bezetting had ook voor het kerkelijk leven grote gevolgen. Zo werden zelfstandige verenigingen in de loop van de oorlog verboden, met als gevolg dat het jeugdwerk onder toezicht van de kerkeraad werd gesteld. Toen de jeugdverenigingen daarbij nog eens te maken kregen met spertijd en gebrek aan elektriciteit en verwarming, kwam het verenigingsleven bijna stil te liggen. De predikanten preekten zoals zij gewoon waren en ds. E. van Wieringen werd, nog in het begin van de oorlog, op het matje geroepen bij de Ortskommandant omdat hij tegen het nationaal-socialisme en Hitler zou preken. Hij kwam er met een waarschuwing vanaf. Zijn opvolger, ds. A. Pietersma die vanaf 1943 op Urk werkzaam was, beëindigde eens een dienst voortijdig, nadat hij te horen had gekregen dat er een razzia gehouden zou worden. Door zijn ingrijpen was de oogst van de Duitse soldaten die dag nihil. Een andere keer ging tijdens een kerkdienst het luchtalarm af. Het was voorschrift dat iedereen gedurende een luchtalarm binnen bleef, dus zo gebeurde het dat men in de kerk af moest wachten wat er zou gaan gebeuren. Omdat tijdens een luchtalarm de stroomtoevoer werd onderbroken, was het orgel buiten gebruik. De ouderling van dienst fungeerde als voorzanger, maar de dominee had in de spanning een onbekende psalm opgegeven, waardoor het een onbedoeld solo-optreden werd...
20
Toen de oorlog voorbij was, bleek dat het Urker onderwijs er niet zonder kleerscheuren vanaf gekomen was. De voorzitter van het schoolbestuur, F. Bode, stelde in de zomer van 1945 dan ook voor om het schooljaar 1944-1945 als verloren te beschouwen en opnieuw te beginnen. Als redenen hiervoor voerde hij onder andere aan het gebrek aan verwarming van het schoolgebouw, gebrek aan onderwijsmiddelen, het ‘enerveerende overtrekken van massa’s vliegtuigen, luchtalarm met al den aankleeve van dien’, gebrekkige verlichting in de woningen zodat de kinderen geen huiswerk konden maken en de wegvoering van twee onderwijzers. Ook hadden de kinderen in de lagere klassen moeilijk leren lezen en hadden de hoogste klassen een aanzienlijke achterstand opgelopen. De heer Bode noemde daarnaast nog de geestelijke schade als gevolg van het veelvuldig overtreden van goddelijke en menselijke wetten in de pers en de slechte invloed op de kinderen door bijvoorbeeld ouders die actief waren geweest in de zwarte handel.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
De Gereformeerde kerk had tijdens de oorlog met grote interne problemen te kampen. Zij vormde met ongeveer driekwart van de Urker bevolking de grootste gemeente van Urk, maar beschikte over slechts één gebouw en één predikant. In 1943 kwam ds. G. Spijker als tweede predikant ds. W. Doorenbos versterken, terwijl kandidaat K.S.G. Zijlstra van 1938 tot 1942 evangeliseerde onder de Zuiderzeewerkers. Binnen de Gereformeerde kerk bevonden zich enkele leden van de NSB, maar het bleek lastig voor de kerkeraad om tegenover deze gemeenteleden de juiste houding te bepalen. Het werd een zaak voor de classis. Ds. E. du Marchie van Voorthuijsen van de Christelijk Gereformeerde kerk legde bij het uitbreken van de oorlog sterk de nadruk op de hand van God hierin die het volk tot verootmoediging van het bedreven kwaad wilde bewegen. De Christelijk Gereformeerde gemeente groeide sterk tijdens zijn predikantschap op Urk en ook Duitse militairen voegden zich onder zijn gehoor. In 1942 vertrok ds. Du Marchie van Voorthuijsen naar Driebergen en de rest van de oorlog bleef de gemeente vacant. Tijdens de oorlog werd vanuit de kerken meegeleefd met vervolgden en verdrukten. Ook vonden daklozen onderdak in de hulpkerk, waardoor die kerk niet meer beschikbaar was om kerkdiensten in te houden. Ds. Doorenbos van de Gereformeerde gemeente moest vertrekken uit zijn pastorie, omdat er Duitse soldaten ingekwartierd werden in zijn woning. De kerktelefoon werd verboden en de klokken van de kerken werden gevorderd. Catechisaties vervielen toen de spertijd inging en er bijna geen elektriciteit beschikbaar meer was. Als gevolg van deze beperkingen werd ook het tijdstip van de middagdiensten vervroegd. De drie gemeenten organiseerden wekelijks een gezamenlijke bidstond. In kerkdiensten werd gewaarschuwd tegen winstbejag en zwarte handel en de predikanten drongen aan op verootmoediging en gebed. Toen de bevrijding kwam werden overal op Urk vol overgave dankdiensten gehouden. Ondanks de beperkingen en maatregelen waren de kerken de oorlog redelijk goed doorgekomen. De bootdiensten De bezetting had gedurende de eerste oorlogsjaren nog weinig invloed op de bootdienst tussen Enkhuizen, Urk en Kampen. In de loop van de zomer van 1940 kwam het toerisme naar Urk weer normaal op gang. In 1942 begonnen de problemen echter; geen van de boten ontkwam tijdens de oorlog aan een kortere of langere vordering door de Duitsers. In de tweede helft van 1944 was het zover dat alleen de reserveboot ‘Sirena’ nog in de vaart was. Er kwam dan ook heel wat improvisatie aan te pas om de bootverbindingen in stand te houden. Veel geallieerde vliegers die tijdens de oorlog in de Noordoostpolder neergekomen waren, hebben met de boot de tocht over het IJsselmeer richting de vrijheid ondernomen.
Pagina
21
Permanente bezetting Tot 1944 was er op Urk geen permanente Duitse bezetting geweest. Dit veranderde echter in de herfst van dit jaar. De gereformeerde pastorie waarin ds. Doorenbos op dat moment woonde werd gevorderd, zodat Duitse soldaten daar hun intrek konden nemen. Toen de bevrijding kwam kon de balans opgemaakt worden: met alles wat op Urk tijdens de oorlog had plaatsgevonden waren er in het dorp toch relatief weinig slachtoffers te betreuren.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Verzet & collaboratie Urk is een eiland met een lange geschiedenis van onafhankelijkheid en zelfstandigheid. Deze geschiedenis heeft het karakter van de bevolking onontkoombaar in meer of mindere mate gevormd. Toen de Duitsers Nederland bezetten, bleef het tijdens het eerste oorlogsjaar tamelijk rustig op Urk. Er was geen sprake van permanente bezetting door Duitse soldaten en ook met de maatregelen en beperkingen viel het nog mee. Van verzet was dan ook nog geen sprake. Toen de bezetting steeds meer voelbaar werd in de vorm van allerlei regels en levensmiddelenschaarste nam de haat tegen de bezetter toe. Toch bleef het verzet kleinschalig en kwam er geen uitgebreid netwerk op gang. Er waren echter wel Urkers actief in het verzet, met name in de hulp aan neergestorte piloten. Gedurende de oorlog vonden veel van deze geallieerde vliegers een tijdelijke schuilplaats bij een Urker gezin. Ook werden er tijdens de oorlog enkele Joden op Urk verborgen gehouden. Er was op Urk daarnaast sprake van lijdelijk verzet. Zo hadden gezinnen hun radio niet ingeleverd, om toch op de hoogte te kunnen blijven van het nieuws. Veel Urker vissers hielden zoveel mogelijk vis buiten de afslag, zodat deze niet in Duitse handen zou komen. Zij zorgden ervoor dat er regelmatig wat paling of snoekbaars bij goede Nederlanders terechtkwam. Het illegale blaadje ‘Trouw’ circuleerde op Urk en dankzij moedige ambtenaren konden tientallen jongens illegaal voorzien worden van bonkaarten en persoonsbewijzen. Toch waren niet alle Urkers tijdens de oorlog even rechtschapen. Ook op Urk waren mensen lid van de NSB en waren er die er geen problemen mee hadden de Ortskommandant of een NSB’er in te schakelen als zij dachten daarmee hun belangen het beste te dienen. Om bijvoorbeeld in het bezit van een visvergunning te komen, werden soms ‘goede’ contacten onderhouden met de Duitse commandant. Dit gedrag was niet zozeer te bestempelen als collaboratie, maar meer als opportunisme. Daarnaast waren er op het dorp, net als elders in Nederland wel gebeurde, Urker meisjes die omgang hadden met Duitse soldaten. Het overgrote merendeel van de bevolking was vooral voorzichtig tijdens de oorlog en vaak bang voor wat komen kon. Wat bij íedereen overheerste was de vaderlandsliefde, die men vaak in kleine dingen tot uiting bracht, bijvoorbeeld in de manier waarop de rode, witte en blauwe kledingstukken van de Urker klederdracht op wasdag aan de lijn werden gehangen.
Pagina
22
Van de Urkers die al voor de oorlog buiten Urk waren gaan wonen, waren er veel actief in het verzet. Urkers ‘aan de wal’ bleken tijdens de oorlog vaak bereid om veel te riskeren en sommigen van hen moesten hun verzet met de dood bekopen.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Visserij Vooroorlogse gevaren Al vóórdat Nederland in oorlog was, had de visserij reeds te maken met de gevolgen van de oorlog tussen Duitsland en Engeland. Beide landen legden namelijk mijnen in de Noordzee, zodat het voor de vissers niet veilig meer was om te vissen. In het jaar voor de oorlog liepen dan ook vier Nederlandse vissersvaartuigen op een mijn, werd een Scheveningse logger door een onderzeeboot getorpedeerd en werd een trawler uit IJmuiden gebombardeerd. In totaal kwamen bij deze ongevallen 32 Nederlandse vissers om het leven. Hier waren geen Urkers bij betrokken. De meidagen Doordat vlak onder de Nederlandse kust geen mijnen gelegd waren, was het daar betrekkelijk veilig vissen. Toen de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnenvielen, visten de meeste Urker vissers dan ook vlak voor de kust. Van de schepen die IJmuiden binnenliepen, werd een aantal Urker botters door de Koninklijke Marine gevorderd om dienst te doen als mijnenveger, de rest mocht naar Urk vertrekken. Zoals onder het kopje ‘Meidagen’ valt te lezen, kregen de Urker vissers op Eerste Pinksterdag, zondag 12 mei, opdracht om naar Amsterdam te vertrekken. Daar werden ze verspreid over het IJ voor anker gelegd om het landen van Duitse vliegtuigen te voorkomen. Ondanks grote branden in de Petroleumhaven van Amsterdam, waar de schepen lagen, keerden zij echter allemaal veilig terug naar Urk. De visserij tijdens de bezetting Nederland capituleerde op 14 mei 1940. Toen de rust weer was weergekeerd, zochten de Urker vissers manieren om weer aan het werk te gaan. Twee vissers dienden een verzoek in bij de Duitse commandant om gasolie te verstrekken, waarbij zij een beroep deden op het belang van de voedselvoorziening. De commandant stemde toe en stelde eveneens een vergunning op waardoor Noordzeevissers op het IJsselmeer mochten gaan vissen. Vissen op de Noordzee was inmiddels namelijk niet meer mogelijk.
Pagina
De Noordzeevisserij Urkers die op de Noordzee visten, verdienden aanmerkelijk meer dan hun collega’s op het IJsselmeer. Het vissen met de motorschepen werd echter wel steeds moeilijker door de olieschaarste. Men kon clandestien aan olie komen, maar hieraan waren veel gevaren verbonden. Sommige motoren waren in staat op carboleum te draaien, waardoor ze van verre zichtbaar waren vanwege de enorme rookpluim. Op verschillende schepen stapte men over op
23
Omstreek augustus 1940 werd de visserij op de Noordzee weer beperkt toegelaten. Vanuit Scheveningen mocht alleen overdag gevist worden, vanuit IJmuiden was de nachtvisserij ook toegestaan. Deze nachtvisserij leverde hoge besommingen op, maar was wel gevaarlijk in verband met de mijnen. Schepen die deelnamen aan de nachtvisserij visten vaak verder uit de kust en waren doorgaans een paar dagen weg, waardoor zij verplicht een Duitse militair aan boord moesten hebben. Dat het ’s nachts vissen inderdaad niet zonder gevolgen was, bleek wel toen in de week van 10 tot en met 15 maart 1941 de UK 83 na uitgevaren te zijn niet meer binnen kwam. Uit brokstukken die men op zee vond viel op te maken dat de UK 83 vermoedelijk op een mijn is gelopen en met man en muis is vergaan. Door dit ongeval drong tot veel Urker vissers door hoe gevaarlijk het uitoefenen van de nachtvisserij was. Allen zijn zij toen overgestapt op de snurrevaadvisserij, die bij dag moest worden uitgeoefend.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
een gasgenerator, waarmee men gas uit kolen kon halen. Er zat echter relatief veel werk in om deze generatoren te bedienen. Het vorderen van vissersschepen Door de oorlog heen heeft de Urker vissersvloot voortdurend te maken gehad met vorderingen door de Duitsers. De eerste grote vordering geschiedde op zondagmorgen 9 maart 1941 toen vanaf de kansels in de Urker kerken bekend werd gemaakt dat alle schippers zich naar de haven moesten begeven en zich voor hun schepen opstellen. De Wasserkrieg Polizei kwam met een controleur aan boord en nam negen van de mooiste botters in beslag. Van de ene op de andere dag moesten deze vissers hun broodwinning opgeven. Ook in november 1942 werden verschillende Urker botters in beslag genomen en op 5 april 1943 werden alle vissersschepen die op dat moment in de haven van IJmuiden aanwezig waren gevorderd. Als een schip in beslag was genomen, moesten de bemanningen maar zien hoe ze aan een nieuwe kostwinning kwamen. Steeds meer vissers zochten hun toevlucht dan ook elders, bijvoorbeeld op de Waddenzee of het IJsselmeer. Ook waren er die werk vonden bij de inpoldering, op een sleepbootwerk of als bakschipper. Naar gelang van de grootte van het motorvermogen van een schip kreeg de eigenaar wel een huurvergoeding. Deze bedroeg ongeveer enkele tientallen guldens per maand. In het jaaroverzicht van de visserij dat in 1945 in het Urkerland werd gepubliceerd valt te lezen dat in de vijf oorlogsjaren in totaal 69 Urker schepen werden gevorderd. Er bleven slechts zes schepen vrij van inbeslagname. Visverbod Ook 1944 bracht moeilijkheden met zich mee. Door de geallieerde invasie in Normandië op 6 juni werd de visserij op de Noordzee weer verboden. Daarnaast werden nu ook kolen schaars, waardoor de schepen alleen nog met zeilen konden vissen. Vis was tegen normale prijzen niet meer te krijgen, waardoor de ruilhandel floreerde als nooit te voren. Geld werd steeds minder belangrijk, men ruilde tegen koffie, thee of tabak. De IJsselmeervisserij had in 1944 en 1945 niet veel opgeleverd; veel schepen hadden meegeholpen aan de voedselvoorziening voor het westen, waar de Nederlandse bevolking de hongerwinter had doorgemaakt.
Pagina
24
Toen voor Urk de bevrijding eindelijk op 17 april 1945 kwam, wachtte er voor de Urker vissers een grote taak: de wederopbouw van hun gehavende en weggeroofde vissersvloot. Van de schepen die in beslag waren genomen, is een redelijk aantal na de oorlog weer teruggevonden. De meeste daarvan, voornamelijk de houten botters, waren in slechte staat, maar met behulp van de ‘Wederopbouw’ zijn de schepen zo goed mogelijk hersteld. Het eerste jaar na de oorlog was goed te merken dat de Noordzee vijf jaar lang bijna niet bevist was. De besommingen waren erg hoog, maar slechts enkele vissers konden daarvan profiteren, aangezien veel schepen nog niet terecht waren.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Razzia’s Omdat veel Urkers werkzaam waren voor de voedselvoorziening (visserij) of in de Noordoostpolder waren zij vrijgesteld van arbeid in Duitsland. Naarmate de oorlog vorderde waren veel Urker jongens echter steeds minder veilig. Zo moesten jongens tussen de 18 en 25 jaar op een gegeven moment de zondagse kerkgang opgeven, omdat het meer dan eens is gebeurd dat de Duitsers bij de uitgang van de kerk alle persoonsbewijzen controleerden. Op Urk zijn gedurende de oorlog, net als in de meeste plaatsen van Nederland, verschillende razzia’s gehouden, waarvan de razzia op 18 november 1944 in vele geheugens gegrift staat als de ‘grote razzia’. De razzia van 14 november 1943: naar kamp Amersfoort De eerste razzia van betekenis vond plaats op zondagochtend 14 november in 1943. De Grüne Polizei naderde het eiland vroeg in de morgen met Waffenboten en meerde aan op strategische plekken in de haven. In alle stilte installeerden de Duitse soldaten verschillende mitrailleurs op belangrijke knooppunten van het eiland en vervolgens doorzochten ze elk huis. Jongens die in het bezit waren van een Ausweis waren vrijgesteld van de arbeidsdienst en werden ongemoeid gelaten, maar zo’n veertien andere jongens werden door de Duitsers meegenomen. Over het IJsselmeer werden ze per boot richting Amsterdam gebracht en vandaar naar het concentratiekamp bij Amersfoort. Na enkele uren met veertien man in drie cellen doorgebracht te hebben, moesten ze op appel komen, waarna ze zich moesten douchen, hun hoofd werd kaalgeschoren en ze gevangeniskledij aankregen. Ook kregen ze een nummer. Eén van hen vertrouwde zijn herinneringen aan het kampleven aan het papier toe. Drie keer per dag stonden ze met enkele duizenden andere gevangen op appel, een soms uren durende kwelling als een gevangene zoekgeraakt was. De Urkers werden verdeeld over verschillende arbeidscommando’s. Op zondagen hoefde er in het kamp niet gewerkt te worden. Thuis waren de Urkers gewend elke zondag naar de kerk te gaan, maar hiervoor was in het kamp geen gelegenheid. Ze vonden echter toch een oplossing: één van de gevangenen schreef later dat ‘toen de tijd van de jongelingvereniging weer boven kwam en we diepten uit onze herinnering woorden uit de Bijbel naar boven om elkaar te vertroosten in onze verdrukking’. Het samen praten over hun geloof gaf de Urkers moed om weer door te gaan. Enkele weken later werd een deel van de groep Urkers vrijgelaten. Ze werden opnieuw kaalgeschoren, moesten douchen en kregen hun oude kleding weer terug. Met de vermaning onderweg geen woord te reppen over hun verblijf in het kamp, togen zij huiswaarts. De reis was omslachtig en moeizaam, maar waar ze hun pet oplichtten en men hun kale hoofd zag, kregen zij alle medewerking. De rest van de Urker gevangenen werd enkele weken later ook vrijgelaten.
Pagina
Achteraf bleek dat de Duitsers dachten een grote slag te kunnen slaan op die 14e november door honderden onderduikers op Urk op te pakken. Dat zij uiteindelijk een oogst van nog geen twintig jongens bij elkaar hadden, zal niet volgens de verwachting zijn geweest...
25
In de periode dat de jongens in Amersfoort gevangen hadden gezeten, waren er door verschillende Urkers verwoede pogingen gedaan hen vrij te krijgen. Diverse malen waren zij naar Den Haag getogen om bij het Duits bureau voor hun vrijlating te pleiten.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Een razzia in september 1944 Op een zaterdag in september van het jaar 1944 was het weer zover: de Duitsers hielden een razzia in de Noordoostpolder. Op verschillende plekken waren ze de polder binnengetrokken en Urk was het eindpunt. Vroeg op de zondagmorgen arriveerden de Duitsers op Urk, maar aangezien niemand tevoren iets over de razzia gehoord had, moesten in alle haast de schuilplaatsen opgezocht worden. Enkele jongens werden hierbij opgepakt. Verraad in oktober 1944 Een maand later, op een dag in eind oktober, kreeg Urk opnieuw bezoek van de Duitsers, ditmaal in de vorm van de Wasserschützpolizei. Deze keer waren de Duitsers niet op strooptocht, maar zochten zij gericht naar bepaalde personen, namelijk Gerardus Metz, Kees Koffeman, havenmeester Zeeman, Jan ten Napel, Chris van Beckhoven en Reie Kale. Later werd Geert Oost nog aan de lijst met gezochte personen toegevoegd. Met behulp van de soldaten die ingekwartierd waren in de gereformeerde pastorie werden deze mensen zoveel mogelijk opgespoord en opgebracht. Bij Chris van Beckhoven vonden de Duitsers bij een huiszoeking een radio die afgestemd was op Radio Oranje, de verboden Nederlandse zender uit Engeland. Van Beckhoven was tijdig gewaarschuwd en had zich kunnen verbergen, waardoor nu zijn vrouw en twee dochters als gevangene naar de pastorie werden gebracht. Ook Jannetje, de vrouw van Reier Kale, werd opgepakt, aangezien ook hij zich op tijd had verstopt. Jan ten Napel, werkzaam op de sluisput, werd opgepakt. De Duitsers verhoorden alle gevangenen om er achter te komen wie weet had van de illegale radio en meeluisterde. Het was dankzij pure bluf en veel vrijmoedigheid dat de gevangen zich er doorheen praatten. De volgende morgen werden ze vrijgelaten. De vrouw van Chris van Beckhoven kreeg daarbij echter wel te horen dat haar man zich voor de volgende morgen zou moeten melden, anders zou het huis aan Wijk 5-5 in brand worden gestoken. Die avond werd dan ook zoveel mogelijk huisraad uit het woonhuis verwijderd. De spullen werden opgeborgen in het pakhuis van Piet Brouwer. De volgende dag werd het huis niet in brand gestoken, maar gevorderd voor de directeur van het Arbeidsbureau, die er de rest van de oorlog zeer onzorgvuldig mee omging. Van de gearresteerde Urkers kwam bijna iedereen er zonder noemenswaardige kleerscheuren van af. Alleen Geert Oost was door de Duitsers dermate mishandeld dat hij nadien nog dagen op het randje van de dood lag in een Zwols ziekenhuis. Deze onverkwikkelijke kwestie moet op gang zijn gebracht door een Urker verrader.
Pagina
De voorbereidingen voor deze razzia waren op de avond van 16 november al ingezet met de vordering van het gemeentehuis van Blokzijl en het inrichten van een hoofdkwartier aldaar. Vrijdag 17 november kamden de Duitsers de Noordoostpolder uit (zie voor meer informatie onder ‘Noordoostpolder’) en zaterdag 18 november vormde Urk het slotstuk van deze operatie. De groep opgepakte Urkers werd op transport gezet naar Duitsland waar zij te werk werden gesteld. In Duitsland werden zij gedwongen in Duitse krijgsdienst gesteld en kwamen ze via veel omzwervingen uiteindelijk in de slag om Berlijn terecht. De belevenissen van deze groep Urkers zijn door één van hen, Sjoerd Snoek, opgetekend in een dagboek dat in 1984 is uitgegeven onder de titel Na de razzia (deel VIII in de serie Urker Uitgaven).
26
De grote razzia van 18 november 1944 Op zaterdag 18 november van dat jaar vond nog een razzia plaats die de Urker geschiedenis is ingegaan als de ‘grote razzia’. Deze naam is te danken aan het feit dat tijdens deze razzia zo’n 80 Urkers werden opgepakt en naar Duitsland gevoerd. Onder deze Urkers bevonden zich dominee Spijker, dominee Pietersma en dokter Andriessen.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Pagina
27
Na de oorlog keerden alle jongens die tijdens deze razzia waren opgepakt heelhuids weer terug naar Urk, waar dit heuglijke feit tot dankdiensten in de kerken leidde!
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Luchtoorlog Waar tijdens de Eerste Wereldoorlog nog nauwelijks sprake van was, werd één van de karakteristieken die de oorlogvoering van de Tweede Wereldoorlog gingen kenmerken: de bombardementen. Waren het in het begin van de oorlog de Duitsers die het overwicht in de lucht bezaten, in de loop van 1943 keerde, mede door de inmenging van de Verenigde Staten, het tij en kregen de geallieerden het overwicht in de lucht. Dit resulteerde in grootschalige bombardementen op Duitse steden die dag en nacht plaatsvonden. Urk werd één van de herkenningspunten op de vliegroute naar Duitsland, iets wat zij te danken had aan haar ligging tussen twee dijken. Rond het IJsselmeer hadden de Duitsers een netwerk van radars aangelegd dat in het IJsselmeergebied de geallieerde vliegtuigen lokaliseerde. Vaak waren het Duitse jagers van de vliegbasis in Leeuwarden die jacht maakten op de geallieerde bommenwerpers. In de loop van de oorlog stortten veel geallieerde vliegtuigen in de buurt van Urk neer, niet alleen in het IJsselmeer, maar ook in de pas drooggevallen Noordoostpolder. De meeste vliegers werden door de Duitsers opgepakt, maar soms lukte het hen om zich in het op veel plekken meer dan manshoge riet van de polder te verschuilen en zo te ontsnappen. Op Urk zijn diverse mensen actief geweest in de pilotenhulp. Twee Urker mannen, Piet Brouwer en Pieter Hakvoort, hebben hun leven gegeven voor deze hulp aan geallieerde vliegers; zij werden weggevoerd naar een concentratiekamp en overleefden de ontberingen niet. Naar beide mannen werd na de oorlog een straat in het oude dorp van Urk vernoemd (respectievelijk Wijk 5 en Wijk 1). Tijdens de oorlog zijn vanuit Urk ongeveer 175 bemanningsleden van geallieerde vliegers geborgen. De eerste vlieger die op Urk aanspoelde werd onder overweldigende belangstelling van de Urker bevolking begraven op het kerkhof bij het Kerkje aan de Zee. Ds. Van Wieringen leidde de plechtigheid die uitmondde in een overweldigende demonstratie van sympathie voor de bondgenoten. De Duitsers verboden om in het vervolg nog zo’n begrafenis te organiseren en voortaan werden de aangespoelde lijken in alle stilte begravenl Veel van de vliegers die een noodlanding in de polder overleefden en niet gepakt werden door de Duitsers werden via Urk richting Engeland geloodst. Ze voeren dan bijvoorbeeld met de bootdienst naar Enkhuizen, waar ze verder werden geholpen, vaak door Urkers die zich in Noord-Holland hadden gevestigd. Op deze manier zijn ongeveer ?? geallieerde vliegers heelhuids weer in Engeland aangekomen.
Pagina
28
Het precieze aantal vliegtuigcrashes boven het IJsselmeer tijdens de oorlog is niet bekend. Van 67 neergestorte vliegtuigen is een rapport opgemaakt, naar alle waarschijnlijkheid is het daadwerkelijke aantal crashes hoger. Honderden jonge vliegers hebben op deze manier tijdens de oorlog in de buurt van Urk de dood gevonden, van velen is de naam niet bekend. Ze gaven hun leven voor onze vrijheid.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
De bevrijding De bevrijding kwam voor Urk op 17 april 1945, ruim twee weken voor de capitulatie van Duitsland. Voorbodes van de bevrijding Op zaterdag 14 april werden de telefoonverbindingen met het vasteland verbroken. De Duitsers die nog op Urk aanwezig waren begonnen voorbereidingen te treffen om te vertrekken. Op zondag 15 april lieten ze twee schepen zinken zodat de sluis versperd raakte. De kerkgangers uit de Bethelkerk zagen die zondagochtend bij het verlaten van de kerk de Duitsers uit de pastorie sjouwen met beddegoed. Deze Duitsers vertrokken ’s middags op twee schepen, terwijl twee andere Waffenschepen nog in de haven bleven liggen. Die nacht waren op Urk ontploffingen te horen van de kraan die tot zinken werd gebracht om de binnenhaven te versperren. De volgende morgen, op 16 april, verlieten de laatste Duitsers het eiland over de dijk. Nog altijd was er namelijk geen wegverbinding van en naar Urk; deze kwam pas in 1948 tot stand. Die maandagavond vertrokken de laatste Waffenschepen uit de Urker haven: Urk was noch bezet, noch bevrijd en volkomen geïsoleerd. De enige landwachter die Urk rijk was probeerde via de dijk te ontkomen, maar werd teruggewezen. NSB-burgemeester Landman probeerde er in een punter vandoor te gaan, maar ook hij werd tegengehouden. In de nacht van 17 op 18 april kwamen de Binnenlandse Strijdkrachten in actie en pakten enkele NSB’ers op die met een bootje de polder werden ingebracht. Op woensdagochtend 18 april verschenen de eerste vlaggen aan de Urker huisjes. De bevolking ging de straat op en iedereen was uitgelaten. Die middag werd er een samenzang op de haven gehouden, waaraan de bevolking massaal deelnam. Bevrijdingsliederen, al gedicht in september, werden voluit gezongen. ’s Avonds werd de eerste dankdienst gehouden.
Pagina
De Canadezen op Urk! Al vanaf 16 april waren op Urk geen bezetters noch bevrijders gesignaleerd. Pas op vrijdag 20 april verschenen de eerste Canadezen op Urk, die met veel vreugde en uitgelaten werden onthaald. Eindelijk kwamen de verhalen los. Het bleek dat NSB-burgemeester Landman onbewust weken had zitten broeden op de proclamaties die bij de bevrijding opgehangen moesten worden. Zij hadden verborgen gezeten in zijn stoelzitting… De namen van degenen die geallieerde vliegers verborgen en voortgeholpen hadden, werden bekend. Vier mannen,
29
De volgende dag, donderdag 19 april, kreeg in de herinnering van de Urker bevolking een nare bijsmaak. De meisjes, die tijdens de oorlog omgang hadden gehad met een Duitser, werden opgehaald en voor het raadhuis onder grote belangstelling van de bevolking kaalgeknipt. Midden in dit feestgedruis werden per ongeluk schoten gelost, waarbij twee jonge mannen het leven verloren. De toestand op Urk was bij de bevrijding, net als in de rest van Nederland, tamelijk chaotisch. Urkers die alleen maar werden verdacht van contacten met de vijand werden aangezien voor NSB’er en opgepakt. De NSB’ers werden geïnterneerd in een kamp bij Emmeloord, waar ze onderworpen werden aan een strenge kampdiscipline, onder andere door Urker bewaarders.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Jelle Visser, Lub Hoekman, Lub Hakvoort en Joh. Gerssen, ontvingen hiervoor een loffelijk getuigschrift. Eind juni vierde Urk twee dagen lang vol overgave haar bevrijdingsfeest. Een kinderoptocht werd georganiseerd, gevolgd door een kinderfeest. Men hield een defilé langs de graven van de gevallenen en er werd een herdenkingsdienst gehouden. De landing van de Prins van Oranje werd nagebootst en een vreugdevuur werd aangestoken. Ook een zeil- en voetbalwedstrijd ontbraken niet, evenals vuurwerk en een filmvoorstelling. Tijdens de dankdiensten werd psalm 24 veelvuldig gezongen: Indien de Heer die bij ons is geweest Indien de Heer, die ons heeft bijgestaan Toen ’s vijands heir en aanval werd gevreesd, Niet had gered, wij waren lang vergaan. W’ontkwamen haast des vogelvangers net, De loze strik, tot ons bederf gezet; De strik brak los en wij zijn vrij geraakt; De Heer is ons tot hulp op ons gebed; Die God, die aard’ en hemel heeft gemaakt. Het leven na de bevrijding Nederland was bevrijd, maar de ellende was daarmee, ook op Urk, nog niet voorbij. Er waren nog volop zorgen. Veel producten waren nog lange tijd op rantsoen vanwege schaarste. De botters die in de loop van de oorlog door de Duitsers waren gevorderd, moesten worden teruggevonden. Verschillende Urkers ondernamen zoektochten door Nederland en ver daarbuiten om hun gevorderde botter weer op te sporen. De meeste botters werden uiteindelijk teruggevonden. Langzaam keerden weggevoerde Urkers weer terug, echter niet allemaal. Burgemeester Keijzer keerde op 14 mei terug uit gevangenschap. Wekelijks had de plaatselijke krant wel een verblijdende mededeling te melden. Zo werd een strook van de Noordzeekust weer voor bevissing vrijgegeven, de goederenschaarste werd langzaam minder, het werk aan de dijken werd weer hervat en ook de bootverbinding met Enkhuizen, Kampen en Amsterdam werd weer hersteld. Telkens als een teruggevonden botter, hoe gehavend ook, de haven weer binnenvoer, heerste er blijdschap. Het licht van de vuurtoren brandde weer en de kerktelefoon werd opnieuw in gebruik genomen. De schepen die in de haven tot zinken waren gebracht, werden gelicht en buiten de haven werd een schip met geroofde kerkklokken boven water gehaald.
Pagina
Urk heeft gedurende de oorlog niet te maken gekregen met de verschrikkingen van beschietingen, bombardementen, fusilleringen en extreme hongersnood. Het aantal Urkers dat de oorlog niet overleefde lag relatief laag en ook de materiële schade viel mee, met uitzondering van de grootschalige vordering van Urker botters.
30
Het goede nieuws overheerste in de tweede helft van 1945, maar toch was ook Urk niet ongeschonden door de oorlog gekomen. Regelmatig werden nog aangespoelde vliegers tijdelijk op Urk begraven, er bleken Urker botters verloren te zijn gegaan en niet alle plaatsgenoten keerden terug. Bij de Urker bevolking heerste ondanks alles het besef dat andere plaatsen veel erger getroffen waren, waaronder het Veluwse dorpje Putten en het geïnundeerde Walcheren.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Pagina
31
In de loop van de tijd zijn steeds meer grote en kleine verhalen over de Tweede Wereldoorlog op Urk op papier gezet, zodat deze ingrijpende periode in de Urker geschiedenis niet vergeten zou worden. Hoewel veel Urkers die de oorlog persoonlijk hebben meegemaakt inmiddels zijn overleden, leven hun verhalen voort in de boeken die over deze periode zijn verschenen.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
‘Algemene zaken’ - Toen & nu (links onder) MENUBALK RIJ ONDER (LINKS): De wijken Chronologie Toen & nu Bibliografie Links
De wijken Het Oude Dorp van Urk was ten tijde van de oorlog al opgedeeld in wijken. Het adres van een woning bestond uit twee nummers, één van de wijk en daarachter het nummer van de woning zelf. Na de oorlog stelde de gemeente een Straatnamencommissie in, die belast werd met de naamgeving van de verschillende wijken. Deze commissie heeft in 1947 voorgesteld om enkele straten binnen de wijken namen te geven van Urkers die tijdens de oorlog zijn omgekomen. Tegenwoordig dragen de wijken deze namen nog steeds, hoewel er nog maar weinigen zijn die de verhalen achter de namen kennen. Op deze webpagina worden de levensgeschiedenissen van deze mannen en jongens opnieuw aan de vergetelheid ontrukt… Pieter Hakvoortstraat (Wijk 1) Geboren op 1 mei 1886 op Urk Overleden op 22 december 1944 in kamp Neuengamme, Duitsland Pieter Hakvoort werd voor het eerst met het verzet geconfronteerd toen een joodse jongen, die Jaap werd genoemd, bij hem werd gebracht. Aan Pieter werd gevraagd om deze jongen onderdak te bieden. Dat gebeurde, en omdat Jaap goed Engels sprak, kon hij als tolk optreden toen de familie Hakvoort Engelse en Amerikaanse vliegers eveneens onderdak ging verlenen. Door aan deze vliegers gastvrijheid te betonen, raakte de familie Hakvoort steeds meer bij verzetsactiviteiten betrokken. Hun woning, Wijk 1-20, werd een waar doorgangshuis voor diverse vliegers. Deze vliegers werden via het Urker verzet naar Enkhuizen doorgesluisd, om vervolgens op andere adressen in Noord-Holland te worden ondergebracht. Pieter Hakvoort werd gearresteerd op 29 mei 1944. Via het concentratiekamp in Amersfoort kwam hij uiteindelijk terecht in Duitsland in het concentratiekamp Neuengamme. In dit kamp overleed hij op 22 december 1944. De officiële doodsoorzaak luidde: ‘Durchfall mit Körperschwäche’ (bezweken aan lichamelijke zwakte). Zijn stoffelijk overschot werd na de oorlog op Urk herbegraven. Als eerbetoon aan deze verzetsman werd een straat naar hem vernoemd, opdat wij niet vergeten. Hessel Hoefnagelstraat (Wijk 3)
Pagina
Hessel Hoefnagel kreeg in de oorlog, net als de meeste mannen, de oproep om zich te melden voor dwangarbeid in Duitsland. Nadat hij de eerste en de daaropvolgende oproep om zich op te geven genegeerd had, moest Hessel onderduiken. Hij kwam in Enter (Overijssel) bij boer
32
Geboren op 14 april 1922 op Urk Overleden op 5 april 1945 te Hierden
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Johan Terkeurs terecht, die daar leider van het ondergrondse verzet bleek te zijn. Hessel raakte op die manier haast vanzelfsprekend bij het verzet betrokken. In het zicht van de bevrijding, op 5 april 1945, raakt de verzetsgroep van Hessel slaags met de vijand. Nadat de groep, bestaande uit achttien man, vanuit een boerderij op terugtrekkende Duitsers schiet, komen de Duitsers met versterking terug en schieten de boerderij in brand. Zeventien leden van de knokploeg worden gearresteerd en ter plekke gefusilleerd, één man weet aan de dood te ontkomen door zich te verbergen. Op 17 april 1945, twaalf dagen later, krijgt de familie op Urk het bericht van Hessels dood. Op 22 april wordt de 22-jarige Hessel met militaire eer op Urk begraven. In 1981 is Hessel Hoefnagel postuum onderscheiden met het Heldenverzetskruis, dat aan zijn moeder werd uitgereikt. Pieter Brouwerstraat (Wijk 5) Geboren op 22 november 1919 op Urk Overleden in mei 1945 in kamp Neuengamme, Duitsland Piet Brouwer was tijdens de oorlog actief in het verzet. Hij werd op 28 oktober 1944 door de Sicherheitsdienst gearresteerd en met het laatste transport vanuit Amersfoort naar Duitsland gevoerd. In Duitsland werd hij als Häftling van het ene naar het andere kamp gedreven en komt uiteindelijk terecht in concentratiekamp Neuengamme. Als het kamp op 2 mei 1945 door de Amerikanen bevrijd wordt, is het voor de 25-jarige Piet te laat. Hij overlijdt kort daarna aan de gevolgen van dysenterie. Piet Brouwer werd op 30 mei 1945 in Ludwigslust in Duitsland begraven. Zijn vrouw en familie vernamen pas op 11 januari 1046 de droeve tijding van zijn overlijden. Harmen Visserplein (Wijk 5) Geboren op 25 november 1895 te Scharl Overleden op 16 april 1945 Harmen Visser, door de Urkers altijd ‘brigadier Visser’ genoemd, is jarenlang het hoofd van de politie op Urk geweest. Tijdens de oorlog was hij in het verzet zeer actief als afdelingscommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten. Niet alleen voor Urk, maar ook voor de onderduikers in de Noordoostpolder heeft hij veel betekend. Tijdens de bevrijding van Nederland trok Harmen Visser met zijn ploeg op met een Canadese eenheid om Kuinre en Schoterzijl te bevrijden. In de buurt van Schoterzijl werd hij echter neergeschoten door een Nederlandse SS’er. Tragisch genoeg gebeurde dit slechts één dag voordat de Noordoostpolder bevrijd werd. Zowel op Urk als in Emmeloord werd een plein naar deze verzetstrijder genoemd. Pieter Hoekmanstraat (Wijk 6 en 7)
Pagina
Pieter Hoekman heeft zich als wachtmeester bij de marechaussee onderscheiden door een bijzonder moedig optreden. Hij wist vanuit bezet Nederland de Noordzee over te steken en Engeland te bereiken, waar hij in opleiding ging voor parachutist. Op 19 september 1943 werd hij met een vriend boven Noord-Brabant gedropt om inlichtingen in te winnen voor de Nederlandse regering-in-ballingschap en verbindingen met Engeland tot stand te brengen. Het
33
Geboren op 14 januari 1917 op Urk Overleden op 6 november 1943 te Keent, Noord-Brabant
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
ging allemaal goed totdat in november na een dropping de bagage van enkele nieuwkomers moest worden geborgen. De dropping was verraden aan de Duitsers en het kwam dan ook tot een confrontatie met de vijand. Pieter wist tijdens het treffen anderen te redden, maar verloor zelf door een geweerschot het leven. In 1948 werd hij postuum onderscheiden met de Bronzen Leeuw, die door de koningin persoonlijk aan zijn naaste familie werd overhandigd. In kranten en tijdschriften is sindsdien enkele keren uitvoerig over Pieter Hoekman geschreven. Op Urk is een straat naar hem vernoemd. Pieter Romkesstraat (Wijk 7) Geboren op 15 september 1915 op Urk Overleden op 23 april 1943 in Birma
Pagina
34
Pieter Romkes vertrok op 20 september 1935 op twintigjarige leeftijd als vrijwilliger naar Oost-Indië, toen nog een kolonie van Nederland. Door middel van brieven onderhield hij de contacten met Urk. In de laatste brief die de familie ontving, meldde Pieter dat hij was bevorderd tot onderofficier in het Koninklijk Nederlansch Indische Leger (KNIL). Toen de oorlog uitbrak, kwamen er geen brieven meer aan op Urk. Nederlands-Indië werd ingenomen door Japan en Pieter werd als krijgsgevangene tewerkgesteld aan de beruchte Birmaspoorlijn. Daar overleed hij op 27-jarige leeftijd in een Jappenkamp aan de gevolgen van difterie. Na de oorlog kwamen zijn vrienden en deden verslag van Pieters dood en begrafenis aan zijn familie; een veldprediker had de dienst geleid. Pas in 1952 kreeg de familie enkele persoonlijke bezittingen terug. In Birma ligt op een oorlogskerkhof een Urker begraven, maar op Urk wordt deze jongen herdacht met een straatnaam.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Chronologie Voorgeschiedenis 1 april 1890 28 mei 1932 29 augustus 1939 3 oktober 1939
Vaste bootdienst tussen Urk, Enkhuizen en Kampen wordt ingesteld De Afsluitdijk wordt gesloten: Zuiderzee wordt IJsselmeer Algemene Nederlandse mobilisatie Het laatste gat in de dijk tussen Urk en Lemmer wordt gesloten: Urk is eiland af
1940 18 januari 1940 Lemmer 19 september 1940 10 mei 1940 11 mei 1940 12 mei 1940 13 mei 1940 uur 14 mei 1940 het augustus 1940 Vissen december 1940
Nederland capituleert; zo’n dertig Duitse soldaten komen aan op Urk: eiland is bezet op de Noordzee wordt weer in beperkte mate toegestaan Begin bemaling van de Noordoostpolder
1941 9 maart 1941 11-15 maart 1941
Negen van de mooiste Urker botters worden gevorderd In deze week vaart de UK 83 op een mijn: alle opvarenden verdrinken
1942 begin 1942 november 1942
Benoemingsordening voor het onderwijs van kracht Verschillende Urker botters worden door de Duitsers gevorderd
1943 5 april 1943 6 juni 1943 14 november 1943
Barre tocht voor gemobiliseerde Urker soldaten over de dijk naar Instellen van vaste wacht voor de Luchtbeschermingsdienst Duitsland valt Nederland binnen De mannen van de Luchtwacht verlaten uit voorzorg Urk De Urker vloot vaart uit naar Amsterdam om het IJ te versperren De eerste Duitse soldaten arriveren op Urk en vertrekken na een paar
Alle in de haven van IJmuiden aanwezige vissersschepen worden gevorderd Geallieerde invasie in Normandië Razzia waarbij ongeveer veertien jongens opgepakt en tijdelijk in kamp Amersfoort geïnterneerd worden
1944 september 1944
Telefoonverbindingen tussen Urk en vasteland worden verbroken Bezetter verspert de sluis door twee schepen te laten zinken; een deel van de Duitse bezetters verlaten Urk in twee schepen
Pagina
1945 14 april 1945 15 april 1945
35
Tweedaagse razzia, ook in de NOP, waarbij Urker jongens opgepakt worden 5 september 1944 Dolle Dinsdag vóór oktober 1944 Urk krijgt permanente bezetting 17/18 november 1944 De ‘grote razzia’ waarbij ca. 80 Urker mannen en jongens opgepakt worden
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
36
17 april 1945 20 april 1945 5 mei 1940 14 mei 1945 eind juni 1945
De laatste Duitsers verlaten Urk via de dijk; Urk is noch bezet noch bevrijd Bevrijding van Urk De eerste Canadezen verschijnen op Urk Duitsland capituleert: Nederland is vrij! Burgemeester Keijzer keert terug uit gevangenschap Urk viert twee dagen lang haar bevrijdingsfeest
Pagina
16 april 1945
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Toen & Nu Sinds de jaren veertig van de vorige eeuw hebben er grote veranderingen plaatsgevonden op Urk. Veel belangrijke gebouwen en plaatsen uit de oorlog zijn er niet meer. Toch zijn er vandaag de dag nog voorwerpen en plaatsen te vinden die de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend houden. De Wilhelminaschool is inmiddels afgebroken, evenals de houten noodbarakken die werden gebouwd om op korte termijn in de woningnood te kunnen voorzien. De pastorie tegenover de Bethelkerk, waarin tijdens de oorlog Duitsers ingekwartierd waren, is tegenwoordig een makelaarskantoor en markante gebouwen als de vuurtoren, de Bethelkerk en het oude raadhuis zijn al die jaren met veel zorg bewaard en grotendeels toegankelijk voor publiek. Het oorlogsmonument Elk jaar wordt op 4 mei een herdenking gehouden bij het oorlogsmonument, gelegen ten oosten van het Kerkje aan de Zee aan de Monumentenlaan. Het monument is een uit rode baksteen opgetrokken gedenkmuur met in het midden een zandstenen gedenkplaat. Aan de linker- en rechterkant van de plaat bevindt zich een beeldje van een mannen- en vrouwenfiguur in Urker klederdracht. Boven de namen van verzetsmensen en oorlogsslachtoffers is in een cirkel het wapen van Urk aangebracht. Het monument is 1 meter 90 hoog en 1 meter 20 breed. Op de gedenksteen zijn de namen van dertien omgekomen Urkers aangebracht: P. Hoekman, P. Romkes, H. Hoefnagel, P. Brouwer, Adr. Pasterkamp, P. Hakvoort, J. Ras, J. Pelleboer, G. Korf, J. v.d. Berg, Sj. v.d. Berg, K. Kaptein en J. Hakvoort. In 1995, bij de vijftigste herdenking, is een zwartmarmeren gedenkplaat aan het monument toegevoegd, waarop de namen van de drie joodse oorlogsslachtoffers uit Urk vermeld zijn: Ismaël Kropveld, Hendrika de la Penha en Lea Kropveld. Gedicht ‘Bij het monument’ Ik sta bij ’t monument, verzonken in gedachten... De tijd ging snel voorbij. Wie kent nog al het leed Dat d’oorlogsweeën toen aan deze mensen brachten? Ik lees de namen weer... opdat ik niet vergeet. Komt er nog ooit een tijd dat de kanonnen zwijgen En dat er vrede mag op gans de aarde zijn, Zodat geen wapentuig het leven kan bedreigen En heel de schepping zal Gods schone gaarde zijn?
Pagina
Tromp de Vries
37
Ik sta bij ’t monument en richt de blik naar boven, Ik voel de frisse wind en zie de wolken gaan... Daalt ooit die vrede neer? Heer’, sterk mij in ’t geloven: Gij laat het door uw Kind de kinderen verstaan.
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Bibliografie Hieronder vindt u een lijst van boeken waarin de geschiedenis van Urk tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de orde komt. Aanvullingen zijn van harte welkom. Laat u het ons weten onder de button ‘Contact’! Geschiedenis van Urk waarin de Tweede Wereldoorlog ter sprake komt André Geurts, De geschiedenis van een eiland (Lelystad 2005) Albert van Urk, Daar werd een dijk gelegd... (Stichting Urker Uitgaven – Urk 1989) Albert van Urk, Urk op de tweesprong. 1930-1960 een boeiende tijd (Zaltbommel 2005)
Urk tijdens de Tweede Wereldoorlog K. Hoekstra e.a., Urker verhalen over de oorlog (Stichting Urker Uitgaven – Urk 1996) Jelle van Slooten, Een ver-Urkte Israëliet. Het levensverhaal van Japien de Joode (Stichting Urker Uitgaven – Urk/Kampen 1995) Albert van Urk, Van bezetting en bevrijding. Urk in oorlogstijd 1940-1945 (Stichting Urker Uitgaven – Urk 1995) Tromp de Vries, Na de razzia. Dagboek van Sjoerd Snoek (Stichting Urker Uitgaven – Urk 1984) Tromp de Vries, Urk in oorlogstijd (Christelijke Oranjevereniging – Urk 1970)
Jeugdboeken
Pagina
38
A. Olofsen-Korf, Snibbetje (1945) K. Norel, Engelandvaarders (eerste druk in 1945)
TEKSTEN WEBSITE Stichting Urk in Oorlogstijd
Links De Tweede Wereldoorlog www.bevrijdingsmuseum.nl www.documentatiegroep40-45.nl www.niod.nl www.4en5mei.nl www.oorlogsmonumenten.nl www.oorlogsmuseum-overloon.nl www.verzetsmuseum.org
Website van het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 in Groesbeek Vereniging van amateur verzamelaars en onderzoekers Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie Website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei Een overzicht van de meer dan 3000 oorlogsmonumenten in Nederland Website van het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon Website van het Verzetsmuseum in Amsterdam
Urk algemeen www.urk.nl www.opurk.nl www.touristinfourk.nl www.urkopdefoto.nl www.urksfruit.nl
Site van de Gemeente Urk Het dagelijkse nieuws en achtergronden over Urk Alle toeristische informatie over Urk Online verzameling foto’s van Urk en haar inwoners Startpagina met interessante links over Urk
De Urker cultuur
www.zangophemelvaart.nl
39
www.urkerbotter.nl www.visserijweek.nl
Site van de Urker Dialectkring Website van Museum ’t Oude Raadhuis Het ambacht van visroken in ere gehouden Een dag waarop Urk wordt ondergedompeld in de cultuur van weleer Website van de Stichting Urker Botter Tweejaarlijks evenement waarin de visserij een week lang centraal staat Jaarlijks zangevenement in de visafslag op Hemelvaartsdag
Pagina
dialectkring.opurk.nl www.museum.opurk.nl www.pooienrokers.nl www.urkerdag.nl